ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 54 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
66e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
22.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 54/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/398 VAN DE COMMISSIE
van 14 december 2022
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de uitbreiding van de mogelijkheden om douaneaangiften mondeling of door een andere handeling die als douaneaangifte wordt beschouwd, te doen, de ongeldigmaking van aangiften in specifieke gevallen, en de specificatie van de uitwisseling van inlichtingen voor summiere aangiften bij binnenbrengen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 131, punt c), en de artikelen 160 en 175,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij de praktische uitvoering van Verordening (EU) nr. 952/2013 (“het wetboek”), in samenhang met Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (2), is gebleken dat de gedelegeerde verordening op een aantal punten moet worden gewijzigd om deze beter af te stemmen op de behoeften van de marktdeelnemers en de douaneautoriteiten, en om rekening te houden met de ontwikkelingen in verband met de naderende uitrol van de releases 2 en 3 van het invoercontrolesysteem (ICS2). |
(2) |
Om te verduidelijken dat in het geval van postzendingen die in de Unie worden overgeladen, de verplichting om de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen te verstrekken in bepaalde situaties rust op de postaanbieder in een derde land waaruit de goederen werden verzonden, overeenkomstig artikel 127, lid 6, van Verordening (EU) nr. 952/2013, moet een nieuwe definitie van “postaanbieder in een derde land” worden geïntroduceerd. |
(3) |
Vanaf de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie (3) vastgestelde datum voor de uitrol van release 3 van het ICS2 moeten verschillende personen die betrokken zijn bij het vervoer van goederen naar het douanegebied van de Unie per spoor, delen van de informatie van een summiere aangifte bij binnenbrengen, d.w.z. meervoudige indiening, kunnen indienen. Daarom moet aan Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 een nieuw artikel 112 bis worden toegevoegd om in deze mogelijkheid te voorzien. |
(4) |
Om postaanbieders in derde landen te verplichten gegevens in te dienen van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor goederen die in het douanegebied van de Unie worden overgeladen, moet artikel 113 bis van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 worden gewijzigd wanneer die postaanbieder deze gegevens niet aan de vervoerder heeft verstrekt. |
(5) |
Verpakkingsmiddelen met een onuitwisbaar merkteken ter identificatie van een persoon die gevuld tijdelijk worden ingevoerd en gevuld of leeg worden wederuitgevoerd, kunnen worden aangegeven door middel van een mondelinge aangifte of door een andere handeling als bedoeld in artikel 141 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446. Aangezien dit alleen mogelijk is voor gevulde verpakkingsmiddelen die door buiten het douanegebied van de Unie gevestigde personen worden ingevoerd, moet de toepassing van die vereenvoudigde douaneformaliteit worden uitgebreid tot verpakkingsmiddelen die leeg worden ingevoerd door personen, ongeacht waar die personen gevestigd zijn. |
(6) |
Er moet worden voorzien in de mogelijkheid van terugbetaling van invoerrechten in specifieke situaties waarin goederen kosteloos aan filantropische of liefdadigheidsorganisaties worden geleverd. Dit moet gebeuren door een nieuwe reden toe te voegen voor de ongeldigmaking van douaneaangiften na de vrijgave van goederen, zodat de overeenkomstig artikel 116, lid 1, van het wetboek betaalde invoerrechten kunnen worden terugbetaald. |
(7) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 1 wordt de volgende definitie toegevoegd: “54. postaanbieder in een derde land: een aanbieder die is gevestigd in en aangewezen door een derde land om de onder het Wereldpostverdrag vallende internationale diensten te verlenen.”. |
2) |
In hoofdstuk 1 van titel IV wordt het volgende artikel 112 bis ingevoegd: “Artikel 112 bis Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen in specifieke gevallen van vervoer per spoor (Artikel 127, lid 6, van het wetboek) 1. Wanneer, in het geval van vervoer per spoor, voor dezelfde goederen door een of meer andere personen dan de vervoerder een of meer aanvullende vervoersovereenkomsten zijn gesloten die worden gedekt door een of meer vrachtbrieven, en de persoon die de vrachtbrief afgeeft, de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen niet meedeelt aan zijn of haar contractuele partner die een vrachtbrief afgeeft aan hem of haar of aan zijn of haar contractuele partner met wie hij of zij een overeenkomst voor het delen van laadruimte heeft gesloten, verstrekt de persoon die de vereiste gegevens niet meedeelt, deze gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het wetboek. Indien de geadresseerde die is vermeld op de vrachtbrief die geen onderliggende vrachtbrief heeft, de voor de summiere aangifte bij binnenbrengen vereiste gegevens niet meedeelt aan de persoon die deze vrachtbrief afgeeft, verstrekt hij of zij deze gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst. 2. Tot de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 3 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, is lid 1 van dit artikel niet van toepassing.”. |
3) |
Aan artikel 113 bis wordt het volgende lid 4 toegevoegd: “4. Met ingang van de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 2 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, verstrekt, wanneer de postaanbieder in een derde land de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen van postzendingen niet meedeelt aan de vervoerder die verplicht is de overige gegevens van de aangifte via dat systeem in te dienen, de postaanbieder in een derde land in het land van verzending, indien de goederen via de Unie worden overgeladen, die gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst, overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het wetboek.”. |
4) |
In lid 1 van artikel 136 wordt punt j) vervangen door:
|
5) |
In artikel 138 wordt punt c) vervangen door:
|
6) |
In artikel 139 worden de leden 1 en 2 vervangen door: “1. De in artikel 136, lid 1, punten a) tot en met d), h), i), en j), bedoelde goederen worden geacht te zijn aangegeven voor tijdelijke invoer overeenkomstig artikel 141 wanneer er geen aangifte op andere wijze is gedaan. 2. De in artikel 136, lid 1, punten a) tot en met d), h), i), en j), bedoelde goederen worden geacht te zijn aangegeven voor wederuitvoer overeenkomstig artikel 141, waarbij de regeling tijdelijke invoer wordt aangezuiverd, wanneer er geen aangifte op andere wijze is gedaan.”. |
7) |
Lid 1 van artikel 141 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Aan lid 4 van artikel 148 wordt het volgende punt f) toegevoegd:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie van 13 december 2019 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 168.).
22.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 54/5 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/399 VAN DE COMMISSIE
van 15 februari 2023
tot verlening van de in artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde bescherming aan de naam “Corrèze” (BOB)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 97, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie de aanvraag van Frankrijk tot registratie van de naam “Corrèze” onderzocht en in het Publicatieblad van de Europese Unie (2) bekendgemaakt. |
(2) |
Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend op grond van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
(3) |
De naam “Corrèze” moet overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden beschermd en moet worden ingeschreven in het in artikel 104 van die verordening bedoelde register. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam “Corrèze” (BOB) wordt beschermd.
“Corrèze”-wijnen met een zwaveldioxidegehalte dat de wettelijk vastgelegde grenswaarden overschrijdt, mogen slechts in de handel worden gebracht indien bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie (3) een afwijking van die grenswaarden wordt toegestaan.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 februari 2023.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB C 293 van 1.8.2022, blz. 11.
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de wijnbouwoppervlakten waar het alcoholgehalte mag worden verhoogd, de toegestane oenologische procedés en de beperkingen met betrekking tot de productie en de bewaring van wijnbouwproducten, het minimale alcoholpercentage voor bijproducten en de verwijdering van die producten, en de bekendmaking van OIV-dossiers (PB L 149 van 7.6.2019, blz. 1).
22.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 54/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/400 VAN DE COMMISSIE
van 16 februari 2023
tot goedkeuring van een wijziging van een traditionele aanduiding in de wijnsector overeenkomstig artikel 115, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (“Vin de paille”)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 115, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 28, leden 2 en 3, en artikel 34 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (2) heeft de Commissie de door Frankrijk doorgezonden aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van de traditionele aanduiding “Vin de paille” onderzocht en in het Publicatieblad van de Europese Unie (3) bekendgemaakt. |
(2) |
De Commissie heeft geen bezwaarschrift in het kader van artikel 22 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie (4) ontvangen. |
(3) |
Op grond van artikel 31, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 moet de wijziging van de traditionele aanduiding “Vin de paille” derhalve worden goedgekeurd en in het in artikel 25 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde elektronische register van beschermde traditionele aanduidingen worden opgenomen. |
(4) |
De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van de traditionele aanduiding “Vin de paille” wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 februari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie (PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2).
(3) PB C 293 van 1.8.2022, blz. 17.
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, wijzigingen van productdossiers, het register van beschermde namen, de annulering van bescherming en het gebruik van symbolen, en voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een adequaat controlesysteem (PB L 9 van 11.1.2019, blz. 46).