ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 51

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

66e jaargang
20 februari 2023


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2023/368 van de Raad van 14 februari 2023 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Nieuw-Zeelandse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

1

 

*

Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Nieuw-Zeelandse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

4

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/369 van de Commissie van 29 november 2022 tot rectificatie van de Poolse taalversie van Verordening (EU) nr. 139/2014 tot vaststelling van eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )

23

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/370 van de Commissie van 13 december 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft procedures, uiterste termijnen voor de indiening door de lidstaten van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan, en verdere gevallen waarvoor het maximumaantal wijzigingen van de strategische GLB-plannen niet geldt

25

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/371 van de Commissie van 13 februari 2023 tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier voor een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (Pannon (BOB))

31

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/372 van de Commissie van 17 februari 2023 tot vaststelling van regels betreffende het registreren, opslaan en delen van schriftelijke gegevens van officiële controles van veeschepen, betreffende noodplannen voor veeschepen, betreffende de goedkeuring van veeschepen en betreffende minimumeisen voor plaatsen van uitgang ( 1 )

32

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/373 van de Commissie van 17 februari 2023 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest ( 1 )

40

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/374 van de Commissie van 13 februari 2023 betreffende vrijstellingen van het uitgebreide antidumpingrecht op bepaalde rijwielonderdelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China overeenkomstig Verordening (EG) nr. 88/97 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 901)

79

 

*

Besluit (EU) 2023/375 van de Commissie van 16 februari 2023 waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van de btw op invoer wordt verleend voor goederen die in 2021 en 2022 in Litouwen zijn ingevoerd om de migratiecrisis op te vangen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 1032)

83

 

*

Besluit (EU) 2023/376 van de Commissie van 17 februari 2023 tot wijziging van de samenstelling van de Coördinatiegroep voor elektriciteit

87

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/1


BESLUIT (EU) 2023/368 VAN DE RAAD

van 14 februari 2023

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Nieuw-Zeelandse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, lid 2, en artikel 88, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad (2) is bepaald dat het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land kan overdragen, onder meer op basis van een ingevolge artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en het derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.

(2)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2022/1090 van de Raad (3) is de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Nieuw-Zeelandse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme (de “overeenkomst”) ondertekend op 30 juni 2022, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(3)

De overeenkomst is in het belang van de Europese Unie, aangezien zij tot doel heeft de doorgifte van persoonsgegevens tussen Europol en de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland mogelijk te maken voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme en de bescherming van de veiligheid van de Unie en haar inwoners.

(4)

De overeenkomst waarborgt de volledige eerbiediging van de grondrechten van de Unie, met name het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, het recht op bescherming van persoonsgegevens, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, die respectievelijk in de artikelen 7, 8 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (4) zijn erkend.

(5)

De overeenkomst is niet van invloed op en doet geen afbreuk aan de doorgifte van persoonsgegevens of andere vormen van samenwerking tussen de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de nationale veiligheid.

(6)

Overeenkomstig artikel 218, lid 7, VWEU, is het passend dat de Raad de Commissie machtigt om namens de Unie wijzigingen van de bijlagen II, III en IV bij de overeenkomst goed te keuren.

(7)

Ierland is gebonden door Verordening (EU) 2016/794 en neemt derhalve deel aan de vaststelling van dit besluit.

(8)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(9)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 10 juni 2022 zijn advies 11/2022 uitgebracht.

(10)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Nieuw-Zeelandse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme (5) (de “overeenkomst”) wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 27 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving (6).

Artikel 3

Voor de toepassing van artikel 28, lid 2, van de overeenkomst wordt het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen over wijzigingen van de bijlagen II, III en IV bij de overeenkomst door de Commissie goedgekeurd na overleg met de Raad.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 14 februari 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

E. SVANTESSON


(1)  Goedkeuring van 17 januari 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

(3)  Besluit (EU) 2022/1090 van de Raad van 27 juni 2022 betreffende de sluiting namens de Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Nieuw-Zeelandse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme (PB L 176 van 1.7.2022, blz. 3).

(4)  PB C 326 van 26.10.2012, blz. 391.

(5)  Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.

(6)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.


20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/4


OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE, ENERZIJDS, EN NIEUW-ZEELAND, ANDERZIJDS, OP HET GEBIED VAN DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN HET AGENTSCHAP VAN DE EUROPESE UNIE VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN RECHTSHANDHAVING (EUROPOL) EN DE NIEUW-ZEELANDSE AUTORITEITEN DIE BEVOEGD ZIJN VOOR DE BESTRIJDING VAN ZWARE CRIMINALITEIT EN TERRORISME

DE EUROPESE UNIE, hierna ook de “Unie” of “EU” genoemd,

en

NIEUW-ZEELAND

hierna gezamenlijk “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

OVERWEGENDE dat door de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland mogelijk te maken, bij deze overeenkomst het kader wordt geschapen voor een versterkte operationele samenwerking tussen de Unie en Nieuw-Zeeland op het gebied van rechtshandhaving, waarbij de mensenrechten en de fundamentele vrijheden van alle betrokken personen, ook met betrekking tot het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en gegevensbescherming, worden gewaarborgd,

OVERWEGENDE dat deze overeenkomst de regelingen inzake wederzijdse rechtshulp tussen Nieuw-Zeeland en de lidstaten van de Unie die de uitwisseling van persoonsgegevens mogelijk maken, onverlet laat,

OVERWEGENDE dat deze overeenkomst voor de bevoegde autoriteiten geen verplichting inhoudt om persoonsgegevens door te geven en dat het delen van persoonsgegevens waarom in het kader van deze overeenkomst wordt verzocht, blijft plaatsvinden op basis van vrijwilligheid,

ERKENNENDE dat de overeenkomstsluitende partijen vergelijkbare beginselen inzake evenredigheid en redelijkheid toepassen; de gemeenschappelijke essentie van die beginselen bestaat erin dat er in het licht van alle omstandigheden van het concrete geval een juist evenwicht moet worden gevonden tussen alle betrokken belangen, zowel publieke als particuliere. Bij een dergelijke afweging gaat het om enerzijds het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van personen en andere mensenrechten en belangen en anderzijds de evenzeer legitieme doelstellingen die kunnen worden nagestreefd, zoals de doeleinden van de verwerking van persoonsgegevens die in deze overeenkomst worden omschreven,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1

Doelstelling

Het doel van deze overeenkomst is de doorgifte van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland mogelijk te maken, teneinde het optreden van de autoriteiten van de lidstaten van de Unie en die van Nieuw-Zeeland te ondersteunen en te versterken, alsmede hun onderlinge samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten, waaronder zware criminaliteit en terrorisme, te ondersteunen en te versterken, met inachtneming van passende waarborgen met betrekking tot de mensenrechten en de fundamentele vrijheden van personen, met inbegrip van het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en gegevensbescherming.

ARTIKEL 2

Definities

In deze overeenkomst gelden de volgende definities:

1)

“overeenkomstsluitende partijen”: de Europese Unie en Nieuw-Zeeland;

2)

“Europol”: het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, opgericht bij Verordening (EU) 2016/794 (1) of de wijzigingen daarvan (“Europol-verordening”);

3)

“bevoegde autoriteiten”: voor Nieuw-Zeeland: de nationale rechtshandhavingsautoriteiten die krachtens het nationale recht van Nieuw-Zeeland belast zijn met het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten als vermeld in bijlage II (“de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland”), en voor de Unie: Europol;

4)

“organen van de Unie”: instellingen, organen, missies, en instanties opgericht bij of op grond van het Verdrag betreffende de Europese Unie (“VEU”) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”), als vermeld in bijlage III;

5)

“strafbare feiten”: de in bijlage I vermelde soorten misdrijven en daarmee samenhangende strafbare feiten; strafbare feiten worden geacht samen te hangen met de in bijlage I vermelde soorten misdrijven wanneer zij worden gepleegd om de middelen te verkrijgen om dergelijke soorten misdrijven te plegen, te faciliteren of te plegen, of om ervoor te zorgen dat degenen die dergelijke soorten misdrijven plegen, ongestraft blijven;

6)

“persoonsgegevens”: alle informatie over een betrokkene;

7)

“betrokkene” een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, met dien verstande dat een identificeerbare natuurlijke persoon een persoon is die direct of indirect kan worden geïdentificeerd aan de hand van met name een identificatiemiddel zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online-identificatiemiddel of aan de hand van een of meer specifieke elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die persoon;

8)

“genetische gegevens”: alle persoonsgegevens met betrekking tot de aangeboren of verworven genetische kenmerken van een natuurlijke persoon die unieke informatie geven over de fysiologie of de gezondheid van die persoon en die met name voortkomen uit een analyse van een biologisch monster van die persoon;

9)

“verwerking”: een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens;

10)

“inbreuk in verband met persoonsgegevens”: een inbreuk op de beveiliging die per ongeluk of op onrechtmatige wijze leidt tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of de ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens;

11)

“toezichthoudende autoriteit”: een of meer binnenlandse onafhankelijke autoriteiten die alleen of gezamenlijk belast zijn met gegevensbescherming overeenkomstig artikel 16 en die overeenkomstig dat artikel zijn aangemeld; het kan hierbij gaan om autoriteiten waarvan de verantwoordelijkheid zich ook uitstrekt tot andere mensenrechten;

12)

“internationale organisatie”: een internationaalpubliekrechtelijke organisatie en de daaronder ressorterende internationaalpubliekrechtelijke organen, of enig ander orgaan dat is opgericht bij of op grond van een overeenkomst tussen twee of meer landen.

ARTIKEL 3

Doeleinden van de verwerking van persoonsgegevens

1.   De in het kader van deze overeenkomst gevraagde en ontvangen persoonsgegevens worden uitsluitend verwerkt ten behoeve van de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen binnen de grenzen van artikel 4, lid 5, en de respectieve mandaten van de bevoegde autoriteiten.

2.   De bevoegde autoriteit geeft uiterlijk op het moment van de doorgifte van persoonsgegevens duidelijk aan voor welk specifiek doel of welke specifieke doeleinden de gegevens worden doorgegeven. Voor doorgiften aan Europol worden het doel of de doeleinden van een dergelijke doorgifte gespecificeerd overeenkomstig het specifieke verwerkingsdoeleinde of de specifieke verwerkingsdoeleinden als vermeld in het mandaat van Europol.

HOOFDSTUK II

UITWISSELING VAN INFORMATIE EN GEGEVENSBESCHERMING

ARTIKEL 4

Algemene beginselen inzake gegevensbescherming

1.   Elke overeenkomstsluitende partij bepaalt dat de in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde persoonsgegevens:

a)

eerlijk, rechtmatig en uitsluitend voor het doel of de doeleinden waarvoor zij overeenkomstig artikel 3 zijn overgedragen, worden verwerkt;

b)

adequaat en relevant zijn en beperkt zijn tot wat noodzakelijk is in verhouding tot het doel of de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt;

c)

juist zijn en worden bijgewerkt; elke overeenkomstsluitende partij bepaalt dat haar bevoegde autoriteiten alle redelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld worden gerectificeerd of gewist;

d)

niet langer dan nodig is voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt, worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren;

e)

op een dusdanige manier worden verwerkt dat een passende beveiliging van de persoonsgegevens gewaarborgd is.

2.   De doorgevende bevoegde autoriteit kan op het moment van de doorgifte van persoonsgegevens elke algemene of specifieke beperking van de toegang daartoe of het gebruik daarvan aangeven, ook wat betreft de verdere doorgifte, wissing of vernietiging ervan na een bepaalde periode, of de verdere verwerking ervan. Indien de noodzaak tot dergelijke beperkingen duidelijk wordt nadat de informatie reeds is verstrekt, stelt de doorgevende bevoegde autoriteit de ontvangende autoriteit daarvan in kennis.

3.   Elke overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat de ontvangende bevoegde autoriteit zich houdt aan elke beperking van de toegang tot of het verdere gebruik van de persoonsgegevens die door de verstrekkende bevoegde autoriteit is aangegeven, zoals omschreven in lid 2.

4.   Elke overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat haar bevoegde autoriteiten passende technische en organisatorische maatregelen treffen waarmee kan worden aangetoond dat de verwerking in overeenstemming zal zijn met deze overeenkomst en dat de rechten van de betrokkenen worden beschermd.

5.   Elke overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat haar bevoegde autoriteiten geen persoonsgegevens doorgeven die zijn verkregen met een kennelijke schending van mensenrechten die zijn erkend krachtens internationaalrechtelijke normen waardoor de overeenkomstsluitende partijen zijn gebonden. Elke overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat de ontvangen persoonsgegevens niet worden gebruikt om de doodstraf of enige vorm van wrede of onmenselijke behandeling te vorderen, uit te spreken of uit te voeren.

6.   Elke overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat een register wordt bijgehouden van alle doorgiften van persoonsgegevens in het kader van deze overeenkomst en van het doel of de doeleinden van die doorgiften.

ARTIKEL 5

Speciale categorieën persoonsgegevens en verschillende categorieën betrokkenen

1.   De doorgifte van persoonsgegevens in verband met slachtoffers van een strafbaar feit, getuigen of andere personen die informatie kunnen verstrekken over strafbare feiten, of in verband met personen jonger dan achttien, is verboden, tenzij de doorgifte in individuele gevallen strikt noodzakelijk alsook redelijk en evenredig is om een strafbaar feit te voorkomen of te bestrijden.

2.   Persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuigingen, of het lidmaatschap van een vakbond blijken, genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een natuurlijke persoon, of gegevens over gezondheid, of gegevens over seksueel gedrag of seksuele gerichtheid van een natuurlijke persoon, mogen alleen worden doorgegeven in individuele gevallen en alleen indien dat strikt noodzakelijk is en redelijk en evenredig is voor het voorkomen of bestrijden van een strafbaar feit, en indien die gegevens, met uitzondering van biometrische gegevens, andere persoonsgegevens aanvullen.

3.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat bij de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van de leden 1 en 2 van dit artikel passende waarborgen ter bescherming tegen de desbetreffende specifieke risico’s in acht worden genomen, zoals bijvoorbeeld toegangsbeperkingen, maatregelen voor gegevensbeveiliging in de zin van artikel 15 en beperkingen op verdere doorgiften uit hoofde van artikel 7.

ARTIKEL 6

Geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens

Besluiten die uitsluitend gebaseerd zijn op geautomatiseerde verwerking van de uitgewisselde persoonsgegevens, met inbegrip van profilering, zonder menselijke tussenkomst, en die voor de betrokkene nadelige rechtsgevolgen of aanzienlijke gevolgen kunnen hebben, zijn verboden, tenzij zij wettelijk zijn toegestaan om een strafbaar feit te voorkomen of te bestrijden en zijn omkleed met passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokkene, waaronder in ieder geval het recht op menselijke tussenkomst.

ARTIKEL 7

Verdere doorgifte van de ontvangen persoonsgegevens

1.   Nieuw-Zeeland zorgt ervoor dat zijn bevoegde autoriteiten de in het kader van deze overeenkomst ontvangen persoonsgegevens alleen doorgeven aan andere autoriteiten in Nieuw-Zeeland indien:

a)

Europol vooraf uitdrukkelijk toestemming heeft verleend;

b)

het doel of de doeleinden van de verdere doorgifte hetzelfde is (zijn) als het oorspronkelijke doel of doeleinden van de doorgifte door Europol, of, binnen de grenzen van artikel 3, lid 1, rechtstreeks verband houdt met dat oorspronkelijke doel of doeleinden, en

c)

voor de verdere doorgifte dezelfde voorwaarden en waarborgen gelden als voor de oorspronkelijke doorgifte.

Onverminderd artikel 4, lid 2, is geen voorafgaande toestemming vereist wanneer de ontvangende autoriteit zelf een bevoegde autoriteit van Nieuw-Zeeland is. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid voor Europol om persoonsgegevens te delen met autoriteiten die in de lidstaten van de Unie belast zijn met het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten en met organen van de Unie.

2.   Nieuw-Zeeland zorgt ervoor dat verdere doorgifte van persoonsgegevens die zijn bevoegde autoriteiten in het kader van deze overeenkomst hebben ontvangen, aan de autoriteiten van een derde land of aan een internationale organisatie verboden is, tenzij aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de doorgifte heeft betrekking op andere persoonsgegevens dan die welke onder artikel 5 vallen;

b)

Europol heeft vooraf uitdrukkelijk toestemming verleend;

c)

het doel of de doeleinden van de verdere doorgifte is (zijn) hetzelfde als het oorspronkelijke doel of doeleinden van de doorgifte door Europol, en

d)

voor de verdere doorgifte gelden dezelfde voorwaarden en waarborgen als voor de oorspronkelijke doorgifte.

3.   Europol kan zijn toestemming voor een verdere doorgifte aan de autoriteit van een derde land of aan een internationale organisatie uit hoofde van lid 2, punt b), van dit artikel alleen verlenen indien en voor zover er een adequaatheidsbesluit van kracht is of een internationale overeenkomst die passende waarborgen biedt met betrekking tot het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de fundamentele rechten en vrijheden van personen, een samenwerkingsovereenkomst of een andere rechtsgrond voor de doorgifte van persoonsgegevens in de zin van de Europol-verordening die de verdere doorgifte bestrijkt.

4.   De Unie zorgt ervoor dat verdere doorgifte van persoonsgegevens die Europol in het kader van deze overeenkomst heeft ontvangen aan niet in bijlage III vermelde organen van de Unie, de autoriteiten van derde landen of een internationale organisatie, verboden is, tenzij:

a)

de doorgifte betrekking heeft op andere persoonsgegevens dan die welke onder artikel 5 vallen;

b)

Europol vooraf uitdrukkelijk toestemming heeft verleend;

c)

het doel of de doeleinden van de verdere doorgifte hetzelfde is (zijn) als het oorspronkelijke doel van de doorgifte door Nieuw-Zeeland, en

d)

met dat derde land of die internationale organisatie een adequaatheidsbesluit, een internationale overeenkomst die passende waarborgen biedt voor het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de fundamentele rechten en vrijheden van personen of een samenwerkingsovereenkomst in de zin van de Europol-verordening is gesloten en van kracht is of tenzij Europol kan vertrouwen op een andere rechtsgrond voor doorgifte van persoonsgegevens in de zin van de Europol-verordening.

ARTIKEL 8

Beoordeling van de betrouwbaarheid van de bron van en van de juistheid van de informatie

1.   De bevoegde autoriteiten geven uiterlijk op het moment van de doorgifte van persoonsgegevens, voor zover mogelijk, de betrouwbaarheid van de bron van de informatie aan op basis van een of meer van de volgende criteria:

a)

er bestaat geen twijfel omtrent de authenticiteit, de betrouwbaarheid of de bevoegdheid van de informatiebron, of de bron is in het verleden in alle gevallen betrouwbaar gebleken;

b)

de informatiebron is in de meeste gevallen betrouwbaar gebleken;

c)

de informatiebron is in de meeste gevallen onbetrouwbaar gebleken;

d)

de betrouwbaarheid van de bron kan niet worden beoordeeld.

2.   De bevoegde autoriteiten geven uiterlijk op het moment van de doorgifte van persoonsgegevens, voor zover mogelijk, de juistheid van de informatie aan op basis van een of meer van de volgende criteria:

a)

de juistheid van de informatie kan op het tijdstip van de doorgifte niet in twijfel worden getrokken;

b)

de bron heeft de informatie uit de eerste hand, maar de informerende ambtenaar niet;

c)

de bron heeft de informatie niet uit de eerste hand, maar de informatie wordt gestaafd door andere reeds opgeslagen informatie;

d)

de bron heeft de informatie niet uit de eerste hand en de informatie kan op geen enkele manier worden gestaafd.

3.   Wanneer de ontvangende bevoegde autoriteit aan de hand van de informatie waarover zij reeds beschikt, tot de conclusie komt dat de overeenkomstig de leden 1 en 2 verrichte beoordeling van de informatie die de doorgevende bevoegde autoriteit heeft aangeleverd of van de bron ervan, moet worden gecorrigeerd, stelt zij die bevoegde autoriteit daarvan in kennis en tracht zij overeenstemming te bereiken over een wijziging van de beoordeling. Zonder die overeenstemming wijzigt de ontvangende bevoegde autoriteit de beoordeling van de ontvangen informatie of van de bron ervan niet.

4.   Wanneer een bevoegde autoriteit informatie ontvangt zonder beoordeling, tracht zij, indien mogelijk in overleg met de doorgevende bevoegde autoriteit, de betrouwbaarheid van de bron of de juistheid van de informatie zoveel mogelijk te beoordelen aan de hand van de informatie waarover zij reeds beschikt.

5.   Indien geen betrouwbare beoordeling kan worden gemaakt, wordt de informatie geëvalueerd overeenkomstig lid 1, punt d), en lid 2, punt d), naargelang het geval.

RECHTEN VAN DE BETROKKENEN

ARTIKEL 9

Recht van toegang

1.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat de betrokkene het recht heeft met redelijke tussenpozen informatie te verkrijgen over de vraag of hem betreffende persoonsgegevens in het kader van deze overeenkomst worden verwerkt, en, wanneer dat het geval is, het recht heeft op toegang tot ten minste de volgende informatie:

a)

uitsluitsel over het al dan niet bestaan van verwerking van hem betreffende gegevens;

b)

het doel of de doeleinden van de verwerking, de categorieën gegevens waarop de verwerking betrekking heeft en, in dien van toepassing, de ontvangers of categorieën ontvangers aan wie de gegevens worden verstrekt;

c)

het recht om van de bevoegde autoriteit rectificatie, wissing van hem betreffende persoonsgegevens of beperking van de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens te verlangen;

d)

de rechtsgrond voor de verwerking;

e)

indien mogelijk, de termijn gedurende welke de persoonsgegevens naar verwachting zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;

f)

de gegevens die verwerkt worden, alsmede alle beschikbare informatie over de bronnen daarvan, in begrijpelijke vorm.

2.   In gevallen waarin het recht van toegang wordt uitgeoefend, wordt de overdragende overeenkomstsluitende partij op niet-bindende basis geraadpleegd voordat een definitief besluit over het toegangsverzoek wordt genomen.

3.   De overeenkomstsluitende partijen kunnen bepalen dat de verstrekking van informatie in antwoord op een verzoek uit hoofde van lid 1 wordt uitgesteld, geweigerd of beperkt indien en zolang dit uitstel, deze weigering of deze beperking, gelet op de grondrechten en belangen van de betrokkene, een noodzakelijke, redelijke en evenredige maatregel is om:

a)

ervoor te zorgen dat strafrechtelijke onderzoeken en vervolgingen niet in gevaar worden gebracht;

b)

de rechten en vrijheden van derden te beschermen, of

c)

de veiligheid en de openbare orde te beschermen of criminaliteit te voorkomen.

4.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteit de betrokkene schriftelijk in kennis stelt van elk uitstel en elke vertraging, weigering of beperking van de toegang en van de redenen voor dat uitstel of die vertraging, weigering of beperking van toegang. Die redenen kunnen worden weggelaten indien en zolang dit het doel van het uitstel of de weigering of beperking uit hoofde van lid 3 zou ondermijnen. De bevoegde autoriteit stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de respectieve toezichthoudende autoriteiten en van andere beschikbare rechtsmiddelen waarin hun respectieve rechtskaders voorzien.

ARTIKEL 10

Recht van rectificatie, wissing en beperking

1.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat de betrokkene het recht heeft de bevoegde autoriteiten te verzoeken onjuiste persoonsgegevens die hem betreffen die in het kader van deze overeenkomst zijn doorgegeven, te rectificeren. Dit recht omvat, rekening houdend met het doel of de doeleinden van de verwerking, het recht op vervollediging van onvolledige persoonsgegevens die in het kader van de overeenkomst zijn doorgegeven.

2.   Rectificatie omvat het wissen van persoonsgegevens die niet langer nodig zijn voor het doel of de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.

3.   De overeenkomstsluitende partijen kunnen bepalen dat de bedoelde persoonsgegevens niet worden gewist en in plaats daarvan de verwerking van deze gegevens wordt beperkt, indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat het wissen de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene zou kunnen schaden.

4.   De bevoegde autoriteiten stellen elkaar in kennis van de krachtens de leden 1, 2 en 3 genomen maatregelen. De ontvangende bevoegde autoriteit rectificeert of wist of beperkt de verwerking in overeenstemming met de maatregelen die de doorgevende bevoegde autoriteit heeft genomen.

5.   De overeenkomstsluitende partijen bepalen dat de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ontvangen, de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen drie maanden na ontvangst van een verzoek overeenkomstig lid 1 of lid 2, schriftelijk ervan in kennis stelt dat hem betreffende gegevens zijn gerectificeerd of gewist of dat de verwerking ervan is beperkt.

6.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ontvangen de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen drie maanden na ontvangst van een verzoek, schriftelijk in kennis stelt van een weigering om te rectificeren of te wissen of om de verwerking te beperken, alsmede van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de respectieve toezichthoudende autoriteiten en van andere beschikbare rechtsmiddelen waarin hun respectieve rechtskaders voorzien.

ARTIKEL 11

Melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokken autoriteiten

1.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat, in geval van een inbreuk in verband met persoonsgegevens die in het kader van deze overeenkomst worden doorgegeven, de respectieve bevoegde autoriteiten elkaar en hun respectieve toezichthoudende autoriteit onverwijld van die inbreuk in verband met persoonsgegevens in kennis stellen en dat zij maatregelen nemen om de mogelijke negatieve gevolgen ervan te beperken.

2.   De kennisgeving omvat ten minste:

a)

een omschrijving van de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens, waar mogelijk onder vermelding van de categorieën van betrokkenen en persoonsgegevensregisters in kwestie en het aantal betrokkenen en persoonsgegevensregisters in kwestie;

b)

een omschrijving van de waarschijnlijke gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens;

c)

een omschrijving van de maatregelen die de bevoegde autoriteit heeft voorgesteld of genomen om de inbreuk in verband met persoonsgegevens aan te pakken, waaronder de maatregelen die zijn genomen ter beperking van de eventuele nadelige gevolgen daarvan.

3.   Voor zover het niet mogelijk is alle vereiste informatie tegelijkertijd te verstrekken, kan deze in fasen worden verstrekt. Ontbrekende informatie wordt zonder onnodige verdere vertraging verstrekt.

4.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat hun respectieve bevoegde autoriteiten alle inbreuken in verband met persoonsgegevens die in het kader van deze overeenkomst zijn doorgegeven, documenteren, met inbegrip van de feiten in verband met de inbreuk in verband met persoonsgegevens, de gevolgen ervan en de genomen corrigerende maatregelen, zodat hun respectieve toezichthoudende autoriteit kan nagaan of de toepasselijke wettelijke voorschriften zijn nageleefd.

ARTIKEL 12

Mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene

1.   Wanneer een inbreuk in verband met persoonsgegevens als bedoeld in artikel 11 waarschijnlijk ernstige negatieve gevolgen zal hebben voor de rechten en vrijheden van de betrokkene, schrijven de overeenkomstsluitende partijen voor dat hun respectieve bevoegde autoriteiten de inbreuk in verband met persoonsgegevens onverwijld aan de betrokkene meedelen.

2.   De in lid 1 bedoelde mededeling aan de betrokkene bevat waar mogelijk een omschrijving van de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens, een aanbeveling voor maatregelen om de mogelijke nadelige gevolgen van deze inbreuk te beperken, en de naam en de contactgegevens van het contactpunt waar meer informatie kan worden verkregen.

3.   De krachtens lid 1 verrichte mededeling aan de betrokkene is niet vereist wanneer:

a)

de persoonsgegevens waarop de inbreuk betrekking heeft, waren onderworpen aan passende technische beschermingsmaatregelen die de gegevens onbegrijpelijk maken voor eenieder die geen toestemming heeft tot toegang tot die gegevens;

b)

vervolgens maatregelen zijn genomen om ervoor te zorgen dat de rechten en vrijheden van de betrokkene niet langer ernstig kunnen worden geschaad, of

c)

melding aan de betrokkene op grond van lid 1 zou onevenredig veel moeite kosten, meer bepaald vanwege het aantal betrokken gevallen; in dat geval komt er in de plaats daarvan een openbare mededeling of een soortgelijke maatregel waarbij de betrokkene even doeltreffend wordt geïnformeerd.

4.   De mededeling krachtens lid 1 aan de betrokkene kan uitgesteld, beperkt of achterwege gelaten worden wanneer het waarschijnlijk is dat deze mededeling:

a)

officiële of justitiële onderzoeken of procedures belemmert;

b)

afbreuk doet aan de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen of aan de openbare orde of de nationale veiligheid, of

c)

de rechten en vrijheden van derden schaadt,

indien dit, met inachtneming van op de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene, een noodzakelijke, redelijke en evenredige maatregel is.

ARTIKEL 13

Opslag, herziening, correctie en wissing van persoonsgegevens

1.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen voor de vaststelling van passende termijnen voor de opslag van de in het kader van deze overeenkomst ontvangen persoonsgegevens of voor een periodieke evaluatie van de noodzaak van opslag van die persoonsgegevens, zodat persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan nodig is voor het doel of doeleinden waarvoor zij worden doorgegeven.

2.   In elk geval wordt de noodzaak van verdere opslag van persoonsgegevens uiterlijk drie jaar na de doorgifte van de persoonsgegevens beoordeeld, en indien er geen gemotiveerd en gedocumenteerd besluit wordt genomen over de verdere opslag van persoonsgegevens, worden die persoonsgegevens na drie jaar automatisch gewist.

3.   Wanneer een bevoegde autoriteit redenen heeft om aan te nemen dat eerder door haar doorgegeven persoonsgegevens onjuist, onnauwkeurig of niet meer actueel zijn of niet hadden mogen worden doorgegeven, stelt zij de ontvangende bevoegde autoriteit daarvan in kennis, die die gegevens corrigeert of wist en de doorgevende bevoegde autoriteit daarvan in kennis stelt.

4.   Wanneer een bevoegde autoriteit redenen heeft om aan te nemen dat eerder door haar ontvangen persoonsgegevens onjuist, onnauwkeurig of niet meer actueel zijn of niet hadden mogen worden doorgegeven, stelt zij de bevoegde autoriteit die de gegevens doorgeeft daarvan in kennis, waarna deze haar standpunt over de zaak kenbaar maakt. Indien de doorgevende bevoegde autoriteit concludeert dat de persoonsgegevens onjuist, onnauwkeurig of niet meer actueel zijn of niet hadden mogen worden doorgegeven, stelt zij de ontvangende bevoegde autoriteit daarvan in kennis, die die gegevens corrigeert of wist en de doorgevende bevoegde autoriteit daarvan in kennis stelt.

ARTIKEL 14

Registratie en documentatie

1.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen dat registratiegegevens en documentatie worden bij gehouden van de verzameling, wijziging, verstrekking, met inbegrip van verdere doorgifte, combinatie en wissing van en toegang tot persoonsgegevens.

2.   De in lid 1 bedoelde registratiegegevens of documentatie worden op verzoek ter beschikking van de desbetreffende toezichthoudende autoriteit gesteld voor de verificatie van de rechtmatigheid van de verwerking, interne monitoring- en het waarborgen van de integriteit en beveiliging van de gegevens.

ARTIKEL 15

Beveiliging van de gegevens

1.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen voor de uitvoering van technische en organisatorische maatregelen ter bescherming van de persoonsgegevens die in het kader van deze overeenkomst worden uitgewisseld.

2.   Met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking zorgen de overeenkomstsluitende partijen voor de uitvoering van maatregelen die erop gericht zijn:

a)

te verhinderen dat onbevoegden toegang krijgen tot apparatuur voor de verwerking van persoonsgegevens (controle op de toegang tot apparatuur);

b)

te voorkomen dat gegevensdragers onrechtmatig worden gelezen, gekopieerd, veranderd of verwijderd (controle op de gegevensdragers);

c)

te verhinderen dat onbevoegden persoonsgegevens invoeren of opgeslagen persoonsgegevens inzien, wijzigen of verwijderen (controle van de opslag);

d)

te voorkomen dat onbevoegden de systemen voor geautomatiseerde verwerking gebruiken met behulp van datatransmissieapparatuur (controle op de gebruikers);

e)

ervoor te zorgen dat personen die bevoegd zijn om een systeem voor geautomatiseerde verwerking te gebruiken, uitsluitend toegang hebben tot de persoonsgegevens waarop hun recht van toegang betrekking heeft (controle op de toegang tot de gegevens);

f)

te waarborgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld aan welke organen persoonsgegevens met behulp van transmissieapparatuur kunnen worden doorgezonden of zijn doorgezonden (controle op het doorzenden);

g)

te waarborgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld welke persoonsgegevens in systemen voor geautomatiseerde verwerking zijn ingevoerd, alsook wanneer en door wie de gegevens zijn ingevoerd (controle op de invoer);

h)

ervoor te zorgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld tot welke persoonsgegevens door welk personeelslid op welk tijdstip toegang is verkregen (registratie van de toegang);

i)

te verhinderen dat onbevoegden persoonsgegevens lezen, kopiëren, wijzigen of wissen bij de doorgifte van persoonsgegevens of het vervoer van gegevensdragers (controle op het vervoer);

j)

ervoor te zorgen dat de gebruikte systemen in geval van storing onmiddellijk opnieuw ingezet kunnen worden (herstel);

k)

ervoor te zorgen dat de functies van het systeem foutloos verlopen, dat eventuele functionele storingen onmiddellijk worden gesignaleerd (betrouwbaarheid) en dat opgeslagen persoonsgegevens niet door verkeerd functioneren van het systeem beschadigd kunnen worden (integriteit).

ARTIKEL 16

Toezichthoudende autoriteit

1.   Elke overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat er een onafhankelijke overheidsinstantie is die belast is met gegevensbescherming (toezichthoudende autoriteit) en die toezicht houdt op aangelegenheden die van invloed zijn op het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van personen, met inbegrip van de interne regels die relevant zijn in het kader van deze overeenkomst, zodat de fundamentele rechten en vrijheden van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens worden beschermd. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van de autoriteit die elk van hen beschouwt als de toezichthoudende autoriteit.

2.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat elke toezichthoudende autoriteit:

a)

bij de uitvoering van haar taken en de uitoefening van haar bevoegdheden volledig onafhankelijk optreedt; zij handelt vrij van beïnvloeding van buitenaf en vraagt noch aanvaardt instructies; haar leden hebben een vaste ambtstermijn, en genieten in dat kader waarborgen tegen willekeurig ontslag;

b)

beschikt over de personele, technische en financiële middelen, de gebouwen en de infrastructuur die nodig zijn voor de doeltreffende uitvoering van haar taken en de uitoefening van haar bevoegdheden;

c)

over effectieve onderzoeks- en interventiebevoegdheden beschikt om toezicht uit te kunnen oefenen op de organen waarop zij toezicht houdt en om gerechtelijke procedures aan te kunnen spannen;

d)

bevoegd is kennis te nemen van klachten van natuurlijke personen over het gebruik van hun persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten die onder haar toezicht staan.

ARTIKEL 17

Administratieve en gerechtelijke beroepsmogelijkheden

Betrokkenen hebben recht op doeltreffende administratieve en gerechtelijke beroepsmogelijkheden in geval van schendingen van de in deze overeenkomst erkende rechten en waarborgen ten gevolge van de verwerking van hun persoonsgegevens. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van hun interne wetgeving waarin volgens hen de door dit artikel gewaarborgde rechten zijn neergelegd.

HOOFDSTUK III

GESCHILLEN

ARTIKEL 18

Beslechting van geschillen

Bij alle geschillen die zich kunnen voordoen in verband met de interpretatie, toepassing of uitvoering van deze overeenkomst en alle daarmee verband houdende aangelegenheden, overleggen en onderhandelen de vertegenwoordigers van de overeenkomstsluitende partijen om tot een wederzijds aanvaardbare oplossing te komen.

ARTIKEL 19

Opschortingsclausule

1.   In geval van een wezenlijke schending of niet-naleving van verplichtingen die voortvloeien van deze overeenkomst, kan elke overeenkomstsluitende partij deze overeenkomst tijdelijk gedeeltelijk of geheel opschorten door de andere overeenkomstsluitende partij langs diplomatieke weg schriftelijk van die opschorting in kennis te stellen. Een dergelijke schriftelijke kennisgeving vindt pas plaats nadat de partijen gedurende een redelijke termijn overleg hebben gevoerd zonder tot een oplossing te komen en de opschorting wordt van kracht 20 dagen na de datum van ontvangst van die kennisgeving. Deze opschorting kan door de opschortende overeenkomstsluitende partij worden opgeheven door een schriftelijke kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij. De opschorting wordt onmiddellijk opgeheven na ontvangst van die kennisgeving.

2.   Niettegenstaande een eventuele opschorting van deze overeenkomst blijft de verwerking van persoonsgegevens die onder de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen en die vóór de opschorting daarvan zijn doorgegeven, overeenkomstig deze overeenkomst plaatsvinden.

ARTIKEL 20

Beëindiging

1.   Deze overeenkomst kan te allen tijde door elk van de overeenkomstsluitende partijen worden opgezegd door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden.

2.   De verwerking van persoonsgegevens die onder de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen en die vóór de beëindiging van deze overeenkomst daarvan zijn doorgegeven, blijft plaatsvinden overeenkomstig deze overeenkomst zoals die op het tijdstip van de beëindiging van kracht zijn.

3.   In geval van beëindiging van deze overeenkomst bereiken de overeenkomstsluitende partijen een overeenstemming over het verdere gebruik en de opslag van de informatie die zij reeds onderling hebben uitgewisseld.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 21

Verhouding tot andere internationale instrumenten

1.   Niets in deze overeenkomst doet afbreuk aan of is anderszins van invloed op de wettelijke bepalingen met betrekking tot de uitwisseling van informatie waarin een verdrag inzake wederzijdse rechtshulp, andere samenwerkingsovereenkomsten of -regelingen, of een samenwerkingsrelatie tussen rechtshandhavingsdiensten voor de uitwisseling van informatie tussen Nieuw-Zeeland en een lidstaat van de Unie, voorziet.

2.   Deze overeenkomst vormt een aanvulling op de werkafspraak tot vaststelling van samenwerkingsbetrekkingen tussen de Nieuw-Zeelandse politie en het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving.

ARTIKEL 22

Administratieve uitvoeringsregeling

De details van de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen met het oog op de uitvoering van deze overeenkomst worden geregeld in een administratieve uitvoeringsregeling tussen Europol en de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland, overeenkomstig de Europol-verordening.

ARTIKEL 23

Administratieve regeling inzake vertrouwelijkheid

Voor zover in het kader van deze overeenkomst de uitwisseling van gerubriceerde EU-gegevens nodig is, wordt deze uitwisseling beheerst door een tussen Europol en de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland gesloten administratieve regeling inzake vertrouwelijkheid.

ARTIKEL 24

Nationaal contactpunt en verbindingsfunctionarissen

1.   Nieuw-Zeeland wijst een nationaal contactpunt aan dat fungeert als centraal contactpunt tussen Europol en de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland. De specifieke taken van het nationale contactpunt worden vermeld in de administratieve uitvoeringsregeling als bedoeld in artikel 22. Het aangewezen nationale contactpunt voor Nieuw-Zeeland is vermeld in bijlage IV.

2.   Europol en Nieuw-Zeeland versterken hun samenwerking als bedoeld in deze overeenkomst door de inzet van een of meer verbindingsofficieren door Nieuw-Zeeland. Europol kan een of meer verbindingsofficieren in Nieuw-Zeeland inzetten.

ARTIKEL 25

Kosten

De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten de kosten dragen die voor hen voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, tenzij in deze overeenkomst of in de administratieve uitvoeringsregeling, als bedoeld in artikel 22, anders is bepaald.

ARTIKEL 26

Kennisgeving van de uitvoering

1.   Elke overeenkomstsluitende partij bepaalt dat zijn bevoegde autoriteiten een document openbaar maken waarin de voorschriften betreffende de verwerking van de in het kader van deze overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens, met inbegrip van de beschikbare middelen voor de uitoefening van de rechten van de betrokkenen, op begrijpelijke wijze worden beschreven. Elke overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat een kopie van dat document aan de andere overeenkomstsluitende partij ter kennis wordt gebracht.

2.   De bevoegde autoriteiten stellen regels vast om te bepalen hoe de naleving van de bepalingen inzake de verwerking van persoonsgegevens die uit hoofde van deze overeenkomst worden doorgegeven in de praktijk zal worden gehandhaafd, voor zover deze regels nog niet bestaan. Een kopie van die regels wordt ter kennis gebracht van de andere overeenkomstsluitende partij en de respectieve toezichthoudende autoriteiten.

ARTIKEL 27

Inwerkingtreding en toepassing

1.

Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

2.

Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van ontvangst van de laatste schriftelijke kennisgeving waarbij de overeenkomstsluitende partijen elkaar langs diplomatieke weg in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de in lid 1 bedoelde procedures.

3.

Deze overeenkomst wordt van toepassing op de eerste dag na de datum waarop aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de administratieve uitvoeringsregeling als bedoeld in artikel 22 is van toepassing geworden, en

b)

de overeenkomstsluitende partijen hebben elkaar ervan in kennis gesteld dat de in deze overeenkomst neergelegde verplichtingen zijn uitgevoerd, met inbegrip van de in artikel 26 vastgestelde verplichtingen, en deze kennisgeving is aanvaard.

4.   De overeenkomstsluitende partijen wisselen langs diplomatieke weg schriftelijke kennisgevingen uit waarin zij bevestigen dat aan de voorwaarden van lid 3 is voldaan.

ARTIKEL 28

Wijzigingen en aanvullingen

1.   Deze overeenkomst kan te allen tijde met wederzijdse instemming van de overeenkomstsluitende partijen worden gewijzigd door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg. De wijzigingen bij deze overeenkomst treden in werking overeenkomstig de in artikel 27, leden 1 en 2, bedoelde wettelijke procedure.

2.   De bijlagen bij deze overeenkomst kunnen zo nodig worden geactualiseerd door uitwisseling van diplomatieke nota’s. Deze actualiseringen treden in werking overeenkomstig de in artikel 27, leden 1 en 2, bedoelde wettelijke procedure.

3.   De overeenkomstsluitende partijen treden op verzoek van een van beide overeenkomstsluitende partijen in overleg over de wijziging van deze overeenkomst of de bijlagen daarbij.

ARTIKEL 29

Toetsing en evaluatie

1.   De overeenkomstsluitende partijen toetsen gezamenlijk de uitvoering van deze overeenkomst één jaar na de inwerkingtreding ervan en vervolgens met regelmatige tussenpozen, alsmede wanneer een overeenkomstsluitende partij daarom verzoekt en de partijen zulks overeenkomen.

2.   Vier jaar na de datum van toepassing van deze overeenkomst evalueren de overeenkomstsluitende partijen deze gezamenlijk.

3.   De overeenkomstsluitende partijen nemen vooraf een besluit over de modaliteiten van de toetsing van de uitvoering van deze overeenkomst en stellen elkaar in kennis van de samenstelling van hun respectieve teams. Deskundigen op het gebied van gegevensbescherming en rechtshandhaving maken deel uit van het team. Met inachtneming van de toepasselijke wetgeving wordt van alle deelnemers aan een toetsing verlangd dat zij het vertrouwelijke karakter van de besprekingen eerbiedigen en over een passende veiligheidsmachtiging beschikken. Met het oog op een eventuele toetsing zorgen de Unie en Nieuw-Zeeland voor toegang tot relevante documentatie en systemen en relevant personeel.

ARTIKEL 30

Territoriale toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar en voor zover het VEU en het VWEU van toepassing zijn, en op het grondgebied van Nieuw-Zeeland.

2.   Deze overeenkomst is alleen van toepassing op het grondgebied van Denemarken indien de Unie Nieuw-Zeeland er schriftelijk van in kennis stelt dat Denemarken ervoor heeft gekozen door deze overeenkomst gebonden te zijn.

3.   Indien de Unie Nieuw-Zeeland vóór de datum van toepassing van deze overeenkomst ervan in kennis stelt dat zij van toepassing zal zijn op het grondgebied van Denemarken, is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied van Denemarken op de dag met ingang waarvan deze overeenkomst van toepassing is op de andere lidstaten van de Unie.

4.   Indien de Unie Nieuw-Zeeland na de inwerkingtreding van deze overeenkomst ervan in kennis stelt dat deze overeenkomst van toepassing is op het grondgebied van Denemarken, is deze overeenkomst 30 dagen na de datum van die kennisgeving van toepassing op het grondgebied van Denemarken.

ARTIKEL 31

Deze overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Съставено в Брюксел на тридесети юни две хиляди двадесет и втора година.

Hecho en Bruselas, el treinta de junio de dos mil veintidós.

V Bruselu dne třicátého června dva tisíce dvacet dva.

Udfærdiget i Bruxelles den tredivte juni to tusind og toogtyve.

Geschehen zu Brüssel am dreißigsten Juni zweitausendzweiundzwanzig.

Kahe tuhande kahekümne teise aasta juunikuu kolmekümnendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις τριάντα Ιουνίου δύο χιλιάδες είκοσι δύο.

Done at Brussels on the thirtieth day of June in the year two thousand and twenty two.

Fait à Bruxelles, le trente juin deux mille vingt-deux.

Arna dhéanamh sa Bhruiséil, an tríochadú lá de Mheitheamh sa bhliain dhá mhíle fiche agus a dó.

Sastavljeno u Bruxellesu tridesetog lipnja godine dvije tisuće dvadeset druge.

Fatto a Bruxelles, addì trenta giugno duemilaventidue.

Briselē, divi tūkstoši divdesmit otrā gada trīsdesmitajā jūnijā.

Priimta du tūkstančiai dvidešimt antrų metų birželio trisdešimtą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-huszonkettedik év június havának harmincadik napján.

Magħmul fi Brussell, fit-tletin jum ta’ Ġunju fis-sena elfejn u tnejn u għoxrin.

Gedaan te Brussel, dertig juni tweeduizend tweeëntwintig.

Sporządzono w Brukseli dnia trzydziestego czerwca roku dwa tysiące dwudziestego drugiego.

Feito em Bruxelas, em trinta de junho de dois mil e vinte e dois.

Întocmit la Bruxelles la treizeci iunie două mii douăzeci și doi.

V Bruseli tridsiateho júna dvetisícdvadsaťdva.

V Bruslju, tridesetega junija dva tisoč dvaindvajset.

Tehty Brysselissä kolmantenakymmenentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakaksikymmentäkaksi.

Som skedde i Bryssel den trettionde juni år tjugohundratjugotvå.

Image 1


(1)  Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB EU L 135 van 24.5.2016, blz. 53).


BIJLAGE I

GEBIEDEN VAN CRIMINALITEIT

Strafbare feiten zijn:

terrorisme,

georganiseerde misdaad,

drugshandel,

witwasactiviteiten,

criminaliteit in verband met nucleaire en radioactieve stoffen,

migrantensmokkel,

mensenhandel,

criminaliteit in verband met motorvoertuigen,

moord en doodslag, zware lichamelijke mishandeling,

illegale handel in menselijke organen en weefsels,

ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling,

racisme en vreemdelingenhaat,

diefstal en gekwalificeerde diefstal,

illegale handel in cultuurgoederen, met inbegrip van antiquiteiten en kunstvoorwerpen,

oplichting en fraude,

misdrijven tegen de financiële belangen van de Unie,

handel met voorkennis en manipulatie van de financiële markten,

racketeering en afpersing,

namaak van producten en productpiraterij,

vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten,

valsemunterij en vervalsing van betaalmiddelen,

computercriminaliteit,

corruptie,

illegale handel in wapens, munitie en explosieven,

illegale handel in bedreigde diersoorten,

illegale handel in bedreigde planten- en boomsoorten,

milieucriminaliteit, met inbegrip van verontreiniging vanaf schepen,

illegale handel in hormonale stoffen en andere groeibevorderaars,

seksueel misbruik en seksuele uitbuiting inclusief kinderpornografie en het benaderen van kinderen voor seksuele doeleinden,

genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden.

De in deze bijlage bedoelde vormen van criminaliteit worden door de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland beoordeeld overeenkomstig de wetgeving van Nieuw-Zeeland.


BIJLAGE II

BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN NIEUW-ZEELAND EN HUN BEVOEGDHEDEN

De bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland waaraan Europol persoonsgegevens mag doorgeven, zijn de volgende:

Nieuw-Zeelandse politie (als belangrijkste bevoegde autoriteit van Nieuw-Zeeland)

Nieuw-Zeelandse douanedienst

Nieuw-Zeelandse immigratiedienst


BIJLAGE III

LIJST VAN ORGANEN VAN DE UNIE

Missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijke veiligheids- en defensiebeleid, voor zover het rechtshandhavingsactiviteiten betreft

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

Europese Centrale Bank (ECB)

Europees openbaar ministerie (EPPO)

Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)


BIJLAGE IV

NATIONAAL CONTACTPUNT

Het nationale contactpunt voor Nieuw-Zeeland dat optreedt als centraal contactpunt tussen Europol en de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland, is

de Nieuw-Zeelandse politie

Nieuw-Zeeland is verplicht Europol in kennis te stellen van elke wijziging van het nationale contactpunt van Nieuw-Zeeland.


VERORDENINGEN

20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/23


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/369 VAN DE COMMISSIE

van 29 november 2022

tot rectificatie van de Poolse taalversie van Verordening (EU) nr. 139/2014 tot vaststelling van eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), met name artikel 39, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Poolse taalversie van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie (2) bevat een fout in punt ADR.OPS.B.080, b), waardoor van de reikwijdte van de in die bepaling vervatte vrijstelling wordt beperkt.

(2)

De Poolse taalversie van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 139/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. Deze rectificatie heeft geen betrekking op de overige taalversies,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 november 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie van 12 februari 2014 tot vaststelling van eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 44 van 14.2.2014, blz. 1).


20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/25


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/370 VAN DE COMMISSIE

van 13 december 2022

tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft procedures, uiterste termijnen voor de indiening door de lidstaten van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan, en verdere gevallen waarvoor het maximumaantal wijzigingen van de strategische GLB-plannen niet geldt

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (1), en met name artikel 122,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2021/2115 zijn de basisregels voor de strategische plannen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) vastgesteld, waaronder regels voor de indiening en goedkeuring van wijzigingen van strategische GLB-plannen als bedoeld in artikel 119 van die verordening.

(2)

Om de lidstaten in staat te stellen verzoeken tot wijziging van hun strategisch GLB-plan in te dienen, moeten de procedures en uiterste termijnen voor de indiening van de wijzigingsverzoeken worden vastgesteld.

(3)

Om de Commissie in staat te stellen een verzoek tot wijziging van een strategisch GLB-plan correct te beoordelen, moet het verzoek, naast de in artikel 119, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde informatie, voor elke wijziging van het strategisch GLB-plan bepaalde informatie bevatten waarin de redenen voor de wijziging en de inhoud en de verwachte gevolgen ervan worden toegelicht.

(4)

Om ervoor te zorgen dat het verzoek tot wijziging van het strategisch GLB-plan volledig is en correct aan de Commissie wordt toegezonden, moeten de lidstaten het verzoek indienen via het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie (2) bedoelde systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021”.

(5)

Met het oog op een grondige beoordeling van het ter goedkeuring bij de Commissie ingediende wijzigingsverzoek, en met name van het gewijzigde financiële plan, en ter voorkoming van het risico op fouten door een parallelle beoordeling van meerdere versies van het strategisch GLB-plan, mag de lidstaat via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021” slechts één verzoek tot wijziging tegelijk indienen. De lidstaat mag pas een nieuw wijzigingsverzoek indienen nadat hij het vorige verzoek heeft ingetrokken of nadat de Commissie de lidstaat in kennis heeft gesteld van haar besluit over het eerder ingediende wijzigingsverzoek. Dit is met name noodzakelijk om de begunstigden rechtszekerheid te bieden met betrekking tot de toepasselijke versie van het strategisch GLB-plan en om te zorgen voor een correcte koppeling van betalingen en met het nieuwe gewijzigde financiële plan dat van toepassing is.

(6)

Er moeten gedetailleerde regels worden vastgesteld voor de kennisgeving aan de Commissie van de wijzigingen met betrekking tot interventies in het kader van titel III, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) 2021/2115, als bedoeld in artikel 119, lid 9, van die verordening, en voor de kennisgeving aan de Commissie van het resultaat van de in artikel 120 van die verordening bedoelde beoordeling.

(7)

Om ervoor te zorgen dat wijzigingen van de strategische GLB-plannen tijdig worden verwerkt en in werking treden vóór het einde van de subsidiabiliteitsperiode van de uitgaven, moeten uiterste termijnen worden vastgesteld voor de indiening van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan die betrekking hebben op interventietypes in bepaalde in artikel 42 van Verordening (EU) 2021/2115 genoemde sectoren en op interventietypes als bedoeld in hoofdstuk IV van die verordening.

(8)

Voorts moet een uiterste termijn worden vastgesteld voor de indiening van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan die verband houden met de overheveling van bepaalde financiële toewijzingen, zodat de financiële toewijzingen voor rechtstreekse betalingen en voor het Elfpo tijdig in werking kunnen treden.

(9)

Met het oog op een efficiënte verwerking van de verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan moeten de lidstaten de wijzigingsverzoeken zo opstellen dat het aantal in elk kalenderjaar ingediende wijzigingsverzoeken wordt beperkt, bijvoorbeeld door meerdere wijzigingen van het strategisch GLB-plan in één wijzigingsverzoek te combineren. Om rechtszekerheid te waarborgen, de rechten van landbouwers te beschermen en een vlotte en efficiënte werking van alle interventies te waarborgen, moeten de wijzigingsverzoeken door de lidstaten zo worden ingediend dat er voldoende tijd is voor de beoordeling ervan door de Commissie en voor de tijdige inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 119, lid 8, van Verordening (EU) 2021/2115.

(10)

Om de lidstaten flexibiliteit te bieden in geval van noodsituaties als gevolg van natuurrampen of rampzalige gebeurtenissen en andere noodmaatregelen en om andere specifieke situaties aan te pakken, en tegelijkertijd de verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan doeltreffend en tijdig te verwerken zonder onnodige administratieve lasten, moeten verdere gevallen worden bepaald waarvoor het in artikel 119, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2115 vastgestelde maximumaantal wijzigingsverzoeken niet geldt. Deze gevallen moeten onder meer betrekking hebben op onvoorziene wijzigingen van het rechtskader van de Unie, wettelijke verplichtingen en, waar nodig, automatische vrijmakingen, wijzigingen als gevolg van uitzonderlijke maatregelen tegen marktverstoringen, dierziekten en plantenplagen, en wijzigingen van financieringsinstrumenten die worden gebruikt in een dynamische marktomgeving en die mogelijk regelmatig moeten worden gewijzigd met het oog op een correcte werking.

(11)

Er moet een uiterste termijn worden vastgesteld voor de indiening van wijzigingsverzoeken in verband met automatische vrijmakingen, om ervoor te zorgen dat de in artikel 34 van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (3) en artikel 24 van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie (4) vastgestelde termijnen in acht worden genomen.

(12)

Gezien artikel 104, lid 1, tweede alinea, en artikel 106 van Verordening (EU) 2021/2116 en gezien het feit dat deze verordening regels bevat inzake uiterste termijnen voor verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan en inzake verdere gevallen waarin verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan niet worden meegeteld in het maximumaantal van dergelijke verzoeken, moet deze verordening met ingang van 1 januari 2023 van toepassing zijn met het oog op een gelijk speelveld en rechtszekerheid voor de betrokken lidstaten, landbouwers en belanghebbenden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening vult Verordening (EU) 2021/2115 aan met betrekking tot:

a)

procedures voor de indiening van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan;

b)

uiterste termijnen voor de indiening van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan;

c)

verdere gevallen waarvoor het in artikel 119, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde maximumaantal verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan niet geldt.

Artikel 2

Regels inzake de procedure voor de indiening van een verzoek tot wijziging van een strategisch GLB-plan en inzake de kennisgeving van wijzigingen als bedoeld in artikel 119, lid 9, van Verordening (EU) 2021/2115

1.   Naast de in artikel 119, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde elementen vermeldt het verzoek tot wijziging van het strategisch GLB-plan een of meer soorten wijzigingen uit de in de bijlage bij deze verordening vermelde soorten wijzigingen en bevat het voor elke voorgestelde wijziging van het strategisch GLB-plan de volgende informatie:

a)

de redenen die de wijziging rechtvaardigen;

b)

de verwachte effecten van de wijziging;

c)

het effect van de wijziging op de streefcijfers en indicatoren;

d)

het effect van de wijziging op het financieel plan.

2.   Het verzoek tot wijziging van het GLB-plan kan een of meer voorgestelde wijzigingen van het strategisch GLB-plan bevatten.

3.   Het verzoek tot wijziging van het strategisch GLB-plan wordt ingediend via het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 bedoelde systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021”. De in lid 1 van dit artikel en in artikel 119, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde informatie wordt voor elke voorgestelde wijziging afzonderlijk door de lidstaat in het desbetreffende deel van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021” ingevoerd.

4.   De lidstaten kunnen slechts één verzoek tot wijziging van het strategisch GLB-plan tegelijk indienen. De lidstaat kan pas een nieuw verzoek tot wijziging van het strategisch GLB-plan indienen nadat hij het vorige verzoek heeft ingetrokken of nadat de Commissie de lidstaat in kennis heeft gesteld van haar in artikel 119, lid 4, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde besluit over het vorige wijzigingsverzoek.

5.   Een lidstaat die een verzoek tot wijziging van het strategisch GLB-plan intrekt, kan pas een nieuw wijzigingsverzoek indienen nadat de Commissie de intrekking van het vorige verzoek heeft bevestigd via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021”.

6.   De lidstaten stellen de Commissie via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021” in kennis van de wijzigingen met betrekking tot interventies in het kader van titel III, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) 2021/2115, als bedoeld in artikel 119, lid 9, van die verordening. De kennisgeving vermeldt:

a)

het voorwerp van de wijzigingen;

b)

een motivering waaruit blijkt dat de wijziging geen gevolgen heeft voor de in artikel 109, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde streefcijfers;

c)

de datum waarop de wijziging in de lidstaat van kracht wordt.

7.   De lidstaten stellen de Commissie via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021” in kennis van het resultaat van de in artikel 120 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde beoordeling. Een lidstaat die naar aanleiding van de in dat artikel bedoelde beoordeling een verzoek tot wijziging van zijn strategisch GLB-plan indient, voegt aan de motivering van dat verzoek tot wijziging een verwijzing toe naar de kennisgeving en licht het verband tussen het resultaat van de beoordeling en de voorgestelde wijzigingen van het strategisch GLB-plan toe.

Artikel 3

Uiterste termijnen voor de indiening van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan

1.   De in artikel 119, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde termijn van drie maanden wordt geschorst vanaf de datum waarop de Commissie haar opmerkingen over het wijzigingsverzoek aan de lidstaat meedeelt tot de datum waarop de lidstaat via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling “SFC2021” een nieuwe versie van het strategisch GLB-plan indient waarin alle opmerkingen van de Commissie volledig in aanmerking zijn genomen.

2.   Wijzigingsverzoeken met betrekking tot de in artikel 42 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde interventietypes worden uiterlijk op 30 september 2028 bij de Commissie ingediend.

3.   Wijzigingsverzoeken met betrekking tot de in hoofdstuk IV van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde interventietypes worden uiterlijk op 30 september 2029 bij de Commissie ingediend.

4.   Wijzigingsverzoeken met betrekking tot de in artikel 17, lid 5, artikel 88, lid 7, en artikel 103 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde overhevelingen worden tussen 1 januari 2025 en 31 mei 2025 bij de Commissie ingediend.

Artikel 4

Verdere gevallen van verzoeken tot wijziging van een strategisch GLB-plan

1.   Verzoeken tot wijziging van het strategisch GLB-plan worden niet meegeteld in het maximumaantal verzoeken als bedoeld in artikel 119, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2115 indien zij betrekking hebben op de volgende gevallen:

a)

wijzigingen als gevolg van noodmaatregelen die nodig zijn voor de aanpak van natuurrampen, rampzalige gebeurtenissen of ongunstige weersomstandigheden die door de bevoegde nationale overheidsinstantie formeel als zodanig zijn erkend, of wijzigingen als gevolg van een ingrijpende en plotselinge verandering in de socio-economische omstandigheden van de lidstaat;

b)

wijzigingen die noodzakelijk zijn naar aanleiding van andere wijzigingen in de wetgeving van de Unie dan die bedoeld in artikel 120 van Verordening (EU) 2021/2115 of wijzigingen die noodzakelijk zijn naar aanleiding van een beslissing van de rechterlijke instanties van de Europese Unie;

c)

wijzigingen naar aanleiding van uitzonderlijke maatregelen op grond van de artikelen 219, 220 of 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5);

d)

wijzigingen die noodzakelijk zijn als gevolg van de invoering van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 58 van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (6) of wijzigingen daarvan;

e)

wijzigingen als gevolg van een automatische vrijmaking voor de strategische GLB-plannen als bedoeld in artikel 34 van Verordening (EU) 2021/2116, of

f)

wijzigingen met betrekking tot interventies in het kader van titel III, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) 2021/2115 als bedoeld in artikel 119, lid 9, van die verordening.

2.   In het in lid 1, punt e), bedoelde geval wordt het verzoek tot wijziging van het strategisch GLB-plan uiterlijk op 30 juni van elk kalenderjaar ingediend.

3.   Een verzoek tot wijziging dat wijzigingen in de in lid 1 bedoelde gevallen combineert met andere wijzigingen van het strategisch GLB-plan, telt mee in het in artikel 119, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2115 vastgestelde maximumaantal wijzigingsverzoeken.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 december 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van de strategische GLB-plannen en wat betreft het elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie (PB L 458 van 22.12.2021, blz. 463).

(3)  Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, controles, zekerheden en transparantie (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 131).

(5)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(6)  Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).


BIJLAGE

Soorten wijzigingen van het strategisch GLB-plan als bedoeld in artikel 2, lid 1:

1.

herziening van geplande outputs of vaststelling/herziening van de verlagingscoëfficiënten als bedoeld in artikel 11, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115;

2.

wijzigingen in verband met conditionaliteit als bedoeld in de artikelen 12 en 13 van Verordening (EU) 2021/2115;

3.

overheveling in verband met degressiviteit en plafonnering als bedoeld in artikel 17, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115;

4.

wijzigingen met betrekking tot interventies in bepaalde sectoren als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) 2021/2115;

5.

toewijzing van een aan InvestEU bij te dragen bedrag als bedoeld in artikel 81 van Verordening (EU) 2021/2115;

6.

wijzigingen naar aanleiding van een evaluatie van een beslissing om toewijzingen voor rechtstreekse betalingen te gebruiken voor interventies in bepaalde sectoren, als bedoeld in artikel 88, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2115;

7.

overhevelingen als gevolg van de flexibiliteit tussen toewijzingen voor rechtstreekse betalingen en Elfpo-toewijzingen, als bedoeld in artikel 103 van Verordening (EU) 2021/2115;

8.

wijzigingen met betrekking tot de interventietypes voor rechtstreekse betalingen als bedoeld in titel III, hoofdstuk II, van Verordening (EU) 2021/2115;

9.

toevoeging van ontbrekende elementen in een goedgekeurd strategisch GLB-plan als bedoeld in artikel 118, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115;

10.

wijzigingen met betrekking tot interventies voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in titel III, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) 2021/2115 anders dan die bedoeld in artikel 119, lid 9, van die verordening;

11.

wijzigingen als gevolg van de herziening van een strategisch GLB-plan als bedoeld in artikel 120 van Verordening (EU) 2021/2115;

12.

wijzigingen met betrekking tot de in artikel 4, lid 1, van deze verordening bedoelde elementen;

13.

wijzigingen met betrekking tot andere elementen van de strategische GLB-plannen dan die bedoeld in de punten 1 tot en met 12.


20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/31


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/371 VAN DE COMMISSIE

van 13 februari 2023

tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier voor een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (“Pannon” (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft de door Hongarije overeenkomstig artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 doorgestuurde aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier voor de beschermde oorsprongsbenaming “Pannon” onderzocht.

(2)

Overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(3)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend op grond van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(4)

De wijziging van het productdossier moet daarom worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam “Pannon” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 februari 2023.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB C 401 van 18.10.2022, blz. 10.


20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/32


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/372 VAN DE COMMISSIE

van 17 februari 2023

tot vaststelling van regels betreffende het registreren, opslaan en delen van schriftelijke gegevens van officiële controles van veeschepen, betreffende noodplannen voor veeschepen, betreffende de goedkeuring van veeschepen en betreffende minimumeisen voor plaatsen van uitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (1), en met name artikel 30, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten veeschepen inspecteren voordat de dieren worden geladen. De bevoegde autoriteiten moeten met name controleren of de schepen zijn gebouwd en uitgerust voor het aantal en het soort te vervoeren dieren en of de in hoofdstuk IV van bijlage I bij die verordening bedoelde uitrusting in goede staat verkeert.

(2)

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten registreren momenteel de certificaten van goedkeuring voor veevervoersmiddelen in hun eigen elektronische databanken, waartoe de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten geen toegang hebben. Hoewel een documentencontrole de fysieke inspectie van het schip zelf niet kan vervangen, kan een onderzoek van de certificeringsgegevens in het certificaat van goedkeuring van een vaartuig tijdens een officiële controle enige informatie opleveren over de vraag of het vaartuig aan de eisen van hoofdstuk IV, afdeling 1, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1/2005 voldoet. Daarom moet het uploaden en opslaan van de certificaten van goedkeuring, samen met eventuele certificeringsgegevens, in een gemeenschappelijke elektronische databank de bevoegde autoriteiten in staat stellen toegang tot deze informatie te krijgen om de administratieve lasten te verminderen en hun werkzaamheden bij de uitvoering van een officiële controle te vergemakkelijken.

(3)

De certificeringsgegevens, die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten opslaan in de gezamenlijke databank, moeten de vervaldatum van de certificaten bevatten, alsook informatie over de maximale grondoppervlakte die voor de dieren beschikbaar is en over de diersoorten die met de schepen kunnen worden vervoerd. Zo moeten de bevoegde autoriteiten die officiële controles uitvoeren in staat worden gesteld te beoordelen of de goedkeuring ten tijde van de controle geldig is en of het schip geschikt is voor het vervoer van de desbetreffende dieren.

(4)

Met Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (2) worden de regels voor officiële controles van dieren ter verificatie van de naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie in één wetgevingskader geïntegreerd.

(5)

Krachtens artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 moeten de bevoegde autoriteiten, op papier of in elektronische vorm, gegevens bijhouden van elke door hen verrichte officiële controle. Ook wordt in dat lid opgesomd welke informatie die gegevens moeten bevatten. Van de krachtens artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 vereiste inspecties voorafgaand aan het laden van als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen en als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten en varkens op veeschepen moeten daarom gegevens worden bijgehouden.

(6)

Krachtens artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 moeten de bevoegde autoriteiten bij het uitvoeren van officiële controles onder meer rekening houden met de resultaten van eerdere officiële controles betreffende exploitanten en de mate waarin de exploitant de regelgeving van de Unie, met inbegrip van Verordening (EG) nr. 1/2005, naleeft. De bevoegde autoriteiten hebben geen toegang tot de resultaten van officiële controles die door de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten zijn uitgevoerd. Deze gegevens zijn echter nodig om met kennis van zaken beslissingen te kunnen nemen bij het uitvoeren van inspecties voor de toepassing van artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005. Voor een correcte uitvoering van artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 moet daarnaast een gemeenschappelijke elektronische databank worden opgezet waarmee de gegevens van de certificaten van goedkeuring van veeschepen en de resultaten van de in het verleden uitgevoerde inspecties daarvan worden verzameld en gedeeld. Zo zouden de bevoegde autoriteiten snel toegang kunnen krijgen tot deze informatie, de administratieve lasten kunnen verminderen en hun werkzaamheden bij de uitvoering van een officiële controle kunnen vergemakkelijken.

(7)

Overeenkomstig Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) moeten alle lidstaten met zeehavens in het kader van de havenstaatcontrole inspecties uitvoeren van de schepen die hun havens aandoen. De resultaten van de inspecties in het kader van de havenstaatcontrole moeten objectief en controleerbaar zijn en kunnen relevant zijn voor de krachtens artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 vereiste inspecties, bijvoorbeeld als die tekortkomingen met betrekking tot waterdichtheid, ventilatie, drijfvermogen of brandbestrijdingsapparatuur betreffen. Daarom moeten de relevante openbaar beschikbare resultaten van inspecties in het kader van de havenstaatcontrole in de gezamenlijke databank worden opgenomen.

(8)

De Commissie heeft een reeks audits uitgevoerd van de systemen voor officiële controles van de lidstaten om het welzijn van dieren tijdens het vervoer op zee naar derde landen te beschermen. Wanneer naar aanleiding van deze audits tekortkomingen in de systemen van de lidstaten voor officiële controles van zeevervoerders worden vastgesteld, moeten de bevoegde autoriteiten ervoor zorgen dat de door de vervoerders overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt b), iv), van Verordening (EG) nr. 1/2005 overlegde noodplannen worden aangepast om daar de belangrijkste noodsituaties die zich tijdens het desbetreffende transport kunnen voordoen in op te nemen.

(9)

Om voldoende tijd te hebben voor de beoordeling van de informatie in de documenten die zijn ontvangen van een aanvrager van een certificaat van goedkeuring als bedoeld in artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005, om zich voor te bereiden op een grondige fysieke inspectie van een veeschip en om te controleren of een veeschip voldoet aan de vereisten voor het verlenen van een certificaat van goedkeuring, moet de aanvrager de aanvraag ten minste twintig dagen vóór de datum van inspectie van het veeschip bij de bevoegde autoriteiten indienen.

(10)

Op basis van hun ervaring met het vervoer van dieren met veeschepen hebben deskundigen van de lidstaten, onder wie nationale contactpersonen voor de bescherming van dieren tijdens het vervoer, in 2014 een netwerkdocument opgesteld dat richtsnoeren bevat voor krachtens Verordening (EG) nr. 1/2005 vereiste officiële controles op het welzijn van dieren die met veeschepen worden vervoerd (“het netwerkdocument”) (4). De richtsnoeren van het netwerkdocument zijn in januari 2020 bijgewerkt naar aanleiding van de met de toepassing van het netwerkdocument opgedane ervaring en de audits van de Commissie.

(11)

Inspecteurs van de bevoegde autoriteiten die inspecties van veeschepen uitvoeren, zijn doorgaans officiële dierenartsen. Enkel vakbekwaamheid op het gebied van de diergeneeskunde is echter niet voldoende om het functioneren van de mechanische en beheersystemen van veeschepen, dat van invloed kan zijn op het welzijn van de vervoerde dieren, te controleren. Zoals voorgesteld in het netwerkdocument moeten de teams die overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1/2005 inspecties uitvoeren die tot de verlening van een certificaat van goedkeuring kunnen leiden, bestaan uit officiële dierenartsen en deskundigen op het gebied van de zeevaart die voldoende kennis hebben van die mechanische en beheerssystemen en praktische ervaring hebben met de werking van veeschepen.

(12)

De goedkeuring van een veeschip overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 of de verlenging van een dergelijke goedkeuring moet afhankelijk zijn van de resultaten van een inspectie door een officiële dierenarts aan boord van het eerste transport met zendingen dieren, die moet nagaan of de mechanische en beheersystemen van het veeschip geen negatieve effecten hebben op het welzijn van de dieren die zich tijdens het transport aan boord bevinden.

(13)

Om ervoor te zorgen dat dieren die vanuit andere lidstaten of gedurende lange transporten via de weg van hun plaats van vertrek naar de plaatsen van uitgang in zeehavens worden vervoerd, veilig kunnen worden gelost en kunnen worden gevoederd, moet ten minste één controlepost als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad (5) beschikbaar zijn op de plaatsen van uitgang in zeehavens of binnen twee uur reistijd over de weg vanaf het desbetreffende punt van uitgang.

(14)

Om de lidstaten in staat te stellen personeel en middelen toe te wijzen voor de nieuwe taken en verplichtingen uit hoofde van deze verordening, om een soepele en naadloze aanpassing aan de nieuwe regels te waarborgen en om ervoor te zorgen dat de lidstaten voldoende tijd hebben om waar nodig controleposten op de plaatsen van uitgang te bouwen, moeten artikel 10 van deze verordening over de aanwezigheid van een dierenarts aan boord en artikel 11 van deze verordening over de controleposten op de plaatsen van uitgang, pas op 1 januari 2024 van toepassing worden.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

In deze verordening:

a)

worden gedetailleerde regels vastgesteld voor de uitvoering van de in artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 bedoelde inspecties;

b)

wordt de inhoud van de in artikel 11, lid 1, punt b), iv), van Verordening (EG) nr. 1/2005 bedoelde noodplannen nader uitgewerkt voor veeschepen;

c)

worden de minimumeisen voor punten van uitgang die zeehavens zijn nader uitgewerkt.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “inspectie in het kader van de havenstaatcontrole”: een door de bevoegde autoriteiten in de havenstaat uitgevoerde inspectie overeenkomstig Richtlijn 2009/16/EG.

Artikel 3

Elektronische databank

1.   De Commissie verzorgt en waarborgt het functioneren, het onderhoud, de ondersteuning en de eventuele noodzakelijke updates of verdere ontwikkeling van een elektronische databank.

2.   Die elektronische databank bevat de informatie die nodig is voor de krachtens artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 uit te voeren inspecties, waaronder:

a)

de certificeringsgegevens van de certificaten van goedkeuring van veeschepen, in een vorm waarmee de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de veeschepen snel kunnen identificeren;

b)

gegevens van eerdere door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitgevoerde inspecties van veeschepen voor de toepassing van artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005;

c)

openbaar beschikbare informatie over de resultaten van inspecties in het kader van de havenstaatcontrole.

3.   De Commissie verleent de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toegang tot de elektronische databank voor de toepassing van de artikelen 4, 5 en 6.

4.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten wijzen elk ten minste één nationale beheerder aan en stellen de Commissie in kennis van die aanwijzing en van de contactgegevens van de beheerder. Zij stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van eventuele wijzigingen met betrekking tot nationale beheerders.

5.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zijn verantwoordelijk voor de gegevens en documenten die zij in de databank invoeren of genereren.

Artikel 4

Registratie van de certificaten van goedkeuring van veeschepen

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten registreren de certificaten van goedkeuring van veeschepen als bedoeld in artikel 19, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2005 in de elektronische databank als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

2.   De in lid 1 bedoelde certificaten bevatten de vervaldatum van de certificaten, alsook informatie over de maximale grondoppervlakte die per dek voor de dieren beschikbaar is en over de diersoorten die met de schepen kunnen worden vervoerd.

Artikel 5

Registratie van inspecties

1.   Na een inspectie registreren de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zonder onnodige vertraging de inspectie die overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 op veeschepen is uitgevoerd in de elektronische databank als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

2.   De in lid 1 bedoelde registraties van inspecties bevatten de in artikel 13, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/625 genoemde informatie.

Artikel 6

Toegang tot certificaten van goedkeuring van veeschepen en gegevens van eerdere inspecties

1.   De Commissie waarborgt dat alle relevante gegevens die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ten behoeve van het toezicht op de uitvoering van de artikelen 19 en 20 van Verordening (EG) nr. 1/2005 zijn geregistreerd in de in artikel 3 van deze verordening bedoelde elektronische databank terug te vinden zijn.

2.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten hebben toegang tot alle in de elektronische databank geregistreerde informatie die nodig is om:

a)

na te gaan of veeschepen over een geldig certificaat van goedkeuring beschikken;

b)

met kennis van zaken beslissingen te nemen bij het inspecteren van veeschepen tijdens het laden ervan voor de toepassing van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1/2005.

Artikel 7

Noodplannen voor veeschepen

Noodplannen die overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt b), iv), van Verordening (EG) nr. 1/2005 zijn ingediend door vervoerders die voornemens zijn dieren over zee met veeschepen te vervoeren, bevatten een risicoanalyse van de meest waarschijnlijke gevaren voor het dierenwelzijn in verband met dergelijke transporten.

Artikel 8

Aanvraag voor goedkeuring van veeschepen

De aanvrager zendt de aanvraag voor het certificaat van goedkeuring van een veeschip overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 ten minste twintig werkdagen vóór de in artikel 19, lid 1, punt c), bedoelde datum van inspectie toe aan de relevante bevoegde autoriteiten van een lidstaat of een andere door die lidstaat aangewezen instantie.

Artikel 9

Teams van inspecteurs voor veeschepen

1.   De bevoegde autoriteiten waarborgen dat inspecties die tot de verlening van een certificaat van goedkeuring kunnen leiden, als bedoeld in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1/2005, door een team van inspecteurs worden uitgevoerd.

2.   Een team van inspecteurs bestaat ten minste uit:

a)

een officiële dierenarts, en

b)

een door de maritieme autoriteiten van de lidstaat aangewezen deskundige op het gebied van de zeevaart.

3.   De in lid 2, punt b), bedoelde deskundige op het gebied van de zeevaart voldoet aan ten minste een van de volgende vereisten:

a)

hij/zij beschikt over de passende kwalificaties van een door de lidstaten erkende instelling voor zeevaart of scheepvaart en relevante zeevaartervaring als gecertificeerd scheepsofficier met een geldig vaarbevoegdheidsbewijs STCW II/2 of III/2 als omschreven in het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (STCW-verdrag) dat niet beperkt is wat betreft de vaarzone, het voortstuwingsvermogen of de tonnage;

b)

hij/zij heeft met goed gevolg een door de bevoegde maritieme autoriteiten erkend examen als marinearchitect, werktuigbouwkundig ingenieur of maritiem ingenieur afgelegd en ten minste vijf jaar in die hoedanigheid gewerkt, of

c)

hij/zij beschikt over een door de lidstaat erkend relevant universitair diploma of gelijkwaardig diploma van een hogeronderwijsinstelling in een relevant technisch of wetenschappelijk vakgebied.

Artikel 10

Officiële controles door een officiële dierenarts aan boord van veeschepen

1.   Tijdens de gehele eerste reis van een veeschip met zendingen dieren na de goedkeuring overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2005 en vóór de verlenging van die goedkeuring, voert een officiële dierenarts officiële controles aan boord van dat veeschip uit.

2.   De goedkeuring van het veeschip wordt opgeschort, tenzij:

a)

uit de in lid 1 bedoelde controles blijkt dat de constructie en de uitrusting van het veeschip niet schadelijk zijn voor het welzijn van de dieren aan boord, en

b)

de vervoerder doeltreffende corrigerende maatregelen treft indien uit de in lid 1 bedoelde controles andere tekortkomingen blijken.

3.   De officiële dierenarts werkt overeenkomstig het model in de bijlage een verslag uit over de in lid 1 bedoelde controles die gedurende het transport aan boord zijn verricht.

Artikel 11

Minimumeisen voor controleposten op de plaatsen van uitgang in zeehavens

Wanneer activiteiten het vervoer van dieren over de weg vanuit andere lidstaten of lange transporten via de weg van de plaats van vertrek naar zeehavens omvatten, waarborgen de bevoegde autoriteiten dat er op de plaatsen van uitgang in zeehavens of binnen twee uur reistijd over de weg vanaf het desbetreffende punt van uitgang controleposten zijn die overeenkomstig artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/97 voor de desbetreffende categorieën dieren zijn goedgekeurd.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De artikelen 10 en 11 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2024.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 februari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57).

(4)  Network Document on Livestock Vessels, te vinden op: https://circabc.europa.eu/ui/group/f41c4e1d-22a1-4e7b-aa31-cd16f126037d/library/d1bdd5a7-2e73-4f9a-97e2-c0975fc713a1/details

(5)  Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor controleposten en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema (PB L 174 van 2.7.1997, blz. 1).


BIJLAGE

VERSLAG VAN FYSIEKE CONTROLES AAN BOORD TIJDENS HET TRANSPORT

(als bedoeld in artikel 10)

1.

Algemeen

Naam van het schip:

IMO-nummer van het schip:

Land van goedkeuring/verlenging van de goedkeuring:

Datum van goedkeuring of verlenging van de goedkeuring:

Naam van de kapitein:

Nummer certificaat van goedkeuring:

2.

Soort transport

Eerste transport na goedkeuring

Eerste transport na verlenging van de goedkeuring

3.

Vertrek en bestemming

3.1.

Plaats van uitgang en land van VERTREK:

3.2.

Plaats en land van BESTEMMING:

3.1.1.

Datum

3.1.2.

Tijdstip

3.2.1.

Datum

3.2.2.

Tijdstip

3.1.3.

Soorten en categorieën

3.1.4.

Aantal dieren per diersoort

3.1.5.

Geschat totaalgewicht van de zending (in kg):

4.

Omstandigheden aan boord van de dekken voor dieren tijdens het transport

4.1.

Hoogste geregistreerde temperatuur:

4.2.

Hoogste geregistreerde relatieve vochtigheid:

4.3.

Hoogste geregistreerde gehalte ammoniak:

5.

Functioneren van systemen die van invloed zijn op het welzijn van de dieren

5.1.

Ventilatie:

Ja

Neen

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

5.2.

Afwatering:

Ja

Neen

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

5.3.

Voldoende verlichting om de dieren te inspecteren:

Ja

Neen

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

5.4.

Drinkwaterproductie, indien van toepassing:

Ja

Nee

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

5.5.

Voeder en water:

Ja

Nee

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

5.6.

Aantal zieke/gewonde dieren tijdens het transport:

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

5.7.

Aantal dode dieren tijdens het transport en aantal geëuthanaseerde dieren:

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

5.8.

Overige

Waargenomen onregelmatigheden:

Corrigerende maatregelen (indien van toepassing):

6.

Verslagleggende autoriteit

6.1.

Naam van de autoriteit

6.2.

Adres van de autoriteit

6.3.

Telefoonnummer van de autoriteit

6.4.

E-mailadres van de autoriteit

6.5.

Datum

6.6.

Plaats

6.7.

Naam en handtekening van de officiële dierenarts

6.8.

Stempel


20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/40


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/373 VAN DE COMMISSIE

van 17 februari 2023

tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 71, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Afrikaanse varkenspest is een infectieuze virale ziekte bij gehouden en in het wild levende varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie (2) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die door de in bijlage I bij die verordening vermelde lidstaten (de “betrokken lidstaten”) gedurende een beperkte periode in de in die bijlage vermelde beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast.

(3)

De in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I, II en III opgenomen gebieden zijn opgenomen op basis van de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/224 van de Commissie (3), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Griekenland, Italië en Polen. Sinds de datum waarop die uitvoeringsverordening is vastgesteld, is de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in bepaalde betrokken lidstaten geëvolueerd.

(4)

Bij eventuele wijzigingen van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 moet worden uitgegaan van de epidemiologische situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de gebieden die door die ziekte zijn getroffen en de algemene epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de betrokken lidstaat, het risiconiveau ten aanzien van de verdere verspreiding van die ziekte, de wetenschappelijk gefundeerde beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van zones ten aanzien van Afrikaanse varkenspest en de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie, die openbaar beschikbaar zijn op de website van de Commissie (4). Bij dergelijke wijzigingen moet ook rekening worden gehouden met internationale normen, zoals de Gezondheidscode voor landdieren (5) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH) en de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verstrekte motiveringen voor de zonering.

(5)

Er hebben zich verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens voorgedaan in Polen en Slowakije, alsook een nieuwe uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in Italië. Bovendien is de epidemiologische situatie in bepaalde gebieden van Polen die als beperkingszones I en III zijn opgenomen, als gevolg van de ziektebestrijdingsmaatregelen die die lidstaat overeenkomstig de wetgeving van de Unie toepast, verbeterd wat gehouden en in het wild levende varkens betreft.

(6)

In januari 2023 zijn verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de regio Banská Bystrica in Slowakije, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is opgenomen als een beperkingszone II, in de onmiddellijke nabijheid van een gebied dat momenteel in die bijlage is opgenomen als een beperkingszone I. Door die nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als een beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebied van Slowakije, dat in de onmiddellijke nabijheid van het als beperkingszone II in Slowakije opgenomen gebied ligt dat door die recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als een beperkingszone II in plaats van als een beperkingszone I, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone I ook opnieuw worden vastgesteld om rekening te houden met die recente uitbraken.

(7)

In februari 2023 is ook een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij gehouden varkens in de regio Sardinië in Italië, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als een beperkingszone II is opgenomen. Door deze nieuwe uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als een beperkingszone II in die bijlage opgenomen gebied van Italië nu in die bijlage als een beperkingszone III in plaats van als een beperkingszone II worden opgenomen, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone II ook opnieuw worden vastgesteld om rekening te houden met deze recente uitbraak.

(8)

Verder is in februari 2023 een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij een in het wild levend varken in de woiwodschap Subkarpaten in Polen, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als een beperkingszone I is opgenomen. Door deze nieuwe uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een in het wild levend varken verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als een beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebied van Polen dat door deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als een beperkingszone II, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone I ook opnieuw worden vastgesteld om rekening te houden met deze recente uitbraak.

(9)

Naar aanleiding van die recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in Polen en Slowakije en de recente uitbraak bij gehouden varkens in Italië en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie wat Afrikaanse varkenspest betreft, is de zonering in die lidstaten opnieuw beoordeeld en bijgewerkt overeenkomstig de artikelen 5, 6 en 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605.

(10)

Rekening houdend met de doeltreffendheid van de ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens die in de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 opgenomen beperkingszones III in Polen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (6) worden toegepast, en met name de in de artikelen 22, 25 en 40 van die verordening vastgestelde maatregelen, en in overeenstemming met de risicobeperkende maatregelen voor Afrikaanse varkenspest die zijn vermeld in de WOAH-code, moeten daarnaast bepaalde gebieden in de woiwodschap Lubusz in Polen, die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones III zijn opgenomen, nu als beperkingszones II in die bijlage worden opgenomen, op grond van de afwezigheid van uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in die beperkingszones III gedurende de afgelopen twaalf maanden, hoewel de ziekte bij in het wild levende varkens nog aanwezig is. De beperkingszones III moeten nu als beperkingszones II worden opgenomen, rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest.

(11)

Rekening houdend met de doeltreffendheid van de ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens die in de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 opgenomen beperkingszones III in Polen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 worden toegepast, en met name de in de artikelen 22, 25 en 40 van die verordening vastgestelde maatregelen, en in overeenstemming met de risicobeperkende maatregelen voor Afrikaanse varkenspest die zijn vermeld in de WOAH-code, moeten daarnaast bepaalde gebieden in de woiwodschap West-Pommeren in Polen, die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones III zijn opgenomen, nu als beperkingszones II in die bijlage worden opgenomen, op grond van de afwezigheid van uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in die beperkingszones III gedurende de afgelopen drie maanden, hoewel de ziekte bij in het wild levende varkens nog aanwezig is. De beperkingszones III moeten nu als beperkingszones II worden opgenomen, rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest.

(12)

Op basis van de door de bevoegde autoriteit van Polen verstrekte informatie en motiveringen waarbij rekening is gehouden met de doeltreffendheid van de ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in bepaalde beperkingszones I en in de beperkingszones die aan die in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 opgenomen beperkingszones I grenzen, die in Polen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 worden toegepast, en met name de in de artikelen 64, 65 en 67 van die verordening vastgestelde maatregelen, en in overeenstemming met de risicobeperkende maatregelen voor Afrikaanse varkenspest die zijn vermeld in de WOAH-code, moeten ten slotte bepaalde gebieden in de woiwodschap Klein-Polen, Pommeren, Łódź en Święty Krzyż in Polen, die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I zijn opgenomen, nu uit die bijlage worden geschrapt op grond van de afwezigheid gedurende de afgelopen twaalf maanden van uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden en in het wild levende varkens in die beperkingszones I en in de aan die beperkingszones I grenzende zones.

(13)

Om rekening te houden met de recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Italië, Polen en Slowakije nieuwe beperkingszones van voldoende omvang worden afgebakend en als beperkingszones I, II en III worden opgenomen, en moeten bepaalde delen van beperkingszones I voor Polen worden geschrapt. Aangezien de situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de Unie zeer dynamisch is, is bij de afbakening van die nieuwe beperkingszones rekening gehouden met de epidemiologische situatie in de omliggende gebieden.

(14)

Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die door middel van deze uitvoeringsverordening worden aangebracht in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605, zo spoedig mogelijk in werking treden.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 februari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie van 7 april 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 129 van 15.4.2021, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/224 van de Commissie van 2 februari 2023 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 32 van 3.2.2023, blz. 11).

(4)  Werkdocument SANTE/7112/2015/Rev. 3 “Principles and criteria for geographically defining ASF regionalisation” (Beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van een regionalisering ten aanzien van Afrikaanse varkenspest). https://ec.europa.eu/food/animals/animal-diseases/control-measures/asf_en

(5)  Gezondheidscode voor landdieren van de OIE, 29e editie, 2021. Delen I en II ISBN 978-92-95115-40-8; https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-code-online-access/

(6)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 64).


BIJLAGE

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door:

“BIJLAGE I

BEPERKINGSZONES

DEEL I

1.   Duitsland

De volgende beperkingszones I in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:

Landkreis Dahme-Spreewald:

Gemeinde Alt Zauche-Wußwerk,

Gemeinde Byhleguhre-Byhlen,

Gemeinde Märkische Heide, mit den Gemarkungen Alt Schadow, Neu Schadow, Pretschen, Plattkow, Wittmannsdorf, Schuhlen-Wiese, Bückchen, Kuschkow, Gröditsch, Groß Leuthen, Leibchel, Glietz, Groß Leine, Dollgen, Krugau, Dürrenhofe, Biebersdorf und Klein Leine,

Gemeinde Neu Zauche,

Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Groß Liebitz, Guhlen, Mochow und Siegadel,

Gemeinde Spreewaldheide,

Gemeinde Straupitz,

Landkreis Märkisch-Oderland:

Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Müncheberg, Eggersdorf bei Müncheberg und Hoppegarten bei Müncheberg,

Gemeinde Bliesdorf mit den Gemarkungen Kunersdorf - westlich der B167 und Bliesdorf - westlich der B167

Gemeinde Märkische Höhe mit den Gemarkungen Reichenberg und Batzlow,

Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Haselberg, Frankenfelde, Schulzendorf, Lüdersdorf Biesdorf, Rathsdorf - westlich der B 167 und Wriezen - westlich der B167

Gemeinde Buckow (Märkische Schweiz),

Gemeinde Strausberg mit den Gemarkungen Hohenstein und Ruhlsdorf,

Gemeine Garzau-Garzin,

Gemeinde Waldsieversdorf,

Gemeinde Rehfelde mit der Gemarkung Werder,

Gemeinde Reichenow-Mögelin,

Gemeinde Prötzel mit den Gemarkungen Harnekop, Sternebeck und Prötzel östlich der B 168 und der L35,

Gemeinde Oberbarnim,

Gemeinde Bad Freienwalde mit der Gemarkung Sonnenburg,

Gemeinde Falkenberg mit den Gemarkungen Dannenberg, Falkenberg westlich der L 35, Gersdorf und Kruge,

Gemeinde Höhenland mit den Gemarkungen Steinbeck, Wollenberg und Wölsickendorf,

Landkreis Barnim:

Gemeinde Joachimsthal östlich der L220 (Eberswalder Straße), östlich der L23 (Töpferstraße und Templiner Straße), östlich der L239 (Glambecker Straße) und Schorfheide (JO) östlich der L238,

Gemeinde Friedrichswalde mit der Gemarkung Glambeck östlich der L 239,

Gemeinde Althüttendorf,

Gemeinde Ziethen mit den Gemarkungen Groß Ziethen und Klein Ziethen westlich der B198,

Gemeinde Chorin mit den Gemarkungen Golzow, Senftenhütte, Buchholz, Schorfheide (Ch), Chorin westlich der L200 und Sandkrug nördlich der L200,

Gemeinde Britz,

Gemeinde Schorfheide mit den Gemarkungen Altenhof, Werbellin, Lichterfelde und Finowfurt,

Gemeinde (Stadt) Eberswalde mit der Gemarkungen Finow und Spechthausen und der Gemarkung Eberswalde südlich der B167 und westlich der L200,

Gemeinde Breydin,

Gemeinde Melchow,

Gemeinde Sydower Fließ mit der Gemarkung Grüntal nördlich der K6006 (Landstraße nach Tuchen), östlich der Schönholzer Straße und östlich Am Postweg,

Hohenfinow südlich der B167,

Landkreis Uckermark:

Gemeinde Passow mit den Gemarkungen Briest, Passow und Schönow,

Gemeinde Mark Landin mit den Gemarkungen Landin nördlich der B2, Grünow und Schönermark,

Gemeinde Angermünde mit den Gemarkungen Frauenhagen, Mürow, Angermünde nördlich und nordwestlich der B2, Dobberzin nördlich der B2, Kerkow, Welsow, Bruchhagen, Greiffenberg, Günterberg, Biesenbrow, Görlsdorf, Wolletz und Altkünkendorf,

Gemeinde Zichow,

Gemeinde Casekow mit den Gemarkungen Blumberg, Wartin, Luckow-Petershagen und den Gemarkungen Biesendahlshof und Casekow westlich der L272 und nördlich der L27,

Gemeinde Hohenselchow-Groß Pinnow mit der Gemarkung Hohenselchow nördlich der L27,

Gemeinde Tantow,

Gemeinde Mescherin mit der Gemarkung Radekow, der Gemarkung Rosow südlich der K 7311 und der Gemarkung Neurochlitz westlich der B2,

Gemeinde Gartz (Oder) mit der Gemarkung Geesow westlich der B2 sowie den Gemarkungen Gartz und Hohenreinkendorf nördlich der L27 und der B2 bis zur Kastanienallee, dort links abbiegend dem Schülerweg folgend bis Höhe Bahnhof, von hier in östlicher Richtung den Salveybach kreuzend bis zum Tantower Weg, diesen in nördlicher Richtung bis zu Stettiner Straße, diese weiter folgend bis zur B2, dieser in nördlicher Richtung folgend,

Gemeinde Pinnow nördlich und westlich der B2,

Landkreis Oder-Spree:

Gemeinde Storkow (Mark),

Gemeinde Spreenhagen mit den Gemarkungen Braunsdorf, Markgrafpieske, Lebbin und Spreenhagen,

Gemeinde Grünheide (Mark) mit den Gemarkungen Kagel, Kienbaum und Hangelsberg,

Gemeinde Fürstenwalde westlich der B 168 und nördlich der L 36,

Gemeinde Rauen,

Gemeinde Wendisch Rietz bis zur östlichen Uferzone des Scharmützelsees und von der südlichen Spitze des Scharmützelsees südlich der B246,

Gemeinde Reichenwalde,

Gemeinde Bad Saarow mit der Gemarkung Petersdorf und der Gemarkung Bad Saarow-Pieskow westlich der östlichen Uferzone des Scharmützelsees und ab nördlicher Spitze westlich der L35,

Gemeinde Tauche mit der Gemarkung Werder,

Gemeinde Steinhöfel mit den Gemarkungen Jänickendorf, Schönfelde, Beerfelde, Gölsdorf, Buchholz, Tempelberg und den Gemarkungen Steinhöfel, Hasenfelde und Heinersdorf westlich der L36 und der Gemarkung Neuendorf im Sande nördlich der L36,

Landkreis Spree-Neiße:

Gemeinde Turnow-Preilack mit der Gemarkung Turnow,

Gemeinde Drachhausen,

Gemeinde Schmogrow-Fehrow,

Gemeinde Drehnow,

Gemeinde Teichland mit den Gemarkungen Maust und Neuendorf,

Gemeinde Guhrow,

Gemeinde Werben,

Gemeinde Dissen-Striesow,

Gemeinde Briesen,

Gemeinde Kolkwitz mit den Gemarkungen Klein Gaglow, Hähnchen, Kolkwitz, Glinzig und Krieschow nördl. der BAB 15, Gulben, Papitz, Babow, Eichow, Limberg und Milkersdorf,

Gemeinde Burg (Spreewald)

Kreisfreie Stadt Cottbus außer den Gemarkungen Kahren, Gallinchen, Groß Gaglow und der Gemarkung Kiekebusch südlich der BAB,

Landkreis Oberspreewald-Lausitz:

Gemeinde Lauchhammer,

Gemeinde Schwarzheide,

Gemeinde Schipkau,

Gemeinde Senftenberg mit den Gemarkungen Brieske, Niemtsch, Senftenberg und Reppist,

die Gemeinde Schwarzbach mit der Gemarkung Biehlen,

Gemeinde Großräschen mit den Gemarkungen Wormlage, Saalhausen, Barzig, Freienhufen, Großräschen,

Gemeinde Vetschau/Spreewald mit den Gemarkungen: Naundorf, Fleißdorf, Suschow, Stradow, Göritz, Koßwig, Vetschau, Repten, Tornitz, Missen und Orgosen,

Gemeinde Calau mit den Gemarkungen: Kalkwitz, Mlode, Saßleben, Reuden, Bolschwitz, Säritz, Calau, Kemmen, Werchow und Gollmitz,

Gemeinde Luckaitztal,

Gemeinde Bronkow,

Gemeinde Altdöbern mit der Gemarkung Altdöbern westlich der Bahnlinie,

Gemeinde Tettau,

Landkreis Elbe-Elster:

Gemeinde Großthiemig,

Gemeinde Hirschfeld,

Gemeinde Gröden,

Gemeinde Schraden,

Gemeinde Merzdorf,

Gemeinde Röderland mit der Gemarkung Wainsdorf, Prösen, Stolzenhain a.d. Röder,

Gemeinde Plessa mit der Gemarkung Plessa,

Landkreis Prignitz:

Gemeinde Groß Pankow mit den Gemarkungen Baek, Tangendorf, Tacken, Hohenvier, Strigleben, Steinberg und Gulow,

Gemeinde Perleberg mit der Gemarkung Schönfeld,

Gemeinde Karstädt mit den Gemarkungen Postlin, Strehlen, Blüthen, Klockow, Premslin, Glövzin, Waterloo, Karstädt, Dargardt, Garlin und die Gemarkungen Groß Warnow, Klein Warnow, Reckenzin, Streesow und Dallmin westlich der Bahnstrecke Berlin/Spandau-Hamburg/Altona,

Gemeinde Gülitz-Reetz,

Gemeinde Putlitz mit den Gemarkungen Lockstädt, Mansfeld und Laaske,

Gemeinde Triglitz,

Gemeinde Marienfließ mit der Gemarkung Frehne,

Gemeinde Kümmernitztal mit der Gemarkungen Buckow, Preddöhl und Grabow,

Gemeinde Gerdshagen mit der Gemarkung Gerdshagen,

Gemeinde Meyenburg,

Gemeinde Pritzwalk mit der Gemarkung Steffenshagen,

Bundesland Sachsen:

Stadt Dresden:

Stadtgebiet, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Landkreis Meißen:

Gemeinde Diera-Zehren, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Glaubitz, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Hirschstein,

Gemeinde Käbschütztal,

Gemeinde Klipphausen, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Niederau, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Nünchritz, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Röderaue, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Stadt Gröditz, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Stadt Lommatzsch,

Gemeinde Stadt Meißen, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Stadt Nossen,

Gemeinde Stadt Riesa,

Gemeinde Stadt Strehla,

Gemeinde Stauchitz,

Gemeinde Wülknitz, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Gemeinde Zeithain,

Landkreis Mittelsachsen:

Gemeinde Großweitzschen mit den Ortsteilen Döschütz, Gadewitz, Niederranschütz, Redemitz,

Gemeinde Ostrau mit den Ortsteilen Auerschütz, Beutig, Binnewitz, Clanzschwitz, Delmschütz, Döhlen, Jahna, Kattnitz, Kiebitz, Merschütz, Münchhof, Niederlützschera, Noschkowitz, Oberlützschera, Obersteina, Ostrau, Pulsitz, Rittmitz, Schlagwitz, Schmorren, Schrebitz, Sömnitz, Trebanitz, Zschochau,

Gemeinde Reinsberg,

Gemeinde Stadt Döbeln mit den Ortsteilen Beicha, Bormitz, Choren, Döbeln, Dreißig, Geleitshäuser, Gertitzsch, Gödelitz, Großsteinbach, Juchhöh, Kleinmockritz, Leschen, Lüttewitz, Maltitz, Markritz, Meila, Mochau, Nelkanitz, Oberranschütz, Petersberg, Präbschütz, Prüfern, Schallhausen, Schweimnitz, Simselwitz, Theeschütz, Zschackwitz, Zschäschütz,

Gemeinde Stadt Großschirma mit den Ortsteilen Obergruna, Siebenlehn,

Gemeinde Stadt Roßwein mit den Ortsteilen Gleisberg, Haßlau, Klinge, Naußlitz, Neuseifersdorf, Niederforst, Ossig, Roßwein, Seifersdorf, Wettersdorf, Wetterwitz,

Gemeinde Striegistal mit den Ortsteilen Gersdorf, Kummersheim, Marbach,

Gemeinde Zschaitz-Ottewig,

Landkreis Nordsachsen:

Gemeinde Arzberg mit den Ortsteilen Stehla, Tauschwitz,

Gemeinde Cavertitz mit den Ortsteilen Außig, Cavertitz, Klingenhain, Schirmenitz, Treptitz,

Gemeinde Liebschützberg mit den Ortsteilen Borna, Bornitz, Clanzschwitz, Ganzig, Kleinragewitz, Laas, Leckwitz, Liebschütz, Sahlassan, Schönnewitz, Terpitz östlich der Querung am Käferberg, Wadewitz, Zaußwitz,

Gemeinde Naundorf mit den Ortsteilen Casabra, Gastewitz, Haage, Hof, Hohenwussen, Kreina, Nasenberg, Raitzen, Reppen, Salbitz, Stennschütz, Zeicha,

Gemeinde Stadt Belgern-Schildau mit den Ortsteilen Ammelgoßwitz, Dröschkau, Liebersee östlich der B182, Oelzschau, Seydewitz, Staritz, Wohlau,

Gemeinde Stadt Mügeln mit den Ortsteilen Mahris, Schweta südlich der K8908, Zschannewitz,

Gemeinde Stadt Oschatz mit den Ortsteilen Lonnewitz östlich des Sandbaches und nördlich der B6, Oschatz östlich des Schmorkauer Wegs und nördlich der S28, Rechau, Schmorkau, Zöschau,

Landkreis Sächsische Schweiz-Osterzgebirge:

Gemeinde Bannewitz,

Gemeinde Dürrröhrsdorf-Dittersbach,

Gemeinde Kreischa,

Gemeinde Lohmen,

Gemeinde Müglitztal,

Gemeinde Stadt Dohna,

Gemeinde Stadt Freital,

Gemeinde Stadt Heidenau,

Gemeinde Stadt Hohnstein,

Gemeinde Stadt Neustadt i. Sa.,

Gemeinde Stadt Pirna,

Gemeinde Stadt Rabenau mit den Ortsteilen Lübau, Obernaundorf, Oelsa, Rabenau und Spechtritz,

Gemeinde Stadt Stolpen,

Gemeinde Stadt Tharandt mit den Ortsteilen Fördergersdorf, Großopitz, Kurort Hartha, Pohrsdorf und Spechtshausen,

Gemeinde Stadt Wilsdruff, sofern nicht bereits Teil der Sperrzone II,

Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:

Landkreis Vorpommern Greifswald

Gemeinde Penkun,

Gemeinde Nadrensee,

Gemeinde Krackow,

Gemeinde Glasow,

Gemeinde Grambow,

Landkreis Ludwigslust-Parchim:

Gemeinde Barkhagen mit den Ortsteilen und Ortslagen: Altenlinden, Kolonie Lalchow, Plauerhagen, Zarchlin, Barkow-Ausbau, Barkow,

Gemeinde Blievenstorf mit dem Ortsteil: Blievenstorf,

Gemeinde Brenz mit den Ortsteilen und Ortslagen: Neu Brenz, Alt Brenz,

Gemeinde Domsühl mit den Ortsteilen und Ortslagen: Severin, Bergrade Hof, Bergrade Dorf, Zieslübbe, Alt Dammerow, Schlieven, Domsühl, Domsühl-Ausbau, Neu Schlieven,

Gemeinde Gallin-Kuppentin mit den Ortsteilen und Ortslagen: Kuppentin, Kuppentin-Ausbau, Daschow, Zahren, Gallin, Penzlin,

Gemeinde Ganzlin mit den Ortsteilen und Ortslagen: Dresenow, Dresenower Mühle, Twietfort, Ganzlin, Tönchow, Wendisch Priborn, Liebhof, Gnevsdorf,

Gemeinde Granzin mit den Ortsteilen und Ortslagen: Lindenbeck, Greven, Beckendorf, Bahlenrade, Granzin,

Gemeinde Grabow mit den Ortsteilen und Ortslagen: Fresenbrügge, Grabow, Griemoor, Heidehof, Kaltehof, Winkelmoor,

Gemeinde Groß Laasch mit den Ortsteilen und Ortslagen: Groß Laasch,

Gemeinde Kremmin mit den Ortsteilen und Ortslagen: Beckentin, Kremmin,

Gemeinde Kritzow mit den Ortsteilen und Ortslagen: Schlemmin, Kritzow,

Gemeinde Lewitzrand mit dem Ortsteil und Ortslage: Matzlow-Garwitz (teilweise),

Gemeinde Lübz mit den Ortsteilen und Ortslagen: Bobzin, Broock, Broock Ausbau, Hof Gischow, Lübz, Lutheran, Lutheran Ausbau, Riederfelde, Ruthen, Wessentin, Wessentin Ausbau,

Gemeinde Neustadt-Glewe mit den Ortsteilen und Ortslagen: Hohes Feld, Kiez, Klein Laasch, Liebs Siedlung, Neustadt-Glewe, Tuckhude, Wabel,

Gemeinde Obere Warnow mit den Ortsteilen und Ortslagen: Grebbin und Wozinkel, Gemarkung Kossebade teilweise, Gemarkung Herzberg mit dem Waldgebiet Bahlenholz bis an die östliche Gemeindegrenze, Gemarkung Woeten unmittelbar östlich und westlich der L16,

Gemeinde Parchim mit den Ortsteilen und Ortslagen: Dargelütz, Neuhof, Kiekindemark, Neu Klockow, Möderitz, Malchow, Damm, Parchim, Voigtsdorf, Neu Matzlow,

Gemeinde Passow mit den Ortsteilen und Ortslagen: Unterbrüz, Brüz, Welzin, Neu Brüz, Weisin, Charlottenhof, Passow,

Gemeinde Plau am See mit den Ortsteilen und Ortslagen: Reppentin, Gaarz, Silbermühle, Appelburg, Seelust, Plau-Am See, Plötzenhöhe, Klebe, Lalchow, Quetzin, Heidekrug,

Gemeinde Rom mit den Ortsteilen und Ortslagen: Lancken, Stralendorf, Rom, Darze, Paarsch,

Gemeinde Spornitz mit den Ortsteilen und Ortslagen: Dütschow, Primark, Steinbeck, Spornitz,

Gemeinde Werder mit den Ortsteilen und Ortslagen: Neu Benthen, Benthen, Tannenhof, Werder.

2.   Estland

De volgende beperkingszones I in Estland:

Hiiu maakond.

3.   Letland

De volgende beperkingszones I in Letland:

Dienvidkurzemes novada, Grobiņas pagasts, Nīcas pagasta daļa uz ziemeļiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Otaņķu pagasts, Grobiņas pilsēta,

Ropažu novada Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes.

4.   Litouwen

De volgende beperkingszones I in Litouwen:

Kalvarijos savivaldybė,

Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos,

Marijampolės savivaldybė išskyrus Šumskų ir Sasnavos seniūnijos,

Palangos miesto savivaldybė,

Vilkaviškio rajono savivaldybė: Bartninkų, Gražiškių, Keturvalakių, Pajevonio, Virbalio, Vištyčio seniūnijos.

5.   Hongarije

De volgende beperkingszones I in Hongarije:

Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe,

Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950,

406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Győr-Moson-Sopron megye 100550, 100650, 100950, 101050, 101350, 101450, 101550, 101560 és 102150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251650, 251750, 251850, 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

6.   Polen

De volgende beperkingszones I in Polen:

w województwie kujawsko - pomorskim:

powiat rypiński,

powiat brodnicki,

powiat grudziądzki,

powiat miejski Grudziądz,

powiat wąbrzeski,

w województwie warmińsko-mazurskim:

gmina Rozogi w powiecie szczycieńskim,

w województwie podlaskim:

gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim,

powiat łomżyński,

powiat kolneński,

powiat zambrowski,

powiat miejski Łomża,

w województwie mazowieckim:

powiat ostrołęcki,

powiat miejski Ostrołęka,

gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Staroźreby i Stara Biała w powiecie płockim,

powiat miejski Płock,

powiat ciechanowski,

gminy Baboszewo, Dzierzążnia, Joniec, Nowe Miasto, Płońsk i miasto Płońsk, Raciąż i miasto Raciąż, Sochocin w powiecie płońskim,

powiat sierpecki,

gmina Bieżuń, Lutocin, Siemiątkowo i Żuromin w powiecie żuromińskim,

część powiatu ostrowskiego niewymieniona w części II załącznika I,

gminy Dzieżgowo, Lipowiec Kościelny, Mława, Radzanów, Strzegowo, Stupsk, Szreńsk, Szydłowo, Wiśniewo w powiecie mławskim,

powiat przasnyski,

powiat makowski,

powiat pułtuski,

część powiatu wyszkowskiego niewymieniona w części II załącznika I,

część powiatu węgrowskiego niewymieniona w części II załącznika I,

część powiatu wołomińskiego niewymieniona w części II załącznika I,

gminy Mokobody i Suchożebry w powiecie siedleckim,

gminy Dobre, Jakubów, Kałuszyn, Stanisławów w powiecie mińskim,

gminy Bielany i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim,

powiat gostyniński,

w województwie podkarpackim:

część gminy Dębowiec położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 993, część gminy Osiek Jasielski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 993, część gminy Nowy Żmigród położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 993 w powiecie jasielskim,

część powiatu ropczycko – sędziszowskiego niewymieniona w części II załącznika I,

gminy Pruchnik, Rokietnica, Roźwienica, w powiecie jarosławskim,

gminy Fredropol, Krasiczyn, Krzywcza, Przemyśl, część gminy Orły położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77, część gminy Żurawica na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77 w powiecie przemyskim,

powiat miejski Przemyśl,

gminy Gać, Jawornik Polski, Kańczuga, część gminy Zarzecze położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim,

powiat łańcucki,

gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski, część gminy Świlcza położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 94 i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,

gmina Raniżów w powiecie kolbuszowskim,

część powiatu dębickiego niewymieniona w części II załącznika I,

gminy Chorkówka, Dukla, Jaśliska w powiecie krośnieńskim,

gmina Komańcza w powiecie sanockim,

gmina Cisna w powiecie leskim,

gminy Lutowiska, Czarna, Ustrzyki Dolne w powiecie bieszczadzkim,

w województwie świętokrzyskim:

powiat buski,

powiat skarżyski,

część powiatu opatowskiego niewymieniona w części II załącznika I,

część powiatu sandomierskiego niewymieniona w części II załącznika I,

powiat staszowski,

gminy Pawłów, Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno - wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

powiat ostrowiecki,

gminy Fałków, Ruda Maleniecka, Radoszyce, Smyków, Słupia Konecka, część gminy Końskie położona na zachód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na południe od linii kolejowej w powiecie koneckim,

w województwie łódzkim:

gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim,

gminy Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka w powiecie rawskim,

gminy Bolimów, Głuchów, Godzianów, Lipce Reymontowskie, Maków, Nowy Kawęczyn, Skierniewice, Słupia w powiecie skierniewickim,

powiat miejski Skierniewice,

gminy Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim,

gminy Czerniewice, Inowłódz, Lubochnia, Rzeczyca, Tomaszów Mazowiecki z miastem Tomaszów Mazowiecki, Żelechlinek w powiecie tomaszowskim,

w województwie pomorskim:

gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,

gminy Lichnowy, Miłoradz, Malbork z miastem Malbork, część gminy Nowy Staw położna na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 w powiecie malborskim,

gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim,

gminy Cedry Wielkie, Suchy Dąb, Pszczółki, miasto Pruszcz Gdański, część gminy wiejskiej Pruszcz Gdański położona na wschód od lini wyznaczonej przez drogę A1 w powieciegdańskim,

Miasto Gdańsk,

powiat tczewski,

część powiatu kwidzyńskiego niewymieniona w części II załącznika I,

w województwie lubuskim:

gmina Lubiszyn w powiecie gorzowskim,

gmina Dobiegniew w powiecie strzelecko – drezdeneckim,

w województwie dolnośląskim:

gminy Międzybórz, Syców, Twardogóra, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dobroszyce położona na wschód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy w powiecie oleśnickim,

gminy Jordanów Śląski, Kobierzyce, Mietków, Sobótka, część gminy Żórawina położona na zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4, część gminy Kąty Wrocławskie położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim,

część gminy Domaniów położona na południowy zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim,

gmina Wiązów w powiecie strzelińskim,

część powiatu średzkiego niewymieniona w części II załącznika I,

gminy Pielgrzymka, miasto Złotoryja, część gminy wiejskiej Złotoryja położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy w miejscowości Nowa Wieś Złotoryjska do granicy miasta Złotoryja oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od granicy miasta Złotoryja do wschodniej granicy gminy w powiecie złotoryjskim,

gminy Janowice Wielkie, Mysłakowice, Stara Kamienica, Szklarska Poręba w powiecie karkonoskim,

część powiatu miejskiego Jelenia Góra położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 366,

gminy Bolków, Mściwojów, Paszowice, miasto Jawor, część gminy Męcinka położona na południe od drogi nr 363 w powiecie jaworskim,

gminy Dobromierz, Jaworzyna Śląska, Marcinowice, Strzegom, Żarów w powiecie świdnickim,

gminy Dzierżoniów, Pieszyce, miasto Bielawa, miasto Dzierżoniów w powiecie dzierżoniowskim,

gminy Głuszyca, Mieroszów w powiecie wałbrzyskim,

gmina Nowa Ruda i miasto Nowa Ruda w powiecie kłodzkim,

gminy Kamienna Góra, Marciszów i miasto Kamienna Góra w powiecie kamiennogórskim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Koźmin Wielkopolski, Rozdrażew, miasto Sulmierzyce, część gminy Krotoszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim,

gminy Brodnica, część gminy Dolsk położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 434 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 437, a nastęnie na wschód od drogi nr 437 biegnącej od skrzyżowania z drogąnr 434 do południowej granicy gminy, część gminy Śrem położóna na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 310 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Śrem, następnie na wschód od drogi nr 432 w miejscowości Śrem oraz na wschód od drogi nr 434 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 432 do południowej granicy gminy w powiecie śremskim,

gminy Borek Wielkopolski, Piaski, Pogorzela, w powiecie gostyńskim,

gmina Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim,

gmina Czempiń w powiecie kościańskim,

gminy Kleszczewo, Kostrzyn, Kórnik, Pobiedziska, Mosina, miasto Puszczykowo w powiecie poznańskim,

gmina Kiszkowo i część gminy Kłecko położona na zachód od rzeki Mała Wełna w powiecie gnieźnieńskim,

powiat czarnkowsko-trzcianecki,

część gminy Wronki położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy w powiecie szamotulskim,

gmina Budzyń w powiecie chodzieskim,

gminy Mieścisko, Skoki i Wągrowiec z miastem Wągrowiec w powiecie wągrowieckim,

gmina Dobrzyca w powiecie pleszewskim,

gminy Odolanów, Przygodzice, Raszków, Sośnie, część gminy wiejskiej Ostrów Wielkopolski położona na zachód od miasta Ostrów Wielkopolski w powiecie ostrowskim,

gmina Kobyla Góra w powiecie ostrzeszowskim,

gminy Baranów, Bralin, Perzów, Rychtal, Trzcinica, Łęka Opatowska w powiecie kępińskim,

w województwie opolskim:

gmina Byczyna, część gminy Kluczbork położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowana z drogą nr 45, a następnie od tego skrzyżowania na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 45 do skrzyżowania z ulicą Fabryczną w miejscowości Kluczbork i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ulice Fabryczna -Dzierżonia – Strzelecka w miejscowości Kluczbork do wschodniej granicy gminy, część gminy Wołczyn położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 w powiecie kluczborskim,

gminy Praszka, Gorzów Śląski, Radłów, Olesno, Zębowice, część gminy Rudniki położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 43 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 43 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 42 w powiecie oleskim,

gmina Grodków w powiecie brzeskim,

gminy Chrząstowice, Ozimek, Komprachcice, Niemodlin, Tułowice, część gminy Łubniany położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Świerkle – Masów, ulicę Leśną w miejscowości Masów oraz na południe od ulicy Kolanowskiej biegnącej do wschodniej granicy gminy, część gminy Turawa położona na południe od linii wyznaczonej przez ulice Powstańców Śląskich -Kolanowską -Opolską – Kotorską w miejscowości Węgry i dalej na południe od drogi łączącej miejscowości Węgry- Kotórz Mały – Turawa – Rzędów – Kadłub Turawski – Zakrzów Turawski biegnącą do wschodniej granicy gminy w powiecie opolskim,

powiat miejski Opole,

w województwie zachodniopomorskim:

gminy Nowogródek Pomorski, Barlinek, Myślibórz, część gminy Dębno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na północ od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,

gmina Stare Czarnowo w powiecie gryfińskim,

gmina Bielice, Kozielice, Pyrzyce w powiecie pyrzyckim,

gminy Bierzwnik, Krzęcin, Pełczyce w powiecie choszczeńskim,

część powiatu miejskiego Szczecin położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Odra Zachodnia biegnącą od północnej granicy gminy do przecięcia z drogą nr 10, następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 10 biegnącą od przecięcia z linią wyznaczoną przez rzekę Odra Zachodnia do wschodniej granicy gminy,

gminy Dobra (Szczecińska), Police w powiecie polickim,

w województwie małopolskim:

gmina Biecz, Bobowa, Moszczenica, Lipinki, Łużna, Ropa, Gorlice, miasto Gorlice w powiecie gorlickim,

część powiatu nowosądeckiego niewymieniona w części II załącznika I,

gminy Czorsztyn, Krościenko nad Dunajcem, Ochotnica Dolna w powiecie nowotarskim,

powiat miejski Nowy Sącz,

gminy Skrzyszów, Lisia Góra, Radłów, Wietrzychowice, Żabno, część gminy wiejskiej Tarnów położona na wschód od miasta Tarnów w powiecie tarnowskim,

powiat dąbrowski,

gminy Klucze, Bolesław, Bukowno w powiecie olkuskim,

w województwie śląskim:

gmina Sławków w powiecie będzińskim,

powiat miejski Jaworzno,

powiat miejski Mysłowice,

powiat miejski Katowice,

powiat miejski Siemianowice Śląskie,

powiat miejski Chorzów,

powiat miejski Piekary Śląskie,

powiat miejski Bytom,

gminy Kalety, Ożarowice, Świerklaniec, Miasteczko Śląskie, Radzionków w powiecie tarnogórskim,

gmina Woźniki w powiecie lublinieckim,

gminy Myszków i Koziegłowy w powiecie myszkowskim,

gminy Ogrodzieniec, Zawiercie, Włodowice w powiecie zawierciańskim.

7.   Slowakije

De volgende beperkingszones I in Slowakije:

in the district of Nové Zámky, Sikenička, Pavlová, Bíňa, Kamenín, Kamenný Most, Malá nad Hronom, Belá, Ľubá, Šarkan, Gbelce, Bruty, Mužla, Obid, Štúrovo, Nána, Kamenica nad Hronom, Chľaba, Leľa, Bajtava, Salka, Malé Kosihy,

in the district of Veľký Krtíš, the municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká nad Ipľom, Hrušov, Kleňany, Sečianky,

in the district of Levice, the municipalities of Keť, Čata, Pohronský Ruskov, Hronovce, Želiezovce, Zalaba, Malé Ludince, Šalov, Sikenica, Pastovce, Bielovce, Ipeľský Sokolec, Lontov, Kubáňovo, Sazdice, Demandice, Dolné Semerovce, Vyškovce nad Ipľom, Preseľany nad Ipľom, Hrkovce, Tupá, Horné Semerovce, Hokovce, Slatina, Horné Turovce, Veľké Turovce, Šahy, Tešmak, Plášťovce, Ipeľské Uľany, Bátovce, Pečenice, Jabloňovce, Bohunice, Pukanec, Uhliská, Kalná nad Hronom, Nový Tekov, Malé Kozmálovce, Veľké Kozmálovce, Tlmače, Rybník, Hronské Kosihy, Čajkov, Nová Dedina, Devičany,

in the district of Krupina, the municipalities of Dudince, Terany, Hontianske Moravce, Sudince, Súdovce, Lišov,

the whole district of Ružomberok,

the whole district of Turčianske Teplice, except municipalities included in zone II,

in the district of Martin, municipalties of Blatnica, Folkušová, Necpaly, Belá-Dulice, Ďanová, Karlová, Laskár, Rakovo, Príbovce, Košťany nad Turcom, Socovce, Turčiansky Ďur, Kláštor pod Znievom, Slovany, Ležiachov, Benice,

in the district of Dolný Kubín, the municipalities of Kraľovany, Žaškov, Jasenová, Vyšný Kubín, Oravská Poruba, Leštiny, Osádka, Malatiná, Chlebnice, Krivá,

in the district of Tvrdošín, the municipalities of Oravský Biely Potok, Habovka, Zuberec,

in the district of Prievidza, the municipalities of Handlová, Cígeľ, Podhradie, Lehota pod Vtáčnikom, Kamenec pod Vtáčnikom, Bystričany, Čereňany, Oslany, Horná Ves, Radobica, Ráztočno,

in the district of Partizánske, the municipalities of Veľké Uherce, Pažiť, Kolačno, Veľký Klíž, Ješkova Ves, Klátová Nová Ves,

in the district of Topoľčany, the municipalities of Krnča, Prázdnovce, Solčany, Nitrianska Streda, Čeľadince, Kovarce, Súlovce,

in the district of Zlaté Moravce, the municipalities of Zlatno, Mankovce, Velčice, Kostoľany pod Tríbečom, Ladice, Sľažany, Neverice, Beladice, Choča, Vieska nad Žitavou, Slepčany, Červený Hrádok, Nevidzany, Malé Vozokany,

the whole district of Žiar nad Hronom, except municipalities included in zone II.

8.   Italië

De volgende beperkingszones I in Italië:

Piedmont Region:

in the province of Alessandria, the municipalities Alessandria, of Casalnoceto, Oviglio, Tortona, Viguzzolo, Frugarolo, Bergamasco, Castellar Guidobono, Berzano Di Tortona, Cerreto Grue, Carbonara Scrivia, Casasco, Carentino, Frascaro, Paderna, Montegioco, Spineto Scrivia, Villaromagnano, Momperone, Merana, Monleale, Borgoratto Alessandrino, Casal Cermelli, Montemarzino, Castellazzo Bormida, Bosco Marengo, Castelspina, Volpeglino, Gamalero, Volpedo, Pozzol Groppo, Sarezzano,

in the province of Asti, the municipalities of Olmo Gentile, Nizza Monferrato, Incisa Scapaccino, Castel Boglione, Mombaruzzo, Maranzana, Rocchetta Palafea, Castelletto Molina, Castelnuovo Belbo, Quaranti, Fontanile, Calamandrana, Bruno, Bubbio, Cassinasco, Serole, Loazzolo, Cessole, Vesime, San Giorgio Scarampi, Canelli, San Marzano Oliveto,

in the province of Cuneo, the municipalities of Bergolo, Pezzolo Valle Uzzone, Cortemilia, Levice, Castelletto Uzzone, Perletto, Castino, Cossano Belbo, Rocchetta Belbo, Santo Stefano Belbo,

Liguria Region:

in the province of Genova, the Municipalities of Rovegno, Rapallo, Portofino, Cicagna, Avegno, Montebruno, Santa Margherita Ligure, Favale Di Malvaro, Recco, Camogli, Moconesi, Tribogna, Uscio, Fontanigorda, Neirone, Lorsica,

in the province of Savona, the municipalities of Cairo Montenotte, Quiliano, Dego (ovest SP29), Altare, Piana Crixia, Albissola Marina, Savona,

Emilia-Romagna Region:

in the province of Piacenza, the municipalities of Cerignale, Ottone (est fiume Trebbia),

Lombardia Region:

in the province of Pavia, the municipalities of Rocca Susella, Montesegale, Menconico, Val Di Nizza, Bagnaria, Santa Margherita Di Staffora, Ponte Nizza, Brallo Di Pregola, Varzi, Godiasco, Cecima,

Lazio Region:

in the province of Rome,

North: the municipalities of Riano, Castelnuovo di Porto, Capena, Fiano Romano, Morlupo, Sacrofano, Magliano Romano, Formello, Campagnano di Roma, Anguillara,

West: the municipality of Fiumicino,

South: the municipality of Rome between the boundaries of the municipality of Fiumicino (West), the limits of Zone 3 (North), the Tiber river up to the intersection with the Grande Raccordo Anulare GRA Highway, the Grande Raccordo Anulare GRA Highway up to the intersection with A24 Highway, A24 Highway up to the intersection with Viale del Tecnopolo, viale del Tecnopolo up to the intersection with the boundaries of the municipality of Guidonia Montecelio,

East: the municipalities of Guidonia Montecelio, Montelibretti, Palombara Sabina, Monterotondo, Mentana, Sant’Angelo Romano, Fonte Nuova.

Sardinia Region

in South Sardinia Province the Municipalities of Ballao, Barumini, Escalaplano, Escolca Isola Amministrativa, Genuri, Gergei, Gesico, Guamaggiore, Las Plassas, Mandas, Orroli, Pauli Arbarei, Selegas, Setzu, Siddi, Siurgus Donigala, Suelli, Tuili, Turri, Ussaramanna, Villanovafranca, Villaputzu,

in Nuoro Province the Municipalities of Arzana Isola Amministrativa, Birori, Borore, Bortigali a ovest della Strada Statale 131, Dualchi, Gairo Isola Amministrativa, Galtelli, Irgoli, Jerzu Isola Amministrativa, Lanusei Isola Amministrativa, Loceri Isola Amministrativa, Loculi, Macomer at ovest della Strada Statale 131, Noragugume, Onifai, Orosei, Ortueri, Osini Isola Amministrativa, Perdasdefogu, Posada, Sindia Isola Amministrativa, Siniscola, Tertenia Isola Amministrativa,

in Oristano Province the Municipalities of Aidomaggiore, Albagiara, Ardauli, Assolo, Asuni, Baradili, Baressa, Bidonì, Boroneddu, Busachi, Ghilarza, Gonnosnò, Mogorella, Neoneli, Nureci, Ruinas, Samugheo, Sedilo, Senis, Sini, Soddi, Sorradile Isola Amministrativa, Tadasuni, Ulà Tirso, Usellus, Villa Sant'antonio,

in Sassari Province the Municipalities of Ardara, Berchidda, Bonnanaro, Bonorva a ovest della Strada Statale 131, Borutta, Cheremule, Cossoine, Giave, Loiri Porto San Paolo, Monti, Mores a nord della Strada Statale 128bis – Strada Provinciale 63, Olbia a sud della Strada Statale 127, Oschiri a nord della E 840, Ozieri a nord della Strada Provinciale 63 – Strada Provinciale 1 – Strada Statale 199, Semestene, Telti, Torralba, Tula.

9.   Tsjechië

De volgende beperkingszones I in Tsjechië:

Region of Liberec:

in the district of Liberec, the municipalities of Hrádek nad Nisou, Oldřichov v Hájích, Grabštejn, Václavice u Hrádku nad Nisou, Horní Vítkov, Dolní Vítkov, Bílý Kostel nad Nisou, Dolní Chrastava, Horní Chrastava, Chrastava I, Nová Ves u Chrastavy, Mlýnice, Albrechtice u Frýdlantu, Kristiánov, Heřmanice u Frýdlantu, Dětřichov u Frýdlantu, Mníšek u Liberce, Oldřichov na Hranicích, Machnín, Svárov u Liberce, Desná I, Krásná Studánka, Stráž nad Nisou, Fojtka, Radčice u Krásné Studánky, Kateřinky u Liberce, Staré Pavlovice, Nové Pavlovice, Růžodol I, Františkov u Liberce, Liberec, Ruprechtice, Rudolfov, Horní Růžodol, Rochlice u Liberce, Starý Harcov, Vratislavice nad Nisou, Kunratice u Liberce, Proseč nad Nisou, Lukášov, Rýnovice, Jablonec nad Nisou, Jablonecké Paseky, Jindřichov nad Nisou, Mšeno nad Nisou, Lučany nad Nisou, Smržovka, Tanvald, Jiřetín pod Bukovou, Dolní Maxov, Antonínov, Horní Maxov, Karlov u Josefova Dolu, Loučná nad Nisou, Hraničná nad Nisou, Janov nad Nisou, Bedřichov u Jablonce nad Nisou, Josefův Důl u Jablonce nad Nisou, Albrechtice v Jizerských horách, Desná III, Polubný, Harrachov, Jizerka, Hejnice, Bílý Potok pod Smrkem

10.   Griekenland

De volgende beperkingszones I in Griekenland:

in the regional unit of Drama:

the community departments of Sidironero and Skaloti and the municipal departments of Livadero and Ksiropotamo (in Drama municipality),

the municipal department of Paranesti (in Paranesti municipality),

the municipal departments of Prosotsani, Kokkinogeia, Mikropoli, Panorama, Pyrgoi (in Prosotsani municipality),

the municipal departments of Kato Nevrokopi, Chrysokefalo, Achladea, Vathytopos, Volakas, Granitis, Dasotos, Eksohi, Katafyto, Lefkogeia, Mikrokleisoura, Mikromilea, Ochyro, Pagoneri, Perithorio, Kato Vrontou and Potamoi (in Kato Nevrokopi municipality),

in the regional unit of Xanthi:

the municipal departments of Kimmerion, Stavroupoli, Gerakas, Dafnonas, Komnina, Kariofyto and Neochori (in Xanthi municipality),

the community departments of Satres, Thermes, Kotyli, and the municipal departments of Myki, Echinos and Oraio and (in Myki municipality),

the community department of Selero and the municipal department of Sounio (in Avdira municipality),

in the regional unit of Rodopi:

the municipal departments of Komotini, Anthochorio, Gratini, Thrylorio, Kalhas, Karydia, Kikidio, Kosmio, Pandrosos, Aigeiros, Kallisti, Meleti, Neo Sidirochori and Mega Doukato (in Komotini municipality),

the municipal departments of Ipio, Arriana, Darmeni, Archontika, Fillyra, Ano Drosini, Aratos and the Community Departments Kehros and Organi (in Arriana municipality),

the municipal departments of Iasmos, Sostis, Asomatoi, Polyanthos and Amvrosia and the community department of Amaxades (in Iasmos municipality),

the municipal department of Amaranta (in Maroneia Sapon municipality),

in the regional unit of Evros:

the municipal departments of Kyriaki, Mandra, Mavrokklisi, Mikro Dereio, Protokklisi, Roussa, Goniko, Geriko, Sidirochori, Megalo Derio, Sidiro, Giannouli, Agriani and Petrolofos (in Soufli municipality),

the municipal departments of Dikaia, Arzos, Elaia, Therapio, Komara, Marasia, Ormenio, Pentalofos, Petrota, Plati, Ptelea, Kyprinos, Zoni, Fulakio, Spilaio, Nea Vyssa, Kavili, Kastanies, Rizia, Sterna, Ampelakia, Valtos, Megali Doxipara, Neochori and Chandras (in Orestiada municipality),

the municipal departments of Asvestades, Ellinochori, Karoti, Koufovouno, Kiani, Mani, Sitochori, Alepochori, Asproneri, Metaxades, Vrysika, Doksa, Elafoxori, Ladi, Paliouri and Poimeniko (in Didymoteixo municipality),

in the regional unit of Serres:

the municipal departments of Kerkini, Livadia, Makrynitsa, Neochori, Platanakia, Akritochori, Vyroneia, Gonimo, Mandraki, Megalochori, Rodopoli, Ano Poroia, Katw Poroia, Sidirokastro, Vamvakophyto, Kamaroto, Strymonochori, Charopo, Kastanousi and Chortero and the community departments of Agkistro, Achladochori and Kapnophyto (in Sintiki municipality),

the municipal departments of Serres, Leukonas, Mitrousi, Skoutari, Elaionas and Oinoussa and the community departments of Orini and Ano Vrontou (in Serres municipality),

the municipal departments of Dasochoriou, Irakleia, Skotoussa, Strimoniko, Valtero, Karperi, Koimisi, Lithotopos, Limnochori, Podismeno and Chrysochorafa (in Irakleia municipality),

the municipal departments of Emmanouil Pappas and Strimonas (in Emmanouil Pappas municipality), the municipal department of Visaltia (in Visaltia municipality),

in the regional unit of Kilkis:

the municipal departments of Kroussa, Mouries and Doirani (in Kilkis municipality),

in the regional unit of Thessaloniki:

the municipal department of Lahanas (in Lagadas municipality).

DEEL II

1.   Bulgarije

De volgende beperkingszones II in Bulgarije:

the whole region of Haskovo,

the whole region of Yambol,

the whole region of Stara Zagora,

the whole region of Pernik,

the whole region of Kyustendil,

the whole region of Plovdiv, excluding the areas in Part III,

the whole region of Pazardzhik, excluding the areas in Part III,

the whole region of Smolyan,

the whole region of Dobrich,

the whole region of Sofia city,

the whole region of Sofia Province,

the whole region of Blagoevgrad excluding the areas in Part III,

the whole region of Razgrad,

the whole region of Kardzhali,

the whole region of Burgas,

the whole region of Varna excluding the areas in Part III,

the whole region of Silistra,

the whole region of Ruse,

the whole region of Veliko Tarnovo,

the whole region of Pleven,

the whole region of Targovishte,

the whole region of Shumen,

the whole region of Sliven,

the whole region of Vidin,

the whole region of Gabrovo,

the whole region of Lovech,

the whole region of Montana,

the whole region of Vratza.

2.   Duitsland

De volgende beperkingszones II in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:

Landkreis Oder-Spree:

Gemeinde Grunow-Dammendorf,

Gemeinde Mixdorf

Gemeinde Schlaubetal,

Gemeinde Neuzelle,

Gemeinde Neißemünde,

Gemeinde Lawitz,

Gemeinde Eisenhüttenstadt,

Gemeinde Vogelsang,

Gemeinde Ziltendorf,

Gemeinde Wiesenau,

Gemeinde Friedland,

Gemeinde Siehdichum,

Gemeinde Müllrose,

Gemeinde Briesen,

Gemeinde Jacobsdorf

Gemeinde Groß Lindow,

Gemeinde Brieskow-Finkenheerd,

Gemeinde Ragow-Merz,

Gemeinde Beeskow,

Gemeinde Rietz-Neuendorf,

Gemeinde Tauche mit den Gemarkungen Stremmen, Ranzig, Trebatsch, Sabrodt, Sawall, Mitweide, Lindenberg, Falkenberg (T), Görsdorf (B), Wulfersdorf, Giesensdorf, Briescht, Kossenblatt und Tauche,

Gemeinde Langewahl,

Gemeinde Berkenbrück,

Gemeinde Steinhöfel mit den Gemarkungen Arensdorf und Demitz und den Gemarkungen Steinhöfel, Hasenfelde und Heinersdorf östlich der L 36 und der Gemarkung Neuendorf im Sande südlich der L36,

Gemeinde Fürstenwalde östlich der B 168 und südlich der L36,

Gemeinde Diensdorf-Radlow,

Gemeinde Wendisch Rietz östlich des Scharmützelsees und nördlich der B 246,

Gemeinde Bad Saarow mit der Gemarkung Neu Golm und der Gemarkung Bad Saarow-Pieskow östlich des Scharmützelsees und ab nördlicher Spitze östlich der L35,

Landkreis Dahme-Spreewald:

Gemeinde Jamlitz,

Gemeinde Lieberose,

Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Goyatz, Jessern, Lamsfeld, Ressen, Speichrow und Zaue,

Landkreis Spree-Neiße:

Gemeinde Schenkendöbern,

Gemeinde Guben,

Gemeinde Jänschwalde,

Gemeinde Tauer,

Gemeinde Peitz,

Gemeinde Kolkwitz mit den Gemarkungen Klein Gaglow, Hähnchen, Kolkwitz, Glinzig und Krieschow südlich der BAB 15,

Gemeinde Turnow-Preilack mit der Gemarkung Preilack,

Gemeinde Teichland mit der Gemarkung Bärenbrück,

Gemeinde Heinersbrück,

Gemeinde Forst,

Gemeinde Groß Schacksdorf-Simmersdorf,

Gemeinde Neiße-Malxetal,

Gemeinde Jämlitz-Klein Düben,

Gemeinde Tschernitz,

Gemeinde Döbern,

Gemeinde Felixsee,

Gemeinde Wiesengrund,

Gemeinde Spremberg,

Gemeinde Welzow,

Gemeinde Neuhausen/Spree,

Gemeinde Drebkau,

Kreisfreie Stadt Cottbus mit den Gemarkungen Kahren, Gallinchen, Groß Gaglow und der Gemarkung Kiekebusch südlich der BAB 15,

Landkreis Märkisch-Oderland:

Gemeinde Bleyen-Genschmar,

Gemeinde Neuhardenberg

Gemeinde Golzow,

Gemeinde Küstriner Vorland,

Gemeinde Alt Tucheband,

Gemeinde Reitwein,

Gemeinde Podelzig,

Gemeinde Gusow-Platkow,

Gemeinde Seelow,

Gemeinde Vierlinden,

Gemeinde Lindendorf,

Gemeinde Fichtenhöhe,

Gemeinde Lietzen,

Gemeinde Falkenhagen (Mark),

Gemeinde Zeschdorf,

Gemeinde Treplin,

Gemeinde Lebus,

Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Jahnsfelde, Trebnitz, Obersdorf, Münchehofe und Hermersdorf,

Gemeinde Märkische Höhe mit der Gemarkung Ringenwalde,

Gemeinde Bliesdorf mit der Gemarkung Metzdorf und Gemeinde Bliesdorf – östlich der B167 bis östlicher Teil, begrenzt aus Richtung Gemarkungsgrenze Neutrebbin südlich der Bahnlinie bis Straße „Sophienhof“ dieser westlich folgend bis „Ruesterchegraben“ weiter entlang Feldweg an den Windrädern Richtung „Herrnhof“, weiter entlang „Letschiner Hauptgraben“ nord-östlich bis Gemarkungsgrenze Alttrebbin und Kunersdorf – östlich der B167,

Gemeinde Bad Freienwalde mit den Gemarkungen Altglietzen, Altranft, Bad Freienwalde, Bralitz, Hohenwutzen, Schiffmühle, Hohensaaten und Neuenhagen,

Gemeinde Falkenberg mit der Gemarkung Falkenberg östlich der L35,

Gemeinde Oderaue,

Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Altwriezen, Jäckelsbruch, Neugaul, Beauregard, Eichwerder, Rathsdorf – östlich der B167 und Wriezen – östlich der B167,

Gemeinde Neulewin,

Gemeinde Neutrebbin,

Gemeinde Letschin,

Gemeinde Zechin,

Landkreis Barnim:

Gemeinde Lunow-Stolzenhagen,

Gemeinde Parsteinsee,

Gemeinde Oderberg,

Gemeinde Liepe,

Gemeinde Hohenfinow (nördlich der B167),

Gemeinde Niederfinow,

Gemeinde (Stadt) Eberswalde mit den Gemarkungen Eberswalde nördlich der B167 und östlich der L200, Sommerfelde und Tornow nördlich der B167,

Gemeinde Chorin mit den Gemarkungen Brodowin, Chorin östlich der L200, Serwest, Neuehütte, Sandkrug östlich der L200,

Gemeinde Ziethen mit der Gemarkung Klein Ziethen östlich der Serwester Dorfstraße und östlich der B198,

Landkreis Uckermark:

Gemeinde Angermünde mit den Gemarkungen Crussow, Stolpe, Gellmersdorf, Neukünkendorf, Bölkendorf, Herzsprung, Schmargendorf und den Gemarkungen Angermünde südlich und südöstlich der B2 und Dobberzin südlich der B2,

Gemeinde Schwedt mit den Gemarkungen Criewen, Zützen, Schwedt, Stendell, Kummerow, Kunow, Vierraden, Blumenhagen, Oderbruchwiesen, Enkelsee, Gatow, Hohenfelde, Schöneberg, Flemsdorf und der Gemarkung Felchow östlich der B2,

Gemeinde Pinnow südlich und östlich der B2,

Gemeinde Berkholz-Meyenburg,

Gemeinde Mark Landin mit der Gemarkung Landin südlich der B2,

Gemeinde Casekow mit der Gemarkung Woltersdorf und den Gemarkungen Biesendahlshof und Casekow östlich der L272 und südlich der L27,

Gemeinde Hohenselchow-Groß Pinnow mit der Gemarkung Groß Pinnow und der Gemarkung Hohenselchow südlich der L27,

Gemeinde Gartz (Oder) mit der Gemarkung Friedrichsthal und den Gemarkungen Gartz und Hohenreinkendorf südlich der L27 und der B2 bis Kastanienallee, dort links abbiegend dem Schülerweg folgend bis Höhe Bahnhof, von hier in östlicher Richtung den Salveybach kreuzend bis zum Tantower Weg, diesen in nördlicher Richtung bis zu Stettiner Straße, diese weiter folgend bis zur B2, dieser in nördlicher Richtung folgend,

Gemeinde Mescherin mit der Gemarkung Mescherin, der Gemarkung Neurochlitz östlich der B2 und der Gemarkung Rosow nördlich der K 7311,

Gemeinde Passow mit der Gemarkung Jamikow,

Kreisfreie Stadt Frankfurt (Oder),

Landkreis Prignitz:

Gemeinde Karstädt mit den Gemarkungen Neuhof und Kribbe und den Gemarkungen Groß Warnow, Klein Warnow, Reckenzin, Streesow und Dallmin östlich der Bahnstrecke Berlin/Spandau-Hamburg/Altona,

Gemeinde Berge,

Gemeinde Pirow mit den Gemarkungen Hülsebeck, Pirow, Bresch und Burow,

Gemeinde Putlitz mit den Gemarkungen Sagast, Nettelbeck, Porep, Lütkendorf, Putlitz, Weitgendorf und Telschow,

Gemeinde Marienfließ mit den Gemarkungen Jännersdorf, Stepenitz und Krempendorf,

Landkreis Oberspreewald-Lausitz:

Gemeinde Vetschau mit den Gemarkungen Wüstenhain und Laasow,

Gemeinde Altdöbern mit den Gemarkungen Reddern, Ranzow, Pritzen, Altdöbern östlich der Bahnstrecke Altdöbern –Großräschen,

Gemeinde Großräschen mit den Gemarkungen Woschkow, Dörrwalde, Allmosen,

Gemeinde Neu-Seeland,

Gemeinde Neupetershain,

Gemeinde Senftenberg mit der Gemarkungen Peickwitz, Sedlitz, Kleinkoschen, Großkoschen und Hosena,

Gemeinde Hohenbocka,

Gemeinde Grünewald,

Gemeinde Hermsdorf,

Gemeinde Kroppen,

Gemeinde Ortrand,

Gemeinde Großkmehlen,

Gemeinde Lindenau,

Gemeinde Frauendorf,

Gemeinde Ruhland,

Gemeinde Guteborn

Gemeinde Schwarzbach mit der Gemarkung Schwarzbach,

Bundesland Sachsen:

Landkreis Bautzen,

Stadt Dresden:

Stadtgebiet nördlich der BAB4 bis zum Verlauf westlich der Elbe, dann nördlich der B6,

Landkreis Görlitz,

Landkreis Meißen:

Gemeinde Diera-Zehren östlich der Elbe,

Gemeinde Ebersbach,

Gemeinde Glaubitz östlich des Grödel-Elsterwerdaer-Floßkanals,

Gemeinde Klipphausen östlich der S177,

Gemeinde Lampertswalde,

Gemeinde Moritzburg,

Gemeinde Niederau östlich der B101,

Gemeinde Nünchritz östlich der Elbe und südlich des Grödel-Elsterwerdaer-Floßkanals,

Gemeinde Priestewitz,

Gemeinde Röderaue östlich des Grödel-Elsterwerdaer-Floßkanals,

Gemeinde Schönfeld,

Gemeinde Stadt Coswig,

Gemeinde Stadt Gröditz östlich des Grödel-Elsterwerdaer-Floßkanals,

Gemeinde Stadt Großenhain,

Gemeinde Stadt Meißen östlich des Straßenverlaufs der S177 bis zur B6, dann B6 bis zur B101, ab der B101 Elbtalbrücke Richtung Norden östlich der Elbe,

Gemeinde Stadt Radebeul,

Gemeinde Stadt Radeburg,

Gemeinde Thiendorf,

Gemeinde Weinböhla,

Gemeinde Wülknitz östlich des Grödel-Elsterwerdaer-Floßkanals,

Landkreis Sächsische Schweiz-Osterzgebirge:

Gemeinde Stadt Wilsdruff nördlich der BAB4 zwischen den Abfahren Wilsdruff und Dreieck Dresden-West,

Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:

Landkreis Ludwigslust-Parchim:

Gemeinde Balow mit dem Ortsteil: Balow,

Gemeinde Brunow mit den Ortsteilen und Ortslagen: Bauerkuhl, Brunow (bei Ludwigslust), Klüß, Löcknitz (bei Parchim),

Gemeinde Dambeck mit dem Ortsteil und der Ortslage: Dambeck (bei Ludwigslust),

Gemeinde Ganzlin mit den Ortsteilen und Ortslagen: Barackendorf, Hof Retzow, Klein Damerow, Retzow, Wangelin,

Gemeinde Gehlsbach mit den Ortsteilen und Ortslagen: Ausbau Darß, Darß, Hof Karbow, Karbow, Karbow-Ausbau, Quaßlin, Quaßlin Hof, Quaßliner Mühle, Vietlübbe, Wahlstorf

Gemeinde Groß Godems mit den Ortsteilen und Ortslagen: Groß Godems, Klein Godems,

Gemeinde Karrenzin mit den Ortsteilen und Ortslagen: Herzfeld, Karrenzin, Karrenzin-Ausbau, Neu Herzfeld, Repzin, Wulfsahl,

Gemeinde Kreien mit den Ortsteilen und Ortslagen: Ausbau Kreien, Hof Kreien, Kolonie Kreien, Kreien, Wilsen,

Gemeinde Kritzow mit dem Ortsteil und der Ortslage: Benzin,

Gemeinde Lübz mit den Ortsteilen und Ortslagen: Burow, Gischow, Meyerberg,

Gemeinde Möllenbeck mit den Ortsteilen und Ortslagen: Carlshof, Horst, Menzendorf, Möllenbeck,

Gemeinde Muchow mit dem Ortsteil und Ortslage: Muchow,

Gemeinde Parchim mit dem Ortsteil und Ortslage: Slate,

Gemeinde Prislich mit den Ortsteilen und Ortslagen: Marienhof, Neese, Prislich, Werle,

Gemeinde Rom mit dem Ortsteil und Ortslage: Klein Niendorf,

Gemeinde Ruhner Berge mit den Ortsteilen und Ortslagen: Dorf Poltnitz, Drenkow, Griebow, Jarchow, Leppin, Malow, Malower Mühle, Marnitz, Mentin, Mooster, Poitendorf, Poltnitz, Suckow, Tessenow, Zachow,

Gemeinde Siggelkow mit den Ortsteilen und Ortslagen: Groß Pankow, Klein Pankow, Neuburg, Redlin, Siggelkow,

Gemeinde Stolpe mit den Ortsteilen und Ortslagen: Barkow, Granzin, Stolpe Ausbau, Stolpe,

Gemeinde Ziegendorf mit den Ortsteilen und Ortslagen: Drefahl, Meierstorf, Neu Drefahl, Pampin, Platschow, Stresendorf, Ziegendorf,

Gemeinde Zierzow mit den Ortsteilen und Ortslagen: Kolbow, Zierzow.

3.   Estland

De volgende beperkingszones II in Estland:

Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond).

4.   Letland

De volgende beperkingszones II in Letland:

Aizkraukles novads,

Alūksnes novads,

Augšdaugavas novads,

Ādažu novads,

Balvu novads,

Bauskas novads,

Cēsu novads,

Dienvidkurzemes novada Aizputes, Cīravas, Lažas, Durbes, Dunalkas, Tadaiķu, Vecpils, Bārtas, Sakas, Bunkas, Priekules, Gramzdas, Kalētu, Virgas, Dunikas, Vaiņodes, Gaviezes, Rucavas, Vērgales, Medzes pagasts, Nīcas pagasta daļa uz dienvidiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P116, P106, autoceļa no apdzīvotas vietas Dinsdurbe, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, Aizputes, Durbes, Pāvilostas, Priekules pilsēta,

Dobeles novads,

Gulbenes novads,

Jelgavas novads,

Jēkabpils novads,

Krāslavas novads,

Kuldīgas novada Alsungas, Gudenieku, Kurmāles, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču, Snēpeles, Turlavas, Ēdoles, Īvandes, Rumbas, Padures pagasts, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Kuldīgas pilsēta,

Ķekavas novads,

Limbažu novads,

Līvānu novads,

Ludzas novads,

Madonas novads,

Mārupes novads,

Ogres novads,

Olaines novads,

Preiļu novads,

Rēzeknes novads,

Ropažu novada Garkalnes, Ropažu pagasts, Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, Vangažu pilsēta,

Salaspils novads,

Saldus novads,

Saulkrastu novads,

Siguldas novads,

Smiltenes novads,

Talsu novads,

Tukuma novads,

Valkas novads,

Valmieras novads,

Varakļānu novads,

Ventspils novads,

Daugavpils valstspilsētas pašvaldība,

Jelgavas valstspilsētas pašvaldība,

Jūrmalas valstspilsētas pašvaldība,

Rēzeknes valstspilsētas pašvaldība.

5.   Litouwen

De volgende beperkingszones II in Litouwen:

Alytaus miesto savivaldybė,

Alytaus rajono savivaldybė,

Anykščių rajono savivaldybė,

Akmenės rajono savivaldybė,

Birštono savivaldybė,

Biržų miesto savivaldybė,

Biržų rajono savivaldybė,

Druskininkų savivaldybė,

Elektrėnų savivaldybė,

Ignalinos rajono savivaldybė,

Jonavos rajono savivaldybė,

Joniškio rajono savivaldybė,

Jurbarko rajono savivaldybė: Eržvilko, Juodaičių, Seredžiaus, Smalininkų ir Viešvilės seniūnijos,

Kaišiadorių rajono savivaldybė,

Kauno miesto savivaldybė,

Kauno rajono savivaldybė,

Kazlų rūdos savivaldybė: Kazlų Rūdos seniūnija, išskyrus vakarinė dalis iki kelio 2602 ir 183, Plutiškių seniūnija,

Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės, Kražių, Liolių, Tytuvėnų, Tytuvėnų apylinkių, Pakražančio ir Vaiguvos seniūnijos,

Kėdainių rajono savivaldybė,

Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos,

Kupiškio rajono savivaldybė,

Kretingos rajono savivaldybė,

Lazdijų rajono savivaldybė,

Mažeikių rajono savivaldybė,

Molėtų rajono savivaldybė: Alantos, Balninkų, Čiulėnų, Inturkės, Joniškio, Luokesos, Mindūnų, Suginčių ir Videniškių seniūnijos,

Pagėgių savivaldybė,

Pakruojo rajono savivaldybė,

Panevėžio rajono savivaldybė,

Panevėžio miesto savivaldybė,

Pasvalio rajono savivaldybė,

Radviliškio rajono savivaldybė,

Rietavo savivaldybė,

Prienų rajono savivaldybė,

Plungės rajono savivaldybė,

Raseinių rajono savivaldybė,

Rokiškio rajono savivaldybė,

Skuodo rajono savivaldybė,

Šakių rajono savivaldybė: Kriūkų, Lekėčių ir Lukšių seniūnijos,

Šalčininkų rajono savivaldybė,

Šiaulių miesto savivaldybė,

Šiaulių rajono savivaldybė: Ginkūnų, Gruzdžių, Kairių, Kužių, Meškuičių, Raudėnų, Šakynos ir Šiaulių kaimiškosios seniūnijos,

Šilutės rajono savivaldybė,

Širvintų rajono savivaldybė: Čiobiškio, Gelvonų, Jauniūnų, Kernavės, Musninkų ir Širvintų seniūnijos,

Šilalės rajono savivaldybė,

Švenčionių rajono savivaldybė,

Tauragės rajono savivaldybė,

Telšių rajono savivaldybė,

Trakų rajono savivaldybė,

Ukmergės rajono savivaldybė: Deltuvos, Lyduokių, Pabaisko, Pivonijos, Siesikų, Šešuolių, Taujėnų, Ukmergės miesto, Veprių, Vidiškių ir Žemaitkiemo seniūnijos,

Utenos rajono savivaldybė,

Varėnos rajono savivaldybė,

Vilniaus miesto savivaldybė,

Vilniaus rajono savivaldybė: Avižienių, Bezdonių, Buivydžių, Dūkštų, Juodšilių, Kalvelių, Lavoriškių, Maišiagalos, Marijampolio, Medininkų, Mickūnų, Nemenčinės, Nemenčinės miesto, Nemėžio, Pagirių, Riešės, Rudaminos, Rukainių, Sudervės, Sužionių, Šatrininkų ir Zujūnų seniūnijos,

Visagino savivaldybė,

Zarasų rajono savivaldybė.

6.   Hongarije

De volgende beperkingszones II in Hongarije:

Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Fejér megye 403150, 403160, 403250, 403260, 403350, 404250, 404550, 404560, 404570, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye: 250350, 250850, 250950, 251450, 251550, 251950, 252050, 252150, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe.

7.   Polen

De volgende beperkingszones II in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Kalinowo, Stare Juchy, Prostki oraz gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim,

powiat elbląski,

powiat miejski Elbląg,

powiat gołdapski,

powiat piski,

powiat bartoszycki,

powiat olecki,

powiat giżycki,

powiat braniewski,

powiat kętrzyński,

powiat lidzbarski,

gminy Dźwierzuty Jedwabno, Pasym, Świętajno, Wielbark, Szczytno i miasto Szczytno w powiecie szczycieńskim,

powiat mrągowski,

powiat węgorzewski,

powiat olsztyński,

powiat miejski Olsztyn,

powiat nidzicki,

część powiatu ostródzkiego niewymieniona w części III załącznika I,

część powiatu nowomiejskiego niewymieniona w części III załącznika I,

część powiatu iławskiego niewymieniona w części III załącznika I,

część powiatu działdowskiego niewymieniona w części III załącznika I,

w województwie podlaskim:

powiat bielski,

powiat grajewski,

powiat moniecki,

powiat sejneński,

powiat siemiatycki,

powiat hajnowski,

gminy Ciechanowiec, Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim,

powiat białostocki,

powiat suwalski,

powiat miejski Suwałki,

powiat augustowski,

powiat sokólski,

powiat miejski Białystok,

w województwie mazowieckim:

gminy Domanice, Korczew, Kotuń, Mordy, Paprotnia, Przesmyki, Siedlce, Skórzec, Wiśniew, Wodynie, Zbuczyn w powiecie siedleckim,

powiat miejski Siedlce,

gminy Ceranów, Jabłonna Lacka, Kosów Lacki, Repki, Sabnie, Sterdyń w powiecie sokołowskim,

powiat łosicki,

powiat sochaczewski,

powiat zwoleński,

powiat kozienicki,

powiat lipski,

powiat radomski

powiat miejski Radom,

powiat szydłowiecki,

gminy Lubowidz i Kuczbork Osada w powiecie żuromińskim,

gmina Wieczfnia Kościelna w powicie mławskim,

gminy Bodzanów, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim,

powiat nowodworski,

gminy Czerwińsk nad Wisłą, Naruszewo, Załuski w powiecie płońskim,

gminy: miasto Kobyłka, miasto Marki, miasto Ząbki, miasto Zielonka, część gminy Tłuszcz ograniczona liniami kolejowymi: na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Tłuszcz oraz na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy do miasta Tłuszcz, część gminy Jadów położona na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie wołomińskim,

powiat garwoliński,

gminy Boguty – Pianki, Brok, Zaręby Kościelne, Nur, Małkinia Górna, część gminy Wąsewo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 60, część gminy wiejskiej Ostrów Mazowiecka położona na południe od miasta Ostrów Mazowiecka i na południe od linii wyznaczonej przez drogę 60 biegnącą od zachodniej granicy miasta Ostrów Mazowiecka do zachodniej granicy gminy w powiecie ostrowskim,

część gminy Sadowne położona na północny- zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Łochów położona na północny – zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie węgrowskim,

gminy Brańszczyk, Długosiodło, Rząśnik, Wyszków, część gminy Zabrodzie położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie wyszkowskim,

gminy Cegłów, Dębe Wielkie, Halinów, Latowicz, Mińsk Mazowiecki i miasto Mińsk Mazowiecki, Mrozy, Siennica, miasto Sulejówek w powiecie mińskim,

powiat otwocki,

powiat warszawski zachodni,

powiat legionowski,

powiat piaseczyński,

powiat pruszkowski,

powiat grójecki,

powiat grodziski,

powiat żyrardowski,

powiat białobrzeski,

powiat przysuski,

powiat miejski Warszawa,

w województwie lubelskim:

powiat bialski,

powiat miejski Biała Podlaska,

powiat janowski,

powiat puławski,

powiat rycki,

powiat łukowski,

powiat lubelski,

powiat miejski Lublin,

powiat lubartowski,

powiat łęczyński,

powiat świdnicki,

powiat biłgorajski,

powiat hrubieszowski,

powiat krasnostawski,

powiat chełmski,

powiat miejski Chełm,

powiat tomaszowski,

powiat kraśnicki,

powiat opolski,

powiat parczewski,

powiat włodawski,

powiat radzyński,

powiat miejski Zamość,

powiat zamojski,

w województwie podkarpackim:

powiat stalowowolski,

powiat lubaczowski,

gminy Medyka, Stubno, część gminy Orły położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77, część gminy Żurawica na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77 w powiecie przemyskim,

część powiatu jarosławskiego niewymieniona w części I załącznika I,

gmina Kamień w powiecie rzeszowskim,

gminy Cmolas, Dzikowiec, Kolbuszowa, Majdan Królewski i Niwiska powiecie kolbuszowskim,

powiat leżajski,

powiat niżański,

powiat tarnobrzeski,

gminy Adamówka, Sieniawa, Tryńcza, Przeworsk z miastem Przeworsk, Zarzecze w powiecie przeworskim,

gmina Ostrów, część gminy Sędziszów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4,

część gminy Czarna położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Żyraków położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy wiejskiej Dębica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim,

powiat mielecki,

gmina Krempna, część gminy Dębowiec położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 993, część gminy Osiek Jasielski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 993, część gminy Nowy Żmigród położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 993,

w województwie małopolskim:

gminy Nawojowa, Piwniczna Zdrój, Rytro, Stary Sącz, część gminy Łącko położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Dunajec w powiecie nowosądeckim,

gmina Szczawnica w powiecie nowotarskim,

gminy Sękowa, Uście Gorlickie w powiecie gorlickim,

w województwie pomorskim:

gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim,

gmina Stare Pole, część gminy Nowy Staw położna na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 w powiecie malborskim,

gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,

gmina Prabuty w powiecie kwidzyńskim,

w województwie świętokrzyskim:

gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 biegnącą od miejscowości Honorów do zachodniej granicy gminy w powiecie opatowskim,

część gminy Brody położona wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 i na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno – wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

gmina Gowarczów, część gminy Końskie położona na wschód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na północ od linii kolejowej w powiecie koneckim,

gminy Dwikozy i Zawichost w powiecie sandomierskim,

w województwie lubuskim:

gminy Bogdaniec, Deszczno, Kłodawa, Kostrzyn nad Odrą, Santok, Witnica w powiecie gorzowskim,

powiat miejski Gorzów Wielkopolski,

gminy Drezdenko, Strzelce Krajeńskie, Stare Kurowo, Zwierzyn w powiecie strzelecko – drezdeneckim,

powiat żarski,

powiat słubicki,

powiat żagański,

powiat krośnieński,

powiat zielonogórski

powiat miejski Zielona Góra,

powiat nowosolski,

powiat sulęciński,

powiat międzyrzecki,

powiat świebodziński,

powiat wschowski,

w województwie dolnośląskim:

powiat zgorzelecki,

część powiatu polkowickiego niewymieniona w częsci III załącznika I,

część powiatu wołowskiego niewymieniona w części III załącznika I,

gmina Jeżów Sudecki w powiecie karkonoskim,

gminy Rudna, Ścinawa, miasto Lubin i część gminy Lubin niewymieniona w części III załącznika I w powiecie lubińskim,

gmina Malczyce, Miękinia, Środa Śląska, część gminy Kostomłoty położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Udanin położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie średzkim,

gmina Wądroże Wielkie, część gminy Męcinka położona na północ od drogi nr 363 w powiecie jaworskim,

gminy Kunice, Legnickie Pole, Prochowice, Ruja w powiecie legnickim,

gminy Wisznia Mała, Trzebnica, Zawonia, część gminy Oborniki Śląskie położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 340 w powiecie trzebnickim,

powiat lubański,

powiat miejski Wrocław,

gminy Czernica, Długołęka, Siechnice, część gminy Żórawina położona na wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4, część gminy Kąty Wrocławskie położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim,

gminy Jelcz - Laskowice, Oława z miastem Oława i część gminy Domaniów położona na północny wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim,

gmina Bierutów, Dziadowa Kłoda, miasto Oleśnica, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dobroszyce położona na zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy w powiecie oleśnickim,

powiat bolesławiecki,

powiat milicki,

powiat górowski,

powiat głogowski,

gmina Świerzawa, Wojcieszów, część gminy Zagrodno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Jadwisin – Modlikowice Zagrodno oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od miejscowości Zagrodno do południowej granicy gminy w powiecie złotoryjskim,

powiat lwówecki,

gminy Czarny Bór, Stare Bogaczowice, Walim, miasto Boguszów - Gorce, miasto Jedlina – Zdrój, miasto Szczawno – Zdrój w powiecie wałbrzyskim,

powiat miejski Wałbrzych,

gmina Świdnica, miasto Świdnica, miasto Świebodzice w powiecie świdnickim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Siedlec, Wolsztyn, część gminy Przemęt położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Borek – Kluczewo – Sączkowo – Przemęt – Błotnica – Starkowo – Boszkowo – Letnisko w powiecie wolsztyńskim,

gmina Wielichowo, Rakoniewice, Granowo, część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim,

powiat międzychodzki,

powiat nowotomyski,

powiat obornicki,

część gminy Połajewo na położona na południe od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo - ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim,

powiat miejski Poznań,

gminy Buk, Czerwonak, Dopiewo, Komorniki, Rokietnica, Stęszew, Swarzędz, Suchy Las, Tarnowo Podgórne, Murowana Goślina w powiecie poznańskim,

powiat rawicki,

część powiatu szamotulskiego niewymieniona w części I załącznika I,

część powiatu gostyńskiego niewymieniona w części I i III załącznika I,

gminy Kobylin, Zduny, część gminy Krotoszyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim,

gmina Wijewo w powiecie leszczyńskim,

w województwie łódzkim:

gminy Białaczów, Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim,

gminy Biała Rawska, Regnów i Sadkowice w powiecie rawskim,

gmina Kowiesy w powiecie skierniewickim,

w województwie zachodniopomorskim:

gmina Boleszkowice i część gminy Dębno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na południe od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,

gminy Banie, Cedynia, Gryfino, Mieszkowice, Moryń, Chojna,, Widuchowa, Trzcińsko-Zdrój w powiecie gryfińskim,

gmina Kołbaskowo w powiecie polickim,

w województwie opolskim:

gminy Brzeg, Lubsza, Lewin Brzeski, Olszanka, Skarbimierz w powiecie brzeskim,

gminy Dąbrowa, Dobrzeń Wielki, Popielów, Murów, część gminy Łubniany położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Świerkle – Masów, ulicę Leśną w miejscowości Masów oraz na północ od ulicy Kolanowskiej biegnącej do wschodniej granicy gminy, część gminy Turawa położona na północ od linii wyznaczonej przez ulice Powstańców Śląskich -Kolanowską -Opolską – Kotorską w miejscowości Węgry i dalej na północ od drogi łączącej miejscowości Węgry- Kotórz Mały – Turawa – Rzędów – Kadłub Turawski – Zakrzów Turawski biegnącą do wschodniej granicy gminy w powiecie opolskim,

gmina Lasowice Wielkie, część gminy Kluczbork położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowana z drogą nr 45, a następnie od tego skrzyżowania na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 45 do skrzyżowania z ulicą Fabryczną w miejscowości Kluczbork i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ulice Fabryczna -Dzierżonia – Strzelecka w miejscowości Kluczbork do wschodniej granicy gminy, część gminy Wołczyn położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 w powiecie kluczborskim,

powiat namysłowski,

w województwie śląskim:

powiat miejski Sosnowiec,

powiat miejski Dąbrowa Górnicza,

gminy Bobrowniki, Mierzęcice, Psary, Siewierz, miasto Będzin, miasto Czeladź, miasto Wojkowice w powiecie będzińskim,

gminy Łazy i Poręba w powiecie zawierciańskim.

8.   Slowakije

De volgende beperkingszones II in Slowakije:

the whole district of Gelnica,

the whole district of Poprad

the whole district of Spišská Nová Ves,

the whole district of Levoča,

the whole district of Kežmarok,

in the whole district of Michalovce except municipalities included in zone III,

the whole district of Košice-okolie,

the whole district of Rožnava,

the whole city of Košice,

in the district of Sobrance: Remetské Hámre, Vyšná Rybnica, Hlivištia, Ruská Bystrá, Podhoroď, Choňkovce, Ruský Hrabovec, Inovce, Beňatina, Koňuš,

the whole district of Vranov nad Topľou,

the whole district of Humenné except municipalities included in zone III,

the whole district of Snina,

the whole district of Prešov,

the whole district of Sabinov,

the whole district of Svidník, except municipalities included in zone III,

the whole district of Stropkov, except municipalities included in zone III,

the whole district of Bardejov,

the whole district of Stará Ľubovňa,

the whole district of Revúca,

the whole district of Rimavská Sobota,

in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities not included in part I,

the whole district of Lučenec,

the whole district of Poltár,

the whole district of Zvolen,

the whole district of Detva,

the whole district of Krupina, except municipalities included in zone I,

the whole district of Banska Stiavnica,

the whole district of Žarnovica,

in the district of Žiar nad Hronom the municipalities of Hronská Dúbrava, Trnavá Hora, Ihráč, Nevoľné, Kremnica, Kremnické Bane, Krahule,

the whole district of Banska Bystica,

the whole district of Brezno,

the whole district of Liptovsky Mikuláš,

the whole district of Trebišov’,

in the district of Zlaté Moravce, the whole municipalities not included in part I,

in the district of Levice the municipality of Kozárovce,

in the district of Turčianske Teplice, municipalties of Turček, Horná Štubňa, Čremošné, Háj, Rakša, Mošovce.

9.   Italië

De volgende beperkingszones II in Italië:

Piedmont Region:

in the Province of Alessandria, the municipalities of Alice Bel Colle, Terzo, Bistagno, Cavatore Cavatore, Castelnuovo Bormida, Cabella Ligure, Carrega Ligure, Francavilla Bisio, Carpeneto, Costa Vescovato, Grognardo, Orsara Bormida, Pasturana, Melazzo, Mornese, Ovada, Predosa, Lerma, Fraconalto, Rivalta Bormida, Fresonara, Malvicino, Ponzone, San Cristoforo, Sezzadio, Rocca Grimalda, Garbagna, Tassarolo, Mongiardino Ligure, Morsasco, Montaldo Bormida, Prasco, Montaldeo, Belforte Monferrato, Albera Ligure, Bosio, Cantalupo Ligure, Castelletto D'orba, Cartosio, Acqui Terme, Arquata Scrivia, Parodi Ligure, Ricaldone, Gavi, Cremolino, Brignano-Frascata, Novi Ligure, Molare, Cassinelle, Morbello, Avolasca, Carezzano, Basaluzzo, Dernice, Trisobbio, Strevi, Sant'Agata Fossili, Pareto, Visone, Voltaggio, Tagliolo Monferrato, Casaleggio Boiro, Capriata D'orba, Castellania, Carrosio, Cassine, Vignole Borbera, Serravalle Scrivia, Silvano D'orba, Villalvernia, Roccaforte Ligure, Rocchetta Ligure, Sardigliano, Stazzano, Borghetto Di Borbera, Grondona, Cassano Spinola, Montacuto, Gremiasco, San Sebastiano Curone, Fabbrica Curone, Spigno Monferrato, Montechiaro d'Acqui, Castelletto d'Erro, Ponti, Denice, Pozzolo Formigaro,

in the province of Asti, the municipality of Mombaldone, Castel Rocchero, Montabone, Sessame, Monastero Bormida, Roccaverano,

Liguria Region:

in the province of Genova, the municipalities of Bogliasco, Arenzano, Ceranesi, Ronco Scrivia, Mele, Isola Del Cantone, Lumarzo, Genova, Masone, Serra Riccò, Campo Ligure, Mignanego, Busalla, Bargagli, Savignone, Torriglia, Rossiglione, Sant'Olcese, Valbrevenna, Sori, Tiglieto, Campomorone, Cogoleto, Pieve Ligure, Davagna, Casella, Montoggio, Crocefieschi, Vobbia, Fascia, Gorreto, Propata, Rondanina,

in the province of Savona, the municipalities of Albisola Superiore, Celle Ligure, Stella, Pontinvrea, Varazze, Urbe, Sassello, Mioglia, Giusvalla, Dego (est SP 29)

Emilia-Romagna Region:

in the province of Piacenza, the municipalities of Ottone (ovest fiume Trebbia), Zerba,

Lazio Region:

the Area of the Municipality of Rome within the administrative boundaries of the Local Heatlh Unit “ASL RM1”,

Sardinia Region:

In South Sardinia Province the Municipalities of Escolca, Esterzili, Genoni, Gesturi, Isili, Nuragus, Nurallao, Nurri, Sadali, Serri, Seui, Seulo, Villanova Tulo,

In Nuoro Province the Municipalities of Atzara, Austis, Bari Sardo, Bitti, Bolotana, Bortigali a East della Strada Statale 131, Cardedu, Dorgali, Elini, Fonni, Gadoni, Gairo, Girasole, Ilbono, Jerzu, Lanusei, Lei, Loceri, Lodè, Lodine, Lotzorai, Lula, Macomer a East della Strada Statale 131, Meana Sardo, Oliena, Onani, Orune, Osidda, Osini, Ovodda, Silanus, Sorgono, Teti, Tiana, Torpè, Tortolì, Ulassai, Ussassai,

In Oristano Province the Municipalities of Laconi, Nughedu Santa Vittoria, Sorradile,

In Sassari Province the Municipalities of Alà dei Sardi, Anela, Benetutti, Bono, Bonorva East of SS 131, Bottidda, Buddusò, Budoni, Bultei, Burgos, Esporlatu, Illorai, Ittireddu, Mores a sud della Strada Statale 128bis – Strada Provinciale 63, Nughedu di San Nicolò, Nule, Olbia Isola Amministrativa (Berchiddeddu), Oschiri a sud della E 840, Ozieri a sud della Strada Provinciale 63 – Strada Provinciale 1 – Strada Statale 199, Padru, Pattada, San Teodoro.

10.   Tsjechië

De volgende beperkingszones II in Tsjechië:

Region of Liberec:

in the district of Liberec, the municipalities of Arnoltice u Bulovky, Hajniště pod Smrkem, Nové Město pod Smrkem, Dětřichovec, Bulovka, Horní Řasnice, Dolní Pertoltice, Krásný Les u Frýdlantu, Jindřichovice pod Smrkem, Horní Pertoltice, Dolní Řasnice, Raspenava, Dolní Oldřiš, Ludvíkov pod Smrkem, Lázně Libverda, Háj u Habartic, Habartice u Frýdlantu, Kunratice u Frýdlantu, Víska u Frýdlantu, Poustka u Frýdlantu, Višňová u Frýdlantu, Předlánce, Černousy, Boleslav, Ves, Andělka, Frýdlant, Srbská.

11.   Griekenland

De volgende beperkingszones II in Griekenland:

in the regional unit of Serres:

part of the municipal departments of Kerkini, Agkistro, Petritsi, Sidirokastro, Promahonas, Achladochori (in Sintiki Municipality),

part of municipal departments of Irakleia and Skotoussa (in Irakleia municipality).

DEEL III

1.   Bulgarije

De volgende beperkingszones III in Bulgarije:

in Blagoevgrad region:

the whole municipality of Sandanski

the whole municipality of Strumyani

the whole municipality of Petrich,

the Pazardzhik region:

the whole municipality of Pazardzhik,

the whole municipality of Panagyurishte,

the whole municipality of Lesichevo,

the whole municipality of Septemvri,

the whole municipality of Strelcha,

in Plovdiv region

the whole municipality of Hisar,

the whole municipality of Suedinenie,

the whole municipality of Maritsa

the whole municipality of Rodopi,

the whole municipality of Plovdiv,

in Varna region:

the whole municipality of Byala,

the whole municipality of Dolni Chiflik.

2.   Italië

De volgende beperkingszones III in Italië:

Sardinia Region:

in Nuoro Province the Municipalities of Aritzo, Arzana, Baunei, Belvi, Desulo, Gavoi, Mamoiada, Nuoro, Ollolai, Olzai, Oniferi, Orani, Orgosolo, Orotelli, Ottana, Sarule, Talana, Tonara, Triei, Urzulei, Villagrande Strisaili.

3.   Letland

De volgende beperkingszones III in Letland:

Dienvidkurzemes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106, autoceļa no apdzīvotas vietas Dinsdurbe, Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296,

Kuldīgas novada Rudbāržu, Nīkrāces, Raņķu, Skrundas pagasts, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296, Skrundas pilsēta.

4.   Litouwen

De volgende beperkingszones III in Litouwen:

Jurbarko rajono savivaldybė: Jurbarko miesto seniūnija, Girdžių, Jurbarkų Raudonės, Skirsnemunės, Veliuonos ir Šimkaičių seniūnijos,

Molėtų rajono savivaldybė: Dubingių ir Giedraičių seniūnijos,

Marijampolės savivaldybė: Sasnavos ir Šunskų seniūnijos,

Šakių rajono savivaldybė: Barzdų, Gelgaudiškio, Griškabūdžio, Kidulių, Kudirkos Naumiesčio, Sintautų, Slavikų, Sudargo, Šakių, Plokščių ir Žvirgždaičių seniūnijos.

Kazlų rūdos savivaldybė: Antanavos, Jankų ir Kazlų Rūdos seniūnijos: vakarinė dalis iki kelio 2602 ir 183,

Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės apylinkių, Kukečių, Šaukėnų ir Užvenčio seniūnijos,

Vilkaviškio rajono savivaldybė: Gižų, Kybartų, Klausučių, Pilviškių, Šeimenos ir Vilkaviškio miesto seniūnijos.

Širvintų rajono savivaldybė: Alionių ir Zibalų seniūnijos,

Šiaulių rajono savivaldybė: Bubių, Kuršėnų kaimiškoji ir Kuršėnų miesto seniūnijos,

Ukmergės rajono savivaldybė: Želvos seniūnija,

Vilniaus rajono savivaldybė: Paberžės seniūnija.

5.   Polen

De volgende beperkingszones III in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gmina Rybno, część gminy Działdowo położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 538, część gminy Płośnica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Burkat – Skurpie – Rutkowice – Płośnica – Turza Mała – Koty, część gminy Lidzbark położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 544 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 541 oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 541 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 544 w powiecie działdowskim,

część gminy Grodziczno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 541 w powiecie nowomiejskim,

część gminy Lubawa położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 537 biegnącą od wschodniej graniczy gminy do skrzyżowana z drogą nr 541, a następnie na wschód od liini wyznaczonej przez drogę nr 541 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 537 do południowej granicy gminy w powiecie iławskim,

gmina Dąbrówno, część gminy Grunwald położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 537 biegnącej od zachodniej granicy gminy do miejscowości Stębark, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od miejscowości Stębark do południowej granicy gminy i łączącej miejscowości Stębark – Łodwigowo w powiecie ostródzkim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Krzemieniewo, Lipno, Osieczna, Rydzyna, Święciechowa, Włoszakowice w powiecie leszczyńskim,

powiat miejski Leszno,

gminy Kościan i miasto Kościan, Krzywiń, Śmigiel w powiecie kościańskim,

część gminy Dolsk położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 434 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 437, a następnie na zachód od drogi nr 437 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 434 do południowej granicy gminy, część gminy Śrem położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 310 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Śrem, następnie na zachód od drogi nr 432 w miejscowości Śrem oraz na zachód od drogi nr 434 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 432 do południowej granicy gminy w powiecie śremskim,

część gminy Gostyń położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie gostyńskim,

część gminy Przemęt położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Borek – Kluczewo – Sączkowo – Przemęt – Błotnica – Starkowo – Boszkowo – Letnisko w powiecie wolsztyńskim,

w województwie dolnośląskim:

część gminy Lubin położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 335 biegnącą od zachodniej granicy gminy do granicy miasta Lubin oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 333 biegnącą od granicy miasta Lubin do południowej granicy gminy w powiecie lubińskim

gminy Prusice, Żmigród, część gminy Oborniki Śląskie położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 340 w powiecie trzebnickim,

część gminy Zagrodno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Jadwisin – Modlikowice - Zagrodno oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od miejscowości Zagrodno do południowej granicy gminy, część gminy wiejskiej Złotoryja położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy w miejscowości Nowa Wieś Złotoryjska do granicy miasta Złotoryja oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od granicy miasta Złotoryja do wschodniej granicy gminy w powiecie złotoryjskim,

część gminy Chocianów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 335 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Żabice, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Żabice – Trzebnice – Chocianowiec - Chocianów – Pasternik biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie polkowickim,

gminy Chojnów i miasto Chojnów, Krotoszyce, Miłkowice w powiecie legnickim,

powiat miejski Legnica,

część gminy Wołów położona na wschód od linii wyznaczonej przez lnię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy, część gminy Wińsko położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 36 biegnącą od północnej do zachodniej granicy gminy, część gminy Brzeg Dolny położona na wschód od linii wyznaczonej przez linię kolejową od północnej do południowej granicy gminy w powiecie wołowskim.

6.   Roemenië

De volgende beperkingszones III in Roemenië:

Zona orașului București,

Județul Constanța,

Județul Satu Mare,

Județul Tulcea,

Județul Bacău,

Județul Bihor,

Județul Bistrița Năsăud,

Județul Brăila,

Județul Buzău,

Județul Călărași,

Județul Dâmbovița,

Județul Galați,

Județul Giurgiu,

Județul Ialomița,

Județul Ilfov,

Județul Prahova,

Județul Sălaj,

Județul Suceava

Județul Vaslui,

Județul Vrancea,

Județul Teleorman,

Judeţul Mehedinţi,

Județul Gorj,

Județul Argeș,

Judeţul Olt,

Judeţul Dolj,

Județul Arad,

Județul Timiș,

Județul Covasna,

Județul Brașov,

Județul Botoșani,

Județul Vâlcea,

Județul Iași,

Județul Hunedoara,

Județul Alba,

Județul Sibiu,

Județul Caraș-Severin,

Județul Neamț,

Județul Harghita,

Județul Mureș,

Județul Cluj,

Județul Maramureş.

7.   Slowakije

De volgende beperkingszones III in Slowakije:

In the district of Humenné: Závada, Nižná Sitnica, Vyšná Sitnica, Rohožník, Prituľany, Ruská Poruba, Ruská Kajňa,

In the district of Michalovce: Strážske, Staré, Oreské, Zbudza, Voľa, Nacina Ves, Pusté Čemerné, Lesné, Rakovec nad Ondavou, Petrovce nad Laborcom, Trnava pri Laborci, Vinné, Kaluža, Klokočov, Kusín, Jovsa, Poruba pod Vihorlatom, Hojné, Lúčky,Závadka, Hažín, Zalužice, Michalovce, Krásnovce, Šamudovce, Vŕbnica, Žbince, Lastomír, Zemplínska Široká, Čečehov, Jastrabie pri Michalovciach, Iňačovce, Senné, Palín, Sliepkovce, Hatalov, Budkovce, Stretava, Stretávka, Pavlovce nad Uhom, Vysoká nad Uhom, Bajany,

the whole district of Medzilaborce,

In the district of Stropkov: Havaj, Malá Poľana, Bystrá, Mikové, Varechovce, Vladiča, Staškovce, Makovce, Veľkrop, Solník, Korunková, Bukovce, Krišľovce, Jakušovce, Kolbovce,

In the district of Svidník: Pstruša,

The whole district of Sobrance except municipalities included in zone II.

”.

BESLUITEN

20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/79


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/374 VAN DE COMMISSIE

van 13 februari 2023

betreffende vrijstellingen van het uitgebreide antidumpingrecht op bepaalde rijwielonderdelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China overeenkomstig Verordening (EG) nr. 88/97

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 901)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 13, lid 4,

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2020/45 van de Commissie van 20 januari 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1379 wat betreft de uitbreiding bij Verordening (EG) nr. 71/97 van de Raad van het antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot bepaalde rijwielonderdelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2),

Gezien Verordening (EG) nr. 88/97 van de Commissie van 20 januari 1997 tot goedkeuring van de vrijstelling van de invoer van bepaalde delen van rijwielen, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, van de uitbreiding bij Verordening (EG) nr. 71/97 van de Raad van het bij Verordening (EEG) nr. 2474/93 van de Raad ingestelde antidumpingrecht (3), en met name de artikelen 4 tot en met 7,

Na kennisgeving aan de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Als gevolg van de uitbreiding bij Verordening (EG) nr. 71/97 van de Raad (4) van het antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC”) geldt momenteel een antidumpingrecht op hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit de VRC die in de Unie worden ingevoerd (“het uitgebreide recht”).

(2)

Krachtens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 71/97 is de Commissie bevoegd de nodige maatregelen vast te stellen om goedkeuring te geven voor de vrijstelling van de invoer van hoofdbestanddelen van rijwielen die geen ontwijking van het antidumpingrecht inhoudt.

(3)

Die uitvoeringsmaatregelen zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 88/97 (“de vrijstellingsverordening”), waarbij het specifieke stelsel van vrijstelling is ingevoerd.

(4)

Op basis hiervan heeft de Commissie een aantal rijwielassemblagebedrijven van het uitgebreide recht vrijgesteld.

(5)

Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van de vrijstellingsverordening heeft de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie meermaals lijsten van de vrijgestelde partijen bekendgemaakt (5).

(6)

Het meest recente Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1461 van de Commissie (6) betreffende vrijstellingen uit hoofde van de vrijstellingsverordening is aangenomen op 26 augustus 2022.

(7)

Voor de toepassing van het onderhavige besluit zijn de definities van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 88/97 van toepassing.

(8)

In oktober 2018 heeft de Commissie van de Portugese onderneming Sangal — Indústria de Veículos Lda (“Sangal”) (“de onderneming”) een verzoek tot wijziging van de referenties van de bij Beschikking 2003/899/EG van de Commissie (7) verleende vrijstelling met aanvullende Taric-code A407 ontvangen.

(9)

Sangal heeft met name verzocht om haar naam te wijzigen in Sangal E-bike Manufacturing Lda en haar wettelijk adres in Zona Industrial Da Mota Rua 7, lote A11 Gafanha Da Encarnação, 3830-527 Gafanha Da Encarnação, Portugal.

(10)

Uit de beoordeling van de gegrondheid van het verzoek is echter gebleken dat de onderneming niet alleen haar naam en adres heeft gewijzigd, maar dat ook haar eigenaren en, bovenal, haar assemblageactiviteiten zijn veranderd, aangezien Sangal uitsluitend met een hulpmotor uitgeruste rijwielen (“elektrische fietsen”) is gaan assembleren.

(11)

In januari 2019 bevestigde Sangal dat de onderneming alleen elektrische fietsen assembleerde, maar wees zij erop dat de assemblage van conventionele rijwielen volgens plan in 2019 zou worden hervat. Daarom heeft Sangal de Commissie verzocht Sangal te beschouwen als assembleur van zowel conventionele als elektrische fietsen (“hybride assembleur”) en de gevraagde wijziging van de referenties van de goedkeuring van de vrijstelling toe te staan op basis van de geplande assemblage van conventionele fietsen.

(12)

Daarom heeft de Commissie de beoordeling van het verzoek om wijziging van de referenties opgeschort om Sangal in staat te stellen adequaat bewijs van de assemblage van conventionele rijwielen te leveren.

(13)

In oktober 2022 herhaalde Sangal het in overweging 8 bedoelde verzoek tot wijziging van de referenties van de goedkeuring van de vrijstelling, met het argument dat de bevoegde Portugese douaneautoriteit de onderneming erop heeft gewezen dat de referenties van de door de Commissie verleende goedkeuring van de vrijstelling niet overeenkwamen met die van de onderneming die in het kader van de vrijstelling rijwielonderdelen invoerde.

(14)

In dit verband heeft de Commissie Sangal verzocht het bewijs te leveren dat zij conventionele fietsen heeft geassembleerd, zoals meegedeeld in 2019.

(15)

Nog in oktober 2022 heeft de onderneming de Commissie meegedeeld dat de assemblage van conventionele fietsen nog niet was begonnen, naar verluidt als gevolg van een tekort aan onderdelen. Sangal heeft echter elektrische fietsen geassembleerd. Sangal stelde ook dat zij in het lopende jaar 2022 met de assemblage van conventionele fietsen zou beginnen.

(16)

De Commissie merkt op dat de vrijstellingsverordening als een van de voorwaarden om voor goedkeuring van de vrijstelling in aanmerking te komen stelt dat assemblagebedrijven de in het kader van een vrijstelling aangekochte rijwielonderdelen moeten gebruiken om conventionele fietsen te assembleren. Bovendien kunnen ook hybride assembleurs (d.w.z. assembleurs van zowel conventionele als elektrische fietsen) gebruikmaken van de goedkeuring van de vrijstelling. Partijen die uitsluitend elektrische fietsen assembleren, komen echter niet in aanmerking voor de op grond van de vrijstellingsverordening verleende goedkeuring van de vrijstelling. Deze partijen moeten opereren in het kader van een ad-hocgoedkeuring voor eindgebruik die is verleend overeenkomstig de douanewetgeving van de Unie, mits zij voldoen aan de voorwaarden om voor die goedkeuring in aanmerking te komen.

(17)

In het licht van het bovenstaande kan Sangal niet als een hybride assembleur worden beschouwd. De Commissie heeft de onderneming een redelijke termijn gegeven om de assemblage van conventionele fietsen te hervatten, maar zij heeft dit niet gedaan. Het verzoek tot wijziging van de referenties als bedoeld in de overwegingen 8 en 9 moet dan ook worden afgewezen.

(18)

Bovendien voldoet Sangal niet meer aan de vereisten van de krachtens de vrijstellingsverordening verleende goedkeuring van de vrijstelling. Daarom moet de in overweging 8 bedoelde goedkeuring van de vrijstelling voor Sangal worden ingetrokken. Het in overweging 9 bedoelde verzoek om naamswijziging kan dan ook niet worden ingewilligd.

(19)

Op 9 december 2022 werd aan Sangal mededeling gedaan van de bovenstaande bevindingen op basis waarvan zou worden voorgesteld een uitvoeringsbesluit van de Commissie vast te stellen tot afwijzing van het verzoek tot wijziging van de referenties en tot intrekking van de goedkeuring van de vrijstelling.

(20)

Na de mededeling van feiten en overwegingen heeft Sangal op 19 december 2022 bevestigd dat in de afgelopen vier jaar nooit met de assemblage van conventionele fietsen is begonnen. De onderneming beriep zich daarvoor op uitzonderlijke omstandigheden op de markt, zoals een aanzienlijke toename van de vraag naar elektrische fietsen en een aanzienlijke stijging van de vrachtkosten die samenviel met een zeer lange aanlooptijd voor de levering van onderdelen, terwijl de onderneming zich nog in de opstartfase bevond en verliesgevend was.

(21)

De Commissie merkte echter op dat de toegenomen vraag naar elektrische fietsen niet relevant is voor de onderhavige beoordeling. Bovendien heeft Sangal geen bewijzen overgelegd met betrekking tot de gestelde uitzonderlijke omstandigheden, zoals de lange aanlooptijd voor de levering van onderdelen. Integendeel, de Commissie merkte op dat volgens het rapport van de Europese databank van artikel 14, lid 6, het aantal door Sangal gekochte rijwielonderdelen de afgelopen vier jaar aanzienlijk is toegenomen en in 2022 zelfs is verdubbeld.

(22)

Voorts stelde Sangal dat zij bezig is met de afronding van een aankooporder bij een verbonden onderneming dat in geval van succes zou leiden tot de assemblage van ongeveer 4 000 conventionele rijwielen die in de loop van 2023 zouden worden verzonden. Daarom heeft Sangal de Commissie verzocht haar extra tijd te geven om aan te tonen dat de onderneming als hybride assembleur kan worden beschouwd.

(23)

De Commissie merkte op dat de onderneming op grond van de feitelijke assemblageactiviteiten van Sangal niet als hybride assembleur kan worden beschouwd. Bovendien heeft het feit dat Sangal over een order voor de toekomstige productie van conventionele rijwielen zou onderhandelen, geen invloed op haar huidige activiteit, die het voorwerp is van dit onderzoek. Indien de toekomstige assemblage van conventionele fietsen wordt bevestigd, zou dit immers slechts gevolgen hebben voor de toekomstige prestaties van de onderneming.

(24)

Bovendien merkte de Commissie op dat dit uitvoeringsbesluit Sangal niet belet om in de toekomst een nieuw verzoek om goedkeuring van de vrijstelling in te dienen, overeenkomstig de voorwaarden van de artikelen 4 en 5 van de vrijstellingsverordening.

(25)

Op grond van een en ander worden de bevindingen van het onderzoek van het in overweging 18 bedoelde verzoek bevestigd en wordt het verzoek van Sangal afgewezen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het verzoek om wijziging van de referenties van de bij Beschikking 2003/899/EG aan de in de tabel van dit artikel vermelde partij verleende goedkeuring van de vrijstelling wordt afgewezen.

Partij waarvoor de wijziging van de referenties wordt verworpen

Aanvullende Taric-code

Naam

Adres

A407

Sangal — Indústria de Veículos Lda

Rua do Serrado — Apartado 21

3781-908, Sangalhos — Portugal

Artikel 2

De bij Beschikking 2003/899/EG aan de in de tabel van dit artikel vermelde partij verleende goedkeuring van de vrijstelling wordt ingetrokken.

Partij ten aanzien waarvan de goedkeuring van de vrijstelling wordt ingetrokken

Aanvullende Taric-code

Naam

Adres

A407

Sangal — Indústria de Veículos Lda

Rua do Serrado — Apartado 21

3781-908, Sangalhos — Portugal

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten alsmede tot de in artikel 2 vermelde partij en wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Dit besluit wordt van kracht door de kennisgeving ervan.

Gedaan te Brussel, 13 februari 2023.

Voor de Commissie

Valdis DOMBROVSKIS

Uitvoerend vicevoorzitter


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  PB L 16 van 21.1.2020, blz. 7.

(3)  PB L 17 van 21.1.1997, blz. 17.

(4)  Verordening (EG) nr. 71/97 van de Raad van 10 januari 1997 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht, ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2474/93 voor rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China op de invoer van bepaalde onderdelen van rijwielen uit de Volksrepubliek China en tot heffing van het uitgebreide recht op dergelijke uit hoofde van Verordening (EG) nr. 703/96 geregistreerde invoer (PB L 16 van 18.1.1997, blz. 55).

(5)  PB C 45 van 13.2.1997, blz. 3; PB C 112 van 10.4.1997, blz. 9; PB C 220 van 19.7.1997, blz. 6; PB L 193 van 22.7.1997, blz. 32; PB L 334 van 5.12.1997, blz. 37; PB C 378 van 13.12.1997, blz. 2; PB C 217 van 11.7.1998, blz. 9; PB C 37 van 11.2.1999, blz. 3; PB C 186 van 2.7.1999, blz. 6; PB C 216 van 28.7.2000, blz. 8; PB C 170 van 14.6.2001, blz. 5; PB C 103 van 30.4.2002, blz. 2; PB C 35 van 14.2.2003, blz. 3; PB C 43 van 22.2.2003, blz. 5; PB C 54 van 2.3.2004, blz. 2; PB L 343 van 19.11.2004, blz. 23; PB C 299 van 4.12.2004, blz. 4; PB L 17 van 21.1.2006, blz. 16; PB L 313 van 14.11.2006, blz. 5; PB L 81 van 20.3.2008, blz. 73; PB C 310 van 5.12.2008, blz. 19; PB L 19 van 23.1.2009, blz. 62; PB L 314 van 1.12.2009, blz. 106; PB L 136 van 24.5.2011, blz. 99; PB L 343 van 23.12.2011, blz. 86; PB L 119 van 23.4.2014, blz. 67; PB L 132 van 29.5.2015, blz. 32; PB L 331 van 17.12.2015, blz. 30; PB L 47 van 24.2.2017, blz. 13; PB L 79 van 22.3.2018, blz. 31; PB L 171 van 26.6.2019, blz. 117; PB L 138 van 30.4.2020, blz. 8; PB L 158 van 20.5.2020, blz. 7; PB L 325 van 7.10.2020, blz. 74; PB L 140 van 23.4.2021, blz. 1, PB L 83 van 10.3.2022, blz. 39, PB L 102 van 30.3.2022, blz. 16, en PB L 229 van 5.9.2022, blz. 69.

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1461 van de Commissie van 26 augustus 2022 betreffende vrijstellingen van het uitgebreide antidumpingrecht op bepaalde rijwielonderdelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China overeenkomstig Verordening (EG) nr. 88/97 (PB L 229 van 5.9.2022, blz. 69).

(7)  Beschikking 2003/899/EG van de Commissie van 28 november 2003 tot vrijstelling, voor bepaalde bedrijven, op grond van Verordening (EG) nr. 88/97, van het antidumpingrecht op bepaalde rijwielonderdelen uit de Volksrepubliek China, ingesteld bij Verordening (EG) nr. 71/97 van de Raad als uitbreiding van het bij Verordening (EEG) nr. 2474/93 ingestelde en bij Verordening (EG) nr. 1524/2000 gehandhaafde antidumpingrecht op rijwielen uit de Volksrepubliek China, en tot opheffing van de schorsing van dit antidumpingrecht voor andere bedrijven (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 101).


20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/83


BESLUIT (EU) 2023/375 VAN DE COMMISSIE

van 16 februari 2023

waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van de btw op invoer wordt verleend voor goederen die in 2021 en 2022 in Litouwen zijn ingevoerd om de migratiecrisis op te vangen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 1032)

(Slechts de tekst in de Litouwse taal is authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/132/EG van de Raad van 19 oktober 2009 houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, punten b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen (1), en met name artikel 53, eerste alinea,

Gezien Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (2), en met name artikel 76, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In juni 2021 begon het aantal onderdanen van derde landen en staatlozen dat onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus overstak, toe te nemen. Dit kwam doordat het regime van Belarus geen respect heeft voor het internationale recht, de grondrechten of mensenrechten, en migranten als instrument inzette, hetgeen een zeer grote impact had op buurland Litouwen. Dit zorgde voor grote druk en uitzonderlijke uitdagingen bij de grenscontrole, en de ontvangst en opvang van de onderdanen van derde landen en staatlozen. Per begin augustus 2021 waren er al ruim 55 keer zoveel personen geregistreerd die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hadden overgestoken als in heel 2020. Het bovenstaande heeft ertoe geleid dat Litouwen op 2 juli 2021 de nationale noodtoestand heeft uitgeroepen.

(2)

Litouwen heeft op 15 juli 2021 om bijstand verzocht overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) om met de noodsituatie om te gaan. 19 lidstaten en een derde land die aan het Uniemechanisme voor civiele bescherming deelnemen, hebben op het Litouwse bijstandsverzoek gereageerd. Deze bijstand bestond uit de levering van verwarmingssystemen en airconditioners, kampeerbedden, elektrische generatoren, containerhuizen (voor bewoning en sanitair), tenten en bijbehorende vloeren, verlichting, tafels, stoelen, dekens, kussens, slaapzakken, matrassen, kluisjes, grote tenten, voedselpakketten en andere bijstand in natura.

(3)

Litouwen heeft 13 oktober 2021 een verzoek ingediend, gewijzigd op 15 april 2022 en 6 juni 2022, voor vrijstelling van rechten bij invoer en van de btw voor goederen die in Litouwen zijn ingevoerd om gratis te worden verstrekt of ter beschikking te worden gesteld aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken.

(4)

In afwachting van de kennisgeving van het besluit van de Commissie heeft Litouwen toestemming gegeven om de goederen als bedoeld in artikel 76, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1186/2009 in te voeren met schorsing van de betrokken rechten bij invoer, en om de goederen als bedoeld in artikel 53, lid 2, van Richtlijn 2009/132/EG in te voeren met schorsing van de betrokken btw.

(5)

Litouwen heeft bevestigd dat de eerste invoer van goederen om gratis te worden verstrekt of ter beschikking te worden gesteld aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken, op 12 augustus 2021 heeft plaatsgevonden.

(6)

Litouwen heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de goederen zijn ingevoerd voor het vrije verkeer door de nationale grenswacht van Litouwen en dat de gratis verstrekking en terbeschikkingstelling van de ingevoerde goederen aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken, door aangewezen overheidsorganisaties is uitgevoerd.

(7)

De humanitaire crisis, waarvoor de andere lidstaten en derde landen dringend bijstand moesten verlenen ter bescherming van een groot aantal onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken, in het bijzonder tijdens het najaar en de winter, en de extreme uitdagingen die hieruit voor Litouwen voortvloeien, vormen een ramp in de zin van hoofdstuk XVII, punt C, van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en titel VIII, hoofdstuk 4, van Richtlijn 2009/132/EG.

(8)

Het is daarom passend Litouwen vrijstelling te verlenen van de rechten bij invoer voor de goederen die voor de in artikel 74 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 beschreven doeleinden zijn ingevoerd, en van de btw voor goederen die voor de in artikel 51 van Richtlijn 2009/132/EG beschreven doeleinden zijn ingevoerd.

(9)

Om toezicht te houden op de invoer waarvoor vrijstelling van rechten en van btw wordt verleend, en om de juiste toepassing van deze maatregel te waarborgen, met inachtneming van het feit dat een gelijksoortige maatregel, namelijk Besluit (EU) 2022/1108 van de Commissie (4), vanaf 24 februari 2022 van toepassing is, moet Litouwen de Commissie in kennis stellen van het soort en de hoeveelheden van de goederen die met vrijstelling van rechten bij invoer en de btw zijn ingevoerd om gratis te worden verstrekt of ter beschikking te worden gesteld aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken, alsmede van de maatregelen die zijn genomen om te voorkomen dat de goederen worden gebruikt voor andere doeleinden dan het voorzien in de behoeften van die personen.

(10)

Om de naleving van de voorwaarden van dit besluit te waarborgen, onregelmatigheden te voorkomen en de financiële belangen van de Unie en de lidstaten te beschermen, moet Litouwen de Commissie binnen de bij dit besluit vastgestelde termijnen in kennis stellen van de risicobeheers- en relevante douanecontrolemaatregelen die het overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (5) heeft toegepast met betrekking tot het in het vrije verkeer brengen en het gebruik van goederen waarvoor vrijstelling van douanerechten of de btw is verleend.

(11)

Wegens de extreme uitdagingen waarvoor Litouwen zich gesteld ziet, moet zowel een vrijstelling van rechten bij invoer als van de btw worden toegekend voor de invoer in Litouwen van 12 augustus 2021 tot en met 31 juli 2022, zoals door Litouwen op 6 juni 2022 verzocht.

(12)

Op 25 november 2022 zijn de lidstaten overeenkomstig artikel 76, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en artikel 53, eerste alinea, van Richtlijn 2009/132/EG geraadpleegd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt vrijstelling van rechten bij invoer in de zin van artikel 2, lid 1, punt a), van Verordening (EG) nr. 1186/2009 verleend en van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) voor goederen die door de nationale grenswacht van Litouwen zijn ingevoerd voor het vrije verkeer in de zin van artikel 2, lid 1, punt a), van Richtlijn 2009/132/EG, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de goederen zijn bestemd om op een van de volgende wijzen te worden gebruikt:

i)

gratis verstrekking door aangewezen overheidsorganisaties aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken;

ii)

gratis terbeschikkingstelling aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken door aangewezen overheidsorganisaties, waarbij de goederen eigendom van die organisaties blijven;

b)

de goederen voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 75, 78, 79 en 80 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en de artikelen 52, 55, 56 en 57 van Richtlijn 2009/132/EG.

Artikel 2

Uiterlijk op 1 maart 2023 deelt Litouwen de Commissie de volgende informatie mee:

a)

de geconsolideerde informatie over de goederen die krachtens artikel 1 met vrijstelling van rechten bij invoer en de btw zijn ingevoerd:

i)

nummer van de douaneaangifte;

ii)

datum van aanvaarding;

iii)

code van de gecombineerde nomenclatuur;

iv)

code van het geïntegreerd tarief van de Europese Gemeenschappen;

v)

nettomassa;

vi)

bijzondere maatstaf, indien van toepassing;

vii)

waarde van de goederen;

viii)

douanetarief;

ix)

btw-tarief;

x)

bedrag aan niet-geïnde rechten en btw;

xi)

oorsprong van de goederen;

xii)

de titels van de in artikel 1, punt a), ii), bedoelde organisaties ten aanzien van goederen die ter beschikking zijn gesteld aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken;

b)

een lijst van aangewezen overheidsorganisaties die belast zijn met de verstrekking en de terbeschikkingstelling van voor de vrijstelling van rechten en van de btw in aanmerking komende goederen aan onderdanen van derde landen en staatlozen die onrechtmatig de grens tussen Litouwen en Belarus hebben overgestoken, en aan personen die om internationale bescherming verzoeken;

c)

maatregelen die zijn genomen om de naleving van de artikelen 78, 79 en 80 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en van de artikelen 55, 56 en 57 van Richtlijn 2009/132/EG te garanderen;

d)

de risicobeheersmaatregelen en, in voorkomend geval, de controlemaatregelen die Litouwen overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) nr. 952/2013 heeft getroffen met betrekking tot de goederen die onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen.

Artikel 3

Artikel 1 is van toepassing op de invoer van goederen die van 12 augustus 2021 tot en met 31 juli 2022 in Litouwen zijn ingevoerd.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Republiek Litouwen.

Het is van toepassing met ingang van 12 augustus 2021.

Gedaan te Brussel, 16 februari 2023.

Voor de Commissie

Paolo GENTILONI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 292 van 10.11.2009, blz. 5.

(2)  PB L 324 van 10.12.2009, blz. 23.

(3)  Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

(4)  Besluit (EU) 2022/1108 van de Commissie van 1 juli 2022 waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer wordt verleend voor goederen die gratis worden verstrekt of ter beschikking worden gesteld aan personen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten en aan personen in nood in Oekraïne (PB L 178 van 5.7.2022, blz. 57).

(5)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).


20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/87


BESLUIT (EU) 2023/376 VAN DE COMMISSIE

van 17 februari 2023

tot wijziging van de samenstelling van de Coördinatiegroep voor elektriciteit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector (1),

Gezien Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (2),

Gezien Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (3),

Gezien Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (4),

Gezien Besluit 2012/C 353/02 van de Commissie van 15 november 2012 betreffende de oprichting van een Coördinatiegroep voor elektriciteit (5),

Gezien Besluit C(2016) 3301 van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen (6),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit 2012/C 353/02 is de Coördinatiegroep voor elektriciteit opgericht als groep van deskundigen teneinde: i) de samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten en de Commissie op het gebied van grensoverschrijdende handel in elektriciteit en de voorzieningszekerheid te versterken, en ii) de Commissie bij te staan bij het opzetten van beleidsinitiatieven.

(2)

Krachtens artikel 4, lid 1, van Besluit 2012/C 353/02 moet de Coördinatiegroep voor elektriciteit bestaan uit de volgende leden: i) de voor energie bevoegde ministeries; ii) de nationale regulerende instanties op energiegebied; iii) het bij Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (7) opgerichte Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (“het Agentschap”), en iv) het bij Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad (8) opgerichte Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (“het ENTSB-E”).

(3)

Het rechtskader voor de interne elektriciteitsmarkt van de EU en de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening is gemoderniseerd bij: i) Verordening (EU) 2019/943 betreffende de interne markt voor elektriciteit; ii) Richtlijn (EU) 2019/944 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit; iii) Verordening (EU) 2019/941 inzake risicoparaatheid in de elektriciteitssector, en iv) Verordening (EU) 2019/942 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators.

(4)

In het bijzonder is bij de verordening betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector Richtlijn 2005/89/EG ingetrokken en het rechtskader voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening gemoderniseerd. In de verordening betreffende risicoparaatheid worden de brede dimensies van de voorzieningszekerheid en de voordelen van een EU-brede of regionale aanpak in dit verband onderkend.

(5)

Het waarborgen van de voorzieningszekerheid is een meervoudige bevoegdheid van verschillende partijen waartoe doeltreffend moet worden samengewerkt. Tot deze partijen behoren lidstaten, regulerende instanties, transmissiesysteembeheerders, distributiesysteembeheerders en andere belanghebbenden.

(6)

Om de voorzieningszekerheid te waarborgen, moet de nieuwe Europese entiteit voor distributiesysteembeheerders die krachtens artikel 52 van Verordening (EU) 2019/943 is opgericht voor de samenwerking tussen distributiesysteembeheerders op EU-niveau, rechtstreeks als lid van de Coördinatiegroep voor elektriciteit worden opgenomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2012/C 353/02 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan lid 1 van artikel 4 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e)

de bij Verordening (EU) 2019/943 opgerichte Europese entiteit voor distributiesysteembeheerders (hierna “EU-DSB-entiteit” genoemd).”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 februari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 158 van 14.6.2019, blz. 1.

(2)  PB L 158 van 14.6.2019, blz. 22.

(3)  PB L 158 van 14.6.2019, blz. 54.

(4)  PB L 158 van 14.6.2019, blz. 125.

(5)  PB C 353 van 17.11.2012, blz. 2.

(6)  C(2016) 3301 final.

(7)  Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1228/2003 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).