ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
66e jaargang |
Inhoud |
|
III Andere handelingen |
Bladzijde |
|
|
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE |
|
|
* |
Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 1/2020 [2023/279] |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 7/2020 [2023/285] |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
III Andere handelingen
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/1 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 1/2020 [2023/279]
is ingetrokken en daarom leeg gelaten
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/2 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 2/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/280]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1012 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad door af te wijken van de voorschriften inzake de aanwijzing van controlepunten en de minimumvoorschriften voor grenscontroleposten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1013 van de Commissie van 16 april 2019 betreffende de voorafgaande kennisgeving van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen die de Unie binnenkomen (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie van 12 juni 2019 tot vaststelling van nadere regels betreffende minimumvoorschriften voor grenscontroleposten, met inbegrip van inspectiecentra, en voor de vorm, de categorieën en afkortingen voor het opstellen van lijsten van grenscontroleposten en controlepunten (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1081 van de Commissie van 8 maart 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake specifieke opleidingsvereisten voor personeel voor het verrichten van bepaalde materiële controles aan grenscontroleposten (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake plantgezondheid. Wetgeving inzake plantgezondheid valt buiten het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en is daarom niet van toepassing op de EVA-staten. |
(6) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren, is niet van toepassing op IJsland, zoals bepaald in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst. |
(7) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(8) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikkingen 2001/812/EG (5) en 2009/821/EG (6) worden met ingang van 14 december 2019 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(9) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikking 93/352/EEG (7) wordt met ingang van 14 december 2019 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1081 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(10) |
Bij Verordening (EU) 2017/625 worden nieuwe procedures ingevoerd die van toepassing zijn op grenscontroleposten in de zin van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de overeenkomst. Bijgevolg moet punt 4B van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I dienovereenkomstig worden gewijzigd en moet punt 5 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I worden geschrapt. |
(11) |
Bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De tekst van punt 4B van de inleiding van hoofdstuk I wordt vervangen door: “Controle van grenscontroleposten
|
2) |
De tekst van punt 5 van de inleiding van hoofdstuk I wordt geschrapt. |
3) |
In deel 1.1 van hoofdstuk I worden na punt 11bd (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
4) |
In hoofdstuk II worden na punt 31qd (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
5) |
In deel 1.2 van hoofdstuk I wordt de tekst van de punten 21 (Beschikking 93/352/EEG van de Commissie), 39 (Beschikking 2009/821/EG van de Commissie) en 111 (Beschikking 2001/812/EG van de Commissie) geschrapt. |
Artikel 2
In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden na punt 164d (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
“164e. |
32019 R 1012: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1012 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad door af te wijken van de voorschriften inzake de aanwijzing van controlepunten en de minimumvoorschriften voor grenscontroleposten (PB L 165 van 21.6.2019, blz. 4). |
164f. |
32019 R 1013: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1013 van de Commissie van 16 april 2019 betreffende de voorafgaande kennisgeving van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen die de Unie binnenkomen (PB L 165 van 21.6.2019, blz. 8). |
164g. |
32019 R 1014: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie van 12 juni 2019 tot vaststelling van nadere regels betreffende minimumvoorschriften voor grenscontroleposten, met inbegrip van inspectiecentra, en voor de vorm, de categorieën en afkortingen voor het opstellen van lijsten van grenscontroleposten en controlepunten (PB L 165 van 21.6.2019, blz. 10). |
164h. |
32019 R 1081: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1081 van de Commissie van 8 maart 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake specifieke opleidingsvereisten voor personeel voor het verrichten van bepaalde materiële controles aan grenscontroleposten (PB L 171 van 26.6.2019, blz. 1).”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/1012 en (EU) 2019/1081 en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/1013 en (EU) 2019/1014 zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 210/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 27 september 2019 (8), indien dat later is.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 165 van 21.6.2019, blz. 4.
(2) PB L 165 van 21.6.2019, blz. 8.
(3) PB L 165 van 21.6.2019, blz. 10.
(4) PB L 171 van 26.6.2019, blz. 1.
(5) PB L 306 van 23.11.2001, blz. 28.
(6) PB L 296 van 12.11.2009, blz. 1.
(7) PB L 144 van 16.6.1993, blz. 25.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/5 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 3/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/281]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 van de Commissie van 5 maart 2019 betreffende lijsten van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Europese Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze lijsten betreft (2), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (3), gerectificeerd bij PB L 325 van 16.12.2019, blz. 183, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie van 8 april 2019 betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (4), gerectificeerd bij PB L 325 van 16.12.2019, blz. 184, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake plantgezondheid. Wetgeving inzake plantgezondheid valt buiten het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en is daarom niet van toepassing op de EVA-staten. |
(6) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving inzake deze aangelegenheden is niet van toepassing op IJsland, zoals vermeld in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst. |
(7) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(8) |
Bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In deel 1.1 van hoofdstuk I worden na punt 11bh (Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1081 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
2. |
In de punten 134 (Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie) van deel 1.2 van hoofdstuk I, 53 (Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie) van deel 6.2 van hoofdstuk I en 31k (Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie) van hoofdstuk II worden de volgende streepjes toegevoegd:
|
3. |
In hoofdstuk II worden na punt 31qh (Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1081 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
Artikel 2
In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden na punt 164h (Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1081 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
“164i. |
32019 R 0625: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18). |
164j. |
32019 R 0626: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 van de Commissie van 5 maart 2019 betreffende lijsten van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Europese Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze lijsten betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 31). |
164k. |
32019 R 0627: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51), gerectificeerd bij PB L 325 van 16.12.2019, blz. 183. De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:
|
164l. |
32019 R 0628: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie van 8 april 2019 betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 101), gerectificeerd bij PB L 325 van 16.12.2019, blz. 184.”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 en Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/626, (EU) 2019/627, gerectificeerd bij PB L 325 van 16.12.2019, blz. 183, en (EU) 2019/628, gerectificeerd bij PB L 325 van 16.12.2019, blz. 184, zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 210/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 27 september 2019 (5), indien dat later is.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18.
(2) PB L 131 van 17.5.2019, blz. 31.
(3) PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51.
(4) PB L 131 van 17.5.2019, blz. 101.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/9 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 4/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/282]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 van de Commissie van 22 oktober 2019 betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1873 van de Commissie van 7 november 2019 betreffende de procedures voor een gecoördineerde uitvoering, door de bevoegde autoriteiten, van verscherpte officiële controles aan grenscontroleposten van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten en samengestelde producten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie wordt met ingang van 14 december 2019 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(4) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake plantgezondheid. Wetgeving inzake plantgezondheid valt buiten het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en is daarom niet van toepassing op de EVA-staten. |
(5) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren, is niet van toepassing op IJsland, zoals bepaald in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst. |
(6) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(7) |
Bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In deel 1.1 van hoofdstuk I worden na punt 11bl (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
2) |
In hoofdstuk II worden na punt 31ql (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
3) |
De tekst van punt 47 (Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie) wordt geschrapt. |
Artikel 2
Hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Na punt 164l (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:
|
2) |
De tekst van punt 54zzzzo (Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie) wordt geschrapt. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/1793 en (EU) 2019/1873 zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 210/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 27 september 2019 (3), indien dat later is.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 277 van 29.10.2019, blz. 89.
(2) PB L 289 van 8.11.2019, blz. 50.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/12 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 5/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/283]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1981 van de Commissie van 28 november 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 betreffende lijsten van derde landen en regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Europese Unie van slakken, gelatine, collageen en insecten voor menselijke consumptie is toegestaan (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2007 van de Commissie van 18 november 2019 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijsten van dieren, producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten en afgeleide producten en hooi en stro die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128 van de Commissie van 12 november 2019 tot vaststelling van het model van officieel certificaat en van de regels voor de afgifte van officiële certificaten voor goederen die worden geleverd aan vaartuigen die de Unie verlaten en bestemd zijn voor bevoorrading van een schip of voor consumptie door de bemanning en passagiers, of aan een militaire basis van de NAVO of de Verenigde Staten van Amerika (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2129 van de Commissie van 25 november 2019 tot vaststelling van regels voor de eenvormige toepassing van de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles van bepaalde zendingen dieren en goederen die de Unie binnenkomen (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2130 van de Commissie van 25 november 2019 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd tijdens en na documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van dieren en goederen die onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(6) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2098 van de Commissie van 28 november 2019 betreffende tijdelijke diergezondheidsvoorschriften voor zendingen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong die afkomstig zijn van en, nadat een derde land de binnenkomst ervan heeft geweigerd, terugkeren naar de Unie (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(7) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikking 94/360/EG van de Commissie (7) wordt bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2129 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(8) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordeningen (EU) nr. 136/2004 (8) en (EU) nr. 282/2004 (9) van de Commissie worden bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2130 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(9) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake plantgezondheid. Wetgeving inzake plantgezondheid valt buiten het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en is daarom niet van toepassing op de EVA-staten. |
(10) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren, is niet van toepassing op IJsland, zoals bepaald in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst. |
(11) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(12) |
Bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In punt 11bj (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 van de Commissie) van deel 1.1 van hoofdstuk I en in punt 31qj (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 van de Commissie) van hoofdstuk II wordt het volgende toegevoegd: “, gewijzigd bij:
|
2. |
In deel 1.2 van hoofdstuk I wordt in punt 137 (Beschikking 2007/275/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:
|
3. |
In deel 1.1 van hoofdstuk I worden na punt 11bn (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1873 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
4. |
In hoofdstuk II worden na punt 31qn (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1873 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
5. |
In deel 1.2 van hoofdstuk I wordt de tekst van de punten 25 (Beschikking 94/360/EG van de Commissie), 115 (Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie) en 117 (Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie) geschrapt. |
Artikel 2
In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden na punt 164n (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1873 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
“164o. |
32019 R 2007: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2007 van de Commissie van 18 november 2019 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijsten van dieren, producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten en afgeleide producten en hooi en stro die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG (PB L 312 van 3.12.2019, blz. 1). |
164p. |
32019 D 2098: Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2098 van de Commissie van 28 november 2019 betreffende tijdelijke diergezondheidsvoorschriften voor zendingen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong die afkomstig zijn van en, nadat een derde land de binnenkomst ervan heeft geweigerd, terugkeren naar de Unie (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 111). |
164q. |
32019 R 2128: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128 van de Commissie van 12 november 2019 tot vaststelling van het model van officieel certificaat en van de regels voor de afgifte van officiële certificaten voor goederen die worden geleverd aan vaartuigen die de Unie verlaten en bestemd zijn voor bevoorrading van een schip of voor consumptie door de bemanning en passagiers, of aan een militaire basis van de NAVO of de Verenigde Staten van Amerika (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 114). |
164r. |
32019 R 2129: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2129 van de Commissie van 25 november 2019 tot vaststelling van regels voor de eenvormige toepassing van de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles van bepaalde zendingen dieren en goederen die de Unie binnenkomen (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 122). |
164s. |
32019 R 2130: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2130 van de Commissie van 25 november 2019 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd tijdens en na documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van dieren en goederen die onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 128).”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/1981, (EU) 2019/2007, (EU) 2019/2128, (EU) 2019/2129, (EU) 2019/2130 en Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2098 zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 210/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 27 september 2019 (10), indien dat later is.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
ClaraGANSLANDT
(1) PB L 308 van 29.11.2019, blz. 72.
(2) PB L 312 van 3.12.2019, blz. 1.
(3) PB L 321 van 12.12.2019, blz. 114.
(4) PB L 321 van 12.12.2019, blz. 122.
(5) PB L 321 van 12.12.2019, blz. 128.
(6) PB L 317 van 9.12.2019, blz. 111.
(7) PB L 158 van 25.6.1994, blz. 41.
(8) PB L 21 van 28.1.2004, blz. 11.
(9) PB L 49 van 19.2.2004, blz. 11.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/16 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 6/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/284]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2074 van de Commissie van 23 september 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor specifieke officiële controles op zendingen van bepaalde dieren en goederen die afkomstig zijn van en, nadat een derde land de binnenkomst ervan heeft geweigerd, terugkeren naar de Unie (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2090 van de Commissie van 19 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot gevallen van vermoedelijke of vastgestelde niet-naleving van de Unieregels die van toepassing zijn op het gebruik van in diergeneesmiddelen of als toevoegingsmiddel voor diervoeding toegelaten stoffen of residuen ervan of van de Unieregels die van toepassing zijn op het gebruik van verboden of niet-toegelaten farmacologisch werkzame stoffen of residuen ervan (2), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de regels voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder op controlepunten overeenstemmingscontroles en materiële controles op bepaalde goederen kunnen worden uitgevoerd, en voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder documentencontroles op afstand van de grenscontroleposten kunnen worden uitgevoerd (3), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie, en Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (4), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2126 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor specifieke officiële controles van bepaalde categorieën dieren en goederen, maatregelen die na de uitvoering van die controles moeten worden genomen, en bepaalde categorieën dieren en goederen die vrijgesteld zijn van officiële controles aan grenscontroleposten (5), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(6) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2127 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de datum van toepassing van sommige bepalingen van de Richtlijnen 91/496/EEG, 97/78/EG en 2000/29/EG van de Raad (6), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(7) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikkingen 2000/208/EG (7) en 2000/571/EG (8) van de Commissie en het in de EER-overeenkomst opgenomen Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2011/215/EU worden bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(8) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikking 94/641/EG van de Commissie (9) wordt bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2126 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(9) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake plantgezondheid. Wetgeving inzake plantgezondheid valt buiten het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst en is daarom niet van toepassing op de EVA-staten. |
(10) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren, is niet van toepassing op IJsland, zoals bepaald in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst. |
(11) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden, diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(12) |
Bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 11b (Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad) van deel 1.1 van hoofdstuk I en in punt 31q (Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad) van hoofdstuk II wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2) |
In deel 1.1 van hoofdstuk I worden na punt 11bs (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2130 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
3) |
In punt 86 (Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie) van deel 4.2 en in punt 9c (Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie) van deel 7.1 van hoofdstuk I wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
4) |
In hoofdstuk II worden na punt 31qs (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2130 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
5) |
In deel 1.2 wordt de tekst van de punten 29 (Beschikking 94/641/EG van de Commissie), 88 (Beschikking 2000/208/EG van de Commissie), 106 (Beschikking 2000/571/EG van de Commissie) en 148 (Beschikking 2011/215/EG van de Commissie) geschrapt. |
Artikel 2
In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden na punt 164s (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2130 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
“164t. |
32019 R 2074: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2074 van de Commissie van 23 september 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor specifieke officiële controles op zendingen van bepaalde dieren en goederen die afkomstig zijn van en, nadat een derde land de binnenkomst ervan heeft geweigerd, terugkeren naar de Unie (PB L 316 van 6.12.2019, blz. 6). |
164u. |
32019 R 2090: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2090 van de Commissie van 19 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot gevallen van vermoedelijke of vastgestelde niet-naleving van de Unieregels die van toepassing zijn op het gebruik van in diergeneesmiddelen of als toevoegingsmiddel voor diervoeding toegelaten stoffen of residuen ervan of van de Unieregels die van toepassing zijn op het gebruik van verboden of niet-toegelaten farmacologisch werkzame stoffen of residuen ervan (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 28). |
164v. |
32019 R 2123: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de regels voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder op controlepunten overeenstemmingscontroles en materiële controles op bepaalde goederen kunnen worden uitgevoerd, en voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder documentencontroles op afstand van de grenscontroleposten kunnen worden uitgevoerd (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 64). |
164w. |
32019 R 2124: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie, en Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 73). |
164x. |
32019 R 2126: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2126 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor specifieke officiële controles van bepaalde categorieën dieren en goederen, maatregelen die na de uitvoering van die controles moeten worden genomen, en bepaalde categorieën dieren en goederen die vrijgesteld zijn van officiële controles aan grenscontroleposten (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 104).”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/2074, (EU) 2019/2090, (EU) 2019/2123, (EU) 2019/2124, (EU) 2019/2126 en (EU) 2019/2127 zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 210/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 27 september 2019 (10), indien dat later is.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 316 van 6.12.2019, blz. 6.
(2) PB L 317 van 9.12.2019, blz. 28.
(3) PB L 321 van 12.12.2019, blz. 64.
(4) PB L 321 van 12.12.2019, blz. 73.
(5) PB L 321 van 12.12.2019, blz. 104.
(6) PB L 321 van 12.12.2019, blz. 111.
(7) PB L 64 van 11.3.2000, blz. 20.
(8) PB L 240 van 23.9.2000, blz. 14.
(9) PB L 248 van 23.9.1994, blz. 26.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/21 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 7/2020 [2023/285]
is ingetrokken en daarom leeg gelaten
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/22 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 8/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-Overeenkomst [2023/286]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1819 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde azijn als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen (1), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1820 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde Saccharomyces cerevisiae als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen (2), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1821 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde eipoeder als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen (3), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1822 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde honing als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen (4), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1823 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde D-fructose als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen (5), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(6) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1824 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde kaas als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen (6), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(7) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1825 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde geconcentreerd appelsap als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen (7), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(8) |
Bijlage II bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-Overeenkomst worden in punt 12n (Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:
“— |
32019 R 1819: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1819 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 279 van 31.10.2019, blz. 1), |
— |
32019 R 1820: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1820 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 279 van 31.10.2019, blz. 4), |
— |
32019 R 1821: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1821 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 279 van 31.10.2019, blz. 7), |
— |
32019 R 1822: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1822 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 279 van 31.10.2019, blz. 10), |
— |
32019 R 1823: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1823 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 279 van 31.10.2019, blz. 13), |
— |
32019 R 1824: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1824 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 279 van 31.10.2019, blz. 16), |
— |
32019 R 1825: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1825 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 279 van 31.10.2019, blz. 19).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/1819, (EU) 2019/1820, (EU) 2019/1821, (EU) 2019/1822, (EU) 2019/1823, (EU) 2019/1824 en (EU) 2019/1825 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 1.
(2) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 4.
(3) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 7.
(4) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 10.
(5) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 13.
(6) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 16.
(7) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 19.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/24 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 9/2020
Van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/287]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/1845 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) in bepaalde rubber onderdelen voor gebruik in motorsystemen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/1846 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in soldeer voor gebruik in bepaalde verbrandingsmotoren (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 12q (Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:
“— |
32019 L 1845: Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/1845 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 283 van 5.11.2019, blz. 38), |
— |
32019 L 1846: Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/1846 van de Commissie van 8 augustus 2019 (PB L 283 van 5.11.2019, blz. 41).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2019/1845 en (EU) 2019/1846 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 283 van 5.11.2019, blz. 38.
(2) PB L 283 van 5.11.2019, blz. 41.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/26 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 10/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/288]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/1390 van de Commissie van 31 juli 2019 tot wijziging, in verband met de aanpassing ervan aan de technische vooruitgang, van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 440/2008 houdende vaststelling van testmethoden uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 12zza (Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:
“— |
32019 R 1390: Verordening (EU) 2019/1390 van de Commissie van 31 juli 2019 (PB L 247 van 26.9.2019, blz. 1).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2019/1390 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 247 van 26.9.2019, blz. 1.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/27 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 11/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/289]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1692 van de Commissie van 9 oktober 2019 betreffende de toepassing van bepaalde bepalingen inzake de registratie en het gezamenlijk gebruik van gegevens van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad na het verstrijken van de uiterste registratietermijn voor geleidelijk geïntegreerde stoffen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt na punt 12zzzzzzb (Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1331 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:
“12zzzzzzc. |
32019 R 1692: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1692 van de Commissie van 9 oktober 2019 betreffende de toepassing van bepaalde bepalingen inzake de registratie en het gezamenlijk gebruik van gegevens van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad na het verstrijken van de uiterste registratietermijn voor geleidelijk geïntegreerde stoffen (PB L 259 van 10.10.2019, blz. 12).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1692 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 259 van 10.10.2019, blz. 12.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/29 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 12/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-Overeenkomst [2023/290]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/1257 van de Commissie van 23 juli 2019 tot rectificatie van de Bulgaarse taalversie van Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende cosmetische producten (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage II bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XVI van bijlage II bij de EER-Overeenkomst wordt in punt 1a (Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
“— |
32019 R 1257: Verordening (EU) 2019/1257 van de Commissie van 23 juli 2019 (PB L 196 van 24.7.2019, blz. 5).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2019/1257 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 196 van 24.7.2019, blz. 5.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/30 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EERnr. 13/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/291]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/1857 van de Commissie van 6 november 2019 tot wijziging van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende cosmetische producten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Verordening (EU) 2019/1858 van de Commissie van 6 november 2019 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende cosmetische producten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XVI van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 1a (Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:
“— |
32019 R 1857: Verordening (EU) 2019/1857 van de Commissie van 6 november 2019 (PB L 286 van 7.11.2019, blz. 3), |
— |
32019 R 1858: Verordening (EU) 2019/1858 van de Commissie van 6 november 2019 (PB L 286 van 7.11.2019, blz. 7).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) 2019/1857 en (EU) 2019/1858 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
ClaraGANSLANDT
(1) PB L 286 van 7.11.2019, blz. 3.
(2) PB L 286 van 7.11.2019, blz. 7.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/32 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 14/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2023/292]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Aanbeveling van de Commissie (EU) 2018/2050 van 19 december 2018 inzake het op elkaar afstemmen van het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor algemene overdrachtsvergunningen voor demonstratie en evaluatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c), van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Aanbeveling (EU) 2018/2051 van de Commissie van 19 december 2018 inzake het op elkaar afstemmen van het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor algemene overdrachtsvergunningen voor herstelling en onderhoud als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder d), van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Aanbeveling van de Commissie (EU) 2018/2052 van 19 december 2018 inzake het op elkaar afstemmen van het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor algemene overdrachtsvergunningen voor expositie als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c), van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XIX van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden na punt 17 (Aanbeveling (EU) 2016/2124 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
“18. |
32018 H 2050: Aanbeveling van de Commissie (EU) 2018/2050 van 19 december 2018 inzake het op elkaar afstemmen van het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor algemene overdrachtsvergunningen voor demonstratie en evaluatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c), van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 327 van 21.12.2018, blz. 89). |
19. |
32018 H 2051: Aanbeveling (EU) 2018/2051 van de Commissie van 19 december 2018 inzake het op elkaar afstemmen van het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor algemene overdrachtsvergunningen voor herstelling en onderhoud als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder d), van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 327 van 21.12.2018, blz. 94). |
20. |
32018 H 2052: Aanbeveling van de Commissie (EU) 2018/2052 van 19 december 2018 inzake het op elkaar afstemmen van het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor algemene overdrachtsvergunningen voor expositie als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c), van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 327 van 21.12.2018, blz. 98).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Aanbevelingen (EU) 2018/2050, (EU) 2018/2051 en (EU) 2018/2052 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
ClaraGANSLANDT
(1) PB L 327 van 21.12.2018, blz. 89.
(2) PB L 327 van 21.12.2018, blz. 94.
(3) PB L 327 van 21.12.2018, blz. 98.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/34 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 15/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2023/293]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1902 van de Commissie van 7 november 2019 tot vaststelling van technische informatie voor de berekening van de technische voorzieningen en het kernvermogen voor rapportage met referentiedata vanaf 30 september 2019 tot en met 30 december 2019 in overeenstemming met Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 1zi (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1285 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:
“1zj. |
32019 R 1902: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1902 van de Commissie van 7 november 2019 tot vaststelling van technische informatie voor de berekening van de technische voorzieningen en het kernvermogen voor rapportage met referentiedata vanaf 30 september 2019 tot en met 30 december 2019 in overeenstemming met Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (PB L 293 van 14.11.2019, blz. 5).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1902 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 293 van 14.11.2019, blz. 5.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/36 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 16/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2023/294]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/630 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft minimale verliesdekking voor niet-renderende blootstellingen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt punt 14a (Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad) als volgt gewijzigd:
1. |
Het volgende streepje wordt toegevoegd:
|
2. |
Aanpassing l) wordt omgenummerd tot aanpassing m). |
3. |
Na aanpassing k) wordt de volgende aanpassing ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2019/630 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
ClaraGANSLANDT
(1) PB L 111 van 25.4.2019, blz. 4.
(*1) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/38 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 17/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2023/295]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/439 van de Commissie van 15 februari 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 wat betreft in de Unie te hanteren benchmarkingportefeuilles, rapportagetemplates en rapportage-instructies ten behoeve van de in artikel 78, lid 2, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad bedoelde rapportage (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/912 van de Commissie van 28 mei 2019 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 650/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het format, de structuur, de inhoudsopgave en de jaarlijkse publicatiedatum van de informatie die door de bevoegde autoriteiten openbaar moet worden gemaakt overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/536 van de Commissie van 29 maart 2019 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU met betrekking tot de lijsten van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In punt 14at (Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2. |
In punt 14j (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 650/2014 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd: “, gewijzigd bij:
|
3. |
In punt 14m (Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/439 en (EU) 2019/912, en Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/536 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 90 van 29.3.2019, blz. 1.
(2) PB L 146 van 5.6.2019, blz. 3.
(3) PB L 92 van 1.4.2019, blz. 3.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/40 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 18/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-Overeenkomst [2023/296]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/684 van de Commissie van 25 april 2019 betreffende de erkenning van het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van Japan voor derivatentransacties waarop toezicht wordt gehouden door het Japan Financial Services Agency als gelijkwaardig aan de waarderings-, geschillenoplossings- en marginvereisten van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage IX bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-Overeenkomst wordt na punt 31bcaw (Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/2031 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:
“31bcax. |
32019 D 0684: Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/684 van de Commissie van 25 april 2019 betreffende de erkenning van het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van Japan voor derivatentransacties waarop toezicht wordt gehouden door het Japan Financial Services Agency als gelijkwaardig aan de waarderings-, geschillenoplossings- en marginvereisten van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 115 van 2.5.2019, blz. 11).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/684 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 115 van 2.5.2019, blz. 11.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/42 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 19/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-Overeenkomst2023/297
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/480 van de Commissie van 4 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische regelgevingsnormen inzake afgeleide financiële instrumenten die uitsluitend voor afdekking van risico’s dienen, de toereikende lengte van de duur van de Europese langetermijnbeleggingsinstellingen, de criteria voor de beoordeling van de markt voor potentiële kopers en de waardering van de te vervreemden activa, en de soorten voorzieningen, alsmede de kenmerken daarvan, die voor niet-professionele beleggers beschikbaar zijn (2) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Bijlage IX bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-Overeenkomst worden na punt 31bfh (Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1229 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
“31bgc. |
32015 R 0760: Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:
|
31bgca. |
32018 R 0480: Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/480 van de Commissie van 4 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische regelgevingsnormen inzake afgeleide financiële instrumenten die uitsluitend voor afdekking van risico’s dienen, de toereikende lengte van de duur van de Europese langetermijnbeleggingsinstellingen, de criteria voor de beoordeling van de markt voor potentiële kopers en de waardering van de te vervreemden activa, en de soorten voorzieningen, alsmede de kenmerken daarvan, die voor niet-professionele beleggers beschikbaar zijn (PB L 81 van 23.3.2018, blz. 1). De bepalingen van de gedelegeerde verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassing gelezen:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2015/760 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/480 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
ClaraGANSLANDT
(1) PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98.
(2) PB L 81 van 23.3.2018, blz. 1.
(*1) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/44 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 20/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-Overeenkomst [2023/298]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/2089 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake EU klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks en informatieverschaffing over duurzaamheid over benchmarks (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage IX bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-Overeenkomst wordt in punt 31l (Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:
“, gewijzigd bij:
— |
32019 R 2089: Verordening (EU) 2019/2089 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 17).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2019/2089 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 317 van 9.12.2019, blz. 17.
(*1) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/45 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 21/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-Overeenkomst [2023/299]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1274 van de Commissie van 29 juli 2019 betreffende de gelijkwaardigheid van het juridisch en toezichtkader dat van toepassing is op de benchmarks in Australië overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1275 van de Commissie van 29 juli 2019 betreffende de gelijkwaardigheid van het in Singapore op benchmarks toepasselijke rechts- en toezichtkader overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (2) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Bijlage IX bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-Overeenkomst worden na punt 31lq (Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1646 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
“31lra. |
32019 D 1274: Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1274 van de Commissie van 29 juli 2019 betreffende de gelijkwaardigheid van het juridisch en toezichtkader dat van toepassing is op de benchmarks in Australië overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 201 van 30.7.2019, blz. 9). |
31lrb. |
32019 D 1275: Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1275 van de Commissie van 29 juli 2019 betreffende de gelijkwaardigheid van het in Singapore op benchmarks toepasselijke rechts- en toezichtkader overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 201 van 30.7.2019, blz. 13).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2019/1274 en (EU) 2019/1275 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 201 van 30.7.2019, blz. 9.
(2) PB L 201 van 30.7.2019, blz. 13.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/47 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 22/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-Overeenkomst [2023/300]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 van de Commissie van 10 april 2018 tot wijziging en aanvulling van Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot eenvoudige, transparantere en gestandaardiseerde (STS) securitisaties en door activa gedekt commercial paper (ABCP’s), vereisten voor in het kader van omgekeerde retrocessieovereenkomsten verkregen activa en kredietkwaliteitsbeoordelingsmethoden (2) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/708 van de Commissie van 17 april 2018 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen wat betreft de ten behoeve van de rapportage aan bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad door beheerders van geldmarktfondsen te gebruiken template (3) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Bijlage IX bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-Overeenkomst wordt na punt 31lrb (Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1275 van de Commissie) het volgende ingevoegd:
“31m. |
32017 R 1131: Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8), gewijzigd bij:
De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:
|
31ma. |
32018 R 0708: Uitvoeringsverordening (EU) 2018/708 van de Commissie van 17 april 2018 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen wat betreft de ten behoeve van de rapportage aan bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad door beheerders van geldmarktfondsen te gebruiken template (PB L 119 van 15.5.2018, blz. 5). |
31mb. |
32018 R 0990: Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 van de Commissie van 10 april 2018 tot wijziging en aanvulling van Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde (STS) securitisaties en door activa gedekt commercial paper (ABCP’s), vereisten voor in het kader van omgekeerde retrocessieovereenkomsten verkregen activa en kredietkwaliteitsbeoordelingsmethoden (PB L 177 van 13.7.2018, blz. 1).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2017/1131, Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 en Uitvoeringsverordening (EU) 2018/708 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8.
(2) PB L 177 van 13.7.2018, blz. 1.
(3) PB L 119 van 15.5.2018, blz. 5.
(*1) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/49 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 23/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-Overeenkomst [2023/301]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/732 van de Commissie van 17 mei 2018 betreffende een gemeenschappelijke methode voor het vergelijken van de eenheidsprijzen van alternatieve brandstoffen overeenkomstig Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad (1), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst wordt na punt 5b (Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/674 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:
“5c. |
32018 R 0732: Uitvoeringsverordening (EU) 2018/732 van de Commissie van 17 mei 2018 betreffende een gemeenschappelijke methode voor het vergelijken van de eenheidsprijzen van alternatieve brandstoffen overeenkomstig Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 123 van 18.5.2018, blz. 85).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/732 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 23/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 9 februari 2018 (2), indien dat later is.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 123 van 18.5.2018, blz. 85.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/51 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 24/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-Overeenkomst [2023/302]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1128 van de Commissie van 1 juli 2019 inzake toegangsrechten tot in het Europees centraal register opgeslagen veiligheidsaanbevelingen en de antwoorden daarop en tot intrekking van Besluit 2012/780/EU (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Het in de EER-Overeenkomst opgenomen Besluit 2012/780/EU (2) van de Commissie wordt bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1128 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-Overeenkomst worden geschrapt. |
(3) |
Bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst (Besluit 2012/780/EU van de Commissie) wordt punt 66da vervangen door:
“32019 D 1128: Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1128 van de Commissie van 1 juli 2019 inzake toegangsrechten tot in het Europees centraal register opgeslagen veiligheidsaanbevelingen en de antwoorden daarop en tot intrekking van Besluit 2012/780/EU (PB L 177 van 2.7.2019, blz. 112).”.
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1128 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 177 van 2.7.2019, blz. 112.
(2) PB L 342 van 14.12.2012, blz. 46.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/53 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 25/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-Overeenkomst [2023/303]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2018/1042 van de Commissie van 23 juli 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 voor wat betreft de technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de invoering van ondersteuningsprogramma’s, psychologische beoordelingen van cockpitbemanningsleden en systematische en willekeurige tests op psychoactieve stoffen, teneinde de medische geschiktheid van cockpit- en cabinebemanningsleden te garanderen en voor wat betreft de uitrusting van nieuwe vliegtuigen met schroefturbinemotoren met een gecertificeerde maximale startmassa van hoogstens 5 700 kg die in staat zijn zes tot negen passagiers te vervoeren, met een terreinsignalerings- en waarschuwingssysteem (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst wordt in punt 66nf (Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:
“— |
32018 R 1042: Verordening (EU) 2018/1042 van de Commissie van 23 juli 2018 (PB L 188 van 25.7.2018, blz. 3).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2018/1042 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 188 van 25.7.2018, blz. 3.
(*1) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/55 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 26/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage XVI (Aanbestedingen) bij de EER-Overeenkomst [2023/304]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1827 van de Commissie van 30 oktober 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de drempels voor concessies betreft (1), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1828 van de Commissie van 30 oktober 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de drempels betreft voor overheidsopdrachten voor leveringen, diensten en werken, en prijsvragen (2) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1829 van de Commissie van 30 oktober 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de drempels betreft voor opdrachten voor leveringen, diensten en werken, en prijsvragen (3) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1830 van de Commissie van 30 oktober 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de drempels betreft voor opdrachten voor leveringen, diensten en werken (4) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Bijlage XVI bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XVI bij de EER-Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In punt 2 (Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2. |
In punt 4 (Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
3. |
In punt 5c (Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
4. |
In punt 6f (Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/1827, (EU) 2019/1828, (EU) 2019/1829 en (EU) 2019/1830 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 23.
(2) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 25.
(3) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 27.
(4) PB L 279 van 31.10.2019, blz. 29.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/57 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 27/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage XVII (Intellectuele eigendom) bij de EER-Overeenkomst [2023/305]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2015/2436/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (1), gerectificeerd bij PB L 110 van 26.4.2016, blz. 5, moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
De in de EER-Overeenkomst opgenomen Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt bij Richtlijn (EU) 2015/2436 met ingang van 15 januari 2019 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-Overeenkomst worden geschrapt. |
(3) |
Bijlage XVII bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XVII bij de EER-Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Na punt 13 (Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende ingevoegd:
De bepalingen van de richtlijn worden, voor de toepassing van deze overeenkomst, met de volgende aanpassingen gelezen:
|
2. |
De tekst van punt 9h (Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt geschrapt. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn (EU) 2015/2436, gerectificeerd bij PB L 110 van 26.4.2016, blz. 5, zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1) *.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 336 van 23.12.2015, blz. 1.
(2) PB L 299 van 8.11.2008, blz. 25.
(*1) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/59 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 28/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) bij de EER-Overeenkomst [2023/306]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2013/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006 (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XVIII bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XVIII bij de EER-Overeenkomst wordt na punt 32m (Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:
“32n. |
32013 L 0054: Richtlijn 2013/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006 (PB L 329 van 10.12.2013, blz. 1).” |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2013/54/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 8 februari 2020, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) PB L 329 van 10.12.2013, blz. 1.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
16.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/60 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 29/2020
van 7 februari 2020
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2023/307]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 86 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In zijn resolutie inzake de ontwikkelingen in de governance van de Europese Onderzoeksruimte van 26 mei 2010 (1) heeft de Raad van de Europese Unie besloten dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (CREST) moest worden omgedoopt tot Comité Europese Onderzoeksruimte (CEOR). In zijn resolutie over het advieswerk voor de Europese onderzoeksruimte van 30 mei 2013 (2) is de Raad van de Europese Unie voorts overeengekomen om CEOR om te dopen tot Comité Europese Onderzoeksruimte en Innovatie (CEOR). |
(2) |
Overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden vertegenwoordigers van de EVA-Staten betrokken bij de werkzaamheden van het Comité voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek (CREST). Deze bepaling moet derhalve worden gewijzigd om te verduidelijken dat die samenwerking in CEOR zal plaatsvinden, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 1, lid 4, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst wordt vervangen door:
“Gezien de bijzondere aard van de geplande samenwerking op het gebied van onderzoek, innovatie en technologische ontwikkeling, worden vertegenwoordigers van de EVA-Staten, in de mate waarin zulks noodzakelijk is voor het goed functioneren van die samenwerking, voorts betrokken bij de werkzaamheden van het Comité Europese Onderzoeksruimte en Innovatie (CEOR) en van andere EU-Comités die de Europese Commissie op deze gebieden raadpleegt.”
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1)*.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2020.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Clara GANSLANDT
(1) Doc. 9067/10.
(2) Doc 10331/13.
(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.