ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 17

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

66e jaargang
19 januari 2023


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/126 van de Commissie van 21 oktober 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor het domein consumptie ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) 2023/127 van de Commissie van 18 januari 2023 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van acequinocyl in of op bepaalde producten betreft ( 1 )

8

 

*

Verordening (EU) 2023/128 van de Commissie van 18 januari 2023 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van benalaxyl, bromoxynil, chloorsulfuron, epoxiconazool en fenamifos in of op bepaalde producten ( 1 )

22

 

*

Verordening (EU) 2023/129 van de Commissie van 18 januari 2023 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van azoxystrobin, prosulfocarb, sedaxaan en valifenalaat in of op bepaalde producten ( 1 )

56

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/130 van de Commissie van 18 januari 2023 tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag

77

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/131 van de Commissie van 18 januari 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Thailand, en tot onderwerping van de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan toezicht

84

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/132 van de Commissie van 18 januari 2023 betreffende vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja naar aanleiding van de heropening van het onderzoek ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van 9 november 2022 in zaak T-246/19, met betrekking tot Uitvoeringsverordening (EU) 2019/67

88

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2023/133 van de Raad van 17 januari 2023 tot benoeming van de leden van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie

90

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/134 van de Raad van 17 januari 2023 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 wat betreft het gebruik van videoconferentie voor gesprekken met kandidaten

92

 

*

Besluit (EU) 2023/135 van de Europese Centrale Bank van 30 december 2022 betreffende het volstorten van het kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Hrvatska narodna banka (ECB/2022/51)

94

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2022/1363 van de Commissie van 3 augustus 2022 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van 2,4-D, azoxystrobin, cyhalofop-butyl, cymoxanil, fenhexamid, flazasulfuron, florasulam, fluroxypyr, iprovalicarb en silthiofam in of op bepaalde producten betreft ( PB L 205 van 5.8.2022 )

99

 

*

Rectificatie van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten ( PB L 95 van 21.4.1993 )

100

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad ( PB L 150 van 14.6.2018 )

101

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/126 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2022

tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor het domein “consumptie”

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad van 10 oktober 2019 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor Europese statistieken betreffende personen en huishoudens, op basis van gegevens die op individueel niveau worden verzameld door middel van steekproeven, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 808/2004, (EG) nr. 452/2008 en (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (1), en met name artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om tegemoet te komen aan de behoeften die zijn aangewezen met betrekking tot de relevante gedetailleerde onderwerpen, moet de Commissie het aantal variabelen en de benaming van de variabelen vaststellen voor de gegevensreeks in het domein “consumptie” (huishoudbudgetonderzoek, “HBS” (Household Budget Survey)).

(2)

Het HBS is een belangrijk instrument voor het samenstellen van wegingsfactoren voor belangrijke macro-economische indicatoren — zoals consumentenprijsindexcijfers en de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen — als maatstaven voor inflatie, alsook voor de nationale rekeningen. Verder bevat het HBS gedetailleerde beschrijvingen van de totale uitgaven voor consumptie van particuliere huishoudens, opgesplitst naar kenmerken van huishoudens zoals inkomen, huisvesting en tal van demografische en sociaaleconomische kenmerken, wat informatie oplevert over de economische en sociale levensomstandigheden van huishoudens en personen in de lidstaten.

(3)

Voor het domein “consumptie” mag het aantal te verzamelen variabelen maximaal 5 % hoger liggen dan het aantal variabelen dat is bepaald in de eerste voor dat domein vastgestelde gedelegeerde handeling. Dit is de eerste gedelegeerde handeling voor het domein “consumptie”,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor de gegevensreeks in het domein “consumptie” zijn vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 261 I van 14.10.2019, blz. 1.


BIJLAGE

Aantal en titel van de variabelen voor het domein “consumptie”

Onderwerp

Gedetailleerd onderwerp

Identificatiecode van de variabele

Naam van de variabele

Technische aspecten

Informatie over gegevensverzameling

5 technische variabelen

HA02

Enquêtejaar/-jaren

HC04C

Datum van eerste interview met het huishouden

MB03C

Datum van eerste interview met het lid van het huishouden

HA06

Stratum

HA07

Primaire steekproefeenheid

Identificatie

4 technische variabelen

HA04

Identificatienummer van het huishouden (HH-dossier)

MA04

Identificatienummer van het huishouden (dossier HH-lid)

MA05

Identificatienummer van het lid van het huishouden (dossier HH-lid)

HA13

Identificatienummer van het lid van het huishouden dat de vragenlijst over het huishouden heeft beantwoord

Weging

1 technische variabele

HA10

Uiteindelijk gewicht

Kenmerken van het interview

3 technische variabelen

HA11

Gebruikte interviewtechniek (interview met huishouden)

MA11

Gebruikte interviewtechniek (individueel interview)

HA12

Gebruikte interviewtechniek (dagboek)

Lokalisatie

3 technische variabelen

MB012

Land van verblijf

HA08

Regio van verblijf

HA09

Urbanisatiegraad

Kenmerken van de persoon en het huishouden

Demografie

4 verzamelde variabelen

1 afgeleide variabele

MB02

Geslacht van het lid van het huishouden

MB03

Leeftijd (in volle jaren) van het lid van het huishouden

MB03A

Geboortejaar

MB03B

Voorbij zijn van verjaardag op de datum van het eerste interview

MB04

Burgerlijke staat van het lid van het huishouden

Staatsburgerschap en migratieachtergrond

4 verzamelde variabelen

MB01

Geboorteland

MB011

Land van het belangrijkste staatsburgerschap

MB01F

Geboorteland vader

MB01M

Geboorteland moeder

Samenstelling van het huishouden

1 verzamelde variabele

1 afgeleide variabele

MBGRIDXX

Overzicht huishouden

MB042

Partners die in hetzelfde huishouden wonen

Gezondheid: gezondheidstoestand en arbeidsongeschiktheid, toegang tot en beschikbaarheid en gebruik van gezondheidszorg en gezondheidsdeterminanten

Arbeidsongeschiktheid en andere elementen van de Minimum Europese gezondheidsmodule

3 verzamelde variabelen

MH01

Eigen perceptie van de algemene gezondheid

MH02

Langdurige gezondheidsproblemen

MH03

Beperking van de activiteiten wegens gezondheidsproblemen

Arbeidsmarktparticipatie

Status hoofdactiviteit (eigen verklaring)

1 verzamelde variabele

ME01A

Status hoofdactiviteit (eigen verklaring)

Elementaire kenmerken van de baan

5 verzamelde variabelen

ME0908

Beroep in voornaamste baan

ME04

Economische activiteit van de lokale eenheid (voornaamste baan)

ME02

Voornaamste baan: voltijd of deeltijd (eigen verklaring)

ME12

Arbeidssituatie in voornaamste baan

ME13

Beroepssector van het lid van het huishouden

Opleidingsniveau en achtergrond

Opleidingsniveau

1 verzamelde variabele

MC01

Hoogst bereikte opleidingsniveau

Kenmerken van de persoon en het huishouden

Samenstelling van het huishouden — aanvullende specifieke details

2 afgeleide variabelen

HB05

Grootte van het huishouden

HB075

Type huishouden

Levensomstandigheden, met inbegrip van materiële deprivatie, huisvesting, leefomgeving, toegang tot diensten

Belangrijkste kenmerken van de huisvesting

3 verzamelde variabelen

HD01

Eigendomssituatie woning van het huishouden

HD03

Woningtype

HD06

Aantal kamers waarover het huishouden beschikt

Deelname aan onderwijs en opleiding

Deelname aan formele onderwijsactiviteiten (momenteel)

2 verzamelde variabelen

MC02A

Deelname aan formele onderwijs- en opleidingsactiviteiten

MC02B

Niveau van de huidige/meest recente formele onderwijs- of opleidingsactiviteit

Arbeidsmarktparticipatie

Looptijd van het contract

1 verzamelde variabele

ME03A

Duur van de voornaamste baan

Inkomen, consumptie en vermogenscomponenten, met inbegrip van schulden

Totaal jaarlijks inkomen op het niveau van personen en huishoudens

1 verzamelde variabele

1 afgeleide variabele

MF099

Totaal nettojaarinkomen uit alle bronnen, met inbegrip van niet-monetaire componenten, van het lid van het huishouden

HH099

Totaal nettojaarinkomen uit alle bronnen, met inbegrip van niet-monetaire componenten

Belangrijkste inkomenscomponenten

3 verzamelde variabelen

HH011

Huidig nettomaandinkomen van het huishouden

HH095

Monetair nettojaarinkomen uit alle bronnen

HH012

Inkomen in natura uit dienstbetrekking

Inkomen in natura uit onbetaalde activiteiten

1 verzamelde variabele

HH023

Inkomen in natura uit onbetaalde activiteiten

Huurwaarde

1 verzamelde variabele

HH032

Huurwaarde

Belangrijkste inkomstenbron

1 verzamelde variabele

HI11

Belangrijkste inkomstenbron

Vermogenscomponenten, met inbegrip van woningbezit

2 verzamelde variabelen

HW10

Waarde van het hoofdverblijf

HW20

Spaargeld (in een gemiddelde maand)

Belastingen en bijdragen

1 verzamelde variabele

HW30

Inkomstenbelasting en sociale premies

Schuld

2 verzamelde variabelen

HW40

Totaal nog af te lossen bedrag aan hypotheek voor het hoofdverblijf

HW50

Maandelijkse aflossingen op hoofdsom en rente voor de hypotheek

Betalingsachterstanden

1 verzamelde variabele

HW60

Betalingsachterstanden

 

Consumptie ingedeeld volgens de classificatie van individuele consumptie naar doel (COICOP)  (1)

507 verzamelde variabelen

HE01A

Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken

HE02A

Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen

HE03A

Kleding en schoeisel

HE04A

Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen

HE05A

Inrichting, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning

HE06A

Gezondheid

HE07A

Vervoer

HE08A

Informatie en communicatie

HE09A

Recreatie, sport en cultuur

HE10A

Onderwijs

HE11A

Restaurants en accommodatie

HE12A

Verzekeringen en financiële diensten

HE13A

Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten

Eigen consumptie

13 verzamelde variabelen

HE01B

Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken

HE02B

Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen

HE03B

Kleding en schoeisel

HE04B

Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen

HE05B

Inrichting, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning

HE06B

Gezondheid

HE07B

Vervoer

HE08B

Informatie en communicatie

HE09B

Recreatie, sport en cultuur

HE10B

Onderwijs

HE11B

Restaurants en accommodatie

HE12B

Verzekeringen en financiële diensten

HE13B

Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten

Grensoverschrijdende uitgaven voor consumptie ingedeeld volgens COICOP

13 verzamelde variabelen

HJ01

Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken

HJ02

Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen

HJ03

Kleding en schoeisel

HJ04

Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen

HJ05

Inrichting, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning

HJ06

Gezondheid

HJ07

Vervoer

HJ08

Informatie en communicatie

HJ09

Recreatie, sport en cultuur

HJ10

Onderwijs

HJ11

Restaurants en accommodatie

HJ12

Verzekeringen en financiële diensten

HJ13

Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten

Hoeveelheden  (2) (facultatief)

82 verzamelde variabelen

HQ01

Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken

HQ02

Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen


(1)  De monetaire consumptie ingedeeld volgens de classificatie van individuele consumptie naar doel wordt verstrekt op 5-cijferig COICOP-niveau.

(2)  De hoeveelheden voor de groepen “Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken” en “Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen” worden verstrekt op 5-cijferig COICOP-niveau.


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/8


VERORDENING (EU) 2023/127 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2023

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van acequinocyl in of op bepaalde producten betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor acequinocyl zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(2)

In het kader van een procedure voor de verlening van een vergunning voor het gebruik op paprika’s van een gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof acequinocyl bevat, is overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag tot wijziging van het bestaande MRL ingediend.

(3)

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 heeft de betrokken lidstaat de aanvraag geëvalueerd en is het evaluatieverslag bij de Commissie ingediend.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de aanvraag en het evaluatieverslag beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft besteed aan de risico’s voor de consument en, in voorkomend geval, voor dieren en zij heeft een met redenen omkleed advies over het voorgestelde MRL uitgebracht (2). Zij heeft dat advies naar de aanvrager, de Commissie en de lidstaten gezonden en openbaar gemaakt.

(5)

De EFSA heeft geconcludeerd dat aan alle vereisten met betrekking tot de volledigheid van de ingediende gegevens was voldaan en dat de door de aanvrager gevraagde wijziging van het MRL op grond van een consumentenblootstellingsbeoordeling voor 27 specifieke Europese consumentengroepen uit het oogpunt van de consumentenveiligheid aanvaardbaar was. In haar conclusie heeft de EFSA rekening gehouden met de meest recente informatie over de toxicologische eigenschappen van de stof. Noch uit de gegevens over de levenslange blootstelling aan deze stof via de consumptie van alle voedingsmiddelen die deze stof kunnen bevatten, noch uit de gegevens over de blootstelling op korte termijn door hoge consumptie van de desbetreffende producten is gebleken dat er een risico bestaat dat de aanvaardbare dagelijkse inname of de acute referentiedosis wordt overschreden.

(6)

Op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 is voor kaki’s/Japanse persimoenen een aanvraag ingediend met een verzoek tot wijziging van het bestaande MRL voor acequinocyl.

(7)

Wat deze aanvraag betreft, heeft een lidstaat verzocht gebruik te maken van de versnelde procedure waarin is voorzien in de technische richtsnoeren voor de procedure voor de vaststelling van MRL’s (3), om een MRL vast te stellen op basis van residuproeven op appelen.

(8)

De EFSA heeft onlangs residuproeven op appelen beoordeeld in het kader van de herziening van de bestaande MRL’s voor acequinocyl, en heeft een met redenen omkleed advies over het voorgestelde MRL uitgebracht (4). Dit advies van de EFSA is gebaseerd op de huidige wetenschappelijke en technische kennis ter zake. Aangezien het passend is om de residuproeven voor appelen te extrapoleren naar kaki’s/Japanse persimoenen, zoals bevestigd door de bestaande richtsnoeren van de Unie inzake de extrapolatie van MRL’s (5), is het niet nodig de EFSA te verzoeken een met redenen omkleed advies over kaki’s/Japanse persimoenen uit te brengen.

(9)

Daarom moet het MRL voor kaki’s/Japanse persimoenen op basis van de residuproeven op appelen worden vastgesteld op 0,05 mg/kg.

(10)

Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren, voldoen de voorgestelde wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(11)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 23 februari 2023 voor alle voorgestelde MRL’s.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue level for acequinocyl in sweet peppers/bell peppers. EFSA Journal 2022;20(3):7175. Wetenschappelijke verslagen van de EFSA, online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu

(3)  Technical guidelines MRL setting procedure in accordance with Articles 6 to 11 of Regulation (EC) No 396/2005 and Article 8 of Regulation (EC) No 1107/2009 (SANTE/2015/10595 Rev. 6.1).

(4)  Reasoned Opinion on the review of the existing maximum residue levels for acequinocyl according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020;18(1):5983. Wetenschappelijke verslagen van de EFSA, online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu

(5)  Technical guidelines on data requirements for setting maximum residue levels, comparability of residue trials and extrapolation of residue data on products from plant and animal origin (SANTE/2019/12752 — 23 november 2020).


BIJLAGE

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt de kolom voor acequinocyl vervangen door:

" Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codenummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden  (1)

Acequinocyl (F)

(1)

(2)

(3)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

0110000

Citrusvruchten

0,6 (+)

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

(+)

0110020

Sinaasappelen

(+)

0110030

Citroenen

(+)

0110040

Limoenen/lemmetjes

(+)

0110050

Mandarijnen

(+)

0110990

Overige (2)

 

0120000

Noten

0,01  (*)

0120010

Amandelen

 

0120020

Paranoten

 

0120030

Cashewnoten

 

0120040

Kastanjes

 

0120050

Kokosnoten

 

0120060

Hazelnoten

(+)

0120070

Macadamianoten

 

0120080

Pecannoten

 

0120090

Pijnboompitten

 

0120100

Pistaches

 

0120110

Walnoten

 

0120990

Overige (2)

 

0130000

Pitvruchten

0,4 (+)

0130010

Appelen

(+)

0130020

Peren

(+)

0130030

Kweeperen

(+)

0130040

Mispels

(+)

0130050

Loquats/Japanse mispels

(+)

0130990

Overige (2)

 

0140000

Steenvruchten

 

0140010

Abrikozen

0,01  (*)

0140020

Kersen (zoet)

0,1

0140030

Perziken

0,1

0140040

Pruimen

0,03

0140990

Overige (2)

0,01  (*)

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

0151000

a)

druiven

0,8

0151010

Tafeldruiven

(+)

0151020

Wijndruiven

(+)

0152000

b)

aardbeien

0,01  (*)

0153000

c)

rubussoorten

0,01  (*)

0153010

Bramen/braambessen

 

0153020

Dauwbramen

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

0153990

Overige (2)

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

0,01  (*)

0154010

Blauwe bessen

 

0154020

Veenbessen

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

0154050

Rozenbottels

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

0154080

Vlierbessen

 

0154990

Overige (2)

 

0160000

Diverse vruchten met

 

0161000

a)

eetbare schil

 

0161010

Dadels

0,01  (*)

0161020

Vijgen

0,01  (*)

0161030

Tafelolijven

0,01  (*)

0161040

Kumquats

0,01  (*)

0161050

Carambola’s

0,01  (*)

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

0,05

0161070

Jambolans/djamblangs

0,01  (*)

0161990

Overige (2)

0,01  (*)

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

0,01  (*)

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

 

0162020

Lychees

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

0162050

Sterappelen

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

0162990

Overige (2)

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

0,01  (*)

0163010

Avocado’s

 

0163020

Bananen

 

0163030

Mango’s

 

0163040

Papaja’s

 

0163050

Granaatappels

 

0163060

Cherimoya’s

 

0163070

Guaves

 

0163080

Ananassen

 

0163090

Broodvruchten

 

0163100

Doerians

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

0163990

Overige (2)

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

0,01  (*)

0211000

a)

aardappelen

 

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

 

0212010

Cassave/maniok

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

Yams

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

0212990

Overige (2)

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

0213010

Rode bieten

 

0213020

Wortels

 

0213030

Knolselderij

 

0213040

Mierikswortels

 

0213050

Aardperen/topinamboers

 

0213060

Pastinaken

 

0213070

Wortelpeterselie

 

0213080

Radijzen

 

0213090

Schorseneren

 

0213100

Koolrapen

 

0213110

Rapen

 

0213990

Overige (2)

 

0220000

Bolgewassen

0,01  (*)

0220010

Knoflook

 

0220020

Uien

 

0220030

Sjalotten

 

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

 

0220990

Overige (2)

 

0230000

Vruchtgroenten

 

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

 

0231010

Tomaten

0,3 (+)

0231020

Paprika’s

0,3

0231030

Aubergines

0,3 (+)

0231040

Okra’s, okers

0,01  (*)

0231990

Overige (2)

0,01  (*)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

0232010

Komkommers

0,08

0232020

Augurken

0,04

0232030

Courgettes

0,08

0232990

Overige (2)

0,01  (*)

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,01  (*)

0233010

Meloenen

 

0233020

Pompoenen

 

0233030

Watermeloenen

 

0233990

Overige (2)

 

0234000

d)

suikermais

0,01  (*)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,01  (*)

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

0,01  (*)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

0241010

Broccoli

 

0241020

Bloemkolen

 

0241990

Overige (2)

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

0242010

Spruitjes

 

0242020

Sluitkolen

 

0242990

Overige (2)

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

0243020

Boerenkolen

 

0243990

Overige (2)

 

0244000

d)

koolrabi’s

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

0251000

a)

slasoorten

0,01  (*)

0251010

Veldsla

 

0251020

Sla

 

0251030

Andijvie

 

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

 

0251050

Winterkers

 

0251060

Raketsla/rucola

 

0251070

Rode amsoi

 

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

 

0251990

Overige (2)

 

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

0,01  (*)

0252010

Spinazie

 

0252020

Postelein

 

0252030

Snijbiet

 

0252990

Overige (2)

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01  (*)

0254000

d)

waterkers

0,01  (*)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01  (*)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

0,02  (*)

0256010

Kervel

 

0256020

Bieslook

 

0256030

Bladselderij/snijselder

 

0256040

Peterselie

 

0256050

Salie

 

0256060

Rozemarijn

 

0256070

Tijm

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

0256090

Laurierblad

 

0256100

Dragon

 

0256990

Overige (2)

 

0260000

Peulgroenten

0,01  (*)

0260010

Bonen (met peul)

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

0260030

Erwten (met peul)

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

0260050

Linzen

 

0260990

Overige (2)

 

0270000

Stengelgroenten

0,01  (*)

0270010

Asperges

 

0270020

Kardoenen

 

0270030

Bleekselderij

 

0270040

Knolvenkel

 

0270050

Artisjokken

 

0270060

Preien

 

0270070

Rabarber

 

0270080

Bamboescheuten

 

0270090

Palmharten

 

0270990

Overige (2)

 

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01  (*)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,01  (*)

0300000

PEULVRUCHTEN

0,01  (*)

0300010

Bonen

 

0300020

Linzen

 

0300030

Erwten

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

0300990

Overige (2)

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01  (*)

0401000

Oliehoudende zaden

 

0401010

Lijnzaad

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

0401040

Sesamzaad

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

0401060

Koolzaad

 

0401070

Sojabonen

 

0401080

Mosterdzaad

 

0401090

Katoenzaad

 

0401100

Pompoenzaad

 

0401110

Saffloerzaad

 

0401120

Bernagiezaad

 

0401130

Huttentutzaad

 

0401140

Hennepzaad

 

0401150

Wonderbonen

 

0401990

Overige (2)

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0402020

Palmpitten

 

0402030

Palmvruchten

 

0402040

Kapok

 

0402990

Overige (2)

 

0500000

GRANEN

0,01  (*)

0500010

Gerst

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

 

0500030

Mais

 

0500040

Gierst/pluimgierst

 

0500050

Haver

 

0500060

Rijst

 

0500070

Rogge

 

0500080

Sorghum

 

0500090

Tarwe

 

0500990

Overige (2)

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,05  (*)

0610000

Thee

 

0620000

Koffiebonen

 

0630000

Kruidenthee van

 

0631000

a)

bloemen

 

0631010

Kamille

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

0631030

Roos

 

0631040

Jasmijn

 

0631050

Lindebloesem

 

0631990

Overige (2)

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

0632010

Aardbei

 

0632020

Rooibos

 

0632030

Maté

 

0632990

Overige (2)

 

0633000

c)

wortels

 

0633010

Valeriaan

 

0633020

Ginseng

 

0633990

Overige (2)

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

0640000

Cacaobonen

 

0650000

Carob/johannesbrood

 

0700000

HOP

20 (+)

0800000

SPECERIJEN

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,05  (*)

0810010

Anijs

 

0810020

Zwarte komijn

 

0810030

Selderij

 

0810040

Koriander

 

0810050

Komijn

 

0810060

Dille

 

0810070

Venkel

 

0810080

Fenegriek

 

0810090

Nootmuskaat

 

0810990

Overige (2)

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,05  (*)

0820010

Piment

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

0820030

Karwij

 

0820040

Kardemom

 

0820050

Jeneverbes

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

0820070

Vanille

 

0820080

Tamarinde

 

0820990

Overige (2)

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05  (*)

0830010

Kaneel

 

0830990

Overige (2)

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

0840010

Zoethout

0,05  (*)

0840020

Gember (10)

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05  (*)

0840040

Mierikswortel (11)

 

0840990

Overige (2)

0,05  (*)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05  (*)

0850010

Kruidnagels

 

0850020

Kappertjes

 

0850990

Overige (2)

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05  (*)

0860010

Saffraan

 

0860990

Overige (2)

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05  (*)

0870010

Foelie

 

0870990

Overige (2)

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

0,01  (*)

0900010

Suikerbiet

 

0900020

Suikerriet

 

0900030

Wortelcichorei

 

0900990

Overige (2)

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

1010000

Producten afkomstig van

0,01  (*)

1011000

a)

varkens

 

1011010

Spier

(+)

1011020

Vet

(+)

1011030

Lever

(+)

1011040

Nier

(+)

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1011990

Overige (2)

 

1012000

b)

runderen

 

1012010

Spier

(+)

1012020

Vet

(+)

1012030

Lever

(+)

1012040

Nier

(+)

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1012990

Overige (2)

 

1013000

c)

schapen

 

1013010

Spier

 

1013020

Vet

 

1013030

Lever

 

1013040

Nier

 

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1013990

Overige (2)

 

1014000

d)

geiten

 

1014010

Spier

 

1014020

Vet

 

1014030

Lever

 

1014040

Nier

 

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1014990

Overige (2)

 

1015000

e)

paardachtigen

 

1015010

Spier

(+)

1015020

Vet

(+)

1015030

Lever

(+)

1015040

Nier

(+)

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1015990

Overige (2)

 

1016000

f)

pluimvee

 

1016010

Spier

 

1016020

Vet

 

1016030

Lever

 

1016040

Nier

 

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1016990

Overige (2)

 

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

1017010

Spier

 

1017020

Vet

 

1017030

Lever

 

1017040

Nier

 

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1017990

Overige (2)

 

1020000

Melk

0,01  (*)

1020010

Runderen

(+)

1020020

Schapen

 

1020030

Geiten

 

1020040

Paarden

(+)

1020990

Overige (2)

 

1030000

Vogeleieren

0,01  (*)

1030010

Kippen

 

1030020

Eenden

 

1030030

Ganzen

 

1030040

Kwartels

 

1030990

Overige (2)

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05  (*)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,01  (*)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,01  (*)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,01  (*)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

Acequinocyl (F)

(F) Vetoplosbaar

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot analysemethoden en de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0120060 Hazelnoten

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de analysemethoden ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1011010 Spier

1011020 Vet

1011030 Lever

1011040 Nier

1012010 Spier

1012020 Vet

1012030 Lever

1012040 Nier

1015010 Spier

1015020 Vet

1015030 Lever

1015040 Nier

1020010 Runderen

1020040 Paarden

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot hydrolysestudies die pasteurisatie, koken en sterilisatie simuleren, ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0110000 Citrusvruchten

0110010 Grapefruits/pompelmoezen

0110020 Sinaasappelen

0110030 Citroenen

0110040 Limoenen/lemmetjes

0110050 Mandarijnen

0130000 Pitvruchten

0130010 Appelen

0130020 Peren

0130030 Kweeperen

0130040 Mispels

0130050 Loquats/Japanse mispels

0151010 Tafeldruiven

0151020 Wijndruiven

0231010 Tomaten

0231030 Aubergines

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag en hydrolysestudies die pasteurisatie, koken en sterilisatie simuleren, ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0700000 HOP"


(*)  Bepaalbaarheidsgrens

(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/22


VERORDENING (EU) 2023/128 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2023

tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van benalaxyl, bromoxynil, chloorsulfuron, epoxiconazool en fenamifos in of op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a), en artikel 18, lid 1, punt b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor benalaxyl, bromoxynil, en fenamifos zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor chloorsulfuron en epoxiconazool zijn MRL’s vastgesteld in deel A van bijlage III bij die verordening.

(2)

De goedkeuring van de werkzame stof benalaxyl is bij Verordening (EU) 2020/1280 van de Commissie (2) niet verlengd, onder meer om redenen die verband houden met de menselijke gezondheid. Die goedkeuring is verstreken op 31 juli 2021. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, zijn ingetrokken.

(3)

Wat de niet-verlenging van de goedkeuring van benalaxyl betreft, kon de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) niet concluderen dat de stof geen hormoonontregelende eigenschappen heeft (3).

(4)

Benalaxyl-M is een goedgekeurde werkzame stof voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen. De residudefinitie voor zowel benalaxyl als benalaxyl-M is “benalaxyl, inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder benalaxyl-M (som van de isomeren)”. De MRL’s voor benalaxyl op tafeldruiven, aardappelen, knoflook, uien, sjalotten, watermeloenen, sla en preien zijn veilig voor de consument en moeten worden gehandhaafd om rekening te houden met de toegestane toepassingen van benalaxyl-M op die producten. Voor wijndruiven en meloenen komen de bestaande MRL’s overeen met de Codex-grenswaarden (“CXL’s”). Zij zijn veilig voor de consument en moeten ook worden gehandhaafd overeenkomstig artikel 14, lid 2, punt e), van Verordening (EG) nr. 396/2005. De MRL’s voor het toegestane gebruik van benalaxyl-M op aubergines en tomaten zijn lager dan de MRL’s voor benalaxyl. Daarom moeten de MRL’s voor benalaxyl op deze producten worden verlaagd tot de huidige MRL’s voor benalaxyl-M. Voor paprika’s en koolzaad bestaan er geen toegelaten toepassingen voor benalaxyl-M en zijn er geen CXL’s of invoertoleranties. De MRL’s voor benalaxyl op die producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 tot de bepaalbaarheidsgrens worden verlaagd.

(5)

De goedkeuring van de werkzame stof bromoxynil is bij Verordening (EU) 2020/1276 van de Commissie (4) niet verlengd, onder meer om redenen die verband houden met de menselijke gezondheid. De goedkeuring van die werkzame stof is op 31 juli 2021 verstreken. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die bromoxynil bevatten, zijn ingetrokken en er bestaan voor die werkzame stof geen CXL’s of invoertoleranties. Het is derhalve passend om de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens.

(6)

De goedkeuring van de werkzame stof chloorsulfuron is op 31 december 2019 verstreken en de aanvrager heeft geen aanvraag tot verlenging ingediend. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, zijn ingetrokken. Er bestaan geen CXL’s of invoertoleranties voor chloorsulfuron. Het is derhalve passend om de in deel A van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens.

(7)

De goedkeuring van de werkzame stof epoxiconazool is op 30 april 2020 verstreken en de aanvrager heeft geen aanvraag tot verlenging ingediend. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, zijn ingetrokken. Er bestaan geen CXL’s of invoertoleranties voor epoxiconazool. Het is derhalve passend om de in deel A van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens.

(8)

De goedkeuring van de werkzame stof fenamifos is bij Verordening (EU) 2020/1246 van de Commissie (5) niet verlengd, onder meer om redenen die verband houden met de menselijke gezondheid. De goedkeuring van die werkzame stof is op 23 september 2020 verstreken. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die fenamifos bevatten, zijn ingetrokken.

(9)

Wat de niet-verlenging van de goedkeuring van fenamifos betreft, heeft de EFSA een aantal punten van zorg (6) vastgesteld met betrekking tot het risico voor de gezondheid van de consument en ontbrekende gegevens voor de representatieve gebruiksdoeleinden met betrekking tot vruchtgroenten.

(10)

De MRL’s voor tafeldruiven en wijndruiven komen overeen met de invoertoleranties, maar aangezien de gegevens voor de metabolieten M01 en M02 over genotoxiciteit onvolledig waren en een beoordeling van het risico voor de consument niet kon worden afgerond, kan een risico voor de consument niet worden uitgesloten. De MRL’s voor tomaten, paprika’s, aubergines, meloenen en suikerbiet zijn gebaseerd op de EU-toepassingen van fenamifos die zijn ingetrokken. Het is derhalve passend om de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens.

(11)

De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Voor alle werkzame stoffen die onder deze verordening vallen, hebben die laboratoria productspecifieke bepaalbaarheidsgrenzen voorgesteld die analytisch haalbaar zijn.

(12)

De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.

(13)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de nieuwe MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen aanpassen aan de eisen die uit de aanpassing van de desbetreffende MRL’s voortvloeien.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 8 augustus 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1280 van de Commissie van 14 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof benalaxyl overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 301 van 15.9.2020, blz. 4).

(3)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: “Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance benalaxyl”, EFSA Journal 2020;18(1):5985.

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1276 van de Commissie van 11 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof bromoxynil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 300 van 14.9.2020, blz. 32).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1246 van de Commissie van 2 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof fenamifos overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 288 van 3.9.2020, blz. 18).

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: “Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance fenamiphos”, EFSA Journal 2019;17(1):5557.


BIJLAGE

De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

de kolom voor benalaxyl wordt vervangen door:

Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codennummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden  (1)

Benalaxyl, inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder benalaxyl-M (som van de isomeren)

(1)

(2)

(3)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

0110000

Citrusvruchten

0,01  (*)

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

0110020

Sinaasappelen

 

0110030

Citroenen

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

0110050

Mandarijnen

 

0110990

Overige (2)

 

0120000

Noten

0,01  (*)

0120010

Amandelen

 

0120020

Paranoten

 

0120030

Cashewnoten

 

0120040

Kastanjes

 

0120050

Kokosnoten

 

0120060

Hazelnoten

 

0120070

Macadamianoten

 

0120080

Pecannoten

 

0120090

Pijnboompitten

 

0120100

Pistaches

 

0120110

Walnoten

 

0120990

Overige (2)

 

0130000

Pitvruchten

0,01  (*)

0130010

Appelen

 

0130020

Peren

 

0130030

Kweeperen

 

0130040

Mispels

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

0130990

Overige (2)

 

0140000

Steenvruchten

0,01  (*)

0140010

Abrikozen

 

0140020

Kersen (zoet)

 

0140030

Perziken

 

0140040

Pruimen

 

0140990

Overige (2)

 

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

0151000

a)

druiven

 

0151010

Tafeldruiven

0,7 (+)

0151020

Wijndruiven

0,3

0152000

b)

aardbeien

0,01  (*)

0153000

c)

rubussoorten

0,01  (*)

0153010

Bramen/braambessen

 

0153020

Dauwbramen

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

0153990

Overige (2)

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

0,01  (*)

0154010

Blauwe bessen

 

0154020

Veenbessen

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

0154050

Rozenbottels

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

0154080

Vlierbessen

 

0154990

Overige (2)

 

0160000

Diverse vruchten met

0,01  (*)

0161000

a)

eetbare schil

 

0161010

Dadels

 

0161020

Vijgen

 

0161030

Tafelolijven

 

0161040

Kumquats

 

0161050

Carambola’s

 

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

 

0161070

Jambolans/djamblangs

 

0161990

Overige (2)

 

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

 

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

 

0162020

Lychees

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

0162050

Sterappelen

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

0162990

Overige (2)

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

0163010

Avocado’s

 

0163020

Bananen

 

0163030

Mango’s

 

0163040

Papaja’s

 

0163050

Granaatappels

 

0163060

Cherimoya’s

 

0163070

Guaves

 

0163080

Ananassen

 

0163090

Broodvruchten

 

0163100

Doerians

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

0163990

Overige (2)

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

 

0211000

a)

aardappelen

0,02  (*)+)

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

0,01  (*)

0212010

Cassave/maniok

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

Yams

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

0212990

Overige (2)

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

0,01  (*)

0213010

Rode bieten

 

0213020

Wortels

 

0213030

Knolselderij

 

0213040

Mierikswortels

 

0213050

Aardperen/topinamboers

 

0213060

Pastinaken

 

0213070

Wortelpeterselie

 

0213080

Radijzen

 

0213090

Schorseneren

 

0213100

Koolrapen

 

0213110

Rapen

 

0213990

Overige (2)

 

0220000

Bolgewassen

 

0220010

Knoflook

0,02  (*)+)

0220020

Uien

0,02  (*)+)

0220030

Sjalotten

0,02  (*)+)

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

0,01  (*)

0220990

Overige (2)

0,01  (*)

0230000

Vruchtgroenten

 

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

 

0231010

Tomaten

0,3

0231020

Paprika’s

0,01  (*)

0231030

Aubergines

0,3

0231040

Okra’s, okers

0,01  (*)

0231990

Overige (2)

0,01  (*)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,01  (*)

0232010

Komkommers

 

0232020

Augurken

 

0232030

Courgettes

 

0232990

Overige (2)

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

0233010

Meloenen

0,3

0233020

Pompoenen

0,01  (*)

0233030

Watermeloenen

0,15

0233990

Overige (2)

0,01  (*)

0234000

d)

suikermais

0,01  (*)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,01  (*)

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

0,01  (*)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

0241010

Broccoli

 

0241020

Bloemkolen

 

0241990

Overige (2)

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

0242010

Spruitjes

 

0242020

Sluitkolen

 

0242990

Overige (2)

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

0243020

Boerenkolen

 

0243990

Overige (2)

 

0244000

d)

koolrabi’s

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

0251000

a)

slasoorten

 

0251010

Veldsla

0,01  (*)

0251020

Sla

3 (+)

0251030

Andijvie

0,01  (*)

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

0,01  (*)

0251050

Winterkers

0,01  (*)

0251060

Raketsla/rucola

0,01  (*)

0251070

Rode amsoi

0,01  (*)

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

0,01  (*)

0251990

Overige (2)

0,01  (*)

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

0,01  (*)

0252010

Spinazie

 

0252020

Postelein

 

0252030

Snijbiet

 

0252990

Overige (2)

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01  (*)

0254000

d)

waterkers

0,01  (*)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01  (*)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

0,02  (*)

0256010

Kervel

 

0256020

Bieslook

 

0256030

Bladselderij/snijselder

 

0256040

Peterselie

 

0256050

Salie

 

0256060

Rozemarijn

 

0256070

Tijm

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

0256090

Laurierblad

 

0256100

Dragon

 

0256990

Overige (2)

 

0260000

Peulgroenten

0,01  (*)

0260010

Bonen (met peul)

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

0260030

Erwten (met peul)

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

0260050

Linzen

 

0260990

Overige (2)

 

0270000

Stengelgroenten

 

0270010

Asperges

0,01  (*)

0270020

Kardoenen

0,01  (*)

0270030

Bleekselderij

0,01  (*)

0270040

Knolvenkel

0,01  (*)

0270050

Artisjokken

0,01  (*)

0270060

Preien

0,02  (*)+)

0270070

Rabarber

0,01  (*)

0270080

Bamboescheuten

0,01  (*)

0270090

Palmharten

0,01  (*)

0270990

Overige (2)

0,01  (*)

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01  (*)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

 

0300000

PEULVRUCHTEN

0,01  (*)

0300010

Bonen

 

0300020

Linzen

 

0300030

Erwten

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

0300990

Overige (2)

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01  (*)

0401000

Oliehoudende zaden

 

0401010

Lijnzaad

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

0401040

Sesamzaad

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

0401060

Koolzaad

 

0401070

Sojabonen

 

0401080

Mosterdzaad

 

0401090

Katoenzaad

 

0401100

Pompoenzaad

 

0401110

Saffloerzaad

 

0401120

Bernagiezaad

 

0401130

Huttentutzaad

 

0401140

Hennepzaad

 

0401150

Wonderbonen

 

0401990

Overige (2)

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0402020

Palmpitten

 

0402030

Palmvruchten

 

0402040

Kapok

 

0402990

Overige (2)

 

0500000

GRANEN

0,01  (*)

0500010

Gerst

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

 

0500030

Mais

 

0500040

Gierst/pluimgierst

 

0500050

Haver

 

0500060

Rijst

 

0500070

Rogge

 

0500080

Sorghum

 

0500090

Tarwe

 

0500990

Overige (2)

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,05  (*)

0610000

Thee

 

0620000

Koffiebonen

 

0630000

Kruidenthee van

 

0631000

a)

bloemen

 

0631010

Kamille

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

0631030

Roos

 

0631040

Jasmijn

 

0631050

Lindebloesem

 

0631990

Overige (2)

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

0632010

Aardbei

 

0632020

Rooibos

 

0632030

Maté

 

0632990

Overige (2)

 

0633000

c)

wortels

 

0633010

Valeriaan

 

0633020

Ginseng

 

0633990

Overige (2)

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

0640000

Cacaobonen

 

0650000

Carob/johannesbrood

 

0700000

HOP

0,05  (*)

0800000

SPECERIJEN

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,05  (*)

0810010

Anijs

 

0810020

Zwarte komijn

 

0810030

Selderij

 

0810040

Koriander

 

0810050

Komijn

 

0810060

Dille

 

0810070

Venkel

 

0810080

Fenegriek

 

0810090

Nootmuskaat

 

0810990

Overige (2)

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,05  (*)

0820010

Piment

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

0820030

Karwij

 

0820040

Kardemom

 

0820050

Jeneverbes

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

0820070

Vanille

 

0820080

Tamarinde

 

0820990

Overige (2)

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05  (*)

0830010

Kaneel

 

0830990

Overige (2)

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

0840010

Zoethout

0,05  (*)

0840020

Gember (10)

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05  (*)

0840040

Mierikswortel (11)

 

0840990

Overige (2)

0,05  (*)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05  (*)

0850010

Kruidnagels

 

0850020

Kappertjes

 

0850990

Overige (2)

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05  (*)

0860010

Saffraan

 

0860990

Overige (2)

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05  (*)

0870010

Foelie

 

0870990

Overige (2)

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

0,01  (*)

0900010

Suikerbiet

 

0900020

Suikerriet

 

0900030

Wortelcichorei

 

0900990

Overige (2)

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

1010000

Producten afkomstig van

 

1011000

a)

varkens

 

1011010

Spier

0,02  (*)

1011020

Vet

0,01  (*)

1011030

Lever

0,01  (*)

1011040

Nier

0,01  (*)

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*)

1011990

Overige (2)

0,01  (*)

1012000

b)

runderen

 

1012010

Spier

0,02  (*)

1012020

Vet

0,01  (*)

1012030

Lever

0,01  (*)

1012040

Nier

0,01  (*)

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*)

1012990

Overige (2)

0,01  (*)

1013000

c)

schapen

 

1013010

Spier

0,02  (*)

1013020

Vet

0,01  (*)

1013030

Lever

0,01  (*)

1013040

Nier

0,01  (*)

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*)

1013990

Overige (2)

0,01  (*)

1014000

d)

geiten

 

1014010

Spier

0,02  (*)

1014020

Vet

0,01  (*)

1014030

Lever

0,01  (*)

1014040

Nier

0,01  (*)

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*)

1014990

Overige (2)

0,01  (*)

1015000

e)

paardachtigen

 

1015010

Spier

0,02  (*)

1015020

Vet

0,01  (*)

1015030

Lever

0,01  (*)

1015040

Nier

0,01  (*)

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*)

1015990

Overige (2)

0,01  (*)

1016000

f)

pluimvee

 

1016010

Spier

0,02  (*)

1016020

Vet

0,01  (*)

1016030

Lever

0,01  (*)

1016040

Nier

0,01  (*)

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*)

1016990

Overige (2)

0,01  (*)

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

1017010

Spier

0,02  (*)

1017020

Vet

0,01  (*)

1017030

Lever

0,01  (*)

1017040

Nier

0,01  (*)

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*)

1017990

Overige (2)

0,01  (*)

1020000

Melk

0,02  (*)

1020010

Runderen

 

1020020

Schapen

 

1020030

Geiten

 

1020040

Paarden

 

1020990

Overige (2)

 

1030000

Vogeleieren

0,02  (*)

1030010

Kippen

 

1030020

Eenden

 

1030030

Ganzen

 

1030040

Kwartels

 

1030990

Overige (2)

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05  (*)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,02  (*)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,02  (*)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,02  (*)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

Benalaxyl, inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder benalaxyl-M (som van de isomeren)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme in de gewassen en residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met de in de eerste zin bedoelde informatie rekening houden als die uiterlijk op 19 januari 2025 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0251020 Sla

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme in de gewassen ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met de in de eerste zin bedoelde informatie rekening houden als die uiterlijk op 19 januari 2025 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0211000 a) aardappelen

0220010 Knoflook

0220020 Uien

0220030 Sjalotten

0270060 Preien

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven en het metabolisme in de gewassen ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met de in de eerste zin bedoelde informatie rekening houden als die uiterlijk op 19 januari 2025 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0151010 Tafeldruiven”;

b)

de kolommen voor bromoxynil en fenamifos worden geschrapt.

2)

In deel A van bijlage III worden de kolommen voor chloorsulfuron en epoxiconazool geschrapt.

3)

In bijlage V worden de volgende kolommen voor bromoxynil, chloorsulfuron, epoxiconazool en fenamifos toegevoegd:

Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Code- nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden  (2)

Bromoxynil en zouten daarvan, uitgedrukt als bromoxynil

Chloorsulfuron

Epoxiconazool (F)

Fenamifos (som van fenamifos en het sulfoxide en het sulfon daarvan, uitgedrukt als fenamifos)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0110000

Citrusvruchten

 

 

 

 

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

 

 

 

0110020

Sinaasappelen

 

 

 

 

0110030

Citroenen

 

 

 

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

 

 

 

0110050

Mandarijnen

 

 

 

 

0110990

Overige (2)

 

 

 

 

0120000

Noten

 

 

 

 

0120010

Amandelen

 

 

 

 

0120020

Paranoten

 

 

 

 

0120030

Cashewnoten

 

 

 

 

0120040

Kastanjes

 

 

 

 

0120050

Kokosnoten

 

 

 

 

0120060

Hazelnoten

 

 

 

 

0120070

Macadamianoten

 

 

 

 

0120080

Pecannoten

 

 

 

 

0120090

Pijnboompitten

 

 

 

 

0120100

Pistaches

 

 

 

 

0120110

Walnoten

 

 

 

 

0120990

Overige (2)

 

 

 

 

0130000

Pitvruchten

 

 

 

 

0130010

Appelen

 

 

 

 

0130020

Peren

 

 

 

 

0130030

Kweeperen

 

 

 

 

0130040

Mispels

 

 

 

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

 

 

 

0130990

Overige (2)

 

 

 

 

0140000

Steenvruchten

 

 

 

 

0140010

Abrikozen

 

 

 

 

0140020

Kersen (zoet)

 

 

 

 

0140030

Perziken

 

 

 

 

0140040

Pruimen

 

 

 

 

0140990

Overige (2)

 

 

 

 

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

 

0151000

a)

druiven

 

 

 

 

0151010

Tafeldruiven

 

 

 

 

0151020

Wijndruiven

 

 

 

 

0152000

b)

aardbeien

 

 

 

 

0153000

c)

rubussoorten

 

 

 

 

0153010

Bramen/braambessen

 

 

 

 

0153020

Dauwbramen

 

 

 

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

 

 

 

0153990

Overige (2)

 

 

 

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

 

 

 

 

0154010

Blauwe bessen

 

 

 

 

0154020

Veenbessen

 

 

 

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

 

 

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

 

 

 

0154050

Rozenbottels

 

 

 

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

 

 

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

 

 

 

0154080

Vlierbessen

 

 

 

 

0154990

Overige (2)

 

 

 

 

0160000

Diverse vruchten met

 

 

 

 

0161000

a)

eetbare schil

 

 

 

 

0161010

Dadels

 

 

 

 

0161020

Vijgen

 

 

 

 

0161030

Tafelolijven

 

 

 

 

0161040

Kumquats

 

 

 

 

0161050

Carambola’s

 

 

 

 

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

 

 

 

 

0161070

Jambolans/djamblangs

 

 

 

 

0161990

Overige (2)

 

 

 

 

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

 

 

 

 

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

 

 

 

 

0162020

Lychees

 

 

 

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

 

 

 

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

 

 

 

0162050

Sterappelen

 

 

 

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

 

 

 

0162990

Overige (2)

 

 

 

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

 

 

 

0163010

Avocado’s

 

 

 

 

0163020

Bananen

 

 

 

 

0163030

Mango’s

 

 

 

 

0163040

Papaja’s

 

 

 

 

0163050

Granaatappels

 

 

 

 

0163060

Cherimoya’s

 

 

 

 

0163070

Guaves

 

 

 

 

0163080

Ananassen

 

 

 

 

0163090

Broodvruchten

 

 

 

 

0163100

Doerians

 

 

 

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

 

 

 

0163990

Overige (2)

 

 

 

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

 

 

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0211000

a)

aardappelen

 

 

 

 

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

 

 

 

 

0212010

Cassave/maniok

 

 

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

0212030

Yams

 

 

 

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

 

 

 

0212990

Overige (2)

 

 

 

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

 

 

0213010

Rode bieten

 

 

 

 

0213020

Wortels

 

 

 

 

0213030

Knolselderij

 

 

 

 

0213040

Mierikswortels

 

 

 

 

0213050

Aardperen/topinamboers

 

 

 

 

0213060

Pastinaken

 

 

 

 

0213070

Wortelpeterselie

 

 

 

 

0213080

Radijzen

 

 

 

 

0213090

Schorseneren

 

 

 

 

0213100

Koolrapen

 

 

 

 

0213110

Rapen

 

 

 

 

0213990

Overige (2)

 

 

 

 

0220000

Bolgewassen

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0220010

Knoflook

 

 

 

 

0220020

Uien

 

 

 

 

0220030

Sjalotten

 

 

 

 

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

 

 

 

 

0220990

Overige (2)

 

 

 

 

0230000

Vruchtgroenten

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

 

 

 

 

0231010

Tomaten

 

 

 

 

0231020

Paprika’s

 

 

 

 

0231030

Aubergines

 

 

 

 

0231040

Okra’s, okers

 

 

 

 

0231990

Overige (2)

 

 

 

 

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

 

 

 

0232010

Komkommers

 

 

 

 

0232020

Augurken

 

 

 

 

0232030

Courgettes

 

 

 

 

0232990

Overige (2)

 

 

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

 

 

 

0233010

Meloenen

 

 

 

 

0233020

Pompoenen

 

 

 

 

0233030

Watermeloenen

 

 

 

 

0233990

Overige (2)

 

 

 

 

0234000

d)

suikermais

 

 

 

 

0239000

e)

andere vruchtgroenten

 

 

 

 

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

 

 

 

0241010

Broccoli

 

 

 

 

0241020

Bloemkolen

 

 

 

 

0241990

Overige (2)

 

 

 

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

 

 

 

0242010

Spruitjes

 

 

 

 

0242020

Sluitkolen

 

 

 

 

0242990

Overige (2)

 

 

 

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

 

 

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

 

 

 

0243020

Boerenkolen

 

 

 

 

0243990

Overige (2)

 

 

 

 

0244000

d)

koolrabi’s

 

 

 

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

 

 

 

0251000

a)

slasoorten

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0251010

Veldsla

 

 

 

 

0251020

Sla

 

 

 

 

0251030

Andijvie

 

 

 

 

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

 

 

 

 

0251050

Winterkers

 

 

 

 

0251060

Raketsla/rucola

 

 

 

 

0251070

Rode amsoi

 

 

 

 

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

 

 

 

 

0251990

Overige (2)

 

 

 

 

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0252010

Spinazie

 

 

 

 

0252020

Postelein

 

 

 

 

0252030

Snijbiet

 

 

 

 

0252990

Overige (2)

 

 

 

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0254000

d)

waterkers

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

0,02  (*)

0,02  (*)

0,02  (*)

0,02  (*)

0256010

Kervel

 

 

 

 

0256020

Bieslook

 

 

 

 

0256030

Bladselderij/snijselder

 

 

 

 

0256040

Peterselie

 

 

 

 

0256050

Salie

 

 

 

 

0256060

Rozemarijn

 

 

 

 

0256070

Tijm

 

 

 

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

 

 

 

0256090

Laurierblad

 

 

 

 

0256100

Dragon

 

 

 

 

0256990

Overige (2)

 

 

 

 

0260000

Peulgroenten

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0260010

Bonen (met peul)

 

 

 

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

 

 

 

0260030

Erwten (met peul)

 

 

 

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

 

 

 

0260050

Linzen

 

 

 

 

0260990

Overige (2)

 

 

 

 

0270000

Stengelgroenten

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0270010

Asperges

 

 

 

 

0270020

Kardoenen

 

 

 

 

0270030

Bleekselderij

 

 

 

 

0270040

Knolvenkel

 

 

 

 

0270050

Artisjokken

 

 

 

 

0270060

Preien

 

 

 

 

0270070

Rabarber

 

 

 

 

0270080

Bamboescheuten

 

 

 

 

0270090

Palmharten

 

 

 

 

0270990

Overige (2)

 

 

 

 

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

 

 

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

 

 

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

 

 

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0300000

PEULVRUCHTEN

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,02  (*)

0300010

Bonen

 

 

 

 

0300020

Linzen

 

 

 

 

0300030

Erwten

 

 

 

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

 

 

 

0300990

Overige (2)

 

 

 

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0401000

Oliehoudende zaden

 

 

 

 

0401010

Lijnzaad

 

 

 

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

 

 

 

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

 

 

 

0401040

Sesamzaad

 

 

 

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

 

 

 

0401060

Koolzaad

 

 

 

 

0401070

Sojabonen

 

 

 

 

0401080

Mosterdzaad

 

 

 

 

0401090

Katoenzaad

 

 

 

 

0401100

Pompoenzaad

 

 

 

 

0401110

Saffloerzaad

 

 

 

 

0401120

Bernagiezaad

 

 

 

 

0401130

Huttentutzaad

 

 

 

 

0401140

Hennepzaad

 

 

 

 

0401150

Wonderbonen

 

 

 

 

0401990

Overige (2)

 

 

 

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

 

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

 

 

 

0402020

Palmpitten

 

 

 

 

0402030

Palmvruchten

 

 

 

 

0402040

Kapok

 

 

 

 

0402990

Overige (2)

 

 

 

 

0500000

GRANEN

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0500010

Gerst

 

 

 

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

 

 

 

 

0500030

Mais

 

 

 

 

0500040

Gierst/pluimgierst

 

 

 

 

0500050

Haver

 

 

 

 

0500060

Rijst

 

 

 

 

0500070

Rogge

 

 

 

 

0500080

Sorghum

 

 

 

 

0500090

Tarwe

 

 

 

 

0500990

Overige (2)

 

 

 

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0610000

Thee

 

 

 

 

0620000

Koffiebonen

 

 

 

 

0630000

Kruidenthee van

 

 

 

 

0631000

a)

bloemen

 

 

 

 

0631010

Kamille

 

 

 

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

 

 

 

0631030

Roos

 

 

 

 

0631040

Jasmijn

 

 

 

 

0631050

Lindebloesem

 

 

 

 

0631990

Overige (2)

 

 

 

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

 

 

 

0632010

Aardbei

 

 

 

 

0632020

Rooibos

 

 

 

 

0632030

Maté

 

 

 

 

0632990

Overige (2)

 

 

 

 

0633000

c)

wortels

 

 

 

 

0633010

Valeriaan

 

 

 

 

0633020

Ginseng

 

 

 

 

0633990

Overige (2)

 

 

 

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

 

 

 

0640000

Cacaobonen

 

 

 

 

0650000

Carob/johannesbrood

 

 

 

 

0700000

HOP

0,05  (*)+)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0800000

SPECERIJEN

 

 

 

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0810010

Anijs

 

 

 

 

0810020

Zwarte komijn

 

 

 

 

0810030

Selderij

 

 

 

 

0810040

Koriander

 

 

 

 

0810050

Komijn

 

 

 

 

0810060

Dille

 

 

 

 

0810070

Venkel

 

 

 

 

0810080

Fenegriek

 

 

 

 

0810090

Nootmuskaat

 

 

 

 

0810990

Overige (2)

 

 

 

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0820010

Piment

 

 

 

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

 

 

 

0820030

Karwij

 

 

 

 

0820040

Kardemom

 

 

 

 

0820050

Jeneverbes

 

 

 

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

 

 

 

0820070

Vanille

 

 

 

 

0820080

Tamarinde

 

 

 

 

0820990

Overige (2)

 

 

 

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0830010

Kaneel

 

 

 

 

0830990

Overige (2)

 

 

 

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

 

 

 

0840010

Zoethout

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0840020

Gember (10)

 

 

 

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0840040

Mierikswortel (11)

 

 

 

 

0840990

Overige (2)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0850010

Kruidnagels

 

 

 

 

0850020

Kappertjes

 

 

 

 

0850990

Overige (2)

 

 

 

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0860010

Saffraan

 

 

 

 

0860990

Overige (2)

 

 

 

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0870010

Foelie

 

 

 

 

0870990

Overige (2)

 

 

 

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0900010

Suikerbiet

 

 

 

 

0900020

Suikerriet

 

 

 

 

0900030

Wortelcichorei

 

 

 

 

0900990

Overige (2)

 

 

 

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

 

 

 

1010000

Producten afkomstig van

0,05  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

 

1011000

a)

varkens

 

 

 

0,02  (*)

1011010

Spier

 

 

 

 

1011020

Vet

 

 

 

 

1011030

Lever

 

 

 

 

1011040

Nier

 

 

 

 

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

 

 

 

1011990

Overige (2)

 

 

 

 

1012000

b)

runderen

 

 

 

0,02  (*)

1012010

Spier

 

 

 

 

1012020

Vet

 

 

 

 

1012030

Lever

 

 

 

 

1012040

Nier

 

 

 

 

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

 

 

 

1012990

Overige (2)

 

 

 

 

1013000

c)

schapen

 

 

 

0,02  (*)

1013010

Spier

 

 

 

 

1013020

Vet

 

 

 

 

1013030

Lever

 

 

 

 

1013040

Nier

 

 

 

 

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

 

 

 

1013990

Overige (2)

 

 

 

 

1014000

d)

geiten

 

 

 

0,02  (*)

1014010

Spier

 

 

 

 

1014020

Vet

 

 

 

 

1014030

Lever

 

 

 

 

1014040

Nier

 

 

 

 

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

 

 

 

1014990

Overige (2)

 

 

 

 

1015000

e)

paardachtigen

 

 

 

0,01  (*)

1015010

Spier

 

 

 

 

1015020

Vet

 

 

 

 

1015030

Lever

 

 

 

 

1015040

Nier

 

 

 

 

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

 

 

 

1015990

Overige (2)

 

 

 

 

1016000

f)

pluimvee

 

 

 

0,02  (*)

1016010

Spier

 

 

 

 

1016020

Vet

 

 

 

 

1016030

Lever

 

 

 

 

1016040

Nier

 

 

 

 

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

 

 

 

1016990

Overige (2)

 

 

 

 

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

 

 

0,01  (*)

1017010

Spier

 

 

 

 

1017020

Vet

 

 

 

 

1017030

Lever

 

 

 

 

1017040

Nier

 

 

 

 

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

 

 

 

1017990

Overige (2)

 

 

 

 

1020000

Melk

0,01  (*)

0,01  (*)

0,002  (*)

0,005  (*)

1020010

Runderen

 

 

 

 

1020020

Schapen

 

 

 

 

1020030

Geiten

 

 

 

 

1020040

Paarden

 

 

 

 

1020990

Overige (2)

 

 

 

 

1030000

Vogeleieren

0,05  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

1030010

Kippen

 

 

 

 

1030020

Eenden

 

 

 

 

1030030

Ganzen

 

 

 

 

1030040

Kwartels

 

 

 

 

1030990

Overige (2)

 

 

 

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,05  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,05  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,05  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

 

 

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

 

 

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

 

 

 

Bromoxynil en zouten daarvan, uitgedrukt als bromoxynil

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de analysemethoden ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 29 oktober 2016 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0700000 HOP

Epoxiconazool (F)

(F) Vetoplosbaar”.


(*)  Bepaalbaarheidsgrens

(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor MRL’s gelden, zie bijlage I.

(*)  Bepaalbaarheidsgrens

(2)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/56


VERORDENING (EU) 2023/129 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2023

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van azoxystrobin, prosulfocarb, sedaxaan en valifenalaat in of op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor azoxystrobin, prosulfocarb, sedaxaan en valifenalaat zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(2)

Op 14 december 2021 heeft de Commissie van de Codex Alimentarius nieuwe Codex-grenswaarden (CXL’s) vastgesteld voor azoxystrobin in guaves en voor valifenalaat in uien, sjalotten, tomaten en aubergines (2).

(3)

Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (3) wordt, indien er internationale normen bestaan of op korte termijn tot stand zullen komen, hiermee bij de ontwikkeling en aanpassing van de levensmiddelenwetgeving rekening gehouden, tenzij die normen of de betrokken gedeelten ervan een ondoeltreffend of ongeschikt middel zouden zijn om de legitieme doelstellingen van de levensmiddelenwetgeving te verwezenlijken, er wetenschappelijke gronden zijn om deze buiten beschouwing te laten of bedoelde normen tot een ander beschermingsniveau zouden leiden dan het niveau dat in de Unie passend wordt geacht. Overeenkomstig artikel 13, punt e), van die verordening zal de Unie bovendien de overeenstemming tussen de internationale technische normen en de levensmiddelenwetgeving bevorderen, waarbij zij erop toeziet dat aan het in de Unie vastgestelde hoge beschermingsniveau geen afbreuk wordt gedaan.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de voorgestelde CXL’s voor azoxystrobin in guaves en valifenalaat in uien, sjalotten, tomaten en aubergines beoordeeld en geconcludeerd dat zij veilig zijn voor de consumenten in de Unie (4). De Unie heeft bij het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen geen voorbehouden (5) (6) gemaakt ten aanzien van deze voorgestelde CXL’s.

(5)

Daarom moeten deze CXL’s als MRL’s in Verordening (EG) nr. 396/2005 worden opgenomen. In het kader van de beoordeling van de voorgestelde CXL voor valifenalaat in tomaten zijn voldoende residuproeven ingediend, en de EFSA heeft geconcludeerd dat deze gegevens toereikend waren voor de betrokken toepassingen. Daarom is het passend de voetnoot in Verordening (EG) nr. 396/2005 waarin wordt gewezen op de behoefte aan aanvullende gegevens, te schrappen.

(6)

Voor azoxystrobin is op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag ingediend met een verzoek tot wijziging van de bestaande MRL’s voor koolzaad en lijnzaad. Voor prosulfocarb is een dergelijke aanvraag ingediend voor kruiden en eetbare bloemen. Voor sedaxaan is een dergelijke aanvraag ingediend voor aardappelen.

(7)

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 zijn al die aanvragen door de betrokken lidstaten geëvalueerd en zijn de evaluatieverslagen bij de Commissie ingediend.

(8)

De EFSA heeft de aanvragen en de evaluatieverslagen beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft geschonken aan de risico’s voor de consument en, indien relevant, voor dieren en zij heeft met redenen omklede adviezen over de voorgestelde MRL’s uitgebracht (7). Zij heeft die adviezen naar de aanvragers, de Commissie en de lidstaten gezonden en openbaar gemaakt.

(9)

Wat azoxystrobin in lijnzaad betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat de ingediende gegevens ontoereikend waren om het bestaande MRL te wijzigen. Daarom is het niet opportuun dat MRL te wijzigen.

(10)

Wat alle andere door de aanvragers gevraagde wijzigingen van de MRL’s voor azoxystrobin, prosulfocarb en sedaxaan betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat aan alle eisen met betrekking tot de volledigheid van de ingediende gegevens was voldaan en dat de door de aanvragers gevraagde wijzigingen van de MRL’s op grond van een consumentenblootstellingsbeoordeling voor 27 specifieke Europese consumentengroepen uit het oogpunt van de consumentenveiligheid, aanvaardbaar waren. In haar conclusie heeft de EFSA rekening gehouden met de meest recente gegevens over de toxicologische eigenschappen van de stoffen. Noch uit de gegevens over de langdurige blootstelling aan deze stoffen via de consumptie van alle levensmiddelen die deze stoffen kunnen bevatten, noch uit de gegevens over de blootstelling op korte termijn door hoge consumptie van de desbetreffende producten is gebleken dat er een risico bestaat dat de aanvaardbare dagelijkse inname of de acute referentiedosis wordt overschreden.

(11)

Wat prosulfocarb in kruiden en eetbare bloemen betreft, had de EFSA eerder in het kader van de herziening van de bestaande MRL’s voor prosulfocarb overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 396/2005 (8) vastgesteld dat bepaalde informatie over residuproeven ontbrak. Daarom is in Verordening (EU) nr. 777/2013 van de Commissie (9) om nadere residugegevens verzocht ter bevestiging van het voorlopige MRL van 0,05 mg/kg voor die werkzame stof in die producten. In het kader van de nieuwe aanvraag tot wijziging van de MRL’s voor prosulfocarb in kruiden en eetbare bloemen zijn nieuwe toepassingen en nieuwe residuproeven ingediend en de EFSA heeft geconcludeerd dat deze gegevens toereikend waren voor de onderzochte toepassingen en om een nieuw hoger MRL te ondersteunen. Daarom is het passend het MRL te wijzigen en de voetnoot in Verordening (EG) nr. 396/2005 waarin wordt gewezen op de behoefte aan aanvullende gegevens, te schrappen.

(12)

Op grond van het wetenschappelijk verslag en het met redenen omklede advies van de EFSA en rekening houdend met de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005 genoemde relevante factoren, voldoen de voorgestelde wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(13)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 26 februari 2023 voor alle voorgestelde MRL’s.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Verslag van de 44e zitting van de Commissie van de Codex Alimentarius (REP21/CAC) https://www.fao.org/fao-who-codexalimentarius/sh-proxy/en/?lnk=1&url=https%253A%252F%252Fworkspace.fao.org%252Fsites%252Fcodex%252FMeetings%252FCX-701-44%252FFINAL%252520REPORT%252FRep21_CACe.pdf

(3)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(4)  Scientific support for preparing an EU position for the 52nd Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2021;19(8):6766.

(5)  Opmerkingen van de Europese Unie over Codex CX/PR 21/52/5(REV): https://www.fao.org/fao-who-codexalimentarius/sh-proxy/en/?lnk=1&url=https%253A%252F%252Fworkspace.fao.org%252Fsites%252Fcodex%252FMeetings%252FCX-718-52%252FCRDs%252Fpr52_CRD22x.pdf

(6)  Verslag van de 52e zitting van het Codex-comité voor bestrijdingsmiddelenresiduen REP21/PR: https://www.fao.org/fao-who-codexalimentarius/sh-proxy/en/?lnk=1&url=https%253A%252F%252Fworkspace.fao.org%252Fsites%252Fcodex%252FMeetings%252FCX-718-52%252FREPORT%252FFINAL%2BREPORT%252FREP21_PR52e.pdf

(7)  De wetenschappelijke verslagen van de EFSA zijn online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu

Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue levels for azoxystrobin in rapeseeds and linseeds. EFSA Journal 2022;20(1):7051.

Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue levels for prosulfocarb in herbs and edible flowers. EFSA Journal 2022;20(5):7334.

Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue level for sedaxane in potatoes. EFSA Journal 2022;20(6):7371.

(8)  De wetenschappelijke verslagen van de EFSA zijn online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu

Met redenen omkleed advies: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for prosulfocarb according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2011;9(8):2346.

(9)  Verordening (EU) nr. 777/2013 van de Commissie van 12 augustus 2013 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor clodinafop, clomazone, diuron, ethalfluralin, ioxynil, iprovalicarb, maleïnehydrazide, mepanipyrim, metconazool, prosulfocarb en tepraloxydim in of op bepaalde producten (PB L 221 van 17.8.2013, blz. 1).


BIJLAGE

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden de kolommen voor azoxystrobin, prosulfocarb, sedaxaan en valifenalaat vervangen door:

" Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codenummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden  (1)

Azoxystrobin

Prosulfocarb

Sedaxaan (som van de isomeren)

Valifenalaat (R) (A)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

 

0,01  (*)

 

0110000

Citrusvruchten

15

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

 

 

 

0110020

Sinaasappelen

 

 

 

 

0110030

Citroenen

 

 

 

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

 

 

 

0110050

Mandarijnen

 

 

 

 

0110990

Overige (2)

 

 

 

 

0120000

Noten

 

0,02  (*)

 

0,01  (*)

0120010

Amandelen

0,01

 

 

 

0120020

Paranoten

0,01

 

 

 

0120030

Cashewnoten

0,01

 

 

 

0120040

Kastanjes

0,01

 

 

 

0120050

Kokosnoten

0,01

 

 

 

0120060

Hazelnoten

0,01

 

 

 

0120070

Macadamianoten

0,01

 

 

 

0120080

Pecannoten

0,01

 

 

 

0120090

Pijnboompitten

0,01

 

 

 

0120100

Pistaches

1

 

 

 

0120110

Walnoten

0,01

 

 

 

0120990

Overige (2)

0,01

 

 

 

0130000

Pitvruchten

0,01  (*)

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0130010

Appelen

 

 

 

 

0130020

Peren

 

 

 

 

0130030

Kweeperen

 

 

 

 

0130040

Mispels

 

 

 

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

 

 

 

0130990

Overige (2)

 

 

 

 

0140000

Steenvruchten

2

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0140010

Abrikozen

 

 

 

 

0140020

Kersen (zoet)

 

 

 

 

0140030

Perziken

 

 

 

 

0140040

Pruimen

 

 

 

 

0140990

Overige (2)

 

 

 

 

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

 

0151000

a)

druiven

3

0,01  (*)

 

1

0151010

Tafeldruiven

 

 

 

 

0151020

Wijndruiven

 

 

 

 

0152000

b)

aardbeien

10

0,05 (+)

 

0,01  (*)

0153000

c)

rubussoorten

5

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0153010

Bramen/braambessen

 

 

 

 

0153020

Dauwbramen

 

 

 

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

 

 

 

0153990

Overige (2)

 

 

 

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

 

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0154010

Blauwe bessen

5

 

 

 

0154020

Veenbessen

0,5

 

 

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

5

 

 

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

5

 

 

 

0154050

Rozenbottels

5

 

 

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

5

 

 

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

5

 

 

 

0154080

Vlierbessen

5

 

 

 

0154990

Overige (2)

5

 

 

 

0160000

Diverse vruchten met

 

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0161000

a)

eetbare schil

 

 

 

 

0161010

Dadels

0,01  (*)

 

 

 

0161020

Vijgen

0,01  (*)

 

 

 

0161030

Tafelolijven

0,01  (*)

 

 

 

0161040

Kumquats

0,01  (*)

 

 

 

0161050

Carambola’s

0,1

 

 

 

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

0,01  (*)

 

 

 

0161070

Jambolans/djamblangs

0,01  (*)

 

 

 

0161990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

 

 

 

 

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

0,01  (*)

 

 

 

0162020

Lychees

0,01  (*)

 

 

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

4

 

 

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

0,3

 

 

 

0162050

Sterappelen

0,01  (*)

 

 

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

0,01  (*)

 

 

 

0162990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

 

 

 

0163010

Avocado’s

0,01  (*)

 

 

 

0163020

Bananen

2

 

 

 

0163030

Mango’s

4

 

 

 

0163040

Papaja’s

0,3

 

 

 

0163050

Granaatappels

0,01  (*)

 

 

 

0163060

Cherimoya’s

0,01  (*)

 

 

 

0163070

Guaves

0,2

 

 

 

0163080

Ananassen

0,01  (*)

 

 

 

0163090

Broodvruchten

0,01  (*)

 

 

 

0163100

Doerians

0,01  (*)

 

 

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

0,01  (*)

 

 

 

0163990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

 

 

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

 

 

 

0,01  (*)

0211000

a)

aardappelen

7

0,01  (*)

0,15

 

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

1

0,01  (*)

0,01  (*)

 

0212010

Cassave/maniok

 

 

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

0212030

Yams

 

 

 

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

 

 

 

0212990

Overige (2)

 

 

 

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

0,01  (*)

 

0213010

Rode bieten

1

0,01  (*)

 

 

0213020

Wortels

1

1 (+)

 

 

0213030

Knolselderij

1

0,08 (+)

 

 

0213040

Mierikswortels

1

0,08 (+)

 

 

0213050

Aardperen/topinamboers

1

0,01  (*)

 

 

0213060

Pastinaken

1

0,08 (+)

 

 

0213070

Wortelpeterselie

1

0,08 (+)

 

 

0213080

Radijzen

1,5

0,01  (*)

 

 

0213090

Schorseneren

1

0,08 (+)

 

 

0213100

Koolrapen

1

0,01  (*)

 

 

0213110

Rapen

1

0,01  (*)

 

 

0213990

Overige (2)

1

0,01  (*)

 

 

0220000

Bolgewassen

10

 

0,01  (*)

 

0220010

Knoflook

 

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0220020

Uien

 

0,03

 

0,5

0220030

Sjalotten

 

0,03

 

0,5

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

 

0,02

 

0,01  (*)

0220990

Overige (2)

 

0,01  (*)

 

0,01  (*)

0230000

Vruchtgroenten

 

0,01  (*)

0,01  (*)

 

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

3

 

 

 

0231010

Tomaten

 

 

 

0,4

0231020

Paprika’s

 

 

 

0,01  (*)

0231030

Aubergines

 

 

 

0,4

0231040

Okra’s, okers

 

 

 

0,01  (*)

0231990

Overige (2)

 

 

 

0,01  (*)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

1

 

 

0,01  (*)

0232010

Komkommers

 

 

 

 

0232020

Augurken

 

 

 

 

0232030

Courgettes

 

 

 

 

0232990

Overige (2)

 

 

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

1

 

 

0,01  (*)

0233010

Meloenen

 

 

 

 

0233020

Pompoenen

 

 

 

 

0233030

Watermeloenen

 

 

 

 

0233990

Overige (2)

 

 

 

 

0234000

d)

suikermais

0,01  (*)

 

 

0,01  (*)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,01  (*)

 

 

0,01  (*)

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

 

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

5

 

 

 

0241010

Broccoli

 

 

 

 

0241020

Bloemkolen

 

 

 

 

0241990

Overige (2)

 

 

 

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

5

 

 

 

0242010

Spruitjes

 

 

 

 

0242020

Sluitkolen

 

 

 

 

0242990

Overige (2)

 

 

 

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

6

 

 

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

 

 

 

0243020

Boerenkolen

 

 

 

 

0243990

Overige (2)

 

 

 

 

0244000

d)

koolrabi’s

5

 

 

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

 

 

 

0251000

a)

slasoorten

10

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0251010

Veldsla

 

 

 

 

0251020

Sla

 

 

 

 

0251030

Andijvie

 

 

 

 

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

 

 

 

 

0251050

Winterkers

 

 

 

 

0251060

Raketsla/rucola

 

 

 

 

0251070

Rode amsoi

 

 

 

 

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

 

 

 

 

0251990

Overige (2)

 

 

 

 

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

15

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0252010

Spinazie

 

 

 

 

0252020

Postelein

 

 

 

 

0252030

Snijbiet

 

 

 

 

0252990

Overige (2)

 

 

 

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0254000

d)

waterkers

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,3

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

70

20

0,02  (*)

0,02  (*)

0256010

Kervel

 

 

 

 

0256020

Bieslook

 

 

 

 

0256030

Bladselderij/snijselder

 

 

 

 

0256040

Peterselie

 

 

 

 

0256050

Salie

 

 

 

 

0256060

Rozemarijn

 

 

 

 

0256070

Tijm

 

 

 

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

 

 

 

0256090

Laurierblad

 

 

 

 

0256100

Dragon

 

 

 

 

0256990

Overige (2)

 

 

 

 

0260000

Peulgroenten

3

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0260010

Bonen (met peul)

 

 

 

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

 

 

 

0260030

Erwten (met peul)

 

 

 

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

 

 

 

0260050

Linzen

 

 

 

 

0260990

Overige (2)

 

 

 

 

0270000

Stengelgroenten

 

 

0,01  (*)

0,01  (*)

0270010

Asperges

0,01  (*)

0,01  (*)

 

 

0270020

Kardoenen

15

0,01  (*)

 

 

0270030

Bleekselderij

15

1,5 (+)

 

 

0270040

Knolvenkel

10

0,01  (*)

 

 

0270050

Artisjokken

5

0,01  (*)

 

 

0270060

Preien

10

0,01  (*)

 

 

0270070

Rabarber

0,6

0,01  (*)

 

 

0270080

Bamboescheuten

0,01  (*)

0,01  (*)

 

 

0270090

Palmharten

0,01  (*)

0,01  (*)

 

 

0270990

Overige (2)

0,01  (*)

0,01  (*)

 

 

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

 

 

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

 

 

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

 

 

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0300000

PEULVRUCHTEN

0,15

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0300010

Bonen

 

 

 

 

0300020

Linzen

 

 

 

 

0300030

Erwten

 

 

 

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

 

 

 

0300990

Overige (2)

 

 

 

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

0,02  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0401000

Oliehoudende zaden

 

 

 

 

0401010

Lijnzaad

0,4

 

 

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

0,2

 

 

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

0,5

 

 

 

0401040

Sesamzaad

0,01  (*)

 

 

 

0401050

Zonnebloemzaad

0,5

 

 

 

0401060

Koolzaad

0,7

 

 

 

0401070

Sojabonen

0,5

 

 

 

0401080

Mosterdzaad

0,5

 

 

 

0401090

Katoenzaad

0,7

 

 

 

0401100

Pompoenzaad

0,01  (*)

 

 

 

0401110

Saffloerzaad

0,4

 

 

 

0401120

Bernagiezaad

0,4

 

 

 

0401130

Huttentutzaad

0,5

 

 

 

0401140

Hennepzaad

0,01  (*)

 

 

 

0401150

Wonderbonen

0,01  (*)

 

 

 

0401990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

 

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

0,01  (*)

 

 

 

0402020

Palmpitten

0,01  (*)

 

 

 

0402030

Palmvruchten

0,03

 

 

 

0402040

Kapok

0,01  (*)

 

 

 

0402990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

0500000

GRANEN

 

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0500010

Gerst

1,5

 

 

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

0,01  (*)

 

 

 

0500030

Mais

0,02

 

 

 

0500040

Gierst/pluimgierst

0,01  (*)

 

 

 

0500050

Haver

1,5

 

 

 

0500060

Rijst

5

 

 

 

0500070

Rogge

0,5

 

 

 

0500080

Sorghum

10

 

 

 

0500090

Tarwe

0,5

 

 

 

0500990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

 

 

0,05  (*)

0,05  (*)

0610000

Thee

0,05  (*)

0,05  (*)

 

 

0620000

Koffiebonen

0,03

0,05  (*)

 

 

0630000

Kruidenthee van

 

 

 

 

0631000

a)

bloemen

60

2

 

 

0631010

Kamille

 

 

 

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

 

 

 

0631030

Roos

 

 

 

 

0631040

Jasmijn

 

 

 

 

0631050

Lindebloesem

 

 

 

 

0631990

Overige (2)

 

 

 

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

60

2

 

 

0632010

Aardbei

 

 

 

 

0632020

Rooibos

 

 

 

 

0632030

Maté

 

 

 

 

0632990

Overige (2)

 

 

 

 

0633000

c)

wortels

0,3

0,05  (*)

 

 

0633010

Valeriaan

 

 

 

 

0633020

Ginseng

 

 

 

 

0633990

Overige (2)

 

 

 

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

0,05  (*)

0,05  (*)

 

 

0640000

Cacaobonen

0,05  (*)

0,05  (*)

 

 

0650000

Carob/johannesbrood

0,05  (*)

0,05  (*)

 

 

0700000

HOP

30

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0800000

SPECERIJEN

 

 

 

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,3

0,3 (+)

0,05  (*)

0,05  (*)

0810010

Anijs

 

(+)

 

 

0810020

Zwarte komijn

 

(+)

 

 

0810030

Selderij

 

(+)

 

 

0810040

Koriander

 

(+)

 

 

0810050

Komijn

 

(+)

 

 

0810060

Dille

 

(+)

 

 

0810070

Venkel

 

(+)

 

 

0810080

Fenegriek

 

(+)

 

 

0810090

Nootmuskaat

 

(+)

 

 

0810990

Overige (2)

 

(+)

 

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,3

0,3 (+)

0,05  (*)

0,05  (*)

0820010

Piment

 

(+)

 

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

(+)

 

 

0820030

Karwij

 

(+)

 

 

0820040

Kardemom

 

(+)

 

 

0820050

Jeneverbes

 

(+)

 

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

(+)

 

 

0820070

Vanille

 

(+)

 

 

0820080

Tamarinde

 

(+)

 

 

0820990

Overige (2)

 

(+)

 

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0830010

Kaneel

 

 

 

 

0830990

Overige (2)

 

 

 

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

 

 

 

0840010

Zoethout

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0840020

Gember (10)

 

 

 

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0840040

Mierikswortel (11)

 

 

 

 

0840990

Overige (2)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0850010

Kruidnagels

 

 

 

 

0850020

Kappertjes

 

 

 

 

0850990

Overige (2)

 

 

 

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0860010

Saffraan

 

 

 

 

0860990

Overige (2)

 

 

 

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0870010

Foelie

 

 

 

 

0870990

Overige (2)

 

 

 

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

 

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0900010

Suikerbiet

5

 

 

 

0900020

Suikerriet

0,05

 

 

 

0900030

Wortelcichorei

0,09

 

 

 

0900990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

 

 

 

1010000

Producten afkomstig van

 

0,01  (*)

0,01  (*)

0,03  (*)

1011000

a)

varkens

 

 

 

 

1011010

Spier

0,01  (*)(+)

 

 

 

1011020

Vet

0,05 (+)

 

 

 

1011030

Lever

0,07 (+)

 

 

 

1011040

Nier

0,07 (+)

 

 

 

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,07 (+)

 

 

 

1011990

Overige (2)

0,01  (*)(+)

 

 

 

1012000

b)

runderen

 

 

 

 

1012010

Spier

0,01  (*)(+)

 

 

 

1012020

Vet

0,05 (+)

 

 

 

1012030

Lever

0,07 (+)

 

 

 

1012040

Nier

0,07 (+)

 

 

 

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,07 (+)

 

 

 

1012990

Overige (2)

0,01  (*)(+)

 

 

 

1013000

c)

schapen

 

 

 

 

1013010

Spier

0,01  (*)(+)

 

 

 

1013020

Vet

0,05 (+)

 

 

 

1013030

Lever

0,07 (+)

 

 

 

1013040

Nier

0,07 (+)

 

 

 

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,07 (+)

 

 

 

1013990

Overige (2)

0,01  (*)(+)

 

 

 

1014000

d)

geiten

 

 

 

 

1014010

Spier

0,01  (*)(+)

 

 

 

1014020

Vet

0,05 (+)

 

 

 

1014030

Lever

0,07 (+)

 

 

 

1014040

Nier

0,07 (+)

 

 

 

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,07 (+)

 

 

 

1014990

Overige (2)

0,01  (*)(+)

 

 

 

1015000

e)

paardachtigen

 

 

 

 

1015010

Spier

0,01  (*)

 

 

 

1015020

Vet

0,05

 

 

 

1015030

Lever

0,07

 

 

 

1015040

Nier

0,07

 

 

 

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,07

 

 

 

1015990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

1016000

f)

pluimvee

0,01  (*)(+)

 

 

 

1016010

Spier

(+)

 

 

 

1016020

Vet

(+)

 

 

 

1016030

Lever

(+)

 

 

 

1016040

Nier

(+)

 

 

 

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

(+)

 

 

 

1016990

Overige (2)

(+)

 

 

 

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

 

 

 

1017010

Spier

0,01  (*)

 

 

 

1017020

Vet

0,05

 

 

 

1017030

Lever

0,07

 

 

 

1017040

Nier

0,07

 

 

 

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,07

 

 

 

1017990

Overige (2)

0,01  (*)

 

 

 

1020000

Melk

0,01  (*)(+)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,03  (*)

1020010

Runderen

(+)

 

 

 

1020020

Schapen

(+)

 

 

 

1020030

Geiten

(+)

 

 

 

1020040

Paarden

(+)

 

 

 

1020990

Overige (2)

(+)

 

 

 

1030000

Vogeleieren

0,01  (*)(+)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,03  (*)

1030010

Kippen

(+)

 

 

 

1030020

Eenden

(+)

 

 

 

1030030

Ganzen

(+)

 

 

 

1030040

Kwartels

(+)

 

 

 

1030990

Overige (2)

(+)

 

 

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

0,05  (*)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,03  (*)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,03  (*)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,01  (*)

0,01  (*)

0,01  (*)

0,03  (*)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

 

 

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

 

 

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

 

 

 

Azoxystrobin

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de toxiciteit van metabolieten ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 5 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1011000 a) varkens

1011010 Spier

1011020 Vet

1011030 Lever

1011040 Nier

1011050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

1011990 Overige (2)

1012000 b) runderen

1012010 Spier

1012020 Vet

1012030 Lever

1012040 Nier

1012050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

1012990 Overige (2)

1013000 c) schapen

1013010 Spier

1013020 Vet

1013030 Lever

1013040 Nier

1013050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

1013990 Overige (2)

1014000 d) geiten

1014010 Spier

1014020 Vet

1014030 Lever

1014040 Nier

1014050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

1014990 Overige (2)

1016000 f) pluimvee

1016010 Spier

1016020 Vet

1016030 Lever

1016040 Nier

1016050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

1016990 Overige (2)

1020000 Melk

1020010 Runderen

1020020 Schapen

1020030 Geiten

1020040 Paarden

1020990 Overige (2)

1030000 Vogeleieren

1030010 Kippen

1030020 Eenden

1030030 Ganzen

1030040 Kwartels

1030990 Overige (2)

Prosulfocarb

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de analysemethoden ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 17 augustus 2015 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0810000 Als specerij gebruikte zaden

0810010 Anijs

0810020 Zwarte komijn

0810030 Selderij

0810040 Koriander

0810050 Komijn

0810060 Dille

0810070 Venkel

0810080 Fenegriek

0810090 Nootmuskaat

0810990 Overige (2)

0820000 Als specerij gebruikte vruchten

0820010 Piment

0820020 Szechuanpeper/anijspeper

0820030 Karwij

0820040 Kardemom

0820050 Jeneverbes

0820060 Peperkorrel (groen, wit en zwart)

0820070 Vanille

0820080 Tamarinde

0820990 Overige (2)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme in de gewassen ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 17 augustus 2015 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0213020 Wortels

0213030 Knolselderij

0213040 Mierikswortels

0213060 Pastinaken

0213070 Wortelpeterselie

0213090 Schorseneren

0270030 Bleekselderij

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 17 augustus 2015 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0152000 b) aardbeien

Valifenalaat (R) (A)

(R) Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie: valifenalaat - code 1000000 met uitzondering van 1040000 : valifenalaat en valifenalaatzuur (IR5839).

(A) De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor valifenalaatzuur (IR5839) niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herbeoordeling van de MRL’s zal de Commissie rekening houden met de verkrijgbaarheid van die referentiestandaard op 2 augustus 2023 of, als de referentiestandaard op die datum niet in de handel verkrijgbaar is, met het ontbreken ervan.".


(*)  Bepaalbaarheidsgrens

(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/77


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/130 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2023

tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (1), en met name artikel 134, lid 14, en artikel 150, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2021/2115 stelt een rechtskader vast voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) op basis van een prestatiegericht uitvoeringsmodel. In die verordening zijn de door het GLB te verwezenlijken specifieke doelstellingen van de Unie vastgelegd. Die verordening bevat ook een omschrijving van de interventietypes, alsmede de voor de lidstaten geldende gemeenschappelijke vereisten van de Unie, waarbij de lidstaten flexibiliteit wordt geboden om bij het opstellen van hun interventiestrategie rekening te houden met hun plaatselijke omstandigheden, behoeften en interne regelingen. Volgens die verordening moeten de lidstaten meer verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij aan de specifieke GLB-doelstellingen voldoen en de streefcijfers halen, onder meer door te zorgen voor samenhang tussen de verschillende instrumenten van het strategisch GLB-plan.

(2)

Krachtens artikel 128 van Verordening (EU) 2021/2115 moet een prestatiekader worden vastgesteld waarmee de prestaties van de strategische GLB-plannen tijdens de uitvoering ervan kunnen worden gemonitord, gerapporteerd en geëvalueerd en dat regelmatige verslaglegging over onder meer prestaties en monitoringactiviteiten omvat. Ingevolge artikel 129, punten b) en c), van die verordening heeft het prestatiekader tot doel de vooruitgang in de richting van het bereiken van de streefcijfers van de strategische GLB-plannen te monitoren en de impact, doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie en samenhang van de interventies van de strategische GLB-plannen te beoordelen.

(3)

Als essentieel element van het prestatiekader moeten de lidstaten op grond van artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 en artikel 9, lid 3, punt b), en artikel 10 van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (2) een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan indienen met kwantitatieve en kwalitatieve informatie die relevant is voor de prestaties van hun strategische GLB-plannen.

(4)

Met het oog op een doeltreffende afstemming van de inhoud van de jaarlijkse prestatieverslagen op de in artikel 129 van Verordening (EU) 2021/2115 vastgelegde doelstellingen van het prestatiekader moet de structuur ervan het mogelijk maken informatie te verstrekken die relevant is voor de prestaties met betrekking tot elk van de specifieke GLB-doelstellingen en met betrekking tot de in die verordening vastgestelde horizontale elementen die van invloed zijn op de uitvoering van het strategisch GLB-plan als geheel.

(5)

Krachtens artikel 124, lid 3, punten a) en b), en artikel 124, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 moet het monitoringcomité de vooruitgang onderzoeken die is geboekt ten aanzien van de uitvoering van het strategisch GLB-plan, en advies uitbrengen over de jaarlijkse prestatieverslagen. Het jaarlijkse prestatieverslag moet daarom alle kwalitatieve en kwantitatieve informatie bevatten, met inbegrip van de kwesties die van invloed zijn op de voortgang en de prestaties van het strategisch GLB-plan in een bepaald begrotingsjaar, zodat het monitoringcomité zijn advies over het jaarlijkse prestatieverslag kan opstellen.

(6)

Op grond van artikel 136 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de jaarlijkse prestatieverslagen ook als essentieel element dienen voor het onderzoek van de prestaties van de strategische GLB-plannen in jaarlijkse evaluatievergaderingen. De informatie in de jaarlijkse prestatieverslagen moet de basis vormen voor een tweejaarlijkse prestatie-evaluatie, als bedoeld in artikel 135 van die verordening.

(7)

Krachtens artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten de Commissie in de jaarlijkse prestatieverslagen in kennis stellen van het totale aantal hectaren waarvoor daadwerkelijk steun is betaald voor de oliehoudende zaden die onder het in artikel 11, lid 1, van die verordening bedoelde Memorandum van Overeenstemming vallen.

(8)

Krachtens artikel 137 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten die de gewasspecifieke betaling voor katoen als vastgelegd in titel III, hoofdstuk II, afdeling 3, onderafdeling 2, van die verordening verlenen, uiterlijk op 15 februari 2025 en 15 februari van elk daaropvolgend jaar tot en met 2030 aan de Commissie informatie verstrekken over de uitvoering van die betaling in het voorgaande begrotingsjaar.

(9)

Krachtens artikel 138 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten die de in artikel 147 van die verordening vastgestelde nationale overgangssteun toekennen, uiterlijk op 15 februari 2025 en 15 februari van elk daaropvolgend jaar tot en met 2030 aan de Commissie informatie verstrekken over de uitvoering van die steun in het voorgaande begrotingsjaar.

(10)

Derhalve moeten de lidstaten in het jaarlijkse prestatieverslag alle in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve en kwalitatieve informatie verstrekken, alsook, voor de begrotingsjaren 2024 en 2026, de in artikel 135, lid 2, van die verordening bedoelde motivering voor afwijkingen van de mijlpalen.

(11)

De lidstaten moeten daarom in het jaarlijkse prestatieverslag de in artikel 134, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve informatie verstrekken, met inbegrip van de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, alsook de sancties of andere verlagingen, en voor het Elfpo de ingetrokken of teruggevorderde middelen als bedoeld in artikel 134, lid 5, punt b), van die verordening. Dit stelt de Commissie in staat de door de lidstaten ingediende berekening te verifiëren van een reconciliatie tussen de bruto-uitgaven die relevant zijn voor de in artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde outputs, en de bedragen die zijn gedeclareerd in de jaarrekeningen, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie (3), en die de netto-uitgaven weerspiegelen. Dit is noodzakelijk met het oog op de in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2116 bedoelde beoordelingen.

(12)

Krachtens artikel 2, lid 5, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 van de Commissie (4) moeten de lidstaten die gebruikmaken van een van de in artikel 1, lid 1, van die uitvoeringsverordening bedoelde afwijkingen, in het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag een beoordeling opnemen van de gevolgen van de toepassing van die afwijkingen voor de mondiale voedselzekerheid, voor het behoud van het milieu en voor de bestrijding van klimaatverandering.

(13)

Daarom moeten op grond van artikel 134, lid 14, van Verordening (EU) 2021/2115 voorschriften worden vastgesteld voor de presentatie van de inhoud van de jaarlijkse prestatieverslagen en voor de toezending van die verslagen aan de Commissie.

(14)

Voor de indiening van de jaarlijkse prestatieverslagen bij de Commissie moeten de lidstaten gebruikmaken van het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie (5) bedoelde elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie “SFC2021”.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag

De lidstaten presenteren de in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Indiening van het jaarlijkse prestatieverslag

De lidstaten dienen het jaarlijkse prestatieverslag in elektronisch formaat in door middel van het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 bedoelde elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie, “SFC2021” geheten.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, controles, zekerheden en transparantie (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 131).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 van de Commissie van 27 juli 2022 tot vaststelling van afwijkingen van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing van de normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond (GLMC-normen) 7 en 8 voor claimjaar 2023 (PB L 199 van 28.7.2022, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van de strategische GLB-plannen en wat betreft het elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie (PB L 458 van 22.12.2021, blz. 463).


BIJLAGE

Presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag als bedoeld in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115

1.   SYNTHESE VAN DE MET BETREKKING TOT HET VOORGAANDE BEGROTINGSJAAR GEREALISEERDE STAND VAN UITVOERING VAN HET STRATEGISCH GLB-PLAN

Deze afdeling bevat de in artikel 134, lid 7, punt a), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwalitatieve informatie.

1.1.   Samenvatting van de stand van uitvoering van het strategisch GLB-plan

Deze onderafdeling bevat een samenvatting van de voortgang van de uitvoering van het strategisch GLB-plan tijdens het voorgaande begrotingsjaar.

Deze onderafdeling kan ook een samenvatting bevatten van de belangrijkste kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en die in detail moeten worden gerapporteerd in onderafdeling 1.2, met inbegrip van de ter verhelping daarvan genomen maatregelen.

1.2.   Stand van de uitvoering van het strategisch GLB-plan per specifieke en horizontale doelstelling

Deze onderafdeling bevat voor elke specifieke en horizontale doelstelling als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115 een beschrijving van de kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar, in voorkomend geval met vermelding van achterliggende redenen en een beschrijving van de ter verhelping daarvan genomen maatregelen.

Als de bereikte waarden van de resultaatindicatoren afwijken van de bijbehorende mijlpalen kan in deze onderafdeling toelichting worden gegeven, ter aanvulling van de informatie die in het kader van onderafdeling 2.1 moet worden verstrekt.

1.3.   Horizontale aspecten van de uitvoering van het strategisch GLB-plan

Deze onderafdeling bevat een beschrijving van de vooruitgang die in het voorgaande begrotingsjaar is geboekt ten aanzien van de uitvoering van het strategisch GLB-plan, een opsomming van de kwesties die van invloed zijn geweest op de uitvoering van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en, in voorkomend geval, de maatregelen om deze te verhelpen, met betrekking tot governance, netwerken en nationale wetgevende of niet-wetgevende maatregelen die relevant zijn voor de uitvoering en prestaties van het strategisch GLB-plan.

Deze onderafdeling kan een beschrijving bevatten van de kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en die niet kunnen worden gerapporteerd onder de specifieke of horizontale doelstellingen in onderafdeling 1.2.

1.4.   Afwijking van de GLMC-normen in 2023

Indien de lidstaat heeft gebruikgemaakt van de afwijking waarin artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 voorziet, bevat deze onderafdeling een beoordeling van de gevolgen van de toepassing van die afwijking voor de mondiale voedselzekerheid, voor het behoud van het milieu en voor de bestrijding van klimaatverandering, overeenkomstig artikel 2, lid 5, van die uitvoeringsverordening.

2.   KWANTITATIEVE INFORMATIE, KWALITATIEVE INFORMATIE OVER AFWIJKINGEN VAN WAARDEN VAN RESULTAATINDICATOREN TEN OPZICHTE VAN MIJLPALEN, EN MOTIVERING VAN OVERSCHRIJDINGEN VAN GEREALISEERDE EENHEIDSBEDRAGEN TEN OPZICHTE VAN GEPLANDE EENHEIDSBEDRAGEN

Deze afdeling bevat de in artikel 134, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve informatie. Zij bevat ook kwalitatieve informatie over afwijkingen van de mijlpalen, als bedoeld in artikel 134, lid 7, punt b), van die verordening.

Zij bevat de in artikel 134, lid 9, van die verordening bedoelde verplichte kwalitatieve informatie. Zij kan de in artikel 134, lid 8, van die verordening bedoelde facultatieve kwalitatieve informatie bevatten.

Bereikte resultaten en gerealiseerde outputs worden gerapporteerd overeenkomstig de berekeningsmethoden die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie (1).

2.1.   Bereikte waarden van resultaatindicatoren

Deze onderafdeling bevat de in het voorgaande begrotingsjaar bereikte waarde voor elk van de in het strategisch GLB-plan vastgelegde resultaatindicatoren en de afstand tot de bijbehorende in het strategisch GLB-plan vastgelegde jaarlijkse mijlpalen, in voorkomend geval met vermelding van achterliggende redenen voor afwijkingen van de mijlpalen en een beschrijving van de genomen maatregelen, overeenkomstig artikel 134, lid 7, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115.

In het jaarlijks prestatieverslag dat uiterlijk op 15 februari 2025 moet worden ingediend, wordt in deze onderafdeling ook een motivering gegeven voor elk verschil van meer dan 35 % ten opzichte van de betrokken mijlpalen voor het begrotingsjaar 2024, als bedoeld in artikel 135, lid 2, van die verordening.

In het jaarlijks prestatieverslag dat uiterlijk op 15 februari 2027 moet worden ingediend, wordt in deze afdeling ook een motivering gegeven voor elk verschil van meer dan 25 % ten opzichte van de betrokken mijlpalen voor het begrotingsjaar 2026, als bedoeld in artikel 135, lid 2, van die verordening.

2.2.   Gerealiseerde outputs — Eenheidsbedragen — Aanvullende nationale financiering

Voor elk in het strategisch GLB-plan vermeld eenheidsbedrag bevat deze onderafdeling de gerealiseerde outputs, de overeenkomstige uitgaven en de gerealiseerde eenheidsbedragen overeenkomstig artikel 134, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115.

In deze onderafdeling kan een motivering worden gegeven voor eventuele overschrijdingen van het gerealiseerde eenheidsbedrag ten opzichte van het overeenkomstige referentie-eenheidsbedrag, als bedoeld in artikel 134, lid 8, van die verordening.

In deze onderafdeling wordt een motivering gegeven voor elke overschrijding van het gerealiseerde eenheidsbedrag ten opzichte van het in artikel 134, leden 6 en 8, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde referentie-eenheidsbedrag indien deze overschrijding hoger is dan 50 %, zoals bedoeld in artikel 134, lid 9, van die verordening.

De tweede en de derde alinea zijn niet van toepassing op outputindicatoren die volgens bijlage I bij die verordening alleen voor monitoring worden gebruikt.

2.2.1.   Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen

De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:

a)

de gerealiseerde outputs;

b)

de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:

i)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van verlagingen of plafonnering, zoals bedoeld in artikel 17 van Verordening (EU) 2021/2115;

ii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van de financiële discipline, zoals bedoeld in artikel 17 van Verordening (EU) 2021/2116;

iii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van sancties, zoals bedoeld in artikel 45, lid 1, punt b), artikel 59, lid 1, punt d), en de artikelen 85 en 89 van Verordening (EU) 2021/2116;

iv)

de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 (“netto-uitgaven”);

c)

de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen.

2.2.2.   Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies in bepaalde sectoren

De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:

a)

de gerealiseerde outputs;

b)

de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:

i)

in voorkomend geval, de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van een beperking van de financiële steun op basis van het aandeel van de waarde van de afgezette productie, als bedoeld in artikel 52, lid 2, en artikel 68, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115;

ii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van sancties, zoals bedoeld in artikel 45, lid 1, punt b), en artikel 59, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2021/2116;

iii)

de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 (“netto-uitgaven”);

c)

de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen.

2.2.3.   Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies voor plattelandsontwikkeling

De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:

a)

de gerealiseerde outputs, exclusief louter door aanvullende nationale financiering gegenereerde outputs;

b)

de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:

i)

de teruggevorderde bedragen, zoals bedoeld in artikel 57 van Verordening (EU) 2021/2116;

ii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van sancties, zoals bedoeld in artikel 45, lid 2, punt b), artikel 59, lid 1, punt d), en de artikelen 85 en 89 van Verordening (EU) 2021/2116;

iii)

de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 (“netto-uitgaven”);

iv)

de totale overheidsuitgaven, exclusief nationale financiering;

c)

de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen.

2.2.4.   Aanvullende nationale financiering

De gerealiseerde outputs die louter door aanvullende nationale financiering worden gegenereerd, worden gerapporteerd per interventie.

Nationale financiële steun en aanvullende nationale financiering als bedoeld in artikel 134, lid 11, en artikel 115, lid 5, punten a) en d), van Verordening (EU) 2021/2115 worden gerapporteerd per interventie.

2.3.   Gerealiseerde outputs — Geaggregeerde waarden

Deze onderafdeling bevat de geaggregeerde waarden van de outputindicatoren, gerapporteerd overeenkomstig de berekeningsmethoden die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290.

2.3.1.   Geaggregeerde waarden van outputindicatoren per interventie en meeteenheid

2.3.2.   Geaggregeerde waarden van outputindicatoren per interventietype en meeteenheid

2.3.3.   Andere geaggregeerde waarden van outputindicatoren

2.4.   Aanvullende referentie-eenheidsbedragen

Voor de lidstaten die besluiten gebruik te maken van de in artikel 134, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 geboden mogelijkheid, bevat deze onderafdeling voor elke betrokken interventie de in artikel 134, lid 6, eerste alinea, punt a) of punt b), van die verordening bedoelde informatie.

2.5.   Gebruik van financieringsinstrumenten bij plattelandsontwikkelingsinterventies

Deze onderafdeling bevat aanvullende informatie over het gebruik van financieringsinstrumenten in het voorgaande begrotingsjaar overeenkomstig artikel 134, lid 10, van Verordening (EU) 2021/2115. Deze aanvullende informatie wordt gerapporteerd per interventietype.

2.6.   Informatie over oliehoudende zaden, katoen en nationale overgangssteun

Deze onderafdeling bevat de informatie over oliehoudende zaden die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115.

Deze onderafdeling bevat ook de informatie over de gewasspecifieke betaling voor katoen die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 137 van Verordening (EU) 2021/2115, behalve voor het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag.

Deze onderafdeling bevat ook de informatie over de nationale overgangssteun die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 138 van Verordening (EU) 2021/2115, per interventie, behalve voor het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag.

3.   SAMENVATTING VAN DE EVALUATIES

In het laatste jaarlijkse prestatieverslag, dat uiterlijk op 15 februari 2030 moet worden ingediend, bevat deze afdeling een samenvatting van de evaluaties die zijn uitgevoerd tijdens de implementatieperiode van het strategisch GLB-plan, overeenkomstig artikel 134, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115.

Deze wordt aangevuld met een lijst van tijdens de implementatieperiode uitgevoerde evaluaties, die voor elke evaluatie het volgende omvat:

a)

titel;

b)

datum van voltooiing;

c)

verband met een of meer specifieke of horizontale doelstellingen als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115;

d)

belangrijkste conclusies en aanbevelingen;

e)

uitleg over de follow-up van de belangrijkste aanbevelingen;

f)

link naar het evaluatieverslag.


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van regels voor de berekeningsmethoden voor de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PB L 458 van 22.12.2021, blz. 486).


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/84


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/131 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2023

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Thailand, en tot onderwerping van de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan toezicht

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 14, lid 1,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (2), en met name artikel 56, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 van de Commissie (3) werd een definitief antidumpingrecht ingesteld op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, uitgezonderd binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, en ronde aansluitdozen van smeedbaar ijzer, met schroefdraad, zonder deksel, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC”) en Thailand (“het betrokken product”).

(2)

De voornaamste inputgrondstoffen voor het betrokken product zijn metaalschroot, cokes/elektriciteit/gas, zand (voor het gieten) en zink (voor de galvanisering). De eerste stap van het fabricageproces is het smelten van metaalschroot. Hierop volgen het vormproces en het gieten van verschillende vormen, die dan in afzonderlijke stukken worden gesneden. De producten moeten een langdurig temperingsproces ondergaan, zodat zij voldoende smeedbaar zijn om te worden gebruikt voor toepassingen waarvoor bijvoorbeeld een goede schok- en trilbestendigheid vereist zijn, en zodat zij bestand zijn tegen snelle temperatuurveranderingen. De hulpstukken kunnen vervolgens worden gegalvaniseerd. Daarna vinden de laatste fabricagestappen plaats, waaronder draadsnijden en andere machinebewerkingen.

(3)

Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 is de Chinese producent-exporteur Jinan Meide Casting Co., Ltd (“Jinan Meide”), aanvullende Taric (4)-code B336, onderworpen aan de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 ingestelde antidumpingmaatregelen.

(4)

In de loop van 2021 en 2022 heeft de bedrijfstak van de Unie voor het soortgelijke product bij de Commissie informatie ingediend over de verwerving van Odlewnia Zawiercie SA, een in Polen gevestigde producent van het soortgelijke product, door Meide Group Co., Ltd (“Meide Group”), een in de VRC gevestigde onderneming.

(5)

Uit openbare informatie blijkt dat de transactie door de bevoegde nationale autoriteiten is goedgekeurd (5) en vervolgens is afgerond (6).

(6)

Meide Group is onder meer actief in de productie en verkoop van het betrokken product. Daarnaast is Meide Group actief in de in- en uitvoer van haar eigen producten en die van derden (7). Op het betrokken product dat door Meide Group uit de VRC naar de Unie wordt uitgevoerd, zijn de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing.

(7)

Meide Group en Jinan Meide zijn verbonden ondernemingen.

(8)

Daarom was de Commissie van oordeel dat de afronding van de transactie een wijziging van de relevante Taric-codes rechtvaardigde om beter toezicht te kunnen houden op de invoer, en wel om de volgende redenen.

(9)

Het betrokken product is momenteel ingedeeld onder de code ex 7307 19 10 van de gecombineerde nomenclatuur (“GN”) (Taric-codes 7307191010 en 7307191020).

(10)

Naast de Taric-codes waarop de maatregelen van toepassing zijn, is er een residuele Taric-code 7307191090 die een aantal producten omvat, waaronder de twee producten die in de productomschrijving van het betrokken product uitdrukkelijk zijn uitgesloten (d.w.z. binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, en ronde aansluitdozen van smeedbaar ijzer, met schroefdraad, zonder deksel) en gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad.

(11)

Het draadsnijden is slechts de laatste fabricagestap van het betrokken product. Gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad en halffabricaten voor gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zouden daarom in de Unie kunnen worden ingevoerd onder de residuele Taric-code, waarop geen antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, waarna de schroefdraad in de Unie zou kunnen worden aangebracht.

(12)

De Commissie was van oordeel dat de gegevens uit de huidige Taric-codestructuur niet toereikend waren om toezicht te houden op de invoerstromen van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad uit de VRC, aangezien deze momenteel samen met een groot aantal andere producten onder de residuele Taric-code 7307191090 vallen.

(13)

Daarom moeten de Taric-codes onder GN-code ex 7307 19 10 opnieuw worden ingedeeld in producten met schroefdraad (Taric-codes 7307191003, 7307191005, 7307191010, 7307191013, 7307191020, 7307191030) of zonder schroefdraad (Taric-codes 7307191035, 7307191040, 7307191045). Bovendien moet zowel voor producten met als zonder schroefdraad worden gespecificeerd of zij gemaakt zijn van smeedbaar gietijzer (Taric-codes 7307191010 respectievelijk 7307191035), nodulair gietijzer (Taric-codes 7307191020 respectievelijk 7307191040) of andere materialen (Taric-codes 7307191030 respectievelijk 7307191045). Ten slotte moeten binnen de categorie hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer met schroefdraad nieuwe specifieke Taric-codes worden gecreëerd voor de producten die uitdrukkelijk door de productomschrijving van het betrokken product zijn uitgesloten, namelijk binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, van smeedbaar gietijzer (Taric-code 7307191003), ronde aansluitdozen van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, zonder deksel (Taric-code 7307191005) en binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, van nodulair gietijzer (Taric-code 7307191013).

(14)

De Taric-codes waarop de maatregelen van toepassing zijn — Taric-codes 7307191010 en 7307191020 — blijven ongewijzigd, alleen de omschrijving moet worden gewijzigd tot “andere” om deze consistent te maken met de nieuwe Taric-structuur.

(15)

Deze nieuwe Taric-structuur zal de Commissie in staat stellen adequaat toezicht te houden op de ontwikkeling van de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen uit de VRC, met name op de invoerstromen van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad uit de VRC, waarvoor geen antidumpingmaatregelen gelden, in vergelijking met de invoer van het betrokken product, waarop antidumpingmaatregelen van toepassing zijn. Om de beschikbaarheid van de gegevens te waarborgen, zal de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen uit de VRC aan toezicht worden onderworpen.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met de adviezen van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité en het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 ingestelde Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 worden de volgende leden toegevoegd:

“6.   Voor de vermelde producten worden de volgende nieuwe Taric-codes en beschrijvingen gecreëerd:

 

— — — — met schroefdraad

 

— — — — — van smeedbaar gietijzer

7307191003

— — — — — — binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13

7307191005

— — — — — — ronde aansluitdozen zonder deksel

 

— — — — — van nodulair gietijzer

7307191013

— — — — — — binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13

7307191030

— — — — — andere

 

— — — — zonder schroefdraad

7307191035

— — — — — van smeedbaar gietijzer

7307191040

— — — — — van nodulair gietijzer

7307191045

— — — — — andere

7.   Aan de vermelde Taric-codes worden de volgende nieuwe omschrijvingen toegekend:

7307191010

— — — — — — andere

7307191020

— — — — — — andere”

Artikel 2

De invoer van producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China onder de in artikel 1 genoemde Taric-codes of alle overeenkomstige toekomstige codes wordt onderworpen aan toezicht overeenkomstig artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013, om de Commissie in staat te stellen de statistische ontwikkelingen van de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen te volgen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)   PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 van de Commissie van 24 juli 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Thailand, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 197 van 25.7.2019, blz. 2).

(4)  Het geïntegreerde tarief van de Europese Unie.

(5)  Zie https://uokik.gov.pl/news.php?news_id=17989 en Besluit DKK-83/2022 van 16 maart 2022, beschikbaar op https://uokik.gov.pl/koncentracje.php?news_id=17397

(6)  Zie zowel de Orbis M&A-database als https://globallegalchronicle.com/meide-groups-acquisition-of-odlewnia-zawiercie/

(7)  Zie Besluit DKK-83/2022, cit.


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/88


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/132 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2023

betreffende vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja naar aanleiding van de heropening van het onderzoek ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van 9 november 2022 in zaak T-246/19, met betrekking tot Uitvoeringsverordening (EU) 2019/67

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien artikel 310, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de artikelen 22 en 26 van Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (1),

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Op 17 januari 2019 heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/67 van de Commissie (2) tot instelling van vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar, ingedeeld onder de GN-codes 1006 30 27, 1006 30 48, 1006 30 67 en 1006 30 98, bekendgemaakt, waarbij zij voor een periode van drie jaar op die rijst opnieuw de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief heeft ingesteld en een geleidelijke vermindering van het toepasselijke recht heeft ingevoerd voor zover het de invoer van rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar betreft (“de litigieuze verordening”).

(2)

Het Koninkrijk Cambodja en Cambodia Rice Federation hebben tegen de litigieuze verordening beroep ingesteld bij het Gerecht.

(3)

Bij arrest van 9 november 2022, Koninkrijk Cambodja en Cambodia Rice Federation/Commissie (T-246/19; “het arrest”), heeft het Gerecht de litigieuze verordening nietig verklaard.

(4)

Het Gerecht overwoog dat de Commissie blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt door de omvang van haar onderzoek naar de schade die de bedrijfstak van de Unie heeft geleden, willekeurig te beperken tot rijstpellers die volwitte of halfwitte Indica-rijst produceren op basis van in de Europese Unie geteelde of geoogste padie. De onjuiste definitie van de producenten in de Unie maakte daarmee ook de analyse van het bestaan van ernstige moeilijkheden ongeldig, aangezien de Commissie sommige producenten van de schadebeoordeling heeft uitgesloten.

(5)

Het Gerecht overwoog ook dat de Commissie niet toereikend bewijs heeft geleverd met betrekking tot de correcties die zijn aangebracht in de analyse van de prijsonderbieding.

(6)

Ten slotte overwoog het Gerecht dat de Commissie de rechten van de verdediging van de verzoekers en de verplichting om de belangrijkste feiten en overwegingen en de daaraan ten grondslag liggende gegevens mee te delen, heeft geschonden. Met name heeft de Commissie niet de gegevens verstrekt die ten grondslag lagen aan de verbruiks- en schade-indicatoren en de analyse van de prijsonderbieding en de correcties die zijn toegepast naar aanleiding van de opmerkingen van de belanghebbenden over het algemene informatiedocument.

2.   REDENEN VOOR DE HEROPENING VAN HET ONDERZOEK EN OPSCHORTING VAN DE TERUGBETALING VAN RECHTEN

(7)

Naar aanleiding van het arrest heeft de Commissie bij een bericht (“het bericht van heropening”) (3) besloten het onderzoek te heropenen en het te hervatten op het punt waarop de onregelmatigheid zich heeft voorgedaan.

(8)

Zoals in het bericht van heropening wordt uiteengezet, heeft de heropening van het oorspronkelijke onderzoek tot doel de door het Gerecht vastgestelde fouten te herstellen en te beoordelen of de toepassing van de door het Gerecht verduidelijkte regels een rechtvaardiging vormt voor het opnieuw instellen van de maatregelen, hetgeen zou leiden tot het opnieuw instellen van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja, ingedeeld onder de GN-codes 1006 30 27, 1006 30 48, 1006 30 67 en 1006 30 98, voor de oorspronkelijke periode van drie jaar, namelijk tussen 18 januari 2019 en 18 januari 2022.

(9)

Op basis van haar nieuwe bevindingen en de resultaten van het heropende onderzoek, die momenteel nog niet bekend zijn, kan de Commissie een nieuwe verordening vaststellen. Aangezien de maatregelen zijn komen te vervallen, zou het opnieuw instellen van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief slechts betrekking hebben op rijst die is ingevoerd tijdens de oorspronkelijke periode van toepassing van de litigieuze Verordening (namelijk tussen 18 januari 2019 en 18 januari 2022).

(10)

Overeenkomstig artikel 310, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt de begroting uitgevoerd volgens het beginsel van goed financieel beheer. De lidstaten en de Unie dragen er samen zorg voor dat de op de begroting opgevoerde kredieten volgens dit beginsel worden gebruikt. De nationale douaneautoriteiten wordt daarom opgedragen te wachten op de resultaten van het heropende onderzoek alvorens een besluit te nemen over verzoeken om terugbetaling van de door het Gerecht nietig verklaarde rechten. De douaneautoriteiten moeten de behandeling van verzoeken om terugbetaling van de nietig verklaarde rechten dus uitstellen tot de resultaten van het heropende onderzoek zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De nationale douaneautoriteiten wachten de bekendmaking van de uitvoeringsverordening van de Commissie tot beëindiging van het onderzoek betreffende de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar af voordat zij een besluit nemen over verzoeken om terugbetaling of kwijtschelding van bij de invoer van rijst van oorsprong uit Cambodja geïnde gewone rechten.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/67 van de Commissie van 16 januari 2019 tot instelling van vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar (PB L 15 van 17.1.2019, blz. 5).

(3)   PB C 18 van 19.1.2023, blz. 8.


BESLUITEN

19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/90


BESLUIT (EU) 2023/133 VAN DE RAAD

van 17 januari 2023

tot benoeming van de leden van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (1), en met name artikel 14, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese hoofdaanklager wordt door het Europees Parlement en de Raad benoemd uit kandidaten die zijn geselecteerd door de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie (de “selectiecommissie”). De Europese aanklagers worden door de Raad benoemd uit drie gekwalificeerde kandidaten die door elke lidstaat worden voorgedragen, nadat de Raad een gemotiveerd advies van de selectiecommissie heeft ontvangen.

(2)

Op grond van artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/598 van de Raad (2) bedraagt de ambtstermijn van de Europese aanklagers uit acht lidstaten, vastgesteld door loting, drie jaar en mag die niet worden verlengd. De ambtstermijn van die Europese aanklagers verstrijkt in juli 2023.

(3)

Op grond van artikel 1 van Besluit (EU) 2018/1275 van de Raad (3) is de ambtstermijn van de huidige leden van de selectiecommissie op 9 oktober 2022 verstrekken. Derhalve moeten nieuwe leden worden benoemd.

(4)

Op grond van artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bestaat de selectiecommissie uit twaalf personen, gekozen uit voormalige leden van het Hof van Justitie en de Rekenkamer, voormalige nationale leden van Eurojust, leden van de hoogste nationale rechtscolleges, hoge aanklagers en personen die bekend staan als kundige rechtsgeleerden.

(5)

Een van de leden van de selectiecommissie moet worden voorgedragen door het Europees Parlement. Op 7 juni 2022 heeft het Europees Parlement mevrouw Margreet FRÖBERG voorgedragen als zijn kandidaat voor lid van de selectiecommissie.

(6)

De Commissie heeft rekening gehouden met de noodzaak een samenstelling van de selectiecommissie te waarborgen die evenwichtig is uit het oogpunt van geografische spreiding, geslacht en de rechtsstelsels van de lidstaten die deelnemen aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM.

(7)

Onder de elf door de Commissie voorgedragen personen, waarvan zes man en vijf vrouw zijn, bevinden zich één voormalig lid van het Hof van Justitie, één voormalig lid van de Rekenkamer, één voormalig nationaal lid van Eurojust, zes hoge aanklagers en twee leden van de hoogste nationale rechtscolleges.

(8)

Derhalve moeten de leden van de selectiecommissie worden benoemd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor een periode van vier jaar vanaf 20 januari 2023, worden de volgende personen benoemd tot lid van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie:

 

De heer Jean-François BOHNERT;

 

De heer Vítor Manuel DA SILVA CALDEIRA;

 

De heer Peter FRANK;

 

Mevrouw Margreet FRÖBERG;

 

Mevrouw Ulrike HABERL-SCHWARZ;

 

Mevrouw María de los Ángeles GARRIDO LORENZO;

 

Mevrouw Saale LAOS;

 

De heer Ján MAZÁK;

 

De heer Marin MRČELA;

 

De heer Lorenzo SALAZAR;

 

Mevrouw Martine SOLOVIEFF;

 

Mevrouw Tuire TAMMINIEMI.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 januari 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

E. SVANTESSON


(1)   PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/598 van de Raad van 9 april 2019 betreffende de overgangsmaatregelen voor de benoeming van de Europese aanklagers voor en gedurende de eerste ambtstermijn, overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) 2017/1939 (PB L 103 van 12.4.2019, blz. 29).

(3)  Besluit (EU) 2018/1275 van de Raad van 18 september 2018 tot benoeming van de leden van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie (PB L 238 van 21.9.2018, blz. 92).


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/92


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/134 VAN DE RAAD

van 17 januari 2023

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 wat betreft het gebruik van videoconferentie voor gesprekken met kandidaten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (1), en met name artikel 14, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 van de Raad (2) is de werkwijze van de selectiecommissie voor de benoeming van de Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers vastgesteld.

(2)

In punt VI, 1 en 2, van die werkwijze is bepaald dat kandidaten voor de functie van Europees hoofdaanklager en Europees aanklager (“kandidaten”) fysiek worden uitgenodigd voor een gesprek.

(3)

In het licht van de recente epidemiologische situatie, die de mogelijkheid om fysiek gesprekken te voeren zeer lastig maakte, is het nodig om te bepalen dat de gesprekken met kandidaten door de selectiecommissie ook via videoconferentie kunnen plaatsvinden, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een kandidaat, na een met redenen omkleed besluit van de selectiecommissie daartoe.

(4)

De wijze waarop de gesprekken worden gevoerd, fysiek of via videoconferentie, zou van invloed kunnen zijn op de prestaties van kandidaten. De selectiecommissie moet de gelijke behandeling van kandidaten waarborgen.

(5)

In punt IV van de werkwijze wordt niet verduidelijkt of de selectiecommissie via videoconferentie kan beraadslagen. Daarom moet worden verduidelijkt dat wanneer het gesprek met kandidaten via videoconferentie plaatsvindt, de selectiecommissie met gebruikmaking van dezelfde middelen kan beraadslagen.

(6)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt IV wordt de eerste alinea vervangen door:

“De beraadslagingen van de selectiecommissie zijn vertrouwelijk en vinden plaats achter gesloten deuren. Wanneer de hoorzitting met de kandidaten via videoconferentie plaatsvindt, kan de selectiecommissie beraadslagen met gebruikmaking van dezelfde communicatiemiddelen. De selectiecommissie waarborgt de gelijke behandeling van de kandidaten. De vergaderingen van de selectiecommissie zijn slechts geldig indien ten minste negen leden aanwezig zijn.”.

2)

Punt VI wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

“De selectiecommissie toetst de kandidaturen bij ontvangst ervan aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1939, zoals nader gepreciseerd in de kennisgeving van vacature. Kandidaten die niet aan de voorwaarden voldoen, worden uitgesloten van de volgende stappen van de procedure. De kandidaten van wie kwalificaties en ervaring aan de vereisten voldoen, worden door de selectiecommissie gerangschikt op basis van de documentatie en informatie die in de kandidatuur is verstrekt of na een in punt V bedoeld verzoek is voorgelegd. De selectiecommissie nodigt van de hoogst geëindigde kandidaten voldoende personen uit voor een gesprek om de in punt VII.1 bedoelde lijst te kunnen opstellen. Het gesprek vindt fysiek plaats dan wel, na een met redenen omkleed besluit van de selectiecommissie, op eigen initiatief of op verzoek van de kandidaat, via videoconferentie. Voordat de selectiecommissie op eigen initiatief besluit een gesprek via videoconferentie te voeren, staat zij de kandidaat toe zijn of haar standpunt kenbaar te maken.”;

b)

in punt 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

“De selectiecommissie toetst de voordrachten bij ontvangst ervan aan de vereisten van artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939. De selectiecommissie nodigt de voorgedragen personen uit voor een gesprek. Het gesprek vindt fysiek plaats dan wel, na een met redenen omkleed besluit van de selectiecommissie, op eigen initiatief of op verzoek van de kandidaat, via videoconferentie. Voordat de selectiecommissie op eigen initiatief besluit een gesprek via videoconferentie te voeren, staat zij de kandidaat toe zijn of haar standpunt kenbaar te maken.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 januari 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

E. SVANTESSON


(1)   PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 van de Raad van 13 juli 2018 over de werkwijze van de selectiecommissie als bedoeld in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (het “EOM”) (PB L 282 van 12.11.2018, blz. 8).


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/94


BESLUIT (EU) 2023/135 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 30 december 2022

betreffende het volstorten van het kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Hrvatska narodna banka (ECB/2022/51)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name de artikelen 30.1, 30.3, 48.1 en 48.2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 1 van Besluit (EU) 2022/1211 van de Raad (1), in overeenstemming met artikel 140, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, voldoet Kroatië aan de noodzakelijke voorwaarden voor de aanneming van de euro en zal de aan Kroatië verleende derogatie als bedoeld in artikel 5 van de Toetredingsakte (2) met ingang van 1 januari 2023 worden ingetrokken.

(2)

Artikel 48.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de “ESCB-statuten” genoemd) bepaalt dat de nationale centrale bank (NCB) van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, haar aandeel in het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) stort ten belope van hetzelfde percentage als de NCB’s van andere lidstaten die de euro als munt hebben. De NCB’s van de huidige lidstaten die de euro als munt hebben, hebben hun aandelen in het kapitaal van de ECB volledig gestort (3). Krachtens artikel 2 van Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/3) (4) is de weging van Hrvatska narodna banka in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB 0,6595 %. Hrvatska narodna banka heeft krachtens artikel 1 van Besluit (EU) 2020/136 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/2) (5) haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB reeds gestort. Het uitstaande bedrag bedraagt derhalve 68 713 762,06 EUR, welk bedrag resulteert uit het vermenigvuldigen van het geplaatste kapitaal van de ECB (10 825 007 069,61 EUR) met de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van Hrvatska narodna banka (0,6595 %), minus het reeds gestorte aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB.

(3)

Artikel 48.1, in samenhang met artikel 30.1 van de ESCB-statuten, bepaalt dat de NCB van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken ook externe reserves aan de ECB dient over te dragen. Krachtens artikel 48.1 van de ESCB-statuten wordt het over te dragen bedrag bepaald door de euro-waarde tegen lopende wisselkoersen van de reeds overeenkomstig artikel 30.1 van de ESCB-statuten aan de ECB overgedragen externe reserves te vermenigvuldigen met de ratio tussen het aantal aandelen waarop de betrokken NCB heeft ingeschreven en het aantal reeds volgestorte aandelen van de NCB’s van de andere lidstaten die de euro als munt hebben. Bij de vaststelling van de “reeds overeenkomstig artikel 30.1 aan de ECB overgedragen externe reserves” dient gepast rekening te worden gehouden met de vorige aanpassingen van de kapitaalverdeelsleutel krachtens artikel 29.3 van de ESCB-statuten en de uitbreidingen van de kapitaalverdeelsleutel krachtens artikel 48.3 van de ESCB-statuten. Bijgevolg bedraagt krachtens Besluit (EU) 2020/140 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/6) (6) het equivalent in euro van de externe reserves die reeds aan de ECB zijn overgedragen uit hoofde van artikel 30.1 van de ESCB-statuten, 40 343 940 778,93 EUR.

(4)

De door Hrvatska narodna banka over te dragen externe reserves moeten in US dollars en goud worden uitgedrukt.

(5)

Artikel 30.3 van de ESCB-statuten bepaalt dat de ECB aan elke NCB van een lidstaat die de euro als munt heeft een vordering toekent ter grootte van de externe reserves die zij aan de ECB heeft overgedragen. De bepalingen betreffende de denominatie en rentevergoeding van de vorderingen die al aan de NCB’s van de lidstaten die de euro als munt hebben (7) werden gecrediteerd, dienen ook te gelden voor de denominatie en rentevergoeding van de vorderingen van Hrvatska narodna banka.

(6)

Artikel 48.2 van de ESCB-statuten bepaalt dat de NCB van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, bijdraagt tot de reserves van de ECB, tot de voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld en tot het bedrag dat nog moet worden toegerekend aan de reserves en voorzieningen overeenkomstig het saldo van de winst- en verliesrekening per 31 december van het jaar voorafgaand aan de intrekking van de derogatie. De hoogte van deze bijdrage wordt bepaald in overeenstemming met artikel 48.2 van de ESCB-statuten.

(7)

Naar analogie van artikel 3.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (8) heeft de gouverneur van Hrvatska narodna banka de gelegenheid gehad opmerkingen te maken bij dit besluit vóór de aanneming ervan.

(8)

Gezien de tijdsdruk die wordt veroorzaakt door de korte periode tussen de berekening van het in euro uitgedrukte bedrag aan externe reserves dat door Hrvatska narodna banka op 30 december 2022 moet worden overgedragen en de intrekking van de derogatie ten gunste van Kroatië op 1 januari 2023, moet dit besluit met spoed ter kennis worden gebracht en moet het worden toegepast met ingang van 1 januari 2023,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

a)

“externe reserves”: goud of US dollars;

b)

“goud”: troy ounces fijn goud in de vorm van London Good Delivery baren die voldoen aan de specificaties van de London Bullion Market Association;

c)

“US dollar”: het wettig betaalmiddel van de Verenigde Staten.

Artikel 2

Mate en vorm van het gestorte kapitaal

1.   Met ingang van 1 januari 2023 stort Hrvatska narodna banka het resterende deel van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB ten bedrage van 68 713 762,06 EUR.

2.   Hrvatska narodna banka betaalt op 2 januari 2023 het in lid 1 genoemde bedrag aan de ECB door middel van een aparte overboeking via het geautomatiseerde trans-Europese realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2).

3.   Hrvatska narodna banka betaalt op 2 januari 2023 de op 1 januari 2023 gecumuleerde rente op het bedrag dat krachtens lid 2 aan de ECB verschuldigd is aan de ECB door middel van een aparte overboeking via TARGET2. Deze rente wordt dagelijks berekend met behulp van de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.

Artikel 3

Overdracht van externe reserves

1.   Hrvatska narodna banka draagt met ingang van 1 januari 2023 en overeenkomstig dit artikel en de regelingen die krachtens dit artikel zijn getroffen, aan de ECB een bedrag aan externe reserves over ten belope van 639 849 638,12 EUR, als volgt:

Bedrag aan US-dollars in contanten in euro

Bedrag aan goud in euro

Totaalbedrag in euro

543 872 192,40

95 977 445,72

639 849 638,12

2.   Het in euro uitgedrukte bedrag aan externe reserves dat door Hrvatska narodna banka uit hoofde van lid 1 moet worden overgedragen wordt berekend op basis van de wisselkoersen tussen de euro en de US dollar zoals berekend met het oog op de referentiewisselkoersen van de ECB voor de euro op 30 december 2022 en, in het geval van goud, op basis van de prijs van goud per fine troy ounce die in het kader van de overlegprocedure voor interne doeleinden van de ECB op 30 december 2022 is vastgesteld.

3.   De ECB zal het overeenkomstig lid 2 berekende bedrag zo snel mogelijk aan Hrvatska narodna banka bevestigen.

4.   Hrvatska narodna banka draagt overeenkomstig lid 1 een bedrag in US dollars in de vorm van contanten over aan de ECB dat gelijk is aan het in de tabel in lid 1 opgenomen bedrag in euro.

5.   De overboeking van het bedrag in US dollars in de vorm van contanten dat gelijk is aan het in de tabel in lid 1 opgenomen bedrag in euro geschiedt naar de door de ECB aangewezen rekeningen. De afwikkelingsdatum voor het aan de ECB over te boeken bedrag in US dollars in de vorm van contanten is 3 januari 2023. Hrvatska narodna banka geeft instructies voor de uitvoering van die overboeking aan de ECB.

6.   De waarde van het goud dat Hrvatska narodna banka overeenkomstig lid 1 aan de ECB overdraagt, sluit zo dicht mogelijk aan bij 95 977 445,72 EUR, en gaat dit bedrag niet te boven.

7.   Hrvatska narodna banka draagt het in lid 1 genoemde goud in niet-geïnvesteerde vorm over op de door de ECB aangewezen bankrekeningen en plaatsen. De afwikkelingsdatum voor het aan de ECB over te dragen goud is 3 januari 2023. Hrvatska narodna banka geeft instructies voor de uitvoering van die overdacht aan de ECB.

8.   Indien Hrvatska narodna banka goud overdraagt aan de ECB met een lagere waarde dan het in lid 1 opgenomen bedrag, boekt zij op 3 januari 2023 een bedrag dat gelijk is aan het tekort over in US dollars in de vorm van contanten naar een door de ECB aangewezen bankrekening van de ECB. Een dergelijk bedrag in US dollars in de vorm van contanten maakt geen deel uit van de externe reserves die Hrvatska narodna banka overeenkomstig lid 4 aan de ECB overdraagt.

9.   Een eventueel verschil tussen het in lid 1 genoemde totaalbedrag uitgedrukt in euro en het in artikel 4, lid 1, genoemde bedrag wordt verevend overeenkomstig de Overeenkomst van 30 december 2022 tussen Hrvatska narodna banka en de Europese Centrale Bank houdende de vordering toegekend aan Hrvatska narodna banka door de Europese Centrale Bank uit hoofde van artikel 30.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (9).

Artikel 4

Denominatie, rentevergoeding en vervaldatum van de vordering ten belope van de bijdrage

1.   Met ingang van 1 januari 2023 en met inachtneming van de in artikel 3 neergelegde specificaties met betrekking tot de afwikkelingsdatums van de overdracht van externe reserves crediteert de ECB Hrvatska narodna banka met een in euro luidende vordering die gelijk is aan het totaalbedrag in euro van haar bijdrage aan externe reserves. Deze vordering bedraagt 327 152 181,93 EUR.

2.   Op de door de ECB aan Hrvatska narodna banka gecrediteerde vordering wordt de rente vergoed vanaf de afwikkelingsdatum. De lopende rente wordt dagelijks berekend door middel van de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan 85 % van de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.

3.   De op basis van lid 2 berekende gecumuleerde rente wordt aan het einde van ieder boekjaar aan Hrvatska narodna banka betaald. De ECB stelt Hrvatska narodna banka elke drie maanden in kennis van het cumulatieve bedrag.

4.   De vordering is niet aflosbaar.

Artikel 5

Bijdragen aan de reserves en de voorzieningen van de ECB

1.   Met ingang van 1 januari 2023 draagt Hrvatska narodna banka bij tot de reserves van de ECB, tot de voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld, en tot het bedrag dat nog moet worden toegerekend aan de reserves en voorzieningen overeenkomstig het saldo van de winst- en verliesrekening op 31 december 2022.

2.   De bedragen die Hrvatska narodna banka moet bijdragen worden bepaald in overeenstemming met artikel 48.2 van de ESCB-statuten. De verwijzingen in artikel 48.2 naar “het aantal aandelen waarop de betrokken centrale bank heeft ingeschreven” en “het aantal aandelen dat de andere centrale banken al hebben volgestort” verwijzen naar de wegingen van Hrvatska narodna banka, respectievelijk de NCB’s van de overige lidstaten die de euro als munt hebben in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB krachtens Besluit (EU) 2020/140 (ECB/2020/6).

3.   Voor de toepassing van lid 1 omvatten “de reserves van de ECB” en “voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld” het algemeen reservefonds van de ECB, saldi op herwaarderingsrekeningen en de voorziening voor financiële risico’s.

4.   Uiterlijk op de eerste werkdag na de goedkeuring van de jaarrekening van de ECB voor 2022 door de Raad van bestuur berekent de ECB het bedrag dat door Hrvatska narodna banka krachtens lid 1 moet worden bijgedragen en bevestigt dit bedrag aan Hrvatska narodna banka.

5.   Op de tweede werkdag na de goedkeuring van de jaarrekening van de ECB voor 2022 door de Raad van bestuur betaalt Hrvatska narodna banka aan de ECB via TARGET2:

a)

het overeenkomstig lid 4 aan de ECB verschuldigde bedrag, verminderd met elk bedrag dat de in artikel 4, lid 1, bedoelde vordering te boven gaat op de in de artikel 3, lid 5, en artikel 3, lid 7, vastgestelde afwikkelingsdatums (een “voorschot op de bijdrage”), naargelang van het geval, en

b)

de lopende rente over de periode van 1 januari 2023 tot de betaaldatum op het op basis van het overeenkomstig lid 4 aan de ECB verschuldigde bedrag, minus enig voorschot op de bijdrage.

6.   Eventuele lopende rente uit hoofde van lid 5, punt b), wordt dagelijks berekend door middel van de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.

Artikel 6

Bevoegdheden

1.   Voor zover noodzakelijk geeft de directie van de ECB instructies aan Hrvatska narodna banka om de bepalingen van dit besluit nader te preciseren en uit te voeren en om passende oplossingen voor mogelijke problemen aan te reiken.

2.   Eventuele uit hoofde van lid 1 door de directie uitgevaardigde instructies worden onverwijld aan de Raad van bestuur meegedeeld en de directie leeft de besluiten van de Raad van bestuur dienaangaande na.

Artikel 7

Vankrachtwording

1.   Dit besluit treedt in werking op de dag van kennisgeving ervan aan de geadresseerde.

2.   Dit besluit wordt toegepast met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 8

Geadresseerde

Dit besluit is gericht tot Hrvatska narodna banka.

Gedaan te Frankfurt am Main, 30 december 2022.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Besluit (EU) 2022/1211 van de Raad van 12 juli 2022 betreffende de aanneming van de euro door Kroatië op 1 januari 2023 (PB L 187 van 14.7.2022, blz. 31).

(2)  Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21).

(3)  Besluit (EU) 2020/138 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/44 (ECB/2020/4) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 6).

(4)  Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/43 (ECB/2020/3) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 4).

(5)  Besluit (EU) 2020/136 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de niet-eurogebied nationale centrale banken en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/48 (ECB/2020/2) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 1).

(6)  Besluit EU/2020/140 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/46 (ECB/2020/6) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 15).

(7)  Krachtens Richtsnoer ECB/2000/15 van de Europese Centrale Bank van 3 november 1998, gewijzigd bij het richtsnoer van 16 november 2000, inzake de samenstelling, waardering en modaliteiten betreffende de eerste overdracht van externe reserves, alsmede de denominatie en rentevergoeding van vorderingen ter grootte van de eigen bijdrage (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 114).

(8)  Besluit ECB/2004/2 van de Europese Centrale Bank van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33).

(9)   PB C 18 van 19.1.2023, blz. 1.


Rectificaties

19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/99


Rectificatie van Verordening (EU) 2022/1363 van de Commissie van 3 augustus 2022 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van 2,4-D, azoxystrobin, cyhalofop-butyl, cymoxanil, fenhexamid, flazasulfuron, florasulam, fluroxypyr, iprovalicarb en silthiofam in of op bepaalde producten betreft

( Publicatieblad van de Europese Unie L 205 van 5 augustus 2022 )

Bladzijde 211, 10e kolom van de kop van de tabel in de bijlage:

in plaats van:

“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R)”,

lezen:

“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R) (A)”.

Bladzijde 226, in de bijlage:

in plaats van:

“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R)

(R) = voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie: fluroxypyr — code 1000000 met uitzondering van 1040000:

fluroxypyr (som van fluroxypyr en de zouten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr)”,

lezen:

“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R) (A)

(R) = voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

fluroxypyr — code 1000000 met uitzondering van 1040000: fluroxypyr (som van fluroxypyr en de zouten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr)

(A) = De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor conjugaten van fluroxypyr niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de verkrijgbaarheid van die referentiestandaard op 1 juli 2016 of, als de referentiestandaard op die datum niet in de handel verkrijgbaar is, met het ontbreken ervan.”.


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/100


Rectificatie van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten

( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 95 van 21 april 1993 )

Bladzijde 31, artikel 4, lid 2:

in plaats van:

“2.   De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.”,

lezen:

“2.   De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de toereikendheid van enerzijds de prijs en vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.”.


19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/101


Rectificatie van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad

( Publicatieblad van de Europese Unie L 150 van 14 juni 2018 )

Bladzijde 19, artikel 3, punt 20:

in plaats van:

“20.

„moederplant”: een geïdentificeerde plant waarvan teeltmateriaal wordt genomen met het oog op het telen van nieuwe planten;”,

lezen:

“20.

„moederplant”: een geïdentificeerde plant waarvan teeltmateriaal wordt genomen voor de vermeerdering van nieuwe planten;”.