|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
66e jaargang |
|
|
|
Rectificaties |
|
|
|
* |
||
|
|
* |
||
|
|
* |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/126 VAN DE COMMISSIE
van 21 oktober 2022
tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor het domein “consumptie”
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad van 10 oktober 2019 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor Europese statistieken betreffende personen en huishoudens, op basis van gegevens die op individueel niveau worden verzameld door middel van steekproeven, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 808/2004, (EG) nr. 452/2008 en (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (1), en met name artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Om tegemoet te komen aan de behoeften die zijn aangewezen met betrekking tot de relevante gedetailleerde onderwerpen, moet de Commissie het aantal variabelen en de benaming van de variabelen vaststellen voor de gegevensreeks in het domein “consumptie” (huishoudbudgetonderzoek, “HBS” (Household Budget Survey)). |
|
(2) |
Het HBS is een belangrijk instrument voor het samenstellen van wegingsfactoren voor belangrijke macro-economische indicatoren — zoals consumentenprijsindexcijfers en de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen — als maatstaven voor inflatie, alsook voor de nationale rekeningen. Verder bevat het HBS gedetailleerde beschrijvingen van de totale uitgaven voor consumptie van particuliere huishoudens, opgesplitst naar kenmerken van huishoudens zoals inkomen, huisvesting en tal van demografische en sociaaleconomische kenmerken, wat informatie oplevert over de economische en sociale levensomstandigheden van huishoudens en personen in de lidstaten. |
|
(3) |
Voor het domein “consumptie” mag het aantal te verzamelen variabelen maximaal 5 % hoger liggen dan het aantal variabelen dat is bepaald in de eerste voor dat domein vastgestelde gedelegeerde handeling. Dit is de eerste gedelegeerde handeling voor het domein “consumptie”, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor de gegevensreeks in het domein “consumptie” zijn vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 oktober 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
BIJLAGE
Aantal en titel van de variabelen voor het domein “consumptie”
|
Onderwerp |
Gedetailleerd onderwerp |
Identificatiecode van de variabele |
Naam van de variabele |
|
Technische aspecten |
Informatie over gegevensverzameling 5 technische variabelen |
HA02 |
Enquêtejaar/-jaren |
|
HC04C |
Datum van eerste interview met het huishouden |
||
|
MB03C |
Datum van eerste interview met het lid van het huishouden |
||
|
HA06 |
Stratum |
||
|
HA07 |
Primaire steekproefeenheid |
||
|
Identificatie 4 technische variabelen |
HA04 |
Identificatienummer van het huishouden (HH-dossier) |
|
|
MA04 |
Identificatienummer van het huishouden (dossier HH-lid) |
||
|
MA05 |
Identificatienummer van het lid van het huishouden (dossier HH-lid) |
||
|
HA13 |
Identificatienummer van het lid van het huishouden dat de vragenlijst over het huishouden heeft beantwoord |
||
|
Weging 1 technische variabele |
HA10 |
Uiteindelijk gewicht |
|
|
Kenmerken van het interview 3 technische variabelen |
HA11 |
Gebruikte interviewtechniek (interview met huishouden) |
|
|
MA11 |
Gebruikte interviewtechniek (individueel interview) |
||
|
HA12 |
Gebruikte interviewtechniek (dagboek) |
||
|
Lokalisatie 3 technische variabelen |
MB012 |
Land van verblijf |
|
|
HA08 |
Regio van verblijf |
||
|
HA09 |
Urbanisatiegraad |
||
|
Kenmerken van de persoon en het huishouden |
Demografie 4 verzamelde variabelen 1 afgeleide variabele |
MB02 |
Geslacht van het lid van het huishouden |
|
MB03 |
Leeftijd (in volle jaren) van het lid van het huishouden |
||
|
MB03A |
Geboortejaar |
||
|
MB03B |
Voorbij zijn van verjaardag op de datum van het eerste interview |
||
|
MB04 |
Burgerlijke staat van het lid van het huishouden |
||
|
Staatsburgerschap en migratieachtergrond 4 verzamelde variabelen |
MB01 |
Geboorteland |
|
|
MB011 |
Land van het belangrijkste staatsburgerschap |
||
|
MB01F |
Geboorteland vader |
||
|
MB01M |
Geboorteland moeder |
||
|
Samenstelling van het huishouden 1 verzamelde variabele 1 afgeleide variabele |
MBGRIDXX |
Overzicht huishouden |
|
|
MB042 |
Partners die in hetzelfde huishouden wonen |
||
|
Gezondheid: gezondheidstoestand en arbeidsongeschiktheid, toegang tot en beschikbaarheid en gebruik van gezondheidszorg en gezondheidsdeterminanten |
Arbeidsongeschiktheid en andere elementen van de Minimum Europese gezondheidsmodule 3 verzamelde variabelen |
MH01 |
Eigen perceptie van de algemene gezondheid |
|
MH02 |
Langdurige gezondheidsproblemen |
||
|
MH03 |
Beperking van de activiteiten wegens gezondheidsproblemen |
||
|
Arbeidsmarktparticipatie |
Status hoofdactiviteit (eigen verklaring) 1 verzamelde variabele |
ME01A |
Status hoofdactiviteit (eigen verklaring) |
|
Elementaire kenmerken van de baan 5 verzamelde variabelen |
ME0908 |
Beroep in voornaamste baan |
|
|
ME04 |
Economische activiteit van de lokale eenheid (voornaamste baan) |
||
|
ME02 |
Voornaamste baan: voltijd of deeltijd (eigen verklaring) |
||
|
ME12 |
Arbeidssituatie in voornaamste baan |
||
|
ME13 |
Beroepssector van het lid van het huishouden |
||
|
Opleidingsniveau en achtergrond |
Opleidingsniveau 1 verzamelde variabele |
MC01 |
Hoogst bereikte opleidingsniveau |
|
Kenmerken van de persoon en het huishouden |
Samenstelling van het huishouden — aanvullende specifieke details 2 afgeleide variabelen |
HB05 |
Grootte van het huishouden |
|
HB075 |
Type huishouden |
||
|
Levensomstandigheden, met inbegrip van materiële deprivatie, huisvesting, leefomgeving, toegang tot diensten |
Belangrijkste kenmerken van de huisvesting 3 verzamelde variabelen |
HD01 |
Eigendomssituatie woning van het huishouden |
|
HD03 |
Woningtype |
||
|
HD06 |
Aantal kamers waarover het huishouden beschikt |
||
|
Deelname aan onderwijs en opleiding |
Deelname aan formele onderwijsactiviteiten (momenteel) 2 verzamelde variabelen |
MC02A |
Deelname aan formele onderwijs- en opleidingsactiviteiten |
|
MC02B |
Niveau van de huidige/meest recente formele onderwijs- of opleidingsactiviteit |
||
|
Arbeidsmarktparticipatie |
Looptijd van het contract 1 verzamelde variabele |
ME03A |
Duur van de voornaamste baan |
|
Inkomen, consumptie en vermogenscomponenten, met inbegrip van schulden |
Totaal jaarlijks inkomen op het niveau van personen en huishoudens 1 verzamelde variabele 1 afgeleide variabele |
MF099 |
Totaal nettojaarinkomen uit alle bronnen, met inbegrip van niet-monetaire componenten, van het lid van het huishouden |
|
HH099 |
Totaal nettojaarinkomen uit alle bronnen, met inbegrip van niet-monetaire componenten |
||
|
Belangrijkste inkomenscomponenten 3 verzamelde variabelen |
HH011 |
Huidig nettomaandinkomen van het huishouden |
|
|
HH095 |
Monetair nettojaarinkomen uit alle bronnen |
||
|
HH012 |
Inkomen in natura uit dienstbetrekking |
||
|
Inkomen in natura uit onbetaalde activiteiten 1 verzamelde variabele |
HH023 |
Inkomen in natura uit onbetaalde activiteiten |
|
|
Huurwaarde 1 verzamelde variabele |
HH032 |
Huurwaarde |
|
|
Belangrijkste inkomstenbron 1 verzamelde variabele |
HI11 |
Belangrijkste inkomstenbron |
|
|
Vermogenscomponenten, met inbegrip van woningbezit 2 verzamelde variabelen |
HW10 |
Waarde van het hoofdverblijf |
|
|
HW20 |
Spaargeld (in een gemiddelde maand) |
||
|
Belastingen en bijdragen 1 verzamelde variabele |
HW30 |
Inkomstenbelasting en sociale premies |
|
|
Schuld 2 verzamelde variabelen |
HW40 |
Totaal nog af te lossen bedrag aan hypotheek voor het hoofdverblijf |
|
|
HW50 |
Maandelijkse aflossingen op hoofdsom en rente voor de hypotheek |
||
|
Betalingsachterstanden 1 verzamelde variabele |
HW60 |
Betalingsachterstanden |
|
|
|
Consumptie ingedeeld volgens de classificatie van individuele consumptie naar doel (COICOP) (1) 507 verzamelde variabelen |
HE01A |
Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken |
|
HE02A |
Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen |
||
|
HE03A |
Kleding en schoeisel |
||
|
HE04A |
Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen |
||
|
HE05A |
Inrichting, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning |
||
|
HE06A |
Gezondheid |
||
|
HE07A |
Vervoer |
||
|
HE08A |
Informatie en communicatie |
||
|
HE09A |
Recreatie, sport en cultuur |
||
|
HE10A |
Onderwijs |
||
|
HE11A |
Restaurants en accommodatie |
||
|
HE12A |
Verzekeringen en financiële diensten |
||
|
HE13A |
Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten |
||
|
Eigen consumptie 13 verzamelde variabelen |
HE01B |
Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken |
|
|
HE02B |
Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen |
||
|
HE03B |
Kleding en schoeisel |
||
|
HE04B |
Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen |
||
|
HE05B |
Inrichting, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning |
||
|
HE06B |
Gezondheid |
||
|
HE07B |
Vervoer |
||
|
HE08B |
Informatie en communicatie |
||
|
HE09B |
Recreatie, sport en cultuur |
||
|
HE10B |
Onderwijs |
||
|
HE11B |
Restaurants en accommodatie |
||
|
HE12B |
Verzekeringen en financiële diensten |
||
|
HE13B |
Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten |
||
|
Grensoverschrijdende uitgaven voor consumptie ingedeeld volgens COICOP 13 verzamelde variabelen |
HJ01 |
Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken |
|
|
HJ02 |
Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen |
||
|
HJ03 |
Kleding en schoeisel |
||
|
HJ04 |
Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen |
||
|
HJ05 |
Inrichting, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning |
||
|
HJ06 |
Gezondheid |
||
|
HJ07 |
Vervoer |
||
|
HJ08 |
Informatie en communicatie |
||
|
HJ09 |
Recreatie, sport en cultuur |
||
|
HJ10 |
Onderwijs |
||
|
HJ11 |
Restaurants en accommodatie |
||
|
HJ12 |
Verzekeringen en financiële diensten |
||
|
HJ13 |
Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten |
||
|
Hoeveelheden (2) (facultatief) 82 verzamelde variabelen |
HQ01 |
Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken |
|
|
HQ02 |
Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen |
(1) De monetaire consumptie ingedeeld volgens de classificatie van individuele consumptie naar doel wordt verstrekt op 5-cijferig COICOP-niveau.
(2) De hoeveelheden voor de groepen “Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken” en “Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen” worden verstrekt op 5-cijferig COICOP-niveau.
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/8 |
VERORDENING (EU) 2023/127 VAN DE COMMISSIE
van 18 januari 2023
tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van acequinocyl in of op bepaalde producten betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Voor acequinocyl zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(2) |
In het kader van een procedure voor de verlening van een vergunning voor het gebruik op paprika’s van een gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof acequinocyl bevat, is overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag tot wijziging van het bestaande MRL ingediend. |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 heeft de betrokken lidstaat de aanvraag geëvalueerd en is het evaluatieverslag bij de Commissie ingediend. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de aanvraag en het evaluatieverslag beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft besteed aan de risico’s voor de consument en, in voorkomend geval, voor dieren en zij heeft een met redenen omkleed advies over het voorgestelde MRL uitgebracht (2). Zij heeft dat advies naar de aanvrager, de Commissie en de lidstaten gezonden en openbaar gemaakt. |
|
(5) |
De EFSA heeft geconcludeerd dat aan alle vereisten met betrekking tot de volledigheid van de ingediende gegevens was voldaan en dat de door de aanvrager gevraagde wijziging van het MRL op grond van een consumentenblootstellingsbeoordeling voor 27 specifieke Europese consumentengroepen uit het oogpunt van de consumentenveiligheid aanvaardbaar was. In haar conclusie heeft de EFSA rekening gehouden met de meest recente informatie over de toxicologische eigenschappen van de stof. Noch uit de gegevens over de levenslange blootstelling aan deze stof via de consumptie van alle voedingsmiddelen die deze stof kunnen bevatten, noch uit de gegevens over de blootstelling op korte termijn door hoge consumptie van de desbetreffende producten is gebleken dat er een risico bestaat dat de aanvaardbare dagelijkse inname of de acute referentiedosis wordt overschreden. |
|
(6) |
Op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 is voor kaki’s/Japanse persimoenen een aanvraag ingediend met een verzoek tot wijziging van het bestaande MRL voor acequinocyl. |
|
(7) |
Wat deze aanvraag betreft, heeft een lidstaat verzocht gebruik te maken van de versnelde procedure waarin is voorzien in de technische richtsnoeren voor de procedure voor de vaststelling van MRL’s (3), om een MRL vast te stellen op basis van residuproeven op appelen. |
|
(8) |
De EFSA heeft onlangs residuproeven op appelen beoordeeld in het kader van de herziening van de bestaande MRL’s voor acequinocyl, en heeft een met redenen omkleed advies over het voorgestelde MRL uitgebracht (4). Dit advies van de EFSA is gebaseerd op de huidige wetenschappelijke en technische kennis ter zake. Aangezien het passend is om de residuproeven voor appelen te extrapoleren naar kaki’s/Japanse persimoenen, zoals bevestigd door de bestaande richtsnoeren van de Unie inzake de extrapolatie van MRL’s (5), is het niet nodig de EFSA te verzoeken een met redenen omkleed advies over kaki’s/Japanse persimoenen uit te brengen. |
|
(9) |
Daarom moet het MRL voor kaki’s/Japanse persimoenen op basis van de residuproeven op appelen worden vastgesteld op 0,05 mg/kg. |
|
(10) |
Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren, voldoen de voorgestelde wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(11) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 23 februari 2023 voor alle voorgestelde MRL’s.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue level for acequinocyl in sweet peppers/bell peppers. EFSA Journal 2022;20(3):7175. Wetenschappelijke verslagen van de EFSA, online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu
(3) Technical guidelines MRL setting procedure in accordance with Articles 6 to 11 of Regulation (EC) No 396/2005 and Article 8 of Regulation (EC) No 1107/2009 (SANTE/2015/10595 Rev. 6.1).
(4) Reasoned Opinion on the review of the existing maximum residue levels for acequinocyl according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020;18(1):5983. Wetenschappelijke verslagen van de EFSA, online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu
(5) Technical guidelines on data requirements for setting maximum residue levels, comparability of residue trials and extrapolation of residue data on products from plant and animal origin (SANTE/2019/12752 — 23 november 2020).
BIJLAGE
In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt de kolom voor acequinocyl vervangen door:
" Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)
|
Codenummer |
Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden (1) |
Acequinocyl (F) |
||
|
(1) |
(2) |
(3) |
||
|
0100000 |
FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN |
|
||
|
0110000 |
Citrusvruchten |
0,6 (+) |
||
|
0110010 |
Grapefruits/pompelmoezen |
(+) |
||
|
0110020 |
Sinaasappelen |
(+) |
||
|
0110030 |
Citroenen |
(+) |
||
|
0110040 |
Limoenen/lemmetjes |
(+) |
||
|
0110050 |
Mandarijnen |
(+) |
||
|
0110990 |
Overige (2) |
|
||
|
0120000 |
Noten |
0,01 (*) |
||
|
0120010 |
Amandelen |
|
||
|
0120020 |
Paranoten |
|
||
|
0120030 |
Cashewnoten |
|
||
|
0120040 |
Kastanjes |
|
||
|
0120050 |
Kokosnoten |
|
||
|
0120060 |
Hazelnoten |
(+) |
||
|
0120070 |
Macadamianoten |
|
||
|
0120080 |
Pecannoten |
|
||
|
0120090 |
Pijnboompitten |
|
||
|
0120100 |
Pistaches |
|
||
|
0120110 |
Walnoten |
|
||
|
0120990 |
Overige (2) |
|
||
|
0130000 |
Pitvruchten |
0,4 (+) |
||
|
0130010 |
Appelen |
(+) |
||
|
0130020 |
Peren |
(+) |
||
|
0130030 |
Kweeperen |
(+) |
||
|
0130040 |
Mispels |
(+) |
||
|
0130050 |
Loquats/Japanse mispels |
(+) |
||
|
0130990 |
Overige (2) |
|
||
|
0140000 |
Steenvruchten |
|
||
|
0140010 |
Abrikozen |
0,01 (*) |
||
|
0140020 |
Kersen (zoet) |
0,1 |
||
|
0140030 |
Perziken |
0,1 |
||
|
0140040 |
Pruimen |
0,03 |
||
|
0140990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
||
|
0150000 |
Besvruchten en kleinfruit |
|
||
|
0151000 |
|
0,8 |
||
|
0151010 |
Tafeldruiven |
(+) |
||
|
0151020 |
Wijndruiven |
(+) |
||
|
0152000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0153000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0153010 |
Bramen/braambessen |
|
||
|
0153020 |
Dauwbramen |
|
||
|
0153030 |
Frambozen (geel en rood) |
|
||
|
0153990 |
Overige (2) |
|
||
|
0154000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0154010 |
Blauwe bessen |
|
||
|
0154020 |
Veenbessen |
|
||
|
0154030 |
Aalbessen (rood, wit en zwart) |
|
||
|
0154040 |
Kruisbessen (geel, groen en rood) |
|
||
|
0154050 |
Rozenbottels |
|
||
|
0154060 |
Moerbeien (wit en zwart) |
|
||
|
0154070 |
Azaroles/Middellandse Zeemispels |
|
||
|
0154080 |
Vlierbessen |
|
||
|
0154990 |
Overige (2) |
|
||
|
0160000 |
Diverse vruchten met |
|
||
|
0161000 |
|
|
||
|
0161010 |
Dadels |
0,01 (*) |
||
|
0161020 |
Vijgen |
0,01 (*) |
||
|
0161030 |
Tafelolijven |
0,01 (*) |
||
|
0161040 |
Kumquats |
0,01 (*) |
||
|
0161050 |
Carambola’s |
0,01 (*) |
||
|
0161060 |
Kaki’s/Japanse persimoenen |
0,05 |
||
|
0161070 |
Jambolans/djamblangs |
0,01 (*) |
||
|
0161990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
||
|
0162000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0162010 |
Kiwi’s (geel, groen, rood) |
|
||
|
0162020 |
Lychees |
|
||
|
0162030 |
Passievruchten/maracuja’s |
|
||
|
0162040 |
Woestijnvijgen/cactusvruchten |
|
||
|
0162050 |
Sterappelen |
|
||
|
0162060 |
Noord-Amerikaanse persimoenen |
|
||
|
0162990 |
Overige (2) |
|
||
|
0163000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0163010 |
Avocado’s |
|
||
|
0163020 |
Bananen |
|
||
|
0163030 |
Mango’s |
|
||
|
0163040 |
Papaja’s |
|
||
|
0163050 |
Granaatappels |
|
||
|
0163060 |
Cherimoya’s |
|
||
|
0163070 |
Guaves |
|
||
|
0163080 |
Ananassen |
|
||
|
0163090 |
Broodvruchten |
|
||
|
0163100 |
Doerians |
|
||
|
0163110 |
Zuurzakken/doerian blanda |
|
||
|
0163990 |
Overige (2) |
|
||
|
0200000 |
GROENTEN, VERS of BEVROREN |
|
||
|
0210000 |
Wortel- en knolgewassen |
0,01 (*) |
||
|
0211000 |
|
|
||
|
0212000 |
|
|
||
|
0212010 |
Cassave/maniok |
|
||
|
0212020 |
Bataten (zoete aardappelen) |
|
||
|
0212030 |
Yams |
|
||
|
0212040 |
Arrowroot/pijlwortel |
|
||
|
0212990 |
Overige (2) |
|
||
|
0213000 |
|
|
||
|
0213010 |
Rode bieten |
|
||
|
0213020 |
Wortels |
|
||
|
0213030 |
Knolselderij |
|
||
|
0213040 |
Mierikswortels |
|
||
|
0213050 |
Aardperen/topinamboers |
|
||
|
0213060 |
Pastinaken |
|
||
|
0213070 |
Wortelpeterselie |
|
||
|
0213080 |
Radijzen |
|
||
|
0213090 |
Schorseneren |
|
||
|
0213100 |
Koolrapen |
|
||
|
0213110 |
Rapen |
|
||
|
0213990 |
Overige (2) |
|
||
|
0220000 |
Bolgewassen |
0,01 (*) |
||
|
0220010 |
Knoflook |
|
||
|
0220020 |
Uien |
|
||
|
0220030 |
Sjalotten |
|
||
|
0220040 |
Bosuien/groene uien en stengeluien |
|
||
|
0220990 |
Overige (2) |
|
||
|
0230000 |
Vruchtgroenten |
|
||
|
0231000 |
|
|
||
|
0231010 |
Tomaten |
0,3 (+) |
||
|
0231020 |
Paprika’s |
0,3 |
||
|
0231030 |
Aubergines |
0,3 (+) |
||
|
0231040 |
Okra’s, okers |
0,01 (*) |
||
|
0231990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
||
|
0232000 |
|
|
||
|
0232010 |
Komkommers |
0,08 |
||
|
0232020 |
Augurken |
0,04 |
||
|
0232030 |
Courgettes |
0,08 |
||
|
0232990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
||
|
0233000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0233010 |
Meloenen |
|
||
|
0233020 |
Pompoenen |
|
||
|
0233030 |
Watermeloenen |
|
||
|
0233990 |
Overige (2) |
|
||
|
0234000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0239000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0240000 |
Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica) |
0,01 (*) |
||
|
0241000 |
|
|
||
|
0241010 |
Broccoli |
|
||
|
0241020 |
Bloemkolen |
|
||
|
0241990 |
Overige (2) |
|
||
|
0242000 |
|
|
||
|
0242010 |
Spruitjes |
|
||
|
0242020 |
Sluitkolen |
|
||
|
0242990 |
Overige (2) |
|
||
|
0243000 |
|
|
||
|
0243010 |
Chinese kool/petsai |
|
||
|
0243020 |
Boerenkolen |
|
||
|
0243990 |
Overige (2) |
|
||
|
0244000 |
|
|
||
|
0250000 |
Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen |
|
||
|
0251000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0251010 |
Veldsla |
|
||
|
0251020 |
Sla |
|
||
|
0251030 |
Andijvie |
|
||
|
0251040 |
Tuinkers en andere kiemen en scheuten |
|
||
|
0251050 |
Winterkers |
|
||
|
0251060 |
Raketsla/rucola |
|
||
|
0251070 |
Rode amsoi |
|
||
|
0251080 |
Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten) |
|
||
|
0251990 |
Overige (2) |
|
||
|
0252000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0252010 |
Spinazie |
|
||
|
0252020 |
Postelein |
|
||
|
0252030 |
Snijbiet |
|
||
|
0252990 |
Overige (2) |
|
||
|
0253000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0254000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0255000 |
|
0,01 (*) |
||
|
0256000 |
|
0,02 (*) |
||
|
0256010 |
Kervel |
|
||
|
0256020 |
Bieslook |
|
||
|
0256030 |
Bladselderij/snijselder |
|
||
|
0256040 |
Peterselie |
|
||
|
0256050 |
Salie |
|
||
|
0256060 |
Rozemarijn |
|
||
|
0256070 |
Tijm |
|
||
|
0256080 |
Basilicum en eetbare bloemen |
|
||
|
0256090 |
Laurierblad |
|
||
|
0256100 |
Dragon |
|
||
|
0256990 |
Overige (2) |
|
||
|
0260000 |
Peulgroenten |
0,01 (*) |
||
|
0260010 |
Bonen (met peul) |
|
||
|
0260020 |
Bonen (zonder peul) |
|
||
|
0260030 |
Erwten (met peul) |
|
||
|
0260040 |
Erwten (zonder peul) |
|
||
|
0260050 |
Linzen |
|
||
|
0260990 |
Overige (2) |
|
||
|
0270000 |
Stengelgroenten |
0,01 (*) |
||
|
0270010 |
Asperges |
|
||
|
0270020 |
Kardoenen |
|
||
|
0270030 |
Bleekselderij |
|
||
|
0270040 |
Knolvenkel |
|
||
|
0270050 |
Artisjokken |
|
||
|
0270060 |
Preien |
|
||
|
0270070 |
Rabarber |
|
||
|
0270080 |
Bamboescheuten |
|
||
|
0270090 |
Palmharten |
|
||
|
0270990 |
Overige (2) |
|
||
|
0280000 |
Paddenstoelen, mossen en korstmossen |
0,01 (*) |
||
|
0280010 |
Gekweekte paddenstoelen |
|
||
|
0280020 |
Wilde paddenstoelen |
|
||
|
0280990 |
Mossen en korstmossen |
|
||
|
0290000 |
Algen en prokaryote organismen |
0,01 (*) |
||
|
0300000 |
PEULVRUCHTEN |
0,01 (*) |
||
|
0300010 |
Bonen |
|
||
|
0300020 |
Linzen |
|
||
|
0300030 |
Erwten |
|
||
|
0300040 |
Lupinen/lupinebonen |
|
||
|
0300990 |
Overige (2) |
|
||
|
0400000 |
OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN |
0,01 (*) |
||
|
0401000 |
Oliehoudende zaden |
|
||
|
0401010 |
Lijnzaad |
|
||
|
0401020 |
Pinda’s/aardnoten |
|
||
|
0401030 |
Papaverzaad/maanzaad |
|
||
|
0401040 |
Sesamzaad |
|
||
|
0401050 |
Zonnebloemzaad |
|
||
|
0401060 |
Koolzaad |
|
||
|
0401070 |
Sojabonen |
|
||
|
0401080 |
Mosterdzaad |
|
||
|
0401090 |
Katoenzaad |
|
||
|
0401100 |
Pompoenzaad |
|
||
|
0401110 |
Saffloerzaad |
|
||
|
0401120 |
Bernagiezaad |
|
||
|
0401130 |
Huttentutzaad |
|
||
|
0401140 |
Hennepzaad |
|
||
|
0401150 |
Wonderbonen |
|
||
|
0401990 |
Overige (2) |
|
||
|
0402000 |
Oliehoudende vruchten |
|
||
|
0402010 |
Olijven voor oliewinning |
|
||
|
0402020 |
Palmpitten |
|
||
|
0402030 |
Palmvruchten |
|
||
|
0402040 |
Kapok |
|
||
|
0402990 |
Overige (2) |
|
||
|
0500000 |
GRANEN |
0,01 (*) |
||
|
0500010 |
Gerst |
|
||
|
0500020 |
Boekweit en andere pseudogranen |
|
||
|
0500030 |
Mais |
|
||
|
0500040 |
Gierst/pluimgierst |
|
||
|
0500050 |
Haver |
|
||
|
0500060 |
Rijst |
|
||
|
0500070 |
Rogge |
|
||
|
0500080 |
Sorghum |
|
||
|
0500090 |
Tarwe |
|
||
|
0500990 |
Overige (2) |
|
||
|
0600000 |
THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB |
0,05 (*) |
||
|
0610000 |
Thee |
|
||
|
0620000 |
Koffiebonen |
|
||
|
0630000 |
Kruidenthee van |
|
||
|
0631000 |
|
|
||
|
0631010 |
Kamille |
|
||
|
0631020 |
Hibiscus/roselle |
|
||
|
0631030 |
Roos |
|
||
|
0631040 |
Jasmijn |
|
||
|
0631050 |
Lindebloesem |
|
||
|
0631990 |
Overige (2) |
|
||
|
0632000 |
|
|
||
|
0632010 |
Aardbei |
|
||
|
0632020 |
Rooibos |
|
||
|
0632030 |
Maté |
|
||
|
0632990 |
Overige (2) |
|
||
|
0633000 |
|
|
||
|
0633010 |
Valeriaan |
|
||
|
0633020 |
Ginseng |
|
||
|
0633990 |
Overige (2) |
|
||
|
0639000 |
|
|
||
|
0640000 |
Cacaobonen |
|
||
|
0650000 |
Carob/johannesbrood |
|
||
|
0700000 |
HOP |
20 (+) |
||
|
0800000 |
SPECERIJEN |
|
||
|
0810000 |
Als specerij gebruikte zaden |
0,05 (*) |
||
|
0810010 |
Anijs |
|
||
|
0810020 |
Zwarte komijn |
|
||
|
0810030 |
Selderij |
|
||
|
0810040 |
Koriander |
|
||
|
0810050 |
Komijn |
|
||
|
0810060 |
Dille |
|
||
|
0810070 |
Venkel |
|
||
|
0810080 |
Fenegriek |
|
||
|
0810090 |
Nootmuskaat |
|
||
|
0810990 |
Overige (2) |
|
||
|
0820000 |
Als specerij gebruikte vruchten |
0,05 (*) |
||
|
0820010 |
Piment |
|
||
|
0820020 |
Szechuanpeper/anijspeper |
|
||
|
0820030 |
Karwij |
|
||
|
0820040 |
Kardemom |
|
||
|
0820050 |
Jeneverbes |
|
||
|
0820060 |
Peperkorrel (groen, wit en zwart) |
|
||
|
0820070 |
Vanille |
|
||
|
0820080 |
Tamarinde |
|
||
|
0820990 |
Overige (2) |
|
||
|
0830000 |
Als specerij gebruikte bast |
0,05 (*) |
||
|
0830010 |
Kaneel |
|
||
|
0830990 |
Overige (2) |
|
||
|
0840000 |
Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken |
|
||
|
0840010 |
Zoethout |
0,05 (*) |
||
|
0840020 |
Gember (10) |
|
||
|
0840030 |
Geelwortel/kurkuma/koenjit |
0,05 (*) |
||
|
0840040 |
Mierikswortel (11) |
|
||
|
0840990 |
Overige (2) |
0,05 (*) |
||
|
0850000 |
Als specerij gebruikte knoppen |
0,05 (*) |
||
|
0850010 |
Kruidnagels |
|
||
|
0850020 |
Kappertjes |
|
||
|
0850990 |
Overige (2) |
|
||
|
0860000 |
Als specerij gebruikte stampers |
0,05 (*) |
||
|
0860010 |
Saffraan |
|
||
|
0860990 |
Overige (2) |
|
||
|
0870000 |
Als specerij gebruikte zaadrokken |
0,05 (*) |
||
|
0870010 |
Foelie |
|
||
|
0870990 |
Overige (2) |
|
||
|
0900000 |
SUIKERGEWASSEN |
0,01 (*) |
||
|
0900010 |
Suikerbiet |
|
||
|
0900020 |
Suikerriet |
|
||
|
0900030 |
Wortelcichorei |
|
||
|
0900990 |
Overige (2) |
|
||
|
1000000 |
PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN |
|
||
|
1010000 |
Producten afkomstig van |
0,01 (*) |
||
|
1011000 |
|
|
||
|
1011010 |
Spier |
(+) |
||
|
1011020 |
Vet |
(+) |
||
|
1011030 |
Lever |
(+) |
||
|
1011040 |
Nier |
(+) |
||
|
1011050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
|
||
|
1011990 |
Overige (2) |
|
||
|
1012000 |
|
|
||
|
1012010 |
Spier |
(+) |
||
|
1012020 |
Vet |
(+) |
||
|
1012030 |
Lever |
(+) |
||
|
1012040 |
Nier |
(+) |
||
|
1012050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
|
||
|
1012990 |
Overige (2) |
|
||
|
1013000 |
|
|
||
|
1013010 |
Spier |
|
||
|
1013020 |
Vet |
|
||
|
1013030 |
Lever |
|
||
|
1013040 |
Nier |
|
||
|
1013050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
|
||
|
1013990 |
Overige (2) |
|
||
|
1014000 |
|
|
||
|
1014010 |
Spier |
|
||
|
1014020 |
Vet |
|
||
|
1014030 |
Lever |
|
||
|
1014040 |
Nier |
|
||
|
1014050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
|
||
|
1014990 |
Overige (2) |
|
||
|
1015000 |
|
|
||
|
1015010 |
Spier |
(+) |
||
|
1015020 |
Vet |
(+) |
||
|
1015030 |
Lever |
(+) |
||
|
1015040 |
Nier |
(+) |
||
|
1015050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
|
||
|
1015990 |
Overige (2) |
|
||
|
1016000 |
|
|
||
|
1016010 |
Spier |
|
||
|
1016020 |
Vet |
|
||
|
1016030 |
Lever |
|
||
|
1016040 |
Nier |
|
||
|
1016050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
|
||
|
1016990 |
Overige (2) |
|
||
|
1017000 |
|
|
||
|
1017010 |
Spier |
|
||
|
1017020 |
Vet |
|
||
|
1017030 |
Lever |
|
||
|
1017040 |
Nier |
|
||
|
1017050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
|
||
|
1017990 |
Overige (2) |
|
||
|
1020000 |
Melk |
0,01 (*) |
||
|
1020010 |
Runderen |
(+) |
||
|
1020020 |
Schapen |
|
||
|
1020030 |
Geiten |
|
||
|
1020040 |
Paarden |
(+) |
||
|
1020990 |
Overige (2) |
|
||
|
1030000 |
Vogeleieren |
0,01 (*) |
||
|
1030010 |
Kippen |
|
||
|
1030020 |
Eenden |
|
||
|
1030030 |
Ganzen |
|
||
|
1030040 |
Kwartels |
|
||
|
1030990 |
Overige (2) |
|
||
|
1040000 |
Honing en andere producten van de bijenteelt (7) |
0,05 (*) |
||
|
1050000 |
Amfibieën en reptielen |
0,01 (*) |
||
|
1060000 |
Ongewervelde landdieren |
0,01 (*) |
||
|
1070000 |
In het wild levende gewervelde landdieren |
0,01 (*) |
||
|
1100000 |
PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8) |
|
||
|
1200000 |
UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8) |
|
||
|
1300000 |
VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9) |
|
||
|
Acequinocyl (F) (F) Vetoplosbaar De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot analysemethoden en de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 0120060 Hazelnoten De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de analysemethoden ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 1011010 Spier 1011020 Vet 1011030 Lever 1011040 Nier 1012010 Spier 1012020 Vet 1012030 Lever 1012040 Nier 1015010 Spier 1015020 Vet 1015030 Lever 1015040 Nier 1020010 Runderen 1020040 Paarden De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot hydrolysestudies die pasteurisatie, koken en sterilisatie simuleren, ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 0110000 Citrusvruchten 0110010 Grapefruits/pompelmoezen 0110020 Sinaasappelen 0110030 Citroenen 0110040 Limoenen/lemmetjes 0110050 Mandarijnen 0130000 Pitvruchten 0130010 Appelen 0130020 Peren 0130030 Kweeperen 0130040 Mispels 0130050 Loquats/Japanse mispels 0151010 Tafeldruiven 0151020 Wijndruiven 0231010 Tomaten 0231030 Aubergines De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag en hydrolysestudies die pasteurisatie, koken en sterilisatie simuleren, ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 2 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 0700000 HOP" |
||||
(*) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/22 |
VERORDENING (EU) 2023/128 VAN DE COMMISSIE
van 18 januari 2023
tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van benalaxyl, bromoxynil, chloorsulfuron, epoxiconazool en fenamifos in of op bepaalde producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a), en artikel 18, lid 1, punt b),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Voor benalaxyl, bromoxynil, en fenamifos zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor chloorsulfuron en epoxiconazool zijn MRL’s vastgesteld in deel A van bijlage III bij die verordening. |
|
(2) |
De goedkeuring van de werkzame stof benalaxyl is bij Verordening (EU) 2020/1280 van de Commissie (2) niet verlengd, onder meer om redenen die verband houden met de menselijke gezondheid. Die goedkeuring is verstreken op 31 juli 2021. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, zijn ingetrokken. |
|
(3) |
Wat de niet-verlenging van de goedkeuring van benalaxyl betreft, kon de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) niet concluderen dat de stof geen hormoonontregelende eigenschappen heeft (3). |
|
(4) |
Benalaxyl-M is een goedgekeurde werkzame stof voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen. De residudefinitie voor zowel benalaxyl als benalaxyl-M is “benalaxyl, inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder benalaxyl-M (som van de isomeren)”. De MRL’s voor benalaxyl op tafeldruiven, aardappelen, knoflook, uien, sjalotten, watermeloenen, sla en preien zijn veilig voor de consument en moeten worden gehandhaafd om rekening te houden met de toegestane toepassingen van benalaxyl-M op die producten. Voor wijndruiven en meloenen komen de bestaande MRL’s overeen met de Codex-grenswaarden (“CXL’s”). Zij zijn veilig voor de consument en moeten ook worden gehandhaafd overeenkomstig artikel 14, lid 2, punt e), van Verordening (EG) nr. 396/2005. De MRL’s voor het toegestane gebruik van benalaxyl-M op aubergines en tomaten zijn lager dan de MRL’s voor benalaxyl. Daarom moeten de MRL’s voor benalaxyl op deze producten worden verlaagd tot de huidige MRL’s voor benalaxyl-M. Voor paprika’s en koolzaad bestaan er geen toegelaten toepassingen voor benalaxyl-M en zijn er geen CXL’s of invoertoleranties. De MRL’s voor benalaxyl op die producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 tot de bepaalbaarheidsgrens worden verlaagd. |
|
(5) |
De goedkeuring van de werkzame stof bromoxynil is bij Verordening (EU) 2020/1276 van de Commissie (4) niet verlengd, onder meer om redenen die verband houden met de menselijke gezondheid. De goedkeuring van die werkzame stof is op 31 juli 2021 verstreken. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die bromoxynil bevatten, zijn ingetrokken en er bestaan voor die werkzame stof geen CXL’s of invoertoleranties. Het is derhalve passend om de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens. |
|
(6) |
De goedkeuring van de werkzame stof chloorsulfuron is op 31 december 2019 verstreken en de aanvrager heeft geen aanvraag tot verlenging ingediend. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, zijn ingetrokken. Er bestaan geen CXL’s of invoertoleranties voor chloorsulfuron. Het is derhalve passend om de in deel A van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens. |
|
(7) |
De goedkeuring van de werkzame stof epoxiconazool is op 30 april 2020 verstreken en de aanvrager heeft geen aanvraag tot verlenging ingediend. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, zijn ingetrokken. Er bestaan geen CXL’s of invoertoleranties voor epoxiconazool. Het is derhalve passend om de in deel A van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens. |
|
(8) |
De goedkeuring van de werkzame stof fenamifos is bij Verordening (EU) 2020/1246 van de Commissie (5) niet verlengd, onder meer om redenen die verband houden met de menselijke gezondheid. De goedkeuring van die werkzame stof is op 23 september 2020 verstreken. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die fenamifos bevatten, zijn ingetrokken. |
|
(9) |
Wat de niet-verlenging van de goedkeuring van fenamifos betreft, heeft de EFSA een aantal punten van zorg (6) vastgesteld met betrekking tot het risico voor de gezondheid van de consument en ontbrekende gegevens voor de representatieve gebruiksdoeleinden met betrekking tot vruchtgroenten. |
|
(10) |
De MRL’s voor tafeldruiven en wijndruiven komen overeen met de invoertoleranties, maar aangezien de gegevens voor de metabolieten M01 en M02 over genotoxiciteit onvolledig waren en een beoordeling van het risico voor de consument niet kon worden afgerond, kan een risico voor de consument niet worden uitgesloten. De MRL’s voor tomaten, paprika’s, aubergines, meloenen en suikerbiet zijn gebaseerd op de EU-toepassingen van fenamifos die zijn ingetrokken. Het is derhalve passend om de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor deze stof vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 in samenhang met artikel 14, lid 1, punt a), van die verordening. De MRL’s voor alle producten moeten in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van die verordening worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens. |
|
(11) |
De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Voor alle werkzame stoffen die onder deze verordening vallen, hebben die laboratoria productspecifieke bepaalbaarheidsgrenzen voorgesteld die analytisch haalbaar zijn. |
|
(12) |
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen. |
|
(13) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(14) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de nieuwe MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen aanpassen aan de eisen die uit de aanpassing van de desbetreffende MRL’s voortvloeien. |
|
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 8 augustus 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1280 van de Commissie van 14 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof benalaxyl overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 301 van 15.9.2020, blz. 4).
(3) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: “Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance benalaxyl”, EFSA Journal 2020;18(1):5985.
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1276 van de Commissie van 11 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof bromoxynil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 300 van 14.9.2020, blz. 32).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1246 van de Commissie van 2 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof fenamifos overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 288 van 3.9.2020, blz. 18).
(6) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: “Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance fenamiphos”, EFSA Journal 2019;17(1):5557.
BIJLAGE
De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:
|
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
2) |
In deel A van bijlage III worden de kolommen voor chloorsulfuron en epoxiconazool geschrapt. |
|
3) |
In bijlage V worden de volgende kolommen voor bromoxynil, chloorsulfuron, epoxiconazool en fenamifos toegevoegd: “ Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(*) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor MRL’s gelden, zie bijlage I.
(*) Bepaalbaarheidsgrens
(2) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/56 |
VERORDENING (EU) 2023/129 VAN DE COMMISSIE
van 18 januari 2023
tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van azoxystrobin, prosulfocarb, sedaxaan en valifenalaat in of op bepaalde producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Voor azoxystrobin, prosulfocarb, sedaxaan en valifenalaat zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(2) |
Op 14 december 2021 heeft de Commissie van de Codex Alimentarius nieuwe Codex-grenswaarden (CXL’s) vastgesteld voor azoxystrobin in guaves en voor valifenalaat in uien, sjalotten, tomaten en aubergines (2). |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (3) wordt, indien er internationale normen bestaan of op korte termijn tot stand zullen komen, hiermee bij de ontwikkeling en aanpassing van de levensmiddelenwetgeving rekening gehouden, tenzij die normen of de betrokken gedeelten ervan een ondoeltreffend of ongeschikt middel zouden zijn om de legitieme doelstellingen van de levensmiddelenwetgeving te verwezenlijken, er wetenschappelijke gronden zijn om deze buiten beschouwing te laten of bedoelde normen tot een ander beschermingsniveau zouden leiden dan het niveau dat in de Unie passend wordt geacht. Overeenkomstig artikel 13, punt e), van die verordening zal de Unie bovendien de overeenstemming tussen de internationale technische normen en de levensmiddelenwetgeving bevorderen, waarbij zij erop toeziet dat aan het in de Unie vastgestelde hoge beschermingsniveau geen afbreuk wordt gedaan. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de voorgestelde CXL’s voor azoxystrobin in guaves en valifenalaat in uien, sjalotten, tomaten en aubergines beoordeeld en geconcludeerd dat zij veilig zijn voor de consumenten in de Unie (4). De Unie heeft bij het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen geen voorbehouden (5) (6) gemaakt ten aanzien van deze voorgestelde CXL’s. |
|
(5) |
Daarom moeten deze CXL’s als MRL’s in Verordening (EG) nr. 396/2005 worden opgenomen. In het kader van de beoordeling van de voorgestelde CXL voor valifenalaat in tomaten zijn voldoende residuproeven ingediend, en de EFSA heeft geconcludeerd dat deze gegevens toereikend waren voor de betrokken toepassingen. Daarom is het passend de voetnoot in Verordening (EG) nr. 396/2005 waarin wordt gewezen op de behoefte aan aanvullende gegevens, te schrappen. |
|
(6) |
Voor azoxystrobin is op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag ingediend met een verzoek tot wijziging van de bestaande MRL’s voor koolzaad en lijnzaad. Voor prosulfocarb is een dergelijke aanvraag ingediend voor kruiden en eetbare bloemen. Voor sedaxaan is een dergelijke aanvraag ingediend voor aardappelen. |
|
(7) |
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 zijn al die aanvragen door de betrokken lidstaten geëvalueerd en zijn de evaluatieverslagen bij de Commissie ingediend. |
|
(8) |
De EFSA heeft de aanvragen en de evaluatieverslagen beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft geschonken aan de risico’s voor de consument en, indien relevant, voor dieren en zij heeft met redenen omklede adviezen over de voorgestelde MRL’s uitgebracht (7). Zij heeft die adviezen naar de aanvragers, de Commissie en de lidstaten gezonden en openbaar gemaakt. |
|
(9) |
Wat azoxystrobin in lijnzaad betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat de ingediende gegevens ontoereikend waren om het bestaande MRL te wijzigen. Daarom is het niet opportuun dat MRL te wijzigen. |
|
(10) |
Wat alle andere door de aanvragers gevraagde wijzigingen van de MRL’s voor azoxystrobin, prosulfocarb en sedaxaan betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat aan alle eisen met betrekking tot de volledigheid van de ingediende gegevens was voldaan en dat de door de aanvragers gevraagde wijzigingen van de MRL’s op grond van een consumentenblootstellingsbeoordeling voor 27 specifieke Europese consumentengroepen uit het oogpunt van de consumentenveiligheid, aanvaardbaar waren. In haar conclusie heeft de EFSA rekening gehouden met de meest recente gegevens over de toxicologische eigenschappen van de stoffen. Noch uit de gegevens over de langdurige blootstelling aan deze stoffen via de consumptie van alle levensmiddelen die deze stoffen kunnen bevatten, noch uit de gegevens over de blootstelling op korte termijn door hoge consumptie van de desbetreffende producten is gebleken dat er een risico bestaat dat de aanvaardbare dagelijkse inname of de acute referentiedosis wordt overschreden. |
|
(11) |
Wat prosulfocarb in kruiden en eetbare bloemen betreft, had de EFSA eerder in het kader van de herziening van de bestaande MRL’s voor prosulfocarb overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 396/2005 (8) vastgesteld dat bepaalde informatie over residuproeven ontbrak. Daarom is in Verordening (EU) nr. 777/2013 van de Commissie (9) om nadere residugegevens verzocht ter bevestiging van het voorlopige MRL van 0,05 mg/kg voor die werkzame stof in die producten. In het kader van de nieuwe aanvraag tot wijziging van de MRL’s voor prosulfocarb in kruiden en eetbare bloemen zijn nieuwe toepassingen en nieuwe residuproeven ingediend en de EFSA heeft geconcludeerd dat deze gegevens toereikend waren voor de onderzochte toepassingen en om een nieuw hoger MRL te ondersteunen. Daarom is het passend het MRL te wijzigen en de voetnoot in Verordening (EG) nr. 396/2005 waarin wordt gewezen op de behoefte aan aanvullende gegevens, te schrappen. |
|
(12) |
Op grond van het wetenschappelijk verslag en het met redenen omklede advies van de EFSA en rekening houdend met de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005 genoemde relevante factoren, voldoen de voorgestelde wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(13) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(14) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 26 februari 2023 voor alle voorgestelde MRL’s.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Verslag van de 44e zitting van de Commissie van de Codex Alimentarius (REP21/CAC) https://www.fao.org/fao-who-codexalimentarius/sh-proxy/en/?lnk=1&url=https%253A%252F%252Fworkspace.fao.org%252Fsites%252Fcodex%252FMeetings%252FCX-701-44%252FFINAL%252520REPORT%252FRep21_CACe.pdf
(3) Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(4) Scientific support for preparing an EU position for the 52nd Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2021;19(8):6766.
(5) Opmerkingen van de Europese Unie over Codex CX/PR 21/52/5(REV): https://www.fao.org/fao-who-codexalimentarius/sh-proxy/en/?lnk=1&url=https%253A%252F%252Fworkspace.fao.org%252Fsites%252Fcodex%252FMeetings%252FCX-718-52%252FCRDs%252Fpr52_CRD22x.pdf
(6) Verslag van de 52e zitting van het Codex-comité voor bestrijdingsmiddelenresiduen REP21/PR: https://www.fao.org/fao-who-codexalimentarius/sh-proxy/en/?lnk=1&url=https%253A%252F%252Fworkspace.fao.org%252Fsites%252Fcodex%252FMeetings%252FCX-718-52%252FREPORT%252FFINAL%2BREPORT%252FREP21_PR52e.pdf
(7) De wetenschappelijke verslagen van de EFSA zijn online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu
Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue levels for azoxystrobin in rapeseeds and linseeds. EFSA Journal 2022;20(1):7051.
Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue levels for prosulfocarb in herbs and edible flowers. EFSA Journal 2022;20(5):7334.
Reasoned Opinion on the modification of the existing maximum residue level for sedaxane in potatoes. EFSA Journal 2022;20(6):7371.
(8) De wetenschappelijke verslagen van de EFSA zijn online beschikbaar op: http://www.efsa.europa.eu
Met redenen omkleed advies: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for prosulfocarb according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2011;9(8):2346.
(9) Verordening (EU) nr. 777/2013 van de Commissie van 12 augustus 2013 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor clodinafop, clomazone, diuron, ethalfluralin, ioxynil, iprovalicarb, maleïnehydrazide, mepanipyrim, metconazool, prosulfocarb en tepraloxydim in of op bepaalde producten (PB L 221 van 17.8.2013, blz. 1).
BIJLAGE
In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden de kolommen voor azoxystrobin, prosulfocarb, sedaxaan en valifenalaat vervangen door:
" Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)
|
Codenummer |
Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden (1) |
Azoxystrobin |
Prosulfocarb |
Sedaxaan (som van de isomeren) |
Valifenalaat (R) (A) |
||
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
||
|
0100000 |
FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN |
|
|
0,01 (*) |
|
||
|
0110000 |
Citrusvruchten |
15 |
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0110010 |
Grapefruits/pompelmoezen |
|
|
|
|
||
|
0110020 |
Sinaasappelen |
|
|
|
|
||
|
0110030 |
Citroenen |
|
|
|
|
||
|
0110040 |
Limoenen/lemmetjes |
|
|
|
|
||
|
0110050 |
Mandarijnen |
|
|
|
|
||
|
0110990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0120000 |
Noten |
|
0,02 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0120010 |
Amandelen |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120020 |
Paranoten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120030 |
Cashewnoten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120040 |
Kastanjes |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120050 |
Kokosnoten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120060 |
Hazelnoten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120070 |
Macadamianoten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120080 |
Pecannoten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120090 |
Pijnboompitten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120100 |
Pistaches |
1 |
|
|
|
||
|
0120110 |
Walnoten |
0,01 |
|
|
|
||
|
0120990 |
Overige (2) |
0,01 |
|
|
|
||
|
0130000 |
Pitvruchten |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0130010 |
Appelen |
|
|
|
|
||
|
0130020 |
Peren |
|
|
|
|
||
|
0130030 |
Kweeperen |
|
|
|
|
||
|
0130040 |
Mispels |
|
|
|
|
||
|
0130050 |
Loquats/Japanse mispels |
|
|
|
|
||
|
0130990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0140000 |
Steenvruchten |
2 |
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0140010 |
Abrikozen |
|
|
|
|
||
|
0140020 |
Kersen (zoet) |
|
|
|
|
||
|
0140030 |
Perziken |
|
|
|
|
||
|
0140040 |
Pruimen |
|
|
|
|
||
|
0140990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0150000 |
Besvruchten en kleinfruit |
|
|
|
|
||
|
0151000 |
|
3 |
0,01 (*) |
|
1 |
||
|
0151010 |
Tafeldruiven |
|
|
|
|
||
|
0151020 |
Wijndruiven |
|
|
|
|
||
|
0152000 |
|
10 |
0,05 (+) |
|
0,01 (*) |
||
|
0153000 |
|
5 |
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0153010 |
Bramen/braambessen |
|
|
|
|
||
|
0153020 |
Dauwbramen |
|
|
|
|
||
|
0153030 |
Frambozen (geel en rood) |
|
|
|
|
||
|
0153990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0154000 |
|
|
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0154010 |
Blauwe bessen |
5 |
|
|
|
||
|
0154020 |
Veenbessen |
0,5 |
|
|
|
||
|
0154030 |
Aalbessen (rood, wit en zwart) |
5 |
|
|
|
||
|
0154040 |
Kruisbessen (geel, groen en rood) |
5 |
|
|
|
||
|
0154050 |
Rozenbottels |
5 |
|
|
|
||
|
0154060 |
Moerbeien (wit en zwart) |
5 |
|
|
|
||
|
0154070 |
Azaroles/Middellandse Zeemispels |
5 |
|
|
|
||
|
0154080 |
Vlierbessen |
5 |
|
|
|
||
|
0154990 |
Overige (2) |
5 |
|
|
|
||
|
0160000 |
Diverse vruchten met |
|
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0161000 |
|
|
|
|
|
||
|
0161010 |
Dadels |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0161020 |
Vijgen |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0161030 |
Tafelolijven |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0161040 |
Kumquats |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0161050 |
Carambola’s |
0,1 |
|
|
|
||
|
0161060 |
Kaki’s/Japanse persimoenen |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0161070 |
Jambolans/djamblangs |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0161990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0162000 |
|
|
|
|
|
||
|
0162010 |
Kiwi’s (geel, groen, rood) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0162020 |
Lychees |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0162030 |
Passievruchten/maracuja’s |
4 |
|
|
|
||
|
0162040 |
Woestijnvijgen/cactusvruchten |
0,3 |
|
|
|
||
|
0162050 |
Sterappelen |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0162060 |
Noord-Amerikaanse persimoenen |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0162990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163000 |
|
|
|
|
|
||
|
0163010 |
Avocado’s |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163020 |
Bananen |
2 |
|
|
|
||
|
0163030 |
Mango’s |
4 |
|
|
|
||
|
0163040 |
Papaja’s |
0,3 |
|
|
|
||
|
0163050 |
Granaatappels |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163060 |
Cherimoya’s |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163070 |
Guaves |
0,2 |
|
|
|
||
|
0163080 |
Ananassen |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163090 |
Broodvruchten |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163100 |
Doerians |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163110 |
Zuurzakken/doerian blanda |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0163990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0200000 |
GROENTEN, VERS of BEVROREN |
|
|
|
|
||
|
0210000 |
Wortel- en knolgewassen |
|
|
|
0,01 (*) |
||
|
0211000 |
|
7 |
0,01 (*) |
0,15 |
|
||
|
0212000 |
|
1 |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
|
||
|
0212010 |
Cassave/maniok |
|
|
|
|
||
|
0212020 |
Bataten (zoete aardappelen) |
|
|
|
|
||
|
0212030 |
Yams |
|
|
|
|
||
|
0212040 |
Arrowroot/pijlwortel |
|
|
|
|
||
|
0212990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0213000 |
|
|
|
0,01 (*) |
|
||
|
0213010 |
Rode bieten |
1 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0213020 |
Wortels |
1 |
1 (+) |
|
|
||
|
0213030 |
Knolselderij |
1 |
0,08 (+) |
|
|
||
|
0213040 |
Mierikswortels |
1 |
0,08 (+) |
|
|
||
|
0213050 |
Aardperen/topinamboers |
1 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0213060 |
Pastinaken |
1 |
0,08 (+) |
|
|
||
|
0213070 |
Wortelpeterselie |
1 |
0,08 (+) |
|
|
||
|
0213080 |
Radijzen |
1,5 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0213090 |
Schorseneren |
1 |
0,08 (+) |
|
|
||
|
0213100 |
Koolrapen |
1 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0213110 |
Rapen |
1 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0213990 |
Overige (2) |
1 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0220000 |
Bolgewassen |
10 |
|
0,01 (*) |
|
||
|
0220010 |
Knoflook |
|
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0220020 |
Uien |
|
0,03 |
|
0,5 |
||
|
0220030 |
Sjalotten |
|
0,03 |
|
0,5 |
||
|
0220040 |
Bosuien/groene uien en stengeluien |
|
0,02 |
|
0,01 (*) |
||
|
0220990 |
Overige (2) |
|
0,01 (*) |
|
0,01 (*) |
||
|
0230000 |
Vruchtgroenten |
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
|
||
|
0231000 |
|
3 |
|
|
|
||
|
0231010 |
Tomaten |
|
|
|
0,4 |
||
|
0231020 |
Paprika’s |
|
|
|
0,01 (*) |
||
|
0231030 |
Aubergines |
|
|
|
0,4 |
||
|
0231040 |
Okra’s, okers |
|
|
|
0,01 (*) |
||
|
0231990 |
Overige (2) |
|
|
|
0,01 (*) |
||
|
0232000 |
|
1 |
|
|
0,01 (*) |
||
|
0232010 |
Komkommers |
|
|
|
|
||
|
0232020 |
Augurken |
|
|
|
|
||
|
0232030 |
Courgettes |
|
|
|
|
||
|
0232990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0233000 |
|
1 |
|
|
0,01 (*) |
||
|
0233010 |
Meloenen |
|
|
|
|
||
|
0233020 |
Pompoenen |
|
|
|
|
||
|
0233030 |
Watermeloenen |
|
|
|
|
||
|
0233990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0234000 |
|
0,01 (*) |
|
|
0,01 (*) |
||
|
0239000 |
|
0,01 (*) |
|
|
0,01 (*) |
||
|
0240000 |
Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica) |
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0241000 |
|
5 |
|
|
|
||
|
0241010 |
Broccoli |
|
|
|
|
||
|
0241020 |
Bloemkolen |
|
|
|
|
||
|
0241990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0242000 |
|
5 |
|
|
|
||
|
0242010 |
Spruitjes |
|
|
|
|
||
|
0242020 |
Sluitkolen |
|
|
|
|
||
|
0242990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0243000 |
|
6 |
|
|
|
||
|
0243010 |
Chinese kool/petsai |
|
|
|
|
||
|
0243020 |
Boerenkolen |
|
|
|
|
||
|
0243990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0244000 |
|
5 |
|
|
|
||
|
0250000 |
Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen |
|
|
|
|
||
|
0251000 |
|
10 |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0251010 |
Veldsla |
|
|
|
|
||
|
0251020 |
Sla |
|
|
|
|
||
|
0251030 |
Andijvie |
|
|
|
|
||
|
0251040 |
Tuinkers en andere kiemen en scheuten |
|
|
|
|
||
|
0251050 |
Winterkers |
|
|
|
|
||
|
0251060 |
Raketsla/rucola |
|
|
|
|
||
|
0251070 |
Rode amsoi |
|
|
|
|
||
|
0251080 |
Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten) |
|
|
|
|
||
|
0251990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0252000 |
|
15 |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0252010 |
Spinazie |
|
|
|
|
||
|
0252020 |
Postelein |
|
|
|
|
||
|
0252030 |
Snijbiet |
|
|
|
|
||
|
0252990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0253000 |
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0254000 |
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0255000 |
|
0,3 |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0256000 |
|
70 |
20 |
0,02 (*) |
0,02 (*) |
||
|
0256010 |
Kervel |
|
|
|
|
||
|
0256020 |
Bieslook |
|
|
|
|
||
|
0256030 |
Bladselderij/snijselder |
|
|
|
|
||
|
0256040 |
Peterselie |
|
|
|
|
||
|
0256050 |
Salie |
|
|
|
|
||
|
0256060 |
Rozemarijn |
|
|
|
|
||
|
0256070 |
Tijm |
|
|
|
|
||
|
0256080 |
Basilicum en eetbare bloemen |
|
|
|
|
||
|
0256090 |
Laurierblad |
|
|
|
|
||
|
0256100 |
Dragon |
|
|
|
|
||
|
0256990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0260000 |
Peulgroenten |
3 |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0260010 |
Bonen (met peul) |
|
|
|
|
||
|
0260020 |
Bonen (zonder peul) |
|
|
|
|
||
|
0260030 |
Erwten (met peul) |
|
|
|
|
||
|
0260040 |
Erwten (zonder peul) |
|
|
|
|
||
|
0260050 |
Linzen |
|
|
|
|
||
|
0260990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0270000 |
Stengelgroenten |
|
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0270010 |
Asperges |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270020 |
Kardoenen |
15 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270030 |
Bleekselderij |
15 |
1,5 (+) |
|
|
||
|
0270040 |
Knolvenkel |
10 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270050 |
Artisjokken |
5 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270060 |
Preien |
10 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270070 |
Rabarber |
0,6 |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270080 |
Bamboescheuten |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270090 |
Palmharten |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0270990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
|
|
||
|
0280000 |
Paddenstoelen, mossen en korstmossen |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0280010 |
Gekweekte paddenstoelen |
|
|
|
|
||
|
0280020 |
Wilde paddenstoelen |
|
|
|
|
||
|
0280990 |
Mossen en korstmossen |
|
|
|
|
||
|
0290000 |
Algen en prokaryote organismen |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0300000 |
PEULVRUCHTEN |
0,15 |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0300010 |
Bonen |
|
|
|
|
||
|
0300020 |
Linzen |
|
|
|
|
||
|
0300030 |
Erwten |
|
|
|
|
||
|
0300040 |
Lupinen/lupinebonen |
|
|
|
|
||
|
0300990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0400000 |
OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN |
|
0,02 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0401000 |
Oliehoudende zaden |
|
|
|
|
||
|
0401010 |
Lijnzaad |
0,4 |
|
|
|
||
|
0401020 |
Pinda’s/aardnoten |
0,2 |
|
|
|
||
|
0401030 |
Papaverzaad/maanzaad |
0,5 |
|
|
|
||
|
0401040 |
Sesamzaad |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0401050 |
Zonnebloemzaad |
0,5 |
|
|
|
||
|
0401060 |
Koolzaad |
0,7 |
|
|
|
||
|
0401070 |
Sojabonen |
0,5 |
|
|
|
||
|
0401080 |
Mosterdzaad |
0,5 |
|
|
|
||
|
0401090 |
Katoenzaad |
0,7 |
|
|
|
||
|
0401100 |
Pompoenzaad |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0401110 |
Saffloerzaad |
0,4 |
|
|
|
||
|
0401120 |
Bernagiezaad |
0,4 |
|
|
|
||
|
0401130 |
Huttentutzaad |
0,5 |
|
|
|
||
|
0401140 |
Hennepzaad |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0401150 |
Wonderbonen |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0401990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0402000 |
Oliehoudende vruchten |
|
|
|
|
||
|
0402010 |
Olijven voor oliewinning |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0402020 |
Palmpitten |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0402030 |
Palmvruchten |
0,03 |
|
|
|
||
|
0402040 |
Kapok |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0402990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0500000 |
GRANEN |
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0500010 |
Gerst |
1,5 |
|
|
|
||
|
0500020 |
Boekweit en andere pseudogranen |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0500030 |
Mais |
0,02 |
|
|
|
||
|
0500040 |
Gierst/pluimgierst |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0500050 |
Haver |
1,5 |
|
|
|
||
|
0500060 |
Rijst |
5 |
|
|
|
||
|
0500070 |
Rogge |
0,5 |
|
|
|
||
|
0500080 |
Sorghum |
10 |
|
|
|
||
|
0500090 |
Tarwe |
0,5 |
|
|
|
||
|
0500990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
0600000 |
THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB |
|
|
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0610000 |
Thee |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
|
|
||
|
0620000 |
Koffiebonen |
0,03 |
0,05 (*) |
|
|
||
|
0630000 |
Kruidenthee van |
|
|
|
|
||
|
0631000 |
|
60 |
2 |
|
|
||
|
0631010 |
Kamille |
|
|
|
|
||
|
0631020 |
Hibiscus/roselle |
|
|
|
|
||
|
0631030 |
Roos |
|
|
|
|
||
|
0631040 |
Jasmijn |
|
|
|
|
||
|
0631050 |
Lindebloesem |
|
|
|
|
||
|
0631990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0632000 |
|
60 |
2 |
|
|
||
|
0632010 |
Aardbei |
|
|
|
|
||
|
0632020 |
Rooibos |
|
|
|
|
||
|
0632030 |
Maté |
|
|
|
|
||
|
0632990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0633000 |
|
0,3 |
0,05 (*) |
|
|
||
|
0633010 |
Valeriaan |
|
|
|
|
||
|
0633020 |
Ginseng |
|
|
|
|
||
|
0633990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0639000 |
|
0,05 (*) |
0,05 (*) |
|
|
||
|
0640000 |
Cacaobonen |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
|
|
||
|
0650000 |
Carob/johannesbrood |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
|
|
||
|
0700000 |
HOP |
30 |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0800000 |
SPECERIJEN |
|
|
|
|
||
|
0810000 |
Als specerij gebruikte zaden |
0,3 |
0,3 (+) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0810010 |
Anijs |
|
(+) |
|
|
||
|
0810020 |
Zwarte komijn |
|
(+) |
|
|
||
|
0810030 |
Selderij |
|
(+) |
|
|
||
|
0810040 |
Koriander |
|
(+) |
|
|
||
|
0810050 |
Komijn |
|
(+) |
|
|
||
|
0810060 |
Dille |
|
(+) |
|
|
||
|
0810070 |
Venkel |
|
(+) |
|
|
||
|
0810080 |
Fenegriek |
|
(+) |
|
|
||
|
0810090 |
Nootmuskaat |
|
(+) |
|
|
||
|
0810990 |
Overige (2) |
|
(+) |
|
|
||
|
0820000 |
Als specerij gebruikte vruchten |
0,3 |
0,3 (+) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0820010 |
Piment |
|
(+) |
|
|
||
|
0820020 |
Szechuanpeper/anijspeper |
|
(+) |
|
|
||
|
0820030 |
Karwij |
|
(+) |
|
|
||
|
0820040 |
Kardemom |
|
(+) |
|
|
||
|
0820050 |
Jeneverbes |
|
(+) |
|
|
||
|
0820060 |
Peperkorrel (groen, wit en zwart) |
|
(+) |
|
|
||
|
0820070 |
Vanille |
|
(+) |
|
|
||
|
0820080 |
Tamarinde |
|
(+) |
|
|
||
|
0820990 |
Overige (2) |
|
(+) |
|
|
||
|
0830000 |
Als specerij gebruikte bast |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0830010 |
Kaneel |
|
|
|
|
||
|
0830990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0840000 |
Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken |
|
|
|
|
||
|
0840010 |
Zoethout |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0840020 |
Gember (10) |
|
|
|
|
||
|
0840030 |
Geelwortel/kurkuma/koenjit |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0840040 |
Mierikswortel (11) |
|
|
|
|
||
|
0840990 |
Overige (2) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0850000 |
Als specerij gebruikte knoppen |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0850010 |
Kruidnagels |
|
|
|
|
||
|
0850020 |
Kappertjes |
|
|
|
|
||
|
0850990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0860000 |
Als specerij gebruikte stampers |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0860010 |
Saffraan |
|
|
|
|
||
|
0860990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0870000 |
Als specerij gebruikte zaadrokken |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
0870010 |
Foelie |
|
|
|
|
||
|
0870990 |
Overige (2) |
|
|
|
|
||
|
0900000 |
SUIKERGEWASSEN |
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
||
|
0900010 |
Suikerbiet |
5 |
|
|
|
||
|
0900020 |
Suikerriet |
0,05 |
|
|
|
||
|
0900030 |
Wortelcichorei |
0,09 |
|
|
|
||
|
0900990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
1000000 |
PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN |
|
|
|
|
||
|
1010000 |
Producten afkomstig van |
|
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,03 (*) |
||
|
1011000 |
|
|
|
|
|
||
|
1011010 |
Spier |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1011020 |
Vet |
0,05 (+) |
|
|
|
||
|
1011030 |
Lever |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1011040 |
Nier |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1011050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1011990 |
Overige (2) |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1012000 |
|
|
|
|
|
||
|
1012010 |
Spier |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1012020 |
Vet |
0,05 (+) |
|
|
|
||
|
1012030 |
Lever |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1012040 |
Nier |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1012050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1012990 |
Overige (2) |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1013000 |
|
|
|
|
|
||
|
1013010 |
Spier |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1013020 |
Vet |
0,05 (+) |
|
|
|
||
|
1013030 |
Lever |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1013040 |
Nier |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1013050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1013990 |
Overige (2) |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1014000 |
|
|
|
|
|
||
|
1014010 |
Spier |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1014020 |
Vet |
0,05 (+) |
|
|
|
||
|
1014030 |
Lever |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1014040 |
Nier |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1014050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
0,07 (+) |
|
|
|
||
|
1014990 |
Overige (2) |
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1015000 |
|
|
|
|
|
||
|
1015010 |
Spier |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
1015020 |
Vet |
0,05 |
|
|
|
||
|
1015030 |
Lever |
0,07 |
|
|
|
||
|
1015040 |
Nier |
0,07 |
|
|
|
||
|
1015050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
0,07 |
|
|
|
||
|
1015990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
1016000 |
|
0,01 (*)(+) |
|
|
|
||
|
1016010 |
Spier |
(+) |
|
|
|
||
|
1016020 |
Vet |
(+) |
|
|
|
||
|
1016030 |
Lever |
(+) |
|
|
|
||
|
1016040 |
Nier |
(+) |
|
|
|
||
|
1016050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
(+) |
|
|
|
||
|
1016990 |
Overige (2) |
(+) |
|
|
|
||
|
1017000 |
|
|
|
|
|
||
|
1017010 |
Spier |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
1017020 |
Vet |
0,05 |
|
|
|
||
|
1017030 |
Lever |
0,07 |
|
|
|
||
|
1017040 |
Nier |
0,07 |
|
|
|
||
|
1017050 |
Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) |
0,07 |
|
|
|
||
|
1017990 |
Overige (2) |
0,01 (*) |
|
|
|
||
|
1020000 |
Melk |
0,01 (*)(+) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,03 (*) |
||
|
1020010 |
Runderen |
(+) |
|
|
|
||
|
1020020 |
Schapen |
(+) |
|
|
|
||
|
1020030 |
Geiten |
(+) |
|
|
|
||
|
1020040 |
Paarden |
(+) |
|
|
|
||
|
1020990 |
Overige (2) |
(+) |
|
|
|
||
|
1030000 |
Vogeleieren |
0,01 (*)(+) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,03 (*) |
||
|
1030010 |
Kippen |
(+) |
|
|
|
||
|
1030020 |
Eenden |
(+) |
|
|
|
||
|
1030030 |
Ganzen |
(+) |
|
|
|
||
|
1030040 |
Kwartels |
(+) |
|
|
|
||
|
1030990 |
Overige (2) |
(+) |
|
|
|
||
|
1040000 |
Honing en andere producten van de bijenteelt (7) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
0,05 (*) |
||
|
1050000 |
Amfibieën en reptielen |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,03 (*) |
||
|
1060000 |
Ongewervelde landdieren |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,03 (*) |
||
|
1070000 |
In het wild levende gewervelde landdieren |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,01 (*) |
0,03 (*) |
||
|
1100000 |
PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8) |
|
|
|
|
||
|
1200000 |
UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8) |
|
|
|
|
||
|
1300000 |
VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9) |
|
|
|
|
||
|
Azoxystrobin De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de toxiciteit van metabolieten ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 5 augustus 2024 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 1011000 a) varkens 1011010 Spier 1011020 Vet 1011030 Lever 1011040 Nier 1011050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) 1011990 Overige (2) 1012000 b) runderen 1012010 Spier 1012020 Vet 1012030 Lever 1012040 Nier 1012050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) 1012990 Overige (2) 1013000 c) schapen 1013010 Spier 1013020 Vet 1013030 Lever 1013040 Nier 1013050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) 1013990 Overige (2) 1014000 d) geiten 1014010 Spier 1014020 Vet 1014030 Lever 1014040 Nier 1014050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) 1014990 Overige (2) 1016000 f) pluimvee 1016010 Spier 1016020 Vet 1016030 Lever 1016040 Nier 1016050 Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier) 1016990 Overige (2) 1020000 Melk 1020010 Runderen 1020020 Schapen 1020030 Geiten 1020040 Paarden 1020990 Overige (2) 1030000 Vogeleieren 1030010 Kippen 1030020 Eenden 1030030 Ganzen 1030040 Kwartels 1030990 Overige (2) Prosulfocarb De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de analysemethoden ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 17 augustus 2015 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 0810000 Als specerij gebruikte zaden 0810010 Anijs 0810020 Zwarte komijn 0810030 Selderij 0810040 Koriander 0810050 Komijn 0810060 Dille 0810070 Venkel 0810080 Fenegriek 0810090 Nootmuskaat 0810990 Overige (2) 0820000 Als specerij gebruikte vruchten 0820010 Piment 0820020 Szechuanpeper/anijspeper 0820030 Karwij 0820040 Kardemom 0820050 Jeneverbes 0820060 Peperkorrel (groen, wit en zwart) 0820070 Vanille 0820080 Tamarinde 0820990 Overige (2) De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme in de gewassen ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 17 augustus 2015 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 0213020 Wortels 0213030 Knolselderij 0213040 Mierikswortels 0213060 Pastinaken 0213070 Wortelpeterselie 0213090 Schorseneren 0270030 Bleekselderij De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde informatie als die uiterlijk op 17 augustus 2015 is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan. 0152000 b) aardbeien Valifenalaat (R) (A) (R) Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie: valifenalaat - code 1000000 met uitzondering van 1040000 : valifenalaat en valifenalaatzuur (IR5839). (A) De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor valifenalaatzuur (IR5839) niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herbeoordeling van de MRL’s zal de Commissie rekening houden met de verkrijgbaarheid van die referentiestandaard op 2 augustus 2023 of, als de referentiestandaard op die datum niet in de handel verkrijgbaar is, met het ontbreken ervan.". |
|||||||
(*) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/77 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/130 VAN DE COMMISSIE
van 18 januari 2023
tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (1), en met name artikel 134, lid 14, en artikel 150, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EU) 2021/2115 stelt een rechtskader vast voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) op basis van een prestatiegericht uitvoeringsmodel. In die verordening zijn de door het GLB te verwezenlijken specifieke doelstellingen van de Unie vastgelegd. Die verordening bevat ook een omschrijving van de interventietypes, alsmede de voor de lidstaten geldende gemeenschappelijke vereisten van de Unie, waarbij de lidstaten flexibiliteit wordt geboden om bij het opstellen van hun interventiestrategie rekening te houden met hun plaatselijke omstandigheden, behoeften en interne regelingen. Volgens die verordening moeten de lidstaten meer verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij aan de specifieke GLB-doelstellingen voldoen en de streefcijfers halen, onder meer door te zorgen voor samenhang tussen de verschillende instrumenten van het strategisch GLB-plan. |
|
(2) |
Krachtens artikel 128 van Verordening (EU) 2021/2115 moet een prestatiekader worden vastgesteld waarmee de prestaties van de strategische GLB-plannen tijdens de uitvoering ervan kunnen worden gemonitord, gerapporteerd en geëvalueerd en dat regelmatige verslaglegging over onder meer prestaties en monitoringactiviteiten omvat. Ingevolge artikel 129, punten b) en c), van die verordening heeft het prestatiekader tot doel de vooruitgang in de richting van het bereiken van de streefcijfers van de strategische GLB-plannen te monitoren en de impact, doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie en samenhang van de interventies van de strategische GLB-plannen te beoordelen. |
|
(3) |
Als essentieel element van het prestatiekader moeten de lidstaten op grond van artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 en artikel 9, lid 3, punt b), en artikel 10 van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (2) een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan indienen met kwantitatieve en kwalitatieve informatie die relevant is voor de prestaties van hun strategische GLB-plannen. |
|
(4) |
Met het oog op een doeltreffende afstemming van de inhoud van de jaarlijkse prestatieverslagen op de in artikel 129 van Verordening (EU) 2021/2115 vastgelegde doelstellingen van het prestatiekader moet de structuur ervan het mogelijk maken informatie te verstrekken die relevant is voor de prestaties met betrekking tot elk van de specifieke GLB-doelstellingen en met betrekking tot de in die verordening vastgestelde horizontale elementen die van invloed zijn op de uitvoering van het strategisch GLB-plan als geheel. |
|
(5) |
Krachtens artikel 124, lid 3, punten a) en b), en artikel 124, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 moet het monitoringcomité de vooruitgang onderzoeken die is geboekt ten aanzien van de uitvoering van het strategisch GLB-plan, en advies uitbrengen over de jaarlijkse prestatieverslagen. Het jaarlijkse prestatieverslag moet daarom alle kwalitatieve en kwantitatieve informatie bevatten, met inbegrip van de kwesties die van invloed zijn op de voortgang en de prestaties van het strategisch GLB-plan in een bepaald begrotingsjaar, zodat het monitoringcomité zijn advies over het jaarlijkse prestatieverslag kan opstellen. |
|
(6) |
Op grond van artikel 136 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de jaarlijkse prestatieverslagen ook als essentieel element dienen voor het onderzoek van de prestaties van de strategische GLB-plannen in jaarlijkse evaluatievergaderingen. De informatie in de jaarlijkse prestatieverslagen moet de basis vormen voor een tweejaarlijkse prestatie-evaluatie, als bedoeld in artikel 135 van die verordening. |
|
(7) |
Krachtens artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten de Commissie in de jaarlijkse prestatieverslagen in kennis stellen van het totale aantal hectaren waarvoor daadwerkelijk steun is betaald voor de oliehoudende zaden die onder het in artikel 11, lid 1, van die verordening bedoelde Memorandum van Overeenstemming vallen. |
|
(8) |
Krachtens artikel 137 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten die de gewasspecifieke betaling voor katoen als vastgelegd in titel III, hoofdstuk II, afdeling 3, onderafdeling 2, van die verordening verlenen, uiterlijk op 15 februari 2025 en 15 februari van elk daaropvolgend jaar tot en met 2030 aan de Commissie informatie verstrekken over de uitvoering van die betaling in het voorgaande begrotingsjaar. |
|
(9) |
Krachtens artikel 138 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten die de in artikel 147 van die verordening vastgestelde nationale overgangssteun toekennen, uiterlijk op 15 februari 2025 en 15 februari van elk daaropvolgend jaar tot en met 2030 aan de Commissie informatie verstrekken over de uitvoering van die steun in het voorgaande begrotingsjaar. |
|
(10) |
Derhalve moeten de lidstaten in het jaarlijkse prestatieverslag alle in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve en kwalitatieve informatie verstrekken, alsook, voor de begrotingsjaren 2024 en 2026, de in artikel 135, lid 2, van die verordening bedoelde motivering voor afwijkingen van de mijlpalen. |
|
(11) |
De lidstaten moeten daarom in het jaarlijkse prestatieverslag de in artikel 134, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve informatie verstrekken, met inbegrip van de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, alsook de sancties of andere verlagingen, en voor het Elfpo de ingetrokken of teruggevorderde middelen als bedoeld in artikel 134, lid 5, punt b), van die verordening. Dit stelt de Commissie in staat de door de lidstaten ingediende berekening te verifiëren van een reconciliatie tussen de bruto-uitgaven die relevant zijn voor de in artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde outputs, en de bedragen die zijn gedeclareerd in de jaarrekeningen, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie (3), en die de netto-uitgaven weerspiegelen. Dit is noodzakelijk met het oog op de in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2116 bedoelde beoordelingen. |
|
(12) |
Krachtens artikel 2, lid 5, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 van de Commissie (4) moeten de lidstaten die gebruikmaken van een van de in artikel 1, lid 1, van die uitvoeringsverordening bedoelde afwijkingen, in het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag een beoordeling opnemen van de gevolgen van de toepassing van die afwijkingen voor de mondiale voedselzekerheid, voor het behoud van het milieu en voor de bestrijding van klimaatverandering. |
|
(13) |
Daarom moeten op grond van artikel 134, lid 14, van Verordening (EU) 2021/2115 voorschriften worden vastgesteld voor de presentatie van de inhoud van de jaarlijkse prestatieverslagen en voor de toezending van die verslagen aan de Commissie. |
|
(14) |
Voor de indiening van de jaarlijkse prestatieverslagen bij de Commissie moeten de lidstaten gebruikmaken van het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie (5) bedoelde elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie “SFC2021”. |
|
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag
De lidstaten presenteren de in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Indiening van het jaarlijkse prestatieverslag
De lidstaten dienen het jaarlijkse prestatieverslag in elektronisch formaat in door middel van het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 bedoelde elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie, “SFC2021” geheten.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, controles, zekerheden en transparantie (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 131).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 van de Commissie van 27 juli 2022 tot vaststelling van afwijkingen van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing van de normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond (GLMC-normen) 7 en 8 voor claimjaar 2023 (PB L 199 van 28.7.2022, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van de strategische GLB-plannen en wat betreft het elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie (PB L 458 van 22.12.2021, blz. 463).
BIJLAGE
Presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag als bedoeld in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115
1. SYNTHESE VAN DE MET BETREKKING TOT HET VOORGAANDE BEGROTINGSJAAR GEREALISEERDE STAND VAN UITVOERING VAN HET STRATEGISCH GLB-PLAN
Deze afdeling bevat de in artikel 134, lid 7, punt a), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwalitatieve informatie.
1.1. Samenvatting van de stand van uitvoering van het strategisch GLB-plan
Deze onderafdeling bevat een samenvatting van de voortgang van de uitvoering van het strategisch GLB-plan tijdens het voorgaande begrotingsjaar.
Deze onderafdeling kan ook een samenvatting bevatten van de belangrijkste kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en die in detail moeten worden gerapporteerd in onderafdeling 1.2, met inbegrip van de ter verhelping daarvan genomen maatregelen.
1.2. Stand van de uitvoering van het strategisch GLB-plan per specifieke en horizontale doelstelling
Deze onderafdeling bevat voor elke specifieke en horizontale doelstelling als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115 een beschrijving van de kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar, in voorkomend geval met vermelding van achterliggende redenen en een beschrijving van de ter verhelping daarvan genomen maatregelen.
Als de bereikte waarden van de resultaatindicatoren afwijken van de bijbehorende mijlpalen kan in deze onderafdeling toelichting worden gegeven, ter aanvulling van de informatie die in het kader van onderafdeling 2.1 moet worden verstrekt.
1.3. Horizontale aspecten van de uitvoering van het strategisch GLB-plan
Deze onderafdeling bevat een beschrijving van de vooruitgang die in het voorgaande begrotingsjaar is geboekt ten aanzien van de uitvoering van het strategisch GLB-plan, een opsomming van de kwesties die van invloed zijn geweest op de uitvoering van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en, in voorkomend geval, de maatregelen om deze te verhelpen, met betrekking tot governance, netwerken en nationale wetgevende of niet-wetgevende maatregelen die relevant zijn voor de uitvoering en prestaties van het strategisch GLB-plan.
Deze onderafdeling kan een beschrijving bevatten van de kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en die niet kunnen worden gerapporteerd onder de specifieke of horizontale doelstellingen in onderafdeling 1.2.
1.4. Afwijking van de GLMC-normen in 2023
Indien de lidstaat heeft gebruikgemaakt van de afwijking waarin artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 voorziet, bevat deze onderafdeling een beoordeling van de gevolgen van de toepassing van die afwijking voor de mondiale voedselzekerheid, voor het behoud van het milieu en voor de bestrijding van klimaatverandering, overeenkomstig artikel 2, lid 5, van die uitvoeringsverordening.
2. KWANTITATIEVE INFORMATIE, KWALITATIEVE INFORMATIE OVER AFWIJKINGEN VAN WAARDEN VAN RESULTAATINDICATOREN TEN OPZICHTE VAN MIJLPALEN, EN MOTIVERING VAN OVERSCHRIJDINGEN VAN GEREALISEERDE EENHEIDSBEDRAGEN TEN OPZICHTE VAN GEPLANDE EENHEIDSBEDRAGEN
Deze afdeling bevat de in artikel 134, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve informatie. Zij bevat ook kwalitatieve informatie over afwijkingen van de mijlpalen, als bedoeld in artikel 134, lid 7, punt b), van die verordening.
Zij bevat de in artikel 134, lid 9, van die verordening bedoelde verplichte kwalitatieve informatie. Zij kan de in artikel 134, lid 8, van die verordening bedoelde facultatieve kwalitatieve informatie bevatten.
Bereikte resultaten en gerealiseerde outputs worden gerapporteerd overeenkomstig de berekeningsmethoden die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie (1).
2.1. Bereikte waarden van resultaatindicatoren
Deze onderafdeling bevat de in het voorgaande begrotingsjaar bereikte waarde voor elk van de in het strategisch GLB-plan vastgelegde resultaatindicatoren en de afstand tot de bijbehorende in het strategisch GLB-plan vastgelegde jaarlijkse mijlpalen, in voorkomend geval met vermelding van achterliggende redenen voor afwijkingen van de mijlpalen en een beschrijving van de genomen maatregelen, overeenkomstig artikel 134, lid 7, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115.
In het jaarlijks prestatieverslag dat uiterlijk op 15 februari 2025 moet worden ingediend, wordt in deze onderafdeling ook een motivering gegeven voor elk verschil van meer dan 35 % ten opzichte van de betrokken mijlpalen voor het begrotingsjaar 2024, als bedoeld in artikel 135, lid 2, van die verordening.
In het jaarlijks prestatieverslag dat uiterlijk op 15 februari 2027 moet worden ingediend, wordt in deze afdeling ook een motivering gegeven voor elk verschil van meer dan 25 % ten opzichte van de betrokken mijlpalen voor het begrotingsjaar 2026, als bedoeld in artikel 135, lid 2, van die verordening.
2.2. Gerealiseerde outputs — Eenheidsbedragen — Aanvullende nationale financiering
Voor elk in het strategisch GLB-plan vermeld eenheidsbedrag bevat deze onderafdeling de gerealiseerde outputs, de overeenkomstige uitgaven en de gerealiseerde eenheidsbedragen overeenkomstig artikel 134, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115.
In deze onderafdeling kan een motivering worden gegeven voor eventuele overschrijdingen van het gerealiseerde eenheidsbedrag ten opzichte van het overeenkomstige referentie-eenheidsbedrag, als bedoeld in artikel 134, lid 8, van die verordening.
In deze onderafdeling wordt een motivering gegeven voor elke overschrijding van het gerealiseerde eenheidsbedrag ten opzichte van het in artikel 134, leden 6 en 8, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde referentie-eenheidsbedrag indien deze overschrijding hoger is dan 50 %, zoals bedoeld in artikel 134, lid 9, van die verordening.
De tweede en de derde alinea zijn niet van toepassing op outputindicatoren die volgens bijlage I bij die verordening alleen voor monitoring worden gebruikt.
2.2.1. Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen
De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:
|
a) |
de gerealiseerde outputs; |
|
b) |
de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:
|
|
c) |
de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen. |
2.2.2. Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies in bepaalde sectoren
De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:
|
a) |
de gerealiseerde outputs; |
|
b) |
de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:
|
|
c) |
de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen. |
2.2.3. Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies voor plattelandsontwikkeling
De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:
|
a) |
de gerealiseerde outputs, exclusief louter door aanvullende nationale financiering gegenereerde outputs; |
|
b) |
de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:
|
|
c) |
de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen. |
2.2.4. Aanvullende nationale financiering
De gerealiseerde outputs die louter door aanvullende nationale financiering worden gegenereerd, worden gerapporteerd per interventie.
Nationale financiële steun en aanvullende nationale financiering als bedoeld in artikel 134, lid 11, en artikel 115, lid 5, punten a) en d), van Verordening (EU) 2021/2115 worden gerapporteerd per interventie.
2.3. Gerealiseerde outputs — Geaggregeerde waarden
Deze onderafdeling bevat de geaggregeerde waarden van de outputindicatoren, gerapporteerd overeenkomstig de berekeningsmethoden die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290.
2.3.1. Geaggregeerde waarden van outputindicatoren per interventie en meeteenheid
2.3.2. Geaggregeerde waarden van outputindicatoren per interventietype en meeteenheid
2.3.3. Andere geaggregeerde waarden van outputindicatoren
2.4. Aanvullende referentie-eenheidsbedragen
Voor de lidstaten die besluiten gebruik te maken van de in artikel 134, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 geboden mogelijkheid, bevat deze onderafdeling voor elke betrokken interventie de in artikel 134, lid 6, eerste alinea, punt a) of punt b), van die verordening bedoelde informatie.
2.5. Gebruik van financieringsinstrumenten bij plattelandsontwikkelingsinterventies
Deze onderafdeling bevat aanvullende informatie over het gebruik van financieringsinstrumenten in het voorgaande begrotingsjaar overeenkomstig artikel 134, lid 10, van Verordening (EU) 2021/2115. Deze aanvullende informatie wordt gerapporteerd per interventietype.
2.6. Informatie over oliehoudende zaden, katoen en nationale overgangssteun
Deze onderafdeling bevat de informatie over oliehoudende zaden die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115.
Deze onderafdeling bevat ook de informatie over de gewasspecifieke betaling voor katoen die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 137 van Verordening (EU) 2021/2115, behalve voor het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag.
Deze onderafdeling bevat ook de informatie over de nationale overgangssteun die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 138 van Verordening (EU) 2021/2115, per interventie, behalve voor het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag.
3. SAMENVATTING VAN DE EVALUATIES
In het laatste jaarlijkse prestatieverslag, dat uiterlijk op 15 februari 2030 moet worden ingediend, bevat deze afdeling een samenvatting van de evaluaties die zijn uitgevoerd tijdens de implementatieperiode van het strategisch GLB-plan, overeenkomstig artikel 134, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115.
Deze wordt aangevuld met een lijst van tijdens de implementatieperiode uitgevoerde evaluaties, die voor elke evaluatie het volgende omvat:
|
a) |
titel; |
|
b) |
datum van voltooiing; |
|
c) |
verband met een of meer specifieke of horizontale doelstellingen als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115; |
|
d) |
belangrijkste conclusies en aanbevelingen; |
|
e) |
uitleg over de follow-up van de belangrijkste aanbevelingen; |
|
f) |
link naar het evaluatieverslag. |
(1) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van regels voor de berekeningsmethoden voor de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PB L 458 van 22.12.2021, blz. 486).
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/84 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/131 VAN DE COMMISSIE
van 18 januari 2023
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Thailand, en tot onderwerping van de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan toezicht
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 14, lid 1,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (2), en met name artikel 56, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 van de Commissie (3) werd een definitief antidumpingrecht ingesteld op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, uitgezonderd binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, en ronde aansluitdozen van smeedbaar ijzer, met schroefdraad, zonder deksel, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC”) en Thailand (“het betrokken product”). |
|
(2) |
De voornaamste inputgrondstoffen voor het betrokken product zijn metaalschroot, cokes/elektriciteit/gas, zand (voor het gieten) en zink (voor de galvanisering). De eerste stap van het fabricageproces is het smelten van metaalschroot. Hierop volgen het vormproces en het gieten van verschillende vormen, die dan in afzonderlijke stukken worden gesneden. De producten moeten een langdurig temperingsproces ondergaan, zodat zij voldoende smeedbaar zijn om te worden gebruikt voor toepassingen waarvoor bijvoorbeeld een goede schok- en trilbestendigheid vereist zijn, en zodat zij bestand zijn tegen snelle temperatuurveranderingen. De hulpstukken kunnen vervolgens worden gegalvaniseerd. Daarna vinden de laatste fabricagestappen plaats, waaronder draadsnijden en andere machinebewerkingen. |
|
(3) |
Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 is de Chinese producent-exporteur Jinan Meide Casting Co., Ltd (“Jinan Meide”), aanvullende Taric (4)-code B336, onderworpen aan de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 ingestelde antidumpingmaatregelen. |
|
(4) |
In de loop van 2021 en 2022 heeft de bedrijfstak van de Unie voor het soortgelijke product bij de Commissie informatie ingediend over de verwerving van Odlewnia Zawiercie SA, een in Polen gevestigde producent van het soortgelijke product, door Meide Group Co., Ltd (“Meide Group”), een in de VRC gevestigde onderneming. |
|
(5) |
Uit openbare informatie blijkt dat de transactie door de bevoegde nationale autoriteiten is goedgekeurd (5) en vervolgens is afgerond (6). |
|
(6) |
Meide Group is onder meer actief in de productie en verkoop van het betrokken product. Daarnaast is Meide Group actief in de in- en uitvoer van haar eigen producten en die van derden (7). Op het betrokken product dat door Meide Group uit de VRC naar de Unie wordt uitgevoerd, zijn de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing. |
|
(7) |
Meide Group en Jinan Meide zijn verbonden ondernemingen. |
|
(8) |
Daarom was de Commissie van oordeel dat de afronding van de transactie een wijziging van de relevante Taric-codes rechtvaardigde om beter toezicht te kunnen houden op de invoer, en wel om de volgende redenen. |
|
(9) |
Het betrokken product is momenteel ingedeeld onder de code ex 7307 19 10 van de gecombineerde nomenclatuur (“GN”) (Taric-codes 7307191010 en 7307191020). |
|
(10) |
Naast de Taric-codes waarop de maatregelen van toepassing zijn, is er een residuele Taric-code 7307191090 die een aantal producten omvat, waaronder de twee producten die in de productomschrijving van het betrokken product uitdrukkelijk zijn uitgesloten (d.w.z. binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, en ronde aansluitdozen van smeedbaar ijzer, met schroefdraad, zonder deksel) en gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad. |
|
(11) |
Het draadsnijden is slechts de laatste fabricagestap van het betrokken product. Gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad en halffabricaten voor gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zouden daarom in de Unie kunnen worden ingevoerd onder de residuele Taric-code, waarop geen antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, waarna de schroefdraad in de Unie zou kunnen worden aangebracht. |
|
(12) |
De Commissie was van oordeel dat de gegevens uit de huidige Taric-codestructuur niet toereikend waren om toezicht te houden op de invoerstromen van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad uit de VRC, aangezien deze momenteel samen met een groot aantal andere producten onder de residuele Taric-code 7307191090 vallen. |
|
(13) |
Daarom moeten de Taric-codes onder GN-code ex 7307 19 10 opnieuw worden ingedeeld in producten met schroefdraad (Taric-codes 7307191003, 7307191005, 7307191010, 7307191013, 7307191020, 7307191030) of zonder schroefdraad (Taric-codes 7307191035, 7307191040, 7307191045). Bovendien moet zowel voor producten met als zonder schroefdraad worden gespecificeerd of zij gemaakt zijn van smeedbaar gietijzer (Taric-codes 7307191010 respectievelijk 7307191035), nodulair gietijzer (Taric-codes 7307191020 respectievelijk 7307191040) of andere materialen (Taric-codes 7307191030 respectievelijk 7307191045). Ten slotte moeten binnen de categorie hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer met schroefdraad nieuwe specifieke Taric-codes worden gecreëerd voor de producten die uitdrukkelijk door de productomschrijving van het betrokken product zijn uitgesloten, namelijk binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, van smeedbaar gietijzer (Taric-code 7307191003), ronde aansluitdozen van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, zonder deksel (Taric-code 7307191005) en binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13, van nodulair gietijzer (Taric-code 7307191013). |
|
(14) |
De Taric-codes waarop de maatregelen van toepassing zijn — Taric-codes 7307191010 en 7307191020 — blijven ongewijzigd, alleen de omschrijving moet worden gewijzigd tot “andere” om deze consistent te maken met de nieuwe Taric-structuur. |
|
(15) |
Deze nieuwe Taric-structuur zal de Commissie in staat stellen adequaat toezicht te houden op de ontwikkeling van de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen uit de VRC, met name op de invoerstromen van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen zonder schroefdraad uit de VRC, waarvoor geen antidumpingmaatregelen gelden, in vergelijking met de invoer van het betrokken product, waarop antidumpingmaatregelen van toepassing zijn. Om de beschikbaarheid van de gegevens te waarborgen, zal de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen uit de VRC aan toezicht worden onderworpen. |
|
(16) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met de adviezen van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité en het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 ingestelde Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 worden de volgende leden toegevoegd:
“6. Voor de vermelde producten worden de volgende nieuwe Taric-codes en beschrijvingen gecreëerd:
|
|
— — — — met schroefdraad |
|
|
— — — — — van smeedbaar gietijzer |
|
7307191003 |
— — — — — — binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13 |
|
7307191005 |
— — — — — — ronde aansluitdozen zonder deksel |
|
|
— — — — — van nodulair gietijzer |
|
7307191013 |
— — — — — — binnenringen van knelkoppelingen met metrisch schroefdraad overeenkomstig ISO DIN 13 |
|
7307191030 |
— — — — — andere |
|
|
— — — — zonder schroefdraad |
|
7307191035 |
— — — — — van smeedbaar gietijzer |
|
7307191040 |
— — — — — van nodulair gietijzer |
|
7307191045 |
— — — — — andere |
7. Aan de vermelde Taric-codes worden de volgende nieuwe omschrijvingen toegekend:
|
7307191010 |
— — — — — — andere |
|
7307191020 |
— — — — — — andere” |
Artikel 2
De invoer van producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China onder de in artikel 1 genoemde Taric-codes of alle overeenkomstige toekomstige codes wordt onderworpen aan toezicht overeenkomstig artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013, om de Commissie in staat te stellen de statistische ontwikkelingen van de invoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen te volgen.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1259 van de Commissie van 24 juli 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Thailand, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 197 van 25.7.2019, blz. 2).
(4) Het geïntegreerde tarief van de Europese Unie.
(5) Zie https://uokik.gov.pl/news.php?news_id=17989 en Besluit DKK-83/2022 van 16 maart 2022, beschikbaar op https://uokik.gov.pl/koncentracje.php?news_id=17397
(6) Zie zowel de Orbis M&A-database als https://globallegalchronicle.com/meide-groups-acquisition-of-odlewnia-zawiercie/
(7) Zie Besluit DKK-83/2022, cit.
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/88 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/132 VAN DE COMMISSIE
van 18 januari 2023
betreffende vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja naar aanleiding van de heropening van het onderzoek ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van 9 november 2022 in zaak T-246/19, met betrekking tot Uitvoeringsverordening (EU) 2019/67
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien artikel 310, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de artikelen 22 en 26 van Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (1),
Overwegende hetgeen volgt:
1. PROCEDURE
|
(1) |
Op 17 januari 2019 heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/67 van de Commissie (2) tot instelling van vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar, ingedeeld onder de GN-codes 1006 30 27, 1006 30 48, 1006 30 67 en 1006 30 98, bekendgemaakt, waarbij zij voor een periode van drie jaar op die rijst opnieuw de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief heeft ingesteld en een geleidelijke vermindering van het toepasselijke recht heeft ingevoerd voor zover het de invoer van rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar betreft (“de litigieuze verordening”). |
|
(2) |
Het Koninkrijk Cambodja en Cambodia Rice Federation hebben tegen de litigieuze verordening beroep ingesteld bij het Gerecht. |
|
(3) |
Bij arrest van 9 november 2022, Koninkrijk Cambodja en Cambodia Rice Federation/Commissie (T-246/19; “het arrest”), heeft het Gerecht de litigieuze verordening nietig verklaard. |
|
(4) |
Het Gerecht overwoog dat de Commissie blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt door de omvang van haar onderzoek naar de schade die de bedrijfstak van de Unie heeft geleden, willekeurig te beperken tot rijstpellers die volwitte of halfwitte Indica-rijst produceren op basis van in de Europese Unie geteelde of geoogste padie. De onjuiste definitie van de producenten in de Unie maakte daarmee ook de analyse van het bestaan van ernstige moeilijkheden ongeldig, aangezien de Commissie sommige producenten van de schadebeoordeling heeft uitgesloten. |
|
(5) |
Het Gerecht overwoog ook dat de Commissie niet toereikend bewijs heeft geleverd met betrekking tot de correcties die zijn aangebracht in de analyse van de prijsonderbieding. |
|
(6) |
Ten slotte overwoog het Gerecht dat de Commissie de rechten van de verdediging van de verzoekers en de verplichting om de belangrijkste feiten en overwegingen en de daaraan ten grondslag liggende gegevens mee te delen, heeft geschonden. Met name heeft de Commissie niet de gegevens verstrekt die ten grondslag lagen aan de verbruiks- en schade-indicatoren en de analyse van de prijsonderbieding en de correcties die zijn toegepast naar aanleiding van de opmerkingen van de belanghebbenden over het algemene informatiedocument. |
2. REDENEN VOOR DE HEROPENING VAN HET ONDERZOEK EN OPSCHORTING VAN DE TERUGBETALING VAN RECHTEN
|
(7) |
Naar aanleiding van het arrest heeft de Commissie bij een bericht (“het bericht van heropening”) (3) besloten het onderzoek te heropenen en het te hervatten op het punt waarop de onregelmatigheid zich heeft voorgedaan. |
|
(8) |
Zoals in het bericht van heropening wordt uiteengezet, heeft de heropening van het oorspronkelijke onderzoek tot doel de door het Gerecht vastgestelde fouten te herstellen en te beoordelen of de toepassing van de door het Gerecht verduidelijkte regels een rechtvaardiging vormt voor het opnieuw instellen van de maatregelen, hetgeen zou leiden tot het opnieuw instellen van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja, ingedeeld onder de GN-codes 1006 30 27, 1006 30 48, 1006 30 67 en 1006 30 98, voor de oorspronkelijke periode van drie jaar, namelijk tussen 18 januari 2019 en 18 januari 2022. |
|
(9) |
Op basis van haar nieuwe bevindingen en de resultaten van het heropende onderzoek, die momenteel nog niet bekend zijn, kan de Commissie een nieuwe verordening vaststellen. Aangezien de maatregelen zijn komen te vervallen, zou het opnieuw instellen van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief slechts betrekking hebben op rijst die is ingevoerd tijdens de oorspronkelijke periode van toepassing van de litigieuze Verordening (namelijk tussen 18 januari 2019 en 18 januari 2022). |
|
(10) |
Overeenkomstig artikel 310, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt de begroting uitgevoerd volgens het beginsel van goed financieel beheer. De lidstaten en de Unie dragen er samen zorg voor dat de op de begroting opgevoerde kredieten volgens dit beginsel worden gebruikt. De nationale douaneautoriteiten wordt daarom opgedragen te wachten op de resultaten van het heropende onderzoek alvorens een besluit te nemen over verzoeken om terugbetaling van de door het Gerecht nietig verklaarde rechten. De douaneautoriteiten moeten de behandeling van verzoeken om terugbetaling van de nietig verklaarde rechten dus uitstellen tot de resultaten van het heropende onderzoek zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De nationale douaneautoriteiten wachten de bekendmaking van de uitvoeringsverordening van de Commissie tot beëindiging van het onderzoek betreffende de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar af voordat zij een besluit nemen over verzoeken om terugbetaling of kwijtschelding van bij de invoer van rijst van oorsprong uit Cambodja geïnde gewone rechten.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/67 van de Commissie van 16 januari 2019 tot instelling van vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van Indica-rijst van oorsprong uit Cambodja en Myanmar (PB L 15 van 17.1.2019, blz. 5).
BESLUITEN
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/90 |
BESLUIT (EU) 2023/133 VAN DE RAAD
van 17 januari 2023
tot benoeming van de leden van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (1), en met name artikel 14, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Europese hoofdaanklager wordt door het Europees Parlement en de Raad benoemd uit kandidaten die zijn geselecteerd door de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie (de “selectiecommissie”). De Europese aanklagers worden door de Raad benoemd uit drie gekwalificeerde kandidaten die door elke lidstaat worden voorgedragen, nadat de Raad een gemotiveerd advies van de selectiecommissie heeft ontvangen. |
|
(2) |
Op grond van artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/598 van de Raad (2) bedraagt de ambtstermijn van de Europese aanklagers uit acht lidstaten, vastgesteld door loting, drie jaar en mag die niet worden verlengd. De ambtstermijn van die Europese aanklagers verstrijkt in juli 2023. |
|
(3) |
Op grond van artikel 1 van Besluit (EU) 2018/1275 van de Raad (3) is de ambtstermijn van de huidige leden van de selectiecommissie op 9 oktober 2022 verstrekken. Derhalve moeten nieuwe leden worden benoemd. |
|
(4) |
Op grond van artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bestaat de selectiecommissie uit twaalf personen, gekozen uit voormalige leden van het Hof van Justitie en de Rekenkamer, voormalige nationale leden van Eurojust, leden van de hoogste nationale rechtscolleges, hoge aanklagers en personen die bekend staan als kundige rechtsgeleerden. |
|
(5) |
Een van de leden van de selectiecommissie moet worden voorgedragen door het Europees Parlement. Op 7 juni 2022 heeft het Europees Parlement mevrouw Margreet FRÖBERG voorgedragen als zijn kandidaat voor lid van de selectiecommissie. |
|
(6) |
De Commissie heeft rekening gehouden met de noodzaak een samenstelling van de selectiecommissie te waarborgen die evenwichtig is uit het oogpunt van geografische spreiding, geslacht en de rechtsstelsels van de lidstaten die deelnemen aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM. |
|
(7) |
Onder de elf door de Commissie voorgedragen personen, waarvan zes man en vijf vrouw zijn, bevinden zich één voormalig lid van het Hof van Justitie, één voormalig lid van de Rekenkamer, één voormalig nationaal lid van Eurojust, zes hoge aanklagers en twee leden van de hoogste nationale rechtscolleges. |
|
(8) |
Derhalve moeten de leden van de selectiecommissie worden benoemd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor een periode van vier jaar vanaf 20 januari 2023, worden de volgende personen benoemd tot lid van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie:
|
|
De heer Jean-François BOHNERT; |
|
|
De heer Vítor Manuel DA SILVA CALDEIRA; |
|
|
De heer Peter FRANK; |
|
|
Mevrouw Margreet FRÖBERG; |
|
|
Mevrouw Ulrike HABERL-SCHWARZ; |
|
|
Mevrouw María de los Ángeles GARRIDO LORENZO; |
|
|
Mevrouw Saale LAOS; |
|
|
De heer Ján MAZÁK; |
|
|
De heer Marin MRČELA; |
|
|
De heer Lorenzo SALAZAR; |
|
|
Mevrouw Martine SOLOVIEFF; |
|
|
Mevrouw Tuire TAMMINIEMI. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 17 januari 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. SVANTESSON
(1) PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/598 van de Raad van 9 april 2019 betreffende de overgangsmaatregelen voor de benoeming van de Europese aanklagers voor en gedurende de eerste ambtstermijn, overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) 2017/1939 (PB L 103 van 12.4.2019, blz. 29).
(3) Besluit (EU) 2018/1275 van de Raad van 18 september 2018 tot benoeming van de leden van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie (PB L 238 van 21.9.2018, blz. 92).
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/92 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/134 VAN DE RAAD
van 17 januari 2023
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 wat betreft het gebruik van videoconferentie voor gesprekken met kandidaten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (1), en met name artikel 14, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 van de Raad (2) is de werkwijze van de selectiecommissie voor de benoeming van de Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers vastgesteld. |
|
(2) |
In punt VI, 1 en 2, van die werkwijze is bepaald dat kandidaten voor de functie van Europees hoofdaanklager en Europees aanklager (“kandidaten”) fysiek worden uitgenodigd voor een gesprek. |
|
(3) |
In het licht van de recente epidemiologische situatie, die de mogelijkheid om fysiek gesprekken te voeren zeer lastig maakte, is het nodig om te bepalen dat de gesprekken met kandidaten door de selectiecommissie ook via videoconferentie kunnen plaatsvinden, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een kandidaat, na een met redenen omkleed besluit van de selectiecommissie daartoe. |
|
(4) |
De wijze waarop de gesprekken worden gevoerd, fysiek of via videoconferentie, zou van invloed kunnen zijn op de prestaties van kandidaten. De selectiecommissie moet de gelijke behandeling van kandidaten waarborgen. |
|
(5) |
In punt IV van de werkwijze wordt niet verduidelijkt of de selectiecommissie via videoconferentie kan beraadslagen. Daarom moet worden verduidelijkt dat wanneer het gesprek met kandidaten via videoconferentie plaatsvindt, de selectiecommissie met gebruikmaking van dezelfde middelen kan beraadslagen. |
|
(6) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In punt IV wordt de eerste alinea vervangen door: “De beraadslagingen van de selectiecommissie zijn vertrouwelijk en vinden plaats achter gesloten deuren. Wanneer de hoorzitting met de kandidaten via videoconferentie plaatsvindt, kan de selectiecommissie beraadslagen met gebruikmaking van dezelfde communicatiemiddelen. De selectiecommissie waarborgt de gelijke behandeling van de kandidaten. De vergaderingen van de selectiecommissie zijn slechts geldig indien ten minste negen leden aanwezig zijn.”. |
|
2) |
Punt VI wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 17 januari 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. SVANTESSON
(1) PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1696 van de Raad van 13 juli 2018 over de werkwijze van de selectiecommissie als bedoeld in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (het “EOM”) (PB L 282 van 12.11.2018, blz. 8).
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/94 |
BESLUIT (EU) 2023/135 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 30 december 2022
betreffende het volstorten van het kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Hrvatska narodna banka (ECB/2022/51)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name de artikelen 30.1, 30.3, 48.1 en 48.2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens artikel 1 van Besluit (EU) 2022/1211 van de Raad (1), in overeenstemming met artikel 140, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, voldoet Kroatië aan de noodzakelijke voorwaarden voor de aanneming van de euro en zal de aan Kroatië verleende derogatie als bedoeld in artikel 5 van de Toetredingsakte (2) met ingang van 1 januari 2023 worden ingetrokken. |
|
(2) |
Artikel 48.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de “ESCB-statuten” genoemd) bepaalt dat de nationale centrale bank (NCB) van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, haar aandeel in het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) stort ten belope van hetzelfde percentage als de NCB’s van andere lidstaten die de euro als munt hebben. De NCB’s van de huidige lidstaten die de euro als munt hebben, hebben hun aandelen in het kapitaal van de ECB volledig gestort (3). Krachtens artikel 2 van Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/3) (4) is de weging van Hrvatska narodna banka in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB 0,6595 %. Hrvatska narodna banka heeft krachtens artikel 1 van Besluit (EU) 2020/136 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/2) (5) haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB reeds gestort. Het uitstaande bedrag bedraagt derhalve 68 713 762,06 EUR, welk bedrag resulteert uit het vermenigvuldigen van het geplaatste kapitaal van de ECB (10 825 007 069,61 EUR) met de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van Hrvatska narodna banka (0,6595 %), minus het reeds gestorte aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB. |
|
(3) |
Artikel 48.1, in samenhang met artikel 30.1 van de ESCB-statuten, bepaalt dat de NCB van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken ook externe reserves aan de ECB dient over te dragen. Krachtens artikel 48.1 van de ESCB-statuten wordt het over te dragen bedrag bepaald door de euro-waarde tegen lopende wisselkoersen van de reeds overeenkomstig artikel 30.1 van de ESCB-statuten aan de ECB overgedragen externe reserves te vermenigvuldigen met de ratio tussen het aantal aandelen waarop de betrokken NCB heeft ingeschreven en het aantal reeds volgestorte aandelen van de NCB’s van de andere lidstaten die de euro als munt hebben. Bij de vaststelling van de “reeds overeenkomstig artikel 30.1 aan de ECB overgedragen externe reserves” dient gepast rekening te worden gehouden met de vorige aanpassingen van de kapitaalverdeelsleutel krachtens artikel 29.3 van de ESCB-statuten en de uitbreidingen van de kapitaalverdeelsleutel krachtens artikel 48.3 van de ESCB-statuten. Bijgevolg bedraagt krachtens Besluit (EU) 2020/140 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/6) (6) het equivalent in euro van de externe reserves die reeds aan de ECB zijn overgedragen uit hoofde van artikel 30.1 van de ESCB-statuten, 40 343 940 778,93 EUR. |
|
(4) |
De door Hrvatska narodna banka over te dragen externe reserves moeten in US dollars en goud worden uitgedrukt. |
|
(5) |
Artikel 30.3 van de ESCB-statuten bepaalt dat de ECB aan elke NCB van een lidstaat die de euro als munt heeft een vordering toekent ter grootte van de externe reserves die zij aan de ECB heeft overgedragen. De bepalingen betreffende de denominatie en rentevergoeding van de vorderingen die al aan de NCB’s van de lidstaten die de euro als munt hebben (7) werden gecrediteerd, dienen ook te gelden voor de denominatie en rentevergoeding van de vorderingen van Hrvatska narodna banka. |
|
(6) |
Artikel 48.2 van de ESCB-statuten bepaalt dat de NCB van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, bijdraagt tot de reserves van de ECB, tot de voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld en tot het bedrag dat nog moet worden toegerekend aan de reserves en voorzieningen overeenkomstig het saldo van de winst- en verliesrekening per 31 december van het jaar voorafgaand aan de intrekking van de derogatie. De hoogte van deze bijdrage wordt bepaald in overeenstemming met artikel 48.2 van de ESCB-statuten. |
|
(7) |
Naar analogie van artikel 3.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (8) heeft de gouverneur van Hrvatska narodna banka de gelegenheid gehad opmerkingen te maken bij dit besluit vóór de aanneming ervan. |
|
(8) |
Gezien de tijdsdruk die wordt veroorzaakt door de korte periode tussen de berekening van het in euro uitgedrukte bedrag aan externe reserves dat door Hrvatska narodna banka op 30 december 2022 moet worden overgedragen en de intrekking van de derogatie ten gunste van Kroatië op 1 januari 2023, moet dit besluit met spoed ter kennis worden gebracht en moet het worden toegepast met ingang van 1 januari 2023, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
|
a) |
“externe reserves”: goud of US dollars; |
|
b) |
“goud”: troy ounces fijn goud in de vorm van London Good Delivery baren die voldoen aan de specificaties van de London Bullion Market Association; |
|
c) |
“US dollar”: het wettig betaalmiddel van de Verenigde Staten. |
Artikel 2
Mate en vorm van het gestorte kapitaal
1. Met ingang van 1 januari 2023 stort Hrvatska narodna banka het resterende deel van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB ten bedrage van 68 713 762,06 EUR.
2. Hrvatska narodna banka betaalt op 2 januari 2023 het in lid 1 genoemde bedrag aan de ECB door middel van een aparte overboeking via het geautomatiseerde trans-Europese realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2).
3. Hrvatska narodna banka betaalt op 2 januari 2023 de op 1 januari 2023 gecumuleerde rente op het bedrag dat krachtens lid 2 aan de ECB verschuldigd is aan de ECB door middel van een aparte overboeking via TARGET2. Deze rente wordt dagelijks berekend met behulp van de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.
Artikel 3
Overdracht van externe reserves
1. Hrvatska narodna banka draagt met ingang van 1 januari 2023 en overeenkomstig dit artikel en de regelingen die krachtens dit artikel zijn getroffen, aan de ECB een bedrag aan externe reserves over ten belope van 639 849 638,12 EUR, als volgt:
|
Bedrag aan US-dollars in contanten in euro |
Bedrag aan goud in euro |
Totaalbedrag in euro |
|
543 872 192,40 |
95 977 445,72 |
639 849 638,12 |
2. Het in euro uitgedrukte bedrag aan externe reserves dat door Hrvatska narodna banka uit hoofde van lid 1 moet worden overgedragen wordt berekend op basis van de wisselkoersen tussen de euro en de US dollar zoals berekend met het oog op de referentiewisselkoersen van de ECB voor de euro op 30 december 2022 en, in het geval van goud, op basis van de prijs van goud per fine troy ounce die in het kader van de overlegprocedure voor interne doeleinden van de ECB op 30 december 2022 is vastgesteld.
3. De ECB zal het overeenkomstig lid 2 berekende bedrag zo snel mogelijk aan Hrvatska narodna banka bevestigen.
4. Hrvatska narodna banka draagt overeenkomstig lid 1 een bedrag in US dollars in de vorm van contanten over aan de ECB dat gelijk is aan het in de tabel in lid 1 opgenomen bedrag in euro.
5. De overboeking van het bedrag in US dollars in de vorm van contanten dat gelijk is aan het in de tabel in lid 1 opgenomen bedrag in euro geschiedt naar de door de ECB aangewezen rekeningen. De afwikkelingsdatum voor het aan de ECB over te boeken bedrag in US dollars in de vorm van contanten is 3 januari 2023. Hrvatska narodna banka geeft instructies voor de uitvoering van die overboeking aan de ECB.
6. De waarde van het goud dat Hrvatska narodna banka overeenkomstig lid 1 aan de ECB overdraagt, sluit zo dicht mogelijk aan bij 95 977 445,72 EUR, en gaat dit bedrag niet te boven.
7. Hrvatska narodna banka draagt het in lid 1 genoemde goud in niet-geïnvesteerde vorm over op de door de ECB aangewezen bankrekeningen en plaatsen. De afwikkelingsdatum voor het aan de ECB over te dragen goud is 3 januari 2023. Hrvatska narodna banka geeft instructies voor de uitvoering van die overdacht aan de ECB.
8. Indien Hrvatska narodna banka goud overdraagt aan de ECB met een lagere waarde dan het in lid 1 opgenomen bedrag, boekt zij op 3 januari 2023 een bedrag dat gelijk is aan het tekort over in US dollars in de vorm van contanten naar een door de ECB aangewezen bankrekening van de ECB. Een dergelijk bedrag in US dollars in de vorm van contanten maakt geen deel uit van de externe reserves die Hrvatska narodna banka overeenkomstig lid 4 aan de ECB overdraagt.
9. Een eventueel verschil tussen het in lid 1 genoemde totaalbedrag uitgedrukt in euro en het in artikel 4, lid 1, genoemde bedrag wordt verevend overeenkomstig de Overeenkomst van 30 december 2022 tussen Hrvatska narodna banka en de Europese Centrale Bank houdende de vordering toegekend aan Hrvatska narodna banka door de Europese Centrale Bank uit hoofde van artikel 30.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (9).
Artikel 4
Denominatie, rentevergoeding en vervaldatum van de vordering ten belope van de bijdrage
1. Met ingang van 1 januari 2023 en met inachtneming van de in artikel 3 neergelegde specificaties met betrekking tot de afwikkelingsdatums van de overdracht van externe reserves crediteert de ECB Hrvatska narodna banka met een in euro luidende vordering die gelijk is aan het totaalbedrag in euro van haar bijdrage aan externe reserves. Deze vordering bedraagt 327 152 181,93 EUR.
2. Op de door de ECB aan Hrvatska narodna banka gecrediteerde vordering wordt de rente vergoed vanaf de afwikkelingsdatum. De lopende rente wordt dagelijks berekend door middel van de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan 85 % van de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.
3. De op basis van lid 2 berekende gecumuleerde rente wordt aan het einde van ieder boekjaar aan Hrvatska narodna banka betaald. De ECB stelt Hrvatska narodna banka elke drie maanden in kennis van het cumulatieve bedrag.
4. De vordering is niet aflosbaar.
Artikel 5
Bijdragen aan de reserves en de voorzieningen van de ECB
1. Met ingang van 1 januari 2023 draagt Hrvatska narodna banka bij tot de reserves van de ECB, tot de voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld, en tot het bedrag dat nog moet worden toegerekend aan de reserves en voorzieningen overeenkomstig het saldo van de winst- en verliesrekening op 31 december 2022.
2. De bedragen die Hrvatska narodna banka moet bijdragen worden bepaald in overeenstemming met artikel 48.2 van de ESCB-statuten. De verwijzingen in artikel 48.2 naar “het aantal aandelen waarop de betrokken centrale bank heeft ingeschreven” en “het aantal aandelen dat de andere centrale banken al hebben volgestort” verwijzen naar de wegingen van Hrvatska narodna banka, respectievelijk de NCB’s van de overige lidstaten die de euro als munt hebben in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB krachtens Besluit (EU) 2020/140 (ECB/2020/6).
3. Voor de toepassing van lid 1 omvatten “de reserves van de ECB” en “voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld” het algemeen reservefonds van de ECB, saldi op herwaarderingsrekeningen en de voorziening voor financiële risico’s.
4. Uiterlijk op de eerste werkdag na de goedkeuring van de jaarrekening van de ECB voor 2022 door de Raad van bestuur berekent de ECB het bedrag dat door Hrvatska narodna banka krachtens lid 1 moet worden bijgedragen en bevestigt dit bedrag aan Hrvatska narodna banka.
5. Op de tweede werkdag na de goedkeuring van de jaarrekening van de ECB voor 2022 door de Raad van bestuur betaalt Hrvatska narodna banka aan de ECB via TARGET2:
|
a) |
het overeenkomstig lid 4 aan de ECB verschuldigde bedrag, verminderd met elk bedrag dat de in artikel 4, lid 1, bedoelde vordering te boven gaat op de in de artikel 3, lid 5, en artikel 3, lid 7, vastgestelde afwikkelingsdatums (een “voorschot op de bijdrage”), naargelang van het geval, en |
|
b) |
de lopende rente over de periode van 1 januari 2023 tot de betaaldatum op het op basis van het overeenkomstig lid 4 aan de ECB verschuldigde bedrag, minus enig voorschot op de bijdrage. |
6. Eventuele lopende rente uit hoofde van lid 5, punt b), wordt dagelijks berekend door middel van de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.
Artikel 6
Bevoegdheden
1. Voor zover noodzakelijk geeft de directie van de ECB instructies aan Hrvatska narodna banka om de bepalingen van dit besluit nader te preciseren en uit te voeren en om passende oplossingen voor mogelijke problemen aan te reiken.
2. Eventuele uit hoofde van lid 1 door de directie uitgevaardigde instructies worden onverwijld aan de Raad van bestuur meegedeeld en de directie leeft de besluiten van de Raad van bestuur dienaangaande na.
Artikel 7
Vankrachtwording
1. Dit besluit treedt in werking op de dag van kennisgeving ervan aan de geadresseerde.
2. Dit besluit wordt toegepast met ingang van 1 januari 2023.
Artikel 8
Geadresseerde
Dit besluit is gericht tot Hrvatska narodna banka.
Gedaan te Frankfurt am Main, 30 december 2022.
De president van de ECB
Christine LAGARDE
(1) Besluit (EU) 2022/1211 van de Raad van 12 juli 2022 betreffende de aanneming van de euro door Kroatië op 1 januari 2023 (PB L 187 van 14.7.2022, blz. 31).
(2) Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21).
(3) Besluit (EU) 2020/138 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/44 (ECB/2020/4) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 6).
(4) Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/43 (ECB/2020/3) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 4).
(5) Besluit (EU) 2020/136 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de niet-eurogebied nationale centrale banken en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/48 (ECB/2020/2) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 1).
(6) Besluit EU/2020/140 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/46 (ECB/2020/6) (PB L 27 I van 1.2.2020, blz. 15).
(7) Krachtens Richtsnoer ECB/2000/15 van de Europese Centrale Bank van 3 november 1998, gewijzigd bij het richtsnoer van 16 november 2000, inzake de samenstelling, waardering en modaliteiten betreffende de eerste overdracht van externe reserves, alsmede de denominatie en rentevergoeding van vorderingen ter grootte van de eigen bijdrage (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 114).
(8) Besluit ECB/2004/2 van de Europese Centrale Bank van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33).
Rectificaties
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/99 |
Rectificatie van Verordening (EU) 2022/1363 van de Commissie van 3 augustus 2022 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van 2,4-D, azoxystrobin, cyhalofop-butyl, cymoxanil, fenhexamid, flazasulfuron, florasulam, fluroxypyr, iprovalicarb en silthiofam in of op bepaalde producten betreft
( Publicatieblad van de Europese Unie L 205 van 5 augustus 2022 )
Bladzijde 211, 10e kolom van de kop van de tabel in de bijlage:
in plaats van:
“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R)”,
lezen:
“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R) (A)”.
Bladzijde 226, in de bijlage:
in plaats van:
“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R)
(R) = voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie: fluroxypyr — code 1000000 met uitzondering van 1040000:
fluroxypyr (som van fluroxypyr en de zouten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr)”,
lezen:
“Fluroxypyr (som van fluroxypyr, de zouten, esters en conjugaten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr) (R) (A)
(R) = voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:
fluroxypyr — code 1000000 met uitzondering van 1040000: fluroxypyr (som van fluroxypyr en de zouten daarvan, uitgedrukt als fluroxypyr)
(A) = De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor conjugaten van fluroxypyr niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie rekening houden met de verkrijgbaarheid van die referentiestandaard op 1 juli 2016 of, als de referentiestandaard op die datum niet in de handel verkrijgbaar is, met het ontbreken ervan.”.
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/100 |
Rectificatie van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten
( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 95 van 21 april 1993 )
Bladzijde 31, artikel 4, lid 2:
in plaats van:
“2. De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.”,
lezen:
“2. De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de toereikendheid van enerzijds de prijs en vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.”.
|
19.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/101 |
Rectificatie van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad
( Publicatieblad van de Europese Unie L 150 van 14 juni 2018 )
Bladzijde 19, artikel 3, punt 20:
in plaats van:
|
“20. |
„moederplant”: een geïdentificeerde plant waarvan teeltmateriaal wordt genomen met het oog op het telen van nieuwe planten;”, |
lezen:
|
“20. |
„moederplant”: een geïdentificeerde plant waarvan teeltmateriaal wordt genomen voor de vermeerdering van nieuwe planten;”. |