|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
66e jaargang |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/56 VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2022
tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft specifieke technische maatregelen voor rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo) in de ICES-deelgebieden 6, 7 en 8
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (1), en met name artikel 2, lid 2, en artikel 15, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EU) 2019/1241 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen (de “verordening technische maatregelen”) is in werking getreden op 14 augustus 2019. In de bijlagen VI en VII bij die verordening zijn specifieke regionale technische maatregelen vastgesteld voor de noordwestelijke wateren en de zuidwestelijke wateren van de Uniewateren. |
|
(2) |
België, Spanje, Frankrijk, Ierland en Nederland (de “lidstaten van de noordwestelijke wateren”) hebben een rechtstreeks belang bij het beheer van de visserij in de noordwestelijke wateren; België, Spanje, Frankrijk, Nederland en Portugal (de “lidstaten van de zuidwestelijke wateren”) hebben een rechtstreeks belang bij het beheer van de visserij in de zuidwestelijke wateren. Op 5 maart 2021 hebben de twee regionale groepen twee gezamenlijke aanbevelingen ingediend met maatregelen ter verbetering van de staat van instandhouding van rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo), waarvoor de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) een nulvangstadvies heeft gegeven ten aanzien van de ICES-deelgebieden 6, 7 en 8 in de periode 2021-2022 (2). In maart 2022 hebben de lidstaten bijgewerkte versies van deze gezamenlijke aanbevelingen ingediend, waarin ze een latere einddatum voor bepaalde maatregelen voorstellen. |
|
(3) |
De adviesraad voor de noordwestelijke wateren en de adviesraad voor de zuidwestelijke wateren zijn respectievelijk in maart 2021 en februari 2021 over deze gezamenlijke aanbevelingen geraadpleegd. |
|
(4) |
Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) heeft de gezamenlijke aanbevelingen en het bewijsmateriaal van de lidstaten van de noordwestelijke wateren en de lidstaten van de zuidwestelijke wateren beoordeeld tijdens de plenaire vergadering van mei 2021 (3). In deze gezamenlijke aanbevelingen wordt voorgesteld het soort technische maatregelen die eerder door Frankrijk en Spanje op nationaal niveau zijn genomen en die door het WTECV zijn beoordeeld in de plenaire vergaderingen van april 2019 (4) en juni 2019 (5), uit te breiden tot de zeebekkens van de noordwestelijke en de zuidwestelijke wateren. |
|
(5) |
De deskundigengroep visserij en aquacultuur (EGFA) is in mei 2022 via een schriftelijke procedure geraadpleegd over de gezamenlijke aanbevelingen. |
|
(6) |
In de gezamenlijke aanbeveling van de lidstaten van de noordwestelijke wateren wordt een gebieds- en tijdsgebonden sluiting voorgesteld voor vaartuigen die de Franse vlag voeren en die op rode zeebrasem vissen in de ICES-deelgebieden 6 en 7. Het WTECV (6) heeft geconcludeerd dat de beheersmaatregel de vangsten van rode zeebrasem kan verminderen en dat de gebieds- en tijdsgebonden sluiting voor commerciële visserijen samenvalt met de paaiperiode voor deze soort. De voorgestelde maatregel moet daarom worden opgenomen in Verordening (EU) 2019/1241. |
|
(7) |
In de gezamenlijke aanbeveling van de lidstaten van de zuidwestelijke wateren wordt een gebieds- en seizoensgebonden sluiting voor de commerciële visserij en een het hele jaar geldende sluiting voor de recreatievisserij in verschillende gebieden voorgesteld. In de gezamenlijke aanbeveling wordt ook een aanvullende seizoensgebonden sluiting voorgesteld voor vaartuigen die de Franse vlag voeren en die op rode zeebrasem vissen in ICES-deelgebied 8. Het WTECV (7) heeft geconcludeerd dat de sluitingen voor de commerciële visserij betrekking hebben op het vermoedelijke paaigebied en dat de sluiting voor de recreatievisserij betrekking lijkt te hebben op gebieden waar jonge rode zeebrasems scholen vormen. De voorgestelde maatregelen moeten daarom worden opgenomen in Verordening (EU) 2019/1241. |
|
(8) |
In beide gezamenlijke aanbevelingen wordt bovendien voorgesteld minimuminstandhoudingsreferentiegrootten (MCRS) van respectievelijk 36 cm en 40 cm vast te stellen voor vangsten van rode zeebrasem in de commerciële en de recreatievisserij. Voor de noordwestelijke wateren wordt in deze verordening voorgesteld bijlage VI te wijzigen om de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte (MCRS) te verhogen tot 36 cm voor de commerciële visserij en tot 40 cm voor de recreatievisserij. Voor de zuidwestelijke wateren wordt in deze verordening voorgesteld bijlage VII te wijzigen om een MCRS van 36 cm voor de commerciële visserij erin op te nemen. De MCRS van 40 cm voor de recreatievisserij is reeds een wettelijke verplichting overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2013 van de Commissie (8). |
|
(9) |
Het WTECV (9) heeft geconcludeerd dat de gezamenlijke aanbeveling positieve elementen bevat die het beheer van de bestanden zullen verbeteren, maar dat het bij gebrek aan ondersteunende gegevens niet mogelijk is het effect van deze maatregelen op de respectieve bestanden volledig te beoordelen. De lidstaten zullen deze maatregelen uiterlijk op 31 december 2023 evalueren in het licht van de lopende wetenschappelijke studies en het nieuwe advies over rode zeebrasem dat de ICES in 2023 zal uitbrengen. Aangezien zowel de commerciële als de recreatievisserij bijdragen tot de totale visserijsterfte van een bestand waarvoor weinig gegevens beschikbaar zijn en een nulvangstadvies is gegeven, moet de voorgestelde MCRS worden opgenomen in de bijlagen VI en VII bij Verordening (EU) 2019/1241, behalve voor recreatievisserij in bijlage VII, waarvoor reeds een wettelijke verplichting bestaat. |
|
(10) |
Hoewel het WTECV (10) niet kan beoordelen of de vangsten van zeebrasem zullen worden verminderd, vormen deze beheersmaatregelen al met al een verbetering ten opzichte van de in 2019 voorgestelde maatregelen en kunnen ze de vangsten van rode zeebrasem verminderen ten opzichte van de basismaatregelen van Verordening (EU) 2019/1241. Daarom moeten de bijlagen VI en VII bij Verordening (EU) 2019/1241 worden gewijzigd om deze maatregelen erin op te nemen. |
|
(11) |
Aangezien de maatregelen van deze verordening rechtstreeks van invloed zijn op de planning van het visseizoen van de vaartuigen van de Unie en de daarmee samenhangende economische activiteiten, moet deze verordening de dag na de bekendmaking ervan in werking treden. |
|
(12) |
De maatregelen in deze verordening die van toepassing zijn op de Uniewateren, strekken tot verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 494, leden 1 en 2, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (11), en houden rekening met de in artikel 494, lid 3, van die overeenkomst bedoelde beginselen. Ze doen geen afbreuk aan maatregelen die van toepassing zijn in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen VI en VII bij Verordening (EU) 2019/1241 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing tot en met 31 december 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 198 van 25.7.2019, blz. 105.
(2) https://www.ices.dk/sites/pub/Publication%20Reports/Advice/2020/2020/sbr.27.6-8.pdf
(3) https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2874177/STECF+21-05+-+Eval+JRs+LO+and+TM+Reg.pdf
(4) https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2485362/STECF+PLEN+19-01.pdf
(5) https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2620849/STECF+PLEN+19-03.pdf
(6) https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2874177/STECF+21-05+-+Eval+JRs+LO+and+TM+Reg.pdf
(7) https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2874177/STECF+21-05+-+Eval+JRs+LO+and+TM+Reg.pdf
(8) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2013 van de Commissie van 21 augustus 2020 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische maatregelen voor bepaalde demersale en pelagische visserijen in de Noordzee en de zuidwestelijke wateren (PB L 415 van 10.12.2020, blz. 3).
(9) https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2874177/STECF+21-05+-+Eval+JRs+LO+and+TM+Reg.pdf
(10) https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2874177/STECF+21-05+-+Eval+JRs+LO+and+TM+Reg.pdf
BIJLAGE
De bijlagen VI en VII bij Verordening (EU) 2019/1241 worden als volgt gewijzigd:
|
1) |
In bijlage VI wordt deel A als volgt gewijzigd:
|
|
2) |
In bijlage VI wordt aan deel C het volgende punt toegevoegd:
|
|
3) |
In bijlage VII, deel A, wordt de twintigste vermelding van de tabel vervangen door:
|
|
4) |
In bijlage VII wordt aan deel C het volgende punt toegevoegd:
|
(1) Deze minimuminstandhoudingsreferentiegrootte is van toepassing tot en met 31 december 2023.
(2) In de ICES-deelgebieden 6 en 7 geldt een minimuminstandhoudingsreferentiegrootte van 40 cm voor de vangsten van rode zeebrasem in de recreatievisserij.
(3) Indien vóór 31 december 2023 geen nieuwe regels zijn vastgesteld, bedraagt de toepasselijke MCRS 33 cm met ingang van 1 januari 2024.”;
(4) Deze minimuminstandhoudingsreferentiegrootte is van toepassing tot en met 31 december 2023.
(5) Indien vóór 31 december 2023 geen nieuwe regels zijn vastgesteld, bedraagt de toepasselijke MCRS 33 cm met ingang van 1 januari 2024.”.
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/7 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/57 VAN DE COMMISSIE
van 31 oktober 2022
tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (1), en met name artikel 44, lid 5, artikel 64, lid 3, punt d), en artikel 94, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 van de Commissie (2) vult Verordening (EU) 2021/2116 aan met regels inzake de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 44, lid 3 bis, van Verordening (EU) 2021/2116 kunnen de lidstaten besluiten voorschotten aan begunstigden te betalen voor interventies als bedoeld in titel III, hoofdstuk III, van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad (3) en voor maatregelen ter regulering of ondersteuning van landbouwmarkten. Om te garanderen dat voorschotten op een coherente en niet-discriminerende wijze worden betaald en om de bescherming van de middelen van de Unie te waarborgen, is het passend specifieke voorwaarden voor de betaling van de voorschotten vast te stellen in de vorm van een maximumpercentage van de geraamde uitgaven en de vereiste dat de begunstigden een zekerheid stellen. |
|
(3) |
Voorts moeten de bepalingen inzake zekerheden van hoofdstuk IV van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 worden aangepast om rekening te houden met die specifieke voorwaarden. |
|
(4) |
In artikel 24, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 is de verwijzing naar artikel 27 onjuist en moet die worden vervangen door een verwijzing naar artikel 26 van die verordening. |
|
(5) |
Voor de steunbetalingen in het kader van bijenteeltprogramma’s op grond van artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) is het passend de continuïteit te waarborgen door het ontstaansfeit voor de wisselkoers dat momenteel van toepassing is, te handhaven. |
|
(6) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Het volgende hoofdstuk III bis wordt ingevoegd: “HOOFDSTUK III BIS Specifieke voorwaarden voor de betaling van voorschotten Artikel 15 bis Specifieke voorwaarden voor de betaling van voorschotten als bedoeld in artikel 44, lid 3 bis, van Verordening (EU) 2021/2116 1. De in artikel 44, lid 3 bis, van Verordening (EU) 2021/2116 bedoelde voorschotbetalingen bedragen niet meer dan 80 % van de geraamde uitgaven voor het goedgekeurde operationele programma of, in voorkomend geval, voor de interventies als bedoeld in de artikelen 55 en 58 van Verordening (EU) 2021/2115. 2. Voor de in lid 1 bedoelde voorschotbetalingen moet een zekerheid worden gesteld die minstens even groot is als het voorschotbedrag.” |
|
2) |
Artikel 27 wordt vervangen door: “Artikel 27 Toepassingsgebied Deze afdeling is van toepassing in de gevallen waarin op grond van specifieke regels van de Unie een voorschot kan worden betaald alvorens is voldaan aan de voor het verkrijgen van de betrokken steun of het betrokken voordeel vastgestelde verplichting.” |
|
3) |
In artikel 28 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd: “1 bis. Verzoeken om vrijgave van de zekerheid voor voorschotbetalingen gaan vergezeld van bewijsstukken waaruit blijkt dat de betrokkene definitief recht heeft op het toegekende bedrag of dat het toegekende bedrag, verhoogd met de eventueel in de specifieke regels van de Unie vastgestelde toeslagen, is terugbetaald.” |
|
4) |
Het volgende artikel 31 bis wordt ingevoegd: “Artikel 31 bis Bijenteeltprogramma’s Voor de bedragen die op grond van artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 als steun in het kader van bijenteeltprogramma’s worden betaald, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op 1 januari van het jaar waarin de betaling wordt verricht.” |
Artikel 2
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127
In artikel 24 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 wordt de eerste alinea van lid 4 vervangen door het volgende:
“4. Indien een verplichting tijdig wordt nagekomen en het bewijs van nakoming binnen een vaste termijn moet worden voorgelegd, wordt de zekerheid die voor die verplichting is gesteld, voor elke kalenderdag waarmee die termijn wordt overschreden, verbeurd volgens de formule 0,2/voorgeschreven termijn in dagen en met inachtneming van artikel 26.”
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 oktober 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 van de Commissie van 7 december 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 95).
(3) Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/10 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/58 VAN DE COMMISSIE
van 5 januari 2023
tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus (kleine meelworm) als nieuw voedingsmiddel en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (1), en met name artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EU) 2015/2283 is vastgesteld dat alleen nieuwe voedingsmiddelen die zijn toegelaten en in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen zijn opgenomen, in de Unie in de handel mogen worden gebracht. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2015/2283 is er bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie (2) een Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen vastgesteld. |
|
(3) |
De onderneming Ynsect NL B.V. (voorheen Proti-Farm Holding NV) (“de aanvrager”) heeft op 7 januari 2018 overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2283 bij de Commissie een aanvraag ingediend om ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus (kleine meelworm) als nieuw voedingsmiddel in de Unie in de handel te brengen. De aanvraag betreft het gebruik van de larven van Alphitobius diaperinus in ingevroren, pasta- (gemalen), gedroogde en poeder-(gemalen) vorm als voedselingrediënt in een aantal levensmiddelen voor de algemene bevolking, en in poedervorm in voedingssupplementen zoals gedefinieerd in Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) voor de volwassen bevolking. |
|
(4) |
De aanvrager heeft de Commissie ook verzocht om bescherming van door eigendomsrechten beschermde wetenschappelijke gegevens voor een aantal studies die ter ondersteuning van de aanvraag zijn ingediend, namelijk analytische gegevens over de samenstelling van het nieuwe voedingsmiddel (4), de stabiliteitsstudies van het nieuwe voedingsmiddel (5), een in-vitro-onderzoek naar de verteerbaarheid van eiwitten (6) en een onderzoek naar subchronische toxiciteit gedurende negentig dagen (7). |
|
(5) |
Op 17 juli 2018 heeft de Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) verzocht een beoordeling uit te voeren van ingevroren en gevriesdroogde vormen van de larven van Alphitobius diaperinus als nieuw voedingsmiddel. |
|
(6) |
Op 26 april 2022 heeft de EFSA haar wetenschappelijk advies uitgebracht over de veiligheid van ingevroren en gevriesdroogde formuleringen van de kleine meelworm (larven van Alphitobius diaperinus) als nieuw voedingsmiddel krachtens Verordening (EU) 2015/2283 (8), overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2015/2283. |
|
(7) |
In haar wetenschappelijk advies heeft de EFSA geconcludeerd dat de ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden bij de voorgestelde gebruiksconcentraties veilig zijn. Derhalve worden in het advies van de EFSA voldoende redenen gegeven om vast te stellen dat ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus onder de beoordeelde gebruiksvoorwaarden voldoen aan de voorwaarden voor het in de handel brengen overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2283. |
|
(8) |
In dat wetenschappelijk advies heeft de EFSA, op basis van beperkt gepubliceerd bewijsmateriaal over voedselallergieën die samenhangen met insecten, ook geconcludeerd dat de consumptie van het nieuwe voedingsmiddel primaire sensibilisatie voor en allergische reacties op eiwitten van de kleine meelworm kan veroorzaken. De EFSA heeft aanbevolen om de allergeniciteit van de larven van Alphitobius diaperinus verder te onderzoeken. |
|
(9) |
Om de aanbeveling van de EFSA gevolg te geven, bestudeert de Commissie momenteel de mogelijkheden om het nodige onderzoek naar de allergeniciteit van de larven van Alphitobius diaperinus te verrichten. Totdat de door het onderzoek gegenereerde gegevens door de EFSA zijn beoordeeld, en aangezien tot op heden het bewijs van primaire sensibilisatie en allergieën in verband met de consumptie van de larven van Alphitobius diaperinus niet eenduidig is, is de Commissie van mening dat in de Unielijst van toegelaten nieuwe voedingsmiddelen geen specifieke etiketteringsvoorschriften moeten worden opgenomen met betrekking tot de mogelijkheid dat de larven van Alphitobius diaperinus primaire sensibilisatie veroorzaken. |
|
(10) |
De EFSA overwoog in haar wetenschappelijk advies ook dat de consumptie van de larven van Alphitobius diaperinus allergische reacties kan veroorzaken bij mensen die allergisch zijn voor schaaldieren en huismijt. Bovendien heeft de EFSA opgemerkt dat extra allergenen in het nieuwe voedingsmiddel kunnen terechtkomen als die allergenen aanwezig zijn in het substraat dat aan insecten wordt toegediend. Het is daarom passend dat ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus als zodanig, alsook de levensmiddelen die deze bevatten, naar behoren worden geëtiketteerd overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2015/2283. |
|
(11) |
Voedingssupplementen die de poedervorm van de larven van Alphitobius diaperinus bevatten, mogen niet worden geconsumeerd door personen jonger dan 18 jaar, en daarom moet worden voorzien in een etiketteringsvoorschrift om de consumenten hierover naar behoren te informeren. |
|
(12) |
In haar wetenschappelijk advies heeft de EFSA opgemerkt dat haar conclusie over de veiligheid van het nieuwe voedingsmiddel gebaseerd was op de door de aanvrager ingediende analytische gegevens over de samenstelling van het nieuwe voedingsmiddel, de stabiliteitsstudies van het nieuwe voedingsmiddel, het in-vitro-onderzoek naar de verteerbaarheid van eiwitten en het onderzoek naar subchronische toxiciteit gedurende negentig dagen, zonder welke zij het nieuwe voedingsmiddel niet had kunnen beoordelen noch tot haar conclusie had kunnen komen. |
|
(13) |
De Commissie heeft de aanvrager verzocht de rechtvaardiging voor zijn verzoek om gegevensbescherming voor die studies nader toe te lichten en zijn claim op het exclusieve recht om naar die studies te verwijzen overeenkomstig artikel 26, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2015/2283, te verduidelijken. |
|
(14) |
De aanvrager heeft verklaard dat hij op het moment waarop hij de aanvraag heeft ingediend, de eigendomsrechten van de wetenschappelijke gegevens van die studies en de exclusieve rechten om daarnaar te verwijzen bezat. |
|
(15) |
De Commissie heeft alle door de aanvrager ingediende informatie beoordeeld en heeft geoordeeld dat hij de vervulling van de voorschriften van artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2015/2283 voldoende heeft onderbouwd. Daarom moeten de wetenschappelijke gegevens over de samenstelling van het nieuwe voedingsmiddel, de stabiliteitsstudies van het nieuwe voedingsmiddel, het in-vitro-onderzoek naar de verteerbaarheid van eiwitten en het onderzoek naar subchronische toxiciteit gedurende negentig dagen worden beschermd overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2283. Dienovereenkomstig mag alleen de aanvrager worden gemachtigd om gedurende een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus in de Unie in de handel te brengen. |
|
(16) |
Door de toelating van ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus en het verwijzen naar de wetenschappelijke gegevens in het dossier van de aanvrager tot uitsluitend de aanvrager te beperken, wordt evenwel niet verhinderd dat volgende aanvragers om toelating kunnen vragen om hetzelfde nieuwe voedingsmiddel in de handel te brengen, op voorwaarde dat hun aanvraag is gebaseerd op rechtmatig verkregen gegevens ter ondersteuning van een dergelijke toelating. |
|
(17) |
Bij de opname van ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus als nieuw voedingsmiddel in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen moet de in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) 2015/2283 bedoelde informatie in de vermelding worden opgenomen. |
|
(18) |
Ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus moeten worden opgenomen in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470. De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(19) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus (kleine meelworm) mogen in de Unie in de handel worden gebracht.
Ingevroren, pasta-, gedroogde en poedervormen van de larven van Alphitobius diaperinus worden opgenomen in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470.
2. De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Alleen de onderneming Ynsect NL B.V. (9) mag het in artikel 1 bedoelde nieuwe voedingsmiddel voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening in de Unie in de handel brengen, tenzij een volgende aanvrager een toelating voor dat nieuwe voedingsmiddel verkrijgt zonder naar de krachtens artikel 3 beschermde wetenschappelijke gegevens te verwijzen of met instemming van Ynsect NL B.V.
Artikel 3
De wetenschappelijke gegevens in het aanvraagdossier die aan de voorwaarden van artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2015/2283 voldoen, worden gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening niet zonder toestemming van Ynsect NL B.V. ten voordele van een volgende aanvrager gebruikt.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie van 20 december 2017 tot vaststelling van de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen (PB L 351 van 30.12.2017, blz. 72).
(3) Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51).
(4) Ynsect NL B.V. 2018, 2019, 2020 en 2021 (niet gepubliceerd).
(5) Ynsect NL B.V. 2019 en 2020 (niet gepubliceerd).
(6) Ynsect NL B.V. 2018 en 2019 (niet gepubliceerd).
(7) Ynsect NL B.V. 2021 (niet gepubliceerd).
(8) EFSA Journal 2022;20(7):7325.
(9) Adres: Harderwijkerweg 141B, 3852 AB Ermelo, Nederland.
BIJLAGE
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In tabel 1 (Toegelaten nieuwe voedingsmiddelen) wordt de volgende vermelding ingevoegd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
2) |
In tabel 2 (Specificaties) wordt de volgende vermelding ingevoegd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(*1) Chitine berekend als Acid Detergent Fibre.
(*2) Kve: kolonievormende eenheden.”.
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/16 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/59 VAN DE COMMISSIE
van 5 januari 2023
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor een preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd. |
|
(3) |
De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor een preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, in te delen in de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en in de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 29 juni 2022 (2) geconcludeerd dat het preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. Zij heeft tevens geconcludeerd dat het middel als inhalatieallergeen moet worden beschouwd en heeft opgemerkt dat er geen conclusies konden worden getrokken over de mogelijke irriterende werking van het middel voor ogen en huid of over het potentieel voor huidsensibilisatie. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel in de voorgestelde concentratie het potentieel heeft om het behoud van de nutriënten in kuilvoer met middelmatig moeilijk in te kuilen materiaal te verbeteren. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor de toevoegingsmiddelen voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
|
(5) |
Uit de beoordeling van het preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van het preparaat moet daarom worden toegestaan. De Commissie is van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. |
|
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) EFSA Journal 2022;20(7):7426.
BIJLAGE
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||
|
Kve/kg vers materiaal |
||||||||||||||
|
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen. |
||||||||||||||
|
1k1018 |
Pediococcus pentosaceus DSM 32292 |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 met ten minste 1 × 1010 kve/g toevoegingsmiddel Karakterisering van de werkzame stof Levensvatbare cellen van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 Analysemethode (1) Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15786). Identificatie: pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden |
Alle diersoorten |
— |
— |
— |
|
26.1.2033 |
||||||
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
(2) Gemakkelijk in te kuilen voedergewassen: > 3 % oplosbare koolhydraten in het verse materiaal; middelmatig moeilijk in te kuilen voedergewassen: 1,5-3,0 % oplosbare koolhydraten in het verse materiaal overeenkomstig Verordening (EG) nr. 429/2008 van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van voorschriften ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opstelling en indiening van aanvragen en de beoordeling van en de verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 133 van 22.5.2008, blz. 1).
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/19 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/60 VAN DE COMMISSIE
van 5 januari 2023
tot verlening van een vergunning voor geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestvarkens en melkkoeien (vergunninghouder: BASF SE)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. |
|
(2) |
Voor de stof geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2) een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en deze stof is opgenomen in de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een gelijkaardige werking”. Vervolgens is die stof overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. |
|
(3) |
De opname van geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester in de categorie “vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een gelijkaardige werking” was gebaseerd op een verslag van 18 maart 1994 van het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding over de indeling van vitaminen in de bijlage bij Richtlijn 70/524/EEG. Volgens dit verslag had deze stof een gelijkaardig effect als dat van een vitamine. |
|
(4) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, in samenhang met artikel 7 van die verordening, is op 13 oktober 2010 een aanvraag ingediend voor het verlenen van een vergunning voor geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestvarkens en voor melkkoeien. De aanvrager heeft verzocht het toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een gelijkaardige werking”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd. |
|
(5) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 3 december 2015 (3) geconcludeerd dat geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester bij gebruik in de voeding van mestvarkens en melkkoeien onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. De EFSA heeft wat mestvarkens betreft geconcludeerd dat geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester zou kunnen zorgen voor een verbetering van de voederconversie. Het zorgt ervoor dat het onderhuidse vet steviger wordt door een toename van de hoeveelheid verzadigde verzuren hierin. Er is ook sprake van een toename van het intramusculaire vet, de verzadigingsgraad ervan en van de mate waarin het vlees met vet is dooraderd. Geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester zou ook kunnen zorgen voor een verbetering van het aandeel mager vlees ten opzichte van onderhuids vet in het karkas. De EFSA heeft voor melkkoeien geconcludeerd dat geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester het melkvetgehalte verlaagt en de melkvetopbrengst en de energie-output van melk kan verminderen. De EFSA heeft in een verder advies van 24 januari 2019 (4) verklaard dat de indeling van dit toevoegingsmiddel in de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” niet gerechtvaardigd leek. Rekening houdend met de overwegingen van de EFSA en de effecten van het toevoegingsmiddel op de zoötechnische prestaties van mestvarkens en melkkoeien, heeft de Commissie besloten dit toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “andere zoötechnische toevoegingsmiddelen”. |
|
(6) |
De EFSA heeft geconcludeerd dat de blootstelling van gebruikers door inademing van het vaste product waarschijnlijk minimaal zal zijn. Er waren wat het vloeibare product betreft, geen gegevens over mogelijke dampvorming verstrekt. Bij gebruik van een zeer fijne druppelformulering van het vloeibare product werd een milde maar aanhoudende huidirritatie veroorzaakt, maar deze formulering was niet irriterend voor de ogen. Het potentieel voor huidsensibilisatie werd gemaskeerd door het placebo-effect. Noch de vloeistof noch het vaste product werd als zodanig getest op huid- en oogirritatie en huidsensibilisatie. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel werkzaam was. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De door de aanvrager verstrekte oorspronkelijke analysemethode is gevalideerd door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium en door de EFSA gecontroleerd. Aangezien in het advies van de EFSA maximumgehalten/minimumgehalten zijn vastgesteld, werd de eerste analysemethode niet toereikend geacht voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1831/2003, aangezien de methode alleen werd toegepast op toevoegingsmiddelen voor diervoeding, maar niet op voormengsels en diervoeders, en niet werd gekwantificeerd in welke mate het toevoegingsmiddel in die voormengsels en diervoeders was verwerkt. De aanvrager heeft een tweede methode voor de kwantificering in voormengsels en diervoeders ingediend, die het referentielaboratorium heeft gevalideerd. |
|
(7) |
Uit de beoordeling van geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor vergunningverlening is voldaan. Het gebruik van die stof moet daarom worden toegestaan. De Commissie is van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. |
|
(8) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing vereisen van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester tot het gebruik van die stof in de voeding van mestvarkens en melkkoeien, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen. |
|
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de in de bijlage gespecificeerde stof, die behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “andere zoötechnische toevoegingsmiddelen”, wordt onder de in de bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning verleend voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestvarkens en melkkoeien.
Artikel 2
1. De in de bijlage gespecificeerde stof en de voormengsels die deze stof bevatten, die bestemd zijn voor mestvarkens en melkkoeien en die vóór 26 juli 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 januari 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
2. De in de bijlage gespecificeerde voedermiddelen en mengvoeders die deze stof bevatten, die bestemd zijn voor mestvarkens en melkkoeien en die vóór 26 januari 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 januari 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).
(3) EFSA Journal 2016;14(1):4348.
(4) EFSA Journal 2019;17(3):5614.
BIJLAGE
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||||||
|
mg werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||||||||||
|
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: andere zoötechnische toevoegingsmiddelen (verbetering van zoötechnische parameters) |
|||||||||||||||||||||
|
4d895 |
BASF SE |
Geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Bereiding van omega-6-vetzuren als t10,c12-octadecadieenzuur(geconjugeerd linolzuur)-methylester (CLA(t10,c12)-me). Vloeibare formulering: CLA (t10,c12)-me ≥ 28 % CLA (c9,t11)-me ≥ 28 % CLA(t10,c12) < 2 % CLA(c9,t11) < 2 % Vetzuren van zonnebloemolie: 38-42 % vrij of als methylesters en minder dan 1 % als trans-trans-isomeren. Vaste formulering: CLA(t10,c12)-me: ≥ 9 % CLA(c9,t11)-me: ≥ 9 % CLA(t10,c12): < 1 % CLA(c9,t11): < 1 % Vetzuren van zonnebloemolie: 13-15 % (vrij of als methylesters). Plantaardige oliën (gehydrogeneerde triglyceriden, overwegend stearinezuur en in mindere mate palmitinezuur): 44,5 %. Colloïdaal silicium: 15 %. Calciumsulfaat: 5 %. Karakterisering van de werkzame stof Geconjugeerd linolzuur(t10,c12)-methylester. Chemische formule: C19 H34O2 CAS-nummer: 21870-97-3 Analysemethode (1)
|
Mestvarkens |
- |
400 |
5 000 |
|
26.1.2033 |
||||||||||||
|
Melkkoeien |
|
175 |
350 |
||||||||||||||||||
|
|
|
- |
- |
|
|||||||||||||||||
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/24 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/61 VAN DE COMMISSIE
van 5 januari 2023
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-bèta-glucanase uit Aspergillus niger (CBS 120604), een preparaat van endo-1,3(4)-bèta-glucanase uit Aspergillus neoniger (MUCL 39199), een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (MUCL 39203) en een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (CBS 614.94) als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2). Artikel 10, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 bevat specifieke bepalingen voor het in de handel brengen en het gebruik van producten die in de Unie als inkuiltoevoegingsmiddel worden gebruikt. |
|
(2) |
De preparaten van endo-1,4-bèta-glucanase uit Aspergillus niger (CBS 120604), endo-1,3(4)-bèta-glucanase uit Aspergillus neoniger (MUCL 39199), endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (MUCL 39203) en endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (CBS 614.94) zijn overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding opgenomen als bestaande producten voor alle diersoorten (3) die behoren tot de functionele groep inkuiltoevoegingsmiddelen. |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 junctis artikel 10, lid 2, en artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning voor de preparaten van endo-1,4-bèta-glucanase uit Aspergillus niger (CBS 120604), endo-1,3(4)-bèta-glucanase uit Aspergillus neoniger (MUCL 39199), endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (MUCL 39203) en endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (CBS 614.94) als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten. De aanvrager heeft verzocht om de preparaten in te delen in de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en in de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 7 maart 2018 (4) en 29 juni 2022 (5) geconcludeerd dat de betrokken preparaten onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen voor de diergezondheid, de gezondheid van de consument of het milieu hebben. Zij heeft ook geconcludeerd dat bij gebrek aan gegevens geen conclusie kon worden getrokken over de irriterende werking van de toevoegingsmiddelen op de huid en de ogen en over de vraag of zij mogelijk huidallergeen zijn. Vanwege de proteïneachtige aard van de werkzame stoffen moeten deze preparaten worden beschouwd als potentieel inhalatieallergeen. De EFSA heeft in haar advies van 29 juni 2022 voorts geconcludeerd dat de betrokken preparaten het potentieel hebben om de productie van kuilvoer met gemakkelijk, middelmatig moeilijk en moeilijk in te kuilen voedermateriaal te verbeteren. Zij heeft ook het verslag over de analysemethoden voor de toevoegingsmiddelen voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
|
(5) |
Uit de beoordeling van de preparaten van endo-1,4-bèta-glucanase uit Aspergillus niger (CBS 120604), endo-1,3(4)-bèta-glucanase uit Aspergillus neoniger (MUCL 39199), endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (MUCL 39203) en endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (CBS 614.94) blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van deze preparaten moet daarom worden toegestaan. De Commissie is van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. |
|
(6) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de betrokken preparaten vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbenden in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen. |
|
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Vergunningverlening
Voor de in de bijlage gespecificeerde preparaten, die behoren tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Overgangsmaatregelen
1. De in de bijlage gespecificeerde preparaten en de voormengsels die deze preparaten bevatten en die vóór 26 juli 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 januari 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
2. De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde preparaten bevatten en die vóór 26 januari 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 januari 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.
3. De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde preparaten bevatten en die vóór 26 januari 2025 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 januari 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproducerende dieren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).
(3) In het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding is endo-1,4-bèta-glucanase uit Aspergillus niger (CBS 120604) geïdentificeerd als cellulase uit Aspergillus niger (CBS 120604), endo-1,3(4)-bèta-glucanase uit Aspergillus neoniger (MUCL 39199) als bèta-glucanase uit Aspergillus niger (MUCL 39199) of Aspergillus tubingensis (MUCL 39199), endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (MUCL 39203) als xylanase uit Trichoderma longibrachiatum (MUCL 39203) of Trichoderma koningii (MUCL 39203), en endo-1,4-bèta-xylanase uit Trichoderma citrinoviride (CBS 614.94) als xylanase uit Trichoderma longibrachiatum (CBS 614.94).
(4) EFSA Journal 2018;16(4):5224.
(5) EFSA Journal 2022;20(7):7425.
BIJLAGE
|
Identificatie-nummer van het toevoegings-middel |
Toevoegings-middel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximum-leeftijd |
Minimum-gehalte |
Maximum-gehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunnings-periode |
||||||||
|
Activiteitseenheden van het toevoegingsmiddel/kg vers materiaal |
||||||||||||||||
|
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen. |
||||||||||||||||
|
1k105 |
Endo-1,4-bèta-glucanase (EC 3.2.1.4) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van endo-1,4-bèta-glucanase, geproduceerd door Aspergillus niger (CBS 120604), met een minimale activiteit van 25 650 DNS (1)/g toevoegingsmiddel Vaste vorm Karakterisering van de werkzame stof Endo-1,4-bèta-glucanase (EC 3.2.1.4), geproduceerd door Aspergillus niger (CBS 120604) Analysemethode (2) Voor de bepaling van endo-1,4-bèta-glucanase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:
|
Alle diersoorten |
- |
- |
- |
|
26 januari 2033 |
||||||||
|
Identificatie-nummer van het toevoegings-middel |
Toevoegings-middel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximum-leeftijd |
Minimum-gehalte |
Maximum-gehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunnings-periode |
||||||||
|
Activiteitseenheden van het toevoegingsmiddel/kg vers materiaal |
||||||||||||||||
|
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen. |
||||||||||||||||
|
1k106 |
Endo-1,3(4)-bèta-glucanase (EC 3.2.1.6) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van endo-1,3(4)-β-glucanase, geproduceerd door Aspergillus neoniger (MUCL 39199), met een minimale activiteit van 10 000 DNS (3)/g toevoegingsmiddel Vaste vorm Karakterisering van de werkzame stof Endo-1,3(4)-bèta-glucanase (EC 3.2.1.6), geproduceerd door Aspergillus neoniger (MUCL 39199) Analysemethode (4) Voor de bepaling van endo-1,3(4)-bèta-glucanase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:
|
Alle diersoorten |
- |
- |
- |
|
26 januari 2033 |
||||||||
|
Identificatie-nummer van het toevoegings-middel |
Toevoegings-middel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximum-leeftijd |
Minimum-gehalte |
Maximum-gehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunnings-periode |
||||||||
|
Activiteitseenheden van het toevoegingsmiddel/kg vers materiaal |
||||||||||||||||
|
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen. |
||||||||||||||||
|
1k107 |
Endo-1,4-bèta-xylanase (EC 3.2.1.8) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride (MUCL 39203), met een minimale activiteit van 51 600 DNS (5)/g toevoegingsmiddel Vaste vorm Karakterisering van de werkzame stof Endo-1,4-bèta-xylanase (EC 3.2.1.8), geproduceerd door Trichoderma citrinoviride (MUCL 39203) Analysemethode (6) Voor de bepaling van endo-1,4-bèta-xylanase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:
|
Alle diersoorten |
- |
- |
- |
|
26 januari 2033 |
||||||||
|
Identificatie-nummer van het toevoegings-middel |
Toevoegings-middel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximum-leeftijd |
Minimum-gehalte |
Maximum-gehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunnings-periode |
||||||||
|
Activiteitseenheden van het toevoegingsmiddel/kg vers materiaal |
||||||||||||||||
|
Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen. |
||||||||||||||||
|
1k108 |
Endo-1,4-bèta-xylanase (EC 3.2.1.8) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride (CBS 614.94), met een minimale activiteit van 70 000 DNS (7)/g toevoegingsmiddel Vaste vorm Karakterisering van de werkzame stof Endo-1,4-bèta-xylanase (EC 3.2.1.8), geproduceerd door Trichoderma citrinoviride (CBS 614.94) Analysemethode (8) Voor de bepaling van endo-1,4-bèta-xylanase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:
|
Alle diersoorten |
- |
- |
- |
|
26 januari 2033 |
||||||||
(1) 1 eenheid DNS (3,5-dinitrosalicylzuur) is de hoeveelheid reducerende suiker die uit zetmeel vrijkomt als glucose-equivalenten in μmol per gram per minuut bij een pH van 4,5 en een temperatuur van 37 °C.
(2) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
(3) 1 eenheid DNS (3,5-dinitrosalicylzuur) is de hoeveelheid reducerende suiker die uit zetmeel vrijkomt als glucose-equivalenten in μmol per gram per minuut bij een pH van 4,5 en een temperatuur van 37 °C.
(4) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
(5) 1 eenheid DNS (3,5-dinitrosalicylzuur) is de hoeveelheid reducerende suiker die uit berkenhoutxylaan vrijkomt als xylose-equivalenten in μmol per gram per minuut bij een pH van 4,5 en een temperatuur van 37 °C.
(6) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
(7) 1 eenheid DNS (3,5-dinitrosalicylzuur) is de hoeveelheid reducerende suiker die uit berkenhoutxylaan vrijkomt als xylose-equivalenten in μmol per gram per minuut bij een pH van 4,5 en een temperatuur van 37 °C.
(8) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/31 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/62 VAN DE COMMISSIE
van 5 januari 2023
tot rectificatie van de Poolse taalversie van Verordening (EU) nr. 1300/2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (1), en met name artikel 5, lid 11,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Poolse taalversie van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1300/2014 van de Commissie (2) bevat een fout in punt 4.2.1.4, 2), waardoor de werkingssfeer van de in die bepaling vastgestelde eis wordt uitgebreid. |
|
(2) |
De Poolse taalversie van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1300/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. Deze rectificatie heeft geen betrekking op de overige taalversies. |
|
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies dat het bij artikel 51, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/797 ingestelde comité op 30 januari 2014 heeft uitgebracht, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
(heeft geen betrekking op het Nederlands)
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 januari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 138 van 26.5.2016, blz. 44.
(2) Verordening (EU) nr. 1300/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 110).
BESLUITEN
|
6.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/32 |
BESLUIT Nr. 1/2022 VAN HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ
van 17 november 2022
tot wijziging van de bijlagen 1 en 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten [2023/63]
HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ,
Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name artikel 11,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (hierna “de overeenkomst” genoemd) is op 1 juni 2002 in werking getreden. |
|
(2) |
In de bijlagen 1 en 2 bij de overeenkomst zijn de tariefconcessies opgenomen die zijn verleend door de Zwitserse Bondsstaat, respectievelijk de Europese Unie (hierna “de partijen” genoemd). |
|
(3) |
De partijen zijn overeengekomen de bijlagen 1 en 2 bij de overeenkomst te wijzigen naar aanleiding van de laatste herziening van het geharmoniseerd systeem en wegens een fout die bij de laatste aanpassing van bijlage 1 is gemaakt met betrekking tot de tariefconcessie voor hammen zonder been. Voorts is besloten in bijlage 1 bij de overeenkomst de tariefconcessies op te nemen die Zwitserland in 1996 heeft verleend voor honden- en kattenvoer dat voor de verkoop is bestemd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De bijlagen 1 en 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten worden vervangen door de respectieve teksten in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Gedaan te Brussel, 17 november 2022.
Voor het Gemengd Landbouwcomité
De voorzitter en het hoofd van de delegatie van de Europese Unie
Frank BOLLEN
Het hoofd van de Zwitserse delegatie
Michèle DRÄPPEN
De secretaris van het Comité
Luis QUEVEDO LEY
BIJLAGE 1
CONCESSIES VAN ZWITSERLAND
Zwitserland verleent voor de hierna vermelde producten van oorsprong uit de Europese Unie de volgende tariefconcessies, in voorkomend geval tot een vastgestelde jaarlijkse hoeveelheid:
|
Tariefpost van Zwitserland |
Omschrijving |
Toepasselijk douanerecht (CHF/100 kg brutogewicht) |
Jaarlijkse hoeveelheid (in tonnen nettogewicht) |
||||
|
0101.2991 |
Levende paarden (uitgezonderd fokpaarden van zuiver ras en slachtpaarden) (aantal dieren) |
0,00 |
100 dieren |
||||
|
0204.5010 |
Vlees van geiten, vers, gekoeld of bevroren |
40,00 |
100 |
||||
|
0207.1481 |
Borsten van hanen of van kippen (huisdieren), bevroren |
15,00 |
2 100 |
||||
|
0207.1491 |
Delen en eetbare slachtafvallen van hanen of van kippen (huisdieren), met inbegrip van levers (uitgezonderd borsten), bevroren |
15,00 |
1 200 |
||||
|
0207.2781 |
Borsten van kalkoenen (huisdieren), bevroren |
15,00 |
800 |
||||
|
0207.2791 |
Delen en eetbare slachtafvallen van kalkoenen (huisdieren), met inbegrip van levers (uitgezonderd borsten), bevroren |
15,00 |
600 |
||||
|
0207.4210 |
Eenden (huisdieren), niet in stukken gesneden, bevroren |
15,00 |
700 |
||||
|
|
Vette levers (foies gras) van eenden of ganzen (huisdieren), vers of gekoeld |
|
|
||||
|
0207.4300 |
|
|
|
||||
|
0207.5300 |
|
9,50 |
20 |
||||
|
|
Delen en eetbare slachtafvallen van eenden, ganzen of parelhoenders (huisdieren), bevroren (met uitzondering van vette levers) |
|
|
||||
|
0207.4591 |
|
|
|
||||
|
0207.5591 |
|
|
|
||||
|
0207.6091 |
|
15,00 |
100 |
||||
|
0208.1000 |
Vlees en eetbare slachtafvallen van konijnen of van hazen, vers, gekoeld of bevroren |
11,00 |
1 700 |
||||
|
0208.9010 |
Vlees en eetbare slachtafvallen van wild, vers, gekoeld of bevroren (andere dan van hazen of van everzwijnen) |
0,00 |
100 |
||||
|
ex 0210.1191 |
Hammen en delen daarvan, met been, van varkens (andere dan everzwijnen), gezouten of gepekeld, gedroogd of gerookt |
|
|
||||
|
ex 0210.1991 |
Hammen en delen daarvan, zonder been, van varkens (andere dan everzwijnen), gezouten of gepekeld, gedroogd of gerookt |
0,00 |
1 000 (1) |
||||
|
0210.2010 |
Gedroogd rundvlees |
0,00 |
200 (2) |
||||
|
|
Eetbare vogeleieren in de schaal |
|
|
||||
|
ex 0407.2110 |
|
|
|
||||
|
ex 0407.2910 |
|
|
|
||||
|
ex 0407.9010 |
|
47,00 |
150 |
||||
|
ex 0409.0000 |
Natuurlijke acaciahoning |
8,00 |
200 |
||||
|
ex 0409.0000 |
Natuurhoning, andere (uitgezonderd acaciahoning) |
26,00 |
50 |
||||
|
0602.1000 |
Stekken zonder wortels en enten |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Plantgoed in de vorm van onderstammen voor de teelt van pitvruchten (verkregen uit zaad of via vegetatieve vermeerdering): |
|
|
||||
|
0602.2011 |
|
|
|
||||
|
0602.2019 |
|
|
|
||||
|
0602.2021 |
|
|
|
||||
|
0602.2029 |
|
0,00 |
|||||
|
|
Plantgoed in de vorm van onderstammen voor de teelt van steenvruchten (verkregen uit zaad of via vegetatieve vermeerdering): |
|
|
||||
|
0602.2031 |
|
|
|
||||
|
0602.2039 |
|
|
|
||||
|
0602.2041 |
|
|
|
||||
|
0602.2049 |
|
0,00 |
|||||
|
|
Plantgoed voor de teelt van eetbare vruchten, ander dan in de vorm van onderstammen voor de teelt van pit- of steenvruchten (verkregen uit zaad of via vegetatieve vermeerdering): |
|
|
||||
|
0602.2051 |
|
|
|
||||
|
0602.2059 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruchten, met blote wortels: |
|
|
||||
|
0602.2071 |
|
|
|
||||
|
0602.2072 |
|
0,00 |
|||||
|
0602.2079 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruchten, met kluit: |
|
|
||||
|
0602.2081 |
|
|
|
||||
|
0602.2082 |
|
0,00 |
|||||
|
0602.2089 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0602.3000 |
Rododendrons en azalea's, ook indien geënt |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Rozen, ook indien geënt: |
|
|
||||
|
0602.4010 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
||||
|
0602.4091 |
|
|
|
||||
|
0602.4099 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Plantgoed (verkregen uit zaad of via vegetatieve vermeerdering) van gebruiksplanten, champignonbroed: |
|
|
||||
|
0602.9011 |
|
|
|
||||
|
0602.9012 |
|
|
|
||||
|
0602.9019 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Andere levende planten (wortels daaronder begrepen): |
|
|
||||
|
0602.9091 |
|
|
|
||||
|
0602.9099 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0603.1110 |
Afgesneden rozen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober |
|
|
||||
|
0603.1210 |
Afgesneden anjers, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober |
|
|
||||
|
0603.1310 |
Afgesneden orchideeën, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober |
|
|
||||
|
0603.1410 |
Afgesneden chrysanten, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober |
|
|
||||
|
0603.1510 |
Afgesneden lelies (Lilium spp.), voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober |
|
|
||||
|
|
Andere afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober: |
|
|
||||
|
0603.1911 |
|
|
|
||||
|
0603.1918 |
|
0,00 |
1 000 |
||||
|
0603.1230 |
Afgesneden anjers, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0603.1330 |
Afgesneden orchideeën, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april |
|
|
||||
|
0603.1430 |
Afgesneden chrysanten, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april |
|
|
||||
|
0603.1530 |
Afgesneden lelies (Lilium spp.), voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april |
|
|
||||
|
0603.1930 |
Afgesneden tulpen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april |
|
|
||||
|
|
Andere afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april: |
|
|
||||
|
0603.1931 |
|
|
|
||||
|
0603.1938 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Tomaten, vers of gekoeld: |
|
|
||||
|
0702.0010 |
kerstomaten (cherry):
|
|
|
||||
|
0702.0020 |
tomaten Peretti (langwerpig):
|
|
|
||||
|
0702.0030 |
|
|
|
||||
|
0702.0090 |
|
0,00 |
10 000 |
||||
|
|
IJsbergsla zonder buitenste blad: |
|
|
||||
|
0705.1111 |
|
0,00 |
2 000 |
||||
|
|
Witloof, vers of gekoeld: |
|
|
||||
|
0705.2110 |
|
0,00 |
2 000 |
||||
|
0707.0010 |
Saladekomkommers, van 21 oktober tot en met 14 april |
5,00 |
200 |
||||
|
0707.0030 |
Inmaakkomkommers, > 6 cm maar ≤ 12 cm lang, vers of gekoeld, van 21 oktober tot en met 14 april |
5,00 |
100 |
||||
|
0707.0031 |
Inmaakkomkommers, > 6 cm maar ≤ 12 cm lang, vers of gekoeld, van 15 april tot en met 20 oktober |
5,00 |
2 100 |
||||
|
0707.0050 |
Augurken, vers of gekoeld |
3,50 |
800 |
||||
|
|
Aubergines, vers of gekoeld: |
|
|
||||
|
0709.3010 |
|
0,00 |
1 000 |
||||
|
0709.5100 0709.5900 |
Paddenstoelen, vers of gekoeld, van het geslacht Agaricus of andere, uitgezonderd truffels |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Paprika's, vers of gekoeld: |
|
|
||||
|
0709.6011 |
|
2,50 |
onbeperkt |
||||
|
0709.6012 |
Paprika's, vers of gekoeld, van 1 april tot en met 31 oktober |
5,00 |
1 300 |
||||
|
|
Courgettes (inclusief bloemen van courgettes), vers of gekoeld: |
|
|
||||
|
0709.9950 |
|
0,00 |
2 000 |
||||
|
ex 0710.8090 |
Paddenstoelen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0711.9090 |
Groenten en mengsels van groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor consumptie |
0,00 |
150 |
||||
|
0712.2000 |
Gedroogde uien, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid |
0,00 |
100 |
||||
|
0713.1011 |
Gedroogde zaden van de erwt (Pisum sativum), in gehele staat, niet verwerkt, voor diervoeding |
Korting van 0,90 CHF op het geldende recht |
1 000 |
||||
|
0713.1019 |
Gedroogde zaden van de erwt (Pisum sativum), in gehele staat, niet verwerkt (uitgezonderd die voor diervoeding, voor technische doeleinden of voor brouwdoeleinden) |
0,00 |
1 000 |
||||
|
|
Hazelnoten (Corylus spp.), vers of gedroogd: |
|
|
||||
|
0802.2190 |
|
|
|
||||
|
0802.2290 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0802.3290 |
Noten |
0,00 |
100 |
||||
|
ex 0802.9090 |
Pijnboompitten, vers of gedroogd |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0805.1000 |
Sinaasappelen, vers of gedroogd |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Mandarijnen (met inbegrip van tangerines en satsuma's), clementines en wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers of gedroogd |
|
|
||||
|
0805.2100 |
mandarijnen (met inbegrip van tangerines en satsuma's) |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0805.2200 |
clementines |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0805.2900 |
andere |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0807.1100 |
Watermeloenen, vers |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
0807.1900 |
Meloenen, vers, andere dan watermeloenen |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Abrikozen, vers, in open verpakking: |
|
|
||||
|
0809.1011 |
|
|
|
||||
|
0809.1091 |
anders verpakt:
|
0,00 |
2 100 |
||||
|
0809.4013 |
Pruimen, vers, in open verpakking, van 1 juli tot en met 30 september |
0,00 |
600 |
||||
|
0810.1010 |
Aardbeien, vers, van 1 september tot en met 14 mei |
0,00 |
10 000 |
||||
|
0810.1011 |
Aardbeien, vers, van 15 mei tot en met 31 augustus |
0,00 |
200 |
||||
|
0810.2011 |
Frambozen, vers, van 1 juni tot en met 14 september |
0,00 |
250 |
||||
|
0810.5000 |
Kiwi's, vers |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
ex 0811.1000 |
Aardbeien, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, niet verpakt voor verkoop in het klein, bestemd voor industrieel gebruik |
10,00 |
1 000 |
||||
|
ex 0811.2090 |
Frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen en zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, niet verpakt voor de verkoop in het klein, bestemd voor industrieel gebruik |
10,00 |
1 200 |
||||
|
0811.9010 |
Blauwe bosbessen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0,00 |
200 |
||||
|
0811.9090 |
Eetbare vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen (uitgezonderd aardbeien, frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen, kruisbessen, blauwe bosbessen en tropische vruchten) |
0,00 |
1 000 |
||||
|
0904.2200 |
Vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, gedroogd, fijngemaakt of gemalen |
0,00 |
150 |
||||
|
0910.2000 |
Saffraan |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Tarwe en mengkoren (uitgezonderd harde tarwe), voor diervoeding |
|
|
||||
|
1001.9931 |
|
|
|
||||
|
1001.9939 |
|
Korting van 0,60 CHF op het geldende recht |
50 000 |
||||
|
|
Maïs voor diervoeding |
|
|
||||
|
1005.9031 |
|
|
|
||||
|
1005.9039 |
|
Korting van 0,50 CHF op het geldende recht |
13 000 |
||||
|
|
Olijfolie, verkregen bij de eerste persing, andere dan voor diervoeding: |
|
|
||||
|
1509.1091 |
|
60,60 (4) |
onbeperkt |
||||
|
1509.1099 |
|
86,70 (4) |
onbeperkt |
||||
|
|
Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, andere dan voor diervoeding: |
|
|
||||
|
1509.9091 |
|
60,60 (4) |
onbeperkt |
||||
|
1509.9099 |
|
86,70 (4) |
onbeperkt |
||||
|
ex 0210.1991 |
Hammen, gepekeld, zonder been, gewikkeld in een blaas of een kunstdarm ("jambon en vessie") |
|
|
||||
|
ex 0210.1991 |
Stukken kotelet zonder been, gerookt ("jambon saumoné") |
|
|
||||
|
ex 0210.1991 ex 1602.4910 |
Varkensnek, gepekeld en aan de lucht gedroogd, geheel, in stukken of in dunne plakken gesneden ("Coppa") |
|
|
||||
|
1601.0011 1601.0021 |
Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, en bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie, van dieren van de posten 0101 tot en met 0104 , andere dan everzwijnen |
0,00 |
3 715 |
||||
|
|
Tomaten, geheel of in stukken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur: |
|
|
||||
|
2002.1010 2002.1020 |
|
2,50 4 :50 |
onbeperkt |
||||
|
|
Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan gehele tomaten of tomaten in stukken: |
|
|
||||
|
2002.9010 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
2002.9021 |
Vruchtvlees, puree en concentraat van tomaten, in hermetisch gesloten recipiënten, met een drogestofgehalte van 25 gewichtspercenten of meer, bestaande uit tomaten en water, ook indien met toegevoegd zout of toegevoegde kruiden, in recipiënten van ten hoogste 5 kg |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
2002.9029 |
Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan gehele tomaten of tomaten in stukken, en andere dan vruchtvlees, puree of concentraat: |
|
|
||||
|
|
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
2003.1000 |
Paddenstoelen van het geslacht Agaricus, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
0,00 |
1 700 |
||||
|
|
Artisjokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan producten van post 2006: |
|
|
||||
|
ex 2004.9018 |
|
17,50 |
onbeperkt |
||||
|
ex 2004.9049 |
|
24,50 |
onbeperkt |
||||
|
|
Asperges, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan producten van post 2006: |
|
|
||||
|
2005.6010 |
|
|
|
||||
|
2005.6090 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Olijven, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan producten van post 2006: |
|
|
||||
|
2005.7010 |
|
|
|
||||
|
2005.7090 |
|
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Kappers en artisjokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan producten van post 2006: |
|
|
||||
|
ex 2005.9911 |
|
17,50 |
onbeperkt |
||||
|
ex 2005.9941 |
|
24,50 |
onbeperkt |
||||
|
2008.3090 |
Citrusvruchten, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
2008.5010 |
Vruchtvlees van abrikozen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, elders genoemd noch elders onder begrepen |
10,00 |
onbeperkt |
||||
|
2008.5090 |
Abrikozen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen |
15,00 |
onbeperkt |
||||
|
2008.7010 |
Vruchtvlees van perziken, op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, elders genoemd noch elders onder begrepen |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
2008.7090 |
Perziken, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen |
0,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Sap van andere citrusvruchten dan sinaasappelen, pompelmoezen of pomelo's, niet gegist, zonder toevoeging van alcohol: |
|
|
||||
|
ex 2009.3919 |
|
6,00 |
onbeperkt |
||||
|
ex 2009.3920 |
|
14,00 |
onbeperkt |
||||
|
|
Dessertwijnen, specialiteiten en mistella, in recipiënten: |
|
|
||||
|
2204.2150 |
|
8,50 |
onbeperkt |
||||
|
2204.2250 |
|
8,50 |
onbeperkt |
||||
|
2204.2960 |
|
8,50 |
onbeperkt |
||||
|
ex 2204.2150 |
Portwijn, in recipiënten van ten hoogste 2 l, volgens de omschrijving (6) |
0,00 |
1 000 hl |
||||
|
|
Retsina (Griekse witte wijn), volgens de omschrijving (7) |
|
|
||||
|
ex 2204.2121 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
||||
|
ex 2204.2221 |
|
|
|
||||
|
ex 2204.2222 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
||||
|
ex 2204.2923 |
|
|
|
||||
|
ex 2204.2924 |
|
0,00 |
500 hl |
||||
|
|
Honden- en kattenvoer, bestemd voor de detailhandel, in hermetisch gesloten recipiënten; |
|
|
||||
|
2309.1021 |
|
|
|
||||
|
2309.1029 |
|
0,00 |
6 000 (8) |
(1) Inclusief 480 ton Parmaham en San Daniele, overeenkomstig de correspondentie tussen Zwitserland en de EEG van 25 januari 1972.
(2) Inclusief 170 ton Bresaola, overeenkomstig de correspondentie tussen Zwitserland en de EEG van 25 januari 1972.
(3) Voor een totaal contingent per jaar van 60 000 stuks plantgoed.
(4) Inclusief de bijdrage voor het garantiefonds voor de verplichte opslag.
(5) Hieronder vallen alleen de producten in de zin van bijlage 7 bij de overeenkomst.
(6) Omschrijving: met "portwijn" wordt een kwaliteitswijn bedoeld die is geproduceerd in een bepaald gebied (de regio Porto in Portugal) in de zin van Verordening (EG) nr. 1493/1999.
(7) Omschrijving: met "retsina" wordt een tafelwijn bedoeld in de zin van punt A.2 van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 1493/1999.
(8) Concessie die Zwitserland aan de Europese Gemeenschap heeft verleend overeenkomstig de correspondentie van 30 juni 1996.
BIJLAGE 2
CONCESSIES VAN DE EUROPESE UNIE
De Europese Unie verleent voor de hierna vermelde producten van oorsprong uit Zwitserland de volgende tariefconcessies, in voorkomend geval tot een vastgestelde jaarlijkse hoeveelheid:
|
GN-code |
Omschrijving |
Toepasselijk douanerecht (EUR/100 kg nettogewicht) |
Jaarlijkse hoeveelheid (in tonnen nettogewicht) |
|
0102 29 41 0102 29 49 0102 29 51 0102 29 59 0102 29 61 0102 29 69 0102 29 91 0102 29 99 ex 0102 39 10 ex 0102 90 91 |
Levende runderen met een gewicht van meer dan 160 kg |
0,00 |
4 600 dieren |
|
ex 0210 20 90 |
Rundvlees zonder been, gedroogd |
0,00 |
1 200 |
|
ex 0401 40 10 0401 40 90 0401 50 11 0401 50 19 0401 50 31 0401 50 39 0401 50 91 0401 50 99 |
Room, met een vetgehalte van meer dan 6 gewichtspercenten |
0,00 |
2 000 |
|
0403 10 |
Yoghurt |
||
|
0402 29 11 ex 0404 90 83 |
Melk voor zuigelingen, luchtdicht verpakt in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 500 g, met een vetgehalte van meer dan 10 gewichtspercenten (1) |
43,80 |
onbeperkt |
|
0602 |
Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed |
0,00 |
onbeperkt |
|
0603 11 00 0603 12 00 0603 13 00 0603 14 00 0603 15 00 0603 19 |
Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers |
0,00 |
onbeperkt |
|
0701 10 00 |
Pootaardappelen, vers of gekoeld |
0,00 |
4 000 |
|
0702 00 00 |
Tomaten, vers of gekoeld |
0,00 (2) |
1 000 |
|
0703 10 19 0703 90 00 |
Uien (andere dan plantuitjes) Prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld |
0,00 |
5 000 |
|
0704 10 00 0704 90 |
Rodekool, wittekool, bloemkool, boerenkool, koolrabi en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, behalve spruitjes, vers of gekoeld |
0,00 |
5 500 |
|
0705 |
Sla (Lactuca sativa), andijvie, witloof en andere cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld |
0,00 |
3 000 |
|
0706 10 00 |
Wortelen en rapen, vers of gekoeld |
0,00 |
5 000 |
|
0706 90 10 0706 90 90 |
Kroten, schorseneren, knolselderij, radijs en dergelijke eetbare wortelen en knollen, behalve mierikswortel (Cochlearia armoracia), vers of gekoeld |
0,00 |
3 000 |
|
0707 00 05 |
Komkommers, vers of gekoeld |
0,00 (2) |
1 000 |
|
0708 20 00 |
Bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.), vers of gekoeld |
0,00 |
1 000 |
|
0709 30 00 |
Aubergines, vers of gekoeld |
0,00 |
500 |
|
0709 40 00 |
Selderij, andere dan knolselderij, vers of gekoeld |
0,00 |
500 |
|
0709 51 00 0709 59 |
Paddenstoelen en truffels, vers of gekoeld |
0,00 |
onbeperkt |
|
0709 70 00 |
Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, vers of gekoeld |
0,00 |
1 000 |
|
0709 99 10 |
Sla, andere dan "Lactuca sativa" en andere dan cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld |
0,00 |
1 000 |
|
0709 99 20 |
Snijbiet en kardoen, vers of gekoeld |
0,00 |
300 |
|
0709 99 50 |
Venkel, vers of gekoeld |
0,00 |
1 000 |
|
0709 93 10 |
Courgettes, vers of gekoeld |
0,00 (2) |
1 000 |
|
0709 93 90 0709 99 90 |
Andere groenten, vers of gekoeld |
0,00 |
1 000 |
|
0710 80 61 0710 80 69 |
Paddenstoelen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
0,00 |
onbeperkt |
|
0712 90 |
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, zelfs indien op basis van eerder gekookte groenten, doch niet op andere wijze bereid, behalve uien, paddenstoelen en truffels |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 0808 10 80 |
Appelen, andere dan persappelen voor de ciderbereiding, vers |
0,00 (2) |
3 000 |
|
0808 30 0808 40 |
Peren en kweeperen, vers |
0,00 (2) |
3 000 |
|
0809 10 00 |
Abrikozen, vers |
0,00 (2) |
500 |
|
0809 29 00 |
Kersen, andere dan zure kersen (Prunus cerasus), vers |
0,00 (2) |
1 500 (3) |
|
0809 40 |
Pruimen en sleepruimen, vers |
0,00 (2) |
1 000 |
|
0810 10 00 |
Aardbeien |
0,00 |
200 |
|
0810 20 10 |
Frambozen, vers |
0,00 |
100 |
|
0810 20 90 |
Bramen, moerbeien en loganbessen, vers |
0,00 |
100 |
|
1106 30 10 |
Meel, gries en poeder van bananen |
0,00 |
5 |
|
1106 30 90 |
Meel, gries en poeder van ander fruit van hoofdstuk 8 |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 0210 19 50 |
Hammen, gepekeld, zonder been, gewikkeld in een blaas of een kunstdarm |
0,00 |
1 900 |
|
ex 0210 19 81 |
Stukken kotelet zonder been, gerookt |
||
|
ex 0210 19 81 ex 1602 49 19 |
Varkensnek, gepekeld en aan de lucht gedroogd, geheel, in stukken of in dunne plakken gesneden |
||
|
ex 1601 00 |
Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, en bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie, van dieren van de posten 0101 tot en met 0104 , andere dan everzwijnen |
||
|
ex 2002 90 91 ex 2002 90 99 |
Tomatenpoeder, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
2003 90 90 |
Paddenstoelen, andere dan van het geslacht Agaricus, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
0,00 |
onbeperkt |
|
0710 10 00 |
Aardappelen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
|
|
|
2004 10 10 2004 10 99 |
Aardappelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van meel, griesmeel of vlokken |
|
|
|
2005 20 80 |
Aardappelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van bereidingen in de vorm van meel, griesmeel of vlokken, en bereidingen in schijfjes, gebakken, ook indien gezouten of gearomatiseerd, luchtdicht verpakt, geschikt voor onmiddellijk verbruik |
0,00 |
3 000 |
|
ex 2005 91 00 ex 2005 99 |
Poeder bereid van groenten en mengsels van groenten, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2008 30 |
Vlokken en poeder van citrusvruchten, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2008 40 |
Vlokken en poeder van peren, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2008 50 |
Vlokken en poeder van abrikozen, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
2008 60 |
Kersen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen |
0,00 |
500 |
|
ex 0811 90 19 ex 0811 90 39 |
Kersen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
||
|
0811 90 80 |
Kersen, andere dan zure kersen (Prunus cerasus), ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen |
||
|
ex 2008 70 |
Vlokken en poeder van perziken, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2008 80 |
Vlokken en poeder van aardbeien, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2008 99 |
Vlokken en poeder van andere vruchten, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2009 19 |
Poeder van sinaasappelsap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2009 21 00 ex 2009 29 |
Poeder van pompelmoessap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2009 31 ex 2009 39 |
Poeder van sap van andere citrusvruchten, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2009 41 ex 2009 49 |
Poeder van ananassap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2009 71 ex 2009 79 |
Poeder van appelsap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0,00 |
onbeperkt |
|
ex 2009 81 ex 2009 89 |
Poeder van sap van andere vruchten of groenten, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0,00 |
onbeperkt |
(1) In het kader van de toepassing van deze onderverdeling wordt onder "melk voor zuigelingen" verstaan: producten die vrij zijn van ziekteverwekkende en toxicogene kiemen, en met minder dan 10 000 levensvatbare aërobe bacteriën en minder dan twee coliforme bacteriën per gram.
(2) In voorkomend geval is een specifiek recht en niet het minimumrecht van toepassing.
(3) Met inbegrip van de 1 000 ton overeenkomstig de correspondentie van 14 juli 1986.
(4) Zie de gemeenschappelijke verklaring betreffende de tariefindeling van groentepoeder en vruchtenpoeder.