ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
65e jaargang |
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
BESLUITEN
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/1 |
BESLUIT (EU) 2022/2512 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 december 2022
betreffende de niet-aanvaarding van in Oekraïne en Georgië afgegeven reisdocumenten van de Russische Federatie
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten a) en b),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Naar aanleiding van de illegale annexatie door de Russische Federatie (Rusland) van de Autonome Republiek Krim en de stad Sebastopol in 2014 en haar aanhoudende destabiliserende optreden in het oosten van Oekraïne heeft de Unie tot op heden uiteenlopende sancties ingesteld: economische sancties in verband met de onvolledige uitvoering van de akkoorden die onder auspiciën van de Tripartiete Contactgroep van de OVSE werden ondertekend in Minsk als respons op de crisis in en rond Oekraïne (de “akkoorden van Minsk”), sancties met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, en sancties naar aanleiding van de illegale annexatie van de Autonome Republiek Krim en de stad Sebastopol door Rusland. |
(2) |
Als ondertekenaar van de akkoorden van Minsk draagt Rusland een duidelijke en rechtstreekse verantwoordelijkheid om in de geest van de daarin vervatte beginselen te werken aan een vreedzame oplossing van het conflict. Door het besluit te nemen tot erkenning van de niet onder het gezag van de regering vallende gebieden in het oosten van Oekraïne als onafhankelijke entiteiten, heeft Rusland onmiskenbaar in strijd met de akkoorden van Minsk gehandeld, die bepalen dat die gebieden weer volledig onder het gezag van de Oekraïense regering moeten worden gebracht. Dat besluit en het daaruit voortvloeiende besluit om Russische troepen naar die gebieden te sturen, vormen een verdere ondermijning van de soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne en een ernstige inbreuk op het internationale recht en een aantal internationale overeenkomsten, waaronder het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs en het Memorandum van Boedapest. |
(3) |
Op 24 februari 2022 veroordeelde de Europese Raad tezamen met zijn internationale partners de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne in de krachtigste bewoordingen, en betuigde hij volledige solidariteit met Oekraïne en de Oekraïense bevolking. Voorts eiste de Europese Raad in zijn conclusies van 24 februari 2022 dat Rusland zijn militaire operaties onmiddellijk staakt, al zijn troepen en militair materieel onvoorwaardelijk uit het gehele grondgebied van Oekraïne terugtrekt en de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen volledig eerbiedigt. Dat standpunt werd door de Europese Raad herhaald in zijn conclusies van 25 maart, 31 mei en 24 juni 2022. |
(4) |
Wat betreft Georgië veroordeelde de Europese Raad op 1 september 2008 in de conclusies van het voorzitterschap van de buitengewone Europese Raad met klem het unilaterale besluit van Rusland om de onafhankelijkheid van Abchazië en Zuid-Ossetië te erkennen, en drong hij er bij andere landen op aan hun onafhankelijkheid niet te erkennen. |
(5) |
Militaire agressie in een buurland van de Unie, zoals de militaire agressie die in Oekraïne plaatsvindt en die aanleiding heeft gegeven tot de beperkende maatregelen, rechtvaardigt maatregelen ter bescherming van de wezenlijke veiligheidsbelangen van de Unie en haar lidstaten. |
(6) |
Sinds de illegale annexatie van de Autonome Republiek Krim en de stad Sebastopol op 18 maart 2014 geeft Rusland Russische internationale paspoorten af aan ingezetenen van die gebieden. Op 24 april 2019 ondertekende de president van de Rusland een decreet ter vereenvoudiging van de procedure waarmee ingezetenen van de niet onder regeringsgezag vallende Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk het Russische staatsburgerschap kunnen verkrijgen en waaronder ook de afgifte van Russische internationale paspoorten aan die ingezetenen valt. Bij decreet van 11 juli 2022 breidde Rusland de systematische afgifte van gewone Russische internationale paspoorten uit tot andere niet onder regeringsgezag vallende Oekraïense gebieden, meer bepaald de regio’s Cherson en Zaporizja. In mei 2022 voerde Rusland een vereenvoudigde Russische naturalisatieprocedure in voor weeskinderen uit de zogenoemde Volksrepubliek Donetsk en de zogenoemde Volksrepubliek Loehansk, alsmede uit Oekraïne. Het decreet is ook van toepassing op kinderen zonder ouderlijke zorg en op handelingsonbekwame personen die inwoner zijn van die twee bezette gebieden. De systematische afgifte van Russische paspoorten in die bezette gebieden vormt een verdere inbreuk op het internationaal recht en de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne. |
(7) |
De Unie en haar lidstaten alsmede IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein hebben de illegale annexatie door Rusland niet erkend en hebben de illegale bezetting van Oekraïense regio’s en gebieden door Rusland veroordeeld. Dit betreft in het bijzonder de illegale annexatie van de Autonome Republiek Krim en de stad Sebastopol, de illegale bezetting van de regio’s Donetsk en Loehansk, maar ook de illegale bezetting van gebieden in andere oostelijke en zuidelijke Oekraïense regio’s, met name Cherson en Zaporizja. In die regio’s en gebieden afgegeven reisdocumenten van de Russische Federatie (Russische reisdocumenten) worden niet erkend of binnenkort niet erkend door de lidstaten, noch door IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein. Hetzelfde geldt voor Russische reisdocumenten die zijn afgegeven in de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit niet onder Georgisch regeringsgezag staande Georgische gebieden Abchazië en Zuid-Ossetië (afgescheiden gebieden). |
(8) |
Teneinde een gemeenschappelijk visumbeleid en een gemeenschappelijke aanpak van de controles waaraan personen bij het overschrijden van de buitengrenzen worden onderworpen, te waarborgen is het zaak dat Russische reisdocumenten die in door Rusland bezette regio’s of gebieden in Oekraïne of in afgescheiden gebieden in Georgië, dan wel aan ingezetenen van die regio’s of gebieden zijn afgegeven, niet als geldige reisdocumenten voor visumafgifte of overschrijding van de buitengrenzen worden aanvaard. De lidstaten moeten een uitzondering kunnen maken voor personen die reeds Russisch staatsburger waren op de datum waarop er met de afgifte van de Russische reisdocumenten in de bezette regio, het bezette gebied of het afgescheiden gebied werd begonnen. Die uitzondering moet ook gelden voor de nakomelingen van dergelijke personen. De lidstaten moeten daarnaast een uitzondering kunnen maken indien een persoon minderjarig of handelingsonbekwaam was ten tijde van de afgifte van een dergelijk reisdocument. |
(9) |
Dit besluit heeft geen gevolgen voor de bevoegdheid van de lidstaten om reisdocumenten te erkennen. |
(10) |
Om redenen van rechtszekerheid en transparantie moet de Commissie met hulp van de lidstaten een lijst opstellen van Russische reisdocumenten die niet worden aanvaard. Die lijst moet de data bevatten met ingang waarvan die reisdocumenten werden afgegeven en met ingang waarvan die reisdocumenten niet mogen worden aanvaard. De Commissie moet een uitvoeringshandeling met die lijst vaststellen. Die uitvoeringshandeling moet worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en de lijst moet worden opgenomen in de lijst van reisdocumenten die is opgesteld bij Besluit nr. 1105/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) in een tabel van door derde landen en territoriale entiteiten afgegeven reisdocumenten die online openbaar is. |
(11) |
Dit besluit doet geen afbreuk aan het recht van vrij verkeer van burgers van de Unie en hun respectieve familieleden, noch aan de mogelijkheid van dergelijke familieleden om het grondgebied van de lidstaten binnen te komen zonder een geldig reisdocument in de zin van met name Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) en de door de Unie en de lidstaten, enerzijds, en bepaalde derde landen, anderzijds, gesloten overeenkomsten inzake het vrije verkeer van personen. Richtlijn 2004/38/EG staat onder de daarin vermelde voorwaarden beperkingen van het vrije verkeer toe om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid. |
(12) |
Dit besluit is in overeenstemming met de grondrechten en beginselen die met name door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. |
(13) |
Dit besluit doet geen afbreuk aan het asielacquis van de Unie, met name het recht om internationale bescherming aan te vragen. Zoals gememoreerd in de mededeling van de Commissie van 4 maart 2022 getiteld “Met operationele richtsnoeren voor het beheer van de buitengrenzen om grensoverschrijdingen aan de grenzen tussen de EU en Oekraïne te faciliteren”, behouden de lidstaten de mogelijkheid om houders van in dit besluit bedoelde reisdocumenten die derhalve niet voldoen aan een of meer van de toegangsvoorwaarden in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad (4) en die niet hebben gebruikgemaakt van hun recht om internationale bescherming aan te vragen, in individuele gevallen toegang tot het grondgebied van de lidstaten te verlenen, zoals bepaald in de artikelen 25 en 29 van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) en in artikel 6, lid 5, van Verordening (EU) 2016/399. Die uitzonderingen moeten in de huidige crisis zo ruim mogelijk worden toegepast, met name om alle personen die binnen het toepassingsgebied van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad (6) vallen, toegang te verlenen. |
(14) |
Daar de doelstelling van dit besluit, namelijk het versterken van de werking van het gemeenschappelijk visumbeleid en het Schengengebied door invoering van een verplichting om bepaalde reisdocumenten niet te aanvaarden voor de afgifte van een visum en het overschrijden van de buitengrenzen, niet voldoende door de lidstaten, maar beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om de doelstelling te verwezenlijken. |
(15) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over dit besluit of het dit in zijn nationale wetgeving zal omzetten. |
(16) |
Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (7). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(17) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (8) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (9). |
(18) |
Wat Zwitserland betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (10) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (11). |
(19) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (12) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (13). |
(20) |
Wat Cyprus, Bulgarije, en Roemenië en Kroatië betreft, vormt artikel 1, punt a), van dit besluit een handeling die voortbouwt op of op andere wijze is gerelateerd aan het Schengenacquis in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011, terwijl artikel 1, punt b), een handeling is die voortbouwt op of op andere wijze is gerelateerd aan het Schengenacquis in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2011. |
(21) |
Gezien de urgentie van de situatie wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het VEU, aan het VWEU en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. |
(22) |
Opdat de maatregelen waarin dit besluit voorziet direct kunnen worden toegepast en gezien de urgentie van de situatie in door Rusland bezette regio’s of gebieden in Oekraïne alsook in afgescheiden gebieden in Georgië, moet dit besluit met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Reisdocumenten van de Russische Federatie (“Russische reisdocumenten”) die zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — regio’s of gebieden in Oekraïne die worden bezet door de Russische Federatie, of afgescheiden gebieden in Georgië die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit niet onder Georgisch regeringsgezag staan, worden niet aanvaard als geldige reisdocumenten voor de volgende doeleinden:
a) |
de afgifte van een visum overeenkomstig Verordening (EG) nr. 810/2009; |
b) |
het overschrijden van de buitengrenzen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399. |
Artikel 2
In afwijking van artikel 1 kan een artikel 1 bedoeld Russisch reisdocument worden aanvaard:
a) |
indien de houder ervan vóór de relevante datum vermeld in de in artikel 3 bedoelde uitvoeringshandeling een Russisch staatsburger was, of indien de houder ervan een nakomeling van een dergelijke Russische staatsburger is; |
b) |
indien de houder ervan op het tijdstip van de afgifte van een dergelijk reisdocument een minderjarige of een handelingsonbekwame persoon was. |
De lidstaten kunnen houders van in dit besluit bedoelde reisdocumenten in individuele gevallen toegang tot het grondgebied van de lidstaten verlenen, zoals bepaald in de artikelen 25 en 29 van Verordening (EG) nr. 810/2009 en in artikel 6, lid 5, van Verordening (EU) 2016/399.
Dit besluit doet geen afbreuk aan het asielacquis van de Unie, met name het recht om internationale bescherming aan te vragen.
Artikel 3
De Commissie stelt met hulp van de lidstaten een lijst van de in artikel 1 bedoelde reisdocumenten op, met vermelding van de data waarop er met de afgifte van die reisdocumenten werd begonnen.
De Commissie stelt een uitvoeringshandeling met de in de eerste alinea bedoelde lijst vast. Die uitvoeringshandeling wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en de lijst wordt in de bij Besluit nr. 1105/2011/EU vastgestelde lijst van reisdocumenten opgenomen.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Straatsburg, 14 december 2022.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
M. BEK
(1) Standpunt van het Europees Parlement van 24 november 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 december 2022.
(2) Besluit nr. 1105/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de lijst van reisdocumenten waarmee de houder de buitengrenzen kan overschrijden en waarin een visum kan worden aangebracht en betreffende de invoering van een mechanisme voor het opstellen van deze lijst (PB L 287 van 4.11.2011, blz. 9).
(3) Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
(4) Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).
(6) Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PB L 71 van 4.3.2022, blz. 1).
(7) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(8) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(9) Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
(10) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(11) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(12) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(13) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/6 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/2513 VAN DE COMMISSIE
van 26 september 2022
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 wat betreft het maximumbedrag van de steun voor uitdemarktnemingen van groenten en fruit voor gratis verstrekking
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 37, punt d), iv),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Titel II van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie (2) bevat voorschriften inzake de activiteiten en operationele programma’s van producentenorganisaties in de sector groenten en fruit. Hoofdstuk III van die titel bevat voorschriften voor crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen, waaronder uitdemarktnemingen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/652 van de Commissie (3) wijzigde Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 wat betreft de steun voor uitdemarktnemingen van verwerkte groenen en fruit voor gratis verstrekking, teneinde overcompensatie van dergelijke uitdemarktnemingen te voorkomen. |
(3) |
De ervaring van de lidstaten en de producentenorganisaties met de uitvoering van de voorschriften inzake dergelijke uitdemarktnemingen in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891, zoals gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/652, heeft echter geleerd dat het voor bepaalde producten zeer moeilijk of onmogelijk is bepaalde van die voorschriften na te leven. In artikel 45, lid 1, vierde alinea, van die verordening is met name bepaald dat de som van de vergoeding voor uitdemarktneming, de sorteer- en verpakkingskosten en de vervoerskosten niet hoger mag zijn dan de gemiddelde marktprijs “af verwerker” of “af producentenorganisatie” van het desbetreffende verwerkte product in de laatste drie jaar, indien de gratis verstrekking na verwerking plaatsvindt. De vergoeding voor uitdemarktneming in het kader van de gratis verstrekking van groenten en fruit heeft echter betrekking op het verse product dat gesorteerd en verpakt is en geleverd is op de plaats van bestemming, namelijk de liefdadigheidsinstelling waaraan het ten goede komt, terwijl de gemiddelde, niet te overschrijden marktprijs betrekking heeft op een verwerkt product op de plaats van verzending “af producentenorganisatie” of “af verwerker”. Uit de door de lidstaten en producentenorganisaties verstrekte analyse blijkt dat voor bepaalde producten, met name zomerfruit, helemaal niet aan die voorwaarden kon worden voldaan omdat de vergeleken elementen onderling van elkaar verschillen (bv. op de plaats van bestemming geleverde verse producten versus verwerkte producten op de plaats van verzending). Daarom moeten de desbetreffende bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 worden gewijzigd, terwijl tegelijk voldoende elementen worden behouden om overcompensatie van uitdemarktnemingen te voorkomen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
Met het oog op de gelijke behandeling van de producentenorganisaties die in het productiejaar 2022 groenten en fruit uit de markt nemen voor gratis verstrekking, moet de nieuwe berekeningsmethode de gehele oogstperiode bestrijken. Aangezien de oogst van perziken en nectarines elk jaar vanaf april begint, moet deze verordening derhalve van toepassing zijn met ingang van 1 april 2022, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 45, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door: “De som van de sorteer- en verpakkingskosten voor uit de markt genomen groenten en fruit voor gratis verstrekking, als bedoeld in artikel 17, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 en opgesomd in bijlage V bij die verordening, opgeteld bij het maximumbedrag van de steun voor uitdemarktnemingen als bedoeld in de eerste alinea van dit lid, mag niet hoger zijn dan 80 % van de gemiddelde marktprijs “af producentenorganisatie” van het desbetreffende verse product in de laatste drie jaar.”. |
2) |
In artikel 46, lid 2, wordt de vierde alinea vervangen door: “De lidstaten mogen betalingen in nature door begunstigden van de gratis verstrekking van uit de markt genomen groenten en fruit die worden verwerkt, toestaan wanneer met die betaling enkel de verwerkings-, sorteer- en verpakkingskosten worden vergoed en wanneer de lidstaat waar de betaling wordt verricht, regels heeft aangenomen die ervoor zorgen dat de verwerkte producten bestemd zijn om te worden geconsumeerd door de in de tweede alinea van dit lid bedoelde eindontvangers. De in artikel 45, lid 1, vierde alinea, vastgestelde limiet is van toepassing.”. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 april 2022.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 september 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie van 13 maart 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de in deze sectoren toe te passen sancties en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie (PB L 138 van 25.5.2017, blz. 4).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/652 van de Commissie van 10 februari 2021 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 wat betreft de activiteiten en operationele programma’s van producentenorganisaties in de sector groenten en fruit (PB L 135 van 21.4.2021, blz. 4).
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/8 |
VERORDENING (EU) 2022/2514 VAN DE COMMISSIE
van 14 december 2022
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 717/2014 wat de toepassingsperiode ervan betreft
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 4,
Gezien Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde soorten horizontale steunmaatregelen (1), en met name artikel 2, lid 1,
Na raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In 2019 is de Commissie begonnen met een evaluatie van de prestaties van de sectorale instrumenten die van toepassing zijn op staatssteun in de visserij- en aquacultuursector sinds de goedkeuring ervan in 2014-2015, waaronder Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie (2), om ze te wijzigen of te vervangen voor de periode 2021-2027. Uit de resultaten van die evaluatie blijkt dat Verordening (EU) nr. 717/2014 een relevant, efficiënt en doeltreffend instrument blijft, met name om lidstaten in de gelegenheid te stellen snel te reageren op negatieve kortetermijngevolgen van onverwachte gebeurtenissen die de economische prestaties van levensvatbare marktdeelnemers kunnen aantasten en banen in gevaar kunnen brengen. |
(2) |
In het kader van de in overweging 1 bedoelde evaluatie en om ervoor te zorgen dat de lidstaten kleine steunbedragen kunnen blijven toekennen in afwachting van de goedkeuring van Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad (3), is bij Verordening (EU) 2020/2008 van de Commissie (4) de toepassingsperiode van Verordening (EU) nr. 717/2014 verlengd tot en met 31 december 2022. |
(3) |
Na de raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun op 11 maart 2022 en 9 september 2022 en in het licht van de opmerkingen die in het kader van de openbare raadpleging zijn ontvangen, is de Commissie blijven nadenken over de reikwijdte van de wijziging van Verordening (EU) nr. 717/2014. |
(4) |
Om de Commissie in staat te stellen haar definitieve standpunt ter zake te bepalen en ervoor te zorgen dat de lidstaten kleine steunbedragen kunnen blijven toekennen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 717/2014, is het raadzaam de toepassingsperiode ervan te verlengen met ingang van 1 januari 2023 en tot en met 31 december 2023. |
(5) |
Om te waarborgen dat de lidstaten zonder onderbreking de-minimissteun kunnen blijven toekennen, moet deze verordening met spoed in werking treden. |
(6) |
Verordening (EU) nr. 717/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 8 van Verordening (EU) nr. 717/2014 wordt de tweede alinea vervangen door:
“Zij is van toepassing tot en met 31 december 2023.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 248 van 24.9.2015, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45).
(3) Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 (PB L 247 van 13.7.2021, blz. 1).
(4) Verordening (EU) 2020/2008 van de Commissie van 8 december 2020 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 702/2014, (EU) nr. 717/2014 en (EU) nr. 1388/2014 wat betreft de periode van toepassing ervan en andere desbetreffende aanpassingen (PB L 414 van 9.12.2020, blz. 15).
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/10 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2515 VAN DE COMMISSIE
van 15 december 2022
betreffende het verlenen van onbeperkte rechtenvrije toegang tot de Unie voor 2023 voor bepaalde goederen van oorsprong uit Noorwegen, die zijn verkregen door verwerking van in Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde landbouwproducten
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (1), en met name artikel 16, lid 1, punt a),
Gezien Besluit 2004/859/EG van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen over Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (2), en met name artikel 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen van 14 mei 1973 (3) (hierna “de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen” genoemd) en Protocol 3 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna de “EER-overeenkomst” genoemd) (4), zoals gewijzigd bij Besluit nr. 140/2001 van het Gemengd Comité van de EER van 23 november 2001 tot wijziging van de Protocollen 2 en 3 van de EER-overeenkomst betreffende verwerkte en andere landbouwproducten (5), zijn de handelsregelingen tussen de Unie en het Koninkrijk Noorwegen voor bepaalde landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten vastgesteld. |
(2) |
In Protocol 3 bij de EER-overeenkomst is een nulrecht vastgelegd voor water met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, ingedeeld onder GN-code 2202 10 00, en andere alcoholvrije dranken, geen producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van producten van de posten 0401 tot en met 0404 bevattend, ingedeeld onder GN-code 2202 90 10. |
(3) |
Op 1 januari 2017 is GN-code 2202 90 vervangen door de GN-codes 2202 91 00 en 2202 99, die zijn vervangen door GN-code 2202 10 00. Daarom moet deze verordening van toepassing zijn op producten van de GN-code 2202 10 00, ex 2202 91 00 en ex 2202 99. |
(4) |
Bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen over Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (6) (hierna “de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling” genoemd) wordt de rechtenvrije regeling die op grond van Protocol nr. 2 wordt toegepast op goederen die zijn ingedeeld onder de GN-codes 2202 10 00 (water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd) en ex 2202 90 10 (andere alcoholvrije dranken, suiker bevattend), vervangen door de GN-code 2202 10 00, ex 2202 91 00 en ex 2202 99. Op grond van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is de rechtenvrije invoer van die goederen van oorsprong uit Noorwegen alleen toegestaan binnen de grenzen van een rechtenvrij contingent. Voor invoer die dit rechtenvrij contingent overschrijdt, moeten invoerrechten worden betaald. |
(5) |
Daarnaast moet ingevolge de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling de producten in kwestie onbeperkt rechtenvrij toegang tot de Unie worden verleend als het tariefcontingent op 31 oktober van het voorgaande jaar nog niet is uitgeput. |
(6) |
Volgens gegevens die aan de Commissie zijn verstrekt, was het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2154 van de Commissie (7) geopende jaarlijkse contingent voor 2022 voor het water en de dranken in kwestie niet uitgeput op 31 oktober 2022. Daarom moet de producten in kwestie van 1 januari tot en met 31 december 2023 onbeperkt rechtenvrij toegang tot de Unie worden verleend. |
(7) |
Daarom moet voor het jaar 2023 de tijdelijke schorsing van de vrijstellingsregeling overeenkomstig Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen niet worden toegepast. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer in verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I vallen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Van 1 januari tot en met 31 december 2023 krijgen goederen van oorsprong uit Noorwegen die in de bijlage zijn vermeld, onbeperkte rechtenvrije toegang tot de Unie.
2. De oorsprongsregels die zijn vastgesteld in Protocol nr. 3 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen, zijn van toepassing op de goederen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.
(2) PB L 370 van 17.12.2004, blz. 70.
(3) PB L 171 van 27.6.1973, blz. 2.
(4) PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
(5) PB L 22 van 24.1.2002, blz. 34.
(6) PB L 370 van 17.12.2004, blz. 72.
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2154 van de Commissie van 16 december 2019 tot opening, voor 2020, van een tariefcontingent voor de invoer in de Unie van bepaalde goederen van oorsprong uit Noorwegen, die zijn verkregen door verwerking van in Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde landbouwproducten (PB L 327 van 17.12.2019, blz. 66).
BIJLAGE
Goederen van oorsprong uit Noorwegen waaraan van 1 januari tot en met 31 december 2023 onbeperkte rechtenvrij toegang tot de Unie moet worden verleend
Volgnummer |
GN-code |
Taric-code |
Omschrijving van de goederen |
||
09.0709 |
2202 10 00 |
|
|
||
ex 2202 91 00 |
10 |
|
|||
ex 2202 99 11 |
11 19 |
|
|||
ex 2202 99 15 |
11 19 |
|
|||
ex 2202 99 19 |
11 19 |
|
BESLUITEN
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/13 |
BESLUIT (EU) 2022/2516 VAN DE RAAD
van 14 november 2022
tot benoeming van twee plaatsvervangers in het Comité van de Regio's, voorgedragen door het Koninkrijk Spanje
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,
Gezien Besluit (EU) 2019/852 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's (1),
Gezien de voordrachten van de Spaanse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens artikel 300, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bestaat het Comité van de Regio's uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering. |
(2) |
Op 10 december 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/2157 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (2) vastgesteld. |
(3) |
In het Comité van de Regio's zijn twee zetels van plaatsvervanger vrijgekomen vanwege het einde van de nationale mandaten op grond waarvan de heer Manuel Alejandro CARDENETE FLORES en mevrouw María SÁNCHEZ RUIZ waren voorgedragen. |
(4) |
De Spaanse regering heeft de volgende vertegenwoordigers van regionale gemeenschappen die in een regionaal lichaam zijn gekozen of die politiek verantwoording zijn verschuldigd aan een gekozen vergadering, voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, voorgedragen als plaatsvervanger in het Comité van de Regio's: mevrouw Ana Belén ÁLVAREZ FERNÁNDEZ, Consejera de Economía y Hacienda del Gobierno de Cantabria (regionaal minister van Economische Zaken en Financiën, regering van Cantabrië), en de heer José Enrique MILLO ROCHER, Secretario General de Acción Exterior, Unión Europea y Cooperación, Junta de Andalucía (secretaris-generaal voor Extern Optreden, Europese Unie en Samenwerking, regering van Andalusië), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De volgende vertegenwoordigers van regionale gemeenschappen die in een lichaam zijn gekozen of die politiek verantwoording zijn verschuldigd aan een gekozen vergadering, worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, tot plaatsvervanger in het Comité van de Regio's benoemd:
— |
mevrouw Ana Belén ÁLVAREZ FERNÁNDEZ, Consejera de Economía y Hacienda del Gobierno de Cantabria (regionaal minister van Economische Zaken en Financiën, regering van Cantabrië); |
— |
de heer José Enrique MILLO ROCHER, Secretario General de Acción Exterior, Unión Europea y Cooperación, Junta de Andalucía (secretaris-generaal voor Extern Optreden, Europese Unie en Samenwerking, regering van Andalusië). |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 14 november 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) PB L 139 van 27.5.2019, blz. 13.
(2) Besluit (EU) 2019/2157 van de Raad van 10 december 2019 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 327 van 17.12.2019, blz. 78).
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/15 |
BESLUIT (EU) 2022/2517 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van dat comité en de voortzetting van de overeenkomst
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg (1) (“de overeenkomst”) is door de Unie ondertekend overeenkomstig Besluit (EU) 2022/1165 van de Raad (2) en wordt sinds 29 juni 2022 voorlopig toegepast. |
(2) |
Bij artikel 6, lid 1, van de overeenkomst is een gemengd comité opgericht dat de toepassing en uitvoering van deze overeenkomst volgt en er toezicht op houdt en dat de werking van de overeenkomst regelmatig toetst in het licht van haar doelstellingen. |
(3) |
Artikel 6, lid 6, van de overeenkomst bepaalt dat het gemengd comité zijn reglement van orde dient vast te stellen. Om de correcte uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moet het reglement van orde van het gemengd comité worden vastgesteld. |
(4) |
Zoals bepaald in artikel 5 van de overeenkomst, is de overeenkomst van toepassing tot en met 31 maart 2023. Het gemengd comité wordt echter uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst bijeengeroepen om te beoordelen of de overeenkomst moet worden voortgezet. |
(5) |
Om zowel de Unie als de Republiek Moldavië in staat te stellen de voordelen van de overeenkomst te blijven benutten, moet deze tot en met 30 juni 2024 worden verlengd. |
(6) |
Tijdens zijn vergadering van 15 december 2022 moet het gemengd comité besluiten vaststellen tot vaststelling van zijn reglement van orde en over de noodzaak om de overeenkomst voort te zetten, met inbegrip van de duur van die verlenging. |
(7) |
Aangezien de besluiten van het gemengd comité bindend zijn voor de Unie, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het gemengd comité moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van dit reglement van orde en de voortzetting van de overeenkomst. |
(8) |
Het standpunt van de Unie in de Gemengde Commissie moet derhalve worden gebaseerd op de aangehechte ontwerpbesluiten, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het bij artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake het goederenvervoer over de weg (“de overeenkomst”) opgerichte gemengd comité met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van dat comité en betreffende de voortzetting van de overeenkomst, met inbegrip van de duur daarvan, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het gemengd comité (3).
Kleine wijzigingen van de ontwerpbesluiten van het gemengd comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het gemengd comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
Z. NEKULA
(1) PB L 181 van 7.7.2022, blz. 4.
(2) Besluit (EU) 2022/1165 van de Raad van 27 juni 2022 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende het goederenvervoer over de weg tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië (PB L 181 van 7.7.2022, blz. 1).
(3) Zie documenten ST 15347/22 ADD1 en ST 15347/22 ADD2 op http://register.consilium.europa.eu
ONTWERP
BESLUIT Nr. 1/2022 VAN HET BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË INZAKE GOEDERENVERVOER OVER DE WEG OPGERICHTE GEMENGD COMITÉ
van …
betreffende de vaststelling zijn reglement van orde
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg (1), en met name artikel 6, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 6, lid 6, van de overeenkomst dient het gemengd comité zijn reglement van orde vast te stellen. Daarom moet het reglement van orde in de bijlage bij dit besluit worden vastgesteld,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Reglement van orde
Het reglement van orde van het gemengd comité, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt vastgesteld.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …,
Voor het gemengd comité
De medevoorzitters
BIJLAGE
Reglement van orde van het gemengd comité
Artikel 1
Delegatiehoofden
1. Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen. Elke partij stelt een hoofd en eventueel een adjunct-hoofd van haar delegatie aan. Het hoofd van de delegatie kan worden vervangen door het adjunct-hoofd of door een voor een bepaalde vergadering aangewezen persoon.
2. Het gemengd comité wordt om beurt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de Republiek Moldavië. Het hoofd van de betrokken delegatie, of bij diens afwezigheid, het adjunct-hoofd of de ter vervanging aangewezen persoon, treedt op als voorzitter.
Artikel 2
Vergaderingen
1. Het gemengd comité komt bijeen wanneer dat nodig is. Elke partij kan een verzoek indienen om een vergadering te beleggen. Het gemengd comité wordt eveneens uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst bijeengeroepen om te beoordelen of het nodig is de overeenkomst voort te zetten overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de overeenkomst en een daartoe strekkend besluit vast te stellen.
2. Het gemengd comité organiseert fysieke bijeenkomsten of vergadert via andere middelen (bv. conference calls of videoconferenties).
3. De vergaderingen vinden zoveel mogelijk plaats beurtelings op een locatie in een lidstaat van de Europese Unie en in de Republiek Moldavië, tenzij de partijen anders overeenkomen.
4. De werktaal is Engels.
5. Zodra de datum en plaats van de vergaderingen door de partijen zijn overeengekomen, worden de vergaderingen bijeengeroepen door de Europese Commissie voor de Europese Unie en door het voor wegvervoer bevoegde ministerie van de Republiek Moldavië.
6. De vergaderingen van het gemengd comité zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders overeenkomen. Indien nodig kan aan het eind van de vergadering met wederzijdse instemming een persmededeling worden opgesteld.
Artikel 3
Delegaties
1. De delegatiehoofden stellen elkaar vóór elke vergadering in kennis van de voorgenomen samenstelling van hun delegaties voor de vergadering.
2. Vertegenwoordigers van belanghebbenden uit de wegvervoerssector kunnen worden uitgenodigd om als waarnemer de vergaderingen, of een deel daarvan, bij te wonen, als het gemengd comité hierover overeenstemming bereikt.
3. Het gemengd comité kan, indien overeengekomen, andere belanghebbende partijen of deskundigen uitnodigen om vergaderingen, of een deel daarvan, bij te wonen teneinde informatie over specifieke onderwerpen te verstrekken.
4. Waarnemers nemen niet deel aan het besluitvormingsproces van het gemengd comité.
Artikel 4
Secretariaat
Een ambtenaar van de diensten van de Europese Commissie en een ambtenaar van het ministerie van de Republiek Moldavië dat bevoegd is voor het wegvervoer treden gezamenlijk op als secretarissen van het gemengd comité.
Artikel 5
Agenda van de vergaderingen
1. De delegatiehoofden stellen in onderling overleg de voorlopige agenda van elke vergadering op. De voorlopige agenda wordt uiterlijk vijftien dagen vóór de vergaderdatum door de secretarissen aan de leden van de delegaties toegezonden.
2. Elke vergadering van het gemengd comité begint met de goedkeuring van de agenda. Punten die niet op de voorlopige agenda voorkomen, kunnen aan de agenda worden toegevoegd indien het gemengd comité dit beslist.
3. De delegatiehoofden kunnen de in lid 1 bedoelde termijnen inkorten als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.
Artikel 6
Notulen
1. Na elke vergadering van het gemengd comité worden ontwerpnotulen opgesteld. In deze ontwerpnotulen wordt vermeld welke punten zijn besproken en welke besluiten zijn goedgekeurd.
2. Binnen een maand na de vergadering worden de ontwerpnotulen door het hoofd van de gastdelegatie via de secretarissen van het gemengd comité schriftelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het andere delegatiehoofd.
3. Als de notulen worden goedgekeurd, worden ze in tweevoud ondertekend door de delegatiehoofden, waarbij elke partij één origineel exemplaar bijhoudt. De delegatiehoofden kunnen besluiten dat de ondertekening en uitwisseling van elektronische kopieën volstaan om aan deze vereiste te voldoen.
4. De notulen van de vergaderingen van het gemengd comité zijn openbaar, tenzij een van de partijen anderszins verzoekt.
De delegatiehoofden kunnen de in lid 2 van dit artikel bedoelde termijnen inkorten en in onderling overleg een datum vaststellen voor de goedkeuring als bedoeld in lid 3 als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.
Artikel 7
Schriftelijke procedure
Indien nodig en naar behoren gemotiveerd, kunnen besluiten van het gemengd comité volgens de schriftelijke procedure worden vastgesteld. Daartoe stellen de delegatiehoofden elkaar in kennis van de ontwerpmaatregelen waarover het advies van het gemengd comité wordt gevraagd; dit kan vervolgens worden bevestigd via briefwisseling. Alle partijen kunnen echter vragen dat het gemengd comité wordt bijeengeroepen om de kwestie te bespreken.
Artikel 8
Beraadslagingen
1. Het gemengd comité neemt besluiten op basis van consensus tussen de partijen.
2. Besluiten van het gemengd comité dragen het opschrift “Besluit”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp.
3. De besluiten van het gemengd comité worden ondertekend door de delegatiehoofden en als aanhangsel bij de notulen gevoegd.
4. De besluiten van het gemengd comité worden door de partijen uitgevoerd overeenkomstig hun eigen interne procedures.
5. De besluiten van het gemengd comité kunnen door de partijen in hun officiële publicatiebladen worden bekendgemaakt. Elke partij houdt één origineel exemplaar van de besluiten bij.
Artikel 9
Werkgroepen
1. Het gemengd comité kan werkgroepen oprichten om zich te laten bijstaan bij de uitvoering van zijn taken. De taakomschrijving van een werkgroep moet overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst door het gemengd comité worden goedgekeurd en worden opgenomen in de bijlage bij het besluit tot oprichting van de werkgroep.
2. De werkgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van de partijen.
3. De werkgroepen werken onder het gezag van het gemengd comité, waaraan zij na elke vergadering verslag uitbrengen. Zij nemen geen besluiten, maar kunnen aanbevelingen doen aan het gemengd comité.
4. Het gemengd comité kan te allen tijde besluiten bestaande werkgroepen op te heffen, hun taakomschrijving te wijzigen of nieuwe werkgroepen op te richten die het comité bijstaan in zijn taken.
Artikel 10
Kosten
1. Elke partij draagt zelf de kosten voor haar deelname aan de vergaderingen van het gemengd comité en de werkgroepen, zowel wat personeelsuitgaven, reis- en verblijfkosten als kosten voor post en telecommunicatie betreft.
2. Andere uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt.
Artikel 11
Wijziging van het Reglement van orde
Het gemengd comité kan zijn reglement van orde te allen tijde wijzigen door middel van een krachtens artikel 6, lid 5, van de overeenkomst genomen besluit.
ONTWERP
BESLUIT Nr. 2/2022 VAN HET BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË INZAKE GOEDERENVERVOER OVER DE WEG OPGERICHTE GEMENGD COMITÉ
van …
betreffende de voortzetting van de overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg (1), en met name artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het gemengd comité heeft zijn reglement van orde vastgesteld bij Besluit 1/2022 van [15 december 2022]. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg (“de overeenkomst”) is de overeenkomst van toepassing tot en met 31 maart 2023. |
(3) |
Zoals bepaald in artikel 6, lid 2, van de overeenkomst, moet het gemengd comité uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst worden bijeengeroepen om te beoordelen of het nodig is de overeenkomst voor te zetten en daarover een besluit te nemen, met inbegrip van de duur van die verlenging. |
(4) |
Uit het toezicht op de overeenkomst is gebleken dat de overeenkomst voor zowel de Europese Unie als de Republiek Moldavië een positieve invloed heeft gehad op de handel, en dat vervoersondernemers van beide partijen hun voordeel hebben gedaan met de groei van het goederenvervoer over de weg. |
(5) |
De overeenkomst heeft de Republiek Moldavië in staat gesteld zijn handel te heroriënteren naar de Europese Unie en heeft derhalve bijgedragen tot de geleidelijke integratie van de Moldavische economie in de westerse economie. Samen met een vergelijkbare wegvervoersovereenkomst met Oekraïne heeft de overeenkomst ook de uitvoer van Oekraïense goederen vergemakkelijkt en op die manier bijgedragen tot de solidariteitscorridors. |
(6) |
De voortzetting van de overeenkomst moet worden opgevat als een bijdrage aan de wederopbouw van Oekraïne na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. |
(7) |
Het is derhalve passend de overeenkomst te verlengen tot en met 30 juni 2024, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voortzetting van de overeenkomst
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg wordt verlengd tot en met 30 juni 2024.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …,
Voor het gemengd comité
De medevoorzitters
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/23 |
BESLUIT (EU, Euratom) 2022/2518 VAN DE RAAD
van 13 december 2022
tot wijziging van het reglement van orde van de Raad
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 240, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In de gevallen waarin de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een handeling vaststelt, moet worden nagegaan of de lidstaten welke die gekwalificeerde meerderheid vormen, ten minste 65 % van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen. |
(2) |
Dat percentage wordt berekend op basis van de bevolkingscijfers vermeld in bijlage III bij het reglement van orde van de Raad (“het reglement van orde”) (1). |
(3) |
In artikel 11, lid 6, van het reglement van orde is bepaald dat de Raad de in bijlage III vermelde cijfers met ingang van 1 januari van elk jaar wijzigt overeenkomstig de gegevens waarover het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie op 30 september van het voorgaande jaar beschikt. |
(4) |
Het reglement van orde moet derhalve voor het jaar 2023 dienovereenkomstig worden aangepast. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, is artikel 240 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing op de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij het reglement van orde wordt vervangen door:
“BIJLAGE III
Cijfers betreffende de bevolking van de Unie en de bevolking van elke lidstaat voor de toepassing van de voorschriften inzake het stemmen met gekwalificeerde meerderheid in de Raad
Lidstaat |
Bevolking |
Percentage van de bevolking van de Unie (%) |
Duitsland |
83 203 320 |
18,59 |
Frankrijk |
67 842 582 |
15,16 |
Italië |
59 607 184 |
13,32 |
Spanje |
47 432 805 |
10,6 |
Polen |
37 654 247 |
8,41 |
Roemenië |
19 038 098 |
4,25 |
Nederland |
17 734 036 |
3,96 |
België |
11 631 136 |
2,6 |
Griekenland |
10 603 810 |
2,37 |
Tsjechië |
10 545 457 |
2,36 |
Zweden |
10 440 000 |
2,33 |
Portugal |
10 352 042 |
2,31 |
Hongarije |
9 689 010 |
2,17 |
Oostenrijk |
8 967 500 |
2,00 |
Bulgarije |
6 838 937 |
1,53 |
Denemarken |
5 864 667 |
1,31 |
Finland |
5 541 241 |
1,24 |
Slowakije |
5 434 712 |
1,21 |
Ierland |
5 060 004 |
1,13 |
Kroatië |
3 862 305 |
0,86 |
Litouwen |
2 805 998 |
0,63 |
Slovenië |
2 107 180 |
0,47 |
Letland |
1 875 757 |
0,42 |
Estland |
1 331 796 |
0,3 |
Cyprus |
904 700 |
0,2 |
Luxemburg |
643 648 |
0,14 |
Malta |
520 971 |
0,12 |
EU 27 |
447 533 143 |
|
Drempel (65 %) |
290 896 543 |
|
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.
Gedaan te Brussel, 13 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
M. BEK
(1) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/25 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2519 VAN DE COMMISSIE
van 20 december 2022
betreffende de technische specificaties en normen voor e-Codex, onder meer inzake beveiliging en methoden voor de controle van integriteit en authenticiteit
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (1), en in het bijzonder artikel 6, lid 1, punt a) daarvan,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2022/850 bestaat e-Codex uit een e-Codex-toegangspunt, digitale procesnormen en de in de bijlage bij die verordening vermelde ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen. |
(2) |
Het e-Codex-toegangspunt bestaat uit een gateway bestaande uit software op basis van een gemeenschappelijke reeks protocollen waarmee via een telecommunicatienetwerk veilig informatie kan worden uitgewisseld met andere gateways die dezelfde gemeenschappelijke reeks protocollen gebruiken en een connector waarmee geconnecteerde systemen kunnen worden gekoppeld aan de gateway, bestaande uit software op basis van een gemeenschappelijke reeks open protocollen. |
(3) |
Om ervoor te zorgen dat e-Codex met succes aan eu-LISA wordt overgedragen en door eu-LISA wordt overgenomen en om de uitvoering van de taken waarvoor eu-LISA verantwoordelijk moet worden mogelijk te maken, moeten de minimale technische specificaties en normen worden vastgesteld, onder meer inzake beveiliging en methoden voor de controle van integriteit en authenticiteit, die ten grondslag liggen aan de onderdelen van e-Codex. |
(4) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van Verordening (EU) 2022/850 en is het bijgevolg niet gebonden door of onderworpen aan de toepassing van dit besluit. |
(5) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van Verordening (EU) 2022/850 en is het bijgevolg niet gebonden door of onderworpen aan de toepassing van dit besluit. |
(6) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (2) en deze heeft op 24 november 2022 een advies uitgebracht. |
(7) |
De maatregelen waarin dit besluit voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2022/850 ingestelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De minimale technische specificaties en normen, onder meer inzake beveiliging en methoden voor het controleren van de integriteit en authenticiteit, die ten grondslag liggen aan de in artikel 5 van Verordening (EU) 2022/850 bedoelde onderdelen van e-Codex zijn zoals is uiteengezet in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 20 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 150 van 1.6.2022, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BIJLAGE
De technische specificaties en normen voor e-Codex, onder meer inzake beveiliging en methoden voor de controle van integriteit en authenticiteit
1. INLEIDING
In deze bijlage worden de minimale technische specificaties en normen voor de onderdelen van e-Codex, onder meer inzake beveiliging en methoden voor de controle van integriteit en authenticiteit gedefinieerd.
2. ONDERDELEN VAN e-CODEX
2.1. Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad (1) bestaat e-Codex uit:
a) |
een e-Codex-toegangspunt, dat bestaat uit:
|
b) |
digitale procesnormen (DPS); |
c) |
de in de bijlage bij Verordening (EU) 2022/850 vermelde ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen:
|
2.2. Uit functioneel oogpunt zijn deze twee onderdelen verdeeld in twee categorieën: de toolbox van e-CODEX en de uitrolmiddelen van e-CODEX.
2.3. De toolbox van e-Codex bestaat uit:
a) |
de documentatie over de architectuur van e-Codex; |
b) |
de broncode van Connector Suite; |
c) |
de broncode van de tool voor configuratiebeheer (CMT); |
d) |
de broncode van het centraal testplatform (CTP); |
e) |
een licentie voor Metadata Workbench (MDW) van een derde; |
f) |
de EU e-Justice Core Vocabulary; |
g) |
digitale procesnormen (DPS). |
a) De documentatie over de architectuur van e-Codex
De documentatie over de architectuur bestaat uit documenten die worden gebruikt om aan relevante belanghebbenden technische en informatieve kennis te verstrekken over de keuze van de normen waaraan andere middelen van e-Codex moeten voldoen. Hierin zijn de voorschriften en beginselen vastgelegd die van toepassing zijn bij het creëren van interoperabele grensoverschrijdende communicatie om de elektronische uitwisseling van gegevens, met inbegrip van inhoud die in elektronische vorm kan worden verzonden, te vergemakkelijken. Bovendien bevat deze een overzicht van de gekozen normen en methoden waarop e-Codex is gebaseerd. Met de architectuur wordt de autonomie van e-Codex gewaarborgd.
b) De broncode van Connector Suite
De broncode van Connector Suite wordt gebruikt voor het creëren van de in hoofdstuk 2.4.2 beschreven uitrolartefacten.
c) De tool voor configuratiebeheer (CMT)
De tool voor configuratiebeheer (CMT) is een webtool voor het beheren van configuratiebestanden die horen bij de eDelivery Gateway en Connector en biedt een gestandaardiseerde manier om de configuratieworkflow te verwerken. Entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken, hebben toegang tot de CMT via een wereldwijd beschikbaar portaal en kunnen hun eDelivery-configuratiegegevens uploaden. De geüploade gegevens omvatten de informatie over de netwerkconfiguratie van het Gateway-eindpunt, alle beveiligingscertificaten die nodig zijn voor de verbinding, en de specifieke projecten, omgevingen en praktijkgevallen waaraan de entiteiten deelnemen. De CMT controleert de geldigheid van de geüploade gegevens automatisch en geeft entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken feedback als er fouten optreden.
Wanneer er een kennisgeving wordt ontvangen van wijzigingen in de gegevens die zijn verstrekt door een entiteit die een geautoriseerd e-Codex-toegangspunt gebruikt, wordt er met gebruik van deze tool een nieuw e-Codex-configuratiepakket gemaakt (zie punt 2.4.3). Alle entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken, worden ervan in kennis gesteld dat er een nieuw e-Codex-configuratiepakket is gemaakt en kunnen dit op elk moment rechtstreeks downloaden van de CMT. De CMT kan e-Codex-configuratiepakketten verschaffen voor meerdere IT-omgevingen, zoals TEST, ACCEPTATIE of PRODUCTIE.
Nieuwe e-Codex-configuratiepakketten treden zeven dagen nadat ze zijn gemaakt in werking en entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken, installeren het nieuwe pakket indien van toepassing binnen die termijn in hun omgeving.
De CMT houdt entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken ook op de hoogte van de looptijd van hun beveiligingscertificaat en stelt geautoriseerde e-Codex-toegangspunten er van tevoren per e-mail van in kennis dat hun certificaat gaat verlopen. Indien een entiteit die een geautoriseerd e-Codex-toegangspunt gebruikt haar beveiligingscertificaten laat verlopen, wordt deze automatisch verwijderd uit het volgende pakket dat wordt gemaakt.
De CMT wordt centraal gehost en is elke dag 24 uur per dag beschikbaar voor e-Codex-deelnemers. Er is uitsluitend tijdens kantooruren ondersteuning.
d) Het centraal testplatform (CTP)
Het centraal testplatform (CTP) van e-Codex is een geautomatiseerde testinfrastructuur. Het stelt entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken in staat om connectiviteitstests en end-to-endtests uit te voeren tussen hun e-Codex-infrastructuur en een vast centraal testpunt zonder dat hierbij een andere partner (bijvoorbeeld een ander geautoriseerd e-Codex-toegangspunt) hoeft te worden betrokken voor het testen van communicatiefuncties. Hiermee kunnen aanpasbare tekstberichten worden verstuurd en ontvangen, waardoor er minder inspanningen nodig zijn om een e-Codex-infrastructuur zowel bij de oorspronkelijke (installatie)test als bij regressietests te testen. De voortgang van individuele berichten en bewijzen en foutenlogboeken van geregistreerde elektronische post van het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI) worden bijgehouden en via speciaal ontworpen visuele processen getoond aan de entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken.
Het CTP bestaat uit een e-Codex-gateway, Connector, Connector-Client en een bijbehorende online grafische gebruikersinterface (voorlopig webfrontend/-backend gebouwd op Nuxt.js) die kan worden gebruikt om berichten naar de gateway van een partner te sturen en om berichten te bekijken die door dezelfde gateway naar het CTP zijn gestuurd. Het CTP slaat belangrijke gebruiksinformatie (lokale variabelen) op dit moment op een MongoDB-exemplaar op en leest informatie over de configuratie (van een partij) van de connectordatabase. Bovendien gebruikt het de applicatieprogramma-interface (API) van de Connector-Client Representational state transfer (REST) om informatie te verkrijgen over e-Codex-berichten en nieuwe berichten in te dienen in de connector en gateway.
Om per e-Codex-omgeving een oplossing op maat te bieden, worden er verschillende exemplaren (kopieën) van het CTP gebruikt die in verschillende e-Codex-omgevingen bestaan. Elk exemplaar van het CTP wordt op dit moment uitgerold in een UNIX-omgeving (CentOS 7), waarin alle onderdelen naast elkaar bestaan. Dit vergemakkelijkt de administratie en toegang tot bestanden, maar kan worden aangepast voor installaties waarin de e-Codex-berichteninfrastructuur apart wordt gehouden.
Elke CTP-gebruiker is gekoppeld aan één (1) gateway. Om het CTP te gebruiken voor tests, is de enige eis dat de gateway van dat geautoriseerde e-Codex-toegangspunt bestaat in de verwerkingsmodi voor die specifieke e-Codex-CMT-omgeving.
e) Metadata Workbench
Metadata Workbench is een tool waarin de EU e-Justice Core Vocabulary wordt beheerd. Het stelt semantische modelleurs in staat om de Vocabulary duurzaam te onderhouden volgens de modelleringsnorm van de technische specificaties van kerncomponenten zoals gedefinieerd in de documentatie over de architectuur van e-Codex. Het is een webgebaseerde Software as a Service-oplossing (SaaS) waartoe uitsluitend beheerders van de EU e-Justice Core Vocabulary toegang hebben. Metadata Workbench wordt ontwikkeld en geëxploiteerd namens het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid. Op basis van een licentieovereenkomst die tussen het Ministerie van Justitie en Veiligheid en eu-LISA moet worden gesloten, krijgt eu-LISA toegang tot Metadata Workbench voor het beheren en exploiteren van de EU e-Justice Core Vocabulary.
f) De EU e-Justice Core Vocabulary
De EU e-Justice Core Vocabulary is een middel voor herbruikbare semantische termen en definities dat wordt gebruikt om de consistentie en kwaliteit van de gegevens in de tijd en in verschillende praktijkgevallen te waarborgen. Alle specifieke berichtstructuren (XML-schema’s) van praktijkgevallen zijn gebaseerd op de semantische bibliotheek.
De e-Justice Core Vocabulary kan in de toekomst volgens de kernvocabulaires (2) worden ontwikkeld. Om de naleving van de specificatie te valideren, kan er een XML-validator worden opgezet die gebruikmaakt van de proefbank inzake interoperabiliteit die de Commissie aanbiedt.
g) Digitale procesnormen (DPS)
Onder digitale procesnorm wordt verstaan de technische specificaties voor bedrijfsprocesmodellen en voor de gegevensschema’s, waarin de elektronische structuur van de via e-Codex uitgewisselde gegevens wordt gedefinieerd op basis van de EU e-Justice Core Vocabulary. In het bedrijfsprocesmodel wordt de technische uitvoering van de elektronische procedure van het rechtsinstrument dat wordt ondersteund door e-Codex beschreven.
Het bedrijfsprocesmodel levert in combinatie met de EU e-Justice Core Vocabulary XML-schema’s op waarin de elektronische structuur van DPS wordt beschreven. De XML-schema’s stellen geautoriseerde toegangspunten in staat om de door een grensoverschrijdend instrument voor justitiële samenwerking verstrekte documenten te verzenden en ontvangen.
2.4. De uitrolmiddelen van e-Codex
De uitrolmiddelen van e-Codex zijn onderdelen van e-Codex die worden ingezet door entiteiten die een geautoriseerd e-Codex-toegangspunt gebruiken in hun e-Codex-omgeving. Met uitzondering van de gateway moet eu-LISA deze verspreiden aan de entiteiten die een geautoriseerd e-Codex-toegangspunt gebruiken.
De uitrolmiddelen zijn:
a) |
de Gateway (punt 2.4.1); |
b) |
Connector Suite (punt 2.4.2); |
c) |
het e-Codex-configuratiepakket (inclusief de verwerkingsmodi, openbare certificaten en beveiligingsinstellingen) (punt 2.4.3); |
d) |
het bedrijfssamenwerkingsontwerp of bedrijfsprocesmodel als onderdeel van de DPS; |
e) |
de XML-schema’s, die berichtstructuren zijn, als onderdeel van de DPS. |
2.4.1. De Gateway
De Gateway binnen e-Codex is de bouwsteen die verantwoordelijk is voor de basisuitwisseling van communicatie. Op dit moment zijn de volgende normen geïmplementeerd in een gateway:
a) |
de ebMS 3.0-norm van OASIS (3): Gateway-uitwisselingsberichten voldoen aan de ebXML-norm. In deze norm is de structuur vastgelegd die de kop van een bericht moet hebben om in de e-Codex-infrastructuur te worden begrepen; |
b) |
het Applicability Statement 4-berichtprofiel (AS4) van OASIS. Dit is een conformiteitsprofiel van de ebMS 3.0-specificatie van OASIS; |
c) |
het algemene profiel van het eDelivery-AS4-profiel (4). |
Elke gateway-oplossing die aan die vereisten voldoet, kan worden gebruikt.
2.4.2. Connector Suite
De Connector is een verbindend onderdeel om nationale toepassingen voor DPS te verbinden aan de algemene berichtnormen van de gateway. Daarom voegt dit onderdeel de volgende functies toe aan de basiscommunicatie die al was geregeld door de gateway:
a) |
bewijzen van geregistreerde elektronische post van het ETSI: De Connector genereert deze bewijzen in een ondertekende XML-indeling. Het doel van die bewijzen is om de afzender van een bericht in kennis te stellen van de geslaagde of niet-geslaagde verwerking van het bericht. De Connector genereert en verstuurt in verschillende stadia van de berichtverwerking bewijzen; |
b) |
TrustOK Token: De verzendende connector valideert de integriteit en authenticatie van het bedrijfsdocument in het bericht. Het resultaat van deze validatie wordt in het TrustOK Token geschreven. Dit token wordt gegenereerd door een submodule van de Connector: de veiligheidsbibliotheek; |
c) |
ASiC-S-container: In overeenstemming met ETSI-norm EN 319 162-1 inzake elektronische handtekeningen en infrastructuren en containers voor gekoppelde handtekeningen (ASiC). De container waarborgt de authenticiteit en integriteit van de door de Connector verzonden lading; |
d) |
WS-beveiliging: Om de beveiliging van berichtenverkeer te verhogen, gebruikt de Connector Ws-beveiliging aan de kant van de gateway en aan de kant van het geconnecteerde systeem voor de overdracht. Dit betekent dat elk bericht dat de Connector verstuurt of ontvangt versleuteld en ondertekend is; |
e) |
Gemeenschappelijke API: De Connector biedt een stabiele API voor het definiëren van de webdiensten die worden gebruikt om de toepassing(en) van de gateway en de geconnecteerde systemen te verbinden. De structuur van berichten die met de Connector worden uitgewisseld wordt ook beschreven in de Connector-API. |
De Suite bevat naast de Connector-software zelf ook een applicatiecliënt die bedoeld is om een geconnecteerd systeem voor het verwerken van e-Codex-berichten te ondersteunen of vervangen.
Bovendien is er speciaal voor de Domibus-gateway (5) een invoegtoepassing ontwikkeld om de gemeenschappelijke API van de Connector te koppelen aan de verwerkingskern van de gateway.
2.4.3. e-Codex-configuratiepakket
In communicatie op basis van ebMS 3.0 reguleert een verwerkingsmodus de overdracht van alle berichten uit een uitwisseling tussen twee verwerkers van berichtendiensten. Een e-Codex-configuratiepakket omvat een collectie parameters voor berichtconfiguratie (bestanden voor verwerkingsmodi, verschillende vertrouwensarchieven voor certificaten, netwerkadressen) waarin gedetailleerd is bepaald hoe het verzenden van berichten plaatsvindt.
Parameters voor berichtconfiguratie kunnen in de volgende vijf categorieën worden ingedeeld:
a) |
parameters in verband met de afzender, zoals:
|
b) |
parameters in verband met de ontvanger, zoals:
|
c) |
parameters in verband met zowel de afzender als de ontvanger, zoals (indien gebruikt):
|
d) |
parameters in verband met de DPS, zoals:
|
e) |
parameters in verband met het gebruik van het berichtgevingsprotocol of het profiel van het berichtgevingsprotocol. |
In e-Codex zijn alle configuratiebestanden met betrekking tot een verwerker van berichtendiensten of een domein gebundeld in één stambestand dat kan worden gebruikt voor de configuratie van de Gateway en de Connector.
In het stambestand staat één communicatienetwerk dat een verwerker van berichtendiensten tijdens het gebruik kan aanwenden. De configuratie moet centraal worden geconfigureerd, omdat alle informatie van alle geautoriseerde e-Codex-toegangspunten beschikbaar moet zijn voor het genereren van het e-Codex-configuratiepakket, dat door de CMT wordt gemaakt.
3. BEVEILIGING EN METHODEN VOOR DE CONTROLE VAN INTEGRITEIT EN AUTHENTICITEIT VAN E-CODEX
e-Codex is een communicatiesysteem dat sterke ondersteuning biedt bij het naleven van voorschriften inzake beveiliging en gegevensbescherming. e-Codex biedt de technische functies die nodig zijn om te voldoen aan alle vereisten uit Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (6).
3.1. Beveiliging door ontwerp
Vanuit technisch oogpunt is e-Codex een overbrengingsmechanisme. Verschillende lagen zijn relevant voor de beveiliging:
a) |
een netwerklaag; |
b) |
een transportlaag; |
c) |
een berichtenlaag; |
d) |
een documentlaag. |
Voor al deze lagen gelden beveiligingsmaatregelen.
3.1.1. Netwerklaag
e-Codex kan met verschillende soorten netwerklagen worden gebruikt. Het wordt doorgaans gebruikt op reguliere internetverbindingen. Daarom verloopt de beveiliging volgens de gebruikelijke beveiligingstoepassingen van internettechnologie (en wordt deze uitgebreid door de andere in dit punt beschreven lagen). Voor de meeste praktijkgevallen van e-Codex is een dergelijke netwerklaag toereikend. Voor hogere beveiligingsvoorschriften kan ook een andere netwerklaag worden toegepast. Er kunnen ook andere netwerken in aanmerking worden genomen.
3.1.2. Transportlaag
De transportlaag wordt doorgaand beschermd door Transport Layer Security (TLS) of mTLS (wederzijdse TLS). Dit is een gevestigde norm voor de bescherming van de transportlaag in internettechnologieën, die wereldwijd wordt toegepast op een groot aantal diensten. TLS/mTLS zorgt voor de versleuteling en authenticatie op het transportkanaal. Deze beveiligt de transportroute tussen alle hubs van de transportroute. Elke hub hoeft (uitsluitend) de adresgegevens te ontsleutelen om het bericht door te sturen naar de volgende hub. Vóór het doorsturen versleutelt elke hub de adresgegevens weer. Enkelvoudige TLS (in één richting) is mogelijk en wordt soms nog steeds toegepast, maar wederzijdse TLS (mTLS) wordt aanbevolen, omdat dit de huidige norm voor het beschermen van de transportlaag wordt.
3.1.3. Berichtenlaag
Op de berichtenlaag worden door verschillende onderdelen van e-Codex verschillende normen toegepast:
a) |
het protocol dat wordt gebruikt voor overdracht tussen gateways (als de berichtenlaag) is AS4, dat de berichten ondertekent en versleutelt, afhankelijk van de beveiligingsconfiguratie op het niveau van de gateway; |
b) |
de Connector is het belangrijkste onderdeel van e-Codex. Het biedt de berichtenlaag meer beveiliging door WS-beveiliging te gebruiken voor het ondertekenen en versleutelen van berichten voor de webdiensten richting de gateway en backend(s). Daarom wordt er bovendien versleuteling tussen connectoren toegepast; |
c) |
voor de ondertekenings- en versleutelingsfunctie in alle onderdelen van e-Codex worden digitale certificaten gebruikt. Die digitale certificaten voor versleuteling en ondertekening voldoen aan de X.509-norm. |
3.1.4. Documentlaag
Berichten bevatten documenten en bijlagen. Deze zijn samengevoegd in een pakket, genaamd “container”. De container is gebouwd volgens de ASiC-S-norm. De verzendende Connector ondertekent de ASiC-S-container en de handtekening wordt bij ontvangst gevalideerd door de ontvangende Connector.
3.2. Methoden voor de controle van integriteit en authenticiteit
3.2.1. Toegang tot de configuratie van e-Codex
Voor de communicatie tussen e-Codex-toegangspunten is voorafgaande configuratie nodig. Deze configuratie wordt gedaan via het e-Codex-configuratiepakket. Het configuratiepakket bevat de adresgegevens, het toegepaste beveiligingsbeleid en andere informatie. Bovendien bevat het de vertrouwensarchieven met de openbare certificaten van alle deelnemende e-Codex-toegangspunten. Voor de configuratie van elke partner worden de configuratiebestanden gecreëerd door een centrale “Coordinator for Configuration” (CfC) met gebruik van de tool voor configuratiebeheer (CMT). De toegang tot deze CMT wordt uitsluitend op persoonlijk en individueel verzoek verstrekt en blijft beperkt tot elke partner. De beheerderstoegang is beperkt tot CfC’s en wordt beheerd door eu-LISA.
3.2.2. Ondersteunende elektronische handtekeningen en zegels
e-Codex moet alle in Verordening (EU) nr. 910/2014 vermelde soorten elektronische zegels en elektronische handtekeningen ondersteunen.
3.2.3. TrustOK Token van e-Codex
De verzendende connector valideert de handtekening van de DPS van een bericht. Het resultaat van deze validatie wordt in het TrustOK Token van e-Codex geschreven. Dit token wordt gegenereerd door een veiligheidsbibliotheek die een submodule van de Connector is. De validatie van de elektronische handtekening wordt door de e-Codex-connector gedaan met gebruik van DSS-tools (digital signature service, digitale handtekeningendienst).
3.2.4. Machineleesbaar token (XML)
Het machineleesbare token is opgenomen in een XML-bestand dat ten grondslag ligt aan een bepaald schema dat alle informatie van de handtekening van het bedrijfstoken en het validatierapport naar aanleiding van de juridische en technische validatie bevat.
3.2.5. Door mensen leesbaar token (PDF)
Het PDF-bestand bestaat uit drie delen. Het eerste deel dat op de eerste pagina van het daadwerkelijke token staat, bevat algemene informatie over het geavanceerde elektronische systeem en een beoordeling van de juridische geldigheid van het bedrijfsdocument. Bovendien staan onder aan de pagina een disclaimer en een validatiestempel met het resultaat van de juridische validatie (succesvol/niet succesvol).
Een geavanceerd elektronisch systeem is een geconnecteerd systeem dat de gebruiker veilig kan identificeren en de integriteit van de berichten die hierdoor tussen de klant en de e-Codex-connector worden verzonden, kan verzekeren.
Het tweede deel van de tweede pagina bevat een gestandaardiseerd technisch overzicht van de informatie uit het originele validatierapport. De informatie uit het technisch overzicht varieert afhankelijk van het geconnecteerde systeem (op basis van authenticatie of handtekening). Een token op basis van een handtekening bevat de informatie die door het onderliggende certificaat wordt verstrekt, waaronder (indien van toepassing) kenmerken. Een token op basis van authenticatie bevat de naam van de instelling van waaruit het document is verzonden en, indien deze is verstrekt, de naam van de auteur van het document.
Onder aan deze pagina staat een stempel in de kleur van het resultaat van de technische validatie van de documenten (groen/geel/rood) en een korte beschrijving, bijvoorbeeld met extra informatie over waarom een document een gele technische beoordeling heeft gekregen.
Het derde deel van het document bestaat uit het originele validatierapport zoals dat is gecreëerd door de validatiesoftware van de uitvaardigende lidstaat.
4. TOT OP HEDEN ONTWIKKELDE DIGITALE PROCESNORMEN (DPS)
E-justitiedienst |
DPS: procesmodel |
DPS: XML-schema |
Projectbron |
Europees betalingsbevel |
√ |
√ |
e-Codex |
Geringe vorderingen |
√ |
√ |
e-Codex |
Europees aanhoudingsbevel |
√ |
√ |
e-Codex |
Geldboeten |
√ |
√ |
e-Codex |
Wederzijdse rechtshulp |
√ |
√ |
e-Codex |
KB 909 (vrijheidsstraffen) |
√ |
√ |
e-Codex |
Huwelijkszaken |
√ |
√ |
e-SENS |
Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen |
√ |
√ |
e-SENS |
Testamentenregister |
√ |
√ |
e-SENS |
Betekening en kennisgeving van stukken |
√ |
√ |
e-Codex |
(1) Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 150 van 1.6.2022, blz. 1).
(2) https://joinup.ec.europa.eu/collection/semantic-interoperability-community-semic/core-vocabularies
(3) Organization for the Advancement of Structured Information Standards.
(4) https://ec.europa.eu/digital-building-blocks/wikis/x/RqbXGw
(5) De Domibus-gateway wordt onderhouden door de Commissie (https://ec.europa.eu/digital-building-blocks/wikis/display/DIGITAL/Domibus)
(6) Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/34 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2520 VAN DE COMMISSIE
van 20 december 2022
betreffende de specifieke regelingen voor het overdrachts- en overnameproces van e-Codex
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (1), en met name artikel 6, lid 1, punt c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Er moeten gedetailleerde regelingen worden vastgesteld voor het overdrachts- en overnameproces met het oog op de overdracht van e-Codex van de entiteit die e-Codex beheert aan eu-LISA. |
(2) |
Deze regelingen moeten de criteria omvatten voor een succesvol overdrachts- en overnameproces en de voltooiing daarvan, alsook de bijbehorende documentatie. |
(3) |
De gedetailleerde overdrachtsregelingen moeten ook bepalingen bevatten over intellectuele-eigendomsrechten of gebruiksrechten met betrekking tot e-Codex en de ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen die in het gemeenschappelijke overdrachtsdocument moeten zijn vastgelegd zodat eu-LISA zijn verantwoordelijkheden en taken kan uitvoeren. |
(4) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EU) 2022/850 en is dit besluit bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(5) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, heeft Ierland niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EU) 2022/850 en is dit besluit bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(6) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (2) en heeft op 24 november 2022 advies uitgebracht. |
(7) |
De maatregelen waarin dit besluit voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2022/850 ingestelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De gedetailleerde regelingen voor het overdrachts- en overnameproces van e-Codex, zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 2022/850, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
De criteria voor een succesvol overdrachts- en overnameproces van e-Codex en de voltooiing daarvan, en de bijbehorende documentatie, zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 2022/850, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 3
De bepalingen over intellectuele-eigendomsrechten of gebruiksrechten met betrekking tot e-Codex die het gemeenschappelijke overdrachtsdocument moet bevatten, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 20 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 150 van 1.6.2022, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BIJLAGE
Specifieke regelingen voor het overdrachts- en overnameproces van e-Codex
1. INLEIDING
Er vindt een overdrachts- en overnameproces plaats tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA. Tot aan de overdracht blijft de entiteit die e-Codex beheert, er volledig verantwoordelijk voor en zorgt zij ervoor dat er geen wijzigingen in het systeem worden aangebracht en geen nieuwe versie van e-Codex wordt gelanceerd, behalve voor herstellend onderhoud van het e-Codex-systeem.
Met deze specifieke regelingen wordt beoogd het volgende te specificeren:
— |
de gedetailleerde regelingen voor de overdracht van e-Codex aan eu-LISA; |
— |
de criteria voor een succesvol overdrachts- en overnameproces en de voltooiing daarvan, alsook de bijbehorende documentatie; |
— |
bepalingen over intellectuele-eigendomsrechten of gebruiksrechten met betrekking tot e-Codex en de ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen (vermeld in de bijlage bij Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad (1)). |
Op basis van de specifieke regelingen voor het overdrachts- en overnameproces in deze bijlage moet de entiteit die e-Codex beheert, overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) 2022/850, uiterlijk op 31 december 2022 een gemeenschappelijk overdrachtsdocument indienen bij eu-LISA. Een model voor dit gemeenschappelijke overdrachtsdocument is opgenomen in het aanhangsel bij deze bijlage.
De Commissie houdt toezicht op het overdrachts- en overnameproces om ervoor te zorgen dat de gedetailleerde regelingen voor de overdracht van e-Codex correct worden uitgevoerd.
Overeenkomstig artikel 10, lid 4, van Verordening (EU) 2022/850 neemt eu-LISA de verantwoordelijkheid voor e-Codex over op de datum waarop de Commissie heeft verklaard dat het overdrachts- en overnameproces met succes is voltooid, tussen 1 juli 2023 en 31 december 2023, na overleg met de entiteit die e-Codex beheert en met eu-LISA.
2. BELANGRIJKSTE MIJLPALEN
a) |
datum van indiening van het gemeenschappelijke overdrachtsdocument: uiterlijk 31 december 2022; |
b) |
overdrachts- en overnameproces: binnen zes maanden na indiening van het gemeenschappelijk overdrachtsdocument; |
c) |
de startvergadering voor het overdrachts- en overnameproces moet plaatsvinden in januari 2023; de exacte datum moet worden overeengekomen tussen eu-LISA, de entiteit die e-Codex beheert en de Commissie; |
d) |
overdracht van verantwoordelijkheid aan eu-LISA: uiterlijk 31 december 2023, maar niet eerder dan 1 juli 2023. |
3. OVERDRACHTS- EN OVERNAMEACTIVITEITEN
Het overdrachts- en overnameproces begint met de indiening, door de entiteit die e-Codex beheert, van een gemeenschappelijk overdrachtsdocument bij eu-LISA. Eu-LISA moet controleren of en bevestigen dat alle relevante informatie in het gemeenschappelijke overdrachtsdocument is opgenomen om een succesvolle overdracht te waarborgen. Dat gemeenschappelijk overdrachtsdocument moet gedetailleerde informatie bevatten over ten minste de volgende punten:
a) |
planning van alle uit te voeren activiteiten zoals gespecificeerd in deze bijlage, met inbegrip van synchronisatievergaderingen, opleidingen, tests enz.; |
b) |
alle middelen en artefacten die aan het begin en aan het einde van de overgangsperiode moeten worden overgedragen (initiële overdracht van middelen en definitieve overdracht van middelen). De definitie van “initiële overdracht van middelen” en “definitieve overdracht van middelen” is te vinden in het aanhangsel bij deze bijlage; |
c) |
alle geplande opleidingen, workshops, informatie en meevolgsessies; |
d) |
alle werkwijzen van de entiteit die e-Codex beheert. Indien deze werkwijzen niet gedocumenteerd zijn, moeten zij in kaart worden gebracht, gedocumenteerd en overgedragen aan eu-LISA; |
e) |
de contactgegevens van alle betrokken partijen gedurende de hele periode van overdracht en overname, en een matrix van de rollen en verantwoordelijkheden; |
f) |
duidelijke, verifieerbare en objectieve criteria om te beoordelen of het overdrachts- en overnameproces succesvol is verlopen; |
g) |
testspecificaties om te beoordelen of het overnameproces correct is uitgevoerd; |
h) |
bepalingen over intellectuele-eigendomsrechten of gebruiksrechten met betrekking tot e-Codex en de in de bijlage bij Verordening (EU) 2022/850 vermelde ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen die eu-LISA gebruikt om zijn verantwoordelijkheden overeenkomstig artikel 7 van die verordening te vervullen. |
Het gemeenschappelijke overdrachtsdocument moet een instrument zijn dat een transparante, vlotte en volledige migratie van de IT-diensten mogelijk maakt van de entiteit die e-Codex beheert naar eu-LISA, onder toezicht van de Commissie.
Het is de bedoeling dat het alle maatregelen bevat die eu-LISA en de entiteit die e-Codex beheert, moeten invoeren om deze soepele overgang te waarborgen.
Een voorbeeld voor de structuur van een dergelijk document is opgenomen in het aanhangsel bij deze bijlage. Deze structuur kan zo nodig worden aangepast, op voorwaarde dat het document gedetailleerde informatie bevat over de in dit deel vermelde punten.
Zowel de entiteit die e-Codex beheert als eu-LISA stelt uiterlijk op 30 juni 2023 respectievelijk een overdrachts- en overnameverslag op over de resultaten van de verrichte activiteiten, zodat de Europese Commissie het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 31 juli 2023 van recente informatie kan voorzien over het overdrachts- en overnameproces (zie de punten 5 en 6 van deze bijlage).
Het formaat en de overdrachtsmodi (bv. gemeenschappelijke samenwerkingsruimte zoals het eerdere “Basic Support for Cooperative Work”, het Communicatie- en informatiecentrum voor overheden, bedrijven en burgers — CIRCABC, de toegang tot bestaande registers enz.) van elk artefact moeten in onderling overleg worden overeengekomen tussen eu-LISA en de entiteit die e-Codex beheert, rekening houdend met het doelsysteem dat in de omgeving van eu-LISA zal worden gebruikt.
Voor elk middel moeten de voorschriften voor de infrastructuur en beveiliging ervan worden opgenomen in de documentatie over het desbetreffende onderdeel en/of de bedoelde masterclass.
De onderstaande tabel bevat een niet-uitputtende lijst van onderdelen van e-Codex, de ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen.
Overzichtstabel van de onderdelen, artefacten en activiteiten ter ondersteuning van de overdracht:
|
Onderdeel |
Artefacten |
Ondersteuning van de overdracht |
|||||||||||||||||||
Te ontwikkelen en te beheren elementen |
Tool voor configuratiebeheer — CMT |
Broncode Documentatie over de configuratiedatabase en pModes Databasedump bij de initiële en definitieve fase van de overdracht. |
Documentatie Masterclass “CMT” Ontwikkeling en onderhoud, installatie, configuratie, werking en probleemoplossing |
|||||||||||||||||||
Centraal testplatform — CTP |
Broncode Documentatie Databasedump bij de initiële en definitieve fase van de overdracht. |
Documentatie Masterclass “CTP” Ontwikkeling en onderhoud, installatie, configuratie, werking en probleemoplossing |
||||||||||||||||||||
Server voor het register (momenteel: Nexus) |
Registers |
Masterclass “Ontwikkeling en infrastructuur” |
||||||||||||||||||||
Integratieserver (momenteel: Jenkins) |
Integratie-elementen |
|||||||||||||||||||||
Broncoderegister (momenteel: Gitblit) |
Broncode |
|||||||||||||||||||||
E-Codex-website |
Inhoud van de e-Codex-website |
Masterclass “e-Codex Overzicht” |
||||||||||||||||||||
Te ontwikkelen en af te leveren elementen |
E-Codex-architectuur |
E-Codex-website Documentatie |
Documentatie Masterclass “e-Codex Overzicht” |
|||||||||||||||||||
Connector Suite |
Voor elk onderdeel (connector, client, plug-in, beveiligingsbibliotheek, hulpprogramma’s enz.): Broncode Documentatie |
Documentatie Masterclass “Connector” |
||||||||||||||||||||
Praktijkvoorbeelden schema’s:
|
Schema’s Bedrijfsprocesmodel EU e-Justice Core Vocabulary (toegang te verlenen via de tool “Metadata Workbench”) |
Documentatie Masterclass “Schema’s” |
||||||||||||||||||||
Overige elementen |
E-Codex-tickets |
Alle tickets, met inbegrip van alle statussen (met het oog op kennisbeheer) |
Masterclass “Connector” Databasedump van alle gegevens |
|||||||||||||||||||
Stappenplan voor e-Codex Connector Suite |
E-Codex-website |
Masterclass “Connector” |
||||||||||||||||||||
Beveiligingsvoorschriften voor e-Codex |
Documentatie |
Masterclass “Connector” |
4. ACTIVITEITEN
a) Opleidingsactiviteiten
De entiteit die e-Codex beheert, stelt een lijst van opleidingsmodules op om de volledige kennisoverdracht aan eu-LISA te waarborgen.
Voor elke opleidingsmodule en masterclass moeten het opleidingsmateriaal en de planningsbehoeften worden vastgesteld en overeengekomen tussen alle betrokken actoren. Indien eu-LISA dit nodig acht, moet het met name worden toegestaan om aanvullende opleidingsmodules en masterclasses aan te vragen en te krijgen.
De specifieke planning en organisatie van de opleidingssessies, praktische workshops en meevolgsessies (waarbij het team van eu-LISA kan leren door het technische team van de entiteit die e-Codex beheert te observeren) moeten in het gemeenschappelijke overdrachtsdocument nader worden beschreven.
Een minimale, niet-uitputtende lijst van te verstrekken opleidingen is opgenomen in de volgende tabel:
Titel |
Inhoud van de module |
Type document |
Opleidingsmateriaal Module 1: Masterclass “e-Codex Overzicht” |
Tijdens deze eerste masterclass krijgen de deelnemers een algemeen overzicht van wat e Codex inhoudt, met inbegrip van een overzicht van de basisarchitectuur en de algemene beginselen van e-Codex en een kort historisch overzicht van de wijze waarop e-Codex tot stand is gekomen. Deze module is hoofdzakelijk gebaseerd op theoretische feiten. |
PowerPoint-presentatie en e-Codex-syllabus |
Opleidingsmateriaal Module 2: Masterclass “Connector” |
Tijdens deze masterclass krijgen de deelnemers een uitvoerige toelichting over de Connector Suite en de verschillende producten/onderdelen daarvan, met inbegrip van de relatie met de gateway. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, een praktische opleiding en een of meer facultatieve meevolgsessies, waarin onder meer installatie, probleemoplossing en technische ondersteuning aan bod komen. |
PowerPoint-presentatie en e-Codex-syllabus |
Opleidingsmateriaal Module 3: Masterclass “Schema’s” |
Tijdens deze masterclass worden de deelnemers vertrouwd gemaakt met de gegevensschema’s die zijn ontwikkeld door de entiteit die e-Codex beheert. De nadruk zal ook liggen op de Metadata Workbench waarin de EU e-Justice Core Vocabulary wordt beheerd en op de techniek van de ontwikkeling van een bedrijfsproces. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, een praktische opleiding en facultatieve meevolgsessies. |
PowerPoint-presentatie en e-Codex-syllabus |
Opleidingsmateriaal Module 4: Masterclass “CMT” |
Tijdens deze masterclass worden de deelnemers vertrouwd gemaakt met de functies en procedures van de tool voor configuratiebeheer. De CMT is een online-instrument dat wordt gebruikt voor het beheer van de verzameling van de gegevens van deelnemers en de verspreiding van e-Codex-configuratiebestanden. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, een praktische opleiding en facultatieve meevolgsessies. |
PowerPoint-presentatie en e-Codex-syllabus |
Opleidingsmateriaal Module 5: Masterclass “CTP” |
Tijdens deze masterclass worden de deelnemers vertrouwd gemaakt met de functies en procedures van het centrale testplatform en de teststrategie. Het CTP biedt een volledige e-Codex-testomgeving en een webinterface voor het verzenden en ontvangen van aanpasbare testberichten. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, een praktische opleiding en facultatieve meevolgsessies. |
PowerPoint-presentatie en e-Codex syllabus |
Opleidingsmateriaal Module 6: Masterclass “Ontwikkeling en infrastructuur” |
Tijdens deze masterclass zullen de deelnemers verder kwesties bespreken in verband met ontwikkeling en infrastructuur, zoals het beheer van de server van het register. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, een praktische opleiding en facultatieve meevolgsessies. |
PowerPoint-presentatie en e-Codex-syllabus |
Opleidingsmateriaal Module 7: Masterclass “Debugging” |
Tijdens deze masterclass leren de deelnemers potentiële bugs in e-Codex opsporen en corrigeren en problemen oplossen, met inbegrip van de afhandeling van verzoeken om ondersteuning. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, een praktische opleiding en facultatieve meevolgsessies. |
PowerPoint-presentatie en e-Codex-syllabus |
b) Transparantie van het overdrachts- en overnameproces
Het overdrachts- en overnameproces moet transparant zijn voor de eindgebruikers en de gevolgen voor hun werkprocedures en dagelijkse activiteiten moeten tot een minimum worden beperkt. De entiteit die e-Codex beheert, biedt de entiteiten die geautoriseerde e-Codex-toegangspunten gebruiken en/of installeren technische ondersteuning en zorgt voor de continuïteit daarvan totdat eu-LISA de verantwoordelijkheid voor e-Codex overneemt.
c) Verantwoordelijkheid van eu-LISA en de entiteit die e-Codex beheert tijdens het overdrachts- en overnameproces
Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2022/850 blijft de entiteit die e-Codex beheert, er tot aan de overdracht volledig verantwoordelijk voor en zorgt zij ervoor dat er geen wijzigingen in het systeem worden aangebracht en geen nieuwe versie van e-Codex wordt gelanceerd, behalve voor herstellend onderhoud van het e-Codex-systeem.
Daartoe moet de entiteit die e-Codex beheert gedurende deze periode het onderhoud en de ondersteuning van de onderdelen blijven verzorgen.
Voor alle verzoeken om ondersteuning moet de entiteit die e-Codex beheert het enige contactpunt zijn totdat eu-LISA de verantwoordelijkheid voor e-Codex overneemt.
Eu-LISA kan vragen dat de verzoeken om ondersteuning die de entiteit die e-Codex beheert, ontvangt voordat eu-LISA de verantwoordelijkheid voor e-Codex overneemt, worden gecommuniceerd aan aangewezen personeelsleden van eu-LISA, die de stappen voor de afhandeling van dergelijke verzoeken, uitgevoerd door de entiteit die e-Codex beheert, mogen volgen.
De entiteit die e-Codex beheert, moet alle verzoeken om ondersteuning afhandelen voordat eu-LISA de verantwoordelijkheid voor e-Codex overneemt. Alleen wanneer zulks om objectieve technische redenen gerechtvaardigd is, kan de entiteit die e-Codex beheert met eu-LISA overeenstemming bereiken over de overdracht van verzoeken om ondersteuning die zij heeft ontvangen maar die niet kunnen worden opgelost voordat de verantwoordelijkheid voor e-Codex aan eu-LISA wordt overgedragen. De entiteit die e-Codex beheert, moet ervoor zorgen dat een dergelijk akkoord geen gevolgen heeft voor de eindgebruiker en dat het verzoek om ondersteuning zonder vertraging wordt afgehandeld. Dit akkoord zal worden geformaliseerd op basis van succescriterium nr. 6 in punt 5 van deze bijlage.
De entiteit die e-Codex beheert, moet eu-LISA een uitputtende lijst verstrekken van de gebruikers van het e-Codex-systeem, die eu-LISA binnen 30 dagen na de overname ervan in kennis moet stellen dat het de verantwoordelijkheid voor e-Codex heeft overgenomen.
De entiteit die e-Codex beheert, moet eu-LISA tot en met 31 maart 2024 ondersteunen en waar nodig bijstaan.
Voor elk onderdeel kan de entiteit die e-Codex beheert een lijst voorstellen van ontwikkelingen die moeten worden gemaakt in verband met de behoeften van de gebruikers.
5. CRITERIA VOOR EEN SUCCESVOL OVERDRACHTSPROCES
|
Criterium |
Monitoringindicator |
Controlemiddelen |
Uiterste datum |
||||||
1 |
Overdracht van kennis over de verschillende e-Codex-onderdelen |
Alle opleidingssessies die hebben plaatsgevonden. |
Ingevulde registratieformulieren en aan eu-LISA verstrekt opleidingsmateriaal |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||
2 |
Overdracht van alle e-Codex-onderdelen |
Alle middelen, afgeleverd en volledig |
Uitdrukkelijke bevestiging door eu-LISA |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||
3 |
Technische stabiliteit van het e-Codex-systeem (alle onderdelen) |
De twee meest recente versies geproduceerd door de entiteit die e-Codex beheert. |
Een stabiele versie van e-Codex, d.w.z. een pakket dat in productie kan worden uitgerold en dat de integriteit waarborgt van alle uitwisselingen over deze versie. |
Uiterlijk 31 december 2022 |
||||||
4 |
Toewijzing van voldoende middelen binnen eu-LISA |
De samenstelling van het e-Codex-team (met inbegrip van de op te leiden technici), door eu-LISA meegedeeld aan de Commissie en de entiteit die e-Codex beheert. |
Kennisgeving door eu-LISA aan de Commissie en de entiteit die e-Codex beheert |
Uiterlijk 1 januari 2023 |
||||||
5 |
Overdracht van intellectuele eigendom en gebruiksrechten |
De overdracht van e-Codex en de ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen die zijn vermeld in de bijlage bij Verordening (EU) 2022/850, met alle intellectuele-eigendomsrechten en gebruiksrechten. |
|
Uiterlijk op de datum van het gezamenlijk verzoek van de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA aan de Commissie om te verklaren dat het overdrachts- en overnameproces succesvol is voltooid |
||||||
6 |
Afhandeling van alle verzoeken om ondersteuning die de entiteit die e-Codex beheert, ontvangt, voordat eu-LISA de verantwoordelijkheid voor e-Codex overneemt. |
Alle verzoeken om ondersteuning die door de entiteit die e-Codex beheert, zijn ontvangen voordat eu-LISA de verantwoordelijkheid voor e-Codex overneemt, hetzij afgesloten of in het kader van een akkoord te worden overgenomen, bevestigd door eu-LISA |
|
Uiterlijk op de datum van het gezamenlijk verzoek van de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA aan de Commissie om te verklaren dat het overdrachts- en overnameproces succesvol is voltooid |
||||||
7 |
Akkoord tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA betreffende de succesvolle voltooiing van het overdrachts- en overnameproces |
Akkoord tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA over de vervulling van de criteria voor een succesvol overdrachtsproces en voor de succesvolle voltooiing van dat proces |
Gezamenlijk verzoek van de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA aan de Commissie om te verklaren dat het overdrachts- en overnameproces succesvol is voltooid |
Tussen 1 juli en 31 december 2023 |
6. CRITERIA VOOR EEN SUCCESVOL OVERNAMEPROCES
Voor elk artefact en elk overgedragen middel is het doel van het overdrachts- en overnameproces ervoor te zorgen dat het e-Codex-systeem, de operationele kennis, de technische kennis en de beste praktijken en technieken die verband houden met de door de entiteit die e-Codex beheert verleende diensten, na voltooiing van een testprocedure correct door eu-LISA worden overgenomen.
De testprocedure voor de overname heeft betrekking op de uitvoering van testcases die zijn opgesteld om aan te tonen dat eu-LISA de nodige operationele kennis heeft verworven en gereed is om de geplande activiteiten over te nemen. De testspecificaties moeten worden verstrekt door de entiteit die e-Codex beheert.
Wanneer de uitvoering van een test mislukt, wordt het impactniveau als volgt bepaald:
Impactniveau |
Gevolgen voor de dienst |
1 |
De dienst kan niet worden uitgevoerd |
2 |
De overeenkomstige dienst(en) kan (kunnen) niet naar behoren worden uitgevoerd en het probleem kan niet worden ontweken. |
3 |
Geringe impact op de overeenkomstige dienst(en). |
De testcases moeten betrekking hebben op specifieke procedures die van toepassing zijn op de overgenomen middelen. De testcases moeten per hoofdprocedure worden gegroepeerd; de uitvoering van alle testcases van een hoofdprocedure moet aantonen in welke mate eu-LISA gereed is.
De test moet worden afgerond wanneer aan alle volgende succescriteria is voldaan:
a) |
Er staat geen probleem van impactniveau 1 open. Indien zich een probleem van impactniveau 1 voordoet:
|
b) |
Er staat geen probleem van impactniveau 2 open. |
c) |
In max. 10 % van de testcases doen zich problemen van impactniveau 3 voor. |
Daartoe moet ten minste aan de volgende criteria worden voldaan en moet eu-LISA uiterlijk op de in de volgende tabel vastgelegde data aantonen dat aan deze criteria is voldaan:
|
Criterium |
Monitoringindicator |
Controlemiddelen |
Uiterste datum |
||||||||||
1 |
Overdracht van kennis over de verschillende e-Codex-onderdelen |
Eu-LISA heeft deelgenomen aan alle opleidingssessies die hebben plaatsgevonden |
Bevestiging door eu-LISA |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
2 |
Overdracht van alle e-Codex-onderdelen |
Alle bronnen zijn ontvangen en de documenten zijn volledig ingevuld |
Bevestiging door eu-LISA |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
3 |
Toewijzing van voldoende middelen binnen eu-LISA |
|
Bevestiging door eu-LISA |
Uiterlijk 1 januari 2023 |
||||||||||
4 |
Oprichting van de adviesgroep e-Codex |
Oprichting van de adviesgroep, en gedurende het overdrachts- en overnameproces ten minste om de twee maanden bijeenkomst van de adviesgroep, overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2022/850 |
|
Met betrekking tot punt 1: uiterlijk 28 februari 2023; Met betrekking tot punt 2: uiterlijk 30 juni 2023. |
||||||||||
5 |
Oprichting van de programmabestuursraad voor e-Codex |
Oprichting van de programmabestuursraad voor e-Codex en bijeenkomsten van deze raad tijdens de overdracht en overname overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2022/850 |
|
Met betrekking tot punt 1: uiterlijk 1 januari 2023; Met betrekking tot punt 2: uiterlijk op 30 juni 2023 |
||||||||||
6 |
Overdracht van gegevens |
Alle relevante gegevens, met inbegrip van maar niet beperkt tot tickets, gebruikersgegevens enz., zijn aan eu-LISA doorgegeven in de vorm van een databasedump of in een ander formaat dat is overeengekomen tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA. |
Bevestiging door eu-LISA |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
7 |
Overdracht van de geschiedenis van alle problemen |
In de vorm van een databasedump of in een ander formaat dat is overeengekomen tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA. |
Bevestiging door eu-LISA |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
8 |
Overdracht van onopgeloste problemen |
In de vorm van een databasedump of in een ander formaat dat is overeengekomen tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA. |
Bevestiging door eu-LISA |
Uiterlijk op de datum van het gezamenlijk verzoek van de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA aan de Commissie om te verklaren dat het overdrachts- en overnameproces succesvol is voltooid |
||||||||||
9 |
Overdracht van gebruikersbeheer, met inbegrip van eindgebruikers (toegang tot CMT, CTP enz.) |
In de vorm van een databasedump of in een ander formaat dat is overeengekomen tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA. |
De inloggegevens zijn doorgegeven, ingevoerd in de infrastructuur van eu-LISA en de toegang tot de verschillende onderdelen is door sommige eindgebruikers gecontroleerd. |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
10 |
Overname van de activiteiten van de helpdesk:
|
De procedures zijn gekend en de werkprocedures zijn functioneel om het overnameteam in staat te stellen zijn dagelijkse taken uit te voeren. |
De ticketing tool is beschikbaar, toegankelijk en alle tickets zijn overgedragen aan eu-LISA (functionele mailbox indien deze bestaat, ondersteunende templates, ondersteunende kennisbasis enz.). |
Uiterlijk op de datum van het gezamenlijk verzoek van de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA aan de Commissie om te verklaren dat het overdrachts- en overnameproces succesvol is voltooid |
||||||||||
11 |
Inloggegevens voor toegang tot de applicatie |
Overdracht van gebruikerslijsten en bijbehorende inloggegevens aan eu-LISA, rekening houdend met de beveiligingsmaatregelen en aanbevelingen voor dit soort gegevens. |
Gebruikers hebben hun inloggegevens en inloginformatie ontvangen. |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
12 |
Overname van de uitrolactiviteiten |
Achterstand, planning en alle relevante documentatie of gerelateerde wijzigingsverzoeken of tickets; |
De uitrolactiviteiten zijn duidelijk in kaart gebracht en de voltooiing van openstaande activiteiten is gepland |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
13 |
Overname van de ontwikkelingsactiviteiten |
Achterstand, planning en alle relevante documentatie of gerelateerde wijzigingsverzoeken of tickets; |
De ontwikkelingsactiviteiten zijn duidelijk in kaart gebracht en de voltooiing van openstaande activiteiten is gepland |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
14 |
Overname van de testactiviteiten |
Achterstand, planning en alle relevante documentatie of gerelateerde wijzigingsverzoeken of tickets; |
De testactiviteiten zijn duidelijk in kaart gebracht en de voltooiing van openstaande activiteiten is gepland |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
15 |
Overname van de activiteiten op het gebied van wijzigings- en releasebeheer |
Achterstand, planning en alle relevante wijzigingsverzoeken of documentatie; |
Alle openstaande wijzigingsverzoeken en het releaseplan zijn overgenomen en geïntegreerd in het algemene projectplan. |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
16 |
Beschikbaarheid van de infrastructuur en infrastructuurbeheer |
Alle infrastructuurvereisten zijn ontvangen en uitgevoerd. Alle beschikbare middelen voor e-Codex zijn geïdentificeerd en aan eu-LISA ter beschikking gesteld. |
Alle onderdelen zijn voor alle belanghebbenden beschikbaar zoals nodig. Wat de ontwikkelingsinfrastructuur betreft, bevestigt eu-LISA de opzet en de werking ervan. |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
17 |
Beveiligingsbeheer |
Alle gecommuniceerde en door eu-LISA uitgevoerde beveiligingsvoorschriften en aanbevelingen. |
De volgende documentatie moet beschikbaar worden gesteld:
Eu-LISA moet de uitvoering ervan bevestigen. |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
18 |
Communicatieplan |
Er moet een communicatieplan worden opgesteld om alle gebruikers en belanghebbenden te informeren over de komende wijziging van de dienstverleners en over de nieuwe procedures en kanalen voor communicatie. |
Kennisgevingen die alle gebruikers en belanghebbenden vóór het einde van de overdrachts-/overnameperiode van eu-LISA ontvangen om hen te informeren over de nieuwe werkprocedures: credentials, URL’s, websites, ticketing tool enz. |
Uiterlijk 1 juli 2023 |
||||||||||
19 |
Definitieve alignering van de gegevens |
Definitieve overdracht van de middelen die niet aan eu-LISA ter beschikking zijn gesteld aan het begin van het overdrachts-/overnameproces. |
|
Op 1 juli 2023 |
||||||||||
20 |
Akkoord tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA betreffende de succesvolle voltooiing van het overdrachts- en overnameproces |
Akkoord tussen de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA over de vervulling van de criteria voor een succesvol overdrachtsproces en voor de succesvolle voltooiing van dat proces |
Gezamenlijk verzoek van de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA aan de Commissie om te verklaren dat het overdrachts- en overnameproces succesvol is voltooid |
Tussen 1 juli en 31 december 2023 |
7. INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN OF GEBRUIKSRECHTEN
De entiteit die e-Codex beheert, draagt uiterlijk op de datum van het gezamenlijke verzoek van de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA aan de Commissie om te verklaren dat het overdrachts- en overnameproces succesvol is voltooid de intellectuele-eigendomsrechten en gebruiksrechten met betrekking tot e-Codex en de in de bijlage bij Verordening (EU) 2022/850 vermelde ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen aan eu-LISA over.
Eu-LISA moet deze rechten kosteloos en zonder enige beperking ontvangen en de uitsluitende eigenaar ervan worden.
Eu-LISA moet deze softwarecomponenten en de daaropvolgende versies ervan blijven leveren in het kader van de openbare licentie van de Europese Unie (EUPL).
8. TIJDSCHEMA
Afhankelijk van de beschikbaarheid van elke entiteit (entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA) zal tijdens de eerste verkennende vergadering een tijdschema worden geëvalueerd en gevalideerd.
Duur van de masterclasses (indicatief):
|
Onderdeel |
Ondersteuning van de overdracht |
Duur (indicatief) |
Sequence |
Te ontwikkelen en te beheren elementen |
Tool voor configuratiebeheer — CMT |
Documentatie Masterclass “CMT” |
twee dagen |
4e |
Centraal testplatform — CTP |
Documentatie Masterclass “CTP” |
twee dagen |
5e |
|
Server voor het register (momenteel: Nexus) |
Masterclass “Ontwikkeling en infrastructuur” |
twee dagen |
6e |
|
Integratieserver (momenteel: Jenkins) |
||||
Broncoderegister (momenteel: Gitblit) |
||||
Te ontwikkelen en af te leveren elementen |
E-Codex-architectuur |
Documentatie Masterclass “e-Codex Overzicht” |
vier dagen |
1e |
Connector Suite |
Documentatie Masterclass “Connector” |
20 dagen |
2e |
|
Praktijkvoorbeelden schema’s |
Documentatie Masterclass “Schema’s” |
tien dagen |
3e |
9. Structuur van het door de entiteit die e-Codex beheert te verstrekken verslag van de overdracht
Het verslag van de overdracht wordt geschreven als een samenvatting van alle activiteiten die in het kader van de overdracht zijn uitgevoerd:
a) |
lijst van de middelen en artefacten die aan het einde van de overdrachtsperiode aan eu-LISA zijn verstrekt; |
b) |
beschrijving en inhoud van alle workshops die tijdens de overdracht zijn georganiseerd; |
c) |
lijst van presentaties en aanverwante documenten die tijdens de workshops zijn gegeven; |
d) |
lijst van geleerde lessen; |
e) |
lijst van openstaande kwesties aan het einde van de overdracht; |
f) |
conclusie en gereedheid van eu-LISA. |
10. Structuur van het door eu-LISA te verstrekken verslag van de overname
Het belangrijkste door eu-LISA te produceren resultaat in deze fase is het verslag van de overname. Dit document zal onder meer onderstaande informatie bevatten:
a) |
verklaring van gereedheid om het project over te nemen; |
b) |
voor elke procedure het bewijs dat eu-LISA klaar is om de activiteiten over te nemen; |
c) |
het uitgevoerde testplan en de resultaten van elke test. De tests moeten betrekking hebben op alle middelen en activiteiten die gedurende deze periode zijn uitgevoerd, overeenkomstig de eerder in dit document vermelde criteria voor succesvolle voltooiing. |
Het overnameverslag moet ten minste de volgende elementen bevatten:
a) |
beveiligingsmaatregelen |
b) |
overdracht en verwerving van kennis:
|
c) |
bestaande procedure, indien van toepassing; |
d) |
afronding van het overnameproces en afsluitende acties:
|
AANHANGSEL
STRUCTUUR VAN HET GEMEENSCHAPPELIJKE OVERDRACHTSDOCUMENT
Logbestand van wijzigingen in het document
Uitgave |
Datum van uitgifte |
|
Gewijzigde alinea’s |
Wijzigingen |
|
|
|
|
|
INHOUDSOPGAVE
1. |
REFERENTIEDOCUMENTEN EN TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN | 51 |
1.1. |
Referentiedocumenten | 51 |
1.2. |
Toepasselijke documenten | 51 |
2. |
TERMINOLOGIE | 51 |
2.1. |
Afkortingen en acroniemen | 51 |
3. |
INLEIDING | 51 |
3.1. |
Doel van het document | 51 |
3.2. |
Doelgroep | 51 |
4. |
ONDERSTELLINGEN EN RISICO’S | 52 |
4.1. |
Onderstellingen en noodzakelijke voorwaarden | 52 |
4.2. |
Risico’s | 52 |
5. |
AANPAK VAN DE OVERDRACHT EN OVERNAME | 52 |
5.1. |
Startvergadering | 52 |
5.2. |
Synchronisatievergaderingen | 52 |
5.3. |
Overdrachtsplan | 52 |
5.4. |
Initiële overdracht van middelen | 53 |
5.4.1. |
Applicaties | 53 |
5.4.2. |
Documentatie | 53 |
5.4.3. |
Procedures | 53 |
5.4.4. |
Achterstand (wijzigingsverzoeken, tickets, problemen enz.) | 53 |
6. |
DEFINITIEVE OVERDRACHT VAN MIDDELEN | 53 |
6.1. |
Applicaties | 53 |
6.2. |
Documentatie | 53 |
6.3. |
Procedures | 53 |
6.4. |
Achterstand (wijzigingsverzoeken, tickets, problemen enz.) | 53 |
7. |
KENNISOVERDRACHT | 53 |
8. |
CONTACTGEGEVENS IN VERBAND MET DE OVERDRACHT | 53 |
9. |
CONTACTGEGEVENS IN VERBAND MET DE OVERNAME | 53 |
10. |
INFRASTRUCTUURBEHOEFTEN BIJ EU-LISA | 53 |
10.1. |
Applicaties | 53 |
10.2. |
Hardware-/systeemvereisten | 54 |
10.3. |
COTS (commercieel kant-en-klaar) | 54 |
11. |
BEVEILIGINGSVOORSCHRIFTEN | 54 |
12. |
SCHEMA VAN DE WORKSHOPS | 54 |
12.1. |
Algemene workshop over alle diensten | 54 |
12.2. |
Workshops over de helpdesk en operationele aspecten | 54 |
12.3. |
Workshops in verband met installatie en tests | 54 |
12.3.1. |
Installaties | 54 |
12.3.2. |
Tests | 55 |
12.3.3. |
Workshops over andere onderwerpen | 55 |
12.3.4. |
V&A en meevolgworkshops | 55 |
13. |
CRITERIA VOOR EEN SUCCESVOL OVERDRACHTSPROCES EN VOOR DE SUCCESVOLLE VOLTOOIING VAN DAT PROCES | 55 |
14. |
MEEVOLGPERIODE, OVERDRACHT VAN VERANTWOORDELIJKHEID EN PERIODE VAN NAZORG | 55 |
15. |
PLANNING | 55 |
15.1. |
Algemene planning | 55 |
15.2. |
Gedetailleerde planning | 55 |
16. |
TESTPLAN VOOR DE OVERNAME | 55 |
17. |
MATERIAAL IN HET KADER VAN DE OVERDRACHT | 56 |
18. |
INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN EN GEBRUIKSRECHTEN | 56 |
Tabel met tabellen (facultatief)
Tabel 1: Referentiedocumenten
Tabel 2: Toepasselijke documenten
Tabel 3: Afkortingen en acroniemen
Noot: De in de volgende delen van het document ingevoegde tekst wordt louter als voorbeeld gegeven ter verduidelijking. De entiteit die e-Codex beheert en de teams van eu-LISA kunnen de structuur van het document zo nodig aanpassen voor de uitvoering van hun activiteiten, op voorwaarde dat het document gedetailleerde informatie bevat over de in deel 3 van de bijlage vermelde punten.
1. REFERENTIEDOCUMENTEN EN TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN
1.1. Referentiedocumenten
ID |
Titel |
Referentie |
Versie |
|
|
|
|
Tabel 1: Referentiedocumenten
1.2. Toepasselijke documenten
ID |
Titel |
Referentie |
Versie |
|
|
|
|
Tabel 2: Toepasselijke documenten
2. TERMINOLOGIE
2.1. Afkortingen en acroniemen
Afkorting of acroniem |
Betekenis |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tabel 3: Afkortingen en acroniemen
3. INLEIDING
3.1. Doel van het document
[Dit document beoogt de aanpak te beschrijven die zal worden gevolgd bij het overdrachts- en overnameproces van e-Codex. De overdracht en overname hebben betrekking op de overgang van alle documenten en applicatiepakketten en de overdracht van kennis van de entiteit die e-Codex beheert aan eu-LISA.]
3.2. Doelgroep
[Lijst van doelgroepen toe te voegen in dit deel]
4. ONDERSTELLINGEN EN RISICO’S
4.1. Onderstellingen en noodzakelijke voorwaarden
[Zowel e-Codex als eu-LISA moeten de onderstellingen en noodzakelijke voorwaarden duidelijk in kaart brengen en in dit deel opnemen.]
4.2. Risico’s
[De entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA zullen alle nodige maatregelen nemen om het overdrachts- en overnameproces te doen slagen en de risico’s te beperken. Risico’s die niet kunnen worden beperkt en die het resultaat van het overdrachts- en overnameproces beïnvloeden, zullen zo spoedig mogelijk aan de Commissie ter kennis worden gebracht.]
Risico |
Risico-eigenaar |
Risicobeperking |
|
|
|
5. AANPAK VAN DE OVERDRACHT EN OVERNAME
[De overdracht heeft tot doel:
— |
een fysieke overdracht uit te voeren van al het nodige materiaal (softwarepakketten, documentatie, tickets enz.); |
— |
een overdracht uit te voeren van kennis van de applicatie door middel van opleidingsworkshops en meevolgsessies; |
— |
een overdracht uit te voeren van operationele kennis door middel van opleidingsworkshops en meevolgsessies; |
— |
voor alle diensten de verantwoordelijkheid over te dragen van de entiteit die e-Codex beheert aan eu-LISA. |
Wat de overnameactiviteiten betreft, is het de bedoeling kennis over te dragen en te verwerven via:
— |
deelname aan sessies voor kennisoverdracht en ondersteuning en opleidingssessies van de entiteit die e-Codex beheert; |
— |
analyse en beoordeling van de status en bruikbaarheid van de overgenomen informatie. Indien de opvatting bestaat dat informatie moet worden verbeterd, zal dit aan de Commissie ter kennis worden gebracht; |
— |
de organisatie, monitoring en verfijning van de parallelle uitvoering (proefdraaien) van het project, indien van toepassing; |
— |
deelname aan technische ad-hocvergaderingen met de entiteit die e-Codex beheert; |
— |
de voorbereiding, integratie en upload van de gegevens in de eu-LISA-tools.] |
5.1. Startvergadering
[Alle overdrachts- en overnameactiviteiten beginnen met een startvergadering met alle betrokken partijen. De taken en verantwoordelijkheden en planning op hoog niveau worden tijdens deze vergadering gepresenteerd.]
5.2. Synchronisatievergaderingen
[Met alle partijen worden regelmatig coördinatievergaderingen gehouden (om de twee weken) om de status van de overdrachts- en overnameactiviteiten te volgen en de entiteit die e-Codex beheert en eu-LISA in staat te stellen hun activiteiten te synchroniseren.]
5.3. Overdrachtsplan
[Alle overdrachtsactiviteiten worden beschreven in het overdrachtsplan, d.w.z. dit document.]
5.4. Initiële overdracht van middelen
[Bij aanvang van het overdrachts- en overnameproces is een initiële overdracht van al het materiaal gepland. Deze omvat ten minste: de meest recente versie van de applicatiepakketten (met inbegrip van documentatie), de bijgewerkte software- en documentatie-inventaris en een uittreksel uit de ticketdatabank (of een ander formaat).]
5.4.1. Applicaties
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
5.4.2. Documentatie
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
5.4.3. Procedures
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
5.4.4. Achterstand (wijzigingsverzoeken, tickets, problemen enz.)
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
6. DEFINITIEVE OVERDRACHT VAN MIDDELEN
[Bij de overdracht van de verantwoordelijkheid verstrekt de entiteit die e-Codex beheert een definitieve (actuele) versie van alle middelen die tijdens de overdracht- en overnameperiode zijn gewijzigd, alsmede een nieuw uittreksel uit de ticketdatabank (of een ander formaat).]
6.1. Applicaties
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
6.2. Documentatie
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
6.3. Procedures
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
6.4. Achterstand (wijzigingsverzoeken, tickets, problemen enz.)
[Lijst van af te leveren middelen hier toevoegen]
7. KENNISOVERDRACHT
[De overdracht van de kennis van de entiteit die e-Codex beheert, vindt plaats tijdens verschillende workshops en meevolgsessies gedurende de overdrachts- en overnameperiode. Deze aanpak en de ondersteuning tijdens de periode van nazorg zullen ervoor zorgen dat de operationele kennis volledig wordt overgedragen.
Alle workshops zullen gebaseerd zijn op specifieke presentaties/documenten, hetzij afkomstig van eerdere opleidingen, hetzij op maat gemaakt door de entiteit die e-Codex beheert. De presentaties worden één week voor elke workshop aan eu-LISA verstrekt.]
8. CONTACTGEGEVENS IN VERBAND MET DE OVERDRACHT
[Contactgegevens hier toevoegen]
9. CONTACTGEGEVENS IN VERBAND MET DE OVERNAME
[Contactgegevens hier toevoegen]
10. INFRASTRUCTUURBEHOEFTEN BIJ EU-LISA
10.1. Applicaties
10.2. Hardware-/systeemvereisten
10.3. COTS (commercieel kant-en-klaar)
11. BEVEILIGINGSVOORSCHRIFTEN
[In dit deel moeten de door eu-LISA te nemen maatregelen worden beschreven met betrekking tot de volgende punten:
— |
Algemeen beveiligingsbeheer op projectniveau; |
— |
Beveiligingsbeheer op systeemniveau met betrekking tot de beveiligingsmaatregelen op het niveau van het gehele e-Codex-systeem en alle onderdelen ervan, met inbegrip van de infrastructuur; |
— |
Beveiligingsbeheer op applicatieniveau met betrekking tot de applicaties die vallen binnen de werkingssfeer van de activiteiten van eu-LISA; |
— |
Beveiligingsbeheer op netwerkniveau; |
— |
Procedures voor gebruikersbeheer en procedures voor het beheer, de bijwerking en het onderhoud van de lijst van geautoriseerde gebruikers, inloggegevens van gebruikers, toegangsrechten en machtigingen. |
Bovendien moet eu-LISA op verzoek de volgende documenten kunnen verstrekken:
— |
beveiligingsbeleid; |
— |
beveiligingsplan; |
— |
beveiligingsmaatregelen op het gebied van gebruikersbeheer; |
— |
Bedrijfscontinuïteitsplan, met inbegrip van vereisten inzake uitwijkplan “herstel bij rampen”.] |
12. SCHEMA VAN DE WORKSHOPS
12.1. Algemene workshop over alle diensten
[Datum |
Datum toevoegen |
Duur |
Duur toevoegen |
Locatie |
Locatie toevoegen |
Publiek |
Alle |
Onderwerp |
Inleiding en functioneel overzicht van alle applicaties en diensten van e-Codex.] |
12.2. Workshops over de helpdesk en operationele aspecten
[Datum |
Datum toevoegen |
Duur |
Duur toevoegen |
Locatie |
Locatie toevoegen |
Publiek |
Helpdeskteam |
Onderwerp |
Ondersteuning, behandeling van incidenten, verslaglegging, kennisgevingen, beveiligingsbeheer enz.] |
12.3. Workshops in verband met installatie en tests
12.3.1. Installaties
[Datum |
Datum toevoegen |
Duur |
Duur toevoegen |
Locatie |
Locatie toevoegen |
Publiek |
Technisch team |
Onderwerp |
Installatie van releases en patches] |
12.3.2. Tests
[Datum |
Datum toevoegen |
Duur |
Duur toevoegen |
Locatie |
Locatie toevoegen |
Publiek |
Testteam |
Onderwerp |
Testen van alle applicaties] |
12.3.3. Workshops over andere onderwerpen
[Datum |
Datum toevoegen |
Duur |
Duur toevoegen |
Locatie |
Locatie toevoegen |
Publiek |
Ad hoc |
Onderwerp |
Alle overige punten] |
12.3.4. V&A en meevolgworkshops
[Datum |
Datum toevoegen |
Duur |
Duur toevoegen |
Locatie |
Locatie toevoegen |
Publiek |
Ad hoc |
Onderwerp |
Afhankelijk van het behandelde onderwerp] |
13. CRITERIA VOOR EEN SUCCESVOL OVERDRACHTSPROCES EN VOOR DE SUCCESVOLLE VOLTOOIING VAN DAT PROCES
[Op te nemen overeenkomstig de criteria vermeld in de hoofdstukken 5 en 6 van de bijlage en in de in artikel 6, lid 1, punt-b), van Verordening (EU) 2022/850 bedoelde uitvoeringshandeling (2) *.]
14. MEEVOLGPERIODE, OVERDRACHT VAN VERANTWOORDELIJKHEID EN PERIODE VAN NAZORG
15. PLANNING
15.1. Algemene planning
[Kan een diagram met belangrijke mijlpalen zijn]
15.2. Gedetailleerde planning
[In de vorm van een mpp-bestand]
16. TESTPLAN VOOR DE OVERNAME
[De testprocedure voor de overname heeft betrekking op de uitvoering van testcases die zijn opgesteld om aan te tonen dat de nodige operationele kennis is verworven en dat eu-LISA gereed is om de geplande activiteiten over te nemen.
Elke testcase wordt aan een of meer specifieke teams toegewezen, en een of meer leden van elk team moeten samenwerken om specifieke stappen uit te voeren. De uitvoerder van de tests heeft tot taak de testcases zoals bepaald in dit testplan uit te voeren en voor elke testcase het resultaat te interpreteren en te documenteren.
De aanvaardingscriteria zijn vastgelegd in de bijlage.
Testcases moeten betrekking hebben op alle elementen die in de aanpak van de overdracht en overname zijn opgenomen.
Gedurende het overdrachts- en overnameproces kan het testplan dienovereenkomstig worden verbeterd en kunnen indien nodig gedetailleerde testcases worden toegevoegd.
In het testverslag worden de resultaten van elke test vermeld.]
17. MATERIAAL IN HET KADER VAN DE OVERDRACHT
[Een gedetailleerde lijst van het materiaal dat in het kader van de overdracht en overname is geïnventariseerd, die aan eu-LISA ter beschikking zal worden gesteld.]
18. INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN EN GEBRUIKSRECHTEN
[Een volledige verklaring van de entiteit die e-Codex beheert over intellectuele eigendom en gebruiksrechten met betrekking tot alle onderdelen van het e-Codex-systeem en de ondersteunende softwareproducten, documentatie en andere middelen die zijn vermeld in de bijlage bij Verordening (EU) 2022/850.
Een verklaring van de entiteit die e-Codex beheert dat zij en haar leden rechtens in de positie verkeren alle hierboven vermelde intellectuele-eigendomsrechten en gebruiksrechten aan eu-LISA over te dragen op een wijze die eu-LISA in staat stelt zijn verantwoordelijkheden overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2022/850 te vervullen.]
(1) Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 150 van 1.6.2022, blz. 1).
(2) Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 150 van 1.6.2022, blz. 1).
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/57 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2521 VAN DE COMMISSIE
van 20 december 2022
tot rectificatie van de Roemeense taalversie van Richtlijn 2003/96/EG tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 2, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Ingevolge de wijziging van Richtlijn 2003/96/EG bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/552 van de Commissie (2) bevat de Roemeense taalversie van Richtlijn 2003/96/EG fouten in artikel 2, lid 1, punt h), in artikel 16, lid 1, tweede streepje, en in artikel 20, lid 1, punt h), wat betreft de uitzondering van roestwerende preparaten die aminen als werkzame bestanddelen bevatten, en anorganische preparaten voor het oplossen of voor het verdunnen van vernissen of van dergelijke producten, indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt en de bestanddelen ervan afkomstig zijn van biomassa. |
(2) |
De Roemeense taalversie van Richtlijn 2003/96/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd. Deze rectificatie heeft geen betrekking op de overige taalversies. |
(3) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Accijnscomité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
(heeft geen betrekking op het Nederlands)
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 20 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/552 van de Commissie van 6 april 2018 tot bijwerking van de verwijzingen in Richtlijn 2003/96/EG van de Raad naar de codes van de gecombineerde nomenclatuur voor bepaalde producten (PB L 91 van 9.4.2018, blz. 27).
21.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/59 |
BESLUIT (EU) 2022/2522 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 13 december 2022
tot wijziging van Besluit (EU) 2021/2255 betreffende de goedkeuring van de muntenuitgifteomvang in 2022 (ECB/2021/54) (ECB/2022/45)
DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 128, lid 2,
Gezien Besluit (EU) 2015/2332 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2015 betreffende het procedurele kader voor de goedkeuring van de euromuntenuitgifteomvang (ECB/2015/43) (1), en met name artikel 3, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft vanaf 1 januari 1999 het alleenrecht de muntenuitgifteomvang door de lidtstaten die de euro als munt hebben goed te keuren. |
(2) |
Uitgaande van de schattingen van de vraag naar euromunten in 2022 die door de lidstaten die de euro als munt hebben aan de ECB zijn voorgelegd, heeft de ECB bij Besluit (EU) 2021/2255 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/54) (2) de totale omvang van voor circulatie bestemde euromunten en niet voor circulatie bestemde euromunten voor verzamelaars in 2022 goedgekeurd. |
(3) |
Krachtens artikel 3 van Besluit (EU) 2015/2332 (ECB/2015/43) moeten lidstaten die de euro als munt hebben de ECB overwijld in kennis stellen indien de werkelijke euromuntenvraag de voor dat kalenderjaar goedgekeurde muntenuitgifteomvang waarschijnlijk zal overschrijden, en indien de gestegen muntenvraag aanhoudt, onverwijld een ad-hocgoedkeuringsverzoek indienen voor een aanvullende muntenuitgifteomvang in dat kalenderjaar. |
(4) |
Op 21 november 2022 ontving de ECB een verzoek van Banque de France namens Frankrijk om de euromuntenuitgifteomvang in 2022 te verhogen met een aanvullende hoeveelheid van 50,0 miljoen EUR, dat wil zeggen een verhoging van 249,0 miljoen EUR naar 299,0 miljoen EUR. Het verzoek werd ingediend naar aanleiding van een aanzienlijke toename van de netto-uitgifte van euromunten in Frankrijk, die naar verwachting in december 2022 zal culmineren. De stijging is met name het gevolg van een hogere bruto-uitgifte van 1- en 2-euromunten en munten van 50 cent, in combinatie met een lager niveau van stortingen van euromunten. De stijgende prijzen in combinatie met een toenemende teruggave van wisselgeld in euromunten door detailhandelaars, hebben ook bijgedragen tot een grotere vraag naar euromunten. |
(5) |
Krachtens artikel 3, lid 7, van Besluit (EU) 2015/2332 (ECB/2015/43) dient de directie een afzonderlijk besluit op een ad-hocgoedkeuringsverzoek vast te stellen indien geen wijziging van het ad-hocverzoek noodzakelijk is. |
(6) |
Derhalve moet Besluit (EU) 2021/2255 (ECB/2021/54) dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging
De tabel in artikel 2 van Besluit (EU) 2021/2255 (ECB/2021/54) wordt als volgt gewijzigd:
de rij met betrekking tot Frankrijk wordt vervangen door:
“Frankrijk |
249,00 |
50,00 |
299,00 ” |
Artikel 2
Vankrachtwording
Dit besluit wordt van kracht op de dag van de kennisgeving ervan aan de geadresseerden.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit besluit is gericht tot de lidstaten die de euro als munt hebben.
Gedaan te Frankfurt am Main, 13 december 2022.
De president van de ECB
Christine LAGARDE
(1) PB L 328 van 12.12.2015, blz. 123.
(2) Besluit (EU) 2021/2255 van de Europese Centrale Bank van 7 december 2021 houdende de goedkeuring van de muntenuitgifteomvang in 2022 (ECB/2021/54) (PB L 454 van 17.12.2021, blz. 19).