|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
65e jaargang |
|
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
* |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/1 |
VERORDENING (EU, Euratom) 2022/2434 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 6 december 2022
tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 met betrekking tot de vaststelling van een gediversifieerde financieringsstrategie als algemene leenmethode
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 322, lid 1,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Rekenkamer (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In artikel 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3) (het “Financieel Reglement”) is bepaald dat de Commissie in het betrokken basisbesluit wordt gemachtigd namens de Unie of Euratom leningen op te nemen om de overeenkomstige bedragen aan begunstigde lidstaten of derde landen door te lenen onder de voorwaarden die op de opgenomen leningen van toepassing zijn. In dat verband worden de kasstromen tussen de opgenomen en verstrekte leningen op elkaar afgestemd. Dat betekent dat de Unie markttransacties moet uitvoeren op basis van de uitbetalingsbehoeften voor elke specifieke lening, wat de mogelijkheid beperkt om uiteenlopende leentransacties met het oog op de laagste kosten coherent te plannen met de beste marktkansen en looptijdstructuur. |
|
(2) |
De financiering van afzonderlijke programma’s voor financiële bijstand door middel van afzonderlijke financieringsmethoden leidt tot kosten en complexiteit, omdat verschillende programma’s voor financiële bijstand concurreren om een beperkt aantal financieringsmogelijkheden. Hierdoor wordt het aanbod van schuldbewijzen van de Unie versnipperd en vermindert de liquiditeit en de belangstelling van beleggers in de afzonderlijke programma’s, ook al hebben alle schuldbewijzen van de Unie dezelfde hoge kredietkwaliteit. Financiële bijstand moet derhalve worden georganiseerd volgens één enkele financieringsmethode die de liquiditeit van Unieobligaties en de aantrekkingskracht en kosteneffectiviteit van de uitgifte van de Unie vergroot. |
|
(3) |
De noodzaak van één enkele financieringsmethode wordt met name benadrukt in de context van financiële steun aan Oekraïne, gezien de dringende financieringsbehoeften van het land. Recente ervaringen met de financieringsbehoeften van Oekraïne hebben de nadelen van een versnipperde aanpak bij de organisatie van de schuld van de Unie aan het licht gebracht. Om de positie van de Unie als uitgever van in euro luidende schuld te versterken, is het van het grootste belang om alle nieuwe uitgiften via één enkele financieringsmethode te organiseren. |
|
(4) |
Het model voor een enkele financieringsmethode en de meeste elementen van de infrastructuur die nodig zijn voor de uitvoering ervan, zijn reeds vastgesteld in de vorm van een gediversifieerde financieringsstrategie krachtens Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad (4). Die strategie heeft het mogelijk gemaakt met succes middelen aan te trekken voor subsidies en leningen in het kader van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (5) en voor een reeks andere programma’s van de Unie als bedoeld Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad (6). Gezien de verwachte complexiteit van de verrichtingen die nodig zijn om in de dringende financieringsbehoeften van Oekraïne te voorzien en om op mogelijke toekomstige opgenomen en verstrekte leningen te anticiperen, is het passend een gediversifieerde financieringsstrategie vast te stellen als de enige financieringsmethode voor de uitvoering van leentransacties. |
|
(5) |
Het gebruik van een gediversifieerde financieringsstrategie moet de flexibele uitvoering van het financieringsprogramma mogelijk maken, met volledige inachtneming van de beginselen van begrotingsneutraliteit en begrotingsevenwicht als bedoeld in artikel 310, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). De kosten van het financieringsprogramma moeten volledig worden gedragen door de begunstigden op basis van één enkele kostentoewijzingsmethode die de transparante en evenredige toewijzing van de kosten waarborgt. Terugbetalingsverplichtingen moeten bij de begunstigden van de financiële bijstand blijven berusten, overeenkomstig artikel 220, lid 5, punt e), van het Financieel Reglement. |
|
(6) |
Voor de uitvoering van een gediversifieerde financieringsstrategie zou één enkele reeks regels moeten worden gevolgd voor alle daarvan afhankelijke leen- en uitleenprogramma’s. Die regels moeten daarom worden toegevoegd aan de in het Financieel Reglement neergelegde horizontale financiële regels, die op grond van artikel 322 VWEU door het Europees Parlement en de Raad zijn vastgesteld. |
|
(7) |
Een gediversifieerde financieringsstrategie moet de Commissie meer flexibiliteit bieden met betrekking tot het tijdstip en de looptijd van enkelvoudige financieringstransacties en regelmatige en vaste uitbetalingen aan verschillende begunstigde landen mogelijk maken. Een dergelijke strategie moet op de bundeling van financieringsinstrumenten gebaseerd zijn. Dit zou de Commissie de flexibiliteit bieden om de betalingen aan de begunstigden onafhankelijk van de marktomstandigheden op het moment van uitbetaling te organiseren en zou tegelijkertijd het risico beperken dat de Commissie vaste bedragen onder volatiele of ongunstige omstandigheden zou moeten ophalen. |
|
(8) |
Om de Commissie die flexibiliteit te geven zou een gemeenschappelijke liquiditeitspool moeten worden opgericht. Een dergelijke gecentraliseerde liquiditeitsfunctie zou de financieringscapaciteit van de Unie veerkrachtiger maken en zou tegen tijdelijke mismatches tussen alle in- en uitstromen bestand zijn, op basis van een robuuste liquiditeitsprognosecapaciteit. |
|
(9) |
De Commissie moet alle nodige transacties uitvoeren om regelmatig op de kapitaalmarkt aanwezig te zijn en om de gunstigste financieringskosten te realiseren en transacties in schuldbewijzen van de Unie en Euratom te vergemakkelijken. |
|
(10) |
Bij de uitbreiding van de gediversifieerde financieringsstrategie tot een breder scala van programma’s is het daarom passend dat de Commissie de nodige regelingen voor de uitvoering ervan vaststelt. Die regelingen moeten een governancekader, risicobeheerprocedures en een kostentoewijzingsmethode omvatten, met inachtneming van artikel 220, lid 5, punt e), van het Financieel Reglement. Met het oog op transparantie moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad regelmatig en uitgebreid informeren over alle aspecten van haar strategie voor het lenen en beheren van schulden. |
|
(11) |
Het Financieel Reglement moet derhalve worden gewijzigd. |
|
(12) |
In het belang van de rechtszekerheid en duidelijkheid met betrekking tot reeds toegekende financiële bijstand en met inachtneming van de financiële bijstand krachtens Verordening (EU) …/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een instrument voor steunverlening aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand+) (7), mag deze verordening alleen gelden voor programma’s van financiële bijstand waarvan de basishandelingen op of na 9 november 2022 in werking treden. |
|
(13) |
Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het VWEU en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. |
|
(14) |
In het licht van de situatie in Oekraïne moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In artikel 220 worden de leden 2 en 7 geschrapt. |
|
2) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 220 bis Gediversifieerde financieringsstrategie 1. De Commissie past een gediversifieerde financieringsstrategie toe die bestaat uit de uit hoofde van artikel 5, lid 1, van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad (*1) toegestane opnamen van leningen en, behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen, lenings- en schuldbeheertransacties ter financiering van programma’s voor financiële bijstand. De gediversifieerde financieringsstrategie wordt uitgevoerd door middel van alle noodzakelijke transacties om regelmatig op de kapitaalmarkt aanwezig te zijn, is gebaseerd op het bundelen van financieringsinstrumenten en maakt gebruik van een gemeenschappelijke liquiditeitspool. 2. De Commissie treft de noodzakelijke regelingen voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie. De Commissie informeert het Europees Parlement en de Raad regelmatig en uitgebreid over alle aspecten van haar strategie voor het lenen en beheren van schulden. (*1) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1).”." |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing op programma’s voor financiële bijstand waarvan de basishandelingen op of na 9 november 2022 in werking treden.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 december 2022.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
Z. STANJURA
(1) Advies van 22 november 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 24 november 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 6 december 2022.
(3) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(4) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1).
(5) Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).
(6) Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23).
(7) Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/5 |
BESLUIT (EU) 2022/2435 VAN DE RAAD
van 26 juli 2022
inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende het goederenvervoer over de weg
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a).
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig Besluit (EU) 2022/1158 van de Raad (2) is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende het goederenvervoer over de weg (de “overeenkomst”) ondertekend op 29 juni 2022, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum. |
|
(2) |
Door de belangrijke verstoringen van de vervoerssector in Oekraïne ten gevolge van de Russische aanvalsoorlog, moet Oekraïne alternatieve routes over de weg vinden om zijn voorraden graan, brandstof, levensmiddelen en andere relevante goederen uit te voeren. |
|
(3) |
Aangezien de vergunningen in het kader van het multilaterale quotasysteem van de Europese Conferentie van ministers van Verkeerbinnen het International Transport Forum en de bestaande bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en Oekraïne niet de nodige flexibiliteit bieden aan de Oekraïense exploitanten van vervoer over de weg om meer vervoersactiviteiten via en met de Unie te verrichten, is het van cruciaal belang het goederenvervoer over de weg te liberaliseren voor bilateraal vervoer en doorvoer. |
|
(4) |
Gezien de buitengewone en unieke omstandigheden die tot de ondertekening, de voorlopige toepassing en de sluiting van de overeenkomst nopen en overeenkomstig de Verdragen, is het passend dat de Unie tijdelijk de relevante gedeelde bevoegdheid uitoefent die haar bij de Verdragen is toebedeeld. Alle gevolgen van dit besluit voor de verdeling van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten moeten strikt in de tijd worden beperkt. De Unie mag de bevoegdheid die zij op basis van dit besluit en de overeenkomst uitoefent, derhalve uitsluitend tijdens de toepassingsperiode van de overeenkomst uitoefenen. Dientengevolge zal de uitoefening door de Unie van de aldus uitgeoefende gedeelde bevoegdheid ophouden zodra de overeenkomst ophoudt van toepassing te zijn. Onverminderd andere maatregelen van de Unie en onder voorbehoud van de naleving van die maatregelen van de Unie, zullen de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) die bevoegdheid daarna weer uitoefenen. Voorts zij eraan herinnerd dat, zoals bepaald in het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het aan het VWEU gehechte Protocol nr. 25 betreffende de uitoefening van de gedeelde bevoegdheden, de uitoefening van de bevoegdheid door de Unie in dit besluit enkel betrekking heeft op de door dit besluit en de overeenkomst geregelde materie en niet op het gehele gebied. De uitoefening van de bevoegdheid door de Unie uit hoofde van dit besluit laat de respectieve bevoegdheden van de Unie en de lidstaten met betrekking tot lopende of toekomstige onderhandelingen over internationale overeenkomsten met andere derde landen op dat gebied, of de ondertekening of sluiting van dergelijke overeenkomsten, onverlet. |
|
(5) |
Door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne kunnen veel Oekraïense bestuurders de administratieve procedures met betrekking tot bestuurdersdocumenten niet meer volgen, zoals aanvragen van internationale rijbewijzen of de afgifte van nieuwe bestuurdersdocumenten in het geval van verlies of diefstal. In deze uitzonderlijke omstandigheden is het dan ook belangrijk maatregelen te nemen die bestuurders vrijstellen van de verplichting om een internationaal rijbewijs voor te leggen, de besluiten te erkennen die Oekraïne heeft genomen om de administratieve geldigheid van bestuurdersdocumenten te verlengen, en de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten van de partijen bij de overeenkomst te faciliteren teneinde fraude met en de vervalsing van bestuurdersdocumenten te bestrijden. |
|
(6) |
De overeenkomst moet namens de Unie worden goedgekeurd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende het goederenvervoer over de weg wordt hierbij goedgekeurd namens de Europese Unie (3).
Artikel 2
1. De uitoefening van de bevoegdheid door de Unie op grond van dit besluit en de overeenkomst is beperkt tot de toepassingsperiode van de overeenkomst. Onverminderd andere maatregelen van de Unie en onder voorbehoud van de naleving van die maatregelen van de Unie, houdt de Unie, nadat die toepassingsperiode is afgelopen, onmiddellijk op die bevoegdheid uit te oefenen en oefenen de lidstaten hun bevoegdheid weer uit overeenkomstig artikel 2, lid 2, VWEU.
2. De uitoefening van de bevoegdheid door de Unie op grond van dit besluit en de overeenkomst laat de bevoegdheid van de lidstaten inzake eventuele lopende of toekomstige onderhandelingen over internationale overeenkomsten inzake goederenvervoer over de weg met andere derde landen, en met Oekraïne voor de periode nadat de overeenkomst is opgehouden van toepassing te zijn, of de ondertekening of sluiting van dergelijke overeenkomsten, onverlet.
3. De in lid 1 bedoelde uitoefening van de bevoegdheid door de Unie heeft enkel betrekking op de door dit besluit en de overeenkomst geregelde materie.
4. Dit besluit en de overeenkomst laten de respectieve bevoegdheden van de Unie en de lidstaten op het gebied van goederenvervoer over de weg met betrekking tot andere materie dan de door dit besluit en de overeenkomst geregelde materie, onverlet.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 13 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.
Artikel 4
De Unie wordt in het uit hoofde van artikel 7 van de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door de Europese Commissie, die daarbij wordt bijgestaan door de vertegenwoordigers van de lidstaten als waarnemers.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 26 juli 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
M. KUPKA
(1) Goedkeuring van 10 november 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Besluit (EU) 2022/1158 van de Raad van 27 juni 2022 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende het goederenvervoer over de weg tussen de Europese Unie en Oekraïne (PB L 179 van 6.7.2022, blz. 1).
(3) De tekst van de overeenkomst is bekendgemaakt in PB L 179 van 6.7.2022, blz. 4.
VERORDENINGEN
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/8 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2436 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
tot uitvoering van artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1770 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/1770 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali (1), en met name artikel 12, lid 6,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 28 september 2017 Verordening (EU) 2017/1770 vastgesteld. |
|
(2) |
Op 13 december 2021 heeft de Raad Verordening (EU) 2021/2201 (2) vastgesteld om uitvoering te geven aan Besluit (GBVB) 2021/2208 van de Raad (3), waarbij Besluit (GBVB) 2017/1775 (4) werd gewijzigd en een nieuw kader werd vastgesteld dat aanvullende beperkende maatregelen mogelijk maakt ten aanzien van personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het bedreigen van de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Mali of voor het belemmeren of ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
|
(3) |
De Raad heeft de in bijlage I bis bij Verordening (EU) 2017/1770 opgenomen lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen geëvalueerd. Op basis van die evaluatie moeten de motiveringen en de identificatiegegevens betreffende de vijf personen op de lijst in bijlage I bis bij Besluit (GBVB) 2017/1775 worden gewijzigd. |
|
(4) |
Bijlage I bis bij Verordening (EU) 2017/1770 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bis bij Verordening (EU) 2017/1770 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) PB L 251 van 29.9.2017, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2021/2201 van de Raad van 13 december 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1770 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali (PB L 446 van 14.12.2021, blz. 1).
(3) Besluit (GBVB) 2021/2208 van de Raad van 13 december 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/1775 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali (PB L 446 van 14.12.2021, blz. 44).
(4) Besluit (GBVB) 2017/1775 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali (PB L 251 van 29.9.2017, blz. 23).
BIJLAGE
Bijlage I bis bij Verordening (EU) 2017/1770 wordt vervangen door:
“BIJLAGE I bis
Lijst van de in artikel 2 ter bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen
|
|
Naam |
Identificatiegegevens |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
DIAW, Malick |
Geboorteplaats: Ségou Geboortedatum: 2.12.1979 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: B0722922, geldig tot en met 13.8.2018 Geslacht: man Functie: voorzitter van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali), kolonel |
Malick Diaw is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta. Als chef-staf van de derde militaire regio Kati was hij naast kolonel-majoor Ismaël Wagué, kolonel Assimi Goïta, kolonel Sadio Camara en kolonel Modibo Koné, een van de aanstichters en leiders van de staatsgreep van 18 augustus 2020. Malick Diaw is derhalve verantwoordelijk voor acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen. Malick Diaw is ook een sleutelfiguur in de context van de politieke transitie, als voorzitter van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition – CNT) sinds december 2020. De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 (het “overgangshandvest”) en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest. De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Malick Diaw) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Malick Diaw belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
4.2.2022 |
|
2. |
WAGUÉ, Ismaël |
Geboorteplaats: Bamako Geboortedatum: 2.3.1975 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: diplomatiek paspoort AA0193660, geldig tot en met 15.2.2023 Geslacht: man Functie: minister van Verzoening, kolonel-majoor |
Kolonel-majoor Ismaël Wagué is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta en was naast kolonel Goïta, kolonel Sadio Camara, kolonel Modibo Koné en kolonel Malick Diaw een van de belangrijkste verantwoordelijken voor de staatsgreep van 18 augustus 2020. Op 19 augustus 2020 kondigde hij aan dat het leger de macht had overgenomen, waarna hij woordvoerder werd van het nationaal comité voor het welzijn van het volk (Comité national pour le salut du peuple – CNSP). Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen. Als minister van Verzoening van de overgangsregering sinds oktober 2020 is Ismaël Wagué belast met de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Met zijn verklaring in oktober 2021 en zijn constante onenigheden met de leden van het comité voor permanente gestructureerde samenwerking (Comité de coopération structurée permanente - CSP) droeg hij bij tot de belemmering van de werkzaamheden van het comité dat toezicht moest houden op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (Comité de Suivi de l'Accord – CSA), waardoor er geen vergaderingen van het CSA konden plaatsvinden van oktober 2021 tot september 2022. Die situatie heeft de uitvoering van het akkoord, dat één van de “missies” van de politieke transitie van Mali is als bedoeld in artikel 2 van het overgangshandvest belemmerd. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ismaël Wagué) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen, en voor het belemmeren en ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
4.2.2022 |
|
3. |
MAÏGA, Choguel |
Geboorteplaats: Tabango, Gao, Mali Geboortedatum: 31.12.1958 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort nr. DA0004473, afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven Geslacht: man Functie: minister-president |
Als minister-president sinds juni 2021 leidt Choguel Maïga de overgangsregering van Mali die na de staatsgreep van 24 mei 2021 is gevormd. In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, kondigde hij in juni 2021 de instelling van de “Assises nationales de la refondation” (ANR) aan, als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als een eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga zelf aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Choguel Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. In zijn positie als minister-president is Choguel Maïga rechtstreeks verantwoordelijk voor het uitstellen van de verkiezingen waarin het overgangshandvest voorziet, en belemmert en ondermijnt hij dus de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
4. |
MAÏGA, Ibrahim Ikassa |
Geboorteplaats: Tondibi, regio Gao, Mali Geboortedatum: 5.2.1971 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali Geslacht: man Functie: minister van Wederoprichting |
Ibrahim Ikassa Maïga is lid van het strategisch comité van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Als minister van Wederoprichting sinds 2021 was Ibrahim Ikassa Maïga belast met de planning van de door minister-president Choguel Maïga aangekondigde “Assises nationales de la Refondation” (ANR). In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden de ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ibrahim Ikassa Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. In zijn positie als minister van Wederoprichting belemmert en ondermijnt Ibrahim Ikassa Maïga de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
5. |
DIARRA, Adama Ben Ook bekend als “Ben Le Cerveau” |
Geboorteplaats: Kati, Mali Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: diplomatiek paspoort afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven Geslacht: man Functie: lid van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali) |
Adama Ben Diarra, ook bekend als Camarade Ben Le Cerveau is één van de jonge leiders van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Adama Ben Diarra is ook de leider van Yéréwolo, de belangrijkste organisatie die de overgangsautoriteiten steunt, en is lid van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds 3 december 2021. De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest. Adama Ben Diarra heeft actief gepleit voor en steun verleend aan de verlenging van de politieke transitie van Mali tijdens politieke bijeenkomsten en op sociale media, waarbij hij stelde dat de verlenging met vijf jaar van de overgangsperiode waartoe de overgangsautoriteiten na de “Assises nationales de la Refondation” (ANR) hebben besloten, een oprechte wens van het Malinese volk was. In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden deze ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Adama Ben Diarra) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Adama Ben Diarra belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/16 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2437 VAN DE COMMISSIE
van 9 december 2022
tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 71, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Afrikaanse varkenspest is een infectieuze virale ziekte bij gehouden en in het wild levende varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord. |
|
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie (2) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die door de in bijlage I bij die verordening vermelde lidstaten (de “betrokken lidstaten”) gedurende een beperkte periode in de in die bijlage vermelde beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast. |
|
(3) |
De in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I, II en III opgenomen gebieden zijn opgenomen op basis van de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2348 van de Commissie (3), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Letland en Slowakije. Sinds de datum waarop die uitvoeringsverordening is vastgesteld, is de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in bepaalde betrokken lidstaten geëvolueerd. |
|
(4) |
Bij eventuele wijzigingen van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 moet worden uitgegaan van de epidemiologische situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de gebieden die door die ziekte zijn getroffen en de algemene epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de desbetreffende lidstaat, het risiconiveau ten aanzien van de verdere verspreiding van die ziekte, de wetenschappelijk gefundeerde beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van zones ten aanzien van Afrikaanse varkenspest en de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie, die openbaar beschikbaar zijn op de website van de Commissie (4). Bij dergelijke wijzigingen moet ook rekening worden gehouden met internationale normen, zoals de Gezondheidscode voor landdieren (5) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH) en de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verstrekte motiveringen voor de zonering. |
|
(5) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2348 is vastgesteld, heeft zich een nieuwe uitbraak van Afrikaanse varkenspest voorgedaan bij een in het wild levend varken in Tsjechië. |
|
(6) |
In december 2022 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij een in het wild levend varken in de regio Liberec in Tsjechië, in een gebied dat momenteel niet in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is opgenomen. Bijgevolg moet dit gebied, dat momenteel niet in die bijlage is opgenomen, nu in die bijlage als beperkingszone II worden opgenomen en moet het gebied dat grenst aan het gebied waar de uitbraak bij een in het wild levend varken is geconstateerd maar waar officieel geen uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens is bevestigd, nu als beperkingszone I worden opgenomen om rekening te houden met deze recente uitbraak. |
|
(7) |
Naar aanleiding van deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij een in het wild levend varken in de regio Liberec in Tsjechië, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie wat Afrikaanse varkenspest betreft, is de zonering in deze lidstaat opnieuw beoordeeld en bijgewerkt overeenkomstig de artikelen 5, 6 en 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605. |
|
(8) |
Om rekening te houden met de recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Tsjechië nieuwe beperkingszones van voldoende omvang worden afgebakend en in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I en II worden opgenomen. Aangezien de situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de Unie zeer dynamisch is, is bij de afbakening van die nieuwe beperkingszones rekening gehouden met de epidemiologische situatie in de omliggende gebieden. |
|
(9) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die door middel van deze uitvoeringsverordening worden aangebracht in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
|
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie van 7 april 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 129 van 15.4.2021, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2348 van de Commissie van 1 december 2022 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 311 van 2.12.2022, blz. 97).
(4) Werkdocument SANTE/7112/2015/Rev. 3 “Principles and criteria for geographically defining ASF regionalisation” (Beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van een regionalisering ten aanzien van Afrikaanse varkenspest); https://ec.europa.eu/food/animals/animal-diseases/control-measures/asf_en
(5) Gezondheidscode voor landdieren van de OIE, 29e editie, 2021. Delen I en II ISBN 978-92-95115-40-8; https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-code-online-access/
BIJLAGE
Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door:
“BIJLAGE I
BEPERKINGSZONES
DEEL I
1. Duitsland
De volgende beperkingszones I in Duitsland:
Bundesland Brandenburg:
|
— |
Landkreis Dahme-Spreewald:
|
|
— |
Landkreis Märkisch-Oderland:
|
|
— |
Landkreis Barnim:
|
|
— |
Landkreis Uckermark:
|
|
— |
Landkreis Oder-Spree:
|
|
— |
Landkreis Spree-Neiße:
|
|
— |
Landkreis Oberspreewald-Lausitz:
|
|
— |
Landkreis Elbe-Elster:
|
|
— |
Landkreis Prignitz:
|
Bundesland Sachsen:
|
— |
Stadt Dresden:
|
|
— |
Landkreis Meißen:
|
|
— |
Landkreis Mittelsachsen:
|
|
— |
Landkreis Nordsachsen:
|
|
— |
Landkreis Sächsische Schweiz-Osterzgebirge:
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
|
— |
Landkreis Vorpommern Greifswald
|
|
— |
Landkreis Ludwigslust-Parchim:
|
2. Estland
De volgende beperkingszones I in Estland:
|
— |
Hiiu maakond. |
3. Griekenland
De volgende beperkingszones I in Griekenland:
|
— |
in the regional unit of Drama:
|
|
— |
in the regional unit of Xanthi:
|
|
— |
in the regional unit of Rodopi:
|
|
— |
in the regional unit of Evros:
|
|
— |
in the regional unit of Serres:
|
4. Letland
De volgende beperkingszones I in Letland:
|
— |
Dienvidkurzemes novada, Grobiņas pagasts, Nīcas pagasta daļa uz ziemeļiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Otaņķu pagasts, Grobiņas pilsēta, |
|
— |
Ropažu novada Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones I in Litouwen:
|
— |
Kalvarijos savivaldybė, |
|
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos, |
|
— |
Marijampolės savivaldybė išskyrus Šumskų ir Sasnavos seniūnijos, |
|
— |
Palangos miesto savivaldybė, |
|
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė: Bartninkų, Gražiškių, Keturvalakių, Pajevonio, Virbalio, Vištyčio seniūnijos. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones I in Hongarije:
|
— |
Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe, |
|
— |
Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, |
|
— |
406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Győr-Moson-Sopron megye 100550, 100650, 100950, 101050, 101350, 101450, 101550, 101560 és 102150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251650, 251750, 251850, 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones I in Polen:
w województwie kujawsko - pomorskim:
|
— |
powiat rypiński, |
|
— |
powiat brodnicki, |
|
— |
powiat grudziądzki, |
|
— |
powiat miejski Grudziądz, |
|
— |
powiat wąbrzeski, |
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
— |
gminy Wielbark i Rozogi w powiecie szczycieńskim, |
w województwie podlaskim:
|
— |
gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim, |
|
— |
gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim, |
|
— |
gminy Szumowo, Zambrów z miastem Zambrów i część gminy Kołaki Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim, |
|
— |
gminy Grabowo, Kolno i miasto Kolno, Turośl w powiecie kolneńskim, |
w województwie mazowieckim:
|
— |
powiat ostrołęcki, |
|
— |
powiat miejski Ostrołęka, |
|
— |
gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Staroźreby i Stara Biała w powiecie płockim, |
|
— |
powiat miejski Płock, |
|
— |
powiat ciechanowski, |
|
— |
gminy Baboszewo, Dzierzążnia, Joniec, Nowe Miasto, Płońsk i miasto Płońsk, Raciąż i miasto Raciąż, Sochocin w powiecie płońskim, |
|
— |
powiat sierpecki, |
|
— |
gmina Bieżuń, Lutocin, Siemiątkowo i Żuromin w powiecie żuromińskim, |
|
— |
część powiatu ostrowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
gminy Dzieżgowo, Lipowiec Kościelny, Mława, Radzanów, Strzegowo, Stupsk, Szreńsk, Szydłowo, Wiśniewo w powiecie mławskim, |
|
— |
powiat przasnyski, |
|
— |
powiat makowski, |
|
— |
powiat pułtuski, |
|
— |
część powiatu wyszkowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
część powiatu węgrowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
część powiatu wołomińskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
gminy Mokobody i Suchożebry w powiecie siedleckim, |
|
— |
gminy Dobre, Jakubów, Kałuszyn, Stanisławów w powiecie mińskim, |
|
— |
gminy Bielany i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim, |
|
— |
powiat gostyniński, |
w województwie podkarpackim:
|
— |
gmina Krempna w powiecie jasielskim, |
|
— |
część powiatu ropczycko – sędziszowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
gminy Pruchnik, Rokietnica, Roźwienica, w powiecie jarosławskim, |
|
— |
gminy Fredropol, Krasiczyn, Krzywcza, Przemyśl, część gminy Orły położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77, część gminy Żurawica na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77 w powiecie przemyskim, |
|
— |
powiat miejski Przemyśl, |
|
— |
gminy Gać, Jawornik Polski, Kańczuga, część gminy Zarzecze położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim, |
|
— |
powiat łańcucki, |
|
— |
gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski, część gminy Świlcza położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 94 i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim, |
|
— |
gmina Raniżów w powiecie kolbuszowskim, |
|
— |
część powiatu dębickiego niewymieniona w części II załącznika I, |
w województwie świętokrzyskim:
|
— |
gminy Nowy Korczyn, Solec–Zdrój, Wiślica, Stopnica, Tuczępy, Busko Zdrój w powiecie buskim, |
|
— |
powiat kazimierski, |
|
— |
powiat skarżyski, |
|
— |
część powiatu opatowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
część powiatu sandomierskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
gminy Bogoria, Osiek, Staszów i część gminy Rytwiany położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 764, część gminy Szydłów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 756 w powiecie staszowskim, |
|
— |
gminy Pawłów, Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno - wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim, |
|
— |
powiat ostrowiecki, |
|
— |
gminy Fałków, Ruda Maleniecka, Radoszyce, Smyków, Słupia Konecka, część gminy Końskie położona na zachód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na południe od linii kolejowej w powiecie koneckim, |
|
— |
gminy Bodzentyn, Bieliny, Łagów, Morawica, Nowa Słupia, część gminy Raków położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 756 i 764, część gminy Chęciny położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 762, część gminy Górno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy łączącą miejscowości Leszczyna – Cedzyna oraz na południe od linii wyznaczonej przez ul. Kielecką w miejscowości Cedzyna biegnącą do wschodniej granicy gminy, część gminy Daleszyce położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 764 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Daleszyce – Słopiec – Borków, dalej na północ od linii wyznaczonej przez tę drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 764 do przecięcia z linią rzeki Belnianka, następnie na północ od linii wyznaczonej przez rzeki Belnianka i Czarna Nida biegnącej do zachodniej granicy gminy w powiecie kieleckim, |
|
— |
gminy Działoszyce, Michałów, Pińczów, Złota w powiecie pińczowskim, |
|
— |
gminy Imielno, Jędrzejów, Nagłowice, Sędziszów, Słupia, Sobków, Wodzisław w powiecie jędrzejowskim, |
|
— |
gminy Moskorzew, Radków, Secemin, część gminy Włoszczowa położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Konieczno i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Konieczno – Rogienice – Dąbie – Podłazie, część gminy Kluczewsko położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy i łączącą miejscowości Krogulec – Nowiny - Komorniki do przecięcia z linią rzeki Czarna, następnie na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Czarna biegnącą do przecięcia z linią wyznaczoną przez drogę nr 742 i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od przecięcia z linią rzeki Czarna do południowej granicy gminy w powiecie włoszczowskim, |
w województwie łódzkim:
|
— |
gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim, |
|
— |
gminy Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka w powiecie rawskim, |
|
— |
gminy Bolimów, Głuchów, Godzianów, Lipce Reymontowskie, Maków, Nowy Kawęczyn, Skierniewice, Słupia w powiecie skierniewickim, |
|
— |
powiat miejski Skierniewice, |
|
— |
gminy Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim, |
|
— |
gminy Czerniewice, Inowłódz, Lubochnia, Rzeczyca, Tomaszów Mazowiecki z miastem Tomaszów Mazowiecki, Żelechlinek w powiecie tomaszowskim, |
gmina Przedbórz w powiecie radomszczańskim, w województwie pomorskim:
|
— |
gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim, |
|
— |
gminy Lichnowy, Miłoradz, Malbork z miastem Malbork, część gminy Nowy Staw położna na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 w powiecie malborskim, |
|
— |
gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim, |
|
— |
powiat gdański, |
|
— |
Miasto Gdańsk, |
|
— |
powiat tczewski, |
|
— |
powiat kwidzyński, |
w województwie lubuskim:
|
— |
gmina Lubiszyn w powiecie gorzowskim, |
|
— |
gmina Dobiegniew w powiecie strzelecko – drezdeneckim, |
w województwie dolnośląskim:
|
— |
gminy Dziadowa Kłoda, Międzybórz, Syców, Twardogóra, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dobroszyce położona na wschód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy w powiecie oleśnickim, |
|
— |
gminy Jordanów Śląski, Kobierzyce, Mietków, Sobótka, część gminy Żórawina położona na zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4, część gminy Kąty Wrocławskie położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim, |
|
— |
część gminy Domaniów położona na południowy zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim, |
|
— |
gmina Wiązów w powiecie strzelińskim, |
|
— |
część powiatu średzkiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
miasto Świeradów - Zdrój w powiecie lubańskim, |
|
— |
gminy Pielgrzymka, miasto Złotoryja, część gminy wiejskiej Złotoryja położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy w miejscowości Nowa Wieś Złotoryjska do granicy miasta Złotoryja oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od granicy miasta Złotoryja do wschodniej granicy gminy w powiecie złotoryjskim, |
|
— |
gmina Mirsk w powiecie lwóweckim, |
|
— |
gminy Janowice Wielkie, Mysłakowice, Stara Kamienica w powiecie karkonoskim, |
|
— |
część powiatu miejskiego Jelenia Góra położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 366, |
|
— |
gminy Bolków, Męcinka, Mściwojów, Paszowice, miasto Jawor w powiecie jaworskim, |
|
— |
gminy Dobromierz, Jaworzyna Śląska, Marcinowice, Strzegom, Żarów w powiecie świdnickim, |
|
— |
gminy Dzierżoniów, Pieszyce, miasto Bielawa, miasto Dzierżoniów w powiecie dzierżoniowskim, |
|
— |
gminy Głuszyca, Mieroszów w powiecie wałbrzyskim, |
|
— |
gmina Nowa Ruda i miasto Nowa Ruda w powiecie kłodzkim, |
|
— |
gminy Kamienna Góra, Marciszów i miasto Kamienna Góra w powiecie kamiennogórskim, |
w województwie wielkopolskim:
|
— |
gminy Koźmin Wielkopolski, Rozdrażew, miasto Sulmierzyce, część gminy Krotoszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim, |
|
— |
gminy Brodnica, część gminy Dolsk położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 434 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 437, a nastęnie na wschód od drogi nr 437 biegnącej od skrzyżowania z drogąnr 434 do południowej granicy gminy, część gminy Śrem położóna na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 310 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Śrem, następnie na wschód od drogi nr 432 w miejscowości Śrem oraz na wschód od drogi nr 434 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 432 do południowej granicy gminy w powiecie śremskim, |
|
— |
gminy Borek Wielkopolski, Piaski, Pogorzela, w powiecie gostyńskim, |
|
— |
gmina Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim, |
|
— |
gmina Czempiń w powiecie kościańskim, |
|
— |
gminy Kleszczewo, Kostrzyn, Kórnik, Pobiedziska, Mosina, miasto Puszczykowo, część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na południe od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie poznańskim, |
|
— |
gmina Kiszkowo i część gminy Kłecko położona na zachód od rzeki Mała Wełna w powiecie gnieźnieńskim, |
|
— |
powiat czarnkowsko-trzcianecki, |
|
— |
część gminy Wronki położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy w powiecie szamotulskim, |
|
— |
gmina Budzyń w powiecie chodzieskim, |
|
— |
gminy Mieścisko, Skoki i Wągrowiec z miastem Wągrowiec w powiecie wągrowieckim, |
|
— |
powiat pleszewski, |
|
— |
gmina Zagórów w powiecie słupeckim, |
|
— |
gmina Pyzdry w powiecie wrzesińskim, |
|
— |
gminy Kotlin, Żerków i część gminy Jarocin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr S11 i 15 w powiecie jarocińskim, |
|
— |
powiat ostrowski, |
|
— |
powiat miejski Kalisz, |
|
— |
powiat kaliski, |
|
— |
powiat turecki, |
|
— |
gminy Rzgów, Grodziec, Krzymów, Stare Miasto, Rychwał w powiecie konińskim, |
|
— |
powiat kępiński, |
|
— |
powiat ostrzeszowski, |
w województwie opolskim:
|
— |
gminy Domaszowice, Pokój, część gminy Namysłów położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie namysłowskim, |
|
— |
gminy Wołczyn, Kluczbork, Byczyna w powiecie kluczborskim, |
|
— |
gminy Praszka, Gorzów Śląski część gminy Rudniki położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 43 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 43 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 42 w powiecie oleskim, |
|
— |
gmina Grodkóww powiecie brzeskim, |
|
— |
gminy Komprachcice, Łubniany, Murów, Niemodlin, Tułowice w powiecie opolskim, |
|
— |
powiat miejski Opole, |
w województwie zachodniopomorskim:
|
— |
gminy Nowogródek Pomorski, Barlinek, Myślibórz, część gminy Dębno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na północ od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim, |
|
— |
gmina Stare Czarnowo w powiecie gryfińskim, |
|
— |
gmina Bielice, Kozielice, Pyrzyce w powiecie pyrzyckim, |
|
— |
gminy Bierzwnik, Krzęcin, Pełczyce w powiecie choszczeńskim, |
|
— |
część powiatu miejskiego Szczecin położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Odra Zachodnia biegnącą od północnej granicy gminy do przecięcia z drogą nr 10, następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 10 biegnącą od przecięcia z linią wyznaczoną przez rzekę Odra Zachodnia do wschodniej granicy gminy, |
|
— |
gminy Dobra (Szczecińska), Police w powiecie polickim, |
w województwie małopolskim:
|
— |
powiat brzeski, |
|
— |
powiat gorlicki, |
|
— |
powiat proszowicki, |
|
— |
część powiatu nowosądeckiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
gminy Czorsztyn, Krościenko nad Dunajcem, Ochotnica Dolna w powiecie nowotarskim, |
|
— |
powiat miejski Nowy Sącz, |
|
— |
powiat tarnowski, |
|
— |
powiat miejski Tarnów, |
|
— |
część powiatu dąbrowskiego niewymieniona w części III załącznika I. |
8. Slowakije
De volgende beperkingszones I in Slowakije:
|
— |
in the district of Nové Zámky, Sikenička, Pavlová, Bíňa, Kamenín, Kamenný Most, Malá nad Hronom, Belá, Ľubá, Šarkan, Gbelce, Bruty, Mužla, Obid, Štúrovo, Nána, Kamenica nad Hronom, Chľaba, Leľa, Bajtava, Salka, Malé Kosihy, |
|
— |
in the district of Veľký Krtíš, the municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká nad Ipľom, Hrušov, Kleňany, Sečianky, |
|
— |
in the district of Levice, the municipalities of Keť, Čata, Pohronský Ruskov, Hronovce, Želiezovce, Zalaba, Malé Ludince, Šalov, Sikenica, Pastovce, Bielovce, Ipeľský Sokolec, Lontov, Kubáňovo, Sazdice, Demandice, Dolné Semerovce, Vyškovce nad Ipľom, Preseľany nad Ipľom, Hrkovce, Tupá, Horné Semerovce, Hokovce, Slatina, Horné Turovce, Veľké Turovce, Šahy, Tešmak, Plášťovce, Ipeľské Uľany, Bátovce, Pečenice, Jabloňovce, Bohunice, Pukanec, Uhliská, |
|
— |
in the district of Krupina, the municipalities of Dudince, Terany, Hontianske Moravce, Sudince, Súdovce, Lišov, |
|
— |
the whole district of Ružomberok, |
|
— |
in the region of Turčianske Teplice, municipalties of Turček, Horná Štubňa, Čremošné, Háj, Rakša, Mošovce, |
|
— |
in the district of Martin, municipalties of Blatnica, Folkušová, Necpaly, |
|
— |
in the district of Dolný Kubín, the municipalities of Kraľovany, Žaškov, Jasenová, Vyšný Kubín, Oravská Poruba, Leštiny, Osádka, Malatiná, Chlebnice, Krivá, |
|
— |
in the district of Tvrdošín, the municipalities of Oravský Biely Potok, Habovka, Zuberec, |
|
— |
in the district of Žarnovica, the municipalities of Rudno nad Hronom, Voznica, Hodruša-Hámre, |
|
— |
the whole district of Žiar nad Hronom, except municipalities included in zone II. |
9. Italië
De volgende beperkingszones I in Italië:
Piedmont Region:
|
— |
in the province of Alessandria, the municipalities of Casalnoceto, Oviglio, Tortona, Viguzzolo, Frugarolo, Bergamasco, Castellar Guidobono, Berzano Di Tortona, Cerreto Grue, Carbonara Scrivia, Casasco, Carentino, Frascaro, Paderna, Montegioco, Spineto Scrivia, Villaromagnano, Pozzolo Formigaro, Momperone, Merana, Monleale, Terzo, Borgoratto Alessandrino, Casal Cermelli, Montemarzino, Bistagno, Castellazzo Bormida, Bosco Marengo, Castelspina, Volpeglino, Alice Bel Colle, Gamalero, Volpedo, Pozzol Groppo, Sarezzano, |
|
— |
in the province of Asti, the municipalities of Olmo Gentile, Nizza Monferrato, Incisa Scapaccino, Roccaverano, Castel Boglione, Mombaruzzo, Maranzana, Castel Rocchero, Rocchetta Palafea, Castelletto Molina, Castelnuovo Belbo, Montabone, Quaranti, Fontanile, Calamandrana, Bruno, Sessame, Monastero Bormida, Bubbio, Cassinasco, Serole, Loazzolo, Cessole, Vesime, San Giorgio Scarampi, |
|
— |
in the province of Cuneo, the municipalities of Bergolo, Pezzolo Valle Uzzone, Cortemilia, Levice, Castelletto Uzzone, Perletto, |
Liguria Region:
|
— |
in the province of Genova, the Municipalities of Rovegno, Rapallo, Portofino, Cicagna, Avegno, Montebruno, Santa Margherita Ligure, Favale Di Malvaro, Recco, Camogli, Moconesi, Tribogna, Fascia, Uscio, Gorreto, Fontanigorda, Neirone, Rondanina, Lorsica, Propata; |
|
— |
in the province of Savona, the municipalities of Cairo Montenotte, Quiliano, Dego, Altare, Piana Crixia, Giusvalla, Albissola Marina, Savona, |
Emilia-Romagna Region:
|
— |
in the province of Piacenza, the municipalities of Ottone, Zerba, |
Lombardia Region:
|
— |
in the province of Pavia, the municipalities of Rocca Susella, Montesegale, Menconico, Val Di Nizza, Bagnaria, Santa Margherita Di Staffora, Ponte Nizza, Brallo Di Pregola, Varzi, Godiasco, Cecima, |
Lazio Region:
|
— |
in the province of Rome, North: the municipalities of Riano, Castelnuovo di Porto, Capena, Fiano Romano, Morlupo, Sacrofano, Magliano Romano, Formello, Campagnano di Roma, Anguillara; West: the municipality of Fiumicino; South: the municipality of Rome between the boundaries of the municipality of Fiumicino (West), the limits of Zone 3 (North), the Tiber river up to the intersection with the Grande Raccordo Anulare GRA Highway, the Grande Raccordo Anulare GRA Highway up to the intersection with A24 Highway, A24 Highway up to the intersection with Viale del Tecnopolo, viale del Tecnopolo up to the intersection with the boundaries of the municipality of Guidonia Montecelio; East: the municipalities of Guidonia Montecelio, Montelibretti, Palombara Sabina, Monterotondo, Mentana, Sant’Angelo Romano, Fonte Nuova. |
10. Tsjechië
De volgende beperkingszones I in Tsjechië:
Region of Liberec:
|
— |
in the district of Liberec, the municipalities of Hrádek nad Nisou, Oldřichov v Hájích, Grabštejn, Václavice u Hrádku nad Nisou, Horní Vítkov, Dolní Vítkov, Bílý Kostel nad Nisou, Dolní Chrastava, Horní Chrastava, Chrastava I, Nová Ves u Chrastavy, Mlýnice, Albrechtice u Frýdlantu, Kristiánov, Heřmanice u Frýdlantu, Dětřichov u Frýdlantu, Mníšek u Liberce, Oldřichov na Hranicích, Machnín, Svárov u Liberce, Desná I, Krásná Studánka, Stráž nad Nisou, Fojtka, Radčice u Krásné Studánky, Kateřinky u Liberce, Staré Pavlovice, Nové Pavlovice, Růžodol I, Františkov u Liberce, Liberec, Ruprechtice, Rudolfov, Horní Růžodol, Rochlice u Liberce, Starý Harcov, Vratislavice nad Nisou, Kunratice u Liberce, Proseč nad Nisou, Lukášov, Rýnovice, Jablonec nad Nisou, Jablonecké Paseky, Jindřichov nad Nisou, Mšeno nad Nisou, Lučany nad Nisou, Smržovka, Tanvald, Jiřetín pod Bukovou, Dolní Maxov, Antonínov, Horní Maxov, Karlov u Josefova Dolu, Loučná nad Nisou, Hraničná nad Nisou, Janov nad Nisou, Bedřichov u Jablonce nad Nisou, Josefův Důl u Jablonce nad Nisou, Albrechtice v Jizerských horách, Desná III, Polubný, Harrachov, Jizerka, Hejnice, Bílý Potok pod Smrkem. |
DEEL II
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones II in Bulgarije:
|
— |
the whole region of Haskovo, |
|
— |
the whole region of Yambol, |
|
— |
the whole region of Stara Zagora, |
|
— |
the whole region of Pernik, |
|
— |
the whole region of Kyustendil, |
|
— |
the whole region of Plovdiv, excluding the areas in Part III, |
|
— |
the whole region of Pazardzhik, excluding the areas in Part III, |
|
— |
the whole region of Smolyan, |
|
— |
the whole region of Dobrich, |
|
— |
the whole region of Sofia city, |
|
— |
the whole region of Sofia Province, |
|
— |
the whole region of Blagoevgrad excluding the areas in Part III, |
|
— |
the whole region of Razgrad, |
|
— |
the whole region of Kardzhali, |
|
— |
the whole region of Burgas, |
|
— |
the whole region of Varna excluding the areas in Part III, |
|
— |
the whole region of Silistra, |
|
— |
the whole region of Ruse, |
|
— |
the whole region of Veliko Tarnovo, |
|
— |
the whole region of Pleven, |
|
— |
the whole region of Targovishte, |
|
— |
the whole region of Shumen, |
|
— |
the whole region of Sliven, |
|
— |
the whole region of Vidin, |
|
— |
the whole region of Gabrovo, |
|
— |
the whole region of Lovech, |
|
— |
the whole region of Montana, |
|
— |
the whole region of Vratza. |
2. Duitsland
De volgende beperkingszones II in Duitsland:
Bundesland Brandenburg:
|
— |
Landkreis Oder-Spree:
|
|
— |
Landkreis Dahme-Spreewald:
|
|
— |
Landkreis Spree-Neiße:
|
|
— |
Landkreis Märkisch-Oderland:
|
|
— |
Landkreis Barnim:
|
|
— |
Landkreis Uckermark:
|
|
— |
Kreisfreie Stadt Frankfurt (Oder), |
|
— |
Landkreis Prignitz:
|
|
— |
Landkreis Oberspreewald-Lausitz:
|
Bundesland Sachsen:
|
— |
Landkreis Bautzen, |
|
— |
Stadt Dresden:
|
|
— |
Landkreis Görlitz, |
|
— |
Landkreis Meißen:
|
|
— |
Landkreis Sächsische Schweiz-Osterzgebirge:
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
|
— |
Landkreis Ludwigslust-Parchim:
|
3. Estland
De volgende beperkingszones II in Estland:
|
— |
Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond). |
4. Letland
De volgende beperkingszones II in Letland:
|
— |
Aizkraukles novads, |
|
— |
Alūksnes novads, |
|
— |
Augšdaugavas novads, |
|
— |
Ādažu novads, |
|
— |
Balvu novads, |
|
— |
Bauskas novads, |
|
— |
Cēsu novads, |
|
— |
Dienvidkurzemes novada Aizputes, Cīravas, Lažas, Durbes, Dunalkas, Tadaiķu, Vecpils, Bārtas, Sakas, Bunkas, Priekules, Gramzdas, Kalētu, Virgas, Dunikas, Vaiņodes, Gaviezes, Rucavas, Vērgales, Medzes pagasts, Nīcas pagasta daļa uz dienvidiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P116, P106, autoceļa no apdzīvotas vietas Dinsdurbe, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, Aizputes, Durbes, Pāvilostas, Priekules pilsēta, |
|
— |
Dobeles novads, |
|
— |
Gulbenes novads, |
|
— |
Jelgavas novads, |
|
— |
Jēkabpils novads, |
|
— |
Krāslavas novads, |
|
— |
Kuldīgas novada Alsungas, Gudenieku, Kurmāles, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču, Snēpeles, Turlavas, Ēdoles, Īvandes, Rumbas, Padures pagasts, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Kuldīgas pilsēta, |
|
— |
Ķekavas novads, |
|
— |
Limbažu novads, |
|
— |
Līvānu novads, |
|
— |
Ludzas novads, |
|
— |
Madonas novads, |
|
— |
Mārupes novads, |
|
— |
Ogres novads, |
|
— |
Olaines novads, |
|
— |
Preiļu novads, |
|
— |
Rēzeknes novads, |
|
— |
Ropažu novada Garkalnes, Ropažu pagasts, Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, Vangažu pilsēta, |
|
— |
Salaspils novads, |
|
— |
Saldus novads, |
|
— |
Saulkrastu novads, |
|
— |
Siguldas novads, |
|
— |
Smiltenes novads, |
|
— |
Talsu novads, |
|
— |
Tukuma novads, |
|
— |
Valkas novads, |
|
— |
Valmieras novads, |
|
— |
Varakļānu novads, |
|
— |
Ventspils novads, |
|
— |
Daugavpils valstspilsētas pašvaldība, |
|
— |
Jelgavas valstspilsētas pašvaldība, |
|
— |
Jūrmalas valstspilsētas pašvaldība, |
|
— |
Rēzeknes valstspilsētas pašvaldība. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones II in Litouwen:
|
— |
Alytaus miesto savivaldybė, |
|
— |
Alytaus rajono savivaldybė, |
|
— |
Anykščių rajono savivaldybė, |
|
— |
Akmenės rajono savivaldybė, |
|
— |
Birštono savivaldybė, |
|
— |
Biržų miesto savivaldybė, |
|
— |
Biržų rajono savivaldybė, |
|
— |
Druskininkų savivaldybė, |
|
— |
Elektrėnų savivaldybė, |
|
— |
Ignalinos rajono savivaldybė, |
|
— |
Jonavos rajono savivaldybė, |
|
— |
Joniškio rajono savivaldybė, |
|
— |
Jurbarko rajono savivaldybė: Eržvilko, Juodaičių, Seredžiaus, Smalininkų ir Viešvilės seniūnijos, |
|
— |
Kaišiadorių rajono savivaldybė, |
|
— |
Kauno miesto savivaldybė, |
|
— |
Kauno rajono savivaldybė, |
|
— |
Kazlų rūdos savivaldybė: Kazlų Rūdos seniūnija, išskyrus vakarinė dalis iki kelio 2602 ir 183, Plutiškių seniūnija, |
|
— |
Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės, Kražių, Liolių, Tytuvėnų, Tytuvėnų apylinkių, Pakražančio ir Vaiguvos seniūnijos, |
|
— |
Kėdainių rajono savivaldybė, |
|
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos, |
|
— |
Kupiškio rajono savivaldybė, |
|
— |
Kretingos rajono savivaldybė, |
|
— |
Lazdijų rajono savivaldybė, |
|
— |
Mažeikių rajono savivaldybė, |
|
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Alantos, Balninkų, Čiulėnų, Inturkės, Joniškio, Luokesos, Mindūnų, Suginčių ir Videniškių seniūnijos, |
|
— |
Pagėgių savivaldybė, |
|
— |
Pakruojo rajono savivaldybė, |
|
— |
Panevėžio rajono savivaldybė, |
|
— |
Panevėžio miesto savivaldybė, |
|
— |
Pasvalio rajono savivaldybė, |
|
— |
Radviliškio rajono savivaldybė, |
|
— |
Rietavo savivaldybė, |
|
— |
Prienų rajono savivaldybė, |
|
— |
Plungės rajono savivaldybė, |
|
— |
Raseinių rajono savivaldybė, |
|
— |
Rokiškio rajono savivaldybė, |
|
— |
Skuodo rajono savivaldybė, |
|
— |
Šakių rajono savivaldybė: Kriūkų, Lekėčių ir Lukšių seniūnijos, |
|
— |
Šalčininkų rajono savivaldybė, |
|
— |
Šiaulių miesto savivaldybė, |
|
— |
Šiaulių rajono savivaldybė: Ginkūnų, Gruzdžių, Kairių, Kužių, Meškuičių, Raudėnų, Šakynos ir Šiaulių kaimiškosios seniūnijos, |
|
— |
Šilutės rajono savivaldybė, |
|
— |
Širvintų rajono savivaldybė: Čiobiškio, Gelvonų, Jauniūnų, Kernavės, Musninkų ir Širvintų seniūnijos, |
|
— |
Šilalės rajono savivaldybė, |
|
— |
Švenčionių rajono savivaldybė, |
|
— |
Tauragės rajono savivaldybė, |
|
— |
Telšių rajono savivaldybė, |
|
— |
Trakų rajono savivaldybė, |
|
— |
Ukmergės rajono savivaldybė: Deltuvos, Lyduokių, Pabaisko, Pivonijos, Siesikų, Šešuolių, Taujėnų, Ukmergės miesto, Veprių, Vidiškių ir Žemaitkiemo seniūnijos, |
|
— |
Utenos rajono savivaldybė, |
|
— |
Varėnos rajono savivaldybė, |
|
— |
Vilniaus miesto savivaldybė, |
|
— |
Vilniaus rajono savivaldybė: Avižienių, Bezdonių, Buivydžių, Dūkštų, Juodšilių, Kalvelių, Lavoriškių, Maišiagalos, Marijampolio, Medininkų, Mickūnų, Nemenčinės, Nemenčinės miesto, Nemėžio, Pagirių, Riešės, Rudaminos, Rukainių, Sudervės, Sužionių, Šatrininkų ir Zujūnų seniūnijos, |
|
— |
Visagino savivaldybė, |
|
— |
Zarasų rajono savivaldybė. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones II in Hongarije:
|
— |
Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
|
— |
Fejér megye 403150, 403160, 403250, 403260, 403350, 404250, 404550, 404560, 404570, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
|
— |
Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
|
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Komárom-Esztergom megye: 250350, 250850, 250950, 251450, 251550, 251950, 252050, 252150, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
|
— |
Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones II in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
— |
gminy Kalinowo, Stare Juchy, Prostki oraz gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim, |
|
— |
powiat elbląski, |
|
— |
powiat miejski Elbląg, |
|
— |
część powiatu gołdapskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
|
— |
powiat piski, |
|
— |
powiat bartoszycki, |
|
— |
część powiatu oleckiego niewymieniona w części III załącznika I, |
|
— |
część powiatu giżyckiego niewymieniona w części III załącznika I, |
|
— |
powiat braniewski, |
|
— |
powiat kętrzyński, |
|
— |
powiat lidzbarski, |
|
— |
gminy Dźwierzuty Jedwabno, Pasym, Świętajno, Szczytno i miasto Szczytno w powiecie szczycieńskim, |
|
— |
powiat mrągowski, |
|
— |
część powiatu węgorzewskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
|
— |
powiat olsztyński, |
|
— |
powiat miejski Olsztyn, |
|
— |
powiat nidzicki, |
|
— |
gminy Kisielice, Susz, Zalewo w powiecie iławskim, |
|
— |
część powiatu ostródzkiego niewymieniona w części III załącznika I, |
|
— |
gmina Iłowo – Osada, część gminy wiejskiej Działdowo położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wchodniej do zachodniej granicy gminy, część gminy Płośnica położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wchodniej do zachodniej granicy gminy, część gminy Lidzbark położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 544 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 541 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 541 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 544 w powiecie działdowskim, |
w województwie podlaskim:
|
— |
powiat bielski, |
|
— |
powiat grajewski, |
|
— |
powiat moniecki, |
|
— |
powiat sejneński, |
|
— |
gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wizna w powiecie łomżyńskim, |
|
— |
powiat miejski Łomża, |
|
— |
powiat siemiatycki, |
|
— |
powiat hajnowski, |
|
— |
gminy Ciechanowiec, Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim, |
|
— |
gmina Rutki i część gminy Kołaki Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim, |
|
— |
gminy Mały Płock i Stawiski w powiecie kolneńskim, |
|
— |
powiat białostocki, |
|
— |
powiat suwalski, |
|
— |
powiat miejski Suwałki, |
|
— |
powiat augustowski, |
|
— |
powiat sokólski, |
|
— |
powiat miejski Białystok, |
w województwie mazowieckim:
|
— |
gminy Domanice, Korczew, Kotuń, Mordy, Paprotnia, Przesmyki, Siedlce, Skórzec, Wiśniew, Wodynie, Zbuczyn w powiecie siedleckim, |
|
— |
powiat miejski Siedlce, |
|
— |
gminy Ceranów, Jabłonna Lacka, Kosów Lacki, Repki, Sabnie, Sterdyń w powiecie sokołowskim, |
|
— |
powiat łosicki, |
|
— |
powiat sochaczewski, |
|
— |
powiat zwoleński, |
|
— |
powiat kozienicki, |
|
— |
powiat lipski, |
|
— |
powiat radomski |
|
— |
powiat miejski Radom, |
|
— |
powiat szydłowiecki, |
|
— |
gminy Lubowidz i Kuczbork Osada w powiecie żuromińskim, |
|
— |
gmina Wieczfnia Kościelna w powicie mławskim, |
|
— |
gminy Bodzanów, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim, |
|
— |
powiat nowodworski, |
|
— |
gminy Czerwińsk nad Wisłą, Naruszewo, Załuski w powiecie płońskim, |
|
— |
gminy: miasto Kobyłka, miasto Marki, miasto Ząbki, miasto Zielonka, część gminy Tłuszcz ograniczona liniami kolejowymi: na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Tłuszcz oraz na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy do miasta Tłuszcz, część gminy Jadów położona na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie wołomińskim, |
|
— |
powiat garwoliński, |
|
— |
gminy Boguty – Pianki, Brok, Zaręby Kościelne, Nur, Małkinia Górna, część gminy Wąsewo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 60, część gminy wiejskiej Ostrów Mazowiecka położona na południe od miasta Ostrów Mazowiecka i na południe od linii wyznaczonej przez drogę 60 biegnącą od zachodniej granicy miasta Ostrów Mazowiecka do zachodniej granicy gminy w powiecie ostrowskim, |
|
— |
część gminy Sadowne położona na północny- zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Łochów położona na północny – zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie węgrowskim, |
|
— |
gminy Brańszczyk, Długosiodło, Rząśnik, Wyszków, część gminy Zabrodzie położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie wyszkowskim, |
|
— |
gminy Cegłów, Dębe Wielkie, Halinów, Latowicz, Mińsk Mazowiecki i miasto Mińsk Mazowiecki, Mrozy, Siennica, miasto Sulejówek w powiecie mińskim, |
|
— |
powiat otwocki, |
|
— |
powiat warszawski zachodni, |
|
— |
powiat legionowski, |
|
— |
powiat piaseczyński, |
|
— |
powiat pruszkowski, |
|
— |
powiat grójecki, |
|
— |
powiat grodziski, |
|
— |
powiat żyrardowski, |
|
— |
powiat białobrzeski, |
|
— |
powiat przysuski, |
|
— |
powiat miejski Warszawa, |
w województwie lubelskim:
|
— |
powiat bialski, |
|
— |
powiat miejski Biała Podlaska, |
|
— |
powiat janowski, |
|
— |
powiat puławski, |
|
— |
powiat rycki, |
|
— |
powiat łukowski, |
|
— |
powiat lubelski, |
|
— |
powiat miejski Lublin, |
|
— |
powiat lubartowski, |
|
— |
powiat łęczyński, |
|
— |
powiat świdnicki, |
|
— |
powiat biłgorajski, |
|
— |
powiat hrubieszowski, |
|
— |
powiat krasnostawski, |
|
— |
powiat chełmski, |
|
— |
powiat miejski Chełm, |
|
— |
powiat tomaszowski, |
|
— |
powiat kraśnicki, |
|
— |
powiat opolski, |
|
— |
powiat parczewski, |
|
— |
powiat włodawski, |
|
— |
powiat radzyński, |
|
— |
powiat miejski Zamość, |
|
— |
powiat zamojski, |
w województwie podkarpackim:
|
— |
powiat stalowowolski, |
|
— |
powiat lubaczowski, |
|
— |
gminy Medyka, Stubno, część gminy Orły położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77, część gminy Żurawica na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77 w powiecie przemyskim, |
|
— |
powiat jarosławski, |
|
— |
gmina Kamień w powiecie rzeszowskim, |
|
— |
gminy Cmolas, Dzikowiec, Kolbuszowa, Majdan Królewski i Niwiska powiecie kolbuszowskim, |
|
— |
powiat leżajski, |
|
— |
powiat niżański, |
|
— |
powiat tarnobrzeski, |
|
— |
gminy Adamówka, Sieniawa, Tryńcza, Przeworsk z miastem Przeworsk, Zarzecze w powiecie przeworskim, |
|
— |
gmina Ostrów, część gminy Sędziszów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, |
|
— |
część gminy Czarna położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Żyraków położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy wiejskiej Dębica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim, |
|
— |
część powiatu mieleckiego niewymieniona w części III załącznika I, |
w województwie małopolskim:
|
— |
gminy Nawojowa, Piwniczna Zdrój, Rytro, Stary Sącz, część gminy Łącko położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Dunajec w powiecie nowosądeckim, |
|
— |
gmina Szczawnica w powiecie nowotarskim, |
w województwie pomorskim:
|
— |
gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim, |
|
— |
gmina Stare Pole, część gminy Nowy Staw położna na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 w powiecie malborskim, |
|
— |
gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim, |
w województwie świętokrzyskim:
|
— |
gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 biegnącą od miejscowości Honorów do zachodniej granicy gminy w powiecie opatowskim, |
|
— |
część gminy Brody położona wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 i na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno – wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim, |
|
— |
gmina Gowarczów, część gminy Końskie położona na wschód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na północ od linii kolejowej w powiecie koneckim, |
|
— |
gminy Dwikozy i Zawichost w powiecie sandomierskim, |
w województwie lubuskim:
|
— |
gminy Bogdaniec, Deszczno, Kłodawa, Kostrzyn nad Odrą, Santok, Witnica w powiecie gorzowskim, |
|
— |
powiat miejski Gorzów Wielkopolski, |
|
— |
gminy Drezdenko, Strzelce Krajeńskie, Stare Kurowo, Zwierzyn w powiecie strzelecko – drezdeneckim, |
|
— |
powiat żarski, |
|
— |
powiat słubicki, |
|
— |
gminy Brzeźnica, Iłowa, Gozdnica, Małomice Wymiarki, Żagań i miasto Żagań w powiecie żagańskim, |
|
— |
powiat krośnieński, |
|
— |
powiat zielonogórski |
|
— |
powiat miejski Zielona Góra, |
|
— |
powiat nowosolski, |
|
— |
powiat sulęciński, |
|
— |
powiat międzyrzecki, |
|
— |
powiat świebodziński, |
|
— |
powiat wschowski, |
w województwie dolnośląskim:
|
— |
powiat zgorzelecki, |
|
— |
gminy Gaworzyce, Grębocice, Polkowice i Radwanice w powiecie polkowickim, |
|
— |
część powiatu wołowskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
|
— |
gmina Jeżów Sudecki w powiecie karkonoskim, |
|
— |
gminy Rudna, Ścinawa, miasto Lubin i część gminy Lubin niewymieniona w części III załącznika I w powiecie lubińskim, |
|
— |
gmina Malczyce, Miękinia, Środa Śląska, część gminy Kostomłoty położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Udanin położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie średzkim, |
|
— |
gmina Wądroże Wielkie w powiecie jaworskim, |
|
— |
gminy Kunice, Legnickie Pole, Prochowice, Ruja w powiecie legnickim, |
|
— |
gminy Wisznia Mała, Trzebnica, Zawonia, część gminy Oborniki Śląskie położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 340 w powiecie trzebnickim, |
|
— |
gminy Leśna, Lubań i miasto Lubań, Olszyna, Platerówka, Siekierczyn w powiecie lubańskim, |
|
— |
powiat miejski Wrocław, |
|
— |
gminy Czernica, Długołęka, Siechnice, część gminy Żórawina położona na wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4, część gminy Kąty Wrocławskie położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim, |
|
— |
gminy Jelcz - Laskowice, Oława z miastem Oława i część gminy Domaniów położona na północny wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim, |
|
— |
gmina Bierutów, miasto Oleśnica, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dobroszyce położona na zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy w powiecie oleśnickim, |
|
— |
gmina Cieszków, Krośnice, część gminy Milicz położona na wschód od linii łączącej miejscowości Poradów – Piotrkosice – Sulimierz – Sułów - Gruszeczka w powiecie milickim, |
|
— |
część powiatu bolesławieckiego niewymieniona w części III załącznika I, |
|
— |
powiat głogowski, |
|
— |
gmina Niechlów w powiecie górowskim, |
|
— |
gmina Świerzawa, Wojcieszów, część gminy Zagrodno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Jadwisin – Modlikowice Zagrodno oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od miejscowości Zagrodno do południowej granicy gminy w powiecie złotoryjskim, |
|
— |
gmina Gryfów Śląski, Lubomierz, Lwówek Śląski, Wleń w powiecie lwóweckim, |
|
— |
gminy Czarny Bór, Stare Bogaczowice, Walim, miasto Boguszów - Gorce, miasto Jedlina – Zdrój, miasto Szczawno – Zdrój w powiecie wałbrzyskim, |
|
— |
powiat miejski Wałbrzych, |
|
— |
gmina Świdnica, miasto Świdnica, miasto Świebodzice w powiecie świdnickim, |
w województwie wielkopolskim:
|
— |
gminy Siedlec, Wolsztyn, część gminy Przemęt położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Borek – Kluczewo – Sączkowo – Przemęt – Błotnica – Starkowo – Boszkowo – Letnisko w powiecie wolsztyńskim, |
|
— |
gmina Wielichowo, Rakoniewice, Granowo, część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim, |
|
— |
powiat międzychodzki, |
|
— |
powiat nowotomyski, |
|
— |
powiat obornicki, |
|
— |
część gminy Połajewo na położona na południe od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo - ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim, |
|
— |
powiat miejski Poznań, |
|
— |
gminy Buk, Czerwonak, Dopiewo, Komorniki, Rokietnica, Stęszew, Swarzędz, Suchy Las, Tarnowo Podgórne, część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na północ od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie poznańskim, |
|
— |
gminy |
|
— |
część powiatu szamotulskiego niewymieniona w części I i III załącznika I, |
|
— |
gmina Pępowo w powiecie gostyńskim, |
|
— |
gminy Kobylin, Zduny, część gminy Krotoszyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim, |
|
— |
gmina Wijewo w powiecie leszczyńskim, |
w województwie łódzkim:
|
— |
gminy Białaczów, Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim, |
|
— |
gminy Biała Rawska, Regnów i Sadkowice w powiecie rawskim, |
|
— |
gmina Kowiesy w powiecie skierniewickim, |
w województwie zachodniopomorskim:
|
— |
gmina Boleszkowice i część gminy Dębno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na południe od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim, |
|
— |
gminy Cedynia, Gryfino, Mieszkowice, Moryń, część gminy Chojna położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 31 biegnącą od północnej granicy gminy i 124 biegnącą od południowej granicy gminy w powiecie gryfińskim, |
|
— |
gmina Kołbaskowo w powiecie polickim, |
w województwie opolskim:
|
— |
gminy Brzeg, Lubsza, Lewin Brzeski, Olszanka, Skarbimierz w powiecie brzeskim, |
|
— |
gminy Dąbrowa, Dobrzeń Wielki, Popielów w powiecie opolskim, |
|
— |
gminy Świerczów, Wilków, część gminy Namysłów położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie namysłowskim. |
8. Slowakije
De volgende beperkingszones II in Slowakije:
|
— |
the whole district of Gelnica except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Poprad |
|
— |
the whole district of Spišská Nová Ves, |
|
— |
the whole district of Levoča, |
|
— |
the whole district of Kežmarok |
|
— |
in the whole district of Michalovce except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Košice-okolie, |
|
— |
the whole district of Rožnava, |
|
— |
the whole city of Košice, |
|
— |
in the district of Sobrance: Remetské Hámre, Vyšná Rybnica, Hlivištia, Ruská Bystrá, Podhoroď, Choňkovce, Ruský Hrabovec, Inovce, Beňatina, Koňuš, |
|
— |
the whole district of Vranov nad Topľou, |
|
— |
the whole district of Humenné except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Snina, |
|
— |
the whole district of Prešov except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Sabinov except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Svidník, except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Stropkov, except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Bardejov, |
|
— |
the whole district of Stará Ľubovňa, |
|
— |
the whole district of Revúca, |
|
— |
the whole district of Rimavská Sobota, |
|
— |
in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities not included in part I, |
|
— |
the whole district of Lučenec, |
|
— |
the whole district of Poltár, |
|
— |
the whole district of Zvolen, except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Detva, |
|
— |
the whole district of Krupina, except municipalities included in zone I, |
|
— |
the whole district of Banska Stiavnica, |
|
— |
in the district of Žiar nad Hronom the municipalities of Hronská Dúbrava, Trnavá Hora, |
|
— |
the whole district of Banska Bystica, except municipalities included in zone III, |
|
— |
the whole district of Brezno, |
|
— |
the whole district of Liptovsky Mikuláš, |
|
— |
the whole district of Trebišov’. |
9. Italië
De volgende beperkingszones II in Italië:
Piedmont Region:
|
— |
in the Province of Alessandria, the municipalities of Cavatore, Castelnuovo Bormida, Cabella Ligure, Carrega Ligure, Francavilla Bisio, Carpeneto, Costa Vescovato, Grognardo, Orsara Bormida, Pasturana, Melazzo, Mornese, Ovada, Predosa, Lerma, Fraconalto, Rivalta Bormida, Fresonara, Malvicino, Ponzone, San Cristoforo, Sezzadio, Rocca Grimalda, Garbagna, Tassarolo, Mongiardino Ligure, Morsasco, Montaldo Bormida, Prasco, Montaldeo, Belforte Monferrato, Albera Ligure, Bosio, Cantalupo Ligure, Castelletto D'orba, Cartosio, Acqui Terme, Arquata Scrivia, Parodi Ligure, Ricaldone, Gavi, Cremolino, Brignano-Frascata, Novi Ligure, Molare, Cassinelle, Morbello, Avolasca, Carezzano, Basaluzzo, Dernice, Trisobbio, Strevi, Sant'Agata Fossili, Pareto, Visone, Voltaggio, Tagliolo Monferrato, Casaleggio Boiro, Capriata D'orba, Castellania, Carrosio, Cassine, Vignole Borbera, Serravalle Scrivia, Silvano D'orba, Villalvernia, Roccaforte Ligure, Rocchetta Ligure, Sardigliano, Stazzano, Borghetto Di Borbera, Grondona, Cassano Spinola, Montacuto, Gremiasco, San Sebastiano Curone, Fabbrica Curone, Spigno Monferrato, Montechiaro d'Acqui, Castelletto d'Erro, Ponti, Denice, |
|
— |
in the province of Asti, the municipality of Mombaldone, |
Liguria Region:
|
— |
in the province of Genova, the municipalities of Bogliasco, Arenzano, Ceranesi, Ronco Scrivia, Mele, Isola Del Cantone, Lumarzo, Genova, Masone, Serra Riccò, Campo Ligure, Mignanego, Busalla, Bargagli, Savignone, Torriglia, Rossiglione, Sant’Olcese, Valbrevenna, Sori, Tiglieto, Campomorone, Cogoleto, Pieve Ligure, Davagna, Casella, Montoggio, Crocefieschi, Vobbia; in the province of Savona, the municipalities of Albisola Superiore, Celle Ligure, Stella, Pontinvrea, Varazze, Urbe, Sassello, Mioglia, |
Lazio Region:
|
— |
the Area of the Municipality of Rome within the administrative boundaries of the Local Heatlh Unit “ASL RM1”. |
10. Tsjechië
De volgende beperkingszones II in Tsjechië:
Region of Liberec:
|
— |
in the district of Liberec, the municipalities of Arnoltice u Bulovky, Hajniště pod Smrkem, Nové Město pod Smrkem, Dětřichovec, Bulovka, Horní Řasnice, Dolní Pertoltice, Krásný Les u Frýdlantu, Jindřichovice pod Smrkem, Horní Pertoltice, Dolní Řasnice, Raspenava, Dolní Oldřiš, Ludvíkov pod Smrkem, Lázně Libverda, Háj u Habartic, Habartice u Frýdlantu, Kunratice u Frýdlantu, Víska u Frýdlantu, Poustka u Frýdlantu, Višňová u Frýdlantu, Předlánce, Černousy, Boleslav, Ves, Andělka, Frýdlant, Srbská. |
DEEL III
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones III in Bulgarije:
|
— |
in Blagoevgrad region:
|
|
— |
the Pazardzhik region:
|
|
— |
in Plovdiv region
|
|
— |
in Varna region:
|
2. Italië
De volgende beperkingszones III in Italië:
|
— |
Sardinia Region: the whole territory. |
3. Letland
De volgende beperkingszones III in Letland:
|
— |
Dienvidkurzemes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106, autoceļa no apdzīvotas vietas Dinsdurbe, Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, |
|
— |
Kuldīgas novada Rudbāržu, Nīkrāces, Raņķu, Skrundas pagasts, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296, Skrundas pilsēta. |
4. Litouwen
De volgende beperkingszones III in Litouwen:
|
— |
Jurbarko rajono savivaldybė: Jurbarko miesto seniūnija, Girdžių, Jurbarkų Raudonės, Skirsnemunės, Veliuonos ir Šimkaičių seniūnijos, |
|
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Dubingių ir Giedraičių seniūnijos, |
|
— |
Marijampolės savivaldybė: Sasnavos ir Šunskų seniūnijos, |
|
— |
Šakių rajono savivaldybė: Barzdų, Gelgaudiškio, Griškabūdžio, Kidulių, Kudirkos Naumiesčio, Sintautų, Slavikų, Sudargo, Šakių, Plokščių ir Žvirgždaičių seniūnijos. |
|
— |
Kazlų rūdos savivaldybė: Antanavos, Jankų ir Kazlų Rūdos seniūnijos: vakarinė dalis iki kelio 2602 ir 183, |
|
— |
Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės apylinkių, Kukečių, Šaukėnų ir Užvenčio seniūnijos, |
|
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė: Gižų, Kybartų, Klausučių, Pilviškių, Šeimenos ir Vilkaviškio miesto seniūnijos. |
|
— |
Širvintų rajono savivaldybė: Alionių ir Zibalų seniūnijos, |
|
— |
Šiaulių rajono savivaldybė: Bubių, Kuršėnų kaimiškoji ir Kuršėnų miesto seniūnijos, |
|
— |
Ukmergės rajono savivaldybė: Želvos seniūnija, |
|
— |
Vilniaus rajono savivaldybė: Paberžės seniūnija. |
5. Polen
De volgende beperkingszones III in Polen:
w województwie zachodniopomorskim:
|
— |
gminy Banie, Trzcińsko – Zdrój, Widuchowa, część gminy Chojna położona na wschód linii wyznaczonej przez drogi nr 31 biegnącą od północnej granicy gminy i 124 biegnącą od południowej granicy gminy w powiecie gryfińskim, |
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
— |
część powiatu działdowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
część powiatu iławskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
powiat nowomiejski, |
|
— |
gminy Dąbrówno, Grunwald i Ostróda z miastem Ostróda w powiecie ostródzkim, |
|
— |
gmina Banie Mazurskie, część gminy Gołdap położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę bignącą od zachodniej granicy gminy i łączącą miejscowości Pietraszki – Grygieliszki – Łobody - Bałupiany - Piękne Łąki do skrzyżowania z drogą nr 65, następnie od tego skrzyżowania na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 65 biegnącą do skrzyżowania z drogą nr 650 i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 650 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 65 do miejscowości Wronki Wielkie i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Wronki Wielkie – Suczki – Pietrasze – Kamionki – Wilkasy biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie gołdapskim, |
|
— |
część gminy Pozdezdrze położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej do południowej granicy gminy i łączącą miejscowości Stręgiel – Gębałka – Kuty – Jakunówko – Jasieniec, część gminy Budry położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej do południowej granicy gminy i łączącą miejscowości Skalisze – Budzewo – Budry – Brzozówko w powiecie węgorzewskim, |
|
— |
część gminy Kruklanki położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej do wschodniej granicy gminy i łączącą miejscowości Jasieniec – Jeziorowskie – Podleśne w powiecie giżyckim, |
|
— |
część gminy Kowale Oleckie położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej do południowej granicy gminy i łączącą miejscowości Wierzbiadnki – Czerwony Dwór – Mazury w powiecie oleckim, |
w województwie podkarpackim:
|
— |
gminy Borowa, Czermin, Radomyśl Wielki, Wadowice Górne w powiecie mieleckim, |
w województwie lubuskim:
|
— |
gminy Niegosławice, Szprotawa w powiecie żagańskim, |
w województwie wielkopolskim:
|
— |
gminy Krzemieniewo, Lipno, Osieczna, Rydzyna, Święciechowa, Włoszakowice w powiecie leszczyńskim, |
|
— |
powiat miejski Leszno, |
|
— |
gminy Kościan i miasto Kościan, Krzywiń, Śmigiel w powiecie kościańskim, |
|
— |
część gminy Dolsk położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 434 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 437, a następnie na zachód od drogi nr 437 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 434 do południowej granicy gminy, część gminy Śrem położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 310 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Śrem, następnie na zachód od drogi nr 432 w miejscowości Śrem oraz na zachód od drogi nr 434 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 432 do południowej granicy gminy w powiecie śremskim, |
|
— |
gminy Gostyń, Krobia i Poniec w powiecie gostyńskim, |
|
— |
część gminy Przemęt położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Borek – Kluczewo – Sączkowo – Przemęt – Błotnica – Starkowo – Boszkowo – Letnisko w powiecie wolsztyńskim, |
|
— |
powiat rawicki, |
|
— |
gmina Pniewy, część gminy Duszniki położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A2 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy, łączącą miejscowości Ceradz Kościelny – Grzebienisko – Wierzeja – Wilkowo, biegnącą do skrzyżowania z autostradą A2, część gminy Kaźmierz położona zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Sarna, część gminy Ostroróg położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 184 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 116 oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 116 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 184 do zachodniej granicy gminy, część gminy Szamotuły położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Sarna biegnącą od południowej granicy gminy do przecięcia z drogą nr 184 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogęn r 184 biegnącą od przecięcia z rzeką Sarna do północnej granicy gminy w powiecie szamotulskim, |
w województwie dolnośląskim:
|
— |
część powiatu górowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
|
— |
część gminy Lubin położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 335 biegnącą od zachodniej granicy gminy do granicy miasta Lubin oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 333 biegnącą od granicy miasta Lubin do południowej granicy gminy w powiecie lubińskim |
|
— |
gminy Prusice, Żmigród, część gminy Oborniki Śląskie położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 340 w powiecie trzebnickim, |
|
— |
część gminy Zagrodno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Jadwisin – Modlikowice - Zagrodno oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od miejscowości Zagrodno do południowej granicy gminy, część gminy wiejskiej Złotoryja położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy w miejscowości Nowa Wieś Złotoryjska do granicy miasta Złotoryja oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 382 biegnącą od granicy miasta Złotoryja do wschodniej granicy gminy w powiecie złotoryjskim |
|
— |
gmina Gromadka w powiecie bolesławieckim, |
|
— |
gminy Chocianów i Przemków w powiecie polkowickim, |
|
— |
gminy Chojnów i miasto Chojnów, Krotoszyce, Miłkowice w powiecie legnickim, |
|
— |
powiat miejski Legnica, |
|
— |
część gminy Wołów położona na wschód od linii wyznaczonej przez lnię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy, część gminy Wińsko położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 36 biegnącą od północnej do zachodniej granicy gminy, część gminy Brzeg Dolny położona na wschód od linii wyznaczonej przez linię kolejową od północnej do południowej granicy gminy w powiecie wołowskim, |
|
— |
część gminy Milicz położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Poradów – Piotrkosice - Sulimierz-Sułów - Gruszeczka w powiecie milickim, |
w województwie świętokrzyskim:
|
— |
gminy Gnojno, Pacanów w powiecie buskim, |
|
— |
gminy Łubnice, Oleśnica, Połaniec, część gminy Rytwiany położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 764, część gminy Szydłów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 756 w powiecie staszowskim, |
|
— |
gminy Chmielnik, Masłów, Miedziana Góra, Mniów, Łopuszno, Piekoszów, Pierzchnica, Sitkówka-Nowiny, Strawczyn, Zagnańsk, część gminy Raków położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 756 i 764, część gminy Chęciny położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 762, część gminy Górno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy łączącą miejscowości Leszczyna – Cedzyna oraz na północ od linii wyznczonej przez ul. Kielecką w miejscowości Cedzyna biegnącą do wschodniej granicy gminy, część gminy Daleszyce położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 764 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Daleszyce – Słopiec – Borków, dalej na południe od linii wyznaczonej przez tę drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 764 do przecięcia z linią rzeki Belnianka, następnie na południe od linii wyznaczonej przez rzeki Belnianka i Czarna Nida biegnącej do zachodniej granicy gminy w powiecie kieleckim, |
|
— |
powiat miejski Kielce, |
|
— |
gminy Krasocin, część gminy Włoszczowa położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Konieczno i dalej na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Konieczno – Rogienice – Dąbie – Podłazie, część gminy Kluczewsko położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy i łączącą miejscowości Krogulec – Nowiny - Komorniki do przecięcia z linią rzeki Czarna, następnie na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Czarna biegnącą do przecięcia z linią wyznaczoną przez drogę nr 742 i dalej na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od przecięcia z linią rzeki Czarna do południowej granicy gminyw powiecie włoszczowskim, |
|
— |
gmina Kije w powiecie pińczowskim, |
|
— |
gminy Małogoszcz, Oksa w powiecie jędrzejowskim, |
w województwie małopolskim:
|
— |
gminy Dąbrowa Tarnowska, Radgoszcz, Szczucin w powiecie dąbrowskim. |
6. Roemenië
De volgende beperkingszones III in Roemenië:
|
— |
Zona orașului București, |
|
— |
Județul Constanța, |
|
— |
Județul Satu Mare, |
|
— |
Județul Tulcea, |
|
— |
Județul Bacău, |
|
— |
Județul Bihor, |
|
— |
Județul Bistrița Năsăud, |
|
— |
Județul Brăila, |
|
— |
Județul Buzău, |
|
— |
Județul Călărași, |
|
— |
Județul Dâmbovița, |
|
— |
Județul Galați, |
|
— |
Județul Giurgiu, |
|
— |
Județul Ialomița, |
|
— |
Județul Ilfov, |
|
— |
Județul Prahova, |
|
— |
Județul Sălaj, |
|
— |
Județul Suceava |
|
— |
Județul Vaslui, |
|
— |
Județul Vrancea, |
|
— |
Județul Teleorman, |
|
— |
Judeţul Mehedinţi, |
|
— |
Județul Gorj, |
|
— |
Județul Argeș, |
|
— |
Judeţul Olt, |
|
— |
Judeţul Dolj, |
|
— |
Județul Arad, |
|
— |
Județul Timiș, |
|
— |
Județul Covasna, |
|
— |
Județul Brașov, |
|
— |
Județul Botoșani, |
|
— |
Județul Vâlcea, |
|
— |
Județul Iași, |
|
— |
Județul Hunedoara, |
|
— |
Județul Alba, |
|
— |
Județul Sibiu, |
|
— |
Județul Caraș-Severin, |
|
— |
Județul Neamț, |
|
— |
Județul Harghita, |
|
— |
Județul Mureș, |
|
— |
Județul Cluj, |
|
— |
Județul Maramureş. |
7. Slowakije
De volgende beperkingszones III in Slowakije:
|
— |
The whole district of Vranov and Topľou, |
|
— |
In the district of Humenné: Lieskovec, Myslina, Humenné, Jasenov, Brekov, Závadka, Topoľovka, Hudcovce, Ptičie, Chlmec, Porúbka, Brestov, Gruzovce, Ohradzany, Slovenská Volová, Karná, Lackovce, Kochanovce, Hažín nad Cirochou, Závada, Nižná Sitnica, Vyšná Sitnica, Rohožník, Prituľany, Ruská Poruba, Ruská Kajňa, |
|
— |
In the district of Michalovce: Strážske, Staré, Oreské, Zbudza, Voľa, Nacina Ves, Pusté Čemerné, Lesné, Rakovec nad Ondavou, Petrovce nad Laborcom, Trnava pri Laborci, Vinné, Kaluža, Klokočov, Kusín, Jovsa, Poruba pod Vihorlatom, Hojné, Lúčky,Závadka, Hažín, Zalužice, Michalovce, Krásnovce, Šamudovce, Vŕbnica, Žbince, Lastomír, Zemplínska Široká, Čečehov, Jastrabie pri Michalovciach, Iňačovce, Senné, Palín, Sliepkovce, Hatalov, Budkovce, Stretava, Stretávka, Pavlovce nad Uhom, Vysoká nad Uhom, Bajany, |
|
— |
In the district of Gelnica: Hrišovce, Jaklovce, Kluknava, Margecany, Richnava, |
|
— |
In the district Of Sabinov: Daletice, |
|
— |
In the district of Prešov: Hrabkov, Krížovany, Žipov, Kvačany, Ondrašovce, Chminianske Jakubovany, Klenov, Bajerov, Bertotovce, Brežany, Bzenov, Fričovce, Hendrichovce, Hermanovce, Chmiňany, Chminianska Nová Ves, Janov, Jarovnice, Kojatice, Lažany, Mikušovce, Ovčie, Rokycany, Sedlice, Suchá Dolina, Svinia, Šindliar, Široké, Štefanovce, Víťaz, Župčany, |
|
— |
the whole district of Medzilaborce, |
|
— |
In the district of Stropkov: Havaj, Malá Poľana, Bystrá, Mikové, Varechovce, Vladiča, Staškovce, Makovce, Veľkrop, Solník, Korunková, Bukovce, Krišľovce, Jakušovce, Kolbovce, |
|
— |
In the district of Svidník: Pstruša, |
|
— |
In the district of Zvolen: Očová, Zvolen, Sliač, Veľká Lúka, Lukavica, Sielnica, Železná Breznica, Tŕnie, Turová, Kováčová, Budča, Hronská Breznica, Ostrá Lúka, Bacúrov, Breziny, Podzámčok, Michalková, Zvolenská Slatina, Lieskovec, |
|
— |
In the district of Banská Bystrica: Sebedín-Bečov, Čerín, Dúbravica, Oravce, Môlča, Horná Mičiná, Dolná Mičiná, Vlkanová, Hronsek, Badín, Horné Pršany, Malachov, Banská Bystrica, |
|
— |
The whole district of Sobrance except municipalities included in zone II. |
RICHTLIJNEN
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/54 |
UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2022/2438 VAN DE COMMISSIE
van 12 december 2022
tot wijziging van Richtlijn 93/49/EEG en Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wat betreft door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal van siergewassen, teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (1), en met name artikel 5, lid 5,
Gezien Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (2), en met name artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (3) is een lijst van EU-quarantaineorganismen, ZP-quarantaineorganismen en door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen vastgesteld. Daarnaast bevat zij voorschriften voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen, teneinde te voorkomen dat die plaagorganismen het grondgebied van de Unie binnendringen, er zich vestigen en er zich verspreiden. |
|
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 is onlangs gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2285 van de Commissie (4) om de fytosanitaire status van bepaalde plaagorganismen bij te werken en, in voorkomend geval, de specifieke maatregelen tegen die plaagorganismen te wijzigen. Met het oog op de consistentie van de wijzigingen met betrekking tot die plaagorganismen moeten de nieuwe elementen ook worden weerspiegeld in Richtlijn 93/49/EEG van de Commissie (5) en in Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU van de Commissie (6). |
|
(3) |
Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto is opgenomen in de lijst teeltmateriaal van siergewassen in deel D van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 omdat het voldoet aan de voorschriften om als gereguleerd niet-quarantaineorganisme te worden opgenomen. Daarom is het gerechtvaardigd dat plaagorganisme op te nemen in de bijlage bij Richtlijn 93/49/EEG. |
|
(4) |
Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ’t Veld is opgenomen in deel D (teeltmateriaal van siergewassen) en deel J (teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt) van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 omdat het voldoet aan de voorschriften om als gereguleerd niet-quarantaineorganisme te worden opgenomen. Het is daarom gerechtvaardigd dat plaagorganisme op te nemen in de bijlage bij Richtlijn 93/49/EEG en in bijlage II bij Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU. |
|
(5) |
Het is ook noodzakelijk maatregelen op te nemen in Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU tegen de aanwezigheid van Phytophthora ramorum (EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ’t Veld op bepaalde voor opplant bestemde planten die worden gebruikt als teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt. |
|
(6) |
Candidatus Phytoplasma australiense Davis et al. is als EU-quarantaineorganisme opgenomen in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 en geschrapt uit de lijst van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in bijlage IV bij die verordening. Daarom moet dat plaagorganisme ook worden geschrapt uit de lijst van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in bijlage I bij Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU en uit bijlage IV bij die richtlijn met betrekking tot teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt van Fragaria L. worden gebruikt. |
|
(7) |
In Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU is bepaald dat prebasismateriaal, basismateriaal, gecertificeerd materiaal en CAC-materiaal (Conformitas Agraria Communitatis) bij visuele inspectie van de faciliteiten, velden en partijen vrij moet worden bevonden van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de bijlagen I en II bij die richtlijn, en met inachtneming van de voorschriften van bijlage IV wat betreft het geslacht of de soort in kwestie. |
|
(8) |
Om te zorgen voor consistentie met Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft de gebieden die als plaagorganismevrij zijn vastgesteld, moet een uitzondering op het voorschrift inzake visuele inspectie, bemonstering en tests van prebasismateriaal, basismateriaal, gecertificeerd materiaal en CAC-materiaal ook worden opgenomen in Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU. |
|
(9) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/925 van de Commissie (7) is aan bepaalde lidstaten tijdelijk toestemming verleend om prebasismateriaal dat tot bepaalde soorten fruitgewassen behoort en onder niet-insectenvrije omstandigheden in open veld is geproduceerd, te certificeren. De vergunning die in dit verband aan Frankrijk is verleend, is op 31 december 2018 verstreken. Het deel “Voorschriften betreffende productielocaties, productieplaatsen of gebieden” in bijlage IV, deel 4, bij Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU, met betrekking tot prebasismateriaal van Cydonia oblonga Mill. moet daarom worden geschrapt om rekening te houden met het verstrijken van de geldigheidsduur van die vergunning. |
|
(10) |
Sinds de vaststelling van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU heeft de ervaring van de lidstaten geleerd dat de maatregelen tegen Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider waarbij volledige partijen teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen van het in de handel brengen worden uitgesloten wanneer op de productielocatie teeltmateriaal en fruitgewassen met symptomen worden aangetroffen, niet in verhouding staan tot het respectieve fytosanitaire risico. Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU moet worden gewijzigd om te zorgen voor samenhang met de herziene risicobeheersmaatregelen in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 tegen Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider. Teeltmateriaal en fruitgewassen met symptomen moeten onmiddellijk worden verwijderd en vernietigd. |
|
(11) |
Overeenkomstig artikel 32 van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU mogen de lidstaten tot en met 31 december 2022 toestemming verlenen voor het op hun eigen grondgebied in de handel brengen van teeltmateriaal en fruitgewassen die uit prebasis-, basis- en gecertificeerde moederplanten of CAC-materiaal verkregen zijn die vóór 1 januari 2017 bestonden, zelfs indien dat materiaal of die fruitgewassen niet voldoen aan de voorschriften van die uitvoeringsrichtlijn. Uit de ervaring van de lidstaten met de uitvoering van de wetgeving is gebleken dat de certificering van zaden en zaailingen niet onder het toepassingsgebied van de certificeringsregeling van de Unie voor teeltmateriaal en fruitgewassen valt. Daarom moeten de huidige overgangsmaatregelen alleen van toepassing blijven op de productie van zaden en zaailingen, gezien de tijd die nodig is om deze materialen aan de voorschriften van die richtlijn aan te passen. Om verstoring van de handel in die materialen te voorkomen, moet die datum worden verlengd tot en met 31 december 2029. |
|
(12) |
De botanische naam van Prunus amygdalus Batsch moet worden gewijzigd in Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb om rekening te houden met ontwikkelingen in de taxonomische nomenclatuur. |
|
(13) |
Daarom moeten Richtlijn 93/49/EEG en Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU respectievelijk worden gewijzigd. |
|
(14) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Richtlijn 93/49/EEG
De bijlage bij Richtlijn 93/49/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige richtlijn.
Artikel 2
Wijzigingen van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU
Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In artikel 10 wordt lid 5 vervangen door: “5. Lid 1 is niet van toepassing op:
|
|
2) |
In artikel 16 wordt lid 5 vervangen door: “5. Lid 1 is niet van toepassing op:
|
|
3) |
In artikel 21 wordt lid 5 vervangen door: “5. Lid 1 is niet van toepassing op:
|
|
4) |
In artikel 26 wordt lid 2 vervangen door: “2. Lid 1 is niet van toepassing op:
|
|
5) |
Artikel 32 wordt vervangen door: “Artikel 32 Overgangsmaatregelen De lidstaten mogen tot en met 31 december 2029 toestemming verlenen voor het in de handel brengen van zaden en zaailingen die uit prebasis-, basis- en gecertificeerde moederplanten of CAC-materiaal verkregen zijn die vóór 1 januari 2017 bestonden en die vóór 31 december 2029 officieel gecertificeerd zijn of voldoen aan de voorwaarden om als CAC-materiaal te worden aangemerkt. Wanneer dergelijke materialen in de handel worden gebracht, worden zij geïdentificeerd door middel van een verwijzing naar dit artikel op het etiket en een document.”. |
|
6) |
De bijlagen I, II, IV en V worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn. |
Artikel 3
Omzetting
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2023 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16.
(2) PB L 267 van 8.10.2008, blz. 8.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2285 van de Commissie van 14 december 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft de opneming in een lijst van plaagorganismen, verboden en voorschriften voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen de Unie van planten, plantaardige producten en andere materialen, en tot intrekking van de Beschikkingen 98/109/EG en 2002/757/EG en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/885 en (EU) 2020/1292 (PB L 485 van 22.12.2021, blz. 173).
(5) Richtlijn 93/49/EEG van de Commissie van 23 juni 1993 tot vaststelling van het schema met de voorwaarden waaraan siergewassen en teeltmateriaal daarvan overeenkomstig Richtlijn 91/682/EEG van de Raad moeten voldoen (PB L 250 van 7.10.1993, blz. 9).
(6) Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft specifieke voorschriften voor de in bijlage I bij die richtlijn bedoelde geslachten en soorten van fruitgewassen, specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en nadere voorschriften betreffende officiële inspecties (PB L 298 van 16.10.2014, blz. 22).
(7) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/925 van de Commissie van 29 mei 2017 tot verlening van tijdelijke toestemming aan bepaalde lidstaten voor de certificering van in het veld onder niet-insectenvrije omstandigheden geproduceerd prebasismateriaal van bepaalde soorten fruitgewassen en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/167 (PB L 140 van 31.5.2017, blz. 7).
BIJLAGE I
Wijziging van Richtlijn 93/49/EEG
De bijlage bij Richtlijn 93/49/EEG wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Tussen de vermelding voor “Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. [ERWIAM]” en de vermelding voor “Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie [PSDMPE]” wordt de volgende vermelding ingevoegd:
|
|
2) |
Tussen de vermelding voor “Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow [SCIRAC]” en de vermelding voor “Plasmopara halstedii (Farlow) Berlese & de Toni [PLASHA]”, wordt de volgende vermelding ingevoegd:
|
BIJLAGE II
Wijziging van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU
Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In bijlage I, bij de vermelding voor “Fragaria L.”, in de tweede kolom, wordt de vermelding “Candidatus Phytoplasma australiense Davis et al. [PHYPAU]” geschrapt. |
|
2) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
|
3) |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
|
4) |
In bijlage V wordt de rij “Prunus amygdalus, P. armeniaca, P. domestica, P. persica en P. salicina” vervangen door het volgende: “ Prunus armeniaca L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch en Prunus salicina Lindl.”. |
(*1) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/925 van de Commissie van 29 mei 2017 tot verlening van tijdelijke toestemming aan bepaalde lidstaten voor de certificering van in het veld onder niet-insectenvrije omstandigheden geproduceerd prebasismateriaal van bepaalde soorten fruitgewassen en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/167 (PB L 140 van 31.5.2017, blz. 7)”;”
BESLUITEN
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/66 |
BESLUIT (EU) 2022/2439 VAN DE RAAD
van 8 december 2022
waarbij de lidstaten worden gemachtigd, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van de Filipijnen tot het Verdrag van Den Haag van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 3, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt b),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie heeft de Unie zich als een van haar doelen gesteld de bescherming van de rechten van het kind te bevorderen. Maatregelen om kinderen te beschermen tegen het ongeoorloofd overbrengen of niet doen terugkeren van kinderen zijn een essentieel onderdeel van dit beleid. |
|
(2) |
De Raad heeft Verordening (EU) 2019/1111 (2) (“de verordening Brussel II ter”) vastgesteld, die als doel heeft kinderen te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het ongeoorloofd overbrengen of niet doen terugkeren, procedures vast te stellen om hun onmiddellijke terugkeer naar de gewone verblijfplaats te verkrijgen en het omgangs- en gezagsrecht te waarborgen. |
|
(3) |
Verordening Brussel II ter vormt een aanvulling op en versterking van het Verdrag van Den Haag van 25 oktober 1980 inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (“het Haags verdrag van 1980”), waarbij een internationaal systeem van verplichtingen en samenwerking tussen de verdragsluitende staten en tussen centrale autoriteiten wordt ingesteld en dat tot doel heeft de onmiddellijke terugkeer van een kind dat ongeoorloofd is overgebracht of ongeoorloofd wordt vastgehouden te waarborgen. |
|
(4) |
Alle lidstaten zijn partij bij het Haags verdrag van 1980. |
|
(5) |
De Unie moedigt derde landen aan toe te treden tot het Haags verdrag van 1980 en ondersteunt de correcte tenuitvoerlegging van het Haags verdrag van 1980, onder andere door samen met de lidstaten deel te nemen aan de bijzondere commissies die regelmatig worden georganiseerd door de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht. |
|
(6) |
Een gemeenschappelijk wettelijk kader tussen de lidstaten en derde landen zou de beste oplossing kunnen zijn voor gevoelige gevallen van internationale kinderontvoering. |
|
(7) |
Het Haags verdrag van 1980 bepaalt dat het van toepassing is tussen de toetredende staat en de verdragsluitende staten die verklaard hebben de toetreding te aanvaarden. |
|
(8) |
Het Haags verdrag van 1980 staat niet toe dat regionale organisaties voor economische integratie, zoals de Unie, partij bij het verdrag worden. De Unie kan derhalve niet tot het Haags verdrag van 1980 toetreden en ook geen verklaring van aanvaarding van de toetreding van een toetredende staat neerleggen. |
|
(9) |
Overeenkomstig Advies 1/13 van het Hof van Justitie van de Europese Unie (3) behoren verklaringen van aanvaarding in het kader van het Haags verdrag van 1980 tot de exclusieve externe bevoegdheid van de Unie. |
|
(10) |
De Filipijnen hebben op 16 maart 2016 het instrument voor toetreding tot het Haags verdrag van 1980 neergelegd. Het Haags verdrag van 1980 is op 1 juni 2016 voor de Filipijnen in werking getreden. |
|
(11) |
Een beoordeling van de situatie op de Filipijnen heeft geleid tot de conclusie dat de lidstaten in staat zijn om in het belang van de Unie de toetreding van de Filipijnen, overeenkomstig de bepalingen van het Haags verdrag van 1980, te aanvaarden. |
|
(12) |
De lidstaten moeten daarom worden gemachtigdhun verklaring van aanvaarding van de toetreding van de Filipijnen neer te leggen overeenkomstig de voorwaarden van dit besluit. |
|
(13) |
Ierland is gebonden door de Verordening Brussel II ter en neemt derhalve deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit. |
|
(14) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Unie, de toetreding van de Filipijnen tot het Haags verdrag van 1980 te aanvaarden.
2. De lidstaten leggen uiterlijk op 9 december 2023, in het belang van de Unie, een verklaring van aanvaarding van de toetreding van de Filipijnen tot het Haags verdrag van 1980 neer, die als volgt luidt:
“[Volledige naam van de LIDSTAAT] verklaart de toetreding van de Filipijnen tot het Verdrag van Den Haag van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden, overeenkomstig Besluit (EU) 2022/2439 van de Raad.”.
3. De lidstaten stellen de Raad en de Commissie in kennis van de neerlegging van hun verklaring van aanvaarding van de toetreding van de Filipijnen tot het Haags verdrag van 1980, en delen aan de Commissie binnen twee maanden na de neerlegging ervan de tekst van die verklaring mee.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Brussel, 8 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
V. RAKUŠAN
(1) PB C 224 van 8.6.2022, blz. 159.
(2) Verordening (EU) 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PB L 178 van 2.7.2019, blz. 1).
(3) ECLI:EU:C:2014:2303.
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/68 |
BESLUIT (GBVB) 2022/2440 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/1775 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 28 september 2017 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2017/1775 (1) vastgesteld. |
|
(2) |
Op 13 december 2021 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2021/2208 (2) vastgesteld, waarin een nieuw kader werd vastgesteld dat aanvullende beperkende maatregelen mogelijk maakt tegen personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het bedreigen van de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Mali of voor het belemmeren of ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
|
(3) |
Op basis van een evaluatie van de in artikel 1 bis, lid 1, en artikel 2 bis, leden 1 en 2, van Besluit (GBVB) 2017/1775 bedoelde maatregelen moeten de beperkende maatregelen tot en met 14 december 2023 worden verlengd en moeten de motiveringen en identificatiegegevens betreffende de vijf personen op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen natuurlijke personen en de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage II bij Besluit (GBVB) 2017/1775 worden gewijzigd. |
|
(4) |
Besluit (GBVB) 2017/1775 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit (GBVB) 2017/1775 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In artikel 6, lid 2, eerste zin, wordt de datum “14 december 2022” vervangen door de datum “14 december 2023”. |
|
2) |
Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) Besluit (GBVB) 2017/1775 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali (PB L 251 van 29.9.2017, blz. 23).
(2) Besluit (GBVB) 2021/2208 van de Raad van 13 december 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/1775 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali (PB L 446 van 14.12.2021, blz. 44).
BIJLAGE
Bijlage II bij Besluit (GBVB) 2017/1775 wordt vervangen door:
“BIJLAGE II
A. Lijst van natuurlijke personen bedoeld in artikel 1 bis, lid 1
|
|
Naam |
Identificatiegegevens |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
DIAW, Malick |
Geboorteplaats: Ségou Geboortedatum: 2.12.1979 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: B0722922, geldig tot en met 13.8.2018 Geslacht: man Functie: voorzitter van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali), kolonel |
Malick Diaw is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta. Als chef-staf van de derde militaire regio Kati was hij naast kolonel-majoor Ismaël Wagué, kolonel Assimi Goïta, kolonel Sadio Camara en kolonel Modibo Koné, een van de aanstichters en leiders van de staatsgreep van 18 augustus 2020. Malick Diaw is derhalve verantwoordelijk voor acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen. Malick Diaw is ook een sleutelfiguur in de context van de politieke transitie, als voorzitter van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition – CNT) sinds december 2020. De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 (het “overgangshandvest”) en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest. De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Malick Diaw) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Malick Diaw belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
4.2.2022 |
|
2. |
WAGUÉ, Ismaël |
Geboorteplaats: Bamako Geboortedatum: 2.3.1975 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: diplomatiek paspoort AA0193660, geldig tot en met 15.2.2023 Geslacht: man Functie: minister van Verzoening, kolonel-majoor |
Kolonel-majoor Ismaël Wagué is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta en was naast kolonel Goïta, kolonel Sadio Camara, kolonel Modibo Koné en kolonel Malick Diaw een van de belangrijkste verantwoordelijken voor de staatsgreep van 18 augustus 2020. Op 19 augustus 2020 kondigde hij aan dat het leger de macht had overgenomen, waarna hij woordvoerder werd van het nationaal comité voor het welzijn van het volk (Comité national pour le salut du peuple – CNSP). Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen. Als minister van Verzoening van de overgangsregering sinds oktober 2020 is Ismaël Wagué belast met de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Met zijn verklaring in oktober 2021 en zijn constante onenigheden met de leden van het comité voor permanente gestructureerde samenwerking (Comité de coopération structurée permanente - CSP) droeg hij bij tot de belemmering van de werkzaamheden van het comité dat toezicht moest houden op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (Comité de Suivi de l'Accord – CSA), waardoor er geen vergaderingen van het CSA konden plaatsvinden van oktober 2021 tot september 2022. Die situatie heeft de uitvoering van het akkoord, dat één van de “missies” van de politieke transitie van Mali is als bedoeld in artikel 2 van het overgangshandvest belemmerd. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ismaël Wagué) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen, en voor het belemmeren en ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
4.2.2022 |
|
3. |
MAÏGA, Choguel |
Geboorteplaats: Tabango, Gao, Mali Geboortedatum: 31.12.1958 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort nr. DA0004473, afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven Geslacht: man Functie: minister-president |
Als minister-president sinds juni 2021 leidt Choguel Maïga de overgangsregering van Mali die na de staatsgreep van 24 mei 2021 is gevormd. In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, kondigde hij in juni 2021 de instelling van de “Assises nationales de la refondation” (ANR) aan, als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als een eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga zelf aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Choguel Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. In zijn positie als minister-president is Choguel Maïga rechtstreeks verantwoordelijk voor het uitstellen van de verkiezingen waarin het overgangshandvest voorziet, en belemmert en ondermijnt hij dus de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
4. |
MAÏGA, Ibrahim Ikassa |
Geboorteplaats: Tondibi, regio Gao, Mali Geboortedatum: 5.2.1971 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali Geslacht: man Functie: minister van Wederoprichting |
Ibrahim Ikassa Maïga is lid van het strategisch comité van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Als minister van Wederoprichting sinds 2021 was Ibrahim Ikassa Maïga belast met de planning van de door minister-president Choguel Maïga aangekondigde “Assises nationales de la Refondation” (ANR). In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden de ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ibrahim Ikassa Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. In zijn positie als minister van Wederoprichting belemmert en ondermijnt Ibrahim Ikassa Maïga de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
5. |
DIARRA, Adama Ben Ook bekend als “Ben Le Cerveau” |
Geboorteplaats: Kati, Mali Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: diplomatiek paspoort afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven Geslacht: man Functie: lid van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali) |
Adama Ben Diarra, ook bekend als Camarade Ben Le Cerveau is één van de jonge leiders van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Adama Ben Diarra is ook de leider van Yéréwolo, de belangrijkste organisatie die de overgangsautoriteiten steunt, en is lid van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds 3 december 2021. De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest. Adama Ben Diarra heeft actief gepleit voor en steun verleend aan de verlenging van de politieke transitie van Mali tijdens politieke bijeenkomsten en op sociale media, waarbij hij stelde dat de verlenging met vijf jaar van de overgangsperiode waartoe de overgangsautoriteiten na de “Assises nationales de la Refondation” (ANR) hebben besloten, een oprechte wens van het Malinese volk was. In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden deze ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Adama Ben Diarra) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Adama Ben Diarra belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
B. Lijst van natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, bedoeld in artikel 2 bis, lid 1
|
|
Naam |
Identificatiegegevens |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
DIAW, Malick |
Geboorteplaats: Ségou Geboortedatum: 2.12.1979 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: B0722922, geldig tot en met 13.8.2018 Geslacht: man Functie: voorzitter van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali), kolonel |
Malick Diaw is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta. Als chef-staf van de derde militaire regio Kati was hij naast kolonel-majoor Ismaël Wagué, kolonel Assimi Goïta, kolonel Sadio Camara en kolonel Modibo Koné, een van de aanstichters en leiders van de staatsgreep van 18 augustus 2020. Malick Diaw is derhalve verantwoordelijk voor acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen. Malick Diaw is ook een sleutelfiguur in de context van de politieke transitie, als voorzitter van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition – CNT) sinds december 2020. De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 (het “overgangshandvest”) en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest. De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Malick Diaw) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Malick Diaw belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
4.2.2022 |
|
2. |
WAGUÉ, Ismaël |
Geboorteplaats: Bamako Geboortedatum: 2.3.1975 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: diplomatiek paspoort AA0193660, geldig tot en met 15.2.2023 Geslacht: man Functie: minister van Verzoening, kolonel-majoor |
Kolonel-majoor Ismaël Wagué is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta en was naast kolonel Goïta, kolonel Sadio Camara, kolonel Modibo Koné en kolonel Malick Diaw een van de belangrijkste verantwoordelijken voor de staatsgreep van 18 augustus 2020. Op 19 augustus 2020 kondigde hij aan dat het leger de macht had overgenomen, waarna hij woordvoerder werd van het nationaal comité voor het welzijn van het volk (Comité national pour le salut du peuple – CNSP). Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen. Als minister van Verzoening van de overgangsregering sinds oktober 2020 is Ismaël Wagué belast met de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Met zijn verklaring in oktober 2021 en zijn constante onenigheden met de leden van het comité voor permanente gestructureerde samenwerking (Comité de coopération structurée permanente - CSP) droeg hij bij tot de belemmering van de werkzaamheden van het comité dat toezicht moest houden op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (Comité de Suivi de l'Accord – CSA), waardoor er geen vergaderingen van het CSA konden plaatsvinden van oktober 2021 tot september 2022. Die situatie heeft de uitvoering van het akkoord, dat één van de “missies” van de politieke transitie van Mali is als bedoeld in artikel 2 van het overgangshandvest belemmerd. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ismaël Wagué) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen, en voor het belemmeren en ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali. |
4.2.2022 |
|
3. |
MAÏGA, Choguel |
Geboorteplaats: Tabango, Gao, Mali Geboortedatum: 31.12.1958 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort nr. DA0004473, afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven Geslacht: man Functie: minister-president |
Als minister-president sinds juni 2021 leidt Choguel Maïga de overgangsregering van Mali die na de staatsgreep van 24 mei 2021 is gevormd. In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, kondigde hij in juni 2021 de instelling van de “Assises nationales de la refondation” (ANR) aan, als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als een eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga zelf aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Choguel Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. In zijn positie als minister-president is Choguel Maïga rechtstreeks verantwoordelijk voor het uitstellen van de verkiezingen waarin het overgangshandvest voorziet, en belemmert en ondermijnt hij dus de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
4. |
MAÏGA, Ibrahim Ikassa |
Geboorteplaats: Tondibi, regio Gao, Mali Geboortedatum: 5.2.1971 Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali Geslacht: man Functie: minister van Wederoprichting |
Ibrahim Ikassa Maïga is lid van het strategisch comité van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Als minister van Wederoprichting sinds 2021 was Ibrahim Ikassa Maïga belast met de planning van de door minister-president Choguel Maïga aangekondigde “Assises nationales de la Refondation” (ANR). In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden de ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ibrahim Ikassa Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. In zijn positie als minister van Wederoprichting belemmert en ondermijnt Ibrahim Ikassa Maïga de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
5. |
DIARRA, Adama Ben Ook bekend als “Ben Le Cerveau” |
Geboorteplaats: Kati, Mali Nationaliteit: Malinees Paspoortnummer: diplomatiek paspoort afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven Geslacht: man Functie: lid van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali) |
Adama Ben Diarra, ook bekend als Camarade Ben Le Cerveau is één van de jonge leiders van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Adama Ben Diarra is ook de leider van Yéréwolo, de belangrijkste organisatie die de overgangsautoriteiten steunt, en is lid van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds 3 december 2021. De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest. Adama Ben Diarra heeft actief gepleit voor en steun verleend aan de verlenging van de politieke transitie van Mali tijdens politieke bijeenkomsten en op sociale media, waarbij hij stelde dat de verlenging met vijf jaar van de overgangsperiode waartoe de overgangsautoriteiten na de “Assises nationales de la Refondation” (ANR) hebben besloten, een oprechte wens van het Malinese volk was. In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden deze ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen. Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn. Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Adama Ben Diarra) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven. Adama Ben Diarra belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen. |
4.2.2022 |
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/80 |
BESLUIT (GBVB) 2022/2441 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust
De Raad van de Europese Unie,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 10 november 2008 Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB (1) vastgesteld, waarbij de militaire operatie Atalanta van de EU werd ingesteld. |
|
(2) |
Op 22 december 2020 werd Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2020/2188 van de Raad (2) en werd Atalanta verlengd tot en met 31 december 2022. |
|
(3) |
Besluit (GBVB) 2020/2188 verlengde de taak van Atlanta om bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust, en om schepen van het Wereldvoedselprogramma te beschermen die humanitaire hulp naar de ontheemde Somalische bevolkingsgroepen brengen, alsook kwetsbare schepen die langs de Somalische kust varen te beschermen. Het besluit bepaalde eveneens dat Atalanta, als secundaire uitvoerende taak, bij zou dragen tot de uitvoering van het wapenembargo van de Verenigde Naties tegen Somalië overeenkomstig Resolutie 2182 (2014) van de VN-Veiligheidsraad en tot de bestrijding van de handel in verdovende middelen voor de kust van Somalië in het kader van het VN-Zeerechtverdrag en het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 20 december 1988. Voorts werd bepaald dat Atalanta, als secundaire niet-uitvoerende taak, toezicht zou houden op de handel in verdovende middelen, wapenhandel, illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (“IOO-visserij”) en illegale handel in houtskool voor de kust van Somalië, overeenkomstig Resoluties 2498 (2019) en 2500 (2019) van de VN-Veiligheidsraad en in overeenstemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 20 december 1988. |
|
(4) |
In zijn conclusies van 22 juni 2021 bracht de Raad in herinnering dat “maritieme beveiliging gericht is op een vrij en vreedzaam gebruik van de zeeën, noodzakelijk is voor veilige, schone en beveiligde oceanen en zeeën voor alle soorten activiteiten, en een duidelijke prioriteit is voor de Europese Unie (EU) en haar lidstaten voor de bescherming van hun strategische belangen”. De Raad wees op “de aanzienlijke en langdurige bijdrage aan de maritieme beveiliging die de maritieme operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Unie, waaronder EUNAVFOR Atalanta, hebben geleverd om piraterij in de Indische Oceaan aan te pakken en uiteindelijk uit te bannen”. |
|
(5) |
Op 15 november 2021 heeft de VN-Veiligheidsraad in zijn Resolutie 2607 (2021) de bepalingen van punt 15 van Resolutie 2182 (2014) hernieuwd en uitgebreid, en machtiging gegeven voor inspecties ter uitvoering van het wapenembargo tegen Somalië en het verbod op de uitvoer van houtskool uit Somalië. |
|
(6) |
Op 3 december 2021 heeft de VN-Veiligheidsraad in zijn Resolutie 2608 (2021) de staten en regionale organisaties die daartoe in staat zijn, opgeroepen deel te nemen aan de bestrijding van piraterij en gewapende overvallen op zee voor de kust van Somalië, meer in het bijzonder, overeenkomstig diezelfde resolutie en het internationaal recht, door het inzetten van oorlogsschepen, wapens of gevechtsvliegtuigen, door het aanbieden van een basis en logistieke ondersteuning voor strijdkrachten die piraterij bestrijden, en door boten, vaartuigen, wapens en andere aanverwante uitrusting die gebruikt worden bij piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust, of waarvoor er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat deze hiervoor gebruikt worden, in beslag te nemen en te verwijderen, heeft hij erkend dat de Seychellen met succes piraterijzaken kunnen vervolgen, en heeft er bij alle lidstaten op aangedrongen om via passende kanalen informatie te delen met Interpol, voor gebruik in de wereldwijde databank inzake piraterij. |
|
(7) |
De Raad heeft in zijn conclusies van 21 februari 2022 het startsein gegeven voor de uitvoering van het concept “gecoördineerde maritieme aanwezigheid” in de noordwestelijke Indische Oceaan. Dat deed hij met de instelling van een nieuw “maritiem gebied van belang”, dat het gebied van de Straat van Hormuz tot de zuiderkeerkring en van het noorden van de Rode Zee tot het midden van de Indische Oceaan omvat. |
|
(8) |
In dat verband heeft de strategische evaluatie van Atalanta in 2022 tot de conclusie geleid dat het mandaat van de operatie moet worden verlengd tot en met 31 december 2024 en moet worden uitgebreid tot maritieme veiligheid voor de kust van Somalië en in de Rode Zee, en dat lopende taken moeten worden voortgezet. Daarnaast moet een dialoog worden gevoerd met het initiatief “European-led Maritime Situation Awareness in the Straight of Hormuz” (EMASOH) en moet de militaire component daarvan, operatie Agénor, worden voortgezet om verdere banden en synergieën te ontwikkelen. Ook moet worden gestreefd naar synergieën met de gecoördineerde maritieme aanwezigheid in de noordwestelijke Indische Oceaan. Voorts moet de operatie een mechanisme instellen om via het nationaal centraal bureau van Interpol in Mogadishu informatie over vermoedelijke IOO-visserij uit te wisselen met de federale regering van Somalië. |
|
(9) |
Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In de titel wordt de zinsnede “inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust” vervangen door: “inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen aan maritieme veiligheid in het westelijke deel van de Indische Oceaan en in de Rode Zee (EUNAVFOR Atalanta)”. |
|
2) |
In de gehele tekst wordt de naam “Atalanta” vervangen door de naam “EUNAVFOR Atalanta”. |
|
3) |
In artikel 1 wordt lid 1 vervangen door: “1. De Europese Unie (EU) voert een militaire operatie uit teneinde bij te dragen aan maritieme veiligheid in het westelijke deel van de Indische Oceaan en in de Rode Zee (EUNAVFOR Atalanta). 1 bis. Ter ondersteuning van de Resoluties 1814 (2008), 1816 (2008), 1838 (2008), 1846 (2008) en 1851 (2008) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR) en daaropvolgende resoluties ter zake, overeenkomstig de in geval van piraterij geoorloofde acties uit hoofde van de artikelen 100 e.v. van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, ondertekend te Montego Bay op 10 december 1982 (het “VN-Zeerechtverdrag”), zulks met name via verbintenissen met derde staten, draagt EUNAVFOR Atalanta bij tot:
|
|
4) |
Artikel 8 wordt vervangen door: “Artikel 8 Coherentie van de reacties van de EU 1. De HV, de operationeel commandant van de EU en de commandant van de troepen van de EU zorgen voor nauwe coördinatie van hun respectieve activiteiten in verband met de uitvoering van dit Gemeenschappelijk Optreden. 2. EUNAVFOR Atalanta werkt nauw samen met de militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen (EUTM Somalia) te helpen opleiden, met de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia) en met de gecoördineerde maritieme aanwezigheid in de noordwestelijke Indische Oceaan. Zij werkt samen met operatie Agénor en wisselt informatie uit met het initiatief “European-led Maritime Situation Awareness in the Straight of Hormuz” (EMASOH). 3. EUNAVFOR Atalanta ondersteunt, binnen de grenzen van haar middelen en vermogens, de desbetreffende Unieprogramma’s.”. |
|
5) |
Aan artikel 14 wordt het volgende lid toegevoegd: “8. Het financieel referentiebedrag ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de militaire operatie van de EU voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 bedraagt 10 400 000 EUR. Het in artikel 51, lid 2, van Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad (*1) bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 0 % aan vastleggingskredieten en 0 % aan betalingskredieten. (*1) Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).”." |
|
6) |
Artikel 15, lid 5, wordt vervangen door: “5. EUNAVFOR Atalanta wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 2, punt h), aan Interpol, en overeenkomstig artikel 2, punt i), aan Europol informatie over andere illegale activiteiten dan piraterij mee te delen die is vergaard tijdens haar operaties. Daarnaast wordt EUNAVFOR Atalanta gemachtigd om informatie over vermoedelijke IOO-visserij die zij tijdens haar operaties heeft verzameld, aan het nationaal centraal bureau van Interpol in Mogadishu door te geven.”. |
|
7) |
In artikel 16 wordt lid 3 vervangen door: “3. EUNAVFOR Atalanta eindigt op 31 december 2024.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van 10 november 2008 inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (PB L 301 van 12.11.2008, blz. 33).
(2) Besluit (GBVB) 2020/2188 van de Raad van 22 december 2020 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (PB L 435 van 23.12.2020, blz. 74).
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/83 |
BESLUIT (GBVB) 2022/2442 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/151 inzake een optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de evacuatie van bepaalde bijzonder kwetsbare personen uit Afghanistan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 3 februari 2022 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2022/151 (1) vastgesteld. |
|
(2) |
De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) organiseert en beheert, sinds 1 juni 2021, de evacuatie van Afghanen, met name van Afghanen die hebben gewerkt voor de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan, benoemd bij Gemeenschappelijk Optreden 2001/875/GBVB van de Raad (2), of voor EUPOL AFGHANISTAN, ingesteld bij Gemeenschappelijk Optreden 2007/369/GBVB van de Raad (3), van andere bijzonder kwetsbare Afghanen die met de Unie hebben samengewerkt en van hun naaste familieleden ten laste. |
|
(3) |
De EDEO heeft een lijst opgesteld en geactualiseerd van de personen die op grond van Besluit (GBVB) 2022/151 voor evacuatie in aanmerking komen (de “lijst”). |
|
(4) |
Als gevolg van de situatie in Afghanistan kunnen sommige personen op de lijst die nog steeds gevaar lopen in Afghanistan, niet worden geëvacueerd tussen nu en 31 december 2022. |
|
(5) |
De evacuatie op grond van Besluit (GBVB) 2022/151 van bijzonder kwetsbare personen op de lijst moet worden verlengd tot en met 31 december 2023, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 1 van Besluit (GBVB) 2022/151 wordt in de inleidende zin de datum “31 december 2022” vervangen door de datum “31 december 2023”.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) Besluit (GBVB) 2022/151 van de Raad van 3 februari 2022 inzake een optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de evacuatie van bepaalde bijzonder kwetsbare personen uit Afghanistan (PB L 25 van 4.2.2022, blz. 11).
(2) Gemeenschappelijk Optreden 2001/875/GBVB van de Raad van 10 december 2001 tot benoeming van de bijzondere vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 326 van 11.12.2001, blz. 1).
(3) Gemeenschappelijk Optreden 2007/369/GBVB van de Raad van 30 mei 2007 inzake de totstandbrenging van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL Afghanistan) (PB L 139 van 31.5.2007, blz. 33).
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/84 |
BESLUIT (GBVB) 2022/2443 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
tot wijziging van Besluit 2010/96/GBVB betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 15 februari 2010 heeft de Raad Besluit 2010/96/GBVB (1) vastgesteld, waarbij een militaire missie van de Europese Unie werd opgezet om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (EUTM Somalia). |
|
(2) |
Op 10 december 2020 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2020/2032 (2) vastgesteld tot verlenging van het mandaat van EUTM Somalia tot en met 31 december 2022. |
|
(3) |
In het kader van de holistische strategische evaluatie van de GVDB-inzet in Somalië en de Hoorn van Afrika heeft het Politiek en Veiligheidscomité aanbevolen het mandaat van EUTM Somalia verder te verlengen tot en met 31 december 2024. |
|
(4) |
Besluit 2010/96/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2010/96/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
|
2) |
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
|
|
3) |
In artikel 12 worden de leden 2 en 3 vervangen door: “2. Het mandaat van de militaire missie van de EU eindigt op 31 december 2024. 3. Dit besluit wordt ingetrokken op de dag van de sluiting van het EU-hoofdkwartier, het verbindingskantoor in Nairobi en de ondersteunende cel in Brussel, overeenkomstig de plannen die zijn goedgekeurd voor de beëindiging van de militaire missie van de Europese Unie, onverminderd de in Besluit (GBVB) 2021/509 vastgestelde procedures voor de controle en het afleggen van rekening en verantwoording van de militaire missie van de EU.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) Besluit 2010/96/GBVB van de Raad van 15 februari 2010 betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (PB L 44 van 19.2.2010, blz. 16).
(2) Besluit (GBVB) 2020/2032 van de Raad van 10 december 2020 tot wijziging van Besluit 2010/96/GBVB betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (PB L 419 van 11.12.2020, blz. 28).
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/86 |
BESLUIT (GBVB) 2022/2444 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
betreffende een militaire partnerschapsmissie van de Europese Unie in Niger (EUMPM Niger)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In zijn conclusies van 16 april 2021 heeft de Raad de geïntegreerde EU-strategie voor de Sahel vastgesteld. De Raad sprak met name zijn bezorgdheid uit over het feit dat de geleidelijke toename van de onveiligheid en de gevolgen daarvan de verschillende crises hebben verergerd, met de burgerbevolking als eerste slachtoffer en met ongekende humanitaire gevolgen in de regio, waaronder een toename van het aantal intern ontheemden en vluchtelingen, gedwongen ontheemding, misbruik, spanningen binnen en tussen gemeenschappen, de toename van terugkerende voedsel- en voedingscrises, een toename van behoeften op het gebied van gezondheidszorg en moeilijkheden bij het opzetten van overheidsdiensten in conflictgebieden. Voorts erkende de Raad dat instabiliteit ook bijdraagt tot illegale migratie. De Raad onderstreepte dat de Unie zal blijven bijdragen aan capaciteitsopbouw op het gebied van defensie en veiligheid van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB)-missies in te zetten. De Raad benadrukte dat de naleving en bevordering van de mensenrechten, met inbegrip van gendergelijkheid, en de bescherming van de integriteit van personen centraal blijven staan in het optreden van de Unie in de Sahel. |
|
(2) |
Op 30 juni 2022 heeft het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) bij de afronding van de holistische strategische evaluatie van de GVDB-missies EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali geoordeeld dat het wenselijk is om een speciale militaire GVDB-missie op te zetten in combinatie met een steunmaatregel in het kader van de Europese Vredesfaciliteit om Niger de nodige steun te verlenen. |
|
(3) |
Op 18 juli 2022 heeft de Raad in het kader van de Europese Vredesfaciliteit een steunmaatregel ter ondersteuning van de Nigerese strijdkrachten ingesteld. Deze steunmaatregel ondersteunt met name de oprichting van een centrum voor de opleiding van technici van de strijdkrachten. |
|
(4) |
Bij brief van 30 november 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking van de Republiek Niger de Unie verzocht een militaire GVDB-partnerschapsmissie van de EU in Niger in te zetten om bij te dragen aan de versterking van de militaire capaciteit van de Nigerese strijdkrachten, teneinde Niger te ondersteunen in zijn strijd tegen gewapende terroristische groeperingen, met inachtneming van het recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht. |
|
(5) |
Op 12 december 2022 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een crisisbeheersingsconcept voor een mogelijke militaire GVDB-partnerschapsmissie ter ondersteuning van de uitvoering van een plan voor capaciteitsopbouw voor Niger, door middel van de oprichting van het centrum voor de opleiding van technici van de strijdkrachten, in combinatie met de op 18 juli 2022 vastgestelde steunmaatregel, waarbij gespecialiseerde opleidingen op verzoek worden verstrekt aan specialisten van de Nigerese strijdkrachten en de oprichting van een nieuw bataljon voor communicatie- en commando-ondersteuning wordt gesteund. Die missie moet worden ingezet. |
|
(6) |
Het PVC moet onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) de politieke controle over de militaire GVDB-partnerschapsmissie in Niger uitoefenen, er strategische leiding aan geven en de passende besluiten nemen overeenkomstig artikel 38, derde alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). |
|
(7) |
Het is nodig internationale overeenkomsten in verband met de status van door de EU geleide eenheden en personeel in Niger en in verband met de deelname van derde landen aan de missie uit te onderhandelen en te sluiten. |
|
(8) |
Op grond van artikel 41, lid 2, VEU en overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad, waarbij de Europese Vredesfaciliteit (1) werd opgericht, komen operationele uitgaven die voortvloeien uit dit besluit die gevolgen hebben op militair of defensiegebied ten laste van de lidstaten, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Missie
1. De Unie voert een militaire partnerschapsmissie in Niger (EUMPM Niger) uit ter ondersteuning van Niger in zijn strijd tegen gewapende terroristische groeperingen, met inachtneming van het recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht.
2. De strategische doelstelling van EUMPM Niger bestaat in de ondersteuning van capaciteitsopbouw van de Nigerese strijdkrachten, om hen beter in staat te stellen de dreiging die uitgaat van gewapende terroristische groeperingen te beperken, de Nigerese bevolking te beschermen en te zorgen voor een veilige omgeving.
3. Daartoe doet EUMPM Niger het volgende:
|
a) |
zij steunt de oprichting en opbouw van een centrum voor de opleiding van technici van de strijdkrachten door advies en opleiding te verstrekken, onder meer aan opleiders; |
|
b) |
zij steunt de ontwikkeling van de gespecialiseerde capaciteiten van de Nigerese strijdkrachten door gespecialiseerde opleidingen op aanvraag aan te bieden; |
|
c) |
zij steunt de oprichting en opbouw van een bataljon voor communicatie- en commando-ondersteuning door de eenheden, specialisten en commandostructuur van het bataljon op te leiden en te begeleiden, zodat het vervolgens kan worden ingezet om operaties in Niger te steunen in overeenstemming met het recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht. |
4. Het internationaal humanitair recht, de mensenrechten, het beginsel van gendergelijkheid, de bescherming van burgers, en de agenda’s uit hoofde van de Resolutie 1325 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) over vrouwen, vrede en veiligheid, Resolutie 2250 (2015) van de VN-Veiligheidsraad van over jongeren, vrede en veiligheid en Resolutie 1612 (2005) van de VN-Veiligheidsraad over kinderen en gewapende conflicten worden volledig geïntegreerd en proactief opgenomen in de strategische en operationele planning, activiteiten en rapportage van EUMPM Niger.
5. Daarnaast faciliteert EUMPM Niger de steun die de Europese Vredesfaciliteit aan Niger verleent met betrekking tot het centrum voor de opleiding van technici van de strijdkrachten en, indien de Raad over de nodige bijstandsmaatregel besluit, met betrekking tot het geselecteerde bataljon voor communicatie- en commando-ondersteuning. De activiteiten van de missie worden gecoördineerd met de verschaffing van uitrusting te zijner tijd door middel van de faciliteit.
Artikel 2
Benoeming van de EU-missiecommandant
De directeur van het militair plannings- en uitvoeringsvermogen (Military Planning and Conduct Capability — MPCC) is missiecommandant van EUMPM Niger.
Artikel 3
Aanwijzing van het hoofdkwartier van de missie
1. Het MPCC is de vaste commando- en controlestructuur op militair strategisch niveau buiten het inzetgebied. Het is verantwoordelijk voor de operationele planning en uitvoering van EUMPM Niger.
2. Het hoofdkwartier van de missiestrijdkrachten van EUMPM Niger is gevestigd in Niger en opereert onder het bevel van de commandant van de EU-missiestrijdkrachten.
3. Een te Brussel gevestigde ondersteuningscel van het hoofdkwartier van de missiestrijdkrachten wordt in het MPCC geïntegreerd totdat het MPCC zijn volledige operationele vermogen heeft bereikt.
Artikel 4
Planning en aanvang van EUMPM Niger
Het besluit over de aanvang van EUMPM Niger wordt door de Raad vastgesteld na haar goedkeuring van een missieplan en van de inzetregels.
Artikel 5
Politieke controle en strategische leiding
1. Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de hoge vertegenwoordiger, de politieke controle en de strategische leiding over EUMPM Niger uit. De Raad machtigt het PVC om de passende besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38 VEU. Onder deze machtiging vallen de bevoegdheden om de planningsdocumenten, waaronder het missieplan, en de commandostructuur te wijzigen. Deze machtiging omvat voorts de bevoegdheden om besluiten te nemen over de toekomstige commandanten van de EU-missiestrijdkrachten. De bevoegdheid om de doelstellingen van EUMPM Niger te bepalen en de bevoegdheid om EUMPM Niger te beëindigen, blijft berusten bij de Raad.
2. Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.
3. Het PVC ontvangt van de voorzitter van het Militair Comité van de EU (het “militair comité”) op gezette tijden verslagen over het verloop van EUMPM Niger. Het PVC kan, naargelang het geval, de EU-missiecommandant en de commandant van de EU-missiestrijdkrachten op zijn vergaderingen uitnodigen.
Artikel 6
Militaire leiding
1. Het militair comité controleert of EUMPM Niger, onder verantwoordelijkheid van de EU-missiecommandant, correct wordt uitgevoerd.
2. Het militair comité ontvangt op gezette tijden verslagen van de EU-missiecommandant. Het militair comité kan, waar passend, de EU-missiecommandant en de commandant van de EU-missiestrijdkrachten op zijn vergaderingen uitnodigen.
3. De voorzitter van het militair comité treedt op als eerste contactpunt met de EU-missiecommandant.
Artikel 7
Samenhang van het optreden van de Unie en coördinatie
1. De hoge vertegenwoordiger draagt zorg voor de uitvoering van dit besluit en zorgt er tevens voor dat het consistent is met het externe optreden van de Unie als geheel, met inbegrip van de ontwikkelingsprogramma’s van de Unie en haar programma’s voor humanitaire bijstand.
2. De commandant van de EU-missiestrijdkrachten krijgt, met volledige eerbiediging van de commandostructuur en de politieke controle en strategische leiding van het PVC, ter plaatse politieke aansturing van het hoofd van de delegatie van de Unie in Niger.
3. EUMPM Niger coördineert nauw met EUCAP Sahel Niger inzake de relevantie expertisegebieden teneinde bij te dragen aan de interoperabiliteit tussen EUCAP Sahel Niger, EUMPM Niger en de veiligheidstroepen en de defensietroepen van Niger.
4. Daarnaast coördineert EUMPM Niger haar activiteiten met de bestaande en toekomstige bilaterale initiatieven, inspanningen en activiteiten van de lidstaten in Niger en, in voorkomend geval, met gelijkgestemde partners die het plan voor capaciteitsopbouw van de Nigerese strijdkrachten ondersteunen.
Artikel 8
Deelname van derde staten
1. Onverminderd de beslissingsautonomie van de Unie en haar ene institutionele kader, en overeenkomstig de desbetreffende richtsnoeren van de Europese Raad, kunnen derde staten worden uitgenodigd aan EUMPM Niger deel te nemen.
2. De Raad machtigt het PVC om derde staten uit te nodigen bijdragen te leveren en om, op aanbeveling van de EU-missiecommandant in overleg met de commandant van de EU-missiestrijdkrachten en van het EUMC, de passende besluiten betreffende aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen.
3. De nadere regelingen voor de deelname van derde staten worden vastgelegd in overeenkomsten die op grond van artikel 37 VEU en overeenkomstig de procedure van artikel 218 VWEU worden gesloten. Indien de Unie en een derde staat een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de deelname van die derde staat aan crisisbeheersingsmissies van de Unie hebben gesloten, zijn de bepalingen van die overeenkomst ook van toepassing in het kader van EUMPM Niger.
4. Derde staten die belangrijke militaire bijdragen aan EUMPM Niger leveren, hebben bij de dagelijkse aansturing van EUMPM Niger dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten.
5. Indien derde staten aanzienlijke militaire bijdragen aan EUMPM Niger leveren, machtigt de Raad het PVC om de relevante besluiten te nemen tot instelling van een Comité van contribuanten.
Artikel 9
Status van het personeel onder EU-leiding
Over de status van de eenheden en het personeel onder EU-leiding, inclusief de voorrechten, immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van hun missie, wordt een overeenkomst gesloten op grond van artikel 37 VEU en overeenkomstig de procedure van artikel 218 VWEU.
Artikel 10
Financiële regeling
1. De gemeenschappelijke kosten van EUMPM Niger worden beheerd overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509.
2. Het financiële referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUMPM Niger voor een periode van drie jaar na de datum van vaststelling van dit besluit bedraagt 27,3 miljoen EUR. Het in artikel 51, lid 2, van Besluit (GBVB) 2021/509 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 15 % voor vastleggingen en 10 % voor betalingen.
Artikel 11
Projectcel
1. EUMPM Niger kan beschikken over een projectcel om projecten te identificeren en uit te voeren. EUMPM Niger coördineert, faciliteert en verleent advies, waar van toepassing, bij door de lidstaten en derde staten onder hun verantwoordelijkheid uitgevoerde projecten op gebieden die verband houden met het mandaat van EUMPM Niger en ter ondersteuning van de doelstellingen ervan.
2. Onder voorbehoud van lid 3 is de EU-missiecommandant gemachtigd financiële bijdragen van de lidstaten of van derde staten te verzoeken voor de uitvoering van projecten die andere acties van EUMPM Niger aanvullen en daarmee in overeenstemming zijn. In dergelijke gevallen treft de EU-missiecommandant met de betrokken lidstaten of derde staten een regeling voor met name de specifieke procedures voor de behandeling van klachten van derden ten aanzien van schade ten gevolge van handelingen of nalatigheden van de EU-missiecommandant bij de besteding van de middelen die door die lidstaten of derde staten ter beschikking zijn gesteld.
3. In geen geval wordt de Unie of de hoge vertegenwoordiger door de bijdragende lidstaten of derde staten aansprakelijk gesteld voor handelingen of nalatigheden van de EU-missiecommandant in verband met de besteding van de middelen van die lidstaten of derde staten.
4. De aanvaarding van een financiële bijdrage van de lidstaten of derde staten voor de projectcel is afhankelijk van de instemming van het PVC.
Artikel 12
Vrijgeven van informatie
1. De hoge vertegenwoordiger is gemachtigd de bij dit besluit betrokken derde staten, waar passend en in overeenstemming met de behoeften van EUMPM Niger, gerubriceerde EU-informatie te verstrekken die ten behoeve van EUMPM Niger is gegenereerd, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad (2) waarin de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie zijn vastgelegd:
|
a) |
tot het niveau waarin is voorzien in de toepasselijke tussen de Unie en de betrokken derde staat gesloten overeenkomst voor de beveiliging van informatie, of |
|
b) |
in andere gevallen, tot het niveau “CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL”. |
2. Indien er sprake is van een specifieke en onmiddellijke operationele behoefte, is de hoge vertegenwoordiger voorts gemachtigd aan Niger gerubriceerde EU-informatie tot en met het niveau “RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUMPM Niger is opgesteld, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU vrij te geven. Daartoe worden regelingen tussen de hoge vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteiten van Niger opgesteld.
3. De hoge vertegenwoordiger is bevoegd niet-gerubriceerde documenten van de EU betreffende de beraadslagingen van de Raad over EUMPM Niger die onder de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad (3) vallen, vrij te geven aan de derde landen die bij dit besluit zijn betrokken.
4. De hoge vertegenwoordiger kan de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde bevoegdheden, alsmede de bevoegdheid om de in lid 2 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan personeel van de Europese Dienst voor extern optreden en/of aan de EU-missiecommandant en/of aan de commandant van de EU-missiestrijdkrachten.
Artikel 13
Inwerkingtreding en beëindiging
1. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
2. EUMPM Niger eindigt drie jaar na de datum van vaststelling van dit besluit.
3. Het besluit wordt ingetrokken met ingang van de datum van sluiting van het hoofdkwartier van de missiestrijdkrachten overeenkomstig de plannen die zijn goedgekeurd voor de beëindiging van EUMPM Niger, en onverminderd de in Besluit (GBVB) 2021/509 vastgestelde procedures voor de controle en het afleggen van rekening en verantwoording over EUMPM Niger.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).
(2) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).
(3) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/91 |
BESLUIT (GBVB) 2022/2445 VAN DE RAAD
van 12 december 2022
tot wijziging van Besluit 2012/389/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 16 juli 2012 heeft de Raad Besluit 2012/389/GBVB (1) betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) vastgesteld. |
|
(2) |
Op 12 december 2016 heeft de Raad bij Besluit (GBVB) 2016/2240 (2) het mandaat van de missie gewijzigd en toegespitst op capaciteitsopbouw in Somalië en de naam ervan veranderd in EUCAP Somalia. |
|
(3) |
De Raad heeft op 10 december 2020 Besluit (GBVB) 2020/2031 (3) vastgesteld, waarbij Besluit 2012/389/GBVB werd gewijzigd om EUCAP Somalia te verlengen tot en met 31 december 2022. |
|
(4) |
In de context van de holistische en gecoördineerde strategische toetsing van de GVDB-inzet in Somalië en de Hoorn van Afrika heeft het Politiek en Veiligheidscomité besloten dat het mandaat van EUCAP Somalia moet worden verlengd tot en met 31 december 2024. |
|
(5) |
Besluit 2012/389/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2012/389/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In artikel 13, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: “Het financiële referentiebedrag dat is bestemd om de uitgaven van EUCAP Somalia voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 te dekken, bedraagt 83 076 673,07 EUR.”. |
|
2) |
In artikel 15 wordt lid 5 vervangen door: “5. De HV is gemachtigd om aan de agentschappen van de Unie op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en met name aan Frontex en Europol, gerubriceerde EU-informatie vrij te geven die ten behoeve van EUCAP Somalia is opgesteld, met inachtneming van hun respectieve rubriceringsniveau, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad (*1). Daartoe worden technische regelingen uitgewerkt. 6. De HV kan de in de leden 1 tot en met 5 bedoelde bevoegdheden, alsook de bevoegdheid om de in de leden 2 tot en met 5 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan personen die onder zijn/haar gezag staan, aan de civiele operationele commandant en/of aan het hoofd van de missie. (*1) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).”." |
|
3) |
In artikel 16 wordt de laatste zin vervangen door: “Het is van toepassing tot en met 31 december 2024.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40).
(2) Besluit (GBVB) 2016/2240 van de Raad van 12 december 2016 tot wijziging van Besluit 2012/389/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (PB L 337 van 13.12.2016, blz. 18).
(3) Besluit (GBVB) 2020/2031 van de Raad van 10 december 2020 tot wijziging van Besluit 2012/389/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia) (PB L 419 van 11.12.2020, blz. 26).
|
13.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/93 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2446 VAN DE COMMISSIE
van 12 december 2022
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2201 betreffende de benoeming van sommige leden en plaatsvervangende leden van de netwerkbeheerraad en van het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart voor de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (1), en met name artikel 6, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/123 van de Commissie (2) is een netwerkbeheerraad opgericht om toezicht te houden op en sturing te geven aan de uitvoering van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer. De verordening voorziet ook in de oprichting van een Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart om de effectiviteit van het crisisbeheer op netwerkniveau te garanderen. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 18, lid 7, en artikel 19, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/123 benoemt de Commissie de leden en hun plaatsvervangers van de netwerkbeheerraad en het crisiscoördinatiecentrum op voorstel van hun organisaties, het Europees Defensieagentschap of Eurocontrol. |
|
(3) |
De voorzitter, de vicevoorzitters en de leden en hun plaatsvervangers van de netwerkbeheerraad, alsmede de leden en de plaatsvervangende leden van het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart zijn bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2168 van de Commissie (3) benoemd van 2020 tot en met 2024. |
|
(4) |
In Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2201 van de Commissie (4) is rekening gehouden met een aantal voorstellen van de in artikel 18, lid 7, en artikel 19, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/123 bedoelde aangewezen autoriteiten voor benoemingen voor zowel de netwerkbeheerraad als het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart. |
|
(5) |
Na de inwerkingtreding van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2201 heeft de Commissie in 2021 een aantal voorstellen ontvangen voor nieuwe benoemingen voor zowel de netwerkbeheerraad als het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart. Die voorstellen zijn bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/723 van de Commissie (5) opgenomen in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2201. |
|
(6) |
Sindsdien heeft de Commissie een aantal voorstellen ontvangen voor nieuwe benoemingen voor zowel de netwerkbeheerraad als het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart. |
|
(7) |
Eurocontrol diende een voorstel in voor de benoeming van vier vertegenwoordigers van verleners van luchtvaartnavigatiediensten uit geassocieerde landen voor 2023. Die voordrachten voor 2023 moeten worden aanvaard, zodat de vertegenwoordigers van de geassocieerde landen de volgende jaren kunnen rouleren, zoals bepaald in artikel 18, lid 7, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/123. |
|
(8) |
Alle voor benoeming voorgedragen personen moeten vanaf de inwerkingtreding van dit besluit in de plaats komen van de vorige benoemde personen. |
|
(9) |
Dit besluit moet met spoed in werking treden, zodat nieuw aangestelde personen vanaf 1 januari 2023 lid kunnen worden van de netwerkbeheerraad. |
|
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De in bijlage I genoemde personen worden voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2024 benoemd als leden en plaatsvervangende leden van de netwerkbeheerraad, in de in die bijlage bedoelde hoedanigheid. Als in de bijlage een kortere termijn is vermeld, is die termijn van toepassing.
De lopende ambtstermijnen waarop de in de eerste alinea vermelde benoemingen betrekking hebben, lopen af op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 2
De in bijlage II genoemde personen worden voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2024 benoemd als leden en plaatsvervangende leden van het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart, in de in die bijlage bedoelde hoedanigheid. Als in de bijlage een kortere termijn is vermeld, is die termijn van toepassing.
De lopende ambtstermijnen waarop de in de eerste alinea vermelde benoemingen betrekking hebben, lopen af op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 12 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/123 van de Commissie van 24 januari 2019 tot vaststelling van nadere regels voor de uitvoering van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie (PB L 28 van 31.1.2019, blz. 1).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2168 van de Commissie van 17 december 2019 tot benoeming van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de netwerkbeheerraad en van de leden en de plaatsvervangende leden van het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart voor de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode 2020-2024 (PB L 328 van 18.12.2019, blz. 90).
(4) Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2201 van de Commissie van 22 december 2020 betreffende de benoeming van sommige leden en plaatsvervangende leden van de netwerkbeheerraad en van het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart voor de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer (PB L 434 van 23.12.2020, blz. 59).
(5) Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/723 van de Commissie van 10 mei 2022 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/2201 betreffende de benoeming van sommige leden en plaatsvervangende leden van de netwerkbeheerraad en van het Europees crisiscoördinatiecentrum voor de luchtvaart voor de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer (PB L 134 van 11.5.2022, blz. 21).
BIJLAGE I
BENOEMING VAN STEMGERECHTIGDE EN NIET-STEMGERECHTIGDE LEDEN EN PLAATSVERVANGENDE LEDEN VAN DE NETWERKBEHEERRAAD
|
Voorzitter: |
Geen nieuwe benoeming* (1) |
|
Eerste vicevoorzitter: |
|
|
Tweede vicevoorzitter: |
Geen nieuwe benoeming* |
|
Luchtruimgebruikers |
||
|
|
Stemgerechtigde leden |
Plaatsvervangende leden |
|
AIRE/ERA |
Maciej Wilk, COO/accountable manager, LOT (AIRE) (tot en met 31 december 2024) |
Peter Sandgren, directeur Ground Operations, Nova Airlines AB (ERA) (tot en met 31 december 2024) |
|
A4E |
|
Matthew Krasa, hoofd public affairs, Ryanair |
|
IATA |
Geen nieuwe benoeming* |
Geen nieuwe benoeming* |
|
EBAA/IAOPA/EAS |
Robert Baltus** (2), COO European Business Aviation Association (EBAA) (tot en met 31 december 2024) |
Geen nieuwe benoeming* |
|
Verleners van luchtvaartnavigatiediensten per functioneel luchtruimblok |
||
|
|
Stemgerechtigde leden |
Plaatsvervangende leden |
|
BALTIC |
Maciej Rodak**, vicevoorzitter, PANSA (tot en met 31 december 2024) |
Tomas Montvila**, chief operations officer, Oro Navigacija (tot en met 31 december 2024) |
|
BLUEMED |
Maurizio Pagetti, chief operating officer, ENAV (tot en met 31 december 2024) |
Claude Mallia, chief executive officer, MATS (tot en met 31 december 2024) |
|
DANUBE |
Geen nieuwe benoeming* |
Adrian Florea, operational director, (ROMATSA) (tot en met 31 december 2024) |
|
DK-SE |
Geen nieuwe benoeming* |
Thorsten Elkjaer, COO, NAVIAIR (tot en met 31 december 2024) |
|
FABCE |
Gabor Menrath, directeur ATM, HungaroControl (tot en met 31 december 2024) |
Alexander Hanslik, directeur, Austro Control (tot en met 31 december 2024) |
|
FABEC |
Dirk Mahns, COO, Deutsche Flugsicherung GmbH (DFS) |
Florian Guillermet, directeur, DSNA (tot en met 31 december 2024) |
|
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
|
NEFAB |
Tormod Rangnes, directeur operaties, Avinor (tot en met 31 december 2024) |
Janis Lapins, adjunct-hoofd ATM, LGS (tot en met 31 december 2024) |
|
SOUTH-WEST |
Geen nieuwe benoeming* |
Nuno Simoes**, directeur strategie, planning en externe betrekkingen, Navegacao Aerea de Portugal (NAV Portugal) |
|
IRELAND |
David Usher**, Irish Aviation Authority |
Joe Ryan, Irish Aviation Authority |
|
Luchthavenexploitanten |
||
|
|
Stemgerechtigde leden |
Plaatsvervangende leden |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Ivan Bassato, directeur luchthavenbeheer, Aeroporti di Roma Fiumicino (Roma) |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Isabelle Baumelle, chief operating officer & airline marketing director, Aéroports de la Côte d’Azur, Nice, Frankrijk |
|
Defensie |
||
|
|
Stemgerechtigde leden |
Plaatsvervangende leden |
|
Militaire verleners van luchtvaartnavigatiediensten |
Geen nieuwe benoeming* |
Kolonel Matthias Löwa, directeur ATM, militaire luchtvaartautoriteit, Duitsland (tot en met 31 december 2024) |
|
Militaire luchtruimgebruikers |
Brigadegeneraal Laurent Thiebault**, DSAE |
Kolonel Yann Pichavant, ATM-vertegenwoordiger, Ministère de la Défense, Frankrijk |
|
Voorzitter van de netwerkbeheerraad |
||
|
|
Niet-stemgerechtigd lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
|
|
Europese Commissie |
||
|
|
Niet-stemgerechtigd lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Christine Berg, hoofd van de eenheid Gemeenschappelijk Europees luchtruim, DG MOVE Europese Commissie |
Staffan Ekwall, beleidsmedewerker, DG MOVE Europese Commissie |
|
Toezichthoudende Autoriteit van de EVA |
||
|
|
Niet-stemgerechtigd lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Valgerður Guðmundsdóttir, adjunct-directeur, Toezichthoudende Autoriteit van de EVA |
|
Netwerkbeheerder |
||
|
|
Niet-stemgerechtigd lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Geen nieuwe benoeming* |
|
Voorzitter van de werkgroep operationele aspecten (NDOP) |
||
|
|
Niet-stemgerechtigd lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Guillaume Blandel**, directeur operaties, DSNA |
|
Vertegenwoordigers van verleners van luchtvaartnavigatiediensten van geassocieerde landen |
||
|
|
Niet-stemgerechtigde leden |
Plaatsvervangende leden |
|
Tot en met 31 december 2023. |
Nenad Šakić**, luchtverkeersdiensten van Servië en Montenegro (SMATSA) |
Mirjana Vasiljević**, luchtverkeersdiensten van Servië en Montenegro (SMATSA) |
|
Tot en met 31 december 2023 |
Sitki Kagan Ertas**, verlener van luchtvaartnavigatiediensten Turkije (DHMI) |
Sevda Turhan**, verlener van luchtvaartnavigatiediensten Turkije (DHMI) |
|
Eurocontrol |
||
|
|
Niet-stemgerechtigd lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Raul Medina Caballero**, directeur-generaal, Eurocontrol (tot en met 31 december 2024) |
Geen nieuwe benoeming* |
(1) Vertegenwoordigers met een * in de bijlagen I en II zijn benoemd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2168 van de Commissie, dat van kracht blijft.
(2) Vertegenwoordigers die in de bijlagen I en II met een ** zijn aangeduid, worden bij dit besluit benoemd.
BIJLAGE II
BENOEMING VAN DE VASTE LEDEN EN PLAATSVERVANGENDE LEDEN VAN HET EUROPEES CRISISCOÖRDINATIECENTRUM VOOR DE LUCHTVAART
|
Lidstaten |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Geen nieuwe benoeming* |
|
EVA-staten |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Geen nieuwe benoeming* |
|
Europese Commissie |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Christine Berg, hoofd van de eenheid Gemeenschappelijk Europees luchtruim, DG MOVE Europese Commissie |
Staffan Ekwall, beleidsmedewerker, DG MOVE Europese Commissie |
|
Agentschap |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Fabio Grasso, ATM standards and implementation section manager (tot en met 31 december 2024) |
Geen nieuwe benoeming* |
|
Eurocontrol |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Philippe Merlo**, DECMA (tot en met 31 december 2024) |
Philip Hugues**, DECMA (tot en met 31 december 2024) |
|
Netwerkbeheerder |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Steven Moore, EACCC operations manager, directoraat Netwerkbeheerder Eurocontrol |
|
Defensie |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Luitenant-kolonel Adam Karwoth, Duitse militaire luchtvaartautoriteit |
Kolonel Yann Pichavant, Ministère de la Défense Frankrijk |
|
Verleners van luchtvaartnavigatiediensten |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Geen nieuwe benoeming* |
|
Luchthavenexploitanten |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Aidan Flanagan, veiligheidsmanager, ACI — Europa (tot en met 31 december 2024) |
Geen nieuwe benoeming* |
|
Luchtruimgebruikers |
||
|
|
Lid |
Plaatsvervangend lid |
|
|
Geen nieuwe benoeming* |
Geen nieuwe benoeming* |