ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 318

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

65e jaargang
12 december 2022


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2022/2417 van de Raad van 26 juli 2022 inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië betreffende het goederenvervoer over de weg

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2418 van de Commissie van 9 december 2022 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 333/2007 betreffende analysemethoden voor de controle op de gehalten aan sporenelementen en procescontaminanten in levensmiddelen ( 1 )

4

 

*

Verordening (EU) 2022/2419 van de Europese Centrale Bank van 6 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/378 betreffende de toepassing van minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/1) (ECB/2022/43)

7

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2420 van de Commissie van 1 december 2022 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8991)  ( 1 )

9

 

*

Besluit (EU) 2022/2421 van de Commissie van 5 december 2022 betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Griekenland ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8733)  ( 1 )

96

 

*

Besluit (EU) 2022/2422 van de Commissie van 5 december 2022 betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Cyprus ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8719)  ( 1 )

107

 

*

Besluit (EU) 2022/2423 van de Commissie van 5 december 2022 betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Zweden ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8716)  ( 1 )

116

 

*

Besluit (EU) 2022/2424 van de Commissie van 5 december 2022 betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Roemenië ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8740)  ( 1 )

126

 

*

Besluit (EU) 2022/2425 van de Commissie van 5 december 2022 betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Malta ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8743)  ( 1 )

136

 

*

Besluit (EU) 2022/2426 van de Commissie van 5 december 2022 betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Letland ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8718)  ( 1 )

147

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2427 van de Commissie van 6 december 2022 tot vaststelling, op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies, van de conclusies over de beste beschikbare technieken (BBT-conclusies) voor gangbare systemen voor gemeenschappelijk(e) behandeling en beheer van afgassen in de chemiesector (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8788)  ( 1 )

157

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/1


BESLUIT (EU) 2022/2417 VAN DE RAAD

van 26 juli 2022

inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië betreffende het goederenvervoer over de weg

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2022/1165 van de Raad (2) is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg (de “overeenkomst”) ondertekend op 29 juni 2022, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(2)

Gezien de ernstige verstoringen van de vervoerssector in de Republiek Moldavië ten gevolge van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, moeten vervoersexploitanten uit de Republiek Moldavië alternatieve doorvoerroutes zoeken over het grondgebied van de Europese Unie en nieuwe markten vinden om hun goederen naar uit te voeren.

(3)

Aangezien de vergunningen in het kader van het multilaterale quotasysteem van de Europese Conferentie van ministers van Verkeer binnen het International Transport Forum en de bestaande bilaterale overeenkomsten met de Republiek Moldavië niet de nodige flexibiliteit bieden aan de exploitanten van vervoer over de weg uit de Republiek Moldavië om vooruit te plannen en meer vervoersactiviteiten via en met de Unie te verrichten, is het van cruciaal belang het goederenvervoer over de weg te liberaliseren voor bilateraal vervoer en doorvoer.

(4)

Gezien de buitengewone en unieke omstandigheden die tot de ondertekening, de voorlopige toepassing en de sluiting van de overeenkomst nopen en overeenkomstig de Verdragen, is het passend dat de Unie tijdelijk de relevante gedeelde bevoegdheid uitoefent die haar bij de Verdragen is toebedeeld. Alle gevolgen van dit besluit voor de verdeling van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten moeten strikt in de tijd worden beperkt. De Unie mag de bevoegdheid die zij op basis van dit besluit en de overeenkomst uitoefent, derhalve uitsluitend tijdens de toepassingsperiode van de overeenkomst uitoefenen. Dientengevolge zal de uitoefening door de Unie van de aldus uitgeoefende gedeelde bevoegdheid ophouden zodra de overeenkomst ophoudt van toepassing te zijn. Onverminderd andere maatregelen van de Unie en onder voorbehoud van de naleving van die maatregelen van de Unie, zullen de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) die bevoegdheid daarna weer uitoefenen. Voorts zij eraan herinnerd dat, zoals bepaald in het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het aan het VWEU gehechte Protocol nr. 25 betreffende de uitoefening van de gedeelde bevoegdheden, de uitoefening van de bevoegdheid door de Unie in dit besluit enkel betrekking heeft op de door dit besluit en de overeenkomst geregelde materie en niet op het gehele gebied. De uitoefening van de bevoegdheid door de Unie uit hoofde van dit besluit laat de respectieve bevoegdheden van de Unie en de lidstaten met betrekking tot lopende of toekomstige onderhandelingen over internationale overeenkomsten met andere derde landen op dat gebied, of de ondertekening of sluiting van dergelijke overeenkomsten, onverlet.

(5)

De overeenkomst moet namens de Unie worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie (3).

Artikel 2

1.   De uitoefening van de bevoegdheid door de Unie op grond van dit besluit en de overeenkomst is beperkt tot de toepassingsperiode van de overeenkomst. Onverminderd andere maatregelen van de Unie en onder voorbehoud van de naleving van die maatregelen van de Unie, houdt de Unie, nadat die toepassingsperiode is afgelopen, onmiddellijk op die bevoegdheid uit te oefenen en oefenen de lidstaten hun bevoegdheid weer uit overeenkomstig artikel 2, lid 2, VWEU.

2.   De uitoefening van de bevoegdheid door de Unie op grond van dit besluit en de overeenkomst laat de bevoegdheid van de lidstaten inzake eventuele lopende of toekomstige onderhandelingen over internationale overeenkomsten inzake goederenvervoer over de weg met andere derde landen, en met de Republiek Moldavië voor de periode nadat de overeenkomst is opgehouden van toepassing te zijn, of de ondertekening of sluiting van dergelijke overeenkomsten, onverlet.

3.   De in lid 1 bedoelde uitoefening van de bevoegdheid door de Unie heeft enkel betrekking op de door dit besluit en de overeenkomst geregelde materie.

4.   Dit besluit en de overeenkomst laten de respectieve bevoegdheden van de Unie en de lidstaten op het gebied van goederenvervoer over de weg met betrekking tot andere materie dan de door dit besluit en de overeenkomst geregelde materie, onverlet.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 12 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Artikel 4

De Unie wordt in het uit hoofde van artikel 6 van de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door de Europese Commissie, die daarbij wordt bijgestaan door de vertegenwoordigers van de lidstaten.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

M. KUPKA


(1)  Goedkeuring van 10 november 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit (EU) 2022/1165 van de Raad van 27 juni 2022 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende het goederenvervoer over de weg tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië (PB L 181 van 7.7.2022, blz. 1).

(3)  De tekst van de overeenkomst is bekendgemaakt in PB L 181 van 7.7.2022, blz. 4.


VERORDENINGEN

12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2418 VAN DE COMMISSIE

van 9 december 2022

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 333/2007 betreffende analysemethoden voor de controle op de gehalten aan sporenelementen en procescontaminanten in levensmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 34, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie (2) zijn bemonsteringswijzen en analysemethoden vastgesteld die voor de officiële controle op de gehalten aan sporenelementen en procescontaminanten in levensmiddelen moeten worden gebruikt.

(2)

Op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke informatie hebben de EU-referentielaboratoria op het gebied van contaminanten in diervoeders en levensmiddelen een richtsnoer opgesteld voor de schatting van de aantoonbaarheidsgrens (LOD) en de bepaalbaarheidsgrens (LOQ) bij metingen op het gebied van contaminanten in diervoeders en levensmiddelen (3). Aangezien dit richtsnoer de beste en meest actuele technologische kennis bevat, moeten de conclusies ervan in de voorschriften voor LOQ’s voor analysemethoden voor arseen zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 333/2007, worden weerspiegeld.

(3)

Verordening (EG) nr. 333/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 333/2007 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 december 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie van 28 maart 2007 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de controle op de gehalten aan sporenelementen en procescontaminanten in levensmiddelen (PB L 88 van 29.3.2007, blz. 29).

(3)  Wenzl, T., Haedrich, J., Schaechtele, A., Robouch, P., Stroka, J., Guidance Document on the Estimation of LOD and LOQ for Measurements in the Field of Contaminants in Feed and Food; EUR 28099, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2016, ISBN 978-92-79-61768-3; doi:10.2787/8931.


BIJLAGE

In punt C.3.3.1 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 333/2007 wordt punt a) vervangen door:

“a)

Prestatiecriteria voor analysemethoden voor lood, cadmium, kwik, anorganisch tin en anorganisch arseen

Tabel 5

Kenmerk

Criterium

Van toepassing op

De in Verordening (EG) nr. 1881/2006 genoemde levensmiddelen

Specificiteit

Vrij van matrixeffecten of spectrale storingen

Herhaalbaarheid (RSDr)

HORRATr minder dan 2

Herhaalbaarheid (RSDR)

HORRATR minder dan 2

Terugvindingspercentage

De bepalingen van punt D.1.2 zijn van toepassing

LOD

= drie tiende van de LOQ

LOQ

Anorganisch tin

≤ 10 mg/kg

Lood

MG ≤ 0,02 mg/kg

0,02 < MG < 0,1 mg/kg

MG ≥ 0,1 mg/kg

≤ MG

≤ twee derde van het MG

≤ één vijfde van het MG

Cadmium, kwik

MG ≤ 0,02 mg/kg

0,02 < MG < 0,1 mg/kg

MG ≥ 0,1 mg/kg

≤ twee vijfde van het MG

≤ twee vijfde van het MG

≤ één vijfde van het MG

Anorganisch arseen en totaal arseen

MG ≤ 0,03 mg/kg

0,03 < MG < 0,1 mg/kg

MG ≥ 0,1 mg/kg

≤ MG

≤ twee derde van het MG

≤ twee derde van het MG”


12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/7


VERORDENING (EU) 2022/2419 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 6 december 2022

tot wijziging van Verordening (EU) 2021/378 betreffende de toepassing van minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/1) (ECB/2022/43)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 19, lid 1,

Gezien Verordening (EG) nr. 2531/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Minimumreserves werden tot op heden vergoed tegen de rentevoet voor de basisherfinanieringstransacties van de Europese Centrale Bank (ECB). Teneinde de rentevergoeding van de minimumreserves beter af te stemmen op de geldmarktverhoudingen, heeft de Raad van bestuur op 27 oktober 2022 besloten die vergoeding vast te stellen op de rente op de depositofaciliteit (deposit facility rate — DFR) van het Eurosysteem. Onder de heersende marktomstandigheden en liquiditeitsverhoudingen vormt de DFR een betere weerspiegeling van de rentevoet waartegen middelen in geldmarktinstrumenten kunnen worden belegd indien zij niet als minimumreserves worden aangehouden en van de rentevoet waartegen banken middelen op de geldmarkt kunnen lenen om aan de minimumreserves te voldoen. De wijziging van de rentevergoeding van minimumreserves beoogt te waarborgen dat het stelsel van reserveverplichtingen van het Eurosysteem geen last vormt voor het bankwezen in het eurogebied, noch een doeltreffende allocatie van middelen in de weg staat. Met het oog op het waarborgen van effectieve overgang moet de wijziging van de rentevergoeding worden afgestemd op het begin van de aanhoudingsperiode op 21 december 2022.

(2)

Teneinde juridische duidelijkheid en transparantie te waarborgen is het, in navolging van het besluit van de Raad van bestuur van 17 februari 2022 om de rentevergoeding van niet-monetairebeleidsdeposito’s op het niveau van het Eurosysteem te herzien, passend om ook de rentevergoeding vast te stellen van middelen die aanvankelijk waren opgenomen in aangehouden minimumreserves en die vervolgens geacht worden te voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2021/378 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/1) (2) en daardoor uitgesloten zijn van de aangehouden reserves van een instelling uit hoofde van die handeling.

(3)

Deze verordening moet worden toegepast met ingang van 21 december 2022.

(4)

Derhalve moet Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging

Artikel 9 van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) wordt vervangen door:

“Artikel 9

Vergoeding

1.   De betrokken NCB vergoedt de op de reserverekeningen aangehouden minimumreserves tegen de gemiddelde rente op de depositofaciliteit van het Eurosysteem, berekend over de aanhoudingsperiode (gewogen overeenkomstig het aantal kalenderdagen) volgens de volgende formule (de uitkomst wordt tot op één cent nauwkeurig afgerond):

Image 1

Formula

Hierbij is:

Rt

=

te betalen vergoeding voor het gedurende de aanhoudingsperiode t aanhouden van minimumreserves;

Ht

=

daggemiddelde van de gedurende de aanhoudingsperiode t aangehouden minimumreserves;

nt

=

aantal kalenderdagen in de aanhoudingsperiode t;

rt

=

vergoedingspercentage voor het aanhouden van minimumreserves gedurende de aanhoudingsperiode t. Het vergoedingspercentage wordt standaard afgerond op twee decimalen;

i

=

i-ste kalenderdag van de aanhoudingsperiode t;

DFRi

=

de rente op de depositofaciliteit op elke dag i van de aanhoudingsperiode.

2.   De betrokken NCB betaalt de rentevergoeding op de aangehouden minimumreserves op de tweede TARGET2-werkdag na het einde van de aanhoudingsperiode waarover de vergoeding werd verdiend.

3.   De in de aangehouden minimumreserves opgenomen middelen die vervolgens krachtens artikel 3, lid 1, punt d), van die minimumreserves worden uitgesloten, worden door de betrokken NCB overeenkomstig de in Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/7) (*1) neergelegde voorschriften voor niet-monetairebeleidsdeposito’s vergoed met ingang van de datum waarop de in artikel 3, lid 1, punt d) voorziene specifieke beperking geldt, zoals vastgesteld door de betrokken NCB.

Artikel 2

Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de vijfde dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening wordt toegepast met ingang van 21 december 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 6 december 2022.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2021/378 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2021 betreffende de toepassing van minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/1) (PB L 73 van 3.3.2021, blz. 1).


BESLUITEN

12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/9


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2420 VAN DE COMMISSIE

van 1 december 2022

tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8991)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 259, lid 1, punt c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) is een besmettelijke virale ziekte bij vogels die ernstige gevolgen kan hebben voor de rentabiliteit van pluimveehouderijen en die de handel binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen verstoort. HPAI-virussen kunnen trekvogels besmetten, die deze virussen vervolgens tijdens hun trek in de herfst en in de lente over lange afstanden kunnen verspreiden. De aanwezigheid van HPAI-virussen bij wilde vogels vormt derhalve een voortdurende bedreiging wat betreft de directe en indirecte insleep van deze virussen in bedrijven waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden. Bij een uitbraak van HPAI bestaat het risico dat de ziekteverwekker wordt verspreid naar andere bedrijven waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden.

(2)

Bij Verordening (EU) 2016/429 is een nieuw wetgevingskader vastgesteld voor de preventie en bestrijding van ziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. HPAI valt onder de definitie van een in de lijst in die verordening opgenomen ziekte en is onderworpen aan de daarin vastgestelde regels inzake ziektepreventie en -bestrijding. Daarnaast vormt Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (2) een aanvulling op Verordening (EU) 2016/429 wat betreft de regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten, waaronder ziektebestrijdingsmaatregelen voor HPAI.

(3)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie (3) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat noodmaatregelen op het niveau van de Unie in verband met uitbraken van HPAI.

(4)

Meer in het bijzonder is in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 bepaald dat de naar aanleiding van uitbraken van HPAI door de lidstaten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones ten minste de gebieden moeten omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit als beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones zijn opgenomen.

(5)

Naar aanleiding van uitbraken van HPAI bij pluimvee of in gevangenschap levende vogels in België, Duitsland, Ierland, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije en Nederland die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moesten worden weerspiegeld, is die bijlage onlangs bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2322 van de Commissie (4) gewijzigd.

(6)

Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2322 is vastgesteld, hebben Ierland, Frankrijk, Italië, Hongarije en Nederland de Commissie in kennis gesteld van verdere uitbraken van HPAI in bedrijven waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels werden gehouden, gelegen in het district Monaghan in Ierland, in de administratieve regio’s Bretagne, Centre-Val de Loire, Hauts-de-France, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie en Pays de la Loire in Frankrijk, in de regio’s Emilia-Romagna en Lombardije in Italië, in de comitaten Bács-Kiskun, Békés en Csongrád-Csanád in Hongarije en in de provincies Friesland, Zuid-Holland en Limburg in Nederland.

(7)

De bevoegde autoriteiten van Ierland, Frankrijk, Italië, Hongarije en Nederland hebben de nodige ziektebestrijdingsmaatregelen genomen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, waaronder de instelling van beschermings- en bewakingszones rond die uitbraken.

(8)

Daarnaast heeft de bevoegde autoriteit van Frankrijk besloten om naast de beschermings- en bewakingszones die zijn ingesteld voor bepaalde uitbraken in die lidstaat, extra beperkingszones in te stellen.

(9)

Verder bevindt één in Nederland bevestigde uitbraak zich in de onmiddellijke nabijheid van de grens met Duitsland. De bevoegde autoriteiten van die lidstaten hebben vervolgens naar behoren samengewerkt met betrekking tot de instelling van de noodzakelijke bewakingszone overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, aangezien die bewakingszone zich uitstrekt tot op het grondgebied van Duitsland.

(10)

Voorts bevindt de uitbraak die in Ierland is bevestigd zich weer in de onmiddellijke nabijheid van de grens tussen Ierland en Noord-Ierland. Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het terugtrekkingsakkoord), en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, zijn Verordening (EU) 2016/429 en de daarop gebaseerde handelingen van de Commissie na het einde van de in het terugtrekkingsakkoord bedoelde overgangsperiode van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

(11)

Bijgevolg zijn de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 vastgestelde noodmaatregelen van toepassing in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland. De bevoegde autoriteiten van Ierland en van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland hebben daarom naar behoren samengewerkt bij de instelling van de nodige beschermings- en bewakingszones overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, aangezien de beschermings- en bewakingszones voor de in Ierland bevestigde uitbraak zich uitstrekken tot het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

(12)

De Commissie heeft de door Duitsland, Ierland, Frankrijk, Italië, Hongarije, Nederland en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland genomen ziektebestrijdingsmaatregelen in samenwerking met die lidstaten en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de beschermings- en bewakingszones in Duitsland, Ierland, Frankrijk, Italië, Hongarije, Nederland en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland, die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaten en van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland zijn ingesteld, op voldoende afstand liggen van de bedrijven waar de uitbraken van HPAI zijn bevestigd.

(13)

Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de door Duitsland, Ierland, Frankrijk, Italië, Hongarije, Nederland en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland ingestelde beschermings- en bewakingszones in samenwerking met die lidstaten en met het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland, en de door Frankrijk ingestelde extra beperkingszones overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 snel op het niveau van de Unie worden vastgesteld.

(14)

Daarom moeten de gebieden die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 voor Duitsland, Ierland, Frankrijk, Italië, Hongarije, Nederland en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland als bewakingszones zijn opgenomen, en de gebieden die daarin voor Frankrijk als extra beperkingszones zijn opgenomen, worden gewijzigd.

(15)

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet derhalve worden gewijzigd om de regionalisering op het niveau van de Unie bij te werken om rekening te houden met de overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 door Duitsland, Ierland, Frankrijk, Italië, Hongarije, Nederland en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland ingestelde beschermings- en bewakingszones en de door Frankrijk ingestelde extra beperkingszones alsmede de duur van de daarin geldende maatregelen aan te geven.

(16)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(17)

Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van HPAI betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die bij dit besluit in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 worden aangebracht, zo spoedig mogelijk in werking treden.

(18)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 december 2022.

Voor de Commissie

Stella KYRIAKIDES

Lid van de Commissie


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 64).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie van 16 april 2021 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 134 van 20.4.2021, blz. 166).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2322 van de Commissie van 21 november 2022 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 307 van 28.11.2022, blz. 164).


BIJLAGE

“BIJLAGE

Deel A

In de artikelen 1 en 2 bedoelde beschermingszones in de betrokken lidstaten*:

Lidstaat: België

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

BE-HPAI(P)-2022-00010

Die delen van de gemeenten Kasterlee, Lille, Turnhout en Vosselaar die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84 decimale coördinaten lengte 4,930419 breedte 51,27616.

30.11.2022

Lidstaat: Denemarken

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

DK-HPAI(P)-2022-00006

The parts of Slagelse municipality that are contained within a circle of radius 3 km, centered on gps coordinates

N 55,2347; E 11,3952

5.12.2022

Lidstaat: Duitsland

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

BAYERN

DE-HPAI(P)-2022-00088

Landkreis Landshut

3 km um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten

12,469717/48,465004

Betroffen sind Gemeinden oder Teile der Gemeinden Aham Bodenkirchen Schalkham

3.12.2022

Landkreis Rottal-Inn

3 km um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten

12,469717/48,465004

Betroffen sind Teile der Gemeinde Gangkofen.

3.12.2022

HESSEN

DE-HPAI(P)-2022-00086

Landkreis Gießen

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten: 8.887042/50.438181 Betroffen sind Teile der Gemeinde Hungen

30.11.2022

Wetteraukreis

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten: 8.887042/50.438181 Betroffen sind Teile der Gemeinden Wölfersheim, Echzell und Nidda

30.11.2022

NIEDERSACHSEN

DE-HPAI(P)-2022-00089

Landkreis Aurich

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten

7.649228/53.428679

Betroffen sind Teile der Gemeinden Großefehn und Wiesmoor

8.12.2022

NORDRHEIN-WESTFALEN

DE-HPAI(P)-2022-00084

Oberbergischer Kreis

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.685763/50.834267)

Betroffen sind Teile:

des Oberbergischen Kreises mit der Gemeinde Morsbach

29.11.2022

RHEINLAND-PFALZ

DE-HPAI(P)-2022-00084

DE-HPAI(NON-P)-2022-01219

Kreis Altenkirchen

Union der 3 km-Radien um die Ausbruchsbetriebe mit den gps Koordinaten:

 

7.685763/50.834267

 

7.640940/50.800340

Betroffen sind die Stadt Wissen und die Ortsgemeinde Birken-Honigsessen, jeweils ausserhalb der Ortslage Richtung Kreisgrenze zu NRW sowie die Ortsgemeinden Forst und Fürthen

15.12.2022

SCHLESWIG-HOLSTEIN

DE-HPAI(P)-2022-00083

Kreis Rendsburg-Eckernförde

3 km Radius um Primär-Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten 9,799269/54,237815

Teile der Gemeinden Emkendorf, Bokel und Groß Vollstedt

1.12.2022

Lidstaat: Ierland

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

IE-HPAI(P)-2022-00001

IE-HPAI(P)-2022-00003

That part of the County of Monaghan) that comprises the townlands of Largy, lying partly in the Electoral Division of Clones Rural and partly in the Electoral Division of Clones Urban, Aghafin, Atartate Glebe, Burdautien, Carney’s Island, Carrivatragh, Cavan, Clonkirk, Clonkee (Cole), Corraghy, Creevaghy, Drumard, Edenaforan, Gortnawhinny, Legnakelly, Leonard’s Island, Liseggerton, Lisnaroe Near, Lisoarty, Longfield, Magheramore, Mullanacloy, Shanamullen South, Tanderagee, Tirnahinch Near, Tirnahinch Far, all in the Electoral Division of Clones Rural, and Carrickmore and Drumadagory, all in the Electoral Division of St. Tierney

That part of the County of Monaghan) that comprises the townlands of Largy, lying partly in the Electoral Division of Clones Rural and partly in the Electoral Division of Clones Urban, Aghafin, Altartate Glebe, Burdautien, Carney’s Island, Carrivatragh, Cavan, Clonkirk, Clonkeen (Cole), Corraghy, Creevaghy, Drumard, Edenaforan, Gortnawhinny, Legnakelly, Leonard’s Island, Liseggerton, Lisnaroe Near, Lisoarty, Longfield, Magheranure, Mullanacloy, Shanamullen South, Tanderagee, Tirnahinch Near, Tirnahinch Far, all in the Electoral Division of Clones Rural, and Carrickmore, Drumadagory and Drumaddarainy, all in the Electoral Division of St. Tierney

13.12.2022

Lidstaat: Frankrijk

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Département: Côtes-d'Armor (22)

FR-HPAI(P)-2022-01419

FR-HPAI(P)-2022-01425

CALORGUEN

EVRAN

LE QUIOU

SAINT-ANDRE-DES-EAUX

SAINT-JUVAT

SAINT-MADEN

TREFUMEL

TREVRON

8.12.2022

Département: Eure (27)

FR-HPAI(NON-P)-2022-00354

LA HAYE-SAINT-SYLVESTRE

MELICOURT

MESNIL-ROUSSET

NOTRE-DAME-DU-HAMEL

SAINT-PIERRE-DE-CERNIERES

7.12.2022

Département: Finistère (29)

FR-HPAI(P)-2022-01421

FR-HPAI(P)-2022-01429

HENVIC

TAULE

7.12.2022

Département: Ille-et-Vilaine (35)

FR-HPAI(P)-2022-01418

RANNEE à l'est de la D95 et au sud des lignes de la belle etoile

30.11.2022

Département: Indre (36)

FR-HPAI(P)-2022-01412

AIZE: Sud de D31 et route entre Moulin Bailly et Aize

BUXEUIL: Sud de D960

ROUVRES LES BOIS

30.11.2022

Département: Landes (40)

FR-HPAI(NON-P)-2022-00391

LEON

SAINT-MICHEL-ESCALUS

16.12.2022

Département: Loiret (45)

FR-HPAI(P)-2022-01407

FR-HPAI(P)-2022-01420

FR-HPAI(P)-2022-01432

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BEAUCHAMPS-SUR-HUILLARD

CHAILLY-EN-GÂTINAIS

CHÂTENOY

COUDROY

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BEAUCHAMPS-SUR-HUILLARD

CHAILLY-EN-GÂTINAIS

CHÂTENOY

COUDROY

NOYERS

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BEAUCHAMPS-SUR-HUILLARD

CHAILLY-EN-GÂTINAIS

CHÂTENOY

COUDROY

NOYERS

10.12.2022

Département: Mayenne (53)

FR-HPAI(P)-2022-01418

BRAINS-SUR-LES-MARCHES

FONTAINE-COUVERTE

LA ROUAUDIERE

SAINT-AIGNAN-SUR-ROE

SAINT-MICHEL-DE-LA-ROE

30.11.2022

FR-HPAI(P)-2022-01431

ASSE-LE-BERENGER

EVRON

SAINTE-GEMMES-LE-ROBERT

SAINT-GEORGES-SUR-ERVE

7.12.2022

Département: Morbihan (56)

FR-HPAI(P)-2022-01422

FR-HPAI(P)-2022-01435

EVELLYS -Partie de la commune à l’est de la D767 jusqu’à Siviac puis à l’est de la route allant à Naizin puis au sud de la D203

MOREAC — Partie de la commune à l’est de la D767 jusqu’à Porh Legal puis au nord de la D181 jusqu’à Keranna puis au nord de la route allant de Keranna à Kervalo en passant par Le Petit Kerimars, Bolcalpère et le Faouët d’En Haut

REGUINY — Partie de la commune au sud de la D203 jusqu’à Le Pont Saint Fiacre

RADENAC -Partie de la commune à l’ouest de la D11

13.12.2022

Département: Nord (59)

FR-HPAI(P)-2022-01423

NEUF-BERQUIN

STEENWERCK

ESTAIRES

LE DOULIEU

8.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01434

NEUF-BERQUIN

STEENWERCK

ESTAIRES

LE DOULIEU

AUBERS

HERLIES

ILLIES

11.12.2022

Département: Pas-de Calais (62)

FR-HPAI(P)-2022-01427

ALLOUAGNE

BURBURE

CHOQUES

GONNEHEM

LABEUVRIERE

LAPUGNOY

LILLERS

LOZINGHEM

10.12.2022

Département: Deux — Sèvres (79)

FR-HPAI(P)-2022-01397

COULONGES-SUR-L'AUTIZE

SAINT-MAIXENT-DE-BEUGNE

29.11.2022

FR-HPAI(P)-2022-01411

FR-HPAI(P)-2022-01415

FR-HPAI(P)-2022-01414

FR-HPAI(P)-2022-01417

FR-HPAI(P)-2022-01430

FR-HPAI(P)-2022-01436

FR-HPAI(P)-2022-01428

L'ABSIE

LE BUSSEAU

CHANTELOUP

LA CHAPELLE-SAINT-ETIENNE

COULONGES-SUR-L’AUTIZE

LARGEASSE

SAINT-MAIXENT-DE-BEUGNE

SAINT-PAUL-EN-GATINE

TRAYES

VERNOUX-EN-GATINE

11.12.2022

Département: Somme (80)

FR-HPAI(P)-2022-01437

AMIENS

BOVES

CAGNY

DURY

SAINS-EN-AMIENOIS

SAINT-FUSCIEN

12.12.2022

Département: Tarn (81)

FR-HPAI(P)-2022-01433

ALBI

CARLUS

CASTELNAU-DE-LEVIS

MARSSAC-SUR-TARN

ROUFFIAC

LE SEQUESTRE

TERSSAC

11.12.2022

Département: Vendée (85)

FR-HPAI(P)-2022-01397

FR-HPAI(P)-2022-01408

SAINT HILAIRE DES LOGES au nord de la D745

L'ORBRIE

MERVENT

SAINT-MICHEL-LE-CLOUCQ

FOUSSAIS PAYRE à l'est de la D49

18.11.2022

FR-HPAI(P)-2022-01409

CHAMPAGNE-LES-MARAIS

LUCON

MOREILLES

PUYRAVAULT

SAINTE-DEMME-LA-PLAINE

SAINTE-RADEGONDE-DES-NOYERS

18.11.2022

FR-HPAI(P)-2022-01410

BREUIL-BARRET

LA CHAPELLE-AUX-LYS

LOGE-FOUGEREUSE

SAINT-HILAIRE-DE-VOUST

22.11.2022

FR-HPAI(P)-2022-01416

BREM-SUR-MER

LANDEVIEILLE

SAINT-JULIEN-DES-LANDES

VAIRE

27.11.2022

Lidstaat: Kroatië

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Zagreb

HR-HPAI(P)-2022-00007

gradske četvrti Brezovica i Novi Zagreb- zapad

6.12.2022

Zagrebačka županija

HR-HPAI(P)-2022-00007

općina Samobor, naselje Rakov potok;

općina Stupnik, naselja Donji Stupnik, Gornji Stupnik i Stupnički Obrež;

općina Sveta Nedjelja, naselja Kalinovica, Kerestinec, Mala Gorica i Žitarka.

6.12.2022

Lidstaat: Italië

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Region: Veneto

IT-HPAI(P)-2022-00033

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.211179, E11.272346

29.11.2022

IT-HPAI(P)-2022-00034

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.221390806, E11.04331334

2.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00036

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.771464, E12.147417

29.11.2022

IT-HPAI(P)-2022-00037

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.741660, E12.452298

28.11.2022

IT-HPAI(P)-2022-00039

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N 44.964074644, E12.282057809

6.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00040

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.233473, E11.657231

1.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00042

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.296865835, E10.878880005

4.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00043

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.504494974, E12.616275373

3.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00045

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.380764707, E11.07799142

10.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00047

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.966036, E12.305402

13.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00048

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.393604155, E11.098068838

10.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00050

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.074265, E11.604144

18.12.2022

Region: Lombardia

IT-HPAI(P)-2022-00032

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.049383, E10.35708

29.11.2022

IT-HPAI(P)-2022-00041

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.040236, E10.36325

3.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00046

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.033964, E10.302944

16.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00051

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.073379, E10.367887

30.12.2022

Region: Emilia Romagna

IT-HPAI(P)-2022-00044

The area of the parts of Emilia Romagna Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.79259, E10. 930896

5.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00049

The area of the parts of Emilia Romagna Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.873686, E11.336651

11.12.2022

Region: Friuli Venezia Giulia

IT-HPAI(P)-2022-00035

The area of the parts of Friuli Venezia Giulia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.962481, E12.606420

26.11.2022

Lidstaat: Hongarije

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Bács-Kiskun megye

HU-HPAI(P)-2022-00211

HU-HPAI(P)-2022-00216

HU-HPAI(P)-2022-00219

HU-HPAI(P)-2022-00225

Bugac, Bugacpusztaháza, Fülöpjakab, Jakabszállás és Móricgát települések települések közigazgatási területeinek a 46.67844 és 19.65301 és a 46.679183 és a 19.663134, 46.686318 és a 19.661755, valamint a 46.695600 és a 19.681280 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

7.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00212

HU-HPAI(P)-2022-00217

HU-HPAI(P)-2022-00226

HU-HPAI(P)-2022-00229

HU-HPAI(P)-2022-00230

HU-HPAI(P)-2022-00233-00235

HU-HPAI(P)-2022-00237 — 00242

HU-HPAI(P)-2022-00244

HU-HPAI(P)-2022-00247 — 00251

HU-HPAI(P)-2022-00256 — 00259

HU-HPAI(P)-2022-00262

HU-HPAI(P)-2022-00265

Csólyospálos, Harkakötöny, Jászszentlászló, Kiskunhalas, Kiskunmajsa, Kömpöc, Móricgát Szank és Zsana települések közigazgatási területeinek a 46.489980 és a 19.772640, a 46.544237 és a 19.741665, a 46.569793 és a 19.692088, a 46.494360 és a 19.781250, a 46.517887 és a 19.678431, a 46.465166 és a 19.753716, a 46.540082 és a 19.646619, a 46.491690 és a 19.689880, a 46.559267 és a 19.683815, a 46.457070 és a 19.620880, 46.511456 és a 19.726186, a 46.493138 és a 19.690420, a 46.485781 és a 19.676447, a 46.499678 és a 19.687294, a 46.484707 és a 19.693469, a 46.537062 és a 19.727489, a 46.520024 és a 19.725265, a 46.532441 és a 19.644402, a 46.545107 és a 19.702540, a 46.543879 és a 19.700779, a 46.556750 és a 19.783380, a 46.460140 és a 19.480575, a 46.469155 és a 19.769960, a 46.525178 és a 19.618940, a 46.566283 és a 19.627354, valamint a 46.497336 és a 19.775280 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

21.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00215

HU-HPAI(P)-2022-00218

HU-HPAI(P)-2022-00220 — 00221

HU-HPAI(P)-2022-00223 — 00224

HU-HPAI(P)-2022-00227 — 00228

HU-HPAI(P)-2022-00231- 00232

HU-HPAI(P)-2022-00252

Bócsa és Bugac, Bugacpusztaháza, Kakantyú, Orgovány és Szank települések közigazgatási területeinek a 46.627319 és a 19.536083, 46.626416 és a 19.545777, a 46.630891 és a 19.536630, a 46.619573 és a 19.537445, a 46.622916 és a 19.537992, a 46.645837 és a 19.513270, a 46.640484 és a 19.524528, a 46.641252 és a 19.532421, a 46.616930 és a 19.545510, a 46.673759 és a 19.497050, valamint a 46.618622 és a 19.536336 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

15.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00236

HU-HPAI(P)-2022-00243

HU-HPAI(P)-2022-00245

HU-HPAI(P)-2022-00253

HU-HPAI(P)-2022-00255

HU-HPAI(P)-2022-00260 — 00261

HU-HPAI(P)-2022-00263 — 00264

Csólyospálos és Kömpöc települések közigazgatási területeinek a 46.387300 és a 19.862000, a 46.449825 és a 19.874751, a 46.442671 és a 19.844208, a 46.442530 és a 19.847300, a 46.457047 és a 19.878295, a 46.457105 és a 19.878381, a 46.446674 és a 19.842729, a 46.432070 és a 19.844230, a 46.417660 és a 19.855820, valamint a 46.279380 és a 19.344527 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

21.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00238

Harkakötöny, Kiskunhalas és Kiksunmajsa települések közigazgatási területeinek a 46.457070 és a 19.620880 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

13.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00246

Kispáhi és Orgovány települések közigazgatási területeinek a 46.735284 és a 19.458263 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

15.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00254

Bócsa, Soltvadkert és Tázlár települések közigazgatási területeinek a 46.563426 és a 19.472723 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

25.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00257

Kiskunhalas település közigazgatási területének a 46.460140 és a 19.480575 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

18.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00267

Kiskunfélegyháza, Pálmonostora és Petőfiszállás települések közigazgatási területeinek a 46.633607 és a 19.891596 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

23.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00268

Jánoshalma és Mélykút települések közigazgatási területeinek a 46.279380 és a 19.344527 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

23.12.2022

Csongrád-Csanád megye

HU-HPAI(P)-2022-00213

Algyő, Sándorfalva és Szeged települések közigazgatási területeinek a 46.353600 és a 20.173300 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

3.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00214

HU-HPAI(P)-2022-00222

Szentes település közigazgatási területének 46.647079 és a 20.325001, valamint a 46.664455 és a 20.294252 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

3.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00229

HU-HPAI(P)-2022-00256

HU-HPAI(P)-2022-00265

Csengele település közigazgatási területének a 46.494360 és a 19.781250, a 46.556750 és a 19.783380, valamint a 46.497336 és a 19.775280 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

21.12.2022

HU-HPAI(P)-2022-00266

Bordány, Forráskút és Üllés Szeged települések közigazgatási területeinek a 46.359048 és a 19.888786 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

21.12.2022

Békés megye

HU-HPAI(P)-2022-00269

Kaszaper és Tótkomlós települések közigazgatási területeinek a 46.437833 és a 20.778503 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

22.12.2022

Lidstaat: Nederland

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

NL-HPAI(P)-2022-00085

Die delen van de gemeente Nederweert die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 5,59 breedte 51,65.

2.12.2022

NL-HPAI(NON-P)-2022-00736

Die delen van de gemeente Woerden die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 4,84 breedte 52,13.

2.12.2022

NL-HPAI(P)-2022-00086

Die delen van de gemeente Venray die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 6,05 breedte 51,54.

13.12.2022

NL-HPAI(P)-2022-00087

Die delen van de gemeente Krimpenerwaard die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 4,8 breedte 51,97.

13.12.2022

NL-HPAI(P)-2022-00088

Die delen van de gemeente Súdwest-Fryslân die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 5,47 breedte 52,92.

14.12.2022

Lidstaat: Oostenrijk

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

 

STEIERMARK

 

AT-HPAI(NON-P)-2022- 00021

Bezirk Graz-Umgebung: in der Gemeinde Kumberg die Katastralgemeinden Gschwendt, Hofstätten, Kumberg und Rabnitz und in der Gemeinde Eggersdorf bei Graz die Katastralgemeinden Hart bei Eggersdorf, Haselbach und Purgstall

3.12.2022

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

IE-HPAI(P)-2022-00001

Those parts of County Fermanagh contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on gps coordinates N 54,2073 and E -7,2153

7.12.2022

IE-HPAI(P)-2022-00003

Those parts of County Fermanagh contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on gps coordinates N 54.2093 and E -7.2219

13.12.2022

Deel B

In de artikelen 1 en 3 bedoelde bewakingszones in de betrokken lidstaten*:

Lidstaat: België

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

BE-HPAI(P)-2022-00010

Die delen van de gemeenten Arendonk, Beerse, Geel, Herentals, Kasterlee, Lille, Merksplas, Olen, Oud-Turnhout, Ravels, Retie, Turnhout, Vorselaar en Vosselaar die zich uitstrekken voorbij het in de beschermingszone beschreven gebied en zich bevinden binnen een cirkel met een straal van tien kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 4,930419, breedte 51,27616.

9.12.2022

Die delen van de gemeenten Kasterlee, Lille, Turnhout en Vosselaar die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84 decimale coördinaten lengte 4,930419 breedte 51,27616.

1.12.2022 — 9.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01423

Die delen van de gemeente Heuvelland die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van tien kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 2,709029 breedte 50,670097.

15.12.2022

Lidstaat: Bulgarije

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Region: Haskovo

BG-HPAI(P)-2022-00021

The folowing village in the Haskovo municipality: Krivo pole, Koren and Momino

23.11.2022 — 2.12.2022

The following villages in the Haskovo municipality: Elena, Knizhovnik, Malevo, Manastir, Dinevo, Rodopi, Stamboliyski, Stoykovo, Podkrepa

The following villages in the Harmanli municipality: Slavyanovo, Bolyarski izvor

The following villages in Stambolovo municipality: Malak izvor, Golyam izvor, Dolno Botevo, Kralevo, Gledka, Stambolovo, Tsareva polyana, Zhalti bryag

2.12.2022

Lidstaat: Denemarken

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

DK-HPAI(P)-2022-00006

The parts of Slagelse and Næstved municipalities beyond the area described in the protection zone and within the circle of radius 10 kilometres, centred on gps koordinates coordinates

N 55,2347; E 11,3952

14.12.2022

The parts of Slagelse municipality that are contained within a circle of radius 3 km, centered on gps coordinates

N 55,2347; E 11,3952

6.12.2022 — 14.12.2022

DK-HPAI(NON-P)-2022-00148

The parts of Sønderborg municipality beyond the area described in the protection zone and within the circle of radius 10 kilometres, centred on gps koordinates coordinates

N 54,9365; E 9,9795

29.11.2022

The parts of Sønderborg municipality that are contained within a circle of radius 3 km, centered on gps coordinates

N 54,9365; E 9,9795

21.11.2022 — 29.11.2022

Lidstaat: Duitsland

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

BAYERN

DE-HPAI(P)-2022-00088

Landkreis Dingolfing-Landau

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten

12.469717/48.465004

Betroffen sind Gemeinden oder Teile der Gemeinden Frontenhausen und Marklkofen.

12.12.2022

Landkreis Landshut

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten

12.469717/48.465004

Betroffen sind Gemeinden oder Teile der Gemeinden Adlkofen,

Aham, Bodenkirchen, Geisenhausen, Gerzen, Kröning, Schalkam, Vilsbiburg

12.12.2022

DE-HPAI(NON-P)-2022-01198

Landkreis Miltenberg

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten

9.178982/49.740677

Betroffen sind die Städte und Gemeinden Erlenbach a.Main, Obernburg a.Main, Wörth a.Main, Elsenfeld mit den Gemarkungen Schippach und Rück, Eschau, Mönchberg, Röllbach, Collenberg mit der Gemarkung Reistenhausen, Bürgstadt, Miltenberg mit den Gemarkungen Wenschdorf, Mainbullau und Breitendiel, Weilbach mit den Gemarkungen Weckbach und Ohrenbach, Amorbach mit den Gemarkungen Reichartshausen und Boxbrunn im Odenwald

7.12.2022

Landkreis Miltenberg

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten

9.178982/49.740677

Betroffen ist die Stadt Klingenberg a. Main mit den Gemarkungen Trennfurt und Röllfeld sowie die Gemeinden Großheubach, Kleinheubach, Rüdenau und Laudenbach

28.11.2022 — 7.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00088

Landkreis Mühldorf

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten 12.469717/48.465004

Betroffen sind Teile der Gemeinde Egglkofen und der Stadt Neumarkt St. Veit

12.12.2022

Landkreis Rottal-Inn

10 km um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten

12,469717/48,465004

Betroffen sind Teile der Gemeinde Gangkofen.

12.12.2022

HESSEN

DE-HPAI(P)-2022-00086

Landkreis Gießen

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten: 8.887042/50.438181 Betroffen sind Teile der Gemeinden Hungen, Lich und Laubach.

9.12.2022

Landkreis Gießen

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten: 8.887042/50.438181 Betroffen sind Teile der Gemeinde Hungen

1.12.2022 — 9.12.2022

DE-HPAI(NON-P)-2022-01198

Landkreis Odenwald

In der Gemeinde Michelstadt die Gemarkungen Vielbrunn und Weitengesäß, in der Gemarkung Würzberg das Gebiet nördlich Mangelsbach und östlich der K 45,

in der Gemeinde Bad König die Gemarkung Bad König östlich der Verbindungsstraße zwischen Kimbacher Straße und Mainstraße und östlich des Birkertsgrabens und nördlich der L 3318, die Gemarkungen Kimbach, Momart östlich der Straße Strathweg und nördlich der Hohe Straße, in der Gemarkung Fürstengrund das Gebiet östlich des Waldrandes,

in der Gemeinde Lützelbach die Gemarkungen Lützel-Wiebelsbach, Breitenbrunn, Haingrund und Seckmauern, in der Gemeinde Breuberg die Gemarkung Rai-Breitenbach östlich der L 3259 und der Mühlhäuser Straße bis abzweig Kreuzstarße und südlich der Kreuzstraße und deren Verlängerung nach Osten bis zur Landesgrenze.

7.12.2022

Landkreis Odenwald

In der Gemeinde Michelstadt die Gemarkung Vielbrunn östlich der Langestein-Schneise und der K 94 ab dem Abzweig zur Alten Laudenbacher Straße

29.11.2022 — 7.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00086

Wetteraukreis

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten: 8.887042/50.438181 Betroffen sind Teile der Gemeinden Nidda, Ranstadt, Florstadt, Reichelsheim, Echzell, Wölfersheim, Bad Nauheim, Münzenberg und Rockenberg.

9.12.2022

Wetteraukreis

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten: 8.887042/50.438181 Betroffen sind Teile der Gemeinden Wölfersheim, Echzell und Nidda

1.12.2022 — 9.12.2022

MECKLENBURG-VORPOMMERN

DE-HPAI(P)-2022-00082

Landkreis Nordwestmecklenburg

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten 10.634830/53.898535

Betroffen ist die Gemeinde Lüdersdorf, Ortsteil Herrnburg

2.12.2022

NIEDERSACHSEN

DE-HPAI(P)-2022-00089

Landkreis Aurich

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten:

7.649228/53.428679

Betroffen sind Teile der Gemeinden Großefehn, Wiesmoor, Aurich, Ihlow, Wittmund, Friedeburg, Hesel, Firrel und Uplengen.

17.12.2022

Landkreis Aurich

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten:

7.649228/53.428679

Betroffen sind Teile der Gemeinden Großefehn und Wiesmoor.

9.12.2022 — 17.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00066

DE-HPAI(P)-2022-00071

DE-HPAI(P)-2022-00073

DE-HPAI(P)-2022-00074

DE-HPAI(P)-2022-00075

DE-HPAI(P)-2022-00078

Landkreis Cloppenburg

Union der 10 km- Radien um die Ausbruchsbetriebe mit den gps Koordinaten:

7.637125/52.928354

7.636603/52.946859

7.626829/52.927051

7.627312/52.927022

7.623793/52.928842

7.621157/52.951913

Betroffen sind Teile der Gemeinde Saterland und der Stadt Friesoythe.

29.11.2022

Landkreis Emsland

Union der 10 km- Radien um die Ausbruchsbetriebe mit den gps Koordinaten:

7.637125/52.928354

7.636603/52.946859

7.626829/52.927051

7.627312/52.927022

7.623793/52.928842

7.621157/52.951913

Betroffen sind Teile der Gemeinden Börger, Bockhorst, Breddenberg, Esterwegen, Hilkenbrook, Lorup, Rastdorf, Sögel, Spahnharrenstätte, Surwold, Vrees, Werlte und Werpeloh.

29.11.2022

Landkreis Emsland

Union der 3 km- Radien um die Ausbruchsbetriebe mit den gps Koordinaten:

7.637125/52.928354

7.636603/52.946859

7.626829/52.927051

7.627312/52.927022

7.623793/52.928842

7.621157/52.951913

Betroffen sind Teile der Gemeinden Börger, Breddenberg, Esterwegen und Lorup.

21.11.2022 — 29.11.2022

DE-HPAI(P)-2022-00079

Landkreis Osnabrück

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten:

8.103891/52.330964

Betroffen sind Teile der Gemeinden Belm und Wallenhorst und der Stadt Osnabrück.

1.12.2022

Landkreis Osnabrück

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten:

8.103891/52.330964

Betroffen sind Teile der Gemeinden Belm, Bissendorf, Bohmte, Bramsche, Ostercappeln, Wallenhorst und der Stadt Osnabrück.

23.11.2022 — 1.12.2022

NORDRHEIN-WESTFALEN

DE-HPAI(P)-2022-00085

Kreis Kleve

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 6.441599/51.772975)

Betroffen sind Teile:

des Kreises Kleve mit der Stadt Rees

27.11.2022 — 5.12.2022

Kreis Kleve

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 6.441599/51.772975)

Betroffen sind Teile:

des Kreises Kleve mit den Städten Rees, Kalkar, Emmerich

des Kreises Borken mit den Städten Isselburg, Bocholt,

des Kreises Wesel mit den Städten Hamminkeln, Wesel, Xanten

5.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00080

Oberbergischer Kreis

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.710063/50.961332

Betroffen sind Teile:

des Oberbergischen Kreises mit der Gemeide Reichshof

24.11.2022 — 2.12.2022

Oberbergischer Kreis

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.710063/50.961332

Betroffen sind Teile:

des Oberbergischen Kreises mit den Städten Wiehl, Waldbröl, Bergneustadt, Gummersbach und mit den Gemeiden Reichshof, Nümbrecht, Morsbach

des Kreises Olpe mit den Städten Drolshagen und Olpe und der Gemeinde Wenden

2.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00084

Oberbergischer Kreis

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.685763/50.834267)

Betroffen sind Teile:

des Oberbergischen Kreises mit der Gemeinde Morsbach

30.11.2022 — 8.12.2022

Oberbergischer Kreis

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.685763/50.834267)

Betroffen sind Teile:

des Oberbergischen Kreises mit den Gemeinden Morsbach, Nümbrecht, Reichshof, der Stadt Waldbröl

des Rhein-Sieg-Kreises mit der Gemeinde Windeck

des Landes Rheinland-Pfalz

8.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00079

(Ausbruch in Niedersachsen)

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 8.103891/52.330964)

Betroffen sind Teile:

des Kreises Steinfurt mit der Gemeinde Lotte

1.12.2022

DE-HPAI(NON-P)-2022-01219

Rhein-Sieg-Kreis

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.640940/50.800340)

Betroffen sind Teile:

des Rhein-Sieg-Kreises mit der Gemeinde Windeck,

des Oberbergischen Kreises mit der Stadt Waldbröhl und der Gemeinde Morsbach

28.11.2022 — 6.12.2022

Rhein-Sieg-Kreis

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.640940/50.800340)

Betroffen sind Teile:

des Rhein-Sieg-Kreises mit der Gemeinde Windeck, Ruppichteroth, Eitorf

des Oberbergischen Kreises mit der Stadt Waldbröhl und der Gemeinde Morsbach, Nümbrecht

6.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00087

Rheinisch Bergischer Kreis

3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.111490/50.982802)

Betroffen sind Teile:

des Rheinisch Bergischen Kreises mit der Stadt Bergisch Gladbach

der Stadt Köln

26.11.2022 — 4.12.2022

Rheinisch Bergischer Kreis

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 7.111490/50.982802)

Betroffen sind Teile:

des Rheinisch Bergischen Kreises mit den Städten Bergisch Gladbach, Burscheid, Wermelskirchen, den Gemeinden Odenthal, Kürten, Overath, Rösrath

der Stadt Köln

der Stadt Leverkusen

4.12.2022

NL-HPAI(P)-2022-00086

(Ausbruch in den Niederlanden)

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 6.043777/51.532737)

Betroffen sind Teile:

 

des Kreises Kleve mit den Städten Kevelaer, Goch und der Gemeinde Weeze

22.12.2022

RHEINLAND-PFALZ

DE-HPAI(NON-P)-2022-01219

DE-HPAI(P)-2022-00080

DE-HPAI(P)-2022-00081

DE-HPAI(P)-2022-00084

Kreis Altenkirchen

Union der 10 km Radien um die Ausbruchsbetriebe mit den gps-Koordinaten:

 

7.685763/50.834267

 

7.640940/50.800340

 

7.710063/50.961332

 

7.980232/50.871116

Betroffen sind Verbandsgemeinden Hamm, Kirchen und Wissen sowie die Stadt Herdorf, außerdem in der Verbandsgemeinde Altenkirchen-Flammersfeld die Ortsgemeinden Werkhausen, Oberirsen, Ölsen, Wölmersen, Busenhausen, Kettenhausen, Obererbach, Heupelzen, Bachenberg, Hilgenroth, Volkerzen, Racksen, Isert, Eichelhardt, Idelberg und Helmeroth

15.12.2022

DE-HPAI(NON-P)-2022-01219

Westerwaldkreis

10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten: 7.640940/50.800340

Betroffen sind in der Gemeinde Stein-Wingert die Ortsteile Altburg und Alhausen und in der Gemeinde Mörsbach der nordwestliche Teil des Staatsforstes Hachenburg

16.12.2022

SCHLESWIG-HOLSTEIN

DE-HPAI(P)-2022-00082

Hansestadt Lübeck

Ausgehend im Norden von An der Bundesstr. Haus-Nr.12 die Stadtgrenze nach Osten entlang bis zur Schwartauer Landstr., Schwartauer Allee bis zu und weiter auf Bei der Lohmühle, Schönböckener Str., Steinrader Damm bis Hofland, Hofland bis zur Kieler Str., Kieler Str. nach Nordwesten bis zum Kreisverkehr, Steinrader Hauptstr. bis zur Stadtgrenze, die Stadtgrenze entlang nach Norden bis zu An der Bundesstr. Haus-Nr.12

4.12.2022

Hansesatdt Lübeck

Das gesamte Stadtgebiet mit Ausnahme der Stadtbezirke:

 

Alt-Kücknitz/Dummersdorf/Roter Hahn; Pöppendorf; Ivendorf; Teutendorf; Alt-Travemünde/Rönnau; Brodten; Priwall;

 

Krummesse; Beidendorf; Blankensee und der südöstlich des Müggenbuschwegs gelegene Teil des Stadtbezirks Strecknitz.

25.11.2022 — 4.12.2022

Kreis Herzogtum Lauenburg

Betroffen sind die nördlichen 150 Meter der Gemeinde Groß Schenkenberg, Gemarkung Rothenhausen, Flur 1, Flurstück 1, Flurstück 73/2 und Flurstück 76/21 angrenzend an die Hansestadt Lübeck. In der Überwachungszone des Kreises Herzogtum Lauenburg befinden sind keine Geflügelhaltungen.

4.12.2022

Kreis Ostholstein

Gemeinden/Stadt: Stockelsdorf, Bad Schwartau, Teil Ratekau, Teil Scharbeutz, Teil Ahrensbök

4.12.2022

Kreis Ostholstein

Gemeinden/Stadt: Stockelsdorf, Bad Schwartau, Teil Ratekau, Teil Scharbeutz, Teil Ahrensbök

25.11.2022 — 4.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00083

Kreis Rendsburg-Eckernförde

Die Überwachungszone umfasst

die Teile der Gemeinden Emkendorf, Bokel und Groß Vollstedt die nicht in der Schutzzone liegen

die Gemeinde Bredenbek südlich des Straßenzugs Kieler Straße/Rendsburger Straße (K67)

die Gemeinde Bovenau südlich der Kieler Straße ausgenommen des Bereichs nördlich der gedachten Verbindungslinie zwischen der Koordinate 54.32441; 9.84070 (Einmündung Feldweg) und der Koordinate 54.32054; 9.85893 (Kreuzung Rendsburger Straße/Kronsfelde)

den südlich der Bundesautobahn A210 gelegenen Teil der Gemeinde Felde

den südlich der Landesstraße L255 gelegenen Teil der Gemeinde Schierensee

den westlich der Bundesautobahn A215 gelegenen Teil der Gemeinde Sören

den nördlich des Straßenzuges Dorfstraße/Heinkenborsteler Weg gelegenen Teil der Gemeinde Gnutz

den östlich des Straßenzugs Rüsterbergen-Hasenkrug-Dorfstraße gelegenen Teil der Gemeinde Schülp bei Rendsburg

die Gesamtfläche der Gemeinden Achterwehr, Bargstedt, Borgdorf-Seedorf, Brammer, Dätgen, Ellerdorf, Eisendorf, Groß Vollstedt, Haßmoor, Jevenstedt, Langwedel, Luhnstedt, Nortorf, Oldenhütten, Ostenfeld, Osterrönfeld, Rade bei Rendsburg, Schacht-Audorf, Schülldorf, Schülp bei Nortorf, Stafstedt, Warder, Westerrönfeld, Westensee, und der Stadt Rendsburg

10.12.2022

Kreis Rendsburg-Eckernförde

3 km Radius um Primär-Ausbruchsbetrieb gps Koordinaten 9,799269/54,237815

Teile der Gemeinden Emkendorf, Bokel und Groß Vollstedt

2.12.2022 — 10.12.2022

DE-HPAI(P)-2022-00082

Kreis Segeberg

Gemeinden Pronstorf und Strukdorf

4.12.2022

Kreis Stormarn

Betroffen von der Überwachungszone ist jeweils das gesamte Gemeindegebiet der Gemeinden Heilshoop, Mönkhagen, Zarpen, Badendorf, Hamberge, Wesenberg, Heidekamp sowie Teile des Gemeindegebietes der Gemeinden Rehhorst, Reinfeld und Klein Wesenberg

4.12.2022

Lidstaat: Ierland

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Monaghan County

IE-HPAI(P)-2022-00001

IE-HPAI(P)-2022-00003

That part of the County of Monaghan that comprises the Electoral Divisions of Killeevan and Newbliss, the Electoral Division of Clones, except for the townlands of Derryarrit and Skeatry, the Electoral Divisions of Clones Rural, Clones Urban and St. Tierney, apart from the townlands situate in the protection zone, the townlands of Aghareagh, Closdaw, Corkish, Corlougharoe, Correvan, Drumanan, Drumacreeve, Drumary, Drumcrow, Drumgramph, Drumlina, Killyeg, Lislongfield, Tullyard, all in the Electoral Division of Drum, the Electoral Division of Drumhillagh, except for the townlands of Aghaclay, Carn, Corleck, Doosky, Drumhullagh, Drumkirk, Drumleny, Liscumaskey and Latnamard, the townlands of Annaghbrack, Brookvale, Carrowbarra, Carrowbarra Island, Coolatty, Gortmore South, Liscat, Naghill, Mullabrack, Mulladuff, Mullanacross, Skeagh, Skervan, Thornhill, all in the Electoral Division of Drumsnat, the Electoral Division of Drummully except for the townlands of Annaghraw and Clontask, the townlands of Derrins and Lurganboy, all in the Electoral Division of Killynenagh, the townlands of Aghagaw, Allagesh, Annagh, Annyeeb, Aughnahunshin, Corrinshigo, Crenlough, Drumslavog, Formoyle, Gortmore North, Graffagh, Killytur, Killydonnelly and Mullatagorry, all in the Electoral Division of Scotstown, the townlands of Cornacreeve, Cornaguillagh, Derrynahesco, Kilmore West, Lennaght and Sruveel, all in the Electoral Division of Sheskin, the townlands of Carolina, Crover, Drumaghkeel, Drumskelt, Drumgristin, Feagh, and Mullymagaraghan, all in the Electoral Division of Aghabog, and the townlands Aghnahola, Annaveagh, Annies, Carnroe, Cavanreagh, Cavany, Coolnacarte, Corraskea, Drumgarran, Drumreenagh, Dunsrim, Hilton Demense, Killyfargy, Lisarearke, Skerrick East, Lisnalee, all of the Electoral Division of Currin.

That part of the County of Monaghan that comprises the Electoral Divisions of Killeevan and Newbliss, the Electoral Division of Clones, except for the townlands of Derryarrit and Skeatry, the Electoral Divisions of Clones Rural, Clones Urban and St. Tierney, apart from the townlands situate in the protection zone, the townlands of Aghareagh, Closdaw, Cornawall, Corkish, Corlougharoe, Correvan, Drumanan, Drumacreeve, Drumary, Drumcrow, Drumgramph, Drumlina, Killyeg, Lislea, Lislongfield, Tullyard, all in the Electoral Division of Drum, the Electoral Division of Drumhillagh, except for the townlands of Aghaclay, Corleck, Drumhullagh, Drumkirk, Drumleny, Liscumaskey and Latnamard, the townlands of Annaghbrack, Brookvale, Carnasoo, Carrowbarra, Carrowbarra Island, Coolatty, Gortmore South, Liscat, Naghill, Mullabrack, Mulladuff, Mullanacross, Mullavannog, Skeagh, Skervan, Thornhill, all in the Electoral Division of Drumsnat, the Electoral Division of Drummully except for the townlands of Annaghraw and Clontask, the townlands of Briscarnagh, Derrins and Lurganboy, all in the Electoral Division of Killynenagh, the townlands of Aghagaw, Allagesh, Annagh, Annyeeb, Aughnahunshin, Corrinshigo, Crenlough, Drumslavog, Formoyle, Gortmore North, Graffagh, Killytur, Killydonnelly, Tirnaskea South and Mullatagorry, all in the Electoral Division of Scotstown, the townlands of Cornacreeve, Cornaguillagh, Derrynahesco, Derryallaghan, Derrynasell West, Kilmore West, Lennaght, Milligan and Sruveel, all in the Electoral Division of Sheskin, the townlands of Carolina, Crover, Drumaghakeel, Drumskelt, Drumgristin, Feagh, and Mullymagaraghan, all in the Electoral Division of Aghabog, and the townlands Aghnahola, Annaveagh, Annies, Carnroe, Cavanreagh, Cavany, Coolnacarte, Corraskea, Drumgarran, Drumreenagh, Dunsrim, Hilton Demense, Killyfargy, Lisarearke, Lisnalee and Skerrick East, all of the Electoral Division of Currin.

22.12.2022

That part of the County of Monaghan) that comprises the townlands of Largy, lying partly in the Electoral Division of Clones Rural and partly in the Electoral Division of Clones Urban, Aghafin, Atartate Glebe, Burdautien, Carney’s Island, Carrivatragh, Cavan, Clonkirk, Clonkee (Cole), Corraghy, Creevaghy, Drumard, Edenaforan, Gortnawhinny, Legnakelly, Leonard’s Island, Liseggerton, Lisnaroe Near, Lisoarty, Longfield, Magheramore, Mullanacloy, Shanamullen South, Tanderagee, Tirnahinch Near, Tirnahinch Far, all in the Electoral Division of Clones Rural, and Carrickmore and Drumadagory, all in the Electoral Division of St. Tierney

That part of the County of Monaghan) that comprises the townlands of Largy, lying partly in the Electoral Division of Clones Rural and partly in the Electoral Division of Clones Urban, Aghafin, Altartate Glebe, Burdautien, Carney’s Island, Carrivatragh, Cavan, Clonkirk, Clonkeen (Cole), Corraghy, Creevaghy, Drumard, Edenaforan, Gortnawhinny, Legnakelly, Leonard’s Island, Liseggerton, Lisnaroe Near, Lisoarty, Longfield, Magheranure, Mullanacloy, Shanamullen South, Tanderagee, Tirnahinch Near, Tirnahinch Far, all in the Electoral Division of Clones Rural, and Carrickmore, Drumadagory and Drumaddarainy, all in the Electoral Division of St. Tierney

14.12.2022 — 22.12.2022

Lidstaat: Frankrijk

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Département: Côtes-d'Armor (22)

FR-HPAI(P)-2022-01406

GOMENÉ

LANRELAS

LAURENAN

MERDRIGNAC

LE MENÉ

PLÉNÉE-JUGON

ROUILLAC

SEVIGNAC

TRÉMOREL

2.12.2022

ÉRÉAC

MÉRILLAC

MERDRIGNAC

LE MENÉ

SAINT-VRAN

SAINT-LAUNEUC

24.11.2022 — 2.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01413

PLERIN

SAINT-BRIEUC

PLOUFRAGAN

TREGUEUX

PLEDRAN

YFFINIAC

QUESSOY

POMMERET

LAMBALLE

COETMIEUX

ANDEL

MORIEUX

PLANGUENOUAL

7.12.2022

HILLION

LANGUEUX

29.11.2022 — 7.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01419

FR-HPAI(P)-2022-01425

BOBITAL

BRUSVILY

CAULNES

DINAN

EVRAN

GUENROC

GUITTE

LANVALLAY

LE HINGLE

LES CHAMPS-GERAUX

PLOUASNE

PLUMAUDAN

SAINT-CARNE

SAINT-JUDOCE

TRELIVAN

YVIGNAC-LA-TOUR

17.12.2022

CALORGUEN

EVRAN

LE QUIOU

SAINT-ANDRE-DES-EAUX

SAINT-JUVAT

SAINT-MADEN

TREFUMEL

TREVRON

9.12.2022 — 17.12.2022

Département: Eure (27)

FR-HPAI(NON-P)-2022-00354

MESNIL-EN-OUCHE (partie ouest/D49)

LES BOTTEREAUX

CHAMBLAC

CHAMBORD

LA GOULAFRIERE

JUIGNETTES

MONTREUIL-L'ARGILLE

SAINT-AGNAN-DE-CERNIERES

SAINT-DENIS-D'AUGERONS

SAINT-LAURENT-DU-TENCEMENT

LA TRINITE-DE-REVILLE

VERNEUSSES

16.12.2022

LA HAYE-SAINT-SYLVESTRE

MELICOURT

MESNIL-ROUSSET

NOTRE-DAME-DU-HAMEL

SAINT-PIERRE-DE-CERNIERES

8.12.2022 — 16.12.2022

Département:Finistère (29)

FR-HPAI(P)-2022-01421

FR-HPAI(P)-2022-01429

CARANTEC

GUICLAN

LOCQUENOLE

MESPAUL

MORLAIX

PLEYBER-CHRIST

PLOUENAN

PLOUEZOC'H

PLOUGASNOU

PLOUGOULM

PLOUVORN

SAINT MARTIN DES CHAMPS

SAINT POL DE LEON

SAINTE SEVE

SAINT THEGONNEC

TAULE

16.12.2022

HENVIC

TAULE

8.12.2022 — 16.12.2022

Département: Ille-et-Vilaine (35)

FR-HPAI(P)-2022-01419

LONGAULNAY

TREVERIEN

SAINT PERN

PLESDER

SAINT THUAL

MEDREAC à l'est de la RD 20 et au nord de la RD 220

3.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01418

LA SELLE GUERCHAISE

RANNEE

DROUGES

FORGES LA FORET

CHELUN

EANCE

MARTIGNE-FERCHAUD

9.12.2022

RANNEE à l'est de la D95 et au sud des lignes de la belle etoile

1.11.2022 — 9.12.2022

 

Département: Indre (36)

 

FR-HPAI(P)-2022-01412

AIZE: Nord de D31

BAUDRES

BOUGES-LE-CHATEAU

BRETAGNE

BUXEUIL: Nord de D960

FONTENAY

GUILLY

LA CHAPELLE-SAINT- LAURIAN

LANGE: Est du Nahon

LEVROUX: Nord D8

LINIEZ: Ouest de A20

MOULINS-SUR-CEPHONS: Nord D8

ORVILLE: Ouest de D25

POULAINES

SAINT-FLORENTIN

VALENCAY: Sud-Est du Nahon

VICQ-SUR-NAHON: Est du Nahon

9.12.2022

AIZE: Sud de D31 et route entre Moulin Bailly et Aize

BUXEUIL: Sud de D960

ROUVRES LES BOIS

1.12.2022 — 9.12.2022

Département: Landes (40)

FR-HPAI(NON-P)-2022-00391

AZUR

CASTETS

LEON

LINXE

MAGESCQ

MESSANGES

MOLIETS-ET-MAA

VIELLE-SAINT-GIRONS

25.12.2022

LEON

SAINT-MICHEL-ESCALUS

17.12.2022 — 25.12.2022

Département: Loiret (45)

FR-HPAI(P)-2022-01407

FR-HPAI(P)-2022-01420

FR-HPAI(P)-2022-01432

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BELLEGARDE

BOUZY-LA-FORÊT

CHÂTENOY

CHEVILLON-SUR-HUILLARD

COUDROY

LA COUR-MARIGNY

FRÉVILLE-DU-GÂTINAIS

LADON

LORRIS

MÉZIÈRES-EN-GÂTINAIS

MONTLIARD

NESPLOY

NOYERS

OUZOUER-SOUS-BELLEGARDE

PRESNOY

QUIERS-SUR-BÉZONDE

SURY-AUX-BOIS

THIMORY

VIEILLES-MAISONS-SUR-JOUDRY

VILLEMOUTIERS

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BELLEGARDE

BOUZY-LA-FORÊT

CHÂTENOY

CHEVILLON-SUR-HUILLARD

COUDROY

LA COUR-MARIGNY

FRÉVILLE-DU-GÂTINAIS

LADON

LOMBREUIL

LORRIS

MÉZIÈRES-EN-GÂTINAIS

MONTLIARD

NESPLOY

MONTEREAU

— LE MOULINET-SUR-SOLIN

OUSSOY-EN-GÂTINAIS

OUZOUER-SOUS-BELLEGARDE

PRESNOY

QUIERS-SUR-BÉZONDE

SAINT MAURICE SUR FRESSARD

SURY-AUX-BOIS

THIMORY

VARENNES-CHANGY

VIEILLES-MAISONS-SUR-JOUDRY

VILLEMOUTIERS

BELLEGARDE

BOUZY-LA-FORÊT

CHÂTENOY

CHEVILLON-SUR-HUILLARD

COUDROY

LA COUR-MARIGNY

FRÉVILLE-DU-GÂTINAIS

LADON

LOMBREUIL

LORCY

LORRIS

MÉZIÈRES-EN-GÂTINAIS

MONTLIARD

MOULON

NESPLOY

MONTEREAU

LE MOULINET-SUR-SOLIN

OUSSOY-EN-GÂTINAIS

OUZOUER-SOUS-BELLEGARDE

PRESNOY

QUIERS-SUR-BÉZONDE

SAINT MAURICE SUR FRESSARD

SURY-AUX-BOIS

THIMORY

VARENNES-CHANGY

VIEILLES-MAISONS-SUR-JOUDRY

VILLEMOUTIERS

19.12.2022

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BEAUCHAMPS-SUR-HUILLARD

CHAILLY-EN-GÂTINAIS

CHÂTENOY

COUDROY

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BEAUCHAMPS-SUR-HUILLARD

CHAILLY-EN-GÂTINAIS

CHÂTENOY

COUDROY

NOYERS

AUVILLIERS-EN-GÂTINAIS

BEAUCHAMPS-SUR-HUILLARD

CHAILLY-EN-GÂTINAIS

CHÂTENOY

COUDROY

NOYERS

11.12.2022 — 19.12.2022

Departement: Mayenne (53)

FR-HPAI(P)-2022-01418

BALLOTS

CONGRIER

CUILLE

GASTINES

LA ROE

LA SELLE-CRAONNAISE

SAINT-ERBLON

SAINT-MARTIN-DU-LIMET

SAINT-SATURNIN-DU-LIMET

SENONNES

9.12.2022

BRAINS-SUR-LES-MARCHES

FONTAINE-COUVERTE

LA ROUAUDIERE

SAINT-AIGNAN-SUR-ROE

SAINT-MICHEL-DE-LA-ROE

1.12.2022 — 9.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01431

BAIS

BREE

EVRON

HAMBERS

IZE

JUBLAINS

LIVET

MEZANGERS

MONTSURS

NEAU

SAINT-LEGER

SAINTE-SUZANNE-ET-CHAMMES

TORCE-VIVIERS-EN-CHARNIE

VIMARTIN-SUR-ORTHE

VOUTRE

16.12.2022

ASSE-LE-BERENGER

EVRON

SAINTE-GEMMES-LE-ROBERT

SAINT-GEORGES-SUR-ERVE

8.12.2022 —16.12.2022

Departement: Morbihan (56)

FR-HPAI(P)-2022-01422

FR-HPAI(P)-2022-01435

BIGNAN — Commune entière

BULEON — Commune entière

CREDIN — Partie de la commune à l'ouest de la D11 jusqu'à Bellevue puis au sud de la route allant de Bellevue à Le Pont du redressement

EVELLYS — Partie de la commune à l’ouest de la D767 jusqu’à Siviac puis au nord-ouest de la route allant à Naizin puis au nord de la D203

KERFOURN — Partie de la commmune au sud de la route allant de Le Guéric à Le Lindreu

LANTILLAC — Commune entière

LOCMINE — Commune entière

MOREAC — Partie de la commune à l’ouest de la D767 jusqu’à Porh Legal puis au sud de la D181 jusqu’à Keranna puis au sud de la route allant de Keranna à Kervalo en passant par Le Petit Kerimars, Bolcalpère et le Faouët d’En Haut

MOUSTOIR-AC — Partie de la commune au nord de la route allant de Plumelin à Moustoir-Ac puis au nord de la D318 et à l'ouest de la D767

PLEUGRIFFET — Commune entière

PLUMELIAU-BIEUZY — Partie de la commune au sud de la D203 et à l'est de la route allant du bourg à Talhouet Avalec en passant par Kerjegu et Beau Soleil

PLUMELIN — Partie de la commune au nord de la D117 jusqu'à Kerfourchec puis à l'est de la route allant à Moustoir-Ac

RADENAC — Commune entière

REGUINY — Partie de la commune au nord de la D203 jusqu’à Le Pont Saint Fiacre

SAINT-ALLOUESTRE — Commune entière

GUEGON — Partie de la commune au nord de la N24 entre Caradec et la Pointe puis à l’ouest de la D778

GUEHENNO — Commune entière

LANOUEE — Partie de la commune à l’ouest de la D778 jusqu’à la Bourdonnais puis au sud de la D764

LES FORGES — Partie de la commune à l’ouest de la D778

RADENAC -Partie de commune à l’est de la D11

22.12.2022

EVELLYS -Partie de la commune à l’est de la D767 jusqu’à Siviac puis à l’est de la route allant à Naizin puis au sud de la D203

MOREAC — Partie de la commune à l’est de la D767 jusqu’à Porh Legal puis au nord de la D181 jusqu’à Keranna puis au nord de la route allant de Keranna à Kervalo en passant par Le Petit Kerimars, Bolcalpère et le Faouët d’En Haut

REGUINY — Partie de la commune au sud de la D203 jusqu’à Le Pont Saint Fiacre

RADENAC -Partie de la commune à l’ouest de la D11

14.12.2022 — 22.12.2022

Département: Nord (59)

FR-HPAI(P)-2022-01423

BAILLEUL

ERQUINGHEM-LYS

LA GORGUE

MERRIS

MERVILLE

METEREN

NIEPPE

STRAZEELE

VIEUX-BERQUIN

17.12.2022

NEUF-BERQUIN

STEENWERCK

ESTAIRES

LE DOULIEU

9.12.2022 — 17.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01434

ALLENES-LES-MARAIS

ANNOEULLIN

BAILLEUL

BAUVIN

BEAUCAMPS-LIGNY

BOIS-GRENIER

DON

ERQUINGHEM-LE-SEC

ERQUINGHEM-LYS

ESCOBECQUES

FOURNES-EN-WEPPES

FROMELLES

HALLENNE-LES-HAUBOURDIN

HANTAY

LA BASSEE

LA GORGUE

LE MAISNIL

MARQUILLIES

MERRIS

MERVILLE

METEREN

NIEPPE

PROVIN

RADINGHEM-EN-WEPPES

SAINGHIN-EN-WEPPES

SALOME

STRAZEELE

VIEUX-BERQUIN

WAVRIN

WICRES

20.12.2022

NEUF-BERQUIN

STEENWERCK

ESTAIRES

LE DOULIEU

AUBERS

HERLIES

ILLIES

12.12.2022 — 20.12.2022

Département: Orne (61)

FR-HPAI(NON-P)-2022-00339

FR-HPAI(NON-P)-2022-00342

AVERNES-SAINT-GOURGON

CANAPVILLE

CHAUMONT

COUDEHARD

CROISILLES

CROUTTES

ECORCHES

GACE

LE BOSC-RENOULT

LES CHAMPEAUX

LE RENOUARD

LA FERTE-EN-OUCHE

MENIL-HUBERT-EN-OUCHE

MONT-ORMEL

NEAUPHE-SUR-DIVE

PONTCHARDON

RESENLIEU

SAINT-EVROULT-DE-MONTFORT

SAINT-GERMAIN-D'AUNAY

SAINT-LAMBERT-SUR-DIVE

VIMOUTIERS

7.12.2022

AUBRY-LE-PANTHOU

CAMEMBERT

CHAMPOSOULT

LA FRESNAIE-FAYEL

FRESNAY-LE-SAMSON

GUERQUESALLES

MARDILLY

NEUVILLE-SUR-TOUQUES

ROIVILLE

SAP-EN-AUGE

GUFFERN-EN-AUGE zone nord au-dessus de la D14, puis D16 entre Le bourg Saint-Léonard et Chambois et D3 jusqu'à la limite de la commune

TICHEVILLE

29.11.2022 —7.12.2022

FR-HPAI(NON-P)-2022-00354

LA FERTE-EN-OUCHE

LA GONFRIERE

SAINT-NICOLAS-DE-SOMMAIRE

16.12.2022

Département: Pas-de-Calais (62)

FR-HPAI(P)-2022-01427

AMES

AMETTES

ANNEZIN

AUCHEL

AUCHY-AU-BOIS

AUMERVAL

BAILLEUL-LES-PERNES

BARLIN

BETHUNE

BEUGIN

BOURECQ

BEUVRY

BRUAY-LA-BUISSIERE

BUSNES

CALONNE-RICOUART

CALONNE-SUR-LA-LYS

CAMBLAIN-CHATELAIN

CAUCHY-A-LA-TOUR

DIEVAL

DIVION

DROUVIN-LE-MARAIS

ECQUEDECQUES

ESSARS

FERFAY

FLEURBAIX

FLORINGHEM

FOUQUEREUIL

FOUQUIERES-LES-BETHUNES

GOSNAY

GUARBECQUE

HAILLICOURT

HAM-EN-ARTOIS

HESDIGNEUL-LES-BETHUNE

HINGES

HOUCHIN

HOUDAIN

ISBERGUES

LA COUTURE

LAVENTIE

LESPESSES

LESTREM

LIERES

LOCON

LORGIES

MAISNIL-LES-RUITZ

MAREST

MARLES-LES-MINES

MAZINGHEM

MONT-BERNANCHON

NEUVE-CHAPELLE

NORRENT-FONTES

OBLINGHEM

OURTON

PERNES

PRESSY

REBREUVE-RANCHICOURT

RICHEBOURG

ROBECQ

RUITZ

SAILLY-SUR-LA-LYS

SAINT-FLORIS

SAINT-HILAIRE-COTTES

SAINT -VENANT

VAUDRICOURT

VENDIN-LES-BETHUNE

VERQUIGNEUL

VERQUIN

VIEILLE-CHAPELLE

19.12.2022

ALLOUAGNE

BURBURE

CHOQUES

GONNEHEM

LABEUVRIERE

LAPUGNOY

LILLERS

LOZINGHEM

11.12.2022 — 19.12.2022

Département: Seine-et-Marne (77)

FR-HPAI(NON-P)-2022-00304

BAILLY-ROMAINVILLIERS

BUSSY-SAINT-GEORGES

BUSSY-SAINT-MARTIN

CHALIFERT

CHANTELOUP-EN-BRIE

LES CHAPELLES-BOURBON

CHATRES

CHESSY

CHEVRY-COSSIGNY

COLLEGIEN

CONCHEN-SUR-GONDOIRE

COUPVRAY

COUTEVROULT

CRECY-LA-CHAPELLE

CREVECOEUR-EN-BRIE

CROISSY-BEAUBOURG

DAMMARTIN-SUR-TIGEAUX

FAVIERES

FERRIERES-EN-BRIE

FONTENAY-TRESIGNY

GOUVERNES

GRETZ-ARMAINVILLIERS

GUERARD

GUERMANTES

LA HOUSSAYE-EN-BRIE

JOSSIGNY

LAGNY-SUR-MARNE

LIVERDY-EN-BRIE

MAGNY-LE-HONGRE

MARLES-EN-BRIE

MONTEVRAIN

MONTRY

MORTCERF

NEUFMOUTIERS-EN-BRIE

OZOIR-LA-FERRIERE

PONTCARRE

PRESLES-EN-BRIE

ROISSY-EN-BRIE

SAINT-GERMAIN-SUR-MORIN

SERRIS

TIGEAUX

TOURNAN-EN-BRIE

VILLENEUVE-LE-COMTE

VILLENEUVE-SAINT-DENIS

VILLIERS-SUR-MORIN

VOULANGIS

6.12.2022

FAVIERES

JOSSIGNY

NEUFMOUTIERS EN BRIE

VILLENEUVE LE COMTE

VUILLENEUVE EN BRIE

28.11.2022 — 6.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01403

ANDREZEL

AUBEPIERRE-OZOUER-LE-REPOS

BLANDY

BOMBON

BREAU

CHAMPEAUX

LA CHAPELLE-GAUTHIER

LA CHAPELLE-RABLAIS

LE CHATELET-EN-BRIE

CHATILLON-LA-BORDE

CLOS-FONTAINE

COURPALAY

COUTENCON

LA CROIX-EN-BRIE

ECHOUBOULAINS

LES ECRENNES

FONTAINS

FONTENAILLES

GASTINS

GRANDPUITS-BAILLY-CARROIS

LAVAL-EN-BRIE

MACHAULT

MORMANT

NANGIS

PAMFOU

QUIERS

RAMPILLON

SAINT-MERY

SAINT-OUEN-EN-BRIE

SIVRY-COURTRY

VALENCE-EN-BRIE

VILLENEUVE-LES-BORDES

1.12.2022

BOMBON

LA CHAPELLE-GAUTHIER

LA CHAPELLE-RABLAIS

FONTENAILLES

GRANDPUITS-BAILLY-CARROIS

NANGIS

SAINT-OUEN-EN-BRIE

23.11.2022 — 1.12.2022

Département: Deux-Sèvres (79)

FR-HPAI(P)-2022-01397

FR-HPAI(P)-2022-01408

FR-HPAI(P)-2022-01410

FR-HPAI(P)-2022-01411

FR-HPAI(P)-2022-01415

FR-HPAI(P)-2022-01414

FR-HPAI(P)-2022-01417

FR-HPAI(P)-2022-01430

FR-HPAI(P)-2022-01436

FR-HPAI(P)-2022-01428

ADILLY

AMAILLOUX

ARDIN

BECELEUF

LE BEUGNON

LE BREUIL-BERNARD

CHANTELOUP

LA CHAPELLE-SAINT-LAURENT

LA CHAPELLE-THIREUIL

CHICHE

CLESSÉ

FÉNERY

FENIOUX

LA FORÊT-SUR-SÈVRE

MONCOUTANT

MOUTIERS-SOUS-CHANTEMERLE

NEUVY-BOUIN

POUGNE-HÉRISSON

PUGNY

PUIHARDY

SAINT-AUBIN-LE-CLOUD

SAINT-GERMAIN-DE-LONGUE-CHAUME

SAINT-LAURS

SAINT-POMPAIN

SCILLÉ

SECONDIGNY

VILLIERS-EN-PLAINE

7.12.2022

L'ABSIE

LE BUSSEAU

LA CHAPELLE-SAINT-ETIENNE

COULONGES-SUR-L’AUTIZE

LARGEASSE

SAINT-MAIXENT-DE-BEUGNE

SAINT-PAUL-EN-GATINE

TRAYES

VERNOUX-EN-GATINE

29.11.2022 — 7.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01397

FR-HPAI(P)-2022-01408

COULONGES-SUR-L'AUTIZE

SAINT-MAIXENT-DE-BEUGNE

30.11.2022 — 7.12.2022

Département: Somme (80)

 

BACOUEL-SUR-SELLE

BLANGY-TRONVILLE

CAMON

COTTENCHY

DOMMARTIN

ESTREES-SUR-NOYE

FOSSEMANANT

FOUENCAMPS

GENTELLES (à l’ouest des rues Faidherbe, Leopold Jouancoux et de la voie communale n°204 de Gentelles à Daours)

GLISY

GRATTEPANCHE

GUYENCOURT-SUR-NOYE

HEBECOURT

JUMEL

LAMOTTE-BREBIERE

LONGUEAU

NAMPTY

ORESMAUX

PLACHY-BUYON

PONT-DE-METZ

PROUZEL

REMIENCOURT

RIVERY

RUMIGNY

SAINT-SAUFLIEU

SALEUX

SALOUEL

SAVEUSE

THEZY-GLIMONT

VERS-SUR-SELLE

21.12.2022

 

AMIENS

BOVES

CAGNY

DURY

SAINS-EN-AMIENOIS

SAINT-FUSCIEN

13.12.2022 — 21.12.2022

Département: Tarn (81)

FR-HPAI(P)-2022-01433

ARTHES

AUSSAC

BERNAC

BRENS

CADALEN

CAGNAC-LES-MINES

CAMBON

CASTANET

CESTAYROLS

CUNAC

DENAT

FAYSSAC

FENOLS

FLORENTIN

FREJAIROLLES

LE GARRIC

LABASTIDE-DE-LEVIS

LAGRAVE

LAMILLARIE

LASGRAISSES

LESCURE-D'ALBIGEOIS

LOMBERS

MAILHOC

ORBAN

POULAN-POUZOLS

PUYGOUZON

RIVIERES

SAINT-JUERY

SALIES

SENOUILLAC

SIEURAC

TAIX

VILLENEUVE-SUR-VERE

SAINTE-CROIX

20.12.2022

ALBI

CARLUS

CASTELNAU-DE-LEVIS

MARSSAC-SUR-TARN

ROUFFIAC

LE SEQUESTRE

TERSSAC

12.12.2022 — 20.12.2022

Département: Vendée (85)

FR-HPAI(P)-2022-01397

SAINT HILAIRE DES LOGES au sud de la D745

FOUSSAIS PAYRE a l'ouest de la D49

FAYMOREAU

MARILLET

ANTIGNY

BOURNEAU

CEZAIS

FONTENAY-LE-COMTE

L'ORBRIE

LA CHATAIGNERAIE

LA TARDIERE

LOGE-FOUGEREUSE

MARSAIS-SAINTE-RADEGONDE

SAINT-MARTIN-DE-FRAIGNEAU

SAINT-MAURICE-DES-NOUES

SAINT-PIERRE-DU-CHEMIN

SERIGNE

PISSOTTE

MARVENT

NIEUL-SUR-L'AUTISTE

PUY-DE-SERRE

SAINT-HILAIRE-DE-VOUST

VOUVANT

SAINT-MICHEL-LE-CLOUCQ

XANTON-CHASSENON

1.12.2022

SAINT HILAIRE DES LOGES au nord de la D745

FOUSSAIS PAYRE à l'est de la D49

23.11.2022 — 1.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01410

BREUIL-BARRET

LA CHAPELLE-AUX-LYS

LOGE-FOUGEREUSE

SAINT-HILAIRE-DE-VOUST

23.11.2022 — 1.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01409

CHAMPAGNE-LES-MARAIS

LUCON

MOREILLES

PUYRAVAULT

SAINTE-DEMME-LA-PLAINE

SAINTE-RADEGONDE-DES-NOYERS

19.11.2022 — 9.12.2022

FR-HPAI(P)-2022-01416

BREM-SUR-MER

BRETIGNOLLES-SUR-MER

COEX

GIVRAND

LA CHAIZE-GIRAUD

LA CHAPELLE-HERMIER

L'AIUGUILLON-SUR-VIE

LES ACHARDS

L'ILE-D'OLONNE

MARTINET

OLONNE-SUR-MER

SAINTE-FOY

SAINT-GEORGES-DES-POINTINDOUX

SAINT-JULIEN-DES-LANDES

SAINT-MATHURIN

SAINT-REVEREND

6.12.2022

BREM-SUR-MER

LANDEVIEILLE

SAINT-JULIEN-DES-LANDES

VAIRE

28.11.2022 — 6.12.2022

Lidstaat: Kroatië

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Zagreb

HR-HPAI(P)-2022-00007

gradske četvrti Podsused-Vrapče i Stenjevec

15.12.2022

gradske četvrti Brezovica i Novi Zagreb- zapad

7.12.2022 — 15.12.2022

Zagrebačka županija

HR-HPAI(P)-2022-00007

općina Jastrebarsko, naselje Stankovo;

općina Klinča Sela, naselja Beter, Donja Purgarija, Donja Zdenčina, Goli Vrh, Gonjeva, Gornja Purgarija, Gornja Zdenčina, Klinča Sela, Kozlikovo, Kupinec, Novo Selo Okičko, Poljanica Okićka, Repišće i Tržić;

općina Pisarovina, naselje Bratina;

općina Samobor, naselja Celine Samoborske, Cerje Samoborsko, Dolec Podokićki, Domaslovec, Drežnik Podokićki, Falašćak, Farkaševec Samoborski, Galgovo, Gradna, Hrastina Samoborska, Kladje, Klake, Konšćica, Mala Rakovica, Medsave, Molvice, Pavučnjak, Petkov Breg, Podgrađe Podokićko, Samobor, Savršćak, Slavagora, Sveti Martin pod Okićem, Velika Rakovica i Vrbovec Samoborski;

općina Sveta Nedjelja, naselja Bestovje, Brezje, Jagnjić Dol, Novaki, Orešje, Rakitje, Srebrnjak, Strmec, Sveta Nedjelja i Svetonedeljski Breg;

općina Zaprešić, naselja Šibice, Ivanec Bistranski i Zaprešić.

15.12.2022

općina Samobor, naselje Rakov potok;

općina Stupnik, naselja Donji Stupnik, Gornji Stupnik i Stupnički Obrež;

općina Sveta Nedjelja, naselja Kalinovica, Kerestinec, Mala Gorica i Žitarka.

7.12.2022 — 15.12.2022

Lidstaat: Italië

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Region: Veneto

IT-HPAI(P)-2022-00029

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.753972, E12.149041

4.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.753972, E12.149041

26.11.2022 — 4.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00031

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.9193668, E12.4351595

3.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.9193668, E12.4351595

25.11.2022 — 3.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00033

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.211179, E11.272346

8.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.211179, E11.272346

30.11.2022 — 8.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00034

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.221390806, E11.04331334

11.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.221390806, E11.04331334

3.12.2022 — 11.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00036

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.771464, E12.147417

8.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.771464, E12.147417

30.11.2022 — 8.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00037

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.741660, E12.452298

7.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.741660, E12.452298

29.11.2022 — 7.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00039

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.964074644, E12.282057809

15.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.964074644, E12.282057809

7.12.2022 — 15.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00040

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.233473, E11.657231

10.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.233473, E11.657231

2.12.2022 — 10.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00042

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.296865835, E10.878880005

13.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.296865835, E10.878880005

5.12.2022 — 13.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00043

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates

12.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.504494974, E12.616275373

4.12.2022 — 12.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00045

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.380764707, E11.07799142

19.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.380764707, E11.07799142

11.12.2022 — 19.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00047

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.966036, E12.305402

22.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.966036, E12.305402

14.12.2022 — 22.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00048

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.393604155, E11.098068838

19.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.393604155, E11.098068838

11.12.2022 — 19.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00050

The area of the parts of Veneto Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.074265, E11.604144

27.12.2022

The area of the parts of Veneto Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.074265, E11.604144

19.12.2022 — 27.12.2022

Region: Lombardia

IT-HPAI(P)-2022-00030

The area of the parts of Lombardia Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.098875, E8.81998199999998

30.11.2022

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.098875, E8.81998199999998

22.11.2022 — 30.11.2022

IT-HPAI(P)-2022-00032

The area of the parts of Lombardia Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.049383, E10.35708

8.12.2022

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.049383, E10.35708

30.11.2022 — 8.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00041

The area of the parts of Lombardia Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.040236, E10.36325

12.12.2022

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.040236, E10.36325

4.12.2022 — 12.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00046

The area of the parts of Lombardia Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.033964, E10.302944

25.12.2022

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.033964, E10.302944

17.12.2022 — 25.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00051

The area of the parts of Lombardia Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.073379, E10.367887

8.01.2023

The area of the parts of Lombardia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.073379, E10.367887

31.12. 2022 —8.01.2023

Region: Emilia Romagna

IT-HPAI(P)-2022-00028

The area of the parts of Emilia Romagna Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.714462, E11.926653

29.11.2022

The area of the parts of Emilia Romagna Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.714462, E11.926653

21.11.2022 — 29.11.2022

IT-HPAI(P)-2022-00044

The area of the parts of Emilia Romagna Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.79259, E10. 930896

14.12.2022

The area of the parts of Emilia Romagna Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.79259, E10. 930896

6.12.2022 — 14.12.2022

IT-HPAI(P)-2022-00049

The area of the parts of Emilia Romagna Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.873686, E11.336651

20.12.2022

The area of the parts of Emilia Romagna Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N44.873686, E11.336651

12.12.2022 — 20.12.2022

Region: Friuli Venezia Giulia

IT-HPAI(P)-2022-00035

The area of the parts of Friuli Venezia Giulia Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.962481, E12.606420

5.12.2022

The area of the parts of Friuli Venezia Giulia Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.962481, E12.606420

27.11.2022 — 5.12.2022

Lidstaat: Hongarije

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Bács-Kiskun, Békés és Csongrád-Csanád megye

HU-HPAI(P)-2022-00211 — 00269

Ágasegyháza, Balotaszállás, Bócsa, Borota, Bugac, Bugacpusztaháza, Csengőd, Csólyospálos, Felsőszentiván, Fülöpjakab, Gátér, Harkakötöny, Helvécia, Imrehegy, Izsák, Jakabszállás, Jánoshalma, Jászszentlászló, Kaskantyú, Kéleshalom, Kiskunfélegyháza, Kiskunhalas, Kiskunmajsa, Kisszállás, Kömpöc, Kunfehértó, Kunszállás, Mélykút, Móricgát, Orgovány, Páhi, Pálmonostora, Petőfiszállás, Pirtó, Soltvadkert, Szank, Tabdi, Tataháza, Tázlár, Tiszaalpár, Városföld, Zsana, Békéssámson, Csanádapáca, Kardoskút, Kaszaper, Mezőhegyes, Mezőkovácsháza, Nagybánhegyes, Orosháza, Pusztaföldvár, Tótkomlós, Végegyháza, Algyő, Ambrózfalva, Árpádhalom, Baks, Balástya, Bordány, Csanytelek, Csengele, Csongrád, Derekegyház, Dóc, Domaszék, Fábiánsebestyén, Felgyő, Forráskút, Hódmezővásárhely, Kistelek, Mártély, Mindszent, Nagyér, Nagymágocs, Nagytőke, Ópusztaszer, Pusztamérges, Pusztaszer, Ruzsa, Sándorfalva, Szatymaz, Szeged, Szegvár, Székkutas, Szentes, Tömörkény, Üllés, Zákányszék és Zsombó települések védőkörzeten kívül eső teljes közigazgatási területe.

Kecskemét település közigazgatási területének a 46.686318 és a 19.661755, valamint a 46.695600 és a 19.681280 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe.

Kiskőrös település közigazgatási területének 46.56342697 és a 19.47272301 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe.

3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00211

HU-HPAI(P)-2022-00216

HU-HPAI(P)-2022-00219

HU-HPAI(P)-2022-00225

Bugac, Bugacpusztaháza, Fülöpjakab, Jakabszállás és Móricgát települések települések közigazgatási területeinek a 46.67844 és 19.65301 és a 46.679183 és a 19.663134, 46.686318 és a 19.661755, valamint a 46.695600 és a 19.681280 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

8.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00212

HU-HPAI(P)-2022-00217

HU-HPAI(P)-2022-00226

HU-HPAI(P)-2022-00229-00230

HU-HPAI(P)-2022-00233-00235

HU-HPAI(P)-2022-00237-00242

HU-HPAI(P)-2022-00244

HU-HPAI(P)-2022-00247-00251

HU-HPAI(P)-2022-00256-00259

HU-HPAI(P)-2022-00262

HU-HPAI(P)-2022-00265

Csólyospálos, Harkakötöny, Jászszentlászló, Kiskunhalas, Kiskunmajsa, Kömpöc, Móricgát Szank és Zsana települések közigazgatási területeinek a 46.489980 és a 19.772640, a 46.544237 és a 19.741665, a 46.569793 és a 19.692088, a 46.494360 és a 19.781250, a 46.517887 és a 19.678431, a 46.465166 és a 19.753716, a 46.540082 és a 19.646619, a 46.491690 és a 19.689880, a 46.559267 és a 19.683815, a 46.457070 és a 19.620880, 46.511456 és a 19.726186, a 46.493138 és a 19.690420, a 46.485781 és a 19.676447, a 46.499678 és a 19.687294, a 46.484707 és a 19.693469, a 46.537062 és a 19.727489, a 46.520024 és a 19.725265, a 46.532441 és a 19.644402, a 46.545107 és a 19.702540, a 46.543879 és a 19.700779, a 46.556750 és a 19.783380, a 46.460140 és a 19.480575, a 46.469155 és a 19.769960, a 46.525178 és a 19.618940, a 46.566283 és a 19.627354, valamint a 46.497336 és a 19.775280 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

22.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00215

HU-HPAI(P)-2022-00218

HU-HPAI(P)-2022-00220-00221

HU-HPAI(P)-2022-00223-00224

HU-HPAI(P)-2022-00227-00228

HU-HPAI(P)-2022-00231-00232

HU-HPAI(P)-2022-00252

Bócsa és Bugac, Bugacpusztaháza, Kakantyú, Orgovány és Szank települések közigazgatási területeinek a 46.627319 és a 19.536083, 46.626416 és a 19.545777, a 46.630891 és a 19.536630, a 46.619573 és a 19.537445, a 46.622916 és a 19.537992, a 46.645837 és a 19.513270, a 46.640484 és a 19.524528, a 46.641252 és a 19.532421, a 46.616930 és a 19.545510, a 46.673759 és a 19.497050, valamint a 46.618622 és a 19.536336 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

16.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00236

HU-HPAI(P)-2022-00243

HU-HPAI(P)-2022-00245

HU-HPAI(P)-2022-00253

HU-HPAI(P)-2022-00255

HU-HPAI(P)-2022-00260-00261

HU-HPAI(P)-2022-00263-00264

Csólyospálos és Kömpöc települések közigazgatási területeinek a 46.387300 és a 19.862000, a 46.449825 és a 19.874751, a 46.442671 és a 19.844208, a 46.442530 és a 19.847300, a 46.457047 és a 19.878295, a 46.457105 és a 19.878381, a 46.446674 és a 19.842729, a 46.432070 és a 19.844230, a 46.417660 és a 19.855820, valamint a 46.279380 és a 19.344527 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

22.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00238

Harkakötöny, Kiskunhalas és Kiksunmajsa települések közigazgatási területeinek a 46.457070 és a 19.620880 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

14.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00246

Kispáhi és Orgovány települések közigazgatási területeinek a 46.735284 és a 19.458263 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

16.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00254

Bócsa, Soltvadkert és Tázlár települések közigazgatási területeinek a 46.563426 és a 19.472723 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

26.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00257

Kiskunhalas település közigazgatási területének a 46.460140 és a 19.480575 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

19.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00267

Kiskunfélegyháza, Pálmonostora és Petőfiszállás települések közigazgatási területeinek a 46.633607 és a 19.891596 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

24.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00268

Jánoshalma és Mélykút települések közigazgatási területeinek a 46.279380 és a 19.344527 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

24.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00213

Algyő, Sándorfalva és Szeged települések közigazgatási területeinek a 46.353600 és a 20.173300 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

4.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00214

HU-HPAI(P)-2022-00222

Szentes település közigazgatási területének 46.647079 és a 20.325001, valamint a 46.664455 és a 20.294252 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

4.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00229

HU-HPAI(P)-2022-00256

HU-HPAI(P)-2022-00265

Csengele település közigazgatási területének a 46.494360 és a 19.781250, a 46.556750 és a 19.783380, valamint a 46.497336 és a 19.775280 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

22.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00266

Bordány, Forráskút és Üllés Szeged települések közigazgatási területeinek a 46.359048 és a 19.888786 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

22.12.2022 — 3.1.2023

HU-HPAI(P)-2022-00269

Kaszaper és Tótkomlós települések közigazgatási területeinek a 46.437833 és a 20.778503 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe.

23.12.2022 — 3.1.2023

Lidstaat: Nederland

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

Gemeente Noardeast-Fryslân, provincie Friesland

NL-HPAI(P)-2022-00083

1.

Via Koaiwei naar Koaisreed

2.

Via Koaisreed naar Uterwei

3.

Via Uterwei naar C.Schuurmanwei

4.

Via C.Schuurmanwei naar It Noard

5.

Via It Noard naar Pypkewei

6.

Via Pypkewei naar Efterwei

7.

Via Efterwei naar Legeloane

8.

Via Legeloane naar It West

9.

Via It West naar Hamsterpein

10.

Via Hamsterpein naar De Kromelle

11.

Via De Kromelle naar De Sânnen

12.

Via De Sânnen naar De Buorren

13.

Via De Buorren naar Tillewei

14.

Via Tillewei naar Noarderein

15.

Via Noarderein naar Lândyk

16.

Via Lândyk naar Hege Dyk

17.

Via Hege Dyk naar Jisteboerewei

18.

Via Jisteboerewei naar Miedwei

19.

Via Miedwei naar Tillewei

20.

Via Tillewei naar De Meren

21.

Via De Meren naar Schoolstraat

22.

Via Schoolstraat naar Ieswei

23.

Via Ieswei naar Rijksstraatweg

24.

Via Rijksstraatweg naar Westersingel

25.

Via Westersingel naar Zevenhuisterweg

26.

Via Zevenhuisterweg naar De Swette

27.

Via De Swette naar Feintensloane

28.

Via Feintensloane naar Mûnestrjitte

29.

Via Mûnestrjitte naar Ljiploane

30.

Via Ljiploane naar Lysterstrjitte

31.

Via Lysterstrjitte naar Haadstrjitte

32.

Via Haadstrjitte naar Muontsewei

33.

Via Muontsewei naar Achterwei

34.

Via Achterwei naar Claercamp

35.

Via Claercamp naar Johanneswâld

36.

Via Johanneswâld naar Eslawâld

37.

Via Eslawâld naar Bûtefjild

38.

Via Bûtefjild naar Boargemaster Nautawei

39.

Via Boargemaster Nautawei naar Schwartzenbergloane

40.

Via Schwartzenbergloane naar Singel

41.

Via Singel naar Hearewei

42.

Via Hearewei naar De Kapelle

43.

Via De Kapelle naar Melkemawei

44.

Via Melkemawei naar Trekwei

45.

Via Trekwei naar Burdaarderstrjitwei

46.

Via Burdaarderstrjitwei naar Birdaarderstraatweg

47.

Via Birdaarderstraatweg naar Rondweg-West

48.

Via Rondweg-West naar Rondweg-Noord

49.

Via Rondweg-Noord naar Hantumerweg

50.

Via Hantumerweg naar Hantumerwei

51.

Via Hantumerwei naar Dokkumerwei

52.

Via Dokkumerwei naar Fennewei

53.

Via Fennewei naar Bangawei

54.

Via Bangawei naar Loubuorren

55.

Via Loubuorren naar Wierumerwei

56.

Via Wierumerwei naar Dongerawei

57.

Via Dongerawei naar Bollingwier

58.

Via Bollingwier naar Dongerawei

59.

Via Dongerawei naar De Lyts Ein

60.

Via De Lyts Ein naar De Buorren

61.

Via De Buorren naar Langgrousterwei

62.

Via Langgrousterwei naar Grytsjewei

63.

Via Grytsjewei naar Doarpsstrjitte

64.

Via Doarpsstrjitte naar Siniastrjitte

65.

Via Siniastrjitte naar Dyksterwei

66.

Via Dyksterwei naar Boltawei

67.

Via Boltawei naar Skânserwei

68.

Via Skânserwei naar Oostmahorn

69.

Via Oostmahorn naar Landgrens

70.

Via Landgrens naar Steek Door

71.

Via Steek Door naar Oude Robbengat

72.

Via Oude Robbengat naar Steek Door

73.

Via Steek Door naar Landgrens

74.

Via Landgrens naar Steek Door

75.

Via Steek Door naar Hooge Zuidwal

76.

Via Hooge Zuidwal naar Willem Van Der Ploegweg

77.

Via Willem Van Der Ploegweg naar Kwelderweg

78.

Via Kwelderweg naar Nittersweg

79.

Via Nittersweg naar Olde Borchweg

80.

Via Olde Borchweg naar Methardusstraat

81.

Via Methardusstraat naar Zijlstraat

82.

Via Zijlstraat naar Stroomkanaal naar De Friese Sluis Te Zoutkamp

83.

Via Stroomkanaal naar De Friese Sluis Te Zoutkamp naar Brugstraat

84.

Via Brugstraat naar Pieterzijlsterweg

85.

Via Pieterzijlsterweg naar Friesestraatweg

86.

Via Friesestraatweg naar Heirweg

87.

Via Heirweg naar Stationsweg

88.

Via Stationsweg naar Dorpsterweg

89.

Via Dorpsterweg naar Miedweg

90.

Via Miedweg naar Miedwei

91.

Via Miedwei naar Koaiwei

30.11.2022

Die delen van de gemeente Noardeast-Fryslân die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 6,12 breedte 53,3.

22.11.2022 —30.11.2022

Gemeente Nederweert, provincie Limburg

NL-HPAI(P)-2022-00084

1.

via Heldensedijk naar Ophoven

2.

via Ophoven naar Op de bos

3.

via Op de bos naar Roggelseweg

4.

via Roggelseweg naar Speckerweg

5.

via Speckerweg naar Piet Vossenweg

6.

via Piet Vossenweg naar Professor Duboisweg

7.

via Professor Duboisweg naar Heythuyserweg

8.

via Heythuyserweg naar Beekkant

9.

via Beekkant naar Salmenhofweg

10.

via Salmenhofweg naar Lozerweg

11.

via Lozerweg naar Dorpstraat

12.

via Dorpstraat naar Rijksweg

13.

via Rijksweg naar Kasteelweg

14.

via Kasteelweg naar Abenhofweg

15.

via Abenhofweg naar Heiakker

16.

via Heiakker naar Hunselerdijk

17.

via Hunselerdijk naar Grathemerweg

18.

via Grathemerweg naar Velterweg

19.

via Velterweg naar Scheidingsweg

20.

via Scheidingsweg naar Hoogstraat

21.

via Hoogstraat naar Engerstraat

22.

via Engerstraat naar Boggelerstraat

23.

via Boggelerstraat naar Moosterstraat

24.

via Moosterstraat naar Roodvenweg

25.

via Roodvenweg naar Baldersstraat

26.

via Baldersstraat naar Castertstraat

27.

via Castertstraat naar Pelmersheideweg

28.

via Pelmersheideweg naar Tungeler Dorpsstraat

29.

via Tungeler Dorpsstraat naar Castertweg

30.

via Castertweg naar Grotehegsteeg

31.

via Grotehegsteeg naar Dijkerstraat

32.

via Dijkerstraat naar Bocholterweg

33.

via Bocholterweg naar Mastenbroekweg

34.

via Mastenbroekweg naar Altweerterkapelstraat

35.

via Altweerterkapelstraat naar Nelissenhofweg

36.

via Nelissenhofweg naar Uilenweg

37.

via Uilenweg naar Industriekade

38.

via Industriekade naar Beelenhofweg

39.

via Beelenhofweg naar Oudesteeg

40.

via Oudesteeg naar Beelenhofweg

41.

via Beelenhofweg naar Koelebeemdweg

42.

via Koelebeemdweg naar Hulsterdijk

43.

via Hulsterdijk naar Groothulsterweg

44.

via Groothulsterweg naar Eindhovenseweg

45.

via Eindhovenseweg naar Philipsweg

46.

via Philipsweg naar Fazantlaan

47.

via Fazantlaan naar De Hommelberg

48.

via De Hommelberg naar Koenraadtweg

49.

via Koenraadtweg naar Hugten

50.

via Hugten naar fietspad

51.

via Fietspad naar Hugterweg

52.

via Hugterweg naar Biezervenweg

53.

via Biezervenweg naar Panweg

54.

via Panweg naar Bosweg

55.

via Bosweg naar Bergdijk

56.

via Bergdijk naar Reigerstraat

57.

via Reigerstraat naar Brandvenstraat

58.

via Brandvenstraat naar Kraaiendijk

59.

via Kraaiendijk naar Brabantlaan

60.

via Brabantlaan naar Smulderslaan

61.

via Smulderslaan naar Ploegstraat

62.

via Ploegstraat naar Hoeksestraat

63.

via Hoeksestraat naar Heikomstraat

64.

via Heikomstraat naar Boerenkamplaan

65.

via Boerenkamplaan naar Potakkerweg

66.

via Potakkerweg naar Broekstraat

67.

via Broekstraat naar Steegstraat

68.

via Steegstraat naar Kanaaldijk-Noord

69.

via Kanaaldijk-Noord naar Akkerweg

70.

via Akkerweg naar Lage Akkerweg

71.

via Lage Akkerweg naar Mortelweg

72.

via Mortelweg naar Beemdstraat

73.

via Beemdstraat naar Kanaalstraat

74.

via Kanaalstraat naar Witvrouwenbergweg

75.

via Witvrouwenbergweg naar Provincialeweg

76.

via Provincialeweg naar Heesakkerweg

77.

via Heesakkerweg naar Voorste Heusden

78.

via Voorste Heusden naar Vlinkert

79.

via Vlinkert naar Patrijsweg

80.

via Patrijsweg naar Pannenhoef

81.

via Pannenhoef naar Bleekerweg

82.

via Bleekerweg naar Zeilhoekweg

83.

via Zeilhoekweg naar Smientweg

84.

via Smientweg naar Roerdompweg

85.

via Roerdompweg naar Vlosbergweg

86.

via Vlosbergweg naar Kleine Heitrak

87.

via Kleine Heitrak naar Buizerdweg

88.

via Buizerdweg naar Heitrak

89.

via Heitrak naar Bospeelweg

90.

via Bospeelweg naar Grauwveenweg

91.

via Grauwveenweg naar Kanaaldijk Oost

92.

via Kanaaldijk Oost naar Kanaaldijk Noord

93.

via Kanaaldijk Noord naar Helenastraat

94.

via Helenastraat naar Grashoekseweg

95.

via Grashoekseweg naar Helenaveenseweg

96.

via Helenaveenseweg naar Belgenhoek

97.

via Belgenhoek naar Kievit

98.

via Kievit naar Marisbaan

99.

via Marisbaan naar Kievit

100.

via Kievit naar Meijelseweg

101.

via Meijelseweg naar Kanaalstraat

102.

via Kanaalstraat naar Peelstraat

103.

via Peelstraat naar Heibloemseweg

104.

via Heibloemseweg naar Hondsheuvelstraat

105.

via Hondsheuvelstraat naar Hub

106.

via Hub naar Hoekerstraat

107.

via Hoekerstraat naar Jacobusstraat

108.

via Jacobusstraat naar Huiskensweg

109.

via Huiskensweg naar Melkweg

110.

via Melkweg naar Roggelseweg

111.

via Roggelseweg naar Roggelsedijk

112.

via Roggelsedijk naar Heldensedijk

1.12.2022

Die delen van de gemeente Nederweert die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 5,81 breedte 51,3.

23.11.2022 — 1.12.2022

Gemeente Maashorst, provincie Noord-Brabant

NL-HPAI(P)-2022-00085

1.

via Vinkelsestraat naar Ruitersweg-Oost

2.

via Ruitersweg-Oost naar Grolderseweg

3.

via Grolderseweg naar Wijststraat

4.

via Wijststraat naar Leliestraat

5.

via Leliestraat naar Binnenweg

6.

via Binnenweg naar Schoonstraat

7.

via Schoonstraat naar fietspad

8.

via fietspad volgend in oostelijke richting overgaand in noordelijke richting naar de Kropaar

9.

via de Kropaar naar de Ploeg

10.

via de Ploeg naar Nistelrodeseweg

11.

via Nistelrodeseweg naar Landerstraat

12.

via Landerstraat naar Bosstraat

13.

via Bosstraat naar Graafsebaan

14.

via Graafsebaan naar Rijksweg

15.

via Rijksweg naar Postiljonstraat

16.

via Postiljonstraat naar Hoevestraat

17.

via Hoevestraat naar Rogstraat

18.

via Rogstraat naar Udensedreef

19.

via Udensedreef naar Dokter Langendijklaan

20.

via Dokter Langendijklaan naar Zeelandsedreef

21.

via Zeelandsedreef naar Duifhuisstraat

22.

via Duifhuisstraat naar Heihorst

23.

via Heihorst naar Kreitsberg

24.

via Kreitsberg naar Reekseweg

25.

via Reekseweg naar Heihorst

26.

via Heihorst naar Langenboomseweg

27.

via Langenboomseweg naar Peelweg

28.

via Peelweg naar Middenpeelweg

29.

via Middenpeelweg naar Oudedijk

30.

via Oudedijk naar Staartjespeelweg

31.

via Staartjespeelweg naar Daandelendennen

32.

via Daandelendennen naar Wanroijseweg

33.

via Wanroijseweg naar Voskuilenweg

34.

via Voskuilenweg naar Telefoonstraat

35.

via Telefoonstraat naar Statenweg

36.

via Statenweg naar Gagelstraat

37.

via Gagelstraat naar Hoekstraat

38.

via Hoekstraat naar Dennenmark

39.

via Dennenmark naar de Bunders

40.

via de Bunders naar Kluisstraat

41.

via Kluisstraat naar Daniël de Brouwerstraat

42.

via Daniël de Brouwerstraat naar Pater Petrusstraat

43.

via Pater Petrusstraat naar Strijbosscheweg

44.

via Strijbosscheweg naar Boslaan

45.

via Boslaan naar Verreheide

46.

via Verreheide naar Boekelseweg

47.

via Boekelseweg naar Deel

48.

via Deel naar Kopperegang

49.

via Kopperegang naar Bloemerdgang

50.

via Bloemerdgang naar de Bloemerd

51.

via de Bloemerd naar de Haag

52.

via de Haag naar Wijnboomlaan

53.

via Wijnboomlaan naar Walgraafseweg

54.

via Walgraafseweg naar Vonderweg-Oost

55.

via Vonderweg-Oost naar Leekbeemdweg

56.

via Leekbeemdweg naar Middenweg

57.

via Middenweg naar Bosscheweg

58.

via Bosscheweg naar Kapelstraat

59.

via Kapelstraat naar Pater de Leeuwstraat

60.

via Pater de Leeuwstraat naar de Hei

61.

via de Hei naar Mortelven

62.

via Mortelven naar Rooijseweg

63.

via Rooijseweg naar Lieshoutseweg

64.

via Lieshoutseweg naar Oude-Lieshoutsedijk

65.

via Oude-Lieshoutsedijk naar Lieshoutsedijk

66.

via Lieshoutsedijk naar Everse Akkerpad

67.

via Everse Akkerpad naar Achterstesteeg

68.

via Achterstesteeg naar Eversestraat

69.

via Eversestraat naar Noordelijke Randweg

70.

via Noordelijke Randweg naar Kampenweg

71.

via Kampenweg naar Kleine Heisteeg

72.

via Kleine Heisteeg naar Sterrebos

73.

via Sterrebos naar de Leijerweg

74.

via de Leijerweg naar Schijndelseweg

75.

via Schijndelseweg naar Rooiseweg

76.

via Rooiseweg naar Europalaan

77.

via Europalaan naar Sterrenlaan

78.

via Sterrenlaan naar Betelgeuze

79.

via Betelgeuze naar Poolster

80.

via Poolster naar Bernhardstraat

81.

via Bernhardstraat naar Hoevenbraaksestraat

82.

via Hoevenbraaksestraat naar van Berghenstraat

83.

via van Berghenstraat naar Kerkendijk

84.

via Kerkendijk naar Smaldonkstraat

85.

via Smaldonkstraat naar Structuurweg

86.

via Structuurweg naar Steeg

87.

via Steeg naar Heuvelstraat

88.

via Heuvelstraat naar Houterdsedijk

89.

via Houterdsedijk naar Vossenberg

90.

via Vossenberg naar Leemweg

91.

via Leemweg naar Dungensesteeg

92.

via Dungensesteeg naar Schutskooi

93.

via Schutskooi naar Kanaaldijk-Zuid

94.

via Kanaaldijk-Zuid naar Kanaaldijk Zuid

95.

via Kanaaldijk Zuid naar Molendijk

96.

via Molendijk naar Zuid-Willemsvaart

97.

via Zuid-Willemsvaart naar Kapelstraat

98.

via Kapelstraat naar Brugstraat

99.

via Brugstraat naar Pastoor Verlindenstraat

100.

via Pastoor Verlindenstraat naar Haffertsestraat

101.

via Haffertsestraat naar Gouverneursweg

102.

via Gouverneursweg naar Kersouwelaan

103.

via Kersouwelaan naar Fietspad

104.

via Fietspad volgend naar Kaathovensedijk

105.

via Kaathovensedijk naar Kaathoven

106.

via Kaathoven naar Brugstraat

107.

via Brugstraat naar Lindenlaan

108.

via Lindenlaan naar Vinkelsestraat

11.12.2022

 

Die delen van de gemeente Nederweert die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 5,59 breedte 51,65.

3.12.2022 —11.12.2022

Gemeente Woerden, provincie Utrecht

NL-HPAI(NON-P)-2022-00736

Bewakingszone (10 kilometer) Zegveld

1.

via A.H. Kooistrastraat naar Dorpsstraat

2.

via Dorpsstraat naar Uiterbuurtweg

3.

via Uiterbuurtweg naar Blokland

4.

via Blokland naar Achterweg

5.

via Achterweg naar Oude Spoorbaan

6.

via Oude Spoorbaan naar Ringdijk 2e bedijking

7.

via Ringdijk 2e bedijking naar A.C. Verhoefweg

8.

via A.C. Verhoefweg naar Tweede Zijweg

9.

via Tweede Zijweg naar Dukaton

10.

via Dukaton naar Hofland

11.

via Hofland naar Mijdrechtse Zuwe

12.

via Mijdrechtse Zuwe naar Provincialeweg

13.

via Provincialeweg naar Veenweg

14.

via Veenweg naar Vermogenweg

15.

via Vermogenweg naar Veenweg

16.

via Veenweg naar Mijdrechtse Dwarsweg

17.

via Mijdrechtse Dwarsweg naar ir. Enschedéweg

18.

via ir. Enschedéweg naar Oudhuijzerweg

19.

via Oudhuijzerweg naar Korenmolenweg

20.

via Korenmolenweg naar Portengen

21.

via Portengen naar Gieltjesdorp

22.

via Gieltjesdorp naar Rijndijk

23.

via Rijndijk naar Breudijk

24.

via Breudijk naar Breudijktunnel

25.

via Breudijktunnel naar Breudijk

26.

via Breudijk naar Appellaan

27.

via Appellaan naar de Joncheerelaan

28.

via de Joncheerelaan naar Dorpsstraat

29.

via Dorpsstraat naar Acacialaan

30.

via Acacialaan naar Raadhuislaan

31.

via Raadhuislaan naar Reijerscopse Overgang

32.

via Reijerscopse Overgang naar Reijerscop

33.

via Reijerscop naar Blindeweg

34.

via Blindeweg naar Mastwijkerdijk

35.

via Mastwijkerdijk naar Lindeboomsweg

36.

via Lindeboomsweg naar IJsselveld

37.

via IJsselveld naar Waardsedijk

38.

via Waardsedijk naar Laan van Snelrewaard

39.

via Laan van Snelrewaard naar Zuid-Linschoterkade

40.

via Zuid-Linschoterkade naar Linschoterpoort

41.

via Linschoterpoort naar Vinkenbuurt

42.

via Vinkenbuurt naar Biezenpoortstraat

43.

via Biezenpoortstraat naar Oude Singel

44.

via Oude Singel naar Johan J. Vierbergenweg

45.

via Johan J. Vierbergenweg naar Tappersheul

46.

via Tappersheul naar Ruige Weide

47.

via Ruige Weide naar Poppelendam

48.

via Poppelendam naar Lange Weidsche Boezem

49.

via Lange Weidsche Boezem naar Hogebrug

50.

via Hogebrug naar Hoogeind

51.

via Hoogeind naar Wierickepad

52.

via Wierickepad naar Oukoopsedijk

53.

via Oukoopsedijk naar Nieuwenbroeksedijk

54.

via Nieuwenbroeksedijk naar Lecksdijk

55.

via Lecksdijk naar Bosmankade

56.

via Bosmankade naar Zoetendijk

57.

via Zoetendijk naar Oudeweg

58.

via Oudeweg naar Raadhuisweg

59.

via Raadhuisweg naar Goudsestraatweg

60.

via Goudsestraatweg naar Reeuwijkse Randweg

61.

via Reeuwijkse Randweg naar Oud Reeuwijkseweg

62.

via Oud Reeuwijkseweg naar Schinkeldijk

63.

via Schinkeldijk naar Zijdeweg

64.

via Zijdeweg naar Warmoeskade

65.

via Warmoeskade naar Wonnepad

66.

via Wonnepad naar Wijkdijk

67.

via Wijkdijk naar Voshol

68.

via Voshol naar Insteek

69.

via Insteek naar Goudse Rijweg

70.

via Goudse Rijweg naar Goudse Rijpad

71.

via Goudse Rijpad naar Spoorbaan

72.

via Spoorbaan naar Boskoopseweg

73.

via Boskoopseweg naar Oostkanaalweg

74.

via Oostkanaalweg naar Steekterbrug

75.

via Steekterbrug naar Oostkanaalweg

76.

via Oostkanaalweg naar Zegerbaan

77.

via Zegerbaan naar Veldhuizenpad

78.

via Veldhuizenpad naar Windepad

79.

via Windepad naar Ringdijk

80.

via Ringdijk naar Aardamseweg

81.

via Aardamseweg naar Ringdijk

82.

via Ringdijk naar Hertog van Beijerenstraat

83.

via Hertog van Beijerenstraat naar Westkanaalweg

84.

via Westkanaalweg naar Oude Nieuwveenseweg

85.

via Oude Nieuwveenseweg naar A.H. Kooistrastraat

11.12.2022

 

Die delen van de gemeente Woerden die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 4,84 breedte 52,13.

3.12.2022 —11.12.2022

Gemeente Venray, provincie Limburg

NL-HPAI(P)-2022-00086

1.

via Kuulenweg naar Vredepeelweg

2.

via Vredepeelweg naar Crooijmansweg

3.

via Crooijmansweg naar Rieterdreef

4.

via Rieterdreef naar Oplosedijk

5.

via Oplosedijk naar Groeningsedijk

6.

via Groeningsedijk naar Kievelaarsedijk

7.

via Kievelaarsedijk naar Mullemsedijk

8.

via Mullemsedijk naar Luinbeekweg

9.

via Luinbeekweg naar Sint Cornelisstraat

10.

via Sint Cornelisstraat naar Veerweg

11.

via Veerweg naar Maasstraat

12.

via Maasstraat naar Pierre ii

13.

via Pierre ii naar Veerweg

14.

via Veerweg naar Hengeland

15.

via Hengeland naar Gening

16.

via Gening naar Heukelom

17.

via Heukelom naar Berkenkamp

18.

via Berkenkamp naar Spitsbrug

19.

via Spitsbrug naar Bleijenbeeksebosweg

20.

via Bleijenbeeksebosweg naar Siebengewaldseweg

21.

via Siebengewaldseweg naar Gochsedijk

22.

via Gochsedijk naar Baalsedijk

23.

via Baalsedijk naar Landgrens

24.

via Landgrens naar Twistedenerweg

25.

via Twistedenerweg naar Heerenvenweg

26.

via Heerenvenweg naar Moerasweg

27.

via Moerasweg naar Walbeckerweg

28.

via Walbeckerweg naar Hamert

29.

via Hamert naar Provincialeweg

30.

via Provincialeweg naar Maasstraat

31.

via Maasstraat naar Kruisweg

32.

via Kruisweg naar Veerdienst

33.

via Veerdienst naar Veerweg

34.

via Veerweg naar Lottumseweg

35.

via Lottumseweg naar Looweg

36.

via Looweg naar Bronskuilweg

37.

via Bronskuilweg naar Hilkensbergweg

38.

via Hilkensbergweg naar Hoogveldweg

39.

via Hoogveldweg naar Vonkelseweg

40.

via Vonkelseweg naar Hombergerweg

41.

via Hombergerweg naar Horsterdijk

42.

via Horsterdijk naar Hoogheide

43.

via Hoogheide naar Losbaan

44.

via Losbaan naar Laagheide

45.

via Laagheide naar Witveldweg

46.

via Witveldweg naar Venloseweg

47.

via Venloseweg naar Hamweg

48.

via Hamweg naar Reulsweg

49.

via Reulsweg naar Vrouwboomweg

50.

via Vrouwboomweg naar St. Annaweg

51.

via St. Annaweg naar Expeditiestraat

52.

via Expeditiestraat naar Energiestraat

53.

via Energiestraat naar Nijverheidsstraat

54.

via Nijverheidsstraat naar Industriestraat

55.

via Industriestraat naar Westsingel

56.

via Westsingel naar Bemmelstraat

57.

via Bemmelstraat naar Kogelstraat

58.

via Kogelstraat naar Hillenweg

59.

via Hillenweg naar Speulhofsbaan

60.

via Speulhofsbaan naar Campagneweg

61.

via Campagneweg naar Americaanseweg

62.

via Americaanseweg naar Kannegietweg

63.

via Kannegietweg naar Hofweg

64.

via Hofweg naar Nusseleinstraat

65.

via Nusseleinstraat naar Kabroekstraat

66.

via Kabroekstraat naar Gerard Smuldersstraat

67.

via Gerard Smuldersstraat naar Lorbaan

68.

via Lorbaan naar Laagheideweg

69.

via Laagheideweg naar Midden Peelweg

70.

via Midden Peelweg naar Puttenweg

71.

via Puttenweg naar Lovinckplein

72.

via Lovinckplein naar Jan Poelsweg

73.

via Jan Poelsweg naar Peelweg

74.

via Peelweg naar Beekweg

75.

via Beekweg naar Kuulenweg

22.12.2022

Die delen van de gemeente Venray die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 6,05 breedte 51,54.

14.12.2022 —22.12.2022

Gemeente Krimpenerwaard, provincie Zuid-Holland

NL-HPAI(P)-2022-00087

1.

Vanaf de kruising Cornelis Gerardus Roosweg/Kerkweg, Kerkweg volgen in noordelijke richting tot aan Burgermeester Neetstraat.

2.

Burgermeester Neetstraat volgen in noordelijke richting tot aan Hollandsche IJssel.

3.

Hollandsche IJssel volgen in oostelijke richting tot aan Gemaal Abraham Kroes.

4.

Gemaal Abraham Kroes via Water volgen tot aan spoorlijn Utrecht-Rotterdam.

5.

Spoorlijn volgen in westelijke richting tot aan Goudse Poort.

6.

Goudse Poort volgen in noordelijke richting tot aan A12.

7.

A12 volgen in westelijke richting tot aan Tuurluur.

8.

Tuurluur volgen in zuidelijke richting overgaand in Johan.J.Vierbergenweg tot aan Lijnbaan.

9.

Lijnbaan volgen in oostelijke richting tot aan Kabelslag.

10.

Kabelslag volgen in zuidelijke richting tot aan Lange Linschoten.

11.

Lange Linschoten volgen in westelijke richting tot aan Laan van Snelrewaard.

12.

Laan van Snelrewaard volgen in zuidelijke richting tot aan Hollandsche IJssel.

13.

Hollandsche IJssel volgen in oostelijke richting tot aan N204.

14.

N204 volgen in zuidelijke richting overgaand in N210 tot aan Rolafweg Zuid.

15.

Rolafweg Zuid volgen in zuidelijke richting de Lekdijk overstekend tot aan Lekdijk.

16.

Lekdijk volgen in westelijke richting tot aan Lagewaard.

17.

Lagewaard volgen in zuidelijke richting tot aan Tiendweg.

18.

Tiendweg volgen in westelijke richting tot aan Kleine Vliet.

19.

Kleine Vliet volgen in zuidelijke richting overgaand in grens Zuid-Holland-Utrecht tot aan Tiendweg.

20.

Tiendweg volgen in westelijke richting tot aan Gorissenweg.

21.

Gorissenweg volgen in zuidelijke richting tot aan N214.

22.

N214 volgen in westelijke richting tot aan Wervenkampweg.

23.

Wervenkampweg volgen in noordelijke richting tot aan Graafstroom.

24.

Graafstroom volgen westelijke richting tot aan N481.

25.

N481 volgen in noordelijke richting tot aan Groot Achterwaterschap.

26.

Groot Achterwaterschap volgen in westelijke richting overgaand in Nieuwe Waterschp de Lek overstekend tot aan Breekade.

27.

Breekade volgen in noordelijke richting tot aan N210.

28.

Cornelis Gerardus Roosweg volgen in oostelijke richting tot aan Kerkweg.

22.12.2022

Die delen van de gemeente Krimpenerwaard die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 4,8 breedte 51,97.

14.12.2022 — 22.12.2022

Gemeente Súdwest-Fryslân, provincie Friesland

NL-HPAI(P)-2022-00088

1.

via Doniaburen naar Scharnebuursterweg

2.

via Scharnebuursterweg naar Buren

3.

via Buren naar Aaltjemeerweg

4.

via Aaltjemeerweg naar Trekweg

5.

via Trekweg naar Horstweg

6.

via Horstweg naar Ysgumerweg

7.

via Ysgumerweg naar Krabbedijk

8.

via Krabbedijk naar Hemdijk

9.

via Hemdijk naar Vitusdyk

10.

via Vitusdyk naar de Kat

11.

via de Kat naar Westerskatting

12.

via Westerskatting naar Stasjonsleane

13.

via Stasjonsleane naar Breksdyk

14.

via Breksdyk naar Hagenadyk

15.

via Hagenadyk naar Rigedyk

16.

via Rigedyk naar Lytshuzen

17.

via Lytshuzen naar de Skatting

18.

via de Skatting naar Tollewei

19.

via Tollewei naar Molefinne

20.

via Molefinne naar de Draei

21.

via de Draei naar Heeger Var

22.

via Heeger Var naar Graft

23.

via Graft naar Vaargeul van de Graft naar het Johan Frisokanaal

24.

via Vaargeul van de Graft naar het Johan Frisokanaal naar Vaargeul aanloop Woudsenderrakken

25.

via Vaargeul aanloop Woudsenderrakken naar Woudsenderrakken

26.

via Woudsenderrakken naar Noorder-Ee

27.

via Noorder-Ee naar de Dyk

28.

via de Dyk naar op “e Romte

29.

via op “e Romte naar Nr

30.

via Nr naar Ee

31.

via Ee naar Slotermeer

32.

via Slotermeer naar Slotergat

33.

via Slotergat naar Oostelijke Stadsgracht

34.

via Oostelijke Stadsgracht naar Rûnwei

35.

via Rûnwei naar Wijckelerweg

36.

via Wijckelerweg naar Jeen Hornstraweg

37.

via Jeen Hornstraweg naar Heerenhoogweg

38.

via Heerenhoogweg naar de Vinkebuorren

39.

via de Vinkebuorren naar Jacobus Boomsmastraat

40.

via Jacobus Boomsmastraat naar Beuckenswijkstraat

41.

via Beuckenswijkstraat naar Lyklamawei

42.

via Lyklamawei naar Hoitebuorren

43.

via Hoitebuorren naar Steek Door

44.

via Steek Door naar landgrens

45.

via landgrens naar Steek Door

46.

via Steek Door naar Vrouwezand

47.

via Vrouwezand naar Vaarwater naar Stavoren

48.

via Vaarwater naar Stavoren naar Vaarwater over het Lacon

49.

via Vaarwater over het Lacon naar Vaarwater langs de Friese kust

50.

via Vaarwater langs de Friese kust naar Steek Door

51.

via Steek Door naar Zeedijk

52.

via Zeedijk naar Doniaburen

23.12.2022

Die delen van de gemeente Súdwest-Fryslân die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 5,47 breedte 52,92.

15.12.2022 —23.12.2022

Lidstaat: Oostenrijk

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

 

STEIERMARK

 

AT-HPAI(NON-P)-2022- 00021

Magistrat Graz die Katastralgemeinden Graz-Stadt-Fälling, Ragnitz, Stifting, Graz Stadt-Weinitzen, Wenisbuch; im Bezirk Graz-Umgebung: in der Gemeinde Kainbach bei Graz die Katastralgemeinden Hönigthal, Kainbach, Schafthal; in der Gemeinde Sankt Radegund bei Graz die Katastralgemeinden St. Radegund, Rinnegg und Schöckl, in der Gemeinde Stattegg die Katastralgemeinde Stattegg, in der Gemeinde Weinitzen die Katastralgemeinden Fälling, Niederschöckl und Weinitzen, in der Gemeinde Eggersdorf bei Graz die Katastralgemeinden Affenberg, Brodersdorf, Edelsbach, Eggersdorf, Höf und Präbach; im Bezirk Weiz in der Gemeinde Ludersdorf-Wilfersdorf die Katastralgemeinden Pircha und Wilfersdorf; in der Gemeinde Mitterdorf an der Raab die Katastralgemeinden Dörfl, Hohenkogl, Mitterdorf, Oberdorf bei Stadl, Obergreith, Pichl, Untergreith; in der Gemeinde Mortantsch die Katastralgemeinden Göttelsberg, Hafning, Haselbach, Leska, Mortantsch, Steinberg; in der Gemeinde Naas die Katastralgemeinde Birchbaum, in der Gemeinde Gutenberg-Stenzengreith die Katrastralgemeinden Garrach, Kleinsemmering, Stenzengreith, Stockheim; in der Gemeinde St. Ruprecht an der Raab die Katastralgemeinden Arndorf, Dietmanndorf, Fünfing bei St. Ruprecht, Grub, Neudorf bei St. Ruprecht, St. Ruprecht an der Raab, Unterfladnitz und Wolfsgruben bei St. Ruprecht; in der Gemeinde Weiz die Katastralgemeinden Farcha, Krottendorf, Preding, Reggerstätten und Weiz

12.12.2022

Bezirk Graz-Umgebung: in der Gemeinde Kumberg die Katastralgemeinden Gschwendt, Hofstätten, Kumberg und Rabnitz und in der Gemeinde Eggersdorf bei Graz die Katastralgemeinden Hart bei Eggersdorf, Haselbach und Purgstall

4.12.2022 —12.12.2022

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

ADIS-referentienummer van de uitbraak

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687

 

IE-HPAI(P)-2022-00001

The area of the parts of County Fermanagh extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of 10 kilometres, centred on gps coordinates N 54,2073 and E -7,2153

16.12.2022

Those parts of County Fermanagh contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on gps coordinates N 54,2073 and E -7,2153

8.12.2022 — 16.12.2022

IE-HPAI(P)-2022-00003

The area of the parts of County Fermanagh extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of 10 kilometres, centred on gps coordinates N 54,2093 and E -7,2219

22.12.2022

Those parts of County Fermanagh contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on gps coordinates N 54,2093 and E -7,2219

14.12.2022 — 22.12.2022

Deel C

In de artikelen 1 en 3 bis bedoelde extra beperkingszones in de betrokken lidstaten*:

Lidstaat: Frankrijk

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid van de in artikel 3 bis bedoelde maatregelen

Les communes suivantes dans le département: Calvados (14)

CERNAY

LA FOLLETIÈRE-ABENON

ORBEC

SAINT-MARTIN-DE-BIENFAITE-LA-CRESSONNIÈRE

LA VESPIÈRE-FRIARDEL

MEULLES*

PREAUX-SAINT-SEBASTIEN*

FAMILLY*

CERQUEUX*

LIVAROT-PAYS-D'AUGE

16.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Charente-Maritime (17)

ANDILLY

CHARRON

ESNANDES

MARANS

MARSILLY

SAINT-JEAN-DE-LIVERSAY

SAINT-OUEN-D’AUNIS

VILLEDOUX

30.11.2022

Les communes suivantes dans le département: Cher (18)

GENOUILLY

GRACAY

NOHANT-EN-GRACAY

SAINT-OUTRILLE

3.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Eure (27)

AMBENAY

LES BAUX-DE-BRETEUIL

BOIS-ANZERAY

BOIS-ARNAULT

BOIS-NORMAND-PRES-LYRE

BROGLIE

CAORCHES-SAINT-NICOLAS

CAPELLE-LES-GRANDS

CHAMPIGNOLLES

LA CHAPELLE-GAUTHIER

FERRIERES-SAINT-HILAIRE

LA FERRIERE-SUR-RISLE

LE FIDELAIRE

GRAND-CAMP

MESNIL-EN-OUCHE (partie est/D49)

NEAUFLES-AUVERGNY

LA NEUVE-LYRE

LE NOYER-EN-OUCHE

RUGLES

SAINT-ANTONIN-DE-SOMMAIRE

SAINT-AUBIN-DU-THENNEY

SAINT-AUBIN-LE-VERTUEUX

SAINT-GERMAIN-LA-CAMPAGNE

SAINT-JEAN-DU-THENNEY

SAINT-MARDS-DE-FRESNE

SAINT-QUENTIN-DES-ISLES

SAINT-VICTOR-DE-CHRETIENVILLE

LA VIEILLE-LYRE

16.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Indre (36)

ANJOUIN

ARGY

BAGNEUX

BRION

CHABRIS

LA CHAMPENOISE

DUN-LE-POELIER

FRANCILLON

FREDILLE

GEHEE

GIROUX

HEUGNES

JEU-MALOCHES

LANGE: Ouest du Nahon

LEVROUX: Sud de la D8

LIZERAY

LUCAY-LE-LIBRE

LUCAY-LE-MALE

MENETOU-SUR-NAHON

MENETREOLS-SOUS-VATAN

MEUNET-SUR-VATAN

MOULINS-SUR-CEPHONS: Sud de la D8

ORVILLE: A l’est de la D25

PAUDY

PELLEVOISIN

REBOURSIN

SAINT-CHRISTOPHE-EN-BAZELLE

SAINT-VALENTIN

SELLES-SUR-NAHON

SEMBLECAY

SOUGE

VALENCAY: Nord-Ouest du Nahon

VAL-FOUZON

VATAN

VEUIL

VICQ-SUR-NAHON: A l’ouest du Nahon

VILLEGONGIS

VINEUIL

9.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Loiret (45)

AUXY

BATILLY-EN-GÂTINAIS

BEAUNE-LA-ROLANDE

BOISCOMMUN

BONNÉE

BORDEAUX-EN-GÂTINAIS

BRAY-SAINT AIGNAN

CHAMBON-LA-FORÊT

CHAPELON

CHÂTEAUNEUF-SUR-LOIRE

COMBREUX

CORBEILLES

CORQUILLEROY

ÉGRY

GAUBERTIN

GERMIGNY-DES-PRÉS

GONDREVILLE

INGRANNES

JURANVILLE

LANGESSE

LE MOULINET-SUR-SOLIN

LES BORDES

LOMBREUIL

LORCY

MIGNÈRES

MIGNERETTE

MONTBARROIS

MONTEREAU

MORMANT-SUR-VERNISSON

MOULON

NANCRAY-SUR-RIMARDE

NIBELLE

OUSSOY-EN-GÂTINAIS

OUZOUER-DES-CHAMPS

OUZOUER-SUR-LOIRE

PANNES

SAINT-BENOÎT-SUR-LOIRE

SAINT-HILAIRE-SUR-PUISEAUX

SAINT-LOUP-DES-VIGNES

SAINT-MARTIN-D'ABBAT

SAINT-MAURICE-SUR-FESSARD

SAINT-MICHEL

SAINT-PÈRE-SUR-LOIRE

SEICHEBRIÈRES

SOLTERRE

VARENNES-CHANGY

VILLEMANDEUR

VILLEVOQUES

VIMORY

VITRY-AUX-LOGES

19.12.2022

AMILLY

AUXY

BATILLY-EN-GÂTINAIS

BEAUNE-LA-ROLANDE

BOISCOMMUN

BOISMORAND

BONNÉE

BORDEAUX-EN-GÂTINAIS

LES BORDES

BRAY-SAINT AIGNAN

CHÂLETTE-SUR-LOING

CHAMBON-LA-FORÊT

CHAPELON

CHÂTEAUNEUF-SUR-LOIRE

LES CHOUX

COMBREUX

CONFLANS-SUR-LOING

CORBEILLES

CORQUILLEROY

CORTRAT

DAMPIERRE-EN-BURLY

ÉGRY

GAUBERTIN

GERMIGNY-DES-PRÉS

GONDREVILLE

INGRANNES

JURANVILLE

LANGESSE

LES BORDES

LORCY

MIGNÈRES

MIGNERETTE

MONTARGIS

MONTBARROIS

MONTCRESSON

MORMANT-SUR-VERNISSON

MOULON

NANCRAY-SUR-RIMARDE

NEVOY

NIBELLE

NOGENT-SUR-VERNISSON

OUZOUER-DES-CHAMPS

OUZOUER-SUR-LOIRE

PANNES

PRESSIGNY-LES-PINS

SAINT-BENOÎT-SUR-LOIRE

SAINT-HILAIRE-SUR-PUISEAUX

SAINT-LOUP-DES-VIGNES

SAINT-MARTIN-D'ABBAT

SAINT-MICHEL

SAINT-PÈRE-SUR-LOIRE

SEICHEBRIÈRES

SOLTERRE

VILLEMANDEUR

VILLEVOQUES

VIMORY

VITRY-AUX-LOGES

19.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Nord (59)

ARMENTIERES

AUBERS

BEAUCAMPS-LIGNY

BERTHEN

BLARINGHEM

BOESCHEPE

BOESEGHEM

BOIS-GRENIER

BORRE

CAESTRE

CAPINGHEM

CASSEL

DEULEMONT

EECKE

ENGLOS

ENNETIERES-EN-WEPPES

ERQUINGHEM-LE-SEC

ESCOBECQUES

FOURNES-EN-WEPPES

FRELINGHIEN

FROMELLES

GODEWAERSVELDE

HALLENNES-LEZ-HAUBOURDIN

HANTAY

HAVERSKERQUE

HAZEBROUCK

HERLIES

HONDEGHEM

HOUPLINES

ILLIES

LA BASSEE

LA CHAPELLE-D'ARMENTIERES

LE MAISNIL

LYNDE

MARQUILLIES

MORBECQUE

OXELAERE

PERENCHIES

PRADELLES

PREMESQUES

QUESNOY-SUR-DEULE

RADINGHEM-EN-WEPPES

SAINGHIN-EN-WEPPES

SAINT-JANS-CAPPEL

SAINT-SYLVESTRE-CAPPEL

SAINTE-MARIE-CAPPEL

SALOME

SANTES

SEQUEDIN

SERCUS

STEENBECQUE

STEENVOORDE

TERDEGHEM

THIENNES

VERLINGHEM

WALLON-CAPPEL

WARNETON

WAVRIN

WICRES

FLETRE

17.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Orne (61)

AUBE

AVERNES-SAINT-GOURGON

BEAUFAI

LE BOSC-RENOULT

BRETHEL

CHAUMONT

CISAI-SAINT-AUBIN

ECORCEI

LA FERTE-EN-OUCHE

LA GONFRIERE

L'AIGLE

NEUVILLE-SUR-TOUQUES

RAI

SAINT-AUBIN-DE-BONNEVAL

SAINT-EVROULT-DE-MONTFORT

SAINT-EVROULT-NOTRE-DAME-DU-BOIS

SAINT-GERMAIN-D'AUNAY

SAINT-HILAIRE-SUR-RISLE

SAINT-MARTIN-D'ECUBLEI

SAINT-NICOLAS-DE-SOMMAIRE

SAINT-PIERRE-DES-LOGES

SAINT-SULPICE-SUR-RISLE

SAINT-SYMPHORIEN-DES-BRUYERES

SAP-EN-AUGE

LE SAP-ANDRE

TOUQUETTES

LA TRINITE-DES-LAITIERS

16.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Pas-de-Calais (62)

ABLAIN-SAINT-NAZAIRE

AGNIERES

AIRE-SUR-LA-LYS

AIX-NOULETTE

ANGRES

ANNEQUIN

ANVIN

AUBIGNY-EN-ARTOIS

AUCHY-LES-MINES

AVERDOINGT

BAILLEUL-AUX-CORNAILLES

BAJUS

BARLIN

BERGUENEUSE

BERLES-MONCHEL

BETHONSART

BILLY-BERCLAU

BLESSY

BOMY

BOURS

BOVIGNY-BOYEFFLES

BOYAVAL

BRIAS

BULLY-LES-MINES

CAMBLAIN-L’ABBE

CAMBLIGNEUL

CAMBRIN

CARENCY

CAUCOURT

CHELERS

CONTEVILLE-EN-TERNOIS

CUINCHY

DOUVRINS

EPS

ERNY-SAINT-JULIEN

ESTREE-BLANCHE

ESTREE-CAUCHY

FEBVIN-PALFART

FESTUBERT

FIEFS

FLECHIN

FONTAINE-LES-BOULANS

FONTAINE-LES-HERMANS

FRESNICOURT-LE-DOLMEN

FREVILLERS

GAUCHIN-LEGAL

GAUCHIN-VERLOINGT

GIVENCHY-LES-LA-BASSEE

GOUY-SERVINS

GRENAY

HAISNES

HERNICOURT

HERSIN-COUPIGNY

HESTRUS

HEUCHIN

HUCLIER

HULLUCH

LA COMTE

LA THEULOYE

LABOURSE

LAIRES

LAMBRES

LIETTRES

LIEVIN

LIGNY-LES-AIRE

LIGNY-SAINT-FLOCHEL

LINGHEM

LISBOURG

LOOS-EN-GOHELLE

MAGNICOURT-EN-COMTE

MAMETZ

MARQUAY

MAZINGARBE

MINGOVAL

MONCHY-BRETON

MONCHY-CAYEUX

NEDON

NEDONCHEL

NOEUX-LES-MINES

NOYELLES-LES-VERMELLES

OSTREVILLE

PREDEFIN

QUERNES

RELY

ROELLECOURT

ROMBLY

ROQUETOIRE

SACHIN

SAILLY-LABOURSE

SAINS-EN-GOHELLE

SAINS-LES-PERNES

SAINT-AUGUSTIN

SAINT-MICHEL-SUR-TERNOISE

SAINT-POL-SUR-TERNOISE

SAVY-BERLETTE

SERVINS

TANGRY

TINCQUES

TROISVAUX

VALHUON

VERMELLES

VILLERS-AU-BOIS

VILLERS-BRULIN

VILLERS-CHATEL

VIOLAINES

WESTREHEM

WITTERNESSE

WITTES

19.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Seine-et-Marne (77)

ANDREZEL

ARGENTIERES

AUBEPIERRE-OZOUER-LE-REPOS

AVON

BEAUVOIR

BERNAY-VILBERT

BLANDY

BOIS-LE-ROI

BOMBON

BREAU

CANNES-ECLUSE

CESSOY-EN-MONTOIS

CHAMPAGNE-SUR-SEINE

CHAMPDEUIL

CHAMPEAUX

LA CHAPELLE-GAUTHIER

LA CHAPELLE-IGER

LA CHAPELLE-RABLAIS

LA CHAPELLE-SAINT-SULPICE

CHARTRETTES

CHATEAUBLEAU

LE CHATELET-EN-BRIE

CHATENAY-SUR-SEINE

CHATILLON-LA-BORDE

CHATRES

CHAUMES-EN-BRIE

CHENOISE

CLOS-FONTAINE

COURCELLES-EN-BASSEE

COURPALAY

COURQUETAINE

COURTOMER

COUTENCON

CRISENOY

LA CROIX-EN-BRIE

CUCHARMOY

DONNEMARIE-DONTILLY

ECHOUBOULAINS

LES ECRENNES

EGLIGNY

ESMANS

QUIERS

FERICY

FONTAINEBLEAU

FONTAINE-LE-PORT

FONTAINS

FONTENAILLES

FONTENAY-TRESIGNY

FORGES

FOUJU

GASTINS

LA GRANDE-PAROISSE

GRANDPUITS-BAILLY-CARROIS

GUIGNES

GURCY-LE-CHATEL

HERICY

JOUY-LE-CHATEL

LAVAL-EN-BRIE

LIMOGES-FOURCHES

LISSY

LIVERDY-EN-BRIE

LIVRY-SUR-SEINE

LIZINES

LUISETAINES

LUMIGNY-NESLES-ORMEAUX

MACHAULT

MAINCY

MAISON-ROUGE

MARLES-EN-BRIE

MAROLLES-SUR-SEINE

MEIGNEUX

MELUN

MOISENAY

MONS-EN-MONTOIS

MONTEREAU-FAULT-YONNE

MONTEREAU-SUR-LE-JARD

MONTIGNY-LENCOUP

MORET-LOING-ET-ORVANNE

MORMANT

NANGIS

OZOUER-LE-VOULGIS

PAMFOU

PECY

LE PLESSIS-FEU-AUSSOUX

THENISY

RAMPILLON

LA ROCHETTE

ROZAY-EN-BRIE

RUBELLES

SAINT-GERMAIN-LAVAL

SAINT-GERMAIN-LAXIS

SAINT-JUST-EN-BRIE

SAINT-LOUP-DE-NAUD

SAINT-MAMMES

SAINT-MERY

SAINT-OUEN-EN-BRIE

SALINS

SAMOIS-SUR-SEINE

SAMOREAU

SAVINS

SIGY

SIVRY-COURTRY

SOGNOLLES-EN-MONTOIS

SOIGNOLLES-EN-BRIE

THOMERY

LA TOMBE

TOUQUIN

VALENCE-EN-BRIE

VANVILLE

VARENNES-SUR-SEINE

VAUDOY-EN-BRIE

VAUX-LE-PENIL

VERNEUIL-L'ETANG

VERNOU-LA-CELLE-SUR-SEINE

VIEUX-CHAMPAGNE

VILLENEUVE-LES-BORDES

VIMPELLES

VOINSLES

VOISENON

VULAINES-LES-PROVINS

VULAINES-SUR-SEINE

YEBLES

SOLERS

1.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Somme (80)

AILLY-SUR-NOYE

AILLY-SUR-SOMME

ALLONVILLE

ARGOEUVES

AUBERCOURT

AUBIGNY

AUBVILLERS

BEAUCOURT-EN-SANTERRE

BEAUCOURT-SUR-L'HALLUE

BEHENCOURT

BERTANGLES

BERTEAUCOURT-LES-THENNES

BONNAY

BOSQUEL

BOUGAINVILLE

BOVELLES

BRACHES

BREILLY

BRIQUEMESNIL-FLOXICOURT

BUSSY-LES-DAOURS

CACHY

CARDONNETTE

CAVILLON

CHAUSSOY-EPAGNY

CHIRMONT

CLAIRY-SAULCHOIX

COISY

CONTRE

CONTY

CORBIE

CREUSE

DAOURS

DEMUIN

DOMART-SUR-LA-LUCE

DREUIL-LES-AMIENS

ESCLAINVILLERS

ESSERTAUX

FERRIERES

FLERS-SUR-NOYE

FLESSELLES

FLEURY

FLUY

FOLLEVILLE

FOUILLOY

FOURDRINOY

FRANSURES

FRANVILLERS

FRECHENCOURT

FREMONTIERS

FRESNOY-AU-VAL

GENTELLES (à l’est des rues Faidherbe, Leopold Jouancoux et de la voie communale n°204 de Gentelles à Daours)

GRIVESNES

GUIGNEMICOURT

HAILLES

HALLIVILLERS

HAMELET

HANGARD

IGNAUCOURT

LA CHAUSSEE-TIRANCOURT

LA FALOISE

LA NEUVILLE-SIRE-BERNARD

LAHOUSSOYE

LAWARDE-MAUGER-L'HORTOY

LE HAMEL

LE PLESSIER-ROZAINVILLERS

LOEUILLY

LOUVRECHY

MAILLY-RAINEVAL

MARCELCAVE

MEZIERES-EN-SANTERRE

MIRVAUX

MOLLIENS-AU-BOIS

MONSURES

MONTIGNY-SUR-L'HALLUE

MONTONVILLERS

MOREUIL

MORISEL

NAMPS-MAISNIL

NEUVILLE-LES-LOEUILLY

OISSY

PICQUIGNY

PIERREGOT

PISSY

PONT-NOYELLES

POULAINVILLE

QUERRIEU

QUEVAUVILLERS

QUIRY-LE-SEC

RAINNEVILLE

REVELLES

ROGY

ROUVREL

SAINT-GRATIEN

SAINT-SAUVEUR

SAINT-VAAST-EN-CHAUSSEE

SAISSEVAL

SAUVILLERS-MONGIVAL

SEUX

SOURDON

THENNES

THORY

TILLOY-LES-CONTY

VAIRE-SOUS-CORBIE

VAUX-EN-AMIENOIS

VAUX-SUR-SOMME

VECQUEMONT

VELENNES

VILLERS-AUX-ERABLES

VILLERS-BOCAGE

VILLERS-BRETONNEUX

21.12.2022

Les communes suivantes dans le département: Tarn (81)

ALOS

ALMAYRAC

AMARENS

AMBIALET

ANDILLAC

ANDOUQUE

BELLEGARDE-MARSAL

BLAYE-LES-MINES

BRIATEXTE

BROUSSE

BROZE

BUSQUE

LES CABANNES

CAHUZAC-SUR-VERE

CARMAUX

CASTELNAU-DE-MONTMIRAL

COMBEFA

CORDES-SUR-CIEL

CRESPIN

CRESPINET

DONNAZAC

FAUCH

FRAUSSEILLES

GAILLAC

GRAULHET

LABASTIDE-GABAUSSE

LABESSIERE-CANDEIL

LABOUTARIE

LAUTREC

LISLE-SUR-TARN

LIVERS-CAZELLES

LOUBERS

MILHAVET

MONESTIES

MONTANS

MONTDRAGON

MONTELS

MOULARES

MOUZIEYS-TEULET

NOAILLES

PAMPELONNE

PARISOT

PAULINET

PEYROLE

PUYBEGON

REALMONT

ROSIERES

TERRE-DE-BANCALIE

SAINT-BENOIT-DE-CARMAUX

SAINT-CIRGUE

SAINTE-GEMME

SAINT-GENEST-DE-CONTEST

SAINT-GREGOIRE

SAINT-JEAN-DE-MARCEL

SAINT-JULIEN-DU-PUY

SAINT-JULIEN-GAULENE

SAINT-MARCEL-CAMPES

SALLES

SAUSSENAC

LE SEGUR

SERENAC

SOUEL

TECOU

TEILLET

TREVIEN

VALDERIES

VALENCE-D'ALBIGEOIS

VENES

LE VERDIER

VIEUX

VILLEFRANCHE-D'ALBIGEOIS

VIRAC

20.12.2022

Lidstaat: Italië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid van de in artikel 3 bis bedoelde maatregelen

Region: Lombardia

Municipality of Acquafredda (Brescia)

Municipality of Alfianello (Brescia)

Municipality of Bassano Bresciano (Brescia)

Municipality of Borgo San Giacomo (Brescia)

Municipality of Calvisano (Brescia)

Municipality of Carpenedolo (Brescia)

Municipality of Cigole (Brescia)

Municipality of Desenzano del Garda (Brescia) South of A4

Municipality of Fiesse (Brescia)

Municipality of Gambara (Brescia)

Municipality of Ghedi (Brescia)

Municipality of Gottolengo (Brescia)

Municipality of Isorella (Brescia)

Municipality of Leno (Brescia) East of A21

Municipality of Lonato del Garda (Brescia) South of A4

Municipality of Manerbio (Brescia)

Municipality of Milzano (Brescia)

Municipality of Montichiari (Brescia)

Municipality of Offlaga (Brescia)

Municipality of Orzinuovi (Brescia)

Municipality of Pavone del Mella (Brescia)

Municipality of Pontevico (Brescia)

Municipality of Pozzolengo (Brescia) South of A4

Municipality of Pralboino (Brescia)

Municipality of Quinzano d'Oglio (Brescia)

Municipality of Remedello (Brescia)

Municipality of San Gervasio Bresciano (Brescia)

Municipality of San Paolo (Brescia)

Municipality of Seniga (Brescia)

Municipality of Verolanuova (Brescia)

Municipality of Verolavecchia (Brescia)

Municipality of Villachiara (Brescia)

Municipality of Visano (Brescia)

Municipality of Annicco (Cremona)

Municipality of Azzanello (Cremona)

Municipality of Bordolano (Cremona)

Municipality of Casalbuttano ed Uniti (Cremona)

Municipality of Casalmorano (Cremona)

Municipality of Castelverde (Cremona)

Municipality of Castelvisconti (Cremona)

Municipality of Corte de' Cortesi con Cignone (Cremona)

Municipality of Corte de' Frati (Cremona)

Municipality of Genivolta (Cremona)

Municipality of Olmeneta (Cremona)

Municipality of Paderno Ponchielli (Cremona)

Municipality of Pozzaglio ed Uniti (Cremona)

Municipality of Robecco d'Oglio (Cremona)

Municipality of Soresina (Cremona)

Municipality of Acquanegra sul Chiese (Mantova)

Municipality of Asola (Mantova)

Municipality of Canneto sull'Oglio (Mantova)

Municipality of Casalmoro (Mantova)

Municipality of Casaloldo (Mantova)

Municipality of Casalromano (Mantova)

Municipality of Castel Goffredo (Mantova)

Municipality of Castelbelforte (Mantova)

Municipality of Castellucchio (Mantova) North of SP64 ex SS10

Municipality of Castiglione delle Stiviere (Mantova)

Municipality of Cavriana (Mantova)

Municipality of Ceresara (Mantova)

Municipality of Curtatone (Mantova) North of SP64 ex SS10

Municipality of Gazoldo degli Ippoliti (Mantova)

Municipality of Goito (Mantova)

Municipality of Guidizzolo (Mantova)

Municipality of Mantova (Mantova) North of SP64 ex SS10

Municipality of Marcaria (Mantova) North of SP64 ex SS10

Municipality of Mariana Mantovana (Mantova)

Municipality of Marmirolo (Mantova)

Municipality of Medole (Mantova)

Municipality of Monzambano (Mantova)

Municipality of Piubega (Mantova)

Municipality of Ponti sul Mincio (Mantova)

Municipality of Porto Mantovano (Mantova)

Municipality of Redondesco (Mantova)

Municipality of Rodigo (Mantova)

Municipality of Roverbella (Mantova)

Municipality of San Giorgio Bigarello (Mantova) North of SP64 ex SS10

Municipality of Solferino (Mantova)

Municipality of Volta Mantovana (Mantova)

31.1.2023

Region: Veneto

Municipality of Arquà Petrarca (Padova)

Municipality of Baone (Padova)

Municipality of Barbona (Padova)

Municipality of Borgo Veneto (Padova)

Municipality of Carceri (Padova)

Municipality of Casale di Scodosia (Padova)

Municipality of Castelbaldo (Padova)

Municipality of Cervarese Santa Croce (Padova)

Municipality of Cinto Euganeo (Padova)

Municipality of Este (Padova)

Municipality of Galzignano Terme (Padova)

Municipality of Granze (Padova)

Municipality of Lozzo Atestino (Padova)

Municipality of Masi (Padova)

Municipality of Megliadino San Vitale (Padova)

Municipality of Merlara (Padova)

Municipality of Mestrino (Padova) South of A4

Municipality of Monselice (Padova) West of A13

Municipality of Montagnana (Padova)

Municipality of Ospedaletto Euganeo (Padova)

Municipality of Piacenza d'Adige (Padova)

Municipality of Ponso (Padova)

Municipality of Pozzonovo (Padova) West of A13

Municipality of Rovolon (Padova)

Municipality of Rubano (Padova) South of A4

Municipality of Saccolongo (Padova)

Municipality of Sant'Elena (Padova)

Municipality of Sant'Urbano (Padova)

Municipality of Solesino (Padova) West of A13

Municipality of Stanghella (Padova) West of A13

Municipality of Teolo (Padova)

Municipality of Torreglia (Padova)

Municipality of Urbana (Padova)

Municipality of Veggiano (Padova)

Municipality of Vescovana (Padova) West of A13

Municipality of Vighizzolo d'Este (Padova)

Municipality of Villa Estense (Padova)

Municipality of Villafranca Padovana (Padova) South of A4

Municipality of Vo' (Padova)

Municipality of Albaredo d'Adige (Verona)

Municipality of Angiari (Verona)

Municipality of Arcole (Verona)

Municipality of Belfiore (Verona)

Municipality of Bevilacqua (Verona)

Municipality of Bonavigo (Verona)

Municipality of Boschi Sant'Anna (Verona)

Municipality of Bovolone (Verona)

Municipality of Buttapietra (Verona)

Municipality of Caldiero (Verona) South of A4

Municipality of Casaleone (Verona)

Municipality of Castagnaro (Verona)

Municipality of Castel d'Azzano (Verona)

Municipality of Castelnuovo del Garda (Verona) South of A4

Municipality of Cerea (Verona)

Municipality of Cologna Veneta (Verona)

Municipality of Colognola ai Colli (Verona) South of A4

Municipality of Concamarise (Verona)

Municipality of Erbè (Verona)

Municipality of Gazzo Veronese (Verona)

Municipality of Isola della Scala (Verona)

Municipality of Isola Rizza (Verona)

Municipality of Lavagno (Verona) South of A4

Municipality of Legnago (Verona)

Municipality of Minerbe (Verona)

Municipality of Monteforte d'Alpone (Verona) South of A4

Municipality of Mozzecane (Verona)

Municipality of Nogara (Verona)

Municipality of Nogarole Rocca (Verona)

Municipality of Oppeano (Verona)

Municipality of Palù (Verona)

Municipality of Peschiera del Garda (Verona) South of A4

Municipality of Povegliano Veronese (Verona)

Municipality of Pressana (Verona)

Municipality of Ronco all'Adige (Verona)

Municipality of Roverchiara (Verona)

Municipality of Roveredo di Guá (Verona)

Municipality of Salizzole (Verona)

Municipality of San Bonifacio (Verona) South of A4

Municipality of San Giovanni Lupatoto (Verona) South of A4

Municipality of San Martino Buon Albergo (Verona) South of A4

Municipality of San Pietro di Morubio (Verona)

Municipality of Sanguinetto (Verona)

Municipality of Soave (Verona) South of A4

Municipality of Sommacampagna (Verona) South of A4

Municipality of Sona (Verona) South of A4

Municipality of Sorgá (Verona)

Municipality of Terrazzo (Verona)

Municipality of Trevenzuolo (Verona)

Municipality of Valeggio sul Mincio (Verona)

Municipality of Verona (Verona) South of A4

Municipality of Veronella (Verona)

Municipality of Vigasio (Verona)

Municipality of Villa Bartolomea (Verona)

Municipality of Villafranca di Verona (Verona)

Municipality of Zevio (Verona)

Municipality of Zimella (Verona)

Municipality of Agugliaro (Vicenza)

Municipality of Albettone (Vicenza)

Municipality of Alonte (Vicenza)

Municipality of Altavilla Vicentina (Vicenza) South of A4

Municipality of Arcugnano (Vicenza) South of A4

Municipality of Asigliano Veneto (Vicenza)

Municipality of Barbarano Mossano (Vicenza)

Municipality of Brendola (Vicenza) East of A4

Municipality of Campiglia dei Berici (Vicenza)

Municipality of Castegnero (Vicenza)

Municipality of Gambellara (Vicenza) South of A4

Municipality of Grisignano di Zocco (Vicenza) South of A4

Municipality of Grumolo delle Abbadesse (Vicenza) South of A4

Municipality of Longare (Vicenza)

Municipality of Lonigo (Vicenza)

Municipality of Montebello Vicentino (Vicenza) East of A4

Municipality of Montecchio Maggiore (Vicenza) East of A4

Municipality of Montegalda (Vicenza)

Municipality of Montegaldella (Vicenza)

Municipality of Nanto (Vicenza)

Municipality of Noventa Vicentina (Vicenza)

Municipality of Orgiano (Vicenza)

Municipality of Pojana Maggiore (Vicenza)

Municipality of Sarego (Vicenza)

Municipality of Sossano (Vicenza)

Municipality of Torri di Quartesolo (Vicenza) South of A4

Municipality of Val Liona (Vicenza)

Municipality of Vicenza (Vicenza) South of A4

Municipality of Villaga (Vicenza)

Municipality of Zovencedo (Vicenza)

31.1.2023

*

Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.

12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/96


BESLUIT (EU) 2022/2421 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2022

betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Griekenland ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8733)

(Slechts de tekst in de Griekse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (1), en met name artikel 11, lid 3, punt c),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (2), en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

ALGEMENE OVERWEGINGEN

(1)

Krachtens artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 moeten de lidstaten, op nationaal niveau of op het niveau van functionele luchtruimblokken (FAB’s), prestatieplannen opstellen die bindende prestatiedoelstellingen moeten bevatten voor elke referentieperiode van de prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties. Die prestatiedoelstellingen moeten verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen die door de Commissie zijn vastgesteld voor de betreffende referentieperiode.

(2)

De Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (RP3) werden aanvankelijk vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie (3). Aangezien die Uniewijde prestatiedoelstellingen en de ontwerpprestatieplannen voor RP3 die in oktober 2019 door de lidstaten werden ingediend, waren opgesteld vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie in maart 2020, werd daarin geen rekening gehouden met de aanzienlijke terugval van het luchtverkeer ten gevolge van de maatregelen die de lidstaten en derde landen hebben genomen om de pandemie in te dammen.

(3)

Als reactie op de impact van de COVID-19-pandemie op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten zijn in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie (4) uitzonderlijke maatregelen voor RP3 vastgesteld, die afwijken van de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De Commissie heeft op 2 juni 2021 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 (5) vastgesteld, met herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3. Op basis daarvan hebben de lidstaten in oktober 2021 ontwerpprestatieplannen bij de Commissie ingediend met herziene lokale prestatiedoelstellingen voor RP3.

(4)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie (6) was gericht tot België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden. In dat besluit heeft de Commissie vastgesteld dat de in het ontwerpprestatieplan voor RP3 van de Helleense Republiek (“Griekenland”) opgenomen prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie en capaciteit niet verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen, en heeft zij aanbevelingen gedaan voor de herziening van die doelstellingen.

(5)

In antwoord op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die op 24 februari 2022 begon, heeft de Unie beperkende maatregelen vastgesteld waarbij Russische luchtvaartmaatschappijen, alle in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen en alle niet in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen die eigendom zijn van, worden gecharterd door of anderszins onder zeggenschap staan van Russische natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of organen het verbod krijgen opgelegd om in de Unie te landen of op te stijgen of de Unie te overvliegen. Deze beperkende maatregelen en de door Rusland genomen tegenmaatregelen hebben geleid tot veranderingen in het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Sommige lidstaten zijn zwaar getroffen door een aanzienlijke daling van het aantal overvliegende luchtvaartuigen in het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt. Op het niveau van de Unie is de waargenomen impact op het aantal vluchten echter beperkt gebleven, wat in contrast staat met de sterke afname van het luchtverkeer in heel Europa als gevolg van de uitbraak van de COVID-19-pandemie.

(6)

Griekenland heeft op 13 juli 2022 een herzien ontwerpprestatieplan voor RP3 (het “herziene ontwerpprestatieplan”) ingediend.

(7)

Het prestatiebeoordelingsorgaan, dat de Commissie bijstaat bij de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 549/2004, heeft een verslag met zijn beoordeling over het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland bij de Commissie ingediend.

(8)

Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie de verenigbaarheid van de in het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland opgenomen lokale prestatiedoelstellingen beoordeeld op basis van de criteria die zijn vastgesteld in punt 1 van bijlage IV bij die verordening, en rekening houdende met lokale omstandigheden. De Commissie heeft de beoordeling voor elk prestatiekerngebied en de bijbehorende prestatiedoelstellingen aangevuld door de ontwerpprestatieplannen te toetsen aan de elementen van punt 2 van bijlage IV bij die Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(9)

In de in juni 2022 gepubliceerde basisverkeersprognose van de Statistics and Forecast Service (Statfor) van Eurocontrol is rekening gehouden met de wijziging van de omstandigheden met betrekking tot het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Op basis van die prognose merkt de Commissie op dat Griekenland naar verwachting niet zal worden geconfronteerd met negatieve veranderingen in het verkeer tijdens RP3 als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne.

BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid

(10)

Wat het prestatiekerngebied veiligheid betreft, heeft de Commissie de verenigbaarheid beoordeeld van de door Griekenland ingediende doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer van verleners van luchtvaartnavigatiediensten (Air Navigation Service Providers, ANSP’s), overeenkomstig punt 1.1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(11)

De door Griekenland voorgestelde lokale veiligheidsprestatiedoelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, opgesplitst per doelstelling van het veiligheidsbeheer en uitgedrukt als een niveau van uitvoering:

Griekenland

Doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als een niveau van uitvoering, variërend van niveaus A tot en met D van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

Doelstellingen voor de hele Unie (2024)

HASP

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

C

D

D

Veiligheidsborging

C

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

C

(12)

De door Griekenland voorgestelde veiligheidsprestatiedoelstellingen voor de verlener van luchtvaartnavigatiediensten, namelijk Hellenic Aviation Service Provider (“HASP”), zijn in overeenstemming met de EU-wijde prestatiedoelstelling.

(13)

De Commissie merkt op dat het door Griekenland ingediende herziene ontwerpprestatieplan maatregelen bevat voor HASP om de lokale veiligheidsdoelstellingen te verwezenlijken, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de opleiding van personeel, het melden en onderzoeken van voorvallen, het uitvoeren van audits van het veiligheidsbeheersysteem, veiligheidsonderzoeken en veranderingsbeheer.

(14)

Gezien de overwegingen 11, 12 en 13 en het feit dat de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 vastgestelde Uniewijde veiligheidsprestatiedoelstellingen in het laatste jaar van RP3 (2024) moeten zijn verwezenlijkt, moeten de in het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland opgenomen doelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu

(15)

Wat het prestatiekerngebied milieu betreft, is de verenigbaarheid van de door Griekenland ingediende doelstellingen inzake de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject beoordeeld overeenkomstig het criterium van punt 1.2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden voor horizontale en-routevluchtefficiëntie die zijn uiteengezet in het plan voor de verbetering van het Europese routenetwerk (ERNIP) en die beschikbaar waren op 2 juni 2021, de datum waarop de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld.

(16)

Met betrekking tot het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied milieu, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Het is ook niet mogelijk om in de herziene ontwerpprestatieplannen met terugwerkende kracht wijzigingen aan te brengen in de lokale milieuprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 die de lidstaten hebben vastgesteld in hun in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale milieuprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(17)

De door Griekenland voorgestelde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied milieu en de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor RP3 in het ERNIP, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject:

Griekenland

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,92  %

1,92  %

1,92  %

Referentiewaarden

1,92  %

1,92  %

1,92  %

(18)

De Commissie merkt op dat de door Griekenland voorgestelde milieudoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(19)

De Commissie merkt op dat Griekenland in zijn herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale milieudoelstellingen die voornamelijk voldoen aan de reeds bestaande wettelijke vereisten uit hoofde van het Unierecht en een prestatiegericht navigatieplan, verbeteringen van de routes voor luchtverkeersdiensten en de uitvoering van 24-uurs vrije luchtcorridors omvatten.

(20)

In het licht van hetgeen is vermeld in de overwegingen 17, 18 en 19, moeten de in het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland opgenomen doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu dan ook als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen worden beschouwd.

Beoordeling van de herziene prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit

(21)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie geconcludeerd dat de voorgestelde en-routecapaciteitsdoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Griekenland met betrekking tot de gemiddelde en-route-ATFM-vertraging per vlucht onverenigbaar waren met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Griekenland heeft herziene en-routecapaciteitsdoelstellingen voorgesteld als onderdeel van zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(22)

Met betrekking tot het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied capaciteit, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Het is ook niet mogelijk om in de herziene ontwerpprestatieplannen met terugwerkende kracht wijzigingen aan te brengen in de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 die de lidstaten hebben vastgesteld in hun in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(23)

De volgende tabel bevat de initiële ontwerpprestatiedoelstellingen voor RP3 voor en-routecapaciteit voor de heffingszone van Griekenland, zoals opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, de herziene prestatiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan en de overeenkomstige referentiewaarden van het operationeel netwerkplan die beschikbaar zijn op 2 juni 2021, de datum waarop de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld.

Griekenland

2022

2023

2024

Initiële en-route-capaciteitsdoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,26

0,20

0,20

Herziene en-route-capaciteitsdoelstellingen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,14

0,15

0,15

Referentiewaarden

0,14

0,15

0,15

(24)

De samenhang van de door Griekenland ingediende herziene en-routecapaciteitsdoelstellingen is beoordeeld overeenkomstig punt 1.3 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, door die doelstellingen te vergelijken met de relevante referentiewaarden die zijn vastgesteld in het operationeel netwerkplan dat op 2 juni 2021 beschikbaar was. De Commissie merkt op dat de door Griekenland voorgestelde capaciteitsdoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(25)

De Commissie merkt op dat Griekenland in zijn herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft voorgesteld om de lokale en-routecapaciteitsdoelstellingen te bereiken. Deze maatregelen omvatten een toename van het aantal voltijdse luchtverkeersleiders tegen het einde van RP3, de ingebruikname van een nieuw ATM-systeem en de tenuitvoerlegging van 24-uurs vrije luchtcorridors.

(26)

De Commissie is van oordeel dat Griekenland naar behoren gevolg heeft gegeven aan de aanbevelingen in artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 met betrekking tot de herziening van zijn capaciteitsprestatiedoelstellingen.

(27)

In het licht van hetgeen is vermeld in de overwegingen 23 tot en met 26 moeten de in het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland opgenomen doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit dan ook als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen worden beschouwd.

Beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(28)

Wat betreft luchthavens die binnen de werkingssfeer van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van doelstellingen voor en-routecapaciteit aangevuld met de beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(29)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie haar bezorgdheid geuit over de doelstellingen inzake terminalcapaciteit die Griekenland in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan heeft voorgesteld, en was zij van mening dat Griekenland die doelstellingen verder moet rechtvaardigen of neerwaarts moet herzien.

(30)

De Commissie heeft vastgesteld dat de terminalcapaciteitsdoelstellingen van Griekenland ongewijzigd blijven in het herziene ontwerpprestatieplan. De Commissie merkt echter op dat Griekenland die prestatiedoelstellingen naar behoren heeft gemotiveerd en onderbouwd, onder meer door aanvullende informatie te verstrekken over capaciteitsverhogende maatregelen om de ATFM-vertraging bij aankomst tijdens RP3 te verbeteren. Voorts meldt Griekenland dat het een nauwe samenwerking met de Netwerkbeheerder is aangegaan om de ATFM-prestaties bij aankomst op verschillende luchthavens, waaronder die van Athene, te verbeteren. Gezien de door Griekenland verstrekte motiveringen heeft de Commissie geen verdere opmerkingen over de terminalcapaciteitsdoelstellingen in haar herziene ontwerpprestatieplan.

Beoordeling van de herziene prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie

(31)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie geconcludeerd dat de voorgestelde en-routekostenefficiëntiedoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Griekenland onverenigbaar waren met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Griekenland heeft herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen voorgesteld als onderdeel van zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(32)

De volgende tabel bevat de initiële prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie voor RP3 voor de heffingszone van Griekenland, zoals opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, en de overeenkomstige herziene prestatiedoelstellingen in het herziene prestatieplan dat in 2022 is ingediend.

En-routeheffingszone van Griekenland

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

31,37  EUR

23,20  EUR

40,71  EUR

32,60  EUR

33,12  EUR

32,93  EUR

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

31,37  EUR

23,20  EUR

40,71  EUR

27,86  EUR

26,96  EUR

27,98  EUR

(33)

De Commissie merkt op dat Griekenland zijn lokale kostenefficiëntiedoelstellingen voor de jaren 2022, 2023 en 2024 heeft herzien. Die doelstellingen resulteren, in vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, in een totale bepaalde eenheidskost (DUC) die 16,1 % lager is over 2022, 2023 en 2024 en 11,6 % lager over RP3 als geheel. Deze verlagingen van de bepaalde eenheidskosten vloeien voort uit zowel de geactualiseerde verkeersaannames die in het herziene ontwerpprestatieplan voor de jaren 2022, 2023 en 2024 zijn gebruikt als uit de neerwaartse bijstelling van de bepaalde kosten voor die jaren, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017.

(34)

De Commissie merkt op dat de verkeersprognose die in het herziene ontwerpprestatieplan is gebruikt, gebaseerd is op de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van juni 2022. De wijzigingen in de verkeersprognose voor de jaren 2022, 2023 en 2024 zijn weergegeven in de volgende tabel:

En-routeheffingszone van Griekenland

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

5 445

5 888

6 140

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

5 861

6 584

6 781

Verschil

+7,6  %

+11,8  %

+10,4  %

(35)

De herziene bepaalde kosten voor de jaren 2022, 2023 en 2024, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017, zijn weergegeven in de volgende tabel:

En-routeheffingszone van Griekenland

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

178  M EUR

195  M EUR

202  M EUR

Herziene bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

163  M EUR

178  M EUR

190  M EUR

Verschil

–8,0  %

–9,0  %

–6,1  %

(36)

Het herziene ontwerpprestatieplan bevat een geactualiseerde inflatieprognose voor Griekenland voor de jaren 2022, 2023 en 2024, zoals uiteengezet in de volgende tabel:

En-routeheffingszone van Griekenland

2022

2023

2024

Initiële inflatie-index, met voorspelde jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

102,3

(0,8  %)

103,3

(1,0  %)

104,9

(1,6  %)

Herziene inflatie-index, met jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het herziene ontwerpprestatieplan)

106,5

(4,5  %)

107,9

(1,3  %)

109,7

(1,6  %)

(37)

Hoewel de geactualiseerde inflatieprognose hoger is, merkt de Commissie op dat Griekenland de nominale bepaalde kosten voor de jaren 2022, 2023 en 2024 als volgt neerwaarts heeft herzien:

En-routeheffingszone van Griekenland

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

181  M EUR

200  M EUR

210  M EUR

Herziene bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

172  M EUR

189  M EUR

204  M EUR

Verschil

–4,8  %

–5,5  %

–2,6  %

(38)

De Commissie heeft de verenigbaarheid van de door Griekenland voorgestelde herziene kostenefficiëntiedoelstellingen beoordeeld overeenkomstig punt 1.4, a), b) en c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(39)

Wat betreft punt 1.4, a), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk +4,8 % in de loop van RP3, slechter is dan de Uniewijde tendens van +1,0 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit echter een verbetering betekent ten opzichte van de tendens van de bepaalde eenheidskosten van +9,1 %, die berekend is op basis van het in 2021 door Griekenland ingediende ontwerpprestatieplan.

(40)

Met betrekking tot punt 1.4, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de langetermijntendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten in de tweede referentieperiode (RP2) en RP3, namelijk –1,3 %, overeenkomt met de Uniewijde langetermijntendens van –1,3 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit een verbetering betekent ten opzichte van de tendens van de bepaalde eenheidskosten van +0,5 %, die berekend is op basis van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(41)

Met betrekking tot punt 1.4, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de basiswaarde van 23,20 EUR voor de tendens van de bepaalde eenheidskosten van Griekenland 18,9 % lager ligt dan de gemiddelde basiswaarde van 28,59 EUR van de vergelijkingsgroep, in EUR2017.

(42)

Zoals vermeld in overweging 40, is het duidelijk dat de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen van Griekenland leiden tot een langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten in de loop van RP2 en RP3 die aan de overeenkomstige Uniewijde tendens voldoet. Bovendien is de Griekse basiswaarde van 2019 aanzienlijk lager dan het overeenkomstige gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Tot slot merkt de Commissie op dat Griekenland de bepaalde kosten voor RP3 zowel in reële als in nominale termen heeft verlaagd, terwijl het van plan is extra verkeer te bedienen op basis van de geactualiseerde verkeersprognose voor RP3. Daarom is de Commissie van oordeel dat, wat Griekenland betreft, de afwijking van de Uniewijde tendens van de bepaalde eenheidskosten in RP3 niet uitsluit dat de prestatiedoelstellingen inzake kostenefficiëntie verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen inzake kostenefficiëntie.

(43)

De Commissie merkt derhalve op dat Griekenland de aanbevelingen in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 naar behoren heeft opgevolgd.

(44)

In het licht van hetgeen is vermeld in de overwegingen 32 tot en met 43 moeten de in het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland opgenomen doelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie dan ook als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen worden beschouwd.

Beoordeling van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(45)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die verordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van de doelstellingen voor en-routekostenefficiëntie aangevuld met de beoordeling van de kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(46)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie haar bezorgdheid geuit over de doelstellingen inzake terminalkostenefficiëntie die Griekenland in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan heeft voorgesteld, en was zij van mening dat Griekenland die doelstellingen verder moet rechtvaardigen of neerwaarts moet herzien. De Commissie merkt op dat Griekenland die doelstellingen voor de jaren 2022 en 2023 naar beneden en voor 2024 naar boven heeft bijgesteld, zonder dat dit naar behoren is gemotiveerd.

(47)

De Commissie merkt op dat de tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten in Griekenland, namelijk +7,7 % in de loop van RP3, hoger blijft dan de werkelijke tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten van –3,9 % tijdens RP2. Bovendien is de tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten voor RP3 verslechterd en is deze hoger dan de tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten (+6,8 %) die werd waargenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Griekenland.

(48)

In het licht van de overwegingen 46 en 47 concludeert de Commissie dat de herziene doelstellingen van Griekenland op het gebied van terminalkostenefficiëntie nog steeds aanleiding geven tot bezorgdheid. De Commissie herhaalt daarom dat Griekenland die doelstellingen naar beneden moet herzien of een adequate motivering voor die doelstellingen moet verstrekken, met inbegrip van de extra kostenstijgingen in het jaar 2024. De Commissie verzoekt Griekenland deze punten van bezorgdheid in verband met de vaststelling van zijn definitieve prestatieplan aan te pakken overeenkomstig artikel 16, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

Beoordeling van de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 bedoelde stimuleringsregelingen, ter aanvulling van de beoordeling door de Commissie van de capaciteitsdoelstellingen

(49)

Overeenkomstig punt 2.1, f), van bijlage IV van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie haar beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen aangevuld met een toetsing van de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 bedoelde ontwerpstimuleringsregelingen. In dit opzicht heeft de Commissie onderzocht of de voorgestelde stimuleringsregelingen voldoen aan de inhoudelijke eisen van artikel 11, leden 1 en 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(50)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie geconcludeerd dat Griekenland zijn stimuleringsregelingen voor het bereiken van de en-route- en terminalcapaciteitsdoelstellingen zodanig moet herzien dat het maximale financiële nadeel als gevolg van die stimuleringsregelingen wordt vastgesteld op een niveau dat tastbare gevolgen heeft voor de aan risico’s onderhevige inkomsten. De Commissie merkt op dat Griekenland zijn stimuleringsregelingen voor het bereiken van de en-route- en terminalcapaciteitsdoelstellingen heeft herzien door het daaruit voortvloeiende maximale financiële nadeel vast te stellen op een niveau van respectievelijk 2 % en 1,5 % van de bepaalde kosten. Bij die herziening is rekening gehouden met de bevindingen van de Commissie in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728. De Commissie heeft geen verdere opmerkingen over de stimuleringsregelingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Griekenland.

CONCLUSIES

(51)

In het licht van al het voorgaande stelt de Commissie vast dat de prestatiedoelstellingen in het door Griekenland ingediende herziene ontwerpprestatieplan verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Griekenland ingediende herziene ontwerpprestatieplan, die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen, zijn verenigbaar met de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 uiteengezette Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Helleense Republiek.

Gedaan te Brussel, 5 december 2022.

Voor de Commissie

Adina VĂLEAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 56 van 25.2.2019, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie van 29 mei 2019 tot vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 49).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie van 3 november 2020 inzake uitzonderlijke maatregelen voor de derde referentieperiode (2020-2024) van de prestatie- en heffingsregeling voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten gevolge van de COVID-19-pandemie (PB L 366 van 4.11.2020, blz. 7).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 van de Commissie van 2 juni 2021 tot vaststelling van herziene EU-wijde prestatiedoelstellingen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode (2020-2024) en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 (PB L 195 van 3.6.2021, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie van 13 april 2022 inzake de onverenigbaarheid van bepaalde prestatiedoelstellingen in de krachtens Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden ingediende ontwerpen van nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode, en inzake de vaststelling van aanbevelingen voor de herziening van die doelstellingen (PB L 135 van 12.5.2022, blz. 4).


BIJLAGE

Prestatiedoelstellingen die zijn opgenomen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Griekenland ingediende herziene ontwerpprestatieplan en die verenigbaar zijn bevonden met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

PRESTATIEKERNGEBIED VEILIGHEID

Effectiviteit van het veiligheidsbeheer

Griekenland

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveaus A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

HASP

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

C

D

Veiligheidsborging

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

PRESTATIEKERNGEBIED MILIEU

Gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

Griekenland

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,92  %

1,92  %

1,92  %

PRESTATIEKERNGEBIED CAPACITEIT

Gemiddelde en-route-ATFM-vertraging in minuten per vlucht

Griekenland

2022

2023

2024

Herziene en-routecapaciteitsdoelstellingen, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,14

0,15

0,15

PRESTATIEKERNGEBIED KOSTENEFFICIËNTIE

Bepaalde eenheidskost voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten

En-routeheffingszone van Griekenland

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Herziene ontwerpdoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie, uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

31,37  EUR

23,20  EUR

40,71  EUR

27,86  EUR

26,96  EUR

27,98  EUR


12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/107


BESLUIT (EU) 2022/2422 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2022

betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Cyprus ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8719)

(Slechts de tekst in de Griekse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (1) en met name artikel 11, lid 3, punt c),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (2), en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

ALGEMENE OVERWEGINGEN

(1)

Krachtens artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 moeten de lidstaten, op nationaal niveau of op het niveau van functionele luchtruimblokken (FAB’s), prestatieplannen opstellen die bindende prestatiedoelstellingen moeten bevatten voor elke referentieperiode van de prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties. Die prestatiedoelstellingen moeten verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen die door de Commissie zijn vastgesteld voor de betreffende referentieperiode.

(2)

De Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (RP3) werden aanvankelijk vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie (3). Aangezien die Uniewijde prestatiedoelstellingen en de ontwerpprestatieplannen voor RP3 die in oktober 2019 door de lidstaten werden ingediend, waren opgesteld vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie in maart 2020, werd daarin geen rekening gehouden met de aanzienlijke terugval van het luchtverkeer ten gevolge van de maatregelen die de lidstaten en derde landen hebben genomen om de pandemie in te dammen.

(3)

Als reactie op de impact van de COVID-19-pandemie op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten zijn in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie (4) uitzonderlijke maatregelen voor RP3 vastgesteld, die afwijken van de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De Commissie heeft op 2 juni 2021 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 (5) vastgesteld, met herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3. Op basis hiervan hebben de lidstaten in oktober 2021 bij de Commissie ontwerpprestatieplannen ingediend met herziene lokale prestatiedoelstellingen voor RP3.

(4)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie (6) was gericht tot België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden. Met betrekking tot het ontwerpprestatieplan voor RP3 van Cyprus heeft de Commissie vastgesteld dat de en-routecapaciteit en kostenefficiëntie niet verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen en heeft zij aanbevelingen gedaan voor de herziening van die doelstellingen.

(5)

In antwoord op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die op 24 februari 2022 begon, heeft de Unie beperkende maatregelen vastgesteld waarbij Russische luchtvaartmaatschappijen, alle in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen en alle niet in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen die eigendom zijn van, worden gecharterd door of anderszins onder zeggenschap staan van Russische natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of organen het verbod krijgen opgelegd om in de Unie te landen of op te stijgen of de Unie te overvliegen. Deze beperkende maatregelen en de door Rusland genomen tegenmaatregelen hebben geleid tot veranderingen in het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Sommige lidstaten zijn zwaar getroffen door een aanzienlijke daling van het aantal overvliegende luchtvaartuigen in het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt. Op het niveau van de Unie is de waargenomen impact op het aantal vluchten echter beperkt gebleven, wat in contrast staat met de sterke afname van het luchtverkeer in heel Europa als gevolg van de uitbraak van de COVID-19-pandemie.

(6)

Cyprus heeft op 13 juli 2022 een herzien ontwerpprestatieplan voor RP3 (het “herziene ontwerpprestatieplan”) ter beoordeling ingediend bij de Commissie.

(7)

Het prestatiebeoordelingsorgaan, dat de Commissie bijstaat bij de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 549/2004, heeft een verslag met zijn beoordeling over het herziene ontwerpprestatieplan bij de Commissie ingediend.

(8)

Krachtens artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie de verenigbaarheid van de lokale prestatiedoelstellingen in het herziene prestatieplan beoordeeld op basis van de criteria die zijn vastgesteld in punt 1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, rekening houdende met lokale omstandigheden. De Commissie heeft de beoordeling voor elk prestatiekerngebied en de bijbehorende prestatiedoelstellingen aangevuld door de ontwerpprestatieplannen te toetsen aan de elementen van punt 2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(9)

In de in juni 2022 gepubliceerde basisverkeersprognose van de Statistics and Forecast Service (Statfor) van Eurocontrol is rekening gehouden met de gewijzigde omstandigheden waarnaar in overweging 5 wordt verwezen. Op basis van die prognose merkt de Commissie op dat Cyprus naar verwachting niet zal worden geconfronteerd met negatieve veranderingen in het verkeer tijdens RP3 als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne.

(10)

Aangezien Cyprus geen luchthaven heeft die binnen de werkingssfeer van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 valt met betrekking tot RP3, heeft het geen lokale prestatiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten opgenomen in zijn herziene ontwerpprestatieplan. De bevindingen in dit besluit hebben derhalve uitsluitend betrekking op en-routeluchtvaartnavigatiediensten.

BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid

(11)

Wat het prestatiekerngebied veiligheid betreft, heeft de Commissie de verenigbaarheid beoordeeld van de door Cyprus ingediende doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer van verleners van luchtvaartnavigatiediensten (Air Navigation Service Providers, ANSP’s), op basis van het criterium dat is vastgesteld in punt 1.1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(12)

De door Cyprus voorgestelde lokale veiligheidsprestatiedoelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, opgesplitst per doelstelling van het veiligheidsbeheer en uitgedrukt als een niveau van uitvoering:

Cyprus

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveau A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

Doelstellingen voor de hele Unie

(2024)

CYATS

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico's

D

D

D

D

Veiligheidsborging

C

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

C

(13)

De door Cyprus voorgestelde veiligheidsprestatiedoelstellingen voor de verlener van luchtvaartnavigatiediensten, namelijk CYPRUS Air Navigation Services (“CYATS”), zijn in overeenstemming met de EU-wijde prestatiedoelstellingen voor elk jaar van de referentieperiode.

(14)

De Commissie merkt op dat de herziene ontwerpprestaties maatregelen voor het CYATS bevatten voor de verwezenlijking van de lokale veiligheidsdoelstellingen, zoals de herziening en actualisering van veranderingsbeheerprocessen, richtsnoeren voor een cultuur van billijkheid en extra personeel om de verwezenlijking van veiligheidsdoelstellingen te ondersteunen.

(15)

Op basis van de bevindingen in de overwegingen 12, 13 en 14, en gezien het feit dat de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 vastgestelde Uniewijde veiligheidsprestatiedoelstellingen in het laatste jaar van RP3 (2024) moeten zijn verwezenlijkt, moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied veiligheid.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu

(16)

Wat het prestatiekerngebied milieu betreft, is de verenigbaarheid van de door Cyprus ingediende doelstellingen inzake de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden voor horizontale en-routevluchtefficiëntie die zijn uiteengezet in het plan voor de verbetering van het Europese routenetwerk (ERNIP) en die beschikbaar waren op het moment dat de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(17)

Voor het kalenderjaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied milieu, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale milieuprestatiedoelstellingen voor 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in de herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale milieuprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(18)

De door Cyprus voorgestelde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied milieu en de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor RP3 in het ERNIP, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject:

Cyprus

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

3,84  %

3,84  %

3,84  %

Referentiewaarden

3,84  %

3,84  %

3,84  %

(19)

De Commissie merkt op dat de door Cyprus voorgestelde milieudoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(20)

De Commissie merkt op dat Cyprus in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale milieuprestatiedoelstellingen, die voornamelijk voldoen aan de reeds bestaande wettelijke vereisten uit hoofde van het Unierecht en die een prestatiegericht navigatieplan voor de transitie naar 2024 omvatten, de uitvoering van fase 1 van Free Route Airspace Cyprus (“Nicfra”) in maart 2023 tussen vliegniveaus 205 en 660, alsook verdere verbeteringen van het routenetwerk in de vluchtinformatieregio Nicosia.

(21)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 18, 19 en 20 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu.

Beoordeling van de herziene prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit

(22)

De Commissie heeft in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 geconcludeerd dat de voorgestelde en-routecapaciteitsdoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan met betrekking tot de gemiddelde en-route-ATFM-vertraging per vlucht onverenigbaar waren met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Cyprus heeft herziene en-routecapaciteitsdoelstellingen voorgesteld als onderdeel van zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(23)

Voor het kalenderjaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied capaciteit, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen voor 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in de herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(24)

De onderstaande tabel toont de initiële en-route-ontwerpprestatiedoelstellingen voor RP3 voor de heffingszone van Cyprus, zoals opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, de herziene prestatiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan en de overeenkomstige referentiewaarden van het operationeel netwerkplan die beschikbaar waren op het moment van de vaststelling van de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3, dat wil zeggen op 2 juni 2021.

Cyprus

2022

2023

2024

Initiële en-routecapaciteitsdoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,30

0,40

0,30

Initiële en-routecapaciteitsdoelstellingen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,16

0,15

0,15

Referentiewaarden

0,16

0,15

0,15

(25)

De samenhang van de door Cyprus ingediende herziene en-routecapaciteitsdoelstellingen is beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.3 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, door die doelstellingen te vergelijken met de relevante referentiewaarden die zijn vastgesteld in het operationeel netwerkplan dat op 2 juni 2021 beschikbaar was. De Commissie merkt op dat de door Cyprus voorgestelde capaciteitsdoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(26)

De Commissie merkt op dat Cyprus in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale en-routecapaciteitsdoelstellingen. Deze maatregelen omvatten de aanwerving van nieuwe luchtverkeersleiders (hierna: “ATCO’s”), waardoor het aantal voltijdse ATCO’s in het luchtverkeersleidingscentrum toeneemt. Cyprus meldt met name in het herziene ontwerpprestatieplan dat in december 2021 overeenstemming is bereikt met de personeelsvertegenwoordigingen om de ATCO-opleiding te verbeteren en de werktijden van ATCO’s flexibeler te maken. De Commissie merkt ook op dat Cyprus zijn oorspronkelijke planning van actieve ATCO’s voor de kalenderjaren 2022 en 2023 heeft herzien, waardoor voor die twee kalenderjaren nog eens vier extra vte’s zijn gepland. Daarnaast voorziet het herziene ontwerpprestatieplan in grote investeringen in de modernisering van de ATM-infrastructuur om de inzet van extra luchtverkeersleidingssectoren mogelijk te maken, de uitvoering van een programma voor operationele excellentie in samenwerking met de Netwerkbeheerder, maatregelen voor de herstructurering van het luchtruim en maatregelen om de luchtverkeersstromen en het capaciteitsbeheer te verbeteren.

(27)

De Commissie merkt op dat Cyprus, in vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, aanvullende relevante capaciteitsverhogende maatregelen heeft gepresenteerd die ook worden aanbevolen in het operationeel netwerkplan van september 2021.

(28)

Gezien de bovenstaande opmerkingen is de Commissie van oordeel dat Cyprus de aanbevelingen in artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 met betrekking tot de herziening van zijn capaciteitsprestatiedoelstellingen naar behoren heeft opgevolgd.

(29)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 24 tot en met 28 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit.

Beoordeling van de herziene prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie

(30)

De Commissie heeft in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 geconcludeerd dat de voorgestelde en-routekostenefficiëntiedoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan onverenigbaar waren met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Cyprus heeft herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen voorgesteld als onderdeel van zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(31)

De onderstaande tabel bevat de initiële prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie voor RP3 voor de heffingszone Cyprus, zoals opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, en de overeenkomstige herziene prestatiedoelstellingen in het herziene prestatieplan dat in 2022 is ingediend.

En-routeheffingszone van Cyprus

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

32,94  EUR

26,61  EUR

49,85  EUR

34,14  EUR

32,52  EUR

32,26  EUR

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

32,94 EUR

26,61 EUR

49,85 EUR

30,92 EUR

29,35 EUR

29,11 EUR

(32)

De Commissie merkt op dat Cyprus zijn lokale kostenefficiëntiedoelstellingen voor de periode van 2022 tot en met 2024 heeft herzien, hetgeen, in vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, resulteert in een totale bepaalde eenheidskost (DUC) die in die kalenderjaren 9,7 % lager ligt en tijdens RP3 als geheel 6,6 % lager ligt. Deze verlagingen van de bepaalde eenheidskosten vloeien voort uit zowel de hogere verkeersprognoses die in het herziene ontwerpprestatieplan voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 zijn gebruikt als uit de neerwaartse bijstelling van de bepaalde kosten voor die kalenderjaren, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017.

(33)

De wijzigingen in de verkeersprognose voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 zijn weergegeven in de onderstaande tabel. De Commissie merkt op dat de verkeersprognose die in het herziene ontwerpprestatieplan is gebruikt, gebaseerd is op de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van juni 2022.

En-routeheffingszone van Cyprus

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

1 789

2 083

2 169

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

1 837

2 129

2 235

Verschil

+2,7  %

+2,2  %

+3,0  %

(34)

De herziene bepaalde kosten voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017, zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

En-routeheffingszone van Cyprus

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

61  M EUR

68  M EUR

70  M EUR

Herziene bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

57  M EUR

62  M EUR

65  M EUR

Verschil

–7,0  %

–7,8  %

–7,0  %

(35)

Het herziene ontwerpprestatieplan bevat een geactualiseerde inflatieprognose voor Cyprus voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024, zoals uiteengezet in de volgende tabel.

En-routeheffingszone van Cyprus

2022

2023

2024

Initiële inflatie-index, met voorspelde jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

102,6

(0,8  %)

103,8

(1,2  %)

105,3

(1,4  %)

Herziene inflatie-index, met jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het herziene ontwerpprestatieplan)

109,1

(5,3  %)

111,6

(2,3  %)

113,9

(2,0  %)

(36)

De Commissie merkt op dat de bepaalde kosten in nominale termen van Cyprus voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 lager zijn dan in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, ondanks een opwaartse bijstelling van de inflatieprognose.

En-routeheffingszone van Cyprus

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

62  M EUR

69  M EUR

72  M EUR

Herziene bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

60  M EUR

67  M EUR

71  M EUR

Verschil

–3,1  %

–3,2  %

–2,1  %

(37)

De Commissie heeft de verenigbaarheid van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen die door Cyprus zijn voorgesteld op basis van de criteria van punt 1.4, a), b) en c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(38)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, a), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk +2,3 % in de loop van RP3, slechter is dan de Uniewijde tendens van +1,0 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit echter een verbetering betekent ten opzichte van de tendens van de bepaalde eenheidskosten van +4,9 %, die berekend is op basis van de in 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen.

(39)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de langetermijntendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk –1,4 % in RP2 en RP3, beter is dan de Uniewijde langetermijntendens van –1,3 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit een verbetering betekent ten opzichte van de langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten van –0,2 %, berekend op basis van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(40)

Wat betreft het criterium in punt 1.4, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de basiswaarde van Cyprus voor de DUC van 26,61 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2017, 4,7 % lager ligt dan de gemiddelde basiswaarde van de vergelijkbare groep (27,91 EUR in prijzen van 2017).

(41)

Zoals vermeld in overweging 39, resulteren de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen van Cyprus in een langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten die beter is dan de overeenkomstige Uniewijde tendens. Voorts zijn de herziene bepaalde eenheidskosten van Cyprus voor 2024 lager dan de basiswaarde voor 2014, waaruit blijkt dat de bepaalde eenheidskosten in de loop van RP2 en RP3 zijn gedaald. Onder verwijzing naar overweging 40 toont Cyprus een goede kostenefficiëntie ten opzichte van de basiswaarde voor 2019, die lager is dan het overeenkomstige gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Tot slot merkt de Commissie op dat Cyprus in zijn herziene ontwerpprestatieplan de bepaalde kosten voor RP3 zowel in reële als in nominale termen heeft verlaagd, terwijl het van plan is extra verkeer te bedienen op basis van de geactualiseerde verkeersprognose voor RP3. Daarom is de Commissie van oordeel dat de in overweging 38 bedoelde afwijking van de Uniewijde tendens van de bepaalde eenheidskosten in RP3 geen beletsel vormt voor de vaststelling van verenigbaarheid met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het gebied van kostenefficiëntie met betrekking tot Cyprus.

(42)

De Commissie is dan ook van oordeel dat Cyprus de aanbevelingen in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 met betrekking tot de herziening van zijn kostenefficiëntieprestatiedoelstellingen naar behoren heeft opgevolgd.

(43)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 31 tot en met 42 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie.

CONCLUSIES

(44)

In het licht van al het voorgaande heeft de Commissie vastgesteld dat de prestatiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Cyprus ingediende herziene ontwerpprestatieplan, die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen, zijn verenigbaar met de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 uiteengezette Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Cyprus.

Gedaan te Brussel, 5 december 2022.

Voor de Commissie

Adina-Ioana VĂLEAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 56 van 25.2.2019, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie van 29 mei 2019 tot vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 49).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie van 3 november 2020 inzake uitzonderlijke maatregelen voor de derde referentieperiode (2020-2024) van de prestatie- en heffingsregeling voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten gevolge van de COVID-19-pandemie (PB L 366 van 4.11.2020, blz. 7).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 van de Commissie van 2 juni 2021 tot vaststelling van herziene EU-wijde prestatiedoelstellingen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode (2020-2024) en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 (PB L 195 van 3.6.2021, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie van 13 april 2022 inzake de onverenigbaarheid van bepaalde prestatiedoelstellingen in de krachtens Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden ingediende ontwerpen van nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode, en inzake de vaststelling van aanbevelingen voor de herziening van die doelstellingen (PB L 135 van 12.5.2022, blz. 4).


BIJLAGE

Prestatiedoelstellingen die zijn opgenomen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Cyprus ingediende herziene ontwerpprestatieplan en die verenigbaar zijn bevonden met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

PRESTATIEKERNGEBIED VEILIGHEID

Effectiviteit van het veiligheidsbeheer

Cyprus

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveau A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

CYATS

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico's

D

D

D

Veiligheidsborging

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

PRESTATIEKERNGEBIED MILIEU

Gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

Cyprus

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

3,84  %

3,84  %

3,84  %

PRESTATIEKERNGEBIED CAPACITEIT

Gemiddelde en-route-ATFM-vertraging in minuten per vlucht

Cyprus

2022

2023

2024

Herziene doelstellingen inzake en-routecapaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,16

0,15

0,15

PRESTATIEKERNGEBIED KOSTENEFFECTIVITEIT

Bepaalde eenheidskost voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten

En-routeheffingszone van Cyprus

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Herziene doelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie, uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

32,94 EUR

26,61 EUR

49,85 EUR

30,92 EUR

29,35 EUR

29,11 EUR


12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/116


BESLUIT (EU) 2022/2423 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2022

betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Zweden ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8716)

(Slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (1) en met name artikel 11, lid 3, punt c),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (2), en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

ALGEMENE OVERWEGINGEN

(1)

Krachtens artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 moeten de lidstaten, op nationaal niveau of op het niveau van functionele luchtruimblokken (FAB’s), prestatieplannen opstellen die bindende prestatiedoelstellingen moeten bevatten voor elke referentieperiode van de prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties. Die prestatiedoelstellingen moeten verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen die door de Commissie zijn vastgesteld voor de betreffende referentieperiode.

(2)

De Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (RP3) werden aanvankelijk vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie (3). Aangezien die Uniewijde prestatiedoelstellingen en de ontwerpprestatieplannen voor RP3 die in oktober 2019 door de lidstaten werden ingediend, waren opgesteld vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie in maart 2020, werd daarin geen rekening gehouden met de aanzienlijke terugval van het luchtverkeer ten gevolge van de maatregelen die de lidstaten en derde landen hebben genomen om de pandemie in te dammen.

(3)

Als reactie op de impact van de COVID-19-pandemie op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten zijn in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie (4) uitzonderlijke maatregelen voor RP3 vastgesteld, die afwijken van de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De Commissie heeft op 2 juni 2021 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 (5) vastgesteld, met herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3. Op basis daarvan hebben de lidstaten in oktober 2021 ontwerpprestatieplannen bij de Commissie ingediend met herziene lokale prestatiedoelstellingen voor RP3.

(4)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie (6) was gericht tot België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden. In dat besluit heeft de Commissie vastgesteld dat de in het ontwerpprestatieplan voor RP3 van Zweden opgenomen prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie niet verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen, en heeft zij aanbevelingen gedaan voor de herziening van die doelstellingen.

(5)

In antwoord op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die op 24 februari 2022 begon, heeft de Unie beperkende maatregelen vastgesteld waarbij Russische luchtvaartmaatschappijen, alle in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen en alle niet in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen die eigendom zijn van, worden gecharterd door of anderszins onder zeggenschap staan van Russische natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of organen het verbod krijgen opgelegd om in de Unie te landen of op te stijgen of de Unie te overvliegen. Deze beperkende maatregelen en de door Rusland genomen tegenmaatregelen hebben geleid tot veranderingen in het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Sommige lidstaten, waaronder Zweden, zijn zwaar getroffen door een aanzienlijke daling van het aantal overvliegende luchtvaartuigen in het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt. Op het niveau van de Unie is de waargenomen impact op het aantal vluchten echter beperkt gebleven, wat in contrast staat met de sterke afname van het luchtverkeer in heel Europa als gevolg van de uitbraak van de COVID-19-pandemie.

(6)

Zweden heeft op 13 juli 2022 een herzien ontwerpprestatieplan voor RP3 (het “herziene ontwerpprestatieplan”) ter beoordeling ingediend bij de Commissie.

(7)

Het prestatiebeoordelingsorgaan, dat de Commissie bijstaat bij de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 549/2004, heeft een verslag met zijn beoordeling over het herziene ontwerpprestatieplan bij de Commissie ingediend.

(8)

Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie de verenigbaarheid van de in het herziene ontwerpprestatieplan opgenomen lokale prestatiedoelstellingen beoordeeld op basis van de criteria die zijn vastgesteld in punt 1 van bijlage IV bij die Uitvoeringsverordening, en rekening houdende met lokale omstandigheden. De Commissie heeft de beoordeling voor elk prestatiekerngebied en de bijbehorende prestatiedoelstellingen aangevuld door de ontwerpprestatieplannen te toetsen aan de elementen van punt 2 van bijlage IV bij die uitvoeringsverordening.

(9)

In de in juni 2022 gepubliceerde basisverkeersprognose van de Statistics and Forecast Service (Statfor) van Eurocontrol is rekening gehouden met de gewijzigde omstandigheden waarnaar in overweging 5 wordt verwezen. Op basis van die prognoses merkt de Commissie op dat Zweden nog steeds geconfronteerd wordt met aanzienlijk verslechterde verkeersvooruitzichten voor de rest van RP3 als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Aangezien die veranderingen in omstandigheden aanzienlijke gevolgen hebben voor de prestatiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan, moeten zij in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de daarin opgenomen lokale prestatiedoelstellingen.

BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid

(10)

Wat het prestatiekerngebied veiligheid betreft, heeft de Commissie de verenigbaarheid beoordeeld van de door Zweden ingediende doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer van verleners van luchtvaartnavigatiediensten (Air Navigation Service Providers, ANSP’s), op basis van het criterium dat is vastgesteld in punt 1.1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(11)

De lokale veiligheidsprestatiedoelstellingen die door Zweden zijn voorgesteld voor de belangrijkste verlener van luchtvaartnavigatiediensten, LFV, met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, opgesplitst per doelstelling van het veiligheidsbeheer en uitgedrukt als een niveau van uitvoering:

Zweden

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveau A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

Doelstellingen voor de hele Unie (2024)

LFV

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

D

D

D

D

Veiligheidsborging

C

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

C

(12)

De door Zweden voorgestelde veiligheidsprestatiedoelstellingen voor LFV zijn in overeenstemming met de EU-wijde prestatiedoelstellingen.

(13)

De Commissie merkt op dat het herziene ontwerpprestatieplan geen specifieke maatregelen voor LFV bevat om de lokale veiligheidsdoelstellingen te bereiken. Het plan bevat echter algemene maatregelen zoals de monitoring en toepassing van risicobeperkende maatregelen voor het beheer van specifieke risico’s en de beoordeling via het veiligheidsbeheersysteem van wijzigingen in het functionele systeem. Gezien de beoordeling van het prestatiebeoordelingsorgaan merkt de Commissie op dat naar verluidt het niveau van de Uniewijde doelstellingen reeds is bereikt en dat Zweden derhalve geen aanvullende maatregelen voor LFV heeft vastgesteld om die doelstellingen te bereiken.

(14)

De door Zweden voorgestelde veiligheidsdoelstellingen voor de verleners van terminalluchtvaartnavigatiediensten in het kader van het herziene ontwerpprestatieplan, namelijk ACR, SDATS en AFAB, zijn ook in overeenstemming met de EU-wijde prestatiedoelstellingen. De Commissie merkt voorts op dat Zweden maatregelen heeft vastgesteld voor die verleners van luchtvaartnavigatiediensten om hun veiligheidsprestatiedoelstellingen te halen.

(15)

Op basis van de bevindingen in de overwegingen 11 tot en met 14, en gezien het feit dat de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 vastgestelde Uniewijde veiligheidsprestatiedoelstellingen in het laatste jaar van RP3 (2024) moeten zijn verwezenlijkt, moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied veiligheid.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu

(16)

Wat het prestatiekerngebied milieu betreft, is de verenigbaarheid van de door Zweden ingediende doelstellingen inzake de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden voor horizontale en-routevluchtefficiëntie die zijn uiteengezet in het plan voor de verbetering van het Europese routenetwerk (ERNIP) en die beschikbaar waren op het moment dat de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(17)

Voor het kalenderjaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied milieu, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale milieuprestatiedoelstellingen voor 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in hun herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale milieuprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(18)

De door Zweden voorgestelde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied milieu en de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor RP3 in het ERNIP, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject:

Zweden

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,05  %

1,05  %

1,05  %

Referentiewaarden

1,05  %

1,05  %

1,05  %

(19)

De Commissie merkt op dat de door Zweden voorgestelde milieudoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(20)

De Commissie merkt op dat Zweden in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale milieuprestatiedoelstellingen, waaronder de geplande uitvoering van grensoverschrijdende vrije luchtcorridors met Polen.

(21)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 18, 19 en 20 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit

(22)

Wat het prestatiekerngebied capaciteit betreft, is de verenigbaarheid van de door Zweden ingediende doelstellingen inzake gemiddelde en-route-ATFM-vertraging per vlucht beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.3 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden die zijn uiteengezet in het operationeel netwerkplan en die beschikbaar waren op het moment dat de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(23)

Voor het kalenderjaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied capaciteit, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen voor 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in hun herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(24)

De door Zweden voor RP3 voorgestelde doelstellingen voor en-routecapaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht, en de overeenkomstige referentiewaarden in het operationeel netwerkplan:

Zweden

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,07

0,08

0,08

Referentiewaarden

0,07

0,08

0,08

(25)

De Commissie merkt op dat de door Zweden voorgestelde capaciteitsdoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

(26)

De Commissie merkt op dat Zweden in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale en-routecapaciteitsdoelstellingen. Deze maatregelen omvatten de uitvoering van het Zweedse luchtruimproject (hierna: “SWEA”) en een toename van het aantal voltijdse luchtverkeersleiders (ATCO’s) in RP3 en daarna om tegemoet te komen aan de toekomstige verkeersvraag, onder meer om te anticiperen op geplande pensioneringen van ATCO’s. De Commissie merkt op dat, in vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, het geplande aantal voltijds actieve ATCO’s in de luchtverkeersleidingscentra van Stockholm en Malmö naar beneden is bijgesteld als gevolg van de in de overwegingen 5 en 9 beschreven verandering in de omstandigheden.

(27)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 24, 25 en 26 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit.

Beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(28)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die uitvoeringsverordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van doelstellingen voor en-routecapaciteit aangevuld met een beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, b), van bijlage IV bij die uitvoeringsverordening. Die doelstellingen bleken geen aanleiding te geven tot bezorgdheid ten aanzien van Zweden.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied kostenefficiëntie

(29)

De Commissie heeft in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 geconcludeerd dat de voorgestelde en-routekostenefficiëntiedoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Zweden onverenigbaar waren met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Zweden heeft herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen voorgesteld in zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(30)

De onderstaande tabel bevat de initiële prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie voor RP3 voor de heffingszone van Zweden, zoals opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, en de overeenkomstige herziene ontwerpprestatiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan.

En-routeheffingszone van Zweden

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

522,30 SEK

567,11 SEK

1 361,88 SEK

676,24 SEK

605,51 SEK

570,87 SEK

54,22 EUR

58,87  EUR

141,38 EUR

70,20 EUR

62,86 EUR

59,26  EUR

Herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

604,02 SEK

537,87 SEK

1 361,88 SEK

774,65 SEK

650,98 SEK

587,62 SEK

62,70 EUR

55,84 EUR

141,38 EUR

80,42 EUR

67,58 EUR

61,00  EUR

(31)

De Commissie merkt op dat Zweden zijn lokale kostenefficiëntiedoelstellingen voor 2022, 2023 en 2024 heeft herzien, hetgeen, in vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, resulteert in een totale bepaalde eenheidskost (DUC) die in die kalenderjaren 8,2 % hoger ligt en tijdens RP3 als geheel 7,1 % hoger ligt. Die stijgingen van de bepaalde eenheidskosten zijn het gevolg van de aanzienlijke verslechtering van de verkeersprognose door de afname van het luchtverkeer in het Zweedse luchtruim als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, zoals vermeld in de overwegingen 5 en 9. Het lager aantal geraamde diensteenheden voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 is echter gedeeltelijk door Zweden gecompenseerd door een verlaging van de bepaalde kosten.

(32)

Voorts heeft Zweden een opwaartse aanpassing van de basiswaarde voor 2014 toegepast, terwijl de basiswaarde voor 2019 naar beneden is bijgesteld. Zweden legt in het herziene ontwerpprestatieplan uit dat de basiswaarden voor 2014 en 2019 voornamelijk zijn aangepast om rekening te houden met het effect van significante eenmalige bedragen in verband met de werkelijke pensioenkosten die voor die kalenderjaren zijn geregistreerd en die van invloed zijn op de vergelijkbaarheid met de bepaalde kosten van RP3. Voorts heeft Zweden twee verdere aanpassingen van de basiswaarde voor 2019 toegepast, die gerechtvaardigd zijn door wijzigingen in de reikwijdte van de en-routeheffingszone tussen de tweede referentieperiode (“RP2”) en RP3 en door een wijziging van de door Zweden toegepaste methode voor het in mindering brengen van de door de ANSP ontvangen overheidsfinanciering van de door de gebruikers betaalde routeheffingen.

(33)

De Commissie merkt op dat de verkeersaannames die in het herziene ontwerpprestatieplan zijn gebruikt, gebaseerd zijn op de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van juni 2022. De geraamde en-routediensteenheden voor de heffingszone voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024, in vergelijking met de cijfers in het ontwerpprestatieplan, zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

En-routeheffingszone van Zweden

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

3 173

3 637

3 906

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

2 724

3 248

3 367

Verschil

–14,2  %

–10,7  %

–13,8  %

(34)

In vergelijking met het ontwerpprestatieplan dat in 2021 is ingediend, liggen de jaarlijkse verlagingen van het aantal diensteenheden voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 ongeveer tussen –11 % en –14 %. Bijgevolg zullen de en-routediensteenheden voor Zweden in 2024 naar verwachting 11,1 % onder het niveau van vóór de pandemie (kalenderjaar 2019) blijven, terwijl in de Statfor-basisverkeersprognose van oktober 2021 was voorzien dat zij het niveau van vóór de pandemie met 3,1 % zouden overschrijden.

(35)

Zoals in onderstaande tabel is weergegeven, zullen de vliegbewegingen in het Zweedse luchtruim die volgens instrumentvliegvoorschriften (IFR) worden uitgevoerd, echter niet met hetzelfde tempo afnemen als de en-routediensteenheden. Deze discrepantie is toe te schrijven aan de aanzienlijke daling van het aantal overvluchten, die gemiddeld een verhoudingsgewijs groter aantal en-routediensteenheden genereren dan vluchten die aankomen op en vertrekken van luchthavens in Zweden.

En-routeheffingszone van Zweden

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden IFR-bewegingen

685

771

824

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden IFR-bewegingen

626

751

773

Verschil

–8,6  %

–2,6  %

–6,2  %

(36)

De Commissie merkt derhalve op dat de daling van de werklast van de verlener van luchtvaartnavigatiediensten, die afhankelijk is van het aantal gecontroleerde vliegbewegingen, niet even groot zal als de inkomstendaling die voortvloeit uit het lagere aantal en-routediensteenheden.

(37)

De herziene bepaalde kosten voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017, zijn weergegeven in de onderstaande tabel. De Commissie merkt op dat Zweden de bepaalde kosten, in reële termen, voor elk van die kalenderjaren naar beneden heeft bijgesteld.

En-routeheffingszone van Zweden

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

2 146  M SEK

2 202  M SEK

2 230  M SEK

Herziene bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

2 110  M SEK

2 114  M SEK

1 979  M SEK

Verschil

–1,7  %

–4,0  %

–11,3  %

(38)

Het herziene ontwerpprestatieplan bevat een geactualiseerde inflatieprognose voor Zweden voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024, zoals uiteengezet in de volgende tabel.

En-routeheffingszone van Zweden

2022

2023

2024

Initiële inflatie-index, met voorspelde jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

107,4

(1,3  %)

109,1

(1,6  %)

111,1

(1,8  %)

Herziene inflatie-index, met jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het herziene ontwerpprestatieplan)

112,4

(4,8  %)

114,9

(2,2  %)

116,9

(1,7  %)

(39)

Als gevolg van de actualisering van de inflatieprognose zijn de herziene bepaalde kosten, in nominale termen, voor het kalenderjaar 2022 gestegen, terwijl die voor 2023 ongewijzigd zijn gebleven. Voor het kalenderjaar 2024 zijn de nominale bepaalde kosten lager dan in het ontwerpprestatieplan dat in 2021 is ingediend.

En-routeheffingszone van Zweden

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

2 269  M SEK

2 359  M SEK

2 424  M SEK

Herziene bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

2 310  M SEK

2 359  M SEK

2 234  M SEK

Verschil

+1,8  %

0,0  %

–7,8  %

(40)

De Commissie heeft de verenigbaarheid van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen die door Zweden zijn voorgesteld op basis van de criteria van punt 1.4, a), b) en c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(41)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, a), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk +2,2 % in de loop van RP3, slechter is dan de Uniewijde tendens van +1,0 % in diezelfde periode. De door Zweden vastgestelde aangepaste basiswaarde voor 2019, waarnaar in overweging 32 wordt verwezen, heeft een negatieve invloed op de berekende tendens van de bepaalde eenheidskosten. De tendens van de bepaalde eenheidskosten in Zweden is verslechterd ten opzichte van de tendens van de bepaalde eenheidskosten van +0,2 %, die berekend is op basis van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(42)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de langetermijntendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk –0,3 % in RP2 en RP3, slechter is dan de Uniewijde langetermijntendens van –1,3 % in diezelfde periode. De door Zweden vastgestelde aangepaste basiswaarde voor 2014, waarnaar in overweging 32 wordt verwezen, heeft een positieve invloed op de berekende langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten. De langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten in Zweden is verbeterd ten opzichte van de langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten van +1,0 %, die berekend is op basis van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(43)

Zoals opgemerkt in de overwegingen 33 en 34, herinnert de Commissie eraan dat de prognose voor de diensteenheid van Zweden voor RP3 aanzienlijk naar beneden is bijgesteld door de verkeersveranderingen als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Het is daarom noodzakelijk en passend om, met het oog op de in de overwegingen 41 en 42 onderzochte beoordelingscriteria, te onderzoeken of Zweden aan de Uniewijde kostenefficiëntietendens zou voldoen indien er voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 geen sprake was van een sterke daling van het verkeer als gevolg van de gewijzigde omstandigheden.

(44)

De Commissie heeft daarom de tendens van de bepaalde eenheidskosten in Zweden in de loop van RP3 en de langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten in de loop van RP2 en RP3 herberekend door gebruik te maken van de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van oktober 2021. Deze herberekening resulteert, voor de en-routeheffingszone van Zweden, in een aangepaste tendens van de bepaalde eenheidskosten van –1,5 % in de loop van RP3 en in een aangepaste langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten van –1,9 %. Beide aangepaste tendensen liggen onder de overeenkomstige Uniewijde tendens van de bepaalde eenheidskosten van respectievelijk +1,0 % en –1,3 %. Daarom concludeert de Commissie dat Zweden voldoet aan de beoordelingscriteria die zijn onderzocht in de overwegingen 41 en 42 bij gebrek aan veranderingen in het verkeer als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

(45)

Wat betreft het criterium in punt 1.4, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de basiswaarde van de langetermijntendens van de vaste eenheidskosten op het niveau van de heffingszone van Zweden van 55,84 EUR (uitgedrukt in prijzen van 2017) 24,8 % hoger ligt dan de gemiddelde basiswaarde van de vergelijkingsgroep (44,74 EUR in prijzen van 2017).

(46)

De Commissie erkent dat de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen voor de heffingszone van Zweden hoger zijn dan de oorspronkelijke doelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan. Deze verslechtering is echter volledig te wijten aan de aanzienlijk lagere verkeersaannames. Wanneer de negatieve gevolgen van de verkeersveranderingen als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne buiten beschouwing worden gelaten, is het duidelijk dat Zweden zowel aan de Uniewijde tendens van de bepaalde eenheidskosten als aan de Uniewijde langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten voldoet.

(47)

Zoals vermeld in overweging 37, herinnert de Commissie er voorts aan dat Zweden zijn bepaalde kosten in reële termen voor de rest van RP3 heeft verlaagd als reactie op de verslechterde verkeersaannames. De Commissie merkt op dat deze kostenbeperkingsmaatregelen in het algemeen in verhouding staan tot het lagere aantal IFR-bewegingen dat voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 is voorspeld, zoals uiteengezet in overweging 35.

(48)

Al bij al is de Commissie dan ook van oordeel dat Zweden de aanbevelingen in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 met betrekking tot de herziening van zijn kostenefficiëntieprestatiedoelstellingen naar behoren heeft opgevolgd.

(49)

Op basis van de bevindingen in de overwegingen 30 tot en met 48 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie.

Beoordeling van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(50)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die uitvoeringsverordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van kostenefficiëntiedoelstellingen aangevuld met een beoordeling van de kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, c), van bijlage IV bij die uitvoeringsverordening.

(51)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie haar bezorgdheid geuit over de doelstellingen inzake terminalkostenefficiëntie die Zweden in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan heeft voorgesteld, en was zij van mening dat Zweden die doelstellingen verder moet rechtvaardigen of neerwaarts moet herzien.

(52)

De Commissie merkt op dat Zweden in het herziene ontwerpprestatieplan zijn doelstellingen zijn doelstellingen inzake terminalkostenefficiëntie naar behoren heeft gemotiveerd en onderbouwd, onder meer door te verwijzen naar het verminderde aantal vluchten in de terminalheffingszone in vergelijking met RP2 en de sterke impact van de pensionering van luchtverkeersleiders op de terminalkostenbasis tijdens RP3. De Commissie heeft geen verdere opmerkingen over de terminalkostenefficiëntiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan.

CONCLUSIES

(53)

In het licht van al het voorgaande heeft de Commissie vastgesteld dat de prestatiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Zweden ingediende herziene ontwerpprestatieplan, die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen, zijn verenigbaar met de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 uiteengezette Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Zweden.

Gedaan te Brussel, 5 december 2022.

Voor de Commissie

Adina VĂLEAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 56 van 25.2.2019, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie van 29 mei 2019 tot vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 49).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie van 3 november 2020 inzake uitzonderlijke maatregelen voor de derde referentieperiode (2020-2024) van de prestatie- en heffingsregeling voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten gevolge van de COVID-19-pandemie (PB L 366 van 4.11.2020, blz. 7).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 van de Commissie van 2 juni 2021 tot vaststelling van herziene EU-wijde prestatiedoelstellingen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode (2020-2024) en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 (PB L 195 van 3.6.2021, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie van 13 april 2022 inzake de onverenigbaarheid van bepaalde prestatiedoelstellingen in de krachtens Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden ingediende ontwerpen van nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode, en inzake de vaststelling van aanbevelingen voor de herziening van die doelstellingen (PB L 135 van 12.5.2022, blz. 4).


BIJLAGE

Prestatiedoelstellingen die zijn opgenomen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Zweden ingediende herziene ontwerpprestatieplan en die verenigbaar zijn bevonden met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

PRESTATIEKERNGEBIED VEILIGHEID

Effectiviteit van het veiligheidsbeheer

Zweden

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveau A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

LFV

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

D

D

D

Veiligheidsborging

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

PRESTATIEKERNGEBIED MILIEU

Gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

Zweden

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,05  %

1,05  %

1,05  %

PRESTATIEKERNGEBIED CAPACITEIT

Gemiddelde en-route-ATFM-vertraging in minuten per vlucht

Zweden

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,07

0,08

0,08

PRESTATIEKERNGEBIED KOSTENEFFECTIVITEIT

Bepaalde eenheidskost voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten

En-routeheffingszone van Zweden

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Herziene doelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie, uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

604,02 SEK

537,87 SEK

1 361,88 SEK

774,65 SEK

650,98 SEK

587,62 SEK

62,70  EUR

55,84  EUR

141,38  EUR

80,42  EUR

67,58  EUR

61,00  EUR


12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/126


BESLUIT (EU) 2022/2424 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2022

betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Roemenië ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8740)

(Slechts de tekst in de Roemeense taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (1), en met name artikel 11, lid 3, punt c),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (2), en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

ALGEMENE OVERWEGINGEN

(1)

Krachtens artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 moeten de lidstaten, op nationaal niveau of op het niveau van functionele luchtruimblokken (FAB’s), prestatieplannen opstellen die bindende prestatiedoelstellingen moeten bevatten voor elke referentieperiode van de prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties. Die prestatiedoelstellingen moeten verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen die door de Commissie zijn vastgesteld voor de desbetreffende referentieperiode.

(2)

De Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (RP3) werden aanvankelijk vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie (3). Aangezien die Uniewijde prestatiedoelstellingen en de ontwerpprestatieplannen voor RP3 die in oktober 2019 door de lidstaten werden ingediend, waren opgesteld vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie in maart 2020, werd daarin geen rekening gehouden met de aanzienlijke terugval van het luchtverkeer ten gevolge van de maatregelen die de lidstaten en derde landen hebben genomen om de pandemie in te dammen.

(3)

Als reactie op de impact van de COVID-19-pandemie op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten zijn in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie (4) uitzonderlijke maatregelen voor RP3 vastgesteld, die afwijken van de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De Commissie heeft op 2 juni 2021 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 (5) vastgesteld, met herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3. Op basis daarvan hebben de lidstaten in oktober 2021 ontwerpprestatieplannen bij de Commissie ingediend met herziene lokale prestatiedoelstellingen voor RP3.

(4)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie (6) was gericht tot België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden. In dat besluit heeft de Commissie vastgesteld dat de in het ontwerpprestatieplan voor RP3 van Roemenië opgenomen prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie niet verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen, en heeft zij aanbevelingen gedaan voor de herziening van die doelstellingen.

(5)

In antwoord op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die op 24 februari 2022 begon, heeft de Unie beperkende maatregelen vastgesteld waarbij Russische luchtvaartmaatschappijen, alle in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen en alle niet in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen die eigendom zijn van, worden gecharterd door of anderszins onder zeggenschap staan van Russische natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of organen het verbod krijgen opgelegd om in de Unie te landen of op te stijgen of de Unie te overvliegen. Deze beperkende maatregelen en de door Rusland genomen tegenmaatregelen hebben geleid tot veranderingen in het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Sommige lidstaten zijn zwaar getroffen door een aanzienlijke daling van het aantal overvliegende luchtvaartuigen in het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt. Op het niveau van de Unie is de waargenomen impact op het aantal vluchten echter beperkt gebleven, wat in contrast staat met de sterke afname van het luchtverkeer in heel Europa als gevolg van de uitbraak van de COVID-19-pandemie.

(6)

Roemenië heeft op 13 juli 2022 een herzien ontwerpprestatieplan voor RP3 (het “herziene ontwerpprestatieplan”) bij de Commissie ingediend.

(7)

Het prestatiebeoordelingsorgaan, dat de Commissie bijstaat bij de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 549/2004, heeft een verslag met zijn beoordeling over het herziene ontwerpprestatieplan bij de Commissie ingediend.

(8)

Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie, rekening houdende met lokale omstandigheden, de verenigbaarheid van de in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië opgenomen lokale prestatiedoelstellingen beoordeeld op basis van de criteria die zijn vastgesteld in punt 1 van bijlage IV bij die verordening. De Commissie heeft de beoordeling voor elk prestatiekerngebied en de bijbehorende prestatiedoelstellingen aangevuld door de ontwerpprestatieplannen te toetsen aan de elementen van punt 2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(9)

In de in juni 2022 gepubliceerde basisverkeersprognose van de Statistics and Forecast Service (Statfor) van Eurocontrol is rekening gehouden met de gewijzigde omstandigheden met betrekking tot het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Op basis van die prognose merkt de Commissie op dat er tijdens de rest van RP3 naar verwachting extra vliegbewegingen in het luchtruim van Roemenië zullen plaatsvinden als gevolg van verschuivingen in de luchtverkeersstromen naar aanleiding van de Russische oorlog in Oekraïne. Die situatie leidt echter niet tot een aanzienlijke wijziging van de operationele voorwaarden voor luchtvaartnavigatiediensten in Roemenië en heeft geen negatieve gevolgen voor het herziene ontwerpprestatieplan.

BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid

(10)

Wat het prestatiekerngebied veiligheid betreft, heeft de Commissie de verenigbaarheid beoordeeld van de door Roemenië ingediende doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer van verleners van luchtvaartnavigatiediensten (Air Navigation Service Providers, ANSP’s), overeenkomstig punt 1.1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(11)

De door Roemenië voorgestelde lokale veiligheidsprestatiedoelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, opgesplitst per doelstelling van het veiligheidsbeheer en uitgedrukt als een niveau van uitvoering:

Roemenië

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveaus A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

Doelstellingen voor de hele Unie (2024)

ROMATSA

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

C

D

D

Veiligheidsborging

C

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

C

(12)

De door Roemenië voorgestelde veiligheidsprestatiedoelstellingen voor de verlener van luchtvaartnavigatiediensten, Romatsa, zijn in overeenstemming met de EU-wijde prestatiedoelstellingen.

(13)

De Commissie merkt op dat het door Roemenië ingediende herziene ontwerpprestatieplan maatregelen bevat voor Romatsa met het oog op de verwezenlijking van de lokale veiligheidsdoelstellingen, met inbegrip van de uitvoering van interne procedures voor toezicht op de veiligheid en processen voor voortdurende verbetering van de doeltreffendheid van het veiligheidsbeheer.

(14)

In het licht van hetgeen is uiteengezet in de overwegingen 11, 12 en 13 en gezien het feit dat de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 vastgestelde Uniewijde veiligheidsprestatiedoelstellingen uiterlijk in het laatste jaar van RP3, namelijk 2024, moeten worden bereikt, moeten de doelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid die zijn opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië derhalve als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen worden beschouwd.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu

(15)

Wat het prestatiekerngebied milieu betreft, is de verenigbaarheid van de door Roemenië ingediende doelstellingen inzake de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject beoordeeld overeenkomstig punt 1.2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden voor horizontale en-routevluchtefficiëntie die zijn uiteengezet in het plan voor de verbetering van het Europese routenetwerk (ERNIP) en die beschikbaar waren op de datum waarop de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(16)

Voor het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied milieu, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo is het niet mogelijk om in de herziene ontwerpprestatieplannen met terugwerkende kracht wijzigingen aan te brengen in de lokale milieuprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 die door de lidstaten zijn vastgesteld in de ontwerpprestatieplannen die in oktober 2021 zijn ingediend. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale milieuprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(17)

De door Roemenië voorgestelde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied milieu en de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor RP3 in het ERNIP, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject:

Roemenië

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

2,05  %

2,05  %

2,05  %

Referentiewaarden

2,05  %

2,05  %

2,05  %

(18)

De Commissie merkt op dat de door Roemenië voorgestelde milieudoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(19)

De Commissie merkt op dat Roemenië in zijn herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale milieudoelstellingen, waaronder zijn deelname aan het initiatief voor vrije luchtcorridors in Zuidoost-Europa, intensievere grensoverschrijdende samenwerking, een transitieplan voor de toepassing van prestatiegebaseerde navigatie en wijzigingen in de configuratie van operationele sectoren om het gebruik van het luchtruim te verbeteren.

(20)

In het licht van hetgeen is vermeld in de overwegingen 17, 18 en 19, moeten de doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu die in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië zijn opgenomen, derhalve als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen worden beschouwd.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit

(21)

Wat het prestatiekerngebied capaciteit betreft, is de verenigbaarheid van de door Roemenië ingediende doelstellingen inzake gemiddelde en-route-ATFM-vertraging per vlucht beoordeeld overeenkomstig punt 1.3 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden die zijn uiteengezet in het operationeel netwerkplan en die beschikbaar waren op 2 juni 2021, de datum waarop de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld.

(22)

Voor het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied capaciteit, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo is het niet mogelijk om in de herziene ontwerpprestatieplannen met terugwerkende kracht wijzigingen aan te brengen in de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 die door de lidstaten zijn vastgesteld in de ontwerpprestatieplannen die in oktober 2021 zijn ingediend. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(23)

De door Roemenië voor RP3 voorgestelde doelstellingen voor en-routecapaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht, en de overeenkomstige referentiewaarden in het operationeel netwerkplan:

Roemenië

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,04

0,04

0,04

Referentiewaarden

0,04

0,04

0,04

(24)

De Commissie merkt op dat de door Roemenië voorgestelde capaciteitsdoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(25)

De Commissie merkt op dat Roemenië in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft voorgesteld voor de verwezenlijking van de lokale en-routecapaciteitsdoelstellingen. Deze maatregelen omvatten de invoering van een nieuw systeem voor luchtverkeersbeheer, luchtruimconfiguratie die gericht is op de tenuitvoerlegging van vrije luchtcorridors en een flexibel gebruik van luchtruimconcepten, en de indienstname en opleiding van nieuwe luchtverkeersleiders.

(26)

In het licht van hetgeen is vermeld in de overwegingen 23, 24 en 25, moeten de doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit die in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië zijn opgenomen, derhalve als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen worden beschouwd.

Beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(27)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die verordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van doelstellingen voor en-routecapaciteit aangevuld met de beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. Die doelstellingen bleken geen aanleiding te geven tot bezorgdheid ten aanzien van Roemenië.

Beoordeling van de herziene prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie

(28)

De Commissie heeft in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 geconcludeerd dat de voorgestelde en-routekostenefficiëntiedoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Roemenië onverenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Roemenië heeft herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen voorgesteld in zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(29)

De onderstaande tabel bevat de initiële prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie voor RP3 voor de heffingszone van Roemenië, zoals vastgesteld in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, en de overeenkomstige herziene prestatiedoelstellingen in het herziene prestatieplan dat in 2022 is ingediend:

En-routeheffingszone van Roemenië

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

165,00 RON

155,38 RON

298,87 RON

191,50 RON

174,25 RON

174,33 RON

36,13 EUR

34,03 EUR

65,45 EUR

41,94 EUR

38,16 EUR

38,18  EUR

Herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

165,00 RON

155,38 RON

298,87 RON

179,53 RON

163,47 RON

160,39 RON

36,13 EUR

34,03 EUR

65,45 EUR

39,32 EUR

35,80 EUR

35,13  EUR

(30)

De Commissie merkt op dat Roemenië zijn lokale kostenefficiëntiedoelstellingen voor de jaren 2022, 2023 en 2024 heeft herzien. In vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan leiden die doelstellingen tot een totale bepaalde eenheidskost (DUC) die 6,9 % lager is in 2022, 2023 en 2024 en 5,4 % lager over RP3 als geheel. Deze verlagingen van de bepaalde eenheidskosten zijn het gevolg van de opwaartse herziening van de verkeersaannames in het herziene ontwerpprestatieplan voor de jaren 2022, 2023 en 2024, die gedeeltelijk worden gecompenseerd door een stijging van de bepaalde kosten voor de jaren 2023 en 2024.

(31)

De Commissie merkt op dat de verkeersaannames die in het herziene ontwerpprestatieplan zijn gebruikt, gebaseerd zijn op de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van juni 2022. In de volgende tabel worden de geraamde en-routediensteenheden voor de heffingszone voor de jaren 2022, 2023 en 2024 vergeleken met de cijfers in het ontwerpprestatieplan:

En-routeheffingszone van Roemenië

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

4 360

5 022

5 269

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

4 583

5 531

5 825

Verschil

+5,1  %

+10,1  %

+10,6  %

(32)

In vergelijking met het ontwerpprestatieplan dat in 2021 is ingediend, liggen de jaarlijkse stijgingen van het aantal diensteenheden voor de jaren 2022, 2023 en 2024 tussen 5 % en 11 %.

(33)

De herziene bepaalde kosten voor de jaren 2022, 2023 en 2024, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017, zijn uiteengezet in de volgende tabel:

En-routeheffingszone van Roemenië

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

835  M RON

875  M RON

919  M RON

Herziene bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

823  M RON

904  M RON

934  M RON

Verschil

–1,5  %

+3,3  %

+1,7  %

(34)

Het herziene ontwerpprestatieplan bevat een geactualiseerde inflatieprognose voor Roemenië voor de jaren 2022, 2023 en 2024, zoals uiteengezet in de volgende tabel:

En-routeheffingszone van Roemenië

2022

2023

2024

Initiële inflatie-index, met voorspelde jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

116,1

(2,1  %)

119,1

(2,6  %)

122,2

(2,6  %)

Herziene inflatie-index, met jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het herziene ontwerpprestatieplan)

125,9

(9,3  %)

130,9

(4,0  %)

134,8

(3,0  %)

(35)

Als gevolg van de actualisering van de inflatieprognose zullen de herziene bepaalde kosten in nominale termen aanzienlijk stijgen, met name voor de jaren 2023 en 2024, en wel als volgt:

En-routeheffingszone van Roemenië

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

946  M RON

1 013  M RON

1 088  M RON

Herziene bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

1 000  M RON

1 138  M RON

1 209  M RON

Verschil

+5,7  %

+12,3  %

+11,0  %

(36)

De Commissie heeft de verenigbaarheid van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen die door Roemenië zijn voorgesteld overeenkomstig de criteria van punt 1.4, a), b) en c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(37)

Wat betreft punt 1.4, a), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk +0,8 % in de loop van RP3, beter is dan de Uniewijde tendens van +1,0 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit een verbetering betekent ten opzichte van de tendens van de bepaalde eenheidskosten van +2,9 %, die berekend is op basis van de in 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen.

(38)

Wat betreft punt 1.4, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de langetermijntendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten in de tweede referentieperiode (RP2) en RP3, namelijk –0,3 %, veel slechter is dan de Uniewijde langetermijntendens van –1,3 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit echter een verbetering betekent ten opzichte van de langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten van +0,6 %, berekend op basis van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(39)

Wat punt 1.4, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 betreft, merkt de Commissie op dat de basiswaarde van 34,03 EUR van Roemenië, uitgedrukt in prijzen van 2017, 14,6 % lager is dan de gemiddelde basiswaarde van 39,84 EUR (in EUR 2017) van de relevante vergelijkingsgroep.

(40)

Het is duidelijk dat de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen van Roemenië tot gevolg hebben dat de tendens van de bepaalde eenheidskosten in de loop van RP3 beter is dan de overeenkomstige Uniewijde tendens. Voorts zijn de herziene bepaalde eenheidskosten van Roemenië voor 2024 lager dan de basiswaarde voor 2014, waaruit blijkt dat de bepaalde eenheidskosten in de loop van RP2 en RP3 zijn gedaald, ook al wordt de Uniewijde langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten niet gehaald. Roemenië geeft blijk van goede prestaties inzake kostenefficiëntie ten opzichte van de basiswaarde voor 2019, die aanzienlijk lager is dan het overeenkomstige gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Daarom is de Commissie van oordeel dat, wat Roemenië betreft, de in overweging 38 bedoelde afwijking van de Uniewijde langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten niet uitsluit dat de prestatiedoelstellingen inzake kostenefficiëntie verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen inzake kostenefficiëntie.

(41)

Al bij al is de Commissie dan ook van oordeel dat Roemenië de aanbevelingen in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 met betrekking tot de herziening van zijn kostenefficiëntieprestatiedoelstellingen naar behoren heeft opgevolgd.

(42)

In het licht van hetgeen is vermeld in de overwegingen 29 tot en met 41, moeten de doelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie die in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië zijn opgenomen, derhalve als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen worden beschouwd.

Beoordeling van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(43)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die verordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van doelstellingen voor en-routekostenefficiëntie aangevuld met de beoordeling van de kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(44)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie haar bezorgdheid geuit over de doelstellingen inzake terminalkostenefficiëntie die Roemenië in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan heeft voorgesteld, en was zij van mening dat Roemenië die doelstellingen verder moest rechtvaardigen of neerwaarts moest herzien. De Commissie merkt echter op dat Roemenië die doelstellingen daarentegen voor de jaren 2022 en 2023 naar boven heeft bijgesteld, met inbegrip van een stijging van de bepaalde kosten in reële termen voor het jaar 2023.

(45)

De Commissie merkt op dat de tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten in Roemenië, namelijk +4,2 % in de loop van RP3, hoger blijft dan de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten van +0,8 % in de loop van RP3, en hoger blijft dan de werkelijke tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten van –3,1 % tijdens RP2. Bovendien is de tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten voor RP3 slechts marginaal verbeterd ten opzichte van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Roemenië, waarin een tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten van +4,3 % was vastgesteld.

(46)

In het licht van de overwegingen 44 en 45 concludeert de Commissie derhalve dat de herziene prestatiedoelstellingen van Roemenië inzake terminalkostenefficiëntie nog steeds aanleiding geven tot bezorgdheid. De Commissie herhaalt daarom haar standpunt dat Roemenië die doelstellingen neerwaarts moet herzien of een adequate motivering voor die doelstellingen moet verstrekken, ook voor de hogere bepaalde kosten voor het jaar 2023. Roemenië moet die bezwaren in verband met de vaststelling van zijn definitieve prestatieplan aanpakken overeenkomstig artikel 16, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

Beoordeling van de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 bedoelde stimuleringsregelingen, ter aanvulling van de beoordeling door de Commissie van de capaciteitsdoelstellingen

(47)

Met betrekking tot punt 2.1, f), van bijlage IV van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie haar beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen aangevuld met een evaluatie van de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 bedoelde stimuleringsregelingen. In dat opzicht heeft de Commissie onderzocht of de voorgestelde stimuleringsregelingen voldoen aan de inhoudelijke eisen van artikel 11, leden 1 en 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(48)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie geconcludeerd dat Roemenië zijn stimuleringsregeling voor het bereiken van de terminalcapaciteitsdoelstellingen zodanig moet herzien dat het maximale financiële nadeel als gevolg van die stimuleringsregeling wordt vastgesteld op een niveau dat tastbare gevolgen heeft voor de aan risico’s onderhevige inkomsten. De Commissie merkt op dat Roemenië zijn stimuleringsregeling voor het bereiken van de terminalcapaciteitsdoelstellingen heeft herzien door het daaruit voortvloeiende maximale financiële nadeel vast te stellen op een niveau dat gelijk is aan 1 % van de bepaalde kosten. Met de herziening wordt tegemoetgekomen aan de bezwaren die de Commissie in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft geuit. De Commissie heeft geen verdere opmerkingen over de stimuleringsregelingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Roemenië.

CONCLUSIE

(49)

In het licht van al het voorgaande stelt de Commissie vast dat de prestatiedoelstellingen in het door Roemenië ingediende herziene ontwerpprestatieplan verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Roemenië ingediende herziene ontwerpprestatieplan, die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen, zijn verenigbaar met de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 uiteengezette Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel, 5 december 2022.

Voor de Commissie

Adina VĂLEAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 56 van 25.2.2019, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie van 29 mei 2019 tot vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 49).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie van 3 november 2020 inzake uitzonderlijke maatregelen voor de derde referentieperiode (2020-2024) van de prestatie- en heffingsregeling voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten gevolge van de COVID-19-pandemie (PB L 366 van 4.11.2020, blz. 7).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 van de Commissie van 2 juni 2021 tot vaststelling van herziene EU-wijde prestatiedoelstellingen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode (2020-2024) en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 (PB L 195 van 3.6.2021, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie van 13 april 2022 inzake de onverenigbaarheid van bepaalde prestatiedoelstellingen in de krachtens Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden ingediende ontwerpen van nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode, en inzake de vaststelling van aanbevelingen voor de herziening van die doelstellingen (PB L 135 van 12.5.2022, blz. 4).


BIJLAGE

Prestatiedoelstellingen die zijn opgenomen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Roemenië ingediende herziene ontwerpprestatieplan en die verenigbaar zijn bevonden met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

PRESTATIEKERNGEBIED VEILIGHEID

Effectiviteit van het veiligheidsbeheer

Roemenië

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveaus A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

Romatsa

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

C

D

Veiligheidsborging

C

C

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

PRESTATIEKERNGEBIED MILIEU

Gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

Roemenië

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

2,05  %

2,05  %

2,05  %

PRESTATIEKERNGEBIED CAPACITEIT

Gemiddelde en-route-ATFM-vertraging in minuten per vlucht

Roemenië

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,04

0,04

0,04

PRESTATIEKERNGEBIED KOSTENEFFICIËNTIE

Bepaalde eenheidskost voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten

En-routeheffingszone van Roemenië

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Herziene ontwerpdoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie, uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

165,00 RON

155,38 RON

298,87 RON

179,53 RON

163,47 RON

160,39 RON

36,13 EUR

34,03 EUR

65,45 EUR

39,32 EUR

35,80 EUR

35,13  EUR


12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/136


BESLUIT (EU) 2022/2425 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2022

betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Malta ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8743)

(Slechts de teksten in de Engelse en de Maltese taal zijn authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (1), en met name artikel 11, lid 3, punt c),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (2), en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

ALGEMENE OVERWEGINGEN

(1)

Krachtens artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 moeten de lidstaten, op nationaal niveau of op het niveau van functionele luchtruimblokken (FAB’s), prestatieplannen opstellen die bindende prestatiedoelstellingen moeten bevatten voor elke referentieperiode van de prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties. Die prestatiedoelstellingen moeten verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen die door de Commissie zijn vastgesteld voor de betreffende referentieperiode.

(2)

De Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (RP3) werden aanvankelijk vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie (3). Aangezien die Uniewijde prestatiedoelstellingen en de ontwerpprestatieplannen voor RP3 die in oktober 2019 door de lidstaten werden ingediend, waren opgesteld vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie in maart 2020, werd daarin geen rekening gehouden met de aanzienlijke terugval van het luchtverkeer ten gevolge van de maatregelen die de lidstaten en derde landen hebben genomen om de pandemie in te dammen.

(3)

Als reactie op de impact van de COVID-19-pandemie op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten zijn in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie (4) uitzonderlijke maatregelen voor RP3 vastgesteld, die afwijken van de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De Commissie heeft op 2 juni 2021 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 (5) vastgesteld, met herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3. Op basis hiervan hebben de lidstaten in oktober 2021 bij de Commissie ontwerpprestatieplannen ingediend met herziene lokale prestatiedoelstellingen voor RP3.

(4)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie (6) was gericht tot België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden. In dat besluit heeft de Commissie vastgesteld dat de in het ontwerpprestatieplan voor RP3 van Malta opgenomen prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie niet verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen, en heeft zij aanbevelingen gedaan voor de herziening van die doelstellingen.

(5)

In antwoord op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die op 24 februari 2022 begon, heeft de Unie beperkende maatregelen vastgesteld waarbij Russische luchtvaartmaatschappijen, alle in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen en alle niet in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen die eigendom zijn van, worden gecharterd door of anderszins onder zeggenschap staan van Russische natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of organen het verbod krijgen opgelegd om in de Unie te landen of op te stijgen of de Unie te overvliegen. Deze beperkende maatregelen en de door Rusland genomen tegenmaatregelen hebben geleid tot veranderingen in het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Sommige lidstaten zijn zwaar getroffen door een aanzienlijke daling van het aantal overvliegende luchtvaartuigen in het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt. Op het niveau van de Unie is de waargenomen impact op het aantal vluchten echter beperkt gebleven, wat in contrast staat met de sterke afname van het luchtverkeer in heel Europa als gevolg van de uitbraak van de COVID-19-pandemie.

(6)

Malta heeft op 13 juli 2022 een herzien ontwerpprestatieplan voor RP3 (het “herziene ontwerpprestatieplan”) ter beoordeling ingediend bij de Commissie.

(7)

Het prestatiebeoordelingsorgaan, dat de Commissie bijstaat bij de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 549/2004, heeft een verslag met zijn beoordeling over het herziene ontwerpprestatieplan van Malta bij de Commissie ingediend.

(8)

Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie de verenigbaarheid van de in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta opgenomen lokale prestatiedoelstellingen beoordeeld op basis van de criteria die zijn vastgesteld in punt 1 van bijlage IV bij die Uitvoeringsverordening, en rekening houdende met lokale omstandigheden. De Commissie heeft de beoordeling voor elk prestatiekerngebied en de bijbehorende prestatiedoelstellingen aangevuld door de ontwerpprestatieplannen te toetsen aan de elementen van punt 2 van bijlage IV bij die uitvoeringsverordening.

(9)

In de in juni 2022 gepubliceerde basisverkeersprognose van de Statistics and Forecast Service (Statfor) van Eurocontrol is rekening gehouden met de gewijzigde omstandigheden waarnaar in overweging 5 wordt verwezen. Op basis van die prognose merkt de Commissie op dat Malta naar verwachting niet zal worden geconfronteerd met negatieve veranderingen in het verkeer tijdens RP3 als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne.

BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid

(10)

Wat het prestatiekerngebied veiligheid betreft, heeft de Commissie de verenigbaarheid beoordeeld van de door Malta ingediende doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer van verleners van luchtvaartnavigatiediensten (Air Navigation Service Providers, ANSP’s), op basis van het criterium dat is vastgesteld in punt 1.1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(11)

De door Malta voorgestelde lokale veiligheidsprestatiedoelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, opgesplitst per doelstelling van het veiligheidsbeheer en uitgedrukt als een niveau van uitvoering:

Malta

Doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als een niveau van uitvoering, variërend van EASA-niveaus A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

Doelstellingen voor de hele Unie (2024)

MATS

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

D

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

C

D

D

Veiligheidsborging

C

C

D

C

Bevordering van de veiligheid

C

C

D

C

Veiligheidscultuur

C

C

C

C

(12)

De door Malta voor MATS voorgestelde veiligheidsdoelstellingen zijn in overeenstemming met de EU-wijde prestatiedoelstellingen en voor 2024 zelfs beter dan de Uniewijde prestatiedoelstellingen op de domeinen “veiligheidsbeleid en -doelstellingen”, “veiligheidsborging” en “bevordering van de veiligheid”.

(13)

De Commissie merkt op dat het door Malta ingediende herziene ontwerpprestatieplan maatregelen bevat voor MATS voor de verwezenlijking van de lokale veiligheidsdoelstellingen, zoals de invoering van een centrum voor beveiligingsoperaties en een operationeel netwerkcentrum, de invoering van nieuwe veiligheidssoftware, de indienstname van cyberbeveiligingsspecialisten om het risicobeheer te verbeteren, en de opleiding van personeel om te voldoen aan de in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 vastgestelde vereisten inzake veranderingsmanagement.

(14)

Op basis van de bevindingen in de overwegingen 11 en 13, en gezien het feit dat de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 vastgestelde Uniewijde veiligheidsprestatiedoelstellingen in het laatste jaar van RP3 (2024) moeten zijn verwezenlijkt, moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied veiligheid.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu

(15)

Wat het prestatiekerngebied milieu betreft, is de verenigbaarheid van de door Malta ingediende doelstellingen inzake de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden voor horizontale en-routevluchtefficiëntie die zijn uiteengezet in het plan voor de verbetering van het Europese routenetwerk (ERNIP) en die beschikbaar waren op het moment dat de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(16)

Voor het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied milieu, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale milieuprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in de herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale milieuprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(17)

De door Malta voorgestelde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied milieu en de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor RP3 in het ERNIP, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject:

Malta

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,80  %

1,80  %

1,80  %

Referentiewaarden

1,80  %

1,80  %

1,80  %

(18)

De Commissie merkt op dat de door Malta voorgestelde milieudoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(19)

De Commissie merkt op dat Malta in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale milieudoelstellingen, waaronder de tenuitvoerlegging van vrije luchtcorridors boven vliegniveau 195, het ontwerp van een nieuw terminalmanoeuvreergebied en nieuwe aankomst- en vertrekprocedures.

(20)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 17, 18 en 19 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit

(21)

Wat het prestatiekerngebied capaciteit betreft, is de verenigbaarheid van de door Malta ingediende doelstellingen inzake gemiddelde en-route-ATFM-vertraging per vlucht beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.3 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden die zijn uiteengezet in het operationeel netwerkplan en die beschikbaar waren op het moment dat de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(22)

Voor het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied capaciteit, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in de herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(23)

De door Malta voor RP3 voorgestelde doelstellingen voor en-routecapaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht, en de overeenkomstige referentiewaarden in het operationeel netwerkplan:

Malta

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,01

0,01

0,01

Referentiewaarden

0,01

0,01

0,01

(24)

De Commissie merkt op dat de door Malta voorgestelde capaciteitsdoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(25)

De Commissie merkt op dat Malta in het ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale en-routecapaciteitsdoelstellingen. Deze maatregelen omvatten een toename van het aantal voltijdse luchtverkeersleiders tegen het einde van RP3 en de tenuitvoerlegging van vrije luchtcorridors.

(26)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 23, 24 en 25 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit.

Beoordeling van de ontwerpcapaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(27)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die verordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van doelstellingen voor en-routecapaciteit aangevuld met de beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. Die doelstellingen bleken geen aanleiding te geven tot bezorgdheid ten aanzien van Malta.

Beoordeling van de herziene prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie

(28)

De Commissie heeft in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 geconcludeerd dat de en-routekostenefficiëntiedoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Malta onverenigbaar waren met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Malta heeft herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen voorgesteld als onderdeel van zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(29)

De onderstaande tabel bevat de initiële prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie voor RP3 voor de heffingszone van Malta, zoals opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, en de overeenkomstige herziene prestatiedoelstellingen in het herziene prestatieplan dat in 2022 is ingediend.

En-routeheffingszone van Malta

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

21,50  EUR

22,98  EUR

44,08  EUR

31,85  EUR

24,83  EUR

24,85  EUR

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

21,50  EUR

22,98  EUR

44,08  EUR

27,44  EUR

21,61  EUR

22,09  EUR

(30)

De Commissie merkt op dat Malta zijn lokale kostenefficiëntiedoelstellingen voor de periode van 2022 tot en met 2024 heeft herzien, hetgeen, in vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, resulteert in een totale bepaalde eenheidskost (DUC) die in die drie jaren 12,3 % lager ligt en tijdens RP3 als geheel 8,7 % lager ligt. Deze verlagingen van de bepaalde eenheidskosten vloeien voort uit zowel de geactualiseerde verkeersaannames die in het herziene ontwerpprestatieplan voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 zijn gebruikt als uit de neerwaartse bijstelling van de bepaalde kosten voor die jaren, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017.

(31)

De wijzigingen in de verkeersprognose voor de jaren 2022, 2023 en 2024 zijn weergegeven in de onderstaande tabel. De Commissie merkt op dat de verkeersprognose die in het herziene ontwerpprestatieplan is gebruikt, gebaseerd is op de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van juni 2022.

En-routeheffingszone van Malta

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

714

957

1 002

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

811

1 006

1 044

Verschil

+13,6  %

+5,1  %

+4,3  %

(32)

De herziene bepaalde kosten voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017, zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

En-routeheffingszone van Malta

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

23  M EUR

24  M EUR

25  M EUR

Herziene bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

22  M EUR

22  M EUR

23  M EUR

Verschil

–2,2  %

–8,5  %

–7,4  %

(33)

Het herziene ontwerpprestatieplan bevat een geactualiseerde inflatieprognose voor Malta voor elk van de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024, zoals uiteengezet in de onderstaande tabel.

En-routeheffingszone van Malta

2022

2023

2024

Initiële inflatie-index, met voorspelde jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

106,7

(1,8  %)

108,8

(2,0  %)

111,0

(2,0  %)

Herziene inflatie-index, met jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het herziene ontwerpprestatieplan)

109,7

(4,7  %)

112,8

(2,8  %)

115,1

(2,1  %)

(34)

Als gevolg van de actualisering van de inflatieprognose blijven de herziene bepaalde kosten voor het jaar 2022, in nominale termen, grotendeels ongewijzigd. De Commissie merkt echter op dat Malta de nominale bepaalde kosten voor de jaren 2023 en 2024 naar beneden heeft bijgesteld.

En-routeheffingszone van Malta

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

24  M EUR

25  M EUR

27  M EUR

Herziene bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

24  M EUR

24  M EUR

26  M EUR

Verschil

–0,2  %

–5,8  %

–4,5  %

(35)

De Commissie heeft de verenigbaarheid van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen die zijn voorgesteld voor de en-routeheffingszone Malta beoordeeld op basis van de criteria van punt 1.4, a), b) en c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(36)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, a), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk –1,0 % in de loop van RP3, beter is dan de Uniewijde tendens van +1,0 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit een verbetering betekent ten opzichte van de tendens van de bepaalde eenheidskosten van +2,0 %, die berekend is op basis van de in 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen.

(37)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de langetermijntendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten in de tweede referentieperiode (RP2) en RP3, namelijk +0,3 %, slechter is dan de Uniewijde langetermijntendens van –1,3 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit echter een verbetering betekent ten opzichte van de langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten van +1,6 %, berekend op basis van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(38)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de basiswaarde van Malta voor de bepaalde eenheidskosten van 22,98 EUR in EUR2017 19,7 % lager ligt dan de gemiddelde basiswaarde van de vergelijkingsgroep (28,64 EUR in EUR2017).

(39)

Zoals vermeld in overweging 36, resulteren de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen van Malta in een tendens van de bepaalde eenheidskosten in de loop van RP3 die aanzienlijk beter is dan de overeenkomstige Uniewijde tendens en een daling van de bepaalde eenheidskosten gedurende de referentieperiode laat zien. Onder verwijzing naar overweging 38 presteert Malta bovendien goed op het vlak van kostenefficiëntie ten opzichte van de basiswaarde voor 2019, die lager is dan het overeenkomstige gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Tot slot merkt de Commissie op dat Malta de bepaalde kosten voor RP3 zowel in reële als in nominale termen heeft verlaagd, terwijl het van plan is extra verkeer te bedienen op basis van de geactualiseerde verkeersprognose voor RP3. Daarom is de Commissie van oordeel dat de in overweging 37 bedoelde afwijking van de Uniewijde tendens van de bepaalde eenheidskosten geen beletsel vormt voor de vaststelling van verenigbaarheid met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het gebied van kostenefficiëntie met betrekking tot Malta.

(40)

Gezien de bovenstaande opmerkingen merkt de Commissie op dat Malta de aanbevelingen in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 naar behoren heeft opgevolgd.

(41)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 29 tot en met 40 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie.

Beoordeling van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(42)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die verordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van de doelstellingen voor en-routekostenefficiëntie aangevuld met de beoordeling van de kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(43)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 heeft de Commissie haar bezorgdheid geuit over de doelstellingen inzake terminalkostenefficiëntie die Malta in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan heeft voorgesteld, en was zij van mening dat Malta die doelstellingen verder moet rechtvaardigen of neerwaarts moet herzien. De Commissie merkt echter op dat Malta die doelstellingen daarentegen naar boven heeft bijgesteld, behalve voor het jaar 2023, zonder daarvoor een motivering te verstrekken.

(44)

De Commissie merkt op dat de tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten in Malta, namelijk +5,0 % in de loop van RP3, hoger blijft dan de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten van –1,0 % in de loop van RP3, en hoger blijft dan de werkelijke tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten van +0,6 % tijdens RP2. Bovendien is de tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten voor RP3 verslechterd ten opzichte van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, waarin een tendens van de bepaalde terminaleenheidskosten van +4,3 % was vastgesteld.

(45)

In het licht van de overwegingen 43 en 44 concludeert de Commissie dat de herziene prestatiedoelstellingen van Malta op het gebied van terminalkostenefficiëntie nog steeds aanleiding geven tot bezorgdheid. De Commissie herhaalt daarom haar standpunt, zoals uiteengezet in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728, dat Malta die doelstellingen naar beneden moet herzien of een adequate motivering voor die doelstellingen moet verstrekken, met inbegrip van de extra kostenstijgingen in de jaren 2022 en 2024. De Commissie verzoekt Malta deze opmerking in verband met de vaststelling van zijn definitieve prestatieplan aan te pakken overeenkomstig artikel 16, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

Beoordeling van de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 bedoelde stimuleringsregelingen, ter aanvulling van de beoordeling door de Commissie van de capaciteitsdoelstellingen

(46)

Overeenkomstig punt 2.1, f), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie met betrekking tot de beoordeling van de lokale capaciteitsdoelstellingen de stimuleringsregelingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Malta geëvalueerd. De Commissie heeft met name onderzocht of die ontwerpstimuleringsregelingen voldoen aan de inhoudelijke eisen van artikel 11, leden 1 en 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De Commissie merkt op dat Malta deze stimuleringsregelingen niet heeft gewijzigd ten opzichte van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(47)

Wat de door Malta voorgestelde en-route- en terminalcapaciteitsregelingen betreft, betwijfelt de Commissie, op basis van deskundigenadvies van het prestatiebeoordelingsorgaan, sterk of de voorgestelde maximale financiële nadelen, die respectievelijk 0,5 % en 0,25 % van de bepaalde kosten bedragen, tastbare gevolgen zouden hebben voor de aan risico’s onderhevige inkomsten, zoals vereist uit hoofde van artikel 11, lid 3, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(48)

Daarom moet Malta, voor wat betreft de vaststelling van zijn definitieve prestatieplan overeenkomstig artikel 16, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, zijn stimuleringsregelingen voor het bereiken van de en-route- en terminalcapaciteitsdoelstellingen herzien, zodat het maximale financiële nadeel ten gevolge van die stimuleringsregelingen wordt vastgesteld op een niveau dat tastbare gevolgen heeft voor de aan risico’s onderhevige inkomsten, zoals uitdrukkelijk vereist uit hoofde van artikel 11, lid 3, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317; de Commissie is van mening dat dit moet leiden tot een maximaal financieel nadeel van minstens 1 % van de bepaalde kosten.

CONCLUSIES

(49)

In het licht van al het voorgaande stelt de Commissie vast dat de prestatiedoelstellingen in het door Malta ingediende herziene ontwerpprestatieplan verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Malta ingediende herziene ontwerpprestatieplan, die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen, zijn verenigbaar met de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 uiteengezette Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Malta.

Gedaan te Brussel, 5 december 2022.

Voor de Commissie

Adina VĂLEAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 56 van 25.2.2019, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie van 29 mei 2019 tot vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 49).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie van 3 november 2020 inzake uitzonderlijke maatregelen voor de derde referentieperiode (2020-2024) van de prestatie- en heffingsregeling voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten gevolge van de COVID-19-pandemie (PB L 366 van 4.11.2020, blz. 7).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 van de Commissie van 2 juni 2021 tot vaststelling van herziene EU-wijde prestatiedoelstellingen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode (2020-2024) en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 (PB L 195 van 3.6.2021, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie van 13 april 2022 inzake de onverenigbaarheid van bepaalde prestatiedoelstellingen in de krachtens Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden ingediende ontwerpen van nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode, en inzake de vaststelling van aanbevelingen voor de herziening van die doelstellingen (PB L 135 van 12.5.2022, blz. 4).


BIJLAGE

Prestatiedoelstellingen die zijn opgenomen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Malta ingediende herziene ontwerpprestatieplan en die verenigbaar zijn bevonden met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

PRESTATIEKERNGEBIED VEILIGHEID

Effectiviteit van het veiligheidsbeheer

Malta

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveaus A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

MATS

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

C

D

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

C

D

Veiligheidsborging

C

C

D

Bevordering van de veiligheid

C

C

D

Veiligheidscultuur

C

C

C

PRESTATIEKERNGEBIED MILIEU

Gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

Malta

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,80  %

1,80  %

1,80  %

PRESTATIEKERNGEBIED CAPACITEIT

Gemiddelde en-route-ATFM-vertraging in minuten per vlucht

Malta

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,01

0,01

0,01

PRESTATIEKERNGEBIED KOSTENEFFICIËNTIE

Bepaalde eenheidskost voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten

En-routeheffingszone van Malta

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Herziene ontwerpdoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie, uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

21,50  EUR

22,98  EUR

44,08  EUR

27,44  EUR

21,61  EUR

22,09  EUR


12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/147


BESLUIT (EU) 2022/2426 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2022

betreffende de verenigbaarheid van de prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door Letland ingediende ontwerpprestatieplan met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8718)

(Slechts de tekst in de Letse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (1) en met name artikel 11, lid 3, punt c),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (2), en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

ALGEMENE OVERWEGINGEN

(1)

Krachtens artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 moeten de lidstaten, op nationaal niveau of op het niveau van functionele luchtruimblokken (FAB’s), bindende prestatiedoelstellingen vaststellen voor elke referentieperiode van de prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties. Die prestatiedoelstellingen moeten verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen die door de Commissie zijn vastgesteld voor de betreffende referentieperiode.

(2)

De Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode (RP3) werden aanvankelijk vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie (3). Aangezien die Uniewijde prestatiedoelstellingen en de ontwerpprestatieplannen voor RP3 die in oktober 2019 door de lidstaten werden ingediend, waren opgesteld vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie in maart 2020, werd daarin geen rekening gehouden met de aanzienlijke terugval van het luchtverkeer ten gevolge van de maatregelen die de lidstaten en derde landen hebben genomen om de pandemie in te dammen.

(3)

Als reactie op de impact van de COVID-19-pandemie op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten zijn in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie (4) uitzonderlijke maatregelen voor RP3 vastgesteld, die afwijken van de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De Commissie heeft op 2 juni 2021 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 (5) vastgesteld, met herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3. Op basis hiervan hebben de lidstaten in oktober 2021 bij de Commissie ontwerpprestatieplannen ingediend met herziene lokale prestatiedoelstellingen voor RP3.

(4)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie (6) was gericht tot België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden. In dat besluit heeft de Commissie vastgesteld dat de in het ontwerpprestatieplan voor RP3 van Letland opgenomen prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie niet verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen, en heeft zij aanbevelingen gedaan voor de herziening van die doelstellingen.

(5)

In antwoord op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die op 24 februari 2022 begon, heeft de Unie beperkende maatregelen vastgesteld waarbij Russische luchtvaartmaatschappijen, alle in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen en alle niet in Rusland geregistreerde luchtvaartuigen die eigendom zijn van, worden gecharterd door of anderszins onder zeggenschap staan van Russische natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of organen het verbod krijgen opgelegd om in de Unie te landen of op te stijgen of de Unie te overvliegen. Deze beperkende maatregelen en de door Rusland genomen tegenmaatregelen hebben geleid tot veranderingen in het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Sommige lidstaten, waaronder Letland, zijn zwaar getroffen door een aanzienlijke daling van het aantal overvliegende luchtvaartuigen in het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt. Op het niveau van de Unie is de waargenomen impact op het aantal vluchten echter beperkt gebleven, wat in contrast staat met de sterke afname van het luchtverkeer in heel Europa als gevolg van de uitbraak van de COVID-19-pandemie.

(6)

Letland heeft op 13 juli 2022 een herzien ontwerpprestatieplan voor RP3 (het “herziene ontwerpprestatieplan”) ingediend.

(7)

Het prestatiebeoordelingsorgaan, dat de Commissie bijstaat bij de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 549/2004, heeft een verslag met zijn beoordeling over het herziene ontwerpprestatieplan van Letland bij de Commissie ingediend.

(8)

Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 heeft de Commissie de verenigbaarheid van de in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland opgenomen lokale prestatiedoelstellingen beoordeeld op basis van de criteria die zijn vastgesteld in punt 1 van bijlage IV bij die Uitvoeringsverordening, en rekening houdende met lokale omstandigheden. De Commissie heeft de beoordeling voor elk prestatiekerngebied en de bijbehorende prestatiedoelstellingen aangevuld door de ontwerpprestatieplannen te toetsen aan de elementen van punt 2 van bijlage IV bij die uitvoeringsverordening.

(9)

In de in juni 2022 gepubliceerde basisverkeersprognose van de Statistics and Forecast Service (Statfor) van Eurocontrol is rekening gehouden met de met de wijziging van de omstandigheden met betrekking tot het luchtverkeer in het Europese luchtruim. Op basis van die prognoses merkt de Commissie op dat Letland nog steeds geconfronteerd wordt met aanzienlijk verslechterde verkeersvooruitzichten voor de rest van RP3 als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Aangezien die gewijzigde omstandigheden aanzienlijke gevolgen hebben voor de prestatiedoelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland, moeten zij in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de daarin opgenomen lokale prestatiedoelstellingen.

BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied veiligheid

(10)

Wat het prestatiekerngebied veiligheid betreft, heeft de Commissie de verenigbaarheid beoordeeld van de door Letland ingediende doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer van verleners van luchtvaartnavigatiediensten (Air Navigation Service Providers, ANSP’s), op basis van het criterium dat is vastgesteld in punt 1.1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(11)

De door Letland voorgestelde lokale veiligheidsprestatiedoelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, opgesplitst per doelstelling van het veiligheidsbeheer en uitgedrukt als een niveau van uitvoering:

Letland

Doelstellingen inzake de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als een niveau van uitvoering, variërend van EASA-niveaus A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

Doelstellingen voor de hele Unie

(2024)

LGS

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

D

D

C

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

D

D

D

Veiligheidsborging

C

D

D

C

Bevordering van de veiligheid

C

D

D

C

Veiligheidscultuur

C

D

D

C

(12)

De door Letland voor LGS voorgestelde veiligheidsdoelstellingen zijn in overeenstemming met de EU-wijde prestatiedoelstellingen en voor 2023 en 2024 zelfs beter dan de Uniewijde prestatiedoelstellingen op de domeinen “veiligheidsbeleid en -doelstellingen”, “veiligheidsborging”, “bevordering van de veiligheid” en “veiligheidscultuur”.

(13)

De Commissie merkt op dat het door Letland ingediende herziene ontwerpprestatieplan maatregelen voor LGS bevat voor de verwezenlijking van de lokale veiligheidsdoelstellingen, zoals regelmatige opleiding van het personeel, de herziening van de procedures voor het veiligheidsbeheersysteem, de evaluatie van veiligheidsprocessen en een cultuur van billijkheid, gesimuleerde oefeningen, de verspreiding van veiligheidsgegevens en de integratie van beginselen van veiligheidsbeheer in bedrijfsplanning en besluitvorming.

(14)

Op basis van de bevindingen in de overwegingen 11, 12 en 13, en gezien het feit dat de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 vastgestelde Uniewijde veiligheidsprestatiedoelstellingen in het laatste jaar van RP3 (2024) moeten zijn verwezenlijkt, moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied veiligheid.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu

(15)

Wat het prestatiekerngebied milieu betreft, is de verenigbaarheid van de door Letland ingediende doelstellingen inzake de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden voor horizontale en-routevluchtefficiëntie die zijn uiteengezet in het plan voor de verbetering van het Europese routenetwerk (ERNIP) en die beschikbaar waren op het moment dat de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(16)

Voor het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied milieu, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale milieuprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in de herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale milieuprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(17)

De door Letland voorgestelde prestatiedoelstellingen voor het prestatiekerngebied milieu en de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor RP3 in het ERNIP, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject:

Letland

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,25  %

1,25  %

1,25  %

Referentiewaarden

1,25  %

1,25  %

1,25  %

(18)

De Commissie merkt op dat de door Letland voorgestelde milieudoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(19)

De Commissie merkt op dat Letland in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale milieudoelstellingen die hoofdzakelijk voldoen aan de reeds bestaande wettelijke vereisten uit hoofde van het Unierecht, waaronder de invoering van gezamenlijke besluitvorming op luchthavens, de vaststelling van prestatiegebaseerde navigatieprocedures en de invoering van vrije luchtcorridors.

(20)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 17, 18 en 19 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied milieu.

Beoordeling van de prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit

(21)

Wat het prestatiekerngebied capaciteit betreft, is de verenigbaarheid van de door Letland ingediende doelstellingen inzake gemiddelde en-route-ATFM-vertraging per vlucht beoordeeld op basis van het criterium van punt 1.3 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. De in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland voorgestelde doelstellingen zijn vergeleken met de relevante referentiewaarden die zijn uiteengezet in het operationeel netwerkplan en die beschikbaar waren op het moment dat de herziene Uniewijde prestatiedoelstellingen voor RP3 werden vastgesteld, namelijk 2 juni 2021.

(22)

Voor het jaar 2020 is de Uniewijde prestatiedoelstelling voor RP3 op het prestatiekerngebied capaciteit, die oorspronkelijk was vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903, vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie, niet herzien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 omdat de termijn voor de toepassing van die doelstelling was verstreken en de uitvoering ervan dus definitief was geworden, waardoor er geen mogelijkheid was om ze retroactief aan te passen. Evenzo konden de door de lidstaten in de in oktober 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen vastgestelde lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen voor het jaar 2021 niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd in de herziene ontwerpprestatieplannen. Derhalve werd de verenigbaarheid van de lokale capaciteitsprestatiedoelstellingen met de overeenkomstige Uniewijde prestatiedoelstellingen beoordeeld voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

(23)

De door Letland voor RP3 voorgestelde doelstellingen voor en-routecapaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht, en de overeenkomstige referentiewaarden in het operationeel netwerkplan:

Letland

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,03

0,03

0,03

Referentiewaarden

0,03

0,03

0,03

(24)

De Commissie merkt op dat de door Letland voorgestelde capaciteitsdoelstellingen gelijk zijn aan de overeenkomstige nationale referentiewaarden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024.

(25)

De Commissie merkt op dat Letland in het herziene ontwerpprestatieplan maatregelen heeft gepresenteerd voor de verwezenlijking van de lokale en-routecapaciteitsdoelstellingen. Deze maatregelen hebben betrekking op luchtverkeersleiders en omvatten een nieuw opleidingsprogramma en een verbetering van het personeelsbestand in verschillende sectorisatiescenario’s. De Commissie merkt op dat met betrekking tot het ontwerpprestatieplan van Letland dat in 2021 is ingediend, de verlener van luchtvaartnavigatiediensten LGS het geplande aantal voltijdse luchtverkeersleiders voor de jaren 2022 tot en met 2024 heeft verminderd als gevolg van de gewijzigde omstandigheden als beschreven in de overwegingen 5 en 9.

(26)

Op basis van de bevindingen die zijn uiteengezet in de overwegingen 23, 24 en 25 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit.

Beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(27)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die verordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van doelstellingen voor en-routecapaciteit aangevuld met de beoordeling van de capaciteitsdoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. Die doelstellingen bleken geen aanleiding te geven tot bezorgdheid ten aanzien van Letland.

Beoordeling van de herziene prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie

(28)

Onder verwijzing naar overweging 4 heeft de Commissie in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 geconcludeerd dat de voorgestelde en-routekostenefficiëntiedoelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan van Letland onverenigbaar waren met de Uniewijde prestatiedoelstellingen. Letland heeft herziene en-routekostenefficiëntiedoelstellingen voorgesteld in zijn herziene ontwerpprestatieplan.

(29)

De onderstaande tabel bevat de initiële prestatiedoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie voor RP3 voor de heffingszone van Letland, zoals opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, en de overeenkomstige herziene prestatiedoelstellingen in het herziene prestatieplan dat in 2022 is ingediend.

En-routeheffingszone van Letland

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

27,90 EUR

23,61 EUR

40,07 EUR

31,28 EUR

29,14 EUR

26,83  EUR

Initiële en-routekostenefficiëntiedoelstellingen (opgenomen in het ontwerpprestatieplan), uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

27,90 EUR

23,61 EUR

40,07 EUR

38,04 EUR

35,62 EUR

33,59  EUR

(30)

De Commissie merkt op dat Letland zijn lokale kostenefficiëntiedoelstellingen voor de periode van 2022 tot en met 2024 heeft herzien, hetgeen, in vergelijking met het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan, resulteert in een totale bepaalde eenheidskost (DUC) die in die drie jaren 23,0 % hoger is en tijdens RP3 als geheel 16,4 % hoger is. Die stijgingen van de bepaalde eenheidskosten zijn het gevolg van de aanzienlijke verslechtering van de verkeersprognose door de afname van het luchtverkeer in het Letse luchtruim als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, zoals vermeld in de overwegingen 5 en 9. Het lager aantal geraamde diensteenheden voor elk van de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 is echter gedeeltelijk door Letland gecompenseerd door een verlaging van de bepaalde kosten.

(31)

De Commissie merkt op dat de verkeersaannames die in het herziene ontwerpprestatieplan zijn gebruikt, gebaseerd zijn op de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van juni 2022. De geraamde en-routediensteenheden voor de heffingszone voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024, in vergelijking met de cijfers in het ontwerpprestatieplan, zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

En-routeheffingszone van Letland

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

736

842

906

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden en-routediensteenheden

466

548

570

Verschil

–36,7  %

–34,9  %

–37,1  %

(32)

In vergelijking met het ontwerpprestatieplan dat in 2021 is ingediend, liggen de jaarlijkse verlagingen van het aantal diensteenheden voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024 ongeveer tussen –35 % en –37 %. Bijgevolg zullen de en-routediensteenheden voor Letland in 2024 naar verwachting 40,1 % onder het niveau van vóór de pandemie (jaar 2019) blijven, terwijl in de Statfor-basisverkeersprognose van oktober 2021 was voorzien dat zij het niveau van vóór de pandemie met 11,4 % zouden overschrijden.

(33)

Zoals in onderstaande tabel is weergegeven, zullen de vliegbewegingen in het Letse luchtruim die volgens instrumentvliegvoorschriften (IFR) worden uitgevoerd, echter niet met hetzelfde tempo afnemen als de en-routediensteenheden. Deze discrepantie is toe te schrijven aan de aanzienlijke daling van het aantal overvluchten, die gemiddeld een verhoudingsgewijs groter aantal en-routediensteenheden genereren dan vluchten die aankomen op en vertrekken van luchthavens in Letland.

En-routeheffingszone van Letland

2022

2023

2024

Initiële verkeersprognose (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden IFR-bewegingen

229

262

282

Geactualiseerde verkeersprognose (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan), uitgedrukt in duizenden IFR-bewegingen

177

213

221

Verschil

–22,8  %

–18,8  %

–21,7  %

(34)

De Commissie merkt derhalve op dat de daling van de werklast van de verlener van luchtvaartnavigatiediensten, die afhankelijk is van het aantal gecontroleerde vliegbewegingen, niet even groot zal als de inkomstendaling die voortvloeit uit het lagere aantal en-routediensteenheden.

(35)

De herziene bepaalde kosten voor de jaren 2022, 2023 en 2024, uitgedrukt in reële termen in prijzen van 2017, zijn weergegeven in de onderstaande tabel. De Commissie merkt op dat Letland de bepaalde kosten, in reële termen, voor elk van die jaren naar beneden heeft bijgesteld.

En-routeheffingszone van Letland

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

23  M EUR

24,5  M EUR

24,3  M EUR

Herziene bepaalde kosten in reële termen in prijzen van 2017 (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

18  M EUR

20  M EUR

19  M EUR

Verschil

–23,0  %

–20,4  %

–21,3  %

(36)

Het herziene ontwerpprestatieplan bevat een geactualiseerde inflatieprognose voor Letland voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024, zoals uiteengezet in de volgende tabel.

En-routeheffingszone van Letland

2022

2023

2024

Initiële inflatie-index, met voorspelde jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

110,0

(2,2  %)

112,1

(1,9  %)

114,5

(2,1  %)

Herziene inflatie-index, met jaarlijkse verandering van de inflatie tussen haakjes (gegevens uit het herziene ontwerpprestatieplan)

119,7

(10,0  %)

124,3

(3,9  %)

128,1

(3,1  %)

(37)

Onderstaande tabel toont de vastgestelde kosten in nominale termen voor elk jaar van 2022 tot en met 2024. De Commissie merkt op dat Letland de nominale bepaalde kosten voor de jaren 2023 en 2024 neerwaarts heeft herzien, ondanks de opwaartse bijstelling van de inflatieprognose.

En-routeheffingszone van Letland

2022

2023

2024

Initiële bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan)

24,7  M EUR

26,7  M EUR

26,9  M EUR

Herziene bepaalde kosten in nominale termen (opgenomen in het herziene ontwerpprestatieplan)

20  M EUR

23  M EUR

23  M EUR

Verschil

–18,9  %

–14,9  %

–15,2  %

(38)

De Commissie heeft de verenigbaarheid van de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen die door Letland zijn voorgesteld op basis van de criteria van punt 1.4, a), b) en c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317.

(39)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, a), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de tendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten op het niveau van de heffingszone, namelijk +9,2 % in de loop van RP3, slechter is dan de Uniewijde tendens van +1,0 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit een verslechtering betekent ten opzichte van de tendens van de bepaalde eenheidskosten van +3,3 %, die berekend is op basis van de in 2021 ingediende ontwerpprestatieplannen.

(40)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, b), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de langetermijntendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten in de tweede referentieperiode (RP2) en RP3, namelijk +2,1 %, slechter is dan de Uniewijde langetermijntendens van –1,3 % in diezelfde periode. De Commissie merkt op dat dit een verslechtering betekent ten opzichte van de langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten van –0,4 %, berekend op basis van het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan.

(41)

Onder verwijzing naar overwegingen 31 en 32, herinnert de Commissie eraan dat de prognose voor de diensteenheid van Letland voor RP3 aanzienlijk naar beneden is bijgesteld door de veranderingen in het verkeer als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Het is daarom noodzakelijk en passend om, met het oog op de in de overwegingen 39 en 40 onderzochte beoordelingscriteria, te onderzoeken of Letland aan de Uniewijde kostenefficiëntietendens zou voldoen indien er voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024 geen sprake was van een sterke daling van het verkeer als gevolg van de gewijzigde omstandigheden.

(42)

De Commissie heeft daarom de tendens van de bepaalde eenheidskosten in Letland in de loop van RP3 en de langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten in de loop van RP2 en RP3 herberekend door gebruik te maken van de Statfor-basisverkeersprognose van Eurocontrol van oktober 2021. Deze herberekening resulteert in een aangepaste tendens van de bepaalde eenheidskosten voor Letland van –6,5 % tijdens RP3 en in een aangepaste langetermijntendens van de bepaalde en-route-eenheidskosten voor Letland van –4,7 % in RP2 en RP3. Beide aangepaste tendensen liggen aanzienlijk onder de overeenkomstige Uniewijde tendens van de bepaalde eenheidskosten van respectievelijk +1,0 % en –1,3 %. Letland voldoet dan ook aan de beoordelingscriteria die zijn onderzocht in de overwegingen 39 en 40, bij gebrek aan veranderingen in het verkeer als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

(43)

Wat betreft het criterium dat is vastgesteld in punt 1.4, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317, merkt de Commissie op dat de basiswaarde van Letland voor de bepaalde eenheidskosten van 23,61 EUR in EUR2017 17,2 % lager ligt dan de gemiddelde basiswaarde van de vergelijkingsgroep (28,51 EUR in EUR2017).

(44)

De Commissie erkent dat de herziene kostenefficiëntiedoelstellingen voor de heffingszone van Letland hoger zijn dan de oorspronkelijke doelstellingen in het in 2021 ingediende ontwerpprestatieplan. Deze verslechtering is echter volledig te wijten aan de aanzienlijk lagere verkeersaannames. Wanneer de negatieve gevolgen van de verkeersveranderingen als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne buiten beschouwing worden gelaten, is het duidelijk dat Letland zowel aan de Uniewijde tendens van de bepaalde eenheidskosten als aan de Uniewijde langetermijntendens van de bepaalde eenheidskosten voldoet. Bovendien is de basiswaarde van Letland voor 2019 aanzienlijk lager dan de overeenkomstige gemiddelde waarde van zijn vergelijkingsgroep, wat erop wijst dat het land een historisch goed niveau van kostenefficiëntie heeft gehandhaafd in relatieve termen.

(45)

Voorts merkt de Commissie op, onder verwijzing naar overweging 35, dat Letland maatregelen heeft genomen om de uitzonderlijke verkeersomstandigheden te beperken door zijn bepaalde kosten voor de rest van RP3 aanzienlijk te verlagen. De Commissie merkt op dat deze kostenbeperkingsmaatregelen in het algemeen in verhouding staan tot het lagere aantal IFR-bewegingen dat voor elk van de jaren 2022, 2023 en 2024 is voorspeld, zoals uiteengezet in overweging 32.

(46)

Al bij al is de Commissie dan ook van oordeel dat Letland de aanbevelingen in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 met betrekking tot de herziening van zijn kostenefficiëntieprestatiedoelstellingen naar behoren heeft opgevolgd.

(47)

Op basis van de bevindingen in de overwegingen 29 tot en met 46 moeten de doelstellingen in het herziene ontwerpprestatieplan van Letland worden beoordeeld als verenigbaar met de Uniewijde prestatiedoelstellingen op het prestatiekerngebied kostenefficiëntie.

Beoordeling van de kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten

(48)

Wat betreft luchthavens die overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 binnen de werkingssfeer van die verordening vallen, heeft de Commissie haar beoordeling van de doelstellingen voor en-routekostenefficiëntie aangevuld met de beoordeling van de kostenefficiëntiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig punt 2.1, c), van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317. Die doelstellingen bleken geen aanleiding te geven tot bezorgdheid ten aanzien van Letland.

CONCLUSIES

(49)

In het licht van al het voorgaande heeft de Commissie vastgesteld dat de prestatiedoelstellingen in het door Letland ingediende herziene ontwerpprestatieplan verenigbaar zijn met de Uniewijde prestatiedoelstellingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De prestatiedoelstellingen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Letland ingediende herziene ontwerpprestatieplan, die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen, zijn verenigbaar met de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 uiteengezette Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Brussel, 5 december 2022.

Voor de Commissie

Adina-Ioana VĂLEAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PB L 56 van 25.2.2019, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 van de Commissie van 29 mei 2019 tot vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 49).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1627 van de Commissie van 3 november 2020 inzake uitzonderlijke maatregelen voor de derde referentieperiode (2020-2024) van de prestatie- en heffingsregeling voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten gevolge van de COVID-19-pandemie (PB L 366 van 4.11.2020, blz. 7).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/891 van de Commissie van 2 juni 2021 tot vaststelling van herziene EU-wijde prestatiedoelstellingen voor het netwerk voor luchtverkeersbeheer voor de derde referentieperiode (2020-2024) en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/903 (PB L 195 van 3.6.2021, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/728 van de Commissie van 13 april 2022 inzake de onverenigbaarheid van bepaalde prestatiedoelstellingen in de krachtens Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad door België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Roemenië en Zweden ingediende ontwerpen van nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode, en inzake de vaststelling van aanbevelingen voor de herziening van die doelstellingen (PB L 135 van 12.5.2022, blz. 4).


BIJLAGE

Prestatiedoelstellingen die zijn opgenomen in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 549/2004 door Letland ingediende herziene ontwerpprestatieplan en die verenigbaar zijn bevonden met de Uniewijde prestatiedoelstellingen voor de derde referentieperiode

PRESTATIEKERNGEBIED VEILIGHEID

Effectiviteit van het veiligheidsbeheer

Letland

Doelstellingen met betrekking tot de effectiviteit van het veiligheidsbeheer, uitgedrukt als niveau van tenuitvoerlegging, variërend van EASA-niveaus A tot en met D

Betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten

Doelstelling inzake veiligheidsbeheer

2022

2023

2024

LGS

Veiligheidsbeleid en -doelstellingen

C

D

D

Beheer van veiligheidsrisico’s

C

D

D

Veiligheidsborging

C

D

D

Bevordering van de veiligheid

C

D

D

Veiligheidscultuur

C

D

D

PRESTATIEKERNGEBIED MILIEU

Gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

Letland

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied milieu, uitgedrukt als de gemiddelde horizontale en-routevluchtefficiëntie van het werkelijke traject

1,25  %

1,25  %

1,25  %

PRESTATIEKERNGEBIED CAPACITEIT

Gemiddelde en-route-ATFM-vertraging in minuten per vlucht

Letland

2022

2023

2024

Doelstellingen op het prestatiekerngebied capaciteit, uitgedrukt in minuten ATFM-vertraging per vlucht

0,03

0,03

0,03

PRESTATIEKERNGEBIED KOSTENEFFICIËNTIE

Bepaalde eenheidskost voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten

En-routeheffingszone van Letland

2014 basiswaarde

2019 basiswaarde

2020-2021

2022

2023

2024

Herziene ontwerpdoelstellingen inzake en-routekostenefficiëntie, uitgedrukt als bepaalde en-route-eenheidskosten (in reële termen in prijzen van 2017)

27,90 EUR

23,61 EUR

40,07 EUR

38,04 EUR

35,62 EUR

33,59 EUR


12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/157


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2427 VAN DE COMMISSIE

van 6 december 2022

tot vaststelling, op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies, van de conclusies over de beste beschikbare technieken (BBT-conclusies) voor gangbare systemen voor gemeenschappelijk(e) behandeling en beheer van afgassen in de chemiesector

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 8788)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (1), en met name artikel 13, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) vormen de referentie voor de vaststelling van de vergunningsvoorwaarden voor installaties als bedoeld in hoofdstuk II van Richtlijn 2010/75/EU, en de bevoegde autoriteiten moeten emissiegrenswaarden vaststellen die waarborgen dat de emissies onder normale bedrijfsomstandigheden niet hoger zijn dan de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus zoals vastgesteld in de BBT-conclusies.

(2)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2010/75/EU heeft het bij besluit van de Commissie van 16 mei 2011 opgerichte forum (2), dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, de betrokken industrietakken en niet-gouvernementele organisaties die zich inzetten voor milieubescherming, op 11 mei 2022 zijn advies over de voorgestelde inhoud van het BBT-referentiedocument voor gangbare systemen voor gemeenschappelijk(e) behandeling en beheer van afgassen in de chemiesector bij de Commissie ingediend. Dat advies is publiek toegankelijk (3).

(3)

In de BBT-conclusies die in de bijlage bij dit besluit worden uiteengezet, is rekening gehouden met het advies van het forum omtrent de voorgestelde inhoud van het BBT-referentiedocument. Zij bevatten de belangrijkste elementen van het BBT-referentiedocument.

(4)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 75, lid 1, van Richtlijn 2010/75/EU ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De BBT-conclusies voor gangbare systemen voor gemeenschappelijk(e) behandeling en beheer van afgassen in de chemiesector zoals in de bijlage uiteengezet, zijn aangenomen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 december 2022.

Voor de Commissie

Virginijus SINKEVIČIUS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17.

(2)  Besluit van de Commissie van 16 mei 2011 tot oprichting van een forum voor de uitwisseling van informatie overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies (PB C 146 van 17.5.2011, blz. 3).

(3)  https://circabc.europa.eu/ui/group/06f33a94-9829-4eee-b187-21bb783a0fbf/library/acce74d3-4314-43f8-937b-9bbc594a16ef?p=1&n=10&sort=modified_DESC


BIJLAGE

1.   Conclusies over de beste beschikbare technieken (BBT-conclusies) voor gangbare systemen voor gemeenschappelijk(e) behandeling en beheer van afgassen in de chemiesector

TOEPASSINGSGEBIED

Deze BBT-conclusies hebben betrekking op de volgende in bijlage I bij Richtlijn 2010/75/EU omschreven activiteit: 4. Chemische industrie (d.w.z. alle productieprocessen die zijn opgenomen in de categorieën van activiteiten in de punten 4.1 tot en met 4.6 van bijlage I, tenzij anderszins aangegeven).

Deze BBT-conclusies betreffen meer bepaald emissies naar lucht van die activiteit.

Deze BBT-conclusies hebben geen betrekking op:

1.

emissies naar lucht van de productie van chloor, waterstof en natrium-/kaliumhydroxide door de elektrolyse van pekel. Deze activiteit valt onder de BBT-conclusies voor de productie van chlooralkali (CAK);

2.

geleide emissies naar lucht van de productie van de volgende chemische producten in continue processen wanneer de totale productiecapaciteit voor die chemische producten meer dan 20 kt/jaar bedraagt:

lagere olefinen met behulp van stoomkraakprocessen;

formaldehyde;

ethyleenoxide en ethyleenglycolen;

fenol uit cumeen;

dinitrotolueen uit tolueen, tolueendiamine uit dinitrotolueen, tolueendiisocyanaat uit tolueendiamine, methyleendifenyldiamine uit aniline, methyleendifenyldiisocyanaat uit methyleendifenyldiamine;

ethyleendichloride (EDC) en vinylchloridemonomeer (VCM);

waterstofperoxide.

Deze activiteit valt onder de BBT-conclusies voor de productie van organische bulkchemicaliën (LVOC).

Geleide emissies naar lucht van stikstofoxiden (NOx) en koolstofmonoxide (CO) afkomstig van de thermische behandeling van afgassen die ontstaan bij de bovengenoemde productieprocessen vallen echter binnen het toepassingsgebied van deze BBT-conclusies;

3.

emissies naar lucht van de productie van de volgende anorganische chemische producten:

ammoniak;

ammoniumnitraat;

calciumammoniumnitraat;

calciumcarbide;

calciumchloride;

calciumnitraat;

zwartsel (carbon black);

ijzerchloride;

ijzersulfaat (d.w.z. gekristalliseerd ijzersulfaat en aanverwante producten, zoals chloorsulfaten);

waterstoffluoride;

anorganische fosfaten;

salpeterzuur;

stikstof-, fosfor- of kaliumhoudende (enkelvoudige of samengestelde) meststoffen;

fosforzuur;

geprecipiteerd calciumcarbonaat;

natriumcarbonaat;

natriumchloraat;

natriumsilicaat;

zwavelzuur;

synthetisch amorf silica;

titaandioxide en aanverwante producten;

ureum;

ureum-ammoniumnitraat.

Deze activiteit valt mogelijk onder de BBT-conclusies voor de productie van anorganische bulkchemicaliën (LVIC);

4.

emissies naar lucht afkomstig van stoomreforming en van de fysische zuivering en reconcentratie van gebruikt zwavelzuur, op voorwaarde dat deze processen rechtstreeks verband houden met een productieproces als bedoeld in punt 2 of punt 3;

5.

emissies naar lucht afkomstig van de productie van magnesiumoxide via het droge procedé. Deze activiteit valt mogelijk onder de BBT-conclusies voor de productie van cement, kalk en magnesiumoxide (CLM);

6.

emissies naar lucht afkomstig van:

andere stookinstallaties dan procesfornuizen/verhitters. Deze activiteit valt mogelijk onder de BBT-conclusies voor grote stookinstallaties (LCP), de BBT-conclusies voor het raffineren van aardolie en gas (REF) en/of Richtlijn (EU) 2015/2193 van het Europees Parlement en de Raad (1);

procesfornuizen/verhitters met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 1 MW;

procesfornuizen/verhitters die worden gebruikt bij de productie van lagere olefinen, ethyleendichloride en/of vinylchloridemonomeer als bedoeld in punt 2. Deze activiteit valt onder de BBT-conclusies voor de productie van organische bulkchemicaliën (LVOC);

7.

emissies naar lucht van afvalverbrandingsinstallaties. Deze activiteit valt mogelijk onder de BBT-conclusies voor afvalverbranding (WI);

8.

emissies naar lucht van de opslag, overbrenging en hantering van vloeistoffen, vloeibare gassen en vaste stoffen, voor zover deze niet rechtstreeks verband houden met de activiteit als gespecificeerd in bijlage I bij Richtlijn 2010/75/EU: 4. Chemische industrie. Deze activiteit valt mogelijk onder de BBT-conclusies voor emissies uit opslag (EFS).

Emissies naar lucht afkomstig van de opslag, overbrenging en hantering van vloeistoffen, vloeibare gassen en vaste stoffen vallen echter wel binnen het toepassingsgebied van deze BBT-conclusies, mits deze processen rechtstreeks verband houden met het chemische productieproces als gespecificeerd in het toepassingsgebied van deze BBT-conclusies;

9.

emissies naar lucht van indirecte koelsystemen. Deze activiteit valt mogelijk onder de BBT-conclusies voor industriële koelsystemen (ICS).

Andere BBT-conclusies die een aanvulling vormen op de activiteiten waarop deze BBT-conclusies betrekking hebben, zijn onder meer de gangbare systemen voor gemeenschappelijk(e) behandeling en beheer van afvalwater en afvalgas in de chemiesector (CWW).

Andere BBT-conclusies en referentiedocumenten die relevant kunnen zijn voor de activiteiten waarop deze BBT-conclusies betrekking hebben, zijn:

productie van chlooralkali (CAK);

productie van anorganische bulkchemicaliën — ammoniak, zuren en kunstmest (LVIC-AAF);

productie van anorganische bulkchemicaliën — vast en overig (LVIC-S);

productie van grote hoeveelheden organisch-chemische producten (LVOC);

productie van organische fijnchemicaliën (OFC);

productie van polymeren (POL);

productie van anorganische fijnchemicaliën (SIC);

raffineren van aardolie en gas (REF);

economische aspecten en cross-media-effecten (ECM);

emissies uit opslag (EFS);

energie-efficiëntie (ENE);

industriële koelsystemen (ICS);

grote stookinstallaties (LCP);

monitoring van emissies naar lucht en water afkomstig van IPPC-installaties (ROM, Reference Report on Monitoring of Emissions from IED Installations);

afvalverbranding (WI);

afvalverwerking (WT).

Deze BBT-conclusies gelden onverminderd andere toepasselijke wetgeving, bijvoorbeeld inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) en betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (CLP).

DEFINITIES

Voor de toepassing van deze BBT-conclusies gelden de volgende definities:

Algemene termen

Gebruikte term

Definitie

Geleide emissies naar lucht

Emissies van verontreinigende stoffen naar lucht via een emissiepunt zoals een schoorsteen.

Stookinstallatie

Elk technisch apparaat waarin brandstoffen worden geoxideerd om de aldus opgewekte warmte te gebruiken. Stookinstallaties omvatten ketels, motoren, turbines en procesfornuizen/verhitters, maar omvatten geen thermische of katalytische oxidatoren.

Complexe anorganische pigmenten

Een stabiel kristalrooster van verschillende metaalkationen. De belangrijkste roosterstructuren zijn rutiel, spinel, zirkoon en hematiet/korund, maar er bestaan ook andere stabiele structuren.

Continue meting

Meting met behulp van een geautomatiseerd meetsysteem dat permanent ter plekke is geïnstalleerd.

Continu proces

Een proces waarin de grondstoffen continu in de reactor worden gevoerd, waarna de reactieproducten vervolgens in verbonden stroomafwaartse scheidings- en/of terugwinningseenheden worden gebracht.

Diffuse emissies

Niet-geleide emissies naar lucht. Diffuse emissies omvatten fugitieve en niet-fugitieve emissies.

Emissies naar lucht

Generieke term voor emissies van verontreinigende stoffen naar lucht, met inbegrip van geleide en diffuse emissies.

Ethanolaminen

Collectieve term voor monoethanolamine, diethanolamine en triethanolamine, of mengsels daarvan.

Ethyleenglycolen

Collectieve term voor monoethyleenglycol, diethyleenglycol en triethyleenglycol, of mengsels daarvan.

Bestaande installatie

Een installatie die geen nieuwe installatie is.

Bestaand(e) procesfornuis/verhitter

Een procesfornuis/verhitter dat/die niet nieuw is.

Rookgas

Het uitlaatgas dat een verbrandingseenheid verlaat.

Fugitieve emissies

Niet-geleide emissies naar lucht als gevolg van verminderde dichtheid van apparatuur die is ontworpen of gemonteerd om dicht te zijn.

Fugitieve emissies kunnen het gevolg zijn van:

bewegende uitrusting, zoals roerinrichtingen, compressoren, pompen, kleppen (handmatig en automatisch);

statische uitrusting, zoals flenzen en andere aansluitingen, lijnen met een open uiteinde en bemonsteringspunten.

Lagere olefinen

Collectieve term voor ethyleen, propyleen, butyleen en butadieen, of mengsels daarvan.

Wezenlijke verbetering van een installatie

Een belangrijke wijziging in het ontwerp of de technologie van een installatie, met grote aanpassingen of vervangingen van de processen en/of reductie-eenheden en bijbehorende apparatuur.

Massastroom

De massa van een bepaalde stof of parameter die gedurende een bepaalde tijd wordt uitgestoten.

Nieuwe installatie

Een installatie die voor het eerst wordt vergund op het terrein van de IPPC-installatie na de publicatie van deze BBT-conclusies of een volledige vervanging van een installatie na de publicatie van deze BBT-conclusies.

Nieuw(e) procesfornuis/verhitter

Een procesfornuis/verhitter in een installatie waarvoor na de bekendmaking van deze BBT-conclusies de eerste vergunning wordt afgegeven, of een procesfornuis/verhitter dat/die na de bekendmaking van deze BBT-conclusies volledig is vervangen.

Niet-fugitieve emissies

Andere diffuse emissies dan fugitieve emissies.

Niet-fugitieve emissies kunnen bijvoorbeeld voortvloeien uit atmosferische ventilatieopeningen, bulkopslag, laad- en lossystemen, vaten en tanks (bij opening), open goten, bemonsteringssystemen, tankontluchting, afval, riolering en afvalwaterzuiveringsinstallaties.

NOX-precursoren

Stikstofhoudende verbindingen (bv. acrylonitril, ammoniak, stikstofhoudende gassen, stikstofhoudende organische verbindingen) in de input van thermische of katalytische oxidatie waarbij NOX wordt uitgestoten. Elementaire stikstof valt erbuiten.

Operationele beperking

Beperking of restrictie die bijvoorbeeld verband houdt met:

de gebruikte stoffen (bv. onvervangbare of zeer corrosieve stoffen);

de bedrijfsomstandigheden (bv. een zeer hoge temperatuur of druk);

de werking van de installatie;

de beschikbaarheid van middelen (bv. van reserveonderdelen bij de vervanging van apparatuur, en van gekwalificeerd personeel);

de verwachte milieuvoordelen (bv. de voorkeur geven aan onderhouds-, reparatie- en vervangingswerkzaamheden die het grootste milieuvoordeel opleveren).

Periodieke meting

Meting op gespecificeerde tijdsintervallen, handmatig of geautomatiseerd.

Polymeerkwaliteit

Van elk type polymeer bestaan er verschillende kwaliteitsklassen die qua structuur en moleculaire massa variëren en geoptimaliseerd zijn voor specifieke toepassingen. In het geval van polyolefinen kunnen ze verschillen wat betreft het gebruik van copolymeren zoals EVA. In het geval van pvc kunnen ze variëren in termen van de gemiddelde lengte van de polymeerketen en de poreusheid van de deeltjes.

Procesfornuis/verhitter

Procesfornuizen of verhitters zijn:

stookinstallaties die worden gebruikt voor de behandeling van voorwerpen of toevoermateriaal door direct contact, bv. in droogprocessen of chemische reactoren, of

stookinstallaties waarvan de stralings- en/of geleidingswarmte door een vaste wand heen wordt overgebracht op voorwerpen of toevoermateriaal zonder dat deze overdracht via een intermediaire warmteoverdrachtsvloeistof verloopt, bv. fornuizen of reactoren voor de verwarming van een processtroom in de (petro)chemische industrie.

Als gevolg van de toepassing van goede praktijken voor energieterugwinning kunnen sommige procesfornuizen/verhitters zijn uitgerust met een systeem voor stoom-/elektriciteitsproductie. Dit wordt geacht een integraal aspect van het ontwerp van de/het procesverhitter/-fornuis te vormen dat niet afzonderlijk kan worden beschouwd.

Procesafgassen

Het gas dat een proces verlaat en verder wordt behandeld voor terugwinning en/of reductie.

Oplosmiddel

Organisch oplosmiddel zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 46, van Richtlijn 2010/75/EU.

Oplosmiddelenverbruik

Verbruik van oplosmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 57, punt 9, van Richtlijn 2010/75/EU.

Input aan oplosmiddelen

De totale hoeveelheid gebruikte organische oplosmiddelen als omschreven in deel 7 van bijlage VII bij Richtlijn 2010/75/EU.

Massabalans van de oplosmiddelen

Een massabalansbepaling die ten minste eenmaal per jaar wordt uitgevoerd overeenkomstig deel 7 van bijlage VII bij Richtlijn 2010/75/EU.

Thermische behandeling

Behandeling van afgassen door middel van thermische of katalytische oxidatie.

Totale emissies

De som van geleide en diffuse emissies.

Geldig uur- of halfuurgemiddelde

Een uurgemiddelde (of halfuurgemiddelde) wordt als geldig beschouwd wanneer er geen sprake is van onderhoud of storing van het geautomatiseerde meetsysteem.


Stoffen/parameters

Gebruikte term

Definitie

Cl2

Elementair chloor.

CO

Koolstofmonoxide.

CS2

Koolstofdisulfide.

Stof

Totaal aan vaste deeltjes (in lucht). Tenzij anders vermeld, omvat stof ook PM2,5 en PM10.

EDC

Ethyleendichloride (1,2-dichloorethaan).

HCl

Waterstofchloride.

HCN

Waterstofcyanide.

HF

Waterstoffluoride.

H2S

Waterstofsulfide.

NH3

Ammoniak.

Ni

Nikkel.

N2O

Distikstofoxide (ook lachgas genoemd).

NOX

De som van stikstofmonoxide (NO) en stikstofdioxide (NO2), uitgedrukt als NO2.

Pb

Lood.

PCDD’s/PCDF’s

Polychloordibenzo-p-dioxinen en -furanen.

PM2,5

Deeltjes die een op grootte selecterende inlaat passeren met een efficiëntiegrens van 50 % bij een aerodynamische diameter van 2,5 μm zoals gedefinieerd in Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad (2).

PM10

Deeltjes die een op grootte selecterende inlaat passeren met een efficiëntiegrens van 50 % bij een aerodynamische diameter van 10 μm zoals gedefinieerd in Richtlijn 2008/50/EG.

SO2

Zwaveldioxide.

SOX

De som van zwaveldioxide (SO2), zwaveltrioxide (SO3) en aerosolen van zwavelzuur, uitgedrukt als SO2.

TVOC

Totaal aan vluchtige organische koolstof, uitgedrukt als C.

VCM

Vinylchloridemonomeer.

VOS

Vluchtige organische stof(fen) zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 45, van Richtlijn 2010/75/EU.

AFKORTINGEN

Voor de toepassing van deze BBT-conclusies worden de volgende afkortingen gebruikt:

Afkorting

Definitie

CLP

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels.

CMR

Kankerverwekkend, mutageen en voor de voortplanting giftig.

CMR 1A

CMR-stof van categorie 1A zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd, d.w.z. CMR-stoffen die zijn voorzien van de gevarenaanduidingen H340, H350 en H360.

CMR 1B

CMR-stof van categorie 1B zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd, d.w.z. CMR-stoffen die zijn voorzien van de gevarenaanduidingen H340, H350 en H360.

CMR 2

CMR-stof van categorie 2 zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd, d.w.z. CMR-stoffen die zijn voorzien van de gevarenaanduidingen H341, H351 en H361.

DIAL

Differentiële absorptie-lidar.

MBS

Milieubeheersysteem.

EPS

Geëxpandeerd polystyreen.

E-pvc

Pvc geproduceerd door emulsiepolymerisatie.

EVA

Ethyleenvinylacetaat.

GPPS

Polystyreen voor algemeen gebruik.

HDPE

Hogedichtheidpolyethyleen.

HEAF

High-efficiency air filter.

HEPA-filter

High-efficiency particle air.

HIPS

Slag/schokvast polystyreen.

RIE

Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies.

I-TEQ

Internationaal toxisch equivalent — afgeleid met gebruikmaking van de equivalentiefactoren van deel 2 van bijlage VI bij Richtlijn 2010/75/EU.

LDAR

Lekdetectie en -reparatie.

LDPE

Lagedichtheidpolyethyleen.

Lidar

Lichtdetectie- en afstandsbepaling.

LLDPE

Lineair lagedichtheidpolyethyleen.

OGI

Optische beeldvorming van gas.

OTNOC

Andere dan normale bedrijfsomstandigheden (other than normal operating conditions).

PP

Polypropyleen.

Pvc

Polyvinylchloride.

Reach

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen.

SCR

Selectieve katalytische reductie.

SNCR

Selectieve niet-katalytische reductie.

SOF

Solar occultation flux.

S-pvc

Pvc verkregen door suspensiepolymerisatie.

ULPA-filter

Ultra Low Penetration Air

ALGEMENE OVERWEGINGEN

Beste beschikbare technieken

De technieken die in deze BBT-conclusies worden opgesomd en beschreven, zijn prescriptief noch limitatief. Er mogen andere technieken worden gebruikt die ten minste een gelijkwaardig niveau van milieubescherming garanderen.

Tenzij anders aangegeven, zijn de BBT-conclusies algemeen toepasbaar.

Met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) en indicatieve emissieniveaus voor geleide emissies naar lucht

De met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor emissies naar lucht in deze BBT-conclusies hebben betrekking op concentratieniveaus uitgedrukt als massa uitgestoten stof in het afgas in termen van volume, onder de volgende standaardomstandigheden: droog gas met een temperatuur van 273,15 K en een druk van 101,3 kPa, en uitgedrukt in de eenheden mg/Nm3, μg/Nm3 of ng I-TEQ/Nm3.

De referentiezuurstofgehalten die in deze BBT-conclusies worden gebruikt om de BBT-GEN’s en indicatieve emissieniveaus uit te drukken zijn opgenomen in de volgende tabel.

Emissiebronnen

Referentiezuurstofgehalte (OR)

Procesfornuis/verhitter dat/die indirecte verwarming gebruikt

3 volumeprocent, droog

Alle andere bronnen

Geen correctie voor het zuurstofgehalte

Voor de gevallen waarin een referentiezuurstofgehalte is opgegeven, is de vergelijking voor het berekenen van de emissieconcentratie bij het referentiezuurstofgehalte:

Formula

waarbij:

ER

:

emissieconcentratie bij het referentiezuurstofgehalte OR;

OR (vol%)

:

referentiezuurstofgehalte;

EM

:

gemeten emissieconcentratie;

OM (vol%)

:

gemeten zuurstofgehalte.

Bovenstaande vergelijking is niet van toepassing indien bij het (de) procesfornui(s)(zen)/verhitter(s) met zuurstof verrijkte lucht of zuivere zuurstof wordt gebruikt of indien door extra luchttoevoer om veiligheidsredenen het zuurstofgehalte in het afgas zeer dicht bij 21 volumeprocent komt te liggen. In dat geval wordt de emissieconcentratie bij het referentiezuurstofgehalte van 3 volumeprocent, droog, op een andere manier berekend.

Voor de middelingstijden van BBT-GEN’s en indicatieve emissieniveaus voor geleide emissies naar lucht gelden de volgende definities.

Type meting

Middelingstijd

Definitie

Continu

Daggemiddelde

Gemiddelde over een periode van één dag op basis van geldige uur- of halfuurgemiddelden.

Periodiek

Gemiddelde van de bemonsteringsperiode

Gemiddelde waarde van drie opeenvolgende bemonsteringen/metingen van ten minste 30 minuten elk (5).

Voor de berekening van de massastromen met betrekking tot BBT 11 (tabel 1.1), BBT 14 (tabel 1.3), BBT 18 (tabel 1.6), BBT 29 (tabel 1.9) en BBT 36 (tabel 1.15) worden twee of meer afzonderlijke schoorstenen waardoor afgassen met vergelijkbare kenmerken (bv. dezelfde (type) stoffen/parameters) worden geloosd, en die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit via één schoorsteen kunnen worden geloosd, beschouwd als één schoorsteen.

BBT-GEN’s voor diffuse VOS-emissies naar lucht

Voor diffuse VOS-emissies afkomstig van het gebruik van oplosmiddelen of het hergebruik van teruggewonnen oplosmiddelen worden de BBT-GEN’s in deze BBT-conclusies uitgedrukt als een percentage van de oplosmiddeleninput, berekend op jaarbasis overeenkomstig deel 7 van bijlage VII bij Richtlijn 2010/75/EU.

BBT-GEN’s voor de totale emissie naar lucht voor de productie van polymeren of synthetische rubbers

Productie van polyolefinen of synthetische rubbers

Voor de totale VOS-emissies naar lucht afkomstig van de productie van polyolefinen of synthetische rubbers worden de BBT-GEN’s in deze BBT-conclusies uitgedrukt als specifieke emissievrachten die op jaarbasis worden berekend door de totale VOS-emissies te delen door een sectorgebonden productieomvang, uitgedrukt als g C per kg product.

Productie van pvc

Voor de totale VCM-emissies naar lucht afkomstig van de productie van pvc worden de BBT-GEN’s in deze BBT-conclusies uitgedrukt als specifieke emissievrachten die op jaarbasis worden berekend door de totale VCM-emissies te delen door een sectorafhankelijke productieomvang, uitgedrukt als g/kg product.

Voor de berekening van specifieke emissievrachten omvatten de totale emissies de VCM-concentratie in het pvc.

Productie van viscose

Voor de productie van viscose wordt het BBT-GEN in deze BBT-conclusies uitgedrukt als een specifieke emissievracht die op jaarbasis wordt berekend door de totale S-emissies te delen door de productieomvang van textielvezels of omhulsels, uitgedrukt als g S per kg product.

1.1.    Algemene BBT-conclusies

1.1.1.   Milieubeheersystemen

BBT 1.   De BBT om de algehele milieuprestaties te verbeteren, is het opstellen en uitvoeren van een milieubeheersysteem (MBS) waarin alle volgende elementen zijn opgenomen:

i)

betrokkenheid, leiderschap en verantwoordingsplicht van het management, met inbegrip van het hoger management, bij de uitvoering van een effectief milieubeheersysteem;

ii)

een analyse waarin onder meer de context van de organisatie wordt vastgesteld, de behoeften en verwachtingen van de betrokken partijen worden bepaald, en de kenmerken van de IPPC-installatie in verband met mogelijke risico’s voor het milieu (of de menselijke gezondheid), alsmede de toepasselijke wettelijke milieuvoorschriften worden vastgesteld;

iii)

ontwikkeling van een milieubeleid dat de continue verbetering van de milieuprestaties van de IPPC-installatie omvat;

iv)

vaststelling van doelstellingen en prestatie-indicatoren met betrekking tot belangrijke milieuaspecten, met inbegrip van het waarborgen van de naleving van toepasselijke wettelijke voorschriften;

v)

planning en uitvoering van de nodige procedures en maatregelen (met inbegrip van corrigerende en preventieve maatregelen, indien nodig) om de milieudoelstellingen te verwezenlijken en milieurisico’s te vermijden;

vi)

vaststelling van structuren, taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot milieuaspecten en -doelstellingen en beschikbaarstelling van de benodigde financiële en personele middelen;

vii)

waarborging van het vereiste niveau van deskundigheid en bewustzijn van werknemers wier werkzaamheden van invloed kunnen zijn op de milieuprestaties van de IPPC-installatie (bv. door het aanbieden van informatie en opleiding);

viii)

interne en externe communicatie;

ix)

bevordering van de betrokkenheid van werknemers bij goede milieubeheerpraktijken;

x)

het opstellen en actueel houden van een beheerhandleiding en schriftelijke procedures voor de controle van activiteiten met aanzienlijke milieueffecten, alsmede van relevante gegevens;

xi)

doeltreffende operationele planning en procesbeheersing;

xii)

uitvoering van geschikte onderhoudsprogramma’s;

xiii)

paraatheid bij noodsituaties en rampenplannen, met inbegrip van het voorkomen en/of beperken van de nadelige (milieu)effecten van noodsituaties;

xiv)

het bij het (her)ontwerpen van een (nieuwe) IPPC-installatie of een onderdeel daarvan in aanmerking nemen van de milieueffecten ervan gedurende de hele levensduur, inclusief de bouw, het onderhoud, de exploitatie en de ontmanteling ervan;

xv)

uitvoering van een monitoring- en meetprogramma; indien nodig is hierover informatie te vinden in het referentiedocument inzake de monitoring van emissies naar water en lucht afkomstig van IPPC-installaties;

xvi)

het op regelmatige basis uitvoeren van een sectorale benchmarking;

xvii)

periodieke interne (en voor zover praktisch haalbaar) onafhankelijke audits, en periodieke externe onafhankelijke audits, om de milieuprestaties te beoordelen en vast te stellen of het milieubeheersysteem al dan niet aan de geplande regelingen voldoet en of het op de juiste wijze wordt uitgevoerd en gehandhaafd;

xviii)

evaluatie van de oorzaken van gevallen van niet-naleving, uitvoering van corrigerende maatregelen naar aanleiding van gevallen van niet-naleving, beoordeling van de doeltreffendheid van corrigerende maatregelen en vaststelling of soortgelijke gevallen van niet-naleving bestaan of zouden kunnen optreden;

xix)

periodieke evaluatie door het hoger management van het milieubeheersysteem en de blijvende geschiktheid, adequaatheid en doeltreffendheid ervan;

xx)

het volgen en in aanmerking nemen van de ontwikkeling van schonere technieken.

Specifiek voor de chemische sector is de BBT om ook de volgende elementen in het milieubeheersysteem op te nemen:

xxi)

een inventaris van geleide en diffuse emissies naar lucht (zie BBT 2);

xxii)

een OTNOC-beheersplan voor emissies naar lucht (zie BBT 3);

xxiii)

een geïntegreerde strategie voor afgasbeheer en -behandeling voor geleide emissies naar lucht (zie BBT 4);

xxiv)

een beheersysteem voor diffuse VOS-emissies naar lucht (zie BBT 19);

xxv)

een systeem voor het beheer van chemische producten met een inventaris van de gevaarlijke stoffen en zeer zorgwekkende stoffen die in het proces of de processen worden gebruikt; periodieke (bv. jaarlijkse) analyse van de mogelijkheden om de in deze inventaris opgenomen stoffen te vervangen, met de nadruk op andere stoffen dan grondstoffen, om mogelijke nieuwe beschikbare en veiligere alternatieven te identificeren die geen of minder milieueffecten hebben.

Opmerking

Bij Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6) is het milieubeheer- en milieuauditsysteem van de Europese Unie (EMAS) vastgesteld, een voorbeeld van een milieubeheersysteem dat in overeenstemming is met deze BBT.

Toepasbaarheid

De mate van gedetailleerdheid en formalisering van het milieubeheersysteem zal in de regel afhangen van de aard, omvang en complexiteit van de IPPC-installatie, en alle mogelijke milieueffecten ervan.

BBT 2.   De BBT om de vermindering van emissies naar lucht te bevorderen, is om in het kader van het milieubeheersysteem (zie BBT 1) een inventarisatie van de geleide en diffuse emissies naar lucht op te stellen, bij te houden en regelmatig te herzien (ook wanneer er zich een belangrijke wijziging voordoet), waarin alle volgende elementen zijn opgenomen:

i)

informatie, zo volledig als redelijkerwijs mogelijk is, over het/de chemische productieproces(sen), met inbegrip van:

a)

chemische reactievergelijkingen, waaruit tevens de bijproducten blijken;

b)

vereenvoudigde processtroomdiagrammen waaruit de herkomst van de emissies blijkt;

ii)

informatie, zo volledig als redelijkerwijs mogelijk is, over geleide emissies naar lucht, zoals:

a)

het/de emissiepunt(en);

b)

gemiddelde waarden en variabiliteit van debiet en temperatuur;

c)

gemiddelde concentratie- en massastroomwaarden van relevante stoffen/parameters en de variabiliteit ervan (bv. TVOC, CO, NOX, SOX, Cl2, HCl);

d)

de aanwezigheid van andere stoffen die van invloed kunnen zijn op het/de afgasbehandelingssyste(e)m(en) of de veiligheid van de installatie (bv. zuurstof, stikstof, waterdamp, stof);

e)

de technieken die worden gebruikt om geleide emissies naar lucht te voorkomen en/of te verminderen;

f)

ontvlambaarheid, laagste en hoogste explosiegrenswaarden, reactiviteit;

g)

monitoringmethoden (zie BBT 8);

h)

de aanwezigheid van stoffen die zijn ingedeeld als CMR 1A, CMR 1B of CMR 2; de aanwezigheid van dergelijke stoffen kan bijvoorbeeld worden beoordeeld aan de hand van de criteria van Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (CLP);

iii)

informatie, zo volledig als redelijkerwijs mogelijk is, over diffuse emissies naar lucht, zoals:

a)

identificatie van de emissiebron(nen);

b)

kenmerken van elke emissiebron (bv. fugitief of niet-fugitief; statisch of bewegend; de toegankelijkheid van de emissiebron; de vraag of de bron is opgenomen in een LDAR-programma);

c)

de kenmerken van het gas dat of de vloeistof die in contact komt met de emissiebron(nen), met inbegrip van:

1)

de fysische toestand;

2)

de dampspanning van de stof(fen) in de vloeistof, de druk van het gas;

3)

de temperatuur;

4)

de samenstelling (in gewicht voor vloeistoffen en in volume voor gassen);

5)

de gevaarlijke eigenschappen van de stof(fen) of mengsels, met inbegrip van stoffen of mengsels die zijn ingedeeld als CMR 1A, CMR 1B of CMR 2;

d)

de technieken die worden gebruikt om diffuse emissies naar lucht te voorkomen en/of te verminderen;

e)

de monitoring (zie BBT 20, BBT 21 en BBT 22).

Opmerking voor diffuse emissies

De informatie over diffuse emissies naar lucht is met name relevant voor activiteiten waarbij grote hoeveelheden organische stoffen of mengsels worden gebruikt (bv. de productie van geneesmiddelen, van organische bulkchemicaliën of van polymeren).

De informatie over fugitieve emissies heeft betrekking op alle emissiebronnen die in contact komen met organische stoffen met een dampspanning boven 0,3 kPa bij 293,15 K.

Bronnen van fugitieve emissies die verbonden zijn met leidingen met een kleine diameter (d.w.z. kleiner dan 12,7 mm oftewel 0,5 inch) mogen van de inventaris worden uitgesloten.

Apparatuur die onder subatmosferische druk werkt, kan van de inventaris worden uitgesloten.

Toepasbaarheid

De mate van gedetailleerdheid en formalisering van de inventaris zal in de regel afhangen van de aard, omvang en complexiteit van de IPPC-installatie, en alle mogelijke milieueffecten ervan.

1.1.2.   Andere dan normale bedrijfsomstandigheden (Other Than Normal Operating Conditions — OTNOC)

BBT 3.   De BBT om de frequentie van OTNOC en de emissies naar lucht tijdens OTNOC te verminderen, is het opstellen en uitvoeren van een risicogebaseerd OTNOC-beheersplan als onderdeel van het milieubeheersysteem (zie BBT 1), dat alle volgende elementen omvat:

i)

identificatie van potentiële OTNOC (bv. storing van apparatuur die cruciaal is voor de beheersing van geleide emissies naar lucht, of apparatuur die van cruciaal belang is om ongevallen of incidenten te voorkomen die kunnen leiden tot emissies naar lucht (“kritische apparatuur”)), van de onderliggende oorzaken en van de mogelijke gevolgen daarvan;

ii)

een passend ontwerp van kritische apparatuur (bv. modulariteit en compartimentering van de apparatuur, back-upsystemen, technieken om het onnodig te maken tijdens het opstarten en stilleggen de afgasbehandeling uit bedrijf te nemen, technisch dichte apparaten enz.);

iii)

opstelling en uitvoering van een preventief onderhoudsplan voor kritische apparatuur (zie BBT 1, punt xii));

iv)

monitoring (d.w.z. een raming of, indien mogelijk, een meting) en registratie van emissies en bijbehorende omstandigheden tijdens OTNOC;

v)

periodieke beoordeling van de emissies tijdens OTNOC (bv. frequentie van incidenten, duur, hoeveelheden uitgestoten verontreinigende stoffen zoals vastgelegd in punt iv)) en waar nodig uitvoering van corrigerende maatregelen;

vi)

regelmatige evaluatie en actualisering van de lijst van geïdentificeerde OTNOC in punt i) na de periodieke beoordeling van punt v);

vii)

regelmatig testen van de back-upsystemen.

1.1.3.   Geleide emissies naar lucht

1.1.3.1.   Algemene technieken

BBT 4.   De BBT om geleide emissies naar lucht te verminderen, is de toepassing van een geïntegreerde strategie voor afgasbeheer en -behandeling die, in volgorde van prioriteit, procesgeïntegreerde terugwinnings- en reductietechnieken omvat.

Beschrijving

De geïntegreerde strategie voor afgasbeheer en -behandeling is gebaseerd op de inventaris in BBT 2. In de strategie wordt rekening gehouden met factoren zoals broeikasgasemissies en het verbruik of hergebruik van energie, water en materialen die verband houden met het gebruik van de verschillende technieken.

BBT 5.   De BBT om de terugwinning van materialen en de vermindering van geleide emissies naar lucht te vergemakkelijken en de energie-efficiëntie te verhogen, is om afgasstromen met vergelijkbare kenmerken te combineren, zodat het aantal emissiepunten wordt geminimaliseerd.

Beschrijving

De gecombineerde behandeling van afgassen met vergelijkbare kenmerken levert een doeltreffendere en efficiëntere behandeling op dan de afzonderlijke behandeling van individuele afgasstromen. Bij het combineren van afgassen wordt rekening gehouden met de veiligheid van de installatie (bv. door concentraties dicht bij de laagste en hoogste explosiegrenswaarden te vermijden), technische factoren (bv. compatibiliteit van de afzonderlijke afgasstromen, concentratie van de betrokken stoffen), milieufactoren (bv. maximale terugwinning van materialen of vermindering van verontreinigende stoffen) en economische factoren (bv. afstand tussen verschillende productie-eenheden).

Er wordt op toegezien dat de combinatie van afgassen niet leidt tot verdunning van emissies.

BBT 6.   De BBT om geleide emissies naar lucht te verminderen, is te waarborgen dat de afgasbehandelingssystemen deugdelijk zijn ontworpen (bv. rekening houdend met het maximale debiet en de concentraties van verontreinigende stoffen), binnen hun ontwerpbereik werken, en worden onderhouden (middels preventief, corrigerend, regelmatig en niet-gepland onderhoud) om een optimale beschikbaarheid, doeltreffendheid en efficiëntie van de apparatuur te waarborgen.

1.1.3.2.   Monitoring

BBT 7.   De BBT is om de belangrijkste procesparameters (bv. afgasstroom en -temperatuur) van voor voorbehandeling en/of laatste behandeling bestemde afgasstromen continu te monitoren.

BBT 8.   De BBT is om geleide emissies naar lucht met ten minste de onderstaande frequentie en overeenkomstig de EN-normen te monitoren. Indien er geen EN-normen beschikbaar zijn, is de BBT toepassing van ISO, nationale of andere internationale normen die garanderen dat er gegevens van gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit worden aangeleverd.

Stof/parameter  (7)

Proces(sen)/bron(nen)

Emissiepunten

Norm(en)  (8)

Minimale monitoringfrequentie

Monitoring met betrekking tot

Ammoniak (NH3)

Gebruik van SCR/SNCR

Elke schoorsteen

EN 21877

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

BBT 17

Alle andere processen/bronnen

BBT 18

Benzeen

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

1,3-butadieen

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Koolstofmonoxide (CO)

Thermische behandeling

Elke schoorsteen met een CO-massastroom van ≥ 2 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 16

Elke schoorsteen met een CO-massastroom van < 2 kg/u

EN 15058

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Procesfornuizen/verhitters

Elke schoorsteen met een CO-massastroom van ≥ 2 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu  (12)

BBT 36

Elke schoorsteen met een CO-massastroom van < 2 kg/u

EN 15058

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Alle andere processen/bronnen

Elke schoorsteen met een CO-massastroom van ≥ 2 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 18

Elke schoorsteen met een CO-massastroom van < 2 kg/u

EN 15058

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

Chloormethaan

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Andere CMR-stoffen dan de elders in deze tabel opgenomen CMR-stoffen  (18)

Alle andere processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Dichloormethaan

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Stof

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen met een stofmassastroom van ≥ 3 kg/u

Generieke EN-normen  (11),

EN 13284-1 en

EN 13284-2

Continu  (14)

BBT 14

Elke schoorsteen met een stofmassastroom van < 3 kg/u

EN 13284-1

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

Elementair chloor (Cl2)

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

BBT 18

Ethyleendichloride (EDC)

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Ethyleenoxide

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Formaldehyde

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

EN-norm is in ontwikkeling

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Gasvormige chloriden

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

EN 1911

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

BBT 18

Gasvormige fluoriden

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

BBT 18

Waterstofcyanide (HCN)

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

BBT 18

Lood en zijn verbindingen

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

EN 14385

Eenmaal per zes maanden  (9)  (15)

BBT 14

Nikkel en zijn verbindingen

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

EN 14385

Eenmaal per zes maanden  (9)  (15)

BBT 14

Distikstofoxide (N2O)

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

EN ISO 21258

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

Stikstofoxiden (NOX)

Thermische behandeling

Elke schoorsteen met een massastroom van NOx van ≥ 2,5 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 16

Elke schoorsteen met een massastroom van NOx van < 2,5 kg/u

EN 14792

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Procesfornuizen/verhitters

Elke schoorsteen met een massastroom van NOx van ≥ 2,5 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu  (12)

BBT 36

Elke schoorsteen met een massastroom van NOx van < 2,5 kg/u

EN 14792

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Alle andere processen/bronnen

Elke schoorsteen met een massastroom van NOx van ≥ 2,5 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 18

Elke schoorsteen met een massastroom van NOx van < 2,5 kg/u

EN 14792

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

PCDD’s/PCDF’s

Thermische behandeling

Elke schoorsteen

EN 1948-1, EN 1948-2, EN 1948-3

Eenmaal per zes maanden  (9)  (15)

BBT 12

PM2,5 en PM10

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

EN ISO 23210

Eenmaal per jaar  (9)  (13)

BBT 14

Propyleenoxide

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Zwaveldioxide (SO2)

Thermische behandeling

Elke schoorsteen met een massastroom van SO2 van ≥ 2,5 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 16

Elke schoorsteen met een massastroom van SO2 van < 2,5 kg/u

EN 14791

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Procesfornuizen/verhitters

Elke schoorsteen met een massastroom van SO2 van ≥ 2,5 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu  (12)

BBT 18,

BBT 36

Elke schoorsteen met een massastroom van SO2 van < 2,5 kg/u

EN 14791

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Alle andere processen/bronnen

Elke schoorsteen met een massastroom van SO2 van ≥ 2,5 kg/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 18

Elke schoorsteen met een massastroom van SO2 van < 2,5 kg/u

EN 14791

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Tetrachloormethaan

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Tolueen

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Trichloormethaan

Alle processen/bronnen

Elke schoorsteen

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (9)

BBT 11

Totaal aan vluchtige organische koolstof (TVOC)

Productie van polyolefinen  (16)

Elke schoorsteen met een TVOC-massastroom van ≥ 2 kg C/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 11, BBT 25

Elke schoorsteen met een TVOC-massastroom van < 2 kg C/u

EN 12619

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Productie van synthetische rubbers  (17)

Elke schoorsteen met een TVOC-massastroom van ≥ 2 kg C/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 11, BBT 32

Elke schoorsteen met een TVOC-massastroom van < 2 kg C/u

EN 12619

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

Alle andere processen/bronnen

Elke schoorsteen met een TVOC-massastroom van ≥ 2 kg C/u

Generieke EN-normen  (11)

Continu

BBT 11

Elke schoorsteen met een TVOC-massastroom van < 2 kg C/u

EN 12619

Eenmaal per zes maanden  (9)  (10)

1.1.3.3.   Organische verbindingen

BBT 9.   De BBT om de hulpbronnenefficiëntie te verhogen en de massastroom van voor de laatste afgasbehandeling bestemde organische verbindingen te verminderen, is terugwinning van organische verbindingen uit procesafgassen door middel van één of een combinatie van de onderstaande technieken, en hergebruik ervan.

Techniek

Beschrijving

a.

Absorptie (regeneratief)

Zie punt 1.4.1

b.

Adsorptie (regeneratief)

Zie punt 1.4.1

c.

Condensatie

Zie punt 1.4.1

Toepasbaarheid

De terugwinning is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van de lage concentratie van de betrokken verbinding(en) in het procesafgas (de procesafgassen). Specificaties inzake de productkwaliteit kunnen het hergebruik beperken.

BBT 10.   De BBT om de energie-efficiëntie te verhogen en de massastroom van voor de laatste afgasbehandeling bestemde organische verbindingen te verminderen, is om procesafgassen met een voldoende calorische waarde te sturen naar een stookinstallatie die, indien technisch mogelijk, wordt gecombineerd met warmteterugwinning. BBT 9 heeft voorrang op het sturen van procesafgassen naar een stookinstallatie.

Beschrijving

Hoogcalorische procesafgassen worden als brandstof verbrand in een stookinstallatie (gasmotor, ketel, procesverhitter/-fornuis) en de warmte wordt teruggewonnen als stoom of voor elektriciteitsopwekking, of om het proces van warmte te voorzien.

Voor procesafgassen met lage VOS-concentraties (d.w.z. < 1 g/Nm3) kunnen preconcentratiestappen worden toegepast met behulp van adsorptie (rotor of vast bed, met actieve kool of zeolieten) om de calorische waarde van de procesafgassen te verhogen.

Moleculaire zeven (“smoothers”), die doorgaans uit zeolieten bestaan, kunnen worden gebruikt om sterke schommelingen (bv. concentratiepieken) van de VOS-concentraties in de procesafgassen te verminderen.

Toepasbaarheid

De aanwezigheid van verontreinigende stoffen of veiligheidsoverwegingen kunnen de mogelijkheden om procesafgassen naar een stookinstallatie te sturen, beperken.

BBT 11.   De BBT om geleide emissies naar lucht van organische verbindingen te verminderen, is om één van de onderstaande technieken of een combinatie daarvan te gebruiken.

Techniek

Beschrijving

Toepasbaarheid

a.

Adsorptie

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

b.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

c.

Katalytische oxidatie

Zie punt 1.4.1

De aanwezigheid van katalysatorvergiftigers in de afgassen kan de toepasbaarheid beperken.

d.

Condensatie

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

e.

Thermische oxidatie

Zie punt 1.4.1

De toepasbaarheid van recuperatieve en regeneratieve thermische oxidatie op bestaande installaties is mogelijk beperkt door ontwerp- en/of operationele beperkingen.

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van de lage concentratie van de betrokken verbinding(en) in het procesafgas (de procesafgassen).

f.

Bioprocessen

Zie punt 1.4.1

Alleen toepasbaar voor de behandeling van biologisch afbreekbare verbindingen.


Tabel 1.1

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor geleide emissies naar lucht van organische verbindingen

Stof/parameter

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode)  (19)

Totaal aan vluchtige organische koolstof (TVOC)

< 1 -20  (20)  (21)  (22)  (23)

Som van VOS-emissies ingedeeld als CMR 1A of 1B

< 1 -5  (24)

Som van VOS-emissies ingedeeld als CMR 2

< 1 -10  (25)

Benzeen

< 0,5 -1  (26)

1,3-butadieen

< 0,5 -1  (26)

Ethyleendichloride

< 0,5 -1  (26)

Ethyleenoxide

< 0,5 -1  (26)

Propyleenoxide

< 0,5 -1  (26)

Formaldehyde

1 -5  (26)

Chloormethaan

< 0,5 -1  (27)  (28)

Dichloormethaan

< 0,5 -1  (27)  (28)

Tetrachloormethaan

< 0,5 -1  (27)  (28)

Tolueen

< 0,5 -1  (27)  (29)

Trichloormethaan

< 0,5 -1  (27)  (28)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8.

BBT 12.   De BBT ter vermindering van geleide PCDD-/PCDF-emissies naar lucht afkomstig van de thermische behandeling van afgassen die chloor en/of gechloreerde verbindingen bevatten, is om onderstaande technieken a en b en één of een combinatie van de technieken c tot en met e te gebruiken.

Techniek

Beschrijving

Toepasbaarheid

Specifieke technieken voor het verminderen van de PCDD-/PCDF-emissies

a.

Geoptimaliseerde katalytische of thermische oxidatie

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

b.

Snelle afgaskoeling

Snelle afkoeling van afgassen van temperaturen van meer dan 400 °C tot minder dan 250 °C om de de-novosynthese van PCDD/PCDF te voorkomen.

Algemeen toepasbaar.

c.

Adsorptie met behulp van actieve kool

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

d.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

Andere technieken die niet in de eerste plaats worden gebruikt om PCDD-/PCDF-emissies te verminderen

e.

Selectieve katalytische reductie (SCR)

Zie punt 1.4.1

Indien voor de reductie van NOx-emissies SCR wordt gebruikt, zorgt het passende katalysatoroppervlak van het SCR-systeem ook voor de gedeeltelijke reductie van de PCDD-/PCDF-emissies.

De toepasbaarheid op bestaande installaties is mogelijk beperkt in verband met de beschikbaarheid van ruimte en/of door de aanwezigheid van katalysatorvergiftigers in de afgassen.


Tabel 1.2

Met de BBT geassocieerd emissieniveau (BBT-GEN) voor geleide emissies naar lucht van PCDD/PCDF afkomstig van de thermische behandeling van afgassen die chloor en/of gechloreerde verbindingen bevatten

Stof/parameter

BBT-GEN (ng I-TEQ/Nm3)

(Gemiddelde over de bemonsteringsperiode)

PCDD’s/PCDF’s

< 0,01 -0,05

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8.

1.1.3.4.   Stof (inclusief PM10 en PM2,5) en deeltjesgebonden metalen

BBT 13.   De BBT om de hulpbronnenefficiëntie te verhogen en de massastroom van voor de laatste afgasbehandeling bestemd(e) stof en deeltjesgebonden metalen te verminderen, is terugwinning van materialen uit procesafgassen door middel van één of een combinatie van de onderstaande technieken, en hergebruik ervan.

Techniek

Beschrijving

a.

Cycloon

Zie punt 1.4.1

b.

Doekfilter

Zie punt 1.4.1

c.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

Toepasbaarheid

De terugwinning is mogelijk beperkt wanneer de energievraag voor stofzuivering of -decontaminatie buitensporig hoog is. Specificaties inzake de productkwaliteit kunnen het hergebruik beperken.

BBT 14.   De BBT om geleide emissies naar lucht van stof en deeltjesgebonden metalen te verminderen, is om één van de onderstaande technieken of een combinatie ervan te gebruiken.

Techniek

Beschrijving

Toepasbaarheid

a.

Absoluutfilter

Zie punt 1.4.1

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt in het geval van kleverig stof of wanneer de temperatuur van de afgassen onder het dauwpunt ligt.

b.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

c.

Doekfilter

Zie punt 1.4.1

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt in het geval van kleverig stof of wanneer de temperatuur van de afgassen onder het dauwpunt ligt.

d.

High-efficiency air filter

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

e.

Cycloon

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

f.

Elektrostatische precipitator

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.


Tabel 1.3

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor geleide emissies naar lucht van stof, lood en nikkel

Stof/parameter

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode)

Stof

< 1 -5  (30)  (31)  (32)  (33)

Lood en zijn verbindingen, uitgedrukt als Pb

< 0,01 -0,1  (34)

Nikkel en zijn verbindingen, uitgedrukt als Ni

< 0,02 -0,1  (35)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8.

1.1.3.5.   Anorganische verbindingen

BBT 15.   De BBT om de hulpbronnenefficiëntie te verhogen en de massastroom van voor de laatste afgasbehandeling bestemde anorganische verbindingen te verminderen, is terugwinning van anorganische verbindingen uit procesafgassen door middel van absorptie, en hergebruik ervan.

Beschrijving

Zie punt 1.4.1.

Toepasbaarheid

De terugwinning is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van de lage concentratie van de betrokken verbinding(en) in het procesafgas (de procesafgassen). Specificaties inzake de productkwaliteit kunnen het hergebruik beperken.

BBT 16.   Om geleide emissies naar lucht van CO, NOX en SOX afkomstig van thermische behandeling te verminderen, is de BBT het gebruik van techniek c en één of een combinatie van de onderstaande technieken.

Techniek

Beschrijving

Anorganische verbindingen waarop de maatregelen doorgaans zijn gericht

Toepasbaarheid

a.

Brandstofkeuze

Zie punt 1.4.1

NOX, SOX

Algemeen toepasbaar.

b.

Low-NOX-brander

Zie punt 1.4.1

NOX

Bij bestaande installaties kan/kunnen het ontwerp en/of operationele beperkingen de toepasbaarheid beperken.

c.

Optimalisering van katalytische of thermische oxidatie

Zie punt 1.4.1

CO, NOX

Algemeen toepasbaar.

d.

Verwijdering van hoge concentraties van NOX-precursoren

Verwijder (indien mogelijk voor hergebruik) hoge concentraties NOX-precursoren vóór thermische of katalytische oxidatie, bv. door absorptie, adsorptie of condensatie.

NOX

Algemeen toepasbaar.

e.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

SOX

Algemeen toepasbaar.

f.

Selectieve katalytische reductie (SCR)

Zie punt 1.4.1

NOX

Bij bestaande installaties kan de beschikbare ruimte de toepasbaarheid beperken.

g.

Selectieve niet-katalytische reductie (SNCR)

Zie punt 1.4.1

NOX

Bij bestaande installaties kan de verblijftijd die nodig is voor de reactie de toepasbaarheid beperken.


Tabel 1.4

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor geleide emissies naar lucht van NOX en indicatief emissieniveau voor geleide emissies naar lucht van CO afkomstig van thermische behandeling

Stof/parameter

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode)

Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van katalytische oxidatie

5 -30  (36)

Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van thermische oxidatie

5 -130  (37)

Koolstofmonoxide (CO)

Geen BBT-GEN  (38)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8.

De BBT-GEN’s voor geleide emissies naar lucht van SO2 zijn vermeld in tabel 1.6.

BBT 17.   De BBT om geleide emissies naar lucht van de bij selectieve katalytische reductie (SCR) of selectieve niet-katalytische reductie (SNCR) voor de reductie van NOX-emissies gebruikte ammoniak te verminderen (ammoniakslip), is optimalisering van het ontwerp en/of de werking van het SCR- of SNCR-systeem (bv. geoptimaliseerde verhouding reagens/NOX, homogene verspreiding van het reagens en optimale grootte van de reagensdruppels).

Tabel 1.5

Met de BBT geassocieerd emissieniveau (BBT-GEN) voor geleide emissies naar lucht van ammoniak afkomstig van het gebruik van SCR of SNCR (ammoniakslip)

Stof/parameter

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Gemiddelde over de bemonsteringsperiode)

Ammoniak (NH3) van SCR/SNCR

< 0,5 -8  (39)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8.

BBT 18.   Om geleide emissies naar lucht van anorganische verbindingen (andere dan geleide emissies naar lucht afkomstig van ammoniak ten gevolge van het gebruik van selectieve katalytische reductie (SCR) of selectieve niet-katalytische reductie (SNCR) voor de reductie van NOX-emissies), geleide emissies naar lucht van CO, NOX en SOX ten gevolge van het gebruik van thermische behandeling, en geleide emissies naar lucht van NOX uit procesfornuizen/verhitters te beperken, is de BBT het gebruik van één of een combinatie van de onderstaande technieken.

Techniek

Beschrijving

Anorganische verbindingen waarop de maatregelen doorgaans zijn gericht

Toepasbaarheid

Specifieke technieken om emissies naar lucht van anorganische verbindingen te verminderen

a.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

Cl2, HCl, HCN, HF, NH3, NOX, SOX

Algemeen toepasbaar.

b.

Adsorptie

Zie punt 1.4.1

Voor de verwijdering van anorganische stoffen wordt de techniek vaak gebruikt in combinatie met een stofverwijderingstechniek (zie BBT 14).

HCl, HF, NH3, SOX

Algemeen toepasbaar.

c.

Selectieve katalytische reductie (SCR)

Zie punt 1.4.1

NOX

Bij bestaande installaties kan de beschikbare ruimte de toepasbaarheid beperken.

d.

Selectieve niet-katalytische reductie (SNCR)

Zie punt 1.4.1

NOX

Bij bestaande installaties kan de verblijftijd die nodig is voor de reactie de toepasbaarheid beperken.

Andere technieken die niet in de eerste plaats worden gebruikt om emissies naar lucht van anorganische verbindingen te verminderen

e.

Katalytische oxidatie

Zie punt 1.4.1

NH3

De aanwezigheid van katalysatorvergiftigers in de afgassen kan de toepasbaarheid beperken.

f.

Thermische oxidatie

Zie punt 1.4.1

NH3, HCN

De toepasbaarheid van recuperatieve en regeneratieve thermische oxidatie op bestaande installaties is mogelijk beperkt door ontwerp- en/of operationele beperkingen. De toepasbaarheid is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van de lage concentratie van de betrokken verbinding(en) in het procesafgas (de procesafgassen).


Tabel 1.6

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor geleide emissies naar lucht van anorganische verbindingen

Stof/parameter

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode)

Ammoniak (NH3)

2 -10  (40)  (41)  (42)

Elementair chloor (Cl2)

< 0,5 -2  (43)  (44)

Gasvormige fluorideverbindingen, uitgedrukt als HF

≤ 1  (43)

Waterstofcyanide (HCN)

< 0,1 -1  (43)

Gasvormige chloriden, uitgedrukt als HCl

1 -10  (45)

Stikstofoxiden (NOx)

10 -150  (46)  (47)  (48)  (49)

Zwaveloxiden (SO2)

< 3 -150  (48)  (50)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8.

1.1.4.   Diffuse VOS-emissies naar lucht

1.1.4.1.   Beheersysteem voor diffuse VOS-emissies

BBT 19.   De BBT om diffuse VOS-emissies naar lucht te voorkomen of, indien dit niet haalbaar is, te verminderen, is om in het kader van het milieubeheersysteem (zie BBT 1) een beheersysteem voor diffuse VOS-emissies op te stellen en uit te voeren dat alle volgende maatregelen omvat:

i)

raming van de jaarlijkse hoeveelheid diffuse VOS-emissies (zie BBT 20);

ii)

monitoring van diffuse VOS-emissies afkomstig van het gebruik van oplosmiddelen door in voorkomend geval een massabalans van de oplosmiddelen op te stellen (zie BBT 21);

iii)

opstelling en uitvoering van een lekdetectie en -reparatieprogramma (LDAR) voor fugitieve VOS-emissies. Het LDAR-programma heeft gewoonlijk een looptijd van een tot vijf jaar, afhankelijk van de aard, omvang en complexiteit van de installatie (bv. vijf jaar bij grote installaties met een groot aantal emissiebronnen).

Het LDAR-programma omvat de volgende elementen:

a)

opsomming van apparatuur die is aangemerkt als relevante bron van fugitieve VOS-emissies in de inventaris van diffuse VOS-emissies (zie BBT 2);

b)

formulering van criteria in verband met:

lekkende apparatuur. Typische criteria zijn een lekdrempelwaarde waarboven apparatuur als lekkend wordt beschouwd, en/of het in beeld brengen van een lek met OGI-camera’s. Dit hangt af van de kenmerken van de emissiebron (bv. toegankelijkheid) en de gevaarlijke eigenschappen van de uitgestoten stof(fen);

uit te voeren onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden. Een typisch criterium is een VOS-concentratiedrempel waarboven de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moeten plaatsvinden (onderhouds-/hersteldrempelwaarde). De onderhouds-/hersteldrempelwaarde is in het algemeen gelijk aan of hoger dan de lekdrempelwaarde. Dit hangt af van de kenmerken van de emissiebron (bv. toegankelijkheid) en de gevaarlijke eigenschappen van de uitgestoten stof(fen). Voor het eerste LDAR-programma ligt de drempel doorgaans niet hoger dan 5 000 ppmv voor andere VOS dan die welke zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B, en 1 000 ppmv voor VOS die zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B. Voor latere LDAR-programma’s wordt de onderhouds-/hersteldrempelwaarde verlaagd (zie punt vi), a)) tot maximaal 1 000 ppmv voor andere VOS dan die welke zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B, en 500 ppmv voor VOS die zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B, met 100 ppmv als streefdoel;

c)

meting van fugitieve VOS-emissies van apparatuur vermeld in punt iii), a) (zie BBT 22);

d)

uitvoering van onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden (zie BBT 23, technieken e en f), zo spoedig mogelijk en indien nodig volgens de criteria van punt iii), b). Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden geprioriteerd op basis van de gevaarlijke eigenschappen van de uitgestoten stof(fen), het belang van de emissies en/of operationele beperkingen. De doeltreffendheid van de onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden wordt gecontroleerd overeenkomstig punt iii), c), zodra voldoende tijd is verstreken na de interventie (bv. twee maanden);

e)

aanvulling van de databank als bedoeld in punt v);

iv)

opstelling en uitvoering van een detectie- en reductieprogramma voor niet-fugitieve VOS-emissies dat alle onderstaande elementen omvat:

a)

opsomming van apparatuur die is aangemerkt als relevante bron van niet-fugitieve VOS-emissies in de inventaris van diffuse VOS-emissies (zie BBT 2);

b)

monitoring van niet-fugitieve VOS-emissies van apparatuur vermeld in punt iv), a) (zie BBT 22);

c)

planning en toepassing van technieken om niet-fugitieve VOS-emissies te beperken (zie BBT 23, technieken a, c en g tot en met j). De planning en toepassing van de technieken worden geprioriteerd op basis van de gevaarlijke eigenschappen van de uitgestoten stof(fen), het belang van de emissies en/of de operationele beperkingen;

d)

aanvulling van de databank als bedoeld in punt v);

v)

ontwikkeling en onderhoud van een databank voor bronnen van diffuse VOS-emissies zoals vermeld in de inventaris van BBT 2, teneinde een register bij te houden met:

a)

specificaties van het ontwerp van de apparatuur (met inbegrip van de datum en beschrijving van eventuele ontwerpwijzigingen);

b)

de uitgevoerde of geplande acties voor het onderhoud, de reparatie, de verbetering of de vervanging van apparatuur en de datum van uitvoering;

c)

de apparatuur die wegens operationele beperkingen niet kon worden onderhouden, gerepareerd, verbeterd of vervangen;

d)

de resultaten van de metingen of monitoring, met inbegrip van de concentratie(s) van de uitgestoten stof(fen), het berekende lekverlies (in kg/jaar), de beelden van OGI-camera’s (bv. van het laatste LDAR-programma) en de datum van de metingen of monitoring;

e)

de jaarlijkse hoeveelheid diffuse VOS-emissies (als fugitieve en niet-fugitieve emissies), met inbegrip van informatie over niet-toegankelijke bronnen en toegankelijke bronnen die in de loop van het jaar niet zijn gemonitord;

vi)

periodieke evaluatie en bijwerking van het LDAR-programma. Dit kan het volgende omvatten:

a)

verlaging van de lek- en/of de onderhouds-/hersteldrempelwaarde (zie punt iii), b));

b)

herziening van de prioritering van de te monitoren apparatuur, waarbij een hogere prioriteit wordt gegeven aan (de soort) apparatuur die tijdens het vorige LDAR-programma is aangemerkt als lekkend;

c)

planning van het onderhoud, de reparaties, de verbeteringen of de vervangingen van apparatuur die vanwege operationele beperkingen niet konden worden uitgevoerd tijdens het vorige LDAR-programma;

vii)

evaluatie en bijwerking van het detectie- en reductieprogramma voor niet-fugitieve VOS-emissies. Dit kan het volgende omvatten:

a)

monitoring van niet-fugitieve VOS-emissies van apparatuur waarvoor onderhouds-, reparatie-, verbeterings- of vervangingswerkzaamheden zijn uitgevoerd, teneinde vast te stellen of die acties succesvol waren;

b)

planning van het onderhoud, de reparaties, de verbeteringen of de vervangingen die vanwege operationele beperkingen niet konden worden uitgevoerd.

Toepasbaarheid

De kenmerken in de punten iii), iv), vi) en vii) zijn alleen van toepassing op bronnen van diffuse VOS-emissies die moeten worden gemonitord volgens BBT 22.

De mate van gedetailleerdheid van het systeem voor het beheer van diffuse VOS-emissies zal in verhouding staan tot de aard, omvang en complexiteit van de installatie, en alle mogelijke milieueffecten ervan.

1.1.4.2.   Monitoring

BBT 20.   De BBT is om de fugitieve en niet-fugitieve VOS-emissies naar lucht ten minste eenmaal per jaar afzonderlijk te ramen middels één of een combinatie van de onderstaande technieken, en om de onzekerheid van de raming te bepalen. In de raming wordt een onderscheid gemaakt tussen VOS die zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B en VOS die niet als zodanig zijn ingedeeld.

Opmerking

In de raming van de diffuse VOS-emissies naar lucht wordt rekening gehouden met de resultaten van de monitoring die wordt uitgevoerd overeenkomstig BBT 21 en/of BBT 22.

Voor de raming mogen geleide emissies als niet-fugitieve emissies worden geteld wanneer de inherente kenmerken van de afgasstroom (bv. lage snelheden, variabiliteit van het debiet en de concentratie) geen nauwkeurige meting overeenkomstig BBT 8 mogelijk maken.

De voornaamste bronnen van onzekerheid in de raming worden vastgesteld, en er worden corrigerende maatregelen genomen om de onzekerheid te verminderen.

Techniek

Beschrijving

Type emissies

a.

Gebruik van emissiefactoren

Zie punt 1.4.2

Fugitief en/of niet-fugitief

b.

Gebruik van een massabalans

Raming op basis van het verschil in massa tussen de input en -output van een stof in de installatie/productie-eenheid, rekening houdend met de productie en vernietiging van de stof in de installatie/productie-eenheid.

Een massabalans kan ook de VOS-concentratie in het product (bv. een grondstof of oplosmiddel) meten.

c.

Gebruik van thermodynamische modellen

Raming aan de hand van de thermodynamische wetten die worden toegepast op apparatuur (bv. tanks) of op bepaalde stappen van een productieproces.

De volgende gegevens worden doorgaans gebruikt als input voor het model:

de chemische eigenschappen van de stof (bv. dampspanning, moleculaire massa);

gegevens over de werking van het proces (bv. bedrijfstijd, producthoeveelheid, ventilatie);

de kenmerken van de emissiebron (bv. tankdiameter, -kleur en -vorm).

BBT 21.   De BBT is om de diffuse VOS-emissies van het gebruik van oplosmiddelen te monitoren door ten minste eenmaal per jaar een massabalans van de oplosmiddelen op te stellen aan de hand van de in- en output aan oplosmiddelen van de installatie, zoals gedefinieerd in deel 7 van bijlage VII bij Richtlijn 2010/75/EU, en de onzekerheid van de massabalansgegevens tot een minimum te beperken door toepassing van alle onderstaande technieken.

Techniek

Beschrijving

a.

Volledige identificatie en kwantificering van de relevante inputs en outputs aan oplosmiddelen, met inbegrip van de daarmee samenhangende onzekerheid

Dit omvat:

identificatie en documentatie van de inputs en outputs van oplosmiddelen (bv. geleide en diffuse emissies naar lucht, emissies naar water, output van oplosmiddelen in afval);

onderbouwde kwantificering van elke relevante input en output aan oplosmiddelen en registratie van de gebruikte methodologie (bv. meting, raming op basis van emissiefactoren, raming op basis van operationele parameters);

identificatie van de belangrijkste bronnen van onzekerheid van bovengenoemde kwantificering, en uitvoering van corrigerende maatregelen om de onzekerheid te verminderen;

regelmatige bijwerking van de gegevens inzake de in- en output aan oplosmiddelen.

b.

Invoering van een systeem voor het traceren van oplosmiddelen

Een systeem voor het traceren van oplosmiddelen heeft tot doel controle te houden van zowel de gebruikte als de ongebruikte hoeveelheden oplosmiddelen (bv. door weging van de ongebruikte hoeveelheden oplosmiddelen in het proces en die weer opslagen worden).

c.

Monitoring van veranderingen die van invloed kunnen zijn op de onzekerheid van de gegevens over de massabalans van de oplosmiddelen

Elke wijziging die van invloed kan zijn op de onzekerheid van de gegevens over de massabalans van de oplosmiddelen, wordt geregistreerd, zoals:

storingen van het afgasbehandelingssysteem: de datum en de periode worden geregistreerd;

veranderingen die invloed kunnen hebben op de lucht-/gasdebieten (bv. vervanging van ventilatoren): de datum en het type wijziging worden geregistreerd.

Toepasbaarheid

Deze BBT is mogelijk niet van toepassing op de productie van polyolefinen, pvc of synthetische rubbers.

Deze BBT is mogelijk niet van toepassing op installaties die jaarlijks in totaal minder dan 50 ton aan oplosmiddelen verbruiken. De mate van gedetailleerdheid van de massabalans van de oplosmiddelen zal in verhouding staan tot de aard, omvang en complexiteit van de installatie, en van de mogelijke milieueffecten ervan, alsook tot het type en de hoeveelheid gebruikte oplosmiddelen.

BBT 22.   De BBT is om diffuse VOS-emissies naar lucht met ten minste de onderstaande frequentie en overeenkomstig de EN-normen te monitoren. Indien er geen EN-normen beschikbaar zijn, is de BBT om ISO-, nationale of andere internationale normen te gebruiken die waarborgen dat er gegevens van gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit worden aangeleverd.

Type bronnen van diffuse VOS-emissies  (51)  (52)

Type VOS

Norm(en)

Minimale monitoringfrequentie

Bronnen van fugitieve emissies

VOS ingedeeld als CMR 1A of 1B

EN 15446  (58)

Eenmaal per jaar (53)  (54)  (55)

VOS die niet zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B

Eenmaal tijdens de looptijd van elk LDAR-programma (zie BBT 19, punt iii))  (56)

Bronnen van niet-fugitieve emissies

VOS ingedeeld als CMR 1A of 1B

EN 17628

Eenmaal per jaar

VOS die niet zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B

Eenmaal per jaar  (57)

Opmerking

Optische beeldvorming van gas (OGI) is een nuttige techniek in aanvulling op de methode van EN 15446 (“snuffelmetingen”) om bronnen van fugitieve VOS-emissies te identificeren, en is bijzonder relevant in het geval van ontoegankelijke bronnen (zie punt 1.4.2). Deze techniek wordt beschreven in EN 17628.

In het geval van niet-fugitieve emissies kunnen de metingen worden aangevuld met thermodynamische modellen.

Wanneer grote hoeveelheden VOS (bv. meer dan 80 t/jaar) worden gebruikt/verbruikt, is de kwantificering van de VOS-emissies van de installatie met tracercorrelatie (TC) of met optische absorptietechnieken, zoals differentiële absorptie lichtdetectie en -peiling (DIAL) of “solar occultation flux” (SOF), een nuttige aanvullende techniek (zie punt 1.4.2). Deze technieken worden beschreven in EN 17628.

Toepasbaarheid

BBT 22 is alleen van toepassing wanneer de jaarlijkse hoeveelheid diffuse VOS-emissies van de installatie, geraamd overeenkomstig BBT 20, groter is dan:

voor fugitieve emissies:

1 ton VOS per jaar in het geval van als CMR 1A of 1B ingedeelde VOS, of

5 ton VOS per jaar voor andere VOS;

voor niet-fugitieve emissies:

1 ton VOS per jaar in het geval van als CMR 1A of 1B ingedeelde VOS, of

5 ton VOS per jaar voor andere VOS.

1.1.4.3.   Preventie of vermindering van diffuse VOS-emissies

BBT 23.   De BBT om diffuse VOS-emissies naar lucht te voorkomen of, indien dit niet haalbaar is, te verminderen, is om een combinatie van de onderstaande technieken te gebruiken in deze volgorde van prioriteit.

Opmerking

Het gebruik van technieken om diffuse VOS-emissies naar lucht te voorkomen of, indien dit niet haalbaar is, te verminderen, wordt geprioriteerd op basis van de gevaarlijke eigenschappen van de uitgestoten stof(fen) en/of het belang van de emissies.

Techniek

Beschrijving

Type emissies

Toepasbaarheid

1.

Preventietechnieken

a.

Beperking van het aantal emissiebronnen

Dit omvat:

minimalisering van de buislengte;

vermindering van het aantal buisconnectoren (bv. flenzen) en ventielen;

gebruik van gelaste hulpstukken en verbindingen;

gebruik van perslucht of zwaartekracht voor de materiaaloverdracht.

Fugitieve en niet-fugitieve emissies

De toepasbaarheid kan in het geval van bestaande installaties beperkt zijn door operationele beperkingen.

b.

Gebruik van technisch dichte apparaten

Technisch dichte apparaten omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

balgventielen of dubbele pakkingafdichtingen of even doeltreffende uitrusting;

magnetisch aangedreven of ingekapselde pompen/compressoren/roerinrichtingen, of pompen/compressoren/roerinrichtingen met dubbele afdichtingen en een vloeistofbarrière;

gecertificeerde hoogkwalitatieve pakkingen (bv. volgens EN 13555) die worden aangehaald volgens techniek e;

gesloten bemonsteringssystemen.

Het gebruik van technisch dichte apparaten is met name relevant ter voorkoming of minimalisering van:

emissies van CMR-stoffen of acuut toxische stoffen; en/of

emissies van apparatuur met een hoge kans op lekkage; en/of

lekkage van processen die onder hoge druk werken (bv. tussen 300 en 2 000 bar).

Technisch dichte apparaten worden geselecteerd, geïnstalleerd en onderhouden overeenkomstig het procestype en de bedrijfsomstandigheden van het proces.

Fugitieve emissies

De toepasbaarheid kan in het geval van bestaande installaties beperkt zijn door operationele beperkingen.

Algemeen toepasbaar op nieuwe installaties en wezenlijke verbeteringen van installaties.

c.

Opvang van diffuse emissies en behandeling van afgassen

Opvang van diffuse VOS-emissies (bv. afkomstig van compressorafdichtingen, ventilatieopeningen en reinigingsleidingen) en overbrenging ervan voor terugwinning (zie BBT 9 en BBT 10) en/of reductie (zie BBT 11).

Fugitieve en niet-fugitieve emissies

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt:

voor bestaande installaties; en/of

uit veiligheidsoverwegingen (bv. om concentraties dicht bij de laagste explosiegrenswaarde te vermijden).

2.

Andere technieken

d.

Vergemakkelijking van de toegang en/of monitoring

Om onderhouds- en/of monitoringactiviteiten te vergemakkelijken, wordt de toegang tot potentieel lekkende apparatuur vergemakkelijkt, bijvoorbeeld door platforms te installeren, en/of worden drones gebruikt voor de monitoring.

Fugitieve emissies

De toepasbaarheid kan in het geval van bestaande installaties beperkt zijn door operationele beperkingen.

e.

Aanhalen

Dit omvat:

aanhalen van pakkingen door personeel dat gekwalificeerd is volgens EN 1591-4 en conform de aangegeven spanning van de pakking (bv. berekend volgens EN 1591-1);

het aanbrengen van nauwsluitende doppen op open uiteinden;

het gebruik van flenzen die worden geselecteerd en gemonteerd overeenkomstig EN 13555.

Fugitieve emissies

Algemeen toepasbaar.

f.

Vervanging van lekkende apparatuur en/of onderdelen

Dit omvat de vervanging van:

pakkingen;

afdichtingselementen (bv. tankdeksel);

pakkingsmateriaal (bv. pakkingsmateriaal van de ventielspindel).

Fugitieve emissies

Algemeen toepasbaar.

g.

Herziening en actualisering van het procesontwerp

Dit omvat:

vermindering van het gebruik van oplosmiddelen en/of het gebruik van minder vluchtige oplosmiddelen;

vermindering van de vorming van bijproducten die VOS bevatten;

verlaging van de bedrijfstemperatuur;

verlaging van het VOS-gehalte in het eindproduct.

Niet-fugitieve emissies

De toepasbaarheid in bestaande installaties is mogelijk beperkt door operationele beperkingen.

h.

Herziening en actualisering van de bedrijfsomstandigheden

Dit omvat:

reactoren en vaten minder vaak en minder lang openen;

voorkoming van corrosie door apparatuur te bekleden of te coaten, buizen te verven (in verband met uitwendige corrosie) en door corrosieremmers te gebruiken voor materialen die in contact komen met apparatuur.

Niet-fugitieve emissies

Algemeen toepasbaar.

i.

Gebruik van gesloten systemen

Dit omvat:

dampbalancering (zie punt 1.4.3);

gesloten systemen voor scheiding tussen vaste/vloeibare fase en tussen vloeibare/vloeibare fase;

gesloten systemen voor reinigingswerkzaamheden;

gesloten rioleringen en/of afvalwaterzuiveringsinstallaties;

gesloten bemonsteringssystemen;

gesloten opslagruimten.

Afgassen van gesloten systemen zijn bestemd voor terugwinning (zie BBT 9 en BBT 10) en/of reductie (zie BBT 11).

Niet-fugitieve emissies

De toepasbaarheid kan in het geval van bestaande installaties en/of uit veiligheidsoverwegingen beperkt zijn door operationele beperkingen.

j.

Gebruik van technieken om emissies van oppervlakken tot een minimum te beperken

Dit omvat:

de installatie van olieafscheiders op open oppervlakken;

het periodiek afscheppen van open oppervlakken (bv. verwijdering van drijvend materiaal);

de installatie van drijvende anti-verdampingselementen op open oppervlakken;

de behandeling van afvalwaterstromen om VOS te verwijderen en te bestemmen voor terugwinning (zie BBT 9 en BBT 10) en/of reductie (zie BBT 11);

de installatie van drijvende daken op tanks;

het gebruik van tanks met een vast dak die zijn aangesloten op een afgasbehandeling.

Niet-fugitieve emissies

De toepasbaarheid kan in het geval van bestaande installaties beperkt zijn door operationele beperkingen.

1.1.4.4.   BBT-conclusies voor het gebruik van oplosmiddelen of het hergebruik van teruggewonnen oplosmiddelen

De onderstaande emissieniveaus voor het gebruik van oplosmiddelen of het hergebruik van teruggewonnen oplosmiddelen houden verband met de algemene BBT-conclusies in de punten 1.1 en 1.1.4.3.

Tabel 1.7

Met de BBT geassocieerd emissieniveau (BBT-GEN) voor diffuse VOS-emissies naar lucht afkomstig van het gebruik van oplosmiddelen of het hergebruik van teruggewonnen oplosmiddelen

Parameter

BBT-GEN (percentage van de oplosmiddeleninputs)

(jaargemiddelde)  (59)

Diffuse VOS-emissies

≤ 5  %

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 20, BBT 21 en BBT 22.

1.2.    Polymeren en synthetische rubbers

De BBT-conclusies in dit punt zijn van toepassing op de productie van bepaalde polymeren. Zij gelden in aanvulling op de algemene BBT-conclusies in punt 1.1.

1.2.1.   BBT-conclusies voor de productie van polyolefinen

BBT 24.   De BBT is om de TVOC-concentratie in polyolefineproducten ten minste eenmaal per jaar te monitoren voor elke representatieve polyolefinekwaliteit die in dat jaar wordt geproduceerd, in overeenstemming met de EN-normen. Indien er geen EN-normen beschikbaar zijn, is de BBT om ISO-, nationale of andere internationale normen te gebruiken die waarborgen dat er gegevens van gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit worden aangeleverd.

Product van polyolefinen

Norm(en)

Monitoring met betrekking tot

HDPE, LDPE, LLDPE

Geen EN-norm beschikbaar

BBT 20, BBT 25

PP

EPS, GPPS, HIPS

Opmerking

De meetmonsters worden genomen op het punt waar het gesloten systeem overgaat in het open systeem, waar de polyolefine in contact komt met de atmosfeer.

Het gesloten systeem is het deel van het productieproces waar de materialen (bv. reagentia, oplosmiddelen, suspensiemiddelen) niet in contact komen met de atmosfeer. Het omvat de polymerisatiestappen, het hergebruik en de terugwinning van materialen.

Het open systeem is het deel van het productieproces waar de polyolefinen in contact komen met de atmosfeer. Het omvat de eindbewerking (bv. drogen, mengen) en de overdracht, hantering en opslag van polyolefinen.

Wanneer het overgangspunt tussen het open en het gesloten systeem niet duidelijk kan worden vastgesteld, worden de meetmonsters op een geschikt punt genomen.

Toepasbaarheid

De metingen zijn niet van toepassing op productieprocessen die uitsluitend in een gesloten systeem plaatsvinden.

BBT 25.   De BBT om de hulpbronnenefficiëntie te verhogen en emissies naar lucht van organische verbindingen te verminderen, is om alle onderstaande technieken te gebruiken, voor zover van toepassing.

Techniek

Beschrijving

Toepasbaarheid

a.

Chemische agentia met een laag kookpunt

Er worden oplosmiddelen en suspensiemiddelen met een laag kookpunt gebruikt.

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt door operationele beperkingen.

b.

Verlaging van het VOS-gehalte in het polymeer

Het VOS-gehalte in het polymeer wordt verlaagd, bijvoorbeeld door middel van lagedrukscheiding, strippen of gesloten stikstofzuiveringssystemen, devolatilisatie-extrusie (zie punt 1.4.3). De technieken voor het verlagen van het VOS-gehalte hangen af van het type polymeerproduct en het productieproces.

De devolatilisatie-extrusie is mogelijk beperkt door de specificaties voor de productie van HDPE, LDPE en LLDPE.

c.

Opvang en behandeling van procesafgassen

Procesafgassen afkomstig van het gebruik van techniek b en van de eindbewerking, bv. extrusie en ontgassingssilo’s, worden opgevangen en zijn bestemd voor terugwinning (zie BBT 9 en BBT 10) en/of reductie (zie BBT 11).

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt door operationele beperkingen en/of uit veiligheidsoverwegingen (bv. om concentraties dicht bij de laagste en hoogste explosiegrenswaarden te vermijden).


Tabel 1.8

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor de totale VOS-emissies naar lucht afkomstig van de productie van polyolefinen, uitgedrukt als specifieke emissievrachten

Product van polyolefinen

Eenheid

BBT-GEN

(Jaargemiddelde)

HDPE

g C per kg geproduceerde polyolefinen

0,3 -1,0  (60)

LDPE

0,1 -1,4  (61)  (62)

LLDPE

0,1 -0,8

PP

0,1 -0,9  (60)

GPPS en HIPS

< 0,1

EPS

< 0,6

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8, BBT 20, BBT 22 en BBT 24. De monitoring van TVOC-emissies naar lucht omvat alle emissies afkomstig van de volgende processtappen, waarbij de emissies als relevant zijn aangemerkt in de inventaris van BBT 2: opslag en hantering van grondstoffen, polymerisatie, terugwinning van materialen en reductie van verontreinigende stoffen, eindbewerking van het polymeer (bv. extrusie, drogen, mengen) alsook de overbrenging, hantering en opslag van polymeren.

1.2.2.   BBT-conclusies voor de productie van polyvinylchloride (pvc)

BBT 26.   De BBT is om geleide emissies naar lucht met ten minste de onderstaande frequentie en overeenkomstig de EN-normen te monitoren. Indien er geen EN-normen beschikbaar zijn, is de BBT om ISO-, nationale of andere internationale normen te gebruiken die waarborgen dat er gegevens van gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit worden aangeleverd.

Stof

Emissiepunten

Norm(en)

Minimale monitoringfrequentie  (63)

Monitoring met betrekking tot

VCM

Elke schoorsteen met een VCM-massastroom van ≥ 25 g/u

Generieke EN-normen  (64)

Continu  (65)

BBT 29

Elke schoorsteen met een VCM-massastroom van < 25 g/u

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per zes maanden  (66)  (67)

BBT 27.   De BBT is om de residuele VCM-concentratie in pvc-suspensie/latex ten minste eenmaal per jaar te monitoren voor elke representatieve pvc-kwaliteit die in dat jaar wordt geproduceerd, in overeenstemming met de EN-normen.

Stof

Norm(en)

Monitoring met betrekking tot

VCM

EN ISO 6401

BBT 30

Opmerking

De monsters van de pvc-suspensie/latex worden genomen op het punt waar het gesloten systeem overgaat in het open systeem, waar de pvc-suspensie/latex in contact komt met de atmosfeer.

Het gesloten systeem is het deel van het productieproces waar de pvc-suspensie/latex niet in contact komt met de atmosfeer. Het omvat in het algemeen de polymerisatiestappen, het hergebruik en de terugwinning van VCM.

Het open systeem is het deel van het systeem waar de pvc-suspensie/latex in contact komt met de atmosfeer. Het omvat de eindbewerking (bv. drogen en mengen) en de overdracht, hantering en opslag van pvc.

BBT 28.   De BBT om de hulpbronnenefficiëntie te verhogen en de massastroom van voor de laatste afgasbehandeling bestemde organische verbindingen te verminderen, is terugwinning van vinylchloridemonomeer uit procesafgassen door middel van één of een combinatie van de onderstaande technieken, en hergebruik van het teruggewonnen monomeer.

Techniek

Beschrijving

a.

Absorptie (regeneratief)

Zie punt 1.4.1

b.

Adsorptie (regeneratief)

Zie punt 1.4.1

c.

Condensatie

Zie punt 1.4.1

Toepasbaarheid

De terugwinning is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van de lage concentratie van de betrokken verbinding(en) in het procesafgas (de procesafgassen).

BBT 29.   De BBT om geleide VCM-emissies naar lucht afkomstig van de terugwinning van VCM te verminderen, is om één of een combinatie van de onderstaande technieken te gebruiken.

 

Techniek

Beschrijving

Toepasbaarheid

a.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar

b.

Adsorptie

Zie punt 1.4.1

c.

Condensatie

Zie punt 1.4.1

d.

Thermische oxidatie

Zie punt 1.4.1

De toepasbaarheid van recuperatieve en regeneratieve thermische oxidatie op bestaande installaties is mogelijk beperkt door ontwerp- en/of operationele beperkingen.

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van de lage concentratie van de betrokken verbinding(en) in het procesafgas (de procesafgassen).


Tabel 1.9

Met de BBT geassocieerd emissieniveau (BBT-GEN) voor geleide VCM-emissies naar lucht afkomstig van de terugwinning van VCM

Stof

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode)

VCM

< 0,5 -1  (68)  (69)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 26.

BBT 30.   De BBT om VCM-emissies naar lucht te verminderen, is het gebruik van alle onderstaande technieken.

Techniek

Beschrijving

a.

Geschikte opslagfaciliteiten voor VCM

Dit omvat:

de opslag van VCM in koeltanks bij atmosferische druk of in tanks onder druk bij omgevingstemperatuur;

het gebruik van gekoelde terugvloeikoelers of verbindingstanks voor VCM-terugwinning (zie BBT 28) en/of -reductie (zie BBT 29).

b.

Dampbalancering

Zie punt 1.4.3

c.

Minimalisering van emissies van residueel VCM uit apparatuur

Dit omvat:

vermindering van de frequentie en de duur van het openen van de reactor;

de afvoer van afgassen uit latexopslagtanks en van aansluitingen op VCM-terugwinning (zie BBT 28) en/of -reductie (zie BBT 29) alvorens de reactor te openen;

spoeling van de reactor met inert gas voordat de reactor wordt geopend en de afgassen worden doorgevoerd voor VCM-terugwinning (zie BBT 28) en/of -reductie (zie BBT 29);

de afvoer van de vloeibare reactorinhoud in gesloten vaten voordat de reactor wordt geopend;

reiniging van de reactor met water vóór opening en afvoer van het water naar het strippingssysteem.

d.

Verlaging van het VOS-gehalte in het polymeer door stripping

Zie punt 1.4.3

e.

Opvang en behandeling van procesafgassen

Procesafgassen afkomstig van het gebruik van techniek d worden opgevangen en zijn bestemd voor VCM-terugwinning (zie BBT 28) en/of -reductie (zie BBT 29).


Tabel 1.10

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor de totale VCM-emissies naar lucht afkomstig van de productie van pvc, uitgedrukt als specifieke emissievrachten

pvc-type

Eenheid

BBT-GEN

(Jaargemiddelde)

S-pvc

g VCM per kg geproduceerd pvc

0,01 -0,045

E-pvc

0,25 -0,3  (70)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 20, BBT 22, BBT 26 en BBT 27. De monitoring van VCM-emissies naar lucht omvat alle emissies van de volgende processtappen of apparatuur, indien de emissies in de inventaris van BBT 2 als relevant zijn aangemerkt: de eindbewerking, bv. drogen en mengen; overbrenging, hantering en opslag; opening van de reactor; gashouders; afvalwaterzuiveringsinstallaties; terugwinning en/of reductie van VCM.

Tabel 1.11

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor de VCM-concentratie in de pvc-suspensie/latex

pvc-type

Eenheid

BBT-GEN

(Jaargemiddelde)

S-pvc

g VCM per kg geproduceerd pvc

0,01 -0,03

E-pvc

0,2 -0,4

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 27.

1.2.3.   BBT-conclusies voor de productie van synthetische rubbers

BBT 31.   De BBT is om de TVOC-concentratie in synthetische rubbers ten minste eenmaal per jaar te monitoren voor elke representatieve kwaliteit van synthetische rubbers die in dat jaar wordt geproduceerd, in overeenstemming met de EN-normen. Indien er geen EN-normen beschikbaar zijn, is de BBT om ISO-, nationale of andere internationale normen te gebruiken die waarborgen dat er gegevens van gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit worden aangeleverd.

Stof/parameter

Norm(en)

Monitoring met betrekking tot

VOS

Geen EN-norm beschikbaar

BBT 32

Opmerking

De monsters worden genomen nadat het VOS-gehalte in het polymeer is verlaagd (zie BBT 32 a) waarbij het synthetisch rubber in contact komt met de atmosfeer.

Toepasbaarheid

De metingen zijn niet van toepassing op productieprocessen die uitsluitend in een gesloten systeem plaatsvinden.

BBT 32.   Om emissies naar lucht van organische verbindingen te verminderen, is de BBT het gebruik van één of een combinatie van de onderstaande technieken.

 

Techniek

Beschrijving

a.

Verlaging van het VOS-gehalte in het polymeer

Het VOS-gehalte in het polymeer wordt verlaagd door middel van stripping of devolatilisatie-extrusie (zie punt 1.4.3).

b.

Opvang en behandeling van procesafgassen

Procesafgassen worden opgevangen en zijn bestemd voor terugwinning (zie BBT 9 en BBT 10) en/of reductie (zie BBT 11).


Tabel 1.12

Met de BBT geassocieerd emissieniveau (BBT-GEN) voor de totale VOS-emissies naar lucht afkomstig van de productie van synthetische rubbers, uitgedrukt als specifieke emissievracht

Stof/parameter

Eenheid

BBT-GEN

(Jaargemiddelde)

TVOC

g C per kg geproduceerd synthetisch rubber

0,2 -4,2

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8, BBT 20, BBT 22 en BBT 31. De monitoring van TVOC-emissies naar lucht omvat alle emissies afkomstig van de volgende processtappen, waarbij de emissies als relevant zijn aangemerkt in de inventaris van BBT 2: opslag van grondstoffen, polymerisatie, terugwinning van materialen en reductietechnieken, eindbewerking van het polymeer (bv. extrusie, drogen, mengen) en de overdracht, hantering en opslag van synthetische rubbers.

1.2.4.   BBT-conclusies voor de productie van viscose met CS2

BBT 33.   De BBT is om geleide emissies naar lucht met ten minste de onderstaande frequentie en overeenkomstig de EN-normen te monitoren. Indien er geen EN-normen beschikbaar zijn, is de BBT om ISO-, nationale of andere internationale normen te gebruiken die waarborgen dat er gegevens van gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit worden aangeleverd.

Stof  (71)

Emissiepunten

Norm(en)

Minimale monitoringfrequentie

Monitoring met betrekking tot

Koolstofdisulfide (CS2)

Elke schoorsteen met een massastroom van ≥ 1 kg/u

Generieke EN-normen  (72)

Continu  (73)

BBT 35

Elke schoorsteen met een massastroom van < 1 kg/u

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per jaar  (74)

Waterstofsulfide (H2S)

Elke schoorsteen met een massastroom van ≥ 50 g/u

Generieke EN-normen  (72)

Continu  (73)

Elke schoorsteen met een massastroom van < 50 g/u

Geen EN-norm beschikbaar

Eenmaal per jaar  (74)

BBT 34.   De BBT om de hulpbronnenefficiëntie te verhogen en de massastroom van voor de laatste afgasbehandeling bestemd CS2 en H2S te verminderen, is terugwinning van CS2 met behulp van techniek a en/of techniek b, of een combinatie van techniek c met techniek(en) a en/of b, zoals hieronder beschreven, en hergebruik van CS2, of, bij wijze van alternatief, gebruik van techniek d.

Techniek

Stof waarop de maatregel doorgaans is gericht

Beschrijving

Toepasbaarheid

a.

Absorptie (regeneratief)

H2S

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar op de productie van omhulsels.

Voor andere producten is de toepasbaarheid mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van een hoog afgasdebiet (bv. meer dan 120 000 Nm3/u) of een lage H2S-concentratie in het afgas (bv. minder dan 0,5 g/Nm3).

b.

Adsorptie (regeneratief)

H2S, CS2

Zie punt 1.4.1

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt wanneer er buitensporig veel energie nodig is voor de terugwinning, indien de CS2-concentratie in het afgas lager is dan bv. 5 g/Nm3.

c.

Condensatie

H2S, CS2

Zie punt 1.4.1

d.

Productie van zwavelzuur

H2S, CS2

Procesafgassen die CS2 en H2S bevatten, worden gebruikt voor de productie van zwavelzuur.

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt indien de concentratie van CS2 en/of H2S in het afgas lager is dan 5 g/Nm3.

BBT 35.   De BBT om geleide emissies naar lucht van CS2 en H2S te verminderen, is om één of een combinatie van de onderstaande technieken te gebruiken.

Techniek

Stof waarop de maatregel doorgaans is gericht

Beschrijving

Toepasbaarheid

a.

Absorptie

H2S

Zie punt 1.4.1

Algemeen toepasbaar.

b.

Bioprocessen

CS2, H2S

Zie punt 1.4.1

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van een hoog afgasdebiet (bv. meer dan 60 000 Nm3/u) of een hoge CS2-concentratie in het afgas (bv. meer dan 1 000 mg/Nm3) of een te lage H2S-concentratie.

c.

Thermische oxidatie

CS2, H2S

Zie punt 1.4.1

De toepasbaarheid van recuperatieve en regeneratieve thermische oxidatie op bestaande installaties is mogelijk beperkt door ontwerp- en/of operationele beperkingen.

De toepasbaarheid is mogelijk beperkt wanneer de energievraag buitensporig hoog is als gevolg van de lage concentratie van de betrokken verbinding(en) in het procesafgas (de procesafgassen).


Tabel 1.13

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor geleide emissies naar lucht van CS2 en H2S afkomstig van de productie van viscose met behulp van CS2

Stof

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode)  (75)

CS2

5 -400  (76)  (77)

H2S

1 -10  (78)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 33.

Tabel 1.14

Met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN’s) voor de H2S- en CS2-emissies naar lucht afkomstig van de productie van textielvezels of omhulsels, uitgedrukt als specifieke emissievrachten

Parameter

Proces

Eenheid

BBT-GEN

(Jaargemiddelde)

Som van H2S en CS2 (uitgedrukt als totaal S)  (79)

Productie van textielvezels

g totaal S per kg product

6 -9

Omhulsels

120 -250

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 33.

1.3.    Procesfornuizen/verhitters

De BBT-conclusies in dit punt zijn van toepassing wanneer procesfornuizen/verhitters met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van minstens 1 MW worden gebruikt in de productieprocessen die binnen het toepassingsgebied van deze BBT-conclusies vallen. Zij gelden in aanvulling op de algemene BBT-conclusies in punt 1.1.

Wanneer de afgassen van twee of meer afzonderlijke procesfornuizen/verhitters via één schoorsteen worden uitgestoten of naar het oordeel van de bevoegde autoriteit via één schoorsteen kunnen worden uitgestoten, wordt de capaciteit van alle afzonderlijke procesfornuizen/verhitters bij elkaar opgeteld om het totale nominaal thermisch ingangsvermogen te berekenen.

BBT 36.   De BBT om geleide emissies naar lucht van CO, stof, NOX en SOX te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, te verminderen, is het gebruik van techniek c en één of een combinatie van de onderstaande technieken.

Techniek

Beschrijving

Anorganische verbindingen waarop de maatregelen doorgaans zijn gericht

Toepasbaarheid

Primaire technieken

a.

Brandstofkeuze

Zie punt 1.4.1. Dit omvat de omschakeling van vloeibare naar gasvormige brandstoffen, rekening houdend met de totale koolwaterstofbalans.

NOX, SOX, stof

De omschakeling van vloeibare naar gasvormige brandstoffen is mogelijk beperkt door het ontwerp van de branders in het geval van bestaande procesfornuizen/verhitters.

b.

Low-NOX-brander

Zie punt 1.4.1

NOX

In geval van bestaande procesfornuizen/verhitters kan het ontwerp de toepasbaarheid beperken

c.

Geoptimaliseerde verbranding

Zie punt 1.4.1

CO, NOX

Algemeen toepasbaar.

Secundaire technieken

d.

Absorptie

Zie punt 1.4.1

SOX, stof

In geval van bestaande procesfornuizen/verhitters kan de beschikbare ruimte de toepasbaarheid beperken.

e.

Doekfilter of absoluutfilter

Zie punt 1.4.1

Stof

Niet van toepassing indien uitsluitend gasvormige brandstoffen worden verbrand.

f.

Selectieve katalytische reductie (SCR)

Zie punt 1.4.1

NOX

In geval van bestaande procesfornuizen/verhitters kan de beschikbare ruimte de toepasbaarheid beperken.

g.

Selectieve niet-katalytische reductie (SNCR)

Zie punt 1.4.1

NOX

In geval van bestaande procesfornuizen/verhitters kan de toepasbaarheid worden beperkt door het temperatuurvenster (800-1 100  °C) en de voor de reactie benodigde verblijftijd.


Tabel 1.15

Met de BBT geassocieerd emissieniveau (BBT-GEN) voor geleide NOX-emissies naar lucht en een indicatief emissieniveau voor geleide CO-emissies naar lucht afkomstig van procesfornuizen/verhitters

Parameter

BBT-GEN (mg/Nm3)

(Daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode)

Stikstofoxiden (NOx)

30 -150  (80)  (81)  (82)

Koolstofmonoxide (CO)

Geen BBT-GEN  (83)

De bijbehorende monitoring is beschreven in BBT 8.

1.4.    Beschrijving van technieken

1.4.1.   Technieken ter vermindering van geleide emissies naar lucht

Techniek

Beschrijving

Absorptie

De verwijdering van verontreinigende gassen of deeltjes uit een procesafgas- of afgasstroom via stofoverdracht naar een geschikte vloeistof, vaak water of een waterige oplossing. Dit kan een chemische reactie opwekken (bv. in een zure of alkalische gaswasser). Bij regeneratieve absorptie kunnen de stoffen worden teruggewonnen uit de vloeistof.

Adsorptie

De verwijdering van verontreinigende stoffen uit een procesafgas- of afgasstroom door retentie op een vast oppervlak (waarbij doorgaans actieve kool wordt gebruikt als adsorptiemiddel). Adsorptie kan regeneratief of niet-regeneratief zijn.

Bij niet-regeneratieve adsorptie wordt de verbruikte adsorbent niet geregenereerd, maar verwijderd.

Bij regeneratieve adsorptie wordt het adsorptiemiddel voor hergebruik of verwijdering gedesorbeerd, bijvoorbeeld met stoom (vaak ter plekke), en wordt het adsorptiemiddel opnieuw gebruikt. Om het proces continu te laten lopen, worden doorgaans meer dan twee adsorbentie-installaties in parallel gebruikt, waarvan één in de desorptiemodus.

Bioprocessen

Bioprocessen zijn:

Biofiltratie: de afgasstroom wordt geleid door een bed van organisch materiaal (zoals turf, heide, compost, wortel, boomschors, naaldhout en verschillende combinaties) of een inert materiaal (zoals klei, actieve kool en polyurethaan), waar deze door van nature voorkomende micro-organismen biologisch wordt geoxideerd tot koolstofdioxide, water, anorganische zouten en biomassa.

Biowassing: de verwijdering van de verontreinigende verbindingen uit een afgasstroom middels een combinatie van natte wassing (absorptie) en biologische afbraak onder aerobe omstandigheden. Het waswater bevat een populatie micro-organismen die geschikt zijn om biologisch afbreekbare gasvormige verbindingen te oxideren. De geabsorbeerde verontreinigende stoffen worden in beluchte slibtanks afgebroken.

Biotrickling: de verwijdering van de verontreinigende stoffen uit een afgasstroom in een biologische tricklebedreactor. De verontreinigende stoffen worden in de waterfase opgenomen en vervoerd naar de biofilm, waar de biologische transformatie plaatsvindt.

Brandstofkeuze

Het gebruik van brandstof (waaronder steun/hulpbrandstof) met een laag gehalte aan potentieel verontreiniging genererende verbindingen (bv. een laag zwavel-, as-, stikstof-, fluor- of chloorgehalte in de brandstof).

Condensatie

De verwijdering van de dampen van organische en anorganische verbindingen afkomstig van een procesafgas- of afgasstroom door de temperatuur ervan te verlagen tot onder het dauwpunt, zodat de dampen vloeibaar worden. Afhankelijk van het vereiste bedrijfstemperatuurbereik worden er verschillende koelmiddelen gebruikt, bv. water of pekel.

Bij cryogene condensatie wordt vloeibare stikstof gebruikt als koelmiddel.

Cycloon

Apparatuur voor het verwijderen van stof afkomstig van een procesafgas- of afgasstroom op basis van het toepassen van centrifugale krachten, gewoonlijk binnen een conische kamer.

Elektrostatische precipitator

Een elektrostatische precipitator (ESP) is een deeltjesregelaar die in een afvalgasstroom meegevoerde deeltjes op collectorplaten plaatst met behulp van elektrische krachten. De meegevoerde deeltjes krijgen een elektrische lading wanneer ze worden gevoerd door een corona waarin gasvormige ionen stromen. Elektroden in het centrum van de stroombaan worden op een hoog voltage gehouden en genereren het elektrische veld dat de deeltjes tegen de collectorwanden dwingt. De vereiste pulserende gelijkstroomspanning ligt tussen 20 kV en 100 kV.

Absoluutfilter

Absoluutfilters, ook wel high-efficiency particle air (HEPA-filters) of ultra low penetration air (ULPA-filters) genoemd, zijn gemaakt van glasvlies of van weefsels van synthetische vezels waardoor gassen worden geleid om deeltjes te verwijderen. Absoluutfilters zijn efficiënter dan doekfilters. HEPA- en ULPA-filters worden op basis van hun prestaties ingedeeld in EN 1822-1.

Hoogrenderende luchtfilter (High-efficiency air filter — HEAF)

Een filter met een vlak oppervlak waarin aerosolen samenklonteren tot druppeltjes. Hoogviskeuze druppeltjes blijven liggen op het filterweefsel, dat de residuen bevat die moeten worden verwijderd en die in druppels, aerosolen en stof worden gescheiden. HEAF’s zijn bijzonder geschikt voor de behandeling van hoogviskeuze druppeltjes.

Doekfilter

Doekfilters bestaan uit poreus geweven of gevilt weefsel waardoor gassen stromen om deeltjes te verwijderen. Bij het gebruik van een doekfilter moet een stof worden geselecteerd die geschikt is voor de kenmerken van het afgas en de maximale bedrijfstemperatuur.

Low-NOX-brander

Deze techniek (die ook ultra-low-NOX-branders omvat) berust op het beginsel van het verlagen van de piektemperaturen van de vlam. Door lucht en brandstof te mengen, vermindert de beschikbaarheid van zuurstof en daalt de piektemperatuur van de vlam, waardoor de omzetting van brandstofgebonden NOX in stikstof en de vorming van thermische NOX wordt vertraagd, terwijl het verbrandingsrendement hoog blijft. Het ontwerp van ultra-low-NOX-branders omvat getrapte verbranding (lucht/brandstof) en uitlaat/afgasrecirculatie.

Geoptimaliseerde verbranding

Een goed ontwerp van de verbrandingskamers, branders en bijbehorende apparatuur/toestellen wordt gecombineerd met een optimalisering van de verbrandingsomstandigheden (bv. de temperatuur en verblijftijd in de verbrandingskamer, efficiënte menging van de brandstof en verbrandingslucht) en regelmatig gepland onderhoud van het verbrandingssysteem volgens de aanbevelingen van de leveranciers. Beheersing van de verbrandingsomstandigheden is gebaseerd op de continue monitoring en geautomatiseerde controle van passende verbrandingsparameters (bv. O2, CO, verhouding brandstof/lucht, en onverbrande stoffen).

Optimalisering van katalytische of thermische oxidatie

Optimalisering van het ontwerp en de werking van katalytische of thermische oxidatie om de oxidatie van organische verbindingen te bevorderen, met inbegrip van PCDD/PCDF in de afgassen, om PCDD/PCDF en de (hernieuwde) vorming van hun precursoren te voorkomen en om de productie van verontreinigende stoffen zoals NOX en CO te verminderen.

Katalytische oxidatie

Reductietechniek die brandbare verbindingen in een afgasstroom oxideert met lucht of zuurstof in een katalytisch bed. De katalysator maakt oxidatie bij lagere temperaturen en in kleinere apparatuur dan bij thermische oxidatie mogelijk. De oxidatietemperatuur ligt doorgaans tussen 200 °C en 600 °C.

Voor procesafgassen met lage VOS-concentraties (d.w.z. < 1 g/Nm3) kunnen preconcentratiestappen worden toegepast met behulp van adsorptie (rotor of vast bed, met actieve kool of zeolieten). De in de concentrator geadsorbeerde VOS worden gedesorbeerd door middel van verwarmde omgevingslucht of verwarmd afgas, en het daaruit voortkomende debiet met een hogere VOS-concentratie wordt naar de oxidator geleid.

Moleculaire zeven (“smoothers”), die doorgaans uit zeolieten bestaan, kunnen vóór de concentratoren of de oxidator worden gebruikt om sterke schommelingen van de VOS-concentraties in de procesafgassen te verminderen.

Thermische oxidatie

Reductietechniek die de brandbare verbindingen in een afgasstroom verbrandt door ze in een verbrandingskamer met lucht of zuurstof tot boven de zelfontbrandingstemperatuur te verhitten en lang genoeg op een hoge temperatuur te houden om volledige verbranding tot koolstofdioxide en water tot stand te brengen. De verbrandingstemperatuur ligt doorgaans tussen 800 °C en 1 000  °C.

Er worden verschillende soorten thermische oxidatie toegepast:

loutere thermische oxidatie: thermische oxidatie zonder terugwinning van energie uit de verbranding;

recuperatieve thermische oxidatie: thermische oxidatie met behulp van de warmte van de afgassen door indirecte warmteoverdracht;

regeneratieve thermische oxidatie: thermische oxidatie waarbij de inkomende afvalgasstroom wordt verwarmd terwijl die door een met keramische korrels gevuld bed wordt geleid alvorens de verbrandingskamer binnen te gaan. De gezuiverde hete gassen verlaten deze kamer via een (of meer) keramisch-gepakt(e) bed(den) (gekoeld door een inkomende afgasstroom in een eerdere verbrandingscyclus). Dit opnieuw verhitte gepakte bed begint vervolgens een nieuwe verbrandingscyclus door een nieuwe inkomende afgasstroom voor te verhitten.

Voor procesafgassen met lage VOS-concentraties (d.w.z. < 1 g/Nm3) kunnen preconcentratiestappen worden toegepast met behulp van adsorptie (rotor of vast bed, met actieve kool of zeolieten). De in de concentrator geadsorbeerde VOS worden gedesorbeerd door middel van verwarmde omgevingslucht of verwarmd afgas, en het daaruit voortkomende debiet met een hogere VOS-concentratie wordt naar de oxidator geleid.

Moleculaire zeven (“smoothers”), die doorgaans uit zeolieten bestaan, kunnen vóór de concentratoren of de oxidator worden gebruikt om sterke schommelingen van de VOS-concentraties in de procesafgassen te verminderen.

Selectieve katalytische reductie (SCR)

Selectieve reductie van stikstofoxiden met ammoniak of ureum in de aanwezigheid van een katalysator. Deze techniek is gebaseerd op de reductie van NOX tot stikstof in een katalytisch bed door middel van een reactie met ammoniak bij een optimale bedrijfstemperatuur van doorgaans ongeveer 200 °C tot 450 °C. Doorgaans wordt ammoniak in een waterige oplossing geïnjecteerd; de ammoniakbron kan ook ammoniakgas of een ureumoplossing zijn. Er kunnen meerdere lagen van de katalysator worden aangebracht. Een grotere NOx-reductie wordt behaald door een groter katalysatoroppervlak te gebruiken, aangebracht in een of meer lagen. “In-duct-SCR” (SCR in het rookkanaal) of “slip-SCR” is een techniek waarbij SNCR met stroomafwaartse SCR wordt gecombineerd, waardoor de ammoniakslip uit de SNCR-eenheid wordt verminderd.

Selectieve niet-katalytische reductie (SNCR)

Selectieve reductie van stikstofoxiden tot stikstof met ammoniak of ureum bij hoge temperaturen zonder katalysator. Voor een optimale reactie wordt het bedrijfstemperatuurbereik gehandhaafd tussen 800 °C en 1 000  °C.

1.4.2.   Technieken voor de monitoring van diffuse emissies naar lucht

Techniek

Beschrijving

Differentiële absorptie-lidar (DIAL)

Een techniek op basis van lasers die gebruik maakt van differentiële absorptie-lidar (lichtdetectie en afstandsbepaling), wat de optische evenknie is van de radar op basis van radiogolven. De techniek berust op de terugverstrooiing van laserpulsen door atmosferische aerosolen, en de analyse van spectrale eigenschappen van het teruggezonden licht dat met een telescoop wordt opgevangen.

Emissiefactor

Emissiefactoren zijn getallen die kunnen worden vermenigvuldigd met een activiteitsgraad (bv. de productie-output) om de emissies van de IPPC-installatie te ramen. Emissiefactoren worden doorgaans afgeleid uit het testen van een reeks soortgelijke procesapparatuur of processtappen. Met die informatie kan de hoeveelheid uitgestoten materiaal worden uitgedrukt middels een algemene maat voor de omvang van de activiteit. Bij gebrek aan andere informatie kunnen standaardemissiefactoren (bv. waarden uit de literatuur) worden gebruikt om de emissies te ramen.

Emissiefactoren worden gewoonlijk uitgedrukt als de massa van een uitgestoten stof gedeeld door de doorvoer van het proces waarbij de stof wordt uitgestoten.

Programma inzake lekdetectie en -reparatie (LDAR)

Een gestructureerde aanpak om fugitieve VOS-emissies te beperken door lekkende componenten te detecteren en vervolgens te repareren of vervangen. Het LDAR-programma omvat een of meer campagnes. Een campagne duurt gewoonlijk een jaar, waarbij een bepaald percentage van de apparatuur wordt gemonitord.

Methoden voor de optische beeldvorming van gas (OGI-methoden)

Bij optische beeldvorming wordt gebruikgemaakt van kleine lichte draagbare of vaste camera’s waarmee gaslekken in realtime kunnen worden gevisualiseerd, zodat zij als “rook” verschijnen op een videorecorder samen met het beeld van de betrokken apparatuur teneinde grote VOS-lekken gemakkelijk en snel te kunnen lokaliseren. Actieve systemen produceren een beeld met een infrarood laserlicht met terugverstrooiing dat wordt weerspiegeld op de apparatuur en de omgeving ervan. Passieve systemen zijn gebaseerd op de natuurlijke infraroodstraling van de apparatuur en de omgeving ervan.

“Solar occultation flux” (SOF)

De techniek is gebaseerd op de registratie en spectrometrische Fourier-transformatieanalyse van een breedbandspectrum van infrarode of ultraviolette straling/zichtbaar zonlicht langs een bepaald geografisch traject, waarbij de metingen bovenwinds en doorheen VOS-pluimen worden verricht.

1.4.3.   Technieken om diffuse emissies te verminderen

Techniek

Beschrijving

Devolatilisatie-extrusie

Wanneer de geconcentreerde rubberoplossing verder wordt verwerkt door middel van extrusie, worden de oplosmiddeldampen (gewoonlijk cyclohexaan, hexaan, heptaan, tolueen, cyclopentaan, isopentaan of mengsels daarvan) uit het ontluchtingsgat van de extruder samengeperst en zijn bestemd voor terugwinning.

Stripping

De VOS in het polymeer worden in gasfase gebracht (bv. met stoom). De verwijderingsefficiëntie kan worden geoptimaliseerd door een geschikte combinatie van temperatuur, druk en verblijftijd en door de verhouding tussen het vrije polymeeroppervlak en het totale polymeervolume te maximaliseren.

Dampbalancering

De damp uit een ontvangend apparaat (bv. een tank) die tijdens de overbrenging van een vloeistof wordt verplaatst en wordt teruggevoerd naar de afleverende apparatuur van waaruit de vloeistof wordt geleverd.


(1)  Richtlijn (EU) 2015/2193 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties (PB L 313 van 28.11.2015, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PB L 152 van 11.6.2008, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

(5)  Voor parameters waarvoor bemonsteringen/metingen van 30 minuten en/of een gemiddelde van drie opeenvolgende bemonsteringen/metingen wegens beperkingen op het vlak van bemonstering of analyse en/of operationele omstandigheden (zoals batchprocessen) niet geschikt zijn, kan een meer representatieve bemonsterings-/meetprocedure worden gevolgd. Voor PCDD’s/PCDF’s wordt één bemonsteringsperiode van 6 tot 8 uur gebruikt.

(6)  Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1).

(7)  De monitoring is alleen van toepassing wanneer de betrokken stof/parameter op basis van de inventarisatie van BBT 2 wordt aangemerkt als relevant in de afgasstroom.

(8)  De metingen worden verricht overeenkomstig EN 15259.

(9)  Voor zover mogelijk worden de metingen uitgevoerd bij de hoogste verwachte emissietoestand onder normale bedrijfsomstandigheden.

(10)  Indien is aangetoond dat de emissies voldoende stabiel zijn, kan de minimale monitoringfrequentie worden verlaagd tot eenmaal per jaar of per drie jaar.

(11)  De generieke EN-normen voor continue meting zijn EN 14181, EN 15267-1, EN 15267-2 en EN 15267-3.

(12)  In geval van procesfornuizen/verhitters met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 100 MW die minder dan 500 uur per jaar in bedrijf zijn, kan de minimale monitoringfrequentie worden verlaagd tot eenmaal per jaar.

(13)  Indien is aangetoond dat de emissies voldoende stabiel zijn, kan de minimale monitoringfrequentie verlaagd worden tot eenmaal per drie jaar.

(14)  Indien is aangetoond dat de emissies voldoende stabiel zijn, kan de minimale monitoringfrequentie verlaagd worden tot eenmaal per zes maanden.

(15)  Indien is aangetoond dat de emissies voldoende stabiel zijn, kan de minimale monitoringfrequentie verlaagd worden tot eenmaal per jaar.

(16)  Bij de productie van polyolefinen kan de monitoring van TVOC-emissies afkomstig van de eindbewerking (bv. drogen, mengen) en van de opslag van polymeren worden aangevuld met de monitoring in BBT 24 indien die monitoring een betere weergave van de TVOC-emissies oplevert.

(17)  Bij de productie van synthetisch rubber kan de monitoring van TVOC-emissies afkomstig van de eindbewerking (bv. extrusie, drogen, mengen) en van de opslag van synthetisch rubber worden aangevuld met de monitoring in BBT 31 indien die monitoring een betere weergave van de TVOC-emissies oplevert.

(18)  D.w.z. anders dan benzeen, 1,3-butadieen, chloormethaan, dichloormethaan, ethyleendichloride, ethyleenoxide, formaldehyde, propyleenoxide, tetrachloormethaan, tolueen en trichloormethaan.

(19)  Voor de in bijlage VII, deel 1, punten 8 en 10, bij de RIE genoemde activiteiten zijn de BBT-GEN-bereiken van toepassing voor zover zij leiden tot lagere emissieniveaus dan de emissiegrenswaarden in bijlage VII, delen 2 en 4, bij de RIE.

(20)  TVOC wordt uitgedrukt in mg C/Nm3.

(21)  In het geval van polymeerproductie is het BBT-GEN mogelijk niet van toepassing op emissies afkomstig van de eindbewerking (bv. extrusie, drogen, mengen) en de opslag van polymeren.

(22)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de TVOC-massastroom lager is dan bv. 100 g C/u) indien er op basis van de inventaris in BBT 2 geen CMR-stoffen zijn geïdentificeerd als relevant in de afgasstroom.

(23)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 30 mg C/Nm3 bedragen wanneer technieken voor de terugwinning van materialen worden gebruikt (bv. oplosmiddelen, zie BBT 9), indien aan de beide van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

de aanwezigheid van als CMR 1A/1B of CMR 2 ingedeelde stoffen is niet relevant (zie BBT 2);

de efficiëntie van het afgasbehandelingssysteem bedraagt ≥ 95 % voor wat betreft TVOC-emissies.

(24)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van som van de als CMR 1A of 1B ingedeelde VOS-emissies onder bv. 1 g/u ligt).

(25)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van som van de als CMR 2 ingedeelde VOS-emissies onder bv. 50 g/u ligt).

(26)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van de betrokken stof onder bv. 1 g/u ligt).

(27)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van de betrokken stof onder bv. 50 g/u ligt).

(28)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 15 mg/Nm3 bedragen wanneer technieken voor de terugwinning van materialen worden gebruikt (bv. oplosmiddelen, zie BBT 9), indien de efficiëntie van het afgasbehandelingssysteem ≥ 95 % bedraagt.

(29)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 20 mg/Nm3 bedragen wanneer technieken voor de terugwinning van tolueen worden gebruikt (zie BBT 9), indien de efficiëntie van het afgasbehandelingssysteem ≥ 95 % bedraagt.

(30)  De bovengrens van het bereik is 20 mg/Nm3 wanneer noch een absoluut-, noch een doekfilter toepasbaar is.

(31)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de stofmassastroom lager is dan bv. 50 g/u) indien er op basis van de inventaris in BBT 2 geen CMR-stoffen zijn geïdentificeerd als relevant in het stof.

(32)  Bij de productie van complexe anorganische pigmenten die direct worden verhit, en in de droogstap bij de productie van E-pvc, kan de bovengrens van het BBT-GEN-bereik hoger zijn en maximaal 10 mg/Nm3 bedragen.

(33)  De stofemissies zullen naar verwachting dichtbij de ondergrens van het BBT-GEN-bereik liggen (d.w.z. minder dan 2,5 mg/Nm3) wanneer de aanwezigheid van als CMR 1A of 1B of CMR 2 ingedeelde stoffen in het stof wordt aangemerkt als relevant (zie BBT 2).

(34)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van lood onder bv. 0,1 g/u ligt).

(35)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van nikkel onder bv. 0,15 g/u ligt).

(36)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 80 mg/Nm3 bedragen indien het procesafgas (de procesafgassen) hoge concentraties NOX-precursoren bevat(ten).

(37)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 200 mg/Nm3 bedragen indien het procesafgas (de procesafgassen) hoge concentraties NOX-precursoren bevat(ten).

(38)  Ter indicatie: de emissieniveaus voor koolstofmonoxide bedragen 4-50 mg/Nm3 als daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode.

(39)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 40 mg/Nm3 bedragen in het geval van procesafgassen met een zeer hoge NOX-concentratie (bv. meer dan 5 000 mg/Nm3) vóór behandeling met SCR of SNCR.

(40)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geleide emissies naar lucht van ammoniak afkomstig van het gebruik van SCR of SNCR (ammoniakslip). Daarop is BBT 17 van toepassing.

(41)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van NH3 onder bv. 50 g/u ligt).

(42)  Bij de droogstap bij de productie van E-pvc kan de bovengrens van het BBT-GEN-bereik hoger zijn en maximaal 20 mg/Nm3 bedragen wanneer het vanwege de productkwaliteitspecificaties niet mogelijk is de ammoniumzouten te vervangen.

(43)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van de betrokken stof onder bv. 5 g/u ligt).

(44)  Bij NOX-concentraties boven 100 mg/Nm3 kan de bovengrens van het BBT-GEN-bereik hoger zijn en maximaal 3 mg/Nm3 bedragen in verband met analytische interferentie.

(45)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van HCl onder bv. 30 g/u ligt).

(46)  Bij de productie van explosieven kan de bovengrens van het BBT-GEN-bereik hoger zijn en maximaal 220 mg/Nm3 bedragen bij de regeneratie of terugwinning van salpeterzuur uit het productieproces.

(47)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geleide NOX-emissies naar lucht afkomstig van het gebruik van katalytische of thermische oxidatie (zie BBT 16) of van procesfornuizen/verhitters (zie BBT 36).

(48)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van de betrokken stof onder bv. 500 g/u ligt).

(49)  Bij de productie van caprolactam kan de bovengrens van het BBT-GEN-bereik hoger zijn en maximaal 200 mg/Nm3 bedragen in het geval van procesafgassen die een zeer hoge NOX-concentraties bevatten (d.w.z. meer dan 10 000 mg/Nm3) vóór behandeling met SCR of SNCR, wanneer het verwijderingsrendement van de SCR- of SNCR-techniek ≥ 99 % is.

(50)  Het BBT-GEN is niet van toepassing bij fysische zuivering of reconcentratie van gebruikt zwavelzuur.

(51)  De monitoring is alleen van toepassing op emissiebronnen die in de inventaris van BBT 2 zijn aangemerkt als relevant.

(52)  De monitoring is niet van toepassing op apparatuur die werkt onder subatmosferische druk.

(53)  In het geval van ontoegankelijke bronnen van fugitieve VOS-emissies (bv. als de monitoring de verwijdering van isolatiemateriaal of het gebruik van steigers vereist), kan de monitoringfrequentie worden verlaagd tot eenmaal tijdens de looptijd van elk LDAR-programma (zie BBT 19, punt iii)).

(54)  Voor de productie van pvc kan de minimale monitoringfrequentie worden verlaagd tot eenmaal per vijf jaar indien de installatie VCM-gasdetectoren gebruikt om de VCM-emissies continu te monitoren op een wijze die een gelijkwaardig detectieniveau van VCM-lekken mogelijk maakt.

(55)  In het geval van technisch dichte apparaten (zie BBT 23 b) die in contact komen met VOS die zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B, kan een lagere minimale monitoringfrequentie worden vastgesteld, zij het niet lager dan om de vijf jaar.

(56)  In het geval van technisch dichte apparaten (zie BBT 23 b) die in contact komen met andere VOS dan die welke zijn ingedeeld als CMR 1A of 1B, kan een lagere minimale monitoringfrequentie worden vastgesteld, zij het niet lager dan om de acht jaar.

(57)  Indien de niet-fugitieve emissies door middel van metingen worden gekwantificeerd, kan de minimale monitoringfrequentie worden verlaagd tot eenmaal per vijf jaar.

(58)  Deze norm kan worden aangevuld met EN 17628.

(59)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op installaties met een totaal jaarlijks oplosmiddelenverbruik van < 50 ton.

(60)  De ondergrens van het BBT-GEN-bereik wordt doorgaans geassocieerd met het polymerisatieproces in gasfase.

(61)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 2,7 g C/kg bedragen bij de productie van EVA of andere copolymeren (bv. ethylacrylaatcopolymeren).

(62)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 4,7 g C/kg bedragen indien aan beide van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

thermische oxidatie is niet toepasbaar;

er wordt/worden EVA of andere copolymeren (bv. ethylacrylaatcopolymeren) geproduceerd.

(63)  De monitoring van VCM-emissies afkomstig van de eindbewerking (bv. drogen, mengen) en van de overdracht, hantering en opslag van pvc kan worden vervangen door de monitoring in BBT 27.

(64)  De generieke EN-normen voor continue meting zijn EN 14181, EN 15267-1, EN 15267-2 en EN 15267-3.

(65)  Indien is aangetoond dat de emissies voldoende stabiel zijn, kan de minimale monitoringfrequentie verlaagd worden tot eenmaal per zes maanden.

(66)  Voor zover mogelijk worden de metingen uitgevoerd bij de hoogste verwachte emissietoestand onder normale bedrijfsomstandigheden.

(67)  Indien is aangetoond dat de emissies voldoende stabiel zijn, kan de minimale monitoringfrequentie verlaagd worden tot eenmaal per jaar.

(68)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van VCM onder bv. 1 g/u ligt).

(69)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 5 mg/Nm3 bedragen indien aan beide van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

thermische oxidatie is niet toepasbaar;

de installatie is niet rechtstreeks betrokken bij de productie van EDC en VCM.

(70)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 0,5 g VCM per kg geproduceerd pvc bedragen indien aan beide van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

thermische oxidatie is niet toepasbaar;

de installatie is niet rechtstreeks betrokken bij de productie van EDC en VCM.

(71)  De monitoring is alleen van toepassing wanneer de betrokken stof op basis van de inventarisatie zoals bedoeld in BBT 2 wordt aangemerkt als relevant in de afgasstroom.

(72)  De generieke EN-normen voor continue meting zijn EN 14181, EN 15267-1, EN 15267-2 en EN 15267-3.

(73)  Bij de productie van omhulsels kan de minimale monitoringfrequentie worden verlaagd tot eenmaal per maand wanneer permanente monitoring niet mogelijk is wegens analytische interferentie.

(74)  Voor zover mogelijk worden de metingen uitgevoerd bij de hoogste verwachte emissietoestand onder normale bedrijfsomstandigheden.

(75)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op de productie van filamentgarens.

(76)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 500 mg CS2/Nm3 bedragen indien:

a)

aan beide van de volgende voorwaarden is voldaan:

bioprocessen (zie BBT 35 b) zijn niet toepasbaar;

het CS2-terugwinningsrendement (zie BBT 34) bedraagt ≥ 97 %, of

b)

CS2-terugwinning is niet toepasbaar.

(77)  De ondergrens van het BBT-GEN-bereik kan worden behaald door middel van thermische oxidatie of techniek d in BBT 34.

(78)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 30 mg/Nm3 bedragen wanneer de som van H2S en CS2 (uitgedrukt als totaal S) dicht bij de ondergrens van het BBT-GEN-bereik in tabel 1.14 ligt.

(79)  Emissies naar lucht hebben alleen betrekking op geleide emissies.

(80)  Bij de productie van complexe anorganische pigmenten kan de bovengrens van de BBT-GEN-bereik hoger zijn en maximaal 400 mg/Nm3 bedragen indien aan onderstaande voorwaarde b) is voldaan, en maximaal 1 000 mg/Nm3 indien aan onderstaande voorwaarden a) en b) is voldaan:

a)

de verbrandingstemperatuur is hoger dan 1 000 °C;

b)

er wordt met zuurstof verrijkte lucht of zuivere zuurstof gebruikt.

(81)  Het BBT-GEN is niet van toepassing op geringe emissies (d.w.z. wanneer de massastroom van NOX onder bv. 500 g/u ligt).

(82)  De bovengrens van het BBT-GEN-bereik kan hoger zijn en maximaal 200 mg/Nm3 bedragen bij directe verhitting.

(83)  Ter indicatie: de emissieniveaus voor koolstofmonoxide bedragen 4-50 mg/Nm3 als daggemiddelde of gemiddelde over de bemonsteringsperiode.