ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 54

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

65e jaargang
25 februari 2022


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2022/333 van de Raad van 25 februari 2022 betreffende de gedeeltelijke opschorting van de toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

25.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 54/1


BESLUIT (EU) 2022/333 VAN DE RAAD

van 25 februari 2022

betreffende de gedeeltelijke opschorting van de toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punt a), in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie (1) (“de Overeenkomst”) trad in werking op 1 juni 2007, op hetzelfde tijdstip als de Overnameovereenkomst tussen de Russische Federatie en de Europese Gemeenschap (2).

(2)

De Overeenkomst is bedoeld om op basis van wederkerigheid de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie te versoepelen. De wens om in het belang van een gestage ontwikkeling van economische, humanitaire, culturele, wetenschappelijke en andere banden de contacten tussen mensen te vergemakkelijken, wordt in de preambule van de Overeenkomst onderstreept.

(3)

Overeenkomstig artikel 15, lid 5, van de Overeenkomst kan elk van beide partijen de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid. Het besluit tot opschorting moet uiterlijk 48 uur vóór de inwerkingtreding ervan worden meegedeeld aan de andere partij.

(4)

Naar aanleiding van de illegale annexatie door de Russische Federatie van de Autonome Republiek Krim en de stad Sevastopol in 2014 en het aanhoudende destabiliserende optreden van Rusland in het oosten van Oekraïne heeft de Europese Unie economische sancties ingesteld in verband met de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, gekoppeld aan de volledige uitvoering van de akkoorden van Minsk, evenals sancties in verband met acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, en sancties naar aanleiding van de illegale annexatie van de Autonome Republiek Krim en de stad Sevastopol door de Russische Federatie.

(5)

Het besluit van de Russische Federatie om de niet onder het gezag van de regering vallende gebieden in de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne te erkennen als onafhankelijke entiteiten en het daaruit voortvloeiende besluit om Russische troepen naar deze gebieden te sturen, vormde een verdere ondermijning van de soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne en een ernstige inbreuk op het internationale recht en een aantal internationale overeenkomsten, waaronder het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs en het Memorandum van Boedapest.

(6)

Als ondertekenaar van de akkoorden van Minsk draagt Rusland een duidelijke en rechtstreekse verantwoordelijkheid om in de geest van de daarin vervatte beginselen te werken aan een vreedzame oplossing van het conflict. Door het besluit te nemen tot erkenning van de niet onder het gezag van de regering vallende gebieden in het oosten van Oekraïne als onafhankelijke entiteiten, heeft de Russische Federatie onmiskenbaar gehandeld in strijd met de akkoorden van Minsk, die bepalen dat deze gebieden weer volledig onder het gezag van de Oekraïense regering moeten worden gebracht.

(7)

Gebeurtenissen die zich voordoen in een buurland van de Unie, zoals de gebeurtenissen in Oekraïne die de aanleiding zijn voor de beperkende maatregelen, kunnen een rechtvaardiging vormen voor maatregelen ter bescherming van de vitale veiligheidsbelangen van de Unie en de lidstaten. De genoemde acties van de Russische Federatie vormen een inbreuk op de grondbeginselen van het internationale recht. De acties van de Russische Federatie kunnen ook aanleiding geven tot migratiebewegingen als gevolg van handelingen die krachtens internationaal recht illegaal zijn.

(8)

In het licht van de ernst van de situatie is de Raad van oordeel dat de toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst die voorzien in versoepelingen voor bepaalde categorieën burgers van de Russische Federatie die een visum voor kort verblijf aanvragen, namelijk leden van officiële delegaties van de Russische Federatie, leden van nationale en regionale regeringen en parlementen van de Russische Federatie en leden van het Constitutioneel Hof van de Russische Federatie en het Hooggerechtshof van de Russische Federatie in de uitoefening van hun functie, alsmede burgers van de Russische Federatie die houder zijn van een geldig diplomatiek paspoort en zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties, moet worden opgeschort.

(9)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG; Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(10)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De toepassing van de volgende bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie, wordt opgeschort met ingang van 28 februari 2022:

a)

artikel 4, lid 1, punt a), wat betreft leden van officiële delegaties van de Russische Federatie die op officiële uitnodiging gericht aan de Russische Federatie deelnemen aan officiële bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van een van de lidstaten worden gehouden;

b)

artikel 4, lid 1, punt b), wat betreft zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties;

c)

artikel 5, lid 1, punt a), wat betreft leden van nationale en regionale regeringen en parlementen van de Russische Federatie, van het Constitutioneel Hof van de Russische Federatie en van het Hooggerechtshof van de Russische Federatie;

d)

artikel 5, lid 2, punt a), wat betreft leden van officiële delegaties van de Russische Federatie die op officiële uitnodiging gericht aan de Russische Federatie deelnemen aan officiële bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van een van de lidstaten worden gehouden;

e)

artikel 5, lid 2, punt b), wat betreft zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties;

f)

artikel 5, lid 3, wat betreft de categorieën burgers bedoeld in artikel 5, lid 2, punten a) en b);

g)

artikel 6, lid 3, punten b) en c), wat betreft leden van officiële delegaties van de Russische Federatie die op officiële uitnodiging gericht aan de Russische Federatie deelnemen aan officiële bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van een van de lidstaten worden gehouden, alsmede wat betreft leden van nationale en regionale regeringen en parlementen van de Russische Federatie, van het Constitutioneel Hof van de Russische Federatie en van het Hooggerechtshof van de Russische Federatie;

h)

artikel 11, lid 1, wat betreft burgers van de Russische Federatie die houder zijn van een geldig diplomatiek paspoort dat door de Russische Federatie is afgegeven;

i)

artikel 6, lid 1, wat betreft de tarieven voor het behandelen van visumaanvragen voor de categorieën burgers en personen bedoeld in artikel 4, lid 1, punt b), artikel 6, lid 3, punten b) en c), en artikel 11, lid 1. Het gewone tarief waarin is voorzien in Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) is standaard van toepassing;

j)

artikel 7, wat betreft de categorieën burgers en personen bedoeld in artikel 4, lid 1, punten a) en b), artikel 6, lid 3, punten b) en c), en artikel 11, lid 1.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 15, lid 5, van de Overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 25 februari 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  PB L 129 van 17.5.2007, blz. 27.

(2)  PB L 129 van 17.5.2007, blz. 40.