ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
65e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
18.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/1 |
VERORDENING (EU) 2022/63 VAN DE COMMISSIE
van 14 januari 2022
tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het levensmiddelenadditief titaandioxide (E 171)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,
Gezien Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s (2), en met name artikel 7, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en de desbetreffende gebruiksvoorwaarden. |
(2) |
In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen, levensmiddelenaroma’s en voedingsstoffen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en de desbetreffende gebruiksvoorwaarden. |
(3) |
Titaandioxide (E 171) is een stof die overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 als kleurstof in bepaalde levensmiddelen is toegestaan. |
(4) |
De EU-lijst van levensmiddelenadditieven kan overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt. |
(5) |
In artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is bepaald dat alle levensmiddelenadditieven die vóór 20 januari 2009 in de Unie waren toegestaan, worden onderworpen aan een nieuwe risicobeoordeling door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). |
(6) |
Op 14 september 2016 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies over de herbeoordeling van de veiligheid van titaandioxide (E 171) als levensmiddelenadditief (3) uitgebracht, waarin is geconcludeerd dat de in het advies berekende veiligheidsmarges geen aanleiding tot bezorgdheid geven. Niettemin heeft de EFSA aanvullende toxicologische tests, een uitgebreid onderzoek van 90 dagen dan wel een multigeneratieonderzoek naar de reproductietoxiciteit of een uitgebreid reproductietoxiciteitsonderzoek over één generatie overeenkomstig de huidige OESO-richtsnoeren aanbevolen, zodat zij voor het levensmiddelenadditief titaandioxide (E 171) een gezondheidsgebaseerde richtwaarde (aanvaardbare dagelijkse inname — ADI) kan vaststellen. De EFSA heeft ook aanbevolen de specificaties van de Unie voor titaandioxide (E 171) te wijzigen door een karakterisering van de deeltjesgrootteverdeling en het percentage deeltjes van nanogrootte in als levensmiddelenadditief gebruikt titaandioxide (E 171) in te voeren en de maximumgehalten aan onzuiverheden in de vorm van toxische elementen te herzien. |
(7) |
Op 30 januari 2017 heeft de Commissie een openbare oproep gedaan tot het indienen van wetenschappelijke en technologische gegevens over titaandioxide (E 171) om tegemoet te komen aan de behoeften aan gegevens die in het wetenschappelijk advies over de herbeoordeling van deze stof als levensmiddelenadditief werden vastgesteld. |
(8) |
Op 2 oktober 2017 en 29 juni 2018 hebben de bedrijfsexploitanten, rekening houdend met de aanbevelingen van de EFSA, een voorstel tot wijziging van de specificaties voor titaandioxide (E 171) gedaan en de nodige gegevens ingediend. Op 7 augustus 2018 heeft de Commissie de EFSA verzocht een wetenschappelijk advies uit te brengen over de vraag of de verstrekte gegevens de voorgestelde wijziging van de specificaties voor titaandioxide (E 171) voldoende ondersteunen. |
(9) |
Op 12 juli 2019 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht over de voorgestelde wijzigingen van de specificaties voor als levensmiddelenadditief gebruikt titaandioxide (E 171). Zij heeft geconcludeerd dat aanvullende parameters met betrekking tot de deeltjesgrootteverdeling in de specificaties moeten worden opgenomen, en heeft een herziening van de definitie van het levensmiddelenadditief titaandioxide (E 171) in de specificaties van de Unie aanbevolen. Zij heeft ook geconcludeerd dat, op basis van de voorgestelde wijziging van de specificaties, de toxicologische gegevensbasis voor titaandioxide (E 171) als levensmiddelenadditief bijgevolg moet worden herzien overeenkomstig de gegevensvereisten als vermeld in de “Guidance on risk assessment of the application of nanoscience and nanotechnologies in the food and feed chain” van 2018 (4). |
(10) |
Op 6 maart 2020 heeft de Commissie de EFSA verzocht de veiligheid van het levensmiddelenadditief titaandioxide (E 171) te beoordelen met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen van de specificaties, de gegevens van een uitgebreid reproductieonderzoek over één generatie die door een consortium van belanghebbende bedrijfsexploitanten zijn verstrekt naar aanleiding van de in 2017 gedane openbare oproep tot het indienen van gegevens, alsmede alle nieuwe relevante gegevens die sinds de afronding van de herbeoordeling van titaandioxide (E 171) in 2016 beschikbaar zijn, waaronder de gegevens die in overeenstemming worden geacht met de gegevensvereisten als vermeld in de Guidance on nanotechnology van 2018. |
(11) |
Op 6 mei 2021 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht over de veiligheidsbeoordeling van titaandioxide (E 171) als levensmiddelenadditief (5). Gezien het advies over de voorgestelde wijzigingen van de specificaties en overeenkomstig de Guidance on nanotechnology van 2018 wordt in dit advies niet alleen rekening gehouden met alle nieuwe relevante gegevens, maar ook met de vóór 2016 gepubliceerde gegevens over de mogelijke genotoxiciteit van nanodeeltjes van titaandioxide, die niet eerder als relevant voor de herbeoordeling van 2016 werden aangemerkt. In haar advies heeft de EFSA aangegeven dat op basis van alle beschikbare gegevens een zekere bezorgdheid in verband met genotoxiciteit niet kon worden uitgesloten, en heeft zij gezien de vele onzekerheden geconcludeerd dat titaandioxide (E 171) bij gebruik als levensmiddelenadditief niet langer als veilig kan worden beschouwd. De EFSA heeft geen nieuwe onderzoeken gesignaleerd of aanbevolen die de bezorgdheid in verband met genotoxiciteit en andere resterende onzekerheden zouden kunnen verminderen. |
(12) |
Gezien de conclusie van het advies van de EFSA van 2021 over de veiligheid van titaandioxide (E 171) bij gebruik als levensmiddelenadditief moet de toelating voor gebruik van titaandioxide (E 171) in levensmiddelen worden ingetrokken. Bijgevolg mag titaandioxide (E 171) niet langer in levensmiddelen worden gebruikt. Aangezien titaandioxide (E 171) niet langer voor gebruik in levensmiddelen toegestaan zou zijn, is het ook passend de verwijzing ernaar te schrappen uit de vermelding over het gebruik van kaliumaluminiumsilicaat (E 555) als draagstof in bijlage III, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 1333/2008. |
(13) |
Aangezien de EFSA geen onmiddellijk gezondheidsgevaar in verband met als levensmiddelenadditief gebruikt titaandioxide (E 171) heeft vastgesteld en teneinde een soepele overgang mogelijk te maken, is het evenwel wenselijk dat levensmiddelen die titaandioxide (E 171) bevatten en die worden gebruikt overeenkomstig de voorschriften die vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening van toepassing waren, tot zes maanden na die datum in de handel mogen worden gebracht. Die levensmiddelen mogen daarna verder in de handel worden gebracht tot de minimumhoudbaarheidsdatum of uiterste consumptiedatum ervan. |
(14) |
Op grond van Richtlijn 2009/35/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) mogen in geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik uitsluitend kleurstoffen worden gebruikt die zijn toegelaten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 inzake levensmiddelenadditieven, waarvoor de specificaties zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie (7). Het gebruik van andere excipiënten dan kleurstoffen in geneesmiddelen is onderworpen aan de Unievoorschriften inzake geneesmiddelen en wordt beoordeeld in het kader van de algemene beoordeling van het baten-risicoprofiel van een geneesmiddel. |
(15) |
Naar aanleiding van een verzoek van de Commissie heeft het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) op 8 september 2021 een wetenschappelijke analyse verstrekt over de technische functie van het gebruik van titaandioxide (E 171) in geneesmiddelen, de haalbaarheid van vervanging en de mogelijke termijnen voor het beschikbaar zijn van alternatieven. In zijn conclusies heeft het EMA aangegeven dat titaandioxide in geneesmiddelen hoofdzakelijk als kleurstof en opacifieermiddel wordt gebruikt, ook al heeft het meerdere functies. Het heeft er ook met klem op gewezen dat titaandioxide in een aantal essentiële geneesmiddelen veelvuldig in orale vaste en orale halfvaste toedieningsvormen wordt gebruikt. Het EMA heeft daarnaast beklemtoond dat het vanuit technisch oogpunt mogelijk zou moeten zijn alternatieven te vinden ter vervanging van titaandioxide (E 171)-houdende omhullingen, zowel als kleurstof als voor andere toepassingen. Het heeft echter ook onderstreept dat de haalbaarheid daarvan in dit stadium niet vaststaat, aangezien de vervanging van titaandioxide (E 171) een negatieve uitwerking op de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van geneesmiddelen zou hebben. Het EMA heeft gewezen op de noodzaak om alternatieven zorgvuldig te beoordelen, met name om te waarborgen dat zij verenigbaar zijn met de verschillende componenten van individuele farmaceutische producten. Voor de vervanging van titaandioxide (E 171) in toegelaten geneesmiddelen is een afzonderlijke evaluatie en beoordeling vereist, waarvoor mogelijk onderzoeken naar biologische equivalentie nodig zijn. Voorts heeft het EMA geconcludeerd dat het in dit stadium moeilijk is aanbevelingen te doen voor een precieze overgangsperiode voor de vervanging van in geneesmiddelen gebruikt titaandioxide (E 171), aangezien het herformuleren van elk afzonderlijk geneesmiddel meerdere jaren in beslag zou kunnen nemen, afhankelijk van de complexiteit van de herformulering en de vereiste onderzoeken. Ten slotte heeft het EMA, gezien de omvang van het gebruik van dit excipiënt en de hoeveelheid getroffen geneesmiddelen, en rekening houdend met de mondiale toeleveringsketens, er met klem op gewezen dat een vereiste om titaandioxide (E 171) te vervangen vrijwel zeker tot aanzienlijke geneesmiddelentekorten op de markt van de Unie zou leiden. |
(16) |
Op basis van de wetenschappelijke analyse van het EMA en ter voorkoming van tekorten aan geneesmiddelen die gevolgen voor de volksgezondheid zouden kunnen hebben, moet titaandioxide (E 171) voorlopig op de lijst van additieven blijven staan waarvan het gebruik als kleurstof in geneesmiddelen is toegestaan, in afwachting van de ontwikkeling van geschikte vervangende alternatieven waarmee tegelijkertijd de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van de betrokken geneesmiddelen worden gewaarborgd. Gedurende die tijd moet titaandioxide (E 171) echter worden opgenomen in de lijst van kleurstoffen die niet rechtstreeks aan de consument mogen worden verkocht. |
(17) |
Het is van cruciaal belang dat de farmaceutische industrie alles in het werk stelt om het onderzoek naar en de ontwikkeling van alternatieven die kunnen worden gebruikt ter vervanging van titaandioxide (E 171) in geneesmiddelen, te versnellen en de noodzakelijke wijzigingen van de voorwaarden van de betrokken vergunningen voor het in de handel brengen in te dienen. Doen de betrokken belanghebbenden dit niet, dan mogen de bevoegde autoriteiten van hen verlangen dat zij objectieve en controleerbare redenen verstrekken waarom vervanging niet haalbaar is. |
(18) |
De Commissie zal de noodzaak van handhaving van titaandioxide (E 171) op de EU-lijst van levensmiddelenadditieven die uitsluitend als kleurstof in geneesmiddelen mogen worden gebruikt dan wel van schrapping van titaandioxide (E 171) van die lijst binnen drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening evalueren. Deze evaluatie moet plaatsvinden op basis van een geactualiseerde beoordeling van het EMA die vóór 1 april 2024 moet worden uitgevoerd. Daarbij moet rekening worden gehouden met de vooruitgang die in deze periode wordt geboekt bij de ontwikkeling van alternatieven voor titaandioxide (E 171) in geneesmiddelen, zowel wat nieuwe geneesmiddelen als wat de vervanging ervan in toegelaten geneesmiddelen betreft, en met mogelijke gevolgen voor de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid alsmede de beschikbaarheid van geneesmiddelen. Wanneer er binnen deze periode geen vervanging van titaandioxide (E 171) in geneesmiddelen heeft plaatsgevonden dan wel hiermee geen begin is gemaakt, mogen uitsluitend objectieve controleerbare redenen verband houdend met de onhaalbaarheid van de vervanging in aanmerking worden genomen. |
(19) |
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(20) |
De in de onderhavige verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Tot en met 7 augustus 2022 mogen levensmiddelen die zijn geproduceerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 7 februari 2022 van toepassing waren, verder in de handel worden gebracht. Na die datum mogen zij in de handel blijven tot de minimumhoudbaarheidsdatum of uiterste consumptiedatum ervan.
Artikel 3
De Commissie evalueert, na raadpleging van het Europees Geneesmiddelenbureau, binnen drie jaar na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening de noodzaak om titaandioxide (E 171) te handhaven op dan wel te schrappen van de in bijlage II, deel B, bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 opgenomen EU-lijst van levensmiddelenadditieven die uitsluitend als kleurstof in geneesmiddelen mogen worden gebruikt.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 januari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.
(2) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1.
(3) EFSA Journal 2016;14(9):4545.
(4) EFSA Journal 2018;16(7):5327.
(5) EFSA Journal 2021;19(5):6585.
(6) Richtlijn 2009/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende stoffen die kunnen worden toegevoegd aan geneesmiddelen om deze te kleuren (PB L 109 van 30.4.2009, blz. 10).
(7) Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven (PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1).
BIJLAGE
1) |
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In bijlage III, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt de vermelding betreffende levensmiddelenadditief E 555 (Kaliumaluminiumsilicaat) vervangen door:
|
18.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/6 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/64 VAN DE COMMISSIE
van 17 januari 2022
tot wijziging van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/761 en (EU) 2020/1988 wat betreft het systeem voor het beheer van bepaalde tariefquota en de hoeveelheden die mogen worden ingevoerd in het kader van bepaalde tariefcontingenten
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 187 en artikel 223, lid 3,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 66, lid 4,
Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (3), en met name artikel 9, eerste alinea, punten a) tot en met d), en artikel 16, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 van de Commissie (4) zijn regels vastgesteld voor het beheer van tariefcontingenten voor de invoer en uitvoer van landbouwproducten die worden beheerd door middel van een stelsel van invoer- en uitvoercertificaten, en zijn specifieke voorschriften vastgesteld. |
(2) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 van de Commissie (5) zijn regels vastgesteld voor het beheer van invoertariefcontingenten die bestemd zijn om te worden gebruikt in chronologische volgorde van de data van aanvaarding van de douaneaangiften (beginsel “wie het eerst komt, het eerst maalt”). |
(3) |
Bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Gemenebest Australië uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, gesloten bij Besluit (EU) 2021/2234 van de Raad (6), wordt een aantal tariefcontingenten gewijzigd wat betreft de hoeveelheid producten die uit Australië mag worden ingevoerd. |
(4) |
Bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië op grond van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, gesloten bij Besluit (EU) 2021/1197 van de Raad (7), wordt een aantal tariefcontingenten gewijzigd wat betreft de hoeveelheid producten die uit Indonesië mag worden ingevoerd. |
(5) |
De wijzigingen uit hoofde van die overeenkomsten moeten worden weerspiegeld in de bijlagen bij de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/761 en (EU) 2020/1988. |
(6) |
Voorts moeten de lidstaten, met het oog op transparantie, de Commissie in kennis stellen van de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4003 zijn afgegeven, boven op die welke reeds zijn in artikel 16, lid 8, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 zijn vermeld. |
(7) |
In de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Australië wordt de verdeling in deelperioden voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4129 geschrapt. Deze wijziging moet worden weerspiegeld in artikel 27 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761. |
(8) |
Voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4002 begint de tariefcontingentperiode op 1 juli. In artikel 43, lid 9, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 moet worden verduidelijkt dat invoercertificaten die vóór het begin van de tariefcontingentperiode zijn afgegeven, geldig zijn voor een periode van drie maanden vanaf 1 juli. |
(9) |
In artikel 72, lid 6, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 is bepaald dat de hoeveelheid moet worden uitgedrukt in hele, naar boven afgeronde eenheden. Om te zorgen voor consistentie met de afrondingsregels van titel II, groep 6 (Identificatie van de goederen), van bijlage D bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (8) en artikel 8, lid 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van de Commissie (9), moeten de door derde landen voor het beheer van bepaalde tariefcontingenten afgegeven echtheidscertificaten en IMA 1-certificaten (Inward Monitoring Arrangement) de hoeveelheid waarvoor zij worden gebruikt, vermelden, afgerond op kilogram. |
(10) |
Bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Argentijnse Republiek uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, gesloten bij Besluit (EU) 2021/1213 van de Raad (10), is de beschikbare hoeveelheid voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4168 voor rijst van oorsprong uit alle landen behalve het Verenigd Koninkrijk verhoogd. Bij die overeenkomst zijn ook twee nieuwe tariefcontingenten met de volgnummers 9.4289 en 09.4290 gecreëerd voor pluimvee van oorsprong uit Argentinië. Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1401 van de Commissie (11) zijn de overeenkomstige wijzigingen aangebracht in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761, onder meer in de tabel voor tariefcontingent 09.4168 in bijlage III bij die verordening, en in de tabellen voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4213 en 09.4412 in bijlage XII bij die verordening, waar Argentinië wordt vermeld bij de landen waarvan de producten niet afkomstig mogen zijn. In die wijzigingshandeling is echter nagelaten om de verdeling van de nieuwe hoeveelheid voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4168 over de deelperioden ervan aan te passen en om in de rij “Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld” in de tabellen voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4213 en 09.4412 een verwijzing naar Argentinië op te nemen. |
(11) |
In artikel 47, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 wordt de temperatuur van bevroren vlees gedefinieerd met een verwijzing naar de binnenkomst in het douanegebied van de Unie, terwijl in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 wordt verwezen naar het in het vrije verkeer brengen in de Unie. Om consistentie te waarborgen en het risico op verkeerde interpretatie te vermijden, moet de bewoording van artikel 20, lid 1, en artikel 24, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 worden afgestemd op die van artikel 47, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761. |
(12) |
De Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/761 en (EU) 2020/1988 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(13) |
De wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 moeten van toepassing zijn op de tariefcontingentperioden die ingaan na de inwerkingtreding van de onderhavige verordening. De wijzigingen van de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4129, 09.4521, 09.4522, 09.4213 en 09.4412 moeten echter van toepassing zijn vanaf de eerste periode voor de indiening van certificaataanvragen na de inwerkingtreding van deze verordening. |
(14) |
De wijzigingen van artikel 20, lid 1, en artikel 24, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 moeten van toepassing zijn vanaf de tariefcontingentperioden die ingaan na de inwerkingtreding van de onderhavige verordening. De wijziging betreffende de tariefcontingenten met de volgnummers 09.0126, 09.2105, 09.2106 en 09.2012 moet van toepassing zijn vanaf het begin van de lopende tariefcontingentperioden. |
(15) |
Er moeten bepaalde overgangsbepalingen worden vastgesteld inzake de aanpassing van de lopende tariefcontingentperioden aan de hoeveelheden die beschikbaar zijn naar aanleiding van de bij deze verordening aangebrachte wijzigingen. Met name voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.0126, 09.2105, 09.2106 en 09.2012 moeten marktdeelnemers die vóór de inwerkingtreding van deze verordening buiten het contingent goederen hebben ingevoerd, op verzoek worden terugbetaald. |
(16) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 16 wordt lid 8 vervangen door: “8. Voor de in deze verordening bedoelde kennisgevingen aan de Commissie in verband met de tariefcontingenten voor rundvlees met de volgnummers 09.4450, 09.4451, 09.4452, 09.4453, 09.4454, 09.4002, 09.4003, 09.4455, 09.4001 en 09.4004 worden de hoeveelheden uitgedrukt in kilogram productgewicht, per land van oorsprong en per productcategorie zoals aangegeven in deel B van bijlage XV bij deze verordening. Voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4003 hoeft het land van oorsprong echter niet te worden meegedeeld.”. |
2) |
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 43 wordt lid 9 vervangen door: “9. De voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4002 afgegeven invoercertificaten zijn geldig gedurende drie maanden vanaf de datum van afgifte. Certificaten die vóór het begin van de tariefcontingentperiode zijn afgegeven, zijn geldig gedurende drie maanden vanaf 1 juli.”. |
4) |
In artikel 72 wordt lid 6 vervangen door: “6. De met de afgifte van certificaten belaste autoriteit noteert op het echtheidscertificaat of het IMA 1-certificaat en op de kopie daarvan het nummer van de afgifte van het certificaat en de hoeveelheid waarvoor dat document is gebruikt. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hele eenheden, afgerond op de dichtstbijzijnde kilogram overeenkomstig de in artikel 8, lid 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 vastgestelde regels. Het echtheidscertificaat of het IMA 1-certificaat wordt bewaard door de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit. De kopie wordt aan de aanvrager teruggezonden om te worden gebruikt voor de douaneprocedures, wanneer daarin is voorzien in titel III van deze verordening.”. |
5) |
De bijlagen III, IV, VIII, IX, en XII worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
Artikel 2
Wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 20 wordt lid 1 vervangen door: “1. Voor de toepassing van deze verordening wordt voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.0142 en 09.0143 verstaan onder “bevroren omlopen”: omlopen die in bevroren toestand in het douanegebied van de Unie worden binnengebracht met een inwendige temperatuur van ten hoogste –12 °C.”. |
2) |
In artikel 24, lid 1, wordt punt a) vervangen door:
|
3) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 3
Overgangsbepalingen
1. Wanneer de tariefcontingentperiode voor een bepaald tariefcontingent op de dag van inwerkingtreding van deze verordening reeds is aangevangen, wordt het verschil tussen de nieuwe hoeveelheid en de reeds toegewezen hoeveelheden beschikbaar gesteld voor aanvragen die na de inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend, tenzij in artikel 4 van deze verordening of in de bijlagen II tot en met XII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 anders is bepaald.
2. Voor de toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 is de hoeveelheid die beschikbaar is voor de resterende duur van een tariefcontingentperiode die op de dag van inwerkingtreding van de onderhavige verordening nog loopt, gelijk aan het verschil tussen de nieuwe hoeveelheid en de hoeveelheden die reeds vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening waren toegewezen.
Indien voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.2105, 09.2106 en 09.2012 de eerder beschikbare hoeveelheid op de dag van inwerkingtreding van deze verordening is opgebruikt, wordt het verschil tussen de nieuwe en de vorige hoeveelheid aan de marktdeelnemers toegewezen in chronologische volgorde van de datum van aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer. Marktdeelnemers die hun goederen buiten het contingent hebben ingevoerd vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden op hun verzoek en voor zover dat op basis van het resterende saldo van het tariefcontingent mogelijk is, terugbetaald, mits het verschil in rechten al was betaald.
Voor het tariefcontingent met volgnummer 09.0126 waarvoor vóór de inwerkingtreding van deze verordening geen hoeveelheid beschikbaar was, worden de marktdeelnemers op hun verzoek en voor zover het resterende saldo van het tariefcontingent dat toelaat, terugbetaald, zolang het verschil in rechten al is betaald.
Artikel 4
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1 is van toepassing op de betrokken tariefcontingenten vanaf de eerste tariefcontingentperiode die ingaat na de inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 1, punt 2, en de punten 1 en 4 en punt 5, b), van bijlage I zijn evenwel van toepassing vanaf de eerste periode voor de indiening van certificaataanvragen na de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 2, punten 1 en 2, zijn van toepassing vanaf de tariefcontingentperioden die ingaan na de inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 2, punt 3, is van toepassing vanaf het begin van de lopende tariefcontingentperioden.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 januari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(3) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 van de Commissie van 17 december 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de Verordeningen (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het systeem voor het beheer van tariefcontingenten met certificaten (PB L 185 van 12.6.2020, blz. 24).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 van de Commissie van 11 november 2020 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het beheer van invoertariefcontingenten volgens het beginsel “wie het eerst komt, het eerst maalt” (PB L 422 van 14.12.2020, blz. 4).
(6) Besluit (EU) 2021/2234 van de Raad van 29 november 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Australië krachtens artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (PB L 452 van 16.12.2021, blz. 1).
(7) Besluit (EU) 2021/1197 van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië op grond van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (PB L 260 van 21.7.2021, blz. 1).
(8) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).
(9) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van de Commissie van 18 mei 2016 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 44).
(10) Besluit (EU) 2021/1213 van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Argentijnse Republiek uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 met betrekking tot de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (PB L 264 van 26.7.2021, blz. 1).
(11) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1401 van de Commissie van 25 augustus 2021 tot wijziging van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/761 en (EU) 2020/1988 wat betreft de hoeveelheden die mogen worden ingevoerd in het kader van bepaalde tariefcontingenten (PB L 302 van 26.8.2021, blz. 1).
BIJLAGE I
De bijlagen III, IV, VIII, IX en XII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In bijlage IV wordt in de tabel met betrekking tot het tariefcontingent met volgnummer 09.4317 in de rij “Hoeveelheid in kg” de hoeveelheid “4 961 000 kg” vervangen door “9 925 000 kg”. |
3) |
In bijlage VIII wordt in de tabel met betrekking tot het tariefcontingent met volgnummer 09.4451 in de rij “Hoeveelheid in kg” de hoeveelheid “2 481 000 kg” vervangen door “3 389 000 kg”. |
4) |
Bijlage IX wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:
|
BIJLAGE II
Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1988 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In de rubriek “Tariefcontingenten in de sector granen” wordt na de tabel met betrekking tot het tariefcontingent met volgnummer 09.0125 de volgende tabel met betrekking tot het tariefcontingent met volgnummer 09.0126 ingevoegd:
|
2) |
In de rubriek “Tariefcontingenten in de sector schapen- en geitenvlees” wordt in de tabel met betrekking tot de tariefcontingenten met de volgnummers 09.2105, 09.2106 en 09.2012 in de rij “Hoeveelheid” de hoeveelheid “3 837 000 kg” vervangen door “5 851 000 kg”. |
((*)) PB L 260 van 21.7.2021, blz. 3.
((**)) Besluit (EU) 2021/1197 van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië op grond van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (PB L 260 van 21.7.2021, blz. 1).”.
18.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/13 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/65 VAN DE COMMISSIE
van 17 januari 2022
tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 71, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Afrikaanse varkenspest is een infectieuze virale ziekte bij gehouden en in het wild levende varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie (2) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die door de in bijlage I bij die verordening vermelde lidstaten (de “betrokken lidstaten”) gedurende een beperkte periode in de in die bijlage vermelde beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast. |
(3) |
De in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I, II en III opgenomen gebieden zijn opgenomen op basis van de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2308 van de Commissie (3), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Polen. |
(4) |
Bij eventuele wijzigingen van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 moet worden uitgegaan van de epidemiologische situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de gebieden die door die ziekte zijn getroffen en de algemene epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de desbetreffende lidstaat, het risiconiveau ten aanzien van de verdere verspreiding van die ziekte, de wetenschappelijk gefundeerde beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van zones ten aanzien van Afrikaanse varkenspest en de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie, die openbaar beschikbaar zijn op de website van de Commissie (4). Bij dergelijke wijzigingen moet ook rekening worden gehouden met internationale normen, zoals de Gezondheidscode voor landdieren (5) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid en de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verstrekte motiveringen voor de zonering. |
(5) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2308 is vastgesteld, hebben in Polen nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens plaatsgevonden. Bovendien is de epidemiologische situatie in bepaalde gebieden van Polen die als beperkingszone III zijn opgenomen, als gevolg van de ziektebestrijdingsmaatregelen die die lidstaat overeenkomstig de wetgeving van de Unie toepast, verbeterd wat gehouden varkens betreft. |
(6) |
In december 2021 en in januari 2022 zijn verschillende uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de woiwodschap Święty Krzyż in Polen, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszone I is opgenomen. Door die nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebied van Polen dat door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage als beperkingszone II in plaats van als beperkingszone I worden opgenomen, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone I ook opnieuw worden bepaald om rekening te houden met die recente uitbraken. |
(7) |
In december 2021 zijn bovendien verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de woiwodschap Groot-Polen in Polen, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is opgenomen als beperkingszone II, in de onmiddellijke nabijheid van een gebied dat momenteel is opgenomen als beperkingszone I. Door die nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebied van Polen, dat in de onmiddellijke nabijheid van het als beperkingszone II opgenomen gebied ligt dat door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone II in plaats van als beperkingszone I. |
(8) |
In december 2021 zijn ook verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de woiwodschap Groot-Polen in Polen, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is opgenomen als beperkingszone III, in de onmiddellijke nabijheid van een gebied dat momenteel is opgenomen als beperkingszone I. Door die nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebied van Polen, dat in de onmiddellijke nabijheid van het als beperkingszone III opgenomen gebied ligt dat door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone II in plaats van als beperkingszone I. |
(9) |
In januari 2022 zijn bovendien verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de woiwodschap Neder-Silezië in Polen, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszone I is opgenomen. Door die nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebied van Polen dat door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage als beperkingszone II in plaats van als beperkingszone I worden opgenomen, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone I ook opnieuw worden bepaald om rekening te houden met deze recente uitbraken. |
(10) |
Naar aanleiding van deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens in Polen, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie wat Afrikaanse varkenspest betreft, is de zonering in die lidstaat opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605. |
(11) |
Rekening houdend met de doeltreffendheid van de ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens die in de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 opgenomen beperkingszone III in Polen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (6) worden toegepast, en met name de in de artikelen 22, 25 en 40 van die verordening vastgestelde maatregelen, en in overeenstemming met de risicobeperkende maatregelen voor Afrikaanse varkenspest die zijn vermeld in de OIE-code, moeten verder bepaalde gebieden in de woiwodschap Mazovië in Polen, die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones III zijn opgenomen, nu als beperkingszones II in die bijlage worden opgenomen, op grond van de afwezigheid van uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in die beperkingszones III gedurende de afgelopen drie maanden. De beperkingszones III moeten nu als beperkingszones II worden opgenomen, rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest. |
(12) |
Tenslotte, rekening houdend met de doeltreffendheid van de ziektebestrijdingsmaatregelen voor Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens die in de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 opgenomen beperkingszone III in Polen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 worden toegepast, en met name de in de artikelen 22, 25 en 40 van die verordening vastgestelde maatregelen, en in overeenstemming met de risicobeperkende maatregelen voor Afrikaanse varkenspest die zijn vermeld in de OIE-code, moeten bepaalde gebieden in de woiwodschap Mazovië in Polen, die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones III zijn opgenomen, nu als beperkingszones I in die bijlage worden opgenomen, op grond van de afwezigheid van uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden en in het wild levende varkens in die beperkingszones III gedurende de afgelopen drie maanden. De beperkingszones III moeten nu als beperkingszones I worden opgenomen, rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest. |
(13) |
Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Polen nieuwe beperkingszones van voldoende omvang worden afgebakend en in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I, II en III worden opgenomen. Aangezien de situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de Unie zeer dynamisch is, is bij de afbakening van die nieuwe beperkingszones rekening gehouden met de situatie in de omliggende gebieden. |
(14) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die door middel van deze uitvoeringsverordening worden aangebracht in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 januari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie van 7 april 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 129 van 15.4.2021, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2308 van de Commissie van 22 december 2021 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 461 van 27.12.2021, blz. 40).
(4) Werkdocument SANTE/7112/2015/Rev. 3 “Principles and criteria for geographically defining ASF regionalisation”. https://ec.europa.eu/food/animals/animal-diseases/control-measures/asf_en
(5) Gezondheidscode voor landdieren van de OIE, 28e editie, 2019. ISBN van volume I: 978-92-95108-85-1; ISBN van volume II: 978-92-95108-86-8. https://www.oie.int/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 64).
BIJLAGE
Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door:
“BIJLAGE I
BEPERKINGSZONES
DEEL I
1. Duitsland
De volgende beperkingszones I in Duitsland:
Bundesland Brandenburg:
— |
Landkreis Dahme-Spreewald:
|
— |
Landkreis Märkisch-Oderland:
|
— |
Landkreis Barnim:
|
— |
Landkreis Uckermark:
|
— |
Landkreis Oder-Spree:
|
— |
Landkreis Spree-Neiße:
|
— |
Landkreis Oberspreewald-Lausitz:
|
— |
Landkreis Elbe-Elster:
|
— |
Landkreis Prignitz:
|
Bundesland Sachsen:
— |
Landkreis Bautzen
|
— |
Stadt Dresden:
|
— |
Landkreis Görlitz:
|
— |
Landkreis Meißen:
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
— |
Landkreis Vorpommern Greifswald
|
— |
Landkreis Ludwigslust-Parchim:
|
2. Estland
De volgende beperkingszones I in Estland:
— |
Hiiu maakond. |
3. Griekenland
De volgende beperkingszones I in Griekenland:
— |
in the regional unit of Drama:
|
— |
in the regional unit of Xanthi:
|
— |
in the regional unit of Rodopi:
|
— |
in the regional unit of Evros:
|
— |
in the regional unit of Serres:
|
4. Letland
De volgende beperkingszones I in Letland:
— |
Dienvidkurzemes novada Vērgales, Medzes, Grobiņas, Nīcas pagasta daļa uz ziemeļiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Otaņķu pagasts, Grobiņas pilsēta, |
— |
Ropažu novada Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones I in Litouwen:
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos, |
— |
Palangos miesto savivaldybė. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones I in Hongarije:
— |
Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe, |
— |
Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, |
— |
406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Győr-Moson-Sopron megye 100550, 100650, 100950, 101050, 101350, 101450, 101550, 101560 és 102150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251650, 251750, 251850, 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones I in Polen:
w województwie kujawsko — pomorskim:
— |
powiat rypiński, |
— |
powiat brodnicki, |
— |
powiat grudziądzki, |
— |
powiat miejski Grudziądz, |
— |
powiat wąbrzeski, |
w województwie warmińsko-mazurskim:
— |
gminy Wielbark i Rozogi w powiecie szczycieńskim, |
w województwie podlaskim:
— |
gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię koleją w powiecie wysokomazowieckim, |
— |
gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim, |
— |
gminy Szumowo, Zambrów z miastem Zambrów i część gminy Kołaki Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim, |
— |
gminy Grabowo, Kolno i miasto Kolno, Turośl w powiecie kolneńskim, |
w województwie mazowieckim:
— |
powiat ostrołęcki, |
— |
powiat miejski Ostrołęka, |
— |
gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Staroźreby i Stara Biała w powiecie płockim, |
— |
powiat miejski Płock, |
— |
powiat ciechanowski, |
— |
gminy Baboszewo, Dzierzążnia, Joniec, Nowe Miasto, Płońsk i miasto Płońsk, Raciąż i miasto Raciąż, Sochocin w powiecie płońskim, |
— |
powiat sierpecki, |
— |
gmina Bieżuń, Lutocin, Siemiątkowo i Żuromin w powiecie żuromińskim, |
— |
część powiatu ostrowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Dzieżgowo, Lipowiec Kościelny, Mława, Radzanów, Strzegowo, Stupsk, Szreńsk, Szydłowo, Wiśniewo w powiecie mławskim, |
— |
powiat przasnyski, |
— |
powiat makowski, |
— |
powiat pułtuski, |
— |
część powiatu wyszkowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
część powiatu węgrowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
część powiatu wołomińskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Mokobody i Suchożebry w powiecie siedleckim, |
— |
gminy Dobre, Jakubów, Kałuszyn, Stanisławów w powiecie mińskim, |
— |
gminy Bielany i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim, |
— |
powiat gostyniński, |
w województwie podkarpackim:
— |
powiat jasielski, |
— |
powiat strzyżowski, |
— |
część powiatu ropczycko — sędziszowskiego niewymieniona w części I i II załącznika I, |
— |
gminy Pruchnik, Rokietnica, Roźwienica, w powiecie jarosławskim, |
— |
gminy Fredropol, Krasiczyn, Krzywcza, Medyka, Orły, Żurawica, Przemyśl w powiecie przemyskim, |
— |
powiat miejski Przemyśl, |
— |
gminy Gać, Jawornik Polski, Kańczuga, część gminy Zarzecze położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim, |
— |
powiat łańcucki, |
— |
gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski, część gminy Świlcza położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 94 i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim, |
— |
gmina Raniżów w powiecie kolbuszowskim, |
— |
gminy Brzostek, Jodłowa, miasto Dębica, część gminy wiejskiej Dębica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim, |
w województwie świętokrzyskim:
— |
gminy Nowy Korczyn, Solec—Zdrój, Wiślica, część gminy Busko Zdrój położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Siedlawy-Szaniec-Podgaje-Kołaczkowice w powiecie buskim, |
— |
powiat kazimierski, |
— |
powiat skarżyski, |
— |
część powiatu opatowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
część powiatu sandomierskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Bogoria, Osiek, Staszów i część gminy Rytwiany położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 764, część gminy Szydłów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 756 w powiecie staszowskim, |
— |
gminy Pawłów, Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno — wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim, |
— |
powiat ostrowiecki, |
— |
gminy Fałków, Ruda Maleniecka, Radoszyce, Smyków, część gminy Końskie położona na zachód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na południe od linii kolejowej w powiecie koneckim, |
— |
gminy Bodzentyn, Bieliny, Łagów, Nowa Słupia, część gminy Raków położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 756 i 764, w powiecie kieleckim, |
— |
gminy Działoszyce, Michałów, Pińczów, Złota w powiecie pińczowskim, |
— |
gminy Imielno, Jędrzejów, Nagłowice, Sędziszów, Słupia, Wodzisław w powiecie jędrzejowskim, |
— |
gminy Moskorzew, Radków, Secemin w powiecie włoszczowskim, |
w województwie łódzkim:
— |
gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim, |
— |
gminy Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka w powiecie rawskim, |
— |
gminy Bolimów, Głuchów, Godzianów, Lipce Reymontowskie, Maków, Nowy Kawęczyn, Skierniewice, Słupia w powiecie skierniewickim, |
— |
powiat miejski Skierniewice, |
— |
gminy Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim, |
— |
powiat tomaszowski, |
— |
powiat brzeziński, |
— |
powiat łaski, |
— |
powiat miejski Łódź, |
— |
powat łódzki wschodni, |
— |
powiat pabianicki, |
— |
powiat wieruszowski, |
— |
gminy Aleksandrów Łódzki, Stryków, miasto Zgierz w powiecie zgierskim, |
— |
gminy Bełchatów z miastem Bełchatów, Drużbice, Kluki, Rusiec, Szczerców, Zelów w powiecie bełchatowskim, |
— |
powiat wieluński, |
— |
powiat sieradzki, |
— |
powiat zduńskowolski, |
— |
gminy Aleksandrów, Czarnocin, Grabica, Moszczenica, Ręczno, Sulejów, Wola Krzysztoporska, Wolbórz w powiecie piotrkowskim, |
— |
powiat miejski Piotrków Trybunalski, |
— |
gminy Masłowice, Przedbórz, Wielgomłyny i Żytno w powiecie radomszczańskim, |
w województwie śląskim:
— |
gmina Koniecpol w powiecie częstochowskim, |
w województwie pomorskim:
— |
gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim, |
— |
gminy Lichnowy, Miłoradz, Nowy Staw, Malbork z miastem Malbork w powiecie malborskim, |
— |
gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim, |
— |
powiat gdański, |
— |
Miasto Gdańsk, |
— |
powiat tczewski, |
— |
powiat kwidzyński, |
w województwie lubuskim:
— |
gmina Lubiszyn w powiecie gorzowskim, |
— |
gmina Dobiegniew w powiecie strzelecko — drezdeneckim, |
w województwie dolnośląskim:
— |
gminy Dobroszyce, Dziadowa Kłoda, Międzybórz, Syców, Twardogóra, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na północ od linii wyznaczonej przez droge nr S8 w powiecie oleśnickim, |
— |
gminy Jordanów Śląski, Kąty Wrocławskie, Kobierzyce, Mietków, Sobótka, część gminy Długołęka położona na północ od linii wyznaczonej przez droge nr S8, część gminy Żórawina położona na zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim, |
— |
część gminy Domaniów położona na południowy zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim, |
— |
gmina Wiązów w powiecie strzelińskim, |
— |
część powiatu średzkiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
miasto Świeradów Zdrój w powiecie lubańskim, |
— |
gmina Krotoszyce w powiecie legnickim, |
— |
gminay Pielgrzymka, Świerzawa, Złotoryja z miastem Złotoryja, miasto Wojcieszów w powiecie złotoryjskim, |
— |
powiat lwówecki, |
— |
część powiatu trzebnickiego niewymieniona w części II i III załącznika I, |
— |
część powiatu wołowskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
gminy Jawor, Męcinka, Mściwojów, Paszowice w powiecie jaworskim, |
— |
gminy Dobromierz, Strzegom, Żarów w powiecie świdnickim, |
— |
gmina Krośnice w powiecie milickim, |
w województwie wielkopolskim:
— |
gminy Koźmin Wielkopolski, Rozdrażew, miasto Sulmierzyce, część gminy Krotoszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim, |
— |
gminy Brodnica, Dolsk, Śrem w powiecie śremskim, |
— |
gminy Borek Wielkopolski, Piaski, Pogorzela, w powiecie gostyńskim, |
— |
gminy Granowo, Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim, |
— |
gminy Czempiń, Kościan i miasto Kościan, część gminy Śmigiel położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie kościańskim, |
— |
powiat miejski Poznań, |
— |
gminy Buk, Dopiewo, Komorniki, Tarnowo Podgórne, Stęszew, Swarzędz, Pobiedziska, Czerwonak, Mosina, miasto Luboń, miasto Puszczykowo i część gminy Kórnik położona na zachód od linii wyznaczonych przez drogi: nr S11 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 434 i drogę nr 434 biegnącą od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Rokietnica położona na południowy zachód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz oraz część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na południe od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie poznańskim, |
— |
gmina Kiszkowo i część gminy Kłecko położona na zachód od rzeki Mała Wełna w powiecie gnieźnieńskim, |
— |
powiat czarnkowsko-trzcianecki, |
— |
gmina Kaźmierz, część gminy Duszniki położona na południowy — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostroróg położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo — Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, miasto Szamotuły i część gminy Szamotuły położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica — Ostroróg do linii wyznaczonej przez wschodnią granicę miasta Szamotuły i na południe od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły, do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na zachód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na zachód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim, |
— |
gmina Budzyń w powiecie chodzieskim, |
— |
gminy Mieścisko, Skoki i Wągrowiec z miastem Wągrowiec w powiecie wągrowieckim, |
— |
powiat pleszewski, |
— |
gmina Zagórów w powiecie słupeckim, |
— |
gmina Pyzdry w powiecie wrzesińskim, |
— |
gminy Kotlin, Żerków i część gminy Jarocin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr S11 i 15 w powiecie jarocińskim, |
— |
powiat ostrowski, |
— |
powiat miejski Kalisz, |
— |
gminy Blizanów, Brzeziny, Żelazków, Godziesze Wielkie, Koźminek, Lisków, Opatówek, Szczytniki, część gminy Stawiszyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zbiersk, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Zbiersk — Łyczyn — Petryki biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 do południowej granicy gminy, część gminy Ceków- Kolonia położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Młynisko — Morawin — Janków w powiecie kaliskim, |
— |
gminy Brudzew, Dobra, Kawęczyn, Przykona, Władysławów, Turek z miastem Turek część gminy Tuliszków położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 72 biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Turek a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 72 w mieście Turek do zachodniej granicy gminy w powiecie tureckim, |
— |
gminy Rzgów, Grodziec, Krzymów, Stare Miasto, część gminy Rychwał położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Rychwał, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 w miejscowości Rychwał do wschodniej granicy gminy w powiecie konińskim, |
— |
powiat kępiński, |
— |
powiat ostrzeszowski, |
w województwie opolskim:
— |
gminy Domaszowice, Pokój, część gminy Namysłów położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie namysłowskim, |
— |
gminy Wołczyn, Kluczbork, Byczyna w powiecie kluczborskim, |
— |
gminy Praszka, Gorzów Śląski część gminy Rudniki położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 43 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 43 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 42 w powiecie oleskim, |
— |
gminy Grodków, Lewin Brzeski, Olszanka, miasto Brzeg, część gminy Skarbimierz położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 39 w powiecie brzeskim, |
— |
gmina Popielów w powiecie opolskim, |
w województwie zachodniopomorskim:
— |
gminy Nowogródek Pomorski, Barlinek, Myślibórz, część gminy Dębno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na północ od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim, |
— |
gmina Stare Czarnowo w powiecie gryfińskim, |
— |
gmina Bielice, Kozielice, Pyrzyce w powiecie pyrzyckim, |
— |
gminy Bierzwnik, Krzęcin, Pełczyce w powiecie choszczeńskim, |
— |
część powiatu miejskiego Szczecin położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Odra Zachodnia biegnącą od północnej granicy gminy do przecięcia z drogą nr 10, następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 10 biegnącą od przecięcia z linią wyznaczoną przez rzekę Odra Zachodnia do wschodniej granicy gminy, |
— |
gminy Dobra (Szczecińska), Kołbaskowo, Police w powiecie polickim, |
w województwie małopolskim:
— |
powiat brzeski, |
— |
powiat gorlicki, |
— |
powiat proszowicki, |
— |
powiat nowosądecki, |
— |
powiat miejski Nowy Sącz, |
— |
część powiatu dąbrowskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
część powiatu tarnowskiego niewymieniona w części III załącznika I. |
8. Slowakije
De volgende beperkingszones I in Slowakije:
— |
in the district of Nové Zámky: Mužla, Obid, Štúrovo, Nána, Kamenica nad Hronom, Chľaba, Leľa, Bajtava, Salka, Malé Kosihy, Kolta, Jasová, Dubník, Rúbaň, Strekov, |
— |
in the district of Komárno: Bátorové Kosihy, Búč, Kravany nad Dunajom, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká nad Ipľom, Hrušov, Kleňany, Sečianky, |
— |
in the district of Levice, the municipalities of Ipeľské Úľany, Plášťovce, Dolné Túrovce, Stredné Túrovce, Šahy, Tešmak, Pastovce, Zalaba, Malé Ludince, Hronovce, Nýrovce, Želiezovce, Málaš, Čaka, |
— |
the whole district of Krupina, except municipalities included in part II, |
— |
the whole district of Banska Bystrica, except municipalities included in part II, |
— |
in the district of Liptovsky Mikulas — municipalities of Pribylina, Jamník, Svatý Štefan, Konská, Jakubovany, Liptovský Ondrej, Beňadiková, Vavrišovo, Liptovská Kokava, Liptovský Peter, Dovalovo, Hybe, Liptovský Hrádok, Liptovský Ján, Uhorská Ves, Podtureň, Závažná Poruba, Liptovský Mikuláš, Pavčina Lehota, Demänovská Dolina, Gôtovany, Galovany, Svätý Kríž, Lazisko, Dúbrava, Malatíny, Liptovské Vlachy, Liptovské Kľačany, Partizánska Ľupča, Kráľovská Ľubeľa, Zemianska Ľubeľa, Východná — a part of municipality north from the highway D1, |
— |
in the district of Ružomberok, the municipalities of Liptovská Lužná, Liptovská Osada, Podsuchá, Ludrová, Štiavnička, Liptovská Štiavnica, Nižný Sliač, Liptovské Sliače, |
— |
the whole district of Banska Stiavnica, |
— |
the whole district of Žiar nad Hronom. |
DEEL II
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones II in Bulgarije:
— |
the whole region of Haskovo, |
— |
the whole region of Yambol, |
— |
the whole region of Stara Zagora, |
— |
the whole region of Pernik, |
— |
the whole region of Kyustendil, |
— |
the whole region of Plovdiv, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Pazardzhik, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Smolyan, |
— |
the whole region of Dobrich, |
— |
the whole region of Sofia city, |
— |
the whole region of Sofia Province, |
— |
the whole region of Blagoevgrad, |
— |
the whole region of Razgrad, |
— |
the whole region of Kardzhali, |
— |
the whole region of Burgas excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Varna excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Silistra, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Ruse, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Veliko Tarnovo, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Pleven, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Targovishte, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Shumen, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Sliven, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Vidin, excluding the areas in Part III. |
2. Duitsland
De volgende beperkingszones II in Duitsland:
Bundesland Brandenburg:
— |
Landkreis Oder-Spree:
|
— |
Landkreis Dahme-Spreewald:
|
— |
Landkreis Spree-Neiße:
|
— |
Landkreis Märkisch-Oderland:
|
— |
Landkreis Barnim:
|
— |
Landkreis Uckermark:
|
— |
Kreisfreie Stadt Frankfurt (Oder), |
— |
Landkreis Prignitz:
|
Bundesland Sachsen:
— |
Landkreis Bautzen:
|
— |
Stadt Dresden:
|
— |
Landkreis Görlitz:
|
— |
Landkreis Meißen:
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
— |
Landkreis Ludwigslust-Parchim:
|
3. Estland
De volgende beperkingszones II in Estland:
— |
Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond). |
4. Letland
De volgende beperkingszones II in Letland:
— |
Aizkraukles novads, |
— |
Alūksnes novads, |
— |
Augšdaugavas novads, |
— |
Ādažu novads, |
— |
Balvu novads, |
— |
Bauskas novads, |
— |
Cēsu novads, |
— |
Dienvidkurzemes novada Aizputes, Cīravas, Lažas, Kalvenes, Kazdangas, Durbes, Dunalkas, Tadaiķu, Vecpils, Bārtas, Sakas, Bunkas, Priekules, Gramzdas, Kalētu, Virgas, Dunikas, Embūtes, Vaiņodes, Gaviezes, Rucavas pagasts, Nīcas pagasta daļa uz dienvidiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Aizputes, Durbes, Pāvilostas, Priekules pilsēta, |
— |
Dobeles novads, |
— |
Gulbenes novads, |
— |
Jelgavas novads, |
— |
Jēkabpils novads, |
— |
Krāslavas novads, |
— |
Kuldīgas novads, |
— |
Ķekavas novads, |
— |
Limbažu novads, |
— |
Līvānu novads, |
— |
Ludzas novads, |
— |
Madonas novads, |
— |
Mārupes novads, |
— |
Ogres novads, |
— |
Olaines novads, |
— |
Preiļu novads, |
— |
Rēzeknes novads, |
— |
Ropažu novada Garkalnes, Ropažu pagasts, Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, Vangažu pilsēta, |
— |
Salaspils novads, |
— |
Saldus novads, |
— |
Saulkrastu novads, |
— |
Siguldas novads, |
— |
Smiltenes novads, |
— |
Talsu novads, |
— |
Tukuma novads, |
— |
Valkas novads, |
— |
Valmieras novads, |
— |
Varakļānu novads, |
— |
Ventspils novads, |
— |
Daugavpils valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Jelgavas valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Jūrmalas valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Rēzeknes valstspilsētas pašvaldība. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones II in Litouwen:
— |
Alytaus miesto savivaldybė, |
— |
Alytaus rajono savivaldybė, |
— |
Anykščių rajono savivaldybė, |
— |
Akmenės rajono savivaldybė, |
— |
Birštono savivaldybė, |
— |
Biržų miesto savivaldybė, |
— |
Biržų rajono savivaldybė, |
— |
Druskininkų savivaldybė, |
— |
Elektrėnų savivaldybė, |
— |
Ignalinos rajono savivaldybė, |
— |
Jonavos rajono savivaldybė, |
— |
Joniškio rajono savivaldybė, |
— |
Jurbarko rajono savivaldybė, |
— |
Kaišiadorių rajono savivaldybė, |
— |
Kalvarijos savivaldybė, |
— |
Kauno miesto savivaldybė, |
— |
Kauno rajono savivaldybė, |
— |
Kazlų rūdos savivaldybė, |
— |
Kelmės rajono savivaldybė, |
— |
Kėdainių rajono savivaldybė, |
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos, |
— |
Kupiškio rajono savivaldybė, |
— |
Kretingos rajono savivaldybė, |
— |
Lazdijų rajono savivaldybė, |
— |
Marijampolės savivaldybė, |
— |
Mažeikių rajono savivaldybė, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė, |
— |
Pagėgių savivaldybė, |
— |
Pakruojo rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio miesto savivaldybė, |
— |
Pasvalio rajono savivaldybė, |
— |
Radviliškio rajono savivaldybė, |
— |
Rietavo savivaldybė, |
— |
Prienų rajono savivaldybė, |
— |
Plungės rajono savivaldybė, |
— |
Raseinių rajono savivaldybė, |
— |
Rokiškio rajono savivaldybė, |
— |
Skuodo rajono savivaldybės, |
— |
Šakių rajono savivaldybė, |
— |
Šalčininkų rajono savivaldybė, |
— |
Šiaulių miesto savivaldybė, |
— |
Šiaulių rajono savivaldybė, |
— |
Šilutės rajono savivaldybė, |
— |
Širvintų rajono savivaldybė, |
— |
Šilalės rajono savivaldybė, |
— |
Švenčionių rajono savivaldybė, |
— |
Tauragės rajono savivaldybė, |
— |
Telšių rajono savivaldybė, |
— |
Trakų rajono savivaldybė, |
— |
Ukmergės rajono savivaldybė, |
— |
Utenos rajono savivaldybė, |
— |
Varėnos rajono savivaldybė, |
— |
Vilniaus miesto savivaldybė, |
— |
Vilniaus rajono savivaldybė, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė, |
— |
Visagino savivaldybė, |
— |
Zarasų rajono savivaldybė. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones II in Hongarije:
— |
Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Fejér megye 403150, 403160, 403250, 403260, 403350, 404250, 404550, 404560, 404570, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye: 250350, 250850, 250950, 251450, 251550, 251950, 252050, 252150, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones II in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
— |
gminy Kalinowo, Stare Juchy, Prostki oraz gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim, |
— |
powiat elbląski, |
— |
powiat miejski Elbląg, |
— |
powiat gołdapski, |
— |
powiat piski, |
— |
powiat bartoszycki, |
— |
powiat olecki, |
— |
powiat giżycki, |
— |
powiat braniewski, |
— |
powiat kętrzyński, |
— |
powiat lidzbarski, |
— |
gminy Jedwabno, Szczytno i miasto Szczytno i Świętajno w powiecie szczycieńskim, |
— |
powiat mrągowski, |
— |
powiat węgorzewski, |
— |
gminy Dobre Miasto, Dywity, Świątki, Jonkowo, Gietrzwałd, Olsztynek, Stawiguda, Jeziorany, Kolno, część gminy Biskupiec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 57 w powiecie olsztyńskim, |
— |
powiat miejski Olsztyn, |
— |
powiat nidzicki, |
— |
gminy Kisielice, Susz, Zalewo w powiecie iławskim, |
— |
część powiatu ostródzkiego niewymieniona w części III załącznika I, |
w województwie podlaskim:
— |
powiat bielski, |
— |
powiat grajewski, |
— |
powiat moniecki, |
— |
powiat sejneński, |
— |
gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wizna w powiecie łomżyńskim, |
— |
powiat miejski Łomża, |
— |
powiat siemiatycki, |
— |
powiat hajnowski, |
— |
gminy Ciechanowiec, Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim, |
— |
gmina Rutki i część gminy Kołaki Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim, |
— |
gminy Mały Płock i Stawiski w powiecie kolneńskim, |
— |
powiat białostocki, |
— |
powiat suwalski, |
— |
powiat miejski Suwałki, |
— |
powiat augustowski, |
— |
powiat sokólski, |
— |
powiat miejski Białystok, |
w województwie mazowieckim:
— |
gminy Domanice, Korczew, Kotuń, Mordy, Paprotnia, Przesmyki, Siedlce, Skórzec, Wiśniew, Wodynie, Zbuczyn w powiecie siedleckim, |
— |
powiat miejski Siedlce, |
— |
gminy Ceranów, Jabłonna Lacka, Kosów Lacki, Repki, Sabnie, Sterdyń w powiecie sokołowskim, |
— |
powiat łosicki, |
— |
powiat sochaczewski, |
— |
powiat zwoleński, |
— |
powiat kozienicki, |
— |
powiat lipski, |
— |
powiat radomski |
— |
powiat miejski Radom, |
— |
powiat szydłowiecki, |
— |
gminy Lubowidz i Kuczbork Osada w powiecie żuromińskim, |
— |
gmina Wieczfnia Kościelna w powicie mławskim, |
— |
gminy Bodzanów, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim, |
— |
powiat nowodworski, |
— |
gminy Czerwińsk nad Wisłą, Naruszewo, Załuski w powiecie płońskim, |
— |
gminy: miasto Kobyłka, miasto Marki, miasto Ząbki, miasto Zielonka, część gminy Tłuszcz ograniczona liniami kolejowymi: na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Tłuszcz oraz na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy do miasta Tłuszcz, część gminy Jadów położona na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie wołomińskim, |
— |
powiat garwoliński, |
— |
gminy Boguty — Pianki, Brok, Zaręby Kościelne, Nur, Małkinia Górna, część gminy Wąsewo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 60, część gminy wiejskiej Ostrów Mazowiecka położona na południe od miasta Ostrów Mazowiecka i na południe od linii wyznaczonej przez drogę 60 biegnącą od zachodniej granicy miasta Ostrów Mazowiecka do zachodniej granicy gminy w powiecie ostrowskim, |
— |
część gminy Sadowne położona na północny- zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Łochów położona na północny — zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie węgrowskim, |
— |
gminy Brańszczyk, Długosiodło, Rząśnik, Wyszków, część gminy Zabrodzie położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie wyszkowskim, |
— |
gminy Cegłów, Dębe Wielkie, Halinów, Latowicz, Mińsk Mazowiecki i miasto Mińsk Mazowiecki, Mrozy, Siennica, miasto Sulejówek w powiecie mińskim, |
— |
powiat otwocki, |
— |
powiat warszawski zachodni, |
— |
powiat legionowski, |
— |
powiat piaseczyński, |
— |
powiat pruszkowski, |
— |
powiat grójecki, |
— |
powiat grodziski, |
— |
powiat żyrardowski, |
— |
powiat białobrzeski, |
— |
powiat przysuski, |
— |
powiat miejski Warszawa, |
w województwie lubelskim:
— |
powiat bialski, |
— |
powiat miejski Biała Podlaska, |
— |
gminy Batorz, Godziszów, Janów Lubelski, Modliborzyce w powiecie janowskim, |
— |
powiat puławski, |
— |
powiat rycki, |
— |
powiat łukowski, |
— |
powiat lubelski, |
— |
powiat miejski Lublin, |
— |
powiat lubartowski, |
— |
powiat łęczyński, |
— |
powiat świdnicki, |
— |
gminy Aleksandrów, Biszcza, Józefów, Księżpol, Łukowa, Obsza, Potok Górny, Tarnogród w powiecie biłgorajskim, |
— |
gminy Dołhobyczów, Mircze, Trzeszczany, Uchanie i Werbkowice w powiecie hrubieszowskim, |
— |
powiat krasnostawski, |
— |
powiat chełmski, |
— |
powiat miejski Chełm, |
— |
powiat tomaszowski, |
— |
część powiatu kraśnickiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
powiat opolski, |
— |
powiat parczewski, |
— |
powiat włodawski, |
— |
powiat radzyński, |
— |
powiat miejski Zamość, |
— |
gminy Adamów, Grabowiec, Komarów — Osada, Krasnobród, Łabunie, Miączyn, Nielisz, Sitno, Skierbieszów, Stary Zamość, Zamość w powiecie zamojskim, |
w województwie podkarpackim:
— |
część powiatu stalowowolskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
gminy Cieszanów, Horyniec — Zdrój, Narol, Stary Dzików, Oleszyce, Lubaczów z miastem Lubaczów w powiecie lubaczowskim, |
— |
gmina Stubno w powiecie przemyskim, |
— |
gminy Chłopice, Jarosław z miastem Jarosław, Pawłosiów i Wiązownice w powiecie jarosławskim, |
— |
gmina Kamień w powiecie rzeszowskim, |
— |
gminy Cmolas, Dzikowiec, Kolbuszowa, Majdan Królewski i Niwiska powiecie kolbuszowskim, |
— |
powiat leżajski, |
— |
powiat niżański, |
— |
powiat tarnobrzeski, |
— |
gminy Adamówka, Sieniawa, Tryńcza, Przeworsk z miastem Przeworsk, Zarzecze w powiecie przeworskim, |
— |
część gminy Sędziszów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Ostrów nie wymieniona w części III załącznika I w powiecie ropczycko — sędziszowskim, |
w województwie pomorskim:
— |
gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim, |
— |
gmina Stare Pole w powiecie malborskim, |
— |
gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim, |
w województwie świętokrzyskim:
— |
gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 biegnącą od miejscowości Honorów do zachodniej granicy gminy w powiecie opatowskim, |
— |
część gminy Brody położona wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 i na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno — wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim, |
— |
gmina Gowarczów, część gminy Końskie położona na wschód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na północ od linii kolejowej w powiecie koneckim, |
— |
gminy Dwikozy i Zawichost w powiecie sandomierskim, |
w województwie lubuskim:
— |
gminy Bogdaniec, Deszczno, Kłodawa, Kostrzyn nad Odrą, Santok, Witnica w powiecie gorzowskim, |
— |
powiat miejski Gorzów Wielkopolski, |
— |
gminy Drezdenko, Strzelce Krajeńskie, Stare Kurowo, Zwierzyn w powiecie strzelecko — drezdeneckim, |
— |
powiat żarski, |
— |
gmina Cybinka w powiecie słubickim, |
— |
gminy Gozdnica i Wymiarki w powiecie żagańskim, |
— |
powiat krośnieński, |
— |
powiat zielonogórski |
— |
powiat miejski Zielona Góra, |
— |
część powiatu nowosolskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
w województwie dolnośląskim:
— |
powiat zgorzelecki, |
— |
gminy Grębocice i Polkowice w powiecie polkowickim, |
— |
część powiatu wołowskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
powiat lubiński, |
— |
gmina Malczyce, Miękinia, Środa Śląska, część gminy Kostomłoty położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Udanin położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie średzkim, |
— |
gmina Wądroże Wielkie w powiecie jaworskim, |
— |
powiat miejski Legnica, |
— |
część powiatu legnickiego niewymieniona w części I i III załącznika I, |
— |
gmina Oborniki Śląskie i część gminy Wisznia Mała położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie trzebnickim, |
— |
gminy Leśna, Lubań i miasto Lubań, Olszyna, Platerówka, Siekierczyn w powiecie lubańskim, |
— |
powiat miejki Wrocław, |
— |
gminy Czernica, Siechnice, część gminy Długołęka położona na południe od linii wyznaczonej przez droge nr S8, część gminy Żórawina położona na wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim, |
— |
gminy Jelcz — Laskowice, Oława z miastem Oława i część gminy Domaniów położona na północny wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim, |
— |
gmina Bierutów, miasto Oleśnica, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na południe od linii wyznaczonej przez droge nr S8 w powiecie oleśnickim, |
— |
gmina Cieszków, część gminy Milicz położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15 biegnącej od północnej granicy gminy do południowej granicy gminy w miejcowości Lasowice w powiecie milickim, |
w województwie wielkopolskim:
— |
powiat wolsztyński, |
— |
gmina Wielichowo, Rakoniewice część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim, |
— |
gminy Lipno, Osieczna, Święciechowa, Wijewo, Włoszakowice w powiecie leszczyńskim, |
— |
powiat miejski Leszno, |
— |
gmina Krzywiń, część gminy Śmigiel położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie kościańskim, |
— |
powiat obornicki, |
— |
część gminy Połajewo na położona na południe od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo — ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim, |
— |
gmina Suchy Las, część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na północ od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Rokietnica położona na północ i na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz w powiecie poznańskim, |
— |
część gminy Duszniki położona na północny — zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Szamotuły położona na wschód od wschodniej granicy miasta Szamotuły i na północ od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na wschód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na wschód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim, |
— |
gmina Malanów, część gminy Tuliszków położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 72 biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Turek, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 72 w mieście Turek do zachodniej granicy gminy w powiecie tureckim, |
— |
część gminy Rychwał położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Rychwał, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogę nr 25 w miejscowości Rychwał do wschodniej granicy gminy w powiecie konińskim, |
— |
gmina Mycielin, część gminy Stawiszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zbiersk, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Zbiersk — Łyczyn — Petryki biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 do południowej granicy gminy, część gminy Ceków — Kolonia położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Młynisko — Morawin — Janków w powiecie kaliskim, |
— |
gminy Gostyń i Pępowo w powiecie gostyńskim, |
— |
gminy Kobylin, Zduny, część gminy Krotoszyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim, |
w województwie łódzkim:
— |
gminy Białaczów, Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim, |
— |
gminy Biała Rawska, Regnów i Sadkowice w powiecie rawskim, |
— |
gmina Kowiesy w powiecie skierniewickim, |
w województwie zachodniopomorskim:
— |
gmina Boleszkowice i część gminy Dębno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na południe od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim, |
— |
gminy Banie, Cedynia, Chojna, Gryfino, Mieszkowice, Moryń, Trzcińsko — Zdrój, Widuchowa w powiecie gryfińskim, |
w województwie opolskim:
— |
gmina Lubsza część gminy Skarbimierz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 39 w powiecie brzeskim, |
— |
gminy Świerczów, Wilków, część gminy Namysłów położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie namysłowskim. |
8. Slowakije
De volgende beperkingszones II in Slowakije:
— |
the whole district of Gelnica, |
— |
the whole district of Poprad |
— |
the whole district of Spišská Nová Ves, |
— |
the whole district of Levoča, |
— |
the whole district of Kežmarok |
— |
in the whole district of Michalovce except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Košice-okolie, |
— |
the whole district of Rožnava, |
— |
the whole city of Košice, |
— |
the whole district of Sobrance, |
— |
the whole district of Vranov nad Topľou, |
— |
the whole district of Humenné except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Snina, |
— |
the whole district of Prešov, |
— |
the whole district of Sabinov, |
— |
the whole district of Svidník, |
— |
the whole district of Medzilaborce, |
— |
the whole district of Stropkov |
— |
the whole district of Bardejov, |
— |
the whole district of Stará Ľubovňa, |
— |
the whole district of Revúca, |
— |
the whole district of Rimavská Sobota except municipalities included in zone III, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities not included in part I, |
— |
the whole district of Lučenec, |
— |
the whole district of Poltár |
— |
the whole district of Zvolen, |
— |
the whole district of Detva, |
— |
in the district of Krupina the whole municipalities of Senohrad, Horné Mladonice, Dolné Mladonice, Čekovce, Lackov, Zemiansky Vrbovok, Kozí Vrbovok, Čabradský Vrbovok, Cerovo, Trpín, Litava, |
— |
In the district of Banska Bystica, the whole municipalites of Kremnička, Malachov, Badín, Vlkanová, Hronsek, Horná Mičiná, Dolná Mičiná, Môlča Oravce, Čačín, Čerín, Bečov, Sebedín, Dúbravica, Hrochoť, Poniky, Strelníky, Povrazník, Ľubietová, Brusno, Banská Bystrica, |
— |
the whole district of Brezno, |
— |
in the district of Liptovsky Mikuláš, the municipalities of Važec, Malužiná, Kráľova lehota, Liptovská Porúbka, Nižná Boca, Vyšná Boca a Východná — a part of municipality south of the highway D1. |
DEEL III
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones III in Bulgarije:
— |
the whole region of Gabrovo, |
— |
the whole region of Lovech, |
— |
the whole region of Montana, |
— |
the Pazardzhik region:
|
— |
the Pleven region:
|
— |
the Plovdiv region
|
— |
the Ruse region:
|
— |
the Shumen region:
|
— |
the Silistra region:
|
— |
the Sliven region:
|
— |
the Targovishte region:
|
— |
the Vidin region,
|
— |
the Veliko Tarnovo region:
|
— |
in Varna region: |
— |
the whole municipality of Avren,
|
— |
in Burgas region:
|
2. Italië
De volgende beperkingszones III in Italië:
— |
tutto il territorio della Sardegna. |
3. Polen
De volgende beperkingszones III in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
— |
powiat działdowski, |
— |
część powiatu iławskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
powiat nowomiejski, |
— |
gminy Dąbrówno, Grunwald i Ostróda z miastem Ostróda w powiecie ostródzkim, |
— |
gminy Barczewo, Purda, część gminy Biskupiec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr w powiecie olsztyńskim, |
— |
gminy Dźwierzuty, Pasym w powiecie szczycieńskim, |
w województwie lubelskim:
— |
gminy Radecznica, Sułów, Szczebrzeszyn, Zwierzyniec w powiecie zamojskim, |
— |
gminy Biłgoraj z miastem Biłgoraj, Goraj, Frampol, Tereszpol i Turobin w powiecie biłgorajskim, |
— |
gminy Horodło, Hrubieszów z miastem Hrubieszów w powiecie hrubieszowskim, |
— |
gminy Dzwola, Chrzanów i Potok Wielki w powiecie janowskim, |
— |
gminy Gościeradów i Trzydnik Duży w powiecie kraśnickim, |
w województwie podkarpackim:
— |
powiat mielecki, |
— |
gminy Radomyśl nad Sanem i Zaklików w powiecie stalowowolskim, |
— |
część gminy Ostrów położona na północ od drogi linii wyznaczonej przez drogę nr A4 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 986, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 986 biegnącą od tego skrzyżowania do miejscowości Osieka i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Osieka_- Blizna w powiecie ropczycko — sędziszowskim, |
— |
gminy Czarna, Pilzno, Żyraków i część gminy wiejskiej Dębica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim, |
— |
gmina Wielkie Oczy w powiecie lubaczowskim, |
— |
gminy Laszki, Radymno z miastem Radymno, w powiecie jarosławskim, |
w województwie lubuskim:
— |
gminy Górzyca, Ośno Lubuskie, Rzepin, Słubice w powiecie słubickim, |
— |
gminy Brzeźnica, Iłowa, Małomice, Niegosławice, Szprotawa, Żagań z miastem Żagań w powiecie żagańskim, |
— |
powiat sulęciński, |
— |
powiat międzyrzecki, |
— |
gminy Bytom Odrzański, Nowe Miasteczko, Siedlisko w powiecie nowosolskim, |
— |
powiat wschowski, |
— |
powiat świebodziński, |
w województwie wielkopolskim:
— |
gminy Krzemieniewo, Rydzyna w powiecie leszczyńskim, |
— |
gminy Krobia i Poniec w powiecie gostyńskim, |
— |
powiat rawicki, |
— |
powiat nowotomyski, |
— |
powiat międzychodzki, |
— |
gmina Pniewy, część gminy Ostroróg położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo — Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, część gminy Szamotuły położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica — Ostroróg w powiecie szamotulskim, |
w województwie dolnośląskim:
— |
powiat górowski, |
— |
gminy Prusice i Żmigród w powiecie trzebnickim, |
— |
powiat głogowski, |
— |
powiat bolesławiecki, |
— |
gminy Chocianów, Gaworzyce, Radwanice i Przemków w powiecie polkowickim, |
— |
gmina Chojnów i miasto Chojnów w powiecie legnickim, |
— |
gmina Zagrodno w powiecie złotoryjskim, |
— |
część gminy Wołów położona na północ od linii wyznaczonej prze drogę nr 339 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Pełczyn, a następnie na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 339 i łączącą miejscowości Pełczyn — Smogorzówek, część gminy Wińsko polożona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 36 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Wińsko, a nastęnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 w miejscowości Wińsko i łączącą miejscowości Wińsko_- Smogorzów Wielki — Smogorzówek w powiecie wołowskim, |
— |
część gminy Milicz położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15 biegnącej od północnej granicy gminy do południowej granicy gminy w miejcowości Lasowice w powiecie milickim, |
w województwie świętokrzyskim:
— |
gminy Gnojno, Pacanów, Stopnica, Tuczępy, część gminy Busko Zdrój położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Siedlawy-Szaniec- Podgaje-Kołaczkowice w powiecie buskim, |
— |
gminy Łubnice, Oleśnica, Połaniec, część gminy Rytwiany położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 764, część gminy Szydłów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 756 w powiecie staszowskim, |
— |
gminy Chęciny, Chmielnik, Daleszyce, Górno, Masłów, Miedziana Góra, Mniów, Morawica, Łopuszno, Piekoszów, Pierzchnica, Sitkówka-Nowiny, Strawczyn, Zagnańsk, część gminy Raków położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 756 i 764 w powiecie kieleckim, |
— |
powiat miejski Kielce, |
— |
gminy Kluczewsko, Krasocin, Włoszczowa w powiecie włoszczowskim, |
— |
gmina Kije w powiecie pińczowskim, |
— |
gminy Małogoszcz, Oksa, Sobków w powiecie jędrzejowskim, |
— |
gmina Słupia Konecka w powiecie koneckim, |
w województwie małopolskim:
— |
gminy Dąbrowa Tarnowska, Radgoszcz, Szczucin w powiecie dąbrowskim, |
— |
gminy Lisia Góra, Pleśna, Ryglice, Skrzyszów, Tarnów, Tuchów w powiecie tarnowskim, |
— |
powiat miejski Tarnów. |
4. Roemenië
De volgende beperkingszones III in Roemenië:
— |
Zona orașului București, |
— |
Județul Constanța, |
— |
Județul Satu Mare, |
— |
Județul Tulcea, |
— |
Județul Bacău, |
— |
Județul Bihor, |
— |
Județul Bistrița Năsăud, |
— |
Județul Brăila, |
— |
Județul Buzău, |
— |
Județul Călărași, |
— |
Județul Dâmbovița, |
— |
Județul Galați, |
— |
Județul Giurgiu, |
— |
Județul Ialomița, |
— |
Județul Ilfov, |
— |
Județul Prahova, |
— |
Județul Sălaj, |
— |
Județul Suceava |
— |
Județul Vaslui, |
— |
Județul Vrancea, |
— |
Județul Teleorman, |
— |
Judeţul Mehedinţi, |
— |
Județul Gorj, |
— |
Județul Argeș, |
— |
Judeţul Olt, |
— |
Judeţul Dolj, |
— |
Județul Arad, |
— |
Județul Timiș, |
— |
Județul Covasna, |
— |
Județul Brașov, |
— |
Județul Botoșani, |
— |
Județul Vâlcea, |
— |
Județul Iași, |
— |
Județul Hunedoara, |
— |
Județul Alba, |
— |
Județul Sibiu, |
— |
Județul Caraș-Severin, |
— |
Județul Neamț, |
— |
Județul Harghita, |
— |
Județul Mureș, |
— |
Județul Cluj, |
— |
Județul Maramureş. |
5. Slowakije
De volgende beperkingszones III in Slowakije:
— |
In the district of Lučenec: Lučenec a jeho časti, Panické Dravce, Mikušovce, Pinciná, Holiša, Vidiná, Boľkovce, Trebeľovce, Halič, Stará Halič, Tomášovce, Trenč, Veľká nad Ipľom, Buzitka (without settlement Dóra), Prša, Nitra nad Ipľom, Mašková, Lehôtka, Kalonda, Jelšovec, Ľuboreč, Fiľakovské Kováče, Lipovany, Mučín, Rapovce, Lupoč, Gregorova Vieska, Praha, |
— |
In the district of Poltár: Kalinovo, Veľká Ves, |
— |
The whole district of Trebišov”, |
— |
The whole district of Vranov and Topľou, |
— |
In the district of Humenné: Lieskovec, Myslina, Humenné, Jasenov, Brekov, Závadka, Topoľovka, Hudcovce, Ptičie, Chlmec, Porúbka, Brestov, Gruzovce, Ohradzany, Slovenská Volová, Karná, Lackovce, Kochanovce, Hažín nad Cirochou, |
— |
In the district of Michalovce: Strážske, Staré, Oreské, Zbudza, Voľa, Nacina Ves, Pusté Čemerné, Lesné, Rakovec nad Ondavou, Petríkovce, Oborín, Veľké Raškovce, Beša, |
— |
In the district of Nové Zámky: Sikenička, Pavlová, Bíňa, Kamenín, Kamenný Most, Malá nad Hronom, Belá, Ľubá, Šarkan, Gbelce, Nová Vieska, Bruty, Svodín, |
— |
In the district of Levice: Veľké Ludince, Farná, Kuraľany, Keť, Pohronský Ruskov, Čata, |
— |
In the district of Rimavská Sobota: Jesenské, Gortva, Hodejov, Hodejovec, Širkovce, Šimonovce, Drňa, Hostice, Gemerské Dechtáre, Jestice, Dubovec, Rimavské Janovce, Rimavská Sobota, Belín, Pavlovce, Sútor, Bottovo, Dúžava, Mojín, Konrádovce, Čierny Potok, Blhovce, Gemerček, Hajnáčka. |
AANBEVELINGEN
18.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/52 |
AANBEVELING (EU) 2022/66 VAN DE RAAD
van 17 januari 2022
tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten b) en e), en artikel 292, eerste en tweede zin,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 30 juni 2020 heeft de Raad een aanbeveling aangenomen over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking (1) (“aanbeveling van de Raad”). |
(2) |
Sindsdien heeft de Raad Aanbevelingen (EU) 2020/1052 (2), (EU) 2020/1144 (3), (EU) 2020/1186 (4), (EU) 2020/1551 (5), (EU) 2020/2169 (6), (EU) 2021/89 (7), (EU) 2021/132 (8), (EU) 2021/767 (9), (EU) 2021/892 (10), (EU) 2021/992 (11), (EU) 2021/1085 (12), (EU) 2021/1170 (13), (EU) 2021/1346 (14), (EU) 2021/1459 (15), (EU) 2021/1712 (16), (EU) 2021/1782 (17), (EU) 2021/1896 (18), (EU) 2021/1945 (19), (EU) 2021/2022 (20) en (EU) 2021/2150 (21) tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, aangenomen. |
(3) |
Op 20 mei 2021 heeft de Raad Aanbeveling (EU) 2021/816 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking (22) aangenomen, met als doel de criteria te actualiseren die worden gehanteerd om te beoordelen of niet-essentiële reizen vanuit derde landen veilig zijn en moeten worden toegestaan. |
(4) |
De aanbeveling van de Raad strekt ertoe dat de lidstaten de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU voor de ingezetenen van de in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad genoemde derde landen vanaf 1 juli 2020 geleidelijk en gecoördineerd moeten opheffen. Voorts zou de Raad de lijst van derde landen in bijlage I om de twee weken na nauw overleg met de Commissie en de bevoegde EU-agentschappen en -diensten moeten evalueren — en zo nodig actualiseren — na een algehele beoordeling op basis van de in de aanbeveling van de Raad bedoelde methode, criteria en informatie. |
(5) |
Sindsdien heeft de Raad in nauw overleg met de Commissie en de bevoegde EU-agentschappen en -diensten besprekingen gehouden over de evaluatie van de lijst van derde landen in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad en daarbij de criteria en de methode van de aanbeveling van de Raad (als gewijzigd bij Aanbeveling (EU) 2021/816) gebruikt. Uitkomst van deze besprekingen is dat de lijst van derde landen in bijlage I dient te worden gewijzigd. Met name moeten Argentinië, Australië en Canada van de lijst worden geschrapt. |
(6) |
Grenstoezicht is niet alleen in het belang van de lidstaat aan de buitengrenzen waarvan het toezicht wordt uitgeoefend, maar ook in het belang van alle lidstaten die de controles aan de binnengrenzen hebben afgeschaft. De lidstaten zouden er daarom voor moeten zorgen dat de maatregelen aan de buitengrenzen worden gecoördineerd om zo de goede werking van het Schengengebied te garanderen. Daartoe zouden de lidstaten vanaf 17 januari 2022 moeten voortgaan met het gecoördineerd opheffen van de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU voor de ingezetenen van de derde landen, de speciale administratieve regio’s en de andere territoriale entiteiten en autoriteiten die worden genoemd in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad, als gewijzigd bij deze aanbeveling. |
(7) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze aanbeveling voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze aanbeveling, of het deze zal uitvoeren. |
(8) |
Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (23). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(9) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (24). |
(10) |
Wat Zwitserland betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (25), juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (26). |
(11) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG (27), juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU (28), |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING AANGENOMEN:
Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad, zoals gewijzigd bij de Aanbevelingen (EU) 2020/1052, (EU) 2020/1144, (EU) 2020/1186, (EU) 2020/1551, (EU) 2020/2169, (EU) 2021/89, (EU) 2021/132, (EU) 2021/767, (EU) 2021/816, (EU) 2021/892, (EU) 2021/992, (EU) 2021/1085, (EU) 2021/1170, (EU) 2021/1346, (EU) 2021/1459, (EU) 2021/1712, (EU) 2021/1782, (EU) 2021/1896, (EU) 2021/1945, (EU) 2021/2022 en (EU) 2021/2150, over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 1 van de aanbeveling van de Raad wordt de eerste alinea vervangen door:
|
2) |
Bijlage I bij de aanbeveling wordt vervangen door: “BIJLAGE I Derde landen, speciale administratieve regio’s en andere territoriale entiteiten en autoriteiten waarvan de ingezetenen niet zouden mogen vallen onder de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU aan de buitengrenzen: I. STATEN
II. SPECIALE ADMINISTRATIEVE REGIO’S VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA Speciale Administratieve Regio Hongkong Speciale Administratieve Regio Macau III. TERRITORIALE ENTITEITEN EN AUTORITEITEN DIE DOOR TEN MINSTE ÉÉN LIDSTAAT NIET ALS STAAT WORDEN ERKEND Taiwan (*1) onder voorbehoud van wederkerigheid." |
Gedaan te Brussel, op 17 januari 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
J. DENORMANDIE
(1) PB L 208 I van 1.7.2020, blz. 1.
(2) PB L 230 van 17.7.2020, blz. 26.
(3) PB L 248 van 31.7.2020, blz. 26.
(4) PB L 261 van 11.8.2020, blz. 83.
(5) PB L 354 van 26.10.2020, blz. 19.
(6) PB L 431 van 21.12.2020, blz. 75.
(7) PB L 33 van 29.1.2021, blz. 1.
(8) PB L 41 van 4.2.2021, blz. 1.
(9) PB L 165 I van 11.5.2021, blz. 66.
(10) PB L 198 van 4.6.2021, blz. 1.
(11) PB L 221 van 21.6.2021, blz. 12.
(12) PB L 235 van 2.7.2021, blz. 27.
(13) PB L 255 van 16.7.2021, blz. 3.
(14) PB L 306 van 31.8.2021, blz. 4.
(15) PB L 320 van 10.9.2021, blz. 1.
(16) PB L 341 van 24.9.2021, blz. 1.
(17) PB L 360 van 11.10.2021, blz. 128.
(18) PB L 388 van 3.11.2021, blz. 1.
(19) PB L 397 van 10.11.2021, blz. 28.
(20) PB L 413 van 19.11.2021, blz. 37.
(21) PB L 434 van 6.12.2021, blz. 8.
(22) PB L 182 van 21.5.2021, blz. 1.
(23) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(24) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.
(25) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(26) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(27) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(28) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
RICHTSNOEREN
18.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/56 |
RICHTSNOER (EU) 2022/67 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 6 januari 2022
tot wijziging van Richtsnoer (EU) 2021/830 betreffende balanspoststatistieken en rentestatistieken van monetaire financiële instellingen (ECB/2022/1)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name de artikelen 5.1, 12.1 en 14.3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 11, lid 2, van Richtsnoer (EU) 2021/830 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/11) (1) bepaalt dat nationale centrale banken (NCB’s) aan informatieplichtigen vrijstellingen mogen verlenen ten aanzien van bepaalde indicatoren met betrekking tot de overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/34) (2) te rapporteren statistische gegevens over rentestatistieken van monetaire financiële instellingen (MFI’s). |
(2) |
De indicatoren ten aanzien waarvan overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Richtsnoer (EU) 2021/830 (ECB/2021/11) vrijstellingen kunnen worden verleend, moeten in overeenstemming zijn met artikel 17, lid 3, van Richtsnoer ECB/2014/15 van de Europese Centrale Bank (3), dat met ingang van 1 februari 2022 is ingetrokken bij Richtsnoer (EU) 2021/835 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/16) (4). |
(3) |
Artikel 12, lid 1, en artikel 15, lid 6, van Richtsnoer (EU) 2021/830 (ECB/2021/11) moeten nauwkeuriger worden geformuleerd met betrekking tot verwijzingen naar de referentiepopulatie van informatieplichtigen en met betrekking tot de voorwaarden waaronder de directie de aan haar gedelegeerde bevoegdheden kan uitoefenen om toestemming te verlenen of in te trekken om de in artikel 15, lid 1, punt c), vermelde drempel toe te passen. |
(4) |
Derhalve moet Richtsnoer (EU) 2021/830 (ECB/2021/11) dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Richtsnoer (EU) 2021/830 (ECB/2021/11) wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 11 wordt lid 2 vervangen door: “2. NCB’s mogen vrijstellingen verlenen van een van de volgende statistische rapportagevereisten met betrekking tot rentetarieven en afgesloten contracten inzake gedekte of gegarandeerde leningen aan niet-financiële vennootschappen:
indien de nationale geaggregeerde afgesloten contracten van de totale leningen in de overeenkomstige categorie van leningomvang en van de initiële rentevaste periode, zoals uiteengezet in de indicatoren 37 tot en met 54 in bijlage I, appendix 2, tabel 2, bij Verordening (EU) nr. 1072/2013 (ECB/2013/34), minder bedraagt dan:
Door NCB's krachtens dit lid verleende vrijstellingen doen geen afbreuk aan artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1072/2013 (ECB/2013/34).”. |
2) |
In artikel 12 wordt lid 1 vervangen door: “1. Indien de door de NCB's ontvangen statistische gegevens over MFI-rentetarieven niet representatief zijn voor de referentiepopulatie van informatieplichtigen als gevolg van het gebruik van steekproeven, selecteren en onderhouden de NCB’s de steekproef en extrapoleren zij statistische gegevens over de nieuwe contracten om een dekking van 100 % van de referentiepopulatie van informatieplichtigen te verzekeren, zoals gespecificeerd in bijlage III, deel 2, bij dit richtsnoer.”. |
3) |
In artikel 15 wordt lid 6 vervangen door: “6. De Raad van bestuur van de ECB kan aan de directie de bevoegdheid uit hoofde van lid 2 delegeren om de in lid 1, punt c), bedoelde drempel toe te kennen of in te trekken. Bij de uitoefening van die gedelegeerde bevoegdheid gaat de directie na of de rapportagelast voor de betrokken NCB onevenredig zou worden beïnvloed zonder de drempel.”. |
Artikel 2
Vankrachtwording
1. Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan aan de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.
2. De nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben en de Europese Centrale Bank voldoen met ingang van 1 februari 2022 aan dit richtsnoer.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.
Gedaan te Frankfurt am Main, 6 januari 2022.
Voor de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Christine LAGARDE
(1) Richtsnoer (EU) 2021/830 van de Europese Centrale Bank van 26 maart 2021 betrefende balanspoststatistieken en rentestatistieken van monetaire financiële instellingen (ECB/2021/11) (PB L 208 van 11.6.2021, blz. 1).
(2) Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2013/34) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 51).
(3) Richtsnoer ECB/2014/15 van de Europese Centrale Bank van 4 april 2014 betreffende monetaire en financiële statistieken (PB L 340 van 26.11.2014, blz. 1).
(4) Richtsnoer (EU) 2021/835 van de Europese Centrale Bank van 26 maart 2021 tot intrekking van Richsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2021/16) (PB L 208 van 11.6.2021, blz. 335).