ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 261

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

64e jaargang
22 juli 2021


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2021/1203 van de Raad van 19 juli 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2020/1706 wat betreft de opname van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten ( 1 )

1

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1204 van de Commissie van 10 mei 2021 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 wat betreft de aanvraag- en selectieprocedures in het kader van het innovatiefonds

4

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1205 van de Commissie van 20 juli 2021 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest ( 1 )

8

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2021/1206 van de Commissie van 30 april 2021 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake uitrusting van zeeschepen wat betreft de toepasselijke norm voor laboratoria die worden gebruikt door conformiteitsbeoordelingsinstanties voor uitrusting van zeeschepen ( 1 )

45

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2021/1207 van de Raad van 19 juli 2021 tot wijziging van Beschikking 2003/77/EG tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

47

 

*

Besluit (EU) 2021/1208 van de Raad van 19 juli 2021 tot wijziging van Beschikking 2003/76/EG tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

54

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid ( PB L 231 van 30.6.2021 )

58

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/1


VERORDENING (EU) 2021/1203 VAN DE RAAD

van 19 juli 2021

tot wijziging van Verordening (EU) 2020/1706 wat betreft de opname van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 31,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad (1) voorziet in de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2021-2023. Voor elk tariefcontingent is een passende omvang vastgesteld zodat de industrie in de Unie zich voor die periode voldoende kan bevoorraden.

(2)

Bevoorrading met bepaalde visserijproducten in de Unie is momenteel afhankelijk van de invoer uit derde landen. De afgelopen decennia is de Unie afhankelijker geworden van invoer om in haar behoefte aan visserijproducten te voorzien. Om de productie van visserijproducten in de Unie niet in gevaar te brengen en om de verwerkende industrie in de Unie in staat te stellen zich op toereikende wijze te bevoorraden, moeten de invoerrechten voor Patagonische pijlinktvis, gepekelde haring, bevroren haring, bevroren haringfilets en haringlappen, filets van roodbaarzen en verschillende soorten bevroren vis worden geschorst binnen tariefcontingenten van passende omvang.

(3)

De handels- en samenwerkingsovereenkomst (2) tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk (de handels- en samenwerkingsovereenkomst) is sinds 1 januari 2021 voorlopig van toepassing. De handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet in rechtenvrije en contingentvrije toegang voor visserijproducten van oorsprong. De Britse landen en gebieden overzee (LGO) zijn echter niet meer geassocieerd met de Unie en genieten niet langer tariefverlagingen voor de uitvoer van visserijproducten naar de Unie.

(4)

Bovendien zijn de aanvullende protocollen met IJsland (3) en Noorwegen (4), die voorzien in contingenten voor bepaalde soorten vis en visserijproducten, op 30 april 2021 verstreken. Aangezien de onderhandelingen over nieuwe contingenten niet zijn afgerond vóór het verstrijken van de aanvullende protocollen, zou dit kunnen leiden tot een tekort aan rechtenvrije visserijproducten voor verwerking in de Unie.

(5)

Bijgevolg moet Verordening (EU) 2020/1706 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Om de gevolgen te ondervangen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie met betrekking tot het verlies van de preferentiële status van de LGO en om de gevolgen te ondervangen van het verstrijken van de aanvullende protocollen met Noorwegen en IJsland, moet deze verordening daarom met spoed in werking treden en met terugwerkende kracht van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2021,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2020/1706 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 4, lid 4, wordt punt b) vervangen door:

“b)

in ringen en in repen snijden voor grondstoffen van de GN-codes 0307 43 35, 0307 43 91, 0307 43 92 en 0307 43 99;”.

2)

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PODGORŠEK


(1)  Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad van 13 november 2020 betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2021-2023 (PB L 385 van 17.11.2020, blz. 3).

(2)  Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 10).

(3)  Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 18).

(4)  Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 22).


BIJLAGE

Aan de tabel in de bijlage bij Verordening (EU) 2020/1706 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

Volgnr.

GN-code

Taric-code

Beschrijving

Jaarlijks volume van het contingent (in ton)  (1)

Contingentrecht

Contingentperiode

“09.2508

ex 0307 43 35

10

Pijlinktvis van de soort Loligo gahi, bevroren, bestemd om te worden verwerkt

75 000

0 %

1.1.2021-31.12.2023

09.2509

ex 1604 12 91

13

93

Haring, bereid met kruiden en/of azijn, gepekeld, bestemd om te worden verwerkt

15 000 (netto uitgelekt gewicht)

0 %

1.5.2021-30.4.2022

ex 1604 12 99

16

17

7 500 (netto uitgelekt gewicht)

0 %

1.5.2022-31.10.2022

09.2510

ex 0303 51 00

10

20

Haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren, bestemd om te worden verwerkt  (*1)

10 000

0 %

1.5.2021-30.4.2022

5 000

 

1.5.2022-31.10.2022

09.2512

 

 

Bevroren vis, bestemd om te worden verwerkt:

3 300

0 %

1.5.2021-30.4.2022

0303 55 30

10

Chileense horsmakreel (Trachurus murphyi)

1 650

0 %

1.5.2022-31.10.2022

ex 0303 55 90

95

Andere vis van Trachurus spp., met uitzondering van Trachurus trachurus, Trachurus murphyi en horsmakreel (Caranx trachurus)

 

0303 56 00

10

Cobia (Rachycentron canadum)

 

 

 

0303 69 90

10

Andere vis

0303 89 90

11

21

30

91

0303 82 00

10

Roggen (Rajidae)

0303 89 55

10

Goudbrasem (Sparus aurata)

09.2513

0304 86 00

20

Haringfilets (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren, bestemd om te worden verwerkt

25 000

0 %

1.5.2021-30.4.2022

ex 0304 99 23

10

20

Haringlappen (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren, bestemd om te worden verwerkt  (*1)

12 500

0 %

1.5.2022-31.10.2022

09.2514

0304 49 50

10

Filets van roodbaarzen (Sebastes spp.), vers of gekoeld, bestemd om te worden verwerkt

1 300

0 %

1.5.2021-30.4.2022

650

0 %

1.5.2022-31.10.2022”


(1)  Uitgedrukt in nettogewicht, tenzij anders aangegeven.

(*1)  Van 15 februari tot en met 15 juni is het tariefcontingent niet van toepassing op goederen die voor het vrije verkeer worden aangegeven.


22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/4


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1204 VAN DE COMMISSIE

van 10 mei 2021

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 wat betreft de aanvraag- en selectieprocedures in het kader van het innovatiefonds

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 10 bis, lid 8, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie (2) stelt regels vast voor de werking van het innovatiefonds. De verordening voorziet in een aanvraagprocedure in twee fasen, bestaande uit een blijk van belangstelling en de volledige aanvraag.

(2)

De aanvraagprocedure in twee fasen heeft weliswaar het voordeel dat de administratieve lasten voor indieners van projecten in de eerste fase worden verminderd, maar betekent ook een langere periode tussen het indienen van aanvragen en het verstrekken van financiering aan succesvolle projecten. Uit de ervaring met de eerste oproep tot het indienen van voorstellen, waarbij een groot aantal aanvragen in verschillende stadia van projectrijpheid werd ontvangen, is de behoefte gebleken om die termijn te verkorten zodat rijpe projecten tijdig ondersteund kunnen worden. Het verkorten van die periode zou ook gunstig zijn in de context van economisch herstel, waar investeringen voor de opschaling van schone technologieën snel gemobiliseerd moeten kunnen worden.

(3)

Daarom moet worden voorzien in een aanvraagprocedure in één fase, zonder de fase van de blijk van belangstelling. De Commissie moet bij het doen van oproepen tot het indienen van voorstellen de mogelijkheid hebben om te kiezen tussen een aanvraagprocedure in twee fasen en een aanvraagprocedure in één fase.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 voorziet in projectontwikkelingsbijstand voor projecten die niet voldoen aan het in artikel 11, lid 1, punt c), van die verordening vastgestelde criterium van rijpheid van het project, maar die het potentieel hebben om aan dat criterium te voldoen. Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 mag die bijstand alleen de vorm aannemen van een subsidie. Om de verdere ontwikkeling van deze projecten te vergemakkelijken, moet het mogelijk worden gemaakt dat dergelijke bijstand ook in de vorm van technische bijstand wordt verleend.

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 9 wordt lid 2 als volgt gewijzigd:

a)

punt d) wordt vervangen door:

“d)

een beschrijving van de aanvraagprocedure, waarin wordt aangegeven of het een procedure in één of in twee fasen betreft, en een gedetailleerd overzicht van de informatie en documentatie die bij de aanvraag moet worden ingediend;”;

b)

punt f) wordt vervangen door:

“f)

in het geval van kleinschalige projecten die onderworpen zijn aan een vereenvoudigde aanvraagprocedure overeenkomstig artikel 10, lid 4, en aan een specifieke selectieprocedure overeenkomstig artikel 12 ter, de regels van die specifieke procedures;”.

2)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De uitvoerende instantie verzamelt de aanvragen en organiseert de aanvraagprocedure overeenkomstig artikel 9, lid 2, punt d).”;

b)

de leden 2 en 3 worden vervangen door:

“2.   De aanvraagprocedure in twee fasen bestaat achtereenvolgens uit:

a)

de fase van de blijk van belangstelling;

b)

de fase van de volledige aanvraag.

In de fase van de blijk van belangstelling geeft de aanvrager een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het project zoals in de desbetreffende oproep voorgeschreven, inclusief een beschrijving van de doeltreffendheid, de mate van innovatie en de rijpheid van het project, zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, punten a), b) en c).

In de fase van de volledige aanvraag dient de aanvrager een gedetailleerde beschrijving van het project in, samen met alle ondersteunende documentatie, waaronder het plan voor kennisuitwisseling.

3.   Wanneer de eenfaseaanvraagprocedure van toepassing is, dient de indiener van het project een volledige aanvraag in zoals beschreven in lid 2, derde alinea.”.

3)

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel van artikel 12 wordt vervangen door:

Selectieprocedure voor de aanvraagprocedure in twee fasen”;

b)

lid 6 wordt geschrapt.

4)

De volgende artikelen 12 bis en 12 ter worden ingevoegd:

“Artikel 12 bis

Selectieprocedure voor de aanvraagprocedure in één fase

1.   De uitvoerende instantie beoordeelt op basis van de ontvangen aanvragen welke projecten krachtens artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG in aanmerking komen. Vervolgens gaat de uitvoerende instantie over tot selectie van in aanmerking komende projecten overeenkomstig de leden 2 en 3 van dit artikel.

2.   De uitvoerende instantie stelt op basis van de ontvangen aanvragen een lijst op van de projecten die voldoen aan de selectiecriteria van artikel 11 en evalueert en rangschikt de projecten op basis van de in dat artikel vastgestelde selectiecriteria. Voor die evaluatie vergelijkt de uitvoerende instantie het project met projecten in dezelfde bedrijfstak en met projecten in andere bedrijfstakken. Aan het einde van de evaluatie stelt de uitvoerende instantie een lijst van voorgeselecteerde projecten op.

3.   Als de uitvoerende instantie concludeert dat een project beantwoordt aan de selectiecriteria van artikel 11, lid 1, punten a), b), d) en e), en waar van toepassing de selectiecriteria van artikel 11, lid 2, maar niet beantwoordt aan het criterium van artikel 11, lid 1, punt c), beoordeelt zij of het project het potentieel heeft om na verdere ontwikkeling wel te beantwoorden aan dat selectiecriterium. Als het project dat potentieel heeft, kan de uitvoerende instantie bijstand bij de ontwikkeling van het project toewijzen of, ingeval van toewijzing van projectonwikkelingsbijstand door de Commissie, aan de Commissie voorstellen bijstand bij de ontwikkeling van het project toe te wijzen.

4.   De in lid 2 genoemde lijst met voorgeselecteerde projecten en, indien van toepassing, het in lid 3 bedoelde voorstel worden aan de Commissie doorgegeven en omvatten in elk geval het volgende:

a)

een bevestiging dat het project voor steun in aanmerking komt en aan de selectiecriteria voldoet;

b)

gegevens over de evaluatie en rangschikking van het project;

c)

de totale projectkosten en relevante kosten bedoeld in artikel 5, in euro;

d)

het verzoek om het totaalbedrag aan steun uit het innovatiefonds, in euro,

e)

de hoeveelheid broeikasgasemissies die naar verwachting zal worden vermeden;

f)

de hoeveelheid energie die naar verwachting zal worden geproduceerd of opgeslagen;

g)

de hoeveelheid CO2 die naar verwachting zal worden opgeslagen, en

h)

informatie over de juridische vorm van de door de aanvrager aangevraagde steun uit het innovatiefonds.

5.   De Commissie neemt, na raadpleging van de lidstaten overeenkomstig artikel 21, lid 2, en op basis van hetgeen overeenkomstig lid 4 van dit artikel aan haar is meegedeeld, het gunningsbesluit waarin de steun aan de geselecteerde projecten wordt gespecificeerd en stelt in voorkomend geval een reservelijst op.

Artikel 12 ter

Selectieprocedure voor kleinschalige projecten

In afwijking van de artikelen 12 en 12 bis kan bij kleinschalige projecten een specifieke selectieprocedure worden toegepast.”.

5)

In artikel 13 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De bijstand bij de ontwikkeling van projecten wordt door de Commissie of door de uitvoerende instantie overeenkomstig artikel 12, lid 2, of artikel 12 bis, lid 3, toegewezen in de vorm van een subsidie of technische bijstand.”.

6)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt punt a) vervangen door:

“a)

de lijst met voorgeselecteerde projecten, met inbegrip van de reservelijst, en de lijst projecten die worden voorgedragen voor bijstand bij de ontwikkeling van projecten overeenkomstig artikel 12, lid 2, tweede alinea, of artikel 12 bis, lid 3, voorafgaand aan de toekenning van de steun;”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De Commissie brengt aan de lidstaten verslag uit over de voortgang die wordt geboekt bij de uitvoering van deze verordening, met name wat betreft de uitvoering van de in artikel 12, lid 5, of artikel 12 bis, lid 5, genoemde gunningsbesluiten.”.

7)

In artikel 27 wordt lid 4 vervangen door:

“4.   De indieners van projectvoorstellen verstrekken in het plan voor kennisuitwisseling dat overeenkomstig artikel 10, lid 2, derde alinea, wordt ingediend, gedetailleerde informatie over de geplande acties overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 mei 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019, blz. 6).


22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1205 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2021

tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 71, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Afrikaanse varkenspest is een infectieuze virale ziekte bij gehouden en in het wild levende varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie (2) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die door de in bijlage I bij die verordening vermelde lidstaten (de “betrokken lidstaten”) gedurende een beperkte periode in de in die bijlage vermelde beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast.

(3)

De in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I, II en III opgenomen gebieden zijn opgenomen op basis van de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1141 van de Commissie (3), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Polen en Slowakije.

(4)

Bij eventuele wijzigingen van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 moet worden uitgegaan van de epidemiologische situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de gebieden die door die ziekte zijn getroffen en de algemene epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de desbetreffende lidstaat, het risiconiveau ten aanzien van de verdere verspreiding van die ziekte, de wetenschappelijk gefundeerde beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van zones ten aanzien van Afrikaanse varkenspest en de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie, die openbaar beschikbaar zijn op de website van de Commissie (4). Bij dergelijke wijzigingen moet ook rekening worden gehouden met internationale normen, zoals de Gezondheidscode voor landdieren (5) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid en de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verstrekte motiveringen voor de zonering.

(5)

Sinds de datum waarop Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1141 is vastgesteld, hebben zich nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in Polen en bij in het wild levende varkens in Duitsland voorgedaan.

(6)

In juli 2021 zijn verschillende uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij gehouden varkens in de districten Działdowo, Góra, Milec, Słubice en Trzebnica in Polen, in gebieden die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszone II zijn opgenomen. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moeten die momenteel als beperkingszone II in die bijlage opgenomen gebieden van Polen die door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone III in plaats van als beperkingszone II, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone II ook opnieuw worden bepaald om rekening te houden met deze recente uitbraak.

(7)

Bovendien is in juli 2021 een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij gehouden varkens in het district Tarnów in Polen, in een gebied dat momenteel niet in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is opgenomen. Door deze nieuwe uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit niet in die bijlage opgenomen gebieden van Polen dat door deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage als beperkingszone III worden opgenomen.

(8)

Daarnaast zijn in juli 2021 verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de Duitse deelstaat Brandenburg, in gebieden die in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszone II zijn opgenomen, in de onmiddellijke nabijheid van gebieden die momenteel als beperkingszone I zijn opgenomen. Door die nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moeten deze momenteel als beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebieden van Duitsland, die in de onmiddellijke nabijheid van de als beperkingszone II opgenomen gebieden liggen die door die recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone II in plaats van als beperkingszone I, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone I ook opnieuw worden bepaald en uitgebreid om rekening te houden met deze recente uitbraken.

(9)

Verder zijn in juli 2021 verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de Duitse deelstaat Brandenburg, in gebieden die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszone I zijn opgenomen. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moeten die momenteel als beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebieden van Duitsland die door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone II in plaats van als beperkingszone I, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone I ook opnieuw worden bepaald om rekening te houden met deze recente uitbraak.

(10)

Daarnaast zijn in juni en juli 2021 verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij in het wild levende varkens in de Duitse deelstaat Saksen, in gebieden die in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszone II zijn opgenomen, in de onmiddellijke nabijheid van gebieden die momenteel als beperkingszone I zijn opgenomen. Door die nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moeten deze momenteel als beperkingszone I in die bijlage opgenomen gebieden van Duitsland, die in de onmiddellijke nabijheid van de als beperkingszone II opgenomen gebieden liggen die door die recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone II in plaats van als beperkingszone I, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone I ook opnieuw worden bepaald en uitgebreid om rekening te houden met deze recente uitbraken.

(11)

Verder zijn in juli 2021 verscheidene uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij gehouden varkens in de Duitse deelstaat Brandenburg, in gebieden die momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I en II zijn opgenomen. Door deze nieuwe uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moeten die momenteel als beperkingszones I en II in die bijlage opgenomen gebieden van Duitsland, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone III.

(12)

Naar aanleiding van die recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in Polen en in het wild levende en gehouden varkens in Duitsland, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie wat Afrikaanse varkenspest betreft, is de zonering in die lidstaten opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605.

(13)

Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Duitsland en Polen nieuwe beperkingszones van voldoende omvang worden afgebakend en in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I, II en III worden opgenomen. Aangezien de situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de Unie zeer dynamisch is, is bij de afbakening van die nieuwe beperkingszones rekening gehouden met de situatie in de omliggende gebieden.

(14)

Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die door middel van deze uitvoeringsverordening worden aangebracht in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605, zo spoedig mogelijk in werking treden.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie van 7 april 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 129 van 15.4.2021, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1141 van de Commissie van maandag 12 juli 2021 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 247 van 13.7.2021, blz. 55).

(4)  Werkdocument SANTE/7112/2015/Rev. 3 “Principles and criteria for geographically defining ASF regionalisation” (Beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van een regionalisering ten aanzien van Afrikaanse varkenspest); https://ec.europa.eu/food/animals/animal-diseases/control-measures/asf_en

(5)  Gezondheidscode voor landdieren van de OIE, 28e editie, 2019. ISBN van volume I: 978-92-95108-85-1; ISBN van volume II: 978-92-95108-86-8; https://www.oie.int/standard-setting/terrestrial-code/access-online/


BIJLAGE

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door:

“BIJLAGE I

BEPERKINGSZONES

DEEL I

1.   Duitsland

De volgende gebieden in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:

Landkreis Dahme-Spreewald:

Gemeinde Alt Zauche-Wußwerk,

Gemeinde Byhleguhre-Byhlen,

Gemeinde Märkische Heide, mit den Gemarkungen Alt Schadow, Neu Schadow, Pretschen, Plattkow, Wittmannsdorf, Schuhlen-Wiese, Bückchen, Kuschkow, Gröditsch, Groß Leuthen, Leibchel, Glietz, Groß Leine, Dollgen, Krugau, Dürrenhofe, Biebersdorf und Klein Leine,

Gemeinde Neu Zauche,

Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Groß Liebitz, Guhlen, Mochow und Siegadel,

Gemeinde Spreewaldheide,

Gemeinde Straupitz,

Landkreis Märkisch-Oderland:

Gemeinde Lietzen westlich der L 37,

Gemeinde Falkenhagen (Mark) westlich der L 37,

Gemeinde Zeschdorf westlich der L 37,

Gemeinde Lindendorf mit der Gemarkung Dolgelin – westlich der L 37,

Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Müncheberg, Eggersdorf bei Müncheberg und Hoppegarten bei Müncheberg,

Gemeinde Bliesdorf mit den Gemarkungen Kunersdorf und Bliesdorf bis östlicher Teil, begrenzt aus Richtung Gemarkungsgrenze Neutrebbin entlang der Bahnlinie bis Straße „Sophienhof“ dieser östlich folgend bis „Ruesterchengraben“, weiter entlang Feldweg an den Windrädern Richtung „Herrnhof“, weiter entlang „Letschiner Hauptgraben“ bis Gemarkungsgrenze Alttrebbin;

Gemeinde Märkische Höhe mit den Gemarkungen Reichenberg und Batzlow,

Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Haselberg, Frankenfelde, Schulzendorf, Lüdersdorf Biesdorf, Rathsdorf, Wriezen, Jäckelsbruch und Altwriezen bis östlicher Teil begrenzt durch Feldweg von Straße Altwriezen Richtung „Wallgraben“;

Gemeinde Oderaue mit den Gemarkungen Neuranft, Neuküstrinchen, Neurüdnitz, Altwustrow, Neuwustrow und Zäckericker Loose, Altreetz, Altmädewitz und Neumädewitz,

Gemeinde Buckow (Märkische Schweiz),

Gemeinde Strausberg mit den Gemarkungen Hohenstein und Ruhlsdorf,

Gemeine Garzau-Garzin,

Gemeinde Waldsieversdorf,

Gemeinde Rehfelde mit der Gemarkung Werder,

Gemeinde Reichenow-Mögelin,

Gemeinde Prötzel mit den Gemarkungen Harnekop, Sternebeck und Prötzel östlich der B 168 und der L35,

Gemeinde Oberbarnim,

Landkreis Oder-Spree:

Gemeinde Storkow (Mark),

Gemeinde Spreenhagen mit den Gemarkungen Braunsdorf, Markgrafpieske, Lebbin und Spreenhagen,

Gemarkung Grünheide (Mark) mit den Gemarkungen Kagel, Kienbaum und Hagelsberg,

Gemeinde Fürstenwalde,

Gemeinde Rauen,

Gemeinde Wendisch Rietz bis zur östlichen Uferzone des Scharmützelsees und von der südlichen Spitze des Scharmützelsees südlich der B 246,

Gemeinde Reichenwalde,

Gemeinde Bad Saarow mit der Gemarkung Petersdorf und der Gemarkung Bad Saarow-Pieskow westlich der östlichen Uferzone des Scharmützelsees und ab nördlicher Spitze westlich der L35,

Gemeinde Tauche mit der Gemarkung Werder,

Gemeinde Steinhöfel,

Gemeinde Langewahl nördlich der A12,

Gemeinde Berkenbrück nördlich der A12,

Gemeinde Briesen (Mark) mit den Gemarkungen Wilmersdorf, Falkenberg, Madlitz Forst,

Landkreis Spree-Neiße:

Gemeinde Jänschwalde,

Gemeinde Peitz,

Gemeinde Tauer,

Gemeinde Turnow-Preilack,

Gemeinde Drachhausen,

Gemeinde Schmogrow-Fehrow,

Gemeinde Drehnow,

Gemeinde Guben mit der Gemarkung Schlagsdorf,

Gemeinde Schenkendöbern mit den Gemarkungen Grabko, Kerkwitz, Groß Gastrose,

Gemeinde Teichland,

Gemeinde Dissen-Striesow,

Gemeinde Heinersbrück,

Gemeinde Briesen,

Gemeinde Forst mit den Gemarkungen Briesníg, Weißagk, Bohrau, Naundorf, Mulknitz,

Gemeinde Spremberg mit den Gemarkungen, Graustein, Sellessen, Spremberg, Bühlow und die Gemarkungen Groß Buckow, Klein Buckow östlich des Tagebaues Welzow-Süd,

Gemeinde Neuhausen/Spree mit den Gemarkungen Kathlow, Haasow, Roggosen, Koppatz, Neuhausen, Frauendorf, Groß Oßnig, Groß Döbern und Klein Döbern,

Bundesland Sachsen

Landkreis Bautzen

Gemeinde Burkau östlich des Verlaufes S 94 und B 98,

Gemeinde Crostwitz,

Gemeinde Cunewalde,

Gemeinde Demitz-Thumitz,

Gemeinde Doberschau-Gaußig,

Gemeinde Elsterheide,

Gemeinde Göda,

Gemeinde Großpostwitz/O.L.,

Gemeinde Hochkirch, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Königswartha, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Kubschütz, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Lohsa sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Nebelschütz östlich des Verlaufes der S 94 in südliche Richtung bis Brücke Prietitzer Straße, Prietitzer Straße nordöstlich bis Lindenstraße, östlich der Lindenstraße bis Abzweig Nr. 25, in westliche Richtung zurück bis S 94, von dort östlich des Verlaufs der S 94 bis zur südlichen Gemeindegrenze,

Gemeinde Neschwitz, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Neukirch/Lausitz,

Gemeinde Obergurig,

Gemeinde Oßling,

Gemeinde Panschwitz-Kuckau östlich der S 94,

Gemeinde Puschwitz,

Gemeinde Räckelwitz,

Gemeinde Radibor sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Ralbitz-Rosenthal,

Gemeinde Rammenau östlich der B 98,

Gemeinde Schmölln-Putzkau östlich des Verlaufes der B 98 bis Abzweig S 156, östlich des Verlaufs der S 156 bis Kreisgrenze,

Gemeinde Sohland a. d. Spree,

Gemeinde Spreetal, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Stadt Bautzen, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Stadt Bernsdorf südlich der Landesgrenze Brandenburg-Sachsen und östlich entlang des Verlaufs der Bahnlinie DB6194 „Hosena - Kamenz (Sachs)“ bis Bahnabzweig im Süden des Ortsteils Strassgräbchen der Stadt Bernsdorf bis zum Bahnübergang S 94, ab Bahnübergang östlich des Verlaufs der S 94 bis zur südlichen Gemeindegrenze,

Gemeinde Stadt Bischhofswerda östlich der B 98,

Gemeinde Stadt Elstra östlich der S 94,

Gemeinde Stadt Hoyerswerda, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Stadt Kamenz östlich der S 94,

Gemeinde Stadt Lauta,

Gemeinde Stadt Schirgiswalde-Kirschau,

Gemeinde Stadt Wilthen,

Gemeinde Stadt Wittichenau, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Steinigtwolmsdorf.

Landkreis Görlitz

Gemeinde Beiersdorf,

Gemeinde Bertsdorf-Hörnitz,

Gemeinde Dürrhennersdorf,

Gemeinde Großschönau,

Gemeinde Großschweidnitz,

Gemeinde Hainewalde,

Gemeinde Kurort Jonsdorf,

Gemeinde Kottmar,

Gemeinde Lawalde,

Gemeinde Leutersdorf,

Gemeinde Mittelherwigsdorf,

Gemeinde Oderwitz,

Gemeinde Olbersdorf,

Gemeinde Oppach,

Gemeinde Oybin,

Gemeinde Rosenbach, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Schönau-Berzdorf a. d. Eigen, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Schönbach,

Gemeinde Stadt Bernstadt a. d. Eigen, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Stadt Ebersbach-Neugersdorf,

Gemeinde Stadt Herrnhut,

Gemeinde Stadt Löbau, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Stadt Neusalza-Spremberg,

Gemeinde Stadt Ostritz, sofern nicht Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Stadt Seifhennersdorf,

Gemeinde Stadt Zittau.

2.   Estland

De volgende beperkingszones I in Estland:

Hiiu maakond.

3.   Griekenland

De volgende beperkingszones I in Griekenland:

in the regional unit of Drama:

the community departments of Sidironero and Skaloti and the municipal departments of Livadero and Ksiropotamo (in Drama municipality),

the municipal department of Paranesti (in Paranesti municipality),

the municipal departments of Kokkinogeia, Mikropoli, Panorama, Pyrgoi (in Prosotsani municipality),

the municipal departments of Kato Nevrokopi, Chrysokefalo, Achladea, Vathytopos, Volakas, Granitis, Dasotos, Eksohi, Katafyto, Lefkogeia, Mikrokleisoura, Mikromilea, Ochyro, Pagoneri, Perithorio, Kato Vrontou and Potamoi (in Kato Nevrokopi municipality),

in the regional unit of Xanthi:

the municipal departments of Kimmerion, Stavroupoli, Gerakas, Dafnonas, Komnina, Kariofyto and Neochori (in Xanthi municipality),

the community departments of Satres, Thermes, Kotyli, and the municipal departments of Myki, Echinos and Oraio and (in Myki municipality),

the community department of Selero and the municipal department of Sounio (in Avdira municipality),

in the regional unit of Rodopi:

the municipal departments of Komotini, Anthochorio, Gratini, Thrylorio, Kalhas, Karydia, Kikidio, Kosmio, Pandrosos, Aigeiros, Kallisti, Meleti, Neo Sidirochori and Mega Doukato (in Komotini municipality),

the municipal departments of Ipio, Arriana, Darmeni, Archontika, Fillyra, Ano Drosini, Aratos and the Community Departments Kehros and Organi (in Arriana municipality),

the municipal departments of Iasmos, Sostis, Asomatoi, Polyanthos and Amvrosia and the community department of Amaxades (in Iasmos municipality),

the municipal department of Amaranta (in Maroneia Sapon municipality),

in the regional unit of Evros:

the municipal departments of Kyriaki, Mandra, Mavrokklisi, Mikro Dereio, Protokklisi, Roussa, Goniko, Geriko, Sidirochori, Megalo Derio, Sidiro, Giannouli, Agriani and Petrolofos (in Soufli municipality),

the municipal departments of Dikaia, Arzos, Elaia, Therapio, Komara, Marasia, Ormenio, Pentalofos, Petrota, Plati, Ptelea, Kyprinos, Zoni, Fulakio, Spilaio, Nea Vyssa, Kavili, Kastanies, Rizia, Sterna, Ampelakia, Valtos, Megali Doxipara, Neochori and Chandras (in Orestiada municipality),

the municipal departments of Asvestades, Ellinochori, Karoti, Koufovouno, Kiani, Mani, Sitochori, Alepochori, Asproneri, Metaxades, Vrysika, Doksa, Elafoxori, Ladi, Paliouri and Poimeniko (in Didymoteixo municipality),

in the regional unit of Serres:

the municipal departments of Kerkini, Livadia, Makrynitsa, Neochori, Platanakia, Petritsi, Akritochori, Vyroneia, Gonimo, Mandraki, Megalochori, Rodopoli, Ano Poroia, Katw Poroia, Sidirokastro, Vamvakophyto, Promahonas, Kamaroto, Strymonochori, Charopo, Kastanousi and Chortero and the community departments of Achladochori, Agkistro and Kapnophyto (in Sintiki municipality),

the municipal departments of Serres, Elaionas and Oinoussa and the community departments of Orini and Ano Vrontou (in Serres municipality),

the municipal departments of Dasochoriou, Irakleia, Valtero, Karperi, Koimisi, Lithotopos, Limnochori, Podismeno and Chrysochorafa (in Irakleia municipality).

4.   Letland

De volgende beperkingszones I in Letland:

Pāvilostas novada Vērgales pagasts,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Grobiņas novada Medzes, Grobiņas un Gaviezes pagasts. Grobiņas pilsēta,

Rucavas novada Rucavas pagasts,

Nīcas novads.

5.   Litouwen

De volgende beperkingszones I in Litouwen:

Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos,

Palangos miesto savivaldybė.

6.   Hongarije

De volgende beperkingszones I in Hongarije:

Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe,

Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403250, 403350, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404570, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950,

406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Győr-Moson-Sopron megye 100550, 100650, 100950, 101050, 101350, 101450, 101550, 101560 és 102150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251650, 251750, 251850, 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

7.   Polen

De volgende beperkingszones I in Polen:

w województwie kujawsko-pomorskim:

powiat brodnicki,

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Wielbark i Rozogi w powiecie szczycieńskim,

gminy Kisielice, Susz i część gminy wiejskiej Iława położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 521 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Szymbark - Ząbrowo - Segnowy – Laseczno – Gulb, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Szymbark - Ząbrowo - Segnowy – Laseczno - Gulb biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie iławskim,

gminy Biskupiec, Kurzętnik, część gminy wiejskiej Nowe Miasto Lubawskie położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Lekarty, a następnie na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Lekarty – Nowy Dwór Bratiański biegnącą do północnej granicy gminy miejskiej Nowe Miasto Lubawskie oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 538, część gminy Grodziczno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 538 w powiecie nowomiejskim,

gmina Iłowo -Osada w powiecie działdowskim,

gminy Janowo i Janowiec Kościelny w powiecie nidzickim,

w województwie podlaskim:

gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię koleją w powiecie wysokomazowieckim,

gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim,

gminy Szumowo, Zambrów z miastem Zambrów i część gminy Kołaki Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,

gminy Grabowo, Kolno i miasto Kolno, Turośl w powiecie kolneńskim,

w województwie kujawsko - pomorskim:

powiat brodnicki,

w województwie mazowieckim:

powiat ostrołęcki,

powiat miejski Ostrołęka,

gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Staroźreby i Stara Biała w powiecie płockim,

powiat miejski Płock,

powiat ciechanowski,

gminy Baboszewo, Dzierzążnia, Joniec, Nowe Miasto, Płońsk i miasto Płońsk, Raciąż i miasto Raciąż, Sochocin w powiecie płońskim,

powiat sierpecki,

powiat żuromiński,

gminy Andrzejewo, Brok, Stary Lubotyń, Szulborze Wielkie, Wąsewo, Ostrów Mazowiecka z miastem Ostrów Mazowiecka, część gminy Małkinia Górna położona na północ od rzeki Brok w powiecie ostrowskim,

powiat mławski,

powiat przasnyski,

powiat makowski,

powiat pułtuski,

powiat wyszkowski,

powiat węgrowski,

gminy Dąbrówka, Jadów, Klembów, Poświętne, Radzymin, Strachówka Wołomin i Tłuszcz w powiecie wołomińskim,

gminy Mokobody i Suchożebry w powiecie siedleckim,

gminy Dobre, Jakubów, Kałuszyn, Stanisławów w powiecie mińskim,

gminy Bielany i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim,

gminy Kowala, Wierzbica, część gminy Wolanów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie radomskim,

powiat miejski Radom,

gminy Jastrząb, Mirów, Orońsko w powiecie szydłowieckim,

powiat gostyniński,

w województwie podkarpackim:

powiat jasielski,

powiat strzyżowski,

część powiatu ropczycko – sędziszowskiego niewymieniona w części II załącznika I,

gminy Pruchnik, Rokietnica, Roźwienica, w powiecie jarosławskim,

gminy Fredropol, Krasiczyn, Krzywcza, Medyka, Orły, Żurawica, Przemyśl w powiecie przemyskim,

powiat miejski Przemyśl,

gminy Gać, Jawornik Polski, Kańczuga, część gminy Zarzecze położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim,

powiat łańcucki,

gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski, część gminy Świlcza położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 94 i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,

gminy Dzikowiec, Kolbuszowa i Raniżów w powiecie kolbuszowskim,

gminy Brzostek, Jodłowa, miasto Dębica, część gminy wiejskiej Dębica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim,

w województwie świętokrzyskim:

powiat buski,

powiat kazimierski,

powiat opatowski,

powiat sandomierski,

gminy Bogoria, Łubnice, Oleśnica, Osiek, Połaniec, Rytwiany i Staszów w powiecie staszowskim,

gminy Bliżyn, Skarżysko – Kamienna, Suchedniów i Skarżysko Kościelne w powiecie skarżyskim,

gmina Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy oraz na północ od drogi nr 42 i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno - wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

powiat ostrowiecki,

gminy Fałków, Ruda Maleniecka, Radoszyce, Smyków, część gminy Końskie położona na zachód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na południe od linii kolejowej w powiecie koneckim,

gminy Mniów i Zagnańsk w powiecie kieleckim,

w województwie łódzkim:

gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim,

gminy Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka w powiecie rawskim,

gminy Bolimów, Głuchów, Godzianów, Lipce Reymontowskie, Maków, Nowy Kawęczyn, Skierniewice, Słupia w powiecie skierniewickim,

powiat miejski Skierniewice,

gminy Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim,

powiat tomaszowski,

powiat brzeziński,

powiat łaski,

powiat miejski Łódź,

gminy Andrespol, Koluszki, Nowosolna w powiecie łódzkim wschodnim,

gminy Dobroń, Ksawerów, Lutomiersk, miasto Konstantynów Łódzki, miasto Pabianice, część gminy wiejskiej Pabianice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dłutów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 485 w powiecie pabianickim,

gmina Wieruszów, część gminy Sokolniki położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 4715E, część gminy Galewice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Przybyłów – Ostrówek – Dąbrówka – Zmyślona w powiecie wieruszowskim, gminy Aleksandrów Łódzki, Stryków, miasto Zgierz w powiecie zgierskim,

gminy Bełchatów z miastem Bełchatów, Drużbice, Kluki, Rusiec, Szczerców, Zelów w powiecie bełchatowskim,

gminy Osjaków, Konopnica, Pątnów, Wierzchlas, część gminy Mokrsko położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Krzyworzeka – Mokrsko - Zmyślona – Komorniki – Orzechowiec – Poręby, część gminy Wieluń położona na wschód od zachodniej granicy miejscowości Wieluń oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Wieluń – Turów – Chotów biegnącą do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostrówek położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę Pyszna w powiecie wieluńskim,

część powiatu sieradzkiego nie wymieniona w części III załącznika I,

powiat zduńskowolski,

gminy Aleksandrów, Sulejów, Wola Krzysztoporska, Wolbórz, część gminy Moszczenica położona na wschód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Moszczenica – Osiedle, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Moszczenica – Osiedle – Kosów do skrzyżowania z drogą nr 12 i dalej na wschód od drogi nr 12 biegnącej od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Grabica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 473 biegnącej od zachodniej granicy gminy do miejscowości Wola Kamocka, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 473 i łączącą miejscowości Wola Kamocka – Papieże Kolonia – Papieże do wschodniej granicy gminy w powiecie piotrkowskim,

powiat miejski Piotrków Trybunalski,

w województwie pomorskim:

gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,

gminy Lichnowy, Miłoradz, Nowy Staw, Malbork z miastem Malbork w powiecie malborskim,

gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim,

powiat gdański,

Miasto Gdańsk,

powiat tczewski,

powiat kwidzyński,

w województwie lubuskim:

powiat miejski Gorzów Wielkopolski,

część powiatu gorzowskiego nie wymieniona w części II załącznika I,

powiat strzelecko-drezdenecki,

w województwie dolnośląskim:

powiat oleśnicki,

powiat wrocławski,

powiat średzki,

powiat legnicki,

powiat lubański,

powiat wołowski,

powiat milicki,

powiat miejski Wrocław,

powiat miejski Legnica,

powiat lubański,

powiat złotoryjski,

powiat lwówecki,

gmina Chojnów w powiecie legnickim,

gmina Chocianów w powiecie polkowickim,

gminy Ścinawa i Lubin z miastem Lubin w powiecie lubińskim,

gminy Dziadowa Kłoda, Międzybórz, Syców w powiecie oleśnickim,

część powiatu trzebnickiego niewymieniona w części III załącznika I,

w województwie wielkopolskim:

gminy Krzemieniewo, Osieczna, Rydzyna, część gminy Lipno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5, część gminy Święciechowa położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie leszczyńskim,

powiat miejski Leszno,

gminy Granowo, Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim,

gminy Czempiń, Kościan i miasto Kościan, Krzywiń, część gminy Śmigiel położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie kościańskim,

powiat miejski Poznań,

gminy Buk, Dopiewo, Komorniki, Tarnowo Podgórne, Stęszew, Swarzędz, Pobiedziska, Czerwonak, Mosina, miasto Luboń, miasto Puszczykowo i część gminy Kórnik położona na zachód od linii wyznaczonych przez drogi: nr S11 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 434 i drogę nr 434 biegnącą od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Rokietnica położona na południowy zachód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz oraz część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na południe od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie poznańskim,

gmina Kiszkowo i część gminy Kłecko położona na zachód od rzeki Mała Wełna w powiecie gnieźnieńskim,

powiat czarnkowsko-trzcianecki,

gmina Kaźmierz część gminy Duszniki położona na południowy – wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostroróg położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo – Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, miasto Szamotuły i część gminy Szamotuły położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica - Ostroróg do linii wyznaczonej przez wschodnią granicę miasta Szamotuły i na południe od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły, do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na zachód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na zachód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim,

część powiatu rawickiego nie wymieniona w części III załącznika I,

gmina Budzyń w powiecie chodzieskim,

gminy Mieścisko, Skoki i Wągrowiec z miastem Wągrowiec w powiecie wągrowieckim,

powiat pleszewski,

gmina Zagórów w powiecie słupeckim,

gmina Pyzdry w powiecie wrzesińskim,

gminy Kotlin, Żerków i część gminy Jarocin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr S11 i 15 w powiecie jarocińskim,

gmina Rozdrażew, część gminy Koźmin Wielkopolski położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15, część gminy Krotoszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15 oraz na wschód od granic miasta Krotoszyn w powiecie krotoszyńskim,

powiat ostrowski,

powiat miejski Kalisz,

gminy Blizanów, Żelazków, Godziesze Wielkie, Koźminek, Lisków, Opatówek, Szczytniki, część gminy Stawiszyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zbiersk, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Zbiersk – Łyczyn – Petryki biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 do południowej granicy gminy, część gminy Ceków- Kolonia położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Młynisko – Morawin - Janków w powiecie kaliskim,

gminy Brudzew, Dobra, Kawęczyn, Przykona, Władysławów, Turek z miastem Turek część gminy Tuliszków położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 72 biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Turek a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 72 w mieście Turek do zachodniej granicy gminy w powiecie tureckim,

gminy Rzgów, Grodziec, Krzymów, Stare Miasto, część gminy Rychwał położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Rychwał, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 w miejscowości Rychwał do wschodniej granicy gminy w powiecie konińskim,

część gminy Kępno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie kępińskim,

powiat ostrzeszowski,

w województwie opolskim:

gminy Domaszowice, Wilków i część gminy Namysłów położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Głucha w powiecie namysłowskim,

gminy Wołczyn, Kluczbork, część gminy Byczyna położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 11 w powiecie kluczborskim,

część gminy Gorzów Śląski położona na południe od północnej granicy miasta Gorzów Śląski oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 45, część gminy Praszka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 45 w miejscowości Praszka oraz na południe od drogi łączącej miejscowości Praszka – Kowale Kolonia - Kiczmachów, część gminy Rudniki położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 43 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 43 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 42 w powiecie oleskim,

w województwie zachodniopomorskim:

część gminy Dębno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na północ od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,

gminy Trzcińsko – Zdrój, Widuchowa, część gminy Chojna położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 26 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Chojna, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 31 biegnącą od skrzyżowana z drogą nr 26 do południowej granicy gminy, w powiecie gryfińskim,

w województwie małopolskim:

powiat brzeski,

powiat gorlicki,

powiat proszowicki,

powiat nowosądecki,

powiat miejski Nowy Sącz,

część powiatu dąbrowskiego niewymieniona w części III załącznika I,

część powiatu tarnowskiego niewymieniona w części III załącznika I.

8.   Slowakije

De volgende beperkingszones I in Slowakije:

the whole district of Snina,

the whole district of Medzilaborce,

the whole district of Stropkov,

the whole district of Svidník, except municipalities included in part II,

in the district of Veľký Krtíš, the municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká nad Ipľom, Hrušov, Kleňany, Sečianky,

in the district of Levice, the municipalities of Ipeľské Úľany, Plášťovce, Dolné Túrovce, Stredné Túrovce, Šahy, Tešmak,

the whole district of Krupina, except municipalities included in part II,

the whole district of Banska Bystrica, except municipalities included in part II,

in the district of Liptovsky Mikulas – municipalities of Pribylina, Jamník, Svatý Štefan, Konská, Jakubovany, Liptovský Ondrej, Beňadiková, Vavrišovo, Liptovská Kokava, Liptovský Peter, Dovalovo, Hybe, Liptovský Hrádok, Važec, Východná, Kráľova Lehota, Nižná Boca, Vyšná Boca, Malužiná, Liptovská Porúbka, Liptovský Ján, Uhorská Ves, Podtureň, Závažná Poruba, Liptovský Mikuláš, Pavčina Lehota, Demänovská Dolina, Gôtovany, Galovany, Svätý Kríž, Lazisko, Dúbrava, Malatíny, Liptovské Vlachy, Liptovské Kľačany, Partizánska Ľupča, Kráľovská Ľubeľa, Zemianska Ľubeľa,

in the district of Ružomberok, the municipalities of Liptovská Lužná, Liptovská Osada, Podsuchá, Ludrová, Štiavnička, Liptovská Štiavnica, Nižný Sliač, Liptovské Sliače,

the whole district of Banska Stiavnica,

the whole district of Žiar nad Hronom.

DEEL II

1.   Bulgarije

De volgende beperkingszones II in Bulgarije:

the whole region of Haskovo,

the whole region of Yambol,

the whole region of Stara Zagora,

the whole region of Pernik,

the whole region of Kyustendil,

the whole region of Plovdiv,

the whole region of Pazardzhik,

the whole region of Smolyan,

the whole region of Dobrich,

the whole region of Sofia city,

the whole region of Sofia Province,

the whole region of Blagoevgrad,

the whole region of Razgrad,

the whole region of Kardzhali,

the whole region of Burgas excluding the areas in Part III,

the whole region of Varna excluding the areas in Part III,

the whole region of Silistra, excluding the areas in Part III,

the whole region of Ruse, excluding the areas in Part III,

the whole region of Veliko Tarnovo, excluding the areas in Part III,

the whole region of Pleven, excluding the areas in Part III,

the whole region of Targovishte, excluding the areas in Part III,

the whole region of Shumen, excluding the areas in Part III,

the whole region of Sliven, excluding the areas in Part III,

the whole region of Vidin, excluding the areas in Part III.

2.   Duitsland

De volgende beperkingszones II in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:

Landkreis Oder-Spree:

Gemeinde Grunow-Dammendorf,

Gemeinde Mixdorf

Gemeinde Schlaubetal,

Gemeinde Neuzelle,

Gemeinde Neißemünde,

Gemeinde Lawitz,

Gemeinde Eisenhüttenstadt,

Gemeinde Vogelsang,

Gemeinde Ziltendorf,

Gemeinde Wiesenau,

Gemeinde Friedland,

Gemeinde Siehdichum,

Gemeinde Müllrose,

Gemeinde Briesen mit den Gemarkungen Biegen, Alt Madlitz, Briesen, Neubrück-Forst und Kersdorf,

Gemeinde Jacobsdorf

Gemeinde Groß Lindow,

Gemeinde Brieskow-Finkenheerd,

Gemeinde Ragow-Merz,

Gemeinde Beeskow,

Gemeinde Rietz-Neuendorf,

Gemeinde Tauche mit den Gemarkungen Stremmen, Ranzig, Trebatsch, Sabrodt, Sawall, Mitweide, Lindenberg, Falkenberg (T), Görsdorf (B), Wulfersdorf, Giesensdorf, Briescht, Kossenblatt und Tauche,

Gemeinde Langewahl südlich der A12,

Gemeinde Berkenbrück südlich der A12,

Gemeinde Diensdorf-Radlow,

Gemeinde Wendisch Rietz östlich des Scharmützelsees und nördlich der B 246,

Gemeinde Bad Saarow mit der Gemarkung Neu Golm und der Gemarkung Bad Saarow-Pieskow östlich des Scharmützelsees und ab nördlicher Spitze östlich der L35,

Landkreis Dahme-Spreewald:

Gemeinde Jamlitz,

Gemeinde Lieberose,

Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Goyatz, Jessern, Lamsfeld, Ressen, Speichrow und Zaue,

Landkreis Spree-Neiße:

Gemeinde Schenkendöbern mit den Gemarkungen Stakow, Reicherskreuz, Groß Drewitz, Sembten, Lauschütz, Krayne, Lübbinchen, Grano, Pinnow, Bärenklau, Schenkendöbern und Atterwasch,

Gemeinde Guben mit den Gemarkungen Bresinchen, Guben und Deulowitz,

Landkreis Märkisch-Oderland:

Gemeinde Bleyen-Genschmar mit der Gemarkung Bleyen,

Gemeinde Neuhardenberg mit den Gemarkungen Wulkow bei Trebnitz Altfriedland bis östlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Neuhardenberg/Neufriedland, dem Feldweg folgend bis „Grubscher Graben“, Neuhardenberg östlicher Teil bis Gemarkungsgrenze Quappendorf entlang dem „Quappendorfer Kanal“ bis Gemarkungsgrenze Altfriedland,

Gemeinde Golzow,

Gemeinde Küstriner Vorland,

Gemeinde Alt Tucheband,

Gemeinde Reitwein,

Gemeinde Podelzig,

Gemeinde Gusow-Platkow mit den Gemarkungen BlankeHeide, Gusow bis nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Langsow, den „Zielgraben“ folgend über „Tergelgraben“ bis „Alte Oder“, Platkow bis östlicher Teil, begrenzt durch „Alte Oder“,

Gemeinde Seelow mit den Gemarkungen Seelow, Werbig, Langsow bis nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Buschdorf der „Buschdorfer Str.“/L37 folgend bis Feldweg, diesem folgend über Gehöft „Buschdorf 6“ über Acker bis Entwässerungsgraben, diesem südlich folgend bis „Feldweg“, diesem folgend Richtung „Eichwaldgraben“ bis Gemarkungsgrenze Gusow,

Gemeinde Vierlinden,

Gemeinde Lindendorf mit den Gemarkungen Sachsendorf, Libbenichen, Neu Mahlisch und Dolgelin – östlich der L 37,

Gemeinde Fichtenhöhe,

Gemeinde Lietzen östlich der L 37,

Gemeinde Falkenhagen (Mark) östlich der L 37,

Gemeinde Zeschdorf östlich der L 37,

Gemeinde Treplin,

Gemeinde Lebus,

Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Jahnsfelde, Trebnitz, Obersdorf, Münchehofe und Hermersdorf,

Gemeinde Märkische Höhe mit der Gemarkung Ringenwalde,

Gemeinde Bliesdorf mit der Gemarkung Metzdorf

kreisfreie Stadt Frankfurt (Oder),

Bundesland Sachsen:

Landkreis Bautzen:

Gemeinde Großdubrau,

Gemeinde Hochkirch nördlich der B 6,

Gemeinde Königswartha östlich der B 96,

Gemeinde Kubschütz nördlich der B 6,

Gemeinde Lohsa östlich der B 96,

Gemeinde Malschwitz,

Gemeinde Neschwitz östlich der B 96,

Gemeinde Radibor östlich der B 96,

Gemeinde Spreetal östlich der B 97,

Gemeinde Stadt Bautzen östlich des Verlaufs der B 96 bis Abzweig S 156 und nördlich des Verlaufs S 156 bis Abzweig B 6 und nördlich des Verlaufs der B 6 bis zur östlichen Gemeindegrenze,

Gemeinde Stadt Hoyerswerda südlich des Verlaufs der B 97 bis Abzweig B 96 und östlich des Verlaufs der B 96 bis zur südlichen Gemeindegrenze,

Gemeinde Stadt Weißenberg,

Gemeinde Stadt Wittichenau östlich der B 96.

Landkreis Görlitz:

Gemeinde Boxberg/O.L.,

Gemeinde Gablenz,

Gemeinde Groß Düben, sofern nicht bereits Teil des Beobachtungsgebietes,

Gemeinde Hähnichen,

Gemeinde Hohendubrau,

Gemeinde Horka,

Gemeinde Kodersdorf,

Gemeinde Königshain,

Gemeinde Krauschwitz i.d. O.L.,

Gemeinde Kreba-Neudorf,

Gemeinde Markersdorf,

Gemeinde Mücka,

Gemeinde Neißeaue,

Gemeinde Quitzdorf am See,

Gemeinde Rietschen,

Gemeinde Rosenbach nördlich der S 129,

Gemeinde Schleife,

Gemeinde Schönau-Berzdorf a. d. Eigen nördlich der S 129,

Gemeinde Schöpstal,

Gemeinde Stadt Bad Muskau, sofern nicht bereits Teil des Beobachtungsgebietes,

Gemeinde Stadt Bernstadt a. d. Eigen nördlich der S 129,

Gemeinde Stadt Görlitz,

Gemeinde Stadt Löbau nördlich der B 6 von der Kreisgrenze Bautzen bis zum Abzweig der S 129, auf der S 129 bis Gemeindegrenze,

Gemeinde Stadt Niesky,

Gemeinde Stadt Ostritz nördlich der S 129 und K 8616,

Gemeinde Stadt Reichenbach/O.L.,

Gemeinde Stadt Rothenburg/O.L.,

Gemeinde Stadt Weißwasser/O.L.

Gemeinde Trebendorf,

Gemeinde Vierkirchen,

Gemeinde Waldhufen,

Gemeinde Weißkeißel.

3.   Estland

De volgende beperkingszones II in Estland:

Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond).

4.   Letland

De volgende beperkingszones II in Letland:

Ādažu novads,

Aizputes novada Aizputes, Cīravas un Lažas pagasts, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, Aizputes pilsēta,

Aglonas novads,

Aizkraukles novads,

Aknīstes novads,

Alojas novads,

Alsungas novads,

Alūksnes novads,

Amatas novads,

Apes novads,

Auces novads,

Babītes novads,

Baldones novads,

Baltinavas novads,

Balvu novads,

Bauskas novads,

Beverīnas novads,

Brocēnu novads,

Burtnieku novads,

Carnikavas novads,

Cēsu novads

Cesvaines novads,

Ciblas novads,

Dagdas novads,

Daugavpils novads,

Dobeles novads,

Dundagas novads,

Durbes novads,

Engures novads,

Ērgļu novads,

Garkalnes novads,

Grobiņas novada Bārtas pagasts,

Gulbenes novads,

Iecavas novads,

Ikšķiles novads,

Ilūkstes novads,

Inčukalna novads,

Jaunjelgavas novads,

Jaunpiebalgas novads,

Jaunpils novads,

Jēkabpils novads,

Jelgavas novads,

Kandavas novads,

Kārsavas novads,

Ķeguma novads,

Ķekavas novads,

Kocēnu novads,

Kokneses novads,

Krāslavas novads,

Krimuldas novads,

Krustpils novads,

Kuldīgas novada, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Padures, Rumbas, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču, Ēdoles, Īvandes, Kurmāles, Turlavas, Gudenieku un Snēpeles pagasts, Kuldīgas pilsēta,

Lielvārdes novads,

Līgatnes novads,

Limbažu novads,

Līvānu novads,

Lubānas novads,

Ludzas novads,

Madonas novads,

Mālpils novads,

Mārupes novads,

Mazsalacas novads,

Mērsraga novads,

Naukšēnu novads,

Neretas novads,

Ogres novads,

Olaines novads,

Ozolnieku novads,

Pārgaujas novads,

Pāvilostas novada Sakas pagasts, Pāvilostas pilsēta,

Pļaviņu novads,

Preiļu novads,

Priekules novads,

Priekuļu novads,

Raunas novads,

republikas pilsēta Daugavpils,

republikas pilsēta Jelgava,

republikas pilsēta Jēkabpils,

republikas pilsēta Jūrmala,

republikas pilsēta Rēzekne,

republikas pilsēta Valmiera,

Rēzeknes novads,

Riebiņu novads,

Rojas novads,

Ropažu novads,

Rucavas novada Dunikas pagasts,

Rugāju novads,

Rundāles novads,

Rūjienas novads,

Salacgrīvas novads,

Salas novads,

Salaspils novads,

Saldus novads,

Saulkrastu novads,

Sējas novads,

Siguldas novads,

Skrīveru novads,

Skrundas novada Raņķu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes,

Smiltenes novads,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Strenču novads,

Talsu novads,

Tērvetes novads,

Tukuma novads,

Vaiņodes novada Vaiņodes pagasts un Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem autoceļa P116, P106,

Valkas novads,

Varakļānu novads,

Vārkavas novads,

Vecpiebalgas novads,

Vecumnieku novads,

Ventspils novads,

Viesītes novads,

Viļakas novads,

Viļānu novads,

Zilupes novads.

5.   Litouwen

De volgende beperkingszones II in Litouwen:

Alytaus miesto savivaldybė,

Alytaus rajono savivaldybė,

Anykščių rajono savivaldybė,

Akmenės rajono savivaldybė,

Birštono savivaldybė,

Biržų miesto savivaldybė,

Biržų rajono savivaldybė,

Druskininkų savivaldybė,

Elektrėnų savivaldybė,

Ignalinos rajono savivaldybė,

Jonavos rajono savivaldybė,

Joniškio rajono savivaldybė,

Jurbarko rajono savivaldybė: Eržvilko, Girdžių, Jurbarko miesto, Jurbarkų, Raudonės, Šimkaičių, Skirsnemunės, Smalininkų, Veliuonos ir Viešvilės seniūnijos,

Kaišiadorių rajono savivaldybė,

Kalvarijos savivaldybė,

Kauno miesto savivaldybė,

Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Batniavos, Ežerėlio, Domeikavos, Garliavos, Garliavos apylinkių, Karmėlavos, Kulautuvos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Raudondvario, Ringaudų, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Vandžiogalos, Užliedžių, Vilkijos, ir Zapyškio seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1, ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 1907,

Kazlų rūdos savivaldybė,

Kelmės rajono savivaldybė,

Kėdainių rajono savivaldybė: Dotnuvos, Gudžiūnų, Kėdainių miesto, Krakių, Pelėdnagių, Surviliškio, Šėtos, Truskavos, Vilainių ir Josvainių seniūnijos dalis į šiaurę ir rytus nuo kelio Nr. 229 ir Nr. 2032,

Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos,

Kupiškio rajono savivaldybė,

Kretingos rajono savivaldybė,

Lazdijų rajono savivaldybė,

Marijampolės savivaldybė,

Mažeikių rajono savivaldybė,

Molėtų rajono savivaldybė,

Pagėgių savivaldybė,

Pakruojo rajono savivaldybė,

Panevėžio rajono savivaldybė,

Panevėžio miesto savivaldybė,

Pasvalio rajono savivaldybė,

Radviliškio rajono savivaldybė,

Rietavo savivaldybė,

Prienų rajono savivaldybė,

Plungės rajono savivaldybė: Žlibinų, Stalgėnų, Nausodžio, Plungės miesto, Šateikių ir Kulių seniūnijos,

Raseinių rajono savivaldybė: Betygalos, Girkalnio, Kalnujų, Nemakščių, Pagojukų, Paliepių, Raseinių miesto, Raseinių, Šiluvos, Viduklės seniūnijos,

Rokiškio rajono savivaldybė,

Skuodo rajono savivaldybės: Aleksandrijos, Ylakių, Lenkimų, Mosėdžio, Skuodo ir Skuodo miesto seniūnijos,

Šakių rajono savivaldybė,

Šalčininkų rajono savivaldybė,

Šiaulių miesto savivaldybė,

Šiaulių rajono savivaldybė,

Šilutės rajono savivaldybė,

Širvintų rajono savivaldybė,

Šilalės rajono savivaldybė,

Švenčionių rajono savivaldybė,

Tauragės rajono savivaldybė,

Telšių rajono savivaldybė,

Trakų rajono savivaldybė,

Ukmergės rajono savivaldybė,

Utenos rajono savivaldybė,

Varėnos rajono savivaldybė,

Vilniaus miesto savivaldybė,

Vilniaus rajono savivaldybė,

Vilkaviškio rajono savivaldybė,

Visagino savivaldybė,

Zarasų rajono savivaldybė.

6.   Hongarije

De volgende beperkingszones II in Hongarije:

Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Fejér megye 403150, 403160, 403260, 404250, 404550, 404560, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye: 250350, 250850, 250950, 251450, 251550, 251950, 252050, 252150, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe.

7.   Polen

De volgende beperkingszones II in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Kalinowo, Stare Juchy, Prostki oraz gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim,

powiat elbląski,

powiat miejski Elbląg,

powiat gołdapski,

powiat piski,

powiat bartoszycki,

powiat ostródzki,

powiat olecki,

powiat giżycki,

powiat braniewski,

powiat kętrzyński,

gminy Lubomino i Orneta w powiecie lidzbarskim,

gminy Jedwabno, Szczytno i miasto Szczytno i Świętajno w powiecie szczycieńskim,

powiat mrągowski,

gminy Lubawa, miasto Lubawa, Zalewo, miasto Iława i część gminy wiejskiej Iława położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 521 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Szymbark - Ząbrowo - Segnowy – Laseczno – Gulb, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Szymbark - Ząbrowo - Segnowy – Laseczno - Gulb biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie iławskim,

część gminy wiejskiej Nowe Miasto Lubawskie położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Lekarty, a następnie na północny -wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Lekarty – Nowy Dwór Bratiański biegnącą do północnej granicy gminy miejskiej Nowe Miasto Lubawskie oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 538, część gminy Grodziczno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 538 w powiecie nowomiejskim,

powiat węgorzewski,

gminy Jeziorany, Kolno, część gminy Biskupiec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 57 w powiecie olsztyńskim,

część powiatu ostródzkiego nie wymieniona w części III załącznika I,

gmina Nidzica w powiecie nidzickim,

w województwie podlaskim:

powiat bielski,

powiat grajewski,

powiat moniecki,

powiat sejneński,

gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wizna w powiecie łomżyńskim,

powiat miejski Łomża,

część powiatu siemiatyckiego nie wymieniona w części III załącznika I,

powiat hajnowski,

gminy Ciechanowiec, Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim,

gmina Rutki i część gminy Kołaki Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,

gminy Mały Potok i Stawiski w powiecie kolneńskim,

powiat białostocki,

powiat suwalski,

powiat miejski Suwałki,

powiat augustowski,

powiat sokólski,

powiat miejski Białystok,

w województwie mazowieckim:

gminy Domanice, Korczew, Kotuń, Mordy, Paprotnia, Przesmyki, Siedlce, Skórzec, Wiśniew, Wodynie, Zbuczyn w powiecie siedleckim,

powiat miejski Siedlce,

gminy Ceranów, Jabłonna Lacka, Kosów Lacki, Repki, Sabnie, Sterdyń w powiecie sokołowskim,

powiat łosicki,

powiat sochaczewski,

gminy Policzna, Przyłęk, Tczów i Zwoleń w powiecie zwoleńskim,

powiat kozienicki,

gminy Chotcza i Solec nad Wisłą w powiecie lipskim,

gminy Gózd, Jastrzębia, Jedlnia Letnisko, Pionki z miastem Pionki, Skaryszew, Jedlińsk, Przytyk, Zakrzew, część gminy Iłża położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9, część gminy Wolanów położona na północ od drogi nr 12 w powiecie radomskim,

gminy Bodzanów, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim,

powiat nowodworski,

gminy Czerwińsk nad Wisłą, Naruszewo, Załuski w powiecie płońskim,

gminy: miasto Kobyłka, miasto Marki, miasto Ząbki, miasto Zielonka w powiecie wołomińskim,

gminy Borowie, Garwolin z miastem Garwolin, Miastków Kościelny, Parysów, Pilawa, część gminy Wilga położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły, część gminy Górzno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Łąki i Górzno biegnącą od wschodniej granicy gminy, następnie od miejscowości Górzno na północ od drogi nr 1328W biegnącej do drogi nr 17, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od drogi nr 17 do zachodniej granicy gminy przez miejscowości Józefów i Kobyla Wola w powiecie garwolińskim,

gminy Boguty – Pianki, Zaręby Kościelne, Nur i część gminy Małkinia Górna położona na południe od rzeki Brok w powiecie ostrowskim,

gminy Chlewiska i Szydłowiec w powiecie szydłowieckim,

gminy Cegłów, Dębe Wielkie, Halinów, Latowicz, Mińsk Mazowiecki i miasto Mińsk Mazowiecki, Mrozy, Siennica, miasto Sulejówek w powiecie mińskim,

powiat otwocki,

powiat warszawski zachodni,

powiat legionowski,

powiat piaseczyński,

powiat pruszkowski,

powiat grójecki,

powiat grodziski,

powiat żyrardowski,

powiat białobrzeski,

powiat przysuski,

powiat miejski Warszawa,

w województwie lubelskim:

powiat bialski,

powiat miejski Biała Podlaska,

gminy Batorz, Godziszów, Janów Lubelski, Modliborzyce i Potok Wielki w powiecie janowskim,

gminy Janowiec, Kazimierz Dolny, Końskowola, Kurów, Markuszów, Nałęczów, Puławy z miastem Puławy, Wąwolnica i Żyrzyn w powiecie puławskim,

gminy Nowodwór, miasto Dęblin i część gminy Ryki położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową powiecie ryckim,

gminy Adamów, Krzywda, Stoczek Łukowski z miastem Stoczek Łukowski, Wola Mysłowska, Trzebieszów, Stanin, Wojcieszków, gmina wiejska Łuków i miasto Łuków w powiecie łukowskim,

powiat lubelski,

powiat miejski Lublin,

gminy Niedźwiada, Ostrówek, Ostrów Lubelski, Serniki, Uścimów i Lubartów z miastem Lubartów w powiecie lubartowskim,

powiat łęczyński,

powiat świdnicki,

gminy Fajsławice, Gorzków, Izbica, Krasnystaw z miastem Krasnystaw, Kraśniczyn, Łopiennik Górny, Siennica Różana i część gminy Żółkiewka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,

gminy Chełm, Ruda – Huta, Sawin, Rejowiec, Rejowiec Fabryczny z miastem Rejowiec Fabryczny, Siedliszcze, Wierzbica, Żmudź, Dorohusk, Dubienka, Kamień, Leśniowice, Wojsławice w powiecie chełmskim,

powiat miejski Chełm,

powiat kraśnicki,

powiat opolski,

powiat parczewski,

powiat włodawski,

powiat radzyński,

powiat miejski Zamość,

gminy Sitno, Skierbieszów, Stary Zamość, Zamość w powiecie zamojskim,

w województwie podkarpackim:

powiat stalowowolski,

gminy Oleszyce, Lubaczów z miastem Lubaczów, Wielkie Oczy w powiecie lubaczowskim,

część gminy Kamień położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19, część gminy Sokołów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,

gminy Cmolas, Majdan Królewski i Niwiska powiecie kolbuszowskim,

część gminy Ostrów położona na północ od drogi linii wyznaczonej przez drogę nr A4 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 986, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 986 biegnącą od tego skrzyżowania do miejscowości Osieka i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Osieka_- Blizna w powiecie ropczycko – sędziszowskim,

gminy Grodzisko Dolne, część gminy wiejskiej Leżajsk położona na południe od miasta Leżajsk oraz na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę San, w powiecie leżajskim,

gmina Jarocin, część gminy Harasiuki położona na północ od linii wyznaczona przez drogę nr 1048 R, część gminy Ulanów położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Tanew, część gminy Nisko położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 oraz na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 19, część gminy Jeżowe położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie niżańskim,

powiat tarnobrzeski,

część gminy wiejskiej Przeworsk położona na zachód od miasta Przeworsk i na zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 biegnącą od granicy z gminą Tryńcza do granicy miasta Przeworsk, część gminy Zarzecze położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1594R biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zarzecze oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogi nr 1617R oraz 1619R biegnącą do południowej granicy gminy oraz na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim,

część gminy wiejskiej Dębica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim,

w województwie pomorskim:

gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim,

gmina Stare Pole w powiecie malborskim,

gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,

w województwie świętokrzyskim:

gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 w powiecie opatowskim,

część gminy Brody położona na zachód od linii kolejowej biegnącej od miejscowości Marcule i od północnej granicy gminy przez miejscowości Klepacze i Karczma Kunowska do południowej granicy gminy oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 i na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno – wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

gmina Gowarczów, część gminy Końskie położona na wschód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na północ od linii kolejowej w powiecie koneckim,

w województwie lubuskim:

gmina Kostrzyn nad Odrą i część gminy Witnica położona na południowy zachód od drogi biegnącej od zachodniej granicy gminy od miejscowości Krześnica, przez miejscowości Kamień Wielki - Mościce - Witnica - Kłopotowo do południowej granicy gminy, część gminy Deszczno położona na południowy – zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S3 oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Deszczno – Maszewo – Białobłocie – Krasowiec – Płonica do zachodniej granicy gminy w powiecie gorzowskim,

powiat żarski,

w województwie dolnośląskim:

powiat zgorzelecki,

gminy Grębocice, Polkowice, część gminy Przemków położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie polkowickim,

gmina Rudna w powiecie lubińskim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Przemęt i Wolsztyn w powiecie wolsztyńskim,

gmina Wielichowo część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 i część gminy Rakoniewice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie grodziskim,

gminy Wijewo, Włoszakowice, część gminy Lipno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 i część gminy Święciechowa położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie leszczyńskim,

część gminy Śmigiel położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie kościańskim,

powiat obornicki,

część gminy Połajewo na położona na południe od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo - ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim,

gmina Suchy Las, część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na północ od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Rokietnica położona na północ i na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz w powiecie poznańskim,

część gminy Szamotuły położona na wschód od wschodniej granicy miasta Szamotuły i na północ od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na wschód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na wschód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim,

gmina Malanów, część gminy Tuliszków położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 72 biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Turek, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 72 w mieście Turek do zachodniej granicy gminy w powiecie tureckim,

część gminy Rychwał położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Rychwał, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 443 biegnącą od skrzyżowania z drogę nr 25 w miejscowości Rychwał do wschodniej granicy gminy w powiecie konińskim,

gmina Mycielin, część gminy Stawiszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 25 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zbiersk, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Zbiersk – Łyczyn – Petryki biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 25 do południowej granicy gminy, część gminy Ceków- Kolonia położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Młynisko – Morawin - Janków w powiecie kaliskim,

w województwie łódzkim:

gminy Białaczów, Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim,

gminy Biała Rawska, Regnów i Sadkowice w powiecie rawskim,

gmina Kowiesy w powiecie skierniewickim,

w województwie zachodniopomorskim:

gmina Boleszkowice i część gminy Dębno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na południe od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,

gminy Cedynia, Mieszkowice, Moryń, część gminy Chojna położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 26 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Chojna, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 31 biegnącą od skrzyżowana z drogą nr 26 do południowej granicy gminy w powiecie gryfińskim.

8.   Slowakije

De volgende beperkingszones II in Slowakije:

the whole district of Gelnica,

the whole district of Poprad

the whole district of Spišská Nová Ves,

the whole district of Levoča,

the whole district of Kežmarok

in the whole district of Michalovce,

the whole district of Košice-okolie,

the whole district of Rožnava,

the whole city of Košice,

the whole district of Sobrance,

the whole district of Vranov nad Topľou,

the whole district of Humenné,

the whole district of Prešov,

in the whole district of Sabinov,

in the district of Svidník, the whole municipalities of Dukovce, Želmanovce, Kuková, Kalnište, Lužany pri Ondave, Lúčka, Giraltovce, Kračúnovce, Železník, Kobylince, Mičakovce,

the whole district of Bardejov,

the whole district of Stará Ľubovňa,

the whole district of Revúca,

the whole district of Rimavská Sobota,

in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities not included in part I,

the whole district of Lučenec,

the whole district of Poltár

the whole district of Zvolen,

the whole district of Detva,

in the district of Krupina the whole municipalities of Senohrad, Horné Mladonice, Dolné Mladonice, Čekovce, Lackov,

In the district of Banska Bystica, the whole municipalites of Kremnička, Malachov, Badín, Vlkanová, Hronsek, Horná Mičiná, Dolná Mičiná, Môlča Oravce, Čačín, Čerín, Bečov, Sebedín, Dúbravica, Hrochoť, Poniky, Strelníky, Povrazník, Ľubietová, Brusno, Banská Bystrica,

the whole district of Brezno.

DEEL III

1.   Bulgarije

De volgende beperkingszones III in Bulgarije:

the whole region of Gabrovo,

the whole region of Lovech,

the whole region of Montana,

the Pleven region:

the whole municipality of Belene

the whole municipality of Gulyantzi

the whole municipality of Dolna Mitropolia

the whole municipality of Dolni Dabnik

the whole municipality of Iskar

the whole municipality of Knezha

the whole municipality of Nikopol

the whole municipality of Pordim

the whole municipality of Cherven bryag,

the Ruse region:

the whole municipality of Dve mogili,

the Shumen region:

the whole municipality of Veliki Preslav,

the whole municipality of Venetz,

the whole municipality of Varbitza,

the whole municipality of Kaolinovo,

the whole municipality of Novi pazar,

the whole municipality of Smyadovo,

the whole municipality of Hitrino,

the Silistra region:

the whole municipality of Alfatar,

the whole municipality of Glavinitsa,

the whole municipality of Dulovo

the whole municipality of Kaynardzha,

the whole municipality of Tutrakan,

the Sliven region:

the whole municipality of Kotel,

the whole municipality of Nova Zagora,

the whole municipality of Tvarditza,

the Targovishte region:

the whole municipality of Antonovo,

the whole municipality of Omurtag,

the whole municipality of Opaka,

the Vidin region,

the whole municipality of Belogradchik,

the whole municipality of Boynitza,

the whole municipality of Bregovo,

the whole municipality of Gramada,

the whole municipality of Dimovo,

the whole municipality of Kula,

the whole municipality of Makresh,

the whole municipality of Novo selo,

the whole municipality of Ruzhintzi,

the whole municipality of Chuprene,

the Veliko Tarnovo region:

the whole municipality of Veliko Tarnovo,

the whole municipality of Gorna Oryahovitza,

the whole municipality of Elena,

the whole municipality of Zlataritza,

the whole municipality of Lyaskovetz,

the whole municipality of Pavlikeni,

the whole municipality of Polski Trambesh,

the whole municipality of Strazhitza,

the whole municipality of Suhindol,

the whole region of Vratza,

in Varna region:

the whole municipality of Avren,

the whole municipality of Beloslav,

the whole municipality of Byala,

the whole municipality of Dolni Chiflik,

the whole municipality of Devnya,

the whole municipality of Dalgopol,

the whole municipality of Provadia,

the whole municipality of Suvorovo,

the whole municipality of Varna,

the whole municipality of Vetrino,

in Burgas region:

the whole municipality of Burgas,

the whole municipality of Kameno,

the whole municipality of Malko Tarnovo,

the whole municipality of Primorsko,

the whole municipality of Sozopol,

the whole municipality of Sredets,

the whole municipality of Tsarevo,

the whole municipality of Sungurlare,

the whole municipality of Ruen,

the whole municipality of Aytos.

2.   Duitsland

De volgende beperkingszones III in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:

Landkreis Spree Neiße:

Gemeinde Forst (Lausitz) mit den Gemarkungen Forst (Lausitz), Klein Jamno, Groß Jamno, Groß Bademeusel, Klein Bademeusel,

Gemeinde Wiesengrund mit den Gemarkungen Gosda, Jethe, Gahry, Trebendorf, Mattendorf,

Gemeinde Neuhausen/ Spree mit den Gemarkungen Sergen, Komptendorf, Laubsdorf, Gablenz, Drieschnitz, Kahsel, Bagenz,

Gemeinde Spremberg mit den Gemarkungen Groß Luja, Türkendorf, Schönheide, Lieskau, Hornow, Wadelsdorf,

Gemeinde Neiße-Malxetal,

Gemeinde Döbern,

Gemeinde Tschernitz,

Gemeinde Felixsee,

Gemeinde Groß Schacksdorf-Simmersdorf,

Gemeinde Jämlitz-Klein Düben,

Landkreis Märkisch-Oderland:

Gemeinde Bleyen-Genschmar mit der Gemarkung Genschmar,

Gemeinde Bliesdorf nur Bliesdorf östlicher Teil, begrenzt aus Richtung Gemarkungsgrenze Neutrebbin entlang der Bahnlinie bis Straße „Sophienhof“ dieser östlich folgend bis „Ruesterchengraben“ , weiter entlang Feldweg an den Windrädern Richtung „Herrnhof“, weiter entlang „Letschiner Hauptgraben“ bis Gemarkungsgrenze Alttrebbin,

Gemeinde Letschin,

Gemeinde Gusow-Platkow mit den Gemarkungen Gusow nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Langsow, den „Zielgraben“ folgend über „Tergelgraben“ bis „Alte Oder“, Platkow östlicher Teil, begrenzt durch „Alte Oder“,

Gemeinde Neulewin mit den Gemarkungen Güstebieser Loose, Heinrichsdorf, Karlshof, Kerstenbruch, Neulewin, Neulietzegöricke, Rüsterwerder,

Gemeinde Neutrebbin mit den Gemarkungen Altbarnim, Altlewin, Alttrebbin, Neutrebbin, Wuschewier,

Gemeinde Seelow mit der Gemarkung nur Langsow nördlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Buschdorf der „Buschdorfer Str.“/L37 folgend bis Feldweg, diesem folgend über Gehöft „Buschdorf 6“ über Acker bis Entwässerungsgraben, diesem südlich folgend bis „Feldweg“, diesem folgend Richtung „Eichwaldgraben“ bis Gemarkungsgrenze Gusow,

Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Altwriezen östlicher Teil begrenzt durch Feldweg von Straße Altwriezen Richtung „Wallgraben“; Beauregard, Eichwerder,

Gemeinde Zechin,

Gemeinde Neuhardenberg mit den Gemarkungen Altfriedland östlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Neuhardenberg/Neufriedland, dem Feldweg folgend bis „Grubscher Graben“, Neuhardenberg östlicher Teil ab Gemarkungsgrenze Quappendorf entlang dem „Quappendorfer Kanal“ bis Gemarkungsgrenze Altfriedland, Quappendorf,

Bundesland Sachsen:

Landkreis Görlitz:

Gemeinde Groß Düben nördlich S126 und K8478,

Gemeinde Stadt Bad Muskau mit dem Gemeindeteil Kleine Mühle,

Gemeinde Stadt Bad Muskau mit dem Gemeindeteil Köbeln nördlich des Föhrenfließ.

3.   Italië

De volgende beperkingszones III in Italië:

tutto il territorio della Sardegna.

4.   Letland

De volgende beperkingszones III in Letland:

Aizputes novada Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296,

Kuldīgas novada, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296,

Skrundas novada Rudbāržu, Nīkrāces pagasts, Raņķu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasts (izņemot pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes), Skrundas pilsēta,

Vaiņodes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106.

5.   Litouwen

De volgende beperkingszones III in Litouwen:

Jurbarko rajono savivaldybė: Seredžiaus ir Juodaičių seniūnijos,

Kauno rajono savivaldybė: Čekiškės seniūnija, Babtų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 1907,

Kėdainių rajono savivaldybė: Pernaravos seniūnija ir Josvainių seniūnijos pietvakarinė dalis tarp kelio Nr. 229 ir Nr. 2032,

Plungės rajono savivaldybė: Alsėdžių, Babrungo, Paukštakių, Platelių ir Žemaičių Kalvarijos seniūnijos,

Raseinių rajono savivaldybė: Ariogalos ir Ariogalos miesto seniūnijos,

Skuodo rajono savivaldybės: Barstyčių, Notėnų ir Šačių seniūnijos.

6.   Polen

De volgende beperkingszones III in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

część powiatu działdowskiego nie wymieniona w części I załącznika I,

gmina Kozłowo w powiecie nidzickim,

gminy Dąbrówno, Grunwald i Ostróda z miastem Ostróda w powiecie ostródzkim,

część powiatu olsztyńskiego nie wymieniona w części II załącznika I,

gminy Kiwity i Lidzbark Warmiński z miastem Lidzbark Warmiński w powiecie lidzbarskim,

powiat miejski Olsztyn,

gminy Dźwierzuty, Pasym w powiecie szczycieńskim,

w województwie mazowieckim:

gminy Łaskarzew z miastem Łaskarzew, Maciejowice, Sobolew, Trojanów, Żelechów, część gminy Wilga położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły, część gminy Górzno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Łąki i Górzno biegnącą od wschodniej granicy gminy, następnie od miejscowości Górzno na południe od drogi nr 1328W biegnącej do drogi nr 17, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od drogi nr 17 do zachodniej granicy gminy przez miejscowości Józefów i Kobyla Wola w powiecie garwolińskim,

część gminy Iłża położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 w powiecie radomskim,

gmina Kazanów w powiecie zwoleńskim,

gminy Ciepielów, Lipsko, Rzeczniów i Sienno w powiecie lipskim,

w województwie lubelskim:

powiat tomaszowski,

gmina Białopole w powiecie chełmskim,

gmina Rudnik i część gminy Żółkiewka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,

gminy Adamów, Grabowiec, Komarów – Osada, Krasnobród, Łabunie, Miączyn, Nielisz, Radecznica, Sułów, Szczebrzeszyn, Zwierzyniec w powiecie zamojskim,

powiat biłgorajski,

powiat hrubieszowski,

gminy Dzwola i Chrzanów w powiecie janowskim,

gmina Serokomla w powiecie łukowskim,

gminy Abramów, Kamionka, Michów, Firlej, Jeziorzany, Kock w powiecie lubartowskim,

gminy Kłoczew, Stężyca, Ułęż i część gminy Ryki położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie ryckim,

gmina Baranów w powiecie puławskim,

w województwie podkarpackim:

powiat mielecki,

gminy Czarna, Pilzno, Żyraków w powiecie dębickim,

gminy Cieszanów, Horyniec – Zdrój, Narol i Stary Dzików w powiecie lubaczowskim,

gminy Kuryłówka, Nowa Sarzyna, miasto Leżajsk, część gminy wiejskiej Leżajsk położona na północ od miasta Leżajsk oraz część gminy wiejskiej Leżajsk położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę San, w powiecie leżajskim,

gminy Krzeszów, Rudnik nad Sanem, część gminy Harasiuki położona na południe od linii wyznaczona przez drogę nr 1048 R, część gminy Ulanów położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Tanew, część gminy Nisko położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 oraz na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 19, część gminy Jeżowe położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie niżańskim,

gminy Chłopice, Jarosław z miastem Jarosław, Laszki, Wiązownica, Pawłosiów, Radymno z miastem Radymno, w powiecie jarosławskim,

gmina Stubno w powiecie przemyskim,

część gminy Kamień położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie rzeszowskim,

gminy Adamówka, Sieniawa, Tryńcza, miasto Przeworsk, część gminy wiejskiej Przeworsk położona na wschód od miasta Przeworsk i na wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 biegnącą od granicy z gminą Tryńcza do granicy miasta Przeworsk, część gminy Zarzecze położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1594R biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zarzecze oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogi nr 1617R oraz 1619R biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie przeworskim,

w województwie lubuskim:

powiat słubicki,

powiat krośnieński,

powiat sulęciński,

powiat międzyrzecki,

powiat nowosolski,

powiat wschowski,

powiat świebodziński,

powiat zielonogórski

powiat żagański

powiat miejski Zielona Góra,

w województwie wielkopolskim:

powiat nowotomyski,

gmina Siedlec w powiecie wolsztyńskim,

część gminy Rakoniewice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie grodziskim,

powiat międzychodzki,

gmina Pniewy, część gminy Duszniki położona na północny – zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostroróg położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo – Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, część gminy Szamotuły położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica - Ostroróg w powiecie szamotulskim,

gminy Baranów, Bralin, Perzów, Łęka Opatowska, Rychtal, Trzcinica, część gminy Kępno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie kępińskim,

część gminy Namysłów położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę Głucha w powiecie namysłowskim,

część gminy Rawicz położona na zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Bojanowo położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S5 w powiecie rawickim,

w województwie dolnośląskim:

powiat górowski,

gminy Prusice i Żmigród w powiecie trzebnickim,

powiat głogowski,

powiat bolesławiecki,

gminy Gaworzyce, Radwanice i część gminy Przemków położona na północ od linii wyznaczonej prze drogę nr 12 w powiecie polkowickim,

w województwie świętokrzyskim:

część gminy Brody położona na wschód od linii kolejowej biegnącej od miejscowości Marcule i od północnej granicy gminy przez miejscowości Klepacze i Karczma Kunowska do południowej granicy gminy w powiecie starachowickim,

w województwie łódzkim:

gmina Czarnocin, część gminy Moszczenica położona na zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Moszczenica – Osiedle, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Moszczenica – Osiedle – Kosów do skrzyżowania z drogą nr 12 i dalej na zachód od drogi nr 12 biegnącej od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Grabica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 473 biegnącej od zachodniej granicy gminy do miejscowości Wola Kamocka, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 473 i łączącą miejscowości Wola Kamocka – Papieże Kolonia – Papieże do wschodniej granicy gminy w powiecie piotrkowskim,

gmina Brójce, Tuszyn, Rzgów w powiecie łódzkim wschodnim,

część gminy wiejskiej Pabianice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dłutów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 485 w powiecie pabianickim,

gminy Bolesławiec, Czastary, Lututów, Łubnice, część gminy Sokolniki położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 482, część gminy Galewice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Przybyłów – Ostrówek – Dąbrówka – Zmyślona w powiecie wieruszowskim,

gminy Biała, Czarnożyły, Skomlin, część gminy Mokrsko położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Krzyworzeka – Mokrsko - Zmyślona – Komorniki – Orzechowiec – Poręby, część gminy Wieluń położona na zachód od miejscowości Wieluń oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Wieluń – Turów – Chotów biegnącą do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostrówek położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Pyszna w powiecie wieluńskim,

część gminy Złoczew położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 482 biegnącą od zachodniej granicy gminy w miejscowości Uników do miejscowości Złoczew, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 477 biegnącą od miejscowości Złoczew do południowej granicy gminy, część gminy Klonowa położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy, łączącą miejscowości Owieczki - Klonowa – Górka Klonowska - Przybyłów w powiecie sieradzkim,

w województwie opolskim:

część gminy Gorzów Śląski położona na północ od miasta Gorzów Śląski oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 4715E, część gminy Praszka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 45 w miejscowości Praszka oraz na północ od drogi łączącej miejscowości Praszka - Kowale w powiecie oleskim,

część gminy Byczyna położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 11 w powiecie kluczborskim,

w województwie podlaskim:

gmina Siemiatycze, część gminy Mielnik położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy łączącą miejscowości Borysowszczyzna – Radziwiłówka – Mielnik, część gminy Nurzec- Stacja położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę 693 biegnącej od północnej granicy gminy do miejscowości Żerczyce, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogi łączące miejscowości Żerczyce - Nurzec-Stacja – Borysowszczyzna do południowej granicy gminy, część gminy Milejczyce położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy łączącą miejscowości Choroszczewo – Pokaniewo – Grabarka – Milejczyce do miejscowości Milejczyce, a następnie na zachód od drogi nr 693 biegnącej od miejscowości Milejczyce do południowej granicy gminy, część gminy Dziadkowice położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy, łączącej miejscowości Zaręby – Dziadkowice – Malewice – Hornowo do wschodniej granicy gminy w powiecie siemiatyckim,

w województwie małopolskim:

gminy Dąbrowa Tarnowska, Radgoszcz, Szczucin w powiecie dąbrowskim,,

gminy Lisia Góra, Pleśna, Ryglice, Skrzyszów, Tarnów, Tuchów w powiecie tarnowskim,

powiat miejski Tarnów.

7.   Roemenië

De volgende beperkingszones III in Roemenië:

Zona orașului București,

Județul Constanța,

Județul Satu Mare,

Județul Tulcea,

Județul Bacău,

Județul Bihor,

Județul Bistrița Năsăud,

Județul Brăila,

Județul Buzău,

Județul Călărași,

Județul Dâmbovița,

Județul Galați,

Județul Giurgiu,

Județul Ialomița,

Județul Ilfov,

Județul Prahova,

Județul Sălaj,

Județul Suceava

Județul Vaslui,

Județul Vrancea,

Județul Teleorman,

Judeţul Mehedinţi,

Județul Gorj,

Județul Argeș,

Judeţul Olt,

Judeţul Dolj,

Județul Arad,

Județul Timiș,

Județul Covasna,

Județul Brașov,

Județul Botoșani,

Județul Vâlcea,

Județul Iași,

Județul Hunedoara,

Județul Alba,

Județul Sibiu,

Județul Caraș-Severin,

Județul Neamț,

Județul Harghita,

Județul Mureș,

Județul Cluj,

Județul Maramureş.

8.   Slowakije

De volgende beperkingszones III in Slowakije:

In the district of Lučenec: Lučenec a jeho časti, Panické Dravce, Mikušovce, Pinciná, Holiša, Vidiná, Boľkovce, Trebeľovce, Halič, Stará Halič, Tomášovce, Trenč, Veľká nad Ipľom, Buzitka (without settlement Dóra), Prša, Nitra nad Ipľom, Mašková, Lehôtka, Kalonda, Jelšovec, Ľuboreč, Fiľakovské Kováče, Lipovany, Mučín, Rapovce, Lupoč, Gregorova Vieska, Praha,

In the district of Poltár: Kalinovo, Veľká Ves,

the whole district of Trebišov

”.

RICHTLIJNEN

22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/45


GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2021/1206 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2021

tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake uitrusting van zeeschepen wat betreft de toepasselijke norm voor laboratoria die worden gebruikt door conformiteitsbeoordelingsinstanties voor uitrusting van zeeschepen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad (1), en met name artikel 36,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens Richtlijn 2014/90/EU moeten conformiteitsbeoordelingsinstanties voldoen aan de voorschriften van bijlage III om aangemelde instanties te worden.

(2)

Conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten erop toezien dat testlaboratoria die worden gebruikt voor conformiteitsbeoordelingen, voldoen aan de eisen van norm EN ISO/IEC 17025.

(3)

Norm EN ISO/IEC 17025 specificeert de algemene eisen voor de bekwaamheid, onpartijdigheid en consistente werking van laboratoria.

(4)

In 2017 heeft de ISO een herziening van norm EN ISO/IEC 17025 gepubliceerd en heeft zij de vorige versie van de norm ingetrokken; die kan wel nog worden gebruikt gedurende een overgangsperiode van drie jaar die afloopt in november 2020.

(5)

De verwijzing in Richtlijn 2014/90/EU naar norm EN ISO/IEC 17025 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In punt 19 van bijlage III bij Richtlijn 2014/90/EU wordt “EN ISO/IEC 17025:2005” vervangen door “EN ISO/IEC 17025:2017”.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 31 januari 2022 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 257 van 28.8.2014, blz. 146.


BESLUITEN

22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/47


BESLUIT (EU) 2021/1207 VAN DE RAAD

van 19 juli 2021

tot wijziging van Beschikking 2003/77/EG tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Protocol nr. 37 betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 2, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn, heeft de Unie “koplopers op het gebied van klimaat en hulpbronnen” nodig die vóór 2030 de eerste commerciële toepassingen van baanbrekende technologieën in belangrijke industriële sectoren ontwikkelen en het staalproductieproces koolstofvrij maken.

(2)

Overeenkomstig Beschikking 2003/76/EG van de Raad (2) beheert de Commissie de activa van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal op een wijze die rentabiliteit op lange termijn garandeert. Bij Beschikking 2003/77/EG van de Raad (3) zijn de meerjarige financiële richtsnoeren voor het beheer van die activa vastgesteld. Op grond van artikel 2 van Beschikking 2003/77/EG dient de Commissie deze richtsnoeren te herzien of aan te vullen en de werking en doeltreffendheid ervan te evalueren.

(3)

Om zinvolle steun te verlenen aan waardevolle collaboratieve onderzoeksprojecten die over de nodige kritische massa en Europese meerwaarde beschikken om de duurzaamheid, het concurrentievermogen, de gezondheid, de veiligheid en de arbeidsomstandigheden in bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren te verbeteren, moet ervoor worden gezorgd dat betalingen in verband met de jaarlijkse toewijzing zoals gedefinieerd en vastgesteld in artikel 2 van Beschikking 2003/76/EG tot en met het jaar 2027 worden verricht voor de financiering van dergelijke projecten. Dergelijke betalingen moeten worden gefinancierd uit de netto-opbrengsten van de beleggingen en uit de opbrengsten van de verkoop van een deel van de activa en dit ten belope van het jaarlijkse bedrag dat door de aangewezen dienst van de Commissie wordt vastgesteld op grond van Beschikkingen 2003/76/EG en 2008/376/EG van de Raad (4).

(4)

Uit de ervaring die is opgedaan tijdens de meest recente vijfjarige uitvoeringsperiode van de financiële richtsnoeren (2012-2017) en de ontwikkelingen van de omstandigheden op de financiële markten blijkt dat deze richtsnoeren moeten worden aangepast.

(5)

De activa die overblijven na de onttrekkingen tot 2027 die betrekking hebben op de bij Beschikking 2003/76/EG vastgestelde jaarlijkse toewijzing, moeten worden beheerd met een beleggingshorizon op langere termijn die verdere diversificatie mogelijk maakt.

(6)

Wanneer een groot deel van de activa op langere termijn wordt belegd, kan doorgaans een hoger rendement worden verwacht, rekening houdend met mogelijk grotere schommelingen op korte termijn. Niettemin dient er zodanig te worden belegd dat er voldoende liquide activa blijven voor de jaarlijkse betalingen waar de aangewezen dienst van de Commissie op basis van Beschikkingen 2003/76/EG en 2008/376/EG om verzoekt.

(7)

De financiële richtsnoeren moeten ervoor zorgen dat de technische aspecten van de uitvoering op een flexibelere manier kunnen worden benaderd en in de richtsnoeren moeten voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen passende beleggingsinstrumenten worden vastgesteld.

(8)

Er moet niet naar elke activaklasse afzonderlijk worden gekeken, maar wel naar de rol die de activaklasse speelt in een gediversifieerde portefeuille. In het verleden is gebleken dat diversificatie van activaklassen een hoger rendement bij hetzelfde risiconiveau oplevert. Wanneer besluiten worden genomen in verband met de allocatie van activa is de correlatie tussen activa belangrijk binnen de context van het totale beleggingsrisico en de totale opbrengst.

(9)

De activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal moeten worden beheerd volgens een beleggingsstrategie die wordt uitgedrukt in de vorm van een strategische allocatie en een strategische benchmark, waarin de beleggingsdoelstellingen en de risicotolerantie van de activa tot uitdrukking komen. De benchmark biedt de portefeuillebeheerders een leidraad op lange termijn in de vorm van allocaties aan verschillende activaklassen.

(10)

De financiële richtsnoeren moeten beleggingen mogelijk maken in zeer liquide obligaties die in US-dollars luiden en door overheden, supranationale instellingen, lagere overheden en overheidsagentschappen worden uitgegeven, zodat de diversificatie wordt versterkt terwijl de risico’s van verliezen als gevolg van wisselkoersfluctuaties in passende mate worden afgedekt. De Commissie moet, met instemming van de rekenplichtige van de Commissie, kunnen beslissen over beleggingen in andere activa die luiden in valuta’s van andere geavanceerde economieën of andere lidstaten. Bij dergelijke beslissingen moet volledig worden onderbouwd wat de voordelen van de betrokken belegging voor de prestaties van de activa zijn. In de financiële richtsnoeren moet het gamma van in aanmerking komende beleggingen worden uitgebreid zodat een gediversifieerde positie kan worden ingenomen in brede marktindices, bepaalde geografische sectoren en specifieke activaklassen.

(11)

De financiële richtsnoeren moeten het gebruik van andere financiële instrumenten, zoals futures, forwards en swaps, toestaan met het oog op het beheer van risico’s en risicoposities, zoals rente- en valutarisico’s.

(12)

De ecologische, sociale en governancepraktijken (ESG-praktijken) van een belegging krijgen steeds meer gewicht en moeten in aanmerking worden genomen wanneer beleggingsbeslissingen worden genomen. Beschikking 2003/77/EG dient te worden gewijzigd om hierin ESG-praktijken op te nemen door middel van de invoering van zowel een positieve screening teneinde ESG-overwegingen meer te laten doorwegen in de selectie van beleggingen, als een negatieve screening aan de hand van een lijst van activiteiten die om ethische of morele redenen zijn uitgesloten van de belegging van kasmiddelen.

(13)

Het jaarverslag van de Commissie aan de lidstaten over de in het kader van de financiële richtsnoeren uitgevoerde beheersverrichtingen moet informatie verschaffen over de allocatie aan de verschillende activaklassen. In het jaarverslag moet ook elke belangrijke wijziging in de strategische allocatie van activa worden toegelicht.

(14)

Beschikking 2003/77/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

Gezien de structurele verwevenheid met Beschikking 2003/76/EG dient deze wijziging slechts van toepassing te zijn met ingang van de datum van toepassing van Besluit (EU) 2021/1208 (5),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 2003/77/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 1 bis

De activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden beheerd om, binnen de grenzen van de jaarlijkse toewijzing van 111 miljoen EUR, jaarlijkse betalingen te verrichten ter financiering van collaboratief onderzoek in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren. Dergelijke jaarlijkse betalingen worden gefinancierd uit de netto-opbrengsten van de beleggingen en uit de opbrengsten van de verkoop van een deel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en dit ten belope van het jaarlijkse bedrag dat door de aangewezen dienst van de Commissie wordt vastgesteld op grond van Beschikkingen 2003/76/EG en 2008/376/EG van de Raad (*1).

(*1)  Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).”."

2)

De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van de datum van toepassing van Besluit (EU) 2021/1208.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PODGORŠEK


(1)  Advies van 7 juli 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

(3)  Beschikking 2003/77/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 25).

(4)  Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

(5)  Besluit (EU) 2021/1208 van de Raad van 19 juli 2021 tot wijziging van Beschikking 2003/76/EG tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (zie bladzijde 54 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE

Financiële richtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

1.   GEBRUIK VAN MIDDELEN

De activa van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in liquidatie, inclusief haar leningenportefeuille en haar beleggingen, worden voor zover nodig gebruikt om aan de resterende verplichtingen van de EGKS te voldoen, wat betreft haar nog lopende opgenomen leningen, haar verplichtingen uit eerdere operationele begrotingen en eventuele niet te voorziene verplichtingen.

De activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal die niet nodig zijn om aan de in de eerste alinea bedoelde verplichtingen te voldoen, worden met beleid belegd in overeenstemming met de gekozen beleggingshorizon zodat deze inkomsten genereren waarmee de financiering van onderzoek in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren kan worden voortgezet.

De activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden gebruikt om, binnen de grenzen van de jaarlijkse toewijzing van 111 miljoen EUR, jaarlijkse betalingen te verrichten voor onderzoek in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren. Voor deze betalingen moeten de netto-opbrengsten van de beleggingen worden gebruikt. Indien deze netto-opbrengsten ontoereikend zijn voor de jaarlijkse toewijzing, worden deze aangevuld met de opbrengsten van de verkoop van een deel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Na 2027 worden de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal zo belegd dat deze inkomsten genereren waarmee de voortzetting van het onderzoek in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren kan worden gefinancierd.

2.   BELEGGINGSHORIZON, BELEGGINGSDOELSTELLING EN RISICOTOLERANTIE

De activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden zo belegd dat deze hun waarde behouden en zo mogelijk in waarde stijgen (de “beleggingsdoelstelling”). De beleggingsdoelstelling wordt gedurende de hele beleggingshorizon nagestreefd en met een hoog niveau van zekerheid verwezenlijkt.

De activa worden volgens de prudentiële regels en de beginselen van goed financieel beheer en overeenkomstig de door de rekenplichtige van de Commissie opgestelde regels en procedures beheerd.

De beleggingsdoelstelling wordt nagestreefd door middel van een prudente beleggingsstrategie, die gebaseerd is op een sterke spreiding tussen de in aanmerking komende activaklassen, geografische gebieden, uitgevende instellingen en looptijden (de “beleggingsstrategie”). In de beleggingsstrategie wordt rekening gehouden met de beleggingshorizon en gewaarborgd dat de middelen indien en wanneer nodig in voldoende liquide vorm beschikbaar zijn.

De beleggingsstrategie wordt uitgedrukt in de vorm van een strategische allocatie van activa, waarin de indicatieve doelallocaties voor de verschillende categorieën van in aanmerking komende financiële activa zijn vastgesteld.

De Commissie vertaalt de strategische allocatie van activa in een strategische benchmark (de “benchmark”) waartegen de prestaties van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden afgezet.

De beleggingsstrategie en de benchmark worden door de Commissie voorgesteld en met de rekenplichtige van de Commissie overeengekomen na raadpleging van de gedelegeerde ordonnateurs van de Commissie.

De beleggingsstrategie en de benchmark kunnen door de Commissie worden gewijzigd in geval van naar behoren gedocumenteerde en gemotiveerde gewijzigde economische omstandigheden, een aanzienlijke verandering in de behoeften en de toestand van de bijdragende instrumenten of een significante wijziging van de ramingen van de in- en uitstromen. De procedure voor de wijziging van de beleggingsstrategie is dezelfde als die voor de eerste vaststelling.

Bij de opstelling van de beleggingsstrategie wordt rekening gehouden met de beleggingshorizon en de risicotolerantie van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

3.   BEGINSELEN INZAKE DE ALLOCATIE VAN ACTIVA EN IN AANMERKING KOMENDE BELEGGINGEN

Om beleggingsrisico’s te beperken, wordt gezorgd voor voldoende spreiding tussen en binnen alle activaklassen. In beginsel geldt dat hoe risicovoller of hoe minder liquide de activa zijn, des te minder geconcentreerd de positie in die activa mag zijn.

Diversificatie en gespreide blootstelling op de verschillende activaklassen kunnen ook worden bereikt door te beleggen in instellingen voor collectieve belegging of in ter beurze verhandelde producten.

De activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden uitsluitend belegd in:

a)

in euro luidende geldmarktactiva;

b)

vastrentende waardepapieren, en

c)

gereguleerde collectieve beleggingen in schuld en aandelen.

Met de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden posities opgebouwd in de in de vorige alinea bedoelde activaklassen door middel van beleggingen in de volgende instrumenten of middels de volgende verrichtingen:

a)

deposito’s;

b)

bij Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad (1) gereguleerde geldmarktinstrumenten en geldmarktfondsen die dagelijkse liquiditeit bieden;

c)

schuldinstrumenten, zoals obligaties, wissels en orderbrieven, en gesecuritiseerde instrumenten in overeenstemming met de in Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad (2) bepaalde eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde criteria;

d)

onder Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) vallende instellingen voor collectieve belegging, inclusief indexfondsen die in aandelen of in schuldinstrumenten beleggen waarbij de maximumverliezen de belegde bedragen niet kunnen overschrijden;

e)

retrocessieovereenkomsten in overeenstemming met het beginsel van artikel 212, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (4) (het “Financieel Reglement”);

f)

omgekeerde retrocessieovereenkomsten;

g)

effectenuitleningstransacties met erkende clearingsystemen zoals Clearstream en Euroclear, of met vooraanstaande financiële instellingen die in dit soort verrichtingen gespecialiseerd zijn.

Derivaten in de vorm van termijncontracten, futurescontracten en swapcontracten worden uitsluitend voor een efficiënt portefeuillebeheer gebruikt en niet met het oog op speculatie of het gebruik van posities als hefboom. Dergelijke derivaten kunnen worden gebruikt voor de aanpassing van de looptijd, de limitering van kredietrisico of andere risico’s of wijzigingen in de allocatie van activa in overeenstemming met het beleggingsbeleid.

De activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal mogen, uitsluitend met het oog op diversificatie en blootstelling op een andere rentecurve, worden belegd in zeer liquide obligaties die in US dollars luiden en door soevereine en supranationale entiteiten zijn uitgegeven. Het valutarisico wordt afgedekt door middel van een oordeelkundig gebruik van swaps of andere instrumenten voor afdekking van het wisselkoersrisico zoals gespecificeerd in de vorige alinea.

De Commissie kan na goedkeuring van de rekenplichtige de in aanmerking komende beleggingen uitbreiden tot andere activaklassen en beleggingsverrichtingen die in overeenstemming zijn met de beleggingsstrategie en -doelstellingen, en tot de valuta’s van andere geavanceerde economieën van de lijst die het Internationaal Monetair Fonds geregeld bekendmaakt, mits het valutarisico is afgedekt. Elk besluit om nieuwe activaklassen, beleggingsverrichtingen of valuta’s van geavanceerde economieën op te nemen, wordt gestaafd met een onderbouwde motivering per activaklasse, verrichting of valuta, waarin staat hoe de uitgebreide beleggingsmogelijkheden de resultaten in termen van risico/rendement van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal zullen verbeteren. Die motivering omvat een beoordeling van de operationele capaciteiten die vereist zijn ter ondersteuning van de nieuwe beleggingsmogelijkheden.

4.   ECOLOGISCHE, SOCIALE, BESTUURLIJKE EN MORELE OVERWEGINGEN

De volgende ecologische, sociale en governancecriteria (ESG-criteria) zijn van toepassing:

a)

de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden belegd met inachtneming van de beleidsdoelstelling van de Unie om duurzame financiering en sociale rechtvaardigheid te bevorderen, voor zover zulks verenigbaar is met de instandhouding van het kapitaal van de activa;

b)

bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt alle wetgeving ter bevordering van de ESG-financieringsinstrumenten nageleefd en worden de bij het regelgevingskader van de Unie ingestelde toepasselijke normen, stelsels, criteria en processen geëerbiedigd;

c)

de Commissie kan de technische deskundigengroep voor duurzame financiering van de EU, of de opvolger daarvan, raadplegen over de toepassing van ESG-factoren in de beleggingsstrategie voor de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, voor de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal;

d)

de Commissie houdt toezicht op het ESG-profiel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, en brengt daarover verslag uit in het kader van het jaarlijkse verslag bedoeld in punt 7 (Beheersprocedures).

De volgende activiteiten worden op ethische of morele gronden uitgesloten voor beleggingsdoeleinden:

a)

beleggingen in effecten die zijn uitgegeven door entiteiten waarvan, voor zover de Commissie weet, in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat zij zijn betrokken bij:

i)

activiteiten die op ethische of morele gronden krachtens Unierecht en internationale verdragen en overeenkomsten onrechtmatig worden geacht of verboden zijn;

ii)

activiteiten die betrekking hebben op de ontwikkeling, de productie en de verhandeling van munitie of wapens die krachtens het toepasselijke internationale verboden zijn.

b)

beleggingen in effecten die zijn uitgegeven door ondernemingen die, voor zover de Commissie weet, meer dan 25 % van hun totale jaaromzet genereren uit de onderstaande activiteiten:

i)

gokgerelateerde activiteiten (activiteiten in verband met de productie, distributie, verwerking, handel en software);

ii)

tabaksproducten en -activiteiten (productie, distributie, verwerking en handel);

iii)

de sekshandel en de bijbehorende infrastructuur, diensten en media.

5.   OVERDRACHT NAAR DE ALGEMENE BEGROTING VAN DE UNIE

De netto-opbrengsten van de beleggingen van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, alsook de opbrengsten van de verkoop van een deel van de activa, worden op de algemene begroting van de Unie ingeschreven als geoormerkte baten en worden waar nodig overgeboekt van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal om te voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van de begrotingslijn voor onderzoeksprogramma’s in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren.

6.   BOEKHOUDING

Over het beheer van de middelen wordt verantwoording afgelegd in de jaarrekening van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Deze moet berusten op en gepresenteerd worden conform de communautaire boekhoudregels zoals die door de rekenplichtige van de Commissie zijn vastgesteld, rekening houdend met de bijzondere aard van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. De rekeningen worden goedgekeurd door de Commissie en onderzocht door de Rekenkamer. De Commissie doet voor de jaarlijkse controle van haar rekeningen een beroep op externe bedrijven.

7.   BEHEERSPROCEDURES

De Commissie verricht met betrekking tot de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal de bovengenoemde beheersoperaties in overeenstemming met deze richtsnoeren en met inachtneming van haar ten tijde van de ontbinding van de EGKS van kracht zijnde, of sindsdien gewijzigde, interne regels en procedures.

De Commissie stelt jaarlijks een gedetailleerd verslag op over de overeenkomstig deze richtsnoeren uitgevoerde beheersverrichtingen en zendt dit toe aan de lidstaten. In het jaarlijkse verslag geeft de Commissie informatie over het gebruik van de verschillende activaklassen, over de redenen waarom voor beleggingen in specifieke activaklassen is gekozen en over de waargenomen prestaties van elke activaklasse.


(1)  Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8).

(2)  Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).

(3)  Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (herschikking) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).

(4)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).


22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/54


BESLUIT (EU) 2021/1208 VAN DE RAAD

van 19 juli 2021

tot wijziging van Beschikking 2003/76/EG tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Protocol nr. 37 betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 2, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien de toestemming van het Europees Parlement (1),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal is krachtens artikel 97 van dat verdrag op 23 juli 2002 afgelopen. Alle activa en passiva van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) werden op 24 juli 2002 overgedragen aan de Unie.

(2)

Overeenkomstig Protocol nr. 37 moet de nettowaarde van die activa en passiva in de balans van de EGKS per 23 juli 2002 worden beschouwd als vermogen dat, onder de benaming “EGKS in vereffening” en, wanneer de liquidatie is afgesloten, onder de benaming “vermogen van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal”, bestemd is voor onderzoek in sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie.

(3)

In Protocol nr. 37 is ook bepaald dat de opbrengst van dat vermogen, die “Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal” (Research Fund for Coal and Steel — RFCS) wordt genoemd, overeenkomstig de bepalingen van Protocol nr. 37 en de op grond daarvan aangenomen besluiten uitsluitend gebruikt mag worden voor onderzoek dat buiten het kaderprogramma voor onderzoek wordt verricht in sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie.

(4)

De Raad heeft op 1 februari 2003 Beschikking 2003/76/EG (2) tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Protocol nr. 37 vastgesteld.

(5)

Vanwege de lage rentestand zijn de opbrengsten voor de financiering van onderzoeksprojecten voor kolen en staal snel aan het dalen. Dit leidt tot een situatie waarin de kritieke minimumbegroting die beschikbaar is voor het organiseren van een jaarlijkse oproep tot het indienen van voorstellen voor het onderzoeksprogramma van het RFCS (het “programma”) mogelijk niet wordt behaald. Een kritieke minimumbegroting voor het organiseren van een oproep is voor het programma noodzakelijk om zinvolle steun te kunnen verlenen aan waardevolle gezamenlijke onderzoeksprojecten die de kritieke massa en meerwaarde voor de Unie hebben om de duurzaamheid, het concurrentievermogen, de gezondheid, de veiligheid en de arbeidsomstandigheden te verbeteren, en het milieueffect te beperken in de sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie.

(6)

In haar mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de Europese Groene Deal heeft de Commissie zich ertoe verbonden schone innovatieve staaltechnologieën te ondersteunen die tegen 2030 tot een nagenoeg koolstofvrije staalproductie leiden. Om dit mogelijk te maken, heeft de Commissie zich ertoe verbonden na te gaan of een deel van de middelen uit de liquidatie van de EGKS kan worden gebruikt.

(7)

In haar mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s betreffende het investeringsplan voor de Europese Green Deal heeft de Commissie zich op het standpunt gesteld dat, om de doelstellingen van de Unie te behalen, de herziening van de rechtsgrondslagen van het RFCS noodzakelijk geacht werd, zodat de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van de RFCS kunnen worden gebruikt.

(8)

De verkoop van een deel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het RFCS voor de financiering van onderzoeksprojecten in de kolen- en de staalsector moet worden toegestaan op voorwaarde dat reserves worden aangehouden ter waarborging voor de beperkte resterende verplichtingen die voortvloeien uit een eventuele onvoorziene verplichting, en op voorwaarde dat een redelijk deel van de activa, die niet meer nodig zijn voor het waarborgen van deze verplichtingen, wordt belegd om opbrengsten te genereren.

(9)

De verkoop van een deel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het RFCS kan nodig zijn om het RCFS tot en met 2027 een jaarlijkse toewijzing van 111 miljoen EUR te voorzien. Die toewijzing zal worden gebruikt: 40 miljoen EUR per jaar zal worden gebruikt voor de financiering van gezamenlijk onderzoek in de kolen- en de staalsector, en de resterende 71 miljoen EUR zal worden gebruikt voor de financiering van baanbrekende technologieën die zullen leiden tot een nagenoeg koolstofvrije staalproductie, en van onderzoeksprojecten naar een rechtvaardige transitie voor voormalige of sluitende kolenmijnen en bijbehorende infrastructuur overeenkomstig het mechanisme voor een rechtvaardige transitie en in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van Beschikking 2003/76/EG. De verkoop van een deel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het RFCS, kan slechts worden gebruikt voor de financiering van de jaarlijkse toewijzingen voor de begrotingsjaren 2021-2027.

(10)

De financiering van het RFCS mag derhalve niet alleen afkomstig zijn van de netto-opbrengsten van de beleggingen, maar moet ook, waar nodig, afkomstig zijn van de opbrengsten van de verkoop van een deel van de activa in het RFCS tot het voor de periode 2021-2027 beoogde bedrag.

(11)

De bepalingen betreffende de procedure voor het vaststellen van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van het vermogen, en de bepalingen betreffende de procedure voor het vaststellen van de technische meerjarenrichtsnoeren voor het programma moeten worden geschrapt, omdat zij onder artikel 2, lid 2, van Protocol nr. 37 vallen en derhalve overbodig zijn.

(12)

Het in artikel 5, lid 2, van Beschikking 2003/76/EG bedoelde egalisatiemechanisme moet worden afgeschaft, aangezien het een verouderd instrument betreft.

(13)

In artikel 1 van Besluit 2003/76/EG moet een nieuw lid worden ingevoegd om op basis van de in artikel 101, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3) (“het Financieel Reglement”) vastgestelde beginselen schuldvorderingen te kunnen afschrijven.

(14)

Beschikking 2003/76/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 2003/76/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 bis.   De Commissie schrijft, zelfs vóór uitputting van alle genoemde mogelijkheden, schuldvorderingen af in de volgende gevallen:

a)

wanneer de verwachte kosten van de invordering hoger zijn dan het te innen bedrag en de afschrijving geen afbreuk zou doen aan de reputatie van de Unie;

b)

wanneer het niet mogelijk is de schuldvordering te innen wegens de insolventie van de debiteur, of als gevolg van andere insolventieprocedures;

c)

wanneer de inning afbreuk doet aan het evenredigheidsbeginsel.”.

2)

Artikel 2 wordt vervangen door:

“Artikel 2

1.   De activa worden door de Commissie beheerd op een wijze die een jaarlijkse toewijzing in het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal van 111 miljoen EUR tot en met 2027 waarborgt voor het financieren van onderzoek in de sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie, meer bepaald 40 miljoen EUR om gezamenlijk onderzoek in die sectoren te financieren en 71 miljoen EUR om onderzoek te financieren naar baanbrekende technologieën die zullen leiden tot een nagenoeg koolstofvrije staalproductie en om onderzoeksprojecten te financieren naar een rechtvaardige transitie voor voormalige of sluitende kolenmijnen of en bijbehorende infrastructuur overeenkomstig het mechanisme voor een rechtvaardige transitie en in overeenstemming met artikel 4, lid 2. De activa worden na 2027 door de Commissie beheerd op een wijze die rentabiliteit op lange termijn garandeert. De activa worden belegd met het doel dat deze hun waarde behouden en zo mogelijk in waarde stijgen.

2.   De jaarlijkse toewijzing van 111 miljoen EUR moet worden gevormd door de netto-opbrengsten van de beleggingen en, indien deze ontoereikend zijn, de verkoop van een deel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.”.

3)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

1.   Over de in artikel 1 bedoelde liquidatieverrichtingen en de in artikel 2 bedoelde beleggingsverrichtingen en activabeheer worden jaarlijks een winst-en-verliesrekening, een balans en een financieel verslag opgemaakt, gescheiden van de overige financiële verrichtingen van de Unie.

Deze financiële documenten worden gehecht aan de financiële documenten die de Commissie jaarlijks op grond van artikel 318 VWEU en Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (*1) (het “Financieel Reglement”).

2.   De in lid 1 bedoelde verrichtingen vallen onder de in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in het Financieel Reglement vastgelegde bevoegdheden van het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer inzake controle en kwijting.

(*1)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).”."

4)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De netto-opbrengsten van de in artikel 2 bedoelde beleggingen en de opbrengsten van de verkoop van een deel van de activa gelden als ontvangsten in de algemene begroting van de Unie. Deze ontvangsten hebben een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten die buiten het kaderprogramma voor onderzoek om worden uitgevoerd ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie. Zij vormen het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Het beheer ervan berust bij de Commissie.”;

b)

lid 3 wordt geschrapt.

5)

In artikel 5 wordt lid 2 geschrapt.

6)

De bijlage wordt geschrapt.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PODGORŠEK


(1)  Toestemming van 7 juli 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

(3)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).


Rectificaties

22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/58


Rectificatie van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid

( Publicatieblad van de Europese Unie L 231 van 30 juni 2021 )

Bladzijde 163, overweging 27:

in plaats van:

“[…] Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (1) (de “Interregverordening”) […]

lezen:

“[…] Verordening (EU) 2021/1059 van het Europees Parlement en de Raad (2) (de “Interregverordening”) […]

Bladzijde 164, overweging 29:

in plaats van:

“[…] en Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (3) (de “JTF-verordening”) van toepassing mogen zijn op het JTF en op de naar het JTF overgedragen middelen van het EFRO en het ESF+, die ook JTF-steun worden. Noch Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (4) (de “EFRO- en CF-verordening”) noch Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (5) (de “ESF +-verordening”) […]

lezen:

“[…] en Verordening (EU) 2021/1056 van het Europees Parlement en de Raad (6) (de “JTF-verordening”) van toepassing mogen zijn op het JTF en op de naar het JTF overgedragen middelen van het EFRO en het ESF+, die ook JTF-steun worden. Noch Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad (7) (de “EFRO- en CF-verordening”) noch Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad (8) (de “ESF+-verordening”) […]