ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 203I

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

64e jaargang
9 juni 2021


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/921 van de Raad van 7 juni 2021 waarbij Nederland wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

1

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/922 van de Raad van 7 juni 2021 waarbij Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

3

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

9.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 203/1


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/921 VAN DE RAAD

van 7 juni 2021

waarbij Nederland wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 19,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief van 10 augustus 2020 heeft Nederland een machtiging verzocht om op grond van artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan zeeschepen en binnenschepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd (“walstroom”).

(2)

Met het verlaagde belastingtarief wil Nederland de uitrol en het gebruik van walstroom verder stimuleren. Dergelijke stroom wordt beschouwd als een minder milieubelastende manier om schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd, van stroom te voorzien dan het gebruik van bunkerbrandstoffen door die schepen.

(3)

Voor zover het gebruik van walstroom de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen voorkomt als gevolg van het verbruik van bunkerbrandstoffen door afgemeerde schepen, draagt de maatregel bij tot verbetering van de lokale luchtkwaliteit in havensteden en aan de vermindering van geluidsoverlast. Onder de specifieke structurele omstandigheden van de elektriciteitsproductie in Nederland zal het gebruik van walstroom in plaats van elektriciteit die wordt opgewekt door het verbruik van bunkerbrandstoffen, naar verwachting met name de CO2-emissies, andere luchtverontreiniging en de geluidsoverlast verminderen. Er wordt bijgevolg verwacht dat de maatregel zal bijdragen aan de doelstellingen van het milieu-, gezondheids- en klimaatbeleid van de Unie.

(4)

De machtiging van Nederland om een verlaagd belastingtarief toe te passen op walstroom, gaat niet verder dan wat nodig is om het gebruik van die elektriciteit te bevorderen, aangezien stroomopwekking aan boord vanuit concurrentieoogpunt in de meeste gevallen nog altijd het interessantste alternatief zal zijn. Om dezelfde reden, en ook omdat de technologie momenteel nog niet wijdverbreid is op de markt, valt niet te verwachten dat de maatregel gedurende de looptijd ervan tot grote concurrentieverstoringen zal leiden en de goede werking van de interne markt zal belemmeren.

(5)

Iedere uit hoofde van artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG verleende machtiging dient strikt beperkt in de tijd te zijn. Om ervoor te zorgen dat de machtiging lang genoeg geldt om de betrokken marktdeelnemers er niet van te weerhouden de noodzakelijke investeringen te doen, is het passend de gevraagde machtiging van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2027 te verlenen. De machtiging komt echter te vervallen vanaf de datum van toepassing van algemene bepalingen betreffende belastingvoordelen voor walstroom die de Raad op grond van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zou vaststellen, indien die bepalingen vóór 30 juni 2027 van toepassing worden.

(6)

Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatssteun onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Nederland wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan walstroomvoorzieningen voor schepen, met uitzondering van particuliere pleziervaartuigen, die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd, mits de in artikel 10 van Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde minimumbelastingniveaus in acht worden genomen.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2027.

Mocht de Raad evenwel, handelend op basis van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, algemene regels betreffende belastingvoordelen voor walstroom vaststellen, dan komt dit besluit te vervallen met ingang van de dag waarop die algemene regels van toepassing worden.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

F. VAN DUNEM


(1)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.


9.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 203/3


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/922 VAN DE RAAD

van 7 juni 2021

waarbij Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 19,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Door middel van Uitvoeringsbesluit(EU) 2015/993 van de Raad (2) werd Denemarken overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG gemachtigd tot 18 juni 2021 een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen, anders dan particuliere pleziervaartuigen, die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd (“walstroom”).

(2)

In zijn brief van 5 mei 2020 heeft Denemarken machtiging verzocht om op grond van artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een verlaagd tarief van elektriciteitsbelasting op walstroom te mogen blijven toepassen. In hun brief van 16 februari 2021 hebben de Deense autoriteiten aanvullende informatie verstrekt.

(3)

Met het verlaagde belastingtarief wil Denemarken het gebruik van walstroom blijven stimuleren. Dergelijke stroom wordt beschouwd als een minder milieubelastende manier om schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd, van stroom te voorzien dan de verbranding van bunkerbrandstoffen door die schepen.

(4)

Voor zover het gebruik van walstroom de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen voorkomt als gevolg van de verbranding van bunkerbrandstoffen, draagt de maatregel bij tot verbetering van de lokale luchtkwaliteit in havensteden en tot minder geluidsoverlast. Er wordt bijgevolg verwacht dat een voortgezette toepassing van een verlaagd belastingtarief op walstroom zal bijdragen aan de doelstellingen van het milieu-, gezondheids- en klimaatbeleid van de Unie.

(5)

De machtiging van Denemarken om een verlaagd belastingtarief te blijven toepassen op walstroom, gaat niet verder dan wat nodig is om het gebruik van die elektriciteit te bevorderen, aangezien stroomopwekking aan boord vanuit het oogpunt van concurrentie in de meeste gevallen nog altijd het interessantste alternatief zal zijn. Om dezelfde reden, en ook omdat de technologie momenteel nog niet wijdverbreid is op de markt, valt niet te verwachten dat het verlaagde belastingtarief gedurende de toepassingsperiode ervan tot grote concurrentieverstoringen zal leiden en de goede werking van de interne markt zal belemmeren.

(6)

Iedere uit hoofde van artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG verleende machtiging dient strikt beperkt in de tijd te zijn. Om ervoor te zorgen dat de machtiging lang genoeg geldt om de betrokken marktdeelnemers er niet van te weerhouden de noodzakelijke investeringen te doen, is het passend de gevraagde machtiging van 18 juni 2021 tot en met 17 juni 2027 te verlenen. De machtiging komt echter te vervallen vanaf de datum van toepassing van algemene bepalingen betreffende belastingvoordelen voor walstroom die de Raad op grond van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zou vaststellen, indien die bepalingen vóór 17 juni 2027 van toepassing worden.

(7)

Om marktdeelnemers rechtszekerheid te bieden en een mogelijke toename van administratieve lasten voor elektriciteitsdistributeurs of -herdistributeurs te voorkomen, moet de gevraagde machtiging naadloos volgen op voorgaande regelingen die uit hoofde van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/993 waren gemachtigd.

(8)

Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatssteun onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen, met uitzondering van particuliere pleziervaartuigen, die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd, mits de in artikel 10 van Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde minimumbelastingniveaus in acht worden genomen.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 18 juni 2021 tot en met 17 juni 2027.

Mocht de Raad evenwel, handelend op basis van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, algemene regels betreffende belastingvoordelen voor walstroom vaststellen, dan komt dit besluit te vervallen met ingang van de dag waarop die algemene regels van toepassing worden.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

F. VAN DUNEM


(1)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/993 van de Raad van 19 juni 2015 waarbij Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op elektriciteit die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven, overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 68).