ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 099I

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

64e jaargang
22 maart 2021


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/478 van de Raad van 22 maart 2021 tot uitvoering van Verordening (EU) 2020/1998 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten

1

 

*

Verordening (EU) 2021/479 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 401/2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

13

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/480 van de Raad van 22 maart 2021 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 401/2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

15

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (GBVB) 2021/481 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2020/1999 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten

25

 

*

Besluit (GBVB) 2021/482 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

37

 

*

Besluit (GBVB) 2021/483 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

40

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

22.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 99/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/478 VAN DE RAAD

van 22 maart 2021

tot uitvoering van Verordening (EU) 2020/1998 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/1998 van de Raad van 7 december 2020 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten (1), en met name artikel 14, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 7 december 2020 Verordening (EU) 2020/1998 vastgesteld.

(2)

Op 8 december 2020 hebben de Unie en haar lidstaten in de verklaring van de hoge vertegenwoordiger namens de Europese Unie inzake de wereldwijde EU-sanctieregeling voor de mensenrechten nog eens benadrukt dat zij sterk hechten aan de bevordering en bescherming van de mensenrechten in de hele wereld. Met de wereldwijde EU-sanctieregeling voor de mensenrechten onderstreept de Unie dat zij vastbesloten is haar rol bij de aanpak van ernstige mensenrechtenschendingen wereldwijd te versterken. Het daadwerkelijk genot van de mensenrechten door iedereen is een strategisch doel van de Unie. Eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten zijn fundamentele waarden van de Unie en van haar gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

(3)

Op 2 maart 2021 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2021/372 (2) en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/371 (3) vastgesteld. Bij dat besluit zijn vier Russische personen aangewezen die betrokken zijn bij ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, waaronder willekeurige aanhoudingen en opsluitingen en, wijdverspreide en systematische repressie van de vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging en van de vrijheid van mening en meningsuiting.

(4)

De Unie blijft zich grote zorgen maken over ernstige schendingen van de mensenrechten in verschillende delen van de wereld, zoals marteling, buitengerechtelijke executies, gedwongen verdwijningen of systematisch gebruik van dwangarbeid, gepleegd door personen en entiteiten in China, de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK), Libië, Eritrea, Zuid-Sudan en Rusland.

(5)

In dat verband moeten elf personen en vier entiteiten worden opgenomen in de lijst van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van bijlage I bij Verordening (EU) 2020/1998.

(6)

Verordening (EU) 2020/1998 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) 2020/1998 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  PB L 410 I van 7.12.2020, blz. 1.

(2)  Besluit (GBVB) 2021/372 van de Raad van 2 maart 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2020/1999 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten. (PB L 71 I van 2.3.2021, blz. 6).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/371 van de Raad van 2 maart 2021 tot uitvoering van Verordening (EU) 2020/1998 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten (PB L 71I van 2.3.2021, blz. 1).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EU) 2020/1998 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De lijst van natuurlijke personen in afdeling A (“Natuurlijke personen”) wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel van de tweede kolom (“Namen (Engelse transliteratie van Russische spelling)”) wordt vervangen door “Namen (Transliteratie naar Latijns schrift)”;

b)

de titel van de derde kolom (“Namen (Russische spelling)”) wordt vervangen door “Namen”;

c)

de volgende vermeldingen worden toegevoegd:

 

Namen (Transliteratie naar Latijns schrift)

Namen

Identificatiegegevens

Motivering voor plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

“5.

ZHU Hailun

朱海仑 (Chinese spelling)

Functie(s): Voormalige vicehoofd van het 13e Volkscongres van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR)

Geboortedatum: januari 1958

Geboorteplaats: Lianshui, Jiangsu (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Voormalig secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (XUAR) en voormalig vicesecretaris van het Partijcomité van de XUAR (2016-2019). Voormalig vicehoofd van het 13e Volkscongres van de XUAR, een regionaal wetgevend orgaan (2019-februari 2021).

22.3.2021

 

 

 

 

Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (2016-2019) was Zhu Hailun verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelde hij een cruciale politieke rol in het toezicht op en de uitvoering van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Zhu Hailun staat bekend als de “architect” van dit programma. Hij is dan ook verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Als vicehoofd van het 13e Volkscongres van de XUAR (2019 tot februari 2021) bleef Zhu Hailun beslissende invloed uitoefenen in de XUAR, waar het grootschalige bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die andere etnische moslimminderheden behoren, nog steeds doorloopt.

 

6.

WANG Junzheng

王君正 (Chinese spelling)

Functie(s): Partijsecretaris van het Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) en vicesecretaris van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang in China; Politiek commissaris van het XPCC en CEO van de China Xinjian Group

Geboortedatum: mei 1963

Geboorteplaats: Linyi, Shandong (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Partijsecretaris van het Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) en vicesecretaris van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (XUAR) in China sinds april 2020, alsmede politiek commissaris van het XPCC. Voormalig secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (februari 2019-september 2020). Wang Junzheng bekleedt ook andere hoge ambten in het XPCC.

Het XPCC, dat in handen is van de staat, is een economische en paramilitaire organisatie in de XUAR die bestuurlijk gezag uitoefent en economische activiteiten beheert in Xinjiang.

22.3.2021

 

 

 

 

Als partijsecretaris en politiek commissaris van het XPCC sinds 2020 is Wang Junzheng betrokken bij het toezicht op elke vorm van beleid die het XPCC ten uitvoer legt. In deze functie is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging onder meer via de uitvoering door het XPCC van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Voorts is hij verantwoordelijk voor feit dat het XPCC Oeigoeren en mensen die andere etnische moslimminderheden behoren, systematisch inzet als dwangarbeiders, met name op katoenplantages.

Als vicesecretaris van het Partijcomité van de XUAR sinds 2020 is Wang Junzheng betrokken bij het toezicht op elke vorm van veiligheidsbeleid die in Xinjiang ten uitvoer wordt gelegd, inclusief het bovengenoemd programma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (februari 2019-september 2020) was Wang Junzheng verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelde hij een cruciale politieke rol in het toezicht op en de uitvoering van bovengenoemd programma.

 

7.

WANG Mingshan

(王明山 Chinese spelling)

Functie(s): Lid van het Permanent Comité van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR) en secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR

Geboortedatum: januari 1964

Geboorteplaats: Wuwei, Gansu (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Lid van het Permanent Comité van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR) en secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR sinds september 2020. Voormalig directeur en vicepartijsecretaris van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) tussen 2017 en januari 2021.

22.3.2021

 

 

 

 

Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR sinds september 2020 is Wang Mingshan verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelt hij een cruciale politieke rol in het toezicht op een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Als voormalig directeur en vicepartijsecretaris van het XPSB (2017-januari 2021) bekleedde hij een belangrijke functie in het veiligheidsapparaat van Xinjiang en was hij rechtstreeks verantwoordelijk voor de uitvoering van bovengenoemd programma. Zo rolde het XPSB het “geïntegreerd platform voor gezamenlijke operaties” uit, een omvangrijk dataprogramma dat gebruikt wordt om miljoenen Oeigoeren in de regio Xinjiang te traceren en “potentieel gevaarlijk geachte elementen” naar detentiekampen te sturen.

Uit hoofde van zijn huidige functie en vorige functies is Wang Mingshan verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

 

8.

CHEN Mingguo

陈明国

(Chinese spelling)

Functie(s): Directeur van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) en vicevoorzitter van de Volksregering van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR)

Geboortedatum: oktober 1966

Geboorteplaats: Yilong, Sichuan (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Directeur van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) sinds januari 2021 en vicevoorzitter van de Volksregering van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR).

22.3.2021

 

 

 

 

Als directeur van het XPSB bekleedt Chen Mingguo een belangrijke functie in het veiligheidsapparaat van Xinjiang en is hij rechtstreeks betrokken bij de uitvoering van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Zo rolde het XPSB het “geïntegreerd platform voor gezamenlijke operaties” uit, een omvangrijk dataprogramma dat gebruikt wordt om miljoenen Oeigoeren in de regio Xinjiang te traceren en “potentieel gevaarlijk geachte elementen” naar detentiekampen te sturen. Chen Mingguo is dan ook verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

 

9.

JONG Kyong-thaek (alias CHO'NG Kyo'ng-t'aek)

정경택

(Koreaanse spelling)

Functie(s): minister van Staatsveiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geboortedatum: tussen 1.1.1961 en 31.12.1963

Nationaliteit: Noord-Koreaans

Geslacht: mannelijk

Jong Kyong-thaek is de minister van Staatsveiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) sinds 2017.

Het Ministerie van Staatsveiligheid van de DVK is een van de leidende instellingen belast met de uitvoering van het repressieve veiligheidsbeleid van de DVK, waarbij het accent ligt op het identificeren en onderdrukken van politieke dissidentie, van de instroom van “subversieve” informatie uit het buitenland, en van elk ander gedrag dat als ernstige dreiging voor het politieke systeem en zijn leiders wordt beschouwd.

22.3.2021

 

 

 

 

Als hoofd van het Ministerie van Staatsveiligheid is Jong Kyong-thaek verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen, alsook wijdverbreide dwangarbeid en seksueel geweld tegen vrouwen.

 

10.

RI Yong Gil

(alias RI Yong Gi, RI Yo'ng-kil, YI Yo'ng-kil)

리영길

(Koreaanse spelling)

Functie(s): minister van Maatschappelijke Veiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geboortedatum: 1955

Nationaliteit: Noord-Koreaans

Geslacht: mannelijk

Ri Yong Gil is de minister van Maatschappelijke Veiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) sinds januari 2021 en het voormalige hoofd van de Generale Staf van het Koreaans Volksleger (KPA) tussen 2018 en januari 2021.

Het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid van de DVK (voorheen bekend als het Ministerie van Volksveiligheid of het Ministerie van Openbare Veiligheid) is een van de leidende instellingen belast met de uitvoering van het repressieve veiligheidsbeleid van de DVK, inclusief het ondervragen en straffen van mensen die “illegaal” uit de DVK wilden vluchten. Het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid voert via zijn Penitentiair Bureau de leiding over gevangenenkampen en werkkampen voor kortdurige detentie, waar gevangenen/gedetineerden doelbewust worden uitgehongerd en andere onmenselijke behandelingen ondergaan.

22.3.2021

 

 

 

 

Als hoofd van het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid is Ri Yong Gil verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen, alsook wijdverbreide dwangarbeid en seksueel geweld tegen vrouwen.

Als voormalig hoofd van de Generale Staf van het KPA is Ri Yong Gil ook verantwoordelijk voor de wijdverbreide ernstige schendingen van de mensenrechten die door het KPA zijn begaan.

 

11.

Mohammed Khalifa AL-KANI (alias Mohamed Khalifa Abderrahim Shaqaqi AL-KANI, Mohammed AL-KANI, Muhammad Omar AL-KANI)

الكاني خليفة محمد (Arabische spelling)

Functie(s): hoofd van de Kaniyat-militie

Geboortedatum: 3.5.1979

Nationaliteit: Libisch

Paspoortnummer: F86JKFJF

Geslacht: mannelijk

Mohammed Khalifa Al-Kani is het hoofd van de Kaniyat-militie, die tussen 2015 en juni 2020 de controle had over de Libische stad Tarhuna. In die functie ziet hij toe op alle activiteiten van de Kaniyat-militie. In zijn hoedanigheid als hoofd van de Kaniyat-militie is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Libië, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen tussen 2015 en juni 2020 in Tarhuna.

Begin juni 2020 vluchtten Mohammed Khalifa Al-Kani en de Kaniyat-militie vanuit Tarhuna naar Oost-Libië. Nadien werden in Tarhuna diverse massagraven ontdekt die aan de Kaniyat-militie werden toegeschreven.

22.3.2021

12.

Abderrahim AL-KANI (alias Abdul-Rahim AL-KANI, Abd-al-Rahim AL-KANI)

الرحيم الكاني عبد (Arabische spelling)

Functie(s): lid van de Kaniyat-militie

Geboortedatum: 7.9.1997

Nationaliteit: Libisch

Paspoortnummer: PH3854LY

ID-nummer: 119970331820

Geslacht: mannelijk

Abderrahim Al-Kani is een belangrijk lid van de Kaniyat-militie en de broer van het militiehoofd Mohammed Khalifa Al-Khani. De Kaniyat-militie had tussen 2015 en juni 2020 de controle over de Libische stad Tarhuna.

Abderrahim Al-Kani is belast met de interne veiligheid voor de Kaniyat-militie. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Libië, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen tussen 2015 en juni 2020 in Tarhuna.

22.3.2021

 

 

 

 

Begin juni 2020 vluchtten Abderrahim Al-Kani en de Kaniyat-militie vanuit Tarhuna naar Oost-Libië. Nadien werden in Tarhuna diverse massagraven ontdekt die aan de Kaniyat-militie werden toegeschreven.

 

13.

Aiub Vakhaevich KATAEV

(alias Ayubkhan Vakhaevich KATAEV)

Аюб Вахаевич КАТАЕВ (alias Аюбхан Вахаевич КАТАЕВ)

(Russische spelling)

Functie(s): afdelingshoofd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Russische Federatie in de stad Argun in de Tsjetsjeense Republiek

Geboortedatum: 1.12.1980 of 1.12.1984

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Afdelingshoofd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Russische Federatie in de stad Argun in de Tsjetsjeense Republiek.

22.3.2021

 

 

 

 

In zijn hoedanigheid als afdelingshoofd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Russische Federatie in Argun ziet Aiub Kataev toe op de activiteiten van de plaatselijke staatsveiligheidsdiensten en politiediensten. In zijn functie houdt hij persoonlijk toezicht op wijdverbreide en systematische vervolgingen in Tsjetsjenië, die in 2017 begonnen. De repressie is gericht tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI’s), mensen van wie wordt aangenomen dat zij tot LGBTI-groepen behoren en andere personen die ervan worden verdacht tegenstanders van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov, te zijn. Aiub Kataev en troepen onder zijn bevel zijn verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen, alsook willekeurige arrestaties en opsluitingen en buitengerechtelijke of willekeurige executies.

 

 

 

 

 

Volgens vele getuigen hield Aiub Kataev persoonlijk toezicht op de foltering van gedetineerden en nam hij eraan deel.

 

14.

Abuzaid (Abuzayed) Dzhandarovich VISMURADOV

Абузайд Джандарович ВИСМУРАДОВ (Russische spelling)

Functie(s): Bevelhebber van de speciale snellereactie-eenheid (SOBR) “Terek”, vicepremier van de Tsjetsjeense Republiek, officieuze bodyguard van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov

Geboortedatum: 24.12.1975

Geboorteplaats: Akhmat-Yurt/Khosi-Yurt, voormalige Tsjetsjeens-Ingoesjetische Autonome Socialistische Sovjetrepubliek (ASSR), nu de Tsjetsjeense Republiek (Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Bevelhebber van de speciale snellereactie-eenheid (SOBR) “Terek”, vicepremier van de Tsjetsjeense Republiek, officieuze bodyguard van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov.

Abuzaid Vismuradov is de bevelhebber van de SOBR “Terek” sinds mei 2012. In zijn functie houdt hij persoonlijk toezicht op wijdverbreide en systematische vervolgingen in Tsjetsjenië, die in 2017 begonnen. De repressie is gericht tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI’s), mensen van wie wordt aangenomen dat zij tot LGBTI-groepen behoren en andere personen die ervan worden verdacht tegenstanders van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov, te zijn.

22.3.2021

 

 

 

 

Abuzaid Vismuradov en de Terek-eenheid onder zijn bevel zijn verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen, alsook willekeurige arrestaties en opsluitingen en buitengerechtelijke of willekeurige executies.

Volgens vele getuigen hield Abuzaid Vismuradov persoonlijk toezicht op de foltering van gedetineerden en nam hij eraan deel. Hij heeft nauwe banden met Ramzan Kadyrov, het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, die al vele jaren een repressiecampagne voert tegen zijn politieke tegenstanders.

 

15.

Gabriel Moses LOKUJO

-

Functie(s): generaal-majoor van de Zuid-Sudanese Volksstrijdkrachten (South Sudan People’s Defense Forces — SSPDF).

Nationaliteit: Zuid-Sudanees

Geslacht: mannelijk

Generaal-majoor van de Zuid-Sudanese Volksstrijdkrachten (SSPDF).

Gabriel Moses Lokujo is verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in Zuid-Sudan, met name buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies.

In mei 2020 werden drie officieren van het Sudanese Bevrijdingsleger in Oppositie (Sudan People’s Liberation Army in Opposition — SPLA-IO) op bevel van generaal-majoor Lokujo ontvoerd en geëxecuteerd.

22.3.2021”

 

 

 

 

Generaal-majoor Lokujo liep in september 2020 over van het SPLA-IO naar de SSPDF en is verantwoordelijk voor de schermutselingen die daardoor in en rondom het Moroto Training Centre in Central Equatoria ontstonden. Als gevolg hiervan werden in het laatste kwartaal van 2020 bij beide partijen meerdere doden en gewonden gemeld; daarnaast zijn, met name in het gebied rond Kajo-Keji in Central Equatoria, ook burgers ontheemd. De troepen van generaal-majoor Lokujo bleven in het gebied waar meerdere conflicten zijn gemeld en de veiligheid en beveiliging van de burgergemeenschappen in gevaar zijn.

 

2)

In de lijst van rechtspersonen, entiteiten en lichamen in afdeling B (“Rechtspersonen, entiteiten en lichamen”) worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

 

Benaming (Transliteratie naar Latijns schrift)

Benaming

Identificatiegegevens

Motivering van plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

“1.

Xinjiang Production and Construction Corps Public Security Bureau

新疆生产建设兵团公安局

(Chinese spelling)

Adres: 106 Guangming Road, Urumqi, Xinjiang Uyghur Autonomous Region (XUAR), China

Telefoon: +86 991 598 8114

Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) Public Security Bureau is belast met de uitvoering van het gehele veiligheidsbeleid van het XPCC, ook het beheer van detentiecentra. Het XPCC, dat in handen is van de staat, is een economische en paramilitaire organisatie in de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang in China, en die bestuurlijk gezag uitoefent en economische activiteiten beheert in Xinjiang.

22.3.2021

 

 

 

 

Als organisatie die binnen het XPCC belast is met het veiligheidsbeleid, is het XPCC Public Security Bureau verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, onder meer via de uitvoering door het XPCC van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van etnische moslimminderheden.

Als onderdeel van bovengenoemd programma zet het XPCC Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, systematisch in als dwangarbeiders, met name op katoenplantages. Als organisatie die binnen het XPCC belast is met het veiligheidsbeleid, is het XPCC Public Security Bureau verantwoordelijk voor het systematisch inzetten van dwangarbeiders.

 

2.

Centraal Openbaar Ministerie (Central Public Prosecutor’s Office, ook bekend als Office of the Prosecutor of the Democratic People’s Republic of Korea (DPRK))

조선민주주의인민공화국 중앙검찰소 (Koreaanse spelling)

 

Het Centraal Openbaar Ministerie is een instelling die toezicht houdt op alle strafzaken in de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK), het onderzoek, de verhoren, voorlopige hechtenis en rechtszaken inbegrepen.

22.3.2021

 

 

 

 

Het Centraal Openbaar Ministerie wordt ingeschakeld voor het vervolgen en straffen van personen voor politiek wangedrag — de rechtsgang is wezenlijk oneerlijk. Het is ook als instelling verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in gewone gevangenissen en detentiecentra waar verhoren plaatsvinden, omdat het de rechten van personen in voorlopige hechtenis of veroordeelden niet handhaaft. In nauwe samenwerking met het Ministerie van Staatsveiligheid en het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid is het verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten door het veiligheidsapparaat in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen.

 

3.

Kaniyat-militie (Kaniyat Militia, eerder bekend als 7e Brigade, Tarhuna 7e Brigade, Tarhuna Brigade) (alias 9e Brigade, Al-Kani Militia, Al-Kaniyat, Kani Brigade, Kaniat, Kaniyat, Kanyat)

مليشيا كانيات (Arabische spelling)

 

De Kaniyat-militie is een Libische gewapende militie die tussen 2015 en juni 2020 de controle had over Tarhuna (Libië). Nadat de militie in juni 2020 naar Oost-Libië was gevlucht, zijn in Tarhuna massagraven aangetroffen die aan de Kaniyat-militie worden toegeschreven. De Kaniyat-militie is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen.

22.3.2021

4.

Nationaal Veiligheidsbureau van de Eritrese regering (National Security Office (alias National Security Agency) of the Government of Eritrea)

-

Staat onder leiding van generaal-majoor Abraha Kassa.

Het Nationaal Veiligheidsbureau van de Eritrese regering staat onder leiding van generaal-majoor Abraha Kassa en onder toezicht van het kabinet van de president. Het Nationaal Veiligheidsbureau bestaat uit zes bureaus die elk drie afdelingen tellen en verantwoordelijk zijn voor respectievelijk inlichtingen, arrestaties en verhoren. Het Nationaal Veiligheidsbureau is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Eritrea, met name willekeurige arrestaties, buitengerechtelijke executies, gedwongen verdwijningen van personen en foltering door agentenn van het bureau.

22.3.2021”


22.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 99/13


VERORDENING (EU) 2021/479 VAN DE RAAD

van 22 maart 2021

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 401/2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2021/482 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 401/2013 van de Raad (2) geeft uitvoering aan de bij Besluit 2013/184/GBVB (3) vastgestelde maatregelen.

(2)

Op 22 maart 2021 2021 stelde de Raad Besluit (GBVB) 2021/482 vast, waarbij Besluit 2013/184/GBVB, met inbegrip van de titel werd gewijzigd. Bij dit besluit werden ook de aanwijzingscriteria uitgebreid voor de toepassing van gerichte beperkende maatregelen tegen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de activiteiten de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma ondermijnen, alsmede tegen rechtspersonen, entiteiten en lichamen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw), die inkomsten genereren voor, steun verlenen aan of profijt ontvangen van het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw), en aldus bijdragen aan, of profijt ontvangen van, activiteiten die de democratie en de rechtsstaat ondermijnen, of aan ernstige mensenrechtenschendingen in Myanmar/Birma.

(3)

Regelgeving op het niveau van de Unie is noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen van Besluit (GBVB) 2021/482, met name om uniforme toepassing ervan door marktdeelnemers in alle lidstaten te waarborgen.

(4)

Verordening (EU) nr. 401/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 401/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

de titel wordt vervangen door:

“Verordening (EU) nr. 401/2013 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Myanmar/Birma en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 194/2008”;

2)

in artikel 4 bis wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Bijlage IV omvat:

a)

natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar en die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen in Myanmar/Birma;

b)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarvan de handelingen, het beleid of de activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Myanmar/Birma ondermijnen, of die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Myanmar/Birma bedreigen;

c)

natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar en die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van de verstrekking van humanitaire hulp aan burgers in nood;

d)

natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar en die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van onafhankelijk onderzoek naar vermeende schendingen van de mensenrechten;

e)

rechtspersonen, entiteiten of lichamen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van het leger van Myanmar (Tatmadaw), of die inkomsten genereren voor, steun verlenen aan of profijt ontvangen van het leger van Myanmar (Tatmadaw);

f)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die met de onder a) tot en met e) bedoelde natuurlijke personen geassocieerd zijn.”;

3)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 4 quinquies bis

1.   In afwijking van artikel 4 bis kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de verstrekking van de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden, zoals de verlening van hulp of het vergemakkelijken daarvan, met inbegrip van medische benodigdheden, en levensmiddelen, voor de overbrenging van humanitaire hulpverleners en daarmee verband houdende hulp, of bijstand voor evacuaties uit Myanmar/Birma.

2.   De betrokken lidstaat brengt de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Zie blz. 37 van dit Publicatieblad.

(2)  Verordening (EU) nr. 401/2013 van 2 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 194/2008 (PB L 121 van 3.5.2013, blz. 1).

(3)  Besluit 2013/184/GBVB van de Raad van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Besluit 2010/232/GBVB (PB L 111 van 23.4.2013, blz. 75).


22.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 99/15


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/480 VAN DE RAAD

van 22 maart 2021

tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 401/2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 401/2013 van de Raad van 2 mei 2013, betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 194/2008 (1), en met name artikel 4 decies,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 2 mei 2013 Verordening (EU) nr. 401/2013 vastgesteld.

(2)

De Raad heeft op 22 februari 2021 conclusies aangenomen waarin hij de militaire staatsgreep die op 1 februari 2021 in Myanmar/Birma heeft plaatsgevonden, in de meest krachtige bewoordingen veroordeelt. Hij riep op tot de-escalatie van de crisis door onmiddellijk een einde te maken aan de noodtoestand, de legitieme burgerregering te herstellen en het nieuw verkozen parlement te installeren.

(3)

De Raad riep de militaire autoriteiten tevens op de president, de regeringsleider en alle personen die bij de staatsgreep zijn aangehouden of gearresteerd, vrij te laten. De Raad benadrukte dat moet worden gezorgd voor onbelemmerde telecommunicatie, dat de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering en de toegang tot informatie moeten worden gegarandeerd, en dat de rechtsstaat en de rechten van de mens moeten worden gerespecteerd. Hij veroordeelde de repressie tegen vreedzame demonstranten door het leger en de politie, riep de autoriteiten op tot maximale terughoudendheid en vroeg alle partijen om, in overeenstemming met het internationaal recht, af te zien van geweld.

(4)

In de Raadsconclusies werd beklemtoond dat de Unie in reactie op de militaire staatsgreep bereid is beperkende maatregelen te nemen.

(5)

Op 28 februari 2021, na het gewelddadige optreden tegen vreedzame protesten in het hele land, veroordeelde de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de hardhandige repressie en riep hij de militaire autoriteiten op het gebruik van geweld tegen burgers onmiddellijk een halt toe te roepen en de bevolking de gelegenheid te geven haar recht op vrijheid van meningsuiting en vergadering uit te oefenen.

(6)

In deze context, en gezien de aanhoudende ernstige situatie in Myanmar/Birma, moeten elf personen worden opgenomen op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 401/2013.

(7)

Bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 401/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 401/2013 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  PB L 121 van 3.5.2013, blz. 1.


BIJLAGE

De volgende personen worden toegevoegd aan de lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 401/2013:

 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van opneming op de lijst

“15.

Min Aung Hlaing

Geboortedatum: 3 juli 1956

Geboorteplaats: Tavoy, Myanmar/Birma

Nationaliteit: Myanmar

Nationaal identificatienummer: 12/SAKHANA(N)020199

Geslacht: mannelijk

Min Aung Hlaing is sinds 2011 de opperbevelhebber van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij is voorzitter van de Staatsbestuursraad (SAC) en lid van de Nationale Defensie- en Veiligheidsraad (NDSC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar/Birma door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe, in zijn hoedanigheid van waarnemend president, op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, senior generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

22.3.2021

Door alle macht te concentreren en als voorzitter van de SAC was opperbevelhebber Min Aung Hlaing direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als voorzitter van de SAC is opperbevelhebber Min Aung Hlaing direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Als opperbevelhebber van de Tatmadaw sinds 2011 is Min Aung Hlaing direct verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

16.

Myint Swe

Geboortedatum: 24 mei 1951

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Myint Swe is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en was tot 1 februari 2021 de door de Tatmadaw benoemde vicepresident. Op die datum nam Myint Swe met andere Tatmadaw-leden deel aan een bijeenkomst van de Nationale Defensie- en Veiligheidsraad (NDSC). Deze bijeenkomst was ongrondwettelijk, aangezien de burgerleden er niet bij aanwezig waren. Op die bijeenkomst werd Myint Swe als waarnemend president geïnstalleerd. Myint Swe kondigde vervolgens de noodtoestand af en droeg de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht over aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, Min Aung Hlaing. Dit is een schending van de procedure voor het uitroepen van de noodtoestand, omdat alleen de president krachtens de grondwet gemachtigd is een noodtoestand af te kondigen.

Door zijn benoeming tot waarnemend president te aanvaarden en de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat over te dragen aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, heeft Myint Swe bijgedragen aan het omverwerpen van de democratisch gekozen regering en is hij derhalve verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

17.

Soe Win

Geboortedatum: 1 maart 1960

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Soe Win is sinds 2011 de plaatsvervangend opperbevelhebber van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij is vicevoorzitter van de Staatsbestuursraad (SAC) en lid van de Nationale Defensie- en Veiligheidsraad (NDSC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe, in zijn hoedanigheid van waarnemend president, op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, senior generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

22.3.2021

Als vicevoorzitter van de SAC was plaatsvervangend opperbevelhebber Soe Win direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van ongewapende burgerdemonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en doorwillekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als vicevoorzitter van de SAC is plaatsvervangend opperbevelhebber Soe Win direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Als plaatsvervangend opperbevelhebber van de Tatmadaw sinds 2011 is Soe Win direct verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

18.

Sein Win

Geboortedatum: 24 juli 1956

Geboorteplaats: Pyin Oo Lwin, Myanmar/Birma

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Sein Win is een lid van de Tatmadaw en was van 24 augustus 2015 tot 1 februari 2021 minister van Defensie. Op 1 februari nam hij met andere Tatmadaw-leden deel aan de bijeenkomst van de Nationale Defensie en Veiligheidsraad (NDSC). Die bijeenkomst was ongrondwettelijk, aangezien de burgerleden er niet bij aanwezig waren. Op die bijeenkomst werd Myint Swe als waarnemend president geïnstalleerd. Myint Swe kondigde vervolgens de noodtoestand af en droeg de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht over aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, Min Aung Hlaing. Dit is een schending van de procedure voor het uitroepen van de noodtoestand, omdat alleen de president krachtens de grondwet gemachtigd is een noodtoestand af te kondigen.

Door zijn deelname aan de bijeenkomst van de NDSC waar werd besloten de noodtoestand uit te roepen en de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat over te dragen aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, heeft Sein Win bijgedragen aan het terzijde schuiven van de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 en het omverwerpen van de democratisch gekozen regering. Hij is daarom verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Als minister van Defensie van 24 augustus 2015 tot 1 februari 2021 is Sein Win verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en misbruiken tegen de Rohingya.

19.

Thein Soe

(ook bekend als U Thein Soe)

Geboortedatum: 23 januari 1952

Geboorteplaats: Kani, Myanmar/Birma

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Thein Soe werd op 2 februari 2021 benoemd tot voorzitter van de kiescommissie van de Unie. Door deze benoeming, meteen na de militaire staatsgreep van 1 februari 2021, te aanvaarden, en doordat hij als voorzitter van deze kiescommissie met name de verkiezingsresultaten zonder enig aantoonbaar bewijs van fraude ongeldig verklaarde, is Thein Soe rechtstreeks betrokken bij het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar.

22.3.2021

20.

Mya Tun Oo

Geboortedatum: 4 of 5 mei 1961

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Generaal Mya Tun Oo is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij werd op 1 februari 2021 benoemd tot minister van Defensie en is een lid van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 naast zich neer te leggen en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Als lid van de SAC was generaal Mya Tun Oo direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en hij is dan ook verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid van de SAC is generaal Mya Tun Oo direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Mya Tun Oo was vanaf augustus 2016 tot zijn benoeming tot minister van Defensie gezamenlijk chef-staf van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de op twee na hoogste positie in de Tatmadaw. In deze functie zag hij toe op de militaire operaties in de deelstaat Rakhine en coördineerde hij de verschillende strijdkrachten (leger, marine, luchtmacht) en het gebruik van artillerie. Hij is daarom verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

21.

Dwe Aung Lin

Geboortedatum:

31 mei 1962

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Dwe Aung Lin is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en is de secretaris van de Staatsbestuursraad.

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 naast zich neer te leggen en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Luitenant-generaal Dwe Aung Lin werd op 2 februari 2021 benoemd tot secretaris van de SAC en verstrekte de opdrachten. Zo liet hij individuen uit functies zetten waarin zij door de wettig verkozen regering waren benoemd en was hij verantwoordelijk voor de nieuwe benoemingen in de kiescommissie van Myanmar.

Als lid en secretaris van de SAC was luitenant-generaal Dwe Aung Lin direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties, en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid en secretaris van de SAC is luitenant-generaal Dwe Aung Lin direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

22.

Ye Win Oo

Geboortedatum: 21 februari 1966

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Ye Win Oo is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en is één van de twee secretarissen (co-secretaris) van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

22.3.2021

Op 2 februari 2021 werd luitenant-generaal Ye Win Oo tot co-secretaris van de SAC benoemd. Als lid en co-secretaris van de SAC was luitenant-generaal Ye Win Oo direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten van Myanmar hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang, en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid en co-secretaris van de SAC is luitenant-generaal Ye Win Oo direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

23.

Maung Maung Kyaw

Geboortedatum: 23 juli 1964

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Generaal Maung Maung Kyaw is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en lid van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Als lid van de SAC was generaal Maung Maung Kyaw direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid van de SAC is generaal Maung Maung Kyaw direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

24.

Moe Myint Tun

Geboortedatum: 24 mei 1968

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Moe Myint Tun is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en lid van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Als lid van de SAC was luitenant-generaal Moe Myint Tun direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties, en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid van de SAC is luitenant-generaal Moe Myint Tun direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Luitenant-generaal Moe Myint Tun diende als bevelhebber van het Bureau speciale operaties (BSO)-6 en was tot 2019 de chef-staf (leger) van de strijdkrachten van Myanmar (Tatmadaw). In die hoedanigheid hield hij toezicht op operaties in de deelstaat Rakhine. Hij is derhalve verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

25.

Than Hlaing

Geboortedatum:

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Than Hlaing is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij werd op 2 februari 2021 benoemd tot viceminister van Binnenlandse Zaken, hoofd van de politie.

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Luitenant-generaal Than Hlaing is betrokken bij acties en maatregelen die de democratie en de rechtstaat in Myanmar/Birma ondermijnen, en bij acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Myanmar/Birma in gevaar brengen.

22.3.2021”

Daarnaast heeft de politie onder leiding van luitenant-generaal Than Hlaing sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting en willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep. Als viceminister van Binnenlandse Zaken en hoofd van de politie is luitenant-generaal Than Hlaing direct verantwoordelijk voor de besluitvorming omtrent het repressiebeleid en de gewelddadige wijze waarop de politie is opgetreden tegen vreedzame demonstranten. Hij is dan ook verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in Myanmar/Birma.


BESLUITEN

22.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 99/25


BESLUIT (GBVB) 2021/481 VAN DE RAAD

van 22 maart 2021

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2020/1999 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien Besluit (GBVB) 2020/1999 van de Raad van 7 december 2020 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten (1), en met name artikel 5, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 7 december 2020 Besluit (GBVB) 2020/1999 vastgesteld.

(2)

Op 8 december 2020 hebben de Unie en haar lidstaten in de verklaring van de hoge vertegenwoordiger namens de Europese Unie inzake de wereldwijde EU-sanctieregeling voor de mensenrechten nog eens benadrukt dat zij sterk hechten aan de bevordering en bescherming van de mensenrechten in de hele wereld. Met de wereldwijde EU-sanctieregeling voor de mensenrechten onderstreept de Unie dat zij vastbesloten is haar rol bij de aanpak van ernstige mensenrechtenschendingen wereldwijd te versterken. Het daadwerkelijk genot van de mensenrechten door iedereen is een strategisch doel van de Unie. Eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten zijn fundamentele waarden van de Unie en van haar gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

(3)

Op 2 maart 2021 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2021/372 (2) vastgesteld. Bij dat besluit zijn vier Russische personen aangewezen die betrokken zijn bij ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, waaronder willekeurige aanhoudingen en opsluitingen en, wijdverspreide en systematische repressie van de vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging en van de vrijheid van mening en meningsuiting.

(4)

De Unie blijft zich grote zorgen maken over ernstige schendingen van de mensenrechten in verschillende delen van de wereld, zoals marteling, buitengerechtelijke executies, gedwongen verdwijningen of systematisch gebruik van dwangarbeid, gepleegd door personen en entiteiten in China, de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK), Libië, Eritrea, Zuid-Sudan en Rusland.

(5)

In dat verband moeten elf personen en vier entiteiten worden opgenomen in de lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van de bijlage bij Besluit (GBVB) 2020/1999.

(6)

Besluit (GBVB) 2020/1999 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit (GBVB) 2020/1999 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  PB L 410 I van 7.12.2020, blz. 13.

(2)  Besluit (GBVB) 2021/372 van de Raad van 2 maart 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2020/1999 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten. (PB L 71 I van 2.3.2021, blz. 6).


BIJLAGE

De bijlage bij Besluit (GBVB) 2020/1999 wordt gewijzigd als volgt:

1)

De lijst van natuurlijke personen in afdeling A (“Natuurlijke personen”) wordt gewijzigd als volgt:

a)

de titel van de tweede kolom (“Namen (Engelse transliteratie van Russische spelling)”) wordt vervangen door “Namen (Transliteratie naar Latijns schrift)”;

b)

de titel van de derde kolom (“Namen (Russische spelling)”) wordt vervangen door “Namen”;

c)

de volgende vermeldingen worden toegevoegd:

 

Namen (Transliteratie naar Latijns schrift)

Namen

Identificatiegegevens

Motivering voor plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

“5.

ZHU Hailun

朱海仑 (Chinese spelling)

Functie(s): Voormalige vicehoofd van het 13e Volkscongres van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR)

Geboortedatum: januari 1958

Geboorteplaats: Lianshui, Jiangsu (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Voormalig secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (XUAR) en voormalig vicesecretaris van het Partijcomité van de XUAR (2016-2019). Voormalig vicehoofd van het 13e Volkscongres van de XUAR, een regionaal wetgevend orgaan (2019-februari 2021).

22.3.2021

 

 

 

 

Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (2016-2019) was Zhu Hailun verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelde hij een cruciale politieke rol in het toezicht op en de uitvoering van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Zhu Hailun staat bekend als de “architect” van dit programma. Hij is dan ook verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Als vicehoofd van het 13e Volkscongres van de XUAR (2019 tot februari 2021) bleef Zhu Hailun beslissende invloed uitoefenen in de XUAR, waar het grootschalige bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die andere etnische moslimminderheden behoren, nog steeds doorloopt.

 

6.

WANG Junzheng

王君正 (Chinese spelling)

Functie(s): Partijsecretaris van het Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) en vicesecretaris van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang in China; Politiek commissaris van het XPCC en CEO van de China Xinjian Group

Geboortedatum: mei 1963

Geboorteplaats: Linyi, Shandong (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Partijsecretaris van het Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) en vicesecretaris van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (XUAR) in China sinds april 2020, alsmede politiek commissaris van het XPCC. Voormalig secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (februari 2019-september 2020). Wang Junzheng bekleedt ook andere hoge ambten in het XPCC.

Het XPCC, dat in handen is van de staat, is een economische en paramilitaire organisatie in de XUAR die bestuurlijk gezag uitoefent en economische activiteiten beheert in Xinjiang.

22.3.2021

 

 

 

 

Als partijsecretaris en politiek commissaris van het XPCC sinds 2020 is Wang Junzheng betrokken bij het toezicht op elke vorm van beleid die het XPCC ten uitvoer legt. In deze functie is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging onder meer via de uitvoering door het XPCC van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Voorts is hij verantwoordelijk voor feit dat het XPCC Oeigoeren en mensen die andere etnische moslimminderheden behoren, systematisch inzet als dwangarbeiders, met name op katoenplantages.

Als vicesecretaris van het Partijcomité van de XUAR sinds 2020 is Wang Junzheng betrokken bij het toezicht op elke vorm van veiligheidsbeleid die in Xinjiang ten uitvoer wordt gelegd, inclusief het bovengenoemd programma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (februari 2019-september 2020) was Wang Junzheng verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelde hij een cruciale politieke rol in het toezicht op en de uitvoering van bovengenoemd programma.

 

7.

WANG Mingshan

王明山 (Chinese spelling)

Functie(s): Lid van het Permanent Comité van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR) en secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR

Geboortedatum: januari 1964

Geboorteplaats: Wuwei, Gansu (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Lid van het Permanent Comité van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR) en secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR sinds september 2020. Voormalig directeur en vicepartijsecretaris van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) tussen 2017 en januari 2021.

22.3.2021

 

 

 

 

Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR sinds september 2020 is Wang Mingshan verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelt hij een cruciale politieke rol in het toezicht op een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Als voormalig directeur en vicepartijsecretaris van het XPSB (2017-januari 2021) bekleedde hij een belangrijke functie in het veiligheidsapparaat van Xinjiang en was hij rechtstreeks verantwoordelijk voor de uitvoering van bovengenoemd programma. Zo rolde het XPSB het “geïntegreerd platform voor gezamenlijke operaties” uit, een omvangrijk dataprogramma dat gebruikt wordt om miljoenen Oeigoeren in de regio Xinjiang te traceren en “potentieel gevaarlijk geachte elementen” naar detentiekampen te sturen.

Uit hoofde van zijn huidige functie en vorige functies is Wang Mingshan verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

 

8.

CHEN Mingguo

陈明国

(Chinese spelling)

Functie(s): Directeur van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) en vicevoorzitter van de Volksregering van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR)

Geboortedatum: oktober 1966

Geboorteplaats: Yilong, Sichuan (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Directeur van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) sinds januari 2021 en vicevoorzitter van de Volksregering van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR).

22.3.2021

 

 

 

 

Als directeur van het XPSB bekleedt Chen Mingguo een belangrijke functie in het veiligheidsapparaat van Xinjiang en is hij rechtstreeks betrokken bij de uitvoering van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Zo rolde het XPSB het “geïntegreerd platform voor gezamenlijke operaties” uit, een omvangrijk dataprogramma dat gebruikt wordt om miljoenen Oeigoeren in de regio Xinjiang te traceren en “potentieel gevaarlijk geachte elementen” naar detentiekampen te sturen. Chen Mingguo is dan ook verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

 

9.

JONG Kyong-thaek (alias CHO'NG Kyo'ng-t'aek)

정경택

(Koreaanse spelling)

Functie(s): minister van Staatsveiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geboortedatum: tussen 1.1.1961 en 31.12.1963

Nationaliteit: Noord-Koreaans

Geslacht: mannelijk

Jong Kyong-thaek is de minister van Staatsveiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) sinds 2017.

Het Ministerie van Staatsveiligheid van de DVK is een van de leidende instellingen belast met de uitvoering van het repressieve veiligheidsbeleid van de DVK, waarbij het accent ligt op het identificeren en onderdrukken van politieke dissidentie, van de instroom van “subversieve” informatie uit het buitenland, en van elk ander gedrag dat als ernstige dreiging voor het politieke systeem en zijn leiders wordt beschouwd.

22.3.2021

 

 

 

 

Als hoofd van het Ministerie van Staatsveiligheid is Jong Kyong-thaek verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen, alsook wijdverbreide dwangarbeid en seksueel geweld tegen vrouwen.

 

10.

RI Yong Gil

(alias RI Yong Gi, RI Yo'ng-kil, YI Yo'ng-kil)

리영길

(Koreaanse spelling)

Functie(s): minister van Maatschappelijke Veiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geboortedatum: 1955

Nationaliteit: Noord-Koreaans

Geslacht: mannelijk

Ri Yong Gil is de minister van Maatschappelijke Veiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) sinds januari 2021 en het voormalige hoofd van de Generale Staf van het Koreaans Volksleger (KPA) tussen 2018 en januari 2021.

Het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid van de DVK (voorheen bekend als het Ministerie van Volksveiligheid of het Ministerie van Openbare Veiligheid) is een van de leidende instellingen belast met de uitvoering van het repressieve veiligheidsbeleid van de DVK, inclusief het ondervragen en straffen van mensen die “illegaal” uit de DVK wilden vluchten. Het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid voert via zijn Penitentiair Bureau de leiding over gevangenenkampen en werkkampen voor kortdurige detentie, waar gevangenen/gedetineerden doelbewust worden uitgehongerd en andere onmenselijke behandelingen ondergaan.

22.3.2021

 

 

 

 

Als hoofd van het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid is Ri Yong Gil verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen, alsook wijdverbreide dwangarbeid en seksueel geweld tegen vrouwen.

Als voormalig hoofd van de Generale Staf van het KPA is Ri Yong Gil ook verantwoordelijk voor de wijdverbreide ernstige schendingen van de mensenrechten die door het KPA zijn begaan.

 

11.

Mohammed Khalifa AL-KANI (alias Mohamed Khalifa Abderrahim Shaqaqi AL-KANI, Mohammed AL-KANI, Muhammad Omar AL-KANI)

الكاني خليفة محمد (Arabische spelling)

Functie(s): hoofd van de Kaniyat-militie

Geboortedatum: 3.5.1979

Nationaliteit: Libisch

Paspoortnummer: F86JKFJF

Geslacht: mannelijk

Mohammed Khalifa Al-Kani is het hoofd van de Kaniyat-militie, die tussen 2015 en juni 2020 de controle had over de Libische stad Tarhuna. In die functie ziet hij toe op alle activiteiten van de Kaniyat-militie. In zijn hoedanigheid als hoofd van de Kaniyat-militie is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Libië, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen tussen 2015 en juni 2020 in Tarhuna.

Begin juni 2020 vluchtten Mohammed Khalifa Al-Kani en de Kaniyat-militie vanuit Tarhuna naar Oost-Libië. Nadien werden in Tarhuna diverse massagraven ontdekt die aan de Kaniyat-militie werden toegeschreven.

22.3.2021

12.

Abderrahim AL-KANI (alias Abdul-Rahim AL-KANI, Abd-al-Rahim AL-KANI)

الرحيم الكاني عبد (Arabische spelling)

Functie(s): lid van de Kaniyat-militie

Geboortedatum: 7.9.1997

Nationaliteit: Libisch

Paspoortnummer: PH3854LY

ID-nummer: 119970331820

Geslacht: mannelijk

Abderrahim Al-Kani is een belangrijk lid van de Kaniyat-militie en de broer van het militiehoofd Mohammed Khalifa Al-Khani. De Kaniyat-militie had tussen 2015 en juni 2020 de controle over de Libische stad Tarhuna.

Abderrahim Al-Kani is belast met de interne veiligheid voor de Kaniyat-militie. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Libië, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen tussen 2015 en juni 2020 in Tarhuna.

22.3.2021

 

 

 

 

Begin juni 2020 vluchtten Abderrahim Al-Kani en de Kaniyat-militie vanuit Tarhuna naar Oost-Libië. Nadien werden in Tarhuna diverse massagraven ontdekt die aan de Kaniyat-militie werden toegeschreven.

 

13.

Aiub Vakhaevich KATAEV

(alias Ayubkhan Vakhaevich KATAEV)

Аюб Вахаевич КАТАЕВ (alias Аюбхан Вахаевич КАТАЕВ)

(Russische spelling)

Functie(s): afdelingshoofd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Russische Federatie in de stad Argun in de Tsjetsjeense Republiek

Geboortedatum: 1.12.1980 of 1.12.1984

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Afdelingshoofd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Russische Federatie in de stad Argun in de Tsjetsjeense Republiek.

22.3.2021

 

 

 

 

In zijn hoedanigheid als afdelingshoofd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Russische Federatie in Argun ziet Aiub Kataev toe op de activiteiten van de plaatselijke staatsveiligheidsdiensten en politiediensten. In zijn functie houdt hij persoonlijk toezicht op wijdverbreide en systematische vervolgingen in Tsjetsjenië, die in 2017 begonnen. De repressie is gericht tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI’s), mensen van wie wordt aangenomen dat zij tot LGBTI-groepen behoren en andere personen die ervan worden verdacht tegenstanders van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov, te zijn. Aiub Kataev en troepen onder zijn bevel zijn verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen, alsook willekeurige arrestaties en opsluitingen en buitengerechtelijke of willekeurige executies.

 

 

 

 

 

Volgens vele getuigen hield Aiub Kataev persoonlijk toezicht op de foltering van gedetineerden en nam hij eraan deel.

 

14.

Abuzaid (Abuzayed) Dzhandarovich VISMURADOV

Абузайд Джандарович ВИСМУРАДОВ (Russische spelling)

Functie(s): Bevelhebber van de speciale snellereactie-eenheid (SOBR) “Terek”, vicepremier van de Tsjetsjeense Republiek, officieuze bodyguard van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov

Geboortedatum: 24.12.1975

Geboorteplaats: Akhmat-Yurt/Khosi-Yurt, voormalige Tsjetsjeens-Ingoesjetische Autonome Socialistische Sovjetrepubliek (ASSR), nu de Tsjetsjeense Republiek (Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Bevelhebber van de speciale snellereactie-eenheid (SOBR) “Terek”, vicepremier van de Tsjetsjeense Republiek, officieuze bodyguard van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov.

Abuzaid Vismuradov is de bevelhebber van de SOBR “Terek” sinds mei 2012. In zijn functie houdt hij persoonlijk toezicht op wijdverbreide en systematische vervolgingen in Tsjetsjenië, die in 2017 begonnen. De repressie is gericht tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI’s), mensen van wie wordt aangenomen dat zij tot LGBTI-groepen behoren en andere personen die ervan worden verdacht tegenstanders van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov, te zijn.

22.3.2021

 

 

 

 

Abuzaid Vismuradov en de Terek-eenheid onder zijn bevel zijn verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen, alsook willekeurige arrestaties en opsluitingen en buitengerechtelijke of willekeurige executies.

Volgens vele getuigen hield Abuzaid Vismuradov persoonlijk toezicht op de foltering van gedetineerden en nam hij eraan deel. Hij heeft nauwe banden met Ramzan Kadyrov, het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, die al vele jaren een repressiecampagne voert tegen zijn politieke tegenstanders.

 

15.

Gabriel Moses LOKUJO

Functie(s): generaal-majoor van de Zuid-Sudanese Volksstrijdkrachten (South Sudan People’s Defense Forces — SSPDF).

Nationaliteit: Zuid-Sudanees

Geslacht: mannelijk

Generaal-majoor van de Zuid-Sudanese Volksstrijdkrachten (SSPDF).

Gabriel Moses Lokujo is verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in Zuid-Sudan, met name buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies.

In mei 2020 werden drie officieren van het Sudanese Bevrijdingsleger in Oppositie (Sudan People’s Liberation Army in Opposition — SPLA-IO) op bevel van generaal-majoor Lokujo ontvoerd en geëxecuteerd.

22.3.2021”

 

 

 

 

Generaal-majoor Lokujo liep in september 2020 over van het SPLA-IO naar de SSPDF en is verantwoordelijk voor de schermutselingen die daardoor in en rondom het Moroto Training Centre in Central Equatoria ontstonden. Als gevolg hiervan werden in het laatste kwartaal van 2020 bij beide partijen meerdere doden en gewonden gemeld; daarnaast zijn, met name in het gebied rond Kajo-Keji in Central Equatoria, ook burgers ontheemd. De troepen van generaal-majoor Lokujo bleven in het gebied waar meerdere conflicten zijn gemeld en de veiligheid en beveiliging van de burgergemeenschappen in gevaar zijn.

 

2)

In de lijst van rechtspersonen, entiteiten en lichamen in afdeling B (“Rechtspersonen, entiteiten en lichamen”) worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

 

Benaming (Transliteratie naar Latijns schrift)

Benaming

Identificatiegegevens

Motivering van plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

“1.

Xinjiang Production and Construction Corps Public Security Bureau

新疆生产建设兵团公安局

(Chinese spelling)

Adres: 106 Guangming Road, Urumqi, Xinjiang Uyghur Autonomous Region (XUAR), China

Telefoon: +86 991 598 8114

Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) Public Security Bureau is belast met de uitvoering van het gehele veiligheidsbeleid van het XPCC, ook het beheer van detentiecentra. Het XPCC, dat in handen is van de staat, is een economische en paramilitaire organisatie in de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang in China, en die bestuurlijk gezag uitoefent en economische activiteiten beheert in Xinjiang.

22.3.2021

 

 

 

 

Als organisatie die binnen het XPCC belast is met het veiligheidsbeleid, is het XPCC Public Security Bureau verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, onder meer via de uitvoering door het XPCC van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van etnische moslimminderheden.

Als onderdeel van bovengenoemd programma zet het XPCC Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, systematisch in als dwangarbeiders, met name op katoenplantages. Als organisatie die binnen het XPCC belast is met het veiligheidsbeleid, is het XPCC Public Security Bureau verantwoordelijk voor het systematisch inzetten van dwangarbeiders.

 

2.

Centraal Openbaar Ministerie (Central Public Prosecutor’s Office, ook bekend als Office of the Prosecutor of the Democratic People’s Republic of Korea (DPRK))

조선민주주의인민공화국 중앙검찰소 (Koreaanse spelling)

 

Het Centraal Openbaar Ministerie is een instelling die toezicht houdt op alle strafzaken in de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK), het onderzoek, de verhoren, voorlopige hechtenis en rechtszaken inbegrepen.

22.3.2021

 

 

 

 

Het Centraal Openbaar Ministerie wordt ingeschakeld voor het vervolgen en straffen van personen voor politiek wangedrag — de rechtsgang is wezenlijk oneerlijk. Het is ook als instelling verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in gewone gevangenissen en detentiecentra waar verhoren plaatsvinden, omdat het de rechten van personen in voorlopige hechtenis of veroordeelden niet handhaaft. In nauwe samenwerking met het Ministerie van Staatsveiligheid en het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid is het verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten door het veiligheidsapparaat in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen.

 

3.

Kaniyat-militie (Kaniyat Militia, eerder bekend als 7e Brigade, Tarhuna 7e Brigade, Tarhuna Brigade) (alias 9e Brigade, Al-Kani Militia, Al-Kaniyat, Kani Brigade, Kaniat, Kaniyat, Kanyat)

مليشيا كانيات (Arabische spelling)

 

De Kaniyat-militie is een Libische gewapende militie die tussen 2015 en juni 2020 de controle had over Tarhuna (Libië). Nadat de militie in juni 2020 naar Oost-Libië was gevlucht, zijn in Tarhuna massagraven aangetroffen die aan de Kaniyat-militie worden toegeschreven. De Kaniyat-militie is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen.

22.3.2021

4.

Nationaal Veiligheidsbureau van de Eritrese regering (National Security Office (alias National Security Agency) of the Government of Eritrea)

Staat onder leiding van generaal-majoor Abraha Kassa.

Het Nationaal Veiligheidsbureau van de Eritrese regering staat onder leiding van generaal-majoor Abraha Kassa en onder toezicht van het kabinet van de president. Het Nationaal Veiligheidsbureau bestaat uit zes bureaus die elk drie afdelingen tellen en verantwoordelijk zijn voor respectievelijk inlichtingen, arrestaties en verhoren. Het Nationaal Veiligheidsbureau is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Eritrea, met name willekeurige arrestaties, buitengerechtelijke executies, gedwongen verdwijningen van personen en foltering door agentenn van het bureau.

22.3.2021”


22.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 99/37


BESLUIT (GBVB) 2021/482 VAN DE RAAD

van 22 maart 2021

tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 22 april 2013 Besluit 2013/184/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma vastgesteld.

(2)

De Raad heeft op 22 februari 2021 conclusies aangenomen waarin hij de militaire staatsgreep die op 1 februari 2021 in Myanmar/Birma heeft plaatsgevonden, in de meest krachtige bewoordingen veroordeelt. Hij riep op tot de-escalatie van de crisis door onmiddellijk een einde te maken aan de noodtoestand, de legitieme burgerregering te herstellen en het nieuw verkozen parlement te installeren.

(3)

De Raad riep de militaire autoriteiten tevens op de president, de regeringsleider en alle personen die bij de staatsgreep zijn aangehouden of gearresteerd, onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten. De Raad benadrukte dat moet worden gezorgd voor onbelemmerde telecommunicatie, dat de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering en de toegang tot informatie moeten worden gegarandeerd, en dat de rechtsstaat en de rechten van de mens moeten worden gerespecteerd. Hij veroordeelde de repressie tegen vreedzame demonstranten door het leger en de politie, terwijl hij, in overeenstemming met het internationaal recht, de autoriteiten opriep tot maximale terughoudendheid en alle partijen vroeg om af te zien van geweld.

(4)

In de Raadsconclusies werd beklemtoond dat de Unie in reactie op de militaire staatsgreep bereid is beperkende maatregelen te nemen.

(5)

Gezien de ernst van de situatie is de Raad van oordeel dat de criteria voor plaatsing op de lijst moeten worden gewijzigd om de toepassing mogelijk te maken van gerichte beperkende maatregelen tegen natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen wier activiteiten de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma ondermijnen, alsook rechtspersonen, entiteiten en lichamen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van het leger van Myanmar (Tatmadaw), of die inkomsten genereren voor, steun verlenen aan of profijt ontvangen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), en aldus bijdragen tot, of profijt ontvangen van, activiteiten die de democratie en de rechtsstaat ondermijnen of tot ernstige schendingen van de mensenrechten in Myanmar/Birma.

(6)

Rekening houdend met de situatie in Myanmar/Birma, is het passend de titel van Besluit 2013/184/GBVB te wijzigen.

(7)

Besluit 2013/184/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2013/184/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

de titel wordt vervangen door:

“Besluit 2013/184/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Myanmar/Birma”;

2)

artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

“Artikel 5

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van:

a)

natuurlijke personen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Myanmar/Birma;

b)

natuurlijke personen van wie het optreden, het beleid of de activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Myanmar/Birma ondermijnen, of die zich bezighouden met of steun verlenen aan acties die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Myanmar/Birma bedreigen;

c)

natuurlijke personen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van humanitaire hulp aan burgers in nood;

d)

natuurlijke personen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van onafhankelijke onderzoeken naar vermeende ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten, of

e)

natuurlijke personen die verbonden zijn met de onder a) tot en met d) bedoelde natuurlijke personen,

als genoemd in de bijlage.”;

3)

artikel 6, lid 1, wordt vervangen door:

“Artikel 6

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van:

a)

natuurlijke personen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Myanmar/Birma;

b)

natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen van wie of waarvan het optreden, het beleid of de activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Myanmar/Birma ondermijnen, of die zich bezighouden met of steun verlenen aan acties die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Myanmar/Birma bedreigen;

c)

natuurlijke personen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van humanitaire hulp aan burgers in nood;

d)

natuurlijke personen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de politiediensten en de grenswachtpolitie van Myanmar die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van onafhankelijke onderzoeken naar vermeende ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten;

e)

rechtspersonen, entiteiten of lichamen die eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van het leger van Myanmar (Tatmadaw), of die inkomsten genereren voor, steun verlenen aan of profijt ontvangen van het leger van Myanmar (Tatmadaw), of

f)

natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verbonden zijn met de onder a) tot en met e) bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen,

als genoemd in de bijlage, worden bevroren.”;

4)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 6 bis

1.   In afwijking van artikel 6, leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan een in de bijlage vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan een in de bijlage vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, op voorwaarden die de bevoegde autoriteiten passend achten, nadat zij hebben vastgesteld dat de verstrekking van dergelijke tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden, zoals het verlenen of faciliteren van de verstrekking van bijstand, met inbegrip van medische benodigdheden, en levensmiddelen, voor de overbrenging van humanitaire hulpverleners en bijbehorende bijstand of voor evacuaties uit Myanmar/Birma.

2.   De betrokken lidstaat zal de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen van elke op grond van dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van die toestemming.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Besluit 2013/184/GBVB van de Raad van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Besluit 2010/232/GBVB (PB L 111 van 23.4.2013, blz. 75).


22.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 99/40


BESLUIT (GBVB) 2021/483 VAN DE RAAD

van 22 maart 2021

tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 22 april 2013 Besluit 2013/184/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma vastgesteld.

(2)

De Raad heeft op 22 februari 2021 conclusies aangenomen waarin hij de militaire staatsgreep die op 1 februari 2021 in Myanmar/Birma heeft plaatsgevonden, in de meest krachtige bewoordingen veroordeelt. Hij riep op tot de-escalatie van de crisis door onmiddellijk een einde te maken aan de noodtoestand, de legitieme burgerregering te herstellen en het nieuw verkozen parlement te installeren.

(3)

De Raad riep de militaire autoriteiten tevens op de president, de regeringsleider en alle personen die bij de staatsgreep zijn aangehouden of gearresteerd, vrij te laten. De Raad benadrukte dat moet worden gezorgd voor onbelemmerde telecommunicatie, dat de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering en de toegang tot informatie moeten worden gegarandeerd, en dat de rechtsstaat en de rechten van de mens moeten worden gerespecteerd. Hij veroordeelde de repressie tegen vreedzame demonstranten door het leger en de politie, riep de autoriteiten op tot maximale terughoudendheid en vroeg alle partijen om, in overeenstemming met het internationaal recht, af te zien van geweld.

(4)

In de Raadsconclusies werd beklemtoond dat de Unie in reactie op de militaire staatsgreep bereid is beperkende maatregelen te nemen.

(5)

Op 28 februari 2021, na het gewelddadige optreden tegen vreedzame protesten in het hele land, veroordeelde de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de hardhandige repressie en riep hij de militaire autoriteiten op het gebruik van geweld tegen burgers onmiddellijk een halt toe te roepen en de bevolking de gelegenheid te geven haar recht op vrijheid van meningsuiting en vergadering uit te oefenen.

(6)

In deze context, en gezien de aanhoudende ernstige situatie in Myanmar/Birma, moeten er elf personen worden opgenomen op de lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen voor wie beperkende maatregelen gelden, in de bijlage bij Besluit 2013/184/GBVB.

(7)

De bijlage bij Besluit 2013/184/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2013/184/GBVB wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Besluit 2013/184/GBVB van de Raad van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Besluit 2010/232/GBVB (PB L 111 van 23.4.2013, blz. 75).


BIJLAGE

De volgende personen worden toegevoegd aan de lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in de bijlage bij Besluit 2013/184/GBVB:

 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van opneming op de lijst

“15.

Min Aung Hlaing

Geboortedatum: 3 juli 1956

Geboorteplaats: Tavoy, Myanmar/Birma

Nationaliteit: Myanmar

Nationaal identificatienummer: 12/SAKHANA(N)020199

Geslacht: mannelijk

Min Aung Hlaing is sinds 2011 de opperbevelhebber van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij is voorzitter van de Staatsbestuursraad (SAC) en lid van de Nationale Defensie- en Veiligheidsraad (NDSC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar/Birma door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe, in zijn hoedanigheid van waarnemend president, op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, senior generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

22.3.2021

Door alle macht te concentreren en als voorzitter van de SAC was opperbevelhebber Min Aung Hlaing direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als voorzitter van de SAC is opperbevelhebber Min Aung Hlaing direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Als opperbevelhebber van de Tatmadaw sinds 2011 is Min Aung Hlaing direct verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

16.

Myint Swe

Geboortedatum: 24 mei 1951

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Myint Swe is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en was tot 1 februari 2021 de door de Tatmadaw benoemde vicepresident. Op die datum nam Myint Swe met andere Tatmadaw-leden deel aan een bijeenkomst van de Nationale Defensie- en Veiligheidsraad (NDSC). Deze bijeenkomst was ongrondwettelijk, aangezien de burgerleden er niet bij aanwezig waren. Op die bijeenkomst werd Myint Swe als waarnemend president geïnstalleerd. Myint Swe kondigde vervolgens de noodtoestand af en droeg de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht over aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, Min Aung Hlaing. Dit is een schending van de procedure voor het uitroepen van de noodtoestand, omdat alleen de president krachtens de grondwet gemachtigd is een noodtoestand af te kondigen.

Door zijn benoeming tot waarnemend president te aanvaarden en de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat over te dragen aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, heeft Myint Swe bijgedragen aan het omverwerpen van de democratisch gekozen regering en is hij derhalve verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

17.

Soe Win

Geboortedatum: 1 maart 1960

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Soe Win is sinds 2011 de plaatsvervangend opperbevelhebber van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij is vicevoorzitter van de Staatsbestuursraad (SAC) en lid van de Nationale Defensie- en Veiligheidsraad (NDSC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe, in zijn hoedanigheid van waarnemend president, op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, senior generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

22.3.2021

Als vicevoorzitter van de SAC was plaatsvervangend opperbevelhebber Soe Win direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van ongewapende burgerdemonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en doorwillekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als vicevoorzitter van de SAC is plaatsvervangend opperbevelhebber Soe Win direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Als plaatsvervangend opperbevelhebber van de Tatmadaw sinds 2011 is Soe Win direct verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

18.

Sein Win

Geboortedatum: 24 juli 1956

Geboorteplaats: Pyin Oo Lwin, Myanmar/Birma

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Sein Win is een lid van de Tatmadaw en was van 24 augustus 2015 tot 1 februari 2021 minister van Defensie. Op 1 februari nam hij met andere Tatmadaw-leden deel aan de bijeenkomst van de Nationale Defensie en Veiligheidsraad (NDSC). Die bijeenkomst was ongrondwettelijk, aangezien de burgerleden er niet bij aanwezig waren. Op die bijeenkomst werd Myint Swe als waarnemend president geïnstalleerd. Myint Swe kondigde vervolgens de noodtoestand af en droeg de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht over aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, Min Aung Hlaing. Dit is een schending van de procedure voor het uitroepen van de noodtoestand, omdat alleen de president krachtens de grondwet gemachtigd is een noodtoestand af te kondigen.

Door zijn deelname aan de bijeenkomst van de NDSC waar werd besloten de noodtoestand uit te roepen en de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat over te dragen aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, heeft Sein Win bijgedragen aan het terzijde schuiven van de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 en het omverwerpen van de democratisch gekozen regering. Hij is daarom verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Als minister van Defensie van 24 augustus 2015 tot 1 februari 2021 is Sein Win verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en misbruiken tegen de Rohingya.

19.

Thein Soe

(ook bekend als U Thein Soe)

Geboortedatum: 23 januari 1952

Geboorteplaats: Kani, Myanmar/Birma

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Thein Soe werd op 2 februari 2021 benoemd tot voorzitter van de kiescommissie van de Unie. Door deze benoeming, meteen na de militaire staatsgreep van 1 februari 2021, te aanvaarden, en doordat hij als voorzitter van deze kiescommissie met name de verkiezingsresultaten zonder enig aantoonbaar bewijs van fraude ongeldig verklaarde, is Thein Soe rechtstreeks betrokken bij het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar.

22.3.2021

20.

Mya Tun Oo

Geboortedatum: 4 of 5 mei 1961

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Generaal Mya Tun Oo is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij werd op 1 februari 2021 benoemd tot minister van Defensie en is een lid van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 naast zich neer te leggen en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Als lid van de SAC was generaal Mya Tun Oo direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en hij is dan ook verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid van de SAC is generaal Mya Tun Oo direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya, en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Mya Tun Oo was vanaf augustus 2016 tot zijn benoeming tot minister van Defensie gezamenlijk chef-staf van het leger van Myanmar (Tatmadaw), de op twee na hoogste positie in de Tatmadaw. In deze functie zag hij toe op de militaire operaties in de deelstaat Rakhine en coördineerde hij de verschillende strijdkrachten (leger, marine, luchtmacht) en het gebruik van artillerie. Hij is daarom verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

21.

Dwe Aung Lin

Geboortedatum:

31 mei 1962

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Dwe Aung Lin is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en is de secretaris van de Staatsbestuursraad.

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 naast zich neer te leggen en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Luitenant-generaal Dwe Aung Lin werd op 2 februari 2021 benoemd tot secretaris van de SAC en verstrekte de opdrachten. Zo liet hij individuen uit functies zetten waarin zij door de wettig verkozen regering waren benoemd en was hij verantwoordelijk voor de nieuwe benoemingen in de kiescommissie van Myanmar.

Als lid en secretaris van de SAC was luitenant-generaal Dwe Aung Lin direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties, en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid en secretaris van de SAC is luitenant-generaal Dwe Aung Lin direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

22.

Ye Win Oo

Geboortedatum: 21 februari 1966

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Ye Win Oo is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en is één van de twee secretarissen (co-secretaris) van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

22.3.2021

Op 2 februari 2021 werd luitenant-generaal Ye Win Oo tot co-secretaris van de SAC benoemd. Als lid en co-secretaris van de SAC was luitenant-generaal Ye Win Oo direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten van Myanmar hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang, en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid en co-secretaris van de SAC is luitenant-generaal Ye Win Oo direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

23.

Maung Maung Kyaw

Geboortedatum: 23 juli 1964

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Generaal Maung Maung Kyaw is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en lid van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Als lid van de SAC was generaal Maung Maung Kyaw direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid van de SAC is generaal Maung Maung Kyaw direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

24.

Moe Myint Tun

Geboortedatum: 24 mei 1968

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Moe Myint Tun is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en lid van de Staatsbestuursraad (SAC).

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Als lid van de SAC was luitenant-generaal Moe Myint Tun direct betrokken bij en verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake overheidsfuncties, en dus is hij verantwoordelijk voor het ondermijnen van de democratie en de rechtsstaat in Myanmar/Birma.

22.3.2021

Daarnaast nam de SAC besluiten die de rechten op het gebied van vrijheid van meningsuiting, waaronder toegang tot informatie, en vreedzame vergadering inperkten. De strijdkrachten en militaire autoriteiten hebben onder leiding van de SAC sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting, onder andere door het beperken van internettoegang en door willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep.

Als lid van de SAC is luitenant-generaal Moe Myint Tun direct verantwoordelijk voor die repressiebeslissingen en voor ernstige mensenrechtenschendingen.

In 2018 maakten de VN en internationale maatschappelijke organisaties melding van grove mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die sinds 2011 in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door het leger en de politie werden begaan tegen de Rohingya en concludeerden dat veel van die schendingen tot de zwaarste misdaden naar internationaal recht behoorden. Luitenant-generaal Moe Myint Tun diende als bevelhebber van het Bureau speciale operaties (BSO)-6 en was tot 2019 de chef-staf (leger) van de strijdkrachten van Myanmar (Tatmadaw). In die hoedanigheid hield hij toezicht op operaties in de deelstaat Rakhine. Hij is derhalve verantwoordelijk voor die ernstige schendingen en wandaden tegen de Rohingya.

25.

Than Hlaing

Geboortedatum:

Nationaliteit: Myanmar

Geslacht: mannelijk

Luitenant-generaal Than Hlaing is een lid van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij werd op 2 februari 2021 benoemd tot viceminister van Binnenlandse Zaken, hoofd van de politie.

Op 1 februari 2021 heeft het leger van Myanmar (Tatmadaw), onder leiding van opperbevelhebber Min Aung Hlaing, een staatsgreep gepleegd in Myanmar door de resultaten van de verkiezingen van 8 november 2020 terzijde te schuiven en de democratisch gekozen regering omver te werpen. Als onderdeel van de staatsgreep kondigde vicepresident Myint Swe in zijn hoedanigheid van waarnemend president op 1 februari de noodtoestand af waarna hij de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van de staat overdroeg aan de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing. Op 2 februari werd de SAC opgericht om die machten uit te oefenen en te voorkomen dat de democratisch gekozen regering haar mandaat kon vervullen.

Luitenant-generaal Than Hlaing is betrokken bij acties en maatregelen die de democratie en de rechtstaat in Myanmar/Birma ondermijnen, en bij acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Myanmar/Birma in gevaar brengen.

22.3.2021”

Daarnaast heeft de politie onder leiding van luitenant-generaal Than Hlaing sinds 1 februari 2021 ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd; het betreft onder meer het doden van burgers en ongewapende demonstranten, het beperken van de vrijheid van vergadering en meningsuiting en willekeurige arrestaties en vrijheidsbeneming van oppositieleiders en tegenstanders van de staatsgreep. Als viceminister van Binnenlandse Zaken en hoofd van de politie is luitenant-generaal Than Hlaing direct verantwoordelijk voor de besluitvorming omtrent het repressiebeleid en de gewelddadige wijze waarop de politie is opgetreden tegen vreedzame demonstranten. Hij is dan ook verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in Myanmar/Birma.