ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 10 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
64e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/19 van de Commissie van 18 december 2020 tot vaststelling van een gemeenschappelijke methode en een model voor verslaglegging over hergebruik overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 8976) ( 1 ) |
|
|
|
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN |
|
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
BESLUITEN
12.1.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 10/1 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/19 VAN DE COMMISSIE
van 18 december 2020
tot vaststelling van een gemeenschappelijke methode en een model voor verslaglegging over hergebruik overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 8976)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (1), en met name artikel 9, lid 7, en artikel 37, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2008/98/EG verplicht de lidstaten om in het kader van hun afvalpreventieprogramma’s maatregelen te nemen om hergebruik aan te moedigen en om de uitvoering van hun maatregelen inzake hergebruik te monitoren en te beoordelen door hergebruik te meten volgens een door de Commissie vast te stellen gemeenschappelijke methode. |
(2) |
Richtlijn 2008/98/EG voorziet ook in een verplichting voor de lidstaten om jaarlijks gegevens over hergebruik aan de Commissie te rapporteren in een door de Commissie vast te stellen model. |
(3) |
De gemeenschappelijke methode en het verslagleggingsmodel zijn nauw met elkaar verbonden en moeten samen worden toegepast. Met het oog op een eenvoudige en gemakkelijke toepassing is het derhalve passend beide maatregelen in één handeling vast te stellen. |
(4) |
Om de meting en verslaglegging zo nauwkeurig mogelijk te maken, moet dubbeltelling van producten worden vermeden. Alleen de producten die daadwerkelijk worden hergebruikt, mogen worden meegeteld. Producten die alleen voor hergebruik worden aangeboden, zoals producten die worden gedoneerd aan exploitanten van diensten voor hergebruik en andere producten waarvan het hergebruik niet zeker is, mogen niet worden opgenomen in het gemeten en aan de Commissie gemelde hergebruik. |
(5) |
Gezien de beperkingen en moeilijkheden bij het verzamelen van gegevens over hergebruik als gevolg van het brede toepassingsgebied van productcategorieën, het feit dat de meting van hergebruik een nieuwe exercitie is en de administratieve lasten die gepaard gaan met het verzamelen van gegevens over hergebruik, moeten de gemeenschappelijke meetmethode en het verslagleggingsmodel evenredig, passend en kostenefficiënt zijn. De gemeenschappelijke methode moet derhalve het gebruik van verschillende instrumenten voor het verzamelen van gegevens mogelijk maken om hergebruik te meten. |
(6) |
De gemeenschappelijke methode moet zoveel mogelijk gericht zijn op het verzamelen van kwantitatieve gegevens over hergebruik, zodat de schaal van de hergebruiksector kan worden bepaald. Dergelijke kwantitatieve gegevens moeten regelmatig worden verzameld. Om de administratieve lasten voor de autoriteiten van de lidstaten te beperken en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de gemeten en gerapporteerde gegevens voldoende actueel zijn, moeten de lidstaten het hergebruik voor een bepaalde productcategorie ten minste eenmaal per drie jaar meten. |
(7) |
Om toezicht te houden op de uitvoering van maatregelen inzake hergebruik en een beter inzicht te krijgen in de effecten van de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om hergebruik te stimuleren, moet de gemeenschappelijke methode voor de verslaglegging over hergebruik het ook mogelijk maken essentiële maatregelen vast te stellen om hergebruik te vergemakkelijken. |
(8) |
Om hergebruik te monitoren en een beter inzicht te krijgen in de hergebruiksector, moet de verslaglegging over hergebruik een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens omvatten. Bepaalde gegevens moeten op vrijwillige basis worden gerapporteerd, met inbegrip van de gegevens over hergebruik voor specifieke kanalen waarlangs een product van eigenaar verandert, om de uitwisseling van beste praktijken te vergemakkelijken en de betrokken belanghebbenden in staat te stellen een beter inzicht in hergebruik te verwerven. |
(9) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het door het comité ex artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EEG uitgebrachte advies, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Gemeenschappelijke methode voor het meten van hergebruik
1. Voor de toepassing van artikel 9, lid 4, van Richtlijn 2008/98/EG meten de lidstaten hergebruik door middel van een kwalitatieve en kwantitatieve monitoring van maatregelen inzake hergebruik.
2. De in lid 1 bedoelde kwalitatieve monitoring omvat een identificatie en beschrijving van maatregelen inzake hergebruik en een beoordeling van hun effecten of verwachte effecten, op basis van de beschikbare gegevens. De kwalitatieve monitoring wordt elk jaar uitgevoerd.
3. De in lid 1 bedoelde kwantitatieve monitoring wordt uitgevoerd door hergebruik dat door hergebruikexploitanten of huishoudens wordt gegenereerd, te meten aan de hand van een van de volgende methoden of een combinatie van die methoden of een andere methode die qua relevantie, representativiteit en betrouwbaarheid gelijkwaardig is:
a) |
directe meting van hergebruik door gebruik te maken van een meettoestel om de massa van hergebruikte producten te bepalen; |
b) |
massabalansberekening inzake hergebruik op basis van de massa van de inputs en outputs van producten in het kader van hergebruikshandelingen; |
c) |
vragenlijsten voor en interviews met exploitanten van installaties voor hergebruik of huishoudens; |
d) |
agenda’s van personen die regelmatig een register of logboek bijhouden met informatie over hergebruik. |
De kwantitatieve monitoring voor een bepaalde productcategorie wordt ten minste om de drie jaar uitgevoerd. De eerste monitoring heeft betrekking op alle productcategorieën en wordt uitgevoerd voor de eerste verslagperiode als bedoeld in artikel 37, lid 3, derde alinea, van Richtlijn 2008/98/EG.
4. De lidstaten nemen passende maatregelen om de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de gegevens over hergebruik te waarborgen. De lidstaten zorgen er met name voor dat de overeenkomstig de in dit artikel uiteengezette gemeenschappelijke methode uitgevoerde meting van hergebruik is gebaseerd op een representatieve steekproef van de bevolking of van exploitanten van diensten voor hergebruik of huishoudens, naargelang het geval.
Artikel 2
Verslaglegging over hergebruik
De lidstaten verstrekken de gegevens en dienen het kwaliteitscontroleverslag over de uitvoering van artikel 9, lid 4, van Richtlijn 2008/98/EG in volgens het model in bijlage.
Artikel 3
Adressaten
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 18 december 2020.
Voor de Commissie
Virginijus SINKEVIČIUS
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Modellen voor verslaglegging over hergebruik
A. MODEL VOOR DE VERSLAGLEGGING OVER DE KWALITATIEVE GEGEVENS OVER HERGEBRUIK
|
|
Identificatie en beschrijving van maatregelen en, voor rij 4, kwalitatieve beoordeling van hun effecten of verwachte effecten |
||||||||
1 |
Overheidsinstanties die voornamelijk verantwoordelijk zijn voor de vaststelling en uitvoering van de maatregelen (op het hoogste administratieve niveau) |
|
||||||||
2 |
Producten waarop de maatregelen betrekking hebben |
|
||||||||
3 |
Hergebruikshandelingen waarop de maatregelen betrekking hebben |
|
||||||||
4 |
Inhoud van de maatregelen:
|
|
||||||||
5 |
Maatregelen die zijn genomen om hergebruik te monitoren en te beoordelen aan de hand van kwalitatieve of kwantitatieve indicatoren en streefcijfers overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2008/98/EG |
|
||||||||
6 |
Andere (gelieve toe te lichten) |
|
B. MODEL VOOR DE VERSLAGLEGGING OVER DE KWANTITATIEVE GEGEVENS OVER HERGEBRUIK
1. Hergebruik per productcategorie
Productcategorie |
Kanaal waarlangs de hergebruikte producten van eigenaar zijn veranderd |
|
|||
Fysieke winkel/markt (in ton) |
Onlineplatform (in ton) |
Particulier geschenk/schenking (in ton) |
Ander kanaal (specificeer) (in ton) |
Totaal hergebruik (in ton) |
|
Textiel |
|
|
|
|
|
Geef, indien beschikbaar, informatie over subcategorieën |
|
|
|
|
|
Elektrische en elektronische apparatuur |
|
|
|
|
|
Geef, indien beschikbaar, informatie over subcategorieën |
|
|
|
|
|
Meubelen |
|
|
|
|
|
Geef, indien beschikbaar, informatie over subcategorieën |
|
|
|
|
|
Bouwmaterialen en -producten |
|
|
|
|
|
Geef, indien beschikbaar, informatie over subcategorieën |
|
|
|
|
|
Andere producten waarvoor maatregelen zijn vastgesteld |
|
|
|
|
|
Geef, indien beschikbaar, informatie over subcategorieën |
|
|
|
|
|
Opmerkingen: Voeg zo nodig extra rijen toe. Gearceerde vakken: de verstrekking van gegevens geschiedt op vrijwillige basis. |
2. Exploitanten van hergebruikbedrijven
Aantal exploitanten van diensten voor hergebruik op het grondgebied van de lidstaat (hetzij het aantal exploitanten dat lid is van een erkend centrum of netwerk, hetzij een schatting van het totale aantal exploitanten) |
|
Opmerking: De verstrekking van deze gegevens geschiedt op vrijwillige basis. |
C. MODEL VOOR HET KWALITEITSCONTROLEVERSLAG
1. Doel van het verslag
Het kwaliteitscontroleverslag heeft tot doel:
a) |
de methoden voor het meten van hergebruik te evalueren; |
b) |
de kwaliteit van de gerapporteerde gegevens over de hergebruikte hoeveelheden te evalueren; |
c) |
de kwaliteit van de gegevensverzamelingsprocedures te evalueren, met inbegrip van het toepassingsgebied en de validering van administratieve gegevensbronnen en de statistische validiteit van op onderzoek gebaseerde benaderingen; |
d) |
redenen te geven voor significante veranderingen in de gerapporteerde gegevens voor verslagperioden en het vertrouwen in de nauwkeurigheid van die gegevens te waarborgen. |
2. Algemene informatie
Lidstaat:
Organisatie die de in de punten 3.1, 3.2 en 4.1 bedoelde gegevens en beschrijvingen indient:
Verslagperiode:
Datum van indiening/versie:
Link naar de publicatie van gegevens door de lidstaat (indien van toepassing):
3. Informatie over de meting van hergebruik
3.1. Algemene beschrijving van de informatiebronnen en gegevens die zijn gebruikt voor de verslaglegging over maatregelen inzake hergebruik overeenkomstig deel A en van de gegevensbronnen die zijn gebruikt voor de verslaglegging over de hoeveelheid hergebruikte producten overeenkomstig deel B
Vermeld de bron(nen) van informatie en gegevens.
3.2. Gedetailleerde beschrijving van de methoden die worden gebruikt voor de verslaglegging over maatregelen inzake hergebruik overeenkomstig deel A en voor de verslaglegging over de hoeveelheid hergebruikte producten overeenkomstig deel B
Beschrijf de methoden voor het meten van hergebruik. De beschrijving omvat onder meer:
a) |
een beschrijving van de hergebruikshandelingen die onder het toepassingsgebied van het hergebruik vallen met het oog op de meting; |
b) |
een korte beschrijving van de gebruikte methoden; |
c) |
een beschrijving van de methoden die worden gebruikt om de exploitanten van diensten voor hergebruik te identificeren; |
d) |
een indicatie van de entiteiten die de in deel B van het verslag gerapporteerde gegevens verstrekken; |
e) |
in geval van bemonstering of schaalverkleining, informatie over de omvang en de selectie van de steekproef of de schaal en een beschrijving van de voor die bemonstering of schaalverdeling gebruikte methoden; |
f) |
indien een omrekeningstabel werd gebruikt om de hoeveelheid hergebruikte producten in ton te berekenen, informatie over de gebruikte omrekeningsfactoren; |
g) |
indien gebruik is gemaakt van kwalitatieve of kwantitatieve indicatoren of doelstellingen als bedoeld in artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2008/98/EG, informatie over die indicatoren en over het niveau van die doelstelling en de producten waarop deze betrekking heeft; |
h) |
een beschrijving van de belangrijkste kwesties die van invloed zijn op de nauwkeurigheid van de gegevens, waaronder fouten bij de bemonstering, de dekking, de meting en de verwerking, en het ontbreken van een reactie; |
i) |
een beschrijving van het proces voor de validatie van gegevens, waaronder mogelijke bronnen van onzekerheid en de waarschijnlijke gevolgen daarvan voor de gerapporteerde resultaten. |
4. Kennisgeving van methodologische veranderingen en problemen
4.1. Beschrijving van de methodologische verschillen (indien van toepassing)
Beschrijf eventuele significante methodologische wijzigingen in de berekeningsmethode voor de verslagperiode ten opzichte van de vorige verslagperiode (gelieve met name herzieningen met terugwerkende kracht en de aard ervan op te nemen). Beschrijf de wijzigingen afzonderlijk voor de verslaglegging overeenkomstig deel A en de verslaglegging overeenkomstig deel B.
4.2. Verklaring voor verschillen in tonnage (indien van toepassing)
Licht de oorzaken van het tonnageverschil toe (welke productcategorieën of schattingen het verschil hebben veroorzaakt en wat de onderliggende oorzaak is) wanneer de variatie groter is dan 20 % ten opzichte van de gegevens die voor de vorige verslagperiode zijn ingediend.
4.3. Kennisgeving van problemen (indien van toepassing)
Indien u problemen heeft ondervonden bij het verzamelen van de gevraagde gegevens, geef dan een beschrijving van die problemen.
5. Vertrouwelijkheid
Gelieve zo nodig de niet-bekendmaking van specifieke delen van dit verslag te motiveren. Vermeld voor elk geval de precieze locatie van die delen (de desbetreffende cel of cellen).
6. Belangrijkste nationale websites, referentiedocumenten en publicaties
Verstrek links naar de belangrijkste nationale websites, referentiedocumenten en publicaties over maatregelen inzake hergebruik die overeenkomstig deel A zijn gemeld.
Verstrek links naar de belangrijkste nationale websites, referentiedocumenten en publicaties die worden gebruikt voor de verslaglegging overeenkomstig deel B.
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN
12.1.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 10/8 |
BESLUIT nr. 3/2020 VAN HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS
van 22 december 2020
tot verlenging van de ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) [2021/20]
HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS,
Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1), en met name artikel 2, lid 5, van bijlage III,
Gezien Besluit nr. 5/2013 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 7 november 2013 inzake de statuten van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) (2), en met name artikel 5, lid 4, van de bijlage,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 5, lid 4, van de statuten van het TCLP bepaalt dat de leden van de raad van bestuur van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) door het Comité van ambassadeurs voor ten hoogste vijf jaar worden benoemd, volgens een door dit comité vastgestelde procedure, waarbij halverwege een evaluatie plaatsvindt. |
(2) |
De ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst zou overeenkomstig artikel 95, lid 1, op 29 februari 2020 zijn verstreken. |
(3) |
Overeenkomstig Besluit nr. 3/2019 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 17 december 2019 tot vaststelling van overgangsmaatregelen op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (3), werd de toepassing van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst verlengd tot en met 31 december 2020 of, indien dit eerder is, tot de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst of de voorlopige toepassing daarvan tussen de Unie en de ACS-staten. |
(4) |
Overeenkomstig Besluit nr. 1/2020 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 24 februari 2020 houdende benoeming van de leden van de raad van bestuur en de directeur van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) (4) verstrijkt de ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur op 31 december 2020. |
(5) |
Overeenkomstig Besluit nr. 2/2020 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 4 december 2020 tot wijziging van Besluit nr. 3/2019 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs tot vaststelling van overgangsmaatregelen op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (5) is de toepassing van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst verlengd tot en met 30 november 2021 of, indien dit eerder is, tot de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst of de voorlopige toepassing daarvan tussen de Unie en de ACS-staten. |
(6) |
De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur van het TCLP dient te worden verlengd, |
BESLUIT:
Artikel 1
Onverminderd de besluiten die het ACS-EU-Comité van ambassadeurs eventueel in het kader van zijn prerogatieven neemt, wordt de ambtstermijn van de volgende personen als leden van de raad van bestuur van het TCLP tot en met 30 november 2021 verlengd:
— |
Augusto Manuel CORREIA, |
— |
David HUNTER, |
— |
Helena JOHANSSON, |
— |
Abel KPAWILINA-NAMKOISSE, |
— |
Boitshoko NTSHABELE, |
— |
Frederike PRAASTERINK. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 22 december 2020.
Voor het ACS-EU-Comité van ambassadeurs
De voorzitter
Michael CLAUSS
(1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
(2) PB L 309 van 19.11.2013, blz. 50.
(3) PB L 1 van 3.1.2020, blz. 3.
12.1.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 10/10 |
BESLUIT nr. 4/2020 VAN HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS
van 22 december 2020
tot het verlenen van kwijting aan de directeur van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2019 [2021/21]
HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS,
Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1), en met name artikel 2, lid 6, van bijlage III,
Gezien Besluit nr. 2/2020 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 4 december 2020 tot wijziging van Besluit nr. 3/2019 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs tot vaststelling van overgangsmaatregelen op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (2),
Gezien Besluit nr. 5/2013 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 7 november 2013 inzake de statuten van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) (3), en met name artikel 4, lid 2, van de bijlage,
Gezien Besluit nr. 3/2006 van het ACS-EG-Comité van ambassadeurs van 27 september 2006 inzake het financieel reglement van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) (4), en met name artikel 26, lid 5,
Gezien de financiële staten van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling voor het begrotingsjaar 2019, dat eindigde op 31 december 2019,
Gezien het verslag van de accountants over de financiële staten voor het begrotingsjaar 2019,
Na er nota van te hebben genomen dat de raad van bestuur op basis van de bespreking van het verslag van de accountants de financiële staten van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling voor het begrotingsjaar 2019 heeft goedgekeurd,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De ontvangsten van het Centrum voor het begrotingsjaar 2019 bestonden hoofdzakelijk uit een bijdrage uit het Europees Ontwikkelingsfonds van 19 622 000 EUR, op een totaal van 21 760 000 EUR. |
(2) |
De uitvoering van de begroting van het Centrum door de directeur gedurende het begrotingsjaar 2019 was over de gehele lijn van dien aard dat hem kwijting dient te worden verleend voor de uitvoering van de begroting, |
BESLUIT:
Enig artikel
Op basis van het verslag van de accountants en de financiële staten voor het begrotingsjaar 2019 verleent het Comité de directeur van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2019.
Gedaan te Brussel, 22 december 2020.
Voor het ACS-EU-Comité van ambassadeurs
De voorzitter
Michael CLAUSS
(1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
(2) PB L 420 van 14.12.2020, blz. 32.