ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 396

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
25 november 2020


Inhoud

 

I   Wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn (EU) 2020/1756 van de Raad van 20 november 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de identificatie van belastingplichtigen in Noord-Ierland betreft

1

 

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2020/1757 van de Raad van 19 november 2020 over het namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad in te nemen standpunt betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Internationale Suikerovereenkomst 1992

3

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Wetgevingshandelingen

RICHTLIJNEN

25.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 396/1


RICHTLIJN (EU) 2020/1756 VAN DE RAAD

van 20 november 2020

tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de identificatie van belastingplichtigen in Noord-Ierland betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verenigd Koninkrijk heeft zich op 31 januari 2020 uit de Europese Unie teruggetrokken op basis van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor atoomenergie (“het terugtrekkingsakkoord”). Het terugtrekkingsakkoord voorziet in een overgangsperiode die op 31 december 2020 zal eindigen. Tot die datum zullen de bepalingen van het recht van de Unie inzake belasting over de toegevoegde waarde (btw) op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing blijven. Na die overgangsperiode zullen de bepalingen van het recht van de Unie inzake btw niet langer van toepassing zijn op of in het Verenigd Koninkrijk.

(2)

Overeenkomstig artikel 8 van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (“het protocol”), dat integrerend deel uitmaakt van het terugtrekkingsakkoord, zullen bepalingen van het btw-recht van de Unie, zoals opgesomd in bijlage 3 van het protocol, die betrekking hebben op goederen, na de overgangsperiode echter van toepassing blijven in Noord-Ierland (3) om een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland te vermijden.

(3)

Daarom worden belastingplichtigen en bepaalde niet-belastingplichtige rechtspersonen voor goederentransacties in Noord-Ierland aan bepalingen van het btw-recht van de Unie onderworpen, terwijl zij voor alle andere transacties in het Verenigd Koninkrijk aan de bepalingen van de btw-wetgeving van het Verenigd Koninkrijk onderworpen zullen zijn, ook ten aanzien van Noord-Ierland.

(4)

Om het btw-stelsel van de Unie goed te laten functioneren, is het essentieel dat een afzonderlijk btw-identificatienummer wordt toegekend aan elke belastingplichtige die goederen levert in Noord-Ierland en elke belastingplichtige of elke niet-belastingplichtige rechtspersoon die intracommunautaire verwervingen van goederen verricht als opgesomd in artikel 214, lid 1, onder a), b), en c), van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (4), of aan een belastingplichtige die een beroep doet op de facultatieve bijzondere regelingen voor belastingplichtigen die afstandsverkopen verrichten.

(5)

Daarom moeten afzonderlijke btw-identificatienummers met een specifiek prefix worden ingevoerd in Noord-Ierland, om een onderscheid te maken tussen enerzijds belastingplichtigen en niet-belastingplichtige rechtspersonen wier transacties van goederen die in Noord-Ierland plaatsvinden aan bepalingen van het btw-recht van de Unie worden onderworpen, en anderzijds personen die andere transacties verrichten waarvoor zij voor btw-doeleinden in het Verenigd Koninkrijk worden geïdentificeerd.

(6)

In het algemeen zijn de prefixen van btw-identificatienummers in de Unie gebaseerd op ISO-landcode 3166 alpha 2, die aangeeft welke lidstaat het nummer heeft toegekend. Noord-Ierland heeft in dit systeem geen specifieke code, maar de ISO voorziet in de mogelijkheid om X‐codes voor gebieden zonder specifieke code te gebruiken. Daarom wordt het gebruik van de code “XI” voor Noord-Ierland voorgesteld.

(7)

Richtlijn 2006/112/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 215 van Richtlijn 2006/112/EG wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Voor Noord-Ierland wordt het prefix “XI” gebruikt.”.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2020 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 november 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)  Standpunt van 11 november 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Standpunt van 29 oktober 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Onder voorbehoud van de democratische instemming in Noord-Ierland met de voortgezette toepassing van de artikelen 5 tot en met 10, als bedoeld in artikel 18, lid 1, van het protocol.

(4)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

25.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 396/3


BESLUIT (EU) 2020/1757 VAN DE RAAD

van 19 november 2020

over het namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad in te nemen standpunt betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Internationale Suikerovereenkomst 1992

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (“de overeenkomst”) is bij Besluit 92/580/EEG van de Raad (1) gesloten door de Unie en is op 1 januari 1993 in werking getreden. De overeenkomst werd aanvankelijk gesloten voor een periode van drie jaar.

(2)

Op grond van artikel 45, lid 2, van de overeenkomst kan de Internationale Suikerraad de overeenkomst verlengen met opeenvolgende termijnen die bij iedere gelegenheid de twee jaar niet overschrijden. Sinds de sluiting ervan werd de overeenkomst regelmatig verlengd, telkens met twee jaar. De overeenkomst werd voor het laatst verlengd op 10 juli 2019 en blijft tot en met 31 december 2021 van kracht.

(3)

Artikel 41 van de overeenkomst bepaalt dat regeringen van alle staten kunnen toetreden tot de overeenkomst onder de door de Internationale Suikerraad vastgestelde voorwaarden.

(4)

Op 2 oktober 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk een formeel verzoek ingediend om toetreding tot de overeenkomst met ingang van 1 januari 2021.

(5)

Tijdens de 57e zitting van de Internationale Suikerraad, die op 27 november 2020 zal plaatsvinden, zal de Internationale Suikerraad de voorwaarden voor toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de overeenkomst vaststellen.

(6)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Internationale Suikerraad.

(7)

Het Verenigd Koninkrijk is een grote suikerproducent. Goedkeuring van de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de overeenkomst is in het belang van de Unie.

(8)

De toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de overeenkomst mag pas van kracht worden na afloop van de overgangsperiode als bedoeld in artikel 126 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2). De overeenkomst mag vóór het einde van die periode niet voorlopig worden toegepast ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 57e zitting van de Internationale Suikerraad op 27 november 2020 houdt in dat de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Internationale Suikerovereenkomst 1992 wordt goedgekeurd, op voorwaarde dat de toetreding niet van kracht wordt, en de overeenkomst ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk niet voorlopig wordt toegepast, vóór het einde van de overgangsperiode als bedoeld in artikel 126 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 19 november 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)  Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).

(2)  PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7.