ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 302

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
16 september 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2020/1285 van de Commissie van 11 september 2020 tot vaststelling van een sluiting van de visserij op zwaardvis in de Atlantische Oceaan ten zuiden van 5° N.B. voor vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1286 van de Commissie van 9 september 2020 tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding van een gedistilleerde drank (Scotch Whisky)

4

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1287 van de Commissie van 9 september 2020 tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding van een gedistilleerde drank [Hierbas de Mallorca]

6

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1288 van de Commissie van 9 september 2020 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

8

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1289 van de Commissie van 9 september 2020 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1290 van de Commissie van 9 september 2020 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

14

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1291 van de Commissie van 9 september 2020 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

17

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1292 van de Commissie van 15 september 2020 betreffende maatregelen om het binnenbrengen in de Unie van Agrilus planipennis Fairmaire uit Oekraïne te voorkomen en tot wijziging van bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072

20

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1293 van de Commissie van 15 september 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof azadirachtin ( 1 )

24

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1276 van de Commissie van 11 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof bromoxynil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( PB L 300 van 14.9.2020 )

27

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/1


VERORDENING (EU) 2020/1285 VAN DE COMMISSIE

van 11 september 2020

tot vaststelling van een sluiting van de visserij op zwaardvis in de Atlantische Oceaan ten zuiden van 5° N.B. voor vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2020/123 van de Raad (2) zijn quota voor 2020 vastgesteld.

(2)

Uit de door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van zwaardvis in de Atlantische Oceaan ten zuiden van 5° N.B. door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren of die in Portugal zijn geregistreerd, het voor 2020 toegewezen quotum is opgebruikt.

(3)

Daarom moeten bepaalde visserijactiviteiten met betrekking tot dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het vangstquotum dat voor 2020 is toegewezen aan Portugal voor het in de bijlage vermelde bestand van zwaardvis in de Atlantische Oceaan ten zuiden van 5° N.B., wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

Visserijactiviteiten met betrekking tot het in artikel 1 bedoelde bestand door vaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in Portugal, zijn met ingang van de in de bijlage opgenomen datum verboden. Het is met name verboden om vis uit dat bestand die na die datum door die vaartuigen is gevangen, aan boord te houden, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 september 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Virginijus SINKEVIČIUS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2020/123 van de Raad van 27 januari 2020 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 25 van 30.1.2020, blz. 1).


BIJLAGE

Nr.

10/TQ/123

Lidstaat

Portugal

Bestand

SWO/AS05N en bijzondere voorwaarde SWO/*AN05N

Soort

Zwaardvis (Xiphias gladius)

Gebied

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B.

Datum van sluiting

14.8.2020


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1286 VAN DE COMMISSIE

van 9 september 2020

tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding van een gedistilleerde drank (Scotch Whisky)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (1), en met name artikel 30, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 21 in samenhang met artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van het Verenigd Koninkrijk van 8 mei 2018 tot goedkeuring van een wijziging van het technisch dossier van de geografische aanduiding “Scotch Whisky”, die is beschermd op grond van Verordening (EG) nr. 110/2008.

(2)

Verordening (EU) 2019/787, die Verordening (EG) nr. 110/2008 vervangt, is op 25 mei 2019 in werking getreden. Overeenkomstig artikel 49, lid 1, van die verordening is hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 110/2008, dat betrekking heeft op geografische aanduidingen, ingetrokken met ingang van 8 juni 2019. Op grond van artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2019/787 worden technische dossiers die vóór 8 juni 2019 als onderdeel van een aanvraag zijn ingediend krachtens Verordening (EG) nr. 110/2008, geacht productdossiers te zijn.

(3)

Overeenkomstig artikel 50, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EU) 2019/787 heeft de Commissie, nadat zij tot de conclusie was gekomen dat de aanvraag voldoet aan Verordening (EG) nr. 110/2008, de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 17, lid 6, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3).

(4)

Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) 2019/787 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd op grond van artikel 30, lid 2, van die verordening, dat van overeenkomstige toepassing is op wijzigingen van het productdossier,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier voor de naam “Scotch Whisky” wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 september 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 130 van 17.5.2019, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16).

(3)  PB C 174 van 25.5.2020, blz. 8.


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1287 VAN DE COMMISSIE

van 9 september 2020

tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding van een gedistilleerde drank [Hierbas de Mallorca]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (1), en met name artikel 30, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 21 in samenhang met artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Spanje van 17 december 2018 tot goedkeuring van een wijziging van het technisch dossier van de geografische aanduiding “Hierbas de Mallorca”, die is beschermd op grond van Verordening (EG) nr. 110/2008. Deze wijziging bestaat er onder meer in dat de naam “Hierbas de Mallorca” wordt gewijzigd in “Hierbas de Mallorca”/”Herbes de Mallorca”.

(2)

Verordening (EU) 2019/787, die Verordening (EG) nr. 110/2008 vervangt, is op 25 mei 2019 in werking getreden. Overeenkomstig artikel 49, lid 1, van die verordening is hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 110/2008, dat betrekking heeft op geografische aanduidingen, ingetrokken met ingang van 8 juni 2019. Op grond van artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2019/787 worden technische dossiers die vóór 8 juni 2019 als onderdeel van een aanvraag zijn ingediend krachtens Verordening (EG) nr. 110/2008, geacht productdossiers te zijn.

(3)

Overeenkomstig artikel 50, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EU) 2019/787 heeft de Commissie, nadat zij tot de conclusie was gekomen dat de aanvraag voldoet aan Verordening (EG) nr. 110/2008, de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 17, lid 6, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3).

(4)

Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) 2019/787 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd op grond van artikel 30, lid 2, van die verordening, dat van overeenkomstige toepassing is op wijzigingen van het productdossier,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier voor de naam “Hierbas de Mallorca” wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 september 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 130 van 17.5.2019, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16).

(3)  PB C 172 van 20.5.2020, blz. 5.


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1288 VAN DE COMMISSIE

van 9 september 2020

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

5)

Het Comité douanewetboek heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 september 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Gerassimos THOMAS

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling (GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een product bestaande uit een kleurloze vloeistof in een kleine cilindervormige houder, die een inhoud van 2 ml heeft en wordt afgesloten met een afneembare dop waaraan een fijne kwast is bevestigd. De vloeistof wordt aangebracht met de kwast.

Het product is een wimperconditioner met een vochtinbrengende en voedende werking. Het helpt om broze en breekbare wimpers te voorkomen en verlengt hun groeifase en zo ook hun levensduur.

Het product bevat de volgende hoofdbestanddelen:

biotine;

dechloro-dihydroxy-difluorethylcloprostenolamide;

biotinoyltripeptide-1;

extract van goudsbloem;

extract van ginseng.

Het product wordt aangeboden in een kartonnen doos, opgemaakt voor de verkoop in het klein.

3304 99 00

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 3304 en 3304 99 00.

Indeling onder post 3305 is uitgesloten omdat het product een preparaat is dat wordt aangebracht op haar op andere delen van het menselijk lichaam dan de hoofdhuid (zie ook de GS-toelichting op post 3305, aantekening in verband met uitsluiting).

Aangezien het product bevorderlijk is voor de flexibiliteit, vochthuishouding en glans, wordt het beschouwd als een schoonheidsmiddel (zie ook de GS-toelichting op post 3304, A) 3)). Indeling onder post 3307 als “andere parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, elders genoemd noch elders onder begrepen” is derhalve uitgesloten.

Het product moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 3304 99 00 als een schoonheidsmiddel.


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1289 VAN DE COMMISSIE

van 9 september 2020

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 september 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Gerassimos THOMAS

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling (GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Niet-geweven papieren wegwerpdoekjes (elk ongeveer 3 cm × 6 cm), individueel verpakt en opgemaakt voor de verkoop in het klein in dozen van 100 stuks.

De doekjes zijn geïmpregneerd met een alcoholische oplossing bestaande uit 70 % isopropylalcohol en 30 % water.

Het product wordt aangeboden voor de algemene ontsmetting van de huid en van andere oppervlakken (zoals die van niet-invasieve medische instrumenten).

3808 94 90

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 3808, 3808 94 en 3808 94 90.

Indeling onder post 3005 is uitgesloten omdat de doekjes niet worden gebruikt voor specifieke geneeskundige, chirurgische, tandheelkundige of veeartsenijkundige doeleinden (zie ook de GS-toelichting op post 3005, eerste alinea).

Indeling onder post 3402 is uitgesloten omdat het product in hoofdzaak tot doel heeft om te ontsmetten en niet om te reinigen. Het product wordt beschouwd als een desinfecteermiddel en is opgemaakt voor de verkoop in het klein als desinfecteermiddel (zie aantekening 2 bij afdeling VI).

Het product moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 3808 94 90 als een desinfecteermiddel, opgemaakt voor de verkoop in het klein.


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1290 VAN DE COMMISSIE

van 9 september 2020

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 (2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 september 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Gerassimos THOMAS

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Belastingen en Douane- unie


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling (GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Van meerdere lagen beuken- of berkenfineer vervaardigde houten latten met een lengte tussen 480 mm en 1 960 mm, een breedte tussen 25 mm en 105 mm en een dikte van ongeveer 10 mm.

De latten zijn geschild, gelaagd, met lijm samengevoegd en voorzien van een deklaag. De latten zijn aan de zijden afgerond en kunnen recht of gebogen zijn. Ze hebben een hoog draagvermogen en een hoge buigvastheid.

De latten zijn ontworpen om zonder verdere verwerking te worden aangebracht in de frames van bedden, leunstoelen of banken.

Zie afbeelding  (*1)

4421 99 99

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 4421, 4421 99 en 4421 99 99.

Indeling onder post 9401 of 9403 als delen van meubelen is uitgesloten, omdat ten eerste niet kan worden bepaald of de latten uitsluitend/specifiek moeten worden aangebracht in de frames van producten bedoeld bij post 9401 of in de frames van producten bedoeld bij 9403. Hoofdstuk 94 heeft alleen betrekking op delen van de goederen bedoeld bij posten 9401 en 9403, indien identificeerbaar aan de hand van hun vorm of andere specifieke kenmerken als delen die uitsluitend of hoofdzakelijk zijn ontworpen voor een artikel van die posten (zie ook de GS-toelichtingen op hoofdstuk 94, Delen).

Ten tweede plaats vormen de latten geen delen van bedden, leunstoelen of banken: aangezien ze zijn ontworpen om te worden aangebracht in de frames daarvan, vormen ze delen van springbakken bedoeld bij 9404. Volgens aantekening 3, onder B), op hoofdstuk 94, worden afzonderlijk aangeboden springbakken niet als delen van goederen ingedeeld onder (onder meer) post 9401 of 9403. Aangezien post 9404 niet van toepassing is op “delen”, maar alleen op complete producten, is indeling onder die post eveneens uitgesloten.

De latten zijn aan de hand van hun objectieve kenmerken (gelijke afmetingen, afgeronde randen, oppervlaktebehandeling, hoog draagvermogen en hoge buigvastheid) herkenbaar als delen van frames. Ze zijn zodanig bewerkt dat ze het wezenlijke karakter hebben gekregen van artikelen van een andere post (artikelen van gelaagd hout) (zie ook de GS-toelichtingen op post 4412, tweede alinea). Indeling onder post 4412 als gelaagd hout is daarom uitgesloten.

De latten moeten daarom, naar het materiaal waarvan ze zijn vervaardigd, worden ingedeeld onder GN-code 4421 99 99 als andere houtwaren.

Image 1


(*1)  De foto is louter ter informatie.


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/17


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1291 VAN DE COMMISSIE

van 9 september 2020

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 (2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 september 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Gerassimos THOMAS

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Belastingen en Douane- unie


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling (GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een artikel (een zogenoemde “connectorbehuizing”) in de vorm van een rechthoekige holle doos van kunststof, met afmetingen van ongeveer 60 × 190 × 170 mm.

Het artikel is ontworpen voor gebruik als behuizing voor elektronische besturingsmodules in verschillende soorten voertuigen of machines ten behoeve van de fysieke bescherming van elektronische contacten tegen vuil en vocht.

Zie afbeelding  (*1).

3926 90 97

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 3926, 3926 90 en 3926 90 97.

Indeling onder post 8536 als “toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom” is uitgesloten, aangezien het betreffende artikel slechts een behuizing is en geen verbindingsstukken, contacten of voorzieningen daarvoor bevat (zie ook de GS-toelichtingen op post 8536, deel III, onder C)).

Het artikel wordt niet beschouwd als deel van een machine in de zin van aantekening 2 b) op afdeling XVI, omdat de aanwezigheid ervan niet noodzakelijk is voor het functioneren van het verbindingsstuk, het contact of de voorzieningen daarvoor, maar het functioneren slechts verbetert. Indeling onder post 8538 als deel waarvan kan worden onderkend dat het uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd is voor de toestellen bedoeld bij post 8536, is daarom uitgesloten.

Het product wordt niet beschouwd als isolerend werkstuk voor elektrische toestellen van post 8547, aangezien het niet speciaal is gemaakt om voor isolatiedoeleinden te worden gebruikt, maar wel voor het beschermen van elektrische verbindingen (zie ook de GS-toelichtingen op post 8547, deel A)).

Het artikel moet daarom naar het materiaal waaruit het is vervaardigd (kunststof) worden ingedeeld onder GN-code 3926 90 97 als “andere artikelen van kunststof”.

Image 2


(*1)  De foto is louter ter informatie.


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/20


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1292 VAN DE COMMISSIE

van 15 september 2020

betreffende maatregelen om het binnenbrengen in de Unie van Agrilus planipennis Fairmaire uit Oekraïne te voorkomen en tot wijziging van bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 41, lid 2, en artikel 72, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Agrilus planipennis Fairmaire (“het nader omschreven plaagorganisme”) is opgenomen als EU-quarantaineorganisme in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (2). Het is ook opgenomen in de lijst van prioritaire plaagorganismen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1702 van de Commissie (3).

(2)

In bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 zijn, ten aanzien van het nader omschreven plaagorganisme, voor de derde landen waar het plaagorganisme aanwezig is, voorschriften vastgesteld voor de invoer van bepaalde soorten planten, hout en bast zonder andere delen. Overeenkomstig bijlage XI, deel A, bij die verordening zijn fytosanitaire certificaten vereist voor het binnenbrengen in de Unie van dergelijke planten of plantaardige producten uit de respectieve derde landen van oorsprong.

(3)

In november 2019 heeft Oekraïne de eerste officiële vaststellingen van het nader omschreven plaagorganisme op zijn grondgebied bevestigd.

(4)

Dat land is niet opgenomen in de lijst van derde landen waaruit de invoer op het grondgebied van de Unie is toegestaan op grond van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072. Daarom moeten specifieke maatregelen worden vastgesteld om te voorkomen dat het op bepaalde soorten planten, hout en bast zonder andere delen aanwezige nader omschreven plaagorganisme uit Oekraïne in de Unie kan worden binnengebracht.

(5)

Rekening houdend met het fytosanitaire risico van het nader omschreven plaagorganisme, moeten de respectieve planten, hout en bast waarvan bekend is dat zij waardplanten voor het nader omschreven plaagorganisme zijn en die van oorsprong uit Oekraïne zijn, wanneer zij in de Unie worden binnengebracht, vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat en een aanvullende verklaring dat zij afkomstig zijn van een gebied dat vrij is van het nader omschreven organisme. Deze aanvullende verklaring moet worden opgesteld overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen en vooraf aan de Commissie worden meegedeeld. Bepaalde soorten hout mogen alleen worden ingevoerd na de juiste behandeling of de verwijdering van de bast en een stuk van het buitenste deel van het spint om een hoger niveau van fytosanitaire bescherming te waarborgen.

(6)

Aangezien de status van het nader omschreven plaagorganisme in Oekraïne verder moet worden bevestigd, moeten aanvullende technische en wetenschappelijke bewijzen worden verzameld om het fytosanitaire risico ervan voor de Unie te beoordelen. Er moet ook bewijsmateriaal worden verzameld met betrekking tot de aanwezigheid ervan in andere derde landen, teneinde de respectieve in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 vermelde maatregelen bij te werken. De in deze verordening vastgestelde maatregelen moeten daarom zo spoedig mogelijk worden herzien.

(7)

Bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moet ook worden gewijzigd zodat het binnenbrengen van de respectieve planten en plantaardige producten uit Oekraïne in de Unie verplicht vergezeld moet gaan van een fytosanitair certificaat.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp

In deze verordening worden maatregelen vastgesteld om te voorkomen dat Agrilus planipennis Fairmaire uit Oekraïne in de Unie wordt binnengebracht.

Artikel 2

Binnenbrengen in de Unie van planten, hout en bast zonder andere delen van oorsprong uit Oekraïne

Planten, hout en bast zonder andere delen van oorsprong uit Oekraïne mogen alleen in de Unie worden binnengebracht als zij voldoen aan de in de bijlage opgenomen respectieve maatregelen.

Artikel 3

Wijziging van bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072

Bijlage XI, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt 3 wordt de tekst in de derde kolom in de vermelding “Fraxinus L., Juglans L., Pterocarya Kunth en Ulmus davidiana Planch.” vervangen door “Canada, China, Democratische Volksrepubliek Korea, Japan, Mongolië, Oekraïne, Republiek Korea, Rusland, Taiwan en de Verenigde Staten”;

b)

in punt 11 wordt de tekst in de derde kolom in de vermelding “Fraxinus L., Juglans L., Pterocarya Kunth en Ulmus davidiana Planch.” vervangen door “Canada, China, Democratische Volksrepubliek Korea, Japan, Mongolië, Oekraïne, Republiek Korea, Rusland, Taiwan en de Verenigde Staten”;

c)

in punt 12 wordt de tekst in de derde kolom in de vermelding “Fraxinus L., Juglans L., Pterocarya Kunth en Ulmus davidiana Planch., en met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden” vervangen door “Canada, China, Democratische Volksrepubliek Korea, Japan, Mongolië, Oekraïne, Republiek Korea, Rusland, Taiwan en de Verenigde Staten”.

Artikel 4

Herziening van de voorlopige maatregelen

De in deze verordening vastgestelde maatregelen beogen het aanpakken van fytosanitaire risico’s die niet volledig zijn beoordeeld, en zijn tijdelijk van aard.

Deze maatregelen worden zo spoedig mogelijk en uiterlijk één jaar na de datum van vaststelling van deze verordening herzien.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 september 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1702 van de Commissie van 1 augustus 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van de lijst van prioritaire plaagorganismen (PB L 260 van 11.10.2019, blz. 8).


BIJLAGE

Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit Oekraïne, en de overeenkomstige maatregelen voor het binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Unie, zoals bedoeld in artikel 2

Planten, plantaardige producten en andere materialen

GN-code

Maatregelen

1.

Planten van Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met uitzondering van vruchten en zaden

ex 0602 10 90

ex 0602 20 20

ex 0602 20 80

ex 0602 90 41

ex 0602 90 45

ex 0602 90 46

ex 0602 90 48

ex 0602 90 50

ex 0602 90 70

ex 0602 90 99

ex 0604 20 90

ex 1404 90 00

De planten voldoen aan beide onderstaande voorwaarden:

a)

zij gaan vergezeld van een fytosanitair certificaat, met in de rubriek “Aanvullende verklaring” de vermelding dat de planten afkomstig zijn van een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het nader omschreven plaagorganisme officieel is bevestigd;

b)

de ziektevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld.

2.1.

Hout van Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van deze bomen;

houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, en meubilair en andere voorwerpen van onbehandeld hout.

ex 4401 12 00

ex 4403 12 00

ex 4403 99 00

ex 4404 20 00

ex 4406 12 00

ex 4406 92 00

4407 95 10

4407 95 91

4407 95 99

ex 4407 99 27

ex 4407 99 40

ex 4407 99 90

ex 4408 90 15

ex 4408 90 35

ex 4408 90 85

ex 4408 90 95

ex 4416 00 00

ex 9406 10 00

Het hout voldoet aan een van de onderstaande voorwaarden:

a)

het gaat vergezeld van een fytosanitair certificaat, met in de rubriek “Aanvullende verklaring” de vermelding dat het hout afkomstig is van een specifiek gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het nader omschreven plaagorganisme officieel is bevestigd, en de ziektevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld;

b)

het gaat vergezeld van een fytosanitair certificaat, met in de rubriek “Aanvullende verklaring” de vermelding dat de bast en ten minste 2,5 cm van het buitenste deel van het spint zijn verwijderd in een voorziening die een vergunning heeft en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne;

c)

het gaat vergezeld van een fytosanitair certificaat, met in de rubriek “Aanvullende verklaring” de vermelding dat het hout ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken.

2.2.

Hout in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc.

ex 4401 22 00

ex 4401 40 10

ex 4401 40 90

Het hout voldoet aan beide onderstaande voorwaarden:

a)

het gaat vergezeld van een fytosanitair certificaat, met in de rubriek “Aanvullende verklaring” de vermelding dat het hout afkomstig is van een specifiek gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het nader omschreven plaagorganisme officieel is bevestigd;

b)

de ziektevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld.

3.

Bast, zonder andere delen, en voorwerpen gemaakt van bast verkregen uit Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc.

ex 1404 90 00

ex 4401 40 90

De bast voldoet aan beide onderstaande voorwaarden:

a)

zij gaat vergezeld van een fytosanitair certificaat, met in de rubriek “Aanvullende verklaring” de vermelding dat een officiële verklaring is verstrekt waaruit blijkt dat de bast afkomstig is van een specifiek gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het nader omschreven plaagorganisme officieel is bevestigd;

b)

de ziektevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van Oekraïne op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld.


16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/24


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1293 VAN DE COMMISSIE

van 15 september 2020

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof azadirachtin

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsrichtlijn 2011/44/EU van de Commissie (2) is azadirachtin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) opgenomen als werkzame stof.

(2)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 worden de in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en worden opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

De goedkeuring van de in de bijlage, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 vermelde werkzame stof azadirachtin is beperkt tot gebruik als insecticide.

(4)

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft een van de producenten van de werkzame stof, Trifolio-M GmbH, op 27 februari 2012 bij de aangewezen lidstaat-rapporteur, Duitsland, een aanvraag ingediend voor een wijziging van de voorwaarden van de goedkeuring van azadirachtin om het gebruik ervan als acaricide toe te laten. De aangewezen lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag ontvankelijk was.

(5)

De aangewezen lidstaat-rapporteur heeft het nieuwe gebruik van de werkzame stof azadirachtin overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 beoordeeld met betrekking tot de mogelijke effecten op de gezondheid van mens en dier en het milieu en heeft een addendum bij het ontwerpbeoordelingsverslag opgesteld dat op 10 januari 2013 bij de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) werd ingediend.

(6)

Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft de EFSA het addendum bij het ontwerpbeoordelingsverslag en het aanvullende verslag voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en het voor het publiek beschikbaar gesteld. Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is de aanvrager om aanvullende informatie verzocht. Duitsland heeft de aanvullende informatie beoordeeld en op 19 september 2017 een herzien addendum bij het ontwerpbeoordelingsverslag en een aanvullend verslag bij de Commissie en de EFSA ingediend.

(7)

Op 14 september 2018 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie (5) meegedeeld met betrekking tot de vraag of het nieuwe gebruik van de werkzame stof azadirachtin naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft op 19 mei 2020 het ontwerpaddendum bij het evaluatieverslag over azadirachtin en een ontwerpverordening aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(8)

De aanvrager is uitgenodigd om opmerkingen over het addendum bij het evaluatieverslag in te dienen.

(9)

Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, is vastgesteld dat bij gebruik van het gewasbeschermingsmiddel als acaricide aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt voldaan. Het is daarom passend om voor azadirachtin de beperking tot gebruik als insecticide te schrappen.

(10)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 september 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsrichtlijn 2011/44/EU van de Commissie van 13 april 2011 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad om azadirachtin op te nemen als werkzame stof en tot wijziging van Beschikking 2008/941/EG van de Commissie (PB L 100 van 14.4.2011, blz. 43).

(3)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(5)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance azadirachtin (Margosa extract) EFSA Journal 2018;16(9):5234. Doi: 10.2903/j.efsa.2018.5234.


BIJLAGE

De kolom “Specifieke bepalingen” van rij 343, azadirachtin, van deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt vervangen door:

“Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over azadirachtin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, alsook met de conclusies van het addendum bij het evaluatieverslag over azadirachtin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 17 juli 2020 door het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

1)

de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op toekomstige herzieningen van de maximumresidugehalten;

2)

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en in het water levende organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.”.


Rectificaties

16.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/27


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1276 van de Commissie van 11 september 2020 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof bromoxynil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

( Publicatieblad van de Europese Unie L 300 van 14 september 2020 )

1.

Bladzijde 34, artikel 3:

in plaats van:

“14 maart 2021”,

lezen:

“17 maart 2021”.

2.

Bladzijde 34, artikel 4:

in plaats van:

“14 september 2021”,

lezen:

“17 september 2021”.