ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 252 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
63e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
4.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 252/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1147 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 2020
tot verlening van een toelating van de Unie voor het uniek biocide “ClearKlens product based on IPA”
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 44, lid 5, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 26 mei 2016 heeft Diversey Europe Operations B.V. overeenkomstig artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een aanvraag ingediend voor de toelating van een uniek biocide met als naam “ClearKlens product based on IPA”, behorende tot productsoort 2 als omschreven in bijlage V bij die verordening, tezamen met de schriftelijke bevestiging dat de bevoegde autoriteit van Nederland ermee heeft ingestemd de aanvraag te beoordelen. De aanvraag is in het biocidenregister geregistreerd onder zaaknummer BC-HD024462-61. |
(2) |
“ClearKlens product based on IPA” bevat propaan-2-ol als werkzame stof; die stof is opgenomen in de Unielijst van goedgekeurde werkzame stoffen als bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(3) |
Op 3 juni 2019 heeft de beoordelende bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een beoordelingsrapport en de conclusies van haar beoordeling bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het agentschap”) ingediend. |
(4) |
Op 17 januari 2020 heeft het agentschap overeenkomstig artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een advies (2), de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken van “ClearKlens product based on IPA” en het definitieve beoordelingsrapport betreffende het uniek biocide aan de Commissie toegezonden. |
(5) |
In het advies wordt geconcludeerd dat “ClearKlens product based on IPA” een uniek biocide is als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder r), van Verordening (EU) nr. 528/2012, dat het in aanmerking komt voor een toelating van de Unie overeenkomstig artikel 42, lid 1, van die verordening en dat het, onder voorbehoud van overeenstemming met de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken van het biocide, voldoet aan de in artikel 19, lid 1, van die verordening gestelde voorwaarden. |
(6) |
Op 3 februari 2020 heeft het agentschap, in overeenstemming met artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 528/2012, de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken in alle officiële talen van de Unie aan de Commissie doen toekomen. |
(7) |
De Commissie sluit zich aan bij het advies van het agentschap en acht het daarom passend om voor “ClearKlens product based on IPA” een toelating van de Unie te verlenen. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan Diversey Europe Operations B.V. wordt een toelating van de Unie met toelatingsnummer EU-0022128-0000 verleend voor het op de markt aanbieden en het gebruik van het uniek biocide “ClearKlens product based on IPA”, overeenkomstig de in de bijlage vastgestelde samenvatting van de productkenmerken van het biocide.
De toelating van de Unie is geldig van 24 augustus 2020 tot en met 31 juli 2030.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 2020.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Advies van het ECHA van 11 december 2019 over de toelating van de Unie voor “ClearKlens product based on IPA” (ECHA/BPC/236/2019).
BIJLAGE
Samenvatting van de productkenmerken van een biocide
ClearKlens product based on IPA
Productsoort 2 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt (Desinfecteermiddelen)
Toelatingsnummer: EU-0022128-0000
Toelatingsnummer in R4BP: EU-0022128-0000
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE
1.1. Handelsna(a)m(en) van het product
Handelsnaam |
ClearKlens IPA ClearKlens IPA 70 % ClearKlens IPA 70 % v/v ClearKlens IPA VH1 ClearKlens IPA Airless ClearKlens IPA Pouch ClearKlens IPA Non Sterile ClearKlens IPA Non Sterile VH1 ClearKlens IPA SS ClearKlens IPA SS VH1 ClearKlens IPA RTU ClearKlens IPA RTU VH1 Texwipe® Sterile 70 % Isopropanol VH01 ClearKlens IPA |
1.2. Toelatingshouder
Naam en adres van de toelatingshouder |
Naam |
Diversey Europe Operations B.V. |
Adres |
Maarssenbroeksedijk 2, 3542 DN, Utrecht, Netherlands |
|
Toelatingsnummer |
EU-0022128-0000 |
|
Toelatingsnummer in R4BP |
EU-0022128-0000 |
|
Toelatingsdatum |
24.8.2020 |
|
Vervaldatum |
31.7.2030 |
1.3. Fabrikant(en) van het product
Naam van de fabrikant |
Diversey Europe Operations B.V. |
Adres van de fabrikant |
Maarssenbroeksedijk 2, 3542 DN Utrecht Nederland |
Productielocatie |
Avenida Conde Duque 5, 7 y 9; Poligono Industrial La Postura, 28343 Valdemoro (Madrid) Spanje Strada Statale 235, 26010 Bagnolo Cremasco (CR) Italië Cotes Park Industrial Estate, DE55 4PA Somercotes Alfreton Verenigd Koninkrijk Rembrandtlaan 414, 7545 ZW Enschede Nederland Morschheimer Strasse 12, 67292 Kirchheimbolanden Duitsland |
Naam van de fabrikant |
Multifill BV |
Adres van de fabrikant |
Constructieweg 25a, 3640 AJ Mijdrecht Nederland |
Productielocatie |
Constructieweg 25a, 3640 AJ Mijdrecht Nederland |
Naam van de fabrikant |
Flexible Medical Packaging Ltd. |
Adres van de fabrikant |
Unit 8, Hightown, White Cross Industrial Estate, LA1 4XS Lancaster, Lancashire Verenigd Koninkrijk |
Productielocatie |
Unit 8, Hightown, White Cross Industrial Estate, LA1 4XS Lancaster, Lancashire Verenigd Koninkrijk |
Naam van de fabrikant |
Ardepharm |
Adres van de fabrikant |
Les Iles Ferays, 07300 Tournon-sur-Rhône Frankrijk |
Productielocatie |
Les Iles Ferays, 07300 Tournon-sur-Rhône Frankrijk |
Naam van de fabrikant |
Entegris Cleaning Process (ECP) S.A.S |
Adres van de fabrikant |
395 rue Louis Lépine, 34000 Montpellier Frankrijk |
Productielocatie |
395 rue Louis Lépine, 34000 Montpellier Frankrijk |
1.4. Fabrikant(en) van de werkzame stof(fen)
Werkzame stof |
Propaan-2-ol |
Naam van de fabrikant |
INEOS Solvents GmbH |
Adres van de fabrikant |
Anckelmannsplatz, D-20537 Hamburg Duitsland |
Productielocatie |
Shamrockstrasse 88, D-44623 Herne Duitsland Römerstrasse 733, D-47443 Moers Duitsland |
Werkzame stof |
Propaan-2-ol |
Naam van de fabrikant |
Shell Chemicals Europe B.V. |
Adres van de fabrikant |
Postbus 2334, 3000 CH Rotterdam Nederland |
Productielocatie |
Vondelingenweg 601, 3196 KK Rotterdam-Pernis Nederland |
Werkzame stof |
Propaan-2-ol |
Naam van de fabrikant |
Exxon Mobil Chemicals |
Adres van de fabrikant |
Hermeslaan 2, 1831 Machelen België |
Productielocatie |
4045 Scenic Highway, LA 70805 Baton Rouge Verenigde Staten van Amerika Southampton, SO45 1TX Hampshire Verenigd Koninkrijk |
2. PRODUCTSAMENSTELLING EN -FORMULERING
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van het product
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Propaan-2-ol |
|
Werkzame stof |
67-63-0 |
200-661-7 |
63,1 |
2.2. Formuleringstype
AL — Vloeistof voor toepassing zonder verdunning
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN
Gevarencategorie |
Licht ontvlambare vloeistof en damp. Veroorzaakt ernstige oogirritatie. Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. Herhaalde blootstelling kan een droge of een gebarsten huid veroorzaken. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen — Niet roken. Inademing van spuitnevel vermijden. Na het werken met dit product handen grondig wassen. Op een goed geventileerde plaats bewaren. Koel bewaren. BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken. Huid met water afspoelen. In geval van brand:Blussen met alcoholbestendig schuim. verpakking afvoeren naar een verzamelpunt voor gevaarlijk of speciaal afval volgens nationale/regionale afspraken. Inhoud naar een verzamelpunt voor gevaarlijk of speciaal afval volgens nationale/regionale afspraken. |
4. TOEGELATEN GEBRUIK
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 1. Gebruik # 1 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze harde oppervlakken — professioneel — dweilen
Productsoort |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
Niet relevant |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Triviale naam: Bacteriën Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens Triviale naam: Gisten Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens |
Toepassingsgebied |
Binnen Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van gereinigde, niet-poreuze harde oppervlakken in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer. |
Toepassingsmethode(n) |
Desinfectie met een dweil — |
Dosering(en) en frequentie |
Gebruik 18,4 mL product per m2 oppervlak. |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Container (HDPE, PP, PE): 1-20 L |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze harde oppervlakken.
Reinig en droog het oppervlak alvorens het te desinfecteren. Maak de dweil nat met het desinfectiemiddel en dweil het oppervlak. Maak het gehele oppervlak nat en laat het product minstens 30 seconden inwerken.
Gebruikte dweilen opslaan in een afgesloten container.
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:
— |
60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten; |
— |
150/u in cleanrooms. |
Gebruik niet meer dan 18,4 mL product/m2.
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.2. Omschrijving van het gebruik
Tabel 2. Gebruik # 2 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze harde oppervlakken — professioneel — doek
Productsoort |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
||||||
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
Niet relevant |
||||||
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Triviale naam: Bacteriën Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens Triviale naam: Gisten Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens |
||||||
Toepassingsgebied |
Binnen Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van gereinigde, niet-poreuze harde oppervlakken in laboratoria met ventilatie van 8 luchtwisselingen per uur of meer, in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer. |
||||||
Toepassingsmethode(n) |
Desinfectie met een doek |
||||||
Dosering(en) en frequentie |
Gebruik 18,4 mL product per m2 oppervlak — |
||||||
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
||||||
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
|
4.2.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze harde oppervlakken.
Reinig en droog het oppervlak alvorens dit te desinfecteren. Maak de doek nat met het desinfectiemiddel en veeg over het oppervlak. Maak het gehele oppervlak nat en laat het product minstens 30 seconden inwerken. In cleanrooms kan de exacte hoeveelheid product die nodig is ook worden gedistribueerd via een spuitlans met lage doorstroomsnelheid of in een emmer via een leidingensysteem. Gebruikte doeken weggooien in een afgesloten container.
4.2.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:
— |
8/u in laboratoria; |
— |
60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten; |
— |
150/u in cleanrooms. |
Gebruik niet meer dan 18,4 mL product/m2.
De volgende persoonlijke risicobeperkende maatregelen kunnen worden toegepast bij de toepassing door uitvegen met een doek, tenzij dit kan worden vervangen door technische en/of organisatorische maatregelen: Draag oogbescherming tijdens het hanteren van het product.
4.2.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.2.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.2.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.3. Omschrijving van het gebruik
Tabel 3. Gebruik # 3 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze harde oppervlakken — professioneel — sprayen
Productsoort |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
||||||||||
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
Niet relevant |
||||||||||
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Triviale naam: Bacteriën Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens Triviale naam: Gisten Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens |
||||||||||
Toepassingsgebied |
Binnen Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van gereinigde, niet-poreuze harde oppervlakken in laboratoria met ventilatie van 8 luchtwisselingen per uur of meer, in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer. |
||||||||||
Toepassingsmethode(n) |
Desinfectie met een handsprayer Indien nodig met een doekje vegen om het product te verdelen. |
||||||||||
Dosering(en) en frequentie |
Gebruik 18,4 mL product per m2 oppervlak — |
||||||||||
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
||||||||||
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
|
4.3.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze harde oppervlakken.
Reinig en droog het oppervlak alvorens dit te desinfecteren. Spray het desinfectiemiddel op het oppervlak, indien nodig met een doek vegen om het product te verdelen. Maak het gehele oppervlak nat en laat het product minstens 30 seconden inwerken. Gebruikte doeken weggooien in een afgesloten container.
Aantal toepassingen per type verpakking, nodig om een dosering van 18,4 mL product/m2 oppervlak te bereiken:
— |
Handsprayzak: 19 keer sprayen/m2 oppervlak; |
— |
Steriele spray (zak in fles): 16 keer sprayen/m2 oppervlak; |
— |
Handsprayflacon: 14 keer sprayen/m2 oppervlak; |
— |
Airless handsprayflacon: 21 keer sprayen/m2 oppervlak. |
4.3.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:
— |
8/u in laboratoria; |
— |
60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten; |
— |
150/u in cleanrooms. |
Gebruik niet meer dan 18,4 mL product/m2.
4.3.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.3.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.3.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.4. Omschrijving van het gebruik
Tabel 4. Gebruik # 4 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze handschoenen — professioneel — desinfectie van niet-poreuze handschoenen
Productsoort |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
||||||||||||||
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
Niet relevant |
||||||||||||||
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Triviale naam: Bacteriën Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens Triviale naam: Gisten Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens |
||||||||||||||
Toepassingsgebied |
Binnen Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van schone, niet-poreuze handschoenen in laboratoria met ventilatie van 8 luchtwisselingen per uur of meer, in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer. |
||||||||||||||
Toepassingsmethode(n) |
Desinfectie van niet poreuze-handschoenen |
||||||||||||||
Dosering(en) en frequentie |
Breng 3 mL product aan op handen gestoken in schone handschoenen — |
||||||||||||||
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
||||||||||||||
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Automatische dosering:
Handmatige dosering:
|
4.4.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze handschoenen.
Automatische dosering:
Breng 3 mL product rechtstreeks aan op de handen gestoken in schone handschoenen. Verdeel gelijkmatig en zorg ervoor dat het gehele oppervlak nat wordt. Laat het product minstens 30 seconden inwerken.
Handmatige dosering:
Spray 3 mL product rechtstreeks op de handen gestoken in schone handschoenen. Verdeel gelijkmatig en zorg ervoor dat het gehele oppervlak nat wordt. Laat het product minstens 30 seconden inwerken.
Aantal toepassingen per type verpakking, nodig om 3 mL product aan te brengen op de handen gestoken in schone handschoenen:
— |
Handsprayzak: product 3 keer sprayen op twee handen; |
— |
Steriele spray (zak in fles): product 3 keer sprayen op twee handen; |
— |
Handsprayflacon: product 3 keer sprayen op twee handen; |
— |
Airless handsprayflacon: product 4 keer sprayen op twee handen. |
4.4.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:
— |
8/u in laboratoria; |
— |
60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten; |
— |
150/u in cleanrooms. |
4.4.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.4.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Zie de algemene gebruiksinstructies.
4.4.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Zie de algemene gebruiksinstructies.
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (1)
5.1. Gebruiksvoorschrift
Zie de gebruiksspecifieke instructies.
5.2. Risicobeperkende maatregelen
Draag tijdens het hanteren van het product nieuwe beschermende handschoenen die bestand zijn tegen chemische stoffen (materiaal handschoenen nader te bepalen door de vergunninghouder in de productinformatie).
Vermijd contact met de ogen.
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
Inhalatie: Kan sufheid of duizeligheid veroorzaken.
Contact met de ogen: Veroorzaakt ernstige irritatie.
NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen.
BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. Bij aanhoudende oogirritatie: een arts raadplegen.
NA INSLIKKEN: de mond spoelen — GEEN braken opwekken. Bij onwel voelen een arts raadplegen.
Milieuvoorzorgsmaatregelen:
Laat onverdund of niet geneutraliseerd product niet in het riool terechtkomen.
Zorg ervoor dat het product niet in het waterafvoersysteem, oppervlaktewater of grondwater terechtkomt. Verdunnen met ruim water.
Methoden en materialen voor beheersing en verwijdering. Absorberen met vloeistof-bindend materiaal (zand, diatomiet, universele bindmiddelen, zaagsel).
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Het product en zijn verpakking moeten op een veilige wijze worden afgevoerd, conform alle relevante wet- en regelgeving inzake de verwijdering van gevaarlijk afval. Verwijdering of verbranding dient plaats te vinden volgens de plaatselijke voorschriften.
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Twee jaar houdbaar.
Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren.
Weghouden van direct zonlicht en niet blootstellen aan temperaturen boven 30 °C.
Bewaren in goed gesloten verpakking.
6. OVERIGE INFORMATIE
Het product bevat propaan-2-ol (CAS-nummer: 67-63-0), waarvoor voor de professionele gebruiker een Europese referentiewaarde van 129,28 mg/m3 is overeengekomen. Deze is gebruikt bij de risicobeoordeling voor dit product.
(1) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik.
4.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 252/12 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1148 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 2020
tot vaststelling van de methodologische en technische specificaties overeenkomstig Verordening (EU) 2016/792 van het Europees Parlement en de Raad wat de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en van het indexcijfer van de huizenprijzen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/792 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en van de huizenprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad (1), en met name artikel 3, leden 6, 8, 9 en 10, artikel 4, lid 4, artikel 7, lid 6, en artikel 9, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) 2016/792 is een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de productie van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP), het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen tegen constante belastingtarieven (HICP-CT), het indexcijfer van de prijzen van door de eigenaar bewoonde woningen (OOH), en het indexcijfer van de huizenprijzen (HPI). |
(2) |
Op grond van artikel 12, lid 3, van Verordening (EU) 2016/792 neemt de Commissie, voor zover verenigbaar met die verordening, de relevante bepalingen op van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie (2), Verordening (EG) nr. 2214/96 van de Commissie (3), Verordening (EG) nr. 1687/98 van de Raad (4), Verordening (EG) nr. 2646/98 van de Commissie (5), Verordening (EG) nr. 1617/1999 van de Commissie (6), Verordening (EG) nr. 2166/1999 van de Raad (7), Verordening (EG) nr. 2601/2000 van de Commissie (8), Verordening (EG) nr. 2602/2000 van de Commissie (9), Verordening (EG) nr. 1920/2001 van de Commissie (10), Verordening (EG) nr. 1921/2001 van de Commissie (11), Verordening (EG) nr. 1708/2005 van de Commissie (12), Verordening (EG) nr. 701/2006 van de Raad (13), Verordening (EG) nr. 330/2009 van de Commissie (14), Verordening (EU) nr. 1114/2010 van de Commissie (15) en Verordening (EU) nr. 93/2013 van de Commissie (16) vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 2494/95 (17), en beperkt zij voor zover nodig het totale aantal uitvoeringshandelingen. |
(3) |
De lidstaten moeten de gewichten van de sub-indexcijfers van de geharmoniseerde indexcijfers jaarlijks actualiseren. Daarom moeten voorschriften voor het afleiden van gewichten worden vastgesteld. |
(4) |
Aangezien het niet mogelijk is alle transacties van het doeluniversum van de HICP in acht te nemen, moeten er voorschriften voor het bepalen van de steekproef worden vastgesteld. |
(5) |
De HICP meet de ontwikkelingen van de consumentenprijzen. Om ervoor te zorgen dat het begrip “prijs” door de lidstaten op geharmoniseerde wijze wordt toegepast, moeten regels voor de behandeling van prijzen worden vastgesteld. |
(6) |
De HICP moet de zuivere prijswijziging meten, die niet door kwaliteitswijzigingen is beïnvloed. Daarom moeten er regels worden vastgesteld voor vervangingen en aanpassingen van de kwaliteit. |
(7) |
De geharmoniseerde indexcijfers zijn jaarlijkse kettingindexcijfers van het Laspeyres-type. Daarom moeten elementaire aggregaten worden gedefinieerd en moeten methoden worden gespecificeerd om waargenomen prijzen te combineren tot elementaire prijsindexcijfers. |
(8) |
Om de hoge kwaliteit van flashramingen van de HICP te waarborgen en om de Commissie (Eurostat) in staat te stellen de nodige aggregaten af te leiden, moeten de lidstaten die de euro als munt hebben, flash-ramingen indienen op basis van dezelfde uitsplitsing als de HICP. |
(9) |
De geharmoniseerde indexcijfers en de sub-indexcijfers daarvan die reeds zijn gepubliceerd, kunnen worden herzien. Daarom moeten de voorwaarden worden gespecificeerd waaronder herzieningen moeten worden uitgevoerd. |
(10) |
Om betrouwbare en vergelijkbare resultaten van alle lidstaten te verkrijgen, moet een gemeenschappelijk methodologisch kader voor het samenstellen van de HICP-CT worden vastgesteld en toegepast. |
(11) |
De lidstaten moeten het OOH-prijsindexcijfer en de HPI volgens een gespecificeerde uitsplitsing indienen. |
(12) |
De lidstaten moeten de Commissie (Eurostat) overeenkomstig de gespecificeerde uitwisselingsnormen en -procedures gegevens en metagegevens overleggen. |
(13) |
In het Europees statistisch systeem moeten praktische richtsnoeren en aanbevelingen worden opgesteld voor relevante kwesties in verband met HICP-metingen en samenstellingen, met name wat betreft de aanpassing van de kwaliteit, de opstelling van indexcijfers en de behandeling van prijzen. |
(14) |
De Verordeningen (EG) nr. 1749/96, (EG) nr. 2214/96, (EG) nr. 1687/98, (EG) nr. 2646/98, (EG) nr. 1617/1999, (EG) nr. 2166/1999, (EG) nr. 2601/2000, (EG) nr. 2602/2000, (EG) nr. 1920/2001, (EG) nr. 1921/2001, (EG) nr. 1708/2005, (EG) nr. 701/2006, (EG) nr. 330/2009, (EU) nr. 1114/2010 en (EU) nr. 93/2013 moeten worden ingetrokken. |
(15) |
De maatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Bij deze verordening worden uniforme voorwaarden vastgesteld voor de productie van:
a) |
het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP) en het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen tegen constante belastingtarieven (HICP-CT), en |
b) |
het indexcijfer van de prijzen van door de eigenaar bewoonde woningen (OOH) en het indexcijfer van de huizenprijzen (HPI). |
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
“aandeel in de bestedingen”: een percentage van de totale monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals gespecificeerd in de bijlage; |
2. |
“sub-indexcijfergewicht”: het gewicht voor elke categorie van de Europese classificatie van individuele consumptie naar doel (ECOICOP), zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EU) 2016/792, opgenomen in de HICP; |
3. |
“doeluniversum” van de HICP: alle transacties die deel uitmaken van de monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens; |
4. |
“productaanbod” een product gespecificeerd door de kenmerken, het tijdstip en de plaats van aankoop en de voorwaarden van levering, en waarvoor een prijs wordt waargenomen; |
5. |
“homogeen product”: een reeks productaanbiedingen waarbij geen sprake is van significante kwaliteitsverschillen en waarvoor een gemiddelde prijs wordt berekend; |
6. |
“individueel product”: een productaanbod of een homogeen product; |
7. |
“doelsteekproef”: een reeks individuele producten die betrekking hebben op transacties uit het doeluniversum en waarvoor prijsgegevens moeten worden gebruikt voor de samenstelling van de HICP; |
8. |
“kwaliteitsverschil”: een verschil tussen de kenmerken, het tijdstip en de plaats van aankoop en de voorwaarden van levering van twee individuele producten, indien dit vanuit het oogpunt van de consument relevant is; |
9. |
“vervangend product”: een individueel product dat een ander individueel product in de doelsteekproef vervangt; |
10. |
“kwaliteitscorrectie”: een procedure om de waargenomen prijs van een vervangend product of van het te vervangen product te verhogen of te verlagen met de waarde van het kwaliteitsverschil tussen deze producten; |
11. |
“waargenomen prijs”: de consumentenprijs van een individueel product, zoals die door de lidstaat wordt gebruikt voor de berekening van de HICP; |
12. |
“geschatte prijs”: een prijs die is gebaseerd op een passende schattingsprocedure; |
13. |
“elementair aggregaat”: het kleinste aggregaat dat wordt gebruikt in een indexcijfer van het Laspeyres-type; |
14. |
“elementaire prijsindex”: een index voor een elementair aggregaat of een index voor een stratum binnen een elementair aggregaat; |
15. |
“transitiviteit”: het gegeven dat een index die de perioden a) en b) indirect vergelijkt via periode c), overeenstemt met een index die de perioden a) en b) rechtstreeks vergelijkt; |
16. |
“omkeerbaarheid in de tijd”: het gegeven dat de index tussen de perioden a) en b) gelijk is aan het omgekeerde van dezelfde index tussen de perioden b) en a); |
17. |
“vergoeding”: een gedeeltelijke of volledige betaling door de overheid of instellingen zonder winstoogmerk ten bate van huishoudens van goedgekeurde aankopen door huishoudens van specifieke producten zoals gedefinieerd in de punten 4.108 tot en met 4.110 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (18) (ESR 2010); |
18. |
“aansporing”: een vaak tijdelijke wijziging in de kenmerken van een individueel product, door de hoeveelheid van het product te verhogen, een ander individueel product gratis toe te voegen of de consument andere voordelen te bieden; |
19. |
“werkelijke premies”: de bedragen die zijn betaald voor een specifieke verzekeringspolis om gedurende een bepaalde periode verzekerd te zijn; |
20. |
“impliciet in rekening gebrachte vergoeding voor de dienst”: de output van de verzekeraars zoals gedefinieerd in punt 16.51 van bijlage A bij het ESR 2010; |
21. |
“uitkeringen schadeverzekering” uitkeringen als omschreven in punt 4.114 van bijlage A bij het ESR 2010; |
22. |
“seizoensgebonden product”: een individueel product dat volgens een terugkerend patroon slechts een deel van een jaar verkrijgbaar is of in significante hoeveelheden wordt gekocht. Voor elke maand wordt vastgesteld of het product in of buiten het seizoen is. Het seizoen kan per jaar verschillen; |
23. |
“gangbare prijs”: een geschatte prijs voor een seizoensgebonden product, niet zijnde een uitzonderlijke prijs zoals een opruimingsprijs aan het einde van het seizoen; |
24. |
“seizoensgebonden imputatiemethode”: een methode waarbij de prijzen van seizoensproducten buiten het seizoen worden geschat aan de hand van een contraseizoensschatting of een schatting alle seizoenen; |
25. |
“contraseizoensschatting”: een procedure om een geschatte prijs voor een seizoensgebonden product te verkrijgen, zodat:
|
26. |
“schatting alle seizoenen”: een procedure om een geschatte prijs voor een seizoensgebonden product te verkrijgen, zodat:
|
27. |
“seizoensgewichtenmethode”: een behandeling van seizoensgebonden producten waarbij gewichten voor seizoensgebonden producten buiten het seizoen nul zijn of op nul worden gesteld; |
28. |
“tarief”: een lijst van prijzen en voorwaarden voor een product dat is gedifferentieerd naargelang van de aangekochte hoeveelheden, het tijdstip van verbruik of de kenmerken van de kopers; |
29. |
“herziening”: een wijziging in de indexen of gewichten die door de Commissie (Eurostat) worden gepubliceerd. Een wijziging tussen de flashraming en de HICP voor dezelfde referentiemaand mag niet als een herziening worden aangemerkt; |
30. |
“voorlopige gegevens”: indexen of gewichten die een lidstaat naar verwachting in een volgende maand zal afronden; |
31. |
“overheidssector”: de centrale overheid, deelstaatoverheid, lokale overheid en socialezekerheidsfondsen, zoals gedefinieerd in de punten 2.113 tot en met 2.117 van bijlage A bij het ESR 2010; |
32. |
“productgebonden belastingen”: belastingen die verschuldigd zijn per eenheid van bepaalde goederen of diensten die worden geproduceerd of verhandeld, als omschreven in punt 4.16 tot en met 4.20 van bijlage A bij het ESR 2010; |
33. |
“individuele belastingen op het toepassingsgebied van de HICP-CT”: individuele productgebonden belastingen die verband houden met de consumptie van de huishoudens en die zijn opgenomen in de volgende categorieën, zoals gedefinieerd in tabel 9 (“Gedetailleerde ontvangsten en ontvangsten van sociale premies, uitgesplitst naar soort belasting of sociale bijdrage en ontvangende deelsector, met inbegrip van de lijst van belastingen en sociale premies volgens de nationale classificatie”) in bijlage B bij het ESR 2010:
|
HOOFDSTUK 2
GEHARMONISEERD INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN EN GEHARMONISEERD INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN TEGEN CONSTANTE BELASTINGTARIEVEN
Artikel 3
Gewichten
1. De lidstaten leiden de in de index voor het jaar t gebruikte gewicht van de sub-indexcijfers en de elementaire aggregaten als volgt af:
a) |
Tot en met 31 december 2022 worden gegevens van de nationale rekeningen voor jaar t-2 en alle beschikbare en relevante informatie uit de budgetonderzoeken en andere gegevensbronnen gebruikt om de aandelen in de bestedingen van de subklasse te verkrijgen en deze te verdelen over de elementaire aggregaten van de subklasse. Vanaf 1 januari 2023 worden gegevens van de nationale rekeningen voor jaar t-2 gebruikt, die kunnen worden aangevuld met gegevens uit een recent budgetonderzoek en andere bronnen, om de aandelen in de bestedingen van de subklasse te verkrijgen en deze te verdelen over de elementaire aggregaten van de subklasse; |
b) |
De aandelen in de bestedingen voor jaar t-2 worden herzien en geactualiseerd zodat zij representatief zijn voor jaar t-1; |
c) |
De aandelen in de bestedingen voor de elementaire aggregaten worden aangepast met een passende prijswijziging tussen jaar t-1 en december van jaar t-1. |
2. De sub-indexcijfergewichten worden gedurende het volledige kalenderjaar constant gehouden.
3. Het gewicht van een elementair aggregaat wordt gedurende het volledige kalenderjaar constant gehouden, tenzij de lijst van elementaire aggregaten binnen een subklasse wordt aangepast om rekening te houden met significante veranderingen in het doeluniversum.
4. Het gewicht van de sub-indexcijfers voor elke afdeling, groep of klasse van de ECOICOP moet gelijk zijn aan de som van de indexcijfergewichten van de samenstellende categorie ervan. De som van alle sub-indexcijfergewichten op elk niveau van de ECOICOP is gelijk aan 1 000.
5. Het sub-indexcijfergewicht voor elke subklasse is gelijk aan de som van de gewichten van de elementaire aggregaten van die subklasse.
6. De sub-indexcijfergewichten die betrekking hebben op schadeverzekering worden afgeleid van de totale uitgaven van de huishoudens op basis van de kosten van impliciete dienstverlening.
7. Consumptieve uitgaven die worden gefinancierd uit schadeverzekeringsuitkeringen, met inbegrip van rechtstreekse betalingen door de verzekeringsmaatschappijen, worden opgenomen in de sub-indexcijfergewichten van de betrokken ECOICOP-categorieën.
Artikel 4
Steekproeftrekking en representativiteit
1. De lidstaten stellen een doelsteekproef samen, die representatief is voor het doeluniversum door elementaire aggregaten vast te stellen en individuele producten te selecteren voor deze elementaire aggregaten.
2. Het aantal afzonderlijke producten en elementaire aggregaten hangt af van het gewicht van de subklasse en de variantie van de prijsbewegingen van de afzonderlijke producten die tot die subklasse behoren.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat de doelsteekproef in de loop van de tijd representatief blijft voor het doeluniversum door ten minste een jaarlijkse evaluatie en actualisering van de steekproef te verrichten en vervangende producten te kiezen.
4. In de doelsteekproef worden producten waarvoor het aandeel in de bestedingen ten minste een deel per duizend bedraagt, opgenomen.
Artikel 5
Behandeling van prijzen
1. De lidstaten gebruiken de waargenomen prijzen om de HICP op te stellen. Zij gebruiken geschatte prijzen uitsluitend voor de in de artikelen 9, 11 en 14 genoemde doeleinden.
2. De waargenomen prijzen voor producten op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming zijn exclusief vergoedingen.
3. Veranderingen in de waargenomen prijzen of voorwaarden van een tarief worden in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.
4. Indien de waargenomen prijzen aan een index zijn gekoppeld, worden de wijzigingen die het gevolg zijn van veranderingen in de index in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.
5. Indien het inkomen van het huishouden een voorwaarde is om de prijs vast te stellen, worden veranderingen in de waargenomen prijzen die het gevolg zijn van veranderingen in het inkomen van het huishouden, in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.
6. De voor verzekering waargenomen prijzen zijn werkelijke premies.
7. Indien een individueel product gratis ter beschikking van de consument is gesteld en vervolgens een prijs in rekening wordt gebracht, wordt dit in de HICP weergegeven als een prijsstijging. Wanneer daarentegen een prijs in rekening is gebracht voor een individueel product dat vervolgens gratis ter beschikking wordt gesteld aan de consument, wordt dit in de HICP weergegeven als een prijsdaling.
Artikel 6
Kortingen en aansporingen
1. De lidstaten houden rekening met de kortingen die:
a) |
kunnen worden toegekend aan een individueel product, en |
b) |
direct kunnen worden verrekend op het moment van aankoop. |
Waar mogelijk wordt rekening gehouden met kortingen die alleen beschikbaar zijn voor een beperkte groep consumenten.
2. Aansporingen worden behandeld overeenkomstig de artikelen 10 en 11.
Artikel 7
Vergoedingen voor diensten die worden uitgedrukt in een percentage van de transactiewaarde
1. De HICP omvat kosten die rechtstreeks aan consumenten worden opgelegd in ruil voor de geleverde dienst en die kunnen worden uitgedrukt als een vaste vergoeding of een percentage van de transactieprijs. Indien de prijs van een dienst wordt vastgesteld als een percentage van de transactieprijs, wordt dat percentage, vermenigvuldigd met de prijs van een representatieve transactie, als waargenomen prijs gebruikt.
2. Wijzigingen in de vergoeding voor de dienstverlening die het gevolg zijn van wijzigingen in de prijs van een representatieve transactie worden in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.
3. Als een wijziging in de prijs van een representatieve transactie niet kan worden gemeten, wordt deze geschat met behulp van een passend prijsindexcijfer.
Artikel 8
Waarneming van prijzen
1. Een waargenomen prijs voor een goed wordt in de HICP opgenomen voor de maand waarin transacties tegen die prijs kunnen plaatsvinden.
2. Een waargenomen prijs voor een dienst wordt in de HICP opgenomen voor de maand waarin het verbruik van de dienst kan beginnen.
3. Indien de prijs van een dienst afhankelijk is van de tijd tussen de aankoop en het begin van de dienst, houden de lidstaten rekening met de prijzen die representatief zijn voor de aankoop van de dienst.
4. De waargenomen prijzen hebben betrekking op ten minste één werkweek op, of rond, het midden van de maand.
5. Indien bekend is dat de prijzen voor een individueel product binnen een maand volatiel zijn, hebben de waargenomen prijzen betrekking op meer dan één week.
Artikel 9
Schatting van prijzen
1. Indien de prijs van een individueel product in de doelsteekproef niet kan worden waargenomen, wordt uiterlijk twee maanden lang een geschatte prijs gebruikt, waarna een vervangend product wordt gekozen. Dit lid is niet van toepassing op seizoensgebonden producten of andere individuele producten die naar verwachting weer beschikbaar zullen worden.
2. Een eerder waargenomen prijs mag niet als geschatte prijs worden gebruikt, tenzij deze kan worden verantwoord als een passende schatting.
Artikel 10
Vervangingen
1. De lidstaten kiezen een vervangend product dat vergelijkbaar is met het verdwijnende product, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de doelsteekproef representatief blijft.
2. De lidstaten kiezen geen vervangende producten op basis van een soortgelijke prijs.
Artikel 11
Kwaliteitscorrectie
1. Indien er geen kwaliteitsverschil is tussen een vervangen product en het vervangende product, vergelijken de lidstaten de waargenomen prijzen rechtstreeks. Zo niet, passen de lidstaten een kwaliteitscorrectie toe.
2. De lidstaten passen een kwaliteitscorrectie toe die gelijk is aan het volledige prijsverschil tussen het vervangen product in maand m-1 en het vervangende product in maand m, maar alleen indien dit kan worden verantwoord als een passende schatting van het kwaliteitsverschil.
Artikel 12
Elementaire prijsindexcijfers
1. De prijzen van de afzonderlijke producten worden geaggregeerd om elementaire prijsindexcijfers te verkrijgen op basis van een van de volgende opties:
a) |
een indexformule die transitiviteit garandeert. Het prijsindexcijfer van voorgaande perioden wordt niet herzien bij gebruik van transitieve indexformules, of |
b) |
een indexformule die omkeerbaarheid in de tijd garandeert en de prijzen van de afzonderlijke producten in de lopende periode met de prijzen van die producten in de basisperiode vergelijkt. De basisperiode mag niet vaak worden gewijzigd als deze verandering tot een significante schending van het transitiviteitsbeginsel leidt. |
2. Voor het verkrijgen van een prijsindexcijfer voor een elementair aggregaat van twee of meer elementaire prijsindexcijfers wordt gebruikgemaakt van een indexformule die consistent is met de in punt 1 beschreven waarden.
Artikel 13
Integreren van subindexcijfers na de referentieperiode voor het indexcijfer
Eventuele subindexcijfers die na de referentieperiode in de HICP worden geïntegreerd, worden gekoppeld aan de maand december van een bepaald jaar en worden vanaf januari van het volgende jaar gebruikt.
Artikel 14
Seizoensgebonden producten
Indien seizoensproducten in een steekproef worden opgenomen in een elementair aggregaat, gebruiken de lidstaten de seizoensgebonden imputatiemethode of de seizoensgewichtenmethode om een prijsindexcijfer voor dat aggregaat samen te stellen.
Artikel 15
Uitsplitsing van de flashraming
De lidstaten die de euro als munt hebben, verstrekken de Commissie (Eurostat) flashramingen voor alle subindexcijfers in hun HICP.
Artikel 16
Definitief maken van voorlopige gegevens
Wanneer een lidstaat subindexcijfers of hun gewichten als voorlopig verstrekt, moet hij deze definitief maken bij de vertrekking van de subindexcijfers van de daaropvolgende maand.
Artikel 17
Herzieningen als gevolg van fouten
1. De lidstaten corrigeren fouten en verstrekken de herziene subindexcijfers en sub-indexcijfergewichten zonder onnodige vertraging aan de Commissie (Eurostat).
2. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) informatie over de oorzaak van de fout uiterlijk bij de toezending van de herziene gegevens.
Artikel 18
Andere herzieningen
1. Het tijdstip, de lengte en de integratie in de HICP van andere herzieningen dan die bedoeld in de artikelen 16 en 17 worden gecoördineerd met de Commissie (Eurostat).
2. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) ramingen van de herziene HICP-subindexcijfers uiterlijk drie maanden vóór de geplande uitvoering van de voorgestelde herziening.
Artikel 19
Bekendmaking van herzieningen
Behalve in het geval van herzieningen op grond van artikel 16 wordt elke herziening van de totale HICP samen met een toelichting, openbaar gemaakt op de website van de nationale instantie die verantwoordelijk is voor het samenstellen van de HICP.
Artikel 20
Herziening van sub-indexcijfergewichten
Onverminderd de artikelen 16 en 17 worden de sub-indexcijfergewichten niet herzien.
Artikel 21
Geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen tegen constante belastingtarieven
1. Een individuele belasting op het toepassingsgebied van de HICP-CT wordt in aanmerking genomen als de jaarlijkse inkomsten 2 % of meer bedragen van de som van alle individuele belastingen die door de overheidssector worden geïnd.
2. De jaarlijkse inkomsten uit belastingen die in aanmerking worden genomen in de HICP-CT bestrijken ten minste 90 % van de som van alle individuele belastingen op het toepassingsgebied die door de overheidssector worden geïnd.
3. De HICP-CT wordt samengesteld op dezelfde wijze als de HICP, met dien verstande dat de waargenomen prijzen zodanig worden aangepast dat de belastingtarieven voor de producten tijdens de waarnemingsperiode constant worden gehouden in vergelijking met de prijsreferentieperiode.
4. Veranderingen in de belastingtarieven worden weerspiegeld in de HICP-CT:
a) |
in de maand waarvoor het nieuwe tarief op het individuele product wordt toegepast en in de vastgestelde prijs is inbegrepen, of |
b) |
gedurende de eerste volledige maand waarvoor het nieuwe tarief van toepassing is. Tariefwijzigingen die op de eerste dag van de maand in werking treden, worden weerspiegeld in de HICP-CT voor die maand. Tariefwijzigingen die later in werking treden, worden weerspiegeld in de HICP-CT voor de volgende maand. |
HOOFDSTUK 3
PRIJSINDEXCIJFER VAN DOOR DE EIGENAAR BEWOONDE WONINGEN EN INDEXCIJFER VAN DE HUIZENPRIJZEN
Artikel 22
Uitsplitsing van het prijsindexcijfer van door de eigenaar bewoonde woningen
Het OOH-prijsindexcijfer dekt de volgende uitgavencategorieën:
a) |
O.1. Uitgaven voor door de eigenaar bewoonde woningen; |
b) |
O.1.1. Verwerving van woningen; |
c) |
O.1.1.1. Nieuwe woningen; |
d) |
O.1.1.1.1. Aankopen van nieuwe woningen; |
e) |
O.1.1.1.2. Zelfgebouwde woningen en ingrijpende renovaties; |
f) |
O.1.1.2. Bestaande woningen die nieuw zijn voor de sector huishoudens; |
g) |
O.1.1.3. Andere diensten in verband met de verwerving van woningen; |
h) |
O.1.2. Eigendom van woningen; |
i) |
O.1.2.1. Grote reparaties en onderhoud; |
j) |
O.1.2.2. Verzekeringen in verband met woningen; |
k) |
O.1.2.3. Andere diensten in verband met de eigendom van woningen. |
Artikel 23
Uitsplitsing van het indexcijfer van de huizenprijzen
De HPI omvat de volgende uitgavencategorieën:
a) |
H.1. Aankopen van woningen; |
b) |
H.1.1. Aankopen van nieuwe woningen; |
c) |
H.1.2. Aankopen van bestaande woningen. |
Artikel 24
Gewichten
Elk jaar stellen de lidstaten een reeks gewichten voor OOH-prijsindexcijfers en een reeks voor HPI’s samen en sturen zij deze aan de Commissie (Eurostat) toe, in de in de artikelen 22 en 23 vastgestelde uitsplitsingen.
Artikel 25
Compilatie van prijsindexcijfers van door de eigenaar bewoonde woningen
Het OOH-prijsindexcijfer wordt gebaseerd op het begrip “nettoverwerving”, waarbij de ontwikkeling wordt gemeten van de feitelijke prijzen die consumenten betalen voor de verwerving van woningen die nieuw zijn voor huishoudens, alsmede de ontwikkeling van andere kosten in verband met de eigendom en de eigendomsoverdracht van woningen.
HOOFDSTUK 4
NORMEN EN TERMIJNEN VOOR DE UITWISSELING VAN GEGEVENS EN METAGEGEVENS
Artikel 26
Normen voor de uitwisseling van gegevens en metagegevens
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) gegevens en metagegevens in elektronische vorm via de centrale contactpunten overeenkomstig de normen voor de uitwisseling van statistische gegevens en metagegevens.
2. Vertrouwelijke gegevens zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (19) worden adequaat gemarkeerd wanneer zij bij de Commissie (Eurostat) worden ingediend.
Artikel 27
Termijnen voor de uitwisseling van metagegevens
1. De lidstaten evalueren en actualiseren hun HICP en HICP-CT-metagegevens voor het lopende jaar en zenden deze uiterlijk op 31 maart toe aan de Commissie (Eurostat).
2. De lidstaten evalueren en actualiseren hun metagegevens over het OOH-prijsindexcijfer en de HPI voor het lopende jaar en zenden deze uiterlijk op 30 juni toe aan de Commissie (Eurostat).
HOOFDSTUK 5
SLOTBEPALINGEN
Artikel 28
Intrekking
De Verordeningen (EG) nr. 1749/96, (EG) nr. 2214/96, (EG) nr. 1687/98, (EG) nr. 2646/98, (EG) nr. 1617/1999, (EG) nr. 2166/1999, (EG) nr. 2601/2000, (EG) nr. 2602/2000, (EG) nr. 1920/2001, (EG) nr. 1921/2001, (EG) nr. 1708/2005, (EG) nr. 701/2006, (EG) nr. 330/2009, (EU) nr. 1114/2010 en (EU) nr. 93/2013 worden ingetrokken.
Artikel 29
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 2020.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 135 van 24.5.2016, blz. 11.
(2) Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie van 9 september 1996 inzake initiële maatregelen tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (PB L 229 van 10.9.1996, blz. 3).
(3) Verordening (EG) nr. 2214/96 van de Commissie van 20 november 1996 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen: indiening en verspreiding van subindexcijfers van de HICP (PB L 296 van 21.11.1996, blz. 8).
(4) Verordening (EG) nr. 1687/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de goederen- en dienstendekking van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (PB L 214 van 31.7.1998, blz. 12).
(5) Verordening (EG) nr. 2646/98 van de Commissie van 9 december 1998 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van tarieven in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 335 van 10.12.1998, blz. 30).
(6) Verordening (EG) nr. 1617/1999 van de Commissie van 23 juli 1999 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van verzekeringen in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2214/96 (PB L 192 van 24.7.1999, blz. 9).
(7) Verordening (EG) nr. 2166/1999 van de Raad van 8 oktober 1999 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 voor wat betreft de minimumnormen voor de behandeling van tot de sectoren gezondheid, onderwijs en sociale bescherming behorende producten in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (PB L 266 van 14.10.1999, blz. 1).
(8) Verordening (EG) nr. 2601/2000 van de Commissie van de Commissie van 17 november 2000 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat het moment van registratie van aankoopprijzen in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 300 van 29.11.2000, blz. 14).
(9) Verordening (EG) nr. 2602/2000 van de Commissie van 17 november 2000 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van kortingen in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 300 van 29.11.2000, blz. 16).
(10) Verordening (EG) nr. 1920/2001 van de Commissie van 28 september 2001 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van in een percentage van de transactiewaarde uitgedrukte kosten van diensten in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2214/96 (PB L 261 van 29.9.2001, blz. 46).
(11) Verordening (EG) nr. 1921/2001 van de Commissie van 28 september 2001 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor herzieningen van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2602/2000 (PB L 261 van 29.9.2001, blz. 49).
(12) Verordening (EG) nr. 1708/2005 van de Commissie van 19 oktober 2005 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat de gemeenschappelijke referentieperiode voor het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2214/96 (PB L 274 van 20.10.2005, blz. 9).
(13) Verordening (EG) nr. 701/2006 van de Raad van 25 april 2006 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95, wat de dekking in de tijd van de verzameling van prijzen in het kader van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 122 van 9.5.2006, blz. 3).
(14) Verordening (EG) nr. 330/2009 van de Commissie van 22 april 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat minimumnormen voor de behandeling van seizoensgebonden producten in de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP’s) betreft (PB L 103 van 23.4.2009, blz. 6).
(15) Verordening (EU) nr. 1114/2010 van de Commissie van 1 december 2010 houdende vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad met betrekking tot minimumnormen voor de kwaliteit van GICP-wegingen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2454/97 van de Commissie (PB L 316 van 2.12.2010, blz. 4).
(16) Verordening (EU) nr. 93/2013 van de Commissie van 1 februari 2013 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen, wat de vaststelling van indexcijfers van de prijzen van door de eigenaar bewoonde woningen betreft (PB L 33 van 2.2.2013, blz. 14).
(17) Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (PB L 257 van 27.10.1995, blz. 1).
(18) Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).
(19) Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
BIJLAGE
Monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens
1.
De monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens zijn gedefinieerd in artikel 2, punt 20, van Verordening (EU) 2016/792.
2.
Ter nadere specificatie van de kwaliteit van de gewichten moeten de monetaire consumptieve bestedingen de volgende voorbeelden omvatten van de consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals omschreven in de volgende punten van punt 3.95 van bijlage A bij het ESR 2010:
— |
de punten c), d), h) en i), |
— |
het deel van punt e) dat betrekking heeft op financiële diensten die rechtstreeks in rekening worden gebracht, het gedeelte van punt f) dat betrekking heeft op schadeverzekeringen met het bedrag van de impliciete dienstverleningskosten. |
De uitgaven voor de monetaire consumptieve bestedingen omvatten ook de huisvestingstoelagen die deel uitmaken van D.632, zoals gedefinieerd in punt 4.109 van bijlage A bij het ESR 2010.
3.
De monetaire consumptieve bestedingen moeten de volgende voorbeelden omvatten van de consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals omschreven in de volgende punten van punt 3.95 van bijlage A bij het ESR 2010:
— |
de punten a), b) en g). |
De monetaire consumptieve bestedingen omvatten ook de volgende voorbeelden die geen deel uitmaken van de consumptieve bestedingen van de huishoudens:
— |
de punten a) tot en met f) van punt 3.96 van bijlage A bij het ESR 2010, behalve voor huisvestingstoelagen die deel uitmaken van D.632, zoals gedefinieerd in punt 4.109 van bijlage A bij het ESR 2010, |
— |
belastingen op inkomen, zoals gedefinieerd in punt 4.78 van bijlage A bij het ESR 2010, |
— |
inkomen uit vermogen, zoals gedefinieerd in punt 4.41 van bijlage A bij het ESR 2010, |
— |
de werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers, zoals gedefinieerd in punt 4.92 van bijlage A bij het ESR 2010, |
— |
premies schadeverzekering (netto) zoals gedefinieerd in punt 4.112 van bijlage A bij het ESR 2010, |
— |
inkomensoverdrachten tussen huishoudens, zoals gedefinieerd in punt 4.129 van bijlage A bij het ESR 2010, |
— |
boeten die door rechtbanken of door semirechterlijke organen aan institutionele eenheden worden opgelegd, zoals gedefinieerd in punt 4.132 van bijlage A bij het ESR 2010. |
4.
Monetaire transacties zijn transacties waarbij de betrokken eenheden geld betalen of ontvangen, dan wel in geld uitgedrukte verplichtingen aangaan of activa verwerven. Transacties die geen overdracht van contant geld, noch in geld luidende activa of verplichtingen behelzen, zijn niet-monetaire transacties.
4.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 252/24 |
VERORDENING (EU) 2020/1149 VAN DE COMMISSIE
van 3 augustus 2020
tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) wat betreft diisocyanaten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 68, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Diisocyanaten zijn volgens de geharmoniseerde indeling overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) ingedeeld als inhalatieallergeen van categorie 1 en als huidallergeen van categorie 1. Diisocyanaten worden in de hele EU gebruikt als chemische bouwstenen in velerlei sectoren en toepassingen, met name in schuim, afdichtingsmiddelen, coatings en dergelijke. |
(2) |
Op 6 oktober 2016 heeft Duitsland overeenkomstig artikel 69, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het Agentschap”) een dossier (3) (“het bijlage XV-dossier”) ingediend teneinde de procedure voor beperkingen van de artikelen 69 tot en met 73 van die verordening in gang te zetten. In het bijlage XV-dossier wordt aangegeven dat sensibilisatie van de luchtwegen, als gevolg van blootstelling via de huid aan diisocyanaten en door inademing van die stof, beroepsastma bij werknemers veroorzaakt, wat als een substantieel werkgerelateerd gezondheidsprobleem in de Unie is aangemerkt. Het jaarlijkse aantal nieuwe beroepsziekten ten gevolge van diisocyanaten (geschat op meer dan 5 000 gevallen) wordt als onaanvaardbaar hoog beschouwd. In het bijlage XV-dossier wordt aangetoond dat op het niveau van de Unie actie moet worden ondernomen en wordt voorgesteld het industrieel en beroepsmatig gebruik alsmede het in de handel brengen van diisocyanaten als zodanig en als bestanddeel van andere stoffen en van mengsels te beperken. |
(3) |
De in het bijlage XV-dossier voorgestelde beperking is erop gericht het gebruik van diisocyanaten voor industriële en beroepsmatige toepassingen te beperken tot die gevallen waarin een combinatie van technische en organisatorische maatregelen wordt genomen en een gestandaardiseerde minimumopleiding is gevolgd. Informatie over de toegangsmogelijkheden tot deze opleiding moet in de hele toeleveringsketen worden gedeeld en de marktdeelnemers die deze stoffen en mengsels in de handel brengen, zouden ervoor moeten zorgen dat de ontvangers van deze stoffen of mengsels die opleiding kunnen volgen. |
(4) |
Op 5 december 2017 heeft het Comité risicobeoordeling (“RAC”) van het Agentschap zijn advies vastgesteld (4), waarin het concludeerde dat de voorgestelde beperking, zoals gewijzigd door het RAC, wat betreft de doeltreffendheid ervan bij het beperken van de vastgestelde risico’s die aan deze stoffen zijn verbonden, ten aanzien van die risico’s de meest geschikte maatregel op het niveau van de Unie is. Het RAC was verder van mening dat uitvoering van de gewijzigde voorgestelde beperking het aantal diisocyanaatgerelateerde gevallen van dermatitis eveneens terug zou dringen. |
(5) |
Het RAC concludeerde dat een passende opleiding van cruciaal belang is en dat elke werknemer die met diisocyanaten werkt, voldoende kennis van de gevaren van deze stoffen moet hebben, zich bewust moet zijn van de risico’s van de verschillende toepassingen en daarnaast voldoende op de hoogte moet zijn van goede werkmethoden en passende risicobeheersmaatregelen, waaronder het correcte gebruik van passende persoonlijke beschermingsmiddelen. Het RAC merkte daarbij op dat specifieke opleidingsmaatregelen nodig zijn om het belang van de bescherming van de gezondheid door middel van passende risicobeheersmaatregelen en van veilige hanteringspraktijken onder de aandacht te brengen. |
(6) |
Het RAC was van oordeel dat de grenswaarde van 0,1 gewichtsprocent aan diisocyanaten in een stof of mengsel overeenkomt met de laagste concentratiegrenswaarde voor specifieke als inhalatieallergeen van categorie 1 ingedeelde diisocyanaten. Het RAC was daarnaast met de indiener van het dossier eens dat de invoering van een indicatieve of bindende grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling niet zou volstaan om het aantal gevallen van beroepsastma zo ver mogelijk terug te dringen, aangezien op dit moment geen drempelwaarde bekend is voor het sensibiliserende effect van diisocyanaten. |
(7) |
Op 15 maart 2018 bracht het Comité sociaaleconomische analyse (“SEAC”) van het Agentschap zijn advies uit (5), waarin het de conclusie van het RAC, dat de voorgestelde beperking gezien de sociaaleconomische kosten en baten ervan de meest geschikte maatregel op het niveau van de Unie is om de vastgestelde risico’s aan te pakken, bevestigde. Bovendien concludeerde het SEAC dat de voorgestelde beperking voor de betrokken toeleveringsketens betaalbaar is. |
(8) |
Het SEAC raadde aan de toepassing van de beperking met 48 maanden uit te stellen om alle actoren voldoende tijd te geven voor de volledige uitvoering van de vereisten van de beperking. |
(9) |
Het Forum voor de uitwisseling van handhavingsinformatie van het Agentschap, als bedoeld in artikel 76, lid 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006, is over de adviezen van het RAC en het SEAC inzake de voorgestelde beperking geraadpleegd en met de aanbevelingen ervan is rekening gehouden. |
(10) |
Op 9 mei 2018 heeft het ECHA de adviezen van het RAC en het SEAC aan de Commissie voorgelegd. Op basis van deze adviezen concludeert de Commissie dat het gebruik of het in de handel brengen van diisocyanaten als zodanig en als bestanddeel van andere stoffen en mengsels een onaanvaardbaar risico voor de menselijke gezondheid oplevert. De Commissie is van oordeel dat dit soort risico’s op het niveau van de Unie moeten worden aangepakt. |
(11) |
Rekening houdend met het bijlage XV-dossier en de adviezen van het RAC en het SEAC, is de Commissie van oordeel dat voor industriële en beroepsmatige gebruikers een minimale opleidingseis moet worden vastgesteld, onverminderd strengere nationale verplichtingen in de lidstaten. De Commissie is daarnaast van oordeel dat informatie betreffende deze eis in de verpakking moet worden verwerkt. |
(12) |
Met het oog op mogelijke toekomstige herziening van de huidige beperking zouden de lidstaten de Commissie overeenkomstig artikel 117, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 in kennis moeten stellen van alle eventueel door hen gestelde opleidingseisen, het aantal gemelde gevallen van beroepsastma en van beroepsaandoeningen van de luchtwegen en de huid, de nationale beroepsmatige blootstellingsniveaus, voor zover vastgesteld, en informatie over handhavingsactiviteiten. |
(13) |
Onverminderd de wetgeving van de Unie inzake veiligheid en gezondheid op het werk, en met name Richtlijn 98/24/EG van de Raad (6) betreffende chemische agentia, heeft deze beperking tot doel de werkgevers beter in staat te stellen een grotere mate van risicobeheersing te bereiken. Kleine en middelgrote ondernemingen zullen baat hebben bij deze maatregel, die de uitvoering van de huidige voorschriften met betrekking tot gezondheid en veiligheid op het werk verder zal verbeteren door te zorgen voor opleidingsprogramma’s over diisocyanaten in de hele toeleveringsketen. |
(14) |
De marktdeelnemers moeten voldoende tijd krijgen om zich aan de nieuwe voorschriften aan te passen. Om de betrokken werknemers in staat te stellen de vereiste opleiding te volgen, is het passend een overgangsperiode van drie jaar vast te stellen. |
(15) |
Verordening (EG) nr. 1907/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(16) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 augustus 2020.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
(3) https://echa.europa.eu/documents/10162/63c411e5-cf0f-dc5e-ff83-1e8de7e4e282
(4) https://echa.europa.eu/documents/10162/737bceac-35c3-77fb-ba7a-0e417a81aa4a
(5) https://echa.europa.eu/documents/10162/d6794aa4-8e3a-6780-d079-77237244f5f9
(6) Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk (PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11).
BIJLAGE
In bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
“74. Diisocyanaten, O=C=N-R-N=C=O, waarbij R een alifatische of aromatische koolwaterstofeenheid van onbepaalde lengte is |
|
BESLUITEN
4.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 252/30 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1150 VAN DE COMMISSIE
van 3 augustus 2020
tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 5454)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,
Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intra-uniale handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,
Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (4) zijn in bepaalde lidstaten, waar gevallen van Afrikaanse varkenspest in tamme of wilde varkens zijn bevestigd (“de betrokken lidstaten”), maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld in verband met die ziekte. In de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn bepaalde gebieden in de betrokken lidstaten afgebakend, die in de lijsten in de delen I tot en met IV van die bijlage zijn opgenomen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende risiconiveaus op basis van de epidemiologische situatie van die ziekte. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is verscheidene keren gewijzigd om rekening te houden met veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest in de Unie die in die bijlage moeten worden weerspiegeld. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1107 van de Commissie (5), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Letland, Polen en Slowakije. |
(2) |
Bij Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (6) zijn de in de Unie te treffen minimummaatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest vastgesteld. Zo voorziet met name artikel 9 van Richtlijn 2002/60/EG in de instelling van een beschermings- en een toezichtsgebied indien in een bedrijf bij varkens Afrikaanse varkenspest officieel wordt bevestigd en bevatten de artikelen 10 en 11 van die richtlijn de maatregelen die moeten worden genomen in de beschermings- en toezichtsgebieden om de verspreiding van die ziekte te voorkomen. Daarnaast voorziet artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG in maatregelen die moeten worden genomen na bevestiging van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens. Uit recente ervaringen is gebleken dat de bij Richtlijn 2002/60/EG vastgestelde maatregelen, en met name de maatregelen voor het reinigen en ontsmetten van de besmette bedrijven en de andere maatregelen met betrekking tot de uitroeiing van die ziekte bij populaties tamme en wilde varkens, doeltreffend zijn om de verspreiding van die ziekte tegen te gaan. |
(3) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1107 is vastgesteld, hebben zich nieuwe gevallen van Afrikaanse varkenspest voorgedaan bij tamme varkens in Litouwen en Polen en bij wilde varkens in Polen en Slowakije. |
(4) |
In juli 2020 zijn vijf uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de districten Biłgoraj, Ełk, Garwolin en Zielona Góra en Olsztyn in Polen, in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU of in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel III van die bijlage, in de onmiddellijke nabijheid van gebieden die zijn opgenomen in deel II van die bijlage. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Polen nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. Het in deel II van die bijlage opgenomen gebied in Polen dat zich in de onmiddellijke nabijheid van in deel II vermelde gebieden bevindt die door deze recente gevallen van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, moet nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van die bijlage worden opgenomen. |
(5) |
In juli 2020 zijn drie gevallen van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij wilde varkens in de districten Zambrów, Jarosław en Krosno in Polen in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU of in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel II van die bijlage, in de onmiddellijke nabijheid van gebieden die zijn opgenomen in deel I van die bijlage. Door deze gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten deze door recente gevallen van Afrikaanse varkenspest getroffen gebieden in Polen nu in de lijst in deel II in plaats van in de deel I van die bijlage worden opgenomen; het in deel I van die bijlage opgenomen gebied in Polen dat zich in de onmiddellijke nabijheid van in deel II vermelde gebieden bevindt die door deze recente gevallen van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, moet nu in de lijst in deel II in plaats van in deel I van die bijlage worden opgenomen. |
(6) |
In juli 2020 zijn twee gevallen van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij een wild varken in de districten Rimavská Sobota en Roznava in Slowakije, in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten deze momenteel in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU opgenomen gebieden van Slowakije die door deze recente gevallen van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, nu in de lijst in deel II in plaats van in deel I van die bijlage worden opgenomen. |
(7) |
In juli 2020 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de gemeente Plungė in Litouwen, in een gebied dat momenteel is opgenomen in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Litouwen nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. |
(8) |
Naar aanleiding van deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens in Litouwen en Polen en de recente gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in Slowakije, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie, is de regionalisering in die lidstaten opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. |
(9) |
Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Litouwen, Polen en Slowakije nieuwe gebieden met een hoog risico van voldoende omvang worden afgebakend en in de lijsten in de delen II en III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. Aangezien de delen II en III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU de gebieden bevatten waar de epidemiologische situatie zeer dynamisch is en zich nog steeds ontwikkelt, moet bij het aanbrengen van wijzigingen aan de in die delen opgenomen gebieden altijd bijzondere aandacht worden besteed aan de gevolgen voor de omliggende gebieden, zoals ook nu het geval is. De delen I, II en III van die bijlage moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die bij dit besluit in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden aangebracht, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
(11) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 3 augustus 2020.
Voor de Commissie
Stella KYRIAKIDES
Lid van de Commissie
(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.
(3) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(4) Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (PB L 295 van 11.10.2014, blz. 63).
(5) Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1107 van de Commissie van 27 juli 2020 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (PB L 242 van 28.7.2020, blz. 11).
(6) Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).
BIJLAGE
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door:
“BIJLAGE
DEEL I
1. België
De volgende gebieden in België:
in de provincie Luxemburg:
|
2. Estland
De volgende gebieden in Estland:
— |
Hiiu maakond. |
3. Hongarije
De volgende gebieden in Hongarije:
— |
Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe, |
— |
Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403250, 403350, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404570, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, 406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250350, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 250850, 250950, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251450, 251550, 251650, 251750, 251850, 252150 és 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050,575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe. |
4. Letland
De volgende gebieden in Letland:
— |
Pāvilostas novads, |
— |
Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, |
— |
Ventspils novada Jūrkalnes pagasts, |
— |
Grobiņas novads, |
— |
Rucavas novada Dunikas pagasts. |
5. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
— |
Klaipėdos rajono savivaldybės: Agluonėnų, Priekulės, Veiviržėnų, Judrėnų, Endriejavo ir Vėžaičių seniūnijos, |
— |
Kretingos rajono savivaldybės: Darbėnų, Kretingos ir Žalgirio seniūnijos, |
— |
Plungės rajono savivaldybės: Nausodžio sen. dalis nuo kelio 166 į pietryčius ir Kulių seniūnija, |
— |
Skuodo rajono savivaldybės: Lenkimų, Mosėdžio, Skuodo, Skuodo miesto seniūnijos. |
6. Polen
De volgende gebieden in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
w województwie podlaskim:
|
w województwie mazowieckim:
|
w województwie podkarpackim:
|
w województwie świętokrzyskim:
|
w województwie łódzkim:
|
w województwie pomorskim:
|
w województwie lubuskim:
|
w województwie dolnośląskim:
|
w województwie wielkopolskim:
|
7. Slowakije
De volgende gebieden in Slowakije:
— |
the whole district of Vranov nad Topľou, |
— |
the whole district of Humenné, |
— |
the whole district of Snina, |
— |
the whole district of Sobrance, except municipalities included in part III |
— |
in the district of Michalovce, the whole municipalities of Tušice, Moravany, Pozdišovce, Michalovce, Zalužice, Lúčky, Závadka, Hnojné, Poruba pod Vihorlatom, Jovsa, Kusín, Klokočov, Kaluža, Vinné, Trnava pri Laborci, Oreské, Staré, Zbudza, Petrovce nad Laborcom, Lesné, Suché, Rakovec nad Ondavou, Nacina Ves, Voľa, Pusté Čemerné and Strážske, |
— |
in the district of Košice — okolie, the whole municipalities not included in Part II, |
— |
in the district of Gelnica, the whole municipalities of Uhorná, Smolnícka Huta, Mníšek nad Hnilcom, Prakovce, Helcmanovce, Gelnica, Kojšov, Veľký Folkmár, Jaklovce, Žakarovce, Margecany, Henclová and Stará Voda, |
— |
in the district of Prešov, the whole municipalities of Klenov, Miklušovce, Sedlice, Suchá dolina, Janov, Radatice, Ľubovec, Ličartovce, Drienovská Nová Ves, Kendice, Petrovany, Drienov, Lemešany, Janovík, Bretejovce, Seniakovce, Šarišské Bohdanovce, Varhaňovce, Brestov Mirkovce, Žehňa, Tuhrina, Lúčina and Červenica, |
— |
in the district of Rožňava, the whole municipalities of Brzotín, Gočaltovo, Honce, Jovice, Kružná, Kunová Teplica, Pača, Pašková, Pašková, Rakovnica, Rozložná, Rožňavské Bystré, Rožňava, Rudná, Štítnik, Vidová, Čučma and Betliar, |
— |
in the district of Revúca, the whole municipalities of Držkovce, Chvalová, Gemerské Teplice, Gemerský Sad, Hucín, Jelšava, Leváre, Licince, Nadraž, Prihradzany, Sekerešovo, Šivetice, Kameňany, Višňové, Rybník and Sása, |
— |
in the district of Rimavská Sobota, municipalities located south of the road No.526 not included in Part II„ |
— |
in the district of Lučenec, the whole municipalities of Trenč, Veľká nad Ipľom, Jelšovec, Panické Dravce, Lučenec, Kalonda, Rapovce, Trebeľovce, Mučín, Lipovany, Pleš, Fiľakovské Kováče, Ratka, Fiľakovo, Biskupice, Belina, Radzovce, Čakanovce, Šiatorská Bukovinka, Čamovce, Šurice, Halič, Mašková, Ľuboreč, Šíd and Prša, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká Ves nad Ipľom, Sečianky, Kleňany, Hrušov, Vinica, Balog nad Ipľom, Dolinka, Kosihy nad Ipľom, Ďurkovce, Širákov, Kamenné Kosihy, Seľany, Veľká Čalomija, Malá Čalomija, Koláre, Trebušovce, Chrastince, Lesenice, Slovenské Ďarmoty, Opatovská Nová Ves, Bátorová, Nenince, Záhorce, Želovce, Sklabiná, Nová Ves, Obeckov, Vrbovka, Kiarov, Kováčovce, Zombor, Olováry, Čeláre, Glabušovce, Veľké Straciny, Malé Straciny, Malý Krtíš, Veľký Krtíš, Pôtor, Veľké Zlievce, Malé Zlievce, Bušince, Muľa, Ľuboriečka, Dolná Strehová, Vieska, Slovenské Kľačany, Horná Strehová, Chrťany and Závada. |
8. Griekenland
De volgende gebieden in Griekenland:
— |
in the regional unit of Drama:
|
— |
in the regional unit of Xanthi:
|
— |
in the regional unit of Rodopi:
|
— |
in the regional unit of Evros:
|
— |
in the regional unit of Serres:
|
DEEL II
1. België
De volgende gebieden in België:
in de provincie Luxemburg:
|
2. Bulgarije
De volgende gebieden in Bulgarije:
— |
the whole region of Haskovo, |
— |
the whole region of Yambol, |
— |
the whole region of Stara Zagora, |
— |
the whole region of Pernik, |
— |
the whole region of Kyustendil, |
— |
the whole region of Plovdiv, |
— |
the whole region of Pazardzhik, |
— |
the whole region of Smolyan, |
— |
the whole region of Burgas excluding the areas in Part III. |
3. Estland
De volgende gebieden in Estland:
— |
Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond). |
4. Hongarije
De volgende gebieden in Hongarije:
— |
Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Fejér megye 403150, 403160, 403260, 404250, 404550, 404560, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye: 251950, 252050, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe. |
5. Letland
De volgende gebieden in Letland:
— |
Ādažu novads, |
— |
Aizputes novada, Aizputes un Cīravas pagasts, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296un Lažas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa caur Miķelīšu mežu līdz autoceļam 1265, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1265 pie Mežmaļiem līdz robežai ar Rīvas upi, Aizputes pilsēta, |
— |
Aglonas novads, |
— |
Aizkraukles novads, |
— |
Aknīstes novads, |
— |
Alojas novads, |
— |
Alūksnes novads, |
— |
Amatas novads, |
— |
Apes novads, |
— |
Auces novads, |
— |
Babītes novads, |
— |
Baldones novads, |
— |
Baltinavas novads, |
— |
Balvu novads, |
— |
Bauskas novads, |
— |
Beverīnas novads, |
— |
Brocēnu novads, |
— |
Burtnieku novads, |
— |
Carnikavas novads, |
— |
Cēsu novads, |
— |
Cesvaines novads, |
— |
Ciblas novads, |
— |
Dagdas novads, |
— |
Daugavpils novads, |
— |
Dobeles novads, |
— |
Dundagas novads, |
— |
Durbes novads, |
— |
Engures novads, |
— |
Ērgļu novads, |
— |
Garkalnes novads, |
— |
Gulbenes novads, |
— |
Iecavas novads, |
— |
Ikšķiles novads, |
— |
Ilūkstes novads, |
— |
Inčukalna novads, |
— |
Jaunjelgavas novads, |
— |
Jaunpiebalgas novads, |
— |
Jaunpils novads, |
— |
Jēkabpils novads, |
— |
Jelgavas novads, |
— |
Kandavas novads, |
— |
Kārsavas novads, |
— |
Ķeguma novads, |
— |
Ķekavas novads, |
— |
Kocēnu novads, |
— |
Kokneses novads, |
— |
Krāslavas novads, |
— |
Krimuldas novads, |
— |
Krustpils novads, |
— |
Kuldīgas novada Ēdoles pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa 1269, 1271, uz austrumiem no autoceļa 1288, uz ziemeļiem no autoceļa P119, Īvandes pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa P119, uz austrumiem no autoceļa 1292, 1279, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1279 no Upītēm līdz autoceļam 1290, Kurmāles pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa 1290, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1290 no Alejām līdz autoceļam 1283, uz austrumiem no autoceļa 1283 un P112, Turlavas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P112, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Padures, Rumbas, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču un Snēpeles pagasts, Kuldīgas pilsēta, |
— |
Lielvārdes novads, |
— |
Līgatnes novads, |
— |
Limbažu novads, |
— |
Līvānu novads, |
— |
Lubānas novads, |
— |
Ludzas novads, |
— |
Madonas novads, |
— |
Mālpils novads, |
— |
Mārupes novads, |
— |
Mazsalacas novads, |
— |
Mērsraga novads, |
— |
Naukšēnu novads, |
— |
Neretas novads, |
— |
Ogres novads, |
— |
Olaines novads, |
— |
Ozolnieku novads, |
— |
Pārgaujas novads, |
— |
Pļaviņu novads, |
— |
Preiļu novads, |
— |
Priekules novads, |
— |
Priekuļu novads, |
— |
Raunas novads, |
— |
republikas pilsēta Daugavpils, |
— |
republikas pilsēta Jelgava, |
— |
republikas pilsēta Jēkabpils, |
— |
republikas pilsēta Jūrmala, |
— |
republikas pilsēta Rēzekne, |
— |
republikas pilsēta Valmiera, |
— |
Rēzeknes novads, |
— |
Riebiņu novads, |
— |
Rojas novads, |
— |
Ropažu novads, |
— |
Rugāju novads, |
— |
Rundāles novads, |
— |
Rūjienas novads, |
— |
Salacgrīvas novads, |
— |
Salas novads, |
— |
Salaspils novads, |
— |
Saldus novads, |
— |
Saulkrastu novads, |
— |
Sējas novads, |
— |
Siguldas novads, |
— |
Skrīveru novads, |
— |
Skrundas novada Raņķu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes, |
— |
Smiltenes novads, |
— |
Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, |
— |
Strenču novads, |
— |
Talsu novads, |
— |
Tērvetes novads, |
— |
Tukuma novads, |
— |
Vaiņodes novada Vaiņodes pagasts un Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem autoceļa P116, P106, |
— |
Valkas novads, |
— |
Varakļānu novads, |
— |
Vārkavas novads, |
— |
Vecpiebalgas novads, |
— |
Vecumnieku novads, |
— |
Ventspils novada Ances, Tārgales, Popes, Vārves, Užavas, Piltenes, Puzes, Ziru, Ugāles, Usmas un Zlēku pagasts, Piltenes pilsēta, |
— |
Viesītes novads, |
— |
Viļakas novads, |
— |
Viļānu novads, |
— |
Zilupes novads. |
6. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
— |
Alytaus miesto savivaldybė, |
— |
Alytaus rajono savivaldybė: Alytaus, Alovės, Butrimonių, Daugų, Nemunaičio, Pivašiūnų, Punios, Raitininkų seniūnijos, |
— |
Anykščių rajono savivaldybė, |
— |
Akmenės rajono savivaldybė, |
— |
Biržų miesto savivaldybė, |
— |
Biržų rajono savivaldybė, |
— |
Druskininkų savivaldybė, |
— |
Elektrėnų savivaldybė, |
— |
Ignalinos rajono savivaldybė, |
— |
Jonavos rajono savivaldybė, |
— |
Joniškio rajono savivaldybė, |
— |
Jurbarko rajono savivaldybė, |
— |
Kaišiadorių rajono savivaldybė, |
— |
Kalvarijos savivaldybė, |
— |
Kauno miesto savivaldybė, |
— |
Kauno rajono savivaldybė: Domeikavos, Garliavos, Garliavos apylinkių, Karmėlavos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Vandžiogalos ir Vilkijos seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1, Užliedžių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1 ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 1907, |
— |
Kazlų rūdos savivaldybė: Kazlų rūdos seniūnija į šiaurę nuo kelio Nr. 230, į rytus nuo kelio Kokė-Užbaliai-Čečetai iki kelio Nr. 2610 ir į pietus nuo kelio Nr. 2610, |
— |
Kelmės rajono savivaldybė, |
— |
Kėdainių rajono savivaldybė, |
— |
Kupiškio rajono savivaldybė, |
— |
Kretingos rajono savivaldybė: Imbarės, Kūlupėnų ir Kartenos seniūnijos, |
— |
Lazdijų rajono savivaldybė, |
— |
Marijampolės savivaldybė: Degučių, Marijampolės, Mokolų, Liudvinavo ir Narto seniūnijos, |
— |
Mažeikių rajono savivaldybė, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Alantos seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio 119 ir į šiaurę nuo kelio Nr. 2828, Balninkų, Dubingių, Giedraičių, Joniškio ir Videniškių seniūnijos, |
— |
Pagėgių savivaldybė, |
— |
Pakruojo rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio miesto savivaldybė, |
— |
Pasvalio rajono savivaldybė, |
— |
Radviliškio rajono savivaldybė, |
— |
Rietavo savivaldybė, |
— |
Prienų rajono savivaldybė: Stakliškių ir Veiverių seniūnijos, |
— |
Plungės rajono savivaldybė: Žlibinų, Stalgėnų, Nausodžio sen. dalis nuo kelio Nr. 166 į šiaurės vakarus, Plungės miesto ir Šateikių seniūnijos, |
— |
Raseinių rajono savivaldybė, |
— |
Rokiškio rajono savivaldybė, |
— |
Skuodo rajono savivaldybės: Aleksandrijos ir Ylakių seniūnijos, |
— |
Šakių rajono savivaldybė, |
— |
Šalčininkų rajono savivaldybė, |
— |
Šiaulių miesto savivaldybė, |
— |
Šiaulių rajono savivaldybė, |
— |
Šilutės rajono savivaldybė, |
— |
Širvintų rajono savivaldybė, |
— |
Šilalės rajono savivaldybė, |
— |
Švenčionių rajono savivaldybė, |
— |
Tauragės rajono savivaldybė, |
— |
Telšių rajono savivaldybė, |
— |
Trakų rajono savivaldybė, |
— |
Ukmergės rajono savivaldybė, |
— |
Utenos rajono savivaldybė, |
— |
Varėnos rajono savivaldybė, |
— |
Vilniaus miesto savivaldybė, |
— |
Vilniaus rajono savivaldybė, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė: Bartninkų, Gražiškių, Keturvalakių, Kybartų, Klausučių, Pajevonio, Šeimenos, Vilkaviškio miesto, Virbalio, Vištyčio seniūnijos, |
— |
Visagino savivaldybė, |
— |
Zarasų rajono savivaldybė. |
7. Polen
De volgende gebieden in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
w województwie podlaskim:
|
w województwie mazowieckim:
|
w województwie lubelskim:
|
w województwie podkarpackim:
|
w województwie pomorskim:
|
w województwie świętokrzyskim:
|
w województwie lubuskim:
|
w województwie dolnośląskim:
|
w województwie wielkopolskim:
|
w województwie łódzkim:
|
8. Slowakije
De volgende gebieden in Slowakije:
— |
in the district of Gelnica, the whole municipality of Smolník, |
— |
in the district of Košice — okolie, the whole municipalities of Belza, Bidovce, Blažice, Bohdanovce, Byster, Čaňa, Ďurďošík, Ďurkov, Geča, Gyňov, Haniska, Kalša, Kechnec, Kokšov- Bakša, Košická Polianka, Košický Klečenov, Milhosť, Nižná Hutka, Nižná Mysľa, Nižný Čaj, Nižný Olčvár, Nový Salaš, Olšovany, Rákoš, Ruskov, Seňa, Skároš, Sokoľany, Slančík, Slanec, Slanská Huta, Slanské Nové Mesto, Svinica, Trstené pri Hornáde, Valaliky, Vyšná Hutka, Vyšná Myšľa, Vyšný Čaj, Vyšný Olčvár, Zdoba, Ždaňa, Hrašovík, Beniakovce, Budimír, Družstevná pri Hornáde, Kostoľany nad Hornádom, Sokoľ, Trebejov, Obišovce, Kysak, Veľká Lodina, Košická Belá, Opátka, Vyšný Klátov, Nižný Klátov, Hýľov, Bukovec, Baška,Nováčany, Hodkovce, Šemša and Malá IDA, Dvorníky-Včeláre, Zádiel, Hosťovce, Chorváty, Turnianska Nová Ves, Žarnov, Peder, Janík, Rešica, Buzica, Nižný Lánec, Perín-Chym, Hačava, Háj, Štós |
— |
the whole city of Košice, |
— |
the whole district of Trebišov, except municipalities included in Part III, |
— |
in the district of Michalovce, the whole municipalities of the district not included in Part I and Part III, |
— |
in the district of Revúca, the whole municipalities of Gemer,Tornaľa, Žiar, Gemerská Ves, Levkuška, Otročok, Polina, Rašice, |
— |
in the district of Rimavská Sobota, the whole municipalities of Abovce, Barca, Bátka, Cakov, Chanava, Dulovo, Figa, Gemerské Michalovce, Hubovo, Ivanice, Kaloša, Kesovce, Kráľ, Lenartovce, Lenka, Neporadza, Orávka, Radnovce, Rakytník, Riečka, Rimavská Seč, Rumince, Stránska, Uzovská Panica, Valice, Vieska nad Blhom, Vlkyňa, Vyšné Valice, Včelince, Zádor, Číž, Štrkovec Tomášovce and Žíp, |
— |
in the district of Rožňava, the whole municipalities of Ardovo, Bohúňovo, Bretka, Čoltovo, Dlhá Ves, Gemerská Hôrka, Gemerská Panica, Kečovo, Meliata, Plešivec, Silica, Silická Brezová, Slavec, |
9. Roemenië
De volgende gebieden in Roemenië:
— |
Judeţul Bistrița-Năsăud, |
— |
Județul Suceava. |
DEEL III
1. Bulgarije
De volgende gebieden in Bulgarije:
— |
the whole region of Blagoevgrad, |
— |
the whole region of Dobrich, |
— |
the whole region of Gabrovo, |
— |
the whole region of Kardzhali, |
— |
the whole region of Lovech, |
— |
the whole region of Montana, |
— |
the whole region of Pleven, |
— |
the whole region of Razgrad, |
— |
the whole region of Ruse, |
— |
the whole region of Shumen, |
— |
the whole region of Silistra, |
— |
the whole region of Sliven, |
— |
the whole region of Sofia city, |
— |
the whole region of Sofia Province, |
— |
the whole region of Targovishte, |
— |
the whole region of Vidin, |
— |
the whole region of Varna, |
— |
the whole region of Veliko Tarnovo, |
— |
the whole region of Vratza, |
— |
in Burgas region:
|
2. Letland
De volgende gebieden in Letland:
— |
Aizputes novada Lažas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa caur Miķelīšu mežu līdz autoceļam 1265, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1265 pie Mežmaļiem līdz robežai ar Rīvas upi, Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, |
— |
Alsungas novads, |
— |
Kuldīgas novada Gudenieku pagasts, Ēdoles pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa 1269, 1271, uz rietumiem no autoceļa 1288, uz dienvidiem no autoceļa P119, Īvandes pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P119, uz rietumiem no autoceļa 1292, 1279, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1279 no Upītēm līdz autoceļam 1290, Kurmāles pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa 1290, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1290 no Alejām līdz autoceļam 1283, uz rietumiem no autoceļa 1283 un P112, Turlavas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa P112, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296, |
— |
Skrundas novada Rudbāržu, Nīkrāces pagasts, Raņķu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasts (izņemot pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes), Skrundas pilsēta, |
— |
Vaiņodes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106. |
3. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
— |
Alytaus rajono savivaldybė: Simno, Krokialaukio ir Miroslavo seniūnijos, |
— |
Birštono savivaldybė, |
— |
Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Batniavos, Čekiškės, Ežerėlio, Kačerginės, Kulautuvos, Raudondvario, Ringaudų ir Zapyškio seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1, Užliedžių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1 ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 1907, |
— |
Kazlų Rūdos savivaldybė: Antanavo, Jankų, Kazlų rūdos seniūnijos dalis Kazlų Rūdos seniūnija į pietus nuo kelio Nr. 230, į vakarus nuo kelio Kokė-Užbaliai-Čečetai iki kelio Nr. 2610 ir į šiaurę nuo kelio Nr. 2610, Plutiškių seniūnijos, |
— |
Marijampolės savivaldybė: Gudelių, Igliaukos, Sasnavos ir Šunskų seniūnijos, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Alantos seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 119 ir į pietus nuo kelio Nr. 2828, Čiulėnų, Inturkės, Luokesos, Mindūnų ir Suginčių seniūnijos, |
— |
Plungės rajono savivaldybė: Alsėdžių, Babrungo, Paukštakių, Platelių ir Žemaičių Kalvarijos seniūnijos, |
— |
Prienų rajono savivaldybė: Ašmintos, Balbieriškio, Išlaužo, Jiezno, Naujosios Ūtos, Pakuonio, Prienų ir Šilavotos seniūnijos, |
— |
Skuodo rajono savivaldybės: Barstyčių, Notėnų ir Šačių seniūnijos, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybės: Gižų ir Pilviškių seniūnijos. |
4. Polen
De volgende gebieden in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
w województwie podlaskim:
|
w województwie mazowieckim:
|
w województwie lubelskim:
|
w województwie podkarpackim:
|
w województwie lubuskim:
|
w województwie wielkopolskim:
|
w województwie dolnośląskim:
|
5. Roemenië
De volgende gebieden in Roemenië:
— |
Zona orașului București, |
— |
Județul Constanța, |
— |
Județul Satu Mare, |
— |
Județul Tulcea, |
— |
Județul Bacău, |
— |
Județul Bihor, |
— |
Județul Brăila, |
— |
Județul Buzău, |
— |
Județul Călărași, |
— |
Județul Dâmbovița, |
— |
Județul Galați, |
— |
Județul Giurgiu, |
— |
Județul Ialomița, |
— |
Județul Ilfov, |
— |
Județul Prahova, |
— |
Județul Sălaj, |
— |
Județul Vaslui, |
— |
Județul Vrancea, |
— |
Județul Teleorman, |
— |
Judeţul Mehedinţi, |
— |
Județul Gorj, |
— |
Județul Argeș, |
— |
Judeţul Olt, |
— |
Judeţul Dolj, |
— |
Județul Arad, |
— |
Județul Timiș, |
— |
Județul Covasna, |
— |
Județul Brașov, |
— |
Județul Botoșani, |
— |
Județul Vâlcea, |
— |
Județul Iași, |
— |
Județul Hunedoara, |
— |
Județul Alba, |
— |
Județul Sibiu, |
— |
Județul Caraș-Severin, |
— |
Județul Neamț, |
— |
Județul Harghita, |
— |
Județul Mureș, |
— |
Județul Cluj, |
— |
Județul Maramureș. |
6. Slowakije
— |
Region Trebišov — municipalities located east of river Bodrog |
— |
Region Michalovce — municipalities: Odorín, Petríkovce, Malčice, Markovce, Sliepkovce, Budkovce, Slavkovce, Zemplínske Kopčany, Malé Raškovce, Veľké Raškovce, Beša, Ižkovce, Drahňov, Stretavka, Stretava, Palín, Senné, Pavlovce nad Uhom, Krišovská Liesková, Vojany, Čičarovce, Veľké Kapušany, Čierne Pole, Kapušianske Kľačany, Ptrukša, Veľké Slemence, Ruská, Budince, Maťovské Vojkovce, Bajany, Vysoká nad Uhom; |
— |
Region Sobrance — municipalities Lekárovce, Pinkovce, Záhor, Bežovce; |
DEEL IV
Italië
De volgende gebieden in Italië:
— |
tutto il territorio della Sardegna. |