ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 252

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
4 augustus 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1147 van de Commissie van 31 juli 2020 tot verlening van een toelating van de Unie voor het uniek biocide ClearKlens product based on IPA ( 1 )

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1148 van de Commissie van 31 juli 2020 tot vaststelling van de methodologische en technische specificaties overeenkomstig Verordening (EU) 2016/792 van het Europees Parlement en de Raad wat de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en van het indexcijfer van de huizenprijzen betreft ( 1 )

12

 

*

Verordening (EU) 2020/1149 van de Commissie van 3 augustus 2020 tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) wat betreft diisocyanaten ( 1 )

24

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1150 van de Commissie van 3 augustus 2020 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 5454)  ( 1 )

30

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

4.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1147 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2020

tot verlening van een toelating van de Unie voor het uniek biocide “ClearKlens product based on IPA”

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 44, lid 5, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 mei 2016 heeft Diversey Europe Operations B.V. overeenkomstig artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een aanvraag ingediend voor de toelating van een uniek biocide met als naam “ClearKlens product based on IPA”, behorende tot productsoort 2 als omschreven in bijlage V bij die verordening, tezamen met de schriftelijke bevestiging dat de bevoegde autoriteit van Nederland ermee heeft ingestemd de aanvraag te beoordelen. De aanvraag is in het biocidenregister geregistreerd onder zaaknummer BC-HD024462-61.

(2)

“ClearKlens product based on IPA” bevat propaan-2-ol als werkzame stof; die stof is opgenomen in de Unielijst van goedgekeurde werkzame stoffen als bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012.

(3)

Op 3 juni 2019 heeft de beoordelende bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een beoordelingsrapport en de conclusies van haar beoordeling bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het agentschap”) ingediend.

(4)

Op 17 januari 2020 heeft het agentschap overeenkomstig artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een advies (2), de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken van “ClearKlens product based on IPA” en het definitieve beoordelingsrapport betreffende het uniek biocide aan de Commissie toegezonden.

(5)

In het advies wordt geconcludeerd dat “ClearKlens product based on IPA” een uniek biocide is als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder r), van Verordening (EU) nr. 528/2012, dat het in aanmerking komt voor een toelating van de Unie overeenkomstig artikel 42, lid 1, van die verordening en dat het, onder voorbehoud van overeenstemming met de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken van het biocide, voldoet aan de in artikel 19, lid 1, van die verordening gestelde voorwaarden.

(6)

Op 3 februari 2020 heeft het agentschap, in overeenstemming met artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 528/2012, de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken in alle officiële talen van de Unie aan de Commissie doen toekomen.

(7)

De Commissie sluit zich aan bij het advies van het agentschap en acht het daarom passend om voor “ClearKlens product based on IPA” een toelating van de Unie te verlenen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan Diversey Europe Operations B.V. wordt een toelating van de Unie met toelatingsnummer EU-0022128-0000 verleend voor het op de markt aanbieden en het gebruik van het uniek biocide “ClearKlens product based on IPA”, overeenkomstig de in de bijlage vastgestelde samenvatting van de productkenmerken van het biocide.

De toelating van de Unie is geldig van 24 augustus 2020 tot en met 31 juli 2030.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  Advies van het ECHA van 11 december 2019 over de toelating van de Unie voor “ClearKlens product based on IPA” (ECHA/BPC/236/2019).


BIJLAGE

Samenvatting van de productkenmerken van een biocide

ClearKlens product based on IPA

Productsoort 2 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt (Desinfecteermiddelen)

Toelatingsnummer: EU-0022128-0000

Toelatingsnummer in R4BP: EU-0022128-0000

1.   ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

1.1.   Handelsna(a)m(en) van het product

Handelsnaam

ClearKlens IPA

ClearKlens IPA 70 %

ClearKlens IPA 70 % v/v

ClearKlens IPA VH1

ClearKlens IPA Airless

ClearKlens IPA Pouch

ClearKlens IPA Non Sterile

ClearKlens IPA Non Sterile VH1

ClearKlens IPA SS

ClearKlens IPA SS VH1

ClearKlens IPA RTU

ClearKlens IPA RTU VH1

Texwipe® Sterile 70 % Isopropanol

VH01 ClearKlens IPA

1.2.   Toelatingshouder

Naam en adres van de toelatingshouder

Naam

Diversey Europe Operations B.V.

Adres

Maarssenbroeksedijk 2, 3542 DN, Utrecht, Netherlands

Toelatingsnummer

EU-0022128-0000

Toelatingsnummer in R4BP

EU-0022128-0000

Toelatingsdatum

24.8.2020

Vervaldatum

31.7.2030

1.3.   Fabrikant(en) van het product

Naam van de fabrikant

Diversey Europe Operations B.V.

Adres van de fabrikant

Maarssenbroeksedijk 2, 3542 DN Utrecht Nederland

Productielocatie

Avenida Conde Duque 5, 7 y 9; Poligono Industrial La Postura, 28343 Valdemoro (Madrid) Spanje

Strada Statale 235, 26010 Bagnolo Cremasco (CR) Italië

Cotes Park Industrial Estate, DE55 4PA Somercotes Alfreton Verenigd Koninkrijk

Rembrandtlaan 414, 7545 ZW Enschede Nederland

Morschheimer Strasse 12, 67292 Kirchheimbolanden Duitsland


Naam van de fabrikant

Multifill BV

Adres van de fabrikant

Constructieweg 25a, 3640 AJ Mijdrecht Nederland

Productielocatie

Constructieweg 25a, 3640 AJ Mijdrecht Nederland


Naam van de fabrikant

Flexible Medical Packaging Ltd.

Adres van de fabrikant

Unit 8, Hightown, White Cross Industrial Estate, LA1 4XS Lancaster, Lancashire Verenigd Koninkrijk

Productielocatie

Unit 8, Hightown, White Cross Industrial Estate, LA1 4XS Lancaster, Lancashire Verenigd Koninkrijk


Naam van de fabrikant

Ardepharm

Adres van de fabrikant

Les Iles Ferays, 07300 Tournon-sur-Rhône Frankrijk

Productielocatie

Les Iles Ferays, 07300 Tournon-sur-Rhône Frankrijk


Naam van de fabrikant

Entegris Cleaning Process (ECP) S.A.S

Adres van de fabrikant

395 rue Louis Lépine, 34000 Montpellier Frankrijk

Productielocatie

395 rue Louis Lépine, 34000 Montpellier Frankrijk

1.4.   Fabrikant(en) van de werkzame stof(fen)

Werkzame stof

Propaan-2-ol

Naam van de fabrikant

INEOS Solvents GmbH

Adres van de fabrikant

Anckelmannsplatz, D-20537 Hamburg Duitsland

Productielocatie

Shamrockstrasse 88, D-44623 Herne Duitsland

Römerstrasse 733, D-47443 Moers Duitsland


Werkzame stof

Propaan-2-ol

Naam van de fabrikant

Shell Chemicals Europe B.V.

Adres van de fabrikant

Postbus 2334, 3000 CH Rotterdam Nederland

Productielocatie

Vondelingenweg 601, 3196 KK Rotterdam-Pernis Nederland


Werkzame stof

Propaan-2-ol

Naam van de fabrikant

Exxon Mobil Chemicals

Adres van de fabrikant

Hermeslaan 2, 1831 Machelen België

Productielocatie

4045 Scenic Highway, LA 70805 Baton Rouge Verenigde Staten van Amerika

Southampton, SO45 1TX Hampshire Verenigd Koninkrijk

2.   PRODUCTSAMENSTELLING EN -FORMULERING

2.1.   Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van het product

Triviale naam

IUPAC-naam

Functie

CAS-nummer

EG-nummer

Gehalte (%)

Propaan-2-ol

 

Werkzame stof

67-63-0

200-661-7

63,1

2.2.   Formuleringstype

AL — Vloeistof voor toepassing zonder verdunning

3.   GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN

Gevarencategorie

Licht ontvlambare vloeistof en damp.

Veroorzaakt ernstige oogirritatie.

Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken.

Herhaalde blootstelling kan een droge of een gebarsten huid veroorzaken.

Veiligheidsaanbevelingen

Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen — Niet roken.

Inademing van spuitnevel vermijden.

Na het werken met dit product handen grondig wassen.

Op een goed geventileerde plaats bewaren. Koel bewaren.

BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken. Huid met water afspoelen.

In geval van brand:Blussen met alcoholbestendig schuim.

verpakking afvoeren naar een verzamelpunt voor gevaarlijk of speciaal afval volgens nationale/regionale afspraken.

Inhoud naar een verzamelpunt voor gevaarlijk of speciaal afval volgens nationale/regionale afspraken.

4.   TOEGELATEN GEBRUIK

4.1.   Omschrijving van het gebruik

Tabel 1. Gebruik # 1 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze harde oppervlakken — professioneel — dweilen

Productsoort

PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt

Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik

Niet relevant

Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium)

Triviale naam: Bacteriën

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Triviale naam: Gisten

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Toepassingsgebied

Binnen

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van gereinigde, niet-poreuze harde oppervlakken in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer.

Toepassingsmethode(n)

Desinfectie met een dweil

Dosering(en) en frequentie

Gebruik 18,4 mL product per m2 oppervlak.

Categorie/categorieën gebruikers

Professioneel

Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal

Container (HDPE, PP, PE): 1-20 L

4.1.1.   Gebruik-specifieke gebruiksinstructies

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze harde oppervlakken.

Reinig en droog het oppervlak alvorens het te desinfecteren. Maak de dweil nat met het desinfectiemiddel en dweil het oppervlak. Maak het gehele oppervlak nat en laat het product minstens 30 seconden inwerken.

Gebruikte dweilen opslaan in een afgesloten container.

4.1.2.   Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen

Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:

60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten;

150/u in cleanrooms.

Gebruik niet meer dan 18,4 mL product/m2.

4.1.3.   Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.1.4.   Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.1.5.   Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.2.   Omschrijving van het gebruik

Tabel 2. Gebruik # 2 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze harde oppervlakken — professioneel — doek

Productsoort

PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt

Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik

Niet relevant

Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium)

Triviale naam: Bacteriën

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Triviale naam: Gisten

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Toepassingsgebied

Binnen

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van gereinigde, niet-poreuze harde oppervlakken in laboratoria met ventilatie van 8 luchtwisselingen per uur of meer, in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer.

Toepassingsmethode(n)

Desinfectie met een doek

Dosering(en) en frequentie

Gebruik 18,4 mL product per m2 oppervlak —

Categorie/categorieën gebruikers

Professioneel

Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal

Container (HDPE, PP, PE): 1-20 L

Container (HDPE, PP, PE) met een pomp: 200 L (alleen cleanrooms)

IBCs met een pomp (HDPE, PP, PE): 950 en 1 000 L (alleen cleanrooms)

4.2.1.   Gebruik-specifieke gebruiksinstructies

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze harde oppervlakken.

Reinig en droog het oppervlak alvorens dit te desinfecteren. Maak de doek nat met het desinfectiemiddel en veeg over het oppervlak. Maak het gehele oppervlak nat en laat het product minstens 30 seconden inwerken. In cleanrooms kan de exacte hoeveelheid product die nodig is ook worden gedistribueerd via een spuitlans met lage doorstroomsnelheid of in een emmer via een leidingensysteem. Gebruikte doeken weggooien in een afgesloten container.

4.2.2.   Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen

Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:

8/u in laboratoria;

60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten;

150/u in cleanrooms.

Gebruik niet meer dan 18,4 mL product/m2.

De volgende persoonlijke risicobeperkende maatregelen kunnen worden toegepast bij de toepassing door uitvegen met een doek, tenzij dit kan worden vervangen door technische en/of organisatorische maatregelen: Draag oogbescherming tijdens het hanteren van het product.

4.2.3.   Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.2.4.   Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.2.5.   Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.3.   Omschrijving van het gebruik

Tabel 3. Gebruik # 3 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze harde oppervlakken — professioneel — sprayen

Productsoort

PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt

Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik

Niet relevant

Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium)

Triviale naam: Bacteriën

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Triviale naam: Gisten

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Toepassingsgebied

Binnen

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van gereinigde, niet-poreuze harde oppervlakken in laboratoria met ventilatie van 8 luchtwisselingen per uur of meer, in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer.

Toepassingsmethode(n)

Desinfectie met een handsprayer

Indien nodig met een doekje vegen om het product te verdelen.

Dosering(en) en frequentie

Gebruik 18,4 mL product per m2 oppervlak —

Categorie/categorieën gebruikers

Professioneel

Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal

Handsprayzak (PE): 0,9-20 L

Zak in fles (meerlaags gecoëxtrudeerde vijflaagse

EVA/EVA/PVDC/EVA/EVA-zak in een HDPE, PP of PE-flacon: 0,9-2 L

Handsprayflacon (HDPE, PP, PE): 0,5-1,5 L

Airless handsprayflacon (LDPE): 0,25-1 L

4.3.1.   Gebruik-specifieke gebruiksinstructies

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze harde oppervlakken.

Reinig en droog het oppervlak alvorens dit te desinfecteren. Spray het desinfectiemiddel op het oppervlak, indien nodig met een doek vegen om het product te verdelen. Maak het gehele oppervlak nat en laat het product minstens 30 seconden inwerken. Gebruikte doeken weggooien in een afgesloten container.

Aantal toepassingen per type verpakking, nodig om een dosering van 18,4 mL product/m2 oppervlak te bereiken:

Handsprayzak: 19 keer sprayen/m2 oppervlak;

Steriele spray (zak in fles): 16 keer sprayen/m2 oppervlak;

Handsprayflacon: 14 keer sprayen/m2 oppervlak;

Airless handsprayflacon: 21 keer sprayen/m2 oppervlak.

4.3.2.   Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen

Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:

8/u in laboratoria;

60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten;

150/u in cleanrooms.

Gebruik niet meer dan 18,4 mL product/m2.

4.3.3.   Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.3.4.   Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.3.5.   Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.4.   Omschrijving van het gebruik

Tabel 4. Gebruik # 4 — PT02: Desinfectiemiddel voor niet-poreuze handschoenen — professioneel — desinfectie van niet-poreuze handschoenen

Productsoort

PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt

Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik

Niet relevant

Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium)

Triviale naam: Bacteriën

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Triviale naam: Gisten

Ontwikkelingsstadia: Geen gegevens

Toepassingsgebied

Binnen

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van schone, niet-poreuze handschoenen in laboratoria met ventilatie van 8 luchtwisselingen per uur of meer, in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten met ventilatie van 60 luchtwisselingen per uur of meer en in cleanrooms met ventilatie van 150 luchtwisselingen per uur of meer.

Toepassingsmethode(n)

Desinfectie van niet poreuze-handschoenen

Dosering(en) en frequentie

Breng 3 mL product aan op handen gestoken in schone handschoenen —

Categorie/categorieën gebruikers

Professioneel

Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal

Automatische dosering:

Container (HDPE, PP, PE): 1-20 L

Container (HDPE, PP, PE) met een pomp: 200 L (alleen cleanrooms)

IBCs met een pomp (HDPE, PP, PE): 950 en 1 000 L (alleen cleanrooms)

Handmatige dosering:

Handsprayzak (PE): 0,9-20 L

Zak in fles (meerlaags gecoëxtrudeerde vijflaagse EVA/EVA/PVDC/EVA/EVA-zak in een HDPE, PP of PE-flacon: 0,9-2 L

Handsprayflacon (HDPE, PP, PE): 0,5-1,5 L

Airless handsprayflacon (LDPE): 0,25-1 L

4.4.1.   Gebruik-specifieke gebruiksinstructies

Gebruiksklaar product voor het desinfecteren van niet-poreuze handschoenen.

Automatische dosering:

Breng 3 mL product rechtstreeks aan op de handen gestoken in schone handschoenen. Verdeel gelijkmatig en zorg ervoor dat het gehele oppervlak nat wordt. Laat het product minstens 30 seconden inwerken.

Handmatige dosering:

Spray 3 mL product rechtstreeks op de handen gestoken in schone handschoenen. Verdeel gelijkmatig en zorg ervoor dat het gehele oppervlak nat wordt. Laat het product minstens 30 seconden inwerken.

Aantal toepassingen per type verpakking, nodig om 3 mL product aan te brengen op de handen gestoken in schone handschoenen:

Handsprayzak: product 3 keer sprayen op twee handen;

Steriele spray (zak in fles): product 3 keer sprayen op twee handen;

Handsprayflacon: product 3 keer sprayen op twee handen;

Airless handsprayflacon: product 4 keer sprayen op twee handen.

4.4.2.   Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen

Gebruik het product alleen in een ruimte met afdoende ventilatie. De minimaal benodigde ventilatievoud is:

8/u in laboratoria;

60/u in farmaceutische en cosmetische productiefaciliteiten;

150/u in cleanrooms.

4.4.3.   Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.4.4.   Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking

Zie de algemene gebruiksinstructies.

4.4.5.   Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden

Zie de algemene gebruiksinstructies.

5.   ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (1)

5.1.   Gebruiksvoorschrift

Zie de gebruiksspecifieke instructies.

5.2.   Risicobeperkende maatregelen

Draag tijdens het hanteren van het product nieuwe beschermende handschoenen die bestand zijn tegen chemische stoffen (materiaal handschoenen nader te bepalen door de vergunninghouder in de productinformatie).

Vermijd contact met de ogen.

5.3.   Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen

Inhalatie: Kan sufheid of duizeligheid veroorzaken.

Contact met de ogen: Veroorzaakt ernstige irritatie.

NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen.

BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. Bij aanhoudende oogirritatie: een arts raadplegen.

NA INSLIKKEN: de mond spoelen — GEEN braken opwekken. Bij onwel voelen een arts raadplegen.

Milieuvoorzorgsmaatregelen:

Laat onverdund of niet geneutraliseerd product niet in het riool terechtkomen.

Zorg ervoor dat het product niet in het waterafvoersysteem, oppervlaktewater of grondwater terechtkomt. Verdunnen met ruim water.

Methoden en materialen voor beheersing en verwijdering. Absorberen met vloeistof-bindend materiaal (zand, diatomiet, universele bindmiddelen, zaagsel).

5.4.   Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking

Het product en zijn verpakking moeten op een veilige wijze worden afgevoerd, conform alle relevante wet- en regelgeving inzake de verwijdering van gevaarlijk afval. Verwijdering of verbranding dient plaats te vinden volgens de plaatselijke voorschriften.

5.5.   Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden

Twee jaar houdbaar.

Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren.

Weghouden van direct zonlicht en niet blootstellen aan temperaturen boven 30 °C.

Bewaren in goed gesloten verpakking.

6.   OVERIGE INFORMATIE

Het product bevat propaan-2-ol (CAS-nummer: 67-63-0), waarvoor voor de professionele gebruiker een Europese referentiewaarde van 129,28 mg/m3 is overeengekomen. Deze is gebruikt bij de risicobeoordeling voor dit product.


(1)  De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik.


4.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1148 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2020

tot vaststelling van de methodologische en technische specificaties overeenkomstig Verordening (EU) 2016/792 van het Europees Parlement en de Raad wat de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en van het indexcijfer van de huizenprijzen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/792 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en van de huizenprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad (1), en met name artikel 3, leden 6, 8, 9 en 10, artikel 4, lid 4, artikel 7, lid 6, en artikel 9, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2016/792 is een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de productie van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP), het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen tegen constante belastingtarieven (HICP-CT), het indexcijfer van de prijzen van door de eigenaar bewoonde woningen (OOH), en het indexcijfer van de huizenprijzen (HPI).

(2)

Op grond van artikel 12, lid 3, van Verordening (EU) 2016/792 neemt de Commissie, voor zover verenigbaar met die verordening, de relevante bepalingen op van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie (2), Verordening (EG) nr. 2214/96 van de Commissie (3), Verordening (EG) nr. 1687/98 van de Raad (4), Verordening (EG) nr. 2646/98 van de Commissie (5), Verordening (EG) nr. 1617/1999 van de Commissie (6), Verordening (EG) nr. 2166/1999 van de Raad (7), Verordening (EG) nr. 2601/2000 van de Commissie (8), Verordening (EG) nr. 2602/2000 van de Commissie (9), Verordening (EG) nr. 1920/2001 van de Commissie (10), Verordening (EG) nr. 1921/2001 van de Commissie (11), Verordening (EG) nr. 1708/2005 van de Commissie (12), Verordening (EG) nr. 701/2006 van de Raad (13), Verordening (EG) nr. 330/2009 van de Commissie (14), Verordening (EU) nr. 1114/2010 van de Commissie (15) en Verordening (EU) nr. 93/2013 van de Commissie (16) vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 2494/95 (17), en beperkt zij voor zover nodig het totale aantal uitvoeringshandelingen.

(3)

De lidstaten moeten de gewichten van de sub-indexcijfers van de geharmoniseerde indexcijfers jaarlijks actualiseren. Daarom moeten voorschriften voor het afleiden van gewichten worden vastgesteld.

(4)

Aangezien het niet mogelijk is alle transacties van het doeluniversum van de HICP in acht te nemen, moeten er voorschriften voor het bepalen van de steekproef worden vastgesteld.

(5)

De HICP meet de ontwikkelingen van de consumentenprijzen. Om ervoor te zorgen dat het begrip “prijs” door de lidstaten op geharmoniseerde wijze wordt toegepast, moeten regels voor de behandeling van prijzen worden vastgesteld.

(6)

De HICP moet de zuivere prijswijziging meten, die niet door kwaliteitswijzigingen is beïnvloed. Daarom moeten er regels worden vastgesteld voor vervangingen en aanpassingen van de kwaliteit.

(7)

De geharmoniseerde indexcijfers zijn jaarlijkse kettingindexcijfers van het Laspeyres-type. Daarom moeten elementaire aggregaten worden gedefinieerd en moeten methoden worden gespecificeerd om waargenomen prijzen te combineren tot elementaire prijsindexcijfers.

(8)

Om de hoge kwaliteit van flashramingen van de HICP te waarborgen en om de Commissie (Eurostat) in staat te stellen de nodige aggregaten af te leiden, moeten de lidstaten die de euro als munt hebben, flash-ramingen indienen op basis van dezelfde uitsplitsing als de HICP.

(9)

De geharmoniseerde indexcijfers en de sub-indexcijfers daarvan die reeds zijn gepubliceerd, kunnen worden herzien. Daarom moeten de voorwaarden worden gespecificeerd waaronder herzieningen moeten worden uitgevoerd.

(10)

Om betrouwbare en vergelijkbare resultaten van alle lidstaten te verkrijgen, moet een gemeenschappelijk methodologisch kader voor het samenstellen van de HICP-CT worden vastgesteld en toegepast.

(11)

De lidstaten moeten het OOH-prijsindexcijfer en de HPI volgens een gespecificeerde uitsplitsing indienen.

(12)

De lidstaten moeten de Commissie (Eurostat) overeenkomstig de gespecificeerde uitwisselingsnormen en -procedures gegevens en metagegevens overleggen.

(13)

In het Europees statistisch systeem moeten praktische richtsnoeren en aanbevelingen worden opgesteld voor relevante kwesties in verband met HICP-metingen en samenstellingen, met name wat betreft de aanpassing van de kwaliteit, de opstelling van indexcijfers en de behandeling van prijzen.

(14)

De Verordeningen (EG) nr. 1749/96, (EG) nr. 2214/96, (EG) nr. 1687/98, (EG) nr. 2646/98, (EG) nr. 1617/1999, (EG) nr. 2166/1999, (EG) nr. 2601/2000, (EG) nr. 2602/2000, (EG) nr. 1920/2001, (EG) nr. 1921/2001, (EG) nr. 1708/2005, (EG) nr. 701/2006, (EG) nr. 330/2009, (EU) nr. 1114/2010 en (EU) nr. 93/2013 moeten worden ingetrokken.

(15)

De maatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden uniforme voorwaarden vastgesteld voor de productie van:

a)

het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP) en het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen tegen constante belastingtarieven (HICP-CT), en

b)

het indexcijfer van de prijzen van door de eigenaar bewoonde woningen (OOH) en het indexcijfer van de huizenprijzen (HPI).

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.

“aandeel in de bestedingen”: een percentage van de totale monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals gespecificeerd in de bijlage;

2.

“sub-indexcijfergewicht”: het gewicht voor elke categorie van de Europese classificatie van individuele consumptie naar doel (ECOICOP), zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EU) 2016/792, opgenomen in de HICP;

3.

“doeluniversum” van de HICP: alle transacties die deel uitmaken van de monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens;

4.

“productaanbod” een product gespecificeerd door de kenmerken, het tijdstip en de plaats van aankoop en de voorwaarden van levering, en waarvoor een prijs wordt waargenomen;

5.

“homogeen product”: een reeks productaanbiedingen waarbij geen sprake is van significante kwaliteitsverschillen en waarvoor een gemiddelde prijs wordt berekend;

6.

“individueel product”: een productaanbod of een homogeen product;

7.

“doelsteekproef”: een reeks individuele producten die betrekking hebben op transacties uit het doeluniversum en waarvoor prijsgegevens moeten worden gebruikt voor de samenstelling van de HICP;

8.

“kwaliteitsverschil”: een verschil tussen de kenmerken, het tijdstip en de plaats van aankoop en de voorwaarden van levering van twee individuele producten, indien dit vanuit het oogpunt van de consument relevant is;

9.

“vervangend product”: een individueel product dat een ander individueel product in de doelsteekproef vervangt;

10.

“kwaliteitscorrectie”: een procedure om de waargenomen prijs van een vervangend product of van het te vervangen product te verhogen of te verlagen met de waarde van het kwaliteitsverschil tussen deze producten;

11.

“waargenomen prijs”: de consumentenprijs van een individueel product, zoals die door de lidstaat wordt gebruikt voor de berekening van de HICP;

12.

“geschatte prijs”: een prijs die is gebaseerd op een passende schattingsprocedure;

13.

“elementair aggregaat”: het kleinste aggregaat dat wordt gebruikt in een indexcijfer van het Laspeyres-type;

14.

“elementaire prijsindex”: een index voor een elementair aggregaat of een index voor een stratum binnen een elementair aggregaat;

15.

“transitiviteit”: het gegeven dat een index die de perioden a) en b) indirect vergelijkt via periode c), overeenstemt met een index die de perioden a) en b) rechtstreeks vergelijkt;

16.

“omkeerbaarheid in de tijd”: het gegeven dat de index tussen de perioden a) en b) gelijk is aan het omgekeerde van dezelfde index tussen de perioden b) en a);

17.

“vergoeding”: een gedeeltelijke of volledige betaling door de overheid of instellingen zonder winstoogmerk ten bate van huishoudens van goedgekeurde aankopen door huishoudens van specifieke producten zoals gedefinieerd in de punten 4.108 tot en met 4.110 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (18) (ESR 2010);

18.

“aansporing”: een vaak tijdelijke wijziging in de kenmerken van een individueel product, door de hoeveelheid van het product te verhogen, een ander individueel product gratis toe te voegen of de consument andere voordelen te bieden;

19.

“werkelijke premies”: de bedragen die zijn betaald voor een specifieke verzekeringspolis om gedurende een bepaalde periode verzekerd te zijn;

20.

“impliciet in rekening gebrachte vergoeding voor de dienst”: de output van de verzekeraars zoals gedefinieerd in punt 16.51 van bijlage A bij het ESR 2010;

21.

“uitkeringen schadeverzekering” uitkeringen als omschreven in punt 4.114 van bijlage A bij het ESR 2010;

22.

“seizoensgebonden product”: een individueel product dat volgens een terugkerend patroon slechts een deel van een jaar verkrijgbaar is of in significante hoeveelheden wordt gekocht. Voor elke maand wordt vastgesteld of het product in of buiten het seizoen is. Het seizoen kan per jaar verschillen;

23.

“gangbare prijs”: een geschatte prijs voor een seizoensgebonden product, niet zijnde een uitzonderlijke prijs zoals een opruimingsprijs aan het einde van het seizoen;

24.

“seizoensgebonden imputatiemethode”: een methode waarbij de prijzen van seizoensproducten buiten het seizoen worden geschat aan de hand van een contraseizoensschatting of een schatting alle seizoenen;

25.

“contraseizoensschatting”: een procedure om een geschatte prijs voor een seizoensgebonden product te verkrijgen, zodat:

a)

in de eerste maand buiten het seizoen een gangbare prijs van het vorige seizoen wordt gebruikt;

b)

in de volgende manden buiten het seizoen de geschatte prijs gelijk is aan de prijs van de voorgaande maand, gecorrigeerd met de gemiddelde verandering in de waargenomen prijzen van alle seizoensproducten in het seizoen in dezelfde groep, klasse, subklasse of hetzelfde aggregaat van de ECOICOP, op elk niveau onder de subklasse;

26.

“schatting alle seizoenen”: een procedure om een geschatte prijs voor een seizoensgebonden product te verkrijgen, zodat:

a)

in de eerste maand buiten het seizoen een gangbare prijs van het vorige seizoen wordt gebruikt;

b)

in de volgende maanden buiten het seizoen is de geraamde prijs gelijk aan de prijs van de voorgaande maand, aangepast door de gemiddelde verandering in waargenomen prijzen voor alle afzonderlijke producten in dezelfde groep, klasse, subklasse of hetzelfde aggregaat op elk niveau onder de subklasse;

27.

“seizoensgewichtenmethode”: een behandeling van seizoensgebonden producten waarbij gewichten voor seizoensgebonden producten buiten het seizoen nul zijn of op nul worden gesteld;

28.

“tarief”: een lijst van prijzen en voorwaarden voor een product dat is gedifferentieerd naargelang van de aangekochte hoeveelheden, het tijdstip van verbruik of de kenmerken van de kopers;

29.

“herziening”: een wijziging in de indexen of gewichten die door de Commissie (Eurostat) worden gepubliceerd. Een wijziging tussen de flashraming en de HICP voor dezelfde referentiemaand mag niet als een herziening worden aangemerkt;

30.

“voorlopige gegevens”: indexen of gewichten die een lidstaat naar verwachting in een volgende maand zal afronden;

31.

“overheidssector”: de centrale overheid, deelstaatoverheid, lokale overheid en socialezekerheidsfondsen, zoals gedefinieerd in de punten 2.113 tot en met 2.117 van bijlage A bij het ESR 2010;

32.

“productgebonden belastingen”: belastingen die verschuldigd zijn per eenheid van bepaalde goederen of diensten die worden geproduceerd of verhandeld, als omschreven in punt 4.16 tot en met 4.20 van bijlage A bij het ESR 2010;

33.

“individuele belastingen op het toepassingsgebied van de HICP-CT”: individuele productgebonden belastingen die verband houden met de consumptie van de huishoudens en die zijn opgenomen in de volgende categorieën, zoals gedefinieerd in tabel 9 (“Gedetailleerde ontvangsten en ontvangsten van sociale premies, uitgesplitst naar soort belasting of sociale bijdrage en ontvangende deelsector, met inbegrip van de lijst van belastingen en sociale premies volgens de nationale classificatie”) in bijlage B bij het ESR 2010:

a)

D.211 Belasting over de toegevoegde waarde (btw);

b)

D.2122e Belastingen op specifieke diensten;

c)

D.214a Accijnzen en verbruiksbelastingen (met uitzondering van die welke zijn opgenomen onder de belastingen op invoer);

d)

D.214d Belastingen op de registratie van auto’s;

e)

D.214e Vermakelijkheidsbelastingen;

f)

D.214 g Belastingen op verzekeringspremies;

g)

D.214h Overige belastingen op specifieke diensten;

h)

D.214l Overige productgebonden belastingen, n.e.g.

HOOFDSTUK 2

GEHARMONISEERD INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN EN GEHARMONISEERD INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN TEGEN CONSTANTE BELASTINGTARIEVEN

Artikel 3

Gewichten

1.   De lidstaten leiden de in de index voor het jaar t gebruikte gewicht van de sub-indexcijfers en de elementaire aggregaten als volgt af:

a)

Tot en met 31 december 2022 worden gegevens van de nationale rekeningen voor jaar t-2 en alle beschikbare en relevante informatie uit de budgetonderzoeken en andere gegevensbronnen gebruikt om de aandelen in de bestedingen van de subklasse te verkrijgen en deze te verdelen over de elementaire aggregaten van de subklasse. Vanaf 1 januari 2023 worden gegevens van de nationale rekeningen voor jaar t-2 gebruikt, die kunnen worden aangevuld met gegevens uit een recent budgetonderzoek en andere bronnen, om de aandelen in de bestedingen van de subklasse te verkrijgen en deze te verdelen over de elementaire aggregaten van de subklasse;

b)

De aandelen in de bestedingen voor jaar t-2 worden herzien en geactualiseerd zodat zij representatief zijn voor jaar t-1;

c)

De aandelen in de bestedingen voor de elementaire aggregaten worden aangepast met een passende prijswijziging tussen jaar t-1 en december van jaar t-1.

2.   De sub-indexcijfergewichten worden gedurende het volledige kalenderjaar constant gehouden.

3.   Het gewicht van een elementair aggregaat wordt gedurende het volledige kalenderjaar constant gehouden, tenzij de lijst van elementaire aggregaten binnen een subklasse wordt aangepast om rekening te houden met significante veranderingen in het doeluniversum.

4.   Het gewicht van de sub-indexcijfers voor elke afdeling, groep of klasse van de ECOICOP moet gelijk zijn aan de som van de indexcijfergewichten van de samenstellende categorie ervan. De som van alle sub-indexcijfergewichten op elk niveau van de ECOICOP is gelijk aan 1 000.

5.   Het sub-indexcijfergewicht voor elke subklasse is gelijk aan de som van de gewichten van de elementaire aggregaten van die subklasse.

6.   De sub-indexcijfergewichten die betrekking hebben op schadeverzekering worden afgeleid van de totale uitgaven van de huishoudens op basis van de kosten van impliciete dienstverlening.

7.   Consumptieve uitgaven die worden gefinancierd uit schadeverzekeringsuitkeringen, met inbegrip van rechtstreekse betalingen door de verzekeringsmaatschappijen, worden opgenomen in de sub-indexcijfergewichten van de betrokken ECOICOP-categorieën.

Artikel 4

Steekproeftrekking en representativiteit

1.   De lidstaten stellen een doelsteekproef samen, die representatief is voor het doeluniversum door elementaire aggregaten vast te stellen en individuele producten te selecteren voor deze elementaire aggregaten.

2.   Het aantal afzonderlijke producten en elementaire aggregaten hangt af van het gewicht van de subklasse en de variantie van de prijsbewegingen van de afzonderlijke producten die tot die subklasse behoren.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat de doelsteekproef in de loop van de tijd representatief blijft voor het doeluniversum door ten minste een jaarlijkse evaluatie en actualisering van de steekproef te verrichten en vervangende producten te kiezen.

4.   In de doelsteekproef worden producten waarvoor het aandeel in de bestedingen ten minste een deel per duizend bedraagt, opgenomen.

Artikel 5

Behandeling van prijzen

1.   De lidstaten gebruiken de waargenomen prijzen om de HICP op te stellen. Zij gebruiken geschatte prijzen uitsluitend voor de in de artikelen 9, 11 en 14 genoemde doeleinden.

2.   De waargenomen prijzen voor producten op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming zijn exclusief vergoedingen.

3.   Veranderingen in de waargenomen prijzen of voorwaarden van een tarief worden in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.

4.   Indien de waargenomen prijzen aan een index zijn gekoppeld, worden de wijzigingen die het gevolg zijn van veranderingen in de index in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.

5.   Indien het inkomen van het huishouden een voorwaarde is om de prijs vast te stellen, worden veranderingen in de waargenomen prijzen die het gevolg zijn van veranderingen in het inkomen van het huishouden, in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.

6.   De voor verzekering waargenomen prijzen zijn werkelijke premies.

7.   Indien een individueel product gratis ter beschikking van de consument is gesteld en vervolgens een prijs in rekening wordt gebracht, wordt dit in de HICP weergegeven als een prijsstijging. Wanneer daarentegen een prijs in rekening is gebracht voor een individueel product dat vervolgens gratis ter beschikking wordt gesteld aan de consument, wordt dit in de HICP weergegeven als een prijsdaling.

Artikel 6

Kortingen en aansporingen

1.   De lidstaten houden rekening met de kortingen die:

a)

kunnen worden toegekend aan een individueel product, en

b)

direct kunnen worden verrekend op het moment van aankoop.

Waar mogelijk wordt rekening gehouden met kortingen die alleen beschikbaar zijn voor een beperkte groep consumenten.

2.   Aansporingen worden behandeld overeenkomstig de artikelen 10 en 11.

Artikel 7

Vergoedingen voor diensten die worden uitgedrukt in een percentage van de transactiewaarde

1.   De HICP omvat kosten die rechtstreeks aan consumenten worden opgelegd in ruil voor de geleverde dienst en die kunnen worden uitgedrukt als een vaste vergoeding of een percentage van de transactieprijs. Indien de prijs van een dienst wordt vastgesteld als een percentage van de transactieprijs, wordt dat percentage, vermenigvuldigd met de prijs van een representatieve transactie, als waargenomen prijs gebruikt.

2.   Wijzigingen in de vergoeding voor de dienstverlening die het gevolg zijn van wijzigingen in de prijs van een representatieve transactie worden in de HICP weergegeven als prijswijzigingen.

3.   Als een wijziging in de prijs van een representatieve transactie niet kan worden gemeten, wordt deze geschat met behulp van een passend prijsindexcijfer.

Artikel 8

Waarneming van prijzen

1.   Een waargenomen prijs voor een goed wordt in de HICP opgenomen voor de maand waarin transacties tegen die prijs kunnen plaatsvinden.

2.   Een waargenomen prijs voor een dienst wordt in de HICP opgenomen voor de maand waarin het verbruik van de dienst kan beginnen.

3.   Indien de prijs van een dienst afhankelijk is van de tijd tussen de aankoop en het begin van de dienst, houden de lidstaten rekening met de prijzen die representatief zijn voor de aankoop van de dienst.

4.   De waargenomen prijzen hebben betrekking op ten minste één werkweek op, of rond, het midden van de maand.

5.   Indien bekend is dat de prijzen voor een individueel product binnen een maand volatiel zijn, hebben de waargenomen prijzen betrekking op meer dan één week.

Artikel 9

Schatting van prijzen

1.   Indien de prijs van een individueel product in de doelsteekproef niet kan worden waargenomen, wordt uiterlijk twee maanden lang een geschatte prijs gebruikt, waarna een vervangend product wordt gekozen. Dit lid is niet van toepassing op seizoensgebonden producten of andere individuele producten die naar verwachting weer beschikbaar zullen worden.

2.   Een eerder waargenomen prijs mag niet als geschatte prijs worden gebruikt, tenzij deze kan worden verantwoord als een passende schatting.

Artikel 10

Vervangingen

1.   De lidstaten kiezen een vervangend product dat vergelijkbaar is met het verdwijnende product, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de doelsteekproef representatief blijft.

2.   De lidstaten kiezen geen vervangende producten op basis van een soortgelijke prijs.

Artikel 11

Kwaliteitscorrectie

1.   Indien er geen kwaliteitsverschil is tussen een vervangen product en het vervangende product, vergelijken de lidstaten de waargenomen prijzen rechtstreeks. Zo niet, passen de lidstaten een kwaliteitscorrectie toe.

2.   De lidstaten passen een kwaliteitscorrectie toe die gelijk is aan het volledige prijsverschil tussen het vervangen product in maand m-1 en het vervangende product in maand m, maar alleen indien dit kan worden verantwoord als een passende schatting van het kwaliteitsverschil.

Artikel 12

Elementaire prijsindexcijfers

1.   De prijzen van de afzonderlijke producten worden geaggregeerd om elementaire prijsindexcijfers te verkrijgen op basis van een van de volgende opties:

a)

een indexformule die transitiviteit garandeert. Het prijsindexcijfer van voorgaande perioden wordt niet herzien bij gebruik van transitieve indexformules, of

b)

een indexformule die omkeerbaarheid in de tijd garandeert en de prijzen van de afzonderlijke producten in de lopende periode met de prijzen van die producten in de basisperiode vergelijkt. De basisperiode mag niet vaak worden gewijzigd als deze verandering tot een significante schending van het transitiviteitsbeginsel leidt.

2.   Voor het verkrijgen van een prijsindexcijfer voor een elementair aggregaat van twee of meer elementaire prijsindexcijfers wordt gebruikgemaakt van een indexformule die consistent is met de in punt 1 beschreven waarden.

Artikel 13

Integreren van subindexcijfers na de referentieperiode voor het indexcijfer

Eventuele subindexcijfers die na de referentieperiode in de HICP worden geïntegreerd, worden gekoppeld aan de maand december van een bepaald jaar en worden vanaf januari van het volgende jaar gebruikt.

Artikel 14

Seizoensgebonden producten

Indien seizoensproducten in een steekproef worden opgenomen in een elementair aggregaat, gebruiken de lidstaten de seizoensgebonden imputatiemethode of de seizoensgewichtenmethode om een prijsindexcijfer voor dat aggregaat samen te stellen.

Artikel 15

Uitsplitsing van de flashraming

De lidstaten die de euro als munt hebben, verstrekken de Commissie (Eurostat) flashramingen voor alle subindexcijfers in hun HICP.

Artikel 16

Definitief maken van voorlopige gegevens

Wanneer een lidstaat subindexcijfers of hun gewichten als voorlopig verstrekt, moet hij deze definitief maken bij de vertrekking van de subindexcijfers van de daaropvolgende maand.

Artikel 17

Herzieningen als gevolg van fouten

1.   De lidstaten corrigeren fouten en verstrekken de herziene subindexcijfers en sub-indexcijfergewichten zonder onnodige vertraging aan de Commissie (Eurostat).

2.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) informatie over de oorzaak van de fout uiterlijk bij de toezending van de herziene gegevens.

Artikel 18

Andere herzieningen

1.   Het tijdstip, de lengte en de integratie in de HICP van andere herzieningen dan die bedoeld in de artikelen 16 en 17 worden gecoördineerd met de Commissie (Eurostat).

2.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) ramingen van de herziene HICP-subindexcijfers uiterlijk drie maanden vóór de geplande uitvoering van de voorgestelde herziening.

Artikel 19

Bekendmaking van herzieningen

Behalve in het geval van herzieningen op grond van artikel 16 wordt elke herziening van de totale HICP samen met een toelichting, openbaar gemaakt op de website van de nationale instantie die verantwoordelijk is voor het samenstellen van de HICP.

Artikel 20

Herziening van sub-indexcijfergewichten

Onverminderd de artikelen 16 en 17 worden de sub-indexcijfergewichten niet herzien.

Artikel 21

Geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen tegen constante belastingtarieven

1.   Een individuele belasting op het toepassingsgebied van de HICP-CT wordt in aanmerking genomen als de jaarlijkse inkomsten 2 % of meer bedragen van de som van alle individuele belastingen die door de overheidssector worden geïnd.

2.   De jaarlijkse inkomsten uit belastingen die in aanmerking worden genomen in de HICP-CT bestrijken ten minste 90 % van de som van alle individuele belastingen op het toepassingsgebied die door de overheidssector worden geïnd.

3.   De HICP-CT wordt samengesteld op dezelfde wijze als de HICP, met dien verstande dat de waargenomen prijzen zodanig worden aangepast dat de belastingtarieven voor de producten tijdens de waarnemingsperiode constant worden gehouden in vergelijking met de prijsreferentieperiode.

4.   Veranderingen in de belastingtarieven worden weerspiegeld in de HICP-CT:

a)

in de maand waarvoor het nieuwe tarief op het individuele product wordt toegepast en in de vastgestelde prijs is inbegrepen, of

b)

gedurende de eerste volledige maand waarvoor het nieuwe tarief van toepassing is. Tariefwijzigingen die op de eerste dag van de maand in werking treden, worden weerspiegeld in de HICP-CT voor die maand. Tariefwijzigingen die later in werking treden, worden weerspiegeld in de HICP-CT voor de volgende maand.

HOOFDSTUK 3

PRIJSINDEXCIJFER VAN DOOR DE EIGENAAR BEWOONDE WONINGEN EN INDEXCIJFER VAN DE HUIZENPRIJZEN

Artikel 22

Uitsplitsing van het prijsindexcijfer van door de eigenaar bewoonde woningen

Het OOH-prijsindexcijfer dekt de volgende uitgavencategorieën:

a)

O.1. Uitgaven voor door de eigenaar bewoonde woningen;

b)

O.1.1. Verwerving van woningen;

c)

O.1.1.1. Nieuwe woningen;

d)

O.1.1.1.1. Aankopen van nieuwe woningen;

e)

O.1.1.1.2. Zelfgebouwde woningen en ingrijpende renovaties;

f)

O.1.1.2. Bestaande woningen die nieuw zijn voor de sector huishoudens;

g)

O.1.1.3. Andere diensten in verband met de verwerving van woningen;

h)

O.1.2. Eigendom van woningen;

i)

O.1.2.1. Grote reparaties en onderhoud;

j)

O.1.2.2. Verzekeringen in verband met woningen;

k)

O.1.2.3. Andere diensten in verband met de eigendom van woningen.

Artikel 23

Uitsplitsing van het indexcijfer van de huizenprijzen

De HPI omvat de volgende uitgavencategorieën:

a)

H.1. Aankopen van woningen;

b)

H.1.1. Aankopen van nieuwe woningen;

c)

H.1.2. Aankopen van bestaande woningen.

Artikel 24

Gewichten

Elk jaar stellen de lidstaten een reeks gewichten voor OOH-prijsindexcijfers en een reeks voor HPI’s samen en sturen zij deze aan de Commissie (Eurostat) toe, in de in de artikelen 22 en 23 vastgestelde uitsplitsingen.

Artikel 25

Compilatie van prijsindexcijfers van door de eigenaar bewoonde woningen

Het OOH-prijsindexcijfer wordt gebaseerd op het begrip “nettoverwerving”, waarbij de ontwikkeling wordt gemeten van de feitelijke prijzen die consumenten betalen voor de verwerving van woningen die nieuw zijn voor huishoudens, alsmede de ontwikkeling van andere kosten in verband met de eigendom en de eigendomsoverdracht van woningen.

HOOFDSTUK 4

NORMEN EN TERMIJNEN VOOR DE UITWISSELING VAN GEGEVENS EN METAGEGEVENS

Artikel 26

Normen voor de uitwisseling van gegevens en metagegevens

1.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) gegevens en metagegevens in elektronische vorm via de centrale contactpunten overeenkomstig de normen voor de uitwisseling van statistische gegevens en metagegevens.

2.   Vertrouwelijke gegevens zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (19) worden adequaat gemarkeerd wanneer zij bij de Commissie (Eurostat) worden ingediend.

Artikel 27

Termijnen voor de uitwisseling van metagegevens

1.   De lidstaten evalueren en actualiseren hun HICP en HICP-CT-metagegevens voor het lopende jaar en zenden deze uiterlijk op 31 maart toe aan de Commissie (Eurostat).

2.   De lidstaten evalueren en actualiseren hun metagegevens over het OOH-prijsindexcijfer en de HPI voor het lopende jaar en zenden deze uiterlijk op 30 juni toe aan de Commissie (Eurostat).

HOOFDSTUK 5

SLOTBEPALINGEN

Artikel 28

Intrekking

De Verordeningen (EG) nr. 1749/96, (EG) nr. 2214/96, (EG) nr. 1687/98, (EG) nr. 2646/98, (EG) nr. 1617/1999, (EG) nr. 2166/1999, (EG) nr. 2601/2000, (EG) nr. 2602/2000, (EG) nr. 1920/2001, (EG) nr. 1921/2001, (EG) nr. 1708/2005, (EG) nr. 701/2006, (EG) nr. 330/2009, (EU) nr. 1114/2010 en (EU) nr. 93/2013 worden ingetrokken.

Artikel 29

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 135 van 24.5.2016, blz. 11.

(2)  Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie van 9 september 1996 inzake initiële maatregelen tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (PB L 229 van 10.9.1996, blz. 3).

(3)  Verordening (EG) nr. 2214/96 van de Commissie van 20 november 1996 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen: indiening en verspreiding van subindexcijfers van de HICP (PB L 296 van 21.11.1996, blz. 8).

(4)  Verordening (EG) nr. 1687/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de goederen- en dienstendekking van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (PB L 214 van 31.7.1998, blz. 12).

(5)  Verordening (EG) nr. 2646/98 van de Commissie van 9 december 1998 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van tarieven in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 335 van 10.12.1998, blz. 30).

(6)  Verordening (EG) nr. 1617/1999 van de Commissie van 23 juli 1999 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van verzekeringen in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2214/96 (PB L 192 van 24.7.1999, blz. 9).

(7)  Verordening (EG) nr. 2166/1999 van de Raad van 8 oktober 1999 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 voor wat betreft de minimumnormen voor de behandeling van tot de sectoren gezondheid, onderwijs en sociale bescherming behorende producten in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (PB L 266 van 14.10.1999, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 2601/2000 van de Commissie van de Commissie van 17 november 2000 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat het moment van registratie van aankoopprijzen in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 300 van 29.11.2000, blz. 14).

(9)  Verordening (EG) nr. 2602/2000 van de Commissie van 17 november 2000 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van kortingen in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 300 van 29.11.2000, blz. 16).

(10)  Verordening (EG) nr. 1920/2001 van de Commissie van 28 september 2001 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor de behandeling van in een percentage van de transactiewaarde uitgedrukte kosten van diensten in het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2214/96 (PB L 261 van 29.9.2001, blz. 46).

(11)  Verordening (EG) nr. 1921/2001 van de Commissie van 28 september 2001 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor herzieningen van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2602/2000 (PB L 261 van 29.9.2001, blz. 49).

(12)  Verordening (EG) nr. 1708/2005 van de Commissie van 19 oktober 2005 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat de gemeenschappelijke referentieperiode voor het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2214/96 (PB L 274 van 20.10.2005, blz. 9).

(13)  Verordening (EG) nr. 701/2006 van de Raad van 25 april 2006 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95, wat de dekking in de tijd van de verzameling van prijzen in het kader van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (PB L 122 van 9.5.2006, blz. 3).

(14)  Verordening (EG) nr. 330/2009 van de Commissie van 22 april 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat minimumnormen voor de behandeling van seizoensgebonden producten in de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP’s) betreft (PB L 103 van 23.4.2009, blz. 6).

(15)  Verordening (EU) nr. 1114/2010 van de Commissie van 1 december 2010 houdende vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad met betrekking tot minimumnormen voor de kwaliteit van GICP-wegingen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2454/97 van de Commissie (PB L 316 van 2.12.2010, blz. 4).

(16)  Verordening (EU) nr. 93/2013 van de Commissie van 1 februari 2013 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen, wat de vaststelling van indexcijfers van de prijzen van door de eigenaar bewoonde woningen betreft (PB L 33 van 2.2.2013, blz. 14).

(17)  Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (PB L 257 van 27.10.1995, blz. 1).

(18)  Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).

(19)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).


BIJLAGE

Monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens

1.   

De monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens zijn gedefinieerd in artikel 2, punt 20, van Verordening (EU) 2016/792.

2.   

Ter nadere specificatie van de kwaliteit van de gewichten moeten de monetaire consumptieve bestedingen de volgende voorbeelden omvatten van de consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals omschreven in de volgende punten van punt 3.95 van bijlage A bij het ESR 2010:

de punten c), d), h) en i),

het deel van punt e) dat betrekking heeft op financiële diensten die rechtstreeks in rekening worden gebracht, het gedeelte van punt f) dat betrekking heeft op schadeverzekeringen met het bedrag van de impliciete dienstverleningskosten.

De uitgaven voor de monetaire consumptieve bestedingen omvatten ook de huisvestingstoelagen die deel uitmaken van D.632, zoals gedefinieerd in punt 4.109 van bijlage A bij het ESR 2010.

3.   

De monetaire consumptieve bestedingen moeten de volgende voorbeelden omvatten van de consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals omschreven in de volgende punten van punt 3.95 van bijlage A bij het ESR 2010:

de punten a), b) en g).

De monetaire consumptieve bestedingen omvatten ook de volgende voorbeelden die geen deel uitmaken van de consumptieve bestedingen van de huishoudens:

de punten a) tot en met f) van punt 3.96 van bijlage A bij het ESR 2010, behalve voor huisvestingstoelagen die deel uitmaken van D.632, zoals gedefinieerd in punt 4.109 van bijlage A bij het ESR 2010,

belastingen op inkomen, zoals gedefinieerd in punt 4.78 van bijlage A bij het ESR 2010,

inkomen uit vermogen, zoals gedefinieerd in punt 4.41 van bijlage A bij het ESR 2010,

de werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers, zoals gedefinieerd in punt 4.92 van bijlage A bij het ESR 2010,

premies schadeverzekering (netto) zoals gedefinieerd in punt 4.112 van bijlage A bij het ESR 2010,

inkomensoverdrachten tussen huishoudens, zoals gedefinieerd in punt 4.129 van bijlage A bij het ESR 2010,

boeten die door rechtbanken of door semirechterlijke organen aan institutionele eenheden worden opgelegd, zoals gedefinieerd in punt 4.132 van bijlage A bij het ESR 2010.

4.   

Monetaire transacties zijn transacties waarbij de betrokken eenheden geld betalen of ontvangen, dan wel in geld uitgedrukte verplichtingen aangaan of activa verwerven. Transacties die geen overdracht van contant geld, noch in geld luidende activa of verplichtingen behelzen, zijn niet-monetaire transacties.


4.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/24


VERORDENING (EU) 2020/1149 VAN DE COMMISSIE

van 3 augustus 2020

tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) wat betreft diisocyanaten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 68, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Diisocyanaten zijn volgens de geharmoniseerde indeling overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) ingedeeld als inhalatieallergeen van categorie 1 en als huidallergeen van categorie 1. Diisocyanaten worden in de hele EU gebruikt als chemische bouwstenen in velerlei sectoren en toepassingen, met name in schuim, afdichtingsmiddelen, coatings en dergelijke.

(2)

Op 6 oktober 2016 heeft Duitsland overeenkomstig artikel 69, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het Agentschap”) een dossier (3) (“het bijlage XV-dossier”) ingediend teneinde de procedure voor beperkingen van de artikelen 69 tot en met 73 van die verordening in gang te zetten. In het bijlage XV-dossier wordt aangegeven dat sensibilisatie van de luchtwegen, als gevolg van blootstelling via de huid aan diisocyanaten en door inademing van die stof, beroepsastma bij werknemers veroorzaakt, wat als een substantieel werkgerelateerd gezondheidsprobleem in de Unie is aangemerkt. Het jaarlijkse aantal nieuwe beroepsziekten ten gevolge van diisocyanaten (geschat op meer dan 5 000 gevallen) wordt als onaanvaardbaar hoog beschouwd. In het bijlage XV-dossier wordt aangetoond dat op het niveau van de Unie actie moet worden ondernomen en wordt voorgesteld het industrieel en beroepsmatig gebruik alsmede het in de handel brengen van diisocyanaten als zodanig en als bestanddeel van andere stoffen en van mengsels te beperken.

(3)

De in het bijlage XV-dossier voorgestelde beperking is erop gericht het gebruik van diisocyanaten voor industriële en beroepsmatige toepassingen te beperken tot die gevallen waarin een combinatie van technische en organisatorische maatregelen wordt genomen en een gestandaardiseerde minimumopleiding is gevolgd. Informatie over de toegangsmogelijkheden tot deze opleiding moet in de hele toeleveringsketen worden gedeeld en de marktdeelnemers die deze stoffen en mengsels in de handel brengen, zouden ervoor moeten zorgen dat de ontvangers van deze stoffen of mengsels die opleiding kunnen volgen.

(4)

Op 5 december 2017 heeft het Comité risicobeoordeling (“RAC”) van het Agentschap zijn advies vastgesteld (4), waarin het concludeerde dat de voorgestelde beperking, zoals gewijzigd door het RAC, wat betreft de doeltreffendheid ervan bij het beperken van de vastgestelde risico’s die aan deze stoffen zijn verbonden, ten aanzien van die risico’s de meest geschikte maatregel op het niveau van de Unie is. Het RAC was verder van mening dat uitvoering van de gewijzigde voorgestelde beperking het aantal diisocyanaatgerelateerde gevallen van dermatitis eveneens terug zou dringen.

(5)

Het RAC concludeerde dat een passende opleiding van cruciaal belang is en dat elke werknemer die met diisocyanaten werkt, voldoende kennis van de gevaren van deze stoffen moet hebben, zich bewust moet zijn van de risico’s van de verschillende toepassingen en daarnaast voldoende op de hoogte moet zijn van goede werkmethoden en passende risicobeheersmaatregelen, waaronder het correcte gebruik van passende persoonlijke beschermingsmiddelen. Het RAC merkte daarbij op dat specifieke opleidingsmaatregelen nodig zijn om het belang van de bescherming van de gezondheid door middel van passende risicobeheersmaatregelen en van veilige hanteringspraktijken onder de aandacht te brengen.

(6)

Het RAC was van oordeel dat de grenswaarde van 0,1 gewichtsprocent aan diisocyanaten in een stof of mengsel overeenkomt met de laagste concentratiegrenswaarde voor specifieke als inhalatieallergeen van categorie 1 ingedeelde diisocyanaten. Het RAC was daarnaast met de indiener van het dossier eens dat de invoering van een indicatieve of bindende grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling niet zou volstaan om het aantal gevallen van beroepsastma zo ver mogelijk terug te dringen, aangezien op dit moment geen drempelwaarde bekend is voor het sensibiliserende effect van diisocyanaten.

(7)

Op 15 maart 2018 bracht het Comité sociaaleconomische analyse (“SEAC”) van het Agentschap zijn advies uit (5), waarin het de conclusie van het RAC, dat de voorgestelde beperking gezien de sociaaleconomische kosten en baten ervan de meest geschikte maatregel op het niveau van de Unie is om de vastgestelde risico’s aan te pakken, bevestigde. Bovendien concludeerde het SEAC dat de voorgestelde beperking voor de betrokken toeleveringsketens betaalbaar is.

(8)

Het SEAC raadde aan de toepassing van de beperking met 48 maanden uit te stellen om alle actoren voldoende tijd te geven voor de volledige uitvoering van de vereisten van de beperking.

(9)

Het Forum voor de uitwisseling van handhavingsinformatie van het Agentschap, als bedoeld in artikel 76, lid 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006, is over de adviezen van het RAC en het SEAC inzake de voorgestelde beperking geraadpleegd en met de aanbevelingen ervan is rekening gehouden.

(10)

Op 9 mei 2018 heeft het ECHA de adviezen van het RAC en het SEAC aan de Commissie voorgelegd. Op basis van deze adviezen concludeert de Commissie dat het gebruik of het in de handel brengen van diisocyanaten als zodanig en als bestanddeel van andere stoffen en mengsels een onaanvaardbaar risico voor de menselijke gezondheid oplevert. De Commissie is van oordeel dat dit soort risico’s op het niveau van de Unie moeten worden aangepakt.

(11)

Rekening houdend met het bijlage XV-dossier en de adviezen van het RAC en het SEAC, is de Commissie van oordeel dat voor industriële en beroepsmatige gebruikers een minimale opleidingseis moet worden vastgesteld, onverminderd strengere nationale verplichtingen in de lidstaten. De Commissie is daarnaast van oordeel dat informatie betreffende deze eis in de verpakking moet worden verwerkt.

(12)

Met het oog op mogelijke toekomstige herziening van de huidige beperking zouden de lidstaten de Commissie overeenkomstig artikel 117, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 in kennis moeten stellen van alle eventueel door hen gestelde opleidingseisen, het aantal gemelde gevallen van beroepsastma en van beroepsaandoeningen van de luchtwegen en de huid, de nationale beroepsmatige blootstellingsniveaus, voor zover vastgesteld, en informatie over handhavingsactiviteiten.

(13)

Onverminderd de wetgeving van de Unie inzake veiligheid en gezondheid op het werk, en met name Richtlijn 98/24/EG van de Raad (6) betreffende chemische agentia, heeft deze beperking tot doel de werkgevers beter in staat te stellen een grotere mate van risicobeheersing te bereiken. Kleine en middelgrote ondernemingen zullen baat hebben bij deze maatregel, die de uitvoering van de huidige voorschriften met betrekking tot gezondheid en veiligheid op het werk verder zal verbeteren door te zorgen voor opleidingsprogramma’s over diisocyanaten in de hele toeleveringsketen.

(14)

De marktdeelnemers moeten voldoende tijd krijgen om zich aan de nieuwe voorschriften aan te passen. Om de betrokken werknemers in staat te stellen de vereiste opleiding te volgen, is het passend een overgangsperiode van drie jaar vast te stellen.

(15)

Verordening (EG) nr. 1907/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 augustus 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

(3)  https://echa.europa.eu/documents/10162/63c411e5-cf0f-dc5e-ff83-1e8de7e4e282

(4)  https://echa.europa.eu/documents/10162/737bceac-35c3-77fb-ba7a-0e417a81aa4a

(5)  https://echa.europa.eu/documents/10162/d6794aa4-8e3a-6780-d079-77237244f5f9

(6)  Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk (PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11).


BIJLAGE

In bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

“74. Diisocyanaten, O=C=N-R-N=C=O, waarbij R een alifatische of aromatische koolwaterstofeenheid van onbepaalde lengte is

1.

Mogen na 24 augustus 2023 niet als stoffen als zodanig, als bestanddeel in andere stoffen of in mengsels voor industrieel en beroepsmatig gebruik worden gebruikt, tenzij:

a)

de concentratie aan diisocyanaten, afzonderlijk en in combinaties, lager is dan 0,1 gewichtsprocent, of

b)

de werkgever of de zelfstandige ervoor zorgt dat industriële of beroepsmatige gebruikers vóór het gebruik van de stof(fen) of mengsel(s) met succes een opleiding over het veilig gebruik van diisocyanaten hebben voltooid.

2.

Mogen na 24 februari 2022 niet als stoffen als zodanig, als bestanddeel in andere stoffen of in mengsels voor industrieel en beroepsmatig gebruik in de handel worden gebracht, tenzij:

a)

de concentratie aan diisocyanaten, afzonderlijk en in combinaties, lager is dan 0,1 gewichtsprocent, of

b)

de leverancier ervoor zorgt dat de ontvanger van de stof(fen) of mengsel(s) wordt voorzien van informatie over de voorschriften als bedoeld in punt 1, onder b), en dat op de verpakking, duidelijk te onderscheiden van de overige informatie op het etiket, de volgende tekst wordt aangebracht: “per 24 augustus 2023 moet voor industrieel of beroepsmatig gebruik een passende opleiding zijn voltooid”.

3.

Voor de toepassing van deze vermelding wordt onder “industriële en beroepsmatige gebruiker(s)” verstaan: alle werknemers en zelfstandigen die met diisocyanaten als zodanig, als bestanddeel in andere stoffen of in mengsels voor industrieel en beroepsmatig gebruik werken, of toezicht houden op deze taken.

4.

De in punt 1, onder b), bedoelde opleiding omvat de instructies over het onder controle houden van de blootstelling aan diisocyanaten via de huid en de luchtwegen op de werkplek, onverminderd eventuele nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling of andere passende risicobeheersmaatregelen op nationaal niveau. De opleiding wordt gegeven door een deskundige op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk die de benodigde competenties via een relevante beroepsopleiding heeft opgedaan. De opleiding omvat ten minste:

a)

de in punt 5, onder a), genoemde opleidingsonderdelen voor alle vormen van industrieel en beroepsmatig gebruik;

b)

de in punt 5, onder a) en b), genoemde opleidingsonderdelen voor de volgende vormen van gebruik:

omgang met open mengsels bij omgevingstemperatuur (met inbegrip van schuimtunnels);

spuiten in een geventileerde spuitcabine;

aanbrengen met roller;

aanbrengen met kwast;

aanbrengen door onderdompeling en gieten;

mechanische nabehandeling (bv. snijden) van niet volledig uitgeharde artikelen die niet meer warm zijn;

schoonmaken en afval;

alle andere toepassingen waarbij zich vergelijkbare blootstelling via de huid en/of door inademing kan voordoen;

c)

de in punt 5, onder a), b) en c), genoemde opleidingsonderdelen voor de volgende vormen van gebruik:

werken met niet volledig uitgeharde artikelen (bv. pas uitgehard, nog warm);

toepassingen in gieterijen;

onderhoud en reparaties waarvoor toegang tot apparatuur nodig is;

open hantering van warme of hete formuleringen (> 45 °C);

spuiten in de open lucht, met beperkte of alleen natuurlijke ventilatie (hieronder vallen ook grote bedrijfshallen) en hoogenergetische spuitprocessen (bv. schuim, elastomeren),

en alle andere toepassingen waarbij zich vergelijkbare blootstelling via de huid en/of door inademing kan voordoen.

5.

Onderdelen van de opleiding:

a)

een basisopleiding, met inbegrip van online-opleiding, over:

de chemische samenstelling van diisocyanaten;

de toxicologische risico’s (waaronder acute toxiciteit);

blootstelling aan diisocyanaten;

grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling;

hoe sensibilisatie zich kan ontwikkelen;

geur als indicatie van gevaar;

het verband tussen vluchtigheid en risico’s;

de viscositeit, de temperatuur en het moleculair gewicht van diisocyanaten;

persoonlijke hygiëne;

de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen, met instructies over het correcte gebruik en de beperkingen daarvan;

de risico’s bij contact met de huid en blootstelling via inademing;

het verband tussen de gekozen toepassing en de risico’s;

huid- en ademhalingsbescherming;

ventilatie;

schoonmaken, lekkages, onderhoud;

verwijdering van lege verpakkingen;

bescherming van omstanders;

het onderscheiden van de kritieke stadia in de omgang met het materiaal;

specifieke nationale codesystemen (indien van toepassing);

veiligheid door gedrag;

certificaten of schriftelijke stukken die aantonen dat een opleiding met succes is voltooid;

b)

opleiding op een middelhoog niveau, met inbegrip van onlineopleiding, over:

aanvullende gedragsgerelateerde aspecten;

onderhoud;

veranderingsmanagement;

evaluatie van bestaande veiligheidsvoorschriften;

het verband tussen de gekozen toepassing en de risico’s;

certificaten of schriftelijke stukken die aantonen dat een opleiding met succes is voltooid;

c)

opleiding op een hoger niveau, met inbegrip van onlineopleiding, over:

alle benodigde aanvullende certificering voor de behandelde specifieke toepassingen;

spuiten buiten een spuitcabine;

open hantering van hete of warme formuleringen (> 45 °C);

certificaten of schriftelijke stukken die aantonen dat een opleiding met succes is voltooid.

6.

De opleiding moet voldoen aan de eisen van de lidstaat waar de industriële of beroepsmatige gebruiker(s) actief is/zijn. De lidstaten mogen hun eigen nationale voorschriften betreffende het gebruik van de stoffen of mengsels toepassen of blijven toepassen mits aan de in de punten 4 en 5 vastgestelde minimumvoorschriften wordt voldaan.

7.

De in punt 2, onder b), genoemde leverancier zorgt ervoor dat de ontvangers opleidingsmateriaal en cursussen overeenkomstig de punten 4 en 5 krijgen in een officiële taal van de lidstaat waar de stof(fen) of het/de mengsel(s) worden geleverd. De opleiding is afgestemd op de specifieke kenmerken van de geleverde producten, waaronder de samenstelling, de verpakking en het ontwerp daarvan.

8.

Het succesvol voltooien van de in de punten 4 en 5 bedoelde opleiding moet door de werkgever of de zelfstandige worden gedocumenteerd. De opleiding wordt ten minste om de vijf jaar vernieuwd.

9.

De lidstaten nemen in hun verslagen uit hoofde van artikel 117, lid 1, de volgende informatie op:

a)

alle eventueel door hen gestelde opleidingseisen en andere risicobeheersmaatregelen in verband met het industrieel en beroepsmatig gebruik van diisocyanaten waarin de nationale wetgeving voorziet;

b)

het jaarlijkse aantal gemelde en erkende, aan diisocyanaten gerelateerde gevallen van beroepsastma en van beroepsaandoeningen van de luchtwegen en de huid;

c)

de nationale grenzen voor beroepsmatige blootstelling voor diisocyanaten, in voorkomend geval;

d)

informatie over handhavingsactiviteiten met betrekking tot deze beperking.

10.

Deze beperking geldt onverminderd andere wetgeving van de Unie inzake de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers op de werkplek.”.


BESLUITEN

4.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/30


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1150 VAN DE COMMISSIE

van 3 augustus 2020

tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 5454)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intra-uniale handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (4) zijn in bepaalde lidstaten, waar gevallen van Afrikaanse varkenspest in tamme of wilde varkens zijn bevestigd (“de betrokken lidstaten”), maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld in verband met die ziekte. In de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn bepaalde gebieden in de betrokken lidstaten afgebakend, die in de lijsten in de delen I tot en met IV van die bijlage zijn opgenomen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende risiconiveaus op basis van de epidemiologische situatie van die ziekte. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is verscheidene keren gewijzigd om rekening te houden met veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest in de Unie die in die bijlage moeten worden weerspiegeld. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1107 van de Commissie (5), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Letland, Polen en Slowakije.

(2)

Bij Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (6) zijn de in de Unie te treffen minimummaatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest vastgesteld. Zo voorziet met name artikel 9 van Richtlijn 2002/60/EG in de instelling van een beschermings- en een toezichtsgebied indien in een bedrijf bij varkens Afrikaanse varkenspest officieel wordt bevestigd en bevatten de artikelen 10 en 11 van die richtlijn de maatregelen die moeten worden genomen in de beschermings- en toezichtsgebieden om de verspreiding van die ziekte te voorkomen. Daarnaast voorziet artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG in maatregelen die moeten worden genomen na bevestiging van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens. Uit recente ervaringen is gebleken dat de bij Richtlijn 2002/60/EG vastgestelde maatregelen, en met name de maatregelen voor het reinigen en ontsmetten van de besmette bedrijven en de andere maatregelen met betrekking tot de uitroeiing van die ziekte bij populaties tamme en wilde varkens, doeltreffend zijn om de verspreiding van die ziekte tegen te gaan.

(3)

Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1107 is vastgesteld, hebben zich nieuwe gevallen van Afrikaanse varkenspest voorgedaan bij tamme varkens in Litouwen en Polen en bij wilde varkens in Polen en Slowakije.

(4)

In juli 2020 zijn vijf uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de districten Biłgoraj, Ełk, Garwolin en Zielona Góra en Olsztyn in Polen, in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU of in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel III van die bijlage, in de onmiddellijke nabijheid van gebieden die zijn opgenomen in deel II van die bijlage. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Polen nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. Het in deel II van die bijlage opgenomen gebied in Polen dat zich in de onmiddellijke nabijheid van in deel II vermelde gebieden bevindt die door deze recente gevallen van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, moet nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van die bijlage worden opgenomen.

(5)

In juli 2020 zijn drie gevallen van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij wilde varkens in de districten Zambrów, Jarosław en Krosno in Polen in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU of in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel II van die bijlage, in de onmiddellijke nabijheid van gebieden die zijn opgenomen in deel I van die bijlage. Door deze gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten deze door recente gevallen van Afrikaanse varkenspest getroffen gebieden in Polen nu in de lijst in deel II in plaats van in de deel I van die bijlage worden opgenomen; het in deel I van die bijlage opgenomen gebied in Polen dat zich in de onmiddellijke nabijheid van in deel II vermelde gebieden bevindt die door deze recente gevallen van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, moet nu in de lijst in deel II in plaats van in deel I van die bijlage worden opgenomen.

(6)

In juli 2020 zijn twee gevallen van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij een wild varken in de districten Rimavská Sobota en Roznava in Slowakije, in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten deze momenteel in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU opgenomen gebieden van Slowakije die door deze recente gevallen van Afrikaanse varkenspest zijn getroffen, nu in de lijst in deel II in plaats van in deel I van die bijlage worden opgenomen.

(7)

In juli 2020 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de gemeente Plungė in Litouwen, in een gebied dat momenteel is opgenomen in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Litouwen nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen.

(8)

Naar aanleiding van deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens in Litouwen en Polen en de recente gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in Slowakije, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie, is de regionalisering in die lidstaten opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU.

(9)

Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Litouwen, Polen en Slowakije nieuwe gebieden met een hoog risico van voldoende omvang worden afgebakend en in de lijsten in de delen II en III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. Aangezien de delen II en III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU de gebieden bevatten waar de epidemiologische situatie zeer dynamisch is en zich nog steeds ontwikkelt, moet bij het aanbrengen van wijzigingen aan de in die delen opgenomen gebieden altijd bijzondere aandacht worden besteed aan de gevolgen voor de omliggende gebieden, zoals ook nu het geval is. De delen I, II en III van die bijlage moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die bij dit besluit in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden aangebracht, zo spoedig mogelijk in werking treden.

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 3 augustus 2020.

Voor de Commissie

Stella KYRIAKIDES

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(4)  Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (PB L 295 van 11.10.2014, blz. 63).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1107 van de Commissie van 27 juli 2020 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (PB L 242 van 28.7.2020, blz. 11).

(6)  Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).


BIJLAGE

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door:

“BIJLAGE

DEEL I

1.   België

De volgende gebieden in België:

in de provincie Luxemburg:

het gebied dat met de wijzers van de klok mee wordt afgebakend door:

de grens met Frankrijk,

de Rue Merinhat in Florenville,

de N818 tot de kruising met de N83,

de N83 tot de kruising met de N884,

de N884 tot de kruising met de N824,

de N824 tot de kruising met Le Routeux,

Le Routeux,

Rue d’Orgéo,

Rue de la Vierre,

Rue du Bout-d’en-Bas,

Rue Sous l’Eglise,

Rue Notre-Dame,

Rue du Centre,

de N845 tot de kruising met de N85,

de N85 tot de kruising met de N40,

de N40 tot de kruising met de N802,

de N802 tot de kruising met de N825,

de N825 tot de kruising met de E25-E411,

de E25-E411 tot de kruising met de N40,

N40: Burnaimont, Rue de Luxembourg, Rue Ranci, Rue de la Chapelle,

Rue du Tombois,

Rue Du Pierroy,

Rue Saint-Orban,

Rue Saint-Aubain,

Rue des Cottages,

Rue de Relune,

Rue de Rulune,

Route de l’Ermitage,

N87: Route de Habay,

Chemin des Ecoliers,

Le Routy,

Rue Burgknapp,

Rue de la Halte,

Rue du Centre,

Rue de l’Eglise,

Rue du Marquisat,

Rue de la Carrière,

Rue de la Lorraine,

Rue du Beynert,

Millewée,

Rue du Tram,

Millewée,

N4: Route de Bastogne, Avenue de Longwy, Route de Luxembourg,

de grens met het Groothertogdom Luxemburg,

de grens met Frankrijk, tot de kruising ervan met de Rue Mersinhat in Florenville.

2.   Estland

De volgende gebieden in Estland:

Hiiu maakond.

3.   Hongarije

De volgende gebieden in Hongarije:

Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe,

Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403250, 403350, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404570, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, 406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250350, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 250850, 250950, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251450, 251550, 251650, 251750, 251850, 252150 és 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050,575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

4.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Pāvilostas novads,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Ventspils novada Jūrkalnes pagasts,

Grobiņas novads,

Rucavas novada Dunikas pagasts.

5.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Klaipėdos rajono savivaldybės: Agluonėnų, Priekulės, Veiviržėnų, Judrėnų, Endriejavo ir Vėžaičių seniūnijos,

Kretingos rajono savivaldybės: Darbėnų, Kretingos ir Žalgirio seniūnijos,

Plungės rajono savivaldybės: Nausodžio sen. dalis nuo kelio 166 į pietryčius ir Kulių seniūnija,

Skuodo rajono savivaldybės: Lenkimų, Mosėdžio, Skuodo, Skuodo miesto seniūnijos.

6.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Wielbark i Rozogi w powiecie szczycieńskim,

gminy Janowiec Kościelny, Janowo i część gminy Kozłowo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Rączki — Kownatki — Gardyny w powiecie nidzickim,

powiat działdowski,

gminy Dąbrówno, miasto Ostróda i część gminy wiejskiej Ostróda położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7 w powiecie ostródzkim,

gminy Kisielice, Susz, Iława z miastem Iława, Lubawa z miastem Lubawa, w powiecie iławskim,

gmina Grodziczno w powiecie nowomiejskim,

w województwie podlaskim:

gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię koleją w powiecie wysokomazowieckim,

gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim,

gminy Szumowo, Zambrów z miastem Zambrów i część gminy Kołaki Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,

w województwie mazowieckim:

powiat ostrołęcki,

powiat miejski Ostrołęka,

gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno i Stara Biała w powiecie płockim,

powiat miejski Płock,

powiat sierpecki,

powiat żuromiński,

gminy Andrzejewo, Brok, Małkinia Górna, Stary Lubotyń, Szulborze Wielkie, Wąsewo, Zaręby Kościelne i Ostrów Mazowiecka z miastem Ostrów Mazowiecka w powiecie ostrowskim,

gminy Dzierzgowo, Lipowiec Kościelny, miasto Mława, Radzanów, Szreńsk, Szydłowo i Wieczfnia Kościelna, w powiecie mławskim,

powiat przasnyski,

powiat makowski,

gminy Gzy, Obryte, Zatory, Pułtusk i część gminy Winnica położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Bielany, Winnica i Pokrzywnica w powiecie pułtuskim,

gminy Brańszczyk, Długosiodło, Rząśnik, Wyszków, Zabrodzie i część gminy Somianka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 62 w powiecie wyszkowskim,

gminy Kowala, Wierzbica, część gminy Wolanów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie radomskim,

powiat miejski Radom,

powiat szydłowiecki,

powiat gostyniński,

w województwie podkarpackim:

gminy Chłopice, Rokietnica, gmina wiejska Jarosław, część miasta Jarosław położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 94, część gminy Radymno położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A4, w powiecie jarosławskim,

gminy Medyka, Orły, Stubno, Żurawica, Przemyśl w powiecie przemyskim,

gminy Przeworsk z miastem Przeworsk, Gać Jawornik Polski, Kańczuga, Tryńcza i Zarzecze w powiecie przeworskim,

powiat łańcucki,

gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,

gminy Dzikowiec, Kolbuszowa, Niwiska i Raniżów w powiecie kolbuszowskim,

gminy Borowa, Czermin, Gawłuszowice, Mielec z miastem Mielec, Padew Narodowa, Przecław, Tuszów Narodowy w powiecie mieleckim,

w województwie świętokrzyskim:

powiat opatowski,

powiat sandomierski,

gminy Bogoria, Łubnice, Oleśnica, Osiek, Połaniec, Rytwiany i Staszów w powiecie staszowskim,

gmina Skarżysko Kościelne w powiecie skarżyskim,

gmina Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy oraz na północ od drogi nr 42 i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno — wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

powiat ostrowiecki,

gminy Gowarczów, Końskie i Stąporków w powiecie koneckim,

w województwie łódzkim:

gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim,

gminy Biała Rawska, Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka i Regnów w powiecie rawskim,

powiat skierniewicki,

powiat miejski Skierniewice,

gminy Białaczów, Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim,

gminy Czerniewice, Inowłódz, Lubochnia, Rzeczyca, Tomaszów Mazowiecki z miastem Tomaszów Mazowiecki i Żelechlinek w powiecie tomaszowskim,

w województwie pomorskim:

gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,

gminy Lichnowy, Miłoradz, Nowy Staw, Malbork z miastem Malbork w powiecie malborskim,

gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim,

powiat gdański,

Miasto Gdańsk,

powiat tczewski,

powiat kwidzyński,

w województwie lubuskim:

gmina Gubin z miastem Gubin w powiecie krośnieńskim,

gminy Międzyrzecz, Pszczew, Trzciel w powiecie międzyrzeckim,

część gminy Lubrza położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A2, część gminy Łagów położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A2, część gminy Zbąszynek położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od Zbąszynia do Świebodzina oraz część położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od miasta Zbąszynek w kierunku zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 1210F, a następnie przez drogę 1210F biegnącą od skrzyżowania z linia kolejową do zachodniej granicy gminy, część gminy Szczaniec położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Świebodzin położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie świebodzińskim,

gminy Cybinka, Ośno Lubuskie i Rzepin w powiecie słubickim,

gmina Sulęcin i część gminy Torzym położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A2 w powiecie sulęcińskim,

w województwie dolnośląskim:

gminy Bolesławiec z miastem Bolesławiec, Gromadka i Osiecznica w powiecie bolesławieckim,

gmina Węgliniec w powiecie zgorzeleckim,

gminy Chocianów, Polkowice, część gminy Przemków położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12, w powiecie polkowickim,

gmina Jemielno, Niechlów i Góra w powiecie górowskim,

gmina Rudna i Lubin z miastem Lubin w powiecie lubińskim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Krzemieniewo, Rydzyna, część gminy Święciechowa położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12w powiecie leszczyńskim,

powiat nowotomyski,

gminy Granowo, Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim,

gminy Czempiń, miasto Kościan, część gminy wiejskiej Kościan położona na północny — zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 5 oraz na wschód od linii wyznaczonej przez kanał Obry, część gminy Krzywiń położona na wschód od linii wyznaczonej przez kanał Obry w powiecie kościańskim,

powiat miejski Poznań,

gminy Rokietnica, Suchy Las, Mosina, miasto Luboń, miasto Puszczykowo, część gminy Komorniki położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 5, część gminy Stęszew położona na południowy — wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 5 i 32 i część gminy Kórnik położona na zachód od linii wyznaczonych przez drogi: nr S11 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 434 i drogę nr 434 biegnącą od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy w powiecie poznańskim,

gminy Pniewy, Szamotuły, część gminy Duszniki położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 92 oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 306, część gminy Kaźmierz położona na północ i na zachód od linii wyznaczonych przez drogi: nr 92 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Witkowice — Gorszewice — Kaźmierz (wzdłuż ulic Czereśniowa, Dworcowa, Marii Konopnickiej) — Chlewiska, biegnącą do wschodniej granicy gminy w powiecie szamotulskim.

7.   Slowakije

De volgende gebieden in Slowakije:

the whole district of Vranov nad Topľou,

the whole district of Humenné,

the whole district of Snina,

the whole district of Sobrance, except municipalities included in part III

in the district of Michalovce, the whole municipalities of Tušice, Moravany, Pozdišovce, Michalovce, Zalužice, Lúčky, Závadka, Hnojné, Poruba pod Vihorlatom, Jovsa, Kusín, Klokočov, Kaluža, Vinné, Trnava pri Laborci, Oreské, Staré, Zbudza, Petrovce nad Laborcom, Lesné, Suché, Rakovec nad Ondavou, Nacina Ves, Voľa, Pusté Čemerné and Strážske,

in the district of Košice — okolie, the whole municipalities not included in Part II,

in the district of Gelnica, the whole municipalities of Uhorná, Smolnícka Huta, Mníšek nad Hnilcom, Prakovce, Helcmanovce, Gelnica, Kojšov, Veľký Folkmár, Jaklovce, Žakarovce, Margecany, Henclová and Stará Voda,

in the district of Prešov, the whole municipalities of Klenov, Miklušovce, Sedlice, Suchá dolina, Janov, Radatice, Ľubovec, Ličartovce, Drienovská Nová Ves, Kendice, Petrovany, Drienov, Lemešany, Janovík, Bretejovce, Seniakovce, Šarišské Bohdanovce, Varhaňovce, Brestov Mirkovce, Žehňa, Tuhrina, Lúčina and Červenica,

in the district of Rožňava, the whole municipalities of Brzotín, Gočaltovo, Honce, Jovice, Kružná, Kunová Teplica, Pača, Pašková, Pašková, Rakovnica, Rozložná, Rožňavské Bystré, Rožňava, Rudná, Štítnik, Vidová, Čučma and Betliar,

in the district of Revúca, the whole municipalities of Držkovce, Chvalová, Gemerské Teplice, Gemerský Sad, Hucín, Jelšava, Leváre, Licince, Nadraž, Prihradzany, Sekerešovo, Šivetice, Kameňany, Višňové, Rybník and Sása,

in the district of Rimavská Sobota, municipalities located south of the road No.526 not included in Part II„

in the district of Lučenec, the whole municipalities of Trenč, Veľká nad Ipľom, Jelšovec, Panické Dravce, Lučenec, Kalonda, Rapovce, Trebeľovce, Mučín, Lipovany, Pleš, Fiľakovské Kováče, Ratka, Fiľakovo, Biskupice, Belina, Radzovce, Čakanovce, Šiatorská Bukovinka, Čamovce, Šurice, Halič, Mašková, Ľuboreč, Šíd and Prša,

in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká Ves nad Ipľom, Sečianky, Kleňany, Hrušov, Vinica, Balog nad Ipľom, Dolinka, Kosihy nad Ipľom, Ďurkovce, Širákov, Kamenné Kosihy, Seľany, Veľká Čalomija, Malá Čalomija, Koláre, Trebušovce, Chrastince, Lesenice, Slovenské Ďarmoty, Opatovská Nová Ves, Bátorová, Nenince, Záhorce, Želovce, Sklabiná, Nová Ves, Obeckov, Vrbovka, Kiarov, Kováčovce, Zombor, Olováry, Čeláre, Glabušovce, Veľké Straciny, Malé Straciny, Malý Krtíš, Veľký Krtíš, Pôtor, Veľké Zlievce, Malé Zlievce, Bušince, Muľa, Ľuboriečka, Dolná Strehová, Vieska, Slovenské Kľačany, Horná Strehová, Chrťany and Závada.

8.   Griekenland

De volgende gebieden in Griekenland:

in the regional unit of Drama:

the community departments of Sidironero and Skaloti and the municipal departments of Livadero and Ksiropotamo (in Drama municipality),

the municipal department of Paranesti (in Paranesti municipality),

the municipal departments of Kokkinogeia, Mikropoli, Panorama, Pyrgoi (in Prosotsani municipality),

the municipal departments of Kato Nevrokopi, Chrysokefalo, Achladea, Vathytopos, Volakas, Granitis, Dasotos, Eksohi, Katafyto, Lefkogeia, Mikrokleisoura, Mikromilea, Ochyro, Pagoneri, Perithorio, Kato Vrontou and Potamoi (in Kato Nevrokopi municipality),

in the regional unit of Xanthi:

the municipal departments of Kimmerion, Stavroupoli, Gerakas, Dafnonas, Komnina, Kariofyto and Neochori (in Xanthi municipality),

the community departments of Satres, Thermes, Kotyli, and the municipal departments of Myki, Echinos and Oraio and (in Myki municipality),

the community department of Selero and the municipal department of Sounio (in Avdira municipality),

in the regional unit of Rodopi:

the municipal departments of Komotini, Anthochorio, Gratini, Thrylorio, Kalhas, Karydia, Kikidio, Kosmio, Pandrosos, Aigeiros, Kallisti, Meleti, Neo Sidirochori and Mega Doukato (in Komotini municipality),

the municipal departments of Ipio, Arriana, Darmeni, Archontika, Fillyra, Ano Drosini, Aratos and the Community Departments Kehros and Organi (in Arriana municipality),

the municipal departments of Iasmos, Sostis, Asomatoi, Polyanthos and Amvrosia and the community department of Amaxades (in Iasmos municipality),

the municipal department of Amaranta (in Maroneia Sapon municipality),

in the regional unit of Evros:

the municipal departments of Kyriaki, Mandra, Mavrokklisi, Mikro Dereio, Protokklisi, Roussa, Goniko, Geriko, Sidirochori, Megalo Derio, Sidiro, Giannouli, Agriani and Petrolofos (in Soufli municipality),

the municipal departments of Dikaia, Arzos, Elaia, Therapio, Komara, Marasia, Ormenio, Pentalofos, Petrota, Plati, Ptelea, Kyprinos, Zoni, Fulakio, Spilaio, Nea Vyssa, Kavili, Kastanies, Rizia, Sterna, Ampelakia, Valtos, Megali Doxipara, Neochori and Chandras (in Orestiada municipality),

the municipal departments of Asvestades, Ellinochori, Karoti, Koufovouno, Kiani, Mani, Sitochori, Alepochori, Asproneri, Metaxades, Vrysika, Doksa, Elafoxori, Ladi, Paliouri and Poimeniko (in Didymoteixo municipality),

in the regional unit of Serres:

the municipal departments of Kerkini, Livadia, Makrynitsa, Neochori, Platanakia, Petritsi, Akritochori, Vyroneia, Gonimo, Mandraki, Megalochori, Rodopoli, Ano Poroia, Katw Poroia, Sidirokastro, Vamvakophyto, Promahonas, Kamaroto, Strymonochori, Charopo, Kastanousi and Chortero and the community departments of Achladochori, Agkistro and Kapnophyto (in Sintiki municipality),

the municipal departments of Serres, Elaionas and Oinoussa and the community departments of Orini and Ano Vrontou (in Serres municipality),

the municipal departments of Dasochoriou, Irakleia, Valtero, Karperi, Koimisi, Lithotopos, Limnochori, Podismeno and Chrysochorafa (in Irakleia municipality).

DEEL II

1.   België

De volgende gebieden in België:

in de provincie Luxemburg:

het gebied dat met de wijzers van de klok mee wordt afgebakend door:

de Rue de la Station (N85) in Florenville tot de kruising met de N894,

de N894 tot de kruising met de Rue Grande,

de Rue Grande tot de kruising met de Rue de Neufchâteau,

de Rue de Neufchâteau tot de kruising met Hosseuse,

Hosseuse,

La Roquignole,

Les Chanvières,

La Fosse du Loup,

Le Sart,

de N801 tot de kruising met de Rue de l’Accord,

La rue de l’Accord,

La rue du Fet,

de N40 tot de kruising met de E25-E411,

de E25-E411 tot de kruising met de N81 ter hoogte van Weyler,

de N81 tot de kruising met de N883 ter hoogte van Aubange,

de N883 tot de kruising met de N88 ter hoogte van Aubange,

de N88 tot de kruising met de N811,

de N811 tot de kruising met de Rue Baillet Latour,

de Rue Baillet Latour tot de kruising met de N88,

de N88 (Rue Baillet Latour, Rue Fontaine des Dames, Rue Yvan Gils, Rue de Virton, Rue de Gérouville, Route de Meix) tot de kruising met de N981,

de N981 (Rue de Virton) tot de kruising met de N83,

de N83 (Rue du Faing, Rue de Bouillon, Rue Albert 1er, Rue d’Arlon) tot de kruising met de N85 (Rue de la Station) in Florenville.

2.   Bulgarije

De volgende gebieden in Bulgarije:

the whole region of Haskovo,

the whole region of Yambol,

the whole region of Stara Zagora,

the whole region of Pernik,

the whole region of Kyustendil,

the whole region of Plovdiv,

the whole region of Pazardzhik,

the whole region of Smolyan,

the whole region of Burgas excluding the areas in Part III.

3.   Estland

De volgende gebieden in Estland:

Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond).

4.   Hongarije

De volgende gebieden in Hongarije:

Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Fejér megye 403150, 403160, 403260, 404250, 404550, 404560, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye: 251950, 252050, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe.

5.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Ādažu novads,

Aizputes novada, Aizputes un Cīravas pagasts, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296un Lažas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa caur Miķelīšu mežu līdz autoceļam 1265, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1265 pie Mežmaļiem līdz robežai ar Rīvas upi, Aizputes pilsēta,

Aglonas novads,

Aizkraukles novads,

Aknīstes novads,

Alojas novads,

Alūksnes novads,

Amatas novads,

Apes novads,

Auces novads,

Babītes novads,

Baldones novads,

Baltinavas novads,

Balvu novads,

Bauskas novads,

Beverīnas novads,

Brocēnu novads,

Burtnieku novads,

Carnikavas novads,

Cēsu novads,

Cesvaines novads,

Ciblas novads,

Dagdas novads,

Daugavpils novads,

Dobeles novads,

Dundagas novads,

Durbes novads,

Engures novads,

Ērgļu novads,

Garkalnes novads,

Gulbenes novads,

Iecavas novads,

Ikšķiles novads,

Ilūkstes novads,

Inčukalna novads,

Jaunjelgavas novads,

Jaunpiebalgas novads,

Jaunpils novads,

Jēkabpils novads,

Jelgavas novads,

Kandavas novads,

Kārsavas novads,

Ķeguma novads,

Ķekavas novads,

Kocēnu novads,

Kokneses novads,

Krāslavas novads,

Krimuldas novads,

Krustpils novads,

Kuldīgas novada Ēdoles pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa 1269, 1271, uz austrumiem no autoceļa 1288, uz ziemeļiem no autoceļa P119, Īvandes pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa P119, uz austrumiem no autoceļa 1292, 1279, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1279 no Upītēm līdz autoceļam 1290, Kurmāles pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa 1290, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1290 no Alejām līdz autoceļam 1283, uz austrumiem no autoceļa 1283 un P112, Turlavas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P112, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Padures, Rumbas, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču un Snēpeles pagasts, Kuldīgas pilsēta,

Lielvārdes novads,

Līgatnes novads,

Limbažu novads,

Līvānu novads,

Lubānas novads,

Ludzas novads,

Madonas novads,

Mālpils novads,

Mārupes novads,

Mazsalacas novads,

Mērsraga novads,

Naukšēnu novads,

Neretas novads,

Ogres novads,

Olaines novads,

Ozolnieku novads,

Pārgaujas novads,

Pļaviņu novads,

Preiļu novads,

Priekules novads,

Priekuļu novads,

Raunas novads,

republikas pilsēta Daugavpils,

republikas pilsēta Jelgava,

republikas pilsēta Jēkabpils,

republikas pilsēta Jūrmala,

republikas pilsēta Rēzekne,

republikas pilsēta Valmiera,

Rēzeknes novads,

Riebiņu novads,

Rojas novads,

Ropažu novads,

Rugāju novads,

Rundāles novads,

Rūjienas novads,

Salacgrīvas novads,

Salas novads,

Salaspils novads,

Saldus novads,

Saulkrastu novads,

Sējas novads,

Siguldas novads,

Skrīveru novads,

Skrundas novada Raņķu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes,

Smiltenes novads,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Strenču novads,

Talsu novads,

Tērvetes novads,

Tukuma novads,

Vaiņodes novada Vaiņodes pagasts un Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem autoceļa P116, P106,

Valkas novads,

Varakļānu novads,

Vārkavas novads,

Vecpiebalgas novads,

Vecumnieku novads,

Ventspils novada Ances, Tārgales, Popes, Vārves, Užavas, Piltenes, Puzes, Ziru, Ugāles, Usmas un Zlēku pagasts, Piltenes pilsēta,

Viesītes novads,

Viļakas novads,

Viļānu novads,

Zilupes novads.

6.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Alytaus miesto savivaldybė,

Alytaus rajono savivaldybė: Alytaus, Alovės, Butrimonių, Daugų, Nemunaičio, Pivašiūnų, Punios, Raitininkų seniūnijos,

Anykščių rajono savivaldybė,

Akmenės rajono savivaldybė,

Biržų miesto savivaldybė,

Biržų rajono savivaldybė,

Druskininkų savivaldybė,

Elektrėnų savivaldybė,

Ignalinos rajono savivaldybė,

Jonavos rajono savivaldybė,

Joniškio rajono savivaldybė,

Jurbarko rajono savivaldybė,

Kaišiadorių rajono savivaldybė,

Kalvarijos savivaldybė,

Kauno miesto savivaldybė,

Kauno rajono savivaldybė: Domeikavos, Garliavos, Garliavos apylinkių, Karmėlavos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Vandžiogalos ir Vilkijos seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1, Užliedžių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1 ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 1907,

Kazlų rūdos savivaldybė: Kazlų rūdos seniūnija į šiaurę nuo kelio Nr. 230, į rytus nuo kelio Kokė-Užbaliai-Čečetai iki kelio Nr. 2610 ir į pietus nuo kelio Nr. 2610,

Kelmės rajono savivaldybė,

Kėdainių rajono savivaldybė,

Kupiškio rajono savivaldybė,

Kretingos rajono savivaldybė: Imbarės, Kūlupėnų ir Kartenos seniūnijos,

Lazdijų rajono savivaldybė,

Marijampolės savivaldybė: Degučių, Marijampolės, Mokolų, Liudvinavo ir Narto seniūnijos,

Mažeikių rajono savivaldybė,

Molėtų rajono savivaldybė: Alantos seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio 119 ir į šiaurę nuo kelio Nr. 2828, Balninkų, Dubingių, Giedraičių, Joniškio ir Videniškių seniūnijos,

Pagėgių savivaldybė,

Pakruojo rajono savivaldybė,

Panevėžio rajono savivaldybė,

Panevėžio miesto savivaldybė,

Pasvalio rajono savivaldybė,

Radviliškio rajono savivaldybė,

Rietavo savivaldybė,

Prienų rajono savivaldybė: Stakliškių ir Veiverių seniūnijos,

Plungės rajono savivaldybė: Žlibinų, Stalgėnų, Nausodžio sen. dalis nuo kelio Nr. 166 į šiaurės vakarus, Plungės miesto ir Šateikių seniūnijos,

Raseinių rajono savivaldybė,

Rokiškio rajono savivaldybė,

Skuodo rajono savivaldybės: Aleksandrijos ir Ylakių seniūnijos,

Šakių rajono savivaldybė,

Šalčininkų rajono savivaldybė,

Šiaulių miesto savivaldybė,

Šiaulių rajono savivaldybė,

Šilutės rajono savivaldybė,

Širvintų rajono savivaldybė,

Šilalės rajono savivaldybė,

Švenčionių rajono savivaldybė,

Tauragės rajono savivaldybė,

Telšių rajono savivaldybė,

Trakų rajono savivaldybė,

Ukmergės rajono savivaldybė,

Utenos rajono savivaldybė,

Varėnos rajono savivaldybė,

Vilniaus miesto savivaldybė,

Vilniaus rajono savivaldybė,

Vilkaviškio rajono savivaldybė: Bartninkų, Gražiškių, Keturvalakių, Kybartų, Klausučių, Pajevonio, Šeimenos, Vilkaviškio miesto, Virbalio, Vištyčio seniūnijos,

Visagino savivaldybė,

Zarasų rajono savivaldybė.

7.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Kalinowo, Stare Juchy, część gminy Prostki położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy łączącą miejscowości Żelazki — Dąbrowskie — Długosze do południowej granicy gminy i część gminy wiejskiej Ełk położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 667 biegnącą od miejscowości Bajtkowo do miejscowości Nowa Wieś Ełcka, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Ełk biegnącą od miejscowości Nowa Wieś Ełcka do wschodniej granicy gminy w powiecie ełckim,

gminy Elbląg, Gronowo Elbląskie, Milejewo, Młynary, Markusy, Rychliki i Tolkmicko w powiecie elbląskim,

powiat miejski Elbląg,

powiat gołdapski,

gminy Orzysz, Pisz, Ruciane — Nida oraz część gminy Biała Piska położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę 667 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Biała Piska, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 58 biegnącą od miejscowości Biała Piska do wschodniej granicy gminy w powiecie piskim,

gmina Górowo Iławeckie z miastem Górowo Iławeckie w powiecie bartoszyckim,

gminy Biskupiec, Kolno, Purda, Stawiguda,, Olsztynek, część gminy Świątki położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Pasłęka, część gminy Barczewo położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Gietrzwałd położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie olsztyńskim,

gminy Grunwald, Łukta, Małdyty, Miłomłyn, Miłakowo, część gminy wiejskiej Ostróda położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7 i część gminy Morąg położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od Olsztyna do Elbląga w powiecie ostródzkim,

część gminy Ryn położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową łączącą miejscowości Giżycko i Kętrzyn w powiecie giżyckim,

gminy Braniewo i miasto Braniewo, Frombork, Lelkowo, Pieniężno, Płoskinia oraz część gminy Wilczęta położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 509 w powiecie braniewskim,

gmina Reszel, część gminy Kętrzyn położona na południe od linii kolejowej łączącej miejscowości Giżycko i Kętrzyn biegnącej do granicy miasta Kętrzyn, na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 591 biegnącą od miasta Kętrzyn do północnej granicy gminy oraz na zachód i na południe od zachodniej i południowej granicy miasta Kętrzyn, miasto Kętrzyn i część gminy Korsze położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy łączącą miejscowości Krelikiejmy i Sątoczno i na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Sątoczno, Sajna Wielka biegnącą do skrzyżowania z drogą nr 590 w miejscowości Glitajny, a następnie na wschód od drogi nr 590 do skrzyżowania z drogą nr 592 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 592 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 590 w powiecie kętrzyńskim,

gminy Lubomino i Orneta w powiecie lidzbarskim,

gmina Nidzica i część gminy Kozłowo położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Rączki — Kownatki — Gardyny w powiecie nidzickim,

gminy Dźwierzuty, Jedwabno, Pasym, Szczytno i miasto Szczytno i Świętajno w powiecie szczycieńskim,

powiat mrągowski,

gmina Zalewo w powiecie iławskim,

w województwie podlaskim:

gminy Orla, Rudka, Brańsk z miastem Brańsk, Boćki w powiecie bielskim,

gminy Radziłów, Rajgród Wąsosz, część gminy wiejskiej Grajewo położona na południe o linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy łączącą miejscowości: Mareckie — Łękowo — Kacprowo — Ruda, a następnie od miejscowości Ruda na południe od rzeki Binduga uchodzącej do rzeki Ełk i następnie na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Ełk od ujścia rzeki Binduga do wschodniej granicy gminy w powiecie grajewskim,

powiat moniecki,

powiat sejneński,

gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wiznaw powiecie łomżyńskim,

powiat miejski Łomża,

gminy Dziadkowice, Grodzisk, Mielnik, Milejczyce, Nurzec-Stacja i Siemiatycze z miastem Siemiatycze w powiecie siemiatyckim,

powiat hajnowski,

gminy Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim,

gmina Rutki i część gminy Kołaki Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,

powiat kolneński z miastem Kolno,

gminy Czarna Białostocka, Dobrzyniewo Duże, Gródek, Michałowo, Supraśl, Tykocin, Wasilków, Zabłudów, Zawady, Choroszcz i część gminy Poświętne położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 681 w powiecie białostockim,

gminy Filipów, Jeleniewo, Przerośl, Raczki, Rutka -Tartak, Suwałki, Szypliszki Wiżajny oraz część gminy Bakałarzewo położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę 653 biegnącej od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą 1122B oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1122B biegnącą od drogi 653 w kierunku południowym do skrzyżowania z drogą 1124B i następnie na północny — wschód od drogi nr 1124B biegnącej od skrzyżowania z drogą 1122B do granicy z gminą Raczki w powiecie suwalskim

powiat miejski Suwałki,

powiat augustowski,

powiat sokólski,

powiat miejski Białystok,

w województwie mazowieckim:

powiat siedlecki,

powiat miejski Siedlce,

gminy Bielany, Ceranów, Kosów Lacki, Repki i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim,

powiat węgrowski,

powiat łosicki,

powiat ciechanowski,

powiat sochaczewski,

powiat zwoleński,

gminy Garbatka — Letnisko, Gniewoszów i Sieciechów w powiecie kozienickim,

powiat lipski,

gminy Gózd, Iłża, Jastrzębia, Jedlnia Letnisko, Pionki z miastem Pionki, Skaryszew, Jedlińsk, Przytyk, Zakrzew, część gminy Wolanów położona na północ od drogi nr 12 i w powiecie radomskim,

gminy Bodzanów, Bulkowo, Staroźreby, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim,

powiat nowodworski,

powiat płoński,

gminy Pokrzywnica, Świercze i część gminy Winnica położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Bielany, Winnica i Pokrzywnica w powiecie pułtuskim,

powiat wołomiński,

część gminy Somianka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 62 w powiecie wyszkowskim,

gminy Borowie, Garwolin z miastem Garwolin, Górzno, Miastków Kościelny, Parysów, Pilawa, Żelechów, część gminy Wilga położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły w powiecie garwolińskim,

gmina Boguty — Pianki w powiecie ostrowskim,

gminy Stupsk, Wiśniewo i Strzegowo w powiecie mławskim,

powiat miński,

powiat otwocki,

powiat warszawski zachodni,

powiat legionowski,

powiat piaseczyński,

powiat pruszkowski,

powiat grójecki,

powiat grodziski,

powiat żyrardowski,

gminy Białobrzegi, Promna, Radzanów, Stara Błotnica, Wyśmierzyce w powiecie białobrzeskim,

powiat przysuski,

powiat miejski Warszawa,

w województwie lubelskim:

powiat bialski,

powiat miejski Biała Podlaska,

gminy Aleksandrów, Biszcza, Józefów, Potok Górny, część gminy Tarnogród położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835, część gminy Księżpol położona na północny-zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy z miejscowości Tarnogród do miejscowości Korchów Pierwszy, a następnie przez miejscowość Zawadka do miejscowości Budzyń oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy przez miejscowość Budzyń do skrzyżowania z droga biegnącą do miejscowości Zawadkaczęść gminy Turobin położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835 w powiecie biłgorajskim,

gminy Batorz, Godziszów, Janów Lubelski, Modliborzyce, Potok Wielki i część gminy Chrzanów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy od miejscowości Branew Ordynacka łącząca miejscowości Chrzanów — Dąbrowa — Malinie do wschodniej granicy gminy w powiecie janowskim,

powiat puławski,

gminy Kłoczew, Nowodwór, Ułęż, miasto Dęblin i część gminy Ryki położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy i łączącą miejscowości Ownia — Krainów do skrzyżowania z drogą nr S17, a następnie na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S17 biegnącą od tego skrzyżowania do skrzyżowania z drogą nr 48 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 48w powiecie ryckim,

gminy Adamów, Krzywda, Stoczek Łukowski z miastem Stoczek Łukowski, Wola Mysłowska, Trzebieszów, Stanin, gmina wiejska Łuków i miasto Łuków w powiecie łukowskim,

gminy Bychawa, Głusk, Jabłonna, Krzczonów, Garbów Strzyżewice, Wysokie, Bełżyce, Borzechów, Niedrzwica Duża, Konopnica, Wojciechów i Zakrzew w powiecie lubelskim,

gminy Abramów, Kamionka, Michów, Uścimów w powiecie lubartowskim,

gminy Mełgiew, Rybczewice, Piaski i miasto Świdnik w powiecie świdnickim,

gmina Fajsławice, część gminy Żółkiewka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 i część gminy Łopiennik Górny położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 w powiecie krasnostawskim,

powiat hrubieszowski,

gminy Krynice, Rachanie, Tarnawatka, Łaszczów, Telatyn, Tyszowce i Ulhówek w powiecie tomaszowskim,

gminy Białopole, Chełm, Dorohusk, Dubienka, Kamień, Leśniowice, Ruda — Huta, Sawin, Wojsławice, Żmudź w powiecie chełmskim,

powiat miejski Chełm,

gmina Adamów, Miączyn, Sitno, Komarów-Osada, Krasnobród, Łabunie, Zamość, Grabowiec i część gminy Skierbieszów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 843 w powiecie zamojskim,

powiat miejski Zamość,

powiat kraśnicki,

powiat opolski,

gminy Dębowa Kłoda, Jabłoń, Podedwórze, Sosnowica w powiecie parczewskim,

gminy Stary Brus, Wola Uhruska, część gminy wiejskiej Włodawa położona na południe od południowej granicy miasta Włodawa i część gminy Hańsk położona na wschód od linii wyznaczonej od drogi nr 819 w powiecie włodawskim,

gmina Kąkolewnica, Komarówka Podlaska i Ulan Majorat w powiecie radzyńskim,

w województwie podkarpackim:

powiat stalowowolski,

gminy Horyniec-Zdrój, Oleszyce, Lubaczów z miastem Lubaczów, Wielkie Oczy i część gminy Cieszanów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 865 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą 863, a następnie na zachód od drogi nr 863 biegnącej do miejscowości Lubliniec i dalej na zachód od drogi biegnącej przez Nowy Lubliniec do północnej granicy gminy w powiecie lubaczowskim,

gmina Sieniawa, część gminy Adamówka położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835 w powiecie przeworskim,

gminy Laszki, Wiązownica i część gminy Radymno położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A4 z miastem Radymno w powiecie jarosławskim,

gmina Kamień, część gminy Sokołów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,

gminy Cmolas i Majdan Królewski w powiecie kolbuszowskim,

powiat leżajski,

powiat niżański,

powiat tarnobrzeski,

w województwie pomorskim:

gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim,

gmina Stare Pole w powiecie malborskim,

gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminyw powiecie nowodworskim,

w województwie świętokrzyskim:

gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 w powiecie opatowskim,

część gminy Brody położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno — wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

w województwie lubuskim:

powiat wschowski,

gminy Bobrowice, Maszewo, część gminy Krosno Odrzańskie położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1157F biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 29, a następnie przez drogę nr 29 biegnącą od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Bytnica położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1157F w powiecie krośnieńskim,

część gminy Torzym położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A2 w powiecie sulęcińskim,

gminy, Kolsko, część gminy Kożuchów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 283 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 290 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 290 biegnącej od miasta Mirocin Dolny do zachodniej granicy gminy, część gminy Bytom Odrzański położona na północny zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 293 i 326, część gminy Nowe Miasteczko położona na zachód od linii wyznaczonych przez drogi 293 i 328, część gminy Siedlisko położona na północny zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od rzeki Odry przy południowe granicy gminy do drogi nr 326 łączącej się z drogą nr 325 biegnącą w kierunku miejscowości Różanówka do skrzyżowania z drogą nr 321 biegnącą od tego skrzyżowania w kierunku miejscowości Bielawy, a następnie przedłużoną przez drogę przeciwpożarową biegnącą od drogi nr 321 w miejscowości Bielawy do granicy gminy w powiecie nowosolskim,

gminy Babimost, Kargowa, Nowogród Bobrzański, Trzebiechów część gminy Bojadła położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 278 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 282 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 282 biegnącej od miasta Bojadła do zachodniej granicy gminy i część gminy Sulechów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S3 w powiecie zielonogórskim,

powiat żarski,

gminy Brzeźnica, Iłowa, Małomice, Szprotawa, Wymiarki, Żagań, miasto Żagań, miasto Gozdnica, część gminy Niegosławice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 328 w powiecie żagańskim,

część gminy Lubrza położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A2, część gminy Łagów położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A2, część gminy Skąpe położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę 1157F biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Węgrzynice i następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 1225F biegnącą do miejscowości Skąpe i następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 277 biegnącą od miejscowości Skąpe do południowej granicy gminy, część gminy Zbąszynek położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od Zbąszynia do Świebodzina oraz część położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od miasta Zbąszynek w kierunku zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 1210F, a następnie przez drogę 1210F biegnącą od skrzyżowania z linia kolejową do zachodniej granicy gminy, część gminy Szczaniec położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Świebodzin położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie świebodzińskim,

w województwie dolnośląskim:

gmina Pęcław, część gminy Kotla położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Krzycki Rów, część gminy wiejskiej Głogów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 12, 319 oraz 329, część miasta Głogów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie głogowskim,

gmina Grębocice w powiecie polkowickim,

w województwie wielkopolskim:

powiat wolsztyński,

gminy Rakoniewice, Wielichowo i część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim,

gminy Wijewo, część gminy Włoszakowice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi 3903P biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Boguszyn, a następnie przez drogę łączącą miejscowość Boguszyn z miejscowością Krzycko aż do południowej granicy gminy i część gminy Święciechowa położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie leszczyńskim,

część gminy Śmigiel położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 3903P biegnącej od południowej granicy gminy przez miejscowości Bronikowo i Morowice aż do miejscowości Śmigiel do skrzyżowania z drogą 3820P i dalej drogą 3820P, która przechodzi w ul. Jagiellońską, następnie w Lipową i Glinkową, aż do skrzyżowania z drogą S5, następnie przez drogą nr S5 do północnej granicy gminy w powiecie kościańskim,

w województwie łódzkim:

gminy Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim,

gmina Sadkowice w powiecie rawskim.

8.   Slowakije

De volgende gebieden in Slowakije:

in the district of Gelnica, the whole municipality of Smolník,

in the district of Košice — okolie, the whole municipalities of Belza, Bidovce, Blažice, Bohdanovce, Byster, Čaňa, Ďurďošík, Ďurkov, Geča, Gyňov, Haniska, Kalša, Kechnec, Kokšov- Bakša, Košická Polianka, Košický Klečenov, Milhosť, Nižná Hutka, Nižná Mysľa, Nižný Čaj, Nižný Olčvár, Nový Salaš, Olšovany, Rákoš, Ruskov, Seňa, Skároš, Sokoľany, Slančík, Slanec, Slanská Huta, Slanské Nové Mesto, Svinica, Trstené pri Hornáde, Valaliky, Vyšná Hutka, Vyšná Myšľa, Vyšný Čaj, Vyšný Olčvár, Zdoba, Ždaňa, Hrašovík, Beniakovce, Budimír, Družstevná pri Hornáde, Kostoľany nad Hornádom, Sokoľ, Trebejov, Obišovce, Kysak, Veľká Lodina, Košická Belá, Opátka, Vyšný Klátov, Nižný Klátov, Hýľov, Bukovec, Baška,Nováčany, Hodkovce, Šemša and Malá IDA, Dvorníky-Včeláre, Zádiel, Hosťovce, Chorváty, Turnianska Nová Ves, Žarnov, Peder, Janík, Rešica, Buzica, Nižný Lánec, Perín-Chym, Hačava, Háj, Štós

the whole city of Košice,

the whole district of Trebišov, except municipalities included in Part III,

in the district of Michalovce, the whole municipalities of the district not included in Part I and Part III,

in the district of Revúca, the whole municipalities of Gemer,Tornaľa, Žiar, Gemerská Ves, Levkuška, Otročok, Polina, Rašice,

in the district of Rimavská Sobota, the whole municipalities of Abovce, Barca, Bátka, Cakov, Chanava, Dulovo, Figa, Gemerské Michalovce, Hubovo, Ivanice, Kaloša, Kesovce, Kráľ, Lenartovce, Lenka, Neporadza, Orávka, Radnovce, Rakytník, Riečka, Rimavská Seč, Rumince, Stránska, Uzovská Panica, Valice, Vieska nad Blhom, Vlkyňa, Vyšné Valice, Včelince, Zádor, Číž, Štrkovec Tomášovce and Žíp,

in the district of Rožňava, the whole municipalities of Ardovo, Bohúňovo, Bretka, Čoltovo, Dlhá Ves, Gemerská Hôrka, Gemerská Panica, Kečovo, Meliata, Plešivec, Silica, Silická Brezová, Slavec,

9.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Judeţul Bistrița-Năsăud,

Județul Suceava.

DEEL III

1.   Bulgarije

De volgende gebieden in Bulgarije:

the whole region of Blagoevgrad,

the whole region of Dobrich,

the whole region of Gabrovo,

the whole region of Kardzhali,

the whole region of Lovech,

the whole region of Montana,

the whole region of Pleven,

the whole region of Razgrad,

the whole region of Ruse,

the whole region of Shumen,

the whole region of Silistra,

the whole region of Sliven,

the whole region of Sofia city,

the whole region of Sofia Province,

the whole region of Targovishte,

the whole region of Vidin,

the whole region of Varna,

the whole region of Veliko Tarnovo,

the whole region of Vratza,

in Burgas region:

the whole municipality of Burgas,

the whole municipality of Kameno,

the whole municipality of Malko Tarnovo,

the whole municipality of Primorsko,

the whole municipality of Sozopol,

the whole municipality of Sredets,

the whole municipality of Tsarevo,

the whole municipality of Sungurlare,

the whole municipality of Ruen,

the whole municipality of Aytos.

2.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Aizputes novada Lažas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa caur Miķelīšu mežu līdz autoceļam 1265, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1265 pie Mežmaļiem līdz robežai ar Rīvas upi, Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296,

Alsungas novads,

Kuldīgas novada Gudenieku pagasts, Ēdoles pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa 1269, 1271, uz rietumiem no autoceļa 1288, uz dienvidiem no autoceļa P119, Īvandes pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P119, uz rietumiem no autoceļa 1292, 1279, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1279 no Upītēm līdz autoceļam 1290, Kurmāles pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa 1290, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1290 no Alejām līdz autoceļam 1283, uz rietumiem no autoceļa 1283 un P112, Turlavas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa P112, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296,

Skrundas novada Rudbāržu, Nīkrāces pagasts, Raņķu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasts (izņemot pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes), Skrundas pilsēta,

Vaiņodes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106.

3.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Alytaus rajono savivaldybė: Simno, Krokialaukio ir Miroslavo seniūnijos,

Birštono savivaldybė,

Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Batniavos, Čekiškės, Ežerėlio, Kačerginės, Kulautuvos, Raudondvario, Ringaudų ir Zapyškio seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1, Užliedžių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1 ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 1907,

Kazlų Rūdos savivaldybė: Antanavo, Jankų, Kazlų rūdos seniūnijos dalis Kazlų Rūdos seniūnija į pietus nuo kelio Nr. 230, į vakarus nuo kelio Kokė-Užbaliai-Čečetai iki kelio Nr. 2610 ir į šiaurę nuo kelio Nr. 2610, Plutiškių seniūnijos,

Marijampolės savivaldybė: Gudelių, Igliaukos, Sasnavos ir Šunskų seniūnijos,

Molėtų rajono savivaldybė: Alantos seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 119 ir į pietus nuo kelio Nr. 2828, Čiulėnų, Inturkės, Luokesos, Mindūnų ir Suginčių seniūnijos,

Plungės rajono savivaldybė: Alsėdžių, Babrungo, Paukštakių, Platelių ir Žemaičių Kalvarijos seniūnijos,

Prienų rajono savivaldybė: Ašmintos, Balbieriškio, Išlaužo, Jiezno, Naujosios Ūtos, Pakuonio, Prienų ir Šilavotos seniūnijos,

Skuodo rajono savivaldybės: Barstyčių, Notėnų ir Šačių seniūnijos,

Vilkaviškio rajono savivaldybės: Gižų ir Pilviškių seniūnijos.

4.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Bisztynek, Sępopol i Bartoszyce z miastem Bartoszyce w powiecie bartoszyckim,

gminy Kiwity i Lidzbark Warmiński z miastem Lidzbark Warmiński w powiecie lidzbarskim,

gminy Srokowo, Barciany, część gminy Kętrzyn położona na północ od linii kolejowej łączącej miejscowości Giżycko i Kętrzyn biegnącej do granicy miasta Kętrzyn oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 591 biegnącą od miasta Kętrzyn do północnej granicy gminy i część gminy Korsze położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy łączącą miejscowości Krelikiejmy i Sątoczno i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Sątoczno, Sajna Wielka biegnącą do skrzyżowania z drogą nr 590 w miejscowości Glitajny, a następnie na zachód od drogi nr 590 do skrzyżowania z drogą nr 592 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 592 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 590 w powiecie kętrzyńskim,

część gminy Wilczęta położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 509 w powiecie braniewskim,

część gminy Morąg położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od Olsztyna do Elbląga w powiecie ostródzkim,

gminy Godkowo i Pasłęk w powiecie elbląskim,

powiat olecki,

powiat węgorzewski,

gminy Kruklanki, Wydminy, Miłki, Giżycko z miastem Giżycko i część gminy Ryn położona na północ od linii kolejowej łączącej miejscowości Giżycko i Kętrzyn w powiecie giżyckim,

gminy Jeziorany, Jonkowo, Dywity, Dobre Miasto, część gminy Świątki położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę Pasłęka, część gminy Gietrzwałd położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową i część gminy Barczewo położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie olsztyńskim,

powiat miejski Olsztyn,

część gminy Prostki położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy łączącą miejscowości Żelazki — Dąbrowskie — Długosze do południowej granicy gminy, część gminy wiejskiej Ełk położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 667 biegnącą od miejscowości Bajtkowo do miejscowości Nowa Wieś Ełcka, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Ełk biegnącą od miejscowości Nowa Wieś Ełcka do wschodniej granicy gminy w powiecie ełckim,

część gminy Biała Piska położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę 667 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Biała Piska, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 58 biegnącą od miejscowości Biała Piska do wschodniej granicy gminy w powiecie piskim,

w województwie podlaskim:

gminy Wyszki, Bielsk Podlaski z miastem Bielsk Podlaski w powiecie bielskim,

gminy Łapy, Juchnowiec Kościelny, Suraż, Turośń Kościelna, część gminy Poświętne położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 681 w powiecie białostockim,

gminy Perlejewo i Drohiczyn w powiecie siemiatyckim,

gmina Ciechanowiec w powiecie wysokomazowieckim,

część gminy Bakałarzewo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę 653 biegnącej od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą 1122B oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1122B biegnącą od drogi 653 w kierunku południowym do skrzyżowania z drogą 1124B i następnie na południowy- zachód od drogi nr 1124B biegnącej od skrzyżowania z drogą 1122B do granicy z gminą Raczki w powiecie suwalskim,

gmina Szczuczyn, część gminy wiejskiej Grajewo położona na północ o linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy łączącej miejscowości: Mareckie — Łękowo — Kacprowo — Ruda, a następnie od miejscowości Ruda na północ od rzeki Binduga uchodzącej do rzeki Ełk i następnie na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Ełk od ujścia rzeki Binduga do wschodniej granicy gminy i miasto Grajewo w powiecie grajewskim,

w województwie mazowieckim:

gminy Łaskarzew z miastem Łaskarzew, Maciejowice, Sobolew, Trojanów i część gminy Wilga położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia dorzeki Wisły w powiecie garwolińskim,

gminy Jabłonna Lacka, Sabnie i Sterdyń w powiecie sokołowskim,

gmina Nur w powiecie ostrowskim,

gminy Grabów nad Pilicą, Magnuszew, Głowaczów, Kozienice w powiecie kozienickim,

gmina Stromiec w powiecie białobrzeskim,

w województwie lubelskim:

gminy Bełżec, Jarczów, Lubycza Królewska, Susiec, Tomaszów Lubelski i miasto Tomaszów Lubelski w powiecie tomaszowskim,

gminy Wierzbica, Rejowiec, Rejowiec Fabryczny z miastem Rejowiec Fabryczny, Siedliszcze w powiecie chełmskim,

gminy Izbica, Gorzków, Rudnik, Kraśniczyn, Krasnystaw z miastem Krasnystaw, Siennica Różana i część gminy Łopiennik Górny położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 17, część gminy Żółkiewka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,

gmina Stary Zamość, Radecznica, Szczebrzeszyn, Sułów, Nielisz, Zwierzyniec i część gminy Skierbieszów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 843 powiecie zamojskim,

gminy Biłgoraj z miastem Biłgoraj, Frampol, Goraj, Łukowa, Obsza, Tereszpol, część gminy Tarnogród położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835, część gminy Księżpol położona na południowy-wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy z miejscowości Tarnogród do miejscowości Korchów Pierwszy, a następnie przez miejscowość Zawadka do miejscowości Budzyń oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy przez miejscowość Budzyń do skrzyżowania z droga biegnącą do miejscowości Zawadka, część gminy Turobin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835 w powiecie biłgorajskim,

gmina Dzwola i część gminy Chrzanów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy od miejscowości Branew Ordynacka łącząca miejscowości Chrzanów — Dąbrowa — Malinie do wschodniej granicy gminy w powiecie janowskim,

gminy Hanna, Wyryki, Urszulin, część gminy Hańsk położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 819 i część gminy wiejskiej Włodawa położona na północ od linii wyznaczonej przez północną granicę miasta Włodawa i miasto Włodawa w powiecie włodawskim,

powiat łęczyński,

gmina Trawniki w powiecie świdnickim,

gminy Serokomla i Wojcieszków w powiecie łukowskim,

gminy Milanów, Parczew, Siemień w powiecie parczewskim,

gminy Borki, Czemierniki, Radzyń Podlaski z miastem Radzyń Podlaski, Wohyń w powiecie radzyńskim,

gminy Lubartów z miastem Lubartów, Firlej, Jeziorzany, Kock, Niedźwiada, Ostrów Lubelski, Ostrówek, Serniki w powiecie lubartowskim,

gminy Jastków, Niemce i Wólka w powiecie lubelskim,

powiat miejski Lublin,

gmina Stężyca i część gminy Ryki położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy i łączącą miejscowości Ownia — Krainów do skrzyżowania z drogą nr S17, a następnie na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S17 biegnącą od tego skrzyżowania do skrzyżowania z drogą nr 48 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 48 w powiecie ryckim,

w województwie podkarpackim:

gminy Narol, Stary Dzików i część gminy Cieszanów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 865 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą 863, a następnie na zachód od drogi nr 863 biegnącej do miejscowości Lubliniec i dalej na zachód od drogi biegnącej przez Nowy Lubliniec do północnej granicy gminy w powiecie lubaczowskim,

część gminy Adamówka położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835 w powiecie przeworskim,

w województwie lubuskim:

gminy Nowa Sól i miasto Nowa Sól, Otyń oraz część gminy Kożuchów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 283 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 290 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 290 biegnącej od miasta Mirocin Dolny do zachodniej granicy gminy, część gminy Bytom Odrzański położona na południowy wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 293 i 326, część gminy Nowe Miasteczko położona na wschód od linii wyznaczonych przez drogi 293 i 328, część gminy Siedlisko położona na południowy wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od rzeki Odry przy południowe granicy gminy do drogi nr 326 łączącej się z drogą nr 325 biegnącą w kierunku miejscowości Różanówka do skrzyżowania z drogą nr 321 biegnącą od tego skrzyżowania w kierunku miejscowości Bielawy, a następnie przedłużoną przez drogę przeciwpożarową biegnącą od drogi nr 321 w miejscowości Bielawy do granicy gminy w powiecie nowosolskim,

gminy Czerwieńsk, Świdnica, Zabór, część gminy Bojadła położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 278 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 282 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 282 biegnącej od miasta Bojadła do zachodniej granicy gminy i część gminy Sulechów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S3 w powiecie zielonogórskim,

część gminy Niegosławice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 328 w powiecie żagańskim,

powiat miejski Zielona Góra,

część gminy Skąpe położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę 1157F biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Węgrzynice i następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 1225F biegnącą do miejscowości Skąpe i następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 277 biegnącą od miejscowości Skąpe do południowej granicy gminy w powiecie świebodzińskim,

gmina Dąbie, część gminy Krosno Odrzańskie położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1157F biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 29, a następnie przez drogę nr 29 biegnącą od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Bytnica położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1157F w powiecie krośnieńskim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Buk, Dopiewo, Tarnowo Podgórne, część gminy Komorniki położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 5, część gminy Stęszew położona na północny — zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 5 i 32 w powiecie poznańskim,

część gminy Duszniki położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 92 oraz na południe od linii wyznaczonej przez droge nr 92 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 306, część gminy Kaźmierz położona na południe i na wschód od linii wyznaczonych przez drogi: nr 92 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Witkowice — Gorszewice — Kaźmierz (wzdłuż ulic Czereśniowa, Dworcowa, Marii Konopnickiej) — Chlewiska, biegnącą do wschodniej granicy gminy w powiecie szamotulskim,

gminy Lipno, Osieczna, część gminy Włoszakowice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi 3903P biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Boguszyn, a następnie przez drogę łączącą miejscowość Boguszyn z miejscowością Krzycko aż do południowej granicy gminy w powiecie leszczyńskim,

powiat miejski Leszno,

część gminy Śmigiel położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 3903P biegnącej od południowej granicy gminy przez miejscowości Bronikowo i Morowice aż do miejscowości Śmigiel do skrzyżowania z drogą 3820P i dalej drogą 3820P, która przechodzi w ul. Jagiellońską, następnie w Lipową i Glinkową, aż do skrzyżowania z drogą S5, następnie przez drogą nr S5 do północnej granicy gminy, część gminy wiejskiej Kościan położona na południowy — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 5 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez kanał Obry, część gminy Krzywiń położona na zachód od linii wyznaczonej przez kanał Obry w powiecie kościańskim.

w województwie dolnośląskim:

gminy Jerzmanowa, Żukowice, część gminy Kotla położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Krzycki Rów, część gminy wiejskiej Głogów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 12, 319 oraz 329, część miasta Głogów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie głogowskim,

gminy Gaworzyce, Radwanice i część gminy Przemków położona na północ od linii wyznaczonej prze drogę nr 12 w powiecie polkowickim.

5.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Zona orașului București,

Județul Constanța,

Județul Satu Mare,

Județul Tulcea,

Județul Bacău,

Județul Bihor,

Județul Brăila,

Județul Buzău,

Județul Călărași,

Județul Dâmbovița,

Județul Galați,

Județul Giurgiu,

Județul Ialomița,

Județul Ilfov,

Județul Prahova,

Județul Sălaj,

Județul Vaslui,

Județul Vrancea,

Județul Teleorman,

Judeţul Mehedinţi,

Județul Gorj,

Județul Argeș,

Judeţul Olt,

Judeţul Dolj,

Județul Arad,

Județul Timiș,

Județul Covasna,

Județul Brașov,

Județul Botoșani,

Județul Vâlcea,

Județul Iași,

Județul Hunedoara,

Județul Alba,

Județul Sibiu,

Județul Caraș-Severin,

Județul Neamț,

Județul Harghita,

Județul Mureș,

Județul Cluj,

Județul Maramureș.

6.   Slowakije

Region Trebišov — municipalities located east of river Bodrog

Region Michalovce — municipalities: Odorín, Petríkovce, Malčice, Markovce, Sliepkovce, Budkovce, Slavkovce, Zemplínske Kopčany, Malé Raškovce, Veľké Raškovce, Beša, Ižkovce, Drahňov, Stretavka, Stretava, Palín, Senné, Pavlovce nad Uhom, Krišovská Liesková, Vojany, Čičarovce, Veľké Kapušany, Čierne Pole, Kapušianske Kľačany, Ptrukša, Veľké Slemence, Ruská, Budince, Maťovské Vojkovce, Bajany, Vysoká nad Uhom;

Region Sobrance — municipalities Lekárovce, Pinkovce, Záhor, Bežovce;

DEEL IV

Italië

De volgende gebieden in Italië:

tutto il territorio della Sardegna.

”.