ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 242 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
63e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1107 van de Commissie van 27 juli 2020 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (Kennisgeving geschied onder C(2020) 5208) ( 1 ) |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
28.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 242/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1103 VAN DE COMMISSIE
van 22 juli 2020
tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Brie de Melun” (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Frankrijk tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Brie de Melun”, die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2) is geregistreerd. |
(2) |
Bij brief van 26 september 2018 hebben de Franse autoriteiten aan de Commissie meegedeeld dat krachtens artikel 15, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 aan de op hun grondgebied gevestigde marktdeelnemers die aan de voorwaarden van dat artikel voldoen, een overgangsperiode, die op 31 december 2022 verstrijkt, is toegestaan bij het besluit van 29 augustus 2018 inzake de wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Brie de Melun”, dat op 6 september 2018 in het staatsblad van de Franse Republiek is bekendgemaakt. In het kader van de nationale bezwaarprocedure hadden deze marktdeelnemers, die “Brie de Melun” ononderbroken gedurende ten minste vijf jaar vóór de indiening van de aanvraag legaal in de handel hadden gebracht, bezwaar aangetekend. Een marktdeelnemer maakte bezwaar tegen de volgende bepaling: “Het gebruik van stro in het ligbed is verplicht, met een minimumhoeveelheid gedurende de stalperiode van gemiddeld 0,5 kg per dag en per producerende melkkoe voor ligboxstallen en van gemiddeld 5 kg per dag per producerende melkkoe voor vrijloopstallen”. De betrokken marktdeelnemer is EARL de la Mardelle (SIRET: 38514961200017). Twee marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepalingen: “De hoeveelheid krachtvoer wordt beperkt tot maximaal 25 % van de droge stof van het totale rantsoen per producerende melkkoe per dag (gemiddelde op jaarbasis)” en “De voering van het melkvee berust op jaarbasis op een combinatie van het bedrijf en het gebied: — met betrekking tot het bedrijf: het gemiddelde aandeel op jaarbasis van door het bedrijf in het geografische gebied geproduceerd voer bedraagt ten minste 50 % van de droge stof van het totale rantsoen van de veestapel; — met betrekking tot het gebied: het aandeel van in het geografisch productiegebied geproduceerd voer maakt ten minste 80 % van de droge stof van het totale rantsoen van de melkveestapel uit. ”. De betrokken marktdeelnemers zijn SCL du Versant laiteux (SIRET: 49225855300014) en GAEC Reconnu Patoux (SIRET: 38008216400019). Een marktdeelnemer maakte bezwaar tegen de volgende bepaling: “Het aandeel krachtvoer is beperkt tot 25 % van de droge stof van het jaarlijkse gemiddelde totale rantsoen per producerende melkkoe per dag ”. De betrokken marktdeelnemer is Houdard Gérard Maurice (SIRET: 39226686200011). |
(3) |
Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3). |
(4) |
Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam “Brie de Melun” (BOB) wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Voor de op grond van artikel 1 verleende bescherming geldt de overgangsperiode die Frankrijk krachtens artikel 15, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 aan de marktdeelnemers die aan de voorwaarden van dat artikel voldoen, heeft toegestaan bij het besluit van 29 augustus 2018 inzake de wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Brie de Melun”, die op 6 september 2018 in het staatsblad van de Franse Republiek is bekendgemaakt.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 juli 2020.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1).
BESLUITEN
28.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 242/3 |
BESLUIT (GBVB) 2020/1104 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ
van 23 juli 2020
tot bevestiging van de machtiging voor de militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI) (EUNAVFOR MED IRINI/1/2020)
HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 38,
Gezien Besluit (GBVB) 2020/472 van de Raad van 31 maart 2020 inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI) (1), en met name artikel 8, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
1) |
De Raad heeft op 31 maart 2020 Besluit (GBVB) 2020/472 vastgesteld, waarbij voor de periode tot en met 31 maart 2021 een militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI) is opgezet en gestart. |
2) |
Bij artikel 8, lid 3, van Besluit (GBVB) 2020/472 is bepaald dat, niettegenstaande deze periode, de machtiging voor de operatie om de vier maanden wordt bevestigd en dat het Politiek en Veiligheidscomité de operatie verlengt, tenzij uit met bewijsmateriaal gestaafde informatie die volgens de in het operatieplan opgenomen criteria is verzameld, blijkt dat de inzet van maritieme middelen van de operatie een aanzuigend effect op de migratie heeft. |
3) |
De operationeel commandant heeft maandelijks verslag over de aanzuigende werking uitgebracht. |
4) |
De machtiging voor de operatie moet voor de tweede vier maanden durende periode van het mandaat ervan worden bevestigd, en de operatie moet dienovereenkomstig worden verlengd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De machtiging voor EUNAVFOR MED IRINI wordt bevestigd en de operatie wordt verlengd van 31 juli 2020 tot en met 30 november 2020.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 23 juli 2020.
Voor het Politiek en Veiligheidscomité
De voorzitter
S. FROM-EMMESBERGER
28.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 242/4 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1105 VAN DE RAAD
van 24 juli 2020
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 206 en 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1401 (2) van de Raad werd Italië tot en met 31 december 2017 gemachtigd te bepalen dat de belasting over de toegevoegde waarde (btw) die is verschuldigd over prestaties aan overheden, door deze overheden op een aparte en geblokkeerde bankrekening van de belastingautoriteiten moest worden betaald. Deze bijzondere maatregel vormde een afwijking van de artikelen 206 en 226 van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de betaling en de facturering van de btw. |
(2) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 (3) van de Raad werd Italië gemachtigd de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 30 juni 2020 en het toepassingsgebied van die bijzondere maatregel werd daarbij uitgebreid tot leveringen van goederen en diensten aan bepaalde ondernemingen die onder de zeggenschap van een overheid staan, en aan beursgenoteerde ondernemingen die zijn opgenomen in de Financial Times Stock Exchange Milano Indice di Borsa-index (FTSE-MIB-index). |
(3) |
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 4 december 2019, heeft Italië verzocht om de machtiging tot toepassing van de bijzondere maatregel te verlengen tot en met 31 december 2023 en om het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel te beperken tot leveringen van goederen en diensten alleen aan overheden. Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 27 maart 2020, heeft Italië zijn verzoek gewijzigd zodat de gevraagde verlenging hetzelfde toepassingsgebied zou krijgen als de machtiging die bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 werd verleend. |
(4) |
Bij brief van 5 mei 2020 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Italië in kennis gesteld. Bij brief van 6 mei 2020 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. |
(5) |
De bijzondere maatregel maakt deel uit van een pakket maatregelen dat Italië heeft ingevoerd om belastingfraude en -ontduiking tegen te gaan. Dit pakket maatregelen, waaronder een verplichting tot elektronische facturering waarvoor bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 van de Raad (4) machtiging was verleend, is in de plaats gekomen van andere controlemaatregelen en stelt de Italiaanse belastingautoriteiten in staat om de verschillende, door de marktdeelnemers aangegeven transacties kruislings te controleren en toezicht uit te oefenen op hun btw-betalingen. |
(6) |
Italië is van mening dat in het kader van het pakket maatregelen dat ten uitvoer is gelegd de tijd die de belastingdienst nodig heeft om een potentieel geval van belastingfraude of ontduiking op het spoor te komen, wordt verkort door de verplichte elektronische facturering. Italië is echter eveneens van mening dat het zonder het mechanisme van gesplitste betaling dat door de bijzondere maatregel is ingevoerd, kan gebeuren dat de btw, nadat de kruiscontrole is verricht, bij belastingfraudeurs of -ontduikers niet kan worden geïnd als zij insolvabel zijn. Het mechanisme van gesplitste betaling is in dat opzicht, als een maatregel ex ante, veel doeltreffender gebleken dan de verplichte elektronische facturering, die een ex post maatregel is. De definitieve gegevens over de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel tonen aan dat de doeltreffendheid zelfs de verwachtingen overstegen heeft. |
(7) |
Een van de gevolgen van de maatregel is dat belastingplichtige leveranciers van goederen en diensten de btw die zij zelf hebben betaald op de goederen en diensten die ze inkopen, niet kunnen verrekenen met de btw die zij ontvangen voor de door hen verrichte prestaties. Het is mogelijk dat dergelijke leveranciers daardoor constant in een crediteurpositie zullen verkeren en de belastingdienst de facto zullen moeten vragen om teruggaaf van de btw die zij hebben betaald op de goederen en diensten die zij inkopen. Volgens de door Italië verstrekte informatie kunnen belastingplichtigen die transacties verrichten die onder het mechanisme van de gesplitste betaling vallen, bij voorrang aanspraak maken op de betaling van de desbetreffende btw-kredieten, binnen de grenzen van het krediet dat met die transacties is opgebouwd. Deze praktijk houdt in dat teruggaafverzoeken die betrekking hebben op transacties die onder de gesplitste betaling vallen, met voorrang worden afgewikkeld, zowel tijdens het vooronderzoek als bij de betaling van de verschuldigde bedragen in verband met niet-prioritaire teruggaven. |
(8) |
Overeenkomstig overweging 7 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 zou het, zodra het systeem met de door Italië beoogde controlemaatregelen volledig ten uitvoer was gelegd, niet langer nodig zijn om nog af te wijken van Richtlijn 2006/112/EG om de maatregel van gesplitste betaling toe te passen. Italië had daarom verzekerd dat het geen verlenging zou vragen van de derogatie voor de toepassing van het mechanisme van gesplitste betaling. Aangezien het evenwel nog te vroeg is om de doeltreffendheid van de maatregelen ten volle te kunnen beoordelen, en gelet op de moeilijkheden waarmee Italië als gevolg van de COVID-19-pandemie te kampen heeft, waardoor het lastiger is voor belastingplichtigen om de noodzakelijke wijzigingen in hun factureringssystemen aan te brengen en ook voor de belastingdiensten om hun controle- en IT-systemen aan te passen, zou de opheffing van de maatregel in de huidige omstandigheden een belangrijke negatieve weerslag kunnen hebben op de bestrijding van belastingontduiking en de inning van de btw en op de administratieve kosten voor de belastingplichtigen. Het is daarom passend de machtiging tot derogatie van Richtlijn 2006/112/EG te verlengen |
(9) |
De gevraagde derogatie moet beperkt zijn in de tijd om nadien te kunnen evalueren of de bijzondere maatregel passend en doeltreffend was. De machtiging moet derhalve tot 30 juni 2023 worden verlengd, wat voldoende tijd zou moeten geven voor een evaluatie van de doeltreffendheid van de maatregelen die door Italië zijn uitgevoerd om de belastingontduiking in de betrokken sectoren te beperken. |
(10) |
Teneinde de nodige follow-up in het kader van de gevraagde derogatie te waarborgen, en met name het effect op de btw-teruggaaf aan de onder deze derogatie vallende belastingplichtigen te kunnen beoordelen, moet Italië worden verplicht uiterlijk in september 2021 bij de Commissie een verslag in te dienen over de algemene situatie in verband met de btw-teruggaaf aan belastingplichtigen, en met name de tijd die daarvoor gemiddeld nodig is, en over de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel en van eventuele andere maatregelen die door Italië ten uitvoer zijn gelegd om de belastingontduiking in de betrokken sectoren te beperken. In dat verslag moet een lijst worden opgenomen van alle maatregelen die ten uitvoer zijn gelegd, samen met de datum van inwerkingtreding. |
(11) |
De bijzondere maatregel staat in verhouding tot de nagestreefde doelen, omdat hij beperkt is in de tijd en uitsluitend geldt voor sectoren waarin belastingontduiking voor aanzienlijke problemen zorgt. De bijzondere maatregel houdt ook niet het risico in dat de belastingontduiking zal verschuiven naar andere sectoren of andere lidstaten. |
(12) |
Door de moeilijkheden die zijn veroorzaakt door de COVID-19-pandemie heeft het proces van verlenging van de derogatie meer tijd gekost van verwacht en was dit pas afgerond op 30 juni 2020. Zonder terugwerkende kracht van dit besluit zouden bedrijven die het systeem van gesplitste betaling toepassen hun factureringssystemen van de ene dag op de andere moeten aanpassen om de veranderingen te verwerken. De belastingdienst zou vergelijkbare wijzingingen aan haar systemen moeten aanbrengen. Gezien deze moeilijkheden lijkt het niet passend om van bedrijven en de belastingdienst te vragen deze veranderingen op dit moment door te voeren. Het is daarom passend dit besluit met terugwerkende kracht toe te passen om de juridische continuiteit van de maatregel te verzekeren. |
(13) |
De derogatie zal geen nadelige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en ook geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw. |
(14) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 3 wordt de tweede alinea vervangen door: “Uiterlijk 30 september 2021 dient Italië bij de Commissie een verslag in over de algemene situatie in verband met de btw-teruggaaf aan de belastingplichtigen op wie de in de artikelen 1 en 2 bedoelde maatregelen zien, en met name over de tijd die de teruggaafprocedure gemiddeld in beslag neemt, en over de doeltreffendheid van deze maatregelen en van eventuele andere maatregelen die door Italië ten uitvoer zijn gelegd om de belastingontduiking in de betrokken sectoren te verminderen. In dat verslag wordt een lijst opgenomen van alle maatregelen die ten uitvoer zijn gelegd, samen met de datum van inwerkingtreding.”. |
2) |
In artikel 5 wordt de datum “30 juni 2020” vervangen door de datum “30 juni 2023”. |
Artikel 2
Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 juli 2020.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Italiaanse Republiek.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2020.
Voor de Raad
De voorzitter
M. ROTH
(1) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1401 van de Raad van 14 juli 2015 waarbij Italië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van de artikelen 206 en 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 217 van 18.8.2015, blz. 7).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 van de Raad van 25 april 2017 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van de artikelen 206 en 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1401 (PB L 118 van 6.5.2017, blz. 17).
(4) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 van de Raad van 16 april 2018 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 99 van 19.4.2018, blz. 14).
28.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 242/7 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1106 VAN DE COMMISSIE
van 24 juli 2020
betreffende de organisatie van een tijdelijk experiment uit hoofde van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG van de Raad wat betreft het officiële controlepercentage voor veldkeuringen onder officieel toezicht voor basiszaad, kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan en gecertificeerd zaad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 4955)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (1), en met name artikel 13 bis,
Gezien Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (2), en met name artikel 13 bis,
Gezien Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (3), en met name artikel 19,
Gezien Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (4), en met name artikel 16,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gecertificeerd zaad van groenvoedergewassen, granen, bieten en oliehoudende planten en vezelgewassen, overeenkomstig de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG respectievelijk, wordt aan een veldkeuring onder officieel toezicht onderworpen. Een aandeel van ten minste 5 % van het gewas van dat zaad (hierna: “een vast minimumpercentage van 5 %”) wordt aan een officiële controle in het veld onderworpen. |
(2) |
Basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan, worden gecertificeerd als alle gewassen van deze zaden (hierna: “een vast percentage van 100 %”) officiële veldkeuringen hebben ondergaan waardoor aan de voorwaarden van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG is voldaan. |
(3) |
In een recent, op basis van Uitvoeringsbesluit 2012/340/EU van de Commissie (5) georganiseerd tijdelijk experiment werd aangetoond dat ook voor basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan, de veldkeuring onder officieel toezicht door erkende en opgeleide inspecteurs van de zaadbedrijven een beter alternatief is voor officiële veldkeuring. De officiële controle van het vastgestelde percentage van 5 % van de zaadgewassen was voldoende om aan te tonen dat het niveau van veldkeuringen onder officieel toezicht ook geschikt kan zijn voor basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan. Verdere verbeteringen kunnen evenwel mogelijk zijn, rekening houdend met de prestaties van de zaadleveranciers. |
(4) |
Uit hoofde van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (6) betreffende officiële controles , waarbij een geharmoniseerd Uniekader voor de organisatie van officiële controles in de gehele voedselketen is vastgesteld, moeten de bevoegde autoriteiten regelmatig, op basis van het risico en met een passende frequentie, officiële controles uitvoeren. Op basis van de ervaring die met de toepassing van die regels is opgedaan, moet ook in het kader van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG de mogelijkheid worden onderzocht om de officiële controle van zaadgewassen in het veld in het kader van officieel toezicht te laten uitvoeren met frequenties die overeenkomstig een risicogebaseerde benadering worden vastgesteld. |
(5) |
Voor de bevoegde autoriteiten kan de planning van de frequentie van hun controles in het kader van het officiële toezicht, waarbij rekening wordt gehouden met bepaalde risicocriteria met betrekking tot de activiteiten van zaadleveranciers en de nalevingsresultaten uit het verleden, een beter alternatief zijn dan het vaste minimumpercentage van 5 % dat wordt toegepast voor gecertificeerd zaad. Als gevolg van het recente tijdelijke experiment moet dit ook worden uitgetest voor basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan, die officieel met een percentage van 100 % worden gecontroleerd. |
(6) |
De verantwoordelijke officiële instanties van de lidstaten moeten bij de planning van de frequenties van hun officiële controles rekening houden met bepaalde risicocriteria met betrekking tot de activiteiten van de zaadleveranciers en de nalevingsresultaten uit het verleden. Hiervoor moeten geharmoniseerde criteria worden vastgesteld. Derhalve zou een tijdelijk experiment opgezet moeten worden om dit alternatief te beoordelen. |
(7) |
De lidstaten die deelnemen aan het experiment, moeten worden vrijgesteld van de verplichting om officiële veldkeuringen van een vast percentage van 100 % van basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan uit te voeren, en van de verplichting om een vast minimumpercentage van 5 % van de zaadgewassen voor gecertificeerd zaad te controleren in het kader van officieel toezicht, zoals bedoeld in de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG. |
(8) |
De lidstaten die aan het experiment deelnemen, moeten jaarlijks verslag uitbrengen aan de Commissie en de lidstaten om de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte te houden en de evaluatie van de voortgang en het toezicht op het experiment te vergemakkelijken. |
(9) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voorwerp
1. Op het niveau van de Unie wordt een tijdelijk experiment (“het experiment”) georganiseerd waarbij met betrekking tot de officiële controle van gewassen voor de productie van basiszaad, kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan en gecertificeerd zaad in het kader van veldkeuringen onder officieel toezicht overeenkomstig de in lid 2 van dit artikel genoemde bepalingen van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG, wordt beoordeeld:
a) |
of een overeenkomstig artikel 3 van dit besluit uitgevoerde risicogebaseerde benadering een beter alternatief kan zijn voor de controle van:
|
b) |
of de risicobeoordelingscriteria van artikel 3, lid 1, van dit besluit passend zijn. |
2. De in lid 1 bedoelde bepalingen zijn:
a) |
artikel 2, lid 1, sectie B, punt 1, onder d), artikel 2, lid 3, sectie A, onder c), en artikel 14 bis, onder a), van Richtlijn 66/401/EEG en punt 6 van bijlage I bij die richtlijn; |
b) |
artikel 2, lid 1, sectie C, punt d), artikel 2, lid 1, sectie C bis, onder c), artikel 2, lid 1, sectie D, punt 1, onder d), artikel 2, lid 1, sectie D, punt 2, onder b), artikel 2, lid 1, sectie D, punt 3, onder c), artikel 2, lid 3, sectie A, onder c), en artikel 14 bis, onder a), van Richtlijn 66/402/EEG en punt 7 van bijlage I bij die richtlijn; |
c) |
artikel 2, lid 1, onder c), iv), artikel 2, lid 3, sectie A, onder c), en artikel 21, onder a), van Richtlijn 2002/54/EG en bijlage I, deel A, punt 4, bij die richtlijn; |
d) |
artikel 2, lid 1, onder c), iv), artikel 2, lid 1, onder d), sectie 1, punt ii, artikel 2, lid 1, onder d), sectie 2, punt iii), artikel 2, lid 5, sectie A, onder c), en artikel 18, onder a), van Richtlijn 2002/57/EG en punt 5 van bijlage I bij die richtlijn. |
Artikel 2
Deelname van de lidstaten
Alle lidstaten kunnen aan het experiment deelnemen.
Lidstaten die besluiten aan het experiment deel te nemen (“de deelnemende lidstaten”) stellen de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de soorten, categorieën en regio’s die zij bij het experiment betrekken en van eventuele beperkingen.
De deelnemende lidstaten kunnen hun deelname te allen tijde beëindigen door de Commissie daarvan in kennis te stellen.
Artikel 3
Risicobeoordeling
1. De lidstaten voeren de risicobeoordeling van de zaadleveranciers uit en passen de omvang van hun officiële controles dienovereenkomstig aan tot een percentage tussen 1 % en 100 % van de zaadgewassen voor de veldkeuringen onder officieel toezicht.
Voor de risicobeoordeling van de zaadleveranciers wordt rekening gehouden met de volgende criteria:
a) |
de soorten en productiemethoden; |
b) |
de productieoppervlakte en het aantal velden; |
c) |
de activiteiten onder toezicht van de zaadleverancier; |
d) |
de locatie van de activiteiten of operaties; |
e) |
alle informatie over de waarschijnlijkheid dat gebruikers van zaad worden misleid, met name wat betreft de identiteit, de gezondheid, de kwaliteit, de eigenschappen, de samenstelling, de hoeveelheid, het land of de streek van oorsprong, en de productiemethode van de zaden; |
f) |
de staat van dienst van de zaadleveranciers wat betreft de resultaten van officiële controles en nacontroles van hun gewassen en de naleving van de vereiste van lid 2; |
g) |
de betrouwbaarheid en de resultaten van de inspecties die zijn uitgevoerd door de zaadleveranciers, met name door een erkende veldkeurmeester of door een derde partij op verzoek van de zaadleveranciers, met inbegrip van, in voorkomend geval, particuliere kwaliteitsborgingsregelingen om na te gaan of aan de vereiste van lid 2 is voldaan; |
h) |
alle informatie die kan wijzen op niet-naleving van de vereiste van lid 2. |
2. Het officieel te controleren gewas moet zijn geteeld uit zaad dat een officiële nacontrole heeft ondergaan overeenkomstig de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG.
3. Een gedeelte van de monsters van de partijen geoogst zaad van de gewassen wordt gebruikt voor officiële nacontrole en, zo nodig, voor officiële laboratoriumtests om de rasechtheid en -zuiverheid van het zaad te controleren. De lidstaten wijzen partijen zaad aan waarvan de officiële controles overeenkomstig de in lid 1 bedoelde risicogebaseerde benadering zijn uitgevoerd.
4. De deelnemende lidstaten vergelijken voor hetzelfde gewas op hetzelfde veld het vaste minimumpercentage van 5 % van de zaadgewassen die aan officiële controle zijn onderworpen met de risicogebaseerde officiële controle van gewassen en geoogste zaden waarvoor geen vast minimumpercentage is vastgesteld.
Artikel 4
Afwijkingen van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG
In afwijking van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG worden de deelnemende lidstaten ten behoeve van het experiment ontheven van de in de volgende bepalingen vastgestelde verplichtingen inzake officiële veldkeuringen van basiszaad, kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan en van de officiële controles van gecertificeerd zaad:
1) |
artikel 2, lid 1, sectie B, punt 1, onder d), artikel 2, lid 3, sectie A, onder c), en artikel 14 bis, onder a), van Richtlijn 66/401/EEG en punt 6 van bijlage I bij die richtlijn; |
2) |
artikel 2, lid 1, sectie C, punt d), artikel 2, lid 1, sectie C bis, onder c), artikel 2, lid 1, sectie D, punt 1, onder d), artikel 2, lid 1, sectie D, punt 2, onder b), artikel 2, lid 1, sectie D, punt 3, onder c), artikel 2, lid 3, sectie A, onder c), en artikel 14 bis, onder a), van Richtlijn 66/402/EEG en punt 7 van bijlage I bij die richtlijn; |
3) |
artikel 2, lid 1, onder c), iv), artikel 2, lid 3, sectie A, onder c), en artikel 21, onder a), van Richtlijn 2002/54/EG en bijlage I, deel A, punt 4, bij die richtlijn, en |
4) |
artikel 2, lid 1, onder c), iv), artikel 2, lid 1, onder d), sectie 1, punt ii, artikel 2, lid 1, onder d), sectie 2, iii), artikel 2, lid 5, sectie A, onder c), en artikel 18, onder a), van Richtlijn 2002/57/EG en punt 5 van bijlage I bij die richtlijn. |
Artikel 5
Rapportage
1. Voor elk jaar brengen de deelnemende lidstaten uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende jaar aan de Commissie en de andere lidstaten verslag uit over de resultaten van het overeenkomstig artikel 3 uitgevoerde experiment.
2. Na afloop van het experiment en in ieder geval na afloop van hun deelname dienen de deelnemende lidstaten uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar bij de Commissie en de andere lidstaten een eindverslag over de resultaten van het experiment in.
Het verslag mag andere informatie bevatten die de deelnemende lidstaten relevant achten voor het experiment.
Artikel 6
Termijn
Het experiment wordt uitgevoerd in de periode van 1 augustus 2020 tot en met 31 juli 2027.
Artikel 7
Adressaten
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2020.
Voor de Commissie
Stella KYRIAKIDES
Lid van de Commissie
(1) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66.
(2) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.
(3) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12.
(4) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74.
(5) Uitvoeringsbesluit 2012/340/EU van de Commissie van 25 juni 2012 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment uit hoofde van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG van de Raad ten aanzien van veldkeuringen onder officieel toezicht voor basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan (PB L 166 van 27.6.2012, blz. 90).
(6) Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
28.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 242/11 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1107 VAN DE COMMISSIE
van 27 juli 2020
tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten
(Kennisgeving geschied onder C(2020) 5208)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,
Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intra-uniale handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,
Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (4) zijn in bepaalde lidstaten, waar gevallen van Afrikaanse varkenspest in tamme of wilde varkens zijn bevestigd (“de betrokken lidstaten”), maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld in verband met die ziekte. In de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn bepaalde gebieden in de betrokken lidstaten afgebakend, die in de lijsten in de delen I tot en met IV van die bijlage zijn opgenomen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende risiconiveaus op basis van de epidemiologische situatie van die ziekte. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is verscheidene keren gewijzigd om rekening te houden met veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest in de Unie die in die bijlage moeten worden weerspiegeld. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1053 van de Commissie (5), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Hongarije, Polen en Slowakije. |
(2) |
Bij Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (6) zijn de in de Unie te treffen minimummaatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest vastgesteld. Zo voorziet met name artikel 9 van Richtlijn 2002/60/EG in de instelling van een beschermings- en een toezichtsgebied indien in een bedrijf bij varkens Afrikaanse varkenspest officieel wordt bevestigd en bevatten de artikelen 10 en 11 van die richtlijn de maatregelen die moeten worden genomen in de beschermings- en toezichtsgebieden om de verspreiding van die ziekte te voorkomen. Daarnaast voorziet artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG in maatregelen die moeten worden genomen na bevestiging van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens. Uit recente ervaringen is gebleken dat de bij Richtlijn 2002/60/EG vastgestelde maatregelen, en met name de maatregelen voor het reinigen en ontsmetten van de besmette bedrijven en de andere maatregelen met betrekking tot de uitroeiing van die ziekte bij populaties tamme en wilde varkens, doeltreffend zijn om de verspreiding van die ziekte tegen te gaan. |
(3) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1053 is vastgesteld, hebben zich nieuwe gevallen van Afrikaanse varkenspest voorgedaan bij tamme varkens in Letland en Polen en bij een wild varken in Slowakije. |
(4) |
In juli 2020 zijn twee uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de regio Skrundas in Letland, in een gebied dat momenteel is opgenomen in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Letland nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. |
(5) |
In juli 2020 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in het district Biłgoraj in Polen, in een gebied dat momenteel is opgenomen in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Polen nu in de lijst in deel III in plaats van in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. |
(6) |
In juli 2020 is een geval van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij een wild varken in het district Rožňava in Slowakije, in een gebied dat momenteel is opgenomen in de lijst in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door dit geval van Afrikaanse varkenspest bij een wild varken moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit momenteel in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU opgenomen gebied van Slowakije dat door dit recente geval van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in de lijst in deel II in plaats van in deel I van die bijlage worden opgenomen. |
(7) |
Naar aanleiding van deze recente uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens in Letland en Polen en het recente geval van Afrikaanse varkenspest bij een wild varken in Slowakije, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie, is de regionalisering in die lidstaten opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. |
(8) |
Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Letland, Polen en Slowakije nieuwe gebieden met een hoog risico van voldoende omvang worden afgebakend en in de lijsten in de delen II en III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. Aangezien deel III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU de gebieden bevat waar de epidemiologische situatie zeer dynamisch is en zich nog steeds ontwikkelt, moet bij het aanbrengen van wijzigingen aan de in dat deel opgenomen gebieden altijd bijzondere aandacht worden besteed aan de gevolgen voor de omliggende gebieden, zoals ook nu het geval is. De delen I, II en III van die bijlage moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die bij dit besluit in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden aangebracht, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 27 juli 2020.
Voor de Commissie
Stella KYRIAKIDES
Lid van de Commissie
(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.
(3) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(4) Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (PB L 295 van 11.10.2014, blz. 63).
(5) Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1053 van de Commissie van 16 juli 2020 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (PB L 230 I van 17.7.2020, blz. 1).
(6) Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).
BIJLAGE
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door:
“BIJLAGE
DEEL I
1. België
De volgende gebieden in België:
in de provincie Luxemburg:
|
2. Estland
De volgende gebieden in Estland:
— |
Hiiu maakond. |
3. Hongarije
De volgende gebieden in Hongarije:
— |
Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe, |
— |
Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403250, 403350, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404570, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, 406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250350, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 250850, 250950, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251450, 251550, 251650, 251750, 251850, 252150 és 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050,575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe. |
4. Letland
De volgende gebieden in Letland:
— |
Pāvilostas novads, |
— |
Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, |
— |
Ventspils novada Jūrkalnes pagasts, |
— |
Grobiņas novads, |
— |
Rucavas novada Dunikas pagasts. |
5. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
— |
Klaipėdos rajono savivaldybės: Agluonėnų, Priekulės, Veiviržėnų, Judrėnų, Endriejavo ir Vėžaičių seniūnijos, |
— |
Kretingos rajono savivaldybės: Darbėnų, Kretingos ir Žalgirio seniūnijos, |
— |
Plungės rajono savivaldybės: Nausodžio sen. dalis nuo kelio 166 į pietryčius ir Kulių seniūnija, |
— |
Skuodo rajono savivaldybės: Lenkimų, Mosėdžio, Skuodo, Skuodo miesto seniūnijos. |
6. Polen
De volgende gebieden in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
w województwie podlaskim:
|
w województwie mazowieckim:
|
w województwie podkarpackim:
|
w województwie świętokrzyskim:
|
w województwie łódzkim:
|
w województwie pomorskim:
|
w województwie lubuskim:
|
w województwie dolnośląskim:
|
w województwie wielkopolskim:
|
7. Slowakije
De volgende gebieden in Slowakije:
— |
the whole district of Vranov nad Topľou, |
— |
the whole district of Humenné, |
— |
the whole district of Snina, |
— |
the whole district of Sobrance, except municipalities included in part III |
— |
in the district of Michalovce, the whole municipalities of Tušice, Moravany, Pozdišovce, Michalovce, Zalužice, Lúčky, Závadka, Hnojné, Poruba pod Vihorlatom, Jovsa, Kusín, Klokočov, Kaluža, Vinné, Trnava pri Laborci, Oreské, Staré, Zbudza, Petrovce nad Laborcom, Lesné, Suché, Rakovec nad Ondavou, Nacina Ves, Voľa, Pusté Čemerné and Strážske, |
— |
in the district of Košice — okolie, the whole municipalities not included in Part II, |
— |
in the district of Gelnica, the whole municipalities of Uhorná, Smolník, Smolnícka Huta, Mníšek nad Hnilcom, Prakovce, Helcmanovce, Gelnica, Kojšov, Veľký Folkmár, Jaklovce, Žakarovce and Margecany, |
— |
in the district of Prešov, the whole municipalities of Klenov, Miklušovce, Sedlice, Suchá dolina, Janov, Radatice, Ľubovec, Ličartovce, Drienovská Nová Ves, Kendice, Petrovany, Drienov, Lemešany, Janovík, Bretejovce, Seniakovce, Šarišské Bohdanovce, Varhaňovce, Brestov Mirkovce, Žehňa, Tuhrina, Lúčina and Červenica, |
— |
in the district of Rožňava, the whole municipalities of Bôrka, Brzotín, Drnava, Gočaltovo, Honce, Hrhov, Hrušov, Jablonov nad Turňou, Jovice, Kováčová, Krásnohorská Dlhá Lúka, Krásnohorské Podhradie, Kružná, Kunová Teplica, Lipovník, Lúčka, Pača, Pašková, Pašková, Rakovnica, Rozložná, Rožňavské Bystré, Rožňava, Rudná, Silická Jablonica, Štítnik and Vidová, |
— |
in the district of Revúca, the whole municipalities of Držkovce, Chvalová, Gemerská Ves, Gemerské Teplice, Gemerský Sad, Hucín, Jelšava, Leváre, Levkuška, Licince, Nadraž, Otročok, Polina, Prihradzany, Rašice, Sekerešovo, Šivetice, Kameňany, Višňové and Žiar, |
— |
in the district of Rimavská Sobota, the whole municipalities of Abovce, Barca, Belín, Blhovce, Bottovo, Bátka, Cakov, Chanava, Chrámec, Drňa, Dubno, Dubovec, Dulovo, Figa, Gemerské Dechtáre, Gemerské Michalovce, Gemerský Jablonec, Gortva, Hajnáčka, Hodejov, Hodejovec, Hostice, Hubovo, Ivanice, Janice, Jesenské, Jestice, Kaloša, Kešovce, Kráľ, Lenartovce, Lenka, Martinová, Neporadza, Nová Bašta, Orávka, Pavlovce, Petrovce, Radnovce, Rakytník, Riečka, Rimavská Seč, Rimavské Janovce, Rumince, Stará Bašta, Stránska, Studená, Sútor, Tachty, Uzovská Panica, Valice, Večelkov, Vieska nad Blhom, Vlkyňa, Vyšné Valice, Včelince, Zádor, Číž, Šimonovce, Širkovce, Štrkovec and Žíp, |
— |
in the district of Lučenec, the whole municipalities of Trenč, Veľká nad Ipľom, Jelšovec, Panické Dravce, Lučenec, Kalonda, Rapovce, Trebeľovce, Mučín, Lipovany, Pleš, Fiľakovské Kováče, Ratka, Fiľakovo, Biskupice, Belina, Radzovce, Čakanovce, Šiatorská Bukovinka, Čamovce, Šurice, Halič, Mašková, Ľuboreč, Šíd and Prša, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká Ves nad Ipľom, Sečianky, Kleňany, Hrušov, Vinica, Balog nad Ipľom, Dolinka, Kosihy nad Ipľom, Ďurkovce, Širákov, Kamenné Kosihy, Seľany, Veľká Čalomija, Malá Čalomija, Koláre, Trebušovce, Chrastince, Lesenice, Slovenské Ďarmoty, Opatovská Nová Ves, Bátorová, Nenince, Záhorce, Želovce, Sklabiná, Nová Ves, Obeckov, Vrbovka, Kiarov, Kováčovce, Zombor, Olováry, Čeláre, Glabušovce, Veľké Straciny, Malé Straciny, Malý Krtíš, Veľký Krtíš, Pôtor, Veľké Zlievce, Malé Zlievce, Bušince, Muľa, Ľuboriečka, Dolná Strehová, Vieska, Slovenské Kľačany, Horná Strehová, Chrťany and Závada. |
8. Griekenland
De volgende gebieden in Griekenland:
— |
in the regional unit of Drama:
|
— |
in the regional unit of Xanthi:
|
— |
in the regional unit of Rodopi:
|
— |
in the regional unit of Evros:
|
— |
in the regional unit of Serres:
|
DEEL II
1. België
De volgende gebieden in België:
in de provincie Luxemburg:
|
2. Bulgarije
De volgende gebieden in Bulgarije:
— |
the whole region of Haskovo, |
— |
the whole region of Yambol, |
— |
the whole region of Stara Zagora, |
— |
the whole region of Pernik, |
— |
the whole region of Kyustendil, |
— |
the whole region of Plovdiv, |
— |
the whole region of Pazardzhik, |
— |
the whole region of Smolyan, |
— |
the whole region of Burgas excluding the areas in Part III. |
3. Estland
De volgende gebieden in Estland:
— |
Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond). |
4. Hongarije
De volgende gebieden in Hongarije:
— |
Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Fejér megye 403150, 403160, 403260, 404250, 404550, 404560, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye: 251950, 252050, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe. |
5. Letland
De volgende gebieden in Letland:
— |
Ādažu novads, |
— |
Aizputes novada, Aizputes un Cīravas pagasts, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296un Lažas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa caur Miķelīšu mežu līdz autoceļam 1265, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1265 pie Mežmaļiem līdz robežai ar Rīvas upi, Aizputes pilsēta, |
— |
Aglonas novads, |
— |
Aizkraukles novads, |
— |
Aknīstes novads, |
— |
Alojas novads, |
— |
Alūksnes novads, |
— |
Amatas novads, |
— |
Apes novads, |
— |
Auces novads, |
— |
Babītes novads, |
— |
Baldones novads, |
— |
Baltinavas novads, |
— |
Balvu novads, |
— |
Bauskas novads, |
— |
Beverīnas novads, |
— |
Brocēnu novads, |
— |
Burtnieku novads, |
— |
Carnikavas novads, |
— |
Cēsu novads, |
— |
Cesvaines novads, |
— |
Ciblas novads, |
— |
Dagdas novads, |
— |
Daugavpils novads, |
— |
Dobeles novads, |
— |
Dundagas novads, |
— |
Durbes novads, |
— |
Engures novads, |
— |
Ērgļu novads, |
— |
Garkalnes novads, |
— |
Gulbenes novads, |
— |
Iecavas novads, |
— |
Ikšķiles novads, |
— |
Ilūkstes novads, |
— |
Inčukalna novads, |
— |
Jaunjelgavas novads, |
— |
Jaunpiebalgas novads, |
— |
Jaunpils novads, |
— |
Jēkabpils novads, |
— |
Jelgavas novads, |
— |
Kandavas novads, |
— |
Kārsavas novads, |
— |
Ķeguma novads, |
— |
Ķekavas novads, |
— |
Kocēnu novads, |
— |
Kokneses novads, |
— |
Krāslavas novads, |
— |
Krimuldas novads, |
— |
Krustpils novads, |
— |
Kuldīgas novada Ēdoles pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa 1269, 1271, uz austrumiem no autoceļa 1288, uz ziemeļiem no autoceļa P119, Īvandes pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa P119, uz austrumiem no autoceļa 1292, 1279, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1279 no Upītēm līdz autoceļam 1290, Kurmāles pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa 1290, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1290 no Alejām līdz autoceļam 1283, uz austrumiem no autoceļa 1283 un P112, Turlavas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P112, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Padures, Rumbas, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču un Snēpeles pagasts, Kuldīgas pilsēta, |
— |
Lielvārdes novads, |
— |
Līgatnes novads, |
— |
Limbažu novads, |
— |
Līvānu novads, |
— |
Lubānas novads, |
— |
Ludzas novads, |
— |
Madonas novads, |
— |
Mālpils novads, |
— |
Mārupes novads, |
— |
Mazsalacas novads, |
— |
Mērsraga novads, |
— |
Naukšēnu novads, |
— |
Neretas novads, |
— |
Ogres novads, |
— |
Olaines novads, |
— |
Ozolnieku novads, |
— |
Pārgaujas novads, |
— |
Pļaviņu novads, |
— |
Preiļu novads, |
— |
Priekules novads, |
— |
Priekuļu novads, |
— |
Raunas novads, |
— |
republikas pilsēta Daugavpils, |
— |
republikas pilsēta Jelgava, |
— |
republikas pilsēta Jēkabpils, |
— |
republikas pilsēta Jūrmala, |
— |
republikas pilsēta Rēzekne, |
— |
republikas pilsēta Valmiera, |
— |
Rēzeknes novads, |
— |
Riebiņu novads, |
— |
Rojas novads, |
— |
Ropažu novads, |
— |
Rugāju novads, |
— |
Rundāles novads, |
— |
Rūjienas novads, |
— |
Salacgrīvas novads, |
— |
Salas novads, |
— |
Salaspils novads, |
— |
Saldus novads, |
— |
Saulkrastu novads, |
— |
Sējas novads, |
— |
Siguldas novads, |
— |
Skrīveru novads, |
— |
Skrundas novada Raņķu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes, |
— |
Smiltenes novads, |
— |
Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, |
— |
Strenču novads, |
— |
Talsu novads, |
— |
Tērvetes novads, |
— |
Tukuma novads, |
— |
Vaiņodes novada Vaiņodes pagasts un Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem autoceļa P116, P106, |
— |
Valkas novads, |
— |
Varakļānu novads, |
— |
Vārkavas novads, |
— |
Vecpiebalgas novads, |
— |
Vecumnieku novads, |
— |
Ventspils novada Ances, Tārgales, Popes, Vārves, Užavas, Piltenes, Puzes, Ziru, Ugāles, Usmas un Zlēku pagasts, Piltenes pilsēta, |
— |
Viesītes novads, |
— |
Viļakas novads, |
— |
Viļānu novads, |
— |
Zilupes novads. |
6. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
— |
Alytaus miesto savivaldybė, |
— |
Alytaus rajono savivaldybė: Alytaus, Alovės, Butrimonių, Daugų, Nemunaičio, Pivašiūnų, Punios, Raitininkų seniūnijos, |
— |
Anykščių rajono savivaldybė, |
— |
Akmenės rajono savivaldybė, |
— |
Biržų miesto savivaldybė, |
— |
Biržų rajono savivaldybė, |
— |
Druskininkų savivaldybė, |
— |
Elektrėnų savivaldybė, |
— |
Ignalinos rajono savivaldybė, |
— |
Jonavos rajono savivaldybė, |
— |
Joniškio rajono savivaldybė, |
— |
Jurbarko rajono savivaldybė, |
— |
Kaišiadorių rajono savivaldybė, |
— |
Kalvarijos savivaldybė, |
— |
Kauno miesto savivaldybė, |
— |
Kauno rajono savivaldybė: Domeikavos, Garliavos, Garliavos apylinkių, Karmėlavos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Vandžiogalos ir Vilkijos seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1, Užliedžių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1 ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 1907, |
— |
Kazlų rūdos savivaldybė: Kazlų rūdos seniūnija į šiaurę nuo kelio Nr. 230, į rytus nuo kelio Kokė-Užbaliai-Čečetai iki kelio Nr. 2610 ir į pietus nuo kelio Nr. 2610, |
— |
Kelmės rajono savivaldybė, |
— |
Kėdainių rajono savivaldybė, |
— |
Kupiškio rajono savivaldybė, |
— |
Kretingos rajono savivaldybė: Imbarės, Kūlupėnų ir Kartenos seniūnijos, |
— |
Lazdijų rajono savivaldybė, |
— |
Marijampolės savivaldybė: Degučių, Marijampolės, Mokolų, Liudvinavo ir Narto seniūnijos, |
— |
Mažeikių rajono savivaldybė, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Alantos seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio 119 ir į šiaurę nuo kelio Nr. 2828, Balninkų, Dubingių, Giedraičių, Joniškio ir Videniškių seniūnijos, |
— |
Pagėgių savivaldybė, |
— |
Pakruojo rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio miesto savivaldybė, |
— |
Pasvalio rajono savivaldybė, |
— |
Radviliškio rajono savivaldybė, |
— |
Rietavo savivaldybė, |
— |
Prienų rajono savivaldybė: Stakliškių ir Veiverių seniūnijos, |
— |
Plungės rajono savivaldybė: Babrungo, Alsėdžių, Žlibinų, Stalgėnų, Paukštakių, Platelių ir Žemaičių Kalvarijos, Nausodžio sen. dalis nuo kelio Nr. 166 į šiaurės vakarus, Plungės miesto ir Šateikių seniūnijos, |
— |
Raseinių rajono savivaldybė, |
— |
Rokiškio rajono savivaldybė, |
— |
Skuodo rajono savivaldybės: Aleksandrijos, Barstyčių, Ylakių, Notėnų ir Šačių seniūnijos, |
— |
Šakių rajono savivaldybė, |
— |
Šalčininkų rajono savivaldybė, |
— |
Šiaulių miesto savivaldybė, |
— |
Šiaulių rajono savivaldybė, |
— |
Šilutės rajono savivaldybė, |
— |
Širvintų rajono savivaldybė, |
— |
Šilalės rajono savivaldybė, |
— |
Švenčionių rajono savivaldybė, |
— |
Tauragės rajono savivaldybė, |
— |
Telšių rajono savivaldybė, |
— |
Trakų rajono savivaldybė, |
— |
Ukmergės rajono savivaldybė, |
— |
Utenos rajono savivaldybė, |
— |
Varėnos rajono savivaldybė, |
— |
Vilniaus miesto savivaldybė, |
— |
Vilniaus rajono savivaldybė, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė: Bartninkų, Gražiškių, Keturvalakių, Kybartų, Klausučių, Pajevonio, Šeimenos, Vilkaviškio miesto, Virbalio, Vištyčio seniūnijos, |
— |
Visagino savivaldybė, |
— |
Zarasų rajono savivaldybė. |
7. Polen
De volgende gebieden in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
w województwie podlaskim:
|
w województwie mazowieckim:
|
w województwie lubelskim:
|
w województwie podkarpackim:
|
w województwie pomorskim:
|
w województwie świętokrzyskim:
|
w województwie lubuskim:
|
w województwie dolnośląskim:
|
w województwie wielkopolskim:
|
w województwie łódzkim:
|
8. Slowakije
De volgende gebieden in Slowakije:
— |
in the district of Košice — okolie, the whole municipalities of Belza, Bidovce, Blažice, Bohdanovce, Byster, Čaňa, Ďurďošík, Ďurkov, Geča, Gyňov, Haniska, Kalša, Kechnec, Kokšov- Bakša, Košická Polianka, Košický Klečenov, Milhosť, Nižná Hutka, Nižná Mysľa, Nižný Čaj, Nižný Olčvár, Nový Salaš, Olšovany, Rákoš, Ruskov, Seňa, Skároš, Sokoľany, Slančík, Slanec, Slanská Huta, Slanské Nové Mesto, Svinica, Trstené pri Hornáde, Valaliky, Vyšná Hutka, Vyšná Myšľa, Vyšný Čaj, Vyšný Olčvár, Zdoba, Ždaňa, Hrašovík, Beniakovce, Budimír, Družstevná pri Hornáde, Kostoľany nad Hornádom, Sokoľ, Trebejov, Obišovce, Kysak, Veľká Lodina, Košická Belá, Opátka, Vyšný Klátov, Nižný Klátov, Hýľov, Bukovec, Baška,Nováčany, Hodkovce, Šemša and Malá IDA, |
— |
the whole city of Košice, |
— |
the whole district of Trebišov, except municipalities included in Part III, |
— |
in the district of Michalovce, the whole municipalities of the district not included in Part I and Part III, |
— |
in the district of Revúca, the whole municipalities of Gemer and Tornaľa, |
— |
in the district of Rožňava, the whole municipalities of Ardovo, Bohúňovo, Bretka, Čoltovo, Dlhá Ves, Gemerská Hôrka, Gemerská Panica, Kečovo, Meliata, Plešivec, Silica, Silická Brezová, Slavec, |
9. Roemenië
De volgende gebieden in Roemenië:
— |
Judeţul Bistrița-Năsăud, |
— |
Județul Suceava. |
DEEL III
1. Bulgarije
De volgende gebieden in Bulgarije:
— |
the whole region of Blagoevgrad, |
— |
the whole region of Dobrich, |
— |
the whole region of Gabrovo, |
— |
the whole region of Kardzhali, |
— |
the whole region of Lovech, |
— |
the whole region of Montana, |
— |
the whole region of Pleven, |
— |
the whole region of Razgrad, |
— |
the whole region of Ruse, |
— |
the whole region of Shumen, |
— |
the whole region of Silistra, |
— |
the whole region of Sliven, |
— |
the whole region of Sofia city, |
— |
the whole region of Sofia Province, |
— |
the whole region of Targovishte, |
— |
the whole region of Vidin, |
— |
the whole region of Varna, |
— |
the whole region of Veliko Tarnovo, |
— |
the whole region of Vratza, |
— |
in Burgas region:
|
2. Letland
De volgende gebieden in Letland:
— |
Aizputes novada Lažas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa caur Miķelīšu mežu līdz autoceļam 1265, uz austrumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1265 pie Mežmaļiem līdz robežai ar Rīvas upi, Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, |
— |
Alsungas novads, |
— |
Kuldīgas novada Gudenieku pagasts, Ēdoles pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa 1269, 1271, uz rietumiem no autoceļa 1288, uz dienvidiem no autoceļa P119, Īvandes pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa P119, uz rietumiem no autoceļa 1292, 1279, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1279 no Upītēm līdz autoceļam 1290, Kurmāles pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa 1290, uz rietumiem no autoceļa, kas savieno autoceļu 1290 no Alejām līdz autoceļam 1283, uz rietumiem no autoceļa 1283 un P112, Turlavas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa P112, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296, |
— |
Skrundas novada Rudbāržu, Nīkrāces pagasts, Raņķu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasts (izņemot pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes), Skrundas pilsēta, |
— |
Vaiņodes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106. |
3. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
— |
Alytaus rajono savivaldybė: Simno, Krokialaukio ir Miroslavo seniūnijos, |
— |
Birštono savivaldybė, |
— |
Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Batniavos, Čekiškės, Ežerėlio, Kačerginės, Kulautuvos, Raudondvario, Ringaudų ir Zapyškio seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1, Užliedžių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1 ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 1907, |
— |
Kazlų Rūdos savivaldybė: Antanavo, Jankų, Kazlų rūdos seniūnijos dalis Kazlų Rūdos seniūnija į pietus nuo kelio Nr. 230, į vakarus nuo kelio Kokė-Užbaliai-Čečetai iki kelio Nr. 2610 ir į šiaurę nuo kelio Nr. 2610, Plutiškių seniūnijos, |
— |
Marijampolės savivaldybė: Gudelių, Igliaukos, Sasnavos ir Šunskų seniūnijos, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė: Alantos seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 119 ir į pietus nuo kelio Nr. 2828, Čiulėnų, Inturkės, Luokesos, Mindūnų ir Suginčių seniūnijos, |
— |
Prienų rajono savivaldybė: Ašmintos, Balbieriškio, Išlaužo, Jiezno, Naujosios Ūtos, Pakuonio, Prienų ir Šilavotos seniūnijos, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybės: Gižų ir Pilviškių seniūnijos. |
4. Polen
De volgende gebieden in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
|
w województwie podlaskim:
|
w województwie mazowieckim:
|
w województwie lubelskim:
|
w województwie podkarpackim:
|
w województwie lubuskim:
|
w województwie wielkopolskim:
|
w województwie dolnośląskim:
|
5. Roemenië
De volgende gebieden in Roemenië:
— |
Zona orașului București, |
— |
Județul Constanța, |
— |
Județul Satu Mare, |
— |
Județul Tulcea, |
— |
Județul Bacău, |
— |
Județul Bihor, |
— |
Județul Brăila, |
— |
Județul Buzău, |
— |
Județul Călărași, |
— |
Județul Dâmbovița, |
— |
Județul Galați, |
— |
Județul Giurgiu, |
— |
Județul Ialomița, |
— |
Județul Ilfov, |
— |
Județul Prahova, |
— |
Județul Sălaj, |
— |
Județul Vaslui, |
— |
Județul Vrancea, |
— |
Județul Teleorman, |
— |
Judeţul Mehedinţi, |
— |
Județul Gorj, |
— |
Județul Argeș, |
— |
Judeţul Olt, |
— |
Judeţul Dolj, |
— |
Județul Arad, |
— |
Județul Timiș, |
— |
Județul Covasna, |
— |
Județul Brașov, |
— |
Județul Botoșani, |
— |
Județul Vâlcea, |
— |
Județul Iași, |
— |
Județul Hunedoara, |
— |
Județul Alba, |
— |
Județul Sibiu, |
— |
Județul Caraș-Severin, |
— |
Județul Neamț, |
— |
Județul Harghita, |
— |
Județul Mureș, |
— |
Județul Cluj, |
— |
Judeţului Maramureş. |
6. Slowakije
— |
Region Trebišov — municipalities located east of river Bodrog |
— |
Region Michalovce — municipalities: Odorín, Petríkovce, Malčice, Markovce, Sliepkovce, Budkovce, Slavkovce, Zemplínske Kopčany, Malé Raškovce, Veľké Raškovce, Beša, Ižkovce, Drahňov, Stretavka, Stretava, Palín, Senné, Pavlovce nad Uhom, Krišovská Liesková, Vojany, Čičarovce, Veľké Kapušany, Čierne Pole, Kapušianske Kľačany, Ptrukša, Veľké Slemence, Ruská, Budince, Maťovské Vojkovce, Bajany, Vysoká nad Uhom; |
— |
Region Sobrance — municipalities Lekárovce, Pinkovce, Záhor, Bežovce; |
DEEL IV
Italië
De volgende gebieden in Italië:
— |
tutto il territorio della Sardegna. |
Rectificaties
28.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 242/41 |
Rectificatie van Richtlijn 85/148/EEG van de Raad van 29 januari 1985 tot wijziging van Richtlijn 81/645/EEG betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Griekenland)
( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 56 van 25 februari 1985 )
1. |
Bladzijde 18, bijlage, in de tabel getiteld “ΠΙΝΑΚΑΣ ΟΡΕΙΝΩΝ ΔΗΜΩΝ ΚΑΙ ΚΟΙΝΟΤΗΤΩΝ (ΑΡΘΡΟ 3 ΠΑΡΑΓΡΑΦΟΣ 3)”, tweede kolom, punt 30: |
in plaats van:
“30. |
Νόμος ΚΟΡΙΝΘΙΑΣ”, |
lezen:
“30. |
Νομός ΚΟΡΙΝΘΙΑΣ”. |
2. |
Bladzijde 19, bijlage, in de tabel getiteld “ΠΙΝΑΚΑΣ ΟΡΕΙΝΩΝ ΔΗΜΩΝ ΚΑΙ ΚΟΙΝΟΤΗΤΩΝ (ΑΡΘΡΟ 3 ΠΑΡΑΓΡΑΦΟΣ 3)”, onder “30. Νομός ΚΟΡΙΝΘΙΑΣ”, eerste kolom, punt 59: |
in plaats van:
“Σαραντάπηχου (Οικ. Σαρανταπηχιώτικα)”,
lezen:
“Σαρανταπήχου (εκτός οικισμού Σαρανταπηχιώτικα)”.
3. |
Bladzijde 40, bijlage, in de tabel getiteld “ΠΙΝΑΚΑΣ ΜΕΙΟΝΕΚΤΙΚΩΝ ΠΕΡΙΟΧΩΝ (ΑΡΘΡΟ 3 ΠΑΡΑΓΡΑΦΟΣ 4)”, in het deel getiteld “ΖΩΝΗ 6”, onder “Νομός ΣΕΡΡΩΝ”, eerste kolom, punt 51: |
in plaats van:
“Τερήνης”,
lezen:
“Τερπνής”.