ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 218

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
8 juli 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (GBVB) 2020/979 van de Raad van 7 juli 2020 ter ondersteuning van de ontwikkeling van een internationaal erkend systeem voor de validering van het beheer van wapens en munitie volgens open internationale normen

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

8.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/1


BESLUIT (GBVB) 2020/979 VAN DE RAAD

van 7 juli 2020

ter ondersteuning van de ontwikkeling van een internationaal erkend systeem voor de validering van het beheer van wapens en munitie volgens open internationale normen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 19 november 2018 heeft de Raad de EU-strategie tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens ("SALW"), en munitie daarvoor, met als titel "Wapens beveiligen, burgers beschermen" (de "EU-SALW-strategie") aangenomen. Het doel van de EU-SALW-strategie is richting te geven aan een geïntegreerd, collectief en gecoördineerd Europees optreden ter voorkoming en beteugeling van de illegale verwerving van SALW en munitie daarvoor door terroristen, criminelen en andere onbevoegde actoren, evenals verantwoordingsplicht en verantwoordelijkheidsbesef in de legale wapenhandel te bevorderen.

(2)

In de EU-SALW-strategie wordt erop gewezen dat de gebrekkige beveiliging van voorraden er in grote mate aan bijdraagt dat wapens en munitie op de illegale markt terechtkomen. De Unie en haar lidstaten verbinden zich ertoe andere landen te assisteren bij het verbeteren van het beheer en de beveiliging van door de staat aangehouden voorraden, dit door het versterken van nationale wetgevende en bestuurlijke kaders en het versterken van instellingen die de legitieme toevoer en een legitiem voorraadbeheer van SALW en munitie reguleren voor defensie- en veiligheidstroepen.

(3)

Het Bureau van de Verenigde Naties voor ontwapeningszaken (UNODA) heeft normen en richtsnoeren ontwikkeld voor het beheer van handvuurwapens en munitie: de internationale technische richtsnoeren voor munitie (IATG) en het modulair compendium voor de beheersing van handvuurwapens (Mosaic), voorheen de internationale normen voor controle op handvuurwapens (ISACS) genoemd. De EU-SALW-strategie verbindt de Unie ertoe normen en goede praktijken te bevorderen en toe te passen.

(4)

Op 30 juni 2018 is tijdens de derde conferentie van de Verenigde Naties voor de evaluatie van de vorderingen in de uitvoering van het VN-actieprogramma tegen illegale handvuurwapens en lichte wapens een slotdocument aangenomen waarin de deelnemende staten opnieuw hebben toegezegd de onttrekking aan de legale handel van handvuurwapens en lichte wapens te voorkomen en te bestrijden. De staten hebben bevestigd dat zij hun nationale inspanningen zullen verdubbelen om te zorgen voor een veilig en effectief beheer van voorraden handvuurwapens en lichte wapens die in het bezit zijn van officiële strijdkrachten en officiële veiligheidstroepen, met name in conflict- en postconflictsituaties. De staten bevestigden ook dat de toepassing van relevante internationale normen de uitvoering van het VN-actieprogramma versterkt.

(5)

In de Agenda 2030 van de VN voor duurzame ontwikkeling wordt bevestigd dat de bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens noodzakelijk is voor de verwezenlijking van vele duurzameontwikkelingdoelstellingen, waaronder die met betrekking tot vrede, justitie en sterke publieke diensten, armoedebestrijding, economische groei, gezondheid, gendergelijkheid en veilige steden. Daarom hebben alle staten met duurzameontwikkelingsdoelstelling 16.4 toegezegd de illegale stromen van geldmiddelen en wapens aanzienlijk te verminderen.

(6)

In de op 24 mei 2018 voorgestelde agenda voor ontwapening, met als titel "Securing our Common Future" (1), heeft de VN-secretaris-generaal opgeroepen tot het aanpakken van de buitensporige accumulatie van conventionele wapens en de illegale handel in conventionele wapens en heeft hij opgeroepen tot het ondersteunen van nationale benaderingen ten aanzien van handvuurwapens. De Unie heeft besloten actiepunt 22 van de agenda te ondersteunen: "Secure excessive and poorly maintained stockpiles".

(7)

Het Internationaal Centrum voor humanitaire mijnopruiming van Genève (GICHD) draagt bij tot de ontwikkeling, toetsing en bevordering van de internationale normen inzake mijnenbestrijding, en, via het adviescentrum munitiebeheer (AMAT), tot de ontwikkeling, evaluatie en verspreiding van de IATG. AMAT maakt deel uit van het GICHD. Het AMAT is opgericht naar aanleiding van een gezamenlijk initiatief van het GICHD en UNODA naar aanleiding van de dringende behoefte aan steun voor staten op het gebied van een veilig en effectief beheer van munitie, overeenkomstig de IATG.

(8)

Op 4 december 2017 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties resolutie 72/55 aangenomen over problemen in verband met de accumulatie van overtollige voorraden conventionele munitie. Deze resolutie ondersteunt initiatieven op internationaal, regionaal en nationaal niveau die inzicht verschaffen in het verbeteren van het duurzaam beheer van munitie, onder meer door de toepassing van de IATG.

(9)

De Unie en haar lidstaten zijn zeer belangrijke donoren wat betreft steun voor de beheersing van handvuurwapens en voor capaciteitsontwikkeling in het algemeen, evenals voor fysieke beveiliging en voorraadbeheer in het bijzonder. Hoewel er verschillende internationale normen en richtsnoeren voor voorraadbeheer bestaan, is er geen gestandaardiseerde en internationaal erkende methodologie voor het verrichten van onafhankelijke beoordelingen en het valideren van de naleving van deze normen. Het is dus moeilijk om te meten wat de impact van de Uniesteun op de beveiliging van wapenvoorraden is.

(10)

Een internationaal erkende methodologie voor de onafhankelijke validering van de naleving van internationale normen voor wapenbeheer zal de impact van de Uniesteun aan derde landen met betrekking tot het beheer van wapenvoorraden meetbaar maken en de risicobeoordeling ondersteunen die wordt verricht bij de controle op de uitvoer van wapens en bij het verlenen van militaire bijstand.

(11)

De Unie moet derhalve haar steun verlenen aan een project om de haalbaarheid te bepalen van de ontwikkeling van een internationaal erkend systeem op vrijwillige basis voor de validering van het beheer van wapens en munitie volgens open internationale normen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De doelstellingen van dit besluit zijn: Met het oog op de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor, getiteld "Wapens beveiligen, burgers beschermen" ("de EU-SALW-strategie") en met het oog op de bevordering van vrede en veiligheid, ondersteunt de Unie een project ter bestudering van de haalbaarheid van het opzetten van een internationaal erkend systeem voor de validering van beleid en praktijken voor het veilige beheer van SALW en munitie.

Het project bestaat uit twee fases, "Fase I" en "Fase II".

Tijdens fase I, in het eerste jaar van uitvoering, wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd met het oog op de ontwikkeling van een internationaal erkend systeem voor de validering van wapen- en munitiebeheer ("AAMVS"), waarin de verschillende opties voor passende risico- en kwaliteitsbeoordelingsmethoden en -instrumenten worden onderzocht;

Onder voorbehoud van lid 2, wordt tijdens fase II, op basis van de resultaten van de haalbaarheidsstudie van fase I, een concept ontwikkeld voor het opzetten van een AAMVS.

Een beschrijving van het project staat in de bijlage.

2.   De Raad neemt, op basis van de resultaten de haalbaarheidsstudie die voortvloeit uit fase I van het project, een besluit of fase II van het project wordt uitgevoerd.

Artikel 2

1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid ("de hoger vertegenwoordiger") is belast met de uitvoering van dit besluit.

2.   De technische uitvoering van het in artikel 1 bedoelde project gebeurt door het Geneefs Internationaal Centrum voor humanitair ontmijnen ("GICHD") en zijn gespecialiseerde organisatie, het adviesteam munitiebeheer ("AMAT").

3.   Het GICHD voert zijn taken uit onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger. Daartoe treft de hoge vertegenwoordiger de nodige regelingen met het GICHD.

Artikel 3

1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van het in artikel 1 bedoelde, door de Unie gefinancierde project bedraagt 1 642 109 EUR.

2.   Het bedrag voor fase I van het project bedraagt 821 872 EUR. Het resterende bedrag van 820 237 EUR wordt gebruikt indien de Raad besluit tot de uitvoering van fase II van het project.

3.   De uitgaven die worden gefinancierd uit het in lid 1 bepaalde referentiebedrag, worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

4.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Zij sluit daartoe de noodzakelijke financieringsovereenkomst met het GICHD. In die overeenkomst wordt bepaald dat het GICHD er zorg voor moet dragen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met haar omvang.

5.   De Commissie tracht de in lid 4 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden die zich daarbij voordoen en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.

Artikel 4

1.   De hoge vertegenwoordiger brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van regelmatige halfjaarlijkse inhoudelijke verslagen die door het GICHD worden opgesteld. Deze verslagen vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.

2.   De Commissie brengt bij de Raad verslag uit over de financiële aspecten van het in artikel 1 bedoelde project.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Dit besluit verstrijkt 14 maanden na de datum van de sluiting van de in artikel 3, lid 4, bedoelde financieringsovereenkomst, tenzij de Raad besluit het besluit te verlengen om ervoor te zorgen dat fase II. van het project kan worden uitgevoerd, of, indien er geen overeenkomst is bereikt binnen die termijn, zes maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan.

Gedaan te Brussel, 7 juli 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)  https://www.un.org/disarmament/publications/more/securing-our-common-future/


BIJLAGE

PROJECT VOOR DE ONTWIKKELING VAN EEN INTERNATIONAAL ERKEND SYSTEEM VOOR DE VALIDERING VAN HET BEHEER VAN WAPENS EN MUNITIE OP BASIS VAN OPEN INTERNATIONALE NORMEN

1.   Grond voor GBVB-steun

Met dit project wordt beoogd de beveiliging van voorraden handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie te verbeteren door de ontwikkeling van een internationaal erkend systeem dat onafhankelijke validering/certificering van de naleving door staten, op vrijwillige basis, van open internationale normen mogelijk maakt, waarmee wordt aangetoond dat zij in staat zijn onttrekking aan de legale handel en accidentele explosies te voorkomen en aan te pakken.

De onttrekking aan de legale handel en de illegale verspreiding van SALW en munitie wakkeren criminaliteit, terrorisme, gewapend geweld en instabiliteit aan, en ondermijnen aldus duurzame ontwikkeling, behoorlijk bestuur, de openbare orde, evenals de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, justitie en andere burgerrechten. Daarnaast kunnen illegale SALW worden gebruikt om ernstige vormen van gendergerelateerd geweld te plegen of te faciliteren. Het onttrekken aan de legale handel en illegaal verspreiden van SALW en munitie kan de vrede en veiligheid ondermijnen, en zodoende staten en samenlevingen, en uiteindelijk hele regio's, destabiliseren. Zo komt de vooruitgang richting duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) in gevaar, met name van SDG 16 (vrede, justitie en sterke publieke diensten), maar ook SDG’s 5 (gendergelijkheid) en 11 (duurzame steden en gemeenschappen).

Een veilig en duurzaam beheer van nationale voorraden SALW en munitie is van cruciaal belang om illegale verspreiding te beteugelen. Ondoeltreffend beheer van voorraden draagt er in grote mate aan bij dat wapens en munitie op de illegale markt terechtkomen. Het beheer van voorraden is bijzonder precair in landen die door een gewelddadig conflict zijn getroffen of die zwakke instellingen en bestuursstructuren hebben. In dergelijke contexten zorgt het bevorderen van veilig en duurzaam voorraadbeheer voor meer verantwoordingsplicht en verantwoordelijkheidsbesef bij nationale autoriteiten wat het voorkomen van onttrekking aan de legale handel van SALW en munitie betreft, hetgeen op zijn beurt helpt om tot meer stabiliteit, ontwikkeling en behoorlijk bestuur te komen.

De Unie en haar lidstaten helpen derde landen het beheer en de beveiliging van nationale voorraden te verbeteren door het versterken van nationale wetgevende en bestuurlijke kaders en instellingen die de legitieme toevoer en een legitiem voorraadbeheer van SALW en munitie reguleren voor defensie- en veiligheidstroepen. Het effect daarvan is echter moeilijk te meten. Er is momenteel geen internationaal mechanisme aan de hand waarvan derde landen kunnen aantonen dat zij aan de regelgeving en aan technische en beheersnormen voldoen. Dit kan problematisch zijn voor staten die hebben geïnvesteerd in het verbeteren van hun beleid en praktijken inzake beheer van SALW en munitie, maar er niet in slagen het vertrouwen van internationale partners te wekken omdat zij een voorgeschiedenis hebben van onttrekking aan de legale handel, een gebrekkig voorraadbeheer en gebrekkige beveiliging.

Hoewel er verschillende internationale normen, richtsnoeren en goede praktijken voor voorraadbeheer en beveiliging bestaan, is er geen gestandaardiseerde en internationaal erkende methodiek voor het verrichten van onafhankelijke beoordelingen en het valideren van de naleving van deze normen. In veel sectoren — zowel industriële als gouvernementele — is een vorm van garantie door certificering of validering vereist om de kwaliteit en veiligheid van producten en diensten en conformiteit met internationale normen aan te tonen. De afgifte van certificaten van de Internationale Organisatie voor normalisatie (ISO) is een bekend voorbeeld. Dezelfde methode kan worden toegepast op het veilig beheer van voorraden van SALW en munitie.

Met een certificerings- of valideringssysteem zou een staat die in voorraadbeheer en beveiliging heeft geïnvesteerd, vrijwillig kunnen aantonen dat zijn systeem voor het beheer van SALW en munitie (d.w.z. beleid en praktijken) in overeenstemming is met internationaal erkende normen. Uit een vrijwillige certificering van nationale beleidsmaatregelen en praktijken zou blijken dat de risico's van accidentele explosie en onttrekking aan de legale handel zijn aangepakt en beperkt doordat de toepassing van open internationale normen onafhankelijk zou zijn gecontroleerd. Bovendien zou de garantie lokale gemeenschappen en regionale en internationale partners vertrouwen geven in het vermogen van de staat om zijn voorraden doeltreffend te beheersen en te beheren, zonder dat de staat informatie over de aard en de omvang van zijn voorraad SALW en munitie zou moeten vrijgeven. Certificering zou ook ter informatie kunnen worden gebruikt voor risicobeoordelingen inzake onttrekking die door wapenleverende staten worden verricht in de context van wapenexportcontrole (zoals bedoeld in artikel 11 van het Wapenhandelsverdrag en criterium 7 van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (1)).

Voorts kunnen validering en certificering, wat betreft samenwerking en bijstand op het gebied van de beheersing van SALW en munitie, een leidraad bieden bij het programmeren van besluiten en bijdragen tot de effectbeoordeling van eerdere bijstandsactiviteiten.

Dit project is ook relevant in de context van de lopende werkzaamheden van de Groep van regeringsdeskundigen (GGE) die naar aanleiding van de aanneming van Resolutie 72/55 van de Algemene Vergadering van de VN van december 2017 problemen onderzoekt die voortkomen uit de accumulatie van overtollige voorraden conventionele munitie.

2.   Inleiding

In het kader van dit project wordt de haalbaarheid bestudeerd van het opzetten van een internationaal erkend validerings-/certificeringssysteem voor beleid en praktijken inzake beheer van SALW en munitie. Het risico van omleiding van SALW en munitie naar onbevoegde actoren is in de hele toeleveringsketen aanwezig: van productie tot overdracht (uitvoer, doorvoer en invoer), over voorraadaanleg (opslag en gebruik), tot verwijdering (overdracht en vernietiging). Munitievoorraden vormen ook een risico op accidentele explosie, vooral bij opslag, maar mogelijk ook op andere punten in de voorraadtoeleveringsketen. Het aanpakken van deze uitdagingen is een verantwoordelijkheid van de staat en vereist een integrale levenscyclusbenadering overeenkomstig nationale en internationale normen en maatregelen, waaronder, maar niet beperkt tot, de internationale technische richtsnoeren voor munitie (IATG), het modulair compendium voor de beheersing van handvuurwapens (Mosaic), de beste praktijken van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), en de Allied Ammunition Storage and Transport Publication van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NATO-AASTP).

Dit project is in de eerste plaats bedoeld om het invoeren van beleid en praktijken inzake veilig en duurzaam beheer van SALW en munitie te ondersteunen in landen met een voorgeschiedenis van onttrekking aan de legale handel en accidentele explosies. Specifiek zal het project opties genereren en analyseren voor de internationaal erkende validering/certificering van beleid en praktijken voor een veilig beheer van SALW en munitie in de hele toeleveringsketen. Het project zal de ontwikkeling ondersteunen van een systeem dat staten toelaat om door middel van een onafhankelijke beoordeling vrijwillig aan te tonen dat deze punten zijn aangepakt en dat hun praktijken en beleid inzake beheer van wapens in overeenstemming zijn met open internationale normen.

Dit project ondersteunt de uitvoering van de EU-strategie tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor ("EU-SALW-strategie"). Het moet de capaciteit van de begunstigde staten versterken voor het uitvoeren van het VN-actieprogramma, het internationaal traceringsinstrument (ITI), het Wapenhandelsverdrag (ATT), Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling (met name doelstellingen 16 (subdoel 16.4), 5 en 11), en de Agenda voor ontwapening van de secretaris-generaal van de VN (2018, actie 22: Disarmament that saves lives (ontwapening die levens redt)). De uitvoering van het project zal de transparantie en de verantwoordingsplicht vergroten bij de governance en het beheer van conventionele wapens en munitie, in overeenstemming met internationale goede praktijken, waaronder de IATG, de Mosaic, de OVSE-richtsnoeren en de NATO-AASTP. In het kader van het project zal ook rekening worden gehouden met de bevindingen en inspanningen van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken op het gebied van genderbewust wapen- en munitiebeheer.

3.   Doel en hoofddoelstellingen van het project

Het algemene doel van dit project is de wereldwijde verbetering van de beveiliging van voorraden SALW en munitie door de ontwikkeling van een internationaal erkend systeem dat onafhankelijke validering/certificering mogelijk maakt van de naleving van open internationale normen inzake beheer van nationale voorraden handvuurwapens en munitie.

Het beoogde resultaat van het project moet ten goede komen aan derde landen (niet-EU-lidstaten) die problemen hebben met het veilig beheer van wapens en munitie, hetgeen heeft geleid tot onttrekking aan de legale handel van wapens en accidentele explosies.

Ter wille van de leesbaarheid, worden in dit voorstel internationaal erkende systemen voor de validering van wapen- en munitiebeheer overeenkomstig open internationale normen "systemen voor de validering van wapen- en munitiebeheer" (Arms and Ammunition Management Validation Systems — AAMVS) genoemd.

Om dit doel te bereiken, heeft het project de volgende hoofddoelstellingen:

a)

een haalbaarheidsstudie uitvoeren naar mogelijkheden voor het ontwikkelen van een systeem voor de validering van wapen- en munitiebeheer, door het uitwerken van passende risico- en kwaliteitsbeoordelingsmethoden en -instrumenten;

b)

op basis van de resultaten van doelstelling a) een concept en een traject ontwikkelen om tot een internationaal erkend systeem voor de validering van wapen- en munitiebeheer te komen, teneinde onttrekking aan de legale handel en accidentele explosies in wapen- en munitievoorraden te voorkomen.

4.   Projectomschrijving

Gezien de onzekerheden met betrekking tot internationale reizen in de context van de COVID-19-pandemie en de wens om het aantal vliegtuigreizen te beperken in het licht van de klimaatverandering, zal de uitvoerder waar mogelijk en haalbaar zoeken naar opties voor bijeenkomsten waarvoor niet (per vliegtuig) hoeft te worden gereisd.

Fase I: Beoordelen van de haalbaarheid van een internationaal erkend systeem voor de validering van wapen- en munitiebeheer (AAMVS)

4.1.   Projectconsolidatie

Doelstelling: het opstellen van het algemene projectuitvoeringsplan in samenwerking met de EDEO en partners, het bepalen van de reikwijdte van de haalbaarheidsstudie, met inbegrip van methoden en het vaststellen van de structuur van gesprekken met belangrijke stakeholders (key stakeholder interviews — KSI)), het oprichten van een deskundigenwerkgroep (DWG), die ondersteuning moet bieden voor de haalbaarheidsstudie en deze moet evalueren en het project bekendheid moet geven.

Activiteiten: tot de in dit verband tijdens de eerste twee maanden van het project verrichte activiteiten behoren:

1.

Ontwikkeling van het projectplan (jaar 1, maand 1): overleg met het kernprojectteam voor het afronden van de planning/het tijdschema van het project, de verantwoordelijkheden, en de reikwijdte en methodiek van de haalbaarheidsstudie.

2.

Oprichting van de DWG (jaar 1, maand 1): het aanwijzen van relevante deskundigen (ten hoogste 10) en hen uitnodigen deel uit te maken van de DWG. De DWG zal bestaan uit mensen uit de praktijk (mensen met expertise in het beheer van wapens, het verrichten van nationale beoordelingen inzake munitie- en wapenbeheer, accreditatie en certificering, wapenbeheersing, fabricage van SALW en munitie). De DWG zal permanente ondersteuning bieden en een beoordeling maken van de haalbaarheidsstudie en de daaropvolgende ontwikkeling van de valideringsmethodiek. Het projectteam zal het nodige doen om ervoor te zorgen dat bij de samenstelling van de DWG rekening wordt gehouden met gender en diversiteit.

3.

Startworkshop (jaar 1, maand 2): organisatie van een workshop van één dag in Genève met 20 belangrijke stakeholders (waaronder het kernprojectteam, door de EU/EDEO aangewezen personen, de DWG, en vertegenwoordigers van partners) om de reikwijdte en methodiek van de haalbaarheidsstudie te presenteren en het project op te starten. Bij de vormgeving en uitvoering van de workshop zullen gender en diversiteit in aanmerking worden genomen.

Resultaten: het uitwerken van een projectplan, akkoord over de reikwijdte van het project, samenstelling van de DWG, meer bekendheid met het project, opstelling van een samenvattend verslag van de startworkshop.

4.2.   Voorlopige analyse

Doelstelling: een voorlopige analyse maken om een beter idee te krijgen van de noodzaak van de ontwikkeling van een AAMVS. Dit zal de eerste mijlpaal van het project zijn. Indien er bij deze beoordeling geen onoverkomelijke bezwaren zijn, zal in het kader van het project worden overgegaan tot de volledige haalbaarheidsstudie.

Activiteiten: tot de tijdens de eerste vijf maanden van het project verrichte activiteiten behoren:

1.

Bureaustudie (jaar 1, maanden 2-5): verzamelen en bestuderen van relevante literatuur, instrumenten, richtsnoeren, procedures en open normen met betrekking tot het beheer van wapen- en munitievoorraden en bieden van een overzicht van relevante internationale validerings- en certificeringsmechanismen.

2.

Gesprekken met belangrijke stakeholders (jaar 1, maanden 2-5): een methodiek voor interviews met belangrijke stakeholders (key stakeholder interviews — KSI's) ontwikkelen en deze gebruiken om gesprekken te voeren met relevante beleidspraktijkmensen teneinde een idee te krijgen van de behoefte aan en de vraag naar de ontwikkeling van een AAMVS. KSI's zullen worden gevoerd via telecommunicatie of persoonlijk in Wenen, Brussel en New York, evenals in de marge van relevante bijeenkomsten/conferenties (bv. symposium van de Groep SALW-deskundigen, bijeenkomsten van staten in het kader van het VN-actieprogramma, de Algemene Vergadering van de VN, de conferentie van staten die partij zijn bij het Wapenhandelsverdrag, en diverse regionale bijeenkomsten). De KSI's zullen worden aangewezen met inachtneming van gender en diversiteit.

3.

Voorlopig verslag (jaar 1, maanden 4-5): op basis van de bureaustudie en KSI’s een verslag opstellen over de behoefte aan het opzetten van een AAMVS. In het verslag zal duidelijk worden aangegeven of de haalbaarheidsstudie moet worden voortgezet en, zo ja, wat daarin moet worden behandeld.

Resultaten: bureaustudie, KSI-methodiek en -analyse, achtergronddocument over de ontwikkeling van een AAMVS.

4.3.   Haalbaarheidsstudie

Doelstelling: beoordelen van de haalbaarheid en opties voor de ontwikkeling van een AAMVS, door het uitwerken van passende risico- en kwaliteitsbeoordelingsmethoden en -instrumenten. De haalbaarheidsstudie zal worden opgesteld aan de hand van de volgende zeven vragen over het opzetten van een AAMVS:

Is het systeem technisch en operationeel haalbaar?

Is het systeem juridisch haalbaar?

Is het systeem economisch/commercieel haalbaar?

Is het systeem politiek haalbaar?

Is het systeem haalbaar in termen van militaire beveiliging?

Is het systeem haalbaar in termen van veiligheid voor de gemeenschap?

Is het systeem haalbaar binnen een redelijke termijn?

Activiteiten: tot de in dit verband tijdens de eerste twaalf maanden van het project verrichte activiteiten behoren:

1.

Deskundigenworkshops (jaar 1, maanden 5-11): er zullen drie workshops worden gehouden, waaraan de leden van de DWG (maximaal 10) zullen deelnemen om de haalbaarheidsstudie te bespreken en uit te werken. De eerste twee workshops zullen virtueel worden gehouden; de derde zal een tweedaagse bijeenkomst in Genève zijn. De eerste workshop zal worden gewijd aan de evaluatie van de bevindingen van het voorlopig verslag en aan het bepalen van de hoofdlijnen van de haalbaarheidsstudie. De tweede workshop zal worden gewijd aan het bestuderen van de technische en operationele aspecten van het opzetten van een AAMVS. In de derde workshop zal de aandacht tijdens de eerste dag uitgaan naar de juridische en economische aspecten van een dergelijk systeem, alsmede het tijdschema voor het systeem, terwijl tijdens de tweede dag van de derde workshop de balans van de haalbaarheidsstudie in haar geheel zal worden opgemaakt. Bij de vormgeving en uitvoering van de workshops zullen gender en diversiteit in aanmerking worden genomen.

2.

Verslagen over de deskundigenworkshops (jaar 1, maanden 5-11): na elke workshop zal een verslag worden opgesteld, dat zal worden gedeeld met de deelnemers aan de DWG en de EDEO. In de verslagen zal een samenvatting worden gegeven van het centrale debat, met duidelijke vermelding van de punten van convergentie en divergentie.

3.

Haalbaarheidsverslag (jaar 1, maanden 11-12): een verslag met de opties voor het ontwikkelen van een AAMVS, door het uitwerken van passende risico- en kwaliteitsbeoordelingsmethoden en -instrumenten.

Resultaten: deskundigenworkshops en -verslagen, en een haalbaarheidsverslag met opties voor een internationaal validerings-/certificeringssysteem voor het beheer van wapen- en munitievoorraden.

4.4.   Jaarlijkse bijeenkomsten over validering/certificering van wapen- en munitievoorraden

Doelstelling: het project bekendheid geven, de vorderingen met het project presenteren, en ervaringen met bestaande internationale methoden en systemen voor validering/certificering uitwisselen onder de EU-lidstaten en partners.

Activiteiten: ten hoogste twee bijeenkomsten van één dag (aan het einde van het eerste respectievelijk het tweede jaar van het project). De bijeenkomsten zullen in Brussel plaatsvinden en zullen stakeholders samenbrengen, waaronder vertegenwoordigers van de lidstaten van de Unie, vertegenwoordigers van de EDEO en de Commissie, en relevante partners, om het project meer bekendheid te geven en de haalbaarheidsstudie te presenteren (einde van fase I), evenals de risico- en kwaliteitsbeoordelingsmethoden en -instrumenten (einde van fase II).

De eerste jaarlijkse bijeenkomst zal de tweede mijlpaal van het project zijn.

Resultaten: uitwisseling van informatie tussen stakeholders over maatregelen voor het voorkomen en aanpakken van onttrekking aan de legale handel; verslag van de bijeenkomst.

De Raad zal de haalbaarheidsstudie van fase I bestuderen en zal beslissen over de voortzetting van het project met het oog op de uitvoering van fase II. Het project vervalt na 14 maanden, tenzij de Raad besluit het te verlengen ter wille van de uitvoering van fase II. Doordat het besluit na 14 in plaats van 12 maanden vervalt, heeft de Raad voldoende tijd om het resultaat van de haalbaarheidsstudie te bestuderen.

Fase II: Opstellen van een plan voor het opzetten van een systeem voor de validering van wapen- en munitiebeheer (AAMVS)

4.5.   Uitwerken van methoden, instrumenten en middelen voor validering/certificering

Doelstelling: fase II zal grotendeels gewijd zijn aan de ontwikkeling van een concept van en een stappenplan voor het opzetten van een AAMVS.

Noot 1: De uitvoering van fase II zal afhangen van een nieuw besluit van de Raad tot verlenging van het project op basis van het resultaat van de haalbaarheidsstudie (fase I).

Activiteiten: tot de in dit verband tijdens jaar twee van het project verrichte specifieke activiteiten behoren:

Het projectplan voor fase II (jaar 2, maand 1): overleg met het kernprojectteam voor het afronden van de planning/tijdschema's van fase II, verantwoordelijkheden, samenwerking, reikwijdte van de technische bijstand (d.w.z. regionale workshops en bezoeken in het kader van proefbeoordeling/validering om de methodiek te testen).

Een workshop voor de planning van fase II (jaar 2, maand 2): organisatie van een workshop van één dag in Genève met 20 belangrijke stakeholders (waaronder het kernprojectteam, vertegenwoordigers van internationale normeringsinstanties, vertegenwoordigers van certificeringsorganen, door de EU/EDEO aangewezen personen, de DWG, en vertegenwoordigers van partners) om de reikwijdte en de inhoud van het AAMVS vast te stellen.

Workshops voor de ontwikkeling van een deskundige methodiek (jaar 2, maanden 3-8): drie workshops met de deskundigenwerkgroep (DWG) en deskundigen op het gebied van certificering en accreditatie van internationale normen voor het bespreken en opstellen van een ontwikkelingsplan voor een AAMVS. Twee daarvan zullen virtueel worden gehouden; de derde zal een eendaagse bijeenkomst in Genève zijn.

Workshop validering (jaar 2, maand 9): workshop van één dag in Genève, met 20 deelnemers, waar het projectteam, de DWG en deskundigen op het gebied van certificering en accreditatie van internationale normen de gelegenheid krijgen het ontwikkelingsplan voor een AAMVS te presenteren. Deze workshop zou niet alleen dienen om te wijzen op de voordelen en modaliteiten van een AAMVS, maar ook een gelegenheid zijn om concrete stappen te bepalen voor de ontwikkeling en uitvoering van het AAMVS. Bij de vormgeving en uitvoering van de workshop zullen gender en diversiteit in aanmerking worden genomen.

Afronding van het ontwikkelingsplan voor een AAMVS en bepaling van de volgende stappen (jaar 2, maanden 10-12): wijziging van het plan op basis van feedback van de workshop validering, en bekendmaking van het ontwikkelingsplan.

Resultaten: het vaststellen van een plan voor de ontwikkeling van een AAMVS.

5.   Monitoring en evaluatie van het project

Doelstelling: een tussentijdse evaluatie en een eindbeoordeling maken van de activiteiten van het project om te garanderen dat de doelstellingen van het project gerealiseerd zijn, en dat de uitgaven voor het project in de lijn liggen van het overeengekomen budget.

Activiteiten: het project zal zowel interne monitoring als externe evaluatie omvatten.

De Raad zal regelmatig worden geïnformeerd over de vorderingen met de uitvoering van het project.

Interne monitoring: op basis van het systeem van resultaatgericht beheer dat in het adviesteam munitiebeheer (Ammunition Management Advisory Team — AMAT) wordt gehanteerd en door het kernprojectpersoneel wordt ondersteund.

Externe evaluatie: in samenwerking met de Raad, aanstelling van een extern evaluatieteam (d.w.z. onafhankelijke consultants die tijdens de uitvoering van het project niet voor het Geneefs Internationaal Centrum voor humanitair ontmijnen (GICHD) of de Unie werken) dat een tussentijdse evaluatie en een eindbeoordeling van het project zal maken.

De tussentijdse evaluatie en de eindbeoordeling zullen in Brussel plaatsvinden, zo mogelijk in de marge van de jaarlijkse bijeenkomsten (zie 4.4). De tussentijdse evaluatie zal een tweedaagse workshop zijn met de EDEO, vertegenwoordigers van lidstaten van de Unie en partners. De eindbeoordeling zal eveneens een tweedaagse bijeenkomst zijn met de EDEO, vertegenwoordigers van lidstaten van de Unie en vertegenwoordigers van partners.

Het project zal een financiële audit omvatten, in overeenstemming met de Unievoorschriften.

Resultaten: beoordelingsverslag van de effecten van het project; financiële audit.

6.   Uitvoerende agentschappen en partnerschappen

Het GICHD is, via het AMAT, het leidende agentschap voor de uitvoering het project. Meer bepaald zal het AMAT het voortouw nemen bij de haalbaarheidsstudie (fase I) en met relevante partners samenwerken aan de ontwikkeling van het concept voor beoordelingsmethoden en -instrumenten (fase II).

Voorstellen voor extra partners, wier betrokkenheid van structurele aard zou zijn voor de uitvoering van het project, zullen ter goedkeuring aan CONOP worden voorgelegd. Dit gezegd zijnde, zijn mogelijke partners onder meer het Small Arms Survey (SAS), de Conflict Armament Research (CAR) en de Golden West Humanitarian Foundation (GWHF). Onder leiding van het AMAT zullen het SAS en de CAR het project bijstaan met de aanzienlijke kennis en expertise van hun instellingen inzake alle aspecten van onttrekking, beheer van de toeleveringsketen en uitvoercontroles (Wapenhandelsverdrag en Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad). De GWHF zal de interne middelen van het AMAT ondersteunen met technische bijstand bij de ontwikkeling en toepassing van de beoordelings-/valideringscriteria.

Om te garanderen dat de projectresultaten van de hoogste kwaliteit zijn, zal worden gestreefd naar operationele partnerschappen met organisaties die gespecialiseerd zijn in de beoordeling van risico's, vermogens en analyses met betrekking tot het beheer van munitie en wapens, waaronder vertegenwoordigers van militaire organisaties, waaronder de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de Multinationale groep handvuurwapens en munitie (MSAG), en organisaties die gespecialiseerd zijn in de ontwikkeling van de certificering van beheersnormen en de bijbehorende accreditatie. Het AMAT zal ook een verbinding maken met lopende door de Unie gefinancierde projecten op het gebied van beheersing van SALW en projecten inzake fysieke beveiliging en voorraadbeheer (PSSM), zoals Seesac, iTrace en PSSM-Sahel, om ervaringen met geleerde lessen uit te wisselen.

7.   Looptijd en mogelijke volgende stappen

De beoogde looptijd van het project is 24 maanden. Het oorspronkelijke besluit van de Raad vervalt na 14 maanden, zodat het project vervalt na 14 maanden, tenzij de Raad besluit het project te verlengen. De activiteiten van fase I van het project moeten in het eerste jaar van uitvoering worden afgerond. De Raad zal worden verzocht over verlenging te beslissen voordat het oorspronkelijke besluit vervalt.

8.   Zichtbaarheid van de EU

Van het GICHD/AMAT wordt vereist dat het alle passende maatregelen neemt om bekend te maken dat dit project door de Unie wordt gefinancierd, overeenkomstig de door de Europese Commissie gepubliceerde Communicatie- en zichtbaarheidsvoorschriften betreffende externe maatregelen van de EU — 2018. De steun van de Unie zal eveneens worden vermeld in uitnodigingen en andere documenten die worden verspreid onder de deelnemers van de diverse evenementen. Het GICHD/AMAT zal ervoor zorgen dat de Unie waar mogelijk wordt vertegenwoordigd bij evenementen die uit hoofde van dit besluit worden ondersteund.


(1)  Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).