ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
63e jaargang |
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
* |
||
|
* |
In dit begrotingsdocument zijn, tenzij anders vermeld, de bedragen uitgedrukt in euro.
Alle ontvangsten als bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement en opgenomen onder de titels 5 en 6 van de staat van ontvangsten, kunnen leiden tot de opvoering van bijkomende kredieten op de begrotingsplaatsen van de oorspronkelijke uitgaven die de betrokken ontvangsten doen ontstaan.
De cijfers voor de uitvoering hebben betrekking op alle toegestane kredieten, dus begrotingskredieten, aanvullende kredieten en bestemmingsontvangsten.
Begrotingstoelichtingen zijn alleen uitvoerbaar voor zover zij de werkingssfeer van een bestaande rechtsgrond niet veranderen of uitbreiden, geen afbreuk doen aan de bestuurlijke autonomie van instellingen en met de beschikbare middelen kunnen worden gefinancierd (zoals aangegeven in de bijlage bij de uitvoerbaarheidsnota d.d. 28 oktober 2015).
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
21.4.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126/1 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2020/536
van de gewijzigde begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,
gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (1),
gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2),
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),
gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),
gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, definitief vastgesteld op 27 november 2019 (5),
gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, goedgekeurd door de Commissie op 27 maart 2020,
gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2020, vastgesteld door de Raad op 14 april 2020 en op dezelfde dag toegezonden aan het Europees Parlement,
gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 17 april 2020,
gezien de artikelen 94 en 96 van het Reglement van het Europees Parlement,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 17 april 2020.
De Voorzitter
D. M. SASSOLI
(1) PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105.
(2) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(3) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 1 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2020
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting | 3 |
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel | 12 |
— Titel 1: |
Eigen middelen | 13 |
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III: Commissie
— Uitgaven | 18 |
— Titel 17: |
Gezondheid en voedselveiligheid | 21 |
— Titel 18: |
Migratie en binnenlandse zaken | 29 |
— Titel 22: |
Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen | 43 |
— Titel 23: |
Humanitaire hulp en civiele bescherming | 47 |
— Titel 33: |
Justitie en consumentenzaken | 53 |
— Personeel | 56 |
Afdeling V: Rekenkamer
— Uitgaven | 59 |
— Titel 2: |
Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven | 60 |
Afdeling VIII: Europese Ombudsman
— Personeel | 66 |
A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2020 moeten worden gedekt op grond van artikel 1 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2020 (1) |
Begroting 2019 (2) |
Verschil (in %) |
||
|
72 353 828 442 |
67 556 947 173 |
+7,10 |
||
|
57 904 492 439 |
57 399 857 331 |
+0,88 |
||
|
3 748 527 141 |
3 527 434 894 |
+6,27 |
||
|
8 944 061 191 |
9 358 295 603 |
–4,43 |
||
|
10 274 196 704 |
9 944 904 743 |
+3,31 |
||
|
p.m. |
p.m. |
— |
||
Speciale instrumenten |
418 500 000 |
705 051 794 |
–40,64 |
||
Totaal uitgaven (3) |
153 643 605 917 |
148 492 491 538 |
+3,47 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2020 (4) |
Begroting 2019 (5) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
1 928 450 061 |
1 894 392 136 |
+1,80 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
p.m. |
1 802 988 329 |
— |
Terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
p.m. |
p.m. |
— |
Nettosaldo van btw- en bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1, 3 2 en 3 3) |
p.m. |
p.m. |
— |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
1 928 450 061 |
3 697 380 465 |
–47,84 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
22 156 900 000 |
21 471 164 786 |
+3,19 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
18 945 245 250 |
17 738 667 150 |
+6,80 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
110 613 010 606 |
105 585 279 137 |
+4,76 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2014/335/EU, Euratom te dekken kredieten (6). |
151 715 155 856 |
144 795 111 073 |
+4,78 |
Totaal ontvangsten (7) |
153 643 605 917 |
148 492 491 538 |
+3,47 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppingspercentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (8) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
België |
2 064 785 000 |
4 828 731 000 |
50 |
2 414 365 500 |
2 064 785 000 |
|
Bulgarije |
294 223 000 |
619 079 000 |
50 |
309 539 500 |
294 223 000 |
|
Tsjechië |
954 547 000 |
2 157 592 000 |
50 |
1 078 796 000 |
954 547 000 |
|
Denemarken |
1 236 816 000 |
3 248 081 000 |
50 |
1 624 040 500 |
1 236 816 000 |
|
Duitsland |
15 101 735 000 |
36 775 058 000 |
50 |
18 387 529 000 |
15 101 735 000 |
|
Estland |
137 193 000 |
280 639 000 |
50 |
140 319 500 |
137 193 000 |
|
Ierland |
960 910 000 |
2 784 713 000 |
50 |
1 392 356 500 |
960 910 000 |
|
Griekenland |
766 480 000 |
1 973 712 000 |
50 |
986 856 000 |
766 480 000 |
|
Spanje |
5 902 319 000 |
12 978 152 000 |
50 |
6 489 076 000 |
5 902 319 000 |
|
Frankrijk |
11 424 424 000 |
25 387 121 000 |
50 |
12 693 560 500 |
11 424 424 000 |
|
Kroatië |
353 644 000 |
551 259 000 |
50 |
275 629 500 |
275 629 500 |
Kroatië |
Italië |
7 379 229 000 |
18 340 730 000 |
50 |
9 170 365 000 |
7 379 229 000 |
|
Cyprus |
147 038 000 |
219 566 000 |
50 |
109 783 000 |
109 783 000 |
Cyprus |
Letland |
127 770 000 |
328 766 000 |
50 |
164 383 000 |
127 770 000 |
|
Litouwen |
201 136 000 |
483 628 000 |
50 |
241 814 000 |
201 136 000 |
|
Luxemburg |
322 993 000 |
442 746 000 |
50 |
221 373 000 |
221 373 000 |
Luxemburg |
Hongarije |
612 612 000 |
1 437 840 000 |
50 |
718 920 000 |
612 612 000 |
|
Malta |
94 154 000 |
132 750 000 |
50 |
66 375 000 |
66 375 000 |
Malta |
Nederland |
3 436 775 000 |
8 302 270 000 |
50 |
4 151 135 000 |
3 436 775 000 |
|
Oostenrijk |
1 867 511 000 |
4 131 641 000 |
50 |
2 065 820 500 |
1 867 511 000 |
|
Polen |
2 664 822 000 |
5 358 014 000 |
50 |
2 679 007 000 |
2 664 822 000 |
|
Portugal |
1 102 521 000 |
2 105 933 000 |
50 |
1 052 966 500 |
1 052 966 500 |
Portugal |
Roemenië |
804 913 000 |
2 266 156 000 |
50 |
1 133 078 000 |
804 913 000 |
|
Slovenië |
236 104 000 |
507 667 000 |
50 |
253 833 500 |
236 104 000 |
|
Slowakije |
363 409 000 |
999 569 000 |
50 |
499 784 500 |
363 409 000 |
|
Finland |
1 051 297 000 |
2 487 111 000 |
50 |
1 243 555 500 |
1 051 297 000 |
|
Zweden |
2 102 533 000 |
4 888 140 000 |
50 |
2 444 070 000 |
2 102 533 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
12 053 669 000 |
25 863 586 000 |
50 |
12 931 793 000 |
12 053 669 000 |
|
Totaal |
73 765 562 000 |
169 880 250 000 |
|
84 940 125 000 |
73 471 339 000 |
|
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
2 064 785 000 |
0,30 |
619 435 500 |
Bulgarije |
294 223 000 |
0,30 |
88 266 900 |
Tsjechië |
954 547 000 |
0,30 |
286 364 100 |
Denemarken |
1 236 816 000 |
0,30 |
371 044 800 |
Duitsland |
15 101 735 000 |
0,15 |
2 265 260 250 |
Estland |
137 193 000 |
0,30 |
41 157 900 |
Ierland |
960 910 000 |
0,30 |
288 273 000 |
Griekenland |
766 480 000 |
0,30 |
229 944 000 |
Spanje |
5 902 319 000 |
0,30 |
1 770 695 700 |
Frankrijk |
11 424 424 000 |
0,30 |
3 427 327 200 |
Kroatië |
275 629 500 |
0,30 |
82 688 850 |
Italië |
7 379 229 000 |
0,30 |
2 213 768 700 |
Cyprus |
109 783 000 |
0,30 |
32 934 900 |
Letland |
127 770 000 |
0,30 |
38 331 000 |
Litouwen |
201 136 000 |
0,30 |
60 340 800 |
Luxemburg |
221 373 000 |
0,30 |
66 411 900 |
Hongarije |
612 612 000 |
0,30 |
183 783 600 |
Malta |
66 375 000 |
0,30 |
19 912 500 |
Nederland |
3 436 775 000 |
0,15 |
515 516 250 |
Oostenrijk |
1 867 511 000 |
0,30 |
560 253 300 |
Polen |
2 664 822 000 |
0,30 |
799 446 600 |
Portugal |
1 052 966 500 |
0,30 |
315 889 950 |
Roemenië |
804 913 000 |
0,30 |
241 473 900 |
Slovenië |
236 104 000 |
0,30 |
70 831 200 |
Slowakije |
363 409 000 |
0,30 |
109 022 700 |
Finland |
1 051 297 000 |
0,30 |
315 389 100 |
Zweden |
2 102 533 000 |
0,15 |
315 379 950 |
Verenigd Koninkrijk |
12 053 669 000 |
0,30 |
3 616 100 700 |
Totaal |
73 471 339 000 |
|
18 945 245 250 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
4 828 731 000 |
|
3 144 099 878 |
Bulgarije |
619 079 000 |
|
403 096 840 |
Tsjechië |
2 157 592 000 |
|
1 404 858 698 |
Denemarken |
3 248 081 000 |
|
2 114 901 633 |
Duitsland |
36 775 058 000 |
|
23 945 101 802 |
Estland |
280 639 000 |
|
182 730 628 |
Ierland |
2 784 713 000 |
|
1 813 191 873 |
Griekenland |
1 973 712 000 |
|
1 285 130 122 |
Spanje |
12 978 152 000 |
|
8 450 378 810 |
Frankrijk |
25 387 121 000 |
|
16 530 149 234 |
Kroatië |
551 259 000 |
|
358 937 649 |
Italië |
18 340 730 000 |
|
11 942 078 976 |
Cyprus |
219 566 000 |
|
142 964 566 |
Letland |
328 766 000 |
0,6511234 (9) |
214 067 245 |
Litouwen |
483 628 000 |
|
314 901 521 |
Luxemburg |
442 746 000 |
|
288 282 293 |
Hongarije |
1 437 840 000 |
|
936 211 309 |
Malta |
132 750 000 |
|
86 436 635 |
Nederland |
8 302 270 000 |
|
5 405 802 497 |
Oostenrijk |
4 131 641 000 |
|
2 690 208 248 |
Polen |
5 358 014 000 |
|
3 488 728 439 |
Portugal |
2 105 933 000 |
|
1 371 222 313 |
Roemenië |
2 266 156 000 |
|
1 475 547 261 |
Slovenië |
507 667 000 |
|
330 553 877 |
Slowakije |
999 569 000 |
|
650 842 793 |
Finland |
2 487 111 000 |
|
1 619 416 238 |
Zweden |
4 888 140 000 |
|
3 182 782 470 |
Verenigd Koninkrijk |
25 863 586 000 |
|
16 840 386 758 |
Totaal |
169 880 250 000 |
|
110 613 010 606 |
TABEL 4
Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)
Lidstaat |
Brutovermindering |
Percentage in de bni-grondslagen |
Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering |
Financiering van de vermindering |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) = (1) + (3) |
België |
|
2,84 |
32 315 590 |
32 315 590 |
Bulgarije |
|
0,36 |
4 143 098 |
4 143 098 |
Tsjechië |
|
1,27 |
14 439 375 |
14 439 375 |
Denemarken |
– 146 333 564 |
1,91 |
21 737 317 |
– 124 596 247 |
Duitsland |
|
21,65 |
246 111 806 |
246 111 806 |
Estland |
|
0,17 |
1 878 136 |
1 878 136 |
Ierland |
|
1,64 |
18 636 293 |
18 636 293 |
Griekenland |
|
1,16 |
13 208 785 |
13 208 785 |
Spanje |
|
7,64 |
86 854 423 |
86 854 423 |
Frankrijk |
|
14,94 |
169 899 670 |
169 899 670 |
Kroatië |
|
0,32 |
3 689 222 |
3 689 222 |
Italië |
|
10,80 |
122 742 708 |
122 742 708 |
Cyprus |
|
0,13 |
1 469 414 |
1 469 414 |
Letland |
|
0,19 |
2 200 219 |
2 200 219 |
Litouwen |
|
0,28 |
3 236 611 |
3 236 611 |
Luxemburg |
|
0,26 |
2 963 014 |
2 963 014 |
Hongarije |
|
0,85 |
9 622 538 |
9 622 538 |
Malta |
|
0,08 |
888 410 |
888 410 |
Nederland |
– 782 321 749 |
4,89 |
55 561 753 |
– 726 759 996 |
Oostenrijk |
|
2,43 |
27 650 415 |
27 650 415 |
Polen |
|
3,15 |
35 857 741 |
35 857 741 |
Portugal |
|
1,24 |
14 093 655 |
14 093 655 |
Roemenië |
|
1,33 |
15 165 924 |
15 165 924 |
Slovenië |
|
0,30 |
3 397 489 |
3 397 489 |
Slowakije |
|
0,59 |
6 689 472 |
6 689 472 |
Finland |
|
1,46 |
16 644 634 |
16 644 634 |
Zweden |
– 208 243 919 |
2,88 |
32 713 177 |
– 175 530 742 |
Verenigd Koninkrijk |
|
15,22 |
173 088 343 |
173 088 343 |
Totaal |
–1 136 899 232 |
100,00 |
1 136 899 232 |
0 |
Bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2019): (a) 2011 EU-27 = 100,0000 / (b) 2013 EU-27 = 102,9958 (c) 2013 EU-28 = 102,9874 / (d) 2020 EU-28 = 112,5551 |
||||
Forfaitair bedrag voor Nederland: in prijzen 2020: 695 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 782 321 749 EUR |
||||
Forfaitair bedrag voor Zweden: in prijzen 2020: 185 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 208 243 919 EUR |
||||
Forfaitair bedrag voor Denemarken: in prijzen 2020: 130 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 146 333 564 EUR |
TABEL 5
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2019 op grond van artikel 4 van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (10) (%) |
Bedrag |
||
|
16,3037 |
|
||
|
7,3015 |
|
||
|
9,0022 |
|
||
|
|
130 008 765 143 |
||
|
|
30 694 725 929 |
||
|
|
99 314 039 214 |
||
|
|
5 900 699 546 |
||
|
|
690 825 371 |
||
|
|
5 209 874 175 |
||
|
|
–44 494 806 |
||
|
|
5 254 368 981 |
TABEL 6
Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –5 254 368 981 EUR (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Percentage in de bni-grondslagen |
Percentage zonder het Verenigd Koninkrijk |
Percentage zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het percentage van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2 |
Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3 |
Financieringssleutel |
Op de correctie toegepaste financieringssleutel |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) = (2) + (4) + (5) |
(7) |
België |
2,84 |
3,35 |
5,37 |
|
1,51 |
4,87 |
255 665 342 |
Bulgarije |
0,36 |
0,43 |
0,69 |
|
0,19 |
0,62 |
32 778 186 |
Tsjechië |
1,27 |
1,50 |
2,40 |
|
0,68 |
2,17 |
114 237 363 |
Denemarken |
1,91 |
2,26 |
3,61 |
|
1,02 |
3,27 |
171 975 150 |
Duitsland |
21,65 |
25,54 |
0,00 |
–19,15 |
0,00 |
6,38 |
335 429 452 |
Estland |
0,17 |
0,19 |
0,31 |
|
0,09 |
0,28 |
14 858 907 |
Ierland |
1,64 |
1,93 |
3,10 |
|
0,87 |
2,81 |
147 441 346 |
Griekenland |
1,16 |
1,37 |
2,19 |
|
0,62 |
1,99 |
104 501 525 |
Spanje |
7,64 |
9,01 |
14,43 |
|
4,07 |
13,08 |
687 150 240 |
Frankrijk |
14,94 |
17,63 |
28,23 |
|
7,95 |
25,58 |
1 344 164 122 |
Kroatië |
0,32 |
0,38 |
0,61 |
|
0,17 |
0,56 |
29 187 341 |
Italië |
10,80 |
12,74 |
20,40 |
|
5,75 |
18,48 |
971 081 015 |
Cyprus |
0,13 |
0,15 |
0,24 |
|
0,07 |
0,22 |
11 625 294 |
Letland |
0,19 |
0,23 |
0,37 |
|
0,10 |
0,33 |
17 407 073 |
Litouwen |
0,28 |
0,34 |
0,54 |
|
0,15 |
0,49 |
25 606 504 |
Luxemburg |
0,26 |
0,31 |
0,49 |
|
0,14 |
0,45 |
23 441 937 |
Hongarije |
0,85 |
1,00 |
1,60 |
|
0,45 |
1,45 |
76 128 874 |
Malta |
0,08 |
0,09 |
0,15 |
|
0,04 |
0,13 |
7 028 674 |
Nederland |
4,89 |
5,76 |
0,00 |
–4,32 |
0,00 |
1,44 |
75 725 942 |
Oostenrijk |
2,43 |
2,87 |
0,00 |
–2,15 |
0,00 |
0,72 |
37 685 164 |
Polen |
3,15 |
3,72 |
5,96 |
|
1,68 |
5,40 |
283 689 127 |
Portugal |
1,24 |
1,46 |
2,34 |
|
0,66 |
2,12 |
111 502 190 |
Roemenië |
1,33 |
1,57 |
2,52 |
|
0,71 |
2,28 |
119 985 468 |
Slovenië |
0,30 |
0,35 |
0,56 |
|
0,16 |
0,51 |
26 879 289 |
Slowakije |
0,59 |
0,69 |
1,11 |
|
0,31 |
1,01 |
52 923 874 |
Finland |
1,46 |
1,73 |
2,77 |
|
0,78 |
2,51 |
131 684 305 |
Zweden |
2,88 |
3,39 |
0,00 |
–2,55 |
0,00 |
0,85 |
44 585 277 |
Verenigd Koninkrijk |
15,22 |
0,00 |
0,00 |
|
0,00 |
0,00 |
0 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–28,17 |
28,17 |
100,00 |
5 254 368 981 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 7
Overzicht van de financiering (14) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
|
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totaal eigen middelen (15) |
|||||||
Nettobijdragen van de suikersector (80 %) |
Nettodouanerechten (80 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (80 %) |
Inningskosten (20 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Vermindering ten voordele van: Denemarken, Nederland en Zweden. |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Percentage (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) + (2) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) = (5) + (6) + (7) + (8) |
(10) |
(11) = (3) + (9) |
België |
p.m. |
2 264 600 000 |
2 264 600 000 |
566 150 000 |
619 435 500 |
3 144 099 878 |
32 315 590 |
255 665 342 |
4 051 516 310 |
3,13 |
6 316 116 310 |
Bulgarije |
p.m. |
113 700 000 |
113 700 000 |
28 425 000 |
88 266 900 |
403 096 840 |
4 143 098 |
32 778 186 |
528 285 024 |
0,41 |
641 985 024 |
Tsjechië |
p.m. |
316 800 000 |
316 800 000 |
79 200 000 |
286 364 100 |
1 404 858 698 |
14 439 375 |
114 237 363 |
1 819 899 536 |
1,40 |
2 136 699 536 |
Denemarken |
p.m. |
372 700 000 |
372 700 000 |
93 175 000 |
371 044 800 |
2 114 901 633 |
– 124 596 247 |
171 975 150 |
2 533 325 336 |
1,96 |
2 906 025 336 |
Duitsland |
p.m. |
4 257 000 000 |
4 257 000 000 |
1 064 250 000 |
2 265 260 250 |
23 945 101 802 |
246 111 806 |
335 429 452 |
26 791 903 310 |
20,68 |
31 048 903 310 |
Estland |
p.m. |
36 900 000 |
36 900 000 |
9 225 000 |
41 157 900 |
182 730 628 |
1 878 136 |
14 858 907 |
240 625 571 |
0,19 |
277 525 571 |
Ierland |
p.m. |
333 400 000 |
333 400 000 |
83 350 000 |
288 273 000 |
1 813 191 873 |
18 636 293 |
147 441 346 |
2 267 542 512 |
1,75 |
2 600 942 512 |
Griekenland |
p.m. |
193 100 000 |
193 100 000 |
48 275 000 |
229 944 000 |
1 285 130 122 |
13 208 785 |
104 501 525 |
1 632 784 432 |
1,26 |
1 825 884 432 |
Spanje |
p.m. |
1 660 500 000 |
1 660 500 000 |
415 125 000 |
1 770 695 700 |
8 450 378 810 |
86 854 423 |
687 150 240 |
10 995 079 173 |
8,49 |
12 655 579 173 |
Frankrijk |
p.m. |
1 823 600 000 |
1 823 600 000 |
455 900 000 |
3 427 327 200 |
16 530 149 234 |
169 899 670 |
1 344 164 122 |
21 471 540 226 |
16,57 |
23 295 140 226 |
Kroatië |
p.m. |
41 300 000 |
41 300 000 |
10 325 000 |
82 688 850 |
358 937 649 |
3 689 222 |
29 187 341 |
474 503 062 |
0,37 |
515 803 062 |
Italië |
p.m. |
1 998 200 000 |
1 998 200 000 |
499 550 000 |
2 213 768 700 |
11 942 078 976 |
122 742 708 |
971 081 015 |
15 249 671 399 |
11,77 |
17 247 871 399 |
Cyprus |
p.m. |
27 100 000 |
27 100 000 |
6 775 000 |
32 934 900 |
142 964 566 |
1 469 414 |
11 625 294 |
188 994 174 |
0,15 |
216 094 174 |
Letland |
p.m. |
47 000 000 |
47 000 000 |
11 750 000 |
38 331 000 |
214 067 245 |
2 200 219 |
17 407 073 |
272 005 537 |
0,21 |
319 005 537 |
Litouwen |
p.m. |
108 500 000 |
108 500 000 |
27 125 000 |
60 340 800 |
314 901 521 |
3 236 611 |
25 606 504 |
404 085 436 |
0,31 |
512 585 436 |
Luxemburg |
p.m. |
16 800 000 |
16 800 000 |
4 200 000 |
66 411 900 |
288 282 293 |
2 963 014 |
23 441 937 |
381 099 144 |
0,29 |
397 899 144 |
Hongarije |
p.m. |
223 900 000 |
223 900 000 |
55 975 000 |
183 783 600 |
936 211 309 |
9 622 538 |
76 128 874 |
1 205 746 321 |
0,93 |
1 429 646 321 |
Malta |
p.m. |
14 700 000 |
14 700 000 |
3 675 000 |
19 912 500 |
86 436 635 |
888 410 |
7 028 674 |
114 266 219 |
0,09 |
128 966 219 |
Nederland |
p.m. |
2 758 500 000 |
2 758 500 000 |
689 625 000 |
515 516 250 |
5 405 802 497 |
– 726 759 996 |
75 725 942 |
5 270 284 693 |
4,07 |
8 028 784 693 |
Oostenrijk |
p.m. |
222 900 000 |
222 900 000 |
55 725 000 |
560 253 300 |
2 690 208 248 |
27 650 415 |
37 685 164 |
3 315 797 127 |
2,56 |
3 538 697 127 |
Polen |
p.m. |
844 800 000 |
844 800 000 |
211 200 000 |
799 446 600 |
3 488 728 439 |
35 857 741 |
283 689 127 |
4 607 721 907 |
3,56 |
5 452 521 907 |
Portugal |
p.m. |
199 900 000 |
199 900 000 |
49 975 000 |
315 889 950 |
1 371 222 313 |
14 093 655 |
111 502 190 |
1 812 708 108 |
1,40 |
2 012 608 108 |
Roemenië |
p.m. |
206 000 000 |
206 000 000 |
51 500 000 |
241 473 900 |
1 475 547 261 |
15 165 924 |
119 985 468 |
1 852 172 553 |
1,43 |
2 058 172 553 |
Slovenië |
p.m. |
90 700 000 |
90 700 000 |
22 675 000 |
70 831 200 |
330 553 877 |
3 397 489 |
26 879 289 |
431 661 855 |
0,33 |
522 361 855 |
Slowakije |
p.m. |
107 700 000 |
107 700 000 |
26 925 000 |
109 022 700 |
650 842 793 |
6 689 472 |
52 923 874 |
819 478 839 |
0,63 |
927 178 839 |
Finland |
p.m. |
163 500 000 |
163 500 000 |
40 875 000 |
315 389 100 |
1 619 416 238 |
16 644 634 |
131 684 305 |
2 083 134 277 |
1,61 |
2 246 634 277 |
Zweden |
p.m. |
538 600 000 |
538 600 000 |
134 650 000 |
315 379 950 |
3 182 782 470 |
– 175 530 742 |
44 585 277 |
3 367 216 955 |
2,60 |
3 905 816 955 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
3 174 500 000 |
3 174 500 000 |
793 625 000 |
3 616 100 700 |
16 840 386 758 |
173 088 343 |
–5 254 368 981 |
15 375 206 820 |
11,87 |
18 549 706 820 |
Totaal |
p.m. |
22 156 900 000 |
22 156 900 000 |
5 539 225 000 |
18 945 245 250 |
110 613 010 606 |
0 |
0 |
129 558 255 856 |
100,00 |
151 715 155 856 |
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
151 637 755 856 |
77 400 000 |
151 715 155 856 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
p.m. |
|
p.m. |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 651 322 700 |
|
1 651 322 700 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
15 050 000 |
|
15 050 000 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE |
130 000 000 |
|
130 000 000 |
7 |
ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN |
115 000 000 |
|
115 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
2 076 361 |
|
2 076 361 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
15 001 000 |
|
15 001 000 |
|
TOTAAL-GENERAAL |
153 566 205 917 |
77 400 000 |
153 643 605 917 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 1 |
||||||||||||||||
1 1 0 |
Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 1 |
Bijdragen in verband met de opslag van suiker |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 3 |
Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 7 |
Productieheffing |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 8 |
Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 9 |
Overschotheffing |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 2 |
||||||||||||||||
1 2 0 |
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
22 156 900 000 |
|
22 156 900 000 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL |
22 156 900 000 |
|
22 156 900 000 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 3 |
||||||||||||||||
1 3 0 |
Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
18 945 245 250 |
|
18 945 245 250 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL |
18 945 245 250 |
|
18 945 245 250 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 4 |
||||||||||||||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
110 535 610 606 |
77 400 000 |
110 613 010 606 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL |
110 535 610 606 |
77 400 000 |
110 613 010 606 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 5 |
||||||||||||||||
1 5 0 |
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 6 |
||||||||||||||||
1 6 0 |
Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
|
Titel 1 — Totaal |
151 637 755 856 |
77 400 000 |
151 715 155 856 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
110 535 610 606 |
77 400 000 |
110 613 010 606 |
Toelichting
De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het voor begrotingsjaar 2020 op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6511 %.
Rechtsgronden
Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
België |
3 141 899 836 |
2 200 042 |
3 144 099 878 |
Bulgarije |
402 814 779 |
282 061 |
403 096 840 |
Tsjechië |
1 403 875 666 |
983 032 |
1 404 858 698 |
Denemarken |
2 113 421 758 |
1 479 875 |
2 114 901 633 |
Duitsland |
23 928 346 533 |
16 755 269 |
23 945 101 802 |
Estland |
182 602 764 |
127 864 |
182 730 628 |
Ierland |
1 811 923 115 |
1 268 758 |
1 813 191 873 |
Griekenland |
1 284 230 869 |
899 253 |
1 285 130 122 |
Spanje |
8 444 465 768 |
5 913 042 |
8 450 378 810 |
Frankrijk |
16 518 582 480 |
11 566 754 |
16 530 149 234 |
Kroatië |
358 686 487 |
251 162 |
358 937 649 |
Italië |
11 933 722 664 |
8 356 312 |
11 942 078 976 |
Cyprus |
142 864 529 |
100 037 |
142 964 566 |
Letland |
213 917 454 |
149 791 |
214 067 245 |
Litouwen |
314 681 173 |
220 348 |
314 901 521 |
Luxemburg |
288 080 571 |
201 722 |
288 282 293 |
Hongarije |
935 556 207 |
655 102 |
936 211 309 |
Malta |
86 376 152 |
60 483 |
86 436 635 |
Nederland |
5 402 019 857 |
3 782 640 |
5 405 802 497 |
Oostenrijk |
2 688 325 810 |
1 882 438 |
2 690 208 248 |
Polen |
3 486 287 247 |
2 441 192 |
3 488 728 439 |
Portugal |
1 370 262 818 |
959 495 |
1 371 222 313 |
Roemenië |
1 474 514 767 |
1 032 494 |
1 475 547 261 |
Slovenië |
330 322 576 |
231 301 |
330 553 877 |
Slowakije |
650 387 374 |
455 419 |
650 842 793 |
Finland |
1 618 283 073 |
1 133 165 |
1 619 416 238 |
Zweden |
3 180 555 360 |
2 227 110 |
3 182 782 470 |
Verenigd Koninkrijk |
16 828 602 919 |
11 783 839 |
16 840 386 758 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
110 535 610 606 |
77 400 000 |
110 613 010 606 |
AFDELING III
COMMISSIE
UITGAVEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
550 910 219 |
1 501 374 219 |
|
|
550 910 219 |
1 501 374 219 |
02 |
INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF |
3 203 612 540 |
2 706 787 634 |
|
|
3 203 612 540 |
2 706 787 634 |
03 |
CONCURRENTIE |
116 380 398 |
116 380 398 |
|
|
116 380 398 |
116 380 398 |
04 |
WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE |
14 881 605 545 |
13 394 134 411 |
|
|
14 881 605 545 |
13 394 134 411 |
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
58 698 932 091 |
57 007 767 922 |
|
|
58 698 932 091 |
57 007 767 922 |
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
4 871 268 495 |
3 065 461 523 |
|
|
4 871 268 495 |
3 065 461 523 |
07 |
MILIEU |
555 989 653 |
410 691 242 |
|
|
555 989 653 |
410 691 242 |
08 |
ONDERZOEK EN INNOVATIE |
7 987 937 964 |
7 093 573 238 |
|
|
7 987 937 964 |
7 093 573 238 |
09 |
COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE |
2 684 291 569 |
2 310 507 713 |
|
|
2 684 291 569 |
2 310 507 713 |
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
452 584 121 |
446 424 944 |
|
|
452 584 121 |
446 424 944 |
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
1 096 734 831 |
904 804 693 |
|
|
1 096 734 831 |
904 804 693 |
Reserves (40 02 41) |
67 843 000 |
64 300 000 |
|
|
67 843 000 |
64 300 000 |
|
|
1 164 577 831 |
969 104 693 |
|
|
1 164 577 831 |
969 104 693 |
|
12 |
FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE |
114 419 241 |
115 165 918 |
|
|
114 419 241 |
115 165 918 |
13 |
REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING |
42 471 510 173 |
36 055 407 098 |
|
|
42 471 510 173 |
36 055 407 098 |
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
177 055 750 |
170 293 750 |
|
|
177 055 750 |
170 293 750 |
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
4 828 897 829 |
4 457 288 075 |
|
|
4 828 897 829 |
4 457 288 075 |
16 |
COMMUNICATIE |
219 381 095 |
216 738 095 |
|
|
219 381 095 |
216 738 095 |
17 |
GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID |
668 839 926 |
625 083 932 |
|
|
668 839 926 |
625 083 932 |
18 |
MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN |
2 677 715 528 |
2 786 600 656 |
350 000 000 |
20 000 000 |
3 027 715 528 |
2 806 600 656 |
Reserves (40 02 41) |
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
2 678 718 528 |
2 787 603 656 |
350 000 000 |
20 000 000 |
3 028 718 528 |
2 807 603 656 |
|
19 |
INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID |
907 036 746 |
808 717 831 |
|
|
907 036 746 |
808 717 831 |
20 |
HANDEL |
119 662 291 |
118 971 291 |
|
|
119 662 291 |
118 971 291 |
21 |
INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING |
3 819 395 952 |
3 320 689 539 |
|
|
3 819 395 952 |
3 320 689 539 |
22 |
NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN |
4 249 309 007 |
3 364 739 705 |
100 000 000 |
15 000 000 |
4 349 309 007 |
3 379 739 705 |
23 |
HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING |
1 325 017 691 |
1 346 881 622 |
115 000 000 |
40 000 000 |
1 440 017 691 |
1 386 881 622 |
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
84 569 600 |
80 879 853 |
|
|
84 569 600 |
80 879 853 |
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
261 638 248 |
262 663 248 |
|
|
261 638 248 |
262 663 248 |
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
1 169 128 790 |
1 168 977 000 |
|
|
1 169 128 790 |
1 168 977 000 |
27 |
BEGROTING |
72 732 451 |
72 732 451 |
|
|
72 732 451 |
72 732 451 |
28 |
AUDIT |
20 254 041 |
20 254 041 |
|
|
20 254 041 |
20 254 041 |
29 |
STATISTIEK |
162 101 479 |
159 101 479 |
|
|
162 101 479 |
159 101 479 |
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
2 133 215 000 |
2 133 215 000 |
|
|
2 133 215 000 |
2 133 215 000 |
31 |
TALENDIENSTEN |
410 651 078 |
410 651 078 |
|
|
410 651 078 |
410 651 078 |
32 |
ENERGIE |
2 399 423 663 |
1 870 314 222 |
|
|
2 399 423 663 |
1 870 314 222 |
33 |
JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN |
282 232 215 |
278 248 093 |
3 300 000 |
3 300 000 |
285 532 215 |
281 548 093 |
34 |
KLIMAATACTIE |
180 975 805 |
114 778 918 |
|
|
180 975 805 |
114 778 918 |
40 |
RESERVES |
537 763 000 |
358 500 000 |
|
|
537 763 000 |
358 500 000 |
|
Totaal |
164 462 020 025 |
149 340 103 832 |
568 300 000 |
78 300 000 |
165 030 320 025 |
149 418 403 832 |
Waarvan reserves (40 02 41) |
68 846 000 |
65 303 000 |
|
|
68 846 000 |
65 303 000 |
TITEL 17
GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
17 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID” |
108 571 029 |
108 571 029 |
|
|
108 571 029 |
108 571 029 |
17 03 |
VOLKSGEZONDHEID |
276 040 189 |
267 080 195 |
3 642 000 |
3 642 000 |
279 682 189 |
270 722 195 |
17 04 |
VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN |
284 228 708 |
249 432 708 |
–3 642 000 |
–3 642 000 |
280 586 708 |
245 790 708 |
|
Titel 17 — Totaal |
668 839 926 |
625 083 932 |
|
|
668 839 926 |
625 083 932 |
HOOFDSTUK 17 03 — VOLKSGEZONDHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
17 03 |
VOLKSGEZONDHEID |
|||||||
17 03 01 |
Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) |
3 |
63 624 000 |
58 100 000 |
|
|
63 624 000 |
58 100 000 |
17 03 10 |
Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding |
3 |
57 179 653 |
57 179 653 |
3 642 000 |
3 642 000 |
60 821 653 |
60 821 653 |
17 03 11 |
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid |
3 |
105 016 536 |
100 970 549 |
|
|
105 016 536 |
100 970 549 |
17 03 12 |
Europees Geneesmiddelenbureau |
|||||||
17 03 12 01 |
Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau |
3 |
34 285 000 |
34 285 000 |
|
|
34 285 000 |
34 285 000 |
17 03 12 02 |
Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen |
3 |
15 715 000 |
15 715 000 |
|
|
15 715 000 |
15 715 000 |
|
Artikel 17 03 12 — Subtotaal |
|
50 000 000 |
50 000 000 |
|
|
50 000 000 |
50 000 000 |
17 03 13 |
Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik |
4 |
220 000 |
220 000 |
|
|
220 000 |
220 000 |
17 03 51 |
Voltooiing van de programma’s op het gebied van de volksgezondheid |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
17 03 77 05 |
Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 08 |
Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 09 |
Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 10 |
Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 11 |
Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 12 |
Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties. |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 13 |
Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 15 |
Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 16 |
Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten |
3 |
p.m. |
399 993 |
|
|
p.m. |
399 993 |
17 03 77 17 |
Proefproject — Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: Eudonorg 2015-2016 |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 18 |
Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 20 |
Proefproject — Opzet van een register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen (PRCM) |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 22 |
Proefproject — MentALLY |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 23 |
Proefproject — Ernstige geestelijke stoornissen en het risico van gewelddadigheid: zorgtrajecten en doeltreffende behandelingsstrategieën |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 24 |
Proefproject — Naar een eerlijker en efficiënter meting van de toegang tot gezondheidszorg in de Unie, met het oog op betere samenwerking en kennisoverdracht |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 25 |
Proefproject — Integrate: ontwikkeling van geïntegreerde strategieën voor de controle en behandeling van chronische en reumatische aandoeningen: de rol van kwaliteitsindicatoren en door patiënten gemelde resultaten naast evaluatie door een arts van het ziekteverloop en de door de ziekte veroorzaakte schade |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 26 |
Proefproject — Cursussen primaire preventie voor meisjes die in gebieden leven met een hoog risico op borstkanker |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 27 |
Proefproject — Herverdeling van voedsel |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 28 |
Proefproject — Rare 2030 — Participatief prognoseonderzoek naar beleidsvorming op het gebied van zeldzame ziekten |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 77 29 |
Proefproject — Vertrouwen van patiënten, gezinnen en gemeenschappen in vaccins |
3 |
p.m. |
210 000 |
|
|
p.m. |
210 000 |
|
Artikel 17 03 77 — Subtotaal |
|
p.m. |
609 993 |
|
|
p.m. |
609 993 |
|
Hoofdstuk 17 03 — Totaal |
|
276 040 189 |
267 080 195 |
3 642 000 |
3 642 000 |
279 682 189 |
270 722 195 |
17 03 10
Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
57 179 653 |
57 179 653 |
3 642 000 |
3 642 000 |
60 821 653 |
60 821 653 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum. Titel 1 betreft de lonen van vast personeel en gedetacheerde deskundigen, de kosten van aanwerving, diensten van uitzendbureaus, personeelsopleiding en dienstreizen. Titel 2 „Uitgaven” betreffen de huur van kantoorruimte voor het Centrum, de inrichting van de kantoren, informatie- en communicatietechnologie, technische installaties, de logistiek en de overige administratieve kosten.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van beleidsuitgaven in verband met de onderstaande doelgebieden:
— |
de surveillance van overdraagbare ziekten in de lidstaten verbeteren; |
— |
de wetenschappelijke ondersteuning door de lidstaten en de Commissie versterken; |
— |
de paraatheid van de Unie te verbeteren met betrekking tot nieuwe bedreigingen door overdraagbare ziekten, met name hepatitis B, met inbegrip van bedreigingen die verband houden met de moedwillige verspreiding van biologische agentia, en ziekten van onbekende oorsprong, en de reactie coördineren; |
— |
de relevante capaciteit in de lidstaten door opleiding versterken; |
— |
informatie uitwisselen en partnerschappen tot stand brengen. |
Dit krediet dient eveneens ter dekking van het onderhoud van een noodfaciliteit („Emergency Operations Centre”) die het Centrum online verbindt met nationale centra voor besmettelijke ziekten en referentielaboratoria in de lidstaten in geval van grote uitbraken van besmettelijke ziekten of andere ziekten van onbekende oorsprong.
Het Centrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.
De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.
De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 62 701 000 EUR. Een bedrag van 1 879 347 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 60 821 653 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).
HOOFDSTUK 17 04 — VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
17 04 |
VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN |
|||||||
17 04 01 |
Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen |
3 |
169 500 000 |
143 880 000 |
–3 642 000 |
–3 642 000 |
165 858 000 |
140 238 000 |
17 04 02 |
De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen |
3 |
30 500 000 |
19 800 000 |
|
|
30 500 000 |
19 800 000 |
17 04 03 |
Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen |
3 |
55 798 000 |
58 193 000 |
|
|
55 798 000 |
58 193 000 |
17 04 04 |
Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid |
3 |
20 000 000 |
20 000 000 |
|
|
20 000 000 |
20 000 000 |
17 04 07 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving |
2 |
6 430 708 |
6 430 708 |
|
|
6 430 708 |
6 430 708 |
17 04 10 |
Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid |
4 |
300 000 |
300 000 |
|
|
300 000 |
300 000 |
17 04 51 |
Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid |
3 |
p.m. |
100 000 |
|
|
p.m. |
100 000 |
17 04 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
17 04 77 03 |
Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 04 77 04 |
Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne” |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 04 77 05 |
Proefproject — Totstandbrenging van een geharmoniseerde interne markt voor varkensvlees dat afkomstig is van varkens die niet chirurgisch gecastreerd zijn |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 04 77 06 |
Proefproject — Milieumonitoring van het gebruik van pesticiden met behulp van honingbijen |
2 |
p.m. |
304 000 |
|
|
p.m. |
304 000 |
17 04 77 07 |
Proefproject — Welzijn van melkvee, inclusief maatregelen ter bescherming van ongespeende melkkalveren en dieren in de laatste levensfase |
2 |
950 000 |
237 500 |
|
|
950 000 |
237 500 |
17 04 77 08 |
Proefproject — Goede praktijken voor de overgang naar systemen voor eierproductie zonder kooien, die meer dierenwelzijn garanderen |
2 |
750 000 |
187 500 |
|
|
750 000 |
187 500 |
|
Artikel 17 04 77 — Subtotaal |
|
1 700 000 |
729 000 |
|
|
1 700 000 |
729 000 |
|
Hoofdstuk 17 04 — Totaal |
|
284 228 708 |
249 432 708 |
–3 642 000 |
–3 642 000 |
280 586 708 |
245 790 708 |
17 04 01
Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
169 500 000 |
143 880 000 |
–3 642 000 |
–3 642 000 |
165 858 000 |
140 238 000 |
Toelichting
Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd. Deze ziekten en infecties zijn meestal op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede aan steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.
Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:
— |
de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer en van verschillende vaccins; |
— |
de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.
Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).
TITEL 18
MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
18 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN” |
75 646 240 |
75 646 240 |
|
|
75 646 240 |
75 646 240 |
18 02 |
INTERNE VEILIGHEID |
1 314 438 016 |
1 438 316 397 |
60 000 000 |
10 000 000 |
1 374 438 016 |
1 448 316 397 |
Reserves (40 02 41) |
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 315 441 016 |
1 439 319 397 |
60 000 000 |
10 000 000 |
1 375 441 016 |
1 449 319 397 |
|
18 03 |
ASIEL EN MIGRATIE |
1 054 517 703 |
1 058 431 663 |
290 000 000 |
10 000 000 |
1 344 517 703 |
1 068 431 663 |
18 04 |
BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP |
28 344 000 |
27 030 751 |
|
|
28 344 000 |
27 030 751 |
18 05 |
HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID |
185 504 220 |
168 609 256 |
|
|
185 504 220 |
168 609 256 |
18 06 |
ANTIDRUGSBELEID |
19 265 349 |
18 566 349 |
|
|
19 265 349 |
18 566 349 |
18 07 |
INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Titel 18 — Totaal |
2 677 715 528 |
2 786 600 656 |
350 000 000 |
20 000 000 |
3 027 715 528 |
2 806 600 656 |
Reserves (40 02 41) |
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
2 678 718 528 |
2 787 603 656 |
350 000 000 |
20 000 000 |
3 028 718 528 |
2 807 603 656 |
HOOFDSTUK 18 02 — INTERNE VEILIGHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 02 |
INTERNE VEILIGHEID |
|||||||
18 02 01 |
Fonds voor interne veiligheid |
|||||||
18 02 01 01 |
Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken |
3 |
287 071 440 |
468 544 124 |
50 000 000 |
|
337 071 440 |
468 544 124 |
18 02 01 02 |
Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises |
3 |
191 297 628 |
190 358 325 |
|
|
191 297 628 |
190 358 325 |
18 02 01 03 |
Instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) en een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) |
3 |
20 000 000 |
9 000 000 |
|
|
20 000 000 |
9 000 000 |
|
Artikel 18 02 01 — Subtotaal |
|
498 369 068 |
667 902 449 |
50 000 000 |
|
548 369 068 |
667 902 449 |
18 02 02 |
Schengenfaciliteit voor Kroatië |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 03 |
Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) |
3 |
411 821 029 |
411 821 029 |
10 000 000 |
10 000 000 |
421 821 029 |
421 821 029 |
18 02 04 |
Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) |
3 |
152 964 760 |
152 964 760 |
|
|
152 964 760 |
152 964 760 |
18 02 05 |
Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) |
3 |
10 084 425 |
10 084 425 |
|
|
10 084 425 |
10 084 425 |
18 02 07 |
Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”) |
3 |
239 198 734 |
195 043 734 |
|
|
239 198 734 |
195 043 734 |
Reserves (40 02 41) |
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
|
240 201 734 |
196 046 734 |
|
|
240 201 734 |
196 046 734 |
|
18 02 08 |
Schengeninformatiesysteem (SIS II) |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 09 |
Visuminformatiesysteem (VIS) |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 51 |
Voltooiing van operaties en programma’s op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
18 02 77 01 |
Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 77 02 |
Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico’s van sportweddenschappen |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 77 04 |
Voorbereidende actie — Door de EU gecoördineerde monitoring van het darknet ter bestrijding van criminele activiteiten |
3 |
2 000 000 |
500 000 |
|
|
2 000 000 |
500 000 |
|
Artikel 18 02 77 — Subtotaal |
|
2 000 000 |
500 000 |
|
|
2 000 000 |
500 000 |
|
Hoofdstuk 18 02 — Totaal |
|
1 314 438 016 |
1 438 316 397 |
60 000 000 |
10 000 000 |
1 374 438 016 |
1 448 316 397 |
Reserves (40 02 41) |
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
|
1 315 441 016 |
1 439 319 397 |
60 000 000 |
10 000 000 |
1 375 441 016 |
1 449 319 397 |
18 02 01
Fonds voor interne veiligheid
18 02 01 01
Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
287 071 440 |
468 544 124 |
50 000 000 |
|
337 071 440 |
468 544 124 |
Toelichting
Het Fonds voor interne veiligheid draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:
— |
het ondersteunen van een gemeenschappelijk visumbeleid om legaal reizen te vergemakkelijken, het zorgen voor een kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan visumaanvragers, het garanderen dat onderdanen van derde landen gelijk worden behandeld en het tegengaan van illegale migratie; |
— |
het ondersteunen van geïntegreerd grensbeheer, met inbegrip van de bevordering van verdere harmonisatie van maatregelen betreffende het grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie en door middel van het delen van informatie tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en Frontex, om ervoor te zorgen dat enerzijds de buitengrenzen in hoge mate en op uniforme wijze worden gecontroleerd en beschermd, onder meer door het tegengaan van illegale immigratie, en anderzijds de overschrijding van de buitengrenzen vlot verloopt overeenkomstig het Schengenacquis, waarbij wordt gewaarborgd dat personen die internationale bescherming behoeven, deze krijgen, in overeenstemming met de verplichtingen van de lidstaten op het gebied van mensenrechten, met inbegrip van het beginsel van niet-uitzetting en met de nodige aandacht voor de specifieke kenmerken van de personen in kwestie en voor het genderperspectief. |
Dit krediet is bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen in of van de lidstaten, en met name het volgende:
— |
infrastructuur, gebouwen en systemen voor grensdoorlaatposten en voor toezicht tussen de grensdoorlaatposten om onrechtmatige grensoverschrijdingen, illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen en aan te pakken alsook om reizigersstromen soepel te laten verlopen; |
— |
uitrusting, transportmiddelen en communicatiesystemen die nodig zijn voor een doeltreffende en veilige grenscontrole en het opsporen van personen; |
— |
IT- en communicatiesystemen voor het doeltreffend beheren van migratiestromen over de grenzen, met inbegrip van investeringen in bestaande en toekomstige systemen; |
— |
infrastructuur, gebouwen, communicatie- en IT-systemen en uitrusting voor het verwerken van visumaanvragen en consulaire samenwerking, evenals andere acties gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening aan de visumaanvragers; |
— |
opleiding inzake het gebruik van die uitrusting en die systemen en de bevordering van normen voor kwaliteitsbeheer en opleiding van grenswachters, indien nodig ook in derde landen, met betrekking tot de uitvoering van hun toezichthoudende, adviserende en controletaken met betrekking tot het internationaal recht inzake de mensenrechten, met inachtneming van een gendergevoelige benadering en met inbegrip van de identificatie van slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel; |
— |
detachering van verbindingsfunctionarissen voor immigratie en dossieradviseurs naar derde landen en de uitwisseling en detachering van grenswachters tussen lidstaten of tussen lidstaten en een derde land; |
— |
studies, opleiding, proefprojecten en andere acties die bijdragen tot de geleidelijke totstandkoming van een geïntegreerd systeem voor het beheer van de buitengrenzen als bedoeld in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 515/2014, met inbegrip van acties die erop zijn gericht de samenwerking van instanties binnen een lidstaat of van verschillende lidstaten te bevorderen, en acties in verband met de interoperabiliteit en harmonisatie van grensbeheersystemen; |
— |
studies, proefprojecten en acties met het oog op de uitvoering van de aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie. |
Dit krediet is tevens bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:
— |
informatiesystemen, middelen of uitrusting voor het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten en derde landen; |
— |
acties met betrekking tot operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen, met inbegrip van gezamenlijke operaties; |
— |
projecten in derde landen die gericht zijn op het verbeteren van bewakingssystemen om de samenwerking met Eurosur te waarborgen; |
— |
studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor het verstrekken van concrete technische en operationele expertise aan derde landen; |
— |
studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor de uitvoering van specifieke aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie in derde landen. |
Dit krediet dient tevens ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en aanvullende kosten die voortvloeien uit de toepassing van de regeling betreffende het doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).
Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten die acties met name strekken tot:
— |
facilitering van voorbereidende, toezicht-, administratieve en technische activiteiten die vereist zijn voor de uitvoering van het buitengrenzen- en visumbeleid, onder meer ter versterking van de governance van de Schengenruimte door ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het evaluatiemechanisme dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27), voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en de Schengengrenscode, met name dienstreisuitgaven voor deskundigen van de Commissie en de lidstaten die deelnemen aan bezoeken ter plaatse; |
— |
verbetering van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten en derde landen door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid; |
— |
ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen, waaronder gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, en methoden en gemeenschappelijke indicatoren, met naar gender uitgesplitste gegevens; |
— |
ondersteuning van en toezicht op de uitvoering van het recht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten en beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan, mede met betrekking tot de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, voor wat betreft het toepassingsgebied van dit instrument; |
— |
bevordering van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van beste praktijken en innovatieve benaderingen onder verschillende belanghebbenden op Europees niveau; |
— |
bevordering van projecten die zijn gericht op harmonisering en interoperabiliteit van maatregelen in verband met grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie met het oog op de ontwikkeling van een geïntegreerd Europees systeem van het beheer van de grenzen; |
— |
vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij de belanghebbenden en het algemene publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie; |
— |
vergroting van de capaciteit van Europese netwerken om het beleid en de doelstellingen van de Unie te beoordelen, te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen; |
— |
ondersteuning van bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden en/of technologieën worden ontwikkeld die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van onderzoeksprojecten; |
— |
ondersteuning van acties in of met betrekking tot derde landen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1053/2013; |
— |
uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken. |
Dit krediet dient tevens ter dekking van financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen een situatie van dringende en uitzonderlijke druk waarbij een groot of onevenredig aantal onderdanen van derde landen de buitengrens van een of meer lidstaten oversteken of verwacht worden over te steken.
Dit krediet dient ter vergoeding van de kosten die de deskundigen van de Commissie en de lidstaten maken voor de evaluaties ter plaatse (reis- en verblijfskosten) ter controle van de toepassing van het Schengenacquis. Bij deze kosten komen nog de kosten van benodigdheden en materieel die nodig zijn voor de evaluaties ter plaatse en voor de voorbereiding en de follow-up daarvan.
Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein in het kader van de overeenkomsten inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.
Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 31 495 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).
Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).
Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).
Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).
Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1).
Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).
Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).
Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22 mei 2019, blz. 27).
Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
Verordening (EU) 2019/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de oprichting van een Europees netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 88).
Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).
18 02 03
Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
411 821 029 |
411 821 029 |
10 000 000 |
10 000 000 |
421 821 029 |
421 821 029 |
Toelichting
Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).
Frontex moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.
De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.
De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.
De personeelsformatie van Frontex is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
De bijdrage van de Unie voor 2020bedraagt in totaal 438 160 041'EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 16 339 012 EUR is een bedrag van 421 821 029 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 656/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van regels voor de bewaking van de zeebuitengrenzen in het kader van de operationele samenwerking gecoördineerd door het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 93).
Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22 mei 2019, blz. 27).
Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).
HOOFDSTUK 18 03 — ASIEL EN MIGRATIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 03 |
ASIEL EN MIGRATIE |
|||||||
18 03 01 |
Fonds voor asiel, migratie en integratie |
|||||||
18 03 01 01 |
Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten |
3 |
589 841 729 |
622 469 782 |
280 000 000 |
|
869 841 729 |
622 469 782 |
18 03 01 02 |
Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën |
3 |
356 348 555 |
327 634 462 |
|
|
356 348 555 |
327 634 462 |
|
Artikel 18 03 01 — Subtotaal |
|
946 190 284 |
950 104 244 |
280 000 000 |
|
1 226 190 284 |
950 104 244 |
18 03 02 |
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) |
3 |
108 327 419 |
108 327 419 |
10 000 000 |
10 000 000 |
118 327 419 |
118 327 419 |
18 03 03 |
Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac) |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 51 |
Voltooiing van operaties en programma’s op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
18 03 77 04 |
Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 77 05 |
Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 77 06 |
Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 77 07 |
Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 77 08 |
Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 77 09 |
Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 77 12 |
Voorbereidende actie — Zorgdienst ter ondersteuning van niet-begeleide minderjarige migranten in Europa |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 18 03 77 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 18 03 — Totaal |
|
1 054 517 703 |
1 058 431 663 |
290 000 000 |
10 000 000 |
1 344 517 703 |
1 068 431 663 |
18 03 01
Fonds voor asiel, migratie en integratie
18 03 01 01
Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
589 841 729 |
622 469 782 |
280 000 000 |
|
869 841 729 |
622 469 782 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de versterking en ontwikkeling van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie daarvan, en de bevordering van solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, waaronder via praktische samenwerking.
Wat het gemeenschappelijk Europees asielstelsel betreft, is dit krediet bestemd voor acties met betrekking tot asielstelsels en opvangvoorzieningen en acties ter versterking van de capaciteit van de lidstaten om asielbeleid en -procedures te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de specifieke situatie van kwetsbare vrouwen, met name vrouwen met kinderen en niet-begeleide minderjarigen, in het bijzonder meisjes, alsmede aan de noodzaak om religieus, etnisch of gendergerelateerd geweld in opvang- en asielcentra te voorkomen.
Dit krediet is ook bestemd voor acties met betrekking tot de hervestiging, het overbrengen van personen die internationale bescherming aanvragen en personen die internationale bescherming genieten en andere ad-hoctoelating op humanitaire gronden.
Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:
— |
het bevorderen van de samenwerking op Unieniveau bij de uitvoering van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van asiel, met name wat betreft genderbewuste opvangcentra, de hervestiging en de overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en/of personen die internationale bescherming genieten, van één lidstaat naar een andere, onder meer via netwerking en informatie-uitwisseling, met inbegrip van steun bij aankomst en coördinatieactiviteiten ter bevordering van hervestiging in de plaatselijke gemeenschappen die de hervestigde personen moeten opvangen; |
— |
het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen; |
— |
studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van asiel en het desbetreffende Unierecht, verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie; |
— |
de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van asiel, met inbegrip van naar gender en leeftijd opgesplitste gegevens; |
— |
voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het asielbeleid; |
— |
samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma’s; |
— |
uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken. |
Dit krediet is ook bestemd voor dringende en specifieke behoeften in noodsituaties.
Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.
Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 8 000 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).
Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).
Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146).
Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80).
Besluit (EU) 2016/1754 van de Raad van 29 september 2016 tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 268 van 1.10.2016, blz. 82).
Referentiebesluiten
Aanbeveling van de Commissie van 11 januari 2016 inzake een vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden met Turkije (C(2015) 9490 final).
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (COM(2016) 270 final).
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Uniekader voor hervestiging en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 468 final).
18 03 02
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
108 327 419 |
108 327 419 |
10 000 000 |
10 000 000 |
118 327 419 |
118 327 419 |
Toelichting
Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Bureau (titel 3).
Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.
De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.
Eventuele in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten opgenomen ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.
De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 124 073 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 5 745 581 EUR is een bedrag van 118 327 419 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).
Referentiebesluiten
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2016) 271 final).
Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2018) 633 final).
TITEL 22
NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
22 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN” |
173 311 741 |
173 311 741 |
|
|
173 311 741 |
173 311 741 |
22 02 |
UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE |
1 376 821 144 |
1 224 777 074 |
100 000 000 |
15 000 000 |
1 476 821 144 |
1 239 777 074 |
22 04 |
EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI) |
2 699 176 122 |
1 966 650 890 |
|
|
2 699 176 122 |
1 966 650 890 |
|
Titel 22 — Totaal |
4 249 309 007 |
3 364 739 705 |
100 000 000 |
15 000 000 |
4 349 309 007 |
3 379 739 705 |
HOOFDSTUK 22 02 — UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
22 02 |
UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE |
|||||||
22 02 01 |
Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (16), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië |
|||||||
22 02 01 01 |
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
189 267 000 |
212 302 068 |
|
|
189 267 000 |
212 302 068 |
22 02 01 02 |
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
396 900 044 |
199 087 189 |
100 000 000 |
15 000 000 |
496 900 044 |
214 087 189 |
|
Artikel 22 02 01 — Subtotaal |
|
586 167 044 |
411 389 257 |
100 000 000 |
15 000 000 |
686 167 044 |
426 389 257 |
22 02 02 |
Steun voor IJsland |
|||||||
22 02 02 01 |
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 02 02 |
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 22 02 02 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 03 |
Steun voor Turkije |
|||||||
22 02 03 01 |
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
150 000 000 |
48 772 300 |
|
|
150 000 000 |
48 772 300 |
22 02 03 02 |
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
398 786 099 |
|
|
p.m. |
398 786 099 |
|
Artikel 22 02 03 — Subtotaal |
|
150 000 000 |
447 558 399 |
|
|
150 000 000 |
447 558 399 |
22 02 04 |
Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s) |
|||||||
22 02 04 01 |
Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking |
4 |
603 637 000 |
304 788 952 |
|
|
603 637 000 |
304 788 952 |
22 02 04 02 |
Erasmus+ — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) |
4 |
32 365 000 |
25 325 250 |
|
|
32 365 000 |
25 325 250 |
22 02 04 03 |
Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa |
4 |
4 652 100 |
4 652 100 |
|
|
4 652 100 |
4 652 100 |
|
Artikel 22 02 04 — Subtotaal |
|
640 654 100 |
334 766 302 |
|
|
640 654 100 |
334 766 302 |
22 02 51 |
Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014) |
4 |
p.m. |
31 063 116 |
|
|
p.m. |
31 063 116 |
22 02 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
22 02 77 01 |
Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 77 02 |
Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 77 03 |
Voorbereidende actie — Verbetering van de regionale samenwerking met betrekking tot vermisten na de conflicten in voormalig Joegoslavië |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 22 02 77 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 22 02 — Totaal |
|
1 376 821 144 |
1 224 777 074 |
100 000 000 |
15 000 000 |
1 476 821 144 |
1 239 777 074 |
22 02 01
Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (17), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië
22 02 01 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
396 900 044 |
199 087 189 |
100 000 000 |
15 000 000 |
496 900 044 |
214 087 189 |
Toelichting
In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:
— |
steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei; |
— |
versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. |
Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de uitdagingen waar mensen, waaronder Roma, die naar de Westelijke Balkan terugkeren, voor komen te staan, zowel in de lidstaten van vertrek als in de landen van oorsprong in de Westelijke Balkan waar zij weer naar terugkeren.
Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.
Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).
TITEL 23
HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
23 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING” |
53 528 912 |
53 528 912 |
|
|
53 528 912 |
53 528 912 |
23 02 |
HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID |
1 092 234 779 |
1 197 700 000 |
|
|
1 092 234 779 |
1 197 700 000 |
23 03 |
HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING |
159 899 000 |
78 067 750 |
115 000 000 |
40 000 000 |
274 899 000 |
118 067 750 |
23 04 |
HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP |
19 355 000 |
17 584 960 |
|
|
19 355 000 |
17 584 960 |
|
Titel 23 — Totaal |
1 325 017 691 |
1 346 881 622 |
115 000 000 |
40 000 000 |
1 440 017 691 |
1 386 881 622 |
HOOFDSTUK 23 03 — HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
23 03 |
HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING |
|||||||
23 03 01 |
Rampenpreventie en rampenparaatheid |
|||||||
23 03 01 01 |
Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie |
3 |
122 788 000 |
48 000 000 |
70 000 000 |
40 000 000 |
192 788 000 |
88 000 000 |
23 03 01 02 |
Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen |
4 |
6 029 000 |
5 206 250 |
|
|
6 029 000 |
5 206 250 |
23 03 01 03 |
Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM) |
3 |
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
Artikel 23 03 01 — Subtotaal |
|
130 817 000 |
55 206 250 |
70 000 000 |
40 000 000 |
200 817 000 |
95 206 250 |
23 03 02 |
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen |
|||||||
23 03 02 01 |
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie |
3 |
16 382 000 |
12 000 000 |
|
|
16 382 000 |
12 000 000 |
23 03 02 02 |
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen |
4 |
12 700 000 |
10 500 000 |
45 000 000 |
|
57 700 000 |
10 500 000 |
|
Artikel 23 03 02 — Subtotaal |
|
29 082 000 |
22 500 000 |
45 000 000 |
|
74 082 000 |
22 500 000 |
23 03 51 |
Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014) |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
23 03 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
23 03 77 03 |
Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
23 03 77 04 |
Voorbereidende actie — Netwerk van Europese platforms voor civiele bescherming en crisisbeheersing |
4 |
p.m. |
361 500 |
|
|
p.m. |
361 500 |
|
Artikel 23 03 77 — Subtotaal |
|
p.m. |
361 500 |
|
|
p.m. |
361 500 |
|
Hoofdstuk 23 03 — Totaal |
|
159 899 000 |
78 067 750 |
115 000 000 |
40 000 000 |
274 899 000 |
118 067 750 |
23 03 01
Rampenpreventie en rampenparaatheid
23 03 01 01
Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
122 788 000 |
48 000 000 |
70 000 000 |
40 000 000 |
192 788 000 |
88 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend binnen de Unie. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.
Het dekt met name:
— |
acties op het gebied van preventie ter ondersteuning en bevordering van de risicobeoordelings- en -inventarisatie-activiteiten van de lidstaten via het uitwisselen van goede praktijken en het verzamelen en verspreiden van informatie van de lidstaten over risicobeoordelingsactiviteiten, onder meer door intercollegiale toetsing; |
— |
het creëren van een Europese responscapaciteit voor noodsituaties, een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld; |
— |
de ontwikkeling en het beheer van een certificatie- en registratieproces voor de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”. Dit impliceert tevens de ontwikkeling van capaciteitsdoelstellingen en kwaliteitsnormen; |
— |
de identificatie van belangrijke tekortkomingen inzake responscapaciteit in de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”, en steun voor de ontwikkeling van de vereiste capaciteiten; |
— |
de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning; |
— |
de ontwikkeling en het onderhoud van een netwerk van opgeleide deskundigen uit de lidstaten om op centraal niveau te helpen met het toezicht, en de informatie- en coördinatietaken van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC); |
— |
een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming; |
— |
een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur; |
— |
het beheer van een opleidingsnetwerk van opleidingscentra voor personeel van civiele bescherming en beheer van noodsituaties en andere relevante actoren met het oog op sturing in verband met opleiding voor civiele bescherming in de Unie en op internationaal niveau; |
— |
het beheer van een programma met oefeningen, onder meer oefeningen op coördinatiecentrumniveau, oefeningen op grote schaal en oefeningen voor modules van civiele bescherming voor het beproeven van de interoperabiliteit, de opleiding van ambtenaren voor civiele bescherming en een gemeenschappelijke interventiecultuur; |
— |
de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen; |
— |
informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem Cecis ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen; |
— |
onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 4 van Besluit nr. 1313/2013/EU, met inbegrip van steun ter verbetering van de interoperabiliteit; |
— |
onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en vroegewaarschuwingssystemen; |
— |
de studie en ontwikkeling van scenario’s, het in kaart brengen en plannen voor de ontwikkeling van responscapaciteit; |
— |
workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario’s en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw, demonstratieprojecten, overdracht van technologie, bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, controle en evaluatie; |
— |
andere ondersteunende en aanvullende acties die noodzakelijk zijn in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voor het bereiken van een hoog beschermingsniveau tegen rampen en een grotere rampenparaatheid van de Unie; |
— |
uitgaven voor audits en evaluaties, zoals neergelegd in het Uniemechanisme voor civiele bescherming. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).
23 03 02
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen
23 03 02 02
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
12 700 000 |
10 500 000 |
45 000 000 |
|
57 700 000 |
10 500 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming in derde landen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:
— |
het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen en de Europese bijstand in derde landen bij rampen te bevorderen; |
— |
de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen; |
— |
de verlening van civielebeschermingshulp van de Unie bij rampen — inclusief het verstrekken van relevante informatie over transportmiddelen — en daarmee samenhangende logistieke ondersteuning; |
— |
de verlening, op verzoek van de consulaire autoriteiten van de lidstaten, van consulaire steun aan de burgers van de Unie die zich in derde landen in een ernstige noodsituatie op het gebied van civielebeschermingsacties bevinden; |
— |
eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze. |
De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en hun uitvoerende instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers en individuele organisaties of operatoren (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.
Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).
TITEL 33
JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
33 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN” |
57 636 102 |
57 636 102 |
|
|
57 636 102 |
57 636 102 |
33 02 |
RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP |
103 629 617 |
104 020 617 |
|
|
103 629 617 |
104 020 617 |
33 03 |
JUSTITIE |
93 066 496 |
90 736 374 |
3 300 000 |
3 300 000 |
96 366 496 |
94 036 374 |
33 04 |
MEERJARIG CONSUMENTENPROGRAMMA |
27 900 000 |
25 855 000 |
|
|
27 900 000 |
25 855 000 |
|
Titel 33 — Totaal |
282 232 215 |
278 248 093 |
3 300 000 |
3 300 000 |
285 532 215 |
281 548 093 |
HOOFDSTUK 33 03 — JUSTITIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
33 03 |
JUSTITIE |
|||||||
33 03 01 |
Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen |
3 |
33 743 000 |
27 600 000 |
|
|
33 743 000 |
27 600 000 |
33 03 02 |
Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken |
3 |
8 861 000 |
12 000 000 |
|
|
8 861 000 |
12 000 000 |
33 03 04 |
Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) |
3 |
41 340 496 |
41 187 174 |
|
|
41 340 496 |
41 187 174 |
33 03 05 |
Europees Openbaar Ministerie (EOM) |
3 |
8 372 000 |
8 372 000 |
3 300 000 |
3 300 000 |
11 672 000 |
11 672 000 |
33 03 51 |
Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
33 03 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
33 03 77 04 |
Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
33 03 77 05 |
Proefproject — Brievenbusmaatschappijen |
3 |
p.m. |
89 700 |
|
|
p.m. |
89 700 |
33 03 77 06 |
Voorbereidende actie — Uniefonds voor financiële steun voor rechtszaken van gevallen die verband houden met schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten |
3 |
p.m. |
300 000 |
|
|
p.m. |
300 000 |
33 03 77 07 |
Proefproject — Coördinatiecentrum voor bijstand aan slachtoffers van terrorisme |
3 |
p.m. |
500 000 |
|
|
p.m. |
500 000 |
33 03 77 08 |
Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van witwasserij en financiële criminaliteit |
1.1 |
750 000 |
687 500 |
|
|
750 000 |
687 500 |
|
Artikel 33 03 77 — Subtotaal |
|
750 000 |
1 577 200 |
|
|
750 000 |
1 577 200 |
|
Hoofdstuk 33 03 — Totaal |
|
93 066 496 |
90 736 374 |
3 300 000 |
3 300 000 |
96 366 496 |
94 036 374 |
33 03 05
Europees Openbaar Ministerie (EOM)
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
8 372 000 |
8 372 000 |
3 300 000 |
3 300 000 |
11 672 000 |
11 672 000 |
Toelichting
Het EOM is opgericht bij Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.
Het EOM is belast met het instellen van onderzoek naar, het vervolgen en het voor de rechter brengen van daders van, en medeplichtigen aan, strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29) schaden, en bepaald in Verordening (EU) 2017/1939. Met betrekking daartoe stelt het EOM onderzoeken in, verricht het strafvervolgingshandelingen en treedt het op als openbaar aanklager bij de bevoegde rechtbanken van de lidstaten, totdat de zaak definitief is afgedaan.
Dit krediet zal hoofdzakelijk dienen ter dekking van de volgende uitgaven van het EOM in 2020: uitgaven voor aanwerving en personeel, uitgaven voor gebouwen, infrastructuur en informatietechnologie (titels 1 en 2), operationele uitgaven in verband met de ontwikkeling en initiële uitrol van het casemanagementsysteem van het EOM (titel 3), uitgaven voor het IT-platform voor uitwisseling tussen het Centraal Europees Openbaar Ministerie, de gedelegeerd Europese aanklagers en andere gerechtelijke en rechtshandhavingsautoriteiten in de lidstaten, dat een essentieel element is voor de instelling en goede werking van het EOM.
Het EOM stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.
De personeelsformatie van het EOM is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 11 672 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie („EOM”) (PB L 283 van 31 oktober 2017, blz. 1).
PERSONEEL
Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid
Gedecentraliseerde agentschappen
Europees Openbaar Ministerie (EPPO)
Functiegroep en rang |
|
|||||
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Begroting 2020 (met inbegrip van Gewijzigde begroting nr. 1/2020) |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
|
AD 16 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AD 15 |
— |
1 |
— |
— |
— |
1 |
AD 14 |
— |
— |
— |
1 |
— |
1 |
AD 13 |
— |
22 |
— |
— |
— |
22 |
AD 12 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AD 11 |
— |
1 |
— |
— |
— |
1 |
AD 10 |
— |
2 |
— |
1 |
— |
3 |
AD 9 |
— |
2 |
— |
1 |
— |
3 |
AD 8 |
— |
2 |
— |
— |
— |
2 |
AD 7 |
2 |
5 |
— |
2 |
2 |
7 |
AD 6 |
— |
1 |
— |
2 |
— |
3 |
AD 5 |
— |
1 |
— |
— |
— |
1 |
Subtotaal AD |
2 |
37 |
— |
7 |
2 |
44 |
AST 11 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 10 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 9 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 8 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 7 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 6 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 5 |
— |
3 |
— |
1 |
— |
4 |
AST 4 |
2 |
— |
— |
— |
2 |
— |
AST 3 |
— |
3 |
— |
— |
— |
3 |
AST 2 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 1 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
Subtotaal AST |
2 |
6 |
— |
1 |
2 |
7 |
AST/SC 6 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST/SC 5 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST/SC 4 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST/SC 3 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST/SC 2 |
— |
— |
— |
3 |
— |
3 |
AST/SC 1 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
Subtotaal AST/SC |
— |
— |
— |
3 |
— |
3 |
Totaal |
4 |
43 |
— |
11 |
4 |
54 |
Totaal |
47 |
11 |
58 |
AFDELING V
REKENKAMER
ONTVANGSTEN
Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2020
Omschrijving |
Bedrag |
Uitgaven |
153 137 000 |
Eigen inkomsten |
–22 380 000 |
Te ontvangen bijdrage |
130 757 000 |
UITGAVEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
1 |
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
|||
1 0 |
LEDEN VAN DE INSTELLING |
11 751 000 |
|
11 751 000 |
1 2 |
AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN |
111 860 000 |
|
111 860 000 |
1 4 |
ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN |
7 403 000 |
|
7 403 000 |
1 6 |
OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
6 315 000 |
|
6 315 000 |
|
Titel 1 — Totaal |
137 329 000 |
|
137 329 000 |
2 |
GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN |
|||
2 0 |
GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN |
3 255 000 |
|
3 255 000 |
2 1 |
GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD |
8 681 000 |
|
8 681 000 |
2 3 |
LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN |
563 000 |
|
563 000 |
2 5 |
VERGADERINGEN EN CONFERENTIES |
696 000 |
|
696 000 |
2 7 |
INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING |
2 613 000 |
– 900 000 |
1 713 000 |
|
Titel 2 — Totaal |
15 808 000 |
– 900 000 |
14 908 000 |
10 |
OVERIGE UITGAVEN |
|||
10 0 |
VOORZIENINGEN |
p.m. |
|
p.m. |
10 1 |
RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 10 — Totaal |
p.m. |
|
p.m. |
|
TOTAAL-GENERAAL |
153 137 000 |
– 900 000 |
152 237 000 |
TITEL 2
GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
||||||||||
HOOFDSTUK 2 0 |
||||||||||||||
2 0 0 |
Gebouwen |
|||||||||||||
2 0 0 0 |
Huur |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
100 000 |
|
100 000 |
|||||||||||
2 0 0 1 |
Huurkoop |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
|
p.m. |
|||||||||||
2 0 0 3 |
Verwerving van onroerende goederen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
|
p.m. |
|||||||||||
2 0 0 5 |
Oprichting van gebouwen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
|
p.m. |
|||||||||||
2 0 0 7 |
Inrichting van dienstruimten |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
220 000 |
|
220 000 |
|||||||||||
2 0 0 8 |
Studies en technische bijstand bij bouwprojecten |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
210 000 |
|
210 000 |
|||||||||||
|
Artikel 2 0 0 — Totaal |
530 000 |
|
530 000 |
||||||||||
2 0 2 |
Uitgaven in verband met de gebouwen |
|||||||||||||
2 0 2 2 |
Schoonmaak en onderhoud |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 571 000 |
|
1 571 000 |
|||||||||||
2 0 2 4 |
Energieverbruik |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
850 000 |
|
850 000 |
|||||||||||
2 0 2 6 |
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
168 000 |
|
168 000 |
|||||||||||
2 0 2 8 |
Verzekeringen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
96 000 |
|
96 000 |
|||||||||||
2 0 2 9 |
Overige uitgaven in verband met de gebouwen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
40 000 |
|
40 000 |
|||||||||||
|
Artikel 2 0 2 — Totaal |
2 725 000 |
|
2 725 000 |
||||||||||
|
HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL |
3 255 000 |
|
3 255 000 |
||||||||||
HOOFDSTUK 2 1 |
||||||||||||||
2 1 0 |
Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met gegevensverwerking en telecommunicatie |
|||||||||||||
2 1 0 0 |
Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 378 000 |
|
2 378 000 |
|||||||||||
2 1 0 2 |
Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
5 000 000 |
|
5 000 000 |
|||||||||||
2 1 0 3 |
Telecommunicatie |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
340 000 |
|
340 000 |
|||||||||||
|
Artikel 2 1 0 — Totaal |
7 718 000 |
|
7 718 000 |
||||||||||
2 1 2 |
Meubilair |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
100 000 |
|
100 000 |
|||||||||||
2 1 4 |
Technisch materieel en installaties |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
300 000 |
|
300 000 |
|||||||||||
2 1 6 |
Voertuigen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
563 000 |
|
563 000 |
|||||||||||
|
HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL |
8 681 000 |
|
8 681 000 |
||||||||||
HOOFDSTUK 2 3 |
||||||||||||||
2 3 0 |
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
80 000 |
|
80 000 |
|||||||||||
2 3 1 |
Financiële kosten |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
15 000 |
|
15 000 |
|||||||||||
2 3 2 |
Juridische kosten en schadevergoedingen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
200 000 |
|
200 000 |
|||||||||||
2 3 6 |
Portokosten |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
20 000 |
|
20 000 |
|||||||||||
2 3 8 |
Overige huishoudelijke uitgaven |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
248 000 |
|
248 000 |
|||||||||||
|
HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL |
563 000 |
|
563 000 |
||||||||||
HOOFDSTUK 2 5 |
||||||||||||||
2 5 2 |
Kosten inzake representatie |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
213 000 |
|
213 000 |
|||||||||||
2 5 4 |
Vergaderingen, congressen en conferenties |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
141 000 |
|
141 000 |
|||||||||||
2 5 6 |
Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
17 000 |
|
17 000 |
|||||||||||
2 5 7 |
Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
325 000 |
|
325 000 |
|||||||||||
|
HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL |
696 000 |
|
696 000 |
||||||||||
HOOFDSTUK 2 7 |
||||||||||||||
2 7 0 |
Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen; controle van de agentschappen en andere organen van de Unie |
|||||||||||||
2 7 0 0 |
Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
513 000 |
|
513 000 |
|||||||||||
2 7 0 1 |
Controle van de agentschappen en andere organen van de Unie |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
900 000 |
– 900 000 |
p.m. |
|||||||||||
|
Artikel 2 7 0 — Totaal |
1 413 000 |
– 900 000 |
513 000 |
||||||||||
2 7 2 |
Documentatie, bibliotheek en archivering |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
425 000 |
|
425 000 |
|||||||||||
2 7 4 |
Productie en verspreiding |
|||||||||||||
2 7 4 0 |
Publicatieblad |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
|
p.m. |
|||||||||||
2 7 4 1 |
Publicaties van algemene aard |
|
|
|
||||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
775 000 |
|
775 000 |
|||||||||||
|
Artikel 2 7 4 — Totaal |
775 000 |
|
775 000 |
||||||||||
|
HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL |
2 613 000 |
– 900 000 |
1 713 000 |
||||||||||
|
Titel 2 — Totaal |
15 808 000 |
– 900 000 |
14 908 000 |
||||||||||
|
HOOFDSTUK 2 7 — INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING
2 7 0
Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen; controle van de agentschappen en andere organen van de Unie
2 7 0 1
Controle van de agentschappen en andere organen van de Unie
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Nieuw bedrag |
900 000 |
– 900 000 |
p.m. |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de controle van de agentschappen en andere organen van de Unie overeenkomstig artikel 287, lid 1, VWEU en artikel 70, leden 6 en 7, van het Financieel Reglement.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
AFDELING VIII
EUROPESE OMBUDSMAN
ONTVANGSTEN
Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Ombudsman voor het begrotingsjaar 2020
Omschrijving |
Bedrag |
Uitgaven |
12 348 231 |
Eigen inkomsten |
–1 431 689 |
Te ontvangen bijdrage |
10 916 542 |
PERSONEEL
Afdeling VIII — Europese Ombudsman
Functiegroep en rang |
|
|||||
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 1/2020 |
Begroting 2020 (met inbegrip van Gewijzigde begroting nr. 1/2020) |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
|
AD 16 |
— |
1 |
— |
— |
— |
1 |
AD 15 |
1 |
— |
— |
— |
1 |
— |
— |
— |
2 |
— |
2 |
— |
|
AD 13 |
4 |
— |
–1 |
— |
3 |
— |
AD 12 |
— |
2 |
— |
— |
— |
2 |
AD 11 |
5 |
— |
–1 |
— |
4 |
— |
AD 10 |
2 |
3 |
— |
— |
2 |
3 |
AD 9 |
2 |
— |
— |
— |
2 |
— |
AD 8 |
3 |
1 |
— |
— |
3 |
1 |
AD 7 |
9 |
1 |
— |
— |
9 |
1 |
AD 6 |
4 |
1 |
— |
— |
4 |
1 |
AD 5 |
— |
3 |
— |
— |
— |
3 |
Subtotaal AD |
30 |
12 |
— |
— |
30 |
12 |
AST 11 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 10 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 9 |
— |
1 |
— |
— |
— |
1 |
AST 8 |
— |
1 |
— |
— |
— |
1 |
AST 7 |
3 |
1 |
— |
— |
3 |
1 |
AST 6 |
3 |
1 |
— |
— |
3 |
1 |
AST 5 |
2 |
3 |
— |
— |
2 |
3 |
AST 4 |
3 |
2 |
— |
— |
3 |
2 |
AST 3 |
3 |
1 |
— |
— |
3 |
1 |
AST 2 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST 1 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
Subtotaal AST |
14 |
10 |
— |
— |
14 |
10 |
AST/SC 6 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST/SC 5 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST/SC 4 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
AST/SC 3 |
1 |
— |
— |
— |
1 |
— |
AST/SC 2 |
— |
2 |
— |
— |
— |
2 |
AST/SC 1 |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
Subtotaal AST/SC |
1 |
2 |
— |
— |
1 |
2 |
Totaal |
45 |
24 |
— |
— |
45 |
24 |
Totaal-generaal |
69 |
0 |
69 |
(1) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus gewijzigde begroting nr.1/2020.
(2) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
(3) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(4) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus gewijzigde begroting nr.1/2020.
(5) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
(6) De eigen middelen voor de begroting 2020 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 172e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 24 mei 2019.
(7) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(8) De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
(9) Berekening van percentage: (110 613 010 606) / (169 880 250 000) = 0,651123427273035.
(10) Afgeronde percentages.
(11) Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.
(12) Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(13) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 20 % sinds 1 januari 2014 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
(14) p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (151 715 155 856 + 1 928 450 061 = 153 643 605 917 = 153 643 605 917).
(15) Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (151 715 155 856) / (16 988 025 000 000) = 0,89 %; maximum van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,20 %.
(16) Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(17) Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(18) De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: één AD 14-ambtenaar kan AD 15 worden.
21.4.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126/67 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2020/537
van de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,
gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (1),
gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2),
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),
gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),
gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, definitief vastgesteld op 27 november 2019 (5),
gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, goedgekeurd door de Commissie op 2 april 2020,
gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2020, vastgesteld door de Raad op 14 april 2020 en op dezelfde dag toegezonden aan het Europees Parlement,
gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 17 april 2020,
gezien de artikelen 94 en 96 van het Reglement van het Europees Parlement,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 17 april 2020.
De Voorzitter
D. M. SASSOLI
(1) PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105.
(2) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(3) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2020
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting | 69 |
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel | 78 |
— Titel 1: |
Eigen middelen | 79 |
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III: Commissie
— Uitgaven | 84 |
— Titel 18: |
Migratie en binnenlandse zaken | 87 |
— Titel 23: |
Humanitaire hulp en civiele bescherming | 92 |
A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2020 moeten worden gedekt op grond van artikel 1 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2020 (1) |
Begroting 2019 (2) |
Verschil (in %) |
||
|
72 353 828 442 |
67 556 947 173 |
+7,10 |
||
|
57 904 492 439 |
57 399 857 331 |
+0,88 |
||
|
5 278 527 141 |
3 527 434 894 |
+49,64 |
||
|
8 944 061 191 |
9 358 295 603 |
–4,43 |
||
|
10 274 196 704 |
9 944 904 743 |
+3,31 |
||
|
p.m. |
p.m. |
— |
||
Speciale instrumenten |
418 500 000 |
705 051 794 |
–40,64 |
||
Totaal uitgaven (3) |
155 173 605 917 |
148 492 491 538 |
+4,50 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2020 (4) |
Begroting 2019 (5) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
1 928 450 061 |
1 894 392 136 |
+1,80 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
p.m. |
1 802 988 329 |
— |
Terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
p.m. |
p.m. |
— |
Nettosaldo van btw- en bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1, 3 2 en 3 3) |
p.m. |
p.m. |
— |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
1 928 450 061 |
3 697 380 465 |
–47,84 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
22 156 900 000 |
21 471 164 786 |
+3,19 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
18 945 245 250 |
17 738 667 150 |
+6,80 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
112 143 010 606 |
105 585 279 137 |
+6,21 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2014/335/EU, Euratom te dekken kredieten (6). |
153 245 155 856 |
144 795 111 073 |
+5,84 |
Totaal ontvangsten (7) |
155 173 605 917 |
148 492 491 538 |
+4,50 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppingspercentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (8) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
België |
2 064 785 000 |
4 828 731 000 |
50 |
2 414 365 500 |
2 064 785 000 |
|
Bulgarije |
294 223 000 |
619 079 000 |
50 |
309 539 500 |
294 223 000 |
|
Tsjechië |
954 547 000 |
2 157 592 000 |
50 |
1 078 796 000 |
954 547 000 |
|
Denemarken |
1 236 816 000 |
3 248 081 000 |
50 |
1 624 040 500 |
1 236 816 000 |
|
Duitsland |
15 101 735 000 |
36 775 058 000 |
50 |
18 387 529 000 |
15 101 735 000 |
|
Estland |
137 193 000 |
280 639 000 |
50 |
140 319 500 |
137 193 000 |
|
Ierland |
960 910 000 |
2 784 713 000 |
50 |
1 392 356 500 |
960 910 000 |
|
Griekenland |
766 480 000 |
1 973 712 000 |
50 |
986 856 000 |
766 480 000 |
|
Spanje |
5 902 319 000 |
12 978 152 000 |
50 |
6 489 076 000 |
5 902 319 000 |
|
Frankrijk |
11 424 424 000 |
25 387 121 000 |
50 |
12 693 560 500 |
11 424 424 000 |
|
Kroatië |
353 644 000 |
551 259 000 |
50 |
275 629 500 |
275 629 500 |
Kroatië |
Italië |
7 379 229 000 |
18 340 730 000 |
50 |
9 170 365 000 |
7 379 229 000 |
|
Cyprus |
147 038 000 |
219 566 000 |
50 |
109 783 000 |
109 783 000 |
Cyprus |
Letland |
127 770 000 |
328 766 000 |
50 |
164 383 000 |
127 770 000 |
|
Litouwen |
201 136 000 |
483 628 000 |
50 |
241 814 000 |
201 136 000 |
|
Luxemburg |
322 993 000 |
442 746 000 |
50 |
221 373 000 |
221 373 000 |
Luxemburg |
Hongarije |
612 612 000 |
1 437 840 000 |
50 |
718 920 000 |
612 612 000 |
|
Malta |
94 154 000 |
132 750 000 |
50 |
66 375 000 |
66 375 000 |
Malta |
Nederland |
3 436 775 000 |
8 302 270 000 |
50 |
4 151 135 000 |
3 436 775 000 |
|
Oostenrijk |
1 867 511 000 |
4 131 641 000 |
50 |
2 065 820 500 |
1 867 511 000 |
|
Polen |
2 664 822 000 |
5 358 014 000 |
50 |
2 679 007 000 |
2 664 822 000 |
|
Portugal |
1 102 521 000 |
2 105 933 000 |
50 |
1 052 966 500 |
1 052 966 500 |
Portugal |
Roemenië |
804 913 000 |
2 266 156 000 |
50 |
1 133 078 000 |
804 913 000 |
|
Slovenië |
236 104 000 |
507 667 000 |
50 |
253 833 500 |
236 104 000 |
|
Slowakije |
363 409 000 |
999 569 000 |
50 |
499 784 500 |
363 409 000 |
|
Finland |
1 051 297 000 |
2 487 111 000 |
50 |
1 243 555 500 |
1 051 297 000 |
|
Zweden |
2 102 533 000 |
4 888 140 000 |
50 |
2 444 070 000 |
2 102 533 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
12 053 669 000 |
25 863 586 000 |
50 |
12 931 793 000 |
12 053 669 000 |
|
Totaal |
73 765 562 000 |
169 880 250 000 |
|
84 940 125 000 |
73 471 339 000 |
|
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
2 064 785 000 |
0,30 |
619 435 500 |
Bulgarije |
294 223 000 |
0,30 |
88 266 900 |
Tsjechië |
954 547 000 |
0,30 |
286 364 100 |
Denemarken |
1 236 816 000 |
0,30 |
371 044 800 |
Duitsland |
15 101 735 000 |
0,15 |
2 265 260 250 |
Estland |
137 193 000 |
0,30 |
41 157 900 |
Ierland |
960 910 000 |
0,30 |
288 273 000 |
Griekenland |
766 480 000 |
0,30 |
229 944 000 |
Spanje |
5 902 319 000 |
0,30 |
1 770 695 700 |
Frankrijk |
11 424 424 000 |
0,30 |
3 427 327 200 |
Kroatië |
275 629 500 |
0,30 |
82 688 850 |
Italië |
7 379 229 000 |
0,30 |
2 213 768 700 |
Cyprus |
109 783 000 |
0,30 |
32 934 900 |
Letland |
127 770 000 |
0,30 |
38 331 000 |
Litouwen |
201 136 000 |
0,30 |
60 340 800 |
Luxemburg |
221 373 000 |
0,30 |
66 411 900 |
Hongarije |
612 612 000 |
0,30 |
183 783 600 |
Malta |
66 375 000 |
0,30 |
19 912 500 |
Nederland |
3 436 775 000 |
0,15 |
515 516 250 |
Oostenrijk |
1 867 511 000 |
0,30 |
560 253 300 |
Polen |
2 664 822 000 |
0,30 |
799 446 600 |
Portugal |
1 052 966 500 |
0,30 |
315 889 950 |
Roemenië |
804 913 000 |
0,30 |
241 473 900 |
Slovenië |
236 104 000 |
0,30 |
70 831 200 |
Slowakije |
363 409 000 |
0,30 |
109 022 700 |
Finland |
1 051 297 000 |
0,30 |
315 389 100 |
Zweden |
2 102 533 000 |
0,15 |
315 379 950 |
Verenigd Koninkrijk |
12 053 669 000 |
0,30 |
3 616 100 700 |
Totaal |
73 471 339 000 |
|
18 945 245 250 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
4 828 731 000 |
|
3 187 589 091 |
Bulgarije |
619 079 000 |
|
408 672 479 |
Tsjechië |
2 157 592 000 |
|
1 424 290 714 |
Denemarken |
3 248 081 000 |
|
2 144 154 968 |
Duitsland |
36 775 058 000 |
|
24 276 310 633 |
Estland |
280 639 000 |
|
185 258 159 |
Ierland |
2 784 713 000 |
|
1 838 271 956 |
Griekenland |
1 973 712 000 |
|
1 302 906 051 |
Spanje |
12 978 152 000 |
|
8 567 264 514 |
Frankrijk |
25 387 121 000 |
|
16 758 794 383 |
Kroatië |
551 259 000 |
|
363 902 478 |
Italië |
18 340 730 000 |
|
12 107 261 903 |
Cyprus |
219 566 000 |
|
144 942 053 |
Letland |
328 766 000 |
0,6601298 (9) |
217 028 224 |
Litouwen |
483 628 000 |
|
319 257 241 |
Luxemburg |
442 746 000 |
|
292 269 816 |
Hongarije |
1 437 840 000 |
|
949 160 991 |
Malta |
132 750 000 |
|
87 632 227 |
Nederland |
8 302 270 000 |
|
5 480 575 598 |
Oostenrijk |
4 131 641 000 |
|
2 727 419 229 |
Polen |
5 358 014 000 |
|
3 536 984 557 |
Portugal |
2 105 933 000 |
|
1 390 189 070 |
Roemenië |
2 266 156 000 |
|
1 495 957 042 |
Slovenië |
507 667 000 |
|
335 126 101 |
Slowakije |
999 569 000 |
|
659 845 256 |
Finland |
2 487 111 000 |
|
1 641 816 016 |
Zweden |
4 888 140 000 |
|
3 226 806 741 |
Verenigd Koninkrijk |
25 863 586 000 |
|
17 073 323 115 |
Totaal |
169 880 250 000 |
|
112 143 010 606 |
TABEL 4
Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)
Lidstaat |
Brutovermindering |
Percentage in de bni-grondslagen |
Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering |
Financiering van de vermindering |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) = (1) + (3) |
België |
|
2,84 |
32 315 590 |
32 315 590 |
Bulgarije |
|
0,36 |
4 143 098 |
4 143 098 |
Tsjechië |
|
1,27 |
14 439 375 |
14 439 375 |
Denemarken |
– 146 333 564 |
1,91 |
21 737 317 |
– 124 596 247 |
Duitsland |
|
21,65 |
246 111 806 |
246 111 806 |
Estland |
|
0,17 |
1 878 136 |
1 878 136 |
Ierland |
|
1,64 |
18 636 293 |
18 636 293 |
Griekenland |
|
1,16 |
13 208 785 |
13 208 785 |
Spanje |
|
7,64 |
86 854 423 |
86 854 423 |
Frankrijk |
|
14,94 |
169 899 670 |
169 899 670 |
Kroatië |
|
0,32 |
3 689 222 |
3 689 222 |
Italië |
|
10,80 |
122 742 708 |
122 742 708 |
Cyprus |
|
0,13 |
1 469 414 |
1 469 414 |
Letland |
|
0,19 |
2 200 219 |
2 200 219 |
Litouwen |
|
0,28 |
3 236 611 |
3 236 611 |
Luxemburg |
|
0,26 |
2 963 014 |
2 963 014 |
Hongarije |
|
0,85 |
9 622 538 |
9 622 538 |
Malta |
|
0,08 |
888 410 |
888 410 |
Nederland |
– 782 321 749 |
4,89 |
55 561 753 |
– 726 759 996 |
Oostenrijk |
|
2,43 |
27 650 415 |
27 650 415 |
Polen |
|
3,15 |
35 857 741 |
35 857 741 |
Portugal |
|
1,24 |
14 093 655 |
14 093 655 |
Roemenië |
|
1,33 |
15 165 924 |
15 165 924 |
Slovenië |
|
0,30 |
3 397 489 |
3 397 489 |
Slowakije |
|
0,59 |
6 689 472 |
6 689 472 |
Finland |
|
1,46 |
16 644 634 |
16 644 634 |
Zweden |
– 208 243 919 |
2,88 |
32 713 177 |
– 175 530 742 |
Verenigd Koninkrijk |
|
15,22 |
173 088 343 |
173 088 343 |
Totaal |
–1 136 899 232 |
100,00 |
1 136 899 232 |
0 |
EU GDP price deflator, in EUR (spring 2019 economic forecast): (a) 2011 EU-27 = 100,0000 / (b) 2013 EU-27 = 102,9958 (c) 2013 EU-28 = 102,9874 / (d) 2020 EU-28 = 112,5551 |
||||
Lump sum for Netherlands: in 2020 prices: 695 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 782 321 749 EUR |
||||
Lump sum for Sweden: in 2020 prices: 185 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 208 243 919 EUR |
||||
Lump sum for Denmark: in 2020 prices: 130 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 146 333 564 EUR |
TABEL 5
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2019 op grond van artikel 4 van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (10) (%) |
Bedrag |
||
|
16,3037 |
|
||
|
7,3015 |
|
||
|
9,0022 |
|
||
|
|
130 008 765 143 |
||
|
|
30 694 725 929 |
||
|
|
99 314 039 214 |
||
|
|
5 900 699 546 |
||
|
|
690 825 371 |
||
|
|
5 209 874 175 |
||
|
|
–44 494 806 |
||
|
|
5 254 368 981 |
TABEL 6
Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op – 5 254 368 981 EUR (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Percentage in de bni-grondslagen |
Percentage zonder het Verenigd Koninkrijk |
Percentage zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het percentage van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2 |
Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3 |
Financieringssleutel |
Op de correctie toegepaste financieringssleutel |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) = (2) + (4) + (5) |
(7) |
België |
2,84 |
3,35 |
5,37 |
|
1,51 |
4,87 |
255 665 342 |
Bulgarije |
0,36 |
0,43 |
0,69 |
|
0,19 |
0,62 |
32 778 186 |
Tsjechië |
1,27 |
1,50 |
2,40 |
|
0,68 |
2,17 |
114 237 363 |
Denemarken |
1,91 |
2,26 |
3,61 |
|
1,02 |
3,27 |
171 975 150 |
Duitsland |
21,65 |
25,54 |
0,00 |
–19,15 |
0,00 |
6,38 |
335 429 452 |
Estland |
0,17 |
0,19 |
0,31 |
|
0,09 |
0,28 |
14 858 907 |
Ierland |
1,64 |
1,93 |
3,10 |
|
0,87 |
2,81 |
147 441 346 |
Griekenland |
1,16 |
1,37 |
2,19 |
|
0,62 |
1,99 |
104 501 525 |
Spanje |
7,64 |
9,01 |
14,43 |
|
4,07 |
13,08 |
687 150 240 |
Frankrijk |
14,94 |
17,63 |
28,23 |
|
7,95 |
25,58 |
1 344 164 122 |
Kroatië |
0,32 |
0,38 |
0,61 |
|
0,17 |
0,56 |
29 187 341 |
Italië |
10,80 |
12,74 |
20,40 |
|
5,75 |
18,48 |
971 081 015 |
Cyprus |
0,13 |
0,15 |
0,24 |
|
0,07 |
0,22 |
11 625 294 |
Letland |
0,19 |
0,23 |
0,37 |
|
0,10 |
0,33 |
17 407 073 |
Litouwen |
0,28 |
0,34 |
0,54 |
|
0,15 |
0,49 |
25 606 504 |
Luxemburg |
0,26 |
0,31 |
0,49 |
|
0,14 |
0,45 |
23 441 937 |
Hongarije |
0,85 |
1,00 |
1,60 |
|
0,45 |
1,45 |
76 128 874 |
Malta |
0,08 |
0,09 |
0,15 |
|
0,04 |
0,13 |
7 028 674 |
Nederland |
4,89 |
5,76 |
0,00 |
–4,32 |
0,00 |
1,44 |
75 725 942 |
Oostenrijk |
2,43 |
2,87 |
0,00 |
–2,15 |
0,00 |
0,72 |
37 685 164 |
Polen |
3,15 |
3,72 |
5,96 |
|
1,68 |
5,40 |
283 689 127 |
Portugal |
1,24 |
1,46 |
2,34 |
|
0,66 |
2,12 |
111 502 190 |
Roemenië |
1,33 |
1,57 |
2,52 |
|
0,71 |
2,28 |
119 985 468 |
Slovenië |
0,30 |
0,35 |
0,56 |
|
0,16 |
0,51 |
26 879 289 |
Slowakije |
0,59 |
0,69 |
1,11 |
|
0,31 |
1,01 |
52 923 874 |
Finland |
1,46 |
1,73 |
2,77 |
|
0,78 |
2,51 |
131 684 305 |
Zweden |
2,88 |
3,39 |
0,00 |
–2,55 |
0,00 |
0,85 |
44 585 277 |
Verenigd Koninkrijk |
15,22 |
0,00 |
0,00 |
|
0,00 |
0,00 |
0 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–28,17 |
28,17 |
100,00 |
5 254 368 981 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 7
Overzicht van de financiering (14) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
|
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totaal eigen middelen (15) |
|||||||
Nettobijdragen van de suikersector (80 %) |
Nettodouanerechten (80 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (80 %) |
Inningskosten (20 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Vermindering ten voordele van: Denemarken, Nederland en Zweden. |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Percentage (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) + (2) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) = (5) + (6) + (7) + (8) |
(10) |
(11) = (3) + (9) |
België |
p.m. |
2 264 600 000 |
2 264 600 000 |
566 150 000 |
619 435 500 |
3 187 589 091 |
32 315 590 |
255 665 342 |
4 095 005 523 |
3,12 |
6 359 605 523 |
Bulgarije |
p.m. |
113 700 000 |
113 700 000 |
28 425 000 |
88 266 900 |
408 672 479 |
4 143 098 |
32 778 186 |
533 860 663 |
0,41 |
647 560 663 |
Tsjechië |
p.m. |
316 800 000 |
316 800 000 |
79 200 000 |
286 364 100 |
1 424 290 714 |
14 439 375 |
114 237 363 |
1 839 331 552 |
1,40 |
2 156 131 552 |
Denemarken |
p.m. |
372 700 000 |
372 700 000 |
93 175 000 |
371 044 800 |
2 144 154 968 |
– 124 596 247 |
171 975 150 |
2 562 578 671 |
1,95 |
2 935 278 671 |
Duitsland |
p.m. |
4 257 000 000 |
4 257 000 000 |
1 064 250 000 |
2 265 260 250 |
24 276 310 633 |
246 111 806 |
335 429 452 |
27 123 112 141 |
20,69 |
31 380 112 141 |
Estland |
p.m. |
36 900 000 |
36 900 000 |
9 225 000 |
41 157 900 |
185 258 159 |
1 878 136 |
14 858 907 |
243 153 102 |
0,19 |
280 053 102 |
Ierland |
p.m. |
333 400 000 |
333 400 000 |
83 350 000 |
288 273 000 |
1 838 271 956 |
18 636 293 |
147 441 346 |
2 292 622 595 |
1,75 |
2 626 022 595 |
Griekenland |
p.m. |
193 100 000 |
193 100 000 |
48 275 000 |
229 944 000 |
1 302 906 051 |
13 208 785 |
104 501 525 |
1 650 560 361 |
1,26 |
1 843 660 361 |
Spanje |
p.m. |
1 660 500 000 |
1 660 500 000 |
415 125 000 |
1 770 695 700 |
8 567 264 514 |
86 854 423 |
687 150 240 |
11 111 964 877 |
8,48 |
12 772 464 877 |
Frankrijk |
p.m. |
1 823 600 000 |
1 823 600 000 |
455 900 000 |
3 427 327 200 |
16 758 794 383 |
169 899 670 |
1 344 164 122 |
21 700 185 375 |
16,55 |
23 523 785 375 |
Kroatië |
p.m. |
41 300 000 |
41 300 000 |
10 325 000 |
82 688 850 |
363 902 478 |
3 689 222 |
29 187 341 |
479 467 891 |
0,37 |
520 767 891 |
Italië |
p.m. |
1 998 200 000 |
1 998 200 000 |
499 550 000 |
2 213 768 700 |
12 107 261 903 |
122 742 708 |
971 081 015 |
15 414 854 326 |
11,76 |
17 413 054 326 |
Cyprus |
p.m. |
27 100 000 |
27 100 000 |
6 775 000 |
32 934 900 |
144 942 053 |
1 469 414 |
11 625 294 |
190 971 661 |
0,15 |
218 071 661 |
Letland |
p.m. |
47 000 000 |
47 000 000 |
11 750 000 |
38 331 000 |
217 028 224 |
2 200 219 |
17 407 073 |
274 966 516 |
0,21 |
321 966 516 |
Litouwen |
p.m. |
108 500 000 |
108 500 000 |
27 125 000 |
60 340 800 |
319 257 241 |
3 236 611 |
25 606 504 |
408 441 156 |
0,31 |
516 941 156 |
Luxemburg |
p.m. |
16 800 000 |
16 800 000 |
4 200 000 |
66 411 900 |
292 269 816 |
2 963 014 |
23 441 937 |
385 086 667 |
0,29 |
401 886 667 |
Hongarije |
p.m. |
223 900 000 |
223 900 000 |
55 975 000 |
183 783 600 |
949 160 991 |
9 622 538 |
76 128 874 |
1 218 696 003 |
0,93 |
1 442 596 003 |
Malta |
p.m. |
14 700 000 |
14 700 000 |
3 675 000 |
19 912 500 |
87 632 227 |
888 410 |
7 028 674 |
115 461 811 |
0,09 |
130 161 811 |
Nederland |
p.m. |
2 758 500 000 |
2 758 500 000 |
689 625 000 |
515 516 250 |
5 480 575 598 |
– 726 759 996 |
75 725 942 |
5 345 057 794 |
4,08 |
8 103 557 794 |
Oostenrijk |
p.m. |
222 900 000 |
222 900 000 |
55 725 000 |
560 253 300 |
2 727 419 229 |
27 650 415 |
37 685 164 |
3 353 008 108 |
2,56 |
3 575 908 108 |
Polen |
p.m. |
844 800 000 |
844 800 000 |
211 200 000 |
799 446 600 |
3 536 984 557 |
35 857 741 |
283 689 127 |
4 655 978 025 |
3,55 |
5 500 778 025 |
Portugal |
p.m. |
199 900 000 |
199 900 000 |
49 975 000 |
315 889 950 |
1 390 189 070 |
14 093 655 |
111 502 190 |
1 831 674 865 |
1,40 |
2 031 574 865 |
Roemenië |
p.m. |
206 000 000 |
206 000 000 |
51 500 000 |
241 473 900 |
1 495 957 042 |
15 165 924 |
119 985 468 |
1 872 582 334 |
1,43 |
2 078 582 334 |
Slovenië |
p.m. |
90 700 000 |
90 700 000 |
22 675 000 |
70 831 200 |
335 126 101 |
3 397 489 |
26 879 289 |
436 234 079 |
0,33 |
526 934 079 |
Slowakije |
p.m. |
107 700 000 |
107 700 000 |
26 925 000 |
109 022 700 |
659 845 256 |
6 689 472 |
52 923 874 |
828 481 302 |
0,63 |
936 181 302 |
Finland |
p.m. |
163 500 000 |
163 500 000 |
40 875 000 |
315 389 100 |
1 641 816 016 |
16 644 634 |
131 684 305 |
2 105 534 055 |
1,61 |
2 269 034 055 |
Zweden |
p.m. |
538 600 000 |
538 600 000 |
134 650 000 |
315 379 950 |
3 226 806 741 |
– 175 530 742 |
44 585 277 |
3 411 241 226 |
2,60 |
3 949 841 226 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
3 174 500 000 |
3 174 500 000 |
793 625 000 |
3 616 100 700 |
17 073 323 115 |
173 088 343 |
–5 254 368 981 |
15 608 143 177 |
11,91 |
18 782 643 177 |
Totaal |
p.m. |
22 156 900 000 |
22 156 900 000 |
5 539 225 000 |
18 945 245 250 |
112 143 010 606 |
0 |
0 |
131 088 255 856 |
100,00 |
153 245 155 856 |
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
151 715 155 856 |
1 530 000 000 |
153 245 155 856 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
p.m. |
|
p.m. |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 651 322 700 |
|
1 651 322 700 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
15 050 000 |
|
15 050 000 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE |
130 000 000 |
|
130 000 000 |
7 |
ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN |
115 000 000 |
|
115 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
2 076 361 |
|
2 076 361 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
15 001 000 |
|
15 001 000 |
|
TOTAAL-GENERAAL |
153 643 605 917 |
1 530 000 000 |
155 173 605 917 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 1 |
||||||||||||||||
1 1 0 |
Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 1 |
Bijdragen in verband met de opslag van suiker |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 3 |
Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 7 |
Productieheffing |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 8 |
Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
1 1 9 |
Overschotheffing |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL |
p.m. |
|
p.m. |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 2 |
||||||||||||||||
1 2 0 |
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
22 156 900 000 |
|
22 156 900 000 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL |
22 156 900 000 |
|
22 156 900 000 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 3 |
||||||||||||||||
1 3 0 |
Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
18 945 245 250 |
|
18 945 245 250 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL |
18 945 245 250 |
|
18 945 245 250 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 4 |
||||||||||||||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
110 613 010 606 |
1 530 000 000 |
112 143 010 606 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL |
110 613 010 606 |
1 530 000 000 |
112 143 010 606 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 5 |
||||||||||||||||
1 5 0 |
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 6 |
||||||||||||||||
1 6 0 |
Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL |
0 ,— |
|
0 ,— |
||||||||||||
|
Titel 1 — Totaal |
151 715 155 856 |
1 530 000 000 |
153 245 155 856 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
110 613 010 606 |
1 530 000 000 |
112 143 010 606 |
Toelichting
De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het voor begrotingsjaar 2020 op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6601 %.
Rechtsgronden
Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
België |
3 144 099 878 |
43 489 213 |
3 187 589 091 |
Bulgarije |
403 096 840 |
5 575 639 |
408 672 479 |
Tsjechië |
1 404 858 698 |
19 432 016 |
1 424 290 714 |
Denemarken |
2 114 901 633 |
29 253 335 |
2 144 154 968 |
Duitsland |
23 945 101 802 |
331 208 831 |
24 276 310 633 |
Estland |
182 730 628 |
2 527 531 |
185 258 159 |
Ierland |
1 813 191 873 |
25 080 083 |
1 838 271 956 |
Griekenland |
1 285 130 122 |
17 775 929 |
1 302 906 051 |
Spanje |
8 450 378 810 |
116 885 704 |
8 567 264 514 |
Frankrijk |
16 530 149 234 |
228 645 149 |
16 758 794 383 |
Kroatië |
358 937 649 |
4 964 829 |
363 902 478 |
Italië |
11 942 078 976 |
165 182 927 |
12 107 261 903 |
Cyprus |
142 964 566 |
1 977 487 |
144 942 053 |
Letland |
214 067 245 |
2 960 979 |
217 028 224 |
Litouwen |
314 901 521 |
4 355 720 |
319 257 241 |
Luxemburg |
288 282 293 |
3 987 523 |
292 269 816 |
Hongarije |
936 211 309 |
12 949 682 |
949 160 991 |
Malta |
86 436 635 |
1 195 592 |
87 632 227 |
Nederland |
5 405 802 497 |
74 773 101 |
5 480 575 598 |
Oostenrijk |
2 690 208 248 |
37 210 981 |
2 727 419 229 |
Polen |
3 488 728 439 |
48 256 118 |
3 536 984 557 |
Portugal |
1 371 222 313 |
18 966 757 |
1 390 189 070 |
Roemenië |
1 475 547 261 |
20 409 781 |
1 495 957 042 |
Slovenië |
330 553 877 |
4 572 224 |
335 126 101 |
Slowakije |
650 842 793 |
9 002 463 |
659 845 256 |
Finland |
1 619 416 238 |
22 399 778 |
1 641 816 016 |
Zweden |
3 182 782 470 |
44 024 271 |
3 226 806 741 |
Verenigd Koninkrijk |
16 840 386 758 |
232 936 357 |
17 073 323 115 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
110 613 010 606 |
1 530 000 000 |
112 143 010 606 |
AFDELING III
COMMISSIE
UITGAVEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
550 910 219 |
1 501 374 219 |
|
|
550 910 219 |
1 501 374 219 |
02 |
INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF |
3 203 612 540 |
2 706 787 634 |
|
|
3 203 612 540 |
2 706 787 634 |
03 |
CONCURRENTIE |
116 380 398 |
116 380 398 |
|
|
116 380 398 |
116 380 398 |
04 |
WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE |
14 881 605 545 |
13 394 134 411 |
|
|
14 881 605 545 |
13 394 134 411 |
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
58 698 932 091 |
57 007 767 922 |
|
|
58 698 932 091 |
57 007 767 922 |
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
4 871 268 495 |
3 065 461 523 |
|
|
4 871 268 495 |
3 065 461 523 |
07 |
MILIEU |
555 989 653 |
410 691 242 |
|
|
555 989 653 |
410 691 242 |
08 |
ONDERZOEK EN INNOVATIE |
7 987 937 964 |
7 093 573 238 |
|
|
7 987 937 964 |
7 093 573 238 |
09 |
COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE |
2 684 291 569 |
2 310 507 713 |
|
|
2 684 291 569 |
2 310 507 713 |
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
452 584 121 |
446 424 944 |
|
|
452 584 121 |
446 424 944 |
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
1 096 734 831 |
904 804 693 |
|
|
1 096 734 831 |
904 804 693 |
Reserves (40 02 41) |
67 843 000 |
64 300 000 |
|
|
67 843 000 |
64 300 000 |
|
|
1 164 577 831 |
969 104 693 |
|
|
1 164 577 831 |
969 104 693 |
|
12 |
FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE |
114 419 241 |
115 165 918 |
|
|
114 419 241 |
115 165 918 |
13 |
REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING |
42 471 510 173 |
36 055 407 098 |
|
|
42 471 510 173 |
36 055 407 098 |
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
177 055 750 |
170 293 750 |
|
|
177 055 750 |
170 293 750 |
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
4 828 897 829 |
4 457 288 075 |
|
|
4 828 897 829 |
4 457 288 075 |
16 |
COMMUNICATIE |
219 381 095 |
216 738 095 |
|
|
219 381 095 |
216 738 095 |
17 |
GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID |
668 839 926 |
625 083 932 |
|
|
668 839 926 |
625 083 932 |
18 |
MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN |
3 027 715 528 |
2 806 600 656 |
2 700 000 000 |
1 380 000 000 |
5 727 715 528 |
4 186 600 656 |
Reserves (40 02 41) |
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
3 028 718 528 |
2 807 603 656 |
2 700 000 000 |
1 380 000 000 |
5 728 718 528 |
4 187 603 656 |
|
19 |
INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID |
907 036 746 |
808 717 831 |
|
|
907 036 746 |
808 717 831 |
20 |
HANDEL |
119 662 291 |
118 971 291 |
|
|
119 662 291 |
118 971 291 |
21 |
INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING |
3 819 395 952 |
3 320 689 539 |
|
|
3 819 395 952 |
3 320 689 539 |
22 |
NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN |
4 349 309 007 |
3 379 739 705 |
|
|
4 349 309 007 |
3 379 739 705 |
23 |
HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING |
1 440 017 691 |
1 386 881 622 |
300 000 000 |
150 000 000 |
1 740 017 691 |
1 536 881 622 |
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
84 569 600 |
80 879 853 |
|
|
84 569 600 |
80 879 853 |
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
261 638 248 |
262 663 248 |
|
|
261 638 248 |
262 663 248 |
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
1 169 128 790 |
1 168 977 000 |
|
|
1 169 128 790 |
1 168 977 000 |
27 |
BEGROTING |
72 732 451 |
72 732 451 |
|
|
72 732 451 |
72 732 451 |
28 |
AUDIT |
20 254 041 |
20 254 041 |
|
|
20 254 041 |
20 254 041 |
29 |
STATISTIEK |
162 101 479 |
159 101 479 |
|
|
162 101 479 |
159 101 479 |
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
2 133 215 000 |
2 133 215 000 |
|
|
2 133 215 000 |
2 133 215 000 |
31 |
TALENDIENSTEN |
410 651 078 |
410 651 078 |
|
|
410 651 078 |
410 651 078 |
32 |
ENERGIE |
2 399 423 663 |
1 870 314 222 |
|
|
2 399 423 663 |
1 870 314 222 |
33 |
JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN |
285 532 215 |
281 548 093 |
|
|
285 532 215 |
281 548 093 |
34 |
KLIMAATACTIE |
180 975 805 |
114 778 918 |
|
|
180 975 805 |
114 778 918 |
40 |
RESERVES |
537 763 000 |
358 500 000 |
|
|
537 763 000 |
358 500 000 |
|
Totaal |
165 030 320 025 |
149 418 403 832 |
3 000 000 000 |
1 530 000 000 |
168 030 320 025 |
150 948 403 832 |
Waarvan reserves (40 02 41) |
68 846 000 |
65 303 000 |
|
|
68 846 000 |
65 303 000 |
TITEL 18
MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
18 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN” |
75 646 240 |
75 646 240 |
54 000 000 |
54 000 000 |
129 646 240 |
129 646 240 |
18 02 |
INTERNE VEILIGHEID |
1 374 438 016 |
1 448 316 397 |
|
|
1 374 438 016 |
1 448 316 397 |
Reserves (40 02 41) |
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 375 441 016 |
1 449 319 397 |
|
|
1 375 441 016 |
1 449 319 397 |
|
18 03 |
ASIEL EN MIGRATIE |
1 344 517 703 |
1 068 431 663 |
|
|
1 344 517 703 |
1 068 431 663 |
18 04 |
BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP |
28 344 000 |
27 030 751 |
|
|
28 344 000 |
27 030 751 |
18 05 |
HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID |
185 504 220 |
168 609 256 |
|
|
185 504 220 |
168 609 256 |
18 06 |
ANTIDRUGSBELEID |
19 265 349 |
18 566 349 |
|
|
19 265 349 |
18 566 349 |
18 07 |
INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE |
p.m. |
p.m. |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
|
Titel 18 — Totaal |
3 027 715 528 |
2 806 600 656 |
2 700 000 000 |
1 380 000 000 |
5 727 715 528 |
4 186 600 656 |
Reserves (40 02 41) |
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
1 003 000 |
1 003 000 |
|
|
3 028 718 528 |
2 807 603 656 |
2 700 000 000 |
1 380 000 000 |
5 728 718 528 |
4 187 603 656 |
HOOFDSTUK 18 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
18 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN” |
||||
18 01 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken” |
5,2 |
54 395 721 |
|
54 395 721 |
18 01 02 |
Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken” |
||||
18 01 02 01 |
Extern personeel |
5,2 |
3 830 516 |
|
3 830 516 |
18 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5,2 |
2 782 524 |
|
2 782 524 |
|
Artikel 18 01 02 — Subtotaal |
|
6 613 040 |
|
6 613 040 |
18 01 03 |
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken” |
5,2 |
3 607 559 |
|
3 607 559 |
18 01 04 |
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken” |
||||
18 01 04 01 |
Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid |
3 |
2 500 000 |
|
2 500 000 |
18 01 04 02 |
Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie |
3 |
2 500 000 |
|
2 500 000 |
18 01 04 03 |
Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger” |
3 |
188 000 |
|
188 000 |
18 01 04 04 |
Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding |
3 |
100 000 |
|
100 000 |
18 01 04 05 |
Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie |
3 |
p.m. |
54 000 000 |
54 000 000 |
|
Artikel 18 01 04 — Subtotaal |
|
5 288 000 |
54 000 000 |
59 288 000 |
18 01 05 |
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken” |
||||
18 01 05 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren |
1,1 |
2 304 334 |
|
2 304 334 |
18 01 05 02 |
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 |
1,1 |
568 673 |
|
568 673 |
18 01 05 03 |
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 |
1,1 |
588 913 |
|
588 913 |
|
Artikel 18 01 05 — Subtotaal |
|
3 461 920 |
|
3 461 920 |
18 01 06 |
Uitvoerende agentschappen |
||||
18 01 06 01 |
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger” |
3 |
2 280 000 |
|
2 280 000 |
|
Artikel 18 01 06 — Subtotaal |
|
2 280 000 |
|
2 280 000 |
|
Hoofdstuk 18 01 — Totaal |
|
75 646 240 |
54 000 000 |
129 646 240 |
18 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”
18 01 04 05
Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
54 000 000 |
54 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de noodhulp binnen de Unie. Het gaat hierbij onder meer om:
— |
voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatiewerkzaamheden, |
— |
uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, het beheer en de ondersteuning van informatiesystemen, bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, agentschappen, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van noodhulp en deskundigen op dit gebied, |
— |
studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de noodhulp, |
— |
andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc. |
Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Rechtsgronden
Zie artikel 18 07 01.
HOOFDSTUK 18 07 — INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 07 |
INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE |
|||||||
18 07 01 |
Noodhulp binnen de Unie |
3 |
p.m. |
p.m. |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
|
Hoofdstuk 18 07 — Totaal |
|
p.m. |
p.m. |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
18 07 01
Noodhulp binnen de Unie
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
2 646 000 000 |
1 326 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van noodhulpoperaties om te voorzien in de urgente en uitzonderlijke behoeften in de lidstaten als gevolg van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, zoals de plotselinge en massale instroom van onderdanen van derde landen (vluchtelingen en migranten) op hun grondgebied.
Noodhulp voorziet in op de behoeften afgestemde noodmaatregelen, in aanvulling op de reactie van de getroffen lidstaten, gericht op het redden van levens, het voorkomen en verlichten van menselijk lijden en het bewaren van de menselijke waardigheid. De noodmaatregelen kunnen bijstand, hulpverlening en waar nodig beschermingsoperaties omvatten teneinde levens te redden en te sparen in geval van rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van noodhulpoperaties noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de getroffen groepen personen, werkzaamheden op korte termijn in verband met het herstel en de wederopbouw, van met name voorzieningen, opslag, vervoer, logistiek en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.
Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties nodig zijn.
Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen en aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding, en die voor een grotere transparantie zorgt.
Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Rechtsgronden
Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).
Referentiebesluiten
Door de Commissie op 1 april 2020 ingediend voorstel voor een verordening van de Raad tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 en tot wijziging van de bepalingen ervan naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19 (COM(2020) 175).
TITEL 23
HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
23 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING” |
53 528 912 |
53 528 912 |
|
|
53 528 912 |
53 528 912 |
23 02 |
HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID |
1 092 234 779 |
1 197 700 000 |
|
|
1 092 234 779 |
1 197 700 000 |
23 03 |
HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING |
274 899 000 |
118 067 750 |
300 000 000 |
150 000 000 |
574 899 000 |
268 067 750 |
23 04 |
HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP |
19 355 000 |
17 584 960 |
|
|
19 355 000 |
17 584 960 |
|
Titel 23 — Totaal |
1 440 017 691 |
1 386 881 622 |
300 000 000 |
150 000 000 |
1 740 017 691 |
1 536 881 622 |
HOOFDSTUK 23 03 — HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
23 03 |
HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING |
|||||||
23 03 01 |
Rampenpreventie en rampenparaatheid |
|||||||
23 03 01 01 |
Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie |
3 |
192 788 000 |
88 000 000 |
300 000 000 |
150 000 000 |
492 788 000 |
238 000 000 |
23 03 01 02 |
Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen |
4 |
6 029 000 |
5 206 250 |
|
|
6 029 000 |
5 206 250 |
23 03 01 03 |
Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM) |
3 |
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
Artikel 23 03 01 — Subtotaal |
|
200 817 000 |
95 206 250 |
300 000 000 |
150 000 000 |
500 817 000 |
245 206 250 |
23 03 02 |
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen |
|||||||
23 03 02 01 |
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie |
3 |
16 382 000 |
12 000 000 |
|
|
16 382 000 |
12 000 000 |
23 03 02 02 |
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen |
4 |
57 700 000 |
10 500 000 |
|
|
57 700 000 |
10 500 000 |
|
Artikel 23 03 02 — Subtotaal |
|
74 082 000 |
22 500 000 |
|
|
74 082 000 |
22 500 000 |
23 03 51 |
Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014) |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
23 03 77 |
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||
23 03 77 03 |
Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen |
3 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
23 03 77 04 |
Voorbereidende actie — Netwerk van Europese platforms voor civiele bescherming en crisisbeheersing |
4 |
p.m. |
361 500 |
|
|
p.m. |
361 500 |
|
Artikel 23 03 77 — Subtotaal |
|
p.m. |
361 500 |
|
|
p.m. |
361 500 |
|
Hoofdstuk 23 03 — Totaal |
|
274 899 000 |
118 067 750 |
300 000 000 |
150 000 000 |
574 899 000 |
268 067 750 |
23 03 01
Rampenpreventie en rampenparaatheid
23 03 01 01
Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie
Begroting 2020 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2020 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
192 788 000 |
88 000 000 |
300 000 000 |
150 000 000 |
492 788 000 |
238 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend binnen de Unie. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.
Het dekt met name:
— |
acties op het gebied van preventie ter ondersteuning en bevordering van de risicobeoordelings- en -inventarisatie-activiteiten van de lidstaten via het uitwisselen van goede praktijken en het verzamelen en verspreiden van informatie van de lidstaten over risicobeoordelingsactiviteiten, onder meer door intercollegiale toetsing; |
— |
het creëren van een Europese responscapaciteit voor noodsituaties, een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld; |
— |
de ontwikkeling en het beheer van een certificatie- en registratieproces voor de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”. Dit impliceert tevens de ontwikkeling van capaciteitsdoelstellingen en kwaliteitsnormen; |
— |
de identificatie van belangrijke tekortkomingen inzake responscapaciteit in de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”, en steun voor de ontwikkeling van de vereiste capaciteiten; |
— |
de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning; |
— |
de ontwikkeling en het onderhoud van een netwerk van opgeleide deskundigen uit de lidstaten om op centraal niveau te helpen met het toezicht, en de informatie- en coördinatietaken van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC); |
— |
een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming; |
— |
een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur; |
— |
het beheer van een opleidingsnetwerk van opleidingscentra voor personeel van civiele bescherming en beheer van noodsituaties en andere relevante actoren met het oog op sturing in verband met opleiding voor civiele bescherming in de Unie en op internationaal niveau; |
— |
het beheer van een programma met oefeningen, onder meer oefeningen op coördinatiecentrumniveau, oefeningen op grote schaal en oefeningen voor modules van civiele bescherming voor het beproeven van de interoperabiliteit, de opleiding van ambtenaren voor civiele bescherming en een gemeenschappelijke interventiecultuur; |
— |
de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen; |
— |
informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem Cecis ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen; |
— |
onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 4 van Besluit nr. 1313/2013/EU, met inbegrip van steun ter verbetering van de interoperabiliteit; |
— |
onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en vroegewaarschuwingssystemen; |
— |
de studie en ontwikkeling van scenario’s, het in kaart brengen en plannen voor de ontwikkeling van responscapaciteit; |
— |
workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario’s en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw, demonstratieprojecten, overdracht van technologie, bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, controle en evaluatie; |
— |
andere ondersteunende en aanvullende acties die noodzakelijk zijn in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voor het bereiken van een hoog beschermingsniveau tegen rampen en een grotere rampenparaatheid van de Unie; |
— |
uitgaven voor audits en evaluaties, zoals neergelegd in het Uniemechanisme voor civiele bescherming. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).
(1) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr.1 en 2/2020.
(2) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
(3) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(4) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr.1 en 2/2020.
(5) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
(6) De eigen middelen voor de begroting 2020 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 172e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 24 mei 2019.
(7) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(8) De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
(9) Berekening van percentage: (112 143 010 606) / (169 880 250 000) = 0,660129771447829.
(10) Afgeronde percentages.
(11) Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.
(12) Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(13) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 20 % sinds 1 januari 2014 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
(14) p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (153 245 155 856 + 1 928 450 061 = 155 173 605 917 = 155 173 605 917).
(15) Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (153 245 155 856) / (16 988 025 000 000) = 0,90 %; maximum van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,20 %.