ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 106

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
6 april 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

RICHTSNOEREN

 

*

Richtsnoer (EU) 2020/496 van de Europese Centrale Bank van 19 maart 2020 tot wijziging van Richtsnoer (EU) 2019/1265 betreffende de kortetermijnrente voor de euro (€STR) (ECB/2020/15)

1

 

*

Richtsnoer (EU) 2020/497 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2020 betreffende de registratie van bepaalde gegevens door de nationale bevoegde autoriteiten in het register van instellingen en verbonden ondernemingen (ECB/2020/16)

3

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2020/227 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 ( PB L 57 van 27.2.2020 )

12

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/469 van de Commissie van 14 februari 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 923/2012, Verordening (EU) nr. 139/2014 en Verordening (EU) 2017/373 voor wat betreft eisen voor luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten, structuren voor luchtruimontwerp, gegevenskwaliteit en baanveiligheid, en tot intrekking van Verordening nr. 73/2010 ( PB L 104 van 3.4.2020 )

14

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

RICHTSNOEREN

6.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/1


RICHTSNOER (EU) 2020/496 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 19 maart 2020

tot wijziging van Richtsnoer (EU) 2019/1265 betreffende de kortetermijnrente voor de euro (€STR) (ECB/2020/15)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, leden 2 en 5,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 12.1 en artikel 14.3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 5, lid 2, van Richtsnoer (EU) 2019/1265 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/19) (1) bepaalt dat de nationale centrale banken (NCB’s) die een of meer in hun lidstaat ingezeten informatieplichtigen hebben, verplicht zijn het vaststellingsproces voor de kortetermijnrente voor de euro en de post-productieprocedures uit te voeren overeenkomstig de in artikel 6, lid 3, van dat richtsnoer bedoelde bedrijfsprocessen. In het belang van een efficiënte toewijzing van middelen is het echter passend dat de ECB deze taken waarneemt namens de NCB’s die slechts één in hun lidstaat gevestigde informatieplichtige hebben en geen lokaal verzamelplatform exploiteren.

(2)

Om de in artikel 11 van Richtsnoer (EU) 2019/1265 (ECB/2019/19) beschreven klachtenprocedure gebruiksvriendelijker te maken, moet de mogelijkheid van elektronische indiening van klachten worden ingevoerd.

(3)

Derhalve moet Richtsnoer (EU) 2019/1265 (ECB/2019/19) dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT DIT RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtsnoer (EU) 2019/1265 (ECB/2019/19) wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 5 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

“2 bis.   Indien een NCB slechts één in haar lidstaat ingezeten informatieplichtige heeft en geen lokaal verzamelplatform exploiteert, kan de ECB met voorafgaande instemming van die NCB namens die NCB de taken waarnemen die de NCB overeenkomstig artikel 5, lid 2, moet verrichten en die betrekking hebben op het vaststellingsproces voor de kortetermijnrente voor de euro en de post-productieprocedures. Indien de ECB dergelijke taken namens een NCB waarneemt, volgt de ECB de in artikel 6, lid 3, bedoelde bedrijfsprocessen.”.

2)

In artikel 11 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Eenieder kan bij de ECB een schriftelijke klacht indienen over enig aspect van het vaststellingsproces voor de kortetermijnrente voor de euro dat naar verluidt de belangen van de betreffende persoon aanzienlijk heeft geschaad. De klacht kan per post worden ingediend bij de Europese Centrale Bank, 60640 Frankfurt am Main, Duitsland, of elektronisch via euroshorttermrate_complaints@ecb.europa.eu.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt in werking op de dag van kennisgeving aan de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main 19 maart 2020.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Richtsnoer (EU) 2019/1265 van de Europese Centrale Bank van 10 juli 2019 betreffende de kortetermijnrente voor de euro (€STR) (ECB/2019/19) (PB L 199 van 26.7.2019, blz. 8).


6.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/3


RICHTSNOER (EU) 2020/497 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 20 maart 2020

betreffende de registratie van bepaalde gegevens door de nationale bevoegde autoriteiten in het register van instellingen en verbonden ondernemingen (ECB/2020/16)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 6, lid 1, artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 7,

Gezien het voorstel van de Raad van toezicht, in overleg met de nationale bevoegde autoriteiten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Centrale Bank (ECB) onderhoudt het gegevensregister inzake instellingen en verbonden ondernemingen (Register of Institutions and Affiliates Data — RIAD). RIAD is het gedeelde gegevensbestand voor referentiegegevens betreffende juridische en overige statistische institutionele eenheden, waarvan de verzameling bedrijfsprocessen in het hele Eurosysteem ondersteunt, alsook de uitvoering van de taken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) en de specifieke taken in verband met het prudentieel toezicht die krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan de ECB zijn opgedragen in het kader van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM), bestaande uit de ECB en NBA’s (“toezichthoudende taken”). RIAD faciliteert de integratie van verschillende gegevensbestanden, met name door gemeenschappelijke identificatiecodes ter beschikking te stellen.

(2)

RIAD omvat een brede reeks van attributen betreffende afzonderlijke entiteiten en relaties tussen die entiteiten die de afleiding van groepsstructuren mogelijk maken. Deze structuren kunnen een uiteenlopende samenstelling hebben voor accountingdoeleinden of doeleinden van prudentiële consolidatie. Deze informatie wordt gebruikt ter ondersteuning van een aantal processen en bedrijfsonderdelen, bijvoorbeeld onderpand- en risicobeheer, financiële stabiliteit en microprudentieel toezicht.

(3)

Richtsnoer (EU) 2018/876 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/16) (2) stelt, met het oog op de ESCB-taken, de verplichtingen van de nationale centrale banken vast met betrekking tot de rapportage van referentiegegevens en het gegevenskwaliteitbeheer van RIAD en zet het governancekader uiteen. Dit richtsnoer is bedoeld om Richtsnoer (EU) 2018/876 aan te vullen en de verantwoordelijkheden van elke NBA vast te leggen om aan de ECB gerapporteerde referentiegegevens te registreren, te actualiseren en te valideren met het oog op toezichttaken, in overeenstemming met de verplichting tot loyale samenwerking te goeder trouw en de verplichting tot informatie-uitwiseling als vastgelegd in artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 en zoals nader uitgewerkt in artikel 21 van Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/17) (3). Om de doeltreffendheid te vergroten en de rapportagelast tot een minimum te beperken, volgt de gegevensverzameling binnen het GTM uit hoofde van deze bepalingen een “sequentiële aanpak”, d.w.z. dat zowel belangrijke als minder belangrijke kredietinstellingen hun gegevens indienen bij de NBA’s, die vervolgens rapporteren aan de ECB.

(4)

Krachtens artikel 3, lid 2, van Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16) moet elke nationale centrale bank (NCB) een lokale RIAD-hub opzetten, die fungeert als enig contactpunt voor alle met RIAD verband houdende referentiegegevenskwesties in de lidstaat en die activiteiten op nationaal niveau coördineert, met onder meer NBA’s om de nauwkeurigheid, tijdigheid en consistentie van referentiegegevens te waarborgen en een consistent gebruik van identificatiecodes voor entiteiten te verzekeren. Aanbeveling ECB/2018/36 (4) nodigt NCB’s van lidstaten die de euro niet als munt hebben, uit de bepalingen van Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16) zoals die gelden voor de NCB’s van lidstaten die de euro als munt hebben, toe te passen. Dit richtsnoer bepaalt dienovereenkomstig de verantwoordelijkheden van elke NBA om contact te onderhouden met de NCB in haar deelnemende lidstaat.

(5)

De in RIAD geregistreerde referentiegegevens blijven onderworpen aan de specifieke wettelijke bepalingen inzake vertrouwelijkheid van de referentiegegevens en de verzameling van die referentiegegevens door de NBA’s. Het gebruik door de ECB van voor de uitvoering van de ESCB-taken en toezichttaken verzamelde vertrouwelijke informatie is onderworpen aan de toepassing van het beginsel van scheiding overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 en Besluit ECB/2014/39 (5).

(6)

Accurate, tijdige en alomvattende referentiegegevens betreffende entiteiten en de relaties tussen hen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van toezichthoudende taken. Daarom dienen de vereisten die aan de NBA’s worden gesteld in het kader van de toezichthoudende taken met betrekking tot gegevensverzameling, kwaliteitsbeheer en verspreiding in het kader van dit richtsnoer, geconsolideerd te worden in aanvulling op de reeds geconsolideerde vereisten in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16) voor wat betreft de ESCB-taken,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Dit richtsnoer stelt de verplichtingen van de NBA’s vast aangaande de registratie, het onderhoud en het kwaliteitsbeheer van referentiegegevens in RIAD met het oog op toezichthoudende taken.

2.   Dit richtsnoer stelt tevens de verantwoordelijkheden van NBA’s vast om contact te onderhouden met de NCB’s van hun deelnemende lidstaten voor het registreren van referentiegegevens en entiteiten in RIAD.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer zijn de volgende definities van toepassing:

1.

“entiteit”:

a)

een onderneming die valt onder de prudentiële consolidatie overeenkomstig deel één, titel II, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6), of een onderneming die in een dergelijke consolidatie zou zijn opgenomen indien niet overeenkomstig die verordening een ontheffing was verleend;

b)

een onderneming die overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van prudentiële consolidatie wordt uitgesloten;

c)

een bijkantoor zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 17, van Verordening (EU) nr. 575/2013, dat in een deelnemende lidstaat is opgericht door een in een andere deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstelling;

d)

een bijkantoor zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 17, van Verordening (EU) nr. 575/2013, dat in een deelnemende lidstaat is opgericht door een in een niet-deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstelling;

2.

“deelnemende lidstaat”: deelnemende lidstaat als gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1024/2013;

3.

“niet-deelnemende lidstaat”: een lidstaat die geen deelnemende lidstaat is;

4.

“nationale bevoegde autoriteit” of “NBA”: een nationale bevoegde autoriteit zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013;

5.

“referentiegegevens”: een reeks van attributen van een individuele entiteit en haar relaties met andere entiteiten zoals vermeld in de bijlagen I en II, of een of meer attributen of relaties in die reeks;

6.

“kredietinstelling”: een instelling als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

7.

“groep”: een groep als gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17);

8.

“ingezetene”: ingezetene als gedefinieerd in artikel 1, punt 4, van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad (7);

9.

“samenstellingsregel”: de samenstellingsregel als gedefinieerd in artikel 2, punt 17, van Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16);

10.

“RIAD-hub”: de RIAD-hub als gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16);

11.

“werkdag”: werkdag als gedefinieerd in artikel 2, punt 20, van Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16);

12.

“zeggenschap”: zeggenschap als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 37, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

13.

“identificatiecode voor juridische entiteiten” (Legal Identity Verifier) of “LEI”: een overeenkomstig de norm ISO 17442 toegewezen alfanumerieke referentiecode (8).

Artikel 3

Registratie van referentiegegevens in RIAD

1.   Elke NBA registreert in RIAD de in bijlage I gespecificeerde referentiegegevens voor entiteiten die in haar deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen zijn, tenzij die referentiegegevens reeds krachtens Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16) in RIAD zijn geregistreerd.

2.   Elke NBA registreert in RIAD de in bijlage II gespecificeerde referentiegegevens voor entiteiten die geen kredietinstelling zijn en die gevestigd zijn in haar deelnemende lidstaat, tenzij die referentiegegevens reeds krachtens Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16) in RIAD zijn geregistreerd.

3.   Een NBA in wiens rechtsgebied een entiteit is gevestigd die een kredietinstelling is op het hoogste consolidatieniveau binnen de deelnemende lidstaten is, neemt alle mogelijke maatregelen om de referentiegegevens voor in niet-deelnemende lidstaten of derde landen gevestigde entiteiten die deel uitmaken van dezelfde groep als die kredietinstelling nauwkeurig in RIAD te registreren, tenzij de relevante referentiegegevens reeds krachtens Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16) in RIAD zijn geregistreerd. In dat kader nemen NBA’s alle mogelijke maatregelen om de in bijlage I gespecificeerde referentiegegevens voor entiteiten die kredietinstellingen zijn en de in bijlage II vermelde referentiegegevens voor entiteiten die geen kredietinstelling zijn, in RIAD te registreren.

4.   RIAD maakt verwerking mogelijk van referentiegegevens betreffende entiteiten die uit een of meer bronnen afkomstig zijn. Ingeval van twee of meer tegenstrijdiige bronnen rangschikt de samenstellingsregel de relevante gegevensbronnen overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16).

5.   In het geval van tegenstrijdige informatie over relaties tussen entiteiten in grensoverschrijdende groepsstructuren onderhouden de NBA’s contact met de NBA in wiens rechtsgebied een kredietinstelling op het hoogste consolidatieniveau binnen de deelnemende lidstaten is gevestigd.

6.   NBA’s zijn niet verantwoordelijk voor het misbruik van de door hen in RIAD geregistreerde referentiegegevens door een andere NBA, door een NCB, of door de ECB.

7.   Ter naleving van de vereisten in dit richtsnoer levert elke NBA redelijke inspanningen om actief samen te werken met de lokale RIAD-hub die in de NCB van haar deelnemende lidstaat is opgericht.

Artikel 4

Onderhoud- en herzieningsbeleid

1.   NBA’s leveren redelijke inspanningen om te verzekeren dat alle uit hoofde van dit richtsnoer in RIAD geregistreerde referentiegegevens doorlopend geactualiseerd worden.

2.   NBA’s verzekeren dat de overeenkomstig artikel 3, leden 1 en 2, in RIAD geregistreerde referentiegegevens uiterlijk één werkdag vóór de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (9) vermelde inleverdata volledig, nauwkeurig en actueel zijn.

Artikel 5

Registratie van nieuwe entiteiten

Ter naleving van haar verplichtingen uit hoofde van dit richtsnoer neemt elke NBA contact op met de NCB in haar deelnemende lidstaat indien een nieuwe entiteit in RIAD geregistreerd moet worden.

Artikel 6

Transmissienormen

1.   Het proces voor de registratie van referentiegegevens in RIAD wordt omschreven in de gegevensuitwisselingsspecificaties die toegankelijk zijn voor de NBA’s. Elke NBA registreert informatie via de standaard ESCB-faciliteit, via online-updates, of, afhankelijk van de nationale regelingen, via het reeds door de NCB in haar deelnemende lidstaat gebruikte transmissiekanaal. In elk geval registreren de NBA’s de referentiegegevens die voor ingezeten entiteiten uit hoofde van dit richtsnoer vereist zijn via de specifieke bron “SUP” in RIAD.

2.   Voorafgaande aan de registratie van referentiegegevens in RIAD voeren NCB's geldigheidscontroles uit om te waarborgen dat de betreffende releferentiegegevens voldoen aan de gegevensuitwisselingsspecificaties. NBA's passen een adequate reeks van controles toe om operationele afwijkingen tot een minimum te beperken en de nauwkeurigheid en consistentie van de in RIAD geregistreerde gegevens te waarborgen.

3.   Indien NCB’s vanwege een technisch mankement geen toegang tot RIAD kunnen krijgen, gebruiken zij de noodfaciliteit die daarvoor voorzien is of versturen de gegevens per versleutelde e‐mail naar het volgende adres: RIAD-Support@ecb.europa.eu

4.   Bij de registratie van referentiegegevens kunnen NCB's hun nationale tekenset gebruiken mits ze het Romeinse alfabet gebruiken. NCB's gebruiken Unicode (UTF‐8) om alle speciale tekensets correct weer te geven bij het ontvangen van informatie van de ECB via RIAD.

5.   Een NBA mag met de NCB in haar deelnemende lidstaat technische regelingen treffen voor de opname van de referentiegegevens in RIAD overeenkomstig dit richtsnoer. In een dergelijk geval blijft de NBA niettemin verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid en kwaliteit van de referentiegegevens.

Artikel 7

Ontvangstbevestiging en foutmelding

1.   Wanneer NBA's referentiegegevens in RIAD registeren, worden automatisch controles gegenereerd om de kwaliteit van de verstrekte gegevens te verifiëren op basis van overeengekomen normen en validatieregels.

2.   Zodra NBA’s de referentiegegevens hebben geregistreerd, verstrekt de ECB een geautomatiseerde backflow, daarin begrepen:

a)

een ontvangstbevestiging met beknopte informatie over de updates die succesvol in het betrokken gegevensbestand zijn verwerkt en geïmplementeerd, en/of

b)

een foutmelding met gedetailleerde informatie inzake de gefaalde updates en geldigheidscontroles. Na ontvangst van een foutmelding neemt de NBA onmiddellijk maatregelen om de gegevens te corrigeren en registreert zij deze in RIAD.

Artikel 8

Vertrouwelijkheid van referentiegegevens

1.   In RIAD geregistreerde referentiegegevens zijn onderworpen aan de specifieke wettelijke bepalingen inzake vertrouwelijkheid van de referentiegegevens en de verzameling van die referentiegegevens door de NBA’s. Referentiegegevens die uit hoofde van die wettelijke bepalingen als vertrouwelijk zijn aangemerkt, worden niet bekendgemaakt. Informatie uit bronnen die overeenkomstig de nationale wetgeving voor het publiek beschikbaar zijn, wordt niet als vertrouwelijk beschouwd.

2.   NBA’s vermelden de vertrouwelijkheidsstatus van referentiegegevens overeenkomstig artikel 10 van Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16).

3.   De volgende referentiegegevens zijn altijd vertrouwelijk, d.w.z. hebben de waarde “C”:

a)

rapportagevereisten in het kader van het GTM;

b)

liquiditeitssubgroepscode, en

c)

hoofd van de liquiditeitssubgroep.

Artikel 9

Inwerkingtreding

1.   Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving aan de NBA's.

2.   De NBA's voldoen met ingang van 31 maart 2020 aan dit richtsnoer.

Artikel 10

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot de NBA's.

Gedaan te Frankfurt am Main, 20 maart 2020.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.

(2)  Richtsnoer (EU) 2018/876 van de Europese Centrale Bank van 1 juni 2018 betreffende het gegevensregister inzake instellingen en verbonden ondernemingen (ECB/2018/16) (PB L 154 van 18.6.2018, blz. 3).

(3)  Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1).

(4)  Aanbeveling ECB/2018/36 van 7 december 2018 betreffende het gegevensregister inzake instellingen en verbonden ondernemingen (ECB/2018/36) (PB C 21 van 17.1.2019, blz. 1).

(5)  Besluit ECB/2014/39 van 17 september 2014 houdende de tenuitvoerlegging van scheiding tussen de monetaire beleidsfunctie en de toezichtfunctie van de Europese Centrale Bank (PB L 300 van 18.10.2014, blz. 57).

(6)  Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(7)  Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8).

(8)  Beschikbaar op de website van de International Organisation for Standardisation's (ISO): www.iso.org

(9)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).


BIJLAGE I

TE REGISTREREN REFERENTIEGEGEVENS VOOR ENTITEITEN DIE KREDIETINSTELLINGEN ZIJN

Attribuut of relatie

Beschrijving

RIAD-code

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Oprichtingsdatum (Birth date)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Sluitingsdatum (Closure date)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

LEI (LEI)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Nationale identificatiecode (National identifier) (indien beschikbaar)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

SUBA ID (SUBA ID)

Niet-publieke identificatiecode die wordt gebruikt voor de rapportage van entiteiten zonder LEI

Liquiditeitssubgroepcode (Liquidity sub-group code)

Liquiditeitssubgroep waartoe de entiteit behoort (indien van toepassing)

Naam (Name)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Land van ingezetenschap (Country of residence)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Adres (Address)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Stad (City)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Postcode (Postal Code)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Rechtsvorm (Legal form)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Institutionele sector (Institutional sector)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Institutionele sector details (Institutional sector details)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Institutionele sector zeggenschap (Institutional sector control)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Markering (Flag Listed)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Rapportagevaluta (Reporting currency)

Valuta waarin de entiteit rapporteert aan de NBA

Kader voor financiële verslaglegging voor individuele rapportage (Accounting Framework for Solo Reporting)

Door de entiteit gehanteerde kader voor financiële verslaggeving bij individuele rapportage

Kader voor financiële verslaglegging voor de geconsolideerde rapportage (Accounting Framework for Consolidated Reporting)

Door de entiteit gehanteerde kader voor financiële verslaggeving bij de geconsolideerde rapportage

Einde boekjaar (Accounting year end)

Maand en dag aan het einde waarvan de entiteit haar jaarrekening afsluit

Bedrijfshandeling (Corporate action)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Datum van de bedrijfshandeling (Date of corporate action)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

GTM-rapportagevereisten (SSM reporting requirements)

De GTM-rapportageverplichtingen waaraan een entiteit is onderworpen

Hoofd van de liquiditeitssubgroep (Head of the liquidity sub-group)

Markering ter identificatie van de entiteit die het hoofd van de liquiditeitssubgroep vertegenwoordigt

Soort GTM-entiteit (SSM entity type)

Soort entiteit voor toezichtdoeleinden

GTM-land van toezicht (SSM country of supervision)

Land waar de entiteit onder toezicht staat

GTM-verslaglegging van de EBA (SSM EBA reporting)

Instellingen die in het kader van de sequentiële benadering overeenkomstig Besluit EBA/DC/2015/130 van de Europese Bankautoriteit (EBA) moeten worden gerapporteerd

EBA-lijst voor benchmarkingportefeuille (EBA list for benchmarking portfolio)

Dit attribuut geeft de instellingen aan die zijn opgenomen in de EBA-lijst voor benchmarkportefeuille krachtens EBA-besluit EBA/DC/2016/156

Verband met directe zeggenschap uitoefenende moederonderneming (Link to direct controlling parent)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Verband met uiteindelijk zeggenschap uitoefenende moederonderneming (to ultimate controlling parent)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Verband met direct onder toezicht staande voorstor (Link to direct supervised ancestor)

Moederentiteit die een onder toezicht staande entiteit is en direct of indirect eigenaar is van/zeggenschap heeft over de entiteit

Verband met de onder toezicht staande voorstor binnen het GTM (Link to ultimate supervised ancestor within SSM)

Onder toezicht staande entiteit die gevestigd is in een deelnemende lidstaat en de hoogste onder toezicht staande entiteit is binnen een onder toezicht staande groep

Verband met de onder toezicht staande voorstor buiten het GTM (Link to ultimate supervised ancestor outside SSM)

De uiteindelijke moedermaatschappij van de groep die gevestigd is in een niet-deelnemende lidstaat of in een derde land. Een uiteindelijke moedermaatschappij buiten het GTM-gebied moet alleen worden gerapporteerd indien deze moederentiteit een instelling is die onder toezicht staat van de toezichthouder van een kredietinstelling in haar land


BIJLAGE II

TE REGISTREREN REFERENTIEGEGEVENS VOOR ENTITEITEN DIE GEEN KREDIETINSTELLING ZIJN

Attribuut of relatie

Beschrijving

RIAD-code (RIAD code)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Oprichtingsdatum (Birth date)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Sluitingsdatum (Closure date)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

LEI (LEI)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Nationale identificatiecode (National identifier) (indien beschikbaar)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Liquiditeitssubgroepcode (Liquidity sub-group code)

Code van de liquiditeitssubgroep waartoe de entiteit behoort (indien van toepassing)

Naam (Name)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Land van ingezetenschap (Country of residence)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Adres (Address)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Stad (City)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Postal code (Postcode)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Rechtsvorm (Legal form)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Institutionele sector (Institutional sector)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Institutionele sector details (Institutional sector details)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Institutionele sector zeggenschap (Institutional sector control)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Markering (Flag Listed)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Bedrijfshandeling (Corporate action)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Datum van de bedrijfshandeling (Date of corporate action)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Hoofd van de liquiditeitssubgroep (Head of the liquidity sub-group)

Markering ter identificatie van de entiteit die het hoofd van de liquiditeitssubgroep vertegenwoordigt

Soort GTM-entiteit (SSM entity type)

Soort entiteit voor toezichtdoeleinden

GTM-land van toezicht (SSM country of supervision)

Land waar de entiteit onder toezicht staat

Verband met directe zeggenschap uitoefenende moederonderneming (Link to direct controlling parent)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Verband met uiteindelijk zeggenschap uitoefenende moederonderneming (Link to ultimate controlling parent)

Zoals in Richtsnoer (EU) 2018/876 (ECB/2018/16)

Verband met rechtstreeks onder toezicht staande voorstor (Link to direct supervised ancestor)

Moederentiteit die een onder toezicht staande entiteit is en direct of indirect eigenaar is van/zeggenschap heeft over de entiteit

Verband met uiteindelijke onder toezicht staande voorstor binnen het GTM (Link to ultimate supervised ancestor within SSM)

Onder toezicht staande entiteit die gevestigd is in een deelnemende lidstaat en de hoogste onder toezicht staande entiteit is binnen een onder toezicht staande groep

Verband met uiteindelijk onder toezicht staande voorstor buiten het GTM (Link to ultimate supervised ancestor outside SSM)

De uiteindelijke moedermaatschappij van een in een niet-deelnemende lidstaat of in een derde land gevestigde groep. Een uiteindelijke moedermaatschappij buiten het GTM-gebied moet alleen worden gerapporteerd indien deze moederentiteit een instelling is die onder toezicht staat van de toezichthouder van een kredietinstelling in haar land


Rectificaties

6.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/12


Rectificatie van definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2020/227 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020

( Publicatieblad van de Europese Unie L 57 van 27 februari 2020 )

Bladzijde 18, hoofdstuk A “Inleiding en financiering van de algemene begroting”, tabel 4:

Tabel 4 wordt als volgt gelezen:

“TABEL 4

Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)

Lidstaat

Brutovermindering

Percentage in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering

 

(1)

(2)

(3)

(4) = (1) + (3)

België

 

2,84

32 315 590

32 315 590

Bulgarije

 

0,36

4 143 098

4 143 098

Tsjechië

 

1,27

14 439 375

14 439 375

Denemarken

– 146 333 564

1,91

21 737 317

– 124 596 247

Duitsland

 

21,65

246 111 806

246 111 806

Estland

 

0,17

1 878 136

1 878 136

Ierland

 

1,64

18 636 293

18 636 293

Griekenland

 

1,16

13 208 785

13 208 785

Spanje

 

7,64

86 854 423

86 854 423

Frankrijk

 

14,94

169 899 670

169 899 670

Kroatië

 

0,32

3 689 222

3 689 222

Italië

 

10,80

122 742 708

122 742 708

Cyprus

 

0,13

1 469 414

1 469 414

Letland

 

0,19

2 200 219

2 200 219

Litouwen

 

0,28

3 236 611

3 236 611

Luxemburg

 

0,26

2 963 014

2 963 014

Hongarije

 

0,85

9 622 538

9 622 538

Malta

 

0,08

888 410

888 410

Nederland

– 782 321 749

4,89

55 561 753

– 726 759 996

Oostenrijk

 

2,43

27 650 415

27 650 415

Polen

 

3,15

35 857 741

35 857 741

Portugal

 

1,24

14 093 655

14 093 655

Roemenië

 

1,33

15 165 924

15 165 924

Slovenië

 

0,30

3 397 489

3 397 489

Slowakije

 

0,59

6 689 472

6 689 472

Finland

 

1,46

16 644 634

16 644 634

Zweden

– 208 243 919

2,88

32 713 177

– 175 530 742

Verenigd Koninkrijk

 

15,22

173 088 343

173 088 343

Totaal

–1 136 899 232

100,00

1 136 899 232

0

Bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2019): (a) 2011 EU‐27 = 100,0000 / (b) 2013 EU‐27 = 102,9958 / (c) 2013 EU‐28 = 102,9874 / (d) 2020 EU‐28 = 112,5551

Forfaitair bedrag voor Nederland: in prijzen 2020: 695 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 782 321 749 EUR

Forfaitair bedrag voor Zweden: in prijzen 2020: 185 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 208 243 919 EUR

Forfaitair bedrag voor Denemarken: in prijzen 2020: 130 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 146 333 564 EUR”


6.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/14


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/469 van de Commissie van 14 februari 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 923/2012, Verordening (EU) nr. 139/2014 en Verordening (EU) 2017/373 voor wat betreft eisen voor luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten, structuren voor luchtruimontwerp, gegevenskwaliteit en baanveiligheid, en tot intrekking van Verordening nr. 73/2010

( Publicatieblad van de Europese Unie L 104 van 3 april 2020 )

Bladzijde 112, punt 4, onder a), ii), van bijlage III, in de wijzigingen van ATS.OR.405 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373:

in plaats van:

ATS.OR.405 Gebruik en beschikbaarheid van het VHF-noodkanaal

a)

Zoals bepaald in artikel 3 quinquies wordt het VHF-noodkanaal (121,500 MHz) gebruikt voor toepassingen in echte noodsituaties, met inbegrip van:”,

lezen:

ATS.OR.405 Gebruik en beschikbaarheid van de VHF-noodfrequentie

a)

Zoals bepaald in artikel 3 quinquies wordt de VHF-noodfrequentie (121,500 MHz) gebruikt voor toepassingen in echte noodsituaties, met inbegrip van:”.