ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 232 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
62e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
RICHTSNOEREN |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
RICHTSNOEREN
6.9.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 232/1 |
RICHTSNOER (EU) 2019/1386 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 7 juni 2019
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2019/18)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name de artikelen 5.1, 12.1 en 14.3,
Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2018/231 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/2) (2) bepaalt de vereisten voor de verzameling en de rapportage van statistieken betreffende pensioenfondsen (PF). Het verzamelen van deze gegevens is noodzakelijk om de ECB te ondersteunen bij de uitvoering van monetaire en financiële analyses, en opdat het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) kan bijdragen aan de stabiliteit van het financiële stelsel. De eerste rapportage krachtens Verordening (EU) 2018/231 (ECB/2018/2) begint in de regel met de kwartaalgegevens inzake activa voor het derde kwartaal van 2019 en jaargegevens inzake passiva en het aantal deelnemers aan pensioenstelsels voor 2019. Daarom is het noodzakelijk het kader voor rapportage van statistieken inzake PF's, uiteengezet in Richtsnoer ECB/2014/15 (3), te actualiseren. |
(2) |
Richtsnoer ECB/2014/15 voorziet reeds in de rapportage van statistische gegevens betreffende PF's door de nationale centrale banken (NCB's). Gegevens betreffende PF's worden aan de ECB overgemaakt op basis van gegevens die thans beschikbaar zijn op nationaal niveau. De relevante bepalingen van Richtsnoer ECB/2014/15 dienen te worden vervangen in het licht van de vereisten van Verordening (EU) 2018/231 (ECB/2018/2). Teneinde een soepele overgang te verzekeren, zouden de NCB's voor het derde en vierde kwartaal van 2019 statistische gegevens betreffende PF's moeten rapporteren, zowel overeenkomstig Richtsnoer ECB/2014/15, als overeenkomstig de vereisten van Verordening (EU) 2018/231 (ECB/2018/2). |
(3) |
Wijzigingen in de tabellen 1.B, 1.H, 2.B en 2.G in deel 9 van bijlage II zijn noodzakelijk om actualiseringen aan de taxonomie van de Europese Bankautoriteit te weerspiegelen. De tabellen 1.B, 1.D, 1.E, 1.F, 1.G, 1.H, 1.J, 2.B, 2.C, 2.D, 2.E, 2.F, 2.G en 2.I in deel 9 van bijlage II dienen te worden gewijzigd met het oog op herziening van de frequentie van de rapportage van de gegevens door de NCB's aan de ECB in overeenstemming met artikel 12, lid 2, van Richtsnoer ECB/2014/15. Voorts is een kleine wijziging in de tabel in deel 22 van bijlage II noodzakelijk om de tabel in lijn te brengen met de definities van Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4). Een kleine wijziging in tabel 2a in deel 23 van bijlage II is noodzakelijk om een meer volledig beeld te geven van de door de informatieplichtigen aangehouden activa. |
(4) |
Derhalve moet Richtsnoer ECB/2014/15 dienovereenkomstig gewijzigd worden, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Richtsnoer ECB/2014/15 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 2 wordt het volgende punt 5 toegevoegd:
(*1) Verordening (EU) 2018/231 van de Europese Centrale Bank van 26 januari 2018 voor wat betreft statistische rapportagevereisten voor pensioenfondsen (ECB/2018/2) (PB L 45 van 17.2.2018, blz. 3).”." |
2) |
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlagen II, III en IV worden overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer gewijzigd. |
Artikel 2
Inwerkingtreding en implementatie
1. Dit richtsnoer treedt in werking op de dag van kennisgeving aan de NCB's van de eurogebiedlidstaten.
2. De NCB's van lidstaten die de euro als munt hebben, voldoen met ingang van 2 oktober 2019 aan dit richtsnoer.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot de NCB's van de lidstaten die de euro als munt hebben.
Gedaan te Frankfurt am Main, 7 juni 2019.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.
(2) Verordening (EU) 2018/231 van de Europese Centrale Bank van 26 januari 2018 voor wat betreft statistische rapportagevereisten voor pensioenfondsen (ECB/2018/2) (PB L 45 van 17.2.2018, blz. 3).
(3) Richtsnoer ECB/2014/15 van 4 april 2014 betreffende monetaire en financiële statistieken (PB L 340 van 26.11.2014, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).
BIJLAGE
Bijlagen II, III en IV van Richtsnoer ECB/2014/15 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In bijlage III wordt deel 2 als volgt vervangen: “DEEL 2 DSD's en gegevensstromen/gegevensbestanden
(*1) Dit kenmerk van gegevensstromen zal niet worden gebruikt bij de rapportage van gegevens voor het eerste kwartaal van 2020.”." |
3) |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
(*1) Dit kenmerk van gegevensstromen zal niet worden gebruikt bij de rapportage van gegevens voor het eerste kwartaal van 2020.”.
(*2) Dit is in overeenstemming met het ESR 2010 en andere internationale statistische normen.
(*3) Echter in geval van statistieken betreffende beleggingsfondsen, vereist Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38) afzonderlijke rapportage van nieuwe uitgiften en aflossingen van aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen gedurende de rapportagemaand.
(*4) De definitie en classificatie van “overige mutaties” zijn grotendeels consistent met het ESR 2010. “Herindelingen en overige aanpassingen” is grosso modo equivalent aan “overige volumemutaties in activa en passiva” (K.1-K.6, zie punten 6.03-25), terwijl “herwaarderingen” kunnen worden overgebracht naar “nominale waarderingsverschillen” (K.7, zie punten 6.26-64). Voor balanspoststatistieken is een belangrijke afwijking dat “afschrijvingen op leningen” worden opgenomen onder “herwaarderingen” (en in het bijzonder als herwaarderingen gevolg van prijsveranderingen), terwijl ze in het ESR 2010 over het algemeen worden beschouwd als “overige volumeveranderingen” (punt 6.14) — met uitzondering van verliezen die bij verkoop van leningen worden gerealiseerd; deze verliezen, die gelijk zijn aan het verschil tussen de transactieprijs en het op de balans vermelde bedrag van de leningen, wordt vastgelegd als een herwaardering (punt 6.58). Het opnemen van “afschrijvingen op leningen” onder “herwaarderingen” is ook een afwijking van de regels betreffende de internationale investeringspositie (i.i.p.). In de i.i.p. worden deze behandeld als “overige aanpassingen” en niet als “koers- of wisselkoerswijzigingen”. Voor beleggingsfondsstatistieken worden geen “afschrijvingen/afwaarderingen” op leningen gevraagd.
(*5) De aanpassingen die overeenstemmen met de eigen balans van de ECB worden gerapporteerd door het directoraat-generaal Algemeen Beheer van de ECB.”;”
(1) Dit item kan omvatten: technische voorzieningen schadeverzekeringen (ESA 2010: F.61), vorderingen van verzekeringsinstellingen op pensioenbeheerders (in lijn met ESA 2010: F.64) en voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties (ESA 2010: F.66)
(2) Deze post, inclusief de betreffende uitsplitsing, kan claims van beheerders op pensioenfondsen omvatten (in lijn met ESA 2010: F.64) en rechten op niet-pensioenuitkeringen (ESA 2010: F.65).”
(3) Dit item kan omvatten: technische voorzieningen schadeverzekeringen (ESR 2010: F.61), vorderingen van verzekeringsinstellingen op pensioenbeheerders (in lijn met ESR 2010: F.64) en voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties (ESR 2010: F.66)
|
Vereisten voor verzekeringsinstellingen op basis van Verordening (EG) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50). |
|
Te rapporteren vereisten inzake verzekeringsinstellingen indien deze beschikbaar zijn bij de NCB's (pro-memorieposten).” |
(4) Door NCB's te verstrekken kwartaalramingen
(5) Totale technische voorzieningen kunnen levensverzekering omvatten
(6) Fictieve toegezegdepremieregelingen en hybride regelingen worden gegroepeerd als toegezegde-uitkeringsregelingen
(7) Rechten die alleen relevant zijn voor huishoudens (S. 14)
(8) Door NCB's te verstrekken kwartaalramingen
(9) Door NCB's te verstrekken kwartaalramingen
(10) Door NCB's te verstrekken kwartaalramingen