ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
62e jaargang |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/1 |
VERORDENING (EU) 2019/521 VAN DE COMMISSIE
van 27 maart 2019
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1), en met name artikel 53, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1272/2008 bevat geharmoniseerde bepalingen en criteria voor de indeling, etikettering en verpakking van stoffen, mengsels en bepaalde specifieke voorwerpen in de Unie. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1272/2008 houdt rekening met het wereldwijd geharmoniseerde systeem van de Verenigde Naties (VN) voor de indeling en etikettering van chemische stoffen („GHS”). |
(3) |
De indelingscriteria en etiketteringsvoorschriften van het GHS worden van tijd tot tijd op VN-niveau herzien. De zesde en zevende herziene uitgaven van het GHS zijn het resultaat van wijzigingen die in 2014 en 2016 respectievelijk zijn goedgekeurd door de VN-commissie van deskundigen voor het vervoer van gevaarlijke goederen en het wereldwijd geharmoniseerde systeem voor de indeling en etikettering van chemische stoffen. |
(4) |
Als gevolg van de zesde en zevende herziene uitgaven van het GHS moet een aantal technische bepalingen en criteria betreffende indeling, etikettering en verpakking van Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden herzien. Deze verdere ontwikkelingen van het GHS introduceren met name een nieuwe gevarenklasse voor ongevoelig gemaakte ontplofbare stoffen en een nieuwe gevarencategorie, pyrofore gassen, binnen de gevarenklasse ontvlambare gassen. Daarnaast zijn er aanpassingen van: de criteria voor stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen, de algemene ondergrenzen; de algemene bepalingen voor de indeling van de aerosolvormen van mengsels; en, voor zover nodig, de details van de definities en indelingscriteria voor de gevarenklassen ontplofbare stoffen, ontvlambare gassen, ontvlambare vloeistoffen, ontvlambare vaste stoffen, acute toxiciteit, huidcorrosie/-irritatie, ernstig oogletsel/oogirritatie, sensibilisatie van de luchtwegen en van de huid, mutageniteit in geslachtscellen, kankerverwekkendheid, voortplantingstoxiciteit, specifieke doelorgaantoxiciteit en aspiratiegevaar. Bovendien wordt een aantal gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen gewijzigd. Een aantal technische bepalingen en criteria in de bijlagen I, II, III, IV, V en VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 moet daarom worden aangepast, om rekening te houden met de zesde en zevende herziene uitgave van het GHS. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 1272/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
De toepassing van deze verordening moet worden uitgesteld om de leveranciers van stoffen en mengsels de kans te geven zich naar de bij deze verordening ingevoerde nieuwe indelings-, etiketterings- en verpakkingsvoorschriften te voegen. |
(7) |
Overeenkomstig de overgangsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 op basis waarvan de nieuwe bepalingen al in een eerder stadium op vrijwillige basis kunnen worden toegepast, moeten leveranciers in staat worden gesteld om de nieuwe indeling, etikettering en verpakking al vóór de datum van toepassing van deze verordening op vrijwillige basis toe te passen. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte comité (2), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
2) |
Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
3) |
Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening. |
4) |
Bijlage IV wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij deze verordening. |
5) |
Bijlage V wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage V bij deze verordening. |
6) |
Bijlage VI wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VI bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 17 oktober 2020.
Bij wijze van afwijking van het tweede lid mogen stoffen en mengsels reeds vóór 17 oktober 2020, overeenkomstig deze verordening worden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Deel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Deel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Deel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Deel 4 wordt als volgt gewijzigd: punt 4.1.3.5.5.3.1 wordt vervangen door:
|
(5) Tot nu toe is de berekeningsmethode gevalideerd voor mengsels die maximaal zes vluchtige bestanddelen bevatten. Deze bestanddelen kunnen ontvlambare vloeistoffen als koolwaterstoffen, ethers, alcohol en esters (behalve acrylaten) zijn en water. Zij is evenwel nog niet gevalideerd voor mengsels die gehalogeneerde, zwavel- en/of fosforverbindingen, alsmede reactieve acrylaten bevatten.
(6) Als het berekende vlampunt minder dan 5 °C hoger ligt dan het geldende indelingscriterium, mag de berekeningsmethode niet worden gebruikt en moet het vlampunt proefondervindelijk worden bepaald.”;
(8) Momenteel zijn geen erkende en gevalideerde diermodellen beschikbaar voor het testen van overgevoeligheid van de luchtwegen. Onder bepaalde omstandigheden kunnen gegevens uit dierproeven nuttige informatie opleveren bij een beoordeling op basis van de bewijskracht.
(9) De mechanismen waarmee stoffen astmasymptomen veroorzaken, zijn nog niet volledig bekend. Met het oog op preventieve maatregelen worden deze stoffen als inhalatieallergenen beschouwd. Als echter op grond van de gegevens kan worden aangetoond dat deze stoffen alleen bij mensen met bronchiale hyperreactiviteit astmasymptomen veroorzaken door irritatie, worden deze niet als inhalatieallergenen beschouwd.”;”
(1) Of, in bepaalde gevallen, < 1 %, zie punt 3.2.3.3.1.
(2) Of, in bepaalde gevallen, < 1 %, zie punt 3.3.3.3.1.
(3) Of, in bepaalde gevallen, < 1 %, zie punt 3.8.3.4.6.
(4) Of, in bepaalde gevallen, < 0,1 %, zie punt 4.1.3.1.
(7) Instabiele ontplofbare stoffen zoals gedefinieerd in afdeling 2.1 kunnen ook door ongevoeligmaking worden gestabiliseerd en vervolgens worden ingedeeld als ongevoelig gemaakte ontplofbare stoffen, mits aan alle criteria van afdeling 2.17 wordt voldaan. In dat geval moet de ongevoelig gemaakte ontplofbare stof worden getest volgens testseries 3 (deel I van de UN Recommendations on the Transport of Dangerous Goods, Manual of Tests and Criteria) omdat informatie over de gevoeligheid voor mechanische prikkels waarschijnlijk belangrijk is voor het bepalen van de omstandigheden waarin de stof veilig kan worden verwerkt en gebruikt. De resultaten worden bekendgemaakt in het veiligheidsinformatieblad.
BIJLAGE II
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Deel I wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Deel II wordt als volgt gewijzigd: in afdeling 2.10 wordt het derde streepje vervangen door:
|
BIJLAGE III
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Deel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Deel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
BIJLAGE IV
Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De eerste inleidende alinea van bijlage IV wordt vervangen door: „In deze bijlage wordt een matrix uiteengezet met daarin de aanbevolen veiligheidsaanbevelingen voor elke gevarenklasse en gevarencategorie per type veiligheidsaanbeveling. De matrix dient als leidraad om passende veiligheidsaanbevelingen te kiezen en bevat elementen voor alle categorieën veiligheidsaanbeveling. Alle specifieke elementen die verband houden met een bepaalde gevarenklasse, moeten worden gebruikt. Daarnaast worden zo nodig ook algemene, niet aan een specifieke gevarenklasse of -categorie verbonden veiligheidsaanbevelingen gebruikt. Om bij de toepassing van veiligheidsaanbevelingen voor flexibiliteit te zorgen, wordt het combineren of consolideren van veiligheidsaanbevelingen aanbevolen om op het etiket ruimte te sparen en de leesbaarheid te verhogen. De matrix en de tabellen in deel 1 van deze bijlage bevatten een aantal gecombineerde veiligheidsaanbevelingen. Dit zijn echter slechts voorbeelden; leveranciers mogen de teksten van veiligheidsaanbevelingen verder combineren en consolideren daar waar dit de helderheid en begrijpelijkheid van informatie op etiketten verhoogt, overeenkomstig artikel 22 en artikel 28, lid 3. Niettegenstaande artikel 22 mag de tekst van veiligheidsaanbevelingen die voorkomen op etiketten en veiligheidsinformatiebladen, enigszins afwijken van de in deze bijlage uiteengezette tekst, mits dergelijke afwijkingen bevorderlijk zijn voor de communicatie van veiligheidsinformatie en het veiligheidsadvies niet wordt afgezwakt of in het gedrang komt. Hierbij zijn inbegrepen spellingsvarianten, synoniemen en andere equivalente termen die passend zijn in de regio waar het product wordt geleverd en gebruikt.”. |
2) |
Tabel 6.1 wordt als volgt gewijzigd: de vermelding voor code P103 wordt vervangen door:
|
3) |
Tabel 6.2 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Tabel 6.3 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Tabel 6.4 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Tabel 6.5 wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Tabel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:
|
BIJLAGE V
Afdeling 1.2 van deel 1 van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
a) |
in kolom 2 wordt de zin „Ontvlambare gassen, gevarencategorie 1” vervangen door „Ontvlambare gassen, gevarencategorieën 1A, 1B”; |
b) |
in kolom 2 wordt de zin „Sectie 2.17 Ongevoelig gemaakte ontplofbare stoffen, gevarencategorieën 1, 2, 3 en 4” toegevoegd na de laatste vermelding. |
BIJLAGE VI
Deel 1 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
a) |
in tabel 1.1 wordt de rij betreffende ontvlambaar gas vervangen door:
|
b) |
in tabel 1.1 wordt de volgende rij toegevoegd na de rij „Voor metalen bijtend(e) stof of mengsel”:
|
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/37 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/522 VAN DE COMMISSIE
van 27 maart 2019
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 wat betreft de rapportage van gegevens over de productie en de invoer en uitvoer van polyolen die fluorkoolwaterstoffen bevatten krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 517/2014
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (1), en met name artikel 19, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 van de Commissie (2) worden de vorm en indieningswijze gespecificeerd van het verslag dat producenten, importeurs en exporteurs van bepaalde gefluoreerde broeikasgassen en ondernemingen die die gassen vernietigen, moeten indienen krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 517/2014 betreffende het gebruik van bepaalde gefluoreerde broeikasgassen als grondstof of het op de markt brengen van producten of apparatuur die die gassen bevatten. |
(2) |
Besluit XXX/10 (3) van de partijen bij het Protocol van Montréal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken bij het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag (4) („Protocol van Montréal”), bevat de herziene rapportageformulieren die moeten worden gebruikt voor de rapportage over gereguleerde stoffen, met inbegrip van de bijproducten van trifluormethaan (HFK-23) en de invoer en uitvoer van polyolen die fluorkoolwaterstoffen bevatten, na de wereldwijde inwerkingtreding van de Wijziging van Kigali van het Protocol van Montréal betreffende het uitfaseren van fluorkoolwaterstoffen (hfk's) op 1 januari 2019 (5). |
(3) |
De in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 vastgestelde vorm van het rapportagesysteem moet worden gewijzigd om het in overeenstemming te brengen met de in Besluit XXX/10 vastgestelde vorm van rapportage die wordt gebruikt door de partijen bij het Protocol van Montréal. Op deze wijze kan de Unie aan haar rapportageverplichtingen uit hoofde van het Protocol van Montréal voldoen. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 24, lid 1, van Verordening (EU) nr. 517/2014 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 van de Commissie van 30 oktober 2014 tot vaststelling van de vorm en indieningswijze van het verslag bedoeld in artikel 19 van Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende gefluoreerde broeikasgassen (PB L 318 van 5.11.2014, blz. 5).
(3) Besluit XXX/10 van de partijen bij het Protocol van Montréal, aangenomen op 9 november 2018.
(4) Beschikking 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montréal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).
(5) Besluit XXVIII/1 van de partijen bij het Protocol van Montréal, aangenomen op 15 oktober 2016.
BIJLAGE
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In onderdeel 1 wordt de tabel vervangen door:
|
2) |
In onderdeel 2 wordt in de tabel de volgende rij 2F toegevoegd:
|
3) |
In onderdeel 3 wordt in de tabel de volgende rij 3J toegevoegd:
|
RICHTLIJNEN
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/41 |
UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2019/523 VAN DE COMMISSIE
van 21 maart 2019
tot wijziging van de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 14, tweede alinea, onder c) en d),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gezien de toegenomen internationale handel en de door de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het Middellandse Zeegebied uitgevoerde en recentelijk gepubliceerde beoordelingen van het fytosanitaire risico is het technisch gerechtvaardigd en strookt het met de betrokken fytosanitaire risico's om de schadelijke organismen Aromia bungii (Faldermann), Neoleucinodes elegantalis (Guenée) en Oemona hirta (Fabricius) in bijlage I, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG op te nemen ter bescherming van planten, plantaardige producten en andere materialen. |
(2) |
Na de door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) uitgevoerde en recentelijk gepubliceerde categorisering van het fytosanitaire risico is vastgesteld dat er meer gastheren en routes van binnenkomst in de Unie van het schadelijk organisme Enarmonia packardi (Zeller) zijn dan die welke momenteel in bijlage II, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG zijn geregeld. Na herziening van de respectievelijke wetenschappelijke benaming heet het schadelijk organisme nu Grapholita packardi (Zeller). Daarom is het wetenschappelijk gerechtvaardigd en strookt het met het betrokken fytosanitaire risico om Enarmonia packardi (Zeller) uit bijlage II, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG te schrappen en onder de benaming Grapholita packardi (Zeller) in bijlage I, deel A, rubriek I, bij die richtlijn op te nemen. |
(3) |
De momenteel in bijlage II, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG opgenomen soorten van Elsinoe spp. Bitanc. et Jenk. Mendes, ziekteverwekkers bij Citrus L. Fortunella Swingle, Poncirus Raf., en de hybriden daarvan, zijn verder gedefinieerd in de door de EFSA uitgevoerde en recentelijk gepubliceerde categorisering van het fytosanitaire risico. Bovendien is op grond van de categorisering van het fytosanitaire risico en de recente onderscheppingen op vruchten duidelijk dat de huidige lijst van gereglementeerde producten niet alle risico's met betrekking tot deze schadelijke organismen ondervangt. Daarom is het wetenschappelijk en technisch gerechtvaardigd en strookt het met het betrokken fytosanitaire risico om Elsinoe spp. Bitanc. et Jenk. Mendes te schrappen uit bijlage II, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG en om de soorten Elsinoë australis Bitanc. et Jenk., Elsinoë citricola X.L. Fan, R.W. Barreto & Crous en Elsinoë fawcettii Bitanc. et Jenk., ziekteverwekkers bij Citrus L. Fortunella Swingle, Poncirus Raf., en de hybriden daarvan, op te nemen in bijlage I, deel A, rubriek I, bij die richtlijn. |
(4) |
Gezien de toegenomen internationale handel en de door de EFSA en de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het Middellandse Zeegebied uitgevoerde en recentelijk gepubliceerde beoordelingen van het fytosanitaire risico is het technisch gerechtvaardigd en strookt het met de betrokken fytosanitaire risico's om de schadelijke organismen Fusarium circinatum Nirenberg et O'Donnell en Geosmithia morbida Kolarík, Freeland, Utley et Tisserat en de vector daarvan Pityophthorus juglandis Blackman in bijlage I, deel A, rubriek II, bij Richtlijn 2000/29/EG op te nemen ter bescherming van planten, plantaardige producten en andere materialen. Deze schadelijke organismen komen thans in de Europese Unie voor en hebben een beperkt verspreidingsgebied. |
(5) |
Gezien de door de EFSA uitgevoerde en recentelijk gepubliceerde beoordelingen van het fytosanitaire risico is het wetenschappelijk en technisch gerechtvaardigd en strookt het met de betrokken fytosanitaire risico's om Ceratocystis platani (J.M. Walter) Engelbr. et T.C. Harr te schrappen uit bijlage II, deel A, rubriek II, bij Richtlijn 2000/29/EG en op te nemen in bijlage I, deel A, rubriek II van die richtlijn. |
(6) |
Gezien de toegenomen internationale handel en de door de EFSA uitgevoerde en gepubliceerde beoordeling van het fytosanitaire risico van grond en groeimedia en de relevante internationale normen is het wetenschappelijk gerechtvaardigd en strookt het met de betrokken fytosanitaire risico's om ter bescherming van planten, plantaardige producten en andere materialen de eisen voor grond en groeimedia door herziening van de relevante eisen in bijlage III, in bijlage IV, deel A, rubriek I, en in bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG aan te scherpen. |
(7) |
Ter bescherming van de productie van en de handel in planten, plantaardige producten en andere materialen is het technisch gerechtvaardigd en strookt het met het betrokken fytosanitaire risico om de schadelijke organismen Liriomyza huidobrensis (Blanchard) en Liriomyza trifolii (Burgess) op te nemen in bijlage I, deel B, bij die richtlijn. |
(8) |
Uit door Ierland en het Verenigd Koninkrijk verstrekte gegevens blijkt dat het grondgebied van Ierland en Noord-Ierland vrij is van Liriomyza huidobrensis (Blanchard) respectievelijk Liriomyza trifolii (Burgess) en dat Ierland en Noord-Ierland voldoen aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2000/29/EG voor de instelling van een beschermd gebied ten aanzien van die schadelijke organismen. Bijlage I, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(9) |
Op basis van wetenschappelijke en technische kennis is het technisch aanvaardbaar bijzondere eisen op te nemen voor het binnenbrengen en in voorkomend geval de overbrenging van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Unie, omdat zij waarschijnlijk gastheer zijn van de in overweging 1 genoemde schadelijke organismen Aromia bungii (Faldermann) en Neoleucinodes elegantalis (Guenée), het in overweging 2 genoemde schadelijke organisme Grapholita packardi (Zeller) en het in overweging 4 genoemde schadelijke organisme Geosmithia morbida Kolarík, Freeland, Utley et Tisserat en de vector daarvan Pityophthorus juglandis Blackman. De desbetreffende planten, plantaardige producten en andere materialen moeten daarom in bijlage IV, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG worden opgenomen. Voor Geosmithia morbida Kolarík, Freeland, Utley et Tisserat en de vector daarvan Pityophthorus juglandis Blackman moeten aanvullende bijzondere eisen voor intern verkeer worden opgenomen in bijlage IV, deel A, rubriek II, bij Richtlijn 2000/29/EG. |
(10) |
Wat betreft het in overweging 5 genoemde schadelijke organisme Ceratocystis platani (J.M. Walter) Engelbr. et T.C. Harr, moeten de bijzondere eisen in bijlage IV, deel A, rubrieken I en II, bij Richtlijn 2000/29/EG worden gewijzigd wegens de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis en de door de EFSA uitgevoerde en recentelijk gepubliceerde beoordeling van het fytosanitaire risico. |
(11) |
Gebaseerd op de beoordeling van het fytosanitaire risico van een aantal Tephritidae-soorten door de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het Middellandse Zeegebied, relevante internationale normen, technische informatie en het aantal onderscheppingen van (niet-Europese) Tephritidae-soorten op ingevoerde producten moeten de bijzondere eisen van bijlage IV, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG worden gewijzigd. |
(12) |
Gebaseerd op gegevens over onderscheppingen van ingevoerde producten moeten aanvullende bijzondere eisen voor Bactericera cockerelli (Sulc.) en Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) worden opgenomen in bijlage IV, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG. |
(13) |
Gebaseerd op de recentelijk door de EFSA uitgevoerde categorisaties van het fytosanitaire risico, relevante internationale normen en technische informatie, en gezien het toegenomen internationale handelsverkeer moeten in bijlage IV, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG bijzondere eisen worden vastgesteld voor vruchten van Malus Mill. in verband met de schadelijke organismen Enarmonia prunivora Walsh, Grapholita inopinata Heinrich en Rhagoletis pomonella (Walsh), en voor vruchten van Malus Mill. en Pyrus L. in verband met de schadelijke organismen Guignardia piricola (Nosa) Yamamoto en Tachypterellus quadrigibbus Say. |
(14) |
Het doel van de gewijzigde voorschriften in de overwegingen 9 tot en met 13 is om het fytosanitaire risico als gevolg van het binnenbrengen in en in voorkomend geval de overbrenging binnen de Unie van die planten, plantaardige producten en andere materialen tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. |
(15) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie (2) zijn bepaalde gebieden erkend als beschermde gebieden ten aanzien van diverse schadelijke organismen. Die verordening is recentelijk gewijzigd om rekening te houden met de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de beschermde gebieden binnen de Unie en o.a. met de volgende schadelijke organismen: Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties), Candidatus Phytoplasma ulmi, Ceratocystis platani (J.M. Walter) Engelbr. et T.C. Harr., het Citrus tristeza-virus (Europese stammen), Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al., Globodera pallida (Stone) Behrens, Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens, Gremmeniella abietina (Lag.) Morelet, Liriomyza huidobrensis (Blanchard), Liriomyza trifolii (Burgess), Paysandisia archon (Burmeister), Rhynchophorus ferrugineus (Olivier), Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller, Thaumetopoea processionea L., Tomato spotted wilt virus en Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. Om ervoor te zorgen dat de eisen betreffende beschermde gebieden in verband met de respectieve schadelijke organismen consistent zijn, moeten de desbetreffende eisen in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG worden bijgewerkt. |
(16) |
Daarnaast voldoen verschillende gebieden in de Unie die ten aanzien van bepaalde schadelijke organismen als beschermd gebied zijn erkend, niet langer aan de eisen, omdat die schadelijke organismen er nu worden aangetroffen of omdat de betrokken lidstaten om de intrekking van de status van beschermd gebied hebben verzocht. Het gaat om de volgende gebieden: het grondgebied van Finland ten aanzien van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties); de regionale eenheden Arta en Laconië in Griekenland ten aanzien van het Citrus tristeza-virus (Europese stammen); het gehele grondgebied van Emilia-Romagna, de gemeenten Scarnafigi en Villafalletto in de provincie Cuneo in Piëdmont en de gemeenten Cesarò (provincie Messina), Maniace, Bronte, Adrano (provincie Catania) en Centuripe, Regalbuto en Troina (provincie Enna) in Sicilië in Italië, en het hele grondgebied van Noord-Ierland in het Verenigd Koninkrijk en het hele grondgebied van het district Dunajská Streda in Slowakije ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.; het grondgebied van Noord-Ierland in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Gremmeniella abietina (Lag.) Morelet, de lokale bestuurlijke gebieden Barking and Dagenham; Basildon; Basingstoke and Deane; Bexley; Bracknell Forest; Brentwood; Broxbourne; Castle Point; Chelmsford; Chiltem; Crawley; Dacorum; Dartford; East Hertfordshire; Enfield; Epping Forest; Gravesham; Greenwich; Harlow; Hart; Havering; Hertsmere; Horsham; Littlesford; Medway; Mid Sussex; Mole Valley; Newham; North Hertfordshire; Redbridge; Reigate and Banstead; Rushmoor; Sevenoaks; South Bedfordshire; South Bucks; St Albans; Surrey Heath; Tandridge; Three Rivers; Thurrock; Tonbridge and Malling; Waltham Forest; Watford; Waverley; Welwyn Hatfield; Windsor and Maidenhead, Wokingham and Wycombe in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Thaumetopoea processionea L. en het grondgebied van Zweden ten aanzien van het Tomato spotted wilt virus. Deze informatie moet in deel B van respectievelijk de bijlagen I tot en met IV bij Richtlijn 2000/29/EG worden weerspiegeld. |
(17) |
Herhaalde constateringen dat Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties) voorkomt op bepaalde planten en plantaardige producten die binnen de Unie zijn vervoerd naar bepaalde beschermde gebieden, geven aan dat de huidige eisen voor de overbrenging van planten, plantaardige producten en andere materialen binnen de Unie naar bepaalde beschermde gebieden ten aanzien van Bemisia tabaci Genn. (European populations) (Europese populaties) ontoereikend zijn om het betrokken fytosanitaire risico tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Die eisen moeten in bijlage IV, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG worden geherformuleerd. |
(18) |
De in de overwegingen 6 tot en met 17 bedoelde planten, plantaardige producten of andere materialen moeten aan een plantenziektekundig onderzoek worden onderworpen voordat zij in de Unie worden binnengebracht of in het verkeer worden gebracht. Die planten, plantaardige producten en andere materialen moeten daarom in bijlage V, deel A of B, bij Richtlijn 2000/29/EG worden opgenomen. Bovendien moeten, ter verbetering van de fytosanitaire bescherming, vruchten van Actinidia Lindl., Carica papaya L., Fragaria L., Persea americana Mill., Rubus L. en Vitis L. worden opgenomen in bijlage V, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG en moet de geografische reikwijdte die van toepassing is op de reeds in bijlage V, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG opgenomen vruchten van Annona L., Cydonia Mill., Diospyros L., Malus L., Mangifera L., Passiflora L., Prunus L., Psidium L., Pyrus L., Ribes L., Syzygium Gaertn. en Vaccinium L., worden uitgebreid. |
(19) |
De bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(20) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 31 augustus 2019 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 september 2019.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan (PB L 193 van 22.7.2008, blz. 1).
BIJLAGE
De bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
BESLUITEN
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/66 |
BESLUIT (EU) 2019/524 VAN DE RAAD
van 21 maart 2019
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het gemengd comité
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds (1) („de overeenkomst”), is op 17 juli 2018 in Tokio ondertekend en wordt sinds 1 februari 2019 voorlopig toegepast. |
(2) |
Bij de overeenkomst wordt een gemengd comité ingesteld om het algemene partnerschap dat is gebaseerd op de overeenkomst, te coördineren („het gemengd comité”) en wordt bepaald dat het gemengd comité zijn reglement van orde dient vast te stellen. |
(3) |
Het reglement van orde dient zo spoedig mogelijk te worden goedgekeurd teneinde een doeltreffende tenuitvoerlegging van de overeenkomst te garanderen. |
(4) |
Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het gemengd comité, omdat het reglement van orde de werking zal bepalen van het gemengd comité, dat belast is met het beheer van de overeenkomst en de correcte uitvoering ervan verzekert. |
(5) |
Het standpunt van de Unie in het gemengd comité moet derhalve de vaststelling van het bijgevoegde ontwerpbesluit ondersteunen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de eerste vergadering van het gemengd comité dat is ingesteld overeenkomstig artikel 42 van de strategische partnerschapsovereenkomst, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het gemengd comité, houdt in dat steun wordt gegeven aan de vaststelling door het gemengd comité van zijn reglement van orde, zoals uiteengezet in het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het gemengd comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 21 maart 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
G. CIAMBA
BESLUIT NR. 1/2019 VAN HET GEMENGD COMITÉ DAT IS OPGERICHT BIJ DE STRATEGISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST EU-JAPAN
van …
tot vaststelling van zijn reglement van orde
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds (1) (hierna de „strategische partnerschapsovereenkomst” genoemd), en met name artikel 42,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bepaalde onderdelen van de strategische partnerschapsovereenkomst werden in afwachting van de inwerkingtreding sinds 1 februari 2019 voorlopig toegepast. |
(2) |
Om de doeltreffende uitvoering van de strategische partnerschapsovereenkomst te waarborgen, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, dient het gemengd comité zo spoedig mogelijk te worden opgericht. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 42, lid 5, van de strategische partnerschapsovereenkomst stelt het gemengd comité zijn eigen reglement van orde vast, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
1. |
Het reglement van orde van het gemengd comité, zoals opgenomen in de bijlage, wordt vastgesteld. |
2. |
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld. |
Gedaan te …,
Voor het gemengd comité
De medevoorzitters
(1) PB L xxx van xx.xx.xxxx, blz. x.
Bijlage bij Besluit nr. 1/2019
Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds
Reglement van orde van het gemengd comité
Artikel 1
Taken en samenstelling
1. Het gemengd comité voert de in artikel 42 van de strategische partnerschapsovereenkomst omschreven taken uit.
2. Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen.
Artikel 2
Voorzitter
Het gemengd comité wordt gezamenlijk voorgezeten door vertegenwoordigers van de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds. Hierna wordt naar deze verwezen als „de partijen” of de „partij”.
Artikel 3
Vergaderingen
1. Het gemengd comité vergadert normaal gezien eenmaal per jaar, afwisselend in Tokio en Brussel, op een datum die bij consensus wordt overeengekomen. Het gemengd comité komt ook op verzoek van een der partijen bij consensus bijeen.
2. Het gemengd comité vergadert gewoonlijk op het niveau van hoge ambtenaren, tenzij de partijen anders overeenkomen.
Artikel 4
Openbaarheid
De vergaderingen van het gemengd comité zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders besluiten.
Artikel 5
Secretarissen
Een vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden en een vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Japan treden gezamenlijk op als secretarissen van het gemengd comité. Alle mededelingen van en aan de medevoorzitters van het gemengd comité worden doorgestuurd naar de secretarissen.
Artikel 6
Deelnemers
1. Vóór elke vergadering worden de medevoorzitters via de secretarissen in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.
2. Indien nodig en bij consensus kunnen deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen voor de vergaderingen van het gemengd comité worden uitgenodigd, als waarnemer of om informatie over een specifiek onderwerp te verstrekken.
Artikel 7
Agenda voor de vergaderingen
1. De medevoorzitters stellen voor elke vergadering een voorlopige agenda op.
2. De voorlopige agenda wordt ten laatste 15 dagen vóór de start van de vergadering opgesteld.
3. De definitieve agenda wordt aan het begin van elke vergadering door het gemengd comité goedgekeurd. Indien de partijen daartoe besluiten, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan, als agendapunt worden opgenomen.
4. De medevoorzitters kunnen besluiten de in lid 2 bedoelde termijnen in te korten als dit vereist is.
Artikel 8
Notulen
1. De secretarissen stellen gezamenlijk notulen op van elke vergadering, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twee maanden na afloop van elke vergadering, tenzij bij consensus anders wordt besloten. De ontwerpnotulen omvatten in de regel de definitieve agenda en een samenvatting van de discussies van elk punt op de agenda.
2. De ontwerpnotulen worden door de partijen schriftelijk goedgekeurd, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twee maanden na afloop van elke vergadering, tenzij bij consensus anders wordt besloten.
Artikel 9
Besluiten en aanbevelingen
1. Binnen zijn werkzaamheden en taken als vastgesteld in artikel 42 van de strategische partnerschapsovereenkomst doet het gemengd comité in voorkomend geval aanbevelingen en stelt het besluiten vast. Deze krijgen de benaming „aanbeveling” of „besluit”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een vermelding van het onderwerp ervan. In elke aanbeveling of elk besluit wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.
2. Het gemengd comité kan bij consensus aanbevelingen doen en besluiten nemen.
3. Het gemengd comité kan besluiten aanbevelingen te doen en besluiten vast te stellen middels een schriftelijke procedure door middel van een uitwisseling van nota's tussen de medevoorzitters van het gemengd comité.
4. De besluiten en aanbevelingen van het gemengd comité worden door de medevoorzitters schriftelijk vastgesteld.
5. De partijen kunnen beslissen om de besluiten en aanbevelingen van het gemengd comité te publiceren op elke passend geachte wijze.
Artikel 10
Uitgaven
1. Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van het gemengd comité.
2. Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.
Artikel 11
Werkgroepen
1. Het gemengd comité kan besluiten werkgroepen in te stellen, die het bij het vervullen van zijn taken bijstaan.
2. Het gemengd comité kan besluiten werkgroepen die het heeft opgericht, op te heffen of het mandaat ervan te bepalen of te wijzigen.
3. De werkgroepen brengen na iedere vergadering verslag uit aan het gemengd comité.
Artikel 12
Wijziging van het reglement van orde
De partijen kunnen dit reglement van orde wijzigen overeenkomstig artikel 9.
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/72 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/525 VAN DE COMMISSIE
van 26 maart 2019
tot wijziging van Besluit 2011/163/EU tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 2208)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (1), en met name artikel 29, lid 1, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Richtlijn 96/23/EG zijn controlemaatregelen vastgesteld ten aanzien van de in bijlage I bij die richtlijn vermelde stoffen en groepen residuen. Artikel 29 van die richtlijn bepaalt dat derde landen waaruit de lidstaten de onder die richtlijn vallende dieren en producten van dierlijke oorsprong mogen invoeren, plannen voor het toezicht op residuen moeten indienen die de nodige garanties bieden („de plannen”). In de plannen moeten ten minste de groepen residuen en stoffen aan bod komen die in bijlage I bij die richtlijn worden vermeld. |
(2) |
Bij Besluit 2011/163/EU van de Commissie (2) worden de door bepaalde derde landen ingediende plannen betreffende in de bijlage bij dat besluit nader omschreven dieren en dierlijke producten goedgekeurd („de lijst”). |
(3) |
Zuid-Afrika heeft bij de Commissie een plan voor gekweekt wild ingediend, waarin alleen loopvogels aan bod komen. Zuid-Afrika heeft de tijdens de laatste audit in februari 2017 geconstateerde tekortkomingen met betrekking tot de capaciteit van de Zuid-Afrikaanse autoriteiten om betrouwbare controles op gekweekt wild uit te voeren, verholpen. Het ingediende plan biedt voldoende garanties en moet worden goedgekeurd. De vermelding voor Zuid-Afrika voor gekweekt wild moet daarom in de lijst worden opgenomen, met een specificatie die de goedkeuring voor gekweekt wild uitsluitend tot loopvogels beperkt. |
(4) |
Besluit 2011/163/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Besluit 2011/163/EU wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 26 maart 2019.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10.
(2) Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
BIJLAGE
„BIJLAGE
ISO 2-code |
Land |
Runderen |
Schapen/geiten |
Varkens |
Paarden |
Pluimvee |
Aquacultuurproducten |
Melk |
Eieren |
Konijnen |
Vrij wild |
Gekweekt wild |
Honing |
AD |
Andorra |
X |
X |
X (3) |
X |
|
|
|
|
|
|
|
X |
AE |
Verenigde Arabische Emiraten |
|
|
|
|
|
X (3) |
X (1) |
|
|
|
|
|
AL |
Albanië |
|
X |
|
|
|
X (8) |
|
X |
|
|
|
|
AM |
Armenië |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
AR |
Argentinië |
X |
X |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
AU |
Australië |
X |
X |
|
X |
|
X |
X |
|
|
X |
X |
X |
BA |
Bosnië en Herzegovina |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
X |
|
|
|
X |
BD |
Bangladesh |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
BF |
Burkina Faso |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
BJ |
Benin |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
BN |
Brunei |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
BR |
Brazilië |
X |
|
|
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
X |
BW |
Botswana |
X |
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
X |
|
BY |
Belarus |
|
|
|
X (2) |
|
X |
X |
X |
|
|
|
|
BZ |
Belize |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
CA |
Canada |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
CH |
Zwitserland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
CL |
Chili |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
|
|
X |
|
X |
CM |
Kameroen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
CN |
China |
|
|
|
|
X |
X |
|
X |
X |
|
|
X |
CO |
Colombia |
|
|
|
|
|
X |
X |
|
|
|
|
|
CR |
Costa Rica |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
CU |
Cuba |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
DO |
Dominicaanse Republiek |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
EC |
Ecuador |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
ET |
Ethiopië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
FK |
Falklandeilanden |
X |
X |
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
FO |
Faeröer |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
GE |
Georgië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
GH |
Ghana |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
GL |
Groenland |
|
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
|
GT |
Guatemala |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
HN |
Honduras |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
ID |
Indonesië |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
IL |
Israël (6) |
|
|
|
|
X |
X |
X |
X |
|
|
X |
X |
IN |
India |
|
|
|
|
|
X |
|
X |
|
|
|
X |
IR |
Iran |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
JM |
Jamaica |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
JP |
Japan |
X |
|
X |
|
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
KE |
Kenia |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
KG |
Kirgizië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
KR |
Zuid-Korea |
|
|
|
|
X |
X |
|
|
|
|
|
|
LK |
Sri Lanka |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
MA |
Marokko |
|
|
|
|
X |
X |
|
|
|
|
|
|
MD |
Moldavië |
|
|
|
|
X |
X |
|
X |
|
|
|
X |
ME |
Montenegro |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
X |
|
|
|
X |
MG |
Madagaskar |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
MK |
Noord-Macedonië (4) |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
X |
|
X |
|
X |
MM |
Myanmar/Birma |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
MU |
Mauritius |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X (3) |
MX |
Mexico |
|
|
|
|
|
X |
|
X |
|
|
|
X |
MY |
Maleisië |
|
|
|
|
X (3) |
X |
|
|
|
|
|
|
MZ |
Mozambique |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
NA |
Namibië |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NC |
Nieuw-Caledonië |
X (3) |
|
|
|
|
X |
|
|
|
X |
X |
X |
NI |
Nicaragua |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
NZ |
Nieuw-Zeeland |
X |
X |
|
X |
|
X |
X |
|
|
X |
X |
X |
PA |
Panama |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
PE |
Peru |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
PH |
Filipijnen |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
PM |
Saint-Pierre en Miquelon |
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
|
PN |
Pitcairneilanden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
PY |
Paraguay |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
RS |
Servië (4) |
X |
X |
X |
X (2) |
X |
X |
X |
X |
|
X |
|
X |
RU |
Rusland |
X |
X |
X |
|
X |
|
X |
X |
|
|
X (5) |
X |
RW |
Rwanda |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
SA. |
Saudi-Arabië |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
SG |
Singapore |
X (3) |
X (3) |
X (3) |
X (7) |
X (3) |
X |
X (3) |
|
|
X (7) |
X (7) |
|
SM |
San Marino |
X |
|
X (3) |
|
|
|
X |
|
|
|
|
X |
SR |
Suriname |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
SV |
El Salvador |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
SZ |
Eswatini |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TH |
Thailand |
|
|
|
|
X |
X |
|
|
|
|
|
X |
TN |
Tunesië |
|
|
|
|
X |
X |
|
|
|
X |
|
|
TR |
Turkije |
|
|
|
|
X |
X |
X |
X |
|
|
|
X |
TW |
Taiwan |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
TZ |
Tanzania |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
UA |
Oekraïne |
X |
|
X |
|
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
X |
UG |
Uganda |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
US |
Verenigde Staten |
X |
X |
X |
|
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
UY |
Uruguay |
X |
X |
|
X |
|
X |
X |
|
|
X |
|
X |
VE |
Venezuela |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
|
VN |
Vietnam |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
X |
ZA |
Zuid-Afrika |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
X (9) |
|
ZM |
Zambia |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
X |
(1) Alleen kamelenmelk.
(2) Uitvoer naar de Unie van levende paardachtigen voor de slacht (uitsluitend dieren voor de levensmiddelenproductie).
(3) Derde landen die alleen grondstoffen gebruiken uit lidstaten of uit andere derde landen die zijn goedgekeurd voor de invoer van dergelijke grondstoffen naar de Unie, overeenkomstig artikel 2.
(4) Uitgezonderd Kosovo (deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo).
(5) Alleen voor rendieren uit de regio's Moermansk en Yamalo-Nenets.
(6) De Staat Israël met uitzondering van de gebieden onder Israëlisch bestuur sinds juni 1967, namelijk de Golanhoogvlakte, de Gazastrook, Oost-Jeruzalem en de rest van de Westelijke Jordaanoever.
(7) Alleen voor verse vleesproducten van oorsprong uit Nieuw-Zeeland die bestemd zijn voor de Unie en al dan niet met opslag worden ingeladen en overgeladen in en doorgevoerd via Singapore.
(8) Alleen vis.
(9) Alleen loopvogels.
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/77 |
BESLUIT (EU) 2019/526 VAN DE COMMISSIE
van 27 maart 2019
tot wijziging van de bijlage bij de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de monetaire overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino (1), en met name artikel 8, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 8 van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino (hierna „de monetaire overeenkomst” genoemd) moet de Republiek San Marino rechtsbesluiten en -regels van de Unie op het gebied van eurobankbiljetten en -munten, bancair en financieel recht, voorkoming van witwassen van geld, preventie van fraude met en vervalsing van contante en girale betaalmiddelen, medailles en penningen, en statistische rapportagevereisten ten uitvoer leggen. Deze besluiten en regels zijn vermeld in de bijlage bij de monetaire overeenkomst. |
(2) |
De bijlage bij de monetaire overeenkomst dient eenmaal of, indien passend geacht, meermaals per jaar door de Commissie te worden gewijzigd teneinde met de nieuwe toepasselijke rechtsbesluiten en -regels van de Unie, alsook met de wijzigingen in de bestaande rechtsbesluiten en -regels van de Unie rekening te houden. |
(3) |
Sommige rechtsbesluiten en regels van de Unie zijn niet meer relevant en moeten daarom uit de bijlage worden geschrapt, terwijl een aantal nieuwe relevante rechtsbesluiten en regels van de Unie en wijzigingen in de bestaande rechtsbesluiten werden vastgesteld die aan de bijlage moeten worden toegevoegd. |
(4) |
De bijlage bij de monetaire overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 27 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
BIJLAGE
„BIJLAGE
|
TOE TE PASSEN WETTELIJKE BEPALINGEN |
UITERSTE TOEPASSINGSDATUM |
Voorkoming van witwassen van geld |
||
1 |
Kaderbesluit 2005/212/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen (PB L 68 van 15.3.2005, blz. 49) |
1 oktober 2014 (1) |
2 |
Besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens (PB L 271 van 24.10.2000, blz. 4) |
1 september 2013 |
3 |
Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1) |
|
4 |
Verordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten (PB L 309 van 25.11.2005, blz. 9) |
|
5 |
Besluit 2007/845/JBZ van de Raad van 6 december 2007 betreffende de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen op het gebied van de opsporing en de identificatie van opbrengsten van misdrijven of andere vermogensbestanddelen die hun oorsprong vinden in misdrijven ( PB L 332 van 18.12.2007, blz. 103) |
|
6 |
Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39) |
1 november 2016 (2) |
7 |
Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1) |
1 oktober 2017 (3) |
8 |
Richtlijn 2015/849/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73) |
1 oktober 2017 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
9 |
Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 43) |
31 december 2020 (6) |
|
Aangevuld met: |
|
10 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1) |
1 oktober 2017 (5) |
|
Gewijzigd bij: |
|
11 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/105 van de Commissie van 27 oktober 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de toevoeging van Ethiopië aan de lijst van derde landen met een hoog risico in de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 19 van 24.1.2018, blz. 1) |
31 maart 2019 (6) |
12 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212 van de Commissie van 13 december 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië aan de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 41 van 14.2.2018, blz. 4) |
31 maart 2019 (6) |
Preventie van fraude en vervalsing |
||
13 |
Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten (PB L 149 van 2.6.2001, blz. 1) |
1 september 2013 |
14 |
Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6) |
1 september 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
15 |
Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1) |
|
16 |
Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1) |
1 september 2013 |
17 |
Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44) |
1 september 2013 |
18 |
Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1) |
1 september 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
19 |
Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 5) |
|
20 |
Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 1) |
1 juli 2016 (2) |
Regels betreffende eurobankbiljetten en -munten |
||
21 |
Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4) |
1 september 2013 |
22 |
Conclusies van de Raad van 10 mei 1999 betreffende het kwaliteitszorgsysteem voor de euromunten |
1 september 2013 |
23 |
Mededeling 2001/C 318/03 van de Commissie van 22 oktober 2001 over de auteursrechtelijke bescherming van het ontwerp van de gemeenschappelijke zijde van de euromuntstukken (COM(2001) 600 definitief) (PB C 318 van 13.11.2001, blz. 3) |
1 september 2013 |
24 |
Richtsnoer ECB/2003/5 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 78 van 25.3.2003, blz. 20) |
1 september 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
25 |
Richtsnoer ECB/2013/11 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 houdende wijziging van Richtsnoer ECB/2003/5 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 43) |
1 oktober 2013 (1) |
26 |
Aanbeveling 2009/23/EG van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (C(2008) 8625) (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52) |
1 september 2013 |
27 |
Besluit ECB/2010/14 van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1) |
1 september 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
28 |
Besluit ECB/2012/19 van de Europese Centrale Bank van 7 september 2012 tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (2012/507/EU) (PB L 253 van 20.9.2012, blz. 19) |
1 oktober 2013 (1) |
29 |
Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie (PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1) |
1 september 2013 |
30 |
Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone (PB L 316 van 29.11.2011, blz. 1) |
1 oktober 2014 (1) |
31 |
Verordening (EU) nr. 651/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 135) |
1 oktober 2013 (1) |
32 |
Besluit ECB/2013/10 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 37) |
1 oktober 2013 (1) |
33 |
Verordening (EU) nr. 729/2014 van de Raad van 24 juni 2014 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (herschikking) (PB L 194 van 2.7.2014, blz. 1) |
1 oktober 2013 |
Bancaire en financiële wetgeving |
||
34 |
Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1) |
1 september 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
35 |
Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28) |
|
36 |
Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16) |
|
37 |
Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 1) |
|
38 |
Richtlijn 89/117/EEG van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de verplichtingen inzake openbaarmaking van jaarstukken voor in een lidstaat gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen en financiële instellingen die hun hoofdkantoor buiten deze lidstaat hebben (PB L 44 van 16.2.1989, blz. 40) |
1 september 2018 |
39 |
Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22) |
1 september 2018 |
40 |
Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45) |
1 september 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
41 |
Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37) |
|
42 |
Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120) |
|
43 |
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1). |
|
44 |
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1) |
1 september 2018 |
45 |
Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen (PB L 125 van 5.5.2001, blz. 15) |
1 september 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
46 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
47 |
Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43) |
1 september 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
48 |
Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37) |
|
49 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
50 |
Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1) |
1 september 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
51 |
Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG en 93/6/EEG van de Raad en de Richtlijnen 94/19/EG, 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9) |
|
52 |
Richtlijn 2008/25/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 81 van 20.3.2008, blz. 40) |
|
53 |
Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120) |
|
54 |
Richtlijn 2011/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 113) |
|
55 |
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) |
|
|
Aangevuld met: |
|
56 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2303 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de definities van en coördinering van het aanvullende toezicht op risicoconcentratie en intragroepstransacties (PB L 326 van 11.12.2015, blz. 34) |
1 september 2018 (4) |
57 |
Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
1 september 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
58 |
Richtlijn 2006/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten, met betrekking tot bepaalde termijnen (PB L 114 van 27.4.2006, blz. 60) |
|
59 |
Richtlijn 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 1) |
|
60 |
Richtlijn 2008/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 76 van 19.3.2008, blz. 33) |
|
61 |
Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120) |
|
|
Aangevuld met: |
|
62 |
Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 1) |
1 september 2018 |
63 |
Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26) |
1 september 2018 |
64 |
Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001 (PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11) |
1 september 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
65 |
Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22) |
1 september 2018 (1) |
66 |
Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7) |
1 september 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
67 |
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) |
1 september 2017 (3) |
68 |
Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35) |
30 september 2018 (4) |
69 |
Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12) |
1 september 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
70 |
Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 5) |
|
71 |
Richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 34). |
|
72 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
1 september 2018 (3) |
73 |
Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35) |
|
74 |
Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84) |
1 september 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
75 |
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1) |
|
76 |
Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en houdende intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1). |
|
77 |
Richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2009/138/EG, alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 153 van 22.5.2014, blz. 1) |
|
78 |
Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22) |
1 april 2018 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
79 |
Verordening (EU) nr. 248/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 betreffende de migratie naar Uniebrede overmakingen en automatische afschrijvingen (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 1) |
|
80 |
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
30 september 2019 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
81 |
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1) |
|
82 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot wijziging, ten aanzien van de lijst van vrijgestelde entiteiten, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 279 van 19.10.2013, blz. 2). |
|
83 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
84 |
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84). |
|
85 |
Richtlijn 2015/849/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73) |
|
86 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie van 5 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat de verlenging van de overgangsperioden voor pensioenregelingen betreft (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 63) |
30 september 2019 (4) |
87 |
Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1) |
30 september 2019 (4) |
|
Aangevuld met: |
|
88 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20) |
|
89 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1248/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van registratieaanvragen van transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 30) |
|
90 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters door centrale tegenpartijen bij te houden vastleggingen (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 32) |
|
91 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 1) |
|
92 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 11) |
|
93 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 150/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gegevens die in de aanvraag tot registratie als transactieregister moeten worden opgenomen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 25) |
|
94 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 151/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen ter specificatie van de door transactieregisters te publiceren en beschikbaar te stellen gegevens en van operationele normen voor de aggregatie van, vergelijking tussen en toegang tot gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 33) |
|
95 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 152/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 37) |
|
96 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 41) |
|
97 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie van 28 mei 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende colleges voor centrale tegenpartijen (PB L 244 van 13.9.2013, blz. 19). |
|
98 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 285/2014 van de Commissie van 13 februari 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende aanzienlijke en voorzienbare rechtstreekse gevolgen van contracten binnen de Unie en ter voorkoming van de omzeiling van voorschriften en verplichtingen (PB L 85 van 21.3.2014, blz. 1). |
|
99 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 484/2014 van de Commissie van 12 mei 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor het hypothetische kapitaal van een centrale tegenpartij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 57) |
|
100 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13). |
30 september 2019 (4) |
101 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5) |
30 september 2019 (4) |
102 |
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
1 september 2017 (1) |
|
Gewijzigd bij: |
|
103 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/62 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de hefboomratio (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 37) |
|
104 |
Verordening (EU) 2017/2395 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering van IFRS 9 voor het eigen vermogen en ter behandeling als grote risicoblootstellingen van blootstellingen met betrekking tot bepaalde overheidsinstanties welke in de nationale valuta van een lidstaat luiden (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 27) |
30 juni 2019 (6) |
105 |
Verordening (EU) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 1). |
31 maart 2020 (6) |
|
Aangevuld met: |
|
106 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie van 20 december 2013 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmaking van eigenvermogensvereisten voor instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 355 van 31.12.2013, blz. 60) |
1 september 2017 (2) |
107 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 183/2014 van de Commissie van 20 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het specificeren van de berekening van specifieke en algemene kredietrisicoaanpassingen (PB L 57 van 27.2. 2014, blz. 3) |
1 september 2017 (2) |
108 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen (PB L 74 van 14.3.2014, blz. 8) |
1 september 2017 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
109 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/488 van de Commissie van 4 september 2014 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 betreffende eigenvermogensvereisten voor ondernemingen op basis van vaste kosten (PB L 78 van 24.3.2015, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
110 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/850 van de Commissie van 30 januari 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen (PB L 135 van 2.6.2015, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
111 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/923 van de Commissie van 11 maart 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen (PB L 150 van 17.6.2015, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
112 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 342/2014 van de Commissie van 21 januari 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de toepassing van de berekeningsmethoden voor kapitaaltoereikendheidsvereisten voor financiële conglomeraten (PB L 100 van 3.4.2014, blz. 1) |
1 september 2017 (2) |
113 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 523/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen om uit te maken wat moet worden verstaan onder nauwe overeenstemming tussen de waarde van gedekte obligaties van een instelling en de waarde van de activa van de instelling (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 4) |
1 september 2017 (2) |
114 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 525/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de definitie van „markt” (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 15) |
1 september 2017 (2) |
115 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 526/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor het bepalen van vervangende spread en beperkte kleinere portefeuilles voor risico van aanpassing van de kredietwaardering (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 17) |
1 september 2017 (2) |
116 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 528/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor niet-deltarisico van opties in het kader van de standaardbenadering voor marktrisico (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 29) |
1 september 2017 (2) |
117 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 529/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het beoordelen van het wezenlijke karakter van uitbreidingen en wijzigingen van de interneratingbenadering en de geavanceerde meetbenadering (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 36). |
1 september 2017 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
118 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/942 van de Commissie van 4 maart 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 529/2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het beoordelen van het wezenlijke karakter van uitbreidingen en wijzigingen van interne benaderingen bij de berekening van de eigenvermogensvereisten voor marktrisico (PB L 154 van 19.6.2015, blz. 1); |
30 september 2017 (4) |
119 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 625/2014 van de Commissie van 13 maart 2014 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot vaststelling van de vereisten inzake blootstellingen aan overgedragen kredietrisico voor als belegger, sponsor, initiator of oorspronkelijke kredietverstrekker optredende instellingen (PB L 174 van 13.6.2014, blz. 16) |
1 september 2017 (2) |
120 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1) |
1 september 2017 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
121 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/79 van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot activabezwaring, een gemeenschappelijk gegevenspuntenmodel en validatievoorschriften (PB L 14 van 21.1.2015, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
122 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/227 van de Commissie van 9 januari 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 48 van 20.2.2015, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
123 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1278 van de Commissie van 9 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat betreft instructies, templates en definities (PB L 205 van 31.7.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
124 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/322 van de Commissie van 10 februari 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen wat de rapportage door instellingen aan de toezichthoudende autoriteit over het liquiditeitsdekkingsvereiste betreft (PB L 64 van 10.3.2016, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
125 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/313 van de Commissie van 1 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 met betrekking tot de maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit (PB L 60 van 5.3.2016, blz. 5) |
30 september 2017 (4) |
126 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/428 van de Commissie van 23 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat de rapportage van de hefboomratio betreft (PB L 83 van 31.3.2016, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
127 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 602/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen ter vergemakkelijking van de convergentie van toezichtspraktijken met betrekking tot de uitvoering van additionele risicogewichten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 166 van 5.6.2014, blz. 22) |
1 september 2017 (2) |
128 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2014 van de Commissie van 4 september 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot relevante passend gediversifieerde indexen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 265 van 5.9.2014, blz. 3) |
1 september 2017 (3) |
129 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 van de Commissie van 29 september 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de uniforme formats en datum voor de openbaarmaking van de waarden die worden gebruikt voor het aanwijzen van mondiaal systeemrelevante instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 30.9.2014, blz. 14) |
1 september 2017 (3) |
130 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1187/2014 van de Commissie van 2 oktober 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het bepalen van de totale blootstelling aan een cliënt of een groep van verbonden cliënten met betrekking tot transacties met onderliggende activa (PB L 324 van 7.11.2014, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
131 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
132 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/585 van de Commissie van 18 december 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van margerisicoperiodes (PB L 98 van 15.4.2015, blz. 1) |
1 september 2017 (3) |
133 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/233 van de Commissie van 13 februari 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot valuta waarin de centrale bank zeer nauw omschreven toelaatbaarheidcriteria hanteert ingevolge Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 39 van 14.2.2015, blz. 11) |
1 september 2017 (3) |
134 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie van 28 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de openbaarmaking van informatie betreffende de naleving van het vereiste inzake een contracyclische kapitaalbuffer door instellingen krachtens artikel 440 (PB L 244 van 19.9.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
135 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1556 van de Commissie van 11 juni 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen wat betreft de overgangsregeling voor de behandeling van blootstellingen met betrekking tot aandelen in het kader van de IRB-benadering (PB L 244 van 19.9.2015, blz. 9) |
30 september 2017 (4) |
136 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1798 van de Commissie van 2 juli 2015 tot rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 625/2014 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot vaststelling van de vereisten inzake blootstellingen aan overgedragen kredietrisico voor als belegger, sponsor, initiator of oorspronkelijke kredietverstrekker optredende instellingen (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 12) |
30 september 2017 (4) |
137 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/100 van de Commissie van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van het gezamenlijke besluitvormingsproces met betrekking tot de aanvraag voor bepaalde prudentiële toestemmingen ingevolge Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 45) |
30 september 2017 (4) |
138 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/101 van de Commissie van 26 oktober 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende prudente waardering op grond van artikel 105, lid 14 (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 54) |
30 september 2017 (4) |
139 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2197 van de Commissie van 27 november 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot nauw gecorreleerde valuta's in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 313 van 28.11.2015, blz. 30) |
30 september 2017 (4) |
140 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2344 van de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot valuta met beperkingen ten aanzien van de beschikbaarheid van liquide activa in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 330 van 16.12.2015, blz. 26) |
30 september 2017 (4) |
141 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie van 15 februari 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de openbaarmaking van de hefboomratio voor instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 39 van 16.2.2016, blz. 5) |
30 september 2017 (4) |
142 |
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) |
1 september 2017 (1) |
|
Gewijzigd bij: |
|
143 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
1 september 2018 (3) |
|
Aangevuld met: |
|
144 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 604/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen met betrekking tot kwalitatieve en passende kwantitatieve criteria tot vaststelling van de categorieën van medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van een instelling materieel beïnvloeden (PB L 167 van 6.6.2014, blz. 30) |
1 september 2017 (2) |
145 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 524/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen ter specificatie van de informatie die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst aan elkaar verstrekken (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 6) |
1 september 2017 (2) |
146 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 527/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen wat de specificatie betreft van de instrumenten die een goede weerspiegeling zijn van de kredietkwaliteit van de instelling in het kader van de lopende bedrijfsuitoefening en die mogen worden gebruikt voor de uitkering van een variabele beloning (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 21) |
1 september 2017 (2) |
147 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 530/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere omschrijving van materiële blootstellingen en tot vaststelling van drempels voor interne benaderingen van het specifieke risico in de handelsportefeuille (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 50) |
1 september 2017 (2) |
148 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1152/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de bepaling van de geografische locatie van de relevante kredietblootstellingen voor de berekening van instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbufferpercentages (PB L 309 van 30.10.2014, blz. 5) |
1 september 2017 (3) |
149 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 620/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst, overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 172 van 12.6.2014, blz. 1) |
1 september 2017 (2) |
150 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 650/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het format, de structuur, de inhoudsopgave en de jaarlijkse publicatiedatum van de informatie die door de bevoegde autoriteiten openbaar moet worden gemaakt overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 185 van 25.6.2014, blz. 1) |
1 september 2017 (2) |
151 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 710/2014 van de Commissie van 23 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de toepassingsvoorwaarden van het gezamenlijke besluitvormingsproces betreffende instellingsspecifieke prudentiële vereisten overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 188 van 27.6.2014, blz. 19) |
1 september 2017 (2) |
152 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1222/2014 van de Commissie van 8 oktober 2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de vaststelling van de methodiek voor de aanmerking van mondiaal systeemrelevante instellingen en de vaststelling van subcategorieën voor mondiaal systeemrelevante instellingen (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 27) |
1 september 2017 (3) |
153 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/98 van de Commissie van 16 oktober 2015 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de algemene voorwaarden voor het functioneren van colleges van toezichthouders (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 2) |
30 september 2017 (4) |
154 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/99 van de Commissie van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het nader bepalen van het operationeel functioneren van de colleges van toezichthouders overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 21) |
30 september 2017 (4) |
155 |
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
30 september 2018 (4) |
|
Gewijzigd bij: |
|
156 |
Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1). |
1 maart 2020 (6) |
157 |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1) |
30 september 2018 (5) |
|
Aangevuld met: |
|
158 |
Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2015/2392 van de Commissie van 17 december 2015 bij Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de melding van daadwerkelijke of potentiële inbreuken op deze verordening aan de bevoegde autoriteiten (PB L 332 van 18.12.2015, blz. 126) |
30 september 2018 (4) |
159 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/522 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot een vrijstelling voor bepaalde publieke organen en centrale banken in derde landen, de indicatoren van marktmanipulatie, de openbaarmakingsdrempels, de bevoegde autoriteit voor kennisgevingen van uitstel, de toestemming voor handel tijdens afgesloten perioden en typen aan te melden transacties van leidinggevenden (PB L 88 van 5.4.2016, blz. 1) |
30 september 2018 (4) |
160 |
Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (herschikking) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149) |
1 september 2016 (2) |
161 |
Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik (richtlijn marktmisbruik) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 179) |
30 september 2018 (4) |
162 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
1 september 2018 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
163 |
Richtlijn (EU) 2017/2399 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU wat betreft de rang van ongedekte schuldinstrumenten in de insolventierangorde (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 96) |
31 oktober 2019 (6) |
|
Aangevuld met: |
|
164 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 van de Commissie van 21 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van wat de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen betreft (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 44) |
1 september 2018 (3) |
165 |
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
31 december 2020 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
166 |
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1) |
31 december 2020 (4) |
167 |
Richtlijn (EU) 2016/1034 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 8) |
31 december 2021 (5) |
168 |
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
31 december 2020 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
169 |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1) |
31 december 2020 (5) |
170 |
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1) |
31 december 2020 (4) |
|
Gewijzigd bij: |
|
171 |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1) |
31 december 2020 (6) |
172 |
Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1) |
30 september 2019 (4) |
173 |
Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35) en in voorkomend geval de daarmee verband houdende maatregelen van niveau 2 |
30 september 2018 (4) |
174 |
Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1). |
1 maart 2020 (6) |
Wetgeving betreffende de verzameling van statistische informatie |
||
175 |
Richtsnoer ECB/2013/24 van de Europese Centrale Bank van 25 juli 2013 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 2 van 7.1.2014, blz. 34) |
1 september 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
176 |
Richtsnoer (EU) 2016/66 van de Europese Centrale Bank van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2015/40) (PB L 14 van 21.1.2016, blz. 36) |
31 maart 2017 (4) |
177 |
Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1) |
1 september 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
178 |
Verordening (EU) nr. 1375/2014 van de Europese Centrale Bank van 10 december 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2014/51) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 77) |
|
179 |
Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (herschikking) (ECB/2013/34) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 51) |
1 september 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
180 |
Verordening (EU) nr. 756/2014 van de Europese Centrale Bank van 8 juli 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1072/2013 (ECB/2013/34) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2014/30) (PB L 205 van 12.7.2014, blz. 14) |
|
181 |
Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 4 april 2014 betreffende monetaire en financiële statistieken (herschikking) (ECB/2014/15) (PB L 340 van 26.11.2014, blz. 1) |
1 september 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
182 |
Richtsnoer (EU) 2015/571 van de Europese Centrale Bank van 6 november 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2014/43) (PB L 93 van 9.4.2015, blz. 82) |
|
183 |
Richtsnoer (EU) 2016/450 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2015/44) (PB L 86 van 1.4.2016, blz. 42) |
31 maart 2017 (4) |
184 |
Richtsnoer (EU) 2017/148 van de Europese Centrale Bank van 16 december 2016 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2016/45) (PB L 26 van 31.1.2017, blz. 1) |
1 november 2017 (5) |
185 |
Richtsnoer (EU) 2018/877 van de Europese Centrale Bank van 1 juni 2018 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2018/17) (PB L 154 van 18.6.2018, blz. 22) |
1 oktober 2019 (6) |
(1) Het gemengd comité van 2013 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de monetaire overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over deze termijnen beslist.
(2) Het gemengd comité van 2014 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de monetaire overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over deze termijnen beslist.
(3) Het gemengd comité van 2015 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de monetaire overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over deze termijnen beslist.
(4) Het gemengd comité van 2016 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de monetaire overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over deze termijnen beslist.
(5) Het gemengd comité van 2017 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de monetaire overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over deze termijnen beslist.
(6) Het gemengd comité van 2018 heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de monetaire overeenkomst van 27 maart 2012 tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino over deze termijnen beslist.
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/97 |
BESLUIT (EU) 2019/527 VAN DE COMMISSIE
van 27 maart 2019
tot wijziging van de bijlage bij de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de monetaire overeenkomst van 30 juni 2011 tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra (1), en met name artikel 8, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 8 van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra (hierna „de monetaire overeenkomst” genoemd) moet het Vorstendom Andorra Uniehandelingen betreffende de regels inzake eurobankbiljetten en -munten, de bancaire en financiële wetgeving, de voorkoming van witwassen van geld, de preventie van fraude met en de vervalsing van contante en girale betaalmiddelen, regels inzake medailles en penningen, en de statistische rapportageverplichtingen ten uitvoer leggen. Die handelingen zijn vermeld in de bijlage bij de monetaire overeenkomst. |
(2) |
De bijlage dient jaarlijks door de Commissie te worden gewijzigd teneinde met de nieuwe toepasselijke rechtshandelingen en regels van de Unie, alsmede met de wijzigingen van de bestaande rechtshandelingen en regels van de Unie rekening te houden. |
(3) |
Sommige rechtsbesluiten en regels van de Unie zijn niet meer relevant en moeten daarom uit de bijlage worden geschrapt, terwijl een aantal nieuwe relevante rechtsbesluiten en regels van de Unie en wijzigingen in de bestaande rechtsbesluiten werden vastgesteld die aan de bijlage moeten worden toegevoegd. |
(4) |
De bijlage bij de monetaire overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 27 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
BIJLAGE
„BIJLAGE
|
TOE TE PASSEN WETTELIJKE BEPALINGEN |
UITERSTE TOEPASSINGSDATUM |
Voorkoming van witwassen van geld |
||
1 |
Kaderbesluit 2005/212/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen (PB L 68 van 15.3.2005, blz. 49) |
31 maart 2015 (1) |
2 |
Besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens (PB L 271 van 24.10.2000, blz. 4) |
|
3 |
Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1) |
|
4 |
Verordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten (PB L 309 van 25.11.2005, blz. 9) |
|
5 |
Besluit 2007/845/JBZ van de Raad van 6 december 2007 betreffende de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen op het gebied van de opsporing en de identificatie van opbrengsten van misdrijven of andere vermogensbestanddelen die hun oorsprong vinden in misdrijven (PB L 332 van 18.12.2007, blz. 103) |
|
6 |
Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39) |
1 november 2016 (2) |
7 |
Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1) |
1 oktober 2017 (3) |
8 |
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73) |
1 oktober 2017 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
9 |
Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 43) |
31 december 2020 (6) |
|
Aangevuld met: |
|
10 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1) |
1 december 2017 (5) |
|
Gewijzigd bij: |
|
11 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/105 van de Commissie van 27 oktober 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de toevoeging van Ethiopië aan de lijst van derde landen met een hoog risico in de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 19 van 24.1.2018, blz. 1) |
31 maart 2019 (6) |
12 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212 van de Commissie van 13 december 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië aan de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 41 van 14.2.2018, blz. 4) |
31 maart 2019 (6) |
Preventie van fraude en vervalsing |
||
13 |
Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten (PB L 149 van 2.6.2001, blz. 1) |
30 september 2013 |
14 |
Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6) |
30 september 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
15 |
Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1) |
|
16 |
Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1) |
30 september 2013 |
17 |
Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44) |
30 september 2013 |
18 |
Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1) |
30 september 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
19 |
Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 5) |
|
20 |
Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 1) |
30 juni 2016 (2) |
Regels betreffende eurobankbiljetten en -munten |
||
21 |
Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4) |
30 september 2014 (1) |
22 |
Conclusies van de Raad van 10 mei 1999 betreffende het kwaliteitszorgsysteem voor de euromunten |
31 maart 2013 |
23 |
Mededeling 2001/C 318/03 van de Commissie van 22 oktober 2001 over de auteursrechtelijke bescherming van het ontwerp van de gemeenschappelijke zijde van de euromuntstukken (COM(2001) 600 definitief) (PB C 318 van 13.11.2001, blz. 3) |
31 maart 2013 |
24 |
Richtsnoer ECB/2003/5 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 78 van 25.3.2003, blz. 20) |
31 maart 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
25 |
Richtsnoer ECB/2013/11 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 houdende wijziging van Richtsnoer ECB/2003/5 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 43) |
30 september 2014 (1) |
26 |
Aanbeveling 2009/23/EG van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (C(2008) 8625) (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52) |
31 maart 2013 |
27 |
Besluit ECB/2010/14 van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1) |
30 september 2013 |
|
Gewijzigd bij: |
|
28 |
Besluit ECB/2012/19 van de Europese Centrale Bank van 7 september 2012 tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (PB L 253 van 20.9.2012, blz. 19) |
30 september 2014 (1) |
29 |
Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie (PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1) |
31 maart 2013 |
30 |
Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone (PB L 316 van 29.11.2011, blz. 1) |
31 maart 2015 (1) |
31 |
Verordening (EU) nr. 651/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 135) |
30 september 2014 (1) |
32 |
Besluit ECB/2013/10 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 37) |
30 september 2014 (1) |
33 |
Verordening (EU) nr. 729/2014 van de Raad van 24 juni 2014 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (herschikking) (PB L 194 van 2.7.2014, blz. 1) |
30 september 2014 (2) |
Bancaire en financiële wetgeving |
||
34 |
Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1) |
31 maart 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
35 |
Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28) |
|
36 |
Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16) |
|
37 |
Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 1) |
|
38 |
Richtlijn 89/117/EEG van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de verplichtingen inzake openbaarmaking van jaarstukken voor in een lidstaat gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen en financiële instellingen die hun hoofdkantoor buiten deze lidstaat hebben (PB L 44 van 16.2.1989, blz. 40) |
31 maart 2018 |
39 |
Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22) |
31 maart 2018 |
40 |
Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45) |
31 maart 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
41 |
Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37) |
|
42 |
Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120) |
|
43 |
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1) |
|
44 |
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1) |
31 maart 2018, met uitzondering van artikel 3, lid 1: 1 februari 2023 en vanaf 1 februari 2025 (3) |
45 |
Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen (PB L 125 van 5.5.2001, blz. 15) |
31 maart 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
46 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
47 |
Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43) |
31 maart 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
48 |
Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37) |
|
49 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
50 |
Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1) |
31 maart 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
51 |
Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG en 93/6/EEG van de Raad en de Richtlijnen 94/19/EG, 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9) |
|
52 |
Richtlijn 2008/25/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 81 van 20.3.2008, blz. 40) |
|
53 |
Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120) |
|
54 |
Richtlijn 2011/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 113) |
|
55 |
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) |
30 september 2017 |
|
Aangevuld met: |
|
56 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2303 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de definities van en coördinering van het aanvullende toezicht op risicoconcentratie en intragroepstransacties (PB L 326 van 11.12.2015, blz. 34) |
31 maart 2018 (4) |
57 |
Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001 (PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11) |
31 maart 2018 |
|
Gewijzigd bij: |
|
58 |
Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22) |
|
59 |
Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7) |
31 maart 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
60 |
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) |
30 september 2017 (3) |
61 |
Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35) |
30 september 2018 (4) |
62 |
Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12) |
31 maart 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
63 |
Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 5) |
|
64 |
Richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 34) |
|
65 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
66 |
Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1) |
|
67 |
Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35) |
|
68 |
Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84) |
31 maart 2016 |
|
Gewijzigd bij: |
|
69 |
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1) |
|
70 |
Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en houdende intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1) |
|
71 |
Richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2009/138/EG, alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 153 van 22.5.2014, blz. 1) |
|
72 |
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
30 september 2019 (1) |
|
Gewijzigd bij: |
|
73 |
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1) |
|
74 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot wijziging, ten aanzien van de lijst van vrijgestelde entiteiten, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 279 van 19.10.2013, blz. 2) |
|
75 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
76 |
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84) |
|
77 |
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73) |
|
78 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie van 5 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat de verlenging van de overgangsperioden voor pensioenregelingen betreft (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 63) |
30 september 2019 (4) |
79 |
Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1) |
30 september 2019 (4) |
|
Aangevuld met: |
|
80 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20) |
|
81 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1248/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van registratieaanvragen van transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 30) |
|
82 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters door centrale tegenpartijen bij te houden vastleggingen (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 32) |
|
83 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 1) |
|
84 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 11) |
|
85 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 150/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gegevens die in de aanvraag tot registratie als transactieregister moeten worden opgenomen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 25) |
|
86 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 151/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen ter specificatie van de door transactieregisters te publiceren en beschikbaar te stellen gegevens en van operationele normen voor de aggregatie van, vergelijking tussen en toegang tot gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 33) |
|
87 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 152/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 37) |
|
88 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 41) |
|
89 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie van 28 mei 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende colleges voor centrale tegenpartijen (PB L 244 van 13.9.2013, blz. 19) |
30 september 2019 (2) |
90 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 285/2014 van de Commissie van 13 februari 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende aanzienlijke en voorzienbare rechtstreekse gevolgen van contracten binnen de Unie en ter voorkoming van de omzeiling van voorschriften en verplichtingen (PB L 352 van 21.3.2014, blz. 1) |
30 september 2019 (2) |
91 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 484/2014 van de Commissie van 12 mei 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor het hypothetische kapitaal van een centrale tegenpartij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 57) |
30 september 2019 (2) |
92 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13) |
30 september 2019 (4) |
93 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5) |
30 september 2019 (4) |
94 |
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
30 september 2017 (1) |
|
Gewijzigd bij: |
|
95 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/62 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de hefboomratio (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 37) |
|
96 |
Verordening (EU) 2017/2395 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering van IFRS 9 voor het eigen vermogen en ter behandeling als grote risicoblootstellingen van blootstellingen met betrekking tot bepaalde overheidsinstanties welke in de nationale valuta van een lidstaat luiden (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 27) |
30 juni 2019 (6) |
97 |
Verordening (EU) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 1) |
31 maart 2020 (6) |
|
Aangevuld met: |
|
98 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie van 20 december 2013 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmaking van eigenvermogensvereisten voor instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 355 van 31.12.2013, blz. 60) |
30 september 2017 (2) |
99 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 183/2014 van de Commissie van 20 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het specificeren van de berekening van specifieke en algemene kredietrisicoaanpassingen (PB L 57 van 27.2.2014, blz. 3) |
30 september 2017 (2) |
100 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen (PB L 74 van 14.3.2014, blz. 8) |
30 september 2017 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
101 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/488 van de Commissie van 4 september 2014 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 betreffende eigenvermogensvereisten voor ondernemingen op basis van vaste kosten (PB L 78 van 24.3.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
102 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/850 van de Commissie van 30 januari 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen (PB L 135 van 2.6.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
103 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/923 van de Commissie van 11 maart 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen (PB L 150 van 17.6.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
104 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 342/2014 van de Commissie van 21 januari 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de toepassing van de berekeningsmethoden voor kapitaaltoereikendheidsvereisten voor financiële conglomeraten (PB L 100 van 3.4.2014, blz. 1) |
30 september 2017 (2) |
105 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 523/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen om uit te maken wat moet worden verstaan onder nauwe overeenstemming tussen de waarde van gedekte obligaties van een instelling en de waarde van de activa van de instelling (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 4) |
30 september 2017 (2) |
106 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 525/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de definitie van „markt” (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 15) |
30 september 2017 (2) |
107 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 526/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor het bepalen van vervangende spread en beperkte kleinere portefeuilles voor risico van aanpassing van de kredietwaardering (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 17) |
30 september 2017 (2) |
108 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 528/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor niet-deltarisico van opties in het kader van de standaardbenadering voor marktrisico (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 29) |
30 september 2017 (2) |
109 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 529/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het beoordelen van het wezenlijke karakter van uitbreidingen en wijzigingen van de interneratingbenadering en de geavanceerde meetbenadering (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 36) |
30 september 2017 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
110 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/942 van de Commissie van 4 maart 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 529/2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het beoordelen van het wezenlijke karakter van uitbreidingen en wijzigingen van interne benaderingen bij de berekening van de eigenvermogensvereisten voor marktrisico (PB L 154 van 19.6.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
111 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 625/2014 van de Commissie van 13 maart 2014 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot vaststelling van de vereisten inzake blootstellingen aan overgedragen kredietrisico voor als belegger, sponsor, initiator of oorspronkelijke kredietverstrekker optredende instellingen (PB L 174 van 13.6.2014, blz. 16) |
30 september 2017 (2) |
112 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1) |
30 september 2017 (2) |
113 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 602/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen ter vergemakkelijking van de convergentie van toezichtspraktijken met betrekking tot de uitvoering van additionele risicogewichten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 166 van 5.6.2014, blz. 22) |
30 september 2017 (2) |
114 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2014 van de Commissie van 4 september 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot relevante passend gediversifieerde indexen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 265 van 5.9.2014, blz. 3) |
30 september 2017 (3) |
115 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2014 van de Commissie van 29 september 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de uniforme formats en datum voor de openbaarmaking van de waarden die worden gebruikt voor het aanwijzen van mondiaal systeemrelevante instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 30.9.2014, blz. 14) |
30 september 2017 (3) |
116 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1187/2014 van de Commissie van 2 oktober 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het bepalen van de totale blootstelling aan een cliënt of een groep van verbonden cliënten met betrekking tot transacties met onderliggende activa (PB L 324 van 7.11.2014, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
117 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
118 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/79 van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot activabezwaring, een gemeenschappelijk gegevenspuntenmodel en validatievoorschriften (PB L 14 van 21.1.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
119 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/585 van de Commissie van 18 december 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van margerisicoperiodes (PB L 98 van 15.4.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
120 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/227 van de Commissie van 9 januari 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 48 van 20.2.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
121 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/233 van de Commissie van 13 februari 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot valuta waarin de centrale bank zeer nauw omschreven toelaatbaarheidscriteria hanteert ingevolge Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 39 van 14.2.2015, blz. 11) |
30 september 2017 (3) |
122 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/923 van de Commissie van 11 maart 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende eigenvermogensvereisten voor instellingen (PB L 150 van 17.6.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (3) |
123 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie van 28 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de openbaarmaking van informatie betreffende de naleving van het vereiste inzake een contracyclische kapitaalbuffer door instellingen krachtens artikel 440 (PB L 244 van 19.9.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
124 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1556 van de Commissie van 11 juni 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen wat betreft de overgangsregeling voor de behandeling van blootstellingen met betrekking tot aandelen in het kader van de IRB-benadering (PB L 244 van 19.9.2015, blz. 9) |
30 september 2017 (4) |
125 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1798 van de Commissie van 2 juli 2015 tot rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 625/2014 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot vaststelling van de vereisten inzake blootstellingen aan overgedragen kredietrisico voor als belegger, sponsor, initiator of oorspronkelijke kredietverstrekker optredende instellingen (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 12) |
30 september 2017 (4) |
126 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1278 van de Commissie van 9 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat betreft instructies, templates en definities (PB L 205 van 31.7.2015, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
127 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/100 van de Commissie van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van het gezamenlijke besluitvormingsproces met betrekking tot de aanvraag voor bepaalde prudentiële toestemmingen ingevolge Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 45) |
30 september 2017 (4) |
128 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/101 van de Commissie van 26 oktober 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende prudente waardering op grond van artikel 105, lid 14 (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 54) |
30 september 2017 (4) |
129 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2197 van de Commissie van 27 november 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot nauw gecorreleerde valuta's in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 313 van 28.11.2015, blz. 30) |
30 september 2017 (4) |
130 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2344 van de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot valuta met beperkingen ten aanzien van de beschikbaarheid van liquide activa in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 330 van 16.12.2015, blz. 26) |
30 september 2017 (4) |
131 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/322 van de Commissie van 10 februari 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen wat de rapportage door instellingen aan de toezichthoudende autoriteit over het liquiditeitsdekkingsvereiste betreft (PB L 64 van 10.3.2016, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
132 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie van 15 februari 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de openbaarmaking van de hefboomratio voor instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 39 van 16.2.2016, blz. 5) |
30 september 2017 (4) |
133 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/313 van de Commissie van 1 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 met betrekking tot de maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit (PB L 60 van 5.3.2016, blz. 5) |
30 september 2017 (4) |
134 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/428 van de Commissie van 23 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat de rapportage van de hefboomratio betreft (PB L 83 van 31.3.2016, blz. 1) |
30 september 2017 (4) |
135 |
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) |
30 september 2017 (1) |
|
Gewijzigd bij: |
|
136 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) |
|
|
Aangevuld met: |
|
137 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 604/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen met betrekking tot kwalitatieve en passende kwantitatieve criteria tot vaststelling van de categorieën van medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van een instelling materieel beïnvloeden (PB L 167 van 6.6.2014, blz. 30) |
30 september 2017 (2) |
138 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 524/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen ter specificatie van de informatie die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst aan elkaar verstrekken (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 6) |
30 september 2017 (2) |
139 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 527/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen wat de specificatie betreft van de instrumenten die een goede weerspiegeling zijn van de kredietkwaliteit van de instelling in het kader van de lopende bedrijfsuitoefening en die mogen worden gebruikt voor de uitkering van een variabele beloning (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 21) |
30 september 2017 (2) |
140 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 530/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere omschrijving van materiële blootstellingen en tot vaststelling van drempels voor interne benaderingen van het specifieke risico in de handelsportefeuille (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 50) |
30 september 2017 (2) |
141 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1152/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de bepaling van de geografische locatie van de relevante kredietblootstellingen voor de berekening van instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbufferpercentages (PB L 309 van 30.10.2014, blz. 5) |
30 september 2017 (3) |
142 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 620/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst, overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 172 van 12.6.2014, blz. 1) |
30 september 2017 (2) |
143 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 650/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het format, de structuur, de inhoudsopgave en de jaarlijkse publicatiedatum van de informatie die door de bevoegde autoriteiten openbaar moet worden gemaakt overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 185 van 25.6.2014, blz. 1) |
30 september 2017 (2) |
144 |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 710/2014 van de Commissie van 23 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de toepassingsvoorwaarden van het gezamenlijke besluitvormingsproces betreffende instellingsspecifieke prudentiële vereisten overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 188 van 27.6.2014, blz. 19) |
30 september 2017 (2) |
145 |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1222/2014 van de Commissie van 8 oktober 2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de vaststelling van de methodiek voor de aanmerking van mondiaal systeemrelevante instellingen en de vaststelling van subcategorieën voor mondiaal systeemrelevante instellingen (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 27) |
30 september 2017 (3) |
146 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/98 van de Commissie van 16 oktober 2015 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de algemene voorwaarden voor het functioneren van colleges van toezichthouders (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 2) |
30 september 2017 (4) |
147 |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/99 van de Commissie van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het nader bepalen van het operationeel functioneren van de colleges van toezichthouders overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 21 van 28.1.2016, blz. 21) |
30 september 2017 (4) |
148 |
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
30 september 2018 (4) |
|
Gewijzigd bij: |
|
149 |
Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1) |
1 maart 2020 (6) |
150 |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1) |
30 september 2018 (5) |
|
Aangevuld met: |
|
151 |
Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2015/2392 van de Commissie van 17 december 2015 bij Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de melding van daadwerkelijke of potentiële inbreuken op deze verordening aan de bevoegde autoriteiten (PB L 332 van 18.12.2015, blz. 126) |
30 september 2018 (4) |
152 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/522 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot een vrijstelling voor bepaalde publieke organen en centrale banken in derde landen, de indicatoren van marktmanipulatie, de openbaarmakingsdrempels, de bevoegde autoriteit voor kennisgevingen van uitstel, de toestemming voor handel tijdens afgesloten perioden en typen aan te melden transacties van leidinggevenden (PB L 88 van 5.4.2016, blz. 1) |
30 september 2018 (4) |
153 |
Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik (richtlijn marktmisbruik) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 179) |
30 september 2018 (4) |
154 |
Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (herschikking) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149) |
31 maart 2016 (2) |
155 |
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
31 maart 2018 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
156 |
Richtlijn (EU) 2017/2399 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU wat betreft de rang van ongedekte schuldinstrumenten in de insolventierangorde (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 96) |
31 oktober 2019 (6) |
|
Aangevuld met: |
|
157 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 van de Commissie van 21 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van wat de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen betreft (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 44) |
31 maart 2018 (3) |
158 |
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
31 december 2020 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
159 |
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1) |
31 december 2020 (4) |
160 |
Richtlijn (EU) 2016/1034 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 8) |
31 december 2021 (5) |
161 |
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
31 december 2020 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
162 |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1) |
31 december 2020 (5) |
163 |
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1) |
31 december 2020 (4) |
|
Gewijzigd bij: |
|
164 |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1) |
31 december 2020 (6) |
165 |
Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1) |
30 september 2019 (4) |
166 |
Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG, 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
30 september 2018 (4) |
167 |
Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1) |
1 maart 2020 (6) |
Wetgeving betreffende de verzameling van statistische informatie (*1) |
||
168 |
Richtsnoer ECB/2013/24 van de Europese Centrale Bank van 25 juli 2013 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 2 van 7.1.2014, blz. 34) |
31 maart 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
169 |
Richtsnoer (EU) 2016/66 van de Europese Centrale Bank van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2015/40) (PB L 14 van 21.1.2016, blz. 36) |
31 maart 2017 (4) |
170 |
Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1) |
31 maart 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
171 |
Verordening (EU) nr. 1375/2014 van de Europese Centrale Bank van 10 december 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2014/51) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 77) |
|
172 |
Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (herschikking) (ECB/2013/34) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 51) |
31 maart 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
173 |
Verordening (EU) nr. 756/2014 van de Europese Centrale Bank van 8 juli 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1072/2013 (ECB/2013/34) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2014/30) (PB L 205 van 12.7.2014, blz. 14) |
|
174 |
Richtsnoer ECB/2014/15 van de Europese Centrale Bank van 4 april 2014 betreffende monetaire en financiële statistieken (herschikking) (PB L 340 van 26.11.2014, blz. 1) |
31 maart 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
175 |
Richtsnoer (EU) 2015/571 van de Europese Centrale Bank van 6 november 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2014/43) (PB L 93 van 9.4.2015, blz. 82) |
|
176 |
Richtsnoer (EU) 2016/450 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2015/44) (PB L 86 van 1.4.2016, blz. 42) |
31 maart 2017 (4) |
177 |
Richtsnoer (EU) 2017/148 van de Europese Centrale Bank van 16 december 2016 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2016/45) (PB L 26 van 31.1.2017, blz. 1) |
1 december 2017 (5) |
178 |
Richtsnoer (EU) 2018/877 van de Europese Centrale Bank van 1 juni 2018 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2018/17) (PB L 154 van 18.6.2018, blz. 22) |
1 oktober 2019 (6) |
(*1) Als overeengekomen in het kader van de template voor vereenvoudigde statistische rapportage.
(1) Het Gemengd Comité van 2013 is, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de monetaire overeenkomst van 30 juni 2011 tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra, deze termijnen overeengekomen.
(2) Het Gemengd Comité van 2014 is, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de monetaire overeenkomst van 30 juni 2011 tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra, deze termijnen overeengekomen.
(3) Het Gemengd Comité van 2015 is, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de monetaire overeenkomst van 30 juni 2011 tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra, deze termijnen overeengekomen.
(4) Het Gemengd Comité van 2016 is, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de monetaire overeenkomst van 30 juni 2011 tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra, deze termijnen overeengekomen.
(5) Het Gemengd Comité van 2017 is, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de monetaire overeenkomst van 30 juni 2011 tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra, deze termijnen overeengekomen.
(6) Het Gemengd Comité van 2018 is, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de monetaire overeenkomst van 30 juni 2011 tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra, deze termijnen overeengekomen.
Rectificaties
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/116 |
Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/244 van de Commissie van 11 februari 2019 tot instelling van een definitief compenserend recht op invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië
( Publicatieblad van de Europese Unie L 40 van 12 februari 2019 )
Bladzijde 65, artikel 1, lid 2, tabel:
in plaats van:
„Onderneming |
Definitief compenserend recht |
Aanvullende Taric-code |
Aceitera General Deheza S.A. |
33,4 % |
C493 |
Bunge Argentina S.A. |
33,4 % |
C494 |
LDC Argentina S.A. |
26,2 % |
C495 |
Molinos Agro S.A. |
25,0 % |
C496 |
Oleaginosa Moreno Hermanos S.A.C.I.F. y A |
25,0 % |
C497 |
Vicentin S.A.I.C. |
25,0 % |
C498 |
COFCO International Argentina S.A. |
28,2 % |
C490 |
Cargill S.A.C.I. |
28,2 % |
C491 |
Alle andere ondernemingen |
33,4 % |
C999 ” |
lezen:
„Onderneming |
Definitief compenserend recht |
Aanvullende Taric-code |
Aceitera General Deheza S.A. |
33,4 % |
C493 |
Bunge Argentina S.A. |
33,4 % |
C494 |
LDC Argentina S.A. |
26,2 % |
C495 |
Molinos Agro S.A. |
25,0 % |
C496 |
Oleaginosa Moreno Hnos. SACIFI y A |
25,0 % |
C497 |
Vicentin S.A.I.C. |
25,0 % |
C498 |
COFCO International Argentina S.A. |
28,2 % |
C490 |
Cargill S.A.C.I. |
28,2 % |
C491 |
Alle andere ondernemingen |
33,4 % |
C999 ” |
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/117 |
Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/245 van de Commissie van 11 februari 2019 tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden na de instelling van definitieve compenserende rechten op de invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië
( Publicatieblad van de Europese Unie L 40 of 12 februari 2019 )
Bladzijde 77, artikel 1, in de tabel:
in plaats van:
„Molinos Agro S.A. |
Geproduceerd en verkocht door Molinos Agro S.A. of geproduceerd door Molinos Agro SA en door Molinos Overseas Commodities SA, Uruguay, verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C496 ” |
lezen:
„Molinos Agro S.A. |
Geproduceerd en verkocht door Molinos Agro S.A. of geproduceerd door Molinos Agro S.A. en Molinos Overseas Commodities S.A., Uruguay, verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C496 ” |
Bladzijde 77, artikel 1, in de tabel:
in plaats van:
„Oleaginosa Moreno Hermanos S.A.C.I.F. y A |
Geproduceerd door Oleaginosa Moreno Hermanos S.A.C.I.F. y A en door haar verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C497 ” |
lezen:
„Oleaginosa Moreno Hnos. SACIFI y A |
Geproduceerd door Oleaginosa Moreno Hnos. SACIFI y A en door haar verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C497 ” |
Bladzijde 77, artikel 1, in de tabel:
in plaats van:
„Vicentin S.A.I.C. |
Geproduceerd en verkocht door Vicentin S.A.I.C. of geproduceerd door Vicentin S.A.I.C. en door Vicentin S.A.I.C. Sucursal, Uruguay, verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C498 ” |
lezen:
„Vicentin S.A.I.C. |
Geproduceerd en verkocht door Vicentin S.A.I.C. of geproduceerd door Vicentin S.A.I.C. en door Vicentin S.A.I.C. Sucursal Uruguay, Uruguay, verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C498 ” |
Bladzijde 77, artikel 1, in de tabel:
in plaats van:
„COFCO International Argentina S.A. |
Geproduceerd en verkocht door COFCO International Argentina S.A. of geproduceerd door COFCO International Argentina SA en door Cofco Resources SA, Zwitserland, verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C490 ” |
lezen:
„COFCO International Argentina S.A. |
Geproduceerd en verkocht door COFCO International Argentina S.A. of geproduceerd door COFCO International Argentina S.A. en door Cofco Resources SA, Zwitserland, verkocht aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie die optreedt als importeur |
C490 ” |
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/118 |
Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/352 van de Raad van 4 maart 2019 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne
( Publicatieblad van de Europese Unie L 64 van 5 maart 2019 )
Bladzijde 2, bijlage, punt 2, nieuwe deel B („Recht op verdediging en recht op effectieve rechtsbescherming”), onder „Toepassing van het recht op verdediging en het recht op effectieve rechtsbescherming van elk van de op de lijst geplaatste personen”, vermelding 2:
in plaats van:
„2. |
Vitaly Yurievitsj Zachartsjenko
…”, |
lezen:
„2. |
Vitalii Yurievitsj Zachartsjenko
…”. |
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/118 |
Rectificatie van Besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad van 4 maart 2019 tot wijziging van Besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne
( Publicatieblad van de Europese Unie L 64 van 5 maart 2019 )
Bladzijde 8, de bijlage, punt 2), het nieuwe deel B (Recht op verdediging en recht op effectieve rechtsbescherming), onder „Toepassing van het recht op verdediging en het recht op effectieve rechtsbescherming van elk van de op de lijst geplaatste personen”, vermelding 2:
in plaats van:
„2. |
Vitaly Yurievitsj Zachartsjenko
…”, |
lezen:
„2. |
Vitalii Yurievitsj Zachartsjenko
…”. |
28.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 86/119 |
Rectificatie van de luchtvervoersovereenkomst tussen Canada en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend op 17 december 2009 te Brussel
( Publicatieblad van de Europese Unie L 207 van 6 augustus 2010 )
1) |
In de inhoudsopgave en op bladzijde 32, in de titel: |
in plaats van:
„Luchtvervoersovereenkomst tussen Canada en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten”,
lezen:
„Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen Canada en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten”.
2) |
Bladzijde 33, titel: |
in plaats van:
„LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST”,
lezen:
„OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER”.
3) |
Bladzijde 45, artikel 23, lid 2: |
in plaats van:
„… van de nationale procedures …”,
lezen:
„… van de voltooiing van de nationale procedures …”.
4) |
Bladzijde 45, slotformule: |
in plaats van:
„GEDAAN in tweevoud Brussel …”,
lezen:
„GEDAAN in tweevoud te Brussel …”.