ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 54

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

62e jaargang
22 februari 2019


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2019/275 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering ingevolge een aanvraag van Griekenland — EGF/2018/003 EL/Attica Uitgeverijen

1

 

*

Besluit (EU) 2019/276 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2018 over de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen

3

 

*

Besluit (EU) 2019/277 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2018 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor de betaling van voorschotten in de algemene begroting van de Unie voor 2019

5

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

22.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 54/1


BESLUIT (EU) 2019/275 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 december 2018

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering ingevolge een aanvraag van Griekenland — EGF/2018/003 EL/Attica Uitgeverijen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) heeft tot doel steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Conform artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (3) mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

(3)

Griekenland heeft op 22 mei 2018 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen met betrekking tot ontslagen in de uitgeverijsector in de regio Attica. Griekenland heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens ingediend. Die aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 2 308 500 EUR te leveren in het kader van de door Griekenland ingediende aanvraag.

(5)

Teneinde zo snel mogelijk middelen uit het EFG ter beschikking te stellen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 wordt een bedrag van 2 308 500 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 11 december 2018.

Gedaan te Straatsburg, 11 december 2018.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

J. BOGNER-STRAUSS


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).


22.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 54/3


BESLUIT (EU) 2019/276 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 december 2018

over de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (1), en met name punt 12,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Met het flexibiliteitsinstrument kunnen nauwkeurig bepaalde uitgaven worden gefinancierd die niet binnen de voor een of meer andere rubrieken beschikbare maxima zouden konden worden gefinancierd.

(2)

Het jaarlijks voor het flexibiliteitsinstrument beschikbare maximumbedrag is gelijk aan 600 000 000 EUR (prijzen van 2011), zoals vastgesteld in artikel 11 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (2), te verhogen in voorkomend geval met vervallen bedragen die ter beschikking worden gesteld overeenkomstig lid 1, tweede alinea, van dat artikel.

(3)

Ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen, is het noodzakelijk om met spoed aanzienlijke extra kredieten ter beschikking te stellen ter financiering van die programma's en maatregelen.

(4)

Nadat alle mogelijkheden tot herschikking van kredieten onder het uitgavenmaximum voor rubriek 1a (Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid) en rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) zijn onderzocht, is het nodig middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen om de in de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2019 beschikbare financiering aan te vullen met 178 715 475 EUR boven het maximum van subrubriek 1a ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU, en met 985 629 138 EUR boven het maximum van rubriek 3 ter financiering van maatregelen op het gebied van migratie, vluchtelingen en veiligheid.

(5)

Op basis van het verwachte betalingsprofiel moeten de met het gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende betalingskredieten worden verdeeld over verschillende begrotingsjaren.

(6)

Om de middelen snel te kunnen inzetten, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf het begin van het begrotingsjaar 2019,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019 wordt uit het flexibiliteitsinstrument 178 715 475 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 1a (Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid) en 985 629 138 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) beschikbaar gesteld.

De in de eerste alinea genoemde bedragen zullen worden gebruikt ter versterking van belangrijke programma's betreffende het concurrentievermogen van de EU en ter financiering van maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen.

2.   Op basis van het verwachte betalingsprofiel worden de met het gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende betalingskredieten als volgt verdeeld:

(a)

548 740 834 EUR in 2019;

(b)

257 223 207 EUR in 2020;

(c)

135 194 558 EUR in 2021;

(d)

140 942 662 EUR in 2022;

(e)

82 243 352 EUR in 2023.

De specifieke bedragen van de betalingskredieten worden voor elk begrotingsjaar goedgekeurd in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

Gedaan te Straatsburg, 12 december 2018.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

J. BOGNER-STRAUSS


(1)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).


22.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 54/5


BESLUIT (EU) 2019/277 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 december 2018

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor de betaling van voorschotten in de algemene begroting van de Unie voor 2019

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (1), en met name artikel 4 bis, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 11,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna „het Fonds” genoemd) heeft tot doel de Unie in staat te stellen snel, doeltreffend en soepel op noodsituaties te reageren en solidariteit te betonen met de bevolking van door natuurrampen getroffen regio's.

(2)

Zoals vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (3), mag het fonds het maximumbedrag van 500 000 000 EUR (in prijzen van 2011) niet overschrijden.

(3)

In artikel 4 bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 is bepaald dat, telkens als het nodig is om de tijdige beschikbaarheid van begrotingsmiddelen te waarborgen, een maximum van 50 000 000 EUR uit het fonds beschikbaar kan worden gesteld voor de betaling van voorschotten, waarbij de betrokken kredieten in de algemene begroting van de Unie worden opgenomen.

(4)

Om de tijdige beschikbaarheid van voldoende begrotingsmiddelen in de algemene begroting van de Unie voor 2019 te waarborgen, dient uit het fonds een bedrag van 50 000 000 EUR voor de betaling van voorschotten beschikbaar te worden gesteld.

(5)

Om de tijd die nodig is om middelen uit het Fonds beschikbaar te stellen zo veel mogelijk te beperken, dient dit besluit vanaf het begin van het begrotingsjaar 2019 van toepassing te zijn,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2019 wordt uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie 50 000 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten voor de betaling van voorschotten beschikbaar gesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2019.

Gedaan te Straatsburg, 12 december 2018.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

J. BOGNER-STRAUSS


(1)  PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).