ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 43

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

62e jaargang
14 februari 2019


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/254 van de Commissie van 9 november 2018 betreffende de aanpassing van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk ( 1 )

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/255 van de Commissie van 13 februari 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens

15

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/256 van de Commissie van 13 februari 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 met betrekking tot wijzigingen van de modellen voor de indiening van de informatie over een groot project, het gezamenlijke actieplan, de uitvoeringsverslagen voor de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid en de doelstelling Europese territoriale samenwerking en tot rectificatie van die verordening met betrekking tot gegevens voor de evaluatie van de prestaties en het prestatiekader

20

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/257 van de Commissie van 13 februari 2019 tot 294e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida

34

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

*

Besluit nr. 1/2019 van het Gemengd Comité EU—Zwitserland van 29 januari 2019 tot wijziging van de tabellen III en IV van Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, zoals gewijzigd [2019/258]

36

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

14.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/254 VAN DE COMMISSIE

van 9 november 2018

betreffende de aanpassing van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (1), en met name artikel 49, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Verordening (EU) nr. 1315/2013 kunnen de indicatieve kaarten van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T) die specifieke buurlanden bestrijken worden aangepast op basis van overeenkomsten op hoog niveau inzake vervoersnetwerken tussen de Unie en de betrokken buurlanden.

(2)

Op 24 november 2017 hebben de Unie en de landen van het Oostelijk Partnerschap (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Moldavië en Oekraïne) overeenkomsten op hoog niveau ondertekend betreffende de aanpassing van de indicatieve uitbreidingen van de kaarten van het uitgebreide TEN-T en betreffende de aanduiding van de kernnetwerkverbindingen op de kaarten van het uitgebreide netwerk. De overeenkomst op hoog niveau tussen de Unie en Georgië is op 18 juli 2018 ondertekend. De overeenkomst heeft betrekking op de netwerken van wegen, spoorwegen, havens en luchthavens. De aanpassing van de indicatieve kaarten van het uitgebreide netwerk en met name de aanduiding van het indicatief kernnetwerk moeten de Unie in staat stellen doelgerichter samen te werken met de landen van het Oostelijk Partnerschap.

(3)

Verordening (EU) nr. 1315/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 november 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1.


BIJLAGE

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

1)

In afdeling 15 (Republiek Armenië, Azerbeidzjan, Georgië) worden de volgende kaarten toegevoegd (15.3 en 15.4 betreffende de Republiek Armenië):

Image 1

Image 2

2)

In afdeling 15 (Republiek Armenië, Azerbeidzjan, Georgië) worden de volgende kaarten toegevoegd (15.5 en 15.6 betreffende Azerbeidzjan):

Image 3

Image 4

3)

In afdeling 15 (Republiek Armenië, Azerbeidzjan, Georgië) worden de volgende kaarten toegevoegd (15.7 en 15.8 betreffende Georgië):

Image 5

Image 6

4)

In afdeling 16 (Belarus, Moldavië, Oekraïne), worden de volgende kaarten toegevoegd (16.3 en 16.4 betreffende Belarus):

Image 7

Image 8

5)

In afdeling 16 (Belarus, Moldavië, Oekraïne) worden de volgende kaarten toegevoegd (16.5 en 16.6 betreffende de Moldavië):

Image 9

Image 10

6)

In afdeling 16 (Belarus, Moldavië, Oekraïne) worden de volgende kaarten toegevoegd (16.7 en 16.8 betreffende Oekraïne):

Image 11

Image 12


14.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/15


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/255 VAN DE COMMISSIE

van 13 februari 2019

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 46, lid 3, en artikel 115, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie (2) zijn onder meer de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen vastgesteld. Naar aanleiding van wijzigingen van deel 3, titel III, hoofdstuk II, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, zoals ingevoerd bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3), moeten de titel van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 en de titel van hoofdstuk II van de laatstgenoemde verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(2)

Om onnodige administratieve lasten te vermijden en met het oog op vereenvoudiging moet het voorschrift dat bij de naam van een financieringsinstrument moet worden vermeld dat het door de Europese structuur- en investeringsfondsen („ESI-fondsen”) wordt gesteund, worden geschrapt. Niettemin moeten de eindbegunstigden van financieringsinstrumenten overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder b), van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie (4), worden geïnformeerd dat de financiering wordt verstrekt in het kader van uit hoofde van de ESI-fondsen medegefinancierde programma's. Bijgevolg heeft het schrappen van de verplichting om de naam van een financieringsinstrument te vermelden geen effect op de voorschriften inzake zichtbaarheid en communicatie op het niveau van de steun aan de eindbegunstigden. Artikel 4, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

In bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie is het model vastgelegd voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten die vallen onder de artikelen 37 tot en met 46 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Een aantal van deze bepalingen is gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

(4)

In artikel 38, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is een nieuwe uitvoeringsoptie voor het combineren van ESI-fondsen met financiële producten van de EIB in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen ingevoerd, zoals nader omschreven in het nieuwe artikel 39 bis van die verordening. Daarom moet deze uitvoeringsoptie worden vermeld in het deel over de beschrijving van het financieringsinstrument en de uitvoeringsregelingen, en moeten nieuwe gegevensvelden worden opgenomen in het deel van het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten dat betrekking heeft op de voortgang met het bewerkstelligen van het verwachte hefboomeffect, om hierin de bijdragen van de ESI-fondsen aan financieringsinstrumenten die die bijdrage combineren met financiële producten van de EIB uit hoofde van het Europees Fonds voor strategische investeringen, te integreren.

(5)

In artikel 38, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 zijn de regels voor onderhands gegunde overeenkomsten aan banken of instellingen in handen van de overheid verduidelijkt. Daarom moet een dergelijke verduidelijking worden weergegeven door deze soort instantie die financieringsinstrumenten uitvoert te vermelden in het deel van het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten dat betrekking heeft op de vermelding van de instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren en, in voorkomend geval, de instanties die fondsen van fondsen uitvoeren.

(6)

Op voorwaarde dat de kasmiddelen actief worden beheerd, maakt artikel 44 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 het mogelijk dat negatieve rente als gevolg van steun uit de ESI-fondsen krachtens artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt gefinancierd uit middelen die aan het financieringsinstrument worden terugbetaald. Daarom moeten de verslagleggingsvereisten met deze nieuwe bepaling in overeenstemming worden gebracht. Dergelijke aanpassing moet plaatsvinden in het deel van het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten dat betrekking heeft op de bedragen die aan financieringsinstrumenten worden terugbetaald uit investeringen.

(7)

In het nieuwe artikel 43 bis van Verordening (EU) nr. 1303/2013 zijn de regels verduidelijkt voor de gedifferentieerde behandeling van investeerders die volgens het beginsel van de markteconomie werken in het geval van deling van de risico's en de winsten. Daarom moet de formulering van het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten met deze verduidelijkte bepaling in overeenstemming worden gebracht in het deel over rente en andere voordelen als gevolg van steun uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument en programmamiddelen die zijn terugbetaald aan financieringsinstrumenten uit investeringen, zoals bedoeld in de artikelen 43 en 44, en bedragen die zijn gebruikt voor de gedifferentieerde behandeling zoals bedoeld in artikel 43 bis.

(8)

In artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 zijn de verslagleggingsvereisten met betrekking tot financieringsinstrumenten gestroomlijnd om bepaalde dubbele vermeldingen te voorkomen. Daarom moet de in gegevensveld 40 vereiste informatie worden gestroomlijnd met de in artikel 46, lid 2, onder i), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vastgestelde verslagleggingsvereisten. Ook moet de verslagleggingsvereiste over de waarde van beleggingen in aandelen met betrekking tot het voorgaande jaar worden ondergebracht onder titel VII van het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten die vallen onder artikel 46, lid 2, onder i), van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Om onnodige administratieve lasten te vermijden en met het oog op consistentie met de reeds door de managementautoriteiten vastgestelde verslagleggingsregelingen mag de overbrenging van het bestaande gegevensveld 40 onder titel VII — met het oog op consistentie met de overeenkomstige verwijzing in artikel 46, lid 2, onder i), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 —, niet tot gevolg hebben dat het veld wordt hernummerd; de titel moet echter met dat artikel in overeenstemming worden gebracht.

(9)

Om overlapping van bepaalde vereisten te voorkomen en met het oog op overeenstemming met de verslagleggingsvereisten van artikel 46, lid 2, onder h), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, wordt de verwijzing naar de waarde van de investeringen en deelnemingen in het deel van het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten over de voortgang met het bewerkstelligen van het verwachte hefboomeffect geschrapt.

(10)

Als gevolg van de in de overwegingen 3 tot en met 9 vermelde wijzigingen van artikel 37 tot en met 46 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, moet bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Coördinatiecomité van de ESI-fondsen.

(12)

Om de rechtszekerheid te waarborgen en de verschillen tussen de gewijzigde bepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die overeenkomstig artikel 282 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van toepassing zijn vanaf 2 augustus 2018 dan wel eerder, en de bepalingen van de onderhavige verordening tot een minimum te beperken, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(13)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

De titel wordt vervangen door:

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings-, communicatie- en zichtbaarheidsmaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens”;

(2)

De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:

„TECHNISCHE KENMERKEN VAN VOORLICHTINGS-, COMMUNICATIE- EN ZICHTBAARHEIDSMAATREGELEN VOOR CONCRETE ACTIES ALSMEDE INSTRUCTIES VOOR HET ONTWERP VAN HET EMBLEEM VAN DE UNIE EN AANWIJZINGEN VOOR DE STANDAARDKLEUREN”;

(3)

Artikel 4, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De naam „Europese Unie” wordt steeds voluit geschreven. Voor de tekst bij het embleem van de Unie mogen de volgende lettertypes worden gebruikt: Arial, Auto, Calibri, Garamond, Trebuchet, Tahoma, Verdana, en Ubuntu. Cursief lettertype, onderstreepte varianten of andere effecten mogen niet worden gebruikt. De plaatsing van de tekst ten opzichte van het embleem van de Unie mag op geen enkele wijze overlappen met het embleem van de Unie. De gebruikte lettergrootte staat in verhouding tot de grootte van het embleem. De kleur van het lettertype moet reflex blue, zwart of wit zijn, afhankelijk van de achtergrond.”;

(4)

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 februari 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens (PB L 223 van 29.7.2014, blz. 7).

(3)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 5).


BIJLAGE

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

gegevensveld 7.2 wordt vervangen door:

„7.2

Op nationaal, regionaal, transnationaal of grensoverschrijdend niveau ingesteld financieringsinstrument, beheerd door of onder verantwoordelijkheid van de managementautoriteit, als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder b), dat met bijdragen uit een ESIfondsprogramma wordt ondersteund overeenkomstig artikel 38, lid 4, onder a), b), c) en d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013”

2)

een nieuw gegevensveld 7.3 wordt toegevoegd:

„7.3

Financieringsinstrument welk een financiële bijdrage van de managementautoriteit combineert met financiële producten van de EIB in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen overeenkomstig artikel 39 bis, als bedoeld in artikel 38, lid 1), onder c)”

3)

gegevensveld 10 wordt vervangen door:

„10

Rechtsvorm van het financieringsinstrument krachtens artikel 38, lid 6, en artikel 39 bis, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen voor de in artikel 38, lid 1, onder b) en c), bedoelde financieringsinstrumenten): namens de managementautoriteit geopende fiduciaire rekening op naam van de uitvoerende instantie, of afzonderlijk financieel geheel binnen een financiële instelling”

4)

Titel III wordt vervangen door:

„III.    Vermelding van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert en — in voorkomend geval — van de instantie die het fonds van fondsen uitvoert, zoals bedoeld in artikel 38, lid 1, onder a), b), en c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (artikel 46, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)”;

5)

gegevensveld 11.1 wordt vervangen door:

„11.1

Soort uitvoerende instantie krachtens artikel 38, lid 4, en artikel 39 bis, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013: bestaande of nieuw opgerichte rechtspersoon die belast is met de uitvoering van financieringsinstrumenten; de Europese Investeringsbank; het Europees Investeringsfonds; internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is; een bank of instelling in handen van de overheid, opgericht als juridische entiteit die op professionele basis financiële activiteiten uitvoert; een publiek- of privaatrechtelijke instantie; managementautoriteit die rechtstreeks uitvoeringstaken verricht (alleen voor leningen en garanties)”

6)

Titel VII wordt vervangen door:

„VII.    Rente en andere voordelen als gevolg van steun uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument, programmamiddelen die zijn terugbetaald aan het financieringsinstrument uit investeringen zoals bedoeld in de artikelen 43 en 44, bedragen die zijn gebruikt voor de gedifferentieerde behandeling zoals bedoeld in artikel 43 bis, en de waarde van beleggingen in aandelen met betrekking tot voorgaande jaren (artikel 46, lid 2, onder g) en i), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)”;

7)

gegevensveld 37 wordt vervangen door:

„37

Bedrag aan gebruikte middelen die kunnen worden toegeschreven aan de ESI-fondsen overeenkomstig artikel 43 bis en artikel 44”

8)

gegevensveld 37.1 wordt vervangen door:

„37.1

waarvan bedragen die zijn betaald voor gedifferentieerde behandeling van investeerders die volgens de regels van de markteconomie werken, en die corresponderende middelen stellen tegenover de steun uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument of mede-investeren op het niveau van de eindontvanger (in EUR)”

9)

een nieuw gegevensveld 37.3 wordt toegevoegd:

„37.3

waarvan bedragen ter dekking van de verliezen in het nominale bedrag van de bijdrage uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument ten gevolge van negatieve rente, indien dergelijke verliezen zich voordoen ondanks een actief beheer van de kasmiddelen door de instanties die de financieringsinstrumenten uitvoeren (in EUR)”

10)

na het nieuwe gegevensveld 37.3 wordt het volgende nieuwe gegevensveld 40 ingevoegd:

„40

Waarde van beleggingen in aandelen met betrekking tot voorgaande jaren (in EUR)”

11)

Titel VIII wordt vervangen door:

„VIII.    Voortgang met het bewerkstelligen van het verwachte hefboomeffect van de door het financieringsinstrument gedane investeringen (artikel 46, lid 2, onder h), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)”;

12)

een nieuw gegevensveld 38.1A wordt toegevoegd:

„38.1A

Bijdrage in het kader van het financieel product van de EIB, die is vastgelegd in de financieringsovereenkomst met de instantie die het financieringsinstrument uitvoert (alleen voor de instrumenten in het kader van artikel 38, lid 1, onder c)) (in EUR)”

13)

een nieuw gegevensveld 38.2A wordt toegevoegd:

„38.2A

Bijdrage in het kader van een financieel product van de EIB, die is betaald aan het financieringsinstrument (alleen voor de instrumenten in het kader van artikel 38, lid 1, onder c)) (in EUR)”

14)

een nieuw gegevensveld 38.3A wordt toegevoegd:

„38.3A

Bijdrage in het kader van een financieel product van de EIB, die op het niveau van de eindontvangers beschikbaar is gesteld (alleen voor de instrumenten in het kader van artikel 38, lid 1, onder c)) (in EUR)”

15)

het gegevensveld 40 onder titel VIII wordt geschrapt.


14.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/20


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/256 VAN DE COMMISSIE

van 13 februari 2019

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 met betrekking tot wijzigingen van de modellen voor de indiening van de informatie over een groot project, het gezamenlijke actieplan, de uitvoeringsverslagen voor de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” en de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” en tot rectificatie van die verordening met betrekking tot gegevens voor de evaluatie van de prestaties en het prestatiekader

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 101, vijfde alinea, artikel 106, tweede alinea en artikel 111, lid 5,

Gezien Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (2), en met name artikel 14, lid 5,

Na raadpleging van het Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 van de Commissie (3) wordt het formaat voor de indiening van informatie over een groot project vastgesteld overeenkomstig artikel 101 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Ten gevolge van de bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (4) ingevoerde wijzigingen van artikel 61 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft concrete acties die na voltooiing netto-inkomsten genereren, en ten gevolge van de aanneming door de Commissie van een mededeling betreffende het begrip „staatssteun” (5), moet bijlage II dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(2)

In bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt het formaat van het model voor het gezamenlijke actieplan vastgesteld overeenkomstig artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Ten gevolge van de bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 ingevoerde wijzigingen van de artikelen 104 tot en met 109 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot eerste gezamenlijke actieplannen en de inhoud van gezamenlijke actieplannen, moet bijlage IV dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

In bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt het model voor de uitvoeringsverslagen voor de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” vastgesteld overeenkomstig artikel 111 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Ten gevolge van de bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 ingevoerde wijzigingen van artikel 70, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven in verband met concrete acties buiten het programmagebied, en van artikel 104, leden 2 en 3, van die verordening met betrekking tot de drempels voor een eerste gezamenlijk actieplan, moet bijlage V dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Tabel 4A van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 bevat de gemeenschappelijke outputindicatoren voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI). Ten gevolge van bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 ingevoerde wijzigingen van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6) waarin gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren voor ESF-investeringen zijn vastgesteld, moet bijlage V, deel A, punt 3.2, tabel 4A dienovereenkomstig worden gewijzigd. Aangezien de wijzigingen van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1304/2013 vanaf 1 januari 2014 van toepassing zijn, moeten de wijzigingen van bijlage V, deel A, punt 3.2, tabel 4A, ook van toepassing zijn vanaf 1 januari 2014.

(5)

In bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt het model voor de uitvoeringsverslagen betreffende de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” vastgesteld overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1299/2013. Ten gevolge van de bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 ingevoerde wijzigingen van artikel 104, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot drempels voor een eerste gezamenlijk actieplan, moet bijlage X dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De tabel in bijlage V, deel C, punt 15, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 en de tabel in bijlage X, deel B, punt 12, bij die verordening, die beide betrekking hebben op financiële informatie voor de beoordeling van de voortgang betreffende het behalen van de mijlpalen en streefdoelen, verwijzen naar „door de begunstigden gedane en betaalde en uiterlijk op 31 december 2018 aan de Commissie gecertificeerde” en „door de begunstigden gedane en betaalde en uiterlijk op 31 december 2023 aan de Commissie gecertificeerde” uitgaven. Noch Verordening (EU) nr. 1303/2013, noch Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie (7) bevat een dergelijke afsluitdatum voor de certificering van subsidiabele uitgaven in verband met het behalen van de mijlpalen en streefdoelen voor financiële indicatoren. Die tabellen moeten dienovereenkomstig worden gerectificeerd. Om rechtszekerheid te bieden met betrekking tot de vereisten voor verslaglegging van de voortgang betreffende het behalen van de mijlpalen voor financiële indicatoren, die voor het eerst moet worden opgenomen in het jaarverslag over de uitvoering in 2019, moet de rectificatie met terugwerkende kracht van toepassing zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van onderhavige verordening zoals voor het eerst vastgesteld.

(7)

Om de rechtszekerheid te waarborgen en de verschillen tussen de gewijzigde bepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die overeenkomstig artikel 282 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van toepassing zijn vanaf 2 augustus 2018 dan wel eerder, en de bepalingen van de onderhavige verordening tot een minimum te beperken, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(8)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige verordening.

2)

Bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij de onderhavige verordening.

3)

Bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij de onderhavige verordening.

4)

Bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt als volgt gerectificeerd:

1)

Bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt gerectificeerd overeenkomstig bijlage V bij de onderhavige verordening.

2)

Bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt gerectificeerd overeenkomstig bijlage VI bij de onderhavige verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 2 is van toepassing met ingang van 14 februari 2015.

Punt 1 van bijlage III is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 februari 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 van de Commissie van 20 januari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de modellen voor het voortgangsverslag, de indiening van de informatie over een groot project, het gezamenlijke actieplan, de uitvoeringsverslagen voor de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid”, de beheersverklaring, de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag en de methode voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse en krachtens Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het model voor de uitvoeringsverslagen voor de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 38 van 13.2.2015, blz. 1).

(4)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(5)  Mededeling van de Commissie betreffende het begrip „staatssteun” in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (C 2016/2946), PB C 262 van 19.7.2016, blz. 1.

(6)  Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (PB L 69 van 8.3.2014, blz. 65).


BIJLAGE I

Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt C.2 wordt voetnoot 1 vervangen door:

„(1)

De diensten van de Commissie hebben de lidstaten richtsnoeren gegeven om de beoordeling te vergemakkelijken wanneer voor infrastructurele investeringen staatssteun wordt verleend. Meer bepaald hebben de diensten van de Commissie analyse-schema's opgesteld. Mededeling van de Commissie betreffende het begrip „staatssteun” als bedoeld in artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bekendgemaakt (C/2016/2946) (PB C 262 van 19.7.2016, blz. 1). De Commissie nodigt de lidstaten uit om gebruik te maken van de analyse-schema's of van andere methoden om toe te lichten waarom zij van mening zijn dat de steun geen staatssteun vormt.”.

2)

In punt C.3 wordt de titel van de laatste tabel vervangen door:

„Forfaitaire methode of methode van verlaagd medefinancieringspercentage (artikel 61, lid 3, onder a), artikel 61, lid 3, onder aa) en artikel 61, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)”.

3)

In punt C.3 wordt de laatste tabel vervangen door:

 

 

„Waarde

1.

Totale subsidiabele kosten vóór toepassing van de voorschriften van artikel 61 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (in EUR, niet verlaagd)

(punt C.1.12 (C))

<type=’N’ input=’G’>

2.

Vast percentage netto-inkomsten als gedefinieerd in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 of gedelegeerde handelingen of vastgesteld op basis van artikel 61, lid 3, onder aan) (vast percentage) (%)

<type=’N’ input=’M’>

3.

Totale subsidiabele kosten na toepassing van de voorschriften van artikel 61 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (in EUR, niet verlaagd) = (1) × (1 – vast percentage) (*1)

De maximale overheidsbijdrage moet de regels inzake staatssteun en het bedrag van de totale toegekende steun hierboven gemeld in acht nemen (indien van toepassing)

<type=’N’ input=’M’>

4)

In punt E.1.2 wordt voetnoot 3 vervangen door:

„(3)

Dit geldt niet: 1) voor projecten waarvoor de regels inzake staatssteun gelden in de zin van artikel 107 van het Verdrag (zie punt G.1), uit hoofde van artikel 61, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013; 2) ingeval een vast tarief (artikel 61, lid 3, onder a), en artikel 61, lid 3, onder aa), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) of een lager medefinancieringstarief (artikel 61, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) wordt gebruikt, en 3) indien de som van de huidige waarden van de exploitatie- en vervangingskosten hoger is dan de huidige waarde van de inkomsten, dan wordt het project niet beschouwd als inkomsten-genererend, in welk geval items 7 en 8 kunnen worden genegeerd en de pro-ratatoepassing van de verdisconteerde netto-inkomsten op 100 % moet worden gesteld.”.

(*1)  Bij de methode van het verlaagde medefinancieringspercentage is deze formule niet van toepassing (het vaste percentage wordt weerspiegeld in het medefinancieringspercentage van de prioritaire as, wat leidt tot een lagere financiering door het EFRO/Cohesiefonds) en de totale subsidiabele kosten zijn gelijk aan het in punt 1 genoemde bedrag.”.


BIJLAGE II

Bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt A.8 wordt vervangen door:

„A.8.

Soort JAP

( ) Normaal ( ) YEI ( ) Eerste JAP in het kader van IGJ (*)

( ) Eerste JAP in het kader van ETS (**)

[één mogelijkheid]; <type=’C’ input=’M’>

(*)

Eerste gezamenlijke actieplan ingediend door de lidstaat in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” overeenkomstig artikel 104, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(**)

Eerste gezamenlijke actieplan ingediend door de lidstaat in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” overeenkomstig artikel 104, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad”.

2)

De titel van deel C wordt vervangen door:

„C.   DOELSTELLINGEN VAN HET GEZAMENLIJKE ACTIEPLAN”.

3)

Punt C.1 wordt vervangen door:

„C.1.

Geef een beschrijving van de doelstellingen van het JAP en van de manier waarop dat bijdraagt aan de doelstellingen van het programma of de relevante landspecifieke aanbevelingen en de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie krachtens artikel 121, lid 2, VWEU en de relevante aanbevelingen van de Raad waarmee de lidstaten bij hun werkgelegenheidsbeleid rekening moeten houden krachtens artikel 148, lid 4, VWEU.
<type=&#x2019;S&#x2019; maxlength=&#x2019;17500&#x2019; input=&#x2019;M&#x2019;>&#x201D;

4)

Punt C.2 wordt vervangen door:

„C.2.

Beschrijf op basis van de in C.1 verstrekte informatie de doelstellingen van het JAP.

Nummer

Code

Doelstelling

Doelstelling 1 JAP<type=’S’ input=’S’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’S’ maxlength=’500’ input=’M’>

Doelstelling 2 JAP”

 

 

 

 

5)

Punt C.3 wordt geschrapt.

6)

De titel van deel D wordt vervangen door:

„D.   BESCHRIJVING VAN HET JAP”.

7)

In punt D.1.1 wordt de tekst in de derde kolom van de eerste rij van de tabel vervangen door:

„JAP-doelstelling(en) waaraan het bijdraagt”.

8)

De titel van punt D.1.2 wordt vervangen door:

„D.1.2.

Hoe dragen de projecten bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het JAP? Motiveer.”.

9)

De titel van punt D.1.3 wordt vervangen door:

„D.1.3.

Wat zijn de mijlpalen, indien relevant, en streefdoelen voor de outputs en resultaten van deze projecten?”.

10)

In punt D.1.3 wordt de tekst in de tweede kolom van de tweede rij van de tabel vervangen door „de JAP-indicator”.

11)

Punt D.3 wordt geschrapt.

12)

De tekst tussen de punten F en F1 wordt geschrapt.

13)

In punt F.1 wordt de tekst in de tweede kolom vervangen door:

„(Geef de startdatum van uitvoering aan)”.

14)

De titel van deel G wordt vervangen door:

„G.   Bijdrage van het JAP aan horizontale beginselen”.

15)

Tussen de punten G en G.1 wordt de volgende tekst ingevoegd:

Bevestig en licht toe hoe het JAP bijdraagt aan de horizontale beginselen als vervat in het desbetreffende programma of de desbetreffende partnerschapsovereenkomst”.

16)

Punt G.1 wordt vervangen door:

„G.1.

Bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen
<type=&#x2019;S&#x2019; maxlength=&#x2019;3500&#x2019; input=&#x2019;M&#x2019;>&#x201D;

17)

Punt G.3 wordt vervangen door:

„G.3.

Bevordering van duurzame ontwikkeling
<type=&#x2019;S&#x2019; maxlength=&#x2019;3500&#x2019; input=&#x2019;M&#x2019;>&#x201D;

18)

Punt H.1.2 wordt vervangen door:

„H.1.2.

Geef informatie over de selectie van het gezamenlijke actieplan overeenkomstig artikel 125, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.”.

19)

De punten H.1.2.1 en H.1.2.2 worden geschrapt.

20)

Punt H.4 wordt geschrapt.

21)

Punt I.1 wordt vervangen door:

„I.1.   De kosten van het behalen van mijlpalen, en streefdoelen voor output en resultaten (vul tevens het aanhangsel betreffende indicatoren in)

Vul in de volgende tabellen de indicatoren in die moeten worden gebruikt voor het financiële beheer van het JAP, eventueel uitgesplitst per prioritaire as, fonds en regiocategorie.”.

22)

Punt I.2 wordt geschrapt.


BIJLAGE III

Bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A, punt 3.2, wordt tabel 4A (gemeenschappelijke outputindicatoren voor het ESF) vervangen door de onderstaande tabel.

Tabel 4 A

Gemeenschappelijke outputindicatoren voor het ESF (per prioritaire as, per investeringsprioriteit, per regiocategorie).

Voor het YEI, voor elk prioritaire as of een deel daarvan, is een uitsplitsing per regiocategorie niet vereist  (*1)

Investeringsprioriteit:


Indicator Identificatiecode

Indicator (naam indicator)

Regiocategorie (in voorkomend geval)

Streefwaarde (2023)

Uitsplitsing naar geslacht facultatief (voor de streefwaarde)

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Cumulatieve waarde (wordt automatisch berekend)

Prestatieverhouding

uitsplitsing naar geslacht facultatief

<type=’S’ input=’G’>

<type=’S’ input=’G’>

<type=’S’ input=’G’>

<type=’N’ input=’G’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’N’ input=’G’>

<type=’P’ input=’G’>

 

 

 

 

 

 

Waarde op jaarbasis

 

 

 

 

 

 

Totaal

M

W

M

W

M

W

M

W

M

W

M

W

M

W

M

W

M

W

M

W

M

W

totaal

M

W

totaal

M

W

 

Werklozen (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werklozen (YEI)

Langdurig werklozen (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langdurig werklozen (YEI)

Inactieven (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inactieven (YEI)

Inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inactieven die geen onderwijs of opleiding volgen (YEI)

Werkenden, onder wie zelfstandigen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jonger dan 25 jaar (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jonger dan 25 jaar (YEI)

Ouder dan 54 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ouder dan 54 jaar die werkloos zijn, met inbegrip van langdurig werklozen, of die inactief zijn en geen onderwijs of opleiding volgen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met primair (ISCED 1) of lager middelbaar onderwijs (ISCED 2) (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met primair (ISCED 1) of lager middelbaar onderwijs (ISCED 2) (YEI)

Met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4) (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met hoger middelbaar (ISCED 3) of postsecundair onderwijs (ISCED 4) (YEI)

Met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met hoger onderwijs (ISCED 5 tot en met 8) (YEI)

Migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma) (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma) (YEI)

Deelnemers met een handicap (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemers met een handicap (YEI)

Andere kansarmen (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Andere kansarmen (YEI)

Daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn  (1) (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daklozen of mensen die van de woningmarkt uitgesloten zijn (YEI)

Deelnemers van het platteland  (1) (ESF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemers van het platteland (YEI)

Aantal projecten dat volledig of gedeeltelijk door sociale partners of ngo's wordt uitgevoerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aantal projecten dat op duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt gericht is

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aantal projecten dat gericht is op overheidsadministraties of overheidsdiensten op nationaal, regionaal of lokaal niveau

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aantal ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (waaronder coöperatieve ondernemingen en ondernemingen binnen de sociale economie)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal-generaal van de deelnemers  (2):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2)

In deel A, punt 3.2, wordt tabel 9 (Kosten van concrete acties die buiten het programmagebied worden uitgevoerd (het EFRO en het Cohesiefonds uit hoofde van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid”) vervangen door:

„1.

2.

3.

4.

5.

6.

 

Prioritaire as

Het bedrag aan EU-steun dat naar verwachting zal worden gebruikt voor concrete acties die op basis van geselecteerde concrete acties buiten het programmagebied worden uitgevoerd (EUR)

Als percentage van de EU-steun aan de prioritaire as op het moment van goedkeuring van het programma

(%)

(3/EU-steun aan de prioritaire as op het moment van goedkeuring van het programma *100)

Het bedrag aan EU-steun dat voor concrete acties die buiten het programmagebied worden uitgevoerd is gebruikt op basis van subsidiabele, door de begunstigde bij de managementautoriteit gedeclareerde uitgaven (EUR)

Als percentage van de EU-steun aan de prioritaire as op het moment van goedkeuring van het programma

(%)

(5/EU-steun aan de prioritaire as op het moment van goedkeuring van het programma *100)

Kosten van concrete acties buiten het programmagebied (3)

<type=’S’ input=’S’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’P’ input=’G’>

<type=’N’ input=’M’>

<type=’P’ input=’G’>

3)

In deel A, punt 3.2 wordt in tabel 13 (gezamenlijke actieplannen) de tekst van de achtste kolom van de eerste rij vervangen door:

„Soort JAP

1.

normaal

2.

eerste JAP

3.

YEI”.


(*1)  Gestructureerde gegevens die nodig zijn voor het verslag over het YEI dat overeenkomstig artikel 19, lid 3, van en bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1304/2013 in april 2015 moet worden ingediend.

(1)  Schatting op basis van representatieve steekproeven. De lidstaten hebben twee rapporteringsopties. Optie 1: de minimale eis is om één keer gegevens te verstrekken, in het uitvoeringsverslag in 2017. Bij deze optie wordt een cumulatieve waarde vermeld in de kolom „Cumulatieve waarde” in het uitvoeringsverslag in 2017. Optie 2: voor elk jaar worden jaarlijkse waarden verstrekt.

(2)  Het totaal-generaal van de deelnemers omvat de deelnemers waarvan het dossier (met niet-gevoelige persoonsgegevens) compleet is en deelnemers waarvan het dossier (met niet-gevoelige persoonsgegevens) niet compleet is. Het totale aantal deelnemers wordt in het SFC2014-systeem berekend op basis van de volgende drie gemeenschappelijke outputindicatoren „werklozen, met inbegrip van langdurig werklozen”, „inactieven” en „werkenden, onder wie zelfstandigen”. Dat totaal omvat alleen deelnemers met de volledige gegevensbestanden, met inbegrip van alle niet-gevoelige persoonsgegevens. In het eindtotaal van de deelnemers moeten de lidstaten verslag uitbrengen over alle ESF-deelnemers, met inbegrip van degenen waarvan het dossier met niet-gevoelige persoonsgegevens niet compleet is.”.

(3)  In overeenstemming met en onder voorbehoud van de maxima vastgesteld in artikel 70, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 of artikel 20 van Verordening (EU) nr. 1299/2013.”.


BIJLAGE IV

In bijlage X, deel A, punt 8.2, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207 wordt in tabel 8 (gezamenlijke actieplannen) de tekst van de achtste kolom van de eerste rij vervangen door:

„Soort JAP

1.

normaal

2.

eerste JAP.”


BIJLAGE V

In deel C, punt 15 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207, wordt de tabel vervangen door:

„13

14

Gegevens voor de evaluatie van de prestaties en het prestatiekader

Alleen voor het in 2019 in te dienen verslag: totale door de begunstigden gedane en betaalde en uiterlijk op 31 december 2018 aan de Commissie gecertificeerde subsidiabele uitgaven

artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Alleen voor het eindverslag over de uitvoering: totale door de begunstigden gedane en betaalde en uiterlijk op 31 december 2023 aan de Commissie gecertificeerde subsidiabele uitgaven

artikel 22, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


BIJLAGE VI

In deel B, punt 12 van bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/207, wordt de tabel vervangen door:

„13

14

Gegevens voor de evaluatie van de prestaties en het prestatiekader

Alleen voor het in 2019 in te dienen verslag: totale door de begunstigden gedane en betaalde en uiterlijk op 31 december 2018 aan de Commissie gecertificeerde subsidiabele uitgaven

artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Alleen voor het eindverslag over de uitvoering: totale door de begunstigden gedane en betaalde en uiterlijk op 31 december 2023 aan de Commissie gecertificeerde subsidiabele uitgaven

artikel 22, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


14.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/34


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/257 VAN DE COMMISSIE

van 13 februari 2019

tot 294e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida (1), en met name artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 8 februari 2019 besloten vier vermeldingen te schrappen uit de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen dienen te worden bevroren. Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 februari 2019.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.


BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de volgende vermeldingen geschrapt van de lijst „Natuurlijke personen”:

„Hassan Abdullah Hersi Al-Turki (ook bekend als a) Hassan Turki, b) Hassen Abdelle Fihiye, c) Sheikh Hassan Abdullah Fahaih, d) Hassan Al-Turki, e) Hassan Abdillahi Hersi Turki, f) Sheikh Hassan Turki, g) Xasan Cabdilaahi Xirsi, h) Xasan Cabdulle Xirsi). Geboortedatum: rond 1944. Geboorteplaats: Regio V, Ethiopië (de regio Ogaden in het oosten van Ethiopië). Nationaliteit: Somalisch. Adres: Naar verluidt in het zuiden van Somalië, in beneden-Juba bij Kismayo, met name in Jilibe en Burgabo (november 2012). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 6.7.2004.”

„Jamal Housni (ook bekend als a) Djamel de Marokkaan, b) Jamal Al Maghrebi, c) Hicham). Geboortedatum: 22.2.1983. Geboorteplaats: Marokko. Adres: a) Via Uccelli di Nemi 33, Milaan, Italië, b) Via F. De Lemene 50, Milaan, Italië. Overige informatie: In hechtenis (juni 2009). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 2.8.2006.”

„Malik Muhammad Ishaq (ook bekend als: Malik Ishaq). Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1959. Geboorteplaats: Rahim Yar Khan, provincie Punjab, Pakistan. Nationaliteit: Pakistaans. Overige informatie: a) Fysieke beschrijving: zwaar gebouwd, zwarte ogen, zwart haar, bruine huidskleur, zware zwarte baard; b) Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Gedood in Pakistan op 28.7.2015. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 14.3.2014.”

„Lavdrim Muhaxheri (ook bekend als a) Abu Abdullah al Kosova, b) Abu Abdallah al-Kosovi, c) Abu Abdallah al-Kosovo); Geboortedatum: a) 3.12.1989, b) rond 1987; Geboorteplaats: Kaqanik/Kacanik; Adres: Syrische Arabische Republiek (situatie september 2015). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 29.9.2015.”.


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

14.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/36


BESLUIT Nr. 1/2019 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU—ZWITSERLAND

van 29 januari 2019

tot wijziging van de tabellen III en IV van Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, zoals gewijzigd [2019/258]

HET GEMENGD COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 (1), zoals gewijzigd bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 26 oktober 2004 tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (2) (hierna „de overeenkomst” genoemd), en met name artikel 7 van Protocol nr. 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Protocol nr. 2 bij de overeenkomst, hebben de Unie en de Zwitserse Bondsstaat, als overeenkomstsluitende partijen, het gemengd comité op 13 november 2018 de binnenlandse referentieprijzen verstrekt van alle grondstoffen waarvoor prijscompenserende maatregelen worden toegepast. Uit die prijzen blijkt dat de feitelijke prijssituatie met betrekking tot die grondstoffen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen is veranderd.

(2)

De binnenlandse referentieprijzen en de prijsverschillen voor agrarische grondstoffen die zijn opgenomen in tabel III van Protocol nr. 2 bij de overeenkomst moeten daarom worden geactualiseerd en de basisbedragen voor de agrarische grondstoffen in tabel IV van dat protocol moeten worden aangepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol nr. 2 bij de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

a)

tabel III wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij dit besluit;

b)

in tabel IV wordt punt b) vervangen door de tekst in bijlage II bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2019.

Gedaan te Brussel, 29 januari 2019.

Voor het gemengd comité

De voorzitter

Petros SOURMELIS


(1)  PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189.

(2)  PB L 23 van 26.1.2005, blz. 19.


BIJLAGE I

Tabel III

Binnenlandse referentieprijzen van de Europese Unie en Zwitserland

Agrarische grondstof

Binnenlandse referentieprijs Zwitserland

CHF per 100 kg nettogewicht

Binnenlandse referentieprijs EU

CHF per 100 kg nettogewicht

Artikel 4, lid 1

Toegepast door Zwitserland Verschil referentieprijs Zwitserland/EU

CHF per 100 kg nettogewicht

Artikel 3, lid 3

Toegepast door de EU Verschil referentieprijs Zwitserland/EU

EUR per 100 kg nettogewicht

Zachte tarwe

50,80

23,44

27,35

0,00

Harde tarwe

1,20

0,00

Rogge

42,50

21,92

20,60

0,00

Gerst

Mais

Meel van zachte tarwe

91,95

46,69

45,25

0,00

Vollemelkpoeder

606,15

333,85

272,30

0,00

Mageremelkpoeder

400,80

181,60

219,20

0,00

Boter

1 056,00

656,39

399,60

0,00

Witte suiker

Eieren

38,00

0,00

Verse aardappelen

40,95

28,00

12,95

0,00

Plantaardig vet

170,00

0,00”


BIJLAGE II

„b)

Basisbedragen voor de agrarische grondstoffen die bij de berekening van de agrarische elementen in aanmerking worden genomen:

Agrarische grondstof

Door Zwitserland toegepast basisbedrag

Artikel 3, lid 2

Door de EU toegepast basisbedrag

Artikel 4, lid 2

CHF per 100 kg nettogewicht

EUR per 100 kg nettogewicht

Zachte tarwe

22,30

0,00

Harde tarwe

1,00

0,00

Rogge

16,80

0,00

Gerst

Mais

Meel van zachte tarwe

36,90

0,00

Vollemelkpoeder

221,60

0,00

Mageremelkpoeder

178,65

0,00

Boter

325,65

0,00

Witte suiker

Eieren

30,95

0,00

Verse aardappelen

10,25

0,00

Plantaardig vet

138,55

0,00”