ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
62e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/1 |
Mededeling betreffende de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap (1), die op 17 juli 2018 in Tokio werd ondertekend, zal in werking treden op 1 februari 2019.
VERORDENINGEN
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/2 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/33 VAN DE COMMISSIE
van 17 oktober 2018
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 109, artikel 114 en artikel 122,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013. In deel II, titel II, hoofdstuk I, afdelingen 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften vastgesteld inzake oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie in de wijnsector en wordt de Commissie gemachtigd om in dat verband gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Met het oog op een soepele werking van de wijnmarkt in het nieuwe rechtskader moeten bepaalde regels middels dergelijke handelingen worden vastgesteld. Die handelingen moeten in de plaats komen van Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie (3), die derhalve moet worden ingetrokken. |
(2) |
Uit de ervaring die met de toepassing van Verordening (EG) nr. 607/2009 is opgedaan, is gebleken dat de huidige procedures voor de registratie, wijziging en annulering van oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen van de Unie of van derde landen ingewikkeld, omslachtig en tijdrovend kunnen zijn. Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft rechtsvacua gecreëerd, met name wat betreft de procedure die moet worden gevolgd bij de aanvragen tot wijziging van een productdossier. De procedurevoorschriften voor oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen in de wijnsector zijn niet consistent met de regels die van toepassing zijn op onder het recht van de Unie vallende kwaliteitsregelingen in de sectoren levensmiddelen, gedistilleerde dranken en gearomatiseerde wijnen. Dit leidt tot inconsistenties in de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan deze categorie intellectuele-eigendomsrechten. In het licht van het recht op bescherming van de intellectuele eigendom, dat is neergelegd in artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, moeten deze verschillen worden aangepakt. Daarom moet deze verordening de desbetreffende procedures vereenvoudigen, verduidelijken, aanvullen en harmoniseren. De procedures moeten voor zover mogelijk worden ingesteld naar het voorbeeld van de efficiënte en beproefde procedures voor de bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten ten aanzien van landbouwproducten en levensmiddelen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4), Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (5) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (6), en moeten worden aangepast om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de wijnsector. |
(3) |
Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen zijn onlosmakelijk verbonden met het grondgebied van de lidstaten. De nationale en plaatselijke autoriteiten hebben de grootste expertise en kennis op het gebied van de desbetreffende feiten. Dit zou in de betrokken procedureregels tot uiting moeten komen, gelet op het subsidiariteitsbeginsel dat in artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is vastgesteld. |
(4) |
De als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te beschermen naam mag alleen worden geregistreerd in een taal die op zijn minst een historische band heeft met het geografische gebied waar het product wordt vervaardigd. Er moeten specifieke regels betreffende het gebruik van lettertekens voor een BOB en een BGA worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de marktdeelnemers en de consumenten in alle lidstaten deze namen beter kunnen lezen en begrijpen. |
(5) |
De voorwaarden waaronder een individuele producent als in aanmerking komende aanvrager kan worden aangemerkt, moeten worden omschreven. Individuele producenten mogen niet worden benadeeld wanneer als gevolg van de heersende omstandigheden geen producentengroepering kan worden opgericht. Er dient evenwel te worden verduidelijkt dat de beschermde naam door andere producenten in het afgebakende geografische gebied die aan de voorwaarden van het productdossier voldoen, mag worden gebruikt, zelfs wanneer de beschermde naam geheel of gedeeltelijk bestaat uit de naam van het bedrijf van de individuele producent die de aanvraag indient. |
(6) |
Wanneer een wijnbouwproduct met een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding volgens het productdossier alleen binnen het afgebakende geografische gebied mag worden verpakt, vormt dit een beperking van het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten. In het licht van de jurisprudentie van het Hof van Justitie mogen dergelijke beperkingen alleen worden opgelegd als zij noodzakelijk en evenredig zijn om de kwaliteit te behouden, de oorsprong van het product te certificeren of controle te verzekeren. Daarom moet worden bepaald dat elke beperking inzake het verpakken naar behoren moet worden verantwoord vanuit het standpunt van het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 607/2009 voorziet in een aantal afwijkingen met betrekking tot de productie in het afgebakende geografische gebied. Deze afwijkingen moeten worden gehandhaafd om traditionele productiemethoden in stand te houden. Zij moeten duidelijk worden omschreven met het oog op rechtszekerheid en helderheid. |
(8) |
De nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat onderzoeken de beschermingsaanvragen middels een inleidende nationale procedure. In het geval van beschermde oorsprongsbenamingen moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de beschrijving van het verband tussen de kwaliteit en de kenmerken van het product enerzijds en de specifieke geografische omgeving anderzijds. In het geval van beschermde geografische aanduidingen moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de beschrijving van het verband tussen een specifieke kwaliteit, de faam of andere kenmerken enerzijds en de geografische oorsprong van het product anderzijds, rekening houdend met het afgebakende gebied en de kenmerken van het product. Het afgebakende gebied moet op gedetailleerde, nauwkeurige en ondubbelzinnige wijze worden omschreven zodat de producenten, de bevoegde autoriteiten en de controleorganen kunnen nagaan of de behandelingen wel degelijk in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden. |
(9) |
De beoordeling door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten is een essentiële stap in de procedure. De kennis, deskundigheid en toegang tot gegevens en feiten waarover de lidstaten beschikken, zorgen ervoor dat zij het best geplaatst zijn om te beoordelen of een aanvraag betreffende een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding aan de voorwaarden voor bescherming voldoet. Daarom moeten de lidstaten garanderen dat de uitkomst van die beoordeling, die getrouw moet worden weergegeven in een enig document waarin de essentiële elementen van het productdossier worden samengevat, betrouwbaar en correct is. Rekening houdend met het subsidiariteitsbeginsel moet de Commissie vervolgens de aanvragen onderzoeken om te garanderen dat deze geen kennelijke fouten bevatten en dat er rekening is gehouden met het recht van de Unie en met de belangen van de belanghebbenden buiten de lidstaat van de aanvraag. |
(10) |
Om gezamenlijke aanvragen voor de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen te vergemakkelijken, moeten de specifieke stappen in de procedures voor deze aanvragen worden omschreven. |
(11) |
Wanneer de lidstaten van oordeel zijn dat de naam waarvoor de beschermingsaanvraag is ingediend, als beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding kan worden geregistreerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013, moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen om op nationaal niveau een voorlopige bescherming te verlenen terwijl de Commissie de beschermingsaanvraag aan het beoordelen is. |
(12) |
Met het oog op een gemakkelijker beheer van de aanvragen en het bespoedigen van het onderzoek van de dossiers moet worden bepaald welke informatie de aanvrager moet indienen om ervoor te zorgen dat beschermingsaanvragen, wijzigingsaanvragen, bezwaarschriften of annuleringsverzoeken ontvankelijk worden geacht. |
(13) |
De bezwaarprocedure moet worden ingekort en verbeterd. Met het oog op de rechtszekerheid moeten voor de verschillende procedurestappen termijnen worden vastgesteld en moeten de bezwaargronden worden gepreciseerd. Er moet een vriendschappelijke stap worden ingebouwd die de partijen in staat stelt om met elkaar te communiceren teneinde, indien mogelijk, overeenstemming te bereiken. |
(14) |
Er moet worden voorzien in specifieke afwijkingen die het mogelijk maken dat gedurende een overgangsperiode een beschermde naam wordt gebruikt voor wijnbouwproducten die niet aan het productdossier voldoen. Om tijdelijke moeilijkheden te overbruggen en ervoor te zorgen dat alle producenten op termijn het productdossier naleven, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om in sommige gevallen afwijkingen toe te staan voor een periode van ten hoogste tien jaar. |
(15) |
Producenten van wijnbouwproducten met een naam die als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is beschermd, moeten het hoofd bieden aan een veranderende en veeleisende markt. Zij wensen procedures die het hun mogelijk maken zich snel aan de marktvraag aan te passen, maar worden in feite gestraft door de lengte en de complexiteit van de huidige wijzigingsprocedure, waardoor zij minder snel op de markt kunnen reageren. De producenten van wijnbouwproducten met een naam die als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is beschermd, moeten ook de mogelijkheid krijgen om rekening te houden met de ontwikkelingen in de wetenschappelijke en technische kennis en met milieuveranderingen. Om de stappen in die procedures te reduceren en op dit gebied uitvoering te geven aan het subsidiariteitsbeginsel, moeten besluiten over wijzigingen die geen betrekking hebben op de essentiële elementen van het productdossier, worden goedgekeurd op het niveau van de lidstaat. De producenten moeten in staat worden gesteld die wijzigingen onmiddellijk na de afronding van de nationale procedure toe te passen. Er mag niet worden verlangd dat de aanvraag opnieuw wordt onderzocht met het oog op goedkeuring op het niveau van de Unie. |
(16) |
Om evenwel de belangen te beschermen van derden die gevestigd zijn in andere lidstaten dan de lidstaat waarin de wijnbouwproducten worden geproduceerd, moet de Commissie verantwoordelijk blijven voor de goedkeuring van wijzigingen waarvoor een bezwaarprocedure op het niveau van de Unie vereist is. Daarom moet een nieuwe indeling van de wijzigingen worden ingevoerd, namelijk standaardwijzigingen, die onmiddellijk van toepassing worden na de goedkeuring door de lidstaat aangezien daarvoor geen bezwaarprocedure op het niveau van de Unie nodig is, en wijzigingen op het niveau van de Unie, die slechts van toepassing worden nadat de Commissie die heeft goedgekeurd na afronding van een bezwaarprocedure op het niveau van de Unie. |
(17) |
Er moeten tijdelijke wijzigingen worden ingevoerd om het mogelijk te maken dat wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding verder met de betrokken beschermde naam op de markt worden gebracht in geval van een natuurramp, ongunstige weersomstandigheden of sanitaire of fytosanitaire maatregelen die er tijdelijk voor zorgen dat de marktdeelnemers niet aan het productdossier kunnen voldoen. Gezien hun dringende aard moeten die tijdelijke wijzigingen onmiddellijk na de goedkeuring door de lidstaat van toepassing worden. De lijst van spoedeisende gronden voor tijdelijke wijzigingen is limitatief wegens de buitengewone aard van de tijdelijke wijzigingen. |
(18) |
Voor wijzigingen op het niveau van de Unie moet de procedure voor beschermingsaanvragen worden gevolgd om dezelfde efficiëntie en garanties te verkrijgen. Deze procedure moet mutatis mutandis worden toegepast, met uitzondering van een aantal stappen die moeten worden weggelaten om de administratieve lasten te verminderen. De procedure voor standaardwijzigingen en tijdelijke wijzigingen moet worden vastgesteld om de lidstaten in staat te stellen de aanvragen op passende wijze te beoordelen en om een consistente aanpak in de lidstaten te garanderen. De nauwkeurigheid en volledigheid van de beoordeling door de lidstaten moeten gelijkwaardig zijn aan de nauwkeurigheid en volledigheid die vereist zijn voor de beoordeling in het kader van de procedure voor beschermingsaanvragen. |
(19) |
Bij standaardwijzigingen en tijdelijke wijzigingen betreffende beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van derde landen moet de aanpak worden gevolgd waarin is voorzien voor de lidstaten, en het goedkeuringsbesluit moet worden genomen overeenkomstig de in het betrokken derde land geldende regeling. |
(20) |
De annuleringsprocedure moet transparanter en duidelijker zijn. Met name moet het mogelijk zijn om tegen het annuleringsverzoek bezwaar aan te tekenen. Daartoe moet bij de annuleringsprocedure mutatis mutandis de standaardprocedure voor beschermingsaanvragen worden gevolgd, met uitzondering van een aantal stappen die moeten worden weggelaten om de administratieve lasten te verminderen. Het moet mogelijk zijn beschermde namen te annuleren als een naam niet meer op de markt wordt gebruikt. |
(21) |
Voor wijnbouwproducten waarvoor een aanvraag tot bescherming van de naam als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is ingediend, moeten regels inzake voorlopige etikettering en presentatie worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de rechtmatige belangen van de marktdeelnemers worden beschermd en tegelijk rekening wordt gehouden met het beginsel van eerlijke concurrentie en de verplichting om aan de consument passende informatie te verstrekken. |
(22) |
Voor bepaalde beschermde oorsprongsbenamingen mag worden afgeweken van de verplichting om op het etiket het begrip „beschermde oorsprongsbenaming” te gebruiken. Om deze historische toegeving te handhaven, is het passend het bestaan van deze afwijking voor die namen te bevestigen. |
(23) |
Het gebruik van traditionele aanduidingen voor de beschrijving van wijnbouwproducten is een gevestigde praktijk in de Unie. Die aanduidingen wijzen een productie- of rijpingsmethode, een kwaliteit, een kleur, een type plaats of een specifieke gebeurtenis in verband met de geschiedenis van een wijnbouwproduct met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding aan of geven aan dat het gaat om een wijnbouwproduct met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. In de artikelen 112 en 113 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn de algemene regels betreffende het gebruik en de bescherming van traditionele aanduidingen vastgesteld. Bijgevolg moet, om eerlijke concurrentie te garanderen en misleiding van de consument te voorkomen, een gemeenschappelijk kader worden vastgesteld voor de bescherming en de registratie van die traditionele aanduidingen. Voorts moeten de procedures voor de bescherming van traditionele aanduidingen worden vereenvoudigd en, waar mogelijk, worden geharmoniseerd met de procedures voor de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen. |
(24) |
Een traditionele aanduiding kan associaties oproepen met de bijzondere kenmerken van het wijnbouwproduct waarop die traditionele aanduiding is aangebracht. Bijgevolg mag die aanduiding, om duidelijke informatie over te brengen, slechts worden aangegeven in de gebruikelijke taal en in haar originele spellingswijze en schrift. |
(25) |
Om ervoor te zorgen dat de consument niet wordt misleid, moet het gebruik van traditionele aanduidingen voor in derde landen vervaardigde wijnbouwproducten worden toegestaan op voorwaarde dat die aanduidingen voldoen aan dezelfde of gelijkwaardige voorwaarden als die welke voor de lidstaten zijn vereist. Bijgevolg moeten zowel lidstaten als derde landen de mogelijkheid hebben om bescherming van een traditionele aanduiding op het niveau van de Unie aan te vragen. Aangezien sommige derde landen niet hetzelfde gecentraliseerde beschermingssysteem voor traditionele aanduidingen hebben als de Unie, moet een definitie van in derde landen actieve „representatieve beroepsorganisatie” worden gegeven om ervoor te zorgen dat dezelfde garanties worden geboden als die waarin de regels van de Unie voorzien. |
(26) |
Lidstaten, derde landen of in derde landen actieve representatieve beroepsorganisaties moeten ervoor zorgen dat de bij de Commissie ingediende beschermingsaanvraag volledig is en alle relevante informatie bevat waaruit de Commissie kan opmaken dat de traditionele aanduiding aan de voorwaarden van artikel 112 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voldoet en die bewijst dat de traditionele aanduiding in de lidstaat reeds beschermd is. |
(27) |
De bescherming mag alleen worden verleend voor traditionele aanduidingen die algemeen bekend zijn en een grote economische impact hebben op de wijnbouwproducten waarvoor zij mogen worden gebruikt. Daarom dient de Commissie beschermingsaanvragen voor een traditionele aanduiding slechts goed te keuren indien de aanvraag ten volle bewijst dat de aanduiding traditioneel wordt gebruikt voor de beschrijving van wijnbouwproducten die in een groot deel van het grondgebied van de Unie worden vervaardigd of een gereputeerde naam is die traditioneel op het hele grondgebied van een lidstaat of een derde land wordt gebruikt, dat eerlijke concurrentie wordt gewaarborgd voor de producenten die deze aanduiding gebruikten vóór de verlening van de bescherming en dat de traditionele aanduiding geen soortnaam is. Hiertoe moet de betekenis van „traditioneel gebruik” en „soortnaam” in deze verordening worden gedefinieerd. |
(28) |
De Commissie moet de aanvraag tot bescherming van een traditionele aanduiding onderzoeken om te garanderen dat de aanvraag naar behoren is ingevuld en voldoet aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden. Als niet aan de voorschriften inzake de aanvraag is voldaan, moet de Commissie de aanvrager verzoeken de nodige wijzigingen aan te brengen of de aanvraag in te trekken. Als de aanvrager geen actie onderneemt, moet de aanvraag worden afgewezen. |
(29) |
Om ervoor te zorgen dat er geen obstakels zijn voor de bescherming van een traditionele aanduiding, moet elke lidstaat, elk derde land of elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang de mogelijkheid hebben om bezwaar te maken tegen de bescherming van die traditionele aanduiding. Om ontvankelijk te worden geacht, moet het bezwaarschrift worden gemotiveerd en aantonen dat de aanvraag niet strookt met de regels van de Unie inzake traditionele aanduidingen. Voorts moet de Commissie, als het bezwaarschrift ontvankelijk wordt geacht, de aanvrager een kopie van het ontvangen bezwaarschrift verstrekken om het de partijen gemakkelijker te maken om overeenstemming te bereiken. Als geen overeenstemming tussen de partijen wordt bereikt, moet de Commissie zich over het bezwaarschrift uitspreken en de traditionele aanduiding beschermen of de aanvraag tot bescherming afwijzen. |
(30) |
Om de consument duidelijkheid te verschaffen wat de aard en de oorsprong van het product betreft en om eerlijke concurrentie tussen producenten te waarborgen, is het noodzakelijk voorwaarden vast te stellen voor het gebruik van handelsmerken die geheel of gedeeltelijk bestaan uit een traditionele aanduiding en voor het gebruik van homonieme traditionele aanduidingen. |
(31) |
Om rekening te houden met de ontwikkeling van de consumptiepatronen en in te spelen op ontwikkelingen op het gebied van de productie en de afzet van wijnbouwproducten, moeten lidstaten en derde landen de mogelijkheid hebben om aanvragen tot wijziging of annulering van een traditionele aanduiding in te dienen. Om ontvankelijk te worden geacht, moeten de aanvragen tot wijziging of annulering van een traditionele aanduiding naar behoren worden onderbouwd. |
(32) |
Het systeem voor de bescherming en het gebruik van traditionele aanduidingen dat in derde landen wordt toegepast, kan verschillen van dat van de Unie. Met het oog op consistentie moet het gebruik van traditionele aanduidingen voor de beschrijving van in derde landen geproduceerde wijnbouwproducten worden toegestaan op voorwaarde dat die aanduidingen niet in strijd zijn met het recht van de Unie. |
(33) |
Er moet rekening worden gehouden met het verworven recht op bescherming van traditionele aanduidingen die op grond van Verordening (EG) nr. 607/2009 zijn beschermd. Daarom moeten die aanduidingen automatisch verder worden beschermd op grond van de onderhavige verordening. |
(34) |
In de artikelen 117 tot en met 121 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn de algemene regels vastgesteld voor de etikettering en presentatie van wijnbouwproducten. Voorts harmoniseert die verordening het gebruik van andere aanduidingen dan die waarin uitdrukkelijk in de wetgeving van de Unie is voorzien, op voorwaarde dat die niet misleidend zijn. Met het oog op de vlotte werking van de interne markt moeten regels van de Unie worden vastgesteld voor het gebruik van verplichte etiketteringsaanduidingen voor wijnbouwproducten. Daarnaast moeten, om de consument niet te misleiden, ook bepalingen voor het gebruik van facultatieve etiketteringsaanduidingen worden vastgesteld. |
(35) |
Om het de consument gemakkelijker te maken, moet de verplichte informatie in één gezichtsveld op de recipiënt worden samengebracht. Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (7) moeten bepaalde verplichte aanduidingen, zoals de vermelding van de importeur en de lijst van ingrediënten die allergieën of intoleranties kunnen veroorzaken, evenwel van deze verplichting worden vrijgesteld. |
(36) |
Zoals bepaald in Verordening (EU) nr. 1169/2011 zijn de stoffen of producten die allergieën of intoleranties kunnen veroorzaken en de begrippen die moeten worden gebruikt om die stoffen of producten op het etiket van levensmiddelen te vermelden, die welke in bijlage II bij die verordening zijn opgesomd. Voor wijnbouwproducten moeten ook nog andere begrippen worden gebruikt om te verwijzen naar eiproducten, melkproducten en sulfieten. Bijgevolg moeten bij de etikettering van wijnbouwproducten die begrippen worden gebruikt. |
(37) |
In de Unie geproduceerde wijnbouwproducten worden uitgevoerd naar derde landen. Om ervoor te zorgen dat de consumenten van deze landen de informatie over de producten die zij kopen, kunnen begrijpen, moet het mogelijk zijn het etiket te vertalen in de talen van het invoerende land. Voorts moet het, om de handel te vergemakkelijken, mogelijk worden gemaakt dat op de etiketten gegevens worden vermeld die in de wetgeving van het land van invoer vereist zijn, ongeacht of zij stroken met het recht van de Unie. Daarnaast moet het, om veiligheidsredenen, ook mogelijk zijn om voor wijnbouwproducten die bestemd zijn om aan boord van vliegtuigen te worden verbruikt, af te wijken van de presentatievoorschriften van de Unie, zoals de verplichting om voor mousserende wijn glazen flessen te gebruiken. |
(38) |
Het gebruik van loodhoudende capsules om de sluiting van recipiënten waarin onder Verordening (EU) nr. 1308/2013 vallende producten worden bewaard, te bedekken, moet verboden blijven om elk gevaar voor verontreiniging door contact met die capsules en elk risico van milieuvervuiling met afval daarvan te voorkomen. |
(39) |
Er moet terdege aandacht worden besteed aan de bijzondere aard van de wijnbouwproducten en de mate van variabiliteit van het alcoholgehalte ervan. Daarom moeten positieve en negatieve toleranties worden toegestaan wat betreft de vermelding van het effectieve alcoholvolumegehalte op het etiket. |
(40) |
Met het oog op de traceerbaarheid moeten regels inzake de aanduiding van de herkomst worden ingevoerd. Bij die regels moet ook rekening worden gehouden met de verwachtingen van de consument wat betreft de oorsprong van de wijnbouwproducten en de oorsprong van de druiven en de most die voor de productie van het eindproduct worden gebruikt. |
(41) |
Voor de goede werking van de interne markt en om ervoor te zorgen dat de consument niet wordt misleid, moet de vermelding van de naam en het adres van de bottelaar, de producent, de verkoper of de importeur worden verplicht. |
(42) |
De consument neemt vaak een aankoopbesluit op basis van de informatie over het suikergehalte van mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn en aromatische mousserende kwaliteitswijn. De vermelding van het suikergehalte moet derhalve verplicht worden gesteld voor die categorieën wijnbouwproducten, maar moet facultatief blijven voor de andere categorieën wijnbouwproducten. |
(43) |
De consument is zich niet altijd bewust van de kenmerken en de productiemethoden van mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd en van parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, met name wat betreft het gebruik van koolzuurgas, ook kooldioxide genoemd. Daarom moet op het etiket van die wijn worden vermeld dat die is verkregen door toevoeging van koolzuurgas of kooldioxide. |
(44) |
Voor de vermelding van het wijnoogstjaar en de vermelding van één of meer wijndruivenrassen zijn specifieke regels nodig om ervoor te zorgen dat de aan de consument verstrekte informatie niet misleidend is. Met name moeten beperkingen worden vastgesteld voor het gebruik van namen van wijndruivenrassen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. |
(45) |
De consument neemt ook vaak aankoopbesluiten op basis van het gebruikte wijndruivenras. Om misleidende etiketteringspraktijken te voorkomen, moeten voorschriften worden vastgesteld inzake de voorwaarden voor het gebruik van de namen waarmee wijndruivenrassen worden vermeld. Voorts moet het, gezien het economische belang van cépagewijnen voor de producenten, voor producenten van wijnbouwproducten die geen beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding hebben, mogelijk zijn om op het etiket de informatie „cépagewijn” te vermelden, samen met de naam van het land waar het wijnbouwproduct is geproduceerd. |
(46) |
Het suikergehalte van andere wijnbouwproducten dan mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn en aromatische mousserende kwaliteitswijn is geen essentieel onderdeel van de informatie voor de consument. Daarom moet de vermelding van het suikergehalte van die wijnbouwproducten op het etiket voor de producenten facultatief zijn. Om evenwel de consument niet te misleiden, moet het vrijwillige gebruik van begrippen betreffende het suikergehalte voor deze producten worden gereglementeerd. |
(47) |
Om de waarheidsgetrouwheid en juistheid van de aan de consument verstrekte informatie te garanderen, moeten specifieke voorwaarden voor de aanduiding van de productiemethoden op het etiket worden vastgesteld, met name wat betreft de productiemethoden voor mousserende wijnen en de rijpingspraktijken voor alle wijnbouwproducten. Deze aanduidingen roepen bij de consument associaties op met hoogwaardiger wijnbouwproducten en moeten dus worden gereserveerd voor wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. |
(48) |
De aanduiding van het bedrijf dat de wijngaarden waarvan de wijnbouwproducten afkomstig zijn, exploiteert en waar alle wijnbereidingsprocessen worden uitgevoerd, kan voor de producenten een toegevoegde waarde en voor de consument een aanduiding van een hogere kwaliteit vormen. Daarom moet het de producenten worden toegestaan om op de etiketten van wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding de naam van een bedrijf te vermelden. |
(49) |
Voor wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding moet de vermelding op het etiket van de naam van een geografisch gebied dat kleiner of groter is dan het gebied van de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding worden toegestaan om de consument beter te informeren over de plaats waar het wijnbouwproduct is geproduceerd, met name wanneer die plaatsen bij de consument goed bekend zijn. |
(50) |
Het gebruik van flessen met een specifieke vorm voor bepaalde wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is een gevestigde praktijk in de Unie en dat gebruik kan bij de consumenten associaties oproepen met bepaalde kenmerken of met een bepaalde herkomst van die wijnbouwproducten. Die vorm van flessen moet dus voor de betrokken wijnen worden gereserveerd. |
(51) |
Het traditionele type glazen fles en de traditionele sluiting voor mousserende wijn weerspiegelen de traditionele productie en bottelpraktijken. Daarom moeten zij voor mousserende wijn worden gereserveerd. De lidstaten moeten evenwel toestemming kunnen verlenen voor het gebruik van dit type fles en dit type sluiting voor andere dranken, op voorwaarde dat die de consument niet misleiden met betrekking tot de ware aard van het product. |
(52) |
Het moet de lidstaten worden toegestaan om voor de uitvoering van hun kwaliteitsbeleid aanvullende voorschriften vast te stellen voor de etikettering van op hun grondgebied geproduceerde wijnbouwproducten, voor zover deze verenigbaar zijn met het recht van de Unie. |
(53) |
De documenten of informatie die de Commissie worden toegestuurd met betrekking tot een aanvraag tot bescherming, wijziging of annulering van een beschermde oorsprongsbenaming, beschermde geografische aanduiding of traditionele aanduiding moeten in een van de officiële talen van de Unie zijn gesteld of vergezeld gaan van een vertaling in een van die talen, teneinde de Commissie in staat te stellen de verstrekte documentatie en informatie correct te analyseren. |
(54) |
Met het oog op een soepele overgang van de voorschriften van Verordening (EG) nr. 607/2009 naar de nieuwe voorschriften van de onderhavige verordening en van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie (8), moeten overgangsperioden worden vastgesteld om de marktdeelnemers die in de Unie en in derde landen zijn gevestigd, in staat te stellen aan de etiketteringseisen te voldoen. Voorts moeten bepalingen worden vastgesteld die garanderen dat wijnbouwproducten die overeenkomstig de bestaande regels zijn geëtiketteerd, verder mogen worden verkocht tot de voorraden uitgeput zijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
INLEIDENDE BEPALING
Artikel 1
Onderwerp
Bij deze verordening worden met betrekking tot beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen, alsmede etikettering en presentatie in de wijnsector regels tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgesteld wat betreft:
a) |
beschermingsaanvragen; |
b) |
de bezwaarprocedure; |
c) |
beperkingen van het gebruik van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen; |
d) |
wijzigingen van de productdossiers en wijzigingen van traditionele aanduidingen; |
e) |
annulering van bescherming; |
f) |
etikettering en presentatie. |
HOOFDSTUK II
BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN EN GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
AFDELING 1
Beschermingsaanvraag
Artikel 2
Naam waarvoor bescherming wordt aangevraagd
1. De als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te beschermen naam wordt enkel geregistreerd in de talen die nu worden, of historisch werden, gebruikt voor de beschrijving van het specifieke product in het afgebakende geografische gebied.
2. De naam van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding wordt geregistreerd in zijn oorspronkelijke schrift. Indien het oorspronkelijke schrift niet uit Latijnse karakters bestaat, wordt samen met de naam in zijn oorspronkelijke schrift ook een transcriptie in Latijnse karakters geregistreerd.
Artikel 3
Aanvrager
Een individuele producent wordt geacht een aanvrager in de zin van artikel 95, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 te zijn als wordt aangetoond dat:
a) |
de betrokken persoon de enige producent is die bereid is een aanvraag in te dienen; en |
b) |
het afgebakende geografische gebied kenmerken bezit die aanzienlijk verschillen van die van naburige gebieden, of dat de kenmerken van het product verschillen van de kenmerken van de producten die worden geproduceerd in naburige gebieden. |
Dat een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding geheel of gedeeltelijk bestaat uit de naam van het bedrijf van de individuele producent die de aanvraag indient, belet niet dat andere producenten deze naam gebruiken voor zover zij het productdossier naleven.
Artikel 4
Aanvullende vereisten voor productdossiers
1. In de beschrijving van de wijnbouwproducten wordt aangegeven om welke categorie(ën) van de in deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde categorieën wijnbouwproducten het gaat.
2. Wanneer in het productdossier wordt aangegeven dat de verpakking, met inbegrip van de botteling, in het afgebakende geografische gebied of in een gebied in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende gebied moet plaatsvinden, bevat dat productdossier ook een motivering waarin, rekening houdend met het recht van de Unie, in het bijzonder het recht betreffende het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten, wordt aangetoond waarom, in dat specifieke geval, de verpakking in dat specifieke geografische gebied moet plaatsvinden om de kwaliteit te behouden, de oorsprong te waarborgen of de controle te verzekeren.
Artikel 5
Afwijkingen betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
1. In afwijking van artikel 93, lid 1, onder a), iii), en b), iii), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en voor zover dit in het productdossier is bepaald, mag een product met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding tot wijn worden verwerkt op een van de volgende locaties:
a) |
in een gebied in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende gebied; |
b) |
in een gebied dat overeenkomstig de regelgeving van de lidstaat tot dezelfde administratieve eenheid of een naburige administratieve eenheid behoort; |
c) |
wanneer het om een grensoverschrijdende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding gaat of wanneer er tussen twee of meer lidstaten of tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen een overeenkomst inzake controlemaatregelen bestaat, in een gebied dat zich in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende gebied bevindt. |
2. In afwijking van artikel 93, lid 1, onder a), iii), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en voor zover dit in het productdossier is bepaald, mag een product in een gebied dat niet in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende gebied ligt, tot mousserende wijn of parelwijn met een beschermde oorsprongsbenaming worden verwerkt voor zover dit procedé reeds vóór 1 maart 1986 werd toegepast.
3. In afwijking van artikel 93, lid 1, onder a), iii), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag voor likeurwijnen met de beschermde oorsprongsbenaming „Málaga” of „Jerez-Xérès-Sherry” de most van ingedroogde druiven, verkregen uit het druivenras Pedro Ximénez, waaraan neutrale alcohol uit wijnbouwproducten is toegevoegd om de gisting te stuiten, afkomstig zijn van het gebied „Montilla-Moriles”.
Artikel 6
Nationale procedure
Wanneer een lidstaat een beschermingsaanvraag naar de Commissie doorstuurt overeenkomstig artikel 96, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, voegt hij daar een verklaring bij dat hij van oordeel is dat de door de aanvrager ingediende aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor bescherming uit hoofde van deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 2, onderafdeling 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de op grond daarvan vastgestelde bepalingen, en waarin hij certificeert dat het in artikel 94, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde enig document een trouwe samenvatting is van het productdossier.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van ontvankelijke bezwaarschriften die in het kader van de nationale procedure zijn ontvangen. De lidstaten houden de Commissie op de hoogte van eventuele nationale gerechtelijke procedures die mogelijk van invloed zijn op de beschermingsaanvraag.
Artikel 7
Gezamenlijke aanvragen
Wanneer gezamenlijke aanvragen voor de bescherming van een naam als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, als bedoeld in artikel 95, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, worden ingediend, worden de desbetreffende inleidende nationale procedures, met inbegrip van de bezwaarfase, toegepast in alle betrokken lidstaten.
Artikel 8
Voorlopige nationale bescherming
1. Een lidstaat mag, uitsluitend op voorlopige basis, op nationaal niveau een naam beschermen met ingang van de datum waarop de beschermingsaanvraag naar de Commissie is doorgestuurd.
Die voorlopige nationale bescherming loopt af op de datum waarop een beschermingsbesluit krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt genomen of de aanvraag wordt ingetrokken.
2. Wanneer een naam niet op grond van deze verordening wordt beschermd, ligt de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van die nationale bescherming volledig bij de betrokken lidstaat. De maatregelen die de lidstaten uit hoofde van lid 1 nemen, hebben geen gevolgen voor het intra-uniale of het internationale handelsverkeer.
Artikel 9
Ontvankelijkheid van de aanvraag
1. Beschermingsaanvragen worden geacht ontvankelijk te zijn als zij worden ingediend overeenkomstig de artikelen 94, 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 3 en artikel 5, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 en naar behoren zijn ingevuld.
Een beschermingsaanvraag wordt geacht naar behoren te zijn ingevuld als zij voldoet aan artikel 94, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 en als het enig document naar behoren is ingevuld.
Het enig document, dat een samenvatting is van het productdossier, als bedoeld in artikel 94, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, wordt beschouwd als naar behoren ingevuld wanneer het voldoet aan de vereisten van artikel 5, leden 1 en 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34. Het productdossier wordt geacht naar behoren te zijn ingevuld wanneer het voldoet aan de vereisten van artikel 94, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
2. Als de Commissie van oordeel is dat een aanvraag onontvankelijk is, stelt zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in een derde land gevestigde aanvrager in kennis van de redenen voor de niet-ontvankelijkverklaring.
3. De Commissie publiceert minstens eenmaal per maand de lijst van de namen waarvoor zij aanvragen tot bescherming als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding heeft ontvangen, de naam van de aanvragende lidstaat of het aanvragende derde land en de datum van indiening van de aanvraag.
Artikel 10
Onderzoek van de aanvraag
Een onderzoek van de aanvraag door de Commissie, als bedoeld in artikel 97, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, bestaat uit een controle om na te gaan of er geen kennelijke fouten in de aanvraag zijn. Bij het onderzoek van de aanvraag focust de Commissie zich vooral op het enig document. Het onderzoek wordt binnen zes maanden afgerond. Als deze termijn wordt overschreden, stelt de Commissie de aanvrager schriftelijk in kennis van de redenen voor de vertraging.
AFDELING 2
Bezwaarprocedure
Artikel 11
Ontvankelijkheid en bezwaargronden
1. Voor de toepassing van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is een met redenen omkleed bezwaarschrift ontvankelijk wanneer:
a) |
de Commissie het ontvangt binnen de termijn die in artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is vastgesteld; |
b) |
het voldoet aan de vereisten van artikel 8, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34; en |
c) |
het aantoont dat de aanvraag tot bescherming of wijziging van het productdossier of tot annulering van de bescherming onverenigbaar is met de voorschriften inzake oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen omdat:
|
De bezwaargronden worden beoordeeld met betrekking tot het grondgebied van de Unie.
Wanneer een bezwaar door een natuurlijke persoon of rechtspersoon wordt ingediend, is het met redenen omkleed bezwaarschrift slechts ontvankelijk indien daarin het rechtmatige belang van de bezwaarmaker wordt aangetoond.
2. Wanneer de Commissie van oordeel is dat het bezwaar onontvankelijk is, stelt zij de autoriteit, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het bezwaarschrift heeft ingediend, in kennis van de redenen voor de niet-ontvankelijkverklaring.
Artikel 12
Bezwaarprocedure
1. Als de Commissie van oordeel is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is, verzoekt zij de autoriteit, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het bezwaarschrift heeft ingediend, en de autoriteit, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de beschermingsaanvraag heeft ingediend, om gedurende drie maanden op gepaste wijze overleg te plegen. Dit verzoek wordt tot hen gericht binnen vier maanden na de datum waarop de beschermingsaanvraag waarop het met redenen omklede bezwaarschrift betrekking heeft, in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt en gaat vergezeld van een kopie van het met redenen omklede bezwaarschrift. Op elk tijdstip gedurende deze drie maanden kan de Commissie op verzoek van de autoriteit, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de aanvraag heeft ingediend, de termijn voor overleg met ten hoogste drie maanden verlengen.
2. De autoriteit of persoon die het bezwaarschrift heeft ingediend en de autoriteit of persoon die de beschermingsaanvraag heeft ingediend, vangen dat overleg zonder onnodige vertraging aan. Zij verstrekken elkaar de gegevens die relevant zijn om te beoordelen of de beschermingsaanvraag aan de voorwaarden van de onderhavige verordening en van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voldoet.
3. Als de partijen overeenstemming bereiken, stellen de in het derde land gevestigde aanvrager of de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land van waaruit de beschermingsaanvraag werd ingediend, de Commissie in kennis van de resultaten van het overleg en van alle factoren die tot die overeenstemming hebben geleid, met inbegrip van de standpunten van de partijen. Als de gegevens die overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn gepubliceerd, ingrijpend zijn gewijzigd, herhaalt de Commissie het in artikel 97, lid 2, van die verordening bedoelde onderzoek, na afloop van een nationale procedure die garandeert dat die gewijzigde gegevens naar behoren zijn bekendgemaakt. Als er, na het bereiken van de overeenstemming, geen wijzigingen van het productdossier zijn of de wijzigingen niet substantieel zijn, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 een besluit waarbij zij de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding beschermt.
4. Als geen overeenstemming wordt bereikt, stellen de in het derde land gevestigde aanvrager of de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land van waaruit de beschermingsaanvraag werd ingediend, de Commissie in kennis van de resultaten van het overleg en van alle daarmee verband houdende informatie en documenten. De Commissie neemt overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 een besluit waarbij zij bescherming verleent, dan wel de aanvraag afwijst.
Artikel 13
Beperkingen van het gebruik van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen
1. Onverminderd artikel 102 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarbij een overgangsperiode van maximaal vijf jaar wordt toegestaan om het mogelijk te maken dat voor uit een lidstaat of een derde land afkomstige producten waarvan de aanduiding geheel of gedeeltelijk bestaat uit een naam die in strijd is met artikel 103, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, de aanduiding waaronder het product in de handel was gebracht, verder wordt gebruikt.
Die overgangsperiode wordt slechts toegekend op voorwaarde dat een ontvankelijk bezwaarschrift uit hoofde van artikel 96, lid 3, of artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt ingediend waaruit blijkt dat het beschermingsbesluit schade zou toebrengen aan het bestaan:
a) |
van een volledig identieke naam of van een samengestelde naam waarvan één term identiek is aan de te registreren naam; of |
b) |
van gedeeltelijk homonieme namen of andere met de te registreren naam vergelijkbare namen die verwijzen naar wijnbouwproducten die legaal op de markt zijn geweest gedurende ten minste vijf jaar vóór de datum van bekendmaking als bedoeld in artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
2. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarbij de in lid 1 vermelde overgangsperiode tot 15 jaar wordt verlengd in naar behoren gemotiveerde gevallen waarin wordt aangetoond dat:
a) |
de in lid 1 bedoelde aanduiding vóór de indiening van de beschermingsaanvraag bij de Commissie al minstens 25 jaar wettig volgens loyale en constante gebruiken gangbaar was; |
b) |
de bedoeling van het gebruik van de in lid 1 bedoelde aanduiding er op geen enkel ogenblik in heeft bestaan voordeel te halen uit de faam van de geregistreerde naam, en dat de consument niet is of zou kunnen zijn misleid aangaande de ware oorsprong van het product. |
3. Wanneer een in de leden 1 en 2 bedoelde aanduiding wordt gebruikt, wordt op de etikettering het land van oorsprong duidelijk zichtbaar vermeld.
4. Om tijdelijke moeilijkheden te overbruggen en ervoor te zorgen dat alle producenten in het betrokken gebied op termijn het productdossier naleven, kan een lidstaat gedurende een overgangsperiode die ingaat op de datum waarop de aanvraag naar de Commissie wordt doorgestuurd, bescherming verlenen op voorwaarde dat de betrokken marktdeelnemers de wijnbouwproducten gedurende ten minste vijf jaar vóór de indiening van de aanvraag bij de autoriteiten van de lidstaat legaal in de handel hebben gebracht en daarbij de desbetreffende namen ononderbroken hebben gebruikt, en dat deze tijdelijke problemen zijn aangekaart tijdens de nationale bezwaarprocedure als bedoeld in artikel 96, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. De overgangsperiode is zo kort mogelijk en mag niet langer zijn dan tien jaar.
Behalve wat de bezwaarprocedure betreft, is de eerste alinea van overeenkomstige toepassing voor een beschermde geografische aanduiding of een beschermde oorsprongsbenaming die betrekking heeft op een geografisch gebied in een derde land.
Die overgangsperioden worden vermeld in het aanvraagdossier als bedoeld in artikel 94, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
AFDELING 3
Wijzigingen van het productdossier
Artikel 14
Soorten wijzigingen
1. Voor de toepassing van artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden de wijzigingen van een productdossier in twee categorieën ingedeeld, naargelang van het belang ervan: wijzigingen waarvoor een bezwaarprocedure op het niveau van de Unie nodig is („wijzigingen op het niveau van de Unie”) en wijzigingen die op het niveau van de lidstaat of het derde land worden afgehandeld („standaardwijzigingen”).
Een wijziging wordt beschouwd als een wijziging op het niveau van de Unie indien zij:
a) |
een wijziging behelst van de naam van de beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding; |
b) |
bestaat uit een wijziging, schrapping of toevoeging van een categorie wijnbouwproducten, als bedoeld in deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013; |
c) |
het verband als bedoeld in artikel 93, lid 1, onder a), i), of onder b), i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 potentieel kan tenietdoen; |
d) |
verdere beperkingen meebrengt voor het in de handel brengen van het product. |
Aanvragen voor wijzigingen op het niveau van de Unie die door derde landen of producenten van derde landen worden ingediend, bevatten bewijsstukken waaruit blijkt dat de gevraagde wijziging strookt met de wetgeving inzake de bescherming van oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen die in dat derde land van kracht is.
Alle andere wijzigingen worden als standaardwijzigingen aangemerkt.
2. Voor de toepassing van artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is een tijdelijke wijziging een standaardwijziging betreffende een tijdelijke verandering van het productdossier ingevolge een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd of ingevolge door de bevoegde autoriteiten officieel erkende natuurrampen of ongunstige weersomstandigheden.
Artikel 15
Procedure voor wijzigingen op het niveau van de Unie van productdossiers
1. Een aanvraag tot goedkeuring van een wijziging op het niveau van de Unie van een productdossier, als omschreven in artikel 14 van de onderhavige verordening, volgt mutatis mutandis de procedure die is vastgesteld in artikel 94 en de artikelen 96 tot en met 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, in hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 3, van de onderhavige verordening en in hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34.
2. Als de Commissie, op basis van het op grond van artikel 97, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 verrichte onderzoek, van mening is dat aan de in artikel 97, lid 3, van die verordening bedoelde voorwaarden is voldaan, maakt zij de aanvraag voor een wijziging op het niveau van de Unie, als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C. Het definitieve besluit over de goedkeuring van de wijziging wordt vastgesteld zonder toepassing van de in artikel 229, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij een ontvankelijk bezwaarschrift is ingediend of de wijzigingsaanvraag is afgewezen, in welk geval artikel 99, tweede alinea, van die verordening van toepassing is.
3. Een aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen op het niveau van de Unie bevat uitsluitend wijzigingen op het niveau van de Unie. Als een aanvraag voor wijzigingen op het niveau van de Unie ook standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen bevat, geldt de procedure voor wijzigingen op het niveau van de Unie alleen voor de wijzigingen op het niveau van de Unie. De standaardwijzigingen en de tijdelijke wijzigingen worden als niet ingediend beschouwd.
4. Bij het onderzoek van de wijzigingsaanvragen focust de Commissie zich op de voorgestelde wijzigingen.
Artikel 16
Ontvankelijkheid van aanvragen voor een wijziging op het niveau van de Unie
1. Aanvragen tot goedkeuring van een wijziging op het niveau van de Unie van een productdossier worden geacht ontvankelijk te zijn als zij mutatis mutandis overeenkomstig artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 3 en artikel 9, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 worden ingediend en naar behoren zijn ingevuld.
Een aanvraag tot goedkeuring van een wijziging op het niveau van de Unie van een productdossier wordt geacht naar behoren te zijn ingevuld wanneer zij begrijpelijk en volledig is en voldoet aan de vereisten van artikel 2 en artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34.
De goedkeuring door de Commissie van een aanvraag tot goedkeuring van een wijziging op het niveau van de Unie van een productdossier heeft enkel betrekking op de in de aanvraag zelf voorgelegde wijzigingen.
2. Als de aanvraag als onontvankelijk wordt beschouwd, worden de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in een derde land gevestigde aanvrager in kennis gesteld van de redenen voor de niet-ontvankelijkheid.
Artikel 17
Standaardwijzigingen
1. Standaardwijzigingen worden goedgekeurd en openbaar gemaakt door de lidstaten waartoe het geografische gebied van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding behoort.
Aanvragen tot goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier worden ingediend bij de autoriteiten van de lidstaat waartoe het geografische gebied van de benaming of aanduiding behoort. De aanvragers voldoen aan de voorwaarden van artikel 95 Verordening (EU) nr. 1308/2013. Als de aanvraag tot goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier niet afkomstig is van de aanvrager die de beschermingsaanvraag voor de naam of namen waarop het productdossier betrekking heeft, had ingediend, geeft de lidstaat die aanvrager — indien die nog bestaat — de kans opmerkingen te maken over de aanvraag.
In de standaardwijzigingsaanvraag worden de standaardwijzigingen beschreven, wordt samengevat waarom die wijzigingen noodzakelijk zijn en wordt aangetoond dat de voorgestelde wijzigingen als standaardwijzigingen kunnen worden aangemerkt overeenkomstig artikel 14 van deze verordening.
2. Als de lidstaat van oordeel is dat aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de op grond daarvan vastgestelde bepalingen is voldaan, kan hij de standaardwijziging goedkeuren en openbaar maken. Het goedkeuringsbesluit bevat het geconsolideerde gewijzigde enig document en, in voorkomend geval, het geconsolideerde gewijzigde productdossier.
De standaardwijziging is in de lidstaat van toepassing zodra zij openbaar is gemaakt. Uiterlijk één maand na de datum waarop het nationale goedkeuringsbesluit openbaar is gemaakt, deelt de lidstaat de Commissie de standaardwijzigingen mee.
3. Besluiten tot goedkeuring van standaardwijzigingen betreffende wijnbouwproducten van oorsprong uit derde landen worden genomen overeenkomstig de in het betrokken derde land geldende regeling en worden uiterlijk één maand na de datum waarop zij openbaar zijn gemaakt, door een individuele producent in de zin van artikel 3 of een groep producenten met een rechtmatig belang aan de Commissie meegedeeld, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van dat derde land.
4. Standaardwijzigingen worden geacht naar behoren te zijn meegedeeld wanneer de mededeling voldoet aan artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34.
5. Als de standaardwijziging een wijziging van het enig document behelst, maakt de Commissie, binnen drie maanden na de datum waarop de mededeling van de lidstaat, het derde land of de individuele producent of groep producenten van het derde land is ontvangen, de in artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde beschrijving van de standaardwijziging en het gewijzigde enig document bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C.
6. Als de standaardwijziging geen wijziging van het enig document behelst, maakt de Commissie, binnen drie maanden na de datum waarop de mededeling van de lidstaat, het derde land of de in het derde land gevestigde aanvrager is ontvangen, de beschrijving van de standaardwijziging bekend via de in artikel 32 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde informatiesystemen.
7. Standaardwijzigingen zijn op het grondgebied van de Unie van toepassing zodra zij in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, zijn bekendgemaakt of door de Commissie openbaar zijn gemaakt via de in artikel 32 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde informatiesystemen.
8. Als het geografische gebied zich uitstrekt op het grondgebied van meer dan één lidstaat, passen de betrokken lidstaten de procedure voor standaardwijzigingen afzonderlijk toe voor het deel van het gebied dat tot hun grondgebied behoort. De standaardwijziging wordt pas van toepassing nadat het laatste nationale goedkeuringsbesluit van toepassing is geworden. De lidstaat die als laatste de standaardwijziging goedkeurt, zendt de Commissie uiterlijk één maand na de datum waarop zijn besluit tot goedkeuring van de standaardwijziging openbaar is gemaakt, de in lid 4 bedoelde mededeling toe.
Als een of meer van de betrokken lidstaten het in de eerste alinea bedoelde nationale goedkeuringsbesluit niet goedkeuren, kan elke betrokken lidstaat een aanvraag indienen in het kader van een procedure voor wijzigingen op het niveau van de Unie. Die regel is ook van overeenkomstige toepassing wanneer een of meer van de betrokken landen een derde land is.
Artikel 18
Tijdelijke wijzigingen
1. Tijdelijke wijzigingen worden goedgekeurd en openbaar gemaakt door de lidstaten waartoe het geografische gebied van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding behoort. Uiterlijk één maand na de datum waarop het nationale goedkeuringsbesluit openbaar is gemaakt, worden zij, samen met de redenen daarvoor, aan de Commissie meegedeeld. Een tijdelijke wijziging is in de lidstaat van toepassing zodra zij openbaar is gemaakt.
2. Als het geografische gebied zich uitstrekt op het grondgebied van meer dan één lidstaat, geldt de procedure voor tijdelijke wijzigingen afzonderlijk in de betrokken lidstaten voor het deel van het gebied dat tot hun grondgebied behoort. Tijdelijke wijzigingen worden pas van toepassing wanneer het laatste nationale goedkeuringsbesluit van toepassing is geworden. De lidstaat die als laatste de tijdelijke wijziging goedkeurt, deelt de Commissie uiterlijk één maand na de datum waarop zijn goedkeuringsbesluit openbaar is gemaakt, de Commissie die tijdelijke wijziging mee. Deze regel is van overeenkomstige toepassing, ook wanneer een of meer van de betrokken landen een derde land is.
3. Tijdelijke wijzigingen betreffende wijnbouwproducten van oorsprong uit derde landen worden, samen met de redenen daarvoor, uiterlijk één maand na de goedkeuring ervan, door een individuele producent in de zin van artikel 3 of een groep producenten met een rechtmatig belang aan de Commissie meegedeeld, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van dat derde land.
4. Tijdelijke wijzigingen worden geacht naar behoren te zijn meegedeeld wanneer de mededeling alle in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde elementen bevat.
5. De Commissie maakt deze wijzigingen openbaar binnen drie maanden na de datum waarop de mededeling is ontvangen van de lidstaat, het derde land of de individuele producent of groep producenten van het derde land. Een tijdelijke wijziging is op het grondgebied van de Unie van toepassing zodra zij door de Commissie openbaar is gemaakt.
AFDELING 4
Annulering van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding
Artikel 19
Annuleringsprocedure
Aanvragen tot annulering van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, als bedoeld in artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, volgen mutatis mutandis de procedure die is vastgesteld in artikel 94 en de artikelen 96 tot en met 99 van die verordening, in samenhang met de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 4, van de onderhavige verordening en van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2, 4 en 5, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34.
De Commissie maakt het in artikel 13 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde annuleringsverzoek bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C.
Artikel 20
Annuleringsgronden
Voor de toepassing van artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt de naleving van het productdossier ook geacht niet te zijn gewaarborgd als gedurende minstens zeven opeenvolgende jaren geen product met de beschermde naam in de handel is gebracht.
Artikel 21
Ontvankelijkheid van annuleringsverzoeken
1. Voor de toepassing van artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is een met redenen omkleed annuleringsverzoek ontvankelijk wanneer het:
a) |
voldoet aan de vereisten van artikel 13, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34, en |
b) |
gebaseerd is op de in artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde gronden. |
2. Wanneer de Commissie van oordeel is dat het annuleringsverzoek onontvankelijk is, stelt zij de autoriteit van de lidstaat of van het derde land of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het verzoek heeft ingediend, in kennis van de redenen voor de niet-ontvankelijkverklaring.
3. Met redenen omklede bezwaarschriften tegen een annulering zijn slechts ontvankelijk indien zij aantonen dat een belanghebbende persoon commercieel afhankelijk is van de geregistreerde naam.
AFDELING 5
Gebruik van symbolen, aanduidingen en afkortingen
Artikel 22
Tijdelijke etikettering en presentatie
Nadat een aanvraag tot bescherming van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding naar de Commissie is doorgestuurd, mogen de producenten die benaming of aanduiding bij de etikettering en presentatie vermelden en nationale logo's en aanduidingen gebruiken overeenkomstig het recht van de Unie, en met name Verordening (EU) nr. 1169/2011.
De symbolen van de Unie waarop de beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding wordt vermeld, de aanduidingen van de Unie „beschermde oorsprongsbenaming” of „beschermde geografische aanduiding” en de afkortingen „BOB” of „BGA” mogen pas op het etiket worden aangebracht na de bekendmaking van het besluit waarbij die oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is beschermd.
Wanneer de aanvraag wordt afgewezen, mogen wijnbouwproducten die overeenkomstig de eerste alinea zijn geëtiketteerd, worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.
Artikel 23
Afwijkingen van de verplichting om het begrip „beschermde oorsprongsbenaming” op etiketten te gebruiken
Overeenkomstig artikel 119, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogen verwijzingen naar het begrip „beschermde oorsprongsbenaming” worden weggelaten voor wijnen met de onderstaande beschermde oorsprongsbenamingen:
a) |
Griekenland: Σάμος (Samos); |
b) |
Spanje: Cava, Jerez, Xérès of Sherry, Manzanilla; |
c) |
Frankrijk: Champagne; |
d) |
Italië: Asti, Marsala, Franciacorta; |
e) |
Cyprus: Κουμανδαρία (Commandaria); |
f) |
Portugal: Madeira of Madère, Port of Porto. |
HOOFDSTUK III
TRADITIONELE AANDUIDINGEN
AFDELING 1
Beschermingsaanvragen en onderzoeksprocedure
Artikel 24
Taal en spelling van de traditionele aanduiding
1. Een traditionele aanduiding wordt geregistreerd:
a) |
in de officiële of regionale taal van de lidstaat of het derde land waar de aanduiding vandaan komt, of |
b) |
in de taal die in de handel voor deze aanduiding wordt gebruikt. |
2. Een traditionele aanduiding wordt geregistreerd in haar originele spellingwijze en in haar oorspronkelijke schrift. Indien het oorspronkelijke schrift niet uit Latijnse karakters bestaat, wordt samen met de naam in zijn oorspronkelijke schrift ook een transcriptie in Latijnse karakters geregistreerd.
Artikel 25
Aanvragers
1. Bevoegde autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of in derde landen gevestigde representatieve beroepsorganisaties kunnen een aanvraag indienen voor de bescherming van een traditionele aanduiding.
2. Onder „representatieve beroepsorganisatie” wordt verstaan elke producentenorganisatie of unie van producentenorganisaties die dezelfde voorschriften heeft vastgesteld en actief is in het gebied waarvoor één of meer oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen voor wijn gelden, voor zover ten minste twee derde van de producenten die gevestigd zijn in het gebied waar zij actief is, bij haar is aangesloten en zij ten minste twee derde van de productie van dat gebied voor haar rekening neemt. Een representatieve beroepsorganisatie mag alleen een beschermingsaanvraag indienen voor wijnbouwproducten die zij zelf produceert.
Artikel 26
Ontvankelijkheid van de aanvraag
1. Beschermingsaanvragen worden geacht ontvankelijk te zijn als zij worden ingediend overeenkomstig artikel 25 van de onderhavige verordening en artikel 21 en artikel 30, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 en naar behoren zijn ingevuld.
Een aanvraag wordt als naar behoren ingevuld beschouwd wanneer zij de volgende informatie bevat:
a) |
de naam die als traditionele aanduiding moet worden beschermd; |
b) |
het type traditionele aanduiding overeenkomstig artikel 112, onder a), dan wel onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013; |
c) |
de taal waarin de naam die als traditionele aanduiding moet worden beschermd, is gesteld; |
d) |
de betrokken categorie of categorieën wijnbouwproducten; |
e) |
een samenvatting van de definitie en van de gebruiksvoorwaarden; |
f) |
de betrokken beschermde oorsprongsbenamingen of beschermde geografische aanduidingen. |
2. De aanvraag gaat vergezeld van een afschrift van de wetgeving van de betrokken lidstaat of van de voorschriften voor de wijnproducenten in het betrokken derde land of de betrokken derde landen waarbij het gebruik van de betrokken aanduiding is geregeld, en van een verwijzing naar de bekendmaking van die wetgeving of die voorschriften.
3. Als de aanvraag niet naar behoren is ingevuld of als de in lid 2 bedoelde documenten niet tegelijk met de aanvraag zijn verstrekt, is de aanvraag onontvankelijk.
4. Als de aanvraag onontvankelijk is, worden de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis gesteld van de redenen voor de niet-ontvankelijkheid, waarbij hun wordt meegedeeld dat zij het recht hebben een andere, naar behoren ingevulde aanvraag in te dienen.
Artikel 27
Geldigheidsvoorwaarden
1. Een aanvraag tot bescherming van een traditionele aanduiding wordt als geldig beschouwd indien de naam waarvoor de bescherming wordt aangevraagd:
a) |
voldoet aan de vereisten van een traditionele aanduiding als omschreven in artikel 112 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en aan de voorschriften van artikel 24 van de onderhavige verordening; |
b) |
uitsluitend bestaat uit:
|
c) |
geen soortnaam is geworden, en |
d) |
in de regelgeving van de lidstaat is gedefinieerd en daarbij is geregeld, of moet worden gebruikt volgens voorwaarden die zijn vastgesteld in het kader van de voorschriften welke in het betrokken derde land voor de wijnproducenten gelden, met inbegrip van de voorschriften van representatieve beroepsorganisaties. |
Punt b) geldt niet voor de in artikel 112, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde traditionele aanduidingen.
2. Voor de toepassing van lid 1, onder b), wordt onder traditioneel gebruik verstaan:
a) |
gebruik gedurende minstens vijf jaar voor aanduidingen waarvoor de aanvraag wordt ingediend in de officiële of regionale taal van de lidstaat of het derde land waar de aanduiding vandaan komt; |
b) |
het gebruik gedurende minstens 15 jaar voor aanduidingen waarvoor de aanvraag wordt ingediend in de taal die voor de handel wordt gebruikt. |
3. Met het oog op de toepassing van lid 1, onder c), wordt met een naam die een „soortnaam” is geworden bedoeld dat de naam, hoewel die betrekking heeft op een specifieke productie- of rijpingsmethode dan wel op een kwaliteit, een kleur, een type plaats of een specifieke gebeurtenis die met de geschiedenis van een wijnbouwproduct verband houdt, in de Unie de gebruikelijke naam van dat product is geworden.
Artikel 28
Onderzoek door de Commissie
1. De datum van indiening van een aanvraag tot bescherming van een traditionele aanduiding is de datum waarop de Commissie die aanvraag heeft ontvangen.
2. De Commissie onderzoekt of de beschermingsaanvraag aan de in dit hoofdstuk vastgestelde voorwaarden voldoet.
3. Wanneer de Commissie van oordeel is dat aan de voorwaarden van de artikelen 26 en 27 is voldaan, stelt zij een uitvoeringshandeling vast betreffende de bekendmaking van de beschermingsaanvraag in het Publicatieblad van de Europese Unie.
4. Als een aanvraag tot bescherming van een traditionele aanduiding niet aan de in dit hoofdstuk vastgestelde voorwaarden voldoet, stelt de Commissie de aanvrager in kennis van de weigeringsgronden en stelt zij een termijn vast voor de intrekking of de wijziging van de aanvraag of voor het maken van opmerkingen.
5. Als de aanvrager de belemmeringen niet heeft verholpen binnen de in lid 4 bedoelde termijn, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 115, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 een uitvoeringshandeling vast ter afwijzing van de aanvraag.
AFDELING 2
Bezwaarprocedure
Artikel 29
Indiening van een bezwaarschrift
De datum van indiening van een bezwaarschrift is de datum waarop de Commissie dat bezwaarschrift heeft ontvangen.
Artikel 30
Ontvankelijkheid en bezwaargronden
1. Een met redenen omkleed bezwaarschrift is ontvankelijk wanneer:
a) |
het wordt ingediend door een lidstaat of derde land of door een natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang; |
b) |
de Commissie het ontvangt binnen de termijn die in artikel 22, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 is vastgesteld; |
c) |
het aantoont dat de beschermingsaanvraag onverenigbaar is met de voorschriften inzake traditionele aanduidingen omdat zij niet in overeenstemming is met artikel 27 van deze verordening of omdat registratie van de voorgestelde naam strijdig zou zijn met de artikelen 32 of 33 van deze verordening. |
2. Elk ontvankelijk geacht bezwaar wordt gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de representatieve beroepsorganisatie in het betrokken derde land.
Artikel 31
Onderzoek van een bezwaar
1. Als de Commissie het bezwaar niet heeft afgewezen overeenkomstig artikel 23, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34, stelt zij de aanvrager die de betrokken aanvraag heeft ingediend, in kennis van het bezwaar en nodigt zij de aanvrager uit om binnen de in artikel 24, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde termijn opmerkingen te maken. Alle opmerkingen die binnen deze termijn worden ontvangen, worden meegedeeld aan de bezwaarmaker.
In de loop van haar onderzoek van een bezwaarschrift verzoekt de Commissie de partijen om, zo nodig, binnen de in artikel 24, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde termijn opmerkingen te maken over van de andere partijen ontvangen mededelingen.
2. Als de aanvrager of de bezwaarmaker naar aanleiding hiervan geen opmerkingen maakt of als de in artikel 24 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 bedoelde termijnen voor het maken van opmerkingen niet worden nageleefd, doet de Commissie uitspraak over het bezwaar.
3. De Commissie neemt haar besluit om de betrokken traditionele aanduiding af te wijzen of te erkennen op basis van de gegevens waarover zij beschikt. Zij gaat na of de in de artikelen 27, 32 of 33 van deze verordening bedoelde of vastgestelde voorwaarden al dan niet zijn vervuld. Een besluit tot afwijzing van de traditionele aanduiding wordt gemeld aan de bezwaarmaker en aan de aanvrager.
4. Als meerdere bezwaarschriften worden ingediend, kan een voorafgaand onderzoek van één of meer van die bezwaren ertoe leiden dat de beschermingsaanvraag niet verder wordt behandeld. In die gevallen kan de Commissie de andere bezwaarprocedures schorsen. De Commissie stelt de andere bezwaarmakers in kennis van alle tijdens de procedure genomen besluiten die voor hen van belang zijn.
Als een aanvraag wordt afgewezen, worden de geschorste bezwaarprocedures geacht te zijn afgesloten en worden de betrokken bezwaarmakers daarvan naar behoren in kennis gesteld.
AFDELING 3
Bescherming
Artikel 32
Relatie met handelsmerken
1. De registratie van een handelsmerk dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een traditionele aanduiding die niet aan de in artikel 112 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde definitie en voorwaarden voor gebruik van die traditionele aanduiding voldoet, en dat betrekking heeft op een product dat onder een van de in deel II van bijlage VII bij die verordening vermelde categorieën valt, wordt:
a) |
geweigerd indien de aanvraag tot registratie van het handelsmerk bij de Commissie wordt ingediend na de datum van indiening van de aanvraag tot bescherming van de traditionele aanduiding en de traditionele aanduiding vervolgens is beschermd; of |
b) |
nietig verklaard. |
2. Een naam wordt niet als traditionele aanduiding beschermd indien die bescherming, rekening houdend met de faam en bekendheid van een handelsmerk, de consument kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit, de aard, de kenmerken of de kwaliteit van het wijnbouwproduct.
3. Onverminderd lid 2 mag een in lid 1 bedoeld handelsmerk dat vóór de datum van bescherming van de traditionele aanduiding in het land van oorsprong op het grondgebied van de Unie is gedeponeerd, is geregistreerd of, mits de nationale wetgeving daarin voorziet, rechten heeft verworven door gebruik te goeder trouw, ondanks de bescherming van de traditionele aanduiding verder worden gebruikt en worden vernieuwd, mits er geen gronden voor ongeldigheid of herroeping van het handelsmerk zijn uit hoofde van Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad (9), Richtlijn (EU) 2015/2436 van het Europees Parlement en de Raad (10) of Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad (11).
In die gevallen mag de traditionele aanduiding naast de desbetreffende handelsmerken worden gebruikt.
Artikel 33
Homoniemen
1. Bij de registratie van een aanduiding waarvoor een beschermingsaanvraag is ingediend en die volledig of gedeeltelijk homoniem is met een traditionele aanduiding die reeds beschermd is krachtens artikel 113 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, wordt naar behoren rekening gehouden met de plaatselijke en traditionele gebruiken en het risico van verwarring.
Een homonieme aanduiding die de consument misleidt ten aanzien van de aard, de kwaliteit of de echte oorsprong van het wijnbouwproduct, wordt niet geregistreerd, ook al is de aanduiding correct.
Het gebruik van een geregistreerde homonieme aanduiding is slechts toegestaan indien de praktische omstandigheden garanderen dat het in tweede instantie geregistreerde homoniem zich duidelijk onderscheidt van de reeds geregistreerde aanduiding, rekening houdend met het feit dat de betrokken producenten een billijke behandeling moeten krijgen en de consument niet mag worden misleid.
2. Lid 1 is van overeenkomstige toepassing voor traditionele aanduidingen die vóór 1 augustus 2009 zijn beschermd en volledig of gedeeltelijk homoniem zijn met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding of een in bijlage IV vermelde naam van een wijndruivenras of synoniem daarvan.
AFDELING 4
Wijziging en annulering
Artikel 34
Wijziging van een traditionele aanduiding
Een aanvrager die aan de in artikel 25 vastgestelde voorwaarden voldoet, kan een aanvraag indienen tot goedkeuring van een wijziging van een traditionele aanduiding wat betreft de in artikel 26, lid 1, onder b), c) en d), bedoelde elementen.
De artikelen 26 tot en met 31 zijn van overeenkomstige toepassing voor wijzigingsaanvragen.
Artikel 35
Annulering van een traditionele aanduiding
Overeenkomstig artikel 115, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 kan de Commissie, naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat, een derde land of een natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang, uitvoeringshandelingen vaststellen tot annulering van de bescherming van een traditionele aanduiding.
De artikelen 26 tot en met 31 zijn van overeenkomstige toepassing voor annuleringsaanvragen.
Artikel 36
Annuleringsgronden
De bescherming van een traditionele aanduiding wordt geannuleerd wanneer:
a) |
de traditionele aanduiding niet langer voldoet aan de vereisten van de artikelen 27, 32 of 33; |
b) |
niet langer gegarandeerd is dat aan de desbetreffende definitie en gebruiksvoorwaarden wordt voldaan. |
Artikel 37
Ontvankelijkheid van een annuleringsverzoek
1. Een met redenen omkleed annuleringsverzoek is ontvankelijk wanneer:
a) |
het bij de Commissie is ingediend door een lidstaat, een derde land of een natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang; en |
b) |
het gebaseerd is op een van de in artikel 36 genoemde gronden. |
Het met redenen omkleed annuleringsverzoek is slechts ontvankelijk als daarin het rechtmatige belang van de aanvrager wordt aangetoond.
2. Wanneer de Commissie van oordeel is dat het annuleringsverzoek onontvankelijk is, stelt zij de autoriteit of de persoon die het verzoek heeft ingediend, in kennis van de redenen voor de niet-ontvankelijkheid.
3. De Commissie stelt het annuleringsverzoek overeenkomstig artikel 30, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 ter beschikking van de betrokken autoriteiten en personen.
4. Met redenen omklede bezwaarschriften tegen annuleringsverzoeken zijn slechts ontvankelijk indien zij aantonen dat een belanghebbende persoon nog steeds commercieel afhankelijk is van de geregistreerde naam.
Artikel 38
Voorschriften voor in derde landen gebruikte traditionele aanduidingen
1. De in artikel 112 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde definitie van traditionele aanduidingen geldt mutatis mutandis voor aanduidingen die traditioneel in derde landen worden gebruikt voor wijnbouwproducten die een geografische aanduiding of oorsprongsbenaming hebben krachtens de regelgeving van die derde landen.
2. Als bij wijnbouwproducten uit derde landen andere traditionele vermeldingen op het etiket zijn aangebracht dan de traditionele aanduidingen die zijn opgenomen in de elektronische databank „E-Bacchus” als bedoeld in artikel 25, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34, mogen die traditionele vermeldingen op de wijnetiketten worden gebruikt overeenkomstig de in de betrokken derde landen geldende voorschriften, met inbegrip van de voorschriften van representatieve beroepsorganisaties.
AFDELING 5
Artikel 39
Bestaande beschermde traditionele aanduidingen
Een traditionele aanduiding die op grond van Verordening (EG) nr. 607/2009 beschermd is, wordt automatisch beschermd op grond van de onderhavige verordening.
HOOFDSTUK IV
ETIKETTERING EN PRESENTATIE
AFDELING 1
Verplichte aanduidingen
Artikel 40
Presentatie van verplichte aanduidingen
1. De in artikel 119 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde verplichte aanduidingen staan op de recipiënt in hetzelfde gezichtsveld, en wel zo dat zij tegelijk kunnen worden gelezen zonder dat het nodig is de recipiënt daarvoor te draaien, zijn met onuitwisbare karakters aangebracht en kunnen duidelijk worden onderscheiden van de omringende tekst of tekeningen.
2. In afwijking van lid 1 mogen de in artikel 41, lid 1, bedoelde verplichte aanduidingen en het nummer van de partij buiten het in lid 1 bedoelde gezichtsveld worden vermeld.
3. De afmetingen van de schrifttekens van de in lid 1 van dit artikel en artikel 41, lid 1, bedoelde aanduidingen moeten gelijk zijn aan of groter dan 1,2 mm, ongeacht het formaat van de gebruikte tekens.
Artikel 41
Toepassing van bepaalde horizontale voorschriften
1. Voor de vermelding van bepaalde stoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken, als bedoeld in artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1169/2011, wordt gebruikgemaakt van de vermeldingen voor sulfieten, eieren en van eieren afgeleide stoffen en melk en van melk afgeleide stoffen die zijn opgenomen in bijlage I, deel A.
2. De in lid 1 bedoelde vermeldingen kunnen worden gecombineerd met het desbetreffende in bijlage I, deel B, afgebeelde pictogram.
Artikel 42
In de handel brengen en uitvoer
1. Wijnbouwproducten waarvan het etiket of de presentatie niet aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening voldoen, mogen niet in de Unie in de handel worden gebracht of worden uitgevoerd.
2. In afwijking van deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 2, onderafdeling 3, en afdeling 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogen de lidstaten, als de wijnbouwproducten voor uitvoer zijn bestemd, aanduidingen en presentaties die in strijd zijn met de geldende etiketterings- en presentatievoorschriften van de Unie, toestaan als die aanduidingen of presentaties van de wijnbouwproducten op grond van de wetgeving van het betrokken derde land zijn vereist. Deze aanduidingen mogen in andere dan de officiële talen van de Unie worden aangebracht.
3. In afwijking van deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 2, onderafdeling 3, en afdeling 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogen de lidstaten, als de wijnbouwproducten bestemd zijn om aan boord van vliegtuigen te worden verbruikt, presentaties toestaan die in strijd zijn met de geldende presentatievoorschriften van de Unie, voor zover die presentaties van de wijnbouwproducten om veiligheidsredenen noodzakelijk zijn.
Artikel 43
Verbod op het gebruik van loodhoudende capsules of folie
De sluiting van wijnbouwproducten als bedoeld in de punten 1 tot en met 11 en de punten 13, 15 en 16, van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag niet zijn bekleed met een capsule of folie die lood bevat.
Artikel 44
Effectief alcoholgehalte
Het in artikel 119, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde effectieve alcoholvolumegehalte wordt vermeld per alcoholvolumeprocent of half alcoholvolumeprocent.
Het getal waarmee het effectieve alcoholgehalte wordt aangegeven, wordt gevolgd door het symbool „% vol” en mag worden voorafgegaan door de woorden „effectief alcoholgehalte” of „effectieve alcohol” of door de afkorting „alc.”. Voor gedeeltelijk gegiste druivenmost of jonge, nog gistende wijn mag de aanduiding van het effectieve alcoholgehalte worden vervangen of aangevuld door het getal van het totale alcoholgehalte, gevolgd door het symbool „% vol” en voorafgegaan door de woorden „totaal alcoholgehalte” of „totale alcohol”.
Onverminderd de toleranties die voor de gebruikte referentieanalysemethode gelden, mag het vermelde alcoholgehalte maximaal 0,5 % hoger of lager zijn dan het bij analyse geconstateerde gehalte. Voor wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die gedurende meer dan drie jaar in flessen worden opgeslagen, mousserende wijn, mousserende kwaliteitswijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, parelwijn, parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, likeurwijn en wijn verkregen uit overrijpe druiven mag het vermelde alcoholgehalte, onverminderd de toleranties die voor de gebruikte referentieanalysemethode gelden, maximaal 0,8 % vol hoger of lager zijn dan het bij analyse geconstateerde gehalte.
Artikel 45
Aanduiding van de herkomst
1. De in artikel 119, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde aanduiding van de herkomst wordt als volgt vermeld:
a) |
voor wijnbouwproducten als bedoeld in punt 1, de punten 3 tot en met 9 en de punten 15 en 16 van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, de woorden „wijn van […]”, „geproduceerd in […]”, „product van […]” of „sekt van […]” of een equivalente uitdrukking en de naam van de lidstaat of het derde land waar de druiven zijn geoogst en tot wijn zijn verwerkt; |
b) |
de woorden „wijn uit de Europese Unie” of „mengsel van wijnen uit verschillende landen van de Europese Unie” of een equivalente uitdrukking, voor wijn die is verkregen door vermenging van wijnen van oorsprong uit een aantal lidstaten; |
c) |
de woorden „wijn uit de Europese Unie” of „wijn verkregen in […] uit in […] geoogste druiven” en de naam van de betrokken lidstaten, voor wijn die in een lidstaat is gemaakt uit druiven die in een andere lidstaat zijn geoogst; |
d) |
de woorden „mengsel uit […]” of een equivalente uitdrukking en de naam van de betrokken derde landen, voor wijn die is verkregen door vermenging van wijnen van oorsprong uit een aantal derde landen; |
e) |
de woorden „wijn verkregen in […] uit in […] geoogste druiven” en de naam van de betrokken derde landen, voor wijn die in een derde land is gemaakt uit druiven die in een ander derde land zijn geoogst. |
In afwijking van de eerste alinea, onder a), mag voor de in de punten 4, 5 en 6 van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde wijnbouwproducten die geen beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding hebben, de in dat punt a) bedoelde vermelding worden vervangen door de vermelding „geproduceerd in […]” of een equivalente uitdrukking en de naam van de lidstaat waar de tweede gisting plaatsvond.
De eerste en de tweede alinea doen geen afbreuk aan de artikelen 47 en 56.
2. De in artikel 119, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/1303 bedoelde aanduiding van de herkomst wordt voor de wijnbouwproducten als bedoeld in de punten 2, 10, 11 en 13 van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 als volgt vermeld:
a) |
„most van […]” of „most geproduceerd in (….)” of een equivalente uitdrukking en de naam van de lidstaat; |
b) |
„mengsel van producten van twee of meer landen van de Europese Unie” bij vermenging van wijnbouwproducten die in twee of meer lidstaten zijn bereid; |
c) |
„most verkregen in […] uit in […] geoogste druiven” wanneer het gaat om druivenmost die niet is bereid in de lidstaat waarin de gebruikte druiven zijn geoogst. |
3. Met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk en de bepalingen van lid 1, onder a) en c), en van lid 2, onder a) en c), mag de naam van de lidstaat worden vervangen door de naam van het betrokken aparte land dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk en waarin de voor de bereiding van het wijnbouwproduct gebruikte druiven zijn geoogst.
Artikel 46
Aanduiding van bottelaar, producent, importeur en verkoper
1. Met het oog op de toepassing van artikel 119, lid 1, onder e) en f), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en van het onderhavige artikel wordt verstaan onder:
a) „bottelaar”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die in de Europese Unie is gevestigd en de producten bottelt of voor zijn of haar rekening laat bottelen;
b) „bottelen”: het aftappen, voor latere verkoop, van het betrokken product in recipiënten met een inhoud van 60 liter of minder;
c) „producent”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen door wie of in opdracht van wie de druiven of de druivenmost tot wijn zijn verwerkt of de druivenmost of wijn zijn verwerkt tot mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn;
d) „importeur”: de in de Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die verantwoordelijk is voor het in het vrije verkeer brengen van niet-Uniegoederen in de zin van artikel 5, punt 24, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (12);
e) „verkoper”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die niet onder de definitie van producent valt en mousserende wijnen, mousserende wijnen waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijnen of aromatische mousserende kwaliteitswijnen aankoopt en vervolgens in het vrije verkeer brengt;
f) „adres”: de naam van de gemeente en van de lidstaat of het derde land waar de lokalen of het hoofdkantoor van de bottelaar, de producent, de verkoper of de importeur zijn gevestigd.
2. De naam en het adres van de bottelaar worden aangevuld met:
a) |
hetzij de woorden „bottelaar” of „gebotteld door […]”, die mogen worden aangevuld met aanduidingen die verwijzen naar het bedrijf van de producent, |
b) |
hetzij begrippen waarvoor de gebruiksvoorwaarden door de lidstaten zijn vastgesteld indien het bottelen van de wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding plaatsvindt:
|
Als in loondienst wordt gebotteld, wordt de aanduiding van de bottelaar aangevuld met de woorden „gebotteld voor […]” of, als ook de naam en het adres van degene die voor rekening van een derde het product heeft gebotteld, worden vermeld, met de woorden „gebotteld voor […] door […]”.
Als op een andere plaats wordt gebotteld dan op de plaats waar de bottelaar is gevestigd, gaan de in dit lid vermelde aanduidingen vergezeld van een verwijzing naar de exacte plaats waar de handeling heeft plaatsgevonden en, als die in een andere lidstaat is verricht, van de naam van die lidstaat. Deze voorschriften gelden niet als wordt gebotteld op een plaats in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar de bottelaar is gevestigd.
Als wordt gebruikgemaakt van andere recipiënten dan flessen, worden de woorden „bottelaar” en „gebotteld door […]” vervangen door „verpakker”, respectievelijk „verpakt door […]”, tenzij in de gebruikte taal geen onderscheid tussen deze begrippen wordt gemaakt.
3. De naam en het adres van de producent of verkoper worden aangevuld met de begrippen „producent” of „geproduceerd door” en „verkoper” of „verkocht door”, of equivalente begrippen.
De lidstaten kunnen besluiten:
a) |
het identificeren van de producent verplicht te maken; |
b) |
toe te staan dat de begrippen „producent” of „geproduceerd door” worden vervangen door de begrippen die in bijlage II zijn opgenomen. |
4. De naam en het adres van de importeur worden voorafgegaan door de begrippen „importeur” of „ingevoerd door […]”. Voor wijnbouwproducten die in bulk worden ingevoerd en in de Unie worden gebotteld, mag de naam van de importeur overeenkomstig lid 2 worden vervangen door de aanduiding van de bottelaar of daarmee worden aangevuld.
5. Als de in de leden 2, 3 en 4 bedoelde aanduidingen betrekking hebben op eenzelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon, mogen zij worden gegroepeerd.
Een van deze aanduidingen mag worden vervangen door een code die wordt vastgesteld door de lidstaat waar de bottelaar, de producent, de importeur of de verkoper zijn hoofdkantoor heeft. De code wordt aangevuld met een verwijzing naar de betrokken lidstaat. De naam en het adres van andere natuurlijke personen of rechtspersonen die betrokken zijn bij het verhandelen van het product, andere dan de met een code aangeduide bottelaar, producent, importeur of verkoper, worden ook op het etiket van het betrokken wijnbouwproduct vermeld.
6. Als de naam of het adres van de bottelaar, de producent, de importeur of de verkoper geheel of gedeeltelijk bestaat uit een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, worden die op het etiket vermeld:
a) |
in letters die hoogstens half zo groot zijn als die welke zijn gebruikt voor de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding of voor de aanduiding van de betrokken categorie wijnbouwproducten, of |
b) |
aan de hand van een code als die waarin is voorzien in lid 5, tweede alinea. |
De lidstaten mogen beslissen welke optie van toepassing is voor op hun grondgebied geproduceerde wijnbouwproducten.
Artikel 47
Aanduiding van het suikergehalte op mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn
1. De in deel A van bijlage III bij deze verordening opgenomen vermeldingen ter aanduiding van het suikergehalte worden aangebracht op het etiket van de in artikel 119, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 genoemde wijnbouwproducten.
2. Als het suikergehalte van de wijnbouwproducten, uitgedrukt in fructose, glucose en sucrose, het gebruik van twee van die in deel A van bijlage III opgenomen vermeldingen rechtvaardigt, wordt slechts één van die twee vermeldingen gekozen.
3. Onverminderd de in deel A van bijlage III omschreven gebruiksvoorwaarden mag het suikergehalte niet met meer dan 3 gram per liter afwijken van wat op het etiket van het product is vermeld.
Artikel 48
Bijzondere voorschriften voor mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd en mousserende kwaliteitswijn
1. De vermeldingen „mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd” en „parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd” als bedoeld in deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, worden, in letters die even groot en van hetzelfde type zijn, aangevuld met de woorden „verkregen door toevoeging van koolzuurgas” of „verkregen door toevoeging van kooldioxide”, zelfs wanneer artikel 119, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van toepassing is.
2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer de vermelding in de gebruikte taal vanzelf aangeeft dat koolzuurgas is toegevoegd.
3. Wat mousserende kwaliteitswijn betreft, mag de verwijzing naar de categorie wijnbouwproducten worden weggelaten voor wijnen waarvoor op het etiket de vermelding „Sekt” is opgenomen.
AFDELING 2
Facultatieve aanduidingen
Artikel 49
Wijnoogstjaar
1. Het wijnoogstjaar als bedoeld in artikel 120, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag worden vermeld op de etiketten van de wijnbouwproducten als bedoeld in de punten 1 tot en met 11 en de punten 13, 15 en 16 van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/201 op voorwaarde dat ten minste 85 % van de druiven die voor de bereiding van die producten zijn gebruikt, in het betrokken jaar is geoogst. Daarin zijn niet begrepen:
a) |
hoeveelheden wijnbouwproducten die voor het verzoeten zijn gebruikt, „dosagelikeur” of „liqueur de tirage”, of |
b) |
hoeveelheden wijnbouwproducten als bedoeld in punt 3, onder e) en f), van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
2. Voor de toepassing van lid 1 worden wijnbouwproducten die geen beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding hebben, maar op het etiket waarvan het wijnoogstjaar is vermeld, gecertificeerd overeenkomstig artikel 12 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/274 van de Commissie (13).
3. Voor wijnbouwproducten die traditioneel worden verkregen uit in januari of februari geoogste druiven, is het wijnoogstjaar dat op het etiket van het wijnbouwproduct moet worden vermeld, het voorafgaande kalenderjaar.
Artikel 50
Naam van het wijndruivenras
1. De in artikel 120, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen die worden gebruikt voor de productie van wijnbouwproducten als bedoeld in de punten 1 tot en met 11 en de punten 13, 15 en 16, van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, mogen op de etiketten van die producten worden vermeld onder de voorwaarden die zijn vastgesteld onder a) en b), als zij zijn geproduceerd in de Unie, of onder de voorwaarden die zijn vastgesteld onder a) en c), als zij zijn geproduceerd in derde landen.
a) |
De namen van de wijndruivenrassen of synoniemen daarvan mogen worden vermeld onder de volgende voorwaarden:
|
b) |
Voor in de Unie geproduceerde wijnbouwproducten zijn de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen die welke zijn gespecificeerd in de in artikel 81, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde indeling van wijndruivenrassen. Voor de lidstaten die overeenkomstig artikel 81, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van de verplichting tot indeling zijn vrijgesteld, moeten de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen gespecificeerd zijn in de „Internationale lijst van druivenrassen en synoniemen daarvan” die door de Internationale Organisatie voor wijnbouw en wijnbereiding wordt beheerd. |
c) |
Voor wijnbouwproducten uit derde landen worden de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen gebruikt overeenkomstig de voorschriften die voor de wijnproducenten in het betrokken derde land gelden, met inbegrip van de voorschriften van representatieve beroepsorganisaties, en zijn die namen of synoniemen gespecificeerd in de lijst van minstens één van de onderstaande organisaties:
|
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt een wijnbouwproduct dat geen beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding heeft, maar op het etiket waarvan het wijndruivenras is vermeld, gecertificeerd overeenkomstig artikel 12 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/274 van de Commissie.
Bij mousserende wijn en mousserende kwaliteitswijn mogen de ter aanvulling van de omschrijving van het product gebruikte namen van de wijndruivenrassen, namelijk „Pinot blanc”, „Pinot noir”, „Pinot meunier” en „Pinot gris” en de overeenkomstige namen in de andere talen van de Unie, worden vervangen door het synoniem „Pinot”.
3. De namen van wijndruivenrassen en synoniemen daarvan die geheel of gedeeltelijk uit een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bestaan en op het etiket van een product met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding dan wel een geografische aanduiding van een derde land mogen voorkomen, zijn die welke zijn opgenomen in deel A van bijlage IV bij deze verordening.
De Commissie mag deel A van bijlage IV slechts wijzigen om na de toetreding van een nieuwe lidstaat rekening te houden met de daar gevestigde etiketteringspraktijken.
4. De in deel B van bijlage IV bij deze verordening opgenomen namen, en synoniemen daarvan, van wijndruivenrassen die gedeeltelijk uit een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bestaan en rechtstreeks verwijzen naar het geografische element van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, mogen enkel worden vermeld op het etiket van een product met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding dan wel een geografische aanduiding van een derde land.
Artikel 51
Bijzondere voorschriften voor de aanduiding van wijndruivenrassen op wijnbouwproducten zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding
Voor in de punten 1 tot en met 9 en punt 16 van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde wijnbouwproducten die geen beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding hebben, kunnen de lidstaten, mits aan de voorwaarden van artikel 120, lid 2, van die verordening wordt voldaan, besluiten gebruik te maken van de vermelding „cépagewijn”, aangevuld met een van de volgende elementen of met beide elementen:
a) |
de naam van de lidstaat of lidstaten in kwestie; |
b) |
de naam van het wijndruivenras of de wijndruivenrassen. |
Voor in lid 1 bedoelde wijnbouwproducten zonder beschermde oorsprongsbenaming, beschermde geografische aanduiding of geografische aanduiding van een derde land, op het etiket waarvan de naam van één of meer wijndruivenrassen zijn vermeld, kunnen derde landen besluiten de vermelding „cépagewijn” te gebruiken, aangevuld met de naam van het betrokken derde land of de betrokken derde landen.
Met betrekking tot de vermelding van de naam van de lidstaat (lidstaten) of het derde land (de derde landen) is artikel 45 van deze verordening niet van toepassing.
Als het om het Verenigd Koninkrijk gaat, mag de naam van de lidstaat worden vervangen door de naam van het betrokken aparte land dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk en waarin de voor de bereiding van het wijnbouwproduct gebruikte druiven zijn geoogst.
Artikel 52
Aanduiding van het suikergehalte op andere wijnbouwproducten dan mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn
1. Het overeenkomstig deel B van bijlage III bij deze verordening als fructose en glucose uitgedrukte suikergehalte mag worden vermeld op het etiket van andere dan de in artikel 119, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde wijnbouwproducten.
2. Als het suikergehalte van de wijnbouwproducten het gebruik van twee van de in deel B van bijlage III bij deze verordening opgenomen vermeldingen rechtvaardigt, wordt slechts één van die twee vermeldingen gekozen.
3. Onverminderd de gebruiksvoorwaarden die in deel B van bijlage III bij deze verordening zijn omschreven, mag het suikergehalte niet met meer dan 1 gram per liter afwijken van wat op het etiket van het product is vermeld.
4. Lid 1 geldt niet voor de in de punten 3, 8 en 9 van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde wijnbouwproducten voor zover er voorwaarden voor het gebruik van de aanduiding van het suikergehalte zijn vastgesteld door de lidstaten of zijn omschreven in voorschriften die in het betrokken derde land gelden, met inbegrip, in het geval van derde landen, van voorschriften van representatieve beroepsorganisaties.
Artikel 53
Aanduidingen die verwijzen naar bepaalde productiemethoden
1. Overeenkomstig artikel 120, lid 1, onder f), van Verordening (EU) nr. 1308/1303 mogen op wijnbouwproducten als bedoeld in de punten 1 tot en met 11 en de punten 13, 15 en 16 van deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 aanduidingen worden aangebracht die naar bepaalde productiemethoden verwijzen. Die aanduidingen mogen betrekking hebben op de in dit artikel bedoelde productiemethoden.
2. Voor de beschrijving van een wijnbouwproduct dat een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding dan wel een geografische aanduiding van een derde land heeft en in een houten recipiënt is gegist, verouderd of gerijpt, mag enkel worden gebruikgemaakt van de in bijlage V vastgestelde aanduidingen die naar bepaalde productiemethoden verwijzen. De lidstaten en de derde landen mogen voor dergelijke wijnbouwproducten evenwel andere aanduidingen vaststellen die gelijkwaardig zijn aan die van bijlage V.
Het gebruik van een van de in de eerste alinea bedoelde aanduidingen is toegestaan wanneer het wijnbouwproduct in een houten recipiënt is gerijpt overeenkomstig de geldende nationale regels, zelfs wanneer de rijping in een andere soort recipiënt wordt voortgezet.
De in de eerste alinea bedoelde aanduidingen mogen niet worden gebruikt om een wijnbouwproduct te beschrijven dat met behulp van stukjes eikenhout is bereid, zelfs niet wanneer daarbij houten recipiënten zijn gebruikt.
3. De uitdrukking „gisting op fles” mag alleen voor de beschrijving van mousserende wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding van een derde land dan wel voor mousserende kwaliteitswijnen worden gebruikt op voorwaarde dat:
a) |
het product mousserend is gemaakt door een tweede alcoholische gisting op fles; |
b) |
het bereidingsproces, met inbegrip van de rijping in het productiebedrijf, gerekend vanaf het begin van de gisting die is bestemd om de cuvée mousserend te maken, ten minste negen maanden heeft geduurd; |
c) |
de gisting die is bestemd om de cuvée mousserend te maken, en de aanwezigheid van de cuvée op de wijnmoer ten minste negentig dagen hebben geduurd; |
d) |
het product van de wijnmoer is gescheiden door filtreren bij het oversteken of door degorgering. |
4. De uitdrukkingen „gisting op fles volgens de traditionele methode” of „traditionele methode” of „klassieke methode” of „traditionele klassieke methode” mogen alleen worden gebruikt om mousserende wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding van een derde land dan wel mousserende kwaliteitswijnen te omschrijven op voorwaarde dat het product:
a) |
mousserend is gemaakt door een tweede alcoholische gisting op fles; |
b) |
zonder onderbreking gedurende ten minste negen maanden vanaf de samenstelling van de cuvée in dezelfde onderneming op de wijnmoer is gebleven; |
c) |
van de wijnmoer is gescheiden door degorgering. |
5. De uitdrukking „Crémant” mag alleen worden gebruikt voor witte of „rosé” mousserende kwaliteitswijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding van een derde land op voorwaarde dat:
a) |
de druiven manueel zijn geoogst; |
b) |
de wijn is gemaakt van most die is verkregen door persing van volledige of afgeriste druiven. De verkregen hoeveelheid most mag hoogstens 100 liter per 150 kg druiven bedragen; |
c) |
het maximumgehalte aan zwaveldioxide niet meer bedraagt dan 150 mg/l; |
d) |
het suikergehalte minder bedraagt dan 50 g/l; |
e) |
de wijn aan de eisen van lid 4 voldoet. |
Onverminderd artikel 55 wordt de uitdrukking „Crémant” op de etiketten van mousserende kwaliteitswijnen vermeld in combinatie met de naam van de geografische eenheid die ten grondslag ligt aan het afgebakende gebied van de beschermde oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding van het betrokken derde land.
De eerste alinea, onder a), en de tweede alinea zijn niet van toepassing op producenten die vóór 1 maart 1986 geregistreerde handelsmerken bezitten waarin de uitdrukking „Crémant” voorkomt.
6. Verwijzingen naar de biologische productie van de druiven vallen onder Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (14).
Artikel 54
Aanduiding van het bedrijf
1. De in bijlage VI opgenomen aanduidingen die naar een bedrijf verwijzen, andere dan aanduidingen van de naam van de bottelaar, de producent of de verkoper, worden uitsluitend gebruikt voor wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.
Deze aanduidingen mogen enkel worden gebruikt voor zover het wijnbouwproduct uitsluitend is bereid van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die door dat bedrijf worden geëxploiteerd, en de wijnbereiding volledig op dat bedrijf plaatsvindt.
2. De lidstaten regelen het gebruik van hun in bijlage VI opgenomen aanduidingen. Derde landen bepalen welke voorschriften, met inbegrip van voorschriften van representatieve beroepsorganisaties, van toepassing zijn met betrekking tot het gebruik van hun in bijlage VI opgenomen aanduidingen.
3. De marktdeelnemers die betrokken zijn bij het in de handel brengen van een in een dergelijk bedrijf geproduceerd wijnbouwproduct, mogen de naam van het bedrijf slechts voor de etikettering en presentatie van dat wijnbouwproduct gebruiken indien het betrokken bedrijf daarmee instemt.
Artikel 55
Verwijzing naar namen van geografische eenheden die kleiner of groter zijn dan het gebied dat aan de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding ten grondslag ligt
1. Op grond van artikel 120, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogen, onverminderd de artikelen 45 en 46, alleen wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming, een beschermde geografische aanduiding of een geografische aanduiding van een derde land op hun etiket een verwijzing dragen naar de naam van een geografische eenheid die kleiner of groter is dan het gebied van die oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.
2. Wanneer wordt verwezen naar namen van geografische eenheden die kleiner zijn dan het gebied dat aan de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding ten grondslag ligt, geeft de aanvrager in het productdossier en het enig document een goede omschrijving van het gebied van de betrokken geografische eenheid. De lidstaten mogen voorschriften vaststellen voor het gebruik van die geografische eenheden.
Voor wijnbouwproducten die worden geproduceerd in een kleinere geografische eenheid geldt het volgende:
a) |
minstens 85 % van de druiven waarmee het wijnbouwproduct is gemaakt, is afkomstig uit die kleinere geografische eenheid. Daarin zijn niet begrepen:
|
b) |
de overige druiven die voor de bereiding worden gebruikt, zijn afkomstig uit het afgebakende geografische gebied van de betrokken oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. |
Bij geregistreerde handelsmerken of handelsmerken die door gebruik vóór 11 mei 2002 rechten hebben verworven en geheel of gedeeltelijk bestaan uit de naam van een kleinere geografische eenheid dan het gebied dat aan de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding ten grondslag ligt, en uit verwijzingen naar een geografisch gebied van de betrokken lidstaten, mogen de lidstaten besluiten de vereisten van de tweede alinea, onder a) en b), niet toe te passen.
3. De naam van een kleinere of een grotere geografische eenheid dan het gebied dat aan de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding ten grondslag ligt, en verwijzingen naar een geografisch gebied verwijzen naar:
a) |
een buurtschap of een groep van buurtschappen; |
b) |
een gemeente of een deel van een gemeente; |
c) |
een wijndeelgebied of een gedeelte daarvan; |
d) |
een administratief gebied. |
AFDELING 3
Voorschriften voor bepaalde specifieke flestypen en -sluitingen
Artikel 56
Voorwaarden voor het gebruik van specifieke flestypen
Om te kunnen worden opgenomen in de lijst van specifieke flestypen van bijlage VII moet het flestype aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) |
het wordt traditioneel sinds ten minste 25 jaar op authentieke en exclusieve wijze gebruikt voor een bepaald wijnbouwproduct met een specifieke beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, en |
b) |
het gebruik ervan doet de consument denken aan een wijnbouwproduct met een specifieke beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. |
In bijlage VII zijn de voorwaarden vermeld waaronder de erkende specifieke flestypen mogen worden gebruikt.
Artikel 57
Voorschriften inzake de presentatie van bepaalde wijnbouwproducten
1. In de Unie geproduceerde mousserende wijn, mousserende kwaliteitswijn en aromatische mousserende kwaliteitswijn wordt in de handel gebracht of uitgevoerd in glazen flessen van het type „mousserende wijn” die op de onderstaande wijze worden gesloten:
a) |
voor flessen met een nominale inhoud van meer dan 0,20 liter: een paddenstoelvormige stop van kurk of van een ander materiaal dat met levensmiddelen in contact mag komen, die met een korfsluiting aan de fles is bevestigd en in voorkomend geval is bedekt met een capsule en bekleed met een folie die de stop geheel en de hals van de fles geheel of gedeeltelijk omsluit; |
b) |
voor flessen met een nominale inhoud van hoogstens 0,20 liter: elke andere passende sluiting. |
Andere in de Unie geproduceerde dranken mogen niet in de handel worden gebracht of worden uitgevoerd in glazen flessen van het type „mousserende wijn” of met een sluiting als beschreven in de eerste alinea, onder a).
2. In afwijking van lid 1, tweede alinea, kunnen lidstaten besluiten dat andere dranken in de handel mogen worden gebracht of mogen worden uitgevoerd in glazen flessen van het type „mousserende wijn” en/of met een sluiting als beschreven in lid 1, eerste alinea, onder a), mits die traditioneel in dergelijke flessen worden gebotteld en de consument niet wordt misleid ten aanzien van de ware aard van de drank.
Artikel 58
Aanvullende bepalingen van de wijnproducerende lidstaten met betrekking tot etikettering en presentatie
1. Voor wijnbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die op hun grondgebied zijn geproduceerd, mogen de lidstaten het gebruik van de aanduidingen als bedoeld in de artikelen 49, 50, 52, 53 en 55 van de onderhavige verordening en artikel 13 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 verplichten, verbieden of beperken door via het productdossier van die wijnbouwproducten strengere voorwaarden in te voeren dan die welke in dit hoofdstuk zijn vastgesteld.
2. De lidstaten mogen het gebruik van de in de artikelen 52 en 53 van deze verordening bedoelde aanduidingen voor op hun grondgebied geproduceerde wijnbouwproducten verplicht stellen, wanneer het gaat om wijnbouwproducten die geen beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding hebben.
3. Met het oog op de controle mogen de lidstaten besluiten om voor op hun grondgebied geproduceerde wijnbouwproducten andere dan de in artikel 119, lid 1, en artikel 120, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 opgenomen aanduidingen te definiëren en daaromtrent regels vast te stellen.
4. Met het oog op de controle mogen de lidstaten besluiten de toepassing van de artikelen 118, 119 en 120 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 te verplichten voor wijnbouwproducten die op hun grondgebied zijn gebotteld, maar nog niet in de handel zijn gebracht of uitgevoerd.
HOOFDSTUK V
ALGEMENE BEPALINGEN, OVERGANGSBEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 59
Proceduretaal
Alle documenten en informatie die met betrekking tot een beschermingsaanvraag, een aanvraag tot wijziging van het productdossier, de bezwaarprocedure en de annuleringsprocedure aan de Commissie worden toegestuurd, hetzij voor een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding overeenkomstig de artikelen 94 tot en met 98 en de artikelen 105 en 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, hetzij voor een traditionele aanduiding overeenkomstig de artikelen 25 tot en met 31 en de artikelen 34 en 35 van de onderhavige verordening, worden opgesteld in een van de officiële talen van de Unie of gaan vergezeld van een gecertificeerde vertaling in een van die talen.
Artikel 60
Intrekking
Verordening (EG) nr. 607/2009 wordt ingetrokken.
Artikel 61
Overgangsmaatregelen
1. De artikelen 2 tot en met 12 en artikel 72 van Verordening (EG) nr. 607/2009 betreffende de beschermingsaanvraag en de voorlopige etikettering blijven van toepassing op alle beschermingsaanvragen die in behandeling zijn op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.
2. De artikelen 13 tot en met 16 van Verordening (EG) nr. 607/2009 betreffende de bezwaarprocedure blijven van toepassing op beschermingsaanvragen waarvoor het bijbehorende enig document reeds met het oog op bezwaar in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.
3. De artikelen 21, 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 607/2009 betreffende de annulering van bescherming blijven van toepassing op verzoeken tot annulering van bescherming die in behandeling zijn op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.
4. De bepalingen van de onderhavige verordening en van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 betreffende bezwaren zijn van toepassing op in behandeling zijnde aanvragen waarvoor een enig document in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.
5. De leden 1, 2 en 3 gelden mutatis mutandis voor de procedures betreffende traditionele aanduidingen waarvoor een beschermingsaanvraag of annuleringsverzoek in behandeling is op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.
6. De artikelen 20 en 72 van Verordening (EG) nr. 607/2009 betreffende wijzigingen van het productdossier en voorlopige etikettering blijven van toepassing op aanvragen tot wijziging van een productdossier die op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, reeds in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, en op aanvragen voor minimale of niet-minimale wijzigingen waarvan de lidstaten aangeven dat zij aan de vereisten voor een wijziging op het niveau van de Unie voldoen.
Voor in behandeling zijnde wijzigingsaanvragen die niet onder de eerste alinea vallen, worden de besluiten van de lidstaten om die wijzigingen bij de Commissie in te dienen, beschouwd als een goedkeuring van een standaardwijziging overeenkomstig 17, lid 2, van deze verordening.
Binnen drie maanden na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, delen de lidstaten de Commissie de lijst van de in behandeling zijnde wijzigingen via e-mail mee. Deze lijst wordt ingedeeld in de volgende twee groepen:
a) |
wijzigingen waarvan wordt geacht dat zij voldoen aan de vereisten van een wijziging op het niveau van de Unie; |
b) |
wijzigingen waarvan wordt geacht dat zij voldoen aan de vereisten van een standaardwijziging. |
De Commissie maakt binnen drie maanden na ontvangst van de volledige lijst van elke lidstaat de lijst van standaardwijzigingen per lidstaat bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, en maakt de aanvragen en de enige documenten met betrekking tot die standaardwijzigingen openbaar.
7. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 607/2009 blijven van toepassing op de aanvragen tot wijziging van een traditionele aanduiding die in behandeling zijn op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.
8. Wijzigingen van een productdossier die op of na 1 augustus 2009 bij de bevoegde autoriteiten van een lidstaat zijn ingediend en door die autoriteiten vóór 30 juni 2014 naar de Commissie zijn doorgestuurd overeenkomstig artikel 73, lid 2, van Verordening (EG) nr. 607/2009, worden geacht te zijn goedgekeurd als de Commissie heeft erkend dat het productdossier hierdoor in overeenstemming werd gebracht met artikel 118 quater van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
Wijzigingen waarvan de Commissie niet heeft erkend dat zij het productdossier in overeenstemming brengen met artikel 118 quater van Verordening (EG) nr. 1234/2007, worden beschouwd als aanvragen voor standaardwijzigingen en volgen de overgangsbepalingen van lid 6 van dit artikel.
9. Wijnbouwproducten die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 607/2009 in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd, mogen worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.
10. De procedure van artikel 118 vicies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is van toepassing op elke wijziging van een productdossier die op of na 1 augustus 2009 bij een lidstaat is ingediend en vóór 31 december 2011 door die lidstaat aan de Commissie is toegezonden.
Artikel 62
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 oktober 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (PB L 193 van 24.7.2009, blz. 60).
(4) Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
(7) Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).
(8) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/34 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie en van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles (zie bladzijde 46 van dit Publicatieblad).
(9) Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 25).
(10) Richtlijn (EU) 2015/2436 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (herschikking) (PB L 336 van 23.12.2015, blz. 1).
(11) Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB L 154 van 16.6.2017, blz. 1).
(12) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(13) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/274 van de Commissie van 11 december 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, certificering, het in- en uitslagregister, verplichte opgaven en meldingen, en voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/561 van de Commissie (PB L 58 van 28.2.2018, blz. 1).
(14) Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).
BIJLAGE I
DEEL A
In artikel 41, lid 1, bedoelde vermeldingen
Taal |
Vermeldingen voor sulfieten |
Vermeldingen voor eieren en van eieren afgeleide stoffen |
Vermeldingen voor melk en van melk afgeleide stoffen |
Bulgaars |
„сулфити” of „серен диоксид” |
„яйце”, „яйчен протеин”, „яйчен продукт”, „яйчен лизозим”of „яйчен албумин” |
„мляко”, „млечни продукти”, „млечен казеин”of „млечен протеин” |
Spaans |
„sulfitos” of „dióxido de azufre” |
„huevo”, „proteína de huevo”, „ovoproducto”, „lisozima de huevo”of „ovoalbúmina” |
„leche”, „productos lácteos”, „caseína de leche”of „proteína de leche” |
Tsjechisch |
„siřičitany” of „oxid siřičitý” |
„vejce”, „vaječná bílkovina”, „výrobky z vajec”, „vaječný lysozym”of „vaječný albumin” |
„mléko”, „výrobky z mléka”, „mléčný kasein”of „mléčná bílkovina” |
Deens |
„sulfitter” of„svovldioxid” |
„æg”,„ægprotein”,„ægproduct”,„æglysozym”, of„ægalbumin” |
„mælk”,„mælkeproduct”,„mælkecasein” of „mælkeprotein” |
Duits |
„Sulfite” of „Schwefeldioxid” |
„Ei”, „Eiprotein”, „Eiproduct”, „Lysozym aus Ei”of „Albumin aus Ei” |
„Milch”, „Milcherzeugnis”, „Kasein aus Milch”of „Milchprotein” |
Ests |
„sulfitid” of „vääveldioksiid” |
„muna”, „munaproteiin”, „munatooted”, „munalüsosüüm”of „munaalbumiin” |
„piim”, „piimatooted”, „piimakaseiin”of „piimaproteiin” |
Grieks |
„θειώδη”, „διοξείδιο του θείου”of „ανυδρίτης του θειώδους οξέος” |
„αυγό”, „πρωτεΐνη αυγού”, „προϊόν αυγού”, „λυσοζύμη αυγού”of „αλβουμίνη αυγού” |
„γάλα”, „προϊόντα γάλακτος”, „καζεΐνη γάλακτος”of „πρωτεΐνη γάλακτος” |
Engels |
„sulphites”, „sulfites”, „sulphur dioxide”of „sulfur dioxide” |
„egg”, „egg protein”, „egg product”, „egg lysozyme” of „egg albumin” |
„milk”, „milk products”, „milk casein” of „milk protein” |
Frans |
„sulfites” of „anhydride sulfureux” |
„œuf”, „protéine de l'œuf”, „produit de l'œuf”, „lysozyme de l'œuf”of „albumine de l'œuf” |
„lait”, „produits du lait”, „caséine du lait”of „protéine du lait” |
Kroatisch |
„sulfiti” of „sumporov dioksid” |
„jaje”, „bjelančevine iz jaja”, „proizvodi od jaja”, „lizozim iz jaja”of „albumin iz jaja” |
„mlijeko”, „mliječni proizvodi”, „kazein iz mlijeka”of „mliječne bjelančevine” |
Italiaans |
„solfiti” of „anidride solforosa” |
„uovo”, „proteina dell'uovo”, „derivati dell'uovo”, „lisozima da uovo”of „ovoalbumina” |
„latte”, „derivati del latte”, „caseina del latte”of „proteina del latte” |
Lets |
„sulfīti” of „sēra dioksīds” |
„olas”, „olu olbaltumviela”, „olu products”, „olu lizocīms”of „olu albumīns” |
„piens”, „piena products”, „piena kazeīns”of „piena olbaltumviela” |
Litouws |
„sulfitai” of „sieros dioksidas” |
„kiaušiniai”, „kiaušinių baltymai”, „kiaušinių productai”, „kiaušinių lizocimas”of „kiaušinių albuminas” |
„pienas”, „pieno productai”, „pieno kazeinas”of „pieno baltymai” |
Hongaars |
„szulfitok” of „kén-dioxid” |
„tojás”, „tojásból származó fehérje”, „tojástermék”, „tojásból származó lizozim”of „tojásból származó albumin” |
„tej”, „tejtermékek”, „tejkazein”of „tejfehérje” |
Maltees |
„sulfiti” of „diossidu tal-kubrit” |
„bajd”, „proteina tal-bajd”, „prodott tal-bajd”, „liżożima tal-bajd”of „albumina tal-bajd” |
„ħalib”, „prodotti tal-ħalib”, „kaseina tal-ħalib”of „proteina tal-ħalib” |
Nederlands |
„sulfieten” of „zwaveldioxide” |
„ei”, „eiproteïne”, „eiderivaat”, „eilysozym”of „eialbumine” |
„melk”, „melkderivaat”, „melkcaseïne”of „melkproteïnen” |
Pools |
„siarczyny”, „dwutlenek siarki” of „ditlenek siarki” |
„jajo”, „białko jaja”, „producty z jaj”, „lizozym z jaja”of „albuminę z jaja” |
„mleko”, „producty mleczne”, „kazeinę z mleka”of „białko mleka” |
Portugees |
„sulfitos” of „dióxido de enxofre” |
„ovo”, „proteína de ovo”, „produto de ovo”, „lisozima de ovo”of „albumina de ovo” |
„leite”, „produtos de leite”, „caseína de leite”of „proteína de leite” |
Roemeens |
„sulfiți” of „dioxid de sulf” |
„ouă”, „proteine din ouă”, „produse din ouă”, „lizozimă din ouă”of „albumină din ouă” |
„lapte”, „produse din lapte”, „cazeină din lapte”of „proteine din lapte” |
Slowaaks |
„siričitany” of „oxid siričitý” |
„vajce”, „vaječná bielkovina”, „výrobok z vajec”, „vaječný lyzozým”of „vaječný albumín” |
„mlieko”, „výrobky z mlieka”, „mliečne výrobky”, „mliečny kazeín”of „mliečna bielkovina” |
Sloveens |
„sulfiti” of „žveplov dioksid” |
„jajce”, „jajčne beljakovine”, „proizvod iz jajc”, „jajčni lizocim”of „jajčni albumin” |
„mleko”, „proizvod iz mleka”, „mlečni kazein”of „mlečne beljakovine” |
Fins |
„sulfiittia”, „sulfiitteja”of „rikkidioksidia” |
„kananmunaa”, „kananmunaproteiinia”, „kananmunatuotetta”, „lysotsyymiä (kananmunasta)”of „kananmuna-albumiinia” |
„maitoa”, „maitotuotteita”, „kaseiinia (maidosta)”of „maitoproteiinia” |
Zweeds |
„sulfiter” of „svaveldioxid” |
„ägg”, „äggprotein”, „äggproduct”, „ägglysozym”of „äggalbumin” |
„mjölk”, „mjölkproducter”, „mjölkkasein” of „mjölkprotein” |
DEEL B
In artikel 41, lid 2, bedoelde pictogrammen
|
|
|
|
BIJLAGE II
In artikel 46, lid 3, tweede alinea, onder b), bedoelde begrippen
Taal |
Begrippen die zijn toegestaan in plaats van „producent” |
Begrippen die zijn toegestaan in plaats van „geproduceerd door” |
BG |
„преработвател” |
„преработено от” |
ES |
„elaborador” |
„elaborado por” |
CS |
„zpracovatel” of „vinař” |
„zpracováno v” of „vyrobeno v” |
DA |
„forarbejdningsvirksomhed”of„vinproducent” |
„forarbejdet af” |
DE |
„Verarbeiter” |
„verarbeitet von” of „versektet durch” „Sektkellerei” |
ET |
„töötleja” |
„töödelnud” |
EL |
„οινοποιός” |
„οινοποιήθηκε από” |
EN |
„processor” of „winemaker” |
„processed by” of „made by” |
FR |
„élaborateur” |
„élaboré par” |
IT |
„elaboratore” of „spumantizzatore” |
„elaborato da” of „spumantizzato da” |
LV |
„izgatavotājs” |
„vīndaris” of„ražojis” |
LT |
„perdirbėjas” |
„perdirbo” |
HU |
„feldolgozó” |
„feldolgozta” |
MT |
„proċessur” |
„ipproċessat minn” |
NL |
„verwerker” of „bereider” |
„verwerkt door” of „bereid door” |
PL |
„przetwórca” of „wytwórca” |
„przetworzone przez” of „wytworzone przez” |
PT |
„elaborador” of „preparador” |
„elaborado por” of „preparado por” |
RO |
„elaborator” |
„elaborat de” |
SI |
„pridelovalec” |
„prideluje” |
SK |
„spracovateľ” |
„spracúva” |
FI |
„valmistaja” |
„valmistanut” |
SV |
„bearbetningsföretag” |
„bearbetat av” |
BIJLAGE III
DEEL A
Lijst van de in artikel 47, lid 1, bedoelde vermeldingen die moeten worden gebruikt voor mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn
Vermeldingen |
Gebruiksvoorwaarden |
brut nature, naturherb, bruto natural, pas dosé, dosage zéro, natūralusis briutas, īsts bruts, přírodně tvrdé, popolnoma suho, dosaggio zero, брют натюр, brut natur |
Als het suikergehalte lager is dan 3 gram per liter; deze vermeldingen mogen slechts worden gebruikt voor producten waaraan na de tweede gisting geen suiker is toegevoegd. |
extra brut, extra herb, ekstra briutas, ekstra brut, ekstra bruts, zvláště tvrdé, extra bruto, izredno suho, ekstra wytrawne, екстра брют |
Als het suikergehalte tussen 0 en 6 gram per liter ligt. |
brut, herb, briutas, bruts, tvrdé, bruto, zelo suho, bardzo wytrawne, брют |
Als het suikergehalte lager is dan 12 gram per liter. |
extra dry, extra trocken, extra seco, labai sausas, ekstra kuiv, ekstra sausais, különlegesen száraz, wytrawne, suho, zvláště suché, extra suché, екстра сухо, extra sec, ekstra tør, vrlo suho |
Als het suikergehalte tussen 12 en 17 gram per liter ligt. |
sec, trocken, secco, asciutto, dry, tør, ξηρός, seco, torr, kuiva, sausas, kuiv, sausais, száraz, półwytrawne, polsuho, suché, сухо, suho |
Als het suikergehalte tussen 17 en 32 gram per liter ligt. |
demi-sec, halbtrocken, abboccato, medium dry, halvtør, ημίξηρος, semi seco, meio seco, halvtorr, puolikuiva, pusiau sausas, poolkuiv, pussausais, félszáraz, półsłodkie, polsladko, polosuché, polosladké, полусухо, polusuho |
Als het suikergehalte tussen 32 en 50 gram per liter ligt. |
doux, mild, dolce, sweet, sød, γλυκός, dulce, doce, söt, makea, saldus, magus, édes, ħelu, słodkie, sladko, sladké, сладко, dulce, saldais, slatko |
Als het suikergehalte hoger is dan 50 gram per liter. |
DEEL B
Lijst van de in artikel 52, lid 1, bedoelde vermeldingen die voor andere dan de in deel A genoemde producten moeten worden gebruikt
Vermeldingen |
Gebruiksvoorwaarden |
||||
сухо, seco, suché, tør, trocken, kuiv, ξηρός, dry, sec, secco, asciuttto, sausais, sausas, száraz, droog, wytrawne, seco, sec, suho, kuiva |
Als het suikergehalte niet hoger is dan:
|
||||
полусухо, semiseco, polosuché, halvtør, halbtrocken, poolkuiv, ημίξηρος, medium dry, demi-sec, abboccato, pussausais, pusiau sausas, félszáraz, halfdroog, półwytrawne, meio seco, adamado, demisec, polsuho, puolikuiva, halvtorrt, polusuho |
Als het suikergehalte hoger is dan het toegestane maximum, maar niet hoger is dan:
|
||||
полусладко, semidulce, polosladké, halvsød, lieblich, poolmagus, ημίγλυκος, medium, medium sweet, moelleux, amabile, pussaldais, pusiau saldus, félédes, halfzoet, półsłodkie, meio doce, demidulce, polsladko, puolimakea, halvsött, poluslatko |
Als het suikergehalte hoger is dan het toegestane maximum, maar niet hoger is dan 45 gram per liter. |
||||
сладко, dulce, sladké, sød, süss, magus, γλυκός, sweet, doux, dolce, saldais, saldus, édes, ħelu, zoet, słodkie, doce, dulce, sladko, makea, sött, slatko. |
Als het suikergehalte minstens 45 gram per liter bedraagt. |
BIJLAGE IV
LIJST VAN WIJNDRUIVENRASSEN EN SYNONIEMEN DAARVAN DIE OP DE ETIKETTERING VAN WIJN MOGEN VOORKOMEN (1)
DEEL A
Lijst van wijndruivenrassen en synoniemen daarvan die op grond van artikel 50, lid 3, op de etikettering van wijn mogen voorkomen
|
Beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding |
Naam van het druivenras of synoniem ervan |
Landen die de naam van het druivenras of een synoniem daarvan mogen gebruiken (2) |
1 |
Alba (IT) |
Albarossa |
Italiëo |
2 |
Alicante (ES) |
Alicante Bouschet |
Griekenlando, Italiëo, Portugalo, Algerijeo, Tunesiëo, Verenigde Stateno, Cypruso , Zuid-Afrika, Kroatië NB: De naam „Alicante” mag niet afzonderlijk worden gebruikt voor de omschrijving van de wijn. |
3 |
Alicante Branco |
Portugalo |
|
4 |
Alicante Henri Bouschet |
Frankrijko, Servië en Montenegro (6) |
|
5 |
Alicante |
Italiëo |
|
6 |
Alikant Buse |
Servië en Montenegro (4) |
|
7 |
Avola (IT) |
Nero d'Avola |
Italië |
8 |
Bohotin (RO) |
Busuioacă de Bohotin |
Roemenië |
9 |
Borba (PT) |
Borba |
Spanjeo |
10 |
Bourgogne (FR) |
Blauburgunder |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (13-20-30), Oostenrijk (18-20), Canada (20-30), Chili (20-30), Italië (20-30), Zwitserland |
11 |
Blauer Burgunder |
Oostenrijk (10-13), Servië en Montenegro (17-30) |
|
12 |
Blauer Frühburgunder |
Duitsland (24) |
|
13 |
Blauer Spätburgunder |
Duitsland (30), voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (10-20-30), Oostenrijk (10-11), Bulgarije (30), Canada (10-30), Chili (10-30), Roemenië (30), Italië (10-30) |
|
14 |
Burgund Mare |
Roemenië (35, 27, 39, 41) |
|
14 bis |
Borgonja istarska |
Kroatië |
|
15 |
Burgundac beli |
Servië en Montenegro (34) |
|
15 bis |
Burgundac bijeli |
Kroatië |
|
17 |
Burgundac crni |
Servië en Montenegro (11-30), Kroatië |
|
18 |
Burgundac sivi |
Kroatiëo, Servië en Montenegro o |
|
19 |
Burgundec bel |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedoniëo |
|
20 |
Burgundec crn |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (10-13-30) |
|
21 |
Burgundec siv |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedoniëo |
|
22 |
Early Burgundy |
Verenigde Stateno |
|
23 |
Fehér Burgundi, Burgundi |
Hongarije (31) |
|
24 |
Frühburgunder |
Duitsland (12), Nederland o |
|
25 |
Grauburgunder |
Duitsland, Bulgarije, Hongarijeo, Roemenië (26) |
|
26 |
Grauer Burgunder |
Canada, Roemenië (25), Duitsland, Oostenrijk |
|
27 |
Grossburgunder |
Roemenië (37, 14, 40, 42) |
|
28 |
Kisburgundi kék |
Hongarije (30) |
|
29 |
Nagyburgundi |
Hongarijeo |
|
30 |
Spätburgunder |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (10-13-20), Servië en Montenegro (11-17), Bulgarije (13), Canada (10-13), Chili, Hongarije (29), Moldaviëo, Roemenië (13), Italië (10-13), Verenigd Koninkrijk, Duitsland (13) |
|
31 |
|
Weißburgunder |
Zuid-Afrika (33), Canada, Chili (32), Hongarije (23), Duitsland (32, 33), Oostenrijk (32), Verenigd Koninkrijko, Italië |
32 |
|
Weißer Burgunder |
Duitsland (31, 33), Oostenrijk (31), Chili (31), Slovenië, Italië |
33 |
|
Weissburgunder |
Zuid-Afrika (31), Duitsland (31, 32), Verenigd Koninkrijk, Italië, Zwitserlando |
34 |
|
Weisser Burgunder |
Servië en Montenegro (15) |
35 |
Calabria (IT) |
Calabrese |
Italië |
36 |
Cotnari (RO) |
Grasă de Cotnari |
Roemenië |
37 |
Franken (DE) |
Blaufränkisch |
Tsjechië (39), Oostenrijko, Duitsland, Slovenië (Modra frankinja, Frankinja), Hongarije, Roemenië (14, 27, 39, 41) |
38 |
Frâncușă |
Roemenië |
|
39 |
Frankovka |
Tsjechië (37), Slowakije (40), Roemenië (14, 27, 38, 41), Kroatië |
|
40 |
Frankovka modrá |
Slowakije (39) |
|
41 |
Kékfrankos |
Hongarije, Roemenië (37, 14, 27, 39) |
|
42 |
Friuli (IT) |
Friulano |
Italië |
43 |
Graciosa (PT) |
Graciosa |
Portugalo |
44 |
Мелник (BU) Melnik |
Мелник Melnik |
Bulgarije |
45 |
Montepulciano (IT) |
Montepulciano |
Italiëo |
46 |
Moravské (CZ) |
Cabernet Moravia |
Tsjechiëo |
47 |
Moravia dulce |
Spanjeo |
|
48 |
Moravia agria |
Spanjeo |
|
49 |
Muškat moravský |
Tsjechiëo, Slowakije |
|
50 |
Odobești (RO) |
Galbenă de Odobești |
Roemenië |
51 |
Porto (PT) |
Portoghese |
Italiëo |
52 |
Rioja (ES) |
Torrontés riojano |
Argentiniëo |
53 |
Sardegna (IT) |
Barbera Sarda |
Italië |
54 |
Sciacca (IT) |
Sciaccarello |
Frankrijk |
55 |
Teran (SI) |
Teran |
Kroatië (3) |
DEEL B
Lijst van wijndruivenrassen en synoniemen daarvan die op grond van artikel 50, lid 4, op de etikettering van wijn mogen voorkomen
|
Beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding |
Naam van het druivenras of synoniem ervan |
Landen die de naam van het druivenras of een synoniem daarvan mogen gebruiken (4) |
1 |
Mount Athos — Agioritikos (GR) |
Agiorgitiko |
Griekenland, Cypruso |
2 |
Aglianico del Taburno (IT) |
Aglianico |
Italiëo, Griekenlando, Maltao, Verenigde Staten |
2 bis |
Aglianico del Taburno |
Aglianico crni |
Kroatië |
|
Aglianico del Vulture (IT) |
Aglianicone |
Italiëo |
4 |
Aleatico di Gradoli (IT) Aleatico di Puglia (IT) |
Aleatico |
Italië, Australië, Verenigde Staten |
5 |
Ansonica Costa dell'Argentario (IT) |
Ansonica |
Italië, Australië |
6 |
Conca de Barbera (ES) |
Barbera Bianca |
Italiëo |
7 |
Barbera |
Zuid-Afrikao, Argentiniëo, Australiëo, Kroatiëo, Mexicoo, Sloveniëo, Uruguayo, Verenigde Stateno, Griekenlando, Italiëo, Maltao |
|
8 |
Barbera Sarda |
Italiëo |
|
9 |
Malvasia di Castelnuovo Don Bosco (IT) Bosco Eliceo (IT) |
Bosco |
Italiëo |
10 |
Brachetto d'Acqui (IT) |
Brachetto |
Italië, Australië |
11 |
Etyek-Buda (HU) |
Budai |
Hongarijeo |
12 |
Cesanese del Piglio (IT) Cesanese di Olevano Romano (IT) Cesanese di Affile (IT) |
Cesanese |
Italië, Australië |
13 |
Cortese di Gavi (IT) Cortese dell'Alto Monferrato (IT) |
Cortese |
Italië, Australië, Verenigde Staten |
14 |
Duna (HU) |
Duna gyöngye |
Hongarije |
15 |
Dunajskostredský (SK) |
Dunaj |
Slowakije |
16 |
Côte de Duras (FR) |
Durasa |
Italië |
17 |
Korinthos-Korinthiakos (GR) |
Corinto Nero |
Italiëo |
18 |
Korinthiaki |
Griekenlando |
|
19 |
Fiano di Avellino (IT) |
Fiano |
Italië, Australië, Verenigde Staten |
20 |
Fortana del Taro (IT) |
Fortana |
Italië, Australië |
21 |
Freisa d'Asti (IT) Freisa di Chieri (IT) |
Freisa |
Italië, Australië, Verenigde Staten |
22 |
Greco di Bianco (IT) Greco di Tufo (IT) |
Greco |
Italië, Australië |
23 |
Grignolino d'Asti (IT) Grignolino del Monferrato Casalese (IT) |
Grignolino |
Italië, Australië, Verenigde Staten |
24 |
Izsáki Arany Sárfehér (HU) |
Izsáki Sárfehér |
Hongarije |
25 |
Lacrima di Morro d'Alba (IT) |
Lacrima |
Italië, Australië |
26 |
Lambrusco Grasparossa di Castelvetro |
Lambrusco grasparossa |
Italië |
27 |
Lambrusco |
Italië, Australië (5), Verenigde Staten |
|
28 |
Lambrusco di Sorbara (IT) |
||
29 |
Lambrusco Mantovano (IT) |
||
30 |
Lambrusco Salamino di Santa Croce (IT) |
||
31 |
Lambrusco Salamino |
Italië |
|
32 |
Colli Maceratesi |
Maceratino |
Italië, Australië |
33 |
Nebbiolo d'Alba (IT) |
Nebbiolo |
Italië, Australië, Verenigde Staten, Kroatië |
34 |
Colli Orientali del Friuli Picolit (IT) |
Picolit |
Italië |
35 |
Pikolit |
Slovenië |
|
36 |
Colli Bolognesi Classico Pignoletto (IT) |
Pignoletto |
Italië, Australië |
37 |
Primitivo di Manduria |
Primitivo |
Italië, Australië, Verenigde Staten, Kroatië |
38 |
Rheingau (DE) |
Rajnai rizling |
Hongarije (41) |
39 |
Rheinhessen (DE) |
Rajnski rizling |
Servië en Montenegro (40-41-46), Kroatië |
40 |
Renski rizling |
Servië en Montenegro (39-43-46), Slovenië o (45) |
|
41 |
Rheinriesling |
Bulgarijeo, Oostenrijk, Duitsland (43), Hongarije (38), Tsjechië (49), Italië (43), Griekenland, Portugal, Slovenië |
|
42 |
Rhine Riesling |
Zuid-Afrikao, Australiëo, Chili (44), Moldaviëo, Nieuw-Zeelando, Cyprus, Hongarijeo |
|
43 |
Riesling renano |
Duitsland (41), Servië en Montenegro (39-40-46), Italië (41) |
|
44 |
Riesling Renano |
Chili (42), Malta o |
|
45 |
Radgonska ranina |
Slovenië, Kroatië |
|
46 |
Rizling rajnski |
Servië en Montenegro (39-40-43) |
|
47 |
Rizling Rajnski |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedoniëo, Kroatiëo |
|
48 |
Rizling rýnsky |
Slowakijeo |
|
49 |
Ryzlink rýnský |
Tsjechië (41) |
|
50 |
Rossese di Dolceacqua (IT) |
Rossese |
Italië, Australië |
51 |
Sangiovese di Romagna (IT) |
Sangiovese |
Italië, Australië, Verenigde Staten, Kroatië |
52 |
Štajerska Slovenija (SI) |
Štajerska belina |
Slovenië, Kroatië |
52 bis |
Štajerska Slovenija (SI) |
Štajerka |
Kroatië |
53 |
Teroldego Rotaliano (IT) |
Teroldego |
Italië, Australië, Verenigde Staten |
54 |
Vinho Verde (PT) |
Verdea |
Italiëo |
55 |
Verdeca |
Italië |
|
56 |
Verdese |
Italiëo |
|
57 |
Verdicchio dei Castelli di Jesi (IT) Verdicchio di Matelica (IT) |
Verdicchio |
Italië, Australië |
58 |
Vermentino di Gallura (IT) Vermentino di Sardegna (IT) |
Vermentino |
Italië, Australië, Verenigde Staten van Amerika, Kroatië |
59 |
Vernaccia di San Gimignano (IT) Vernaccia di Oristano (IT) Vernaccia di Serrapetrona (IT) |
Vernaccia |
Italië, Australië |
60 |
Zala (HU) |
Zalagyöngye |
Hongarije |
LEGENDE:
— |
: |
Cursief gedrukt |
: |
verwijzing naar het synoniem voor het wijndruivenras |
— |
: |
„o” |
: |
geen synoniem |
— |
: |
Vetgedrukt |
: |
kolom 3: naam van het wijndruivenras kolom 4: land waar de naam met een druivenras overeenkomt, en verwijzing naar het druivenras |
— |
: |
Niet vetgedrukt |
: |
kolom 3: synoniem voor een druivenras kolom 4: land waar het synoniem voor een druivenras wordt gebruikt |
(2) Voor de betrokken landen worden de in deze bijlage vastgestelde afwijkingen uitsluitend toegestaan voor wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die uit de betrokken rassen worden bereid.
(3) Uitsluitend voor de BOB „Hrvatska Istra” (PDO-HR-A1652), op voorwaarde dat „Hrvatska Istra” en „Teran” in hetzelfde gezichtsveld staan en dat de lettergrootte van de naam „Teran” kleiner is dan die van „Hrvatska Istra”.
(4) Voor de betrokken landen worden de in deze bijlage vastgestelde afwijkingen uitsluitend toegestaan voor wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die uit de betrokken rassen worden bereid.
(5) Het gebruik is toegestaan overeenkomstig artikel 22, lid 4, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Australië inzake de handel in wijn van 1 december 2008 (PB L 28 van 30.1.2009, blz. 3).
BIJLAGE V
Aanduidingen die op grond van artikel 53, lid 2, op de wijnetiketten mogen worden gebruikt
gegist in het vat |
verouderd in het vat |
gerijpt in het vat |
gegist in […] fusten [vermeld de betrokken houtsoort] |
verouderd in […] fusten [vermeld de betrokken houtsoort] |
gerijpt in […] fusten [vermeld de betrokken houtsoort] |
gegist in het fust |
verouderd in het fust |
gerijpt in het fust |
Het woord „fust” mag vervangen worden door het woord „vat”.
BIJLAGE VI
In artikel 54, lid 1, bedoelde aanduidingen
Lidstaat |
Aanduidingen |
Oostenrijk |
Burg, Domäne, Eigenbau, Familie, Gutswein, Güterverwaltung, Hof, Hofgut, Kloster, Landgut, Schloss, Stadtgut, Stift, Weinbau, Weingut, Weingärtner, Winzer, Winzermeister |
Tsjechië |
Sklep, vinařský dům, vinařství |
Duitsland |
Burg, Domäne, Kloster, Schloss, Stift, Weinbau, Weingärtner, Weingut, Winzer |
Frankrijk |
Abbaye, Bastide, Campagne, Chapelle, Château, Clos, Commanderie, Cru, Domaine, Mas, Manoir, Mont, Monastère, Monopole, Moulin, Prieuré, Tour |
Griekenland |
Αγρέπαυλη (Agrepavlis), Αμπελι (Ampeli), Αμπελώνας(-ες) (Ampelonas-(es)), Αρχοντικό (Archontiko), Κάστρο (Kastro), Κτήμα (Κtima), Μετόχι (Metochi), Μοναστήρι (Monastiri), Ορεινό Κτήμα (Orino Ktima), Πύργος (Pyrgos) |
Italië |
abbazia, abtei, ansitz, burg, castello, kloster, rocca, schlofl, stift, torre, villa |
Cyprus |
Αμπελώνας (-ες) (Ampelonas (-es), Κτήμα (Ktima), Μοναστήρι (Monastiri), Μονή (Moni) |
Portugal |
Casa, Herdade, Paço, Palácio, Quinta, Solar |
Slovenië |
Klet, Kmetija, Posestvo, Vinska klet |
Slowakije |
Kaštieľ, Kúria, Pivnica, Vinárstvo, Usadlosť |
BIJLAGE VII
Beperkingen op het gebruik van specifieke flestypen als bedoeld in artikel 56
1. |
Flûte d'Alsace (Rijnwijn- of Moezelfles)
Voor dit flestype geldt de gebruiksbeperking echter uitsluitend voor wijn uit druiven die op Frans grondgebied zijn geoogst. |
2. |
Bocksbeutel of Cantil
|
3. |
Clavelin
|
4. |
Tokaj
|
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/46 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/34 VAN DE COMMISSIE
van 17 oktober 2018
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, wijzigingen van productdossiers, het register van beschermde namen, de annulering van bescherming en het gebruik van symbolen, en voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een adequaat controlesysteem
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 110, lid 1, onder b), c) en e), artikel 110, lid 2, artikel 111, artikel 115, lid 1, en artikel 123,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 90, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (3) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013. In deel II, titel II, hoofdstuk I, afdelingen 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften vastgesteld inzake oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie in de wijnsector. In die afdelingen 2 en 3 wordt de Commissie ook gemachtigd om in dat verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Met het oog op een soepele werking van de wijnmarkt in het nieuwe rechtskader moeten bepaalde regels middels dergelijke handelingen worden vastgesteld. Die handelingen moeten in de plaats komen van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie (4), die wordt ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (5). |
(2) |
Uit de ervaring die met de toepassing van Verordening (EG) nr. 607/2009 is opgedaan, is gebleken dat de huidige procedures voor de registratie, wijziging en annulering van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen ingewikkeld, omslachtig en tijdrovend kunnen zijn. Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft rechtsvacua gecreëerd, met name wat betreft de procedure die moet worden gevolgd bij de aanvragen tot wijziging van een productdossier. De procedurevoorschriften voor oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen in de wijnsector zijn niet consistent met de regels die van toepassing zijn op de onder het recht van de Unie vallende kwaliteitsregelingen in de sectoren levensmiddelen, gedistilleerde dranken en gearomatiseerde wijnen. Dit leidt tot inconsistenties in de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan deze categorie intellectuele-eigendomsrechten. In het licht van het recht op bescherming van de intellectuele eigendom, dat is neergelegd in artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, moeten deze verschillen worden aangepakt. Daarom moet deze verordening de desbetreffende procedures vereenvoudigen, verduidelijken, aanvullen en harmoniseren. De procedures moeten voor zover mogelijk worden ingesteld naar het voorbeeld van de efficiënte en beproefde procedures voor de bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten ten aanzien van landbouwproducten en levensmiddelen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6), Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (7) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (8), en moeten worden aangepast om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de wijnsector. |
(3) |
Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen zijn onlosmakelijk verbonden met het grondgebied van de lidstaten. De nationale en plaatselijke autoriteiten hebben de grootste expertise en kennis op het gebied van de desbetreffende feiten. Dit zou in de betrokken procedureregels tot uiting moeten komen, gelet op het subsidiariteitsbeginsel dat in artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is vastgesteld. |
(4) |
Met het oog op de duidelijkheid moeten bepaalde stappen van de procedure voor een aanvraag tot bescherming van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding in de wijnsector gedetailleerd worden vastgesteld. |
(5) |
Er moeten aanvullende voorschriften worden vastgesteld voor gezamenlijke aanvragen die op meer dan één nationaal grondgebied betrekking hebben. |
(6) |
Om te komen tot eenvormige en vergelijkbare enige documenten is het noodzakelijk te bepalen wat de minimale inhoud van die documenten moet zijn. In het geval van oorsprongsbenamingen moet bijzondere nadruk worden gelegd op de beschrijving van het verband tussen de kwaliteit en de kenmerken van het product enerzijds en de specifieke geografische omgeving anderzijds. In het geval van geografische aanduidingen moet bijzondere nadruk worden gelegd op de beschrijving van het verband tussen een specifieke kwaliteit, de faam of andere kenmerken enerzijds en de geografische oorsprong van het product anderzijds. |
(7) |
Het afgebakende geografische gebied van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen waarvoor bescherming wordt gevraagd, moet in het productdossier worden omschreven op een gedetailleerde, nauwkeurige en ondubbelzinnige manier die de producenten, de bevoegde autoriteiten en de controleorganen in staat stelt op zekere, sluitende en betrouwbare gronden te handelen. |
(8) |
Om te zorgen voor een vlotte werking van het systeem is het noodzakelijk uniforme regels vast te stellen voor de fase van de afwijzing in het kader van de procedure voor beschermingsaanvragen. Er zijn ook uniforme regels nodig met betrekking tot de inhoud van de aanvragen voor wijzigingen op het niveau van de Unie, standaardwijzigingen en tijdelijke wijzigingen en met betrekking tot annuleringsverzoeken. |
(9) |
Voor de rechtszekerheid moeten termijnen betreffende de bezwaarprocedure worden vastgesteld, alsook criteria voor de identificatie van de aanvangsdata van deze termijnen. |
(10) |
Om ervoor te zorgen dat er met uniforme en efficiënte procedures wordt gewerkt, moeten formulieren voor aanvragen, bezwaren, wijzigingen en annuleringen worden verstrekt. |
(11) |
Met het oog op transparantie en uniformiteit tussen de lidstaten is het noodzakelijk om voorschriften vast te stellen met betrekking tot de inhoud en de vorm van het elektronisch register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, dat is aangelegd op grond van artikel 104 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 (hierna „het register” genoemd). Het register is een elektronische database die in een informatiesysteem wordt opgeslagen en voor het publiek toegankelijk is. Alle gegevens over beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen die zijn opgenomen in het vroegere register in de elektronische database „e-Bacchus”, als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 607/2009, moeten op de datum van inwerkingtreding van deze verordening in het register zijn ingeschreven. |
(12) |
De bestaande, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 vastgestelde regels betreffende de weergave van het symbool van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen voor landbouwproducten en levensmiddelen moeten hier worden overgenomen om ervoor te zorgen dat de consument wijn met een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding kan herkennen. |
(13) |
De toegevoegde waarde van een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding is gebaseerd op de aan de consument verstrekte waardegaranties. De regeling is enkel geloofwaardig als zij gepaard gaat met doelmatige verificaties, controles en audits, met inbegrip van een systeem van controles tijdens alle productie-, verwerkings- en distributiestadia dat wordt beheerd door de bevoegde autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9). In dit verband moet rekening worden gehouden met de voorschriften inzake controles en audits waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 882/2004, die moeten worden aangepast voor die werkzaamheden op het gebied van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen in de wijnsector. |
(14) |
Er moeten regels worden vastgesteld voor de controles die moeten worden uitgevoerd op wijnen die beschikken over een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding die verband houdt met een geografisch gebied in een derde land. |
(15) |
De accreditering van de controleorganen moet plaatsvinden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (10) en moet voldoen aan de internationale normen die zijn opgesteld door het Europees Comité voor normalisatie (CEN) en de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO). De geaccrediteerde controleorganen moeten bij de uitvoering van hun werkzaamheden aan deze normen voldoen. |
(16) |
Om Cyprus voldoende tijd te laten om zijn controlesysteem aan te passen en met Verordening (EG) nr. 765/2008 in overeenstemming te brengen, is het passend dit land gedurende twee jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening vrij te stellen van de verplichting dat de certificerende instanties aan de ISO-normen moeten voldoen. |
(17) |
Het moet de lidstaten worden toegestaan om de marktdeelnemers een vergoeding aan te rekenen voor de financiering van de kosten van de oprichting en de werking van het controlesysteem. |
(18) |
Om te zorgen voor samenhang in alle lidstaten wat betreft de wijze waarop de in het register opgenomen namen tegen oneerlijk gebruik worden beschermd en de wijze waarop praktijken die de consument kunnen misleiden, worden voorkomen, moeten uniforme voorwaarden worden vastgesteld voor de acties die in dat verband op het niveau van de lidstaten moeten worden verricht. |
(19) |
De lidstaten moeten de namen en de adressen van de bevoegde autoriteiten en de controleorganen aan de Commissie meedelen. Om de coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de controlesystemen voor beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen te vergemakkelijken, moet de Commissie deze namen en adressen openbaar maken. Met het oog op de controle van de uniformiteit van het controlesysteem moeten de bevoegde autoriteiten van derde landen de Commissie informatie toesturen over de controles die in die landen worden verricht voor namen die in de Unie bescherming genieten. |
(20) |
Met het oog op duidelijkheid, transparantie en een uniforme toepassing van het recht van de Unie is het nodig specifieke technische bepalingen met betrekking tot de aard en de inhoud van de op jaarbasis uit te voeren controles vast te stellen, naast voorschriften inzake samenwerking in dit verband tussen de lidstaten, waarbij met name wordt verwezen naar bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie (11). |
(21) |
Om ervoor te zorgen dat de traditionele aanduidingen waarvoor bescherming wordt gevraagd, aan de voorwaarden van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voldoen, is het, mede met het oog op rechtszekerheid, noodzakelijk uitvoeringsbepalingen vast te stellen betreffende de procedures voor de aanvragen tot bescherming, bezwaar, wijziging of annulering van traditionele aanduidingen van bepaalde wijnbouwproducten. In die bepalingen moeten de bijzonderheden worden vastgelegd wat betreft de inhoud van de aanvraag, alsook wat betreft de vereiste relevante aanvullende informatie en ondersteunende documenten, de in acht te nemen termijnen en de mededelingen tussen de Commissie en de bij elke procedure betrokken partijen. |
(22) |
Om ervoor te zorgen dat consumenten en handelaren te weten kunnen komen welke traditionele aanduidingen in de Unie beschermd zijn, moeten specifieke voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de registratie en opname van de traditionele aanduidingen in het register van de Unie. Om ervoor te zorgen dat iedereen het register kan raadplegen, moet het elektronisch toegankelijk zijn. |
(23) |
Gelet op het economische belang van de traditionele aanduidingen en om ervoor te zorgen dat de consument niet wordt misleid, moeten de nationale autoriteiten tegen elk onwettig gebruik van traditionele aanduidingen maatregelen nemen en het in de handel brengen van dergelijke producten verbieden. |
(24) |
Met het oog op een doeltreffend administratief beheer en rekening houdend met de ervaring die bij het gebruik van de door de Commissie ingestelde informatiesystemen is opgedaan, moeten de mededelingen tussen de lidstaten en de Commissie worden vereenvoudigd en moet de informatie worden uitgewisseld overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie (12) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (13). |
(25) |
De Commissie heeft een informatiesysteem „E-Ambrosia” ingesteld voor het beheer van de aanvragen tot bescherming en tot wijziging van het productdossier van beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen in de wijnsector. De lidstaten en de Commissie moeten dit systeem blijven gebruiken voor de communicatie over de procedures betreffende aanvragen tot bescherming en tot goedkeuring van wijzigingen. Als gevolg van een strikt accrediteringsstelsel mag dit systeem evenwel niet worden gebruikt om met de lidstaten over bezwaarprocedures of annuleringsverzoeken te communiceren en evenmin voor de communicatie met derde landen. Voor bezwaarprocedures en annuleringsverzoeken moeten de lidstaten, de bevoegde autoriteiten en representatieve beroepsorganisaties van derde landen en de natuurlijke personen of rechtspersonen die in het kader van deze verordening een rechtmatig belang hebben, met de Commissie communiceren via e-mail. |
(26) |
De aanvragen tot registratie, wijziging of annulering van traditionele aanduidingen worden nog niet via een gecentraliseerd informatiesysteem beheerd. Die aanvragen moeten verder via e-mail worden ingediend met behulp van de formulieren in de bijlagen VIII tot en met XI. Elke andere mededeling of uitwisseling van informatie betreffende traditionele aanduidingen moet ook plaatsvinden via e-mail. |
(27) |
Er moet worden bepaald hoe de Commissie de informatie over beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector voor het publiek toegankelijk moet maken. |
(28) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
INLEIDENDE BEPALING
Artikel 1
Onderwerp
Bij deze verordening worden met betrekking tot beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgesteld wat betreft:
a) |
beschermingsaanvragen; |
b) |
de bezwaarprocedure; |
c) |
wijzigingen van de productdossiers en wijzigingen van traditionele aanduidingen; |
d) |
het register; |
e) |
de annulering van bescherming; |
f) |
het gebruik van de symbolen van de Unie; |
g) |
de controles; |
h) |
de mededelingen. |
HOOFDSTUK II
BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN EN GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
AFDELING 1
Beschermingsaanvraag
Artikel 2
Beschermingsaanvragen van de lidstaten
Wanneer de lidstaten overeenkomstig artikel 96, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 een beschermingsaanvraag naar de Commissie doorsturen, nemen zij daarin de elektronische verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier als bedoeld in artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de verklaring als bedoeld in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 op.
Artikel 3
Beschermingsaanvragen van derde landen
Beschermingsaanvragen met betrekking tot een geografisch gebied in een derde land worden door een individuele producent in de zin van artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 of een groep producenten met een rechtmatig belang ingediend bij de Commissie, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van dat derde land, en voldoen ook aan de vereisten van artikel 94, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Artikel 4
Gezamenlijke aanvragen
1. Een gezamenlijke aanvraag, als bedoeld in artikel 95, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, wordt door een van de betrokken lidstaten of door een aanvrager in de zin van artikel 3 in een van de betrokken derde landen bij de Commissie ingediend, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van dat derde land. In alle betrokken lidstaten en derde landen worden de voorschriften nageleefd die in artikel 94 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van de onderhavige verordening zijn vastgesteld.
2. De lidstaten, de derde landen of een in een derde land gevestigde aanvrager in de zin van artikel 3 die een in lid 1 bedoelde gezamenlijke aanvraag aan de Commissie voorleggen, fungeren als geadresseerde van elke desbetreffende kennisgeving of elk desbetreffend besluit van de Commissie.
Artikel 5
Enig document
1. Het enig document, als bedoeld in artikel 94, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, bevat de volgende essentiële elementen van het productdossier:
a) |
de naam die moet worden beschermd als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding; |
b) |
de lidstaat of het derde land waartoe het afgebakende gebied behoort; |
c) |
het type geografische aanduiding; |
d) |
een beschrijving van de wijn(en); |
e) |
de categorieën wijnbouwproducten; |
f) |
de maximumopbrengst per hectare; |
g) |
het wijndruivenras of de wijndruivenrassen waarvan de wijn(en) is (zijn) verkregen; |
h) |
een beknopte omschrijving van het afgebakende geografische gebied; |
i) |
een beschrijving van het verband als bedoeld in artikel 93, lid 1, onder a), i), of onder b), i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013; |
j) |
in voorkomend geval, de specifieke oenologische procedés die bij de productie van de wijn(en) zijn gebruikt, alsmede de betrokken beperkingen bij de productie ervan; |
k) |
in voorkomend geval, de specifieke verpakkings- en etiketteringsregels en alle andere desbetreffende essentiële voorschriften. |
2. De beschrijving van het verband als bedoeld in lid 1, onder i), omvat:
a) |
in het geval van een oorsprongsbenaming, een beschrijving van het causale verband tussen enerzijds de kwaliteit en de kenmerken van het product en anderzijds de geografische omgeving met haar inherente, door natuur en mens bepaalde factoren waaraan zij hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven zijn, met onder meer, in voorkomend geval, elementen van de productbeschrijving of de productiemethode die het verband rechtvaardigen; |
b) |
in het geval van een geografische aanduiding, een beschrijving van het causale verband tussen enerzijds de geografische oorsprong en anderzijds de specifieke kwaliteit, de faam of andere kenmerken die aan de geografische oorsprong van het product toe te schrijven zijn, vergezeld van een verklaring waaruit blijkt op welke van de genoemde factoren — de specifieke kwaliteit, de faam of de andere kenmerken die toe te schrijven zijn aan de geografische oorsprong van het product — het causale verband is gebaseerd. De beschrijving kan ook betrekking hebben op elementen van de productbeschrijving of de productiemethode die het causale verband rechtvaardigen. |
Als een aanvraag op meer dan één categorie wijnbouwproducten betrekking heeft, worden voor elk van de betrokken wijnbouwproducten gegevens verstrekt die het verband onderbouwen.
3. Het enig document wordt opgesteld aan de hand van het formulier dat ter beschikking wordt gesteld via de informatiesystemen als bedoeld in artikel 30, lid 1, onder a). Derde landen gebruiken het model voor het enig document dat is vastgesteld in bijlage I.
Artikel 6
Geografisch gebied
Het afgebakende geografische gebied wordt nauwkeurig en zonder dubbelzinnigheden omschreven, en daarbij wordt zo veel mogelijk naar fysieke of administratieve grenzen verwezen.
Artikel 7
Onderzoeksprocedure
1. Als een ontvankelijke aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden van deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 2, onderafdeling 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, stelt de Commissie de lidstaat, de autoriteiten van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van de weigeringsgronden en stelt zij een termijn vast voor de intrekking of de wijziging van de aanvraag of voor het maken van opmerkingen.
Als na het verstrekken van die informatie substantiële wijzigingen in het productdossier worden aangebracht, worden die wijzigingen, voordat de nieuwe versie van het enig document aan de Commissie wordt toegestuurd, op adequate wijze bekendgemaakt om elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een rechtmatig belang heeft en gevestigd of woonachtig is op het grondgebied van de betrokken lidstaat, in staat te stellen bezwaar aan te tekenen. De elektronische verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier wordt geactualiseerd en leidt naar de geconsolideerde versie van het voorgestelde productdossier.
2. Als de belemmeringen voor de verlening van de bescherming niet binnen de vastgestelde termijn door de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager worden verholpen, wijst de Commissie de aanvraag af overeenkomstig artikel 97, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
3. De Commissie neemt haar besluit tot afwijzing van de betrokken aanvraag op basis van de documenten en de informatie waarover zij beschikt. Zij stelt de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van het besluit tot afwijzing van de aanvraag.
AFDELING 2
Bezwaarprocedure
Artikel 8
Procedurebepalingen inzake bezwaren
1. Een met redenen omkleed bezwaarschrift als bedoeld in artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in artikel 11, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33, omvat:
a) |
de verwijzing naar de in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie L, bekendgemaakte naam waartegen bezwaar wordt gemaakt; |
b) |
de naam en de contactgegevens van de autoriteit of de persoon die bezwaar indient; |
c) |
een beschrijving van het rechtmatige belang van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die bezwaar indient, behalve als het gaat om nationale autoriteiten die in de nationale rechtsorde rechtspersoonlijkheid hebben; |
d) |
een opgave van de bezwaargronden als bedoeld in artikel 11, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33; |
e) |
gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het bezwaar. |
Het bezwaarschrift kan zo nodig vergezeld gaan van ondersteunende documenten.
Als het bezwaar wordt gemaakt omdat er reeds een handelsmerk met faam en bekendheid bestaat, gaat het bezwaarschrift vergezeld van:
a) |
een bewijs van het depot of de registratie van dat bestaande handelsmerk of een bewijs van het gebruik ervan, en |
b) |
een bewijs van de faam en bekendheid ervan. |
De informatie en de bewijsstukken die moeten worden verstrekt om het gebruik van een reeds bestaand handelsmerk aan te tonen, hebben betrekking op de plaats, de duur, de omvang en de aard van dat gebruik en op de faam en bekendheid van dat handelsmerk.
Een met redenen omkleed bezwaarschrift wordt opgesteld aan de hand van het in bijlage II vastgestelde formulier.
2. De in artikel 12, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bedoelde termijn van drie maanden vangt aan op de datum waarop de belanghebbende partijen het verzoek om overleg te plegen langs elektronische weg hebben ontvangen.
3. Binnen één maand na afloop van het in artikel 12, leden 3 en 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bedoelde overleg wordt de Commissie van de resultaten daarvan in kennis gesteld aan de hand van het in bijlage III bij deze verordening vastgestelde formulier.
AFDELING 3
Wijzigingen van het productdossier
Artikel 9
Aanvragen voor wijzigingen op het niveau van de Unie
1. Een aanvraag voor een wijziging op het niveau van de Unie van een productdossier als bedoeld in artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 15 en 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bevat:
a) |
de verwijzing naar de beschermde naam waarop de wijziging betrekking heeft; |
b) |
de naam van de aanvrager en een beschrijving van zijn/haar rechtmatige belang; |
c) |
de rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft; |
d) |
een uitvoerige beschrijving van elk van de voorgestelde wijzigingen en de specifieke redenen voor elk daarvan; |
e) |
het geconsolideerde en naar behoren ingevulde enig document, zoals gewijzigd; |
f) |
de elektronische verwijzing naar de bekendmaking van het geconsolideerde en naar behoren ingevulde productdossier, zoals gewijzigd. |
2. Een aanvraag voor een wijziging op het niveau van de Unie wordt opgesteld aan de hand van het formulier dat ter beschikking wordt gesteld via de informatiesystemen als bedoeld in artikel 30, lid 1, onder a). Derde landen gebruiken het in bijlage IV vastgestelde formulier.
Het gewijzigde enig document wordt opgesteld overeenkomstig artikel 5. De elektronische verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier leidt naar de geconsolideerde versie van het voorgestelde productdossier. Een aanvraag van een derde land kan, in plaats van de elektronische verwijzing naar de gepubliceerde versie van het productdossier, een afschrift van de geconsolideerde versie van het productdossier bevatten.
3. De overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bekend te maken informatie omvat de naar behoren ingevulde aanvraag als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel.
Artikel 10
Mededeling van een standaardwijziging
1. De mededeling van standaardwijzigingen van het productdossier als bedoeld in artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bevat:
a) |
de verwijzing naar de beschermde naam waarop de standaardwijziging betrekking heeft; |
b) |
een beschrijving van en de redenen voor de goedgekeurde wijzigingen; |
c) |
het besluit tot goedkeuring van de standaardwijziging als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33; |
d) |
het geconsolideerde enig document, zoals gewijzigd, indien van toepassing; |
e) |
de elektronische verwijzing naar de bekendmaking van het geconsolideerde productdossier, zoals gewijzigd. |
2. De mededeling van een lidstaat omvat een verklaring van die lidstaat waarin hij aangeeft dat hij van oordeel is dat de goedgekeurde wijziging voldoet aan de voorschriften van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.
3. Als het gaat om producten van oorsprong uit derde landen, bevat de mededeling van de autoriteiten van het derde land of van een aanvrager in de zin van artikel 3 die een rechtmatig belang heeft, bewijsstukken die aantonen dat de wijziging van toepassing is in het derde land. Die mededeling kan het bekendgemaakte geconsolideerde productdossier bevatten in plaats van de verwijzing naar de bekendmaking ervan.
4. Voor de in de leden 1 en 2 bedoelde mededelingen wordt gebruikgemaakt van het formulier dat ter beschikking wordt gesteld via de in artikel 30, lid 1, onder a), bedoelde informatiesystemen.
5. Voor de in lid 3 bedoelde mededelingen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage V vastgestelde formulier.
Artikel 11
Mededeling van een tijdelijke wijziging
1. De mededeling van een tijdelijke wijziging van het productdossier als bedoeld in artikel 18 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bevat:
a) |
de verwijzing naar de beschermde naam waarop de tijdelijke wijziging betrekking heeft; |
b) |
een beschrijving van de goedgekeurde tijdelijke wijziging, samen met de redenen voor de tijdelijke wijziging als bedoeld in artikel 14, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33; |
c) |
de elektronische verwijzing naar de bekendmaking van het nationale besluit tot goedkeuring van de tijdelijke wijziging. |
2. De mededeling van een lidstaat omvat een verklaring van die lidstaat waarin hij aangeeft dat hij van oordeel is dat de goedgekeurde wijziging voldoet aan de voorschriften van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.
3. Als het gaat om producten van oorsprong uit derde landen, bevat de mededeling van de autoriteiten van het derde land of van een aanvrager in de zin van artikel 3 die een rechtmatig belang heeft, bewijsstukken die aantonen dat de wijziging van toepassing is in het derde land. Die mededeling kan het bekendgemaakte geconsolideerde productdossier bevatten in plaats van de verwijzing naar de bekendmaking ervan.
4. Voor de in de leden 1 en 2 bedoelde mededelingen wordt gebruikgemaakt van het formulier dat ter beschikking wordt gesteld via de in artikel 30, lid 1, onder a), bedoelde informatiesystemen.
5. Voor de in lid 3 bedoelde mededelingen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage VI vastgestelde formulier.
AFDELING 4
Register
Artikel 12
Register
1. Bij de inwerkingtreding van een besluit waarbij de naam van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt beschermd, neemt de Commissie de volgende gegevens op in het overeenkomstig artikel 104 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 aangelegde elektronische register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen:
a) |
de naam die moet worden beschermd als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding; |
b) |
het dossiernummer; |
c) |
of de naam wordt beschermd als oorsprongsbenaming dan wel als geografische aanduiding; |
d) |
de naam van het land of de landen van oorsprong; |
e) |
de datum van registratie; |
f) |
de elektronische verwijzing naar het rechtsinstrument waarbij de naam wordt beschermd; |
g) |
de elektronische verwijzing naar het enig document; |
h) |
als het geografische gebied binnen het grondgebied van de lidstaten valt, de elektronische verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier. |
2. Wanneer de Commissie haar goedkeuring hecht aan een wijziging van een productdossier of een mededeling ontvangt van een goedgekeurde wijziging van een productdossier die tot een verandering van de in het register opgenomen informatie leidt, legt zij de nieuwe gegevens vast met ingang van de inwerkingtreding van het besluit tot goedkeuring van de wijziging.
3. Als een annulering van kracht wordt, schrapt de Commissie de naam uit het register en registreert zij de annulering.
4. Alle gegevens die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening in de in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 607/2009 bedoelde elektronische databank „e-Bacchus” staan, worden opgenomen in het elektronische register als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
5. Het register is toegankelijk voor het publiek.
AFDELING 5
Annulering
Artikel 13
Annuleringsverzoeken
1. Een verzoek tot annulering van de bescherming van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding als bedoeld in artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bevat:
a) |
de verwijzing naar de beschermde naam waarop het annuleringsverzoek betrekking heeft; |
b) |
de naam en de contactgegevens van de autoriteit of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de bescherming wenst te annuleren; |
c) |
een beschrijving van het rechtmatige belang van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de bescherming wenst te annuleren, behalve als het gaat om nationale autoriteiten die in de nationale rechtsorde rechtspersoonlijkheid hebben; |
d) |
een opgave van de annuleringsgronden; |
e) |
gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het annuleringsverzoek. |
Het verzoek kan zo nodig vergezeld gaan van ondersteunende documenten.
Een annuleringsverzoek wordt opgesteld aan de hand van het in bijlage VII vastgestelde formulier.
AFDELING 6
Gebruik van het symbool van de Unie
Artikel 14
Symbool van de Unie
Het symbool van de Unie voor een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding, als bedoeld in artikel 120, lid 1, onder e), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, wordt weergegeven als vastgesteld in bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014.
AFDELING 7
Controles
Artikel 15
Autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de verificatie van de naleving van het productdossier
1. Bij het verrichten van de controles waarin deze afdeling voorziet, voldoen de verantwoordelijke bevoegde autoriteiten en controleorganen aan de in Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde eisen.
2. Voor beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen die verband houden met een geografisch gebied in een derde land, wordt de jaarlijkse verificatie van de naleving van het productdossier tijdens de productiefase en tijdens of na het verpakken van de wijn uitgevoerd door:
a) |
een of meer door het derde land aangewezen overheidsinstanties, of |
b) |
een of meer certificerende instanties. |
3. De in artikel 90, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde controleorganen en de in lid 2, onder b), van dit artikel bedoelde certificerende instanties voldoen aan en zijn geaccrediteerd volgens de internationale norm ISO/IEC 17065:2012.
In afwijking van lid 1 is Cyprus, voor een periode van twee jaar met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening, niet gebonden aan de verplichting om te voldoen aan en te zijn geaccrediteerd volgens de internationale norm ISO/IEC 17065:2012.
4. De in artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde autoriteit en de in lid 2, onder a), van dit artikel bedoelde overheidsinstanties bieden bij het verifiëren van de naleving van het productdossier afdoende garanties inzake objectiviteit en onpartijdigheid en beschikken over gekwalificeerd personeel en voldoende middelen voor de uitoefening van hun taken.
5. Elke marktdeelnemer die een product met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wenst te produceren of, indien van toepassing, te verpakken, of een deel van die activiteiten wenst uit te voeren, brengt dit ter kennis van de in artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde bevoegde autoriteit.
6. De lidstaten mogen de marktdeelnemers bij wie controles worden verricht, een vergoeding aanrekenen voor de financiering van de kosten van de oprichting en de werking van het controlesysteem.
Artikel 16
Door de lidstaten te verrichten acties om onrechtmatig gebruik van beschermde oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen te voorkomen
De lidstaten voeren op risicoanalyse gebaseerde controles uit om onrechtmatig gebruik van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen op producten die op hun grondgebied worden geproduceerd en verhandeld, te voorkomen of te beëindigen.
De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om niet-naleving aan te pakken, met inbegrip van administratieve en gerechtelijke maatregelen.
De lidstaten wijzen de autoriteiten die met het nemen van die maatregelen belast worden, aan overeenkomstig door elke afzonderlijke lidstaat vast te stellen procedures. De aangewezen autoriteiten bieden adequate waarborgen inzake objectiviteit en onpartijdigheid en beschikken over gekwalificeerd personeel en voldoende middelen voor de uitoefening van hun taken.
Artikel 17
Mededelingen tussen de lidstaten en de Commissie
De lidstaten delen de Commissie de gegevens mee van de in artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde bevoegde autoriteit, met inbegrip van de in artikel 16 van de onderhavige verordening bedoelde autoriteiten en in voorkomend geval de in artikel 90, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde controleorganen. De Commissie maakt de namen en adressen van de bevoegde autoriteit, autoriteiten of controleorganen openbaar.
Artikel 18
Mededelingen tussen derde landen en de Commissie
Als wijnen uit een derde land een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding hebben, stuurt het betrokken derde land de Commissie, op haar verzoek, het volgende toe:
a) |
informatie over de aangewezen autoriteiten of de certificerende instanties die tijdens de productie en tijdens of na het verpakken van de wijn de jaarlijkse verificatie van de naleving van het productdossier verrichten; |
b) |
informatie over de aspecten waarop de controles betrekking hebben; |
c) |
het bewijs dat de betrokken wijn voldoet aan de voorwaarden van de desbetreffende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. |
Artikel 19
Jaarlijkse verificatie
1. De jaarlijkse verificatie die wordt verricht door de bevoegde autoriteit of de controleorganen als bedoeld in artikel 90, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1306/2013, omvat het volgende:
a) |
voor producten met een oorsprongsbenaming: een organoleptisch en een analytisch onderzoek; |
b) |
voor producten met een geografische aanduiding: enkel een analytisch onderzoek of zowel een organoleptisch als een analytisch onderzoek; |
c) |
een controle op de naleving van de andere voorwaarden van het productdossier. |
De jaarlijkse verificatie wordt verricht in de lidstaat waar volgens het productdossier de productie plaatsvindt, en wordt uitgevoerd middels een of meer van de volgende methoden:
a) |
op een risicoanalyse gebaseerde aselecte controles; |
b) |
steekproeven; |
c) |
systematische controles. |
Als lidstaten ervoor kiezen aselecte controles te verrichten als bedoeld in de tweede alinea, onder a), selecteren zij het minimale aantal marktdeelnemers dat moet worden gecontroleerd.
Als lidstaten ervoor kiezen steekproefsgewijs te controleren als bedoeld in de tweede alinea, onder b), zien zij erop toe dat de steekproeven qua aantal, aard en frequentie van de controles representatief zijn voor het hele betrokken afgebakende geografische gebied en in overeenstemming zijn met de hoeveelheid wijnbouwproducten die in de handel is gebracht of met het oog daarop in voorraad wordt gehouden.
2. De in lid 1, eerste alinea, onder a) en b), bedoelde onderzoeken worden verricht op anonieme steekproeven en moeten aantonen dat het onderzochte product de kenmerken en kwaliteiten bezit die in het productdossier voor de desbetreffende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding zijn beschreven.
De onderzoeken worden uitgevoerd in ongeacht welke fase van het productieproces en, in voorkomend geval, in de verpakkingsfase. Elke steekproef is representatief voor de betrokken wijnen die door de marktdeelnemer in voorraad worden gehouden.
3. Om de naleving van het productdossier te controleren als bedoeld in lid 1, eerste alinea, onder c), verricht de controleautoriteit:
a) |
een controle ter plaatse bij de marktdeelnemers, waarbij zij nagaat of de marktdeelnemers werkelijk aan de voorwaarden van het productdossier kunnen voldoen, en |
b) |
een controle op de producten in ongeacht welke fase van het productieproces en, in voorkomend geval, in de verpakkingsfase, volgens een vooraf door de controleautoriteit opgesteld inspectieplan dat elke productiefase omvat en waarvan de marktdeelnemers in kennis zijn gesteld. |
4. De jaarlijkse verificatie garandeert dat voor een product geen op dat product betrekking hebbende beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt gebruikt tenzij:
a) |
uit de resultaten van de in lid 1, eerste alinea, onder a) en b), en in lid 2 bedoelde onderzoeken blijkt dat het betrokken product aan de voorwaarden van het productdossier voldoet en alle desbetreffende kenmerken van de betrokken oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bezit; |
b) |
de controles die overeenkomstig lid 3 zijn verricht, bevestigen dat aan de andere voorwaarden die in het productdossier zijn vermeld, is voldaan. |
5. Als het om een grensoverschrijdende beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding gaat, mag de verificatie worden verricht door een controleautoriteit van eender welke betrokken lidstaat.
6. Producten die niet aan de in de leden 1 tot en met 5 vastgestelde voorwaarden voldoen, mogen in de handel worden gebracht, maar zonder de desbetreffende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding en voor zover zij in overeenstemming zijn met de overige wettelijke vereisten.
7. In afwijking van lid 1 mag de jaarlijkse verificatie in de fase van de verpakking van het product worden verricht op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat waar de productie heeft plaatsgevonden, in welk geval artikel 43 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van toepassing is.
De bevoegde autoriteiten of controleorganen van verschillende lidstaten die met de controle van een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding belast zijn, werken samen, met name om te garanderen dat, wat de verpakkingsverplichtingen betreft, de marktdeelnemers die zijn gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat waarin de wijn met de als beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding geregistreerde naam wordt geproduceerd, aan de controleverplichtingen van het betrokken productdossier voldoen.
8. De leden 1 tot en met 5 zijn van toepassing op wijnen die een voorlopige nationale bescherming op grond van artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 genieten.
Artikel 20
Analytisch en organoleptisch onderzoek
De analytische en organoleptische onderzoeken als bedoeld in artikel 19, lid 1, eerste alinea, onder a) en b), bestaan uit:
a) |
een fysische en chemische analyse van de betrokken wijn waarbij de volgende kenmerkende eigenschappen worden gemeten:
|
b) |
een aanvullende analyse van de betrokken wijn waarbij de volgende kenmerkende eigenschappen worden gemeten:
|
c) |
een organoleptisch onderzoek van uitzicht, geur en smaak. |
HOOFDSTUK III
TRADITIONELE AANDUIDINGEN
AFDELING 1
Beschermingsaanvraag
Artikel 21
Beschermingsaanvraag
1. De aanvraag tot bescherming van een traditionele aanduiding wordt overeenkomstig artikel 30, lid 3, aan de Commissie meegedeeld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of van de derde landen of door in de derde landen gevestigde representatieve beroepsorganisaties.
2. Als de aanvraag wordt ingediend door een representatieve beroepsorganisatie die in een derde land is gevestigd, deelt de aanvrager de Commissie overeenkomstig artikel 30, lid 3, de gegevens van die beroepsorganisatie en haar leden mee. De Commissie maakt deze informatie openbaar.
AFDELING 2
Bezwaarprocedure
Artikel 22
Indiening van een bezwaarschrift
1. Binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop de in artikel 28, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bedoelde uitvoeringshandeling in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, kan elke lidstaat, elk derde land of elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang een bezwaarschrift indienen tegen de aanvraag tot bescherming van de betrokken traditionele aanduiding.
2. Een bezwaarschrift wordt aan de Commissie meegedeeld overeenkomstig artikel 30, lid 3.
Artikel 23
Documenten ter staving van een bezwaar
1. Een naar behoren gemotiveerd bezwaarschrift bevat gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het bezwaar en gaat vergezeld van de desbetreffende ondersteunende documenten.
2. Als het bezwaar wordt gemaakt omdat er reeds een handelsmerk met faam en bekendheid bestaat, gaat het bezwaarschrift vergezeld van:
a) |
een bewijs van het depot of de registratie van dat bestaande handelsmerk of een bewijs van het gebruik ervan, en |
b) |
een bewijs van de faam en bekendheid ervan. |
De informatie en de bewijsstukken die moeten worden verstrekt om het gebruik van een reeds bestaand handelsmerk aan te tonen, hebben betrekking op de plaats, de duur, de omvang en de aard van dat gebruik en op de faam en bekendheid van dat handelsmerk.
3. Als de gegevens over de verworven rechten waarop aanspraak wordt gemaakt, de bezwaargronden, de feiten, de bewijsstukken, de opmerkingen of de ondersteunende documenten als bedoeld in de leden 1 en 2, niet worden voorgelegd op de datum waarop het bezwaarschrift wordt ingediend, of als sommige gegevens of documenten ontbreken, stelt de Commissie de autoriteit of de persoon die het bezwaar heeft ingediend, daarvan in kennis en verzoekt zij haar of hem de geconstateerde tekortkomingen binnen twee maanden te verhelpen. Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn zijn verholpen, verklaart de Commissie het bezwaar onontvankelijk. Het besluit om het bezwaar als onontvankelijk af te wijzen wordt gemeld aan de autoriteit of de persoon die bezwaar heeft ingediend en aan de autoriteiten van de lidstaat en van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde representatieve beroepsorganisatie.
Artikel 24
Het maken van opmerkingen door de partijen
1. Wanneer de Commissie een bezwaar dat niet overeenkomstig artikel 23, lid 3, is afgewezen, meedeelt aan de aanvrager die de beschermingsaanvraag heeft ingediend, maakt de aanvrager zijn opmerkingen binnen twee maanden na de datum van die mededeling.
2. Als de Commissie de partijen in de loop van haar onderzoek van een bezwaar daartoe verzoekt, maken de partijen binnen een termijn van twee maanden na de datum van dat verzoek zo nodig opmerkingen over de van de andere partijen ontvangen mededelingen.
AFDELING 3
Bescherming van traditionele aanduidingen
Artikel 25
Registratie
1. Bij de inwerkingtreding van een besluit waarbij een traditionele aanduiding wordt beschermd, neemt de Commissie de volgende gegevens op in het elektronische register van beschermde traditionele aanduidingen:
a) |
de naam die als traditionele aanduiding moet worden beschermd; |
b) |
het type traditionele aanduiding overeenkomstig artikel 112 van Verordening (EU) nr. 1308/2013; |
c) |
de in artikel 24 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bedoelde taal; |
d) |
de categorie of categorieën wijnbouwproducten waarop de bescherming betrekking heeft; |
e) |
een verwijzing naar de nationale wetgeving van de lidstaat of het derde land waar de traditionele aanduiding in de regelgeving is opgenomen en gedefinieerd, of naar de voorschriften die van toepassing zijn op de wijnproducenten in het derde land, met inbegrip van de voorschriften van representatieve beroepsorganisaties, wanneer in dat derde land geen nationale wetgeving bestaat; |
f) |
een samenvatting van de definitie of de gebruiksvoorwaarden; |
g) |
de naam van het land of de landen van oorsprong; |
h) |
de datum van opneming in het register. |
2. Het elektronisch register van beschermde traditionele aanduidingen wordt ter beschikking van het publiek gesteld.
Artikel 26
Handhaving van de bescherming
Met het oog op de toepassing van artikel 113 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 nemen de bevoegde nationale autoriteiten bij onrechtmatig gebruik van een beschermde traditionele aanduiding, op eigen initiatief of op verzoek van een partij, alle maatregelen die nodig zijn om het in de handel brengen van de betrokken producten, met inbegrip van de uitvoer ervan, te voorkomen of te stoppen.
AFDELING 4
Wijziging en annulering
Artikel 27
Wijzigingsverzoek
1. De artikelen 21 tot en met 24 zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek tot wijziging van een beschermde traditionele aanduiding.
2. Wanneer de Commissie een wijziging van een traditionele aanduiding goedkeurt, legt zij de nieuwe specificaties vast met ingang van de datum van inwerkingtreding van de uitvoeringshandeling tot goedkeuring van de wijziging.
Artikel 28
Annuleringsverzoek
1. Een verzoek tot annulering van de bescherming van een traditionele aanduiding bevat:
a) |
de verwijzing naar de traditionele aanduiding waarop het verzoek betrekking heeft; |
b) |
de naam en de contactgegevens van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de bescherming wenst te annuleren; |
c) |
een beschrijving van het rechtmatige belang van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het annuleringsverzoek indient; |
d) |
een opgave van de annuleringsgronden als bedoeld in artikel 36 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33; |
e) |
gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het annuleringsverzoek. |
Het verzoek kan zo nodig vergezeld gaan van ondersteunende documenten.
2. Als de gegevens over de annuleringsgronden, de feiten, de bewijsstukken, de opmerkingen en de ondersteunende documenten als bedoeld in lid 1, niet samen met het annuleringsverzoek worden voorgelegd, stelt de Commissie de opsteller van het annuleringsverzoek daarvan in kennis en verzoekt zij hem de geconstateerde tekortkomingen binnen twee maanden te verhelpen.
Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn zijn verholpen, acht de Commissie het annuleringsverzoek onontvankelijk en wijst zij het af. Het besluit waarin wordt gesteld dat het verzoek onontvankelijk is, wordt gemeld aan de opsteller van het annuleringsverzoek.
Artikel 29
Onderzoek van een annuleringsverzoek
1. Als de Commissie het annuleringsverzoek niet onontvankelijk acht overeenkomstig artikel 28, lid 2, stelt zij de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van het annuleringsverzoek en nodigt zij hen of hem uit om opmerkingen te maken binnen twee maanden na de datum van haar verzoek. Alle opmerkingen die binnen die twee maanden worden ontvangen, worden aan de opsteller van het verzoek meegedeeld.
In de loop van het onderzoek van een annuleringsverzoek nodigt de Commissie de partijen uit om binnen twee maanden na de datum van haar verzoek opmerkingen te maken over de van de andere partijen ontvangen mededelingen.
2. Als de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land, de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager of de opsteller van een annuleringsverzoek vervolgens geen opmerkingen maken of de vastgestelde termijnen niet naleven, neemt de Commissie een besluit betreffende het annuleringsverzoek.
3. De Commissie neemt haar besluit om de bescherming van de betrokken traditionele aanduiding te annuleren op basis van de gegevens waarover zij beschikt. Zij gaat na of aan de in artikel 36 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 genoemde gronden is voldaan.
Het besluit om de bescherming van de traditionele aanduiding te annuleren, wordt gemeld aan de opsteller van het annuleringsverzoek en aan de betrokken autoriteiten van de lidstaat of van het derde land.
4. Als ten aanzien van een traditionele aanduiding meerdere annuleringsverzoeken worden ingediend en uit een eerste onderzoek van een of meer van die verzoeken kan worden geconcludeerd dat het niet langer mogelijk is de traditionele aanduiding verder te beschermen, kan de Commissie de overige annuleringsprocedures schorsen. De Commissie stelt de partijen die de andere annuleringsverzoeken hebben ingediend, in kennis van alle tijdens de procedure genomen besluiten die voor hen van belang zijn.
Als een besluit tot annulering van een traditionele aanduiding wordt vastgesteld, worden de geschorste annuleringsprocedures geacht te zijn afgesloten en worden de opstellers van de betrokken annuleringsverzoeken daarvan naar behoren in kennis gesteld.
5. Als een besluit tot annulering van een traditionele aanduiding van kracht wordt, schrapt de Commissie de naam uit het register en registreert zij de annulering.
HOOFDSTUK IV
MEDEDELINGEN, BEKENDMAKING EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 30
Mededelingen tussen de Commissie, de lidstaten, derde landen en andere marktdeelnemers
1. De documenten en informatie die vereist zijn voor de uitvoering van hoofdstuk II worden aan de Commissie meegedeeld als volgt:
a) |
voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten: via de informatiesystemen die door de Commissie ter beschikking zijn gesteld overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185; |
b) |
voor de bevoegde autoriteiten en representatieve beroepsorganisaties van derde landen en de natuurlijke personen of rechtspersonen die in het kader van deze verordening een rechtmatig belang hebben: via e-mail, met gebruikmaking van de formulieren in de bijlagen I tot en met VII. |
2. In afwijking van lid 1, onder a), leggen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de met redenen omklede bezwaarschriften, de kennisgevingen van het resultaat van het overleg dat is gepleegd om in het kader van een bezwaarprocedure overeenstemming te bereiken, en de annuleringsverzoeken, als bedoeld in respectievelijk de artikelen 11, 12 en 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 aan de Commissie voor via e-mail, met gebruikmaking van de formulieren in respectievelijk bijlagen II, III en VII bij de onderhavige verordening.
3. De documenten en informatie die vereist zijn voor de uitvoering van hoofdstuk III, worden aan de Commissie meegedeeld via e-mail, met gebruikmaking van de formulieren in de bijlagen VIII tot en met XI.
4. De Commissie deelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten informatie mee, en stelt hun die ter beschikking, via de informatiesystemen die zij overeenkomstig lid 1, onder a), heeft opgezet. De Commissie deelt informatie in het kader van de procedures als bedoeld in lid 1, onder b), en de leden 2 en 3, aan de lidstaten, de bevoegde autoriteiten en representatieve beroepsorganisaties van derde landen en de natuurlijke personen of rechtspersonen die in het kader van deze verordening een rechtmatig belang hebben, mee via e-mail.
De lidstaten, de bevoegde autoriteiten en representatieve beroepsorganisaties van derde landen en de natuurlijke personen of rechtspersonen die in het kader van deze verordening een rechtmatig belang hebben, kunnen zich via de twee in bijlage XII vermelde e-mailadressen tot de Commissie wenden om informatie te krijgen over de praktische aspecten inzake de toegang tot de informatiesystemen, over de communicatiemethoden en over de wijze waarop de voor de uitvoering van de hoofdstukken II en III vereiste informatie ter beschikking moet worden gesteld.
Artikel 31
Indiening en ontvangst van mededelingen
1. De in artikel 30 bedoelde mededelingen en voorleggingen worden geacht te zijn verricht op de datum waarop zij door de Commissie worden ontvangen.
2. De Commissie zendt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een bevestiging van ontvangst van alle via de in artikel 30, lid 1, onder a), bedoelde informatiesystemen ontvangen mededelingen en ingediende dossiers toe via de informatiesystemen.
De Commissie kent een dossiernummer toe aan elke nieuwe beschermingsaanvraag en aanvraag voor een wijziging op het niveau van de Unie en aan elke mededeling betreffende aanvragen voor standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen.
De ontvangstbevestiging bevat ten minste:
a) |
het dossiernummer; |
b) |
de betrokken naam; |
c) |
de datum van ontvangst. |
Informatie en opmerkingen over die mededelingen en voorleggingen worden door de Commissie via de in artikel 30, lid 1, onder a), bedoelde informatiesystemen meegedeeld en ter beschikking gesteld.
3. De Commissie bevestigt de ontvangst van de via e-mail verrichte mededelingen en ingediende dossiers via e-mail.
Zij kent een dossiernummer toe aan elke nieuwe beschermingsaanvraag en aanvraag voor een wijziging op het niveau van de Unie en aan elke mededeling betreffende aanvragen voor standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen.
De ontvangstbevestiging bevat ten minste:
a) |
het dossiernummer; |
b) |
de betrokken naam; |
c) |
de datum van ontvangst. |
Informatie en opmerkingen over die mededelingen en voorleggingen worden door de Commissie via e-mail meegedeeld en ter beschikking gesteld.
4. Artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 en de artikelen 1 tot en met 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 zijn van overeenkomstige toepassing op de mededeling en de terbeschikkingstelling van informatie als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel.
Artikel 32
Openbaar te maken informatie
De informatie die de Commissie openbaar moet maken overeenkomstig deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 en de onderhavige verordening wordt openbaar gemaakt via de door de Commissie overeenkomstig artikel 30, lid 1, onder a), van deze verordening ter beschikking gestelde informatiesystemen.
Artikel 33
Bekendmaking van het besluit
Besluiten waarbij bescherming wordt verleend of afgewezen, en besluiten tot goedkeuring of afwijzing van wijzigingen op het niveau van de Unie, als bedoeld in hoofdstuk II, en besluiten waarbij bezwaren als onontvankelijk worden afgewezen, als bedoeld in artikel 111 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie L.
Besluiten waarbij bescherming wordt verleend of afgewezen, en besluiten tot goedkeuring of afwijzing van wijzigingen, als bedoeld in hoofdstuk III, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie L.
Artikel 34
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 oktober 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(3) Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (PB L 193 van 24.7.2009, blz. 60).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie (zie bladzijde 2 van dit Publicatieblad).
(6) Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17).
(8) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
(9) Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
(10) Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
(11) Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie van 11 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008, (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie (PB L 58 van 28.2.2018, blz. 1).
(12) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 100).
(13) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113).
BIJLAGE I
ENIG DOCUMENT
„NAAM”
PDO/PGI-XX-XXXX
Datum indiening: XX-XX-XXXX
1. Naam/namen waarvoor de registratie wordt aangevraagd:
…
2. Derde land waartoe het afgebakende gebied behoort:
…
3. Type geografische aanduiding:
…
4. Categorieën wijnbouwproducten:
…
5. Beschrijving van de wijn(en):
…
5.1. Organoleptische kenmerken:
Uitzicht
Geur
Smaak
5.2. Analytische kenmerken:
…
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Totale minimale zuurtegraad |
|
Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
6. Wijnbereidingsprocedés:
6.1. Specifieke oenologische procedés die bij de productie van de wijn(en) worden gebruikt, en voor die productie geldende beperkingen:
6.2. Maximumopbrengst per hectare:
7. Wijnstokras(sen) waarvan de wijn(en) is (zijn) verkregen:
…
8. Omschrijving van het afgebakende gebied:
…
9. Beschrijving van het verband (de verbanden):
…
10. Verdere toepasselijke voorschriften:
10.1. Specifieke verpakkingsvoorschriften:
10.2. Specifieke etiketteringsvoorschriften:
10.3. Aanvullende voorschriften:
11. Controles
11.1. Bevoegde autoriteiten of certificerende instanties die verantwoordelijk zijn voor de controles:
11.2. Specifieke taken van de bevoegde autoriteiten of certificerende instanties die verantwoordelijk zijn voor de controles:
BIJLAGE II
MET REDENEN OMKLEED BEZWAARSCHRIFT
[Kruis aan:] ☐ BOB ☐ BGA
1. Naam van het product
[zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad]
…
2. Officieel referentienummer
[zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad]
Referentienummer: …
Datum van bekendmaking in het Publicatieblad: …
3. Naam van de bezwaarmaker (persoon, organisatie, lidstaat of derde land)
…
4. Contactgegevens
Contactpersoon: Aanschrijftitel (de heer, mevrouw, …): … Naam: …
Groep/organisatie/individuele persoon: …
of nationale autoriteit:
Dienst: …
Adres: ...
Telefoon + …
E-mailadres: …
5. Rechtmatig belang (niet vereist voor nationale autoriteiten)
[Verstrek een verklaring waarin het rechtmatige belang van de bezwaarmaker wordt toegelicht. Nationale autoriteiten zijn van deze eis vrijgesteld.]
6. Redenen voor het bezwaar:
☐ De aanvraag tot bescherming, wijziging of annulering is onverenigbaar met de voorschriften inzake oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen omdat zij in strijd zou zijn met de artikelen 92 tot en met 95, artikel 105 of artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de op grond daarvan vastgestelde bepalingen.
☐ De aanvraag tot bescherming of wijziging is onverenigbaar met de voorschriften inzake oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen omdat registratie van de voorgestelde naam in strijd zou zijn met de artikel 100 of 101 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
☐ De aanvraag tot bescherming of wijziging is onverenigbaar met de voorschriften inzake oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen omdat registratie van de voorgestelde naam afbreuk zou doen aan de rechten van een merkhouder of van een gebruiker van een volledig homonieme naam of van een samengestelde naam waarvan één term identiek is aan de te registreren naam, of aan het bestaan van gedeeltelijk homonieme namen of andere op de te registreren naam lijkende namen die verwijzen naar wijnbouwproducten die legaal op de markt zijn geweest gedurende ten minste vijf jaar vóór de datum van bekendmaking als bedoeld in artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
7. Bijzonderheden over het bezwaar
[Geef gegronde redenen ter motivering, gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het bezwaar. Verstrek de nodige documenten wanneer het gaat om een bezwaar dat wordt gemaakt omdat er reeds een handelsmerk met faam en bekendheid bestaat (artikel 8, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34].
8. Lijst van ondersteunende documenten
[Verstrek een lijst van de documenten die ter staving van het bezwaar zijn toegestuurd.]
9. Datum en handtekening
[Naam]
[Dienst/organisatie]
[Adres]
[Telefoon + ]
[E-mailadres: ]
BIJLAGE III
KENNISGEVING VAN HET EINDE VAN HET OVERLEG IN HET KADER VAN EEN BEZWAARPROCEDURE
[Kruis aan:] ☐ BOB ☐ BGA
1. Naam van het product
[zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad]
2. Officiële referentie
[zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad]
Referentienummer:
Datum van bekendmaking in het Publicatieblad:
3. Naam van de bezwaarmaker (persoon, organisatie, lidstaat of derde land)
…
4. Resultaat van het overleg
4.1. Er werd overeenstemming bereikt met de volgende bezwaarmaker(s):
[Voeg een kopie bij van de brieven waaruit die overeenstemming blijkt en waarin alle factoren die tot de overeenstemming hebben geleid, worden vermeld (artikel 12, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33).]
4.2. Er werd geen overeenstemming bereikt met de volgende bezwaarmaker(s):
[Voeg de in artikel 12, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 bedoelde informatie toe].
5. Productdossier en enig document
5.1. Het productdossier is gewijzigd:
… Ja * … Neen
* |
Zo „Ja”, voeg een beschrijving van de wijzigingen en het gewijzigde productdossier bij. |
5.2. Het enig document is gewijzigd:
… Ja ** … Neen
** |
Zo „Ja”, voeg een exemplaar van het bijgewerkte document bij. |
6. Datum en handtekening
[Naam]
[Dienst/organisatie]
[Adres]
[Telefoon + ]
[E-mailadres: ]
BIJLAGE IV
AANVRAAG VOOR EEN WIJZIGING OP HET NIVEAU VAN DE UNIE VAN HET PRODUCTDOSSIER
[Geregistreerde naam] „…”…
EU-nr.: [wordt ingevuld door de EU]
[Kruis aan:] ☐ BOB ☐ BGA
1. Aanvrager en rechtmatig belang
[Naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres van de aanvrager die de wijziging voorstelt. Verstrek ook een verklaring waarin het rechtmatige belang van de aanvrager wordt toegelicht.]
2. Derde land waartoe het afgebakende gebied behoort
…
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben:
☐ Naam van het product
☐ Categorie wijnbouwproduct
☐ Verband
☐ Beperkingen op het in de handel brengen
4. Aard van de wijziging(en)
[Verstrek een verklaring waarin wordt toegelicht waarom de wijziging(en) onder de definitie van „wijziging op het niveau van de Unie” van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 valt/vallen.]
5. Wijziging(en)
[Geef een uitvoerige beschrijving van en de specifieke redenen voor elke wijziging. De wijzigingsaanvraag moet begrijpelijk en volledig zijn. De in dit punt verstrekte informatie moet volledig zijn, zoals bepaald in artikel 16, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33].
6. Bijlagen
6.1. Het geconsolideerde en naar behoren ingevulde enig document, zoals gewijzigd.
6.2. De geconsolideerde versie van het productdossier zoals die is bekendgemaakt, of de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier.
BIJLAGE V
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
[Geregistreerde naam] „…”…
EU-nr.: [wordt ingevuld door de EU]
[Kruis aan:] ☐ BOB ☐ BGA
1. Afzender
De individuele producent, de groep producenten met een rechtmatig belang of de autoriteiten van het derde land waartoe het afgebakende gebied behoort (zie artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34).
2. Beschrijving van de goedgekeurde wijziging(en)
[Geef een beschrijving van en de redenen voor de standaardwijziging(en), alsmede een verklaring waarin wordt toegelicht waarom de wijziging(en) onder de definitie van „standaardwijziging” van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 valt/vallen.]
3. Derde land waartoe het afgebakende gebied behoort
…
4. Bijlagen
4.1. De aanvraag voor de goedgekeurde standaardwijziging
4.2. Het besluit tot goedkeuring van de standaardwijziging
4.3. Het bewijs dat de wijziging van toepassing is in het derde land
4.4. Het geconsolideerde enig document, zoals gewijzigd, indien van toepassing
4.5. Een exemplaar van de geconsolideerde versie van het productdossier zoals die is bekendgemaakt, of de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
BIJLAGE VI
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN TIJDELIJKE WIJZIGING
[Geregistreerde naam] „…”
EU-nr.: [wordt ingevuld door de EU]
[Kruis aan:] ☐ BOB ☐ BGA
1. Afzender
De individuele producent, de groep producenten met een rechtmatig belang of de autoriteiten van het derde land waartoe het afgebakende gebied behoort (zie artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34).
2. Beschrijving van de goedgekeurde wijziging(en)
[Geef een beschrijving van en de specifieke redenen voor de tijdelijke wijziging(en), met inbegrip van de referentie van de formele erkenning van de natuurramp of de ongunstige weersomstandigheden door de bevoegde autoriteiten of van de oplegging van verplichte sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Verstrek ook een verklaring waarin wordt toegelicht waarom de wijziging(en) onder de definitie van „tijdelijke wijziging” van artikel 14, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 valt/vallen.]
3. Derde land waartoe het afgebakende gebied behoort
…
4. Bijlagen
4.1. De aanvraag voor de goedgekeurde tijdelijke wijziging
4.2. Het besluit tot goedkeuring van de tijdelijke wijziging
4.3. Het bewijs dat de wijziging van toepassing is in het derde land
BIJLAGE VII
ANNULERINGSVERZOEK
[Geregistreerde naam:] „…”
EU-nr.: [wordt ingevuld door de EU]
[Kruis aan:] ☐ BGA ☐ BOB
1. Geregistreerde naam waarvoor om annulering wordt verzocht
…
2. Lidstaat of derde land waartoe het afgebakende gebied behoort
…
3. Persoon, organisatie, lidstaat of derde land die/dat het annuleringsverzoek indient
[Naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres van de natuurlijke personen, rechtspersonen of producenten die om annulering verzoeken (voor verzoeken met betrekking tot namen uit derde landen: verstrek ook naam en adres van de autoriteiten of de certificerende instanties die de naleving van het productdossier controleren). Verstrek ook een verklaring waarin het rechtmatige belang van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die om annulering verzoekt, wordt toegelicht (dit is niet vereist voor nationale autoriteiten met rechtspersoonlijkheid).]
4. Annuleringsgronden
☐ De naleving van het betrokken productdossier is niet langer gegarandeerd (artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013).
☐ De naleving van het betrokken productdossier is niet langer gegarandeerd om de specifieke reden dat in de voorbije zeven opeenvolgende jaren geen product met de beschermde naam op de markt is gebracht (artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, in samenhang met artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.
5. Bijzonderheden van het annuleringsverzoek
[Geef gegronde redenen ter motivering van het annuleringsverzoek, gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van de annulering. Leg zo nodig ondersteunende documentatie over.]
6. Lijst van de ondersteunende documentatie
[Verstrek een lijst van de documentatie die ter staving van het annuleringsverzoek is toegestuurd.]
7. Datum en handtekening
[Naam]
[Dienst/organisatie]
[Adres]
[Telefoon + ]
[E-mailadres: ]
BIJLAGE VIII
AANVRAAG TOT BESCHERMING VAN EEN TRADITIONELE AANDUIDING
Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …
Taal van de aanvraag …
Dossiernummer …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Aanvrager
Bevoegde autoriteit van de lidstaat (*)
Bevoegde autoriteit van het derde land (*)
Representatieve beroepsorganisatie (*)
[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]
Adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …
Juridische entiteit (moet worden ingevuld voor representatieve beroepsorganisaties) …
Nationaliteit …
Telefoon, fax, e-mail …
Traditionele aanduiding waarvoor bescherming wordt gevraagd ...
Traditionele aanduiding krachtens artikel 112, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 (*)
Traditionele aanduiding krachtens artikel 112, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 (*)
[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]
Taal …
Lijst van de betrokken beschermde oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen ….
Categorieën wijnbouwproducten …
Definitie …
Exemplaar van de voorschriften
[moet worden bijgevoegd]
Naam van de ondertekenaar …
Handtekening …
BIJLAGE IX
BEZWAAR TEGEN EEN AANVRAAG TOT BESCHERMING VAN EEN TRADITIONELE AANDUIDING
Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …
Taal van het bezwaarschrift …
Dossiernummer …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Traditionele aanduiding waartegen bezwaar wordt aangetekend …
Bezwaarmaker
Naam van de bezwaarmaker (lidstaat of derde land, of elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang)
Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …
Nationaliteit …
Telefoon, fax, e-mail …
Bemiddelende instantie
— |
Lidsta(a)t(en) (*) |
— |
Autoriteit van het derde land (facultatief) (*) |
[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]
Naam van de bemiddelende instantie(s) …
Volledig(e) adres(sen) (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …
Verworven rechten
— |
Beschermde oorsprongsbenaming (*) |
— |
Beschermde geografische aanduiding (*) |
— |
Nationale geografische aanduiding (*) [(*) Doorhalen wat niet van toepassing is] Naam … Registratienummer … Datum van registratie (DD/MM/JJJJ) … |
— |
Handelsmerk Symbool … Lijst van producten en diensten … Registratienummer … Datum van registratie … Land van oorsprong … Faam/bekendheid (*) … [(*) Doorhalen wat niet van toepassing is] |
Bezwaargronden
— |
Artikel 27 van Gedelegeerde Verordening (*) |
— |
Artikel 32, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (*) |
— |
Artikel 33, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (*) |
— |
Artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (*) |
[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]
Toelichting bij de bezwaargrond(en) …
[Geef gegronde redenen ter motivering, gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het bezwaar. Verstrek de nodige documenten wanneer het gaat om een bezwaar dat wordt gemaakt omdat er reeds een handelsmerk met faam en bekendheid bestaat.]
Naam van de ondertekenaar …
Handtekening …
BIJLAGE X
AANVRAAG TOT WIJZIGING VAN EEN TRADITIONELE AANDUIDING
Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …
Taal van de wijzigingsaanvraag …
Dossiernummer …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Traditionele aanduiding waarvoor de wijziging wordt gevraagd …
Naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de wijziging aanvraagt …
Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …
Nationaliteit …
Telefoon, fax, e-mail …
Beschrijving van de wijziging …
Toelichting van de redenen voor de wijziging
[Geef gegronde redenen ter motivering, gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van de wijziging.]
Naam van de ondertekenaar …
Handtekening …
BIJLAGE XI
VERZOEK TOT ANNULERING VAN EEN TRADITIONELE AANDUIDING
Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …
Taal van het annuleringsverzoek …
Dossiernummer …
[wordt door de Commissie ingevuld]
Traditionele aanduiding waarvan annulering wordt gevraagd …
Opsteller van het annuleringsverzoek
Naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die om annulering verzoekt …
Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …
Nationaliteit …
Telefoon, fax, e-mail …
Rechtmatig belang van de opsteller van het verzoek …
Annuleringsgronden
— |
Artikel 27 van Gedelegeerde Verordening (*) |
— |
Artikel 32, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (*) |
— |
Artikel 33, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (*) |
— |
Artikel 33, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (*) |
— |
Artikel 36, onder b), van Gedelegeerde Verordening (*) |
[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]
Toelichting bij de annuleringsgrond(en) …
[Geef gegronde redenen ter motivering, gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van de annulering. Verstrek de nodige documenten wanneer het gaat om een annulering omdat er reeds een handelsmerk met faam en bekendheid bestaat.]
Naam van de ondertekenaar …
Handtekening …
BIJLAGE XII
DEEL A
PRAKTISCHE ASPECTEN INZAKE COMMUNICATIE EN BEKENDMAKING IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HOOFDSTUK II, ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 30, LID 4, TWEEDE ALINEA
Om informatie te verkrijgen over de praktische aspecten inzake de toegang tot de informatiesystemen, over de communicatiemethoden en over de wijze waarop de voor de uitvoering van hoofdstuk II vereiste informatie ter beschikking moet worden gesteld, als bedoeld in artikel 30, lid 4, tweede alinea, nemen de bij de onderhavige verordening betrokken autoriteiten en personen contact op met de Commissie via het volgende e-mailadres:
Functionele mailbox: AGRI-CONTACT-E-Ambrosia@ec.europa.eu
DEEL B
PRAKTISCHE ASPECTEN INZAKE COMMUNICATIE EN BEKENDMAKING IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HOOFDSTUK III, ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 30, LID 4, TWEEDE ALINEA
Om informatie te verkrijgen over de praktische aspecten inzake de toegang tot de informatiesystemen, over de communicatiemethoden en over de wijze waarop de voor de uitvoering van hoofdstuk III vereiste informatie ter beschikking moet worden gesteld, als bedoeld in artikel 30, lid 4, tweede alinea, nemen de bij de onderhavige verordening betrokken autoriteiten en personen contact op met de Commissie via het volgende e-mailadres:
Functionele mailbox: AGRI-CONTACT-EBACCHUS@ec.europa.eu
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/77 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/35 VAN DE COMMISSIE
van 8 januari 2019
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 15, lid 5, en artikel 63, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (2) bevat voorschriften voor meer uitgebreide officiële controles die op een aangewezen punt van binnenkomst („APB”) op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 vermelde grondgebieden moeten worden uitgevoerd op de invoer van de in de lijst van bijlage I bij die Verordening („de lijst”) opgenomen diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong. |
(2) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 669/2009 zijn de lidstaten verplicht om twee keer per jaar een verslag over de zendingen op de lijst vermelde diervoeders en levensmiddelen bij de Commissie in te dienen, met onder andere de gegevens van elke zending, het aantal zendingen waarvan monsters zijn genomen voor analyse en de resultaten van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 669/2009 uitgevoerde officiële controles. Bepaalde lidstaten registreren de door de respectievelijke bevoegde autoriteiten afgegeven gemeenschappelijke documenten van binnenkomst overeenkomstig Verordening (EG) nr. 669/2009 op vrijwillige basis in het bij de Beschikkingen 2003/24/EG (3) en 2004/292/EG (4) van de Commissie ingestelde Traces-systeem (Trade Control and Expert System), en verstrekken de Commissie op die manier informatie over de gegevens van elke zending, het aantal zendingen waarvan monsters zijn genomen voor analyse en de resultaten van de bij Verordening (EG) nr. 669/2009 vastgestelde controles. Wanneer lidstaten tijdens de in Verordening (EG) nr. 669/2009 vastgelegde rapportageperiode de overeenkomstig die verordening afgegeven gemeenschappelijke documenten van binnenkomst in Traces registeren, moet derhalve worden geacht aan de rapportageverplichting te zijn voldaan. |
(3) |
In artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt een overgangsperiode vastgesteld waarin de minimumvereisten voor de APB's geleidelijk kunnen worden toegepast en overeenstemmings- en materiële controles mogen worden uitgevoerd op andere controlepunten dan de APB's. Deze overgangsperiode is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 718/2014 van de Commissie (5) verlengd tot 14 augustus 2019, in afwachting van de resultaten van de herziening van de bepalingen die van toepassing zijn op APB's en op grenscontroles in het algemeen. Die herziening heeft geleid tot de vaststelling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (6), die van toepassing is met ingang 14 december 2019. In die verordening is vastgelegd dat gedelegeerde handelingen moeten worden vastgesteld in verband met voorschriften ter bepaling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten de overeenstemmings- en materiële controles van zendingen van goederen waarvoor tijdelijk meer officiële controles vereist zijn, op andere controlepunten dan grenscontroleposten kunnen uitvoeren. Aangezien die voorschriften op 14 december 2019 van kracht worden, is het nodig dat de huidige overgangsperiode wordt verlengd tot de dag vóór die datum. |
(4) |
Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bepaalt dat de lijst in bijlage I bij die verordening regelmatig en ten minste halfjaarlijks moet worden herzien, waarbij rekening wordt gehouden met de in dat artikel vermelde informatiebronnen. |
(5) |
Uit de frequentie en de relevantie van de recente incidenten met levensmiddelen die zijn gemeld via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders, zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (7), uit informatie betreffende de door de lidstaten uitgevoerde officiële controles van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en uit overeenkomstig met artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009 door de lidstaten bij de Commissie ingediende halfjaarlijkse verslagen over zendingen van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong, blijkt dat de lijst moet worden gewijzigd. |
(6) |
Met name voor zendingen van aubergines uit de Dominicaanse Republiek, bonen uit Kenia en pepers (andere dan niet-scherpsmakende) uit Uganda doen zich volgens de desbetreffende informatiebronnen vanwege mogelijke verontreiniging door residuen van bestrijdingsmiddelen nieuwe risico's voor de menselijke gezondheid voor, die de invoering van meer uitgebreide officiële controles rechtvaardigen. Daarnaast doen zich volgens de desbetreffende informatiebronnen voor zendingen van zwarte peper uit Brazilië, niet-scherpsmakende pepers uit China en sesamzaad uit Ethiopië vanwege mogelijke besmetting met salmonella nieuwe risico's voor de menselijke gezondheid voor, die de invoering van meer uitgebreide officiële controles rechtvaardigen. Daarom moeten in de lijst vermeldingen betreffende die zendingen worden opgenomen. |
(7) |
Bovendien is het nodig de vermeldingen voor goederen die volgens de beschikbare informatie over het algemeen in toereikende mate aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften van de wetgeving van de Unie voldoen en waarvoor meer uitgebreide officiële controles bijgevolg niet langer nodig zijn, te schrappen. De vermelding in de lijst betreffende ananassen uit Benin moet derhalve worden geschrapt. |
(8) |
Het is bovendien nodig de frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles te verhogen voor goederen die volgens de desbetreffende informatie niet aan de relevante veiligheidsvoorschriften van de wetgeving van de Unie voldoen en waarvoor bijgevolg meer uitgebreide officiële controles nodig zijn. De vermeldingen op de lijst betreffende niet-scherpsmakende pepers en pepers (andere dan niet-scherpsmakende) uit Egypte, pepers (andere dan niet-scherpsmakende) uit India en Pakistan, pepers (niet-scherpsmakende of andere dan niet-scherpsmakende) uit Sri Lanka en hazelnoten uit Georgië moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
Het toepassingsgebied van de vermelding betreffende hazelnoten uit Georgië moet worden uitgebreid tot andere vormen van het product dan de vormen die momenteel in de lijst zijn opgenomen, indien die andere vormen hetzelfde risico inhouden. Daarom is het nodig de bestaande vermelding betreffende hazelnoten uit Georgië te wijzigen teneinde daarin meel, gries en poeder van hazelnoten en hazelnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd, op te nemen. |
(10) |
Om de samenhang en duidelijkheid te waarborgen moet bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 669/2009
Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 15 wordt het volgende lid 4 toegevoegd: „4. Aan de in de leden 1 en 2 vastgestelde rapportageverplichtingen moet worden geacht te zijn voldaan wanneer lidstaten de door de respectievelijke bevoegde autoriteiten afgegeven gemeenschappelijke documenten van binnenkomst overeenkomstig deze verordening in Traces hebben geregistreerd tijdens de in lid 1 vastgelegde rapportageperiode.”. |
2) |
In artikel 19 wordt lid 1 vervangen door: „1. Tot 13 december 2019 mogen, wanneer een aangewezen punt van binnenkomst niet over de vereiste voorzieningen beschikt om de in artikel 8, lid 1, onder b), bedoelde overeenstemmings- en materiële controles uit te voeren, die controles gedurende een periode van tien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden uitgevoerd in een ander door de bevoegde autoriteit daartoe gemachtigd controlepunt in dezelfde lidstaat, voordat de goederen worden aangegeven voor het vrije verkeer, mits dat controlepunt voldoet aan de in artikel 4 vastgestelde minimumvoorschriften.”. |
3) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 januari 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11).
(3) Beschikking 2003/24/EG van de Commissie van 30 december 2002 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 44).
(4) Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 718/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 55).
(6) Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
(7) Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
BIJLAGE
„BIJLAGE I
Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen
Diervoeders en levensmiddelen (beoogd gebruik) |
GN-code (1) |
Taric-onder-verdeling |
Land van oorsprong |
Risico |
Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles (%) |
||||
|
|
|
Bolivia (BO) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
(Levensmiddelen — niet fijngemaakt en niet gemalen) |
ex 0904 11 00 |
10 |
Brazilië (BR) |
Salmonella (2) |
20 |
||||
Gojibessen (wolfsbessen) (Lycium barbarum L.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of gedroogd) |
ex 0813 40 95 ; ex 0810 90 75 |
10 10 |
China (CN) |
10 |
|||||
Niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum) (Levensmiddelen — fijngemaakt of gemalen) |
ex 0904 22 00 |
11 |
China (CN) |
Salmonella (2) |
20 |
||||
Thee, ook indien gearomatiseerd (Levensmiddelen) |
0902 |
|
China (CN) |
10 |
|||||
Aubergines (Solanum melongena) (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
0709 30 00 |
|
Dominicaanse Republiek (DO) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
20 |
||||
|
|
|
Dominicaanse Republiek (DO) |
20 |
|||||
|
|
20 20 |
|||||||
(Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
|
10 10 |
|||||||
|
|
|
Egypte (EG) |
20 |
|||||
(Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
|
20 20 |
|||||||
Sesamzaad (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
1207 40 90 |
|
Ethiopië (ET) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
|
|
|
Georgië (GE) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
40 |
|||||||
(Levensmiddelen) |
|
30 20 30 |
|||||||
Palmolie (Levensmiddelen) |
1511 10 90 ; 1511 90 11 ; |
|
Ghana (GH) |
Sudan-kleurstoffen (8) |
50 |
||||
ex 1511 90 19 ; 1511 90 99 |
90 |
||||||||
|
|
|
Gambia (GM) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Okra's (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 99 90 ; ex 0710 80 95 |
20 30 |
India (IN) |
10 |
|||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; ex 0710 80 59 |
20 20 |
India (IN) |
20 |
|||||
Bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.) (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
0708 20 |
|
Kenia (KE) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
5 |
||||
Chinese bleekselderij (Apium graveolens) (Levensmiddelen — verse of gekoelde kruiden) |
ex 0709 40 00 |
20 |
Cambodja (KH) |
50 |
|||||
Kousenband (Vigna unguiculata spp. sesquipedalis, vigna unguiculata spp. unguiculata) (Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten) |
ex 0708 20 00 ; ex 0710 22 00 |
10 10 |
Cambodja (KH) |
50 |
|||||
Rapen (Brassica rapa spp. Rapa) (Levensmiddelen — bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur) |
ex 2001 90 97 |
11 ; 19 |
Libanon (LB) |
Rodamine B |
50 |
||||
Pepers (niet-scherpsmakende of andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — gedroogd, gebrand, fijngemaakt of gemalen) |
ex 2008 99 99 ; |
79 |
Sri Lanka (LK) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
0904 21 10 ; |
|
||||||||
ex 0904 21 90 ; ex 0904 22 00 |
20 11 ; 19 |
||||||||
|
|
|
Madagaskar (MG) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Sesamzaad (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
1207 40 90 |
|
Nigeria (NG) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; ex 0710 80 59 |
20 20 |
Pakistan (PK) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
20 |
||||
Frambozen (Levensmiddelen — bevroren) |
0811 20 31 ; |
|
Servië (RS) |
Norovirus |
10 |
||||
ex 0811 20 11 ; ex 0811 20 19 |
10 10 |
||||||||
|
|
|
Sudan (SD) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Sesamzaad (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
1207 40 90 |
|
Sudan (SD) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
Zaden van watermeloenen (Egusi, Citrullus spp.) en afgeleide producten (Levensmiddelen) |
ex 1207 70 00 ; ex 1106 30 90 ; ex 2008 99 99 |
10 30 50 |
Sierra Leone (SL) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
Senegal (SN) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Rapen (Brassica rapa spp. Rapa) (Levensmiddelen — bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur) |
ex 2001 90 97 |
11 ; 19 |
Syrië (SY) |
Rodamine B |
50 |
||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; ex 0710 80 59 |
20 20 |
Thailand (TH) |
10 |
|||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Sulfieten (15) |
20 |
||||
(Levensmiddelen) |
|
||||||||
Rozijnen en krenten (met inbegrip van tot pasta gesneden of gemalen rozijnen en krenten zonder verdere behandeling) (Levensmiddelen) |
0806 20 |
|
Turkije (TR) |
Ochratoxine A |
5 |
||||
Citroenen (Citrus limon, Citrus limonum) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of gedroogd) |
0805 50 10 |
|
Turkije (TR) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
10 |
||||
Granaatappelen (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
ex 0810 90 75 |
30 |
Turkije (TR) |
10 |
|||||
Niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
0709 60 10 ; 0710 80 51 |
|
Turkije (TR) |
10 |
|||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ex 0710 80 59 |
20 20 |
Uganda (UG) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
20 |
||||
Sesamzaad (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
1207 40 90 |
|
Uganda (UG) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
|
|
|
Verenigde Staten (US) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
||||||||
(Levensmiddelen) |
|
20 20 |
|||||||
|
|
|
Oezbekistan (UZ) |
Sulfieten (15) |
50 |
||||
(Levensmiddelen) |
|
||||||||
|
|
72 |
Vietnam (VN) |
50 |
|||||
|
|
20 |
|||||||
|
|
30 |
|||||||
(Levensmiddelen — verse of gekoelde kruiden) |
|
40 |
|||||||
Okra's (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 99 90 ex 0710 80 95 |
20 30 |
Vietnam (VN) |
50 |
|||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; ex 0710 80 59 |
20 20 |
Vietnam (VN) |
50 |
(1) Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten behoeven te worden onderzocht en geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, wordt de GN-code voorafgegaan door „ex”.
(2) Referentiemethode EN/ISO 6579-1 of een ten opzichte van die methode gevalideerde methode in overeenstemming met de meest recente versie van EN/ISO 16140 of andere internationaal aanvaarde gelijkaardige protocollen.
(3) Residuen van ten minste die bestrijdingsmiddelen die in het overeenkomstig artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1) vastgestelde controleprogramma zijn opgenomen en die kunnen worden geanalyseerd met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS (controle op bestrijdingsmiddelen alleen in/op producten van plantaardige oorsprong).
(4) Residuen van amitraz.
(5) Residuen van tolfenpyrad.
(6) Residuen van acefaat, aldicarb (som van aldicarb, het sulfoxide en het sulfon daarvan, uitgedrukt als aldicarb), amitraz (amitraz met inbegrip van alle metabolieten die het 2,4-dimethylanilinegedeelte bevatten, uitgedrukt als amitraz), diafenthiuron, dicofol (som van p,p′- en o,p′-isomeer), dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram) en methiocarb (som van methiocarb en methiocarbsulfoxide en -sulfon, uitgedrukt als methiocarb).
(7) Residuen van dicofol (som van p,p′- en o,p′-isomeer), dinotefuran, folpet, prochloraz (som van prochloraz en de metabolieten daarvan die het 2,4,6-trichloorfenolgedeelte bevatten, uitgedrukt als prochloraz), thiofanaat-methyl en triforine.
(8) In deze bijlage worden onder „Sudan-kleurstoffen” de volgende chemische stoffen verstaan: i) Sudan I (CAS-nummer 842-07-9); ii) Sudan II (CAS-nummer 3118-97-6); iii) Sudan III (CAS-nummer 85-86-9); iv) Scarlet Red, of Sudan IV (CAS-nummer 85-83-6).
(9) Residuen van diafenthiuron.
(10) Residuen van carbofuran.
(11) Residuen van fenthoaat.
(12) Residuen van chloorbufam.
(13) Residuen van formetanaat (som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(-hydrochloride)), prothiofos en triforine.
(14) De bevoegde autoriteit van de in het GDB vermelde plaats van bestemming kan indien nodig bij de exploitant van het diervoeder- en levensmiddelenbedrijf overeenstemmings- en materiële controles uitvoeren overeenkomstig artikel 9, lid 2, van deze verordening.
(15) Referentiemethoden: EN 1988-1:1998, EN 1988-2:1998 of ISO 5522:1981.
(16) Residuen van prochloraz.
(17) Residuen van diafenthiuron, formetanaat (som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(-hydrochloride)) en thiofanaat-methyl.
(18) Residuen van dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram), fenthoaat en quinalfos..
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/85 |
VERORDENING (EU) 2019/36 VAN DE COMMISSIE
van 10 januari 2019
tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de stof N-(2-methylcyclohexyl)-2,3,4,5,6-pentafluorbenzamide
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (1), en met name artikel 11, lid 3,
Gezien Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (2), en met name artikel 7, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 bevat een EU-lijst van voor gebruik in of op levensmiddelen goedgekeurde aroma's en uitgangsmaterialen met de gebruiksvoorwaarden ervan. |
(2) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012 van de Commissie (3) is de lijst van aromastoffen vastgesteld en in bijlage I, deel A, bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 opgenomen. |
(3) |
Die lijst kan hetzij op initiatief van de Commissie hetzij ingevolge een aanvraag door een lidstaat of belanghebbende partij worden bijgewerkt volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008. |
(4) |
Deel A van de EU-lijst bevat zowel beoordeelde aromastoffen, die zonder noot in de lijst zijn opgenomen, als in beoordeling zijnde aromastoffen, die in de lijst met een van de noten 1 tot en met 4 zijn opgenomen. |
(5) |
De stof N-(2-methylcyclohexyl)-2,3,4,5,6-pentafluorbenzamide FL-nr. 16.119 is in de lijst opgenomen met noot 4 overeenkomstig artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012; dat betekent dat uiterlijk 31 december 2013 aanvullende wetenschappelijke gegevens moesten worden ingediend om de beoordeling van de stof af te ronden. |
(6) |
Op 18 november 2013 heeft de aanvrager gegevens ingediend over N- (2-methylcyclohexyl)-2,3,4,5,6-pentafluorbenzamide FL-nr. 16.119. |
(7) |
Op 1 februari 2017 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) de beoordeling van de veiligheid van de stof [FL-nr. 16.119] bij gebruik als aromastof afgerond (4) en geconcludeerd dat het gebruik ervan geen gevaar voor de gezondheid oplevert bij de geschatte niveaus van consumptie. De Autoriteit merkte ook op dat deze stof bestemd is om te worden gebruikt als stof om de smaak van levensmiddelen te wijzigen. Dit moet daarom in de voorwaarden voor het gebruik van de stof tot uiting komen. Op basis daarvan moeten gebruiksbeperkingen voor bepaalde levensmiddelen in bepaalde levensmiddelencategorieën worden ingevoerd. |
(8) |
De in Verordening (EG) nr. 1334/2008 vastgestelde EU-lijst is alleen bedoeld om het gebruik te regelen van aromastoffen die aan levensmiddelen worden toegevoegd om hieraan geur en/of smaak te geven of die te wijzigen. Stof FL nr. 16.119 kan ook voor andere dan aromatiserende doeleinden aan levensmiddelen worden toegevoegd; voor die doeleinden blijven andere voorschriften van de Unie gelden. Deze verordening stelt gebruiksvoorwaarden vast die alleen betrekking hebben op het gebruik van FL-nr. 16.119 als aromastof. |
(9) |
De EFSA heeft in haar advies ook opmerkingen over de specificaties van de stof gemaakt en vermeld dat het ontbrak aan aanvullende informatie over de verhouding van de enantiomeren. De aanvrager heeft de Commissie informatie over deze kwesties verstrekt. De specificaties moeten daarom dienovereenkomstig worden aangepast. |
(10) |
De aromastof in kwestie moet daarom als beoordeelde stof in de EU-lijst van aromastoffen worden opgenomen zonder de noot in de huidige vermelding in de EU-lijst. |
(11) |
Bijlage I, deel A, bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I, deel A, bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 januari 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34.
(2) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012 van de Commissie van 1 oktober 2012 tot vaststelling van de lijst van aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad, tot opname van die lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1565/2000 van de Commissie en Beschikking 1999/217/EG van de Commissie (PB L 267 van 2.10.2012, blz. 1).
(4) EFSA Journal 2017;15(3):4726.
BIJLAGE
In deel A, afdeling 2, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 wordt de vermelding voor N-(2-methylcyclohexyl)-2,3,4,5,6-pentafluorbenzamide vervangen door:
„16.119 |
N-(2-methylcyclohexyl)-2,3,4,5,6-pentafluorbenzamide |
1003050-32-5 |
2081 |
|
Mengsel van diastereoïsomeren cis-/trans-:
|
Beperkingen voor gebruik als aromastof:
|
|
EFSA” |
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/88 |
VERORDENING (EU) 2019/37 VAN DE COMMISSIE
van 10 januari 2019
tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (1), en met name artikel 5, lid 1, onder a), d), e), h) en i), artikel 11, lid 3, en artikel 12, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie (2) bevat een EU-lijst van toegelaten stoffen die bij de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, mogen worden gebruikt. Bijlage III bij die verordening bepaalt welke levensmiddelsimulanten voor tests moeten worden gebruikt om de overeenstemming aan te tonen van materialen en voorwerpen van kunststof die nog niet met levensmiddelen in contact komen met de migratielimieten als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van die verordening. |
(2) |
Sinds de laatste wijziging van Verordening (EU) nr. 10/2011 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) nadere wetenschappelijke adviezen gepubliceerd over bepaalde stoffen die mogen worden gebruikt in materialen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen („food contact materials”, FCM) en over het toegestane gebruik van reeds toegelaten stoffen. Ook werden enkele tekstuele fouten en dubbelzinnigheden geconstateerd. Om ervoor te zorgen dat Verordening (EU) nr. 10/2011 de recentste bevindingen van de EFSA weerspiegelt en om alle twijfel ten aanzien van de juiste toepassing ervan weg te nemen, moet die verordening worden gewijzigd en gerectificeerd. |
(3) |
De naam van de stof 1,2,3,4-tetrahydronaftaleen-2,6-dicarbonzuur, dimethylester (FCM-stofnr. 1066, CAS-nr. 23985-75-3) zoals toegelaten bij Verordening (EU) 2018/831 van de Commissie (3) en vermeld in bijlage I, punt 1, tabel 1, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 bevat een tikfout in de Engelse versie van het document. Daarom is het noodzakelijk om deze vermelding in bijlage I, punt 1, tabel 1, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 te corrigeren. |
(4) |
Op basis van een gunstig wetenschappelijk advies van de EFSA (4) over het gebruik van de stof [3-(2,3-epoxypropoxy)propyl]trimethoxysilaan (FCM-stofnr. 1068, CAS-nr. 2530-83-8) als component van appreteermiddelen voor de bewerking van glasvezels ingebed in kunststoffen met geringe diffusie zoals in polyethyleentereftalaat (PET), polycarbonaat (PC), polybutyleentereftalaat (PBT), thermohardende polyesters en epoxybisfenolvinylester bestemd voor eenmalig en herhaald gebruik met langdurige opslag bij kamertemperatuur of herhaald contact op korte termijn bij verhoogde of hoge temperatuur voor alle levensmiddelen, is de stof toegelaten bij Verordening (EU) 2018/831 als additief of polymerisatiehulpmiddel in kolom 5 van bijlage I, punt 1, tabel 1, bij Verordening (EU) nr. 10/2011. Aangezien deze stof bedoeld is om te reageren met de polymere ruggengraat van de kunststof en er deel van kan gaan uitmaken, moet deze worden beschouwd als een grondstof of monomeer bij de vervaardiging van appreteermiddelen voor de bewerking van glasvezels ingebed in kunststoffen met geringe diffusie zoals in polyethyleentereftalaat (PET), polycarbonaat (PC), polybutyleentereftalaat (PBT), thermohardende polyesters en epoxybisfenolvinylester. Daarom moet deze vermelding in bijlage I, punt 1, tabel 1, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 worden gewijzigd om deze stof op te nemen in kolom 6 van bijlage I bij die verordening om de beoogde toepassingen te verduidelijken. |
(5) |
De EFSA heeft twee gunstige wetenschappelijke adviezen (5) (6) uitgebracht over het gebruik van de stof poly((R)-3-hydroxybutyraat-co-(R)-3-hydroxyhexanoaat) (FCM-stofnr. 1059, CAS-nummer 147398-31-0), een biologisch afbreekbaar (co)polymeer dat verkregen wordt door microbiële fermentatie en wordt gebruikt bij de vervaardiging van verpakkingsmateriaal bestemd om in contact te komen met gehele groenten en fruit. In deze twee adviezen heeft de EFSA geconcludeerd dat deze stof geen veiligheidsrisico voor de consument oplevert indien zij alleen of vermengd met andere polymeren wordt gebruikt die in contact komen met (droge/vaste) levensmiddelen waarvoor volgens bijlage III, tabel 2, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 levensmiddelsimulant E wordt gebruikt bij contactomstandigheden van zes maanden of meer bij kamertemperatuur of lager, met inbegrip van fasen van heet afvullen of korte opwarming. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat de specifieke migratie van het afbraakproduct crotonzuur niet hoger mag zijn dan 0,05 mg/kg levensmiddel. Deze stof moet daarom in de EU-lijst van toegelaten stoffen worden opgenomen met de beperking dat aan deze specificaties moet worden voldaan. |
(6) |
Crotonzuur (FCM-stofnr. 467, CAS-nr. 3724-65-0) is toegelaten als additief of monomeer voor de vervaardiging van kunststof bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Bij Verordening (EU) 2017/752 van de Commissie (7) is een specifieke migratielimiet van 0,05 mg/kg levensmiddel opgenomen in de vermelding voor deze stof in bijlage I, punt 1, tabel 1, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 ter vervanging van de vorige controle op de naleving aan de hand van het restgehalte per oppervlakte die met levensmiddelen in contact komt (QMA). De controle op de naleving betreffende crotonzuur door QMA met een maximum van 0,05 mg/6 dm2 is ook opgenomen in de vermelding van de stof 3-hydroxyboterzuur en 3-hydroxyvaleriaanzuur, copolymeer (FCM-stofnr. 744, CAS-nr. 80181-31-3) in bijlage I, tabel 4, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 en moet ook worden vervangen door de specifieke migratielimiet bepaald voor de stof met FCM-stofnummer 467. Aangezien dezelfde specifieke migratielimiet voor crotonzuur toepasselijk is op de stoffen met FCM-stofnummer 467, 744 en 1059, is het passend in een groepsbeperking te voorzien voor crotonzuur voor de stoffen met FCM-stofnummer 467, 744 en 1059 in bijlage I, tabel 2, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 en de overeenkomstige afzonderlijke vermeldingen in de tabellen 1 en 4 van die bijlage te wijzigen. |
(7) |
De EFSA heeft een positief wetenschappelijk advies (8) uitgebracht over het gebruik van de stof dimethylcarbonaat (FCM-stofnr. 1067, CAS-nr. 616-38-6) als monomeer voor de vervaardiging van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen. Volgens de conclusies van de EFSA levert deze stof geen veiligheidsrisico op voor de consument indien deze gebruikt wordt als comonomeer in combinatie met 1,6-hexaandiol om een polycarbonaat-prepolymeer te vervaardigen en vervolgens in reactie wordt gebracht met 4,4′-methyleendifenyldiisocyanaat en tweewaardige alcoholen zoals polypropyleenglycol en 1,4-butaandiol om een thermoplastisch polyurethaan te vormen. Het gebruik van dit materiaal moet verder worden beperkt tot ten hoogste 30 % van het polycarbonaat-prepolymeer en alleen voor voorwerpen voor herhaald gebruik voor kortdurend contact (≤ 30 minuten) bij kamertemperatuur met levensmiddelen waarvoor volgens bijlage III, tabel 2, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 simulant A en B worden gebruikt. Deze stof moet derhalve worden opgenomen in de EU-lijst van toegelaten stoffen, mits deze beperkingen worden nageleefd. |
(8) |
De EFSA heeft tevens opgemerkt dat de stof met FCM-stofnummer 1067 ook kan worden gebruikt voor de vervaardiging van andere polycarbonaten of onder andere voorwaarden. De EFSA heeft geconcludeerd dat in die gevallen het gebruik van deze stof geen veiligheidsrisico oplevert voor de consument wanneer de migratie van dimethylcarbonaat niet hoger is dan 0,05 mg/kg levensmiddel en de totale migratie van oligomeren van polycarbonaat met een molecuulmassa van minder dan 1 000 Da niet hoger is dan 0,05 mg/kg levensmiddel. Daarom moet dit gebruik van deze stof worden toegestaan mits deze beperkingen worden nageleefd. |
(9) |
De toelating van de stof met FCM-stofnummer 1067 verleend bij deze verordening voor de vervaardiging van andere polycarbonaten of onder andere omstandigheden vereist dat de totale migratie van oligomeren van polycarbonaat met een molecuulmassa van minder dan 1 000 Da niet hoger is dan 0,05 mg/kg levensmiddel. Analysemethoden om de migratie van deze oligomeren te bepalen zijn ingewikkeld. De bevoegde autoriteiten beschikken niet altijd over een beschrijving van die methoden. Zonder een beschrijving kan de bevoegde autoriteit niet controleren of de migratie van oligomeren van het materiaal of voorwerp voldoet aan de migratielimiet voor deze oligomeren. Van bedrijfsexploitanten die het afgewerkte voorwerp of materiaal dat die stof bevat in de handel brengen moet derhalve worden verlangd dat zij een beschrijving van de methode verstrekken alsook een kalibratiemonster indien vereist voor de methode. |
(10) |
De EFSA heeft een positief wetenschappelijk advies (9) uitgebracht over het gebruik van de stof isobutaan (CAS-nr. 75-28-5, FCM-stofnr. 1069) als schuimmiddel voor kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen. In dat advies heeft de EFSA geconcludeerd dat deze stof geen veiligheidsrisico oplevert voor de consument wanneer zij wordt gebruikt als een schuimmiddel in kunststof bestemd om met levensmiddelen in contact te komen. Daarom moet dit gebruik van de stof moet worden toegestaan. De categorie verbindingen gezamenlijk omschreven als „schuimmiddelen” omvat ook oppervlakteactieve stoffen en wordt vaak uitsluitend begrepen als oppervlakteactieve stoffen. Om mogelijke verwarring te vermijden en in overeenstemming met de functie van deze stof, die is beoordeeld door de EFSA, moet het synoniem „blaasmiddel” worden gebruikt in de vermelding van deze stof in bijlage I, tabel 1, bij Verordening (EU) nr. 10/2011. |
(11) |
Bijlage III, tabel 3, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 bepaalt welke levensmiddelsimulanten moeten worden gebruikt voor tests om de overeenstemming aan te tonen van materialen en voorwerpen van kunststof die nog niet met levensmiddelen in contact komen met de migratielimieten als bedoeld in artikel 12 van die verordening. Er bestaat dubbelzinnigheid tussen de derde en de vierde rij voor wat betreft de verwijzing hierin naar de levensmiddelsimulanten die moeten worden gebruikt voor het bepalen van de totale migratie van de opgenomen producten, en met name van melkproducten. De derde rij heeft betrekking op waterige en alcoholhoudende levensmiddelen en melkproducten in het algemeen en voorziet in het gebruik van levensmiddelsimulant D1 (50 % ethanol). De vierde rij heeft betrekking op waterige, zure en alcoholhoudende levensmiddelen en melkproducten en voorziet in het gebruik van levensmiddelsimulant D1 en levensmiddelsimulant B (3 % azijnzuur). Bijlage III, punt 2, bij Verordening (EU) nr. 10/2011 bepaalt dat levensmiddelsimulant B wordt gebruikt voor zure producten met een pH van minder dan 4,5. Melkproducten zijn in beide rijen vermeld want melk heeft zelf een relatief neutrale pH (pH 6,5-6,8), maar bepaalde verwerkte (gefermenteerde of gestremde) melkproducten hebben een zure pH tussen 4,0 en 4,5. Deze tweedeling zou ten onrechte aldus kunnen worden uitgelegd dat zure melkproducten ook zijn opgenomen in de derde rij en dus alleen kunnen worden getest met levensmiddelsimulant D1 in plaats van met levensmiddelsimulant B zoals vastgesteld in de vierde rij. Het is bijgevolg nodig de derde en de vierde rij van tabel 3 te verduidelijken door de pH van de opgenomen melkproducten te preciseren, waarbij een pH-waarde van 4,5 als afkapwaarde wordt gehanteerd. |
(12) |
De bijlagen I en III bij Verordening (EU) nr. 10/2011 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd. |
(13) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I en III bij Verordening (EU) nr. 10/2011 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Materialen en voorwerpen van kunststof die voldoen aan Verordening (EU) nr. 10/2011 zoals die van toepassing was vóór de inwerkingtreding van deze verordening, mogen tot 31 januari 2020 in de handel worden gebracht en mogen in de handel blijven tot de voorraden zijn uitgeput.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 januari 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 338 van 13.11.2004, blz. 4.
(2) Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PB L 12 van 15.1.2011, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2018/831 van de Commissie van 5 juni 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PB L 140 van 6.6.2018, blz. 35).
(4) EFSA Journal 2017;15(10):5014.
(5) EFSA Journal 2016;14(5):4464.
(6) EFSA Journal 2018;16(7):5326.
(7) Verordening (EU) 2017/752 van de Commissie van 28 april 2017 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 18).
(8) EFSA Journal 2017;15(7):4901.
(9) EFSA Journal 2018; 16(1):5116.
BIJLAGE
De bijlagen I en III bij Verordening (EU) nr. 10/2011 worden als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage I wordt tabel 1 als volgt gewijzigd:
|
2) |
In bijlage I, tabel 2, wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
3) |
In bijlage I, tabel 3, wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
4) |
In bijlage I, tabel 4, wordt de rij betreffende de beperking van de vermelding voor de stof met FCM-stofnummer 744 vervangen door:
|
5) |
In bijlage III, punt 4, tabel 3, worden de derde en de vierde rij vervangen door:
|
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/94 |
VERORDENING (EU) 2019/38 VAN DE COMMISSIE
van 10 januari 2019
tot wijziging van de bijlagen II en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft maximumresidugehalten voor iprodion in of op bepaalde producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), en artikel 18, lid 1, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor iprodion zijn maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(2) |
Ingevolge een aanvraag om verlenging van de goedkeuring overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2) is de goedkeuring van de werkzame stof niet verlengd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2091 van de Commissie (3), waarin is bepaald dat alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die die werkzame stof bevatten, uiterlijk op 5 juni 2018 worden ingetrokken. Het is derhalve passend om de in bijlage II voor deze stof vastgestelde MRL's te schrappen overeenkomstig artikel 17 juncto artikel 14, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(3) |
Gezien de niet-goedkeuring van de werkzame stof iprodion moeten de MRL's voor deze stof overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens (LOD). Voor de werkzame stoffen waarvoor alle MRL's tot de desbetreffende bepaalbaarheidsgrens moeten worden verlaagd, moeten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 in de lijst van bijlage V standaardwaarden worden opgenomen. |
(4) |
De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie geraadpleegd over de noodzaak bepaalde LOD's aan te passen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde producten lagere LOD's kunnen worden vastgesteld. |
(5) |
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL's geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 31 juli 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 januari 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2091 van de Commissie van 14 november 2017 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof iprodion overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 297 van 15.11.2017, blz. 25).
BIJLAGE
De bijlagen II en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage II wordt de kolom voor iprodion geschrapt. |
2) |
In bijlage V wordt de volgende kolom voor iprodion toegevoegd: „Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)
|
(*1) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/106 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/39 VAN DE COMMISSIE
van 10 januari 2019
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (1), en met name artikel 33, leden 2 en 3, en artikel 38, onder d),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie (2) bevat een lijst van derde landen waarvan de productiesystemen en de controlemaatregelen voor de biologische productie van landbouwproducten als gelijkwaardig met die van Verordening (EG) nr. 834/2007 zijn erkend. |
(2) |
Volgens door Australië verstrekte informatie zijn de naam en het internetadres van de bevoegde autoriteit van dat land gewijzigd. |
(3) |
Volgens door Canada verstrekte informatie is het internetadres van de controleorganen „Oregon Tilth Incorporated” en „TransCanada Organic Certification Services” gewijzigd. Voorts is de erkenning van het controleorgaan „Organic Certifiers” ingetrokken. |
(4) |
Volgens door India verstrekte informatie is de naam van de bevoegde autoriteit van dat land gewijzigd. |
(5) |
Volgens door Japan verstrekte informatie is de erkenning van de controleorganen „Japan Eco-system Farming Association” en „The Mushroom Research Institute of Japan” ingetrokken. |
(6) |
Volgens door Nieuw-Zeeland verstrekte informatie zijn de naam van het controleorgaan „BioGro New Zealand” alsook de internetadressen van alle controleorganen gewijzigd. |
(7) |
Volgens door de Republiek Korea verstrekte informatie zijn de internetadressen van de controleorganen „Jeonnam bioindustry foundation” en „Green Environmentally- Friendly certification center” gewijzigd. Voorts is de erkenning van het controleorgaan „Controlunion” ingetrokken. |
(8) |
Volgens door Zwitserland verstrekte informatie zijn de naam en het internetadres van het controleorgaan „IMOswiss AG” gewijzigd. |
(9) |
Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 bevat een lijst van de controlerende autoriteiten en de controleorganen die bevoegd zijn om in derde landen voor gelijkwaardigheidsdoeleinden controles uit te voeren en certificaten af te geven. |
(10) |
De Commissie heeft een verzoek van „Agricert- Certificação de Produtos Alimentares lda” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A en D uit te breiden met Egypte, Guinee en Mozambique. |
(11) |
De Commissie heeft een verzoek van „Albinspekt” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A, B en D uit te breiden met Armenië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Servië, en voor productcategorie B met Iran, Kazachstan, Moldavië, Turkije en Oekraïne. |
(12) |
De Commissie heeft een verzoek van „Bioagricert- S.r.l” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A, D en E uit te breiden met Kazachstan, voor productcategorie B met Frans-Polynesië en voor de productcategorieën A en D met de Filipijnen. |
(13) |
De Commissie heeft een verzoek van „Bio.inspecta AG” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A en D uit te breiden met Algerije, Cambodja, Tsjaad en Tunesië. |
(14) |
Op 6 september 2018 heeft IOAS, een accreditatie-instantie op het gebied van biologische productie, de Commissie in kennis gesteld van haar besluit om de accreditatie van „Bolicert Ltd” in te trekken omdat dat controleorgaan geen oplossing heeft gevonden voor de niet-nalevingen binnen de in het kader van de IOAS-beoordelingsprocedure toegestane maximale aantal indieningstermijnen. Voorts heeft de door de Commissie bij „Bolicert Ltd” in Bolivia uitgevoerde audit in mei 2017 tekortkomingen in de biologische productienorm en controlemaatregelen aan het licht gebracht. In het licht van deze situatie heeft de Commissie „Bolicert Ltd” verzocht een geldig accreditatiecertificaat voor te leggen en passende maatregelen te nemen om de tekortkomingen aan te pakken. Aangezien „Bolicert Ltd” niet tijdig passende maatregelen heeft genomen om de tekortkomingen aan te pakken en geen geldig accreditatiecertificaat heeft verstrekt aan de Commissie, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 12, lid 2, onder d), e) en f), van Verordening (EG) nr. 1235/2008 besloten „Bolicert Ltd” te schrappen uit de lijst van controleorganen en controlerende autoriteiten voor gelijkwaardigheidsdoeleinden. |
(15) |
De Commissie heeft een verzoek van „Ecocert SA” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A en D uit te breiden met Libanon, voor productcategorie B met Haïti, Moldavië en Tanzania, voor productcategorie E met Sri Lanka en voor productcategorie F met Kenia. Daarnaast blijkt dat de erkenning voor productcategorie C moet worden ingetrokken voor Brunei, Chili, China, Ecuador, Hongkong, Honduras, India, Japan, de Republiek Korea, Marokko, Monaco, Madagaskar, Mozambique, Peru, Thailand, Tunesië, Turkije, de Verenigde Staten en Vietnam. |
(16) |
Overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1235/2008 heeft de Commissie „Ekoagros” verzocht om aanvullende informatie over de in hun jaarverslag vermelde activiteiten. Met name werd „Ekoagros” verzocht informatie te verstrekken over de wijze waarop de niet-conformiteiten van de marktdeelnemers die zijn overgenomen van andere controleorganen in Oekraïne overeenkomstig artikel 92 van Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie (3) zijn aangepakt. Bovendien werd Ekoagros gevraagd uit te leggen hoe de aanvullende controles voor bepaalde producten uit Oekraïne, Kazachstan en Rusland ten uitvoer zijn gelegd. „Ekoagros” heeft de Commissie geen bevredigend antwoord gegeven. Daarom moet de opname van „Ekoagros” voor Oekraïne in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 worden geschorst totdat afdoende informatie is verstrekt. |
(17) |
De Commissie heeft een verzoek van „IBD Certificações Ltda” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A, D en E uit te breiden met Rusland, en zijn erkenning voor productcategorie C voor Brazilië in te trekken. |
(18) |
De Commissie heeft een verzoek van „Letis SA” tot wijziging van zijn adres en zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor productcategorie A uit te breiden met Oezbekistan, voor de productcategorieën A en D met Azerbeidzjan, Belarus, Egypte, Ivoorkust, Kirgizië, Marokko, Turkmenistan en de Verenigde Arabische Emiraten, voor de productcategorieën B en C met Costa Rica, en voor de productcategorieën A, B, C en D met Belize, Brazilië, Colombia, de Dominicaanse Republiek, Guatemala, Honduras, Panama en El Salvador. |
(19) |
De Commissie heeft een verzoek van „Oregon Tilth” ontvangen om zijn erkenning voor China in te trekken. |
(20) |
De Commissie heeft een verzoek van „Organic Control System” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A, D en E uit te breiden met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. |
(21) |
De Commissie heeft een verzoek van „ORSER” ontvangen om zijn erkenning voor Nepal in te trekken. |
(22) |
„Soil Association Certification Limited” heeft de Commissie meegedeeld dat zijn adres is gewijzigd. |
(23) |
De bijlagen III en IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 moeten bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(24) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor biologische productie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
2) |
Bijlage IV wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 januari 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 25).
(3) Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft (PB L 250 van 18.9.2008, blz. 1).
BIJLAGE I
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In de tekst met betrekking tot Australië wordt punt 4 vervangen door:
|
2) |
In de tekst met betrekking tot Canada wordt punt 5 als volgt gewijzigd:
|
3) |
In de tekst met betrekking tot India wordt punt 4 vervangen door:
|
4) |
In de tekst met betrekking tot Japan worden de rijen betreffende JP-BIO-019 en JP-BIO-33 geschrapt. |
5) |
In de tekst met betrekking tot Nieuw-Zeeland wordt punt 5 vervangen door:
|
6) |
In de tekst met betrekking tot de Republiek Korea wordt punt 5 als volgt gewijzigd:
|
7) |
In de tekst met betrekking tot Zwitserland wordt in punt 5 de rij betreffende codenummer CH-BIO-004 vervangen door:
|
BIJLAGE II
Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In de tekst met betrekking tot „Agricert — Certificação de Produtos Alimentares lda” worden in punt 3 de volgende rijen ingevoegd in volgorde van de codenummers:
|
(2) |
In de tekst met betrekking tot „Albinspekt” worden in punt 3 de volgende rijen ingevoegd in volgorde van de codenummers:
|
3) |
In de tekst met betrekking tot „Bioagricert S.r.l” wordt punt 3 als volgt gewijzigd:
|
4) |
In de tekst met betrekking tot „Bio.inspecta AG” worden in punt 3 de volgende rijen ingevoegd in volgorde van de codenummers:
|
5) |
De tekst met betrekking tot „Bolicert Ltd” wordt geschrapt. |
6) |
In de tekst met betrekking tot „Ecocert SA” wordt punt 3 als volgt gewijzigd:
|
7) |
In de tekst met betrekking tot „Ekoagros” wordt in punt 3 de rij betreffende Oekraïne geschrapt. |
8) |
In de tekst met betrekking tot „IBD Certificações Ltda” wordt punt 3 als volgt gewijzigd:
|
9) |
De vermelding met betrekking tot „Letis SA” wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
In de tekst met betrekking tot „Oregon Tilth” wordt in punt 3 de rij betreffende China geschrapt. |
11) |
In de tekst met betrekking tot „Organic Control System” wordt in punt 3 de volgende rij ingevoegd in volgorde van de codenummers:
|
12) |
In de tekst met betrekking tot „ORSER” wordt de rij betreffende Nepal geschrapt. |
13) |
In de tekst met betrekking tot „Soil Association Certification Limited” wordt punt 1 vervangen door:
|
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/113 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/40 VAN DE COMMISSIE
van 10 januari 2019
betreffende de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de dertigste deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van de Commissie van 18 mei 2016 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft openbare interventie en steun voor particuliere opslag (2), en met name artikel 32,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 van de Commissie (3) is de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van een openbare inschrijving geopend. |
(2) |
In het licht van de inschrijvingen die voor de dertigste deelinschrijving zijn ontvangen, moet een minimumverkoopprijs worden vastgesteld. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de dertigste deelinschrijving voor de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving, waarvoor de inschrijvingen uiterlijk op 8 januari 2019 moesten zijn ingediend, bedraagt de minimumverkoopprijs 155,40 EUR per 100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 januari 2019.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 206 van 30.7.2016, blz. 71.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 van de Commissie van 25 november 2016 tot opening van de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van een openbare inschrijving (PB L 321 van 29.11.2016, blz. 45).
BESLUITEN
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/114 |
BESLUIT (EU) 2019/41 VAN DE RAAD
van 3 december 2018
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité dat is opgericht bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, met betrekking tot een wijziging van Protocol nr. 3 bij die overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (1) („de overeenkomst”), is op 1 mei 2002 in werking getreden. Bij artikel 89 van de overeenkomst werd een Associatieraad opgericht die alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van deze overeenkomst voordoen, alsmede alle andere bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang onderzoekt. |
(2) |
Bij artikel 92 van de overeenkomst werd een Associatiecomité opgericht dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst en waaraan de Associatieraad gehele of gedeeltelijke bevoegdheden kan delegeren. |
(3) |
Op grond van artikel 94, lid 1, van de overeenkomst heeft het Associatiecomité de bevoegdheid besluiten te nemen met het oog op het beheer van de overeenkomst en op beleidsterreinen waarop de Associatieraad bevoegdheden aan het Comité heeft gedelegeerd. |
(4) |
Op grond van artikel 2 van Besluit 2002/357/EG, EGKS van de Raad en de Commissie (2), wordt het door de Unie in het Associatiecomité in te nemen standpunt op voorstel van de Commissie door de Raad vastgesteld. |
(5) |
Het is passend het namens de Unie in het Associatiecomité EU-Jordanië in te nemen standpunt te bepalen, aangezien het besluit van het Associatiecomité tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd op het grondgebied van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië („Jordanië”) en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen, voor de Unie bindend zal zijn. |
(6) |
Op grond van artikel 39 van Protocol nr. 3 bij de overeenkomst, als gewijzigd bij Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Jordanië (3), kan het Associatiecomité besluiten de bepalingen van dat protocol te wijzigen. |
(7) |
Op grond van Protocol nr. 3 bij de overeenkomst, zoals gewijzigd bij Besluit nr. 1/2006 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd op het grondgebied van Jordanië en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen, heeft Jordanië voorstellen ingediend voor een verdere versoepeling van de door Besluit nr. 1/2016 geïntroduceerde regeling. |
(8) |
Na het verzoek van Jordanië te hebben onderzocht, is de Raad namens de Unie van oordeel dat het gerechtvaardigd is in te stemmen met een aanvullende flexibiliteit van de regeling voor oorsprongsregels, met name wat betreft het schrappen van het zonevereiste, de vaststelling van een vereist percentage van 15 % aan Syrische arbeidskrachten op het totale personeelsbestand voor elke productiefaciliteit gedurende de gehele looptijd van de regeling en de verlenging van de geldigheid van de regeling tot en met 31 december 2030. |
(9) |
De aan dit besluit gehechte bijlage bij het besluit van het Associatiecomité („het besluit van het Associatiecomité”) dient tot en met 31 december 2030 van toepassing te zijn. |
(10) |
De verwezenlijking door Jordanië van zijn doelstelling om voor Syrische vluchtelingen minstens 60 000 legale en actieve arbeidsplaatsen te creëren die met name neerkomen op actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité, zou ook een belangrijke mijlpaal vormen wat de uitvoering van het besluit van het Associatiecomité betreft. Dienovereenkomstig dienen de Unie en Jordanië, zodra deze doelstelling is gehaald, en tevens rekening houdend met de modernisering van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels, het besluit van het Associatiecomité uit te breiden tot alle door dat besluit gedekte producten die in Jordanië worden geproduceerd, zonder dat de specifieke voorwaarden in artikel 1, lid 1, punt b), van bijlage I bij het besluit van het Associatiecomité dienen te zijn vervuld. |
(11) |
Indien de doelstelling om voor Syrische vluchtelingen in totaal minstens 60 000 legale en actieve arbeidsplaatsen te creëren die met name neerkomen op actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité, niet wordt gehaald, dienen de specifieke voorwaarden in artikel 1, lid 1, punt b), van de bijlage bij het besluit van het Associatiecomité te worden toegepast. |
(12) |
De toepassing van de bijlage bij het besluit van het Associatiecomité dient vergezeld te gaan van passende controle- en rapportageverplichtingen en kan worden opgeschort indien de voorwaarden voor de toepassing ervan niet langer zijn vervuld of indien aan de voorwaarden voor vrijwaringsmaatregelen wordt voldaan, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité EU-Jordanië dat bij artikel 92 van de overeenkomst is opgericht wat betreft de wijziging van Protocol nr. 3 bij die overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Associatiecomité.
Artikel 2
Na vaststelling wordt het besluit van het Associatiecomité bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werken op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 3 december 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
N. HOFER
(1) PB L 129 van 15.5.2002, blz. 3.
(2) Besluit 2002/357/EG, EGKS van de Raad en de Commissie van 26 maart 2002 betreffende de sluiting van een Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (PB L 129 van 15.5.2002, blz. 1).
(3) Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Jordanië van 15 juni 2006 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Europees-mediterrane Overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 30).
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/… VAN HET ASSOCIATIECOMITÉ EU-JORDANIË,
van …
tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd op het grondgebied van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen
HET ASSOCIATIECOMITÉ EU-JORDANIË,
Gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (de „overeenkomst”), en met name artikel 94 van de overeenkomst en artikel 39 van Protocol nr. 3 bij de overeenkomst,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Sinds de inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2016 van het Associatiecomité EU-Jordanië (1) tot en met maart 2018 hebben zich elf ondernemingen aangemeld om gebruik te maken van de regeling voor versoepelde oorsprongsregels. |
(2) |
Het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië („Jordanië”) heeft tussen januari 2016 en oktober 2018 meer dan 120 000 arbeidsvergunningen afgegeven aan Syrische vluchtelingen. Tijdens het derde kwartaal van 2018 betrof het ongeveer 42 000 actieve arbeidsvergunningen. |
(3) |
In december 2017 presenteerde Jordanië het eerste jaarlijkse verslag over de uitvoering van Besluit nr. 1/2016 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd op het grondgebied van Jordanië en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen. |
(4) |
Naar aanleiding van de bevindingen van het verslag heeft Jordanië een verzoek gedaan om Besluit nr. 1/2016 te herzien en extra flexibiliteit te introduceren. De Unie is van oordeel dat bepaalde verbeteringen van de regeling eveneens zullen bijdragen tot een hogere werkgelegenheid voor zowel Syrische vluchtelingen als Jordaniërs. |
(5) |
De verdere herziening van de vereisten die gelden voor marktdeelnemers die in aanmerking willen komen voor de regeling voor oorsprongsregels, zou aan bepaalde voorwaarden worden onderworpen om ervoor te zorgen dat de voordelen hand in hand gaan met de inspanningen van Jordanië om Syrische vluchtelingen werk te verschaffen. |
(6) |
De bijlage bij dit besluit is van toepassing op goederen die zijn vervaardigd in Jordanië en beoogt bij te dragen aan het creëren van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en voor de Jordaanse bevolking. |
(7) |
Het doel van deze wijziging is het oorspronkelijke initiatief te verbeteren teneinde de gevolgen van de regeling voor de Jordaanse economie te vergroten en teneinde bij te dragen tot een toename van het aantal legaal in Jordanië werkende Syrische vluchtelingen en Jordaniërs. |
(8) |
De toepassing van de bijlage bij dit besluit moet tijdelijk kunnen worden opgeschort indien de voorwaarden in artikel 1, leden 1, 2 en 3, van de bijlage bij dit besluit niet zijn vervuld. |
(9) |
De toepassing van de bijlage bij dit besluit met betrekking tot een van de in artikel 2 van de bijlage bij dit besluit genoemde producten moet ook tijdelijk kunnen worden opgeschort wanneer dergelijke producten worden ingevoerd in grotere hoeveelheden en onder omstandigheden die ernstige nadelen veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten op het volledige of een deel van het grondgebied van de Unie, dan wel tot ernstige verstoringen kunnen leiden in een sector van de economie van de Unie, overeenkomstig de artikelen 24 en 26 van de overeenkomst. |
(10) |
De geldigheid van dit besluit dient te worden beperkt tot een periode die voldoende is om stimulansen te bieden voor extra investeringen en het scheppen van extra werkgelegenheid, en dient derhalve te verstrijken op 31 december 2030. |
(11) |
De verwezenlijking door Jordanië van zijn doelstelling om voor Syrische vluchtelingen minstens 60 000 legale en actieve arbeidsplaatsen te scheppen, die met name neerkomen op actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité, zou ook een belangrijke mijlpaal vormen. Dienovereenkomstig dienen de Unie en Jordanië, zodra deze doelstelling is gehaald, en tevens rekening houdend met de modernisering van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels, dit besluit uit te breiden tot alle door dit besluit gedekte producten die in Jordanië worden vervaardigd, zonder dat de specifieke voorwaarden in artikel 1, lid 1, punt b), van de bijlage bij dit besluit dienen te zijn vervuld. |
(12) |
Indien de doelstelling om voor Syrische vluchtelingen minstens 60 000 legale en actieve arbeidsplaatsen te scheppen die met name neerkomen op actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité, niet wordt gehaald, dienen de specifieke voorwaarden in artikel 1, lid 1, punt b), van de bijlage bij dit besluit te worden toegepast. |
(13) |
Jordanië zal een duidelijk en stabiel wettelijk kader ontwikkelen met het oog op fatsoenlijk werk voor Syrische vluchtelingen. Jordanië zal met name doorgaan met het openstellen van sectoren en beroepen voor vluchtelingen, voornamelijk op technisch niveau, met bijzondere aandacht voor de participatie van vrouwen. Bij de uitvoering van het „National Empowerment and Employment Programme” (NEEP) en bij de berekening van de deelname van de niet-Jordaniërs die in verschillende sectoren werkzaam zijn, zal Jordanië de vluchtelingen vrijstellen van eventuele verlagingen van het percentage niet-Jordaniërs. Jordanië zal er tevens voor zorgen dat de kosten voor het verkrijgen van het recht op werk voor Syrische vluchtelingen definitief worden kwijtgescholden. |
(14) |
Jordanië zal, waar passend, met ondersteuning van de EU, zorgen voor een duidelijk kader voor de oprichting van joint ventures tussen Jordaniërs en onderdanen van derde landen, waaronder Syrische vluchtelingen, met bijzondere aandacht voor vrouwen, en ervoor zorgen dat de rechten van beide partijen worden geëerbiedigd, de eigendomsrechten worden verduidelijkt en de toegang tot financiering wordt vergemakkelijkt. |
(15) |
Jordanië zal de nodige stappen ondernemen om investeringen te faciliteren en het algemene ondernemingsklimaat te verbeteren. Daartoe zal Jordanië in nauw overleg met de Europese Unie een actieplan vaststellen en uitvoeren. In het bijzonder zal Jordanië zorgen voor sterkere synergieën tussen entiteiten uit de publieke sector, de particuliere sector en donoren, in een poging om het ondernemingsklimaat te verbeteren en investeringen aan te trekken. Ter aanvulling van deze maatregelen biedt de internationale gemeenschap steun en programma's op ondernemingsniveau, die gericht zijn op het vergroten van de exportcapaciteit van Jordaanse bedrijven in sectoren waarin het land een concurrentievoordeel op de wereldmarkt heeft. |
(16) |
Jordanië zal zorgen voor voorspelbare regelgeving, met het oog op een verlaging van de administratieve lasten en kosten voor beleggers. Dit omvat de ontwikkeling van stimulansen voor het formaliseren van bedrijven, het stroomlijnen van het proces voor de registratie van ondernemingen, de vaststelling van een stabiele juridische infrastructuur voor insolventie, vennootschapsbelasting en bankleningen, alsmede het ontwikkelen van niet-bancaire financiële instellingen en het verminderen van de administratieve last voor bedrijven die een exportvergunning nodig hebben. |
(17) |
Jordanië zal tijdig een conferentie voor bedrijven en investeerders organiseren om de hervormde regeling onder de aandacht te brengen. Die conferentie had eigenlijk in het najaar van 2017 in Jordanië moeten plaatsvinden. |
(18) |
Jordanië steunt de modernisering van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels met het oog op verbetering van de voorwaarden voor markttoegang voor de Jordaanse export naar de Europese Unie en op uitbreiding van de regionale handel en economische integratie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Bijlage II a) bij Protocol nr. 3 bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden zijn vastgesteld voor de toepassing en de lijst van be- of verwerkingen die ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen moeten worden verricht opdat producten die in Jordanië worden vervaardigd in verband met het scheppen van extra werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen, de status van oorsprong kunnen verkrijgen, wordt vervangen door een nieuwe versie van bijlage II a) bij Protocol nr. 3 bij de overeenkomst, die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
2. Bijlage II a) bij Protocol nr. 3 bij de overeenkomst is van toepassing tot en met 31 december 2030.
Artikel 2
De bijlage vormt een integrerend deel van dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan door het Associatiecomité.
Gedaan te [Amman][Brussel], [x/x/]2018
Voor het Associatiecomité EU-Jordanië
De Voorzitter
(1) Besluit nr. 1/2016 van het Associatiecomité EU-Jordanië van 19 juli 2016 tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd in speciale ontwikkelingszones en industriële gebieden en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen [2016/1436] (PB L 233 van 30.8.2016, blz. 6).
BIJLAGE
„BIJLAGE II a)
ADDENDUM BIJ DE LIJST VAN BEWERKINGEN OF VERWERKINGEN DIE TEN AANZIEN VAN NIET VAN OORSPRONG ZIJNDE MATERIALEN MOETEN WORDEN VERRICHT OPDAT HET VERVAARDIGDE PRODUCT DE STATUS VAN OORSPRONG KAN VERKRIJGEN
Artikel 1
Gemeenschappelijke bepalingen
A. Definitie van oorsprong
1. |
Voor de in artikel 2 vermelde producten kunnen de volgende voorschriften ook van toepassing zijn in plaats van de voorschriften van bijlage II bij Protocol nr. 3, voor zover dergelijke producten aan de volgende voorwaarden voldoen:
|
2. |
Het desbetreffende aandeel uit hoofde van lid 1, punt b), wordt berekend op een tijdstip na de inwerkingtreding van deze bijlage, en vervolgens op jaarlijkse basis, rekening houdend met het aantal Syrische vluchtelingen, uitgedrukt in voltijdequivalent, dat een formele en fatsoenlijke baan heeft en een arbeidsvergunning die ten minste twaalf maanden geldig is volgens de toepasselijke wetgeving van Jordanië. |
3. |
De bevoegde autoriteiten van Jordanië zien erop toe dat de in aanmerking komende productiefaciliteiten voldoen aan de in lid 1 bepaalde voorwaarden, kennen productiefaciliteiten die aan deze voorwaarden voldoen een vergunningsnummer toe, en trekken een dergelijk nummer onverwijld in indien de productiefaciliteiten niet langer aan dergelijke voorwaarden voldoen. |
B. Bewijs van oorsprong
4. |
Een ingevolge deze bijlage opgesteld bewijs van oorsprong bevat de volgende verklaring in het Engels: „Derogation – Annex II(a) of Protocol 3 – authorisation number granted by the competent authorities of Jordan” (Afwijking – Bijlage II a) bij Protocol nr. 3 – door de bevoegde autoriteiten van Jordanië afgegeven vergunningsnummer). |
C. Administratieve medewerking
5. |
Wanneer de douaneautoriteiten van Jordanië overeenkomstig artikel 33, lid 5, van dit protocol, als gewijzigd bij Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Jordanië (1), de Europese Commissie of de aanvragende douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie („de lidstaten”) in kennis hebben gesteld van de uitkomst van de controle, verduidelijken zij dat de in artikel 2 genoemde producten voldoen aan de in lid 1 bepaalde voorwaarden. |
6. |
Wanneer er bij controle of op grond van andere beschikbare gegevens aanwijzingen zijn dat niet is voldaan aan de in lid 1 bepaalde voorwaarden, stelt Jordanië op eigen initiatief of op verzoek van de Europese Commissie of de douaneautoriteiten van de lidstaten met de nodige spoed een onderzoek in of laat het een onderzoek instellen teneinde dergelijke inbreuken vast te stellen en een herhaling ervan te voorkomen. De Europese Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen aan het onderzoek deelnemen. |
D. Verslaglegging, monitoring en herziening
7. |
Na de inwerkingtreding van deze bijlage dient Jordanië elk jaar bij de Europese Commissie een verslag in over de werking en de gevolgen van deze bijlage, met inbegrip van 8-cijferige dan wel de meest gedetailleerd beschikbare productie- en exportstatistieken voor de in de regeling opgenomen producten. Jordanië legt op jaarbasis ook een lijst voor met opgave van de productiefaciliteiten in Jordanië en het percentage Syrische vluchtelingen dat in iedere aparte productiefaciliteit werkzaam is. Ook doet Jordanië op kwartaalbasis verslag van het totale aantal actieve arbeidsvergunningen of van andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité. Die verslagen en eventuele problemen met betrekking tot de uitvoering van of controle op de onderhavige bijlage worden gezamenlijk door de partijen geëvalueerd binnen de bij de associatieovereenkomst opgerichte organen, met name het Subcomité industrie, handel en diensten. Tevens zorgen ervoor dat relevante internationale organisaties zoals de Internationale Arbeidsorganisatie en de Wereldbank betrokken zijn bij het controleproces. |
8. |
Zodra Jordanië erin is geslaagd een grotere deelname van Syrische vluchtelingen aan de formele arbeidsmarkt te faciliteren door ten minste 60 000 actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité aan Syrische vluchtelingen af te geven, passen de partijen de bepalingen van deze bijlage toe op alle in deze bijlage opgenomen producten zonder de verplichting dat aan de specifieke voorwaarden in lid 1, punt b) te voldoen. |
9. |
Indien de Unie van mening is dat er onvoldoende bewijs is dat Jordanië voldoet aan de in lid 8 bepaalde voorwaarden, kan de Unie de zaak aan het Associatiecomité voorleggen. Indien het Associatiecomité binnen 90 dagen nadat de zaak aan hem is voorgelegd niet verklaart dat aan de in lid 8 bepaalde voorwaarden is voldaan, of deze bijlage niet wijzigt, kan de Unie besluiten dat de specifieke voorwaarden in lid 1, punt b) van toepassing zijn. |
E. Tijdelijke schorsing
10. |
|
F. Vrijwaringsmechanisme
11. |
Indien een van de in artikel 2 vermelde producten waarop deze bijlage van toepassing is, wordt ingevoerd in grotere hoeveelheden en onder omstandigheden die ernstige nadelen veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten op het volledige of een deel van het grondgebied van de Unie, dan wel tot ernstige verstoringen kunnen leiden in een sector van de economie van de Unie, overeenkomstig de artikelen 24 en 26 van de overeenkomst, kan de Unie de zaak voor behandeling voorleggen aan het Associatiecomité. Indien het Associatiecomité binnen 90 dagen nadat de zaak aan hem is voorgelegd, geen besluit neemt tot beëindiging van een dergelijk ernstig nadeel of de dreiging daarvan, of aan ernstige verstoringen, of indien geen andere bevredigende oplossing is gevonden, wordt de toepassing van deze bijlage voor het betrokken product geschorst totdat het Associatiecomité een besluit neemt waarin wordt verklaard dat het nadeel of de verstoring een einde heeft genomen, dan wel totdat door de partijen een bevredigende oplossing is gevonden, die aan het Associatiecomité is gemeld. |
G. Inwerkingtreding en toepassing
12. |
Deze bijlage is van toepassing vanaf de dag van inwerkingtreding van het besluit van het Associatiecomité waaraan het is gehecht, en is van toepassing tot en met 31 december 2030. |
Artikel 2
Lijst van producten en van vereiste bewerkingen en verwerkingen
De lijst van producten waarop deze bijlage van toepassing is en de voorschriften inzake bewerking en verwerking die kunnen worden toegepast als alternatief voor de voorschriften van bijlage II, volgen hieronder.
Bijlage I bij Protocol nr. 3 van de overeenkomst, met de inleidende aantekeningen bij de lijst in bijlage II bij Protocol nr. 3 van de overeenkomst, is mutatis mutandis van toepassing op onderstaande lijst, met inachtneming van de volgende wijzigingen:
In aantekening 5.2 worden in de tweede alinea de volgende basismaterialen toegevoegd:
— |
glasvezel; |
— |
metaalvezel. |
De tekst van aantekening 7.3 wordt vervangen door:
Wat de posten ex 2707 en 2713 betreft, wordt geen oorsprong verkregen door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met verschillende zwavelgehaltes, of enige combinatie van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.
ex hoofdstuk 25 |
Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
ex 2519 |
Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, ander dan gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd). |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) mag wel worden gebruikt. |
||||||||
ex hoofdstuk 27 |
Minerale brandstoffen, minerale oliën en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
ex 2707 |
Olie waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke olie als minerale olie verkregen bij het distilleren van hogetemperatuursteenkoolteer, die voor meer dan 65 % van het volume distilleert bij een temperatuur van 250 °C of lager (mengsels van benzine en benzol daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof. |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (2) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
2710 |
Aardolie en olie uit bitumineuze materialen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze materialen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie. |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (3) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
2711 |
Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen. |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
2712 |
Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, slack wax, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd. |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (3) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
2713 |
Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen. |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (2) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
ex hoofdstuk 28 |
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
ex 2811 |
Zwaveltrioxide; en |
Vervaardiging uit zwaveldioxide of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2840 |
Natriumperboraat; |
Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2843 |
Edele metalen in colloïdale toestand; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, al dan niet chemisch bepaald; amalgamen van edele metalen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 2843 . |
||||||||
ex 2852 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2852 , 2932 , 2933 en 2934 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
ex hoofdstuk 29 |
Organische chemische producten; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
ex 2905 |
Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 2905 . Metaalalcoholaten bedoeld bij deze post mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een totale waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||
2905 43 ; 2905 44 ; 2905 45 |
Mannitol; D-glucitol (sorbitol); Glycerol |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige postonderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde postonderverdeling als het product. Materialen van dezelfde postonderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2915 |
Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxyden en peroxyzuren; halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten van deze producten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2932 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2933 |
Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2934 |
Nucleïnezuren en zouten daarvan, al dan niet chemisch bepaald; andere heterocyclische verbindingen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 , 2933 en 2934 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 31 |
Meststoffen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 32 |
Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; stopverf en mastiek; inkt |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 33 |
Etherische oliën en harsaroma's; Parfums, cosmetische producten en toiletartikelen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3301 |
Etherische oliën (ook indien daaruit terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in soortgelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van materialen van een andere „groep” (4) van deze post. Materialen van dezelfde groep als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 34 |
Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en soortgelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3404 |
Kunstwas en bereide was:
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
Hoofdstuk 35 |
Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 37 |
Producten voor fotografie en cinematografie |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 38 |
Diverse producten van de chemische industrie; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3803 |
Geraffineerde tallolie |
Raffineren van ruwe tallolie of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3805 |
Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd |
Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3806 30 |
Gomesters |
Vervaardiging uit harszuren of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3807 |
Houtteerpek |
Distillatie van houtteer of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3809 10 |
Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in soortgelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3823 |
Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 3823 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3824 60 |
Sorbitol, andere dan die bedoeld bij postonderverdeling 2905 44 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige postonderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde postonderverdeling als het product en van postonderverdeling 2905 44 . Materialen van dezelfde postonderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 39 |
Kunststof en artikelen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3907 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product (5) of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging uit polycarbonaat van tetrabroom(bisfenol A) of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3920 |
Ionomeervellen of -foliën |
Vervaardiging uit een thermoplastisch partieel zout, zijnde een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3921 |
Kunststoffolie, gemetalliseerd |
Vervaardiging uit zeer transparant polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron (6) of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 40 |
Rubber en artikelen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
4012 |
Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, verwisselbare loopvlakken voor banden en velglinten van rubber: |
|
||||||||
|
|
Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 4011 en 4012 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 41 |
Onthaarde huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
4101 t/m 4103 |
Huiden en vellen van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit; Huiden van schapen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die op basis van aantekening 1, punt c), bij hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd; Andere huiden en vellen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die op basis van aantekening 1, punten b) en c), bij hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
4104 t/m 4106 |
Gelooide onthaarde huiden en vellen, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt |
Opnieuw looien van gelooide of voorgelooide huiden en vellen van postonderverdelingen 4104 11 , 4104 19 , 4105 10 , 4106 21 , 4106 31 of 4106 91 , of Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
4107 , 4112 , 4113 |
Verder bewerkt leder, na looien of drogen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van de postonderverdelingen 4104 41 , 4104 49 , 4105 30 , 4106 22 , 4106 32 en 4106 92 mogen evenwel slechts worden gebruikt indien de gelooide of gedroogde huiden of de vellen in droge staat opnieuw worden gelooid |
||||||||
Hoofdstuk 42 |
Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en soortgelijke bergingsmiddelen; werken van darmen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 43 |
Pelterijen, bontwerk en namaakbont; Artikelen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
4301 |
Pelterijen (koppen, staarten, poten en andere delen, geschikt voor bontwerk, daaronder begrepen), niet gelooid noch anderszins bereid, andere dan de ongelooide huiden en vellen bedoeld bij de posten 4101 , 4102 en 4103 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
ex 4302 |
Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd: |
|
||||||||
|
|
Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde gelooide of anderszins bereide pelterijen |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit niet-samengevoegde gelooide of anderszins bereide pelterijen |
||||||||
4303 |
Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont |
Vervaardiging uit niet- samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen van post 4302 |
||||||||
ex hoofdstuk 44 |
Hout en houtwaren; houtskool; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 4407 |
Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding |
||||||||
ex 4408 |
Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen) en platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, met verbinding aan de randen, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding |
Aanbrengen van een verbinding, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding |
||||||||
ex 4410 tot en met ex 4413 |
Lijstwerk, met inbegrip van plinten en soortgelijk lijstwerk |
In profiel frezen of vormen |
||||||||
ex 4415 |
Pakkisten, kratten, trommels en soortgelijke verpakkingsmiddelen, van hout |
Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken |
||||||||
ex 4418 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Wel mogen houtpanelen met cellenstructuur en dakspanen („shingles” en „shakes”) worden gebruikt |
||||||||
|
|
In profiel frezen of vormen |
||||||||
ex 4421 |
Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen |
Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad van post 4409 |
||||||||
ex hoofdstuk 51 |
Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin); met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5106 t/m 5110 |
Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin) |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5111 t/m 5113 |
Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 52 |
Katoen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5204 t/m 5207 |
Garens van katoen |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5208 t/m 5212 |
Weefsels van katoen: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 53 |
Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5306 t/m 5308 |
Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5309 t/m 5311 |
Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens: |
Weven (7) Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5401 t/m 5406 |
Monofilamenten en garens, van synthetische of kunstmatige filamenten |
Extrusie van kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels (7) |
||||||||
5407 en 5408 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5501 t/m 5507 |
Synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Extrusie van synthetische of van kunstmatige vezels |
||||||||
5508 t/m 5511 |
Garens van synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5512 t/m 5516 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 56 |
Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van: |
Extrusie van kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels of aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken (7) |
||||||||
5602 |
Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: |
|
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het maken van het weefsel Echter:
waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, kunnen worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product of het maken van het weefsel alleen in geval van vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt (7) |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het maken van het weefsel of Het maken van het weefsel alleen in geval van vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt (7) |
||||||||
5603 |
Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen |
Alle andere processen dan weven, met inbegrip van naaldponsen |
||||||||
5604 |
Draad en koord van rubber, bekleed met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit draad of koord, van rubber, niet omwoeld of omvlochten met textiel |
||||||||
|
Andere |
|
||||||||
5605 |
Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels (7) |
||||||||
5606 |
Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogeheten chainettegaren) |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of het spinnen samen met het aanbrengen van flockprints of het aanbrengen van flockprints samen met verven (7) |
||||||||
Hoofdstuk 57 |
Tapijten: |
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven of vervaardiging van kokos-, sisal- of jutegaren of het aanbrengen van flockprint samen met verven of bedrukken of tuften samen met verven of bedrukken Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen (7) Echter:
waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product Juteweefsel mag als rug worden gebruikt |
||||||||
ex hoofdstuk 58 |
Speciale weefsels: getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk: met uitzondering van: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5805 |
Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bij voorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5810 |
Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5901 |
Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden |
Weven samen met verven of het aanbrengen van flockprint of een deklaag of het aanbrengen van flockprints samen met verven of bedrukken |
||||||||
5902 |
Bandenkoordweefsel („tyre cord fabric”) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon: |
|
||||||||
|
|
Weven |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven |
||||||||
5903 |
Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902 |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5904 |
Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden, vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag (7) |
||||||||
5905 |
Wandbekleding van textielstof |
|
||||||||
|
|
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag |
||||||||
|
|
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven of weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product (7): |
||||||||
5906 |
Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902 : |
|
||||||||
|
|
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien of breien samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met het breien (7) |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven |
||||||||
|
|
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met weven |
||||||||
5907 |
Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik |
Weven samen met verven of het aanbrengen van flockprint of een deklaag of het aanbrengen van flockprint samen met verven of bedrukken of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5908 |
Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rondgebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit rond gebreide buisjes |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5909 t/m 5911 |
Artikelen van textiel, voor technisch gebruik: |
|
||||||||
|
|
Weven |
||||||||
|
|
Weven (7) |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens of het spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels, samen met weven (7) of weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag |
||||||||
Hoofdstuk 60 |
Brei- en haakwerk aan het stuk |
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien of breien samen met verven of het aanbrengen van flockprint of een deklaag of het aanbrengen van flockprint samen met verven of bedrukken of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met het breien of twijnen of texturiseren, samen met breien, mits de waarde van de gebruikte niet-getwijnde, niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 61 |
Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit weefsel |
||||||||
|
|
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het breien (direct in vorm gebreide producten) of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met breien (direct in vorm gebreide producten) (7) |
||||||||
ex hoofdstuk 62 |
Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit weefsel |
||||||||
6213 en 6214 |
Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: |
|
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) of confectioneren voorafgegaan door bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product (7) (8) |
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of confectioneren gevolgd door bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product (7) (8) |
||||||||
6217 |
Andere geconfectioneerde kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212 ) van kleding of van kledingtoebehoren: |
|
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) |
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of voorzien van een deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (8) |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 63 |
Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen of assortimenten; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
6301 t/m 6304 |
Dekens, beddenlinnen en dergelijke; gordijnen en dergelijke; en andere artikelen voor stoffering: |
|
||||||||
|
|
Elk ander proces dan weven, met inbegrip van naaldponsen, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
|
|
|
||||||||
|
|
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) (9) |
||||||||
|
|
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
6305 |
Zakken voor verpakkingsdoeleinden |
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (7) |
||||||||
6306 |
dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen: |
|
||||||||
|
|
Elk ander proces dan weven, met inbegrip van naaldponsen, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (7) (8) of voorzien van een deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
6307 |
Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
6308 |
Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 25 % van de prijs af fabriek van het stel of het assortiment |
||||||||
ex hoofdstuk 64 |
Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen, bedoeld bij post 6406 |
||||||||
6406 |
Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
Hoofdstuk 65 |
Hoofddeksels en delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 68 |
Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 6803 |
Werken van leisteen of van samengekit leigruis |
Vervaardiging uit bewerkte leisteen |
||||||||
ex 6812 |
Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
ex 6814 |
Werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen |
Vervaardiging uit bewerkt mica (geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen) |
||||||||
Hoofdstuk 69 |
Keramische producten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 70 |
Glas en glaswerk, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7006 |
Optisch glas van 7003 , 7004 of 7005 , schuin geslepen randen, gegraveerd, geboord |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit niet-beklede platen van glas (substraten) van post 7006 |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7001 |
||||||||
7010 |
Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere houders, van glas, voor vervoer of voor verpakking van goederen; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het ongeslepen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7013 |
Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het ongeslepen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product of versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk, mits de totale waarde van het met de mond geblazen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 7019 |
Werken (andere dan garen) van glasvezels |
Vervaardiging uit: ongekleurde lonten, rovings en garens, ook indien gesneden, of glaswol |
||||||||
ex hoofdstuk 71 |
Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7106 , 7108 en 7110 |
Edele metalen: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 7106 , 7108 en 7110 of elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen bedoeld bij post 7106 , 7108 of 7110 of fusie en/of legering van edele metalen van post 7106 , 7108 of 7110 , onderling of met onedele metalen |
||||||||
|
Halfbewerkt of in poedervorm |
Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen |
||||||||
ex 7107 , ex 7109 en ex 7111 |
Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt |
Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt |
||||||||
7115 |
Andere werken van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7117 |
Fancybijouterieën |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, waarvan de totale waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 73 |
Werken van gietijzer, van ijzer en van staal; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
ex 7301 |
damwandprofielen |
Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7207 |
||||||||
7302 |
Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, losplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails |
Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206 |
||||||||
7304 , 7305 en 7306 |
Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer of van staal |
Vervaardiging uit materialen van post 7206 , 7207 , 7208 , 7209 , 7210 , 7211 , 7212 , 7218 , 7219 , 7220 of 7224 |
||||||||
ex 7307 |
Hulpstukken voor buizen van roestvrij staal |
Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken met een totale waarde van niet meer dan 35 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7308 |
Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustrades), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406 ; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt |
||||||||
ex 7315 |
Sneeuwkettingen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger is 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 74 |
Koper en werken van koper; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7403 |
Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
ex hoofdstuk 76 |
Aluminium en werken van aluminium; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7601 |
Ruw aluminium |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
7607 |
Bladaluminium (ook indien bedrukt of op een drager van papier, van karton, van kunststof of op dergelijke dragers) met een dikte van niet meer dan 0,2 mm (de dikte van de drager niet meegerekend) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 7606 |
||||||||
ex hoofdstuk 78 |
Lood en werken van lood, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7801 |
Ruw lood: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt |
||||||||
Hoofdstuk 80 |
Tin en werken van tin |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 82 |
Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8206 |
Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205 , opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 . Gereedschap bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 kan evenwel in het stel worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek van het stel |
||||||||
8211 |
Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208 ), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen, alsmede lemmeten daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Lemmeten en handvatten mogen wel van onedel metaal worden gebruikt |
||||||||
8214 |
Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Handvatten mogen wel van onedel metaal worden gebruikt |
||||||||
8215 |
Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Handvatten mogen wel van onedel metaal worden gebruikt |
||||||||
ex hoofdstuk 83 |
Allerlei werken van onedele metalen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 8302 |
Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen, en automatische deursluiters en deurdrangers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Andere materialen bedoeld bij post 8302 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 8306 |
Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen, van onedel metaal |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Andere materialen bedoeld bij post 8306 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 84 |
Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8401 |
Kernreactoren; niet-bestraalde splijtstofelementen (patronen) voor kernreactoren; machines en apparaten voor isotopenscheiding |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8407 |
Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8408 |
Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren) |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8427 |
Vorkheftrucks; andere transportwagentjes met hef- of hanteerinrichting |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8482 |
Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 85 |
Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8501 , 8502 |
Elektrische motoren en generatoren; elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8503 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8513 |
Draagbare elektrische lampen, bestemd om met eigen energiebron te werken (bij voorbeeld met elementen of batterijen, met accumulatoren of met ingebouwde dynamo), andere dan die bedoeld bij post 8512 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8519 |
Toestellen voor het opnemen en het weergeven van geluid |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8522 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8521 |
Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8522 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8523 |
Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8525 |
Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera's; digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8526 |
Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8527 |
Ontvangtoestellen voor radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8528 |
Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8535 t/m 8537 |
Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom; verbindingsstukken voor optische vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels; borden, panelen, kasten en dergelijke, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8538 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8540 11 en 8540 12 |
Kathodestraalbuizen voor ontvangtoestellen voor televisie, buizen voor videomonitors daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 8542 31 tot en met ex 8542 33 en ex 8542 39 |
Monolithische geïntegreerde schakelingen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product of diffusie, waarbij geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal, al dan niet geassembleerd en/of getest in een niet-partij |
||||||||
8544 |
Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt – zogenaamd emaildraad – of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8545 |
Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8546 |
Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waaruit zij zijn vervaardigd |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8547 |
Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen, enz. aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bijvoorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546 ; isolatiebuizen voor elektrisch gebruik, met inbegrip van de verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8548 |
Resten en afval, van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 86 |
Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; vast materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede elementen en delen daarvan; mechanische (incl. elektromechanische) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer: |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 87 |
Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8711 |
Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 90 |
Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9002 |
Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9033 |
Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 91 |
Uurwerken |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 94 |
Meubelen; artikelen voor bedden en dergelijke artikelen, verlichtingstoestellen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 95 |
Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 9506 |
Golfstokken en delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Ruw gevormde blokken voor het maken van koppen van golfstokken mogen wel worden gebruikt |
||||||||
ex hoofdstuk 96 |
Diverse werken, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9601 en 9602 |
Ivoor, been, schildpad, hoorn, geweien, koraal, paarlemoer en andere stoffen van dierlijke herkomst geschikt om te worden gesneden, bewerkt; werken van deze stoffen (gevormde werken daaronder begrepen). Plantaardige of minerale stoffen geschikt om te worden gesneden, bewerkt, alsmede werken van deze stoffen; gevormde of gesneden werken van was, van paraffine, van stearine, van natuurlijke gommen of harsen, van modelleerpasta, alsmede gevormde of gesneden werken, elders genoemd noch elders onder begrepen; bewerkte, niet-geharde gelatine, andere dan die bedoeld bij post 3503 , alsmede werken van niet-geharde gelatine |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
9603 |
Bezems en borstels, ook indien zij delen van machines, van toestellen of van voertuigen zijn, met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus; gerede knotten voor borstelwerk; verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9605 |
Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren |
Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek van het stel of het assortiment |
||||||||
9606 |
Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm |
Vervaardiging: uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product; en waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9608 |
Kogelpennen; vilt- en merkstiften en andere pennen met poreuze punt; vulpennen en andere pennen; vulpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 9609 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Pennen en penpunten van dezelfde post als het product mogen wel worden gebruikt |
||||||||
9612 |
Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos |
Vervaardiging:
|
||||||||
9613 20 |
Zakaanstekers werkend met gas, navulbaar |
Vervaardiging waarbij de totale waarde van de gebruikte materialen van post 9613 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9614 |
Pijpen (pijpenkoppen daaronder begrepen), sigaren- en sigarettenpijpjes, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
(1) Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Jordanië van 15 juni 2006 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Europees-mediterrane Overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 30).
(2) Zie de aantekeningen 7.1 en 7.3 voor de bijzondere voorwaarden in verband met „specifieke behandelingen”.
(3) Zie aantekening 7.2 voor de bijzondere voorwaarden in verband met „specifieke behandelingen”.
(4) Als een „groep” wordt beschouwd ieder deel van de omschrijving van de post, van de rest gescheiden door een puntkomma.
(5) Voor producten die enerzijds bestaan uit materialen van de posten 3901 tot en met 3906 en anderzijds uit materialen van de posten 3907 tot en met 3911, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
(6) De volgende folie wordt als zeer transparant beschouwd: folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten met een nefolometer van Gardner volgens ASTM-D 1003-16 (troebelingsfactor), minder dan 2 % bedraagt.
(7) Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
(8) Zie aantekening 6.
(9) Zie aantekening 6 voor brei- en haakwerk aan het stuk, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door aaneennaaien of aaneenzetten van stukken brei- of haakwerk (gesneden of direct in vorm gebreid).
(10) SEMII – Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated.
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/147 |
BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET ASSOCIATIECOMITÉ EU-JORDANIË
van 4 december 2018
tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd op het grondgebied van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen [2019/42]
HET ASSOCIATIECOMITÉ EU-JORDANIË,
Gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (de „overeenkomst”), en met name artikel 94 van de overeenkomst en artikel 39 van Protocol nr. 3 bij de overeenkomst,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Sinds de inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2016 van het Associatiecomité EU-Jordanië (1) tot en met maart 2018 hebben zich elf ondernemingen aangemeld om gebruik te maken van de regeling voor versoepelde oorsprongsregels. |
(2) |
Het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië („Jordanië”) heeft tussen januari 2016 en oktober 2018 meer dan 120 000 arbeidsvergunningen afgegeven aan Syrische vluchtelingen. Tijdens het derde kwartaal van 2018 betrof het ongeveer 42 000 actieve arbeidsvergunningen. |
(3) |
In december 2017 presenteerde Jordanië het eerste jaarlijkse verslag over de uitvoering van Besluit nr. 1/2016 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd op het grondgebied van Jordanië en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen. |
(4) |
Naar aanleiding van de bevindingen van het verslag heeft Jordanië een verzoek gedaan om Besluit nr. 1/2016 te herzien en extra flexibiliteit te introduceren. De Unie is van oordeel dat bepaalde verbeteringen van de regeling eveneens zullen bijdragen tot een hogere werkgelegenheid voor zowel Syrische vluchtelingen als Jordaniërs. |
(5) |
De verdere herziening van de vereisten die gelden voor marktdeelnemers die in aanmerking willen komen voor de regeling voor oorsprongsregels, zou aan bepaalde voorwaarden worden onderworpen om ervoor te zorgen dat de voordelen hand in hand gaan met de inspanningen van Jordanië om Syrische vluchtelingen werk te verschaffen. |
(6) |
De bijlage bij dit besluit is van toepassing op goederen die zijn vervaardigd in Jordanië en beoogt bij te dragen aan het creëren van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en voor de Jordaanse bevolking. |
(7) |
Het doel van deze wijziging is het oorspronkelijke initiatief te verbeteren teneinde de gevolgen van de regeling voor de Jordaanse economie te vergroten en teneinde bij te dragen tot een toename van het aantal legaal in Jordanië werkende Syrische vluchtelingen en Jordaniërs. |
(8) |
De toepassing van de bijlage bij dit besluit moet tijdelijk kunnen worden opgeschort indien de voorwaarden in artikel 1, leden 1, 2 en 3, van de bijlage bij dit besluit niet zijn vervuld. |
(9) |
De toepassing van de bijlage bij dit besluit met betrekking tot een van de in artikel 2 van de bijlage bij dit besluit genoemde producten moet ook tijdelijk kunnen worden opgeschort wanneer dergelijke producten worden ingevoerd in grotere hoeveelheden en onder omstandigheden die ernstige nadelen veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten op het volledige of een deel van het grondgebied van de Unie, dan wel tot ernstige verstoringen kunnen leiden in een sector van de economie van de Unie, overeenkomstig de artikelen 24 en 26 van de overeenkomst. |
(10) |
De geldigheid van dit besluit dient te worden beperkt tot een periode die voldoende is om stimulansen te bieden voor extra investeringen en het scheppen van extra werkgelegenheid, en dient derhalve te verstrijken op 31 december 2030. |
(11) |
De verwezenlijking door Jordanië van zijn doelstelling om voor Syrische vluchtelingen minstens 60 000 legale en actieve arbeidsplaatsen te scheppen, die met name neerkomen op actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité, zou ook een belangrijke mijlpaal vormen. Dienovereenkomstig dienen de Unie en Jordanië, zodra deze doelstelling is gehaald, en tevens rekening houdend met de modernisering van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels, dit besluit uit te breiden tot alle door dit besluit gedekte producten die in Jordanië worden vervaardigd, zonder dat de specifieke voorwaarden in artikel 1, lid 1, onder b), van de bijlage bij dit besluit dienen te zijn vervuld. |
(12) |
Indien de doelstelling om voor Syrische vluchtelingen minstens 60 000 legale en actieve arbeidsplaatsen te scheppen die met name neerkomen op actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité, niet wordt gehaald, dienen de specifieke voorwaarden in artikel 1, lid 1, onder b), van de bijlage bij dit besluit te worden toegepast. |
(13) |
Jordanië zal een duidelijk en stabiel wettelijk kader ontwikkelen met het oog op fatsoenlijk werk voor Syrische vluchtelingen. Jordanië zal met name doorgaan met het openstellen van sectoren en beroepen voor vluchtelingen, voornamelijk op technisch niveau, met bijzondere aandacht voor de participatie van vrouwen. Bij de uitvoering van het „National Empowerment and Employment Programme” (NEEP) en bij de berekening van de deelname van de niet-Jordaniërs die in verschillende sectoren werkzaam zijn, zal Jordanië de vluchtelingen vrijstellen van eventuele verlagingen van het percentage niet-Jordaniërs. Jordanië zal er tevens voor zorgen dat de kosten voor het verkrijgen van het recht op werk voor Syrische vluchtelingen definitief worden kwijtgescholden. |
(14) |
Jordanië zal, waar passend, met ondersteuning van de EU, zorgen voor een duidelijk kader voor de oprichting van joint ventures tussen Jordaniërs en onderdanen van derde landen, waaronder Syrische vluchtelingen, met bijzondere aandacht voor vrouwen, en ervoor zorgen dat de rechten van beide partijen worden geëerbiedigd, de eigendomsrechten worden verduidelijkt en de toegang tot financiering wordt vergemakkelijkt. |
(15) |
Jordanië zal de nodige stappen ondernemen om investeringen te faciliteren en het algemene ondernemingsklimaat te verbeteren. Daartoe zal Jordanië in nauw overleg met de Europese Unie een actieplan vaststellen en uitvoeren. In het bijzonder zal Jordanië zorgen voor sterkere synergieën tussen entiteiten uit de publieke sector, de particuliere sector en donoren, in een poging om het ondernemingsklimaat te verbeteren en investeringen aan te trekken. Ter aanvulling van deze maatregelen biedt de internationale gemeenschap steun en programma's op ondernemingsniveau, die gericht zijn op het vergroten van de exportcapaciteit van Jordaanse bedrijven in sectoren waarin het land een concurrentievoordeel op de wereldmarkt heeft. |
(16) |
Jordanië zal zorgen voor voorspelbare regelgeving, met het oog op een verlaging van de administratieve lasten en kosten voor beleggers. Dit omvat de ontwikkeling van stimulansen voor het formaliseren van bedrijven, het stroomlijnen van het proces voor de registratie van ondernemingen, de vaststelling van een stabiele juridische infrastructuur voor insolventie, vennootschapsbelasting en bankleningen, alsmede het ontwikkelen van niet-bancaire financiële instellingen en het verminderen van de administratieve last voor bedrijven die een exportvergunning nodig hebben. |
(17) |
Jordanië zal tijdig een conferentie voor bedrijven en investeerders organiseren om de hervormde regeling onder de aandacht te brengen. Die conferentie had eigenlijk in het najaar van 2017 in Jordanië moeten plaatsvinden. |
(18) |
Jordanië steunt de modernisering van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels met het oog op verbetering van de voorwaarden voor markttoegang voor de Jordaanse export naar de Europese Unie en op uitbreiding van de regionale handel en economische integratie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Bijlage II a) bij Protocol nr. 3 bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden zijn vastgesteld voor de toepassing en de lijst van be- of verwerkingen die ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen moeten worden verricht opdat producten die in Jordanië worden vervaardigd in verband met het scheppen van extra werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen, de status van oorsprong kunnen verkrijgen, wordt vervangen door een nieuwe versie van bijlage II a) bij Protocol nr. 3 bij de overeenkomst, die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
2. Bijlage II a) bij Protocol nr. 3 bij de overeenkomst is van toepassing tot en met 31 december 2030.
Artikel 2
De bijlage vormt een integrerend deel van dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan door het Associatiecomité.
Gedaan te Amman, 4 december 2018.
Voor het Associatiecomité EU-Jordanië
De voorzitter
Yousef AL SHAMALI
(1) Besluit nr. 1/2016 van het Associatiecomité EU-Jordanië van 19 juli 2016 tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Euromediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd in speciale ontwikkelingszones en industriële gebieden en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen [2016/1436] (PB L 233 van 30.8.2016, blz. 6).
BIJLAGE
„BIJLAGE II a)
ADDENDUM BIJ DE LIJST VAN BEWERKINGEN OF VERWERKINGEN DIE TEN AANZIEN VAN NIET VAN OORSPRONG ZIJNDE MATERIALEN MOETEN WORDEN VERRICHT OPDAT HET VERVAARDIGDE PRODUCT DE STATUS VAN OORSPRONG KAN VERKRIJGEN
Artikel 1
Gemeenschappelijke bepalingen
A. Definitie van oorsprong
1. |
Voor de in artikel 2 vermelde producten kunnen de volgende voorschriften ook van toepassing zijn in plaats van de voorschriften van bijlage II bij Protocol nr. 3, voor zover dergelijke producten aan de volgende voorwaarden voldoen:
|
2. |
Het desbetreffende aandeel uit hoofde van lid 1, onder b), wordt berekend op een tijdstip na de inwerkingtreding van deze bijlage, en vervolgens op jaarlijkse basis, rekening houdend met het aantal Syrische vluchtelingen, uitgedrukt in voltijdequivalent, dat een formele en fatsoenlijke baan heeft en een arbeidsvergunning die ten minste twaalf maanden geldig is volgens de toepasselijke wetgeving van Jordanië. |
3. |
De bevoegde autoriteiten van Jordanië zien erop toe dat de in aanmerking komende productiefaciliteiten voldoen aan de in lid 1 bepaalde voorwaarden, kennen productiefaciliteiten die aan deze voorwaarden voldoen een vergunningsnummer toe, en trekken een dergelijk nummer onverwijld in indien de productiefaciliteiten niet langer aan dergelijke voorwaarden voldoen. |
B. Bewijs van oorsprong
4. |
Een ingevolge deze bijlage opgesteld bewijs van oorsprong bevat de volgende verklaring in het Engels: „Derogation — Annex II(a) of Protocol 3 — authorisation number granted by the competent authorities of Jordan” (Afwijking — bijlage II a) bij Protocol nr. 3 — door de bevoegde autoriteiten van Jordanië afgegeven vergunningsnummer). |
C. Administratieve samenwerking
5. |
Wanneer de douaneautoriteiten van Jordanië overeenkomstig artikel 33, lid 5, van dit protocol, als gewijzigd bij Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Jordanië (1), de Europese Commissie of de aanvragende douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie („de lidstaten”) in kennis hebben gesteld van de uitkomst van de controle, verduidelijken zij dat de in artikel 2 genoemde producten voldoen aan de in lid 1 bepaalde voorwaarden. |
6. |
Wanneer er bij controle of op grond van andere beschikbare gegevens aanwijzingen zijn dat niet is voldaan aan de in lid 1 bepaalde voorwaarden, stelt Jordanië op eigen initiatief of op verzoek van de Europese Commissie of de douaneautoriteiten van de lidstaten met de nodige spoed een onderzoek in of laat het een onderzoek instellen teneinde dergelijke inbreuken vast te stellen en een herhaling ervan te voorkomen. De Europese Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen aan het onderzoek deelnemen. |
D. Verslaglegging, monitoring en herziening
7. |
Na de inwerkingtreding van deze bijlage dient Jordanië elk jaar bij de Europese Commissie een verslag in over de werking en de gevolgen van deze bijlage, met inbegrip van 8-cijferige dan wel de meest gedetailleerd beschikbare productie- en exportstatistieken voor de in de regeling opgenomen producten. Jordanië legt op jaarbasis ook een lijst voor met opgave van de productiefaciliteiten in Jordanië en het percentage Syrische vluchtelingen dat in iedere aparte productiefaciliteit werkzaam is. Ook doet Jordanië op kwartaalbasis verslag van het totale aantal actieve arbeidsvergunningen of van andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité. Die verslagen en eventuele problemen met betrekking tot de uitvoering van of controle op de onderhavige bijlage worden gezamenlijk door de partijen geëvalueerd binnen de bij de associatieovereenkomst opgerichte organen, met name het Subcomité industrie, handel en diensten. Tevens zorgen ervoor dat relevante internationale organisaties zoals de Internationale Arbeidsorganisatie en de Wereldbank betrokken zijn bij het controleproces. |
8. |
Zodra Jordanië erin is geslaagd een grotere deelname van Syrische vluchtelingen aan de formele arbeidsmarkt te faciliteren door ten minste 60 000 actieve arbeidsvergunningen of andere meetbare middelen voor legaal en actief werk zoals bepaald door het Associatiecomité aan Syrische vluchtelingen af te geven, passen de partijen de bepalingen van deze bijlage toe op alle in deze bijlage opgenomen producten zonder de verplichting dat aan de specifieke voorwaarden in lid 1, onder b), te voldoen. |
9. |
Indien de Unie van mening is dat er onvoldoende bewijs is dat Jordanië voldoet aan de in lid 8 bepaalde voorwaarden, kan de Unie de zaak aan het Associatiecomité voorleggen. Indien het Associatiecomité binnen 90 dagen nadat de zaak aan hem is voorgelegd niet verklaart dat aan de in lid 8 bepaalde voorwaarden is voldaan, of deze bijlage niet wijzigt, kan de Unie besluiten dat de specifieke voorwaarden in lid 1, onder b), van toepassing zijn. |
E. Tijdelijke schorsing
10. |
|
F. Vrijwaringsmechanisme
11. |
Indien een van de in artikel 2 vermelde producten waarop deze bijlage van toepassing is, wordt ingevoerd in grotere hoeveelheden en onder omstandigheden die ernstige nadelen veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten op het volledige of een deel van het grondgebied van de Unie, dan wel tot ernstige verstoringen kunnen leiden in een sector van de economie van de Unie, overeenkomstig de artikelen 24 en 26 van de overeenkomst, kan de Unie de zaak voor behandeling voorleggen aan het Associatiecomité. Indien het Associatiecomité binnen 90 dagen nadat de zaak aan hem is voorgelegd, geen besluit neemt tot beëindiging van een dergelijk ernstig nadeel of de dreiging daarvan, of aan ernstige verstoringen, of indien geen andere bevredigende oplossing is gevonden, wordt de toepassing van deze bijlage voor het betrokken product geschorst totdat het Associatiecomité een besluit neemt waarin wordt verklaard dat het nadeel of de verstoring een einde heeft genomen, dan wel totdat door de partijen een bevredigende oplossing is gevonden, die aan het Associatiecomité is gemeld. |
G. Inwerkingtreding en toepassing
12. |
Deze bijlage is van toepassing vanaf de dag van inwerkingtreding van het besluit van het Associatiecomité waaraan het is gehecht, en is van toepassing tot en met 31 december 2030. |
Artikel 2
Lijst van producten en van vereiste bewerkingen en verwerkingen
De lijst van producten waarop deze bijlage van toepassing is en de voorschriften inzake bewerking en verwerking die kunnen worden toegepast als alternatief voor de voorschriften van bijlage II, volgen hieronder.
Bijlage I bij Protocol nr. 3 van de overeenkomst, met de inleidende aantekeningen bij de lijst in bijlage II bij Protocol nr. 3 van de overeenkomst, is mutatis mutandis van toepassing op onderstaande lijst, met inachtneming van de volgende wijzigingen:
In aantekening 5.2 worden in de tweede alinea de volgende basismaterialen toegevoegd:
— |
glasvezel, |
— |
metaalvezel. |
De tekst van aantekening 7.3 wordt vervangen door:
Wat de posten ex 2707 en 2713 betreft, wordt geen oorsprong verkregen door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met verschillende zwavelgehaltes, of enige combinatie van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.
ex hoofdstuk 25 |
Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2519 |
Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, ander dan gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) mag wel worden gebruikt |
||||||||
ex hoofdstuk 27 |
Minerale brandstoffen, minerale oliën en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2707 |
Olie waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke olie als minerale olie verkregen bij het distilleren van hogetemperatuursteenkoolteer, die voor meer dan 65 % van het volume distilleert bij een temperatuur van 250 °C of lager (mengsels van benzine en benzol daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (2) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2710 |
Aardolie en olie uit bitumineuze materialen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze materialen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (3) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2711 |
Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2712 |
Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, slack wax, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (3) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2713 |
Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen |
Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (2) of andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen zijn ingedeeld onder een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 28 |
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2811 |
Zwaveltrioxide, en |
Vervaardiging uit zwaveldioxide of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2840 |
Natriumperboraat, |
Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2843 |
Edele metalen in colloïdale toestand; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, al dan niet chemisch bepaald; amalgamen van edele metalen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 2843 |
||||||||
ex 2852 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2852 , 2932 , 2933 en 2934 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 29 |
Organische chemische producten; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2905 |
Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 2905 . Metaalalcoholaten bedoeld bij deze post mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een totale waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2905 43 ; 2905 44 ; 2905 45 |
Mannitol; D-glucitol (sorbitol); Glycerol |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige postonderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde postonderverdeling als het product. Materialen van dezelfde postonderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2915 |
Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren; halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten van deze producten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 2932 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2933 |
Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
2934 |
Nucleïnezuren en zouten daarvan, al dan niet chemisch bepaald; andere heterocyclische verbindingen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 , 2933 en 2934 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 31 |
Meststoffen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 32 |
Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; stopverf en mastiek; inkt |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 33 |
Etherische oliën en harsaroma's; Parfums, cosmetische producten en toiletartikelen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3301 |
Etherische oliën (ook indien daaruit terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in soortgelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van materialen van een andere „groep” (4) van deze post. Materialen van dezelfde groep als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 34 |
Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en soortgelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3404 |
Kunstwas en bereide was:
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
Hoofdstuk 35 |
Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 37 |
Producten voor fotografie en cinematografie |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 38 |
Diverse producten van de chemische industrie; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3803 |
Geraffineerde tallolie |
Raffineren van ruwe tallolie of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3805 |
Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd |
Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3806 30 |
Gomesters |
Vervaardiging uit harszuren of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3807 |
Houtteerpek |
Distillatie van houtteer of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3809 10 |
Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in soortgelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3823 |
Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 3823 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
3824 60 |
Sorbitol, andere dan die bedoeld bij postonderverdeling 2905 44 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige postonderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde postonderverdeling als het product en van postonderverdeling 2905 44 . Materialen van dezelfde postonderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 39 |
Kunststof en artikelen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3907 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product (5) of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging uit polycarbonaat van tetrabroom (bisfenol A) of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3920 |
Ionomeervellen of -foliën |
Vervaardiging uit een thermoplastisch partieel zout, zijnde een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 3921 |
Kunststoffolie, gemetalliseerd |
Vervaardiging uit zeer transparant polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron (6) of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 40 |
Rubber en artikelen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
4012 |
Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, verwisselbare loopvlakken voor banden en velglinten van rubber: |
|
||||||||
|
|
Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 4011 en 4012 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 41 |
Onthaarde huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
4101 t/m 4103 |
Huiden en vellen van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit; Huiden van schapen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die op basis van aantekening 1, onder c), bij hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd; Andere huiden en vellen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die op basis van aantekening 1, onder b) en c), bij hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
4104 t/m 4106 |
Gelooide onthaarde huiden en vellen, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt |
Opnieuw looien van gelooide of voorgelooide huiden en vellen van postonderverdelingen 4104 11 , 4104 19 , 4105 10 , 4106 21 , 4106 31 of 4106 91 , of Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
4107 , 4112 , 4113 |
Verder bewerkt leder, na looien of drogen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Materialen van de postonderverdelingen 4104 41 , 4104 49 , 4105 30 , 4106 22 , 4106 32 en 4106 92 mogen evenwel slechts worden gebruikt indien de gelooide of gedroogde huiden of de vellen in droge staat opnieuw worden gelooid |
||||||||
Hoofdstuk 42 |
Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en soortgelijke bergingsmiddelen; werken van darmen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 43 |
Pelterijen, bontwerk en namaakbont; Artikelen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
4301 |
Pelterijen (koppen, staarten, poten en andere delen, geschikt voor bontwerk, daaronder begrepen), niet gelooid noch anderszins bereid, andere dan de ongelooide huiden en vellen bedoeld bij de posten 4101 , 4102 en 4103 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
ex 4302 |
Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd: |
|
||||||||
|
|
Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde gelooide of anderszins bereide pelterijen |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit niet-samengevoegde gelooide of anderszins bereide pelterijen |
||||||||
4303 |
Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont |
Vervaardiging uit niet- samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen van post 4302 |
||||||||
ex hoofdstuk 44 |
Hout en houtwaren; houtskool; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 4407 |
Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding |
||||||||
ex 4408 |
Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen) en platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, met verbinding aan de randen, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding |
Aanbrengen van een verbinding, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding |
||||||||
ex 4410 tot en met ex 4413 |
Lijstwerk, met inbegrip van plinten en soortgelijk lijstwerk |
In profiel frezen of vormen |
||||||||
ex 4415 |
Pakkisten, kratten, trommels en soortgelijke verpakkingsmiddelen, van hout |
Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken |
||||||||
ex 4418 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Wel mogen houtpanelen met cellenstructuur en dakspanen („shingles” en „shakes”) worden gebruikt |
||||||||
|
|
In profiel frezen of vormen |
||||||||
ex 4421 |
Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen |
Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad van post 4409 |
||||||||
ex hoofdstuk 51 |
Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin); met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5106 t/m 5110 |
Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin) |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5111 t/m 5113 |
Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 52 |
Katoen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5204 t/m 5207 |
Garens van katoen |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5208 t/m 5212 |
Weefsels van katoen: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 53 |
Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5306 t/m 5308 |
Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5309 t/m 5311 |
Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens: |
Weven (7) Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5401 t/m 5406 |
Monofilamenten en garens, van synthetische of kunstmatige filamenten |
Extrusie van kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels (7) |
||||||||
5407 en 5408 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5501 t/m 5507 |
Synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Extrusie van synthetische of van kunstmatige vezels |
||||||||
5508 t/m 5511 |
Garens van synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (7) |
||||||||
5512 t/m 5516 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 56 |
Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van: |
Extrusie van kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels of aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken (7) |
||||||||
5602 |
Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: |
|
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het maken van het weefsel Echter:
waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, kunnen worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product of het maken van het weefsel alleen in geval van vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt (7) |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het maken van het weefsel of Het maken van het weefsel alleen in geval van vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt (7) |
||||||||
5603 |
Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen |
Alle andere processen dan weven, met inbegrip van naaldponsen |
||||||||
5604 |
Draad en koord van rubber, bekleed met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit draad of koord, van rubber, niet omwoeld of omvlochten met textiel |
||||||||
|
|
Extrusie van kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels (7) |
||||||||
5605 |
Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels (7) |
||||||||
5606 |
Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogeheten chainettegaren) |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of het spinnen samen met het aanbrengen van flockprints of het aanbrengen van flockprints samen met verven (7) |
||||||||
Hoofdstuk 57 |
Tapijten: |
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven of vervaardiging van kokos-, sisal- of jutegaren of het aanbrengen van flockprint samen met verven of bedrukken of tuften samen met verven of bedrukken Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen (7) Echter:
waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product Juteweefsel mag als rug worden gebruikt |
||||||||
ex hoofdstuk 58 |
Speciale weefsels: getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk: met uitzondering van: |
Weven (7) of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbewerking of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5805 |
Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5810 |
Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5901 |
Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden |
Weven samen met verven of het aanbrengen van flockprint of een deklaag of het aanbrengen van flockprints samen met verven of bedrukken |
||||||||
5902 |
Bandenkoordweefsel („tyre cord fabric”) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon: |
|
||||||||
|
|
Weven |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven |
||||||||
5903 |
Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902 |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5904 |
Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden, vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag (7) |
||||||||
5905 |
Wandbekleding van textielstof |
|
||||||||
|
|
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag |
||||||||
|
|
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven of weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product (7) |
||||||||
5906 |
Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902 : |
|
||||||||
|
|
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien of breien samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met het breien (7) |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven |
||||||||
|
|
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met weven |
||||||||
5907 |
Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik |
Weven samen met verven of het aanbrengen van flockprint of een deklaag of het aanbrengen van flockprint samen met verven of bedrukken of bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
5908 |
Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rondgebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit rond gebreide buisjes |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
5909 t/m 5911 |
Artikelen van textiel, voor technisch gebruik: |
|
||||||||
|
|
Weven |
||||||||
|
|
Weven (7) |
||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens of het spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels, samen met weven (7) of weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag |
||||||||
Hoofdstuk 60 |
Brei- en haakwerk aan het stuk |
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien of breien samen met verven of het aanbrengen van flockprint of een deklaag of het aanbrengen van flockprint samen met verven of bedrukken of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met het breien of twijnen of texturiseren, samen met breien, mits de waarde van de gebruikte niet-getwijnde, niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 61 |
Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit weefsel |
||||||||
|
|
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het breien (direct in vorm gebreide producten) of het verven van garen van natuurlijke vezels samen met breien (direct in vorm gebreide producten) (7) |
||||||||
ex hoofdstuk 62 |
Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit weefsel |
||||||||
6213 en 6214 |
Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: |
|
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) of confectioneren voorafgegaan door bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product (7) (8) |
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of confectioneren gevolgd door bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product (7) (8) |
||||||||
6217 |
Andere geconfectioneerde kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212 ) van kleding of van kledingtoebehoren: |
|
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) |
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of voorzien van een deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (8) |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 63 |
Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen of assortimenten; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
6301 t/m 6304 |
Dekens, beddenlinnen en dergelijke; gordijnen en dergelijke; en andere artikelen voor stoffering: |
|
||||||||
|
|
Elk ander proces dan weven, met inbegrip van naaldponsen, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
|
|
|
||||||||
|
|
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) of vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) (9) |
||||||||
|
|
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
6305 |
Zakken voor verpakkingsdoeleinden |
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (7) |
||||||||
6306 |
dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen: |
|
||||||||
|
|
Elk ander proces dan weven, met inbegrip van naaldponsen, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (7) (8) of voorzien van een deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
||||||||
6307 |
Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
6308 |
Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 25 % van de prijs af fabriek van het stel of het assortiment |
||||||||
ex hoofdstuk 64 |
Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen, bedoeld bij post 6406 |
||||||||
6406 |
Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
Hoofdstuk 65 |
Hoofddeksels en delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 68 |
Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 6803 |
Werken van leisteen of van samengekit leigruis |
Vervaardiging uit bewerkte leisteen |
||||||||
ex 6812 |
Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
ex 6814 |
Werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen |
Vervaardiging uit bewerkt mica (geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen) |
||||||||
Hoofdstuk 69 |
Keramische producten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 70 |
Glas en glaswerk, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7006 |
Optisch glas van 7003 , 7004 of 7005 , schuin geslepen randen, gegraveerd, geboord: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit niet-beklede platen van glas (substraten) van post 7006 |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7001 |
||||||||
7010 |
Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere houders, van glas, voor vervoer of voor verpakking van goederen; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het ongeslepen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7013 |
Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het ongeslepen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product of versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk, mits de totale waarde van het met de mond geblazen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 7019 |
Werken (andere dan garen) van glasvezels |
Vervaardiging uit:
|
||||||||
ex hoofdstuk 71 |
Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7106 , 7108 en 7110 |
Edele metalen: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 7106 , 7108 en 7110 of elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen bedoeld bij post 7106 , 7108 of 7110 of fusie en/of legering van edele metalen van post 7106 , 7108 of 7110 , onderling of met onedele metalen |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen |
||||||||
ex 7107 , ex 7109 en ex 7111 |
Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt |
Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt |
||||||||
7115 |
Andere werken van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7117 |
Fancybijouterieën |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, waarvan de totale waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 73 |
Werken van gietijzer, van ijzer en van staal; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
ex 7301 |
Damwandprofielen |
Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7207 |
||||||||
7302 |
Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, losplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails |
Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206 |
||||||||
7304 , 7305 en 7306 |
Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer of van staal |
Vervaardiging uit materialen van post 7206 , 7207 , 7208 , 7209 , 7210 , 7211 , 7212 , 7218 , 7219 , 7220 of 7224 |
||||||||
ex 7307 |
Hulpstukken voor buizen van roestvrij staal |
Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken met een totale waarde van niet meer dan 35 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
7308 |
Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustrades), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406 ; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt |
||||||||
ex 7315 |
Sneeuwkettingen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger is 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 74 |
Koper en werken van koper; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7403 |
Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
ex hoofdstuk 76 |
Aluminium en werken van aluminium; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7601 |
Ruw aluminium |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
7607 |
Bladaluminium (ook indien bedrukt of op een drager van papier, van karton, van kunststof of op dergelijke dragers) met een dikte van niet meer dan 0,2 mm (de dikte van de drager niet meegerekend) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 7606 |
||||||||
ex hoofdstuk 78 |
Lood en werken van lood, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
7801 |
Ruw lood: |
|
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt |
||||||||
Hoofdstuk 80 |
Tin en werken van tin |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 82 |
Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8206 |
Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205 , opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 . Gereedschap bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 kan evenwel in het stel worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek van het stel |
||||||||
8211 |
Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208 ), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen, alsmede lemmeten daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Lemmeten en handvatten mogen wel van onedel metaal worden gebruikt |
||||||||
8214 |
Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Handvatten mogen wel van onedel metaal worden gebruikt |
||||||||
8215 |
Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Handvatten mogen wel van onedel metaal worden gebruikt |
||||||||
ex hoofdstuk 83 |
Allerlei werken van onedele metalen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 8302 |
Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen, en automatische deursluiters en deurdrangers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Andere materialen bedoeld bij post 8302 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 8306 |
Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen, van onedel metaal |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Andere materialen bedoeld bij post 8306 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 84 |
Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8401 |
Kernreactoren; niet-bestraalde splijtstofelementen (patronen) voor kernreactoren; machines en apparaten voor isotopenscheiding |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8407 |
Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8408 |
Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren) |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8427 |
Vorkheftrucks; andere transportwagentjes met hef- of hanteerinrichting |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8482 |
Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 85 |
Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen; met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8501 , 8502 |
Elektrische motoren en generatoren; elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8503 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8513 |
Draagbare elektrische lampen, bestemd om met eigen energiebron te werken (bijvoorbeeld met elementen of batterijen, met accumulatoren of met ingebouwde dynamo), andere dan die bedoeld bij post 8512 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8519 |
Toestellen voor het opnemen en het weergeven van geluid |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8522 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8521 |
Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8522 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8523 |
Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8525 |
Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera's; digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8526 |
Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8527 |
Ontvangtoestellen voor radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8528 |
Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8535 t/m 8537 |
Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom; verbindingsstukken voor optische vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels; borden, panelen, kasten en dergelijke, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8538 of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8540 11 en 8540 12 |
Kathodestraalbuizen voor ontvangtoestellen voor televisie, buizen voor videomonitors daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 8542 31 tot en met ex 8542 33 en ex 8542 39 |
Monolithische geïntegreerde schakelingen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product of diffusie, waarbij geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal, al dan niet geassembleerd en/of getest in een niet-partij |
||||||||
8544 |
Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt — zogenaamd emaildraad — of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8545 |
Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8546 |
Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waaruit zij zijn vervaardigd |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8547 |
Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen enz. aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bijvoorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546 ; isolatiebuizen voor elektrisch gebruik, met inbegrip van de verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8548 |
Resten en afval, van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 86 |
Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; vast materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede elementen en delen daarvan; mechanische (incl. elektromechanische) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer: |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 87 |
Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
8711 |
Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 90 |
Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9002 |
Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9033 |
Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 91 |
Uurwerken |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
Hoofdstuk 94 |
Meubelen; artikelen voor bedden en dergelijke artikelen, verlichtingstoestellen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex hoofdstuk 95 |
Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
ex 9506 |
Golfstokken en delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Ruw gevormde blokken voor het maken van koppen van golfstokken mogen wel worden gebruikt |
||||||||
ex hoofdstuk 96 |
Diverse werken, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product of vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9601 en 9602 |
Ivoor, been, schildpad, hoorn, geweien, koraal, paarlemoer en andere stoffen van dierlijke herkomst geschikt om te worden gesneden, bewerkt; werken van deze stoffen (gevormde werken daaronder begrepen). Plantaardige of minerale stoffen geschikt om te worden gesneden, bewerkt, alsmede werken van deze stoffen; gevormde of gesneden werken van was, van paraffine, van stearine, van natuurlijke gommen of harsen, van modelleerpasta, alsmede gevormde of gesneden werken, elders genoemd noch elders onder begrepen; bewerkte, niet-geharde gelatine, andere dan die bedoeld bij post 3503 , alsmede werken van niet-geharde gelatine |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||
9603 |
Bezems en borstels, ook indien zij delen van machines, van toestellen of van voertuigen zijn, met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus; gerede knotten voor borstelwerk; verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9605 |
Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren |
Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek van het stel of het assortiment |
||||||||
9606 |
Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm |
Vervaardiging:
|
||||||||
9608 |
Kogelpennen; vilt- en merkstiften en andere pennen met poreuze punt; vulpennen en andere pennen; vulpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 9609 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product. Pennen en penpunten van dezelfde post als het product mogen wel worden gebruikt |
||||||||
9612 |
Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos |
Vervaardiging:
|
||||||||
9613 20 |
Zakaanstekers werkend met gas, navulbaar |
Vervaardiging waarbij de totale waarde van de gebruikte materialen van post 9613 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||
9614 |
Pijpen (pijpenkoppen daaronder begrepen), sigaren- en sigarettenpijpjes, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
(1) Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Jordanië van 15 juni 2006 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Europees-mediterrane Overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 30).
(2) Zie de aantekeningen 7.1 en 7.3 voor de bijzondere voorwaarden in verband met „specifieke behandelingen”.
(3) Zie aantekening 7.2 voor de bijzondere voorwaarden in verband met „specifieke behandelingen”.
(4) Als een „groep” wordt beschouwd ieder deel van de omschrijving van de post, van de rest gescheiden door een puntkomma.
(5) Voor producten die enerzijds bestaan uit materialen van de posten 3901 tot en met 3906 en anderzijds uit materialen van de posten 3907 tot en met 3911, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
(6) De volgende folie wordt als zeer transparant beschouwd: folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten met een nefolometer van Gardner volgens ASTM-D 1003-16 (troebelingsfactor), minder dan 2 % bedraagt.
(7) Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
(8) Zie aantekening 6.
(9) Zie aantekening 6 voor brei- en haakwerk aan het stuk, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door aaneennaaien of aaneenzetten van stukken brei- of haakwerk (gesneden of direct in vorm gebreid).
(10) SEMII — Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated.
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/178 |
BESLUIT (EU) 2019/43 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 29 november 2018
inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit ECB/2013/28 (ECB/2018/27)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 29.3 en artikel 29.4,
Gezien de medewerking van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank op grond van het vierde streepje van artikel 46.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 29.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna: de „ECSB-statuten”) vereist dat de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel na de oprichting van het Europese Systeem van Centrale Banken (ESCB) naar analogie van de bepalingen van artikel 29.1 van de statuten van het ESCB om de vijf jaar worden aangepast. De aangepaste kapitaalverdeelsleutel geldt met ingang van de eerste dag van het jaar volgende op de aanpassing. |
(2) |
De laatste aanpassing van de weging in de kapitaalverdeelsleutel overeenkomstig artikel 29.3 van de ESCB-statuten werd gemaakt in 2013 met ingang van 1 januari 2014 (1). |
(3) |
In overeenstemming met Besluit 2003/517/EG van de Raad (2) verstrekte de Europese Commissie de Europese Centrale Bank (ECB) de te gebruiken statistische gegevens voor de vaststelling van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Afronding
Indien de Europese Commissie gewijzigde statistische gegevens verstrekt die moeten worden gebruikt voor de aanpassing van de kapitaalverdeelsleutel en het totaal van de cijfers niet 100 % is, wordt het verschil weggewerkt door: i) als het totaal minder is dan 100 % het kleinste aandeel met 0,0001 procentpunt te verhogen, eventueel gevolgd door eenzelfde verhoging van het op een na kleinste aandeel enz. tot het totaal precies 100 % bedraagt, of ii) als het totaal meer dan 100 % bedraagt, het grootste aandeel met 0,0001 procentpunt te verlagen, eventueel gevolgd door eenzelfde verlaging van het op een na grootste aandeel enz. tot het totaal precies 100 % bedraagt.
Artikel 2
Wegingen van de kapitaalverdeelsleutel
De aan elke NCB toegekende weging in de kapitaalverdeelsleutel, zoals vastgelegd in artikel 29 van de ESCB-statuten, geldt als volgt met ingang van 1 januari 2019:
Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique |
2,5280 % |
Българска народна банка (Nationale Bank van Bulgarije) |
0,8511 % |
Česká národní banka |
1,6172 % |
Danmarks Nationalbank |
1,4986 % |
Deutsche Bundesbank |
18,3670 % |
Eesti Pank |
0,1968 % |
Central Bank of Ireland |
1,1754 % |
Bank of Greece |
1,7292 % |
Banco de España |
8,3391 % |
Banque de France |
14,2061 % |
Hrvatska narodna banka |
0,5673 % |
Banca d'Italia |
11,8023 % |
Central Bank of Cyprus |
0,1503 % |
Latvijas Banka |
0,2731 % |
Lietuvos bankas |
0,4059 % |
Banque centrale du Luxembourg |
0,2270 % |
Magyar Nemzeti Bank |
1,3348 % |
Central Bank of Malta |
0,0732 % |
De Nederlandsche Bank |
4,0677 % |
Oesterreichische Nationalbank |
2,0325 % |
Narodowy Bank Polski |
5,2068 % |
Banco de Portugal |
1,6367 % |
Banca Naţională a României |
2,4470 % |
Banka Slovenije |
0,3361 % |
Národná banka Slovenska |
0,8004 % |
Suomen Pankki |
1,2708 % |
Sveriges Riksbank |
2,5222 % |
Bank of England |
14,3374 % |
Artikel 3
Inwerkingtreding en intrekking
1. Dit besluit treedt op 1 januari 2019 in werking.
2. Besluit ECB/2013/28 wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.
3. Verwijzingen naar Besluit ECB/2013/28 gelden als verwijzingen naar dit besluit.
Gedaan te Frankfurt am Main, 29 november 2018.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Besluit ECB/2013/28 van 29 augustus 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 53).
(2) Besluit 2003/517/EG van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt voor de aanpassing van de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 43).
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/180 |
BESLUIT (EU) 2019/44 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 29 november 2018
betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben, tot wijziging van Besluit ECB/2014/61 en tot intrekking van Besluit ECB/2013/30 (ECB/2018/28)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 28.3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit ECB/2013/30 (1) bepaalde hoe en in hoeverre de nationale centrale banken (NCB's) van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna: de „eurogebied-NCB's”), gehouden waren tot volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) met ingang van 1 januari 2014. |
(2) |
Artikel 2 van Besluit (EU) 2015/287 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/61) (2), in samenhang met Besluit ECB/2013/31 (3), bepaalde in welke vorm en in hoeverre Lietuvos bankas in het licht van de aanneming van de euro door Litouwen het kapitaal van de ECB dient te storten met ingang van 1 januari 2015. |
(3) |
Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/27) (4) voorziet in de aanpassing van de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de ECB (hierna: de „kapitaalverdeelsleutel”) overeenkomstig artikel 29.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en stelt met ingang van 1 januari 2019 de aan elke NCB toegewezen nieuwe weging van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel vast (hierna: de „weging in de kapitaalverdeelsleutel”). |
(4) |
De vijfjaarlijkse aangepaste kapitaalverdeelsleutel van de ECB vereist de vaststelling van een nieuw ECB-besluit dat Besluit ECB/2013/30 met ingang van 1 januari 2019 intrekt en bepaalt in welke vorm en in hoeverre de eurogebied-NCB's op 1 januari 2019 het kapitaal van de ECB dienen te storten, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Mate en vorm van het geplaatste en gestorte kapitaal
Elke eurogebied-NCB stort met ingang van 1 januari 2019 haar inschrijving op het kapitaal van de ECB volledig.
Rekening houdend met de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zoals vastgelegd in artikel 2 van Besluit (EU) 2019/43 (ECB/2018/27), gelden voor elke NCB binnen het eurogebied inzake het geplaatste en gestorte kapitaal de naast haar naam in de volgende tabel vermelde bedragen:
Eurogebied-NCB |
EUR |
Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique |
273 656 178,72 |
Deutsche Bundesbank |
1 988 229 048,48 |
Eesti Pank |
21 303 613,91 |
Central Bank of Ireland |
127 237 133,10 |
Bank of Greece |
187 186 022,25 |
Banco de España |
902 708 164,54 |
Banque de France |
1 537 811 329,32 |
Banca d'Italia |
1 277 599 809,38 |
Central Bank of Cyprus |
16 269 985,63 |
Latvijas Banka |
29 563 094,31 |
Lietuvos bankas |
43 938 703,70 |
Banque centrale du Luxembourg |
24 572 766,05 |
Central Bank of Malta |
7 923 905,17 |
De Nederlandsche Bank |
440 328 812,57 |
Oesterreichische Nationalbank |
220 018 268,69 |
Banco de Portugal |
177 172 890,71 |
Banka Slovenije |
36 382 848,76 |
Národná banka Slovenska |
86 643 356,59 |
Suomen Pankki |
137 564 189,84 |
Artikel 2
Aanpassing van het gestorte kapitaal
1. Gezien elke eurogebied-NCB zijn aandeel in het uit hoofde van Besluit ECB/2013/30 tot en met 31 december 2018 van toepassing zijnde geplaatste kapitaal van de ECB volledig gestort heeft, maakt ieder van hen hetzij een additioneel bedrag over aan de ECB, dan wel krijgt zij van de ECB een bedrag terug, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in de tabel in artikel 1 genoemde bedragen.
2. Alle overdrachten uit hoofde van dit artikel geschieden overeenkomstig Besluit (EU) 2019/45 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/29) (5).
Artikel 3
Wijziging
Artikel 2 van Besluit (EU) 2015/287 (ECB/2014/61) wordt geschrapt.
Artikel 4
Intrekking
1. Besluit ECB/2013/30 wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.
2. Verwijzingen naar Besluit ECB/2013/30 gelden als verwijzingen naar dit besluit.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt op 1 januari 2019 in werking.
Gedaan te Frankfurt am Main, 29 november 2018.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Besluit ECB/2013/30 van 29 augustus 2013 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 61).
(2) Besluit (EU) 2015/287 van de Europese Centrale Bank van 31 december 2014 inzake de storting van kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrages aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Lietuvos bankas (ECB/2014/61) (PB L 50 van 21.2.2015, blz. 44).
(3) Besluit ECB/2013/31 van 30 augustus 2013 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van niet-eurogebiedlidstaten (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 63).
(4) Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit ECB/2013/28 (ECB/2018/27) (zie bladzijde 178 van dit Publicatieblad).
(5) Besluit (EU) 2019/45 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal en tot intrekking van Besluit ECB/2013/29 (ECB/2018/29) (zie bladzijde 183 van dit Publicatieblad).
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/183 |
BESLUIT (EU) 2019/45 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 29 november 2018
betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal en tot intrekking van Besluit ECB/2013/29 (ECB/2018/29)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 28.5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/27) (1) voorziet in de aanpassing van de aan de nationale centrale banken (NCB's) toegekende wegingen in de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna: „wegingen in de kapitaalverdeelsleutel”, respectievelijk „kapitaalverdeelsleutel”). Deze aanpassing vereist dat de Raad van bestuur de voorwaarden bepaalt voor overdrachten van aandelen in het kapitaal tussen de NCB's die op 31 december 2018 leden zijn van het Europees Stelsel van centrale banken, opdat de verdeling van deze aandelen overeenkomt met de uitgevoerde aanpassingen. Dienovereenkomstig moet een nieuw ECB-besluit worden vastgesteld tot intrekking van Besluit ECB/2013/29 (2) met ingang van 1 januari 2019. |
(2) |
Besluit (EU) 2019/44 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/28) (3) bepaalt hoe en in hoeverre de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna: de „eurogebied-NCB's”), gehouden zijn tot volstorting van het kapitaal van de ECB op grond van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel. Besluit (EU) 2019/48 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/32) (4) bepaalt het percentage dat de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro niet hebben aangenomen (hierna: de „niet-eurogebied-NCB's”), op grond van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 januari 2019 dienen te storten. |
(3) |
Aangezien elke eurogebied-NCB haar aandeel in het uit hoofde van Besluit ECB/2013/30 tot en met 31 december 2018 van toepassing zijnde geplaatste kapitaal van de ECB volledig gestort heeft (5), en voor zover Lietuvos bankas betrokken is, krachtens artikel 2 van Besluit (EU) 2015/287 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/61) (6), in samenhang met Besluit ECB/2013/31 (7), maakt elke eurogebied-NCB hetzij een additioneel bedrag over aan de ECB, dan wel krijgt zij van de ECB een bedrag terug, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in de tabel in artikel 1 van Besluit (EU) 2019/44 (ECB/2018/28) genoemde bedragen. |
(4) |
Evenzo, aangezien elke niet-eurogebied-NCB reeds een percentage van haar aandeel in het uit hoofde van Besluit ECB/2013/31 tot en met 31 december 2018 van toepassing zijnde geplaatste kapitaal van de ECB volledig gestort heeft, maakt ieder van hen hetzij een additioneel bedrag over aan de ECB, dan wel krijgt zij van de ECB een bedrag terug, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in de derde kolom van de tabel in artikel 1 van Besluit (EU) 2019/48 (ECB/2018/32) genoemde bedragen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Overdracht van aandelen in het kapitaal
Gezien het aandeel in het kapitaal van de ECB waarop elke NCB op 31 december 2018 zal hebben ingeschreven en het aandeel in het kapitaal van de ECB waarop elke NCB met ingang van 1 januari 2019 zal inschrijven als gevolg van de aanpassing van de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zoals vastgelegd in artikel 2 van Besluit (EU) 2019/43 (ECB/2018/27), dragen de NCB's onderling aandelen in het kapitaal over door middel van overdrachten naar en zijdens de ECB, opdat de verdeling van de aandelen in het kapitaal met ingang van 1 januari 2019 overeenkomt met de aangepaste wegingen. Ingevolge dit artikel, en zonder dat zulks enige verdere formaliteit of handeling vereist, wordt aangenomen dat elke NCB te dien einde met ingang van 1 januari 2019 het naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in bijlage I bij dit besluit vermelde aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB heeft overgemaakt, dan wel heeft ontvangen, waarbij „+” verwijst naar een aandeel in het kapitaal dat de ECB aan de NCB overdraagt en „–” verwijst naar een aandeel in het kapitaal dat de NCB aan de ECB overdraagt.
Artikel 2
Aanpassing van het gestorte kapitaal
1. Gezien het door elke NCB gestorte kapitaal van de ECB en het kapitaal van de ECB dat elke NCB met ingang van 1 januari 2019 stort, zoals vastgelegd in artikel 1 van Besluit (EU) 2019/44 (ECB/2018/28) voor de eurogebied-NCB's, respectievelijk artikel 1 van Besluit (EU) 2019/48 (ECB/2018/32) voor de niet-eurogebied-NCB's, zal elke NCB op de eerste werkdag van het trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer system (TARGET2) na 1 januari 2019 ofwel het naast haar naam in de vierde kolom van de tabel in bijlage II bij dit besluit vermelde nettobedrag overdragen, dan wel zal ze dat bedrag ontvangen, waarbij „+” verwijst naar een bedrag dat de NCB aan de ECB overmaakt en „–” verwijst naar een bedrag dat de ECB aan die NCB overmaakt.
2. Op de eerste TARGET2-werkdag na 1 januari 2019 zullen de ECB en de NCB's die een bedrag moeten overdragen krachtens lid 1, elk apart de rente op de respectievelijke bedragen, verschuldigd over de periode van 1 januari 2019 tot de datum van de overdracht, overmaken. De partijen die deze rente overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen waarop de rente verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.
Artikel 3
Algemene bepalingen
1. De overschrijvingen beschreven in artikel 2 zullen gebeuren via TARGET2.
2. Indien een NCB geen toegang heeft tot TARGET2, zullen de bedragen omschreven in artikel 2 overgeschreven worden door de creditering van een bankrekening die de ECB of NCB te zijner tijd bekend zullen maken.
3. Lopende rente ingevolge artikel 2, lid 2, wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de meest recente marginale rentevoet die het Eurosysteem in haar aanbestedingen voor basisherfinancieringstransacties hanteert.
4. De ECB en de NCB's die krachtens artikel 2 gehouden zijn een overschrijving uit te voeren, geven te zijner tijd de voor de tijdige en behoorlijke uitvoering van die overmaking noodzakelijke instructies.
Artikel 4
Inwerkingtreding en intrekking
1. Dit besluit treedt op 1 januari 2019 in werking.
2. Besluit ECB/2013/29 wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.
3. Verwijzingen naar Besluit ECB/2013/29 gelden als verwijzingen naar dit besluit.
Gedaan te Frankfurt am Main, 29 november 2018.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit ECB/2013/28 (ECB/2018/27) (zie bladzijde 178 van dit Publicatieblad).
(2) Besluit ECB/2013/29 van 29 augustus 2013 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 55).
(3) Besluit (EU) 2019/44 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben, tot wijziging van Besluit ECB/2014/61 en tot intrekking van Besluit ECB/2013/30 (ECB/2018/28) (zie bladzijde 180 van dit Publicatieblad).
(4) Besluit (EU) 2019/48 van de Europese Centrale Bank van 30 november 2018 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van niet-eurogebiedlidstaten en tot intrekking van Besluit ECB/2013/31 (ECB/2018/32) (zie bladzijde 196 van dit Publicatieblad).
(5) Besluit ECB/2013/30 van 29 augustus 2013 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 61).
(6) Besluit (EU) 2015/287 van de Europese Centrale Bank van 31 december 2014 inzake de storting van kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Lietuvos bankas (ECB/2014/61) (PB L 50 van 21.2.2015, blz. 44).
(7) Besluit ECB/2013/31 van 30 augustus 2013 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van niet-eurogebiedlidstaten (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 63).
BIJLAGE I
GEPLAATST KAPITAAL VAN DE NCB'S
|
Aandeel waarop op 31 december 2018 is ingeschreven (EUR) |
Aandeel waarop op 1 januari 2019 is ingeschreven (EUR) |
Over te dragen aandeel (EUR) |
Eurogebied-NCB |
|||
Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique |
268 222 025,17 |
273 656 178,72 |
5 434 153,55 |
Deutsche Bundesbank |
1 948 208 997,34 |
1 988 229 048,48 |
40 020 051,14 |
Eesti Pank |
20 870 613,63 |
21 303 613,91 |
433 000,28 |
Central Bank of Ireland |
125 645 857,06 |
127 237 133,10 |
1 591 276,04 |
Bank of Greece |
220 094 043,74 |
187 186 022,25 |
– 32 908 021,49 |
Banco de España |
957 028 050,02 |
902 708 164,54 |
– 54 319 885,48 |
Banque de France |
1 534 899 402,41 |
1 537 811 329,32 |
2 911 926,91 |
Banca d'Italia |
1 332 644 970,33 |
1 277 599 809,38 |
– 55 045 160,95 |
Central Bank of Cyprus |
16 378 235,70 |
16 269 985,63 |
– 108 250,07 |
Latvijas Banka |
30 537 344,94 |
29 563 094,31 |
– 974 250,63 |
Lietuvos bankas |
44 728 929,21 |
43 938 703,70 |
– 790 225,51 |
Banque centrale du Luxembourg |
21 974 764,35 |
24 572 766,05 |
2 598 001,70 |
Central Bank of Malta |
7 014 604,58 |
7 923 905,17 |
909 300,59 |
De Nederlandsche Bank |
433 379 158,03 |
440 328 812,57 |
6 949 654,54 |
Oesterreichische Nationalbank |
212 505 713,78 |
220 018 268,69 |
7 512 554,91 |
Banco de Portugal |
188 723 173,25 |
177 172 890,71 |
– 11 550 282,54 |
Banka Slovenije |
37 400 399,43 |
36 382 848,76 |
– 1 017 550,67 |
Národná banka Slovenska |
83 623 179,61 |
86 643 356,59 |
3 020 176,98 |
Suomen Pankki |
136 005 388,82 |
137 564 189,84 |
1 558 801,02 |
Niet-eurogebied-NCB |
|||
Българска народна банка (Bulgaarse Nationale Bank) |
92 986 810,73 |
92 131 635,17 |
– 855 175,56 |
Česká národní banka |
174 011 988,64 |
175 062 014,33 |
1 050 025,69 |
Danmarks Nationalbank |
161 000 330,15 |
162 223 555,95 |
1 223 225,80 |
Hrvatska narodna banka |
65 199 017,58 |
61 410 265,11 |
– 3 788 752,47 |
Magyar Nemzeti Bank |
149 363 447,55 |
144 492 194,37 |
– 4 871 253,18 |
Narodowy Bank Polski |
554 565 112,18 |
563 636 468,10 |
9 071 355,92 |
Banca Naţională a României |
281 709 983,98 |
264 887 922,99 |
– 16 822 060,99 |
Sveriges Riksbank |
246 041 585,69 |
273 028 328,31 |
26 986 742,62 |
Bank of England |
1 480 243 941,72 |
1 552 024 563,60 |
71 780 621,88 |
Totaal (1) |
10 825 007 069,61 |
10 825 007 069,61 |
0,00 |
(1) Vanwege afronding kan er een verschil optreden tussen de totalen en de som van alle vermelde cijfers.
BIJLAGE II
GESTORT KAPITAAL VAN DE NCB's
|
Aandeel dat op 31 december 2018 is gestort (EUR) |
Aandeel dat op 1 januari 2019 is gestort (EUR) |
Bedrag van overschrijving (EUR) |
|
Eurogebied-NCB |
||||
Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique |
268 222 025,17 |
273 656 178,72 |
5 434 153,55 |
|
Deutsche Bundesbank |
1 948 208 997,34 |
1 988 229 048,48 |
40 020 051,14 |
|
Eesti Pank |
20 870 613,63 |
21 303 613,91 |
433 000,28 |
|
Central Bank of Ireland |
125 645 857,06 |
127 237 133,10 |
1 591 276,04 |
|
Bank of Greece |
220 094 043,74 |
187 186 022,25 |
– 32 908 021,49 |
|
Banco de España |
957 028 050,02 |
902 708 164,54 |
– 54 319 885,48 |
|
Banque de France |
1 534 899 402,41 |
1 537 811 329,32 |
2 911 926,91 |
|
Banca d'Italia |
1 332 644 970,33 |
1 277 599 809,38 |
– 55 045 160,95 |
|
Central Bank of Cyprus |
16 378 235,70 |
16 269 985,63 |
– 108 250,07 |
|
Latvijas Banka |
30 537 344,94 |
29 563 094,31 |
– 974 250,63 |
|
Lietuvos bankas |
44 728 929,21 |
43 938 703,70 |
– 790 225,51 |
|
Banque centrale du Luxembourg |
21 974 764,35 |
24 572 766,05 |
2 598 001,70 |
|
Central Bank of Malta |
7 014 604,58 |
7 923 905,17 |
909 300,59 |
|
De Nederlandsche Bank |
433 379 158,03 |
440 328 812,57 |
6 949 654,54 |
|
Oesterreichische Nationalbank |
212 505 713,78 |
220 018 268,69 |
7 512 554,91 |
|
Banco de Portugal |
188 723 173,25 |
177 172 890,71 |
– 11 550 282,54 |
|
Banka Slovenije |
37 400 399,43 |
36 382 848,76 |
– 1 017 550,67 |
|
Národná banka Slovenska |
83 623 179,61 |
86 643 356,59 |
3 020 176,98 |
|
Suomen Pankki |
136 005 388,82 |
137 564 189,84 |
1 558 801,02 |
|
Niet-eurogebied-NCB |
||||
Българска народна банка (Bulgaarse Nationale Bank) |
3 487 005,40 |
3 454 936,32 |
– 32 069,08 |
|
Česká národní banka |
6 525 449,57 |
6 564 825,54 |
39 375,97 |
|
Danmarks Nationalbank |
6 037 512,38 |
6 083 383,35 |
45 870,97 |
|
Hrvatska narodna banka |
2 444 963,16 |
2 302 884,94 |
– 142 078,22 |
|
Magyar Nemzeti Bank |
5 601 129,28 |
5 418 457,29 |
– 182 671,99 |
|
Narodowy Bank Polski |
20 796 191,71 |
21 136 367,55 |
340 175,84 |
|
Banca Naţională a României |
10 564 124,40 |
9 933 297,11 |
– 630 827,29 |
|
Sveriges Riksbank |
9 226 559,46 |
10 238 562,31 |
1 012 002,85 |
|
Bank of England |
55 509 147,81 |
58 200 921,14 |
2 691 773,33 |
|
Totaal (1) |
7 740 076 934,57 |
7 659 443 757,27 |
– 80 633 177,30 |
(1) Vanwege afronding kan er een verschil optreden tussen de totalen en de som van alle vermelde cijfers.
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/190 |
BESLUIT (EU) 2019/46 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 29 november 2018
betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves en tot intrekking van Besluit ECB/2013/26 (ECB/2018/30)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 30,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/27) (1) voorziet in de aanpassing van de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna de „kapitaalverdeelsleutel” genoemd) overeenkomstig artikel 29.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en stelt met ingang van 1 januari 2019 de aan elke nationale centrale bank (NCB) toegewezen nieuwe weging van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel vast (hierna de „weging in de kapitaalverdeelsleutel” genoemd). |
(2) |
De aanpassingen van de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel en de resulterende wijzigingen in de aandelen van de NCB's in het geplaatste kapitaal van de ECB nopen tot een aanpassing van de vorderingen die de ECB ingevolge artikel 30.3 van de ESCB-statuten aan de NCB's van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de „eurogebied-NCB's” genoemd), heeft toegekend ter grootte van de bijdrage door de eurogebied-NCB's van externe reserves aan de ECB (hierna de „vorderingen” genoemd). De eurogebied-NCB's wier vorderingen toenemen vanwege een stijging van hun wegingen in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 januari 2019, dienen derhalve ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan de ECB, terwijl de ECB ter compensatie een overschrijving dient uit te voeren aan die eurogebied-NCB's wier vorderingen dalen vanwege een daling van hun wegingen in de kapitaalverdeelsleutel. |
(3) |
Overeenkomstig de aan de ESCB-statuten ten grondslag liggende algemene beginselen van billijkheid, gelijke behandeling en de bescherming van gewettigd vertrouwen dienen die eurogebied-NCB's wier relatieve aandeel in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB stijgt ten gevolge van de voornoemde aanpassingen, eveneens ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan die eurogebied-NCB's wier relatieve aandeel daalt. |
(4) |
Ter berekening van de aanpassing van de waarde van het aandeel van elke eurogebied-NCB in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB dienen de respectieve wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van elke eurogebied-NCB tot en met 31 december 2018 en met ingang van 1 januari 2019 uitgedrukt te worden als een percentage van het totale kapitaal van de ECB waarop alle eurogebied-NCB's hebben ingeschreven. |
(5) |
Dienovereenkomstig moet een nieuw ECB-besluit worden vastgesteld tot intrekking van Besluit ECB/2013/26 (2), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Definities
In dit richtsnoer wordt verstaan onder:
a) „geaccumuleerd eigen vermogen”: het totaal van de reserves, herwaarderingsrekeningen en voorzieningen ter grootte van de reserves van de ECB, zoals door de ECB berekend op 31 december 2018. De reserves van de ECB en haar met reserves gelijkgestelde voorzieningen omvatten, zonder afbreuk te doen aan het algemene karakter van het „geaccumuleerd eigen vermogen”, het Algemeen Reservefonds en de voorziening voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico's;
b) „overschrijvingsdatum”: de tweede werkdag volgende op de goedkeuring van de jaarrekening van de ECB door de Raad van bestuur voor het boekjaar 2018.
Artikel 2
Bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de ECB
1. Indien het aandeel van een eurogebied-NCB in het geaccumuleerde eigen vermogen met ingang van 1 januari 2019 stijgt vanwege een stijging van haar weging in de kapitaalverdeelsleutel, maakt die eurogebied-NCB op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag over aan de ECB.
2. Indien het aandeel van een eurogebied-NCB in het geaccumuleerde eigen vermogen met ingang van 1 januari 2019 daalt vanwege een daling van haar weging in de kapitaalverdeelsleutel, ontvangt die eurogebied-NCB op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag van de ECB.
3. Op of vóór de dag waarop de Raad van bestuur de jaarrekening van de ECB voor het boekjaar 2018 goedkeurt, berekent de ECB, en bevestigt zulks aan elke eurogebied-NCB, hetzij het bedrag dat die eurogebied-NCB aan de ECB dient over te maken, ingeval lid 1 van toepassing is, dan wel het bedrag dat die eurogebied-NCB dient te ontvangen van de ECB, ingeval lid 2 van toepassing is. Behoudens afronding wordt elk over te maken of te ontvangen bedrag berekend door de waarde van het geaccumuleerde eigen vermogen te vermenigvuldigen met het absolute verschil tussen de weging in de kapitaalverdeelsleutel van elke eurogebied-NCB op 31 december 2018 en haar weging in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 januari 2019, en de uitkomst te delen door 100.
4. Elk in lid 3 genoemd bedrag is op 1 januari 2019 in euro verschuldigd, maar wordt effectief overgemaakt op de overschrijvingsdatum.
5. Een eurogebied-NCB, dan wel de ECB die ingevolge lid 1 of lid 2 gehouden is tot overmaking van een bedrag, zal op de overschrijvingsdatum daarnaast eveneens de over de periode van 1 januari 2019 tot en met de overschrijvingsdatum lopende interest overmaken met betrekking tot ieder van de bedragen die respectievelijk door die eurogebied-NCB, dan wel door de ECB verschuldigd zijn. De partijen die deze interest overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen waarop de interest verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.
6. Indien het geaccumuleerde eigen vermogen minder dan nul bedraagt, geschiedt de verrekening van de ingevolge leden 3 en 5 over te maken of te ontvangen bedragen in de tegengestelde richting van de in leden 3 en 5 vastgestelde bedragen.
Artikel 3
Aanpassing van de vorderingen ter grootte van de overgedragen externe reserves
1. De vorderingen van de eurogebied-NCB's worden met ingang van 1 januari 2019 aangepast, zulks overeenkomstig hun aangepaste wegingen in de kapitaalverdeelsleutel. De waarde van de vorderingen van de eurogebied-NCB's met ingang van 1 januari 2019 is vastgelegd in de derde kolom van de tabel in de bijlage bij dit besluit.
2. Zonder enige verdere formaliteit of handeling wordt voor elke eurogebied-NCB ingevolge deze bepaling verondersteld dat zij op 1 januari 2019 de absolute waarde van de naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in de bijlage bij dit besluit vermelde (in euro luidende) vordering heeft overgemaakt, dan wel heeft ontvangen, waarbij „–” verwijst naar een vordering die de eurogebied-NCB aan de ECB overdraagt, en „+” verwijst naar een vordering die de ECB aan de eurogebied-NCB overdraagt.
3. Op de eerste werkdag van het Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer system (TARGET2) na 1 januari 2019 maakt elke eurogebied-NCB de absolute waarde van het naast haar naam in de vierde kolom van de tabel in de bijlage bij dit besluit vermelde (in euro luidende) bedrag over, dan wel ontvangt ze dat bedrag, waarbij „+” verwijst naar een bedrag dat de eurogebied-NCB aan de ECB overmaakt, en „–” verwijst naar een bedrag dat de ECB aan de eurogebied-NCB overmaakt.
4. Op de eerste TARGET2-werkdag na 1 januari 2019 zullen de eurogebied-NCB's of de ECB die ingevolge lid 3 gehouden zijn tot het overmaken van bedragen, ook afzonderlijk de eventuele interest over de periode van 1 januari 2019 tot op de datum van deze overdracht op de respectievelijke bedragen verschuldigd door de ECB of dergelijke eurogebied-NCB's overmaken. De partijen die deze interest overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen waarop de interest verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.
Artikel 4
Algemene bepalingen
1. De lopende interest ingevolge artikel 2, lid 5, en artikel 3, lid 4, wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de meest recente marginale rentevoet die het Eurosysteem in haar aanbestedingen voor basisherfinancieringstransacties hanteert.
2. Elke overschrijving krachtens artikel 2, leden 1, 2 en 5, en artikel 3, leden 3 en 4, zal separaat plaatsvinden via TARGET2.
3. De ECB en de eurogebied-NCB's die gehouden zijn een overschrijving uit te voeren zoals vastgesteld in lid 2, geven te zijner tijd de noodzakelijke instructies voor het naar behoren en tijdig uitvoeren van een dergelijke overschrijving.
Artikel 5
Inwerkingtreding en intrekking
1. Dit besluit treedt op 1 januari 2019 in werking.
2. Besluit ECB/2013/26 wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.
3. Verwijzingen naar Besluit ECB/2013/26 gelden als verwijzingen naar dit besluit.
Gedaan te Frankfurt am Main, 29 november 2018.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit ECB/2013/28 (ECB/2018/27) (zie bladzijde 178 van dit Publicatieblad).
(2) Besluit ECB/2013/26 van 29 augustus 2013 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 47).
BIJLAGE
VORDERINGEN TER GROOTTE VAN DE AAN DE ECB OVERGEDRAGEN EXTERNE RESERVES
Eurogebied-NCB |
Vordering ter grootte van de aan de ECB overgedragen externe reserves, op 31 december 2018 (EUR) |
Vordering ter grootte van de aan de ECB overgedragen externe reserves, met ingang van 1 januari 2019 (EUR) |
Bedrag van overschrijving (EUR) |
Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique |
1 435 910 942,87 |
1 465 002 366,44 |
29 091 423,57 |
Deutsche Bundesbank |
10 429 623 057,57 |
10 643 868 063,45 |
214 245 005,88 |
Eesti Pank |
111 729 610,86 |
114 047 652,58 |
2 318 041,72 |
Central Bank of Ireland |
672 637 755,83 |
681 156 559,14 |
8 518 803,31 |
Bank of Greece |
1 178 260 605,79 |
1 002 089 435,15 |
– 176 171 170,64 |
Banco de España |
5 123 393 758,49 |
4 832 595 424,83 |
– 290 798 333,66 |
Banque de France |
8 216 994 285,69 |
8 232 583 116,25 |
15 588 830,56 |
Banca d'Italia |
7 134 236 998,72 |
6 839 555 945,19 |
– 294 681 053,53 |
Central Bank of Cyprus |
87 679 928,02 |
87 100 417,59 |
– 579 510,43 |
Latvijas Banka |
163 479 892,24 |
158 264 298,37 |
– 5 215 593,87 |
Lietuvos bankas |
239 453 709,58 |
235 223 283,44 |
– 4 230 426,14 |
Banque centrale du Luxembourg |
117 640 617,24 |
131 548 867,56 |
13 908 250,32 |
Central Bank of Malta |
37 552 275,85 |
42 420 163,46 |
4 867 887,61 |
De Nederlandsche Bank |
2 320 070 005,55 |
2 357 274 575,15 |
37 204 569,60 |
Oesterreichische Nationalbank |
1 137 636 924,67 |
1 177 854 948,49 |
40 218 023,82 |
Banco de Portugal |
1 010 318 483,25 |
948 484 720,39 |
– 61 833 762,86 |
Banka Slovenije |
200 220 853,48 |
194 773 455,44 |
– 5 447 398,04 |
Národná banka Slovenska |
447 671 806,99 |
463 840 147,98 |
16 168 340,99 |
Suomen Pankki |
728 096 903,95 |
736 441 854,14 |
8 344 950,19 |
Totaal (1) |
40 792 608 416,64 |
40 344 125 295,04 |
– 448 483 121,60 |
(1) Vanwege afronding kan er een verschil optreden tussen de totalen en de som van alle vermelde cijfers.
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/194 |
BESLUIT (EU) 2019/47 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 29 november 2018
tot wijziging van Besluit ECB/2010/29 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2018/31)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 128, lid 1,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 16,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/27) (1) voorziet in de aanpassing van de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna: de „kapitaalverdeelsleutel”) overeenkomstig artikel 29.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en stelt met ingang van 1 januari 2019 de aan elke nationale centrale bank (NCB) toegewezen nieuwe weging van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel vast (hierna: de „weging in de kapitaalverdeelsleutel”). |
(2) |
Artikel 1, onder d), van Besluit ECB/2010/29 (2) definieert de „verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten” en verwijst naar bijlage I bij dat besluit, waarin de sinds 1 januari 2015 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten wordt gespecifieerd. Gelet erop dat nieuwe wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zullen gelden met ingang van 1 januari 2019, moet Besluit ECB/2010/29 worden gewijzigd om de met ingang van 1 januari 2019 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten te bepalen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging
1. De laatste zin van artikel 1, onder d), van Besluit ECB/2010/29 wordt vervangen door:
„Bijlage I bij dit besluit specificeert de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten met ingang van 1 januari 2019.”.
2. Bijlage I bij Besluit ECB/2010/29 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt op 1 januari 2019 in werking.
Gedaan te Frankfurt am Main, 29 november 2018.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit ECB/2013/28 (ECB/2018/27) (zie bladzijde 178 van dit Publicatieblad).
(2) Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26).
BIJLAGE
„BIJLAGE I
VERDEELSLEUTEL VOOR TOEDELING VAN BANKBILJETTEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2019
% |
|
Europese Centrale Bank |
8,0000 |
Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique |
3,3410 |
Deutsche Bundesbank |
24,2720 |
Eesti Pank |
0,2600 |
Central Bank of Ireland |
1,5535 |
Bank of Greece |
2,2850 |
Banco de España |
11,0200 |
Banque de France |
18,7735 |
Banca d'Italia |
15,5970 |
Central Bank of Cyprus |
0,1985 |
Latvijas Banka |
0,3610 |
Lietuvos bankas |
0,5365 |
Banque centrale du Luxembourg |
0,3000 |
Central Bank of Malta |
0,0965 |
De Nederlandsche Bank |
5,3755 |
Oesterreichische Nationalbank |
2,6860 |
Banco de Portugal |
2,1630 |
Banka Slovenije |
0,4440 |
Národná banka Slovenska |
1,0575 |
Suomen Pankki |
1,6795 |
TOTAAL |
100,0000 |
11.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/196 |
BESLUIT (EU) 2019/48 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 30 november 2018
betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de niet-eurogebied nationale centrale banken en tot intrekking van Besluit ECB/2013/31 (ECB/2018/32)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 47,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 47 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten” genoemd) bepaalt dat nationale centrale banken van de lidstaten met een derogatie (hierna „niet-eurogebied-NCB's” genoemd) het kapitaal waarop zij hebben ingeschreven, niet storten, tenzij de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank, met een meerderheid die ten minste twee derde van het geplaatste kapitaal van de ECB en ten minste de helft van de aandeelhouders vertegenwoordigt, besluit dat een minimaal percentage moet worden gestort als bijdrage aan de bedrijfskosten van de ECB. |
(2) |
Artikel 1 van Besluit ECB/2013/31 (1) bepaalt dat elke niet-eurogebied-NCB's met ingang van 1 januari 2014 3,75 % van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB stort. |
(3) |
Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/27) (2) voorziet in de aanpassing van de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de ECB (hierna de „kapitaalverdeelsleutel” genoemd) overeenkomstig artikel 29.3 van de statuten van het ESCB en stelt met ingang van 1 januari 2019 de aan elke NCB toegewezen nieuwe weging van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel vast (hierna de „weging in de kapitaalverdeelsleutel” genoemd). |
(4) |
De vijfjaarlijkse aangepaste kapitaalverdeelsleutel van de ECB vereist de vaststelling van een nieuw ECB-besluit dat Besluit ECB/2013/31 met ingang van 1 januari 2019 intrekt en bepaalt in welke vorm en in hoeverre de deelnemende eurogebied-NCB's op 1 januari 2019 het kapitaal van de ECB dienen te volstorten, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Mate en vorm van het geplaatste en gestorte kapitaal
Elke niet-eurogebied-NCB stort 3,75 % van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB met ingang van 1 januari 2019. Rekening houdend met de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zoals vastgelegd in artikel 2 van Besluit (EU) 2019/43 (ECB/2018/27), gelden voor elke niet-eurogebied-NCB inzake het geplaatste en gestorte kapitaal de naast haar naam in de volgende tabel vermelde bedragen:
Niet-eurogebied-NCB |
Geplaatst kapitaal per 1 januari 2019 (In EUR) |
Gestort kapitaal per 1 januari 2019 (In EUR) |
Българска народна банка (Bulgaarse Nationale Bank) |
92 131 635,17 |
3 454 936,32 |
Česká národní banka |
175 062 014,33 |
6 564 825,54 |
Danmarks Nationalbank |
162 223 555,95 |
6 083 383,35 |
Hrvatska narodna banka |
61 410 265,11 |
2 302 884,94 |
Magyar Nemzeti Bank |
144 492 194,37 |
5 418 457,29 |
Narodowy Bank Polski |
563 636 468,10 |
21 136 367,55 |
Banca Naţională a României |
264 887 922,99 |
9 933 297,11 |
Sveriges Riksbank |
273 028 328,31 |
10 238 562,31 |
Bank of England |
1 552 024 563,60 |
58 200 921,14 |
Artikel 2
Aanpassing van het gestorte kapitaal
1. Gezien elke niet-eurogebied-NCB 3,75 % van zijn aandeel in het uit hoofde van Besluit ECB/2013/31 tot en met 31 december 2018 van toepassing zijnde geplaatste kapitaal van de ECB volledig gestort heeft, maakt ieder van hen hetzij een additioneel bedrag over aan de ECB, dan wel krijgt zij van de ECB een bedrag terug, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in derde kolom van de tabel in artikel 1 genoemde bedragen.
2. Alle overdrachten uit hoofde van dit artikel geschieden overeenkomstig Besluit (EU) 2019/45 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/29) (3).
Artikel 3
Inwerkingtreding en intrekking
1. Dit besluit treedt op 1 januari 2019 in werking.
2. Richtsnoer ECB/2013/31 wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.
3. Verwijzingen naar Besluit ECB/2013/31 gelden als verwijzingen naar dit besluit.
Gedaan te Frankfurt am Main, 30 november 2018.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Besluit ECB/2013/31 van 30 augustus 2013 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van niet-eurogebiedlidstaten (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 63).
(2) Besluit (EU) 2019/43 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Banken tot intrekking van Besluit ECB/2013/28 (ECB/2018/27) (zie bladzijde 178 van dit Publicatieblad).
(3) Besluit (EU) 2019/45 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal en tot intrekking van Besluit ECB/2013/29 (ECB/2018/29) (zie bladzijde 183 van dit Publicatieblad).