ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 314

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

61e jaargang
11 december 2018


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1931 van de Raad van 10 december 2018 tot uitvoering van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1183/2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo

1

 

*

Verordening (EU) 2018/1932 van de Raad van 10 december 2018 tot intrekking van Verordening (EU) nr. 667/2010 inzake bepaalde beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea

8

 

*

Verordening (EU) 2018/1933 van de Raad van 10 december 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 356/2010 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, in het licht van de situatie in Somalië

9

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1934 van de Raad van 10 december 2018 tot uitvoering van artikel 20, lid 3, van Verordening (EU) 2015/735 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1935 van de Commissie van 7 december 2018 tot vaststelling van de formulieren bedoeld in Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels

14

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1936 van de Commissie van 10 december 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2011 van de Commissie wat het maximumgehalte van dimethylaminoethanol (DMAE) betreft ( 1 )

34

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1937 van de Commissie van 10 december 2018 tot vervanging van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen

36

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2018/1938 van de Raad van 18 september 2018 betreffende het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, inzake de vaststelling van een aanbeveling tot goedkeuring van de verlenging van het actieplan EU-Marokko waarbij uitvoering wordt gegeven aan de geavanceerde status (2013-2017)

38

 

*

Besluit (GBVB) 2018/1939 van de Raad van 10 december 2018 betreffende de ondersteuning door de Unie van de universalisering en doeltreffende uitvoering van het Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme

41

 

*

Besluit (GBVB) 2018/1940 van de Raad van 10 december 2018 tot wijziging van Besluit 2010/788/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo

47

 

*

Besluit (GBVB) 2018/1941 van de Raad van 10 december 2018 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/610 betreffende een militaire opleidingsmissie van de Europese Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek

54

 

*

Besluit (GBVB) 2018/1942 van de Raad van 10 december 2018 tot verlenging en wijziging van Besluit 2012/389/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia)

56

 

*

Besluit (GBVB) 2018/1943 van de Raad van 10 december 2018 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/2303 ter ondersteuning van de verdere uitvoering van Resolutie 2118 (2013) van de VN-Veiligheidsraad en Besluit EC-M-33/DEC.1 van de uitvoerende raad van de OPCW inzake de vernietiging van de Syrische chemische wapens, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

58

 

*

Besluit (GBVB) 2018/1944 van de Raad van 10 december 2018 tot intrekking van Besluit 2010/127/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea

60

 

*

Besluit (GBVB) 2018/1945 van de Raad van 10 december 2018 houdende wijziging van Besluit 2010/231/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië

61

 

*

Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2018/1946 van de Raad van 10 december 2018 tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

62

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1931 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot uitvoering van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1183/2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad van 18 juli 2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo (1), en met name artikel 9,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 18 juli 2005 Verordening (EG) nr. 1183/2005 vastgesteld.

(2)

Als gevolg van de toetsing van de autonome beperkende maatregelen als vastgesteld in artikel 2 ter van Verordening (EG) nr.1183/2005 moet ten aanzien van acht personen op de lijst in bijlage I bis bij Verordening (EG) nr.1183/2005 de motivering worden gewijzigd. Daarnaast dient de informatie over alle personen in die bijlage worden bijgewerkt.

(3)

Bijlage I bis bij Verordening (EG) nr. 1183/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De lijst in bijlage I bis bij Verordening (EG) nr. 1183/2005 wordt vervangen door de lijst zoals vastgelegd in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  PB L 193 van 23.7.2005, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE I bis

LIJST VAN PERSONEN EN ENTITEITEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 ter

A.   Personen

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum van opneming op de lijst

1.

Ilunga Kampete

alias Gaston Hughes Ilunga Kampete; alias Hugues Raston Ilunga Kampete.

Geboortedatum: 24.11.1964.

Geboorteplaats: Lubumbashi (DRC).

Militair identiteitsnummer: 1-64-86-22311-29.

Nationaliteit: DRC.

Adres: 69, avenue Nyangwile, Kinsuka Mimosas, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Als bevelhebber van de Republikeinse Garde (GR) was Ilunga Kampete verantwoordelijk voor de eenheden van de GR die ter plaatse werden ingezet en betrokken waren bij het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ilunga Kampete derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

12.12.2016

2.

Gabriel Amisi Kumba

alias Gabriel Amisi Nkumba; „Tango Fort”; „Tango Four”.

Geboortedatum: 28.5.1964.

Geboorteplaats: Malela (DRC).

Militair identiteitsnummer: 1-64-87-77512-30.

Nationaliteit: DRC.

Adres: 22, avenue Mbenseke, Ma Campagne, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Voormalig bevelhebber van de 1e defensiezone van het Congolese leger (FARDC) waarvan de manschappen deelnamen aan het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Gabriel Amisi Kumba derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In juli 2018 werd Gabriel Amisi Kumba benoemd tot plaatsvervangend chef-staf van het Congolese leger (FARDC) verantwoordelijk voor operaties en inlichtingen.

12.12.2016

3.

Ferdinand Ilunga Luyoyo

Geboortedatum: 8.3.1973.

Geboorteplaats: Lubumbashi (DRC).

Paspoortnummer: OB0260335

(geldig van 15.4.2011 tot en met 14.4.2016).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 2, avenue des Orangers, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als bevelhebber van de oproerbestrijdingseenheid Légion nationale d'intervention van de Congolese nationale politie (PNC) was Ferdinand Ilunga Luyoyo verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ferdinand Ilunga Luyoyo derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In juli 2017 werd Ferdinand Ilunga Luyoyo benoemd tot commandant van de PNC-eenheid verantwoordelijk voor de bescherming van instellingen en hoge ambtenaren.

12.12.2016

4.

Celestin Kanyama

alias Kanyama Tshisiku Celestin; alias Kanyama Celestin Cishiku Antoine; alias Kanyama Cishiku Bilolo Célestin;

alias „Esprit de mort”.

Geboortedatum: 4.10.1960.

Geboorteplaats: Kananga (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Paspoortnummer: OB0637580

(geldig van 20.5.2014 tot en met 19.5.2019).

Aan hem werd Schengenvisum nr. 011518403 verleend, afgegeven op 2.7.2016.

Adres: 56, avenue Usika, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als commissaris van de Congolese nationale politie (PNC) was Celestin Kanyama verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Celestin Kanyama derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In juli 2017 werd Celestin Kanyama benoemd tot directeur-generaal van de nationale politiescholen.

12.12.2016

5.

John Numbi

alias John Numbi Banza Tambo; alias John Numbi Banza Ntambo; alias Tambo Numbi.

Geboortedatum: 16.8.1962.

Geboorteplaats: Jadotville-Likasi-Kolwezi (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 5, avenue Oranger, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als voormalig inspecteur-generaal van de Congolese nationale politie speelde John Numbi met name een rol in de campagne van gewelddadige intimidatie bij de gouverneursverkiezingen in maart 2016 in de vier provincies van het voormalige Katanga, en als zodanig is hij verantwoordelijk voor het belemmeren van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing met het oog op het organiseren van verkiezingen in de DRC. In juli 2018 werd John Numbi benoemd tot inspecteur-generaal van het Congolese leger (FARDC).

12.12.2016

6.

Roger Kibelisa

alias Roger Kibelisa Ngambaswi.

Geboortedatum: 9.9.1959.

Geboorteplaats: Fayala (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 24, avenue Photopao, Kinshasa/Mont Ngafula, RDC.

Als directeur binnenlandse zaken van ANR is Roger Kibelisa betrokken bij de intimidatiecampagne die is gevoerd door personeelsleden van de ANR tegen leden van de oppositie en waarbij onder meer willekeurige arrestaties en detenties hebben plaatsgevonden. Roger Kibelisa heeft derhalve de rechtsstaat ondermijnd en een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC belemmerd.

12.12.2016

7.

Delphin Kaimbi

alias Delphin Kahimbi Kasagwe; alias Delphin Kayimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kasagwe Kahimbi.

Geboortedatum: 15.1.1969 (of 15.7.1969).

Geboorteplaats: Kiniezire/Goma (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Nr. diplomatiek paspoort: DB0006669 (geldig van 13.11.2013 tot en met 12.11.2018).

Adres: 1, 14eme rue, Quartier Industriel, Linete, Kinshasa, RDC.

Voormalig hoofd van de militaire inlichtingendienst (ex-DEMIAP), lid van het Centrum voor Nationale Operaties, de structuur voor leiding en controle die verantwoordelijk is voor willekeurige arrestaties en detenties en gewelddadige onderdrukking in Kinshasa in september 2016 en voor manschappen die deelnamen aan intimidatie en willekeurige arrestaties, hetgeen een belemmering vormt voor een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing met het oog op het organiseren van verkiezingen in de DRC. In juli 2018 werd Delphin Kaimbi benoemd tot assistent-chef-staf van de Generale Staf van de FARDC, verantwoordelijk voor inlichtingen.

12.12.2016

8.

Evariste Boshab, voormalig vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid

alias Evariste Boshab Mabub Ma Bileng.

Geboortedatum: 12.1.1956.

Geboorteplaats: Tete Kalamba (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Nr. diplomatiek paspoort: DP0000003 (geldig van 21.12.2015 tot en met 20.12.2020).

Schengenvisum verstreken op 5.1.2017

Adres: 3, avenue du Rail, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid van december 2014 tot december 2016 was Evariste Boshab officieel verantwoordelijk voor de politie en veiligheidsdiensten en voor het coördineren van de werkzaamheden van de provinciegouverneurs. In deze hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor arrestaties van activisten en oppositieleden, alsmede voor het buitensporige gebruik van geweld, onder meer bij betogingen in Kinshasa tussen september 2016 en december 2016, wat resulteerde in een groot aantal doden en gewonden onder de burgerbevolking. Evariste Boshab was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

29.5.2017

9.

Alex Kande Mupompa, voormalig gouverneur van Kasaï-Central

alias Alexandre Kande Mupomba; alias Kande-Mupompa.

Geboortedatum: 23.9.1950.

Geboorteplaats: Kananga (DRC).

Nationaliteit: DRC en België.

DRC-paspoortnummer: OP0024910 (geldig van 21.3.2016 tot en met 20.3.2021).

Adressen:

Messidorlaan 217/25, 1180 Ukkel, België

en 1, avenue Bumba, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Als gouverneur van Kasaï-Central tot en met oktober 2017 is Alex Kande Mupompa verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld, de gewelddadige onderdrukking en de buitengerechtelijke executies door veiligheidstroepen en de PNC in Kasaï-Central vanaf augustus 2016, waaronder executies in Dibaya in februari 2017.

Alex Kande Mupompa was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

29.5.2017

10.

Jean-Claude Kazembe Musonda, voormalig gouverneur van Haut-Katanga

Geboortedatum: 17.5.1963.

Geboorteplaats: Kashobwe (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 7891, avenue Lubembe, Quartier Lido, Lubumbashi, Haut-Katanga, RDC.

Als gouverneur van Haut-Katanga tot april 2017 was Jean-Claude Kazembe Musonda verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige onderdrukking door veiligheidstroepen en de PNC in Haut-Katanga, onder meer tussen 15 en 31 december 2016, toen 12 burgers werden gedood en 64 burgers gewond raakten als gevolg van het gebruik van dodelijk geweld door veiligheidstroepen, onder wie agenten van de PNC, bij protesten in Lubumbashi.

Jean-Claude Kazembe Musonda was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

29.5.2017

11.

Lambert Mende, minister van Communicatie en Media en woordvoerder van de regering

alias Lambert Mende Omalanga.

Geboortedatum: 11.2.1953.

Geboorteplaats: Okolo (DRC).

Nr. diplomatiek paspoort: DB0001939 (geldig van 4.5.2017 tot en met 3.5.2022).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 20, avenue Kalongo, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Als minister van Communicatie en Media sinds 2008 is Lambert Mende verantwoordelijk voor een repressief mediabeleid, dat het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie schendt en dat een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC ondermijnt. Op 12 november 2016 keurde hij een decreet goed waarmee de mogelijkheid voor buitenlandse mediakanalen om in de DRC uit te zenden wordt beperkt.

In strijd met het politiek akkoord dat op 31 december 2016 tussen de presidentiële meerderheid en de oppositiepartijen is bereikt, zijn de uitzendingen van een aantal mediakanalen sinds oktober 2018 nog steeds niet hervat.

In zijn hoedanigheid van minister van Communicatie en Media is Lambert Mende derhalve verantwoordelijk voor het belemmeren van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing voor verkiezingen in de DRC, onder meer door daden van onderdrukking.

29.5.2017

12.

Brigadegeneraal Eric Ruhorimbere, plaatsvervangend bevelhebber voor de 21e militaire regio (Mbuji-Mayi)

alias Eric Ruhorimbere Ruhanga; alias Tango Two; alias Tango Deux.

Geboortedatum: 16.7.1969.

Geboorteplaats: Minembwe (DRC).

Militair identiteitsnummer: 1-69-09-51400-64.

Nationaliteit: DRC.

DRC-paspoortnummer: OB0814241.

Adres: Mbujimayi, Kasai Province, RDC.

Als plaatsvervangend bevelhebber voor de 21e militaire regio van september 2014 tot juli 2018 was Eric Ruhorimbere verantwoordelijk voor het buitensporige gebruik van geweld en buitengerechtelijke executies door FARDC-strijdkrachten, met name tegen de Nsapu-militie en vrouwen en kinderen.

Eric Ruhorimbere was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. In juli 2018 werd Eric Ruhorimbere benoemd tot commandant van de operationele sector „Nord Equateur”.

29.5.2017.

13.

Ramazani Shadari, voormalig vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid

alias Emmanuel Ramazani Shadari Mulanda; alias Shadary.

Geboortedatum: 29.11.1960.

Geboorteplaats: Kasongo (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 28, avenue Ntela, Mont Ngafula, Kinshasa, RDC.

Als vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid tot februari 2018 was Ramazani Shadari officieel verantwoordelijk voor de politie- en veiligheidsdiensten en voor het coördineren van de werkzaamheden van de provinciale gouverneurs. In die hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor de arrestaties van activisten en oppositieleden, alsmede voor het buitensporige gebruik van geweld, zoals het gewelddadige optreden tegen leden van de beweging Bundu Dia Kongo (BDK) in Kongo-Central, de onderdrukking in Kinshasa in de periode januari-februari 2017, en het buitensporige gebruik van geweld en de gewelddadige onderdrukking in de Kasaï-provincies.

In die hoedanigheid was Ramazani Shadari derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In februari 2018 werd Ramazani Shadari benoemd tot permanent secretaris van de Parti du peuple pour la reconstruction et le développement (PPRD).

29.5.2017

14.

Kalev Mutondo, hoofd (officieel administrateur-generaal) van de nationale inlichtingendienst (ANR)

alias Kalev Katanga Mutondo, Kalev Motono, Kalev Mutundo, Kalev Mutoid, Kalev Mutombo, Kalev Mutond, Kalev Mutondo Katanga, Kalev Mutund.

Geboortedatum: 3.3.1957.

Nationaliteit: DRC.

Paspoortnummer: DB0004470 (geldig van 8.6.2012 tot en met 7.6.2017).

Adres: 24, avenue Ma Campagne, Kinshasa, RDC.

Als vaste hoofd van de nationale inlichtingendienst (ANR) is Kalev Mutondo betrokken bij en verantwoordelijk voor de willekeurige arrestatie, detentie en mishandeling van oppositieleden, activisten uit het maatschappelijk middenveld en anderen. Hij heeft derhalve de rechtsstaat belemmerd en een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC ondermijnd, en handelingen beraamd of aangestuurd die ernstige schendingen van de mensenrechten in de DRC vormen.

29.5.2017

B.   Entiteiten

[…]

”.

11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/8


VERORDENING (EU) 2018/1932 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot intrekking van Verordening (EU) nr. 667/2010 inzake bepaalde beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2018/1944 van de Raad van 10 december 2018 tot wijziging van Besluit 2010/127/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 23 december 2009 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1907 (2009) goedgekeurd, waarbij beperkende maatregelen tegen Eritrea werden opgelegd die bestaan in een verbod op de verkoop en levering aan en vanuit Eritrea van wapentuig en aanverwant materiaal.

(2)

Verordening (EU) nr. 667/2010 (2) van de Raad geeft uitvoering aan de maatregelen als bepaald in het overeenkomstig Resolutie 1907 (2009) van de VN-Veiligheidsraad goedgekeurde Besluit 2010/127/GBVB van de Raad (3).

(3)

Op 14 november 2018 hechtte de VN-Veiligheidsraad zijn goedkeuring aan Resolutie 2444 (2018) waarmee met onmiddellijke ingang een einde werd gemaakt aan alle beperkende maatregelen van de VN tegen Eritrea.

(4)

Op 10 december 2018 heeft de Raad Besluit GBVB 2018/1944 tot intrekking van Besluit 2010/127/GBVB van de Raad vastgesteld.

(5)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgevende actie op het niveau van de Unie noodzakelijk, met name om uniforme toepassing in alle lidstaten te waarborgen.

(6)

Verordening (EU) nr. 667/2010 moet daarom worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 667/2010 wordt ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Zie bladzijde 60 van dit Publicatieblad.

(2)  Verordening (EU) nr. 667/2010 van de Raad van 26 juli 2010 inzake beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea (PB L 195 van 27.7.2010, blz. 16).

(3)  Besluit 2010/127/GBVB van de Raad van 1 maart 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea (PB L 51 van 2.3.2010, blz. 19).


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/9


VERORDENING (EU) 2018/1933 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 356/2010 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, in het licht van de situatie in Somalië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 356/2010 van de Raad (2) geeft uitvoering aan de bij Besluit 2010/231/GBVB vastgestelde maatregelen.

(2)

Op 14 november 2018 hechtte de VN-Veiligheidsraad zijn goedkeuring aan Resolutie 2444 (2018). In deze resolutie wordt bepaald dat het criterium voor aanwijzing „betrokken bij handelingen of steunverlening aan handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen” krachtens Resolutie 1844 (2008) ook betrekking kan hebben op maar niet beperkt is tot het beramen, organiseren of plegen van handelingen in verband met seksueel en gendergerelateerd geweld.

(3)

Bij Besluit (GBVB) 2018/1945 van de Raad (3) werd Besluit 2010/231/GBVB gewijzigd om rekening te houden met de wijzigingen van Resolutie 2444 (2018) van de VN-Veiligheidsraad.

(4)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgevende actie op het niveau van de Unie noodzakelijk, met name om uniforme toepassing in alle lidstaten te waarborgen.

(5)

Verordening (EU) nr. 356/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2, lid 3, van Verordening (EU) nr. 356/2010 wordt punt a) vervangen door:

„a)

betrokken bij handelingen of steunverlening aan handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen, met inbegrip van, maar niet uitsluitend:

i)

het beramen, organiseren of plegen van handelingen in verband met seksueel en gendergerelateerd geweld;

ii)

handelingen die het vredes- of verzoeningsproces in Somalië bedreigen;

iii)

handelingen die de federale regering in Somalië of de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM) bedreigen met geweld.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (PB L 105 van 27.4.2010, blz. 17).

(2)  Verordening (EU) nr. 356/2010 van de Raad van 26 april 2010 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, in het licht van de situatie in Somalië (PB L 105 van 27.4.2010, blz. 1).

(3)  Besluit (GBVB) 2018/1945 van de Raad van 10 december 2018 tot wijziging van Besluit 2010/231/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië (zie bladzijde 61 van dit Publicatieblad).


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1934 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot uitvoering van artikel 20, lid 3, van Verordening (EU) 2015/735 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2015/735 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 748/2014 (1), en met name artikel 20, lid 3,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 7 mei 2015 Verordening (EU) 2015/735 vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2206 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 21 november 2018 de gegevens met betrekking tot een persoon die aan beperkende maatregelen onderworpen is, geactualiseerd.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) 2015/735 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) 2015/735 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  PB L 117 van 8.5.2015, blz. 13.


BIJLAGE

De vermelding met betrekking tot de onderstaande persoon wordt vervangen door de volgende vermelding:

„1.

Gabriel JOK RIAK MAKOL (alias: a) Gabriel Jok; b) Jok Riak; c) Jock Riak)

Titel: luitenant-generaal

Hoedanigheid: a) voormalig commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA); b) bevelhebber van de strijdkrachten

Geboortedatum: 1 januari 1966

Geboorteplaats: Bor, Sudan/Zuid-Sudan

Nationaliteit: Zuid-Sudan

Paspoortnr.: D00008623, Zuid-Sudan

Nationaal identificatienr.: M6600000258472

Adres: a) deelstaat Unity, Zuid-Sudan; b) Wau, deelstaat Western Bahr El Ghazal, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Benoemd tot bevelhebber van de strijdkrachten op 2 mei 2018. Voerde vanaf januari 2013 het commando over sector Een van het SPLA, die hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. In zijn positie als commandant van sector Een van het SPLA heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. Het SPLA is een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties ontplooit waardoor het conflict in Zuid-Sudan is verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014, waarbij de partijen zich opnieuw tot het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden committeerden, en heeft de activiteiten van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD belemmerd. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879060

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gabriel Jok Riak is op 1 juli 2015 op grond van de punten 7 a), 7 f) en 8 van Resolutie 2206 (2015) op de lijst geplaatst vanwege acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Gabriel Jok Riak is commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Jok Riak voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, dat hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. De SPLA-divisies Drie, Vier en Vijf zijn ondergeschikt aan sector Een en de commandant daarvan, Jok Riak.

Jok Riak en de troepen van de SPLA-sectoren Een en Drie onder zijn algemeen commando hebben verscheidene, hieronder nader beschreven, acties uitgevoerd, die schendingen vormden van de toezeggingen in het CoHA van januari 2014 om een eind te maken aan alle militaire acties gericht tegen de tegenpartij en andere provocerende acties, de troepen op hun huidige locaties te bevriezen, en zich te onthouden van activiteiten zoals verplaatsing van troepen of nieuwe aanvoer van munitie die tot een militaire confrontatie zouden kunnen leiden.

De SPLA-troepen onder algemeen commando van Jok Riak hebben het CoHA verscheidene malen geschonden met onmiskenbare vijandelijkheden.

Op 10 januari 2014 heeft een SPLA-troepenmacht onder algemeen commando van commandant Jok Riak van sector Een Bentiu ingenomen, dat voorheen, sinds 20 december 2013, onder gezag stond van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Movement in Opposition (SPLM-IO)). Divisie Drie van het SPLA heeft SPLM-IO-strijders kort na de ondertekening van het CoHA van januari 2014 nabij Leer vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten, en medio april 2014 Mayom ingenomen en meer dan 300 SPLM-IO-strijders gedood.

Op 4 mei 2014 heeft een door Jok Riak geleide SPLA-troepenmacht Bentiu opnieuw ingenomen. Op de staatstelevisie in Juba heeft een SPA-woordvoerder gezegd dat het regeringsleger onder commando van Jok Riak Bentiu om 4 uur 's middags Bentiu had ingenomen, en daaraan toegevoegd dat divisie Drie en een speciale SPLA-taskforce hierbij betrokken waren. Enkele uren nadat het mei-akkoord was afgekondigd, hebben troepen van de SPLA-divisies Drie en Vier gevochten tegen oppositiestrijders die eerder SPLA-posities bij Bentiu en in de noordelijke oliegebieden van Zuid-Sudan hadden aangevallen, en deze afgeslagen.

Ook hebben strijders van SPLA-divisie Drie na de ondertekening van het mei-akkoord Wang Kai heroverd en heeft divisiecommandant Santino Deng Wol zijn troepen toestemming gegeven om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en opdracht gegeven woningen waarin zich oppositiestrijders bevonden, in brand te steken.

Eind april en mei 2015 hebben door Jok Riak geleide strijders van SPLA-sector Een vanuit de deelstaat Lakes een militair totaaloffensief tegen oppositietroepen in de deelstaat Unity gevoerd.

Met schending van de voorwaarden van het bovengenoemde CoHA heeft Jok Riak begin september 2014 naar verluidt getracht tanks te laten repareren en aanpassen voor gebruik tegen oppositietroepen. Eind oktober 2014 zijn ten minste 7 000 SPLA-strijders en zware wapens van de Derde en de Vijfde divisie verplaatst ter versterking van de Vierde divisie, die het zwaar te verduren had bij een aanval van de oppositie bij Bentiu. In november 2014 heeft het SPLA nieuwe militaire uitrusting en wapens, waaronder gepantserde personeelsvoertuigen, helikopters, geschut en munitie naar het gebied gebracht waarvoor sector Een verantwoordelijk was, waarschijnlijk ter voorbereiding op gevechten tegen de oppositie. Begin februari 2015 heeft Jok Riak naar verluidt opdracht gegeven om gepantserde personeelsvoertuigen naar Bentiu te sturen, mogelijk om te reageren op recente verrassingsaanvallen van de oppositie.

Na het offensief in de deelstaat Unity van april en mei 2015 heeft SPLA-sector Een verzoeken van het toezicht- en verificatieteam van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD-MVM) in Bentiu om deze schending van het CoHA te onderzoeken geweigerd, en aldus het IGAD-MVM de bewegingsvrijheid om zijn mandaat uit te voeren ontzegd.

Daarnaast heeft Jok Riak in april 2014 het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid door naar verluidt te helpen bij het bewapenen en mobiliseren van 1 000 Dinka-jongeren als aanvulling op de traditionele SPLA-strijders.”


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1935 VAN DE COMMISSIE

van 7 december 2018

tot vaststelling van de formulieren bedoeld in Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (1), en met name artikel 45, lid 3, onder b), artikel 58, lid 1, artikel 59, lid 2, en artikel 60, lid 2,

Na raadpleging van het Comité betreffende het toepasselijke recht, de bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Met het oog op de juiste toepassing van Verordening (EU) 2016/1103 moeten er meerdere formulieren worden vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2016/954 (2) van de Raad houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de vermogensstelsels van internationale paren, geeft Verordening (EU) 2016/1103 uitvoering aan nauwere samenwerking tussen België, Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Finland en Zweden op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake de vermogensstelsels van internationale paren. Daarom nemen alleen die lidstaten deel aan de vaststelling van deze verordening.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité betreffende het toepasselijke recht, de bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de verklaring bedoeld in artikel 45, lid 3, onder b), van Verordening (EU) 2016/1103, wordt het in bijlage I vastgestelde formulier gebruikt.

2.   Voor de verklaring betreffende een authentieke akte bedoeld in artikel 58, lid 1, en artikel 59, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1103, wordt het in bijlage II vastgestelde formulier gebruikt.

3.   Voor de verklaring betreffende een gerechtelijke schikking bedoeld in artikel 60, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1103, wordt het in bijlage III vastgestelde formulier gebruikt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 januari 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 7 december 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 183 van 8.7.2016, blz. 1.

(2)  Besluit (EU) 2016/954 van de Raad van 9 juni 2016 houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake de vermogensstelsels van internationale paren, met name zowel huwelijksvermogensstelsels als de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen (PB L 159 van 16.6.2016, blz. 16).


BIJLAGE I

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

BIJLAGE II

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

BIJLAGE III

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/34


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1936 VAN DE COMMISSIE

van 10 december 2018

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2011 van de Commissie wat het maximumgehalte van dimethylaminoethanol (DMAE) betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2, en artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2011 van de Commissie (2) is een vergunning voor tien jaar verleend voor het gebruik van natriumzout van dimethylglycine als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen.

(3)

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, in samenhang met artikel 7, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, heeft de vergunninghouder voorgesteld de voorwaarden van de vergunning te wijzigen naar aanleiding van een aanpassing van het productieproces. Bij de aanvraag waren de relevante ondersteunende gegevens gevoegd. De Commissie heeft de aanvraag doen toekomen aan de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (hierna „EFSA” genoemd).

(4)

De EFSA heeft in haar advies van 17 april 2018 (3) geconcludeerd dat het door middel van het nieuwe productieproces vervaardigde toevoegingsmiddel geen ongunstige effecten voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu heeft. De EFSA concludeerde eveneens dat de aanwezigheid van dimethylaminoethanol (DMAE) in gehalten van 0,1 % of minder geen invloed heeft op de doeltreffendheid van het toevoegingsmiddel. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van het natriumzout van dimethylglycine dat door middel van het nieuwe productieproces vervaardigd is, blijkt dat wordt voldaan aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning. Het gebruik van de stof zoals gespecificeerd in deze verordening moet daarom worden toegestaan.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2011 wordt in de vierde kolom „Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode” onder „Werkzame stof” aan het einde het volgende ingevoegd: „Dimethylaminoethanol (DMAE) ≤ 0,1 %”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2011 van de Commissie van 15 april 2011 tot verlening van een vergunning voor natriumzout van dimethylglycine als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen (vergunninghouder Taminco nv) (PB L 102 van 16.4.2011, blz. 6).

(3)  EFSA Journal 2018; 16(5):5268.


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/36


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1937 VAN DE COMMISSIE

van 10 december 2018

tot vervanging van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (1), met name artikel 2, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 4/2009 bevat een lijst van administratieve autoriteiten als bedoeld in artikel 2, lid 2, van die verordening.

(2)

Het Verenigd Koninkrijk en Letland hebben de Commissie in kennis gesteld van wijzigingen van de administratieve autoriteiten die moeten worden vermeld in bijlage X bij Verordening (EG) nr. 4/2009.

(3)

De administratieve autoriteiten die door het Verenigd Koninkrijk en Letland ter kennis zijn gebracht en die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening, voldoen aan de vereisten van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité betreffende het toepasselijke recht, de bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid en op het gebied van onderhoudsverplichtingen.

(5)

Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 4/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 4/2009 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE X

De in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009 bedoelde administratieve autoriteiten zijn:

in Letland, het alimentatiewaarborgfonds („Uzturlīdzekļu Garantiju Fonds”);

in Finland, de sociale dienst („Sosiaalilautakunta/Socialnämnd”);

in Zweden, de tenuitvoerleggingsinstantie („Kronofogdemyndigheten”);

in het Verenigd Koninkrijk:

a)

in Engeland en Wales en Schotland, het Ministerie van Werk en Pensioenen („Department for Work and Pensions”), met inbegrip van het administratieve kantoor voor kinderbescherming („Child Support Agency”) en voor onderhoudsverplichtingen („Child Maintenance Service”);

b)

in Noord-Ierland, de afdeling onderhoudsverplichtingen („Child Maintenance Service”).


BESLUITEN

11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/38


BESLUIT (EU) 2018/1938 VAN DE RAAD

van 18 september 2018

betreffende het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, inzake de vaststelling van een aanbeveling tot goedkeuring van de verlenging van het actieplan EU-Marokko waarbij uitvoering wordt gegeven aan de geavanceerde status (2013-2017)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds (1) (hierna „de overeenkomst” genoemd), is op 26 februari 1996 ondertekend en op 1 maart 2000 in werking getreden (2).

(2)

Krachtens artikel 80 van de overeenkomst is de door de overeenkomst ingestelde Associatieraad bevoegd om besluiten en aanbevelingen vast te stellen.

(3)

De Associatieraad heeft op 16 december 2013 een aanbeveling vastgesteld betreffende de uitvoering van een actieplan EU-Marokko waarbij uitvoering wordt gegeven aan de geavanceerde status (2013-2017) (3) (hierna „het actieplan” genoemd).

(4)

Teneinde te zorgen voor de continuïteit tussen het actieplan en de toekomstige prioriteiten van het partnerschap dient de Associatieraad bij briefwisseling een aanbeveling vaststellen tot goedkeuring van de verlenging van het actieplan.

(5)

Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad betreffende de vaststelling van een aanbeveling tot goedkeuring van de verlenging van het actieplan, aangezien de aanbeveling rechtsgevolgen heeft.

(6)

De verlenging van het actieplan vormt de basis voor de betrekkingen tussen de EU en Marokko voor het lopende jaar en voor besprekingen over de richtsnoeren en de nieuwe prioriteiten van het partnerschap EU-Marokko voor de komende jaren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, inzake de vaststelling van een aanbeveling tot goedkeuring van de verlenging met een jaar vanaf het verstrijken van het actieplan EU-Marokko waarbij uitvoering wordt gegeven aan de geavanceerde status (2013-2017), is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpaanbeveling.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Commissie en de hoge vertegenwoordiger.

Gedaan te Brussel, 18 september 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

G. BLÜMEL


(1)  PB L 70 van 18.3.2000, blz. 2.

(2)  Besluit 2000/204/EG, EGKS van de Raad en de Commissie van 26 januari 2000 inzake de sluiting van de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds (PB L 70 van 18.3.2000, blz. 1).

(3)  Aanbeveling nr. 1/2013 van de associatieraad EU-Marokko van 16 december 2013 betreffende de uitvoering van het actieplan EU-Marokko in het kader van het ENB, waarbij uitvoering wordt gegeven aan de geavanceerde status (2013-2017), (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 78).


ONTWERP

AANBEVELING Nr. 1/2018 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO

van …

tot goedkeuring van de verlenging met een jaar van het actieplan EU-Marokko waarbij uitvoering wordt gegeven aan de geavanceerde status (2013-2017)

DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO,

Gezien de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds (1),

Overwegende hetgeen volgt,

(1)

De Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, (hierna „de overeenkomst” genoemd) is op 1 maart 2000 in werking getreden.

(2)

Krachtens Artikel 80 van de overeenkomst kan de Associatieraad aanbevelingen verstrekken die het nuttig acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst.

(3)

Overeenkomstig artikel 90 van de overeenkomst treffen de partijen alle algemene of bijzondere maatregelen die nodig zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst vastgelegde doelstellingen worden bereikt.

(4)

Artikel 10 van het reglement van orde van de Associatieraad voorziet in de mogelijkheid om tussen twee zittingen via een schriftelijke procedure aanbevelingen te doen.

(5)

De verlenging van het actieplan EU-Marokko voor de uitvoering van de geavanceerde status (2013-2017) vormt de basis voor de betrekkingen tussen de EU en Marokko voor het lopende jaar en voor onderhandelingen over de richtsnoeren en de nieuwe prioriteiten van het partnerschap EU-Marokko voor de komende jaren,

BEVEELT AAN:

Enig artikel

De Associatieraad beveelt via schriftelijke procedure aan het actieplan EU-Marokko waarbij uitvoering wordt gegeven aan de geavanceerde status (2013-2017), met een jaar te verlengen.

Gedaan te …,

Voor de Associatieraad EU-Marokko

De voorzitter


(1)  PB L 70 van 18.3.2000, blz. 2.


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/41


BESLUIT (GBVB) 2018/1939 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

betreffende de ondersteuning door de Unie van de universalisering en doeltreffende uitvoering van het Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens („de Strategie”) aangenomen, waarin wordt verklaard dat: non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing een essentiële bijdrage kunnen vormen in de wereldwijde strijd tegen het terrorisme, doordat zij de kans verkleinen dat personen die niet uit naam van een staat handelen, zich toegang verschaffen tot massavernietigingswapens, radioactief materiaal en bijbehorende overbrengingsmiddelen. Hoofdstuk III van de Strategie bevat een lijst van maatregelen die zowel in de Unie als in derde landen moeten worden genomen om een dergelijke verspreiding tegen te gaan.

(2)

De Unie geeft momenteel actief uitvoering aan de Strategie en aan de in hoofdstuk III daarvan genoemde maatregelen, met name door ernaar te streven dat de belangrijkste verdragen, overeenkomsten en verificatieregelingen inzake ontwapening en non-proliferatie wereldwijd worden toegepast en — indien nodig — versterkt, en door financiële steun te verlenen aan specifieke projecten die worden uitgevoerd door multilaterale instellingen, zoals het Bureau van de Verenigde Naties (VN) voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) en het Bureau van de VN voor terrorismebestrijding (UNOCT).

(3)

In zijn op 24 mei 2018 verkondigde ontwapeningsagenda met als titel „het veiligstellen van onze gezamenlijke toekomst” („Securing our Common Future”), heeft de secretaris-generaal van de VN opgemerkt dat de huidige nucleaire risico's onaanvaardbaar zijn en dat ze blijven toenemen.

(4)

Op 13 april 2005 heeft de Algemene Vergadering van de VN haar goedkeuring gehecht aan het Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme, dat op 14 september 2005 voor ondertekening is opengesteld.

(5)

De technische uitvoering van dit besluit moet worden toevertrouwd aan het UNODC en aan het VN-Centrum voor terrorismebestrijding (UNCCT) van het UNOCT.

(6)

Dit besluit moet worden uitgevoerd overeenkomstig de Financiële en Administratieve Kaderovereenkomst tussen de Europese Commissie en de VN betreffende het beheer van financiële bijdragen van de Unie aan programma's of projecten die onder toezicht van de VN staan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Met het oog op de voortdurende en praktische uitvoering van bepaalde onderdelen van de Strategie, bevordert de Unie de universalisering en de doeltreffende uitvoering van het Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme („ICSANT”) door steun te verlenen aan de activiteiten van het UNODC, en in het bijzonder de afdeling terrorismepreventie (TPB) daarvan, — dat onder andere staten helpt om zich aan de relevante internationale rechtsinstrumenten te houden en om hun nationaal juridisch en strafrechtelijk kader, evenals hun institutionele capaciteit ter bestrijding van nucleair terrorisme te versterken — en aan de activiteiten van het UNCCT-programma voor de preventie van en respons op terrorisme door middel van massavernietigingswapens („MVW”) en chemische, biologische, radiologische en nucleaire wapens („CBRN”) werd opgericht, en dat onder meer ten doel heeft staten en internationale organisaties te helpen verhinderen dat terroristische groeperingen toegang krijgen tot MVW/CBRN-materiaal en dit gebruiken, en te waarborgen dat deze staten beter voorbereid zijn op een terroristische aanval met MVW/CBRN-materiaal en hier beter op kunnen reageren.

2.   Met de door de Unie te financieren projecten wordt gestreefd naar:

a)

een verhoging van het aantal partijen bij het ICSANT;

b)

een grotere bekendheid met het ICSANT bij de begunstigden, zoals nationale beleidsmakers en besluitvormers, waaronder parlementsleden, en op internationale fora;

c)

betere nationale wetgeving door opneming van alle ICSANT-vereisten;

d)

de ontwikkeling van e-leren en ander relevant studiemateriaal en de verwerking daarvan in technisch-juridische steunverlening, met onder meer casestudy's;

e)

de ontwikkeling en het onderhoud van een referentiewebsite met alle relevante informatie over het ICSANT, waaronder goede praktijken;

f)

een verhoogde capaciteit van het strafrechtelijk personeel en andere relevante nationale belanghebbenden voor het onderzoeken, vervolgen en berechten van rechtszaken;

g)

synergiën met andere relevante internationale rechtsinstrumenten, zoals het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal met de wijziging daarvan, en Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad;

h)

een hogere capaciteit van de staten om de dreiging van terroristen die nucleair of ander radioactief materiaal bemachtigen, op te sporen en erop te reageren.

Het UNODC en het UNCCT voeren het project uit in nauwe samenwerking met de relevante UNODC-veldkantoren en andere relevante instellingen en deskundigen, onder meer de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, het VN-Bureau voor ontwapeningszaken, de Groep deskundigen van het krachtens Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad opgerichte Comité van de VN-Veiligheidsraad en de kenniscentra op het gebied van CBRN-risicobeperking van de EU.

Bij de uitvoering van de projecten, wordt toegezien op de zichtbaarheid van de Unie en op een behoorlijk programmabeheer.

Alle projectonderdelen worden ondersteund met proactieve en innovatieve activiteiten op het gebied van publieke voorlichting, en financiële middelen worden dienovereenkomstig toegewezen.

In de bijlage worden de projecten nader omschreven.

Artikel 2

1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („de hoge vertegenwoordiger”) is belast met de uitvoering van dit besluit.

2.   De technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten is in handen van het UNODC en het UNCCT. Zij verrichten hun taken onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger. Daartoe treft de hoge vertegenwoordiger de nodige regelingen met het UNODC en het UNCCT.

Artikel 3

1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten bedraagt 4 999 986 EUR. De totaal geraamde begroting voor het gehele project bedraagt 5 223 907 EUR, waarin door medefinanciering wordt voorzien.

2.   De met het in lid 1 bepaalde referentiebedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.

3.   De Commissie houdt toezicht op het behoorlijk beheer van het in lid 1 bedoelde financiële referentiebedrag. Hiertoe sluit zij financieringsovereenkomsten met het UNODC en het UNCCT. In die financieringsovereenkomsten wordt bepaald dat het UNODC en het UNCCT ervoor zorg dragen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.

4.   De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomsten zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van moeilijkheden die zich daarbij voordoen en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomsten.

Artikel 4

1.   De hoge vertegenwoordiger brengt aan de Raad tweemaal per jaar verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van periodieke verslagen die worden opgesteld door het UNODC en het UNCCT. Die verslagen vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.

2.   De Commissie verschaft tweemaal per jaar informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het besluit verstrijkt 36 maanden na de sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomsten. Het verstrijkt echter zes maanden na de datum van inwerkingtreding ervan indien binnen die periode geen financieringsovereenkomst is gesloten.

Gedaan te Brussel, 10december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


BIJLAGE

Project 1

:

De toetreding bevorderen door middel van een evenement op hoog niveau te New York in nauwe samenwerking met de juridische dienst van de VN

Bijzonderheden van het project: Er zal een evenement op hoog niveau worden georganiseerd in de marge van de toetsingsconferentie 2020 van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens of in de marge van het jaarlijkse evenement rond het Verdrag dat door de VN-secretaris-generaal wordt georganiseerd en gelijktijdig met het algemene debat in de Algemene Vergadering plaatsvindt. Het evenement op hoog niveau kan ook plaatsvinden tijdens om het even welk speciaal VN-forum inzake specifieke verdragen die bedoeld zijn om de deelname van staten aan het multilateraal verdragskader te vergemakkelijken.

Uitvoeringsorgaan: UNCCT

Project 2

:

De toetreding bevorderen door middel van regionale workshops en bezoeken aan landen

Bijzonderheden van het project: De organisatie van maximaal zes regionale, interregionale en subregionale workshops voor beleidsmakers en besluitvormers van staten die geen partij zijn (1) bij het ICSANT in:

Afrika;

Centraal- en Zuid-Azië;

Europa;

Zuidoost-Azië en Stille Oceaan.

Het relevante materiaal dat in het kader van het project wordt ontwikkeld (zoals casestudy's en vragenlijsten voor zelfbeoordeling), zal in de workshops worden gebruikt. Naast de focus op het ICSANT zullen de workshops ook ingaan op synergiën met het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en de wijziging daarvan, en met Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad.

Uitvoeringsorgaan: UNODC

Project 3

:

Relevante bijstand op wetgevingsgebied verlenen

Bijzonderheden van het project: Staten die hierom verzoeken (maximaal 10), relevante bijstand op wetgevingsgebied verlenen via analyses van documenten of workshops voor het opstellen van wetteksten.

Uitvoeringsorgaan: UNODC

Project 4

:

Capaciteitsopbouw voor relevante belanghebbenden, onder meer strafrechtelijk personeel dat kan worden betrokken bij het onderzoeken, vervolgen en berechten van zaken betreffende nucleair en ander radioactief materiaal dat onder het ICSANT valt.

Bijzonderheden van het project: drie regionale workshops voor openbare aanklagers van geselecteerde staten die partij zijn bij het ICSANT in Afrika, Europa en Azië.

Uitvoeringsorgaan: UNODC

Project 5

:

De toetreding bevorderen via contacten met de Interparlementaire Unie

Bijzonderheden van het project: Overleg met de Interparlementaire Unie teneinde evenementen te organiseren ter ondersteuning van een snelle toetreding tot het ICSANT en van gezamenlijke oproepen aan staten die nog geen partij zijn bij het ICSANT.

Uitvoeringsorgaan: UNCCT

Project 6

:

Studie over de redenen voor staten die niet tot het ICSANT toetreden en de uitdagingen waarmee deze staten te maken hebben

Bijzonderheden van het project: Een studie over de redenen voor staten die niet tot het ICSANT toetreden en de uitdagingen waarmee deze staten te maken hebben. Het UNCCT zal een academische studie verrichten rond een beter begrip van de redenen voor staten die niet tot het ICSANT toetreden en de uitdagingen waarmee deze staten te maken hebben, en zal aanbevelingen doen over de aanpak van die redenen en uitdagingen, teneinde het aantal toetredingen te verhogen, en zal op de wettelijke vereisten en maatregelen wijzen die nodig zijn voor een doeltreffende uitvoering.

Uitvoeringsorgaan: UNCCT

Project 7

:

Ontwikkeling en onderhoud van een regelmatig geactualiseerde en met een wachtwoord beveiligde website met alle informatiebronnen betreffende het ICSANT, onder meer voorbeelden van nationale wetgeving

Bijzonderheden van het project: De website zal alle beschikbare informatie betreffende het ICSANT bevatten, met onder meer de bestaande nationale wetgeving ter uitvoering van het ICSANT in alle staten die partij zijn, een verzameling van goede praktijken en modelwetgeving, wetenschappelijke artikelen, informatie over en een kalender voor voorlichtingsactiviteiten, een speciaal e-mailadres voor vragen, informatie over beschikbare hulp, een vragenlijst met antwoorden betreffende het ICSANT en het geven van 12 webinars van één uur over verschillende aspecten van het ICSANT (vier in het Engels, vier in het Frans en vier in het Spaans).

Uitvoeringsorgaan: UNODC

Project 8

:

Ontwikkeling en beschikbaarstelling van een opleidingshandboek met fictieve casestudy's in verband met het ICSANT

Bijzonderheden van het project: Aan de hand van fictieve casestudy's zal een opleidingshandboek over het ICSANT worden samengesteld.

Uitvoeringsorgaan: UNODC

Project 9

:

Ontwikkeling van een e-learningmodule over het ICSANT

Bijzonderheden van het project: de module zal in minstens vier officiële talen van de VN worden vertaald en zal te vinden zijn op de „Global e-learning website” van het UNODC (https://www.unodc.org/elearning).

Uitvoeringsorgaan: UNODC

Project 10

:

Nucleair-terrorisme-gerelateerde capaciteitsopbouw op het gebied van grensbeveiliging en -beheer

Bijzonderheden van het project: Het UNCCT zal in zes regio's capaciteitsopbouwevenementen over grensbeveiliging en -beheer organiseren:

Sahel;

Zuid-Azië en Zuidoost-Azië;

Hoorn van Afrika;

Centraal-Azië en de Kaukasus;

Oost- en Zuidoost-Europa;

Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Uitvoeringsorgaan: UNCCT

Project 11

:

Brochures en studiemateriaal

Bijzonderheden van het project: Het opstellen van informatiebrochures over het ICSANT in alle zes officiële VN-talen en een vragenlijst voor zelfbeoordeling voor staten die overwegen tot het Verdrag toe te treden.

Uitvoeringsorgaan: UNODC

Verwacht resultaat van voormelde projecten:

1.

verhoging van het aantal staten dat tot het ICSANT toetreedt;

2.

grotere bekendheid met het ICSANT bij de begunstigden, zoals nationale beleidsmakers en besluitvormers, waaronder parlementsleden, en in internationale fora;

3.

betere nationale wetgeving door opname van alle ICSANT-vereisten;

4.

ontwikkeling van e-learning en ander relevant opleidingsmateriaal en de verwerking daarvan in technisch-juridische steunverlening, met onder meer casestudy's;

5.

ontwikkeling en onderhoud van een referentiewebsite met alle relevante informatie over het ICSANT, waaronder goede praktijken;

6.

verhoogde capaciteit van strafrechtelijke ambtenaren en andere relevante nationale belanghebbenden in verband met het onderzoeken, vervolgen en berechten van zaken;

7.

synergiën met andere relevante internationale rechtsinstrumenten, zoals het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal met de wijziging daarvan, en Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad;

8.

versterkte capaciteit van staten om de dreiging van terroristen die nucleair of ander radioactief materiaal bemachtigen, op te sporen en erop te reageren.


(1)  Per geval zouden uitnodigingen aan staten die partij zijn bij het ICSANT, kunnen worden gestuurd als hun deelname een meerwaarde heeft.


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/47


BESLUIT (GBVB) 2018/1940 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot wijziging van Besluit 2010/788/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 20 december 2010 Besluit 2010/788/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo (DRC) vastgesteld.

(2)

Op 12 december 2016 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2016/2231 (2) vastgesteld naar aanleiding van de belemmering van het verkiezingsproces en de daaraan verbonden mensenrechtenschendingen in de DRC. Bij dat besluit werd Besluit 2010/788/GBVB gewijzigd door onder meer krachtens artikel 3, lid 2, van het gewijzigde besluit autonome beperkende maatregelen in te voeren.

(3)

Op basis van een toetsing van de maatregelen bedoeld in artikel 3, lid 2, van Besluit 2010/788/GBVB moeten de beperkende maatregelen tot en met 12 december 2019 worden verlengd.

(4)

In zijn conclusies van december 2017 verzocht de Raad alle Congolese actoren en met name de Congolese autoriteiten en instellingen een constructieve rol in het verkiezingsproces te spelen. Met het oog op de nakende verkiezingen wijst de Raad andermaal op het belang van geloofwaardige en inclusieve verkiezingen waarbij de wens van de Congolese bevolking om haar vertegenwoordigers te kiezen, wordt ingewilligd. De Raad zal de beperkende maatregelen verder evalueren in het licht van de verkiezingen in de DRC en is bereid deze dienovereenkomstig aan te passen.

(5)

De motivering voor de acht personen in bijlage II dient te worden gewijzigd. Daarnaast dient de informatie over alle personen in die bijlage worden bijgewerkt.

(6)

Besluit 2010/788/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Besluit 2010/788/GBVB wordt artikel 9, lid 2, vervangen door:

„2.   De in artikel 3, lid 2, bedoelde maatregelen zijn van toepassing tot en met 12 december 2019. Zij worden zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.”.

Artikel 2

De lijst in bijlage II bij Besluit 2010/788/GBVB wordt vervangen door de lijst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit 2010/788/GBVB van de Raad van 20 december 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/369/GBVB (PB L 336 van 21.12.2010, blz. 30).

(2)  Besluit (GBVB) 2016/2231 van de Raad van 12 december 2016 tot wijziging van Besluit 2010/788/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo (PB L 336 I van 12.12.2016, blz. 7).


BIJLAGE

„BIJLAGE II

LIJST VAN PERSONEN EN ENTITEITEN BEDOELD IN ARTIKEL 3, LID 2

A.   Personen

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum van opneming op de lijst

1.

Ilunga Kampete

alias Gaston Hughes Ilunga Kampete; alias Hugues Raston Ilunga Kampete.

Geboortedatum: 24.11.1964.

Geboorteplaats: Lubumbashi (DRC).

Militair identiteitsnummer: 1-64-86-22311-29.

Nationaliteit: DRC.

Adres: 69, avenue Nyangwile, Kinsuka Mimosas, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Als bevelhebber van de Republikeinse Garde (GR) was Ilunga Kampete verantwoordelijk voor de eenheden van de GR die ter plaatse werden ingezet en betrokken waren bij het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ilunga Kampete derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

12.12.2016

2.

Gabriel Amisi Kumba

alias Gabriel Amisi Nkumba; „Tango Fort”; „Tango Four”.

Geboortedatum: 28.5.1964.

Geboorteplaats: Malela (DRC).

Militair identiteitsnummer: 1-64-87-77512-30.

Nationaliteit: DRC.

Adres: 22, avenue Mbenseke, Ma Campagne, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Voormalig bevelhebber van de 1e defensiezone van het Congolese leger (FARDC) waarvan de manschappen deelnamen aan het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Gabriel Amisi Kumba derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In juli 2018 werd Gabriel Amisi Kumba benoemd tot plaatsvervangend chef-staf van het Congolese leger (FARDC) verantwoordelijk voor operaties en inlichtingen.

12.12.2016

3.

Ferdinand Ilunga Luyoyo

Geboortedatum: 8.3.1973.

Geboorteplaats: Lubumbashi (DRC).

Paspoortnummer: OB0260335

(geldig van 15.4.2011 tot en met 14.4.2016).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 2, avenue des Orangers, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als bevelhebber van de oproerbestrijdingseenheid Légion nationale d'intervention van de Congolese nationale politie (PNC) was Ferdinand Ilunga Luyoyo verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ferdinand Ilunga Luyoyo derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In juli 2017 werd Ferdinand Ilunga Luyoyo benoemd tot commandant van de PNC-eenheid verantwoordelijk voor de bescherming van instellingen en hoge ambtenaren.

12.12.2016

4.

Celestin Kanyama

alias Kanyama Tshisiku Celestin; alias Kanyama Celestin Cishiku Antoine; alias Kanyama Cishiku Bilolo Célestin;

alias „Esprit de mort”.

Geboortedatum: 4.10.1960.

Geboorteplaats: Kananga (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Paspoortnummer: OB0637580

(geldig van 20.5.2014 tot en met 19.5.2019).

Aan hem werd Schengenvisum nr. 011518403 verleend, afgegeven op 2.7.2016.

Adres: 56, avenue Usika, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als commissaris van de Congolese nationale politie (PNC) was Celestin Kanyama verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Celestin Kanyama derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In juli 2017 werd Celestin Kanyama benoemd tot directeur-generaal van de nationale politiescholen.

12.12.2016

5.

John Numbi

alias John Numbi Banza Tambo; alias John Numbi Banza Ntambo; alias Tambo Numbi.

Geboortedatum: 16.8.1962.

Geboorteplaats: Jadotville-Likasi-Kolwezi (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 5, avenue Oranger, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als voormalig inspecteur-generaal van de Congolese nationale politie speelde John Numbi met name een rol in de campagne van gewelddadige intimidatie bij de gouverneursverkiezingen in maart 2016 in de vier provincies van het voormalige Katanga, en als zodanig is hij verantwoordelijk voor het belemmeren van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing met het oog op het organiseren van verkiezingen in de DRC. In juli 2018 werd John Numbi benoemd tot inspecteur-generaal van het Congolese leger (FARDC).

12.12.2016

6.

Roger Kibelisa

alias Roger Kibelisa Ngambaswi.

Geboortedatum: 9.9.1959.

Geboorteplaats: Fayala (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 24, avenue Photopao, Kinshasa/Mont Ngafula, RDC.

Als directeur binnenlandse zaken van ANR is Roger Kibelisa betrokken bij de intimidatiecampagne die is gevoerd door personeelsleden van de ANR tegen leden van de oppositie en waarbij onder meer willekeurige arrestaties en detenties hebben plaatsgevonden. Roger Kibelisa heeft derhalve de rechtsstaat ondermijnd en een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC belemmerd.

12.12.2016

7.

Delphin Kaimbi

alias Delphin Kahimbi Kasagwe; alias Delphin Kayimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kasagwe Kahimbi.

Geboortedatum: 15.1.1969 (of 15.7.1969).

Geboorteplaats: Kiniezire/Goma (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Nr. diplomatiek paspoort: DB0006669 (geldig van 13.11.2013 tot en met 12.11.2018).

Adres: 1, 14eme rue, Quartier Industriel, Linete, Kinshasa, RDC.

Voormalig hoofd van de militaire inlichtingendienst (ex-DEMIAP), lid van het Centrum voor Nationale Operaties, de structuur voor leiding en controle die verantwoordelijk is voor willekeurige arrestaties en detenties en gewelddadige onderdrukking in Kinshasa in september 2016 en voor manschappen die deelnamen aan intimidatie en willekeurige arrestaties, hetgeen een belemmering vormt voor een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing met het oog op het organiseren van verkiezingen in de DRC. In juli 2018 werd Delphin Kaimbi benoemd tot assistent-chef-staf van de Generale Staf van de FARDC, verantwoordelijk voor inlichtingen.

12.12.2016

8.

Evariste Boshab, voormalig vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid

alias Evariste Boshab Mabub Ma Bileng.

Geboortedatum: 12.1.1956.

Geboorteplaats: Tete Kalamba (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Nr. diplomatiek paspoort: DP0000003 (geldig van 21.12.2015 tot en met 20.12.2020).

Schengenvisum verstreken op 5.1.2017

Adres: 3, avenue du Rail, Kinshasa/Gombe, RDC.

Als vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid van december 2014 tot december 2016 was Evariste Boshab officieel verantwoordelijk voor de politie en veiligheidsdiensten en voor het coördineren van de werkzaamheden van de provinciegouverneurs. In deze hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor arrestaties van activisten en oppositieleden, alsmede voor het buitensporige gebruik van geweld, onder meer bij betogingen in Kinshasa tussen september 2016 en december 2016, wat resulteerde in een groot aantal doden en gewonden onder de burgerbevolking. Evariste Boshab was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

29.5.2017

9.

Alex Kande Mupompa, voormalig gouverneur van Kasaï-Central

alias Alexandre Kande Mupomba; alias Kande-Mupompa.

Geboortedatum: 23.9.1950.

Geboorteplaats: Kananga (DRC).

Nationaliteit: DRC en België.

DRC-paspoortnummer: OP0024910 (geldig van 21.3.2016 tot en met 20.3.2021).

Adressen: Messidorlaan 217/25, 1180 Ukkel, België

en 1, avenue Bumba, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Als gouverneur van Kasaï-Central tot en met oktober 2017 is Alex Kande Mupompa verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld, de gewelddadige onderdrukking en de buitengerechtelijke executies door veiligheidstroepen en de PNC in Kasaï-Central vanaf augustus 2016, waaronder executies in Dibaya in februari 2017.

Alex Kande Mupompa was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

29.5.2017

10.

Jean-Claude Kazembe Musonda, voormalig gouverneur van Haut-Katanga

Geboortedatum: 17.5.1963.

Geboorteplaats: Kashobwe (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 7891, avenue Lubembe, Quartier Lido, Lubumbashi, Haut-Katanga, RDC.

Als gouverneur van Haut-Katanga tot april 2017 was Jean-Claude Kazembe Musonda verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige onderdrukking door veiligheidstroepen en de PNC in Haut-Katanga, onder meer tussen 15 en 31 december 2016, toen 12 burgers werden gedood en 64 burgers gewond raakten als gevolg van het gebruik van dodelijk geweld door veiligheidstroepen, onder wie agenten van de PNC, bij protesten in Lubumbashi.

Jean-Claude Kazembe Musonda was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

29.5.2017

11.

Lambert Mende, minister van Communicatie en Media en woordvoerder van de regering

alias Lambert Mende Omalanga.

Geboortedatum: 11.2.1953.

Geboorteplaats: Okolo (DRC).

Nr. diplomatiek paspoort: DB0001939 (geldig van 4.5.2017 tot en met 3.5.2022).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 20, avenue Kalongo, Kinshasa/Ngaliema, RDC.

Als minister van Communicatie en Media sinds 2008 is Lambert Mende verantwoordelijk voor een repressief mediabeleid, dat het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie schendt en dat een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC ondermijnt. Op 12 november 2016 keurde hij een decreet goed waarmee de mogelijkheid voor buitenlandse mediakanalen om in de DRC uit te zenden wordt beperkt.

In strijd met het politiek akkoord dat op 31 december 2016 tussen de presidentiële meerderheid en de oppositiepartijen is bereikt, zijn de uitzendingen van een aantal mediakanalen sinds oktober 2018 nog steeds niet hervat.

In zijn hoedanigheid van minister van Communicatie en Media is Lambert Mende derhalve verantwoordelijk voor het belemmeren van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing voor verkiezingen in de DRC, onder meer door daden van onderdrukking.

29.5.2017

12.

Brigadegeneraal Eric Ruhorimbere, plaatsvervangend bevelhebber voor de 21e militaire regio (Mbuji-Mayi)

alias Eric Ruhorimbere Ruhanga; alias Tango Two; alias Tango Deux.

Geboortedatum: 16.7.1969.

Geboorteplaats: Minembwe (DRC).

Militair identiteitsnummer: 1-69-09-51400-64.

Nationaliteit: DRC.

DRC-paspoortnummer: OB0814241.

Adres: Mbujimayi, Kasai Province, RDC.

Als plaatsvervangend bevelhebber voor de 21e militaire regio van september 2014 tot juli 2018 was Eric Ruhorimbere verantwoordelijk voor het buitensporige gebruik van geweld en buitengerechtelijke executies door FARDC-strijdkrachten, met name tegen de Nsapu-militie en vrouwen en kinderen.

Eric Ruhorimbere was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. In juli 2018 werd Eric Ruhorimbere benoemd tot commandant van de operationele sector „Nord Equateur”.

29.5.2017.

13.

Ramazani Shadari, voormalig vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid

alias Emmanuel Ramazani Shadari Mulanda; alias Shadary.

Geboortedatum: 29.11.1960.

Geboorteplaats: Kasongo (DRC).

Nationaliteit: DRC.

Adres: 28, avenue Ntela, Mont Ngafula, Kinshasa, RDC.

Als vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid tot februari 2018 was Ramazani Shadari officieel verantwoordelijk voor de politie- en veiligheidsdiensten en voor het coördineren van de werkzaamheden van de provinciale gouverneurs. In die hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor de arrestaties van activisten en oppositieleden, alsmede voor het buitensporige gebruik van geweld, zoals het gewelddadige optreden tegen leden van de beweging Bundu Dia Kongo (BDK) in Kongo-Central, de onderdrukking in Kinshasa in de periode januari-februari 2017, en het buitensporige gebruik van geweld en de gewelddadige onderdrukking in de Kasaï-provincies.

In die hoedanigheid was Ramazani Shadari derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

In februari 2018 werd Ramazani Shadari benoemd tot permanent secretaris van de Parti du peuple pour la reconstruction et le développement (PPRD).

29.5.2017

14.

Kalev Mutondo, hoofd (officieel administrateur-generaal) van de nationale inlichtingendienst (ANR)

alias Kalev Katanga Mutondo, Kalev Motono, Kalev Mutundo, Kalev Mutoid, Kalev Mutombo, Kalev Mutond, Kalev Mutondo Katanga, Kalev Mutund.

Geboortedatum: 3.3.1957.

Nationaliteit: DRC.

Paspoortnummer: DB0004470 (geldig van 8.6.2012 tot en met 7.6.2017).

Adres: 24, avenue Ma Campagne, Kinshasa, RDC.

Als vaste hoofd van de nationale inlichtingendienst (ANR) is Kalev Mutondo betrokken bij en verantwoordelijk voor de willekeurige arrestatie, detentie en mishandeling van oppositieleden, activisten uit het maatschappelijk middenveld en anderen. Hij heeft derhalve de rechtsstaat belemmerd en een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC ondermijnd, en handelingen beraamd of aangestuurd die ernstige schendingen van de mensenrechten in de DRC vormen.

29.5.2017

B.   Entiteiten

[…]

”.

11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/54


BESLUIT (GBVB) 2018/1941 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/610 betreffende een militaire opleidingsmissie van de Europese Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 19 april 2016 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2016/610 (1) betreffende een militaire GVDB-opleidingsmissie van de Europese Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (EUTM RCA) vastgesteld.

(2)

Op 30 juli 2018 heeft de Raad het mandaat van de missie bij Besluit (GBVB) 2018/1082 (2) verlengd tot en met 19 september 2020.

(3)

Op 15 oktober 2018 heeft de Raad in conclusies over de Centraal-Afrikaanse Republiek erkend dat het passend is in te gaan op het verzoek van de Centraal-Afrikaanse autoriteiten om aanvullende bijstand aan de Centraal-Afrikaanse binnenlandse veiligheidstroepen, door zo spoedig mogelijk een specifieke pijler interoperabiliteit in het kader van de EUTM RCA in te stellen en in te zetten voor het verstrekken van strategisch advies op dit gebied.

(4)

Besluit (GBVB) 2016/610 van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De Raad erkent voorts in zijn conclusies van 15 oktober 2018 dat het belangrijk is, zoals tevens blijkt uit de strategische evaluatie van de EUTM RCA, te blijven nadenken over de mogelijkheid om het optreden van de Europese Unie met betrekking tot de binnenlandse veiligheidstroepen te versterken met een specifiek civiel GVDB-optreden. De Raad zal in de zomer van 2019 op dit onderwerp terugkomen, rekening houdend met de eerste resultaten van de pijler interoperabiliteit en in het kader van de strategische evaluatie van de EUTM RCA.

(6)

Overeenkomstig artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van besluiten en acties van de Europese Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Denemarken neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is op Denemarken, en neemt niet deel aan de financiering van deze missie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2016/610 wordt als volgt gewijzigd:

1)

aan artikel 1, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„d)

strategisch advies aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken, de directeur-generaal van de politie en de directeur-generaal van de gendarmerie, om de aansluitende interoperabiliteit en de gecoördineerde inzet van de defensiemacht en de binnenlandse veiligheidstroepen in de Centraal-Afrikaanse Republiek mogelijk te maken.”;

2)

in artikel 10 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Het financiële referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUTM RCA voor de periode van 20 september 2018 tot en met 19 september 2020 bedraagt 26 131 485 EUR. Het in artikel 25, lid 1, van Besluit (GBVB) 2015/528 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 0 % en het in artikel 34, lid 3, van dat besluit bedoelde percentage bedraagt 0 % voor vastleggingen en 0 % voor betalingen.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit (GBVB) 2016/610 van de Raad van 19 april 2016 betreffende een militaire GVDB-opleidingsmissie van de Europese Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (EUTM RCA) (PB L 104 van 20.4.2016, blz. 21).

(2)  Besluit (GBVB) 2018/1082 van de Raad van 30 juli 2018 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/610 betreffende een militaire GVDB-opleidingsmissie van de Europese Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (EUTM RCA) (PB L 194 van 31.7.2018, blz. 140).


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/56


BESLUIT (GBVB) 2018/1942 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot verlenging en wijziging van Besluit 2012/389/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 16 juli 2012 heeft de Raad Besluit 2012/389/GBVB (1) betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) vastgesteld.

(2)

Op 12 december 2016 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2016/2240 (2) tot wijziging van Besluit 2012/389/GBVB vastgesteld. De naam van de missie is veranderd in EUCAP Somalia en het mandaat ervan is verlengd tot en met 31 december 2018.

(3)

Op 15 februari 2018 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2018/226 (3) tot wijziging van Besluit 2012/389/GBVB vastgesteld, waarin is voorzien in een financieel referentiebedrag voor de periode tot en met 31 december 2018.

(4)

Na de holistische en gecoördineerde strategische toetsing van de GVDB-betrokkenheid in Somalië en de Hoorn van Afrika heeft het Politiek en Veiligheidscomité besloten het mandaat van de missie te wijzigen en te verlengen tot en met 31 december 2020.

(5)

Besluit 2012/389/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2012/389/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 3, lid 1, wordt punt c) vervangen door:

„c)

deze doelstellingen nastreven door de Somalische autoriteiten te steunen bij het tot stand brengen van de noodzakelijke wetgeving en justitiële instanties, door de begeleiding, het advies, de opleiding en het materieel die nodig zijn te verstrekken aan de Somalische maritieme civiele rechtshandhavingsinstanties, en door aan het Ministerie van Interne Veiligheid en de politie advies over beleid, commando, controle en coördinatie te verstrekken ter ondersteuning van initiatieven van de Unie en internationale partners.”.

2)

Artikel 13, lid 1, wordt aangevuld met de volgende alinea:

„Het financiële referentiebedrag dat is bestemd om de uitgaven van EUCAP Somalia voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 te dekken, bedraagt 66 100 000 EUR.”.

3)

In artikel 16 wordt de tweede zin vervangen door:

„Het is van toepassing tot en met 31 december 2020.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40).

(2)  Besluit (GBVB) 2016/2240 van de Raad van 12 december 2016 tot wijziging van Besluit 2012/389/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (PB L 337 van 13.12.2016, blz. 18).

(3)  Besluit (GBVB) 2018/226 van de Raad van 15 februari 2018 tot wijziging van Besluit 2012/389/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia) (PB L 43 van 16.2.2018, blz. 15).


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/58


BESLUIT (GBVB) 2018/1943 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/2303 ter ondersteuning van de verdere uitvoering van Resolutie 2118 (2013) van de VN-Veiligheidsraad en Besluit EC-M-33/DEC.1 van de uitvoerende raad van de OPCW inzake de vernietiging van de Syrische chemische wapens, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 december 2017 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2017/2303 vastgesteld (1).

(2)

Voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, van Besluit (GBVB) 2017/2303 bedoelde activiteiten is in het besluit een termijn van twaalf maanden vastgesteld, die ingaat op de datum van sluiting van de in artikel 3, lid 3, van het besluit bedoelde financieringsovereenkomst.

(3)

De Organisatie voor het verbod van chemische wapens („de OPCW”), die verantwoordelijk is voor de technische uitvoering van het project, heeft op 3 oktober 2018 verzocht om de toestemming van de Unie om de uitvoeringstermijn van Besluit (GBVB) 2017/2303 met twaalf maanden te verlengen. Die verlenging zou de OPCW in staat stellen te komen tot de uitvoering van de activiteiten zoals aangevuld bij het besluit over het aanpakken van de dreiging door het gebruik van chemische wapens (C-SS-4/DEC.3) van de Conferentie van de staten die partij zijn bij het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, en te komen tot de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen van deze activiteiten, waaronder het versterken van het vermogen van de OPCW om de dreiging van het gebruik van chemische wapens tegen te gaan.

(4)

De gevraagde wijziging van Besluit (GBVB) 2017/2303 betreft artikel 5, lid 2, van dat besluit en punt 8 van de bijlage bij dat besluit, waarin de beschrijvingen gewijzigd moeten worden.

(5)

De voortzetting van de in artikel 1, lid 2, van Besluit (GBVB) 2017/2303 bedoelde activiteiten kan, zoals expliciet vermeld in het verzoek van de OPCW van 3 oktober 2018, zonder gevolgen voor de financiële middelen worden verwezenlijkt.

(6)

Besluit (GBVB) 2017/2303 moet derhalve worden gewijzigd door de looptijd ervan zodanig te verlengen dat de in het besluit vervatte activiteiten kunnen worden voortgezet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2017/2303 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 5 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Dit besluit verstrijkt 24 maanden na de datum van sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de OPCW, of zes maanden na de inwerkingtreding ervan indien er op die datum nog geen financieringsovereenkomst is gesloten.”.

2)

De tekst van punt 8 van de bijlage wordt vervangen door:

„Geschatte looptijd

De looptijd van het project wordt geschat op 24 maanden.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit (GBVB) 2017/2303 van de Raad van 12 december 2017 ter ondersteuning van de verdere uitvoering van Resolutie 2118 (2013) van de VN-Veiligheidsraad en Besluit EC-M-33/DEC.1 van de uitvoerende raad van de OPCW inzake de vernietiging van de Syrische chemische wapens, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 329 van 13.12.2017, blz. 55).


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/60


BESLUIT (GBVB) 2018/1944 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot intrekking van Besluit 2010/127/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 23 december 2009 zijn goedkeuring gehecht aan Resolutie 1907 (2009) van de VN-Veiligheidsraad waarbij Eritrea beperkende maatregelen worden opgelegd, bestaande uit een verbod op de verkoop en de levering aan en vanuit Eritrea van wapentuig en aanverwant materiaal.

(2)

De Raad heeft op 1 maart 2010 Besluit 2010/127/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea aangenomen krachtens Resolutie 1907 (2009) van de VN-Veiligheidsraad.

(3)

De VN-Veiligheidsraad heeft op 14 november 2018 zijn goedkeuring gehecht aan Resolutie 2444 (2018) van de VN-Veiligheidsraad, waarbij alle beperkende maatregelen van de VN tegen Eritrea met onmiddellijke ingang worden beëindigd.

(4)

Besluit 2010/127/GBVB moet derhalve worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2010/127/GBVB wordt ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit 2010/127/GBVB van de Raad van 1 maart 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea (PB L 51 van 2.3.2010, blz. 19).


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/61


BESLUIT (GBVB) 2018/1945 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

houdende wijziging van Besluit 2010/231/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 26 april 2010 Besluit 2010/231/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 14 november 2018 Resolutie 2444 (2018) aangenomen. In deze resolutie is bepaald dat een van de criteria om krachtens Resolutie 1844 (2008) op de lijst te worden geplaatst, erin bestaat betrokken te zijn bij handelingen of steun te verlenen aan handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen, en is besloten dat deze handelingen ook kunnen bestaan in, doch niet beperkt zijn tot, het plannen, het aansturen of het uitvoeren van handelingen waarmee seksueel en gendergebaseerd geweld gepaard gaat.

(3)

Besluit 2010/231/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2 van Besluit 2010/231/GBVB wordt het eerste streepje vervangen door:

„—

betrokken zijn bij handelingen of steun verlenen aan handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen, zoals, maar niet uitsluitend:

i)

het plannen, het aansturen of het uitvoeren van handelingen waarmee seksueel en gendergebaseerd geweld gepaard gaat;

ii)

handelingen die het vredes- en verzoeningsproces in Somalië bedreigen;

ii)

handelingen die de federale regering van Somalië of Amisom bedreigen met geweld;”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (PB L 105 van 27.4.2010, blz. 17).


11.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/62


UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2018/1946 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB (1), en met name artikel 9,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 7 mei 2015 Besluit (GBVB) 2015/740 vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2206 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 21 november 2018 de gegevens met betrekking tot een persoon die aan beperkende maatregelen onderworpen is, geactualiseerd.

(3)

Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  PB L 117 van 8.5.2015, blz. 52.


BIJLAGE

De vermelding met betrekking tot de onderstaande persoon wordt vervangen door de volgende vermelding:

„1.

Gabriel JOK RIAK MAKOL (alias: a) Gabriel Jok b) Jok Riak c) Jock Riak)

Titel: Luitenant-generaal

Hoedanigheid: a) Voormalig commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA); b) Bevelhebber van de strijdkrachten

Geboortedatum: 1 januari 1966

Geboorteplaats: Bor, Sudan/Zuid-Sudan

Nationaliteit: Zuid-Sudan

Paspoortnr.: D00008623, Zuid-Sudan

Nationaal identificatienr.: M6600000258472

Adres: a) deelstaat Unity, Zuid-Sudan b) Wau, deelstaat Western Bahr El Ghazal, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Benoemd tot bevelhebber van de strijdkrachten op 2 mei 2018. Voerde vanaf januari 2013 het commando over sector Een van het SPLA, die hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. In zijn positie als commandant van sector Een van het SPLA heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. Het SPLA is een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties ontplooit waardoor het conflict in Zuid-Sudan is verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014, waarbij de partijen zich opnieuw tot het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden committeerden, en heeft de activiteiten van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD belemmerd. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879060

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gabriel Jok Riak is op 1 juli 2015 op grond van de punten 7, a), 7, f) en 8 van Resolutie 2206 (2015) op de lijst geplaatst vanwege acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Gabriel Jok Riak is commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Jok Riak voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, dat hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. De SPLA-divisies Drie, Vier en Vijf zijn ondergeschikt aan sector Een en de commandant daarvan, Jok Riak.

Jok Riak en de troepen van de SPLA-sectoren Een en Drie onder zijn algemeen commando hebben verscheidene, hieronder nader beschreven, acties uitgevoerd, die schendingen vormden van de toezeggingen in het CoHA van januari 2014 om een eind te maken aan alle militaire acties gericht tegen de tegenpartij en andere provocerende acties, de troepen op hun huidige locaties te bevriezen, en zich te onthouden van activiteiten zoals verplaatsing van troepen of nieuwe aanvoer van munitie die tot een militaire confrontatie zouden kunnen leiden.

De SPLA-troepen onder algemeen commando van Jok Riak hebben het CoHA verscheidene malen geschonden met onmiskenbare vijandelijkheden.

Op 10 januari 2014 heeft een SPLA-troepenmacht onder algemeen commando van commandant Jok Riak van sector Een Bentiu ingenomen, dat voorheen, sinds 20 december 2013, onder gezag stond van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Movement in Opposition (SPLM-IO)). Divisie Drie van het SPLA heeft SPLM-IO-strijders kort na de ondertekening van het CoHA van januari 2014 nabij Leer vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten, en medio april 2014 Mayom ingenomen en meer dan 300 SPLM-IO-strijders gedood.

Op 4 mei 2014 heeft een door Jok Riak geleide SPLA-troepenmacht Bentiu opnieuw ingenomen. Op de staatstelevisie in Juba heeft een SPA-woordvoerder gezegd dat het regeringsleger onder commando van Jok Riak Bentiu om 4 uur 's middags Bentiu had ingenomen, en daaraan toegevoegd dat divisie Drie en een speciale SPLA-taskforce hierbij betrokken waren. Enkele uren nadat het mei-akkoord was afgekondigd, hebben troepen van de SPLA-divisies Drie en Vier gevochten tegen oppositiestrijders die eerder SPLA-posities bij Bentiu en in de noordelijke oliegebieden van Zuid-Sudan hadden aangevallen, en deze afgeslagen.

Ook hebben strijders van SPLA-divisie Drie na de ondertekening van het mei-akkoord Wang Kai heroverd en heeft divisiecommandant Santino Deng Wol zijn troepen toestemming gegeven om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en opdracht gegeven woningen waarin zich oppositiestrijders bevonden, in brand te steken.

Eind april en mei 2015 hebben door Jok Riak geleide strijders van SPLA-sector Een vanuit de deelstaat Lakes een militair totaaloffensief tegen oppositietroepen in de deelstaat Unity gevoerd.

Met schending van de voorwaarden van het bovengenoemde CoHA heeft Jok Riak begin september 2014 naar verluidt getracht tanks te laten repareren en aanpassen voor gebruik tegen oppositietroepen. Eind oktober 2014 zijn ten minste 7 000 SPLA-strijders en zware wapens van de Derde en de Vijfde divisie verplaatst ter versterking van de Vierde divisie, die het zwaar te verduren had bij een aanval van de oppositie bij Bentiu. In november 2014 heeft het SPLA nieuwe militaire uitrusting en wapens, waaronder gepantserde personeelsvoertuigen, helikopters, geschut en munitie naar het gebied gebracht waarvoor sector Een verantwoordelijk was, waarschijnlijk ter voorbereiding op gevechten tegen de oppositie. Begin februari 2015 heeft Jok Riak naar verluidt opdracht gegeven om gepantserde personeelsvoertuigen naar Bentiu te sturen, mogelijk om te reageren op recente verrassingsaanvallen van de oppositie.

Na het offensief in de deelstaat Unity van april en mei 2015 heeft SPLA-sector Een verzoeken van het toezicht- en verificatieteam van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD-MVM) in Bentiu om deze schending van het CoHA te onderzoeken geweigerd, en aldus het IGAD-MVM de bewegingsvrijheid om zijn mandaat uit te voeren ontzegd.

Daarnaast heeft Jok Riak in april 2014 het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid door naar verluidt te helpen bij het bewapenen en mobiliseren van 1 000 Dinka-jongeren als aanvulling op de traditionele SPLA-strijders.”.