|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
61e jaargang |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
3.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/1 |
VERORDENING (EU) 2018/1095 VAN DE RAAD
van 26 juli 2018
betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust (2018-2024)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt,
|
(1) |
Op 17 maart 2008 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 242/2008 (1) tot sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Ivoorkust en de Europese Gemeenschap (2) (de „overeenkomst”). |
|
(2) |
Het laatste protocol bij de overeenkomst is verstreken op 30 juni 2018. |
|
(3) |
De Commissie heeft namens de Europese Unie onderhandeld over een nieuw protocol tot uitvoering van de overeenkomst (het „protocol”). Het protocol is op 16 maart 2018 geparafeerd. |
|
(4) |
Overeenkomstig Besluit (EU) 2018/1069 van de Raad (3) is het protocol ondertekend op 1 augustus 2018, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum. |
|
(5) |
De vangstmogelijkheden moeten over de lidstaten worden verdeeld voor de volledige periode van toepassing van het protocol. |
|
(6) |
Overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad (4) is het passend om, gedurende een bepaald jaar of een andere relevante uitvoeringsperiode van een protocol bij een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij, rekening houdend met de geldigheidsperioden van de vismachtigingen en met de visseizoenen, de lidstaten in kennis te stellen van de vangstmogelijkheden, zodat deze eventueel opnieuw kunnen worden toegewezen. |
|
(7) |
Om ervoor te zorgen dat de vaartuigen van de Unie spoedig met hun visserijactiviteiten kunnen starten, is het protocol voorlopig van toepassing met ingang van de datum van ondertekening. Daarom moet ook deze verordening van toepassing zijn met ingang van diezelfde datum, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld op grond van het protocol worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
|
a) |
vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:
|
|
b) |
vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:
|
2. Verordening (EU) 2017/2403 is van toepassing onverminderd de overeenkomst en het protocol.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 juli 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
G. BLÜMEL
(1) Verordening (EG) nr. 242/2008 van de Raad van 17 maart 2008 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en Ivoorkust (PB L 75 van 18.3.2008, blz. 51).
(2) PB L 48 van 22.2.2008, blz. 41.
(3) Besluit (EU) 2018/1069 van de Raad van 26 juli 2018 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust (2018-2024) (PB L 194 van 31.7.2018, blz. 1).
(4) Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).
|
3.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/3 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1096 VAN DE COMMISSIE
van 22 mei 2018
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 wat betreft de eisen voor bepaalde vermeldingen op de etikettering van olijfolie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 75, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 van de Commissie (2) hebben marktdeelnemers, onder bepaalde specifieke voorwaarden, de mogelijkheid om verschillende facultatieve vermeldingen op de etikettering van olijfolie en olie uit afvallen van olijven aan te brengen. Met name mag de zuurgraad op het etiket worden vermeld op voorwaarde dat eveneens bepaalde fysisch-chemische parameters (peroxidegetal, wasgehalte en absorptievermogen in het ultraviolette gebied) worden vermeld. Om de consument niet te misleiden, moet de waarde van de fysisch-chemische parameters, indien deze op de etikettering wordt vermeld, de maximumwaarde zijn die deze parameters kunnen bereiken op de datum van minimale houdbaarheid. |
|
(2) |
De vermelding van het oogstjaar op de etikettering van extra olijfolie van de eerste persing en olijfolie van de eerste persing is facultatief voor de marktdeelnemers indien de inhoud van de verpakking voor honderd procent uit één oogstjaar afkomstig is. Aangezien de olijvenoogst gewoonlijk in het late najaar begint en eindigt tegen het voorjaar van het volgende jaar, is het passend te verduidelijken hoe het oogstjaar op de etikettering moet worden vermeld. |
|
(3) |
Om de consument aanvullende informatie over de leeftijd van een olijfolie te verschaffen, moet het de lidstaten worden toegestaan de vermelding van het oogstjaar verplicht te stellen. Teneinde de werking van de interne markt echter niet te verstoren, moet een dergelijke verplichte vermelding beperkt zijn tot olijfoliën die in hun land zijn geproduceerd, zijn verkregen uit op hun grondgebied geoogste olijven en uitsluitend voor hun nationale markten bestemd zijn. Naar analogie met de in het kader van artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 vastgestelde overgangsperiode moeten de lidstaten toestaan dat olijfoliën die reeds zijn geëtiketteerd, worden verkocht totdat de voorraden uitgeput zijn. Om de Commissie in staat te stellen de toepassing van een dergelijk nationaal besluit te monitoren en de eraan ten grondslag liggende bepaling van de Unie te herzien in het licht van relevante ontwikkelingen in de werking van de interne markt, moeten de lidstaten overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3) kennisgeving doen van hun besluit. |
|
(4) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(5) |
Om aan de legitieme verwachtingen van de marktdeelnemers te voldoen, moet worden voorzien in een overgangsperiode voor producten die vóór de in deze verordening bepaalde toepassingsdatum zijn geëtiketteerd in overeenstemming met Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 wordt als volgt gewijzigd:
|
(1) |
Artikel 5, eerste alinea, wordt als volgt gewijzigd:
|
|
(2) |
Het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd: „Artikel 5 bis De lidstaten kunnen besluiten dat het in artikel 5, eerste alinea, onder e), bedoelde oogstjaar moet worden vermeld op het etiket van de in dat punt bedoelde olijfoliën als die in hun land zijn geproduceerd, zijn verkregen uit op hun grondgebied geoogste olijven en uitsluitend voor hun nationale markten bestemd zijn. Dat besluit belet niet dat olijfoliën die zijn geëtiketteerd vóór de datum waarop dat besluit van toepassing wordt, in de handel worden gebracht totdat de voorraden uitgeput zijn. De lidstaten geven kennis van dat besluit overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1169/2011.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punt 1 van artikel 1 is van toepassing met ingang van zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Olijfoliën die zijn geëtiketteerd vóór de in de tweede alinea bedoelde datum, mogen in de handel worden gebracht totdat de voorraden uitgeput zijn.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 mei 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 van de Commissie van 13 januari 2012 betreffende de handelsnormen voor olijfolie (PB L 12 van 14.1.2012, blz. 14).
(3) Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).
|
3.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/5 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1097 VAN DE COMMISSIE
van 26 juli 2018
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2197 inzake de terugbetaling, overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, van de kredieten die zijn overgedragen van begrotingsjaar 2017
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 26, lid 6,
Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2197 van de Commissie (2) is vastgesteld welke bedragen ter beschikking van de lidstaten zijn gesteld met het oog op de terugbetaling aan de eindontvangers in het begrotingsjaar 2018. Die bedragen stemmen overeen met de daadwerkelijke verlagingen die de lidstaten in het begrotingsjaar 2017 in het kader van de financiële discipline hebben toegepast, op basis van de uitgavendeclaraties van de lidstaten voor de periode van 16 oktober 2016 tot en met 15 oktober 2017. |
|
(2) |
Met betrekking tot Roemenië is in de gedetailleerde uitgavendeclaratie niet ten volle rekening gehouden met de drempel van 2 000 EUR die overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) geldt in het kader van de financiële discipline. In Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2197 is daarom met het oog op een goed financieel beheer geen bedrag voor terugbetaling ter beschikking gesteld voor Roemenië. |
|
(3) |
Roemenië heeft de Commissie vervolgens in kennis gesteld van het correcte bedrag van de financiële discipline dat in Roemenië had moeten worden toegepast voor het begrotingsjaar 2017 wanneer ten volle rekening wordt gehouden met de drempel van 2 000 EUR. Om de terugbetaling van de betrokken bedragen aan Roemeense landbouwers mogelijk te maken, dient de Commissie het overeenkomstige bedrag dat ter beschikking wordt gesteld van Roemenië, vast te stellen. |
|
(4) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2197 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(5) |
Aangezien de bij deze verordening aangebrachte wijziging gevolgen heeft voor de toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2197, die met ingang van 1 december 2017 van toepassing is, moet deze verordening ook met ingang van die datum van toepassing zijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2197 wordt de volgende vermelding ingevoegd:
|
„Roemenië |
16 452 203 ” |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 december 2017.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 juli 2018.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2197 van de Commissie van 27 november 2017 inzake de terugbetaling, overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, van de kredieten die zijn overgedragen van begrotingsjaar 2017 (PB L 312 van 28.11.2017, blz. 86).
(3) Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
|
3.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/7 |
VERORDENING (EU) 2018/1098 VAN DE COMMISSIE
van 2 augustus 2018
tot wijziging en rectificatie van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 3, en artikel 26,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 110/2008 hebben de lidstaten voor elke gevestigde geografische aanduiding die is geregistreerd in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008, uiterlijk op 20 februari 2015 bij de Commissie een technisch dossier moeten indienen. Naar aanleiding van het onderzoek van deze technische dossiers uit hoofde van artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2013 van de Commissie (2) moeten diverse geografische aanduidingen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 worden gewijzigd of gerectificeerd. |
|
(2) |
Frankrijk heeft één technisch dossier ingediend voor de geografische aanduiding „Eau-de-vie de Cognac/Eau-de-vie des Charentes/Cognac”. Deze namen worden in productcategorie 4 „Wijn-eau-de-vie” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 als drie afzonderlijke geografische aanduidingen vermeld: „Eau-de-vie de Cognac”, „Eau-de-vie des Charentes” en „Cognac”. Op verzoek van Frankrijk moet bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 worden gewijzigd: deze drie namen mogen naar slechts één product verwijzen aangezien daarvoor slechts één technisch dossier is ingediend. |
|
(3) |
Daarnaast heeft Frankrijk vijf technische dossiers ingediend voor de volgende geografische aanduidingen: „Eau-de-vie de Faugères”, „Marc du Bugey”, „Marc de Savoie”, „Marc de Provence” en „Marc du Languedoc”. Deze technische dossiers hebben niet betrekking op de namen „Faugères”, „Eau-de-vie de marc originaire de Bugey”, „Eau-de-vie de marc originaire de Savoie”, „Eau-de-vie de marc originaire de Provence” en „Eau-de-vie de marc originaire du Languedoc”, die eveneens in productcategorie 4 „Wijn-eau-de-vie” en productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 als alternatieve namen worden genoemd voor de vijf geografische aanduidingen waarvoor de technische dossiers zijn ingediend. Overeenkomstig artikel 20, lid 3, van Verordening (EG) nr. 110/2008 moeten de gevestigde geografische aanduidingen waarvoor niet uiterlijk op 20 februari 2015 een technisch dossier bij de Commissie is ingediend, uit bijlage III bij die verordening worden verwijderd. Bijgevolg moeten deze alternatieve namen uit die bijlage worden verwijderd. |
|
(4) |
Griekenland heeft één technisch dossier ingediend voor de geografische aanduiding „Τσικουδιά/Tsikoudia/Τσίπουρο/Tsipouro”. Deze namen worden in productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 als twee afzonderlijke geografische aanduidingen vermeld: „Τσικουδιά/Tsikoudia” en „Τσίπουρο/Tsipouro”. Derhalve moet bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 worden gewijzigd: deze namen mogen naar slechts één product verwijzen aangezien daarvoor slechts één technisch dossier is ingediend. |
|
(5) |
De geografische aanduiding „Grappa lombarda/Grappa di Lombardia” is geregistreerd in productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008. Vanwege een grammaticale fout moet de naam van de geografische aanduiding worden gerectificeerd in „Grappa lombarda/Grappa della Lombardia”. |
|
(6) |
De geografische aanduiding „Marc d'Alsace Gewürztraminer” is geregistreerd in productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008. De Franse indeling van de wijndruivenrassen uit hoofde van artikel 81 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) bevat de naam van het wijndruivenras „Gewurztraminer” en niet „Gewürztraminer”. Bijgevolg moet de naam van deze geografische aanduiding worden gerectificeerd in „Marc d'Alsace Gewurztraminer”. |
|
(7) |
De geografische aanduiding „Genièvre Flandres Artois” is geregistreerd in productcategorie 19 „Met jeneverbessen gearomatiseerde gedistilleerde drank” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008. Vanwege een in de geregistreerde naam ontdekte spelfout moet de naam van deze geografische aanduiding worden gerectificeerd in „Genièvre Flandre Artois”. |
|
(8) |
De geografische aanduiding „Génépi des Alpes/Genepì degli Alpi” is geregistreerd in productcategorie 32 „Likeur” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008. Vanwege een grammaticale fout moet de naam van de geografische aanduiding worden gerectificeerd in „Génépi des Alpes/Genepì delle Alpi”. |
|
(9) |
De geografische aanduiding „Irish Poteen/Irish Poitín” is geregistreerd in de productcategorie „Andere gedistilleerde dranken” van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008. Verduidelijkt moet worden dat deze geografische aanduiding tevens wordt gebruikt voor het overeenkomstige product dat in Noord-Ierland wordt geproduceerd. |
|
(10) |
Verordening (EG) nr. 110/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd. |
|
(11) |
Om marktdeelnemers de mogelijkheid te bieden om etiketten te gebruiken die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 110/2008 zijn gedrukt vóór de wijzigingen en rectificaties die bij de onderhavige verordening zijn doorgevoerd, moet worden toegestaan dat bestaande voorraden in de handel worden gebracht. |
|
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor gedistilleerde dranken, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Rectificatie van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 wordt gerectificeerd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
De etiketten die vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening zijn gedrukt, mogen nog worden gebruikt zolang de voorraad strekt.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 2 augustus 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2013 van de Commissie van 25 juli 2013 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken (PB L 201 van 26.7.2013, blz. 21).
(3) Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
BIJLAGE I
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In de tweede kolom van de tabel worden onder productcategorie 4 „Wijn-eau-de-vie” de aanduidingen „Eau-de-vie de Cognac”, „Eau-de-vie des Charentes” en „Cognac” vervangen door één aanduiding: „Eau-de-vie de Cognac/Eau-de-vie des Charentes/Cognac”. |
|
2) |
In de tweede kolom van de tabel wordt onder productcategorie 4 „Wijn-eau-de-vie” de aanduiding „Eau-de-vie de Faugères/Faugères” vervangen door de aanduiding „Eau-de-vie de Faugères”. |
|
3) |
In de tweede kolom van de tabel worden onder productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” de aanduidingen „Marc du Bugey/Eau-de-vie de marc originaire de Bugey”, „Marc de Savoie/Eau-de-vie de marc originaire de Savoie”, „Marc de Provence/Eau-de-vie de marc originaire de Provence” en „Marc du Languedoc/Eau-de-vie de marc originaire du Languedoc” vervangen door „Marc du Bugey”, „Marc de Savoie”, „Marc de Provence” en „Marc du Languedoc”. |
|
4) |
In de tweede kolom van de tabel worden onder productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” de aanduidingen „Τσικουδιά/Tsikoudia” en „Τσίπουρο/Tsipouro” vervangen door één aanduiding: „Τσικουδιά/Tsikoudia/Τσίπουρο/Tsipouro”. |
|
5) |
In de derde kolom van de tabel wordt onder productcategorie „Andere gedistilleerde dranken” de vermelding „Ierland” bij „Irish Poteen/Irish Poitín” vervangen door „Ierland (*1)”. |
(*1) De geografische aanduiding „ Irish Poteen/Irish Poitín ” geldt voor de overeenkomstige gedistilleerde drank die in Ierland en in Noord-Ierland wordt geproduceerd.
BIJLAGE II
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 wordt als volgt gerectificeerd:
|
1) |
In de tweede kolom van de tabel wordt onder productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” de aanduiding „Grappa lombarda/Grappa di Lombardia” vervangen door „Grappa lombarda/Grappa della Lombardia”. |
|
2) |
In de tweede kolom van de tabel wordt onder productcategorie 6 „Druivendraf-eau-de-vie” de aanduiding „Marc d'Alsace Gewürztraminer” vervangen door „Marc d'Alsace Gewurztraminer”. |
|
3) |
In de tweede kolom van de tabel wordt onder productcategorie 19 „Met jeneverbessen gearomatiseerde gedistilleerde drank” de aanduiding „Genièvre Flandres Artois” vervangen door „Genièvre Flandre Artois”. |
|
4) |
In de tweede kolom van de tabel wordt onder productcategorie 32 „Likeur” de aanduiding „Génépi des Alpes/Genepì degli Alpi” vervangen door „Génépi des Alpes/Genepì delle Alpi”. |
BESLUITEN
|
3.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/11 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1099 VAN DE COMMISSIE
van 1 augustus 2018
tot wijziging van bijlage XI bij Richtlijn 2003/85/EG van de Raad wat betreft de lijst van laboratoria die met levend mond-en-klauwzeervirus mogen werken en tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/136 van de Commissie wat betreft de naam van het aangewezen referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 4987)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond-en-klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (1), en met name artikel 67, lid 2, en artikel 69, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Richtlijn 2003/85/EG worden de minimumbestrijdingsmaatregelen vastgesteld die bij het uitbreken van mond-en-klauwzeer moeten worden toegepast, alsook bepaalde preventieve maatregelen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten en de landbouwgemeenschap zelf beter bedacht zijn op mond-en-klauwzeer. |
|
(2) |
De in Richtlijn 2003/85/EG vastgestelde preventieve maatregelen omvatten de eis dat het werken met levend mond-en-klauwzeervirus voor onderzoek, diagnose of de productie van vaccins alleen wordt toegestaan in erkende laboratoria die in bijlage XI bij die richtlijn zijn vermeld. |
|
(3) |
Bijlage XI, deel A, bij Richtlijn 2003/85/EG bevat de lijst van nationale laboratoria die met levend mond-en-klauwzeervirus mogen werken voor onderzoek en diagnose. Deel B van die bijlage bevat de lijst van laboratoria die met levend mond-en-klauwzeervirus mogen werken voor de productie van vaccins en daarmee samenhangend onderzoek. Nederland heeft bij de Commissie een verzoek ingediend om de naam van zijn nationaal laboratorium voor mond-en-klauwzeer zoals vermeld in bijlage XI, deel A, bij Richtlijn 2003/85/EG te veranderen in „Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), Lelystad”, als gevolg van organisatorische veranderingen. België heeft eveneens bij de Commissie een verzoek ingediend om de naam van zijn nationaal laboratorium voor mond-en-klauwzeer zoals vermeld in bijlage XI, deel A, bij Richtlijn 2003/85/EG te veranderen. Het Belgische nationale laboratorium voor mond-en-klauwzeer, het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA-CERVA), is na een fusie met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) die in werking trad op 1 april 2018, een onderdeel geworden van het nieuwe Belgische federale onderzoekscentrum Sciensano. Sciensano heeft alle rechten en plichten van zijn voorgangers overgenomen, waaronder ook die van het CODA-CERVA. Griekenland heeft bij de Commissie een verzoek ingediend voor een aanvulling van de naam van zijn nationaal laboratorium voor mond-en-klauwzeer zoals vermeld in bijlage XI, deel A, bij Richtlijn 2003/85/EG, dat ook verantwoordelijk is voor de diagnose van rickettsiose. |
|
(4) |
Het Pirbright Institute, dat in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd, fungeert als nationaal referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer voor Bulgarije, Estland, Finland, Ierland, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Portugal, Slovenië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, en is als zodanig vermeld in bijlage XI, deel A, bij Richtlijn 2003/85/EG. Als gevolg van de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zal het Verenigd Koninkrijk met ingang van 30 maart 2019 niet langer een lidstaat van de Europese Unie zijn. Overeenkomstig artikel 68, lid 2, mag het Pirbright Institute na 29 maart 2019 niet langer fungeren als nationaal referentielaboratorium voor mond- en-klauwzeer voor Bulgarije, Estland, Finland, Ierland, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Portugal, Slovenië en Zweden. |
|
(5) |
Met het oog op de rechtszekerheid is het belangrijk de lijst van nationale laboratoria voor mond-en-klauwzeer zoals vermeld in bijlage XI, deel A, bij Richtlijn 2003/85/EG bij te houden. Bijgevolg moet de naam van de respectieve nationale laboratoria in België, Nederland en Griekenland worden gewijzigd en moet de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie worden vermeld als datum tot waarop het Pirbright Institute als nationaal referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer voor andere lidstaten mag fungeren en tot waarop andere lidstaten van de diensten van het Pirbright Institute als nationaal referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer gebruik mogen maken. |
|
(6) |
Na organisatorische veranderingen met betrekking tot het in bijlage XI, deel B, bij Richtlijn 2003/85/EG vermelde laboratorium dat met levend mond-en-klauwzeervirus mag werken voor de productie van vaccins, heeft Nederland bij de Commissie een verzoek ingediend om de naam van dat op zijn grondgebied gevestigde laboratorium te veranderen in „Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands B.V.”. |
|
(7) |
Bijlage XI bij Richtlijn 2003/85/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden vervangen. |
|
(8) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/136 van de Commissie (2) is het consortium ANSES & CODA-CERVA, dat is opgericht door het laboratorium voor diergezondheid van het agentschap voor voedsel, milieu en veiligheid en gezondheid op het werk (ANSES) in Maisons-Alfort, Frankrijk, en het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA-CERVA) in Ukkel, België, aangewezen als het referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer. Dat Uitvoeringsbesluit moet worden gewijzigd zodat het verwijst naar Sciensano in plaats van naar CODA-CERVA. Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/136 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(9) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XI bij Richtlijn 2003/85/EG wordt vervangen overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Artikel 1 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/136 wordt vervangen door:
„Artikel 1
Het consortium ANSES & SCIENSANO, dat is opgericht door het laboratorium voor diergezondheid van het agentschap voor voedsel, milieu en veiligheid en gezondheid op het werk (ANSES) in Maisons-Alfort, Frankrijk, en het laboratorium voor exotische virussen en bijzondere ziekten van het federaal centrum voor onderzoek Sciensano in Ukkel, België, wordt voor onbepaalde tijd aangewezen als het referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer.”.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 1 augustus 2018.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/136 van de Commissie van 25 januari 2018 tot aanwijzing van het EU-referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer en tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG van de Raad wat betreft het referentielaboratorium van de Europese Unie voor vesiculaire varkensziekte (PB L 24 van 27.1.2018, blz. 3).
BIJLAGE
Bijlage XI bij Richtlijn 2003/85/EG wordt vervangen door:
„BIJLAGE XI
DEEL A
Nationale laboratoria die met levend mond-en-klauwzeervirus mogen werken
|
Lidstaat waar het laboratorium is gevestigd |
Laboratorium |
Lidstaten die van de diensten van dit laboratorium gebruikmaken |
|||||
|
ISO code |
Naam |
||||||
|
AT |
Oostenrijk |
Österreichische Agentur für Gesundheit und Ernährungssicherheit Veterinärmedizinische Untersuchungen Mödling |
Oostenrijk |
||||
|
BE |
België |
Laboratorium voor exotische virussen en bijzondere ziekten van het federaal centrum voor onderzoek Sciensano, Ukkel |
België Luxemburg |
||||
|
CZ |
Tsjechië |
Státní veterinární ústav Praha, Praha |
Tsjechië |
||||
|
DE |
Duitsland |
Friedrich-Loeffler-Institut Bundesforschungsinstitut für Tiergesundheit, Greifswald — Insel Riems |
Duitsland Slowakije |
||||
|
DK |
Denemarken |
Danmarks Tekniske Universitet, Veterinærinstituttet, Afdeling for Virologi, Lindholm Danish Technical University, Veterinary Institute, Department of Virology, Lindholm |
Denemarken Finland Zweden |
||||
|
EL |
Griekenland |
Διεύθυνση Κτηνιατρικού Κέντρου Αθηνών, Τμήμα Μοριακής Διαγνωστικής, Αφθώδους Πυρετού, Ιολογικών, Ρικετσιακών και Εξωτικών Νοσημάτων, Αγία Παρασκευή Αττικής |
Griekenland |
||||
|
ES |
Spanje |
|
Spanje |
||||
|
FR |
Frankrijk |
Agence nationale de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement et du travail (ANSES), Laboratoire de santé animale de Maisons-Alfort |
Frankrijk |
||||
|
HU |
Hongarije |
Nemzeti Élelmiszerlánc-biztonsági Hivatal, Állategészségügyi Diagnosztikai Igazgatóság (NÉBIH-ÁDI), Budapest |
Hongarije |
||||
|
IT |
Italië |
Istituto zooprofilattico sperimentale della Lombardia e dell'Emilia-Romagna, Brescia |
Italië Cyprus |
||||
|
NL |
Nederland |
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), Lelystad |
Nederland |
||||
|
PL |
Polen |
Zakład Pryszczycy Państwowego Instytutu Weterynaryjnego — Państwowego Instytutu Badawczego, Zduńska Wola |
Polen |
||||
|
RO |
Roemenië |
Institutul de Diagnostic și Sănătate Animală, București |
Roemenië |
||||
|
UK |
Verenigd Koninkrijk |
The Pirbright Institute |
Verenigd Koninkrijk Bulgarije (1) Kroatië (1) Estland (1) Finland (1) Ierland (1) Letland (1) Litouwen (1) Malta (1) Portugal (1) Slovenië (1) Zweden (1) |
||||
DEEL B
Laboratoria die met levend mond- en-klauwzeervirus mogen werken voor de productie van vaccins
|
Lidstaat waar het laboratorium is gevestigd |
Laboratorium |
|
|
ISO code |
Naam |
|
|
DE |
Duitsland |
Intervet International GmbH/MSD Animal Health, Köln |
|
NL |
Nederland |
Boehringer-Ingelheim Animal Health Netherlands BV, Lelystad |
|
UK |
Verenigd Koninkrijk |
Merial, S.A.S., Pirbright Laboratory, Pirbright (2) |
(1) Gebruik van diensten overeenkomstig artikel 68, lid 2, tot en met 29 maart 2019.
(2) Van toepassing tot en met 29 maart 2019.