ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 168

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

61e jaargang
5 juli 2018


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2018/952 van de Raad van 26 juni 2018 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 33 02 03 01: Vennootschapsrecht) ( 1)

1

 

*

Besluit (EU) 2018/953 van de Raad van 26 juni 2018 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van Protocol 30 bij de EER-overeenkomst betreffende specifieke bepalingen inzake de organisatie van de samenwerking op het gebied van de statistiek ( 1)

4

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/954 van de Commissie van 4 juli 2018 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van pest bij kleine herkauwers in Bulgarije (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 4374)  ( 1)

7

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

*

Besluit nr. 1/2018 van het Associatiecomité EU-Moldavië in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken van 16 april 2018 tot uitbrenging van een positief advies over het uitgebreide stappenplan met betrekking tot overheidsopdrachten [2018/955]

10

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/700 van de Commissie van 8 mei 2018 tot wijziging van de lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de invoer van specifieke producten van dierlijke oorsprong is toegestaan, met betrekking tot bepaalde inrichtingen in Brazilië ( PB L 118 van 14.5.2018 )

12

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

5.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/1


BESLUIT (EU) 2018/952 VAN DE RAAD

van 26 juni 2018

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 33 02 03 01: „Vennootschapsrecht”)

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan onder meer Protocol 31 betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden („Protocol 31”) bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

(3)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bevat bepalingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

(4)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst voort te zetten in uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde EU-acties met betrekking tot het vennootschapsrecht.

(5)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2018 mogelijk te maken.

(6)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 26 juni 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

E. ZAHARIEVA


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2018

van …

tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst bij uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde acties met betrekking tot het vennootschapsrecht voort te zetten.

(2)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2018 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 7, lid 13, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden „en 2017” vervangen door de woorden „, 2017 en 2018”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1).

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


5.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/4


BESLUIT (EU) 2018/953 VAN DE RAAD

van 26 juni 2018

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van Protocol 30 bij de EER-overeenkomst betreffende specifieke bepalingen inzake de organisatie van de samenwerking op het gebied van de statistiek

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER onder andere besluiten tot wijziging van Protocol 30 (betreffende specifieke bepalingen inzake de organisatie van de samenwerking op het gebied van de statistiek) („Protocol 30”) bij de EER-overeenkomst.

(3)

Om te zorgen voor ononderbroken samenwerking met de EER-/EVA-staten op het gebied van statistiek moet Verordening (EU) 2017/1951 van het Europees Parlement en de Raad (3) in Protocol 30 bij de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Protocol 30 bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 30 bij de EER-overeenkomst (betreffende specifieke bepalingen inzake de organisatie van de samenwerking op het gebied van de statistiek) wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 26 juni 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

E. ZAHARIEVA


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  Verordening (EU) 2017/1951 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 99/2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017, door verlenging tot 2020 (PB L 284 van 31.10.2017, blz. 1).


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2018

van …

tot wijziging van Protocol 30 bij de EER-overeenkomst betreffende specifieke bepalingen inzake de organisatie van de samenwerking op het gebied van de statistiek

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het statistisch programma van de EER voor 2018-2020 moet worden gebaseerd op Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/1951 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 99/2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017, door verlenging tot 2020 (2), en moet de programmaonderdelen bevatten die noodzakelijk zijn voor de beschrijving van en het toezicht op alle relevante economische, sociale en milieuaspecten van de Europese Economische Ruimte.

(2)

Verordening (EU) 2017/1951 moet worden opgenomen in Protocol 30 bij de EER-overeenkomst om ervoor te zorgen dat de samenwerking wordt verlengd tot 2020.

(3)

Protocol 30 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om voortzetting van die uitgebreide samenwerking na 1 januari 2018 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol 30 bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.

In de titel van artikel 5 wordt „2017” vervangen door „2020”.

2.

In artikel 5, lid 1, wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32017 R 1951: Verordening (EU) 2017/1951 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 (PB L 284 van 31.10.2017, blz. 1).”

3.

In artikel 5, lid 2, wordt „2013-2017” en „31 december 2017” vervangen door „2013-2020” en „31 december 2020”.

4.

In artikel 5, lid 3, wordt „2013-2017” vervangen door „2013-2020”.

5.

Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door:

„Overeenkomstig artikel 82, lid 1, onder a), van de EER-overeenkomst en de financiële bepalingen voor de uitvoering daarvan, leveren de EVA-staten een financiële bijdrage die 75 % bedraagt van het bedrag dat vermeld is in de begrotingsonderdelen 29 02 05 (Europees statistisch programma 2013-2017) en 29 01 04 05 (Beleid inzake statistische informatie — Uitgaven voor administratief beheer) van de begroting van de Europese Unie voor 2013 en die 75 % bedraagt van het bedrag dat vermeld is in de begrotingsonderdelen 29 02 01 (Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken) en 29 01 04 01 (Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma) van de begroting van de Europese Unie voor 2014-2020.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 39 van 9.2.2013, blz. 12.

(2)  PB L 284 van 31.10.2017, blz. 1.

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


5.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/7


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/954 VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 2018

tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van pest bij kleine herkauwers in Bulgarije

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 4374)

(Slechts de tekst in de Bulgaarse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Pest bij kleine herkauwers („peste des petits ruminants”) is een ernstige virale ziekte bij kleine herkauwers, namelijk schapen en geiten, die voornamelijk via rechtstreeks contact wordt overgedragen. De morbiditeit en de mortaliteit ten gevolge van pest bij kleine herkauwers kunnen zeer hoog zijn, met name in gebieden waar die ziekte zich voor het eerst voordoet, en de ziekte kan ernstige economische gevolgen voor de landbouwsector hebben. Pest bij kleine herkauwers kan niet op mensen worden overgedragen. Pest bij kleine herkauwers is endemisch in veel landen van Afrika, het Midden-Oosten en Azië, en is zeer zorgwekkend voor de gezondheid en het welzijn van dieren.

(2)

Richtlijn 92/119/EEG van de Raad (3) bevat algemene maatregelen die moeten worden genomen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten, waaronder pest bij kleine herkauwers. Hieronder vallen de bestrijdingsmaatregelen die moeten worden genomen als pest bij kleine herkauwers in een bedrijf wordt vermoed en bevestigd. Deze bestrijdingsmaatregelen omvatten de afbakening van beschermings- en toezichtsgebieden rond de uitbraken en andere extra maatregelen om verspreiding van die ziekte te voorkomen.

(3)

Op 23 juni 2018 heeft Bulgarije de Commissie en de andere lidstaten in kennis gesteld van één uitbraak van pest bij kleine herkauwers bij kleine herkauwers in drie bedrijven waarvan de dieren gezamenlijk grazen in de gemeente Bolyarovo, in de regio Yambol in Bulgarije.

(4)

Bulgarije heeft de in Richtlijn 92/119/EEG bedoelde bestrijdingsmaatregelen genomen, met name de ruiming van de besmette beslagen en de afbakening van beschermings- en toezichtsgebieden rond de uitbraken. Het toezicht is ook geïntensiveerd in de aan de betrokken gebieden grenzende gemeenten, alsmede in de gemeenten langs de grens van de Unie met derde landen die niet vrij zijn van pest bij kleine herkauwers.

(5)

In aanvulling op de in Richtlijn 92/119/EEG bedoelde bestrijdingsmaatregelen is het noodzakelijk om aanvullende beschermende maatregelen te treffen om de verspreiding van pest bij kleine herkauwers te voorkomen. Ter voorkoming van de verspreiding van pest bij kleine herkauwers naar andere gebieden in Bulgarije en naar andere lidstaten en derde landen, met name via de handel in kleine herkauwers en levende producten ervan, moeten de verzending van zendingen van kleine herkauwers en het in de handel brengen van bepaalde producten die afkomstig zijn van kleine herkauwers, aan beperkingen worden onderworpen.

(6)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/911 van de Commissie (4) is vastgesteld om verspreiding van pest bij kleine herkauwers naar andere delen van Bulgarije en naar andere lidstaten en derde landen te voorkomen. Die handeling voorziet in tijdelijke beschermende maatregelen en verbiedt in het bijzonder de verzending van zendingen van kleine herkauwers en het in de handel brengen van bepaalde producten die afkomstig zijn van kleine herkauwers uit de regio Yambol in Bulgarije.

(7)

Sinds de datum van vaststelling van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/911 heeft Bulgarije de Commissie in kennis gesteld van een nieuwe uitbraak van pest bij kleine herkauwers in een bedrijf in de regio Burgas in die lidstaat.

(8)

Bulgarije heeft de Commissie ook meegedeeld dat het de krachtens Richtlijn 92/119/EEG vereiste noodzakelijke maatregelen heeft genomen naar aanleiding van die recente uitbraak, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden rond het besmette bedrijf in die lidstaat.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen moeten rekening houden met de huidige epidemiologische situatie in Bulgarije en de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/911 vastgelegde tijdelijke beschermende maatregelen vervangen. Dat besluit moet derhalve worden ingetrokken.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In dit besluit worden bepaalde beschermende maatregelen vastgesteld ter voorkoming van de verspreiding van pest bij kleine herkauwers in de Unie.

Het is van toepassing op kleine herkauwers en sperma, eicellen en embryo's van die dieren, alsmede bepaalde basisproducten van die dieren.

Artikel 2

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

a)   „kleine herkauwers”: schapen en geiten;

b)   „dierlijke bijproducten”: dierlijke bijproducten als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5);

c)   „afgeleide producten”: afgeleide producten als gedefinieerd in artikel 3, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Daarnaast zijn de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (6) vastgestelde definities van toepassing.

Artikel 3

Bulgarije verbiedt de verzending van de volgende basisproducten uit de in de bijlage opgenomen gebieden naar andere delen van Bulgarije en naar andere lidstaten en derde landen:

a)

kleine herkauwers;

b)

sperma, eicellen en embryo's van kleine herkauwers.

Artikel 4

1.   Bulgarije verbiedt het in de handel brengen van de volgende basisproducten buiten de in de bijlage opgenomen gebieden, indien die basisproducten worden geproduceerd van uit de in de bijlage opgenomen gebieden afkomstige kleine herkauwers:

a)

vers vlees;

b)

gehakt en vleesbereidingen die zijn vervaardigd uit het onder a) bedoelde vlees;

c)

vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie die zijn geproduceerd uit het onder a) bedoelde vlees, andere dan die welke overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2002/99/EG van de Raad (7) een behandeling hebben ondergaan om bepaalde risico's voor de diergezondheid te elimineren;

d)

rauwe melk en zuivelproducten, andere dan die welke een behandeling hebben ondergaan in hermetisch gesloten recipiënten met een F0-waarde van 3,00 of meer, zoals beschreven in bijlage III bij Richtlijn 2002/99/EG;

e)

producten die de onder a) tot en met d) bedoelde basisproducten bevatten;

f)

dierlijke bijproducten.

2.   In afwijking van het in lid 1, onder f), van dit artikel vastgestelde verbod mag de bevoegde autoriteit toestemming verlenen voor de verzending, onder officieel toezicht, van dierlijke bijproducten die bestemd zijn om te worden verwerkt tot afgeleide producten of te worden verwijderd door een daartoe overeenkomstig de in artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1069/2009 vastgestelde regels erkend bedrijf op het grondgebied van Bulgarije.

Artikel 5

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/911 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit is van toepassing tot en met 28 december 2018.

Artikel 7

Dit besluit is gericht tot de Republiek Bulgarije.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2018.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/911 van de Commissie van 25 juni 2018 tot vaststelling van tijdelijke beschermende maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van pest bij kleine herkauwers in Bulgarije (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 67).

(5)  Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(7)  Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11).


BIJLAGE

De volgende gemeenten in Bulgarije:

de gemeenten Bolyarovo en Elhovo in de regio Yambol;

de gemeenten Sredets, Sozopol, Primorsko, Malko Tarnovo en Tsarevo in de regio Burgas.


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

5.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/10


BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET ASSOCIATIECOMITÉ EU-MOLDAVIË IN ZIJN SAMENSTELLING VOOR HANDELSVRAAGSTUKKEN

van 16 april 2018

tot uitbrenging van een positief advies over het uitgebreide stappenplan met betrekking tot overheidsopdrachten [2018/955]

HET ASSOCIATIECOMITÉ IN ZIJN SAMENSTELLING VOOR HANDELSVRAAGSTUKKEN,

Gezien de in Brussel op 27 juni 2014 ondertekende Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, en met name artikel 272, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds („de overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2016/839 van de Raad (1) en is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(2)

In artikel 272, leden 1 en 2, van de overeenkomst wordt bepaald dat de Republiek Moldavië bij het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een uitgebreid stappenplan indient voor de tenuitvoerlegging van de wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten, met tijdschema's en termijnen voor alle hervormingen in termen van aanpassing van wetgeving aan het acquis van de Unie en institutionele capaciteitsopbouw.

(3)

In artikel 272, lid 3, wordt bepaald dat het uitgebreide stappenplan pas na een positief advies van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken wordt beschouwd als referentiedocument voor de tenuitvoerlegging, d.w.z. voor de aanpassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten van de Republiek Moldavië aan het acquis van de Unie.

(4)

Uit hoofde van artikel 438, lid 3, van de overeenkomst is het Associatiecomité bevoegd om besluiten vast te stellen in de in de overeenkomst genoemde gevallen. Die besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. Het Associatiecomité stelt besluiten vast in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

(5)

Overeenkomstig artikel 438, lid 4, van de overeenkomst komt het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken bijeen voor de bespreking van alle onderwerpen op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden in de zin van titel V van de overeenkomst.

(6)

Het door de Republiek Moldavië ingediende stappenplan met betrekking tot overheidsopdrachten voldoet aan de eisen van artikel 272, leden 1 en 2, van de overeenkomst.

(7)

Daarom is het passend dat het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een besluit vaststelt waarin het een positief advies uitbrengt over het door de Republiek Moldavië ingediende uitgebreide stappenplan met betrekking tot overheidsopdrachten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De nationale strategie voor overheidsopdrachten voor de periode 2016-2020 en het actieplan voor de uitvoering ervan, die door de regering van de Republiek Moldavië zijn vastgesteld bij regeringsbesluit nr. 1332 van 14 december 2016, krijgen een positief advies.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 16 april 2018.

Voor het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken

De voorzitter

P. SOURMELIS

Secretarissen

P. KHOMENKO

C. CEBAN


(1)  Besluit (EU) 2016/839 van de Raad van 23 mei 2016 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 28).


Rectificaties

5.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/12


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/700 van de Commissie van 8 mei 2018 tot wijziging van de lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de invoer van specifieke producten van dierlijke oorsprong is toegestaan, met betrekking tot bepaalde inrichtingen in Brazilië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 118 van 14 mei 2018 )

Bladzijde 2, artikel 2:

in plaats van:

„Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.”,

lezen:

„Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.”.