ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
61e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/941 van de Commissie van 2 juli 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 van de Commissie ( 1) |
|
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
|
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
3.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/938 VAN DE COMMISSIE
van 20 juni 2018
tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen („Choucroute d'Alsace” (BGA))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Frankrijk tot registratie van de naam „Choucroute d'Alsace” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam „Choucroute d'Alsace” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam „Choucroute d'Alsace” (BGA) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.6 (groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt), als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juni 2018.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Phil HOGAN
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 51 van 10.2.2018, blz. 29.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
3.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/939 VAN DE COMMISSIE
van 26 juni 2018
tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen („Cidre Cotentin”/„Cotentin” (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Frankrijk ingediende aanvraag tot registratie van de naam „Cidre Cotentin”/„Cotentin” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Bij brief van 16 november 2016 hebben de Franse autoriteiten de Commissie meegedeeld dat krachtens artikel 15, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 aan het landbouwbedrijf met beperkte aansprakelijkheid (Earl) La Vallée des Pommiers, 17, bis hameau Les Mesles, 50340 Bricquebosq en aan de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Sarl) Cidrerie Le père Mahieu, 17, bis hameau Les Mesles, 50340 Bricquebosq, die op het Franse grondgebied zijn gevestigd en aan de voorwaarden van het genoemde artikel voldoen, een overgangsperiode tot en met 15 november 2026 is toegestaan bij het besluit van 14 oktober 2016 inzake de beschermde oorsprongsbenaming „Cidre Cotentin”/„Cotentin”, dat op 22 oktober 2016 in het staatsblad van de Franse Republiek is bekendgemaakt. In het kader van de nationale bezwaarprocedure hadden die marktdeelnemers, die „Cidre Cotentin”/„Cotentin” ononderbroken gedurende ten minste vijf jaar vóór de indiening van de aanvraag legaal in de handel hadden gebracht, bezwaar aangetekend. |
(3) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam „Cidre Cotentin”/„Cotentin” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam „Cidre Cotentin”/„Cotentin” (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.8 van bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Voor de op grond van artikel 1 verleende bescherming geldt de overgangsperiode die Frankrijk krachtens artikel 15, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 aan marktdeelnemers die aan de voorwaarden van dat artikel voldoen, heeft toegestaan bij het besluit van 14 oktober 2016 inzake de beschermde oorsprongsbenaming „Cidre Cotentin”/„Cotentin”, dat op 22 oktober 2016 in het staatsblad van de Franse Republiek is bekendgemaakt.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 juni 2018.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Phil HOGAN
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 39 van 2.2.2018, blz. 33.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
3.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/5 |
VERORDENING (EU) 2018/940 VAN DE COMMISSIE
van 27 juni 2018
tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en de Middellandse Zee door vaartuigen die de vlag van Griekenland voeren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) 2018/120 van de Raad (2) zijn quota voor 2018 vastgesteld. |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar zijn geregistreerd, het betrokken, voor 2018 toegewezen quotum is opgebruikt. |
(3) |
Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2018 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbodsbepalingen
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 juni 2018.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
João AGUIAR MACHADO
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Maritieme Zaken en Visserij
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/127 (PB L 27 van 31.1.2018, blz. 1).
BIJLAGE
Nr. |
11/TQ120 |
Lidstaat |
Griekenland |
Bestand |
BFT/AE45WM |
Soort |
Blauwvintonijn (Thunnus thynnus) |
Gebied |
Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee |
Datum van sluiting |
11.5.2018 |
3.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/941 VAN DE COMMISSIE
van 2 juli 2018
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 15, lid 5,
Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (2), en met name artikel 53, lid 1, onder b, ii),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (3) bevat voorschriften voor de meer uitgebreide officiële controles die moeten worden uitgevoerd op de invoer van de in de lijst van bijlage I daarbij („de lijst”) opgenomen diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong op aangewezen punten van binnenkomst („APB”) op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 genoemde grondgebieden. |
(2) |
Als zendingen die de Unie over zee binnenkomen worden gelost om in een ander schip te worden geladen voor verder vervoer naar een haven in een andere lidstaat (overgeladen zendingen), is ingevolge Verordening (EG) nr. 669/2009 deze haven het aangewezen punt van binnenkomst. Omwille van een doeltreffende organisatie van officiële controles aan de grenzen van de Unie, en tegelijkertijd om een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten te waarborgen, moet dezelfde regel gelden voor zendingen die de Unie door de lucht uit een derde land binnenkomen en die worden overgeladen voor verdere overbrenging naar een andere luchthaven in de Unie. In die gevallen moet het aangewezen punt van binnenkomst laatstbedoelde luchthaven zijn. Om dezelfde redenen moet deze regel eveneens gelden wanneer de zendingen worden overgeladen voor verdere overbrenging in dezelfde lidstaat. De met betrekking tot overgeladen zendingen gebruikte terminologie moet worden gewijzigd van „verder vervoer” in „verdere overbrenging”, om het verschil in situatie aan te geven tussen overgeladen zendingen en zendingen waarvan verder vervoer wordt toegestaan in afwachting van de resultaten van de materiële controles. Verordening (EG) nr. 669/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 882/2004 schrijft voor dat de bevoegde autoriteiten de Commissie en de andere lidstaten in kennis stellen van aan de grens afgewezen zendingen. Wat bestrijdingsmiddelen betreft, moet worden verduidelijkt dat de bevoegde autoriteiten, wanneer zij een zending van in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 opgenomen diervoeders en levensmiddelen afwijzen, daarvan in geval van niet-naleving van een maximumresidugehalte als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (4) kennis moeten geven, ongeacht of de acute referentiedosis is overschreden. |
(4) |
Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bepaalt dat de lijst in bijlage I bij die verordening regelmatig en ten minste halfjaarlijks moet worden herzien, waarbij rekening wordt gehouden met de in dat artikel vermelde informatiebronnen. |
(5) |
Uit de frequentie en de relevantie van de recente incidenten met levensmiddelen die via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders zijn gemeld, de bevindingen van de controles in derde landen die zijn uitgevoerd door het directoraat Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Commissie en de door de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bij de Commissie ingediende halfjaarlijkse verslagen over zendingen van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong, blijkt dat de lijst moet worden gewijzigd. |
(6) |
Met name voor zendingen gojibessen uit China en in azijn of azijnzuur bereide of verduurzaamde rapen („rapen in het zuur”) uit Libanon en Syrië blijkt uit de bovengenoemde informatiebronnen dat zich nieuwe risico's voor de gezondheid van de mens voordoen die de invoering van meer uitgebreide officiële controles vereisen. Daarom moeten in de lijst vermeldingen betreffende die zendingen worden opgenomen. |
(7) |
De lijst moet met name worden gewijzigd door de vermeldingen te schrappen voor goederen die volgens de beschikbare informatie over het algemeen in toereikende mate aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften van de EU-wetgeving voldoen en waarvoor meer uitgebreide officiële controles bijgevolg niet langer nodig zijn. De vermeldingen in de lijst voor Brassica oleracea uit China, aardbeien uit Egypte, rozijnen en krenten uit Iran, erwten met peul uit Kenia, kousenband uit Thailand en aubergines en Ethiopische aubergine uit Oeganda moeten daarom worden geschrapt. |
(8) |
Bovendien moet de lijst worden gewijzigd door de frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles te verlagen voor goederen die volgens de relevante informatiebronnen over het algemeen in toenemende mate aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften van de EU-wetgeving voldoen en waarvoor de huidige frequentie van die controles bijgevolg niet langer gepast is. De vermeldingen in de lijst voor ananassen uit Benin en citroenen en granaatappelen uit Turkije moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
Het toepassingsgebied van bepaalde vermeldingen in de lijst moet worden uitgebreid tot andere vormen van het goed dan die welke momenteel in de lijst zijn opgenomen, wanneer die andere vormen hetzelfde risico inhouden. Daarom moeten de bestaande vermeldingen voor okra's uit Vietnam worden gewijzigd teneinde daarin bevroren okra's op te nemen. |
(10) |
Met het oog op de bescherming van de menselijke gezondheid in de Unie wordt in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 van de Commissie (5) bepaald dat zendingen okra's (levensmiddelen, vers en ingevroren) uit India alleen in de Unie mogen worden ingevoerd wanneer zij vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat waarin wordt verklaard dat de goederen zijn bemonsterd en geanalyseerd op de aanwezigheid van residuen van bestrijdingsmiddelen alsmede van de resultaten van de bemonstering en analyse die is uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten van het derde land om te bevestigen dat is voldaan aan de wetgeving van de Unie inzake de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 voorziet tevens in een verhoogde frequentie van de officiële controles aan de grenzen van de Unie op de invoer van okra's uit India. De resultaten van deze controles wijzen op een daling van de frequentie van niet-naleving van de in Verordening (EG) nr. 396/2005 voor dit goed vastgestelde maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen, waaruit blijkt dat het risico in verband met de invoer ervan aanzienlijk is afgenomen. Het is dan ook niet langer nodig de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 vastgestelde bijzondere voorwaarden voor invoer toe te passen op okra's uit India. Na de stopzetting van de op grond van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 voor dit goed vereiste bemonstering, tests en certificering vóór uitvoer moeten meer uitgebreide officiële controles aan de grenzen van de Unie worden gehandhaafd. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 en bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
Op grond van de bestaande vermeldingen voor thee uit China in de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 moeten de bevoegde autoriteiten dit product op trifluraline testen. De lidstaten hebben echter niet gemeld dit bestrijdingsmiddel in dit product te hebben aangetroffen en er zijn geen desbetreffende meldingen in het kader van het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002. Tegelijkertijd zijn er meldingen dat frequent tolfenpyrad in thee uit China is aangetroffen. Evenmin als trifluraline is dit bestrijdingsmiddel opgenomen in het controleprogramma als bedoeld in artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005, en bijgevolg hoeven in het kader van Verordening (EG) nr. 669/2009 voor dit bestrijdingsmiddel geen tests te worden uitgevoerd. Daarom moeten de bestaande vermeldingen voor thee uit China in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden gewijzigd teneinde de verwijzing naar trifluraline daaruit te schrappen en daarin van de bevoegde autoriteiten te verlangen dat zij dit product op tolfenpyrad testen. |
(12) |
De specifieke kenmerken van de aseptische verpakking in vaten van „abrikozen, op andere wijze bereid of verduurzaamd” (abrikozenpuree) (GN-code 2008 50 61) in de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 zijn zodanig dat het nemen van monsters op het APB een ernstig risico voor de voedselveiligheid of beschadiging van het product in onaanvaardbare mate tot gevolg zou kunnen hebben. Daarom moeten de bestaande vermeldingen voor „abrikozen, op andere wijze bereid of verduurzaamd” (abrikozenpuree) in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden gewijzigd teneinde te bepalen dat de bevoegde autoriteiten van de in het gemeenschappelijk document van binnenkomst (GDB) vermelde plaats van bestemming indien nodig bij de exploitant van het levensmiddelenbedrijf overeenstemmings- en materiële controles op zendingen van die producten kunnen uitvoeren wanneer aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, van die verordening wordt voldaan. |
(13) |
Omwille van de samenhang en duidelijkheid moet bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening. |
(14) |
Verordening (EG) nr. 669/2009 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 669/2009
Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 3 wordt de laatste zin van punt b) vervangen door: „als zendingen die de Unie over zee of door de lucht uit een derde land binnenkomen worden gelost om in dezelfde haven of op dezelfde luchthaven in een ander schip respectievelijk vliegtuig te worden geladen voor verdere overbrenging naar een andere haven of luchthaven op een van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 genoemde grondgebieden, is deze haven of luchthaven het aangewezen punt van binnenkomst;”. |
2) |
Artikel 13 wordt vervangen door: „Artikel 13 Niet-naleving 1. Indien uit de officiële controles blijkt dat de desbetreffende voorschriften niet zijn nageleefd, vult de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit deel III van het gemeenschappelijke document van binnenkomst in en worden overeenkomstig de artikelen 19, 20 en 21 van Verordening (EG) nr. 882/2004 maatregelen genomen. 2. Wanneer de bevoegde autoriteit op het aangewezen punt van binnenkomst het binnenbrengen van een zending van in bijlage I opgenomen diervoeders en levensmiddelen niet toestaat wegens niet-naleving van een maximumresidugehalte als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005, geeft zij van deze afwijzing aan de grens onmiddellijk kennis overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EG) nr. 882/2004.”. |
3) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1, lid 1, wordt vervangen door: „1. Deze verordening is van toepassing op zendingen van levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I.”. |
2) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij de onderhavige verordening. |
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 2 juli 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.
(2) PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11).
(4) Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 van de Commissie van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van okra's en kerrieblad uit India en houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 91/2013 (PB L 242 van 14.8.2014, blz. 20).
BIJLAGE I
BIJLAGE I
Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen
Diervoeders en levensmiddelen (beoogd gebruik) |
GN-code (1) |
Taric-onder-verdeling |
Land van oorsprong |
Risico |
Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles (%) |
||||
Ananassen (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
0804 30 00 |
|
Benin (BJ) |
10 |
|||||
|
|
|
Bolivia (BO) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Gojibessen (wolfsbessen) (Lycium barbarum L.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of gedroogd) |
ex 0813 40 95 ; |
10 |
China (CN) |
10 |
|||||
ex 0810 90 75 |
10 |
||||||||
Thee, ook indien gearomatiseerd (Levensmiddelen) |
0902 |
|
China (CN) |
10 |
|||||
|
|
|
Dominicaanse Republiek (DO) |
20 |
|||||
|
|
20 |
|||||||
ex 0710 80 59 |
20 |
||||||||
|
|
10 |
|||||||
ex 0710 22 00 |
10 |
||||||||
(Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
|
|
|||||||
|
|
|
Egypte (EG) |
10 |
|||||
0710 80 51 |
|
||||||||
|
|
20 |
|||||||
ex 0710 80 59 |
20 |
||||||||
(Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
|
|
|||||||
|
|
|
Georgië (GE) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
||||||||
(Levensmiddelen) |
|
||||||||
Palmolie (Levensmiddelen) |
1511 10 90 ; |
|
Ghana (GH) |
Sudankleurstoffen (8) |
50 |
||||
1511 90 11 ; |
|
||||||||
ex 1511 90 19 ; |
90 |
||||||||
1511 90 99 |
|
||||||||
|
|
|
Gambia (GM) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Okra's (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 99 90 ; |
20 |
India (IN) |
10 |
|||||
ex 0710 80 95 |
30 |
||||||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; |
20 |
India (IN) |
10 |
|||||
ex 0710 80 59 |
20 |
||||||||
Chinese bleekselderij (Apium graveolens) (Levensmiddelen — verse of gekoelde kruiden) |
ex 0709 40 00 |
20 |
Cambodja (KH) |
50 |
|||||
Kousenband (Vigna unguiculata spp. sesquipedalis, Vigna unguiculata spp. unguiculata) (Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten) |
ex 0708 20 00 ; |
10 |
Cambodja (KH) |
50 |
|||||
ex 0710 22 00 |
10 |
||||||||
Rapen (Brassica rapa spp. Rapa) (Levensmiddelen — bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur) |
ex 2001 90 97 |
11 ; 19 |
Libanon (LB) |
Rodamine B |
50 |
||||
Pepers (niet-scherpsmakende en andere) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — gedroogd, gebrand, fijngemaakt of gemalen) |
ex 2008 99 99 ; |
79 |
Sri Lanka (LK) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
0904 21 10 ; |
|
||||||||
ex 0904 21 90 ; |
20 |
||||||||
ex 0904 22 00 |
11 ; 19 |
||||||||
|
|
|
Madagaskar (MG) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Sesamzaad (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
1207 40 90 |
|
Nigeria (NG) |
Salmonella (13) |
50 |
||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; |
20 |
Pakistan (PK) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (2) |
10 |
||||
ex 0710 80 59 |
20 |
||||||||
Frambozen (Levensmiddelen — bevroren) |
0811 20 31 ; |
|
Servië (RS) |
Norovirus |
10 |
||||
ex 0811 20 11 ; |
10 |
||||||||
ex 0811 20 19 |
10 |
||||||||
|
|
|
Sudan (SD) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Sesamzaad (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
1207 40 90 |
|
Sudan (SD) |
Salmonella (13) |
50 |
||||
Zaden van watermeloenen (Egusi, Citrullus spp.) en afgeleide producten (Levensmiddelen) |
ex 1207 70 00 ; |
10 |
Sierra Leone (SL) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
ex 1106 30 90 ; |
30 |
||||||||
ex 2008 99 99 |
50 |
||||||||
|
|
|
Senegal (SN) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
||||||||
Rapen (Brassica rapa spp. Rapa) (Levensmiddelen — bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur) |
ex 2001 90 97 |
11 ; 19 |
Syrië (SY) |
Rodamine B |
50 |
||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; |
20 |
Thailand (TH) |
10 |
|||||
ex 0710 80 59 |
20 |
||||||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Sulfieten (16) |
20 |
||||
|
|
||||||||
(Levensmiddelen) |
|
||||||||
Rozijnen en krenten (met inbegrip van tot pasta gesneden of gemalen rozijnen en krenten zonder verdere behandeling) (Levensmiddelen) |
0806 20 |
|
Turkije (TR) |
Ochratoxine A |
5 |
||||
Citroenen (Citrus limon, Citrus limonum) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of gedroogd) |
0805 50 10 |
|
Turkije (TR) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (2) |
10 |
||||
Granaatappelen (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
ex 0810 90 75 |
30 |
Turkije (TR) |
10 |
|||||
Niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
0709 60 10 ; 0710 80 51 |
|
Turkije (TR) |
10 |
|||||
Wijnstokbladeren (druivenbladeren) (Levensmiddelen) |
ex 2008 99 99 |
11 ; 19 |
Turkije (TR) |
50 |
|||||
Sesamzaad (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
1207 40 90 |
|
Oeganda (UG) |
Salmonella (13) |
50 |
||||
|
|
|
Verenigde Staten (US) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
|
|||||||
|
|
20 |
|||||||
ex 2008 19 93 |
20 |
||||||||
|
|
|
Oezbekistan (UZ) |
Sulfieten (16) |
50 |
||||
|
|
||||||||
(Levensmiddelen) |
|
||||||||
|
|
72 |
Vietnam (VN) |
50 |
|||||
|
|
20 |
|||||||
|
|
30 |
|||||||
|
|
40 |
|||||||
(Levensmiddelen — verse of gekoelde kruiden) |
|
|
|||||||
Okra's (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 99 90 |
20 |
Vietnam (VN) |
50 |
|||||
ex 0710 80 95 |
30 |
||||||||
Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.) (Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
ex 0709 60 99 ; |
20 |
Vietnam (VN) |
50 |
|||||
ex 0710 80 59 |
20 |
||||||||
Pitahaja's (drakenvruchten) (Levensmiddelen — vers of gekoeld) |
ex 0810 90 20 |
10 |
Vietnam (VN) |
10 |
(1) Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten behoeven te worden onderzocht en geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, wordt de GN-code voorafgegaan door „ex”.
(2) Residuen van ten minste die bestrijdingsmiddelen die in het overeenkomstig artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1) vastgestelde controleprogramma zijn opgenomen en die kunnen worden geanalyseerd met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS (controle op bestrijdingsmiddelen alleen in/op producten van plantaardige oorsprong).
(3) Residuen van ethefon.
(4) Residuen van amitraz.
(5) Residuen van tolfenpyrad.
(6) Residuen van acefaat, aldicarb (som van aldicarb, het sulfoxide en het sulfon daarvan, uitgedrukt als aldicarb), amitraz (amitraz met inbegrip van alle metabolieten die het 2,4-dimethylanilinegedeelte bevatten, uitgedrukt als amitraz), diafenthiuron, dicofol (som van p,p′- en o,p′-isomeer), dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram) en methiocarb (som van methiocarb en methiocarbsulfoxide en -sulfon, uitgedrukt als methiocarb).
(7) Residuen van dicofol (som van p,p′- en o,p′-isomeer), dinotefuran, folpet, prochloraz (som van prochloraz en de metabolieten daarvan die het 2,4,6-trichloorfenolgedeelte bevatten, uitgedrukt als prochloraz), thiofanaat-methyl en triforine.
(8) In deze bijlage worden onder „Sudan-kleurstoffen” de volgende chemische stoffen verstaan: i) Sudan I (CAS-nummer 842-07-9); ii) Sudan II (CAS-nummer 3118-97-6); iii) Sudan III (CAS-nummer 85-86-9); iv) Scarlet Red, of Sudan IV (CAS-nummer 85-83-6).
(9) Residuen van diafenthiuron.
(10) Residuen van carbofuran.
(11) Residuen van fenthoaat.
(12) Residuen van chloorbufam.
(13) Referentiemethode EN/ISO 6579-1 of een ten opzichte van die methode gevalideerde methode in overeenstemming met de meest recente versie van EN/ISO 16140 of andere internationaal aanvaarde gelijkaardige protocollen.
(14) Residuen van formetanaat (som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(-hydrochloride)), prothiofos en triforine.
(15) De bevoegde autoriteit van de in het GDB vermelde plaats van bestemming kan indien nodig bij de exploitant van het diervoeder- en levensmiddelenbedrijf overeenstemmings- en materiële controles uitvoeren overeenkomstig artikel 9, lid 2, van deze verordening.
(16) Referentiemethoden: EN 1988-1:1998, EN 1988-2:1998 of ISO 5522:1981.
(17) Residuen van prochloraz.
(18) Residuen van diafenthiuron, formetanaat (som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(-hydrochloride)) en thiofanaat-methyl.
(19) Residuen van dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram) en metrafenon.
(20) Residuen van dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram), fenthoaat en quinalfos.
BIJLAGE II
In bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 wordt de volgende vermelding voor okra's uit India geschrapt:
„Okra's (Levensmiddelen — vers en ingevroren) |
ex 0709 99 90 |
20 |
India (IN) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (2) |
20 |
(2) Certificering door het land van oorsprong en de controle bij invoer door de lidstaten om de naleving te verzekeren van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1), met name residuen van: acefaat, methamidofos, triazofos, endosulfan, monocrotofos, methomyl, thiodicarb, diafenthiuron, thiamethoxam, fipronil, oxamyl, acetamipirid, indoxacarb, mandipropamid.”
BESLUITEN
3.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/17 |
BESLUIT (GBVB) 2018/942 VAN DE RAAD
van 29 juni 2018
tot wijziging van Besluit 2013/354/GBVB betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 3 juli 2013 Besluit 2013/354/GBVB van de Raad (1) vastgesteld, waarmee EUPOL COPPS per 1 juli 2013 werd verlengd. |
(2) |
De Raad heeft op 4 juli 2017 Besluit (GBVB) 2017/1194 van de Raad (2) vastgesteld, waarbij Besluit 2013/354/GBVB werd gewijzigd en verlengd van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2018. |
(3) |
Op grond van de strategische evaluatie van EUPOL COPPS dient de missie nog eens met twaalf maanden te worden verlengd, tot en met 30 juni 2019. |
(4) |
Besluit 2013/354/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
EUPOL COPPS zal uitgevoerd worden in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2013/354/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 12, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2019 bedraagt 12 666 633 EUR.”. |
2) |
In artikel 15 wordt de derde alinea vervangen door: „Het verstrijkt op 30 juni 2019.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2018.
Gedaan te Brussel, 29 juni 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
E. ZAHARIEVA
(1) Besluit 2013/354/GBVB van de Raad van 3 juli 2013 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 185 van 4.7.2013, blz. 12).
(2) Besluit (GBVB) 2017/1194 van de Raad van 4 juli 2017 tot wijziging van Besluit 2013/354/GBVB betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 172 van 5.7.2017, blz. 13).
3.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/19 |
BESLUIT (GBVB) 2018/943 VAN DE RAAD
van 29 juni 2018
tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 25 november 2005 Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB (1) tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) vastgesteld. |
(2) |
De Raad heeft op 4 juli 2017 Besluit (GBVB) 2017/1193 (2) vastgesteld, waarbij Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB werd gewijzigd en verlengd tot en met 30 juni 2018. |
(3) |
Op grond van de strategische evaluatie van EU BAM Rafah dient de missie met nog eens twaalf maanden te worden verlengd, tot en met 30 juni 2019. |
(4) |
Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
EU BAM Rafah zal worden uitgevoerd in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag kan hinderen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 13, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met EU BAM Rafah voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2019 moet dekken, is 2 040 000 EUR.”. |
2) |
In artikel 16 wordt de tweede alinea vervangen door: „Het verstrijkt op 30 juni 2019.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2018.
Gedaan te Brussel, 29 juni 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
E. ZAHARIEVA
(1) Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB van 25 november 2005 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) (PB L 327 van 14.12.2005, blz. 28).
(2) Besluit (GBVB) 2017/1193 van de Raad van 4 juli 2017 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) (PB L 172 van 5.7.2017, blz. 12).
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN
3.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/20 |
BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET COMITÉ VERVOER OVER LAND GEMEENSCHAP/ZWITSERLAND
van 12 juni 2018
tot wijziging van bijlage 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg [2018/944]
HET COMITÉ,
Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg (hierna „de overeenkomst” genoemd), en met name artikel 52, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt,
(1) |
Volgens artikel 52, lid 4, eerste streepje, van de overeenkomst is het Gemengd Comité belast met de vaststelling van de besluiten tot herziening van bijlage 1. Die bijlage is laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2/2016 van het Gemengd Comité van 10 juni 2016 (1). |
(2) |
De Europese Unie heeft sinds die laatste wijziging nieuwe wetgeving vastgesteld op gebieden die onder de overeenkomst vallen. Derhalve moet die nieuwe wetgeving in bijlage 1 worden opgenomen. Om redenen van juridische duidelijkheid en vereenvoudiging verdient het de voorkeur bijlage 1 bij de overeenkomst te vervangen door de bijlage bij dit besluit, |
BESLUIT:
Artikel 1
Bijlage 1 bij de overeenkomst wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2018.
Gedaan te Bern, 12 juni 2018.
Voor de Zwitserse Bondsstaat
De voorzitter
Peter FÜGLISTALER
Voor de Europese Unie
Het hoofd van de vertegenwoordiging van de Europese Unie
Elisabeth WERNER
(1) PB L 186 van 9.7.2016, blz. 38.
BIJLAGE
BIJLAGE 1
TOEPASSELIJKE BEPALINGEN
Overeenkomstig artikel 52, lid 6, van deze overeenkomst past Zwitserland wettelijke bepalingen toe die gelijkwaardig zijn aan de hieronder vermelde bepalingen:
RELEVANTE BEPALINGEN VAN DE WETGEVING VAN DE EUROPESE UNIE
DEEL 1 — TOEGANG TOT HET BEROEP
— |
Richtlijn 2006/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 82). |
— |
Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 1). |
— |
Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 1). Met het oog op de toepassing van deze overeenkomst:
|
— |
Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 1). Voor de toepassing van deze overeenkomst is hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 1073/2009 (inzake cabotage) niet van toepassing. |
— |
Besluit 2009/992/EU van de Commissie van 17 december 2009 betreffende minimumeisen voor de in het nationale elektronische register van wegvervoerondernemingen in te voeren gegevens (PB L 339 van 22.12.2009, blz. 36). |
— |
Verordening (EU) nr. 1213/2010 van de Commissie van 16 december 2010 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de onderlinge koppeling van nationale elektronische registers van wegvervoerondernemingen (PB L 335 van 18.12.2010, blz. 21). |
— |
Verordening (EU) nr. 361/2014 van de Commissie van 9 april 2014 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad aangaande de documenten voor het internationale personenvervoer met touringcars en autobussen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2121/98 van de Commissie (PB L 107 van 10.4.2014, blz. 39). |
— |
Verordening (EU) 2016/403 van de Commissie van 18 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de classificatie van ernstige inbreuken op de wetgeving van de Unie die tot verlies van de betrouwbaarheidsstatus van wegvervoerondernemers kunnen leiden, en tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 74 van 19.3.2016, blz. 8). |
DEEL 2 — SOCIALE NORMEN
— |
Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PB L 370 van 31.12.1985, blz. 8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1161/2014 van de Commissie van 30 oktober 2014 (PB L 311 van 31.10.2014, blz. 19). |
— |
Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 35). |
— |
Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4). |
— |
Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88). |
— |
Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 35), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) 2016/403 van de Commissie van vrijdag 18 maart 2016 (PB L 74 van 19.3.2016, blz. 8). |
— |
Verordening (EU) nr. 581/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 inzake de maximumtermijnen voor het downloaden van relevante gegevens van voertuigunits en bestuurderskaarten (PB L 168 van 2.7.2010, blz. 16). |
— |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1013 van de Commissie van 30 maart 2017 tot vaststelling van het standaardschema als bedoeld in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 153 van 16.6.2017, blz. 28). |
DEEL 3 — TECHNISCHE NORMEN
Motorvoertuigen
— |
Richtlijn 70/157/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (PB L 42 van 23.2.1970, blz. 16), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/34/EG van de Commissie van 14 juni 2007 (PB L 155 van 15.6.2007, blz. 49). |
— |
Richtlijn 88/77/EEG van de Raad van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PB L 36 van 9.2.1988, blz. 33), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/27/EG van de Commissie van 10 april 2001 (PB L 107 van 18.4.2001, blz. 10). |
— |
Richtlijn 91/671/EEG van de Raad van 16 december 1991 betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels en kinderbeveiligingssystemen in voertuigen (PB L 373 van 31.12.1991, blz. 26), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2014/37/EU van de Commissie van 27 februari 2014 (PB L 59 van 28.2.2014, blz. 32). |
— |
Richtlijn 92/6/EEG van de Raad van 10 februari 1992 betreffende de installatie en het gebruik, in de Gemeenschap, van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen (PB L 57 van 2.3.1992, blz. 27), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2002/85/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 (PB L 327 van 4.12.2002, blz. 8). |
— |
Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2002/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 (PB L 67 van 9.3.2002, blz. 47). |
— |
Verordening (EG) nr. 2411/98 van de Raad van 3 november 1998 inzake de erkenning van het onderscheidingsteken van de lidstaat van inschrijving van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan in het verkeer binnen de Gemeenschap (PB L 299 van 10.11.1998, blz. 1). |
— |
Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2000 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer (PB L 203 van 10.8.2000, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/47/EU van de Commissie van 5 juli 2010 (PB L 173 van 8.7.2010, blz. 33). |
— |
Richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PB L 275 van 20.10.2005, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/74/EG van de Commissie van 18 juli 2008 (PB L 192 van 19.7.2008, blz. 51). |
— |
Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 133/2014 van de Commissie van 31 januari 2014 (PB L 47 van 18.2.2014, blz. 1). |
— |
Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 1). |
— |
Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en tot wijziging van de bijlagen I en III bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 167 van 25.6.2011, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 627/2014 van 12 juni 2014 (PB L 174 van 13.6.2014, blz. 28). |
— |
Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51). |
— |
Verordening (EU) nr. 540/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 131). |
Vervoer van gevaarlijke goederen
— |
Richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 249 van 17.10.1995, blz. 35), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 (PB L 162 van 21.6.2008, blz. 11). |
— |
Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/217 van de Commissie van woensdag 31 januari 2018 (PB L 42 van 15.2.2018, blz. 52). Voor de toepassing van deze overeenkomst gelden de volgende afwijkingen van Richtlijn 2008/68/EG in Zwitserland: 1. Wegvervoer Afwijkingen voor Zwitserland krachtens artikel 6, lid 2, onder a), van Richtlijn 2008/68/EG van 24 september 2008 betreffende het binnenlands vervoer van gevaarlijke goederen. RO — a — CH — 1 Betreft: vervoer van dieselbrandstof en stookolie met UN-nummer 1202 in tankcontainers. Verwijzing naar bijlage I, deel I.1, bij deze richtlijn: punten 1.1.3.6 en 6.8. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: afwijkingen met betrekking tot de vervoerde hoeveelheden per vervoerseenheid, voorschriften voor de constructie van tanks. Inhoud van de nationale wetgeving: tankcontainers met een capaciteit van hoogstens 1 210 l voor het vervoer van stookolie of dieselbrandstof met UN-nummer 1202 die niet overeenkomstig punt 6.8 maar overeenkomstig de nationale wetgeving zijn vervaardigd, komen in aanmerking voor de afwijkingen in punt 1.1.3.6 ADR. Referentie van de nationale wetgeving: aanhangsel 1, punten 1.1.3.6.3, b), en 6.14, van de verordening (ordonnance) inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (SDR; RS 741.621). Vervaldatum: 1 januari 2023. RO — a — CH — 2 Betreft: vrijstelling van het voorschrift om een vervoersdocument bij zich te hebben voor bepaalde hoeveelheden gevaarlijke goederen als gedefinieerd onder 1.1.3.6. Verwijzing naar bijlage I, deel I.1, bij deze richtlijn: punten 1.1.3.6 en 5.4.1. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: verplichting om een vervoersdocument te hebben. Inhoud van de nationale wetgeving: voor het vervoer van ongereinigde lege houders van categorie 4 en volle of lege gascilinders voor ademhalingsapparatuur voor noodhulpdiensten of voor duikapparatuur, in hoeveelheden die de grenswaarden van punt 1.1.3.6 niet overschrijden, geldt de in punt 5.4.1 gestelde verplichting om een vervoersdocument bij te hebben niet. Referentie van de nationale wetgeving: aanhangsel 1, punt 1.1.3.6.3, c), van de verordening (ordonnance) inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (SDR; RS 741.621). Vervaldatum: 1 januari 2023. RO — a — CH — 3 Betreft: vervoer van ongereinigde lege tanks door bedrijven die diensten verlenen aan opslagfaciliteiten voor vloeistoffen die gevaarlijk zijn voor water. Verwijzing naar bijlage I, deel I.1, bij deze richtlijn: punten 6.5, 6.8, 8.2 en 9. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: vervaardiging, uitrusting en inspectie van tanks en voertuigen; bestuurdersopleiding. Inhoud van de nationale wetgeving: voertuigen en ongereinigde lege tanks/houders die worden gebruikt door bedrijven die diensten verlenen aan opslagfaciliteiten voor vloeistoffen welke gevaarlijk zijn voor water en die bestemd zijn om vloeistoffen op te vangen terwijl stationaire tanks worden onderhouden, vallen niet onder de in de ADR vastgestelde regels inzake vervaardiging, uitrusting en inspectie, noch onder de regels inzake etikettering en identificatie aan de hand van oranje borden. Ze vallen onder bijzondere etiketterings- en identificatieregels, en de bestuurder van het voertuig hoeft de in 8.2 beschreven opleiding niet te hebben gevolgd. Referentie van de nationale wetgeving: aanhangsel 1, punt 1.1.3.6.3.10, van de verordening (ordonnance) inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (SDR; RS 741.621). Vervaldatum: 1 januari 2023. Afwijkingen voor Zwitserland krachtens artikel 6, lid 2, onder b), i), van Richtlijn 2008/68/EG van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land. RO — bi — CH — 1 Betreft: vervoer van huishoudelijk afval dat gevaarlijke goederen bevat naar afvalverwijderingsinstallaties. Verwijzing naar bijlage I, deel I.1, bij deze richtlijn: punten 2, 4.1.10, 5.2 en 5.4. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: classificatie, gecombineerde verpakking, markering en etikettering, documentatie. Inhoud van de nationale wetgeving: de regels hebben betrekking op de vereenvoudigde classificatie van huishoudelijk afval dat (huishoudelijke) gevaarlijke goederen bevat door een deskundige die erkend is door de bevoegde autoriteit, op het gebruik van aangepaste houders en op bestuurdersopleidingen. Huishoudelijk afval dat niet door de deskundige kan worden geclassificeerd, mag in kleine hoeveelheden, die per pakket en per vervoerseenheid zijn geïdentificeerd, worden vervoerd naar een behandelingsinstallatie. Referentie van de nationale wetgeving: aanhangsel 1, punt 1.1.3.7, van de verordening (ordonnance) inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (SDR; RS 741.621). Toelichting: deze regels mogen alleen worden toegepast op het vervoer tussen openbare behandelingsvestigingen en afvalverwijderingsinstallaties van huishoudelijk afval dat gevaarlijke goederen bevat. Vervaldatum: 1 januari 2023. RO — bi — CH — 2 Betreft: terugvervoer van vuurwerk. Verwijzing naar bijlage I, deel I.1, bij deze richtlijn: punten 2.1.2, 5.4. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: classificatie en documentatie. Inhoud van de nationale wetgeving: om het terugvervoer van vuurwerk met UN-nummers 0335, 0336 en 0337 van detailhandelaars naar leveranciers te vergemakkelijken, is voorzien in vrijstellingen van de vermelding van het nettogewicht en de productclassificatie in het vervoersdocument. Referentie van de nationale wetgeving: aanhangsel 1, punt 1.1.3.8, van de verordening (ordonnance) inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (SDR; RS 741.621). Toelichting: een gedetailleerde controle van de exacte inhoud van elk niet-verkocht product in elke verpakking is praktisch onmogelijk voor producten die voor de detailhandel zijn bestemd. Vervaldatum: 1 januari 2023. RO — bi — CH — 3 Betreft: ADR-opleidingscertificaat voor reizen die worden ondernomen om defecte voertuigen te vervoeren, herstellingen uit te voeren, tankvoertuigen en tanks te inspecteren, en reizen met tankvoertuigen door deskundigen die verantwoordelijk zijn voor de inspectie van het voertuig in kwestie. Verwijzing naar bijlage I, deel I.1, bij deze richtlijn: punt 8.2.1. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: bestuurders moeten een opleiding volgen. Inhoud van de nationale wetgeving: ADR-opleiding en certificaten zijn niet vereist voor reizen die worden ondernomen om defecte voertuigen te vervoeren of voor testritten na herstellingen, voor reizen met tankvoertuigen teneinde het tankvoertuig/de tank te inspecteren en voor reizen door deskundigen die verantwoordelijk zijn voor de inspectie van tankvoertuigen. Referentie van de nationale wetgeving: instructies van 30 september 2008 van het federale departement milieu, vervoer, energie en communicatie (DETEC) met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. Toelichting: soms bevatten defecte voertuigen of voertuigen die worden hersteld, en tankvoertuigen die worden voorbereid op een technische inspectie of de inspectie ondergaan, nog steeds gevaarlijke goederen. De onder 1.3 en 8.2.3 vermelde eisen blijven van toepassing. Vervaldatum: 1 januari 2023. 2. Spoorvervoer Afwijkingen voor Zwitserland krachtens artikel 6, lid 2, onder a), van Richtlijn 2008/68/EG van 24 september 2008 betreffende het binnenlands vervoer van gevaarlijke goederen. RA — a — CH — 1 Betreft: vervoer van dieselbrandstof en stookolie met UN-nummer 1202 in tankcontainers. Verwijzing naar bijlage II, deel II.1, bij deze richtlijn: punt 6.8. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: regels met betrekking tot de constructie van tanks. Inhoud van de nationale wetgeving: tankcontainers met een capaciteit van hoogstens 1 210 l voor het vervoer van stookolie of dieselbrandstof met UN-nummer 1202 die niet overeenkomstig 6.8 maar overeenkomstig de nationale wetgeving zijn vervaardigd, zijn toegestaan. Referentie van de nationale wetgeving: bijlage bij de DETEC-verordening van 3 december 1996 inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor en kabelspoor (RSD, RS 742.401.6) en aanhangsel 1, hoofdstuk 6.14, van de verordening (ordonnance) inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (SDR, RS 741.621). Vervaldatum: 1 januari 2023. RA — a — CH — 2 Betreft: vervoersdocument. Verwijzing naar bijlage II, deel II.1, bij deze richtlijn: punt 5.4.1.1.1. Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: algemene informatie die in het vervoersdocument moet worden vermeld. Inhoud van de nationale wetgeving: het gebruik van een collectieve benaming in het vervoersdocument en een bijgevoegde lijst met de bovenvermelde informatie. Referentie van de nationale wetgeving: bijlage bij de DETEC-verordening (ordonnance) van 3 december 1996 inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor en kabelspoor (RSD, RS 742.401.6). Vervaldatum: 1 januari 2023. |
— |
Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1). |
DEEL 4 — TOEGANGS- EN TRANSITORECHTEN VOOR HET SPOOR
— |
Richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (PB L 237 van 24.8.1991, blz. 25). |
— |
Richtlijn 95/18/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen (PB L 143 van 27.6.1995, blz. 70). |
— |
Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur (PB L 143 van 27.6.1995, blz. 75). |
— |
Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering („Spoorwegveiligheidsrichtlijn”) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2014/88/EU van de Commissie van 9 juli 2014 (PB L 201 van 10.7.2014, blz. 9). |
— |
Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51), zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2016/882 van de Commissie van 1 juni 2016 (PB L 146 van 3.6.2016, blz. 22). |
— |
Verordening (EG) nr. 653/2007 van de Commissie van 13 juni 2007 betreffende het gebruik van een gemeenschappelijk Europees formaat voor veiligheidscertificaten en aanvraagdocumenten overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad en betreffende de geldigheid van overeenkomstig Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad afgegeven veiligheidscertificaten (PB L 153 van 14.6.2007, blz. 9), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 445/2011 van de Commissie van 10 mei 2011 (PB L 122 van 11.5.2011, blz. 22). |
— |
Beschikking 2007/756/EG van de Commissie van 9 november 2007 tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie van het nationaal voertuigregister als bedoeld in de artikelen 14, leden 4 en 5, van de Richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG (PB L 305 van 23.11.2007, blz. 30), zoals gewijzigd bij Besluit 2011/107/EU van de Commissie van 10 februari 2011 (PB L 43 van 17.2.2011, blz. 33). |
— |
Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2014/38/EU van de Commissie van 10 maart 2014 (PB L 70 van 11.3.2014, blz. 20). |
— |
Beschikking 2009/965/EG van de Commissie van 30 november 2009 betreffende het referentiedocument als bedoeld in artikel 27, lid 4, van Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 341 van 22.12.2009, blz. 1), gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2299 van de Commissie van 17 november 2015 (PB L 324 van 10.12.2015, blz. 15). |
— |
Verordening (EU) nr. 36/2010 van de Commissie van 3 december 2009 inzake communautaire modellen voor vergunningen van machinisten, aanvullende bevoegdheidsbewijzen, gewaarmerkte afschriften van aanvullende bevoegdheidsbewijzen en aanvraagformulieren voor vergunningen van machinisten, in het kader van Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 13 van 19.1.2010, blz. 1). |
— |
Besluit 2010/713/EU van de Commissie van 9 november 2010 inzake de modules voor de procedure voor de beoordeling van de conformiteit, de geschiktheid voor gebruik en de EG-keuring die moeten worden toegepast in het kader van de overeenkomstig Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde technische specificaties inzake interoperabiliteit (PB L 319 van 4.12.2010, blz. 1). |
— |
Verordening (EU) nr. 1158/2010 van de Commissie van 9 december 2010 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode ter beoordeling van de conformiteit met de vereisten voor de verkrijging van veiligheidscertificaten voor spoorwegen (PB L 326 van 10.12.2010, blz. 11). |
— |
Verordening (EU) nr. 1169/2010 van de Commissie van 10 december 2010 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode ter beoordeling van de conformiteit met de vereisten voor de verkrijging van veiligheidscertificaten voor spoorwegen (PB L 327 van 11.12.2010, blz. 13). |
— |
Verordening (EU) nr. 201/2011 van de Commissie van 1 maart 2011 betreffende het model voor de verklaring van overeenstemming met een goedgekeurd type spoorvoertuig (PB L 57 van 2.3.2011, blz. 8). |
— |
Besluit 2011/275/EU van de Commissie van 26 april 2011 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „infrastructuur” van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (PB L 126 van 14.5.2011, blz. 53), zoals gewijzigd bij Besluit 2012/464/EU van de Commissie van 23 juli 2012 (PB L 217 van 14.8.2012, blz. 20). |
— |
Verordening (EU) nr. 445/2011 van de Commissie van 10 mei 2011 betreffende een systeem voor de certificering van met het onderhoud van goederenwagons belaste entiteiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 653/2007 (PB L 122 van 11.5.2011, blz. 22). |
— |
Verordening (EU) nr. 454/2011 van de Commissie van 5 mei 2011 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem telematicatoepassingen ten dienste van passagiers van het trans-Europees spoorwegsysteem (PB L 123 van 12.5.2011, blz. 11), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/302 van de Commissie van 25 februari 2015 (PB L 55 van 26.2.2015, blz. 2). |
— |
Uitvoeringsbesluit 2011/665/EU van de Commissie van 4 oktober 2011 inzake het Europees register van goedgekeurde spoorwegvoertuigtypen (PB L 264 van 8.10.2011, blz. 32). |
— |
Besluit 2011/765/EU van de Commissie van 22 november 2011 inzake criteria voor de erkenning van opleidingscentra voor treinbestuurders, inzake criteria voor de erkenning van examinatoren van treinbestuurders en inzake criteria voor de organisatie van examens overeenkomstig Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 314 van 29.11.2011, blz. 36). |
— |
Besluit 2012/88/EU van de Commissie van 25 januari 2012 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem (PB L 51 van 23.2.2012, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Besluit (EU) 2015/14 van de Commissie van 5 januari 2015 (PB L 3 van 7.1.2015, blz. 44). |
— |
Besluit 2012/757/EU van de Commissie van 14 november 2012 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem exploitatie en verkeersleiding van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot wijziging van Beschikking 2007/756/EG (PB L 345 van 15.12.2012, blz. 1), zoals gewijzigd bij Besluit 2013/710/EU van de Commissie van 2 december 2013 (PB L 323 van 4.12.2013, blz. 35). |
— |
Verordening (EU) nr. 1077/2012 van de Commissie van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor het toezicht door de nationale veiligheidsinstanties na de afgifte van een veiligheidscertificaat of veiligheidsvergunning (PB L 320 van 17.11.2012, blz. 3). |
— |
Verordening (EU) nr. 1078/2012 van de Commissie van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet worden uitgevoerd door met onderhoud belaste entiteiten alsmede door spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders nadat zij een veiligheidscertificaat of veiligheidsvergunning hebben ontvangen (PB L 320 van 17.11.2012, blz. 8). |
— |
Verordening (EU) nr. 321/2013 van de Commissie van 13 maart 2013 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „rollend materieel — goederenwagens” van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot intrekking van Beschikking 2006/861/EG (PB L 104 van 12.4.2013, blz. 1), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1236/2013 van de Commissie van 2 december 2013 (PB L 322 van 3.12.2013, blz. 23). |
— |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 van de Commissie van 30 april 2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 352/2009 (PB L 121 van 3.5.2013, blz. 8), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1136 van de Commissie van 13 juli 2015 (PB L 185 van 14.7.2015, blz. 6). |
— |
Uitvoeringsbesluit 2014/880/EU van de Commissie van 26 november 2014 inzake de gemeenschappelijke specificaties van het register van de spoorweginfrastructuur en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2011/633/EU (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 489). |
— |
Verordening (EU) nr. 1300/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 110). |
— |
Verordening (EU) nr. 1301/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „energie” van het spoorwegsysteem in de Unie (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 179). |
— |
Verordening (EU) nr. 1302/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende een technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „rollend materieel — locomotieven en reizigerstreinen” van het spoorwegsysteem in de Europese Unie ( PB L 356 van 12.12.2014, blz. 228). |
— |
Verordening (EU) nr. 1303/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende „veiligheid in spoorwegtunnels” van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 394). |
— |
Verordening (EU) nr. 1304/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „rollend materieel — geluidsemissies”, tot wijziging van Beschikking 2008/232/EG en tot intrekking van Besluit 2011/229/EU (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 421). |
— |
Verordening (EU) nr. 1305/2014 van de Commissie van 11 december 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem telematicatoepassingen voor goederenvervoer van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 62/2006 (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 438). |
— |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/171 van de Commissie van 4 februari 2015 betreffende bepaalde aspecten van de procedure voor de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen (PB L 29 van 5.2.2015, blz. 3). |
— |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/909 van de Commissie van 12 juni 2015 betreffende de modaliteiten voor de berekening van de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien (PB L 148 van 13.6.2015, blz. 17). |
DEEL 5 — ANDERE GEBIEDEN
— |
Richtlijn 92/82/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën (PB L 316 van 31.10.1992, blz. 19). |
— |
Richtlijn 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PB L 167 van 30.4.2004, blz. 39). |
— |
Richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (PB L 319 van 29.11.2008, blz. 59). |