|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
60e jaargang |
|
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
* |
Besluit (EU) 2017/2380 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2010/40/EU betreffende de periode voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen ( 1 ) |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
BESLUITEN
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/1 |
BESLUIT (EU) 2017/2380 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 12 december 2017
tot wijziging van Richtlijn 2010/40/EU betreffende de periode voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en van de Raad (3) voorziet in de ontwikkeling van specificaties voor prioritaire acties op prioritaire gebieden. |
|
(2) |
Sinds de inwerkingtreding van Richtlijn 2010/40/EU heeft de Commissie vier gedelegeerde handelingen met betrekking tot prioritaire acties van die richtlijn vastgesteld. Die hebben met name betrekking op eCall en mechanismen voor het delen van gegevens, waardoor elektronische gegevensuitwisseling tussen de betrokken overheden en belanghebbenden en de desbetreffende dienstverleners van intelligente vervoerssystemen (ITS) wordt vergemakkelijkt. Er moeten nog andere gedelegeerde handelingen worden vastgesteld voor nog uit te voeren acties die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2010/40/EU vallen. |
|
(3) |
Uit hoofde van artikel 12 van Richtlijn 2010/40/EU eindigt de bevoegdheidsdelegatie aan de Commissie om de in artikel 7 van de richtlijn genoemde gedelegeerde handelingen vast te stellen, op 27 augustus 2017. |
|
(4) |
Teneinde de doelstellingen van Richtlijn 2010/40/EU te verwezenlijken, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de specificaties die noodzakelijk zijn om compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit voor de toepassing en het operationele gebruik van ITS ten behoeve van de prioritaire acties te waarborgen, vanaf 27 augustus 2017 voor nog eens vijf jaar aan de Commissie worden overgedragen. Deze periode moet daarna stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur worden verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich tegen dergelijke verlenging verzet. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (4). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2010/40/EU wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 12 wordt vervangen door: „Artikel 12 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 7 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 27 augustus 2017. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 7 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven zijn neergelegd. 5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 6. Een op grond van artikel 7 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”. |
|
2) |
De artikelen 13 en 14 worden geschrapt. |
|
3) |
In artikel 17 wordt lid 5 vervangen door: „5. De Commissie stelt uiterlijk op 27 februari 2011 overeenkomstig de in artikel 15, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure een werkprogramma vast. Het werkprogramma bevat de doelstellingen en de data voor de jaarlijkse uitvoering ervan alsmede, indien nodig, voorstellen voor de noodzakelijke aanpassingen. Uiterlijk 10 januari 2019 en vóór elke daaropvolgende verlenging met vijf jaar van de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 12, lid 2 gedelegeerde handelingen vast te stellen, werkt de Commissie het werkprogramma bij met betrekking tot de acties uit hoofde van artikel 6, lid 3.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Straatsburg, 12 december 2017.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
A. TAJANI
Voor de Raad
De voorzitter
M. MAASIKAS
(1) PB C 345 van 13.10.2017, blz. 67.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 15 november 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 4 december 2017.
(3) Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het toepassen van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/4 |
BESLUIT (EU) 2017/2381 VAN DE RAAD
van 5 december 2017
inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113 in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 9 december 2014 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met het oog op een overeenkomst met Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (btw). |
|
(2) |
De tekst van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw („de overeenkomst”), die het resultaat is van de gevoerde onderhandelingen, sluit op passende wijze aan bij de door de Raad gegeven onderhandelingsrichtsnoeren. |
|
(3) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1). |
|
(4) |
De overeenkomst dient te worden ondertekend, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt namens de Unie machtiging verleend voor de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw, op voorwaarde van de sluiting van die overeenkomst (2).
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 5 december 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
T. TÕNISTE
(1) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(2) De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan bekendgemaakt.
VERORDENINGEN
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/6 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE
van 14 december 2017
tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de toezending van informatie overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (1), en met name artikel 34, lid 9, en artikel 35, lid 12,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Het is passend te voorzien in gemeenschappelijke standaardformulieren, procedures en templates voor de indiening van de vereiste informatie wanneer beleggingsondernemingen, marktexploitanten en, wanneer Richtlijn 2014/65/EU daarin voorziet, kredietinstellingen in het kader van het vrij verrichten van diensten of van het recht van vestiging beleggingsdiensten wensen te verlenen en activiteiten wensen te verrichten in een andere lidstaat. |
|
(2) |
Gelet op artikel 34, lid 1, en artikel 35, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU dienen de bepalingen van deze verordening ook van toepassing te zijn op kredietinstellingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) vergunning is verleend, en die van verbonden agenten gebruikmaken om in het kader van het vrij verlenen van beleggingsdiensten of van het recht van vestiging beleggingsdiensten te verlenen. |
|
(3) |
Om het vrij verrichten van beleggingsdiensten en -activiteiten in alle lidstaten te vergemakkelijken en de bevoegde autoriteiten in staat te stellen hun respectieve taken en verantwoordelijkheden efficiënter uit te oefenen, is het van belang dat standaardformulieren met betrekking tot de taal en de communicatiemiddelen voor paspoortkennisgevingen worden vastgesteld die kunnen worden gebruikt door beleggingsondernemingen, marktexploitanten en, in voorkomend geval, kredietinstellingen, alsook door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst. |
|
(4) |
Een beoordeling van de juistheid en de volledigheid van de ingediende kennisgeving door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst is nodig voor het waarborgen van de kwaliteit van i) de door de beleggingsonderneming, de marktexploitant of, in voorkomend geval, de kredietinstelling aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verstrekte informatie, en ii) de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst verstrekte informatie. |
|
(5) |
Met het oog op duidelijkheid bij de vaststelling en de mededeling van ontbrekende of onjuiste elementen, en om de behandeling van deze problemen en het verstrekken van de volledige en juiste informatie te bevorderen, dient te worden voorzien in bepalingen op grond waarvan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een onvolledig of onjuist bevonden kennisgeving moet melden. |
|
(6) |
De ontvangst van een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor of een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent dient te worden bevestigd teneinde duidelijkheid te verschaffen over de datum van ontvangst van de betrokken kennisgeving en de precieze datum waarop de beleggingsonderneming in de lidstaat van ontvangst het bijkantoor mag oprichten of gebruik mag maken van een verbonden agent. |
|
(7) |
Met het oog op samenhang moeten beleggingsondernemingen of marktexploitanten die een multilaterale handelsfaciliteit of een georganiseerde handelsfaciliteit exploiteren, gebruikmaken van specifieke formulieren wanneer zij op het grondgebied van een andere lidstaat passende voorzieningen willen treffen om de toegang tot die systemen en de handel daarop voor in die lidstaat gevestigde gebruikers, leden of deelnemers op afstand te vergemakkelijken, zodat zowel de door de beleggingsonderneming of de marktexploitant aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verstrekte informatie als de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst verstrekte informatie toereikend is. |
|
(8) |
Omwille van de consistentie en om de vlotte werking van de financiële markten te verzekeren, is het noodzakelijk dat de in deze verordening vastgestelde bepalingen en de gerelateerde nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2014/65/EU vanaf dezelfde datum van toepassing zijn. |
|
(9) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) bij de Commissie heeft ingediend. |
|
(10) |
Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) heeft ESMA open publieksraadplegingen over dergelijke ontwerpen van technische uitvoeringsnormen gehouden, de mogelijke daaraan verbonden kosten en voordelen geanalyseerd en de bij artikel 37 van genoemde verordening opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Toepassingsgebied
1. Deze verordening is van toepassing op beleggingsondernemingen en marktexploitanten die een multilaterale handelsfaciliteit (MTF) of een georganiseerde handelsfaciliteit (OTF) exploiteren.
2. Deze verordening is ook van toepassing op kredietinstellingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU vergunning is verleend, en die een of meer beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU en gebruik willen maken van verbonden agenten in het kader van een van de volgende rechten:
|
a) |
het vrij verlenen of verrichten van beleggingsdiensten of -activiteiten overeenkomstig artikel 34, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU; |
|
b) |
het recht van vestiging overeenkomstig artikel 35, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU. |
Artikel 2
Algemene vereisten
1. Kennisgevingen of mededelingen uit hoofde van deze verordening worden opgesteld in een officiële taal van de Unie die door zowel de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst wordt aanvaard.
Ze worden toegezonden op papier of, wanneer de betrokken bevoegde autoriteit dit aanvaardt, langs elektronische weg.
2. De bevoegde autoriteiten maken de informatie over de aanvaarde taal/talen en de wijze van indiening, inclusief de contactgegevens voor paspoortkennisgevingen, openbaar.
Artikel 3
Indiening van een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten
1. Beleggingsondernemingen dienen bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten in overeenkomstig artikel 34, lid 2 of 5, van Richtlijn 2014/65/EU, aan de hand van het formulier in bijlage I.
2. Beleggingsondernemingen dienen voor elke lidstaat waarin zij voornemens zijn activiteiten uit te oefenen, een afzonderlijke paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten overeenkomstig lid 1 in bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.
3. Beleggingsondernemingen of in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde kredietinstellingen die beleggingsdiensten of -activiteiten willen verlenen of verrichten via een in de lidstaat van herkomst gevestigde verbonden agent, dienen een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten in bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, waarbij zij alleen de delen van het formulier in bijlage I invullen die relevant zijn voor de verbonden agent.
Artikel 4
Beoordeling van de volledigheid en de juistheid van een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten
1. Bij ontvangst van een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten overeenkomstig artikel 3 beoordeelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de volledigheid en de juistheid van de verstrekte informatie.
2. Wanneer de verstrekte informatie onvolledig of onjuist wordt bevonden, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de beleggingsonderneming of de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde kredietinstelling daarvan onverwijld in kennis. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst geeft aan in welk specifiek opzicht de informatie onvolledig of onjuist werd bevonden.
3. De in artikel 34, lid 3, en artikel 34, lid 5, tweede alinea, van Richtlijn 2014/65/EU bedoelde periode van een maand gaat in na de ontvangst van een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten die informatie bevat die volledig en juist werd bevonden.
Artikel 5
Mededeling betreffende een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst brengt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst binnen een maand na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 3 op de hoogte van die kennisgeving, aan de hand van het formulier in bijlage II, samen met een kopie van de kennisgeving.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de beleggingsonderneming of de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde kredietinstelling onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde mededeling, alsook van de datum daarvan.
Artikel 6
Indiening van een kennisgeving van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten
1. Beleggingsondernemingen en in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde kredietinstellingen stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten, aan de hand van het formulier in bijlage I.
2. Met het oog op de kennisgeving overeenkomstig het eerste lid vult de beleggingsonderneming of de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde kredietinstelling alleen de delen van het formulier in bijlage I in die relevant zijn voor de wijzigingen van de gegevens in de paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten.
3. Met het oog op de kennisgeving van wijzigingen betreffende de verstrekte beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten stelt de beleggingsonderneming of de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde kredietinstelling een lijst op van alle beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten die zij op het tijdstip van de kennisgeving verstrekt, of die zij in de toekomst voornemens is te verstrekken.
Artikel 7
Mededeling betreffende een kennisgeving van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten
1. Na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 6 stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van de gemelde wijzigingen, aan de hand van het formulier in bijlage III, samen met een kopie van de kennisgeving overeenkomstig artikel 6.
2. Ingeval de vergunning van een beleggingsonderneming of kredietinstelling wordt ingetrokken of geannuleerd, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst daarvan in kennis, aan de hand van het formulier in bijlage III.
Artikel 8
Indiening van een kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken
Beleggingsondernemingen of marktexploitanten die een MTF of een OTF exploiteren en die op het grondgebied van een andere lidstaat van ontvangst passende voorzieningen willen treffen om de toegang tot die systemen en de handel daarop voor in die lidstaat gevestigde gebruikers, leden of deelnemers op afstand te vergemakkelijken, stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van de contactgegevens van de lidstaat van ontvangst waarin zij dergelijke regelingen willen treffen, aan de hand van het formulier in bijlage IV.
Artikel 9
Mededeling betreffende een kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst brengt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst binnen een maand na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 8 op de hoogte van die kennisgeving, aan de hand van het formulier in bijlage V, samen met een kopie van de kennisgeving.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de beleggingsonderneming of de marktexploitant die een MTF of een OTF exploiteert, onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde mededeling, alsook van de datum daarvan.
Artikel 10
Indiening van een kennisgeving van een wijziging van de gegevens in een kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken
1. In het geval van een wijziging van de gegevens in een kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken, stelt de beleggingsonderneming of de marktexploitant die een MTF of een OTF exploiteert, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hiervan in kennis, aan de hand van het formulier in bijlage IV.
2. Met het oog op de kennisgeving overeenkomstig lid 1 vult de beleggingsonderneming of de marktexploitant die een MTF of een OTF exploiteert, alleen de delen van het formulier in bijlage IV in die relevant zijn voor de wijzigingen van de gegevens in de kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken.
Artikel 11
Mededeling betreffende een kennisgeving van een wijziging van de gegevens in een kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken
Na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 10, lid 1, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van de gemelde wijzigingen, aan de hand van het formulier in bijlage III, samen met een kopie van de kennisgeving.
Artikel 12
Indiening van een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor
Beleggingsondernemingen die een bijkantoor willen vestigen op het grondgebied van een andere lidstaat, verstrekken de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de op grond van artikel 35, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU vereiste informatie, aan de hand van het formulier in bijlage VI.
Artikel 13
Indiening van een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent
1. Beleggingsondernemingen of in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde kredietinstellingen die gebruik willen maken van een in een andere lidstaat gevestigde verbonden agent, verstrekken de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de op grond van artikel 35, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU vereiste informatie, aan de hand van het formulier in bijlage VII.
2. Wanneer beleggingsondernemingen of in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde kredietinstellingen gebruik willen maken van meer dan één verbonden agent in een andere lidstaat, vullen zij voor elke verbonden agent waarvan zij gebruik willen maken, een afzonderlijke kennisgeving in.
3. Beleggingsondernemingen die een bijkantoor willen vestigen dat gebruik wil maken van verbonden agenten, dienen bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst voor elke verbonden agent een afzonderlijke paspoortkennisgeving voor een verbonden agent in, aan de hand van het formulier in bijlage VII.
Artikel 14
Beoordeling van de volledigheid en de juistheid van een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor of van een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent
1. Na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 12 of 13 beoordeelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de volledigheid en de juistheid van de verstrekte informatie.
2. Wanneer de verstrekte informatie onvolledig of onjuist wordt bevonden, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de beleggingsonderneming of de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde kredietinstelling daarvan onverwijld in kennis. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst geeft aan in welk specifiek opzicht de informatie onvolledig of onjuist is bevonden.
3. De in artikel 35, lid 3, en artikel 35, lid 7, tweede alinea, van Richtlijn 2014/65/EU bedoelde periode van drie maanden gaat in na de ontvangst van een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor of van een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent die volledig en juist bevonden informatie bevat.
Artikel 15
Mededeling betreffende een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst brengt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst binnen drie maanden na de ontvangst van een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor overeenkomstig artikel 12 op de hoogte van die kennisgeving, aan de hand van het formulier in bijlage VIII, samen met een kopie van de kennisgeving.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de beleggingsonderneming onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde mededeling, alsook van de datum daarvan.
3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst bevestigt de ontvangst van de kennisgeving zowel aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst als aan de beleggingsonderneming.
Artikel 16
Mededeling betreffende een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst brengt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst binnen drie maanden na de ontvangst van een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent overeenkomstig artikel 13 op de hoogte van die kennisgeving, aan de hand van het formulier in bijlage IX, samen met een kopie van de kennisgeving.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de beleggingsonderneming of de kredietinstelling onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde kennisgeving, alsook van de datum daarvan.
3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst bevestigt de ontvangst van de kennisgeving zowel aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst als aan de beleggingsonderneming of de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde kredietinstelling.
4. De verbonden agent begint niet met de voorgenomen beleggingsdiensten of -activiteiten voordat hij is ingeschreven in het openbaar register van de lidstaat waarin hij is gevestigd, overeenkomstig artikel 29, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU.
5. De verbonden agent begint niet met de voorgenomen beleggingsdiensten of -activiteiten voordat hij de mededeling van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst heeft ontvangen.
6. Wanneer geen dergelijke mededeling plaatsvindt, kan de verbonden agent twee maanden na de in lid 2 bedoelde datum van de mededeling door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst beginnen met de voorgenomen beleggingsdiensten en -activiteiten.
Artikel 17
Indiening van een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een bijkantoor
1. In het geval van een wijziging van de gegevens in een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor dient de beleggingsonderneming bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een kennisgeving in aan de hand van het formulier in bijlage VI.
De beleggingsonderneming of kredietinstelling vult alleen de delen van het formulier in bijlage VI in die relevant zijn voor de wijzigingen van de gegevens in de paspoortkennisgeving voor een bijkantoor.
2. Wanneer beleggingsondernemingen of kredietinstellingen wijzigingen willen aanbrengen in de via verbonden agenten verstrekte beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten, delen zij, aan de hand van het formulier in bijlage VI, een lijst mee van alle beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten die zij op het tijdstip van die kennisgeving via verbonden agenten verstrekken, of die zij in de toekomst voornemens zijn via verbonden agenten te verstrekken.
3. Wijzigingen van de gegevens in een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor in verband met de beëindiging van de bedrijfsuitoefening van het bijkantoor worden meegedeeld aan de hand van het formulier in bijlage X.
Artikel 18
Indiening van een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een verbonden agent
1. In het geval van een wijziging van de gegevens in een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent stelt de beleggingsonderneming of de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde kredietinstelling de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hiervan in kennis aan de hand van het formulier in bijlage VII.
De beleggingsonderneming of kredietinstelling vult alleen de delen van het formulier in bijlage VII in die relevant zijn voor de wijzigingen van de gegevens in de paspoortkennisgeving voor een verbonden agent.
2. Wanneer de beleggingsonderneming voornemens is wijzigingen aan te brengen in de beleggingsdiensten, -activiteiten of financiële instrumenten waarop de paspoortkennisgeving voor een verbonden agent betrekking heeft, deelt zij, aan de hand van het formulier in bijlage VI, een lijst mee van alle beleggingsdiensten, -activiteiten of financiële instrumenten die zij op het tijdstip van de kennisgeving via de verbonden agent verstrekt, of die zij in de toekomst voornemens is te verstrekken.
3. Wijzigingen van de gegevens in een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent in verband met de beëindiging van de gebruikmaking van een in een andere lidstaat gevestigde verbonden agent worden meegedeeld aan de hand van het formulier in bijlage X.
Artikel 19
Mededeling betreffende een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een bijkantoor
1. Na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 17, lid 1, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van de gemelde wijzigingen, aan de hand van het formulier in bijlage XI, samen met een kopie van de kennisgeving.
2. Na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 17, lid 3, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van de gemelde wijzigingen, aan de hand van het formulier in bijlage XIII, samen met een kopie van de kennisgeving.
Artikel 20
Mededeling betreffende een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een verbonden agent
1. Na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 18, lid 1, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van de gemelde wijzigingen, aan de hand van het formulier in bijlage XII, samen met een kopie van de kennisgeving.
2. Na de ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 18, lid 3, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van de gemelde wijzigingen, aan de hand van het formulier in bijlage XIII, samen met een kopie van de kennisgeving.
Artikel 21
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 december 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.
(2) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(3) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
BIJLAGE I
Formulier voor de paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten en voor de kennisgeving van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten (1)
(Artikelen 3 en 6 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Deel 1 — Contactgegevens
Soort kennisgeving:
Paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten/kennisgeving van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten
Lidstaat waarin de beleggingsonderneming/kredietinstelling voornemens is werkzaam te zijn:
Naam van de beleggingsonderneming/kredietinstelling:
Handelsnaam:
Adres:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Naam van de contactpersoon bij de beleggingsonderneming/kredietinstelling:
Lidstaat van herkomst:
Status van de vergunning:
Vergunning verleend door [bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]
Datum van de vergunning:
Deel 2 — Programma van werkzaamheden
Voorgenomen beleggingsdiensten, -activiteiten en nevendiensten (*)
Beleggingsdiensten en -activiteiten
Nevendiensten
A1
A2
A3
A4
A5
A5
A7
A8
A9
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
Financiële instrumenten
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
C9
C10
C11
(*) Gelieve een (x) te plaatsen in de passende vakjes.
(1) Gelieve voor een kennisgeving van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten alleen de delen van het formulier in te vullen die relevant zijn voor de gemelde wijzigingen. Indien u voornemens bent wijzigingen aan te brengen in de beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten, gelieve een lijst op te stellen van alle beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten die de onderneming zal verstrekken.
Contactgegevens van de in de lidstaat van herkomst gevestigde verbonden agent (*)
Naam van de verbonden agent
Adres
Telefoonnummer
E-mailadres
Contactgegevens
(*) Gelieve voor elke verbonden agent waarvan de beleggingsonderneming gebruik wil maken, afzonderlijke tabellen met de voorgenomen beleggingsdiensten te verstrekken.
Beleggingsdiensten die de verbonden agent voornemens is te verlenen (*):
Beleggingsdiensten en -activiteiten
Nevendiensten
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
A9
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
Financiële instrumenten
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
C9
C10
C11
(*) Gelieve een (x) te plaatsen in het/de passende vakje(s). Indien u voornemens bent wijzigingen aan te brengen in de door de verbonden agent verstrekte beleggingsdiensten, -activiteiten of financiële instrumenten, gelieve een lijst op te stellen van alle beleggingsdiensten, -activiteiten of financiële instrumenten die de verbonden agent zal verstrekken.
BIJLAGE II
Formulier voor de mededeling betreffende een paspoortkennisgeving voor beleggingsdiensten en -activiteiten door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst
(Artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 34, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 34, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de onderneming],(1) een beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend door [naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst], voornemens is de in de bijgevoegde paspoortkennisgeving vermelde beleggingsdiensten en/of -activiteiten en nevendiensten voor het eerst te verrichten in het kader van de uitoefening van het recht op het vrij verrichten van beleggingsdiensten of –activiteiten, of (2) een kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend door [naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst], voornemens is om, met gebruikmaking van een verbonden agent, de in de bijgevoegde paspoortkennisgeving vermelde beleggingsdiensten of -activiteiten voor het eerst te verrichten in het kader van de uitoefening van het recht op het vrij verrichten van beleggingsdiensten of -activiteiten.
Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig.
BIJLAGE III
Formulier voor de mededeling betreffende een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten of betreffende een wijziging van de getroffen voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst
(Artikelen 7 en 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 34, leden 4 of 7, van Richtlijn 2014/65/EU (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 34, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de onderneming], een beleggingsonderneming/kredietinstelling/marktexploitant waaraan een vergunning is verleend/waarop toezicht wordt uitgeoefend door [naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]:
a) de beleggingsdiensten en -activiteiten/nevendiensten/financiële instrumenten die hij/zij voornemens is op grensoverschrijdende basis te verstrekken op uw grondgebied, heeft gewijzigd;
b) zijn/haar naam heeft veranderd van [oude naam] in [nieuwe naam] met ingang van [datum van de verandering];
c) is verhuisd naar onderstaand adres met ingang van [datum van de wijziging];
d) zijn/haar overige contactgegevens als volgt heeft gewijzigd [eventuele veranderingen in de contactgegevens in deel 1 van bijlage I toevoegen] met ingang van [datum van de wijziging];
e) een extra in [naam van de lidstaat van herkomst] ingeschreven verbonden agent heeft aangenomen om zijn/haar beleggingsdiensten en -activiteiten op grensoverschrijdende basis te verstrekken op uw grondgebied;
f) de in [naam van de lidstaat van ontvangst] getroffen voorzieningen om de toegang tot en de handel op de [naam van de MTF of OTF] te vergemakkelijken, heeft gewijzigd;
g) niet langer beleggingsdiensten verleent en/of beleggingsactiviteiten verricht als gevolg van de intrekking/annulering van haar vergunning met ingang van [datum van de intrekking/annulering].
In de bijlage vindt u een kopie van de kennisgeving van een wijziging van de [gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten/getroffen voorzieningen om de toegang tot een MTF of OTF te vergemakkelijken] met de relevante wijzigingen. Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig en in overeenstemming met de te melden wijzigingen.
BIJLAGE IV
Formulier voor de kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of OTF te vergemakkelijken
(Artikelen 8 en 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Deel 1 — Contactgegevens:
Soort kennisgeving:
Het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF/OTF te vergemakkelijken/wijzigingen van de gegevens in de kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF/OTF te vergemakkelijken
Lidstaat/lidstaten waarin de beleggingsonderneming/marktexploitant voornemens is voorzieningen te treffen:
Naam van de beleggingsonderneming/marktexploitant:
Adres:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Naam van de contactpersoon bij de beleggingsonderneming/marktexploitant:
Lidstaat van herkomst
Status van de vergunning (van de beleggingsonderneming)/Toepasselijk recht (van de marktexploitant):
Vergunning verleend/toezicht uitgeoefend door [bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]
Datum van de vergunning (voor beleggingsondernemingen):
Naam van de MTF/OTF:
Datum vanaf welke de voorzieningen zullen worden getroffen:
Met onmiddellijke ingang
Deel 2 — Beschrijving van het bedrijfsmodel van de [naam van de MTF of OTF]:
[Gelieve ten minste de volgende informatie te vermelden]
Soort verhandelde financiële instrumenten:
[in te vullen door de beleggingsonderneming/marktexploitant]
Soort handelsdeelnemers:
[in te vullen door de beleggingsonderneming/marktexploitant]
Soort passende voorzieningen:
[in te vullen door de beleggingsonderneming/marktexploitant]
Marketing:
[in te vullen door de beleggingsonderneming/marktexploitant]
BIJLAGE V
Formulier voor de mededeling betreffende een kennisgeving inzake het treffen van voorzieningen om de toegang tot een MTF of een OTF te vergemakkelijken door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van
(Artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 34, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 34, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de marktexploitant/beleggingsonderneming], die de [naam van de MTF of OTF] exploiteert, overeenkomstig het [naam van het toepasselijke nationale recht] in [naam van de lidstaat van herkomst], voornemens is voorzieningen te treffen in [naam van de lidstaat waarin hij/zij voornemens is voorzieningen te treffen] om de toegang tot en de handel op de [naam van de MTF/OTF] door in [naam van de lidstaat waarin hij/zij voornemens is voorzieningen te treffen] gevestigde gebruikers, leden of deelnemers op afstand te vergemakkelijken, zoals aangegeven in de bijgevoegde kennisgeving.
Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig.
BIJLAGE VI
Formulier voor de paspoortkennisgeving voor een bijkantoor en voor de kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een bijkantoor (1)
(Artikelen 12, 17 en 19 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Deel 1 — Contactgegevens
Soort kennisgeving:
Paspoortkennisgeving voor een bijkantoor/kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een bijkantoor
Lidstaat waarin de beleggingsonderneming voornemens is een bijkantoor te vestigen (2):
Naam van de beleggingsonderneming:
Adres van de beleggingsonderneming:
Telefoonnummer van de beleggingsonderneming:
E-mailadres van de beleggingsonderneming:
Naam van de contactpersoon bij de beleggingsonderneming:
Naam van het bijkantoor:
Adres van het bijkantoor:
Telefoonnummer van het bijkantoor:
E-mailadres van het bijkantoor:
Naam/namen van de bestuurders van het bijkantoor:
Lidstaat van herkomst:
Status van de vergunning:
Vergunning verleend door [bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]
Datum van de vergunning:
(1) Gelieve voor een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een bijkantoor alleen de delen van de formulieren in te vullen die relevant zijn voor de gemelde wijzigingen. Wanneer de beleggingsonderneming voornemens is wijzigingen aan te brengen in de door het bijkantoor verstrekte beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten, moet zij een lijst opstellen van alle beleggingsdiensten, -activiteiten, nevendiensten of financiële instrumenten die het bijkantoor zal verstrekken.
(2) Gelieve er rekening mee te houden dat op grond van het nationale vennootschapsrecht een voorafgaande inschrijving in een handelsregister kan worden verlangd voordat met de werkzaamheden van het bijkantoor wordt begonnen.
Deel 2 — Programma van werkzaamheden
Voorgenomen beleggingsdiensten, -activiteiten en nevendiensten van het bijkantoor (*)
Beleggingsdiensten en -activiteiten
Nevendiensten
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
A9
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
Financiële instrumenten
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
C9
C10
C11
(*) Gelieve een (x) te plaatsen in het/de passende vakje(s)
Ondernemingsplan en structurele organisatie van het bijkantoor
Ondernemingsplan
1. Hoe zal het bijkantoor bijdragen aan de strategie van de onderneming/groep?
2. Wat zullen de belangrijkste functies van het bijkantoor zijn?
3. Beschrijf de belangrijkste doelstellingen van het bijkantoor.
Commerciële strategie
1. Beschrijf de soorten cliënten/tegenpartijen waar het bijkantoor mee zal werken.
2. Beschrijf hoe de onderneming die cliënten zal werven en hoe zij met hen zal werken.
Organisatiestructuur
1. Beschrijf kort hoe het bijkantoor in de bedrijfsstructuur van de onderneming/groep is opgenomen (u kunt dit nader toelichten aan de hand van een organogram).
2. Beschrijf de organisatiestructuur van het bijkantoor en geef de functionele, geografische en juridische rapportagelijnen.
3. Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de dagelijkse werkzaamheden van het bijkantoor. Geef nadere bijzonderheden over de beroepservaring van de bestuurders van het bijkantoor (gelieve een cv bij te voegen).
4. Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de interne controlefuncties in het bijkantoor.
5. Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de behandeling van klachten betreffende het bijkantoor.
6. Geef aan hoe het bijkantoor zal rapporteren aan het hoofdkantoor.
7. Geef nadere bijzonderheden over eventuele cruciale uitbestedingsregelingen.
Verbonden agenten (*)
1. Zal het bijkantoor gebruikmaken van een verbonden agent?
2. Wat is de identiteit van de verbonden agent?
Naam
Adres
Telefoonnummer
E-mailadres
Contactpunt
verwijzing of hyperlink naar het openbaar register waar de verbonden agent is ingeschreven
Systemen en controles
Geef een kort overzicht van de voorzieningen voor:
1. de bescherming van geld en activa van cliënten;
4. de naleving van de voorschriften inzake bedrijfsvoering en andere verplichtingen die overeenkomstig artikel 35,lid 8, onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst vallen, alsook betreffende het bijhouden van gege
5. de gedragscode voor het personeel, inclusief het handelen voor eigen rekening;
6. de bestrijding van witwassen;
7. de controle en het toezicht op cruciale uitbestedingsregelingen (indien van toepassing);
8. de naam, het adres en de contactgegevens van het erkende compensatiestelsel waarbij de beleggingsonderneming is aangesloten.
Financiële vooruitzichten:
Gelieve een raming van de resultaten en de kasstromen over een initiële periode van 36 maanden bij te voegen.
(*) De beleggingsonderneming dient een afzonderlijke paspoortkennisgeving in voor elke verbonden agent waarvan het bijkantoor gebruik wil maken.
BIJLAGE VII
Formulier voor de paspoortkennisgeving voor een verbonden agent en voor de kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een verbonden agent (1)
(Artikelen 13, 14 en 18 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Deel 1 — Contactgegevens
Soort kennisgeving:
Paspoortkennisgeving voor een verbonden agent/kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een verbonden agent
Lidstaat waarin de beleggingsonderneming/kredietinstelling gebruik wil maken van een in de lidstaat/lidstaten van ontvangst gevestigde verbonden agent:
Naam van de beleggingsonderneming/kredietinstelling:
Adres van de beleggingsonderneming/kredietinstelling:
Naam van de contactpersoon bij de beleggings-onderneming/kredietinstelling:
Telefoonnummer van de beleggingsonderneming/kredietin-stelling:
E-mailadres van de beleggingsonderneming/kredietin-stelling:
Naam van de verbonden agent:
Adres van de verbonden agent:
Telefoonnummer van de verbonden agent:
E-mailadres van de verbonden agent:
Naam/namen van de bestuurders van de verbonden agent:
Lidstaat van herkomst:
Status van de vergunning:
Vergunning verleend door [bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]
Datum van de vergunning:
Verwijzing of hyperlink naar het openbaar register waar de verbonden agent is ingeschreven
(1) Gelieve voor een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een verbonden agent alleen de delen van de formulieren in te vullen die relevant zijn voor de gemelde wijzigingen. Wanneer wijzigingen zijn aangebracht in de door de verbonden agent verstrekte beleggingsdiensten, -activiteiten of financiële instrumenten, moet de onderneming een lijst opstellen van alle beleggingsdiensten, -activiteiten of financiële instrumenten die de verbonden agent zal verstrekken.
Deel 2 — Programma van werkzaamheden
Beleggingsdiensten of -activiteiten die de verbonden agent voornemens is te verstrekken (*):
Beleggingsdiensten en -activiteiten
Nevendiensten
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
A9
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
Financiële instrumenten
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
C9
C10
C11
(*) Gelieve een (x) te plaatsen in het/de passende vakje(s)
Ondernemingsplan en structurele organisatie van de verbonden agent
Ondernemingsplan
1. Leg uit hoe de verbonden agent zal bijdragen aan de strategie van de onderneming/groep.
2. Geef aan wat de belangrijkste functies van de verbonden agent zullen zijn.
3. Beschrijf de belangrijkste doelstellingen van de verbonden agent.
Commerciële strategie
1. Beschrijf de soorten cliënten/tegenpartijen waarmee de verbonden agent zal werken.
2. Beschrijf hoe de onderneming die cliënten zal werven en hoe zij met hen zal werken.
Organisatiestructuur
1. Beschrijf kort hoe de verbonden agent in de bedrijfsstructuur van de onderneming/groep is opgenomen (u kunt dit nader toelichten aan de hand van een organogram)
2. Beschrijf de organisatiestructuur van de verbonden agent en geef zowel de functionele als de juridische rapportagelijnen aan.
3. Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de dagelijkse werkzaamheden van de verbonden agent. Geef nadere bijzonderheden over de beroepservaring van de bestuurders van de verbonden agent (gelieve een cv bij te voegen).
4. Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de interne controlefuncties bij de verbonden agent.
5. Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de behandeling van klachten betreffende de verbonden agent.
6. Geef aan hoe de verbonden agent zal rapporteren aan het hoofdkantoor.
7. Geef nadere bijzonderheden over eventuele cruciale uitbestedingsregelingen.
Systemen en controles
Geef een kort overzicht van de voorzieningen voor:
1. de bescherming van geld en activa van cliënten (indien van toepassing);
2. de naleving van de voorschriften inzake bedrijfsvoering en andere verplichtingen die overeenkomstig artikel 35, lid 8, onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst vallen, alsook betreffende het bijhouden van gege
3. de gedragscode voor het personeel, inclusief het handelen voor eigen rekening;
4. de bestrijding van witwassen;
5. de controle en het toezicht op cruciale uitbestedingsregelingen (indien van toepassing);
6. de naam, het adres en de contactgegevens van het erkende compensatiestelsel waarbij de beleggingsonderneming of kredietinstelling is aangesloten.
Financiële vooruitzichten
Gelieve een raming van de resultaten en de kasstromen over een initiële periode van 36 maanden bij te voegen.
BIJLAGE VIII
Formulier voor de mededeling betreffende een paspoortkennisgeving voor een bijkantoor door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst
(Artikel 15 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 35, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 35, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de onderneming], een beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend door [bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst], voornemens is de in de bijgevoegde paspoortkennisgeving vermelde beleggingsdiensten of -activiteiten en nevendiensten te verstrekken.
[Naam van de beleggingsonderneming] neemt deel aan [naam van het erkende compensatiestelsel van de lidstaat van herkomst], dat een dekking biedt voor in aanmerking komende beleggers zoals vereist door de wetgeving van [naam van de lidstaat van herkomst] betreffende beleggingsdiensten en -activiteiten die de onderneming verricht vanuit een vestiging in [naam van de lidstaat van herkomst] en via haar bijkantoor in de Europese Economische Ruimte.
Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig.
BIJLAGE IX
Formulier voor de mededeling betreffende een paspoortkennisgeving voor een verbonden agent door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst
(Artikel 16 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 35, leden 3 of 7, van Richtlijn 2014/65/EU (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 34, lid 3/artikel 35, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de onderneming], een beleggingsonderneming/kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend door [naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst], voornemens is gebruik te maken van een in [naam van de lidstaat van ontvangst] gevestigde verbonden agent om de in de bijgevoegde paspoortkennisgeving vermelde beleggingsdiensten of -activiteiten te verrichten.
[Naam van de beleggingsonderneming/kredietinstelling] neemt deel aan [naam van het erkende compensatiestelsel van de lidstaat van herkomst], dat een dekking biedt voor in aanmerking komende beleggers zoals vereist door de wetgeving van [naam van de lidstaat van herkomst] betreffende beleggingsdiensten en -activiteiten die de onderneming verricht vanuit een vestiging in [naam van de lidstaat van herkomst] en via haar verbonden agent in de Europese Economische Ruimte.
Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig.
BIJLAGE X
Formulier voor de kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een verbonden agent wat betreft de beëindiging van de werkzaamheden van een bijkantoor of de beëindiging van de gebruikmaking van een in een andere lidstaat gevestigde verbonden agent
(Artikel 17, lid 3, en artikel 18, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Kennisgeving overeenkomstig artikel 35, lid 10, van Richtlijn 2014/65/EU betreffende de beëindiging van de werkzaamheden van een bijkantoor/de beëindiging van de gebruikmaking van een in een andere lidstaat gevestigde verbonden agent (1)
Deel 1 — Contactgegevens
Soort kennisgeving:
Beëindiging van de werkzaamheden van een bijkantoor/beëindiging van de gebruikmaking van een verbonden agent
Lidstaat waarin het bijkantoor/de verbonden agent is gevestigd:
Naam van de beleggingsonderneming/kredietinstelling:
Adres van de beleggingsonderneming/kredietinstelling:
Telefoonnummer van de beleggingsonderneming/kredietin-stelling:
E-mailadres van de beleggingsonderneming/kredietinstel-ling:
Naam van de contactpersoon die verantwoordelijk is voor de beëindiging van de werkzaamheden van het bijkantoor/de verbonden agent:
Naam van het bijkantoor/de verbonden agent op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst:
Lidstaat van herkomst:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Status van de vergunning:
Vergunning verleend door [naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]
Datum van de vergunning:
Datum waarop de beëindiging van kracht wordt:
(1) Pas aan waar nodig.
Beschrijving van het tijdschema voor de geplande beëindiging:
[in te vullen door de beleggingsonderneming/kredietinstelling]
Informatie over de procedure voor het afbouwen van de bedrijfsactiviteiten, met inbegrip van gegevens over de wijze waarop de belangen van de cliënten zullen worden beschermd, klachten zullen worden opgelost en eventuele uitstaande verplichtingen zullen worden voldaan:
[in te vullen door de beleggingsonderneming/kredietinstelling]
BIJLAGE XI
Formulier voor de mededeling betreffende een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een bijkantoor door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst
(Artikel 19, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 35, lid 10, van Richtlijn 2014/65/EU 1 (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 35, lid 10, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de onderneming], een beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend door [bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]:
a) de beleggingsdiensten en -activiteiten/nevendiensten die worden verstrekt door [naam van het bijkantoor], gevestigd in [naam van de lidstaat van ontvangst] heeft gewijzigd;
b) de naam van haar bijkantoor heeft veranderd van [oude naam van het bijkantoor] in [nieuwe naam] met ingang van [datum van de verandering];
c) de overige contactgegevens van haar bijkantoor als volgt heeft veranderd [de veranderingen in de contactgegevens toevoegen in deel 1 van het formulier in bijlage VI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie] met ingang van [datum van de verandering];
d) een extra in [naam van de lidstaat van ontvangst] gevestigde verbonden agent heeft aangenomen en een geactualiseerd programma van werkzaamheden heeft verstrekt;
e) haar eigen naam/adres/contactgegevens heeft veranderd van [oude naam/oud adres/oude contactgegevens van de beleggingsonderneming] in [nieuwe naam/nieuw adres/nieuwe contactgegevens van de beleggingsonderneming] met ingang van [datum van de verandering].
In de bijlage vindt u een kopie van de kennisgeving van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten met de relevante wijzigingen.
Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig.
BIJLAGE XII
Formulier voor de mededeling betreffende een kennisgeving van een wijziging van de gegevens van een verbonden agent door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst
(Artikel 20, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 35, lid 10, van Richtlijn 2014/65/EU (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 35, lid 10, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de onderneming], een beleggingsonderneming/kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend door [naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst]:
a) de door [naam van de verbonden agent] verstrekte beleggingsdiensten en -activiteiten heeft gewijzigd;
b) de naam van de verbonden agent heeft veranderd van [oude naam van de verbonden agent] in [nieuwe naam] met ingang van [datum van de verandering];
c) de overige contactgegevens van de verbonden agent als volgt heeft veranderd [de veranderingen in de contactgegevens toevoegen in deel 1 van het formulier in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie] met ingang van [datum van de verandering];
d) haar eigen naam/adres/contactgegevens heeft veranderd van [oude naam/oud adres/oude contactgegevens van de beleggingsonderneming/kredietinstelling] in [nieuwe naam/nieuw adres/nieuwe contactgegevens van de beleggingsonderneming/kredietinstelling] met ingang van [datum van de verandering];
In de bijlage vindt u een kopie van de kennisgeving van een wijziging van de gegevens met betrekking tot beleggingsdiensten en -activiteiten met de relevante wijzigingen.
Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig.
BIJLAGE XIII
Formulier voor de mededeling betreffende de beëindiging van de werkzaamheden van een bijkantoor of de beëindiging van de gebruikmaking van een in een lidstaat buiten de lidstaat van herkomst gevestigde verbonden agent door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst
(Artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie)
Referentienummer:
Datum:
Mededeling overeenkomstig artikel 35, lid 10, van Richtlijn 2014/65/EU betreffende de beëindiging van de werkzaamheden van een bijkantoor/de beëindiging van de gebruikmaking van een in een lidstaat buiten de lidstaat van herkomst gevestigde verbonden agent (1)
VAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst:
Adres:
Aangewezen contactpunt:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
AAN:
Lidstaat:
Bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:
Adres:
Aangewezen contactpunt
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Overeenkomstig artikel 35, lid 10, van Richtlijn 2014/65/EU willen wij u meedelen dat [naam van de onderneming], een beleggingsonderneming/kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend door [naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst], ons in kennis heeft gesteld van haar voornemen om de werkzaamheden van het bijkantoor/de gebruikmaking van de op uw grondgebied gevestigde verbonden agent te beëindigen met ingang van [datum van de beëindiging].
In de bijlage vindt u een kopie van de kennisgeving betreffende de beëindiging van de werkzaamheden van [naam van het bijkantoor]/de beëindiging van de gebruikmaking van de diensten [naam van de verbonden agent].
Aarzelt u niet contact met ons op te nemen als u vragen hebt.
Hoogachtend,
[Handtekening]
(1) Pas aan waar nodig.
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/32 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2383 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2017
tot verlenging van de afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad wat betreft de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor „volantina”-trawlers die in de territoriale wateren van Slovenië vissen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee (1), en met name artikel 13, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is het verboden gesleept vistuig te gebruiken binnen 3 zeemijl uit de kust of, waar deze diepte op kortere afstand van de kust wordt bereikt, binnen het gebied bepaald door de dieptelijn van 50 meter. |
|
(2) |
Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie een afwijking van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 toestaan mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden die in artikel 13, leden 5 en 9, van die verordening zijn vastgesteld. |
|
(3) |
Op 8 februari 2013 ontving de Commissie een verzoek van Slovenië tot afwijking van artikel 13, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006voor het gebruik van „volantina”-trawls in de territoriale wateren van Slovenië, op minder dan 50 meter diepte, in het gebied tussen 1,5 en 3 zeemijl uit de kust. |
|
(4) |
De door Slovenië gevraagde afwijking was in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en werd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 277/2014 van de Commissie (2) verleend tot en met 23 maart 2017. |
|
(5) |
Op 20 juni 2016 heeft de Commissie een verzoek van Slovenië ontvangen om de afwijking te verlengen tot na 23 maart 2017. Slovenië heeft actuele informatie verschaft die de verlenging van de afwijking rechtvaardigt in het licht van de vereisten van Verordening (EG) nr. 1967/2006. Het verzoek heeft betrekking op vaartuigen met een geregistreerde visserijactiviteit van meer dan vijf jaar die worden ingezet volgens een beheersplan dat door Slovenië is vastgesteld op 13 februari 2014 (3) overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006. Deze vaartuigen zijn opgenomen in een lijst die overeenkomstig artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 aan de Commissie is verstrekt. |
|
(6) |
Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) heeft de door Slovenië gevraagde afwijking en het daarmee verband houdende ontwerpbeheersplan onderzocht tijdens zijn 52e plenaire vergadering van 4 tot en met 8 juli 2016. |
|
(7) |
In het licht van de evaluatie door het WTECV heeft Slovenië op 7 september 2016 aanvullende wetenschappelijke gegevens en verslagen en op 27 december 2016 een bijgewerkt beheersplan bij de Commissie ingediend. |
|
(8) |
Het WTECV heeft de door Slovenië gevraagde afwijking en de aanvullende documenten onderzocht tijdens zijn 54e plenaire vergadering van 27 tot en met 31 maart 2017. Het heeft benadrukt dat meer duidelijkheid moest worden verschaft over de geregistreerde activiteiten van de gemachtigde vaartuigen, over de gebruikte vistuigen en over de bijvangsten. Slovenië heeft de Commissie voldoende duidelijkheid verschaft en heeft ervoor gezorgd dat aanvullend wetenschappelijk onderzoek wordt verricht naar de vangsten en de inspanningen om de selectiviteit van de vistuigen te vergroten. |
|
(9) |
De door Slovenië gevraagde afwijking is in overeenstemming met artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006. |
|
(10) |
Met name zijn er specifieke geografische obstakels, doordat de territoriale wateren van Slovenië op geen enkel punt een diepte van 50 meter bereiken. Zonder afwijking zouden volantina-trawlers slechts actief kunnen zijn in een gebied buiten drie zeemijl uit de kust, waar de visgronden aanzienlijk zijn beperkt door de aanwezigheid van commerciële scheepvaartroutes. |
|
(11) |
In het beheersplan zijn alle relevante definities van de betrokken visserijen opgenomen en wordt gegarandeerd dat de afwijking niet tot een toekomstige toename van de visserijinspanning zal leiden, aangezien alleen vismachtigingen zullen worden afgegeven aan twaalf welbepaalde vaartuigen die door Slovenië reeds gemachtigd zijn om te vissen. |
|
(12) |
De visserij met de „volantina”-trawl kan niet worden verricht met ander vistuig, heeft geen significante gevolgen voor het mariene milieu, inclusief beschermde habitats, en doorkruist niet de activiteiten van vaartuigen die ander vistuig dan trawls, zegens of soortgelijke sleepnetten gebruiken. |
|
(13) |
De door Slovenië gevraagde afwijking betreft een beperkt aantal (twaalf) vaartuigen. De registratienummers van deze vaartuigen zijn opgenomen in het beheersplan. |
|
(14) |
De betrokken visserijactiviteiten voldoen aan artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006, waarbij, bij wijze van afwijking, onder bepaalde voorwaarden wordt toegestaan dat boven beschermde habitats wordt gevist indien daarbij het zeegrasveld niet wordt geraakt. |
|
(15) |
De gevraagde afwijking is in overeenstemming met artikel 8, lid 1, onder h), van Verordening (EG) nr. 1967/2006, aangezien zij betrekking heeft op trawlers die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte van minstens 40 mm. |
|
(16) |
De betrokken visserijactiviteiten voldoen aan artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1967/2006. De „volantina”-trawlers vissen niet gericht op koppotigen. |
|
(17) |
Het Sloveense beheersplan omvat maatregelen voor het toezicht op de visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 13, lid 9, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en de artikelen 14 en 15 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (4). |
|
(18) |
De gevraagde afwijking moet derhalve worden toegestaan. |
|
(19) |
Slovenië moet bijtijds verslag uitbrengen bij de Commissie overeenkomstig het in het Sloveense beheersplan vervatte toezichtsplan. |
|
(20) |
De afwijking moet in de tijd worden beperkt om snel corrigerende beheersmaatregelen te kunnen nemen wanneer het verslag aan de Commissie wijst op een slechte staat van instandhouding van het beviste bestand, en om ruimte te scheppen voor een verbetering van de wetenschappelijke basis voor een verbeterd beheersplan. |
|
(21) |
Aangezien de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 277/2014 toegestane afwijking is verstreken op 23 maart 2017, moet de onderhavige verordening van toepassing zijn met ingang van 24 maart 2017. |
|
(22) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Afwijking
Artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is niet van toepassing in de territoriale wateren van Slovenië, ongeacht de diepte, tussen 1,5 en 3 zeemijl uit de kust, op „volantina”-trawls die worden gebruikt door vaartuigen die:
|
a) |
een registratienummer dragen dat is vermeld in het door Slovenië overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde beheersplan; |
|
b) |
een geregistreerde activiteit in de visserij van meer dan vijf jaar hebben en de visserijinspanning in de toekomst niet verhogen; en |
|
c) |
een vismachtiging hebben en hun activiteiten uitoefenen in het kader van het beheersplan. |
Artikel 2
Toezichtsplan en rapportage
Slovenië brengt uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening verslag uit bij de Commissie overeenkomstig het toezichtsplan dat is vervat in het in artikel 1 bedoelde beheersplan.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassingsperiode
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing van 24 maart 2017 tot en met 27 maart 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 277/2014 van de Commissie van 19 maart 2014 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad wat betreft de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor „volantina”-trawlers die in de territoriale wateren van Slovenië vissen (PB L 82 van 20.3.2014, blz. 1).
(3) Besluit nr. 34200-2/2014/4 van 13.2.2014.
(4) Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008 en (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/35 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2384 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2017
tot vaststelling van de technische kenmerken voor de speciale module voor het jaar 2019 over werkorganisatie en werktijdregelingen wat de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad van 9 maart 1998 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap (1), en met name artikel 7 bis, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Europese werkgelegenheidsstrategie, de werkgelegenheidsrichtsnoeren (2) en de Europese pijler van sociale rechten (3), en vooral de daarin opgenomen beginselen inzake veilige en flexibele werkgelegenheid, evenwicht tussen werk en privéleven en een goed aangepaste werkomgeving brengen tot uitdrukking dat een groter aanpassingsvermogen van zowel ondernemingen als werknemers in Europa nodig is, en maken duidelijk dat in het kader van een grootschalige Europese enquête gegevens moeten worden verzameld over de toepassing van verschillende vormen van nieuwe praktijken op het gebied van werkorganisatie en werktijdregelingen en over de ervaringen van werknemers met deze praktijken en regelingen. |
|
(2) |
In Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1851 van de Commissie (4) worden de gebieden — de speciale submodules — vastgelegd en omschreven waarover gedetailleerdere informatie moet worden verstrekt en die moeten worden opgenomen in de speciale module 2019 over werkorganisatie en werktijdregelingen wat de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 betreft. |
|
(3) |
Daarom moeten de technische kenmerken, de filters, de codes en de termijn voor de indiening van de gegevens door de lidstaten in het kader van de speciale module over de werkorganisatie en werktijdregelingen worden gespecificeerd. |
|
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De technische kenmerken van de speciale module 2019 over werkorganisatie en werktijdregelingen, de te gebruiken filters en codes en de termijn waarbinnen de lidstaten de resultaten aan de Commissie moeten toezenden, zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 77 van 14.3.1998, blz. 3.
(2) Besluit (EU) 2015/1848 van de Raad van 5 oktober 2015 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2015 (PB L 268 van 15.10.2015, blz. 28).
(3) https://ec.europa.eu/commission/priorities/deeper-and-fairer-economic-and-monetary-union/european-pillar-social-rights_nl
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1851 van de Commissie van 14 juni 2016 tot vaststelling van het programma van speciale modules voor de jaren 2019, 2020 en 2021 bij de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (PB L 284 van 20.10.2016, blz. 1).
BIJLAGE
Deze bijlage bevat de technische kenmerken, filters en codes die moeten worden gebruikt in de speciale module over werkorganisatie en werktijdregelingen die gepland is voor 2019. Ook de termijnen voor de indiening van de gegevens door de lidstaten bij de Commissie worden hier bepaald.
Termijn voor de indiening van de resultaten bij de Commissie: 31 maart 2020.
Filters en codes die moeten worden gebruikt voor de indiening van de gegevens: zoals vastgesteld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 377/2008 van de Commissie (1).
Kolommen gereserveerd voor optionele wegingscoëfficiënten, te gebruiken bij substeekproeven of non-respons: de kolommen 226-229 bevatten gehele getallen en de kolommen 230-231 bevatten decimalen.
1) Submodule „Flexibiliteit van werktijden”
|
Naam/kolom |
Code |
Omschrijving |
Betreft |
|
|
|
|
|
|
VARIWT |
|
Variabele werktijden |
WSTATOR = 1,2 |
|
211 |
|
Hoe worden het begin en het einde van de werktijd in de eerste werkkring bepaald? |
|
|
|
1 |
Werknemer kan de werktijd volledig zelf bepalen |
|
|
|
2 |
Werknemer kan de werktijd bepalen, met zekere beperkingen |
|
|
|
3 |
De werktijd wordt hoofdzakelijk door de werkgever of organisatie bepaald |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
FREEHOUR |
|
Vrijheid om uren vrij te nemen |
VARIWT = 2,3, blanco |
|
212 |
|
Mogelijkheid om in de eerste werkkring binnen één werkdag één of twee uur vrij te nemen om persoonlijke of familieredenen |
|
|
|
1 |
Heel gemakkelijk |
|
|
|
2 |
Vrij gemakkelijk |
|
|
|
3 |
Vrij moeilijk |
|
|
|
4 |
Heel moeilijk |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
FREELEAV |
|
Vrijheid om verlof te nemen |
WSTATOR = 1,2 |
|
213 |
|
Mogelijkheid om in de eerste werkkring binnen drie werkdagen één of twee dagen verlof te nemen |
|
|
|
1 |
Heel gemakkelijk |
|
|
|
2 |
Vrij gemakkelijk |
|
|
|
3 |
Vrij moeilijk |
|
|
|
4 |
Heel moeilijk |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
FLEXWT |
|
Verwachte flexibiliteit in werktijden |
WSTATOR = 1,2 |
|
214 |
|
Frequentie waarmee de werknemer geconfronteerd wordt met onvoorziene verzoeken om wijzigingen van de werktijd in de eerste werkkring |
|
|
|
1 |
Minstens eens per week |
|
|
|
2 |
Minder dan eens per week, maar ten minste eens per maand |
|
|
|
3 |
Minder dan eens per maand of nooit |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
AVAIFREE |
|
Beschikbaar zijn voor werk in de vrije tijd |
WSTATOR = 1,2 |
|
215 |
|
In de afgelopen twee maanden is de werknemer in zijn vrije tijd benaderd om actie te ondernemen vóór de volgende werkdag in de eerste werkkring |
|
|
|
1 |
Is in de afgelopen twee maanden niet benaderd |
|
|
|
2 |
Is enkele malen benaderd |
|
|
|
3 |
Is verscheidene malen benaderd om actie te ondernemen vóór de volgende werkdag |
|
|
|
4 |
Is verscheidene malen benaderd, maar hoefde geen actie te ondernemen vóór de volgende werkdag |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
2) Submodule „Methoden op het werk”
|
Naam/kolom |
Code |
Omschrijving |
Betreft |
|
|
|
|
|
|
RECHOURS |
|
Registratie van aanwezigheid of werkuren |
STAPRO = 3 |
|
216-217 |
|
Methode voor de registratie van aanwezigheid of werkuren in de eerste werkkring |
|
|
|
01 |
Aanwezigheid en uren worden niet geregistreerd |
|
|
|
02 |
Aanwezigheid wordt handmatig geregistreerd door betrokkene zelf |
|
|
|
03 |
Aanwezigheid wordt handmatig geregistreerd door chef/collega |
|
|
|
04 |
Aanwezigheid wordt automatisch geregistreerd (prikkloksysteem of bij het inloggen) |
|
|
|
05 |
Aanwezigheid wordt geregistreerd op andere wijze |
|
|
|
06 |
Uren worden handmatig geregistreerd door betrokkene zelf |
|
|
|
07 |
Uren worden handmatig geregistreerd door chef/collega |
|
|
|
08 |
Uren worden automatisch geregistreerd (prikkloksysteem of bij het inloggen) |
|
|
|
09 |
Uren worden geregistreerd op andere wijze |
|
|
|
99 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
PRESSURE |
|
Werken onder tijdsdruk |
WSTATOR = 1,2 |
|
218 |
|
De frequentie waarmee de betrokkene in de eerste werkkring onder tijdsdruk werkt |
|
|
|
1 |
Altijd |
|
|
|
2 |
Vaak |
|
|
|
3 |
Soms |
|
|
|
4 |
Nooit |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
JOBAUTON |
|
Arbeidsautonomie |
WSTATOR = 1,2 |
|
219-220 |
|
Mogelijkheid om de volgorde en de inhoud van de taken te beïnvloeden in de eerste werkkring |
|
|
|
11 |
Veel invloed op de volgorde en de inhoud |
|
|
|
12 |
Veel invloed op de volgorde en enige invloed op de inhoud |
|
|
|
13 |
Veel invloed op de volgorde en weinig of geen op de inhoud |
|
|
|
21 |
Enige invloed op de volgorde en veel invloed op de inhoud |
|
|
|
22 |
Enige invloed op de volgorde en de inhoud |
|
|
|
23 |
Enige invloed op de volgorde en weinig of geen op de inhoud |
|
|
|
31 |
Grote invloed op de inhoud en weinig of geen op de volgorde |
|
|
|
32 |
Enige invloed op de inhoud en weinig of geen op de volgorde |
|
|
|
33 |
Weinig of geen invloed op de volgorde en de inhoud |
|
|
|
99 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
3) Submodule „Werkplek”
|
Naam/kolom |
Code |
Omschrijving |
Betreft |
|
|
|
|
|
|
PLACEWK |
|
Belangrijkste werkplek |
WSTATOR = 1,2 |
|
221 |
|
Plaats waar de activiteiten in de eerste werkkring voornamelijk worden verricht |
|
|
|
1 |
Bedrijfsruimte van de werkgever of eigen bedrijfsruimte |
|
|
|
2 |
Thuis |
|
|
|
3 |
Bij de klanten |
|
|
|
4 |
Mobiele werkplek (voertuig, leveringsdienst enz.) |
|
|
|
5 |
Ander |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
COMMUTM |
|
Reistijd van en naar het werk |
PLACEWK≠2 |
|
222-224 |
|
Reistijd van thuis naar het werk in de eerste werkkring (enkele reis) |
|
|
|
000-240 |
Minuten |
|
|
|
999 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
|
|
|
|
|
|
OTHERLOC |
|
Werken op andere locaties |
PLACEWK = 1-5 |
|
225 |
|
Werkt op meer dan één locatie voor de eerste werkkring |
|
|
|
1 |
Dagelijks |
|
|
|
2 |
Niet elke dag, maar ten minste eens per week |
|
|
|
3 |
Minder dan eens per week, maar ten minste eens per maand |
|
|
|
4 |
Minder dan eens per maand of nooit |
|
|
|
9 |
Niet van toepassing (niet inbegrepen volgens de kolom „Betreft”) |
|
|
|
Blanco |
Geen antwoord/Weet niet |
|
(1) Verordening (EG) nr. 377/2008 van de Commissie van 25 april 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap, wat de codering voor de indiening van de gegevens vanaf 2009, het gebruik van een substeekproef voor de verzameling van gegevens over structurele variabelen en de vaststelling van de referentiekwartalen betreft (PB L 114 van 26.4.2008, blz. 57).
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/41 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2385 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2017
tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de aanvragen om invoercertificaten betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 zijn ingediend en tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de tariefcontingenten die in de sector pluimveevlees zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 533/2007
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 533/2007 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van vlees van pluimvee. |
|
(2) |
De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, zijn, voor bepaalde contingenten, groter dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dient te worden bepaald in hoeverre de invoercertificaten kunnen worden afgegeven door de op de gevraagde hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt vast te stellen, berekend overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3). |
|
(3) |
De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, zijn, voor bepaalde contingenten, kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid. |
|
(4) |
Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die op grond van Verordening (EG) nr. 533/2007 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, wordt de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt toegepast.
2. De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 533/2007 en die aan de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 moeten worden toegevoegd, zijn opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2017.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Verordening (EG) nr. 533/2007 van de Commissie van 14 mei 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten voor vlees van pluimvee (PB L 125 van 15.5.2007, blz. 9).
(3) Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).
BIJLAGE
|
Volgnummer |
Toewijzingscoëfficiënt — voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 ingediende aanvragen (in %) |
Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 beschikbare hoeveelheden (in kg) |
|
09.4067 |
1,404135 |
— |
|
09.4068 |
0,138103 |
— |
|
09.4069 |
0,118836 |
— |
|
09.4070 |
— |
1 335 750 |
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/43 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2386 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2017
tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de aanvragen om invoercertificaten betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 zijn ingediend, en tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de tariefcontingenten die in de sector pluimveevlees zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 1385/2007
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1385/2007 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector pluimveevlees. |
|
(2) |
De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, zijn, voor bepaalde contingenten, groter dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dient te worden bepaald in hoeverre de invoercertificaten kunnen worden afgegeven door de op de gevraagde hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt vast te stellen, berekend overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3). |
|
(3) |
De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, zijn, voor bepaalde contingenten, kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid. |
|
(4) |
Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die op grond van Verordening (EG) nr. 1385/2007 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, wordt de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt toegepast.
2. De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 1385/2007 en die aan de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 moeten worden toegevoegd, zijn opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2017.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Verordening (EG) nr. 1385/2007 van de Commissie van 26 november 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad, wat betreft de opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor vlees van pluimvee (PB L 309 van 27.11.2007, blz. 47).
(3) Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).
BIJLAGE
|
Volgnummer |
Toewijzingscoëfficiënt — Voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 ingediende aanvragen (in %) |
Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 beschikbare hoeveelheden (in kg) |
|
09.4410 |
0,121815 |
— |
|
09.4411 |
0,124054 |
— |
|
09.4412 |
0,124223 |
— |
|
09.4420 |
4,646057 |
— |
|
09.4421 |
— |
175 000 |
|
09.4422 |
0,803288 |
— |
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/45 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2387 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2017
tot vaststelling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 bepaalde hoeveelheid in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 536/2007 geopende tariefcontingent voor vlees van pluimvee van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 2 en 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 536/2007 van de Commissie (2) is een jaarlijks tariefcontingent geopend voor de invoer van producten van de sector vlees van pluimvee van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika. |
|
(2) |
De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, zijn kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg moeten de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, worden vastgesteld en toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid. |
|
(3) |
Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 536/2007 en die aan de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 moeten worden toegevoegd, zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2017.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Verordening (EG) nr. 536/2007 van de Commissie van 15 mei 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een aan de Verenigde Staten van Amerika toegewezen tariefcontingent voor vlees van pluimvee (PB L 128 van 16.5.2007, blz. 6).
BIJLAGE
|
Volgnummer |
Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 beschikbare hoeveelheden (in kg) |
|
09.4169 |
15 643 542 |
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/47 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2388 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2017
tot vaststelling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 1384/2007 geopende tariefcontingenten voor vlees van pluimvee van oorsprong uit Israël
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 2 en 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1384/2007 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector vlees van pluimvee van oorsprong uit Israël. |
|
(2) |
De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 december 2017 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 zijn ingediend, zijn kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg moeten de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, worden vastgesteld en toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid. |
|
(3) |
Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 1384/2007 en die aan de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 moeten worden toegevoegd, zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2017.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Verordening (EG) nr. 1384/2007 van de Commissie van 26 november 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2398/96 van de Raad, wat betreft de opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor de invoer in de Gemeenschap van producten van de sector vlees van pluimvee van oorsprong uit Israël (PB L 309 van 27.11.2007, blz. 40).
BIJLAGE
|
Volgnummer |
Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2018 beschikbare hoeveelheden (in kg) |
|
09.4091 |
140 000 |
|
09.4092 |
1 000 000 |
BESLUITEN
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/49 |
BESLUIT (EU) 2017/2389 VAN DE RAAD
van 5 december 2017
waarbij wordt vastgesteld dat Roemenië geen doeltreffende maatregelen heeft genomen in reactie op de aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 10, lid 2, vierde alinea,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 16 juni 2017 besloot de Raad overeenkomstig artikel 121, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dat in Roemenië een significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting bestond. |
|
(2) |
In het licht van de vastgestelde significante afwijking heeft de Raad Roemenië op 16 juni 2017 aanbevolen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het nominale stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven (2) in 2017 niet uitkomt boven 3,3 %, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,5 % van het bbp. Roemenië werd aanbevolen om alle meevallers aan te wenden om het tekort terug te dringen, terwijl de budgettaire consolidatiemaatregelen op groeivriendelijke wijze een blijvende verbetering van het structurele overheidssaldo zouden moeten waarborgen. De Raad stelde 15 oktober 2017 vast als uiterste datum waarop Roemenië verslag moet uitbrengen over de naar aanleiding van de aanbeveling genomen maatregelen. |
|
(3) |
Op 26 en 27 september 2017 ondernam de Commissie in het kader van artikel -11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad een missie voor verscherpt toezicht in Roemenië met als doel monitoring ter plaatse. Na haar voorlopige bevindingen voor commentaar aan de Roemeense autoriteiten te hebben voorgelegd, heeft de Commissie haar bevindingen op 24 oktober 2017 aan de Raad gemeld. Deze bevindingen werden vervolgens openbaar gemaakt. In het verslag van de Commissie wordt geconstateerd dat de Roemeense autoriteiten niet van plan zijn gevolg te geven aan de aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017. De autoriteiten verklaarden dat zij voor 2017 blijven streven naar een nominaal tekort van 3 % van het bbp. Gezien de positieve en stijgende output gap zou dit neerkomen op een verslechtering van het structurele tekort in 2017, tegen de aanbeveling van de Raad in. Daaruit blijkt een duidelijk expansief begrotingsbeleid. |
|
(4) |
Op 13 oktober 2017 hebben de Roemeense autoriteiten een verslag ingediend over de maatregelen die zijn genomen in reactie op de aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017. In dat verslag herhaalden de autoriteiten dat zij voor 2017 blijven streven naar een nominaal tekort van 3 % van het bbp. De enige in het verslag opgenomen maatregel met een significante budgettaire impact in 2017 is een verhoging van de accijnzen voor energieproducten naar het vroegere niveau van 2016 (namelijk het ongedaan maken van een eerdere accijnsverlaging die in januari 2017 in werking was getreden). De gevolgen van de genomen maatregelen voor de begroting blijven dus significant achter bij het vereiste in de aanbeveling van de Raad. |
|
(5) |
Op basis van de najaarsprognoses 2017 van de Commissie zal het structurele saldo in 2017 naar verwachting met 1,1 % van het bbp verslechteren tot een tekort van 3,3 %. Dit staat haaks op de aanbevolen structurele verbetering van 0,5 % van het bbp ten opzichte van 2016. De groei van de netto primaire overheidsuitgaven bedroeg 4,9 %, ruim boven de uitgavenbenchmark van 3,3 %. Deze verslechtering ten opzichte van 2016 was het gevolg van verlagingen van de indirecte belastingen aan het begin van het jaar, meer bepaald van btw en accijnzen, en van verhogingen van de ambtenarensalarissen en de sociale uitkeringen in de loop van het jaar. Sinds de aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017 hebben de verhoging van de accijnzen voor energieproducten naar het vroegere niveau van 2016 en de lagere overheidsinvesteringen in de begrotingswijizging van september 2017 een positief effect gehad op het begrotingstekort, maar het effect daarvan werd grotendeels tenietgedaan door de ook in de gewijzigde begroting opgenomen verhogingen van de ambtenarensalarissen. |
|
(6) |
Op grond daarvan luidt de conclusie dat de reactie van Roemenië op de aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017 onvoldoende is geweest. De begrotingsinspanning blijft achter bij de jaarlijkse structurele aanpassing van 0,5 % van het bbp voor 2017, hetgeen overeenstemt met een nominaal stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven van ten hoogste 3,3 % in 2017, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Roemenië heeft geen doeltreffende maatregelen genomen in reactie op de aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot Roemenië.
Gedaan te Brussel, 5 december 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
T. TÕNISTE
(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) De netto overheidsuitgaven omvatten de totale overheidsuitgaven zonder rekening te houden met rente-uitgaven, uitgaven in het kader van programma's van de Unie die volledig met inkomsten uit fondsen van Unie worden gefinancierd en niet-discretionaire veranderingen in de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Nationaal gefinancierde bruto-investeringen in vaste activa worden gespreid over een periode van vier jaar. Discretionaire inkomstenmaatregelen of inkomstenverhogingen die bij wet worden vastgesteld, tellen mee en eenmalige maatregelen aan zowel de inkomsten- als uitgavenzijde tellen niet mee.
|
20.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/51 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/2390 VAN DE COMMISSIE
van 15 december 2017
inzake de overeenstemming van het eenheidstarief voor de heffingszone Zwitserland voor 2017 met artikel 17 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 8498)
(Slechts de teksten in de Duitse, de Franse en de Italiaanse taal zijn authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (1) (hierna de „overeenkomst” genoemd),
Gezien Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtvaartnavigatiedienstenverordening) (2) en met name artikel 16, lid 1, alsmede Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten (3), en met name artikel 17, lid 1, onder e),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 is een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten vastgesteld. Het gemeenschappelijke heffingenstelsel moet integraal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de prestatieregeling die is vastgesteld krachtens artikel 11 van Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie (5). |
|
(2) |
Bij Uitvoeringsbesluit 2014/132/EU van de Commissie (6) zijn de EU-wijde prestatiedoelen vastgesteld, inclusief een kosteneffectiviteitsdoelstelling voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten, uitgedrukt in de vastgestelde eenheidskosten voor de verlening van deze diensten, voor de tweede referentieperiode, die loopt van 2015 tot en met 2019. |
|
(3) |
Artikel 17, lid 1, onder b) en c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 voorziet in de beoordeling door de Commissie van de eenheidstarieven voor heffingszones voor 2017, die de lidstaten uiterlijk op 1 juni 2016 bij de Commissie moesten indienen overeenkomstig de verplichtingen uit hoofde van artikel 9, leden 1 en 2, van die verordening. Bij die toetsing wordt gecontroleerd of de eenheidstarieven in overeenstemming zijn met de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013. |
|
(4) |
De Commissie heeft haar beoordeling van de eenheidstarieven uitgevoerd met ondersteuning van de Performance Review Unit van Eurocontrol, waarbij gebruik is gemaakt van de gegevens en aanvullende informatie die de lidstaten per 1 november 2016 hadden verstrekt. Bij haar beoordeling heeft de Commissie ook rekening gehouden met de uitleg en de correcties voorafgaand aan de overlegvergadering over de eenheidstarieven voor 2017 voor en-routediensten, die op 23 november 2016 heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013, alsook met de correcties die de lidstaten aan de eenheidstarieven hebben aangebracht na de daaropvolgende contacten met de Commissie. |
|
(5) |
Op basis van die beoordeling is de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder d), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 tot de bevinding gekomen dat het door Zwitserland ingediende eenheidstarief voor en-routeheffingszones voor 2017 in overeenstemming is met Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013. |
|
(6) |
De vaststelling en kennisgeving van het feit dat de tarieven voor heffingszones in overeenstemming zijn met Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 doet geen afbreuk aan artikel 16 van Verordening (EG) nr. 550/2004. |
|
(7) |
Volgens de laatste alinea van artikel 17, lid 1, worden de eenheidstarieven vastgesteld in de nationale munteenheid. De eenheidstarieven in dit besluit zijn derhalve uitgedrukt in Zwitserse frank. |
|
(8) |
De Commissie heeft Zwitserland geraadpleegd over dit besluit, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de overeenkomst, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het eenheidstarief voor 2017 van 113,86 voor de en-routeheffingszone Zwitserland is in overeenstemming met Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 (EU) nr. 391/2013.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Zwitserse Bondsstaat.
Gedaan te Brussel, 15 december 2017.
Voor de Commissie
Violeta BULC
Lid van de Commissie
(1) PB L 114 van 30.4.2002, blz. 73.
(2) PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10.
(3) PB L 128 van 9.5.2013, blz. 31.
(4) Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (de „kaderverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (PB L 128 van 9.5.2013, blz. 1).
(6) Uitvoeringsbesluit 2014/132/EU van de Commissie van 11 maart 2014 tot vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelstellingen voor het Europees netwerk voor luchtverkeersbeheer en de alarmdrempels voor de tweede referentieperiode 2015-2019 (PB L 71 van 12.3.2014, blz. 20).