ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 320

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
6 december 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2235 van de Commissie van 4 december 2017 tot afwijking van de Verordeningen (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 969/2006 en (EG) nr. 1067/2008, de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/2081 en (EU) 2017/2200, Verordening (EG) nr. 1964/2006, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 en Verordening (EG) nr. 1918/2006 wat betreft de voor 2018 geldende datums voor de indiening van invoercertificaataanvragen en de afgifte van invoercertificaten in het kader van de tariefcontingenten voor granen, rijst en olijfolie

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2236 van de Commissie van 5 december 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3199/93 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns

6

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/2237 van de Raad van 30 november 2017 tot benoeming van twee leden, voorgedragen door het Koninkrijk Zweden, van het Comité van de Regio's

10

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2238 van de Commissie van 5 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader dat in de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing is op designated contract markets en swap execution facilities ( 1 )

11

 

*

Besluit (EU) 2017/2239 van de Europese Centrale Bank van 16 november 2017 tot wijziging van Besluit (EU) 2016/2247 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2017/36)

18

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Besluit (EU) 2017/1246 van de Commissie van 7 juni 2017 tot goedkeuring van de afwikkelingsregeling voor Banco Popular Español S.A. ( PB L 178 van 11.7.2017 )

31

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

6.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2235 VAN DE COMMISSIE

van 4 december 2017

tot afwijking van de Verordeningen (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 969/2006 en (EG) nr. 1067/2008, de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/2081 en (EU) 2017/2200, Verordening (EG) nr. 1964/2006, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 en Verordening (EG) nr. 1918/2006 wat betreft de voor 2018 geldende datums voor de indiening van invoercertificaataanvragen en de afgifte van invoercertificaten in het kader van de tariefcontingenten voor granen, rijst en olijfolie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (1), en met name artikel 1,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2), en met name artikel 187, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Verordeningen (EG) nr. 2305/2003 (3), (EG) nr. 969/2006 (4) en (EG) nr. 1067/2008 (5) van de Commissie en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/2081 (6) en (EU) 2017/2200 (7) van de Commissie bevatten bijzondere bepalingen inzake de indiening van certificaataanvragen en de afgifte van certificaten voor de invoer van gerst in het kader van contingent 09.4126, van maïs in het kader van contingent 09.4131, van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit in het kader van de contingenten 09.4123, 09.4124, 09.4125 en 09.4133 en van bepaalde granen van oorsprong uit Oekraïne in het kader van de contingenten 09.4306, 09.4307, 09.4308, 09.4277, 09.4278 en 09.4279.

(2)

Verordening (EG) nr. 1964/2006 van de Commissie (8) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 van de Commissie (9) bevatten bijzondere bepalingen inzake de indiening van certificaataanvragen en de afgifte van certificaten voor de invoer van rijst van oorsprong uit Bangladesh in het kader van contingent 09.4517 en van breukrijst in het kader van contingent 09.4079.

(3)

Verordening (EG) nr. 1918/2006 van de Commissie (10) bevat bijzondere bepalingen inzake de indiening van certificaataanvragen en de afgifte van certificaten voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië in het kader van contingent 09.4032.

(4)

Met het oog op de inachtneming van de betrokken contingenthoeveelheden moeten, in verband met de officiële feestdagen in 2018, voor bepaalde perioden datums voor de indiening van invoercertificaataanvragen en de afgifte van invoercertificaten worden vastgesteld die afwijken van de Verordeningen (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 969/2006 en (EG) nr. 1067/2008, van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/2081 en (EU) 2017/2200, van Verordening (EG) nr. 1964/2006, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 en Verordening (EG) nr. 1918/2006.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Granen

1.   In afwijking van artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2305/2003 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor gerst in het kader van contingent 09.4126 meer worden ingediend na vrijdag 14 december 2018, om 13 uur Brusselse tijd.

2.   In afwijking van artikel 3, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2305/2003 worden voor 2018 de invoercertificaten voor gerst in het kader van contingent 09.4126 waarvoor de aanvragen in de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (11) genomen maatregelen.

3.   In afwijking van artikel 4, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 969/2006 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor maïs in het kader van contingent 09.4131 meer worden ingediend na vrijdag 14 december 2018, om 13 uur Brusselse tijd.

4.   In afwijking van artikel 4, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 969/2006 worden voor 2018 de invoercertificaten voor maïs in het kader van contingent 09.4131 waarvoor de aanvragen in de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen.

5.   In afwijking van artikel 4, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1067/2008 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit in het kader van de contingenten 09.4123, 09.4124, 09.4125 en 09.4133 meer worden ingediend na vrijdag 14 december 2018, om 13 uur Brusselse tijd.

6.   In afwijking van artikel 4, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1067/2008 worden voor 2018 de invoercertificaten voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit in het kader van de contingenten 09.4123, 09.4124, 09.4125 en 09.4133 waarvoor de aanvragen in de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen.

7.   In afwijking van artikel 2, lid 1, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2081 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor granen van oorsprong uit Oekraïne in het kader van de contingenten 09.4306, 09.4307 en 09.4308 meer worden ingediend na vrijdag 14 december 2018, om 13 uur Brusselse tijd.

8.   In afwijking van artikel 2, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2081 worden voor 2018 de invoercertificaten voor granen van oorsprong uit Oekraïne in het kader van de contingenten 09.4306, 09.4307 en 09.4308 waarvoor de aanvragen in de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen.

9.   In afwijking van artikel 2, lid 1, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2200 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor granen van oorsprong uit Oekraïne in het kader van de contingenten 09.4277, 09.4278 en 09.4279 meer worden ingediend na vrijdag 14 december 2018, om 13 uur Brusselse tijd.

10.   In afwijking van artikel 2, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2200 worden voor 2018 de invoercertificaten voor granen van oorsprong uit Oekraïne in het kader van de contingenten 09.4277, 09.4278 en 09.4279 waarvoor de aanvragen in de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen.

Artikel 2

Rijst

1.   In afwijking van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1964/2006 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor rijst van oorsprong uit Bangladesh in het kader van contingent 09.4517 meer worden ingediend na vrijdag 7 december 2018, om 13 uur Brusselse tijd.

2.   In afwijking van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1964/2006 worden voor 2018 de invoercertificaten voor rijst van oorsprong uit Bangladesh in het kader van contingent 09.4517 waarvoor de aanvragen in de in bijlage II bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen.

3.   In afwijking van artikel 2, lid 1, derde alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor breukrijst in het kader van contingent 09.4079 meer worden ingediend na 7 december 2018, om 13 uur Brusselse tijd.

4.   In afwijking van artikel 3, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 worden voor 2018 de invoercertificaten voor breukrijst in het kader van contingent 09.4079 waarvoor de aanvragen in de in bijlage II bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen.

Artikel 3

Olijfolie

1.   In afwijking van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1918/2006 mogen voor 2018 geen aanvragen voor invoercertificaten voor olijfolie van oorsprong uit Tunesië meer worden ingediend na dinsdag 11 december 2018.

2.   In afwijking van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1918/2006 worden de invoercertificaten voor olijfolie van oorsprong uit Tunesië waarvoor de aanvragen in de in bijlage III bij de onderhavige verordening vermelde perioden worden ingediend, afgegeven op de in die bijlage vermelde overeenkomstige datum, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij verstrijkt op 1 januari 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 4 december 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(3)  Verordening (EG) nr. 2305/2003 van de Commissie van 29 december 2003 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van gerst uit derde landen (PB L 342 van 30.12.2003, blz. 7).

(4)  Verordening (EG) nr. 969/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van maïs uit derde landen (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 44).

(5)  Verordening (EG) nr. 1067/2008 van de Commissie van 30 oktober 2008 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 290 van 31.10.2008, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2081 van de Commissie van 18 november 2015 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde granen van oorsprong uit Oekraïne (PB L 302 van 19.11.2015, blz. 81).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2200 van de Commissie van 28 november 2017 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van bepaalde granen uit Oekraïne (PB L 313 van 29.11.2017, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 1964/2006 van de Commissie van 22 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de opening en de wijze van beheer van een contingent voor de invoer van rijst van oorsprong uit Bangladesh overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3491/90 van de Raad (PB L 408 van 30.12.2006, blz. 19).

(9)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 00 (PB L 148 van 8.6.2012, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 1918/2006 van de Commissie van 20 december 2006 inzake de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor olijfolie van oorsprong uit Tunesië (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 84).

(11)  Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).


BIJLAGE I

Periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor granen

Datum van afgifte

Vrijdag 16 maart vanaf 13 uur tot en met vrijdag 23 maart 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf dinsdag 3 april 2018

Vrijdag 23 maart vanaf 13 uur tot en met vrijdag 30 maart 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf vrijdag 6 april 2018

Vrijdag 20 april vanaf 13 uur tot en met vrijdag 27 april 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf maandag 7 mei 2018

Vrijdag 27 april vanaf 13 uur tot en met vrijdag 4 mei 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf maandag 14 mei 2018

Vrijdag 3 augustus vanaf 13 uur tot en met vrijdag 10 augustus 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf maandag 20 augustus 2018

Vrijdag 19 oktober vanaf 13 uur tot en met vrijdag 26 oktober 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf maandag 5 november 2018


BIJLAGE II

Periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor rijst

Datum van afgifte

Vrijdag 16 maart vanaf 13 uur tot en met vrijdag 23 maart 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf donderdag 12 april 2018

Vrijdag 23 maart vanaf 13 uur tot en met vrijdag 30 maart 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf donderdag 12 april 2018

Vrijdag 20 april vanaf 13 uur tot en met vrijdag 27 april 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf donderdag 10 mei 2018

Vrijdag 27 april vanaf 13 uur tot en met vrijdag 4 mei 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf donderdag 17 mei 2018

Vrijdag 3 augustus vanaf 13 uur tot en met vrijdag 10 augustus 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf donderdag 23 augustus 2018

Vrijdag 19 oktober vanaf 13 uur tot en met vrijdag 26 oktober 2018 om 13 uur (plaatselijke tijd Brussel)

De eerste werkdag vanaf donderdag 8 november 2018


BIJLAGE III

Periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor olijfolie

Datum van afgifte

Maandag 26 of dinsdag 27 maart 2018

De eerste werkdag vanaf vrijdag 6 april 2018

Maandag 7 of dinsdag 8 mei 2018

De eerste werkdag vanaf vrijdag 18 mei 2018

Maandag 13 of dinsdag 14 augustus 2018

De eerste werkdag vanaf woensdag 22 augustus 2018

Maandag 29 of dinsdag 30 oktober 2018

De eerste werkdag vanaf donderdag 8 november 2018


6.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2236 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3199/93 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (1), en met name artikel 27, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 27, lid 1, onder a), van Richtlijn 92/83/EEG dienen de lidstaten vrijstelling van accijns te verlenen voor alcohol die volledig gedenatureerd is overeenkomstig de voorschriften van eender welke lidstaat, mits deze voorschriften naar behoren zijn aangemeld en aanvaard overeenkomstig de leden 3 en 4 van dat artikel.

(2)

De denatureringsmiddelen die in iedere lidstaat worden gebruikt om alcohol volledig te denatureren overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder a), van Richtlijn 92/83/EEG, zijn beschreven in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 3199/93 (2) van de Commissie.

(3)

Op 8 juni 2017 heeft Roemenië de Commissie mededeling gedaan van het denatureringsmiddel voor de volledige denaturering van alcohol dat het voornemens is vanaf 1 september 2017 te gebruiken voor de toepassing van artikel 27, lid 1, onder a).

(4)

Op 14 juni 2017 heeft de Commissie de andere lidstaten in kennis gesteld van deze mededeling.

(5)

Op 5 juli 2017 heeft Bulgarije de Commissie mededeling gedaan van het denatureringsmiddel voor de volledige denaturering van alcohol dat het voornemens is vanaf 1 augustus 2017 te gebruiken voor de toepassing van artikel 27, lid 1, onder a).

(6)

Op 7 juli 2017 heeft de Commissie de andere lidstaten in kennis gesteld van deze mededeling.

(7)

De Commissie heeft geen bezwaren ontvangen.

(8)

Omwille van de rechtszekerheid moet deze verordening met spoed in werking treden.

(9)

Verordening (EG) nr. 3199/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Accijnscomité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 3199/93 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 december 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 316 van 31.10.1992, blz. 21.

(2)  Verordening (EG) nr. 3199/93 van de Commissie van 22 november 1993 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns (PB L 288 van 23.11.1993, blz. 12).


BIJLAGE

BIJLAGE

Lijst van producten met hun CAS-nummer (Chemical Abstracts Service), die voor de volledige denaturering van alcohol mogen worden gebruikt.

Aceton

CAS: 67-64-1

Denatoniumbenzoaat

CAS: 3734-33-6

Ethanol

CAS: 64-17-5

Ethyl(tert-butyl)ether

CAS: 637-92-3

Fluoresceïne

CAS: 2321-07-5

Benzine (inclusief ongelode benzine)

CAS: 86290-81-5

Isopropylalcohol

CAS: 67-63-0

Kerosine

CAS: 8008-20-6

Lampolie

CAS-nr.: 64742-47-8 en 64742-48-9

Methanol

CAS: 67-56-1

Methylethylketon (2-butanon)

CAS: 78-93-3

Methylisobutylketon

CAS: 108-10-1

Methyleenblauw (52015)

CAS: 61-73-4

Solventnafta

CAS: 8030-30-6

Terpentijnolie

CAS: 8006-64-2

Petroleum (technisch)

CAS: 92045-57-3

De uitdrukking „absolute ethanol” in deze bijlage heeft dezelfde betekenis als de uitdrukking „absolute alcohol” die wordt gebruikt door de International Union of Pure and Applied Chemistry.

In alle lidstaten mag aan de gedenatureerde alcohol een kleurstof worden toegevoegd om hem een karakteristieke kleur te geven zodat hij onmiddellijk kan worden herkend.

I.   Gemeenschappelijke denatureringsprocedure voor volledig gedenatureerde alcohol die wordt gebruikt in België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Finland:

Per hectoliter absolute ethanol:

1,0 liter isopropylalcohol,

1,0 liter methylethylketon,

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

II.   Hogere concentratie bij de gemeenschappelijke denatureringsprocedure voor volledig gedenatureerde alcohol die wordt gebruikt in de volgende lidstaten:

Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk

Per hectoliter absolute ethanol:

3,0 liter isopropylalcohol,

3,0 liter methylethylketon,

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

Kroatië

Per hectoliter absolute ethanol:

Minimaal:

1,0 liter isopropylalcohol,

1,0 liter methylethylketon,

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

Zweden

Per hectoliter absolute ethanol:

1,0 liter isopropylalcohol,

2,0 liter methylethylketon,

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

III.   Aanvullende denatureringsprocedures voor volledige gedenatureerde alcohol die in bepaalde lidstaten worden gebruikt:

Per hectoliter absolute ethanol een van de volgende formules:

Tsjechië

1.

0,4 liter solventnafta,

0,2 liter kerosine,

0,1 liter petroleum (technisch).

2.

3,0 liter ethyl(tert-butyl)ether,

1,0 liter isopropylalcohol,

1,0 liter ongelode benzine,

10 milligram fluoresceïne.

Griekenland

Uitsluitend alcohol van lage kwaliteit (residuen verkregen in de begin- en eindfase van de distillatie) met een alcoholgehalte van niet minder dan 93 % volume en niet meer dan 96 % volume kan worden gedenatureerd.

Per hectoliter gehydrateerde alcohol van 93 % volume worden de volgende stoffen toegevoegd:

2,0 liter methanol,

1,0 liter terpentijnolie,

0,50 liter lampolie,

0,40 gram methyleenblauw.

Bij een temperatuur van 20 °C moet het eindproduct in ongewijzigde toestand 93 % volume bereiken.

Finland — toegestaan tot en met 31 december 2018

Per hectoliter absolute ethanol een van de volgende formules:

1.

2,0 liter methylethylketon,

3,0 liter methylisobutylketon.

2.

2,0 liter aceton,

3,0 liter methylisobutylketon.


BESLUITEN

6.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/10


BESLUIT (EU) 2017/2237 VAN DE RAAD

van 30 november 2017

tot benoeming van twee leden, voorgedragen door het Koninkrijk Zweden, van het Comité van de Regio's

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Zweedse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) vastgesteld, waarbij de leden en plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 worden benoemd. Bij Besluit (EU) 2015/1203 van de Raad (4) is mevrouw Monalisa NORMANN op 20 juli 2015 als lid vervangen door de heer Joakim LARSSON.

(2)

In het Comité van de Regio's zijn twee zetels van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijnen van mevrouw Heléne FRITZON en de heer Joakim LARSSON,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, tot leden benoemd:

Mevrouw Katrin STJERNFELDT JAMMEH, Malmö kommun,

Mevrouw Agneta GRANSTRÖM, Norrbottens läns landsting.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 30 november 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

K. SIMSON


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).

(4)  Besluit (EU) 2015/1203 van de Raad van 20 juli 2015 houdende benoeming van drie Zweedse leden en zes Zweedse plaatsvervangers van het Comité van de Regio's (PB L 195 van 23.7.2015, blz. 44).


6.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/11


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/2238 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2017

betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader dat in de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing is op designated contract markets en swap execution facilities

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 28, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 600/2014 bepaalt dat in de Unie gevestigde financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die de in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde clearingdrempel overschrijden, transacties in derivaten die behoren tot een klasse van derivaten waarop de handelsverplichting van toepassing is, uitsluitend mogen verrichten op gereglementeerde markten, multilaterale handelsfaciliteiten (multilateral trading facilities of MTF's), georganiseerde handelsfaciliteiten (organised trading facilities of OTF's), en door de Commissie als gelijkwaardig beschouwde handelsplatformen van derde landen. Het desbetreffende derde land moet beschikken over een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van handelsplatformen waaraan op grond van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) vergunning is verleend.

(2)

De in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014 vastgestelde procedure voor de erkenning van handelsplatformen in derde landen moet in de Unie gevestigde financiële tegenpartijen en bepaalde niet-financiële tegenpartijen in staat stellen transacties met derivaten waarop de handelsverplichting van toepassing is uit te voeren op handelsplatformen in derde landen die als gelijkwaardig zijn erkend. De erkenningsprocedure en het gelijkwaardigheidsbesluit verhogen dus de transparantie van de handel in derivaten, zelfs wanneer de handel plaatsvindt op handelsplatformen in derde landen.

(3)

Gezien het feit dat de partijen bij de G20-top in Pittsburgh op 25 september 2009 zijn overeengekomen dat de handel in gestandaardiseerde otc-derivatencontracten moet worden verplaatst naar beurzen of elektronische handelsplatformen, is het passend te voorzien in een geschikt gamma in aanmerking komende platformen waarop krachtens dat akkoord de handel kan plaatsvinden. De gelijkwaardigheidsbepalingen moeten worden gelezen in het licht van de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 600/2014, met name haar bijdrage tot de instelling en de werking van de interne markt, de integriteit van de markt, de bescherming van investeerders en de financiële stabiliteit. In Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt bovendien de noodzaak benadrukt om met betrekking tot bepaalde vereisten één set regels vast te stellen die voor alle instellingen gelden, en om potentiële reguleringsarbitrage te voorkomen. Wanneer de Unie bepaalt op welke gestandaardiseerde otc-derivatencontracten de handelsverplichting van toepassing is, dient zij er daarom voor te zorgen dat voor de uitvoering van de handelsverplichting voldoende geschikte handelsplatformen worden ontwikkeld, ook in de EU.

(4)

Overeenkomstig artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 600/2014 kunnen handelsplatformen van derde landen als gelijkwaardig worden erkend mits zij voldoen aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten voor handelsplatformen voortkomend uit Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4), en in dat derde land onderworpen zijn aan effectieftoezicht en effectieve handhaving. Dit moet worden gelezen in het licht van de doelstellingen van die handeling, met name haar bijdrage tot de instelling en de werking van de interne markt, de integriteit van de markt, de bescherming van investeerders en tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, de financiële stabiliteit.

(5)

Op de handelsplatformen voor swaps die in de Verenigde Staten van Amerika (VS) actief zijn, worden grote volumes in dollar luidende swaps verhandeld, en het is voor een efficiënt risicobeheer van belang dat EU-ondernemingen tot deze liquiditeit toegang kunnen krijgen. Gezien het belang van de Amerikaanse swaphandelsplatformen voor de werking van de EU-markt en de gevolgen ervan op de financiële stabiliteit, moeten in deze context handelsplatformen voor swaps die in de VS actief zijn, worden erkend. Dit besluit is gebaseerd op een gedetailleerde beoordeling van het wettelijke en toezichtskader voor swaphandelsplatformen krachtens de Commodity Exchange Act (CEA) van de VS en de bijbehorende uitvoeringsverordeningen, met bijzondere aandacht voor de integriteit en de transparantie van de markt.

(6)

Deze gelijkwaardigheidsbeoordeling moet zekerheid verschaffen dat het wettelijke en toezichtskader van de CEA en de uitvoeringsverordeningen waarborgen dat in de VS gevestigde en door de Commodity Futures Trading Commission (CFTC) erkende designated contract markets (DCM's) en swap execution facilities (SEF's) onderworpen zijn aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten voor handelsplatformen voortvloeiend uit Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 596/2014 en Verordening (EU) nr. 600/2014, en gebaseerd zijn op de criteria in artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 600/2014. Uit deze gelijkwaardigheidsbeoordeling moet bovendien ook blijken of de DCM's en de SEF's in dat derde land onderworpen zijn aan effectief toezicht en effectieve handhaving.

(7)

De wettelijk bindende vereisten voor in de VS erkende DCM's zijn in de CEA bepaald in de vorm van een op beginselen gebaseerd rechtskader voor de werking van DCM's. De vereisten van de CEA voor DCM's omvatten 23 centrale beginselen. Deze beginselen hebben rechtskracht en de DCM's moeten deze vanaf de toelating voortdurend in acht nemen. De DCM's moeten tevens voldoen aan de toepasselijke regulations van de CFTC (CFR), waarin de vereisten voor de werking als DCM worden bepaald.

(8)

De wettelijk bindende vereisten voor in de VS erkende SEF's zijn in de CEA bepaald in de vorm van een op beginselen gebaseerd rechtskader. De activiteiten van SEF's vallen onder Section 5 van de CEA, dat door Section 733 van de Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act voor de handel in en de verwerking van swaps is toegevoegd. Section 5h van de CEA stelt 15 centrale beginselen voor SEF's vast. Om een registratie bij de CFTC te verkrijgen en te behouden, moeten de SEF's aan de 15 centrale beginselen voldoen. SEF's moeten bovendien vanaf de toelating voortdurend aan de op SEF's toepasselijke CFTC-regulations voldoen.

(9)

In artikel 28, lid 4, onder a) tot en met d), van Verordening (EU) nr. 600/2014 zijn vier voorwaarden vastgesteld waaraan moet worden voldaan om te bepalen dat het wettelijke en toezichtskader van een derde land met betrekking tot de handelsplatformen waaraan een vergunning is verleend, gelijkwaardig is aan dat van Verordening (EU) nr. 600/2014 en Richtlijn 2014/65/EU.

(10)

Volgens de eerste voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten handelsplatformen van derde landen een vergunning hebben en doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving worden onderworpen.

(11)

Om als DCM actief te kunnen zijn, moet een kandidaat bij de CFTC een aanstelling aanvragen en moet hij aantonen dat de toepasselijke bepalingen van de CEA en de CFTC-regulations worden nageleefd. Ook om als SEF actief te kunnen zijn moet een kandidaat bij de CFTC worden geregistreerd en moet hij aantonen dat de toepasselijke bepalingen van de CEA en de CFTC-regulations worden nageleefd. De CFTC is krachtens Sections 5 en 5h van de CEA, en 7 USC 7 en 7 USC 7b-3 bevoegd voor het regelgevend toezicht op DCM's en SEF's. Om door de CFTC aangesteld te worden, moet een DCM voldoen aan de 23 centrale beginselen voor DCM's in de CEA en aan alle vereisten die de CFTC via regels en verordeningen kan opleggen. Om door de CFTC geregistreerd te worden, moet een SEF voldoen aan de 15 centrale beginselen voor SEF's in de CEA en aan alle vereisten die de CFTC via regels en verordeningen kan opleggen. DCM's moeten een handelsfaciliteit exploiteren, waarmee in het kader van de CEA in de regel wordt gedoeld op een multilateraal systeem waarbinnen deelnemers de mogelijkheid hebbentransacties uit te voeren volgens niet-discretionaire regels. DCM's moeten leden onpartijdige toegang aanbieden tot hun markten en diensten. De toegangscriteria moeten onpartijdig en transparant zijn en moeten op niet-discriminerende wijze worden toegepast. Bovendien moeten DCM's op grond van de CEA- en CFTC-regulations voldoen aan organisatorische voorschriften met betrekking tot corporate governance, beleid inzake belangenconflicten, risicobeheer, billijke en ordelijke handel, veerkracht van het handelssysteem, clearing- en afwikkelingsregelingen, toelating tot de handel en monitoring van de naleving. Al deze voorwaarden moeten permanent nageleefd worden. SEF's zijn handelsplatformen voor swaps die op multilaterale basis werken. SEF's moeten in aanmerking komende contractpartijen onpartijdige toegang verlenen tot hun markten en diensten en moeten beschikken over onpartijdige en transparante toegangscriteria die billijk en niet-discriminerend worden toegepast. Ook SEF's moeten voldoen aan organisatorische voorschriften met betrekking tot corporate governance, beleid inzake belangenconflicten, risicobeheer, billijke en ordelijke handel, veerkracht van het handelssysteem, clearing- en afwikkelingsregelingen, toelating tot de handel en monitoring van de naleving. Al deze voorwaarden moeten permanent nageleefd worden.

(12)

DCM's en SEF's moeten voor hun activiteiten regels opstellen, die onder meer misbruikpraktijken in de handel verbieden en zorgen voor de naleving van deze regels. Deze regels en de wijzigingen daarvan worden door de CFTC beoordeeld om ervoor te zorgen dat zij in overeenstemming zijn met de regels van de CEA en de CFTC-regulations. DCM's en SEF's moeten over voldoende capaciteit beschikken om schendingen van DCM- of SEF-regels op te sporen, te onderzoeken en daaraan passende sancties te verbinden. DCM's en SEF's mogen een beroep doen op reguleringsdiensten van derden voor bijstand bij de naleving van de toepasselijke vereisten van de CEA en de CFTC-regulations. Ook wanneer DCM's en SEF's voor regelgevende diensten een beroep doen op een dergelijke derde, blijven zij verantwoordelijk voor de naleving van hun wettelijke en reglementaire verplichtingen.

(13)

De CFTC heeft met betrekking tot DCM's en SEF's ook permanente toezichts- en handhavingsverantwoordelijkheden. Om de naleving van de wettelijke en reglementaire vereisten inzake toezicht op handelspraktijken, markttoezicht, auditspoor en disciplinaire programma's van de DCM te beoordelen, worden periodieke Rule Enforcement Reviews (RER's) georganiseerd. Voor de SEF's wordt momenteel een gelijkaardig programma ontwikkeld. Section 8, onder a), 1), van de CEA verleent de CFTC ruime onderzoeksbevoegdheden om de naleving van de CEA en de CFTC-regulations te waarborgen. Krachtens Sections 5e, 6(b), 6b en 6c(a) van de CEA kan de CFTC ook burgerrechtelijke handhavingsmaatregelen treffen om de schendingen van de CEA of de CFTC-regulations te beëindigen en andere billijke schadeloosstelling en boeten op te leggen: bestuursrechtelijke handhavingsprocedures inleiden, de aanstelling van een DCM of de registratie van een SEF opschorten of intrekken, en bij schending van de CEA of CFTC-regulations tegen een DCM of een SEF een vordering tot staking instellen. Krachtens Section 6(c) van de CEA is de CFTC voor de handhaving van de CEA of ten behoeve van onderzoek of procedures bevoegd eden en verklaringen onder ede af te nemen, getuigen op te roepen, hun verschijning af te dwingen, bewijs op te nemen en de overlegging te verlangen van boeken, briefwisseling, nota's en andere documentatie.

(14)

Daarom kan worden geconcludeerd dat DCM's en SEF's vergunningsplichtig zijn en doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving onderworpen zijn.

(15)

Volgens de tweede voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten handelsplatformen van derde landen beschikken over duidelijke en transparante regels voor de toelating van financiële instrumenten tot de handel om ervoor te zorgen dat dergelijke financiële instrumenten op billijke, ordelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld en vrij verhandelbaar zijn.

(16)

DCM's en SEF's mogen geen nieuwe derivatencontracten noteren die niet voldoen aan de CEA en de CFTC-regulations, die een billijke, ordelijke en efficiënte handel waarborgen. Voor de handhaving worden alle DCM's en SEF's verplicht nieuwe contracten bij de CFTC aan te melden voordat zij worden genoteerd, hetzij om door de CFTC te worden goedgekeurd, hetzij met een certificering van de DCM of de SEF dat het contract in overeenstemming is met de CEA en de CFTC-regulations. De aanmelding gaat vergezeld van een toelichting en een analyse van het derivatencontract en de overeenstemming ervan met de toepasselijke vereisten, met inbegrip van de vereiste van de CEA dat de DCM of de SEF enkel contracten noteert die niet gemakkelijk te manipuleren zijn. In de CFTC-richtsnoeren om aan deze wettelijke verplichting te voldoen, is bepaald dat de DCM of de SEF bij in contanten afgewikkelde swapcontracten onder andere rekening dient te houden met de betrouwbaarheid van de contante koers als een indicator van de contante marktwaarde, en met de commerciële aanvaardbaarheid, de openbare beschikbaarheid en de actualiteit van de voor de berekening van de contante koers gebruikte koersreeks. Die richtsnoeren geven ook weer wat voor de CFTC een aanvaardbare specificatie van contractbepalingen en voorwaarden inhoudt. De DCM en de SEF moeten de voorwaarden van een bij de CFTC aangemeld derivatencontract op het ogenblik van die aanmelding voor het publiek beschikbaar maken. De aan de notering voorafgaande aanmeldingsplicht en de CFTC-vereisten inzake de kenmerken van het contract dragen ertoe bij dat de derivatencontracten billijk, ordelijk en efficiënt kunnen worden verhandeld. De CFTC-richtsnoeren helpen de CFTC om te beoordelen of een DCM of een SEF de voorschriften van de centrale beginselen naleeft.

(17)

DCM's moeten zorgen voor een concurrerende, open en doeltreffende markt en voor een mechanisme om transacties uit te voeren waarbij de prijsvorming van de handel in de gecentraliseerde markt van de DCM wordt beschermd. In overeenstemming met dit voorschrift moeten alle DCM's gebruikmaken van central limit order books waarin de bied- en laatkoers worden weergegeven. Daarnaast publiceren de DCM's koersinformatie op hun publieke website. SEF-transacties met swaps waarop de CFTC-handelsverplichting van toepassing is en die geen blokhandel vormen, moeten worden uitgevoerd volgens een orderboek, zoals gedefinieerd in de CFTC-regulations, of volgens een prijsaanvraagsysteem (request-for-quote) dat werkt in combinatie met een orderboek. Een request-for-quotesysteem wordt in de CFTC-regulations gedefinieerd als een handelssysteem of -platform waarbij een marktdeelnemer een prijsaanvraag voor de aankoop of de verkoop van een specifiek instrument indient bij ten minste drie marktdeelnemers in het handelssysteem of -platform, die daar allemaal op kunnen reageren. Voorts moeten openbaar aan te melden swaptransacties (publicly reportable swap transaction) volgens Part 43 van de CFTC-regulations in een bij de CFTC geregistreerde swapgegevensbank (swap data repository of SDR) worden gemeld zodra dat na de uitvoering van de transactie technisch mogelijk is. Bij openbaar aan te melden swaptransacties die worden uitgevoerd op een DCM of een SEF, of volgens de regels daarvan, moet de SDR ervoor zorgen dat de swaptransacties en de door de DCM of SEF doorgegeven prijsgegevens na ontvangst openbaar worden gemaakt zodra dat technisch mogelijk is, tenzij de swap is uitgesteld. Bij openbaar aan te melden swaptransacties die een bepaalde grootte overschrijden, moet de SDR de bekendmaking van gegevens over de swaptransactie en de prijsgegevens uitstellen.

(18)

Daarom kan worden geconcludeerd dat DCM's en SEF's beschikken over duidelijke en transparante regels om financiële instrumenten tot de handel toe te laten, zodat dergelijke financiële instrumenten op billijke, ordelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld en vrij verhandelbaar zijn.

(19)

Volgens de derde voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder c), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten emittenten van financiële instrumenten onderworpen zijn aan periodieke en doorlopende informatie-eisen die een hoge mate van beleggersbescherming garanderen.

(20)

Gezien de aard en de kenmerken van de op DCM's en SEF's genoteerde derivatencontracten, en met name het feite dat de onderliggende activa voornamelijk grondstoffen, rentevoeten of valuta's zijn, kan de derde voorwaarde niet worden toegepast op de meeste via DCM's en SEF's verhandelde opties en swaps. Dit voorschrift kan niet van toepassing zijn op derivatencontracten zonder aandelen als onderliggende activa. Voor derivaten waarop de handelsverplichting van toepassing is, zoals swaps met rentevoeten als onderliggende activa, is er geen onderneming die relevante financiële verslagen kan uitbrengen. De emittenten van derivatencontracten hebben echter een informatieplicht wanneer de onderliggende activa effecten zijn. In de VS zou dit enkel van belang zijn voor opties op effecten of voor op effecten gebaseerde swaps. Opties op effecten kunnen enkel worden verhandeld op een effectenbeurs die onder het toezicht van de Securities and Exchange Commission (SEC) staat, en niet op DCM's of SEF's. Swaps op basis van effecten kunnen worden verhandeld op een uitvoeringsfaciliteit voor op effecten gebaseerde swaps, maar worden gereglementeerd door de SEC. Wanneer het onderliggende effect van een op effecten gebaseerde swap tot de handel op een nationale effectenbeurs in de VS is toegelaten, valt de emittent ervan onder de informatieplicht van Section 13(a) van de Exchange Act en moet hij jaarlijkse en tussentijdse financiële verslagen bekendmaken, waarvoor het juridische kader in de VS duidelijke, uitgebreide en specifieke informatieverplichtingen bevat, en waarvoor op de SEC-website door het EDGAR-systeem vrije en openbare toegang wordt gewaarborgd. Daardoor is nog steeds een hoge mate van beleggersbescherming gegarandeerd.

(21)

Volgens de vierde voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder d), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moet het kader in een derde land zorgen voor transparantie en integriteit van de markt door middel van regelgeving ter bestrijding van marktmisbruik in de vorm van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie.

(22)

In de CEA en de CFTC-regulations wordt een uitgebreid regelgevend kader vastgelegd om de integriteit van de markt te waarborgen en handel met voorwetenschap en marktmanipulatie te voorkomen. Dit kader machtigt de CFTC om handhavingsmaatregelen te treffen tegen op grond van dit kader verboden gedrag dat kan leiden tot de verstoring van de markten, zoals prijsmanipulatie en de verspreiding van misleidende informatie (CEA §§ 6(c) en 9(a)(2), §§ 180.1 en 180.2 van de CFTC-regulations), schendingen van de handelspraktijken (CEA §§ 4c(a)(1)-(2)), bepaalde verstorende praktijken die de ordelijke uitvoering van de transacties kunnen aantasten (CEA § 4c(a)(5)) en het gebruik of de poging tot gebruik van hulpmiddelen, regelingen of kunstgrepen met bedrieglijk oogmerk (CEA § 6(c)(1), 17 CFR § 180.1 van de CFTC-regulations). Ook de handel op basis van onrechtmatig verkregen voorwetenschap of met schending van een bestaande verplichting om belangrijke niet-publieke informatie bekend te maken, kan in strijd zijn met de CEA. DCM's en SEF's moeten hun markten monitoren om ertoe bij te dragen dat handelsactiviteiten doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving onderworpen zijn en om manipulatie die tot prijsverstoring of marktmanipulatie kan leiden, op te sporen en te voorkomen. Het RER-programma van de CFTC beoordeelt de toezichtsprogramma's en de disciplinaire programma's van de DCM's.Voor de SEF's wordt momenteel een gelijkaardig programma ontwikkeld. De CFTC kan bovendien steeds op eigen initiatief van een DCM of SEF het bewijs verlangen dat zij voldoen aan hun respectieve verplichtingen uit hoofde van de CEA of de CFTC-regulations.

(23)

Daarom kan worden geconcludeerd dat het in de VS op DCM's en SEF's toepasselijke kader zorgt voor transparantie en integriteit van de markt door middel van regelgeving ter bestrijding van marktmisbruik in de vorm van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie.

(24)

Daarom kan worden geconcludeerd dat DCM's en SEF's voldoen aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten voor handelsplatformen die voortvloeien uit Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 596/2014 en Verordening (EU) nr. 600/2014 en onderworpen zijn aan effectief toezicht en effectieve handhaving.

(25)

Overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 600/2014 kunnen handelsplatformen van derde landen als gelijkwaardig worden erkend op voorwaarde dat het derde land beschikt over een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van handelsplatformen waaraan op grond van Richtlijn 2014/65/EU vergunning is verleend om derivaten waarop een handelsverplichting van toepassing is verklaard, in dat derde land op niet-exclusieve basis tot de handel toe te laten of te verhandelen.

(26)

Krachtens Section 5h(g) van de CEA is de CFTC bevoegd om swap execution facilities vrij te stellen van registratie indien de CFTC oordeelt dat de faciliteiten door de nationale bevoegde autoriteit van het thuisland van de faciliteit op geconsolideerde wijze aan vergelijkbare en uitgebreide controle en reglementering worden onderworpen. Overeenkomstig Section 5h(g) is de CFTC bevoegd alle door de Commissie aangemelde gereglementeerde markten, MTF's en OTF's met één besluit vrij te stellen wanneer de CFTC heeft vastgesteld dat de aangemelde platformen op geconsolideerde wijze aan vergelijkbare en uitgebreide controle en reglementering worden onderworpen.

(27)

In een gemeenschappelijke verklaring van de voorzitter van de CFTC en de voor financiële diensten verantwoordelijke vicevoorzitter van de Europese Commissie wordt de benadering van de CFTC met betrekking tot de vrijstelling van EU-handelsplatformen uiteengezet. Het besluit wordt tevens aangevuld met samenwerkingsregelingen om te zorgen voor een effectieve uitwisseling van gegevens en coördinatie van toezichtsactiviteiten tussen de nationale bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de verlening van vergunningen aan en het toezicht op erkende EU-handelsplatformen en de CFTC.

(28)

Daarom kan worden geconcludeerd dat het wettelijke en toezichtskader van de VS voorziet in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van handelsplatformen waaraan op grond van Richtlijn 2014/65/EU vergunning is verleend om derivaten waarop een handelsverplichting van toepassing is verklaard op niet-exclusieve basis in de VS tot de handel toe te laten of te verhandelen.

(29)

Dit besluit bepaalt of handelsplatformen van derde landen in aanmerking kunnen komen om in de Unie gevestigde financiële en niet-financiële tegenpartijen aan hun handelsverplichting te laten voldoen wanneer zij derivaten verhandelen op een platform van derde landen. Dit besluit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor in de Unie gevestigde financiële en niet-financiële tegenpartijen om derivaten te verhandelen waarop de handelsverplichting overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 600/2014 inzake handelsplatformen van derde landen niet van toepassing is.

(30)

Dit besluit is gebaseerd op de op het moment van de vaststelling van dit besluit in de VS geldende juridisch bindende vereisten met betrekking tot DCM's en SEF`s. De Commissie moet op regelmatige basis blijven volgen hoe het wettelijke en toezichtskader voor deze handelsplatformen zich ontwikkelt, welke marktontwikkelingen zich voordoen, hoe de samenwerking tussen toezichthouders verloopt met betrekking tot het toezicht en de handhaving en of is voldaan aan de voorwaarden op basis waarvan dit besluit is vastgesteld.

(31)

De regelmatige beoordeling van het wettelijke en toezichtskader dat in de VS van toepassing is op DCM`s en SEF`s waaraan een vergunning is verleend, en van de ontwikkelingen van de markt, laat voor de Commissie de mogelijkheid onverlet om te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij dit besluit erkende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van dit besluit leiden.

(32)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt het wettelijke en toezichtskader van de Verenigde Staten van Amerika dat van toepassing is op de in de bijlage opgenomen designated contract markets en swap execution facilities waaraan een vergunning is verleend, geacht gelijkwaardig te zijn aan de bij Verordening (EU) nr. 600/2014 vastgestelde vereisten voor handelsplatformen als gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 5 december 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84.

(2)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(4)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).


BIJLAGE

Met handelsplatformen als gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU gelijkwaardig geachte designated contract markets:

a)

Cantor Futures Exchange, L.P.

b)

CBOE Futures Exchange, LLC

c)

Chicago Board of Trade (Board of Trade of the City of Chicago, Inc.)

d)

Chicago Mercantile Exchange, Inc.

e)

Commodity Exchange, Inc.

f)

Eris Exchange, LLC

g)

ICE Futures U.S., Inc.

h)

Minneapolis Grain Exchange, Inc.

i)

NASDAQ Futures, Inc.

j)

New York Mercantile Exchange, Inc.

k)

Nodal Exchange, LLC

l)

North American Derivatives Exchange, Inc.

m)

OneChicago LLC

n)

trueEX LLC

Met handelsplatformen als gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU gelijkwaardig geachte swap execution facilities:

a)

360 Trading Networks, Inc.

b)

Bats Hotspot SEF, LLC

c)

BGC Derivatives Markets, L.P.

d)

Bloomberg SEF LLC

e)

Chicago Mercantile Exchange, Inc.

f)

Clear Markets North America, Inc.

g)

DW SEF LLC

h)

FTSEF LLC

i)

GFI Swaps Exchange LLC

j)

GTX SEF LLC

k)

ICAP SEF (US) LLC

l)

ICE Swap Trade LLC

m)

LatAm SEF, LLC

n)

LedgerX LLC

o)

MarketAxess SEF Corporation

p)

Seed SEF LLC

q)

SwapEx LLC

r)

TeraExchange, LLC

s)

Thomson Reuters (SEF) LLC

t)

tpSEF Inc.

u)

Tradition SEF, Inc.

v)

trueEX LLC

w)

TW SEF LLC


6.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/18


BESLUIT (EU) 2017/2239 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 16 november 2017

tot wijziging van Besluit (EU) 2016/2247 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2017/36)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 26.2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit (EU) 2016/2247 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/35) (1) stelt regels vast voor het opstellen van de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB).

(2)

Het financiëlerapportagekader van de ECB moet worden verduidelijkt om te verzekeren dat de opstelling van haar jaarrekening strookt met algemeen aanvaarde controlenormen.

(3)

Besluit (EU) 2016/2247 (ECB/2016/35) moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit (EU) 2016/2247 (ECB/2016/35) wordt als volgt gewijzigd,

1)

In artikel 25 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   In uitzonderlijke omstandigheden, waarin de Raad van bestuur concludeert dat naleving van een vereiste van dit besluit niet zou resulteren in een getrouwe weergave van de jaarrekening, wijkt de ECB van dat vereiste af en onderbouwt dat in de toelichtingen bij de jaarrekening.”.

2)

Bijlage I wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 16 november 2017.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit (EU) 2016/2247 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2016 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/35) (PB L 347 van 20.12.2016, blz. 1).


BIJLAGE

Bijlage I bij Besluit (EU) 2016/2247 (ECB/2016/35) wordt als volgt vervangen:

BIJLAGE I

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

ACTIVA

 

Balanspost

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

1

Goud en goudvorderingen

Fysiek goud, d.w.z. baren, munten, platen, klompjes, in voorraad of „nog te ontvangen”. Niet-fysiek goud, zoals direct opvraagbare tegoeden op gouddepositorekeningen (niet-verbijzonderde rekeningen), termijndeposito's, alsmede goudvorderingen die voortkomen uit een van de volgende transacties: a) op- of afwaarderingen, en b) goudlocatie, of swaps gericht op het verkrijgen van fysiek goud met een ander goudgehalte, indien het verschil tussen vrijgave en ontvangst meer dan één werkdag is

Marktwaarde

2

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Vorderingen op wederpartijen buiten het eurogebied, inclusief internationale en supranationale instellingen en centrale banken van buiten het eurogebied luidende in vreemde valuta

 

2.1

Vorderingen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

a)

Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nationale quota minus de saldi in euro die ter beschikking staan van het IMF. Rekening nr. 2 van het IMF (eurorekening voor algemene beheerskosten) kan ofwel in deze positie worden opgenomen, ofwel onder de post „Verplichtingen jegens niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”

a)

Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

b)

Bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

Aangehouden SDR's (bruto)

b)

Bijzondere trekkingsrechten

Nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

c)

Overige vorderingen

Algemene leningsovereenkomsten, leningen krachtens bijzondere leningsovereenkomsten, deposito's in door het IMF beheerde trusts

c)

Overige vorderingen

Nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. die onder actiefpost 11.3 „Andere financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito's, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

b)

Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden eigenvermogensinstrumenten, allemaal uitgegeven door niet-ingezetenen van het eurogebied

b)

i)

Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

iv)

Verhandelbare eigenvermogensinstrumenten

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

c)

Externe leningen (deposito's) aan niet-ingezetenen van het eurogebied m.u.v. leningen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

c)

Externe leningen

Deposito's tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

d)

Overige externe activa

Bankbiljetten en munten die niet tot het eurogebied behoren

d)

Overige externe activa

Nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

3

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

a)

Beleggingen in effecten binnen het eurogebied m.u.v. effecten onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden eigenvermogensinstrumenten, allemaal uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied

a)

i)

Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

iv)

Verhandelbare eigenvermogensinstrumenten

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

b)

Andere vorderingen op ingezetenen van het eurogebied m.u.v. de vorderingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Leningen, deposito's, repotransacties met wederverkoopverplichting, diverse verstrekte leningen

b)

Overige vorderingen

Deposito's en overige kredietverlening tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

4

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in effecten en leningen

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. die onder actiefpost 11.3 „Andere financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito's, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effecten, luidende in euro

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde

b)

Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven eigenvermogensinstrumenten, promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties en geldmarktpapier

b)

i)

Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Marktprijs

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

iv)

Verhandelbare eigenvermogensinstrumenten

Marktprijs

c)

Leningen aan niet-ingezetenen van het eurogebied m.u.v. leningen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

c)

Leningen buiten het eurogebied

Deposito's tegen nominale waarde

d)

Effecten uitgegeven door entiteiten buiten het eurogebied m.u.v. effecten onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa” en actiefpost 7.1 „Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten”

Effecten uitgegeven door supranationale of internationale organisaties, bijv. de Europese Investeringsbank, ongeacht het land van vestiging en niet voor monetairbeleidsdoeleinden aangekocht

d)

i)

Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Marktprijs

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit uit hoofde van het Wisselkoersmechanisme-II (ERM-II)

Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden

Nominale waarde

5

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties

Post 5.1 tot en met 5.5: transacties volgens de respectieve monetairbeleidsinstrumenten beschreven in Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (1)

 

5.1

Basisherfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een wekelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van één week

Nominale waarde of repokostprijs

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, gewoonlijk met een maandelijkse frequentie en een langere looptijd dan die van de basisherfinancieringstransacties

Nominale waarde of repokostprijs

5.3

Finetuningtransacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting, uitgevoerd op ad-hocbasis met finetuningoogmerk

Nominale waarde of repokostprijs

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting die de structurele positie van het Eurosysteem t.o.v. de financiële sector beïnvloeden

Nominale waarde of repokostprijs

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

Faciliteit voor het verkrijgen van krediet tot de volgende ochtend tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet, op onderpand van beleenbare activa (permanente faciliteit)

Nominale waarde of repokostprijs

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

Aanvullend krediet voor kredietinstellingen op grond van waardestijgingen van onderliggende activa ten behoeve van ander aan deze kredietinstellingen verleend krediet

Nominale waarde of kostprijs

6

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito's, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Effecten van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”, waaronder begrepen transacties die het gevolg zijn van de omzetting van de voormalige deviezenreserves van het eurogebied, en overige vorderingen. Correspondentrekeningen bij kredietinstellingen die in het buitenland zijn gevestigd, maar binnen het eurogebied. Overige vorderingen en transacties die niet samenhangen met monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem

Nominale waarde of kostprijs

7

Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

7.1

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten (waaronder voor monetairbeleidsdoeleinden aangekochte effecten die zijn uitgegeven door supranationale of internationale organisaties of multilaterale ontwikkelingsbanken, ongeacht het land van vestiging). Voor finetuning aangekochte schuldbewijzen van de Europese Centrale Bank (ECB)

a)

Verhandelbare schuldbewijzen

Verantwoord afhankelijk van monetairbeleidsoverwegingen:

i)

Marktprijs

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

ii)

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering (kostprijs wanneer de waardevermindering wordt gedekt door een voorziening onder passiefpost 13 b) „Voorzieningen”)

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

b)

Niet-verhandelbare schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

7.2

Overige effecten

Effecten m.u.v. effecten onder actiefpost 7.1 „Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten” en onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”; promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier dat op termijnbasis („outright”) wordt aangehouden, waaronder begrepen overheidsobligaties van vóór de Economische Monetaire Unie (EMU), luidende in euro. Eigenvermogensinstrumenten

a)

Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Marktprijs

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

b)

Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

c)

Niet-verhandelbare schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

d)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

8

Overheidsschuld, luidende in euro

Vorderingen op overheden van vóór de EMU (niet-verhandelbare effecten, leningen)

Deposito's/leningen tegen nominale waarde, niet-verhandelbare effecten tegen kostprijs

9

Vorderingen binnen het Eurosysteem

 

 

9.1

Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Vorderingen binnen het Eurosysteem jegens nationale centrale banken (NCB's) die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Kostprijs

9.2

Vorderingen uit hoofde van de toedelingen van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

Vorderingen uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29 (2)

Nominale waarde

9.3

Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

a)

nettovorderingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB's, d.w.z. het nettobedrag aan vorderingen en verplichtingen. Zie ook passiefpost 10.2 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)”,

a)

Nominale waarde

b)

overige in euro luidende vorderingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB aan de NCB's

b)

Nominale waarde

10

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (vorderingen), waaronder begrepen vorderingen uit hoofde van te incasseren cheques

Nominale waarde

11

Overige activa

 

 

11.1

Munten uit het eurogebied

Euromuntstukken

Nominale waarde

11.2

Materiële en immateriële vaste activa

Grond en gebouwen, meubilair en inventaris, inclusief computerapparatuur, software

Kostprijs minus afschrijving

Afschrijving is de systematische toedeling van het af te schrijven bedrag van een actief over de levensduur ervan. De levensduur is de periode waarin een vast actief verwacht wordt beschikbaar te zijn voor gebruik door de entiteit. De levensduur van individuele vaste activa kan systematisch worden herzien indien verwachtingen afwijken van eerdere schattingen. Belangrijke activa kunnen bestaan uit componenten met verschillende levensduur. De levensduur dient voor elk van dergelijke componenten individueel te worden beoordeeld.

De kostprijs van immateriële activa omvat de aanschafprijs van het immateriële actief. Overige directe of indirecte kosten dienen als uitgaven te worden geboekt.

Kapitalisering van kosten: op basis van limiet (minder dan 10 000 EUR, excl. btw: geen kapitalisering)

11.3

Overige financiële activa

Deelnemingen en beleggingen in dochtermaatschappijen; aandelen aangehouden voor strategische en beleidsoogmerken

Effecten met inbegrip van aandelen en overige financiële instrumenten en tegoeden met inbegrip van termijndeposito's en rekeningen-courant, aangehouden als een geoormerkte portefeuille

Repotransacties met wederverkoopverplichting met kredietinstellingen in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder deze post

a)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

b)

Deelnemingen en niet-liquide gewone aandelen, en als permanente investeringen aangehouden andere waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

c)

Beleggingen in dochtermaatschappijen of significante belangen

Nettowaarde van het actief

d)

Verhandelbare schuldbewijzen m.u.v. tot de vervaldag aangehouden schuldbewijzen

Marktprijs

Agio's/disagio's worden afgeschreven

e)

Verhandelbare schuldbewijzen ingedeeld als aangehouden tot de vervaldag of aangehouden als een permanente investering

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige agio of disagio wordt afgeschreven

f)

Niet-verhandelbare schuldbewijzen

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

g)

Tegoeden bij banken en leningen

Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt, indien de tegoeden/deposito's luiden in vreemde valuta's

11.4

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps (tenzij dagelijkse variatiemarge van toepassing is), rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

11.5

Overlopende activa en vooruitbetaalde kosten

Inkomsten die in de verslagperiode niet opeisbaar zijn, maar er wel aan moeten worden toegeschreven. Vooruitbetaalde kosten en betaalde opgebouwde rente, d.w.z. opgebouwde interest gekocht met een effect

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

11.6

Diversen

a)

Vooruitbetalingen, leningen, andere kleinere posten. Leningen op trustbasis

b)

Beleggingen in verband met gouddeposito's van rekeninghouders

c)

Nettopensioenactiva

d)

Openstaande aanspraken die voortvloeien uit wanbetaling van Eurosysteemwederpartijen in het kader van Eurosysteemkrediettransacties

e)

Activa of vorderingen (jegens derden) die toegeëigend en/of verkregen zijn in het kader van uitwinning wegens wanbetaling van wederpartijen van het Eurosysteem geleverd onderpand

a)

Nominale waarde of kostprijs

b)

Marktwaarde

c)

Conform artikel 25, lid 2

d)

Nominale/realiseerbare waarde (voor/na verrekening van verliezen)

e)

Kostprijs (geconverteerd tegen de koers op de deviezenmarkt op het tijdstip van de verwerving indien financiële activa in vreemde valuta luiden)

12

Verlies over het boekjaar

 

Nominale waarde

PASSIVA

 

Balanspost

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

1

Bankbiljetten in omloop

Eurobankbiljetten uitgegeven door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29

Nominale waarde

2

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties

Posten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5: deposito's in euro zoals beschreven in Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60)

 

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen)

Eurorekeningen van kredietinstellingen die zijn opgenomen in de lijst van financiële instellingen die overeenkomstig de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank („ESCB-statuten”) minimumreserves moeten aanhouden. Deze post bevat hoofdzakelijk rekeningen voor het aanhouden van minimumreserves

Nominale waarde

2.2

Depositofaciliteit

Deposito's met een looptijd tot de volgende ochtend, tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet (permanente faciliteit)

Nominale waarde

2.3

Termijndeposito's

Wegens finetuningtransacties aangetrokken voor liquiditeitsverkrapping

Nominale waarde

2.4

Finetuningtransacties met wederinkoop

Monetairbeleidstransacties gericht op liquiditeitsverkrapping

Nominale waarde of repokostprijs

2.5

Deposito's uit hoofde van margestortingen

Deposito's van kredietinstellingen die voortkomen uit waardedalingen van onderliggende activa inzake aan deze kredietinstellingen verstrekte kredieten

Nominale waarde

3

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Effecten van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”. Overige transacties die geen verband houden met monetairbeleidstransacties van het eurosysteem. Geen rekeningen-courant van kredietinstellingen

Nominale waarde of repokostprijs

4

Uitgegeven ECB-schuldbewijzen

Schuldbewijzen zoals beschreven in Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60). Discontopapier dat is uitgegeven om liquiditeit te verkrappen

Kostprijs

Disagio's worden afgeschreven

5

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

5.1

Overheid

Rekeningen-courant, termijndeposito's, direct opvraagbare deposito's

Nominale waarde

5.2

Overige passiva

Rekeningen-courant van personeel, bedrijven en cliënten, waaronder financiële instellingen die zijn vrijgesteld van het aanhouden van minimumreserves (zie passiefpost 2.1); termijndeposito's, direct opvraagbare deposito's

Nominale waarde

6

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito's, direct opvraagbare deposito's waaronder rekeningen voor betalingsdoeleinden en voor het beheer van reserves: van andere banken, centrale banken, internationale/supranationale instellingen waaronder de Europese Commissie; rekeningen-courant van overige deposanten. Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effecten, luidende in euro. Saldi van TARGET2-rekeningen van centrale banken van niet-eurogebiedlidstaten

Nominale waarde of repokostprijs

7

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud

Nominale waarde; omgerekend tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo

8

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

 

 

8.1

Deposito's, tegoeden en overige verplichtingen

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud

Nominale waarde; omgerekend tegen de koers op deviezenmarkt per jaarultimo

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de ERM II-kredietfaciliteit

Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden

Nominale waarde; omgerekend tegen de koers op deviezenmarkt per jaarultimo

9

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

In SDR luidende post, die de SDR's aangeeft die oorspronkelijk aan het/de desbetreffende land/NCB waren toegewezen

Nominale waarde; omgerekend tegen de koers op deviezenmarkt per jaarultimo

10

Verplichtingen binnen het eurosysteem

 

 

10.1

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves

Post op de balans van de ECB, luidende in euro

Nominale waarde

10.2

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

a)

nettoverplichtingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB's, d.w.z. het nettobedrag aan vorderingen en verplichtingen. Zie ook actiefpost 9.3 „Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)”,

a)

Nominale waarde

b)

overige in euro luidende verplichtingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB aan de NCB's

b)

Nominale waarde

11

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (verplichtingen), waaronder schulden uit hoofde van af te wikkelen girale overboekingen

Nominale waarde

12

Overige passiva

 

 

12.1

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps (tenzij dagelijkse variatiemarge van toepassing is), rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

12.2

Overlopende passiva

Kosten die in een toekomstige periode invorderbaar worden, maar betrekking hebben op de verslagperiode. Inkomsten die in de verslagperiode zijn ontvangen, maar betrekking hebben op een toekomstige periode

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

12.3

Diversen

a)

Belastingtussenrekeningen. Deviezenkrediet- of waarborgrekeningen. Repotransacties met kredietinstellingen in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”. Verplichte deposito's, behalve reservedeposito's. Overige kleinere posten. Verplichtingen op trustbasis

a)

Nominale waarde of (repo)kostprijs

b)

Gouddeposito's van rekeninghouders

b)

Marktwaarde

c)

Nettopensioenverplichtingen

c)

Conform artikel 25, lid 2

13

Voorzieningen

a)

Voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico's, en voor andere doeleinden, bijv. verwachte toekomstige uitgaven en bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken

a)

Kostprijs/nominale waarde

b)

Voor uit monetaire beleidstransacties voortvloeiende tegenpartij- of kredietrisico's

b)

Nominale waarde (gebaseerd op een waardering per jaarultimo door de Raad van bestuur)

14

Herwaarderingsrekeningen

a)

Herwaarderingsrekeningen voor de verwerking van prijsontwikkelingen voor goud, voor elk type in euro luidend effect, voor elk type in vreemde valuta luidend effect, voor opties; voor verschillen in marktwaardering betreffende renterisicoderivaten; herwaarderingsrekeningen voor de koersontwikkelingen van deviezen voor elke nettopositie in valuta, met inbegrip van deviezenswaps/deviezentermijnaffaires en SDR's.

Specifieke herwaarderingsrekeningen in verband met bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken. Zie artikel 14, lid 2

a)

Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

b)

Herwaarderingen van de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) met betrekking tot uitkeringen na afloop van het dienstverband zijn de nettopositie van de volgende subposten:

i)

actuariële winsten en verliezen in de contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten

ii)

het rendement op fondsbeleggingen, exclusief bedragen die in de nettorente op de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) zijn opgenomen

iii)

enigerlei wijziging in de gevolgen van het actiefplafond, exclusief bedragen die in de nettorente op de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) zijn opgenomen

b)

Conform artikel 25, lid 2

15

Kapitaal en reserves

 

 

15.1

Kapitaal

Volgestort kapitaal

Nominale waarde

15.2

Reserves

Wettelijke reserves overeenkomstig artikel 33 van de ESCB-statuten en bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken

Nominale waarde

16

Winst over het boekjaar

 

Nominale waarde


(1)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

(2)  Besluit ECB/2010/29 van de Europese Centrale Bank van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26).


Rectificaties

6.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/31


Rectificatie van Besluit (EU) 2017/1246 van de Commissie van 7 juni 2017 tot goedkeuring van de afwikkelingsregeling voor Banco Popular Español S.A.

( Publicatieblad van de Europese Unie L 178 van 11 juli 2017 )

Bladzijde 15, overweging 4:

in plaats van:

„De Commissie stemt in met de afwikkelingsregeling. Met name stemt zij in met de door de GAR opgegeven redenen ter motivering van de noodzaak van een afwikkeling in het algemeen belang overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 806/2014.”,

lezen:

„De Commissie stemt in met de afwikkelingsregeling. Met name stemt zij in met de door de GAR opgegeven redenen ter motivering van de noodzaak van een afwikkeling in het algemeen belang overeenkomstig artikel 18, lid 5, van Verordening (EU) nr. 806/2014.”.