ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 313

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
29 november 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2200 van de Commissie van 28 november 2017 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van bepaalde granen uit Oekraïne

1

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2201 van de Commissie van 27 november 2017 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van 2′-fucosyllactose dat is geproduceerd met behulp van Escherichia coli stam BL21, als nieuw voedselingrediënt op grond van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 7662)

5

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

*

Besluit nr. 1/2017 van de Gezamenlijke Raad Cariforum-EU, opgericht bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, van 17 november 2017 met betrekking tot de wijziging van bijlage IX bij Protocol I: Landen en gebieden overzee [2017/2202]

10

 

*

Besluit nr. 2/2017 van de Gezamenlijke Raad Cariforum-EU, opgericht bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, van 17 november 2017 met betrekking tot de opstelling van een lijst van scheidsrechters [2017/2203]

12

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

29.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 313/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2200 VAN DE COMMISSIE

van 28 november 2017

betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van bepaalde granen uit Oekraïne

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 187, onder a) en c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2017/1566 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn preferentiële regelingen vastgesteld met betrekking tot douanerechten voor de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit Oekraïne. De in bijlage II bij die verordening opgenomen invoertariefcontingenten moeten door de Commissie worden beheerd overeenkomstig artikel 184 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Zij zijn met ingang van 1 januari 2018 gedurende drie jaar van toepassing.

(2)

Met het oog op een geordende, niet-speculatieve invoer van bepaalde granen van oorsprong uit Oekraïne in het kader van deze tariefcontingenten dienen de contingenten te worden beheerd aan de hand van invoercertificaten. Hiertoe moeten de Verordeningen (EG) nr. 1301/2006 (3) en (EG) nr. 1342/2003 (4) van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van de Commissie (5) van toepassing zijn, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

(3)

Met het oog op een goed beheer van deze contingenten moet worden bepaald welke termijnen gelden voor de indiening van de invoercertificaataanvragen en welke gegevens in de aanvragen en certificaten moeten voorkomen.

(4)

Met het oog op een doeltreffende administratie moeten de lidstaten voor de kennisgevingen aan de Commissie overeenkomstig de onderhavige verordening gebruikmaken van de informatiesystemen die worden vermeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie (6) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (7).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Opening en wijze van beheer van de tariefcontingenten

1.   De in de bijlage vermelde tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit Oekraïne worden op jaarbasis geopend voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020.

2.   De invoerrechten binnen de in lid 1 bedoelde invoertariefcontingenten bedragen 0 EUR per ton.

3.   Behoudens andersluidende bepalingen in de onderhavige verordening zijn de Verordeningen (EG) nr. 1342/2003 en (EG) nr. 1301/2006 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van toepassing.

Artikel 2

Regels voor de indiening van invoercertificaataanvragen en de afgifte van invoercertificaten

1.   In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 mag een aanvrager per volgnummer en per week slechts één invoercertificaataanvraag indienen. Wanneer door dezelfde belanghebbende meer dan één aanvraag wordt ingediend, is geen van zijn aanvragen ontvankelijk, en worden de bij de indiening van de aanvragen gestelde zekerheden verbeurd ten gunste van de betrokken lidstaat.

De aanvragen voor een invoercertificaat worden iedere week uiterlijk op vrijdag om 13.00 uur Brusselse tijd bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend.

2.   In elke invoercertificaataanvraag wordt een hoeveelheid in kilogram, zonder decimalen, vermeld die niet meer mag bedragen dan de totale hoeveelheid van het betrokken contingent.

3.   De invoercertificaten worden afgegeven op de vierde werkdag volgende op de uiterste datum voor de in artikel 4, lid 1, bedoelde mededeling.

4.   In de invoercertificaataanvraag en in het invoercertificaat wordt in vak 8 de naam „Oekraïne” vermeld en wordt het vak „ja” aangekruist. De certificaten zijn uitsluitend geldig voor producten van oorsprong uit Oekraïne.

Artikel 3

Geldigheid van de invoercertificaten

De invoercertificaten zijn geldig vanaf de feitelijke dag van afgifte ervan overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239, tot het einde van de tweede maand volgende op de betrokken maand.

Artikel 4

Mededelingen

1.   Uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de eerste maandag na de indiening van de invoercertificaataanvragen zenden de lidstaten de Commissie per volgnummer elke aanvraag elektronisch toe, met vermelding van zowel de oorsprong van het product als de per GN-code gevraagde hoeveelheid; zijn geen aanvragen ingediend, dan wordt in de mededeling „geen” opgegeven. Deze mededeling wordt gedaan overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185.

2.   Op de datum van afgifte van de invoercertificaten zenden de lidstaten de Commissie elektronisch een mededeling toe waarin de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten worden vermeld en per GN-code de totale hoeveelheden worden opgegeven waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 november 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EU) 2017/1566 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de associatieovereenkomst (PB L 254 van 30.9.2017, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).

(4)  Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van de Commissie van 18 mei 2016 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 44).

(6)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 100).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113).


BIJLAGE

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de producten geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage het preferentiestelsel wordt bepaald door de GN-codes zoals deze op 1 januari 2017 luiden. Wanneer „ex”-GN-codes zijn vermeld, is de GN-code samen met de daarbij horende omschrijving bepalend voor de toepassing van het preferentiestelsel.

Volgnummer

Product

GN-code

Hoeveelheid in ton

09.4277

Spelt, zachte tarwe en mengkoren, andere dan zaaigoed

1001 99 00

65 000

Meel van zachte tarwe en spelt

1101 00 15

Meel van mengkoren

1101 00 90

Meel van granen andere dan tarwe, mengkoren, rogge, maïs, gerst, haver, rijst

1102 90 90

Gries en griesmeel van zachte tarwe en spelt

1103 11 90

Pellets van tarwe

1103 20 60

09.4278

Maïs, andere dan zaaigoed

1005 90 00

625 000

Meel van maïs

1102 20

Gries en griesmeel van maïs

1103 13

Pellets van maïs

1103 20 40

Bewerkte maïskorrels

1104 23

09.4279

Gerst, andere dan zaaigoed

1003 90 00

325 000

Meel van gerst

1102 90 10

Pellets van gerst

ex 1103 20 25


BESLUITEN

29.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 313/5


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/2201 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2017

tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van 2′-fucosyllactose dat is geproduceerd met behulp van Escherichia coli stam BL21, als nieuw voedselingrediënt op grond van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 7662)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten (1), en met name artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 4 augustus 2014 heeft de onderneming Jennewein Biotechnologie GmbH bij de bevoegde instantie van Nederland een verzoek ingediend om poeder en vloeibaar concentraat van de oligosacharide 2′-fucosyllactose dat is geproduceerd met behulp van een genetisch gemodificeerde stam van Escherichia coli BL21, als nieuw voedselingrediënt in de zin van artikel 1, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 258/97 in de Unie in de handel te brengen. De doelgroep zijn zuigelingen.

(2)

2′-fucosyllactose valt buiten het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2), aangezien de genetisch gemodificeerde stam BL21 van Escherichia coli wordt gebruikt als een proceshulpstof en het materiaal dat van het genetisch gemodificeerde micro-organisme is afgeleid, niet aanwezig is in het nieuwe voedingsmiddel.

(3)

Op 3 juni 2016 heeft de bevoegde instantie van Nederland haar verslag van de eerste beoordeling uitgebracht. In dat verslag kwam zij tot de conclusie dat poeder en vloeibaar concentraat van de oligosacharide 2′-fucosyllactose dat is geproduceerd met behulp van een genetisch gemodificeerde stam van Escherichia coli BL21, voldoet aan de criteria voor nieuwe voedselingrediënten van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 258/97.

(4)

Op 13 juni 2016 heeft de Commissie het verslag van de eerste beoordeling doorgestuurd naar de overige lidstaten.

(5)

Binnen de in artikel 6, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 258/97 vastgestelde termijn van zestig dagen zijn met redenen omklede bezwaren ingediend. Er werden met name bezwaren ingediend in verband met hoge inname van 2′-fucosyllactose. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 258/97 moet een besluit worden vastgesteld waarin met de ingediende bezwaren rekening wordt gehouden. De aanvrager heeft zijn verzoek dienovereenkomstig gewijzigd wat betreft de maximale hoeveelheid 2′-fucosyllactose in volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. Deze wijziging en de nadere toelichtingen van de aanvrager hebben de bezwaren tot tevredenheid van de lidstaten en de Commissie weggenomen.

(6)

Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) bevat voorschriften met betrekking tot voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen. Het gebruik van 2′-fucosyllactosepoeder en vloeibaar 2′-fucosyllactoseconcentraat moet onverminderd deze verordening en andere wetgeving die parallel aan Verordening (EG) nr. 258/97 van toepassing is, worden toegelaten.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onverminderd Verordening (EU) nr. 609/2013 mogen 2′-fucosyllactosepoeder en vloeibaar 2′-fucosyllactoseconcentraat, zoals gespecificeerd in bijlage I bij dit besluit, in de Unie als nieuw voedselingrediënt in de handel worden gebracht voor het in bijlage II bij dit besluit omschreven gebruik en overeenkomstig het in die bijlage vastgestelde maximale gehalte.

Artikel 2

Zowel 2′-fucosyllactosepoeder als vloeibaar 2′-fucosyllactoseconcentraat, waarvoor bij dit besluit een vergunning wordt verleend, worden op de etikettering van levensmiddelen aangeduid met „2′-fucosyllactose”.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Jennewein Biotechnologie GmbH, Maarweg 32, 53619 Rheinbreitbach, Duitsland.

Gedaan te Brussel, 27 november 2017.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 43 van 14.2.1997, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 35).


BIJLAGE I

SPECIFICATIES VAN 2′-FUCOSYLLACTOSE

Definitie:

Chemische naam

α-L-fucopyranosyl-(1→2)-β-D-galactopyranosyl-(1→4)-D-glucopyranoside

Chemische formule

C18H32O15

Moleculaire massa

488,44 Da

CAS-nr.

41263-94-9

Beschrijving: 2′-fucosyllactosepoeder dat is geproduceerd met behulp van een genetisch gemodificeerde stam van Escherichia coli BL21, is een wit tot ivoorwit poeder dat middels sproeidrogen uit vloeibaar 2′-fucosyllactoseconcentraat wordt verkregen. Het vloeibare 2′-fucosyllactoseconcentraat is een kleurloze tot lichtgele, heldere 45 % m/V ± 5 % (m/V) waterige oplossing.

Specificaties van 2′-fucosyllactosepoeder

Specificatieparameter

Grenswaarden

Fysische parameter

Wit tot ivoorwit

 

Chemische analyse

2′-fucosyllactose

≥ 90 %

Lactose

≤ 5 %

3-fucosyllactose

≤ 5 %

Difucosyllactose

≤ 5 %

Fucosylgalactose

≤ 3 %

Glucose

≤ 3 %

Galactose

≤ 3 %

Fucose

≤ 3 %

Ggo-detectie

Negatief

 

Watergehalte

 

≤ 9,0 %

Eiwitgehalte

 

≤ 100 μg/g

As (totaal)

 

≤ 0,5 %

Contaminanten

Lood

≤ 0,02 mg/kg

Arseen

≤ 0,2 mg/kg

Cadmium

≤ 0,1 mg/kg

Kwik

≤ 0,5 mg/kg

Aflatoxine M1

≤ 0,025 μg/kg

Microbiële parameters

Totaal kiemgetal

≤ 104 kve/g

Enterobacteriën/colibacteriën

Afwezig in 11 g

Gisten en schimmels

≤ 100 kve/g

Salmonella spp.

Negatief/100 g

Cronobacter spp.

Negatief/100 g

Endotoxinen

≤ 100 EU/g

Kve: kolonievormende eenheden; EU: endotoxine-eenheden

Specificaties van vloeibaar 2′-fucosyllactoseconcentraat

Specificatieparameter

Grenswaarden

Fysische parameter

Kleurloze tot lichtgele, heldere oplossing

 

Vastestofgehalte

 

45 % m/V (+/– 5 % m/V) droge stof in water

Chemische analyse

2′-fucosyllactose

≥ 90 %

Lactose

≤ 5 %

3-fucosyllactose

≤ 5 %

Difucosyllactose

≤ 5 %

Fucosylgalactose

≤ 3 %

Glucose

≤ 3 %

Galactose

≤ 3 %

Fucose

≤ 3 %

Ggo-detectie

Negatief

 

Eiwitgehalte

 

≤ 100 μg/g

As (totaal)

 

≤ 0,5 %

Contaminanten

Lood

≤ 0,02 mg/kg

Arseen

≤ 0,2 mg/kg

Cadmium

≤ 0,1 mg/kg

Kwik

≤ 0,5 mg/kg

Aflatoxine M1

≤ 0,025 μg/kg

Microbiële parameters

Totaal kiemgetal

≤ 5 000 kve/g

Enterobacteriën/colibacteriën

Afwezig in 11 g

Gisten en schimmels

≤ 50 kve/g

Salmonella spp.

Negatief/200 ml

Cronobacter spp.

Negatief/200 ml

Endotoxinen

≤ 100 EU/ml

Kve: kolonievormende eenheden; EU: endotoxine-eenheden


BIJLAGE II

Toegestaan gebruik van poeder en vloeibaar 2′-fucosyllactoseconcentraat

Levensmiddelencategorie

Maximumgehalte

Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding

1,2 gram 2′-fucosyllactose per liter gebruiksklaar eindproduct, als zodanig verkocht of na oplossen volgens de instructies van de fabrikant.


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

29.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 313/10


BESLUIT Nr. 1/2017 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD CARIFORUM-EU,

opgericht bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds,

van 17 november 2017

met betrekking tot de wijziging van bijlage IX bij Protocol I: Landen en gebieden overzee [2017/2202]

DE GEZAMENLIJKE RAAD CARIFORUM-EU

Gezien de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds („de overeenkomst”), en met name artikel 41 van Protocol I,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol I bij de overeenkomst — betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking — omschrijft landen en gebieden overzee (LGO's) als de in bijlage IX opgenomen landen en gebieden overzee;

(2)

Naar aanleiding van de wijziging van de status van Mayotte (1) en Saint-Barthélemy (2), en de inwerkingtreding van Besluit 2013/755/EU van de Raad (3) betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie, moet de lijst van landen en gebieden overzee in bijlage IX bij Protocol I bij de overeenkomst worden bijgewerkt,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage IX bij Protocol I wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 november 2017.

Voor de Cariforum-staten

K. JOHNSON SMITH

Voor de EU

C. MALMSTRÖM


(1)  Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131).

(2)  Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie (PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4).

(3)  Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).


BIJLAGE

BIJLAGE IX BIJ PROTOCOL I

Landen en gebieden overzee

Voor de toepassing van dit protocol worden onder „landen en gebieden overzee” de hieronder genoemde landen en gebieden verstaan die zijn bedoeld in bijlage II bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie:

(onverminderd het statuut van deze landen en gebieden of de ontwikkeling van dat statuut)

1.

Landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met het Koninkrijk Denemarken:

Groenland.

2.

Landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met de Franse Republiek:

Nieuw-Caledonië en onderhorigheden,

Frans-Polynesië,

Saint-Pierre en Miquelon,

Saint-Barthélemy,

Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden,

Wallis en Futuna.

3.

Landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met het Koninkrijk der Nederlanden:

Aruba,

Bonaire,

Curaçao,

Saba,

Sint Eustatius,

Sint-Maarten.

4.

Landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:

Anguilla,

Bermuda,

Kaaimaneilanden,

Falklandeilanden,

Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden,

Montserrat,

Pitcairneilanden,

Sint-Helena en onderhorigheden,

Brits Antarctica,

Brits Indische Oceaanterritorium,

Turks- en Caicoseilanden,

Britse Maagdeneilanden.


29.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 313/12


BESLUIT Nr. 2/2017 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD CARIFORUM-EU,

opgericht bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds,

van 17 november 2017

met betrekking tot de opstelling van een lijst van scheidsrechters [2017/2203]

DE GEZAMENLIJKE RAAD CARIFORUM-EU,

Gezien de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en met name artikel 221, lid 1,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lijst van vijftien scheidsrechters als bedoeld in artikel 221, lid 1, van de overeenkomst, die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, is vastgesteld door de partijen.

Artikel 2

Het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU kan overgaan tot wijziging van de lijst van scheidsrechters in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 november 2017.

Voor de Cariforum-staten

K. JOHNSON SMITH

Voor de EU

C. MALMSTRÖM


BIJLAGE

Lijst van scheidsrechters als bedoeld in artikel 221, lid 1, van de overeenkomst

Door de Cariforum-staten voorgedragen scheidsrechters:

 

Mw. Tracy BENN-ROBERTS (Antigua en Barbuda)

 

Mw. Nicole FOSTER (Barbados)

 

Mw. Bertha COOPER — ROSSEAU (Bahama's)

 

Mw. Michelle A. BROWN (Jamaica)

 

Mw. Fabiola MEDINA GARNES (Dominicaanse Republiek)

Door de EU voorgedragen scheidsrechters:

 

Dhr. Jacques BOURGEOIS (België)

 

Dhr. Claus — Dieter EHLERMANN (Duitsland)

 

Dhr. Pieter Jan KUIJPER (Nederland)

 

Dhr. Giorgio SACERDOTI (Italië)

 

Dhr. Ramon TORRENT (Spanje)

Gezamenlijk door de beide partijen voorgedragen scheidsrechters:

 

Dhr. Frederick ABBOTT (Verenigde Staten van Amerika)

 

Dhr. James BACCHUS (Verenigde Staten van Amerika)

 

Dhr. Armand DE MESTRAL (Canada)

 

Mw. Claudia OROZCO (Colombia)

 

Dhr. Helge SELAND (Noorwegen)