ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 266

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
17 oktober 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1862 van de Commissie van 16 oktober 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft ( 1 )

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1863 van de Commissie van 16 oktober 2017 tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (Almansa (BOB))

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1864 van de Commissie van 16 oktober 2017 tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (Rosé des Riceys (BOB))

4

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1865 van de Commissie van 16 oktober 2017 tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (Vacqueyras (BOB))

5

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1866 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van voertuigregistratiegegevens met de Tsjechische Republiek

6

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1867 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Portugal

8

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1868 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Griekenland

10

 

*

Besluit (GBVB) 2017/1869 van de Raad van 16 oktober 2017 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Irak (EUAM Iraq)

12

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1870 van de Commissie van 16 oktober 2017 betreffende de bekendmaking van de referentie van de Europese norm voor elektronische facturering en de lijst van syntaxen overeenkomstig Richtlijn 2014/55/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )

19

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1862 VAN DE COMMISSIE

van 16 oktober 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (1), en met name artikel 38, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie (2) is een termijn vastgesteld waarbinnen de controleorganen en de controlerende autoriteiten hun verzoek tot erkenning voor de doeleinden van de invoer van overeenstemmende producten overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 834/2007 moeten indienen. Aangezien de tenuitvoerlegging van de voorschriften betreffende de invoer van overeenstemmende producten momenteel nog wordt beoordeeld en de desbetreffende richtsnoeren, modellen en vragenlijsten en het vereiste elektronische transmissiesysteem nog in ontwikkeling zijn, moet de uiterste datum voor de indiening van de verzoeken door de controleorganen en controlerende autoriteiten worden opgeschoven.

(2)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor biologische productie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt „31 oktober 2017” vervangen door „31 oktober 2018”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 25).


17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1863 VAN DE COMMISSIE

van 16 oktober 2017

tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (Almansa (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft zich gebogen over de door Spanje op basis van artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ingediende aanvraag tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Almansa” die bij Verordening (EEG) nr. 2247/73 van de Commissie (2) is beschermd.

(2)

Overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3).

(3)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(4)

De wijziging in het productdossier moet daarom worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam „Almansa” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2247/73 van de Commissie van 16 augustus 1973 betreffende de controle op in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen (PB L 230 van 18.8.1973, blz. 12) en de gewijzigde lijst van in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen die door de Commissie conform artikel 3, lid 2, van die verordening is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB C 146 van 13.6.1986, blz. 11).

(3)  PB C 194 van 17.6.2017, blz. 33.


17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1864 VAN DE COMMISSIE

van 16 oktober 2017

tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (Rosé des Riceys (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft de door Frankrijk op basis van artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ingediende aanvraag tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Rosé des Riceys” bestudeerd.

(2)

Overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(3)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(4)

De wijziging in het productdossier moet daarom worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam „Rosé des Riceys” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB C 200 van 23.6.2017, blz. 4.


17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1865 VAN DE COMMISSIE

van 16 oktober 2017

tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding (Vacqueyras (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft de door Frankrijk op basis van artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ingediende aanvraag tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Vacqueyras” bestudeerd.

(2)

Overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging in het productdossier bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(3)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(4)

De wijziging in het productdossier moet daarom worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de benaming „Vacqueyras” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB C 206 van 30.6.2017, blz. 9.


BESLUITEN

17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/6


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1866 VAN DE RAAD

van 12 oktober 2017

betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van voertuigregistratiegegevens met de Tsjechische Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (1), en met name artikel 33,

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 25, lid 2, van Besluit 2008/615/JBZ mag met de in dat besluit voorziene verstrekking van persoonsgegevens pas worden begonnen nadat op het grondgebied van de bij de verstrekking betrokken lidstaten de algemene bepalingen inzake gegevensbescherming van hoofdstuk 6 van dat besluit in het nationale recht zijn verwerkt.

(2)

In artikel 20 van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad (3) is bepaald dat het voldoen aan de in overweging 1 bedoelde voorwaarde met betrekking tot de geautomatiseerde uitwisseling van gegevens overeenkomstig hoofdstuk 2 van Besluit 2008/615/JBZ dient te worden gecontroleerd op basis van een evaluatieverslag dat is gebaseerd op een vragenlijst, een evaluatiebezoek en een proefrun.

(3)

Overeenkomstig hoofdstuk 4, punt 1.1, van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ stelt de betrokken Raadsgroep een vragenlijst op voor elke vorm van geautomatiseerde uitwisseling van gegevens, en beantwoordt een lidstaat de desbetreffende vragenlijst zodra hij van oordeel is dat hij aan de voorwaarden voor het uitwisselen van gegevens in een bepaalde gegevenscategorie voldoet.

(4)

De Tsjechische Republiek heeft de vragenlijst over gegevensbescherming en de vragenlijst over de uitwisseling van voertuigregistratiegegevens ingevuld.

(5)

De Tsjechische Republiek heeft met Nederland een succesvolle proefrun uitgevoerd.

(6)

In de Tsjechische Republiek heeft een evaluatiebezoek plaatsgevonden en het Nederlandse en Slowaakse evaluatieteam heeft daarover een verslag opgesteld, dat aan de betrokken werkgroep van de Raad is toegezonden.

(7)

Er is een algemeen evaluatieverslag aan de Raad voorgelegd, waarin de resultaten van de vragenlijst, het evaluatiebezoek en de proefrun betreffende de uitwisseling van voertuigregistratiegegevens zijn samengevat.

(8)

Op 18 mei 2017 is de Raad, na akte hebben genomen van de instemming van alle door Besluit 2008/615/JBZ gebonden lidstaten, tot de conclusie gekomen dat de Tsjechische Republiek de algemene bepalingen inzake gegevensbescherming van hoofdstuk 6 van Besluit 2008/615/JBZ volledig heeft uitgevoerd.

(9)

De Tsjechische Republiekmoet derhalve, met het oog op de geautomatiseerde bevraging van voertuigregistratiegegevens, overeenkomstig artikel 12 van Besluit 2008/615/JBZ gerechtigd zijn persoonsgegevens te ontvangen en te verstrekken.

(10)

Artikel 33 van Besluit 2008/615/JBZ geeft de Raad evenwel uitvoeringsbevoegdheden voor het vaststellen van maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit, met name wat betreft het ontvangen en verstrekken van persoonsgegevens uit hoofde van dat besluit.

(11)

Nu er is voldaan aan de voorwaarden en de procedure voor het doen aanvangen van de uitoefening van deze uitvoeringsbevoegdheden, moet er een uitvoeringsbesluit betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van voertuigregistratiegegevens in de Tsjechische Republiek worden vastgesteld, dat deze lidstaat in staat moet stellen overeenkomstig artikel 12 van Besluit 2008/615/JBZ persoonsgegevens te ontvangen en te verstrekken.

(12)

Besluit 2008/615/JBZ is bindend voor Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van dit besluit ter uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Met het oog op de geautomatiseerde bevraging van voertuigregistratiegegevens is de Tsjechische Republiek gerechtigd, overeenkomstig artikel 12 van Besluit 2008/615/JBZ, met ingang van 18 oktober 2017 persoonsgegevens te ontvangen en te verstrekken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Luxemburg, 12 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

U. REINSALU


(1)  PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1.

(2)  Advies van 4 oktober 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12).


17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/8


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1867 VAN DE RAAD

van 12 oktober 2017

betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Portugal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (1), en met name artikel 33,

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 25, lid 2, van Besluit 2008/615/JBZ mag met de in dat besluit voorziene verstrekking van persoonsgegevens pas worden begonnen nadat op het grondgebied van de bij de verstrekking betrokken lidstaten de algemene bepalingen inzake gegevensbescherming van hoofdstuk 6 van dat besluit in het nationale recht zijn verwerkt.

(2)

In artikel 20 van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad (3) is bepaald dat het voldoen aan de in overweging 1 bedoelde voorwaarde met betrekking tot de geautomatiseerde uitwisseling van gegevens overeenkomstig hoofdstuk 2 van Besluit 2008/615/JBZ dient te worden gecontroleerd op basis van een evaluatieverslag dat is gebaseerd op een vragenlijst, een evaluatiebezoek en een proefrun.

(3)

Overeenkomstig hoofdstuk 4, punt 1.1, van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ stelt de betrokken Raadswerkgroep een vragenlijst op voor elke vorm van geautomatiseerde uitwisseling van gegevens, en beantwoordt een lidstaat de desbetreffende vragenlijst zodra hij van oordeel is dat hij aan de voorwaarden voor het uitwisselen van gegevens in een bepaalde gegevenscategorie voldoet.

(4)

Portugal heeft de vragenlijst over gegevensbescherming en de vragenlijst over de uitwisseling van dactyloscopische gegevens ingevuld.

(5)

Portugal heeft met Oostenrijk, de Tsjechische Republiek en Hongarije een succesvolle proefrun uitgevoerd.

(6)

In Portugal heeft een evaluatiebezoek plaatsgevonden en het Oostenrijkse evaluatieteam heeft daarover een verslag opgesteld, dat aan de betrokken werkgroep van de Raad is toegezonden.

(7)

Aan de Raad is een algemeen evaluatieverslag voorgelegd, waarin de resultaten van de vragenlijst, het evaluatiebezoek en de proefrun betreffende de uitwisseling van dactyloscopische gegevens zijn samengevat.

(8)

Op 18 mei 2017 is de Raad, na akte te hebben genomen van de instemming van alle door Besluit 2008/615/JBZ gebonden lidstaten, tot de conclusie gekomen dat Portugal de algemene bepalingen inzake gegevensbescherming van hoofdstuk 6 van Besluit 2008/615/JBZ volledig heeft uitgevoerd.

(9)

Portugal moet derhalve, met het oog op de geautomatiseerde bevraging van dactyloscopische gegevens, overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2008/615/JBZ gerechtigd zijn persoonsgegevens te ontvangen en te verstrekken.

(10)

Artikel 33 van Besluit 2008/615/JBZ geeft de Raad evenwel uitvoeringsbevoegdheden voor het vaststellen van maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit, met name wat betreft het ontvangen en verstrekken van persoonsgegevens uit hoofde van dat besluit.

(11)

Nu er is voldaan aan de voorwaarden en de procedure voor het doen aanvangen van de uitoefening van deze uitvoeringsbevoegdheden moet er een uitvoeringsbesluit betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Portugal worden vastgesteld om deze lidstaat in staat te stellen overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2008/615/JBZ persoonsgegevens te ontvangen en verstrekken.

(12)

Besluit 2008/615/JBZ is bindend voor Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van dit besluit, dat uitvoering geeft aan ter uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Met het oog op de geautomatiseerde bevraging van dactyloscopische gegevens is Portugal gerechtigd, overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2008/615/JBZ, met ingang van 18 oktober 2017 persoonsgegevens te ontvangen en te verstrekken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Luxemburg, 12 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

U. REINSALU


(1)  PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1.

(2)  Advies van 4 oktober 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12).


17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/10


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1868 VAN DE RAAD

van 12 oktober 2017

betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Griekenland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (1), en met name artikel 33,

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 25, lid 2, van Besluit 2008/615/JBZ mag met de in dat besluit geregelde verstrekking van persoonsgegevens pas worden begonnen nadat op het grondgebied van de bij de verstrekking betrokken lidstaten de algemene bepalingen inzake gegevensbescherming van hoofdstuk 6 in het nationale recht zijn verwerkt.

(2)

In artikel 20 van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad (3) is bepaald dat de naleving van bovengenoemde voorwaarde met betrekking tot de geautomatiseerde uitwisseling van gegevens overeenkomstig hoofdstuk 2 van Besluit 2008/615/JBZ dient te worden gecontroleerd op basis van een aan de hand van een vragenlijst opgesteld evaluatieverslag, een evaluatiebezoek en een proefrun.

(3)

Overeenkomstig hoofdstuk 4, punt 1.1, van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ stelt de betrokken Raadsgroep een vragenlijst op voor elke vorm van geautomatiseerde uitwisseling van gegevens, en beantwoordt een lidstaat de desbetreffende vragenlijst zodra hij van oordeel is dat hij aan de voorwaarden voor het uitwisselen van gegevens in een bepaalde gegevenscategorie voldoet.

(4)

Griekenland heeft de vragenlijst over gegevensbescherming en de vragenlijst over de uitwisseling van dactyloscopische gegevens ingevuld.

(5)

Griekenland heeft met Oostenrijk een succesvolle proefrun uitgevoerd.

(6)

In Griekenland heeft een evaluatiebezoek plaatsgevonden en het Oostenrijkse evaluatieteam heeft daarover een verslag opgesteld, dat aan de betrokken werkgroep van de Raad is toegezonden.

(7)

Aan de Raad is een algemeen evaluatieverslag voorgelegd, waarin de resultaten van de vragenlijst, het evaluatiebezoek en de proefrun betreffende de uitwisseling van dactyloscopische gegevens zijn samengevat.

(8)

Op 19 juni 2017 is de Raad, na akte te hebben genomen van de instemming van alle door Besluit 2008/615/JBZ gebonden lidstaten, tot de conclusie gekomen dat Griekenland de algemene bepalingen inzake gegevensbescherming van hoofdstuk 6 van Besluit 2008/615/JBZ volledig heeft uitgevoerd.

(9)

Griekenland moet derhalve, met het oog op de geautomatiseerde bevraging van dactyloscopische gegevens, overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2008/615/JBZ gerechtigd zijn persoonsgegevens te ontvangen en te verstrekken.

(10)

Artikel 33 van Besluit 2008/615/JBZ geeft de Raad evenwel uitvoeringsbevoegdheden voor het vaststellen van maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit, met name wat betreft het ontvangen en verstrekken van persoonsgegevens uit hoofde van dat besluit.

(11)

Nu er is voldaan aan de voorwaarden en de procedure voor het doen aanvangen van de uitoefening van deze uitvoeringsbevoegdheden moet er een uitvoeringsbesluit betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Griekenland worden vastgesteld om deze lidstaat in staat te stellen overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2008/615/JBZ persoonsgegevens te ontvangen en verstrekken.

(12)

Besluit 2008/615/JBZ is bindend voor Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk die derhalve deelnemen aan de vaststelling en toepassing van dit besluit, dat uitvoering geeft aan Besluit 2008/615/JBZ,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Met het oog op de geautomatiseerde bevraging van dactyloscopische gegevens is Griekenland gerechtigd, overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2008/615/JBZ, met ingang van 18 oktober 2017 persoonsgegevens te ontvangen en te verstrekken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Luxemburg, 12 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

U. REINSALU


(1)  PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1.

(2)  Advies van 4 oktober 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12).


17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/12


BESLUIT (GBVB) 2017/1869 VAN DE RAAD

van 16 oktober 2017

betreffende de adviesmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Irak (EUAM Iraq)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 19 juni 2017 herhaalde de Raad dat de Unie de eenheid, de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Irak onverminderd steunt, en het belang van veiligheid en rechtsstatelijkheid voor de stabiliteit in Irak beklemtoond. De Raad kondigde toen aan dat de Unie, in antwoord op het verzoek van de Iraakse autoriteiten, onderzoek voerde naar de inzet van een EU-team voor advies en steun bij de hervorming van de veiligheidssector, om te helpen bij het hervormingsstreven in samenwerking met en in afstemming op andere internationale partners.

(2)

Vervolgens hechtte de Raad op 17 juli 2017 zijn goedkeuring aan een crisisbeheersingsconcept voor een eventuele civiele GVDB-missie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Irak.

(3)

Op 24 augustus 2017 toonde de premier van Irak zich verheugd over de voorgenomen missie in een brief aan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

(4)

Gezien de aanbeveling van de directeur van het civiel plannings- en uitvoeringsvermogen dient de missie te worden uitgevoerd.

(5)

Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) moet, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, de politieke controle over de missie uitoefenen, er strategische leiding aan geven en de noodzakelijke besluiten nemen, overeenkomstig artikel 38, derde alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

(6)

Voor deze missie moet de wachtdienst in werking worden gesteld.

(7)

Deze missie zal worden uitgevoerd in het kader van een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 VEU, kan hinderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Missie

De Unie gaat hierbij over tot de instelling en start van een adviesmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Irak (EUAM Iraq).

Artikel 2

Doelstellingen

De strategische doelstellingen van EUAM Iraq zijn de volgende:

1)

de Iraakse autoriteiten op strategisch niveau bijstaan met advies en deskundigheid om bij te dragen tot de tenuitvoerlegging van de Iraakse nationale veiligheidsstrategie;

2)

analyseren, beoordelen en bepalen van mogelijkheden voor een eventuele verdere betrokkenheid van de Unie bij het vervullen van de vereisten voor de hervorming van de veiligheidssector in Irak op de lange termijn;

3)

de delegatie van de Unie in Irak bijstaan bij het coördineren van de door de Unie en haar lidstaten geleverde steun voor de hervorming van de veiligheidssector in Irak.

Artikel 3

Taken

1.   Om de doelstellingen van artikel 2, punt 1), te verwezenlijken zal EUAM Iraq:

a)

het nationale comité voor terrorismebestrijding ondersteunen bij de uitvoering van de nationale strategie voor terrorismebestrijding en bij het bepalen van de individuele strategieën en actieplannen daartoe;

b)

het directoraat planning van het ministerie van Binnenlandse Zaken ondersteunen bij het plannen van de institutionele hervormingen van het departement, met inbegrip van de politiediensten, als onderdeel van de uitvoering van de nationale veiligheidsstrategie;

c)

bijdragen tot het opstellen van een nationale strategie tegen georganiseerde misdaad, onder leiding van de afdeling georganiseerde misdaad van het ministerie van Binnenlandse Zaken;

2.   Om de doelstellingen van artikel 2, punt 2), te verwezenlijken zal EUAM Iraq:

a)

de lopende activiteiten ter ondersteuning van de civiele veiligheidssector in kaart brengen, met inbegrip van de grensbeveiliging, en geleerde lessen formuleren en hiaten opsporen;

b)

in overleg met internationale donoren sleutelprojecten bepalen voor snelle realisatie op korte termijn, waarbij de instellingen of de lidstaten van de Unie zouden kunnen worden betrokken;

c)

behoeften op de middellange tot lange termijn bepalen met het oog op een eventuele toekomstige betrokkenheid op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector, teneinde de politiek-strategische planning van de Unie te onderbouwen en te ondersteunen voor een dergelijke mogelijke betrokkenheid, indien dat vereist is;

d)

bijdragen aan het beheer en de uitvoering van de architectuur voor de hervorming van de veiligheidssector, als onderdeel van het gezamenlijke secretariaat.

3.   EUAM Iraq zal de delegatie van de Unie in Irak bijstaan bij het coördineren van de door de Unie en haar lidstaten geleverde steun voor de hervorming van de veiligheidssector in Irak.

4.   EUAM Iraq zorgt ervoor dat mensenrechten en het genderperspectief in haar taken worden geïntegreerd, en dat de met haar steun ontwikkelde beleidsmaatregelen en plannen stroken met de internationale normen en verplichtingen inzake mensenrechten en gender.

5.   EUAM Iraq zorgt ervoor dat de strijd tegen illegale migratie, wapen- en drugshandel, cybercriminaliteit en de illegale handel in en de vernietiging van culturele goederen onderdeel zijn van de acties ter bestrijding van georganiseerde misdaad. De strijd tegen de illegale handel in en de vernietiging van culturele goederen zal gebeuren in nauwe samenwerking met alle relevante actoren ter plaatse, in het bijzonder met de Unesco en de wereldwijde coalitie.

6.   EUAM Iraq verricht geen uitvoerende taken.

Artikel 4

Bevelslijn en structuur

1.   EUAM Iraq heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.

2.   Het hoofdkwartier van EUAM Iraq is gevestigd te Bagdad.

3.   EUAM Iraq wordt gestructureerd overeenkomstig de desbetreffende planningsdocumenten.

Artikel 5

Civiele operationeel commandant

1.   De directeur van het civiele plannings- en uitvoeringsvermogen (Civilian Planning and Conduct Capability — CPCC) is de civiele operationele commandant van EUAM Iraq. Het CPCC wordt ter beschikking gesteld van de civiele operationeel commandant voor de planning en het verloop van EUAM Iraq.

2.   De civiele operationele commandant oefent het commando en de controle op strategisch niveau uit op EUAM Iraq, onder het politieke toezicht en de strategische leiding van het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en onder algemeen gezag van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

3.   De civiele operationeel commandant zorgt voor de adequate en efficiënte uitvoering van de besluiten van de Raad en van het PVC met betrekking tot het verloop van de operaties, mede, waar nodig, door het hoofd van de missie instructies op strategisch niveau te geven en hem advies en technische bijstand te verlenen. De civiele operationeel commandant rapporteert aan de Raad via de HV.

4.   Alle gedetacheerde personeelsleden blijven onder het volledige gezag staan van de nationale autoriteiten van, respectievelijk, de detacherende staat overeenkomstig de nationale regels, de betrokken instelling van de Unie of de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO). Die autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over hun personeel over aan de civiele operationeel commandant.

5.   De civiele operationeel commandant heeft de algehele verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de Unie zich naar behoren van haar zorgplicht kwijt.

6.   De civiele operationele commandant en het hoofd van de delegatie van de Unie in Irak plegen indien nodig onderling overleg.

Artikel 6

Hoofd van de missie

1.   De heer Markus RITTER wordt benoemd tot hoofd van de missie.

2.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor EUAM Iraq en oefent in het inzetgebied het commando over en de controle op de missie uit. Het hoofd van de missie ressorteert rechtstreeks onder de civiele operationeel commandant en handelt overeenkomstig diens instructies.

3.   Het hoofd van de missie vertegenwoordigt EUAM Iraq binnen haar verantwoordelijkheidsgebied.

4.   Het hoofd van de missie draagt de administratieve en logistieke verantwoordelijkheid voor EUAM Iraq, met inbegrip van de verantwoordelijkheid voor de aan de missie ter beschikking gestelde activa, middelen en informatie. Het hoofd van de missie kan, onder zijn algemene verantwoordelijkheid, beheerstaken betreffende personeels- en financiële aangelegenheden delegeren aan personeelsleden van EUAM Iraq.

5.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van EUAM Irak. Voor gedetacheerd personeel worden tuchtrechtelijke maatregelen genomen door, respectievelijk, de nationale autoriteit van de detacherende staat overeenkomstig nationale regels, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO.

6.   Het hoofd van de missie zorgt voor passende zichtbaarheid van de missie EUAM Iraq.

7.   Het hoofd van de missie zorgt, in voorkomend geval, voor coördinatie met andere actoren van de Unie in het veld. Het hoofd van de missie krijgt, onder volledige eerbiediging van de commandostructuur, ter plaatse politieke sturing van het hoofd van de EU-delegatie in Irak.

Artikel 7

Personeel

1.   EUAM Iraq bestaat voornamelijk uit personeel dat door de lidstaten, de instellingen van de Unie of de EDEO wordt gedetacheerd. Elke lidstaat, elke instelling van de Unie en de EDEO draagt de kosten voor ieder door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van kosten voor vervoer van en naar het inzetgebied, salarissen, ziektekosten en andere vergoedingen dan dagvergoedingen.

2.   De lidstaat, de instelling van de Unie of de EDEO, naargelang het geval, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schadeclaims van of betreffende de door hen gedetacheerde personeelsleden en voor het instellen van een eventuele vordering tegen die personen.

3.   Internationaal en lokaal personeel kan op contractbasis door EUAM Iraq worden geworven, indien de vereiste functies niet kunnen worden vervuld door personeel dat door de lidstaten is gedetacheerd. Bij wijze van uitzondering en in naar behoren gemotiveerde gevallen, kunnen in voorkomend geval onderdanen van deelnemende derde staten op contractbasis worden geworven wanneer er geen geschikte kandidaten uit de deelnemende lidstaten beschikbaar zijn.

4.   De arbeidsvoorwaarden en de rechten en plichten van het internationale en het plaatselijke personeel, worden neergelegd in contracten tussen EUAM Iraq en het betrokken personeelslid.

Artikel 8

Status van EUAM Iraq en van haar personeel

De status van EUAM Iraq en van haar personeel, in voorkomend geval inclusief de voorrechten, immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en het vlot functioneren van EUAM Iraq, wordt vastgelegd in een overeenkomst krachtens artikel 37 VEU, overeenkomstig de procedure van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 9

Politieke controle en strategische leiding

1.   Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, de politieke controle en de strategische leiding over EUAM Iraq uit. De Raad machtigt het PVC hierbij om voor dit doel de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38, derde alinea, VEU. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om op voordracht van de HV een hoofd van de missie te benoemen en de bevoegdheid om het operatieplan (OPLAN) te wijzigen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van EUAM Iraq blijft berusten bij de Raad.

2.   Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

3.   Het PVC ontvangt, op gezette tijden en naargelang de behoefte, verslagen die door de civiele operationeel commandant en het hoofd van de missie zijn opgesteld over aangelegenheden die onder hun respectieve bevoegdheid vallen.

Artikel 10

Deelname van derde staten

1.   Onverminderd de beslissingsautonomie van de Unie en haar enkele institutionele kader kunnen derde staten worden uitgenodigd bij te dragen aan EUAM Iraq, met dien verstande dat zij de kosten dragen voor het door hen gedetacheerde personeel, met inbegrip van salarissen, verzekering tegen alle risico's, dagvergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Irak, en dat zij een passende bijdrage aan de bedrijfskosten van EUAM Iraq leveren.

2.   De derde staten die aan EUAM Iraq bijdragen, hebben bij de dagelijkse leiding van EUAM Iraq dezelfde rechten en plichten als de lidstaten.

3.   De Raad machtigt het PVC om de passende besluiten te nemen betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen en betreffende het instellen van een comité van contribuanten.

4.   De nadere regelingen betreffende de deelname van derde staten worden vastgesteld in krachtens artikel 37 VEU te sluiten overeenkomsten. Wanneer de Unie en een derde staat een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de deelneming van die derde staat aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie sluiten of hebben gesloten, zijn in het kader van EUAM Iraq de bepalingen van die overeenkomst van toepassing.

Artikel 11

Beveiliging

1.   De civiele operationeel commandant stuurt de planning van de beveiligingsmaatregelen door het hoofd van de missie aan en zorgt voor een adequate en doeltreffende uitvoering daarvan door EUAM Iraq, overeenkomstig artikel 5.

2.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de beveiliging van EUAM Iraq en voor de naleving van de minimumbeveiligingseisen die op EUAM Iraq van toepassing zijn, conform het beleid van de Unie inzake de beveiliging van personeel dat op grond van titel V van het VEU en de daarvan afgeleide teksten in een operationele hoedanigheid wordt ingezet buiten de Unie.

3.   Het hoofd van de missie wordt bijgestaan door een speciaal voor de missie bestemde veiligheidsfunctionaris, die aan het hoofd van de missie rapporteert en tevens nauwe functionele betrekkingen onderhoudt met de EDEO.

4.   De personeelsleden van EUAM Iraq volgen, overeenkomstig het Oplan, vóór hun indiensttreding een verplichte veiligheidsopleiding. Zij krijgen regelmatig ter plaatse herhalingscursussen, die worden georganiseerd door de veiligheidsfunctionaris van de missie.

5.   Het hoofd van de missie zorgt voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad (1).

Artikel 12

Wachtdienst

Voor EUAM Iraq wordt de wachtdienst in werking gesteld.

Artikel 13

Wettelijke regelingen

EUAM Iraq heeft de bevoegdheid diensten en leveringen aan te besteden, contracten en administratieve regelingen te sluiten, personeel in dienst te nemen, bankrekeningen te bezitten, eigendommen te verkrijgen of te vervreemden en haar schulden te vereffenen, en in rechte op te treden, zoals vereist om uitvoering te geven aan dit besluit.

Artikel 14

Financiële regelingen

1.   Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met EUAM Iraq moet dekken van 16 oktober 2017 tot 17 oktober 2018 bedraagt 14 000 000 EUR. Het financiële referentiebedrag voor eventuele daaropvolgende perioden wordt door de Raad vastgesteld.

2.   De uitgaven worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie. Procedures voor het gunnen van overheidsopdrachten door EUAM Iraq staan zonder beperkingen open voor natuurlijke en rechtspersonen. Voorts gelden er voor de door EUAM Iraq aangekochte goederen geen oorsprongsregels. Met goedkeuring van de Commissie mag EUAM Iraq technische regelingen treffen met lidstaten, het gastland, deelnemende derde staten en andere internationale actoren over het leveren van uitrusting, diensten en werkruimten aan EUAM Iraq.

3.   EUAM Iraq is verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting van de missie. Daartoe ondertekent EUAM Iraq een overeenkomst met de Commissie.

4.   EUAM Iraq legt volledig verantwoording af tegenover en staat onder toezicht van de Commissie wat betreft de in het kader van de overeenkomst ondernomen activiteiten.

5.   De financiële regelingen voldoen aan de bij artikel 4, 5 en 6 geregelde commandostructuur en de operationele behoeften van EUAM Iraq.

6.   De uitgaven in verband met EUAM Iraq komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum van vaststelling van dit besluit.

Artikel 15

Samenhang van het optreden van de Unie en coördinatie

1.   De HV ziet toe op de samenhang van de uitvoering van dit besluit met het externe optreden van de Unie als geheel, met inbegrip van de ontwikkelingsprogramma's van de Unie.

2.   Onverminderd de bevelslijn handelt het hoofd van de missie in nauwe coördinatie met de delegatie van de Unie in Irak, met de bedoeling de samenhang van het optreden van de Unie in Irak te verzekeren.

3.   Het hoofd van de missie werkt in nauwe coördinatie samen met de hoofden van missies van de lidstaten die in Irak aanwezig zijn.

Artikel 16

Informatieverstrekking

1.   De HV is gemachtigd om, naargelang de behoeften van EUAM Iraq, gerubriceerde EU-informatie tot op het niveau „CONFIDENTIEL EU/EU CONFIDENTIAL” die ten behoeve van EUAM Iraq zijn opgesteld, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU vrij te geven aan de bij dit besluit betrokken derde staten.

2.   Indien er sprake is van een specifieke en onmiddellijke operationele behoefte, is de HV voorts gemachtigd gerubriceerde gegevens van de Unie tot op het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUAM Iraq zijn opgesteld, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU vrij te geven aan het gastland. Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van het gastland opgesteld.

3.   De HV is gemachtigd niet-gerubriceerde EU-documenten betreffende de beraadslagingen van de Raad over EUAM Iraq die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad (2) vallen, vrij te geven aan de derde staten die bij dit besluit zijn betrokken.

4.   De HV kan de bevoegdheden en de bevoegdheid om de regelingen te sluiten, als bedoeld in de leden 1, 2 en 3, delegeren aan personen die onder zijn gezag staan, aan de civiele operationele commandant en aan het hoofd van de missie, overeenkomstig afdeling VII van bijlage VI bij Besluit 2013/488/EU.

Artikel 17

Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing tot 17 oktober 2018.

Gedaan te Luxemburg, 16 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).

(2)  Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).


17.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/19


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1870 VAN DE COMMISSIE

van 16 oktober 2017

betreffende de bekendmaking van de referentie van de Europese norm voor elektronische facturering en de lijst van syntaxen overeenkomstig Richtlijn 2014/55/EU van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake elektronische facturering bij overheidsopdrachten (1), en met name artikel 3, lid 2, en artikel 11, lid 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2014/55/EU beoogt de toepassing van elektronische facturering bij overheidsopdrachten te bevorderen door voor semantische interoperabiliteit te zorgen en de rechtszekerheid te verbeteren. De voordelen van elektronische facturering worden maximaal benut wanneer het genereren, verzenden, overdragen, ontvangen, en verwerken van een factuur volledig geautomatiseerd kan worden. Het gebruik van een gemeenschappelijke Europese norm voor elektronische facturering en de opstelling van een beperkte lijst van syntaxen garanderen dat die voordelen worden behaald in het kader van de interne markt.

(2)

Overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2014/55/EU heeft de Commissie bij het normalisatieverzoek van 10 december 2014, C(2014) 7912 final (2), de Europese normalisatie-instellingen verzocht om de Europese norm voor elektronische facturering en de daarmee samenhangende producten op te stellen, waarvan de belangrijkste de lijst van syntaxen is.

(3)

Op 28 juni 2017 publiceerde het Europees Comité voor normalisatie (CEN) de Europese norm EN 16931-1:2017, Elektronische facturering — Deel 1: Semantisch gegevensmodel voor de kernelementen van een elektronische factuur en de lijst van syntaxen CEN/TS 16931-2:2017, Elektronische facturering — Deel 2: Lijst van syntaxen die voldoen aan de eisen van EN 16931-1, volgens het CEN-classificatiesysteem.

(4)

De door het CEN uitgewerkte daarmee samenhangende producten, die zijn gericht op de invoering van de Europese norm voor elektronische facturering, zijn beschikbaar op de website van het CEN.

(5)

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, vijfde alinea, van Richtlijn 2014/55/EU heeft de Commissie de praktische toepassing van de Europese norm voor elektronische facturering voor een eindgebruiker getest. Daaruit bleek dat de Europese norm EN 16931-1:2017 geschikt is voor het beoogde doel en voldoet aan de criteria die zijn vermeld in artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2014/55/EU, en met name de criteria hanteerbaarheid, gebruikersvriendelijkheid en mogelijke uitvoeringskosten. Het verslag van de uitkomst van die test is op 11 oktober 2017 ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

(6)

Om ervoor te zorgen dat elektronische facturen zo spoedig mogelijk kunnen worden ontvangen en verwerkt overeenkomstig de Europese norm voor elektronische facturering en de daarmee samenhangende syntaxen, dient dit besluit in werking te treden op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(7)

De referentie van norm EN 16931-1:2017, Elektronische facturering — Deel 1: Semantisch gegevensmodel voor de kernelementen van een elektronische factuur en de lijst van syntaxen CEN/TS 16931-2:2017, Elektronische facturering — Deel 2, moet derhalve worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De referentie van de Europese norm voor elektronische facturering „EN 16931-1:2017, Elektronische facturering — Deel 1: Semantisch gegevensmodel voor de kernelementen van een elektronische factuur” en de lijst van syntaxen, met de referentie „CEN/TS 16931-2:2017, Elektronische facturering — Deel 2: Lijst van syntaxen die voldoen aan EN 16931-1”, zoals vermeld in de bijlage bij dit besluit, wordt hierbij bekendgemaakt.

Artikel 2

18 april 2019 is de uiterste datum voor het in werking doen treden van de in artikel 11, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2014/55/EU bedoelde maatregelen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 133 van 6.5.2014, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit C(2014) 7912 final van de Commissie van 10 december 2014 betreffende een normalisatieverzoek aan de Europese normalisatie-instellingen met betrekking tot een Europese norm voor elektronische facturering en een reeks aanvullende normalisatieproducten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (M/528).


BIJLAGE

LIJST VAN SYNTAXEN

De in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/55/EU bedoelde lijst van syntaxen wordt door het CEN verstrekt in clausule 7 van CEN/TS 16931-2:2017, bekendgemaakt op 28 juni 2017.

Het gaat om de volgende 2 syntaxen:

1.

UN/CEFACT Cross Industry Invoice XML-bericht, zoals omschreven in XML-Schemas 16B (SCRDM — CII) (1).

2.

UBL-factuur- en kredietnotaberichten, zoals omschreven in ISO/IEC 19845:2015 (2).


(1)  Deze documenten worden door de VN/ECE (Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties) beschikbaar gesteld op http://www.unece.org/cefact/xml_schemas/index

(2)  Deze documenten worden door Oasis UBL (Universal Business Language) beschikbaar gesteld op http://docs.oasis-open.org/ubl/cs1-UBL-2.1/UBL-2.1.pdf