ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 243

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
21 september 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1590 van de Commissie van 20 september 2017 tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de tariefcontingenten die in de sector varkensvlees zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 442/2009

1

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/1591 van de Raad van 14 september 2017 tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door de Republiek Oostenrijk

4

 

*

Besluit (EU) 2017/1592 van de Commissie van 15 mei 2017 betreffende maatregel SA.35429 — 2017/C (ex 2013/NN) die Portugal ten uitvoer heeft gelegd voor de verlenging van het gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 3110)  ( 1 )

5

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1593 van de Commissie van 20 september 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 6458)  ( 1 )

14

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

21.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 243/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1590 VAN DE COMMISSIE

van 20 september 2017

tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de tariefcontingenten die in de sector varkensvlees zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 442/2009

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 442/2009 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector varkensvlees. De in bijlage I, deel B, van genoemde verordening opgenomen contingenten worden beheerd volgens de methode van het gelijktijdige onderzoek.

(2)

De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 september 2017 voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 zijn ingediend, zijn kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid.

(3)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 442/2009 en die aan de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 moeten worden toegevoegd, zijn opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 september 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 442/2009 van de Commissie van 27 mei 2009 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten in de sector varkensvlees (PB L 129 van 28.5.2009, blz. 13).


BIJLAGE

Volgnummer

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2018 beschikbare hoeveelheden

(in kg)

09.4038

17 007 500

09.4170

2 461 000

09.4204

2 312 000


BESLUITEN

21.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 243/4


BESLUIT (EU) 2017/1591 VAN DE RAAD

van 14 september 2017

tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door de Republiek Oostenrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Oostenrijkse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio's is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van het mandaat van de heer Markus LINHART,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, tot lid benoemd:

de heer Hannes WENINGER, Gemeinderat (Gießhübl) und Abgeordneter zum Nationalrat.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 14 september 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

A. ANVELT


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).


21.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 243/5


BESLUIT (EU) 2017/1592 VAN DE COMMISSIE

van 15 mei 2017

betreffende maatregel SA.35429 — 2017/C (ex 2013/NN) die Portugal ten uitvoer heeft gelegd voor de verlenging van het gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 3110)

(Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 2, eerste alinea,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig artikel 108, lid 2, van het Verdrag te hebben uitgenodigd hun opmerkingen te maken en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Op 18 september 2012 heeft de Commissie een klacht van particulieren ontvangen tegen vermeende onrechtmatige staatssteun die door Portugal aan Energias de Portugal SA (1) („EDP”) is verleend met betrekking tot zowel gestrande kosten in Portugal als de verlenging van het gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht.

(2)

Op 30 oktober 2012 heeft de Commissie de klacht naar Portugal doorgestuurd en om aanvullende informatie verzocht, die Portugal bij schrijven van 8 januari 2013 heeft verstrekt. Op 25 januari 2013 heeft een bijeenkomst met de Portugese autoriteiten plaatsgevonden. Portugal heeft op 7 maart 2013 aanvullende informatie verstrekt.

(3)

Op 18 september 2013 heeft de Europese Commissie Portugal per brief in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure, volgens de procedure van artikel 108, lid 2, van het Verdrag, alleen met betrekking tot de verlenging van het gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht.

(4)

Op 21 oktober 2013 heeft de Commissie opmerkingen van Portugal ontvangen en op 29 januari 2014 werd er dienovereenkomstig een corrigendum aangenomen.

(5)

Het besluit van de Commissie tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure (2) (hierna „het inleidingsbesluit” genoemd) is op 16 april 2014 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

(6)

In mei 2014 heeft de Commissie opmerkingen van derden ontvangen.

(7)

Portugal heeft zijn antwoord op de opmerkingen van derden op 3 juli 2014 toegezonden.

(8)

Bij schrijven van 15 april 2016 heeft de Commissie om aanvullende informatie verzocht. Op 19 augustus 2016 heeft Portugal op dit verzoek geantwoord.

(9)

Dit besluit vormt de afsluiting van de formele onderzoeksprocedure die werd ingeleid op grond van artikel 108 VWEU. Het besluit spreekt zich niet uit over de vraag of de maatregel in overeenstemming is met andere bepalingen van de EU-wetgeving, zoals de EU-regels inzake het plaatsen van overheidsopdrachten en de mededingingsregels op grond van de artikelen 106/102 VWEU.

2.   BESCHRIJVING VAN DE MAATREGEL

2.1.   De energiemarkt in Portugal

(10)

Vóór de liberalisering van de Portugese elektriciteitsmarkt in 2007 werd de in Portugal opgewekte elektriciteit niet rechtstreeks op de markt verkocht, maar door de openbare exploitant van het elektriciteitsnet, Rede Elétrica Nacional SA („REN”) afgenomen op basis van langlopende stroomafnameovereenkomsten. Op grond van die langlopende stroomafnameovereenkomsten was REN verplicht om een gegarandeerde hoeveelheid elektriciteit af te nemen van erkende producenten, tegen een gegarandeerde prijs die precies omschreven kostenposten dekte, en gedurende een gegarandeerde periode, namelijk tot 2027.

2.2.   Het besluit inzake gestrande kosten

(11)

Na de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) besloot Portugal over te gaan tot de vroegtijdige beëindiging van de langlopende stroomafnameovereenkomsten en die te vervangen door de betaling van een compensatie voor gestrande kosten. In wetsdecreet nr. 240/2004 van 27 december 2004 werden de parameters en de methode voor het berekenen van de compensatieregeling vastgelegd.

(12)

Portugal meldde op 1 april 2004 de maatregel voor de compensatie voor gestrande kosten aan, op basis van de mededeling van de Commissie betreffende de onderzoekmethode van staatssteun die verband houdt met gestrande kosten (4). Deze gestrande kosten moesten worden betaald vanwege de vroegtijdige beëindiging van de langlopende stroomafnameovereenkomsten tussen EDP en REN voor 34 elektriciteitscentrales, waarvan 27 waterkrachtcentrales, gelet op de verwachte lasten van gedane investeringen in een geliberaliseerde markt. Het besluit inzake gestrande kosten verwijst ook naar Tejo Energia en Turbogas. Portugal meldde van zijn voornemen aan om ook gestrande kosten toe te kennen aan Tejo Energia en Turbogas. De maatregel zou gefinancierd worden met inkomsten uit een heffing die wordt opgelegd aan de eindafnemers van elektriciteit, gebaseerd op gecontracteerd stroomverbruik.

(13)

In 2004 keurde de Commissie de maatregel goed om de potentiële verliezen van de drie ondernemingen, waaronder de gevestigde exploitant (5), te dekken, in het besluit betreffende steunmaatregel N161/2004 — Gestrande kosten in Portugal (6).

(14)

Zoals vastgelegd in dat besluit van de Commissie bestaat de compensatie voor gestrande kosten die sinds juli 2007 jaarlijks aan EDP wordt betaald uit twee elementen, namelijk een vaste component zijnde een deel van het vooraf berekende jaarlijkse maximumbedrag, en een correctiecomponent die rekening houdt met de werkelijke waarde van het verschil tussen de daadwerkelijke inkomsten en de kosten van de betrokken centrales, berekend op het niveau van de geconsolideerde groep, in dit geval EDP. Een laatste correctie van het bedrag van de compensatie voor gestrande kosten zal aan het begin van 2018 worden berekend, d.w.z. in het elfde jaar na de vroegtijdige beëindiging van de langlopende stroomafnameovereenkomst. Deze laatste correctie zal worden berekend op basis van de verwachte inkomsten tot eind 2027, wat het einde is van de uitvoering van de compensatieregeling voor gestrande kosten na het besluit van de Commissie.

2.3.   Verlenging van de concessieperiode

(15)

De beëindigingsovereenkomst voor de langlopende stroomafnameovereenkomsten van EDP met betrekking tot de waterkrachtcentrales werd in februari 2005 gesloten na de aanneming van wetsdecreet nr. 240/2004. De beëindigingsovereenkomst voor de langlopende stroomafnameovereenkomsten bevat een clausule op grond waarvan de overeengekomen beëindiging kan worden opgeschort. Die clausule stelt de beëindiging van de langlopende stroomafnameovereenkomst afhankelijk van het recht op gebruik van openbare watervoorraden gedurende een periode die minimaal voortduurt tot het einde van de levensduur van de apparatuur en civieltechnische werken. In alle gevallen moest het recht op gebruik van openbare watervoorraden worden toegekend aan de energieproducent, namelijk EDP, voor die periode.

(16)

Op grond van de Portugese waterwet nr. 58/2005 van 29 december 2005 en wetsdecreet nr. 226-A/2007 van 31 mei 2007 betreffende de regeling van het gebruik van watervoorraden is voor het gebruik van openbare watervoorraden voor energieproductie een concessie vereist. De keuze van de entiteit die de concessie krijgt, moest worden gemaakt volgens een van de wettelijk bepaalde specifieke procedures. Op grond van wetsdecreet nr. 240/2004 en wetsdecreet nr. 226-A/2007 vallen de activa met betrekking tot de onder de concessie vallende activiteit aan het einde van de concessie kosteloos toe aan de staat. Indien de entiteit die de concessie kreeg door de cedent goedgekeurde investeringen had gedaan die niet waren en niet konden worden afgeschreven, dan kon de staat ofwel de restwaarde terugbetalen ofwel de voorwaarden van de concessie voor de resterende tijd van de af te schrijven activa verlengen, maar in geen geval voor meer dan 75 jaar (7).

2.4.   Waarde van de verlenging van de concessies voor waterkrachtenergie

(17)

Portugal heeft drie onderzoeken uitgevoerd waarin de berekening van de mogelijke economische waarde die voortvloeit uit de verlenging in 2007 nauwkeurig wordt omschreven. De belangrijkste resultaten van de onderzoeken waren als volgt:

a)

REN raamt de waarde van de verlenging van de concessie op 1 672 miljoen EUR, op basis van op één enkele disconteringsvoet van 6,6 % die overeenstemt met de door EDP zelfgerapporteerde waarde van de gewogen gemiddelde kapitaalkosten.

b)

Caixa Banco de Investimento raamt de waarde tussen 650 miljoen EUR en 750 miljoen EUR, op basis van het gebruik van twee disconteringsvoeten: de restwaarde van de langlopende stroomafnameovereenkomsten, verdisconteerd tegen 4,57 %, voortvloeiend uit een spread van 50 basispunten bovenop het rendement van 4,05 % op staatsobligaties op 15 jaar; en de vrije kasstromen, verdisconteerd met gewogen gemiddelde kapitaalkosten van 7,72 % op basis van een Capital Asset Pricing Model (CAPM) dat wordt gevoed met gegevens die indirect zijn afgeleid van het aandelenkapitaal en de kostenramingen van risico's van vergelijkbare Europese nutsbedrijven.

c)

Credit Suisse First Boston raamt de waarde op 704 miljoen EUR, op grond van een veronderstelde elektriciteitsprijs van 50 EUR/MWh, op basis van verschillende disconteringsvoeten van 7,89 % voor de gewogen gemiddelde kapitaalkosten respectievelijk 4,55 % voor de restwaarde. Het percentage van de gewogen gemiddelde kapitaalkosten is, net als voor Caixa Banco de Investimento, gebaseerd op een Capital Asset Pricing Model dat wordt gevoed met de gegevens die indirect zijn afgeleid van het aandelenkapitaal en de kostenramingen van risico's van vergelijkbare Europese nutsbedrijven.

(18)

Wetsdecreet nr. 226-A/2007 vormde de juridische ondersteuning van de opschortende clausules van de langlopende stroomafnameovereenkomsten. Bij dit wetsdecreet verlengde Portugal de duur van de rechten op gebruik van openbare watervoorraden van de door EDP geëxploiteerde waterkrachtcentrales waarvan de langlopende stroomafnameovereenkomst bij wetsdecreet nr. 240/2004 was beëindigd.

(19)

Krachtens artikel 91, lid 6, van wetsdecreet nr. 226-A/2007 moest voor de overdracht van rechten aan elektriciteitsproducenten (feitelijk dus EDP) een bedrag worden betaald dat een economisch en financieel evenwicht weerspiegelt. Zoals gedefinieerd in artikel 92, lid 1, van wetsdecreet nr. 226-A/2007 stemde dit bedrag voor elke elektriciteitscentrale overeen met het verschil tussen de marktwaarde van de exploitatie tot het einde van de verlengde termijn uitgedrukt in kasstromen en de restwaarde van de investering, zoals uiteengezet in de langlopende stroomafnameovereenkomst en verdisconteerd tegen passende disconteringsvoeten voor elk van de beide prijscomponenten. Die bepaling zorgde ervoor dat de transactie in financiële termen niet werd behandeld als één enkele investering, aangezien er verschillende rentepercentages werden gebruikt om het volgende te verdisconteren:

a)

de restwaarde (aan EDP te betalen);

b)

de financiële vrije kasstromen die EDP verkrijgt uit de doorverkoop van elektriciteit die door die waterkrachtcentrales is opgewekt (door EDP en uiteindelijk de consumenten aan Portugal te betalen).

(20)

Overeenkomstig de bepalingen van wetsdecreet nr. 226-A/2007 betaalde EDP de Portugese staat het bedrag van 759 miljoen EUR als tegenprestatie voor het economische en financiële evenwicht van de verlenging van de concessies van alle 27 waterkrachtcentrales. Dit cijfer is inclusief een bedrag van 55 miljoen EUR voor de belasting op de watervoorraden. Hieruit volgt dat het nettobedrag van de door EDP betaalde vergoeding 704 miljoen EUR was.

2.5.   De klacht

(21)

In de klacht die de Commissie in september 2012 ontving, werd aangevoerd dat Portugal EDP onrechtmatige staatssteun had verleend die onverenigbaar is met de interne markt. Die onrechtmatige staatssteun zou het gevolg zijn van de volgende twee afzonderlijke maatregelen:

a)

de compensatie voor gestrande kosten voor EDP van vóór de liberalisering van de elektriciteitsmarkten, die de Commissie in haar besluit betreffende steunmaatregel N 161/2004 — Gestrande kosten in Portugal (zie overweging 12 (8)) had goedgekeurd: de klager voert aan dat de in 2004 goedgekeurde steun niet langer verenigbaar zou zijn met de staatssteunregels van de Unie, omdat de omstandigheden sinds de aanneming van het besluit van de Commissie zijn veranderd en er sprake is van inconsistentie met de voorwaarden van de mededeling van de Commissie betreffende de onderzoekmethode van staatssteun die verband houdt met gestrande kosten (9);

b)

de lage prijs die EDP in 2007aan Portugal heeft betaald voor de verlenging zonder openbare aanbesteding van de concessies voor het gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht waardoor Portugal staatsinkomsten heeft misgelopen ten voordele van EDP.

2.6.   Het inleidingsbesluit

(22)

De Commissie weerlegde in het inleidingsbesluit het deel van de klacht met betrekking tot de compensatie voor gestrande kosten en kwam tot de conclusie dat er geen redenen waren om aan te nemen dat de steun niet langer verenigbaar was met de interne markt.

(23)

De Commissie uitte echter twijfels over de mogelijke staatssteun aan EDP bij de tenuitvoerlegging van de regeling voor het gebruik van watervoorraden. De Commissie trok in haar inleidingsbesluit de voorlopige conclusie dat het mogelijk lage bedrag dat door EDP voor de verlenging van het recht op gebruik van openbare watervoorraden was betaald in uitvoering van wetsdecreet nr. 226-A/2007, indien dit werd bevestigd, EDP een selectief economisch voordeel leek te hebben opgeleverd.

(24)

Wat de verenigbaarheid betreft, zag de Commissie in dat stadium geen enkele rechtsgrondslag voor de verenigbaarheid met de interne markt van de mogelijke staatssteun aan EDP.

2.6.1.   Ontbreken van een aanbesteding

(25)

Ten eerste merkte de Commissie op dat de toekenning van het gebruik van openbare watervoorraden door middel van een concessie met als doel de uitvoering van een dienst die op een markt wordt aangeboden, geen economisch voordeel voor de begunstigde oplevert wanneer de concessie is toegekend als gevolg van een open en niet-discriminerende aanbestedingsprocedure waaraan voldoende geïnteresseerde exploitanten hebben deelgenomen. In deze zaak verlengden de beëindigingsovereenkomsten van de langlopende stroomafnameovereenkomsten het uitsluitende recht van EDP om de betrokken elektriciteitscentrales te exploiteren, in feite echter dus met gemiddeld ongeveer 25 jaar zonder dat er een aanbestedingsprocedure aan te pas kwam. Sterker nog, het organiseren van een aanbesteding was volledig overbodig geworden door de opschortende clausules van de 27 beëindigingsovereenkomsten van de langlopende stroomafnameovereenkomsten tussen REN en EDP.

(26)

Rekening houdend met het aanzienlijke aandeel dat de elektriciteitscentrales op de Portugese markt vertegenwoordigen (27 %), de positie van EDP op de Portugese elektriciteitsproductie- en groothandelsmarkt (55 %) en het specifieke belang van waterkrachtcentrales in de elektriciteitsproductieportfolio, was de Commissie van mening dat dergelijke opschortende clausules mogelijk een langdurig marktafschermend effect in gang hebben gezet waardoor de toegang tot de markt van potentiële concurrenten die bij een openbare aanbesteding een offerte hadden kunnen uitbrengen, wordt bemoeilijkt. Om die reden zou een onterecht economisch voordeel ten gunste van EDP kunnen worden vastgesteld als de aanbesteding tot een hogere prijs zou hebben geleid dan de prijs die nu door EDP is betaald, exclusief de restwaarde die aan deze onderneming is verschuldigd.

2.6.2.   Ondersteunende economische onderzoeken die voor de raming van de transactieprijs zijn gebruikt

(27)

Ten tweede gaf de Commissie in haar inleidingsbesluit aan dat de op één na beste oplossing, bij afwezigheid van een aanbestedingsprocedure, een zakelijke onderhandeling tussen de Portugese autoriteiten en EDP zou kunnen zijn. Portugal zou, handelend als marktdeelnemer, een zo hoog mogelijk rendement op de in de concessie opgenomen openbare middelen hebben nagestreefd. Volgens deze benadering zou de onderhandeling met EDP gebaseerd zijn op de in 2007 uitgevoerde waardering (10) die voor Portugal het gunstigst bleek te zijn, te weten de door REN voorgestelde waardering.

(28)

Zoals vermeld in overweging 44 van het inleidingsbesluit had Portugal ingestemd met een uiteindelijke prijs die nagenoeg de helft van de door REN geraamde prijs bedroeg. Mocht de door REN voorgestelde waardering de meest nauwkeurige blijken te zijn, dan lijkt het onwaarschijnlijk dat de staat tijdens de onderhandelingen met EDP als marktdeelnemer zou hebben gehandeld.

2.6.3.   Financiële methode die gebruikt is voor het bepalen van de transactieprijs

(29)

Ten derde werden er aanvullende twijfels geuit over de methode die gebruikt is voor het bepalen van de transactieprijs. De methode die is vastgesteld in wetsdecreet nr. 226-A/2007 sluit nauw aan bij de door Caixa Banco da Investimento gepresenteerde aanpak waarbij gebruik wordt gemaakt van twee disconteringsvoeten (11).

(30)

De Commissie vroeg zich met name af of het feit dat er geen gebruik werd gemaakt van één en dezelfde disconteringsvoet, uitsluitend gebaseerd op de kapitaalkosten van EDP, zoals voorgesteld door REN, een economisch voordeel voor EDP met zich zou kunnen meebrengen. De Commissie merkte op dat als de disconteringsvoet die is gebruikt om de restwaarde en de vrije kasstromen te verdisconteren één enkel percentage voor de gewogen gemiddelde kapitaalkosten was geweest, gebaseerd op de typische kapitaalkosten van een Europese stroomproducent (7,55 %), EDP 1 340 miljoen EUR had moeten betalen, d.w.z. 581 miljoen EUR meer dan het bedrag dat nu door EDP is betaald.

(31)

De Commissie was in haar inleidingsbesluit derhalve van mening dat, rekening houdend met de keuze van de Portugese autoriteiten om de concessies in het uitsluitende voordeel van EDP te verlengen in plaats van een aanbestedingsprocedure te openen voor andere concurrenten, het passender zou zijn geweest een disconteringsvoet te gebruiken die was gebaseerd op de werkelijke gewogen gemiddelde kapitaalkosten van EDP teneinde de eigen werkelijke kapitaalkosten van EDP te weerspiegelen. REN rapporteerde dat de werkelijke gewogen gemiddelde kapitaalkosten van EDP in 2007 6,6 % bedroegen en het derhalve passend zou kunnen zijn om deze waarde te gebruiken in plaats van 7,55 %. De Commissie concludeerde derhalve dat er een onterecht economisch voordeel ten gunste van EDP zou kunnen worden vastgesteld.

3.   OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

(32)

Tijdens het formele onderzoek heeft de Commissie opmerkingen van de klagers en EDP ontvangen.

(33)

De klagers waren van mening dat EDP door de verlenging van de concessies staatssteun heeft ontvangen. Volgens hen vormt de maatregel een compensatie voor gederfde inkomsten.

(34)

In zijn antwoord van 19 mei 2014 geeft EDP echter aan dat de maatregel geen staatssteun inhoudt. Ten eerste voert EDP aan dat het bedrijf geen economisch voordeel heeft gehaald uit de erkenning in 2007 van het recht op gebruik van openbare watervoorraden tot het einde van de levensduur van de apparatuur in de 27 waterkrachtcentrales door middel van de langlopende stroomafnameovereenkomsten, aangezien dat recht was toegekend onder normale marktvoorwaarden.

(35)

Volgens EDP kan de aanwezigheid van een economisch voordeel worden uitgesloten als de staat als een particuliere verkoper optreedt in een zakelijke transactie op de open markt en probeert de beste prijs voor activa te verkrijgen.

(36)

EDP voert aan dat het bedrijf recht heeft op de restwaarde van de waterkrachtcentrales als de langlopende stroomafnameovereenkomsten vóór het einde van de levensduur van de centrales zouden worden beëindigd. Om die reden was het in 2007 voor de staat economisch niet haalbaar om een openbare aanbestedingsprocedure uit te schrijven om nieuwe concessies voor de watervoorraden toe te kennen.

(37)

EDP is van mening dat als de staat had geprobeerd een hogere waarde te verkrijgen dan de waarde die uit onafhankelijke onderzoeken naar voren kwam, het ervoor gekozen zou hebben het recht op gebruik van de watervoorraden niet te verlengen en het bedrag van de restwaarde van de elektriciteitscentrales — waarop het recht had — onmiddellijk op te eisen.

(38)

Bovendien is EDP van mening dat het REN-onderzoek inzake de economische waarde van de verlenging van de concessies onjuiste economische en financiële aannamen bevat waardoor de waarde van de rechten aanzienlijk lager wordt, wat betekent dat EDP de bevindingen van dat onderzoek nooit aanvaard zou hebben als basis voor een „bilaterale onderhandeling”.

(39)

Bijgevolg voert EDP aan dat de eenzijdige vaststelling van de waarde van de verlenging van de concessies op basis van een objectieve waarderingsmethode voldoende is om het bestaan van een economisch voordeel te voorkomen.

(40)

Ten tweede voert EDP aan dat de methode die in wetsdecreet nr. 226-A/2007 is vastgesteld, objectief is en gebaseerd is op algemeen aanvaarde beginselen van economische berekeningen. Toepassing van dit wetsdecreet leidt tot een coherente, verdedigbare, niet-arbitraire berekening van de compensatie.

(41)

Met betrekking tot de passende disconteringsvoeten die gebruikt moeten worden voor de financiële stromen van elke centrale, concluderen zowel Caixa Banco de Investimento als Credit Suisse First Boston dat de disconteringsvoet van de restwaarde van de centrales het aan die waarde inherente contractuele risico zou moeten weerspiegelen. EDP wijst erop dat alle langlopende stroomafnameovereenkomsten, aangezien ze al in 1995 van kracht werden, hem reeds het recht verschaften om van REN de restwaarde van de centrale te ontvangen als de overeenkomsten voor hun vervaldatum zouden worden beëindigd. Als EDP geen interesse had om zijn recht op gebruik van openbare watervoorraden te verlengen, zou het bedrijf derhalve van REN de restwaarde op de vervaldatum van elke langlopende stroomafnameovereenkomst hebben ontvangen.

(42)

Bovendien legt EDP uit dat de restwaarde van de waterkrachtcentrales die hem moet worden vergoed, vanaf de inwerkingtreding van de langlopende stroomafnameovereenkomsten in 1995 in feite een credit van EDP, via REN, op de staat inhoudt. REN is een onderneming die onder zeggenschap staat van de Portugese staat. Het risico dat REN zijn verplichtingen niet nakomt is derhalve verbonden met het staatsschuldrisico. EDP concludeert dat in de toepasselijke disconteringsvoet voor het bijwerken van die waarde derhalve alleen rekening moet worden gehouden met het risico dat REN die verplichting niet nakomt.

4.   OPMERKINGEN EN ANTWOORDEN VAN PORTUGAL

(43)

Portugal reageerde op de opmerkingen van de belanghebbenden, maar richtte zich daarbij op de kwestie van de gestrande kosten waarover de Commissie geen twijfels had geuit.

(44)

In april 2016 heeft de Commissie Portugal om aanvullende informatie verzocht. Portugal heeft op 16 april 2016 daarop geantwoord en juridische verduidelijkingen van de bepalingen van wetsdecreet nr. 240/2004 en de bijlagen bij de concessieovereenkomsten verstrekt.

5.   BEOORDELING VAN DE MAATREGEL

5.1.   De vraag of er sprake is van steun

(45)

In artikel 107, lid 1, van het Verdrag is bepaald dat steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt, onverenigbaar zijn met de interne markt.

(46)

Om te kunnen uitmaken of er sprake is van staatssteun, moet de Commissie beoordelen of de betrokken maatregel voldoet aan de cumulatieve criteria van artikel 107, lid 1, van het Verdrag (d.w.z. overdracht van staatsmiddelen en toerekenbaarheid aan de staat, selectief voordeel, mogelijke vervalsing van de mededinging en ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten).

5.1.1.   Toerekenbaarheid

(47)

Wat de toerekenbaarheid betreft, gaat het in situaties waarin een overheidsinstantie een voordeel toekent aan een begunstigde, altijd om een maatregel die aan de staat toerekenbaar is.

(48)

De verlenging van het recht op gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht ten gunste van EDP in de hoedanigheid van de subentiteit die de concessie van REN krijgt, vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van wetsdecreet nr. 226-A/2007 betreffende de regeling van het gebruik van watervoorraden. In de bepalingen van dit wetsdecreet zijn ook de regels uiteengezet waaraan de staat zich moet houden bij het bepalen van de betaling die door EDP moet worden gedaan als tegenprestatie voor de economische voordelen van de verlenging. Wetsdecreet nr. 226/2007 is een openbare wet die is aangenomen en uitgevaardigd door de Portugese autoriteiten. Hieruit volgt dat de eventueel daarin vervatte steunmaatregelen toerekenbaar zouden zijn aan de Portugese Republiek.

5.1.2.   Staatsmiddelen

(49)

Met betrekking tot de kwalificatie als staatsmiddelen kan het verlenen van toegang tot een openbaar domein of natuurlijke hulpbronnen of de toewijzing van bijzondere of uitsluitende rechten zonder een adequate, marktconforme vergoeding, inhouden dat de staat middelen derft (12).

(50)

Krachtens de Portugese waterwet nr. 58/2005 en wetsdecreet nr. 226-A/2007 behoren de watervoorraden binnen het Portugese grondgebied toe aan de Portugese staat en kunnen ze geen particulier eigendom zijn van natuurlijke personen of rechtspersonen. Hieruit volgt dat de economische voordelen van het gebruik van openbare watervoorraden in beginsel worden bekostigd met staatsmiddelen in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag.

(51)

Natuurlijke hulpbronnen met een immateriële waarde zoals water of lucht kunnen noodzakelijk en soms zelfs essentieel zijn voor burgers. Indien de exploitatie van deze natuurlijke hulpbronnen echter niet verhandelbaar is en/of er geen economische waarde wordt toegekend aan het gebruik ervan, vormen dergelijke hulpbronnen niet noodzakelijkerwijs een vehikel voor de toekenning van economische voordelen in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag, en worden ze niet als staatsmiddel aangemerkt. In deze zaak bestaat de maatregel in de toekenning van een recht op gebruik van watervoorraden die tot het publieke domein behoren. Het bestaan van een transactieprijs toont aan dat er aan dit recht een economische waarde wordt toegekend. Derhalve concludeert de Commissie dat de maatregel staatsmiddelen inhoudt.

(52)

In artikel 9 van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (13) worden het beginsel van terugwinning van de kosten van waterdiensten, adequate prikkels in het waterprijsbeleid om de watervoorraden efficiënt te benutten en een redelijke bijdrage van onder meer bedrijven beschreven. In deze bepalingen van Unierecht wordt een economische waarde toegekend aan verschillende soorten watergebruik. Bovendien wordt in het geval van Portugal in de bepalingen van artikel 91 van wetsdecreet nr. 226-A/2007 in elk geval verder bepaald dat het gebruik van openbare watervoorraden om elektriciteit op te wekken krachtens de Portugese wet een economische, kwantificeerbare en verhandelbare waarde met zich meebrengt.

(53)

Hieruit volgt dat er bij de verlenging van het recht op gebruik van watervoorraden voor het opwekken van waterkracht ten gunste van EDP, handelend als een subentiteit die de concessie van REN krijgt zoals uiteengezet in wetsdecreet nr. 226-A/2007, sprake lijkt te zijn van staatsmiddelen in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag.

5.1.3.   Ontbreken van een voordeel

(54)

Of een transactie marktconform is, kan worden bepaald aan de hand van een algemeen aanvaarde standaardwaarderingsmethode (14). Dit soort methode moet zijn gebaseerd op de beschikbare objectieve, verifieerbare en betrouwbare gegevens (15) die voldoende gedetailleerd zijn en die de economische situatie tot uiting brengen zoals die bestond op het tijdstip waarop tot de transactie werd besloten, rekening houdende met de risicograad en toekomstige verwachtingen (16).

(55)

In haar inleidingsbesluit stelde de Commissie de vraag of de economische waardering van de verlenging van de concessies, die werd gedaan in 2007, te laag was ingeschat door het gebruik van verschillende disconteringsvoeten voor de twee componenten, namelijk de restwaarde van de niet-afgeschreven activa en de vrije kasstromen die door de werking van de waterkrachtcentrales worden gegenereerd.

(56)

De in 2007 geraamde verlengingsprijs bedraagt 704 miljoen EUR (na aftrek van een belasting van 55 miljoen EUR) en bestaat uit twee componenten. De prijs is om te beginnen opgebouwd uit de verdisconteerde vrije kasstromen die door de exploitatie van de waterkrachtcentrales in de periode 2020-2044 (17) worden gegenereerd (2 115 miljoen EUR verdisconteerd naar 2007). De tweede component van de prijs betreft de netto contante waarde, in 2007, van de restwaarde (1 356 miljoen EUR verdisconteerd naar 2007). Opgemerkt zij dat EDP het recht zou hebben gehad de waarde van deze activa terug te vorderen als Portugal had besloten de verlenging van de concessie niet aan EDP toe te kennen.

(57)

De Commissie vroeg zich af in hoeverre de toepassing van een lagere disconteringsvoet op de restwaarde van de niet-afgeschreven activa vanuit methodologisch oogpunt aanvaardbaar was (18).

(58)

Om rekening te houden met het feit dat de waarde van deze niet-afgeschreven activa die worden gebruikt om de centrale te exploiteren, in 2020 bekend zal zijn en dus minder onzeker is, aangezien ze onder contracten vallen met entiteiten die onder zeggenschap staan van de Portugese staat, gebruikten de banken een lagere disconteringsvoet dan de gewogen gemiddelde kapitaalkosten die werden toegepast op de kasstromen, met andere woorden, de risicovrije rentevoet plus een spread van 50-80 bpp (ongeveer 4,6 % tegenover 7,8 % voor de gewogen gemiddelde kapitaalkosten). Door toepassing van een lagere disconteringsvoet valt de netto contante waarde van de restwaarde hoger uit en de verlengingsprijs lager. Overwegende dat de restwaarde niet beïnvloed wordt door dezelfde economische onzekerheden als de vrije kasstromen, kan worden geconcludeerd dat de toepassing van de risicovrije rentevoet gerechtvaardigd is.

(59)

Anderzijds is het gebruik van de gewogen gemiddelde kapitaalkosten voor de raming van de netto contante waarde van de vrije kasstromen (gemiddeld gegenereerd van 2020 tot 2044) marktconform. Het wordt gerechtvaardigd door het hogere operationele risico in een context van een geliberaliseerde markt, de totstandbrenging van een Iberische elektriciteitsmarkt (19) en de ontwikkeling van een meer geïntegreerde energiemarkt op Europees niveau, wat in het algemeen meer onzekerheden over de kasstroomgeneratie met zich meebrengt. Bijgevolg is de toepassing van de gewogen gemiddelde kapitaalkosten op de verdisconteerde kasstromen gerechtvaardigd.

(60)

De gewogen gemiddelde kapitaalkosten zijn beoordeeld door de Caixa Banco de Investimento en Credit Suisse First Boston, waarbij gebruik werd gemaakt van zowel een benchmarkingbenadering (gewogen gemiddelde kapitaalkosten van soortgelijke spelers in soortgelijke sectoren) als een bottom-upbenadering (herberekening van de gewogen gemiddelde kapitaalkosten met behulp van openbare gegevens van Bloomberg). De gewogen gemiddelde kapitaalkosten werden geraamd op 7,72 % respectievelijk 7,88 % voor Caixa Banco de Investimento en Credit Suisse First Boston. Deze aanpak is marktconform en in overeenstemming met vergelijkbare benaderingen die al door de Commissie zijn goedgekeurd in andere zaken (20).

(61)

De Commissie vroeg zich ook af of de methode die REN, de transmissiesysteembeheerder, gebruikte voor het beoordelen van de verlengingsprijs en die een hogere prijs (1 672 miljoen EUR) opleverde, niet als een meer toereikende benadering zou kunnen worden beschouwd dan de waarderingen die door de twee financiële instellingen waren uitgevoerd (21).

(62)

De door REN voorgestelde methode is echter niet marktconform. Aan de voorgestelde verlengingsprijs kan om de volgende redenen niet worden vastgehouden:

a)

REN heeft één enkele disconteringsvoet toegepast op zowel de restwaarde als de vrije kasstromen. Deze disconteringsvoet veronderstelt dat de gewogen gemiddelde kapitaalkosten worden bepaald door de gewogen gemiddelde kapitaalkosten van EDP (6,6 %). De gewogen gemiddelde kapitaalkosten moeten echter een afspiegeling zijn van de winstgevendheid die door een groep investeerders van een bepaalde sector in een bepaald land voor een bepaald soort project wordt vereist. Gewogen gemiddelde kapitaalkosten worden doorgaans berekend op basis van zowel een benchmarkingbenadering (gewogen gemiddelde kapitaalkosten van vergelijkbare marktspelers) als een bottom-upbenadering, waarbij voor elke component van de gewogen gemiddelde kapitaalkosten (bèta, marktrisicopremie) een specifieke raming wordt gemaakt, wat niet is gedaan in het onderzoek. Om die reden lijkt de methode van REN niet overeen te komen met de standaardmethode die doorgaans op de markt wordt toegepast.

b)

Daarnaast kon de beoordeling van REN niet door de Portugese autoriteiten worden gebruikt vanwege het gebrek aan onafhankelijkheid. Volgens het Portugese rechtskader moest de waarde van de concessie worden bepaald op basis van de beoordelingen van twee onafhankelijke instellingen, in deze zaak Credit Suisse First Boston en Caixa Banco de Investimento, en hun waarderingen werden gebruikt om de waarde van de verlengingsprijs vast te stellen. Zoals hierboven aangetoond, is in de beoordelingen van Credit Suisse First Boston en Caixa Banco de Investimento een geschikte methode gebruikt. De Commissie heeft geen reden om aan te nemen dat deze beoordelingen niet geschikt waren om de marktwaarde van de verlengingsperiode van de concessies vast te stellen.

(63)

Na gedegen analyse luidt de conclusie dat de door Portugal gebruikte methode voor het beoordelen van de verlengingsprijs als toereikend kan worden beschouwd.

(64)

Als er een aanbesteding was uitgeschreven, zou Portugal EDP het bedrag van de niet-afgeschreven activa aan het einde van de concessieperiode van de langlopende stroomafnameovereenkomsten (2020) hebben moeten betalen. Ten tweede wordt de verlengingsprijs gebaseerd op een aanname van elektriciteitsprijzen van 50 EUR/MWh. Er moet op gewezen worden dat de compensatie voor gestrande kosten in dezelfde periode gebaseerd was op een raming van 36 EUR/MWh. Als voor de berekening van de verlengingsprijs aan deze aanname was vastgehouden, zou dit Portugal een negatieve prijs hebben opgeleverd (– 15,4 miljoen EUR netto contante waarde). Om die reden zijn de prijsaannamen in vergelijking met de aannamen die in het besluit betreffende de gestrande kosten zijn gebruikt, zeker veel gunstiger voor de Portugese staat, en weerspiegelen ze een conservatieve benadering die door beide financiële instellingen is gehanteerd bij hun waardering van de verlengingsprijs.

6.   CONCLUSIE

(65)

Derhalve concludeert de Commissie dat de maatregel op grond waarvan EDP voor een verlengde periode waterkrachtcentrales mag exploiteren tegen betaling van een prijs van 704 miljoen EUR niet voldoet aan alle cumulatieve voorwaarden van artikel 107, lid 1, van het Verdrag, en derhalve geen staatssteun inhoudt,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De maatregel die Portugal ten gunste van EDP — Energias de Portugal SA ten uitvoer heeft gelegd met betrekking tot de verlenging van het gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht vormt geen staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2017.

Voor de Commissie

Margrethe VESTAGER

Lid van de Commissie


(1)  Voorheen, tot 2004, „Electricidade de Portugal” genoemd.

(2)  Steunmaatregel SA.35429 (2013/C) (ex 2012/CP) — Verlenging van het gebruik van openbare watervoorraden voor het opwekken van elektriciteit door waterkracht — Uitnodiging tot het maken van opmerkingen overeenkomstig artikel 108, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 117 van 16.4.2014, blz. 113).

(3)  Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37).

(4)  Aangenomen door de Commissie op 26 juli 2001 en aan de lidstaten meegedeeld bij brief SG(2001) D/290869 van 6 augustus 2001.

(5)  Namelijk EDP, Tejo Energia en Turbogas.

(6)  Besluit C(2004) 3468 van de Commissie van 22 september 2004 betreffende steunmaatregel N 161/2004, Gestrande kosten in Portugal (PB C 250 van 8.10.2005, blz. 9).

(7)  De Portugese autoriteiten hebben uitgelegd dat er al vóór de liberalisering van de sector in de Portugese wetgeving was voorzien in het beginsel dat niet-afgeschreven investeringen worden gecompenseerd wanneer de desbetreffende activa aan het einde van een concessie aan de staat toevallen.

(8)  Besluit C(2004) 3468 van de Commissie van 22 september 2004 betreffende steunmaatregel N 161/2004, Gestrande kosten in Portugal (PB C 250 van 8.10.2005, blz. 9).

(9)  Aangenomen door de Commissie op 26 juli 2001 en aan de lidstaten meegedeeld bij brief SG(2001) D/290869 van 6 augustus 2001.

(10)  Zie overweging 16 van het inleidingsbesluit.

(11)  Zie overweging 16 van het inleidingsbesluit.

(12)  Zie de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie (PB C 8 van 11.1.2012, blz. 4), overweging 33, waarin wordt verwezen naar het arrest van het Hof van Justitie van 22 mei 2003, Connect Austria Gesellschaft für Telekommunikation GmbH/Telekom-Control-Kommission, en Mobilkom Austria AG, C-462/99, ECLI:EU:C:2003:297, punten 92 en 93, en arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 4 juli 2007, Bouygues en Bouygues Télécom SA/Commissie, T-475/04, ECLI:EU:T:2007:196, punten 101, 104, 105 en 111.

(13)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

(14)  Zie arrest van het Gerecht van 29 maart 2007, Scott/Commissie, T-366/00, ECLI:EU:T:2007:99, punt 134, en arrest van het Hof van Justitie van 16 december 2010, Seydaland Vereinigte Agrarbetriebe, C-239/09, ECLI:EU:C:2010:778, punt 39.

(15)  Zie arrest van het Gerecht van 16 september 2004, Valmont Nederland BV/Commissie, T-274/01, ECLI:EU:T:2004:266, punt 71.

(16)  Zie arrest van het Gerecht van 29 maart 2007, Scott/Commissie, T-366/00, ECLI:EU:T:2007:99, punt 158.

(17)  2020 komt overeen met het gemiddelde jaar waarin de langlopende stroomafnameovereenkomsten en de compensatieperioden voor de gestrande kosten voor de 27 bij de transactie betrokken waterkrachtcentrales aflopen. 2044 komt overeen met de gemiddelde einddatum van de verlengingsperiode van de concessies voor de 27 waterkrachtcentrales.

(18)  Zie overweging 51 van het inleidingsbesluit.

(19)  De Iberische elektriciteitsmarkt, of MIBEL, is uitputtend beschreven in de internationale overeenkomst tussen de Portugese Republiek en het Koninkrijk Spanje voor de oprichting van een Iberische elektriciteitsmarkt. MIBEL is uitgevoerd door middel van een reeks wetten die zijn aangenomen in Spanje (bijvoorbeeld verordening ITC/2129/2006 van 30 juni 2006) en in Portugal (bijvoorbeeld Portaria 643/2006 van 26 juni 2006).

(20)  Zie bijvoorbeeld Steunmaatregelen van de staten — Hongarije — SA.38454 (2015/C) (ex N/2015) — Mogelijke steun aan de kerncentrale van Paks — Uitnodiging om, overeenkomstig artikel 108, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, opmerkingen in te dienen (PB C 8 van 12.1.2016, blz. 2), arrest van het Gerecht van 3 juli 2014, Spanje en Ciudad de la Luz/Commissie, T-319/12 en T-321/12, ECLI:EU:T:2014:604, punt 40, en arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 6 maart 2003, Landes Nordrhein-Westfalen/Commissie, T-233/99 en T-228/99, ECLI:EU:T:2003:57, punt 245.

(21)  Zie de overwegingen 48 tot en met 51 van het inleidingsbesluit.


21.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 243/14


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1593 VAN DE COMMISSIE

van 20 september 2017

tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 6458)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie (3) is vastgesteld naar aanleiding van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in een aantal lidstaten („de betrokken lidstaten”) en de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG van de Raad (4).

(2)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 is bepaald dat de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden ten minste de gebieden moeten omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit als beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgenomen. In Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 is ook vastgelegd dat de maatregelen die overeenkomstig artikel 29, lid 1, en artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG in de beschermings- en toezichtsgebieden moeten worden toegepast, ten minste tot de in de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit voor die gebieden opgegeven data worden gehandhaafd.

(3)

Sinds de vaststelling ervan is Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 verschillende keren gewijzigd, teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen van de epidemiologische situatie in de Unie wat aviaire influenza betreft. Daarnaast is Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/696 van de Commissie (5) gewijzigd, teneinde regels vast te stellen met betrekking tot de verzending van zendingen eendagskuikens uit de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 opgenomen gebieden. Bij deze wijziging is rekening gehouden met het feit dat eendagskuikens in vergelijking met andere pluimveeproducten een zeer gering risico vormen voor de verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza.

(4)

Daarnaast is de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 verschillende keren gewijzigd, teneinde rekening te houden met wijzigingen van de grenzen van de overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG door de betrokken lidstaten ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden. Die bijlage is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1519 van de Commissie (6) naar aanleiding van de kennisgeving door Italië van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8 in pluimveehouderijen in de regio's Lombardije en Veneto en de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden door die lidstaat rond de besmette pluimveebedrijven in overeenstemming met Richtlijn 2005/94/EG.

(5)

Sinds de datum van de laatste wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1519 heeft Italië, wederom in de regio's Lombardije en Veneto, nieuwe uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8 in pluimveehouderijen ontdekt en de Commissie hiervan in kennis gesteld. Italië heeft de Commissie ook geïnformeerd dat het de krachtens Richtlijn 2005/94/EG vereiste noodzakelijke maatregelen heeft genomen, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden rond de betrokken pluimveehouderijen.

(6)

De Commissie heeft de maatregelen die Italië overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG heeft genomen naar aanleiding van de recente uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8 in die lidstaat, bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteiten van Italië ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden op voldoende afstand liggen van de bedrijven waar een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8 is bevestigd.

(7)

Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de beschermings- en toezichtsgebieden die overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG in Italië zijn ingesteld naar aanleiding van de recente uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8 in die lidstaat, snel in samenwerking met Italië op het niveau van de Unie worden vastgesteld. Daarom moeten de vermeldingen voor Italië in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 worden bijgewerkt om rekening te houden met de huidige epidemiologische situatie in die lidstaat met betrekking tot die ziekte. Met name moeten er nieuwe vermeldingen voor bepaalde gebieden in de regio's Lombardije en Veneto worden toegevoegd teneinde deze nieuwe situatie aan te pakken.

(8)

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 moet derhalve worden gewijzigd om de regionalisering op het niveau van de Unie bij te werken, de beschermings- en toezichtsgebieden die door Italië overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG zijn ingesteld naar aanleiding van de nieuwe uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in de regio's Lombardije en Veneto, op te nemen en de duur van de daarin geldende beperkingen aan te geven.

(9)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 september 2017.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie van 9 februari 2017 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 36 van 11.2.2017, blz. 62).

(4)  Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/696 van de Commissie van 11 april 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 101 van 13.4.2017, blz. 80).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1519 van de Commissie van 1 september 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 228 van 2.9.2017, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt de vermelding voor Italië vervangen door:

„Lidstaat: Italië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

Municipality of SAN PIETRO DI MORUBIO (VR): East of via Casari, via Borgo, via Farfusola

Municipality of ROVERCHIARA (VR): South of via Molaro, South West of via Anesi, West of via Borcola, South of via Viola, West of via Bussè, South of SP3, South and West of via Casalino

Municipality of CEREA (VR): North of SP44c, East of via Polesella, North of via Guanti, West of SP45, North of via Cesare Battisti, East of SP2, via Isolella Bassa

Municipality of ANGIARI (VR): North West of SP44c, West of via Lungo Bussè, North and West and South of via Boscarola.

20.9.2017

Municipality of CHIGNOLO PO (PV): East of SP193, South of via Don Sbarsi, East of via Mariotto.

Municipality of MONTICELLI PAVESE (PV).

Municipality of ROTTOFRENO (PC): North of E70.

Municipality of SARMATO (PC): North of E70.

Municipality of PIEVE PORTO MORONE (PV): East of SP412, South of SP193.

Municipality of BADIA PAVESE (PV): South East of SP193, via Roma

21.9.2017

The area of the parts of Lombardia and Emilia Romagna Regions (ADNS 17/0036) contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.046214 and E10.186550

30.9.2017

The area of the parts of Veneto Region (ADNS 17/0037) contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.137063 and E11.664795

5.10.2017”

2)

In deel B wordt de vermelding voor Italië vervangen door:

„Lidstaat: Italië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Municipality of RONCO ALL'ADIGE (VR): West of via Mazza, North and East of via Pezze Albaro, North West of via Lasta, West of via Ponzilovo, West of via Pieve, South of via Cantonà, West of via Ronchi, North of SP19, West of via Fornetto

Municipality of ZEVIO (VR): East of via S. Spirito, South of via Botteghe, East of via Bertolda

Municipality of PALU' (VR): North East of via Rizza, North East and North of Località Stagnà Nuovo/Vecchio, East of via Piave, North West of via Casoti, West of via Ponte Rosso, North West of Località Motte I/II.

22.9.2017

Municipality of ZIMELLA (VR): East of via Fedriga, South of via Fiorette and via Baffa, East and South of via S. Martino; West of SP500, South of via Callesella, West of via Larga

Municipality of VERONELLA(VR): North East of SP7b, South East of via Fiume, South of via Colonnello Rossi, piazza S. Gregorio, East of via Bruso; North West and North East of via Giavone

Municipality of ALBAREDO D'ADIGE (VR): North East of via Cadelsette, East of SP18

Municipality of COLOGNA VENETA (VR): West and North of via S. Giustina,West of SP7

23.9.2017

Municipality of CERVIGNANO D'ADDA (LO)

Municipality of BOFFALORA D'ADDA (LO): West of SP1, SP25

Municipality of MULAZZANO (LO): North East of SP202, SP158, East of via Quartiano, North East of via Roma, Piazza della Chiesa, East of via Cassino, SP 158

Municipality of ZELO BUON PERSICO (LO): West of SP16, South and East of country road that connect SP16 to SP16d, East of SP16d, South East of Circonvallazione Zelo Buon Persico, North East of via Dante

Municipality of GALGAGNANO (LO)

Municipality of SPINO D'ADDA (CR): South of Canale Vacchelli, West of SP1, viale della Vittoria, South and West of SP1

25.9.2017

Municipality of RONCO ALL'ADIGE (VR): East of SP19

Municipality of ZIMELLA (VR): West of via Fedriga, North of via Fiorette, via Baffa, North and West of via S. Martino; East of SP500, North of via Callesella, East of via Larga

Municipality of VERONELLA (VR): West of via Bruso; North of Piazza S.Gregorio, West of via Fiume, West of SP7b, North of country road that connect SP7b to SP18.

Municipality of COLOGNA VENETA (VR): East and South of via S. Giustina, East of SP7

Municipality of BELFIORE (VR): East of SP39, North of str. Porcilana, East of SP38b

Municipality of SAN BONIFACIO (VR): South of via Circonvalazione, East of via Masetti, South East of SP38, East of SP7 and Cavalcavia Monteforte, South of SR11

Municipality of ARCOLE (VR)

Municipality of LONIGO (VI): South of via Trassegno, East of via Albaria, South of via Fontane

Municipality of ALONTE (VI)

Municipality of ORGIANO (VI): West of via Borgomale, via Cree Storte, via Ca' Muzzana, via Perara, South West of via S. Feliciano

Municipality of ASIGLIANO VENETO (VI).

Municipality of PRESSANA (VR): North East of SP40b, East of SP500

Municipality of ROVEREDO DI GUA' (VR): South of via Ca' Dolfina, West of Scolo Giacomelli Centrale and Scolo Sperona

Municipality of MONTAGNANA: West of SP90 and North of SR10

23.9.2017

Municipality of LEGNAGO (VR): South West of SP46, South of SP46b, via Valverde, East of via Scolo Pisani, South East of via Villabona, West of SS434.

Municipality of CEREA (VR): South West of Località Muri.

Municipality of CASALEONE (VR): South and East of via Carpania

Municipality of PRESSANA (VR): South-West of SP40b, East of SP500; North of SP40b, via Braggio, West of SP500

Municipality of MINERBE (VR): North East of via Nuvolea, North of SR10, East of via Serraglio, via Amedeo di Savoia, North of SP41, East of via Comuni, SP500

Municipality of BOSCHI SANT'ANNA (VR): South of via Scaranella, East of via Olmo, South of via Faro, East of SP42A

Municipality of BEVILACQUA (VR)

Municipality of TERRAZZO (VR): West of via Brazzetto, North West of SP42, West of SP41

Municipality of VILLA BARTOLOMEA (VR): North-East of SP47, West of via Beccascogliera, East of via Argine della Valle, West of via Zanardi, via Ferranti, North of via Arzaron, via Rodigina, West of via Brazzetto

24.9.2017

Municipality of ZEVIO (VR): West of via S. Spirito, North of via Botteghe, West of via Bertolda East of via Campagnol, via Casa Nuova, via Fienil Molino, South of via Speranza, East of via Monti Lessini, East and North of via Pontoncello

Municipality of PALU' (VR): South West of via Rizza, South West and South of Località Stagnà Nuovo/Vecchio, North East of via Piave, via Belledonne, West and South of SP20

Municipality of OPPEANO (VR): East of SS434, South of via Spinetti, East of via Marco Biagi, South of via Ferruccio Busoni, East of SP2; and North East and North West of SP21, South and West of via degli Oppi, North and West of via Fornello, via Spin, via 44a

Municipality of SAN MARTINO BUON ALBERGO (VR): South of Marco Pantani pedestrian cycle track, via Casotton, South east of via Giarette, East of via Pantina, via Coetta, South West of and South East of via Ferraresa, South of via Mariona, East of SP20

Municipality of LAVAGNO (VR): South of St. Porcilana, East of SP20

Municipality of COLOGNOLA AI COLLI (VR): South and West of SP37, South of via Peschieria, SP37

Municipality of SOAVE (VR): South of Località Val Ponsara, via Mondello, West of via Bassano, South of via Carantiga, West of via Ca' del Bosco, East of SP37a, South of via Ugo Foscolo, via Bissoncello di Sopra, via Ghiaia

Municipality of CALDIERO (VR)

Municipality of BOVOLONE (VR): North and West of via Capitello, North of SP21

Municipality of BELFIORE (VR): West of SP39, South of str. Porcilana, West of SP38b

Municipality of SAN BONIFACIO (VR): North of via Circonvalazione, West of via Masetti, North West of SP38, West of SP7, Cavalcavia Monteforte, North of SR11, West of Francesco Perlini

22.9.2017

Municipality of CASALMAIOCCO (LO)

Municipality of TRIBIANO (MI)

Municipality of VAIANO CREMASCO (CR)

Municipality of SORDIO (LO)

Municipality of LODI (LO):

Municipality of MELEGNANO (MI): North East of SS9, East of via Vittorio Veneto, via Camillo Benso di Cavour, Vicolo Monastero, via Stefano Bersani, South of via Frisi, via Conciliazione, East of viale S. Predabissi, East and South of via Giardino

Municipality of CERRO AL LAMBRO (MI): East of SP17

Municipality of BOFFALORA D'ADDA (LO): East of SP1, SP25

Municipality of CASALETTO LODIGIANO (LO): East of SP17, North of SP115

Municipality of SALERANO SUL LAMBRO (LO): North of SP115, East of SP204, North of SP140

Municipality of LODI VECCHIO (LO)

Municipality of PIEVE FISSIRAGA (LO): North and North West of SP235

Municipality of CORNEGLIANO LAUDENSE (LO): North West of SP235

Municipality of MULAZZANO (LO): South West of SP202, SP158, West of via Quartiano, South West of via Roma, Piazza della Chiesa, West of via Cassino, SP 158

Municipality of ZELO BUON PERSICO (LO): East of SP16, North and West of country road that connect SP16 to SP16d, West of SP16d, North West of Circonvallazione Zelo Buon Persico, South West of via Dante

Municipality of VIZZOLO PREDABISSI (MI)

Municipality of SAN ZENONE AL LAMBRO (MI)

Municipality of TAVAZZANO CON VILLAVESCO (LO)

Municipality of MONTANASO LOMBARDO (LO)

Municipality of SPINO D'ADDA (CR): North of Canale Vacchelli, East of SP1, viale della Vittoria, North and East of SP1

Municipality of MERLINO (LO)

Municipality of COMAZZO (LO)

Municipality of DRESANO (MI)

Municipality of COLTURANO (MI)

Municipality of PAULLO (MI)

Municipality of MONTE CREMASCO (CR)

Municipality of DOVERA (CR)

Municipality of PANDINO (CR)

Municipality of SAN GIULIANO MILANESE (MI): East of SS9, South and East of via L. Tolstoi, East of str. Vicinale Cascinetta, South east of str. Provinciale Mediglia S.Giuliano

Municipality of MEDIGLIA (MI): West of str. Provinciale Bettola Sondrio, South of Cascina Meleganello, East of via Piero Capponi, via della Liberazione

Municipality of PANTIGLIATE (MI)

Municipality of LISCATE (MI): South of SP14

Municipality of TRUCCAZZANO (MI): South of SP14

Municipality of RIVOLTA D'ADDA (CR): South of SP14, SP185

Municipality of CRESPIATICA (LO)

Municipality of CORTE PALASIO (LO)

Municipality of SETTALA (MI)

Municipality of AGNADELLO (CR): West of SP472, SP34, South of SP34

Municipality of PALAZZO PIGNANO (CR)

25.9.2017

Municipality of CHIGNOLO PO (PV): West of SP193, North of via Don Sbarsi, West of via Mariotto.

Municipality of BADIA PAVESE (PV): East of via Guglielmo Marconi

Municipality of SAN COLOMBANO AL LAMBRO (MI): South of SP19, viale F. Petrarca, West of SP23, South of S. Giovanni di Dio, West of via Privata Colombana, via del Pilastrello, West of Strada comunale per Campagna

30.9.2017

Municipality of RONCO ALL'ADIGE (VR): West of SP19, East of via Quadrelli, South and West of via Valmarana, South of via Casona, South and East of via Ponzilovo, East of via Lasta, West and South of via Pezze Albaro, East of via Mazza.

Municipality of PALU' (VR): East of via Piave, South East of via Casoti, East of via Ponte Rosso, South of Località Motte I/II.

Municipality of OPPEANO (VR): East of SP20, North of SP44.

29.9.2017

Municipality of ALBAREDO D'ADIGE (VR): South of via Caldasette, East of via Palazzetto, via Presina, North East of via Villaraspa, via Carotta, via Pascoloni.

Municipality of VERONELLA(VR): East and North West of via Giavone.

29.9.2017

Municipality of CEREA (VR): South of SP44c, West of via Palesella, South of via Guanti, East of SP45, South of via Cesare Battisti, East of via Paride da Cerea, East and North of SR10.

Municipality of ANGIARI (VR): South East of SP44c, East of via Lungo Bussè, South and East and North of via Boscarola.

Municipality of BONAVIGO (VR): West and South of SP44b.

Municipality of LEGNAGO (VR): North West of via Palazzina, SP46c dir, via G.B. Giudici, North of via Corradina, West of via Lungo Bussè, North West of viale Regina Margherita, North of via XXIV Maggio, East of via Passeggio, via Disciplina, North West and West of via degli Alpini, via Padana Inferiore Est, North West of SR10, West of Via Custoza, South East of via S. Vito, South of SP44b.

29.9.2017

Municipality of CHIGNOLO PO (PV): East of SP193, South of via Don Sbarsi, East of via Mariotto

Municipality of MONTICELLI PAVESE (PV)

Municipality of ROTTOFRENO (PC): North of E70

Municipality of SARMATO (PC): North of E70

Municipality of PIEVE PORTO MORONE (PV): East of SP412, South of SP193

Municipality of BADIA PAVESE (PV): South East of SP193, via Roma

Van 22.9.2017 tot en met 30.9.2017

Municipality of SAN PIETRO DI MORUBIO (VR): East of via Casari, via Borgo, via Farfusola

Municipality of ROVERCHIARA (VR): South of via Molaro, South West of via Anesi, West of via Borcola, South of via Viola, West of via Bussè, South of SP3, South and West of via Casalino.

Municipality of CEREA (VR): North of SP44c, East of via Polesella, North of via Guanti, West of SP45, North of via Cesare Battisti, East of SP2, via Isolella Bassa.

Municipality of ANGIARI (VR): North West of SP44c, West of via Lungo Bussè, North and West and South of via Boscarola

Van 21.9.2017 tot en met 29.9.2017

Municipality of SAN PIETRO DI MORUBIO (VR): West of via Casari, via Borgo, via Farfusola

Municipality of ROVERCHIARA (VR): North of via Molaro, North East of via Anesi, East of via Borcola, North of via Viola, East of via Bussè, North of SP3, a North East of via Casalino.

Municipality of CEREA (VR): South and West of SR10, West of via Paride da Cerea, West of SP2, via Isolella Bassa; and North East of Località Muri.

Municipality of BONAVIGO (VR): East and North of SP44b.

Municipality of LEGNAGO (VR): South East of via Palazzina, SP46c dir, via G.B. Giudici, South of via Corradina, East of via Lungo Bussè, South East of viale Regina Margherita, South of via XXIV Maggio, West of via Passeggio, via Disciplina, South East and East of via degli Alpini, via Padana Inferiore Est, South East of SR10, East of Via Custoza, North West of via S. Vito, North of SP44b; and North East of SP46, North of SP46b, via Valverde, West of via Scolo Pisani, North West of via Villabona, East of SS434.

Municipality of ALBAREDO D'ADIGE (VR): West of SP18, South of via Caldasette, West of via Palazzetto, via Presina, South West of via Villaraspa, via Carotta, via Pascoloni.

Municipality of RONCO ALL'ADIGE (VR): South of SP19, South East and South West of SP21, East of via Valle Tomba, via Paluvecchio.

Municipality of PALU' (VR): South West of via Piave, via Belledonne, East and North of SP20.

Municipality of OPPEANO (VR): South West and South East of SP21, North and East of via degli Oppi, South and East of via Fornello, via Spin, via 44a, South West and West of SP20, South West of SP44.

Municipality of ISOLA RIZZA (VR).

Municipality of BOVOLONE (VR): East of via Dosso, viale del Silenzio, North East of SP2, South and East of via Capitello, South of SP21.

Municipality of SALIZZOLE (VR): East of SP48c, South of SP20, East of via Capitello, South East of via Pascoletto.

Municipality of CONCAMARISE (VR).

Municipality of NOGARA (VR): East of SP48c, North of SR10.

Municipality of SANGUINETTO (VR).

Municipality of CASALEONE (VR): North and West of via Carpania.

Municipality of VERONELLA (VR): South East of via Giavone.

Municipality of PRESSANA (VR): West of SP500, South of via Braggio, via SP40b.

Municipality of MINERBE (VR): South West of via Nuvolea, South of SR10, West of via Serraglio, via Amedeo di Savoia, South of SP41, West of via Comuni, SP500.

Municipality of BOSCHI SANT'ANNA (VR): North of via Scaranella, West of via Olmo, North of via Faro, West of SP42A.

29.9.2017

Municipality of ROTTOFRENO (PC): South of E70

Municipality of SARMATO (PC): South of E70

Municipality of PIEVE PORTO MORONE (PV): West of SP412, North of SP193

Municipality of BADIA PAVESE (PV): North West of SP193, via Roma, via Guglielmo Marconi

Municipality of GRAGNANO TREBBIENSE (PC): North of SP7, SP11

Municipality of BORGONOVO VAL TIDONE (PC): North of SP11, East of SP412R, North and East of via Montanata

Municipality of CASTEL SAN GIOVANI (PC)

Municipality of ARENA PO (PV): East of SP199, North of SP75, North East of SP144

Municipality of SAN ZENONE AL PO (PV): East and South of SP35

Municipality of COSTA DE' NOBILI (PV): East of SP31

Municipality of ZERBO (PV)

Municipality of SANTA CRISTINA E BISSONE (PV)

Municipality of MIRADOLO TERME (PV): South of via Privata dei Colli, West of SP189

Municipality of GRAFFIGNANA (LO): South of SP125, East of SP19, South of via Monteleone

Municipality of SAN COLOMBANO AL LAMBRO (MI): North of SP19, viale F. Petrarca, East of SP23, North of via S. Giovanni di Dio, East of via Privata Colombana, via del Pilastrello, East of Strada comunale per Campagna

Municipality of BORGHETTO LODIGIANO (LO): West and South of SP125, South of SP23, South of SP125

Municipality of BREMBIO (LO): South of SP168, West of SP141

Municipality of LIVRAGA (LO)

Municipality of ORIO LITTA (LO)

Municipality of OSPEDALETTO LODIGIANO (LO)

Municipality of SENNA LODIGIANA (LO)

Municipality of CALENDASCO (PC)

Municipality of GUARDAMIGLIO (LO): West of Po river

Municipality of SAN ROCCO AL PORTO (LO): West of Po river

Municipality of SOMAGLIA (LO): West of SP223, SP142

30.9.2017

The area of the parts of Lombardy and Emilia Romagna Regions (ADNS 17/0036) contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.046214 and E10.186550

Van 1.10.2017 tot en met 9.10.2017

The area of the parts of Lombardy and Emilia Romagna Regions (ADNS 17/0036) extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.046214 and E10.186550

9.10.2017

The area of the parts of Veneto Region (ADNS 17/0037) contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.137063 and E11.664795

Van 6.10.2017 tot en met 14.10.2017

The area of the parts of Veneto Region (ADNS 17/0037) extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N45.137063 and E11.664795

14.10.2017”