ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 200

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
1 augustus 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1405 van de Commissie van 31 juli 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 847/2006 wat betreft de tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde bereidingen en conserven van vis uit Thailand

1

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1406 van de Commissie van 31 juli 2017 tot vaststelling van de locaties van de grondinfrastructuur van het Egnos-systeem ( 1 )

4

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

1.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 200/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1405 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 847/2006 wat betreft de tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde bereidingen en conserven van vis uit Thailand

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2006/324/EG van de Raad van 27 februari 2006 betreffende de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Thailand uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie (1), en met name artikel 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 847/2006 (2) van de Commissie werden met ingang van 2 juni 2006 twee jaarlijkse tariefcontingenten voor de rechtenvrije invoer van bepaalde bereidingen en conserven van vis ingevoerd.

(2)

In overeenstemming met de aan Besluit 2006/324/EG gehechte overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Thailand is een bepaalde hoeveelheid van elk van die tariefcontingenten aan het Koninkrijk Thailand toegewezen en de rest toegankelijk gemaakt voor alle landen.

(3)

Een landgebonden tariefcontingent wordt toegewezen op basis van de niet-preferentiële oorsprong van de goederen. Deze niet-preferentiële oorsprong moet worden vermeld in de aangifte voor het in het vrije verkeer brengen in de Unie. In sommige gevallen moet die aangifte worden gestaafd met een bewijs van oorsprong dat is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong.

(4)

In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 847/2006 kan gebruik worden gemaakt van het aan Thailand toegewezen deel van de tariefcontingenten mits een certificaat van oorsprong wordt voorgelegd dat voldoet aan de eisen van artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 (3).

(5)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 is bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/481 (4) van de Commissie ingetrokken met ingang van 1 mei 2016.

(6)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 (5) van de Commissie, die sinds 1 mei 2016 van kracht is, is geen procedure meer opgenomen voor de afgifte en de voorlegging van een certificaat van oorsprong die vergelijkbaar is met de procedure die in overeenstemming met artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 tot 30 april 2016 werd toegepast.

(7)

Voor de invoer in de Unie van bereidingen en conserven van vis uit Thailand waarbij gebruik wordt gemaakt van de bij Verordening (EG) nr. 847/2006 geopende tariefcontingenten, moet een Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst (GDB) worden voorgelegd dat aan de in Verordening (EG) nr. 136/2004 (6) van de Commissie vastgestelde eisen voldoet. De procedure voor de afgifte van het GDB biedt voldoende waarborgen wat de oorsprong van de bereidingen en conserven van vis betreft.

(8)

De douaneautoriteiten kunnen van de aangever ook eisen dat hij de oorsprong van de goederen aantoont in overeenstemming met artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013 (7) van het Europees Parlement en van de Raad. Dit artikel staat toe dat andere bewijsmiddelen dan een formeel certificaat worden gebruikt en garandeert dat de desbetreffende voorschriften juist worden toegepast.

(9)

Daarom moet de verplichte voorlegging van een specifiek certificaat van oorsprong om gebruik te kunnen maken van de tariefcontingenten voor de betrokken goederen uit Thailand, in Verordening (EG) nr. 847/2006 worden geschrapt.

(10)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 zijn voorschriften voor het beheer van tariefcontingenten vastgesteld, die sinds 1 mei 2016 de voorschriften in de artikelen 308 bis tot en met 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 vervangen. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/2006 moet worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe regels.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/2006 worden vervangen door:

„Artikel 3

De oorsprong wordt bepaald overeenkomstig de daarvoor in de Unie geldende regels.

Artikel 4

De bij deze verordening vastgestelde tariefcontingenten worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (*1).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 120 van 5.5.2006, blz. 17.

(2)  Verordening (EG) nr. 847/2006 van de Commissie van 8 juni 2006 betreffende de opening en het beheer van tariefcontingenten voor bepaalde bereidingen en conserven van vis (PB L 156 van 9.6.2006, blz. 8)

(3)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/481 van de Commissie van 1 april 2016 tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 87 van 2.4.2016, blz. 24).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(6)  Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PB L 21 van 28.1.2004, blz. 11).

(7)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).


BESLUITEN

1.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 200/4


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1406 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2017

tot vaststelling van de locaties van de grondinfrastructuur van het Egnos-systeem

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 12, lid 3, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1285/2013 behoort het Egnos-systeem toe aan de Europese Unie. De volledige verwerving ervan door de Unie op 1 april 2009 is besproken in een briefwisseling tussen het Europees Ruimteagentschap en de Commissie op 24 en 31 maart 2009 en is bij besluit van de Commissie op 31 maart 2009 goedgekeurd (2). In de brief aan het Europees Ruimteagentschap van 31 maart 2009 heeft de Commissie verklaard dat zij de activa aanvaardt in de feitelijke en juridische situatie waarin zij zich bevinden.

(2)

De grondinfrastructuur van het Egnos-systeem bestaat uit een coördinatiecentrum voor de exploitatie van het systeem, missiecontrolecentra, stations voor de bewaking van het signaal en de signaalintegriteit, stations voor de communicatie met de geostationaire satellieten, een dienstencentrum en een beveiligd netwerk voor gegevensoverdracht.

(3)

In het coördinatiecentrum voor de exploitatie van het systeem worden de operationele activiteiten en het onderhoud van het systeem beheerd; het vormt dus de kern van de exploitatie van het Egnos-systeem. Het is gevestigd in Toulouse (Frankrijk) sinds 2004, dus voordat de Unie het systeem had verworven. Er is geen reden om deze locatie ter discussie te stellen aangezien zij beantwoordt aan de behoeften van het programma, profijt trekt uit de overheidsinvesteringen die er al aan zijn toegekend, en voldoet aan de beveiligingsvereisten in overleg met de lidstaat op het grondgebied waarvan het coördinatiecentrum voor de exploitatie van het systeem zich bevindt. Bovendien zou een verhuizing naar een andere locatie kosten meebrengen en de werking van het systeem verstoren.

(4)

De taak van de twee missiecontrolecentra bestaat erin de staat en de werking van het systeem onafgebroken te bewaken en te controleren. De centra zijn gevestigd in Ciampino (Italië) en in Torrejón (Spanje), respectievelijk sinds 2004 en 2003, dus voordat de Unie het systeem had verworven. Er is geen reden om deze locaties ter discussie te stellen aangezien zij beantwoorden aan de behoeften van het programma, profijt trekken uit de overheidsinvesteringen die er al aan zijn toegekend, en voldoen aan de beveiligingsvereisten in overleg met de lidstaten op het grondgebied waarvan de missiecontrolecentra zich bevinden. Bovendien zou een verhuizing naar andere locaties kosten meebrengen en de werking van het systeem verstoren.

(5)

De stations voor de bewaking van het signaal en de signaalintegriteit („station voor afstandsbepaling en integriteitsbewaking” of „RIMS”) hebben als functie de goede werking van de mondiale satellietnavigatiesystemen (GNSS) lokaal te bewaken. Zij meten in real time de verschillen tussen de plaatsbepalingsgegevens afkomstig van de door deze systemen uitgezonden signalen en hun eigen uiterst nauwkeurig bepaalde referentielocatie. Bij de keuze van de locatie ervan is in de eerste plaats rekening gehouden met de behoefte vanuit technisch oogpunt om ze geografisch gelijkmatig te spreiden over het gehele grondgebied dat door het Egnos-systeem wordt bestreken, maar ook met de mogelijke aanwezigheid van bestaande installaties en apparatuur, alsmede met de beveiligingsvereisten in overleg met de lidstaten en de derde landen op het grondgebied waarvan zij zijn gevestigd.

(6)

Het aantal RIMS en de locatie ervan kunnen evolueren naargelang de voortgang en de behoeften van het programma, en vooral de uitbreiding van de dekking van het systeem in volledige overeenstemming met artikel 2, lid 5, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1285/2013. Zij kunnen eveneens worden gewijzigd naargelang de resultaten van de veiligheidsrisicoanalysen; dit is vooral het geval voor RIMS die in derde landen zijn gevestigd.

(7)

De stations voor de communicatie met de geostationaire satellieten („Navigation Land Earth Station” of „NLES”) sturen gecorrigeerde gegevens naar de op de geostationaire satellieten geïnstalleerde Egnos-transponders zodat de ontvangers van GNNS-signalen op het door het Egnos-systeem bestreken grondgebied de correcties kunnen aanbrengen in hun plaatsbepaling. Voor elke geostationaire satelliet zijn er twee NLES. Bij de keuze van de locatie ervan is hoofdzakelijk rekening gehouden met technische vereisten, met name de noodzaak om de apparatuur van het Egnos-systeem lokaal aan te sluiten op de apparatuur voor signaaltransmissie die toebehoort aan de exploitanten van de geostationaire satellieten waarop de Egnos-transponders zijn geïnstalleerd; daarnaast is ook rekening gehouden met beveiligingsvereisten.

(8)

Het aantal NLES en de locatie ervan kunnen evolueren naargelang de voortgang en de behoeften van het programma, en vooral naargelang de levensduur van de Egnos-transponders die op geostationaire satellieten in omloop zijn geïnstalleerd en de keuze van de satellieten waarop de toekomstige transponders zullen worden geïnstalleerd.

(9)

De functie van het dienstencentrum bestaat er enerzijds in de kwaliteit te bewaken van de signalen en gegevens die door de op de geostationaire satellieten geïnstalleerde transponders worden teruggestuurd, en anderzijds te dienen als interface met de gebruikers van Egnos. Het centrum verzorgt eveneens de verspreiding van de commerciële gegevens van de EDAS-dienst als bedoeld in artikel 2, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 1285/2013. Het dienstencentrum is gevestigd in Torrejón (Spanje) sinds 2004, dus voordat de Unie het systeem had verworven. Er is geen reden om deze locatie ter discussie te stellen aangezien zij beantwoordt aan de behoeften van het programma, profijt trekt uit de overheidsinvesteringen die er al aan zijn toegekend, en voldoet aan de beveiligingsvereisten in overleg met de lidstaat op het grondgebied waarvan het dienstencentrum zich bevindt. Bovendien zou een verhuizing naar een andere locatie kosten meebrengen en de werking van het systeem verstoren.

(10)

Om te zorgen voor een beveiligde interconnectie in real time van alle componenten van de grondinfrastructuur van het Egnos-systeem, staan deze met elkaar in verbinding via het EWAN-netwerk („Egnos Wide Area Network”), een specifiek voor het systeem opgezet beveiligd netwerk voor gegevensoverdracht. Wegens de fysieke kenmerken van het netwerk kan de locatie ervan niet bepaald worden en kan deze niet nader verduidelijkt worden in dit besluit.

(11)

De locaties van de grondinfrastructuur van het Egnos-systeem bestaande uit het coördinatiecentrum voor de exploitatie van het systeem, de missiecontrolecentra, de RIMS, de NLES en het dienstencentrum moeten worden goedgekeurd.

(12)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 36, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1285/2013 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De locaties van de grondinfrastructuur van het Egnos-systeem bestaande uit het coördinatiecentrum voor de exploitatie van het systeem, de missiecontrolecentra, de stations voor de bewaking van het signaal en de signaalintegriteit, de stations voor de communicatie met de geostationaire satellieten en het dienstencentrum worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 1.

(2)  C(2009) 2386.


BIJLAGE

Naam

Locatie

Coördinatiecentrum voor de exploitatie van het systeem

Toulouse (Frankrijk)

Missiecontrolecentra

Ciampino (Italië), Torrejón (Spanje)

Stations voor de bewaking van het signaal en van de integriteit ervan (RIMS)

Aalborg (Denemarken), Aboe Simbel (Egypte), Azoren (Portugal), Agadir (Marokko), Aqaba (Jordanië), Alexandrië (Egypte), Athene (Griekenland), Berlijn (Duitsland), Catania (Italië), Ciampino (Italië), Cork (Ierland), Djerba (Tunesië), Egilsstaðir (IJsland), Gävle (Zweden), Glasgow (Verenigd Koninkrijk), Gölbaşi (Turkije), Gran Canaria (Spanje), Haifa (Israël), Hartebeeshoek (Zuid-Afrika), Jan Mayen (Noorwegen), Kiev (Oekraïne), Kirkenes (Noorwegen), Kourou (Frankrijk), Kuusamo (Finland), Lappeenranta (Finland), La Palma (Spanje), Lissabon (Portugal), Madeira (Portugal), Málaga (Spanje), Moncton (Canada), Nouakchott (Mauritanië), Oran (Algerije), Palma de Mallorca (Spanje), Parijs (Frankrijk), Reykjavik (IJsland), Santiago de Compostela (Spanje), Sofia (Bulgarije), Svalbard (Noorwegen), Swanwick (Verenigd Koninkrijk), Toulouse (Frankrijk), Tromsø (Noorwegen), Trondheim (Noorwegen), Warschau (Polen), Zürich (Zwitserland)

Stations voor de communicatie met de geostationaire satellieten (NLES)

Aussaguel (Frankrijk), Betzdorf (Luxemburg), Burum (Nederland), Cagliari (Italië), Fucino (Italië), Rambouillet (Frankrijk), Redu (België)

Dienstencentrum

Torrejón (Spanje)