ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 195

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
27 juli 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2017/1388 van de Raad van 17 juli 2017 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's ( *1 )

1

 

 

Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's ( *1 )

3

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2017/1389 van de Commissie van 26 juli 2017 tot wijziging van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat de aanwijzing van het EU-referentielaboratorium voor door levensmiddelen overgedragen virussen betreft ( 1 )

9

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1390 van de Commissie van 26 juli 2017 tot 272e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida

11

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/1391 van de Raad van 17 juli 2017 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen dat is opgericht krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, over de wijziging van bijlage V bij die overeenkomst

13

 

*

Besluit (EU) 2017/1392 van de Commissie van 25 juli 2017 tot wijziging van Besluit 2014/350/EU van de Commissie tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan textielproducten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 5069)  ( 1 )

36

 


 

(*1)   Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

27.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/1


BESLUIT (EU) 2017/1388 VAN DE RAAD

van 17 juli 2017

betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo (*1) inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2016/2053 van de Raad (2) is de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's („de overeenkomst”) op 25 november 2016 ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip.

(2)

Op 14 december 2010 verklaarde de Raad uit te zien naar een voorstel om Kosovo in staat te stellen aan programma's van de Unie deel te nemen. De mogelijkheid van deelname wordt van kracht door de sluiting van de overeenkomst.

(3)

Het doel van de overeenkomst bestaat erin dat de Unie economische, financiële en technische samenwerkingsmaatregelen met Kosovo tot stand brengt uit hoofde van artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(4)

De sluiting van de overeenkomst laat de standpunten van de lidstaten over de status van Kosovo onverlet; zij beslissen daarover overeenkomstig de nationale gebruiken en het internationale recht. Geen van de termen, formuleringen of definities die in dit besluit, de overeenkomst, de bijlage daarbij, of in de Unieprogramma's, worden gebruikt, houden in dat de Unie Kosovo erkent als onafhankelijke staat, noch dat individuele lidstaten die dat nog niet eerder deden, Kosovo als onafhankelijke staat erkennen.

(5)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan Unieprogramma's wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving (3).

Artikel 3

De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie de specifieke voorwaarden voor de deelname van Kosovo aan elk afzonderlijk programma van de Unie vast te stellen, met inbegrip van de verschuldigde financiële bijdrage, overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst. De Commissie houdt de bevoegde werkgroep van de Raad op de hoogte.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(*1)  Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(1)  Goedkeuring van 4 juli 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit (EU) 2016/2053 van de Raad van 14 november 2016 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo* inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's (PB L 319 van 25.11.2016, blz. 1).

(3)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt


27.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/3


KADEROVEREENKOMST TUSSEN

de Europese Unie en Kosovo (*1) inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” genoemd,

enerzijds, en

KOSOVO (*1),

anderzijds,

hierna „de partijen” genoemd,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 14 december 2007 onderstreepte de Europese Raad dat de Unie bereid is een leidinggevende rol te spelen bij de versterking van de stabiliteit in de regio en Kosovo bij te staan op de weg naar duurzame stabiliteit, en bevestigde dat de EU bereid is de economische en politieke ontwikkeling te ondersteunen door een duidelijk Europees perspectief te bieden, overeenkomstig het Europees perspectief van de regio.

(2)

Op 7 december 2009 toonde de Raad zich ingenomen met de mededeling van de Europese Commissie van 14 oktober 2009 getiteld „Kosovo — Op weg naar de Europese Unie” en verzocht haar het nodige te doen om de door Kosovo geboekte vooruitgang op weg naar de Unie overeenkomstig het Europese perspectief van de regio te ondersteunen. De Raad hechtte belang aan de maatregelen met betrekking tot handel en visa en moedigde de Commissie aan om Kosovo toe te laten tot programma's van de Unie, Kosovo te integreren in het kader voor economisch en begrotingstoezicht, de tweede component van het instrument voor pretoetredingssteun te activeren en de dialoog in het kader van het stabilisatie- en associatieproces te versterken.

(3)

Op 14 december 2010 verklaarde de Raad uit te zien naar een Commissievoorstel om Kosovo in staat te stellen aan programma's van de Unie deel te nemen. De Europese Commissie heeft dit voorstel in maart 2011 ingediend.

(4)

Op 5 december 2011 bevestigde de Raad dat hij zich zou inzetten om tot overeenstemming te komen over de deelname van Kosovo aan Unieprogramma's, zonder vooruit te lopen op de standpunten van de lidstaten inzake de status.

(5)

Op 22 oktober 2012 machtigde de Raad de Commissie om namens de Unie onderhandelingen te openen over een kaderovereenkomst met Kosovo inzake de deelname aan Unieprogramma's.

(6)

Kosovo heeft de wens geuit aan een aantal Unieprogramma's deel te nemen.

(7)

In artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt verwezen naar activiteiten voor economische, financiële en technische samenwerking met derde landen die geen ontwikkelingsland zijn.

(8)

De specifieke voorwaarden voor de deelname van Kosovo aan elk afzonderlijk programma van de Unie, waaronder de financiële bijdrage, dienen te worden vastgesteld bij een overeenkomst tussen de Europese Commissie, die optreedt namens de Unie, en de autoriteiten van Kosovo.

(9)

De ondertekening en sluiting van deze overeenkomst laat de standpunten van de lidstaten over de status van Kosovo onverlet; zij beslissen daarover overeenkomstig de nationale gebruiken en het internationale recht. Geen van de termen, formuleringen of definities die in deze overeenkomst en de bijhorende bijlage, of in de Unieprogramma's, worden gebruikt, houden in dat de Unie Kosovo erkent als onafhankelijke staat, noch dat individuele lidstaten die dat nog niet eerder deden, Kosovo als onafhankelijke staat erkennen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Kosovo mag deelnemen aan de volgende programma's van de Unie:

a)

in de bijlage vermelde lopende Unieprogramma's en de opvolgers daarvan, die openstaan voor de deelname van Kosovo, zodra deze overeenkomst in werking treedt;

b)

Unieprogramma's die na de ondertekening van deze overeenkomst worden ingesteld of verlengd en die een openstellingsclausule bevatten die in de deelname van Kosovo voorziet.

Kosovo mag aan de programma's van de Unie deelnemen voor zover het zich ertoe verbindt de normen op de voor het betrokken programma relevante gebieden over te nemen en toe te passen, en het in dat opzicht vooruitgang boekt.

Artikel 2

Kosovo levert een financiële bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie in overeenstemming met de specifieke programma's van de Unie waaraan het deelneemt.

Artikel 3

Vertegenwoordigers van Kosovo mogen, als waarnemers en voor de punten die Kosovo aangaan, deelnemen aan de vergaderingen van de comités van beheer die belast zijn met het toezicht op de programma's van de Unie waaraan Kosovo financieel bijdraagt.

Artikel 4

Ten aanzien van projecten en initiatieven die door deelnemers uit Kosovo worden ingediend, gelden in het kader van de betrokken programma's van de Unie voor zover mogelijk dezelfde voorwaarden, regels en procedures als voor de lidstaten.

Artikel 5

De specifieke voorwaarden voor de deelname van Kosovo aan elk afzonderlijk programma van de Unie, waaronder de verschuldigde financiële bijdrage, worden vastgesteld bij een overeenkomst tussen de Europese Commissie, die optreedt namens de Unie, en de autoriteiten van Kosovo. Een dergelijke overeenkomst wordt als een integrerend deel van deze overeenkomst beschouwd.

Indien Kosovo pretoetredingssteun van de Unie aanvraagt op grond van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad (1) of van een mogelijk in de toekomst vast te stellen soortgelijke verordening die in externe bijstand van de Unie aan Kosovo voorziet, worden de voorwaarden voor het gebruik van de steun van de Unie door Kosovo vastgesteld in een financieringsovereenkomst.

Artikel 6

In elke in artikel 5, eerste lid, bedoelde overeenkomst wordt overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) bepaald dat door of namens de Europese Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Rekenkamer financiële controles of audits worden verricht.

Er worden gedetailleerde bepalingen in opgenomen inzake financiële controle en audits, administratieve maatregelen, sancties en invordering, waarbij aan de Europese Commissie, OLAF en de Rekenkamer bevoegdheden worden toegekend die gelijkwaardig zijn met hun bevoegdheden ten aanzien van begunstigden of contractanten die in de Unie zijn gevestigd.

Artikel 7

Deze overeenkomst is voor onbepaalde tijd van toepassing.

Elke partij kan deze overeenkomst schriftelijk opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.

Artikel 8

Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, en vervolgens iedere drie jaar, kunnen beide partijen de overeenkomst evalueren aan de hand van de ervaring die door de deelname van Kosovo aan een of meer Unieprogramma's is opgedaan.

Artikel 9

Deze overeenkomst is van toepassing enerzijds op de grondgebieden waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt toegepast overeenkomstig de bepalingen van dat Verdrag, en anderzijds op het grondgebied van Kosovo.

Artikel 10

Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand na de datum waarop de partijen elkaar kennis geven van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding benodigde procedures.

Artikel 11

Deze overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse, de Albanese en de Servische taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Съставено в Брюксел на двадесет и пети ноември през две хиляди и шестнадесета година.

Hecho en Bruselas, el veinticinco de noviembre de dos mil dieciséis.

V Bruselu dne dvacátého pátého listopadu dva tisíce šestnáct.

Udfærdiget i Bruxelles den femogtyvende november to tusind og seksten.

Geschehen zu Brüssel am fünfundzwanzigsten November zweitausendsechzehn.

Kahe tuhande kuueteistkümnenda aasta novembrikuu kahekümne viiendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι πέντε Νοεμβρίου δύο χιλιάδες δεκαέξι.

Done at Brussels on the twenty fifth day of November in the year two thousand and sixteen.

Fait à Bruxelles, le vingt cinq novembre deux mille seize.

Sastavljeno u Bruxellesu dvadeset petog studenoga godine dvije tisuće šesnaeste.

Fatto a Bruxelles, addì venticinque novembre duemilasedici.

Briselē, divi tūkstoši sešpadsmitā gada divdesmit piektajā novembrī.

Priimta du tūkstančiai šešioliktų metų lapkričio dvidešimt penktą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-tizenhatodik év november havának huszonötödik napján.

Magħmul fi Brussell, fil-ħamsa u għoxrin jum ta‘ Novembru fis-sena elfejn u sittax.

Gedaan te Brussel, vijfentwintig november tweeduizend zestien.

Sporządzono w Brukseli dnia dwudziestego piątego listopada roku dwa tysiące szesnastego.

Feito em Bruxelas, em vinte e cinco de novembro de dois mil e dezasseis.

Întocmit la Bruxelles la douăzeci și cinci noiembrie două mii șaisprezece.

V Bruseli dvadsiateho piateho novembra dvetisícšestnásť.

V Bruslju, dne petindvajsetega novembra leta dva tisoč šestnajst.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä marraskuuta vuonna kaksituhattakuusitoista.

Som skedde i Bryssel den tjugofemte november år tjugohundrasexton.

Në Bruksel, më njëzet e pesë nëntor të vitit dy mijë e gjashtëmbëdhjetë.

U Briselu, dvadeset petog novembra godine dve hiljade šesnaeste.

За Европейския съюз

Рог la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Za Europsku uniju

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Për Bashkimin Evropian

Za Evropsku uniju

Image

За Косово

Por Kosovo

Za Kosovo

For Kosovo

Für den Kosovo

Kosovo nimel

Για το Κοσσυφοπέδιο

For Kosovo

Pour le Kosovo

Za Kosovo

Per il Kosovo

Kosovas vārdā –

Kosovo vardu

Koszovó részéről

Għall-Kosovo

Voor Kosovo

W imieniu Kosowa

Pelo Kosovo

Pentru Kosovo

Za Kosovo

Za Kosovo

Kosovon puolesta

För Kosovo

Për Kosovën

Za Kosovo

Image


(*1)  Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(1)  Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB EU L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

(2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB EU L 298 van 26.10.2012, blz. 1).


BIJLAGE

LIJST VAN LOPENDE UNIEPROGRAMMA'S BEDOELD IN ARTIKEL 1

Fiscalis 2020 (1)

Douane 2020 (2)

Hercules III (3)

Justitie (4)

Programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” (5)

Europa voor de burger (6)

Mechanisme voor civiele bescherming (7)

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2) (8)

COSME (9)

Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) (10)

Erasmus+ (11)

Creatief Europa (12)

Horizon 2020 (13)

Programma Gezondheid voor groei (14)

Consumentenprogramma (15)

LIFE (16)

Copernicus (17)


(1)  Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 25).

(2)  Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

(3)  Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma voor de bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (programma „Hercules III”) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB EU L 84 van 20.3.2014, blz. 6).

(4)  Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB EU L 354 van 28.12.2013, blz. 73).

(5)  Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB EU L 354 van 28.12.2013, blz. 62).

(6)  Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB EU L 115 van 17.4.2014, blz. 3).

(7)  Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

(8)  Besluit (EU) 2015/2240 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2-programma) als middel om de overheidssector te moderniseren (PB EU L 318 van 4.12.2015, blz. 1).

(9)  Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

(10)  Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

(11)  Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

(12)  Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

(13)  Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

(14)  Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB EU L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

(15)  Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB EPB EU L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

(16)  Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB EU L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

(17)  Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB EU L 122 van 24.4.2014, blz. 44).


VERORDENINGEN

27.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/9


VERORDENING (EU) 2017/1389 VAN DE COMMISSIE

van 26 juli 2017

tot wijziging van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat de aanwijzing van het EU-referentielaboratorium voor door levensmiddelen overgedragen virussen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 32, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 882/2004 stelt de algemene taken, verplichtingen en voorschriften vast voor de referentielaboratoria van de Europese Unie („EU-referentielaboratoria”) voor diervoeders en levensmiddelen en voor diergezondheid. De EU-referentielaboratoria voor diervoeders en levensmiddelen zijn opgenomen in de lijst in bijlage VII, deel I, bij die verordening. In deze lijst wordt geen EU-referentielaboratorium voor door levensmiddelen overgedragen virussen vermeld. Artikel 32, lid 5, van die verordening bepaalt echter dat de Commissie in bijlage VII andere EU-referentielaboratoria kan opnemen.

(2)

EU-referentielaboratoria moeten de gebieden van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en van de diergezondheid beslaan waar precieze analytische en diagnostische resultaten nodig zijn. Hoewel beproefde methoden voor het opsporen van virussen in levensmiddelen voorhanden zijn, wordt de doeltreffendheid van de controles belemmerd doordat geen eenvormig gebruik van de tests wordt gemaakt. Doordat er geen proficiencytests worden uitgevoerd om de door de nationale referentielaboratoria gebruikte methoden te beoordelen en om na te gaan of de laboratoria in staat zijn gebruik van de tests te maken, is het voor enkele nationale referentielaboratoria en officiële laboratoria moeilijk de accreditatie te verkrijgen die zij nodig hebben om hun werkzaamheden in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 882/2004 te verrichten. Het ontbreken van een EU-referentielaboratorium voor door levensmiddelen overgedragen virussen heeft derhalve een negatieve uitwerking op de mogelijkheden voor de bevoegde autoriteiten om officiële controles op dit gebied uit te voeren.

(3)

Op 16 december 2016 heeft de Commissie een oproep tot het indienen van kandidaturen gepubliceerd met het oog op de selectie en aanwijzing van een EU-referentielaboratorium voor door levensmiddelen overgedragen virussen. Het geselecteerde laboratorium Livsmedelsverket moet worden aangewezen als EU-referentielaboratorium op het gebied van door levensmiddelen overgedragen virussen.

(4)

Bijlage VII, deel I, bij Verordening (EG) nr. 882/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage VII, deel I, bij Verordening (EG) nr. 882/2004 wordt het volgende punt 22 toegevoegd:

„22.   EU-referentielaboratorium voor door levensmiddelen overgedragen virussen

Livsmedelsverket

Uppsala

Zweden”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.


27.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1390 VAN DE COMMISSIE

van 26 juli 2017

tot 272e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida (1), en met name artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, leden 1 en 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 20 juli 2017 besloten zes personen en vier entiteiten toe te voegen aan de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen dienen te worden bevroren, en één vermelding te schrappen. Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

Om de doeltreffendheid van de in deze verordening vastgestelde maatregelen te garanderen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1.

De volgende vermeldingen worden toegevoegd aan de lijst „Natuurlijke personen”:

a)

„Alexanda Amon Kotey (ook bekend als: a) Alexe Kotey; b) Alexanda Kote). Geboortedatum: 13.12.1983. Geboorteplaats: Londen, Verenigd Koninkrijk. Nationaliteit: Brits. Paspoortnummer: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland 094477324, afgegeven op 5.3.2005. Overige informatie: fysieke beschrijving: donkerbruine ogen; zwart haar; donkere teint. Bijzondere kenmerken: baard. Etnische achtergrond: Ghanees-Cypriotisch. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

b)

„Elshafee El Sheikh (ook bekend als: a) El Shafee Elsheikh; b) Alshafee El-Sheikh). Geboortedatum: 16.7.1988. Geboortedatum: Londen, Verenigd Koninkrijk. Nationaliteit: Brits. Paspoortnummer: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland 801121547, afgegeven op 16.6.2009 (afgegeven door de dienst paspoorten van het Verenigd Koninkrijk, met vervaldatum 16.6.2019, ingetrokken in december 2014). Overige informatie: fysieke beschrijving: donkerbruine ogen; zwart haar; donkere teint. Bijzondere kenmerken: baard. Moeders naam: Maha Elgizouli. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

c)

„Muhammad Bahrum Naim Anggih Tamtomo (ook bekend als: a) Bahrun Naim; b) Anggih Tamtomo; c) Abu Rayyan; d) Abu Rayan; e) Abu Aisyah). Geboortedatum: 6.9.1983. Geboorteplaats: a) Surakarta, Indonesië; b) Pekalongan, Indonesië. Nationaliteit: Indonesisch. Adres: a) Aleppo, Arabische Republiek Syrië b) Raqqa, Arabische Republiek Syrië. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

d)

„Malik Ruslanovich Barkhanoev (ook bekend als: a) Saifuddin; b) Saifuddin al-Ingushi; c) Saifuddin Ingushi). Geboortedatum: 14.3.1992. Geboorteplaats: dorp Ordzhonikidzevskaya, district Sunzhenskiy, Ingoesjetië, Russische Federatie. Nationaliteit: Russisch. Adres: Mosul, Irak. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

e)

„Murad Iraklievich Margoshvili (ook bekend als: a) Zurab Iraklievich Margoshvili; b) Murad Akhmedovich Madayev; c) Lova Madayev; d) Abu-Muslim Al-Shishani; e) Muslim; f) Lava; g) John; h) George; i) Arthur; j) Sedoy). Geboortedatum: 15.1.1970. Geboorteplaats: Grozny, Republiek Tsjetsjenië, Russische Federatie. Nationaliteit: a) Russisch; b) Georgisch. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

f)

„Oman Rochman Ustadz (ook bekend als: a) Oman Rahman; b) Abu Sulaiman Aman Abdurrahman Al-Arkhabiliy; c) Aman Abdul Rahman; d) Aman Abdurahman; e) Aman Abdurrachman; f) Oman Abdulrohman; g) Oman Abdurrahman; h) Aman Abdurrahman). Geboortedatum: 5.1.1972. Geboorteplaats: Sumedang, Indonesië. Nationaliteit: Indonesisch. Adres: Pasir Putih Prison, Nusa Kambangan Island, Indonesië. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”.

2.

De volgende vermeldingen worden toegevoegd aan de lijst „Rechtspersonen, groepen en entiteiten”:

a)

„Hanifa Money Exchange Office (kantoor in Albu Kamal, Arabische Republiek Syrië) (ook bekend als: a) Hanifah Currency Exchange; b) Hanifeh Exchange; c) Hanifa Exchange; d) Hunaifa Office; e) Hanifah Exchange Company; f) Hanifa Money Exchange Office). Adres: Albu Kamal (Al-Bukamal), Arabische Republiek Syrië. Overige informatie: Geldwisselkantoor in Albu Kamal (Al-Bukamal), Arabische Republiek Syrië. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

b)

„Selselat al-Thahab (ook bekend als: a) Silsilet al Thahab; b) Selselat al Thahab For Money Exchange; c) Silsilat Money Exchange Company; d) Silsilah Money Exchange Company; e) Al Silsilah al Dhahaba; f) Silsalat al Dhab). Adres: a) Al-Kadhumi Complex, Al-Harthia, Baghdad, Irak; b) Al-Abbas Street, Karbala, Irak. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

c)

„Jaysh Khalid Ibn al Waleed (ook bekend als: a) Khalid ibn al-Walid Army; b) Liwa Shuhada al-Yarmouk; c) Harakat al-Muthanna al-Islamia). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”

d)

„Jund Al Aqsa (ook bekend als: a) The Soldiers of Aqsa; b) Soldiers of Aqsa; c) Sarayat Al Quds.) Adres: a) gouvernoraat Idlib, Arabische Republiek Syrië; b) gouvernoraat Hama, Arabische Republiek Syrië. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 20.7.2017.”.

3.

De volgende vermelding wordt geschrapt van de lijst „Natuurlijke personen”:

„Othman Deramchi (ook bekend als Abou Youssef). Adres: Algerije. Geboortedatum: 7.6.1954. Geboorteplaats: Tighennif, Algerije. Nationaliteit: Algerijns. Overige informatie: a) Italiaans fiscaal nummer: DRMTMN54H07Z301T; b) uitgewezen uit Italië naar Algerije op 22.8.2008; schoonvader van Djamel Lounici. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 17.3.2004.”.


BESLUITEN

27.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/13


BESLUIT (EU) 2017/1391 VAN DE RAAD

van 17 juli 2017

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen dat is opgericht krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, over de wijziging van bijlage V bij die overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 486, leden 3 en 4, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds („de overeenkomst”), voorziet in de voorlopige toepassing van een deel van de overeenkomst, zoals door de Unie gespecificeerd.

(2)

Artikel 1 van Besluit 2014/691/EU van de Raad (1) vermeldt welke bepalingen van de overeenkomst voorlopig moeten worden toegepast, waaronder de bepalingen betreffende de sanitaire en fytosanitaire maatregelen en de maatregelen op het gebied van dierenwelzijn, en de bijbehorende bijlagen IV tot en met XIV bij de overeenkomst. Overeenkomstig artikel 486, lid 4, van de overeenkomst is de voorlopige toepassing van deze bepalingen met ingang van 1 januari 2016 van kracht.

(3)

In artikel 64, lid 1, van de overeenkomst wordt bepaald dat Oekraïne zijn sanitaire en fytosanitaire wetgeving alsmede die op het gebied van dierenwelzijn aanpast aan die van de Unie zoals vastgelegd in bijlage V bij de overeenkomst.

(4)

Volgens artikel 64, lid 4, van de overeenkomst moet Oekraïne een lijst voorleggen van bepalingen van het acquis van de Unie inzake sanitaire en fytosanitaire wetgeving alsmede die op het gebied van dierenwelzijn waaraan het voornemens is zijn nationale wetgeving aan te passen. De lijst moet als referentiedocument dienen voor de uitvoering van hoofdstuk 4 (Sanitaire en fytosanitaire maatregelen) van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst en moet worden toegevoegd aan bijlage V bij de overeenkomst. Bijgevolg moet bijlage V bij de overeenkomst worden gewijzigd bij besluit van het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, zoals bepaald in artikel 74 van de overeenkomst.

(5)

Oekraïne heeft de lijst in juni 2016 aan de Commissie voorgelegd.

(6)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen moet worden ingenomen over de wijziging van bijlage V bij de overeenkomst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het namens de Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen dat is opgericht krachtens artikel 74 van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, over de wijziging van bijlage V bij de overeenkomst, luidt dat het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit wordt gesteund.

2.   Kleine technische verbeteringen van het ontwerpbesluit kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

T. TAMM


(1)  Besluit 2014/691/EU van de Raad van 29 september 2014 tot wijziging van Besluit 2014/668/EU van de Raad inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal als werknemer op het grondgebied van de andere partij verblijven), en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de bijbehorende bijlagen en protocollen (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 1).


ONTWERP

BESLUIT Nr. … VAN HET SUBCOMITÉ VOOR SANITAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN VAN DE EU EN OEKRAÏNE

van … 2017

tot wijziging van bijlage V bij de Associatieovereenkomst

HET SUBCOMITÉ VOOR SANITAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN,

Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds („de overeenkomst”), en met name artikel 74, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 486 van de overeenkomst moet een deel van de overeenkomst, waaronder de bepalingen betreffende sanitaire en fytosanitaire maatregelen, met ingang van 1 januari 2016 voorlopig worden toegepast.

(2)

In artikel 64, lid 1, van de overeenkomst wordt bepaald dat Oekraïne zijn sanitaire en fytosanitaire wetgeving alsmede die op het gebied van dierenwelzijn geleidelijk moet aanpassen aan die van de Unie zoals vastgelegd in bijlage V bij de overeenkomst.

(3)

Volgens artikel 64, lid 4, van de overeenkomst moet Oekraïne een lijst voorleggen van bepalingen van het acquis van de Unie inzake sanitaire en fytosanitaire wetgeving alsmede die op het gebied van dierenwelzijn („de lijst”) waaraan het voornemens is zijn nationale wetgeving aan te passen. De lijst moet als referentiedocument dienen voor de uitvoering van hoofdstuk 4 (Sanitaire en fytosanitaire maatregelen) van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst.

(4)

Oekraïne heeft de lijst in juni 2016 aan de Europese Commissie voorgelegd.

(5)

Het is derhalve passend dat het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen een besluit neemt om de huidige bijlage V te vervangen door een nieuwe bijlage,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage V bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …,

Voor het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen

De voorzitter


BIJLAGE

WIJZIGING VAN BIJLAGE V BIJ DE ASSOCIATIEOVEREENKOMST

Bijlage V wordt vervangen door:

BIJLAGE V

LIJST VAN WETGEVING VAN DE UNIE WAARAAN OEKRAÏNE ZIJN WETGEVING MOET AANPASSEN

Oekraïne verbindt zich er overeenkomstig artikel 64, lid 4, van deze overeenkomst toe zijn wetgeving binnen de hieronder genoemde termijnen aan de volgende wetgeving van de Unie aan te passen.

Wetgeving van de Unie

Uiterste datum voor de aanpassing

Hoofdstuk I — Algemene wetgeving (op het gebied van volksgezondheid)

Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG

2016

Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht

2016

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden

2016

Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong

2016

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne

2016

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong

2016

Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong

2016

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn

2016

Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG

2016

Verordening (EU) nr. 16/2011 van de Commissie van 10 januari 2011 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders

2018

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 931/2011 van de Commissie van 19 september 2011 inzake de traceerbaarheidsvoorschriften die bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong zijn vastgesteld

2016

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden

2016

Etikettering en informatie over levensmiddelen

Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen

2016

Verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen

2016

Verordening (EG) nr. 1170/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de lijsten van vitaminen en mineralen en vormen daarvan die aan levensmiddelen, met inbegrip van voedingssupplementen, mogen worden toegevoegd

2016

Verordening (EU) nr. 432/2011 van de Commissie van 4 mei 2011 tot weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen gaan

2016

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie

2016

Richtlijn 2011/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren

2016

Verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie van 16 mei 2012 tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan

2016

Verordening (EU) nr. 1047/2012 van de Commissie van 8 november 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 wat betreft de lijst van voedingsclaims

2016

Uitvoeringsbesluit 2013/63/EU van de Commissie van 24 januari 2013 tot vaststelling van richtsnoeren voor de uitvoering van de specifieke voorwaarden voor gezondheidsclaims van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad

2016

Maatregelen die van toepassing zijn op dierlijke producten

Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing

2016

Beschikking 2002/226/EG van de Commissie van 15 maart 2002 tot instelling van speciale gezondheidscontroles voor het verzamelen en verwerken van bepaalde tweekleppige weekdieren waarvan het gehalte aan „amnesic shellfish poison” (ASP) de bij Richtlijn 91/492/EEG van de Raad vastgestelde grenswaarde overschrijdt

2018

Verordening (EG) nr. 2065/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 inzake in of op levensmiddelen gebruikte of te gebruiken rookaroma's

2016

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk I, aanhangsel II)

2016

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk V, aanhangsel III)

2016

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk VII, aanhangsel III)

2017

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk VIII, aanhangsel III)

2017

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk IX, aanhangsel III)

2016

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk X, aanhangsel III)

2017

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk XI, aanhangsel III)

2017

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk XII, aanhangsel III)

2018

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk XIII, aanhangsel III)

2017

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk XIV, aanhangsel III)

2017

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk XV, aanhangsel III)

2018

Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong

2017

Verordening (EG) nr. 37/2005 van de Commissie van 12 januari 2005 betreffende de temperatuurcontrole in vervoermiddelen en in opslagruimten van voor menselijke voeding bestemde diepvriesproducten

2016

Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's

2016

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97

2016

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven

2016

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG

2016

Verordening (EU) nr. 234/2011 van 10 maart 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's

2016

Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven

2016

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012 van de Commissie van 1 oktober 2012 tot vaststelling van de lijst van aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad, tot opname van die lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1565/2000 van de Commissie en Beschikking 1999/217/EG van de Commissie

2016

Verordening (EU) nr. 873/2012 van de Commissie van 1 oktober 2012 betreffende overgangsmaatregelen inzake de EU-lijst van aroma's en uitgangsmaterialen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad

2016

Andere maatregelen

Richtlijn 78/142/EEG van de Raad van 30 januari 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake materialen en voorwerpen die vinylchloride-monomeer bevatten en bestemd zijn om met levensmiddelen in aanraking te komen

2017

Richtlijn 82/711/EEG van de Raad van 18 oktober 1982 betreffende de basisregels voor de controle op migratie van bestanddelen van materialen en voorwerpen van kunststof bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

2017

Richtlijn 84/500/EEG van de Raad van 15 oktober 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake keramische voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

2017

Richtlijn 85/572/EEG van de Raad van 19 december 1985 tot vaststelling van de lijst van de simulatiestoffen waarvan gebruik moet worden gemaakt voor de controle op migratie van bestanddelen van materialen en voorwerpen van kunststof bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

2017

Richtlijn 93/11/EEG van de Commissie van 15 maart 1993 betreffende de afgifte van N-nitrosamines en N-nitroseerbare stoffen door elastomeer- of rubberspenen en -fopspenen

2017

Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders

2017

Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG

2017

Verordening (EG) nr. 641/2004 van de Commissie van 6 april 2004 tot vaststelling van nadere bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft vergunningaanvragen voor nieuwe genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, kennisgevingen van bestaande producten en de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van genetisch gemodificeerd materiaal waarvoor de risicobeoordeling tot een gunstig resultaat heeft geleid

2016

Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG

2016

Verordening (EG) nr. 1895/2005 van de Commissie van 18 november 2005 inzake de beperking van het gebruik van bepaalde epoxyderivaten in materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

2017

Verordening (EG) nr. 2023/2006 van de Commissie van 22 december 2006 betreffende goede fabricagemethoden voor materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen

2017

Beschikking 2007/275/EG van de Commissie van 17 april 2007 betreffende lijsten van dieren en producten die krachtens de Richtlijnen 91/496/EEG en 97/78/EG van de Raad in grensinspectieposten controles moeten ondergaan

2016

Richtlijn 2007/42/EG van de Commissie van 29 juni 2007 inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

2017

Verordening (EG) nr. 282/2008 van de Commissie van 27 maart 2008 betreffende materialen en voorwerpen van gerecycleerde kunststof bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2023/2006

2019

Verordening (EG) nr. 450/2009 van de Commissie van 29 mei 2009 betreffende actieve en intelligente materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen

2017

Besluit 2010/169/EU van de Commissie van 19 maart 2010 betreffende de niet-opneming van 2,4,4′-trichloor-2′-hydroxydifenylether in de EU-lijst van additieven die kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, overeenkomstig Richtlijn 2002/72/EG

2017

Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen

2017

Verordening (EU) Nr. 284/2011 van de Commissie van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer van keukengerei van polyamide- of melaminekunststof van oorsprong of verzonden uit de Volksrepubliek China en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China

2017

Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor de certificering van de invoer in en de doorvoer door de Unie van bepaalde samengestelde producten en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG en Verordening (EG) nr. 1162/2009

2019

Maatregelen die moeten worden opgenomen na de aanpassing van de wetgeving

Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG

2016

Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten

2018

Richtlijn 1999/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling

2018

Richtlijn 1999/3/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake de vaststelling van een communautaire lijst van voedsel en voedselingrediënten die mogen worden behandeld met ioniserende straling

2018

Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie van 11 juli 2002 houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong en tot intrekking van Richtlijn 79/700/EEG

2016

Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad

2016

Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie van 23 februari 2006 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen

2016

Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen

2016

Verordening (EG) nr. 1882/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle op het nitraatgehalte in bepaalde levensmiddelen

2016

Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie van 28 maart 2007 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de controle op de gehalten aan sporenelementen en procescontaminanten in levensmiddelen

2016

Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong

2016

Verordening (EU) nr. 589/2014 van de Commissie van 2 juni 2014 tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de controle op het gehalte aan dioxinen en dioxineachtige en niet-dioxineachtige pcb's in bepaalde levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 252/2012

2016

Hoofdstuk II — Diergezondheid

Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens

2016

Beschikking 86/474/EEG van de Commissie van 11 september 1986 betreffende de uitvoering van de controles ter plaatse in het kader van de regeling voor de invoer van runderen en varkens en van vers vlees uit derde landen

2016

Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van runderen en de invoer daarvan

2017

Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo's van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen

2016

Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan

2016

Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt

2016

Beschikking 93/197/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen

2016

Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer

2017

Beschikking 2004/211/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG

2016

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (hoofdstuk VII)

2019

Verordening (EG) nr. 1739/2005 van de Commissie van 21 oktober 2005 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het vervoer van circusdieren tussen de lidstaten

2016

Beschikking 2006/168/EG van de Commissie van 4 januari 2006 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van runderembryo's in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2005/217/EG

2016

Beschikking 2006/605/EG van de Commissie van 6 september 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen voor het intracommunautaire handelsverkeer in pluimvee dat bestemd is om in het wild te worden uitgezet

2017

Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren

2019

Beschikking 2006/767/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot wijziging van de Beschikkingen 2003/804/EG en 2003/858/EG wat betreft de certificeringsvoorschriften voor levende weekdieren en levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie

2019

Beschikking 2008/185/EG van de Commissie van 21 februari 2008 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens

2016

Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering

2016

Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie van 12 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten

2019

Beschikking 2009/712/EG van de Commissie van 18 september 2009 ter uitvoering van Richtlijn 2008/73/EG van de Raad wat betreft informatiepagina's op internet met lijsten van door de lidstaten overeenkomstig de communautaire veterinaire en zoötechnische wetgeving erkende inrichtingen en laboratoria

2017

Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen

2017

Richtlijn 2009/158/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren

2016

Besluit 2010/57/EU van de Commissie van 3 februari 2010 tot vaststelling van gezondheidsgaranties voor de doorvoer van paardachtigen die worden vervoerd door de in bijlage I bij Richtlijn 97/78/EG van de Raad opgenomen gebieden

2017

Besluit 2010/270/EU van de Commissie van 6 mei 2010 tot wijziging van de delen 1 en 2 van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad, wat betreft de modellen van gezondheidscertificaten voor dieren van bedrijven en voor bijen en hommels

2016

Besluit 2010/471/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 inzake de invoer van sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen in de Unie, wat betreft lijsten van spermacentra, spermaopslagcentra, embryoteams en embryoproductieteams, alsmede certificeringsvoorschriften

2016

Besluit 2010/472/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 inzake de invoer van sperma, eicellen en embryo's van schapen en geiten in de Unie

2016

Uitvoeringsbesluit 2011/630/EU van de Commissie van 20 september 2011 betreffende de invoer van rundersperma in de Unie

2016

Uitvoeringsbesluit 2012/137/EU van de Commissie van 1 maart 2012 betreffende de invoer van sperma van varkens in de Unie

2016

Dierziekten

Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap

2017

Beschikking 92/260/EEG van de Commissie van 10 april 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor tijdelijke toelating van geregistreerde paarden

2017

Richtlijn 92/35/EEG van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardenpest

2017

Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte

2017

Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte

2019

Beschikking 93/197/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen

2017

Beschikking 2000/428/EG van de Commissie van 4 juli 2000 tot vaststelling van diagnostische procedures, monsternemingsprocedures en criteria voor de evaluatie van de resultaten van laboratoriumtests voor de bevestiging en de differentiële diagnose van vesiculaire varkensziekte

2017

Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue

2016

Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest

2016

Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest

2017

Beschikking 2003/466/EG van de Commissie van 13 juni 2003 tot vaststelling van de criteria voor de indeling in gebieden en het officiële toezicht naar aanleiding van de vermoedelijke of de bevestigde aanwezigheid van infectieuze zalmanemie (ISA)

2017

Beschikking 2003/634/EG van de Commissie van 28 augustus 2003 houdende goedkeuring van programma's ter verkrijging van de status van erkend gebied of erkend bedrijf in een niet-erkend gebied ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoëtische necrose (IHN) bij vis

2017

Beschikking 2005/217/EG van de Commissie van 9 maart 2005 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van runderembryo's in de Gemeenschap

2016

Beschikking 2008/855/EG van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten

2016

Besluit 2009/3/EG van de Commissie van 18 december 2008 tot het aanleggen van communautaire reserves van vaccins tegen paardenpest

2019

Verordening (EG) nr. 789/2009 van de Commissie van 28 augustus 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1266/2007 wat betreft de bescherming tegen vectoren en de minimumeisen voor bluetonguemonitoring- en surveillanceprogramma's

2016

Identificatie en registratie van dieren

Verordening (EG) nr. 494/98 van de Commissie van 27 februari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad wat de toepassing van de minimale administratieve sancties in het kader van de identificatie- en registratieregeling voor runderen betreft

2016

Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad

2016

Beschikking 2000/678/EG van de Commissie van 23 oktober 2000 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van bedrijven in nationale gegevensbanken voor varkens, zoals bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG van de Raad

2016

Verordening (EG) nr. 1082/2003 van de Commissie van 23 juni 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad inzake de minimaal te verrichten controles overeenkomstig de identificatie- en registratieregeling voor runderen

2016

Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG

2016

Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en bedrijfsregisters

2016

Beschikking 2006/28/EG van de Commissie van 18 januari 2006 betreffende de verlenging van de maximumtermijn voor de aanbrenging van oormerken bij bepaalde runderen

2016

Verordening (EG) nr. 1505/2006 van de Commissie van 11 oktober 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft de minimaal te verrichten controles in verband met de identificatie en registratie van schapen en geiten

2016

Beschikking 2006/968/EG van de Commissie van 15 december 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft richtsnoeren en procedures voor de elektronische identificatie van schapen en geiten

2017

Richtlijn 2008/71/EG van de Raad van 15 juli 2008 met betrekking tot de identificatie en de registratie van varkens

2016

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen (verordening paardenpaspoort)

2017

Dierlijke bijproducten

Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers

2017

Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad

2017

Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten)

2016

Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn

2016

Verordening (EU) nr. 749/2011 van de Commissie van 29 juli 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn

2016

Maatregelen die van toepassing zijn op diervoeders en toevoegingsmiddelen voor diervoeding

Richtlijn 90/167/EEG van de Raad van 26 maart 1990 tot vaststelling van de voorwaarden voor de bereiding, het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders met medicinale werking

2018

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik

2017

Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding

2017

Richtlijn 2004/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik

2017

Aanbeveling 2004/704/EG van de Commissie van 11 oktober 2004 inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van dioxinen en dioxineachtige PCB's in diervoeders

2016

Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne

2016

Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie van 4 maart 2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding

2017

Verordening (EG) nr. 1876/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot verlening van voorlopige en permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in diervoeding

2017

Richtlijn 2008/38/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel

2017

Verordening (EG) nr. 429/2008 van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van voorschriften ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opstelling en indiening van aanvragen en de beoordeling van en de verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding

2017

Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad

2017

Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie

2017

Verordening (EU) nr. 1270/2009 van de Commissie van 21 december 2009 tot verlening van permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in diervoeding

2017

Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong

2017

Verordening (EU) nr. 892/2010 van de Commissie van 8 oktober 2010 betreffende de status van bepaalde producten met betrekking tot onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad vallende toevoegingsmiddelen voor diervoeding

2017

Verordening (EU) nr. 16/2011 van de Commissie van 10 januari 2011 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders

2017

Aanbeveling 2011/25/EU van de Commissie van 14 januari 2011 tot vaststelling van richtsnoeren voor het onderscheid tussen voedermiddelen, toevoegingsmiddelen, biociden en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik

2017

Verordening (EU) nr. 68/2013 van de Commissie van 16 januari 2013 betreffende de catalogus van voedermiddelen

2017

Dierenwelzijn

Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen

2016

Richtlijn 2002/4/EG van de Commissie van 30 januari 2002 met betrekking tot de registratie van onder Richtlijn 1999/74/EG van de Raad vallende inrichtingen waar legkippen worden gehouden

2016

Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97

2016

Beschikking 2006/778/EG van de Commissie van 14 november 2006 betreffende de minimumeisen voor het verzamelen van informatie bij de inspecties van productieplaatsen waar bepaalde dieren voor landbouwdoeleinden worden gehouden

2016

Richtlijn 2007/43/EG van de Raad van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens

2016

Richtlijn 2008/119/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren

2016

Richtlijn 2008/120/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens

2017

Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden

2018

Uitvoeringsbesluit 2013/188/EU van de Commissie van 18 april 2013 inzake de jaarverslagen over niet-discriminerende controles overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97

2016

Hoofdstuk III — Fytosanitaire maatregelen

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen

2017

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen

2017

Richtlijn 69/464/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de wratziekte

2019

Richtlijn 92/90/EEG van de Commissie van 3 november 1992 tot vaststelling van de verplichtingen van producenten en importeurs van planten, plantaardige producten en andere materialen, en van nadere bepalingen inzake registratie

2018

Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Gemeenschap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze paspoorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan

2019

Richtlijn 93/51/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot vaststelling van voorschriften voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen via een beschermd gebied en voor het verkeer, binnen een beschermd gebied, van dergelijke planten, plantaardige producten of andere materialen van oorsprong uit dat gebied

2019

Richtlijn 93/85/EEG van de Raad van 4 oktober 1993 betreffende de bestrijding van aardappelringrot

2019

Richtlijn 94/3/EG van de Commissie van 21 januari 1994 tot vaststelling van een procedure voor melding van de onderschepping van uit derde landen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijke organismen

2018

Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht

2019

Verordening (EG) nr. 1238/95 van de Commissie van 31 mei 1995 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad met betrekking tot de aan het Communautair Bureau voor Plantenrassen te betalen rechten

2019

Verordening (EG) nr. 1768/95 van de Commissie van 24 juli 1995 houdende vaststelling, overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad inzake het communautaire kwekersrecht, van uitvoeringsbepalingen betreffende de afwijking ten gunste van landbouwers

2019

Verordening (EG) nr. 2506/95 van de Raad van 25 oktober 1995 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2100/94 inzake het communautaire kwekersrecht

2019

Verordening (EG) nr. 2470/96 van de Raad van 17 december 1996 houdende verlenging van de looptijd van een communautair kwekersrecht voor aardappelen

2019

Richtlijn 97/46/EG van de Commissie van 25 juli 1997 houdende wijziging van Richtlijn 95/44/EG tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of naar een andere plaats overgebracht

2020

Richtlijn 98/22/EG van de Commissie van 15 april 1998 tot vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten

2018

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen

2017

Richtlijn 98/57/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.

2019

Verordening (EG) nr. 2605/98 van de Commissie van 3 december 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1768/95 houdende vaststelling, overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad inzake het communautaire kwekersrecht, van uitvoeringsbepalingen betreffende de afwijking ten gunste van landbouwers

2019

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen

2018

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad

2017

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad

2017

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen

2017

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen

2017

Beschikking 2003/17/EG van de Raad van 16 december 2002 betreffende de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en de gelijkwaardigheid van in derde landen voortgebracht zaaizaad

2017

Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders

2017

Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG

2017

Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen

2021

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn

2017

Richtlijn 2004/102/EG van de Commissie van 5 oktober 2004 tot wijziging van de bijlagen II, III, IV en V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen

2018

Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie van 7 oktober 2004 betreffende de controles van de identiteit en de fytosanitaire controles van in deel B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen, die kunnen worden uitgevoerd op een andere plaats dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap of op een dichtbijgelegen plaats en tot vaststelling van de eisen met betrekking tot deze controles

2019

Verordening (EG) nr. 1756/2004 van de Commissie van 11 oktober 2004 tot vaststelling van de gedetailleerde voorwaarden inzake de vereiste aanwijzingen en de criteria inzake type en niveau van de beperking van de fytosanitaire controles op bepaalde in bijlage V, deel B, van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad genoemde planten, plantaardige producten of andere materialen

2019

Richtlijn 2004/105/EG van de Commissie van 15 oktober 2004 tot vaststelling van de modellen van officiële fytosanitaire certificaten of fytosanitaire certificaten voor wederuitvoer waarvan in Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen vergezeld moeten gaan

2018

Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad

2019

Verordening (EG) nr. 217/2006 van de Commissie van 8 februari 2006 tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG van de Raad wat betreft de machtiging van de lidstaten om tijdelijk toestemming te verlenen voor het in de handel brengen van zaad dat niet aan de eisen inzake minimumkiemkracht voldoet

2017

Richtlijn 2007/33/EG van de Raad van 11 juni 2007 betreffende de bestrijding van het aardappelcysteaaltje en houdende intrekking van Richtlijn 69/465/EEG

2019

Beschikking 2008/495/EG van de Commissie van 7 mei 2008 betreffende het voorlopige verbod op het gebruik en de verkoop in Oostenrijk van genetisch gemodificeerde mais (Zea mays L., lijn MON810) uit hoofde van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad

2017

Richtlijn 2008/61/EG van de Commissie van 17 juni 2008 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of naar een andere plaats overgebracht

2019

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad

2017

Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt

2017

Beschikking 2009/244/EG van de Commissie van 16 maart 2009 betreffende het in de handel brengen van een anjer (Dianthus caryophyllus L., lijn 123.8.12), genetisch gemodificeerd met het oog op bloemkleur, overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad

2017

Richtlijn 2009/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen

2017

Verordening (EG) nr. 874/2009 van de Commissie van 17 september 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad wat betreft de procedures voor het Communautair Bureau voor plantenrassen

2019

Beschikking 2009/770/EG van de Commissie van 13 oktober 2009 tot vaststelling van standaardrapportageformulieren voor de presentatie van de resultaten van monitoring van de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu, als product of in producten en met het oog op het in de handel brengen, overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad

2017

Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden

2017

Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad

2019

Besluit 2010/135/EU van de Commissie van 2 maart 2010 betreffende het in de handel brengen, overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een aardappelproduct (Solanum tuberosum L. lijn EH92-527-1), genetisch gemodificeerd met het oog op een groter gehalte aan amylopectine in het zetmeel

2017

Aanbeveling 2010/C 200/01 van de Commissie van 13 juli 2010 inzake richtsnoeren voor de ontwikkeling van nationale co-existentiemaatregelen om de onbedoelde aanwezigheid van ggo's in conventionele en biologische gewassen te vermijden

2017

Verordening (EU) nr. 188/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die twee jaar na de datum van kennisgeving van die richtlijn niet op de markt waren

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 541/2011 van de Commissie van 1 juni 2011 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft

2019

Verordening (EU) nr. 547/2011 van de Commissie van 8 juni 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de etiketteringsvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen

2019

Verordening (EU) nr. 544/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor werkzame stoffen betreft

2019

Verordening (EU) nr. 545/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen betreft

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 702/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof prohexadion overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 703/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof azoxystrobin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 704/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof azimsulfuron overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 705/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof imazalil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 706/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof profoxydim overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 736/2011 van de Commissie van 26 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof fluroxypyr overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 740/2011 van de Commissie van 27 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof bispyribac overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 786/2011 van de Commissie van 5 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof 1-naftylaceetamide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en bij Beschikking 2008/941/EG van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 787/2011 van de Commissie van 5 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof 1-naftylazijnzuur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en bij Beschikking 2008/941/EG van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 788/2011 van de Commissie van 5 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof fluazifop-P overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en bij Beschikking 2008/934/EG van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 797/2011 van de Commissie van 9 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof spiroxamine overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 798/2011 van de Commissie van 9 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof oxyfluorfen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en bij Beschikking 2008/934/EG van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 800/2011 van de Commissie van 9 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof tefluthrin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en tot wijziging van Beschikking 2008/934/EG van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2011 van de Commissie van 10 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof triazoxide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 810/2011 van de Commissie van 11 augustus 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof kresoxym-methyl overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 974/2011 van de Commissie van 29 september 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof acrinathrin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 993/2011 van de Commissie van 6 oktober 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof 8-hydroxyquinoline overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1143/2011 van de Commissie van 10 november 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof prochloraz overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en Beschikking 2008/934/EG van de Commissie

2019

Uitvoeringsbesluit 2011/787/EU van de Commissie van 29 november 2011 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk noodmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., wat Egypte betreft

2019

Uitvoeringsbesluit 2012/138/EU van de Commissie van 1 maart 2012 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 359/2012 van de Commissie van 25 april 2012 tot goedkeuring van de werkzame stof metam overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsbesluit 2012/340/EU van de Commissie van 25 juni 2012 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment uit hoofde van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG van de Raad ten aanzien van veldkeuringen onder officieel toezicht voor basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan

2017

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 582/2012 van de Commissie van 2 juli 2012 tot goedkeuring van de werkzame stof bifenthrin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 589/2012 van de Commissie van 4 juli 2012 tot goedkeuring van de werkzame stof fluxapyroxad overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 595/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot goedkeuring van de werkzame stof fenpyrazamine overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 746/2012 van de Commissie van 16 augustus 2012 tot goedkeuring van de werkzame stof Adoxophyes orana granulovirus overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU van de Commissie van 26 september 2012 betreffende noodmaatregelen ter preventie van de verspreiding in de Unie van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje)

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 485/2013 van de Commissie van 24 mei 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, wat de voorwaarden voor goedkeuring van de werkzame stoffen clothianidin, thiamethoxam en imidacloprid betreft, en houdende een verbod op het gebruik en de verkoop van zaden die zijn behandeld met gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten

2017

Uitvoeringsrichtlijn 2014/20/EU van de Commissie van 6 februari 2014 tot vaststelling van EU-klassen voor basispootgoed en gecertificeerd pootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende eisen en aanduidingen

2017

Uitvoeringsrichtlijn 2014/21/EU van de Commissie van 6 februari 2014 tot vaststelling van minimumeisen en EU-klassen voor prebasispootgoed van aardappelen

2017

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 632/2014 van de Commissie van 13 mei 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof flubendiamide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 571/2014 van de Commissie van 26 mei 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof ipconazool overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

2019

Uitvoeringsbesluit 2014/362/EU van de Commissie van 13 juni 2014 tot wijziging van Beschikking 2009/109/EG betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment waarin bepaalde afwijkingen worden vastgesteld voor het in de handel brengen van zaadmengsels bestemd voor gebruik als groenvoedergewas overeenkomstig Richtlijn 66/401/EEG van de Raad

2017

Uitvoeringsbesluit 2014/367/EU van de Commissie van 16 juni 2014 tot wijziging van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de in artikel 21, lid 3, vermelde datum tot wanneer de lidstaten de geldigheidsduur van besluiten betreffende de gelijkwaardigheid van pootaardappelen uit derde landen mogen verlengen

2017

Uitvoeringsrichtlijn 2014/83/EU van de Commissie van 25 juni 2014 tot wijziging van de bijlagen I, II, III, IV en V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen

2018

Uitvoeringsrichtlijn 2014/96/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad vallen

2017

Uitvoeringsrichtlijn 2014/97/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en de gemeenschappelijke lijst van rassen

2017

Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft specifieke voorschriften voor de in bijlage I bij die richtlijn bedoelde geslachten en soorten van fruitgewassen, specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en nadere voorschriften betreffende officiële inspecties

2017


27.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/36


BESLUIT (EU) 2017/1392 VAN DE COMMISSIE

van 25 juli 2017

tot wijziging van Besluit 2014/350/EU van de Commissie tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan textielproducten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 5069)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de EU-milieukeur (1), en met name artikel 8, lid 2,

Na raadpleging van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Technische deskundigen en enkele lidstaten hebben de Commissie gewezen op de noodzaak om artikel 1, punt 1, van Besluit 2014/350/EU van de Commissie (2) te verduidelijken door verder toe te lichten op welke textielvezels de ecologische criteria van toepassing zijn en om de mogelijkheid te creëren om tussenproducten van textiel te etiketteren.

(2)

De tekst in deel 1 (criteria voor textielvezels) en in criterium 1 van de bijlage bij Besluit 2014/350/EU moet worden gewijzigd ter verduidelijking van de uitzonderingen die van toepassing zijn wanneer gerecycleerde vezels of biologische katoenvezels worden gebruikt en van de wijze waarop het vereiste percentage katoen in criterium 1a) en 1b) wordt berekend. Gezien het besprokene tijdens de in januari 2016 gehouden bijeenkomsten van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie (BMEU) en de bijeenkomsten van het forum van bevoegde instanties is het nodig om de tekst van de pesticidebeperkingsvereisten voor biologisch geteeld katoen en katoen met geïntegreerde plaagbestrijding in overeenstemming te brengen met die van de productgroepen schoeisel en meubilair, met als referentiepunt de herziene criteria zoals vastgelegd in Besluit (EU) 2016/1332 van de Commissie (3) en Besluit (EU) 2016/1349 (4) van de Commissie. Gezien het besprokene in de bijeenkomst van november 2016 van het BMEU is het nodig om de eis van non-blending van biologische en genetisch gemodificeerde katoen te beperken tot producten waarvan wordt beweerd dat zij biologisch katoen bevatten overeenkomstig criterium 28 van Besluit 2014/350/EU. Voorts moet worden overwogen om een aanvullende bewering betreffende het gebruik van ggo-vrije katoen in criterium 28 van Besluit 2014/350/EU toe te staan.

(3)

Zoals door de technische deskundigen en door sommige lidstaten aan de Commissie aangegeven, is verduidelijking nodig van de instructies inzake samengestelde monsters in de beoordeling en controle van criterium 3a).

(4)

Omwille van de duidelijkheid moet de formulering van criterium 13b) van deel 3 (criteria voor chemische stoffen en processen) worden verbeterd, om zo beter aan te sluiten bij die van de procedure voor identificatie en opstelling van de lijst van stoffen die in aanmerking komen voor opname als zeer zorgwekkende stoffen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (5), en bij artikel 6, lid 7, van Verordening (EG) nr. 66/2010. Ook de formulering van criterium 14 moet in overeenstemming worden gebracht met artikel 6, lid 6, van Verordening (EG) nr. 66/2010. Zoals door de technische deskundigen aan de Commissie aangegeven, moet in criterium 14 van Besluit 2014/350/EU worden verduidelijkt wanneer de regels voor als gevaarlijk ingedeelde stoffen dan wel die voor mengsels moeten worden gebruikt. Uit de besprekingen tijdens vergaderingen van het forum van bevoegde instanties is bovendien de behoefte gebleken om de beperkingen betreffende water-, vuil- en vlekafstotende middelen (criterium 14b), tabel 6, iv)) en de eisen in aanhangsel 1 te harmoniseren met het overeenkomstige criterium en de overeenkomstige vereisten die worden gebruikt in de productgroepen schoeisel en meubilair, met als referentiepunt respectievelijk de herziene criteria voor meubilair in Besluit (EU) 2016/1332 en voor schoeisel in Besluit (EU) 2016/1349, die in januari 2016 door het regelgevend comité milieukeur zijn aangenomen (6). Met betrekking tot het tabeldeel Hulpstoffen, onder v), moet het toepassingsgebied van de afwijking en de rekenwijze van restproducten in het deel over de beoordeling en controle worden gewijzigd en verduidelijkt. Het is ook nodig om de bewoording van aanhangsel 1 van de bijlage bij Besluit 2014/350/EU in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (7).

(5)

Zoals door de leden van het BMEU aan de Commissie aangegeven en overeenkomstig de in 2016 door het forum van bevoegde instanties gehouden discussies moet punt f) van aanhangsel 1 van de bijlage bij Besluit 2014/350/EU worden gewijzigd, zodat de beperkingen die van toepassing zijn op alle productiefasen, ook gelden voor detergenten, de referentietest voor anaerobe biologische afbreekbaarheid wordt gecorrigeerd en de reikwijdte van de beperking van de niet-ionogene en kationogene detergenten en oppervlakteactieve stoffen wordt beperkt tot stoffen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (8) zijn ingedeeld als gevaarlijk voor het aquatisch milieu.

(6)

Zoals door de leden van het BMEU aan de Commissie aangegeven en overeenkomstig het tijdens de bijeenkomsten van het forum van bevoegde instanties in 2016 besprokene moeten criteria 20 en 21 in deel 4 (criteria voor gebruiksgeschiktheid) worden gewijzigd, teneinde rekening te houden met de nieuwe technische bevindingen van de deskundigen van de lidstaten.

(7)

Gezien het besprokene tijdens bijeenkomsten van het forum van bevoegde instanties in 2015 en 2016 en omwille van de samenhang met Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad (9) is het nodig om in het deel over beoordeling en controle van criterium 16b) van Besluit 2014/350/EU het gebruik van berekeningen van de uitstoot in de lucht van organische verbindingen mogelijk te maken.

(8)

Gezien het besprokene tijdens bijeenkomsten van het BMEU en het forum van bevoegde instanties in 2015 en 2016 is het nodig de tekst over beoordeling en controle van criterium 26 (fundamentele beginselen en grondrechten op het werk) in Besluit 2014/350/EU in overeenstemming te brengen met de formuleringen zoals gebruikt voor de productgroep personal computers, notebookcomputers en tabletcomputers, waarbij Besluit (EU) 2016/1371 van de Commissie (10) als referentie geldt.

(9)

Overeenkomstig het met de leden van het BMEU in 2016 besprokene moet de geldigheidsduur van Besluit 2014/350/EU worden verlengd, omdat de ecologische ambities van de in Besluit 2014/350/EU vastgestelde milieukeurcriteria naar verwachting hoog zullen blijven in vergelijking met andere etiketteringsregelingen. Bovendien zullen criteria die gedurende een langere periode stabiel blijven, een groter aantal aanvragers in staat stellen de nodige verbeteringen in te voeren en de technische investeringen in de loop van de innovatiecyclus te doen om in aanmerking te komen voor de milieukeur, en de markt op haar beurt in staat stellen hierop te antwoorden met aangepaste grondstoffen en tussenproducten van textielproducten.

(10)

Besluit 2014/350/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 16 van Verordening (EG) nr. 66/2010 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2014/350/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Overweging 6 vervalt.

2)

In artikel 1, lid 1, worden de punten c), d) en e) vervangen door:

„c)

textielvezels, garens, weefsels en breiwerk: tussenproducten bestemd voor gebruik in uit textiel bestaande kleding en accessoires en interieurtextiel, met inbegrip van meubelstoffen en matrassentijk, vóór het aanbrengen van de rug en vóór behandelingen die verband houden met het eindproduct;

d)

elementen die niet uit vezels bestaan: tussenproducten die deel uitmaken van uit textiel bestaande kleding en accessoires en interieurtextiel, met inbegrip van ritsen, knopen en andere accessoires en membranen, coatings en laminaten;

e)

schoonmaakmaterialen: geweven en non-woven producten gemaakt van textielvezels en bestemd voor natte of chemische reiniging van oppervlakken en het drogen van keukengerei;”.

3)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

De in de bijlage vermelde criteria en de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling zijn geldig gedurende een periode van 78 maanden vanaf de datum van vaststelling van dit besluit.”.

4)

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 juli 2017.

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 27 van 30.1.2010, blz. 1.

(2)  Besluit 2014/350/EU van de Commissie van 5 juni 2014 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan textielproducten (PB L 174 van 13.6.2014, blz. 45).

(3)  Besluit (EU) 2016/1332 van de Commissie van 28 juli 2016 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan meubelen (PB L 210 van 4.8.2016, blz. 100).

(4)  Besluit (EU) 2016/1349 van de Commissie van 5 augustus 2016 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan schoeisel (PB L 214 van 9.8.2016, blz. 16).

(5)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 66/2010, artikel 16.

(7)  Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

(9)  Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).

(10)  Besluit (EU) 2016/1371 van de Commissie van 10 augustus 2016 tot vaststelling van de ecologische criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan personal computers, notebookcomputers en tabletcomputers (PB L 217 van 12.8.2016, blz. 9).


BIJLAGE

De bijlage bij Besluit 2014/350/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Deel 1 („Criteria voor textielvezels”) wordt als volgt gewijzigd:

a)

de tweede alinea wordt vervangen door:

„Alle vezels, inclusief de hierboven genoemde, die minder dan 5 % van het totale gewicht van het product uitmaken of die worden gebruikt als opvulmateriaal of voering, mogen worden gebruikt zonder dat zij hoeven te voldoen aan de criteria voor textielvezels. Met uitzondering van polyamide en polyester hoeven de criteria voor textielvezels niet te worden nageleefd:

i)

door het gehele product wanneer de vezels gerecycleerd materiaal bevatten dat ten minste 70 % van het gewicht van alle vezels in het product vertegenwoordigt,

ii)

door afzonderlijke vezels in het product met milieukeur als het soort vezel voor ten minste 70 % uit gerecycleerd materiaal bestaat.

Voor de berekening van het percentage katoen in een product dat moet voldoen aan criterium 1a) of 1b) wordt het gehalte aan gerecycleerde katoenvezel afgetrokken van de vereiste minimumpercentages, behalve in het geval van kleding voor kinderen jonger dan 3 jaar.”;

b)

criterium 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de tweede en derde streepjes worden vervangen door:

„—

enkel wanneer biologisch katoen wordt vermeld op grond van criterium 28: voor productienorm 1a) moet al het conventioneel geteelde katoen en al het katoen met geïntegreerde plaagbestrijding dat wordt gemengd met het biologisch katoen, afkomstig zijn van niet-genetisch gemodificeerde rassen;

voor de berekening van het percentage katoen in een product dat moet voldoen aan criterium 1b), wordt het gehalte aan gerecycleerde katoenvezel afgetrokken van het vereiste minimumpercentage;

alle biologisch geteelde katoen en katoen met geïntegreerde plaagbestrijding moet volledig traceerbaar zijn overeenkomstig criterium 1d), waarbij controle hetzij op basis van de hoeveelheid gekocht katoen op jaarbasis, dan wel op basis van de inhoud van het eindproduct wordt aanvaard;”;

ii)

in criterium 1a) wordt de vierde alinea vervangen door:

„Voor conventioneel geteeld katoen en katoen met geïntegreerde plaagbestrijding dat is gemengd met biologisch geteeld katoen, wordt een kwalitatieve screeningtest op gangbare genetische modificaties volgens de EU-referentiemethoden voor ggo-analyse (*1) en een ggo-vrij resultaat als bewijs van naleving aanvaard. De tests moeten op monsters van het ruwe katoen uit elk land van herkomst worden uitgevoerd voordat er enige natte bewerking heeft plaatsgevonden. Certificering in het kader van controlesystemen die genetisch gemodificeerd katoen uitsluiten, worden geaccepteerd als bewijs van naleving van katoen met geïntegreerde plaagbestrijding.

(*1)  Europese Commissie, „European Union Reference Laboratory for GM Food and Feed — Qualitative GMO detection PCR methods”, http://gmo-crl.jrc.ec.europa.eu/gmomethods/”;"

iii)

criterium 1b) wordt als volgt gewijzigd:

de tweede zin van de derde alinea wordt vervangen door:

„Controle wordt ofwel op jaarbasis voor elk land van herkomst uitgevoerd, ofwel op basis van certificeringen voor alle IPM-katoen die voor de vervaardiging van het product wordt ingekocht.”;

de vijfde alinea wordt geschrapt.

iv)

in criterium 1c) worden de tweede en derde alinea vervangen door:

„Aldicarb, aldrin, camfechloor (toxafeen), captafol, chloordaan, 2,4,5-T, chloordimeform, cypermethrin, DDT, dieldrin, dinoseb en de zouten daarvan, endosulfan, endrin, heptachloor, hexachloorbenzeen, hexachloorcyclohexaan (alle isomeren samen), methamidofos, methylparathion, monocrotofos, neonicotinoïden (clothianidin, imidacloprid, thiametoxam), parathion, pentachloorfenol.

De som van de vermelde bestrijdingsmiddelen die bij het testen van het katoen worden gedetecteerd, mag niet groter zijn dan 0,5 ppm.”;

v)

in criterium 1d) worden punten i) en ii) van de tweede alinea vervangen door:

„i)

op jaarbasis: transactiegegevens en/of facturen moeten worden ingediend die de op jaarbasis van landbouwers of telersverenigingen gekochte hoeveelheid katoen documenteren, en/of het totale gewicht aan gecertificeerd katoen, tot aan de productie van ongebleekte stoffen.

ii)

op basis van het eindproduct: de hoeveelheid katoen die bij de spin- en/of stofproductiefasen in elk eindproduct is gebruikt, moet worden gedocumenteerd. Alle documentatie moet verwijzen naar de toezichthoudende instantie of de certificeerder van de verschillende katoensoorten.”;

vi)

in criterium 3a) worden de derde en vierde alinea vervangen door:

„Beoordeling en controle: aanvragers moeten bovengenoemde documentatie indienen of testverslagen opstellen waarbij de IWTO-ontwerptestmethode 59 wordt gebruikt. De testen moeten worden uitgevoerd op teelt- of verkooppartijen van ruwe wol, naar land van herkomst (indien gemengd) en voordat er enige natte bewerking heeft plaatsgevonden. Uit elk land van herkomst moet ten minste één uit diverse teelt- of verkooppartijen samengesteld monster per verwerkingspartij worden getest. Een samengesteld monster moet bestaan uit:

i)

wolvezels van ten minste tien willekeurig geselecteerde teelt- of verkooppartijen (per land van herkomst) wanneer de desbetreffende verwerkingspartij meer dan tien verkooppartijen uit dat land van herkomst bevat,

ii)

één monster per verkooppartij (of teeltpartij, indien deze kleiner is) wanneer de desbetreffende verwerkingspartij minder dan tien verkooppartijen uit dat land van herkomst bevat.

Als alternatief mogen ook testverslagen voor alle teelt- of verkooppartijen binnen een verwerkingspartij worden ingediend.

Wanneer er sprake is van een afwijking, moet de aanvrager bewijs inzake de structuur van de fabriek waar de ontvetting plaatsvindt, indienen en aan de hand van laboratoriumtestverslagen aantonen dat de ectoparasiticiden die aanwezig kunnen zijn in ontvettingsresten en slib, worden afgebroken.”.

2)

Deel 3 („Criteria voor chemische stoffen en processen”) wordt als volgt gewijzigd:

a)

in criterium 13b) wordt de eerste alinea vervangen door:

„Het eindproduct inclusief alle onderdelen en hulpstukken mag geen, tenzij specifiek vrijgestelde, stoffen bevatten die:

i)

aan de criteria van artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 voldoen;

ii)

volgens de in artikel 59, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 beschreven procedure zijn aangemerkt als stoffen die in aanmerking komen om te worden opgenomen in de lijst van zeer zorgwekkende stoffen.

Dit geldt voor stoffen die een functie aan het eindproduct geven en voor stoffen die opzettelijk zijn gebruikt in de productieformules.

Er wordt geen vrijstelling gegeven voor zeer zorgwekkende stoffen die aanwezig zijn in een textielproduct, of in een homogeen onderdeel van een complex textielproduct, in concentraties hoger dan 0,10 % (gewichtsprocent).”;

b)

criterium 14 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de titel en eerste alinea worden vervangen door:

„Criterium 14. Vervanging van gevaarlijke stoffen en mengsels die gebruikt worden bij het verven, bedrukken en afwerken

Stoffen en mengsels die tijdens het proces van verven, bedrukken en afwerken op weefsels en breiwerk worden toegepast en op het eindproduct nog aanwezig zijn en die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*2) voldoen aan de criteria voor indeling in de gevarenklassen of waarschuwingszinnen van tabel 5, mogen niet worden gebruikt, tenzij ze uitdrukkelijk zijn vrijgesteld. Deze beperkingen gelden ook voor functionele stoffen die tijdens de vervaardiging in synthetische vezels of kunstmatige cellulosevezels zijn verwerkt. Dit criterium geldt voor bij de productie gebruikte chemische stoffen in de vorm waarin ze op het product zijn toegepast, hetzij als stoffen of mengsels.

(*2)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).”;"

ii)

in Criterium 14b) wordt tabel 6 als volgt gewijzigd:

de zesde rij „iv) Water-, vuil- en vlekafstotende middelen” wordt vervangen door:

„iv)

Water-, vuil- en vlekafstotende middelen

H413

Het afstotende middel en de afbraakproducten ervan moeten ofwel:

gemakkelijk en/of inherent biologisch afbreekbaar zijn, ofwel

niet bioaccumulerend zijn in aquatische omgevingen, met inbegrip van aquatisch sediment.

Het product moet voldoen aan de eisen van de functieduurzaamheid (zie criterium 25).”

de achtste rij „v) Hulpstoffen” wordt vervangen door:

„v)

Hulpstoffen, waaronder:

 

draagstoffen,

 

egalisatiemiddelen,

 

dispergeermiddelen,

 

oppervlakteactieve stoffen,

 

verdikkingsmiddelen,

 

bindmiddelen.

H301, H311, H331, H371, H373, H317 (1B), H334, H411, H412, H413, EUH070

Recepten moeten met behulp van automatische doseersystemen worden geformuleerd, en processen moeten de standaardpraktijkvoorschriften volgen.

Stoffen die de aanduiding H311, H331, H317 (1B) dragen, mogen niet in een hogere concentratie dan 1,0 % g/g op het eindproduct voorkomen.”

iii)

de derde alinea na tabel 6 wordt vervangen door:

„Indien de productieformules hulpstoffen bevatten met een in afwijking v) vermelde gevarenindeling moeten ofwel de eind- of tussenproducten middels laboratoriumonderzoek op die stoffen worden gecontroleerd, ofwel moet worden berekend in welke mate de ingedeelde hulpstoffen tijdens de productieprocessen op het eindproduct worden overgedragen.”;

c)

in criterium 16b) wordt de vierde alinea vervangen door:

„Beoordeling en controle: de aanvrager moet aantonen EN 12619 of andere vergelijkbare standaarden na te leven. Ook berekeningen van de uitstoot van organische verbindingen worden aanvaard, mits deze gebaseerd zijn op de methode zoals beschreven in het meest recente referentiedocument van de Europese Commissie voor de beste beschikbare technieken voor de textielindustrie. In de zes maanden voorafgaand aan de aanvraag moeten er maandelijkse gemiddelden worden ingediend van de totale uitstoot van organische verbindingen op productielocaties. Als er oplosmiddelen worden teruggewonnen en hergebruikt, moeten controlegegevens worden ingediend om de werking van deze systemen aan te tonen.”.

3)

Deel 4 („Criteria voor gebruiksgeschiktheid”) wordt als volgt gewijzigd:

a)

in criterium 20 wordt de eerste alinea vervangen door:

„De kleurvastheid bij nat wrijven moet ten minste op niveau 2-3 liggen. Niveau 2 is toegestaan voor donker gekleurd denim en niveau 1 is toegestaan voor alle andere tinten denim.”;

b)

in criterium 21 wordt de eerste alinea vervangen door:

„De kleurvastheid bij droog wrijven moet ten minste op niveau 4 liggen. Niveau 3-4 is toegestaan voor donker gekleurd denim en niveau 2-3 is toegestaan voor alle andere tinten denim.”.

4)

Deel 5 („Critera voor maatschappelijk verantwoord ondernemen”) wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„De criteria 26 en 27 hebben betrekking op de arbeidsvoorwaarden van werknemers en mensenrechten op het werk. Criterium 26 is van toepassing op de productiefasen van het snijden, het vervaardigen en het bekleden van textielproducten, terwijl criterium 27 specifiek van toepassing is op de productie van denim.”;

b)

in criterium 26 wordt de derde alinea vervangen door:

„Beoordeling en controle: de aanvrager moet aantonen dat deze criteria worden nageleefd aan de hand van een controle door een derde partij, met behulp van onafhankelijke controle- of bewijsstukken, met inbegrip van bezoeken ter plaatse door auditeurs tijdens het controleproces voor de milieukeur van productielocaties in de toeleveringsketen die worden gebruikt voor het snijden, vervaardigen en bekleden van de producten onder licentie. Dit moet op het moment van aanvraag gebeuren en vervolgens tijdens de licentieperiode als nieuwe productieplaatsen in gebruik worden genomen.

In landen die Verdrag nr. 81 van de IAO betreffende arbeidsinspectie (1947) hebben geratificeerd en waar uit toezicht van de IAO blijkt dat het nationale systeem voor de arbeidsinspectie doeltreffend is en het controlesysteem de hierboven genoemde gebieden dekt (*3), is controle door van overheidswege aangestelde arbeidsinspecteurs aanvaardbaar.

(*3)  Zie ILO NORMLEX (http://www.ilo.org/dyn/normlex/en) en de ondersteunende richtsnoeren in het gebruikershandboek.”."

5)

In criterium 28 wordt de tweede rij van tabel 11 betreffende katoenvezels vervangen door:

„Katoenvezels

Gehalte aan biologisch katoen hoger dan 50 %

Gemaakt van xx % biologisch katoen

Alleen ggo-vrij katoen gebruikt

Gehalte aan biologisch katoen hoger dan 95 %

Gemaakt van biologisch katoen

Alleen ggo-vrij katoen gebruikt

IPM-gehalte hoger dan 70 %

Katoenteelt met minder pesticiden”

6)

Aanhangsel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt e) wordt als volgt gewijzigd:

i)

de tweede rij wordt vervangen door:

„i)

Afwerkingen met biocide om de eindproducten biocide-eigenschappen te geven.

Toepasbaarheid:

Alle producten

Biociden in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (*4) mogen niet worden verwerkt in vezels, weefsels of het eindproduct om biocide-eigenschappen toe te kennen.

Bekende voorbeelden zijn triclosan, nanozilver, organische zinkverbindingen, organische tinverbindingen, dichloorfenyl(ester)-verbindingen, benzimidazoolderivaten en isothiazolinonen.

n.v.t.

Controle:

Een verklaring van de aanvrager dat deze stoffen niet zijn gebruikt.

ii)

de vierde rij wordt vervangen door:

„iii)

Water-, olie- en vlekafstotende behandelingen

Toepasbaarheid:

Daar waar toegepast om de functie te geven.

Fluorhoudende water-, vlek- en olieafstotende behandelingen mogen niet worden toegepast. Dit geldt ook voor behandelingen op basis van perfluor en polyfluor.

Niet-fluorhoudende behandelingen moeten gemakkelijk en/of uiteindelijk biologisch afbreekbaar of niet bioaccumulerend zijn in het aquatisch milieu, inclusief aquatisch sediment. Bovendien moeten ze voldoen aan criterium 25a) betreffende gebruiksgeschiktheid.

n.v.t.

Controle:

Een verklaring van de afwerkcentrales dat deze stoffen niet zijn gebruikt, ondersteund door veiligheidsbladen voor de gebruikte afstotende middelen.

Testmethode:

n.v.t.

b)

punt f) wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de tabel voor „oppervlakteactieve stoffen, wasverzachters en complexvormers” worden de eerste en tweede rijen vervangen door:

„Detergenten, oppervlakteactieve stoffen, wasverzachters en complexvormers

ii)

Alle detergenten, oppervlakteactieve stoffen, wasgoedverzachters en complexvormers

Toepasbaarheid: Alle natte processen

Ten minste 95 % van het totale gewicht van alle wasgoedverzachters, complexvormers, detergenten en oppervlakteactieve stoffen die op een bepaalde locatie worden gebruikt voor natte processen moeten:

gemakkelijk biologisch afbreekbaar onder aerobe omstandigheden of

inherent biologisch afbreekbaar en/of

in waterzuiveringsinstallaties verwijderbaar zijn.

De laatste herziening van de databank voor ingrediënten van detergenten moet worden gebruikt als referentiepunt voor de biologische afbreekbaarheid:

http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/documents/did_list/didlist_part_a_nl.pdf

n.v.t.

Controle:

Een verklaring van de leverancier van chemicaliën ondersteund door veiligheidsinformatiebladen en/of OESO- of ISO-testresultaten.

Testmethode:

Zie middelen met betrekking tot de afmeting en spinmiddelen (Aanhangsel 1, onder a), i/ii))

iii)

Niet-ionogene en kationogene oppervlakteactieve stoffen

Toepasbaarheid: Alle natte processen

Alle niet-ionogene en kationogene oppervlakteactieve stoffen en detergenten die op een bepaalde locatie voor natte processen worden gebruikt en die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 als gevaarlijk voor het aquatische milieu zijn ingedeeld, moeten uiteindelijk biologisch afbreekbaar zijn in anaerobe omstandigheden.

De databank voor ingrediënten van detergenten moet worden gebruikt als referentiepunt voor de biologische afbreekbaarheid:

http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/documents/did_list/didlist_part_a_nl.pdf

n.v.t.

Controle:

Verklaring op het veiligheidsinformatieblad of van de leverancier van de chemicaliën, ondersteund door OESO- of ISO-testresultaten

Testmethode:

EN ISO 11734, ECETOC nr. 28 OESO 311”

ii)

in de tabel „Hulpstoffen” wordt de eerste rij vervangen door:

„iv)

Hulpstoffen gebruikt in preparaten en formuleringen.

Toepasbaarheid:

Alle producten

De volgende stoffen mogen niet worden gebruikt in preparaten of formuleringen die voor textiel worden gebruikt en voor hun aanwezigheid op het eindproduct gelden grenswaarden:

 

Nonylfenol, mengsel van isomeren

 

4-Nonylfenol

 

4-Nonylfenol, vertakt

 

Octylfenol

 

4-octylfenol

 

4-tert-octylfenol

25 mg/kg totaal opgetelde waarde

Controle:

Test eindproduct

Testmethode:

Solventextractie gevolgd door LC-MS

Alkylfenolethoxylaten (APEO's) en de derivaten daarvan:

 

Polyoxyethyloctylfenol

 

Polyoxyethylnonylfenol

 

Polyoxyethyl-p-nonylfenol

Controle:

Test eindproduct

Testmethode:

ISO 18254”

c)

punt g) wordt als volgt gewijzigd:

i)

de tekst onder „iii) Biociden” wordt vervangen door:

„iii)

Biociden die worden gebruikt om textiel te beschermen tijdens transport en opslag.

Toepasbaarheid:

Alle producten

Alleen biociden met werkzame stoffen die zijn goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (*5) mogen worden gebruikt. Aanvragers moeten de meest actuele vergunningslijst raadplegen:

http://echa.europa.eu/web/guest/information-on-chemicals/biocidal-active-substances

De volgende stoffen zijn verboden:

Chloorfenolen (en de zouten en esters daarvan)

Polychloorbifenylen (PCB's)

Organische tinverbindingen, met inbegrip van TBT, TPhT, DBT en DOT

Dimethylfumaraat (DMFu)

n.v.t.

Controle:

Verklaring dat deze stoffen voorafgaand aan de verzending en opslag niet zijn gebruikt, ondersteund door het veiligheidsinformatieblad.

ii)

De tekst onder „iv) Extraheerbare metalen” wordt vervangen door:

„iv)

Extraheerbare metalen

Toepasbaarheid:

Alle producten met afwijkende grenswaarden die gelden voor baby's en kinderen tot 3 jaar oud.

De volgende grenswaarden gelden voor producten die bestemd zijn voor baby's en kinderen tot 3 jaar oud:

mg/kg

Controle:

Test eindproduct

Testmethode:

Extractie — EN ISO 105-E04-2013 (Zuur-zweetoplossing)

Detectie — ICP-MS of ICP-OES

Antimoon (Sb)

30,0

Arseen (As)

0,2

Cadmium (Cd)

0,1

Chroom (Cr)

 

Textiel dat geverfd is met metaalcomplexkleurstoffen

1,0

Al het andere textiel

0,5

Kobalt (Co)

1,0

Koper (Cu)

25,0

Lood (Pb)

0,2

Nikkel (Ni)

 

Textiel dat geverfd is met metaalcomplexkleurstoffen

1,0

Al het andere textiel

0,5

Kwik (Hg)

0,02

De volgende grenswaarden zijn van toepassing op alle andere producten, met inbegrip van interieurtextiel:

mg/kg

Controle:

Test eindproduct

Testmethode:

Extractie — DIN EN ISO 105-E04-2013 (Zuur-zweet-oplossing)

Detectie — ICP-MS of ICP-OES”

Antimoon (Sb)

30,0

Arseen (As)

1,0

Cadmium (Cd)

0,1

Chroom (Cr)

 

Textiel dat geverfd is met metaalcomplexkleurstoffen

2,0

Al het andere textiel

1,0

Kobalt (Co)

 

Textiel dat geverfd is met metaalcomplexkleurstoffen

4,0

Al het andere textiel

1,0

Koper (Cu)

50,0

Lood (Pb)

1,0

Nikkel (Ni)

1,0

Kwik (Hg)

0,02


(*4)  Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).”;

(*5)  Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).”;