ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 162

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
23 juni 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1109 van de Commissie van 21 juni 2017 tot opheffing van de schorsing van de indiening van invoercertificaataanvragen in het kader van de tariefcontingenten die in de suikersector zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 891/2009

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1110 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures voor de vergunningverlening aan aanbieders van datarapporteringsdiensten en desbetreffende kennisgevingen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten ( 1 )

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1111 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures en formulieren voor de verstrekking van informatie over sancties en maatregelen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )

14

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1112 van de Commissie van 22 juni 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3199/93 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns

22

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1113 van de Commissie van 22 juni 2017 tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof benzoëzuur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

27

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1114 van de Commissie van 22 juni 2017 tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof pendimethalin, die in aanmerking komt voor vervanging, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

32

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1115 van de Commissie van 22 juni 2017 tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof propoxycarbazon overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

38

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1116 van de Commissie van 22 juni 2017 betreffende de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de tiende deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving

43

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1117 van de Commissie van 22 juni 2017 tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2077 geopende tariefcontingenten voor eieren, eierproducten en ovoalbumine van oorsprong uit Oekraïne

44

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1118 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de aanvragen om rechten tot invoer betrekking hebben die van 1 tot en met 7 juni 2017 zijn ingediend in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2078 geopende tariefcontingenten voor vlees van pluimvee van oorsprong uit Oekraïne

46

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1119 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 juni 2017 tot en met 10 juni 2017 zijn ingediend en tot vaststelling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de hoeveelheid die voor de deelperiode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 is vastgesteld in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 2535/2001 geopende tariefcontingenten voor de sector melk en zuivelproducten

48

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1120 van de Commissie van 22 juni 2017 tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de tariefcontingenten die in de sector varkensvlees zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 442/2009

52

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/1121 van de Raad van 20 juni 2017 tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door de Republiek Oostenrijk

54

 

*

Besluit (EU) 2017/1122 van de Raad van 20 juni 2017 tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door het Koninkrijk Spanje

55

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming ( PB L 337 van 18.12.2009 )

56

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1109 VAN DE COMMISSIE

van 21 juni 2017

tot opheffing van de schorsing van de indiening van invoercertificaataanvragen in het kader van de tariefcontingenten die in de suikersector zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 891/2009

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 1 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 891/2009 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector suiker.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1728 van de Commissie (3) is de indiening van invoercertificaataanvragen voor het volgnummer 09.4320 geschorst met ingang van 28 september 2016.

(3)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1085 van de Commissie (4) is de jaarlijkse hoeveelheid voor dat volgnummer verhoogd. De schorsing van de indiening van de aanvragen moet derhalve worden opgeheven.

(4)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1728 ingestelde schorsing van de indiening van invoercertificaataanvragen voor het volgnummer 09.4320 wordt opgeheven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 juni 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 891/2009 van de Commissie van 25 september 2009 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten in de sector suiker (PB L 254 van 26.9.2009, blz. 82).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1728 van de Commissie van 27 september 2016 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 8 tot en met 14 september 2016 zijn ingediend in het kader van de tariefcontingenten die in de suikersector zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 891/2009 (PB L 261 van 28.9.2016, blz. 7).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1085 van de Commissie van 19 juni 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 891/2009 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten in de sector suiker (PB L 156 van 20.6.2017, blz. 19).


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1110 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures voor de vergunningverlening aan aanbieders van datarapporteringsdiensten en desbetreffende kennisgevingen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (1), en met name artikel 61, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is aangewezen gemeenschappelijke standaardformulieren, templates en procedures vast te stellen om te komen tot een gemeenschappelijke benadering en handhaving onder de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met betrekking tot het verlenen van vergunningen voor het aanbieden van datarapporteringsdiensten, alsook om efficiënte informatiestromen te verzekeren. Om de communicatie tussen de aanvrager en de bevoegde autoriteit te vergemakkelijken dienen de bevoegde autoriteiten een contactpunt aan te wijzen en op hun website informatie daarover bekend te maken.

(2)

De organisatorische vereisten voor goedgekeurde publicatieregelingen, verstrekkers van consolidated tape en goedgekeurde meldingsmechanismen verschillen in bepaalde opzichten van elkaar. Bijgevolg kan een aanvrager alleen worden verplicht in zijn aanvraag de informatie te vermelden die noodzakelijk is ter beoordeling van de aanvraag voor de datarapporteringsdienst welke hij voornemens is te verstrekken.

(3)

Teneinde de bevoegde autoriteiten in staat te stellen te beoordelen of wijzigingen in het leidinggevend orgaan van een aanbieder van datarapporteringsdiensten een bedreiging kunnen vormen voor de efficiënte, gezonde en prudente bedrijfsvoering van deze aanbieder, en de belangen van zijn cliënten en de integriteit van de markt op passende wijze in aanmerking te nemen, moeten er duidelijke termijnen worden vastgesteld om informatie over deze wijzigingen in te dienen.

(4)

Aanbieders van datarapporteringsdiensten moeten informatie kunnen indienen over een verandering in het leidinggevend orgaan nadat de verandering plaatsgevonden heeft, wanneer deze toe te schrijven is aan factoren waarover de aanbieder van datarapporteringsdiensten geen controle heeft.

(5)

Omwille van de consistentie en om de goede werking van de financiële markten te garanderen, moeten de bepalingen van deze verordening vanaf dezelfde datum van toepassing zijn als die welke zijn vastgesteld in Richtlijn 2014/65/EU.

(6)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

(7)

De ESMA heeft een open publieke raadpleging gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd. Zij heeft de potentiële daaraan verbonden kosten en baten niet onderzocht aangezien dit onevenredig zou zijn geweest wat de omvang en gevolgen betreft.

(8)

De ESMA heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aanwijzing van een contactpunt

De bevoegde autoriteiten wijzen een contactpunt aan voor de behandeling van alle informatie die zij ontvangen van entiteiten die een vergunning als aanbieder van datarapporteringsdiensten aanvragen. De contactgegevens van het aangewezen contactpunt worden op de websites van de bevoegde autoriteiten bekendgemaakt en regelmatig geactualiseerd.

Artikel 2

Verstrekking van informatie en kennisgeving aan de bevoegde autoriteit

1.   Een aanvrager van een vergunning om overeenkomstig titel V van Richtlijn 2014/65/EU datarapporteringsdiensten te verlenen, verstrekt de bevoegde autoriteit alle informatie overeenkomstig artikel 61, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU, met behulp van het in bijlage I vastgestelde aanvraagformulier.

2.   De aanvrager verstrekt de bevoegde autoriteit informatie over alle leden van zijn leidinggevend orgaan met behulp van het in bijlage II vastgestelde kennisgevingsformulier.

3.   Bij de indiening van de aanvraag vermeldt de aanvrager duidelijk welk specifiek vereiste van titel V van Richtlijn 2014/65/EU van toepassing is en in welke bijlage bij de aanvraag deze informatie wordt verstrekt.

4.   De aanvrager vermeldt bij de indiening van zijn aanvraag of bepaalde specifieke vereisten van titel V van Richtlijn 2014/65/EU of van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/571 van de Commissie (3) niet van toepassing zijn op de datarapporteringsdienst waarvoor de aanvraag wordt verricht.

5.   De bevoegde autoriteiten vermelden op hun websites of de naar behoren ingevulde aanvraagformulieren, kennisgevingen en daarmee verband houdende aanvullende informatie op papier, langs elektronische weg of in beide vormen moeten worden ingediend.

Artikel 3

Ontvangst van de aanvraag

Binnen 10 werkdagen na ontvangst van de aanvraag doet de bevoegde autoriteit de aanvrager op papier, langs elektronische weg of in beide vormen een ontvangstbevestiging toekomen waarin de contactgegevens van het overeenkomstig artikel 1 aangewezen contactpunt zijn vermeld.

Artikel 4

Verzoeken om aanvullende informatie

De bevoegde autoriteit kan de aanvrager een verzoek om informatie zenden met vermelding van de aanvullende informatie die nodig is voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 5

Kennisgeving van wijzigingen in het lidmaatschap van het leidinggevend orgaan

1.   Een aanbieder van datarapporteringsdiensten stelt de bevoegde autoriteit op papier, langs elektronische weg of in beide vormen in kennis van elke wijziging in het lidmaatschap van zijn leidinggevend orgaan voordat een dergelijke wijziging van kracht wordt.

Indien het om terdege gemotiveerde redenen onmogelijk is om hiervan kennis te geven voordat de wijziging van kracht wordt, wordt de kennisgeving uiterlijk 10 werkdagen na de wijziging verricht.

2.   De aanbieder van datarapporteringsdiensten verstrekt de informatie over de in lid 1 bedoelde wijziging door middel van het in bijlage III vastgestelde kennisgevingsformulier.

Artikel 6

Mededeling van het besluit om de vergunning te verlenen of te weigeren

De bevoegde autoriteit stelt de aanvrager op papier, langs elektronische weg of in beide vormen in kennis van haar besluit om de vergunning te verlenen of te weigeren.

Artikel 7

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.

(2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/571 van de Commissie van 2 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake vergunningverlening aan, organisatorische vereisten voor en publicatie van transactiemeldingen door aanbieders van datarapporteringsdiensten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 126).


BIJLAGE I

Aanvraagformulier voor een vergunning om datarapporteringsdiensten aan te bieden

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

BIJLAGE II

Aanvraagformulier voor de lijst van leden van het leidinggevend orgaan

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

BIJLAGE III

Aanvraagformulier voor wijzigingen in het lidmaatschap van het leidinggevend orgaan

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1111 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures en formulieren voor de verstrekking van informatie over sancties en maatregelen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (1), en met name artikel 71, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is dienstig gemeenschappelijke procedures en formulieren voor de bevoegde autoriteiten vast te stellen voor het verstrekken aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) van informatie over de sancties en maatregelen als bedoeld in artikel 71 van Richtlijn 2014/65/EU.

(2)

Om de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA te vergemakkelijken en om onnodige vertragingen of mislukte indieningen te vermijden, moet elke bevoegde autoriteit speciaal voor het communiceren over sancties en maatregelen een contactpunt aanwijzen.

(3)

Om de ESMA in staat te stellen alle vereiste informatie over door de bevoegde autoriteiten opgelegde sancties en maatregelen correct te herkennen en te registreren, moeten de bevoegde autoriteiten gedetailleerde en geharmoniseerde informatie verstrekken met gebruikmaking van speciaal daarvoor bestemde formulieren.

(4)

Met het oog op het opnemen van nuttige informatie in het overeenkomstig artikel 71 van Richtlijn 2014/65/EU door de ESMA te publiceren jaarverslag over sancties en maatregelen moeten de bevoegde autoriteiten de informatie verstrekken door gebruik te maken van specifieke formulieren waarin duidelijk wordt aangegeven welke bepalingen van Richtlijn 2014/65/EU, zoals omgezet in hun nationale recht, zijn geschonden.

(5)

Omwille van de consistentie en om de vlotte werking van de financiële markten te verzekeren, is het noodzakelijk dat de in deze verordening vastgestelde bepalingen en de gerelateerde nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2014/65/EU vanaf dezelfde datum van toepassing zijn.

(6)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de ESMA aan de Commissie heeft voorgelegd.

(7)

De ESMA heeft geen openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, en heeft evenmin de potentiële kosten en baten geanalyseerd die voor de betrokken bevoegde autoriteiten aan de invoering van de modelformulieren en standaardprocedures verbonden zijn, omdat zulks gezien het toepassingsgebied en de impact ervan onevenredig zou zijn, gezien het feit dat de adressaten van de technische uitvoeringsnormen alleen de nationale bevoegde autoriteiten in de lidstaten zijn en geen marktdeelnemers.

(8)

De ESMA heeft het advies ingewonnen van de Stakeholdergroep effecten en markten die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) is opgericht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Contactpunten

1.   Elke bevoegde autoriteit wijst één enkel contactpunt aan voor het communiceren over alle kwesties met betrekking tot het verstrekken van informatie in overeenstemming met de artikelen 2 tot en met 6.

De bevoegde autoriteiten stellen de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) in kennis van de overeenkomstig de eerste alinea aangewezen contactpunten.

2.   De ESMA wijst een contactpunt aan voor het ontvangen van de in lid 1 bedoelde communicatie.

3.   De ESMA publiceert het in lid 2 bedoelde contactpunt op haar website.

Artikel 2

Rapportageprocedure en -formulieren

1.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA de in artikel 71, lid 3, tweede alinea, en in artikel 71, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU bedoelde informatie door middel van de interfaces van het door de ESMA opgezette informatietechnologiesysteem voor het beheer van de ontvangst, opslag, publicatie en uitwisseling van die informatie.

2.   De in lid 1 bedoelde informatie wordt aan de ESMA verstrekt in de vorm van een rapportagebestand volgens het model dat in bijlage I bij deze verordening is opgenomen.

Artikel 3

Ongeldigverklaring en actualisering van rapportagebestanden

1.   Indien een bevoegde autoriteit een bestaand rapportagebestand dat zij eerder overeenkomstig artikel 2 bij de ESMA heeft ingediend, ongeldig wenst te verklaren, annuleert zij het bestaande rapportagebestand en dient zij een nieuw in.

2.   Indien een bevoegde autoriteit een bestaand rapportagebestand dat zij eerder overeenkomstig artikel 2 bij de ESMA heeft ingediend, wenst te actualiseren, dient zij het rapportagebestand met de geactualiseerde informatie opnieuw in.

Artikel 4

Tijdschema

1.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van een opgelegde maar niet bekendgemaakte bestuursrechtelijke sanctie, met vermelding van elk in dat verband ingesteld beroep en de afloop daarvan, door toezending van het rapportagebestand uiterlijk 10 werkdagen nadat het besluit tot niet-bekendmaking van de sanctie is genomen.

2.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van alle informatie, met inbegrip van de definitieve uitspraak, in verband met een strafrechtelijke sanctie door toezending van het rapportagebestand uiterlijk 10 werkdagen nadat zij deze informatie hebben ontvangen.

Artikel 5

Jaarlijkse verstrekking van geaggregeerde informatie over sancties en maatregelen

De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA de in artikel 71, lid 4, eerste alinea, van Richtlijn 2014/65/EU bedoelde informatie door middel van het formulier dat in bijlage II bij deze verordening is opgenomen. Dat formulier bevat informatie over alle in artikel 71 van Richtlijn 2014/65/EU bedoelde sancties en maatregelen die de bevoegde autoriteit tijdens het voorgaande kalenderjaar heeft opgelegd.

Het in de eerste alinea bedoelde formulier wordt elektronisch ingevuld en uiterlijk op 31 maart van elk jaar per e-mail aan de ESMA toegezonden.

Artikel 6

Jaarlijkse verstrekking van anonieme en geaggregeerde gegevens over strafrechtelijke onderzoeken en sancties

Wanneer de lidstaten in overeenstemming met artikel 70 van Richtlijn 2014/65/EU strafrechtelijke sancties hebben vastgelegd voor de in dat artikel bedoelde inbreuken, verstrekken de bevoegde autoriteiten de ESMA de in artikel 71, lid 4, tweede alinea, van Richtlijn 2014/65/EU bedoelde gegevens door middel van het formulier dat in bijlage III bij deze verordening is opgenomen. Dat formulier bevat gegevens over alle tijdens het voorgaande kalenderjaar door de bevoegde autoriteit ingestelde strafrechtelijke onderzoeken en opgelegde strafrechtelijke sancties voor inbreuken als bedoeld in artikel 71, lid 4, tweede alinea, van Richtlijn 2014/65/EU.

Het in de eerste alinea bedoelde formulier wordt elektronisch ingevuld en uiterlijk op 31 maart van elk jaar per e-mail aan de ESMA toegezonden.

Artikel 7

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.

(2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).


BIJLAGE I

Formulier voor het verstrekken van informatie als bedoeld in artikel 71, lid 3, tweede alinea, en artikel 71, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU

Informatie als bedoeld in artikel 71, lid 3, tweede alinea, en artikel 71, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU:

Veld

Beschrijving

Type

Identificatiecode sanctie

De door de bevoegde autoriteit ten behoeve van de melding van de sanctie of maatregel toegewezen identificatiecode

Facultatief

Rechtskader

Acroniem van de wetgevingshandeling van de Unie op grond waarvan de sanctie of maatregel is opgelegd

Verplicht

Lidstaat

Acroniem van de lidstaat van de bevoegde autoriteit die de sanctie of maatregel meldt

Verplicht

Identificatiecode entiteit

Identificatiecode die wordt gebruikt voor de unieke identificatie van een entiteit waaraan de sanctie of maatregel is opgelegd

Verplicht (alleen voor aan beleggings-ondernemingen opgelegde sancties of maatregelen)

Aard van de sanctie

Informatie over het feit of de gemelde sanctie een strafrechtelijke dan wel een bestuursrechtelijke sanctie is.

Verplicht (alleen voor sancties)

Identificatie autoriteit

Identificatiecode van de autoriteit die de sanctie of maatregel meldt

Verplicht

Rechtskader entiteit

Acroniem van de wetgevingshandeling van de Unie die van toepassing is op de entiteit waaraan de sanctie of maatregel is opgelegd

Verplicht

Volledige naam entiteit

Volledige naam van de entiteit waaraan de sanctie of maatregel is opgelegd

Verplicht (alleen voor rechtspersonen)

Volledige naam persoon

Volledige naam van de natuurlijke personen aan wie de sanctie of maatregel is opgelegd

Verplicht (alleen voor natuurlijke personen)

Sanctionerende bevoegde autoriteit

Acroniem van de bevoegde autoriteit die de sanctie of maatregel heeft opgelegd

Verplicht

Inhoud van de sanctie/maatregel

Tekst van de sanctie of maatregel en tekst van alle relevante informatie in verband met de sanctie of maatregel (met vermelding van elk in verband daarmee ingesteld beroep, de afloop daarvan en definitieve uitspraken in verband met de opgelegde strafrechtelijke sanctie) — in de hoofdtaal

Verplicht

Inhoud van de sanctie/maatregel

Tekst van de sanctie of maatregel en tekst van alle relevante informatie in verband met de sanctie of maatregel (met vermelding van elk in verband daarmee ingesteld beroep, de afloop daarvan en definitieve uitspraken in verband met de opgelegde strafrechtelijke sanctie) — in een andere taal

Facultatief

Datum

Datum waarop de sanctie of maatregel door de bevoegde autoriteit werd opgelegd

Verplicht

Einddatum

Datum waarop de gevolgen van de sanctie of maatregel aflopen

Facultatief

Bekendmaking

Informatie over het feit of de sanctie of maatregel door de bevoegde autoriteit is bekendgemaakt

Verplicht


BIJLAGE II

Formulier voor het verstrekken van geaggregeerde informatie over alle door bevoegde autoriteiten opgelegde sancties en maatregelen

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

BIJLAGE III

Formulier voor het verstrekken van anonieme en geaggregeerde gegevens over alle ingestelde strafrechtelijke onderzoeken en opgelegde strafrechtelijke sancties

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/22


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1112 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3199/93 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (1), en met name artikel 27, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 27, lid 1, onder a), van Richtlijn 92/83/EEG dienen de lidstaten vrijstelling van accijns te verlenen voor alcohol die volledig gedenatureerd is overeenkomstig de voorschriften van eender welke lidstaat, mits deze voorschriften naar behoren zijn aangemeld en aanvaard overeenkomstig de leden 3 en 4 van dat artikel.

(2)

De denatureringsmiddelen die in iedere lidstaat worden gebruikt om alcohol volledig te denatureren overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder a), van Richtlijn 92/83/EEG, zijn beschreven in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 3199/93 van de Commissie (2).

(3)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1867 van de Commissie (3) is Verordening (EG) nr. 3199/93 gewijzigd: er werd een enkele gemeenschappelijke procedure voor de volledige denaturering van alcohol ingevoerd. Deze gemeenschappelijke procedure voorzag in het gebruik van één liter isopropylalcohol (IPA), één liter methylethylketon (MEK) en één gram denatoniumbenzoaat per hectoliter absolute ethanol. Het was tevens de bedoeling dat deze procedure de verschillende nationale denatureringsprocedures zou vervangen om fraude, ontwijking en misbruik te voorkomen.

(4)

De procedure die is toegepast bij de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1867 was niet in overeenstemming met artikel 27, leden 3 en 4, van Richtlijn 92/83/EEG. Deze uitvoeringsverordening moet daarom worden ingetrokken.

(5)

Op 15 maart 2017 of eerder hebben bepaalde lidstaten bij de Commissie melding gemaakt van de denatureringsmiddelen voor de volledige denaturering van alcohol die zij voornemens zijn vanaf 1 augustus 2017 te gebruiken voor de toepassing van artikel 27, lid 1, onder a).

(6)

De Commissie heeft de andere lidstaten uiterlijk op 15 maart 2017 in kennis gesteld van de ontvangen mededelingen.

(7)

Eén lidstaat heeft overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Richtlijn 92/83/EEG bezwaar aangetekend met als argument dat de procedure voor de volledige denaturering van alcohol door middel van één liter isopropylalcohol (IPA), één liter methylethylketon (MEK) en één gram denatoniumbenzoaat per hectoliter absolute ethanol mogelijkheden tot misbruik biedt en daarom niet voldoet aan de vereisten van artikel 27, lid 1, van Richtlijn 92/83/EEG wat betreft de voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik.

(8)

Ten aanzien van de lidstaten die niet hebben meegedeeld voornemens te zijn nieuwe denatureringsmiddelen te gebruiken, moeten de procedures van toepassing blijven die reeds in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 3199/93 waren opgenomen voordat deze bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1867 werd gewijzigd.

(9)

Procedures die niet meer zijn opgenomen in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 3199/93 mogen in een lidstaat waarin deze zijn toegestaan, worden gebruikt voor de vervaardiging van niet voor menselijke consumptie bestemde producten overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/83/EEG.

(10)

Verordening (EG) nr. 3199/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

Om iedere twijfel over de toepasselijke bepalingen in deze specifieke omstandigheden te voorkomen, moet Verordening (EU) 2016/1867 uitdrukkelijk worden ingetrokken.

(12)

Omwille van de rechtszekerheid moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van dezelfde datum als Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1867. Deze verordening moet derhalve dringend in werking treden.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Accijnscomité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 3199/93 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1867 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1 is van toepassing met ingang van 1 augustus 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 316 van 31.10.1992, blz. 21.

(2)  Verordening (EG) nr. 3199/93 van de Commissie van 22 november 1993 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns (PB L 288 van 23.11.1993, blz. 12).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1867 van de Commissie van 20 oktober 2016 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 3199/93 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns (PB L 286 van 21.10.2016, blz. 32).


BIJLAGE

BIJLAGE

Lijst van producten met hun CAS-nummer (Chemical Abstracts Service), die voor de volledige denaturering van alcohol mogen worden gebruikt.

Aceton

CAS: 67-64-1

C.I. Reactive Red 24

CAS: 70210-20-7

Kristalviolet (C.I. 42555)

CAS: 548-62-9

Denatoniumbenzoaat

CAS: 3734-33-6

Ethanol

CAS: 64-17-5

Fluoresceïne

CAS: 2321-07-5

Foezelolie

CAS: 8013-75-0

Benzine (inclusief ongelode benzine)

CAS: 86290-81-5

Isopropylalcohol

CAS: 67-63-0

Kerosine

CAS: 8008-20-6

Lampolie

CAS: 64742-47-8 en 64742-48-9

Methanol

CAS: 67-56-1

Methylethylketon (2-butanon)

CAS: 78-93-3

Methylisobutylketon

CAS: 108-10-1

Methylisopropylketon

CAS: 563-80-4

Methylviolet

CAS: 8004-87-3

Methyleenblauw (52015)

CAS: 61-73-4

Solventnafta

CAS: 8030-30-6

Terpentijnolie

CAS: 8006-64-2

NAFTA (petroleum)

CAS: 92045-57-3

Tert-butylalcohol

CAS: 75-65-0

Thiofeen

CAS: 110-02-1

Thymolblauw

CAS: 76-61-9

De uitdrukking „absolute ethanol” in deze bijlage heeft dezelfde betekenis als de uitdrukking „absolute alcohol” die wordt gebruikt door de International Union of Pure and Applied Chemistry.

In al deze lidstaten mag aan de gedenatureerde alcohol een kleurstof worden toegevoegd om hem een karakteristieke kleur te geven zodat hij onmiddellijk kan worden herkend.

I.   Gemeenschappelijke denatureringsprocedure voor volledig gedenatureerde alcohol die wordt gebruikt in België, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije en Finland:

Per hectoliter absolute ethanol:

1,0 liter isopropylalcohol;

1,0 liter methylethylketon;

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

II.   Hogere concentratie bij de gemeenschappelijke denatureringsprocedure voor volledig gedenatureerde alcohol die wordt gebruikt in de volgende lidstaten:

 

Bulgarije, Tsjechië, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk.

Per hectoliter absolute ethanol:

3,0 liter isopropylalcohol;

3,0 liter methylethylketon;

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

 

Kroatië

Per hectoliter absolute ethanol:

Minimaal:

1,0 liter isopropylalcohol;

1,0 liter methylethylketon;

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

 

Zweden

Per hectoliter absolute ethanol:

1,0 liter isopropylalcohol;

2,0 liter methylethylketon;

1,0 gram denatoniumbenzoaat.

III.   Aanvullende denatureringsprocedures voor volledige gedenatureerde alcohol die in bepaalde lidstaten worden gebruikt:

Per hectoliter absolute ethanol een van de volgende formules:

 

Tsjechië

1.

0,4 liter solventnafta;

0,2 liter kerosine;

0,1 liter petroleum (technisch).

2.

3,0 liter ethyl(tert-butyl)ether;

1,0 liter isopropylalcohol;

1,0 liter ongelode benzine;

10 milligram fluoresceïne.

 

Griekenland

Uitsluitend alcohol van lage kwaliteit (residuen verkregen in de begin- en eindfase van de distillatie) met een alcoholgehalte van niet minder dan 93 % vol. en niet meer dan 96 % vol. kan worden gedenatureerd.

Per hectoliter gehydrateerde alcohol van 93 % vol. worden de volgende stoffen toegevoegd:

2,0 liter methanol;

1,0 liter terpentijnolie;

0,50 liter lampolie;

0,40 gram methyleenblauw.

Bij een temperatuur van 20 °C moet het eindproduct in ongewijzigde toestand 93 % vol. bereiken.

 

Finland — toegestaan tot en met 31.12.2018

Per hectoliter absolute ethanol een van de volgende formules:

1.

2,0 liter methylethylketon;

3,0 liter methylisobutylketon.

2.

2,0 liter aceton;

3,0 liter methylisobutylketon.


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1113 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof benzoëzuur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2004/30/EG van de Commissie (2) is benzoëzuur in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) opgenomen als werkzame stof.

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

De goedkeuring van de in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 vermelde werkzame stof benzoëzuur vervalt op 31 januari 2018.

(4)

Er is een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van benzoëzuur ingediend overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (5) en binnen de in dat artikel vermelde termijn.

(5)

De aanvrager heeft de overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 vereiste aanvullende dossiers ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig was.

(6)

De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit verslag op 4 januari 2016 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend.

(7)

De EFSA heeft dat beoordelingsverslag voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(8)

Op 30 november 2016 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie (6) meegedeeld met betrekking tot de vraag of benzoëzuur naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft het ontwerpverslag over de verlenging voor benzoëzuur op 24 januari 2017 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(9)

De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen op het verslag over de verlenging in te dienen.

(10)

Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat benzoëzuur bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan.

(11)

Het is derhalve passend om de goedkeuring van benzoëzuur te verlengen.

(12)

De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van benzoëzuur is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die benzoëzuur bevatten, mogen worden toegelaten. Het is derhalve passend om de beperking tot gebruik als ontsmettingsmiddel niet te handhaven.

(13)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden vast te stellen.

(14)

Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2016 van de Commissie (7) is de goedkeuringsperiode voor benzoëzuur verlengd tot en met 31 januari 2018 opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring van die stof kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór de vervaldatum van de verlengde geldigheidsduur een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden vanaf 1 september 2017.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof

De goedkeuring van de in bijlage I gespecificeerde werkzame stof benzoëzuur wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 september 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2004/30/EG van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde benzoëzuur, flazasulfuron en pyraclostrobine op te nemen als werkzame stof (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 50).

(3)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).

(6)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2016. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance benzoic acid. EFSA Journal 2016;14(12):4657, 14 blz., doi:10.2903/j.efsa.2016.4657. Te vinden op: http://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/4657

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2016 van de Commissie van 17 november 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de goedkeuringsperiode voor de werkzame stoffen acetamiprid, benzoëzuur, flazasulfuron, mecoprop-P, mepanipyrim, mesosulfuron, propineb, propoxycarbazon, propyzamide, propiconazool, Pseudomonas chlororaphis stam MA 342, pyraclostrobine, quinoxyfen, thiacloprid, thiram, ziram, zoxamide (PB L 312 van 18.11.2016, blz. 21).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Benzoëzuur

CAS-nr.: 65-85-0

CIPAC-nr.: 622

Benzoëzuur

≥ 990 g/kg

1 september 2017

31 augustus 2032

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over de verlenging voor benzoëzuur, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de toedieners, waarbij zij ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt vermelding 79 over benzoëzuur geschrapt.

2)

In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nummer

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„115

Benzoëzuur

CAS-nr.: 65-85-0

CIPAC-nr.: 622

Benzoëzuur

≥ 990 g/kg

1 september 2017

31 augustus 2032

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over de verlenging voor benzoëzuur, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de toedieners, waarbij zij ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.”


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/32


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1114 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof pendimethalin, die in aanmerking komt voor vervanging, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 24, in samenhang met artikel 20, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2003/31/EG van de Commissie (2) is pendimethalin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) opgenomen als werkzame stof.

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

De goedkeuring van de in de bijlage, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 vermelde werkzame stof pendimethalin vervalt op 31 juli 2017.

(4)

Er is een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van pendimethalin ingediend overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (5) en binnen de in dat artikel vermelde termijn.

(5)

De aanvrager heeft de overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 vereiste aanvullende dossiers ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig was.

(6)

De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit verslag op 4 februari 2015 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend.

(7)

De EFSA heeft het beoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(8)

Op 17 maart 2016 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie meegedeeld met betrekking tot de vraag of pendimethalin naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 (6). De Commissie heeft het ontwerpverslag over de verlenging voor pendimethalin op 6 december 2016 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(9)

De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen op het ontwerpverslag over de verlenging in te dienen.

(10)

Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat pendimethalin bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Het is derhalve passend om de goedkeuring van pendimethalin te verlengen.

(11)

De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van pendimethalin is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die pendimethalin bevatten, mogen worden toegelaten. Het is derhalve passend om de beperking tot gebruik als herbicide te schrappen.

(12)

De Commissie is echter van mening dat pendimethalin overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in aanmerking komt om te worden vervangen. Pendimethalin is een persistente en toxische stof overeenkomstig punt 3.7.2.1 respectievelijk punt 3.7.2.3 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 aangezien de halfwaardetijd in de bodem langer is dan 120 dagen en de langetermijn-NOEC (no-observed-effect concentration) voor zoetwaterorganismen lager is dan 0,01 mg/l. Pendimethalin voldoet derhalve aan de in bijlage II, punt 4, tweede streepje, bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 vastgestelde voorwaarde.

(13)

Het is derhalve passend om de goedkeuring van de voor vervanging in aanmerking komende werkzame stof pendimethalin te verlengen.

(14)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, in samenhang met artikel 6 daarvan, en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis, is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden gevraagd.

(15)

Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/841 van de Commissie (7) is de geldigheidsduur voor pendimethalin verlengd tot en met 31 juli 2018 opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring van die stof kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór de vervaldatum van de verlengde geldigheidsduur een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden vanaf 1 september 2017.

(17)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof, die in aanmerking komt voor vervanging

De goedkeuring van de voor vervanging in aanmerking komende werkzame stof pendimethalin wordt overeenkomstig bijlage I verlengd.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2003/31/EG van de Commissie van 11 april 2003 houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde 2,4-DB, beta-cyfluthrin, cyfluthrin, iprodion, linuron, maleïnehydrazide en pendimethalin op te nemen als werkzame stof (PB L 101 van 23.4.2003, blz. 3).

(3)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).

(6)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2016. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance pendimethalin. EFSA Journal 2016;14(3):4420, 212 blz., doi:10.2903/j.efsa.2016.4420; Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/841 van de Commissie van 17 mei 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen alfa-cypermethrin, Ampelomyces quisqualis stam AQ 10, benalaxyl, bentazon, bifenazaat, bromoxynil, carfentrazone-ethyl, chloorprofam, cyazofamide, desmedifam, diquat, DPX KE 459 (flupyrsulfuron-methyl), etoxazool, famoxadone, fenamidone, flumioxazine, foramsulfuron, Gliocladium catenulatum stam J1446, imazamox, imazosulfuron, isoxaflutool, laminarin, metalaxyl-M, methoxyfenozide, milbemectin, oxasulfuron, pendimethalin, fenmedifam, pymetrozine, S-metolachloor en trifloxystrobin (PB L 125 van 18.5.2017, blz. 12).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Pendimethalin

CAS-nr.: 40487-42-1

CIPAC-nr. 357

N-(1-ethylpropyl)-2,6-dinitro-3,4-xylideen

900 g/kg

1,2-dichloorethaan

≤ 1 g/kg

Totaal N-nitrosoverbindingen: max 100 ppm, waarvan N-nitrosopendimethalin: < 45 ppm

1 september 2017

31 augustus 2024

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pendimethalin, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij hun algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met de specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

de bescherming van de toedieners;

de bescherming van vogels, zoogdieren en in het water levende organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

Er moeten met name persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals handschoenen, beschermende kleding en stevig schoeisel, worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het AOEL niet wordt overschreden voor de toediener.

De aanvrager moet bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie indienen met betrekking tot:

1.

het bioaccumulatiepotentieel, met name een betrouwbare BCF-waarde voor blauwkeelzonnebaars (Lepomis macrochirus);

2.

het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen, wanneer aan oppervlaktewater of grondwater drinkwater wordt onttrokken.

De aanvrager moet de in punt 1 verzochte bevestigende informatie uiterlijk op 31 december 2018 indienen. De aanvrager moet de in punt 2 verzochte bevestigende informatie indienen binnen twee jaar nadat de Commissie richtsnoeren publiceert voor de evaluatie van het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt vermelding 53 over pendimethalin geschrapt.

2)

In deel E wordt de volgende vermelding toegevoegd:

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„7

Pendimethalin

CAS-nr.: 40487-42-1

CIPAC-nr. 357

N-(1-ethylpropyl)-2,6-dinitro-3,4-xylideen

900 g/kg

1,2-dichloorethaan

≤ 1 g/kg

Totaal N-nitrosoverbindingen: max. 100 ppm, waarvan N-nitrosopendimethalin: < 45 ppm.

1 september 2017

31 augustus 2024

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pendimethalin, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij hun algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met de specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

de bescherming van de toedieners;

de bescherming van vogels, zoogdieren en in het water levende organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

Er moeten met name persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals handschoenen, beschermende kleding en stevig schoeisel, worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het AOEL niet wordt overschreden voor de toediener.

De aanvrager moet bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie indienen met betrekking tot:

1.

het bioaccumulatiepotentieel, met name een betrouwbare BCF-waarde voor blauwkeelzonnebaars (Lepomis macrochirus);

2.

het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen, wanneer aan oppervlaktewater of grondwater drinkwater wordt onttrokken.

De aanvrager moet de in punt 1 verzochte bevestigende informatie uiterlijk op 31 december 2018 indienen. De aanvrager moet de in punt 2 verzochte bevestigende informatie indienen binnen twee jaar nadat de Commissie richtsnoeren publiceert voor de evaluatie van het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen.”


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/38


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1115 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof propoxycarbazon overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2003/119/EG van de Commissie (2) is propoxycarbazon in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) opgenomen als werkzame stof.

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

De goedkeuring van de in de bijlage, deel A, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 vermelde werkzame stof propoxycarbazon vervalt op 31 januari 2018.

(4)

Er is een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van propoxycarbazon ingediend overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (5) en binnen de in dat artikel vermelde termijn.

(5)

De aanvrager heeft de overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 vereiste aanvullende dossiers ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig was.

(6)

De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit verslag op 19 november 2015 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend.

(7)

De EFSA heeft dat beoordelingsverslag voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(8)

Op 19 oktober 2016 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie (6) meegedeeld met betrekking tot de vraag of propoxycarbazon (onderzochte variant: propoxycarbazonnatrium) naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft het ontwerpverslag over de verlenging voor propoxycarbazonnatrium op 23 januari 2017 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(9)

De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen op het verslag over de verlenging in te dienen.

(10)

Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat propoxycarbazon bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan.

(11)

Het is derhalve passend om de goedkeuring van propoxycarbazon te verlengen.

(12)

De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van propoxycarbazon is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die propoxycarbazon bevatten, mogen worden toegelaten. Het is derhalve passend om de beperking tot gebruik als herbicide niet te handhaven.

(13)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden gevraagd.

(14)

Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2016 van de Commissie (7) is de goedkeuringsperiode voor propoxycarbazon verlengd tot en met 31 januari 2018 opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring van die stof kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór de vervaldatum van de verlengde geldigheidsduur een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden vanaf 1 september 2017.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof

De goedkeuring van de in bijlage I gespecificeerde werkzame stof propoxycarbazon wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding en datum van toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2003/119/EG van de Commissie van 5 december 2003 houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide op te nemen als werkzame stof (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 41).

(3)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).

(6)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2016. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance propoxycarbazon. EFSA Journal 2016;14(10):4612, 25 blz., doi:10.2903/j.efsa.2016.4612. Te vinden op http://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/4612

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2016 van de Commissie van 17 november 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de goedkeuringsperiode voor de werkzame stoffen acetamiprid, benzoëzuur, flazasulfuron, mecoprop-P, mepanipyrim, mesosulfuron, propineb, propoxycarbazon, propyzamide, propiconazool, Pseudomonas chlororaphis stam: MA 342, pyraclostrobine, quinoxyfen, thiacloprid, thiram, ziram, zoxamide (PB L 312 van 18.11.2016, blz. 21).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Propoxycarbazon (moederstof)

Propoxycarbazonnatrium (variant)

CAS-nr.: 145026-81-9 (propoxycarbazon)

CAS-nr.: 181274-15-7 (propoxycarbazonnatrium)

CIPAC nr. 655 (propoxycarbazon)

CIPAC nr. 655.011 (propoxycarbazonnatrium)

Propoxycarbazon:

methyl-2-[(4,5-dihydro-4-methyl-5-oxo-3-propoxy-1H-1,2,4-triazool-1-carboxamido)sulfonyl]benzoaat

Propoxycarbazonnatrium:

natrium{[2- (methoxycarbonyl)fenyl]sulfonyl}(4,5-dihydro-4-methyl-5-oxo-3-propoxy-1H-1,2,4-triazool-1-yl)carbonyl]azanide

≥ 950 g/kg

(uitgedrukt in propoxycarbazonnatrium)

1 september 2017

31 augustus 2032

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over de verlenging voor propoxycarbazon, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van in het water levende organismen, met name waterplanten en niet tot de doelsoorten behorende landplanten;

de bescherming van het grondwater, wanneer de stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De aanvrager dient bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie in betreffende het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het drinkwater aanwezige residuen uiterlijk twee jaar na de bekendmaking door de Commissie van richtsnoeren voor de evaluatie van het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt vermelding 76 over propoxycarbazon geschrapt.

2)

In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nummer

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„114

Propoxycarbazon (moederstof)

Propoxycarbazonnatrium (variant)

CAS-nr.: 145026-81-9 (propoxycarbazon)

CAS-nr.: 181274-15-7 (propoxycarbazonnatrium)

CIPAC nr. 655 (propoxycarbazon)

CIPAC nr. 655.011 (propoxycarbazonnatrium)

Propoxycarbazon:

methyl-2-[(4,5-dihydro-4-methyl-5-oxo-3-propoxy-1H-1,2,4-triazool-1-carboxamido)sulfonyl]benzoaat

Propoxycarbazonnatrium:

natrium{[2- (methoxycarbonyl)fenyl]sulfonyl}(4,5-dihydro-4-methyl-5-oxo-3-propoxy-1H-1,2,4-triazool-1-yl)carbonyl]azanide

≥ 950 g/kg

(uitgedrukt in propoxycarbazonnatrium)

1 september 2017

31 augustus 2032

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over de verlenging voor propoxycarbazon, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan:

de bescherming van in het water levende organismen, met name waterplanten en niet tot de doelsoorten behorende landplanten;

de bescherming van het grondwater, wanneer de stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De aanvrager dient bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie in betreffende het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het drinkwater aanwezige residuen uiterlijk twee jaar na de bekendmaking door de Commissie van richtsnoeren voor de evaluatie van het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen.”.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/43


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1116 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

betreffende de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de tiende deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van de Commissie van 18 mei 2016 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft openbare interventie en steun voor particuliere opslag (2), en met name artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 van de Commissie (3) is de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van een openbare inschrijving geopend.

(2)

In het licht van de inschrijvingen die voor de tiende deelinschrijving zijn ontvangen, moet een minimumverkoopprijs worden vastgesteld.

(3)

Het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn geen advies uitgebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de tiende deelinschrijving voor de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 geopende openbare inschrijving, waarvoor de inschrijvingen uiterlijk op 20 juni 2017 moesten zijn ingediend, bedraagt de minimumverkoopprijs 185 EUR per 100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 206 van 30.7.2016, blz. 71.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2080 van de Commissie van 25 november 2016 tot opening van de verkoop van mageremelkpoeder in het kader van een openbare inschrijving (PB L 321 van 29.11.2016, blz. 45).


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/44


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1117 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2077 geopende tariefcontingenten voor eieren, eierproducten en ovoalbumine van oorsprong uit Oekraïne

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2077 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten uit de sector eieren en ovalbumine van oorsprong uit Oekraïne.

(2)

De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 juni 2017 voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2017 zijn ingediend, zijn kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid.

(3)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2077 en die aan de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 moeten worden toegevoegd, zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2077 van de Commissie van 18 november 2015 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van eieren, eierproducten en albumine van oorsprong uit Oekraïne (PB L 302 van 19.11.2015, blz. 57).


BIJLAGE

Volgnummer

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 beschikbare hoeveelheden

(in kg, equivalent eieren in de schaal)

09.4275

977 500

09.4276

2 250 000


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/46


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1118 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de aanvragen om rechten tot invoer betrekking hebben die van 1 tot en met 7 juni 2017 zijn ingediend in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2078 geopende tariefcontingenten voor vlees van pluimvee van oorsprong uit Oekraïne

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 1 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2078 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector vlees van pluimvee van oorsprong uit Oekraïne.

(2)

De hoeveelheden waarop de aanvragen om rechten tot invoer betrekking hebben die van 1 tot en met 7 juni 2017 voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2017 zijn ingediend, zijn voor het volgnummer 09.4273 groter dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg moet worden bepaald in hoeverre rechten tot invoer kunnen worden toegekend, door de op de gevraagde hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt vast te stellen, berekend overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3), in combinatie met artikel 7, lid 2, van die verordening.

(3)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op de hoeveelheden waarop de aanvragen om rechten tot invoer betrekking hebben die op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2078 voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2017 zijn ingediend, wordt de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt toegepast.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2078 van de Commissie van 18 november 2015 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van pluimveevlees van oorsprong uit Oekraïne (PB L 302 van 19.11.2015, blz. 63).

(3)  Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).


BIJLAGE

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2017 ingediende aanvragen

(in %)

09.4273

2,343990

09.4274


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/48


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1119 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 juni 2017 tot en met 10 juni 2017 zijn ingediend en tot vaststelling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de hoeveelheid die voor de deelperiode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 is vastgesteld in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 2535/2001 geopende tariefcontingenten voor de sector melk en zuivelproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten uit de sector melk en zuivelproducten.

(2)

De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 juni 2017 tot en met 10 juni 2017 voor de deelperiode van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2017 zijn ingediend, zijn voor bepaalde contingenten groter dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dient te worden bepaald in hoeverre invoercertificaten kunnen worden afgegeven, door de overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3) berekende toewijzingscoëfficiënt vast te stellen die moet worden toegepast op de gevraagde hoeveelheden.

(3)

De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 juni 2017 tot en met 10 juni 2017 voor de deelperiode van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2017 zijn ingediend, zijn voor bepaalde contingenten kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid.

(4)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt wordt toegepast op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die op grond van Verordening (EG) nr. 2535/2001 zijn ingediend voor de deelperiode van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2017.

2.   In de bijlage bij de onderhavige verordening zijn de hoeveelheden vastgesteld waarvoor geen invoercertificaataanvragen op grond van Verordening (EG) nr. 2535/2001 zijn ingediend en die aan de deelperiode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018 moeten worden toegevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29).

(3)  Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).


BIJLAGE

I.A

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — Voor de deelperiode van 1.7.2017 tot en met 31.12.2017 ingediende aanvragen

(%)

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1.1.2018 tot en met 30.6.2018 beschikbare hoeveelheden

(kg)

09.4590

34 268 500

09.4591

2 680 000

09.4592

9 219 000

09.4593

2 706 500

09.4594

10 003 500

09.4595

5 302 500

09.4596

9 653 400

09.4599

5 680 000

I.F

Producten van oorsprong uit Zwitserland

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — Voor de deelperiode van 1.7.2017 tot en met 31.12.2017 ingediende aanvragen

(%)

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1.1.2018 tot en met 30.6.2018 beschikbare hoeveelheden

(kg)

09.4155

847 200

I.H

Producten van oorsprong uit Noorwegen

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — Voor de deelperiode van 1.7.2017 tot en met 31.12.2017 ingediende aanvragen

(%)

09.4179

I.I

Producten van oorsprong uit IJsland

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — Voor de deelperiode van 1.7.2017 tot en met 31.12.2017 ingediende aanvragen

(%)

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1.1.2018 tot en met 30.6.2018 beschikbare hoeveelheden

(kg)

09.4205

175 000

09.4206

0

I.K

Producten van oorsprong uit Nieuw-Zeeland

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — Voor de deelperiode van 1.7.2017 tot en met 31.12.2017 ingediende aanvragen

(%)

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1.9.2017 tot en met 31.12.2017 beschikbare hoeveelheden

(kg)

09.4514

7 000 000

09.4515

4 000 000

09.4182

33 612 000

09.4195

40 980 000

I.L

Producten van oorsprong uit Oekraïne

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — Voor de deelperiode van 1.7.2017 tot en met 31.12.2017 ingediende aanvragen

(%)

09.4600

09.4601

09.4602

0,584795


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/52


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1120 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2017

tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de tariefcontingenten die in de sector varkensvlees zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 442/2009

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 442/2009 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector varkensvlees. De in bijlage I, deel B, van genoemde verordening opgenomen contingenten worden beheerd volgens de methode van het gelijktijdige onderzoek.

(2)

De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 juni 2017 voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2017 zijn ingediend, zijn kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid.

(3)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 442/2009 en die aan de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 moeten worden toegevoegd, zijn opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 442/2009 van de Commissie van 27 mei 2009 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten in de sector varkensvlees (PB L 129 van 28.5.2009, blz. 13).


BIJLAGE

Volgnummer

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2017 beschikbare hoeveelheden

(in kg)

09.4038

8 466 250

09.4170

1 230 500

09.4204

1 156 000


BESLUITEN

23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/54


BESLUIT (EU) 2017/1121 VAN DE RAAD

van 20 juni 2017

tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door de Republiek Oostenrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Oostenrijkse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio's is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van het mandaat op grond waarvan de heer Christian BUCHMANN (Regierungsmitglied mit politischer Verantwortung gegenüber dem Landtag (Mitglied der Steirischen Landesregierung)) was voorgedragen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, tot lid benoemd:

Mag. Christian BUCHMANN, Mitglied des steiermärkischen Landtages (ander mandaat).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 20 juni 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

H. DALLI


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).


23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/55


BESLUIT (EU) 2017/1122 VAN DE RAAD

van 20 juni 2017

tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door het Koninkrijk Spanje

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Spaanse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld. Op 18 september 2015 is de heer Alberto GARRE LÓPEZ bij Besluit (EU) 2015/1571 van de Raad (4) als lid vervangen door de heer Pedro Antonio SÁNCHEZ LÓPEZ.

(2)

In het Comité van de Regio's is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Pedro Antonio SÁNCHEZ LÓPEZ,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, tot lid benoemd:

De heer Fernando LÓPEZ MIRAS, Presidente Región de Murcia.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 20 juni 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

H. DALLI


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 tot benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).

(4)  Besluit (EU) 2015/1571 van de Raad van 18 september 2015 houdende benoeming van twee Spaanse leden van het Comité van de Regio's (PB L 245 van 22.9.2015, blz. 8).


Rectificaties

23.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/56


Rectificatie van Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming

( Publicatieblad van de Europese Unie L 337 van 18 december 2009 )

Bladzijde 31, artikel 2, punt 7, met betrekking tot het nieuwe artikel 13, lid 6, eerste zin:

in plaats van:

„6.   Onverminderd de administratieve voorzieningen die onder meer overeenkomstig artikel 15 bis, lid 2, kunnen worden genomen, zorgen de lidstaten ervoor dat natuurlijke of rechtspersonen die een rechtmatig belang hebben bij de bestrijding van inbreuken op nationale, overeenkomstig dit artikel vastgestelde bepalingen, inclusief aanbieders van elektronischecommunicatiediensten die hun rechtmatige ondernemingsbelangen of de belangen van hun klanten beschermen, rechtsvorderingen voor dergelijke inbreuken kunnen instellen.”,

lezen:

„6.   Onverminderd de administratieve voorzieningen die onder meer overeenkomstig artikel 15 bis, lid 2, kunnen worden genomen, zorgen de lidstaten ervoor dat natuurlijke of rechtspersonen die door inbreuken op nationale, overeenkomstig onderhavig artikel vastgestelde bepalingen benadeeld worden en derhalve een rechtmatig belang hebben bij het beëindigen of verbieden van dergelijke inbreuken, inclusief aanbieders van elektronischecommunicatiediensten die hun rechtmatige ondernemingsbelangen beschermen, rechtsvorderingen met betrekking tot dergelijke inbreuken kunnen instellen.”.