ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 111

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
28 april 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/739 van de Commissie van 26 april 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

1

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/740 van de Commissie van 27 april 2017 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

4

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/741 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan het Verenigd Koninkrijk, Cyprus en Portugal

6

 

*

Besluit (EU) 2017/742 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF/2017/000 TA 2017 — Technische bijstand op initiatief van de Commissie)

8

 

*

Besluit (EU) 2017/743 van de Raad van 25 april 2017 tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door de Republiek Oostenrijk

10

 

*

Besluit (EU, Euratom) 2017/744 van de Raad van 25 april 2017 tot benoeming van een lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, voorgedragen door het Koninkrijk België

11

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

28.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/739 VAN DE COMMISSIE

van 26 april 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 183, onder b),

Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (2), en met name artikel 5, lid 6, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, en voor ovalbumine, bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten, alsmede de representatieve prijzen vastgesteld.

(2)

Uit de regelmatige controle van de gegevens die als basis worden gebruikt voor het bepalen van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van de naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1484/95 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 april 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)   PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, en houdende vaststelling van representatieve prijzen en intrekking van Verordening nr. 163/67/EEG (PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47).


BIJLAGE

„BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

Representatieve prijs

(EUR/100 kg)

In artikel 3 bedoelde zekerheid

(EUR/100 kg)

Oorsprong (1)

0207 12 10

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren

122,4

0

AR

0207 12 90

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren

129,0

0

AR

157,6

0

BR

0207 14 10

Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren

242,9

17

AR

217,7

25

BR

299,2

0

CL

239,8

18

TH

0207 27 10

Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren

302,6

0

BR

302,9

0

CL

0408 91 80

Eieren uit de schaal, gedroogd

350,0

0

AR

1602 32 11

Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken

181,4

34

BR


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


28.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/740 VAN DE COMMISSIE

van 27 april 2017

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 april 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)   PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

EG

288,4

MA

98,9

TR

115,6

ZZ

167,6

0707 00 05

TR

147,7

ZZ

147,7

0709 93 10

TR

147,7

ZZ

147,7

0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28

EG

46,3

IL

90,6

MA

54,1

TR

41,8

ZA

43,6

ZZ

55,3

0805 50 10

EG

56,5

TR

54,0

ZZ

55,3

0808 10 80

AR

89,5

BR

113,7

CL

126,8

NZ

170,3

US

116,7

ZA

81,3

ZZ

116,4

0808 30 90

AR

167,9

CL

132,8

CN

98,4

ZA

110,9

ZZ

127,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

28.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/6


BESLUIT (EU) 2017/741 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 5 april 2017

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan het Verenigd Koninkrijk, Cyprus en Portugal

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (1), en met name artikel 4, lid 3,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 11,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna „het fonds” genoemd) heeft tot doel de Unie in staat te stellen snel, doeltreffend en soepel op noodsituaties te reageren in solidariteit met de bevolking van door natuurrampen getroffen regio's.

(2)

Zoals vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (3) mag het fonds het jaarlijkse maximumbedrag van 500 000 000 EUR (in prijzen van 2011) niet overschrijden.

(3)

Op 26 februari 2016 heeft het Verenigd Koninkrijk een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend, nadat elf regio's werden getroffen door overstromingen in december 2015 en januari 2016. In hun aanvraag hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk benadrukt dat de raming van de schade onvolledig was en het slechts om voorlopige cijfers ging. Het definitieve aanvraagdossier werd vervolledigd op 22 september 2016.

(4)

Op 5 september 2016 heeft Cyprus een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend naar aanleiding van de toenemende ernstige droogte vanaf oktober 2015 en de natuurbranden op 18 en 19 juni 2016.

(5)

Op 21 september 2016 heeft Portugal een aanvraag tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds ingediend nadat het eiland Madeira werd getroffen door natuurbranden tussen 8 en 13 augustus 2016.

(6)

De aanvragen van het Verenigd Koninkrijk, Cyprus en Portugal voldoen aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage uit het fonds, zoals bepaald in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2012/2002.

(7)

Er moeten derhalve middelen uit het fonds beschikbaar worden gesteld om te voorzien in een financiële bijdrage aan het Verenigd Koninkrijk, Cyprus en Portugal.

(8)

Teneinde zo snel mogelijk middelen uit het fonds ter beschikking te stellen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2017 worden uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie de volgende vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld:

a)

een bedrag van 60 301 050 EUR voor het verenigd Koninkrijk;

b)

een bedrag van 7 298 760 EUR voor Cyprus;

c)

een bedrag van 3 925 000 EUR voor Portugal.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf 5 april 2017.

Gedaan te Straatsburg, 5 april 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

I. BORG


(1)   PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.

(2)   PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).


28.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/8


BESLUIT (EU) 2017/742 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 5 april 2017

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF/2017/000 TA 2017 — Technische bijstand op initiatief van de Commissie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 11, lid 2,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden, en aan zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

(3)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1309/2013 kan elk jaar op initiatief van de Commissie maximaal 0,5 % van het jaarlijks maximumbedrag voor het EFG voor technische bijstand worden gebruikt.

(4)

Er moet daarom 310 000 EUR uit het EFG beschikbaar worden gesteld voor technische bijstand op initiatief van de Commissie,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2017 wordt een bedrag van 310 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 5 april 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

I. BORG


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)   PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

(4)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).


28.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/10


BESLUIT (EU) 2017/743 VAN DE RAAD

van 25 april 2017

tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door de Republiek Oostenrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Oostenrijkse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio's is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Erwin PRÖLL,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, tot lid benoemd:

Mag. Johanna MIKL-LEITNER, Mitglied der niederösterreichischen Landesregierung.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 25 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

I. BORG


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).


28.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/11


BESLUIT (EU, Euratom) 2017/744 VAN DE RAAD

van 25 april 2017

tot benoeming van een lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, voorgedragen door het Koninkrijk België

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 302,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien de voordracht van de Belgische regering,

Gezien het advies van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 18 september 2015 en 1 oktober 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU, Euratom) 2015/1600 (1) en (EU, Euratom) 2015/1790 (2) tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2015 tot en met 20 september 2020 vastgesteld.

(2)

In het Europees Economisch en Sociaal Comité is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Bernard NOËL,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Olivier VALENTIN, Secrétaire national de la CGSLB-ACLVB, wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2020.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 25 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

I. BORG


(1)  Besluit (EU, Euratom) 2015/1600 van de Raad van 18 september 2015 tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2015 tot en met 20 september 2020 (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 53).

(2)  Besluit (EU, Euratom) 2015/1790 van de Raad van 1 oktober 2015 tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2015 tot en met 20 september 2020 (PB L 260 van 7.10.2015, blz. 23).