ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 63

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
9 maart 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2017/400 van de Raad van 7 maart 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/401 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) nr. 747/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/402 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van artikel 20, lid 3, van Verordening (EU) 2015/735 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

7

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/403 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 377/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen

15

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/404 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

20

 

*

Verordening (EU) 2017/405 van de Commissie van 8 maart 2017 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen voor sulfoxaflor in of op bepaalde producten ( 1 )

71

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/406 van de Commissie van 8 maart 2017 tot goedkeuring van de werkzame stof met een laag risico zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

83

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/407 van de Commissie van 8 maart 2017 tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof iodosulfuron overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

87

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/408 van de Commissie van 8 maart 2017 tot goedkeuring van de werkzame stof met een laag risico zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

91

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/409 van de Commissie van 8 maart 2017 tot goedkeuring van de basisstof waterstofperoxide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

95

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/410 van de Commissie van 8 maart 2017 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 184/2007 en (EU) nr. 104/2010 wat betreft de naam van de vergunninghouder voor kaliumdiformiaat ( 1 )

98

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/411 van de Commissie van 8 maart 2017 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

100

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (GBVB) 2017/412 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

102

 

*

Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2017/413 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van Besluit 2014/450/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Sudan

105

 

*

Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2017/414 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

109

 

*

Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2017/415 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van Besluit 2012/285/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen

117

 

*

Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2017/416 van de Raad van 7 maart 2017 tot uitvoering van Besluit 2011/486/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

126

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/417 van de Commissie van 7 maart 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 1614)  ( 1 )

177

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/1


VERORDENING (EU) 2017/400 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 224/2014 van de Raad (2) geeft uitvoering aan bepaalde bij Besluit 2013/798/GBVB vastgestelde maatregelen.

(2)

Bij Besluit 2013/798/GBVB wordt voorzien in een wapenembargo tegen de Centraal-Afrikaanse Republiek, alsook in de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek ondermijnen.

(3)

Op 27 januari 2017 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2339 (2017) aangenomen waarin de aanwijzingscriteria voor de bevriezing van tegoeden worden gewijzigd. De Raad heeft Besluit (GBVB) 2017/412 (3) vastgesteld tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB teneinde uitvoering te geven aan Resolutie 2339 (2017) van de VN-Veiligheidsraad.

(4)

Deze maatregel valt onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat de maatregel in alle lidstaten uniform door marktdeelnemers wordt toegepast.

(5)

Verordening (EU) nr. 224/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 224/2014 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, onder c), wordt vervangen door:

„c)

die verband houden met de levering van niet-dodelijke uitrusting en het verlenen van bijstand, met inbegrip van operationele en niet-operationele opleiding aan de veiligheidstroepen van de Centraal-Afrikaanse Republiek en de civiele rechtshandhavingsinstanties van het land, die uitsluitend bedoeld zijn ter ondersteuning van of voor gebruik in het kader van de hervorming van de beveiligingssector in de Centraal-Afrikaanse Republiek, in coördinatie met Minusca, op voorwaarde dat het Sanctiecomité hiervan vooraf in kennis is gesteld.”.

2)

Artikel 5, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Bijlage I omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die volgens het Sanctiecomité:

a)

handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek ondermijnen, waaronder handelingen die het stabilisatie- en verzoeningsproces bedreigen of verhinderen, of die het geweld aanwakkeren;

b)

het krachtens punt 54 van Resolutie 2127 (2013) van de VN-Veiligheidsraad ingestelde wapenembargo overtreden, of die direct of indirect leveringen, verkopen of overdrachten aan gewapende groepen of criminele netwerken in de Centraal-Afrikaanse Republiek hebben verricht, of die in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in de Centraal-Afrikaanse Republiek wapens of aanverwant materiaal, technisch advies, opleiding of bijstand, inclusief financiering en financiële bijstand, hebben ontvangen;

c)

betrokken zijn bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen in de Centraal-Afrikaanse Republiek die een schending zijn van respectievelijk het internationale recht inzake mensenrechten of het internationale humanitaire recht, of die een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder handelingen waarbij burgers het doelwit vormen, etnische of religieuze aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, ontvoering en gedwongen verplaatsing;

d)

betrokken zijn bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen in de Centraal-Afrikaanse Republiek waarbij seksueel of gendergerelateerd geweld wordt gebruikt;

e)

kinderen rekruteren of misbruik maken van kinderen voor het gewapend conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek, hetgeen een schending is van het toepasselijke internationale recht;

f)

gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten daarvan in of vanuit de Centraal-Afrikaanse Republiek;

g)

de verstrekking van humanitaire bijstand aan de Centraal-Afrikaanse Republiek dwarsbomen, of de toegang ertoe en de verdeling ervan in de Centraal-Afrikaanse Republiek verhinderen;

h)

betrokken zijn bij het beramen, aansturen, steunen of plegen van aanslagen tegen missies van de Verenigde Naties of internationale veiligheidstroepen, waaronder Minusca, de missies van de Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen;

i)

de leiding hebben over een door het Sanctiecomité aangewezen entiteit, of steun hebben verleend aan, dan wel gehandeld hebben ten behoeve van, namens of op aanwijzing van een door het Sanctiecomité aangewezen persoon, entiteit of lichaam, dan wel van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een door het comité aangewezen persoon, entiteit of lichaam.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51.

(2)  Verordening (EU) nr. 224/2014 van de Raad van 10 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PB L 70 van 11.3.2014, blz. 1).

(3)  Besluit (GBVB) 2017/412 van de Raad van 7 maart 2017 tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (zie bladzijde 102 van dit Publicatieblad).


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/401 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) nr. 747/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 747/2014 van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan en tot intrekking van en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 131/2004 en Verordening (EG) nr. 1184/2005 (1), en met name artikel 15, lid 3,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 10 juli 2014 Verordening (EU) nr. 747/2014 vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dat is opgericht overeenkomstig Resolutie 1591 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 12 januari 2017 de informatie bijgewerkt met betrekking tot vier personen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 747/2014 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 747/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 203 van 11.7.2014, blz. 1.


BIJLAGE

De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:

„1.   ELHASSAN, Gaffar Mohammed

Alias: Gaffar Mohmed Elhassan

Functie: generaal-majoor en bevelhebber van de Sudanese strijdkrachten (Sudanese Armed Forces — SAF) voor de westelijke militaire regio

Nationaal identiteitsnummer: identiteitskaart voormalig militair 4302

Geboortedatum: 24 juni 1952

Adres: El Waha, Omdurman, Sudan

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Overige informatie: Gepensioneerd militair van het Sudanese leger. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5282254

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het panel van deskundigen meldt dat generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan tegenover hen heeft verklaard dat hij het rechtstreekse operationele bevel (primair tactisch bevel) voerde over alle onderdelen van het SAF in Darfur toen hij de militaire leiding had in de westelijke militaire regio. Elhassan bekleedde die functie van bevelhebber van de westelijke militaire regio van circa november 2004 tot begin 2006. Volgens de informatie van het panel was Elhassan verantwoordelijk voor schendingen van punt 7 van UNSCR 1591 toen hij uit hoofde van zijn functie (vanuit Khartoum) verzocht om, en toestemming gaf (vanaf 29 maart 2005) voor, de overbrenging van militaire uitrusting naar Darfur zonder dat het Sanctiecomité dat vooraf had goedgekeurd. Elhassan gaf zelf tegenover het panel toe dat tussen 29 maart 2005 en december 2005 vliegtuigen, vliegtuigmotoren en andere militaire uitrusting vanuit andere delen van Sudan Darfur zijn binnengebracht. Hij verklaarde bijvoorbeeld dat tussen 18 en 21 september 2005 twee Mi-24 aanvalshelikopters zonder toestemming Darfur zijn binnengebracht. Ook zijn er gerede gronden om aan te nemen dat Elhassan als bevelhebber van de westelijke militaire regio rechtstreeks verantwoordelijk was voor het toestaan van offensieve militaire vluchten op 23-24 juli 2005 in het gebied rond Abu Hamra en op 19 november 2005 in de streek van Jebel Moon in westelijk Darfur. Bij beide operaties waren Mi-24 aanvalshelikopters betrokken, die naar verluidt bij beide gelegenheden het vuur hebben geopend. Volgens het verslag van het deskundigenpanel heeft Elhassan tegenover het panel te kennen gegeven dat hijzelf in zijn hoedanigheid van bevelhebber van de westelijke militaire regio goedkeuring had verleend voor luchtsteun en andere luchtoperaties. (Zie verslag van het deskundigenpanel, S/2006/65, punten 266-269.) Daarmee heeft generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan relevante bepalingen van UNSCR 1591 geschonden en voldoet hij aan de criteria voor de oplegging van sancties door het Comité.

2.   ALNSIEM, Musa Hilal Abdalla

Alias: a) (Sheikh) Musa Hilal; b) Abd Allah; c) Abdallah; d) AlNasim; e) Al Nasim; f) AlNaseem; g) Al Naseem; h) AlNasseem; i) Al Nasseem

Functie: a) lid van de nationale vergadering van Sudan; b) in 2008 door de president van Sudan benoemd tot speciaal adviseur bij het ministerie van Federale Zaken; c) opperhoofd van de Jalul-stam in Noord-Darfur

Geboortedatum: a) 1 januari 1964; b) 1959

Geboorteplaats: Kutum

Adres: a) Kabkabiya, Sudan; b) Kutum, Sudan (verblijft in Kabkabiya en de stad Kutum, Noord-Darfur, en heeft verbleven in Khartoum)

Paspoort: diplomatiek paspoort D014433, afgegeven op 21 februari 2013 (verstrijkt op 21 februari 2015)

Identificatie: nationaliteitsbewijs A0680623

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795065

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Human Rights Watch beschikt volgens zijn rapport over een memorandum d.d. 13 februari 2004 van een plaatselijk overheidskantoor in Noord-Darfur waarin „veiligheidseenheden ter plaatse” worden gelast „de mujahedin en de vrijwilligers onder bevel van Sheikh Musa Hilal toe te staan in de regio's van [Noord-Darfur] hun activiteiten te ontplooien en te voorzien in hun vitale behoeften”. Op 28 september 2005 vielen 400 Arabische militieleden de dorpen Aro Sharrow (waaronder het IDP-kamp), Acho en Gozmena in West-Darfur aan. Waarschijnlijk was Musa Hilal tevens aanwezig bij de aanval op het IDP-kamp van Aro Sharrow: omdat zijn zoon was gedood bij de aanval van het SLA op Shareia, had hij nog een persoonlijke rekening te vereffenen. Er zijn gerede gronden om aan te nemen dat hij als opperhoofd rechtstreeks verantwoordelijk was voor deze acties en dat hij tevens verantwoordelijk is voor schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten en voor andere gruweldaden.

3.   SHARIF, Adam Yacub

Alias: a) Adam Yacub Shant; b) Adam Yacoub

Functie: bevelhebber bij het Sudanese Bevrijdingsleger (Sudanese Liberation Army — SLA)

Geboortedatum: ca. 1976

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Overige informatie: zou overleden zijn op 7 juni 2012. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5283783

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

SLA-soldaten onder het bevel van Adam Yacub Shant schonden het staakt-het-vuren door op 23 juli 2005 een militair contingent van de Sudanese regering aan te vallen dat een konvooi vrachtwagens in de buurt van Abu Hamra in noordelijk Darfur begeleidde, en daarbij drie soldaten te doden. Na de aanval werden wapens en munitie van het regeringsleger buitgemaakt. Het deskundigenpanel heeft informatie die bevestigt dat de aanval door SLA-soldaten heeft plaatsgevonden en duidelijk georganiseerd en dus goed gepland was. Redelijkerwijs kan daarom worden aangenomen, zoals het panel deed, dat Shant als de vaste SLA-bevelhebber in de regio kennis moet hebben gehad van de aanval en die goedgekeurd of gelast heeft. Hij draagt derhalve rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de aanval en voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst.

4.   MAYU, Jibril Abdulkarim Ibrahim

Alias: generaal Gibril Abdul Kareem Barey; „Tek”; Gabril Abdul Kareem Badri

Functie: commandant bij de Nationale Beweging voor Hervorming en Ontwikkeling (National Movement for Reform and Development — NMRD).

Geboortedatum: 1 januari 1967

Geboorteplaats: Nijldistrict, El-Fasher, El-Fasher, Noord-Darfur

Nationaliteit: Sudanees van geboorte

Adres: Tine, Sudan (verblijft in Tine, aan de Sudanese kant van de grens met Tsjaad)

Nationaal identificatienummer: a) 192-3238459-9; b) nationaliteitsbewijs verkregen door geboorte 302581

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795071

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mayu is verantwoordelijk voor de ontvoering, in oktober 2005, van personeelsleden van de missie van de Afrikaanse Unie in Sudan (African Union Mission in Sudan — AMIS). Mayu tracht openlijk de AMIS-missie door intimidatie te dwarsbomen; hij dreigde bijvoorbeeld in november 2005 helikopters van de Afrikaanse Unie (AU) in de streek van Jebel Moon uit de lucht te schieten. Met dergelijke acties heeft Mayu onmiskenbaar UNSCR 1591 geschonden door een bedreiging voor de stabiliteit in Darfur te vormen, en voldoet hij aan de criteria voor oplegging van sancties door het Comité.”.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/402 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van artikel 20, lid 3, van Verordening (EU) 2015/735 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 2015/735 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 748/2014 (1), en met name artikel 20, lid 3,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 7 mei 2015 Verordening (EU) 2015/735 vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2206 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 12 januari 2017 de gegevens met betrekking tot zes personen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, geactualiseerd.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) 2015/735 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 2015/735 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 117 van 8.5.2015, blz. 13.


BIJLAGE

De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:

A.   PERSONEN

1.   Gabriel JOK RIAK (alias: a) Gabriel Jok b) Jok Riak c) Jock Riak)

Titel: Luitenant-generaal

Hoedanigheid: Commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA)

Geboortedatum: 1966

Geboorteplaats: Bor, Sudan/Zuid-Sudan

Nationaliteit: Zuid-Sudan

Adres: a) deelstaat Unity, Zuid-Sudan b) Wau, deelstaat Western Bahr El Ghazal, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, die hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. In zijn positie als commandant van sector Een van het SPLA heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. Het SPLA is een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties ontplooit waardoor het conflict in Zuid-Sudan is verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014, waarbij de partijen zich opnieuw tot het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden committeerden, en heeft de activiteiten van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD belemmerd. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879060

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gabriel Jok Riak is op 1 juli 2015 op grond van de punten 7, a), 7, f) en 8 van Resolutie 2206 (2015) op de lijst geplaatst vanwege acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7. en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Gabriel Jok Riak is commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Jok Riak voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, dat hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. De SPLA-divisies Drie, Vier en Vijf zijn ondergeschikt aan sector Een en de commandant daarvan, Jok Riak.

Jok Riak en de troepen van de SPLA-sectoren Een en Drie onder zijn algemeen commando hebben verscheidene, hieronder nader beschreven, acties uitgevoerd, die schendingen vormden van de toezeggingen in het CoHA van januari 2014 om een eind te maken aan alle militaire acties gericht tegen de tegenpartij en andere provocerende acties, de troepen op hun huidige locaties te bevriezen, en zich te onthouden van activiteiten zoals verplaatsing van troepen of nieuwe aanvoer van munitie die tot een militaire confrontatie zouden kunnen leiden.

De SPLA-troepen onder algemeen commando van Jok Riak hebben het CoHA verscheidene malen geschonden met onmiskenbare vijandelijkheden.

Op 10 januari 2014 heeft een SPLA-troepenmacht onder algemeen commando van commandant Jok Riak van sector Een Bentiu ingenomen, dat voorheen, sinds 20 december 2013, onder gezag stond van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Movement in Opposition (SPLM-IO)). Divisie Drie van het SPLA heeft SPLM-IO-strijders kort na de ondertekening van het CoHA van januari 2014 nabij Leer vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten, en medio april 2014 Mayom ingenomen en meer dan 300 SPLM-IO-strijders gedood.

Op 4 mei 2014 heeft een door Jok Riak geleide SPLA-troepenmacht Bentiu opnieuw ingenomen. Op de staatstelevisie in Juba heeft een SPA-woordvoerder gezegd dat het regeringsleger onder commando van Jok Riak Bentiu om 4 uur 's middags Bentiu had ingenomen, en daaraan toegevoegd dat divisie Drie en een speciale SPLA-taskforce hierbij betrokken waren. Enkele uren nadat het mei-akkoord was afgekondigd, hebben troepen van de SPLA-divisies Drie en Vier gevochten tegen oppositiestrijders die eerder SPLA-posities bij Bentiu en in de noordelijke oliegebieden van Zuid-Sudan hadden aangevallen, en deze afgeslagen.

Ook hebben strijders van SPLA-divisie Drie na de ondertekening van het mei-akkoord Wang Kai heroverd en heeft divisiecommandant Santino Deng Wol zijn troepen toestemming gegeven om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en opdracht gegeven woningen waarin zich oppositiestrijders bevonden, in brand te steken.

Eind april en mei 2015 hebben door Jok Riak geleide strijders van SPLA-sector Een vanuit de deelstaat Lakes een militair totaaloffensief tegen oppositietroepen in de deelstaat Unity gevoerd.

Met schending van de voorwaarden van het bovengenoemde CoHA heeft Jok Riak begin september 2014 naar verluidt getracht tanks te laten repareren en aanpassen voor gebruik tegen oppositietroepen. Eind oktober 2014 zijn ten minste 7 000 SPLA-strijders en zware wapens van de Derde en de Vijfde divisie verplaatst ter versterking van de Vierde divisie, die het zwaar te verduren had bij een aanval van de oppositie bij Bentiu. In november 2014 heeft het SPLA nieuwe militaire uitrusting en wapens, waaronder gepantserde personeelsvoertuigen, helikopters, geschut en munitie naar het gebied gebracht waarvoor sector Een verantwoordelijk was, waarschijnlijk ter voorbereiding op gevechten tegen de oppositie. Begin februari 2015 heeft Jok Riak naar verluidt opdracht gegeven om gepantserde personeelsvoertuigen naar Bentiu te sturen, mogelijk om te reageren op recente verrassingsaanvallen van de oppositie.

Na het offensief in de deelstaat Unity van april en mei 2015 heeft SPLA-sector Een verzoeken van het toezicht- en verificatieteam van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD-MVM) in Bentiu om deze schending van het CoHA te onderzoeken geweigerd, en aldus het IGAD-MVM de bewegingsvrijheid om zijn mandaat uit te voeren ontzegd.

Daarnaast heeft Jok Riak in april 2014 het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid door naar verluidt te helpen bij het bewapenen en mobiliseren van 1 000 Dinka-jongeren als aanvulling op de traditionele SPLA-strijders.

2.   Simon Gatewech DUAL (alias: a) Simon Gatwich Dual b) Simon Getwech Dual c) Simon Gatwec Duel d) Simon Gatweach e) Simon Gatwick f) Simon Gatwech g) Simon Garwich h) General Gaduel i) Dhual

Titel: Generaal-majoor

Hoedanigheid: Algemeen stafchef, SPLA in oppositie

Geboortedatum: 1953

Geboorteplaats: a) Akobo, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan b) district Uror, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan

Adres: Deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei. Zijn troepen hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei, en sinds maart 2015 heeft hij getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879066

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Simon Gatwech Dual is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Simon Gatwech Dual (Gatwech Dual) heeft zich beziggehouden met acties of beleidsdaden die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen en is een leider van de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging in oppositie (SPLM-IO), een entiteit die acties heeft uitgevoerd die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen, en heeft gewelddaden gepleegd tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen.

Gatwech Dual is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei.

In 2014 tot 2015 had Gatwech Dual een groot aantal troepen onder zijn commando en opereerde hij enigszins autonoom bij het leiden van aanvallen. Gatwech Dual ziet toe op het inzetten van de SPLM-IO en waarschijnlijk ook op het inzetten van enkele strijders van het Witte Leger (een Nuer-jongerenmilitie).

Eind april 2014 wonnen de troepen onder algemeen commando van Gatwech Dual terrein in de deelstaat Jonglei toen zij optrokken naar Bor, de hoofdstad van de deelstaat. Gatwech Dual heeft mogelijk het nieuws van de aanval van 17 april 2014 op de intern ontheemde Nuer in het VN-kamp in Bor gebruikt om zijn troepen aan te sporen wraak te nemen. Het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD in de deelstaten Boven-Nijl, Unity en Jonglei heeft in zijn samenvatting van schendingen van het staakt-het-vuren van 14 augustus 2014 ook de troepen onder gezag van Gatwech Dual genoemd.

De troepen van Gatwech Dual hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei. Vanaf maart 2015 heeft Gatwech Dual getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken.

Eind april 2015 was Gatwech Dual betrokken bij het plannen en coördineren van verrassingsaanvallen op Zuid-Sudanese regeringstroepen in de deelstaat Boven-Nijl. In het samenvattend verslag over de schendingen van het staken van de vijandelijkheden van 12 tot en met 31 mei 2015 van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD worden inbreuken door de oppositietroepen onder gezag van Gatwech genoemd, waaronder een aanval op regeringstroepen in Ayod.

De acties van de SPLM-IO-troepen onder commando van Gatwech Dual waren gericht tegen vrouwen, kinderen en burgers. Naar verluidt heeft Gatwech Dual eenheden onder zijn gezag opdracht gegeven Dinka-krijgsgevangenen, -vrouwen en -kinderen te doden, en hebben officieren onder zijn commando verklaard dat oppositietroepen geen onderscheid dienen te maken tussen de verschillende Dinka-stammen en iedereen moeten doden.

3.   James Koang CHUOL (alias: a) James Koang Chol Ranley b) James Koang Chol c) Koang Chuol Ranley d) James Koang Chual

Titel: Generaal-majoor

Geboortedatum: 1961

Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00012098, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: In december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLAIO)). Zijn troepen hebben aanvallen op burgers uitgevoerd. In februari 2014 hebben troepen onder zijn commando kampen van de Verenigde Naties, ziekenhuizen, kerken en scholen aangevallen en zich aan wijdverbreide verkrachting, foltering en vernieling van eigendommen schuldig gemaakt, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiefunctionarissen te verjagen. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879069

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

James Koang Chuol (Koang) is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

James Koang Chuol (Koang) heeft de vrede, veiligheid of stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigd in zijn hoedanigheid van leider van anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, Zuid-Sudan, waarvan de leden burgers, waaronder vrouwen en kinderen, tot doelwit maakten, met moorden, seksueel geweld, en aanvallen uitvoerden op scholen, hospitalen, religieuze sites en locaties waar burgers toevlucht zochten.

Koang liep over in december 2013, toen hij bevelhebber van de Vierde divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) was. Op bevel van Koang executeerden overlopende soldaten tot 260 van hun collega's in de basis, alvorens zich in de deelstaathoofdstad Bentiu tegen burgers te keren en hen te doden.

Koang werd in december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLA-IO)). In zijn nieuwe functie leidde Koang in januari 2015 aanvallen op regeringstroepen in de districten Renk en Maban van de deelstaat Boven-Nijl, die door het toezicht- en verificatiemechanisme van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit als schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden werden aangehaald.

In februari 2014, nadat Kong de leiding had gekregen over anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, vielen die troepen VN-kampen, hospitalen, kerken en scholen aan, waarbij zij op grote schaal verkrachtten, folterden en eigendommen vernietigden, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiemannen te verdrijven. Op 14 en 15 april 2014 veroverden de troepen van Koang Bentiu na zware gevechten, en vielen zij burgers aan. Bij afzonderlijke incidenten in een moskee, een kerk en een verlaten voedselopslagplaats in Bentiu, scheidden de troepen burgers die daar een onderkomen hadden gezocht, op basis van hun etnische groep en nationaliteit, om daarna over te gaan tot gerichte moordpartijen, met tenminste 200 doden en 400 gewonden tot gevolg. Medio september 2014 zou Koang zijn troepen naar verluidt hebben bevolen zich tegen Dinka-burgers te richten tijdens een aanval in de deelstaat Boven-Nijl.

4.   Santino Deng WOL (Alias: a) Santino Deng Wuol b) Santino Deng Kuol

Titel: Generaal-majoor

Hoedanigheid: Commandant van de Derde Divisie van het SPLA

Geboortedatum: 9 november 1962

Geboorteplaats: Aweil, Sudan/Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. In de loop van mei 2015 vermoordden troepen onder zijn bevel kinderen, vrouwen en oude mannen, verbrandden zij eigendommen en stalen zij vee op hun doortocht door de deelstaat Unity, op weg naar het olieveld van Thorjath. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879071

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Santino Deng Wol is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Santino Deng Wol (Deng Wol) is generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) en commandant van de Derde divisie van het SPLA, een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Deng Wol heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden.

Kort nadat de onderhandelaars van beide partijen overeenkwamen de vijandelijkheden te staken, maakte DENG WOL zijn troepen klaar om op te trekken naar de stad Leer in de deelstaat Unity. Vervolgens hebben zij in de buurt van Leer rebellen vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten.

Medio april 2014 hebben de troepen van Deng Wol zich naar verluidt voorbereid om Bentiu op de antiregeringsstrijdkrachten te heroveren. Later die maand hebben de strijders van Deng Wol Mayom ingenomen na een felle strijd waarin zij meer dan 300 oppositiestrijders doodden. Begin mei 2014 namen de strijders van Deng Wol Tor Abyad in en doodden daarbij oppositiestrijders. Kort daarna vielen SPLA-troepen, waaronder strijders van Deng Wol, de stad Wang Kai in de deelstaat Unity aan en namen deze in. Deng Wol gaf zijn troepen toestemming om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en gaf opdracht woningen waarin zich aanhangers van de oppositie bevonden, in brand te steken.

De Derde SPLA-divisie van Deng Wol heeft deelgenomen aan het offensief van april-mei 2015 in de deelstaat Unity, waar het SPLA een gecoördineerd offensief begon om machtsbases van de oppositie in de districten Mayom, Guit, Koch, Mayendit en Leer in te nemen. Op hun doortocht door de deelstaat Unity op weg naar het olieveld van Thorjath in mei 2015 hebben de troepen onder gezag van Deng Wol kinderen, vrouwen en oude mannen gedood, eigendommen verbrand en vee gestolen. Bovendien heeft Deng Wol naar verluidt aan het begin van die maand aangedrongen op de executie van gevangengenomen oppositiesoldaten.

5.   Marial Chanuong Yol MANGOK (Alias: a) Marial Chinuong b) Marial Chan c) Marial Chanoung Yol d) Marial Chinoum

Hoedanigheid: a) generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA); b) commandant, presidentiële garde

Geboortedatum: 1 januari 1960

Geboorteplaats: Yirol, deelstaat Lakes

Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00005943,Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Zijn Presidentiële garde gaf leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba; velen van hen werden in massagraven begraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/72684667

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Marial Chanuong Yol Mangok is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, c), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Mangok is commandant van de presidentiële garde van de Zuid-Sudanese regering, die leiding gaf aan de operaties in Juba naar aanleiding van de gevechten die op 15 december 2013 waren begonnen. Hij voerde orders uit om Nuer-soldaten te ontwapenen en gelastte vervolgens het gebruik van tanks voor gerichte aanvallen op politici in Juba, waarbij 22 ongewapende lijfwachten van oppositieleider Riek Machar en 7 lijfwachten van voormalig minister van Binnenlandse Zaken Gier Chuang Aluong om het leven kwamen.

Bij de initiële operaties in Juba gaf de presidentiële garde van Mangok, volgens talrijke en geloofwaardige meldingen, leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba, van wie velen zijn begraven in massagraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten.

6.   Peter GADET (alias: a) Peter Gatdet Yaka b) Peter Gadet Yak c) Peter Gadet Yaak d) Peter Gatdet Yaak e) Peter Gatdet f) Peter Gatdeet Yaka

Titel: a) Generaal b) Generaal-majoor

Geboortedatum: tussen 1957 en 1959

Geboorteplaats: a) district Mayom, deelstaat Unity b) Mayan, deelstaat Unity

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Op 21 december 2014 benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879076

Peter Gadet is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), 7, e), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Aanvullende informatie

Peter Gadet is commandant van de troepen van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (SPLA-IO) die betrokken zijn bij acties die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA).

De troepen onder leiding van Gadet hebben Kaka, deelstaat Boven-Nijl, eind maart 2014 aangevallen en op het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army (SPLA)) heroverd. Gadet is daarna van de deelstaat Jonglei overgeplaatst naar Bentiu, waar hij werd benoemd tot militair gouverneur van de deelstaat Unity, teneinde de regeringsvijandige troepen bij te staan bij hun inspanningen om de voornamelijk Bol Nuer-bevolking te mobiliseren. Vervolgens heeft Gadet de aanvallen van het SPLA-IO in de deelstaat Unity geleid. De troepen van Gadet waren verantwoordelijk voor beschadiging van een gedeeltelijk aangelegde olieraffinaderij in de deelstaat Unity die door een Russische onderneming wordt gebouwd. De strijdkrachten van Gadet namen ook de controle over de gebieden Tor Abyad en Kilo 30 in de olievelden van de deelstaat Unity.

Medio april 2014 hebben 50 000 antiregeringsstrijders Malakal omsingeld als voorbereiding op een aanval op Bentiu. Op 15 april 2014 hebben de troepen van Gadet Bentiu aangevallen en het gezag over Bentiu overgenomen, en vervolgens de controle over de stad weer verloren. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep.

In juni 2014 gaf Peter Gadet de SPLA-IO-commandanten de opdracht om jongeren te rekruteren in alle districten die onder controle van de rebellen stonden.

Van 25 tot en met 29 oktober 2014 hebben troepen onder gezag van Gadet Bentiu en Rubkona omsingeld en aangevallen, en op 29 oktober kort de stad Bentiu ingenomen voordat zij zich terugtrokken.

Op 21 december 2014 is Gadet benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Na deze benoeming zijn de troepen van het SPLA-IO door het mechanisme voor toezicht en verificatie van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD) genoemd vanwege vele schendingen van het CoHA in de deelstaten Unity, Boven-Nijl en Jonglei.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/15


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/403 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 377/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 377/2012 van de Raad van 3 mei 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen (1), en met name artikel 11, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 3 mei 2012 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 377/2012 vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dat is ingesteld overeenkomstig Resolutie 2048 (2012) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft de informatie in verband met elf aan beperkende maatregelen onderworpen personen geactualiseerd.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 377/2012 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 377/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 119 van 4.5.2012, blz. 1.


BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 377/2012 worden de vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen vervangen door de volgende vermeldingen:

 

Naam

Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats, paspoort/identiteitskaartnummer enz.)

Redenen voor plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

1.

António INJAI

(alias António INDJAI)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 20.1.1955

Geboorteplaats: Encheia, Sector de Bissorá, Região de Oio, Guinee-Bissau

Bloedverwantschap: Wasna Injai (vaders naam) en Quiritche Cofte (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-generaal b) chef-staf van de strijdkrachten

Paspoort: diplomatiek paspoort nr. AAID00435

Datum van afgifte: 18.2.2010

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 18.2.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782445

António Injai was persoonlijk betrokken bij de planning en de leiding van de muiterij op 1 april 2010, die resulteerde in de wederrechtelijke aanhouding van de premier, Carlo Gomes Junior, en de toenmalige chef-staf van de strijdkrachten, José Zamora Induta. Tijdens de verkiezingsperiode in 2012 heeft Injai, in zijn hoedanigheid van chef-staf van de strijdkrachten, verklaringen afgelegd waarin hij dreigde de verkozen autoriteiten omver te werpen en een eind te maken aan het verkiezingsproces. António Injai was betrokken bij de operationele planning van de staatsgreep van 12 april 2012. Na de staatsgreep is het eerste communiqué van het „militaire commando” uitgevaardigd door de algemene staf van de strijdkrachten, onder leiding van generaal Injai.

3.5.2012

2.

Mamadu TURE (alias N'Krumah)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 26.4.1947

Hoedanigheid: a) generaal-majoor b) plaatsvervangend chef-staf van de strijdkrachten

Diplomatiek paspoort nr. DA0002186

Datum van afgifte: 30.3.2007

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 26.8.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782456

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

3.

Estêvão NA MENA

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 7.3.1956

Hoedanigheid: inspecteur-generaal van de strijdkrachten

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782449

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

4.

Ibraima CAMARÁ

(alias Papa Camará)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 11.5.1964

Bloedverwantschap: Suareba Camará (vaders naam) en Sale Queita (moeders naam)

Hoedanigheid: a) brigadegeneraal b) chef-staf van de luchtmacht

Diplomatiek paspoort nr. AAID00437

Datum van afgifte: 18.2.2010

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 18.2.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5781782

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

5.

Daba NAUALNA

(alias Daba Na Walna)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 6.6.1966

Bloedverwantschap: Samba Naualna (vaders naam) en In-Uasne Nanfafe (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) woordvoerder van het „militaire commando”

Paspoort nr. SA 0000417

Datum van afgifte: 29.10.2003

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 10.3.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782452

Woordvoerder van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

9.

Cranha DANFÁ

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 5.3.1957

Hoedanigheid: a) kolonel b) hoofd operaties van de gezamenlijke staf van de strijdkrachten

Paspoort: AAIN29392

Datum van afgifte: 29.9.2011

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 29.9.2016

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782442

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Naaste adviseur van chef-staf van de strijdkrachten António Injai.

1.6.2012

11.

Sanha CLUSSÉ

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.9.1965

Bloedverwantschap: Clusse Mutcha (vaders naam) en Dalu Imbungue (moeders naam)

Hoedanigheid: a) kapitein (zeemacht) b) plaatsvervangend chef-staf van de zeemacht

Paspoort: SA 0000515

Datum van afgifte: 8.12.2003

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 29.8.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782435

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Zeer nauwe banden met António Injai. Sanha Clussé maakte deel uit van de delegatie van het „militaire commando” die op 26 april 2012 een ontmoeting had met de Ecowas in Abidjan.

1.6.2012

12.

Júlio NHATE

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.9.1965

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) bevelhebber van het parachutistenregiment

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782454

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Lt.-kol. Júlio Nhate, een trouwe bondgenoot van António Injai, draagt de materiële verantwoordelijkheid voor de staatsgreep van 12 april 2012, aangezien hij de militaire operatie heeft geleid.

1.6.2012

13.

Tchipa NA BIDON

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.5.1954

Bloedverwantschap: „Nabidom”

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van de inlichtingendienst

Paspoort: diplomatiek paspoort DA0001564

Datum van afgifte: 30.11.2005

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 15.5.2011

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782446

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

1.6.2012

14.

Tcham NA MAN (alias Namam)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 27.2.1953

Bloedverwantschap: Biute Naman (vaders naam) en Ndjade Na Noa (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van het militair ziekenhuis van de strijdkrachten

Paspoort: SA0002264

Datum van afgifte: 24.7.2006

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 23.7.2009

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782448

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Ook lid van het militaire opperbevel (hoogste hiërarchie van de strijdkrachten van Guinee-Bissau).

1.6.2012

16.

Idrissa DJALÓ (alias Idriça Djaló)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 18 december 1954

Hoedanigheid: a) majoor b) protocoladviseur bij de chef-staf van de strijdkrachten c) kolonel d) hoofd van het protocol op het hoofdkwartier van de strijdkrachten (vervolgens)

Paspoort: AAISO40158

Datum van afgifte: 12.10.2012

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 2.10.2015

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782443

Contactpunt voor het „militaire commando” dat de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor de staatsgreep van 12 april 2012, en een van de meest actieve leden ervan. Ondertekenaar van een van de eerste communiqués van het „militaire commando” (nr. 5, d.d. 13 april 2012), en als dusdanig een van de eerste functionarissen die openlijk hebben verklaard lid te zijn van dat commando. Majoor Djaló is tevens lid van de militaire inlichtingendienst.

18.7.2012


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/20


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/404 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) Nr. 753/2011 van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (1), en met name artikel 11, lid 4,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 1 augustus Verordening (EU) nr. 753/2011 vastgesteld.

(2)

Op 12 januari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de informatie in verband met de personen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, geactualiseerd.

(3)

Op 16 februari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een individu verwijderd van de lijst van individuen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden.

(4)

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 dient derhalve dienovereenkomstig te worden vervangen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 199 van 2.8.2011, blz. 1.


BIJLAGE

A.   Met de Taliban verbonden personen

1.   Abdul Baqi Basir Awal Shah (alias Abdul Baqi).

Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincies Khost en Paktika onder het Talibanregime, b) viceminister van Informatie en Cultuur onder het Talibanregime, c) consulaire afdeling, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1960 en 1962 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Jalalabad, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Shinwar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: a) Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. b) In 2008 lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493921

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Aanvankelijk was Abdul Baqi voor het Talibanbewind gouverneur van de provincies Khost en Paktika. Vervolgens werd hij benoemd tot viceminister van Informatie en Cultuur. Hij was tevens werkzaam in de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime.

In 2003 was Abdul Baqi betrokken bij tegen de regering gerichte militaire activiteiten in de districten Shinwar, Achin, Naziyan en Dur Baba van de provincie Nangarhar. In 2009 was hij betrokken bij het organiseren van activiteiten van militanten in het gehele oostelijke gebied, met name in de provincie Nangarhar en in de stad Jalalabad.

2.   Abdul Qadeer Basir Abdul Baseer (alias a) Abdul Qadir, b) Ahmad Haji, c) Abdul Qadir Haqqani, d) Abdul Qadir Basir).

Titel: a) Generaal, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: militair attaché, ambassade van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) district Surkh Rod, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Hisarak, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000974 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1474039

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In 2009 was Abdul Qadeer Abdul Baseer actief als penningmeester voor de Taliban in Peshawar, Pakistan. Hij was financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en stond begin 2010 aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Hij bezorgt persoonlijk geld van de shura (consultatieve raad) van de leiding van de Taliban aan Talibangroepen overal in Pakistan.

3.   Amir Abdullah (alias Amir Abdullah Sahib).

Redenen voor plaatsing op de lijst: voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar. Adres: Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.

Overige informatie: Heeft reizen gemaakt naar Koeweit, Saudi-Arabië, de Libisch-Arabische Jamahiriyah en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Was penningmeester van Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621271

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Amir Abdullah was penningmeester van Abdul Ghani Baradar, een hooggeplaatste Talibanleider, en voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar in Afghanistan. Hij reisde naar Koeweit, Saudi-Arabië, Libië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Hij vergemakkelijkte ook de communicatie tussen de Talibanleiders en coördineerde bijeenkomsten op hoog niveau in het gastenverblijf van zijn woning in Pakistan. Abdullah hielp tal van hooggeplaatste Talibanleden die in 2001 Afghanistan waren ontvlucht om zich in Pakistan te vestigen.

4.   Abdul Manan Mohammad Ishak.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste secretaris, ambassade van de Taliban, Riyad, Saudi-Arabië, b) handelsattaché, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1940 en 1941. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652765

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Manan Mohammad Ishak was ook eerste secretaris van de ambassade van de Taliban in Riyad, Saudi-Arabië, tijdens het Talibanregime. Hij werd later een hooggeplaatste Talibancommandant in de provincies Paktia, Paktika en Khost, in het oosten van Afghanistan. Ook was hij verantwoordelijk voor de verplaatsingen van Talibanstrijders en het wapenvervoer over de grens van Afghanistan en Pakistan.

5.   Abdul Rahman Agha.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Militaire Hof onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: a) Afghaans, b) Pakistaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427565

6.   Janan Agha (alias Abdullah Jan Agha).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Faryab onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1958, b) rond 1953. Geboorteplaats: Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban en adviseur van Moellah Mohammed Omar in juni 2010. Leidt een Taliban-„front” (mahaz) sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428048

7.   Sayed Mohammad Azim Agha (alias a) Sayed Mohammad Azim Agha, b) Agha Saheb).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1966, b) rond 1969. Geboorteplaats: district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Leidt een Taliban-„front” (mahaz) en fungeert als lid van de militaire commissie van de Taliban sedert medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427409

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sayed Mohammad Azim Agha was ambtenaar in dienst van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime.

8.   Sayyed Ghiassouddine Agha (alias a) Sayed Ghiasuddin Sayed Ghousuddin, b) Sayyed Ghayasudin, c) Sayed Ghias).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Talibanregime, b) minister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Kohistan, provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: Lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Betrokken bij drugshandel. Lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652713

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sayyed Ghiassouddine Agha was ook minister van Onderwijs van het Talibanregime. Hij was ook het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Hij is vermoedelijk betrokken bij drugshandel.

9.   Mohammad Ahmadi.

Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, b) minister van Financiën onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kakar-stam. Hij is lid van de hoge raad van de Taliban. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427516

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Ibrahim werd op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als voorzitter van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime en viel uit dien hoofde onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Mohamed Ahmadi was tevens minister van Financiën van het Talibanregime. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban.

10.   Mohammad Shafiqullah Ahmadi Fatih Khan (alias a) Mohammad Shafiq Ahmadi, b) Moellah Shafiqullah).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Samangan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1956 en 1957. Geboorteplaats: a) Charmistan, district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Marghi, district Nawa, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Oorspronkelijk uit de provincie Ghazni, maar is later in Uruzgan gaan wonen. Eind 2012 schaduwgouverneur van de Taliban voor de provincie Uruzgan. Fungeert in juli 2016 als lid van de militaire commissie. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706955

11.   Abdul Bari Akhund (alias a) Haji Moellah Sahib, b) Zakir).

Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Helmand onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: a) district Baghran, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Now Zad, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: In 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alokozai-stam. Lid van de Talibanleiding in de provincie Helmand, Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427430

12.   Ahmed Jan Akhundzada Wazir (alias a) Haji Ahmad Jan, b) Ahmed Jan Akhund).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Water en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: In 2009 lid van de hoge militaire raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678353

13.   Attiqullah Akhund.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Shah Wali Kot, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge militaire raad van de Taliban en van de hoge raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427204

14.   Hamidullah Akhund Sher Mohammad (alias a) Janat Gul, b) Hamidullah Akhund).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1972 en 1973. Geboorteplaats: a) Sarpolad, district Washer, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427570

15.   Mohammad Hassan Akhund.

Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste plaatsvervanger, Raad van Ministers onder het Talibanregime, b) minister van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime, c) gouverneur van Kandahar onder het Talibanregime; d) politiek adviseur van Moellah Mohammed Omar. Geboortedatum: a) ongeveer 1955-1957, b) ongeveer 1945-1950. Geboorteplaats: Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: Heeft nauwe banden met Moellah Mohammed Omar. In december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Behoort tot de Kakar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427207

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammed Hassan Akhund is een naaste medewerker en politiek adviseur van Mohammed Omar.

Mohammed Hassan Akhund was medio 2009 nog actief als Talibanleider. Hij was in december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Begin 2010 was hij een van de meest efficiënte Talibancommandanten.

16.   Mohammad Abbas Akhund.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van Kandahar onder het Talibanregime, b) minister van Volksgezondheid onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Khas Uruzgan, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban, belast met het Medisch Comité, in januari 2011. Houdt sinds medio 2013 rechtstreeks toezicht op drie medische centra waar gewonde Talibanstrijders worden verzorgd. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427417

17.   Mohammad Essa Akhund.

Titel: a) Alhaj, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Watervoorziening, Afvalwaterverwerking en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: regio Mial, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427423

18.   Ubaidullah Akhund Yar Mohammed Akhund (alias a) Obaidullah Akhund, b) Obaid Ullah Akhund).

Titel: a) Moellah, b) Hadji, c) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Defensie onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1968, b) 1969. Geboorteplaats: a) Sangisar, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan, c) regio Nalgham, district Zheray, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Hij was een van de plaatsvervangers van Moellah Mohammed Omar en lid van de hoge raad van de Taliban, belast met militaire operaties. Gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan. Overleden (bevestigd) in maart 2010 en begraven in Karachi, Pakistan. Door huwelijk verbonden met Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad. Behoorde tot de Alokozai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678686

19.   Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada (alias a) Ahmad Jan Akhunzada, b) Ahmad Jan Akhund Zada).

Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincies Zabol en Uruzgan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1966 en 1967 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Lablan, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, begin 2007. Zwager van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706028

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada was begin 2007 als lid van de Taliban belast met de provincie Uruzgan. Hij is een zwager van Moellah Mohammed Omar.

20.   Mohammad Eshaq Akhunzada (alias Mohammad Ishaq Akhund).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Laghman (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: In 2008 commandant van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Ghazni. Behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665076

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Eshaq Akhunzada was in 2008 provinciaal commandant van de Taliban voor de provincie Ghazni, Afghanistan, en was in 2011 nog actief in die provincie.

21.   Abdul Habib Alizai (alias a) Hadji Agha JanAlizai, b) Hadji Agha Jan, c) Agha Jan Alazai, d) Hadji Loi Lala, e) Loi Agha, f) Abdul Habib, g) Agha Jan Alizai

Image 1

(voorheen op de lijst geplaatst als)).

Titel: Hadji Redenen voor plaatsing op de lijst: beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Geboortedatum: a)15.10.1963, b) 14.2.1973, c) 1967, d) rond 1957. Geboorteplaats: a) Yatimchai, district Musa Qala, provincie Helmand, Afghanistan, b) provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.

Overige informatie: Beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Maakte regelmatig reizen naar Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1684147

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Agha Jan Alizai leidde een van de grootste drugshandelnetwerken in de provincie Helmand, Afghanistan, en betaalde de Taliban om zijn drugshandel te beschermen. In 2008 trof een groep drugshandelaars, onder wie Alizai, een regeling met de Taliban waarbij zij aan de Taliban een grondbelasting betaalden voor hun opiumplantages en de Taliban in ruil daarvoor instemden met het organiseren van drugstransporten. De Taliban stemden er ook mee in de drugshandelaars en hun opslagplaatsen bescherming te bieden, terwijl de drugshandelaars onderdak en vervoer verschaften aan Talibanstrijders. Alizai was ook betrokken bij de aankoop van wapens voor de Taliban en reisde regelmatig naar Pakistan om er hooggeplaatste Talibanleiders te ontmoeten. Alizai speelde voorts een faciliterende rol bij de aanschaf van valse Iraanse paspoorten waarmee Talibanleden naar Iran reisden voor trainingen. In 2009 bezorgde Alizai een commandant van de Taliban een paspoort en financiële middelen om naar Iran te reizen.

22.   Allah Dad Mati (alias a) Allahdad, b) Shahidwror, c) Akhund).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Stadsontwikkeling onder het Talibanregime, b) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, c) hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1953, b) rond 1960. Geboorteplaats: Kadani, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: Verloor een voet bij de explosie van een landmijn. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427390

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Allah Dad Mati werd op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als minister van Stadsontwikkeling van het Talibanregime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Allah Dad Mati, lid van de Nurzai-stam uit Spin Boldak, was ook voorzitter van de centrale bank van het Talibanregime (Da Afghanistan Bank) en hoofd van Ariana Afghan Airlines van het Talibanregime.

23.   Aminullah Amin Quddus (alias a) Muhammad Yusuf, b) Aminullah Amin).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Saripul (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: Loy Karez, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2011. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678553

24.   Mohammad Sadiq Amir Mohammad.

Titel: a) Alhaj, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van het Afghaanse handelsagentschap, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1934. Geboorteplaats: a) provincie Ghazni, Afghanistan, b) provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE 011252 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Naar verluidt overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446067

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Sadiq Amir Mohammad was lid van de nieuwe majlis-shura die naar verluidt in oktober 2006 door Mohammed Omar werd aangekondigd.

25.   Muhammad Taher Anwari (alias a) Mohammad Taher Anwari, b) Muhammad Tahir Anwari, c) Mohammad Tahre Anwari, d) Haji Mudir.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) minister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427388

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Als directeur Administratieve Aangelegenheden viel Muhammad Taher Anwari onder de raad van Ministers van het Taliban-regime — het hoogste niveau binnen de Taliban-hiërarchie. Hij was tevens minister van Financiën van het Taliban-regime.

Voorts schreef hij toespraken voor de hoogste Taliban-leider, Mohammed Omar.

26.   Arefullah Aref Ghazi Mohammad (alias Arefullah Aref).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Financiën onder het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Paktia onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Lawang (Lawand), district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001

Overige informatie: leidt sinds medio 2013 het Taliban-„front” in het district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427419

27.   Sayed Esmatullah Asem Abdul Quddus (alias a) Esmatullah Asem, b) Asmatullah Asem, c) Sayed Esmatullah Asem).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime; b) secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Geboorteplaats: Qalayi Shaikh, district Chaparhar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in mei 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de Taliban-shura van Peshawar. Verantwoordelijk voor activiteiten van de Afghaanse Taliban in federaal bestuurde stamgebieden in Pakistan in 2008. Hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427438

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ten tijde van opname in de lijst was Sayed Esmatullah Asem tevens secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-bewind. In mei 2007 trad hij toe tot de hoge raad van de Taliban. In 2009 was hij voorts lid van een regionale Taliban-raad.

Sayed Esmatullah Asem heeft de leiding gehad over een groep Taliban-strijders in het district Chaparhar, in de provincie Nangarhar, Afghanistan. Als Taliban-commandant in de provincie Konar zond hij in 2007 zelfmoordenaars naar verschillende provincies in het oosten van Afghanistan om er bomaanslagen te plegen. Hij is een hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012.

Eind 2008 leidde Sayed Esmatullah Asem een opleidingskamp van de Taliban in het grensgebied van Afghanistan en Pakistan.

28.   Atiqullah Wali Mohammad (alias Atiqullah).

Titel: a) Hadji; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Buitenlandse Betrekkingen, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, b) directeur Openbare Werken, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, c) eerste viceminister van Landbouw onder het Taliban-regime, d) viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: a) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) het dorp Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: oorspronkelijk uit Uruzgan, heeft zich later in Kandahar gevestigd. Was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban. Geen specifieke rol in de Taliban-beweging, sinds medio 2013 actief als zakenman op persoonlijke titel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 van de Veiligheidsraad (2008) werd op 27 juli 2010 afgesloten Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5240911

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Atiqullah kreeg een functie in Kandahar na de inname van Kabul door de Taliban in 1996. Hij werd in 1999 of 2000 benoemd tot eerste viceminister van Landbouw, en vervolgens tot viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Atiqullah werd na de val van het Taliban-regime operationeel medewerker van de Taliban in het zuiden van Afghanistan. Hij werd in 2008 adjunct van de Taliban-gouverneur van de provincie Helmand in Afghanistan. Hij was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban.

29.   Azizirahman Abdul Ahad.

Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: district Shega, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 44323 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4640065

30.   Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk (alias a) Mullah Baradar Akhund; b) Abdul Ghani Baradar).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Defensie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Yatimak, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan.

Verzoek tot uitlevering aan Afghanistan hangende voor het Hooggerechtshof in Lahore, Pakistan in juni 2011. Behoort tot de Popalzai-stam. Hooggeplaatste militaire bevelhebber van de Taliban en lid van de „Quetta-raad” van de Taliban (mei 2007). Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427381

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Ghani Baradar was een hooggeplaatse militaire commandant van de Taliban en trad in februari 2010 toe tot de leiding van de Taliban.

Als viceminister van Defensie van het Taliban-regime werd hij beschouwd als een van Mohammed Omar's plaatsvervangers en gaf hij leiding aan de afdeling militaire zaken van de Taliban.

Hij was een sleutelfiguur binnen het netwerk van de Taliban en organiseerde Taliban-operaties tegen de Afghaanse regering en tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid, in nauwe samenwerking met de minister van Defensie van de Taliban, Ubaidullah Akhund.

31.   Shahabuddin Delawar.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervanger in het Hooggerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1957; b) 1953. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: Afghaans paspoortnummer OA296623. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: adjunct-hoofd van de ambassade van het Taliban-regime in Riyadh, Saudi-Arabië tot 25 september 1998. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar Speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427559

32.   Dost Mohammad (alias Doost Mohammad).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: a) Nawi Deh, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. b) Marghankecha, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: heeft banden met Moellah Jalil Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662447

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Dost Mohammad is door de leiding van de Taliban tevens belast met de leiding over de militaire operaties in Angora, in de provincie Nuristan in Afghanistan.

In maart 2010 was Dost Mohammad de Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Nuristan en stond hij aan het hoofd van een madrassa van waaruit hij strijders rekruteerde.

33.   Mohammad Azam Elmi (alias Muhammad Azami).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Mijnbouw en Industrie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Sayd Karam, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: naar verluidt in 2005 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665205

34.   Faiz.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling Voorlichting, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1969. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493746

35.   Rustum Hanafi Habibullah (alias a) Rostam Nuristani, b) Hanafi Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Dara Kolum, district Do Aab, provincie Nuristan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nuristan, Afghanistan (mei 2007). Behoort tot de Nuristani-stam, Is naar verluidt begin 2012 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427427

36.   Gul Ahmad Hakimi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) provincie Logar, Afghanistan; b) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665175

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gul Ahmad Hakimi was tevens directeur-generaal van de afdeling Secundair Onderwijs van het ministerie van Onderwijs in Kabul van het Taliban-regime voordat hij in 1996 werd benoemd in Karachi.

37.   Abdullah Hamad Mohammad Karim (alias al-Hammad).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: Darweshan, regio Hazar Juft, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: D 000857 (afgegeven op 20.11.1997). Nationaal identiteitsnr.: 300786 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446048

38.   Hamdullah Allah Noor.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1973. Geboorteplaats: district nummer 6, Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 4414 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Aanvullende titel: Hafiz.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665093

39.   Din Mohammad Hanif (alias a) Qari Din Mohammad; b) Iadena Mohammad).

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Planning onder het Taliban-regime; b) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1955. Geboorteplaats: het dorp Shakarlab, district Yaftali, provincie Badakhshan, Afghanistan; Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: OA 454044 (als Iadena Mohammad). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakhshan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493613

40.   Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad (alias: a) Abdul Jalil Akhund, b) Akhter Mohmad, c) Hadji Gulab Gul, d) Abdul Jalil Haqqani, e) Nazar Jan).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: a) nummer Afghanistan OR 1961825, afgegeven op 4 februari 2003 (vervallen op 2 februari 2006, op naam van Akhter Mohmad); b) nummer Afghanistan TR 024417, afgegeven op 20 december 2003 (vervallen op 29 december 2006, op naam van Haji Gulab Gul); Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007. Lid van de financiële commissie van de Taliban-raad. Verantwoordelijk voor de logistiek van de Taliban en medio 2013 ook actief als zakenman op persoonlijke titel. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Atiqullah Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427402

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad was lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007 en lid van de financiële commissie van de Taliban-raad.

41.   Ezatullah Haqqani Khan Sayyid (alias Ezatullah Haqqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Planning onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban-shura van Peshawar sinds 2008. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678668

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ezatullah Haqqani werd op 23 februari 2001 aanvankelijk op de lijst vermeld als Maulavi Ezatullah. De toevoeging „Haqqani” op de VN-lijst dateert van 27 september 2007. In 2009 was Ezatullah Haqqani lid van een regionale Taliban-raad.

42.   Jalaluddin Haqqani (alias: a) Jalaluddin Haqani, b) Jallalouddin Haqqani, c) Jallalouddine Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1942; b) rond 1948. Geboorteplaats: a) regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden). Broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Is actief Taliban-leider. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Hoofd van de Taliban-shura van Miram Shah in 2008. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427400

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Jalaluddin Haqqani onderhoudt nauwe betrekkingen met Mohammed Omar en onderhield nauwe betrekkingen met Usama bin Laden (overleden). Hij is de vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden), en de broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Hij is actief Taliban-leider. Jalaluddin Haqqani verzorgde in 2007 ook de verbindingen tussen Al Qaida en de Taliban. In juni 2008 was hij voorzitter van de „Miram Shah-raad” van de Taliban.

Aanvankelijk bekleedde hij een leidinggevende positie in de Mwalawi Hezbi Islami-partij in de provincies Khost, Paktika en Paktia. Later voegde hij zich bij de Taliban en werd hij benoemd tot minister van Grensaangelegenheden. Na de val van het Taliban-regime ontkwam hij samen met leden van de Taliban en van Al Qaida naar noord-Waziristan, waar hij zijn milities hergroepeerde met het oog op de strijd tegen de regering van Afghanistan.

Haqqani is beschuldigd van betrokkenheid bij de bomaanslag op de Indiase ambassade in Kabul in 2008 en bij de poging om president Karzai te vermoorden tijdens een militaire parade in Kabul eerder dat jaar. Haqqani was ook betrokken bij een aanslag op gebouwen van ministeries in Kabul in februari 2009.

Jalaluddin Haqqani is de stichter van het Haqqani-netwerk.

43.   Khalil Ahmed Haqqani (alias a) Khalil Al-Rahman Haqqani; b) Khalil ur Rahman Haqqani; c) Khaleel Haqqani).

Titel: Hadji. Adres: a) Peshawar, Pakistan; b) bij de Dergey Manday Madrassa in de Dergey Manday, nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; c) Kayla nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; d) Sarana Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1.1.1966; b) tussen 1958 en 1964. Geboorteplaats: Sarana, regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 9.2.2011.

Overige informatie: eminent lid van het Haqqaninetwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Reisde eerder naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met het oog op fondsenwerving. Broer van Jalaluddin Haqqani en oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1929286

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Khalil Ahmed Haqqani is een hoge functionaris binnen het Haqqaninetwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqaninetwerk, dat een prominente rol speelt onder de opstandelingen in Afghanistan, is opgericht door de broer van Khalil Haqqani, Jalaluddin Haqqani, die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar schaarde.

Khalil Haqqani houdt zich bezig met fondsenwerving voor de Taliban en het Haqqaninetwerk; hij is vaak in het buitenland om er geldschieters te ontmoeten. In september 2009 was hij al in de Golfregio geweest en had er fondsen geworven, zoals ook uit bronnen in Zuid- en Oost-Azië.

Khalil Haqqani verstrekt ook steun aan de Taliban en het Haqqaninetwerk in Afghanistan. Begin 2010 al gaf hij financiële steun aan Talibancellen in de provincie Logar in Afghanistan. In 2009 leverde en controleerde hij ongeveer 160 soldaten in de provincie Logar in Afghanistan; hij was een van de schuldigen aan het vasthouden van tegenstanders die door de Taliban en het Haqqaninetwerk gevangen waren genomen. Voor Talibanoperaties stond Khalil Haqqani onder het bevel van zijn neef Sirajuddin Haqqani.

Khalil Haqqani heeft voorts gewerkt voor rekening van Al Qaida, en is met hun militaire operaties in verband gebracht. In 2002 heeft hij eenheden van Al Qaida versterkt met manschappen in de provincie Paktia in Pakistanversterking geboden. Khalil Ahmed Haqqani is tevens de broer van Mohammad Ibrahim Omari en de oom van Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).

44.   Mohammad Moslim Haqqani Muhammadi Gul (alias Moslim Haqqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister voor Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Taliban-regime; b) viceminister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: Gawargan, district Pul-e-Khumri, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 1136 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: etnische Pasjtoen uit de provincie Baghlan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Spreekt vloeiend Engels, Urdu en Arabisch. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427425

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Moslim Haqqani was tevens viceminister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. De aanwijzing is op 18 juli 2007 aan de VN-lijst toegevoegd.

45.   Mohammad Salim Haqqani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister voor Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond de periode 1966-1967. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010. Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Behoort tot de etnische groep van de Pashai. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494034

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In 2006 maakte Mohammad Salim Haqqani deel uit van een Taliban-raad die plannen smeedde voor aanslagen op strijdkrachten van de Afghaanse regering in de provincie Laghman, in Afghanistan. Eind 2004 was hij Taliban-commandant in deze provincie. Hij was tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010 en lid van een regionale militaire raad van de Taliban in juni 2010.

46.   Nasiruddin Haqqani (alias a) Dr. Alim Ghair; b) Naseer Haqqani; c) Dr. Naseer Haqqani; d) Nassir Haqqani; e) Nashir Haqqani).

Motivering voor plaatsing op de lijst: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1970-1973. Geboorteplaats: district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.

Overige informatie: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Heeft reizen gemaakt naar Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld bijeen te brengen voor de Taliban. Naar verluidt in 2013 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621257

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Haqqani-netwerk is een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zonen van stichter Jalaluddin Haqqani; een van hen is Nasiruddin Haqqani. Nasiruddin Haqqani fungeert als afgezant voor het Haqqani-netwerk en besteedt veel tijd aan fondsenwerving. In 2004 reisde hij in gezelschap van een Talibanmedestander naar Saudi-Arabië om er geld te verzamelen voor de Taliban. Voorts heeft hij in 2004 geld verstrekt aan militanten in Afghanistan, om er de presidentsverkiezingen te saboteren. In ieder geval tussen 2005 en 2008 heeft hij diverse reizen ondernomen om geld bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk, met name op geregelde tijdstippen naar de Verenigde Arabische Emiraten in 2007, en eenmaal naar een andere Golfstaat in 2008.

Medio 2007 zou Haqqani over drie grote financieringsbronnen hebben beschikt: schenkingen uit de Golfregio, drugshandel, en betalingen door Al Qaida. Eind 2009 ontving Nasiruddin Haqqani honderdduizenden dollars van medestanders van Al Qaida op het Arabisch schiereiland om er de activiteiten van het Haqqani-netwerk mee te bekostigen. Zijn broers Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.

47.   Sayyed Mohammed Haqqani (alias Sayyed Mohammad Haqqani).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Chaharbagh, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001

Overige informatie: afgestudeerd aan Haqqaniya Madrassa in Akora Khattak, Pakistan. Heeft vermoedelijk nauwe banden gehad met Taliban-leider Moellah Mohammad Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoogste raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Barakzay-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Naar verluidt in januari 2016 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493918

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sayyed Mohammed Haqqani is een bondgenoot van Gulbbudin Hekmatyar en een trouwe aanhanger van Moellah Mohammed Omar. Als directeur Administratieve Zaken van het Taliban-regime verdeelde hij Afghaanse identiteitskaarten onder aan Al Qaida gelieerde buitenlanders die in Afghanistan vochten en zamelde hij grote sommen geld onder hen in.

Sayyed Mohammed Haqqani heeft in 2003 en 2004 verschillende ontmoetingen gehad met Aiman Muhammed Rabi al-Zawahiri en Farhad, de secretaris van Mohammed Omar. Hij opende een boekwinkel in de bazaar van Qissa Khwani, Peshawar, Pakistan, die betrokken was bij de financiering van de Taliban. In maart 2009 was hij nog altijd actief als leider van de Taliban-opstand. Hij was in juni 2010 lid van de van de hoge raad van de Taliban.

48.   Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (alias a) Siraj Haqqani, b) Serajuddin Haqani, c) Siraj Haqani, d) Saraj Haqani, e) Khalifa).

Motivering voor plaatsing op de lijst: Na'ib Amir (tweede bevelhebber). Adres: a) in de buurt van Kela / in de buurt van Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Manba'ul uloom Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; c) Dergey Manday Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1977-1978. Geboorteplaats: a) Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) het dorp Srana, district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan; c) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan; d) provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 13.9.2007.

Overige informatie: sinds eind 2012 hoofd van het Haqqani-netwerk. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Behoort tot de sectie Sultan Khel van de Zardan-stam van Garda Saray in de provincie Paktia, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving INTERPOL/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1491193

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sirajuddin Jallaloudine Haqqani is een van de meest prominente, invloedrijke, charismatische en ervaren leiders binnen het Haqqani-netwerk, een groep strijders die nauwe banden onderhoudt met zowel de Taliban als Al Qaida, en is sedert 2004 een van de belangrijkste operationele commandanten van het netwerk. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Sirajuddin Haqqani de controle over het Haqqani-netwerk en sindsdien heeft hij van de groep een van de meest actieve rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.

Een groot deel van zijn macht en gezag ontleent Sirajuddin Haqqani aan zijn vader, Jalaluddin Haqqani, een voormalig minister van het Taliban-regime, die militair commandant van de Taliban was, en bemiddelaar voor Al Qaida en de Taliban aan weerszijden van de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Gedurende zijn ministerschap onder het Taliban-regime smeedde Jalaluddin Haqqani zeer hechte banden met Al Qaida.

Sirajuddin Haqqani heeft nauwe banden met de Taliban, die hem van financiële middelen voorziet voor zijn operaties. Hij ontvangt ook middelen van verschillende andere groepen en personen, onder wie vooraanstaande drugshandelaren. Hij is een belangrijk facilitator van terroristische operaties in Afghanistan en steunt activiteiten in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zijn banden met de Taliban zijn in mei 2006 bekendgemaakt door Moellah Dadullah, op dat moment een van de hoogste militaire bevelvoerders van de Taliban, die verklaarde dat hij samenwerkte met Sirajuddin Haqqani en met hem operaties plande. Hij heeft eveneens banden met Jaish-i-Mohammed.

Sirajuddin Haqqani is actief betrokken bij het plannen en uitvoeren van aanslagen tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF), en tegen Afghaanse functionarissen en burgers, vooral in de oostelijke en zuidelijke regio's van Afghanistan. Hij rekruteert ook regelmatig strijders en hij zendt strijders naar de provincies Khost, Paktia en Paktika in Afghanistan.

Sirajuddin Haqqani was betrokken bij de zelfmoordaanslagen met bommen op een bus van de politieacademie in Kabul op 18 juni 2007, waarbij 35 politiefunctionarissen omkwamen. Zijn broers Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.

49.   Abdul Hai Hazem Abdul Qader (alias Abdul Hai Hazem).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Pashawal Yargatoo, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 0001203 (Afghaans paspoort). Adres: a) Iltifat, district Shakardara, provincie Kabul, Afghanistan; b) wijk Puli Charkhi, District Number 9, Kabul, provincie Kabul. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446037

50.   Hidayatullah (alias Abu Turab).

Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart en Toerisme onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 8.3.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1529230

51.   Abdul Rahman Ahmad Hottak (alias Hottak Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister (Cultuur) van Voorlichting en Cultuur onder het Taliban-regime; b) hoofd van de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494052

52.   Najibullah Haqqani Hidayatullah (alias Najibullah Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Moni, district Shigal, provincie Kunar. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: nummer van de Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira): 545167, afgegeven in 1974. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: neef van Moulavi Noor Jalal. de naam van zijn grootvader is Salam. Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010. houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493752

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Najibullah Haqqani Hydayetullah was tevens viceminister van Financiën van het Taliban-regime. Deze persoon werd op 18 juli 2007 toegevoegd aan de lijst. Op 27 september 2007 is de vermelding geactualiseerd, waarbij de oorspronkelijke vermelding „viceminister van Openbare Werken van het Taliban-regime” is verwijderd.

Najibullah Haqqani Hydayetullah was lid van de Taliban-raad in de provincie Kunar, Afghanistan, sinds mei 2007. Hij is een neef van Noor Jalal. In juni 2008 is hij door de leiding van de Taliban benoemd tot verantwoordelijke voor de militaire activiteiten in de provincie Kunar.

Najibullah Haqqani Hydayetullah is Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010.

53.   Gul Agha Ishakzai (alias a) Moellah Gul Agha; b) Moellah Gul Agha Akhund; c) Hidayatullah; d) Hadji Hidayatullah; e) Hayadatullah).

Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: Band-e-Timor, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.

Overige informatie: lid van een Taliban-raad die de inzameling van de zakat (islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Medio 2013 hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Heeft banden met Moellah Mohammed Omar. Was Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Behoort tot de Ishaqzai -stam.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621285

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gul Agha Ishakzai staat aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban en is lid van een onlangs ingestelde Taliban-raad die de inzameling van de zakat (Islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Hij heeft ook geld ingezameld voor zelfmoordaanslagen in Kandahar, Afghanistan, en was betrokken bij de uitkering van geld aan Taliban-strijders en hun familie.

Als jeugdvriend van Taliban-leider Moellah Mohammad Omar was Gul Agha Ishakzai Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Op een gegeven moment was een ontmoeting met Moellah Omar alleen mogelijk na zijn goedkeuring. Hij woonde tijdens het Taliban-regime samen met Omar in het presidentieel paleis.

In december 2005 faciliteerde Gul Agha Ishakzai de verhuizing van mensen en goederen naar Taliban-trainingskampen; eind 2006 reisde hij naar het buitenland voor de aanschaf van wapenonderdelen.

54.   Qudratullah Jamal (alias Hadji Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Voorlichting onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Gardez, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427404

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In april 2009 liet de leiding van de Taliban weten dat Qudratullah Jamal was benoemd tot verbindingspersoon voor de contacten met hun vrienden en sympathisanten overal ter wereld. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010.

55.   Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad (alias Saleh Mohammad).

Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Nalgham, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.

Overige informatie: leidt een georganiseerd smokkelnetwerk in de provincies Kandahar en Helmand, Afghanistan. Exploiteerde voordien heroïneverwerkingslaboratoria in Band-e-Timor, provincie Kandahar, Afghanistan. Bezit een autohandel in Mirwais Mena, district Dand, provincie Kandahar, Afghanistan. Uit detentie vrijgelaten in Afghanistan in februari 2014. Door huwelijk verbonden met Moellah Ubaidullah Akhund Yar Mohammad Akhund. Behoort tot de Kakar-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652885

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saleh Mohammad Kakar is een drugshandelaar die een georganiseerd smokkelnetwerk in de Afghaanse provincies Kandahar en Helmand leidt, om in de logistieke en financiële behoeften van de Taliban te voorzien. Voor zijn arrestatie door de Afghaanse autoriteiten leidde Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad in Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan, laboratoria voor heroïneverwerking, die onder bescherming van de Taliban stonden.

Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad heeft contact gehad met hoge Taliban-leiders, in de namens hen geld bij drugshandelaars en beheerde en verborg geld van hooggeplaatste Taliban-leden. Hij was ook verantwoordelijk voor het faciliteren van betalingen van belastinggelden aan de Taliban namens drugshandelaars. Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad bezat een autohandel in Kandahar en heeft voertuigen aan de Taliban verschaft voor zelfmoordaanslagen.

56.   Rahmatullah Kakazada (alias a) Rehmatullah; b) Kakazada; c) Moellah Nasir).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1968. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 000952 (Afghaans paspoort afgegeven op 7.1.1999). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Ghazni, Afghanistan, sinds mei 2007. Hoofd van een inlichtingennetwerk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Suleimankheil-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/144605

57.   Abdul Rauf Khadem (alias Moellah Abdul Rauf Aliza).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: commandant van het Centraal Korps onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) tussen 1958 en 1963, b) rond 1970. Geboorteplaats: a) Azan, district Kajaki, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban-shura in Quetta in 2009. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665146

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Centraal Korps viel onder het ministerie van Defensie van het Taliban-regime.

Abdul Rauf Khadem was in 2009 het Taliban-lid dat verantwoordelijk was voor de provincie Logar. Abdul Rauf Khadem was de algemene militaire commandant van verschillende provincies in Afghanistan. Abdul Rauf Khadem was in 2009 lid van een regionale Taliban-raad. Hij was het lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011.

58.   Khairullah Khairkhwah (alias a) Moellah Khairullah Khairkhwah, b) Khirullah Said Wali Khairkhwa).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Herat (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime; d) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Poti, district Arghistan, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427436

59.   Abdul Razaq Akhund Lala Akhund.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd van de politie van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, in het grensgebied met het district Chaman, Quetta, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2008. Plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar in maart 2010. Lid van de toezichtscommissie van de Taliban sinds medio 2013. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427412

60.   Jan Mohammad Madani Ikram.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1954 en 1955. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039466

61.   Zia-ur-Rahman Madani (alias) a) Ziaurrahman Madani, b) Zaia u Rahman Madani, c) Madani Saheb), d) Diya' al-Rahman Madani).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Logar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Paliran, district Namakab, provincie Takhar, Afghanistan, (b) Taluqan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor militaire aangelegenheden in de provincie Takhar, Afghanistan, sinds mei 2007. Werkt sinds 2003 aan fondsenwerving in de Golf namens de Taliban. Heeft tevens ontmoetingen tussen Talibanambtenaren en welgestelde aanhangers georganiseerd en voor meer dan twaalf personen reizen geregeld naar Kabul, Afghanistan, met het oog op zelfmoordaanslagen. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494026

62.   Abdul Latif Mansur (alias a) Abdul Latif Mansoor, b) Wali Mohammad).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Landbouw onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: sinds eind 2012 schaduwgouverneur voor de Taliban voor de provincie Logar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sahak-stam (substam Ghilzai).

Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427385

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Latif Mansur was in 2009 lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van de politieke commissie van deze raad. Voor de Taliban was hij schaduwgouverneur van de provincie Nangarhar, Afghanistan, in 2009 en medio 2009 stond hij aan het hoofd van de politieke commissie van de Taliban. In mei 2010 was Abdul Latif Mansur een hooggeplaatst Taliban-commandant in oost-Afghanistan.

63.   Mohammadullah Mati (alias Mawlawi Nanai).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: verloor een been in de jaren 80. Interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010. Sinds medio 2013 belast met rekruteringsactiviteiten. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Isakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665126

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammadullah Mati was tevens minister van Communicatie van het Taliban-regime onder de naam „Ahmadullah Mutie”. Hij was de interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010.

64.   Matiullah.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van het douanekantoor Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: houdt zich sinds medio 2013 bezig met rekrutering voor de Taliban-beweging. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427413

65.   Abdul Quddus Mazhari (alias Akhtar Mohammad Maz-hari).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: onderwijsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Kushal Khan Mena, District Nummer 5, Kabul, Afghanistan. Paspoortnummer: SE 012820 (Afghaans paspoort afgegeven op 4.11.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446044

66.   Fazl Mohammad Mazloom (alias a) Molah Fazl, b) Fazel Mohammad Mazloom).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: plaatsvervangend stafchef van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707186

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Fazl Mohammad Mazloom had nauwe banden met Mohammed Omar en hielp deze bij het vestigen van het Taliban-regime. Mazloom bezocht het door Al Qaida gestichte trainingskamp Al Farouq. Het was hem bekend dat de Taliban bijstand verleenden aan de Islamitische Beweging van Oezbekistan in de vorm van geld, wapens en logistieke steun in ruil voor de beschikbaarstelling van manschappen aan de Taliban.

In oktober 2001 was hij commandant van ongeveer 3 000 frontsoldaten van de Taliban in de provincie Takhar.

67.   Nazir Mohammad Abdul Basir (alias Nazar Mohammad).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van de stad Kunduz, b) waarnemend gouverneur van de provincie Kunduz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Malaghi, district Kunduz, provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Andere titel: Sar Muallim. Heeft zich verzoend na de val van het Taliban-regime, en heeft onder de nieuwe regering taken op districtsniveau op zich genomen in de provincie Kunduz. Vermoord (bevestigd) door de Taliban op 9 november 2008. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665167

68.   Mohammad Shafiq Mohammadi.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Khost (Afghanistan) onder het Taliban-regime, b) gouverneur-generaal van de provincies Paktia, Paktika, Khost en Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1948. Geboorteplaats: district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt sinds medio 2013 toezicht op twee militaire trainingscentra. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427517

69.   Abdul Kabir Mohammad Jan (alias A. Kabir).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) tweede plaatsvervanger, Economische Zaken, Raad van Ministers van het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Nangarhar onder het Taliban-regime; c) hoofd van de Oostelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Pul-e-Khumri of Baghlan Jadid, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Actief in terreuroperaties in Oost-Afghanistan. Int geld bij drugshandelaars. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Zijn familie komt oorspronkelijk uit het district Neka, provincie Paktika, Afghanistan.

Verantwoordelijk voor een aanval op Afghaanse parlementsleden in november 2007 in Baghlan. Bezit grond in de centrale provincie Baghlan. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493564

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Kabir Mohammad Jan was, volgens een bekendmaking van Mohammed Omar in oktober 2006, lid van de hoge leidinggevende raad van de Taliban, en is in oktober 2007 benoemd tot militair commandant van de oostelijke zone. Hij was in 2009 lid van de van de hoge raad van de Taliban. Hij int namens de Taliban geld bij drugshandelaars.

70.   Mohammad Rasul Ayyub (alias Gurg).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Nimroz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: Robat, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662451

71.   Mohammad Wali Mohammad Ewaz (alias Mohammad Wali).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: a) Jelawur, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: naar verluidt overleden in december 2006 en begraven in het district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Behoorde tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427424

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In zijn functie op het ministerie van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering tijdens het Taliban-regime heeft Mohammad Wali geregeld gebruikgemaakt van foltering en andere middelen om de bevolking te intimideren. Mohammad Wali Mohammad Ewaz is na de val van het Taliban-regime actief gebleven bij de Taliban in de provincie Kandahar, Afghanistan.

72.   Mohammad Yaqoub.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Bakhtar Information Agency (BIA) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: a) district Shahjoi, provincie Zabul, Afghanistan b) district Janda, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: lid van de culturele commissie van de Taliban. Leidt een Taliban-„front” en coördineert alle militaire activiteiten van de Taliban-strijdkrachten in het district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti (Taraki)-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741615

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In 2009 was Mohammad Yaqoub een leidinggevend Taliban-lid in het district Yousef Khel van de provincie Paktika. Hij was lid van de culturele commissie van de Taliban.

73.   Amir Khan Motaqi (alias Amir Khan Muttaqi).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Onderwijs van het Taliban-regime; b) vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de VN tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) Shin Kalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sulaimankhel-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427382

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Amir Khan Motaqi was ook vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de Verenigde Naties tijdens het Taliban-regime.

Amir Khan Motaqi wordt beschouwd als een prominent lid van de Taliban; hij was ook minister van Informatie en Cultuur tijdens het Taliban-regime. In juni 2007 was Amir Khan Motaqi lid van een regionale Taliban-raad. Hij was in juni 2007 lid van de van de hoge raad van de Taliban.

74.   Abdulhai Motmaen (alias a) Abdul Haq zoon van Anwar Khan).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) directeur van de afdeling Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: a) Shinkalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan; b) provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Afghaans paspoortnummer OA462456 (afgegeven op naam van Abdul Haq), 31.1.2012 (11-11-1390). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Zijn familie komt oorspronkelijk uit Zabul, maar heeft zich later in Helmand gevestigd. Lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Moellah Omar sinds 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427418

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdulhai Motmaen was de hoogstgeplaatste Taliban-woordvoerder en gaf verklaringen van de Taliban betreffende het buitenlandbeleid af. Hij was ook een naaste medewerker van Mohammed Omar. Hij was in 2007 lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Mohammed Omar.

75.   Allah Dad Tayeb Wali Muhammad (alias a) Allah Dad Tayyab, b) Allah Dad Tabeeb).

Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Ghorak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) district Nesh, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Overleden in november 2015. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427415

76.   Najibullah Muhammad Juma (alias Najib Ullah).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: gebied Zere Kohi, district Shindand, provincie Farah, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: 000737 (Afghaans paspoort afgegeven op 20.10.1996). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427573

77.   Mohammad Naim Barich Khudaidad (alias a) Mullah Naeem Barech, b) Mullah Naeem Baraich, c) Mullah Naimullah, d) Mullah Naim Bareh, e) Mohammad Naim, f) Mullah Naim Barich, g) Mullah Naim Barech, h) Mullah Naim Barech Akhund, i) Mullah Naeem Baric, j) Naim Berich, k) Haji Gul Mohammed Naim Barich, l) Gul Mohammad, m) Haji Ghul Mohammad, n) Gul Mohammad Kamran, o) Mawlawi Gul Mohammad, p) Spen Zrae).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Lakhi, gebied Hazarjuft, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; b) Laki, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; c) Lakari, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; d) Darvishan, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; e) De Luy Wiyalah, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de militaire commissie van de Taliban medio 2013.

Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barich-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665674

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Naim Barich was in juni 2008 lid van de Taliban-raad in Gerdi Jangal en in maart 2010 lid van de militaire commissie van de Taliban. Hij is sinds mei 2008 het Taliban-lid dat verantwoordelijk is voor de provincie Helmand in Afghanistan. Hij is voormalig plaatsvervanger van Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed, een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Mohammad Naim Barich leidt een militaire basis in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Via Rahat Ltd. voorzag Mohammad Naim Barich ondergeschikte bevelhebbers van middelen om operaties van opstandelingen te plannen en uit te voeren in het zuiden van Afghanistan.

78.   Nik Mohammad Dost Mohammad (alias Nik Mohammad).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Handel onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: Zangi Abad, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: leidt sinds medio 2013 een commissie die de vijanden van de Taliban moet registreren. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039745

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Nik Mohammad is op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Handel van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.

79.   Hamdullah Nomani.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Sipayaw, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427408

80.   Mohammad Aleem Noorani.

Titel: Moefti. Redenen voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665686

81.   Nurullah Nuri (alias Norullah Noori).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Balkh (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) hoofd van de Noordelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1958; b) 1 januari 1967. Geboorteplaats: district Shahjoe, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Tokhi-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427439

82.   Abdul Manan Nyazi (alias a) Abdul Manan Nayazi, b) Abdul Manan Niazi, c) Baryaly, d) Baryalai).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime, b) gouverneur van de provincie Balkh onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Pashtoon Zarghoon, provincie Herat, Afghanistan, b) Sardar, district Kohsan, provincie Herat, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban, medio 2013 verantwoordelijk voor de provincies Herat, Farah en Nimroz. Lid van de hoge raad van de Taliban en de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427440

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Manan Nyazi was tevens woordvoerder van de Taliban en naderhand provinciaal gouverneur van de provincies Mazar-e-Sharif en Kabul onder het Taliban-regime.

Abdul Manan Nyazi is een hooggeplaatst Taliban-commandant in het westen van Afghanistan, en is sedert medio 2009 actief in de provincies Farah, Herat en Nimroz.

Abdul Manan Nyazi was lid van een regionale Taliban-raad en is in mei 2010 benoemd tot Taliban-gouverneur van de provincie Herat.

Abdul Manan Nyazi is als Taliban-commandant betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan.

83.   Mohammed Omar Ghulam Nabi.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: leider van de gelovigen ('Amir ul-Mumineen'), Afghanistan. Geboortedatum: a) rond 1966, b) 1960, c) 1953. Geboorteplaats: a) Naw Deh, district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Noori, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: zijn vaders naam is Ghulam Nabi, alias Moellah Musafir. Hij mist zijn linkeroog. Schoonbroer van Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Zou zijn overleden in april 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427394

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammed Omar heeft de titel „Aanvoerder van de Gelovigen van het Islamitisch Emiraat van Afghanistan” en is de hoogste leider van de Taliban-beweging binnen de Taliban-hiërarchie. Hij verschafte Osama bin Laden (overleden) en diens Al Qaida-netwerk een onderkomen in de jaren die voorafgingen aan de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001. Hij geeft sedert 2001 leiding aan de strijd van de Taliban tegen de regering van Afghanistan en haar bondgenoten in Afghanistan.

Andere vooraanstaande militaire leiders in de regio, zoals Jalaluddin Haqqani, zijn trouw aan Mohammed Omar. Ook Gulbuddin Hekmatyar heeft samengewerkt met Mohammed Omar en met de Taliban.

84.   Abdul Jabbar Omari. (alias a) Mullah Jabar b) Muawin Jabbar).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Baghlan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: behoort tot de Hottak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427437

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Jabbar Omari was in juni 2008 adjunct van Amir Khan Haqqani en had de leiding over een gewapende groep in het district Siuri van de provincie Zabul. In juni 2008 werd hij door de leiding van de Taliban benoemd tot schaduwgouverneur van de provincie Zabul, met het oog op de intensivering van hun activiteiten ter plaatse.

85.   Mohammad Ibrahim Omari. (alias Ibrahim Haqqani).

Titel: Alhaj. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: broer van Jalaluddin Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428541

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Ibrahim Omari is op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.

Mohammad Ibrahim Omari is de broer van Jalaluddin Haqqani en Khalil Ahmed Haqqani, en de oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).

86.   Nooruddin Turabi Muhammad Qasim (alias a) Noor ud Din Turabi, b) Haji Karim).

Titel: (a) Moellah, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Justitie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1963; b) 1955; c) 1956. Geboorteplaats: a) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427426

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Nooruddin Turabi Muhammad Qasim werd medio 2009 benoemd tot militair commandant van de Taliban in Afghanistan. Hij werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar, de hoogste Taliban-leider, en nam begin 2009 deel aan vergaderingen van de Taliban-shura.

87.   Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul (alias a) Abdussalam Hanifi, b) Hanafi Saheb).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Darzab, provincie Faryab, Afghanistan, b) district Qush Tepa, provincie Jawzjan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan, tot 2008. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427380

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In mei 2007 belastte de leiding van de Taliban Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul met de leiding over de provincie Jawzujan. Hij was ook het lid van de Taliban dat tot 2008 verantwoordelijk was voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan. Vermoedelijk is hij betrokken bij drugshandel.

88.   Abdul Ghafar Qurishi Abdul Ghani (alias Abdul Ghaffar Qureshi).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: a) 1970; b) 1967. Geboorteplaats: Turshut, district Wursaj, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: D 000933 (Afghaans paspoort, afgegeven in Kabul op 13 september 1998). Nationaal identiteitsnr.: 55130 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Adres: Khairkhana Section Number 3, Kabul, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Behoort tot de etnische Tadzjieken. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741515

89.   Yar Mohammad Rahimi.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: Talugan, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427375

90.   Mohammad Hasan Rahmani (alias Gud Mullah Mohammad Hassan).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kandahar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Charchino, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: heeft een rechterbeenprothese. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013, fungeerde in maart 2010 als plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Overleden op 9 februari 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427431

91.   Habibullah Reshad.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling onderzoek van het ministerie van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: district Waghaz, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: plaatsvervangend hoofd (inlichtingen) van de militaire raad van de Taliban in Quetta sinds mei 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678333

92.   Abdulhai Salek.

Titel: Maulavi Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Uruzgan onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Awlyatak, gebied Gardan Masjid, district Chaki Wardak, provincie Maidan Wardak, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: naar verluidt in 1999 overleden in Noord-Afghanistan. Behoorde tot de Wardak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678489

93.   Hamdullah Sunani (alias Sanani).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) van het Opperste gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1923. Geboorteplaats: district Dai Chopan, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt in 2001 overleden. Behoorde tot de Kakar-stam. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Hamdullah Sunani viel als hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) onder het Opperste gerechtshof van het Taliban-regime.

94.   Noor Mohammad Saqib.

Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Opperste Gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: a) district Bagrami, provincie Kabul, Afghanistan, b) gebied Tarakhel, district Deh Sabz, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van het comité Godsdienst van de Taliban. Behoort tot de Ahmadzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427560

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Noor Mohammad Saqib maakt deel uit van de leiding van de Taliban en staat daarbinnen aan het hoofd van het Comité Godsdienst, dat rechtspreekt namens de Taliban.

95.   Ehsanullah Sarfida Hesamuddin Akhundzada (alias a) Ehsanullah Sarfadi, b) Ehsanullah Sarfida).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962-1963. Geboorteplaats: Khatak, district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: sinds medio 2007 steunde hij de Taliban met wapens en geld. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Behoort tot de Taraki-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427441

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ehsanullah Sarfida was tevens president van de centrale bank van de Taliban. Later werd hij benoemd tot bestuurder voor de Taliban van veroverde provincies. Ehsanullah Sarfida was lid van de kerngroep van de shura van de Taliban.

Ehsanullah Sarfida was aangesloten bij Al Qaida en steunde de Taliban met wapens en geld. Hij was medio 2007 districtshoofd van Marja, in de provincie Helmand, Afghanistan.

96.   Saduddin Sayyed (alias a) Sadudin Sayed, b) Sadruddin).

Titel: a) Maulavi, b) Alhadj, c)Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Arbeid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Chaman, Pakistan; b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Adviseur van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Barakzay-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427433

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saduddin Sayyed was tevens viceminister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime. De VN-lijst is op 8 maart 2001 geactualiseerd op grond van deze informatie.

97.   Abdul Wali Seddiqi.

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: Zilzilay, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000769 (Afghaans paspoort afgegeven op 2.2.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446036

98.   Abdul Wahed Shafiq.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-gouverneur van de provincie Kabul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427520

99.   Said Ahmed Shahidkhel.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Spandeh (Espandi 'Olya), district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: in juli 2003 in hechtenis in Kabul, Afghanistan. Vrijgelaten in 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Was medio 2013 lid van de leidinggevende raad van de Taliban. Behoort tot de Andar-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427378

100.   Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed (alias a) Akhtar Mohammad Mansour Khan Muhammad, b) Akhtar Muhammad Mansoor, c)Akhtar Mohammad Mansoor, (d) Naib Imam).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Burgerluchtvaart en Vervoer onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1960, b) 1966. Geboorteplaats: Band-e-Timur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE-011697 (Afghaans paspoort afgegeven op 25 januari 1988 in Kabul, verlopen op 23 februari 2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: betrokken bij drugshandel sinds 2011, voornamelijk via Gerd-e-Jangal, Afghanistan. Was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika, Afghanistan. Taliban-gouverneur van Kandahar in mei 2007. Was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar in de hoge raad van de Taliban. Taliban-ambtenaar die verantwoordelijk is voor vier zuidelijke provincies van Afghanistan. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Ishaqzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Zou zijn gedood in mei 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494260

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed is een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Na detentie in Pakistan keerde hij in september 2006 terug naar Afghanistan. Hij is betrokken bij drugshandel en was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika. In mei 2007 was hij tevens namens de Taliban „gouverneur” van Kandahar.

Hij was actief betrokken bij tegen de regering gerichte activiteiten, met name het werven van manschappen voor de strijd tegen de Afghaanse regering en tegen de International Security Assistance Force.

Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in medio 2009 plaatsvervangend hoofd van de hoogste Taliban-shura. Hij is lid van de raad van Talibanleiders en werd aangewezen tot hoofd militaire zaken van de Taliban-raad van Gerd-e-Jangal, voordat hij in maart 2010 werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar. In 2010 was Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed rechtstreeks verantwoordelijk voor de activiteiten van de Taliban in vier provincies in zuidelijk Afghanistan en begin 2010 werd hij benoemd tot hoofd van de civiele shura van de Taliban. Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk in de hoge raad van de Taliban. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban.

101.   Shamsuddin (alias Pahlawan Shamsuddin).

Titel: a) Maulavi; b) Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Wardak (Maidan) (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Keshim, provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan, Pakistan en Iran. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427518

102.   Shams Ur-Rahman Abdul Zahir (alias a) Shamsurrahman b) Shams-u-Rahman c) Shamsurrahman Abdurahman, d) Shams ur-Rahman Sher Alam).

Titel: a) Moellah b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Waka Uzbin, district Sarobi, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) 2132370 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). b) 812673 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Betrokken bij drugshandel. Behoort tot de Ghilzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707215

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In juni 2007 was Shams ur-Rahman Sher Alam het Talibanlid dat verantwoordelijk was voor de provincie Kabul. Hij was belast met militaire operaties in en rond Kabul en was betrokken bij een groot aantal aanvallen. Hij was betrokken bij drugshandel.

103.   Abdul Ghafar Shinwari.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 29.3.1965. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000763 (afgegeven op 9.1.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Safi-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446032

104.   Mohammad Sarwar Siddiqmal Mohammad Masood (alias Mohammad Sarwar Siddiqmal).

Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: district Jani Khel, provincie Paktia, Afghanistan Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: 19657 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Mangal-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665692

105.   Sher Mohammad Abbas Stanekzai Padshah Khan.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Volksgezondheid onder het Taliban-regime; b) viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Qala-e-Abbas, gebied Shah Mazar, district Baraki Barak, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427421

106.   Ahmad Taha Khalid Abdul Qadir.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Paktia (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) provincie Nangarhar, Afghanistan; b) provincie Khost, Afghanistan; c) Siddiq Khel, district Naka, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: in 2011 lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 1 juni 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427521

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Taha was eind 2001 onder het Taliban-regime tevens gouverneur van de provincie Kunar. Hij was in september 2009 voor de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Wardak. Hij was in 2011 het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincie Nangarhar. Hij heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani.

107.   Abdul Raqib Takhari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Repatriëring onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: Zardalu Darra, district Kalafgan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban dat in december 2009 verantwoordelijk was voor de provincies Takhar en Badakshan. Gedood (bevestigd) op 17 februari in Peshawar, Pakistan, en begraven in de provincie Takhar, Afghanistan. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678374

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Raqib Takhari was lid van de hoge raad van de Taliban sinds december 2009, verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakshan.

108.   Walijan.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Jawzjan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) Quetta, Pakistan; b) Provincie Nimroz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Gerd-e-Jangal-shura van de Taliban en hoofd van de Commissie gevangenen en vluchtelingen van de Taliban. Behoort tot de Ishaqzai -stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427434

109.   Nazirullah Hanafi Waliullah (alias Nazirullah Aanafi Waliullah).

Titel: a) Maulavi; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1962. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000912 (Afghaans paspoort afgegeven op 30.6.1998). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied.

Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446026

110.   Abdul-Haq Wassiq (alias: a) Abdul-Haq Wasseq, b) Abdul Haq Wasiq).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1975, b) 1971. Geboorteplaats: Gharib, district Khogyani, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427442

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul-Haq Wasiq is een bondgenoot van Gulbuddin Hekmatyar. Tijdens het Taliban-regime was hij op verschillende momenten lokaal commandant in de provincies Nimroz en Kandahar. Later rapporteerde hij als adjunct-directeur-generaal inlichtingen aan Qari Ahmadullah. In die functie was hij verantwoordelijk voor de relatie met de buitenlandse strijders die gelieerd waren aan Al Qaida en hun trainingskampen in Afghanistan. Hij stond ook bekend om zijn repressieve aanpak van tegenstanders van de Taliban in het zuiden van Afghanistan.

111.   Mohammad Jawad Waziri.

Motivering voor plaatsing op de lijst: ministerie van Buitenlandse Zaken, departement Verenigde Naties onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Jaghatu, provincie Maidan Wardak, Afghanistan, b) district Sharana, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Wazir-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678350

112.   Abdul Rahman Zahed (alias Abdul Rehman Zahid).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Kharwar, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678501

113.   Mohammad Zahid (alias a) Jan Agha Ahmadzai b) Zahid Ahmadzai).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 001206 (afgegeven op 17.7.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446039

114.   Faizullah Khan Noorzai (alias: a) Haji Faizullah Noor, b) Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan, c) Hajji Faizullah Khan Noorzai; Haji Faizuulah Khan Norezai; Haji Faizullah Khan; Haji Fiazullah, d) Haji Faizullah Noori, e) Haji Pazullah Noorzai b) Haji Moellah Faizullah).

Titel: Hadji. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1966, b) 1961, c) tussen 1968 en 1970, d) 1962. Geboorteplaats: a) Lowy Kariz, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Kadanay, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 04.10.2011.

Overige informatie: prominente financier van de Taliban. Leverde medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders, deed aan fondsenwerving voor de Taliban en verstrekte opleiding aan Talibanstrijders in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Organiseerde en financierde voorheen Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Reisde in 2010 naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan en was eigenaar van ondernemingen aldaar. Behoort tot de Noorzai-stam (substam Miralzai). Broer van Malik Noorzai. Naam van vader is Akhtar Mohammed (alias: Haji Mira Khan). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678606

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan is een prominent Talibanfinancier die hooggeplaatste Talibanleiders heeft geholpen om gelden te investeren. Hij heeft meer dan 100 000 USD voor de Taliban ingezameld bij donoren in de Golfregio en droeg in 2009 een gedeelte van zijn eigen geld bij. Hij heeft tevens financiële steun verleend aan een Talibancommandant in de provincie Kandahar en heeft voor financiering gezorgd ter ondersteuning van de opleiding van strijders van de Taliban en van Al Qaida die aanvallen tegen de Coalitie en de Afghaanse strijdkrachten zouden uitvoeren. Medio 2005 organiseerde en financierde Faizullah Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Naast de financiële steun heeft Faizullah op andere manieren geholpen bij de opleiding en de operaties van de Taliban. Faizullah leverde in medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders van zuidelijk Afghanistan. Medio 2008 was Faizullah verantwoordelijk voor het verschaffen van onderdak aan Talibanstrijders die zelfmoordbomaanslagen wilden plegen, en bracht hij hen van Pakistan naar Afghanistan. Faizullah leverde de Taliban tevens luchtdoelraketten, hielp Talibanstrijders bij verplaatsingen in de provincie Helmand, Afghanistan, faciliteerde zelfmoordbomaanslagen van de Taliban en verstrekte radio's en voertuigen aan Talibanleden in Pakistan.

Medio 2009 leidde Faizullah een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied, waar tienduizenden dollars werden ingezameld voor de Taliban. De terreinen van de madrassa van Faizullah werden gebruikt om Talibanstrijders op te leiden in het maken en gebruiken van geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices (IED's)). Eind 2007 werd de madrassa van Faizullah gebruikt voor de opleiding van Al Qaidastrijders die later naar de provincie Kandahar, Afghanistan, werden gezonden.

In 2010 had Faizullah kantoren en mogelijkerwijs eigendommen, waaronder hotels, in Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten. Faizullah reisde regelmatig naar Dubai en Japan met zijn broer, Malik Noorzai, met het oog op de invoer van auto's, auto-onderdelen en kleding. Begin 2006 was Faizullah eigenaar van ondernemingen in Dubai en Japan.

115.   Malik Noorzai (alias: a) Hadji Malik Noorzai, b) Hadji Malak Noorzai, c) Hadji Malek Noorzai, d) Hadji Maluk, e) Hadji Aminullah), f) Allah Muhammad.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: financier van de Taliban. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1957, b) 1960, c) 1 januari 1963. Geboorteplaats: a) grensstad Chaman, Pakistan; b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer FA0157612, afgegeven op 23 juli 2009, verstrijkt op 22 juli 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013, afgegeven op naam van Allah Muhammad. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 54201-247561-5, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.10.2011.

Overige informatie: financier van de Taliban. Is eigenaar van ondernemingen in Japan en reist regelmatig naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan. Faciliteerde in 2009 Taliban-activiteiten, onder meer door rekrutering en het verstrekken van logistieke steun. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Noorzai-stam. Broer van Faizullah Khan Noorzai. Naam van zijn vader is Hadji Akhtar Muhammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4670985

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Malik Noorzai is een in Pakistan gevestigde zakenman die financiële steun aan de Taliban heeft verstrekt. Malik en zijn broer Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan hebben voor de Taliban miljoenen dollars geïnvesteerd in verscheidene ondernemingen. Eind 2008 hebben vertegenwoordigers van de Taliban contact gezocht met Malik met de bedoeling dat hij als zakenman investeringen met gelden van de Taliban zou verrichten. Malik heeft zeker sedert 2005 persoonlijk tienduizenden dollars bijgedragen en honderdduizenden dollars uitgedeeld aan de Taliban; dat geld was gedeeltelijk ingezameld bij donoren in de Golfregio en Pakistan en gedeeltelijk Maliks eigen geld. Malik beheerde tevens een hawala-rekening in Pakistan waarop tienduizenden dollars werden gestort die om de paar maanden vanuit de Golfregio werden overgeschreven om de Taliban-activiteiten te steunen. Malik heeft tevens Taliban-activiteiten gefaciliteerd. In 2009 was Malik reeds 16 jaar hoofdverantwoordelijke van een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied die door de Taliban werd gebruikt om rekruten te indoctrineren en op te leiden. Malik zorgde onder andere voor de middelen voor het functioneren van de madrassa. Malik heeft samen met zijn broer ook een rol gespeeld bij de opslag van voertuigen die zouden worden gebruikt bij zelfmoordbomaanslagen van de Taliban, en heeft geholpen bij de verplaatsingen van Taliban-strijders in de provincie Helmand, Afghanistan. Malik is eigenaar van ondernemingen in Japan, en bezoekt regelmatig Dubai en Japan voor zakelijke aangelegenheden. Reeds in 2005 was Malik in Afghanistan eigenaar van een bedrijf voor de import van voertuigen vanuit Dubai en Japan. Hij importeert auto's, auto-onderdelen en kleding uit Dubai en Japan voor zijn bedrijven, waarin twee Talibancommandanten hebben geïnvesteerd. Medio 2010 zorgden Malik en zijn broer voor het vrijgeven van honderden goederencontainers, die naar verluidt miljoenen dollars waard waren en die door de Pakistaanse autoriteiten eerder dat jaar in beslag waren genomen omdat zij vermoedden dat de ontvangers banden hadden met het terrorisme.

116.   Abdul Aziz Abbasin (alias: Abdul Aziz Mahsud).

Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Sheykhan, sector Pirkowti, district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.10.2011

Overige informatie: Een van de belangrijkste commandanten in het Haqqani-netwerk onder het gezag van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Sinds begin 2010 schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Leidde een opleidingskamp voor niet-Afghaanse strijders in de provincie Paktika. Was betrokken bij het vervoer van wapens naar Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4639645

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Aziz Abbasin is een van de belangrijkste commandanten binnen het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Oost-Afghanistan en Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. In 2010 kreeg Abbasin zijn bevelen van Sirajuddin Haqqani, door wie hij werd aangesteld als schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Abbasin leidt een groep Talibanstrijders en heeft mee de leiding gehad van een opleidingskamp voor buitenlandse strijders in de provincie Paktika. Abbasin was tevens betrokken bij het leggen van hinderlagen voor voertuigen die de Afghaanse regeringsstrijdkrachten bevoorraden, en bij het vervoer van wapens naar Afghanistan.

117.   Ahmad Zia Agha (alias a) Zia Agha, b) Noor Ahmad, c) Noor Ahmed, d) Sia Agha Sayeed).

Titel: Hadji. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.

Overige informatie: Hooggeplaatste Taliban-ambtenaar met militaire en financiële verantwoordelijkheden in 2011. Lid van de militaire raad van de Taliban sinds mei 2010. In 2008 en 2009 hoge financiële ambtenaar van de Taliban die geld overbracht naar Taliban-commandanten in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4653034

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmad Zia Agha is een hooggeplaatste Taliban-leider met militaire en financiële verantwoordelijkheden. Ahmad Zia Agha was in 2010 de leider van de militaire shura (raad) van de Taliban, die de leiding had over militaire operaties van de Taliban in het westen van Afghanistan. Ahmad Zia Agha was in 2009 financiële ambtenaar van de Taliban en bracht geld over naar Taliban-commandanten. Een van de financiële verantwoordelijkheden van Ahmad Zia Agha was het overbrengen van tienduizenden dollars naar de schaduw-provinciegouverneurs van de Taliban; de thesaurier van de Taliban-shura penningmeester heeft Ahmad Zia Agha honderdduizenden dollars gegeven voor de financiering van operaties met geïmproviseerde explosieven (IED). Ahmad Zia Agha was in 2008 betrokken bij het bezorgen van middelen aan de commandanten van de Taliban in Afghanistan en heeft geld overgemaakt naar personen die banden hebben met de Taliban in het buitenland. Hij heeft ook de communicaties gefaciliteerd.

118.   Fazl Rabi (alias a) Fazl Rabbi, b) Fazal Rabi, c) Faisal Rabbi).

Motivering voor plaatsing op de lijst: hooggeplaatste functionaris in de provincie Konar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1972; b) 1975. Geboorteplaats: a) district Kohe Safi, provincie Parwan, Afghanistan, b) provincie Kapisa, Afghanistan, c) provincie Nangarhar, Afghanistan, d) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.

Overige informatie: vertegenwoordigt en verleent financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Lid van de financiële raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd om fondsen te werven namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Jalaluddin Haqqani, het Haqqani-netwerk en de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678547

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Fazl Rabi biedt financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Rabi reisde in het buitenland om gelden bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk en heeft ook geholpen geld in te zamelen voor de militaire activiteiten van de Taliban. In februari 2009 reisde Rabi naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, om geld in te zamelen en bijeenkomsten te leiden namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook naar de Golf gereisd om fondsen te werven voor Jalaluddin Haqqani, de patriarch van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook lid van de financiële shura van de Taliban en heeft middelen gegeven aan Taliban-commandanten en -ambtenaren.

Rabi was betrokken bij het sturen van zelfmoordterroristen naar Afghanistan en voor de coördinatie van de betrekkingen van het Haqqani-netwerk met andere militante groepen. Als topfunctionaris van de Taliban in de provincie Konar onder het Taliban-regime, was Rabi betrokken bij de export van illegale drugs uit Afghanistan. Na de val van de Taliban, vluchtte Rabi eind 2001 naar het Afghaans-Pakistaanse grensgebied.

119.   Mohammad Aman Akhund (alias a) Mohammed Aman; b) Moellah Mohammed Oman; c) Mullah Mohammad Aman Ustad Noorzai; d) Moellah Mad Aman Ustad Noorzai; e) Sanaullah).

Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Bande Tumur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.

Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban in 2011 voor financiële taken, waaronder fondsenwerving namens de leiding. Heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en de opbrengsten van drugshandel voor wapenaankoop aangewend. Was secretaris van Talibanleider Moellah Mohammed Omar en zijn gezant bij Taliban-vergaderingen op hoog niveau. Heeft ook banden met Gul Agha Ishakzai. Behoorde tot de kring van vertrouwelingen rond Moellah Mohammed Omar tijdens het Taliban-regime. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665005

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Aman Akhund is een hooggeplaatst lid van de Taliban met financiële taken die als secretaris van Taliban-leider Moellah Mohammed Omar heeft opgetreden. Begin 2010 hebben Aman Akhund en Gul Agha Ishakzai, hoofd van de financiële commissie van de Taliban, namens de militaire leiding van de Taliban meer dan 300 000 dollar ingezameld in de Golf. Aman Akhund heeft deelgenomen aan Taliban-bijeenkomsten op hoog niveau, waar hij de mondelinge en schriftelijke boodschappen van Moellah Omar heeft overgebracht.

Aman Akhund heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en hield zich bezig met het innen van drugsgeld, met als doel wapens te kopen voor de Taliban. Tijdens het Taliban-regime, was Aman Akhund lid van de shura van Moellah Omar.

120.   Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad (alias: a) Ahmed Jan Kuchi, b) Ahmed Jan Zadran).

Motivering voor plaatsing op de lijst: ambtenaar op het ministerie van Financiën tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: Barlach, district Qareh Bagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012

Overige informatie: een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. fungeert als plaatsvervanger, woordvoerder en adviseur voor Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Onderhoudt de verbindingen met de hoge raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd. Zorgt voor de verbindingen met de Taliban-commandanten in de provincie Ghazni, Afghanistan, en voorziet hen van geld, wapens, communicatieapparatuur en voorraden. Zou zijn overleden in 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678368

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmed Jan Wazir is een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Ahmed Jan Wazir fungeert als plaatsvervanger, adviseur en woordvoerder van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en organiseert bijeenkomsten namens het Haqqani-netwerk. Eind 2010 is Ahmed Jan Wazir met hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk naar de Golfstaten gereisd.

Ahmed Jan Wazir heeft als vertegenwoordiger van het Haqqani-netwerk deelgenomen aan de Taliban-shura en heeft gewerkt als facilitator tussen het Haqqani-netwerk en de Taliban in de provincie Ghazni, Afghanistan. In 2008 werd Ahmed Jan Wazir door militanten van de Taliban en van Al Qaida aangesteld als Taliban-commandant in de provincie Ghazni. Hij heeft andere Taliban-commandanten in de provincie Ghazni voorzien van geld en voorraden, waaronder wapens en communicatieapparatuur. Hij was tijdens het Taliban-regime werkzaam op het ministerie van Financiën.

121.   Abdul Samad Achekzai (alias Abdul Samad).

Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.3.2012.

Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's). Betrokken bij het werven en inzetten van zelfmoordterroristen om aanslagen te plegen in Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652670

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Samad Achekzai is een hooggeplaatst lid van de Taliban, betrokken bij de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's) en bij het leiden van het ondersteunend netwerk voor IED van de groep. Samad was medio 2010 verantwoordelijk voor de aankoop van IED-onderdelen en de opslag ervan, het maken van ontstekingsmechanismen, en IED-opleiding ter ondersteuning van Taliban-strijders in het westen en zuiden van Afghanistan.

Samad is ook betrokken geweest bij aanslagen in Afghanistan in opdracht van de Taliban. Begin 2011 werkte Samad samen met een Talibanlid om een Afghaanse commandant van de grenspolitie te vermoorden en had hij daarvoor een zelfmoordterrorist geworven. Op dat moment had Samad vijf zelfmoordterroristen naar Afghanistan gestuurd om aanslagen te plegen op de International Security Assistance Force en de Afghaanse autoriteiten. Begin 2010 zond Samad vijf Taliban-zelfmoordterroristen naar Kandahar om een aanslag te plegen op de Afghaanse autoriteiten aldaar.

122.   Bakht Gul (alias: a) Bakhta Gul, b) Bakht Gul Bahar, c) Shuqib).

Geboortedatum: 1980. Geboorteplaats: Aki, district Zadran, provincie Paktiya, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.6.2012.

Overige informatie: communicatie-assistent van Badruddin Haqqani (overleden). Coördineert tevens de bewegingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4721045

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Bakht Gul is ten minste sinds 2009, toen zijn voorganger in Afghanistan werd gearresteerd, een sleutelfiguur op communicatiegebied van het Haqqani-netwerk. In 2011 bleef Gul rechtstreeks rapporteren aan Badruddin Haqqani (overleden), een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en trad hij op als tussenpersoon voor wie in contact wilde treden met deze leider. Gul is onder andere verantwoordelijk voor het doorgeven van rapporten van commandanten in Afghanistan aan hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk, mediafunctionarissen van de Taliban, en reguliere mediakanalen in Afghanistan. Gul werkt ook samen met functionarissen van het Haqqani-netwerk, waaronder Badruddin Haqqani, voor de coördinatie van de verplaatsingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied en in het oosten van Afghanistan. In 2010 bracht Gul operationele bevelen van Badruddin Haqqani over aan strijders in Afghanistan. Eind 2009 verstrekte hij geld aan ondercommandanten van het Haqqani-netwerk die reizen tussen Miram Shah en Afghanistan.

123.   Abdul Satar Abdul Manan (alias a) Haji Abdul Sattar Barakzai b) Haji Abdul Satar c) Haji Satar Barakzai d) Abdulasattar).

Titel: Hadji. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) Mirmandaw, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: AM5421691 (Pakistaans paspoort dat verloopt op 11 augustus 2013). Nationaal identiteitsnr.:a) nationaal identiteitsnummer Pakistan 5420250161699 b) nationaal identiteitsnummer Afghanistan 585629. Adres: a) Kachray Road, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan b) Nasrullah Khan Chowk, Pashtunabad Area, provincie Baluchistan, Pakistan c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan d) Abdul Satar Food Shop, Ayno Mina 0093, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.

Overige informatie: Mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange, heeft ook banden met Khairullah Barakzai. e) behoort tot de Barakzay-stam. naam van vader is Hajji 'Abdal-Manaf. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4998005

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Satar Abdul Manan is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Satar en Khairullah Barakzai Khudai Nazar zijn gezamenlijk eigenaar en exploitant van „hawalas” (informele diensten voor geldovermaking) alias HKHS, in Afghanistan, Pakistan, en Dubai; zij beheren een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Eind 2009 hadden zij elk een even groot aandeel in HKHS. Satar heeft HKHS opgericht en de klanten kozen voor HKHS deels vanwege de naamsbekendheid van Satar en Khairullah. Satar heeft duizenden dollars gedoneerd aan de Taliban, om activiteiten van de Taliban in Afghanistan te steunen, en heeft door middel van zijn hawala geld verstrekt aan de Taliban. In verleende 2010 Satar de Taliban financiële steun, en steunden mogelijk een commandant van de Taliban en zijn medewerkers via Satar de opstand met duizenden dollars. Eind 2009 huisvestte Satar hooggeplaatste Taliban-leden, steunde hij met tienduizenden dollars de strijd van de Taliban tegen de coalitietroepen in Marjah, district Nad'Ali, provincie Helmand, in Afghanistan en hielp hij mee aan het vervoer van een Taliban-lid naar Marjah. In 2008 zamelden Satar en Khairullah geld in van donoren en verdeelden zij dat via hun hawala onder de Taliban.

124.   Khairullah Barakzai Khudai Nazar (alias a) Haji Khairullah, b) Haji Khair Ullah, c) Haji Kheirullah, d) Haji Karimullah, e) Haji Khair Mohammad).

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: a) Zumbaleh, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan; b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan. c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: BP4199631 (Pakistaans paspoort, verstrijkt op 25 juni 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013). Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5440005229635, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Abdul Manan Chowk, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012

Overige informatie: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (TAe.010), heeft ook banden met Abdul Satar Abdul Manan. Behoort tot de Barakzay-stam. Naam van zijn vader is Hadji Khudai Nazar. Andere naam van zijn vader is Nazar Mohammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4722167

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Khairullah Barakzai Khudai is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS). Eind 2009 hadden Khairullah en Abdul Satar Abdul Manan elk een even groot aandeel in HKHS. Zij werkten samen in hawalas onder de naam HKHS in Afghanistan, Pakistan, en Dubai en beheerden een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Begin 2010 stond Khairullah aan het hoofd van de HKHS-afdeling in Kaboel. In 2010 was Khairullah een hawala-makelaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders en verleende hij financiële hulp aan de Taliban. Khairullah heeft samen met zijn zakenpartner Satar de Taliban duizenden dollars vertrekt voor Taliban-activiteiten in Afghanistan. In 2008 zamelden Khairullah and Satar geld van donoren in en verdeelden dat via hun hawala onder de Taliban.

125.   Abdul Rauf Zakir (alias Qari Zakir).

Titel: Qari. Geboortedatum: tussen 1969 en 1971. Geboorteplaats: provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.

Overige informatie: leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk onder leiding van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en is belast met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Ziet toe op de opleiding van plegers van zelfmoordaanslagen en geeft instructies over de manier waarop geïmproviseerde explosiemiddelen (IED's) moeten worden gemaakt. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039797

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Rauf Zakir leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk en is de commandant die belast is met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Zakir benaderde de leider van het Haqqani-netwerk Sirajuddin Haqqani rond 2008, om financiële bijstand te vragen en in ruil daarvoor de invloed en de operaties van het Haqqani-netwerk uit te breiden tot Noord-Afghanistan, en is uitgegroeid tot een vertrouwde medewerker en vertrouweling van Sirajuddin.

Als hoofd zelfmoordoperaties, is Zakir belast met het opleiden van recruten. Recruten krijgen volgens een door hem ontwikkeld programma training in het gebruik van handvuurwapens en zware wapens en het maken van eenvoudige geïmproviseerde explosieven (IED).

Zakir is betrokken geweest bij vele van de geruchtmakende zelfmoordaanslagen van het Haqqani-netwerk en is gedeeltelijk verantwoordelijk voor enkele definitieve beslissingen over het al of niet plegen van grootschalige aanslagen door lokale (districts-)commandanten. Tot de aanslagen met deelnemers uit het opleidingsprogramma van Zakir behoren de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, waarbij 11 burgers en twee Afghaanse politiemannen omkwamen, en de aanslag van september 2011 op de ambassade van de Verenigde Staten in Kabul, waarbij 16 Afghanen werden gedood, waarvan ten minste zes kinderen.

126.   Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim (alias a) Muhammad Qasim, b) Abdul Salam).

Titel: Hadji. Geboortedatum: tussen 1975 en 1976. Geboorteplaats: a) Minar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; b) Darweshan, district Garmser District, provincie Helmand. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira) nr. 57388 afgegeven in district Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan; b) verblijfskaart nr. 665, Ayno Maina, provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: a) Wesh, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Safaar Bazaar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; c) Room number 33, 5e Floor Sarafi Market, Kandahar City, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.

Overige informatie: eigenaar van Rahat Ltd. Betrokken bij de levering van wapens voor de Taliban, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED). Werd in 2012 aangehouden en zit sinds januari 2013 in detentie. Is gelieerd aan Rahat Ltd. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5041285

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim is eigenaar van Rahat Ltd., dat bijkantoren heeft in Afghanistan, Pakistan en Iran en werkt mee aan de financiering en facilitering van de Taliban-opstand.

Hooggeplaatste Talibanleiders hebben branchemanagers van Qasim en Rahat Ltd. persoonlijk ontmoet. Zij hebben ook bijkantoren van Rahat Ltd. bezocht en de diensten van Qasim gebruikt voor het ontvangen, bewaren en verzenden van middelen ter ondersteuning van zowel de opstandige activiteiten van de Taliban in Afghanistan als hun streven geld te verdienen met drugshandel. Tijdens een bijeenkomst met hooggeplaatste Talibanleiders in 2011, liet Qasim blijken zich bewust met de financiën van de Taliban bezig te houden via bijkantoren van Rahat Ltd. in Afghanistan en Pakistan. Qasim zelf is in verband gebracht met rebellencommandanten van de Taliban in Afghanistan en met netwerken die betrokken zijn bij de levering van wapens, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED).

Qasim heeft Rahat Ltd. gebruikt om financiële diensten te verlenen aan zijn eigen en aan andere drugsnetwerken die zich in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied bevinden en verbonden zijn met de Taliban.

127.   Ahmed Shah Noorzai Obaidullah (alias: a) Moellah Ahmed Shah Noorzai, b) Hadji Ahmad Shah, c) Hadji Moellah Ahmad Shah, d) Maulawi Ahmed Shah, e) Moellah Mohammed Shah).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Geboortedatum: a) 1 januari 1985; b) 1981.Geboorteplaats: Quetta, Pakistan. Paspoortnr.: Pakistaans paspoortnummer NC5140251, afgegeven op 23 oktober 2009, verstrijkt op 22 oktober 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Nationaal identiteitnr.: Pakistaans nationaal identiteitskaartnummer 54401-2288025-9, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Quetta, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2013.

Overige informatie: is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange. Heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Andere titel is Malawi. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5278407

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmed Shah Noorzai Obaidullah is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange, dat financiële, materiële, of technologische steun dan wel financiële of andere diensten verleent aan of ter ondersteuning van de Taliban. Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. In 2011 vormde Rotshaan Money Exchange een van de eerste financiëledienstverleners (of hawalas) waarvan Taliban-functionarissen in de provincie Helmand (Afghanistan) gebruikmaakten.

Ahmed Shah heeft Taliban-leiders in de provincie Helmand gedurende verscheidene jaren hawala-diensten verleend, en was in 2011 een vertrouwde financiëledienstverlener van de Taliban. Begin 2012 gaf de Taliban Ahmed Shah de opdracht geld over te maken naar een aantal hawalas in Lashkar Gah, in de provincie Helmand, waarna een hoger geplaatste Taliban-commandant van daaruit de fondsen verder verdeelde.

Eind 2011 bracht Ahmed Shah honderdduizenden Amerikaanse dollars bijeen voor de financiële commissie van de Taliban en maakte hij honderdduizenden Amerikaanse dollars over naar de Taliban, waaronder hoger geplaatste Taliban-commandanten. Eveneens eind 2011 werd aan Ahmed Shah via zijn hawalas in Quetta, Pakistan, namens de Taliban een bedrag overgemaakt waarvan een gedeelte is gebruikt voor de aankoop van kunstmest en onderdelen voor geïmproviseerde explosieven (IED), onder meer batterijen en lont. Medio 2011 gaf het hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Gul Agha Ishakzai, Ahmed Shah de opdracht verscheidene miljoenen Amerikaanse dollars bij Rotshaan Money Exchange te deponeren ten behoeve van de Taliban. Gul Agha legde uit dat wanneer er een geldtransfer nodig was, hij Ahmed Shah meedeelde wie de ontvanger bij de Taliban was.

Ahmed Shah maakte vervolgens het vereiste bedrag over via zijn systeem van hawalas. Medio 2010 transfereerde Ahmed Shah geld tussen Pakistan en Afghanistan ten behoeve van Taliban-commandanten en drugshandelaars. Naast het verlenen van faciliteiten, doneerde Ahmed Shah in 2011 ook grote, niet nader gespecificeerde bedragen aan de Taliban.

128.   Adam Khan Achekzai (alias: a) Malawi Adam Khan, b) Malawi Adam).

Titel: Malawi. Geboortedatum: (a) 1970, (b) 1972, (c) 1971, (d) 1973, (e) 1974, (f) 1975. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Pakistaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 16.4.2013.

Overige informatie: maakt geïmproviseerde explosieven en tussenpersoon voor de Taliban. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Badghis, Afghanistan (medio 2010). Voormalig lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Sar-e Pul en Samangan, Afghanistan. Als militair Taliban-commandant in de provincie in Kandahar, Afghanistan, was hij betrokken bij het voorbereiden van zelfmoordaanslagen in aangrenzende provincies. Geassocieerd aan Abdul Samad Achekzai. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5304878

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Adam Khan Achekzai vervaardigt geïmproviseerde explosieven (IED's) en is tussenpersoon voor de Taliban. In 2012 vervaardigde Adam IED's en heeft hij ongeveer 150 personen opgeleid in het vervaardigen van die explosieven voor de Taliban. Eind 2010 werd Adam militair bevelhebber van de Taliban en als zodanig verantwoordelijk voor de productie van IED's en zelfmoordvesten. Adam zorgde als afgevaardigde van Abdul Samad Achekzai, tussenpersoon van de Taliban en verantwoordelijk voor IED's, voor de coördinatie van de bevoorrading van het netwerk.

Naast zijn taken als IED-leverancier had Adam bij de Taliban ook andere leidende functies. Medio 2010 werd Adam aangesteld als hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincie Badghis. Adam is ook het voormalige hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincies Sar-e Pul en Samangan. Adam was als militair bevelhebber van de Taliban in de Afghaanse provincie Kandahar betrokken bij de organisatie van zelfmoordaanslagen in naburige provincies.

129.   Rahmatullah Shah Nawaz.

Titel: Alhaj Plaatsing: nvt Geboortedatum: (a) 1981 (b) 1982 Geboorteplaats: Shadal (variant Shadaal) Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Zekere alias: a) Qari Rahmat (voordien op de lijst geplaatst als) b) Kari Rahmat Onzekere alias: nvt Nationaliteit: Afghaans Paspoort nr.: nvt Nationaal identiteitsnr.: nvt Adres: a) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan b) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan c) Surkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan d) Batan, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.8.2014.

Overige informatie: Fysieke beschrijving: bruine ogen, zwart haar, gewicht: 77-81 kg, lengte: 178 cm korte tot middellange zwarte baard, kort zwart haar. Behoort tot de Shinwari-stam (substam Sepahi); Talibancommandant sinds ten minste februari 2010. Int belasting- en omkoopgelden namens de Taliban sinds april 2015. onderhoudt contact met Taliban-krachten in de provincie Nangarhar, Afghanistan, voorziet hen van informatie, begeleiding, huisvesting en wapens en heeft geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices — IED's) geplaatst en aanvallen uitgevoerd tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en de Afghaanse strijdkrachten. Is betrokken bij drugshandel en exploiteert een heroïnelaboratorium in Abdulkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5810480

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Qari Rahmat is sinds ten minste februari 2010 Taliban-commandant. Begin 2013 diende Rahmat in het gebied Shadaal Bazaar van het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan, als Taliban-commandant. Rahmat leidde de activiteiten van circa 300 Taliban-manschappen in het district Achin en voorzag hen van operationele begeleiding en wapens. Eind 2012 leidde Rahmat een aanval op Afghaanse strijdkrachten in het district Kot, provincie Nangarhar, Afghanistan. Medio 2012 diende Rahmat onder het Taliban-schaduwdistrictshoofd voor het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. In die periode plaatste Rahmat als Taliban-facilitator geïmproviseerde explosieven en voerde hij aanvallen uit tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en tegen Afghaanse strijdkrachten.

Rahmat int tevens belasting- en omkoopgelden namens de Taliban. Begin 2013 inde Rahmat namens de Taliban belastinggelden bij drugssmokkelaars in Shadaal Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 was Rahmat belast met het innen van belastinggelden bij drugshandelaren voor de Taliban.

Rahmat verricht inlichtingenwerk voor de Taliban. Begin 2013 verschafte Rahmat zijn Taliban-superieuren informatie betreffende de activiteiten van Afghaanse overheidsfunctionarissen en Afghaanse strijdkrachten in het district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 verzamelde Rahmat voor de Taliban inlichtingen bij medewerkers van de Afghaanse overheid en verrichtte hij onderzoeken om ten behoeve van de Taliban informanten van de ISAF en de Afghaanse overheid te ontmaskeren.

Rahmat verstrekt ook dodelijke hulpgoederen, huisvesting en begeleiding aan Taliban-strijders. Sinds eind 2012 verstrekt Rahmat raketgestuwde granaten, lichte PKM-machinegeweren en semi-automatische AK-47-oorlogsgeweren aan de Taliban. Rahmat verschafte in diezelfde periode tevens in zijn pension onderdak aan Taliban-strijders en verstrekte Taliban-strijders tactische begeleiding. Eind 2011 had Rahmat in het district Achin een pension waar vaak Taliban-leden verbleven.

130.   Qari Saifullah Tokhi (alias: (a) Qari Saifullah, (b) Qari Saifullah Al Tokhi, (c) Saifullah Tokhi, (d) Qari Sahab).

Titel: Qari. Adres: Chalo Bawari, Quetta, provincie Beloetsjistan, Pakistan. Geboortedatum: rond 1964. Geboorteplaats: Daraz, district Jaldak wa Tarnak, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 19.3.2014.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in de provincie Zabul, Afghanistan, verantwoordelijk voor het plaatsen van geïmproviseerde explosieven en het organiseren van zelfmoordaanslagen. Fysieke beschrijving: lengte: 180 cm; Gewicht: ongeveer 90kg; Bouw: athletisch gebouwd; Ogen: bruin; Haarkleur: rood; Huidskleur; lichtbruin. bijzondere fysieke kenmerken: groot rond gezicht, volle baard, hinkt vanwege een kunststof prothese op de plaats van zijn linkeronderbeen. Ethnische achtergrond: Pasjtoen; behoort tot de Tokhi-stam, subgroep Barkozai (alternatieve spelling: Torchi). Barkozai (alternatieve spelling: Bakorzai,

Image 2
) substam, Kishta Barkorzai-clan (lager Barkorzai). Burgerlijke staat: gehuwd. Naam van de vader: Agha Mohammad; Naam van de broer: Humdullah. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5778692

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Qari Saifullah Tokhi is de adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in het oostelijk deel van de provincie Zabul, Afghanistan. Hij heeft rechtstreeks het commando gevoerd over twee groepen van circa 50 Taliban-strijders en was bevelvoerder van de Taliban-commandanten in de provincie Zabul. Qari Saifullah Tokhi heeft die groepen ingezet voor terroristische activiteiten tegen de regering van de Islamitische Republiek Afghanistan en de coalitietroepen in het oostelijk deel van de provincie Zabul. De ondergeschikten van Qari Saifullah Tokhi hebben op zijn bevel in de provincie Zabul aanslagen met geïmproviseerde explosieven gepleegd en aanvallen met kleine vuurwapens en met raketten uitgevoerd.

In de nacht van 2 december 2012 kwamen in het district Qalat, provincie Zabul, Afghanistan, drie Taliban-strijders om. Zij werden betrapt toen zij IED's aan het plaatsen waren en werden vervolgens omgebracht. De mannen stonden alle drie bekend als mannen van Qari Saifullah Tokhi.

Op 14 januari 2012 pleegden zes Taliban-opstandelingen die onder Qari Saifullah Tokhi ressorteerden, een aanslag op een konvooi van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). De Taliban-opstandelingen vielen het konvooi met raketaangedreven granaten aan in de buurt van het dorp Abdul Haq Kalay, district Tarnak Wa Jaldak.

Op 28 september 2011 werden aanslagen beraamd door twee ondergeschikten van Taliban-commandant Qari Saifullah Tokhi die voornemens waren zelfmoordbomaanslagen te plegen. Een van hen was voornemens een zelfmoordbomaanslag te plegen op het provinciale wederopbouwteam in het district Qalat, provincie Zabul. De andere had een zelfmoordbomaanslag op een ISAF-basis in het district Shajoy beraamd. De zelfmoordterroristen waren van plan hun aanslagen op de bases van de coalitietroepen tussen 29 september en 1 oktober 2011 te plegen.

Onder aanvoering van Qari Saifullah Tokhi zetten de Taliban de exploitanten van mobieletelefoonnetten er op 20 april 2011 toe aan hun dienstverlening in de provincie Zabul te staken. Als de exploitanten niet in gingen op het bevel van de Taliban om hun dienstverlening te staken, dan zouden de Taliban hun antennes langs de wegen in de provincie Zabul vernietigen, zo luidde het dreigement. Op 25 november 2010 gelastte Qari Saifullah Tokhi een Taliban-commandant en adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur van het district Athgar, provincie Zabul een partij lichte wapens over te brengen naar de hoofdstad van de provincie Zabul, Qalat. De partij bestond uit circa 25 Kalashnikov-vuurwapens, 10 machinegeweren, 5 raketaangedreven granaten en 20 granaten. De zelfmoordterroristen waren voornemens die wapens te gebruiken tegen de ISAF-troepen en de Afghaanse nationale veiligheidstroepen, met de tweede brigade van het nationale Afghaanse leger en het hoofdkwartier van de politie als specifiek doelwit.

131.   Yahya Haqqani (alias: (a) Yaya (b) Qari Sahab).

Adres: Een Haqqani-madrassa in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.Geboortedatum: a) 1982 b) 1978. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.

Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN). Nauw betrokken bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep; Gewond aan een been. De naam van vader is Hajji Meyawar Khan (overleden). Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807173

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Yahya Haqqani is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) die nauw betrokken is geweest bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep. Yahya is als de facto hoofd van de groep opgetreden wanneer de hoogste leiders Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (Yahya's zwager), Badruddin Haqqani (overleden, voorheen op de lijst geplaatst), en Khalil Haqqani afwezig waren. Yahya heeft tevens taken op zich genomen als logistiek verantwoordelijke van het HQN en heeft financiering gefaciliteerd voor Haqqani-commandanten, waaronder een ondergeschikte van de inmiddels overleden HQN-commandant Sangin Zadran Sher Mohammad en het HQN-hoofd zelfmoordoperaties, Abdul Rauf Zakir. Yahya heeft ook als tolk Arabisch en boodschapper van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani gefungeerd.

Yahya heeft belangrijke faciliteringsactiviteiten ter ondersteuning van HQN-aanvallen en andere activiteiten uitgevoerd. Begin 2013 faciliteerde hij financiering voor HQN-strijders. Begin 2013 coördineerde hij de overdracht van voorraden van de Verenigde Arabische Emiraten aan de hooggeplaatste HQN-leider Khalil Haqqani. In 2012 coördineerde Yahya de distributie van geïmproviseerde explosieven (IED's) en communicatieapparatuur, en hij controleerde hij ook de voorbereidingen voor de HQN-aanslag van 7 augustus 2012 op een operationele voorpost van de coalitie in de provincie Logar, Afghanistan, waarbij dertien personen, waaronder elf Afghaanse burgers, gewond raakten. Yahya had waarschijnlijk voorkennis van de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, Afghanistan, die geleid werd door Sirajuddin Haqqani en Badruddin Haqqani. Achttien personen werden bij die aanslag gedood en twaalf gewond. In 2011 droeg Yahya geld van Sirajuddin Haqqani voor operaties over aan HQN-commandanten.

Yahya fungeert soms als verbindingspersoon tussen het HQN en Al Qaida (AQ) en onderhoudt sinds ten minste medio 2009 banden met AQ. In deze hoedanigheid verstrekte Yahya aan AQ-leden in de regio geld voor hun persoonlijke uitgaven. Medio 2009 trad hij op als voornaamste verbindingspersoon van het HQN met buitenlandse strijders, waaronder Arabieren, Oezbeken en Tsjetsjenen.

Yahya heeft tevens media- en propaganda-activiteiten voor het HQN en de Taliban uitgevoerd en beheerd. Begin 2012 kwam Yahya gewoonlijk bijeen met Sirajuddin Haqqani om definitieve goedkeuring van de door hemzelf gemaakte Taliban-propagandavideo's te verkrijgen. Yahya is sinds ten minste 2009 bezig met HQN-media-activiteiten, toen hij werkte vanuit een mediastudio in een HQN-madrassa en aldaar video's van strijders in Afghanistan monteerde. Eind 2011 ontving Yahya van Sirajuddin Haqqani of één van diens plaatsvervangers middelen voor media-uitgaven van het HQN.

Begin 2012 reisde Yahya circa tweemaal per maand, soms met Saidullah Jan, naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.

132.   Saidullah Jan (alias: Abid Khan).

Geboortedatum: 1982. Geboorteplaats: district Giyan, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.

Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sedert 2013. Heeft kritieke faciliteringssteun verstrekt aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep sinds 2011. De naam van de vader is Bakhta Jan. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807179

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saidullah Jan is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sinds 2013, die soms tevens is opgetreden als HQN-plaatsvervangend hoofd, als de HQN-commandant voor het noordelijk gebied van Afghanistan en als belangrijke logistiek coördinator van het HQN.

Eind 2013 verstrekte Saidullah kritieke faciliteringssteun aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Eind 2011 was Saidullah tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep en voerde hij de beoordeling van ten minste één HQN-rekruut uit.

Eind 2013 reisde Saidullah naar de Golf, samen met de HQN-fondsenwervers Khalil Ahmed Haqqani, Fazl Rabi en andere HQN-leden, waaronder een faciliteerder van aanvallen. In 2010 reisde Saidullah met een groep HQN-leiders, waaronder de inmiddels overleden HQN-functionaris Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad, naar de Golf.

Eind 2013 kreeg Saidullah naar verluidt van Al Qaida-leden het vertrouwen als een met het HQN geassocieerde die bij allerlei problemen, waaronder arrestatie, zou kunnen helpen. Begin 2012 reisde Saidullah Jan soms met Yahya Haqqani naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.

133.   Muhammad Omar Zadran (alias: Mohammad-Omar Jadran).

Titel: a) Maulavi b) Mullah. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: Sultan Kheyl, district Spera, provincie Khost, Afghanistan. Adres: het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.

Overige informatie: leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die het bevel voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan, sinds 2013. betrokken bij de voorbereiding van aanvallen op Afghaanse en internationale troepen in Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807181

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Muhammad Omar Zadran (Omar) is een leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die sinds 2013 het commando voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan. Omar heeft gediend als HQN-schaduwdistrictsgouverneur, en sinds 2005 als commandant onder HQN-leider Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en beraamt sinds ten minste 2006 plannen voor aanslagen namens het HQN of geeft daartoe opdracht. Omar heeft met de Taliban samengewerkt en in 2010 gediend als lid van de Taliban-shura, die door de Taliban is opgericht om de logistiek voor opstandelingen, behoeften, opleiding, opdrachten voor commandanten, en de inzet van terroristische cellen in zuidoostelijk Afghanistan te bespreken. Ook ontving Omar in 2010 orders van Sirajuddin Haqqani.

Omar heeft deelgenomen aan de voorbereiding en de planning van aanslagen op Afghaanse burgers, de Afghaanse regering en personeel van de coalitie in Afghanistan, namens zowel het HQN als de Taliban. Begin 2013 was Omar belast met het binnensmokkelen van explosieven in Afghanistan. In 2012 werkten Omar en tientallen andere HQN-leden aan een aanslag met een op een voertuig geplaatst verbeterd explosief op een kamp van de coalitietroepen en was hij betrokken bij het plannen van aanslagen op troepen in de provincie Paktiya, Afghanistan. In 2011 was Omar betrokken bij het plannen van zelfmoordaanslagen. In 2010 kreeg Omar van een HQN-commandant de opdracht om lokale Afghaanse burgers die voor de coalitietroepen werkten in de provincies Khost, Paktiya en Baghlan, Afghanistan, te ontvoeren en te vermoorden.

In 2010 kwamen Omar en andere militantenleiders in de regio overeen de aanvallen tegen de Afghaanse regering en de coalitietroepen te intensiveren, verscheidene districten te veroveren en onder controle te houden, de verkiezingen voor de nationale assemblee en wegwerkzaamheden te verstoren en plaatselijke jongeren te rekruteren.

134.   Abdul Basir Noorzai (alias: (a) Haji Abdul Basir, (b) Haji 'Abd Al- Basir (c) Haji Basir Noorzai, (d) Abdul Baseer (e) Abdul Basir).

Titel: Hadji. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: a) 1965, b) 1960, c) 1963. Geboorteplaats: Provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer AA3829182. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5420124679187. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.3.2015.

Overige informatie: Eigenaar van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala, die financiële diensten verleent aan de Taliban in de regio. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5858164

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Hadji Abdul Basir (Basir) is eigenaar en exploitant van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala. Basir was bevoegd om geld te verstrekken aan de Taliban, en heeft in de voorbije jaren via zijn Hawala duizenden dollars verstrekt aan Taliban-leden in de regio. Basir heeft via zijn Hawala activiteiten van de Taliban gefinancierd, geld overgemaakt aan de Taliban-ouderen en het reizen van Taliban-informanten vergemakkelijkt.

Sinds 2012 werd Basir beschouwd als de voornaamste geldwisselaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders. In 2010 vroeg Basir ook in Japan, de Verenigde Arabische Emiraten en Singapore wonende Pakistaanse en Afghaanse expats om donaties voor de Taliban.

135.   Torek Agha (alias: (a) Sayed Mohammed Hashan, (b) Torak Agha, (c) Toriq Agha, (d) Toriq Agha Sayed).

Titel: Hadji. Adres: Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: (a) 1960 (b) 1962 (c) rond 1965. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans, 5430312277059 (frauduleus verkregen en ingetrokken door de regering van Pakistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.11.2015.

Overige informatie: Belangrijke commandant van de Militaire Raad van de Taliban, betrokken bij fondsenwerving van donoren in de Golfregio. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5905294

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Als hooggeplaatste Talibanleider diende Torek Agha (Torek) eind 2014iend in de Talibans' „Quetta shura”, een regionaal orgaan dat leiding geeft aan de activiteiten van de Taliban in het zuiden en het westen van Afghanistan, en speelde hij een rol gespeeld bij de fondsenwerving van donoren in de Golfregio.

Eind 2014 was Torek lid van een groep die verantwoordelijk is voor de leiding van de strategische plannings- en logistieke operaties van de Taliban, was hij een belangrijke commandant en belangrijk lid van de militaire raad van de Taliban en machtigde en faciliteerde hij militaire operaties van de Taliban. De militaire raad van de Taliban is een van de drie bevelsniveaus van de Taliban en is verantwoordelijk voor het toezicht op de Taliban-activiteiten de goedkeuring van de benoemingen van militair Taliban-leiderschap.

In de loop der jaren was Torek betrokken bij de goedkeuring van de moord op talrijke Afghaanse overheidsfunctionarissen en stamoudsten. Bovendien was hij reeds in 2012 een van de vier hoge Taliban-commandanten die toestemming gaven voor het gebruik van een niet-geïdentificeerd chemisch poeder voor de moord op hoge Afghaanse regeringsfunctionarissen.

Na medio 2011 door een hooggeplaatste leider van de Taliban de opdracht te hebben gekregen tijdens de ramadan naar Saudi-Arabië te gaan om externe financiering te regelen, hebben Torek en verscheidene andere leden van de „Quetta shura” van de Taliban mullahs geselecteerd die naar Saudi-Arabië en andere Arabische landen moesten gaan om financiële giften namens de Taliban te innen van Afghaanse zakenlieden en smokkelaars. Begin 2012 ontving Torek een donatie van een niet-geïdentificeerde Arabische donor met instructies om het geld door te geven aan de provinciale Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Uruzgan, Afghanistan, voor moordoperaties.

Torek inde in 2010 circa 4 miljoen dollar van donoren in de Golfregio voor de Taliban, en gaf het grootste deel ervan aan een andere hooggeplaatste leider en inner van financiën voor de Taliban, Gul Agha Ishakzai (Gul Agha). De bedragen en de bronnen van de talrijke overdrachten van Taliban-fondsenwervingen door Torek aan Gul Agha waren als volgt: $1 miljoen van geassocieerde personen in Saoedi-Arabië; $2 miljoen van donoren in Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Saudi-Arabië; en 600 000 dollar van diverse Arabische donoren, verkregen tijdens een fondsenwerving in Qatar.

Eind 2009 had Torek 2 miljoen dollar van niet-geïdentificeerde donoren in Qatar en Saudi-Arabië in zijn bezit die bestemd waren voor de „Quetta shura-”penningmeester van de Taliban. De aanzienlijke donaties die Torek voor de Quetta shura van de Taliban had ingezameld tijdens de ramadan bevonden zich in niet-geïdentificeerde Pakistaanse banken en werden beheerd door de hoofdpenningmeester van de Taliban.

Medio 2006 wees Torek Taliban-strijders toe aan verschillende operationele commandanten van de Taliban. Hij was een van de belangrijkste contacten tussen de Taliban-leiders en groepen Arabische strijders die aankomen in Pakistan en Afghanistan om te vechten tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF).

B.   Entiteiten en andere groepen en ondernemingen die banden hebben met de Taliban

1.   Haji Khairullah Haji Sattar money exchange (alias a) Haji Khairullah-Haji Sattar Sarafi b) Haji Khairullah and Abdul Sattar and Company c) Haji Khairullah Money Exchange d) Haji Khair Ullah Money Service e) Haji Salam Hawala f) Haji Hakim Hawala g) Haji Alim Hawala h) Sarafi-yi Haji Khairullah Haji Satar Haji Esmatullah).

Adres: a) (kantoor 1: i) Chohar Mir Road, Kandahari Bazaar, Quetta City, provincie Baluchistan, Pakistan; ii) Room number 1, Abdul Sattar Plaza, Hafiz Saleem Street, Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Shop number 3, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Office number 3, Near Fatima Jinnah Road, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Kachara Road, Nasrullah Khan Chowk, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Wazir Mohammad Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan;) b) (Branch Office 2: Peshawar, provincie Khyber Paktunkhwa, Pakistan c) (Branch Office 3: Moishah Chowk Road, Lahore, provincie Punjab, Pakistan) d) (kantoor 4: Karachi, provincie Sindh, Pakistan;) e) (Branch Office 5: i) Larran Road number 2, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan ii) Chaman Central Bazaar, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan) f) (Branch Office 6: Shop number 237, Shah Zada Market (alias Sarai Shahzada), gebied Puli Khisti, Politiedistrict 1, Kabul, Afghanistan, telefoon: +93-202-103386, +93-202-101714, 0202-104748; mobiele telefoon: +93-797-059059, +93-702-222222, e-mail: helmand_exchange_msp@yahoo.com) g) (Branch Office 7: i) Shops number 21 and 22, 2nd Floor, Kandahar City Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) New Sarafi Market, 2nd Floor, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan iii) Safi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan), h) (Branch Office 8: Gereshk City, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan i) (BranchOffice 9: i) Lashkar Gah Bazaar, Lashkar Gah, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan ii) Haji Ghulam Nabi Market, 2nd Floor, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan) j) (Branch Office 10: i) Suite numbers 196-197, 3rd Floor, Khorasan Market, Herat City, Herat Province, Afghanistan ii) Khorasan Market, Shahre Naw, District 5, Herat City, Herat Province, Afghanistan) k) (Branch Office 11: i) Sarafi Market, Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan ii) Ansari Market, 2nd Floor, Nimroz Province, Afghanistan) l) (Branch Office 12: Sarafi Market, Wesh, Spin district Boldak, Afghanistan) m) (Branch Office 13: Sarafi Market, Farah, Afghanistan) n) (Branch Office 14: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten o) (Branch Office 15: Zahedan, Iran) p) (Branch Office 16: Zabul, Iran). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.

Overige informatie: belastingnummer Pakistan: 1774308; belastingnummer Pakistan: 0980338; belastingnummer Pakistan: 3187777; vergunningnummer voor Afghan Money Service Provider: 044. Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange werd in 2011 door de leiding van de Taliban gebruikt om geld aan Taliban-commandanten over te maken voor de financiering van strijders en operaties in Afghanistan.

Heeft banden met Abdul Sattar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. INTERPOL- UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5235593

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS) is het gezamenlijk eigendom van Abdul Satar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. Satar en Khairullah hebben samen wisselkantoren beheerd in Afghanistan, Pakistan, Dubai en de Verenigde Arabische Emiraten. De Taliban-leiders hebben HKHS gebruikt om geld door te sluizen naar schaduwgouverneurs en commandanten van de Taliban, en om hawala-transfers voor de Taliban te ontvangen. Vanaf 2011 sluisde de Taliban-top via HKHS geld door naar de commandanten van de Taliban in Afghanistan. Eind 2011 werd de HKHS-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan, gebruikt om geld door te sluizen naar de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. Medio 2011 gebruikte een commandant van de Taliban een HKHS-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan om strijders en operaties in Afghanistan te financieren. Nadat de Taliban maandelijks grote sommen contant geld bij deze HKHS-afdeling had ondergebracht, konden commandanten van de Taliban via elke HKHS-afdeling toegang krijgen tot het geld. Personeelsleden van de Taliban gebruikten HKHS in 2010 om geld door te sluizen naar hawala's in Afghanistan, waar de operationele commandanten toegang konden krijgen tot het geld. Eind 2009 zag de directeur van de HKHS-afdeling in Lashkar Gah toe op het verkeer van geld van de Taliban via HKHS.

2.   Rotshaan money exchange (alias (a) Rotshaan Sarafi (b) Rotshaan Trading Company (c) Rushaan Trading Company (d) Rotshaan Shirkat (e) Maulawi Ahmed Shah Hawala (f) Mullah Ahmed Shah Hawala (g) Haji Ahmad Shah Hawala (h) Ahmad Shah Hawala).

Adres: a) (Branch Office 1: i) Shop number 1584, Furqan (variant Fahr Khan) Center, Chalhor Mal Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan ii) Flat number 4, Furqan Center, Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Office number 4, 2nd Floor, Muslim Plaza Building, Doctor Banu Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Cholmon Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Shop number 1, 1st Floor, Kadari Place, Abdul Samad Khan Street (next to Fatima Jena Road), Quetta, Baluchistan Province, Pakistan) b) (Branch Office 2: i) Safar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan ii) Main Bazaar, Safar, Helmand Province, Afghanistan) c) (Branch Office 3: i) Haji Ghulam Nabi Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan ii) Money Exchange Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan iii) Lashkar Gah Bazaar, Helmand Province, Afghanistan) d) (Branch Office 4: Hazar Joft, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan) e) (Branch Office 5: Ismat Bazaar, Marjah District, Helmand Province, Afghanistan) f) (Branch Office 6: Zaranj, Nimruz Province, Afghanistan) g) (Branch Office 7: i) Suite number 8, 4th Floor, Sarafi Market, District number 1, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) Shop number 25, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar District, Kandahar Province, Afghanistan) h) (Branch Office 8: Lakri City, Helmand Province, Afghanistan) i) (Branch Office 9: Gerd-e-Jangal, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) j) (Branch Office 10: Chaghi, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) k) (Branch Office 11: Aziz Market, in front of Azizi Bank, Waish Border, Spin Boldak District, Kandahar Province, Afghanistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.

Overige informatie: Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om de militaire operaties van de Taliban en de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. Eigendom van Ahmed Shah Noorzai Obaidullah. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282182

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Rotshaan Money Exchange (RMX) bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. RMX was een van de eerste „hawalas” (informele diensten voor overmaking van geld) die in 2011 door Taliban-ambtenaren werden gebruikt in de provincie Helmand. In 2011 nam een hooggeplaatst Taliban-lid in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op ten behoeve van schaduwgouverneurs van de Taliban in de provincie. Ter financiering van het lenteoffensief van de Taliban in 2011 bracht de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand duizenden dollars onder bij RMX. Tevens heeft een Taliban-lid in 2011 tienduizenden dollars van RMX ontvangen als steun voor militaire operaties. Een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan had tevens tienduizenden dollars in bewaring die zouden worden opgenomen door een commandant van de Taliban. In 2010 gebruikte een Taliban-lid, namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand, RMX om duizenden dollars naar de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan te sturen. De RMX-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, is door de Taliban gebruikt om geld voor plaatselijke operaties door te sluizen. In 2011 droeg een ondercommandant van de Taliban via de RMX-afdeling in Lashkar Gah tienduizenden dollars over aan een commandant van de Taliban. De Taliban sluisden in 2010 ook geld via de RMX-afdeling in Lashkar Gah door aan commandanten van de Taliban. Evenzo gebruikte een Taliban-lid in 2010 RMXom tienduizenden dollars naar de provincie Helmand en de provincie Herat, Afghanistan, te sturen namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. In 2009 nam een hooggeplaatste Taliban-vertegenwoordiger in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op om militaire operaties van de Taliban in Afghanistan te financieren.

Het naar de RMX gestuurde geld was afkomstig uit Iran. In 2008 gebruikte een Taliban-leider RMX om tienduizenden dollars van Pakistan naar Afghanistan door te sluizen. De Taliban maken ook gebruik van RMX om hun rol in de drugshandel in Afghanistan te faciliteren. In 2011 sluisden Taliban-functionarissen, waaronder de schaduwgouverneur in de provincie Helmand, honderdduizenden dollars vanuit een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan door naar „hawalas” in Afghanistan voor de aankoop van drugs namens Taliban-functionarissen. Tevens gaf een Taliban-functionaris in 2011 Taliban-commandanten in de provincie Helmand opdracht de opbrengsten van opium via RMX over te dragen. Een Taliban-districtshoofd maakte duizenden dollars vanuit Marjah, provincie Helmand, Afghanistan, over naar een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan.

3.   Haqqani-netwerk (alias HQN).

Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.

Overige informatie: netwerk van Taliban-strijders in de grensstreek tussen de provincie Khost, Afghanistan en Noord-Waziristan, Pakistan. Opgericht door Jalaluddin Haqqani en thans geleid door zijn zoon Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Andere personen die tot het netwerk behoren: Nasiruddin Haqqani, Sangeen Zadran Sher Mohammad, Abdul Aziz Abbasin, Fazl Rabi, Ahmed Jan Wazir, Bakht Gul, Abdul Rauf Zakir. Verantwoordelijk voor zelfmoordaanslagen, gerichte moorden en ontvoeringen in Kabul en andere Afghaanse provincies. Verbonden met Al Qaida, de Islamitische Beweging van Oezbekistan, Tehrik-e Taliban Pakistan, Lashkar I Jhangvi en Jaish-I-Mohammed. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282012

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Haqqani-netwerk heeft zijn wortels in het Afghaanse conflict van het einde van de jaren '70. In het midden van de jaren 80 knoopte Jalaluddin Haqqani, de oprichter van het Haqqani-netwerk, betrekkingen aan met de leider van Al-Qa'ida, wijlen Osama bin Laden. Jalaluddin trad in 1995 toe tot de Taliban-beweging, maar behield zijn eigen machtsbasis langs de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Jalaluddins zoon, Sirajuddin Haqqani, de controle over het netwerk over en sindsdien heeft hij van de groep een van de toonaangevende rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.

Het Haqqani-netwerk is verantwoordelijk voor een groot aantal van de meest geruchtmakende aanslagen in Afghanistan. In januari 2008 bestormden leden van het Haqqani-netwerk Hotel Serena in Kabul, wat resulteerde in acht doden. In januari 2010 zat het Haqqani-netwerk achter een gecoördineerde aanval op de belangrijkste regeringsgebouwen in Kabul, waarbij vijf mensen werden gedood en 70 gewond. In juni 2011 was het netwerk verantwoordelijk voor de aanslag op Hotel Intercontinental in Kabul, waarbij 11 Afghaanse burgers en twee Afghaanse politiemannen werden gedood. Het Haqqani-netwerk was verantwoordelijk voor de aanslag van september 2011 tegen de ambassade van de Verenigde Staten en het hoofdkwartier in Kabul van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). Zestien Afghanen werden gedood zijn tijdens de aanval die 19 uur duurde, onder wie ten minste zes kinderen. De groep zat ook achter de gecoördineerde aanvallen op 15 april 2012 in Kabul en drie andere Afghaanse steden, die 18 uur heeft geduurd en ten minste 11 Afghaanse veiligheidsfunctionarissen en vier burgers het leven hebben gekost.

Het Haqqani Netwerk was ook betrokken bij een aantal ontvoeringen en heeft samengewerkt met de Taliban en andere militante organisaties in Afghanistan.

4.   Rahat Ltd. (alias a) Rahat Trading Company; b) Haji Muhammad Qasim Sarafi; c) New Chagai Trading; d) Musa Kalim Hawala).

Adres: (a) Branch Office 1: Room number 33, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan, (b) Branch Office 2: Shop number 4, Azizi Bank, Haji Muhammad Isa Market, Wesh, Spin Boldak, Kandahar Province, Afghanistan, (c) Branch Office 3: Safaar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan, (d) Branch Office 4: Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan, (e) Branch Office 5: Gereshk District, Helmand Province, Afghanistan, (f) Branch Office 6: Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan, (g) Branch Office 7: i) Dr. Barno Road, Quetta, Pakistan, ii) Haji Mohammed Plaza, Tol Aram Road, bij Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Pakistan, iii) Kandahari Bazaar, Quetta, Pakistan, (h) Branch Office 8: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; i) Branch Office 9: Chaghi Bazaar, Chaghi, provincie Baluchistan, Pakistan; j) Branch Office 10: Zahedan, provincie Zabol, Iran Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.

Overige informatie: Rahat Ltd. werd door de leiding van de Taliban gebruikt om geld van externe donoren en drugshandel over te maken voor de financiering van activiteiten van de Taliban in 2011 en 2012. Eigendom van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim. Heeft ook banden met Mohammad Naim Barich Khudaidad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282195

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Rahat Ltd. is een hawala-netwerk dat eigendom is van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim, met inbegrip van filialen in geheel Afghanistan, Pakistan en Iran, dat deelneemt in de financiering en facilitering van de opstand van de Taliban.

In 2011 en 2012 maakten hooggeplaatste Taliban-leden regelmatig gebruik van de verschillende filialen van Rahat Ltd. voor opslag en overdracht van middelen afkomstig van externe donoren en uit drugshandel.

Een en ander omvat specifiek de verstrekking van aanzienlijke middelen namens een schaduw-provinciegouverneur van de Taliban, witgewassen via Rahat Ltd. In 2011 en 2012 waren hooggeplaatste Taliban-leden bij verscheidene gelegenheden verantwoordelijk voor overdrachten en transacties, via Rahat Ltd., van honderdduizenden Amerikaanse dollars aan financiering uit de Golfregio en Iran, bedoeld voor de financiering van opstanden van de Taliban.

Hooggeplaatste Taliban-leden hadden persoonlijk contact met filiaalmanagers van Rahat Ltd., bezochten vestigingen van Rahat Ltd. en gebruikten Rahat Ltd. voor het ontvangen, opslaan en verzenden van middelen ter ondersteuning van opstandige operaties in Afghanistan. Onlangs vertsrekte de schaduw-provinciegouverneur van de Taliban van de provincie Helmand, Afghanistan, Mohammad Naim Barich (alias Moellah Naim Barich), via Rahat Ltd. middelen aan ondergeschikte bevelhebbers voor het plannen en uitvoeren van opstandige operaties in het zuiden van Afghanistan. Deze operaties zijn een rechtstreekse bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid van Afghanistan.

Rahat Ltd. verleent financiële diensten aan de Taliban gelieerde narcotica-netwerken in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan via zijn filiaalmanagers die rechtstreeks betrokken zijn bij drugshandel en nauwe banden hebben met hooggeplaatste personen binnen deze drugsnetwerken.

5.   Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (alias: a) Haji Bashir and Zarjmil Hawala Company b) Haji Abdul Basir and Zar Jameel Hawala c) Haji Basir Hawala d) Haji Baseer Hawala e) Haji Abdul Basir Exchange Shop f) Haji Basir and Zarjamil Currency Exchange g) Haji Zar Jamil, Haji Abdul Baseer Money Changer. Datum van plaatsing op de VN-lijst:27.3.2015.

Adres: (a) Branch Office 1: Sanatan (variant Sanatin) Bazaar, Sanatan Bazaar Street, nabij Trench (variant Tranch) Road, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan b) Kantoor 2: Quetta, Pakistan. c) Kantoor 3: Lahore, Pakistan d) Kantoor 4: Peshawar, Pakistan e) Kantoor 5: Karachi, Pakistan f) Kantoor 6: Islamabad, Pakistan g) Kantoor 7: provincie Kandahar Afghanistan h) Kantoor 8: provincie Herat, Afghanistan i) Kantoor 9: provincie Helmand, Afghanistan j) Kantoor 10: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten (k) Kantoor 11: Iran.

Overige informatie: Financiëledienstverlener waarop hooggeplaatste Taliban-leiders een beroep doen om fondsen over te maken aan Taliban-commandanten in de regio. Eigendom van Abdul Basir Noorzai. InterpoL-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5858170

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala is op 27 maart 2015 overeenkomstig punt 2 van Resolutie 2160 (2014) op de VN-lijst geplaatst wegens deelneming aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of plegen van daden of uitvoeren van activiteiten door of in samenwerking met op de VN-lijst geplaatsten en andere met de Taliban verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, die een bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid in Afghanistan vormen, dan wel onder hun naam, te hunnen behoeve of te hunner ondersteuning, of wegens het anderszins steun verlenen aan de bedoelde daden en activiteiten.

Aanvullende informatie:

De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (Basir Zarjmil Hawala) in Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan, is eigendom van Abdul Basir Noorzai. Deze onderneming verstrekt geld aan de Taliban-leden in de regio. Hooggeplaatste Taliban-leiders in de regio geven er de voorkeur aan geld aan Taliban-commandanten over te maken via de Basir Zarjmil Hawala en de Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange.

In 2013 verstrekte de Basir Zarjmil Hawala duizenden dollars aan Taliban-commandanten in de regio, en hielp aldus Taliban-operaties financieren. In 2012 verrichtte de Basir Zarjmil Hawala voor duizenden dollars aan transacties voor wapens en andere operationele uitgaven voor de Taliban.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/71


VERORDENING (EU) 2017/405 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2017

tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen voor sulfoxaflor in of op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 5 juli 2013, 18 juli 2014 en 11 juli 2015 heeft de Commissie van de Codex Alimentarius (CAC) Codex-grenswaarden (CXL's) vastgesteld voor sulfoxaflor (2) (3) (4).

(2)

Voor die stof zijn maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005.

(3)

Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (5) wordt, indien er internationale normen bestaan of op korte termijn tot stand zullen komen, hiermee bij de ontwikkeling en aanpassing van de levensmiddelenwetgeving rekening gehouden, tenzij die normen of de betrokken gedeelten ervan een ondoeltreffend of ongeschikt middel zouden zijn om de legitieme doelstellingen van de levensmiddelenwetgeving te verwezenlijken, er wetenschappelijke gronden zijn om deze buiten beschouwing te laten, of bedoelde normen tot een ander beschermingsniveau zouden leiden dan het niveau dat in de Unie passend wordt geacht. Overeenkomstig artikel 13, onder e), van die verordening zal de Unie bovendien de overeenstemming tussen internationale technische normen en levensmiddelenwetgeving bevorderen, waarbij zij erop toeziet dat aan het in de Unie vastgestelde hoge beschermingsniveau geen afbreuk wordt gedaan.

(4)

De Unie heeft bij het Codex-comité voor bestrijdingsmiddelenresiduen (CCPR) een voorbehoud gemaakt met betrekking tot de CXL's die zijn voorgesteld voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddelen en producten: sulfoxaflor (vruchtgroenten, andere dan Cucurbitaceae; bladgroenten).

(5)

Daarom moeten de CXL's voor sulfoxaflor die niet in overweging 4 worden vermeld, als MRL's worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 396/2005, behalve wanneer zij bij producten horen die niet zijn opgenomen in bijlage I bij die verordening of wanneer zij op een lager niveau zijn vastgesteld dan de huidige MRL's. Die CXL's zijn veilig voor de consumenten in de Unie (6).

(6)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  http://www.codexalimentarius.org/download/report/799/REP13_PRe.pdf

Gezamenlijk FAO/WHO-voedselnormenprogramma, commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels II en III. Zesendertigste zitting. Rome, Italië, 1-5 juli 2013.

(3)  http://www.codexalimentarius.org/download/report/917/REP14_PRe.pdf

Gezamenlijk FAO/WHO-voedselnormenprogramma, commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels II en III. Zevenendertigste zitting. Genève, Zwitserland, 14-18 juli 2014.

(4)  ftp://ftp.fao.org/codex/reports/reports_2015/REP15_PRe.pdf

Gezamenlijk FAO/WHO-voedselnormenprogramma, commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels III en IV. Achtendertigste zitting. Genève, Zwitserland, 6-11 juli 2015.

(5)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(6)  Scientific support for preparing an EU position for the 45th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2013;11(7):3312 (210 blz.).

Scientific support for preparing an EU position for the 46th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2014;12(7):3737 (182 blz.).

Scientific support for preparing an EU position in the 47th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2015;13(7):4208 (178 blz.).


BIJLAGE

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II wordt de volgende kolom voor sulfoxaflor toegevoegd:

„Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codenummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (1)

Sulfoxaflor (som van de isomeren)

(1)

(2)

(3)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

0110000

Citrusvruchten

 

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

0,15

0110020

Sinaasappelen

0,8

0110030

Citroenen

0,4

0110040

Limoenen/lemmetjes

0,01 (*1)

0110050

Mandarijnen

0,8

0110990

Overige

0,01 (*1)

0120000

Noten

0,02 (*1)

0120010

Amandelen

 

0120020

Paranoten

 

0120030

Cashewnoten

 

0120040

Kastanjes

 

0120050

Kokosnoten

 

0120060

Hazelnoten

 

0120070

Macadamianoten

 

0120080

Pecannoten

 

0120090

Pijnboompitten

 

0120100

Pistaches

 

0120110

Walnoten

 

0120990

Overige

 

0130000

Pitvruchten

 

0130010

Appelen

0,4

0130020

Peren

0,4

0130030

Kweeperen

0,3

0130040

Mispels

0,3

0130050

Loquats/Japanse mispels

0,3

0130990

Overige

0,3

0140000

Steenvruchten

 

0140010

Abrikozen

0,5

0140020

Kersen (zoet)

1,5

0140030

Perziken

0,5

0140040

Pruimen

0,5

0140990

Overige

0,01 (*1)

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

0151000

a)

druiven

2

0151010

Tafeldruiven

 

0151020

Wijndruiven

 

0152000

b)

aardbeien

0,5

0153000

c)

rubussoorten

0,01 (*1)

0153010

Bramen/braambessen

 

0153020

Dauwbramen

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

0153990

Overige

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

 

0154010

Blauwe bessen

0,01 (*1)

0154020

Veenbessen

0,01 (*1)

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

0,01 (*1)

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

0,01 (*1)

0154050

Rozenbottels

0,01 (*1)

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

0,01 (*1)

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

0,3

0154080

Vlierbessen

0,01 (*1)

0154990

Overige

0,01 (*1)

0160000

Diverse vruchten met

 

0161000

a)

eetbare schil

 

0161010

Dadels

0,01 (*1)

0161020

Vijgen

0,01 (*1)

0161030

Tafelolijven

0,01 (*1)

0161040

Kumquats

0,01 (*1)

0161050

Carambola's

0,01 (*1)

0161060

Kaki's/Japanse persimoenen

0,3

0161070

Jambolans/djamblangs

0,01 (*1)

0161990

Overige

0,01 (*1)

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

0,01 (*1)

0162010

Kiwi's (geel, groen, rood)

 

0162020

Lychees

 

0162030

Passievruchten/maracuja's

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

0162050

Sterappelen

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

0162990

Overige

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

0,01 (*1)

0163010

Avocado's

 

0163020

Bananen

 

0163030

Mango's

 

0163040

Papaja's

 

0163050

Granaatappels

 

0163060

Cherimoya's

 

0163070

Guaves

 

0163080

Ananassen

 

0163090

Broodvruchten

 

0163100

Doerians

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

0163990

Overige

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

 

0211000

a)

aardappelen

0,03

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

0,03

0212010

Cassave/maniok

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

Yams

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

0212990

Overige

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

0213010

Rode bieten

0,03

0213020

Wortels

0,05

0213030

Knolselderij

0,03

0213040

Mierikswortels

0,03

0213050

Aardperen/topinamboers

0,03

0213060

Pastinaken

0,03

0213070

Wortelpeterselie

0,03

0213080

Radijzen

0,03

0213090

Schorseneren

0,03

0213100

Koolrapen

0,03

0213110

Rapen

0,03

0213990

Overige

0,03

0220000

Bolgewassen

 

0220010

Knoflook

0,01 (*1)

0220020

Uien

0,01 (*1)

0220030

Sjalotten

0,01 (*1)

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

0,7

0220990

Overige

0,01 (*1)

0230000

Vruchtgroenten

 

0231000

a)

Solanaceae

 

0231010

Tomaten

0,3

0231020

Paprika's

0,4

0231030

Aubergines

0,3

0231040

Okra's, okers

0,01 (*1)

0231990

Overige

0,01 (*1)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,5

0232010

Komkommers

 

0232020

Augurken

 

0232030

Courgettes

 

0232990

Overige

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,5

0233010

Meloenen

 

0233020

Pompoenen

 

0233030

Watermeloenen

 

0233990

Overige

 

0234000

d)

suikermais

0,01 (*1)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,01 (*1)

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

 

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

0241010

Broccoli

3

0241020

Bloemkolen

0,04

0241990

Overige

0,01 (*1)

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

0242010

Spruitjes

0,01 (*1)

0242020

Sluitkolen

0,4

0242990

Overige

0,01 (*1)

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

0243010

Chinese kool/petsai

2

0243020

Boerenkolen

0,01 (*1)

0243990

Overige

0,01 (*1)

0244000

d)

koolrabi's

0,01 (*1)

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

0251000

a)

slasoorten

 

0251010

Veldsla

0,01 (*1)

0251020

Sla

4

0251030

Andijvie

0,01 (*1)

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

0,01 (*1)

0251050

Winterkers

0,01 (*1)

0251060

Raketsla/rucola

0,01 (*1)

0251070

Rode amsoi

0,01 (*1)

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

0,01 (*1)

0251990

Overige

0,01 (*1)

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

 

0252010

Spinazie

6

0252020

Postelein

0,01 (*1)

0252030

Snijbiet

0,01 (*1)

0252990

Overige

0,01 (*1)

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01 (*1)

0254000

d)

waterkers

0,01 (*1)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01 (*1)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

 

0256010

Kervel

0,02 (*1)

0256020

Bieslook

0,02 (*1)

0256030

Bladselderij/snijselder

1,5

0256040

Peterselie

0,02 (*1)

0256050

Salie

0,02 (*1)

0256060

Rozemarijn

0,02 (*1)

0256070

Tijm

0,02 (*1)

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

0,02 (*1)

0256090

Laurierblad

0,02 (*1)

0256100

Dragon

0,02 (*1)

0256990

Overige

0,02 (*1)

0260000

Peulgroenten

0,01 (*1)

0260010

Bonen (met peul)

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

0260030

Erwten (met peul)

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

0260050

Linzen

 

0260990

Overige

 

0270000

Stengelgroenten

 

0270010

Asperges

0,01 (*1)

0270020

Kardoenen

0,01 (*1)

0270030

Bleekselderij

1,5

0270040

Knolvenkel

0,01 (*1)

0270050

Artisjokken

0,01 (*1)

0270060

Preien

0,01 (*1)

0270070

Rabarber

0,01 (*1)

0270080

Bamboescheuten

0,01 (*1)

0270090

Palmharten

0,01 (*1)

0270990

Overige

0,01 (*1)

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01 (*1)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,01 (*1)

0300000

PEULVRUCHTEN

 

0300010

Bonen

0,3

0300020

Linzen

0,01 (*1)

0300030

Erwten

0,01 (*1)

0300040

Lupinen/lupinebonen

0,01 (*1)

0300990

Overige

0,01 (*1)

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

0401000

Oliehoudende zaden

 

0401010

Lijnzaad

0,02 (*1)

0401020

Pinda's/aardnoten

0,02 (*1)

0401030

Papaverzaad/maanzaad

0,02 (*1)

0401040

Sesamzaad

0,02 (*1)

0401050

Zonnebloemzaad

0,02 (*1)

0401060

Koolzaad

0,15

0401070

Sojabonen

0,3

0401080

Mosterdzaad

0,02 (*1)

0401090

Katoenzaad

0,4

0401100

Pompoenzaad

0,02 (*1)

0401110

Saffloerzaad

0,02 (*1)

0401120

Bernagiezaad

0,02 (*1)

0401130

Huttentutzaad

0,02 (*1)

0401140

Hennepzaad

0,02 (*1)

0401150

Wonderbonen

0,02 (*1)

0401990

Overige

0,02 (*1)

0402000

Oliehoudende vruchten

0,02 (*1)

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0402020

Palmpitten

 

0402030

Palmvruchten

 

0402040

Kapok

 

0402990

Overige

 

0500000

GRANEN

 

0500010

Gerst

0,6

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

0,01 (*1)

0500030

Mais

0,01 (*1)

0500040

Gierst/pluimgierst

0,01 (*1)

0500050

Haver

0,04

0500060

Rijst

0,01 (*1)

0500070

Rogge

0,015

0500080

Sorghum

0,01 (*1)

0500090

Tarwe

0,2

0500990

Overige

0,01 (*1)

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,05 (*1)

0610000

Thee

 

0620000

Koffiebonen

 

0630000

Kruidenthee van

 

0631000

a)

bloemen

 

0631010

Kamille

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

0631030

Roos

 

0631040

Jasmijn

 

0631050

Lindebloesem

 

0631990

Overige

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

0632010

Aardbei

 

0632020

Rooibos

 

0632030

Maté

 

0632990

Overige

 

0633000

c)

wortels

 

0633010

Valeriaan

 

0633020

Ginseng

 

0633990

Overige

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

0640000

Cacaobonen

 

0650000

Carob/johannesbrood

 

0700000

HOP

0,05 (*1)

0800000

SPECERIJEN

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,05 (*1)

0810010

Anijs

 

0810020

Zwarte komijn

 

0810030

Selderij

 

0810040

Koriander

 

0810050

Komijn

 

0810060

Dille

 

0810070

Venkel

 

0810080

Fenegriek

 

0810090

Nootmuskaat

 

0810990

Overige

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,05 (*1)

0820010

Piment

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

0820030

Karwij

 

0820040

Kardemom

 

0820050

Jeneverbes

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

0820070

Vanille

 

0820080

Tamarinde

 

0820990

Overige

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05 (*1)

0830010

Kaneel

 

0830990

Overige

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

0840010

Zoethout

0,05 (*1)

0840020

Gember

0,05 (*1)

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05 (*1)

0840040

Mierikswortel

(+)

0840990

Overige

0,05 (*1)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05 (*1)

0850010

Kruidnagels

 

0850020

Kappertjes

 

0850990

Overige

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05 (*1)

0860010

Saffraan

 

0860990

Overige

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05 (*1)

0870010

Foelie

 

0870990

Overige

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

0,01 (*1)

0900010

Suikerbiet

 

0900020

Suikerriet

 

0900030

Wortelcichorei

 

0900990

Overige

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG — LANDDIEREN

 

1010000

Weefsels van

 

1011000

a)

varkens

 

1011010

Spier

0,3

1011020

Vetweefsel

0,1

1011030

Lever

0,6

1011040

Nier

0,6

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,6

1011990

Overige

0,01 (*1)

1012000

b)

runderen

 

1012010

Spier

0,3

1012020

Vetweefsel

0,1

1012030

Lever

0,6

1012040

Nier

0,6

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,6

1012990

Overige

0,01 (*1)

1013000

c)

schapen

 

1013010

Spier

0,3

1013020

Vetweefsel

0,1

1013030

Lever

0,6

1013040

Nier

0,6

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,6

1013990

Overige

0,01 (*1)

1014000

d)

geiten

 

1014010

Spier

0,3

1014020

Vetweefsel

0,1

1014030

Lever

0,6

1014040

Nier

0,6

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,6

1014990

Overige

0,01 (*1)

1015000

e)

paardachtigen

 

1015010

Spier

0,3

1015020

Vetweefsel

0,1

1015030

Lever

0,6

1015040

Nier

0,6

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,6

1015990

Overige

0,01 (*1)

1016000

f)

pluimvee

 

1016010

Spier

0,1

1016020

Vetweefsel

0,03

1016030

Lever

0,3

1016040

Nier

0,3

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,3

1016990

Overige

0,01 (*1)

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

1017010

Spier

0,3

1017020

Vetweefsel

0,1

1017030

Lever

0,6

1017040

Nier

0,6

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,6

1017990

Overige

0,01 (*1)

1020000

Melk

0,2

1020010

Runderen

 

1020020

Schapen

 

1020030

Geiten

 

1020040

Paarden

 

1020990

Overige

 

1030000

Vogeleieren

0,1

1030010

Kippen

 

1030020

Eenden

 

1030030

Ganzen

 

1030040

Kwartels

 

1030990

Overige

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt

0,05 (*1)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,01 (*1)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,01 (*1)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,01 (*1)

Sulfoxaflor (som van de isomeren)

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep „specerijen” (code 0840040 ) is hetzelfde als voor mierikswortels (Armoracia rusticana) in de groep „wortel- en knolgewassen” (code 0213040 ) van de categorie „groenten”, rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel”

2)

In deel A van bijlage III wordt de kolom voor sulfoxaflor geschrapt.


(*1)  Bepaalbaarheidsgrens

(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/83


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/406 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2017

tot goedkeuring van de werkzame stof met een laag risico zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 22, lid 1, in samenhang met artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 2 december 2013 heeft Nederland overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van Valto BV een aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 ontvangen. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening heeft Nederland, als lidstaat-rapporteur, de aanvrager, de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 30 juni 2014 in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van de aanvraag.

(2)

Op 10 november 2015 heeft de lidstaat-rapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend bij de Commissie, met kopie aan de EFSA, waarin wordt beoordeeld of de werkzame stof naar verwachting aan de goedkeuringscriteria zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen.

(3)

De EFSA heeft zich aan artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 gehouden. Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft zij de aanvrager verzocht de lidstaten, de Commissie en de EFSA aanvullende informatie te verstrekken. De beoordeling van de aanvullende informatie door de lidstaat-rapporteur werd op 8 september 2016 bij de EFSA ingediend in de vorm van een bijgewerkt ontwerpbeoordelingsverslag.

(4)

Op 18 november 2016 heeft de EFSA aan de aanvrager, de lidstaten en de Commissie haar conclusie (2) meegedeeld over de vraag of de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 naar verwachting aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen. De EFSA heeft haar conclusie toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(5)

Op 6 december 2016 heeft de Commissie het evaluatieverslag voor zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 en een ontwerpverordening tot goedkeuring van zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(6)

De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen over het evaluatieverslag in te dienen.

(7)

Voor een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, en met name voor de gebruiksdoeleinden die zijn onderzocht en zijn opgenomen in het evaluatieverslag, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 worden goedgekeurd.

(8)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen.

(9)

De Commissie is voorts van oordeel dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 een werkzame stof met een laag risico is in de zin van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 is geen tot bezorgdheid aanleiding gevende stof en voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in bijlage II, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 is een van nature in planten voorkomende virusstam. Een plantenvirus vermeerdert zich niet buiten de plantencel en het virus heeft geen cellulaire structuur en produceert geen metabolieten. Het is niet pathogeen voor mens of dier. De extra blootstelling van mensen, dieren en het milieu door de krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde toepassingen is waarschijnlijk verwaarloosbaar in vergelijking met de blootstelling in natuurlijke omstandigheden.

(10)

Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 worden goedgekeurd als stof met een laag risico. Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De in bijlage I gespecificeerde werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2017. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance Mild Pepino mosaic virus isolate VX1. EFSA Journal 2017; 15(1):4650 [16 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2017.4650.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1

Referentienummer DSM 26974 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ)

Niet van toepassing

Nicotine < 0,1 mg/l

29 maart 2017

29 maart 2032

Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

Aan deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (*1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„9

Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1

Referentienummer DSM 26974 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ)

Niet van toepassing

Nicotine < 0,1 mg/l

29 maart 2017

29 maart 2032

Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.”.


(*1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/87


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/407 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2017

tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof iodosulfuron overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De goedkeuring van de werkzame stof iodosulfuron, zoals vermeld in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (2), vervalt op 31 oktober 2017.

(2)

Er is een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van iodosulfuron ingediend overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (3) en binnen de in dat artikel vermelde termijn.

(3)

De aanvrager heeft de overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 vereiste aanvullende dossiers ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag als volledig kan worden beschouwd.

(4)

De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit op 29 april 2015 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend.

(5)

De EFSA heeft het beoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(6)

Op 6 april 2016 (4) heeft de EFSA de Commissie haar conclusie meegedeeld met betrekking tot de vraag of iodosulfuron (onderzochte variant: iodosulfuron-methyl-natrium) naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft het ontwerpverslag over de verlenging voor iodosulfuron op 11 juli 2016 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(7)

Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 werd voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan.

(8)

Het is derhalve passend om de goedkeuring van iodosulfuron te verlengen.

(9)

De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van iodosulfuron is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die iodosulfuron bevatten, mogen worden toegelaten. Het is dan ook passend de beperking voor gebruik als herbicide niet te handhaven.

(10)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, in samenhang met artikel 6 daarvan, en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden verzocht.

(11)

Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/950 van de Commissie (5) is de geldigheidsduur voor iodosulfuron verlengd tot en met 31 oktober 2017 opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring van die stof kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór die vervaldatum een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden vanaf 1 april 2017.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof

De goedkeuring van de in bijlage I gespecificeerde werkzame stof iodosulfuron wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).

(4)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2016. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance iodosulfuron-methyl-sodium (approved as iodosulfuron). EFSA Journal 2016;14(4):4453. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/950 van de Commissie van 15 juni 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen 2,4-DB, beta-cyfluthrin, carfentrazone-ethyl, Coniothyrium minitans stam CON/M/91-08 (DSM 9660), cyazofamide, deltamethrin, dimethenamid-P, ethofumesaat, fenamidone, flufenacet, flurtamone, foramsulfuron, fosthiazaat, imazamox, iodosulfuron, iprodion, isoxaflutool, linuron, maleïnehydrazide, mesotrione, oxasulfuron, pendimethalin, picoxystrobin, silthiofam en trifloxystrobin (PB L 159 van 16.6.2016, blz. 3).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Iodosulfuron

CAS-nr.: 185119-76-0 (moederstof)

CAS-nr.: 144550-36-7 (iodosulfuron-methyl-natrium)

CIPAC-nr.: 634 (moederstof)

CIPAC-nr.: 634.501 (iodosulfuron-methyl-natrium)

4-jood-2-[4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)carbamoylsulfamoyl]benzoëzuur

(iodosulfuron)

natrium ({[5-iodo-2-(methoxycarbonyl)fenyl]sulfonyl}carbamoyl)(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)azanide

(iodosulfuron-methyl-natrium)

≥ 910 g/kg (uitgedrukt als iodosulfuron-methyl-natrium)

1 april 2017

31 maart 2032

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over iodosulfuron, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan:

het risico voor de consument;

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende landplanten;

het risico voor waterplanten.

De gebruiksvoorwaarden omvatten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen.

De aanvrager dient bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie in met betrekking tot:

1.

de mogelijk genotoxische werking van de metaboliet triazineamine (IN-A4098), teneinde te bevestigen dat deze metaboliet niet genotoxisch is en niet relevant voor de risicobeoordeling;

2.

het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de residuen in het drinkwater.

De aanvrager dient de onder 1) verzochte informatie in tegen 1 oktober 2017 en de onder 2) verzochte informatie binnen twee jaar na de vaststelling van richtsnoeren voor de evaluatie van het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In deel A wordt vermelding 66 over iodosulfuron geschrapt.

2.

In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nummer

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (*1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„107

Iodosulfuron

CAS-nr.: 185119-76-0 (moederstof)

CAS-nr.: 144550-36-7 (iodosulfuron-methyl-natrium)

CIPAC-nr.: 634 (moederstof)

CIPAC-nr.: 634.501 (iodosulfuron-methyl-natrium)

4-jood-2-[4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)carbamoylsulfamoyl]benzoëzuur

(iodosulfuron)

natrium ({[5-iodo-2-(methoxycarbonyl)fenyl]sulfonyl}carbamoyl)(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)azanide

(iodosulfuron-methyl-natrium)

≥ 910 g/kg (uitgedrukt als iodosulfuron-methyl-natrium)

1 april 2017

31 maart 2032

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over iodosulfuron, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan:

het risico voor de consument,

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende landplanten,

het risico voor waterplanten.

De gebruiksvoorwaarden omvatten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen.

De aanvrager dient bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie in met betrekking tot:

1.

de mogelijk genotoxische werking van de metaboliet triazineamine (IN-A4098), teneinde te bevestigen dat deze metaboliet niet genotoxisch is en niet relevant voor de risicobeoordeling;

2.

het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de residuen in het drinkwater.

De aanvrager dient de onder 1) verzochte informatie in tegen 1 oktober 2017 en de onder 2) verzochte informatie binnen twee jaar na de vaststelling van richtsnoeren voor de evaluatie van het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen.”.


(*1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/91


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/408 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2017

tot goedkeuring van de werkzame stof met een laag risico zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 22, lid 1, in samenhang met artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 2 december 2013 heeft Nederland overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van Valto BV een aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 ontvangen. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening heeft Nederland, als lidstaat-rapporteur, de aanvrager, de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 30 juni 2014 in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van de aanvraag.

(2)

Op 10 november 2015 heeft de lidstaat-rapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend bij de Commissie, met kopie aan de EFSA, waarin wordt beoordeeld of de werkzame stof naar verwachting aan de goedkeuringscriteria zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen.

(3)

De EFSA heeft zich aan artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 gehouden. Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft zij de aanvrager verzocht de lidstaten, de Commissie en de EFSA aanvullende informatie te verstrekken. De beoordeling van de aanvullende informatie door de lidstaat-rapporteur werd op 8 september 2016 bij de EFSA ingediend in de vorm van een bijgewerkt ontwerpbeoordelingsverslag.

(4)

Op 18 november 2016 heeft de EFSA aan de aanvrager, de lidstaten en de Commissie haar conclusie (2) meegedeeld over de vraag of de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 naar verwachting aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen. De EFSA heeft haar conclusie toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(5)

Op 6 december 2016 heeft de Commissie het evaluatieverslag voor zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 en een ontwerpverordening tot goedkeuring van zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(6)

De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen over het evaluatieverslag in te dienen.

(7)

Voor één of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, en met name voor de gebruiksdoeleinden die zijn onderzocht en zijn opgenomen in het evaluatieverslag, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 worden goedgekeurd.

(8)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen.

(9)

De Commissie is voorts van oordeel dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 een werkzame stof met een laag risico is in de zin van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 is geen tot bezorgdheid aanleiding gevende stof en voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in bijlage II, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 is een van nature in planten voorkomende virusstam. Een plantenvirus vermeerdert zich niet buiten de plantencel en het virus heeft geen cellulaire structuur en produceert geen metabolieten. Het is niet pathogeen voor mens of dier. De extra blootstelling van mensen, dieren en het milieu door de krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde toepassingen is waarschijnlijk verwaarloosbaar in vergelijking met de blootstelling in natuurlijke omstandigheden.

(10)

Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 worden goedgekeurd als stof met een laag risico. Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De in bijlage I gespecificeerde werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2017. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance Mild Pepino mosaic virus isolate VC1. EFSA Journal 2017; 15(1):4651 [16 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2017.4651.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1

Referentienummer DSM 26973 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ)

Niet van toepassing

Nicotine < 0,1 mg/l

29 maart 2017

29 maart 2032

Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

Aan deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (*1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„8

Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1

Referentienummer DSM 26973 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ)

Niet van toepassing

Nicotine < 0,1 mg/l

29 maart 2017

29 maart 2032

Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.”


(*1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/95


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/409 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2017

tot goedkeuring van de basisstof waterstofperoxide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 23, lid 5, in samenhang met artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 9 december 2015 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Institut Technique de l'Agriculture Biologique (ITAB) een goedkeuringsaanvraag ontvangen voor waterstofperoxide als basisstof. De aanvraag ging vergezeld van de in artikel 23, lid 3, tweede alinea, voorgeschreven informatie.

(2)

De Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) gevraagd wetenschappelijke bijstand te verlenen. Op 13 september 2016 heeft de EFSA een technisch verslag over de betrokken stof bij de Commissie ingediend (2). De Commissie heeft op 6 december 2016 het evaluatieverslag (3) en het ontwerp van deze verordening aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd en een definitieve versie hiervan opgesteld voor de bijeenkomst van dit comité op 24 januari 2017.

(3)

Uit de door de aanvrager verstrekte documentatie blijkt dat waterstofperoxide bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1730 (4) is goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden voor menselijke hygiëne. De stof wordt niet voornamelijk voor gewasbeschermingsdoeleinden gebruikt, maar is niettemin nuttig op het gebied van gewasbescherming in een product dat bestaat uit de stof en water. Daarom moet de stof als basisstof worden beschouwd.

(4)

Uit de verrichte onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat waterstofperoxide in het algemeen zal voldoen aan de voorschriften van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, met name voor de toepassingen die zijn onderzocht en in het evaluatieverslag van de Commissie zijn opgenomen. Daarom moet waterstofperoxide worden goedgekeurd als basisstof.

(5)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten aan de goedkeuring echter bepaalde voorwaarden worden verbonden, die zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening.

(6)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (5) dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van een basisstof

De stof waterstofperoxide, als gespecificeerd in bijlage I, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden goedgekeurd als basisstof.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, 2016; Resultaat van het overleg met de lidstaten en de EFSA over de aanvraag tot goedkeuring als basisstof van de stof waterstofperoxide voor gebruik als gewasbeschermingsmiddel (fungicide en bactericide) bij zaadbehandeling en voor de ontsmetting van snijgereedschap. EFSA supporting publication 2016:EN-1091. 39 blz.

(3)  http://ec.europa.eu/food/plant/pesticides/eu-pesticides-database/public/?event=activesubstance.selection&language=EN

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1730 van de Commissie van 28 september 2015 tot goedkeuring van waterstofperoxide als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden voor de productsoorten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 (PB L 252 van 29.9.2015, blz. 27).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Specifieke bepalingen

Waterstofperoxide

CAS-nr.: 7722-84-1

Waterstofperoxide

Oplossing in water (< 5 %).

Het waterstofperoxide dat voor de productie van de oplossing wordt gebruikt, moet een zuiverheid hebben die overeenstemt met de FAO/JECFA-specificaties.

29 maart 2017

Waterstofperoxide mag worden gebruikt overeenkomstig de specifieke voorwaarden in de conclusies van het evaluatieverslag over waterstofperoxide (SANTE/11900/2016), met name de aanhangsels I en II.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit, de specificatie en de wijze van gebruik van de basisstof.


BIJLAGE II

Aan deel C van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nummer

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (*1)

Datum van goedkeuring

Specifieke bepalingen

„15

Waterstofperoxide

CAS-nr.: 7722-84-1

Waterstofperoxide

Oplossing in water (< 5 %).

Het waterstofperoxide dat voor de productie van de oplossing wordt gebruikt, moet een zuiverheid hebben die overeenstemt met de FAO/JECFA-specificaties.

29 maart 2017

Waterstofperoxide mag worden gebruikt overeenkomstig de specifieke voorwaarden in de conclusies van het evaluatieverslag over waterstofperoxide (SANTE/11900/2016), met name de aanhangsels I en II.”


(*1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit, de specificatie en de wijze van gebruik van de basisstof.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/98


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/410 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2017

tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 184/2007 en (EU) nr. 104/2010 wat betreft de naam van de vergunninghouder voor kaliumdiformiaat

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

BASF SE heeft in overeenstemming met artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 een aanvraag ingediend tot wijziging van de naam van de vergunninghouder in de Verordeningen (EG) nr. 184/2007 (2) en (EU) nr. 104/2010 (3) van de Commissie.

(2)

De aanvrager voert aan dat ADDCON de rechten voor het in de handel brengen van het toevoegingsmiddel voor diervoeding kaliumdiformiaat met ingang van 15 november 2016 van BASF heeft overgenomen. De aanvrager heeft de nodige gegevens ingediend ter onderbouwing van de aanvraag.

(3)

De voorgestelde wijziging van de vergunninghouder is louter administratief en maakt geen nieuwe beoordeling van de desbetreffende toevoegingsmiddelen noodzakelijk. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid is in kennis gesteld van de aanvraag.

(4)

Om ADDCON in staat te stellen gebruik te maken van zijn rechten, is het nodig dat de desbetreffende vergunningsvoorwaarden worden gewijzigd.

(5)

De Verordeningen (EG) nr. 184/2007 en (EU) nr. 104/2010 moeten dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de bij deze verordening vastgestelde wijzigingen vereisen, mogen de bestaande voorraden tijdens een overgangsperiode worden opgebruikt.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2007

In kolom 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 184/2007 wordt de naam van de vergunninghouder, „BASF SE”, vervangen door „ADDCON”.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EU) nr. 104/2010

In kolom 2 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 104/2010 wordt de naam van de vergunninghouder, „BASF SE”, vervangen door „ADDCON”.

Artikel 3

Overgangsmaatregelen

Bestaande voorraden van het toevoegingsmiddel en van de voormengsels en mengvoeders die het toevoegingsmiddel bevatten die voldoen aan de bepalingen die golden vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, mogen verder in de handel worden gebracht en opgebruikt.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Verordening (EG) nr. 184/2007 van de Commissie van 20 februari 2007 tot verlening van een vergunning voor kaliumdiformiaat (Formi LHS) als toevoegingsmiddel voor diervoeding (PB L 63 van 1.3.2007, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 104/2010 van de Commissie van 5 februari 2010 tot verlening van een vergunning voor het gebruik van kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor zeugen (vergunninghouder BASF SE) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1200/2005 (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 4).


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/100


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/411 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2017

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)   PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

EG

235,2

IL

243,7

MA

84,0

TR

115,7

ZZ

169,7

0707 00 05

MA

80,2

TR

184,6

ZZ

132,4

0709 91 00

EG

97,7

ZZ

97,7

0709 93 10

MA

50,0

TR

155,2

ZZ

102,6

0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28

EG

45,3

IL

68,7

MA

47,0

TN

48,2

TR

72,6

ZZ

56,4

0805 50 10

EG

74,7

TR

71,3

ZZ

73,0

0808 10 80

CL

90,0

CN

135,3

US

128,5

ZA

86,6

ZZ

110,1

0808 30 90

AR

124,1

CL

151,2

CN

77,6

ZA

121,1

ZZ

118,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/102


BESLUIT (GBVB) 2017/412 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 23 december 2013 Besluit 2013/798/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 27 januari 2017 Resolutie 2339 (2017) („VNVR-Resolutie 2339 (2017)”) aangenomen.

(3)

VNVR-Resolutie 2339 (2017) voorziet in bepaalde wijzigingen in de ontheffingen van het wapenembargo en in de aanwijzingscriteria inzake personen en entiteiten waarvoor sancties gelden.

(4)

Voor de tenuitvoerlegging van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig.

(5)

Besluit 2013/798/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2013/798/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Artikel 1 is niet van toepassing op:

a)

het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van wapens en aanverwant materieel en het verlenen van aanverwante technische bijstand of financiering en financiële bijstand uitsluitend bestemd voor de ondersteuning van of voor gebruik door de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek (United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in the CAR — „Minusca”), de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie (African Union Regional Task Force — „AU-RTF”), en de missies van de Unie en de in de CAR ingezette Franse troepen;

b)

het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van niet-dodelijke uitrusting en het verlenen van bijstand, met inbegrip van operationele en niet-operationele opleiding aan de veiligheidstroepen van de CAR, met inbegrip van de civiele rechtshandhavende overheidsinstanties, uitsluitend bedoeld ter ondersteuning van of voor gebruik in het kader van de hervorming van de beveiligingssector in de CAR, in coördinatie met Minusca en na kennisgeving aan het comité dat is opgericht krachtens punt 57 van VNVR-Resolutie 2127 (2013) („het comité”);

c)

het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van wapens en aanverwant materieel in de CAR door Tsjadische of Sudanese troepen en alleen voor gebruik in internationale patrouilles van de tripartiete strijdmacht die op 23 mei 2011 door de CAR, Tsjaad en Sudan in Khartoem is opgericht om hun grensgebieden beter te beveiligen, in samenwerking met Minusca, mits vooraf goedgekeurd door het comité;

d)

het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van niet-dodelijke militaire uitrusting, uitsluitend bedoeld voor humanitaire of beschermende doeleinden, en aanverwante technische bijstand of opleiding, mits vooraf goedgekeurd door het comité;

e)

het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, personeel van de Unie of haar lidstaten, mediavertegenwoordigers, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen gebruik tijdelijk naar de CAR worden uitgevoerd;

f)

het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van handvuurwapens en andere aanverwante uitrusting, uitsluitend bedoeld voor gebruik in internationale patrouilles die de Sangha River Tri-national Protected Area beveiligen tegen stropen, de smokkel van ivoor en wapens, en andere activiteiten die indruisen tegen de nationale wetten van de CAR of de internationale wettelijke verplichtingen van de CAR, na kennisgeving aan het comité;

g)

het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van wapens en andere aanverwante dodelijke uitrusting aan de veiligheidstroepen van de CAR, met inbegrip van de civiele rechtshandhavende overheidsinstanties, die uitsluitend bedoeld zijn ter ondersteuning van of voor gebruik in de hervorming van de beveiligingssector in de CAR, mits vooraf goedgekeurd door het comité, of

h)

andere verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel, of de verstrekking van bijstand of personeel, mits vooraf goedgekeurd door het comité.”.

2)

In Artikel 2 bis, wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het binnenkomen van of doorreizen over hun grondgebied te voorkomen van de personen aangewezen door het comité als zijnde personen die:

a)

handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de CAR ondermijnen, waaronder handelingen die het stabilisatie- en verzoeningsproces bedreigen of verhinderen of die het geweld aanwakkeren;

b)

het krachtens punt 54 van VNVR-Resolutie 2127 (2013) en artikel 1 van dit besluit ingestelde wapenembargo overtreden, of die direct of indirect leveringen, verkopen of overdrachten aan gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR hebben verricht, of die in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR wapens of aanverwant materiaal, technisch advies, opleiding of bijstand, inclusief financiering en financiële bijstand, hebben ontvangen;

c)

betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het in het vizier nemen van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, en ontvoering en gedwongen verplaatsing;

d)

die betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van seksueel en genderspecifiek geweld in de CAR;

e)

kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten in de CAR, en daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden;

f)

gewapende groepen of criminele netwerken steunen door illegale ontginning van of handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren in of vanuit de CAR;

g)

de levering van humanitaire bijstand aan de CAR of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in de CAR belemmeren;

h)

betrokken zijn bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen tegen missies van de Verenigde Naties of internationale veiligheidstroepen waaronder Minusca, de missies van de Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen;

i)

leider zijn van een door het comité aangewezen entiteit, of ondersteuning hebben verleend aan of zijn opgetreden voor, namens of als hoofd van een door het comité aangewezen persoon of entiteit, dan wel van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een door het comité aangewezen persoon of entiteit,

als genoemd in de bijlage bij dit besluit.”.

3)

Artikel 2 ter wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Alle tegoeden en economische middelen die direct of indirect eigendom zijn van of beheerd worden door personen of entiteiten aangewezen door het comité en die in de lijst in de bijlage opgenomen zijn als zijnde personen of entiteiten die:

a)

handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de CAR ondermijnen, waaronder handelingen die het stabilisatie- en verzoeningsproces bedreigen of verhinderen of die het geweld aanwakkeren;

b)

het krachtens punt 54 van VNVR-Resolutie 2127 (2013) en artikel 1 van dit besluit ingestelde wapenembargo overtreden, of die direct of indirect leveringen, verkopen of overdrachten aan gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR hebben verricht, of die in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR wapens of aanverwant materiaal, technisch advies, opleiding of bijstand, inclusief financiering en financiële bijstand, hebben ontvangen;

c)

betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het in het vizier nemen van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, en ontvoering en gedwongen verplaatsing;

d)

die betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van seksueel en genderspecifiek geweld in de CAR;

e)

kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten in de CAR, en daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden;

f)

gewapende groepen of criminele netwerken steunen door illegale ontginning van of handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren in of vanuit de CAR;

g)

de levering van humanitaire bijstand aan de CAR of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in de CAR belemmeren;

h)

betrokken zijn bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen tegen missies van de Verenigde Naties of internationale veiligheidstroepen waaronder Minusca, de missies van de Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen;

i)

leider zijn van een door het comité aangewezen entiteit, of ondersteuning hebben verleend aan of zijn opgetreden voor, namens of als hoofd van een door het comité aangewezen persoon of entiteit, dan wel van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een door het comité aangewezen persoon of entiteit,

worden bevroren.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Een lidstaat mag ook ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan ten aanzien van tegoeden en economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Comité en goedkeuring door dit comité;

b)

het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitraal retentierecht of vonnis, in welk geval de tegoeden en economische middelen kunnen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of het vonnis ten uitvoer te leggen, mits het retentierecht of het vonnis dateert van vóór 27 januari 2017, en niet ten goede komt aan een in dit artikel bedoelde persoon of entiteit; de ontheffing wordt toegestaan na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het comité.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)  Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51).


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/105


UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/413 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van Besluit 2014/450/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2014/450/GBVB van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Sudan en tot intrekking van Besluit 2011/423/GBVB (1), en met name artikel 6,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 10 juli 2014 Besluit 2014/450/GBVB vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is opgericht overeenkomstig Resolutie 1591 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 12 januari 2017 de informatie bijgewerkt met betrekking tot vier personen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen.

(3)

De bijlage bij Besluit 2014/450/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2014/450/GBVB wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 203 van 11.7.2014, blz. 106.


BIJLAGE

De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:

„1.   ELHASSAN, Gaffar Mohammed

Alias: Gaffar Mohmed Elhassan.

Functie: generaal-majoor en bevelhebber van de Sudanese strijdkrachten (Sudanese Armed Forces — SAF) voor de westelijke militaire regio.

Nationaal identiteitsnummer: identiteitskaart voormalig militair 4302.

Geboortedatum: 24 juni 1952.

Adres: El Waha, Omdurman, Sudan.

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.

Overige informatie: Gepensioneerd militair van het Sudanese leger. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5282254

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het panel van deskundigen meldt dat generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan tegenover hen heeft verklaard dat hij het rechtstreekse operationele bevel (primair tactisch bevel) voerde over alle onderdelen van het SAF in Darfur toen hij de militaire leiding had in de westelijke militaire regio. Elhassan bekleedde die functie van bevelhebber van de westelijke militaire regio van circa november 2004 tot begin 2006. Volgens de informatie van het panel was Elhassan verantwoordelijk voor schendingen van punt 7 van UNSCR 1591 toen hij uit hoofde van zijn functie (vanuit Khartoum) verzocht om, en toestemming gaf (vanaf 29 maart 2005) voor, de overbrenging van militaire uitrusting naar Darfur zonder dat het Sanctiecomité dat vooraf had goedgekeurd. Elhassan gaf zelf tegenover het panel toe dat tussen 29 maart 2005 en december 2005 vliegtuigen, vliegtuigmotoren en andere militaire uitrusting vanuit andere delen van Sudan Darfur zijn binnengebracht. Hij verklaarde bijvoorbeeld dat tussen 18 en 21 september 2005 2 Mi-24 aanvalshelikopters zonder toestemming Darfur zijn binnengebracht. Ook zijn er gerede gronden om aan te nemen dat Elhassan als bevelhebber van de westelijke militaire regio rechtstreeks verantwoordelijk was voor het toestaan van offensieve militaire vluchten op 23-24 juli 2005 in het gebied rond Abu Hamra en op 19 november 2005 in de streek van Jebel Moon in westelijk Darfur. Bij beide operaties waren Mi-24 aanvalshelikopters betrokken, die naar verluidt bij beide gelegenheden het vuur hebben geopend. Volgens het verslag van het deskundigenpanel heeft Elhassan tegenover het panel te kennen gegeven dat hijzelf in zijn hoedanigheid van bevelhebber van de westelijke militaire regio goedkeuring had verleend voor luchtsteun en andere luchtoperaties. (Zie verslag van het deskundigenpanel, S/2006/65, punten 266-269.) Daarmee heeft generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan relevante bepalingen van UNSCR 1591 geschonden en voldoet hij aan de criteria voor de oplegging van sancties door het Comité.

2.   ALNSIEM, Musa Hilal Abdalla

Alias: a) (Sheikh) Musa Hilal; b) Abd Allah; c) Abdallah; d) AlNasim; e) Al Nasim; f) AlNaseem; g) Al Naseem; h) AlNasseem; i) Al Nasseem.

Functie: a) lid van de nationale vergadering van Sudan; b) in 2008 door de president van Sudan benoemd tot speciaal adviseur bij het ministerie van Federale Zaken; c) opperhoofd van de Jalul-stam in Noord-Darfur.

Geboortedatum: a) 1 januari 1964; b) 1959.

Geboorteplaats: Kutum.

Adres: a) Kabkabiya, Sudan; b) Kutum, Sudan (verblijft in Kabkabiya en de stad Kutum, Noord-Darfur, en heeft verbleven in Khartoum).

Paspoort: diplomatiek paspoort D014433, afgegeven op 21 februari 2013 (verstrijkt op 21 februari 2015).

Identificatie: nationaliteitsbewijs A0680623.

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.

Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795065

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Human Rights Watch beschikt volgens zijn rapport over een memorandum d.d. 13 februari 2004 van een plaatselijk overheidskantoor in Noord-Darfur waarin „veiligheidseenheden ter plaatse” worden gelast „de mujahedin en de vrijwilligers onder bevel van Sheikh Musa Hilal toe te staan in de regio's van [Noord-Darfur] hun activiteiten te ontplooien en te voorzien in hun vitale behoeften”. Op 28 september 2005 vielen 400 Arabische militieleden de dorpen Aro Sharrow (waaronder het IDP-kamp), Acho en Gozmena in West-Darfur aan. Waarschijnlijk was Musa Hilal tevens aanwezig bij de aanval op het IDP-kamp van Aro Sharrow: omdat zijn zoon was gedood bij de aanval van het SLA op Shareia, had hij nog een persoonlijke rekening te vereffenen. Er zijn gerede gronden om aan te nemen dat hij als opperhoofd rechtstreeks verantwoordelijk was voor deze acties en dat hij tevens verantwoordelijk is voor schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten en voor andere gruweldaden.

3.   SHARIF, Adam Yacub

Alias: a) Adam Yacub Shant; b) Adam Yacoub.

Functie: bevelhebber bij het Sudanese Bevrijdingsleger (Sudanese Liberation Army — SLA).

Geboortedatum: ca. 1976.

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.

Overige informatie: zou overleden zijn op 7 juni 2012. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5283783

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

SLA-soldaten onder het bevel van Adam Yacub Shant schonden het staakt-het-vuren door op 23 juli 2005 een militair contingent van de Sudanese regering aan te vallen dat een konvooi vrachtwagens in de buurt van Abu Hamra in noordelijk Darfur begeleidde, en daarbij drie soldaten te doden. Na de aanval werden wapens en munitie van het regeringsleger buitgemaakt. Het deskundigenpanel heeft informatie die bevestigt dat de aanval door SLA-soldaten heeft plaatsgevonden en duidelijk georganiseerd en dus goed gepland was. Redelijkerwijs kan daarom worden aangenomen, zoals het panel deed, dat Shant als de vaste SLA-bevelhebber in de regio kennis moet hebben gehad van de aanval en die goedgekeurd of gelast heeft. Hij draagt derhalve rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de aanval en voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst.

4.   MAYU, Jibril Abdulkarim Ibrahim

Alias: generaal Gibril Abdul Kareem Barey; „Tek”; Gabril Abdul Kareem Badri.

Functie: commandant bij de Nationale Beweging voor Hervorming en Ontwikkeling (National Movement for Reform and Development — NMRD).

Geboortedatum: 1 januari 1967.

Geboorteplaats: Nijldistrict, El-Fasher, El-Fasher, Noord-Darfur.

Nationaliteit: Sudanees van geboorte.

Adres: Tine, Sudan (verblijft in Tine, aan de Sudanese kant van de grens met Tsjaad).

Nationaal identificatienummer: a) 192-3238459-9; b) nationaliteitsbewijs verkregen door geboorte 302581.

Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.

Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795071

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mayu is verantwoordelijk voor de ontvoering, in oktober 2005, van personeelsleden van de missie van de Afrikaanse Unie in Sudan (African Union Mission in Sudan — AMIS). Mayu tracht openlijk de AMIS-missie door intimidatie te dwarsbomen; hij dreigde bijvoorbeeld in november 2005 helikopters van de Afrikaanse Unie (AU) in de streek van Jebel Moon uit de lucht te schieten. Met dergelijke acties heeft Mayu onmiskenbaar UNSCR 1591 geschonden door een bedreiging voor de stabiliteit in Darfur te vormen, en voldoet hij aan de criteria voor oplegging van sancties door het Comité.”.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/109


UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/414 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB (1), en met name artikel 9,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 7 mei 2015 Besluit (GBVB) 2015/740 vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2206 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 12 januari 2017 de gegevens met betrekking tot zes personen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, geactualiseerd.

(3)

Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 117 van 8.5.2015, blz. 52.


BIJLAGE

De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:

„A.   PERSONEN

1.   Gabriel JOK RIAK (alias: a) Gabriel Jok b) Jok Riak c) Jock Riak)

Titel: Luitenant-generaal

Hoedanigheid: Commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA)

Geboortedatum: 1966

Geboorteplaats: Bor, Sudan/Zuid-Sudan

Nationaliteit: Zuid-Sudan

Adres: a) deelstaat Unity, Zuid-Sudan b) Wau, deelstaat Western Bahr El Ghazal, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, die hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. In zijn positie als commandant van sector Een van het SPLA heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. Het SPLA is een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties ontplooit waardoor het conflict in Zuid-Sudan is verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014, waarbij de partijen zich opnieuw tot het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden committeerden, en heeft de activiteiten van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD belemmerd. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879060

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gabriel Jok Riak is op 1 juli 2015 op grond van de punten 7, a), 7, f) en 8 van Resolutie 2206 (2015) op de lijst geplaatst vanwege acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7. en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Gabriel Jok Riak is commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Jok Riak voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, dat hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. De SPLA-divisies Drie, Vier en Vijf zijn ondergeschikt aan sector Een en de commandant daarvan, Jok Riak.

Jok Riak en de troepen van de SPLA-sectoren Een en Drie onder zijn algemeen commando hebben verscheidene, hieronder nader beschreven, acties uitgevoerd, die schendingen vormden van de toezeggingen in het CoHA van januari 2014 om een eind te maken aan alle militaire acties gericht tegen de tegenpartij en andere provocerende acties, de troepen op hun huidige locaties te bevriezen, en zich te onthouden van activiteiten zoals verplaatsing van troepen of nieuwe aanvoer van munitie die tot een militaire confrontatie zouden kunnen leiden.

De SPLA-troepen onder algemeen commando van Jok Riak hebben het CoHA verscheidene malen geschonden met onmiskenbare vijandelijkheden.

Op 10 januari 2014 heeft een SPLA-troepenmacht onder algemeen commando van commandant Jok Riak van sector Een Bentiu ingenomen, dat voorheen, sinds 20 december 2013, onder gezag stond van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Movement in Opposition (SPLM-IO)). Divisie Drie van het SPLA heeft SPLM-IO-strijders kort na de ondertekening van het CoHA van januari 2014 nabij Leer vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten, en medio april 2014 Mayom ingenomen en meer dan 300 SPLM-IO-strijders gedood.

Op 4 mei 2014 heeft een door Jok Riak geleide SPLA-troepenmacht Bentiu opnieuw ingenomen. Op de staatstelevisie in Juba heeft een SPA-woordvoerder gezegd dat het regeringsleger onder commando van Jok Riak Bentiu om 4 uur 's middags Bentiu had ingenomen, en daaraan toegevoegd dat divisie Drie en een speciale SPLA-taskforce hierbij betrokken waren. Enkele uren nadat het mei-akkoord was afgekondigd, hebben troepen van de SPLA-divisies Drie en Vier gevochten tegen oppositiestrijders die eerder SPLA-posities bij Bentiu en in de noordelijke oliegebieden van Zuid-Sudan hadden aangevallen, en deze afgeslagen.

Ook hebben strijders van SPLA-divisie Drie na de ondertekening van het mei-akkoord Wang Kai heroverd en heeft divisiecommandant Santino Deng Wol zijn troepen toestemming gegeven om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en opdracht gegeven woningen waarin zich oppositiestrijders bevonden, in brand te steken.

Eind april en mei 2015 hebben door Jok Riak geleide strijders van SPLA-sector Een vanuit de deelstaat Lakes een militair totaaloffensief tegen oppositietroepen in de deelstaat Unity gevoerd.

Met schending van de voorwaarden van het bovengenoemde CoHA heeft Jok Riak begin september 2014 naar verluidt getracht tanks te laten repareren en aanpassen voor gebruik tegen oppositietroepen. Eind oktober 2014 zijn ten minste 7 000 SPLA-strijders en zware wapens van de Derde en de Vijfde divisie verplaatst ter versterking van de Vierde divisie, die het zwaar te verduren had bij een aanval van de oppositie bij Bentiu. In november 2014 heeft het SPLA nieuwe militaire uitrusting en wapens, waaronder gepantserde personeelsvoertuigen, helikopters, geschut en munitie naar het gebied gebracht waarvoor sector Een verantwoordelijk was, waarschijnlijk ter voorbereiding op gevechten tegen de oppositie. Begin februari 2015 heeft Jok Riak naar verluidt opdracht gegeven om gepantserde personeelsvoertuigen naar Bentiu te sturen, mogelijk om te reageren op recente verrassingsaanvallen van de oppositie.

Na het offensief in de deelstaat Unity van april en mei 2015 heeft SPLA-sector Een verzoeken van het toezicht- en verificatieteam van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD-MVM) in Bentiu om deze schending van het CoHA te onderzoeken geweigerd, en aldus het IGAD-MVM de bewegingsvrijheid om zijn mandaat uit te voeren ontzegd.

Daarnaast heeft Jok Riak in april 2014 het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid door naar verluidt te helpen bij het bewapenen en mobiliseren van 1 000 Dinka-jongeren als aanvulling op de traditionele SPLA-strijders.

2.   Simon Gatewech DUAL (alias: a) Simon Gatwich Dual b) Simon Getwech Dual c) Simon Gatwec Duel d) Simon Gatweach e) Simon Gatwick f) Simon Gatwech g) Simon Garwich h) General Gaduel i) Dhual

Titel: Generaal-majoor

Hoedanigheid: Algemeen stafchef, SPLA in oppositie

Geboortedatum: 1953

Geboorteplaats: a) Akobo, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan b) district Uror, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan

Adres: Deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei. Zijn troepen hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei, en sinds maart 2015 heeft hij getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879066

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Simon Gatwech Dual is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Simon Gatwech Dual (Gatwech Dual) heeft zich beziggehouden met acties of beleidsdaden die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen en is een leider van de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging in oppositie (SPLM-IO), een entiteit die acties heeft uitgevoerd die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen, en heeft gewelddaden gepleegd tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen.

Gatwech Dual is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei.

In 2014 tot 2015 had Gatwech Dual een groot aantal troepen onder zijn commando en opereerde hij enigszins autonoom bij het leiden van aanvallen. Gatwech Dual ziet toe op het inzetten van de SPLM-IO en waarschijnlijk ook op het inzetten van enkele strijders van het Witte Leger (een Nuer-jongerenmilitie).

Eind april 2014 wonnen de troepen onder algemeen commando van Gatwech Dual terrein in de deelstaat Jonglei toen zij optrokken naar Bor, de hoofdstad van de deelstaat. Gatwech Dual heeft mogelijk het nieuws van de aanval van 17 april 2014 op de intern ontheemde Nuer in het VN-kamp in Bor gebruikt om zijn troepen aan te sporen wraak te nemen. Het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD in de deelstaten Boven-Nijl, Unity en Jonglei heeft in zijn samenvatting van schendingen van het staakt-het-vuren van 14 augustus 2014 ook de troepen onder gezag van Gatwech Dual genoemd.

De troepen van Gatwech Dual hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei. Vanaf maart 2015 heeft Gatwech Dual getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken.

Eind april 2015 was Gatwech Dual betrokken bij het plannen en coördineren van verrassingsaanvallen op Zuid-Sudanese regeringstroepen in de deelstaat Boven-Nijl. In het samenvattend verslag over de schendingen van het staken van de vijandelijkheden van 12 tot en met 31 mei 2015 van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD worden inbreuken door de oppositietroepen onder gezag van Gatwech genoemd, waaronder een aanval op regeringstroepen in Ayod.

De acties van de SPLM-IO-troepen onder commando van Gatwech Dual waren gericht tegen vrouwen, kinderen en burgers. Naar verluidt heeft Gatwech Dual eenheden onder zijn gezag opdracht gegeven Dinka-krijgsgevangenen, -vrouwen en -kinderen te doden, en hebben officieren onder zijn commando verklaard dat oppositietroepen geen onderscheid dienen te maken tussen de verschillende Dinka-stammen en iedereen moeten doden.

3.   James Koang CHUOL (alias: a) James Koang Chol Ranley b) James Koang Chol c) Koang Chuol Ranley d) James Koang Chual

Titel: Generaal-majoor

Geboortedatum: 1961

Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00012098, Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: In december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLAIO)). Zijn troepen hebben aanvallen op burgers uitgevoerd. In februari 2014 hebben troepen onder zijn commando kampen van de Verenigde Naties, ziekenhuizen, kerken en scholen aangevallen en zich aan wijdverbreide verkrachting, foltering en vernieling van eigendommen schuldig gemaakt, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiefunctionarissen te verjagen. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879069

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

James Koang Chuol (Koang) is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

James Koang Chuol (Koang) heeft de vrede, veiligheid of stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigd in zijn hoedanigheid van leider van anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, Zuid-Sudan, waarvan de leden burgers, waaronder vrouwen en kinderen, tot doelwit maakten, met moorden, seksueel geweld, en aanvallen uitvoerden op scholen, hospitalen, religieuze sites en locaties waar burgers toevlucht zochten.

Koang liep over in december 2013, toen hij bevelhebber van de Vierde divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) was. Op bevel van Koang executeerden overlopende soldaten tot 260 van hun collega's in de basis, alvorens zich in de deelstaathoofdstad Bentiu tegen burgers te keren en hen te doden.

Koang werd in december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLA-IO)). In zijn nieuwe functie leidde Koang in januari 2015 aanvallen op regeringstroepen in de districten Renk en Maban van de deelstaat Boven-Nijl, die door het toezicht- en verificatiemechanisme van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit als schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden werden aangehaald.

In februari 2014, nadat Kong de leiding had gekregen over anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, vielen die troepen VN-kampen, hospitalen, kerken en scholen aan, waarbij zij op grote schaal verkrachtten, folterden en eigendommen vernietigden, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiemannen te verdrijven. Op 14 en 15 april 2014 veroverden de troepen van Koang Bentiu na zware gevechten, en vielen zij burgers aan. Bij afzonderlijke incidenten in een moskee, een kerk en een verlaten voedselopslagplaats in Bentiu, scheidden de troepen burgers die daar een onderkomen hadden gezocht, op basis van hun etnische groep en nationaliteit, om daarna over te gaan tot gerichte moordpartijen, met tenminste 200 doden en 400 gewonden tot gevolg. Medio september 2014 zou Koang zijn troepen naar verluidt hebben bevolen zich tegen Dinka-burgers te richten tijdens een aanval in de deelstaat Boven-Nijl.

4.   Santino Deng WOL (Alias: a) Santino Deng Wuol b) Santino Deng Kuol

Titel: Generaal-majoor

Hoedanigheid: Commandant van de Derde Divisie van het SPLA

Geboortedatum: 9 november 1962

Geboorteplaats: Aweil, Sudan/Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. In de loop van mei 2015 vermoordden troepen onder zijn bevel kinderen, vrouwen en oude mannen, verbrandden zij eigendommen en stalen zij vee op hun doortocht door de deelstaat Unity, op weg naar het olieveld van Thorjath. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879071

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Santino Deng Wol is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Santino Deng Wol (Deng Wol) is generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) en commandant van de Derde divisie van het SPLA, een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.

Deng Wol heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden.

Kort nadat de onderhandelaars van beide partijen overeenkwamen de vijandelijkheden te staken, maakte DENG WOL zijn troepen klaar om op te trekken naar de stad Leer in de deelstaat Unity. Vervolgens hebben zij in de buurt van Leer rebellen vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten.

Medio april 2014 hebben de troepen van Deng Wol zich naar verluidt voorbereid om Bentiu op de antiregeringsstrijdkrachten te heroveren. Later die maand hebben de strijders van Deng Wol Mayom ingenomen na een felle strijd waarin zij meer dan 300 oppositiestrijders doodden. Begin mei 2014 namen de strijders van Deng Wol Tor Abyad in en doodden daarbij oppositiestrijders. Kort daarna vielen SPLA-troepen, waaronder strijders van Deng Wol, de stad Wang Kai in de deelstaat Unity aan en namen deze in. Deng Wol gaf zijn troepen toestemming om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en gaf opdracht woningen waarin zich aanhangers van de oppositie bevonden, in brand te steken.

De Derde SPLA-divisie van Deng Wol heeft deelgenomen aan het offensief van april-mei 2015 in de deelstaat Unity, waar het SPLA een gecoördineerd offensief begon om machtsbases van de oppositie in de districten Mayom, Guit, Koch, Mayendit en Leer in te nemen. Op hun doortocht door de deelstaat Unity op weg naar het olieveld van Thorjath in mei 2015 hebben de troepen onder gezag van Deng Wol kinderen, vrouwen en oude mannen gedood, eigendommen verbrand en vee gestolen. Bovendien heeft Deng Wol naar verluidt aan het begin van die maand aangedrongen op de executie van gevangengenomen oppositiesoldaten.

5.   Marial Chanuong Yol MANGOK (Alias: a) Marial Chinuong b) Marial Chan c) Marial Chanoung Yol d) Marial Chinoum

Hoedanigheid: a) generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA); b) commandant, presidentiële garde

Geboortedatum: 1 januari 1960

Geboorteplaats: Yirol, deelstaat Lakes

Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00005943,Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Zijn Presidentiële garde gaf leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba; velen van hen werden in massagraven begraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/72684667

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Marial Chanuong Yol Mangok is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, c), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Mangok is commandant van de presidentiële garde van de Zuid-Sudanese regering, die leiding gaf aan de operaties in Juba naar aanleiding van de gevechten die op 15 december 2013 waren begonnen. Hij voerde orders uit om Nuer-soldaten te ontwapenen en gelastte vervolgens het gebruik van tanks voor gerichte aanvallen op politici in Juba, waarbij 22 ongewapende lijfwachten van oppositieleider Riek Machar en 7 lijfwachten van voormalig minister van Binnenlandse Zaken Gier Chuang Aluong om het leven kwamen.

Bij de initiële operaties in Juba gaf de presidentiële garde van Mangok, volgens talrijke en geloofwaardige meldingen, leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba, van wie velen zijn begraven in massagraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten.

6.   Peter GADET (alias: a) Peter Gatdet Yaka b) Peter Gadet Yak c) Peter Gadet Yaak d) Peter Gatdet Yaak e) Peter Gatdet f) Peter Gatdeet Yaka

Titel: a) Generaal b) Generaal-majoor

Geboortedatum: tussen 1957 en 1959

Geboorteplaats: a) district Mayom, deelstaat Unity b) Mayan, deelstaat Unity

Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015

Overige informatie: Op 21 december 2014 benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879076

Peter Gadet is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), 7, e), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Aanvullende informatie

Peter Gadet is commandant van de troepen van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (SPLA-IO) die betrokken zijn bij acties die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA).

De troepen onder leiding van Gadet hebben Kaka, deelstaat Boven-Nijl, eind maart 2014 aangevallen en op het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army (SPLA)) heroverd. Gadet is daarna van de deelstaat Jonglei overgeplaatst naar Bentiu, waar hij werd benoemd tot militair gouverneur van de deelstaat Unity, teneinde de regeringsvijandige troepen bij te staan bij hun inspanningen om de voornamelijk Bol Nuer-bevolking te mobiliseren. Vervolgens heeft Gadet de aanvallen van het SPLA-IO in de deelstaat Unity geleid. De troepen van Gadet waren verantwoordelijk voor beschadiging van een gedeeltelijk aangelegde olieraffinaderij in de deelstaat Unity die door een Russische onderneming wordt gebouwd. De strijdkrachten van Gadet namen ook de controle over de gebieden Tor Abyad en Kilo 30 in de olievelden van de deelstaat Unity.

Medio april 2014 hebben 50 000 antiregeringsstrijders Malakal omsingeld als voorbereiding op een aanval op Bentiu. Op 15 april 2014 hebben de troepen van Gadet Bentiu aangevallen en het gezag over Bentiu overgenomen, en vervolgens de controle over de stad weer verloren. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep.

In juni 2014 gaf Peter Gadet de SPLA-IO-commandanten de opdracht om jongeren te rekruteren in alle districten die onder controle van de rebellen stonden.

Van 25 tot en met 29 oktober 2014 hebben troepen onder gezag van Gadet Bentiu en Rubkona omsingeld en aangevallen, en op 29 oktober kort de stad Bentiu ingenomen voordat zij zich terugtrokken.

Op 21 december 2014 is Gadet benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Na deze benoeming zijn de troepen van het SPLA-IO door het mechanisme voor toezicht en verificatie van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD) genoemd vanwege vele schendingen van het CoHA in de deelstaten Unity, Boven-Nijl en Jonglei.”.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/117


UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/415 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van Besluit 2012/285/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2012/285/GBVB van de Raad van 31 mei 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen en tot intrekking van Besluit 2012/237/GBVB (1), en met name artikel 3, leden 1 en 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 mei 2012 heeft de Raad Besluit 2012/285/GBVB vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dat is ingesteld overeenkomstig Resolutie 2048 (2012) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft de informatie in verband met 11 aan beperkende maatregelen onderworpen personen geactualiseerd.

(3)

De bijlagen I en III bij Besluit 2012/285/GBVB dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en III bij Besluit 2012/285/GBVB worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij het onderhavige besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 142 van 1.6.2012, blz. 36.


BIJLAGE

In de bijlagen I en III bij Besluit 2012/285/GBVB worden de vermeldingen voor de onderstaande personen vervangen door de volgende vermeldingen:

BIJLAGE I

 

Naam

Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats, paspoort/identiteitskaartnummer enz.)

Redenen voor plaatsing op de lijst

1.

António INJAI

(alias António INDJAI)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 20.1.1955

Geboorteplaats: Encheia, Sector de Bissorá, Região de Oio, Guinee-Bissau

Bloedverwantschap: Wasna Injai (vaders naam) en Quiritche Cofte (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-generaal b) chef-staf van de strijdkrachten

Paspoort: diplomatiek paspoort nr. AAID00435

Datum van afgifte: 18.2.2010

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 18.2.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782445

António Injai was persoonlijk betrokken bij de planning en de leiding van de muiterij op 1 april 2010, die resulteerde in de wederrechtelijke aanhouding van de premier, Carlo Gomes Junior, en de toenmalige chef-staf van de strijdkrachten, José Zamora Induta. Tijdens de verkiezingsperiode in 2012 heeft Injai, in zijn hoedanigheid van chef-staf van de strijdkrachten, verklaringen afgelegd waarin hij dreigde de verkozen autoriteiten omver te werpen en een eind te maken aan het verkiezingsproces. António Injai was betrokken bij de operationele planning van de staatsgreep van 12 april 2012. Na de staatsgreep is het eerste communiqué van het „militaire commando” uitgevaardigd door de algemene staf van de strijdkrachten, onder leiding van generaal Injai.

2.

Mamadu TURE

(alias N'Krumah)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 26.4.1947

Hoedanigheid: a) generaal-majoor b) plaatsvervangend chef-staf van de strijdkrachten

Diplomatiek paspoort nr. DA0002186

Datum van afgifte: 30.3.2007

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 26.8.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782456

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.

Estêvão NA MENA

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 7.3.1956

Hoedanigheid: inspecteur-generaal van de strijdkrachten

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782449

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

4.

Ibraima CAMARÁ

(alias Papa Camará)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 11.5.1964

Bloedverwantschap: Suareba Camará (vaders naam) en Sale Queita (moeders naam)

Hoedanigheid: a) brigadegeneraal b) chef-staf van de luchtmacht

Diplomatiek paspoort nr. AAID00437

Datum van afgifte: 18.2.2010

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 18.2.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5781782

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

5.

Daba NAUALNA

(alias Daba Na Walna)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 6.6.1966

Bloedverwantschap: Samba Naualna (vaders naam) en In-Uasne Nanfafe (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) woordvoerder van het „militaire commando”

Paspoort nr. SA 0000417

Datum van afgifte: 29.10.2003

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 10.3.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782452

Woordvoerder van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

6.

Sanha CLUSSÉ

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.9.1965

Bloedverwantschap: Clusse Mutcha (vaders naam) en Dalu Imbungue (moeders naam)

Hoedanigheid: a) kapitein (zeemacht) b) plaatsvervangend chef-staf van de zeemacht

Paspoort: SA 0000515

Datum van afgifte: 8.12.2003

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 29.8.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782435

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Zeer nauwe banden met António Injai. Sanha Clussé maakte deel uit van de delegatie van het „militaire commando” die op 26 april 2012 een ontmoeting had met de Ecowas in Abidjan.

7.

Cranha DANFÁ

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 5.3.1957

Hoedanigheid: a) kolonel b) hoofd operaties van de gezamenlijke staf van de strijdkrachten

Paspoort: AAIN29392

Datum van afgifte: 29.9.2011

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 29.9.2016

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782442

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Naaste adviseur van chef-staf van de strijdkrachten António Injai.

8.

Idrissa DJALÓ

(alias Idriça Djaló)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 18 december 1954

Hoedanigheid: a) majoor b) protocoladviseur bij de chef-staf van de strijdkrachten c) kolonel d) hoofd van het protocol op het hoofdkwartier van de strijdkrachten (vervolgens)

Paspoort: AAISO40158

Datum van afgifte: 12.10.2012

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 2.10.2015

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782443

Contactpunt voor het „militaire commando” dat de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor de staatsgreep van 12 april 2012, en een van de meest actieve leden ervan. Ondertekenaar van een van de eerste communiqués van het „militaire commando” (nr. 5, d.d. 13 april 2012), en als dusdanig een van de eerste functionarissen die openlijk hebben verklaard lid te zijn van dat commando. Majoor Djaló is tevens lid van de militaire inlichtingendienst.

9.

Tchipa NA BIDON

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.5.1954

Bloedverwantschap: „Nabidom”

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van de inlichtingendienst

Paspoort: diplomatiek paspoort DA0001564

Datum van afgifte: 30.11.2005

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 15.5.2011

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782446

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

10.

Tcham NA MAN

(alias Namam)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 27.2.1953

Bloedverwantschap: Biute Naman (vaders naam) en Ndjade Na Noa (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van het militair ziekenhuis van de strijdkrachten

Paspoort: SA0002264

Datum van afgifte: 24.7.2006

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 23.7.2009

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782448

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Ook lid van het militaire opperbevel (hoogste hiërarchie van de strijdkrachten van Guinee-Bissau).

11.

Júlio NHATE

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.9.1965

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) bevelhebber van het parachutistenregiment

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782454

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Lt.-kol. Júlio Nhate, een trouwe bondgenoot van António Injai, draagt de materiële verantwoordelijkheid voor de staatsgreep van 12 april 2012, aangezien hij de militaire operatie heeft geleid.

BIJLAGE III

 

Naam

Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats, paspoort/identiteitskaartnummer, enz.)

Redenen voor plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

1.

António INJAI

(alias António INDJAI)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 20.1.1955

Geboorteplaats: Encheia, Sector de Bissorá, Região de Oio, Guinee-Bissau

Bloedverwantschap: Wasna Injai (vaders naam) en Quiritche Cofte (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-generaal b) chef-staf van de strijdkrachten

Paspoort: diplomatiek paspoort nr. AAID00435

Datum van afgifte: 18.2.2010

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 18.2.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782445

António Injai was persoonlijk betrokken bij de planning en de leiding van de muiterij op 1 april 2010, die resulteerde in de wederrechtelijke aanhouding van de premier, Carlo Gomes Junior, en de toenmalige chef-staf van de strijdkrachten, José Zamora Induta. Tijdens de verkiezingsperiode in 2012 heeft Injai, in zijn hoedanigheid van chef-staf van de strijdkrachten, verklaringen afgelegd waarin hij dreigde de verkozen autoriteiten omver te werpen en een eind te maken aan het verkiezingsproces. António Injai was betrokken bij de operationele planning van de staatsgreep van 12 april 2012. Na de staatsgreep is het eerste communiqué van het „militaire commando” uitgevaardigd door de algemene staf van de strijdkrachten, onder leiding van generaal Injai.

3.5.2012

2.

Mamadu TURE

(alias N'Krumah)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 26.4.1947

Hoedanigheid: a) generaal-majoor b) plaatsvervangend chef-staf van de strijdkrachten

Diplomatiek paspoort nr. DA0002186

Datum van afgifte: 30.3.2007

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 26.8.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782456

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

3.

Estêvão NA MENA

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 7.3.1956

Hoedanigheid: inspecteur-generaal van de strijdkrachten

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782449

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

4.

Ibraima CAMARÁ

(alias Papa Camará)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 11.5.1964

Bloedverwantschap: Suareba Camará (vaders naam) en Sale Queita (moeders naam)

Hoedanigheid: a) brigadegeneraal b) chef-staf van de luchtmacht

Diplomatiek paspoort nr. AAID00437

Datum van afgifte: 18.2.2010

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 18.2.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.05.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5781782

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

5.

Daba NAUALNA

(alias Daba Na Walna)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 6.6.1966

Bloedverwantschap: Samba Naualna (vaders naam) en In-Uasne Nanfafe (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) woordvoerder van het „militaire commando”

Paspoort nr. SA 0000417

Datum van afgifte: 29.10.2003

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 10.3.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782452

Woordvoerder van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

9.

Cranha DANFÁ

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 5.3.1957

Hoedanigheid: a) kolonel b) hoofd operaties van de gezamenlijke staf van de strijdkrachten

Paspoort: AAIN29392

Datum van afgifte: 29.9.2011

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 29.9.2016

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782442

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Naaste adviseur van chef-staf van de strijdkrachten António Injai.

1.6.2012

11.

Sanha CLUSSÉ

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.9.1965

Bloedverwantschap: Clusse Mutcha (vaders naam) en Dalu Imbungue (moeders naam)

Hoedanigheid: a) kapitein (zeemacht) b) plaatsvervangend chef-staf van de zeemacht

Paspoort: SA 0000515

Datum van afgifte: 8.12.2003

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 29.8.2013

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782435

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Zeer nauwe banden met António Injai. Sanha Clussé maakte deel uit van de delegatie van het „militaire commando” die op 26 april 2012 een ontmoeting had met de Ecowas in Abidjan.

1.6.2012

12.

Júlio NHATE

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.9.1965

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) bevelhebber van het parachutistenregiment

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782454

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Lt.-Kol. Júlio Nhate, een trouwe bondgenoot van António Injai, draagt de materiële verantwoordelijkheid voor de staatsgreep van 12 april 2012, aangezien hij de militaire operatie heeft geleid.

1.6.2012

13.

Tchipa NA BIDON

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 28.5.1954

Bloedverwantschap: „Nabidom”

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van de inlichtingendienst

Paspoort: diplomatiek paspoort DA0001564

Datum van afgifte: 30.11.2005

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 15.5.2011

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782446

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

1.6.2012

14.

Tcham NA MAN

(alias Namam)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 27.2.1953

Bloedverwantschap: Biute Naman (vaders naam) en Ndjade Na Noa (moeders naam)

Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van het militair ziekenhuis van de strijdkrachten

Paspoort: SA0002264

Datum van afgifte: 24.7.2006

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 23.7.2009

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782448

Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Ook lid van het militaire opperbevel (hoogste hiërarchie van de strijdkrachten van Guinee-Bissau).

1.6.2012

16.

Idrissa DJALÓ

(alias Idriça Djaló)

Nationaliteit: Guinee-Bissaus

Geboortedatum: 18 december 1954

Hoedanigheid: a) majoor b) protocoladviseur bij de chef-staf van de strijdkrachten c) kolonel d) hoofd van het protocol op het hoofdkwartier van de strijdkrachten (vervolgens)

Paspoort: AAISO40158

Datum van afgifte: 12.10.2012

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 2.10.2015

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012))

Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782443

Contactpunt voor het „militaire commando” dat de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor de staatsgreep van 12 april 2012, en een van de meest actieve leden ervan. Ondertekenaar van een van de eerste communiqués van het „militaire commando” (nr. 5, d.d. 13 april 2012), en als dusdanig een van de eerste functionarissen die openlijk hebben verklaard lid te zijn van dat commando. Majoor Djaló is tevens lid van de militaire inlichtingendienst.

18.7.2012


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/126


UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/416 VAN DE RAAD

van 7 maart 2017

tot uitvoering van Besluit 2011/486/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (1), en met name artikel 5,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 1 augustus 2011 Besluit 2011/486/GBVB vastgesteld.

(2)

Op 12 januari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de informatie in verband met de personen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, geactualiseerd.

(3)

Op 16 februari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een individu verwijderd van de lijst van individuen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden.

(4)

De bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden vervangen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 199 van 2.8.2011, blz. 57.


BIJLAGE

A.   Met de Taliban verbonden personen

1.   Abdul Baqi Basir Awal Shah (alias Abdul Baqi).

Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincies Khost en Paktika onder het Talibanregime, b) viceminister van Informatie en Cultuur onder het Talibanregime, c) consulaire afdeling, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1960 en 1962 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Jalalabad, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Shinwar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: a) Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. b) In 2008 lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493921

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Aanvankelijk was Abdul Baqi voor het Talibanbewind gouverneur van de provincies Khost en Paktika. Vervolgens werd hij benoemd tot viceminister van Informatie en Cultuur. Hij was tevens werkzaam in de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime.

In 2003 was Abdul Baqi betrokken bij tegen de regering gerichte militaire activiteiten in de districten Shinwar, Achin, Naziyan en Dur Baba van de provincie Nangarhar. In 2009 was hij betrokken bij het organiseren van activiteiten van militanten in het gehele oostelijke gebied, met name in de provincie Nangarhar en in de stad Jalalabad.

2.   Abdul Qadeer Basir Abdul Baseer (alias a) Abdul Qadir, b) Ahmad Haji, c) Abdul Qadir Haqqani, d) Abdul Qadir Basir).

Titel: a) Generaal, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: militair attaché, ambassade van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) district Surkh Rod, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Hisarak, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000974 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1474039

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In 2009 was Abdul Qadeer Abdul Baseer actief als penningmeester voor de Taliban in Peshawar, Pakistan. Hij was financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en stond begin 2010 aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Hij bezorgt persoonlijk geld van de shura (consultatieve raad) van de leiding van de Taliban aan Talibangroepen overal in Pakistan.

3.   Amir Abdullah (alias Amir Abdullah Sahib).

Redenen voor plaatsing op de lijst: voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar. Adres: Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.

Overige informatie: Heeft reizen gemaakt naar Koeweit, Saudi-Arabië, de Libisch-Arabische Jamahiriyah en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Was penningmeester van Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621271

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Amir Abdullah was penningmeester van Abdul Ghani Baradar, een hooggeplaatste Talibanleider, en voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar in Afghanistan. Hij reisde naar Koeweit, Saudi-Arabië, Libië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Hij vergemakkelijkte ook de communicatie tussen de Talibanleiders en coördineerde bijeenkomsten op hoog niveau in het gastenverblijf van zijn woning in Pakistan. Abdullah hielp tal van hooggeplaatste Talibanleden die in 2001 Afghanistan waren ontvlucht om zich in Pakistan te vestigen.

4.   Abdul Manan Mohammad Ishak.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste secretaris, ambassade van de Taliban, Riyad, Saudi-Arabië, b) handelsattaché, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1940 en 1941. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652765

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Manan Mohammad Ishak was ook eerste secretaris van de ambassade van de Taliban in Riyad, Saudi-Arabië, tijdens het Talibanregime. Hij werd later een hooggeplaatste Talibancommandant in de provincies Paktia, Paktika en Khost, in het oosten van Afghanistan. Ook was hij verantwoordelijk voor de verplaatsingen van Talibanstrijders en het wapenvervoer over de grens van Afghanistan en Pakistan.

5.   Abdul Rahman Agha.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Militaire Hof onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: a) Afghaans, b) Pakistaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427565

6.   Janan Agha (alias Abdullah Jan Agha).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Faryab onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1958, b) rond 1953. Geboorteplaats: Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban en adviseur van Moellah Mohammed Omar in juni 2010. Leidt een Taliban-„front” (mahaz) sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428048

7.   Sayed Mohammad Azim Agha (alias a) Sayed Mohammad Azim Agha, b) Agha Saheb).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1966, b) rond 1969. Geboorteplaats: district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Leidt een Taliban-„front” (mahaz) en fungeert als lid van de militaire commissie van de Taliban sedert medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427409

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sayed Mohammad Azim Agha was ambtenaar in dienst van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime.

8.   Sayyed Ghiassouddine Agha (alias a) Sayed Ghiasuddin Sayed Ghousuddin, b) Sayyed Ghayasudin, c) Sayed Ghias).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Talibanregime, b) minister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Kohistan, provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: Lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Betrokken bij drugshandel. Lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652713

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sayyed Ghiassouddine Agha was ook minister van Onderwijs van het Talibanregime. Hij was ook het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Hij is vermoedelijk betrokken bij drugshandel.

9.   Mohammad Ahmadi.

Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, b) minister van Financiën onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kakar-stam. Hij is lid van de hoge raad van de Taliban. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427516

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Ibrahim werd op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als voorzitter van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime en viel uit dien hoofde onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Mohamed Ahmadi was tevens minister van Financiën van het Talibanregime. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban.

10.   Mohammad Shafiqullah Ahmadi Fatih Khan (alias a) Mohammad Shafiq Ahmadi, b) Moellah Shafiqullah).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Samangan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1956 en 1957. Geboorteplaats: a) Charmistan, district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Marghi, district Nawa, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Oorspronkelijk uit de provincie Ghazni, maar is later in Uruzgan gaan wonen. Eind 2012 schaduwgouverneur van de Taliban voor de provincie Uruzgan. Fungeert in juli 2016 als lid van de militaire commissie. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706955

11.   Abdul Bari Akhund (alias a) Haji Moellah Sahib, b) Zakir).

Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Helmand onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: a) district Baghran, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Now Zad, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: In 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alokozai-stam. Lid van de Talibanleiding in de provincie Helmand, Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427430

12.   Ahmed Jan Akhundzada Wazir (alias a) Haji Ahmad Jan, b) Ahmed Jan Akhund).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Water en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: In 2009 lid van de hoge militaire raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678353

13.   Attiqullah Akhund.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Shah Wali Kot, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge militaire raad van de Taliban en van de hoge raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427204

14.   Hamidullah Akhund Sher Mohammad (alias a) Janat Gul, b) Hamidullah Akhund).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1972 en 1973. Geboorteplaats: a) Sarpolad, district Washer, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427570

15.   Mohammad Hassan Akhund.

Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste plaatsvervanger, Raad van Ministers onder het Talibanregime, b) minister van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime, c) gouverneur van Kandahar onder het Talibanregime; d) politiek adviseur van Moellah Mohammed Omar. Geboortedatum: a) ongeveer 1955-1957, b) ongeveer 1945-1950. Geboorteplaats: Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: Heeft nauwe banden met Moellah Mohammed Omar. In december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Behoort tot de Kakar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427207

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammed Hassan Akhund is een naaste medewerker en politiek adviseur van Mohammed Omar.

Mohammed Hassan Akhund was medio 2009 nog actief als Talibanleider. Hij was in december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Begin 2010 was hij een van de meest efficiënte Talibancommandanten.

16.   Mohammad Abbas Akhund.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van Kandahar onder het Talibanregime, b) minister van Volksgezondheid onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Khas Uruzgan, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban, belast met het Medisch Comité, in januari 2011. Houdt sinds medio 2013 rechtstreeks toezicht op drie medische centra waar gewonde Talibanstrijders worden verzorgd. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427417

17.   Mohammad Essa Akhund.

Titel: a) Alhaj, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Watervoorziening, Afvalwaterverwerking en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: regio Mial, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427423

18.   Ubaidullah Akhund Yar Mohammed Akhund (alias a) Obaidullah Akhund, b) Obaid Ullah Akhund).

Titel: a) Moellah, b) Hadji, c) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Defensie onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1968, b) 1969. Geboorteplaats: a) Sangisar, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan, c) regio Nalgham, district Zheray, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Hij was een van de plaatsvervangers van Moellah Mohammed Omar en lid van de hoge raad van de Taliban, belast met militaire operaties. Gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan. Overleden (bevestigd) in maart 2010 en begraven in Karachi, Pakistan. Door huwelijk verbonden met Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad. Behoorde tot de Alokozai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678686

19.   Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada (alias a) Ahmad Jan Akhunzada, b) Ahmad Jan Akhund Zada).

Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincies Zabol en Uruzgan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1966 en 1967 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Lablan, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, begin 2007. Zwager van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706028

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada was begin 2007 als lid van de Taliban belast met de provincie Uruzgan. Hij is een zwager van Moellah Mohammed Omar.

20.   Mohammad Eshaq Akhunzada (alias Mohammad Ishaq Akhund).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Laghman (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: In 2008 commandant van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Ghazni. Behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665076

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Eshaq Akhunzada was in 2008 provinciaal commandant van de Taliban voor de provincie Ghazni, Afghanistan, en was in 2011 nog actief in die provincie.

21.   Abdul Habib Alizai (alias a) Hadji Agha JanAlizai, b) Hadji Agha Jan, c) Agha Jan Alazai, d) Hadji Loi Lala, e) Loi Agha, f) Abdul Habib, g) Agha Jan Alizai

Image 3

(voorheen op de lijst geplaatst als)).

Titel: Hadji Redenen voor plaatsing op de lijst: beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Geboortedatum: a)15.10.1963, b) 14.2.1973, c) 1967, d) rond 1957. Geboorteplaats: a) Yatimchai, district Musa Qala, provincie Helmand, Afghanistan, b) provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.

Overige informatie: Beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Maakte regelmatig reizen naar Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1684147

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Agha Jan Alizai leidde een van de grootste drugshandelnetwerken in de provincie Helmand, Afghanistan, en betaalde de Taliban om zijn drugshandel te beschermen. In 2008 trof een groep drugshandelaars, onder wie Alizai, een regeling met de Taliban waarbij zij aan de Taliban een grondbelasting betaalden voor hun opiumplantages en de Taliban in ruil daarvoor instemden met het organiseren van drugstransporten. De Taliban stemden er ook mee in de drugshandelaars en hun opslagplaatsen bescherming te bieden, terwijl de drugshandelaars onderdak en vervoer verschaften aan Talibanstrijders. Alizai was ook betrokken bij de aankoop van wapens voor de Taliban en reisde regelmatig naar Pakistan om er hooggeplaatste Talibanleiders te ontmoeten. Alizai speelde voorts een faciliterende rol bij de aanschaf van valse Iraanse paspoorten waarmee Talibanleden naar Iran reisden voor trainingen. In 2009 bezorgde Alizai een commandant van de Taliban een paspoort en financiële middelen om naar Iran te reizen.

22.   Allah Dad Mati (alias a) Allahdad, b) Shahidwror, c) Akhund).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Stadsontwikkeling onder het Talibanregime, b) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, c) hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1953, b) rond 1960. Geboorteplaats: Kadani, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: Verloor een voet bij de explosie van een landmijn. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427390

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Allah Dad Mati werd op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als minister van Stadsontwikkeling van het Talibanregime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Allah Dad Mati, lid van de Nurzai-stam uit Spin Boldak, was ook voorzitter van de centrale bank van het Talibanregime (Da Afghanistan Bank) en hoofd van Ariana Afghan Airlines van het Talibanregime.

23.   Aminullah Amin Quddus (alias a) Muhammad Yusuf, b) Aminullah Amin).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Saripul (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: Loy Karez, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2011. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678553

24.   Mohammad Sadiq Amir Mohammad.

Titel: a) Alhaj, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van het Afghaanse handelsagentschap, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1934. Geboorteplaats: a) provincie Ghazni, Afghanistan, b) provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE 011252 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Naar verluidt overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446067

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Sadiq Amir Mohammad was lid van de nieuwe majlis-shura die naar verluidt in oktober 2006 door Mohammed Omar werd aangekondigd.

25.   Muhammad Taher Anwari (alias a) Mohammad Taher Anwari, b) Muhammad Tahir Anwari, c) Mohammad Tahre Anwari, d) Haji Mudir.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) minister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427388

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Als directeur Administratieve Aangelegenheden viel Muhammad Taher Anwari onder de raad van Ministers van het Taliban-regime — het hoogste niveau binnen de Taliban-hiërarchie. Hij was tevens minister van Financiën van het Taliban-regime.

Voorts schreef hij toespraken voor de hoogste Taliban-leider, Mohammed Omar.

26.   Arefullah Aref Ghazi Mohammad (alias Arefullah Aref).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Financiën onder het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Paktia onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Lawang (Lawand), district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001

Overige informatie: leidt sinds medio 2013 het Taliban-„front” in het district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427419

27.   Sayed Esmatullah Asem Abdul Quddus (alias a) Esmatullah Asem, b) Asmatullah Asem, c) Sayed Esmatullah Asem).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime; b) secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Geboorteplaats: Qalayi Shaikh, district Chaparhar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in mei 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de Taliban-shura van Peshawar. Verantwoordelijk voor activiteiten van de Afghaanse Taliban in federaal bestuurde stamgebieden in Pakistan in 2008. Hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427438

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ten tijde van opname in de lijst was Sayed Esmatullah Asem tevens secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-bewind. In mei 2007 trad hij toe tot de hoge raad van de Taliban. In 2009 was hij voorts lid van een regionale Taliban-raad.

Sayed Esmatullah Asem heeft de leiding gehad over een groep Taliban-strijders in het district Chaparhar, in de provincie Nangarhar, Afghanistan. Als Taliban-commandant in de provincie Konar zond hij in 2007 zelfmoordenaars naar verschillende provincies in het oosten van Afghanistan om er bomaanslagen te plegen. Hij is een hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012.

Eind 2008 leidde Sayed Esmatullah Asem een opleidingskamp van de Taliban in het grensgebied van Afghanistan en Pakistan.

28.   Atiqullah Wali Mohammad (alias Atiqullah).

Titel: a) Hadji; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Buitenlandse Betrekkingen, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, b) directeur Openbare Werken, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, c) eerste viceminister van Landbouw onder het Taliban-regime, d) viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: a) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) het dorp Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: oorspronkelijk uit Uruzgan, heeft zich later in Kandahar gevestigd. Was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban. Geen specifieke rol in de Taliban-beweging, sinds medio 2013 actief als zakenman op persoonlijke titel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 van de Veiligheidsraad (2008) werd op 27 juli 2010 afgesloten Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5240911

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Atiqullah kreeg een functie in Kandahar na de inname van Kabul door de Taliban in 1996. Hij werd in 1999 of 2000 benoemd tot eerste viceminister van Landbouw, en vervolgens tot viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Atiqullah werd na de val van het Taliban-regime operationeel medewerker van de Taliban in het zuiden van Afghanistan. Hij werd in 2008 adjunct van de Taliban-gouverneur van de provincie Helmand in Afghanistan. Hij was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban.

29.   Azizirahman Abdul Ahad.

Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: district Shega, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 44323 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4640065

30.   Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk (alias a) Mullah Baradar Akhund; b) Abdul Ghani Baradar).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Defensie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Yatimak, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan.

Verzoek tot uitlevering aan Afghanistan hangende voor het Hooggerechtshof in Lahore, Pakistan in juni 2011. Behoort tot de Popalzai-stam. Hooggeplaatste militaire bevelhebber van de Taliban en lid van de „Quetta-raad” van de Taliban (mei 2007). Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427381

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Ghani Baradar was een hooggeplaatse militaire commandant van de Taliban en trad in februari 2010 toe tot de leiding van de Taliban.

Als viceminister van Defensie van het Taliban-regime werd hij beschouwd als een van Mohammed Omar's plaatsvervangers en gaf hij leiding aan de afdeling militaire zaken van de Taliban.

Hij was een sleutelfiguur binnen het netwerk van de Taliban en organiseerde Taliban-operaties tegen de Afghaanse regering en tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid, in nauwe samenwerking met de minister van Defensie van de Taliban, Ubaidullah Akhund.

31.   Shahabuddin Delawar.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervanger in het Hooggerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1957; b) 1953. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: Afghaans paspoortnummer OA296623. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: adjunct-hoofd van de ambassade van het Taliban-regime in Riyadh, Saudi-Arabië tot 25 september 1998. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar Speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427559

32.   Dost Mohammad (alias Doost Mohammad).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: a) Nawi Deh, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. b) Marghankecha, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: heeft banden met Moellah Jalil Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662447

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Dost Mohammad is door de leiding van de Taliban tevens belast met de leiding over de militaire operaties in Angora, in de provincie Nuristan in Afghanistan.

In maart 2010 was Dost Mohammad de Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Nuristan en stond hij aan het hoofd van een madrassa van waaruit hij strijders rekruteerde.

33.   Mohammad Azam Elmi (alias Muhammad Azami).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Mijnbouw en Industrie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Sayd Karam, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: naar verluidt in 2005 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665205

34.   Faiz.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling Voorlichting, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1969. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493746

35.   Rustum Hanafi Habibullah (alias a) Rostam Nuristani, b) Hanafi Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Dara Kolum, district Do Aab, provincie Nuristan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nuristan, Afghanistan (mei 2007). Behoort tot de Nuristani-stam, Is naar verluidt begin 2012 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427427

36.   Gul Ahmad Hakimi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) provincie Logar, Afghanistan; b) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665175

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gul Ahmad Hakimi was tevens directeur-generaal van de afdeling Secundair Onderwijs van het ministerie van Onderwijs in Kabul van het Taliban-regime voordat hij in 1996 werd benoemd in Karachi.

37.   Abdullah Hamad Mohammad Karim (alias al-Hammad).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: Darweshan, regio Hazar Juft, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: D 000857 (afgegeven op 20.11.1997). Nationaal identiteitsnr.: 300786 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446048

38.   Hamdullah Allah Noor.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1973. Geboorteplaats: district nummer 6, Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 4414 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Aanvullende titel: Hafiz.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665093

39.   Din Mohammad Hanif (alias a) Qari Din Mohammad; b) Iadena Mohammad).

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Planning onder het Taliban-regime; b) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1955. Geboorteplaats: het dorp Shakarlab, district Yaftali, provincie Badakhshan, Afghanistan; Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: OA 454044 (als Iadena Mohammad). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakhshan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493613

40.   Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad (alias: a) Abdul Jalil Akhund, b) Akhter Mohmad, c) Hadji Gulab Gul, d) Abdul Jalil Haqqani, e) Nazar Jan).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: a) nummer Afghanistan OR 1961825, afgegeven op 4 februari 2003 (vervallen op 2 februari 2006, op naam van Akhter Mohmad); b) nummer Afghanistan TR 024417, afgegeven op 20 december 2003 (vervallen op 29 december 2006, op naam van Haji Gulab Gul); Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007. Lid van de financiële commissie van de Taliban-raad. Verantwoordelijk voor de logistiek van de Taliban en medio 2013 ook actief als zakenman op persoonlijke titel. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Atiqullah Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427402

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad was lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007 en lid van de financiële commissie van de Taliban-raad.

41.   Ezatullah Haqqani Khan Sayyid (alias Ezatullah Haqqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Planning onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban-shura van Peshawar sinds 2008. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678668

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ezatullah Haqqani werd op 23 februari 2001 aanvankelijk op de lijst vermeld als Maulavi Ezatullah. De toevoeging „Haqqani” op de VN-lijst dateert van 27 september 2007. In 2009 was Ezatullah Haqqani lid van een regionale Taliban-raad.

42.   Jalaluddin Haqqani (alias: a) Jalaluddin Haqani, b) Jallalouddin Haqqani, c) Jallalouddine Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1942; b) rond 1948. Geboorteplaats: a) regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden). Broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Is actief Taliban-leider. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Hoofd van de Taliban-shura van Miram Shah in 2008. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427400

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Jalaluddin Haqqani onderhoudt nauwe betrekkingen met Mohammed Omar en onderhield nauwe betrekkingen met Usama bin Laden (overleden). Hij is de vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden), en de broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Hij is actief Taliban-leider. Jalaluddin Haqqani verzorgde in 2007 ook de verbindingen tussen Al Qaida en de Taliban. In juni 2008 was hij voorzitter van de „Miram Shah-raad” van de Taliban.

Aanvankelijk bekleedde hij een leidinggevende positie in de Mwalawi Hezbi Islami-partij in de provincies Khost, Paktika en Paktia. Later voegde hij zich bij de Taliban en werd hij benoemd tot minister van Grensaangelegenheden. Na de val van het Taliban-regime ontkwam hij samen met leden van de Taliban en van Al Qaida naar noord-Waziristan, waar hij zijn milities hergroepeerde met het oog op de strijd tegen de regering van Afghanistan.

Haqqani is beschuldigd van betrokkenheid bij de bomaanslag op de Indiase ambassade in Kabul in 2008 en bij de poging om president Karzai te vermoorden tijdens een militaire parade in Kabul eerder dat jaar. Haqqani was ook betrokken bij een aanslag op gebouwen van ministeries in Kabul in februari 2009.

Jalaluddin Haqqani is de stichter van het Haqqani-netwerk.

43.   Khalil Ahmed Haqqani (alias a) Khalil Al-Rahman Haqqani; b) Khalil ur Rahman Haqqani; c) Khaleel Haqqani).

Titel: Hadji. Adres: a) Peshawar, Pakistan; b) bij de Dergey Manday Madrassa in de Dergey Manday, nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; c) Kayla nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; d) Sarana Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1.1.1966; b) tussen 1958 en 1964. Geboorteplaats: Sarana, regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 9.2.2011.

Overige informatie: eminent lid van het Haqqaninetwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Reisde eerder naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met het oog op fondsenwerving. Broer van Jalaluddin Haqqani en oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1929286

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Khalil Ahmed Haqqani is een hoge functionaris binnen het Haqqaninetwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqaninetwerk, dat een prominente rol speelt onder de opstandelingen in Afghanistan, is opgericht door de broer van Khalil Haqqani, Jalaluddin Haqqani, die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar schaarde.

Khalil Haqqani houdt zich bezig met fondsenwerving voor de Taliban en het Haqqaninetwerk; hij is vaak in het buitenland om er geldschieters te ontmoeten. In september 2009 was hij al in de Golfregio geweest en had er fondsen geworven, zoals ook uit bronnen in Zuid- en Oost-Azië.

Khalil Haqqani verstrekt ook steun aan de Taliban en het Haqqaninetwerk in Afghanistan. Begin 2010 al gaf hij financiële steun aan Talibancellen in de provincie Logar in Afghanistan. In 2009 leverde en controleerde hij ongeveer 160 soldaten in de provincie Logar in Afghanistan; hij was een van de schuldigen aan het vasthouden van tegenstanders die door de Taliban en het Haqqaninetwerk gevangen waren genomen. Voor Talibanoperaties stond Khalil Haqqani onder het bevel van zijn neef Sirajuddin Haqqani.

Khalil Haqqani heeft voorts gewerkt voor rekening van Al Qaida, en is met hun militaire operaties in verband gebracht. In 2002 heeft hij eenheden van Al Qaida versterkt met manschappen in de provincie Paktia in Pakistanversterking geboden. Khalil Ahmed Haqqani is tevens de broer van Mohammad Ibrahim Omari en de oom van Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).

44.   Mohammad Moslim Haqqani Muhammadi Gul (alias Moslim Haqqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister voor Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Taliban-regime; b) viceminister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: Gawargan, district Pul-e-Khumri, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 1136 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: etnische Pasjtoen uit de provincie Baghlan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Spreekt vloeiend Engels, Urdu en Arabisch. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427425

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Moslim Haqqani was tevens viceminister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. De aanwijzing is op 18 juli 2007 aan de VN-lijst toegevoegd.

45.   Mohammad Salim Haqqani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister voor Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond de periode 1966-1967. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010. Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Behoort tot de etnische groep van de Pashai. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494034

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In 2006 maakte Mohammad Salim Haqqani deel uit van een Taliban-raad die plannen smeedde voor aanslagen op strijdkrachten van de Afghaanse regering in de provincie Laghman, in Afghanistan. Eind 2004 was hij Taliban-commandant in deze provincie. Hij was tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010 en lid van een regionale militaire raad van de Taliban in juni 2010.

46.   Nasiruddin Haqqani (alias a) Dr. Alim Ghair; b) Naseer Haqqani; c) Dr. Naseer Haqqani; d) Nassir Haqqani; e) Nashir Haqqani).

Motivering voor plaatsing op de lijst: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1970-1973. Geboorteplaats: district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.

Overige informatie: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Heeft reizen gemaakt naar Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld bijeen te brengen voor de Taliban. Naar verluidt in 2013 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621257

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Haqqani-netwerk is een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zonen van stichter Jalaluddin Haqqani; een van hen is Nasiruddin Haqqani. Nasiruddin Haqqani fungeert als afgezant voor het Haqqani-netwerk en besteedt veel tijd aan fondsenwerving. In 2004 reisde hij in gezelschap van een Talibanmedestander naar Saudi-Arabië om er geld te verzamelen voor de Taliban. Voorts heeft hij in 2004 geld verstrekt aan militanten in Afghanistan, om er de presidentsverkiezingen te saboteren. In ieder geval tussen 2005 en 2008 heeft hij diverse reizen ondernomen om geld bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk, met name op geregelde tijdstippen naar de Verenigde Arabische Emiraten in 2007, en eenmaal naar een andere Golfstaat in 2008.

Medio 2007 zou Haqqani over drie grote financieringsbronnen hebben beschikt: schenkingen uit de Golfregio, drugshandel, en betalingen door Al Qaida. Eind 2009 ontving Nasiruddin Haqqani honderdduizenden dollars van medestanders van Al Qaida op het Arabisch schiereiland om er de activiteiten van het Haqqani-netwerk mee te bekostigen. Zijn broers Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.

47.   Sayyed Mohammed Haqqani (alias Sayyed Mohammad Haqqani).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Chaharbagh, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001

Overige informatie: afgestudeerd aan Haqqaniya Madrassa in Akora Khattak, Pakistan. Heeft vermoedelijk nauwe banden gehad met Taliban-leider Moellah Mohammad Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoogste raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Barakzay-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Naar verluidt in januari 2016 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493918

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sayyed Mohammed Haqqani is een bondgenoot van Gulbbudin Hekmatyar en een trouwe aanhanger van Moellah Mohammed Omar. Als directeur Administratieve Zaken van het Taliban-regime verdeelde hij Afghaanse identiteitskaarten onder aan Al Qaida gelieerde buitenlanders die in Afghanistan vochten en zamelde hij grote sommen geld onder hen in.

Sayyed Mohammed Haqqani heeft in 2003 en 2004 verschillende ontmoetingen gehad met Aiman Muhammed Rabi al-Zawahiri en Farhad, de secretaris van Mohammed Omar. Hij opende een boekwinkel in de bazaar van Qissa Khwani, Peshawar, Pakistan, die betrokken was bij de financiering van de Taliban. In maart 2009 was hij nog altijd actief als leider van de Taliban-opstand. Hij was in juni 2010 lid van de van de hoge raad van de Taliban.

48.   Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (alias a) Siraj Haqqani, b) Serajuddin Haqani, c) Siraj Haqani, d) Saraj Haqani, e) Khalifa).

Motivering voor plaatsing op de lijst: Na'ib Amir (tweede bevelhebber). Adres: a) in de buurt van Kela / in de buurt van Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Manba'ul uloom Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; c) Dergey Manday Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1977-1978. Geboorteplaats: a) Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) het dorp Srana, district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan; c) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan; d) provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 13.9.2007.

Overige informatie: sinds eind 2012 hoofd van het Haqqani-netwerk. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Behoort tot de sectie Sultan Khel van de Zardan-stam van Garda Saray in de provincie Paktia, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving INTERPOL/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1491193

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sirajuddin Jallaloudine Haqqani is een van de meest prominente, invloedrijke, charismatische en ervaren leiders binnen het Haqqani-netwerk, een groep strijders die nauwe banden onderhoudt met zowel de Taliban als Al Qaida, en is sedert 2004 een van de belangrijkste operationele commandanten van het netwerk. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Sirajuddin Haqqani de controle over het Haqqani-netwerk en sindsdien heeft hij van de groep een van de meest actieve rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.

Een groot deel van zijn macht en gezag ontleent Sirajuddin Haqqani aan zijn vader, Jalaluddin Haqqani, een voormalig minister van het Taliban-regime, die militair commandant van de Taliban was, en bemiddelaar voor Al Qaida en de Taliban aan weerszijden van de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Gedurende zijn ministerschap onder het Taliban-regime smeedde Jalaluddin Haqqani zeer hechte banden met Al Qaida.

Sirajuddin Haqqani heeft nauwe banden met de Taliban, die hem van financiële middelen voorziet voor zijn operaties. Hij ontvangt ook middelen van verschillende andere groepen en personen, onder wie vooraanstaande drugshandelaren. Hij is een belangrijk facilitator van terroristische operaties in Afghanistan en steunt activiteiten in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zijn banden met de Taliban zijn in mei 2006 bekendgemaakt door Moellah Dadullah, op dat moment een van de hoogste militaire bevelvoerders van de Taliban, die verklaarde dat hij samenwerkte met Sirajuddin Haqqani en met hem operaties plande. Hij heeft eveneens banden met Jaish-i-Mohammed.

Sirajuddin Haqqani is actief betrokken bij het plannen en uitvoeren van aanslagen tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF), en tegen Afghaanse functionarissen en burgers, vooral in de oostelijke en zuidelijke regio's van Afghanistan. Hij rekruteert ook regelmatig strijders en hij zendt strijders naar de provincies Khost, Paktia en Paktika in Afghanistan.

Sirajuddin Haqqani was betrokken bij de zelfmoordaanslagen met bommen op een bus van de politieacademie in Kabul op 18 juni 2007, waarbij 35 politiefunctionarissen omkwamen. Zijn broers Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.

49.   Abdul Hai Hazem Abdul Qader (alias Abdul Hai Hazem).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Pashawal Yargatoo, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 0001203 (Afghaans paspoort). Adres: a) Iltifat, district Shakardara, provincie Kabul, Afghanistan; b) wijk Puli Charkhi, District Number 9, Kabul, provincie Kabul. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446037

50.   Hidayatullah (alias Abu Turab).

Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart en Toerisme onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 8.3.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1529230

51.   Abdul Rahman Ahmad Hottak (alias Hottak Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister (Cultuur) van Voorlichting en Cultuur onder het Taliban-regime; b) hoofd van de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494052

52.   Najibullah Haqqani Hidayatullah (alias Najibullah Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Moni, district Shigal, provincie Kunar. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: nummer van de Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira): 545167, afgegeven in 1974. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: neef van Moulavi Noor Jalal. de naam van zijn grootvader is Salam. Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010. houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493752

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Najibullah Haqqani Hydayetullah was tevens viceminister van Financiën van het Taliban-regime. Deze persoon werd op 18 juli 2007 toegevoegd aan de lijst. Op 27 september 2007 is de vermelding geactualiseerd, waarbij de oorspronkelijke vermelding „viceminister van Openbare Werken van het Taliban-regime” is verwijderd.

Najibullah Haqqani Hydayetullah was lid van de Taliban-raad in de provincie Kunar, Afghanistan, sinds mei 2007. Hij is een neef van Noor Jalal. In juni 2008 is hij door de leiding van de Taliban benoemd tot verantwoordelijke voor de militaire activiteiten in de provincie Kunar.

Najibullah Haqqani Hydayetullah is Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010.

53.   Gul Agha Ishakzai (alias a) Moellah Gul Agha; b) Moellah Gul Agha Akhund; c) Hidayatullah; d) Hadji Hidayatullah; e) Hayadatullah).

Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: Band-e-Timor, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.

Overige informatie: lid van een Taliban-raad die de inzameling van de zakat (islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Medio 2013 hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Heeft banden met Moellah Mohammed Omar. Was Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Behoort tot de Ishaqzai -stam.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621285

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Gul Agha Ishakzai staat aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban en is lid van een onlangs ingestelde Taliban-raad die de inzameling van de zakat (Islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Hij heeft ook geld ingezameld voor zelfmoordaanslagen in Kandahar, Afghanistan, en was betrokken bij de uitkering van geld aan Taliban-strijders en hun familie.

Als jeugdvriend van Taliban-leider Moellah Mohammad Omar was Gul Agha Ishakzai Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Op een gegeven moment was een ontmoeting met Moellah Omar alleen mogelijk na zijn goedkeuring. Hij woonde tijdens het Taliban-regime samen met Omar in het presidentieel paleis.

In december 2005 faciliteerde Gul Agha Ishakzai de verhuizing van mensen en goederen naar Taliban-trainingskampen; eind 2006 reisde hij naar het buitenland voor de aanschaf van wapenonderdelen.

54.   Qudratullah Jamal (alias Hadji Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Voorlichting onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Gardez, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427404

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In april 2009 liet de leiding van de Taliban weten dat Qudratullah Jamal was benoemd tot verbindingspersoon voor de contacten met hun vrienden en sympathisanten overal ter wereld. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010.

55.   Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad (alias Saleh Mohammad).

Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Nalgham, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.

Overige informatie: leidt een georganiseerd smokkelnetwerk in de provincies Kandahar en Helmand, Afghanistan. Exploiteerde voordien heroïneverwerkingslaboratoria in Band-e-Timor, provincie Kandahar, Afghanistan. Bezit een autohandel in Mirwais Mena, district Dand, provincie Kandahar, Afghanistan. Uit detentie vrijgelaten in Afghanistan in februari 2014. Door huwelijk verbonden met Moellah Ubaidullah Akhund Yar Mohammad Akhund. Behoort tot de Kakar-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652885

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saleh Mohammad Kakar is een drugshandelaar die een georganiseerd smokkelnetwerk in de Afghaanse provincies Kandahar en Helmand leidt, om in de logistieke en financiële behoeften van de Taliban te voorzien. Voor zijn arrestatie door de Afghaanse autoriteiten leidde Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad in Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan, laboratoria voor heroïneverwerking, die onder bescherming van de Taliban stonden.

Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad heeft contact gehad met hoge Taliban-leiders, in de namens hen geld bij drugshandelaars en beheerde en verborg geld van hooggeplaatste Taliban-leden. Hij was ook verantwoordelijk voor het faciliteren van betalingen van belastinggelden aan de Taliban namens drugshandelaars. Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad bezat een autohandel in Kandahar en heeft voertuigen aan de Taliban verschaft voor zelfmoordaanslagen.

56.   Rahmatullah Kakazada (alias a) Rehmatullah; b) Kakazada; c) Moellah Nasir).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1968. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 000952 (Afghaans paspoort afgegeven op 7.1.1999). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Ghazni, Afghanistan, sinds mei 2007. Hoofd van een inlichtingennetwerk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Suleimankheil-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/144605

57.   Abdul Rauf Khadem (alias Moellah Abdul Rauf Aliza).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: commandant van het Centraal Korps onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) tussen 1958 en 1963, b) rond 1970. Geboorteplaats: a) Azan, district Kajaki, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban-shura in Quetta in 2009. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665146

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Centraal Korps viel onder het ministerie van Defensie van het Taliban-regime.

Abdul Rauf Khadem was in 2009 het Taliban-lid dat verantwoordelijk was voor de provincie Logar. Abdul Rauf Khadem was de algemene militaire commandant van verschillende provincies in Afghanistan. Abdul Rauf Khadem was in 2009 lid van een regionale Taliban-raad. Hij was het lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011.

58.   Khairullah Khairkhwah (alias a) Moellah Khairullah Khairkhwah, b) Khirullah Said Wali Khairkhwa).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Herat (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime; d) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Poti, district Arghistan, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427436

59.   Abdul Razaq Akhund Lala Akhund.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd van de politie van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, in het grensgebied met het district Chaman, Quetta, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2008. Plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar in maart 2010. Lid van de toezichtscommissie van de Taliban sinds medio 2013. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427412

60.   Jan Mohammad Madani Ikram.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1954 en 1955. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039466

61.   Zia-ur-Rahman Madani (alias) a) Ziaurrahman Madani, b) Zaia u Rahman Madani, c) Madani Saheb), d) Diya' al-Rahman Madani).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Logar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Paliran, district Namakab, provincie Takhar, Afghanistan, (b) Taluqan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor militaire aangelegenheden in de provincie Takhar, Afghanistan, sinds mei 2007. Werkt sinds 2003 aan fondsenwerving in de Golf namens de Taliban. Heeft tevens ontmoetingen tussen Talibanambtenaren en welgestelde aanhangers georganiseerd en voor meer dan twaalf personen reizen geregeld naar Kabul, Afghanistan, met het oog op zelfmoordaanslagen. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494026

62.   Abdul Latif Mansur (alias a) Abdul Latif Mansoor, b) Wali Mohammad).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Landbouw onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: sinds eind 2012 schaduwgouverneur voor de Taliban voor de provincie Logar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sahak-stam (substam Ghilzai).

Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427385

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Latif Mansur was in 2009 lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van de politieke commissie van deze raad. Voor de Taliban was hij schaduwgouverneur van de provincie Nangarhar, Afghanistan, in 2009 en medio 2009 stond hij aan het hoofd van de politieke commissie van de Taliban. In mei 2010 was Abdul Latif Mansur een hooggeplaatst Taliban-commandant in oost-Afghanistan.

63.   Mohammadullah Mati (alias Mawlawi Nanai).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: verloor een been in de jaren 80. Interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010. Sinds medio 2013 belast met rekruteringsactiviteiten. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Isakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665126

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammadullah Mati was tevens minister van Communicatie van het Taliban-regime onder de naam „Ahmadullah Mutie”. Hij was de interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010.

64.   Matiullah.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van het douanekantoor Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: houdt zich sinds medio 2013 bezig met rekrutering voor de Taliban-beweging. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427413

65.   Abdul Quddus Mazhari (alias Akhtar Mohammad Maz-hari).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: onderwijsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Kushal Khan Mena, District Nummer 5, Kabul, Afghanistan. Paspoortnummer: SE 012820 (Afghaans paspoort afgegeven op 4.11.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446044

66.   Fazl Mohammad Mazloom (alias a) Molah Fazl, b) Fazel Mohammad Mazloom).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: plaatsvervangend stafchef van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707186

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Fazl Mohammad Mazloom had nauwe banden met Mohammed Omar en hielp deze bij het vestigen van het Taliban-regime. Mazloom bezocht het door Al Qaida gestichte trainingskamp Al Farouq. Het was hem bekend dat de Taliban bijstand verleenden aan de Islamitische Beweging van Oezbekistan in de vorm van geld, wapens en logistieke steun in ruil voor de beschikbaarstelling van manschappen aan de Taliban.

In oktober 2001 was hij commandant van ongeveer 3 000 frontsoldaten van de Taliban in de provincie Takhar.

67.   Nazir Mohammad Abdul Basir (alias Nazar Mohammad).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van de stad Kunduz, b) waarnemend gouverneur van de provincie Kunduz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Malaghi, district Kunduz, provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Andere titel: Sar Muallim. Heeft zich verzoend na de val van het Taliban-regime, en heeft onder de nieuwe regering taken op districtsniveau op zich genomen in de provincie Kunduz. Vermoord (bevestigd) door de Taliban op 9 november 2008. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665167

68.   Mohammad Shafiq Mohammadi.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Khost (Afghanistan) onder het Taliban-regime, b) gouverneur-generaal van de provincies Paktia, Paktika, Khost en Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1948. Geboorteplaats: district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt sinds medio 2013 toezicht op twee militaire trainingscentra. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427517

69.   Abdul Kabir Mohammad Jan (alias A. Kabir).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) tweede plaatsvervanger, Economische Zaken, Raad van Ministers van het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Nangarhar onder het Taliban-regime; c) hoofd van de Oostelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Pul-e-Khumri of Baghlan Jadid, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Actief in terreuroperaties in Oost-Afghanistan. Int geld bij drugshandelaars. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Zijn familie komt oorspronkelijk uit het district Neka, provincie Paktika, Afghanistan.

Verantwoordelijk voor een aanval op Afghaanse parlementsleden in november 2007 in Baghlan. Bezit grond in de centrale provincie Baghlan. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493564

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Kabir Mohammad Jan was, volgens een bekendmaking van Mohammed Omar in oktober 2006, lid van de hoge leidinggevende raad van de Taliban, en is in oktober 2007 benoemd tot militair commandant van de oostelijke zone. Hij was in 2009 lid van de van de hoge raad van de Taliban. Hij int namens de Taliban geld bij drugshandelaars.

70.   Mohammad Rasul Ayyub (alias Gurg).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Nimroz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: Robat, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Lid van de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662451

71.   Mohammad Wali Mohammad Ewaz (alias Mohammad Wali).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: a) Jelawur, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: naar verluidt overleden in december 2006 en begraven in het district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Behoorde tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427424

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In zijn functie op het ministerie van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering tijdens het Taliban-regime heeft Mohammad Wali geregeld gebruikgemaakt van foltering en andere middelen om de bevolking te intimideren. Mohammad Wali Mohammad Ewaz is na de val van het Taliban-regime actief gebleven bij de Taliban in de provincie Kandahar, Afghanistan.

72.   Mohammad Yaqoub.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Bakhtar Information Agency (BIA) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: a) district Shahjoi, provincie Zabul, Afghanistan b) district Janda, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: lid van de culturele commissie van de Taliban. Leidt een Taliban-„front” en coördineert alle militaire activiteiten van de Taliban-strijdkrachten in het district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti (Taraki)-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741615

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In 2009 was Mohammad Yaqoub een leidinggevend Taliban-lid in het district Yousef Khel van de provincie Paktika. Hij was lid van de culturele commissie van de Taliban.

73.   Amir Khan Motaqi (alias Amir Khan Muttaqi).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Onderwijs van het Taliban-regime; b) vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de VN tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) Shin Kalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sulaimankhel-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427382

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Amir Khan Motaqi was ook vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de Verenigde Naties tijdens het Taliban-regime.

Amir Khan Motaqi wordt beschouwd als een prominent lid van de Taliban; hij was ook minister van Informatie en Cultuur tijdens het Taliban-regime. In juni 2007 was Amir Khan Motaqi lid van een regionale Taliban-raad. Hij was in juni 2007 lid van de van de hoge raad van de Taliban.

74.   Abdulhai Motmaen (alias a) Abdul Haq zoon van Anwar Khan).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) directeur van de afdeling Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: a) Shinkalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan; b) provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Afghaans paspoortnummer OA462456 (afgegeven op naam van Abdul Haq), 31.1.2012 (11-11-1390). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Zijn familie komt oorspronkelijk uit Zabul, maar heeft zich later in Helmand gevestigd. Lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Moellah Omar sinds 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427418

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdulhai Motmaen was de hoogstgeplaatste Taliban-woordvoerder en gaf verklaringen van de Taliban betreffende het buitenlandbeleid af. Hij was ook een naaste medewerker van Mohammed Omar. Hij was in 2007 lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Mohammed Omar.

75.   Allah Dad Tayeb Wali Muhammad (alias a) Allah Dad Tayyab, b) Allah Dad Tabeeb).

Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Ghorak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) district Nesh, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Overleden in november 2015. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427415

76.   Najibullah Muhammad Juma (alias Najib Ullah).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: gebied Zere Kohi, district Shindand, provincie Farah, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: 000737 (Afghaans paspoort afgegeven op 20.10.1996). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427573

77.   Mohammad Naim Barich Khudaidad (alias a) Mullah Naeem Barech, b) Mullah Naeem Baraich, c) Mullah Naimullah, d) Mullah Naim Bareh, e) Mohammad Naim, f) Mullah Naim Barich, g) Mullah Naim Barech, h) Mullah Naim Barech Akhund, i) Mullah Naeem Baric, j) Naim Berich, k) Haji Gul Mohammed Naim Barich, l) Gul Mohammad, m) Haji Ghul Mohammad, n) Gul Mohammad Kamran, o) Mawlawi Gul Mohammad, p) Spen Zrae).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Lakhi, gebied Hazarjuft, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; b) Laki, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; c) Lakari, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; d) Darvishan, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; e) De Luy Wiyalah, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de militaire commissie van de Taliban medio 2013.

Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barich-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665674

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Naim Barich was in juni 2008 lid van de Taliban-raad in Gerdi Jangal en in maart 2010 lid van de militaire commissie van de Taliban. Hij is sinds mei 2008 het Taliban-lid dat verantwoordelijk is voor de provincie Helmand in Afghanistan. Hij is voormalig plaatsvervanger van Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed, een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Mohammad Naim Barich leidt een militaire basis in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Via Rahat Ltd. voorzag Mohammad Naim Barich ondergeschikte bevelhebbers van middelen om operaties van opstandelingen te plannen en uit te voeren in het zuiden van Afghanistan.

78.   Nik Mohammad Dost Mohammad (alias Nik Mohammad).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Handel onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: Zangi Abad, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: leidt sinds medio 2013 een commissie die de vijanden van de Taliban moet registreren. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039745

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Nik Mohammad is op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Handel van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.

79.   Hamdullah Nomani.

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Sipayaw, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427408

80.   Mohammad Aleem Noorani.

Titel: Moefti. Redenen voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665686

81.   Nurullah Nuri (alias Norullah Noori).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Balkh (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) hoofd van de Noordelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1958; b) 1 januari 1967. Geboorteplaats: district Shahjoe, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Tokhi-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427439

82.   Abdul Manan Nyazi (alias a) Abdul Manan Nayazi, b) Abdul Manan Niazi, c) Baryaly, d) Baryalai).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime, b) gouverneur van de provincie Balkh onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Pashtoon Zarghoon, provincie Herat, Afghanistan, b) Sardar, district Kohsan, provincie Herat, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban, medio 2013 verantwoordelijk voor de provincies Herat, Farah en Nimroz. Lid van de hoge raad van de Taliban en de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427440

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Manan Nyazi was tevens woordvoerder van de Taliban en naderhand provinciaal gouverneur van de provincies Mazar-e-Sharif en Kabul onder het Taliban-regime.

Abdul Manan Nyazi is een hooggeplaatst Taliban-commandant in het westen van Afghanistan, en is sedert medio 2009 actief in de provincies Farah, Herat en Nimroz.

Abdul Manan Nyazi was lid van een regionale Taliban-raad en is in mei 2010 benoemd tot Taliban-gouverneur van de provincie Herat.

Abdul Manan Nyazi is als Taliban-commandant betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan.

83.   Mohammed Omar Ghulam Nabi.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: leider van de gelovigen ('Amir ul-Mumineen'), Afghanistan. Geboortedatum: a) rond 1966, b) 1960, c) 1953. Geboorteplaats: a) Naw Deh, district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Noori, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: zijn vaders naam is Ghulam Nabi, alias Moellah Musafir. Hij mist zijn linkeroog. Schoonbroer van Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Zou zijn overleden in april 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427394

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammed Omar heeft de titel „Aanvoerder van de Gelovigen van het Islamitisch Emiraat van Afghanistan” en is de hoogste leider van de Taliban-beweging binnen de Taliban-hiërarchie. Hij verschafte Osama bin Laden (overleden) en diens Al Qaida-netwerk een onderkomen in de jaren die voorafgingen aan de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001. Hij geeft sedert 2001 leiding aan de strijd van de Taliban tegen de regering van Afghanistan en haar bondgenoten in Afghanistan.

Andere vooraanstaande militaire leiders in de regio, zoals Jalaluddin Haqqani, zijn trouw aan Mohammed Omar. Ook Gulbuddin Hekmatyar heeft samengewerkt met Mohammed Omar en met de Taliban.

84.   Abdul Jabbar Omari. (alias a) Mullah Jabar b) Muawin Jabbar).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Baghlan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: behoort tot de Hottak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427437

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Jabbar Omari was in juni 2008 adjunct van Amir Khan Haqqani en had de leiding over een gewapende groep in het district Siuri van de provincie Zabul. In juni 2008 werd hij door de leiding van de Taliban benoemd tot schaduwgouverneur van de provincie Zabul, met het oog op de intensivering van hun activiteiten ter plaatse.

85.   Mohammad Ibrahim Omari. (alias Ibrahim Haqqani).

Titel: Alhaj. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: broer van Jalaluddin Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428541

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Ibrahim Omari is op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.

Mohammad Ibrahim Omari is de broer van Jalaluddin Haqqani en Khalil Ahmed Haqqani, en de oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).

86.   Nooruddin Turabi Muhammad Qasim (alias a) Noor ud Din Turabi, b) Haji Karim).

Titel: (a) Moellah, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Justitie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1963; b) 1955; c) 1956. Geboorteplaats: a) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427426

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Nooruddin Turabi Muhammad Qasim werd medio 2009 benoemd tot militair commandant van de Taliban in Afghanistan. Hij werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar, de hoogste Taliban-leider, en nam begin 2009 deel aan vergaderingen van de Taliban-shura.

87.   Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul (alias a) Abdussalam Hanifi, b) Hanafi Saheb).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Darzab, provincie Faryab, Afghanistan, b) district Qush Tepa, provincie Jawzjan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan, tot 2008. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427380

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In mei 2007 belastte de leiding van de Taliban Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul met de leiding over de provincie Jawzujan. Hij was ook het lid van de Taliban dat tot 2008 verantwoordelijk was voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan. Vermoedelijk is hij betrokken bij drugshandel.

88.   Abdul Ghafar Qurishi Abdul Ghani (alias Abdul Ghaffar Qureshi).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: a) 1970; b) 1967. Geboorteplaats: Turshut, district Wursaj, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: D 000933 (Afghaans paspoort, afgegeven in Kabul op 13 september 1998). Nationaal identiteitsnr.: 55130 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Adres: Khairkhana Section Number 3, Kabul, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Behoort tot de etnische Tadzjieken. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741515

89.   Yar Mohammad Rahimi.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: Talugan, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427375

90.   Mohammad Hasan Rahmani (alias Gud Mullah Mohammad Hassan).

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kandahar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Charchino, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: heeft een rechterbeenprothese. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013, fungeerde in maart 2010 als plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Overleden op 9 februari 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427431

91.   Habibullah Reshad.

Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling onderzoek van het ministerie van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: district Waghaz, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: plaatsvervangend hoofd (inlichtingen) van de militaire raad van de Taliban in Quetta sinds mei 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678333

92.   Abdulhai Salek.

Titel: Maulavi Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Uruzgan onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Awlyatak, gebied Gardan Masjid, district Chaki Wardak, provincie Maidan Wardak, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: naar verluidt in 1999 overleden in Noord-Afghanistan. Behoorde tot de Wardak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678489

93.   Hamdullah Sunani (alias Sanani).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) van het Opperste gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1923. Geboorteplaats: district Dai Chopan, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt in 2001 overleden. Behoorde tot de Kakar-stam. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Hamdullah Sunani viel als hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) onder het Opperste gerechtshof van het Taliban-regime.

94.   Noor Mohammad Saqib.

Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Opperste Gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: a) district Bagrami, provincie Kabul, Afghanistan, b) gebied Tarakhel, district Deh Sabz, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van het comité Godsdienst van de Taliban. Behoort tot de Ahmadzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427560

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Noor Mohammad Saqib maakt deel uit van de leiding van de Taliban en staat daarbinnen aan het hoofd van het Comité Godsdienst, dat rechtspreekt namens de Taliban.

95.   Ehsanullah Sarfida Hesamuddin Akhundzada (alias a) Ehsanullah Sarfadi, b) Ehsanullah Sarfida).

Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962-1963. Geboorteplaats: Khatak, district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: sinds medio 2007 steunde hij de Taliban met wapens en geld. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Behoort tot de Taraki-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427441

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ehsanullah Sarfida was tevens president van de centrale bank van de Taliban. Later werd hij benoemd tot bestuurder voor de Taliban van veroverde provincies. Ehsanullah Sarfida was lid van de kerngroep van de shura van de Taliban.

Ehsanullah Sarfida was aangesloten bij Al Qaida en steunde de Taliban met wapens en geld. Hij was medio 2007 districtshoofd van Marja, in de provincie Helmand, Afghanistan.

96.   Saduddin Sayyed (alias a) Sadudin Sayed, b) Sadruddin).

Titel: a) Maulavi, b) Alhadj, c)Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Arbeid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Chaman, Pakistan; b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: Adviseur van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Barakzay-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427433

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saduddin Sayyed was tevens viceminister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime. De VN-lijst is op 8 maart 2001 geactualiseerd op grond van deze informatie.

97.   Abdul Wali Seddiqi.

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: Zilzilay, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000769 (Afghaans paspoort afgegeven op 2.2.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446036

98.   Abdul Wahed Shafiq.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-gouverneur van de provincie Kabul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427520

99.   Said Ahmed Shahidkhel.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Spandeh (Espandi 'Olya), district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: in juli 2003 in hechtenis in Kabul, Afghanistan. Vrijgelaten in 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Was medio 2013 lid van de leidinggevende raad van de Taliban. Behoort tot de Andar-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427378

100.   Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed (alias a) Akhtar Mohammad Mansour Khan Muhammad, b) Akhtar Muhammad Mansoor, c)Akhtar Mohammad Mansoor, (d) Naib Imam).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Burgerluchtvaart en Vervoer onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1960, b) 1966. Geboorteplaats: Band-e-Timur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE-011697 (Afghaans paspoort afgegeven op 25 januari 1988 in Kabul, verlopen op 23 februari 2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: betrokken bij drugshandel sinds 2011, voornamelijk via Gerd-e-Jangal, Afghanistan. Was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika, Afghanistan. Taliban-gouverneur van Kandahar in mei 2007. Was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar in de hoge raad van de Taliban. Taliban-ambtenaar die verantwoordelijk is voor vier zuidelijke provincies van Afghanistan. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Ishaqzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Zou zijn gedood in mei 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494260

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed is een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Na detentie in Pakistan keerde hij in september 2006 terug naar Afghanistan. Hij is betrokken bij drugshandel en was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika. In mei 2007 was hij tevens namens de Taliban „gouverneur” van Kandahar.

Hij was actief betrokken bij tegen de regering gerichte activiteiten, met name het werven van manschappen voor de strijd tegen de Afghaanse regering en tegen de International Security Assistance Force.

Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in medio 2009 plaatsvervangend hoofd van de hoogste Taliban-shura. Hij is lid van de raad van Talibanleiders en werd aangewezen tot hoofd militaire zaken van de Taliban-raad van Gerd-e-Jangal, voordat hij in maart 2010 werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar. In 2010 was Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed rechtstreeks verantwoordelijk voor de activiteiten van de Taliban in vier provincies in zuidelijk Afghanistan en begin 2010 werd hij benoemd tot hoofd van de civiele shura van de Taliban. Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk in de hoge raad van de Taliban. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban.

101.   Shamsuddin (alias Pahlawan Shamsuddin).

Titel: a) Maulavi; b) Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Wardak (Maidan) (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Keshim, provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan, Pakistan en Iran. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427518

102.   Shams Ur-Rahman Abdul Zahir (alias a) Shamsurrahman b) Shams-u-Rahman c) Shamsurrahman Abdurahman, d) Shams ur-Rahman Sher Alam).

Titel: a) Moellah b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Waka Uzbin, district Sarobi, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) 2132370 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). b) 812673 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Betrokken bij drugshandel. Behoort tot de Ghilzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707215

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In juni 2007 was Shams ur-Rahman Sher Alam het Talibanlid dat verantwoordelijk was voor de provincie Kabul. Hij was belast met militaire operaties in en rond Kabul en was betrokken bij een groot aantal aanvallen. Hij was betrokken bij drugshandel.

103.   Abdul Ghafar Shinwari.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 29.3.1965. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000763 (afgegeven op 9.1.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Safi-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446032

104.   Mohammad Sarwar Siddiqmal Mohammad Masood (alias Mohammad Sarwar Siddiqmal).

Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: district Jani Khel, provincie Paktia, Afghanistan Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: 19657 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: behoort tot de Mangal-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665692

105.   Sher Mohammad Abbas Stanekzai Padshah Khan.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Volksgezondheid onder het Taliban-regime; b) viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Qala-e-Abbas, gebied Shah Mazar, district Baraki Barak, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427421

106.   Ahmad Taha Khalid Abdul Qadir.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Paktia (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) provincie Nangarhar, Afghanistan; b) provincie Khost, Afghanistan; c) Siddiq Khel, district Naka, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: in 2011 lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 1 juni 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427521

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Taha was eind 2001 onder het Taliban-regime tevens gouverneur van de provincie Kunar. Hij was in september 2009 voor de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Wardak. Hij was in 2011 het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincie Nangarhar. Hij heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani.

107.   Abdul Raqib Takhari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Repatriëring onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: Zardalu Darra, district Kalafgan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban dat in december 2009 verantwoordelijk was voor de provincies Takhar en Badakshan. Gedood (bevestigd) op 17 februari in Peshawar, Pakistan, en begraven in de provincie Takhar, Afghanistan. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678374

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Raqib Takhari was lid van de hoge raad van de Taliban sinds december 2009, verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakshan.

108.   Walijan.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Jawzjan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) Quetta, Pakistan; b) Provincie Nimroz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.

Overige informatie: lid van de Gerd-e-Jangal-shura van de Taliban en hoofd van de Commissie gevangenen en vluchtelingen van de Taliban. Behoort tot de Ishaqzai -stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427434

109.   Nazirullah Hanafi Waliullah (alias Nazirullah Aanafi Waliullah).

Titel: a) Maulavi; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1962. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000912 (Afghaans paspoort afgegeven op 30.6.1998). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied.

Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446026

110.   Abdul-Haq Wassiq (alias: a) Abdul-Haq Wasseq, b) Abdul Haq Wasiq).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1975, b) 1971. Geboorteplaats: Gharib, district Khogyani, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.

Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427442

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul-Haq Wasiq is een bondgenoot van Gulbuddin Hekmatyar. Tijdens het Taliban-regime was hij op verschillende momenten lokaal commandant in de provincies Nimroz en Kandahar. Later rapporteerde hij als adjunct-directeur-generaal inlichtingen aan Qari Ahmadullah. In die functie was hij verantwoordelijk voor de relatie met de buitenlandse strijders die gelieerd waren aan Al Qaida en hun trainingskampen in Afghanistan. Hij stond ook bekend om zijn repressieve aanpak van tegenstanders van de Taliban in het zuiden van Afghanistan.

111.   Mohammad Jawad Waziri.

Motivering voor plaatsing op de lijst: ministerie van Buitenlandse Zaken, departement Verenigde Naties onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Jaghatu, provincie Maidan Wardak, Afghanistan, b) district Sharana, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Wazir-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678350

112.   Abdul Rahman Zahed (alias Abdul Rehman Zahid).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Kharwar, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678501

113.   Mohammad Zahid (alias a) Jan Agha Ahmadzai b) Zahid Ahmadzai).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 001206 (afgegeven op 17.7.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446039

114.   Faizullah Khan Noorzai (alias: a) Haji Faizullah Noor, b) Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan, c) Hajji Faizullah Khan Noorzai; Haji Faizuulah Khan Norezai; Haji Faizullah Khan; Haji Fiazullah, d) Haji Faizullah Noori, e) Haji Pazullah Noorzai b) Haji Moellah Faizullah).

Titel: Hadji. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1966, b) 1961, c) tussen 1968 en 1970, d) 1962. Geboorteplaats: a) Lowy Kariz, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Kadanay, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 04.10.2011.

Overige informatie: prominente financier van de Taliban. Leverde medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders, deed aan fondsenwerving voor de Taliban en verstrekte opleiding aan Talibanstrijders in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Organiseerde en financierde voorheen Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Reisde in 2010 naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan en was eigenaar van ondernemingen aldaar. Behoort tot de Noorzai-stam (substam Miralzai). Broer van Malik Noorzai. Naam van vader is Akhtar Mohammed (alias: Haji Mira Khan). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678606

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan is een prominent Talibanfinancier die hooggeplaatste Talibanleiders heeft geholpen om gelden te investeren. Hij heeft meer dan 100 000 USD voor de Taliban ingezameld bij donoren in de Golfregio en droeg in 2009 een gedeelte van zijn eigen geld bij. Hij heeft tevens financiële steun verleend aan een Talibancommandant in de provincie Kandahar en heeft voor financiering gezorgd ter ondersteuning van de opleiding van strijders van de Taliban en van Al Qaida die aanvallen tegen de Coalitie en de Afghaanse strijdkrachten zouden uitvoeren. Medio 2005 organiseerde en financierde Faizullah Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Naast de financiële steun heeft Faizullah op andere manieren geholpen bij de opleiding en de operaties van de Taliban. Faizullah leverde in medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders van zuidelijk Afghanistan. Medio 2008 was Faizullah verantwoordelijk voor het verschaffen van onderdak aan Talibanstrijders die zelfmoordbomaanslagen wilden plegen, en bracht hij hen van Pakistan naar Afghanistan. Faizullah leverde de Taliban tevens luchtdoelraketten, hielp Talibanstrijders bij verplaatsingen in de provincie Helmand, Afghanistan, faciliteerde zelfmoordbomaanslagen van de Taliban en verstrekte radio's en voertuigen aan Talibanleden in Pakistan.

Medio 2009 leidde Faizullah een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied, waar tienduizenden dollars werden ingezameld voor de Taliban. De terreinen van de madrassa van Faizullah werden gebruikt om Talibanstrijders op te leiden in het maken en gebruiken van geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices (IED's)). Eind 2007 werd de madrassa van Faizullah gebruikt voor de opleiding van Al Qaidastrijders die later naar de provincie Kandahar, Afghanistan, werden gezonden.

In 2010 had Faizullah kantoren en mogelijkerwijs eigendommen, waaronder hotels, in Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten. Faizullah reisde regelmatig naar Dubai en Japan met zijn broer, Malik Noorzai, met het oog op de invoer van auto's, auto-onderdelen en kleding. Begin 2006 was Faizullah eigenaar van ondernemingen in Dubai en Japan.

115.   Malik Noorzai (alias: a) Hadji Malik Noorzai, b) Hadji Malak Noorzai, c) Hadji Malek Noorzai, d) Hadji Maluk, e) Hadji Aminullah), f) Allah Muhammad.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: financier van de Taliban. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1957, b) 1960, c) 1 januari 1963. Geboorteplaats: a) grensstad Chaman, Pakistan; b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer FA0157612, afgegeven op 23 juli 2009, verstrijkt op 22 juli 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013, afgegeven op naam van Allah Muhammad. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 54201-247561-5, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.10.2011.

Overige informatie: financier van de Taliban. Is eigenaar van ondernemingen in Japan en reist regelmatig naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan. Faciliteerde in 2009 Taliban-activiteiten, onder meer door rekrutering en het verstrekken van logistieke steun. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Noorzai-stam. Broer van Faizullah Khan Noorzai. Naam van zijn vader is Hadji Akhtar Muhammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4670985

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Malik Noorzai is een in Pakistan gevestigde zakenman die financiële steun aan de Taliban heeft verstrekt. Malik en zijn broer Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan hebben voor de Taliban miljoenen dollars geïnvesteerd in verscheidene ondernemingen. Eind 2008 hebben vertegenwoordigers van de Taliban contact gezocht met Malik met de bedoeling dat hij als zakenman investeringen met gelden van de Taliban zou verrichten. Malik heeft zeker sedert 2005 persoonlijk tienduizenden dollars bijgedragen en honderdduizenden dollars uitgedeeld aan de Taliban; dat geld was gedeeltelijk ingezameld bij donoren in de Golfregio en Pakistan en gedeeltelijk Maliks eigen geld. Malik beheerde tevens een hawala-rekening in Pakistan waarop tienduizenden dollars werden gestort die om de paar maanden vanuit de Golfregio werden overgeschreven om de Taliban-activiteiten te steunen. Malik heeft tevens Taliban-activiteiten gefaciliteerd. In 2009 was Malik reeds 16 jaar hoofdverantwoordelijke van een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied die door de Taliban werd gebruikt om rekruten te indoctrineren en op te leiden. Malik zorgde onder andere voor de middelen voor het functioneren van de madrassa. Malik heeft samen met zijn broer ook een rol gespeeld bij de opslag van voertuigen die zouden worden gebruikt bij zelfmoordbomaanslagen van de Taliban, en heeft geholpen bij de verplaatsingen van Taliban-strijders in de provincie Helmand, Afghanistan. Malik is eigenaar van ondernemingen in Japan, en bezoekt regelmatig Dubai en Japan voor zakelijke aangelegenheden. Reeds in 2005 was Malik in Afghanistan eigenaar van een bedrijf voor de import van voertuigen vanuit Dubai en Japan. Hij importeert auto's, auto-onderdelen en kleding uit Dubai en Japan voor zijn bedrijven, waarin twee Talibancommandanten hebben geïnvesteerd. Medio 2010 zorgden Malik en zijn broer voor het vrijgeven van honderden goederencontainers, die naar verluidt miljoenen dollars waard waren en die door de Pakistaanse autoriteiten eerder dat jaar in beslag waren genomen omdat zij vermoedden dat de ontvangers banden hadden met het terrorisme.

116.   Abdul Aziz Abbasin (alias: Abdul Aziz Mahsud).

Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Sheykhan, sector Pirkowti, district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 04.10.2011

Overige informatie: Een van de belangrijkste commandanten in het Haqqani-netwerk onder het gezag van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Sinds begin 2010 schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Leidde een opleidingskamp voor niet-Afghaanse strijders in de provincie Paktika. Was betrokken bij het vervoer van wapens naar Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4639645

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Aziz Abbasin is een van de belangrijkste commandanten binnen het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Oost-Afghanistan en Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. In 2010 kreeg Abbasin zijn bevelen van Sirajuddin Haqqani, door wie hij werd aangesteld als schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Abbasin leidt een groep Talibanstrijders en heeft mee de leiding gehad van een opleidingskamp voor buitenlandse strijders in de provincie Paktika. Abbasin was tevens betrokken bij het leggen van hinderlagen voor voertuigen die de Afghaanse regeringsstrijdkrachten bevoorraden, en bij het vervoer van wapens naar Afghanistan.

117.   Ahmad Zia Agha (alias a) Zia Agha, b) Noor Ahmad, c) Noor Ahmed, d) Sia Agha Sayeed).

Titel: Hadji. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.

Overige informatie: Hooggeplaatste Taliban-ambtenaar met militaire en financiële verantwoordelijkheden in 2011. Lid van de militaire raad van de Taliban sinds mei 2010. In 2008 en 2009 hoge financiële ambtenaar van de Taliban die geld overbracht naar Taliban-commandanten in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4653034

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmad Zia Agha is een hooggeplaatste Taliban-leider met militaire en financiële verantwoordelijkheden. Ahmad Zia Agha was in 2010 de leider van de militaire shura (raad) van de Taliban, die de leiding had over militaire operaties van de Taliban in het westen van Afghanistan. Ahmad Zia Agha was in 2009 financiële ambtenaar van de Taliban en bracht geld over naar Taliban-commandanten. Een van de financiële verantwoordelijkheden van Ahmad Zia Agha was het overbrengen van tienduizenden dollars naar de schaduw-provinciegouverneurs van de Taliban; de thesaurier van de Taliban-shura penningmeester heeft Ahmad Zia Agha honderdduizenden dollars gegeven voor de financiering van operaties met geïmproviseerde explosieven (IED). Ahmad Zia Agha was in 2008 betrokken bij het bezorgen van middelen aan de commandanten van de Taliban in Afghanistan en heeft geld overgemaakt naar personen die banden hebben met de Taliban in het buitenland. Hij heeft ook de communicaties gefaciliteerd.

118.   Fazl Rabi (alias a) Fazl Rabbi, b) Fazal Rabi, c) Faisal Rabbi).

Motivering voor plaatsing op de lijst: hooggeplaatste functionaris in de provincie Konar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1972; b) 1975. Geboorteplaats: a) district Kohe Safi, provincie Parwan, Afghanistan, b) provincie Kapisa, Afghanistan, c) provincie Nangarhar, Afghanistan, d) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.

Overige informatie: vertegenwoordigt en verleent financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Lid van de financiële raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd om fondsen te werven namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Jalaluddin Haqqani, het Haqqani-netwerk en de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678547

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Fazl Rabi biedt financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Rabi reisde in het buitenland om gelden bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk en heeft ook geholpen geld in te zamelen voor de militaire activiteiten van de Taliban. In februari 2009 reisde Rabi naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, om geld in te zamelen en bijeenkomsten te leiden namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook naar de Golf gereisd om fondsen te werven voor Jalaluddin Haqqani, de patriarch van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook lid van de financiële shura van de Taliban en heeft middelen gegeven aan Taliban-commandanten en -ambtenaren.

Rabi was betrokken bij het sturen van zelfmoordterroristen naar Afghanistan en voor de coördinatie van de betrekkingen van het Haqqani-netwerk met andere militante groepen. Als topfunctionaris van de Taliban in de provincie Konar onder het Taliban-regime, was Rabi betrokken bij de export van illegale drugs uit Afghanistan. Na de val van de Taliban, vluchtte Rabi eind 2001 naar het Afghaans-Pakistaanse grensgebied.

119.   Mohammad Aman Akhund (alias a) Mohammed Aman; b) Moellah Mohammed Oman; c) Mullah Mohammad Aman Ustad Noorzai; d) Moellah Mad Aman Ustad Noorzai; e) Sanaullah).

Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Bande Tumur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.

Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban in 2011 voor financiële taken, waaronder fondsenwerving namens de leiding. Heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en de opbrengsten van drugshandel voor wapenaankoop aangewend. Was secretaris van Talibanleider Moellah Mohammed Omar en zijn gezant bij Taliban-vergaderingen op hoog niveau. Heeft ook banden met Gul Agha Ishakzai. Behoorde tot de kring van vertrouwelingen rond Moellah Mohammed Omar tijdens het Taliban-regime. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665005

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammad Aman Akhund is een hooggeplaatst lid van de Taliban met financiële taken die als secretaris van Taliban-leider Moellah Mohammed Omar heeft opgetreden. Begin 2010 hebben Aman Akhund en Gul Agha Ishakzai, hoofd van de financiële commissie van de Taliban, namens de militaire leiding van de Taliban meer dan 300 000 dollar ingezameld in de Golf. Aman Akhund heeft deelgenomen aan Taliban-bijeenkomsten op hoog niveau, waar hij de mondelinge en schriftelijke boodschappen van Moellah Omar heeft overgebracht.

Aman Akhund heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en hield zich bezig met het innen van drugsgeld, met als doel wapens te kopen voor de Taliban. Tijdens het Taliban-regime, was Aman Akhund lid van de shura van Moellah Omar.

120.   Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad (alias: a) Ahmed Jan Kuchi, b) Ahmed Jan Zadran).

Motivering voor plaatsing op de lijst: ambtenaar op het ministerie van Financiën tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: Barlach, district Qareh Bagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012

Overige informatie: een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. fungeert als plaatsvervanger, woordvoerder en adviseur voor Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Onderhoudt de verbindingen met de hoge raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd. Zorgt voor de verbindingen met de Taliban-commandanten in de provincie Ghazni, Afghanistan, en voorziet hen van geld, wapens, communicatieapparatuur en voorraden. Zou zijn overleden in 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678368

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmed Jan Wazir is een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Ahmed Jan Wazir fungeert als plaatsvervanger, adviseur en woordvoerder van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en organiseert bijeenkomsten namens het Haqqani-netwerk. Eind 2010 is Ahmed Jan Wazir met hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk naar de Golfstaten gereisd.

Ahmed Jan Wazir heeft als vertegenwoordiger van het Haqqani-netwerk deelgenomen aan de Taliban-shura en heeft gewerkt als facilitator tussen het Haqqani-netwerk en de Taliban in de provincie Ghazni, Afghanistan. In 2008 werd Ahmed Jan Wazir door militanten van de Taliban en van Al Qaida aangesteld als Taliban-commandant in de provincie Ghazni. Hij heeft andere Taliban-commandanten in de provincie Ghazni voorzien van geld en voorraden, waaronder wapens en communicatieapparatuur. Hij was tijdens het Taliban-regime werkzaam op het ministerie van Financiën.

121.   Abdul Samad Achekzai (alias Abdul Samad).

Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.3.2012.

Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's). Betrokken bij het werven en inzetten van zelfmoordterroristen om aanslagen te plegen in Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652670

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Samad Achekzai is een hooggeplaatst lid van de Taliban, betrokken bij de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's) en bij het leiden van het ondersteunend netwerk voor IED van de groep. Samad was medio 2010 verantwoordelijk voor de aankoop van IED-onderdelen en de opslag ervan, het maken van ontstekingsmechanismen, en IED-opleiding ter ondersteuning van Taliban-strijders in het westen en zuiden van Afghanistan.

Samad is ook betrokken geweest bij aanslagen in Afghanistan in opdracht van de Taliban. Begin 2011 werkte Samad samen met een Talibanlid om een Afghaanse commandant van de grenspolitie te vermoorden en had hij daarvoor een zelfmoordterrorist geworven. Op dat moment had Samad vijf zelfmoordterroristen naar Afghanistan gestuurd om aanslagen te plegen op de International Security Assistance Force en de Afghaanse autoriteiten. Begin 2010 zond Samad vijf Taliban-zelfmoordterroristen naar Kandahar om een aanslag te plegen op de Afghaanse autoriteiten aldaar.

122.   Bakht Gul (alias: a) Bakhta Gul, b) Bakht Gul Bahar, c) Shuqib).

Geboortedatum: 1980. Geboorteplaats: Aki, district Zadran, provincie Paktiya, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.6.2012.

Overige informatie: communicatie-assistent van Badruddin Haqqani (overleden). Coördineert tevens de bewegingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4721045

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Bakht Gul is ten minste sinds 2009, toen zijn voorganger in Afghanistan werd gearresteerd, een sleutelfiguur op communicatiegebied van het Haqqani-netwerk. In 2011 bleef Gul rechtstreeks rapporteren aan Badruddin Haqqani (overleden), een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en trad hij op als tussenpersoon voor wie in contact wilde treden met deze leider. Gul is onder andere verantwoordelijk voor het doorgeven van rapporten van commandanten in Afghanistan aan hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk, mediafunctionarissen van de Taliban, en reguliere mediakanalen in Afghanistan. Gul werkt ook samen met functionarissen van het Haqqani-netwerk, waaronder Badruddin Haqqani, voor de coördinatie van de verplaatsingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied en in het oosten van Afghanistan. In 2010 bracht Gul operationele bevelen van Badruddin Haqqani over aan strijders in Afghanistan. Eind 2009 verstrekte hij geld aan ondercommandanten van het Haqqani-netwerk die reizen tussen Miram Shah en Afghanistan.

123.   Abdul Satar Abdul Manan (alias a) Haji Abdul Sattar Barakzai b) Haji Abdul Satar c) Haji Satar Barakzai d) Abdulasattar).

Titel: Hadji. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) Mirmandaw, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: AM5421691 (Pakistaans paspoort dat verloopt op 11 augustus 2013). Nationaal identiteitsnr.:a) nationaal identiteitsnummer Pakistan 5420250161699 b) nationaal identiteitsnummer Afghanistan 585629. Adres: a) Kachray Road, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan b) Nasrullah Khan Chowk, Pashtunabad Area, provincie Baluchistan, Pakistan c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan d) Abdul Satar Food Shop, Ayno Mina 0093, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.

Overige informatie: Mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange, heeft ook banden met Khairullah Barakzai. e) behoort tot de Barakzay-stam. naam van vader is Hajji 'Abdal-Manaf. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4998005

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Satar Abdul Manan is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Satar en Khairullah Barakzai Khudai Nazar zijn gezamenlijk eigenaar en exploitant van „hawalas” (informele diensten voor geldovermaking) alias HKHS, in Afghanistan, Pakistan, en Dubai; zij beheren een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Eind 2009 hadden zij elk een even groot aandeel in HKHS. Satar heeft HKHS opgericht en de klanten kozen voor HKHS deels vanwege de naamsbekendheid van Satar en Khairullah. Satar heeft duizenden dollars gedoneerd aan de Taliban, om activiteiten van de Taliban in Afghanistan te steunen, en heeft door middel van zijn hawala geld verstrekt aan de Taliban. In verleende 2010 Satar de Taliban financiële steun, en steunden mogelijk een commandant van de Taliban en zijn medewerkers via Satar de opstand met duizenden dollars. Eind 2009 huisvestte Satar hooggeplaatste Taliban-leden, steunde hij met tienduizenden dollars de strijd van de Taliban tegen de coalitietroepen in Marjah, district Nad'Ali, provincie Helmand, in Afghanistan en hielp hij mee aan het vervoer van een Taliban-lid naar Marjah. In 2008 zamelden Satar en Khairullah geld in van donoren en verdeelden zij dat via hun hawala onder de Taliban.

124.   Khairullah Barakzai Khudai Nazar (alias a) Haji Khairullah, b) Haji Khair Ullah, c) Haji Kheirullah, d) Haji Karimullah, e) Haji Khair Mohammad).

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: a) Zumbaleh, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan; b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan. c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: BP4199631 (Pakistaans paspoort, verstrijkt op 25 juni 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013). Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5440005229635, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Abdul Manan Chowk, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012

Overige informatie: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (TAe.010), heeft ook banden met Abdul Satar Abdul Manan. Behoort tot de Barakzay-stam. Naam van zijn vader is Hadji Khudai Nazar. Andere naam van zijn vader is Nazar Mohammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4722167

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Khairullah Barakzai Khudai is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS). Eind 2009 hadden Khairullah en Abdul Satar Abdul Manan elk een even groot aandeel in HKHS. Zij werkten samen in hawalas onder de naam HKHS in Afghanistan, Pakistan, en Dubai en beheerden een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Begin 2010 stond Khairullah aan het hoofd van de HKHS-afdeling in Kaboel. In 2010 was Khairullah een hawala-makelaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders en verleende hij financiële hulp aan de Taliban. Khairullah heeft samen met zijn zakenpartner Satar de Taliban duizenden dollars vertrekt voor Taliban-activiteiten in Afghanistan. In 2008 zamelden Khairullah and Satar geld van donoren in en verdeelden dat via hun hawala onder de Taliban.

125.   Abdul Rauf Zakir (alias Qari Zakir).

Titel: Qari. Geboortedatum: tussen 1969 en 1971. Geboorteplaats: provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.

Overige informatie: leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk onder leiding van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en is belast met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Ziet toe op de opleiding van plegers van zelfmoordaanslagen en geeft instructies over de manier waarop geïmproviseerde explosiemiddelen (IED's) moeten worden gemaakt. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039797

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Rauf Zakir leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk en is de commandant die belast is met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Zakir benaderde de leider van het Haqqani-netwerk Sirajuddin Haqqani rond 2008, om financiële bijstand te vragen en in ruil daarvoor de invloed en de operaties van het Haqqani-netwerk uit te breiden tot Noord-Afghanistan, en is uitgegroeid tot een vertrouwde medewerker en vertrouweling van Sirajuddin.

Als hoofd zelfmoordoperaties, is Zakir belast met het opleiden van recruten. Recruten krijgen volgens een door hem ontwikkeld programma training in het gebruik van handvuurwapens en zware wapens en het maken van eenvoudige geïmproviseerde explosieven (IED).

Zakir is betrokken geweest bij vele van de geruchtmakende zelfmoordaanslagen van het Haqqani-netwerk en is gedeeltelijk verantwoordelijk voor enkele definitieve beslissingen over het al of niet plegen van grootschalige aanslagen door lokale (districts-)commandanten. Tot de aanslagen met deelnemers uit het opleidingsprogramma van Zakir behoren de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, waarbij 11 burgers en twee Afghaanse politiemannen omkwamen, en de aanslag van september 2011 op de ambassade van de Verenigde Staten in Kabul, waarbij 16 Afghanen werden gedood, waarvan ten minste zes kinderen.

126.   Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim (alias a) Muhammad Qasim, b) Abdul Salam).

Titel: Hadji. Geboortedatum: tussen 1975 en 1976. Geboorteplaats: a) Minar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; b) Darweshan, district Garmser District, provincie Helmand. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira) nr. 57388 afgegeven in district Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan; b) verblijfskaart nr. 665, Ayno Maina, provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: a) Wesh, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Safaar Bazaar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; c) Room number 33, 5e Floor Sarafi Market, Kandahar City, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.

Overige informatie: eigenaar van Rahat Ltd. Betrokken bij de levering van wapens voor de Taliban, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED). Werd in 2012 aangehouden en zit sinds januari 2013 in detentie. Is gelieerd aan Rahat Ltd. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5041285

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim is eigenaar van Rahat Ltd., dat bijkantoren heeft in Afghanistan, Pakistan en Iran en werkt mee aan de financiering en facilitering van de Taliban-opstand.

Hooggeplaatste Talibanleiders hebben branchemanagers van Qasim en Rahat Ltd. persoonlijk ontmoet. Zij hebben ook bijkantoren van Rahat Ltd. bezocht en de diensten van Qasim gebruikt voor het ontvangen, bewaren en verzenden van middelen ter ondersteuning van zowel de opstandige activiteiten van de Taliban in Afghanistan als hun streven geld te verdienen met drugshandel. Tijdens een bijeenkomst met hooggeplaatste Talibanleiders in 2011, liet Qasim blijken zich bewust met de financiën van de Taliban bezig te houden via bijkantoren van Rahat Ltd. in Afghanistan en Pakistan. Qasim zelf is in verband gebracht met rebellencommandanten van de Taliban in Afghanistan en met netwerken die betrokken zijn bij de levering van wapens, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED).

Qasim heeft Rahat Ltd. gebruikt om financiële diensten te verlenen aan zijn eigen en aan andere drugsnetwerken die zich in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied bevinden en verbonden zijn met de Taliban.

127.   Ahmed Shah Noorzai Obaidullah (alias: a) Moellah Ahmed Shah Noorzai, b) Hadji Ahmad Shah, c) Hadji Moellah Ahmad Shah, d) Maulawi Ahmed Shah, e) Moellah Mohammed Shah).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Geboortedatum: a) 1 januari 1985; b) 1981.Geboorteplaats: Quetta, Pakistan. Paspoortnr.: Pakistaans paspoortnummer NC5140251, afgegeven op 23 oktober 2009, verstrijkt op 22 oktober 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Nationaal identiteitnr.: Pakistaans nationaal identiteitskaartnummer 54401-2288025-9, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Quetta, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2013.

Overige informatie: is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange. Heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Andere titel is Malawi. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5278407

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmed Shah Noorzai Obaidullah is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange, dat financiële, materiële, of technologische steun dan wel financiële of andere diensten verleent aan of ter ondersteuning van de Taliban. Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. In 2011 vormde Rotshaan Money Exchange een van de eerste financiëledienstverleners (of hawalas) waarvan Taliban-functionarissen in de provincie Helmand (Afghanistan) gebruikmaakten.

Ahmed Shah heeft Taliban-leiders in de provincie Helmand gedurende verscheidene jaren hawala-diensten verleend, en was in 2011 een vertrouwde financiëledienstverlener van de Taliban. Begin 2012 gaf de Taliban Ahmed Shah de opdracht geld over te maken naar een aantal hawalas in Lashkar Gah, in de provincie Helmand, waarna een hoger geplaatste Taliban-commandant van daaruit de fondsen verder verdeelde.

Eind 2011 bracht Ahmed Shah honderdduizenden Amerikaanse dollars bijeen voor de financiële commissie van de Taliban en maakte hij honderdduizenden Amerikaanse dollars over naar de Taliban, waaronder hoger geplaatste Taliban-commandanten. Eveneens eind 2011 werd aan Ahmed Shah via zijn hawalas in Quetta, Pakistan, namens de Taliban een bedrag overgemaakt waarvan een gedeelte is gebruikt voor de aankoop van kunstmest en onderdelen voor geïmproviseerde explosieven (IED), onder meer batterijen en lont. Medio 2011 gaf het hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Gul Agha Ishakzai, Ahmed Shah de opdracht verscheidene miljoenen Amerikaanse dollars bij Rotshaan Money Exchange te deponeren ten behoeve van de Taliban. Gul Agha legde uit dat wanneer er een geldtransfer nodig was, hij Ahmed Shah meedeelde wie de ontvanger bij de Taliban was.

Ahmed Shah maakte vervolgens het vereiste bedrag over via zijn systeem van hawalas. Medio 2010 transfereerde Ahmed Shah geld tussen Pakistan en Afghanistan ten behoeve van Taliban-commandanten en drugshandelaars. Naast het verlenen van faciliteiten, doneerde Ahmed Shah in 2011 ook grote, niet nader gespecificeerde bedragen aan de Taliban.

128.   Adam Khan Achekzai (alias: a) Malawi Adam Khan, b) Malawi Adam).

Titel: Malawi. Geboortedatum: (a) 1970, (b) 1972, (c) 1971, (d) 1973, (e) 1974, (f) 1975. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Pakistaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 16.4.2013.

Overige informatie: maakt geïmproviseerde explosieven en tussenpersoon voor de Taliban. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Badghis, Afghanistan (medio 2010). Voormalig lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Sar-e Pul en Samangan, Afghanistan. Als militair Taliban-commandant in de provincie in Kandahar, Afghanistan, was hij betrokken bij het voorbereiden van zelfmoordaanslagen in aangrenzende provincies. Geassocieerd aan Abdul Samad Achekzai. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5304878

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Adam Khan Achekzai vervaardigt geïmproviseerde explosieven (IED's) en is tussenpersoon voor de Taliban. In 2012 vervaardigde Adam IED's en heeft hij ongeveer 150 personen opgeleid in het vervaardigen van die explosieven voor de Taliban. Eind 2010 werd Adam militair bevelhebber van de Taliban en als zodanig verantwoordelijk voor de productie van IED's en zelfmoordvesten. Adam zorgde als afgevaardigde van Abdul Samad Achekzai, tussenpersoon van de Taliban en verantwoordelijk voor IED's, voor de coördinatie van de bevoorrading van het netwerk.

Naast zijn taken als IED-leverancier had Adam bij de Taliban ook andere leidende functies. Medio 2010 werd Adam aangesteld als hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincie Badghis. Adam is ook het voormalige hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincies Sar-e Pul en Samangan. Adam was als militair bevelhebber van de Taliban in de Afghaanse provincie Kandahar betrokken bij de organisatie van zelfmoordaanslagen in naburige provincies.

129.   Rahmatullah Shah Nawaz.

Titel: Alhaj Plaatsing: nvt Geboortedatum: (a) 1981 (b) 1982 Geboorteplaats: Shadal (variant Shadaal) Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Zekere alias: a) Qari Rahmat (voordien op de lijst geplaatst als) b) Kari Rahmat Onzekere alias: nvt Nationaliteit: Afghaans Paspoort nr.: nvt Nationaal identiteitsnr.: nvt Adres: a) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan b) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan c) Surkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan d) Batan, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.8.2014.

Overige informatie: Fysieke beschrijving: bruine ogen, zwart haar, gewicht: 77-81 kg, lengte: 178 cm korte tot middellange zwarte baard, kort zwart haar. Behoort tot de Shinwari-stam (substam Sepahi); Talibancommandant sinds ten minste februari 2010. Int belasting- en omkoopgelden namens de Taliban sinds april 2015. onderhoudt contact met Taliban-krachten in de provincie Nangarhar, Afghanistan, voorziet hen van informatie, begeleiding, huisvesting en wapens en heeft geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices — IED's) geplaatst en aanvallen uitgevoerd tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en de Afghaanse strijdkrachten. Is betrokken bij drugshandel en exploiteert een heroïnelaboratorium in Abdulkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5810480

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Qari Rahmat is sinds ten minste februari 2010 Taliban-commandant. Begin 2013 diende Rahmat in het gebied Shadaal Bazaar van het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan, als Taliban-commandant. Rahmat leidde de activiteiten van circa 300 Taliban-manschappen in het district Achin en voorzag hen van operationele begeleiding en wapens. Eind 2012 leidde Rahmat een aanval op Afghaanse strijdkrachten in het district Kot, provincie Nangarhar, Afghanistan. Medio 2012 diende Rahmat onder het Taliban-schaduwdistrictshoofd voor het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. In die periode plaatste Rahmat als Taliban-facilitator geïmproviseerde explosieven en voerde hij aanvallen uit tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en tegen Afghaanse strijdkrachten.

Rahmat int tevens belasting- en omkoopgelden namens de Taliban. Begin 2013 inde Rahmat namens de Taliban belastinggelden bij drugssmokkelaars in Shadaal Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 was Rahmat belast met het innen van belastinggelden bij drugshandelaren voor de Taliban.

Rahmat verricht inlichtingenwerk voor de Taliban. Begin 2013 verschafte Rahmat zijn Taliban-superieuren informatie betreffende de activiteiten van Afghaanse overheidsfunctionarissen en Afghaanse strijdkrachten in het district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 verzamelde Rahmat voor de Taliban inlichtingen bij medewerkers van de Afghaanse overheid en verrichtte hij onderzoeken om ten behoeve van de Taliban informanten van de ISAF en de Afghaanse overheid te ontmaskeren.

Rahmat verstrekt ook dodelijke hulpgoederen, huisvesting en begeleiding aan Taliban-strijders. Sinds eind 2012 verstrekt Rahmat raketgestuwde granaten, lichte PKM-machinegeweren en semi-automatische AK-47-oorlogsgeweren aan de Taliban. Rahmat verschafte in diezelfde periode tevens in zijn pension onderdak aan Taliban-strijders en verstrekte Taliban-strijders tactische begeleiding. Eind 2011 had Rahmat in het district Achin een pension waar vaak Taliban-leden verbleven.

130.   Qari Saifullah Tokhi (alias: (a) Qari Saifullah, (b) Qari Saifullah Al Tokhi, (c) Saifullah Tokhi, (d) Qari Sahab).

Titel: Qari. Adres: Chalo Bawari, Quetta, provincie Beloetsjistan, Pakistan. Geboortedatum: rond 1964. Geboorteplaats: Daraz, district Jaldak wa Tarnak, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 19.3.2014.

Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in de provincie Zabul, Afghanistan, verantwoordelijk voor het plaatsen van geïmproviseerde explosieven en het organiseren van zelfmoordaanslagen. Fysieke beschrijving: lengte: 180 cm; Gewicht: ongeveer 90kg; Bouw: athletisch gebouwd; Ogen: bruin; Haarkleur: rood; Huidskleur; lichtbruin. bijzondere fysieke kenmerken: groot rond gezicht, volle baard, hinkt vanwege een kunststof prothese op de plaats van zijn linkeronderbeen. Ethnische achtergrond: Pasjtoen; behoort tot de Tokhi-stam, subgroep Barkozai (alternatieve spelling: Torchi). Barkozai (alternatieve spelling: Bakorzai,

Image 4
) substam, Kishta Barkorzai-clan (lager Barkorzai). Burgerlijke staat: gehuwd. Naam van de vader: Agha Mohammad; Naam van de broer: Humdullah. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5778692

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Qari Saifullah Tokhi is de adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in het oostelijk deel van de provincie Zabul, Afghanistan. Hij heeft rechtstreeks het commando gevoerd over twee groepen van circa 50 Taliban-strijders en was bevelvoerder van de Taliban-commandanten in de provincie Zabul. Qari Saifullah Tokhi heeft die groepen ingezet voor terroristische activiteiten tegen de regering van de Islamitische Republiek Afghanistan en de coalitietroepen in het oostelijk deel van de provincie Zabul. De ondergeschikten van Qari Saifullah Tokhi hebben op zijn bevel in de provincie Zabul aanslagen met geïmproviseerde explosieven gepleegd en aanvallen met kleine vuurwapens en met raketten uitgevoerd.

In de nacht van 2 december 2012 kwamen in het district Qalat, provincie Zabul, Afghanistan, drie Taliban-strijders om. Zij werden betrapt toen zij IED's aan het plaatsen waren en werden vervolgens omgebracht. De mannen stonden alle drie bekend als mannen van Qari Saifullah Tokhi.

Op 14 januari 2012 pleegden zes Taliban-opstandelingen die onder Qari Saifullah Tokhi ressorteerden, een aanslag op een konvooi van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). De Taliban-opstandelingen vielen het konvooi met raketaangedreven granaten aan in de buurt van het dorp Abdul Haq Kalay, district Tarnak Wa Jaldak.

Op 28 september 2011 werden aanslagen beraamd door twee ondergeschikten van Taliban-commandant Qari Saifullah Tokhi die voornemens waren zelfmoordbomaanslagen te plegen. Een van hen was voornemens een zelfmoordbomaanslag te plegen op het provinciale wederopbouwteam in het district Qalat, provincie Zabul. De andere had een zelfmoordbomaanslag op een ISAF-basis in het district Shajoy beraamd. De zelfmoordterroristen waren van plan hun aanslagen op de bases van de coalitietroepen tussen 29 september en 1 oktober 2011 te plegen.

Onder aanvoering van Qari Saifullah Tokhi zetten de Taliban de exploitanten van mobieletelefoonnetten er op 20 april 2011 toe aan hun dienstverlening in de provincie Zabul te staken. Als de exploitanten niet in gingen op het bevel van de Taliban om hun dienstverlening te staken, dan zouden de Taliban hun antennes langs de wegen in de provincie Zabul vernietigen, zo luidde het dreigement. Op 25 november 2010 gelastte Qari Saifullah Tokhi een Taliban-commandant en adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur van het district Athgar, provincie Zabul een partij lichte wapens over te brengen naar de hoofdstad van de provincie Zabul, Qalat. De partij bestond uit circa 25 Kalashnikov-vuurwapens, 10 machinegeweren, 5 raketaangedreven granaten en 20 granaten. De zelfmoordterroristen waren voornemens die wapens te gebruiken tegen de ISAF-troepen en de Afghaanse nationale veiligheidstroepen, met de tweede brigade van het nationale Afghaanse leger en het hoofdkwartier van de politie als specifiek doelwit.

131.   Yahya Haqqani (alias: (a) Yaya (b) Qari Sahab).

Adres: Een Haqqani-madrassa in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.Geboortedatum: a) 1982 b) 1978. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.

Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN). Nauw betrokken bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep; Gewond aan een been. De naam van vader is Hajji Meyawar Khan (overleden). Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807173

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Yahya Haqqani is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) die nauw betrokken is geweest bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep. Yahya is als de facto hoofd van de groep opgetreden wanneer de hoogste leiders Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (Yahya's zwager), Badruddin Haqqani (overleden, voorheen op de lijst geplaatst), en Khalil Haqqani afwezig waren. Yahya heeft tevens taken op zich genomen als logistiek verantwoordelijke van het HQN en heeft financiering gefaciliteerd voor Haqqani-commandanten, waaronder een ondergeschikte van de inmiddels overleden HQN-commandant Sangin Zadran Sher Mohammad en het HQN-hoofd zelfmoordoperaties, Abdul Rauf Zakir. Yahya heeft ook als tolk Arabisch en boodschapper van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani gefungeerd.

Yahya heeft belangrijke faciliteringsactiviteiten ter ondersteuning van HQN-aanvallen en andere activiteiten uitgevoerd. Begin 2013 faciliteerde hij financiering voor HQN-strijders. Begin 2013 coördineerde hij de overdracht van voorraden van de Verenigde Arabische Emiraten aan de hooggeplaatste HQN-leider Khalil Haqqani. In 2012 coördineerde Yahya de distributie van geïmproviseerde explosieven (IED's) en communicatieapparatuur, en hij controleerde hij ook de voorbereidingen voor de HQN-aanslag van 7 augustus 2012 op een operationele voorpost van de coalitie in de provincie Logar, Afghanistan, waarbij dertien personen, waaronder elf Afghaanse burgers, gewond raakten. Yahya had waarschijnlijk voorkennis van de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, Afghanistan, die geleid werd door Sirajuddin Haqqani en Badruddin Haqqani. Achttien personen werden bij die aanslag gedood en twaalf gewond. In 2011 droeg Yahya geld van Sirajuddin Haqqani voor operaties over aan HQN-commandanten.

Yahya fungeert soms als verbindingspersoon tussen het HQN en Al Qaida (AQ) en onderhoudt sinds ten minste medio 2009 banden met AQ. In deze hoedanigheid verstrekte Yahya aan AQ-leden in de regio geld voor hun persoonlijke uitgaven. Medio 2009 trad hij op als voornaamste verbindingspersoon van het HQN met buitenlandse strijders, waaronder Arabieren, Oezbeken en Tsjetsjenen.

Yahya heeft tevens media- en propaganda-activiteiten voor het HQN en de Taliban uitgevoerd en beheerd. Begin 2012 kwam Yahya gewoonlijk bijeen met Sirajuddin Haqqani om definitieve goedkeuring van de door hemzelf gemaakte Taliban-propagandavideo's te verkrijgen. Yahya is sinds ten minste 2009 bezig met HQN-media-activiteiten, toen hij werkte vanuit een mediastudio in een HQN-madrassa en aldaar video's van strijders in Afghanistan monteerde. Eind 2011 ontving Yahya van Sirajuddin Haqqani of één van diens plaatsvervangers middelen voor media-uitgaven van het HQN.

Begin 2012 reisde Yahya circa tweemaal per maand, soms met Saidullah Jan, naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.

132.   Saidullah Jan (alias: Abid Khan).

Geboortedatum: 1982. Geboorteplaats: district Giyan, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.

Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sedert 2013. Heeft kritieke faciliteringssteun verstrekt aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep sinds 2011. De naam van de vader is Bakhta Jan. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807179

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saidullah Jan is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sinds 2013, die soms tevens is opgetreden als HQN-plaatsvervangend hoofd, als de HQN-commandant voor het noordelijk gebied van Afghanistan en als belangrijke logistiek coördinator van het HQN.

Eind 2013 verstrekte Saidullah kritieke faciliteringssteun aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Eind 2011 was Saidullah tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep en voerde hij de beoordeling van ten minste één HQN-rekruut uit.

Eind 2013 reisde Saidullah naar de Golf, samen met de HQN-fondsenwervers Khalil Ahmed Haqqani, Fazl Rabi en andere HQN-leden, waaronder een faciliteerder van aanvallen. In 2010 reisde Saidullah met een groep HQN-leiders, waaronder de inmiddels overleden HQN-functionaris Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad, naar de Golf.

Eind 2013 kreeg Saidullah naar verluidt van Al Qaida-leden het vertrouwen als een met het HQN geassocieerde die bij allerlei problemen, waaronder arrestatie, zou kunnen helpen. Begin 2012 reisde Saidullah Jan soms met Yahya Haqqani naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.

133.   Muhammad Omar Zadran (alias: Mohammad-Omar Jadran).

Titel: a) Maulavi b) Mullah. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: Sultan Kheyl, district Spera, provincie Khost, Afghanistan. Adres: het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.

Overige informatie: leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die het bevel voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan, sinds 2013. betrokken bij de voorbereiding van aanvallen op Afghaanse en internationale troepen in Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807181

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Muhammad Omar Zadran (Omar) is een leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die sinds 2013 het commando voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan. Omar heeft gediend als HQN-schaduwdistrictsgouverneur, en sinds 2005 als commandant onder HQN-leider Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en beraamt sinds ten minste 2006 plannen voor aanslagen namens het HQN of geeft daartoe opdracht. Omar heeft met de Taliban samengewerkt en in 2010 gediend als lid van de Taliban-shura, die door de Taliban is opgericht om de logistiek voor opstandelingen, behoeften, opleiding, opdrachten voor commandanten, en de inzet van terroristische cellen in zuidoostelijk Afghanistan te bespreken. Ook ontving Omar in 2010 orders van Sirajuddin Haqqani.

Omar heeft deelgenomen aan de voorbereiding en de planning van aanslagen op Afghaanse burgers, de Afghaanse regering en personeel van de coalitie in Afghanistan, namens zowel het HQN als de Taliban. Begin 2013 was Omar belast met het binnensmokkelen van explosieven in Afghanistan. In 2012 werkten Omar en tientallen andere HQN-leden aan een aanslag met een op een voertuig geplaatst verbeterd explosief op een kamp van de coalitietroepen en was hij betrokken bij het plannen van aanslagen op troepen in de provincie Paktiya, Afghanistan. In 2011 was Omar betrokken bij het plannen van zelfmoordaanslagen. In 2010 kreeg Omar van een HQN-commandant de opdracht om lokale Afghaanse burgers die voor de coalitietroepen werkten in de provincies Khost, Paktiya en Baghlan, Afghanistan, te ontvoeren en te vermoorden.

In 2010 kwamen Omar en andere militantenleiders in de regio overeen de aanvallen tegen de Afghaanse regering en de coalitietroepen te intensiveren, verscheidene districten te veroveren en onder controle te houden, de verkiezingen voor de nationale assemblee en wegwerkzaamheden te verstoren en plaatselijke jongeren te rekruteren.

134.   Abdul Basir Noorzai (alias: (a) Haji Abdul Basir, (b) Haji 'Abd Al- Basir (c) Haji Basir Noorzai, (d) Abdul Baseer (e) Abdul Basir).

Titel: Hadji. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: a) 1965, b) 1960, c) 1963. Geboorteplaats: Provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer AA3829182. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5420124679187. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.3.2015.

Overige informatie: Eigenaar van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala, die financiële diensten verleent aan de Taliban in de regio. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5858164

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Hadji Abdul Basir (Basir) is eigenaar en exploitant van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala. Basir was bevoegd om geld te verstrekken aan de Taliban, en heeft in de voorbije jaren via zijn Hawala duizenden dollars verstrekt aan Taliban-leden in de regio. Basir heeft via zijn Hawala activiteiten van de Taliban gefinancierd, geld overgemaakt aan de Taliban-ouderen en het reizen van Taliban-informanten vergemakkelijkt.

Sinds 2012 werd Basir beschouwd als de voornaamste geldwisselaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders. In 2010 vroeg Basir ook in Japan, de Verenigde Arabische Emiraten en Singapore wonende Pakistaanse en Afghaanse expats om donaties voor de Taliban.

135.   Torek Agha (alias: (a) Sayed Mohammed Hashan, (b) Torak Agha, (c) Toriq Agha, (d) Toriq Agha Sayed).

Titel: Hadji. Adres: Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: (a) 1960 (b) 1962 (c) rond 1965. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans, 5430312277059 (frauduleus verkregen en ingetrokken door de regering van Pakistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.11.2015.

Overige informatie: Belangrijke commandant van de Militaire Raad van de Taliban, betrokken bij fondsenwerving van donoren in de Golfregio. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5905294

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Als hooggeplaatste Talibanleider diende Torek Agha (Torek) eind 2014iend in de Talibans' „Quetta shura”, een regionaal orgaan dat leiding geeft aan de activiteiten van de Taliban in het zuiden en het westen van Afghanistan, en speelde hij een rol gespeeld bij de fondsenwerving van donoren in de Golfregio.

Eind 2014 was Torek lid van een groep die verantwoordelijk is voor de leiding van de strategische plannings- en logistieke operaties van de Taliban, was hij een belangrijke commandant en belangrijk lid van de militaire raad van de Taliban en machtigde en faciliteerde hij militaire operaties van de Taliban. De militaire raad van de Taliban is een van de drie bevelsniveaus van de Taliban en is verantwoordelijk voor het toezicht op de Taliban-activiteiten de goedkeuring van de benoemingen van militair Taliban-leiderschap.

In de loop der jaren was Torek betrokken bij de goedkeuring van de moord op talrijke Afghaanse overheidsfunctionarissen en stamoudsten. Bovendien was hij reeds in 2012 een van de vier hoge Taliban-commandanten die toestemming gaven voor het gebruik van een niet-geïdentificeerd chemisch poeder voor de moord op hoge Afghaanse regeringsfunctionarissen.

Na medio 2011 door een hooggeplaatste leider van de Taliban de opdracht te hebben gekregen tijdens de ramadan naar Saudi-Arabië te gaan om externe financiering te regelen, hebben Torek en verscheidene andere leden van de „Quetta shura” van de Taliban mullahs geselecteerd die naar Saudi-Arabië en andere Arabische landen moesten gaan om financiële giften namens de Taliban te innen van Afghaanse zakenlieden en smokkelaars. Begin 2012 ontving Torek een donatie van een niet-geïdentificeerde Arabische donor met instructies om het geld door te geven aan de provinciale Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Uruzgan, Afghanistan, voor moordoperaties.

Torek inde in 2010 circa 4 miljoen dollar van donoren in de Golfregio voor de Taliban, en gaf het grootste deel ervan aan een andere hooggeplaatste leider en inner van financiën voor de Taliban, Gul Agha Ishakzai (Gul Agha). De bedragen en de bronnen van de talrijke overdrachten van Taliban-fondsenwervingen door Torek aan Gul Agha waren als volgt: $1 miljoen van geassocieerde personen in Saoedi-Arabië; $2 miljoen van donoren in Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Saudi-Arabië; en 600 000 dollar van diverse Arabische donoren, verkregen tijdens een fondsenwerving in Qatar.

Eind 2009 had Torek 2 miljoen dollar van niet-geïdentificeerde donoren in Qatar en Saudi-Arabië in zijn bezit die bestemd waren voor de „Quetta shura-”penningmeester van de Taliban. De aanzienlijke donaties die Torek voor de Quetta shura van de Taliban had ingezameld tijdens de ramadan bevonden zich in niet-geïdentificeerde Pakistaanse banken en werden beheerd door de hoofdpenningmeester van de Taliban.

Medio 2006 wees Torek Taliban-strijders toe aan verschillende operationele commandanten van de Taliban. Hij was een van de belangrijkste contacten tussen de Taliban-leiders en groepen Arabische strijders die aankomen in Pakistan en Afghanistan om te vechten tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF).

B.   Entiteiten en andere groepen en ondernemingen die banden hebben met de Taliban

1.   Haji Khairullah Haji Sattar money exchange (alias a) Haji Khairullah-Haji Sattar Sarafi b) Haji Khairullah and Abdul Sattar and Company c) Haji Khairullah Money Exchange d) Haji Khair Ullah Money Service e) Haji Salam Hawala f) Haji Hakim Hawala g) Haji Alim Hawala h) Sarafi-yi Haji Khairullah Haji Satar Haji Esmatullah).

Adres: a) (kantoor 1: i) Chohar Mir Road, Kandahari Bazaar, Quetta City, provincie Baluchistan, Pakistan; ii) Room number 1, Abdul Sattar Plaza, Hafiz Saleem Street, Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Shop number 3, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Office number 3, Near Fatima Jinnah Road, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Kachara Road, Nasrullah Khan Chowk, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Wazir Mohammad Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan;) b) (Branch Office 2: Peshawar, provincie Khyber Paktunkhwa, Pakistan c) (Branch Office 3: Moishah Chowk Road, Lahore, provincie Punjab, Pakistan) d) (kantoor 4: Karachi, provincie Sindh, Pakistan;) e) (Branch Office 5: i) Larran Road number 2, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan ii) Chaman Central Bazaar, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan) f) (Branch Office 6: Shop number 237, Shah Zada Market (alias Sarai Shahzada), gebied Puli Khisti, Politiedistrict 1, Kabul, Afghanistan, telefoon: +93 202103386, +93 202101714, 0202-104748; mobiele telefoon: +93 797059059, +93 702222222, e-mail: helmand_exchange_msp@yahoo.com) g) (Branch Office 7: i) Shops number 21 and 22, 2nd Floor, Kandahar City Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) New Sarafi Market, 2nd Floor, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan iii) Safi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan), h) (Branch Office 8: Gereshk City, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan i) (BranchOffice 9: i) Lashkar Gah Bazaar, Lashkar Gah, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan ii) Haji Ghulam Nabi Market, 2nd Floor, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan) j) (Branch Office 10: i) Suite numbers 196-197, 3rd Floor, Khorasan Market, Herat City, Herat Province, Afghanistan ii) Khorasan Market, Shahre Naw, District 5, Herat City, Herat Province, Afghanistan) k) (Branch Office 11: i) Sarafi Market, Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan ii) Ansari Market, 2nd Floor, Nimroz Province, Afghanistan) l) (Branch Office 12: Sarafi Market, Wesh, Spin district Boldak, Afghanistan) m) (Branch Office 13: Sarafi Market, Farah, Afghanistan) n) (Branch Office 14: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten o) (Branch Office 15: Zahedan, Iran) p) (Branch Office 16: Zabul, Iran). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.

Overige informatie: belastingnummer Pakistan: 1774308; belastingnummer Pakistan: 0980338; belastingnummer Pakistan: 3187777; vergunningnummer voor Afghan Money Service Provider: 044. Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange werd in 2011 door de leiding van de Taliban gebruikt om geld aan Taliban-commandanten over te maken voor de financiering van strijders en operaties in Afghanistan.

Heeft banden met Abdul Sattar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. INTERPOL- UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5235593

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS) is het gezamenlijk eigendom van Abdul Satar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. Satar en Khairullah hebben samen wisselkantoren beheerd in Afghanistan, Pakistan, Dubai en de Verenigde Arabische Emiraten. De Taliban-leiders hebben HKHS gebruikt om geld door te sluizen naar schaduwgouverneurs en commandanten van de Taliban, en om hawala-transfers voor de Taliban te ontvangen. Vanaf 2011 sluisde de Taliban-top via HKHS geld door naar de commandanten van de Taliban in Afghanistan. Eind 2011 werd de HKHS-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan, gebruikt om geld door te sluizen naar de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. Medio 2011 gebruikte een commandant van de Taliban een HKHS-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan om strijders en operaties in Afghanistan te financieren. Nadat de Taliban maandelijks grote sommen contant geld bij deze HKHS-afdeling had ondergebracht, konden commandanten van de Taliban via elke HKHS-afdeling toegang krijgen tot het geld. Personeelsleden van de Taliban gebruikten HKHS in 2010 om geld door te sluizen naar hawala's in Afghanistan, waar de operationele commandanten toegang konden krijgen tot het geld. Eind 2009 zag de directeur van de HKHS-afdeling in Lashkar Gah toe op het verkeer van geld van de Taliban via HKHS.

2.   Rotshaan money exchange (alias (a) Rotshaan Sarafi (b) Rotshaan Trading Company (c) Rushaan Trading Company (d) Rotshaan Shirkat (e) Maulawi Ahmed Shah Hawala (f) Mullah Ahmed Shah Hawala (g) Haji Ahmad Shah Hawala (h) Ahmad Shah Hawala).

Adres: a) (Branch Office 1: i) Shop number 1584, Furqan (variant Fahr Khan) Center, Chalhor Mal Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan ii) Flat number 4, Furqan Center, Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Office number 4, 2nd Floor, Muslim Plaza Building, Doctor Banu Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Cholmon Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Shop number 1, 1st Floor, Kadari Place, Abdul Samad Khan Street (next to Fatima Jena Road), Quetta, Baluchistan Province, Pakistan) b) (Branch Office 2: i) Safar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan ii) Main Bazaar, Safar, Helmand Province, Afghanistan) c) (Branch Office 3: i) Haji Ghulam Nabi Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan ii) Money Exchange Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan iii) Lashkar Gah Bazaar, Helmand Province, Afghanistan) d) (Branch Office 4: Hazar Joft, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan) e) (Branch Office 5: Ismat Bazaar, Marjah District, Helmand Province, Afghanistan) f) (Branch Office 6: Zaranj, Nimruz Province, Afghanistan) g) (Branch Office 7: i) Suite number 8, 4th Floor, Sarafi Market, District number 1, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) Shop number 25, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar District, Kandahar Province, Afghanistan) h) (Branch Office 8: Lakri City, Helmand Province, Afghanistan) i) (Branch Office 9: Gerd-e-Jangal, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) j) (Branch Office 10: Chaghi, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) k) (Branch Office 11: Aziz Market, in front of Azizi Bank, Waish Border, Spin Boldak District, Kandahar Province, Afghanistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.

Overige informatie: Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om de militaire operaties van de Taliban en de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. Eigendom van Ahmed Shah Noorzai Obaidullah. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282182

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Rotshaan Money Exchange (RMX) bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. RMX was een van de eerste „hawalas” (informele diensten voor overmaking van geld) die in 2011 door Taliban-ambtenaren werden gebruikt in de provincie Helmand. In 2011 nam een hooggeplaatst Taliban-lid in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op ten behoeve van schaduwgouverneurs van de Taliban in de provincie. Ter financiering van het lenteoffensief van de Taliban in 2011 bracht de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand duizenden dollars onder bij RMX. Tevens heeft een Taliban-lid in 2011 tienduizenden dollars van RMX ontvangen als steun voor militaire operaties. Een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan had tevens tienduizenden dollars in bewaring die zouden worden opgenomen door een commandant van de Taliban. In 2010 gebruikte een Taliban-lid, namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand, RMX om duizenden dollars naar de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan te sturen. De RMX-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, is door de Taliban gebruikt om geld voor plaatselijke operaties door te sluizen. In 2011 droeg een ondercommandant van de Taliban via de RMX-afdeling in Lashkar Gah tienduizenden dollars over aan een commandant van de Taliban. De Taliban sluisden in 2010 ook geld via de RMX-afdeling in Lashkar Gah door aan commandanten van de Taliban. Evenzo gebruikte een Taliban-lid in 2010 RMXom tienduizenden dollars naar de provincie Helmand en de provincie Herat, Afghanistan, te sturen namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. In 2009 nam een hooggeplaatste Taliban-vertegenwoordiger in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op om militaire operaties van de Taliban in Afghanistan te financieren.

Het naar de RMX gestuurde geld was afkomstig uit Iran. In 2008 gebruikte een Taliban-leider RMX om tienduizenden dollars van Pakistan naar Afghanistan door te sluizen. De Taliban maken ook gebruik van RMX om hun rol in de drugshandel in Afghanistan te faciliteren. In 2011 sluisden Taliban-functionarissen, waaronder de schaduwgouverneur in de provincie Helmand, honderdduizenden dollars vanuit een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan door naar „hawalas” in Afghanistan voor de aankoop van drugs namens Taliban-functionarissen. Tevens gaf een Taliban-functionaris in 2011 Taliban-commandanten in de provincie Helmand opdracht de opbrengsten van opium via RMX over te dragen. Een Taliban-districtshoofd maakte duizenden dollars vanuit Marjah, provincie Helmand, Afghanistan, over naar een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan.

3.   Haqqani-netwerk (alias HQN).

Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.

Overige informatie: netwerk van Taliban-strijders in de grensstreek tussen de provincie Khost, Afghanistan en Noord-Waziristan, Pakistan. Opgericht door Jalaluddin Haqqani en thans geleid door zijn zoon Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Andere personen die tot het netwerk behoren: Nasiruddin Haqqani, Sangeen Zadran Sher Mohammad, Abdul Aziz Abbasin, Fazl Rabi, Ahmed Jan Wazir, Bakht Gul, Abdul Rauf Zakir. Verantwoordelijk voor zelfmoordaanslagen, gerichte moorden en ontvoeringen in Kabul en andere Afghaanse provincies. Verbonden met Al Qaida, de Islamitische Beweging van Oezbekistan, Tehrik-e Taliban Pakistan, Lashkar I Jhangvi en Jaish-I-Mohammed. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282012

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Haqqani-netwerk heeft zijn wortels in het Afghaanse conflict van het einde van de jaren '70. In het midden van de jaren 80 knoopte Jalaluddin Haqqani, de oprichter van het Haqqani-netwerk, betrekkingen aan met de leider van Al-Qa'ida, wijlen Osama bin Laden. Jalaluddin trad in 1995 toe tot de Taliban-beweging, maar behield zijn eigen machtsbasis langs de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Jalaluddins zoon, Sirajuddin Haqqani, de controle over het netwerk over en sindsdien heeft hij van de groep een van de toonaangevende rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.

Het Haqqani-netwerk is verantwoordelijk voor een groot aantal van de meest geruchtmakende aanslagen in Afghanistan. In januari 2008 bestormden leden van het Haqqani-netwerk Hotel Serena in Kabul, wat resulteerde in acht doden. In januari 2010 zat het Haqqani-netwerk achter een gecoördineerde aanval op de belangrijkste regeringsgebouwen in Kabul, waarbij vijf mensen werden gedood en 70 gewond. In juni 2011 was het netwerk verantwoordelijk voor de aanslag op Hotel Intercontinental in Kabul, waarbij 11 Afghaanse burgers en twee Afghaanse politiemannen werden gedood. Het Haqqani-netwerk was verantwoordelijk voor de aanslag van september 2011 tegen de ambassade van de Verenigde Staten en het hoofdkwartier in Kabul van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). Zestien Afghanen werden gedood zijn tijdens de aanval die 19 uur duurde, onder wie ten minste zes kinderen. De groep zat ook achter de gecoördineerde aanvallen op 15 april 2012 in Kabul en drie andere Afghaanse steden, die 18 uur heeft geduurd en ten minste 11 Afghaanse veiligheidsfunctionarissen en vier burgers het leven hebben gekost.

Het Haqqani Netwerk was ook betrokken bij een aantal ontvoeringen en heeft samengewerkt met de Taliban en andere militante organisaties in Afghanistan.

4.   Rahat Ltd. (alias a) Rahat Trading Company; b) Haji Muhammad Qasim Sarafi; c) New Chagai Trading; d) Musa Kalim Hawala).

Adres: (a) Branch Office 1: Room number 33, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan, (b) Branch Office 2: Shop number 4, Azizi Bank, Haji Muhammad Isa Market, Wesh, Spin Boldak, Kandahar Province, Afghanistan, (c) Branch Office 3: Safaar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan, (d) Branch Office 4: Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan, (e) Branch Office 5: Gereshk District, Helmand Province, Afghanistan, (f) Branch Office 6: Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan, (g) Branch Office 7: i) Dr. Barno Road, Quetta, Pakistan, ii) Haji Mohammed Plaza, Tol Aram Road, bij Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Pakistan, iii) Kandahari Bazaar, Quetta, Pakistan, (h) Branch Office 8: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; i) Branch Office 9: Chaghi Bazaar, Chaghi, provincie Baluchistan, Pakistan; j) Branch Office 10: Zahedan, provincie Zabol, Iran Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.

Overige informatie: Rahat Ltd. werd door de leiding van de Taliban gebruikt om geld van externe donoren en drugshandel over te maken voor de financiering van activiteiten van de Taliban in 2011 en 2012. Eigendom van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim. Heeft ook banden met Mohammad Naim Barich Khudaidad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282195

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Rahat Ltd. is een hawala-netwerk dat eigendom is van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim, met inbegrip van filialen in geheel Afghanistan, Pakistan en Iran, dat deelneemt in de financiering en facilitering van de opstand van de Taliban.

In 2011 en 2012 maakten hooggeplaatste Taliban-leden regelmatig gebruik van de verschillende filialen van Rahat Ltd. voor opslag en overdracht van middelen afkomstig van externe donoren en uit drugshandel.

Een en ander omvat specifiek de verstrekking van aanzienlijke middelen namens een schaduw-provinciegouverneur van de Taliban, witgewassen via Rahat Ltd. In 2011 en 2012 waren hooggeplaatste Taliban-leden bij verscheidene gelegenheden verantwoordelijk voor overdrachten en transacties, via Rahat Ltd., van honderdduizenden Amerikaanse dollars aan financiering uit de Golfregio en Iran, bedoeld voor de financiering van opstanden van de Taliban.

Hooggeplaatste Taliban-leden hadden persoonlijk contact met filiaalmanagers van Rahat Ltd., bezochten vestigingen van Rahat Ltd. en gebruikten Rahat Ltd. voor het ontvangen, opslaan en verzenden van middelen ter ondersteuning van opstandige operaties in Afghanistan. Onlangs vertsrekte de schaduw-provinciegouverneur van de Taliban van de provincie Helmand, Afghanistan, Mohammad Naim Barich (alias Moellah Naim Barich), via Rahat Ltd. middelen aan ondergeschikte bevelhebbers voor het plannen en uitvoeren van opstandige operaties in het zuiden van Afghanistan. Deze operaties zijn een rechtstreekse bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid van Afghanistan.

Rahat Ltd. verleent financiële diensten aan de Taliban gelieerde narcotica-netwerken in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan via zijn filiaalmanagers die rechtstreeks betrokken zijn bij drugshandel en nauwe banden hebben met hooggeplaatste personen binnen deze drugsnetwerken.

5.   Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (alias: a) Haji Bashir and Zarjmil Hawala Company b) Haji Abdul Basir and Zar Jameel Hawala c) Haji Basir Hawala d) Haji Baseer Hawala e) Haji Abdul Basir Exchange Shop f) Haji Basir and Zarjamil Currency Exchange g) Haji Zar Jamil, Haji Abdul Baseer Money Changer. Datum van plaatsing op de VN-lijst:27.3.2015.

Adres: (a) Branch Office 1: Sanatan (variant Sanatin) Bazaar, Sanatan Bazaar Street, nabij Trench (variant Tranch) Road, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan b) Kantoor 2: Quetta, Pakistan. c) Kantoor 3: Lahore, Pakistan d) Kantoor 4: Peshawar, Pakistan e) Kantoor 5: Karachi, Pakistan f) Kantoor 6: Islamabad, Pakistan g) Kantoor 7: provincie Kandahar Afghanistan h) Kantoor 8: provincie Herat, Afghanistan i) Kantoor 9: provincie Helmand, Afghanistan j) Kantoor 10: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten (k) Kantoor 11: Iran.

Overige informatie: Financiëledienstverlener waarop hooggeplaatste Taliban-leiders een beroep doen om fondsen over te maken aan Taliban-commandanten in de regio. Eigendom van Abdul Basir Noorzai. InterpoL-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5858170

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala is op 27 maart 2015 overeenkomstig punt 2 van Resolutie 2160 (2014) op de VN-lijst geplaatst wegens deelneming aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of plegen van daden of uitvoeren van activiteiten door of in samenwerking met op de VN-lijst geplaatsten en andere met de Taliban verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, die een bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid in Afghanistan vormen, dan wel onder hun naam, te hunnen behoeve of te hunner ondersteuning, of wegens het anderszins steun verlenen aan de bedoelde daden en activiteiten.

Aanvullende informatie:

De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (Basir Zarjmil Hawala) in Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan, is eigendom van Abdul Basir Noorzai. Deze onderneming verstrekt geld aan de Taliban-leden in de regio. Hooggeplaatste Taliban-leiders in de regio geven er de voorkeur aan geld aan Taliban-commandanten over te maken via de Basir Zarjmil Hawala en de Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange.

In 2013 verstrekte de Basir Zarjmil Hawala duizenden dollars aan Taliban-commandanten in de regio, en hielp aldus Taliban-operaties financieren. In 2012 verrichtte de Basir Zarjmil Hawala voor duizenden dollars aan transacties voor wapens en andere operationele uitgaven voor de Taliban.


9.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/177


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/417 VAN DE COMMISSIE

van 7 maart 2017

tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 1614)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie (3) is vastgesteld naar aanleiding van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in bedrijven waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden in Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk („de betrokken lidstaten”) en de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG van de Raad (4).

(2)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 is bepaald dat de door de betrokken lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden ten minste de gebieden omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit als beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgenomen.

(3)

Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 is aangenomen, hebben Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis gesteld van nieuwe uitbraken van aviaire influenza van het subtype H5 in bedrijven waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden buiten de gebieden die in de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn opgenomen, en hebben zij de overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG vereiste noodzakelijke maatregelen genomen, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden rond die nieuwe uitbraken.

(4)

Daarnaast heeft Spanje de Commissie nu in kennis gesteld van uitbraken van aviaire influenza van het subtype H5 in bedrijven op zijn grondgebied waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden, en heeft deze lidstaat de overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG vereiste noodzakelijke maatregelen genomen, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden rond die uitbraken. Deze lidstaat is momenteel niet opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247.

(5)

Daarnaast heeft Oostenrijk overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG toezichtsgebieden ingesteld naar aanleiding van de bevestigde uitbraken in Tsjechië en Slowakije en heeft Bulgarije een toezichtsgebied ingesteld naar aanleiding van de uitbraak in Roemenië. Polen heeft ook een toezichtsgebied ingesteld naar aanleiding van de uitbraken in Tsjechië.

(6)

De Commissie heeft in alle gevallen de door Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG genomen maatregelen bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteiten van die lidstaten ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden op voldoende afstand liggen van de bedrijven waar een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 is bevestigd.

(7)

Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de wijzigingen van de in Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden in samenwerking met die lidstaten snel worden vastgesteld op het niveau van de Unie. De gebieden die voor die lidstaten in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 zijn opgenomen, moeten daarom worden gewijzigd.

(8)

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 moet derhalve worden gewijzigd om de regionalisering op het niveau van de Unie bij te werken, de nieuwe, overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden op te nemen en de duur van de daarin geldende beperkingen aan te geven.

(9)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)   PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)   PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie van 9 februari 2017 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 36 van 11.2.2017, blz. 62).

(4)  Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).


BIJLAGE

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Deel A wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermeldingen voor Bulgarije, Tsjechië, Duitsland en Griekenland worden vervangen door:

„Lidstaat: Bulgarije

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

HASKOVO

Municipality of Stambolovo

Balkan

16.3.2017

KARDZHALI

Municipality of Kardzhali

Krin

Tatkovo

Zvinitsa

16.3.2017

Lidstaat: Tsjechië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

646164 Hoštice u Volyně, 704636 Nišovice, 646181 Přechovice, 784958 Volyně, 784966 Zechovice, 704521 Němětice — jihovýchodní část katastrálního území, přičemž severozápadní hranici území tvoří vodní tok Peklov k soutoku s Volyňkou a dále na sever vodní tok Volyňka, 704539 Nihošovice — jižní část katastrálního území, přičemž severní hranici tvoří vodní tok potok Peklov

8.3.2017

682438 Kateřinky u Liberce, 682039 Liberec, 682161 Nové Pavlovice, 673650 Radčice u Krásné Studánky, 682314 Rochlice u Liberce, 682446 Rudolfov, 682144 Ruprechtice, 682209 Růžodol I, 682179 Staré Pavlovice, 682390 Starý Harcov, 785644 Vratislavice nad Nisou

10.3.2017

617954 Ctětín — severní část katastrálního území vymezená silnicí č. 33770, 622605 České Lhotice, 622613 Hodonín u Nasavrk, 701637 Nasavrky, 709395 Ochoz u Nasavrk, 724009 Podlíšťany, 764680 Švihov, 724025 Vížky a 797839 Žumberk — jižní část katastrálního území vymezená vodním tokem Ležák

10.3.2017

607533 Borek u Dačic, 624403 Dačice, 604381 Dobrohošť, 651770 Hradišťko u Dačic, 651788 Chlumec u Dačic, 718734 Urbaneč; 604372 Bílkov — jihovýchodní část katastru, přičemž hranici na severozápadě tvoří potok Vápovka

21.3.2017

671908 Bohy, 671924 Brodeslavy, 615722 Bujesily, 654531 Hlince, 648973 Hřešihlavy, 671941 Rakolusky, 770884 Třímany, 787027 Všehrdy u Kralovic

16.3.2017

Dětmarovice (625965), Doubrava u Orlové (631167), Horní Lutyně (712531) — západní hranici katastrálního území tvoří ul. 17. listopadu a ul. Dětmarovická, Karviná-Doly (664103) — jižní hranici katastrálního území tvoří silnice č. 59, Ostravská, Koukolná (625973) — severní hranici katastrálního území tvoří silnice č. 67, Orlová (712361) — západní hranici katastrálního území tvoří ul. Doktora Miroslava Tyrše, ul. Františka Palackého a ul. Hořovského, Staré Město u Karviné (664197)

21.3.2017

602744 Bečkov, 602752 Bernartice, 602761 Královec, 602779 Křenov u Žacléře, 602787 Lampertice, 793094, Zlatá Olešnice

17.3.2017

Lidstaat: Duitsland

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

BADEN-WÜRTTEMBERG

Landkreis Karlsruhe

Gemarkung Eggenstein

24.3.2017

Stadtkreis Karlsruhe

Nach Norden begrenzt durch die Stadtgrenze

Ortsteile Neureut, Nordweststadt, Nordstadt und Hardtwaldsiedlung nach Osten begrenzt durch die L604 in Verlängerung die Grabener Allee, die Rintheimer Querallee, die Linkenheimer Allee bis zum Adenauerring diesen Entlang bis zur Moltkestr.

Nach Süden begrenzt durch die Moltkestr., in Verlängerung die Siemensallee, die Eggensteiner Str. nach Süden bis zur Rheinbrückenstr. dann nach Norden die Rheinbergstr. übergehend in die Jakob-Dörr-Str. in Verlängerung dieser Richtung Raffinerie übergehend bis zur Dea-Scholven-Str. bis zum Rhein

Nach Westen begrenzt durch den Rhein

24.3.2017

BAYERN

Landkreis Straubing-Bogen

Gemeinde Geiselhöring, Ortsteile Geiselhöring, Greißing, Haagmühl, Haindling, Haindlingberg, Helmbrechting, Kolbach, Kraburg, Lohmühle, Schelmenloh, Schieglmühle, Dettenkofen, Großaich, Hart, Hirschling, Sallach und Weingarten

11.3.2017

Landkreis Kitzingen

Gemeinde Schwarzach am Main, Ortsteile Düllstadt, Schwarzach am Main, Gerlachshausen, Schwarzenau, Hörblach, Stadtschwarzach, Münsterschwarzach

Gemeinde Kleinlangheim Ortsteile Haidt, Stephansberg

16.3.2017

BRANDENBURG

Landkreis Märkisch-Oderland

ab südlichem Ortseingang der Ortschaft Neu Mahlisch, die Dorfstr. querend, in südlicher Richtung, weiter bis zum „Seeweg“, diesen folgend bis südl. Abzweig

Feldweg vor dem „Judensee“, die „Alt Mahlischer Dorfstr.“ querend, entlang dem westl. Ufer „Pechsee“ in Verbindung mit zu den westl. Ufern „Kleiner Bartelsee“, „Großer Bartelsee“ bis zur „E.-Thälmann-Str.“ (K 6401), dieser folgend durch Döbberin (Lietzener Weg) bis Abzweig Waldweg Richtung Falkenhagen, diesen

folgend bis zur L 37, dieser folgend durch Döbberin („Lietzener Weg“) bis Abzweig Waldweg Richtung Falkenhagen, diesem folgend bis zur L 37, dieser folgend bis Höhe nördl. Ufer „Burgsee“, diesem folgend bis zum südl. Ufer „Mühlenteich“ in Verbindung zur Kreuzung „A.-Bebel-Str.“/„Str. der Republik der Ortschaft Falkenhagen“, der „A.-Bebel-Str.“ folgend in Verbindung zum Falkenhagener Weg (zwischen Lietzen und Regenmantel), diesen querend bis zur südwestl. Gemeindegrenze von Lietzen, dieser folgend über die westl. und nördl. Gemeindegrenze von Lietzen bis zum süd-westl. Ortseingang der Ortschaft Dolgelin, weiter der Dorfstr. Richtung Neu Mahlisch folgend durch die Ortschaft Neu Mahlisch bis zum südl. Ortseingang der Ortschaft Neu Mahlisch

9.3.2017

Landkreis Märkisch-Oderland

in nördl. Richtung in Höhe nördl. Ortseingang von Neu Mädewitz weiter über Acker bis zum „Alten Damm“, diesen querend bis zum westl. Ortsausgang der Ortschaft Eichwerder, die L33 in Eichwerder querend über Acker bis zur „Volzine“, diese querend über Acker westl. von „Bochows Loos“ bis zur Str. „Am Anger“ in Höhe östl. Ortseingang der Ortschaft Bliesdorf, weiter östl. von Bliesdorf über Acker bis zur B167 in Höhe Kreuzung „Bliesdorfer Str.“, von dort weiter über Acker bis zur L33/Querung „Bliesdorfer Fließ“, weiter in westl. Richtung über Acker bis zum Gewässer westl. von „Landhof“, dem östl. Ufer des Gewässers folgend bis

zur anschließenden Waldkante, der westl. Waldkante folgend bis Kreuzung Altgaul/K6436,weiter in nord-östl. Richtung, die B167 querend, bis zum „Landgraben“ südl. von Neugaul, diesen querend über die „Wriezener Alte Oder“ bis zum „Alten Deich“, diesem folgend bis zur südl. Grenze von Mädewitz („Bad“), weiter südl. von Mädewitz bis zum nördl. Ortseingang von Neu Mädewitz

11.3.2017

Landkreis Märkisch-Oderland

ab Bahnhof Gorgast der Alten Oder in südl. Richtung folgend bis Anschluss „Stromweg“, diesem folgend zum Anschluss L 331, dieser folgend bis zum Anschluss B 112, dieser folgend bis Höhe Hathenower Nebengraben, diesem folgend bis Anschluss „Eichenweg“, diesem folgend bis zur „Str. des Friedens“ der Ortschaft Sachsendorf, dieser in südwestl. Richtung folgend bis zum Anschluss „Ernst-Thälmann-Str.“ über „Dorfplatz“ zur „Seelower Str.“, dieser folgend durch Hackenow bis zum Anschluss B1, der B1 bis zum Birkengraben folgend, abbiegend in den Feldweg am Birkengraben in nördlicher Richtung bis zur Bahnstrecke, dieser in östlicher Richtung folgend bis zur „Seelower Straße“ der Ortschaft Golzow, dieser folgend bis zum Anschluss Bahnhofstr. L 331, weiter in nördlicher Richtung bis zur L 33, dieser folgend bis Neuhof, von dort weiter in den Feldweg Richtung „Ernst-Thälmann-Str.“ der Ortschaft Gorgast bis zum Bahnhof

11.3.2017

MECKLENBURG-VORPOMMERN

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Kröpelin

Groß Siemen

Klein Siemen

Schmadebeck

Einhusen

Altenhagen

In Gemeinde Satow

Lüningshagen

Rederank

In der Gemeinde Retschow

Retschow

9.3.2017

NIEDERSACHSEN

Landkreis Cloppenburg

Im Norden in Vordersten Thüle von der Einmündung der Straße Im Paarberger Wald auf die Thüler Straße (B72) entlang der Thüler Straße nach Norden bis zur Straße Tegeler Tange, entlang dieser bis zum Querdamm, diesem in südwestlicher Richtung folgend bis zur Straße Am Haferberg, dieser nach Nordosten folgend bis zur Georg-Hoes-Straße, von dort in südwestliche Richtung bis zur Thüler Straße, dieser nach Nordosten folgend bis zur Dorfstraße, entlang der Dorfstraße in südöstlicher Richtung bis zur Robert-Glaß-Straße, dieser nach Nordosten folgend bis zur Glaßdorfer Straße, entlang der Glaßdorfer Straße und der Bahnlinie nach Südosten bis zum Varrelbuscher Graben II, entlang dem Varrelbuscher Graben II in südlicher Richtung bis zur Petersfelder Straße, dieser nach Südwesten folgend bis zur Straße Zum Verwuld, von dort in westliche Richtung bis zur Friesoyther Straße in Petersfeld, der Friesoyther Straße nach Süden folgend bis zum Drei-Brücken-Weg, entlang diesem bis zum nördlichen Waldrand Gietzhöhe, weiter nach Westen entlang des nördlichen Waldrandes sowie des Weges Große Tredde bis zum Wöstenweg, diesem nach Süden folgend bis zum Augustendorfer Weg, diesem sowie der Dwergter Straße nach Norden folgend bis zum Bernhardsweg, entlang des Bernhardswegs bis zur Thülsfelder Straße, dieser nach Nordwesten folgend bis zur Dorfstraße, entlang der Dorfstraße nach Norden bis zur Straße Zum Herrensand, dieser sowie der Straße Am Herrensand nach Westen folgend bis zur Mittelthüler Straße, entlang der Mittelthüler Straße und dem Markhauser Weg nach Osten bis zum Wasserzug Igelriede, entlang der Igelriede und der Soeste nach Norden bis zum Grundstück Im Paarberger Wald 2, von dort nach Nordosten bis zum Ausgangspunkt.

20.3.2017

NORDRHEIN-WESTFALEN

Kreis Paderborn

Im Norden:

Verlauf der Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh ab Vennstraße bis zur Westerloher Straße

Im Osten:

Westerloher Straße ab Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh bis Giptenweg, Giptenweg ab Einmündung Westerloher Straße bis Grafhörster Weg, Grafhörster Weg ab Einmündung Giptenweg bis Entenweg, Entenweg ab Einmündung Grafhörster Weg bis Klosweg, Klosweg ab Einmündung Entenweg bis Einmündung Hoppenmeer, Hoppenmeer ab Klosweg bis Brockweg, Brockweg bis zur Einmündung in die Rietberger Straße (B64), Rietberger Straße (B64) ab Einmündung Brockweg bis Einmündung der Straße Am Sporkhof, Verlängerung der Straße Am Sporkhof ab Einmündung in die Rietberger Straße bis Norhagener Straße, Norhagener Straße ab Einmündung der Verlängerung der Straße Am Sporkhof bis Einmündung des Verbindungsweges mit der Straße Brinkweg, Brinkweg ab Einmündung des Verbindungsweges mit der Nordhagener Straße bis zur Einmündung der Straße Verbindungsweg, Verbindungsweg ab Einmündung der Nordhagener Straße bis zur Einmündung Obernheideweg, Obernheideweg ab Einmündung Verbindungsweg bis zur Einmündung Rohlingsweg, Rohlingsweg ab Einmündung Obernheideweg bis zur Kreuzung mit dem Haustenbach

Im Süden:

Haustenbach ab Kreuzung mit dem Rohlingsweg bis zur Kreuzung mit dem Brückenweg

Im Westen:

Brückenweg ab Kreuzung mit dem Haustenbach in nördlicher Richtung bis zur Einmündung des Verbindungsweges zur Mühlenheider Straße, Verbindungsweg zwischen Brückenweg und Mühlenheider Straße in westlicher Richtung bis zur Kreuzung mit dem Entwässerungsgraben, dem Entwässerungsgraben in nord-westlicher Richtung folgend bis zur Kreuzung mit der Mühlenheider Straße, Mühlenheider Straße in nördlicher Richtung bis zur Einmündung des Verbindungsweges mit der Mastholter Straße, Verbindungsweg zwischen Mühlenheider Straße und Mastholter Straße bis zur Mastholter Straße, Mastholter Straße ab Einmündung des Verbindungsweges zur Mühlenheider Straße bis zur Einmündung Moorlake, Moorlaake ab Mastholter Straße bis Vennegosse, Vennegosse ab Moorlake bis Randweg, Randweg ab Einmündung Vennegosse bis Einmündung Vennstraße, Vennstraße ab Randweg bis zur Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh

8.3.2017

Kreis Gütersloh

Mastholter See westliche Kreisgrenze zu Paderborn, nördlich bis „Haselhorststraße“, westliche Richtung bis „Alte Landstraße“, nördliche Richtung bis auf „Rietberger Straße“, nördliche Richtung bis auf „Löfkenfeld“, nord-/westliche Richtung auf „Glüpkerheide“, nördliche Richtung auf „Triftstraße“, östliche Richtung am Hauptkanal entlang bis auf „Mastholter Straße“, dann nördliche Richtung über Umgehungsstraße, östlich in die „Industriestraße“ bis auf „Delbrücker Straße“ nördliche Richtung, östliche Richtung in „Bruchstraße“, nord-östliche Richtung auf „Torfweg“, entlang am Markengraben in östliche Richtung bis auf „Im Thüle“ südliche Richtung bis zur Ems (Kreisgrenze Paderborn)

8.3.2017

THÜRINGEN

Landkreis Greiz

Teichwitz

Clodra

Steinsdorf, nur die Wohnbebauung am Kuhberg

Neuhof

Gräfenbrück

Weida, Wohnbebauung zwischen Greizer Straße ab Einmündung Turmstraße bis zur „Fortuna“ und Teichwitz

Nattermühle

Dittersdorf

Horngrund

Neudörfel

Hohenölsen

Wittchendorf

Wildetaube

Lunzig

Loitsch

Kauern, an der Talsperre Hohenleuben

14.3.2017

Landkreis Sömmerda

Stadt Sömmerda mit den Ortsteilen Orlishausen und Frohndorf

20.3.2017

Lidstaat: Griekenland

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

The municipal district of Nestani and the entire wider area of Nestani in the municipality of Tripoli, regional unit of Arkadia, defined as follows:

 

in the north up to the point which lies at a latitude of 37.634891 and a longitude of 22.452786

 

in the south up to the point which lies at a latitude of 37.582105 and a longitude of 22.451462

 

in the east up to the point which lies at a latitude of 37.609236 and a longitude of 22.480079 and

 

in the west up to the point which lies at a latitude of 37.57074 and a longitude of 22.3796

9.3.2017

The municipal districts of Pelargos and Antigonos in the regional unit of Florina

9.3.2017”

b)

de volgende vermelding voor Spanje wordt ingevoegd tussen de vermeldingen voor Griekenland en Frankrijk:

„Lidstaat: Spanje

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

In the province of Girona the municipalities of

Saus Camallera i Llampaies

Colomers

Fontanilles

Garrigoles

Gualta

Jafre

Parlavà

Serra de Darò

Ullà

Ullestret

Vilopriu

Sant Aniol de Finestres

Bescanó

Salt

Sant Gregori

Sant Jordi Desvalls

Sant Marti de Llémena

Viladasens

Amer

Anglès

La Cellera de Ter

Osor

Sant Julia del Llor i Bonmati

Llanars

Vilallonga de Ter

23.3.2017

In the province of Barcelona the municipalities of

Canovelles

L'ametlla del Vallès

Lliça d'Amunt

Santa Eulàlia de Ronçana

23.3.2017”

c)

de vermeldingen voor Frankrijk, Italië, Hongarije, Polen, Roemenië en Slowakije worden vervangen door:

„Lidstaat: Frankrijk

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

Les communes suivantes dans le département de HAUTE-GARONNE

BOULOGNE-SUR-GESSE

LUNAX

MONDILHAN

MONTBERNARD

PEGUILHAN

13.3.2017

Les communes suivantes dans le département du GERS

ARROUEDE

AUSSOS

BEZUES-BAJON

CABAS-LOUMASSES

ESCLASSAN-LABASTIDE

LABARTHE

LALANNE-ARQUE

LOURTIES-MONBRUN

MANENT-MONTANE

MASSEUBE

PANASSAC

SABAILLAN

SAINT-ARROMAN

SAINT-BLANCARD

SIMORRE

TOURNAN

13.3.2017

AIGNAN

ARBLADE-LE-BAS

ARBLADE-LE-HAUT

AURENSAN

AUX-AUSSAT

AVERON-BERGELLE

BARCELONNE-DU-GERS

BARCUGNAN

BARRAN

BARS

BAZUGUES

BELLOC-SAINT-CLAMENS

BELMONT

BERDOUES

BERNEDE

BETOUS

BLOUSSON-SERIAN

BOURROUILLAN

BOUZON-GELLENAVE

CAMPAGNE-D'ARMAGNAC

CASTELNAU-D'ANGLES

CASTELNAVET

CASTEX

CASTEX-D'ARMAGNAC

CASTILLON-DEBATS

CAUMONT

CAUPENNE-D'ARMAGNAC

CLERMONT-POUYGUILLES

CORNEILLAN

CRAVENCERES

CUELAS

DEMU

DUFFORT

EAUZE

ESPAS

ESTANG

ESTIPOUY

FUSTEROUAU

GEE-RIVIERE

IDRAC-RESPAILLES

L'ISLE-DE-NOE

LAAS

LABARTHETE

LABEJAN

LAGARDE-HACHAN

LAGUIAN-MAZOUS

LAMAZERE

LANNE-SOUBIRAN

LANNEMAIGNAN

LANNUX

LAUJUZAN

LE BROUILH-MONBERT

LE HOUGA

LELIN-LAPUJOLLE

LOUBEDAT

LOUBERSAN

LOUSSOUS-DEBAT

LUPPE-VIOLLES

MAGNAN

MANAS-BASTANOUS

MANCIET

MARSEILLAN

MAULEON-D'ARMAGNAC

MAULICHERES

MAUMUSSON-LAGUIAN

MAUPAS

MIELAN

MIRAMONT-D'ASTARAC

MIRANDE

MIRANNES

MONCASSIN

MONCLAR-SUR-LOSSE

MONGUILHEM

MONLEZUN

MONLEZUN-D'ARMAGNAC

MONPARDIAC

MONT-DE-MARRAST

MONTAUT

MONTESQUIOU

MORMES

MOUCHES

NOGARO

PALLANNE

PERCHEDE

PONSAMPERE

PONSAN-SOUBIRAN

POUYDRAGUIN

POUYLEBON

PRENERON

PROJAN

REANS

RICOURT

RIGUEPEU

RISCLE

SABAZAN

SADEILLAN

SAINT-ARAILLES

SAINT-CHRISTAUD

SAINT-ELIX-THEUX

SAINT-GERME

SAINT-GRIEDE

SAINT-JUSTIN

SAINT-MARTIN

SAINT-MARTIN-D'ARMAGNAC

SAINT-MAUR

SAINT-MEDARD

SAINT-MICHEL

SAINT-MONT

SAINT-OST

SAINTE-AURENCE-CAZAUX

SAINTE-CHRISTIE-D'ARMAGNAC

SAINTE-DODE

SALLES-D'ARMAGNAC

SARRAGACHIES

SARRAGUZANSAUVIAC

SEAILLES

SEGOS

SION

SORBETS

TARSAC

TERMES-D'ARMAGNAC

TILLAC

TOUJOUSE

TRONCENS

URGOSSE

VERGOIGNAN

VERLUS

VIELLA

VIOZAN

20.3.2017

Les communes suivantes dans le département des HAUTES-PYRENEES

IBOS

OROIX

SERON

8.3.2017

BORDES

CLARAC

COUSSAN

GONEZ

GOUDON

HOURC

LASLADES

LHEZ

MARQUERIE

MOULEDOUS

OLEAC-DESSUS

OUEILLOUX

OZON

PEYRAUBE

POUMAROUS

POUYASTRUC

SINZOS

SOUYEAUX

TOURNA

13.3.2017

ANTIN

BERNADETS-DEBAT

BONNEFONT

BOUILH-DEVANT

CAMPUZAN

ESTAMPURES

FONTRAILLES

FRECHEDE

GALAN

GALEZ

GAUSSAN

GUIZERIX

HAGEDET

LALANNE-TRIE

LAPEYRE

LARROQUE

LASCAZERES

LIBAROS

LUBRET-SAINT-LUC

LUBY-BETMONT

LUSTAR

MADIRAN

MAZEROLLES

MONLONG

OSMETS

PUNTOUS

PUYDARRIEUX

RECURT

SABARROS

SADOURNIN

SENTOUS

SOUBLECAUSE

TOURNOUS-DARRE

TRIE-SUR-BAISE

TROULEY-LABARTHE

VIDOU

VIDOUZE

VILLEMBITS

20.3.2017

Les communes suivantes dans le département des LANDES

AIRE-SUR-L'ADOUR

AMOU

ARBOUCAVE

ARGELOS

ARSAGUE

ARTASSENX

AUBAGNAN

AUDIGNON

AUDON

AURIS

BAHUS-SOUBIRAN

BAIGTS

BANOS

BAS-MAUCO

BASCONS

BASSERCLES

BASTENNES

BATS

BEGAAR

BELUS

BENESSE-LES-DAX

BENQUET

BERGOUEY

BEYRIES

BORDERES-ET-LAMENSANS

BOUGUE

BOURDALAT

BRASSEMPOUY

BRETAGNE-DE-MARSAN

BUANES

CAGNOTTE

CAMPAGNE

CANDRESSE

CARCARES-SAINTE-CROIX

CARCEN-PONSON

CASSEN

CASTANDET

CASTEL-SARRAZIN

CASTELNAU-CHALOSSE

CASTELNAU-TURSAN

CASTELNER

CAUNA

CAUPENNE

CAZERES-SUR-L'ADOUR

CLASSUN

CLEDES

CLERMONT

COUDURES

DOAZIT

DONZACQ

DUHORT-BACHEN

DUMES

ESTIBEAUX

EUGENIE-LES-BAINS

EYRES-MONCUBE

FARGUES

GAAS

GAMARDE-LES-BAINS

GARREY

GAUJACQ

GEAUNE

GIBRET

GOOS

GOUBERA

GOUSSE

GOUTS

GRENADE-SUR-L'ADOUR

HABAS

HAURIET

HAUT-MAUCO

HERM

HEUGAS

HINX

HONTANX

HORSARRIEU

LABASTIDE-D'ARMAGNAC

LABATUT

LACAJUNTE

LAGLORIEUSE

LAHOSSE

LAMOTHE

LARBEY

LARRIVIERE-SAINT-SAVIN

LATRILLE

LAUREDE

LAURET

LE FRECHE

LE LEUY

LE VIGNAU

LESGOR

LOUER

LOURQUEN

LUSSAGNET

MAGESQ

MANT

MAURIES

MAURRIN

MAYLIS

MEILHAN

MIMBASTE

MIRAMONT-SENSACQ

MISSON

MONGET

MONSEGUR

MONTAUT

MONTEGUT

MONFORT-EN-CHALOSSE

MONTGAILLARD

MONTSOUE

MOUSCARDES

MUGRON

NARROSSE

NERBIS

NOUSSE

ONARD

ORTHEVIELLE

OSSAGES

OUSEE-UZAN

OZOURT

PAYROS-CAZAUTETS

PECORADE

PREQUIE

PEYRE

PEYREHORADE

PHILONDENX

PIMBO

POMAREZ

PONTONX-SUR-L'ADOUR

POUDENX

POUILLON

POYANNE

POYARTIN

PRECHACQ_LES_BAINS

PUJO-LE-PLAN

PUYOL-CAZALETRENUNG

RIVIERE-SAAS-ET-GOURBY

SAINT-AGNET

SAINT-AUBIN

SAINT-CRICQ-CHALOSSE

SAINT-CRICQ-VILLENEUVE

SAINT-GEIN

SAINT-GEOURS-D'AURIBAT

SAINT-GEOURS-DE-MAREMNE

SAINT-JEAN-DE-LIER

SAINT-LON-LES-MINES

SAINT-LOUBOUER

SAINT-MAURICE-SUR-ADOUR

SAINT-PANDELON

SAINT-PAUL-LES-DAX

SAINT-PERDON

SAINT-SEVER

SAINT-VINCENT-DE-PAUL

SAINT-YAGUEN

SAMADET

SARRAZIET

SARRON

SERRES-GASTON

SAUBUSSE

SAUGNAC-ET-CAMBRAN

SERRES-GASTON

SOLFERINO

SORBETS

SORT-EN-CHALOSSE

SOUPROSSE

TARTAS

THETIEU

TILH

TOULOUZETTE

URGONS

VICQ-D'AURIBAT

VIELLE-TURSAN

YGOSSE-SAINT-SATURNIN

YZOSSE

20.3.2017

Les communes suivantes dans le département des PYRENEES-ATLANTIQUES

AAST

BARZUN

ESPOEY

GER

GOMER

HOURS

LIVRON

LUCGARIER

PONSON-DEBAT-POUTS

PONSON-DESSUS

8.3.2017

ARGELOS

ARGET

ARZACQ-ARRAZIGUET

ASTIS

AUGA

AURIAC

BALIRACQ-MAUMUSSON

BENESSE_MAREMNE

BASSIlLON-VAUZE

BETRACQ

BOUEILH-BOUEILHO-LASQUE

BUROSSE-MENDOUSSE

CAPBRETON

CARRERE

CASTEIDE-CANDAU

CASTETPUGON

CLARACQ

CORBERE-ABERES

COSLEDAA-LUBE-BOAST

COUBLUCQ

CROUSEILLES

DIUSSE

GARLIN

LABEYRIE

LALONQUETTE

LANNECAUBE

LASCLAVERIES

LASSERRE

LEMBEYE

LEME

LUC-ARMAU

MALAUSSANNE

MASCARAAS-HARON

MERACQ

MIOSSENS-LANUSSE

MONCAUP

MONCLA

MONPEZAT

MOUHOUS

ORX

PORTET

POULIACQ

POURSIUGUES-BOUCOUE

PUYOO

RAMOUS

RIBARROUY

SAINT-GIRONS-EN-BEARN

SAINT-MEDARD

SAMSONS-LION

SAULT-DE-NAVAILLES

SEMEACQ-BLACHON

SEVIGNACQ

TADOUSSE-USSAU

TARON-SADIRAC-VIELLENAVE

THEZE

VIGNES

VIVEN

20.3.2017

Les communes suivantes dans le département du LOT-ET-GARONNE

CANCON

LOUGRATTE

MONBAHUS

MONVIEL

MOULINET

PUCH-D'AGENAIS

RAZIMET

SAINT-MAURICE-DE-LESTAPEL

VILLEFRANCHE-DU-QUEYRAN

20.3.2017

Lidstaat: Italië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

Comune di Cavriana (MN): a est di SP18, Cascina Primavera e Cascina Sternera

Comune di Pozzolengo (MN): a sud-est di torrente Redone e cascina Vagriolo

Comune di Ponti sul Mincio (MN): a sud di SP106, a sud di via Zigagnolo, di SP19, a sud-ovest di Cascina La Valle, di Monte Casale, di Cascina Marchino e di Campuzzo

13.3.2017

Comune di Gazzo Veronese (VR): a sud di via Frassino, via Olmo Maccari, via Dante, via Frescà, via Bocche, via Belvedere, Piazza Pradelle, via Rossini, a est di via San Pietro, via Piazza, via Chiesone, a sud via Selici, a est SP79

Comune di Ostiglia (MN): a nord di SP80, SP482

Comune di Casaleone (VR): a ovest del fiume Tregnone

14.3.2017

Comune di Ponti sul Mincio (MN): a sud di SP106, SP20, a est e a sud di SP19, a sud di Cascina Marchino e di Zona Campuzzo e Centrale termoelettrica

Comune di Pozzolengo (BS): a sud SP106, via Martiti Pozzolenghesi, a ovest e a sud di via Sirmione, a est di Località Mondotella, a sud-est di SP13

Comune di Cavriana (MN): a est di SP8, via Georgiche, via Madonna della Porta, a nord –est della SP12, a nord di via Monte Pagano, strada Colli

20.3.2017

Comune di Monzambano (MN)

Comune di Volta Mantovana (MN): a nord dell'abitato di Bezzetti, Vinaldi e Pradetti

Comune di Valeggio sul Mincio (VR): a ovest del Monte Magrino

20.3.2017

Lidstaat: Hongarije

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

Bács-Kiskun és Tolna megyének az N46.254465, E18.963625 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe

14.3.2017

Somogy megyének az N46.2391 és az E17.5382 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területei

10.3.2017

Jász-Nagykun-Szolnok megyének az N47.45979 és az E20.61417 és az N47.44069 és az E 20.61595 GPS koordináták által meghatározott pontok körüli 3 km sugarú körön belül eső területei

20.3.2017

Lidstaat: Polen

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu przecięcia drogi powiatowej nr 1282F z drogą prowadzącą do posesji nr 14 w miejscowości Koszęcin linia granicy biegnie w kierunku północnym do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 18, 23 (Nadleśnictwo Lubniewice), po czym skręca w kierunku wschodnim i biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 17, 22, 23. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowy i biegnie od skrzyżowania ulicy Platynowej z drogą polną, przy posesji nr 3B w miejscowości Dzierżów. Następnie linia granicy załamuje się i biegnie w kierunku południowo — wschodnim, po łuku, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1395F z drogą prowadzącą między posesjami nr 23 i 25 w miejscowości Krasowiec. Następnie linia granicy dalej biegnie w tym samym kierunku, do drogi gminnej 001321F, przy posesji nr 89 w miejscowości Bolemin, po czym zmienia kierunek na południowy i biegnie, przecinając drogę powiatową nr 1397F, do punktu przesunięcia oddziału leśnego nr 49, 50, 72, 73 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy biegnie w kierunki zachodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 54, 55, 78, 79 (Nadleśnictwo Lubniewice), po czym zmienia kierunek na północno-zachodni, omija od północy miejscowość Rudnica i biegnie do skrzyżowania drogi kolejowej z ulicą Lubuską w miejscowości Rudnica. Następnie linia granicy biegnie w kierunku zachodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 32, 33, 39 (Nadleśnictwo Lubniewice). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północny i biegnie do punktu przecięcia działki katastralnej nr 173, 201, 202, po czym dalej w kierunku północnym, przecinając rzekę Wartę, biegnie do punktu przecięcia działki katastralnej nr 142/4, 142/5 w miejscowości Chwałowice. Po czym dalej na północ do skrzyżowania dróg gminnych nr 000416F i 000414F, a następnie zmienia swój kierunek na wschodni i biegnie do punktu początkowego, skąd rozpoczęto opis.

7.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu przecięcia działki katastralnej nr 410, 405, 404 w miejscowości Santok, linia granicy biegnie w kierunku wschodnim, przecinając rzekę Noteć, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 9, 11/1, 11/2 w miejscowości Stare Polichno. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowo-wschodni i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1401F z drogą prowadzącą do posesji nr 13 w miejscowości Małe Polichno. Dalej linia granicy biegnie w kierunku południowo-wschodnim, po łuku, przecinając drogę wojewódzką nr 158, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 20, 21, 48, 49 (Nadleśnictwo Karwin), po czym załamuje się i biegnie w kierunku południowym, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 112, 113, 146, 147 (Nadleśnictwo Karwin). Następnie linia granicy biegnie w kierunku zachodnim, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 336, 288, 289 w miejscowości Gościnowo, po czym biegnie dalej w tym samym kierunku, po łuku, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 202, 194/6, 195/7 w miejscowości Warcin. Następnie linia granicy zmienia kierunek na północno-zachodni i biegnie, przecinając rzekę Wartę do skrzyżowania drogi gminnej nr 001328F z droga prowadzącą do posesji nr 85, 83a, 83 w miejscowości Borek, po czym zmienia kierunek na północny, i biegnie do punktu przecięcia działki katastralnej nr 212, 213, 200 w miejscowości Santok, po czym biegnie, przecinając rzekę Wartę i drogę wojewódzką nr 158, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 410, 405, 404 w miejscowości Santok, skąd rozpoczęto opis.

7.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od skrzyżowania dróg gminnych nr 001343F i 001341F w miejscowości Ulim, granica obszaru biegnie w kierunku południowo-wschodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 13, 14, 20, 21 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na południowy i biegnie po łuku, przecinając drogę krajową nr 22 oraz drogę powiatową nr 1395F między posesjami nr 6 i 4 w miejscowości Białobłocie, do skrzyżowania dróg na wysokości posesji nr 44 w miejscowości Białobłocie. Następnie linia granicy załamuje się i dalej biegnie w kierunku południowym, przecinając drogę krajową nr 22, drogę powiatową nr 1397F, Kanał Kiełpiński, omijając od strony północnej zabudowania miejscowości Kiełpin, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 54, 77, 78 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Tutaj linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie w kierunku północno-zachodnim do punktu przecięcia działki katastralnej nr 77/1, 88/1, 80 w miejscowości Łąków. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na północny i biegnie, przecinając Kanał Bema, rzekę Wartę, do skrzyżowania drogi gminnej nr 000414F z drogą prowadzącą do posesji nr 80 w miejscowości Chwałowice. Następnie linia granicy biegnie po łuku dalej w kierunku północnym, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1393F z drogą przebiegającą obok posesji nr 75 w miejscowości Chwałowice. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie, przecinając rzekę Wartę, w kierunku północno-wschodnim, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 310, 299, 205 w miejscowości Ulim przy drodze gminnej nr 001349F. Tutaj linia granicy zmienia swój kierunek na kierunek wschodni i biegnie do skrzyżowania dróg gminnych nr 001343F i 001341F w miejscowości Ulim, skąd rozpoczęto opis.

7.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od 52-go kilometra drogi wojewódzkiej nr 22 w miejscowości Krasowiec, linia granicy obszaru biegnie po łuku w kierunku południowo-wschodnim, do skrzyżowania drogi gminnej nr 001320F z drogą prowadzącą do drogi gminnej nr 001318F.

Następnie linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie w kierunku południowym do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1397F z drogą gminną nr 001318F. Następnie, po łuku, linia granicy biegnie omijając od strony zachodniej większość zabudowań miejscowości Orzelec, do punktu przecięcia nr 101, 102, 123, 124 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy załamuje się i biegnie dalej w kierunku południowym, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 221, 222, 253, 254 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy zmienia kierunek na zachodni i biegnie, przecinając drogę krajową nr 22, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 115, 116, 138, 139 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy zmienia kierunek na północny i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1282F z drogą prowadzącą do posesji nr 14A w miejscowości Rudnica. Następnie linia granicy biegnie dalej w kierunku północnym do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1282F z drogą powiatową nr 1397F w miejscowości Płonica. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na północno-wschodni i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1395F z drogą prowadzącą do posesji nr 48 w miejscowości Krasowiec. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na wschodni i biegnie do 52-go kilometra drogi wojewódzkiej nr 22 w miejscowości Krasowiec, skąd rozpoczęto opis.

7.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od północy: z miejscowości Golędzinów drogą gminną do miejscowości Wilczyn. Z Wilczyna drogą wojewódzką 340 do miejscowości Trzebnica; od wschodu: z miejscowości Kryniczno drogą krajową nr 5 do miejscowości Wisznia Mała do (terenów podmokłych) — rzeczka Ława, następnie wzdłuż rzeczki i następnie drogą gminną do miejscowości Pierwoszów (Miłocin) i dalej wzdłuż torów kolejowych do miejscowości Trzebnica; od strony południowej: z miejscowości Szewce przez miejscowość Rogoż do Kryniczna drogą gminną; od strony zachodniej: od miejscowości Golędzinów droga nr 342 poprzez miejscowości Pęgów, Zajączków do miejscowości Szewce.

7.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od południowego zachodu: od drogi krajowej nr S8 na zachód do granicy lasu, wschodnią granicą lasu na północ, po granicy lasu do drogi krajowej nr 25, włączając przysiółek Katiusza na południe drogą DK 25 i granicą lasu na wschód do drogi krajowej nr S8, przekraczając drogę krajową nr S8 w kierunku wschodnim włączając miejscowość Cieśle do torów kolejowych, torami kolejowymi na południe do drogi powiatowej Bogusławice-Oleśnica, tą drogą do miasta Oleśnica do ulicy Warszawskiej na zachód. Ulicą Warszawską w Oleśnicy do ulicy Boguszyckiej, ulicą Boguszycką, drogą powiatową na Boguszyce, włączając miejscowość Boguszyce w kierunku północnym do drogi krajowej nr S8. W obszarze zapowietrzonym znajdują się następujące miejscowości: Sokołowice, Cieśle, Spalice.

7.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od ul. 28 grudnia w Stęszewie, przez działkę nr 60/5 dalej przez Jezioro Dębno, łukiem do początku działki nr 279, dalej przez działkę nr 281 do ul. Powstańców Wielkopolskich, w Dębienku, przez działkę nr 374/4, łukiem do działki nr 376, dalej do ul. Podgórnej i Czereśniowej w Dębnie, przez posesję nr 5 przy ul. Czereśniowej, dalej ukosem do ul. Nowej do działki nr 71/5, łukiem do ul. Generała Sikorskiego przez działkę nr 227/1, po łuku przez las do działki nr 414/2, przez działkę nr 438/2; od wschodu: od działki nr 438/2 łukiem przez pola i za miejscowością Trzebaw przecinając działkę nr 77/1, przechodząc przez ul. Kościelną i dalej przez ul. Mosińską łukiem przez las, przez działkę nr 407, przez działkę nr 218, przechodząc za miejscowością Łódź, przez działkę nr 392, przez Jezioro Dymaczewskie, przecinając drogę nr 306, na działce nr 292; od południa: od drogi nr 306, przez ul. Podgórną na działce nr 252/3, wzdłuż działki nr 225, przez pola miejscowości Będlewo, przecinając łukiem do drogi nr 5 Poznań — Wrocław; od zachodu: od drogi 5, przy działce nr 466 — łukiem przez las, przez działkę nr 463, przecinając ul. Twardowską w Zamysłowie, przez działki nr 385/2, 342/2, łukiem do ul. Moderskiej przez działkę nr 340/3, łukiem przez pola i działkę nr 158/2, przecinając ul. Grodziską przez działki nr 116/5 i 117/5, dalej łukiem przez działki nr 118/2, 87/11, 80/4 i dalej łukiem przez działkę nr 76/5, przecinając ul. Sadową na wysokości działki nr 33/4 i dalej łukiem przez ul. Bukowską wzdłuż działki nr 56/4, wzdłuż działki nr 218/2 i dalej wzdłuż 295/5 przecinając ul. Kanałową i dochodząc do Jeziora Dębno.

7.3.2017

W województwie śląskim, obszar ograniczony, od północy na wschód: od kładki przy drodze krajowej nr 941 przez rzekę przy przystanku autobusowym Ustroń-Spółdzielnia wzdłuż drogi na Krzywaniec do skrzyżowania z ulicą Bernadka i dalej wzdłuż tej ulicy. Następnie wzdłuż żółtego szlaku turystycznego pieszego do granicy lasu na wzgórzu Żarnowiec. Od wschodu: wzdłuż drogi leśnej do skrzyżowania z żółtym szlakiem turystycznym pieszym w kierunku południowym do jej skrzyżowania z ulicą Źródlaną. Następnie wzdłuż ulic Leczniczej, Ubocznej, Szpitalnej i Grażyńskiego do ronda im. Grażyńskiego. Od południa: z ronda im. Grażyńskiego idąc ulicą 3-go Maja do ulicy Partyzantów i po przejściu przez drogę krajową nr 941 ulicą Jelenica do przysiółka Kympa. Od zachodu: od przysiółka Kympa wzdłuż granicy lasu do potoku Czantoria i dalej wzdłuż potoku w kierunku północnym i dalej wzdłuż łączącego się z nim potoku Radoń, aż do drogi Godziszów — Bładnice Górne. Od północy: drogą lokalną do skrzyżowania z ulicą Bładnicką, a następnie ulicami Szkolną i Wiejską w kierunku drogi krajowej nr 941.

7.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od północy: od granicy państwa z Republiką Federalną Niemiec od wiaduktu kolejowego Zgorzelec Ujazd wzdłuż torów przebiegających przez Zgorzelec (linia kolejowa łącząca Zgorzelec Ujazd — Lubań) przecinająca ulice: Powstańców Śląskich, Łużycka, Andersa, Cmentarna przy obwodnicy Zgorzelca. Od wschodu: linia kolejowa relacji Zgorzelec — Lubań ciągnąca się na wschód w odległości około 800 m od miejscowości Jerzmanki, prowadząca następnie do wiaduktu nad drogą łączącą Studniska Dolne ze Studniskami Górnymi, następnie od wiaduktu drogą na zachód do Studnisk Dolnych. Od południa: ze Studnisk Dolnych drogą do Kunowa, następnie z Kunowa drogą przy zabudowaniach nr 22 w kierunku Małej Wsi Dolnej do zabudowań nr 8 i 9 w Małej Wsi Dolnej, następnie drogą gminną z Małej Wsi Dolnej w kierunku Zgorzelca do skrzyżowania drogi Kunów-Koźmin i następnie na zachód do drogi nr 352 do Koźmina. Od zachodu: następnie drogą nr 352 do skrzyżowania z drogą nr 355, od tego skrzyżowania na zachód drogą polną koło elektrowni wiatrowych w kierunku Osieka Łużyckiego, następnie na północ drogą do Koźlic i wzdłuż rzeki Nysa Łużycka (granica państwa), do kolejowego przejścia granicznego Zgorzelec — Goerlitz. W obszarze zapowietrzonym znajdują się miejscowości: Tylice, Zgorzelec Ujazd, Koźlice, Osiek Łużycki, Kunów, Koźmin, Studniska Dolne.

9.3.2017

W województwie podlaskim, obszar ograniczony, od północy — wzdłuż północnej granicy miejscowości Krypno Kościelne łukiem w kierunku południowo — wschodnim do drogi łączącej miejscowość Krypno Kościelne z miejscowością Ruda przecinając drogę od zachodniej strony miejscowości Ruda; od wschodu — od drogi łączącej miejscowość Krypno Kościelne z miejscowością Ruda wzdłuż linii prostej w kierunku południowym po wschodniej stronie brzegów rzeki Jaskranki do północnej granicy miejscowości Góra; od południa — od północnej granicy miejscowości Góra łukiem w kierunku północno — zachodnim do drogi nr 671 przecinając drogę na południe od miejscowości Zygmunty; od zachodu — od drogi nr 671 w linii prostej w kierunku północnym do wschodniej granicy miejscowości Długołęka i następnie w kierunku wschodnim do miejscowości Krypno Kościelne.

15.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od posesji nr 57 we wsi Chojnik w kierunku południowo wschodnim do jazu na rzece Polska Woda koło jazu, który znajduje się na działce ewidencyjnej nr 346, następnie do drogi polnej na wysokości połowy działki ewidencyjnej nr 223 (Kuźnica Kącka, gmina Sośnie), dalej podążając na południe do granic powiatu ostrowskiego z ostrzeszowskim przy zbiegu granic działek nr 257, 258 oraz działki nr 2 w powiecie oleśnickim, następnie od granicy powiatu ostrowskiego na styku działek nr 307, 3/1 oraz 313, kolejno linia przebiega do zabudowań we wsi Kocina działka ewidencyjnej nr 86, kolejno do skrzyżowania duktów leśnych na środku działki nr 282 (obręb Kocina), następnie do zabudowań we wsi Chojniki numer posesji nr 77A, działka ewidencyjna nr 742, dalej do punktu początkowego (Chojnik posesja nr 57).

15.3.2017

W województwie mazowieckim, w powiecie białobrzeskim, w gminie Promna miejscowości: Promna, Adamów, Biejkowska Wola, Falęcice, Falęcice Wola, Góry, Falęcice Parcela, Kolonia Promna, Stansławów.

16.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony od strony północnej: od punktu na drodze przy posesji nr 91 Biskupice Zabaryczne na działce ewidencyjnej. nr 395 (obręb ewidencyjny Biskupice Zabaryczne) linia obszaru biegnie po łuku w kierunku wschodnim do punktu na drodze na granicy powiatów ostrzeszowskiego i ostrowskiego przy działce ewidencyjnej nr 64 przy posesji nr 135 Biskupice Zabaryczne i dalej przez punkt na drodze przy działce ewidencyjnej nr 55 między posesjami nr 132 a 133 (Biskupice Zabaryczne) do punktu na drodze przy granicy działek nr 12 i 13 (obręb ewidencyjny Kaliszkowice Ołobockie), a następnie po łuku do punktu na drodze przy granicy działek ewidencyjnych nr 410/1 i 410/11 przy posesji nr 62C (Kaliszkowice Ołobockie). Od strony wschodniej: od punktu na drodze przy granicy działek ewidencyjnych nr 410/1 i 410/11 przy posesji nr 62C (Kaliszkowice Ołobockie) linia obszaru biegnie w kierunku południowym do punktu na drodze przy granicy działek nr 136 i 137 obręb Kaliszkowice Kaliskie i dalej do punktu na drodze przy posesji nr 134 (Kaliszkowice Kaliskie), a następnie do punktu na drodze wojewódzkiej nr 447 przy na granicy lasu z działką ewidencyjną nr 265/2 (obręb ewidencyjny Przedborów), dalej łukiem do punktu na drodze przy granicy z działką ewidencyjną nr 89 (obręb ewidencyjny Komorów) przy granicy z lasem.

Od strony południowej: od punktu na drodze przy granicy z działką ewidencyjną nr 89 (obręb ewidencyjny Komorów) po łuku w kierunku zachodnim do punktu na skrzyżowaniu dróg powiatowej z gminną przy posesjach nr 66 i 66A (Komorów), następnie do punktu na drodze wojewódzkiej nr 447 w km 7+700 przy granicy działek ewidencyjnych 805 i 807 (obręb ewidencyjny Mikstat-Pustkowie) i dalej do punktu przecięcia drogi w miejscowości Mikstat-Pustkowie z linią sieci gazowej biegnącej wzdłuż zachodniej granicy działki ewidencyjnej nr 981 (obręb ewidencyjny Mikstat-Pustkowie).

Od strony zachodniej: od punktu przecięcia drogi w miejscowości Mikstat-Pustkowie z linią sieci gazowej biegnącej wzdłuż zachodniej granicy działki ewidencyjnej nr 981 (obręb ewidencyjny Mikstat-Pustkowie) po łuku w kierunku północnym przez punkt na drodze powiatowej przy posesji nr 120 (Kotłów) do punktu na drodze przy posesji nr 7 (Stara Wieś powiat ostrowski) i dalej po łuku do punktu początkowego.

16.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od posesji nr 57 we wsi Chojnik w kierunku południowo wschodnim do jazu na rzece Polska Woda koło jazu, który znajduje się na działce ewidencyjnej nr 346, następnie do drogi polnej na wysokości połowy działki ewidencyjnej nr 223 (Kuźnica Kącka, gmina Sośnie), dalej podążając na południe do granic powiatu ostrowskiego z ostrzeszowskim przy zbiegu granic działek nr 257, 258 oraz działki nr 2 w powiecie oleśnickim, następnie od granicy powiatu ostrowskiego na styku działki nr 307, 3/1 oraz 313, kolejno linia przebiega do zabudowań we wsi Kocina działka ewidencyjna nr 86, kolejno do skrzyżowania duktów leśnych na środku działki nr 282 (obręb Kocina), następnie do zabudowań we wsi Chojniki numer posesji nr 77A, działka ewidencyjna nr 742, dalej do punktu początkowego (Chojnik posesja nr 57).

17.3.2017

W województwie kujawsko-pomorskim, obszar ograniczony, od wschodu — wzdłuż wschodniej granicy miejscowości Bródzki, do drogi krajowej nr 62 łączącej Kruszwicę z Radziejowem; od południa — od drogi krajowej nr 62 w kierunku zachodnim przez Jezioro Gopło do drogi łączącej Baranowo z miejscowością Kruszwica; od południowego zachodu — od drogi powiatowej łączącej Kruszwicę z miejscowością Baranowo dalej wzdłuż południowo — zachodnich granic miejscowość Łagiewniki do skrzyżowania z drogą krajową nr 62, następnie wzdłuż zachodniej granicy miejscowości Kobylniki w kierunku północnym do Jeziora Gopło; od północy — od Jeziora Gopło w kierunku wschodnim do drogi łączącej Kruszwicę z Łojewem, dalej wzdłuż południowej granicy miejscowości Karczyn, dalej w kierunku południowo-wschodnim do miejscowości Bródzki.

16.3.2017

W województwie lubuskim, obszar ograniczony, od północy od przecięcia linii energetycznej z granicą gminy Kożuchów, dalej na południowy — wschód wzdłuż linii energetycznej przecinając drogę nr 297 do przecięcia linii energetycznej z nieczynną linią kolejową Kożuchów — Nowa Sól, dalej w linii prostej na południe do rozwidlenia dróg Czciradz- Kożuchów Sokołów, następnie na południowy — zachód wyłączając wieś Czciradz do przecięcia z drogą nr 283 i dalej w linii prostej na południowy — zachód do drogi nr 297 wzdłuż granicy miasta Kożuchów (wyłączając wieś Podbrzezie Górne) przecinając drogę nr 296, potem w kierunku północno — zachodnim do skrzyżowania dróg Mirocin Górny — Bulin — Kożuchów, następnie w linii prostej w kierunku północnym do drogi nr 283, potem na północny-wschód obejmując wieś Słocina w obszarze zapowietrzonym od strony północnej. W obszarze zapowietrzonym znajdują się miejscowości położone w gminie Kożuchów: Kożuchów, Podbrzezie Dolne, Słocina.

17.3.2017

Lidstaat: Roemenië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

Municipiul GIURGIU, judeţul GIURGIU.

Localitatea CETATEA, comuna Fratesti, judeţul GIURGIU.

Localitatea REMUS, comuna FRATESTI, judeţul GIURGIU.

Localitatea OINACU, comuna Oinacu, judeţul GIURGIU.

Localitatea FRATESTI, comuna FRATESTI, judeţul GIURGIU.

10.3.2017

Localitatea ALMALAU, comuna OSTROV, judeţul Constanţa.

14.3.2017

Localitatea Sulina, comuna Sulina, judeţul Tulcea.

14.3.2017

Localitatea FURNICOSI, comuna MIHAESTI, județul Arges.

Localitatea MIHAESTI, comuna MIHAESTI, județul Arges.

Localitatea RUDENI, comuna MIHAESTI, județul Arges.

Localitatea VALEA BRADULUI, comuna MIHAESTI, județul Arges.

Localitatea DRAGHICI, comuna MIHAESTI, județul Arges.

Localitatea VALEA POPII, comuna MIHAESTI, județul Arges.

Localitatea PRIBOAIA, comuna BALILESTI, județul Arges.

24.3.2017

Lidstaat: Slowakije

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

Okres Malacky

Obce:

Vysoká pri Morave

11.3.2017”

d)

de vermelding voor het Verenigd Koninkrijk wordt vervangen door:

„Lidstaat: Verenigd Koninkrijk

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG

The area of the parts of Lancashire County (ADNS code 00151 ) contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N53.9325 and W2.9503

7.3.2017

Those parts of Suffolk and Norfolk County (ADNS code 00162 and 00154 ) contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N52.3669 and E0.9819

11.3.2017

Those parts of Northumberland County (ADNS code 00169 ) contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N54.6625 and E2.5069

18.3.2017”

2)

Deel B wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermeldingen voor Bulgarije, Tsjechië, Duitsland en Griekenland worden vervangen door:

„Lidstaat: Bulgarije

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

PLOVDIV

Municipality of Rakovski:

Momino selo

Rakovski

Stryama

14.3.2017

Municipality of Brezovo:

Choba

Brezovo

Padarsko

Streltzi

Sarnegor

Drangovo

Varben

Zlatosel

Zelenikovo

Brezovo

Choba

Boretz

Babek

Zelenikavo

Rozovets

Turkmen

14.3.2017

Municipality of Brezovo:

Otetz Kirilovo

6.3.2017 tot en met 14.3.2017

Municipality of Kaloyanovo:

Otetz Paisievo

Razhevo Konare

Gorna Mahala

Pesnopoy

Ivan Vazovo

Chernozemen

Razhevo

Glavatar

Dalgo pole

Zhitnitsa

Duvanlii

14.3.2017

Municipality of Kaloyanovo:

Begovo

Suhozem

6.3.2017 tot en met 14.3.2017

Municipality of Hisarya

Chernichevo

14.3.2017

STARA ZAGORA

Municipality of Bratya Daskalovi:

Saedinenie

Pravoslav

Bratya Daskolovi

Gorno Belevo

Kolyu Marinovo

Dolno Novo selo

Malko Dryanovo

Naydenovo

Sarnavets

Slavyani

14.3.2017

Municipality of Bratya Daskalovi:

Veren

Malak dol

Markovo

Medovo

Golyam dol

1.3.2017 tot en met 9.3.2017

Municipality of Chirpan:

Sredno gradishte

Izvorovo

Zlatna livada

Spasowo

Stoyan Zaimovo

14.3.2017

HASKOVO

Municipality of Haskovo:

Klokotnitza

9.3.2017

Municipality of Mineralni bani:

Susam

Tatarevo

9.3.2017

Municipality of Dimitrovgrad:

Gorski izvor

1.3.2017 tot en met 9.3.2017

Municipality of Dimitrovgrad:

Kasnakovo

Dobrich

Krum

Svetlina

Bodrovo

Varbitza

Skobelevo

Yabalkovo

Velikan

9.3.2017

Municipality of Stambolovo

Balkan

17.3.2017 tot en met 25.3.2017

Municipality of Haskovo

Golemantsi

Dolno golemantsi

Maslonowo

Gorno voivodino

Folno voivodino

Mandra

Orlovo

Gabrovo

25.3.2017

DOBRICH

Municipality of Shabla:

Smin

Chernomortzi

1.3.2017 tot en met 9.3.2017

Municipality of Shabla:

Vaklino

Durankulak

Zahari Stoyanovo

Staevtzi

Tvardizta

9.3.2017

Municipality of Kavarna:

Bilo

9.3.2017

KARDZHALI

Municipality of Kardzhali

Chiflik

Bashtino

Murgovo

Madrets

Perperek

Kokiche

Gorna polyana

Svatbare

Kaloyantsi

Gorna krepost

Folna krepost

Chereshitsa

Most

Chernyovtsi

Dobrinovo

Maistorovo

Dolishte

Konevo

Miladinovo

Byala polyana

Strahil voivode

Sestrinsko

Rudina

25.3.2017

Municipality of Kardzhali

Krin

Tatkovo

Zvinitsa

17.3.2017 tot en met 25.3.2017

SILISTRA

Municipalty of Silistra

city of Silistra

Balgarka

Borovo

Sratsimir

Babuk

Tsenovich

Kalipetrovo

23.3.2017

Lidstaat: Tsjechië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Biskoupky na Moravě (604755), Bohutice (606677), Čučice (624373), Dobelice (626821), Dobřínsko (627917), Dolní Kounice (629286), Hlína u Ivančic (639184), Hrubšice (648639), Jezeřany (659428), Maršovice (659436), Kadov (661961), Kratochvilka (644133), Kubšice (676888), Lesonice u Moravského Krumlova (680249), Moravské Bránice (698890), Miroslavské Knínice (695394), Neslovice (703729), Nové Bránice (706043), Olbramovice u Moravského Krumlova (709930), Padochov (717371), Petrovice u Moravského Krumlova (720178), Polánka u Moravského Krumlova (725064), Silůvky (747815), Trboušany (768057), Zbýšov u Oslavan (792110), Babice u Rosic (600709), Branišovice (609374), Cvrčovice u Pohořelic (618152), Čermákovice (619698), Dolní Dubčany (628956), Džbánice (634310), Horní Dubňany (642843), Míšovice (645699), Jamolice (656674), Ketkovice (664855), Kupařovice (677582), Loděnice u Moravského Krumlova (686344), Lukovany (689041), Malešovice (690872), Mělčany u Ivančic (692786, Miroslav (695378), Našiměřice (701661), Němčičky (703052), Omice (711195), Ořechov (712612), Pravlov (733016), Radostice u Brna (738310), Rosice u Brna (741221), Rybníky na Moravě (744026), Senorady (747530), Skalice u Znojma (747947), Střelice u Brna (757438), Suchohrdly u Miroslavi (759210), Šumice (764248), Tetčice (766861), Tulešice (771449), Vémyslice (779971), Zakřany (790478), Zastávka (791113), Vedrovice (777536), Zábrdovice u Vedrovic (798754)

10.3.2017

Němčice u Ivančic (655813), Alexovice (655821), Budkovice (615595), Ivančice (655724), Kounické Předměstí (655741), Letkovice (655830), Moravský Krumlov (699128), Nová Ves u Oslovan (705659), Rokytná (699225), Oslavany (713180), Řeznovice (745421)

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

Bavory (601209), Dobré Pole (627259), Dolní Věstonice (630331), Horní Věstonice (644579), Ivaň (655708), Nová Ves u Pohořelic (705667), Novosedly na Moravě (706973), Perná (719242), Březí u Mikulova (613908), Jevišovka (659363), Klentnice (666149), Litobratřice (685356), Nový Přerov (707864), Pavlov u Dolních Věstonic (718394), Pohořelice nad Jihlavou (724866), Popice (725757), Pouzdřany (726729), Přibice (735311), Strachotín (755893), Troskotovice (768553), Vlasatice (783307) a Vranovice nad Svratkou (785512)

10.3.2017

Brod nad Dyjí (612642), Dolní Dunajovice (628964), Drnholec (632520), části katastrálního území Mušov (700401) a Pasohlávky (718220), přičemž východní hranice území tvoří silnice E461

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

600032 Adamov u Českých Budějovic, 607746 Borovany, 702056 Borovnice u Českých Budějovic, 622281 České Budějovice 5, 622320 Dobrá Voda u Českých Budějovic, 685143 Dolní Miletín, 630586 Domanín u Třeboně, 702064 Doubravice u Nedabyle, 633534 Dubičné, 769371 Dvorec u Třebče, 702072 Heřmaň u Českých Budějovic, 639192 Hlincová Hora, 785679 Hlinsko u Vráta, 607754 Hluboká u Borovan, 685151 Horní Miletín, 793914 Hvozdec u Lišova, 780880 Jedovary, 660141 Jílovice u Trhových Svinů, 743461 Jivno, 662208 Kaliště u Českých Budějovic, 667773 Kojákovice, 668753 Komařice, 667781 Kramolín u Kojákovic, 783242 Lhota u Vlachnovic, 682829 Libín, 685178 Lišov, 756571 Lomec, 697125 Mladošovice, 702102 Nedabyle, 702111 Nová Ves u Českých Budějovic, 780898 Ostrolovský Újezd, 780901 Otěvěk, 668761 Pašinovice, 719935, Petrovice u Borovan, 768430 Radostice u Trocnova, 780910 Rankov u Trhových Svinů, 743470 Rudolfov u Českých Budějovic, 752835 Spolí u Ledenic, 753131 Srubec, 754331 Staré Hodějovice, 756598 Strážkovice, 758035 Střížov nad Malší, 763489 Štěpánovice u Českých Budějovic, 768448 Trocnov, 769398 Třebeč, 662216 Třebotovice, 741621 Vidov, 783251 Vlachnovice, 793922 Vlkovice, 785687 Vráto, 607771 Vrcov, 793931 Zvíkov u Lišova

11.3.2017

679798 Ledenice, 791628 Ohrazení, 750441 Slavošovice u Lišova, 662224 Zaliny, 791644 Zborov

3.3.2017 tot en met 11.3.2017

601179 Bavorov, 766836 Běleč, 636657 Blanice, 633186 Borčice, 615579 Budkov u Husince, 764167 Buk pod Boubínem, 623776 Čichtice, 629294 Dachov, 629308 Dolní Kožlí, 633194 Dub u Prachatic, 633208 Dubská Lhota, 633216 Dvorec u Dubu, 679518 Dvory u Lažišť, 636665 Hájek u Bavorova, 629316 Horní Kožlí, 789135 Horní Záblatí, 649694 Horouty, 647608 Hracholusky u Prachatic, 649708 Husinec, 679526 Chlístov u Lažišť, 633224 Javornice u Dubu, 732737 Kahov, 764175 Kosmo, 672319 Krajníčko, 679534 Kratušín, 679542 Lažiště, 737615 Libotyně, 737623 Lštění u Radhostic, 604577 Měkynec, 629324 Mojkov, 704636 Nišovice, 732745 Oseky, 651711 Pěčnov, 732630 Prachatice, 757110 Protivec, 737631 Radhostice, 789160 Saladín, 732753 Stádla, 732711 Staré Prachatice, 757128 Strunkovice nad Blanicí, 759970 Svatá Maří, 757136 Svojnice, 757144 Šipoun, 763918 Štítkov, 764205 Šumavské Hoštice, 679551 Švihov u Lažišť, 766852 Těšovice u Prachatic, 601195 Tourov, 759988, 773328 Uhřice u Vlachova Březí, 672327 Útěšov, 782670 Vitějovice, 794678 Vojslavice u Žárovné, 732761 Volovice, 649716 Výrov u Husince, 789178 Záblatí u Prachatic, 679569 Zábrdí u Lažišť, 792284 Zdenice, 794686 Žárovná, 701718 Žernovice, 757152 Žíchovec

10.3.2017

651702 Chlumany, 652326 Chocholatá Lhota, 633241 Lipovice, 772071 Újezdec u Tvrzic, 783293 Vlachovo Březí

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

609277 Brandýs nad Orlicí, 622630 České Libchavy, 712108 Dobrá Voda u Orlického Podhůří, 627861 Dobříkov, 642975 Dolní Jelení, 633933 Dvořisko, 643327 Horní Libchavy, 651974 Choceň v jižní části vymezené hranicí silnic č. 312 a 317, 653101 Chotěšiny, 658197 Jehnědí, 790737 Kosořín, 687031 Loučky, 723894 Němčí, 633941 Nořín, 717053 Oucmanice, 721824 Plchovice, 721859 Plchůvky, 712141 Rviště, 627879 Rzy, 712159 Říčky u Orlického Podhůří, 746487 Seč u Brandýsa nad Orlicí, 749681 Slatina u Vysokého Mýta, 752444 Sopotnice, 753165 Sruby, 758761 Sudislav nad Orlicí, 758906 Sudslava, 707601 Svatý Jiří, 767263 Tisová u Vysokého Mýta v severní části vymezené spojnicí vedenou mezi hranicí katastrálních území 790745 Zálší u Chocně a 785211 Vračovice a ulicí Kpt. Poplera ve Vysokém Mýtě, 723908 Turov, 773948 Újezd u Chocně, 778630 Velká Skrovnice, 784231 Voděrady u Českých Heřmanic, 785211 Vračovice, 788228 Vysoké Mýto v severní části vymezené vodním tokem řeky Loučná, 790745 Zálší u Chocně, 790958 Zámrsk a 791024 Zářecká Lhota; 607614 Borohrádek, 623539 Číčová, 631426 Doudleby nad Orlicí, 651206 Chleny, 670197 Kostelec nad Orlicí, 670332 Kostelecká Lhota, 651222 Krchleby u Kostelce nad Orlicí, 681539 Lhoty u Potštejhna, 619787 Malá Čermná nad Orlicí, 693201 Merklovice, 681547 Polom u Potštejna, 726508 Potštejn, 681555 Proruby u Potštejna, 651249 Svídnice u Kostelce nad Orlicí, 607622 Šachov u Borohrádku, 776785 Vamberk, 619795, Velká Čermná nad Orlicí, 651257 Vrbice u Kostelce nad Orlicí, 631442 Vyhnánov, 790915 Záměl, 792268 Zdelov

10.3.2017

603236 Běstovice, 748510 Bošín u Chocně, 638269 Hemže, 651974 Choceň v severní části vymezené hranicí silnic č. 312 a 317, 668036 Koldín, 699837 Mostek nad Orlicí, 701645 Nasavrky u Chocně a 748528 Skořenice; 607819 Borovnice u Potštejna, 670359 Kostelecké Horky, 607843 Rájec

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

601128 Bašť, 608076 Bořanovice, 609048 Brandýs nad Labem, 609773 Brázdim, 617172 Byšice, 703656 Byškovice, 708976 Čenkov, 669059 Konětopy, 669644 Korycany, 675806 Křenek, 680931 Lhota u Dřís, 703621 Libiš, 617199 Liblice, 691437 Malý Újezd, 791008 Martinov, 703567 Neratovice, 708828 Obříství, 717550 Panenské Břežany, 725218 Polerady u Prahy, 734209 Předboj, 746673 Sedlec u Líbeznic, 609170 Stará Boleslav, 758892 Sudovo Hlavno, 771261 Tuhaň, 777960 Veliká Ves u Prahy, 666785 Záboří u Kel, 609226 Zápy, 731552 Miškovice, 731528 Třeboradice

10.3.2017

705403 Čakovičky, 703664 Lobkovice, 705411 Nová Ves u Prahy

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

602868 Beroun — ohraničení dálnicí D5, 669024 Bítov u Koněprus, 615137 Bubovice, 620351 Černolice, 620386 Černošice, 623946 Čisovice, 627810 Dobřichovice, 627968 Dobříš — jižní hranici území tvoří cyklostezska č. 308, 748994 Hodyně u Skuhrova, 645737 Hostim u Berouna, 652989 Choteč u Prahy, 652997 Chýnice, 603091 Jarov u Berouna, 660175 Jíloviště, 627828 Karlík, 666343 Klínec, 669032 Koněprusy, 693006 Korno, 671967 Kozolupy, 676942 Kuchař, 678759 Kytín, 685054 Líšnice u Prahy, 685267 Liteň, 686328 Loděnice u Berouna, 689246 Lužce, 693014 Měňany, 693863 Mezouň, 697621 Mníšek pod Brdy, 703842 Nesvačily u Berouna, 708062 Nučice u Rudné — ohraničení dálnicí D5 a ku Loděnice, 723363 Podbrdy, 740195 Roblín, 697630 Rymaně, 745804 Řitka, 749010 Skuhrov pod Brdy, 752983 Srbsko u Karlštejna, 697648 Stříbrná Lhota, 759244 Suchomasty — silnice 11537, 760269 Svatý Jan pod Skalou, 764825 Tachlovice, 766917 Tetín u Berouna, 693022 Tobolka, 768324 Trněný Újezd, 770396 Třebotov, 782246 Vinařice u Suchomast, 783200 Vižina, 784982 Vonoklasy, 785717 Vráž u Berouna, 787272 Všenory, 787299 Všeradice, 788449 Vysoký Újezd u Berouna

10.3.2017

85232 Běleč u Litně, 663719 Budňany, 638901 Hlásná Třebaň, 680761 Lety u Dobřichovic, 699306 Mořina, 699322 Mořinka, 663743 Poučník, 745375 Řevnice, 760790 Svinaře, 789593 Zadní Třebaň

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

601870 Bělčice, 756822 Bořice u Mirotic, 695483 Boudy, 605212 Blatenka, 789291 Bratronice, 618781 Čečelovice, 619060 Čekanice, 631248 Doubravice u Strakonic, 631558 Drahenický Málkov, 636533 Hajany u Blatné, 700495 Holušice u Mužetic, 644765 Hornosín, 645796 Hostišovice, 651494 Chlum u Blatné,775754 Chobot, 654108 Chrášťovice, 756831 Jarotice, 605221 Jindřichovice u Blatenky, 661929 Kadov u Blatné, 667579 Kocelovice, 724408 Kožlí u Čížové, 700835 Kožlí u Myštic, 740586 Láz u Radomyšle, 605239 Lažánky, 631256 Lažany u Doubravice, 738212 Leskovice u Radomyšle, 686247 Lnáře, 661937 Lnářský Málkov, 686549 Lom u Blatné, 695491 Lučkovice, 619078 Milčice u Čekanic, 686557 Míreč, 695505 Mirotice, 661945 Mračov, 700509 Mužetice, 700851 Myštice, 631264 Nahošín, 645818 Podruhlí, 725111 Pole, 617601 Radobytce, 740594 Rojice, 746894 Sedlice u Blatné, 756849 Stráž u Mirotic, 756857 Strážovice u Mirotic, 762768 Škvořetice, 766976 Tchořovice, 770175 Třebohostice, 775771 Uzenice, 775789 Uzeničky, 700894 Vahlovice, 712931 Velká Turná, 661953 Vrbno, 700908 Výšice, 789313 Záboří u Blatné, 791288 Závišín u Bělčic; 748005 Skaličany — severní část katastru po jižní hranici tvořenou silnicí 1735

10.3.2017

605247 Blatná, 616401 Buzice, 689726 Hněvkov u Mačkova, 689734 Mačkov, 746886 Němčice u Sedlice, 762750 Pacelice 748005, 603457 Bezdědovice; 748005 Skaličany — jižní část katastru po severní hranici tvořenou silnicí 1735.

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

Antošovice (600393), Bartovice (715085), Darkov (664014), Dolní Lutyně (629731) — jižní hranici katastrálního území tvoří ul. Stará cesta a ul. Neradská a železniční trať Dolní Lutyně — Dětmarovice, Dolní Marklovice (720321), Dolní Suchá (637777), Doubrava u Orlové (631167) — severozápadní hranici katastrálního území tvoří vodní tok Mlýnka, Heřmanice (714691), Horní Suchá (644404), Hrušov (714917), Karviná-Doly (664103), Karviná-město (663824), Koblov (667366), Kopytov (707139), Koukolná (625973), Lazy u Orlové (712434), Michálkovice (714747), Muglinov (714941), Nový Bohumín (707031), Orlová (712361) — severní hranici katastrálního území tvoří odbočka z ul. 17. listopadu k rybníku Stará Cihelna, ul. Bezručova, ul. Doktora Miroslava Tyrše a ul. Obroky, Petrovice u Karviné (720356), Petřvald u Karviné (720488), Poruba u Orlové (712493) — severní hranice katastrálního území vede od rybníku Kout po železniční trať, potokem Struska, ul. Sezská a ul. Rajčula po ul. Obroky, Prostřední Suchá (637742), Prstná (720364), Pudlov (736716), Radvanice (715018), Ráj (663981), Rychvald (744441) — východní hranici katastrálního území tvoří ul. Bohumínská a severní hranici katastrálního území tvoří ul. Orlovská, Skřečoň (748871), Slezská Ostrava (714828), Staré Město u Karviné (664197), Starý Bohumín (754897), Stonava (755630), Šenov u Ostravy (762342) — jižní hranici katastrálního území tvoří ul. Těšínská, Šilheřovice (762474) — západní hranici katastrálního území tvoří ul. Sokolská a severní ul. Dolní, Šumbark (637734), Věřňovice (780359), Vrbice nad Odrou (785971), Záblatí u Bohumína (789216), Závada nad Olší (720372)

11.3.2017

Dětmarovice (625965), Dolní Lutyně (629731) — severní hranici katastrálního území tvoří ul. Stará cesta a ul. Neradská a železniční trať Dolní Lutyně — Dětmarovice, Doubrava u Orlové (631167) — jihovýchodní hranici katastrálního území tvoří vodní tok Mlýnka, Horní Lutyně (712531), Orlová (712361) — jižní hranici katastrálního území tvoří odbočka z ul. 17. listopadu k rybníku Stará Cihelna, ul. Bezručova, ul. Doktora Miroslava Tyrše a ul. Obroky, Poruba u Orlové (712493) — jižní hranice katastrálního území vede od rybníku Kout po železniční trať, potokem Struska, ul. Sezská a ul. Rajčula po ul. Obroky, Rychvald (744441) — západní hranici katastrálního území tvoří ul. Bohumínská a jižní hranici katastrálního území tvoří ul. Orlovská

3.3.2017 tot en met 11.3.2017

747017 Bílá u Sedla, 660647 Buk u Jindřichova Hradce, 623865 Číměř, 624861 Děbolín, 623873 Dobrá Voda u Číměře, 629456 Dolní Lhota u Stráže nad Nežárkou, 643653 Dolní Pěna, 630144 Dolní Skrýchov, 637513 Hatín, 643661 Horní Pěna, 660701 Horní Žďár u Jindřichova Hradce, 645583 Hospříz, 705004 Hradiště u Nové Bystřice, 645591 Hrutkov, 660523 Jindřichův Hradec, 740331 Jindřiš, 645605 Kačlehy, 747025 Lhota u Sedla, 683221 Libořezy, 624870 Matná, 695351 Mirochov, 697583 Mníšek, 708046 Nový Vojířov, 716502 Otín u Jindřichova Hradce, 720992 Pístina, 721565 Plavsko, 660698 Políkno u Jindřichova Hradce, 637530 Polště, 623881 Potočná u Číměře, 735663 Příbraz, 738689 Radouňka, 739758 Ratiboř u Jindřichova Hradce, 741183 Roseč, 747033 Sedlo u Číměře, 637548 Stajka, 756377 Stráž nad Nežárkou;

severní část katastrálního území 643670 Malíkov nad Nežárkou ohraničená na jihu směrem od západu na východ tohoto katastrálního území následovně:

 

od hranice s katastrálním územím 630438 Dolní Žďár u Lásenice silnicí č. 0343 až za první obydlí č.p. 48 obce Malíkov nad Nežárkou

 

dále polní cestou tvořící příjezdovou cestu vedoucí směrem na jih k zemědělskému areálu končící u parcely č. 2426, která vede kolem výše zmíněného zemědělského areálu na jihozápad a dále se stáčí na jihovýchod a navazuje dále na parcelu č. 2441 na jihovýchodně od zemědělského areálu;

 

dále pokračuje hranice jako polní cesta na jihu podél obce Malíkov nad Nežárkou až po obydlí č.p. 13, tato polní cesta je tvořená parcelami č. 2627, 2625, 2622, 2624, 2626, 2628, 2630, 2632, 2633, 2634, 2635, 2636, 2637, 2638, 2639, 2640, 2641, 2642, 2643, 2645, 2646, 2647, 2648, 2649, 2650, 2652, 2653, 2654, 2655;

 

na poslední parcelu polní cesty č. 2655 navazuje neznačená pozemní komunikace vedoucí od obce Nová Ves do obce Malíkov nad Nežárkou, a to podél obydlí č.p. 13 směrem na náves a dále až na hranici s katastrálním územím 643661 Horní Pěna.

12.3.2017

630438 Dolní Žďár u Lásenice, 629464 Dvorce u Stráže nad Nežárkou, 630446 Horní Lhota u Lásenice, 679160 Lásenice, 705527 Nová Ves u Sedla, 787531 Vydří;

jižní část katastrálního území 643670 Malíkov nad Nežárkou ohraničená na severu směrem od západu na východ tohoto katastrálního území následovně:

 

od hranice s katastrálním územím 630438 Dolní Žďár u Lásenice silnicí č. 0343 až za první obydlí č.p. 48 obce Malíkov nad Nežárkou;

 

dále polní cestou tvořící příjezdovou cestu vedoucí směrem na jih k zemědělskému areálu končící u parcely č. 2426, která vede kolem výše zmíněného zemědělského areálu na jihozápad a dále se stáčí na jihovýchod a navazuje dále na parcelu č. 2441 na jihovýchodně od zemědělského areálu;

 

dále pokračuje hranice jako polní cesta na jihu podél obce Malíkov nad Nežárkou až po obydlí č.p. 13, tato polní cesta je tvořená parcelami č. 2627, 2625, 2622, 2624, 2626, 2628, 2630, 2632, 2633, 2634, 2635, 2636, 2637, 2638, 2639, 2640, 2641, 2642, 2643, 2645, 2646, 2647, 2648, 2649, 2650, 2652, 2653, 2654, 2655;

 

na poslední parcelu polní cesty č. 2655 navazuje neznačená pozemní komunikace vedoucí od obce Nová Ves do obce Malíkov nad Nežárkou, a to podél obydlí č.p. 13 směrem na náves a dále až na hranici s katastrálním územím 643661 Horní Pěna.

4.3.2017 tot en met 12.3.2017

653811 Andělská Hora u Chrastavy, 601365 Bedřichov u Jablonce nad Nisou, 603881 Bílá u Českého Dubu, 626660 Dlouhý Most, 653829 Dolní Chrastava, 632694 Druzcov, 697591 Fojtka, 631094 Hluboká u Liberce, 640344 Hodkovice nad Mohelkou, 653837 Horní Chrastava, 656992 Hraničná nad Nisou, 653845 Chrastava I, 653853 Chrastava II, 655970 Jablonec nad Nisou, 657000 Janov nad Nisou, 742457 Janův Důl, 733229 Javorník u Českého Dubu, 626686 Javorník u Dlouhého Mostu, 658588 Jeřmanice, 682438 Kateřinky u Liberce, 673641 Krásná Studánka, 675474 Kryštofovo Údolí, 676501 Křižany, 785628 Kunratice u Liberce, 657018 Loučná nad Nisou, 656127 Lukášov, 689823 Machnín, 762504 Minkovice, 705586 Mlýnice, 697605 Mníšek u Liberce, 697796 Modlibohov, 656135 Mšeno nad Nisou, 705594 Nová Ves u Chrastavy, 675482 Novina u Liberce, 710016 Oldřichov v Hájích, 604631 Panenská Hůrka, 719641 Petrašovice, 631108 Pilínkov, 733211 Proseč nad Nisou, 733245 Proseč pod Ještědem, 673650 Radčice u Krásné Studánky, 738085 Rádlo, 762512 Rašovka, 742465 Rozstání pod Ještědem, 682446 Rudolfov, 682144 Ruprechtice, 656101 Rýnovice, 697800 Sobákov, 697818 Starý Dub, 682390 Starý Harcov, 756393 Stráž nad Nisou, 756407 Svárov u Liberce, 760579 Světlá pod Ještědem, 762521 Šimonovice, 603902 Vlčetín u Bílé, 785644 Vratislavice nad Nisou, 640361 Záskalí

12.3.2017

682268 Dolní Hanychov, 631086 Doubí u Liberce, 682233 Františkov u Liberce, 682462 Horní Hanychov, 682250 Horní Růžodol, 682489 Horní Suchá u Liberce, 682241 Janův Důl u Liberce, 682497 Karlinky, 682039 Liberec, 682161 Nové Pavlovice, 682471 Ostašov u Liberce, 682314 Rochlice u Liberce, 682209 Růžodol I, 682179 Staré Pavlovice, 780472 Vesec u Liberce

4.3.2017 tot en met 12.3.2017

702919 Alberovice, 602655 Bernartice u Dolních Kralovic, 786993 Bezděkov u Dolních Kralovic, 607932 Borovsko, 613495 Brzotice, 620165 Černičí, 625426 Děkanovice — východní hranici tvoří silnice č. 11232, 629332 Dolní Kralovice — východní hranici území tvoří Tomický potok a Želivka, 762415 Dolní Rápotice, 633836 Dunice, 702927 Kačerov, 676411 Křivsoudov, 629341 Libčice u Dolních Kralovic, 686492 Loket u Dolních Kralovic, 702935 Němčice u Dolních Kralovic, 756971 Strojetice, 758469 Studený, 762423 Šetějovice, 767727 Tomice u Dolních Kralovic — východní hranici tvoří silnice č. 11232 a č. 13020, 787019 Všebořice u Dolních Kralovic, 629383 Zahrádčice, 762431 Žibřidovice; 672076 Bohumilice u Kožlí, 606936 Bojiště, 607061 Bolechov, 640077 Budeč nad Želivkou, 623717 Číhovice, 740012 Dobrá Voda Lipnická, 768782 Dobrovítova Lhota, 640085 Habrovčice, 640093 Hněvkovice u Ledče nad Sázavou, 640638 Hojanovice, 641537 Holušice, 790192 Horní Paseka, 648493 Hroznětice, 711349 Chlovy, 640107 Chotěměřice, 655490 Chýstovice, 692131 Chyšná, 675644 Jiřičky, 662241 Kaliště, 662810 Kamenná Lhota, 667242 Koberovice, 670758 Košetice, 606944 Kouty u Bojiště, 672084 Kožlí, 675652 Křelovice u Pelhřimova, 679712 Ledeč nad Sázavou, 681270 Lhotice, 681342 Lhotka u Humpolce, 782840 Lískovice, 641545 Lísky u Holušic, 686395 Lohenice, 692140 Martinice u Onšova, 681288 Miletín u Humpolce, 606952 Mstislavice, 747548 Nečice, 640115 Nová Ves u Dolních Kralovic, 711357 Onšov, 723819 Podivice, 607070 Poříčí u Bolechova, 733156 Proseč u Humpolce, 740021 Rejčkov, 672092 Sechov, 747564 Senožaty, 692158 Skoranovice, 752819 Speřice, 747572 Syrov, 711365 Těškovice u Onšova, 771431 Tukleky, 606961 Veliká, 782858 Vitice u Humpolce, 784621 Vojslavice nad Želivkou, 640131 Zahájí u Hněvkovic

12.3.2017

605514 Blažejovice, 625426 Děkanovice — západní hranici tvoří silnice č. 11232, 629332 Dolní Kralovice — západní hranici území tvoří Tomický potok a Želivka, 692123 Martinice u Dolních Kralovic, 751375 Snět, 767727 Tomice u Dolních Kralovic — západní hranici tvoří silnice č. 11232 a č. 13020, 605522 Vítonice u Blažejovic, 629375 Vraždovy Lhotice; 645150 Hořice u Humpolce, 659495 Ježov nad Želivkou, 721051 Píšť u Humpolce, 721069 Vranice u Humpolce

4.3.2017 tot en met 12.3.2017

706191 Byňov, 622711 České Velenice, 636827 Halámky, 647888 Hranice u Nových Hradů, 648060 Hrdlořezy u Suchdola nad Lužnicí, 706230 Mýtiny, 706248 Nakolice, 706256 Nové Hrady, 788864 Obora u Vyšného, 739375 Rapšach, 759147 Suchdol nad Lužnicí, 706264 Štiptoň, 771937 Tušť, 706281 Veveří u Nových Hradů

15.3.2017

633925 Dvory nad Lužnicí, 705730 Krabonoš, 705756 Nová Ves nad Lužnicí, 788872 Vyšné

7.3.2017 tot en met 15.3.2017

609048 Brandýs nad Labem, 609773 Brázdim, 705403 Čakovičky, 618772 Čečelice, 658481 Dehtáry, 632937 Dřevčice u Brandýsa nad Labem, 633119 Dřísy, 638960 Hlavenec, 646385 Hovorčovice, 767344 Chrást u Tišic, 658499 Jenštejn, 661031 Jiřice u Kostelce nad Labem, 708020 Káraný, 667854 Kojetice u Prahy, 667919 Kojovice, 669059 Konětopy, 670511 Kostelní Hlavno, 767352 Kozly u Tišic, 767859 Lázně Toušeň, 682667 Líbeznice, 703664 Lobkovice, 693448 Měšice u Prahy, 703672 Mlékojedy u Neratovic, 700118 Mratín, 792764 Mstětice, 717100 Nedomice, 703567 Neratovice, 705411 Nová Ves u Prahy, 708038 Nový Vestec, 609234 Ostrov u Brandýsa nad Labem, 748366 Otradovice, 717118 Ovčáry u Dřís, 724149 Podolanka, 609251 Popovice u Brandýsa nad Labem, 735302 Přezletice, 736376 Přívory, 738247 Radonice u Prahy, 670189 Rudeč, 748382 Skorkov, 750751 Sluhy, 752169 Sojovice, 609170 Stará Boleslav, 609269 Stránka u Brandýsa nad Labem, 758892 Sudovo Hlavno, 792772 Svémyslice, 767361 Tišice, 771856 Tuřice, 777757 Veleň, 787485 Všetaty, 609226 Zápy, 792764 Mstětice, 792781 Zeleneč, 793345, Zlonín; Miškovice 731552, Třeboradice 731528

13.3.2017

607517 Borek nad Labem, 670171 Kostelec nad Labem, 675806 Křenek, 680931 Lhota u Dřís, 791008 Martinov, 725218 Polerady u Prahy, 791016 Záryby;

5.3.2017 tot en met 13.3.2017

601934 Běleč nad Orlicí — západní hranici území tvoří silnice č. 298, 607045 Bolehošť, 618624 Častolovice, 623351 Čestice u Častolovic, 623539 Číčová, 710377 Hoděčín, 618632 Hřibiny, 659479 Ježkovice, 670197 Kostelec nad Orlicí, 670332 Kostelecká Lhota, 769410 Krňovice, 676365 Křivice, 679666 Ledce, 769665 Libel, 683591 Lično, 683949 Lípa nad Orlicí — jižní hranici území tvoří silnice č. 11, 619787 Malá Čermná nad Orlicí, 710385 Olešnice u Rychnova nad Kněžnou, 683604 Ostašovice, 720135 Petrovice nad Orlicí, 683612 Radostovice u Lična, 739553 Rašovice u Týniště nad Orlicí, 761818 Synkov, 607622 Šachov u Borohrádku, 769444 Štěnkov, 769452 Třebechovice pod Orebem, 772429 Týniště nad Orlicí — jižní hranici území tvoří silnice č. 11, 619795 Velká Čermná nad Orlicí, 618667 Velká Ledská, 787540 Vyhnanice u Voděrad, 792268 Zdelov; 601942 Bělečko, 642975 Dolní Jelení, 641146 Holice v Čechách, 642983 Horní Jelení, 644013 Horní Ředice, 655384 Chvojenec, 716332 Ostřetín, 722898 Poběžovice u Holic — jižní část katastrálního území vymezená silnicí č. 3055 spojující obce Borohrádek a Vysoké Chvojno, 778052 Veliny a 788210 Vysoké Chvojno

14.3.2017

600172 Albrechtice nad Orlicí, 607614 Borohrádek, 683949 Lípa nad Orlicí — severní hranici území tvoří silnice č. 11, 600199 Nová Ves u Albrechtic, 772429 Týniště nad Orlicí — severní hranici území tvoří silnice č. 11, 795224 Žďár nad Orlicí, 722898 Poběžovice u Holic — severní část katastrálního území vymezená silnicí č. 3055 spojující obce Borohrádek a Vysoké Chvojno

6.3.2017 tot en met 14.3.2017

606375 Bohumilice v Čechách, 772054 Bohunice u Tvrzic, 608513 Bošice, 608530 Budilov, 616273 Bušanovice, 619612 Čepřovice, 704628 Černětice, 623296 Čestice, 624217 Čkyně, 632261 Dobrš, 624225 Dolany u Čkyně, 616281 Dolní Nakvasovice, 631345 Doubravice u Volyně, 726923 Drachkov u Strakonic, 632864 Dřešín, 632872 Dřešínek, 645541 Hodějov, 616290 Horní Nakvasovice, 624241 Horosedly u Čkyně, 645559 Hoslovice, 608548 Hradčany u Čkyně, 632899 Chvalšovice, 774111 Jetišov, 660710 Jinín, 660973 Jiřetice u Čepřovic, 734454 Kakovice u Volyně, 738581 Kapsova Lhota, 660981 Koječín u Čepřovic, 673145 Kraselov, 701165 Krušlov 677671 Kuřimany, 678201 Kváskovice, 624250 Lčovice, 752495 Libětice, 685381 Litochovice u Volyně, 726931 Makarov, 690724 Malenice, 734462 Marčovice, 646172 Milejovice, 759937 Milíkovice, 695092 Miloňovice, 673170 Mladotice u Kraselova, 700436 Mutěnice u Strakonic, 701173 Nahořany u Čkyně, 701840 Nebřehovice, 702951 Němčice u Volyně, 685399 Neuslužice, 755923 Nové Strakonice, 623318 Nuzín, 717649 Paračov, 631353 Počátky u Volyně, 726940 Pracejovice, 624276 Předenice u Čkyně, 755931 Přední Ptákovice, 757161 Přední Zborovice, 734471 Předslavice, 704644 Račí u Nišovic, 623326 Radešov u Čestic, 774120 Radkovice, 738590 Radošovice u Strakonic, 747637 Setěchovice, 678210 Skály u Kváskovic, 752509 Smiradice, 752517 Sousedovice, 784940 Starov, 757179 Strunkovice nad Volyňkou, 631361 Střídka, 685402 Střítež u Volyně, 695114 Sudkovice, 759945 Svaryšov, 645567 Škrobočov, 774138 Švejcarova Lhota, 660728 Třešovice, 772062 Tvrzice, 772071 Újezdec u Tvrzic, 774146 Úlehle, 734489 Úlehle u Předslavic, 701181 Vacovice, 734497 Všechlapy u Volyně, 701858 Zadní Ptákovice, 789798 Zahorčice u Volyně, 790656 Zálezly u Čkyně, 660736 Zorkovice

17.3.2017

646164 Hoštice u Volyně, 704636 Nišovice, 646181 Přechovice, 784958 Volyně, 784966 Zechovice, 704521 Němětice — jihovýchodní část katastrálního území, přičemž severozápadní hranici území tvoří vodní tok Peklov k soutoku s Volyňkou a dále na sever vodní tok Volyňka, 704539 Nihošovice — jižní část katastrálního území, přičemž severní hranici tvoří vodní tok potok Peklov

9.3.2017 tot en met 17.3.2017

625981 Albrechtice u Frýdlantu, 653811 Andělská Hora u Chrastavy, 601365 Bedřichov u Jablonce nad Nisou, 626660 Dlouhý Most, 682268 Dolní Hanychov, 653829 Dolní Chrastava, 631086 Doubí u Liberce, 697591 Fojtka, 682233 Františkov u Liberce, 631094 Hluboká u Liberce, 682462 Horní Hanychov, 653837 Horní Chrastava, 688223 Horní Maxov, 682250 Horní Růžodol, 682489 Horní Suchá u Liberce, 656992 Hraničná nad Nisou, 653845 Chrastava I, 653853 Chrastava II, 655970 Jablonec nad Nisou, 656038 Jablonecké Paseky, 657000 Janov nad Nisou, 682241 Janův Důl u Liberce, 626686 Javorník u Dlouhého Mostu, 658588 Jeřmanice, 688240 Jindřichov nad Nisou, 661538 Josefův Důl u Jablonce nad Nisou, 682497 Karlinky, 661546 Karlov u Josefova Dolu, 673641 Krásná Studánka, 675474 Kryštofovo Údolí, 785628 Kunratice u Liberce, 657018 Loučná nad Nisou, 688258 Lučany nad Nisou, 656127 Lukášov, 689823 Machnín, 762504 Minkovice, 705586 Mlýnice, 697605 Mníšek u Liberce, 656135 Mšeno nad Nisou, 705594 Nová Ves u Chrastavy, 675482 Novina u Liberce, 710016 Oldřichov v Hájích, 682471 Ostašov u Liberce, 631108 Pilínkov, 733211 Proseč nad Nisou, 733245 Proseč pod Ještědem, 738085 Rádlo, 762512 Rašovka, 656101 Rýnovice, 756393 Stráž nad Nisou, 756407 Svárov u Liberce, 760579 Světlá pod Ještědem, 762521 Šimonovice, 780472 Vesec u Liberce

19.3.2017

682438 Kateřinky u Liberce, 682039 Liberec, 682161 Nové Pavlovice, 673650 Radčice u Krásné Studánky, 682314 Rochlice u Liberce, 682446 Rudolfov, 682144 Ruprechtice, 682209 Růžodol I, 682179 Staré Pavlovice, 682390 Starý Harcov, 785644 Vratislavice nad Nisou

11.3.2017 tot en met 19.3.2017

777358 Babákov, 604895 Bítovany, 606839 Bojanov, 617954 Ctětín — jižní část katastrálního území vymezená silnicí č. 33770, 697036 Čejkovice u Mladoňovic, 697044 Deblov, 641120 Dolní Holetín, 787868 Dřevíkov, 695891 Havlovice u Miřetic, 641979 Hlína, 768073 Hluboká u Trhové Kamenice, 641138 Holetín, 641987 Horka u Chrudimi, 606847 Horní Bezděkov u Bojanova, 642517 Horní Bradlo, 671461 Hrbokov, 653799 Chrast, 654299 Chrudim — jižní část katastrálního území vymezená silnicemi č. 34017, č. 340 a č. 34022, 671479 Kovářov u Seče, 673692 Krásné, 683141 Křižanovice, 749788 Kunčí, 767298 Kvasín, 682942 Libkov u Nasavrk, 683159 Liboměřice, 683167 Licibořice, 642533 Lipka, 785857 Louka u Vrbatova Kostelce, 688908 Lukavice, 695921 Miřetice u Nasavrk, 787876 Možděnice, 683175 Nové Lhotice, 712086 Orel, 697079 Petříkovice u Mladoňovic, 697087 Pohled u Mladoňovic, 673706 Polánka, 746452 Prosíčka u Seče, 777366 Příkrakov, 737151 Rabštejnská Lhota, 768111 Rohozná u Trhové Kamenice, 787884 Rváčov u Hlinska, 749796 Slatiňany, 642002 Smrček u Žumberku, 737160 Smrkový Týnec, 639397 Srní u Hlinska, 760706 Svídnice u Slatiňan, 787906 Svobodné Hamry, 749800 Škrovád, 767310 Tisovec, 642550 Travná u Horního Bradla, 768120 Trhová Kamenice, 760714 Trpišov, 777374 Včelákov, 642568 Velká Střítež, 712094 Vlčnov u Chrudimi, 785865 Vrbatův Kostelec, 688924 Výsonín, 790362 Zaječice u Chrudimi, 698385 Zbyhněvice a 797839 Žumberk — severní část katastrálního území vymezená vodním tokem Ležák

19.3.2017

617954 Ctětín — severní část katastrálního území vymezená silnicí č. 33770, 622605 České Lhotice, 622613 Hodonín u Nasavrk, 701637 Nasavrky, 709395 Ochoz u Nasavrk, 724009 Podlíšťany, 764680 Švihov, 724025 Vížky a 797839 Žumberk — jižní část katastrálního území vymezená vodním tokem Ležák

11.3.2017 tot en met 19.3.2017

Český Puncov (771082), Dolní Lištná (771091), Horní Lištná (771066), Kojkovice u Třince (771074), Nýdek (708186), Vendryně (780014)

20.3.2017

600873 Báňovice, 615455 Budíškovice, 617865 Cizkrajov, 621064 Červený Hrádek u Dačic, 623105 Český Rudolec, 617873 Dolní Bolíkov, 623113 Dolní Bolíkov-Nová Ves, 798827 Dolní Bolíkov-Rubašov, 629847 Dolní Němčice, 617881 Holešice u Cizkrajova, 644030 Horní Slatina, 629855 Hostkovice u Dolních Němčic, 649074 Hříšice, 621072 Jersice, 670553 Kostelní Vydří, 718718 Lidéřovice, 684325 Lipolec, 691411 Malý Pěčín, 769681 Manešovice, 691763 Markvarec, 750352 Mutišov, 617890 Mutná, 706116 Nové Dvory, 713384 Ostojkovice, 718726 Peč, 670561 Prostřední Vydří, 738069 Radlice u Volfířova, 744816 Řečice, 754323 Staré Hobzí, 784915 Šach, 769690 Třebětice u Dačic, 779695 Velký Pěčín, 780391 Vesce u Dačic, 750379 Vlastkovec, 784184 Vnorovice, 784923 Volfířov; 604372 Bílkov — severozápadní část katastru, přičemž hranici na jihovýchodě tvoří potok Vápovka; 620131 Černíč, 620149 Myslůvka, 620157 Slaviboř, 630357 Dolní Vilímeč, 643581 Horní Myslová, 652946 Chotěbudice, 658227 Jemnice, 687197 Louka u Jemnice, 717495 Panenská, 670537 Kostelní Myslová, 700541 Mysletice, 717487 Pálovice, 737984 Radkov u Telče, 755869 Strachoňovice, 700568 Zadní Vydří

30.3.2017

607533 Borek u Dačic, 624403 Dačice, 604381 Dobrohošť, 651770 Hradišťko u Dačic, 651788 Chlumec u Dačic, 718734 Urbaneč; 604372 Bílkov — jihovýchodní část katastru, přičemž hranici na severozápadě tvoří potok Vápovka

22.3.2017 tot en met 30.3.2017

746347 Biskoupky, 671916 Borek u Kozojed, 615099 Břízsko, 632961 Buček, 624021 Čivice, 632970 Černíkovice u Dřevce, 627771 Dobříč, 629146 Dolní Hradiště, 632988 Dřevec, 632996 Hedčany, 639443 Hlohovice, 639451 Hlohovičky, 654540 Holovousy, 633003 Hodyně u Dřevce, 724068 Hradiště nad Berounkou, 651524 Chlum nad Berounkou, 681351 Chockov, 777587 Chomle, 654558 Chříč, 661589 Kaceřov, 662402 Kamenec u Radnic, 665347 Kladruby u Radnic, 667650 Kočín u Kralovic, 669318 Kopidlo, 669687 Koryta, 671932 Kozojedy u Kralovic, 672068 Kožlany, 672645 Kralovice u Rakovníka, 679810 Lednice, 654566 Lhota u Chříče, 681369 Lhotka u Radnic, 682993 Liblín, 697290 Mlečice, 639460 Mostiště u Hlohovic, 703087 Němčovice, 710253 Olešná u Radnic, 724076 Podmokly nad Berounkou, 732958 Prašný Újezd, 738107 Radnice u Rokycan, 615102 Robčice, 654574 Slatina u Chříče, 654582 Studená u Chříče, 639478 Svinná u Hlohovic, 766453 Terešov, 738123 Újezd u Svatého Kříže, 777609 Vejvanov, 787698 Výrov u Kralovic, 793973 Zvíkovec; 614874 Břežany u Rakovníka, 623962 Čistá u Rakovníka, 697915 Kostelík, 672360 Krakovec u Rakovníka — severní hranici území tvoří soustava vodních toků: Krakovský potok, Šípský potok a Rousínovský potok, 762601 Milíčov, 697923 Modřejovice, 762610 Šípy

25.3.2017

671908 Bohy, 671924 Brodeslavy, 615722 Bujesily, 654531 Hlince, 648973 Hřešihlavy, 671941 Rakolusky, 770884 Třímany, 787027 Všehrdy u Kralovic

17.3.2017 tot en met 25.3.2017

Albrechtice u Českého Těšína (600121), Bartovice (715085), Bludovice (637696), Darkov (664014), Dolní Lutyně (629731), Dolní Marklovice (720321), Dolní Suchá (637777), Dolní Těrlicko (766607) — vyjma jižní části katastrálního území za Těrlickou přehradou, Havířov-město (637556), Heřmanice (714691), Horní Lutyně (712531) — východní hranici katastrálního území tvoří ul. 17. listopadu a ul. Dětmarovická, Horní Suchá (644404), Karviná-Doly (664103) — severní hranici katastrálního území tvoří silnice č. 59, Ostravská, Karviná-město (663824), Koukolná (625973) — jižní hranici katastrálního území tvoří silnice č. 67, Lazy u Orlové (712434), Louky nad Olší (687308), Michálkovice (714747), Nový Bohumín (707031), Orlová (712361) — východní hranici katastrálního území tvoří ul. Doktora Miroslava Tyrše, ul. Františka Palackého a ul. Hořovského, Petrovice u Karviné (720356), Petřvald u Karviné (720488), Poruba u Orlové (712493), Prostřední Suchá (637742), Prstná (720364), Radvanice (715018), Ráj (663981), Rychvald (744441), Skřečoň (748871), Staré Město u Karviné (664197), Stonava (755630), Šenov u Ostravy (762342) — vyjma jižní částí katastrálního území za ul. Těšínská, Šumbark (637734), Věřňovice (780359), Vrbice nad Odrou (785971), Záblatí u Bohumína (789216), Závada nad Olší (720372)

30.3.2017

Dětmarovice (625965), Doubrava u Orlové (631167), Horní Lutyně (712531) — západní hranici katastrálního území tvoří ul. 17. listopadu a ul. Dětmarovická, Karviná-Doly (664103) — jižní hranici katastrálního území tvoří silnice č. 59, Ostravská, Koukolná (625973) — severní hranici katastrálního území tvoří silnice č. 67, Orlová (712361) — západní hranici katastrálního území tvoří ul. Doktora Miroslava Tyrše, ul. Františka Palackého a ul. Hořovského, Staré Město u Karviné (664197)

22.3.2017 tot en met 30.3.2017

600598 Babí, 681229 Bezděkov u Trutnova, 794180 Bobr, 794198 Černá Voda u Žacléře, 784869 Debrné, 600059 Dolní Adršpach, 643441 Dolní Albeřice, 643459 Dolní Lysečiny, 769134 Dolní Staré Město, 657042 Hodkovice u Trutnova, 600067 Horní Adršpach, 643467 Horní Albeřice, 643483 Horní Maršov — západní hranici území tvoří vodní tok Úpa a Lysečínský potok, 769151 Horní Staré Město, 783765 Hrádeček, 654922 Chvaleč, 696790 Kalná Voda, 681237 Lhota u Trutnova, 681873 Libeč, 792675 Libná, 691721 Markoušovice, 696803 Mladé Buky, 654931 Petříkovice u Trutnova, 769223 Poříčí u Trutnova, 794228 Prkenný Důl, 794236 Rýchory, 696811 Sklenářovice, 738841 Slavětín u Radvanic, 643513 Suchý Důl v Krkonoších, 769029 Trutnov, 794252 Vernířovice, 784877 Voletiny, 794244 Žacléř

26.3.2017

602744 Bečkov, 602752 Bernartice, 602761 Královec, 602779 Křenov u Žacléře, 602787 Lampertice, 793094, Zlatá Olešnice

18.3.2017 tot en met 26.3.2017

Lidstaat: Duitsland

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

BADEN-WÜRTTEMBERG

Landkreis Karlsruhe

Gemarkung Leopoldshafen

Gemarkung Linkenheim-Hochstetten

Gemarkung Stutensee-Blankenloch

Gemarkung Stutensee-Büchig

Gemarkung Stutensee-Friedrichstal

Gemarkung Stutensee-Staffort

Gemarkung Stutensee-Spöck südlich der L558

Gemarkung Weingarten westlich der A5

17.3.2017

Stadtkreis Karlsruhe

Stadtteile Waldstadt und Hagsfeld, südlich der Stadtgrenze, östlich der Grabener Allee und westlich der A5

Stadtteil Oststadt, westlich der A5

Alle Stadteile südlich des Adenauer Rings, der Moltkestraße, in Verlängerung der Siemensallee, Reinmuthstraße, über Rheinbrückenstraße bis Rheinbergstraße, ab dort südlich der

Jakob-Dörr-Straße in Verlängerung dieser Richtung Raffinerie übergehend in Dea-Scholven-Str. bis zum Rhein.

Nach Westen und Süden begrenzt durch die Stadtgrenzen.

Nach Osten begrenzt durch die A5

17.3.2017

BAYERN

Landkreis Regensburg

Gemeinde Wenzenbach, Ortsteile Birkenhof, Brunnhöfl, Forstacker, Fußenberg, Grabenbach, Grafenhofen, Haslach, Hauzenstein, Irlbach, Kufberg, Lehen, Probstberg, Schnaitterhof, Schönberg, Steinbügl, Unterlindhof, Wasenstetten, Wenzenbach, Ziegenhof, Birkmühle, Ehrenberg, Grünthal, Hopfengarten, Lettenthal, Roith, Sandhof, Strohberg, Thanhausen, Tradl, Zeitlhof

Gemeinde Deuerling, Ortsteil Am Bahnhof

Markt Nittendorf, Ortsteile Arzweg, Etterzhausen, Glockensiedlung, Hardt, Kühschlag, Logenburg, Nittendorf, Obereinbuch, Undorf, Untereinbuch, Grafenried, Penk, Pollenried, Schönhofen, Zeiler

Gemeinde Brunn, Ortsteile Babetsberg, Eglsee, Frauenberg, Konstein, Münchsried

Markt Lappersdorf, Ortsteile Geiersberg, Kaulhausen, Knieschlag, Unterkaulhausen, Schwaighausen.

Gemeinde Pielenhofen, Ortsteile Berghof (bei Pielenhofen), Distelhausen, Pielenhofen, Zieglhof, Unterfreiung, Oberfreiung, Dettenhofen, Reinhardsleiten, Aignhof, Reinhardshofen, Rohrdorf

Gemeinde Wolfsegg, Ortsteile Biersackschlag, Grabenhäuser, Käfersdorf, Krippersberg, Maisthal, Sachsenhofen, Hermannstetten, Sillen, Stetten, Teufelschlag, Wall, Wolfsegg, Oel, Hohenwarth

Gemeinde Sinzing, Ortsteile Bruckdorf, Eilsbrunn, Kuhblöß, Minoritenhof, Oberalling, Riegling, Unteralling, Alling, Hart, Kunstmühle, Sinzing, Steg, Vogelsang, Waldhäusl, Waltenhofen

Gemeinde Holzheim a. Forst, Ortsteile Brunoder, Widlthal, Dornau, Hubhof, Unterbrunn, Bubach A. Forst, Geisenthal, Haslach, Irnhüll, Oedenholz, Trischlberg

Gemeinde Pettendorf, Ortsteile Deckelstein, Ebenwies, Eibrunn, Eichenbrunn, Günzenried, Hummelberg, Kneiting, Mariaort, Ried (bei Eibrunn), Ried (bei Endorf), Hinterberg

Markt Laaber, Ortsteile Endlfeld, Polzhausen, Schaggenhofen, Waldetzenberg, Weißenkirchen

Gemeinde Pentling, Ortsteile Hölkering, Großberg (bei Regensburg), Oberirading, Pentling, Fohlenhof, Unterirading, Weichslmühle, Schwalbennest

Gemeinde Duggendorf, Ortsteile Judenberg, Judenbergtal, Kleinduggendorf, Schwarzhöfe, Weihergut, Zündergut

Markt Regenstauf, Ortsteile Anglhof, Heilinghausen, Hinterberg, Kleinanglhof, Medersbach, Richterskeller, Hirschling, Gibacht, Kreuth, Marienthal, Neuried, Schwaighof, Süssenbach, Birkenzant, Brennthal, Buchenlohe, Eitlbrunn, Epfenthau, Ferneichlberg, Fidelhof, Ganglhof, Geiersberg, Gfangen, Irlbründl, Kleinramspau, Kühthal, Linglhof, Maad, Medersbach, Preischlgut, Preßgrund, Ramspau, Regenstauf, Ruith, Schanzlohe, Schneitweg, Schnepfenberg, Spindlhof, Süßberg, Wasa, Wieden, Edlhausen, Asing, Brunnhaus, Diesenbach, Dirnberg, Eichlberg, Ellmau, Forstberg, Frauenberg, Fronau, Grub, Hagenau, Hochstraß, Hohenwarth, Holz, Karlstein, Kerm, Kleeberg, Kohlstatt, Kürnberg, Lindach, Loch, Mettenbach, Münchsried, Oberhaslach, Oberhof, Oberhub, Reingrub, Reiterberg, Schönleiten, Stadel, Steinsberg, Unterhaslach, Unterhub, Wöhrhof, Neuhaus

Gemeinde Barbing, Ortsteil Barbing

Gemeinde Bernhardswald, Ortsteile Apprant Bachhöfe, Bernhardswald, Ebenpaint, Elendbaumgarten, Elendbleschen, Hohenroith, Kamillenhof, Kürn, Lammelhöfl, Lieberg, Löchl, Oberharm, Oberhohenroith, Oberlipplgütl, Pillmannsberg, Rothenhofstatt, Schlaghof, Schneckenreuth, Siedlung Bernhardswald, Unterharm, Unterlipplgütl, Ziegelhäusl, Gambach, Grabenhof, Finsing, Högelstein, Plessenberg, Seibersdorf, Steinrinnen, Thalhof, Weg, Wieshof, Wiesmühl, Thonseigen

Markt Donaustauf, Ortsteile Donaustauf, Reiflding, Sankt Salvator, Walhalla

Gemeinde Sinzing, Ortsteile Kleinprüfening, Marienhöhe

Gemeinde Tegernheim, Ortsteile Tegernheim, Tegernheim am Weinberg, Sender Keilberg

12.3.2017

Landkreis Regensburg

Gemeinde Pettendorf, Ortsteile Pettendorf, Adlersberg, Aichahof, Reifenthal, Schwetzendorf, Urtlhof, Haselhof, Neudorf

Markt Lappersdorf, Ortsteile Gewald, Hainsacker, Harreshof, Kareth, Landlhof, Lorenzen; Neubaiern, Rehthal, Rodau, Schinderwies, Schwerdnermühle, Steinhof, Stettwies, Tremmelhausen, Tremmelhauserhöhe; Ziegelhütte, Lappersdorf, Altenried, Aschach, Baiern, Einhausen, Hönighausen, Oppersdorf, Pielmühle, Schwärz, Hohensand, Benhof

Gemeinde Wenzenbach, Ortsteile Abbachhof, Oberackerhof, Unterackerhof, Gonnersdorf, Hölzlhof, Jägerberg, Thanhof, Thurnhof,

Gemeinde Zeitlarn, Ortsteile: Penthof, Regendorf, Riesen, Sandheim, Zeitlberg, Kunstmühle, Laub, Mühlhof, Neuhof, Zeitlarn

4.3.2017 tot en met 12.3.2017

Landkreis Regensburg

Gemeinde Holzheim a. Forst, Ortsteil Traidenloh

Markt Kallmünz, Gemeindeteile Schirndorf, Fischbach

15.3.2017

Landkreis Regensburg

Gemeinde Aufhausen, Ortsteile Hellkofen, Irnkofen, Niederhinkofen, Petzkofen, Schlappmühle, Aufhausen, Gansbach, Haid, Mittermühle, Neumühle, Ziegelstadel

Gemeinde Mötzing, Ortsteile Dengling, Mötzing, Oberhaimbuch, Schafhöfen, Unterhaimbuch, Schönach

Gemeinde Riekofen, Ortsteile Oberehring, Riekofen, Unterehring, Bruckhof, Hartham

Markt Schierling, Ortsteil Inkofen

Gemeinde Sünching, Ortsteile Annahof, Sünching, Haidenkofen, Hardt

20.3.2017

Stadt Regensburg

Beginn ist der Schnittpunkt zwischen dem östlichen Ende der Herbert-Quandt-Allee und der Stadtgrenze. Im Weiteren der Herbert-Quandt-Allee folgend bis zur Einmündung Max-Planck-Str. /B15. Der Max-Planck-Str. /B15 in südliche Richtung bis zur Stadtgrenze folgend. Ab hier der Stadtgrenze im Uhrzeigersinn folgend, bis diese wieder den Anfangspunkt erreicht.

12.3.2017

Stadt Regensburg

Anfangspunkt im Süden ist der Beginn der B16 nach der Ausfahrt A 93 „Regensburg-Nord“ an der Stadtgrenze. Entlang der B16 Richtung Osten bis zur Unterführung „Am Mühlberg“. Der Straße am „Am Mühlberg“ in südl. richtung folgend bis zur Kreuzung Chamer Str. Von hier dem Verlauf folgender Str. folgend: Chamerstr. — Ostpreußenstr. — mecklenburger Str. — berliner Str. — Argonnenstr. — Vogesenstr. — Wutzlhofen in Verlängerung bis zum Kreuzungspunkt mit der Pilsen-Allee. Der Pilsen-Allee in nördlicher Richtung bis zum Schulterschluss mitb der Stadtgrenze folgend. Ab hier der Stadtgrenze gegen den Uhrzeiger folgen, bis diese wieder den Anfangspunkt erreicht.

Anfangspunkt ist die Kreuzung Auf der Winzerer Höhe- Wehrlochweg. Im Weiteren dem Wehrlochweg-Maximilian-Aschenauer-Straße folgend bis zur B8. Der B8 am nördlichen Rand in westlicher Richtung bis zur Stadtgrenze folgend. Ab hier der Stadtgrenze in nord-östlicher Richtung folgend, bis Anfangspunkt wieder erreicht

4.3.2017 tot en met 12.3.2017

Landkreis Schwandorf

Stadt Teublitz, Stadtteile Loisnitz, Köblitz, Richthof

Stadt Burglengenfeld, Stadtteile Burglengenfeld, Armensee, Augustenhof, Birkhof, Bubenhof, Dexhof, Dirnau, Eichlhof, Engelhof, Greßthal, Greinhof, Haugshöhe, Höchensee, Hub, Hof, Kai, Karlsberg, Kastenhof, Katzenhüll, Kirchenbuch, Kriesthal Lamplhof, Lanzenried, Machtlwies, Mauthof, Meilerhof, Mossendorf, Mühlberg, Niederhof, Pilsheim, Oberbuch, Plattenhof, Pistlwies, Pöpplhof, Pottenstetten, Rammertshof, Rödlhof, Saaß, Schlag, See, Straß, Untersdorf, Wasenhütte, Weiherhof, Wölland, Witzlarn, Ziegelhütte

Stadt Maxhütte-Haidhof, Stadtteile Maxhütte, Haidhof, Almenhof, Almenhöhe, Berghof, Binkenhof, Birkenhöhe, Birkenzell, Blattenhof, Brücklhof, Brunheim, Deglhof, Eichelberg, Engelbrunn, Harberhof, Fürsthof, Ibenthann, Kappl, Katzheim, Kreilnberg, Leonberg, Lintermühle, Meßnerskreith, Neukappl, Pirkensee, Pfaltermühle, Stadlhof, Steinhof, Strieglhof, Schwarzhof, Ponholz, Rappenbügl, Rohrhof, Roßbach, Roding, Roßbergeröd, Verau, Winkerling, Ziegelhütte

Stadt Nittenau, Stadtteile Bachbügl, Nittenau, Brunn, Eichlgütl, Fischbach, Geiseck, Gunt, Haiderhöf, Hammerhäng, Harthöfl, Hengersbach, Hof, Hofer Mühle, Lohbügl, Mühlenthal, Nerping, Neuöbau, Ödgarten, Rumelsölden, Spandelhof, Spitalhaus, Vorderkohlstetten, Weinting, Eckartsreuth, Königshof, Königsreuth, Überfuhr, Reuting, Stefling, Weißenhof

Stadt Schwandorf, Stadtteile Schwandorf, Altenried, Auhof, Bubach, Büchelkühn, Bürgerlhof, Dachelhofen, Doblergut, Ettmannsdorf, Gögglbach, Hartenricht, Höflarn, Kager, Kapflhof, Klardorf, Krainhof, Naabeck, Naabsiegenhofen, Nattermoos, Neukirchen, Neuried, Niederhof, Scheckenberg, Spielberg, Stegen, Striessendorf, Unterweiherhaus, Waltenhof, Wiefelsdorf, Wöllmannsbach, Zielheim, Ziegelhütte

Gemeinde Steinberg am See, Gemeindeteile Steinberg am See, Haid, Hirmerhaus, Oder, Oberweiherhaus, Waldheim

Gemeinde Wackersdorf, Gemeindeteile Alberndorf, Heselbach, Imstetten, Irlach

15.3.2017

Landkreis Schwandorf

Stadt Teublitz, Stadtteile Teublitz, Bömmerlschlag, Forschlacke, Kremplschlag, Kuntsdorf, Münchshofen, Oberhof, Premberg, Stocka, Weiherdorf, Frauenhof, Katzdorf, Saltendorf, Glashütte

Stadt Maxhütte-Haidhof, Stadtteil Lehenhaus

Stadt Schwandorf, Stadtteil Strengleiten

7.3.2017 tot en met 15.3.2017

Landkreis Amberg-Sulzbach

Gemeinde Schmidmühlen, Ortsteil Eglsee

15.3.2017

Landkreis Straubing-Bogen

Gemeinde Atting, Ortsteile Atting und Oberatting

Gemeinde Feldkirchen, Ortsteile Au, Bärnzahn, Gundhöring, Hierlbach, Hirschkofen und Neufang

Gemeinde Geiselhöring, Ortsteile Antenring, Dungerfalter, Englhof, Frauenhofen, Frey, Gaishauben, Gallhofen, Gingkofen, Grollhof, Groß, Gunting, Haderbsach, Hainsbach, Illbach, Kaltenbrunn, Kleinaich, Kleinpönning, Kleinpullach, Kleinwissing, Königswinkl, Langhof, Malchesing, Oberharthausen, Oberholzen, Oberndorf, Pönning, Pullach, Reisberg, Tuffing, Wallkofen, Weidmühle und Wissing

Gemeinde Laberweinting, Ortsteile Allkofen, Arnkofen, Aumühle, Brech, Eitting, Franken, Grafentraubach, Haader, Habelsbach, Haimelkofen, Hart, Hinterbach, Hofkirchen, Klause, Kreuth, Laberweinting, Neuhofen, Obergallhofen, Obergraßlfing, Ödwiesen, Osterham, Poschenhof, Reichermühle, Reuth, Ruhstorf, Schloh, Untergraßlfing, Weichs und Zeißlhof

Gemeinde Leiblfing, Ortsteile Dirschkirn, Eschlbach, Eschlspitz, Großklöpfach, Haid bei Leiblfing, Haid bei Metting, Haidersberg, Hausmetting, Kapitelholz, Kleinklöpfach, Kornbach, Kriegsstadel, Metting, Schwimmbach, Saulbach, Siffelbrunn und Wackerstall

Gemeinde Mallersdorf-Pfaffenberg, Ortsteile Seethal, Steinkirchen und Upfkofen

Gemeinde Perkam, Ortsteile Bernloh, Perkam, Pilling, Pillinger-Mühle, Radldorf, Thalkirchen und Veitsberg

Gemeinde Rain, die Ortsteile Bergstorf, Dürnhart, Rain und Wiesendorf

20.3.2017

Stadt Straubing

Ortsteile Kay und Ringenberg

20.3.2017

Landkreis Dingolfing-Landau

In der Gemeinde Mengkofen, die Ortsteile Brunnholz Frauenthal (bei Geiselhöring), Haberdorn, Huchelwies, Leppersberg, Martinsbuch, Oberbibelsbach, Sommeracker, Unterneiger, Kirchlehen bei Leiblfing, Lueg bei Martinsbuch

20.3.2017

Landkreis Straubing-Bogen

Gemeinde Geiselhöring, die Ortsteile Geiselhöring, Greißing, Haagmühl, Haindling, Haindlingberg, Helmbrechting, Kolbach, Kraburg, Lohmühle, Schelmenloh, Schieglmühle, Dettenkofen, Großaich, Hart, Hirschling, Sallach und Weingarten

12.3.2017 tot en met 20.3.2017

Landkreis Kitzingen

Gemeinde Kleinlangheim Ortsteile Atzhausen, Kleinlangheim

Gemeinde Albertshofen

Gemeinde Buchbrunn

Gemeinde Castell

Gemeinde Dettelbach Ortsteile Dettelbach, Dettelbach/Bhf, Brück, Bibergau, Effeldorf, Euerfeld, Mainsondheim, Neuses am Berg, Neusetz, Schernau, Schnepfenbach

Gemeinde Großlangheim Ortsteil Großlangheim

Stadt Kitzingen Ortsteile Kitzingen, Hoheim,Repperndorf, Sickershausen

Gemeinde Mainbernheim Ortsteil Mainbernheim

Gemeinde Mainstockheim Ortsteil Mainstockheim

Gemeinde Nordheim am Main Ortsteil Nordheim am Main

Gemeinde Prichsenstadt Ortsteile Järkendorf, Laub, Prichsenstadt, Stadelschwarzach, Neuses am Sand

Gemeinde Rödelsee Ortsteile Fröhstockheim, Rödelsee, Schloss Schwanberg

Gemeinde Rüdenhausen Ortsteile Rüdenhausen mit Mühlen

Gemeinde Sommerach Ortsteil Sommerach

Gemeinde Volkach Ortsteile Volkach, Astheim, Dimbach, Eichfeld, Elgersheim, Escherndorf, Fahr, Gaibach, Hallburg, Köhler, Krautheim, Obervolkach, Rimbach, Vogelsburg

Gemeinde Wiesenbronn Ortsteil Wiesenbronn

Gemeinde Wiesentheid Ortsteile Feuerbach, Geesdorf, Reupelsdorf, Wiesentheid

25.3.2017

Landkreis Kitzingen

Gemeinde Schwarzach am Main, Ortsteile Düllstadt, Schwarzach am Main, Gerlachshausen, Schwarzenau, Hörblach, Stadtschwarzach, Münsterschwarzach

Gemeinde Kleinlangheim Ortsteile Haidt, Stephansberg

17.3.2017 tot en met 25.3.2017

Landkreis Schweinfurt

Gemeinde Lülsfeld, Gemeindeteil Lülsfeld

25.3.2017

Landkreis Würzburg

Gemeinde Prosselsheim, Ortsteile Prosselsheim und Seligenstadt (Gut) und Gebietsteile wie beschrieben:

Beginnend südwestlich des Ortes Seligenstadt (Gut) der Eisenbahnlinie folgend und der Strasse Richtung Seilgendstadt Bahnhof, dann der Straße St 2260 bis zum Ortsanfang von Prosselsheim; am Ortsanfang von Prosselsheim 150m der Bahnlinie folgend zurück Richtung Seligenstadt bis zum Feldweg; diesen folgend Richtung Verbindungsstraße Wü 3 von Oberpleichfeld Richtung Prosselsheim; dieser Kreisstraße Wü 3 bis zum Ortsanfang Prosselsheim folgend; am Ortsanfang von Prosselsheim der Bahnlinie folgend bis zur Staatsstraße 2270; von der Staatsstraße 2070 entlang des Wirtschaftsweges Richtung der Weinberge bis Gemeindegrenze Prosselsheim

Gemeinde Eisenheim, Ortsteil Kaltenhausen und Schiffmühle (Untereisenheim) und Gemeindegebietsteile in Richtung Main wie beschrieben:

Dem Wirtschaftsweg durch die südlich von Untereisenhein liegenden Weinberge folgend bis zur zur südwestlichen Ortsgrenze von Untereisenheim; dort entlang der südlichen Ortsgrenze von Untereisenheim bis zur Kreuzung der Verbindungsstrassen Dipbach durch Untereisenheim mit der Kreisstraße Wü 57 nach Obereisenheim; über diese Kreisstrasse direkt zum Mainufer bis zur Landkreisgrenze; diese Landkreisgrenze am Mainufer entlang Richtung Obereisenheim; vor Obereisenheim entlang der Landkreisgrenze über den Main auf die Ostuferseite des Maines; Umfassung des Gebietsteiles entlang des nördlichen verlaufenden Waldrandes des Auholz unter Umfassung des Sees bei der Schiffsmühle (Obereisenheim) und der nördlichen Begrenzung zum Mainufer

25.3.2017

BRANDENBURG

Landkreis Märkisch-Oderland

In östlicher Richtung durch die „Oder“ /Bundesdeutsche Deutsche Staatsgrenze, ab „Oder“ in Höhe Lebuser Busch vom Oderdeich in südlicher Richtung über „Zum Busch“, „Neue Lindenstr.“, „Birnenallee“ auf die B 112 über den Kreisel der Ortschaft Lebus zum Anschluss B 167, dieser folgend bis zum Abzweig E.-Thälmann-Str. Niederjesar, dieser folgend über die Dorfstr. folgend durch Alt Mahlisch, über den „Seeweg“, der nordöstl. Gemeindegrenze von Lietzen bis zum Tuchnitzgraben, diesem folgend bis zum „Großen See“, dem östl. Ufer des Großen See's folgend in Verbindung zum östl. Ufer des „Halbe See“, in Verbindung nord-östl. Ufer des „Weinbergsee“ in Verbindung zur B 1, dieser folgend über die nord-östl. Umgehungsstr. Von Seelow bis zum Pflaumenweg Seelow, diesem folgend in nördlicher Richtung bis zur Bahnstrecke, dieser folgend bis zur B 167, dieser folgend durch die Ortschaft Gusow bis zur Abbiegung E.-Thälmann-Str., dieser folgend bis zur „Alten Oder“, dieser in nördl. Richtung folgend über Ausbau Gusower Loose bis zum „Tergelgraben“ in Verbindung zur „Bastaer Str.“, dieser folgend bis zur Hauptstr./ L 33, der Ortschaft Wollup, dieser folgend bis zur „Kienitzer Str.“, dieser folgend bis „Sophienthaler Str.“, dieser folgend bis zum „Jesargraben“, diesem folgend bis zum Oderdeich.

11.3.2017

Landkreis Märkisch-Oderland

Ab Kreisgrenze „Märkisch-Oderland“/„Landkreis Oder-Spree“ in Höhe der westl. Ortsbegrenzung „Elisenhof“ der Stadt Müncheberg entlang der westl. Waldkante „Talheide“ über die B1 in Verbindung zur westl. Waldkante „Rohrfichten“, in Verbindung zum „Trebnitzer Weg“ (zwischen Müncheberg und Trebnitz), diesem folgend bis zur L 36, diese querend auf den „Parkweg“ des Ortes Trebnitz, diesen

folgend bis zur nordwestl. und nördl. Waldkante „Jungfernheide“, der westl. Waldkante „Hinterheide“ folgend bis zur Bahnverbindung der Bahnstrecke Berlin-Cüstrin, dieser folgend bis Bahnhof Alt Rosenthal, weiter der „Bahnhofstr.“ in nördl. Richtung folgend, weiter auf den Waldweg zwischen Alt Rosenthal und Platkow bis zur Waldkreuzung, dem Waldweg von Gusow nach Seelow in süd-östl. Richtung folgend, die „Hauptstr.“ der Ortschaft Gusow/ B 167 querend in den „Gusower Weg“ Richtung Werbig, diesem folgend bis zur Bahnstrecke Frankfurt /0.- Eberswalde, dieser folgend bis zur „Alten Oder“, dieser folgend bis zur B1, Km 9.0 (Ortsausgang Seelow in westlicher Richtung), der B1 folgend bis Abzweig Hackenow, der Seelower Str. durch Hackenow folgend bis zum „Hackenow-Sachsendorfer-Grenzgraben“, diesem folgend bis zum Feldweg Richtung Sachsendorfer Loose, weiter über die „Sachsendorfer Str.“ /L 332 entlang der westl. Gemeindegrenze der Gemarkung Podelzig bis Höhe Feldweg Mallnow-Podelzig, diesem in Richtung Mallnow folgend bis zur „Mallnower Dorfstr.“, dieser in östl. Richtung folgend bis Abzweig „Schönfließer Weg“, diesem folgend bis zur B 167, diese querend weiter auf dem „Schönfließer Weg“ bis Bahn, der Bahnlinie folgend bis zur Kreisgrenze „Märkisch-Oderland/ Stadt Frankfurt (Oder)“, der südlichen Kreisgrenze von „Märkisch-Oderland“ folgend bis Kreisgrenze „Märkisch-Oderland“/„Landkreis Oder-Spree“

18.3.2017

Landkreis Märkisch-Oderland

ab südlichem Ortseingang der Ortschaft Neu Mahlisch, die Dorfstr. querend, in südlicher Richtung, weiter bis zum „Seeweg“, diesen folgend bis südl. Abzweig Feldweg vor dem „Judensee“, die „Alt Mahlischer Dorfstr.“ querend, entlang dem westl. Ufer „Pechsee“ in Verbindung mit zu den westl. Ufern „Kleiner Bartelsee“, „Großer Bartelsee“ bis zur „E.-Thälmann-Str.“ (K 6401), dieser folgend durch Döbberin (Lietzener Weg) bis Abzweig Waldweg Richtung Falkenhagen, diesen folgend bis zur L 37, dieser folgend durch Döbberin („Lietzener Weg“) bis Abzweig Waldweg Richtung Falkenhagen, diesem folgend bis zur L 37, dieser folgend bis Höhe nördl. Ufer „Burgsee“, diesem folgend bis zum südl. Ufer „Mühlenteich“ in Verbindung zur Kreuzung „A.-Bebel-Str.“/„Str. der Republik der Ortschaft Falkenhagen“, der „A.-Bebel-Str.“ folgend in Verbindung zum Falkenhagener Weg (zwischen Lietzen und Regenmantel), diesen querend bis zur südwestl. Gemeindegrenze von Lietzen, dieser folgend über die westl. und nördl. Gemeindegrenze von Lietzen bis zum süd-westl. Ortseingang der Ortschaft Dolgelin, weiter der Dorfstr. Richtung Neu Mahlisch folgend durch die Ortschaft Neu Mahlisch bis zum südl. Ortseingang der Ortschaft Neu Mahlisch

9.3.2017 tot en met 18.3.2017

Landkreis Märkisch-Oderland

in nord-östl. Richtung in Höhe nord-westl. Gemeindegrenze von Oderaue südl. entlang der Oder bis zum Anschluss der Str. L34/Güstebieser Loose, dieser folgend bis Anschluss „Neulewin-Neubarnimer Grenzgraben“, diesem folgend bis zur Str. K 6408/„Neubarnimer Dorfstr.“, dieser folgend durch Neubarnim — „Neubarnimer Ausbau“ Richtung Klein Neuendorf bis zur L 33/„Wriezener Str.“, von dort aus der süd-östl. Gemeindegrenze von Neutrebbin folgend, weiter bis zur „Neutrebbiner Str.“, weiter über Weg „Wiesen“ bis zum „Quappendorfer Kanal“, diesem in westl. Richtung folgend bis zum „Kietzer See“, dem östl. und südl. Ufer folgend bis zur B 167, diese querend auf die L 34/Karlsdorf, diese folgend durch Ringenwalde bis Reichenberg — Kreuzung „Mittelstr.“, weiter bis zur K6414/„Reichenberger Str.“ zur Ortschaft Ihlow, in Ihlow auf die „Reichenower Str.“, in Verbindung zum westl. Waldgebiet von Ihlow, der östlichen Waldkante folgend bis zur L 33, dieser in nördl. Richtung folgend bis zum „Mögliner Weg“, diesem in nördl. Richtung folgend bis zur Ortschaft Sternebeck/Harnekop, Kreuzung L 35/Hauptstr., dieser in nördl. Richtung folgend bis zum östl. Ufer des Sternebecker See's, weiter entlang der östl. Waldkante der „Harnekoper Heide“ bis zur L 35, dieser in nördl. Richtung bis Anschluss B 158 folgend, der B 158 in nördl. Richtung durch Bad Freienwalde folgend bis zur Querung „Wriezener Alte Oder“, dieser nördl. folgend über die „Stille Oder“, dem „Laufgraben“ bis zur Oder in Höhe nord-westl. Gemeindegrenze von „Oderaue“

20.3.2017

Landkreis Märkisch-Oderland

in nördl. Richtung in Höhe nördl. Ortseingang von Neu Mädewitz weiter über Acker bis zum „Alten Damm“, diesen querend bis zum westl. Ortsausgang der Ortschaft Eichwerder, die L33 in Eichwerder querend über Acker bis zur „Volzine“, diese querend über Acker westl. von „Bochows Loos“ bis zur Str. „Am Anger“ in Höhe östl. Ortseingang der Ortschaft Bliesdorf, weiter östl. von Bliesdorf über Acker bis zur B167 in Höhe Kreuzung „Bliesdorfer Str.“, von dort weiter über Acker bis zur L33/Querung „Bliesdorfer Fließ“, weiter in westl. Richtung über Acker bis zum Gewässer westl. von „Landhof“, dem östl. Ufer des Gewässers folgend bis zur anschließenden Waldkante, der westl. Waldkante folgend bis Kreuzung Altgaul/K6436, weiter in nord-östl. Richtung, die B167 querend, bis zum „Landgraben“ südl. von Neugaul, diesen querend über die „Wriezener Alte Oder“ bis zum „Alten Deich“, diesem folgend bis zur südl. Grenze von Mädewitz („Bad“), weiter südl. von Mädewitz bis zum nördl. Ortseingang von Neu Mädewitz

11.3.2017 tot en met 20.3.2017

Landkreis Ostprignitz-Ruppin

das Gebiet der Gemeinde Heiligengrabe sowie der Stadt Wittstock — in folgenden Grenzen:

Im Norden beginnend nördlich von Blesendorf an der Kreisgrenze zur Prignitz (am Schnittpunkt der Weges zwischen Blesendorf und Ellershagen Ausbau mit der Kreisgrenze)

der Kreisgrenze folgend bis zur Kreuzung des Weges von Ellershagen Ausbau und Ackerfelde südlich von Ackerfelde dem Weg nach Osten Richtung Wernikow folgend,

kurz vor Wernikow nach Süden abknickend bis zur Kreisstraße K6824

von diesem Punkt an der K6824 in direkter Linie nach Südosten bis zur A19

weiter in direkter Linie nach Südosten bis zur Schnittpunkt der Verbindungsstraße zwischen Friesenhof und Biesen

in direkter Linie nach Osten bis zur Dosse

der Dosse nach Süden folgend bis zum Zusammenfluss von Glinze und Dosse

der Dosse am Ostufer weiter nach Süden folgend, die Scharferberger Mühle ostseitig passierend, bis in Höhe der Scharfenberger Ziegelei

von der Dosse nach Südwesten in direkter Linie bis zur A24 östlich in Höhe von Karstedthof

von der A 24 in direkter Linie nach Südwesten bis zum Abzweig Christdorf auf der L14

weiter in direkter Linie nach Südwesten bis zum Ufer des Königsberger Sees

am Nordufer des Königsberger Sees entlang bis zum Westufer

weiter nach Westen in direkter Linie bis zur Kreisgrenze zur Prignitz

südlich des „Torfloches“ wieder bis zur Kreisgrenze und dieser weiter folgend bis zur Jäglitz

der Jäglitz nach Westen folgend bis zum Schnittpunkt mit der Kreisgrenze zur Prignitz

weiter in direkter Linie nach Nordwesten bis zum Schnittpunkt der L145 mit der Kreisgrenze zur Prignitz

der Kreisgrenze nach Norden folgend bis zum Ausgangspunkt nördlich von Blesendorf

13.3.2017

Landkreis Ostprignitz-Ruppin

ausschließlich das Gebiet der Gemeinde Heiligengrabe — in folgenden Grenzen:

im Westen beginnend am Schnittpunkt der Kreisgrenze zum Landkreis Prignitz und der B189 und von dort nach Nordosten der Kreisgrenze folgend bis zum Schnittpunkt der Bahnverbindung Pritzwalk/Wittstock

von dort in direkter Linie nach Nordosten bis zur Verbindungsstraße zwischen Wilmersdorf und Bahn-Haltestation „Heiligengrabe“

der Kreisgrenze zur Prignitz nach Norden bis zur A 24 folgend

der A 24 entlang nach Südosten bis zur Abfahrt Heiligengrabe

weiter ein Stück auf der B189 nach Westen bis zum Abzweig Liebenthal

Liebenthal westlich passierend nach Süden entlang der Jäglitz bis zur L145

weiter nach Westen bis Ortseingang Blandikow

nach Süden entlang der Wohnbebauung dem Blandikower Fließ folgend

weiter Richtung Westen entlang der Waldkante bis zur L 145

durch den Wald in direkter Linie nach Nordwesten bis zur Prignitzer Kreisgrenze

der Kreisgrenze nach Norden bis zum Ausgangspunkt folgend

4.3.2017 tot en met 13.3.2017

Landkreis Oder-Spree

Im Norden und Osten beginnt das Beobachtungsgebiet für den Landkreis Oder-Spree an der Kreisgrenze zu Märkisch Oderland.

Im Süden wird das Beobachtungsgebiet begrenzt durch den Waldweg entlang der Waldkante Sieversdorfer Heide von Sieversdorf nach Petersdorf, vor dem Ortseingang Petersdorf durch den Waldweg zur Madlitzer Mühle, weiter durch den Waldweg nach Wilmersdorf Vorwerk zwischen Madlitzer See und Petersdorfer See und weiter durch den Waldweg nach Hasenfelde.

Im Westen wird das Beobachtungsgebiet begrenzt durch den Waldweg von Heinersdorf in Richtung Friedrichshof, beginnend in Höhe der Abzweigung von der Landstrasse L 36 nach Tempelberg.

Das Beobachtungsgebiet schließt folgende Gemeinden, Ortsteile, Teilorte und Wohnstätten ein:

Sieversdorf, einschließlich Ausbau, Alt Madlitz, einschließlich Vorwerk, Madlitzer Mühle, Wilmersdorf, einschließlich Vorwerk, Arensdorf, Hasenfelde, Heinersdorf, Fritzfelde und Behlendorf

18.3.2017

Landkreis Oberspreewald-Lausitz

Stadt Senftenberg, der Ortsteil Hosena

Gemeinde Hohenbocka

Gemeinde Grünewald einschließlich Gemeindeteil Sella

10.3.2017

MECKLENBURG-VORPOMMERN

Landkreis Vorpommern-Rügen

Gemeinde Grammendorf

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

Gemeinde Gransebieth

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

In der Gemeinde Glewitz die Ortsteile

Langenfelde

Glewitz

Zarnekow

Voigtsdorf

Turow

Strelow

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

In der Gemeinde Wendisch-Baggendorf die Ortsteile

Wendisch-Baggendorf

Bassin

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

In der Gemeinde Splietsdorf der Ortsteil

Vorland-Ausbau

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

In der Gemeinde Gremersdorf-Buchholz die Ortsteile

Gremersdorf

Angerode

Pöglitz

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

Gemeinde Tribsees

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

In der Gemeinde Drechow der Ortsteil

Krakow

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

in der Gemeinde Bad Sülze der Ortsteil

Bad Sülze — Ausbau

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

Gemeinde Tribsees

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

In der Gemeinde Drechow der Ortsteil

Krakow

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

in der Gemeinde Bad Sülze der Ortsteil

Bad Sülze — Ausbau

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

In der Gemeinde Lindholz die Ortsteile

Langsdorf

Böhlendorf

Breesen

Nütschow

Tangrim

Carlsthal

10.3.2017

Landkreis Vorpommern-Rügen

Gemeinde Deyelsdorf

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

Landkreis Mecklenurgische Seenplatte

In der Stadt Dargun im Ortsteil

Stubbendorf die Gebiete Klein Methling und Groß Methling

10.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Behren-Lübchin die Ortsteile

Behren-Lübchin

Wasdow

Alt Quitzenow

Neu Quitzenow

Bobbin

Bäbelitz

10.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Warbelstadt Gnoien die Ortsteile

Eschenhörn

Warbelow

10.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Kröpelin

Kröpelin

Boldenshagen

Brusow

-Detershagen

Diedrichshagen

Hanshagen,

Hundehagen

Jennewitz,

Klein Nienhagen

Parchow Ausbau

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Satow

Satow

Anna Luisenhof

Berendshagen

Clausdorf

Dolglas

Gerdshagen,

Gorow

Hanstorf

Groß Nienhagen

Hastorf

Heiligenhagen

Hohen Luckow

Horst

Klein Bölkow

Konow

Miekenhagen

Püschow

Pustohl

Radegast

Reinshagen

Steinhagen

Rosenhagen

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Dad Doberan

Bad Doberan

Althof

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Cariner Land

Bolland

Kamin

Krempin

Ravensberg

Alt Karin

Danneborth

Moitin

Neu Karin

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Biendorf

Parchow

Sandhagen

Uhlenbrook

Westenbrügge

Hof Jörnstorf

Jörnstorf-Dorf

Gersdorf

Körchow

Lehnenhof

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Hohenfelde

Hohenfelde

Ivendorf

Neu Hohenfelde

Nienhagen-

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Reddelich

Reddelich

Brodhagen

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Retschow

Fulgenkoppel

Glashagen

Quellental

Stülow

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Steffenshagen

Nieder Steffenshagen

Ober Steffenshagen

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Bartenshagen-Parkentin

Hütten

Neuhof

Bollbrücke

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Jügenshagen

Jürgenshagen

Wokrent

18.3.2017

Landkreis Rostock

In der Gemeinde Kröpelin

Groß Siemen

Klein Siemen

Schmadebeck

Einhusen

Altenhagen

In Gemeinde Satow

Lüningshagen

Rederank

In der Gemeinde Retschow

Retschow

9.3.2017 tot en met 18.3.2017

Landkreis Nordwestmecklenburg

In der Gemeinde Passee

Passee

Höltingsdorf

Neu Poorstorf

Alt Poorstorf

18.3.2017

NIEDERSACHSEN

Landkreis Cloppenburg

Von Neuscharrel entlang Apfelbaumsweg, Wiesenweg und Marka bis zur B72, weiter in nördlicher Richtung entlang des östlichen Randes des Gewerbegebiets bis zum Nordrand des Langenstraßer Moores, weiter in östlicher Richtung entlang Nordfehnerdamm Graben bis zur Straße Am Friesoyther Kanal, weiter entlang Knapper Weg, Späte Graben und Soeste bis zur Schwaneburger Straße, entlang dieser nach Südosten bis Höhe Schwaneburger Straße 71, dann entlang des Grabens in nordöstlicher Richtung bis zur Straße In den Wösten, entlang dieser nach Süden und Straße An der Mehrenkamper Schule, Über dem Mehrenkamp und Pappelstraße bis zur Barßeler Straße, entlang dieser und Kastanienweg, Zum Kellerdamm, Altenoyther Ringstraße, Buchweizendamm, Barmweg, Wolfstanger Damm, Riege-Wolfstange, Steinbergsweg, Overlaher Straße, Am Vehnemoor, Wittenbergsdamm, Georg-Schumacher-Straße, Korsorsstraße, Hülsberger Straße, Oldenburger Weg, Hauptstraße in Petersdorf, Moorstraße, Am Streek und Peterstraße bis zur Vehne. Entlang dieser bis zum Schuldamm in Garrel. Entlang Schuldamm, Schnappen, Jagdweg, Weißdornweg und Beverbrucher Straße bis zur Großen Aue. Entlang dieser bis Tweeler Straße, Kellerhöher Straße, Weidenweg, Fladderweg bis zur Gemeindegrenze. Entlang dieser nach Süden bis zur Südgrenze des Flugplatzes Varrelbusch, von dort nach Westen bis Lilienthalstraße, entlang dieser und Flugplatzweg, Langes Land, Garreler Straße in Varrelbusch, Wesselei, Am Stockskamp, Ambührener Weg, Stalfördener Feld, Varrelbuscher Straße, Waldstraße, Stedingsmühler Straße, Wilke-Steding-Straße und Kirchstraße in Molbergen, Peheimer Straße bis Molberger Doosekanal, weiter entlang Grönheimer Schloot, Ermker Damm, Hegeler Damm, Hunteburger Weg, Feldstraße, Kleines Feld, Feldstraße, Neuenwinkel und Vreesner Straße bis zur Kreisgrenze an der Marka. Entlang der Kreisgrenze bis Straße Zum Wiesengrund. Weiter entlang Gehlenberger Graben, entlang dem Feldweg bis zur Kreuzung Hauptstraße/Neuscharreler Straße in Gehlenberg. Entlang Neuscharreler Straße, Gehlenberger Straße, Hauptstraße in Neuscharrel bis zum Ausgangspunkt am Apfelbaumsweg.

8.3.2017

Landkreis Cloppenburg

Im Norden in Vordersten Thüle beim Landhaus Pollmeyer von der Thüler Straße (B72) in nordöstliche Richtung, weiter über Ziegeldamm bis zum Querdamm, dann entlang diesem in südöstliche Richtung bis zur Glaßdorfer Straße, dieser in nordöstlicher Richtung folgend bis zur Gemeindegrenze, entlang dieser nach Süden bis zur Thülsfelder Talsperre, von dort aus weiter entlang der Gemeindegrenze in südwestlicher Richtung bis zur Straße Zum Langenberg, entlang dieser und der Straße Franz-sin-Damm nach Nordwesten bis zur westlichen Waldgrenze Herrensand, entlang der westlichen Waldgrenze in nördliche Richtung bis zur Mittelthüler Straße, entlang dieser nach Südwesten bis zum Goldentangsweg, diesem nach Norden folgend bis zur Vorderthüler Straße, dieser, dem Kalvestanger Damm, der Pehmertanger Straße und der Straße Zum Pehmertanger Weg nach Norden folgend bis zur Soeste, der Soeste in südöstlicher Richtung folgend bis zum Landhaus Pollmeyer, von dort in nordöstliche Richtung bis zum Ausgangspunkt.

28.2.2017 tot en met 8.3.2017

Landkreis Cloppenburg

Im Norden in Altenoythe von der Altenoyther Straße über Riege-Wolfstange nach Nordosten bis zum Steinbergsweg, diesem in südöstlicher Richtung folgend bis zur Overlaher Straße, von dort nach Norden bis zur Straße Am Vehnemoor, dieser nach Südosten folgend bis zur Korsorsstraße, entlang der Korsorsstraße nach Nordosten bis zum Lutzweg, diesem nach Südosten folgend bis zur Hauptstraße, entlang der Hauptstraße nach Südwesten bis zum Wasserzug Vehne, diesem folgend bis zur Nikolausstraße, entlang der Nikolausstraße nach Südosten bis zur Oldenburger Straße in Nikolausdorf, weiter nach Süden entlang der Südstraße und der Straße Zur Staatsweide bis zum Wasserzug Vehne, diesem nach Süden folgend bis zum Wasserzug in Höhe des Grundstückes Plaggenweg 15, diesem Wasserzug nach Westen folgend bis zum Plaggenweg, von dort nach Süden bis zur Straße Wellensdamm, diesem nach Westen folgend sowie entlang der Gemeindegrenze bis zum Heideweg, von dort in südlicher Richtung bis zum Christkindchenweg, dem Christkindchenweg nach Südwesten folgend bis zur Friesoyther Straße, dieser nach Norden folgend bis zum Grundstück Friesoyther Straße 129, von dort in westlicher Richtung entlang der nördlichen Waldgrenze der Bührener Tannen und der Ambührener Tannen bis zur Resthauser Straße, dieser nach Norden folgend bis zum Ambührener Weg, diesem nach Süden folgend bis zur Molberger Straße in Schmertheim, entlang der Molberger Straße, der Cloppenburger Straße und der Peheimer Straße nach Westen bis zur Westerfeldstraße, dieser und der Fasanenstraße nach Südwesten folgend bis zum Peheimer Damm, dem Peheimer Damm und dem Ermker Damm nach Nordwesten folgend bis zur Straße Kaspelhauk in Peheim, dieser nach Westen folgend bis zur Linderner Straße, dann entlang der Linderner Straße nach Norden bis zur Vreesner Straße, dieser nach Westen folgend bis zur Straße Am Hasseford, dieser und der Bischofsbrücker Straße nach Norden folgend bis zur Straße Zum Hünengrab, von dort nach Westen bis zum Wasserzug Marka, entlang der Marka und der Kreisgrenze bis zum Delschloot, von dort entlang der nördlichen Waldgrenze Langenberg nach Nordosten bis zur Herzogstraße, dieser nach Norden folgend bis zur Straße Altenend, dann nach Westen bis zum Wasserzug Delschloot, diesem und dem Wasserzug Marka nach Nord folgend bis zur Neuscharreler Allee, entlang dieser und der Neuscharreler Straße nach Osten bis zum Birkhahnweg, diesem nach Norden folgend bis zur Sedelsberger Straße (B72), entlang dieser und der Dr. Niermann-Straße nach Osten bis zur Barßeler Straße, entlang dieser nach Norden bis zu Straße Neuland, entlang der Straße Neuland und In den Kämpen nach Nordosten bis zur Vitusstraße, entlang dieser und der Straße Waterhörn nach Osten bis zum Ausgangpunkt an der Altenoyther Straße.

29.3.2017

Landkreis Cloppenburg

Im Norden in Vordersten Thüle von der Einmündung der Straße Im Paarberger Wald auf die Thüler Straße (B72) entlang der Thüler Straße nach Norden bis zur Straße Tegeler Tange, entlang dieser bis zum Querdamm, diesem in südwestlicher Richtung folgend bis zur Straße Am Haferberg, dieser nach Nordosten folgend bis zur Georg-Hoes-Straße, von dort in südwestliche Richtung bis zur Thüler Straße, dieser nach Nordosten folgend bis zur Dorfstraße, entlang der Dorfstraße in südöstlicher Richtung bis zur Robert-Glaß-Straße, dieser nach Nordosten folgend bis zur Glaßdorfer Straße, entlang der Glaßdorfer Straße und der Bahnlinie nach Südosten bis zum Varrelbuscher Graben II, entlang dem Varrelbuscher Graben II in südlicher Richtung bis zur Petersfelder Straße, dieser nach Südwesten folgend bis zur Straße Zum Verwuld, von dort in westliche Richtung bis zur Friesoyther Straße in Petersfeld, der Friesoyther Straße nach Süden folgend bis zum Drei-Brücken-Weg, entlang diesem bis zum nördlichen Waldrand Gietzhöhe, weiter nach Westen entlang des nördlichen Waldrandes sowie des Weges Große Tredde bis zum Wöstenweg, diesem nach Süden folgend bis zum Augustendorfer Weg, diesem sowie der Dwergter Straße nach Norden folgend bis zum Bernhardsweg, entlang des Bernhardswegs bis zur Thülsfelder Straße, dieser nach Nordwesten folgend bis zur Dorfstraße, entlang der Dorfstraße nach Norden bis zur Straße Zum Herrensand, dieser sowie der Straße Am Herrensand nach Westen folgend bis zur Mittelthüler Straße, entlang der Mittelthüler Straße und dem Markhauser Weg nach Osten bis zum Wasserzug Igelriede, entlang der Igelriede und der Soeste nach Norden bis zum Grundstück Im Paarberger Wald 2, von dort nach Nordosten bis zum Ausgangspunkt.

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

NORDHREIN-WESTFALEN

Kreis Paderborn

Im Westen und Norden:

Verlauf der Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh von dem Zusammentreffen mit der Kreisgrenze Soest am Boker Kanal bis zur Kaunitzer Straße in Delbrück

Im Osten:

Kaunitzer Straße in Delbrück ab Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh südlich bis zur Ems, Verlauf der Ems ab Kaunitzer Straße bis Hossengrund, Hossengrund ab Ems bis zur Einmündung Krukenhorst, Krukenhorst ab Einmündung Hossengrund bis Postweg, Postweg bis Einmündung Hohes Feld, Hohes Feld bis Steinhorster Straße, Steinhorster Straße ab Einmündung Hohes Feld bis Heideweg, Heideweg ab Steinhorster Straße bis Osterloher Straße, Osterloher Straße ab Einmündung Heideweg bis Einmündung Auf der Bache, Auf der Bache bis Einmündung Horsthöfe, Horsthöfe ab Einmündung Auf der Bache bis Hövelhofer Straße, Hövelhofer Straße ab Einmündung Horsthöfe bis Einmündung Am Lohberg, Am Lohberg bis Bühlenbrink, Am Bühlenbrink bis zum Verbindungsweg mit der Wasserwerkstraße, Verbindungsweg zwischen Am Bühlenbrink und Wasserwerkstraße, im weiteren Verlauf dem Verbindungsweg zwischen Wasserwerkstraße und Linnenstraße folgend, Linnenstraße ab Einmündung des Verbindungsweges zur Wasserwerkstraße bis zur Paderborner Straße (B64), Paderborner Straße (B64) ab Einmündung Linnenstraße bis Einmündung Buddenbruch, Buddenbruch ab Paderborner Straße (B64) bis Lesterweg, Lesterweg ab Einmündung Buddenbruch bis Graf-Meeveldt-Straße, Graf-Meerveldt-Straße ab Einmündung Buddenbruch bis zur Kreuzung mit der Überlandleitung östliche von Anreppen, der Überlandleitung in südlicher Richtung folgend bis zur Lippe, Lippe ab der Kreuzung mit der Überlandleitung bei Anreppen in westlicher Richtung bis Bentfelder Straße, Bentfelder Straße ab Kreuzung mit der Lippe bis Einmündung Holzweg, Holzweg in südlicher Richtung bis Naturschutzgebiet Gunnewiesen, dem Verlauf des Verbindungsweges zwischen dem Holzweg und dem Gunneweg an der nord-westlichen Grenze des Naturschutzgebietes Gunnewiesen folgend bis zum Gunneweg, im weiteren Verlauf dem Gunneweg in süd-westlicher Richtung folgend bis zur Thüler Straße, Thüler Straße ab Einmündung Gunneweg bis zur Einmündung Bleichstraße, Bleichstraße ab Thüler Straße bis Einmündung Zum Rauschfeld, Zum Rauschfeld bis Westernstraße, Westernstraße ab Einmündung Zum Rauschfeld bis Boker Damm, Boker Damm ab Einmündung Westernstraße bis Einmündung Molkenbergstraße, Molkenbergstraße ab Boker Damm bis Einmündung Furt, Furt zwischen Molkenbergstraße und Am Holz, Am Holz ab Einmündung Furt bis Krewetstraße, Krewetstraße ab Furt bis Kläranlage in Verne, Verlängerung der nord-westlichen Grenze des Kläranlagengeländes in Verne durch das Naturschutzgebiet Hederauen bis zur gegenüberliegenden Einmündung der Teichstraße in die Straße Hedertal

Im Süden:

Hedertal ab Einmündung Teichstraße bis Holser Heide, Holser Heide ab Hedertal bis zur Kreuzung mit der Straße Zur Hederaue, Zur Hederaue Kreuzung mit Holser Heide bis ab Holser Heide bis Am Flüth, Am Flüth bis Delbrücker Straße, Delbrücker Straße ab Einmündung Am Flüth in südlicher Richtung bis Kreisgrenze Paderborn-Soest, Verlauf der Kreisgrenze Paderborn-Soest ab Delbrücker Straße bis zum Zusammentreffen mit der Kreisgrenze Gütersloh am Boker Kanal

17.3.2017

Kreis Paderborn

Im Norden:

Verlauf der Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh ab Vennstraße bis zur Westerloher Straße

Im Osten:

Westerloher Straße ab Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh bis Giptenweg, Giptenweg ab Einmündung Westerloher Straße bis Grafhörster Weg, Grafhörster Weg ab Einmündung Giptenweg bis Entenweg, Entenweg ab Einmündung Grafhörster Weg bis Klosweg, Klosweg ab Einmündung En-tenweg bis Einmündung Hoppenmeer, Hoppenmeer ab Klosweg bis Brockweg, Brockweg bis zur Einmündung in die Rietberger Straße (B64), Rietberger Straße (B64) ab Einmündung Brockweg bis Einmündung der Straße Am Sporkhof, Verlängerung der Straße Am Sporkhof ab Einmündung in die Rietberger Straße bis Norhagener Straße, Norhagener Straße ab Einmündung der Verlängerung der Straße Am Sporkhof bis Einmündung des Verbindungsweges mit der Straße Brinkweg, Brinkweg ab Einmündung des Verbindungsweges mit der Nordhagener Straße bis zur Einmündung der Straße Verbindungsweg, Verbindungsweg ab Einmündung der Nordhagener Straße bis zur Einmündung Obernheideweg, Obernheideweg ab Einmündung Verbindungsweg bis zur Einmündung Rohlingsweg, Rohlingsweg ab Einmündung Obernheideweg bis zur Kreuzung mit dem Haustenbach

Im Süden:

Haustenbach ab Kreuzung mit dem Rohlingsweg bis zur Kreuzung mit dem Brückenweg

Im Westen:

Brückenweg ab Kreuzung mit dem Haustenbach in nördlicher Richtung bis zur Einmündung des Verbindungsweges zur Mühlenheider Straße, Verbindungsweg zwischen Brückenweg und Müh-lenheider Straße in westlicher Richtung bis zur Kreuzung mit dem Entwässerungsgraben, dem Entwässerungsgraben in nord-westlicher Richtung folgend bis zur Kreuzung mit der Mühlenheider Straße, Mühlenheider Straße in nördlicher Richtung bis zur Einmündung des Verbindungsweges mit der Mastholter Straße, Verbindungsweg zwischen Mühlenheider Straße und Mastholter Straße bis zur Mastholter Straße, Mastholter Straße ab Einmündung des Verbindungsweges zur Mühlen-heider Straße bis zur Einmündung Moorlake, Moorlaake ab Mastholter Straße bis Vennegosse, Vennegosse ab Moorlake bis Randweg, Randweg ab Einmündung Vennegosse bis Einmündung Vennstraße, Vennstraße ab Randweg bis zur Kreisgrenze Paderborn-Gütersloh

9.3.2017 tot en met 17.3.2017

Kreis Gütersloh

Kreisgrenze Soest/Gütersloh, „Glenne/Bornefeldstraße“, westlich der Gemeindegrenze, nördlich bis auf „Bergstraße/Glennestraße“, Bergstraße nördlich über Stukendamm, westlich „Ackfelder Straße“, nördlich „Wadersloher Straße“, westlich „Rennekämper Weg“, nord-/östlich auf „Rennefelder Weg“, nördlich „Alte Stromberger Straße“, westlich „Stromberger Straße“, nördlich „Lippentruper Straße“, nord-/östlich auf „Höchtestraße“, nördlich auf „Mühlenstraße“, östlich auf „Batenhorster Straße“, nördlich dem Eusternbach folgen bis „Lippstädter Straße“, nördlich der stillgelegten Bahnschienen entlang bis „Beckumer Straße“, östlich bis zum Eusternbach, nördlich dem Eusternbach folgen bis zur Ems, östlich bis B 61, östlich auf „B 64/Rietberger Straße“, nördlich entlang des Waldstücks am „Patersweg“ bis auf „Neuenkirchener Straße“, östlich bis „Heideweg“, dann nördlich Richtung bis auf „Kapellenstraße“ (östlicher Feldweg), nördlich bis „Varenseller Straße“, dieser östlich folgen, nord-/östlich dem Ölbach bis auf „Plümers Weg“ folgen, „Gütersloher Straße“ ost-/südlich Richtung bis Ölbach, dem Ölbach nord-/östlich folgen bis „Klosterweg“, ost-/südliche Richtung über „Wortstraße“ bis „Haßmannstraße“, östlich bis auf „Varenseller Straße“, nördlich bis auf „Westfalenweg“, östlich über Kiwittshof bis auf „Eiserstraße“, südliche Richtung bis „Bogenstraße“, bis auf „Schlingweg“, östlich über „Reckerdamm“ bis auf „Frickenweg“ ost-/südliche Richtung bis auf „Bornholter Straße“, östliche Richtung folgen bis „Wapelweg“, südlich bis Kettelhoit, südlich Feldweg bis „Neuenkirchener Straße“, südlich auf „Schulstraße“, südlich „Höwelstraße“, östlich auf dem Feldweg bis zum „Landweg“, südlich bis zum Sennebach, östlich dem Bach bis „Delbrücker Straße“, südlich „Kaunitzer Straße“ bis auf die Ems/Kreisgrenze zu Paderborn

17.3.2017

Kreis Gütersloh

Mastholter See westliche Kreisgrenze zu Paderborn, nördlich bis „Haselhorststraße“, westliche Richtung bis „Alte Landstraße“, nördliche Richtung bis auf „Rietberger Straße“, nördliche Richtung bis auf „Löfkenfeld“, nord-/westliche Richtung auf „Glüpkerheide“, nördliche Richtung auf „Triftstraße“, östliche Richtung am Hauptkanal entlang bis auf „Mastholter Straße“, dann nördliche Richtung über Umgehungsstraße, östlich in die „Industriestraße“ bis auf „Delbrücker Straße“ nördliche Richtung, östliche Richtung in „Bruchstraße“, nord-östliche Richtung auf „Torfweg“, entlang am Markengraben in östliche Richtung bis auf „Im Thüle“ südliche Richtung bis zur Ems (Kreisgrenze Paderborn)

9.3.2017 tot en met 17.3.2017

Kreis Soest

Bornefeldstraße in östlicher Richtung der Kreisgrenze folgend bis Geseker Bach, Geseker Bach in westlicher Richtung bis Störmeder Bach, Störmeder Bach bis Höhe Bruchweg, in westlicher Richtung dem Bruchweg fol-gend bis Brandenbaumer Weg, Brandenbaumer Weg bis Corveyer Straße, Corveyer Straße in südlicher Rich-tung bis An der Raute, An der Raute bis Mönninghauser Straße, Mönninghauser Straße bis Am Lämmerbach, Am Lämmerbach bis Wacholderweg, Wacholderweg bis Paderborner Straße, Paderborner Straße bis Salzkotter Straße, Salzkotter Straße bis Knappstraße, Knappstraße bis In den Amtswiesen, In den Amtswiesen bis Lip-pestraße, Lippestraße bis B55, B55 in nördlicher Richtung bis Boker Kanal, Boker Kanal in westlicher Richtung bis Wiedenbrücker Straße, Wiedenbrücker Straße bis Quellenstraße, Quellenstraße bis Parkstraße, Parkstraße bis Bornefeldstraße, Bornefeldstraße in westlicher Richtung bis Kreisgrenze

17.3.2017

RHEINLAND-PFALZ

Landkreis Germersheim

Gemarkung Maximiliansau

Gemarkung Wörth

Gemarkung Hagenbach

Gemarkung Jockgrim

Gemarkung Rheinzabern

Gemarkung Leimersheim

Gemarkung Neupotz

17.3.2017

SACHSEN

Landkreis Nordsachsen

Die Gemeinde Rackwitz mit allen Ortsteilen

Die Große Kreisstadt Schkeuditz mit den Ortsteilen Freiroda, Gerbisdorf, Glesien, Hayna, Kursdorf, Radefeld, Schkeuditz mit den Stadtlagen östlich der S8 sowie nördlich der Weißen Elster und Wolteritz

Die Gemeinde Wiedemar mit den Ortsteilen Grebehna, Lissa, Quering und Zwochau

Die Große Kreisstadt Delitzsch mit den Ortsteilen Beerendorf, Beerendorf-Ost, Brodau, Delitzsch, Döberitz, Selben, Zschepen

Die Gemeinde Schönwökau mit den Ortsteilen Boyda, Brinnins, Gollmenz, Hohenroda, Luckowehna, Mocherwitz, Wölkau

Die Gemeinde Jesewitz mit den Ortsteilen Liemehna (außer Ortslage Zschettgauer Straße )

Die Gemeinde Krostitz mit allen Ortsteilen

Die Stadt Taucha mit den Ortsteilen Cradefeld, Graßdorf, Merkwitz, Pönitz, Seegeritz und Taucha mit den Ortslagen westlich B 87

10.3.2017

Landkreis Nordsachsen

Gemeinde Rackwitz mit den Ortsteilen Biesen, Kreuma, Lemsel, Podelwitz, Rackwitz sowie Zschortau mit der Ortslage entlang des Straßenverlaufs S 7 von B184 ausgehend bis zum Ortseingang Biesen

Gemeinde Krostitz mit den Ortsteilen Hohenossig, Kletzen, Zschölkau

Große Kreisstadt Schkeuditz mit dem Ortsteil Wolteritz

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

Landkreis Bautzen

Stadt Bernsdorf mit dem Ortsteil Heide

Stadt Lauta mit allen Ortsteilen (mit Ausnahme des Ortsteils Laubusch)

Stadt Hoyerwerda mit den Ortsteilen Schwarzkollm und Bröthen-Michalken

Stadt Wittichenau mit dem Ortsteil Dubring

Gemeinde Oßling (mit Ausnahme des Ortsteils Trado mit Neu Trado)

Stadt Kamenz mit dem Ortsteil Bernbruch

Gemeinde Schönteichen mit den Ortsteilen Biehla, Brauna (Gebiet nördlich der Königsbrücker Straße), Cunnersdorf, Hausdorf, Liebenau, Schönbach

Gemeinde Schwepnitz mit den Ortsteilen Bulleritz, Cosel, Grüngräbchen, Schwepnitz (mit Ausnahme des Gewer-beparks)

Gemeinde Neukirch mit dem Ortsteil Gottschdorf (Gebiet östlich der Neukircher Straße und des Bachweges)

10.3.2017

Landkreis Bautzen

Stadt Bernsdorf mit den Ortsteilen Straßgräbchen und Wiednitz (mit Ausnahme von Heide)

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

Landkreis Görlitz

Leuba Grenze über B 99 auf „Am Dorfteich“ — Verbindungsstraße Leuba-Kiesdorf auf S 128 nach Schönau-Berzdorf — abbiegen auf K 8403 — in Friedersdorf auf „Neue Straße“ — von Ortsstraße auf S 111 — abbiegend auf obere Ortsstraße — Verbindungsstraße nach Markersdorf — Straße am Mühlberg bis Kirchstraße — auf B 6 — von Mittelstraße Luftlinie über Feld und Wiese vorbei an Waldstück und Gewässer — auf Verbindungsstraße Girbigsdorf-Königshain — auf Königshainer Weg über Feld — Verbindungsweg der Windräder — folgend über Bahnverbindung Görlitz-Cottbus nach Ludwigsdorf — am Mühlgraben entlang Richtung Neiße — Landesgrenze bis Leuba

18.3.2017

THÜRINGEN

Landkreis Greiz

In der Verwaltungsgemeinschaft Wünschendorf die

Gemeinde Endschütz mit dem Ortsteil Jährig und dem Ortsteil Letzendorf

Gemeinde Gauern

Gemeinde Hilbersdorf ohne Ortsteil Rußdorf

Gemeinde Linda mit dem Ortsteil Pohlen

Gemeinde Seelingstädt mit dem Ortsteil Friedmanndorf und dem Ortsteil Zwirtzschen

Gemeinde Wünschendorf mit den Ortsteilen Cronschwitz, Meilitz, Mildenfurth, Mosen, Pösneck, Untitz, Veitsberg, Zossen, Zschorta

Stadt Weida mit den Ortsteilen Liebsdorf, Schömberg, Steinsdorf, Schüptitz

Gemeinde Berga mit den Ortsteilen Albersdorf, Clodra, Dittersdorf, Zickra, Eula, Kleinkundorf, Markersdorf, Obergeißendorf, Untergeißendorf, Tschirma, Wolfersdorf, Großdraxdorf, Wernsdorf, Rüßdorf

Gemeinde Harth-Pöllnitz mit den Ortsteilen Birkigt, Burkersdorf, Forstwolfersdorf, Frießnitz, Grochwitz, Köckritz, Köfeln, Neundorf, Niederpöllnitz, Nonnendorf, Rohna,

Gemeinde Zeulenroda-Triebes mit den Ortsteilen Triebes, Mehla, Kranich, Merkendorf, Dörtendorf, Piesigitz, Niederböhmersdorf

Gemeinde Weißendorf

Stadt Auma-Weidatal mit den Ortschaften Göhren-Döhlen mit den Ortsteilen Döhlen, Göhren, Staitz, Wiebelsdorf mit den Ortsteilen Pfersdorf, Wöhlsdorf

Gemeinde Langenwetzendorf mit Pertelsmühle und den Ortsteilen Lunzig, Hain, Hainsberg, Kauern, Neuärgernis, Göttendorf, Naitschau, Zoghaus, Hirschbach, Nitschareuth

Stadt Greiz mit den Ortsteilen Gommla und Silberloch

Gemeinde Neumühle

Gemeinde Mohlsdorf-Teichwolframsdorf mit den Ortsteilen Zahderlehde, Sorge-Settendorf, Kleinreinsdorf

23.3.2017

Landkreis Greiz

Teichwitz

Clodra

Steinsdorf, nur die Wohnbebauung am Kuhberg

Neuhof

Gräfenbrück

Weida, Wohnbebauung zwischen Greizer Straße ab Einmündung Turmstraße bis zur „Fortuna“ und Teichwitz

Nattermühle

Dittersdorf

Horngrund

Neudörfel

Hohenölsen

Wittchendorf

Wildetaube

Lunzig

Loitsch

Kauern, an der Talsperre Hohenleuben

14.3.2017 tot en met 23.3.2017

Landkreis Sömmerda

Gemeinden Altenbeichlingen, Bachstedt, Battgendorf, Backleben, Beichlingen, Dielsdorf, Dermsdorf, Eckstedt, Ellersleben, Griefstedt, Großbrembach, Großmonra, Großneuhausen, Großrudestedt, Kleinbrembach, Kleinneuhausen, Kleinrudestedt, Kölleda und Kölleda-Kiebitzhöhe, Kranichborn, Leubingen, Markvippach, Olbersleben, Ostramondra, Rohrborn, Schallenburg, Scherndorf, Scherndorf-Schönstedter Hof, Schillingstedt, Schloßvippach, Stadt Sömmerda, Gemeinden Sprötau, Stödten, Tunzenhausen, Vogelsberg, Waltersdorf, Wenigensömmern, Weißensee

29.3.2017

Landkreis Sömmerda

Stadt Sömmerda mit den Ortsteilen Orlishausen und Frohndorf

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

Lidstaat: Griekenland

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

(a)

The municipal unit of Tripoli and the following local communities in the municipality of Tripoli, regional unit of Arkadia: Kapsia, Nestani, Loukas, Zevgolatio, Agios Konstantinos, Pelagos, Merkovouni, Skopi, Perthori, Sangas and Artemisio;

(b)

the settlements of Aria and Tourniki and the local community of Karya in the municipality of Argos-Mykines, regional unit of Argolida;

(c)

the municipal districts of Amindeo, Sotiras, Vegora, Levea, Filotas, Manakios, Pyrgoi, Farangio and Agios Panteleimonas;

(d)

the municipal districts of Komnina, Mesovouno, Koroni, Perdikkas, Pentavriso and Parchario.

18.3.2017

The municipal district of Nestani and the entire wider area of Nestani in the municipality of Tripoli, regional unit of Arkadia, defined as follows:

 

in the north up to the point which lies at a latitude of 37.634891 and a longitude of 22.452786

 

in the south up to the point which lies at a latitude of 37.582105 and a longitude of 22.451462

 

in the east up to the point which lies at a latitude of 37.609236 and a longitude of 22.480079 and

 

in the west up to the point which lies at a latitude of 37.57074 and a longitude of 22.3796

10.3.2017 tot en met 18.3.2017

The municipal districts of Pelargos and Antigonos in the regional unit of Florina.

10.3.2017 tot en met 18.3.2017”

b)

de volgende vermelding voor Spanje wordt ingevoegd tussen de vermeldingen voor Griekenland en Frankrijk:

„Lidstaat: Spanje

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

In the province of Girona the municipalities of

Bàscara

Garrigàs

Palau De Santa Eulàlia

Sant Miquel De Fluvià

Sant Mori

Torroella De Fluvià

Ventalló

Viladamat

Vilaür

Albons

Bellcaire D'empordà

Corçà

Cruïlles, Monells I Sant Sadurní De L'heura

Foixà

Forallac

La Bisbal D'empordà

La Pera

La Tallada D'empordà

Palau-Sator

Pals

Rupià

Torrent

Torroella De Montgrí

Ultramort

Verges

Palol de Revardit

Sant Miquel De Campmajor

Vilademuls

Les Planes D'hostoles

Mieres

Sant Feliu De Pallerols

Aiguaviva

Bordils

Canet D'adri

Celrà

Cervià de Ter

Flaçà

Juià

Llambilles

Fornells De La Selva

Girona

Quart

Sant Joan De Mollet

Sant Julià de Ramis

Sant Martí Vell

Sarrià de Ter

Vilablareix

Brunyola

Riudellots de la Selva

Santa Coloma De Farners

Susqueda

Vilobí D'onyar

Camprodon

Molló

Ogassa

Pardines

Sant Joan De Les Abadesses

Sant Pau De Seguries

Setcases

Madremanya

1.4.2017

In the province of Barcelona the municipalities of

Palau-Solità I Plegamans

Sentmenat

Bigues I Riells

Caldes De Montbui

Cànoves I Samalús

Cardedeu

Granollers

La Garriga

La Roca del Vallès

Les Franqueses del Vallès

Lliçà d'avall

Mollet del Vallès

Montmeló

Montornès del Vallès

Parets del Vallès

Sant Feliu De Codines

Vilanova del Vallès

1.4.2017

In the province of Girona the municipalities of

Saus Camallera i Llampaies

Colomers

Fontanilles

Garrigoles

Gualta

Jafre

Parlavà

Serra de Darò

Ullà

Ullestret

Vilopriu

Sant Aniol de Finestres

Bescanó

Salt

Sant Gregori

Sant Jordi Desvalls

Sant Marti de Llémena

Viladasens

Amer

Anglès

La Cellera de Ter

Osor

Sant Julia del Llor i Bonmati

Llanars

Vilallonga de Ter

24.3.2017 tot en met 1.4.2017

In the province of Barcelona the municipalities of

Canovelles

L'ametlla del Vallès

Lliça d'Amunt

Santa Eulàlia de Ronçana

24.3.2017 tot en met 1.4.2017”

c)

de vermeldingen voor Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië en Slowakije worden vervangen door:

„Lidstaat: Frankrijk

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Les communes suivantes dans le département de l'AVEYRON

NAJAC

SAINT-ANDRE-DE-NAJAC

8.3.2017

Les communes suivantes dans le département des DEUX-SEVRES

AZAY-LE-BRULE

CHAMPDENIERS-SAINT-DENIS

CHERVEUX

CLAVE

COURS

ECHIRE

EXIREUIL

FRANCOIS

GERMOND-ROUVRE

LA BOISSIERE-EN-GATINE

LA CRECHE

LES GROSEILLERS

MAZIERES-EN-GATINE

PAMPLIE

SAINT-GELAIS

SAINT-GEORGES-DE-NOISNE

SAINT-LIN

SAINT-MAIXENT-L'ECOLE

SAINT-MARC-LA-LANDE

SAINT-PARDOUX

SAINTE-OUENNE

SAIVRES

SURIN

VERRUYES

18.3.2017

AIFFRES

BEAUVOIR-SUR-NIORT

BESSINES

BRULAIN

CHAURAY

FORS

FRONTENAY-ROHAN-ROHAN

GRANZAY-GRIPT

JUSCORPS

LA FOYE-MONJAULT

LES FOSSES

MARIGNY

MOUGON

NIORT

PRAHECQ

SAINT-MARTIN-DE-BERNEGOUE

SAINT-ROMANS-DES-CHAMPS

SAINT-SYMPHORIEN

SAINTE-BLANDINE

VOUILLE

8.3.2017

AUGE

LA CHAPELLE-BATON

SAINT-CHRISTOPHE-SUR-ROC

9.3.2017 tot en met 18.3.2017

Les communes suivantes dans le département du GERS

ARMENTIEUX

ARMOUS-ET-CAU

AUCH

AUJAN-MOURNEDE

AYZIEU

BASCOUS

BASSOUES

BAZIAN

BEAUMARCHES

BEAUMONT

BECCAS

BERAUT

BETPLAN

BIRAN

BOUCAGNERES

BRETAGNE-D'ARMAGNAC

CAHUZAC-SUR-ADOUR

CAILLAVET

CALLIAN

CANNET

CASSAIGNE

CASTELNAU D'AUZAN LABARRERE

CAZAUBON

CAZAUX-D'ANGLES

CAZAUX-VILLECOMTAL

CAZENEUVE

CONDOM

COULOUME-MONDEBAT

COURRENSAN

COURTIES

DURBAN

ESTAMPES

FOURCES

GALIAX

GONDRIN

GOUX

HAGET

IZOTGES

JU-BELLOC

JUILLAC

LADEVEZE-RIVIERE

LADEVEZE-VILLE

LAGARDERE

LAGRAULET-DU-GERS

LANNEPAX

LAREE

LARRESSINGLE

LARROQUE-SUR-L'OSSE

LASSERADE

LASSERAN

LASSEUBE-PROPRE

LAURAET

LAVERAET

LIAS-D'ARMAGNAC

LOUSLITGES

LUPIAC

MAIGNAUT-TAUZIA

MALABAT

MANSENCOME

MARAMBAT

MARCIAC

MARGOUET-MEYMES

MARGUESTAU

MASCARAS

MONCLAR

MONLAUR-BERNET

MONTEGUT-ARROS

MOUCHAN

MOUREDE

NOULENS

ORBESSAN

ORDAN-LARROQUE

PANJAS

PEYRUSSE-GRANDE

PEYRUSSE-VIEILLE

PLAISANCE

PRECHAC-SUR-ADOUR

RAMOUZENS

ROQUEBRUNE

ROQUES

SAINT-AUNIX-LENGROS

SAINT-JEAN-LE-COMTAL

SAINT-JEAN-POUTGE

SAINT-PIERRE-D'AUBEZIES

SANSAN

SCIEURAC-ET-FLOURES

SEMBOUES

TASQUE

TIESTE-URAGNOUX

TOURDUN

TUDELLE

VALENCE-SUR-BAISE

VIC-FEZENSAC

VILLECOMTAL-SUR-ARROS

29.3.2017

BELLEGARDE

BETCAVE-AGUIN

CADEILLAN

CHELAN

ESPAON

FAGET-ABBATIAL

GARRAVET

GAUJAC

GAUJAN

LAMAGUERE

LOMBEZ

MEILHAN

MONBARDON

MONCORNEIL-GRAZAN

MONFERRAN-PLAVES

MONGAUSY

MONT-D'ASTARAC

MONTADET

MONTAMAT

MONTIES

ORNEZAN

PELLEFIGUE

POUY-LOUBRIN

SAINT-ELIX

SAINT-MARTIN-GIMOIS

SAINT-SOULAN

SAMARAN

SARAMON

SARCOS

SAUVETERRE

SEISSAN

SEMEZIES-CACHAN

SERE

TACHOIRES

VILLEFRANCHE

22.3.2017

ARROUEDE

AUSSOS

BEZUES-BAJON

CABAS-LOUMASSES

ESCLASSAN-LABASTIDE

LABARTHE

LALANNE-ARQUE

LOURTIES-MONBRUN

MANENT-MONTANE

MASSEUBE

PANASSAC

SABAILLAN

SAINT-ARROMAN

SAINT-BLANCARD

SIMORRE

TOURNAN

14.3.2017 tot en met 22.3.2017

AIGNAN

ARBLADE-LE-BAS

ARBLADE-LE-HAUT

AURENSAN

AUX-AUSSAT

AVERON-BERGELLE

BARCELONNE-DU-GERS

BARCUGNAN

BARRAN

BARS

BAZUGUES

BELLOC-SAINT-CLAMENS

BELMONT

BERDOUES

BERNEDE

BETOUS

BLOUSSON-SERIAN

BOURROUILLAN

BOUZON-GELLENAVE

CAMPAGNE-D'ARMAGNAC

CASTELNAU-D'ANGLES

CASTELNAVET

CASTEX

CASTEX-D'ARMAGNAC

CASTILLON-DEBATS

CAUMONT

CAUPENNE-D'ARMAGNAC

CLERMONT-POUYGUILLES

CORNEILLAN

CRAVENCERES

CUELAS

DEMU

DUFFORT

EAUZE

ESPAS

ESTANG

ESTIPOUY

FUSTEROUAU

GEE-RIVIERE

IDRAC-RESPAILLES

L'ISLE-DE-NOE

LAAS

LABARTHETE

LABEJAN

LAGARDE-HACHAN

LAGUIAN-MAZOUS

LAMAZERE

LANNE-SOUBIRAN

LANNEMAIGNAN

LANNUX

LAUJUZAN

LE BROUILH-MONBERT

LE HOUGA

LELIN-LAPUJOLLE

LOUBEDAT

LOUBERSAN

LOUSSOUS-DEBAT

LUPPE-VIOLLES

MAGNAN

MANAS-BASTANOUS

MANCIET

MARSEILLAN

MAULEON-D'ARMAGNAC

MAULICHERES

MAUMUSSON-LAGUIAN

MAUPAS

MIELAN

MIRAMONT-D'ASTARAC

MIRANDE

MIRANNES

MONCASSIN

MONCLAR-SUR-LOSSE

MONGUILHEM

MONLEZUN

MONLEZUN-D'ARMAGNAC

MONPARDIAC

MONT-DE-MARRAST

MONTAUT

MONTESQUIOU

MORMES

MOUCHES

NOGARO

PALLANNE

PERCHEDE

PONSAMPERE

PONSAN-SOUBIRAN

POUYDRAGUIN

POUYLEBON

PRENERON

PROJAN

REANS

RICOURT

RIGUEPEU

RISCLE

SABAZAN

SADEILLAN

SAINT-ARAILLES

SAINT-CHRISTAUD

SAINT-ELIX-THEUX

SAINT-GERME

SAINT-GRIEDE

SAINT-JUSTIN

SAINT-MARTIN

SAINT-MARTIN-D'ARMAGNAC

SAINT-MAUR

SAINT-MEDARD

SAINT-MICHEL

SAINT-MONT

SAINT-OST

SAINTE-AURENCE-CAZAUX

SAINTE-CHRISTIE-D'ARMAGNAC

SAINTE-DODE

SALLES-D'ARMAGNAC

SARRAGACHIES

SARRAGUZAN

SAUVIAC

SEAILLES

SEGOS

SION

SORBETS

TARSAC

TERMES-D'ARMAGNAC

TILLAC

TOUJOUSE

TRONCENS

URGOSSE

VERGOIGNAN

VERLUS

VIELLA

VIOZAN

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

ANSAN

AUGNAX

BAJONNETTE

BIVES

BLANQUEFORT

CRASTES

ESTRAMIAC

HOMPS

LABRIHE

MANSEMPUY

MARAVAT

MAUVEZIN

MONFORT

PUYCASQUIER

SAINT-ANTONIN

SAINT-BRES

SAINT-GEORGES

SAINT-ORENS

SAINT-SAUVY

SAINTE-GEMME

SAINTE-MARIE

SARRANT

SEREMPUY

SOLOMIAC

TAYBOSC

TOUGET

TOURRENQUETS

8.3.2017

Les communes suivantes dans le département des HAUTE-GARONNE

BALESTA

BOUDRAC

CAZARIL-TAMBOURES

LECUSSAN

VILLENEUVE-LECUSSAN

29.3.2017

ANAN

BLAJAN

BOISSEDE

CASSAGNABERE-TOURNAS

CASTERA-VIGNOLES

CHARLAS

CIADOUX

ESCANECRABE

ESPARRON

GENSAC-DE-BOULOGNE

L'ISLE-EN-DODON

LESPUGUE

LILHAC

MARTISSERIE

MIRAMBEAU

MOLAS

MONTESQUIEU-GUITTAUT

MONTGAILLARD-SUR-SAVE

MONTMAURIN

NENIGAN

PUYMAURIN

SAINT-FERREOL-DE-COMMINGES

SAINT-LARY-BOUJEAN

SAINT-LAURENT

SAINT-PE-DELBOSC

SALERM

SAMAN

22.3.2017

BOULOGNE-SUR-GESSE

LUNAX

MONDILHAN

MONTBERNARD

PEGUILHAN

14.3.2017 tot en met 22.3.2017

Les communes suivantes dans le département des HAUTES-PYRENEES

ALLIER

ANGOS

ARIES-ESPENAN

ARTAGNAN

ARTIGUEMY

AUREILHAN

AURENSAN

BARBAZAN-DEBAT

BARBAZAN-DESSUS

BAZET

BAZILLAC

BEGOLE

BERNAC-DEBAT

BERNAC-DESSUS

BAZET

BAZILLAC

BEGOLE

BERNAC-DEBAT

BERNAC-DESSUS

BETBEZE

BONNEMAZON

BOULIN

BOURS

CAHARET

CALAVANTE

CAMALES

CASTERA-LANUSSE

CASTERETS

CASTILLON

CHELLE-SPOU

CHIS

CIEUTAT

DEVEZE

DOURS

ESCONDEAUX

FRECHOU-FRECHET

GOURGUE

HITTE

LALANNE

LANESPEDE

LANSAC

LESPOUEY

LIAC

LIZOS

LUC

LUTILHOUS

MARSAC

MASCARAS

MAUVEZIN

MERILHEU

MONTGAILLARD

MONTIGNAC

OLEAC-DEBAT

ORIGNAC

ORLEIX

PERE

PUJO

RICAUD

SABALOS

SALLES-ADOUR

SARIAC-MAGNOAC

SARNIGUET

SARRIAC-BIGORRE

SARROUILLES

SEGALAS

SEMEAC

SOUES

THERMES-MAGNOAC

TOSTAT

UGNOUAS

VIC-EN-BIGORRE

VIELLE-ADOUR

VILLENAVE-PRES-MARSAC

22.3.2017

ANDREST

AZEREIX

BORDERES-SUR-L'ECHEZ

ESCAUNETS

GARDERES

GAYAN

JUILLAN

LAGARDE

LAMARQUE-PONTACQ

LANNE

LOUEY

LUQUET

ODOS

OSSUN

OURSBELILLE

PINTAC

SAINT-LEZER

SANOUS

SIARROUY

TALAZAC

TARASTEIX

TARBES

18.3.2017

ANSOST

ARNE

AUBAREDE

AURIEBAT

BARBACHEN

BARTHE

BAZORDAN

BERNADETS-DESSUS

BETPOUY

BONREPOS

BOUILH-PEREUILH

BUGARD

BURG

BUZON

CABANAC

CAIXON

CAMPISTROUS

CASTELBAJAC

CASTELNAU-MAGNOAC

CASTELNAU-RIVIERE-BASSE

CASTELVIEILH

CASTERA-LOU

CAUBOUS

CAUSSADE-RIVIERE

CHELLE-DEBAT

CIZOS

CLARENS

COLLONGUES

ESTIRAC

GENSAC

HACHAN

HERES

HOUEYDETS

JACQUE

LABATUT-RIVIERE

LACASSAGNE

LAFITOLE

LAHITTE-TOUPIERE

LAMARQUE-RUSTAING

LAMEAC

LANNEMEZAN

LARAN

LARREULE

MASSALES

LESCURRY

LOUIT

MANSAN

MARSEILLAN

MAUBOURGUET

MINGOT

MONFAUCON

MONLEON-MAGNOAC

MONTASTRUC

MOUMOULOUS

MUN

NOUILHAN

ORGAN

ORIEUX

PEYRET-SAINT-ANDRE

PEYRIGUERE

PEYRUN

RABASTENS-DE-BIGORRE

REJAUMONT

SAINT-LANNE

SAINT-SEVER-DE-RUSTAN

SAUVETERRE

SENAC

SERE-RUSTAING

SOMBRUN

SOREAC

TAJAN

THUY

TOURNOUS-DEVANT

UGLAS

VIEUZOS

VILLEFRANQUE

VILLENAVE-PRES-BEARN

29.3.2017

IBOS

OROIX

SERON

9.3.2017 tot en met 18.3.2017

ANTIN

BERNADETS-DEBAT

BONNEFONT

BOUILH-DEVANT

CAMPUZAN

ESTAMPURES

FONTRAILLES

FRECHEDE

GALAN

GALEZ

GAUSSAN

GUIZERIX

HAGEDET

LALANNE-TRIE

LAPEYRE

LARROQUE

LASCAZERES

LIBAROS

LUBRET-SAINT-LUC

LUBY-BETMONT

LUSTAR

MADIRAN

MAZEROLLES

MONLONG

OSMETS

PUNTOUS

PUYDARRIEUX

RECURT

SABARROS

SADOURNIN

SENTOUS

SOUBLECAUSE

TOURNOUS-DARRE

TRIE-SUR-BAISE

TROULEY-LABARTHE

VIDOU

VIFOUZE

VILLEMBITS

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

BORDES

CLARAC

COUSSAN

GONEZ

GOUDON

HOURC

LASLADES

LHEZ

MARQUERIE

MOULEDOUS

OLEAC-DESSUS

OUEILLOUX

OZON

PEYRAUBE

POUMAROUS

POUYASTRUC

SINZOS

SOUYEAUX

TOURNAY

14.3.2017 tot en met 22.3.2017

Les communes suivantes dans le département des LANDES

ANGOUME

ANGRESSE

ARENGOSSE

ARJUZANX

ARTHEZ-D'ARMAGNAC

AZUR

BETBEZER-D'ARMAGNAC

BEYLONGUE

BIAUDOS

BONNEGARDE

BOOS

CAMPET-ET-LAMOLERE

CASTAIGNOS-SOUSLENS

CASTETS

CAUNEILLE

CAZALIS

DAX

ESCOURCE

GAILLERES

GAREIN

GARROSSE

GELOUX

HAGETMAU

JOSSE

LABASTIDE-CHALOSSE

LABENNE

LACQUY

LACRABE

LAGLORIEUSE

LAGRANGE

LALUQUE

LEON

LUGLON

MARPAPS

MAUVEZIN-D'ARMAGNAC

MAZEROLLES

MEES

MOMUY

MONT-DE-MARSAN

MORCENX

MORGANX

NASSIET

OEYRELUY

ONDRES

ONESSE-LAHARIE

ORIST

PARLEBOSCQ

PEY

PORT-DE-LANNERION-DES-LANDES

SABRES

SAINT-AVIT

SAINT-BARTHELEMY

SAINT-CRICQ-DU-GAVE

SAINT-ETIENNE-D'ORTHE

SAINT-JEAN-DE-MARSACQ

SAINT-JULIEN-D'ARMAGNAC

SAINT-JUSTIN

SAINT-MARTIN-D'ONEY

SAINT-MARTIN-DE-HINX

SAINT-MARTIN-DE-SEIGNANX

SAINT-PIERRE-DU-MONT

SAINT-VINCENT-DE-TYROSSE

SAINTE-COLOMBE

SAINTE-FOY

SAINTE-MARIE-DE-GOSSE

SAUBION

SAUBRIGUES

SERRESLOUS-ET-ARRIBANS

SEIGNOSSE

SEYRESSE

SINDERES

SIEST

SOORTS-HOSSEGOR

SORDE-L'ABBAYE

SOUSTONS

TALLER

TERCIS-LES-BAINS

TOSSE

UCHACQ-ET-PARENTIS

VILLENAVE

VILLENEUVE-DE-MARSAN

29.3.2017

AIRE-SUR-L'ADOUR

AMOU

ARBOUCAVE

ARGELOS

ARSAGUE

ARTASSENX

AUBAGNAN

AUDIGNON

AUDON

AURICE

BAHUS-SOUBIRAN

BAIGTS

BANOS

BAS-MAUCO

BASCONS

BASSERCLES

BASTENNES

BATS

BEGAAR

BELUS

BENESSE-LES-DAX

BENQUET

BERGOUEY

BEYRIES

BORDERES-ET-LAMENSANS

BOUGUE

BOURDALAT

BRASSEMPOUY

BRETAGNE-DE-MARSAN

BUANES

CAGNOTTE

CAMPAGNE

CANDRESSE

CARCARES-SAINTE-CROIX

CARCEN-PONSON

CASSEN

CASTANDET

CASTEL-SARRAZIN

CASTELNAU-CHALOSSE

CASTELNAU-TURSAN

CASTELNER

CAUNA

CAUPENNE

CAZERES-SUR-L'ADOUR

CLASSUN

CLEDES

CLERMONT

COUDURES

DOAZIT

DONZACQ

DUHORT-BACHEN

DUMES

ESTIBEAUX

EUGENIE-LES-BAINS

EYRES-MONCUBE

FARGUES

GAAS

GAMARDE-LES-BAINS

GARREY

GAUJACQ

GEAUNE

GIBRET

GOOS

GOURBERA

GOUSSE

GOUTS

GRENADE-SUR-L'ADOUR

HABAS

HAURIET

HAUT-MAUCO

HERM

HEUGAS

HINX

HONTANX

HORSARRIEU

LABASTIDE-D'ARMAGNAC

LABATUT

LACAJUNTE

LAGLORIEUSE

LAHOSSE

LAMOTHE

LARBEY

LARRIVIERE-SAINT-SAVIN

LATRILLE

LAUREDE

LAURET

LE FRECHE

LE LEUY

LE VIGNAU

LESGOR

LOUER

LOURQUEN

LUSSAGNET

MAGESCQ

MANT

MAURIES

MAURRIN

MAYLIS

MEILHAN

MIMBASTE

MIRAMONT-SENSACQ

MISSON

MONGET

MONSEGUR

MONTAUT

MONTEGUT

MONTFORT-EN-CHALOSSE

MONTGAILLARD

MONTSOUE

MOUSCARDES

MUGRON

NARROSSE

NERBIS

NOUSSE

ONARD

ORTHEVIELLE

OSSAGES

OUSSE-SUZAN

OZOURT

PAYROS-CAZAUTETS

PECORADE

PERQUIE

PEYRE

PEYREHORADE

PHILONDENX

PIMBO

POMAREZ

PONTONX-SUR-L'ADOUR

POUDENX

POUILLON

POYANNE

POYARTIN

PRECHACQ-LES-BAINS

PUJO-LE-PLAN

PUYOL-CAZALET

RENUNG

RIVIERE-SAAS-ET-GOURBY

SAINT-AGNET

SAINT-AUBIN

SAINT-CRICQ-CHALOSSE

SAINT-CRICQ-VILLENEUVE

SAINT-GEIN

SAINT-GEOURS-D'AURIBAT

SAINT-GEOURS-DE-MAREMNE

SAINT-JEAN-DE-LIER

SAINT-LON-LES-MINES

SAINT-LOUBOUER

SAINT-MAURICE-SUR-ADOUR

SAINT-PANDELON

SAINT-PAUL-LES-DAX

SAINT-PERDON

SAINT-SEVER

SAINT-VINCENT-DE-PAUL

SAINT-YAGUEN

SAMADET

SARRAZIET

SARRON

SAUBUSSE

SAUGNAC-ET-CAMBRAN

SERRES-GASTON

SORBETS

SORT-EN-CHALOSSE

SOUPROSSE

TARTAS

TETHIEU

TILH

TOULOUZETTE

URGONS

VICQ-D'AURIBAT

VIELLE-TURSAN

YGOS-SAINT-SATURNIN

YZOSSE

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

Les communes suivantes dans le département du LOT-ET-GARONNE

AIGUILLON

AMBRUS

ANZEX

ARMILLAC

BEAUGAS

BOUDY-DE-BEAUREGARD

BOURGOUGNAGUE

BRUGNAC

BUZET-SUR-BAISE

CALONGES

CASSENEUIL

CASTELNAUD-DE-GRATECAMBE

CASTILLONNES

CAUBEYRES

COULX

DAMAZAN

DOUZAINS

FERRENSAC

LA REUNION

LA SAUVETAT-SUR-LEDE

LABASTIDE-CASTEL-AMOUROUX

LABRETONIE

LAGRUERE

LAPERCHE

LAUZUN

LAVERGNE

LE MAS-D'AGENAIS

LEYRITZ-MONCASSIN

MONCLAR

MONHEURT

MONTASTRUC

MONTAURIOL

MONTAUT

MONTIGNAC-DE-LAUZUN

NICOLE

PAILLOLES

PINEL-HAUTERIVE

SAINT-BARTHELEMY-D'AGENAIS

SAINT-COLOMB-DE-LAUZUN

SAINT-EUTROPE-DE-BORN

SAINT-LEGER

SAINT-LEON

SAINT-PASTOUR

SAINT-PIERRE-DE-BUZET

SAINTE-GEMME-MARTAILLAC

SEGALAS

SERIGNAC-PEBOUDOU

TOMBEBOEUF

TONNEINS

TOURTRES

VERTEUIL-D'AGENAIS

VILLEBRAMAR

VILLETON

29.3.2017

CANCON

LOUGRATTE

MONBAHUS

MONVIEL

MOULINET

PUCH-D'AGENAIS

RAZIMET

SAINT-MAURICE-DE-LESTAPEL

VILLEFRANCHE-DU-QUEYRAN

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

Les communes suivantes dans le département des PYRENEES-ATLANTIQUES

AAST

BARZUN

ESPOEY

GER

GOMER

HOURS

LIVRON

LUCGARIER

PONSON-DEBAT-POUTS

PONSON-DESSUS

9.3.2017 tot en met 18.3.2017

ABERE

ANOS

ANOYE

ARRICAU-BORDES

ARROSES

ARTHEZ-DE-BEARN

AUBIN

AUBOUS

AURIONS-IDERNES

AYDIE

BAIGTS-DE-BEARN

BALANSUN

BALEIX

BARINQUE

BALANSUN

BALEIX

BARDOS

BARINQUE

BELLOCQ

BENTAYOU-SEREE

BERENX

BERNADETS

BIDACHE

BONNUT

BOUILLON

BOURNOS

CABIDOS

CADILLON

CAME

CARRESSE-CASSABER

CASTERA-LOUBIX

CASTILLON (CANTON DE LEMBEYE)

CAUBIOS-LOOS

CONCHEZ-DE-BEARN

DOUMY

ESCOUBES

ESCURES

FICHOUS-RIUMAYOU

GABASTON

GAROS

GAYON

GERDEREST

GEUS-D'ARZACQ

GUICHE

HAGETAUBIN

HASTINGUES

HIGUERES-SOUYE

LABATUT

LACADEE

LAHONTAN

LALONGUE

LAMAYOU

LARREULE

LEREN

LESPIELLE

LONCON

LOUVIGNY

LUCARRE

LUSSAGNET-LUSSON

MASPIE-LALONQUERE-JUILLACQ

MAUCOR

MAURE

MESPLEDE

MIALOS

MOMAS

MOMY

MONASSUT-AUDIRACQ

MONSEGUR

MONT-DISSE

MONTAGUT

MONTARDON

MORLANNE

NAVAILLES-ANGOS

OEYREGAVE

ORTHEZ

PEYRELONGUE-ABOS

PIETS-PLASENCE-MOUSTROU

POMPS

PONTIACQ-VIELLEPINTE

RIUPEYROUS

SAINT-ARMOU

SAINT-CASTIN

SAINT-JEAN-POUDGE

SAINT-LAURENT-BRETAGNE

SAINT-PE-DE-LEREN

SALIES-DE-BEARN

SALLES-MONGISCARD

SALLESPISSE

SAMES

SAUVAGNON

SEBY

SERRES-CASTET

SIMACOURBE

UZAN

VIALER

29.3.2017

ARGELOS

ARGET

ARZACQ-ARRAZIGUET

ASTIS

AUGA

AURIAC

BALIRACQ-MAUMUSSON

BASSILLON-VAUZE

BETRACQ

BOUEILH-BOUEILHO-LASQUE

BUROSSE-MENDOUSSE

CARRERE

CASTEIDE-CANDAU

CASTETPUGON

CLARACQ

CORBERE-ABERES

COSLEDAA-LUBE-BOAST

COUBLUCQ

CROUSEILLES

DIUSSE

GARLEDE-MONDEBAT

GARLIN

LABEYRIE

LALONQUETTE

LANNECAUBE

LASCLAVERIES

LASSERRE

LEMBEYE

LEME

LUC-ARMAU

MALAUSSANNE

MASCARAAS-HARON

MERACQ

MIOSSENS-LANUSSE

MONCAUP

MONCLA

MONPEZAT

MOUHOUS

PORTET

POULIACQ

POURSIUGUES-BOUCOUE

PUYOO

RAMOUS

RIBARROUY

SAINT-GIRONS-EN-BEARN

SAINT-MEDARD

SAMSONS-LION

SAULT-DE-NAVAILLES

SEMEACQ-BLACHON

SEVIGNACQ

TADOUSSE-USSAU

TARON-SADIRAC-VIELLENAVE

THEZE

VIGNES

VIVEN

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

ANDOINS

ANGAIS

ARRIEN

ARTIGUELOUTAN

BAUDREIX

BEDEILLE

BENEJACQ

BEUSTE

BOEIL-BEZING

BORDERES

BORDES

CASTEIDE-DOAT

COARRAZE

ESLOURENTIES-DABAN

ESPECHEDE

LABATMALE

LAGOS

LESPOURCY

LIMENDOUS

LOMBIA

LOURENTIES

MIREPEIX

MONTANER

NOUSTY

PONTACQ

SAINT-VINCENT

SAUBOLE

SEDZE-MAUBECQ

SEDZERE

SOUMOULOU

UROST

18.3.2017

Les communes suivantes dans le département du TARN

ALMAYRAC

AMARENS

BLAYE-LES-MINES

BOURNAZEL

CAGNAC-LES-MINES

CARMAUX

CASTANET

COMBEFA

CORDES-SUR-CIEL

DONNAZAC

FRAUSSEILLES

ITZAC

JOUQUEVIEL

LABARTHE-BLEYS

LABASTIDE-GABAUSSE

LACAPELLE-SEGALAR

LAPARROUQUIAL

LE GARRIC

LE RIOLS

LE SEGUR

LES CABANNES

LIVERS-CAZELLES

LOUBERS

MAILHOC

MARNAVES

MILHARS

MILHAVET

MIRANDOL-BOURGNOUNAC

MONESTIES

MONTIRAT

MONTROSIER

MOULARES

MOUZIEYS-PANENS

NOAILLES

PAMPELONNE

ROSIERES

ROUSSAYROLLES

SAINT-BENOIT-DE-CARMAUX

SAINT-CHRISTOPHE

SAINT-JEAN-DE-MARCEL

SAINT-MARCEL-CAMPES

SAINT-MARTIN-LAGUEPIE

SAINTE-CROIX

SAINTE-GEMME

SALLES

SOUEL

TAIX

TANUS

TONNAC

TREVIEN

VALDERIES

VILLENEUVE-SUR-VERE

VINDRAC-ALAYRAC

VIRAC

8.3.2017

Les communes suivantes dans le département du TARN-ET-GARONNE

LAGUEPIE

MAUBEC

VAREN

VERFEIL

8.3.2017

Lidstaat: Kroatië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Područje dijelova općine Tordinci, naselje Korog, općine Markšica naselja Gaboš, Ostrovo, Podrinje, Karadžićevo i Markušica, općine Jarmina naselje Jarmina, općine Trpinja naselja Bobota, Ćelije, Ludvinci i Pačetin, općine Nuštar naselja Cerić i Nuštar, općine Vinkovci naselje Vinkovci u Vukovarsko- srijemskoj županiji te područje dijelova općine Šodolovci naselja Silaš, Ada i Palača i općine Ernestinovo naselja Laslovo u Osječko- baranjskoj županiji koji se nalaze na području u obliku kruga radijusa deset kilometra sa središtem na GPS koordinatama N45,3788; E18,7722

15.3.2017

Područje dijelova općine Tordinci, naselja Antin, Mlaka Antinska i Tordinci u Vukovarsko- srijemskoj županiji koji se nalaze na području u obliku kruga radijusa tri kilometra sa središtem na GPS koordinatama N45,3788; E18,7722

7.3.2017 tot en met 15.3.2017

Lidstaat: Italië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Comune di Porto Viro: a sud di località Ca' Giustinian

Comune di Taglio di Po: a est di SS309, a nord di via Lombardia e via Trentino Alto Adige

Comune di Ariano nel Polesine: a est di SS309 e a nord-ovest dell'arrivo dell'idrovora Conca

Comune di Porto Tolle: a est di via Aldo Moro e di Via Po di Gnocca-SP83

Comune di Mesola: a nord di via Biverare

27.2.2017 tot en met 7.3.2017

Comune di Porto Viro: a nord di località Ca' Giustinian

Comune di Taglio di Po: a ovest di SS309, a sud di via Lombardia e via Trentino Alto Adige

Comune di Ariano nel Polesine: a ovest di SS309 e a sud-est dell'arrivo dell'idrovora Conca

Comune di Porto Tolle: a ovest di via Aldo Moro e di Via Po' di Gnocca SP83

Comune di Corbola

Comune di Loreo

Comune di Rosolina

Comune di Mesola: a sud di via Biverare

Comune di Goro

7.3.2017

Comune di Sorbolo: a sud di Strada Certosino, Stradone Dell'Aia, Via della Mina, Strada del Ferrari

Comune di Brescello: a est della Strada provinciale SP62R e strada della Cisa

Comune di Mezzani: a ovest della Strada provinciale SP72

Comune di Parma, a est della Strada provinciale SP9, a nord della tangenziale di Parma (fino all'uscita n. 7) e della Strada statale SS9

Intero territorio dei comuni di:

Gattatico

Poviglio

Boretto

Brescello

Torrile

Colorno

Comune di Castelnovo di Sotto: a nord di via A. Alberici e a ovest di via Villafranca e a ovest di Strada Pescatora e di via Tolara

Comune di Campegine: a nord di Strada provinciale SP112 e a ovest di Strada Pescatora

12.3.2017

Comune di Viadana: a sud ovest di Via Ottoponti Bragagnina — Via Ottoponti Salina, a ovest di Via Ottoponti e dell'abitato di Salina

Comune di Casalmaggiore: a sud est di S.P. 343 R — Ponte Asolana e a sud di S.P. ex S.S. 420, a ovest di Case San Quirico, a sud di Case Sparse Quattro Case — Via Valle e a ovest di Via Manfrassina

12.3.2017

Comune di Volta Mantovana (MN): a sud dell'abitato di Bezzetti, Vinaldi e Pradetti

Comune di Marmirolo (MN): a nord di Corte Cantagallo

Comune di Valeggio sul Mincio (VR): a est del Monte Magrino

Comune di Villafranca di Verona (VR): a ovest di via Carlo Poma, Via De Amicis, via Gorizia, via dei Dossi, SP24, SP54

Comune Sommacampagna (VR): a ovest via Cappello, strada Staffalo, golf club Verona

Comune di Sona (VR): a ovest di strada Località Casa Stefania, a sud di via Santini, a ovest di via Cason

Comune di Castelnuovo del Garda (VR): a ovest via Palazzina, via Crosara

Comune di Lazise (VR): a sud di Strada della Crosona, strada della Pelarola, a ovest di via Belvedere, a sud di via Marengo, a est di via Peschiera, a sud di strada del Capitel e strada dell'Orba

Comune di Peschiera del Garda (VR)

Comune di Ponti sul Mincio (MN): a nord di SP106, a nord di via Zigagnolo, di SP19, a nord-est di Cascina La Valle, di Monte Casale, di Cascina Marchino e di Campuzzo

Comune di Sirmione (BS): a sud di via Brescia

Comune di Desenzano del Garda (BS): a sud di via Francesco Agello, via Giuseppe di Vittorio, sud-est di via Benedetto Croce, a est di Pratomaggiore, a sud di strada Località Montonale Basso, a sud di strada Località Conta e via San Pietro

Comune di Pozzolengo (BS): a nord-ovest di torrente Redone e cascina Vagriolo

Comune di Lonato del Garda (BS): a sud-est di via Centenaro, di via Castel Venzago, via Petra Pizzola

Comune di Solferino

Comune di Cavriana (MN): a sud-ovest di SP18, Cascina Primavera e Cascina Sternera

Comune di Medole (MN): a nord-est SPex SS236

Comune di Guidizzolo (MN): a nord-est di SPex SS236, a est di Guido Rossa, a nord di strada San Martino, a est di via Claudio Monteverdi, a nord di via Sant'Andrea, a est di strada Zanina, via Marchionale

22.3.2017

Comune di Volta Mantovana (MN): a nord dell'abitato di Bezzetti, Vinaldi e Pradetti

Comune di Cavriana (MN): a est di SP18, Cascina Primavera e Cascina Sternera

Comune di Pozzolengo (MN): a sud-est di torrente Redone e cascina Vagriolo

Comune di Ponti sul Mincio (MN): a sud di SP106, a sud di via Zigagnolo, di SP19, a sud-ovest di Cascina La Valle, di Monte Casale, di Cascina Marchino e di Campuzzo

14.3.2017 tot en met 22.3.2017

Comune di Valeggio sul Mincio (VR): a est del Monte Magrino, a nord Località Corte Teresa, a ovest SR 249, a nord di Località Cà Verte

Comune Sommacampagna (VR): a ovest di via Tre Ponti, a nord di Via Cimitero, via XXIV Maggio, a ovest via Ossario, a ovest Strada Staffalo

Comune di Castelnuovo del Garda (VR): a sud di SR11, a ovest di via 11 aprile 1848, via Renaldo, via Spagnoi, a sud via Fontanon e strada della Crosona

Comune di Sona (VR): a sud A4 e a ovest di Via Segradi, via Belvedere, via Celà

23.3.2017 tot en met 29.3.2017

Comune di Volta Mantovana (MN): a sud dell'abitato di Bezzetti, Vinaldi e Pradetti

Comune di Marmirolo (MN): a nord di Corte Cantagallo

Comune di Lazise (VR): a sud di Strada della Crosona, strada della Pelarola, a ovest di via Belvedere, a sud di via Marengo, a est di via Peschiera, a sud di strada del Capitel e strada dell'Orba

Comune di Peschiera del Garda (VR)

Comune di Ponti sul Mincio (MN): a nord di SP106, SP20, a ovest e a nord di SP19, a nord di Cascina Marchino e di Zona Campuzzo e Centrale termoelettrica

Comune di Sirmione (BS)

Comune di Desenzano del Garda (BS): a est SP572 e SP567

Comune di Pozzolengo (BS): a nord SP106, via Martiri Pozzolenghesi, a est e a nord di via Sirmione, a ovest di Località Mondotella, a nord-ovest di SP13

Comune di Lonato del Garda (BS): a est della SP567, e via del Benaco

Comune di Castiglione delle Stiviere: a est di via Benaco, via Napoleone III, via Giuseppe Mazzini

Comune di Cavriana (MN): a ovest di SP8, via Georgiche, via Madonna della Porta, a sud-ovest della SP12, a sud di via Monte Pagano, strada Colli

Comune di Medole (MN): a est della SPex SS236, a sud-est di via Ca' Morino, via San Martino, a nord di via Pieve e via Matteotti, e a nord-est di via Guidizzolo

Comune di Solferino (MN)

Comune di Guidizzolo (MN)

29.3.2017

Comune di Ostiglia (MN): a sud di SP80, SP482,

Comune di Casaleone (VR): a est del fiume Tregnone

Comune di Gazzo Veronese (VR): a nord di via Frassino, via Olmo Maccari, via Dante, via Frescà, via Bocche, via Belvedere, Piazza Pradelle, via Rossini, a ovest di via San Pietro, via Piazza, via Chiesone, a nord via Selici, a ovest SP79

Comune di Legnago (VR): a ovest SP46, 46C

Comune di Cerea (VR): a sud della Ferrovia, via Barbugine, Via Campagnol e via Nuova

Comune di Concamarise (VR)

Comune di Sanguinetto (VR)

Comune di Salizzole (VR): a sud di via Castelletto, Località Albero e Alberetto, via Pezzamaia, via Visegna, a est di Cabellina, via Campagnol, a sud di via Capitello

Comune di Nogara (VR)

Comune di Sorgà (VR): a sud SP10

Comune di Villimpenta (MN)

Comune di Roccoferraro (MN): a est della SP30, SP33

Comune di Sustinente (MN)

Comune di Serravalle a Po (MN)

Comune di Quingentole (MN): a nord SP43

Comune di Pieve di Coriano (MN)

Comune di Revere (MN)

Comune di Borgofranco sul Po (MN): a ovest di via Brasile, a nord di via Arginino Bonizzo, via Arginino Masi

Comune di Melara (RO)

Comune di Bergantino (RO): a nord di via Guglielmo Oberdan, a ovest SP10, a nord SR482, a ovest di via Bugno

23.3.2017

Comune di Ostiglia (MN): a nord di SP80, SP482

Comune di Casaleone (VR): a ovest del fiume Tregnone

Comune di Gazzo Veronese (VR): a sud di via Frassino, via Olmo Maccari, via Dante, via Frescà, via Bocche, via Belvedere, Piazza Pradelle, via Rossini, a est di via San Pietro, via Piazza, via Chiesone, a sud via Selici, a est SP79

15.3.2017 tot en met 23.3.2017

Comune di Ponti sul Mincio (MN): a sud di SP106, SP20, a est e a sud di SP19, a sud di Cascina Marchino e di Zona Campuzzo e Centrale termoelettrica

Comune di Pozzolengo (BS): a sud SP106, via Martiti Pozzolenghesi, a ovest e a sud di via Sirmione, a est di Località Mondotella, a sud-est di SP13

Comune di Cavriana (MN): a est di SP8, via Georgiche, via Madonna della Porta, a nord –est della SP12, a nord di via Monte Pagano, strada Colli

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

Comune di Monzambano (MN)

Comune di Volta Mantovana (MN): a nord dell'abitato di Bezzetti, Vinaldi e Pradetti

Comune di Valeggio sul Mincio (VR): a ovest del Monte Magrino

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

Lidstaat: Hongarije

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Bács-Kiskun és Tolna megyének a védőkörzet vonatkozásában meghatározott részén kívüli, az N46.254465, E18.963625 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területei

23.3.2017

Bács-Kiskun és Tolna megyének az N46.254465, E18.963625 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területei

15.3.2017 tot en met 23.3.2017

Veszprém megyének az N47.291639, E17.577593 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területei

14.3.2017

Veszprém megyének a védőkörzet vonatkozásában meghatározott részén kívüli, az N47.291639, E17.577593 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területei

5.3.2017 tot en met 14.3.2017

Somogy megyének az megyének a védőkörzet vonatkozásában meghatározott területen kívüli N46.2391 és az E17.5382 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területei

19.3.2017

Somogy megyének az N46.2391 és az E17.5382 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területei

11.3.2017 tot en met 19.3.2017

Jász-Nagykun-Szolnok és Heves megyének a védőkörzet vonatkozásában meghatározott területen kívüli, az N47.45979 és az E20.61417 és az N47.44069 és az E 20.61595 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területei, valamint Kisköre közigazgatási területének a Jászsági-főcsatornától délre eső része

29.3.2017

Jász-Nagykun-Szolnok megyének az N47.45979 és az E20.61417 és az N47.44069 és az E 20.61595 GPS koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területei

21.3.2017 tot en met 29.3.2017

Lidstaat: Oostenrijk

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Katastralgemeinden der Marktgemeinde Brand-Nagelberg

KG Nagelberg

KG Steinbach

Stadtgemeinde Gmünd

Katastralgemeinden der Marktgemeinden Großdietmanns

KG Dietmanns

KG Ehrendorf

KG Eichberg

KG Höhenberg

KG Reinpolz

KG Unterlembach

KG Wielands

Katastralgemeinden der Gemeinde Unserfrau-Altweitra

Altweitra

Heinrichs bei Weitra

Oberlembach

Pyhrabruck

KG Schagges

KG Unserfrau

Katastralgemeinde der Stadtgemeinde Weitra

KG Brühl

19.3.2017

Gemeinde Marchegg

Gemeinde Weiden an der March

20.3.2017

Lidstaat: Polen

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

W województwie lubuskim: rozpoczynając od skrzyżowania drogi powiatowej nr 1414F z drogą polną przy posesji nr 46 w miejscowości Brzeźno granica obszaru biegnie w kierunku północno–wschodnim do skrzyżowania dróg powiatowych nr 1414F i 1419F. Następnie granica dalej biegnie w kierunku północno–wschodnim przez oddziały leśne nr 6, 5, 4 do punktu przecięcia obszaru leśnego nr 3, 4, 14, 15 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Następnie linia granicy zmienia kierunek i biegnie w kierunku południowo-wschodnim do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 37, 38, 87, 88 (Nadleśnictwo Bogdaniec). W tym miejscu granica zmienia kierunek i biegnie w kierunku południowym do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 232, 233, 272, 273 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Następnie linia granicy zmienia kierunek i biegnie w kierunku południowo-zachodnim do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 388, 389 skraj lasu (Nadleśnictwo Bogdaniec). Następnie linia granicy zmienia kierunek i biegnie w kierunku zachodnim do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 279, 280, 348, 349 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Tutaj granica zmienia swój kierunek i biegnie w kierunku północno–zachodnim do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 143, 144, 191, 192 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Następnie linia granicy zmienia kierunek i biegnie w kierunku północnym do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 48, 49 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Następnie biegnie w kierunku północno–wschodnim do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1414F z drogą polną przy posesji nr 46 w miejscowości Brzeźno, gdzie kończy się opis

1.3.2017 tot en met 9.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu na moście na rzece Noteć w miejscowości Santok linia granicy obszaru biegnie w kierunku południowo-wschodnim do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1401F z drogą prowadzącą do posesji nr 13 w miejscowości Nowe Polichno. W tym miejscu granica zmienia swój kierunek na południowy i biegnie przecinając drogi wojewódzkie nr 158 i 159, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 80, 81, 112, 113 (Nadleśnictwo Karwin). Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowo-zachodnim, przecinając drogę wojewódzką nr 159, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1352F z drogą prowadzącą do posesji nr 27 w miejscowości Dobrojewo. Dalej linia granicy biegnie w kierunku południowo-zachodnim do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1351F z drogą prowadzącą do posesji nr 12 i 13 w miejscowości Gościnowo. W tym miejscu linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie w kierunku północno-zachodnim, przecinając rzekę Wartę, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 8, 9, 14, 15 (Nadleśnictwo Skwierzyna), po czym biegnie w kierunku północnym, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1398F z drogą prowadzącą do posesji nr 78 w miejscowości Borek. Następnie linia granicy biegnie w kierunku północnym, do 66-go kilometra na rzece Warta, gdzie zmienia kierunek na północno-wschodni i biegnie wzdłuż rzeki Warty. Następnie linia granicy przebiega wzdłuż dolnego biegu rzeki Noteć do mostu, skąd rozpoczęto opis.

1.3.2017 tot en met 9.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu przecięcia działek katastralnych nr 398, 397 w miejscowość Santok z działkami katastralnymi nr 88 i 81 w miejscowości Stare Polichno linia granicy biegnie w kierunku południowo-wschodnim, po łuku, do przecięcia działek katastralnych nr 182, 202, 121/1 w miejscowości Nowe Polichno. Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowym do skrzyżowania drogi wojewódzkiej nr 158 z drogą wojewódzką nr 159, po czym lekko się załamuje i biegnie po łuku do punktu na drodze nr 159 na wysokości posesji nr 23 w miejscowości Dobrojewo. Następnie linia granicy biegnie wzdłuż drogi wojewódzkiej nr 159, do skrzyżowania tej drogi wojewódzkiej z drogą powiatową nr 1352F, po czym zmienia kierunek na południowo-zachodni, i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1351F z drogą gminną nr 004911F. Następnie linia granicy zmienia kierunek na zachodni i biegnie, przecinając rzekę Wartę, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 22, 23, 28, 29 (Nadleśnictwo Skwierzyna). W tym miejscu linia granicy zmienia swój kierunek na północny i biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 8, 9, 14, 15 (Nadleśnictwo Skwierzyna), po czym biegnie w tym samym kierunku, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 217/1 w miejscowości Górki z działką katastralną 250/3 w miejscowości Borek i działką katastralną nr 290 w miejscowości Ciecierzyce. Następnie linia granicy zmienia kierunek na północno-wschodni i biegnie, po łuku, do przecięcia działek katastralnych nr 398, 397 w miejscowość Santok z działkami katastralnymi nr 88 i 81 w miejscowości Stare Polichno, skąd rozpoczęto opis.

1.3.2017 tot en met 9.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu przecięcia drogi powiatowej nr 1282F z drogą prowadzącą do posesji nr 14 w miejscowości Koszęcin linia granicy biegnie w kierunku północnym do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 18, 23 (Nadleśnictwo Lubniewice), po czym skręca w kierunku wschodnim i biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 17, 22, 23. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowy i biegnie od skrzyżowania ulicy Platynowej z drogą polną, przy posesji 3B w miejscowości Dzierżów. Następnie linia granicy załamuje się i biegnie w kierunku południowo — wschodnim, po łuku, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1395F z drogą prowadzącą między posesjami nr 23 i 25 w miejscowości Krasowiec. Następnie linia granicy dalej biegnie w tym samym kierunku, do drogi gminnej 001321F, przy posesji nr 89 w miejscowości Bolemin, po czym zmienia kierunek na południowy i biegnie, przecinając drogę powiatową nr 1397F, do punktu przesunięcia oddziału leśnego nr 49, 50, 72, 73 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy biegnie w kierunki zachodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 54, 55, 78, 79 (Nadleśnictwo Lubniewice), po czym zmienia kierunek na północno-zachodni, omija od północy miejscowość Rudnica, i biegnie do skrzyżowania drogi kolejowej z ulicą Lubuską w miejscowości Rudnica. Następnie linia granicy biegnie w kierunku zachodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 32, 33, 39 (Nadleśnictwo Lubniewice). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północny i biegnie do punktu przecięcia działki katastralnej nr 173, 201, 202, po czym dalej w kierunku północnym, przecinając rzekę Wartę, biegnie do punktu przecięcia działki katastralnej nr 142/4, 142/5 w miejscowości Chwałowice, po czym dalej na północ do skrzyżowania dróg gminnych nr 000416F i 000414F, a następnie zmienia swój kierunek na wschodni i biegnie do punktu początkowego, skąd rozpoczęto opis.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu przecięcia działki katastralnej nr 410, 405, 404 w miejscowości Santok, linia granicy biegnie w kierunku wschodnim, przecinając rzekę Noteć, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 9, 11/1, 11/2 w miejscowości Stare Polichno. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowo-wschodni i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1401F z drogą prowadzącą do posesji nr 13 w miejscowości Małe Polichno. Dalej linia granicy biegnie w kierunku południowo-wschodnim, po łuku, przecinając drogę wojewódzką nr 158, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 20, 21, 48, 49 (Nadleśnictwo Karwin), po czym załamuje się i biegnie w kierunku południowym, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 112, 113, 146, 147 (Nadleśnictwo Karwin). Następnie linia granicy biegnie w kierunku zachodnim, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 336, 288, 289 w miejscowości Gościnowo, po czym biegnie dalej w tym samym kierunku, po łuku, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 202, 194/6, 195/7 w miejscowości Warcin. Następnie linia granicy zmienia kierunek na północno-zachodni i biegnie, przecinając rzekę Wartę do skrzyżowania drogi gminnej nr 001328F z drogą prowadzącą do posesji 85, 83a, 83 w miejscowości Borek, po czym zmienia kierunek na północny, i biegnie do punktu przecięcia działki katastralnej nr 212, 213, 200 w miejscowości Santok, po czym biegnie, przecinając rzekę Wartę i drogę wojewódzką nr 158, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 410, 405, 404 w miejscowości Santok, skąd rozpoczęto opis.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od skrzyżowania dróg gminnych nr 001343F i 001341F w miejscowości Ulim, granica obszaru biegnie w kierunku południowo-wschodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 13, 14, 20, 21 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na południowy i biegnie po łuku, przecinając drogę krajową nr 22 oraz drogę powiatową nr 1395F między posesjami nr 6 i 4 w miejscowości Białobłocie, do skrzyżowania dróg na wysokości posesji nr 44 w miejscowości Białobłocie. Następnie linia granicy załamuje się i dalej biegnie w kierunku południowym, przecinając drogę krajową nr 22, drogę powiatową nr 1397F, Kanał Kiełpiński, omijając od strony północnej zabudowania miejscowości Kiełpin, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 54, 77, 78 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Tutaj linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie w kierunku północno-zachodnim do punktu przecięcia działki katastralnej nr 77/1, 88/1, 80 w miejscowości Łąków. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na północny i biegnie, przecinając Kanał Bema, rzekę Wartę, do skrzyżowania drogi gminnej nr 000414F z drogą prowadzącą do posesji nr 80 w miejscowości Chwałowice. Następnie linia granicy biegnie po łuku dalej w kierunku północnym, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1393F z drogą przebiegającą obok posesji nr 75 w miejscowości Chwałowice. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie, przecinając rzekę Wartę, w kierunku północno-wschodnim, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 310, 299, 205 w miejscowości Ulim przy drodze gminnej nr 001349F. Tutaj linia granicy zmienia swój kierunek na kierunek wschodni i biegnie do skrzyżowania dróg gminnych nr 001343F i 001341F w miejscowości Ulim, skąd rozpoczęto opis.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od 52-go kilometra drogi wojewódzkiej nr 22 w miejscowości Krasowiec, linia granicy obszaru biegnie po łuku w kierunku południowo-wschodnim, do skrzyżowania drogi gminnej nr 001320F z drogą prowadzącą do drogi gminnej nr 001318F.

Następnie linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie w kierunku południowym do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1397F z drogą gminną nr 001318F. Następnie, po łuku, linia granicy biegnie omijając od strony zachodniej większość zabudowań miejscowości Orzelec, do punktu przecięcia nr 101, 102, 123, 124 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy załamuje się i biegnie dalej w kierunku południowym, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 221, 222, 253, 254 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy zmienia kierunek na zachodni i biegnie, przecinając drogę krajową nr 22, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 115, 116, 138, 139 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy zmienia kierunek na północny i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1282F z drogą prowadzącą do posesji nr 14A w miejscowości Rudnica. Następnie linia granicy biegnie dalej w kierunku północnym do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1282F z drogą powiatową nr 1397F w miejscowości Płonica. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na północno-wschodni i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1395F z drogą prowadzącą do posesji nr 48 w miejscowości Krasowiec. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na wschodni i biegnie do 52-go kilometra drogi wojewódzkiej nr 22 w miejscowości Krasowiec, skąd rozpoczęto opis.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie dolnośląskim obszar ograniczony od strony południowego zachodu: od drogi krajowej nr S8 na zachód do granicy lasu, wschodnią granicą lasu na północ, po granicy lasu do drogi krajowej nr 25, włączając przysiółek Katiusza na południe drogą krajowej nr 25 i granicą lasu na wschód do drogi krajowej nr S8, przekraczając drogę krajową nr S8 w kierunku wschodnim włączając miejscowość Cieśle do torów kolejowych, torami kolejowymi na południe do drogi powiatowej Bogusławice-Oleśnica, tą drogą do miasta Oleśnica do ulicy Warszawskiej na zachód. Ulicą Warszawską w Oleśnicy do Boguszyckiej, ulicą Boguszycką drogą powiatową na Boguszyce, włączając miejscowość Boguszyce w kierunku północnym do drogi krajowej nr S8. W obszarze zapowietrzonym znajdują się następujące miejscowości: Sokołowice, Cieśle, Spalice.

2.3.2017 tot en met 10.3.2017

W województwie wielkopolskim obszar ograniczony od północy: od punktu na połączeniu działek ewidencyjnych o nr 225 i 240 w miejscowości Będlewo (droga powiatowa nr 431) biegnie dalej w kierunku północno wschodni wzdłuż działek o nr 240, 236, 235, 85, 18, 316, 318 (Jezioro Dymaczewskie), dalej na wschód wzdłuż działek nr 338, 2, 3/1, 7-9, 11-14, 345, 343, 349, 346, 361, 363, 364 do drogi powiatowej nr 431. Od wschodu: od drogi powiatowej nr 431 wzdłuż działek ewidencyjnych nr 138/30, 138/34, 218, 265/4, 330, 267, 134, 136, 135/2, 21/1, dalej Kanałem Szymanowo Grzybno do drogi Pecna-Bieczyny. Od południa: od przecięcia Kanału Szymanowo Grzybno z drogą Pecna-Bieczyny wzdłuż drogi na zachód do miejscowości Sierniki. Od zachodu: w miejscowości Sierniki od punktu na połączeniu działki nr 128 oraz 7070/1 na północ wzdłuż zachodniego brzegu działki nr 7070/1, 7066, 7063 do Kanału Mosińskiego, następnie wzdłuż zachodniego brzegi działek nr 245, 265, 254, 253, dalej na północny wschód wzdłuż działek nr 253, 241, 252, 259, 251, 247, 258, 232, 225 do połączenia z drogą powiatową nr 431.

25.2.2017 tot en met 7.3.2017

W województwie wielkopolskim obszar ograniczony od północy: od punktu przy zbiegu dróg gminnych w Kaliszkowicach Kaliskich (powiat ostrzeszowski, gmina Mikstat) przy tablicy informacyjnej (przy działkach ewidencyjnych nr 856, 983, 462) linia obszaru biegnie w kierunku wschodnim po łuku do punktu na drodze wojewódzkiej nr 447 przed rondem w Grabowie nad Prosną koło transformatora w rejonie posesji nr 29 (Grabów — Pustkowie) i dalej po łuku w kierunku południowym do punktu na drodze wojewódzkiej nr 449 przy posesji ul. Ostrzeszowska 6c, Grabów nad Prosną. Od wschodu: od punktu na drodze wojewódzkiej nr 449 przy posesji ul. Ostrzeszowska 6c, Grabów nad Prosną w kierunku południowym po łuku do punktu na drodze wojewódzkiej nr 449 w km 29+800 przez ul. Polną przy posesji nr 8a i Zagrodową przy posesji nr 8 w Książnicach. Od południa: od punktu na drodze wojewódzkiej nr 449 w km 29+800 po łuku do nieczynnej linii kolejowej przy zabudowaniach nr 195 Bukownica i dalej w kierunku zachodnim do skrzyżowania drogi powiatowej nr P5584 z drogą leśną (przy dz. ew. nr 557 i 559) i dalej po łuku do drogi powiatowej nr 5583 przy skrzyżowaniu z drogą gminną przy posesji nr 21 w miejscowości Przedborzów. Od zachodu: od punktu przy skrzyżowaniu drogi powiatowej nr 5583 z drogą gminną przy posesji nr 21 w miejscowości Przedborów w kierunku północnym po łuku do drogi wojewódzkiej nr 447 w km 12+700 i dalej do drogi powiatowej nr 5583 przy skrzyżowaniu z drogą dojazdową do posesji nr 63-65 (Kaliszkowice Kaliskie) i po łuku do punktu wyjściowego.

27.2.2017 tot en met 7.3.2017

W województwie warmińsko-mazurskim obszar ograniczony od północy — północną granicą miejscowości Woryty; od wschodu — zachodnią granicą miejscowości Łajsy; od południa — północną linią brzegową jeziora Guzowy Piec; od zachodu — wschodnią granicą miejscowości Zdrojek

1.3.2017 tot en met 9.3.2017

W województwie dolnośląskim obszar ograniczony od północy: od skrzyżowania drogo krajowej nr 5 z drogą gminną prowadzącą do miejscowości Mienice do Mienic następnie drogą polną w kierunku Wilczyna i dalej wzdłuż granicy obszaru leśnego do miejscowości Wilczyn; z Wilczyna drogą gminną do Golędzinowa; od wschodu: z miejscowości Kryniczno droga krajową nr 5 do miejscowości Wisznia Mała do skrzyżowania drogo krajowej nr 5 z drogą gminną prowadzącą do miejscowości Mienice; od południa: z miejscowości Szewce przez miejscowość Rogoż do Kryniczna drogą gminną; od zachodu: od miejscowości Golędzinów droga nr 342 poprzez miejscowości Pęgów, Zajączków do miejscowości Szewce.

6.3.2017 tot en met 14.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od ul. 28 grudnia w Stęszewie, przez działkę nr 60/5 dalej przez Jezioro Dębno, łukiem do początku działki nr 279, dalej przez działkę nr 281 do ul. Powstańców Wielkopolskich, w Dębienku, przez działkę nr 374/4, łukiem do działki nr 376, dalej do ul. Podgórnej i Czereśniowej w Dębnie, przez posesję nr 5 przy ul. Czereśniowej, dalej ukosem do ul. Nowej do działki nr 71/5, łukiem do ul. Generała Sikorskiego przez działkę nr 227/1, po łuku przez las do działki nr 414/2, przez działkę nr 438/2; od wschodu: od działki nr 438/2 łukiem przez pola i za miejscowością Trzebaw przecinając działkę nr 77/1, przechodząc przez ul. Kościelną i dalej przez ul. Mosińską łukiem przez las, przez działkę nr 407, przez działkę nr 218, przechodząc za miejscowością Łódź, przez działkę nr 392, przez Jezioro Dymaczewskie, przecinając drogę nr 306, na działce nr 292; od południa: od drogi nr 306, przez ul. Podgórną na działce nr 252/3, wzdłuż działki nr 225, przez pola miejscowości Będlewo, przecinając łukiem do drogi nr 5 Poznań — Wrocław; od zachodu: od drogi 5, przy działce nr 466 — łukiem przez las, przez działkę nr 463, przecinając ul. Twardowską w Zamysłowie, przez działki nr 385/2, 342/2, łukiem do ul. Moderskiej przez działkę nr 340/3, łukiem przez pola i działkę nr 158/2, przecinając ul. Grodziską przez działki nr 116/5 i 117/5, dalej łukiem przez działki nr 118/2, 87/11, 80/4 i dalej łukiem przez działkę nr 76/5, przecinając ul. Sadową na wysokości działki nr 33/4 i dalej łukiem przez ul. Bukowską wzdłuż działki nr 56/4, wzdłuż działki nr 218/2 i dalej wzdłuż 295/5 przecinając ul. Kanałową i dochodząc do Jeziora Dębno.

6.3.2017 tot en met 14.3.2017

W województwie dolnośląskim obszar ograniczony od północy: z miejscowości Golędzinów drogą gminną do miejscowości Wilczyn. Z Wilczyna drogą nr 340 do miejscowości Trzebnica; od wschodu: z miejscowości Kryniczno drogą nr 5 do miejscowości Wisznia Mała do (terenów podmokłych) — rzeczka Ława, następnie wzdłuż rzeczki i następnie drogą gminną do miejscowości Pierwoszów (Miłocin) i dalej wzdłuż torów kolejowych do miejscowości Trzebnica; od strony południowej: z miejscowości Szewce przez miejscowość Rogoż do Kryniczna drogą gminną; od strony zachodniej: od miejscowości Golędzinów droga nr 342 poprzez miejscowości Pęgów, Zajączków do miejscowości Szewce.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie dolnośląskim obszar ograniczony od południowego zachodu: od drogi nr S8 na zachód do granicy lasu, wschodnią granicą lasu na północ, po granicy lasu do drogi nr 25, włączając przysiółek Katiusza na południe drogą nr 25 i granicą lasu na wschód do drogi nr S8, przekraczając drogę nr S8 w kierunku wschodnim włączając miejscowość Cieśle do torów kolejowych, torami kolejowymi na południe do drogi powiatowej Bogusławice-Oleśnica, tą drogą do miasta Oleśnica do ulicy Warszawskiej na zachód. Ulicą Warszawską w Oleśnicy do ulicy Boguszyckiej, ulicą Boguszycką, drogą powiatową na Boguszyce, włączając miejscowość Boguszyce w kierunku północnym do drogi nr S8. W obszarze zapowietrzonym znajdują się następujące miejscowości: Sokołowice, Cieśle, Spalice.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie śląskim, obszar ograniczony, od strony północnej: wzdłuż północnej granicy ewidencyjnej wsi Chruszczobród, następnie południową granicą lasów państwowych do północnej granicy ewidencyjnej wsi Wysoka, dalej granicą tą do skrzyżowania z ulicą Leśną, wzdłuż ulicy Leśnej do skrzyżowania z drogą wojewódzką nr 796, następnie wzdłuż drogi nr 796 od skrzyżowania z ul. Ogrodową, wzdłuż ul. Ogrodowej do skrzyżowania z ul. Kościuszki, wzdłuż ul. Kościuszki do skrzyżowania z ul. Paderewskiego, następnie ul. Paderewskiego do wschodniej granicy ewidencyjnej wsi Wysoka; od strony zachodniej: wzdłuż zachodniej granicy wsi Chruszczobród; od strony południowej: wzdłuż południowej granicy ewidencyjnej wsi Chruszczobród, następnie wzdłuż południowej granicy ewidencyjnej wsi Trzebyczka; od strony wschodniej: wzdłuż wschodniej granicy ewidencyjnej wsi Wysoka, następnie wzdłuż wschodniej granicy ewidencyjnej wsi Wiesiółka i dalej wzdłuż wschodniej granicy ewidencyjnej wsi Trzebyczka.

5.3.2017 tot en met 13.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od ul. 28 grudnia w Stęszewie, przez działkę nr 60/5 dalej przez Jezioro Dębno, łukiem do początku działki nr 279, dalej przez działkę nr 281 do ul. Powstańców Wielkopolskich, w Dębienku, przez działkę nr 374/4, łukiem do działki nr 376, dalej do ul. Podgórnej i Czereśniowej w Dębnie, przez posesję nr 5 przy ul. Czereśniowej, dalej ukosem do ul. Nowej do działki nr 71/5, łukiem do ul. Generała Sikorskiego przez działkę nr 227/1, po łuku przez las do działki nr 414/2, przez działkę nr 438/2; od wschodu: od działki nr 438/2 łukiem przez pola i za miejscowością Trzebaw przecinając działkę nr 77/1, przechodząc przez ul. Kościelną i dalej przez ul. Mosińską łukiem przez las, przez działkę nr 407, przez działkę nr 218, przechodząc za miejscowością Łódź, przez działkę nr 392, przez Jezioro Dymaczewskie, przecinając drogę nr 306, na działce nr 292; od południa: od drogi nr 306, przez ul. Podgórną na działce nr 252/3, wzdłuż działki nr 225, przez pola miejscowości Będlewo, przecinając łukiem do drogi nr 5 Poznań — Wrocław; od zachodu: od drogi 5, przy działce nr 466 — łukiem przez las, przez działkę nr 463, przecinając ul. Twardowską w Zamysłowie, przez działki nr 385/2, 342/2, łukiem do ul. Moderskiej przez działkę nr 340/3, łukiem przez pola i działkę nr 158/2, przecinając ul. Grodziską przez działki nr 116/5 i 117/5, dalej łukiem przez działki nr 118/2, 87/11, 80/4 i dalej łukiem przez działkę nr 76/5, przecinając ul. Sadową na wysokości działki nr 33/4 i dalej łukiem przez ul. Bukowską wzdłuż działki nr 56/4, wzdłuż działki nr 218/2 i dalej wzdłuż 295/5 przecinając ul. Kanałową i dochodząc do Jeziora Dębno.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie śląskim, obszar ograniczony, od północy na wschód: od kładki przy drodze krajowej nr 941 przez rzekę przy przystanku autobusowym Ustroń-Spółdzielnia wzdłuż drogi na Krzywaniec do skrzyżowania z ulicą Bernadka i dalej wzdłuż tej ulicy. Następnie wzdłuż żółtego szlaku turystycznego pieszego do granicy lasu na wzgórzu Żarnowiec. Od wschodu: wzdłuż drogi leśnej do skrzyżowania z żółtym szlakiem turystycznym pieszym w kierunku południowym do jej skrzyżowania z ulicą Źródlaną. Następnie wzdłuż ulicy Leczniczej, Ubocznej, Szpitalnej i Grażyńskiego do ronda im. Grażyńskiego. Od południa: z ronda im. Grażyńskiego idąc ulicą 3-go Maja do ulicy Partyzantów i po przejściu przez drogę krajową nr 941 ulicą Jelenica do przysiółka Kympa. Od zachodu: od przysiółka Kympa wzdłuż granicy lasu do potoku Czantoria i dalej wzdłuż potoku w kierunku północnym i dalej wzdłuż łączącego się z nim potoku Radoń, aż do drogi Godziszów — Bładnice Górne. Od północy: droga lokalna do skrzyżowania z ulicą Bładnicką, a następnie ulicą Szkolną i Wiejską w kierunku drogi krajowej nr 941.

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od północy: od granicy państwa z Republiką Federalną Niemiec od wiaduktu kolejowego Zgorzelec Ujazd wzdłuż torów przebiegających przez Zgorzelec (linia kolejowa łącząca Zgorzelec Ujazd — Lubań) przecinająca ulice: Powstańców Śląskich, Łużycka, Andersa, Cmentarna przy obwodnicy Zgorzelca. Od wschodu: linia kolejowa relacji Zgorzelec -Lubań ciągnąca się na wschód w odległości około 800 m od miejscowości Jerzmanki, prowadząca następnie do wiaduktu nad drogą łączącą Studniska Dolne ze Studniskami Górnymi, następnie od wiaduktu drogą na zachód do Studnisk Dolnych. Od południa: ze Studnisk Dolnych drogą do Kunowa, następnie z Kunowa drogą przy zabudowaniach nr 22 w kierunku Małej Wsi Dolnej do zabudowań nr 8 i 9 w Małej Wsi Dolnej, następnie drogą gminną z Małej Wsi Dolnej w kierunku Zgorzelca do skrzyżowania drogi Kunów-Koźmin i następnie na zachód do drogi 352 do Koźmina. Od zachodu: następnie drogą nr 352 do skrzyżowania z drogą nr 355, od tego skrzyżowania na zachód drogą polną koło elektrowni wiatrowych w kierunku Osieka Łużyckiego, następnie na północ drogą do Koźlic i wzdłuż rzeki Nysa Łużycka (granica państwa), do kolejowego przejścia granicznego Zgorzelec — Goerlitz. W obszarze zapowietrzonym znajdują się miejscowości: Tylice, Zgorzelec Ujazd, Koźlice, Osiek Łużycki, Kunów, Koźmin, Studniska Dolne.

10.3.2017 tot en met 18.3.2017

W województwie podlaskim, obszar ograniczony, od północy — wzdłuż północnej granicy miejscowości Krypno Kościelne łukiem w kierunku południowo — wschodnim do drogi łączącej miejscowość Krypno Kościelne z miejscowością Ruda przecinając drogę od zachodniej strony miejscowości Ruda; od wschodu — od drogi łączącej miejscowość Krypno Kościelne z miejscowością Ruda wzdłuż linii prostej w kierunku południowym po wschodniej stronie brzegów rzeki Jaskranki do północnej granicy miejscowości Góra; od południa — od północnej granicy miejscowości Góra łukiem w kierunku północno — zachodnim do drogi nr 671 przecinając drogę na południe od miejscowości Zygmunty; od zachodu — od drogi nr 671 w linii prostej w kierunku północnym do wschodniej granicy miejscowości Długołęka i następnie w kierunku wschodnim do miejscowości Krypno Kościelne.

16.3.2017 tot en met 24.3.2017

W województwie wielkopolskim od posesji nr 57 we wsi Chojnik w kierunku południowo wschodnim do jazu na rzece Polska Woda koło jazu, który znajduje się na działce ewidencyjnej nr 346, następnie do drogi polnej na wysokości połowy działki ewidencyjnej nr 223 (Kuźnica Kącka, gmina Sośnie), dalej podążając na południe do granic powiatu ostrowskiego z ostrzeszowskim przy zbiegu granic działek nr 257, 258 oraz działki nr 2 w powiecie oleśnickim, następnie od granicy powiatu ostrowskiego na styku działek nr 307, 3/1 oraz 313, kolejno linia przebiega do zabudowań we wsi Kocina działka ew. nr 86, kolejno do skrzyżowania duktów leśnych na środku działki 282 (obręb Kocina), następnie do zabudowań we wsi Chojniki nr posesji 77A, działka ewidencyjna nr 742, dalej do punktu początkowego (Chojnik posesja nr 57).

16.3.2017 tot en met 24.3.2017

W województwie mazowieckim, w powiecie białobrzeskim w gminie Promna miejscowości: Promna, Adamów, Biejkowska Wola, Falęcice, Falęcice Wola, Góry, Falęcice Parcela, Kolonia Promna, Stansławów.

17.3.2017 tot en met 25.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od strony północnej: od punktu na drodze przy posesji nr 91 Biskupice Zabaryczne na działce ewidencyjnej. nr 395 (obręb ewidencyjny Biskupice Zabaryczne) linia obszaru biegnie po łuku w kierunku wschodnim do punktu na drodze na granicy powiatów ostrzeszowskiego i ostrowskiego przy działce ewidencyjnej nr 64 przy posesji nr 135 Biskupice Zabaryczne i dalej przez punkt na drodze przy działce ewidencyjnej nr 55 między posesjami nr 132 a 133 (Biskupice Zabaryczne) do punktu na drodze przy granicy działek nr 12 i 13 (obręb ewidencyjny Kaliszkowice Ołobockie), a następnie po łuku do punktu na drodze przy granicy działek ewidencyjnych nr 410/1 i 410/11 przy posesji nr 62C (Kaliszkowice Ołobockie). Od strony wschodniej: od punktu na drodze przy granicy działek ewidencyjnych nr 410/1 i 410/11 przy posesji nr 62C (Kaliszkowice Ołobockie) linia obszaru biegnie w kierunku południowym do punktu na drodze przy granicy działek nr 136 i 137 obręb Kaliszkowice Kaliskie i dalej do punktu na drodze przy posesji nr 134 (Kaliszkowice Kaliskie), a następnie do punktu na drodze wojewódzkiej nr 447 przy na granicy lasu z działką ewidencyjną nr 265/2 (obręb ewidencyjny Przedborów), dalej łukiem do punktu na drodze przy granicy z działką ewidencyjną nr 89 (obręb ewidencyjny Komorów) przy granicy z lasem.

Od strony południowej: od punktu na drodze przy granicy z działką ewidencyjną nr 89 (obręb ewidencyjny Komorów) po łuku w kierunku zachodnim do punktu na skrzyżowaniu dróg powiatowej z gminną przy posesjach nr 66 i 66A (Komorów), następnie do punktu na drodze wojewódzkiej nr 447 w km 7+700 przy granicy działek ewidencyjnych 805 i 807 (obręb ewidencyjny Mikstat-Pustkowie) i dalej do punktu przecięcia drogi w miejscowości Mikstat-Pustkowie z linią sieci gazowej biegnącej wzdłuż zachodniej granicy działki ewidencyjnej nr 981 (obręb ewidencyjny Mikstat-Pustkowie).

Od strony zachodniej: od punktu przecięcia drogi w miejscowości Mikstat-Pustkowie z linią sieci gazowej biegnącej wzdłuż zachodniej granicy działki ewidencyjnej nr 981 (obręb ewidencyjny Mikstat-Pustkowie) po łuku w kierunku północnym przez punkt na drodze powiatowej przy posesji nr 120 (Kotłów) do punktu na drodze przy posesji nr 7 (Stara Wieś powiat ostrowski) i dalej po łuku do punktu początkowego.

17.3.2017 tot en met 25.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od posesji nr 57 we wsi Chojnik w kierunku południowo wschodnim do jazu na rzece Polska Woda koło jazu, który znajduje się na działce ewidencyjnej nr 346, następnie do drogi polnej na wysokości połowy działki ewidencyjnej nr 223 (Kuźnica Kącka, gmina Sośnie), dalej podążając na południe do granic powiatu ostrowskiego z ostrzeszowskim przy zbiegu granic działek nr 257, 258 oraz działki nr 2 w powiecie oleśnickim, następnie od granicy powiatu ostrowskiego na styku działki nr 307, 3/1 oraz 313, kolejno linia przebiega do zabudowań we wsi Kocina działka ewidencyjna nr 86, kolejno do skrzyżowania duktów leśnych na środku działki nr 282 (obręb Kocina), następnie do zabudowań we wsi Chojniki numer posesji nr 77A, działka ewidencyjna nr 742, dalej do punktu początkowego (Chojnik posesja nr 57).

18.3.2017 tot en met 26.3.2017

W województwie kujawsko-pomorskim, obszar ograniczony, od wschodu — wzdłuż wschodniej granicy miejscowości Bródzki, do drogi krajowej nr 62 łączącej Kruszwicę z Radziejowem; od południa — od drogi krajowej nr 62 w kierunku zachodnim przez Jezioro Gopło do drogi łączącej Baranowo z miejscowością Kruszwica; od południowego zachodu — od drogi powiatowej łączącej Kruszwicę z miejscowością Baranowo dalej wzdłuż południowo — zachodnich granic miejscowość Łagiewniki do skrzyżowania z drogą krajową nr 62, następnie wzdłuż zachodniej granicy miejscowości Kobylniki w kierunku północnym do Jeziora Gopło; od północy — od Jeziora Gopło w kierunku wschodnim do drogi łączącej Kruszwicę z Łojewem, dalej wzdłuż południowej granicy miejscowości Karczyn, dalej w kierunku południowo-wschodnim do miejscowości Bródzki.

17.3.2017 tot en met 25.3.2017

W województwie lubuskim, obszar ograniczony, od północy od przecięcia linii energetycznej z granicą gminy Kożuchów, dalej na południowy –wschód wzdłuż linii energetycznej przecinając drogę nr 297 do przecięcia linii energetycznej z nieczynną linią kolejową Kożuchów — Nowa Sól, dalej w linii prostej na południe do rozwidlenia dróg Czciradz- Kożuchów Sokołów, następnie na południowy — zachód wyłączając wieś Czciradz do przecięcia z drogą nr 283 i dalej w linii prostej na południowy — zachód do drogi nr 297 wzdłuż granicy miasta Kożuchów (wyłączając wieś Podbrzezie Górne) przecinając drogę nr 296, potem w kierunku północno — zachodnim do skrzyżowania dróg Mirocin Górny — Bulin — Kożuchów, następnie w linii prostej w kierunku północnym do drogi nr 283, potem na północny-wschód obejmując wieś Słocina w obszarze zapowietrzonym od strony północnej. W obszarze zapowietrzonym znajdują się miejscowości położone w gminie Kożuchów: Kożuchów, Podbrzezie Dolne, Słocina.

18.3.2017 tot en met 26.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu przecięcia oddziału leśnego nr 275, 276 na północy (Nadleśnictwo Różańsko) granica obszaru biegnie w kierunku wschodnim do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1420F z drogą gminną między posesjami nr 29 i 95A w miejscowości Staw, następnie w kierunku południowo–wschodnim wzdłuż drogi powiatowej nr 1420F do skrzyżowania z drogą powiatową nr 1422F. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie wzdłuż drogi powiatowej nr 1422F w kierunku wschodnim do granicy powiatu gorzowskiego (województwo lubuskie) i powiatu myśliborskiego (województwo zachodniopomorskie). Następnie od północy linia granicy biegnie wzdłuż granicy powiatu gorzowskiego i myśliborskiego do punktu przecięcia na północy oddziału leśnego nr 462, 463 (Nadleśnictwo Różańsko). Tutaj granica zmienia kierunek i biegnie w kierunku południowym do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 26, 27, 74, 75 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Dalej granica biegnie w kierunku południowym wzdłuż granic oddziałów leśnych do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 261, 262, 303, 304 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Następnie linia granicy zmienia kierunek i biegnie w kierunku południowo–zachodnim omijając od strony zachodniej miejscowość Marwice do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 585, 586, 589, 590 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Dalej w kierunki południowo–zachodnim linia granicy omija od strony zachodniej miejscowość Racław i biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 697, 698, 727, 728 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Następnie granica zmienia kierunek i biegnie w kierunku południowo–zachodnim do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 736, 737, 764, 765 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Dalej w kierunku zachodnim granica biegnie omijając od północy miejscowość Białcz do skrzyżowania ulicy Cementowej (droga powiatowa nr 1410F) z ulicą Jagodową w miejscowości Witnica. Następnie linia granicy zmienia kierunek i biegnie w kierunku północno–zachodnim omijając od północy miejscowość Witnica do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 411, 526, 527 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Dalej w kierunku północno–zachodnim linia granicy biegnie przecinając od południa Jezioro Wielkie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 366, 410 (Nadleśnictwo Bogdaniec, granica województwa lubuskiego i zachodniopomorskiego). Od tego punktu granica od zachodu biegnie wzdłuż granicy powiatu gorzowskiego i myśliborskiego do punku przecięcia oddziału leśnego nr 275, 276 na północy (Nadleśnictwo Różańsko), skąd rozpoczęto opis.

W województwie zachodniopomorskim: od wschodu granicę obszaru stanowi granica pomiędzy powiatem myśliborskim a powiatem gorzowskim w województwie lubuskim, od południa droga powiatowa nr 130 od granicy z powiatem gorzowskim do drogi gminnej łączącej Dolsk z Baranówkiem, od zachodu drogą łącząca drogę nr 130 z miejscowości Dolsk aż do duktu leśnego, duktem leśnym do rzeki Myśli, Myślą w kierunku północno-wschodnim, a następnie skrajem skraju lasu równolegle do drogi krajowej nr 23 aż do skraju lasu na przecięciu z drogą gminną biegnącą do drogi 23 do miejscowości Dolsk, od północy do tego przecięcia linią prostą biegnącą w kierunku zachodnim aż do granicy z powiatem gorzowskim. W obszarze znajdują się następujące miejscowości: Borne Dolska, Skrodno Turze w gminie Dębno.

9.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynają od punktu przecięcia oddziału leśnego nr 592, 591, 604, 605 (Nadleśnictwo Kłodawa) linia granicy biegnie w kierunku wschodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 657, 658, 672 (Nadleśnictwo Kłodawa), po czym biegnie w tym samym kierunku do miejsca przecięcia drogi powiatowej nr 1365F z przejazdem kolejowym linii kolejowej relacji Gorzów Wlkp.- Krzyż. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowo-wschodni i biegnie do 2150-go kilometra rzeki Noteć. Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowym, przecinając drogę wojewódzką nr 158, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 1, 28, 29 (Nadleśnictwo Karwin), po czym załamuje się i biegnie po łuku, w kierunku południowym, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 258, 259, 291, 292 (Nadleśnictwo Karwin). Następnie, w dalszym ciągu w kierunku południowym, linia granicy biegnie po łuku, w kierunku do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 355, 356, 416, 417 (Nadleśnictwo Miedzychód). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowo-zachodni i biegnie wzdłuż granicy obszarów leśnych, przecinając drogę wojewódzką nr 159, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 363, 364, 424, 425 (Nadleśnictwo Międzychód). W tym miejscu linia granicy obszaru zmienia kierunek na zachodni, przecinając rzekę Wartę, drogę ekspresową S3 i biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 164, 65, 176, 177 (Nadleśnictwo Skwierzyna). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północno-zachodni i omijając jezioro Glinik od strony zachodniej biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1397 F z drogą gminną nr 001315F. Następnie linia granicy zmienia kierunek na północny i biegnie do skrzyżowania ulicy Łagodzińskiej z Ulicą Wędkarską w miejscowości Gorzów Wlkp. W tym miejscu linia granicy załamuje się i biegnie w kierunku północnym, przecinając drogę ekspresową S3, ulicę Kobyligórską, rzekę Wartę, linie kolejową relacji Gorzów Wlkp. — Krzyż, do skrzyżowania ulicy Podmiejskiej i ulicy Partyzantów. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północno wschodni i biegnie, omijając od strony południowej miejscowość Różanki, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 554, 555, 565, 566 (Nadleśnictwo Kłodawa). Następnie linia granicy biegnie w kierunku wschodnim, przecinając jezioro Grzybno, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 592,591,604,605 (Nadleśnictwo Kłodawa), skąd rozpoczęto opis.

9.3.2017

W wojewodzie lubuskim rozpoczynając od punktu przecięcia oddziału leśnego nr 554, 564, 565 (Nadleśnictwo Kłodawa) linia granicy biegnie w kierunku wschodnim do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 388, 389, 392 (Nadleśnictwo Strzelce Krajeńskie). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowo-wschodni i biegnie, przecinając linię kolejową relacji Gorzów Wlkp. — Krzyż, do punktu przecięcia działki katastralnej nr 106/1, 107/5, 112/2 w miejscowości Lipki Małe. Następnie linia granicy zmienia kierunek na południowy i biegnie po łuku, przecinając drogę powiatową nr 1359F, mijając od strony zachodniej miejscowość Baranowice, przecinając drogę wojewódzką nr 158, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 3, 4, 31, 32 (Nadleśnictwo Karwin). W tym miejscu linia granicy dalej biegnie w kierunku południowym, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 257, 258, 290, 291 (Nadleśnictwo Karwin), po czym dalej po łuku, w kierunku południowym, linia granicy biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 353, 354, 414, 415 (Nadleśnictwo Międzychód). Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowym, do skrzyżowania drogi wojewódzkiej 159 i drogi wojewódzkiej 159, po czym zmienia kierunek na zachodni i biegnie, przecinając rzekę Wartę, drogę ekspresową S3, do punktu przecięcia przedziału leśnego nr 141, 142, 185, 186 (Nadleśnictwo Skwierzyna). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północny, i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1395F z drogą gminną nr 001315F, i biegnie dalej w tym samym kierunku, przecinając drogę ekspresową S3, linię kolejową relacji Gorzów Wlkp. — Skwierzyna, do skrzyżowania ulicy Kobylogórskiej z ulicą Kujawską w miejscowości Gorzów Wlkp. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północno-wschodni i biegnie, przecinając Kanał Siedlicki, rzekę Wartę, linię kolejową relacji Gorzów Wlkp. — Skwierzyna, do skrzyżowania drogi wojewódzkiej nr 158 z ulicą Lawendową. Następnie, dalej w kierunku północno-wschodnim, linia granicy biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 554, 564, 565 (Nadleśnictwo Kłodawa), skąd rozpoczęto opis.

9.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od ronda Szczecińskiego w miejscowości Gorzów Wlkp., linia granicy biegnie w kierunku wschodnim, po łuku, wzdłuż ulicy Myśliborskiej, do ronda Myśliborskiego, po czym wzdłuż Alei Konstytucji 3 Maja biegnie do skrzyżowania z ulicą Estkowskiego. Następnie, przecinając rzekę Wartę, biegnie w kierunku ronda Św. Jerzego. Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowo-wschodnim, do punktu ulicy Wylotowej przy posesji nr 109 (droga powiatowa nr 1398F). Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowym, po łuku, do skrzyżowania drogi gminnej 001306F (ulica Brzozowa, Osiedle Poznańskie) z drogą nr 001417F prowadzącą do posesji nr 75. Następnie, biegnąc po łuku w kierunku południowym, linia granicy dociera do skrzyżowania ulicy Krupczyńskiej z drogą prowadzącą między posesjami nr 28 i 29 w miejscowości Deszczno. Następnie linia granicy biegnie w tym samym kierunku, przecinając linię kolejową relacji Gorzów Wlkp. -Skwierzyna, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 32, 33, 45, 46 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowym, przecinając drogę ekspresową S3, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 70, 71, 91, 92 (Nadleśnictwo Skwierzyna), po czym biegnie w tym samym kierunku, po łuku, do kolejnego punktu przecięcia oddziału leśnego nr 137, 138, 181, 182 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie, biegnąc dalej w tym samym kierunku, linia granicy dociera do kolejnego punktu przecięcia oddziału leśnego nr 285, 286, 318, 319 (Nadleśnictwo Skwierzyna), po czym po łuku linia granicy dociera do kolejnego punktu przecięcia oddziału leśnego (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy zmienia kierunek na zachodni i biegnie, przecinając drogę wojewódzką 136, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 361, 362, 389, 390 (Nadleśnictwo Lubniewice). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północno-zachodni i biegnie do kolejnego punktu przecięcia oddziału leśnego, nr 323, 324, 372, 373 (Nadleśnictwo Lubniewice). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północny, i biegnie po łuku, przecinając drogę krajową nr 22, omijając od strony wschodniej miejscowość Krasnołęg, po czym przecina kanał Bema i biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1283F z drogą prowadzącą do posesji nr 22 w miejscowości Czartów. Następnie linia granicy biegnie w kierunku północnym, po łuku, przecinając rzekę Wartę, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1391F z drogą prowadzącą do posesji nr 22 w miejscowości Podjenin. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północno-wschodni i biegnie, po łuku, do skrzyżowania drogi powiatowej nr 132 (ulica Mickiewicza) z ulicą Szkolną w miejscowości Bogdaniec. Następnie linia granicy biegnie w kierunku północno-zachodnim do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 721, 722, 749, 750 (Nadleśnictwo Bogdaniec), po czym, dalej biegnąc po łuku w kierunku północno-wschodnim linia dociera do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 659, 660, 676 (Nadleśnictwo Bogdaniec). W tym miejscu linia granicy zmienia swój kierunek na wschodni i przecinając drogę ekspresową S3 biegnie w kierunku wschodnim do ronda Szczecińskiego w miejscowości Gorzów Wlkp., skąd rozpoczęto opis.

16.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od punktu przecięcia oddziału leśnego nr 602, 603, 616, 617 (Nadleśnictwo Kłodawa), linia granicy biegnie w kierunku wschodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 393, 392, 389 (Nadleśnictwo Strzelce Krajeńskie), po czym biegnie dalej, przecinając linię kolejową relacji Gorzów Wlkp. — Krzyż, do skrzyżowania ulicy Zamkowej z ulicą Kolejową w miejscowości Górki Noteckie. Dalej biegnąc w tym samym kierunku, po łuku, linia granicy przecina drogę powiatową nr 1365F i dociera do mostku na rzece Maślanka, który prowadzi do drogi na posesję nr 8 w miejscowości Górczyna. Następnie linia granicy zmienia kierunek na południowy i biegnie, przecinając rzekę Noteć, kanał Goszczanowski, drogę wojewódzką nr 158, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 27, 28, 57, 58 (Nadleśnictwo Karwin). Następnie, biegnąc dalej po łuku w kierunku południowym, linia granicy dociera do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 217, 218, 281, 282 (Nadleśnictwo Międzychód), po czym zmienia swój kierunek na południowo-zachodni i biegnie, przecinając drogę wojewódzką nr 159, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 363, 364, 424, 425. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na zachodni i biegnie, przecinając rzekę Wartę, drogę ekspresową S3, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 164, 165, 176, 1777 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Tutaj linia granicy zmienia kierunek na północno-zachodni i biegnie do skrzyżowania ulicy Lipowej z ulicą Brzozowiecką w miejscowości Glinik, po czym dalej w tym samym kierunku, po łuku, linia granicy biegnie do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1395F z drogą prowadzącą do posesji nr 12, w miejscowości Maszewo. Następnie linia granicy biegnie po łuku w kierunku północnym, przecinając drogę ekspresową S3, do skrzyżowania ulicy Łagodzińskiej z ulicą Karnińską w miejscowości Gorzów Wlkp. Następnie linia granicy biegnie w kierunku północnym do skrzyżowania ulicy Strażackiej z ulicą Wylotową w miejscowości Gorzów Wlkp., po czym zmienia kierunek na północno-wschodni i biegnie, przecinając rzekę Wartę, linię kolejową relacji Gorzów Wlkp. — Krzyż, do skrzyżowania drogi wojewódzkiej nr 158 z drogą powiatową nr 1406F w miejscowości Wawrów. Następnie linia granicy biegnie dalej w tym samym kierunku, po łuku i dociera do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 553, 554, 563, 564 (Nadleśnictwo Kłodawa), po czym zmienia kierunek na wschodni i biegnie, przecinając drogę powiatową nr 1405F do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 602, 603, 616, 617 (Nadleśnictwo Kłodawa), skąd rozpoczęto opis.

16.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od ronda Słowiańskiego w miejscowości Gorzów Wlkp., granica obszaru biegnie w kierunku na wschód do skrzyżowania ulicy Borowskiego z ulicą Gen. Jarosława Dąbrowskiego w miejscowości Gorzów Wlkp. Następnie linia granicy biegnie dalej w kierunku wschodnim, do ronda Santockiego w miejscowości Gorzów Wlkp., po czym dalej w tym samym kierunku (wschodnim) linia granicy biegnie do przejazdu kolejowego linii kolejowej relacji Gorzów Wlkp. — Krzyż, na wysokości posesji przy ulicy Południowej 298 w miejscowości Gorzów Wlkp. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na południowy, i przecinając rzekę Wartę, biegnie do skrzyżowania drogi gminnej nr 001438F z ulicą Chabrową w miejscowości Ciecierzyce. Następnie linia granicy biegnie dalej w kierunku południowym, do skrzyżowania ulicy Łubinowej z ulicą Makową w miejscowości Deszczno. Następnie granica biegnie po łuku w kierunku południowym, przecinając drogę ekspresową S3, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 112, 113, 134, 135 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie w kierunku południowo-zachodnim, przecinając drogę krajową nr 24, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 319, 320, 355, 356 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy biegnie dalej w kierunku południowozachodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 306, 307, 353, 356 (Nadleśnictwo Lubniewice). Tutaj linia granicy zmienia swój kierunek na zachodni i biegnie, przecinając drogę wojewódzką nr 136 oraz drogę powiatową nr 1895F, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 318, 319, 366, 337 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na północno-zachodni i biegnie do skrzyżowania drogi krajowej nr 22 z drogą, która prowadzi do posesji nr 5 w miejscowości Łukomin. Następnie linia granicy biegnie dalej w kierunku północno-zachodnim, do skrzyżowania dróg powiatowych nr 1283F i 1293F. Tutaj linia granicy zmienia swój kierunek i biegnie po łuku, w kierunku północnym, przecinając rzekę Wartę do skrzyżowania drogi powiatowej nr 1391F z drogą gminną nr 000409F w miejscowości Podjenin. Następnie linia granicy dalej biegnie w kierunku północnym do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 722, 723, 750, 751 (Nadleśnictwo Bogdaniec). Tutaj linia granicy zmienia swój kierunek na północno-wschodni i biegnie do skrzyżowania ulicy Odlewników z ulicą Stalową w miejscowości Gorzów Wlkp. Następnie linia granicy zmienia swój kierunek na wschodni i biegnie, przecinając drogę wojewódzką nr 130, do ronda Słowiańskiego w miejscowości Gorzów Wlkp., skąd rozpoczęto opis.

16.3.2017

W województwie lubuskim: rozpoczynając od ronda Marcina Kasprzaka w Gorzowie Wlkp., linia granicy biegnie w kierunku południowo-wschodnim, do skrzyżowania ulicy Wylotowej z ulicą Skrajną w miejscowości Gorzów Wlkp. Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowo-wschodnim, przecinając drogę powiatową nr 13899F, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 12, 19, 20 (Nadleśnictwo Karwin). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na południowy i biegnie po łuku i przecina drogę powiatową nr 1398F, omijaj miejscowość Brzozowiec od strony wschodniej, przecina linię kolejową relacji Gorzów Wlkp. — Skwierzyna, omija od strony zachodniej miejscowość Trzebiszewo, przecina drogę ekspresową S3 i biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 172, 173, 199, 200 (Nadleśnictwo Skwierzyna). Następnie linia granicy biegnie w kierunku południowym, przecinając drogę krajową nr 24, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 344, 345, 386, 387 (Nadleśnictwo Skwierzyna). W tym miejscu linia granicy załamuje się i biegnie w kierunku południowo-zachodnim, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 588, 589, 615, 616 (Nadleśnictwo Skwierzyna), omijając od strony północnej miejscowość Osiecko, po czym zmienia kierunek na zachodni, omija od strony zachodniej miejscowość Lubniewice, Trzcińce i biegnie do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 454, 455, 478, 479 (Nadleśnictwo Lubniewice). Następnie linia granicy zmienia kierunek na północno-zachodni i biegnie, przecinając drogę powiatową nr 1278F, do punktu przecięcia oddziału leśnego nr 273, 275, 321, 322 (Nadleśnictwo Lubniewice). W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na północny i biegnie, przecinając drogę krajową nr 22, rzekę Wartę, do skrzyżowania drogi gminnej nr 000414F z droga gminną nr 000495F. Następnie linia granicy biegnie w kierunku północnym, po łuku, do skrzyżowania drogi gminnej nr 000408F z droga prowadzącą do posesji nr 40 w miejscowości Jeniniec. Dalej, biegnąc po łuku w tym samym kierunku, linia granicy przecina drogę powiatową nr 1394F, po czym lekko zmienia kierunek na północno-wschodni i biegnie po łuku, przecinając drogę ekspresową S3, do skrzyżowania ulicy Dolnej z ulica Wiśniową w miejscowości Gorzów Wlkp. W tym miejscu linia granicy zmienia kierunek na wschodni i biegnie, przecinając rzekę Wartę, Kanał Ulgi, do ronda Marcina Kasprzaka, skąd rozpoczęto opis.

16.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od strony zachodniej: na drodze nr S8 na skrzyżowaniu dróg Stępiń-Dobroszyce, na północ do drogi powiatowej Dobrzeń-Dobra, w kierunku północnym włączając miejscowość Dobra do drogi powiatowej Dobroszyce-Dobrzeń, w kierunku północnej do drogi wojewódzkiej nr 340, włączając miejscowość Strzelce w kierunku wschodnim po granicy żwirowni i lasu do miejscowości Miodary, włączając Miodary w kierunku wschodnim po granicy lasu do drogi leśnej, drogą leśną na północ do miejscowości Ostrowiną do drogą nr DK25, drogą nr DK 25 na północny wschód włączając miejscowość Ostrowina, następnie drogami lokalnymi w kierunku północnym do drogi nr S8, przecinając drogę nr S8 w kierunku północnym włączając miejscowość Dębowy Dwór, na północ granicą lasu włączając przysiółek Gutków drogą lokalną na północ do miejscowości Jemielna, włączając miejscowość Jemielna na północ polami do drogi powiatowej Wabienice — Stronia, następnie drogami polnymi na północny-zachód wyłączając miejscowość Gorzesław do miejscowości Strzałkowa, włączając miejscowość Strzałkowa do drogi powiatowej Bierutów-Solniki, następnie drogami polnymi na zachód do granicy lasu, północną granicą lasu w kierunku zachodnim włączając miejscowość Smolna, drogami polnymi z miejscowości Smolna do miejscowości Zimnica, włączając miejscowość Zimnica na zachód drogami polnymi do granicy lasu na skrzyżowaniu z drogą Piszkawa-Ligota Wielka, północno- wschodnią granicą lasu na zachód do miejscowości Nieciszów, włączając Nieciszów, z Nieciszowa drogą powiatową Nieciszów-Smardzów do drogi nr S8. W obszarze zagrożonym znajdują się następujące miejscowości: Dąbrowa, Jenkowice, Boguszyce, Dobra, Nowosiedlice, Dobroszyce, Strzelce, Nowica, Miodary, Brzezinka, Ostrowina, Ligota Polska, Poniatowice, Jemielna, Stronia, Zarzysko, Strzałkowa, Wszechświęte, Wyszogród, Nowoszyce, Solniki Wielkie, Bogusławice, Świerzna, Gręboszyce, Smolna, Zimnica, Ligota Wielka, Bystre, Nieciszów, Oleśnica, Smardzów.

10.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od ronda w Stęszewie (skrzyżowanie drogi krajowej nr 5 z drogą powiatową nr 306) wzdłuż droga krajową nr 5 w kierunku Poznania do północnej granicy miejscowości Rosnówko, następnie na skrzyżowaniu z drogą na Walerianowo w kierunku południowo-wschodnim wzdłuż działek nr 313/2, 292/1, 292/2, dalej w linii prostej do ul. Stromej w Puszczykowie (działka o nr 293), dalej wzdłuż ulic Studziennej, Sosnowej, Nowej, Powstańców Wielkopolskich, Bolesława Chrobrego, Mickiewicza do brzegu rzeki Warty; od wschodu: wzdłuż rzeki Warty do miejscowości Baranowo, następnie w kierunku zachodnim wzdłuż Kanału Szymanowo Grzybno do przecięcia z drogą Mosina-Żabno, dalej wzdłuż drogi do Żabna, z Żabna do Sulejewa i dalej do miejscowości Szołdry do drogi nr 310 w kierunku zachodnim do Borowa; od południa: wzdłuż drogi nr 310 na zachód do miejscowości Jasień, łukiem przez miejscowość Kawczyn do Roszkowa; od zachodu: od Roszkowa po łuku w kierunku północno-zachodnio do wschodniej granicy miejscowości Drożdżyce, następnie na północ do Modrza i dalej do Strykowa, potem łukiem w kierunku północnym do miejscowości Antoninek i dalej na północ do Wielkiej Wsi przecinając Jezioro Dymaczewskie do Rosnówka.

7.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od zbiegu ulic Lipowej i Południowej w Masanowie (powiat ostrowski) po łuku w kierunku wschodnim do drogi wojewódzkiej nr 450 w km 23+100 i dalej do punktu na moście na drodze wojewódzkiej nr 449 rzeka Łużyca. Następnie dalej w kierunku południowym do skrzyżowaniu ulic Kwiatowej i Grabowskiej w Kraszewicach; od wschodu: od skrzyżowania ulic Kwiatowej i Grabowskiej w Kraszewicach do skrzyżowania dróg gminnych w rejonie posesji Jaźwiny nr 3 (gmina Kraszewice) i dalej po łuku w kierunku południowym do drogi powiatowej nr P5587 przy posesji nr 30 w m. Dębicze, następnie przez rz. Prosnę do punktu na drodze w miejscowości Bobrowniki nr 28 przy przystanku autobusowym i następnie do drogi powiatowej przy posesji nr 63 Gruszków i dalej po łuku do zbiegu ulic Kępińskiej i Tokarskiej w Doruchowie; od południa: od zbiegu ulic Kępińskiej i Tokarskiej w Doruchowie w kierunku zachodnim po łuku przez nieczynną linię kolejową do drogi wojewódzkiej nr 449 w km 27+400 w m. Ostrzeszów-Pustkowie, dalej do drogi powiatowej nr P5574 przy posesji ul. Czereśniowa 21 w Potaśni i dalej przez linię kolejową i drogę gminną nr G-828030 przy posesji nr 13 w m. Marydół do drogi wojewódzkiej nr 447 w km 4+500; od zachodu: od drogi wojewódzkiej nr 447 w km 4+500 w kierunku północnym po łuku przez drogę na granicy powiatów ostrzeszowskiego i ostrowskiego (przy posesji nr 34 w miejscowości Mikstat-Pustkowie) biegnie dalej łukiem do skrzyżowania drogi powiatowej nr P5316 z ulicą Kościelną w Strzyżewie (powiat ostrowski) i dalej łukiem do punktu początkowego.

7.3.2017

W województwie warmińsko-mazurskim, obszar ograniczony, od północy: północną granicą miejscowości Wołowno, obszarem leśnym Nadleśnictwa Kudypy oraz północną linią brzegową jeziora Isąg; od zachodu: w kierunku południowo-zachodnim przechodzi przez oddziały leśne do wschodniego brzegu jeziora Czarne, dalej północną granicą miejscowości Kątno, wzdłuż wschodniego brzegu jeziora Szeląg Wielki do przesmyku pomiędzy jeziora Szeląg Wielki a Szeląg Mały, pomiędzy jeziorami Żabie i Motylek; od południa północną granicą miejscowości Elgnówko, poprzez północne granice administracyjne miejscowości Mycyny i Zezuty; od wschodu zachodnią granicą miejscowości Majdy i miejscowości Naterki, w kierunku północnozachodnim pomiędzy miejscowościami Warkały i Giedajty.

9.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od północy: z Rościsławic do miejscowości Wielka Lipa. Z Wielkiej Lipy drogą wojewódzką nr 342 przez miejscowości Osolin, Brzeźno do skrzyżowania z drogą gminną na wysokości miejscowości Borówek. Następnie drogą gminą przez miejscowości Chodlewko, Jagoszyce, Krościna Mł. w kierunku Prusic do skrzyżowania drogi gminnej z drogą krajową nr 5. dalej wzdłuż drogi krajowej nr 5 do miasta Trzebnica DW; od wschodu: z miasta Trzebnica drogą powiatową do miejscowości Skarszyn. Dalej z miejscowości Skarszyn drogą gminną prowadzącą przez miejscowości Godzieszowa, Siedlec, Pasikurowice wraz z całym obszarem tych miejscowości, (powiat wrocławski) Cienin, Raków do Krzyżanowic; od południa: wzdłuż AOW do drogi nr 453 Wrocław — Skarszyn; od zachodu: od miejscowości Rościsławice do miejscowości Uraz drogą powiatową, z miejscowości Uraz wzdłuż rzeki Odra do ujścia rzeki Widawa w kierunku południowo-wschodnim do wiaduktu AOW.

14.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od miejscowości Podłoziny, wzdłuż autostrady A2, do miejscowości Głuchowo i dalej wzdłuż ul. Spacerowej na wysokości działki nr 1045/29, łukiem przez ul. Żwirową do nr 640/32, dalej łukiem do ul. Jeżynowej, przez działki nr 641/15, 641/19, dalej przez ul. Sadową obok posesji nr 19 przy ul Sadowej, łukiem do działki nr 695/3, dalej po polach, przez działkę nr 695/3 przecinając ul. Szreniawską w Wirach na wys. Działki nr 702/19, łukiem przez pola, działkę nr 719/4, dalej łukiem przez pola, przecinając drogę przy działce nr 737/25, dalej przez pola, lasy, działkę nr 794/2, do Puszczykowa; od wschodu: od Puszczykowa przez działki nr 32/2, 82/9, przez działkę nr 203/2 do ul. Klasztornej, przez działkę nr 202/3 do początku działki nr 262 i 265, przekraczając na działce nr 264 ul. Zapłaty, dalej do Puszczykowa przez ul. Wysoką przez działkę nr 2200, do działki nr 2154/4 przez ul. Ks. Posadzego do działki nr 583, dalej do ul. Akacjowej przy działce nr 741 w Puszczykowie, przez ul. Nową i działki nr 886 i 885, 890, do ul. Strażackiej, przez działkę nr 912 do ul. Magazynowej, przez działki nr 935 i 938/1 do ul. Powstańców Wielkopolskich w Puszczykowie oraz B. Chrobrego i dalej przez działkę nr 1176 do działek nr 1184, 1185 przecinając ul. M. Kopernika przez działki nr 1232 1231, wzdłuż ul. J. Żupańskiego, przez działkę nr 1271, przez działkę nr 1290, przez ul. Libelta i Gwarną, przez ul. Dworcową, wzdłuż ul. T. Kościuszki, przez działkę nr 678/12, przez lasy Puszczykowo — Niwka, przez ul. Jastrzębią, działkę nr700/1, przecinając ul. 3 Maja w Mosinie, łukiem przez lasy, przecinając drogę Mosina-Kórnik na wysokości działki nr 912, po łuku do działki nr 1274/5, i dalej przez miasto Mosina do działki nr 2009/8, przez działkę nr 1975/3, dalej po łuku działki nr 2119/1, dalej po łuku do działki nr 2503/2 i po łuku do końca działki nr 2768/17, przecinając działkę nr 426 w Krośnie, do końca działki nr 321/1 przez działkę nr 322/4, przez działkę nr 329 do Krosna; od południa: od miejscowości Krosno, działka nr 94/1 i wzdłuż działek nr 52/4, 461 do miejscowości Drużyna, dalej po łuku przez działkę nr 33/2, 30/1 (Drużyna) po łuku przez las (działka nr 88/2), do miejscowości Iłówiec, po łuku zachodnio — północnym za miejscowością Piotrowo Drugie do miejscowości Dębina; od zachodu: od miejscowości Dębina, w kierunku północnym, wzdłuż zachodnich granic miejscowości Bielawy, Zemsko do miejscowości Jeziorki, po łuku w kierunku północno- wschodnim do miejscowości Podłoziny.

14.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od północy: droga gminna z Rościsławic do miejscowości Wielka Lipa. Z Wielkiej Lipy drogą wojewódzką nr 342 przez miejscowości Osolin, Brzeźno do skrzyżowania z drogą gminną na wysokości miejscowości Borówek. Następnie drogą gminą przez miejscowości Chodlewko, Jagoszyce, Krościna Mł. do Prusic. Następnie z Prusic drogą gminną do Kaszyc Wielkich, następnie do Domanowic, następnie do miejscowości Przyborów, następnie do miejscowości Ujeździec Wielki, następnie do miejscowości Biedaszków Wielki, następnie drogą gminną przez miejscowość Masłowiec do skrzyżowania z drogą krajową nr 15 na wysokości miejscowości Kuźniczysko i drogą krajową nr 15 do miejscowości Ligota Trzebnicka; od wschodu: od Ligoty Trzebnickiej przez Masłów, Kałowice i dalej drogą gminą do Suchej Wielkiej i do Zawoni następnie z Zawoni przez Tarnowiec, Skotniki, Piersno, Boleścin, Skarszyn i drogą Skarszyn-Łoziny do granicy powiatu. Od granicy powiatu do Łoziny i dalej z Łoziny drogą powiatową Łozina-Wrocław w kierunku Bąkowa i dalej do skrzyżowania z drogą Bukowina-Pasikurowice następnie w kierunku zachodnim łącznikiem do skrzyżowania z ulicą Parkową i dalej ul. Parkową do skrzyżowania z ulicą Słoneczną w miejscowości Pruszowice, dalej w kierunku zachodnim do kompleksu Rekreacyjnego „Cztery Stawy” i dalej w kierunku południowym drogą łączącą ośrodek rekreacyjny do wiaduktu na łączniku Długołęka; od południa: od łącznika Długołęka wzdłuż AOW do mostu Rędzińskiego i od mostu Rędzińskiego wzdłuż Odry do ujścia Widawy. Od ujścia rzeki Widawy wzdłuż do miejscowości Uraz następnie drogą Uraz — Rościsławice; od zachodu: od miejscowości Rościsławice do miejscowości Uraz drogą powiatową, z miejscowości Uraz wzdłuż rzeki Odra do ujścia rzeki Widawa w kierunku południowo-wschodnim do wiaduktu AOW.

16.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od zachodu: na drodze nr S8 na skrzyżowaniu dróg Stępiń-Dobroszyce, na północ do drogi powiatowej Dobrzeń-Dobra, w kierunku północnym włączając miejscowość Dobra do drogi powiatowej Dobroszyce Dobrzeń, w kierunku północnym do drogi wojewódzkiej nr 340, włączając miejscowość Strzelce w kierunku wschodnim po granicy żwirowni i lasu do miejscowości Miodary, włączając Miodary w kierunku wschodnim po granicy lasu do drogi leśnej, drogą leśną na północ do miejscowości Ostrowina do drogi droho krajowej nr 25, drogą nr 25 na północny wschód włączając miejscowość Ostrowina, następnie drogami lokalnymi w kierunku północnym do drogo nr S8, przecinając drogę nr S8 w kierunku północnym włączając miejscowość Dębowy Dwór, na północ granicą lasu włączając przysiółek Gutków, drogą lokalną na północ do miejscowości Jemielna, włączając miejscowość Jemielna na północ polami do drogi powiatowej Wabienice-Stronia, następnie drogami polnymi na północny zachód wyłączając miejscowość Gorzesław do miejscowości Strzałkowa, włączając miejscowość Strzałkowa do drogi powiatowej Bierutów-Solniki, następnie drogami polnymi na zachód do granicy lasu, północną granicą lasu w kierunku zachodnim włączając miejscowość Smolna, drogami polnymi z miejscowości Smolna do miejscowości Zimnica, włączając miejscowość Zimnica na zachód drogami polnymi do granicy lasu na skrzyżowaniu z drogą Piszkawa-Ligota Wielka, północno- wschodnią granicą lasu na zachód do miejscowości Nieciszów, włączając Nieciszów, z Nieciszowa drogą powiatową Nieciszów-Smardzów do drogi nr S8. W obszarze zagrożonym znajdują się następujące miejscowości: Dąbrowa, Jenkowice, Boguszyce, Dobra, Nowosiedlice, Dobroszyce, Strzelce, Nowica, Miodary, Brzezinka, Ostrowina, Ligota Polska, Poniatowice, Jemielna, Stronia, Zarzysko, Strzałkowa, Wszechświęte, Wyszogród, Nowoszyce, Solniki Wielkie, Bogusławice, Świerzna, Gręboszyce, Smolna, Zimnica, Ligota Wielka, Bystre, Nieciszów, Oleśnica, Smardzów.

16.3.2017

W województwie śląskim, obszar ograniczony, od strony północnej: od północno-zachodniej granicy powiatu zawierciańskiego, wzdłuż linii kolejowej Zawiercie-Tarnowskie Góry do zachodniej granicy ewidencyjnej wsi Kuźnica Masłońska, wzdłuż południowej granicy wsi Kuźnica Masłońska, aż do północnej granicy ewidencyjnej wsi Rokitno Szlacheckie; od strony wschodniej: wzdłuż wschodniej granicy ewidencyjnej wsi Rokitno Szlacheckie do skrzyżowania drogi wojewódzkiej nr 790, wzdłuż drogi nr 790 do północno-wschodniej granicy ewidencyjnej wsi Niegowonice, następnie wzdłuż północnej granicy ewidencyjnej wsi Niegowoniczki do granicy powiatu zawierciańskiego z granicą m. Dąbrowa Górnicza; od strony południowej: od granicy powiatu zawierciańskiego z granicą m. Dąbrowa Górnicza wzdłuż kolejnych ulic w miejscowości Dąbrowa Górnicza: ul. Sztorcowa, ul. Żołnierska, ul. Łazy Błędowskie, ul. Wypaleniska, ul. Łaskowa, ul. Koksownicza, ul. Jodłowa, ul. Torowa, ul. Tworzeń, al. Piłsudskiego, ul. Parkowa, ul. Zakładowa; od strony zachodniej: od granicy powiatu zawierciańskiego, drogą krajową nr 78 w kierunku miasta Siewierz, następnie obwodnicą miasta Siewierz i drogą krajową nr E75 do skrzyżowania z ul. Kuźnica Podleśna w kierunku zbiornika wodnego Kuźnica Warężyńska, następnie zachodnim brzegiem zbiornika wodnego Kuźnica Warężyńska.

13.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od miejscowości Podłoziny, wzdłuż autostrady A2, do miejscowości Głuchowo i dalej wzdłuż ul. Spacerowej na wysokości działki nr 1045/29, łukiem przez ul. Żwirową do 640/32, dalej łukiem do ul. Jeżynowej, przez działki nr 641/15, 641/19, dalej przez ul. Sadową obok posesji nr 19 przy ul Sadowej, łukiem do działki nr 695/3, dalej po polach, przez działkę nr 695/3 przecinając ul. Szreniawską w Wirach na wysokości działki nr 702/19, łukiem przez pola, działkę nr 719/4, dalej łukiem przez pola, przecinając drogę przy działce nr 737/25, dalej przez pola, lasy, działkę nr 794/2, do Puszczykowa; od wschodu: od Puszczykowa przez działki nr 32/2, 82/9, przez działkę nr 203/2 do ul. Klasztornej, przez działkę 202/3 do początku działki nr 262 i 265, przekraczając na działce nr 264 ul. Zapłaty, dalej do Puszczykowa przez ul. Wysoką przez działkę nr 2200, do działki nr 2154/4 przez ul. Ks. Posadzego do działki nr 583, dalej do ul. Akacjowej przy działce nr 741 w Puszczykowie, przez ul. Nową i działki nr 886 i 885, 890, do ul. Strażackiej, przez działkę nr 912 do ul. Magazynowej, przez działki nr 935 i 938/1 do ul. Powstańców Wielkopolskich w Puszczykowie oraz B. Chrobrego i dalej przez działkę nr 1176 do działek nr 1184, 1185 przecinając ul. M. Kopernika przez działki nr 1232 1231, wzdłuż ul. J. Żupańskiego, przez działkę nr 1271, przez działkę nr 1290, przez ul. Libelta i Gwarną, przez ul. Dworcową, wzdłuż ul. T. Kościuszki, przez działkę nr 678/12, przez lasy Puszczykowo — Niwka, przez ul. Jastrzębią, działkę nr 700/1, przecinając ulicę 3 Maja w Mosinie, łukiem przez lasy, przecinając drogę Mosina-Kórnik na wysokości działki nr 912, po łuku do działki nr 1274/5, i dalej przez miasto Mosina do działki nr 2009/8, przez działkę nr 1975/3, dalej po łuku działki nr 2119/1, dalej po łuku do działki nr 2503/2 i po łuku do końca działki nr 2768/17, przecinając działkę nr 426 w Krośnie, do końca działki nr 321/1 przez działkę nr 322/4, przez działkę nr 329 do Krosna; od południa: od miejscowości Krosno, działka nr 94/1 i wzdłuż działek nr 52/4, 461 do miejscowości Drużyna, dalej po łuku przez działkę nr 33/2, 30/1 (Drużyna) po łuku przez las (działka nr 88/2), do miejscowości Iłówiec, po łuku zachodnio — północnym za miejscowością Piotrowo Drugie do miejscowości Dębina; od zachodu: od miejscowości Dębina, w kierunku północnym, wzdłuż zachodnich granic miejscowości Bielawy, Zemsko do miejscowości Jeziorki, po łuku w kierunku północno- wschodnim do miejscowości Podłoziny.

16.3.2017

W województwie śląskim, obszar ograniczony, od południa: od przecięcia ul. Jerzego Niemca w miejscowości Wisła z granicą Rzeczypospolitej Polskiej z Republiką Czeską i następnie wzdłuż tej granicy w kierunku północno-zachodnim, aż do przecięcia tej granicy z ul. Kojkowicką w miejscowości Puńców. Dalej ul. Kojkowicką w kierunku północnym do przecięcia z ul. Cieszyńską. Od zachodu: od przecięcia ul. Kojkowickiej z ul. Cieszyńską w kierunki zachodnim, dalej ul. Cieszyńską do skrzyżowania z ul. Puńcowską i dalej tą ulicą aż do skrzyżowania z ul. Dębową i ul. Jastrzębią. Następnie ul. Jastrzębią w mieście Cieszyn w kierunku północnym i następnie ul. Słowiczą do połączenia z ul. Ustrońską. Dalej w kierunku północno-zachodnim ul. Ustrońską do jej skrzyżowania z ul. Bielską i dalej tą ulicą w kierunku północno-wschodnim aż do ul. Dębowieckiej obejmując miejscowości Gumna i Kostkowice. Wzdłuż ul. Dębowieckiej do jej przejścia w ul. Cieszyńską w kierunku miejscowości Dębowiec do jej skrzyżowania z ul. Skoczowską i ul. Szkolną. Następnie ul. Skoczowską w kierunku wschodnim do brzegu stawów hodowlanych w Dębowcu i dalej wzdłuż południowo-wschodnich brzegów stawów hodowlanych położonych pomiędzy miejscowościami Dębowiec i Ochaby Małe, aż do ul. Simoradzkiej w miejscowości Ochaby Małe. Od północy: wzdłuż ul. Simoradzkiej do skrzyżowania z drogą krajową nr 81 i dalej tą drogą w kierunku południowym aż do przecięcia z północną granicą administracyjną miasta Skoczów. Dalej wzdłuż granicy administracyjnej miasta Skoczów w kierunku wschodnim do ul. Prezydenckiej. Następnie wzdłuż ul. Prezydenckiej do zachodniej granicy administracyjnej wsi Bielowicko i dalej w kierunku południowym wzdłuż wschodniej granicy powiatu cieszyńskiego do granicy lasu w okolicy Rezerwatu Dolina Łańskiego Potoku. Od wschodu: zachodnią granicą lasów od Rezerwatu Dolina Łańskiego Potoku w kierunku południowym do miejscowości Brenna obejmując tą miejscowość i dalej granicą lasu do wschodniej granicy administracyjnej miejscowości Ustroń. Następnie wzdłuż granicy administracyjnej miejscowości Ustroń w kierunku południowym, a dalej zachodnim do drogi nr 941. Wzdłuż drogi nr 941 w kierunku południowym do skrzyżowania z ul. Jawornik, a następnie tą drogą w kierunku zachodnim do skrzyżowania z ul. Jerzego Niemca.

16.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od północy: miejscowość Żarka nad Nysą Łużycką drogą nr 351 w do miejscowości Lasów następnie drogą na Włosień przez Żarki Średnie do Żarskiej Wsi do drogi nr 94, od wschodu: przez drogę nr 94 drogą lokalną w kierunku z Żarskiej Wsi na Pokrzywnik (nad autostradą) do miejscowości Trójca do drogi nr 30 relacji Lubań-Zgorzelec w kierunku Gozdanin do granicy powiatu w kierunku Rudzicy i następnie do drogi nr 357, następnie drogą nr 358 przez Włosień do miejscowości Platerówka i z Platerówki drogą lokalną do Radzimowa. Od południa: z Radzimowa do skrzyżowania z drogą na Wielichów, z Wielichowa do skrzyżowania dróg w kierunku Stary Zawidów, drogą do Zawidowa, z Zawidowa wzdłuż granicy państwa z Republika Czeską do miejscowości Lutogniewice do skrzyżowania z drogą wojewódzką nr 352 relacji Zgorzelec-Bogatynia, przez miejscowość Krzewina do granicy państwa z Republiką Federalna Niemiec, od zachodu: granica państwa wzdłuż Nysy Łużyckiej.

18.3.2017

W województwie podlaskim, obszar ograniczony, od północy — od północnej granicy miejscowości Czechowizna łukiem w kierunku południowo — wschodnim do drogi nr 671 przecinając drogę na wysokości północnej granicy miejscowości Knyszyn, następnie w kierunku południowym do wschodniej granicy miejscowości Chraboły; od wschodu — od wschodniej granicy miejscowości Chraboły w linii prostej w kierunku południowym do drogi nr 65 przecinając drogę na wysokości południowej granicy miejscowości Kozińce i następnie w kierunku południowym do zachodniej granicy miejscowości Gniła, następnie łukiem w kierunku południowym przecinając drogę pomiędzy miejscowościami Rybaki i Jaworówka, następnie po zachodniej stronie miejscowości Jaworówka w linii prostej do północnej granicy miejscowości Złotoria; od południa — od północnej granicy miejscowości Złotoria w linii prostej w kierunku zachodnim do miejscowości Sawino i wzdłuż jej południowej granicy do drogi nr 671 przecinając drogę na wysokości Odkrywkowego Zakładu Górniczego w Tykocinie; od zachodu — od Odkrywkowego Zakładu Górniczego w Tykocinie w linii prostej w kierunku północno — zachodnim do miejscowości Pentowo i wzdłuż jej zachodniej granicy w kierunku północnym, wzdłuż zachodniego brzegu rzeki Nereśl, do miejscowości Łaziuki, następnie wzdłuż zachodniej granicy tej miejscowości drogą do miejscowości Żuki i następnie wzdłuż jej zachodniej granicy drogą leśną w kierunku północnym do rzeki Nereśl, następnie wzdłuż zachodniego brzegu rzeki przez miejscowość Stare Bajki do północnej granicy miejscowości Boguszewo, następnie w linii prostej w kierunku wschodnim do drogi nr 65 przecinając drogę na wysokości miejscowości Czechowizna.

24.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od boiska szkolnego w Granowcu ulica Odolanowska 19, w kierunku wschodnim do rozjazdu na dukcie leśnym przy działce ewidencyjnej nr 2078 z działką nr 2089, następnie do zabudowań pod lasem w miejscowości Czarnylas (działka ew. nr 967), kolejno drogą z miejscowości Czarnylas do miejscowości Hetmanów nr 4, następnie w kierunku południowo-wschodnim do granic powiatu ostrowskiego na połączeniu działek ew. nr 686 i 685/ 1 w obrębie Czarnylas oraz działki w powiecie ostrzeszowskim, obręb Szklarka Przygodzka nr 609. W powiecie ostrzeszowskim od granicy powiatu ostrowskiego przy działce ew. nr 686 w kierunku południowo-wschodnim do zabudowań na działce ewidencyjnej nr 517 obręb Szklarka Przygodzka, następnie do zabudowań we wsi Jesiona działka ew. nr 66/1, następnie do zabudowań we wsi Szklarka Myślniewska działka nr 237/1, następnie do zabudowań we wsi Bierzów gm. Kobyla Góra działka ewidencyjna nr 356, kolejno do wsi Myślniew gm. Kobyla Góra posesja nr 49 (działka ew. nr. 296), dalej w linii prostej do zabudowań we wsi Ligota działka ew. nr 30/1, następnie przebiega do zabudowań we wsi Pisarzowice działka nr 382, kolejno od punktu na drodze Syców-Dziesławice w miejscowości Komorów przy działce nr 125/3. Podążając w kierunku zachodnim przez środek działki nr 55 dalej idąc na skraju lasu do południowo-zachodniego narożnika działki nr 43. Dalej w linii prostej przez las do południowego zejścia dwóch działek nr 311,322. Dalej w linii prostej do skrzyżowania dróg oznaczonych, jako działki nr 141, 274, 275, 80 w woj. dolnośląskim. Od zachodu — podążając na północ od działki nr 245/2, 245/1 (powiat ostrowski, gmina Sośnie, obręb Konradów). Następnie w linii prostej do zabudowań Janisławice nr 71, następnie dalej w kierunku północno-wschodnim do słupa wysokiego napięcia znajdującego się w pobliżu posesji Szklarka Śląska 1 (działka nr 480). Następnie w linii prostej do rzeki Polska Woda przy działce nr 179. Dalej do punktu początkowego (boisko szkolne Granowiec).

24.3.2017

W województwie mazowieckim, w powiecie białobrzeskim: w gminie Białobrzegi miejscowości: Białobrzegi, Leopoldów, Brzeźce, Budy Brankowskie, Jasionna, Kamień, Mikówka, Okręglik, Pohulanka, Stawiszyn, Sucha, Szczyty, Wojciechówka, Brzeska Wola, Kolonia Brzeźce, Dąbrówka; w gminie Stara Błotnica miejscowość Pągowiec; w gminie Promna miejscowości: Biejków, Broniszew, Daltrozów, Domaniewice, Strupiechów, Karolin, Lekarcice, Lisew, Mała Wieś, Lekarcice Nowe, Olkowice, Olszany, Osuchów, Pacew, Pelinów, Piekarty, Sielce Piotrów, Pnie, Przybyszew, Rykały, Lekarcice Stare, Wola Braniecka, Zbrosza Mała, Helenów, Jadwigów; w gminie Wyśmierzyce miejscowości: Korzeń, Klany, Kożuchów, Redlin, Witaszyn, Wólka Kożuchowska; w gminie Radzanów miejscowość Branica; w gminie Stromiec miejscowości: Ducka Wola, Niedabyl, Pokrzywna, Stromiec, Wola Stromiecka, Mokry Las, Stara Wieś, Pietrusin, Piróg (prawa strona od drogi powiatowej nr 1127W w kierunku na Bobrek). W powiecie grójeckim: w gminie Goszczyn miejscowości: Goszczyn, Długowola, Nowa Długowola, Józefów, Kolonia Bądków; w gminie Jasieniec miejscowości: Łychów, Michałówka, Leżne, Trzcianka, Zbrosza Duża, Koziegłowy, Przydróżek, Dobra Wola, Orzechowo, Wierzchowina; w gminie Mogielnica miejscowość Dębnowola, w gminie Warka miejscowości: Wola Palczewska, Palczew-Parcele, Bończa, Michałów — Parcele, Michałów Dolny, Michałów Górny, Budy Michałowskie, Branków.

25.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od strony północnej: od punktu na ul. Ostrowskiej w miejscowości Sieroszewice (powiat ostrowski) przy posesji nr 129 linia obszaru biegnie po łuku w kierunku wschodnim do punktu na drodze wojewódzkiej nr 450 przy posesji nr 8 (Młynik), następnie dalej do punktu na drodze przy granicach działek nr 58 i 59 przy posesjach nr 8 i 7 (obręb ew. Biernacice). Od strony wschodniej: od punktu na drodze przy granicach działek ew. nr 58 i 59 przy posesjach nr 8 i 7 (obręb ew. Biernacice) linia obszaru biegnie do łuku w kierunku południowym przez punkt na granicy powiatów ostrowskiego i ostrzeszowskiego na rzece Prośnie koło działki ew. nr 1 (obręb ew. Grabów nad Prosną) do punktu na moście drogi wojewódzkiej nr 449 nad Młynówką, następnie do punktu na skrzyżowaniu drogi wojewódzkiej z drogą dojazdową do posesji nr 18 w miejscowości Smolniki i dalej po łuku do punktu na skrzyżowaniu drogi wojewódzkiej nr 449 z drogą pożarową nr 1. Od strony południowej: od punktu na skrzyżowaniu drogi wojewódzkiej nr 449 z drogą pożarową nr 1 linia obszaru biegnie w kierunku zachodnim do punktu na drodze powiatowej przy znaku drogowym D-42 oraz z nazwą miejscowości Potaśnia, następnie do punktu na strzeżonym przejeździe kolejowym (między peronami) w ciągu drogi gminnej w miejscowości Niedźwiedź i biegnie dalej tą linią kolejową po strzeżonego przejazdu kolejowego w miejscowości Antonin (powiat ostrowski) w ciągu drogi wojewódzkiej nr 447, następnie do punktu na drodze przy działkach ew. nr 1097, 1098 (obręb ew. Przygodzice). Od strony zachodniej: od punktu na drodze przy działkach ew. nr 1097, 1098 (obręb ew. Przygodzice) linia obszaru biegnie w kierunku północnym po łuku do punktu na drodze przy posesji nr 8 w miejscowości Westrza i biegnie dalej po łuku do punktu początkowego.

25.3.2017

W województwie wielkopolskim, obszar ograniczony, od północy: od boiska szkolnego w Granowcu ulica Odolanowska 19, w kierunku wschodnim do rozjazdu na dukcie leśnym przy działce ewidencyjnej nr 2078 z działką nr 2089, następnie do zabudowań pod lasem w miejscowości Czarnylas (działka ew.nr 967), kolejno drogą z miejscowości Czarnylas do miejscowości Hetmanów nr 4, następnie w kierunku południowo-wschodnim do granic powiatu ostrowskiego na połączeniu działek ew. nr 686 i 685/ 1 w obrębie Czarnylas oraz działki w powiecie ostrzeszowskim, obręb Szklarka Przygodzka nr 609. W powiecie ostrzeszowskim od granicy powiatu ostrowskiego przy działce ew. nr 686 w kierunku południowo-wschodnim do zabudowań na działce ewidencyjnej nr 517 obręb Szklarka Przygodzka, następnie do zabudowań we wsi Jesiona działka ew. nr 66/1, następnie do zabudowań we wsi Szklarka Myślniewska działka nr 237/1, następnie do zabudowań we wsi Bierzów gm. Kobyla Góra działka ewidencyjna nr 356, kolejno do wsi Myślniew gm. Kobyla Góra posesja nr 49 (działka ew. nr. 296), dalej w linii prostej do zabudowań we wsi Ligota działka ew. nr 30/1, następnie przebiega do zabudowań we wsi Pisarzowice działka nr 382, kolejno od punktu na drodze Syców-Dziesławice w miejscowości Komorów przy działce nr 125/3. Podążając w kierunku zachodnim przez środek działki nr 55 dalej idąc na skraju lasu do południowo-zachodniego narożnika działki nr 43. Dalej w linii prostej przez las do południowego zejścia dwóch działek nr 311,322. Dalej w linii prostej do skrzyżowania dróg oznaczonych, jako działki nr 141, 274, 275, 80 w woj. dolnośląskim. Od zachodu — podążając na północ od działki nr 245/2, 245/1 (powiat ostrowski, gmina Sośnie, obręb Konradów). Następnie w linii prostej do zabudowań Janisławice 71, następnie dalej w kierunku północno-wschodnim do słupa wysokiego napięcia znajdującego się w pobliżu posesji Szklarka Śląska 1 (działka nr 480). Następnie w linii prostej do rzeki Polska Woda przy działce nr 179. Dalej do punktu początkowego (boisko szkolne Granowiec).

26.3.2017

W województwie kujawsko-pomorskim, obszar ograniczony, od wschodu — od drogi wojewódzkiej nr 252 łączącej miejscowość Dąbrowa Biskupia z Inowrocławiem, wzdłuż wschodniej granicy administracyjnej miejscowości: Radojewice, Dziewa, Konary, Papros — powiat inowrocławski oraz wzdłuż wschodniej granicy administracyjnej miejscowości Szostka, Broniewo, Broniewek — powiat radziejowski do miejscowości Morgi — powiat inowrocławski dalej do drogi krajowej numer 62 łączącej Radziejów z Kruszwicą; od południa — od drogi krajowej nr 62, wzdłuż południowej granicy administracyjnej miejscowości: Chełmiczki, Kicko, Lachmirowice; od zachodu — od miejscowości Lachmirowice do zachodniej granicy administracyjnej miejscowości Sukowy i dalej w kierunku północnym wzdłuż zachodnich granic administracyjnych miejscowości: Książ, Sławsko Dolne, Żegotki, Busewo, Wymysłowice znajdujących się w powiecie mogileńskim; od północy — od północnej granicy administracyjnej miejscowości Markowice (powiat mogileński) do południowych granic administracyjnych miejscowości Krusza Duchowna (powiat inowrocławski), dalej w kierunku wschodnim przecinając miejscowość Inowrocław na wysokości Soda Mątwy S.A. do drogi wojewódzkiej nr 252 pomiędzy miejscowościami Trzaski i Dziennice, dalej w kierunku wschodnim do miejscowości Radojewice.

25.3.2017

W województwie lubuskim, obszar ograniczony, od północy, od przecięcia drogi nr S3 z drogą Konradowo — Ługi wzdłuż tej drogi w kierunku zachodnim do granicy wsi Ługi (włączając Ługi), potem prosto na północ do granicy powiatu, następnie wzdłuż granicy powiatu obejmując obszar zagrożony od strony północnej, zachodniej i południowej do przecięcia granicy powiatu z drogą nr 328, dalej wzdłuż drogi nr 328 do jej przecięcia z nieczynną linia kolejową Kożuchów — Nowe Miasteczko, wzdłuż tej linii kolejowej do jej przecięcia z drogą Borów Polski-Nowe Miasteczko, potem na północny — wschód do drogi nr S3 wyłączając miejscowość Gołaszyn, następnie wzdłuż drogi nr S3 w kierunku północnym do jej przecięcia z granicą administracyjną miasta Nowa Sól i dalej w kierunku północnym wzdłuż granicy administracyjnej miasta Nowa Sól, wyłączając miasto Nowa Sól, do przecięcia granic miasta z linią kolejową Zielona Góra — Nowa Sól dalej wzdłuż linii kolejowej na północ do jej przecięcia z drogą nr S3 na wysokości miejscowości Konradowo, (wyłączając Konradowo, Zakęcie) potem drogą Konradowo — Ługi w kierunku północno-zachodnim. Na terenie powiatu nowosolskiego — w gminie Kożuchów: cały obszar miejscowości Podbrzezie Górne, Czciradz, Bielice, Broniszów, Bulin, Cisów, Drwalewice, Dziadoszyce, Kierzkowice, Książ Śląski, Lasocin, Mirocin Dolny, Mirocin Górny, Mirocin Średni, Radwanów, Sokołów, Solniki, Studzieniec, Stypułów, Zawada; w gminie Nowa Sól: Ciepielów, Lelechów, Lubieszów, Nowe Żabno, Rudno, Stary Staw, Wrociszów; w gminie Otyń: cały obszar miejscowości Czasław i Ługi; w gminie Nowe Miasteczko: cały obszar miejscowości Borów Polski, Borów Wielki, Nieciecz, Szyba, Konin.

26.3.2017

W województwie śląskim, obszar ograniczony, od strony zachodniej: od granicy państwowej Rzeczypospolitej Polskiej wzdłuż autostrady A1 w kierunku północno wschodnim do miejscowości Podbucze a następnie do miejscowości Skrzyszów; od strony północnej: od wiaduktu nad autostradą A1 ul. 1-go Maja w miejscowości Skrzyszów do skrzyżowania z ul. Powstańców Śląskich. Następnie ul. Powstańców Śląskich do granicy miasta na prawach powiatu Jastrzębie-Zdrój-dzielnica Szotkowice. Następnie ul. Józefa Dąbrowskiego, ul. Komuny Paryskiej do ul. Ranoszka (dzielnica Moszczenica). Następnie ul. Ranoszka, ul. Piaskową, ul. Żwirki i Wigury, do ul. Wyzwolenia (dzielnica Ruptawa). Następnie ul. Wyzwolenia do skrzyżowania z drogą krajową nr 937; od strony wschodniej: drogą krajową nr 937 w kierunku południowym od skrzyżowania z ul. Wyzwolenia w Jastrzębiu Zdroju do miejscowości Zebrzydowice do przecięcia z linią kolejową nr 90 (Zebrzydowice — Cieszyn; kolejno drugi most kolejowy), następnie wzdłuż linii kolejowej nr 90 (Zebrzydowice — Cieszyn) w kierunku południowym do przecięcia z granicą administracyjną miasta na prawach powiatu –Cieszyn. Następnie wzdłuż północnej granicy administracyjnej miasta na prawach powiatu -Cieszyn w kierunku zachodnim do granicy państwowej Rzeczypospolitej Polskiej i Republiki Czeskiej; od strony południowej: granicą państwową Rzeczypospolitej Polskiej i Republiki Czeskiej.

30.3.2017

W województwie dolnośląskim, obszar ograniczony, od północy: od granicy państwa (od miejsca przecięcia z granicą powiatów jeleniogórskiego i kamiennogórskiego), wzdłuż granicy powiatu jeleniogórskiego i kamiennogórskiego w kierunku wschodnim, do drogi krajowej nr 369, od drogi nr 369 północną granicą miejscowości Jarkowice, Miszkowice, Paprotki do drogi powiatowej Kamienna Góra –Miszkowice, drogą powiatową do przecięcia z granicą gmin Kamienna Góra i Lubawka, dalej wzdłuż granicy gmin Kamienna Góra i Lubawka w kierunku południowo — wschodnim do drogi krajowej nr 5, wzdłuż drogi krajowej nr 5 na długości 1 km w kierunku południowym; od wschodu: od drogi krajowej nr 5, wzdłuż drogi polnej w kierunku wschodnim do drogi powiatowej łączącej Krzeszów i Lubawkę, na wysokości granicy miejscowości Lipienica i Krzeszów (północna granica miejscowości Lipienica), wzdłuż północno-wschodniej i wschodniej granicy miejscowości Lipienica, Jawiszów, Olszyny i Chełmsko Śląskie do granicy z powiatem wałbrzyskim; od południa: granicą powiatu kamiennogórskiego i wałbrzyskiego do granicy państwa z Republiką Czeską, wzdłuż granicy państwa z Republiką Czeską w kierunku zachodnim, do przejścia turystycznego Niedamirów — Alberice; od zachodu: od przejścia turystycznego Niedamirów — Alberice do granicy państwa (do miejsca przecięcia z granicą powiatów jeleniogórskiego i kamiennogórskiego).

26.3.2017

Lidstaat: Roemenië

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Localitatea ONCESTI, comuna STANESTI, judeţul GIURGIU.

Localitatea GHIZDARU, comuna STANESTI, judeţul GIURGIU.

Localitatea BALANU, comuna STANESTI, judeţul GIURGIU.

Localitatea BRANISTEA, comuna OINACU, judeţul GIURGIU.

Localitatea PLOPSORU, comuna DAIA, judeţul GIURGIU.

Localitatea DAIA, comuna DAIA, judeţul GIURGIU.

Localitatea SFANTU GHEORGHE, comuna BANEASA, judeţul GIURGIU.

Localitatea FRASINU, comuna BANEASA, judeţul GIURGIU.

19.3.2017

Municipiul GIURGIU, judeţul GIURGIU.

Localitatea CETATEA, comuna Fratesti, judeţul GIURGIU.

Localitatea REMUS, comuna FRATESTI, judeţul GIURGIU.

Localitatea OINACU, comuna Oinacu, judeţul GIURGIU.

Localitatea FRATESTI, comuna FRATESTI, judeţul GIURGIU.

11.3.2017 tot en met 19.3.2017

Localitatea ALMALAU, comuna OSTROV, judeţul Constanţa.

15.3.2017 tot en met 23.3.2017

Localitatea OSTROV, comuna OSTROV, judeţul Constanţa.

Localitatea BUGEAC, comuna OSTROV, judeţul Constanţa.

Localitatea ESECHIOI, comuna OSTROV, judeţul Constanţa.

23.3.2017

Localitatea GARLITA, comuna OSTROV, judeţul Constanţa.

11.3.2017 tot en met 19.3.2017

Localitatea Cardon, comuna C.A.Rosetti, judeţul Tulcea.

14.3.2017

Localitatea BALILESTI, comuna BALILESTI, județul Arges.

Localitatea BAJESTI, comuna BALILESTI, județul Arges.

Localitatea GOLESTI, comuna BALILESTI, județul Arges.

Localitatea POIENITA, comuna BALILESTI, județul Arges.

Localitatea ULITA, comuna BALILESTI, județul Arges.

Localitatea VALEA MARE-BRATIA, comuna BALILESTI, județul Arges.

Localitatea ANINOASA, comuna ANINOASA, județul Arges.

Localitatea VALEA SILISTII, comuna ANINOASA, județul Arges.

Localitatea VALEA RIZII, comuna DARMANESTI, județul Arges.

Localitatea CAPU PISCULUI, comuna GODENI, județul Arges.

Localitatea COTESTI, comuna GODENI, județul Arges.

Localitatea HARTIESTI, comuna HARTIESTI, județul Arges.

Localitatea BARZESTI, comuna VULTURESTI, județul Arges.

Localitatea DEALU, comuna HARTIESTI, județul Arges.

Localitatea HULUBA, comuna VULTURESTI, județul Arges.

Localitatea LUCIENI, comuna HARTIESTI, județul Arges.

Localitatea VULTURESTI, comuna VULTURESTI, județul Arges.

Localitatea VACAREA, comuna MIHAESTI, județul Arges.

Localitatea JUGUR, comuna POIENARII DE MUSCEL, județul Arges

Localitatea SCHITU GOLESTI, comuna SCHITU GOLESTI, județul Arges.

Localitatea BURNESTI, comuna SCHITU GOLESTI, județul Arges.

Localitatea COSTITA, comuna SCHITU GOLESTI, județul Arges.

Localitatea LAZARESTI, comuna SCHITU GOLESTI, județul Arges.

Localitatea VALEA PECHII, comuna SCHITU GOLESTI, județul Arges.

Localitatea STALPENI, comuna STALPENI, județul Arges.

Localitatea DEALU FRUMOS, comuna STALPENI, județul Arges.

Localitatea LIVEZENI, comuna STALPENI, județul Arges.

Localitatea OGREZEA, comuna STALPENI, județul Arges.

Localitatea OPRESTI, comuna STALPENI, județul Arges.

Localitatea PITIGAIA, comuna STALPENI, județul Arges.

Localitatea RADESTI, comuna STALPENI, județul Arges.

Localitatea CISMEA, comuna TITESTI, județul Arges.

Localitatea VALEA MANASTIRII, comuna TITESTI, județul Arges.

Localitatea VLADESTI, comuna VLADESTI, județul Arges.

Localitatea COTEASCA, comuna VLADESTI, județul Arges.

Localitatea DRAGHESCU, comuna VLADESTI, județul Arges.

Localitatea PUTINA, comuna VLADESTI, județul Arges.

30.3.2017

Lidstaat: Slowakije

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

Okres Malacky

 

Mestá:

Stupava

 

Obce:

Záhorská Ves

Plavecký Štvrtok

Láb

Lozorno

Zohor

20.3.2017

Okres Malacky

Obce:

Vysoká pri Morave

11.3.2017 tot en met 20.3.2017”

d)

de vermelding voor het Verenigd Koninkrijk wordt vervangen door:

„Lidstaat: Verenigd Koninkrijk

Gebied omvattende:

Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG

The area of the parts of Lancashire County (ADNS code 00151 ) extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N53.925 and W2.9503

16.3.2017

The area of the parts of Lancashire County (ADNS code 00151 ) contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N53.9325 and W2.9503

8.3.2017 tot en met 16.3.2017

Those parts of Suffolk and Norfolk County (ADNS code 00162 and 00154 ) extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N52.3669 and E0.9819

20.3.2017

Those parts of Suffolk and Norfolk County (ADNS code 00162 and 00154 ) contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N52.3669 and E0.9819

12.3.2017 tot en met 20.3.2017

Those parts of Northumberland County (ADNS code 00169 ) extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N54.6625 and E2.5069

27.3.2017

Those parts of Northumberland County (ADNS code 00169 ) contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N54.6625 and E2.5069

19.3.2017 tot en met 27.3.2017”