|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
60e jaargang |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/1 |
VERORDENING (EU) 2017/400 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EU) nr. 224/2014 van de Raad (2) geeft uitvoering aan bepaalde bij Besluit 2013/798/GBVB vastgestelde maatregelen. |
|
(2) |
Bij Besluit 2013/798/GBVB wordt voorzien in een wapenembargo tegen de Centraal-Afrikaanse Republiek, alsook in de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek ondermijnen. |
|
(3) |
Op 27 januari 2017 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2339 (2017) aangenomen waarin de aanwijzingscriteria voor de bevriezing van tegoeden worden gewijzigd. De Raad heeft Besluit (GBVB) 2017/412 (3) vastgesteld tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB teneinde uitvoering te geven aan Resolutie 2339 (2017) van de VN-Veiligheidsraad. |
|
(4) |
Deze maatregel valt onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat de maatregel in alle lidstaten uniform door marktdeelnemers wordt toegepast. |
|
(5) |
Verordening (EU) nr. 224/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 224/2014 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 3, onder c), wordt vervangen door:
|
|
2) |
Artikel 5, lid 3, wordt vervangen door: „3. Bijlage I omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die volgens het Sanctiecomité:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
(1) PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51.
(2) Verordening (EU) nr. 224/2014 van de Raad van 10 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PB L 70 van 11.3.2014, blz. 1).
(3) Besluit (GBVB) 2017/412 van de Raad van 7 maart 2017 tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (zie bladzijde 102 van dit Publicatieblad).
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/401 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) nr. 747/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 747/2014 van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Sudan en tot intrekking van en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 131/2004 en Verordening (EG) nr. 1184/2005 (1), en met name artikel 15, lid 3,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 10 juli 2014 Verordening (EU) nr. 747/2014 vastgesteld. |
|
(2) |
Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dat is opgericht overeenkomstig Resolutie 1591 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 12 januari 2017 de informatie bijgewerkt met betrekking tot vier personen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen. |
|
(3) |
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 747/2014 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 747/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:
„1. ELHASSAN, Gaffar Mohammed
Alias: Gaffar Mohmed Elhassan
Functie: generaal-majoor en bevelhebber van de Sudanese strijdkrachten (Sudanese Armed Forces — SAF) voor de westelijke militaire regio
Nationaal identiteitsnummer: identiteitskaart voormalig militair 4302
Geboortedatum: 24 juni 1952
Adres: El Waha, Omdurman, Sudan
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006
Overige informatie: Gepensioneerd militair van het Sudanese leger. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5282254
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het panel van deskundigen meldt dat generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan tegenover hen heeft verklaard dat hij het rechtstreekse operationele bevel (primair tactisch bevel) voerde over alle onderdelen van het SAF in Darfur toen hij de militaire leiding had in de westelijke militaire regio. Elhassan bekleedde die functie van bevelhebber van de westelijke militaire regio van circa november 2004 tot begin 2006. Volgens de informatie van het panel was Elhassan verantwoordelijk voor schendingen van punt 7 van UNSCR 1591 toen hij uit hoofde van zijn functie (vanuit Khartoum) verzocht om, en toestemming gaf (vanaf 29 maart 2005) voor, de overbrenging van militaire uitrusting naar Darfur zonder dat het Sanctiecomité dat vooraf had goedgekeurd. Elhassan gaf zelf tegenover het panel toe dat tussen 29 maart 2005 en december 2005 vliegtuigen, vliegtuigmotoren en andere militaire uitrusting vanuit andere delen van Sudan Darfur zijn binnengebracht. Hij verklaarde bijvoorbeeld dat tussen 18 en 21 september 2005 twee Mi-24 aanvalshelikopters zonder toestemming Darfur zijn binnengebracht. Ook zijn er gerede gronden om aan te nemen dat Elhassan als bevelhebber van de westelijke militaire regio rechtstreeks verantwoordelijk was voor het toestaan van offensieve militaire vluchten op 23-24 juli 2005 in het gebied rond Abu Hamra en op 19 november 2005 in de streek van Jebel Moon in westelijk Darfur. Bij beide operaties waren Mi-24 aanvalshelikopters betrokken, die naar verluidt bij beide gelegenheden het vuur hebben geopend. Volgens het verslag van het deskundigenpanel heeft Elhassan tegenover het panel te kennen gegeven dat hijzelf in zijn hoedanigheid van bevelhebber van de westelijke militaire regio goedkeuring had verleend voor luchtsteun en andere luchtoperaties. (Zie verslag van het deskundigenpanel, S/2006/65, punten 266-269.) Daarmee heeft generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan relevante bepalingen van UNSCR 1591 geschonden en voldoet hij aan de criteria voor de oplegging van sancties door het Comité.
2. ALNSIEM, Musa Hilal Abdalla
Alias: a) (Sheikh) Musa Hilal; b) Abd Allah; c) Abdallah; d) AlNasim; e) Al Nasim; f) AlNaseem; g) Al Naseem; h) AlNasseem; i) Al Nasseem
Functie: a) lid van de nationale vergadering van Sudan; b) in 2008 door de president van Sudan benoemd tot speciaal adviseur bij het ministerie van Federale Zaken; c) opperhoofd van de Jalul-stam in Noord-Darfur
Geboortedatum: a) 1 januari 1964; b) 1959
Geboorteplaats: Kutum
Adres: a) Kabkabiya, Sudan; b) Kutum, Sudan (verblijft in Kabkabiya en de stad Kutum, Noord-Darfur, en heeft verbleven in Khartoum)
Paspoort: diplomatiek paspoort D014433, afgegeven op 21 februari 2013 (verstrijkt op 21 februari 2015)
Identificatie: nationaliteitsbewijs A0680623
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006
Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795065
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Human Rights Watch beschikt volgens zijn rapport over een memorandum d.d. 13 februari 2004 van een plaatselijk overheidskantoor in Noord-Darfur waarin „veiligheidseenheden ter plaatse” worden gelast „de mujahedin en de vrijwilligers onder bevel van Sheikh Musa Hilal toe te staan in de regio's van [Noord-Darfur] hun activiteiten te ontplooien en te voorzien in hun vitale behoeften”. Op 28 september 2005 vielen 400 Arabische militieleden de dorpen Aro Sharrow (waaronder het IDP-kamp), Acho en Gozmena in West-Darfur aan. Waarschijnlijk was Musa Hilal tevens aanwezig bij de aanval op het IDP-kamp van Aro Sharrow: omdat zijn zoon was gedood bij de aanval van het SLA op Shareia, had hij nog een persoonlijke rekening te vereffenen. Er zijn gerede gronden om aan te nemen dat hij als opperhoofd rechtstreeks verantwoordelijk was voor deze acties en dat hij tevens verantwoordelijk is voor schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten en voor andere gruweldaden.
3. SHARIF, Adam Yacub
Alias: a) Adam Yacub Shant; b) Adam Yacoub
Functie: bevelhebber bij het Sudanese Bevrijdingsleger (Sudanese Liberation Army — SLA)
Geboortedatum: ca. 1976
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006
Overige informatie: zou overleden zijn op 7 juni 2012. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5283783
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
SLA-soldaten onder het bevel van Adam Yacub Shant schonden het staakt-het-vuren door op 23 juli 2005 een militair contingent van de Sudanese regering aan te vallen dat een konvooi vrachtwagens in de buurt van Abu Hamra in noordelijk Darfur begeleidde, en daarbij drie soldaten te doden. Na de aanval werden wapens en munitie van het regeringsleger buitgemaakt. Het deskundigenpanel heeft informatie die bevestigt dat de aanval door SLA-soldaten heeft plaatsgevonden en duidelijk georganiseerd en dus goed gepland was. Redelijkerwijs kan daarom worden aangenomen, zoals het panel deed, dat Shant als de vaste SLA-bevelhebber in de regio kennis moet hebben gehad van de aanval en die goedgekeurd of gelast heeft. Hij draagt derhalve rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de aanval en voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst.
4. MAYU, Jibril Abdulkarim Ibrahim
Alias: generaal Gibril Abdul Kareem Barey; „Tek”; Gabril Abdul Kareem Badri
Functie: commandant bij de Nationale Beweging voor Hervorming en Ontwikkeling (National Movement for Reform and Development — NMRD).
Geboortedatum: 1 januari 1967
Geboorteplaats: Nijldistrict, El-Fasher, El-Fasher, Noord-Darfur
Nationaliteit: Sudanees van geboorte
Adres: Tine, Sudan (verblijft in Tine, aan de Sudanese kant van de grens met Tsjaad)
Nationaal identificatienummer: a) 192-3238459-9; b) nationaliteitsbewijs verkregen door geboorte 302581
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006
Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795071
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mayu is verantwoordelijk voor de ontvoering, in oktober 2005, van personeelsleden van de missie van de Afrikaanse Unie in Sudan (African Union Mission in Sudan — AMIS). Mayu tracht openlijk de AMIS-missie door intimidatie te dwarsbomen; hij dreigde bijvoorbeeld in november 2005 helikopters van de Afrikaanse Unie (AU) in de streek van Jebel Moon uit de lucht te schieten. Met dergelijke acties heeft Mayu onmiskenbaar UNSCR 1591 geschonden door een bedreiging voor de stabiliteit in Darfur te vormen, en voldoet hij aan de criteria voor oplegging van sancties door het Comité.”.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/402 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van artikel 20, lid 3, van Verordening (EU) 2015/735 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 2015/735 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 748/2014 (1), en met name artikel 20, lid 3,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 7 mei 2015 Verordening (EU) 2015/735 vastgesteld. |
|
(2) |
Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2206 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 12 januari 2017 de gegevens met betrekking tot zes personen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, geactualiseerd. |
|
(3) |
Bijlage I bij Verordening (EU) 2015/735 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 2015/735 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:
A. PERSONEN
1. Gabriel JOK RIAK (alias: a) Gabriel Jok b) Jok Riak c) Jock Riak)
Titel: Luitenant-generaal
Hoedanigheid: Commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA)
Geboortedatum: 1966
Geboorteplaats: Bor, Sudan/Zuid-Sudan
Nationaliteit: Zuid-Sudan
Adres: a) deelstaat Unity, Zuid-Sudan b) Wau, deelstaat Western Bahr El Ghazal, Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, die hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. In zijn positie als commandant van sector Een van het SPLA heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. Het SPLA is een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties ontplooit waardoor het conflict in Zuid-Sudan is verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014, waarbij de partijen zich opnieuw tot het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden committeerden, en heeft de activiteiten van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD belemmerd. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879060
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Gabriel Jok Riak is op 1 juli 2015 op grond van de punten 7, a), 7, f) en 8 van Resolutie 2206 (2015) op de lijst geplaatst vanwege acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7. en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Gabriel Jok Riak is commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.
Jok Riak voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, dat hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. De SPLA-divisies Drie, Vier en Vijf zijn ondergeschikt aan sector Een en de commandant daarvan, Jok Riak.
Jok Riak en de troepen van de SPLA-sectoren Een en Drie onder zijn algemeen commando hebben verscheidene, hieronder nader beschreven, acties uitgevoerd, die schendingen vormden van de toezeggingen in het CoHA van januari 2014 om een eind te maken aan alle militaire acties gericht tegen de tegenpartij en andere provocerende acties, de troepen op hun huidige locaties te bevriezen, en zich te onthouden van activiteiten zoals verplaatsing van troepen of nieuwe aanvoer van munitie die tot een militaire confrontatie zouden kunnen leiden.
De SPLA-troepen onder algemeen commando van Jok Riak hebben het CoHA verscheidene malen geschonden met onmiskenbare vijandelijkheden.
Op 10 januari 2014 heeft een SPLA-troepenmacht onder algemeen commando van commandant Jok Riak van sector Een Bentiu ingenomen, dat voorheen, sinds 20 december 2013, onder gezag stond van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Movement in Opposition (SPLM-IO)). Divisie Drie van het SPLA heeft SPLM-IO-strijders kort na de ondertekening van het CoHA van januari 2014 nabij Leer vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten, en medio april 2014 Mayom ingenomen en meer dan 300 SPLM-IO-strijders gedood.
Op 4 mei 2014 heeft een door Jok Riak geleide SPLA-troepenmacht Bentiu opnieuw ingenomen. Op de staatstelevisie in Juba heeft een SPA-woordvoerder gezegd dat het regeringsleger onder commando van Jok Riak Bentiu om 4 uur 's middags Bentiu had ingenomen, en daaraan toegevoegd dat divisie Drie en een speciale SPLA-taskforce hierbij betrokken waren. Enkele uren nadat het mei-akkoord was afgekondigd, hebben troepen van de SPLA-divisies Drie en Vier gevochten tegen oppositiestrijders die eerder SPLA-posities bij Bentiu en in de noordelijke oliegebieden van Zuid-Sudan hadden aangevallen, en deze afgeslagen.
Ook hebben strijders van SPLA-divisie Drie na de ondertekening van het mei-akkoord Wang Kai heroverd en heeft divisiecommandant Santino Deng Wol zijn troepen toestemming gegeven om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en opdracht gegeven woningen waarin zich oppositiestrijders bevonden, in brand te steken.
Eind april en mei 2015 hebben door Jok Riak geleide strijders van SPLA-sector Een vanuit de deelstaat Lakes een militair totaaloffensief tegen oppositietroepen in de deelstaat Unity gevoerd.
Met schending van de voorwaarden van het bovengenoemde CoHA heeft Jok Riak begin september 2014 naar verluidt getracht tanks te laten repareren en aanpassen voor gebruik tegen oppositietroepen. Eind oktober 2014 zijn ten minste 7 000 SPLA-strijders en zware wapens van de Derde en de Vijfde divisie verplaatst ter versterking van de Vierde divisie, die het zwaar te verduren had bij een aanval van de oppositie bij Bentiu. In november 2014 heeft het SPLA nieuwe militaire uitrusting en wapens, waaronder gepantserde personeelsvoertuigen, helikopters, geschut en munitie naar het gebied gebracht waarvoor sector Een verantwoordelijk was, waarschijnlijk ter voorbereiding op gevechten tegen de oppositie. Begin februari 2015 heeft Jok Riak naar verluidt opdracht gegeven om gepantserde personeelsvoertuigen naar Bentiu te sturen, mogelijk om te reageren op recente verrassingsaanvallen van de oppositie.
Na het offensief in de deelstaat Unity van april en mei 2015 heeft SPLA-sector Een verzoeken van het toezicht- en verificatieteam van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD-MVM) in Bentiu om deze schending van het CoHA te onderzoeken geweigerd, en aldus het IGAD-MVM de bewegingsvrijheid om zijn mandaat uit te voeren ontzegd.
Daarnaast heeft Jok Riak in april 2014 het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid door naar verluidt te helpen bij het bewapenen en mobiliseren van 1 000 Dinka-jongeren als aanvulling op de traditionele SPLA-strijders.
2. Simon Gatewech DUAL (alias: a) Simon Gatwich Dual b) Simon Getwech Dual c) Simon Gatwec Duel d) Simon Gatweach e) Simon Gatwick f) Simon Gatwech g) Simon Garwich h) General Gaduel i) Dhual
Titel: Generaal-majoor
Hoedanigheid: Algemeen stafchef, SPLA in oppositie
Geboortedatum: 1953
Geboorteplaats: a) Akobo, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan b) district Uror, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan
Adres: Deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei. Zijn troepen hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei, en sinds maart 2015 heeft hij getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879066
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Simon Gatwech Dual is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Simon Gatwech Dual (Gatwech Dual) heeft zich beziggehouden met acties of beleidsdaden die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen en is een leider van de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging in oppositie (SPLM-IO), een entiteit die acties heeft uitgevoerd die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen, en heeft gewelddaden gepleegd tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen.
Gatwech Dual is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei.
In 2014 tot 2015 had Gatwech Dual een groot aantal troepen onder zijn commando en opereerde hij enigszins autonoom bij het leiden van aanvallen. Gatwech Dual ziet toe op het inzetten van de SPLM-IO en waarschijnlijk ook op het inzetten van enkele strijders van het Witte Leger (een Nuer-jongerenmilitie).
Eind april 2014 wonnen de troepen onder algemeen commando van Gatwech Dual terrein in de deelstaat Jonglei toen zij optrokken naar Bor, de hoofdstad van de deelstaat. Gatwech Dual heeft mogelijk het nieuws van de aanval van 17 april 2014 op de intern ontheemde Nuer in het VN-kamp in Bor gebruikt om zijn troepen aan te sporen wraak te nemen. Het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD in de deelstaten Boven-Nijl, Unity en Jonglei heeft in zijn samenvatting van schendingen van het staakt-het-vuren van 14 augustus 2014 ook de troepen onder gezag van Gatwech Dual genoemd.
De troepen van Gatwech Dual hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei. Vanaf maart 2015 heeft Gatwech Dual getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken.
Eind april 2015 was Gatwech Dual betrokken bij het plannen en coördineren van verrassingsaanvallen op Zuid-Sudanese regeringstroepen in de deelstaat Boven-Nijl. In het samenvattend verslag over de schendingen van het staken van de vijandelijkheden van 12 tot en met 31 mei 2015 van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD worden inbreuken door de oppositietroepen onder gezag van Gatwech genoemd, waaronder een aanval op regeringstroepen in Ayod.
De acties van de SPLM-IO-troepen onder commando van Gatwech Dual waren gericht tegen vrouwen, kinderen en burgers. Naar verluidt heeft Gatwech Dual eenheden onder zijn gezag opdracht gegeven Dinka-krijgsgevangenen, -vrouwen en -kinderen te doden, en hebben officieren onder zijn commando verklaard dat oppositietroepen geen onderscheid dienen te maken tussen de verschillende Dinka-stammen en iedereen moeten doden.
3. James Koang CHUOL (alias: a) James Koang Chol Ranley b) James Koang Chol c) Koang Chuol Ranley d) James Koang Chual
Titel: Generaal-majoor
Geboortedatum: 1961
Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00012098, Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: In december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLAIO)). Zijn troepen hebben aanvallen op burgers uitgevoerd. In februari 2014 hebben troepen onder zijn commando kampen van de Verenigde Naties, ziekenhuizen, kerken en scholen aangevallen en zich aan wijdverbreide verkrachting, foltering en vernieling van eigendommen schuldig gemaakt, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiefunctionarissen te verjagen. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879069
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
James Koang Chuol (Koang) is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
James Koang Chuol (Koang) heeft de vrede, veiligheid of stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigd in zijn hoedanigheid van leider van anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, Zuid-Sudan, waarvan de leden burgers, waaronder vrouwen en kinderen, tot doelwit maakten, met moorden, seksueel geweld, en aanvallen uitvoerden op scholen, hospitalen, religieuze sites en locaties waar burgers toevlucht zochten.
Koang liep over in december 2013, toen hij bevelhebber van de Vierde divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) was. Op bevel van Koang executeerden overlopende soldaten tot 260 van hun collega's in de basis, alvorens zich in de deelstaathoofdstad Bentiu tegen burgers te keren en hen te doden.
Koang werd in december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLA-IO)). In zijn nieuwe functie leidde Koang in januari 2015 aanvallen op regeringstroepen in de districten Renk en Maban van de deelstaat Boven-Nijl, die door het toezicht- en verificatiemechanisme van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit als schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden werden aangehaald.
In februari 2014, nadat Kong de leiding had gekregen over anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, vielen die troepen VN-kampen, hospitalen, kerken en scholen aan, waarbij zij op grote schaal verkrachtten, folterden en eigendommen vernietigden, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiemannen te verdrijven. Op 14 en 15 april 2014 veroverden de troepen van Koang Bentiu na zware gevechten, en vielen zij burgers aan. Bij afzonderlijke incidenten in een moskee, een kerk en een verlaten voedselopslagplaats in Bentiu, scheidden de troepen burgers die daar een onderkomen hadden gezocht, op basis van hun etnische groep en nationaliteit, om daarna over te gaan tot gerichte moordpartijen, met tenminste 200 doden en 400 gewonden tot gevolg. Medio september 2014 zou Koang zijn troepen naar verluidt hebben bevolen zich tegen Dinka-burgers te richten tijdens een aanval in de deelstaat Boven-Nijl.
4. Santino Deng WOL (Alias: a) Santino Deng Wuol b) Santino Deng Kuol
Titel: Generaal-majoor
Hoedanigheid: Commandant van de Derde Divisie van het SPLA
Geboortedatum: 9 november 1962
Geboorteplaats: Aweil, Sudan/Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. In de loop van mei 2015 vermoordden troepen onder zijn bevel kinderen, vrouwen en oude mannen, verbrandden zij eigendommen en stalen zij vee op hun doortocht door de deelstaat Unity, op weg naar het olieveld van Thorjath. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879071
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Santino Deng Wol is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Santino Deng Wol (Deng Wol) is generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) en commandant van de Derde divisie van het SPLA, een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.
Deng Wol heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden.
Kort nadat de onderhandelaars van beide partijen overeenkwamen de vijandelijkheden te staken, maakte DENG WOL zijn troepen klaar om op te trekken naar de stad Leer in de deelstaat Unity. Vervolgens hebben zij in de buurt van Leer rebellen vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten.
Medio april 2014 hebben de troepen van Deng Wol zich naar verluidt voorbereid om Bentiu op de antiregeringsstrijdkrachten te heroveren. Later die maand hebben de strijders van Deng Wol Mayom ingenomen na een felle strijd waarin zij meer dan 300 oppositiestrijders doodden. Begin mei 2014 namen de strijders van Deng Wol Tor Abyad in en doodden daarbij oppositiestrijders. Kort daarna vielen SPLA-troepen, waaronder strijders van Deng Wol, de stad Wang Kai in de deelstaat Unity aan en namen deze in. Deng Wol gaf zijn troepen toestemming om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en gaf opdracht woningen waarin zich aanhangers van de oppositie bevonden, in brand te steken.
De Derde SPLA-divisie van Deng Wol heeft deelgenomen aan het offensief van april-mei 2015 in de deelstaat Unity, waar het SPLA een gecoördineerd offensief begon om machtsbases van de oppositie in de districten Mayom, Guit, Koch, Mayendit en Leer in te nemen. Op hun doortocht door de deelstaat Unity op weg naar het olieveld van Thorjath in mei 2015 hebben de troepen onder gezag van Deng Wol kinderen, vrouwen en oude mannen gedood, eigendommen verbrand en vee gestolen. Bovendien heeft Deng Wol naar verluidt aan het begin van die maand aangedrongen op de executie van gevangengenomen oppositiesoldaten.
5. Marial Chanuong Yol MANGOK (Alias: a) Marial Chinuong b) Marial Chan c) Marial Chanoung Yol d) Marial Chinoum
Hoedanigheid: a) generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA); b) commandant, presidentiële garde
Geboortedatum: 1 januari 1960
Geboorteplaats: Yirol, deelstaat Lakes
Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00005943,Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Zijn Presidentiële garde gaf leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba; velen van hen werden in massagraven begraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/72684667
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Marial Chanuong Yol Mangok is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, c), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Mangok is commandant van de presidentiële garde van de Zuid-Sudanese regering, die leiding gaf aan de operaties in Juba naar aanleiding van de gevechten die op 15 december 2013 waren begonnen. Hij voerde orders uit om Nuer-soldaten te ontwapenen en gelastte vervolgens het gebruik van tanks voor gerichte aanvallen op politici in Juba, waarbij 22 ongewapende lijfwachten van oppositieleider Riek Machar en 7 lijfwachten van voormalig minister van Binnenlandse Zaken Gier Chuang Aluong om het leven kwamen.
Bij de initiële operaties in Juba gaf de presidentiële garde van Mangok, volgens talrijke en geloofwaardige meldingen, leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba, van wie velen zijn begraven in massagraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten.
6. Peter GADET (alias: a) Peter Gatdet Yaka b) Peter Gadet Yak c) Peter Gadet Yaak d) Peter Gatdet Yaak e) Peter Gatdet f) Peter Gatdeet Yaka
Titel: a) Generaal b) Generaal-majoor
Geboortedatum: tussen 1957 en 1959
Geboorteplaats: a) district Mayom, deelstaat Unity b) Mayan, deelstaat Unity
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Op 21 december 2014 benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879076
Peter Gadet is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), 7, e), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Aanvullende informatie
Peter Gadet is commandant van de troepen van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (SPLA-IO) die betrokken zijn bij acties die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA).
De troepen onder leiding van Gadet hebben Kaka, deelstaat Boven-Nijl, eind maart 2014 aangevallen en op het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army (SPLA)) heroverd. Gadet is daarna van de deelstaat Jonglei overgeplaatst naar Bentiu, waar hij werd benoemd tot militair gouverneur van de deelstaat Unity, teneinde de regeringsvijandige troepen bij te staan bij hun inspanningen om de voornamelijk Bol Nuer-bevolking te mobiliseren. Vervolgens heeft Gadet de aanvallen van het SPLA-IO in de deelstaat Unity geleid. De troepen van Gadet waren verantwoordelijk voor beschadiging van een gedeeltelijk aangelegde olieraffinaderij in de deelstaat Unity die door een Russische onderneming wordt gebouwd. De strijdkrachten van Gadet namen ook de controle over de gebieden Tor Abyad en Kilo 30 in de olievelden van de deelstaat Unity.
Medio april 2014 hebben 50 000 antiregeringsstrijders Malakal omsingeld als voorbereiding op een aanval op Bentiu. Op 15 april 2014 hebben de troepen van Gadet Bentiu aangevallen en het gezag over Bentiu overgenomen, en vervolgens de controle over de stad weer verloren. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep.
In juni 2014 gaf Peter Gadet de SPLA-IO-commandanten de opdracht om jongeren te rekruteren in alle districten die onder controle van de rebellen stonden.
Van 25 tot en met 29 oktober 2014 hebben troepen onder gezag van Gadet Bentiu en Rubkona omsingeld en aangevallen, en op 29 oktober kort de stad Bentiu ingenomen voordat zij zich terugtrokken.
Op 21 december 2014 is Gadet benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Na deze benoeming zijn de troepen van het SPLA-IO door het mechanisme voor toezicht en verificatie van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD) genoemd vanwege vele schendingen van het CoHA in de deelstaten Unity, Boven-Nijl en Jonglei.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/15 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/403 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 377/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 377/2012 van de Raad van 3 mei 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen (1), en met name artikel 11, lid 1,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 3 mei 2012 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 377/2012 vastgesteld. |
|
(2) |
Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dat is ingesteld overeenkomstig Resolutie 2048 (2012) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft de informatie in verband met elf aan beperkende maatregelen onderworpen personen geactualiseerd. |
|
(3) |
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 377/2012 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 377/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 377/2012 worden de vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
|
Naam |
Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats, paspoort/identiteitskaartnummer enz.) |
Redenen voor plaatsing op de lijst |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
António INJAI (alias António INDJAI) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 20.1.1955 Geboorteplaats: Encheia, Sector de Bissorá, Região de Oio, Guinee-Bissau Bloedverwantschap: Wasna Injai (vaders naam) en Quiritche Cofte (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-generaal b) chef-staf van de strijdkrachten Paspoort: diplomatiek paspoort nr. AAID00435 Datum van afgifte: 18.2.2010 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 18.2.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782445 |
António Injai was persoonlijk betrokken bij de planning en de leiding van de muiterij op 1 april 2010, die resulteerde in de wederrechtelijke aanhouding van de premier, Carlo Gomes Junior, en de toenmalige chef-staf van de strijdkrachten, José Zamora Induta. Tijdens de verkiezingsperiode in 2012 heeft Injai, in zijn hoedanigheid van chef-staf van de strijdkrachten, verklaringen afgelegd waarin hij dreigde de verkozen autoriteiten omver te werpen en een eind te maken aan het verkiezingsproces. António Injai was betrokken bij de operationele planning van de staatsgreep van 12 april 2012. Na de staatsgreep is het eerste communiqué van het „militaire commando” uitgevaardigd door de algemene staf van de strijdkrachten, onder leiding van generaal Injai. |
3.5.2012 |
|
2. |
Mamadu TURE (alias N'Krumah) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 26.4.1947 Hoedanigheid: a) generaal-majoor b) plaatsvervangend chef-staf van de strijdkrachten Diplomatiek paspoort nr. DA0002186 Datum van afgifte: 30.3.2007 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 26.8.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782456 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
3. |
Estêvão NA MENA |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 7.3.1956 Hoedanigheid: inspecteur-generaal van de strijdkrachten Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782449 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
4. |
Ibraima CAMARÁ (alias Papa Camará) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 11.5.1964 Bloedverwantschap: Suareba Camará (vaders naam) en Sale Queita (moeders naam) Hoedanigheid: a) brigadegeneraal b) chef-staf van de luchtmacht Diplomatiek paspoort nr. AAID00437 Datum van afgifte: 18.2.2010 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 18.2.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5781782 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
5. |
Daba NAUALNA (alias Daba Na Walna) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 6.6.1966 Bloedverwantschap: Samba Naualna (vaders naam) en In-Uasne Nanfafe (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) woordvoerder van het „militaire commando” Paspoort nr. SA 0000417 Datum van afgifte: 29.10.2003 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 10.3.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782452 |
Woordvoerder van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
9. |
Cranha DANFÁ |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 5.3.1957 Hoedanigheid: a) kolonel b) hoofd operaties van de gezamenlijke staf van de strijdkrachten Paspoort: AAIN29392 Datum van afgifte: 29.9.2011 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 29.9.2016 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782442 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Naaste adviseur van chef-staf van de strijdkrachten António Injai. |
1.6.2012 |
|
11. |
Sanha CLUSSÉ |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.9.1965 Bloedverwantschap: Clusse Mutcha (vaders naam) en Dalu Imbungue (moeders naam) Hoedanigheid: a) kapitein (zeemacht) b) plaatsvervangend chef-staf van de zeemacht Paspoort: SA 0000515 Datum van afgifte: 8.12.2003 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 29.8.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782435 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Zeer nauwe banden met António Injai. Sanha Clussé maakte deel uit van de delegatie van het „militaire commando” die op 26 april 2012 een ontmoeting had met de Ecowas in Abidjan. |
1.6.2012 |
|
12. |
Júlio NHATE |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.9.1965 Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) bevelhebber van het parachutistenregiment Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782454 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Lt.-kol. Júlio Nhate, een trouwe bondgenoot van António Injai, draagt de materiële verantwoordelijkheid voor de staatsgreep van 12 april 2012, aangezien hij de militaire operatie heeft geleid. |
1.6.2012 |
|
13. |
Tchipa NA BIDON |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.5.1954 Bloedverwantschap: „Nabidom” Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van de inlichtingendienst Paspoort: diplomatiek paspoort DA0001564 Datum van afgifte: 30.11.2005 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 15.5.2011 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782446 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
1.6.2012 |
|
14. |
Tcham NA MAN (alias Namam) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 27.2.1953 Bloedverwantschap: Biute Naman (vaders naam) en Ndjade Na Noa (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van het militair ziekenhuis van de strijdkrachten Paspoort: SA0002264 Datum van afgifte: 24.7.2006 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 23.7.2009 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782448 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Ook lid van het militaire opperbevel (hoogste hiërarchie van de strijdkrachten van Guinee-Bissau). |
1.6.2012 |
|
16. |
Idrissa DJALÓ (alias Idriça Djaló) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 18 december 1954 Hoedanigheid: a) majoor b) protocoladviseur bij de chef-staf van de strijdkrachten c) kolonel d) hoofd van het protocol op het hoofdkwartier van de strijdkrachten (vervolgens) Paspoort: AAISO40158 Datum van afgifte: 12.10.2012 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 2.10.2015 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782443 |
Contactpunt voor het „militaire commando” dat de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor de staatsgreep van 12 april 2012, en een van de meest actieve leden ervan. Ondertekenaar van een van de eerste communiqués van het „militaire commando” (nr. 5, d.d. 13 april 2012), en als dusdanig een van de eerste functionarissen die openlijk hebben verklaard lid te zijn van dat commando. Majoor Djaló is tevens lid van de militaire inlichtingendienst. |
18.7.2012 |
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/20 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/404 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) Nr. 753/2011 van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (1), en met name artikel 11, lid 4,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 1 augustus Verordening (EU) nr. 753/2011 vastgesteld. |
|
(2) |
Op 12 januari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de informatie in verband met de personen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, geactualiseerd. |
|
(3) |
Op 16 februari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een individu verwijderd van de lijst van individuen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden. |
|
(4) |
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 dient derhalve dienovereenkomstig te worden vervangen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
A. Met de Taliban verbonden personen
1. Abdul Baqi Basir Awal Shah (alias Abdul Baqi).
Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincies Khost en Paktika onder het Talibanregime, b) viceminister van Informatie en Cultuur onder het Talibanregime, c) consulaire afdeling, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1960 en 1962 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Jalalabad, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Shinwar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: a) Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. b) In 2008 lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493921
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Aanvankelijk was Abdul Baqi voor het Talibanbewind gouverneur van de provincies Khost en Paktika. Vervolgens werd hij benoemd tot viceminister van Informatie en Cultuur. Hij was tevens werkzaam in de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime.
In 2003 was Abdul Baqi betrokken bij tegen de regering gerichte militaire activiteiten in de districten Shinwar, Achin, Naziyan en Dur Baba van de provincie Nangarhar. In 2009 was hij betrokken bij het organiseren van activiteiten van militanten in het gehele oostelijke gebied, met name in de provincie Nangarhar en in de stad Jalalabad.
2. Abdul Qadeer Basir Abdul Baseer (alias a) Abdul Qadir, b) Ahmad Haji, c) Abdul Qadir Haqqani, d) Abdul Qadir Basir).
Titel: a) Generaal, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: militair attaché, ambassade van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) district Surkh Rod, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Hisarak, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000974 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1474039
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In 2009 was Abdul Qadeer Abdul Baseer actief als penningmeester voor de Taliban in Peshawar, Pakistan. Hij was financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en stond begin 2010 aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Hij bezorgt persoonlijk geld van de shura (consultatieve raad) van de leiding van de Taliban aan Talibangroepen overal in Pakistan.
3. Amir Abdullah (alias Amir Abdullah Sahib).
Redenen voor plaatsing op de lijst: voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar. Adres: Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.
Overige informatie: Heeft reizen gemaakt naar Koeweit, Saudi-Arabië, de Libisch-Arabische Jamahiriyah en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Was penningmeester van Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621271
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Amir Abdullah was penningmeester van Abdul Ghani Baradar, een hooggeplaatste Talibanleider, en voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar in Afghanistan. Hij reisde naar Koeweit, Saudi-Arabië, Libië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Hij vergemakkelijkte ook de communicatie tussen de Talibanleiders en coördineerde bijeenkomsten op hoog niveau in het gastenverblijf van zijn woning in Pakistan. Abdullah hielp tal van hooggeplaatste Talibanleden die in 2001 Afghanistan waren ontvlucht om zich in Pakistan te vestigen.
4. Abdul Manan Mohammad Ishak.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste secretaris, ambassade van de Taliban, Riyad, Saudi-Arabië, b) handelsattaché, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1940 en 1941. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652765
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Manan Mohammad Ishak was ook eerste secretaris van de ambassade van de Taliban in Riyad, Saudi-Arabië, tijdens het Talibanregime. Hij werd later een hooggeplaatste Talibancommandant in de provincies Paktia, Paktika en Khost, in het oosten van Afghanistan. Ook was hij verantwoordelijk voor de verplaatsingen van Talibanstrijders en het wapenvervoer over de grens van Afghanistan en Pakistan.
5. Abdul Rahman Agha.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Militaire Hof onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: a) Afghaans, b) Pakistaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427565
6. Janan Agha (alias Abdullah Jan Agha).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Faryab onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1958, b) rond 1953. Geboorteplaats: Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban en adviseur van Moellah Mohammed Omar in juni 2010. Leidt een Taliban-„front” (mahaz) sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428048
7. Sayed Mohammad Azim Agha (alias a) Sayed Mohammad Azim Agha, b) Agha Saheb).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1966, b) rond 1969. Geboorteplaats: district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Leidt een Taliban-„front” (mahaz) en fungeert als lid van de militaire commissie van de Taliban sedert medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427409
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sayed Mohammad Azim Agha was ambtenaar in dienst van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime.
8. Sayyed Ghiassouddine Agha (alias a) Sayed Ghiasuddin Sayed Ghousuddin, b) Sayyed Ghayasudin, c) Sayed Ghias).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Talibanregime, b) minister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Kohistan, provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: Lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Betrokken bij drugshandel. Lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652713
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sayyed Ghiassouddine Agha was ook minister van Onderwijs van het Talibanregime. Hij was ook het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Hij is vermoedelijk betrokken bij drugshandel.
9. Mohammad Ahmadi.
Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, b) minister van Financiën onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kakar-stam. Hij is lid van de hoge raad van de Taliban. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427516
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Ibrahim werd op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als voorzitter van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime en viel uit dien hoofde onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Mohamed Ahmadi was tevens minister van Financiën van het Talibanregime. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban.
10. Mohammad Shafiqullah Ahmadi Fatih Khan (alias a) Mohammad Shafiq Ahmadi, b) Moellah Shafiqullah).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Samangan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1956 en 1957. Geboorteplaats: a) Charmistan, district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Marghi, district Nawa, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Oorspronkelijk uit de provincie Ghazni, maar is later in Uruzgan gaan wonen. Eind 2012 schaduwgouverneur van de Taliban voor de provincie Uruzgan. Fungeert in juli 2016 als lid van de militaire commissie. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706955
11. Abdul Bari Akhund (alias a) Haji Moellah Sahib, b) Zakir).
Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Helmand onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: a) district Baghran, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Now Zad, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: In 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alokozai-stam. Lid van de Talibanleiding in de provincie Helmand, Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427430
12. Ahmed Jan Akhundzada Wazir (alias a) Haji Ahmad Jan, b) Ahmed Jan Akhund).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Water en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: In 2009 lid van de hoge militaire raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678353
13. Attiqullah Akhund.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Shah Wali Kot, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge militaire raad van de Taliban en van de hoge raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427204
14. Hamidullah Akhund Sher Mohammad (alias a) Janat Gul, b) Hamidullah Akhund).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1972 en 1973. Geboorteplaats: a) Sarpolad, district Washer, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427570
15. Mohammad Hassan Akhund.
Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste plaatsvervanger, Raad van Ministers onder het Talibanregime, b) minister van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime, c) gouverneur van Kandahar onder het Talibanregime; d) politiek adviseur van Moellah Mohammed Omar. Geboortedatum: a) ongeveer 1955-1957, b) ongeveer 1945-1950. Geboorteplaats: Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: Heeft nauwe banden met Moellah Mohammed Omar. In december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Behoort tot de Kakar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427207
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammed Hassan Akhund is een naaste medewerker en politiek adviseur van Mohammed Omar.
Mohammed Hassan Akhund was medio 2009 nog actief als Talibanleider. Hij was in december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Begin 2010 was hij een van de meest efficiënte Talibancommandanten.
16. Mohammad Abbas Akhund.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van Kandahar onder het Talibanregime, b) minister van Volksgezondheid onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Khas Uruzgan, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban, belast met het Medisch Comité, in januari 2011. Houdt sinds medio 2013 rechtstreeks toezicht op drie medische centra waar gewonde Talibanstrijders worden verzorgd. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427417
17. Mohammad Essa Akhund.
Titel: a) Alhaj, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Watervoorziening, Afvalwaterverwerking en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: regio Mial, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427423
18. Ubaidullah Akhund Yar Mohammed Akhund (alias a) Obaidullah Akhund, b) Obaid Ullah Akhund).
Titel: a) Moellah, b) Hadji, c) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Defensie onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1968, b) 1969. Geboorteplaats: a) Sangisar, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan, c) regio Nalgham, district Zheray, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Hij was een van de plaatsvervangers van Moellah Mohammed Omar en lid van de hoge raad van de Taliban, belast met militaire operaties. Gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan. Overleden (bevestigd) in maart 2010 en begraven in Karachi, Pakistan. Door huwelijk verbonden met Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad. Behoorde tot de Alokozai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678686
19. Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada (alias a) Ahmad Jan Akhunzada, b) Ahmad Jan Akhund Zada).
Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincies Zabol en Uruzgan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1966 en 1967 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Lablan, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, begin 2007. Zwager van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706028
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada was begin 2007 als lid van de Taliban belast met de provincie Uruzgan. Hij is een zwager van Moellah Mohammed Omar.
20. Mohammad Eshaq Akhunzada (alias Mohammad Ishaq Akhund).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Laghman (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: In 2008 commandant van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Ghazni. Behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665076
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Eshaq Akhunzada was in 2008 provinciaal commandant van de Taliban voor de provincie Ghazni, Afghanistan, en was in 2011 nog actief in die provincie.
21. Abdul Habib Alizai (alias a) Hadji Agha JanAlizai, b) Hadji Agha Jan, c) Agha Jan Alazai, d) Hadji Loi Lala, e) Loi Agha, f) Abdul Habib, g) Agha Jan Alizai
Titel: Hadji Redenen voor plaatsing op de lijst: beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Geboortedatum: a)15.10.1963, b) 14.2.1973, c) 1967, d) rond 1957. Geboorteplaats: a) Yatimchai, district Musa Qala, provincie Helmand, Afghanistan, b) provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.
Overige informatie: Beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Maakte regelmatig reizen naar Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1684147
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Agha Jan Alizai leidde een van de grootste drugshandelnetwerken in de provincie Helmand, Afghanistan, en betaalde de Taliban om zijn drugshandel te beschermen. In 2008 trof een groep drugshandelaars, onder wie Alizai, een regeling met de Taliban waarbij zij aan de Taliban een grondbelasting betaalden voor hun opiumplantages en de Taliban in ruil daarvoor instemden met het organiseren van drugstransporten. De Taliban stemden er ook mee in de drugshandelaars en hun opslagplaatsen bescherming te bieden, terwijl de drugshandelaars onderdak en vervoer verschaften aan Talibanstrijders. Alizai was ook betrokken bij de aankoop van wapens voor de Taliban en reisde regelmatig naar Pakistan om er hooggeplaatste Talibanleiders te ontmoeten. Alizai speelde voorts een faciliterende rol bij de aanschaf van valse Iraanse paspoorten waarmee Talibanleden naar Iran reisden voor trainingen. In 2009 bezorgde Alizai een commandant van de Taliban een paspoort en financiële middelen om naar Iran te reizen.
22. Allah Dad Mati (alias a) Allahdad, b) Shahidwror, c) Akhund).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Stadsontwikkeling onder het Talibanregime, b) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, c) hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1953, b) rond 1960. Geboorteplaats: Kadani, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: Verloor een voet bij de explosie van een landmijn. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427390
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Allah Dad Mati werd op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als minister van Stadsontwikkeling van het Talibanregime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Allah Dad Mati, lid van de Nurzai-stam uit Spin Boldak, was ook voorzitter van de centrale bank van het Talibanregime (Da Afghanistan Bank) en hoofd van Ariana Afghan Airlines van het Talibanregime.
23. Aminullah Amin Quddus (alias a) Muhammad Yusuf, b) Aminullah Amin).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Saripul (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: Loy Karez, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2011. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678553
24. Mohammad Sadiq Amir Mohammad.
Titel: a) Alhaj, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van het Afghaanse handelsagentschap, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1934. Geboorteplaats: a) provincie Ghazni, Afghanistan, b) provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE 011252 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Naar verluidt overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446067
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Sadiq Amir Mohammad was lid van de nieuwe majlis-shura die naar verluidt in oktober 2006 door Mohammed Omar werd aangekondigd.
25. Muhammad Taher Anwari (alias a) Mohammad Taher Anwari, b) Muhammad Tahir Anwari, c) Mohammad Tahre Anwari, d) Haji Mudir.
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) minister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427388
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Als directeur Administratieve Aangelegenheden viel Muhammad Taher Anwari onder de raad van Ministers van het Taliban-regime — het hoogste niveau binnen de Taliban-hiërarchie. Hij was tevens minister van Financiën van het Taliban-regime.
Voorts schreef hij toespraken voor de hoogste Taliban-leider, Mohammed Omar.
26. Arefullah Aref Ghazi Mohammad (alias Arefullah Aref).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Financiën onder het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Paktia onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Lawang (Lawand), district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001
Overige informatie: leidt sinds medio 2013 het Taliban-„front” in het district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427419
27. Sayed Esmatullah Asem Abdul Quddus (alias a) Esmatullah Asem, b) Asmatullah Asem, c) Sayed Esmatullah Asem).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime; b) secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Geboorteplaats: Qalayi Shaikh, district Chaparhar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in mei 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de Taliban-shura van Peshawar. Verantwoordelijk voor activiteiten van de Afghaanse Taliban in federaal bestuurde stamgebieden in Pakistan in 2008. Hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427438
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ten tijde van opname in de lijst was Sayed Esmatullah Asem tevens secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-bewind. In mei 2007 trad hij toe tot de hoge raad van de Taliban. In 2009 was hij voorts lid van een regionale Taliban-raad.
Sayed Esmatullah Asem heeft de leiding gehad over een groep Taliban-strijders in het district Chaparhar, in de provincie Nangarhar, Afghanistan. Als Taliban-commandant in de provincie Konar zond hij in 2007 zelfmoordenaars naar verschillende provincies in het oosten van Afghanistan om er bomaanslagen te plegen. Hij is een hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012.
Eind 2008 leidde Sayed Esmatullah Asem een opleidingskamp van de Taliban in het grensgebied van Afghanistan en Pakistan.
28. Atiqullah Wali Mohammad (alias Atiqullah).
Titel: a) Hadji; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Buitenlandse Betrekkingen, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, b) directeur Openbare Werken, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, c) eerste viceminister van Landbouw onder het Taliban-regime, d) viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: a) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) het dorp Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: oorspronkelijk uit Uruzgan, heeft zich later in Kandahar gevestigd. Was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban. Geen specifieke rol in de Taliban-beweging, sinds medio 2013 actief als zakenman op persoonlijke titel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 van de Veiligheidsraad (2008) werd op 27 juli 2010 afgesloten Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5240911
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Atiqullah kreeg een functie in Kandahar na de inname van Kabul door de Taliban in 1996. Hij werd in 1999 of 2000 benoemd tot eerste viceminister van Landbouw, en vervolgens tot viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Atiqullah werd na de val van het Taliban-regime operationeel medewerker van de Taliban in het zuiden van Afghanistan. Hij werd in 2008 adjunct van de Taliban-gouverneur van de provincie Helmand in Afghanistan. Hij was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban.
29. Azizirahman Abdul Ahad.
Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: district Shega, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 44323 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4640065
30. Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk (alias a) Mullah Baradar Akhund; b) Abdul Ghani Baradar).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Defensie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Yatimak, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan.
Verzoek tot uitlevering aan Afghanistan hangende voor het Hooggerechtshof in Lahore, Pakistan in juni 2011. Behoort tot de Popalzai-stam. Hooggeplaatste militaire bevelhebber van de Taliban en lid van de „Quetta-raad” van de Taliban (mei 2007). Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427381
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Ghani Baradar was een hooggeplaatse militaire commandant van de Taliban en trad in februari 2010 toe tot de leiding van de Taliban.
Als viceminister van Defensie van het Taliban-regime werd hij beschouwd als een van Mohammed Omar's plaatsvervangers en gaf hij leiding aan de afdeling militaire zaken van de Taliban.
Hij was een sleutelfiguur binnen het netwerk van de Taliban en organiseerde Taliban-operaties tegen de Afghaanse regering en tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid, in nauwe samenwerking met de minister van Defensie van de Taliban, Ubaidullah Akhund.
31. Shahabuddin Delawar.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervanger in het Hooggerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1957; b) 1953. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: Afghaans paspoortnummer OA296623. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: adjunct-hoofd van de ambassade van het Taliban-regime in Riyadh, Saudi-Arabië tot 25 september 1998. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar Speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427559
32. Dost Mohammad (alias Doost Mohammad).
Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: a) Nawi Deh, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. b) Marghankecha, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: heeft banden met Moellah Jalil Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662447
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Dost Mohammad is door de leiding van de Taliban tevens belast met de leiding over de militaire operaties in Angora, in de provincie Nuristan in Afghanistan.
In maart 2010 was Dost Mohammad de Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Nuristan en stond hij aan het hoofd van een madrassa van waaruit hij strijders rekruteerde.
33. Mohammad Azam Elmi (alias Muhammad Azami).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Mijnbouw en Industrie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Sayd Karam, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: naar verluidt in 2005 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665205
34. Faiz.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling Voorlichting, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1969. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493746
35. Rustum Hanafi Habibullah (alias a) Rostam Nuristani, b) Hanafi Sahib).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Dara Kolum, district Do Aab, provincie Nuristan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nuristan, Afghanistan (mei 2007). Behoort tot de Nuristani-stam, Is naar verluidt begin 2012 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427427
36. Gul Ahmad Hakimi.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) provincie Logar, Afghanistan; b) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665175
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Gul Ahmad Hakimi was tevens directeur-generaal van de afdeling Secundair Onderwijs van het ministerie van Onderwijs in Kabul van het Taliban-regime voordat hij in 1996 werd benoemd in Karachi.
37. Abdullah Hamad Mohammad Karim (alias al-Hammad).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: Darweshan, regio Hazar Juft, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: D 000857 (afgegeven op 20.11.1997). Nationaal identiteitsnr.: 300786 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446048
38. Hamdullah Allah Noor.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1973. Geboorteplaats: district nummer 6, Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 4414 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Aanvullende titel: Hafiz.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665093
39. Din Mohammad Hanif (alias a) Qari Din Mohammad; b) Iadena Mohammad).
Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Planning onder het Taliban-regime; b) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1955. Geboorteplaats: het dorp Shakarlab, district Yaftali, provincie Badakhshan, Afghanistan; Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: OA 454044 (als Iadena Mohammad). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakhshan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493613
40. Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad (alias: a) Abdul Jalil Akhund, b) Akhter Mohmad, c) Hadji Gulab Gul, d) Abdul Jalil Haqqani, e) Nazar Jan).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: a) nummer Afghanistan OR 1961825, afgegeven op 4 februari 2003 (vervallen op 2 februari 2006, op naam van Akhter Mohmad); b) nummer Afghanistan TR 024417, afgegeven op 20 december 2003 (vervallen op 29 december 2006, op naam van Haji Gulab Gul); Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007. Lid van de financiële commissie van de Taliban-raad. Verantwoordelijk voor de logistiek van de Taliban en medio 2013 ook actief als zakenman op persoonlijke titel. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Atiqullah Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427402
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad was lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007 en lid van de financiële commissie van de Taliban-raad.
41. Ezatullah Haqqani Khan Sayyid (alias Ezatullah Haqqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Planning onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban-shura van Peshawar sinds 2008. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678668
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ezatullah Haqqani werd op 23 februari 2001 aanvankelijk op de lijst vermeld als Maulavi Ezatullah. De toevoeging „Haqqani” op de VN-lijst dateert van 27 september 2007. In 2009 was Ezatullah Haqqani lid van een regionale Taliban-raad.
42. Jalaluddin Haqqani (alias: a) Jalaluddin Haqani, b) Jallalouddin Haqqani, c) Jallalouddine Haqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1942; b) rond 1948. Geboorteplaats: a) regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden). Broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Is actief Taliban-leider. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Hoofd van de Taliban-shura van Miram Shah in 2008. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427400
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Jalaluddin Haqqani onderhoudt nauwe betrekkingen met Mohammed Omar en onderhield nauwe betrekkingen met Usama bin Laden (overleden). Hij is de vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden), en de broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Hij is actief Taliban-leider. Jalaluddin Haqqani verzorgde in 2007 ook de verbindingen tussen Al Qaida en de Taliban. In juni 2008 was hij voorzitter van de „Miram Shah-raad” van de Taliban.
Aanvankelijk bekleedde hij een leidinggevende positie in de Mwalawi Hezbi Islami-partij in de provincies Khost, Paktika en Paktia. Later voegde hij zich bij de Taliban en werd hij benoemd tot minister van Grensaangelegenheden. Na de val van het Taliban-regime ontkwam hij samen met leden van de Taliban en van Al Qaida naar noord-Waziristan, waar hij zijn milities hergroepeerde met het oog op de strijd tegen de regering van Afghanistan.
Haqqani is beschuldigd van betrokkenheid bij de bomaanslag op de Indiase ambassade in Kabul in 2008 en bij de poging om president Karzai te vermoorden tijdens een militaire parade in Kabul eerder dat jaar. Haqqani was ook betrokken bij een aanslag op gebouwen van ministeries in Kabul in februari 2009.
Jalaluddin Haqqani is de stichter van het Haqqani-netwerk.
43. Khalil Ahmed Haqqani (alias a) Khalil Al-Rahman Haqqani; b) Khalil ur Rahman Haqqani; c) Khaleel Haqqani).
Titel: Hadji. Adres: a) Peshawar, Pakistan; b) bij de Dergey Manday Madrassa in de Dergey Manday, nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; c) Kayla nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; d) Sarana Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1.1.1966; b) tussen 1958 en 1964. Geboorteplaats: Sarana, regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 9.2.2011.
Overige informatie: eminent lid van het Haqqaninetwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Reisde eerder naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met het oog op fondsenwerving. Broer van Jalaluddin Haqqani en oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1929286
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Khalil Ahmed Haqqani is een hoge functionaris binnen het Haqqaninetwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqaninetwerk, dat een prominente rol speelt onder de opstandelingen in Afghanistan, is opgericht door de broer van Khalil Haqqani, Jalaluddin Haqqani, die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar schaarde.
Khalil Haqqani houdt zich bezig met fondsenwerving voor de Taliban en het Haqqaninetwerk; hij is vaak in het buitenland om er geldschieters te ontmoeten. In september 2009 was hij al in de Golfregio geweest en had er fondsen geworven, zoals ook uit bronnen in Zuid- en Oost-Azië.
Khalil Haqqani verstrekt ook steun aan de Taliban en het Haqqaninetwerk in Afghanistan. Begin 2010 al gaf hij financiële steun aan Talibancellen in de provincie Logar in Afghanistan. In 2009 leverde en controleerde hij ongeveer 160 soldaten in de provincie Logar in Afghanistan; hij was een van de schuldigen aan het vasthouden van tegenstanders die door de Taliban en het Haqqaninetwerk gevangen waren genomen. Voor Talibanoperaties stond Khalil Haqqani onder het bevel van zijn neef Sirajuddin Haqqani.
Khalil Haqqani heeft voorts gewerkt voor rekening van Al Qaida, en is met hun militaire operaties in verband gebracht. In 2002 heeft hij eenheden van Al Qaida versterkt met manschappen in de provincie Paktia in Pakistanversterking geboden. Khalil Ahmed Haqqani is tevens de broer van Mohammad Ibrahim Omari en de oom van Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).
44. Mohammad Moslim Haqqani Muhammadi Gul (alias Moslim Haqqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister voor Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Taliban-regime; b) viceminister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: Gawargan, district Pul-e-Khumri, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 1136 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: etnische Pasjtoen uit de provincie Baghlan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Spreekt vloeiend Engels, Urdu en Arabisch. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427425
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Moslim Haqqani was tevens viceminister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. De aanwijzing is op 18 juli 2007 aan de VN-lijst toegevoegd.
45. Mohammad Salim Haqqani.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister voor Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond de periode 1966-1967. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010. Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Behoort tot de etnische groep van de Pashai. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494034
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In 2006 maakte Mohammad Salim Haqqani deel uit van een Taliban-raad die plannen smeedde voor aanslagen op strijdkrachten van de Afghaanse regering in de provincie Laghman, in Afghanistan. Eind 2004 was hij Taliban-commandant in deze provincie. Hij was tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010 en lid van een regionale militaire raad van de Taliban in juni 2010.
46. Nasiruddin Haqqani (alias a) Dr. Alim Ghair; b) Naseer Haqqani; c) Dr. Naseer Haqqani; d) Nassir Haqqani; e) Nashir Haqqani).
Motivering voor plaatsing op de lijst: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1970-1973. Geboorteplaats: district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.
Overige informatie: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Heeft reizen gemaakt naar Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld bijeen te brengen voor de Taliban. Naar verluidt in 2013 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621257
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het Haqqani-netwerk is een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zonen van stichter Jalaluddin Haqqani; een van hen is Nasiruddin Haqqani. Nasiruddin Haqqani fungeert als afgezant voor het Haqqani-netwerk en besteedt veel tijd aan fondsenwerving. In 2004 reisde hij in gezelschap van een Talibanmedestander naar Saudi-Arabië om er geld te verzamelen voor de Taliban. Voorts heeft hij in 2004 geld verstrekt aan militanten in Afghanistan, om er de presidentsverkiezingen te saboteren. In ieder geval tussen 2005 en 2008 heeft hij diverse reizen ondernomen om geld bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk, met name op geregelde tijdstippen naar de Verenigde Arabische Emiraten in 2007, en eenmaal naar een andere Golfstaat in 2008.
Medio 2007 zou Haqqani over drie grote financieringsbronnen hebben beschikt: schenkingen uit de Golfregio, drugshandel, en betalingen door Al Qaida. Eind 2009 ontving Nasiruddin Haqqani honderdduizenden dollars van medestanders van Al Qaida op het Arabisch schiereiland om er de activiteiten van het Haqqani-netwerk mee te bekostigen. Zijn broers Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.
47. Sayyed Mohammed Haqqani (alias Sayyed Mohammad Haqqani).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Chaharbagh, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001
Overige informatie: afgestudeerd aan Haqqaniya Madrassa in Akora Khattak, Pakistan. Heeft vermoedelijk nauwe banden gehad met Taliban-leider Moellah Mohammad Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoogste raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Barakzay-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Naar verluidt in januari 2016 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493918
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sayyed Mohammed Haqqani is een bondgenoot van Gulbbudin Hekmatyar en een trouwe aanhanger van Moellah Mohammed Omar. Als directeur Administratieve Zaken van het Taliban-regime verdeelde hij Afghaanse identiteitskaarten onder aan Al Qaida gelieerde buitenlanders die in Afghanistan vochten en zamelde hij grote sommen geld onder hen in.
Sayyed Mohammed Haqqani heeft in 2003 en 2004 verschillende ontmoetingen gehad met Aiman Muhammed Rabi al-Zawahiri en Farhad, de secretaris van Mohammed Omar. Hij opende een boekwinkel in de bazaar van Qissa Khwani, Peshawar, Pakistan, die betrokken was bij de financiering van de Taliban. In maart 2009 was hij nog altijd actief als leider van de Taliban-opstand. Hij was in juni 2010 lid van de van de hoge raad van de Taliban.
48. Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (alias a) Siraj Haqqani, b) Serajuddin Haqani, c) Siraj Haqani, d) Saraj Haqani, e) Khalifa).
Motivering voor plaatsing op de lijst: Na'ib Amir (tweede bevelhebber). Adres: a) in de buurt van Kela / in de buurt van Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Manba'ul uloom Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; c) Dergey Manday Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1977-1978. Geboorteplaats: a) Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) het dorp Srana, district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan; c) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan; d) provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 13.9.2007.
Overige informatie: sinds eind 2012 hoofd van het Haqqani-netwerk. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Behoort tot de sectie Sultan Khel van de Zardan-stam van Garda Saray in de provincie Paktia, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving INTERPOL/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1491193
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sirajuddin Jallaloudine Haqqani is een van de meest prominente, invloedrijke, charismatische en ervaren leiders binnen het Haqqani-netwerk, een groep strijders die nauwe banden onderhoudt met zowel de Taliban als Al Qaida, en is sedert 2004 een van de belangrijkste operationele commandanten van het netwerk. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Sirajuddin Haqqani de controle over het Haqqani-netwerk en sindsdien heeft hij van de groep een van de meest actieve rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.
Een groot deel van zijn macht en gezag ontleent Sirajuddin Haqqani aan zijn vader, Jalaluddin Haqqani, een voormalig minister van het Taliban-regime, die militair commandant van de Taliban was, en bemiddelaar voor Al Qaida en de Taliban aan weerszijden van de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Gedurende zijn ministerschap onder het Taliban-regime smeedde Jalaluddin Haqqani zeer hechte banden met Al Qaida.
Sirajuddin Haqqani heeft nauwe banden met de Taliban, die hem van financiële middelen voorziet voor zijn operaties. Hij ontvangt ook middelen van verschillende andere groepen en personen, onder wie vooraanstaande drugshandelaren. Hij is een belangrijk facilitator van terroristische operaties in Afghanistan en steunt activiteiten in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zijn banden met de Taliban zijn in mei 2006 bekendgemaakt door Moellah Dadullah, op dat moment een van de hoogste militaire bevelvoerders van de Taliban, die verklaarde dat hij samenwerkte met Sirajuddin Haqqani en met hem operaties plande. Hij heeft eveneens banden met Jaish-i-Mohammed.
Sirajuddin Haqqani is actief betrokken bij het plannen en uitvoeren van aanslagen tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF), en tegen Afghaanse functionarissen en burgers, vooral in de oostelijke en zuidelijke regio's van Afghanistan. Hij rekruteert ook regelmatig strijders en hij zendt strijders naar de provincies Khost, Paktia en Paktika in Afghanistan.
Sirajuddin Haqqani was betrokken bij de zelfmoordaanslagen met bommen op een bus van de politieacademie in Kabul op 18 juni 2007, waarbij 35 politiefunctionarissen omkwamen. Zijn broers Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.
49. Abdul Hai Hazem Abdul Qader (alias Abdul Hai Hazem).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Pashawal Yargatoo, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 0001203 (Afghaans paspoort). Adres: a) Iltifat, district Shakardara, provincie Kabul, Afghanistan; b) wijk Puli Charkhi, District Number 9, Kabul, provincie Kabul. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446037
50. Hidayatullah (alias Abu Turab).
Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart en Toerisme onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 8.3.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1529230
51. Abdul Rahman Ahmad Hottak (alias Hottak Sahib).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister (Cultuur) van Voorlichting en Cultuur onder het Taliban-regime; b) hoofd van de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494052
52. Najibullah Haqqani Hidayatullah (alias Najibullah Haqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Moni, district Shigal, provincie Kunar. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: nummer van de Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira): 545167, afgegeven in 1974. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: neef van Moulavi Noor Jalal. de naam van zijn grootvader is Salam. Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010. houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493752
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Najibullah Haqqani Hydayetullah was tevens viceminister van Financiën van het Taliban-regime. Deze persoon werd op 18 juli 2007 toegevoegd aan de lijst. Op 27 september 2007 is de vermelding geactualiseerd, waarbij de oorspronkelijke vermelding „viceminister van Openbare Werken van het Taliban-regime” is verwijderd.
Najibullah Haqqani Hydayetullah was lid van de Taliban-raad in de provincie Kunar, Afghanistan, sinds mei 2007. Hij is een neef van Noor Jalal. In juni 2008 is hij door de leiding van de Taliban benoemd tot verantwoordelijke voor de militaire activiteiten in de provincie Kunar.
Najibullah Haqqani Hydayetullah is Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010.
53. Gul Agha Ishakzai (alias a) Moellah Gul Agha; b) Moellah Gul Agha Akhund; c) Hidayatullah; d) Hadji Hidayatullah; e) Hayadatullah).
Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: Band-e-Timor, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.
Overige informatie: lid van een Taliban-raad die de inzameling van de zakat (islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Medio 2013 hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Heeft banden met Moellah Mohammed Omar. Was Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Behoort tot de Ishaqzai -stam.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621285
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Gul Agha Ishakzai staat aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban en is lid van een onlangs ingestelde Taliban-raad die de inzameling van de zakat (Islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Hij heeft ook geld ingezameld voor zelfmoordaanslagen in Kandahar, Afghanistan, en was betrokken bij de uitkering van geld aan Taliban-strijders en hun familie.
Als jeugdvriend van Taliban-leider Moellah Mohammad Omar was Gul Agha Ishakzai Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Op een gegeven moment was een ontmoeting met Moellah Omar alleen mogelijk na zijn goedkeuring. Hij woonde tijdens het Taliban-regime samen met Omar in het presidentieel paleis.
In december 2005 faciliteerde Gul Agha Ishakzai de verhuizing van mensen en goederen naar Taliban-trainingskampen; eind 2006 reisde hij naar het buitenland voor de aanschaf van wapenonderdelen.
54. Qudratullah Jamal (alias Hadji Sahib).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Voorlichting onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Gardez, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427404
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In april 2009 liet de leiding van de Taliban weten dat Qudratullah Jamal was benoemd tot verbindingspersoon voor de contacten met hun vrienden en sympathisanten overal ter wereld. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010.
55. Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad (alias Saleh Mohammad).
Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Nalgham, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.
Overige informatie: leidt een georganiseerd smokkelnetwerk in de provincies Kandahar en Helmand, Afghanistan. Exploiteerde voordien heroïneverwerkingslaboratoria in Band-e-Timor, provincie Kandahar, Afghanistan. Bezit een autohandel in Mirwais Mena, district Dand, provincie Kandahar, Afghanistan. Uit detentie vrijgelaten in Afghanistan in februari 2014. Door huwelijk verbonden met Moellah Ubaidullah Akhund Yar Mohammad Akhund. Behoort tot de Kakar-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652885
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Saleh Mohammad Kakar is een drugshandelaar die een georganiseerd smokkelnetwerk in de Afghaanse provincies Kandahar en Helmand leidt, om in de logistieke en financiële behoeften van de Taliban te voorzien. Voor zijn arrestatie door de Afghaanse autoriteiten leidde Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad in Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan, laboratoria voor heroïneverwerking, die onder bescherming van de Taliban stonden.
Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad heeft contact gehad met hoge Taliban-leiders, in de namens hen geld bij drugshandelaars en beheerde en verborg geld van hooggeplaatste Taliban-leden. Hij was ook verantwoordelijk voor het faciliteren van betalingen van belastinggelden aan de Taliban namens drugshandelaars. Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad bezat een autohandel in Kandahar en heeft voertuigen aan de Taliban verschaft voor zelfmoordaanslagen.
56. Rahmatullah Kakazada (alias a) Rehmatullah; b) Kakazada; c) Moellah Nasir).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1968. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 000952 (Afghaans paspoort afgegeven op 7.1.1999). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Ghazni, Afghanistan, sinds mei 2007. Hoofd van een inlichtingennetwerk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Suleimankheil-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/144605
57. Abdul Rauf Khadem (alias Moellah Abdul Rauf Aliza).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: commandant van het Centraal Korps onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) tussen 1958 en 1963, b) rond 1970. Geboorteplaats: a) Azan, district Kajaki, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban-shura in Quetta in 2009. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665146
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het Centraal Korps viel onder het ministerie van Defensie van het Taliban-regime.
Abdul Rauf Khadem was in 2009 het Taliban-lid dat verantwoordelijk was voor de provincie Logar. Abdul Rauf Khadem was de algemene militaire commandant van verschillende provincies in Afghanistan. Abdul Rauf Khadem was in 2009 lid van een regionale Taliban-raad. Hij was het lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011.
58. Khairullah Khairkhwah (alias a) Moellah Khairullah Khairkhwah, b) Khirullah Said Wali Khairkhwa).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Herat (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime; d) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Poti, district Arghistan, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427436
59. Abdul Razaq Akhund Lala Akhund.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd van de politie van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, in het grensgebied met het district Chaman, Quetta, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2008. Plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar in maart 2010. Lid van de toezichtscommissie van de Taliban sinds medio 2013. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427412
60. Jan Mohammad Madani Ikram.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1954 en 1955. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039466
61. Zia-ur-Rahman Madani (alias) a) Ziaurrahman Madani, b) Zaia u Rahman Madani, c) Madani Saheb), d) Diya' al-Rahman Madani).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Logar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Paliran, district Namakab, provincie Takhar, Afghanistan, (b) Taluqan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor militaire aangelegenheden in de provincie Takhar, Afghanistan, sinds mei 2007. Werkt sinds 2003 aan fondsenwerving in de Golf namens de Taliban. Heeft tevens ontmoetingen tussen Talibanambtenaren en welgestelde aanhangers georganiseerd en voor meer dan twaalf personen reizen geregeld naar Kabul, Afghanistan, met het oog op zelfmoordaanslagen. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494026
62. Abdul Latif Mansur (alias a) Abdul Latif Mansoor, b) Wali Mohammad).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Landbouw onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: sinds eind 2012 schaduwgouverneur voor de Taliban voor de provincie Logar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sahak-stam (substam Ghilzai).
Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427385
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Latif Mansur was in 2009 lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van de politieke commissie van deze raad. Voor de Taliban was hij schaduwgouverneur van de provincie Nangarhar, Afghanistan, in 2009 en medio 2009 stond hij aan het hoofd van de politieke commissie van de Taliban. In mei 2010 was Abdul Latif Mansur een hooggeplaatst Taliban-commandant in oost-Afghanistan.
63. Mohammadullah Mati (alias Mawlawi Nanai).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: verloor een been in de jaren 80. Interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010. Sinds medio 2013 belast met rekruteringsactiviteiten. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Isakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665126
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammadullah Mati was tevens minister van Communicatie van het Taliban-regime onder de naam „Ahmadullah Mutie”. Hij was de interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010.
64. Matiullah.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van het douanekantoor Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: houdt zich sinds medio 2013 bezig met rekrutering voor de Taliban-beweging. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427413
65. Abdul Quddus Mazhari (alias Akhtar Mohammad Maz-hari).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: onderwijsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Kushal Khan Mena, District Nummer 5, Kabul, Afghanistan. Paspoortnummer: SE 012820 (Afghaans paspoort afgegeven op 4.11.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446044
66. Fazl Mohammad Mazloom (alias a) Molah Fazl, b) Fazel Mohammad Mazloom).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: plaatsvervangend stafchef van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707186
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Fazl Mohammad Mazloom had nauwe banden met Mohammed Omar en hielp deze bij het vestigen van het Taliban-regime. Mazloom bezocht het door Al Qaida gestichte trainingskamp Al Farouq. Het was hem bekend dat de Taliban bijstand verleenden aan de Islamitische Beweging van Oezbekistan in de vorm van geld, wapens en logistieke steun in ruil voor de beschikbaarstelling van manschappen aan de Taliban.
In oktober 2001 was hij commandant van ongeveer 3 000 frontsoldaten van de Taliban in de provincie Takhar.
67. Nazir Mohammad Abdul Basir (alias Nazar Mohammad).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van de stad Kunduz, b) waarnemend gouverneur van de provincie Kunduz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Malaghi, district Kunduz, provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Andere titel: Sar Muallim. Heeft zich verzoend na de val van het Taliban-regime, en heeft onder de nieuwe regering taken op districtsniveau op zich genomen in de provincie Kunduz. Vermoord (bevestigd) door de Taliban op 9 november 2008. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665167
68. Mohammad Shafiq Mohammadi.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Khost (Afghanistan) onder het Taliban-regime, b) gouverneur-generaal van de provincies Paktia, Paktika, Khost en Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1948. Geboorteplaats: district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt sinds medio 2013 toezicht op twee militaire trainingscentra. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427517
69. Abdul Kabir Mohammad Jan (alias A. Kabir).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) tweede plaatsvervanger, Economische Zaken, Raad van Ministers van het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Nangarhar onder het Taliban-regime; c) hoofd van de Oostelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Pul-e-Khumri of Baghlan Jadid, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Actief in terreuroperaties in Oost-Afghanistan. Int geld bij drugshandelaars. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Zijn familie komt oorspronkelijk uit het district Neka, provincie Paktika, Afghanistan.
Verantwoordelijk voor een aanval op Afghaanse parlementsleden in november 2007 in Baghlan. Bezit grond in de centrale provincie Baghlan. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493564
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Kabir Mohammad Jan was, volgens een bekendmaking van Mohammed Omar in oktober 2006, lid van de hoge leidinggevende raad van de Taliban, en is in oktober 2007 benoemd tot militair commandant van de oostelijke zone. Hij was in 2009 lid van de van de hoge raad van de Taliban. Hij int namens de Taliban geld bij drugshandelaars.
70. Mohammad Rasul Ayyub (alias Gurg).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Nimroz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: Robat, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662451
71. Mohammad Wali Mohammad Ewaz (alias Mohammad Wali).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: a) Jelawur, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: naar verluidt overleden in december 2006 en begraven in het district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Behoorde tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427424
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In zijn functie op het ministerie van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering tijdens het Taliban-regime heeft Mohammad Wali geregeld gebruikgemaakt van foltering en andere middelen om de bevolking te intimideren. Mohammad Wali Mohammad Ewaz is na de val van het Taliban-regime actief gebleven bij de Taliban in de provincie Kandahar, Afghanistan.
72. Mohammad Yaqoub.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Bakhtar Information Agency (BIA) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: a) district Shahjoi, provincie Zabul, Afghanistan b) district Janda, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: lid van de culturele commissie van de Taliban. Leidt een Taliban-„front” en coördineert alle militaire activiteiten van de Taliban-strijdkrachten in het district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti (Taraki)-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741615
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In 2009 was Mohammad Yaqoub een leidinggevend Taliban-lid in het district Yousef Khel van de provincie Paktika. Hij was lid van de culturele commissie van de Taliban.
73. Amir Khan Motaqi (alias Amir Khan Muttaqi).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Onderwijs van het Taliban-regime; b) vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de VN tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) Shin Kalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sulaimankhel-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427382
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Amir Khan Motaqi was ook vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de Verenigde Naties tijdens het Taliban-regime.
Amir Khan Motaqi wordt beschouwd als een prominent lid van de Taliban; hij was ook minister van Informatie en Cultuur tijdens het Taliban-regime. In juni 2007 was Amir Khan Motaqi lid van een regionale Taliban-raad. Hij was in juni 2007 lid van de van de hoge raad van de Taliban.
74. Abdulhai Motmaen (alias a) Abdul Haq zoon van Anwar Khan).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) directeur van de afdeling Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: a) Shinkalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan; b) provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Afghaans paspoortnummer OA462456 (afgegeven op naam van Abdul Haq), 31.1.2012 (11-11-1390). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Zijn familie komt oorspronkelijk uit Zabul, maar heeft zich later in Helmand gevestigd. Lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Moellah Omar sinds 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427418
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdulhai Motmaen was de hoogstgeplaatste Taliban-woordvoerder en gaf verklaringen van de Taliban betreffende het buitenlandbeleid af. Hij was ook een naaste medewerker van Mohammed Omar. Hij was in 2007 lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Mohammed Omar.
75. Allah Dad Tayeb Wali Muhammad (alias a) Allah Dad Tayyab, b) Allah Dad Tabeeb).
Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Ghorak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) district Nesh, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Overleden in november 2015. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427415
76. Najibullah Muhammad Juma (alias Najib Ullah).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: gebied Zere Kohi, district Shindand, provincie Farah, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: 000737 (Afghaans paspoort afgegeven op 20.10.1996). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427573
77. Mohammad Naim Barich Khudaidad (alias a) Mullah Naeem Barech, b) Mullah Naeem Baraich, c) Mullah Naimullah, d) Mullah Naim Bareh, e) Mohammad Naim, f) Mullah Naim Barich, g) Mullah Naim Barech, h) Mullah Naim Barech Akhund, i) Mullah Naeem Baric, j) Naim Berich, k) Haji Gul Mohammed Naim Barich, l) Gul Mohammad, m) Haji Ghul Mohammad, n) Gul Mohammad Kamran, o) Mawlawi Gul Mohammad, p) Spen Zrae).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Lakhi, gebied Hazarjuft, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; b) Laki, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; c) Lakari, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; d) Darvishan, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; e) De Luy Wiyalah, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de militaire commissie van de Taliban medio 2013.
Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barich-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665674
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Naim Barich was in juni 2008 lid van de Taliban-raad in Gerdi Jangal en in maart 2010 lid van de militaire commissie van de Taliban. Hij is sinds mei 2008 het Taliban-lid dat verantwoordelijk is voor de provincie Helmand in Afghanistan. Hij is voormalig plaatsvervanger van Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed, een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Mohammad Naim Barich leidt een militaire basis in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Via Rahat Ltd. voorzag Mohammad Naim Barich ondergeschikte bevelhebbers van middelen om operaties van opstandelingen te plannen en uit te voeren in het zuiden van Afghanistan.
78. Nik Mohammad Dost Mohammad (alias Nik Mohammad).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Handel onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: Zangi Abad, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: leidt sinds medio 2013 een commissie die de vijanden van de Taliban moet registreren. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039745
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Nik Mohammad is op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Handel van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.
79. Hamdullah Nomani.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Sipayaw, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427408
80. Mohammad Aleem Noorani.
Titel: Moefti. Redenen voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665686
81. Nurullah Nuri (alias Norullah Noori).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Balkh (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) hoofd van de Noordelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1958; b) 1 januari 1967. Geboorteplaats: district Shahjoe, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Tokhi-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427439
82. Abdul Manan Nyazi (alias a) Abdul Manan Nayazi, b) Abdul Manan Niazi, c) Baryaly, d) Baryalai).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime, b) gouverneur van de provincie Balkh onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Pashtoon Zarghoon, provincie Herat, Afghanistan, b) Sardar, district Kohsan, provincie Herat, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban, medio 2013 verantwoordelijk voor de provincies Herat, Farah en Nimroz. Lid van de hoge raad van de Taliban en de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427440
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Manan Nyazi was tevens woordvoerder van de Taliban en naderhand provinciaal gouverneur van de provincies Mazar-e-Sharif en Kabul onder het Taliban-regime.
Abdul Manan Nyazi is een hooggeplaatst Taliban-commandant in het westen van Afghanistan, en is sedert medio 2009 actief in de provincies Farah, Herat en Nimroz.
Abdul Manan Nyazi was lid van een regionale Taliban-raad en is in mei 2010 benoemd tot Taliban-gouverneur van de provincie Herat.
Abdul Manan Nyazi is als Taliban-commandant betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan.
83. Mohammed Omar Ghulam Nabi.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: leider van de gelovigen ('Amir ul-Mumineen'), Afghanistan. Geboortedatum: a) rond 1966, b) 1960, c) 1953. Geboorteplaats: a) Naw Deh, district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Noori, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: zijn vaders naam is Ghulam Nabi, alias Moellah Musafir. Hij mist zijn linkeroog. Schoonbroer van Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Zou zijn overleden in april 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427394
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammed Omar heeft de titel „Aanvoerder van de Gelovigen van het Islamitisch Emiraat van Afghanistan” en is de hoogste leider van de Taliban-beweging binnen de Taliban-hiërarchie. Hij verschafte Osama bin Laden (overleden) en diens Al Qaida-netwerk een onderkomen in de jaren die voorafgingen aan de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001. Hij geeft sedert 2001 leiding aan de strijd van de Taliban tegen de regering van Afghanistan en haar bondgenoten in Afghanistan.
Andere vooraanstaande militaire leiders in de regio, zoals Jalaluddin Haqqani, zijn trouw aan Mohammed Omar. Ook Gulbuddin Hekmatyar heeft samengewerkt met Mohammed Omar en met de Taliban.
84. Abdul Jabbar Omari. (alias a) Mullah Jabar b) Muawin Jabbar).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Baghlan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: behoort tot de Hottak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427437
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Jabbar Omari was in juni 2008 adjunct van Amir Khan Haqqani en had de leiding over een gewapende groep in het district Siuri van de provincie Zabul. In juni 2008 werd hij door de leiding van de Taliban benoemd tot schaduwgouverneur van de provincie Zabul, met het oog op de intensivering van hun activiteiten ter plaatse.
85. Mohammad Ibrahim Omari. (alias Ibrahim Haqqani).
Titel: Alhaj. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: broer van Jalaluddin Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428541
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Ibrahim Omari is op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.
Mohammad Ibrahim Omari is de broer van Jalaluddin Haqqani en Khalil Ahmed Haqqani, en de oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).
86. Nooruddin Turabi Muhammad Qasim (alias a) Noor ud Din Turabi, b) Haji Karim).
Titel: (a) Moellah, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Justitie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1963; b) 1955; c) 1956. Geboorteplaats: a) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427426
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Nooruddin Turabi Muhammad Qasim werd medio 2009 benoemd tot militair commandant van de Taliban in Afghanistan. Hij werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar, de hoogste Taliban-leider, en nam begin 2009 deel aan vergaderingen van de Taliban-shura.
87. Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul (alias a) Abdussalam Hanifi, b) Hanafi Saheb).
Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Darzab, provincie Faryab, Afghanistan, b) district Qush Tepa, provincie Jawzjan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan, tot 2008. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427380
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In mei 2007 belastte de leiding van de Taliban Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul met de leiding over de provincie Jawzujan. Hij was ook het lid van de Taliban dat tot 2008 verantwoordelijk was voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan. Vermoedelijk is hij betrokken bij drugshandel.
88. Abdul Ghafar Qurishi Abdul Ghani (alias Abdul Ghaffar Qureshi).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: a) 1970; b) 1967. Geboorteplaats: Turshut, district Wursaj, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: D 000933 (Afghaans paspoort, afgegeven in Kabul op 13 september 1998). Nationaal identiteitsnr.: 55130 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Adres: Khairkhana Section Number 3, Kabul, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Behoort tot de etnische Tadzjieken. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741515
89. Yar Mohammad Rahimi.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: Talugan, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427375
90. Mohammad Hasan Rahmani (alias Gud Mullah Mohammad Hassan).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kandahar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Charchino, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: heeft een rechterbeenprothese. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013, fungeerde in maart 2010 als plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Overleden op 9 februari 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427431
91. Habibullah Reshad.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling onderzoek van het ministerie van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: district Waghaz, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: plaatsvervangend hoofd (inlichtingen) van de militaire raad van de Taliban in Quetta sinds mei 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678333
92. Abdulhai Salek.
Titel: Maulavi Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Uruzgan onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Awlyatak, gebied Gardan Masjid, district Chaki Wardak, provincie Maidan Wardak, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: naar verluidt in 1999 overleden in Noord-Afghanistan. Behoorde tot de Wardak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678489
93. Hamdullah Sunani (alias Sanani).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) van het Opperste gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1923. Geboorteplaats: district Dai Chopan, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt in 2001 overleden. Behoorde tot de Kakar-stam. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Hamdullah Sunani viel als hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) onder het Opperste gerechtshof van het Taliban-regime.
94. Noor Mohammad Saqib.
Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Opperste Gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: a) district Bagrami, provincie Kabul, Afghanistan, b) gebied Tarakhel, district Deh Sabz, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van het comité Godsdienst van de Taliban. Behoort tot de Ahmadzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427560
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Noor Mohammad Saqib maakt deel uit van de leiding van de Taliban en staat daarbinnen aan het hoofd van het Comité Godsdienst, dat rechtspreekt namens de Taliban.
95. Ehsanullah Sarfida Hesamuddin Akhundzada (alias a) Ehsanullah Sarfadi, b) Ehsanullah Sarfida).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962-1963. Geboorteplaats: Khatak, district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: sinds medio 2007 steunde hij de Taliban met wapens en geld. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Behoort tot de Taraki-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427441
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ehsanullah Sarfida was tevens president van de centrale bank van de Taliban. Later werd hij benoemd tot bestuurder voor de Taliban van veroverde provincies. Ehsanullah Sarfida was lid van de kerngroep van de shura van de Taliban.
Ehsanullah Sarfida was aangesloten bij Al Qaida en steunde de Taliban met wapens en geld. Hij was medio 2007 districtshoofd van Marja, in de provincie Helmand, Afghanistan.
96. Saduddin Sayyed (alias a) Sadudin Sayed, b) Sadruddin).
Titel: a) Maulavi, b) Alhadj, c)Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Arbeid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Chaman, Pakistan; b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Adviseur van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Barakzay-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427433
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Saduddin Sayyed was tevens viceminister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime. De VN-lijst is op 8 maart 2001 geactualiseerd op grond van deze informatie.
97. Abdul Wali Seddiqi.
Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: Zilzilay, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000769 (Afghaans paspoort afgegeven op 2.2.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446036
98. Abdul Wahed Shafiq.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-gouverneur van de provincie Kabul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427520
99. Said Ahmed Shahidkhel.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Spandeh (Espandi 'Olya), district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: in juli 2003 in hechtenis in Kabul, Afghanistan. Vrijgelaten in 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Was medio 2013 lid van de leidinggevende raad van de Taliban. Behoort tot de Andar-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427378
100. Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed (alias a) Akhtar Mohammad Mansour Khan Muhammad, b) Akhtar Muhammad Mansoor, c)Akhtar Mohammad Mansoor, (d) Naib Imam).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Burgerluchtvaart en Vervoer onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1960, b) 1966. Geboorteplaats: Band-e-Timur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE-011697 (Afghaans paspoort afgegeven op 25 januari 1988 in Kabul, verlopen op 23 februari 2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: betrokken bij drugshandel sinds 2011, voornamelijk via Gerd-e-Jangal, Afghanistan. Was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika, Afghanistan. Taliban-gouverneur van Kandahar in mei 2007. Was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar in de hoge raad van de Taliban. Taliban-ambtenaar die verantwoordelijk is voor vier zuidelijke provincies van Afghanistan. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Ishaqzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Zou zijn gedood in mei 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494260
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed is een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Na detentie in Pakistan keerde hij in september 2006 terug naar Afghanistan. Hij is betrokken bij drugshandel en was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika. In mei 2007 was hij tevens namens de Taliban „gouverneur” van Kandahar.
Hij was actief betrokken bij tegen de regering gerichte activiteiten, met name het werven van manschappen voor de strijd tegen de Afghaanse regering en tegen de International Security Assistance Force.
Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in medio 2009 plaatsvervangend hoofd van de hoogste Taliban-shura. Hij is lid van de raad van Talibanleiders en werd aangewezen tot hoofd militaire zaken van de Taliban-raad van Gerd-e-Jangal, voordat hij in maart 2010 werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar. In 2010 was Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed rechtstreeks verantwoordelijk voor de activiteiten van de Taliban in vier provincies in zuidelijk Afghanistan en begin 2010 werd hij benoemd tot hoofd van de civiele shura van de Taliban. Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk in de hoge raad van de Taliban. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban.
101. Shamsuddin (alias Pahlawan Shamsuddin).
Titel: a) Maulavi; b) Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Wardak (Maidan) (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Keshim, provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan, Pakistan en Iran. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427518
102. Shams Ur-Rahman Abdul Zahir (alias a) Shamsurrahman b) Shams-u-Rahman c) Shamsurrahman Abdurahman, d) Shams ur-Rahman Sher Alam).
Titel: a) Moellah b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Waka Uzbin, district Sarobi, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) 2132370 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). b) 812673 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Betrokken bij drugshandel. Behoort tot de Ghilzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707215
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In juni 2007 was Shams ur-Rahman Sher Alam het Talibanlid dat verantwoordelijk was voor de provincie Kabul. Hij was belast met militaire operaties in en rond Kabul en was betrokken bij een groot aantal aanvallen. Hij was betrokken bij drugshandel.
103. Abdul Ghafar Shinwari.
Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 29.3.1965. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000763 (afgegeven op 9.1.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Safi-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446032
104. Mohammad Sarwar Siddiqmal Mohammad Masood (alias Mohammad Sarwar Siddiqmal).
Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: district Jani Khel, provincie Paktia, Afghanistan Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: 19657 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Mangal-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665692
105. Sher Mohammad Abbas Stanekzai Padshah Khan.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Volksgezondheid onder het Taliban-regime; b) viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Qala-e-Abbas, gebied Shah Mazar, district Baraki Barak, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427421
106. Ahmad Taha Khalid Abdul Qadir.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Paktia (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) provincie Nangarhar, Afghanistan; b) provincie Khost, Afghanistan; c) Siddiq Khel, district Naka, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: in 2011 lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 1 juni 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427521
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Taha was eind 2001 onder het Taliban-regime tevens gouverneur van de provincie Kunar. Hij was in september 2009 voor de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Wardak. Hij was in 2011 het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincie Nangarhar. Hij heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani.
107. Abdul Raqib Takhari.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Repatriëring onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: Zardalu Darra, district Kalafgan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban dat in december 2009 verantwoordelijk was voor de provincies Takhar en Badakshan. Gedood (bevestigd) op 17 februari in Peshawar, Pakistan, en begraven in de provincie Takhar, Afghanistan. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678374
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Raqib Takhari was lid van de hoge raad van de Taliban sinds december 2009, verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakshan.
108. Walijan.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Jawzjan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) Quetta, Pakistan; b) Provincie Nimroz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Gerd-e-Jangal-shura van de Taliban en hoofd van de Commissie gevangenen en vluchtelingen van de Taliban. Behoort tot de Ishaqzai -stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427434
109. Nazirullah Hanafi Waliullah (alias Nazirullah Aanafi Waliullah).
Titel: a) Maulavi; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1962. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000912 (Afghaans paspoort afgegeven op 30.6.1998). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied.
Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446026
110. Abdul-Haq Wassiq (alias: a) Abdul-Haq Wasseq, b) Abdul Haq Wasiq).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1975, b) 1971. Geboorteplaats: Gharib, district Khogyani, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427442
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul-Haq Wasiq is een bondgenoot van Gulbuddin Hekmatyar. Tijdens het Taliban-regime was hij op verschillende momenten lokaal commandant in de provincies Nimroz en Kandahar. Later rapporteerde hij als adjunct-directeur-generaal inlichtingen aan Qari Ahmadullah. In die functie was hij verantwoordelijk voor de relatie met de buitenlandse strijders die gelieerd waren aan Al Qaida en hun trainingskampen in Afghanistan. Hij stond ook bekend om zijn repressieve aanpak van tegenstanders van de Taliban in het zuiden van Afghanistan.
111. Mohammad Jawad Waziri.
Motivering voor plaatsing op de lijst: ministerie van Buitenlandse Zaken, departement Verenigde Naties onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Jaghatu, provincie Maidan Wardak, Afghanistan, b) district Sharana, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Wazir-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678350
112. Abdul Rahman Zahed (alias Abdul Rehman Zahid).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Kharwar, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678501
113. Mohammad Zahid (alias a) Jan Agha Ahmadzai b) Zahid Ahmadzai).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 001206 (afgegeven op 17.7.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446039
114. Faizullah Khan Noorzai (alias: a) Haji Faizullah Noor, b) Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan, c) Hajji Faizullah Khan Noorzai; Haji Faizuulah Khan Norezai; Haji Faizullah Khan; Haji Fiazullah, d) Haji Faizullah Noori, e) Haji Pazullah Noorzai b) Haji Moellah Faizullah).
Titel: Hadji. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1966, b) 1961, c) tussen 1968 en 1970, d) 1962. Geboorteplaats: a) Lowy Kariz, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Kadanay, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 04.10.2011.
Overige informatie: prominente financier van de Taliban. Leverde medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders, deed aan fondsenwerving voor de Taliban en verstrekte opleiding aan Talibanstrijders in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Organiseerde en financierde voorheen Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Reisde in 2010 naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan en was eigenaar van ondernemingen aldaar. Behoort tot de Noorzai-stam (substam Miralzai). Broer van Malik Noorzai. Naam van vader is Akhtar Mohammed (alias: Haji Mira Khan). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678606
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan is een prominent Talibanfinancier die hooggeplaatste Talibanleiders heeft geholpen om gelden te investeren. Hij heeft meer dan 100 000 USD voor de Taliban ingezameld bij donoren in de Golfregio en droeg in 2009 een gedeelte van zijn eigen geld bij. Hij heeft tevens financiële steun verleend aan een Talibancommandant in de provincie Kandahar en heeft voor financiering gezorgd ter ondersteuning van de opleiding van strijders van de Taliban en van Al Qaida die aanvallen tegen de Coalitie en de Afghaanse strijdkrachten zouden uitvoeren. Medio 2005 organiseerde en financierde Faizullah Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Naast de financiële steun heeft Faizullah op andere manieren geholpen bij de opleiding en de operaties van de Taliban. Faizullah leverde in medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders van zuidelijk Afghanistan. Medio 2008 was Faizullah verantwoordelijk voor het verschaffen van onderdak aan Talibanstrijders die zelfmoordbomaanslagen wilden plegen, en bracht hij hen van Pakistan naar Afghanistan. Faizullah leverde de Taliban tevens luchtdoelraketten, hielp Talibanstrijders bij verplaatsingen in de provincie Helmand, Afghanistan, faciliteerde zelfmoordbomaanslagen van de Taliban en verstrekte radio's en voertuigen aan Talibanleden in Pakistan.
Medio 2009 leidde Faizullah een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied, waar tienduizenden dollars werden ingezameld voor de Taliban. De terreinen van de madrassa van Faizullah werden gebruikt om Talibanstrijders op te leiden in het maken en gebruiken van geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices (IED's)). Eind 2007 werd de madrassa van Faizullah gebruikt voor de opleiding van Al Qaidastrijders die later naar de provincie Kandahar, Afghanistan, werden gezonden.
In 2010 had Faizullah kantoren en mogelijkerwijs eigendommen, waaronder hotels, in Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten. Faizullah reisde regelmatig naar Dubai en Japan met zijn broer, Malik Noorzai, met het oog op de invoer van auto's, auto-onderdelen en kleding. Begin 2006 was Faizullah eigenaar van ondernemingen in Dubai en Japan.
115. Malik Noorzai (alias: a) Hadji Malik Noorzai, b) Hadji Malak Noorzai, c) Hadji Malek Noorzai, d) Hadji Maluk, e) Hadji Aminullah), f) Allah Muhammad.
Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: financier van de Taliban. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1957, b) 1960, c) 1 januari 1963. Geboorteplaats: a) grensstad Chaman, Pakistan; b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer FA0157612, afgegeven op 23 juli 2009, verstrijkt op 22 juli 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013, afgegeven op naam van Allah Muhammad. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 54201-247561-5, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.10.2011.
Overige informatie: financier van de Taliban. Is eigenaar van ondernemingen in Japan en reist regelmatig naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan. Faciliteerde in 2009 Taliban-activiteiten, onder meer door rekrutering en het verstrekken van logistieke steun. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Noorzai-stam. Broer van Faizullah Khan Noorzai. Naam van zijn vader is Hadji Akhtar Muhammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4670985
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Malik Noorzai is een in Pakistan gevestigde zakenman die financiële steun aan de Taliban heeft verstrekt. Malik en zijn broer Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan hebben voor de Taliban miljoenen dollars geïnvesteerd in verscheidene ondernemingen. Eind 2008 hebben vertegenwoordigers van de Taliban contact gezocht met Malik met de bedoeling dat hij als zakenman investeringen met gelden van de Taliban zou verrichten. Malik heeft zeker sedert 2005 persoonlijk tienduizenden dollars bijgedragen en honderdduizenden dollars uitgedeeld aan de Taliban; dat geld was gedeeltelijk ingezameld bij donoren in de Golfregio en Pakistan en gedeeltelijk Maliks eigen geld. Malik beheerde tevens een hawala-rekening in Pakistan waarop tienduizenden dollars werden gestort die om de paar maanden vanuit de Golfregio werden overgeschreven om de Taliban-activiteiten te steunen. Malik heeft tevens Taliban-activiteiten gefaciliteerd. In 2009 was Malik reeds 16 jaar hoofdverantwoordelijke van een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied die door de Taliban werd gebruikt om rekruten te indoctrineren en op te leiden. Malik zorgde onder andere voor de middelen voor het functioneren van de madrassa. Malik heeft samen met zijn broer ook een rol gespeeld bij de opslag van voertuigen die zouden worden gebruikt bij zelfmoordbomaanslagen van de Taliban, en heeft geholpen bij de verplaatsingen van Taliban-strijders in de provincie Helmand, Afghanistan. Malik is eigenaar van ondernemingen in Japan, en bezoekt regelmatig Dubai en Japan voor zakelijke aangelegenheden. Reeds in 2005 was Malik in Afghanistan eigenaar van een bedrijf voor de import van voertuigen vanuit Dubai en Japan. Hij importeert auto's, auto-onderdelen en kleding uit Dubai en Japan voor zijn bedrijven, waarin twee Talibancommandanten hebben geïnvesteerd. Medio 2010 zorgden Malik en zijn broer voor het vrijgeven van honderden goederencontainers, die naar verluidt miljoenen dollars waard waren en die door de Pakistaanse autoriteiten eerder dat jaar in beslag waren genomen omdat zij vermoedden dat de ontvangers banden hadden met het terrorisme.
116. Abdul Aziz Abbasin (alias: Abdul Aziz Mahsud).
Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Sheykhan, sector Pirkowti, district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.10.2011
Overige informatie: Een van de belangrijkste commandanten in het Haqqani-netwerk onder het gezag van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Sinds begin 2010 schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Leidde een opleidingskamp voor niet-Afghaanse strijders in de provincie Paktika. Was betrokken bij het vervoer van wapens naar Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4639645
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Aziz Abbasin is een van de belangrijkste commandanten binnen het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Oost-Afghanistan en Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. In 2010 kreeg Abbasin zijn bevelen van Sirajuddin Haqqani, door wie hij werd aangesteld als schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Abbasin leidt een groep Talibanstrijders en heeft mee de leiding gehad van een opleidingskamp voor buitenlandse strijders in de provincie Paktika. Abbasin was tevens betrokken bij het leggen van hinderlagen voor voertuigen die de Afghaanse regeringsstrijdkrachten bevoorraden, en bij het vervoer van wapens naar Afghanistan.
117. Ahmad Zia Agha (alias a) Zia Agha, b) Noor Ahmad, c) Noor Ahmed, d) Sia Agha Sayeed).
Titel: Hadji. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.
Overige informatie: Hooggeplaatste Taliban-ambtenaar met militaire en financiële verantwoordelijkheden in 2011. Lid van de militaire raad van de Taliban sinds mei 2010. In 2008 en 2009 hoge financiële ambtenaar van de Taliban die geld overbracht naar Taliban-commandanten in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4653034
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmad Zia Agha is een hooggeplaatste Taliban-leider met militaire en financiële verantwoordelijkheden. Ahmad Zia Agha was in 2010 de leider van de militaire shura (raad) van de Taliban, die de leiding had over militaire operaties van de Taliban in het westen van Afghanistan. Ahmad Zia Agha was in 2009 financiële ambtenaar van de Taliban en bracht geld over naar Taliban-commandanten. Een van de financiële verantwoordelijkheden van Ahmad Zia Agha was het overbrengen van tienduizenden dollars naar de schaduw-provinciegouverneurs van de Taliban; de thesaurier van de Taliban-shura penningmeester heeft Ahmad Zia Agha honderdduizenden dollars gegeven voor de financiering van operaties met geïmproviseerde explosieven (IED). Ahmad Zia Agha was in 2008 betrokken bij het bezorgen van middelen aan de commandanten van de Taliban in Afghanistan en heeft geld overgemaakt naar personen die banden hebben met de Taliban in het buitenland. Hij heeft ook de communicaties gefaciliteerd.
118. Fazl Rabi (alias a) Fazl Rabbi, b) Fazal Rabi, c) Faisal Rabbi).
Motivering voor plaatsing op de lijst: hooggeplaatste functionaris in de provincie Konar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1972; b) 1975. Geboorteplaats: a) district Kohe Safi, provincie Parwan, Afghanistan, b) provincie Kapisa, Afghanistan, c) provincie Nangarhar, Afghanistan, d) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.
Overige informatie: vertegenwoordigt en verleent financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Lid van de financiële raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd om fondsen te werven namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Jalaluddin Haqqani, het Haqqani-netwerk en de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678547
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Fazl Rabi biedt financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Rabi reisde in het buitenland om gelden bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk en heeft ook geholpen geld in te zamelen voor de militaire activiteiten van de Taliban. In februari 2009 reisde Rabi naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, om geld in te zamelen en bijeenkomsten te leiden namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook naar de Golf gereisd om fondsen te werven voor Jalaluddin Haqqani, de patriarch van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook lid van de financiële shura van de Taliban en heeft middelen gegeven aan Taliban-commandanten en -ambtenaren.
Rabi was betrokken bij het sturen van zelfmoordterroristen naar Afghanistan en voor de coördinatie van de betrekkingen van het Haqqani-netwerk met andere militante groepen. Als topfunctionaris van de Taliban in de provincie Konar onder het Taliban-regime, was Rabi betrokken bij de export van illegale drugs uit Afghanistan. Na de val van de Taliban, vluchtte Rabi eind 2001 naar het Afghaans-Pakistaanse grensgebied.
119. Mohammad Aman Akhund (alias a) Mohammed Aman; b) Moellah Mohammed Oman; c) Mullah Mohammad Aman Ustad Noorzai; d) Moellah Mad Aman Ustad Noorzai; e) Sanaullah).
Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Bande Tumur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.
Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban in 2011 voor financiële taken, waaronder fondsenwerving namens de leiding. Heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en de opbrengsten van drugshandel voor wapenaankoop aangewend. Was secretaris van Talibanleider Moellah Mohammed Omar en zijn gezant bij Taliban-vergaderingen op hoog niveau. Heeft ook banden met Gul Agha Ishakzai. Behoorde tot de kring van vertrouwelingen rond Moellah Mohammed Omar tijdens het Taliban-regime. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665005
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Aman Akhund is een hooggeplaatst lid van de Taliban met financiële taken die als secretaris van Taliban-leider Moellah Mohammed Omar heeft opgetreden. Begin 2010 hebben Aman Akhund en Gul Agha Ishakzai, hoofd van de financiële commissie van de Taliban, namens de militaire leiding van de Taliban meer dan 300 000 dollar ingezameld in de Golf. Aman Akhund heeft deelgenomen aan Taliban-bijeenkomsten op hoog niveau, waar hij de mondelinge en schriftelijke boodschappen van Moellah Omar heeft overgebracht.
Aman Akhund heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en hield zich bezig met het innen van drugsgeld, met als doel wapens te kopen voor de Taliban. Tijdens het Taliban-regime, was Aman Akhund lid van de shura van Moellah Omar.
120. Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad (alias: a) Ahmed Jan Kuchi, b) Ahmed Jan Zadran).
Motivering voor plaatsing op de lijst: ambtenaar op het ministerie van Financiën tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: Barlach, district Qareh Bagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012
Overige informatie: een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. fungeert als plaatsvervanger, woordvoerder en adviseur voor Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Onderhoudt de verbindingen met de hoge raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd. Zorgt voor de verbindingen met de Taliban-commandanten in de provincie Ghazni, Afghanistan, en voorziet hen van geld, wapens, communicatieapparatuur en voorraden. Zou zijn overleden in 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678368
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmed Jan Wazir is een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Ahmed Jan Wazir fungeert als plaatsvervanger, adviseur en woordvoerder van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en organiseert bijeenkomsten namens het Haqqani-netwerk. Eind 2010 is Ahmed Jan Wazir met hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk naar de Golfstaten gereisd.
Ahmed Jan Wazir heeft als vertegenwoordiger van het Haqqani-netwerk deelgenomen aan de Taliban-shura en heeft gewerkt als facilitator tussen het Haqqani-netwerk en de Taliban in de provincie Ghazni, Afghanistan. In 2008 werd Ahmed Jan Wazir door militanten van de Taliban en van Al Qaida aangesteld als Taliban-commandant in de provincie Ghazni. Hij heeft andere Taliban-commandanten in de provincie Ghazni voorzien van geld en voorraden, waaronder wapens en communicatieapparatuur. Hij was tijdens het Taliban-regime werkzaam op het ministerie van Financiën.
121. Abdul Samad Achekzai (alias Abdul Samad).
Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.3.2012.
Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's). Betrokken bij het werven en inzetten van zelfmoordterroristen om aanslagen te plegen in Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652670
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Samad Achekzai is een hooggeplaatst lid van de Taliban, betrokken bij de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's) en bij het leiden van het ondersteunend netwerk voor IED van de groep. Samad was medio 2010 verantwoordelijk voor de aankoop van IED-onderdelen en de opslag ervan, het maken van ontstekingsmechanismen, en IED-opleiding ter ondersteuning van Taliban-strijders in het westen en zuiden van Afghanistan.
Samad is ook betrokken geweest bij aanslagen in Afghanistan in opdracht van de Taliban. Begin 2011 werkte Samad samen met een Talibanlid om een Afghaanse commandant van de grenspolitie te vermoorden en had hij daarvoor een zelfmoordterrorist geworven. Op dat moment had Samad vijf zelfmoordterroristen naar Afghanistan gestuurd om aanslagen te plegen op de International Security Assistance Force en de Afghaanse autoriteiten. Begin 2010 zond Samad vijf Taliban-zelfmoordterroristen naar Kandahar om een aanslag te plegen op de Afghaanse autoriteiten aldaar.
122. Bakht Gul (alias: a) Bakhta Gul, b) Bakht Gul Bahar, c) Shuqib).
Geboortedatum: 1980. Geboorteplaats: Aki, district Zadran, provincie Paktiya, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.6.2012.
Overige informatie: communicatie-assistent van Badruddin Haqqani (overleden). Coördineert tevens de bewegingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4721045
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Bakht Gul is ten minste sinds 2009, toen zijn voorganger in Afghanistan werd gearresteerd, een sleutelfiguur op communicatiegebied van het Haqqani-netwerk. In 2011 bleef Gul rechtstreeks rapporteren aan Badruddin Haqqani (overleden), een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en trad hij op als tussenpersoon voor wie in contact wilde treden met deze leider. Gul is onder andere verantwoordelijk voor het doorgeven van rapporten van commandanten in Afghanistan aan hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk, mediafunctionarissen van de Taliban, en reguliere mediakanalen in Afghanistan. Gul werkt ook samen met functionarissen van het Haqqani-netwerk, waaronder Badruddin Haqqani, voor de coördinatie van de verplaatsingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied en in het oosten van Afghanistan. In 2010 bracht Gul operationele bevelen van Badruddin Haqqani over aan strijders in Afghanistan. Eind 2009 verstrekte hij geld aan ondercommandanten van het Haqqani-netwerk die reizen tussen Miram Shah en Afghanistan.
123. Abdul Satar Abdul Manan (alias a) Haji Abdul Sattar Barakzai b) Haji Abdul Satar c) Haji Satar Barakzai d) Abdulasattar).
Titel: Hadji. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) Mirmandaw, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: AM5421691 (Pakistaans paspoort dat verloopt op 11 augustus 2013). Nationaal identiteitsnr.:a) nationaal identiteitsnummer Pakistan 5420250161699 b) nationaal identiteitsnummer Afghanistan 585629. Adres: a) Kachray Road, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan b) Nasrullah Khan Chowk, Pashtunabad Area, provincie Baluchistan, Pakistan c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan d) Abdul Satar Food Shop, Ayno Mina 0093, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.
Overige informatie: Mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange, heeft ook banden met Khairullah Barakzai. e) behoort tot de Barakzay-stam. naam van vader is Hajji 'Abdal-Manaf. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4998005
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Satar Abdul Manan is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Satar en Khairullah Barakzai Khudai Nazar zijn gezamenlijk eigenaar en exploitant van „hawalas” (informele diensten voor geldovermaking) alias HKHS, in Afghanistan, Pakistan, en Dubai; zij beheren een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Eind 2009 hadden zij elk een even groot aandeel in HKHS. Satar heeft HKHS opgericht en de klanten kozen voor HKHS deels vanwege de naamsbekendheid van Satar en Khairullah. Satar heeft duizenden dollars gedoneerd aan de Taliban, om activiteiten van de Taliban in Afghanistan te steunen, en heeft door middel van zijn hawala geld verstrekt aan de Taliban. In verleende 2010 Satar de Taliban financiële steun, en steunden mogelijk een commandant van de Taliban en zijn medewerkers via Satar de opstand met duizenden dollars. Eind 2009 huisvestte Satar hooggeplaatste Taliban-leden, steunde hij met tienduizenden dollars de strijd van de Taliban tegen de coalitietroepen in Marjah, district Nad'Ali, provincie Helmand, in Afghanistan en hielp hij mee aan het vervoer van een Taliban-lid naar Marjah. In 2008 zamelden Satar en Khairullah geld in van donoren en verdeelden zij dat via hun hawala onder de Taliban.
124. Khairullah Barakzai Khudai Nazar (alias a) Haji Khairullah, b) Haji Khair Ullah, c) Haji Kheirullah, d) Haji Karimullah, e) Haji Khair Mohammad).
Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: a) Zumbaleh, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan; b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan. c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: BP4199631 (Pakistaans paspoort, verstrijkt op 25 juni 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013). Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5440005229635, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Abdul Manan Chowk, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012
Overige informatie: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (TAe.010), heeft ook banden met Abdul Satar Abdul Manan. Behoort tot de Barakzay-stam. Naam van zijn vader is Hadji Khudai Nazar. Andere naam van zijn vader is Nazar Mohammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4722167
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Khairullah Barakzai Khudai is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS). Eind 2009 hadden Khairullah en Abdul Satar Abdul Manan elk een even groot aandeel in HKHS. Zij werkten samen in hawalas onder de naam HKHS in Afghanistan, Pakistan, en Dubai en beheerden een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Begin 2010 stond Khairullah aan het hoofd van de HKHS-afdeling in Kaboel. In 2010 was Khairullah een hawala-makelaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders en verleende hij financiële hulp aan de Taliban. Khairullah heeft samen met zijn zakenpartner Satar de Taliban duizenden dollars vertrekt voor Taliban-activiteiten in Afghanistan. In 2008 zamelden Khairullah and Satar geld van donoren in en verdeelden dat via hun hawala onder de Taliban.
125. Abdul Rauf Zakir (alias Qari Zakir).
Titel: Qari. Geboortedatum: tussen 1969 en 1971. Geboorteplaats: provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.
Overige informatie: leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk onder leiding van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en is belast met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Ziet toe op de opleiding van plegers van zelfmoordaanslagen en geeft instructies over de manier waarop geïmproviseerde explosiemiddelen (IED's) moeten worden gemaakt. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039797
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Rauf Zakir leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk en is de commandant die belast is met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Zakir benaderde de leider van het Haqqani-netwerk Sirajuddin Haqqani rond 2008, om financiële bijstand te vragen en in ruil daarvoor de invloed en de operaties van het Haqqani-netwerk uit te breiden tot Noord-Afghanistan, en is uitgegroeid tot een vertrouwde medewerker en vertrouweling van Sirajuddin.
Als hoofd zelfmoordoperaties, is Zakir belast met het opleiden van recruten. Recruten krijgen volgens een door hem ontwikkeld programma training in het gebruik van handvuurwapens en zware wapens en het maken van eenvoudige geïmproviseerde explosieven (IED).
Zakir is betrokken geweest bij vele van de geruchtmakende zelfmoordaanslagen van het Haqqani-netwerk en is gedeeltelijk verantwoordelijk voor enkele definitieve beslissingen over het al of niet plegen van grootschalige aanslagen door lokale (districts-)commandanten. Tot de aanslagen met deelnemers uit het opleidingsprogramma van Zakir behoren de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, waarbij 11 burgers en twee Afghaanse politiemannen omkwamen, en de aanslag van september 2011 op de ambassade van de Verenigde Staten in Kabul, waarbij 16 Afghanen werden gedood, waarvan ten minste zes kinderen.
126. Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim (alias a) Muhammad Qasim, b) Abdul Salam).
Titel: Hadji. Geboortedatum: tussen 1975 en 1976. Geboorteplaats: a) Minar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; b) Darweshan, district Garmser District, provincie Helmand. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira) nr. 57388 afgegeven in district Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan; b) verblijfskaart nr. 665, Ayno Maina, provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: a) Wesh, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Safaar Bazaar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; c) Room number 33, 5e Floor Sarafi Market, Kandahar City, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.
Overige informatie: eigenaar van Rahat Ltd. Betrokken bij de levering van wapens voor de Taliban, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED). Werd in 2012 aangehouden en zit sinds januari 2013 in detentie. Is gelieerd aan Rahat Ltd. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5041285
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim is eigenaar van Rahat Ltd., dat bijkantoren heeft in Afghanistan, Pakistan en Iran en werkt mee aan de financiering en facilitering van de Taliban-opstand.
Hooggeplaatste Talibanleiders hebben branchemanagers van Qasim en Rahat Ltd. persoonlijk ontmoet. Zij hebben ook bijkantoren van Rahat Ltd. bezocht en de diensten van Qasim gebruikt voor het ontvangen, bewaren en verzenden van middelen ter ondersteuning van zowel de opstandige activiteiten van de Taliban in Afghanistan als hun streven geld te verdienen met drugshandel. Tijdens een bijeenkomst met hooggeplaatste Talibanleiders in 2011, liet Qasim blijken zich bewust met de financiën van de Taliban bezig te houden via bijkantoren van Rahat Ltd. in Afghanistan en Pakistan. Qasim zelf is in verband gebracht met rebellencommandanten van de Taliban in Afghanistan en met netwerken die betrokken zijn bij de levering van wapens, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED).
Qasim heeft Rahat Ltd. gebruikt om financiële diensten te verlenen aan zijn eigen en aan andere drugsnetwerken die zich in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied bevinden en verbonden zijn met de Taliban.
127. Ahmed Shah Noorzai Obaidullah (alias: a) Moellah Ahmed Shah Noorzai, b) Hadji Ahmad Shah, c) Hadji Moellah Ahmad Shah, d) Maulawi Ahmed Shah, e) Moellah Mohammed Shah).
Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Geboortedatum: a) 1 januari 1985; b) 1981.Geboorteplaats: Quetta, Pakistan. Paspoortnr.: Pakistaans paspoortnummer NC5140251, afgegeven op 23 oktober 2009, verstrijkt op 22 oktober 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Nationaal identiteitnr.: Pakistaans nationaal identiteitskaartnummer 54401-2288025-9, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Quetta, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2013.
Overige informatie: is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange. Heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Andere titel is Malawi. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5278407
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmed Shah Noorzai Obaidullah is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange, dat financiële, materiële, of technologische steun dan wel financiële of andere diensten verleent aan of ter ondersteuning van de Taliban. Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. In 2011 vormde Rotshaan Money Exchange een van de eerste financiëledienstverleners (of hawalas) waarvan Taliban-functionarissen in de provincie Helmand (Afghanistan) gebruikmaakten.
Ahmed Shah heeft Taliban-leiders in de provincie Helmand gedurende verscheidene jaren hawala-diensten verleend, en was in 2011 een vertrouwde financiëledienstverlener van de Taliban. Begin 2012 gaf de Taliban Ahmed Shah de opdracht geld over te maken naar een aantal hawalas in Lashkar Gah, in de provincie Helmand, waarna een hoger geplaatste Taliban-commandant van daaruit de fondsen verder verdeelde.
Eind 2011 bracht Ahmed Shah honderdduizenden Amerikaanse dollars bijeen voor de financiële commissie van de Taliban en maakte hij honderdduizenden Amerikaanse dollars over naar de Taliban, waaronder hoger geplaatste Taliban-commandanten. Eveneens eind 2011 werd aan Ahmed Shah via zijn hawalas in Quetta, Pakistan, namens de Taliban een bedrag overgemaakt waarvan een gedeelte is gebruikt voor de aankoop van kunstmest en onderdelen voor geïmproviseerde explosieven (IED), onder meer batterijen en lont. Medio 2011 gaf het hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Gul Agha Ishakzai, Ahmed Shah de opdracht verscheidene miljoenen Amerikaanse dollars bij Rotshaan Money Exchange te deponeren ten behoeve van de Taliban. Gul Agha legde uit dat wanneer er een geldtransfer nodig was, hij Ahmed Shah meedeelde wie de ontvanger bij de Taliban was.
Ahmed Shah maakte vervolgens het vereiste bedrag over via zijn systeem van hawalas. Medio 2010 transfereerde Ahmed Shah geld tussen Pakistan en Afghanistan ten behoeve van Taliban-commandanten en drugshandelaars. Naast het verlenen van faciliteiten, doneerde Ahmed Shah in 2011 ook grote, niet nader gespecificeerde bedragen aan de Taliban.
128. Adam Khan Achekzai (alias: a) Malawi Adam Khan, b) Malawi Adam).
Titel: Malawi. Geboortedatum: (a) 1970, (b) 1972, (c) 1971, (d) 1973, (e) 1974, (f) 1975. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Pakistaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 16.4.2013.
Overige informatie: maakt geïmproviseerde explosieven en tussenpersoon voor de Taliban. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Badghis, Afghanistan (medio 2010). Voormalig lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Sar-e Pul en Samangan, Afghanistan. Als militair Taliban-commandant in de provincie in Kandahar, Afghanistan, was hij betrokken bij het voorbereiden van zelfmoordaanslagen in aangrenzende provincies. Geassocieerd aan Abdul Samad Achekzai. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5304878
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Adam Khan Achekzai vervaardigt geïmproviseerde explosieven (IED's) en is tussenpersoon voor de Taliban. In 2012 vervaardigde Adam IED's en heeft hij ongeveer 150 personen opgeleid in het vervaardigen van die explosieven voor de Taliban. Eind 2010 werd Adam militair bevelhebber van de Taliban en als zodanig verantwoordelijk voor de productie van IED's en zelfmoordvesten. Adam zorgde als afgevaardigde van Abdul Samad Achekzai, tussenpersoon van de Taliban en verantwoordelijk voor IED's, voor de coördinatie van de bevoorrading van het netwerk.
Naast zijn taken als IED-leverancier had Adam bij de Taliban ook andere leidende functies. Medio 2010 werd Adam aangesteld als hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincie Badghis. Adam is ook het voormalige hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincies Sar-e Pul en Samangan. Adam was als militair bevelhebber van de Taliban in de Afghaanse provincie Kandahar betrokken bij de organisatie van zelfmoordaanslagen in naburige provincies.
129. Rahmatullah Shah Nawaz.
Titel: Alhaj Plaatsing: nvt Geboortedatum: (a) 1981 (b) 1982 Geboorteplaats: Shadal (variant Shadaal) Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Zekere alias: a) Qari Rahmat (voordien op de lijst geplaatst als) b) Kari Rahmat Onzekere alias: nvt Nationaliteit: Afghaans Paspoort nr.: nvt Nationaal identiteitsnr.: nvt Adres: a) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan b) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan c) Surkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan d) Batan, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.8.2014.
Overige informatie: Fysieke beschrijving: bruine ogen, zwart haar, gewicht: 77-81 kg, lengte: 178 cm korte tot middellange zwarte baard, kort zwart haar. Behoort tot de Shinwari-stam (substam Sepahi); Talibancommandant sinds ten minste februari 2010. Int belasting- en omkoopgelden namens de Taliban sinds april 2015. onderhoudt contact met Taliban-krachten in de provincie Nangarhar, Afghanistan, voorziet hen van informatie, begeleiding, huisvesting en wapens en heeft geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices — IED's) geplaatst en aanvallen uitgevoerd tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en de Afghaanse strijdkrachten. Is betrokken bij drugshandel en exploiteert een heroïnelaboratorium in Abdulkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5810480
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Qari Rahmat is sinds ten minste februari 2010 Taliban-commandant. Begin 2013 diende Rahmat in het gebied Shadaal Bazaar van het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan, als Taliban-commandant. Rahmat leidde de activiteiten van circa 300 Taliban-manschappen in het district Achin en voorzag hen van operationele begeleiding en wapens. Eind 2012 leidde Rahmat een aanval op Afghaanse strijdkrachten in het district Kot, provincie Nangarhar, Afghanistan. Medio 2012 diende Rahmat onder het Taliban-schaduwdistrictshoofd voor het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. In die periode plaatste Rahmat als Taliban-facilitator geïmproviseerde explosieven en voerde hij aanvallen uit tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en tegen Afghaanse strijdkrachten.
Rahmat int tevens belasting- en omkoopgelden namens de Taliban. Begin 2013 inde Rahmat namens de Taliban belastinggelden bij drugssmokkelaars in Shadaal Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 was Rahmat belast met het innen van belastinggelden bij drugshandelaren voor de Taliban.
Rahmat verricht inlichtingenwerk voor de Taliban. Begin 2013 verschafte Rahmat zijn Taliban-superieuren informatie betreffende de activiteiten van Afghaanse overheidsfunctionarissen en Afghaanse strijdkrachten in het district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 verzamelde Rahmat voor de Taliban inlichtingen bij medewerkers van de Afghaanse overheid en verrichtte hij onderzoeken om ten behoeve van de Taliban informanten van de ISAF en de Afghaanse overheid te ontmaskeren.
Rahmat verstrekt ook dodelijke hulpgoederen, huisvesting en begeleiding aan Taliban-strijders. Sinds eind 2012 verstrekt Rahmat raketgestuwde granaten, lichte PKM-machinegeweren en semi-automatische AK-47-oorlogsgeweren aan de Taliban. Rahmat verschafte in diezelfde periode tevens in zijn pension onderdak aan Taliban-strijders en verstrekte Taliban-strijders tactische begeleiding. Eind 2011 had Rahmat in het district Achin een pension waar vaak Taliban-leden verbleven.
130. Qari Saifullah Tokhi (alias: (a) Qari Saifullah, (b) Qari Saifullah Al Tokhi, (c) Saifullah Tokhi, (d) Qari Sahab).
Titel: Qari. Adres: Chalo Bawari, Quetta, provincie Beloetsjistan, Pakistan. Geboortedatum: rond 1964. Geboorteplaats: Daraz, district Jaldak wa Tarnak, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 19.3.2014.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in de provincie Zabul, Afghanistan, verantwoordelijk voor het plaatsen van geïmproviseerde explosieven en het organiseren van zelfmoordaanslagen. Fysieke beschrijving: lengte: 180 cm; Gewicht: ongeveer 90kg; Bouw: athletisch gebouwd; Ogen: bruin; Haarkleur: rood; Huidskleur; lichtbruin. bijzondere fysieke kenmerken: groot rond gezicht, volle baard, hinkt vanwege een kunststof prothese op de plaats van zijn linkeronderbeen. Ethnische achtergrond: Pasjtoen; behoort tot de Tokhi-stam, subgroep Barkozai (alternatieve spelling: Torchi). Barkozai (alternatieve spelling: Bakorzai,
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Qari Saifullah Tokhi is de adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in het oostelijk deel van de provincie Zabul, Afghanistan. Hij heeft rechtstreeks het commando gevoerd over twee groepen van circa 50 Taliban-strijders en was bevelvoerder van de Taliban-commandanten in de provincie Zabul. Qari Saifullah Tokhi heeft die groepen ingezet voor terroristische activiteiten tegen de regering van de Islamitische Republiek Afghanistan en de coalitietroepen in het oostelijk deel van de provincie Zabul. De ondergeschikten van Qari Saifullah Tokhi hebben op zijn bevel in de provincie Zabul aanslagen met geïmproviseerde explosieven gepleegd en aanvallen met kleine vuurwapens en met raketten uitgevoerd.
In de nacht van 2 december 2012 kwamen in het district Qalat, provincie Zabul, Afghanistan, drie Taliban-strijders om. Zij werden betrapt toen zij IED's aan het plaatsen waren en werden vervolgens omgebracht. De mannen stonden alle drie bekend als mannen van Qari Saifullah Tokhi.
Op 14 januari 2012 pleegden zes Taliban-opstandelingen die onder Qari Saifullah Tokhi ressorteerden, een aanslag op een konvooi van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). De Taliban-opstandelingen vielen het konvooi met raketaangedreven granaten aan in de buurt van het dorp Abdul Haq Kalay, district Tarnak Wa Jaldak.
Op 28 september 2011 werden aanslagen beraamd door twee ondergeschikten van Taliban-commandant Qari Saifullah Tokhi die voornemens waren zelfmoordbomaanslagen te plegen. Een van hen was voornemens een zelfmoordbomaanslag te plegen op het provinciale wederopbouwteam in het district Qalat, provincie Zabul. De andere had een zelfmoordbomaanslag op een ISAF-basis in het district Shajoy beraamd. De zelfmoordterroristen waren van plan hun aanslagen op de bases van de coalitietroepen tussen 29 september en 1 oktober 2011 te plegen.
Onder aanvoering van Qari Saifullah Tokhi zetten de Taliban de exploitanten van mobieletelefoonnetten er op 20 april 2011 toe aan hun dienstverlening in de provincie Zabul te staken. Als de exploitanten niet in gingen op het bevel van de Taliban om hun dienstverlening te staken, dan zouden de Taliban hun antennes langs de wegen in de provincie Zabul vernietigen, zo luidde het dreigement. Op 25 november 2010 gelastte Qari Saifullah Tokhi een Taliban-commandant en adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur van het district Athgar, provincie Zabul een partij lichte wapens over te brengen naar de hoofdstad van de provincie Zabul, Qalat. De partij bestond uit circa 25 Kalashnikov-vuurwapens, 10 machinegeweren, 5 raketaangedreven granaten en 20 granaten. De zelfmoordterroristen waren voornemens die wapens te gebruiken tegen de ISAF-troepen en de Afghaanse nationale veiligheidstroepen, met de tweede brigade van het nationale Afghaanse leger en het hoofdkwartier van de politie als specifiek doelwit.
131. Yahya Haqqani (alias: (a) Yaya (b) Qari Sahab).
Adres: Een Haqqani-madrassa in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.Geboortedatum: a) 1982 b) 1978. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.
Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN). Nauw betrokken bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep; Gewond aan een been. De naam van vader is Hajji Meyawar Khan (overleden). Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807173
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Yahya Haqqani is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) die nauw betrokken is geweest bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep. Yahya is als de facto hoofd van de groep opgetreden wanneer de hoogste leiders Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (Yahya's zwager), Badruddin Haqqani (overleden, voorheen op de lijst geplaatst), en Khalil Haqqani afwezig waren. Yahya heeft tevens taken op zich genomen als logistiek verantwoordelijke van het HQN en heeft financiering gefaciliteerd voor Haqqani-commandanten, waaronder een ondergeschikte van de inmiddels overleden HQN-commandant Sangin Zadran Sher Mohammad en het HQN-hoofd zelfmoordoperaties, Abdul Rauf Zakir. Yahya heeft ook als tolk Arabisch en boodschapper van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani gefungeerd.
Yahya heeft belangrijke faciliteringsactiviteiten ter ondersteuning van HQN-aanvallen en andere activiteiten uitgevoerd. Begin 2013 faciliteerde hij financiering voor HQN-strijders. Begin 2013 coördineerde hij de overdracht van voorraden van de Verenigde Arabische Emiraten aan de hooggeplaatste HQN-leider Khalil Haqqani. In 2012 coördineerde Yahya de distributie van geïmproviseerde explosieven (IED's) en communicatieapparatuur, en hij controleerde hij ook de voorbereidingen voor de HQN-aanslag van 7 augustus 2012 op een operationele voorpost van de coalitie in de provincie Logar, Afghanistan, waarbij dertien personen, waaronder elf Afghaanse burgers, gewond raakten. Yahya had waarschijnlijk voorkennis van de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, Afghanistan, die geleid werd door Sirajuddin Haqqani en Badruddin Haqqani. Achttien personen werden bij die aanslag gedood en twaalf gewond. In 2011 droeg Yahya geld van Sirajuddin Haqqani voor operaties over aan HQN-commandanten.
Yahya fungeert soms als verbindingspersoon tussen het HQN en Al Qaida (AQ) en onderhoudt sinds ten minste medio 2009 banden met AQ. In deze hoedanigheid verstrekte Yahya aan AQ-leden in de regio geld voor hun persoonlijke uitgaven. Medio 2009 trad hij op als voornaamste verbindingspersoon van het HQN met buitenlandse strijders, waaronder Arabieren, Oezbeken en Tsjetsjenen.
Yahya heeft tevens media- en propaganda-activiteiten voor het HQN en de Taliban uitgevoerd en beheerd. Begin 2012 kwam Yahya gewoonlijk bijeen met Sirajuddin Haqqani om definitieve goedkeuring van de door hemzelf gemaakte Taliban-propagandavideo's te verkrijgen. Yahya is sinds ten minste 2009 bezig met HQN-media-activiteiten, toen hij werkte vanuit een mediastudio in een HQN-madrassa en aldaar video's van strijders in Afghanistan monteerde. Eind 2011 ontving Yahya van Sirajuddin Haqqani of één van diens plaatsvervangers middelen voor media-uitgaven van het HQN.
Begin 2012 reisde Yahya circa tweemaal per maand, soms met Saidullah Jan, naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.
132. Saidullah Jan (alias: Abid Khan).
Geboortedatum: 1982. Geboorteplaats: district Giyan, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.
Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sedert 2013. Heeft kritieke faciliteringssteun verstrekt aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep sinds 2011. De naam van de vader is Bakhta Jan. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807179
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Saidullah Jan is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sinds 2013, die soms tevens is opgetreden als HQN-plaatsvervangend hoofd, als de HQN-commandant voor het noordelijk gebied van Afghanistan en als belangrijke logistiek coördinator van het HQN.
Eind 2013 verstrekte Saidullah kritieke faciliteringssteun aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Eind 2011 was Saidullah tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep en voerde hij de beoordeling van ten minste één HQN-rekruut uit.
Eind 2013 reisde Saidullah naar de Golf, samen met de HQN-fondsenwervers Khalil Ahmed Haqqani, Fazl Rabi en andere HQN-leden, waaronder een faciliteerder van aanvallen. In 2010 reisde Saidullah met een groep HQN-leiders, waaronder de inmiddels overleden HQN-functionaris Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad, naar de Golf.
Eind 2013 kreeg Saidullah naar verluidt van Al Qaida-leden het vertrouwen als een met het HQN geassocieerde die bij allerlei problemen, waaronder arrestatie, zou kunnen helpen. Begin 2012 reisde Saidullah Jan soms met Yahya Haqqani naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.
133. Muhammad Omar Zadran (alias: Mohammad-Omar Jadran).
Titel: a) Maulavi b) Mullah. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: Sultan Kheyl, district Spera, provincie Khost, Afghanistan. Adres: het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.
Overige informatie: leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die het bevel voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan, sinds 2013. betrokken bij de voorbereiding van aanvallen op Afghaanse en internationale troepen in Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807181
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Muhammad Omar Zadran (Omar) is een leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die sinds 2013 het commando voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan. Omar heeft gediend als HQN-schaduwdistrictsgouverneur, en sinds 2005 als commandant onder HQN-leider Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en beraamt sinds ten minste 2006 plannen voor aanslagen namens het HQN of geeft daartoe opdracht. Omar heeft met de Taliban samengewerkt en in 2010 gediend als lid van de Taliban-shura, die door de Taliban is opgericht om de logistiek voor opstandelingen, behoeften, opleiding, opdrachten voor commandanten, en de inzet van terroristische cellen in zuidoostelijk Afghanistan te bespreken. Ook ontving Omar in 2010 orders van Sirajuddin Haqqani.
Omar heeft deelgenomen aan de voorbereiding en de planning van aanslagen op Afghaanse burgers, de Afghaanse regering en personeel van de coalitie in Afghanistan, namens zowel het HQN als de Taliban. Begin 2013 was Omar belast met het binnensmokkelen van explosieven in Afghanistan. In 2012 werkten Omar en tientallen andere HQN-leden aan een aanslag met een op een voertuig geplaatst verbeterd explosief op een kamp van de coalitietroepen en was hij betrokken bij het plannen van aanslagen op troepen in de provincie Paktiya, Afghanistan. In 2011 was Omar betrokken bij het plannen van zelfmoordaanslagen. In 2010 kreeg Omar van een HQN-commandant de opdracht om lokale Afghaanse burgers die voor de coalitietroepen werkten in de provincies Khost, Paktiya en Baghlan, Afghanistan, te ontvoeren en te vermoorden.
In 2010 kwamen Omar en andere militantenleiders in de regio overeen de aanvallen tegen de Afghaanse regering en de coalitietroepen te intensiveren, verscheidene districten te veroveren en onder controle te houden, de verkiezingen voor de nationale assemblee en wegwerkzaamheden te verstoren en plaatselijke jongeren te rekruteren.
134. Abdul Basir Noorzai (alias: (a) Haji Abdul Basir, (b) Haji 'Abd Al- Basir (c) Haji Basir Noorzai, (d) Abdul Baseer (e) Abdul Basir).
Titel: Hadji. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: a) 1965, b) 1960, c) 1963. Geboorteplaats: Provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer AA3829182. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5420124679187. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.3.2015.
Overige informatie: Eigenaar van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala, die financiële diensten verleent aan de Taliban in de regio. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5858164
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Hadji Abdul Basir (Basir) is eigenaar en exploitant van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala. Basir was bevoegd om geld te verstrekken aan de Taliban, en heeft in de voorbije jaren via zijn Hawala duizenden dollars verstrekt aan Taliban-leden in de regio. Basir heeft via zijn Hawala activiteiten van de Taliban gefinancierd, geld overgemaakt aan de Taliban-ouderen en het reizen van Taliban-informanten vergemakkelijkt.
Sinds 2012 werd Basir beschouwd als de voornaamste geldwisselaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders. In 2010 vroeg Basir ook in Japan, de Verenigde Arabische Emiraten en Singapore wonende Pakistaanse en Afghaanse expats om donaties voor de Taliban.
135. Torek Agha (alias: (a) Sayed Mohammed Hashan, (b) Torak Agha, (c) Toriq Agha, (d) Toriq Agha Sayed).
Titel: Hadji. Adres: Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: (a) 1960 (b) 1962 (c) rond 1965. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans, 5430312277059 (frauduleus verkregen en ingetrokken door de regering van Pakistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.11.2015.
Overige informatie: Belangrijke commandant van de Militaire Raad van de Taliban, betrokken bij fondsenwerving van donoren in de Golfregio. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5905294
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Als hooggeplaatste Talibanleider diende Torek Agha (Torek) eind 2014iend in de Talibans' „Quetta shura”, een regionaal orgaan dat leiding geeft aan de activiteiten van de Taliban in het zuiden en het westen van Afghanistan, en speelde hij een rol gespeeld bij de fondsenwerving van donoren in de Golfregio.
Eind 2014 was Torek lid van een groep die verantwoordelijk is voor de leiding van de strategische plannings- en logistieke operaties van de Taliban, was hij een belangrijke commandant en belangrijk lid van de militaire raad van de Taliban en machtigde en faciliteerde hij militaire operaties van de Taliban. De militaire raad van de Taliban is een van de drie bevelsniveaus van de Taliban en is verantwoordelijk voor het toezicht op de Taliban-activiteiten de goedkeuring van de benoemingen van militair Taliban-leiderschap.
In de loop der jaren was Torek betrokken bij de goedkeuring van de moord op talrijke Afghaanse overheidsfunctionarissen en stamoudsten. Bovendien was hij reeds in 2012 een van de vier hoge Taliban-commandanten die toestemming gaven voor het gebruik van een niet-geïdentificeerd chemisch poeder voor de moord op hoge Afghaanse regeringsfunctionarissen.
Na medio 2011 door een hooggeplaatste leider van de Taliban de opdracht te hebben gekregen tijdens de ramadan naar Saudi-Arabië te gaan om externe financiering te regelen, hebben Torek en verscheidene andere leden van de „Quetta shura” van de Taliban mullahs geselecteerd die naar Saudi-Arabië en andere Arabische landen moesten gaan om financiële giften namens de Taliban te innen van Afghaanse zakenlieden en smokkelaars. Begin 2012 ontving Torek een donatie van een niet-geïdentificeerde Arabische donor met instructies om het geld door te geven aan de provinciale Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Uruzgan, Afghanistan, voor moordoperaties.
Torek inde in 2010 circa 4 miljoen dollar van donoren in de Golfregio voor de Taliban, en gaf het grootste deel ervan aan een andere hooggeplaatste leider en inner van financiën voor de Taliban, Gul Agha Ishakzai (Gul Agha). De bedragen en de bronnen van de talrijke overdrachten van Taliban-fondsenwervingen door Torek aan Gul Agha waren als volgt: $1 miljoen van geassocieerde personen in Saoedi-Arabië; $2 miljoen van donoren in Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Saudi-Arabië; en 600 000 dollar van diverse Arabische donoren, verkregen tijdens een fondsenwerving in Qatar.
Eind 2009 had Torek 2 miljoen dollar van niet-geïdentificeerde donoren in Qatar en Saudi-Arabië in zijn bezit die bestemd waren voor de „Quetta shura-”penningmeester van de Taliban. De aanzienlijke donaties die Torek voor de Quetta shura van de Taliban had ingezameld tijdens de ramadan bevonden zich in niet-geïdentificeerde Pakistaanse banken en werden beheerd door de hoofdpenningmeester van de Taliban.
Medio 2006 wees Torek Taliban-strijders toe aan verschillende operationele commandanten van de Taliban. Hij was een van de belangrijkste contacten tussen de Taliban-leiders en groepen Arabische strijders die aankomen in Pakistan en Afghanistan om te vechten tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF).
B. Entiteiten en andere groepen en ondernemingen die banden hebben met de Taliban
1. Haji Khairullah Haji Sattar money exchange (alias a) Haji Khairullah-Haji Sattar Sarafi b) Haji Khairullah and Abdul Sattar and Company c) Haji Khairullah Money Exchange d) Haji Khair Ullah Money Service e) Haji Salam Hawala f) Haji Hakim Hawala g) Haji Alim Hawala h) Sarafi-yi Haji Khairullah Haji Satar Haji Esmatullah).
Adres: a) (kantoor 1: i) Chohar Mir Road, Kandahari Bazaar, Quetta City, provincie Baluchistan, Pakistan; ii) Room number 1, Abdul Sattar Plaza, Hafiz Saleem Street, Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Shop number 3, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Office number 3, Near Fatima Jinnah Road, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Kachara Road, Nasrullah Khan Chowk, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Wazir Mohammad Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan;) b) (Branch Office 2: Peshawar, provincie Khyber Paktunkhwa, Pakistan c) (Branch Office 3: Moishah Chowk Road, Lahore, provincie Punjab, Pakistan) d) (kantoor 4: Karachi, provincie Sindh, Pakistan;) e) (Branch Office 5: i) Larran Road number 2, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan ii) Chaman Central Bazaar, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan) f) (Branch Office 6: Shop number 237, Shah Zada Market (alias Sarai Shahzada), gebied Puli Khisti, Politiedistrict 1, Kabul, Afghanistan, telefoon: +93-202-103386, +93-202-101714, 0202-104748; mobiele telefoon: +93-797-059059, +93-702-222222, e-mail: helmand_exchange_msp@yahoo.com) g) (Branch Office 7: i) Shops number 21 and 22, 2nd Floor, Kandahar City Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) New Sarafi Market, 2nd Floor, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan iii) Safi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan), h) (Branch Office 8: Gereshk City, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan i) (BranchOffice 9: i) Lashkar Gah Bazaar, Lashkar Gah, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan ii) Haji Ghulam Nabi Market, 2nd Floor, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan) j) (Branch Office 10: i) Suite numbers 196-197, 3rd Floor, Khorasan Market, Herat City, Herat Province, Afghanistan ii) Khorasan Market, Shahre Naw, District 5, Herat City, Herat Province, Afghanistan) k) (Branch Office 11: i) Sarafi Market, Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan ii) Ansari Market, 2nd Floor, Nimroz Province, Afghanistan) l) (Branch Office 12: Sarafi Market, Wesh, Spin district Boldak, Afghanistan) m) (Branch Office 13: Sarafi Market, Farah, Afghanistan) n) (Branch Office 14: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten o) (Branch Office 15: Zahedan, Iran) p) (Branch Office 16: Zabul, Iran). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.
Overige informatie: belastingnummer Pakistan: 1774308; belastingnummer Pakistan: 0980338; belastingnummer Pakistan: 3187777; vergunningnummer voor Afghan Money Service Provider: 044. Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange werd in 2011 door de leiding van de Taliban gebruikt om geld aan Taliban-commandanten over te maken voor de financiering van strijders en operaties in Afghanistan.
Heeft banden met Abdul Sattar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. INTERPOL- UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5235593
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS) is het gezamenlijk eigendom van Abdul Satar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. Satar en Khairullah hebben samen wisselkantoren beheerd in Afghanistan, Pakistan, Dubai en de Verenigde Arabische Emiraten. De Taliban-leiders hebben HKHS gebruikt om geld door te sluizen naar schaduwgouverneurs en commandanten van de Taliban, en om hawala-transfers voor de Taliban te ontvangen. Vanaf 2011 sluisde de Taliban-top via HKHS geld door naar de commandanten van de Taliban in Afghanistan. Eind 2011 werd de HKHS-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan, gebruikt om geld door te sluizen naar de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. Medio 2011 gebruikte een commandant van de Taliban een HKHS-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan om strijders en operaties in Afghanistan te financieren. Nadat de Taliban maandelijks grote sommen contant geld bij deze HKHS-afdeling had ondergebracht, konden commandanten van de Taliban via elke HKHS-afdeling toegang krijgen tot het geld. Personeelsleden van de Taliban gebruikten HKHS in 2010 om geld door te sluizen naar hawala's in Afghanistan, waar de operationele commandanten toegang konden krijgen tot het geld. Eind 2009 zag de directeur van de HKHS-afdeling in Lashkar Gah toe op het verkeer van geld van de Taliban via HKHS.
2. Rotshaan money exchange (alias (a) Rotshaan Sarafi (b) Rotshaan Trading Company (c) Rushaan Trading Company (d) Rotshaan Shirkat (e) Maulawi Ahmed Shah Hawala (f) Mullah Ahmed Shah Hawala (g) Haji Ahmad Shah Hawala (h) Ahmad Shah Hawala).
Adres: a) (Branch Office 1: i) Shop number 1584, Furqan (variant Fahr Khan) Center, Chalhor Mal Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan ii) Flat number 4, Furqan Center, Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Office number 4, 2nd Floor, Muslim Plaza Building, Doctor Banu Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Cholmon Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Shop number 1, 1st Floor, Kadari Place, Abdul Samad Khan Street (next to Fatima Jena Road), Quetta, Baluchistan Province, Pakistan) b) (Branch Office 2: i) Safar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan ii) Main Bazaar, Safar, Helmand Province, Afghanistan) c) (Branch Office 3: i) Haji Ghulam Nabi Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan ii) Money Exchange Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan iii) Lashkar Gah Bazaar, Helmand Province, Afghanistan) d) (Branch Office 4: Hazar Joft, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan) e) (Branch Office 5: Ismat Bazaar, Marjah District, Helmand Province, Afghanistan) f) (Branch Office 6: Zaranj, Nimruz Province, Afghanistan) g) (Branch Office 7: i) Suite number 8, 4th Floor, Sarafi Market, District number 1, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) Shop number 25, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar District, Kandahar Province, Afghanistan) h) (Branch Office 8: Lakri City, Helmand Province, Afghanistan) i) (Branch Office 9: Gerd-e-Jangal, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) j) (Branch Office 10: Chaghi, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) k) (Branch Office 11: Aziz Market, in front of Azizi Bank, Waish Border, Spin Boldak District, Kandahar Province, Afghanistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.
Overige informatie: Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om de militaire operaties van de Taliban en de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. Eigendom van Ahmed Shah Noorzai Obaidullah. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282182
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Rotshaan Money Exchange (RMX) bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. RMX was een van de eerste „hawalas” (informele diensten voor overmaking van geld) die in 2011 door Taliban-ambtenaren werden gebruikt in de provincie Helmand. In 2011 nam een hooggeplaatst Taliban-lid in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op ten behoeve van schaduwgouverneurs van de Taliban in de provincie. Ter financiering van het lenteoffensief van de Taliban in 2011 bracht de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand duizenden dollars onder bij RMX. Tevens heeft een Taliban-lid in 2011 tienduizenden dollars van RMX ontvangen als steun voor militaire operaties. Een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan had tevens tienduizenden dollars in bewaring die zouden worden opgenomen door een commandant van de Taliban. In 2010 gebruikte een Taliban-lid, namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand, RMX om duizenden dollars naar de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan te sturen. De RMX-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, is door de Taliban gebruikt om geld voor plaatselijke operaties door te sluizen. In 2011 droeg een ondercommandant van de Taliban via de RMX-afdeling in Lashkar Gah tienduizenden dollars over aan een commandant van de Taliban. De Taliban sluisden in 2010 ook geld via de RMX-afdeling in Lashkar Gah door aan commandanten van de Taliban. Evenzo gebruikte een Taliban-lid in 2010 RMXom tienduizenden dollars naar de provincie Helmand en de provincie Herat, Afghanistan, te sturen namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. In 2009 nam een hooggeplaatste Taliban-vertegenwoordiger in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op om militaire operaties van de Taliban in Afghanistan te financieren.
Het naar de RMX gestuurde geld was afkomstig uit Iran. In 2008 gebruikte een Taliban-leider RMX om tienduizenden dollars van Pakistan naar Afghanistan door te sluizen. De Taliban maken ook gebruik van RMX om hun rol in de drugshandel in Afghanistan te faciliteren. In 2011 sluisden Taliban-functionarissen, waaronder de schaduwgouverneur in de provincie Helmand, honderdduizenden dollars vanuit een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan door naar „hawalas” in Afghanistan voor de aankoop van drugs namens Taliban-functionarissen. Tevens gaf een Taliban-functionaris in 2011 Taliban-commandanten in de provincie Helmand opdracht de opbrengsten van opium via RMX over te dragen. Een Taliban-districtshoofd maakte duizenden dollars vanuit Marjah, provincie Helmand, Afghanistan, over naar een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan.
3. Haqqani-netwerk (alias HQN).
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.
Overige informatie: netwerk van Taliban-strijders in de grensstreek tussen de provincie Khost, Afghanistan en Noord-Waziristan, Pakistan. Opgericht door Jalaluddin Haqqani en thans geleid door zijn zoon Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Andere personen die tot het netwerk behoren: Nasiruddin Haqqani, Sangeen Zadran Sher Mohammad, Abdul Aziz Abbasin, Fazl Rabi, Ahmed Jan Wazir, Bakht Gul, Abdul Rauf Zakir. Verantwoordelijk voor zelfmoordaanslagen, gerichte moorden en ontvoeringen in Kabul en andere Afghaanse provincies. Verbonden met Al Qaida, de Islamitische Beweging van Oezbekistan, Tehrik-e Taliban Pakistan, Lashkar I Jhangvi en Jaish-I-Mohammed. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282012
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het Haqqani-netwerk heeft zijn wortels in het Afghaanse conflict van het einde van de jaren '70. In het midden van de jaren 80 knoopte Jalaluddin Haqqani, de oprichter van het Haqqani-netwerk, betrekkingen aan met de leider van Al-Qa'ida, wijlen Osama bin Laden. Jalaluddin trad in 1995 toe tot de Taliban-beweging, maar behield zijn eigen machtsbasis langs de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Jalaluddins zoon, Sirajuddin Haqqani, de controle over het netwerk over en sindsdien heeft hij van de groep een van de toonaangevende rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.
Het Haqqani-netwerk is verantwoordelijk voor een groot aantal van de meest geruchtmakende aanslagen in Afghanistan. In januari 2008 bestormden leden van het Haqqani-netwerk Hotel Serena in Kabul, wat resulteerde in acht doden. In januari 2010 zat het Haqqani-netwerk achter een gecoördineerde aanval op de belangrijkste regeringsgebouwen in Kabul, waarbij vijf mensen werden gedood en 70 gewond. In juni 2011 was het netwerk verantwoordelijk voor de aanslag op Hotel Intercontinental in Kabul, waarbij 11 Afghaanse burgers en twee Afghaanse politiemannen werden gedood. Het Haqqani-netwerk was verantwoordelijk voor de aanslag van september 2011 tegen de ambassade van de Verenigde Staten en het hoofdkwartier in Kabul van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). Zestien Afghanen werden gedood zijn tijdens de aanval die 19 uur duurde, onder wie ten minste zes kinderen. De groep zat ook achter de gecoördineerde aanvallen op 15 april 2012 in Kabul en drie andere Afghaanse steden, die 18 uur heeft geduurd en ten minste 11 Afghaanse veiligheidsfunctionarissen en vier burgers het leven hebben gekost.
Het Haqqani Netwerk was ook betrokken bij een aantal ontvoeringen en heeft samengewerkt met de Taliban en andere militante organisaties in Afghanistan.
4. Rahat Ltd. (alias a) Rahat Trading Company; b) Haji Muhammad Qasim Sarafi; c) New Chagai Trading; d) Musa Kalim Hawala).
Adres: (a) Branch Office 1: Room number 33, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan, (b) Branch Office 2: Shop number 4, Azizi Bank, Haji Muhammad Isa Market, Wesh, Spin Boldak, Kandahar Province, Afghanistan, (c) Branch Office 3: Safaar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan, (d) Branch Office 4: Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan, (e) Branch Office 5: Gereshk District, Helmand Province, Afghanistan, (f) Branch Office 6: Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan, (g) Branch Office 7: i) Dr. Barno Road, Quetta, Pakistan, ii) Haji Mohammed Plaza, Tol Aram Road, bij Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Pakistan, iii) Kandahari Bazaar, Quetta, Pakistan, (h) Branch Office 8: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; i) Branch Office 9: Chaghi Bazaar, Chaghi, provincie Baluchistan, Pakistan; j) Branch Office 10: Zahedan, provincie Zabol, Iran Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.
Overige informatie: Rahat Ltd. werd door de leiding van de Taliban gebruikt om geld van externe donoren en drugshandel over te maken voor de financiering van activiteiten van de Taliban in 2011 en 2012. Eigendom van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim. Heeft ook banden met Mohammad Naim Barich Khudaidad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282195
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Rahat Ltd. is een hawala-netwerk dat eigendom is van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim, met inbegrip van filialen in geheel Afghanistan, Pakistan en Iran, dat deelneemt in de financiering en facilitering van de opstand van de Taliban.
In 2011 en 2012 maakten hooggeplaatste Taliban-leden regelmatig gebruik van de verschillende filialen van Rahat Ltd. voor opslag en overdracht van middelen afkomstig van externe donoren en uit drugshandel.
Een en ander omvat specifiek de verstrekking van aanzienlijke middelen namens een schaduw-provinciegouverneur van de Taliban, witgewassen via Rahat Ltd. In 2011 en 2012 waren hooggeplaatste Taliban-leden bij verscheidene gelegenheden verantwoordelijk voor overdrachten en transacties, via Rahat Ltd., van honderdduizenden Amerikaanse dollars aan financiering uit de Golfregio en Iran, bedoeld voor de financiering van opstanden van de Taliban.
Hooggeplaatste Taliban-leden hadden persoonlijk contact met filiaalmanagers van Rahat Ltd., bezochten vestigingen van Rahat Ltd. en gebruikten Rahat Ltd. voor het ontvangen, opslaan en verzenden van middelen ter ondersteuning van opstandige operaties in Afghanistan. Onlangs vertsrekte de schaduw-provinciegouverneur van de Taliban van de provincie Helmand, Afghanistan, Mohammad Naim Barich (alias Moellah Naim Barich), via Rahat Ltd. middelen aan ondergeschikte bevelhebbers voor het plannen en uitvoeren van opstandige operaties in het zuiden van Afghanistan. Deze operaties zijn een rechtstreekse bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid van Afghanistan.
Rahat Ltd. verleent financiële diensten aan de Taliban gelieerde narcotica-netwerken in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan via zijn filiaalmanagers die rechtstreeks betrokken zijn bij drugshandel en nauwe banden hebben met hooggeplaatste personen binnen deze drugsnetwerken.
5. Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (alias: a) Haji Bashir and Zarjmil Hawala Company b) Haji Abdul Basir and Zar Jameel Hawala c) Haji Basir Hawala d) Haji Baseer Hawala e) Haji Abdul Basir Exchange Shop f) Haji Basir and Zarjamil Currency Exchange g) Haji Zar Jamil, Haji Abdul Baseer Money Changer. Datum van plaatsing op de VN-lijst:27.3.2015.
Adres: (a) Branch Office 1: Sanatan (variant Sanatin) Bazaar, Sanatan Bazaar Street, nabij Trench (variant Tranch) Road, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan b) Kantoor 2: Quetta, Pakistan. c) Kantoor 3: Lahore, Pakistan d) Kantoor 4: Peshawar, Pakistan e) Kantoor 5: Karachi, Pakistan f) Kantoor 6: Islamabad, Pakistan g) Kantoor 7: provincie Kandahar Afghanistan h) Kantoor 8: provincie Herat, Afghanistan i) Kantoor 9: provincie Helmand, Afghanistan j) Kantoor 10: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten (k) Kantoor 11: Iran.
Overige informatie: Financiëledienstverlener waarop hooggeplaatste Taliban-leiders een beroep doen om fondsen over te maken aan Taliban-commandanten in de regio. Eigendom van Abdul Basir Noorzai. InterpoL-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5858170
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala is op 27 maart 2015 overeenkomstig punt 2 van Resolutie 2160 (2014) op de VN-lijst geplaatst wegens deelneming aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of plegen van daden of uitvoeren van activiteiten door of in samenwerking met op de VN-lijst geplaatsten en andere met de Taliban verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, die een bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid in Afghanistan vormen, dan wel onder hun naam, te hunnen behoeve of te hunner ondersteuning, of wegens het anderszins steun verlenen aan de bedoelde daden en activiteiten.
Aanvullende informatie:
De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (Basir Zarjmil Hawala) in Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan, is eigendom van Abdul Basir Noorzai. Deze onderneming verstrekt geld aan de Taliban-leden in de regio. Hooggeplaatste Taliban-leiders in de regio geven er de voorkeur aan geld aan Taliban-commandanten over te maken via de Basir Zarjmil Hawala en de Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange.
In 2013 verstrekte de Basir Zarjmil Hawala duizenden dollars aan Taliban-commandanten in de regio, en hielp aldus Taliban-operaties financieren. In 2012 verrichtte de Basir Zarjmil Hawala voor duizenden dollars aan transacties voor wapens en andere operationele uitgaven voor de Taliban.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/71 |
VERORDENING (EU) 2017/405 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2017
tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen voor sulfoxaflor in of op bepaalde producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 5 juli 2013, 18 juli 2014 en 11 juli 2015 heeft de Commissie van de Codex Alimentarius (CAC) Codex-grenswaarden (CXL's) vastgesteld voor sulfoxaflor (2) (3) (4). |
|
(2) |
Voor die stof zijn maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (5) wordt, indien er internationale normen bestaan of op korte termijn tot stand zullen komen, hiermee bij de ontwikkeling en aanpassing van de levensmiddelenwetgeving rekening gehouden, tenzij die normen of de betrokken gedeelten ervan een ondoeltreffend of ongeschikt middel zouden zijn om de legitieme doelstellingen van de levensmiddelenwetgeving te verwezenlijken, er wetenschappelijke gronden zijn om deze buiten beschouwing te laten, of bedoelde normen tot een ander beschermingsniveau zouden leiden dan het niveau dat in de Unie passend wordt geacht. Overeenkomstig artikel 13, onder e), van die verordening zal de Unie bovendien de overeenstemming tussen internationale technische normen en levensmiddelenwetgeving bevorderen, waarbij zij erop toeziet dat aan het in de Unie vastgestelde hoge beschermingsniveau geen afbreuk wordt gedaan. |
|
(4) |
De Unie heeft bij het Codex-comité voor bestrijdingsmiddelenresiduen (CCPR) een voorbehoud gemaakt met betrekking tot de CXL's die zijn voorgesteld voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddelen en producten: sulfoxaflor (vruchtgroenten, andere dan Cucurbitaceae; bladgroenten). |
|
(5) |
Daarom moeten de CXL's voor sulfoxaflor die niet in overweging 4 worden vermeld, als MRL's worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 396/2005, behalve wanneer zij bij producten horen die niet zijn opgenomen in bijlage I bij die verordening of wanneer zij op een lager niveau zijn vastgesteld dan de huidige MRL's. Die CXL's zijn veilig voor de consumenten in de Unie (6). |
|
(6) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) http://www.codexalimentarius.org/download/report/799/REP13_PRe.pdf
Gezamenlijk FAO/WHO-voedselnormenprogramma, commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels II en III. Zesendertigste zitting. Rome, Italië, 1-5 juli 2013.
(3) http://www.codexalimentarius.org/download/report/917/REP14_PRe.pdf
Gezamenlijk FAO/WHO-voedselnormenprogramma, commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels II en III. Zevenendertigste zitting. Genève, Zwitserland, 14-18 juli 2014.
(4) ftp://ftp.fao.org/codex/reports/reports_2015/REP15_PRe.pdf
Gezamenlijk FAO/WHO-voedselnormenprogramma, commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels III en IV. Achtendertigste zitting. Genève, Zwitserland, 6-11 juli 2015.
(5) Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(6) Scientific support for preparing an EU position for the 45th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2013;11(7):3312 (210 blz.).
Scientific support for preparing an EU position for the 46th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2014;12(7):3737 (182 blz.).
Scientific support for preparing an EU position in the 47th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2015;13(7):4208 (178 blz.).
BIJLAGE
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:
|
1) |
In bijlage II wordt de volgende kolom voor sulfoxaflor toegevoegd: „Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
2) |
In deel A van bijlage III wordt de kolom voor sulfoxaflor geschrapt. |
(*1) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/83 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/406 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2017
tot goedkeuring van de werkzame stof met een laag risico zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 22, lid 1, in samenhang met artikel 13, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 2 december 2013 heeft Nederland overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van Valto BV een aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 ontvangen. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening heeft Nederland, als lidstaat-rapporteur, de aanvrager, de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 30 juni 2014 in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van de aanvraag. |
|
(2) |
Op 10 november 2015 heeft de lidstaat-rapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend bij de Commissie, met kopie aan de EFSA, waarin wordt beoordeeld of de werkzame stof naar verwachting aan de goedkeuringscriteria zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen. |
|
(3) |
De EFSA heeft zich aan artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 gehouden. Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft zij de aanvrager verzocht de lidstaten, de Commissie en de EFSA aanvullende informatie te verstrekken. De beoordeling van de aanvullende informatie door de lidstaat-rapporteur werd op 8 september 2016 bij de EFSA ingediend in de vorm van een bijgewerkt ontwerpbeoordelingsverslag. |
|
(4) |
Op 18 november 2016 heeft de EFSA aan de aanvrager, de lidstaten en de Commissie haar conclusie (2) meegedeeld over de vraag of de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 naar verwachting aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen. De EFSA heeft haar conclusie toegankelijk gemaakt voor het publiek. |
|
(5) |
Op 6 december 2016 heeft de Commissie het evaluatieverslag voor zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 en een ontwerpverordening tot goedkeuring van zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd. |
|
(6) |
De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen over het evaluatieverslag in te dienen. |
|
(7) |
Voor een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, en met name voor de gebruiksdoeleinden die zijn onderzocht en zijn opgenomen in het evaluatieverslag, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 worden goedgekeurd. |
|
(8) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. |
|
(9) |
De Commissie is voorts van oordeel dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 een werkzame stof met een laag risico is in de zin van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 is geen tot bezorgdheid aanleiding gevende stof en voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in bijlage II, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 is een van nature in planten voorkomende virusstam. Een plantenvirus vermeerdert zich niet buiten de plantencel en het virus heeft geen cellulaire structuur en produceert geen metabolieten. Het is niet pathogeen voor mens of dier. De extra blootstelling van mensen, dieren en het milieu door de krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde toepassingen is waarschijnlijk verwaarloosbaar in vergelijking met de blootstelling in natuurlijke omstandigheden. |
|
(10) |
Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 worden goedgekeurd als stof met een laag risico. Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Goedkeuring van de werkzame stof
De in bijlage I gespecificeerde werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2017. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance Mild Pepino mosaic virus isolate VX1. EFSA Journal 2017; 15(1):4650 [16 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2017.4650.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
BIJLAGE I
|
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
|
Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 Referentienummer DSM 26974 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ) |
Niet van toepassing |
Nicotine < 0,1 mg/l |
29 maart 2017 |
29 maart 2032 |
Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan. Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
Aan deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
|
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (*1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
|
„9 |
Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 Referentienummer DSM 26974 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ) |
Niet van toepassing |
Nicotine < 0,1 mg/l |
29 maart 2017 |
29 maart 2032 |
Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan. Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VX1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.”. |
(*1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/87 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/407 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2017
tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof iodosulfuron overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De goedkeuring van de werkzame stof iodosulfuron, zoals vermeld in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (2), vervalt op 31 oktober 2017. |
|
(2) |
Er is een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van iodosulfuron ingediend overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (3) en binnen de in dat artikel vermelde termijn. |
|
(3) |
De aanvrager heeft de overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 vereiste aanvullende dossiers ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag als volledig kan worden beschouwd. |
|
(4) |
De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit op 29 april 2015 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend. |
|
(5) |
De EFSA heeft het beoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek. |
|
(6) |
Op 6 april 2016 (4) heeft de EFSA de Commissie haar conclusie meegedeeld met betrekking tot de vraag of iodosulfuron (onderzochte variant: iodosulfuron-methyl-natrium) naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft het ontwerpverslag over de verlenging voor iodosulfuron op 11 juli 2016 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd. |
|
(7) |
Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 werd voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. |
|
(8) |
Het is derhalve passend om de goedkeuring van iodosulfuron te verlengen. |
|
(9) |
De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van iodosulfuron is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die iodosulfuron bevatten, mogen worden toegelaten. Het is dan ook passend de beperking voor gebruik als herbicide niet te handhaven. |
|
(10) |
Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, in samenhang met artikel 6 daarvan, en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden verzocht. |
|
(11) |
Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(12) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/950 van de Commissie (5) is de geldigheidsduur voor iodosulfuron verlengd tot en met 31 oktober 2017 opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring van die stof kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór die vervaldatum een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden vanaf 1 april 2017. |
|
(13) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof
De goedkeuring van de in bijlage I gespecificeerde werkzame stof iodosulfuron wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassingsdatum
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2017.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).
(4) EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2016. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance iodosulfuron-methyl-sodium (approved as iodosulfuron). EFSA Journal 2016;14(4):4453. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/950 van de Commissie van 15 juni 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen 2,4-DB, beta-cyfluthrin, carfentrazone-ethyl, Coniothyrium minitans stam CON/M/91-08 (DSM 9660), cyazofamide, deltamethrin, dimethenamid-P, ethofumesaat, fenamidone, flufenacet, flurtamone, foramsulfuron, fosthiazaat, imazamox, iodosulfuron, iprodion, isoxaflutool, linuron, maleïnehydrazide, mesotrione, oxasulfuron, pendimethalin, picoxystrobin, silthiofam en trifloxystrobin (PB L 159 van 16.6.2016, blz. 3).
BIJLAGE I
|
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
||||||||||
|
Iodosulfuron CAS-nr.: 185119-76-0 (moederstof) CAS-nr.: 144550-36-7 (iodosulfuron-methyl-natrium) CIPAC-nr.: 634 (moederstof) CIPAC-nr.: 634.501 (iodosulfuron-methyl-natrium) |
4-jood-2-[4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)carbamoylsulfamoyl]benzoëzuur (iodosulfuron) natrium ({[5-iodo-2-(methoxycarbonyl)fenyl]sulfonyl}carbamoyl)(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)azanide (iodosulfuron-methyl-natrium) |
≥ 910 g/kg (uitgedrukt als iodosulfuron-methyl-natrium) |
1 april 2017 |
31 maart 2032 |
Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over iodosulfuron, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. Bij deze algemene beoordeling besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan:
De gebruiksvoorwaarden omvatten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen. De aanvrager dient bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie in met betrekking tot:
De aanvrager dient de onder 1) verzochte informatie in tegen 1 oktober 2017 en de onder 2) verzochte informatie binnen twee jaar na de vaststelling van richtsnoeren voor de evaluatie van het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de in het oppervlaktewater en het grondwater aanwezige residuen. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:
|
1. |
In deel A wordt vermelding 66 over iodosulfuron geschrapt. |
|
2. |
In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
(*1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/91 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/408 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2017
tot goedkeuring van de werkzame stof met een laag risico zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 22, lid 1, in samenhang met artikel 13, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 2 december 2013 heeft Nederland overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van Valto BV een aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 ontvangen. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening heeft Nederland, als lidstaat-rapporteur, de aanvrager, de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 30 juni 2014 in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van de aanvraag. |
|
(2) |
Op 10 november 2015 heeft de lidstaat-rapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend bij de Commissie, met kopie aan de EFSA, waarin wordt beoordeeld of de werkzame stof naar verwachting aan de goedkeuringscriteria zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen. |
|
(3) |
De EFSA heeft zich aan artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 gehouden. Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft zij de aanvrager verzocht de lidstaten, de Commissie en de EFSA aanvullende informatie te verstrekken. De beoordeling van de aanvullende informatie door de lidstaat-rapporteur werd op 8 september 2016 bij de EFSA ingediend in de vorm van een bijgewerkt ontwerpbeoordelingsverslag. |
|
(4) |
Op 18 november 2016 heeft de EFSA aan de aanvrager, de lidstaten en de Commissie haar conclusie (2) meegedeeld over de vraag of de werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 naar verwachting aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal voldoen. De EFSA heeft haar conclusie toegankelijk gemaakt voor het publiek. |
|
(5) |
Op 6 december 2016 heeft de Commissie het evaluatieverslag voor zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 en een ontwerpverordening tot goedkeuring van zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd. |
|
(6) |
De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen over het evaluatieverslag in te dienen. |
|
(7) |
Voor één of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, en met name voor de gebruiksdoeleinden die zijn onderzocht en zijn opgenomen in het evaluatieverslag, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 worden goedgekeurd. |
|
(8) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. |
|
(9) |
De Commissie is voorts van oordeel dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 een werkzame stof met een laag risico is in de zin van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 is geen tot bezorgdheid aanleiding gevende stof en voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in bijlage II, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 is een van nature in planten voorkomende virusstam. Een plantenvirus vermeerdert zich niet buiten de plantencel en het virus heeft geen cellulaire structuur en produceert geen metabolieten. Het is niet pathogeen voor mens of dier. De extra blootstelling van mensen, dieren en het milieu door de krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde toepassingen is waarschijnlijk verwaarloosbaar in vergelijking met de blootstelling in natuurlijke omstandigheden. |
|
(10) |
Daarom moet zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 worden goedgekeurd als stof met een laag risico. Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Goedkeuring van de werkzame stof
De in bijlage I gespecificeerde werkzame stof zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2017. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance Mild Pepino mosaic virus isolate VC1. EFSA Journal 2017; 15(1):4651 [16 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2017.4651.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
BIJLAGE I
|
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
|
Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 Referentienummer DSM 26973 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ) |
Niet van toepassing |
Nicotine < 0,1 mg/l |
29 maart 2017 |
29 maart 2032 |
Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan. Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
Aan deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
|
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (*1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
|
„8 |
Zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 Referentienummer DSM 26973 in de Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen (DSMZ) |
Niet van toepassing |
Nicotine < 0,1 mg/l |
29 maart 2017 |
29 maart 2032 |
Enkel het gebruik in kassen mag worden toegestaan. Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers, waarbij zij er rekening mee moeten houden dat zwak pepinomozaïekvirusisolaat VC1 net als alle andere micro-organismen als een mogelijke sensibilisator moet worden beschouwd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. De producent moet een strikte handhaving van de omgevingsomstandigheden en een analyse van de kwaliteitscontrole tijdens het productieproces waarborgen.” |
(*1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/95 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/409 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2017
tot goedkeuring van de basisstof waterstofperoxide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 23, lid 5, in samenhang met artikel 13, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 9 december 2015 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Institut Technique de l'Agriculture Biologique (ITAB) een goedkeuringsaanvraag ontvangen voor waterstofperoxide als basisstof. De aanvraag ging vergezeld van de in artikel 23, lid 3, tweede alinea, voorgeschreven informatie. |
|
(2) |
De Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) gevraagd wetenschappelijke bijstand te verlenen. Op 13 september 2016 heeft de EFSA een technisch verslag over de betrokken stof bij de Commissie ingediend (2). De Commissie heeft op 6 december 2016 het evaluatieverslag (3) en het ontwerp van deze verordening aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd en een definitieve versie hiervan opgesteld voor de bijeenkomst van dit comité op 24 januari 2017. |
|
(3) |
Uit de door de aanvrager verstrekte documentatie blijkt dat waterstofperoxide bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1730 (4) is goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden voor menselijke hygiëne. De stof wordt niet voornamelijk voor gewasbeschermingsdoeleinden gebruikt, maar is niettemin nuttig op het gebied van gewasbescherming in een product dat bestaat uit de stof en water. Daarom moet de stof als basisstof worden beschouwd. |
|
(4) |
Uit de verrichte onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat waterstofperoxide in het algemeen zal voldoen aan de voorschriften van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, met name voor de toepassingen die zijn onderzocht en in het evaluatieverslag van de Commissie zijn opgenomen. Daarom moet waterstofperoxide worden goedgekeurd als basisstof. |
|
(5) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten aan de goedkeuring echter bepaalde voorwaarden worden verbonden, die zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening. |
|
(6) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (5) dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Goedkeuring van een basisstof
De stof waterstofperoxide, als gespecificeerd in bijlage I, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden goedgekeurd als basisstof.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, 2016; Resultaat van het overleg met de lidstaten en de EFSA over de aanvraag tot goedkeuring als basisstof van de stof waterstofperoxide voor gebruik als gewasbeschermingsmiddel (fungicide en bactericide) bij zaadbehandeling en voor de ontsmetting van snijgereedschap. EFSA supporting publication 2016:EN-1091. 39 blz.
(3) http://ec.europa.eu/food/plant/pesticides/eu-pesticides-database/public/?event=activesubstance.selection&language=EN
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1730 van de Commissie van 28 september 2015 tot goedkeuring van waterstofperoxide als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden voor de productsoorten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 (PB L 252 van 29.9.2015, blz. 27).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
BIJLAGE I
|
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Specifieke bepalingen |
|
Waterstofperoxide CAS-nr.: 7722-84-1 |
Waterstofperoxide |
Oplossing in water (< 5 %). Het waterstofperoxide dat voor de productie van de oplossing wordt gebruikt, moet een zuiverheid hebben die overeenstemt met de FAO/JECFA-specificaties. |
29 maart 2017 |
Waterstofperoxide mag worden gebruikt overeenkomstig de specifieke voorwaarden in de conclusies van het evaluatieverslag over waterstofperoxide (SANTE/11900/2016), met name de aanhangsels I en II. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit, de specificatie en de wijze van gebruik van de basisstof.
BIJLAGE II
Aan deel C van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
Nummer |
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (*1) |
Datum van goedkeuring |
Specifieke bepalingen |
|
„15 |
Waterstofperoxide CAS-nr.: 7722-84-1 |
Waterstofperoxide |
Oplossing in water (< 5 %). Het waterstofperoxide dat voor de productie van de oplossing wordt gebruikt, moet een zuiverheid hebben die overeenstemt met de FAO/JECFA-specificaties. |
29 maart 2017 |
Waterstofperoxide mag worden gebruikt overeenkomstig de specifieke voorwaarden in de conclusies van het evaluatieverslag over waterstofperoxide (SANTE/11900/2016), met name de aanhangsels I en II.” |
(*1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit, de specificatie en de wijze van gebruik van de basisstof.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/98 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/410 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2017
tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 184/2007 en (EU) nr. 104/2010 wat betreft de naam van de vergunninghouder voor kaliumdiformiaat
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 13, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
BASF SE heeft in overeenstemming met artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 een aanvraag ingediend tot wijziging van de naam van de vergunninghouder in de Verordeningen (EG) nr. 184/2007 (2) en (EU) nr. 104/2010 (3) van de Commissie. |
|
(2) |
De aanvrager voert aan dat ADDCON de rechten voor het in de handel brengen van het toevoegingsmiddel voor diervoeding kaliumdiformiaat met ingang van 15 november 2016 van BASF heeft overgenomen. De aanvrager heeft de nodige gegevens ingediend ter onderbouwing van de aanvraag. |
|
(3) |
De voorgestelde wijziging van de vergunninghouder is louter administratief en maakt geen nieuwe beoordeling van de desbetreffende toevoegingsmiddelen noodzakelijk. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid is in kennis gesteld van de aanvraag. |
|
(4) |
Om ADDCON in staat te stellen gebruik te maken van zijn rechten, is het nodig dat de desbetreffende vergunningsvoorwaarden worden gewijzigd. |
|
(5) |
De Verordeningen (EG) nr. 184/2007 en (EU) nr. 104/2010 moeten dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(6) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de bij deze verordening vastgestelde wijzigingen vereisen, mogen de bestaande voorraden tijdens een overgangsperiode worden opgebruikt. |
|
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2007
In kolom 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 184/2007 wordt de naam van de vergunninghouder, „BASF SE”, vervangen door „ADDCON”.
Artikel 2
Wijziging van Verordening (EU) nr. 104/2010
In kolom 2 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 104/2010 wordt de naam van de vergunninghouder, „BASF SE”, vervangen door „ADDCON”.
Artikel 3
Overgangsmaatregelen
Bestaande voorraden van het toevoegingsmiddel en van de voormengsels en mengvoeders die het toevoegingsmiddel bevatten die voldoen aan de bepalingen die golden vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, mogen verder in de handel worden gebracht en opgebruikt.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Verordening (EG) nr. 184/2007 van de Commissie van 20 februari 2007 tot verlening van een vergunning voor kaliumdiformiaat (Formi LHS) als toevoegingsmiddel voor diervoeding (PB L 63 van 1.3.2007, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 104/2010 van de Commissie van 5 februari 2010 tot verlening van een vergunning voor het gebruik van kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor zeugen (vergunninghouder BASF SE) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1200/2005 (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 4).
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/100 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/411 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2017
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
|
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2017.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
|
(EUR/100 kg) |
||
|
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
|
0702 00 00 |
EG |
235,2 |
|
IL |
243,7 |
|
|
MA |
84,0 |
|
|
TR |
115,7 |
|
|
ZZ |
169,7 |
|
|
0707 00 05 |
MA |
80,2 |
|
TR |
184,6 |
|
|
ZZ |
132,4 |
|
|
0709 91 00 |
EG |
97,7 |
|
ZZ |
97,7 |
|
|
0709 93 10 |
MA |
50,0 |
|
TR |
155,2 |
|
|
ZZ |
102,6 |
|
|
0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28 |
EG |
45,3 |
|
IL |
68,7 |
|
|
MA |
47,0 |
|
|
TN |
48,2 |
|
|
TR |
72,6 |
|
|
ZZ |
56,4 |
|
|
0805 50 10 |
EG |
74,7 |
|
TR |
71,3 |
|
|
ZZ |
73,0 |
|
|
0808 10 80 |
CL |
90,0 |
|
CN |
135,3 |
|
|
US |
128,5 |
|
|
ZA |
86,6 |
|
|
ZZ |
110,1 |
|
|
0808 30 90 |
AR |
124,1 |
|
CL |
151,2 |
|
|
CN |
77,6 |
|
|
ZA |
121,1 |
|
|
ZZ |
118,5 |
|
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/102 |
BESLUIT (GBVB) 2017/412 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 29,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 23 december 2013 Besluit 2013/798/GBVB (1) vastgesteld. |
|
(2) |
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 27 januari 2017 Resolutie 2339 (2017) („VNVR-Resolutie 2339 (2017)”) aangenomen. |
|
(3) |
VNVR-Resolutie 2339 (2017) voorziet in bepaalde wijzigingen in de ontheffingen van het wapenembargo en in de aanwijzingscriteria inzake personen en entiteiten waarvoor sancties gelden. |
|
(4) |
Voor de tenuitvoerlegging van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig. |
|
(5) |
Besluit 2013/798/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2013/798/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 2 wordt vervangen door: „Artikel 2 Artikel 1 is niet van toepassing op:
|
|
2) |
In Artikel 2 bis, wordt lid 1 vervangen door: „1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het binnenkomen van of doorreizen over hun grondgebied te voorkomen van de personen aangewezen door het comité als zijnde personen die:
als genoemd in de bijlage bij dit besluit.”. |
|
3) |
Artikel 2 ter wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
(1) Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51).
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/105 |
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/413 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van Besluit 2014/450/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Sudan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,
Gezien Besluit 2014/450/GBVB van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Sudan en tot intrekking van Besluit 2011/423/GBVB (1), en met name artikel 6,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 10 juli 2014 Besluit 2014/450/GBVB vastgesteld. |
|
(2) |
Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is opgericht overeenkomstig Resolutie 1591 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 12 januari 2017 de informatie bijgewerkt met betrekking tot vier personen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen. |
|
(3) |
De bijlage bij Besluit 2014/450/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Besluit 2014/450/GBVB wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:
„1. ELHASSAN, Gaffar Mohammed
Alias: Gaffar Mohmed Elhassan.
Functie: generaal-majoor en bevelhebber van de Sudanese strijdkrachten (Sudanese Armed Forces — SAF) voor de westelijke militaire regio.
Nationaal identiteitsnummer: identiteitskaart voormalig militair 4302.
Geboortedatum: 24 juni 1952.
Adres: El Waha, Omdurman, Sudan.
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.
Overige informatie: Gepensioneerd militair van het Sudanese leger. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5282254
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het panel van deskundigen meldt dat generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan tegenover hen heeft verklaard dat hij het rechtstreekse operationele bevel (primair tactisch bevel) voerde over alle onderdelen van het SAF in Darfur toen hij de militaire leiding had in de westelijke militaire regio. Elhassan bekleedde die functie van bevelhebber van de westelijke militaire regio van circa november 2004 tot begin 2006. Volgens de informatie van het panel was Elhassan verantwoordelijk voor schendingen van punt 7 van UNSCR 1591 toen hij uit hoofde van zijn functie (vanuit Khartoum) verzocht om, en toestemming gaf (vanaf 29 maart 2005) voor, de overbrenging van militaire uitrusting naar Darfur zonder dat het Sanctiecomité dat vooraf had goedgekeurd. Elhassan gaf zelf tegenover het panel toe dat tussen 29 maart 2005 en december 2005 vliegtuigen, vliegtuigmotoren en andere militaire uitrusting vanuit andere delen van Sudan Darfur zijn binnengebracht. Hij verklaarde bijvoorbeeld dat tussen 18 en 21 september 2005 2 Mi-24 aanvalshelikopters zonder toestemming Darfur zijn binnengebracht. Ook zijn er gerede gronden om aan te nemen dat Elhassan als bevelhebber van de westelijke militaire regio rechtstreeks verantwoordelijk was voor het toestaan van offensieve militaire vluchten op 23-24 juli 2005 in het gebied rond Abu Hamra en op 19 november 2005 in de streek van Jebel Moon in westelijk Darfur. Bij beide operaties waren Mi-24 aanvalshelikopters betrokken, die naar verluidt bij beide gelegenheden het vuur hebben geopend. Volgens het verslag van het deskundigenpanel heeft Elhassan tegenover het panel te kennen gegeven dat hijzelf in zijn hoedanigheid van bevelhebber van de westelijke militaire regio goedkeuring had verleend voor luchtsteun en andere luchtoperaties. (Zie verslag van het deskundigenpanel, S/2006/65, punten 266-269.) Daarmee heeft generaal-majoor Gaffar Mohammed Elhassan relevante bepalingen van UNSCR 1591 geschonden en voldoet hij aan de criteria voor de oplegging van sancties door het Comité.
2. ALNSIEM, Musa Hilal Abdalla
Alias: a) (Sheikh) Musa Hilal; b) Abd Allah; c) Abdallah; d) AlNasim; e) Al Nasim; f) AlNaseem; g) Al Naseem; h) AlNasseem; i) Al Nasseem.
Functie: a) lid van de nationale vergadering van Sudan; b) in 2008 door de president van Sudan benoemd tot speciaal adviseur bij het ministerie van Federale Zaken; c) opperhoofd van de Jalul-stam in Noord-Darfur.
Geboortedatum: a) 1 januari 1964; b) 1959.
Geboorteplaats: Kutum.
Adres: a) Kabkabiya, Sudan; b) Kutum, Sudan (verblijft in Kabkabiya en de stad Kutum, Noord-Darfur, en heeft verbleven in Khartoum).
Paspoort: diplomatiek paspoort D014433, afgegeven op 21 februari 2013 (verstrijkt op 21 februari 2015).
Identificatie: nationaliteitsbewijs A0680623.
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.
Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795065
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Human Rights Watch beschikt volgens zijn rapport over een memorandum d.d. 13 februari 2004 van een plaatselijk overheidskantoor in Noord-Darfur waarin „veiligheidseenheden ter plaatse” worden gelast „de mujahedin en de vrijwilligers onder bevel van Sheikh Musa Hilal toe te staan in de regio's van [Noord-Darfur] hun activiteiten te ontplooien en te voorzien in hun vitale behoeften”. Op 28 september 2005 vielen 400 Arabische militieleden de dorpen Aro Sharrow (waaronder het IDP-kamp), Acho en Gozmena in West-Darfur aan. Waarschijnlijk was Musa Hilal tevens aanwezig bij de aanval op het IDP-kamp van Aro Sharrow: omdat zijn zoon was gedood bij de aanval van het SLA op Shareia, had hij nog een persoonlijke rekening te vereffenen. Er zijn gerede gronden om aan te nemen dat hij als opperhoofd rechtstreeks verantwoordelijk was voor deze acties en dat hij tevens verantwoordelijk is voor schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten en voor andere gruweldaden.
3. SHARIF, Adam Yacub
Alias: a) Adam Yacub Shant; b) Adam Yacoub.
Functie: bevelhebber bij het Sudanese Bevrijdingsleger (Sudanese Liberation Army — SLA).
Geboortedatum: ca. 1976.
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.
Overige informatie: zou overleden zijn op 7 juni 2012. Link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5283783
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
SLA-soldaten onder het bevel van Adam Yacub Shant schonden het staakt-het-vuren door op 23 juli 2005 een militair contingent van de Sudanese regering aan te vallen dat een konvooi vrachtwagens in de buurt van Abu Hamra in noordelijk Darfur begeleidde, en daarbij drie soldaten te doden. Na de aanval werden wapens en munitie van het regeringsleger buitgemaakt. Het deskundigenpanel heeft informatie die bevestigt dat de aanval door SLA-soldaten heeft plaatsgevonden en duidelijk georganiseerd en dus goed gepland was. Redelijkerwijs kan daarom worden aangenomen, zoals het panel deed, dat Shant als de vaste SLA-bevelhebber in de regio kennis moet hebben gehad van de aanval en die goedgekeurd of gelast heeft. Hij draagt derhalve rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de aanval en voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst.
4. MAYU, Jibril Abdulkarim Ibrahim
Alias: generaal Gibril Abdul Kareem Barey; „Tek”; Gabril Abdul Kareem Badri.
Functie: commandant bij de Nationale Beweging voor Hervorming en Ontwikkeling (National Movement for Reform and Development — NMRD).
Geboortedatum: 1 januari 1967.
Geboorteplaats: Nijldistrict, El-Fasher, El-Fasher, Noord-Darfur.
Nationaliteit: Sudanees van geboorte.
Adres: Tine, Sudan (verblijft in Tine, aan de Sudanese kant van de grens met Tsjaad).
Nationaal identificatienummer: a) 192-3238459-9; b) nationaliteitsbewijs verkregen door geboorte 302581.
Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006.
Overige informatie: link naar speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5795071
Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mayu is verantwoordelijk voor de ontvoering, in oktober 2005, van personeelsleden van de missie van de Afrikaanse Unie in Sudan (African Union Mission in Sudan — AMIS). Mayu tracht openlijk de AMIS-missie door intimidatie te dwarsbomen; hij dreigde bijvoorbeeld in november 2005 helikopters van de Afrikaanse Unie (AU) in de streek van Jebel Moon uit de lucht te schieten. Met dergelijke acties heeft Mayu onmiskenbaar UNSCR 1591 geschonden door een bedreiging voor de stabiliteit in Darfur te vormen, en voldoet hij aan de criteria voor oplegging van sancties door het Comité.”.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/109 |
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/414 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,
Gezien Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB (1), en met name artikel 9,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 7 mei 2015 Besluit (GBVB) 2015/740 vastgesteld. |
|
(2) |
Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2206 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 12 januari 2017 de gegevens met betrekking tot zes personen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, geactualiseerd. |
|
(3) |
Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen worden vervangen door de volgende vermeldingen:
„A. PERSONEN
1. Gabriel JOK RIAK (alias: a) Gabriel Jok b) Jok Riak c) Jock Riak)
Titel: Luitenant-generaal
Hoedanigheid: Commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA)
Geboortedatum: 1966
Geboorteplaats: Bor, Sudan/Zuid-Sudan
Nationaliteit: Zuid-Sudan
Adres: a) deelstaat Unity, Zuid-Sudan b) Wau, deelstaat Western Bahr El Ghazal, Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, die hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. In zijn positie als commandant van sector Een van het SPLA heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. Het SPLA is een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties ontplooit waardoor het conflict in Zuid-Sudan is verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014, waarbij de partijen zich opnieuw tot het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden committeerden, en heeft de activiteiten van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD belemmerd. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879060
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Gabriel Jok Riak is op 1 juli 2015 op grond van de punten 7, a), 7, f) en 8 van Resolutie 2206 (2015) op de lijst geplaatst vanwege acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7. en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Gabriel Jok Riak is commandant van sector Een van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.
Jok Riak voert sinds 2013 het commando over sector Een van het SPLA, dat hoofdzakelijk binnen de deelstaat Unity opereert. De SPLA-divisies Drie, Vier en Vijf zijn ondergeschikt aan sector Een en de commandant daarvan, Jok Riak.
Jok Riak en de troepen van de SPLA-sectoren Een en Drie onder zijn algemeen commando hebben verscheidene, hieronder nader beschreven, acties uitgevoerd, die schendingen vormden van de toezeggingen in het CoHA van januari 2014 om een eind te maken aan alle militaire acties gericht tegen de tegenpartij en andere provocerende acties, de troepen op hun huidige locaties te bevriezen, en zich te onthouden van activiteiten zoals verplaatsing van troepen of nieuwe aanvoer van munitie die tot een militaire confrontatie zouden kunnen leiden.
De SPLA-troepen onder algemeen commando van Jok Riak hebben het CoHA verscheidene malen geschonden met onmiskenbare vijandelijkheden.
Op 10 januari 2014 heeft een SPLA-troepenmacht onder algemeen commando van commandant Jok Riak van sector Een Bentiu ingenomen, dat voorheen, sinds 20 december 2013, onder gezag stond van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Movement in Opposition (SPLM-IO)). Divisie Drie van het SPLA heeft SPLM-IO-strijders kort na de ondertekening van het CoHA van januari 2014 nabij Leer vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten, en medio april 2014 Mayom ingenomen en meer dan 300 SPLM-IO-strijders gedood.
Op 4 mei 2014 heeft een door Jok Riak geleide SPLA-troepenmacht Bentiu opnieuw ingenomen. Op de staatstelevisie in Juba heeft een SPA-woordvoerder gezegd dat het regeringsleger onder commando van Jok Riak Bentiu om 4 uur 's middags Bentiu had ingenomen, en daaraan toegevoegd dat divisie Drie en een speciale SPLA-taskforce hierbij betrokken waren. Enkele uren nadat het mei-akkoord was afgekondigd, hebben troepen van de SPLA-divisies Drie en Vier gevochten tegen oppositiestrijders die eerder SPLA-posities bij Bentiu en in de noordelijke oliegebieden van Zuid-Sudan hadden aangevallen, en deze afgeslagen.
Ook hebben strijders van SPLA-divisie Drie na de ondertekening van het mei-akkoord Wang Kai heroverd en heeft divisiecommandant Santino Deng Wol zijn troepen toestemming gegeven om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en opdracht gegeven woningen waarin zich oppositiestrijders bevonden, in brand te steken.
Eind april en mei 2015 hebben door Jok Riak geleide strijders van SPLA-sector Een vanuit de deelstaat Lakes een militair totaaloffensief tegen oppositietroepen in de deelstaat Unity gevoerd.
Met schending van de voorwaarden van het bovengenoemde CoHA heeft Jok Riak begin september 2014 naar verluidt getracht tanks te laten repareren en aanpassen voor gebruik tegen oppositietroepen. Eind oktober 2014 zijn ten minste 7 000 SPLA-strijders en zware wapens van de Derde en de Vijfde divisie verplaatst ter versterking van de Vierde divisie, die het zwaar te verduren had bij een aanval van de oppositie bij Bentiu. In november 2014 heeft het SPLA nieuwe militaire uitrusting en wapens, waaronder gepantserde personeelsvoertuigen, helikopters, geschut en munitie naar het gebied gebracht waarvoor sector Een verantwoordelijk was, waarschijnlijk ter voorbereiding op gevechten tegen de oppositie. Begin februari 2015 heeft Jok Riak naar verluidt opdracht gegeven om gepantserde personeelsvoertuigen naar Bentiu te sturen, mogelijk om te reageren op recente verrassingsaanvallen van de oppositie.
Na het offensief in de deelstaat Unity van april en mei 2015 heeft SPLA-sector Een verzoeken van het toezicht- en verificatieteam van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD-MVM) in Bentiu om deze schending van het CoHA te onderzoeken geweigerd, en aldus het IGAD-MVM de bewegingsvrijheid om zijn mandaat uit te voeren ontzegd.
Daarnaast heeft Jok Riak in april 2014 het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid door naar verluidt te helpen bij het bewapenen en mobiliseren van 1 000 Dinka-jongeren als aanvulling op de traditionele SPLA-strijders.
2. Simon Gatewech DUAL (alias: a) Simon Gatwich Dual b) Simon Getwech Dual c) Simon Gatwec Duel d) Simon Gatweach e) Simon Gatwick f) Simon Gatwech g) Simon Garwich h) General Gaduel i) Dhual
Titel: Generaal-majoor
Hoedanigheid: Algemeen stafchef, SPLA in oppositie
Geboortedatum: 1953
Geboorteplaats: a) Akobo, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan b) district Uror, deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan
Adres: Deelstaat Jonglei, Sudan/Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei. Zijn troepen hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei, en sinds maart 2015 heeft hij getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879066
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Simon Gatwech Dual is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Simon Gatwech Dual (Gatwech Dual) heeft zich beziggehouden met acties of beleidsdaden die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen en is een leider van de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging in oppositie (SPLM-IO), een entiteit die acties heeft uitgevoerd die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen, en heeft gewelddaden gepleegd tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen.
Gatwech Dual is algemeen stafchef van de SPLM-IO en was voorheen commandant van de oppositietroepen in de deelstaat Jonglei.
In 2014 tot 2015 had Gatwech Dual een groot aantal troepen onder zijn commando en opereerde hij enigszins autonoom bij het leiden van aanvallen. Gatwech Dual ziet toe op het inzetten van de SPLM-IO en waarschijnlijk ook op het inzetten van enkele strijders van het Witte Leger (een Nuer-jongerenmilitie).
Eind april 2014 wonnen de troepen onder algemeen commando van Gatwech Dual terrein in de deelstaat Jonglei toen zij optrokken naar Bor, de hoofdstad van de deelstaat. Gatwech Dual heeft mogelijk het nieuws van de aanval van 17 april 2014 op de intern ontheemde Nuer in het VN-kamp in Bor gebruikt om zijn troepen aan te sporen wraak te nemen. Het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD in de deelstaten Boven-Nijl, Unity en Jonglei heeft in zijn samenvatting van schendingen van het staakt-het-vuren van 14 augustus 2014 ook de troepen onder gezag van Gatwech Dual genoemd.
De troepen van Gatwech Dual hebben begin februari 2015 een aanval uitgevoerd in de deelstaat Jonglei. Vanaf maart 2015 heeft Gatwech Dual getracht de vrede in de deelstaat Jonglei door middel van aanvallen op de burgerbevolking ongedaan te maken.
Eind april 2015 was Gatwech Dual betrokken bij het plannen en coördineren van verrassingsaanvallen op Zuid-Sudanese regeringstroepen in de deelstaat Boven-Nijl. In het samenvattend verslag over de schendingen van het staken van de vijandelijkheden van 12 tot en met 31 mei 2015 van het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD worden inbreuken door de oppositietroepen onder gezag van Gatwech genoemd, waaronder een aanval op regeringstroepen in Ayod.
De acties van de SPLM-IO-troepen onder commando van Gatwech Dual waren gericht tegen vrouwen, kinderen en burgers. Naar verluidt heeft Gatwech Dual eenheden onder zijn gezag opdracht gegeven Dinka-krijgsgevangenen, -vrouwen en -kinderen te doden, en hebben officieren onder zijn commando verklaard dat oppositietroepen geen onderscheid dienen te maken tussen de verschillende Dinka-stammen en iedereen moeten doden.
3. James Koang CHUOL (alias: a) James Koang Chol Ranley b) James Koang Chol c) Koang Chuol Ranley d) James Koang Chual
Titel: Generaal-majoor
Geboortedatum: 1961
Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00012098, Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: In december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLAIO)). Zijn troepen hebben aanvallen op burgers uitgevoerd. In februari 2014 hebben troepen onder zijn commando kampen van de Verenigde Naties, ziekenhuizen, kerken en scholen aangevallen en zich aan wijdverbreide verkrachting, foltering en vernieling van eigendommen schuldig gemaakt, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiefunctionarissen te verjagen. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879069
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
James Koang Chuol (Koang) is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) als verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebbende deelgenomen aan, acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
James Koang Chuol (Koang) heeft de vrede, veiligheid of stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigd in zijn hoedanigheid van leider van anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, Zuid-Sudan, waarvan de leden burgers, waaronder vrouwen en kinderen, tot doelwit maakten, met moorden, seksueel geweld, en aanvallen uitvoerden op scholen, hospitalen, religieuze sites en locaties waar burgers toevlucht zochten.
Koang liep over in december 2013, toen hij bevelhebber van de Vierde divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) was. Op bevel van Koang executeerden overlopende soldaten tot 260 van hun collega's in de basis, alvorens zich in de deelstaathoofdstad Bentiu tegen burgers te keren en hen te doden.
Koang werd in december 2014 benoemd tot commandant van de speciale divisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (Sudan People's Liberation Army in Opposition (SPLA-IO)). In zijn nieuwe functie leidde Koang in januari 2015 aanvallen op regeringstroepen in de districten Renk en Maban van de deelstaat Boven-Nijl, die door het toezicht- en verificatiemechanisme van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit als schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden werden aangehaald.
In februari 2014, nadat Kong de leiding had gekregen over anti-regeringstroepen in de deelstaat Unity, vielen die troepen VN-kampen, hospitalen, kerken en scholen aan, waarbij zij op grote schaal verkrachtten, folterden en eigendommen vernietigden, in een poging om regeringsgezinde burgers, soldaten en politiemannen te verdrijven. Op 14 en 15 april 2014 veroverden de troepen van Koang Bentiu na zware gevechten, en vielen zij burgers aan. Bij afzonderlijke incidenten in een moskee, een kerk en een verlaten voedselopslagplaats in Bentiu, scheidden de troepen burgers die daar een onderkomen hadden gezocht, op basis van hun etnische groep en nationaliteit, om daarna over te gaan tot gerichte moordpartijen, met tenminste 200 doden en 400 gewonden tot gevolg. Medio september 2014 zou Koang zijn troepen naar verluidt hebben bevolen zich tegen Dinka-burgers te richten tijdens een aanval in de deelstaat Boven-Nijl.
4. Santino Deng WOL (Alias: a) Santino Deng Wuol b) Santino Deng Kuol
Titel: Generaal-majoor
Hoedanigheid: Commandant van de Derde Divisie van het SPLA
Geboortedatum: 9 november 1962
Geboorteplaats: Aweil, Sudan/Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden. In de loop van mei 2015 vermoordden troepen onder zijn bevel kinderen, vrouwen en oude mannen, verbrandden zij eigendommen en stalen zij vee op hun doortocht door de deelstaat Unity, op weg naar het olieveld van Thorjath. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879071
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Santino Deng Wol is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Santino Deng Wol (Deng Wol) is generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) en commandant van de Derde divisie van het SPLA, een Zuid-Sudanese militaire entiteit die acties heeft ontplooid die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, waaronder schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA) en het Akkoord over de oplossing van de crisis in Zuid-Sudan van 9 mei 2014 (mei-akkoord), waarbij de partijen zich opnieuw tot het CoHA committeerden.
Deng Wol heeft militaire acties tegen de oppositietroepen geleid en georkestreerd, en op confrontatie gerichte troepenbewegingen uitgevoerd, in strijd met het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden.
Kort nadat de onderhandelaars van beide partijen overeenkwamen de vijandelijkheden te staken, maakte DENG WOL zijn troepen klaar om op te trekken naar de stad Leer in de deelstaat Unity. Vervolgens hebben zij in de buurt van Leer rebellen vanuit een hinderlaag aangevallen en beschoten.
Medio april 2014 hebben de troepen van Deng Wol zich naar verluidt voorbereid om Bentiu op de antiregeringsstrijdkrachten te heroveren. Later die maand hebben de strijders van Deng Wol Mayom ingenomen na een felle strijd waarin zij meer dan 300 oppositiestrijders doodden. Begin mei 2014 namen de strijders van Deng Wol Tor Abyad in en doodden daarbij oppositiestrijders. Kort daarna vielen SPLA-troepen, waaronder strijders van Deng Wol, de stad Wang Kai in de deelstaat Unity aan en namen deze in. Deng Wol gaf zijn troepen toestemming om iedereen te doden die wapens droeg of zich in woningen schuilhield, en gaf opdracht woningen waarin zich aanhangers van de oppositie bevonden, in brand te steken.
De Derde SPLA-divisie van Deng Wol heeft deelgenomen aan het offensief van april-mei 2015 in de deelstaat Unity, waar het SPLA een gecoördineerd offensief begon om machtsbases van de oppositie in de districten Mayom, Guit, Koch, Mayendit en Leer in te nemen. Op hun doortocht door de deelstaat Unity op weg naar het olieveld van Thorjath in mei 2015 hebben de troepen onder gezag van Deng Wol kinderen, vrouwen en oude mannen gedood, eigendommen verbrand en vee gestolen. Bovendien heeft Deng Wol naar verluidt aan het begin van die maand aangedrongen op de executie van gevangengenomen oppositiesoldaten.
5. Marial Chanuong Yol MANGOK (Alias: a) Marial Chinuong b) Marial Chan c) Marial Chanoung Yol d) Marial Chinoum
Hoedanigheid: a) generaal-majoor van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA); b) commandant, presidentiële garde
Geboortedatum: 1 januari 1960
Geboorteplaats: Yirol, deelstaat Lakes
Nationaliteit: Zuid-Sudan Paspoortnr.: R00005943,Zuid-Sudan
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Zijn Presidentiële garde gaf leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba; velen van hen werden in massagraven begraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/72684667
Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Marial Chanuong Yol Mangok is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, c), 7, d), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Mangok is commandant van de presidentiële garde van de Zuid-Sudanese regering, die leiding gaf aan de operaties in Juba naar aanleiding van de gevechten die op 15 december 2013 waren begonnen. Hij voerde orders uit om Nuer-soldaten te ontwapenen en gelastte vervolgens het gebruik van tanks voor gerichte aanvallen op politici in Juba, waarbij 22 ongewapende lijfwachten van oppositieleider Riek Machar en 7 lijfwachten van voormalig minister van Binnenlandse Zaken Gier Chuang Aluong om het leven kwamen.
Bij de initiële operaties in Juba gaf de presidentiële garde van Mangok, volgens talrijke en geloofwaardige meldingen, leiding aan de slachting onder Nuer-burgers in en rond Juba, van wie velen zijn begraven in massagraven. Een van die graven zou de resten van 200 à 300 burgers bevatten.
6. Peter GADET (alias: a) Peter Gatdet Yaka b) Peter Gadet Yak c) Peter Gadet Yaak d) Peter Gatdet Yaak e) Peter Gatdet f) Peter Gatdeet Yaka
Titel: a) Generaal b) Generaal-majoor
Geboortedatum: tussen 1957 en 1959
Geboorteplaats: a) district Mayom, deelstaat Unity b) Mayan, deelstaat Unity
Datum plaatsing op de VN-lijst: 1 juli 2015
Overige informatie: Op 21 december 2014 benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5879076
Peter Gadet is op 1 juli 2015 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 7, a), 7, d), 7, e), en 8 van Resolutie 2206 (2015) voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan; en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.
Aanvullende informatie
Peter Gadet is commandant van de troepen van het Sudanese Volksbevrijdingsleger in oppositie (SPLA-IO) die betrokken zijn bij acties die het conflict in Zuid-Sudan hebben verlengd, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden van januari 2014 (CoHA).
De troepen onder leiding van Gadet hebben Kaka, deelstaat Boven-Nijl, eind maart 2014 aangevallen en op het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army (SPLA)) heroverd. Gadet is daarna van de deelstaat Jonglei overgeplaatst naar Bentiu, waar hij werd benoemd tot militair gouverneur van de deelstaat Unity, teneinde de regeringsvijandige troepen bij te staan bij hun inspanningen om de voornamelijk Bol Nuer-bevolking te mobiliseren. Vervolgens heeft Gadet de aanvallen van het SPLA-IO in de deelstaat Unity geleid. De troepen van Gadet waren verantwoordelijk voor beschadiging van een gedeeltelijk aangelegde olieraffinaderij in de deelstaat Unity die door een Russische onderneming wordt gebouwd. De strijdkrachten van Gadet namen ook de controle over de gebieden Tor Abyad en Kilo 30 in de olievelden van de deelstaat Unity.
Medio april 2014 hebben 50 000 antiregeringsstrijders Malakal omsingeld als voorbereiding op een aanval op Bentiu. Op 15 april 2014 hebben de troepen van Gadet Bentiu aangevallen en het gezag over Bentiu overgenomen, en vervolgens de controle over de stad weer verloren. Troepen onder zijn bevel voerden acties uit tegen burgers, waaronder vrouwen, in april 2014 tijdens een aanval op Bentiu, onder meer met gerichte moorden op grond van het behoren tot een etnische groep.
In juni 2014 gaf Peter Gadet de SPLA-IO-commandanten de opdracht om jongeren te rekruteren in alle districten die onder controle van de rebellen stonden.
Van 25 tot en met 29 oktober 2014 hebben troepen onder gezag van Gadet Bentiu en Rubkona omsingeld en aangevallen, en op 29 oktober kort de stad Bentiu ingenomen voordat zij zich terugtrokken.
Op 21 december 2014 is Gadet benoemd tot adjunct-stafchef operaties van het SPLA-IO. Na deze benoeming zijn de troepen van het SPLA-IO door het mechanisme voor toezicht en verificatie van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD) genoemd vanwege vele schendingen van het CoHA in de deelstaten Unity, Boven-Nijl en Jonglei.”.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/117 |
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/415 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van Besluit 2012/285/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,
Gezien Besluit 2012/285/GBVB van de Raad van 31 mei 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen en tot intrekking van Besluit 2012/237/GBVB (1), en met name artikel 3, leden 1 en 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 31 mei 2012 heeft de Raad Besluit 2012/285/GBVB vastgesteld. |
|
(2) |
Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, dat is ingesteld overeenkomstig Resolutie 2048 (2012) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft de informatie in verband met 11 aan beperkende maatregelen onderworpen personen geactualiseerd. |
|
(3) |
De bijlagen I en III bij Besluit 2012/285/GBVB dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I en III bij Besluit 2012/285/GBVB worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij het onderhavige besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
In de bijlagen I en III bij Besluit 2012/285/GBVB worden de vermeldingen voor de onderstaande personen vervangen door de volgende vermeldingen:
BIJLAGE I
|
|
Naam |
Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats, paspoort/identiteitskaartnummer enz.) |
Redenen voor plaatsing op de lijst |
|
1. |
António INJAI (alias António INDJAI) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 20.1.1955 Geboorteplaats: Encheia, Sector de Bissorá, Região de Oio, Guinee-Bissau Bloedverwantschap: Wasna Injai (vaders naam) en Quiritche Cofte (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-generaal b) chef-staf van de strijdkrachten Paspoort: diplomatiek paspoort nr. AAID00435 Datum van afgifte: 18.2.2010 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 18.2.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782445 |
António Injai was persoonlijk betrokken bij de planning en de leiding van de muiterij op 1 april 2010, die resulteerde in de wederrechtelijke aanhouding van de premier, Carlo Gomes Junior, en de toenmalige chef-staf van de strijdkrachten, José Zamora Induta. Tijdens de verkiezingsperiode in 2012 heeft Injai, in zijn hoedanigheid van chef-staf van de strijdkrachten, verklaringen afgelegd waarin hij dreigde de verkozen autoriteiten omver te werpen en een eind te maken aan het verkiezingsproces. António Injai was betrokken bij de operationele planning van de staatsgreep van 12 april 2012. Na de staatsgreep is het eerste communiqué van het „militaire commando” uitgevaardigd door de algemene staf van de strijdkrachten, onder leiding van generaal Injai. |
|
2. |
Mamadu TURE (alias N'Krumah) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 26.4.1947 Hoedanigheid: a) generaal-majoor b) plaatsvervangend chef-staf van de strijdkrachten Diplomatiek paspoort nr. DA0002186 Datum van afgifte: 30.3.2007 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 26.8.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782456 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
|
3. |
Estêvão NA MENA |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 7.3.1956 Hoedanigheid: inspecteur-generaal van de strijdkrachten Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782449 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
|
4. |
Ibraima CAMARÁ (alias Papa Camará) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 11.5.1964 Bloedverwantschap: Suareba Camará (vaders naam) en Sale Queita (moeders naam) Hoedanigheid: a) brigadegeneraal b) chef-staf van de luchtmacht Diplomatiek paspoort nr. AAID00437 Datum van afgifte: 18.2.2010 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 18.2.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5781782 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
|
5. |
Daba NAUALNA (alias Daba Na Walna) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 6.6.1966 Bloedverwantschap: Samba Naualna (vaders naam) en In-Uasne Nanfafe (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) woordvoerder van het „militaire commando” Paspoort nr. SA 0000417 Datum van afgifte: 29.10.2003 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 10.3.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782452 |
Woordvoerder van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
|
6. |
Sanha CLUSSÉ |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.9.1965 Bloedverwantschap: Clusse Mutcha (vaders naam) en Dalu Imbungue (moeders naam) Hoedanigheid: a) kapitein (zeemacht) b) plaatsvervangend chef-staf van de zeemacht Paspoort: SA 0000515 Datum van afgifte: 8.12.2003 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 29.8.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782435 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Zeer nauwe banden met António Injai. Sanha Clussé maakte deel uit van de delegatie van het „militaire commando” die op 26 april 2012 een ontmoeting had met de Ecowas in Abidjan. |
|
7. |
Cranha DANFÁ |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 5.3.1957 Hoedanigheid: a) kolonel b) hoofd operaties van de gezamenlijke staf van de strijdkrachten Paspoort: AAIN29392 Datum van afgifte: 29.9.2011 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 29.9.2016 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782442 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Naaste adviseur van chef-staf van de strijdkrachten António Injai. |
|
8. |
Idrissa DJALÓ (alias Idriça Djaló) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 18 december 1954 Hoedanigheid: a) majoor b) protocoladviseur bij de chef-staf van de strijdkrachten c) kolonel d) hoofd van het protocol op het hoofdkwartier van de strijdkrachten (vervolgens) Paspoort: AAISO40158 Datum van afgifte: 12.10.2012 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 2.10.2015 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782443 |
Contactpunt voor het „militaire commando” dat de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor de staatsgreep van 12 april 2012, en een van de meest actieve leden ervan. Ondertekenaar van een van de eerste communiqués van het „militaire commando” (nr. 5, d.d. 13 april 2012), en als dusdanig een van de eerste functionarissen die openlijk hebben verklaard lid te zijn van dat commando. Majoor Djaló is tevens lid van de militaire inlichtingendienst. |
|
9. |
Tchipa NA BIDON |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.5.1954 Bloedverwantschap: „Nabidom” Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van de inlichtingendienst Paspoort: diplomatiek paspoort DA0001564 Datum van afgifte: 30.11.2005 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 15.5.2011 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782446 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
|
10. |
Tcham NA MAN (alias Namam) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 27.2.1953 Bloedverwantschap: Biute Naman (vaders naam) en Ndjade Na Noa (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van het militair ziekenhuis van de strijdkrachten Paspoort: SA0002264 Datum van afgifte: 24.7.2006 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 23.7.2009 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782448 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Ook lid van het militaire opperbevel (hoogste hiërarchie van de strijdkrachten van Guinee-Bissau). |
|
11. |
Júlio NHATE |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.9.1965 Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) bevelhebber van het parachutistenregiment Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782454 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Lt.-kol. Júlio Nhate, een trouwe bondgenoot van António Injai, draagt de materiële verantwoordelijkheid voor de staatsgreep van 12 april 2012, aangezien hij de militaire operatie heeft geleid. |
BIJLAGE III
|
|
Naam |
Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats, paspoort/identiteitskaartnummer, enz.) |
Redenen voor plaatsing op de lijst |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
António INJAI (alias António INDJAI) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 20.1.1955 Geboorteplaats: Encheia, Sector de Bissorá, Região de Oio, Guinee-Bissau Bloedverwantschap: Wasna Injai (vaders naam) en Quiritche Cofte (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-generaal b) chef-staf van de strijdkrachten Paspoort: diplomatiek paspoort nr. AAID00435 Datum van afgifte: 18.2.2010 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 18.2.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782445 |
António Injai was persoonlijk betrokken bij de planning en de leiding van de muiterij op 1 april 2010, die resulteerde in de wederrechtelijke aanhouding van de premier, Carlo Gomes Junior, en de toenmalige chef-staf van de strijdkrachten, José Zamora Induta. Tijdens de verkiezingsperiode in 2012 heeft Injai, in zijn hoedanigheid van chef-staf van de strijdkrachten, verklaringen afgelegd waarin hij dreigde de verkozen autoriteiten omver te werpen en een eind te maken aan het verkiezingsproces. António Injai was betrokken bij de operationele planning van de staatsgreep van 12 april 2012. Na de staatsgreep is het eerste communiqué van het „militaire commando” uitgevaardigd door de algemene staf van de strijdkrachten, onder leiding van generaal Injai. |
3.5.2012 |
|
2. |
Mamadu TURE (alias N'Krumah) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 26.4.1947 Hoedanigheid: a) generaal-majoor b) plaatsvervangend chef-staf van de strijdkrachten Diplomatiek paspoort nr. DA0002186 Datum van afgifte: 30.3.2007 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 26.8.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782456 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
3. |
Estêvão NA MENA |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 7.3.1956 Hoedanigheid: inspecteur-generaal van de strijdkrachten Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782449 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
4. |
Ibraima CAMARÁ (alias Papa Camará) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 11.5.1964 Bloedverwantschap: Suareba Camará (vaders naam) en Sale Queita (moeders naam) Hoedanigheid: a) brigadegeneraal b) chef-staf van de luchtmacht Diplomatiek paspoort nr. AAID00437 Datum van afgifte: 18.2.2010 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 18.2.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.05.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5781782 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
5. |
Daba NAUALNA (alias Daba Na Walna) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 6.6.1966 Bloedverwantschap: Samba Naualna (vaders naam) en In-Uasne Nanfafe (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) woordvoerder van het „militaire commando” Paspoort nr. SA 0000417 Datum van afgifte: 29.10.2003 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 10.3.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.5.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782452 |
Woordvoerder van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
3.5.2012 |
|
9. |
Cranha DANFÁ |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 5.3.1957 Hoedanigheid: a) kolonel b) hoofd operaties van de gezamenlijke staf van de strijdkrachten Paspoort: AAIN29392 Datum van afgifte: 29.9.2011 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 29.9.2016 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782442 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Naaste adviseur van chef-staf van de strijdkrachten António Injai. |
1.6.2012 |
|
11. |
Sanha CLUSSÉ |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.9.1965 Bloedverwantschap: Clusse Mutcha (vaders naam) en Dalu Imbungue (moeders naam) Hoedanigheid: a) kapitein (zeemacht) b) plaatsvervangend chef-staf van de zeemacht Paspoort: SA 0000515 Datum van afgifte: 8.12.2003 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 29.8.2013 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782435 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Zeer nauwe banden met António Injai. Sanha Clussé maakte deel uit van de delegatie van het „militaire commando” die op 26 april 2012 een ontmoeting had met de Ecowas in Abidjan. |
1.6.2012 |
|
12. |
Júlio NHATE |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.9.1965 Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) bevelhebber van het parachutistenregiment Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782454 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Lt.-Kol. Júlio Nhate, een trouwe bondgenoot van António Injai, draagt de materiële verantwoordelijkheid voor de staatsgreep van 12 april 2012, aangezien hij de militaire operatie heeft geleid. |
1.6.2012 |
|
13. |
Tchipa NA BIDON |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 28.5.1954 Bloedverwantschap: „Nabidom” Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van de inlichtingendienst Paspoort: diplomatiek paspoort DA0001564 Datum van afgifte: 30.11.2005 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 15.5.2011 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782446 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. |
1.6.2012 |
|
14. |
Tcham NA MAN (alias Namam) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 27.2.1953 Bloedverwantschap: Biute Naman (vaders naam) en Ndjade Na Noa (moeders naam) Hoedanigheid: a) luitenant-kolonel b) hoofd van het militair ziekenhuis van de strijdkrachten Paspoort: SA0002264 Datum van afgifte: 24.7.2006 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 23.7.2009 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782448 |
Lid van het „militaire commando” dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012. Ook lid van het militaire opperbevel (hoogste hiërarchie van de strijdkrachten van Guinee-Bissau). |
1.6.2012 |
|
16. |
Idrissa DJALÓ (alias Idriça Djaló) |
Nationaliteit: Guinee-Bissaus Geboortedatum: 18 december 1954 Hoedanigheid: a) majoor b) protocoladviseur bij de chef-staf van de strijdkrachten c) kolonel d) hoofd van het protocol op het hoofdkwartier van de strijdkrachten (vervolgens) Paspoort: AAISO40158 Datum van afgifte: 12.10.2012 Plaats van afgifte: Guinee-Bissau Vervaldatum: 2.10.2015 Datum plaatsing op de VN-lijst: 18.7.2012 (overeenkomstig punt 4 van UNSCR 2048 (2012)) Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5782443 |
Contactpunt voor het „militaire commando” dat de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor de staatsgreep van 12 april 2012, en een van de meest actieve leden ervan. Ondertekenaar van een van de eerste communiqués van het „militaire commando” (nr. 5, d.d. 13 april 2012), en als dusdanig een van de eerste functionarissen die openlijk hebben verklaard lid te zijn van dat commando. Majoor Djaló is tevens lid van de militaire inlichtingendienst. |
18.7.2012 |
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/126 |
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/416 VAN DE RAAD
van 7 maart 2017
tot uitvoering van Besluit 2011/486/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,
Gezien Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (1), en met name artikel 5,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 1 augustus 2011 Besluit 2011/486/GBVB vastgesteld. |
|
(2) |
Op 12 januari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de informatie in verband met de personen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, geactualiseerd. |
|
(3) |
Op 16 februari 2017 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een individu verwijderd van de lijst van individuen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden. |
|
(4) |
De bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden vervangen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
L. GRECH
BIJLAGE
A. Met de Taliban verbonden personen
1. Abdul Baqi Basir Awal Shah (alias Abdul Baqi).
Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincies Khost en Paktika onder het Talibanregime, b) viceminister van Informatie en Cultuur onder het Talibanregime, c) consulaire afdeling, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1960 en 1962 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Jalalabad, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Shinwar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: a) Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. b) In 2008 lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493921
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Aanvankelijk was Abdul Baqi voor het Talibanbewind gouverneur van de provincies Khost en Paktika. Vervolgens werd hij benoemd tot viceminister van Informatie en Cultuur. Hij was tevens werkzaam in de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime.
In 2003 was Abdul Baqi betrokken bij tegen de regering gerichte militaire activiteiten in de districten Shinwar, Achin, Naziyan en Dur Baba van de provincie Nangarhar. In 2009 was hij betrokken bij het organiseren van activiteiten van militanten in het gehele oostelijke gebied, met name in de provincie Nangarhar en in de stad Jalalabad.
2. Abdul Qadeer Basir Abdul Baseer (alias a) Abdul Qadir, b) Ahmad Haji, c) Abdul Qadir Haqqani, d) Abdul Qadir Basir).
Titel: a) Generaal, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: militair attaché, ambassade van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) district Surkh Rod, provincie Nangarhar, Afghanistan, b) district Hisarak, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000974 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1474039
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In 2009 was Abdul Qadeer Abdul Baseer actief als penningmeester voor de Taliban in Peshawar, Pakistan. Hij was financieel adviseur van de Militaire Raad van Peshawar van de Taliban en stond begin 2010 aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban in Peshawar. Hij bezorgt persoonlijk geld van de shura (consultatieve raad) van de leiding van de Taliban aan Talibangroepen overal in Pakistan.
3. Amir Abdullah (alias Amir Abdullah Sahib).
Redenen voor plaatsing op de lijst: voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar. Adres: Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.
Overige informatie: Heeft reizen gemaakt naar Koeweit, Saudi-Arabië, de Libisch-Arabische Jamahiriyah en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Was penningmeester van Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621271
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Amir Abdullah was penningmeester van Abdul Ghani Baradar, een hooggeplaatste Talibanleider, en voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar in Afghanistan. Hij reisde naar Koeweit, Saudi-Arabië, Libië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld te werven voor de Taliban. Hij vergemakkelijkte ook de communicatie tussen de Talibanleiders en coördineerde bijeenkomsten op hoog niveau in het gastenverblijf van zijn woning in Pakistan. Abdullah hielp tal van hooggeplaatste Talibanleden die in 2001 Afghanistan waren ontvlucht om zich in Pakistan te vestigen.
4. Abdul Manan Mohammad Ishak.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste secretaris, ambassade van de Taliban, Riyad, Saudi-Arabië, b) handelsattaché, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1940 en 1941. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652765
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Manan Mohammad Ishak was ook eerste secretaris van de ambassade van de Taliban in Riyad, Saudi-Arabië, tijdens het Talibanregime. Hij werd later een hooggeplaatste Talibancommandant in de provincies Paktia, Paktika en Khost, in het oosten van Afghanistan. Ook was hij verantwoordelijk voor de verplaatsingen van Talibanstrijders en het wapenvervoer over de grens van Afghanistan en Pakistan.
5. Abdul Rahman Agha.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Militaire Hof onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: a) Afghaans, b) Pakistaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427565
6. Janan Agha (alias Abdullah Jan Agha).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Faryab onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1958, b) rond 1953. Geboorteplaats: Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban en adviseur van Moellah Mohammed Omar in juni 2010. Leidt een Taliban-„front” (mahaz) sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428048
7. Sayed Mohammad Azim Agha (alias a) Sayed Mohammad Azim Agha, b) Agha Saheb).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1966, b) rond 1969. Geboorteplaats: district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Leidt een Taliban-„front” (mahaz) en fungeert als lid van de militaire commissie van de Taliban sedert medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427409
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sayed Mohammad Azim Agha was ambtenaar in dienst van de afdeling paspoorten en visa van het ministerie van Binnenlandse Zaken onder het Talibanregime.
8. Sayyed Ghiassouddine Agha (alias a) Sayed Ghiasuddin Sayed Ghousuddin, b) Sayyed Ghayasudin, c) Sayed Ghias).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Talibanregime, b) minister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Kohistan, provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: Lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Betrokken bij drugshandel. Lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Sadat. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652713
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sayyed Ghiassouddine Agha was ook minister van Onderwijs van het Talibanregime. Hij was ook het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincies Faryab, Jawzjan, Sari Pul en Balkh, Afghanistan, in juni 2010. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en de militaire raad van de Taliban in december 2009. Hij is vermoedelijk betrokken bij drugshandel.
9. Mohammad Ahmadi.
Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, b) minister van Financiën onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kakar-stam. Hij is lid van de hoge raad van de Taliban. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427516
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Ibrahim werd op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als voorzitter van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime en viel uit dien hoofde onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Mohamed Ahmadi was tevens minister van Financiën van het Talibanregime. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban.
10. Mohammad Shafiqullah Ahmadi Fatih Khan (alias a) Mohammad Shafiq Ahmadi, b) Moellah Shafiqullah).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Samangan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1956 en 1957. Geboorteplaats: a) Charmistan, district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Marghi, district Nawa, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Oorspronkelijk uit de provincie Ghazni, maar is later in Uruzgan gaan wonen. Eind 2012 schaduwgouverneur van de Taliban voor de provincie Uruzgan. Fungeert in juli 2016 als lid van de militaire commissie. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706955
11. Abdul Bari Akhund (alias a) Haji Moellah Sahib, b) Zakir).
Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Helmand onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: a) district Baghran, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Now Zad, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: In 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alokozai-stam. Lid van de Talibanleiding in de provincie Helmand, Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427430
12. Ahmed Jan Akhundzada Wazir (alias a) Haji Ahmad Jan, b) Ahmed Jan Akhund).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Water en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: In 2009 lid van de hoge militaire raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678353
13. Attiqullah Akhund.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Shah Wali Kot, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge militaire raad van de Taliban en van de hoge raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427204
14. Hamidullah Akhund Sher Mohammad (alias a) Janat Gul, b) Hamidullah Akhund).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1972 en 1973. Geboorteplaats: a) Sarpolad, district Washer, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427570
15. Mohammad Hassan Akhund.
Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) eerste plaatsvervanger, Raad van Ministers onder het Talibanregime, b) minister van Buitenlandse Zaken onder het Talibanregime, c) gouverneur van Kandahar onder het Talibanregime; d) politiek adviseur van Moellah Mohammed Omar. Geboortedatum: a) ongeveer 1955-1957, b) ongeveer 1945-1950. Geboorteplaats: Pashmul, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: Heeft nauwe banden met Moellah Mohammed Omar. In december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Behoort tot de Kakar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427207
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammed Hassan Akhund is een naaste medewerker en politiek adviseur van Mohammed Omar.
Mohammed Hassan Akhund was medio 2009 nog actief als Talibanleider. Hij was in december 2009 lid van de hoge raad van de Taliban. Begin 2010 was hij een van de meest efficiënte Talibancommandanten.
16. Mohammad Abbas Akhund.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van Kandahar onder het Talibanregime, b) minister van Volksgezondheid onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Khas Uruzgan, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban, belast met het Medisch Comité, in januari 2011. Houdt sinds medio 2013 rechtstreeks toezicht op drie medische centra waar gewonde Talibanstrijders worden verzorgd. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427417
17. Mohammad Essa Akhund.
Titel: a) Alhaj, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Watervoorziening, Afvalwaterverwerking en Elektriciteit onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: regio Mial, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427423
18. Ubaidullah Akhund Yar Mohammed Akhund (alias a) Obaidullah Akhund, b) Obaid Ullah Akhund).
Titel: a) Moellah, b) Hadji, c) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Defensie onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1968, b) 1969. Geboorteplaats: a) Sangisar, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan, c) regio Nalgham, district Zheray, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Hij was een van de plaatsvervangers van Moellah Mohammed Omar en lid van de hoge raad van de Taliban, belast met militaire operaties. Gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan. Overleden (bevestigd) in maart 2010 en begraven in Karachi, Pakistan. Door huwelijk verbonden met Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad. Behoorde tot de Alokozai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678686
19. Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada (alias a) Ahmad Jan Akhunzada, b) Ahmad Jan Akhund Zada).
Titel: a) Maulavi, b) Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincies Zabol en Uruzgan onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1966 en 1967 (ongeveer). Geboorteplaats: a) Lablan, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, begin 2007. Zwager van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4706028
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada was begin 2007 als lid van de Taliban belast met de provincie Uruzgan. Hij is een zwager van Moellah Mohammed Omar.
20. Mohammad Eshaq Akhunzada (alias Mohammad Ishaq Akhund).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Laghman (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: In 2008 commandant van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Ghazni. Behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665076
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Eshaq Akhunzada was in 2008 provinciaal commandant van de Taliban voor de provincie Ghazni, Afghanistan, en was in 2011 nog actief in die provincie.
21. Abdul Habib Alizai (alias a) Hadji Agha JanAlizai, b) Hadji Agha Jan, c) Agha Jan Alazai, d) Hadji Loi Lala, e) Loi Agha, f) Abdul Habib, g) Agha Jan Alizai
Titel: Hadji Redenen voor plaatsing op de lijst: beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Geboortedatum: a)15.10.1963, b) 14.2.1973, c) 1967, d) rond 1957. Geboorteplaats: a) Yatimchai, district Musa Qala, provincie Helmand, Afghanistan, b) provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.
Overige informatie: Beheerde een netwerk voor drugshandel in de provincie Helmand, Afghanistan. Maakte regelmatig reizen naar Pakistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1684147
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Agha Jan Alizai leidde een van de grootste drugshandelnetwerken in de provincie Helmand, Afghanistan, en betaalde de Taliban om zijn drugshandel te beschermen. In 2008 trof een groep drugshandelaars, onder wie Alizai, een regeling met de Taliban waarbij zij aan de Taliban een grondbelasting betaalden voor hun opiumplantages en de Taliban in ruil daarvoor instemden met het organiseren van drugstransporten. De Taliban stemden er ook mee in de drugshandelaars en hun opslagplaatsen bescherming te bieden, terwijl de drugshandelaars onderdak en vervoer verschaften aan Talibanstrijders. Alizai was ook betrokken bij de aankoop van wapens voor de Taliban en reisde regelmatig naar Pakistan om er hooggeplaatste Talibanleiders te ontmoeten. Alizai speelde voorts een faciliterende rol bij de aanschaf van valse Iraanse paspoorten waarmee Talibanleden naar Iran reisden voor trainingen. In 2009 bezorgde Alizai een commandant van de Taliban een paspoort en financiële middelen om naar Iran te reizen.
22. Allah Dad Mati (alias a) Allahdad, b) Shahidwror, c) Akhund).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Stadsontwikkeling onder het Talibanregime, b) president van de centrale bank (Da Afghanistan Bank) onder het Talibanregime, c) hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Talibanregime. Geboortedatum: a) rond 1953, b) rond 1960. Geboorteplaats: Kadani, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: Verloor een voet bij de explosie van een landmijn. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427390
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Allah Dad Mati werd op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als minister van Stadsontwikkeling van het Talibanregime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Talibanautoriteiten. Allah Dad Mati, lid van de Nurzai-stam uit Spin Boldak, was ook voorzitter van de centrale bank van het Talibanregime (Da Afghanistan Bank) en hoofd van Ariana Afghan Airlines van het Talibanregime.
23. Aminullah Amin Quddus (alias a) Muhammad Yusuf, b) Aminullah Amin).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Saripul (Afghanistan) onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: Loy Karez, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2011. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678553
24. Mohammad Sadiq Amir Mohammad.
Titel: a) Alhaj, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van het Afghaanse handelsagentschap, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1934. Geboorteplaats: a) provincie Ghazni, Afghanistan, b) provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE 011252 (Afghaans paspoort). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Naar verluidt overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446067
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Sadiq Amir Mohammad was lid van de nieuwe majlis-shura die naar verluidt in oktober 2006 door Mohammed Omar werd aangekondigd.
25. Muhammad Taher Anwari (alias a) Mohammad Taher Anwari, b) Muhammad Tahir Anwari, c) Mohammad Tahre Anwari, d) Haji Mudir.
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) minister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427388
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Als directeur Administratieve Aangelegenheden viel Muhammad Taher Anwari onder de raad van Ministers van het Taliban-regime — het hoogste niveau binnen de Taliban-hiërarchie. Hij was tevens minister van Financiën van het Taliban-regime.
Voorts schreef hij toespraken voor de hoogste Taliban-leider, Mohammed Omar.
26. Arefullah Aref Ghazi Mohammad (alias Arefullah Aref).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Financiën onder het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Paktia onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Lawang (Lawand), district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001
Overige informatie: leidt sinds medio 2013 het Taliban-„front” in het district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Andar-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427419
27. Sayed Esmatullah Asem Abdul Quddus (alias a) Esmatullah Asem, b) Asmatullah Asem, c) Sayed Esmatullah Asem).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime; b) secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Geboorteplaats: Qalayi Shaikh, district Chaparhar, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in mei 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de Taliban-shura van Peshawar. Verantwoordelijk voor activiteiten van de Afghaanse Taliban in federaal bestuurde stamgebieden in Pakistan in 2008. Hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427438
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ten tijde van opname in de lijst was Sayed Esmatullah Asem tevens secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-bewind. In mei 2007 trad hij toe tot de hoge raad van de Taliban. In 2009 was hij voorts lid van een regionale Taliban-raad.
Sayed Esmatullah Asem heeft de leiding gehad over een groep Taliban-strijders in het district Chaparhar, in de provincie Nangarhar, Afghanistan. Als Taliban-commandant in de provincie Konar zond hij in 2007 zelfmoordenaars naar verschillende provincies in het oosten van Afghanistan om er bomaanslagen te plegen. Hij is een hoofddeskundige op het gebied van geïmproviseerde explosieven (IED's) en zelfmoordaanslagen sinds 2012.
Eind 2008 leidde Sayed Esmatullah Asem een opleidingskamp van de Taliban in het grensgebied van Afghanistan en Pakistan.
28. Atiqullah Wali Mohammad (alias Atiqullah).
Titel: a) Hadji; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Buitenlandse Betrekkingen, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, b) directeur Openbare Werken, provincie Kandahar onder het Taliban-regime, c) eerste viceminister van Landbouw onder het Taliban-regime, d) viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: a) district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) het dorp Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: oorspronkelijk uit Uruzgan, heeft zich later in Kandahar gevestigd. Was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban. Geen specifieke rol in de Taliban-beweging, sinds medio 2013 actief als zakenman op persoonlijke titel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 van de Veiligheidsraad (2008) werd op 27 juli 2010 afgesloten Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5240911
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Atiqullah kreeg een functie in Kandahar na de inname van Kabul door de Taliban in 1996. Hij werd in 1999 of 2000 benoemd tot eerste viceminister van Landbouw, en vervolgens tot viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Atiqullah werd na de val van het Taliban-regime operationeel medewerker van de Taliban in het zuiden van Afghanistan. Hij werd in 2008 adjunct van de Taliban-gouverneur van de provincie Helmand in Afghanistan. Hij was in 2010 lid van de politieke commissie van de hoge raad van de Taliban.
29. Azizirahman Abdul Ahad.
Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: district Shega, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 44323 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4640065
30. Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk (alias a) Mullah Baradar Akhund; b) Abdul Ghani Baradar).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Defensie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Yatimak, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: gearresteerd in 2007 en gedetineerd in Pakistan.
Verzoek tot uitlevering aan Afghanistan hangende voor het Hooggerechtshof in Lahore, Pakistan in juni 2011. Behoort tot de Popalzai-stam. Hooggeplaatste militaire bevelhebber van de Taliban en lid van de „Quetta-raad” van de Taliban (mei 2007). Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427381
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Ghani Baradar was een hooggeplaatse militaire commandant van de Taliban en trad in februari 2010 toe tot de leiding van de Taliban.
Als viceminister van Defensie van het Taliban-regime werd hij beschouwd als een van Mohammed Omar's plaatsvervangers en gaf hij leiding aan de afdeling militaire zaken van de Taliban.
Hij was een sleutelfiguur binnen het netwerk van de Taliban en organiseerde Taliban-operaties tegen de Afghaanse regering en tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid, in nauwe samenwerking met de minister van Defensie van de Taliban, Ubaidullah Akhund.
31. Shahabuddin Delawar.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervanger in het Hooggerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1957; b) 1953. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: Afghaans paspoortnummer OA296623. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: adjunct-hoofd van de ambassade van het Taliban-regime in Riyadh, Saudi-Arabië tot 25 september 1998. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar Speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427559
32. Dost Mohammad (alias Doost Mohammad).
Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: a) Nawi Deh, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. b) Marghankecha, district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: heeft banden met Moellah Jalil Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662447
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Dost Mohammad is door de leiding van de Taliban tevens belast met de leiding over de militaire operaties in Angora, in de provincie Nuristan in Afghanistan.
In maart 2010 was Dost Mohammad de Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Nuristan en stond hij aan het hoofd van een madrassa van waaruit hij strijders rekruteerde.
33. Mohammad Azam Elmi (alias Muhammad Azami).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Mijnbouw en Industrie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Sayd Karam, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: naar verluidt in 2005 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665205
34. Faiz.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling Voorlichting, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1969. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493746
35. Rustum Hanafi Habibullah (alias a) Rostam Nuristani, b) Hanafi Sahib).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Dara Kolum, district Do Aab, provincie Nuristan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nuristan, Afghanistan (mei 2007). Behoort tot de Nuristani-stam, Is naar verluidt begin 2012 overleden. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427427
36. Gul Ahmad Hakimi.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) provincie Logar, Afghanistan; b) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665175
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Gul Ahmad Hakimi was tevens directeur-generaal van de afdeling Secundair Onderwijs van het ministerie van Onderwijs in Kabul van het Taliban-regime voordat hij in 1996 werd benoemd in Karachi.
37. Abdullah Hamad Mohammad Karim (alias al-Hammad).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: Darweshan, regio Hazar Juft, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: D 000857 (afgegeven op 20.11.1997). Nationaal identiteitsnr.: 300786 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446048
38. Hamdullah Allah Noor.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1973. Geboorteplaats: district nummer 6, Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 4414 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de etnische groep van de Beloetsjen. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Aanvullende titel: Hafiz.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665093
39. Din Mohammad Hanif (alias a) Qari Din Mohammad; b) Iadena Mohammad).
Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Planning onder het Taliban-regime; b) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1955. Geboorteplaats: het dorp Shakarlab, district Yaftali, provincie Badakhshan, Afghanistan; Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: OA 454044 (als Iadena Mohammad). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakhshan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493613
40. Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad (alias: a) Abdul Jalil Akhund, b) Akhter Mohmad, c) Hadji Gulab Gul, d) Abdul Jalil Haqqani, e) Nazar Jan).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) Khwaja Malik, district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Kandahar, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnr.: a) nummer Afghanistan OR 1961825, afgegeven op 4 februari 2003 (vervallen op 2 februari 2006, op naam van Akhter Mohmad); b) nummer Afghanistan TR 024417, afgegeven op 20 december 2003 (vervallen op 29 december 2006, op naam van Haji Gulab Gul); Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007. Lid van de financiële commissie van de Taliban-raad. Verantwoordelijk voor de logistiek van de Taliban en medio 2013 ook actief als zakenman op persoonlijke titel. Behoort tot de Alizai-stam. Broer van Atiqullah Wali Mohammad. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427402
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Jalil Haqqani Wali Mohammad was lid van de hoge raad van de Taliban sinds mei 2007 en lid van de financiële commissie van de Taliban-raad.
41. Ezatullah Haqqani Khan Sayyid (alias Ezatullah Haqqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Planning onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban-shura van Peshawar sinds 2008. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678668
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ezatullah Haqqani werd op 23 februari 2001 aanvankelijk op de lijst vermeld als Maulavi Ezatullah. De toevoeging „Haqqani” op de VN-lijst dateert van 27 september 2007. In 2009 was Ezatullah Haqqani lid van een regionale Taliban-raad.
42. Jalaluddin Haqqani (alias: a) Jalaluddin Haqani, b) Jallalouddin Haqqani, c) Jallalouddine Haqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1942; b) rond 1948. Geboorteplaats: a) regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden). Broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Is actief Taliban-leider. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Hoofd van de Taliban-shura van Miram Shah in 2008. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427400
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Jalaluddin Haqqani onderhoudt nauwe betrekkingen met Mohammed Omar en onderhield nauwe betrekkingen met Usama bin Laden (overleden). Hij is de vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden), en de broer van Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani. Hij is actief Taliban-leider. Jalaluddin Haqqani verzorgde in 2007 ook de verbindingen tussen Al Qaida en de Taliban. In juni 2008 was hij voorzitter van de „Miram Shah-raad” van de Taliban.
Aanvankelijk bekleedde hij een leidinggevende positie in de Mwalawi Hezbi Islami-partij in de provincies Khost, Paktika en Paktia. Later voegde hij zich bij de Taliban en werd hij benoemd tot minister van Grensaangelegenheden. Na de val van het Taliban-regime ontkwam hij samen met leden van de Taliban en van Al Qaida naar noord-Waziristan, waar hij zijn milities hergroepeerde met het oog op de strijd tegen de regering van Afghanistan.
Haqqani is beschuldigd van betrokkenheid bij de bomaanslag op de Indiase ambassade in Kabul in 2008 en bij de poging om president Karzai te vermoorden tijdens een militaire parade in Kabul eerder dat jaar. Haqqani was ook betrokken bij een aanslag op gebouwen van ministeries in Kabul in februari 2009.
Jalaluddin Haqqani is de stichter van het Haqqani-netwerk.
43. Khalil Ahmed Haqqani (alias a) Khalil Al-Rahman Haqqani; b) Khalil ur Rahman Haqqani; c) Khaleel Haqqani).
Titel: Hadji. Adres: a) Peshawar, Pakistan; b) bij de Dergey Manday Madrassa in de Dergey Manday, nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; c) Kayla nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; d) Sarana Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1.1.1966; b) tussen 1958 en 1964. Geboorteplaats: Sarana, regio Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 9.2.2011.
Overige informatie: eminent lid van het Haqqaninetwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Reisde eerder naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met het oog op fondsenwerving. Broer van Jalaluddin Haqqani en oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1929286
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Khalil Ahmed Haqqani is een hoge functionaris binnen het Haqqaninetwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqaninetwerk, dat een prominente rol speelt onder de opstandelingen in Afghanistan, is opgericht door de broer van Khalil Haqqani, Jalaluddin Haqqani, die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar schaarde.
Khalil Haqqani houdt zich bezig met fondsenwerving voor de Taliban en het Haqqaninetwerk; hij is vaak in het buitenland om er geldschieters te ontmoeten. In september 2009 was hij al in de Golfregio geweest en had er fondsen geworven, zoals ook uit bronnen in Zuid- en Oost-Azië.
Khalil Haqqani verstrekt ook steun aan de Taliban en het Haqqaninetwerk in Afghanistan. Begin 2010 al gaf hij financiële steun aan Talibancellen in de provincie Logar in Afghanistan. In 2009 leverde en controleerde hij ongeveer 160 soldaten in de provincie Logar in Afghanistan; hij was een van de schuldigen aan het vasthouden van tegenstanders die door de Taliban en het Haqqaninetwerk gevangen waren genomen. Voor Talibanoperaties stond Khalil Haqqani onder het bevel van zijn neef Sirajuddin Haqqani.
Khalil Haqqani heeft voorts gewerkt voor rekening van Al Qaida, en is met hun militaire operaties in verband gebracht. In 2002 heeft hij eenheden van Al Qaida versterkt met manschappen in de provincie Paktia in Pakistanversterking geboden. Khalil Ahmed Haqqani is tevens de broer van Mohammad Ibrahim Omari en de oom van Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).
44. Mohammad Moslim Haqqani Muhammadi Gul (alias Moslim Haqqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister voor Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden onder het Taliban-regime; b) viceminister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: Gawargan, district Pul-e-Khumri, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: 1136 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: etnische Pasjtoen uit de provincie Baghlan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Spreekt vloeiend Engels, Urdu en Arabisch. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427425
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Moslim Haqqani was tevens viceminister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. De aanwijzing is op 18 juli 2007 aan de VN-lijst toegevoegd.
45. Mohammad Salim Haqqani.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister voor Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond de periode 1966-1967. Geboorteplaats: district Alingar, provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010. Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Behoort tot de etnische groep van de Pashai. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494034
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In 2006 maakte Mohammad Salim Haqqani deel uit van een Taliban-raad die plannen smeedde voor aanslagen op strijdkrachten van de Afghaanse regering in de provincie Laghman, in Afghanistan. Eind 2004 was hij Taliban-commandant in deze provincie. Hij was tweede bevelhebber van Ezatullah Haqqani Khan Sayyid in maart 2010 en lid van een regionale militaire raad van de Taliban in juni 2010.
46. Nasiruddin Haqqani (alias a) Dr. Alim Ghair; b) Naseer Haqqani; c) Dr. Naseer Haqqani; d) Nassir Haqqani; e) Nashir Haqqani).
Motivering voor plaatsing op de lijst: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1970-1973. Geboorteplaats: district Neka, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.
Overige informatie: een van de leiders van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Heeft reizen gemaakt naar Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten om geld bijeen te brengen voor de Taliban. Naar verluidt in 2013 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621257
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het Haqqani-netwerk is een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zonen van stichter Jalaluddin Haqqani; een van hen is Nasiruddin Haqqani. Nasiruddin Haqqani fungeert als afgezant voor het Haqqani-netwerk en besteedt veel tijd aan fondsenwerving. In 2004 reisde hij in gezelschap van een Talibanmedestander naar Saudi-Arabië om er geld te verzamelen voor de Taliban. Voorts heeft hij in 2004 geld verstrekt aan militanten in Afghanistan, om er de presidentsverkiezingen te saboteren. In ieder geval tussen 2005 en 2008 heeft hij diverse reizen ondernomen om geld bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk, met name op geregelde tijdstippen naar de Verenigde Arabische Emiraten in 2007, en eenmaal naar een andere Golfstaat in 2008.
Medio 2007 zou Haqqani over drie grote financieringsbronnen hebben beschikt: schenkingen uit de Golfregio, drugshandel, en betalingen door Al Qaida. Eind 2009 ontving Nasiruddin Haqqani honderdduizenden dollars van medestanders van Al Qaida op het Arabisch schiereiland om er de activiteiten van het Haqqani-netwerk mee te bekostigen. Zijn broers Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.
47. Sayyed Mohammed Haqqani (alias Sayyed Mohammad Haqqani).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Chaharbagh, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001
Overige informatie: afgestudeerd aan Haqqaniya Madrassa in Akora Khattak, Pakistan. Heeft vermoedelijk nauwe banden gehad met Taliban-leider Moellah Mohammad Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoogste raad van de Taliban in juni 2010. Behoort tot de Barakzay-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Naar verluidt in januari 2016 overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493918
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sayyed Mohammed Haqqani is een bondgenoot van Gulbbudin Hekmatyar en een trouwe aanhanger van Moellah Mohammed Omar. Als directeur Administratieve Zaken van het Taliban-regime verdeelde hij Afghaanse identiteitskaarten onder aan Al Qaida gelieerde buitenlanders die in Afghanistan vochten en zamelde hij grote sommen geld onder hen in.
Sayyed Mohammed Haqqani heeft in 2003 en 2004 verschillende ontmoetingen gehad met Aiman Muhammed Rabi al-Zawahiri en Farhad, de secretaris van Mohammed Omar. Hij opende een boekwinkel in de bazaar van Qissa Khwani, Peshawar, Pakistan, die betrokken was bij de financiering van de Taliban. In maart 2009 was hij nog altijd actief als leider van de Taliban-opstand. Hij was in juni 2010 lid van de van de hoge raad van de Taliban.
48. Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (alias a) Siraj Haqqani, b) Serajuddin Haqani, c) Siraj Haqani, d) Saraj Haqani, e) Khalifa).
Motivering voor plaatsing op de lijst: Na'ib Amir (tweede bevelhebber). Adres: a) in de buurt van Kela / in de buurt van Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Manba'ul uloom Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; c) Dergey Manday Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan. Geboortedatum: rond de periode 1977-1978. Geboorteplaats: a) Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) het dorp Srana, district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan; c) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan; d) provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 13.9.2007.
Overige informatie: sinds eind 2012 hoofd van het Haqqani-netwerk. Zoon van Jalaluddin Haqqani. Behoort tot de sectie Sultan Khel van de Zardan-stam van Garda Saray in de provincie Paktia, Afghanistan. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving INTERPOL/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1491193
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Sirajuddin Jallaloudine Haqqani is een van de meest prominente, invloedrijke, charismatische en ervaren leiders binnen het Haqqani-netwerk, een groep strijders die nauwe banden onderhoudt met zowel de Taliban als Al Qaida, en is sedert 2004 een van de belangrijkste operationele commandanten van het netwerk. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Sirajuddin Haqqani de controle over het Haqqani-netwerk en sindsdien heeft hij van de groep een van de meest actieve rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.
Een groot deel van zijn macht en gezag ontleent Sirajuddin Haqqani aan zijn vader, Jalaluddin Haqqani, een voormalig minister van het Taliban-regime, die militair commandant van de Taliban was, en bemiddelaar voor Al Qaida en de Taliban aan weerszijden van de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Gedurende zijn ministerschap onder het Taliban-regime smeedde Jalaluddin Haqqani zeer hechte banden met Al Qaida.
Sirajuddin Haqqani heeft nauwe banden met de Taliban, die hem van financiële middelen voorziet voor zijn operaties. Hij ontvangt ook middelen van verschillende andere groepen en personen, onder wie vooraanstaande drugshandelaren. Hij is een belangrijk facilitator van terroristische operaties in Afghanistan en steunt activiteiten in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Zijn banden met de Taliban zijn in mei 2006 bekendgemaakt door Moellah Dadullah, op dat moment een van de hoogste militaire bevelvoerders van de Taliban, die verklaarde dat hij samenwerkte met Sirajuddin Haqqani en met hem operaties plande. Hij heeft eveneens banden met Jaish-i-Mohammed.
Sirajuddin Haqqani is actief betrokken bij het plannen en uitvoeren van aanslagen tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF), en tegen Afghaanse functionarissen en burgers, vooral in de oostelijke en zuidelijke regio's van Afghanistan. Hij rekruteert ook regelmatig strijders en hij zendt strijders naar de provincies Khost, Paktia en Paktika in Afghanistan.
Sirajuddin Haqqani was betrokken bij de zelfmoordaanslagen met bommen op een bus van de politieacademie in Kabul op 18 juni 2007, waarbij 35 politiefunctionarissen omkwamen. Zijn broers Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden) en zijn ooms Mohammad Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani zijn tevens op de lijst geplaatst.
49. Abdul Hai Hazem Abdul Qader (alias Abdul Hai Hazem).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, consulaat-generaal van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Pashawal Yargatoo, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 0001203 (Afghaans paspoort). Adres: a) Iltifat, district Shakardara, provincie Kabul, Afghanistan; b) wijk Puli Charkhi, District Number 9, Kabul, provincie Kabul. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446037
50. Hidayatullah (alias Abu Turab).
Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart en Toerisme onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 8.3.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. behoort tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1529230
51. Abdul Rahman Ahmad Hottak (alias Hottak Sahib).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister (Cultuur) van Voorlichting en Cultuur onder het Taliban-regime; b) hoofd van de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494052
52. Najibullah Haqqani Hidayatullah (alias Najibullah Haqani).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Financiën onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Moni, district Shigal, provincie Kunar. Nationaliteit: Afghaan. Nationaal identiteitsnr.: nummer van de Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira): 545167, afgegeven in 1974. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: neef van Moulavi Noor Jalal. de naam van zijn grootvader is Salam. Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010. houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493752
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Najibullah Haqqani Hydayetullah was tevens viceminister van Financiën van het Taliban-regime. Deze persoon werd op 18 juli 2007 toegevoegd aan de lijst. Op 27 september 2007 is de vermelding geactualiseerd, waarbij de oorspronkelijke vermelding „viceminister van Openbare Werken van het Taliban-regime” is verwijderd.
Najibullah Haqqani Hydayetullah was lid van de Taliban-raad in de provincie Kunar, Afghanistan, sinds mei 2007. Hij is een neef van Noor Jalal. In juni 2008 is hij door de leiding van de Taliban benoemd tot verantwoordelijke voor de militaire activiteiten in de provincie Kunar.
Najibullah Haqqani Hydayetullah is Taliban-verantwoordelijke voor de provincie Laghman sinds eind 2010.
53. Gul Agha Ishakzai (alias a) Moellah Gul Agha; b) Moellah Gul Agha Akhund; c) Hidayatullah; d) Hadji Hidayatullah; e) Hayadatullah).
Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: Band-e-Timor, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 20.7.2010.
Overige informatie: lid van een Taliban-raad die de inzameling van de zakat (islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Medio 2013 hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Heeft banden met Moellah Mohammed Omar. Was Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Behoort tot de Ishaqzai -stam.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1621285
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Gul Agha Ishakzai staat aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban en is lid van een onlangs ingestelde Taliban-raad die de inzameling van de zakat (Islamitische belasting) in de provincie Beloetsjistan, Pakistan, coördineert. Hij heeft ook geld ingezameld voor zelfmoordaanslagen in Kandahar, Afghanistan, en was betrokken bij de uitkering van geld aan Taliban-strijders en hun familie.
Als jeugdvriend van Taliban-leider Moellah Mohammad Omar was Gul Agha Ishakzai Omars voornaamste financiële functionaris en een van zijn naaste adviseurs. Op een gegeven moment was een ontmoeting met Moellah Omar alleen mogelijk na zijn goedkeuring. Hij woonde tijdens het Taliban-regime samen met Omar in het presidentieel paleis.
In december 2005 faciliteerde Gul Agha Ishakzai de verhuizing van mensen en goederen naar Taliban-trainingskampen; eind 2006 reisde hij naar het buitenland voor de aanschaf van wapenonderdelen.
54. Qudratullah Jamal (alias Hadji Sahib).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Voorlichting onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Gardez, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427404
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In april 2009 liet de leiding van de Taliban weten dat Qudratullah Jamal was benoemd tot verbindingspersoon voor de contacten met hun vrienden en sympathisanten overal ter wereld. Hij was lid van de hoge raad van de Taliban en lid van de culturele commissie van de Taliban in 2010.
55. Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad (alias Saleh Mohammad).
Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Nalgham, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.11.2010.
Overige informatie: leidt een georganiseerd smokkelnetwerk in de provincies Kandahar en Helmand, Afghanistan. Exploiteerde voordien heroïneverwerkingslaboratoria in Band-e-Timor, provincie Kandahar, Afghanistan. Bezit een autohandel in Mirwais Mena, district Dand, provincie Kandahar, Afghanistan. Uit detentie vrijgelaten in Afghanistan in februari 2014. Door huwelijk verbonden met Moellah Ubaidullah Akhund Yar Mohammad Akhund. Behoort tot de Kakar-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652885
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Saleh Mohammad Kakar is een drugshandelaar die een georganiseerd smokkelnetwerk in de Afghaanse provincies Kandahar en Helmand leidt, om in de logistieke en financiële behoeften van de Taliban te voorzien. Voor zijn arrestatie door de Afghaanse autoriteiten leidde Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad in Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan, laboratoria voor heroïneverwerking, die onder bescherming van de Taliban stonden.
Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad heeft contact gehad met hoge Taliban-leiders, in de namens hen geld bij drugshandelaars en beheerde en verborg geld van hooggeplaatste Taliban-leden. Hij was ook verantwoordelijk voor het faciliteren van betalingen van belastinggelden aan de Taliban namens drugshandelaars. Saleh Mohammad Kakar Akhtar Muhammad bezat een autohandel in Kandahar en heeft voertuigen aan de Taliban verschaft voor zelfmoordaanslagen.
56. Rahmatullah Kakazada (alias a) Rehmatullah; b) Kakazada; c) Moellah Nasir).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1968. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Paspoortnummer: D 000952 (Afghaans paspoort afgegeven op 7.1.1999). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de provincie Ghazni, Afghanistan, sinds mei 2007. Hoofd van een inlichtingennetwerk. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Suleimankheil-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/144605
57. Abdul Rauf Khadem (alias Moellah Abdul Rauf Aliza).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: commandant van het Centraal Korps onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) tussen 1958 en 1963, b) rond 1970. Geboorteplaats: a) Azan, district Kajaki, provincie Helmand, Afghanistan, b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban-shura in Quetta in 2009. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665146
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het Centraal Korps viel onder het ministerie van Defensie van het Taliban-regime.
Abdul Rauf Khadem was in 2009 het Taliban-lid dat verantwoordelijk was voor de provincie Logar. Abdul Rauf Khadem was de algemene militaire commandant van verschillende provincies in Afghanistan. Abdul Rauf Khadem was in 2009 lid van een regionale Taliban-raad. Hij was het lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Uruzgan, Afghanistan, in 2011.
58. Khairullah Khairkhwah (alias a) Moellah Khairullah Khairkhwah, b) Khirullah Said Wali Khairkhwa).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Herat (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime; d) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Poti, district Arghistan, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427436
59. Abdul Razaq Akhund Lala Akhund.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime; b) hoofd van de politie van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, in het grensgebied met het district Chaman, Quetta, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2008. Plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar in maart 2010. Lid van de toezichtscommissie van de Taliban sinds medio 2013. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427412
60. Jan Mohammad Madani Ikram.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: tussen 1954 en 1955. Geboorteplaats: Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Alizai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039466
61. Zia-ur-Rahman Madani (alias) a) Ziaurrahman Madani, b) Zaia u Rahman Madani, c) Madani Saheb), d) Diya' al-Rahman Madani).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Logar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Paliran, district Namakab, provincie Takhar, Afghanistan, (b) Taluqan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor militaire aangelegenheden in de provincie Takhar, Afghanistan, sinds mei 2007. Werkt sinds 2003 aan fondsenwerving in de Golf namens de Taliban. Heeft tevens ontmoetingen tussen Talibanambtenaren en welgestelde aanhangers georganiseerd en voor meer dan twaalf personen reizen geregeld naar Kabul, Afghanistan, met het oog op zelfmoordaanslagen. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494026
62. Abdul Latif Mansur (alias a) Abdul Latif Mansoor, b) Wali Mohammad).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Landbouw onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: sinds eind 2012 schaduwgouverneur voor de Taliban voor de provincie Logar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sahak-stam (substam Ghilzai).
Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427385
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Latif Mansur was in 2009 lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van de politieke commissie van deze raad. Voor de Taliban was hij schaduwgouverneur van de provincie Nangarhar, Afghanistan, in 2009 en medio 2009 stond hij aan het hoofd van de politieke commissie van de Taliban. In mei 2010 was Abdul Latif Mansur een hooggeplaatst Taliban-commandant in oost-Afghanistan.
63. Mohammadullah Mati (alias Mawlawi Nanai).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Openbare Werken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: verloor een been in de jaren 80. Interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010. Sinds medio 2013 belast met rekruteringsactiviteiten. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Isakzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665126
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammadullah Mati was tevens minister van Communicatie van het Taliban-regime onder de naam „Ahmadullah Mutie”. Hij was de interimleider van de hoge raad van de Taliban van februari tot en met april 2010.
64. Matiullah.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: directeur van het douanekantoor Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: houdt zich sinds medio 2013 bezig met rekrutering voor de Taliban-beweging. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427413
65. Abdul Quddus Mazhari (alias Akhtar Mohammad Maz-hari).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: onderwijsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Kushal Khan Mena, District Nummer 5, Kabul, Afghanistan. Paspoortnummer: SE 012820 (Afghaans paspoort afgegeven op 4.11.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446044
66. Fazl Mohammad Mazloom (alias a) Molah Fazl, b) Fazel Mohammad Mazloom).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: plaatsvervangend stafchef van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707186
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Fazl Mohammad Mazloom had nauwe banden met Mohammed Omar en hielp deze bij het vestigen van het Taliban-regime. Mazloom bezocht het door Al Qaida gestichte trainingskamp Al Farouq. Het was hem bekend dat de Taliban bijstand verleenden aan de Islamitische Beweging van Oezbekistan in de vorm van geld, wapens en logistieke steun in ruil voor de beschikbaarstelling van manschappen aan de Taliban.
In oktober 2001 was hij commandant van ongeveer 3 000 frontsoldaten van de Taliban in de provincie Takhar.
67. Nazir Mohammad Abdul Basir (alias Nazar Mohammad).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) burgemeester van de stad Kunduz, b) waarnemend gouverneur van de provincie Kunduz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Malaghi, district Kunduz, provincie Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Andere titel: Sar Muallim. Heeft zich verzoend na de val van het Taliban-regime, en heeft onder de nieuwe regering taken op districtsniveau op zich genomen in de provincie Kunduz. Vermoord (bevestigd) door de Taliban op 9 november 2008. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665167
68. Mohammad Shafiq Mohammadi.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Khost (Afghanistan) onder het Taliban-regime, b) gouverneur-generaal van de provincies Paktia, Paktika, Khost en Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1948. Geboorteplaats: district Tirin Kot, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt sinds medio 2013 toezicht op twee militaire trainingscentra. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427517
69. Abdul Kabir Mohammad Jan (alias A. Kabir).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) tweede plaatsvervanger, Economische Zaken, Raad van Ministers van het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Nangarhar onder het Taliban-regime; c) hoofd van de Oostelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Pul-e-Khumri of Baghlan Jadid, provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Actief in terreuroperaties in Oost-Afghanistan. Int geld bij drugshandelaars. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Zijn familie komt oorspronkelijk uit het district Neka, provincie Paktika, Afghanistan.
Verantwoordelijk voor een aanval op Afghaanse parlementsleden in november 2007 in Baghlan. Bezit grond in de centrale provincie Baghlan. Behoort tot de Zadran-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1493564
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Kabir Mohammad Jan was, volgens een bekendmaking van Mohammed Omar in oktober 2006, lid van de hoge leidinggevende raad van de Taliban, en is in oktober 2007 benoemd tot militair commandant van de oostelijke zone. Hij was in 2009 lid van de van de hoge raad van de Taliban. Hij int namens de Taliban geld bij drugshandelaars.
70. Mohammad Rasul Ayyub (alias Gurg).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Nimroz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: Robat, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Lid van de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4662451
71. Mohammad Wali Mohammad Ewaz (alias Mohammad Wali).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: a) Jelawur, district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Siyachoy, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: naar verluidt overleden in december 2006 en begraven in het district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Behoorde tot de Ghilzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427424
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In zijn functie op het ministerie van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering tijdens het Taliban-regime heeft Mohammad Wali geregeld gebruikgemaakt van foltering en andere middelen om de bevolking te intimideren. Mohammad Wali Mohammad Ewaz is na de val van het Taliban-regime actief gebleven bij de Taliban in de provincie Kandahar, Afghanistan.
72. Mohammad Yaqoub.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Bakhtar Information Agency (BIA) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: a) district Shahjoi, provincie Zabul, Afghanistan b) district Janda, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: lid van de culturele commissie van de Taliban. Leidt een Taliban-„front” en coördineert alle militaire activiteiten van de Taliban-strijdkrachten in het district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti (Taraki)-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741615
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In 2009 was Mohammad Yaqoub een leidinggevend Taliban-lid in het district Yousef Khel van de provincie Paktika. Hij was lid van de culturele commissie van de Taliban.
73. Amir Khan Motaqi (alias Amir Khan Muttaqi).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Onderwijs van het Taliban-regime; b) vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de VN tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan; b) Shin Kalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in juni 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Sulaimankhel-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427382
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Amir Khan Motaqi was ook vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de Verenigde Naties tijdens het Taliban-regime.
Amir Khan Motaqi wordt beschouwd als een prominent lid van de Taliban; hij was ook minister van Informatie en Cultuur tijdens het Taliban-regime. In juni 2007 was Amir Khan Motaqi lid van een regionale Taliban-raad. Hij was in juni 2007 lid van de van de hoge raad van de Taliban.
74. Abdulhai Motmaen (alias a) Abdul Haq zoon van Anwar Khan).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) directeur van de afdeling Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: a) Shinkalai, district Nad-e-Ali, provincie Helmand, Afghanistan; b) provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Afghaans paspoortnummer OA462456 (afgegeven op naam van Abdul Haq), 31.1.2012 (11-11-1390). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Zijn familie komt oorspronkelijk uit Zabul, maar heeft zich later in Helmand gevestigd. Lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Moellah Omar sinds 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Kharoti-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427418
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdulhai Motmaen was de hoogstgeplaatste Taliban-woordvoerder en gaf verklaringen van de Taliban betreffende het buitenlandbeleid af. Hij was ook een naaste medewerker van Mohammed Omar. Hij was in 2007 lid van de hoge raad van de Taliban en woordvoerder van Mohammed Omar.
75. Allah Dad Tayeb Wali Muhammad (alias a) Allah Dad Tayyab, b) Allah Dad Tabeeb).
Titel: a) Moellah, b) Hadji. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Ghorak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) district Nesh, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Popalzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad) werd op 29 juli 2010 afgesloten. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Overleden in november 2015. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427415
76. Najibullah Muhammad Juma (alias Najib Ullah).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: gebied Zere Kohi, district Shindand, provincie Farah, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: 000737 (Afghaans paspoort afgegeven op 20.10.1996). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de militaire raad van de Taliban van Peshawar in juni 2010. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427573
77. Mohammad Naim Barich Khudaidad (alias a) Mullah Naeem Barech, b) Mullah Naeem Baraich, c) Mullah Naimullah, d) Mullah Naim Bareh, e) Mohammad Naim, f) Mullah Naim Barich, g) Mullah Naim Barech, h) Mullah Naim Barech Akhund, i) Mullah Naeem Baric, j) Naim Berich, k) Haji Gul Mohammed Naim Barich, l) Gul Mohammad, m) Haji Ghul Mohammad, n) Gul Mohammad Kamran, o) Mawlawi Gul Mohammad, p) Spen Zrae).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Burgerluchtvaart onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Lakhi, gebied Hazarjuft, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; b) Laki, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; c) Lakari, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; d) Darvishan, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan; e) De Luy Wiyalah, district Garmsir, provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de militaire commissie van de Taliban medio 2013.
Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Barich-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665674
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Naim Barich was in juni 2008 lid van de Taliban-raad in Gerdi Jangal en in maart 2010 lid van de militaire commissie van de Taliban. Hij is sinds mei 2008 het Taliban-lid dat verantwoordelijk is voor de provincie Helmand in Afghanistan. Hij is voormalig plaatsvervanger van Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed, een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Mohammad Naim Barich leidt een militaire basis in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Via Rahat Ltd. voorzag Mohammad Naim Barich ondergeschikte bevelhebbers van middelen om operaties van opstandelingen te plannen en uit te voeren in het zuiden van Afghanistan.
78. Nik Mohammad Dost Mohammad (alias Nik Mohammad).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Handel onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: Zangi Abad, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: leidt sinds medio 2013 een commissie die de vijanden van de Taliban moet registreren. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039745
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Nik Mohammad is op 31 januari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Handel van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.
79. Hamdullah Nomani.
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) minister van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Sipayaw, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427408
80. Mohammad Aleem Noorani.
Titel: Moefti. Redenen voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665686
81. Nurullah Nuri (alias Norullah Noori).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Balkh (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) hoofd van de Noordelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1958; b) 1 januari 1967. Geboorteplaats: district Shahjoe, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Tokhi-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427439
82. Abdul Manan Nyazi (alias a) Abdul Manan Nayazi, b) Abdul Manan Niazi, c) Baryaly, d) Baryalai).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime, b) gouverneur van de provincie Balkh onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Pashtoon Zarghoon, provincie Herat, Afghanistan, b) Sardar, district Kohsan, provincie Herat, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban, medio 2013 verantwoordelijk voor de provincies Herat, Farah en Nimroz. Lid van de hoge raad van de Taliban en de Taliban-shura van Quetta. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427440
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Manan Nyazi was tevens woordvoerder van de Taliban en naderhand provinciaal gouverneur van de provincies Mazar-e-Sharif en Kabul onder het Taliban-regime.
Abdul Manan Nyazi is een hooggeplaatst Taliban-commandant in het westen van Afghanistan, en is sedert medio 2009 actief in de provincies Farah, Herat en Nimroz.
Abdul Manan Nyazi was lid van een regionale Taliban-raad en is in mei 2010 benoemd tot Taliban-gouverneur van de provincie Herat.
Abdul Manan Nyazi is als Taliban-commandant betrokken bij het overbrengen van plegers van zelfmoordaanslagen naar Afghanistan.
83. Mohammed Omar Ghulam Nabi.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: leider van de gelovigen ('Amir ul-Mumineen'), Afghanistan. Geboortedatum: a) rond 1966, b) 1960, c) 1953. Geboorteplaats: a) Naw Deh, district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) Noori, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: zijn vaders naam is Ghulam Nabi, alias Moellah Musafir. Hij mist zijn linkeroog. Schoonbroer van Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Hotak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Zou zijn overleden in april 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427394
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammed Omar heeft de titel „Aanvoerder van de Gelovigen van het Islamitisch Emiraat van Afghanistan” en is de hoogste leider van de Taliban-beweging binnen de Taliban-hiërarchie. Hij verschafte Osama bin Laden (overleden) en diens Al Qaida-netwerk een onderkomen in de jaren die voorafgingen aan de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001. Hij geeft sedert 2001 leiding aan de strijd van de Taliban tegen de regering van Afghanistan en haar bondgenoten in Afghanistan.
Andere vooraanstaande militaire leiders in de regio, zoals Jalaluddin Haqqani, zijn trouw aan Mohammed Omar. Ook Gulbuddin Hekmatyar heeft samengewerkt met Mohammed Omar en met de Taliban.
84. Abdul Jabbar Omari. (alias a) Mullah Jabar b) Muawin Jabbar).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Baghlan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: behoort tot de Hottak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427437
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Jabbar Omari was in juni 2008 adjunct van Amir Khan Haqqani en had de leiding over een gewapende groep in het district Siuri van de provincie Zabul. In juni 2008 werd hij door de leiding van de Taliban benoemd tot schaduwgouverneur van de provincie Zabul, met het oog op de intensivering van hun activiteiten ter plaatse.
85. Mohammad Ibrahim Omari. (alias Ibrahim Haqqani).
Titel: Alhaj. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Grensaangelegenheden onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Garda Saray, district Waza Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: broer van Jalaluddin Haqqani. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1428541
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Ibrahim Omari is op 23 februari 2001 op de lijst geplaatst als viceminister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime; uit dien hoofde viel hij onder de bepalingen van de resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betreffende handelingen en activiteiten van de Taliban-autoriteiten.
Mohammad Ibrahim Omari is de broer van Jalaluddin Haqqani en Khalil Ahmed Haqqani, en de oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Nasiruddin Haqqani en Badruddin Haqqani (overleden).
86. Nooruddin Turabi Muhammad Qasim (alias a) Noor ud Din Turabi, b) Haji Karim).
Titel: (a) Moellah, b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Justitie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) rond 1963; b) 1955; c) 1956. Geboorteplaats: a) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 21 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427426
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Nooruddin Turabi Muhammad Qasim werd medio 2009 benoemd tot militair commandant van de Taliban in Afghanistan. Hij werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar, de hoogste Taliban-leider, en nam begin 2009 deel aan vergaderingen van de Taliban-shura.
87. Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul (alias a) Abdussalam Hanifi, b) Hanafi Saheb).
Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Darzab, provincie Faryab, Afghanistan, b) district Qush Tepa, provincie Jawzjan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan, tot 2008. Betrokken bij drugshandel. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 1 juni 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427380
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In mei 2007 belastte de leiding van de Taliban Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul met de leiding over de provincie Jawzujan. Hij was ook het lid van de Taliban dat tot 2008 verantwoordelijk was voor de provincie Jawzjan, Noord-Afghanistan. Vermoedelijk is hij betrokken bij drugshandel.
88. Abdul Ghafar Qurishi Abdul Ghani (alias Abdul Ghaffar Qureshi).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: a) 1970; b) 1967. Geboorteplaats: Turshut, district Wursaj, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: D 000933 (Afghaans paspoort, afgegeven in Kabul op 13 september 1998). Nationaal identiteitsnr.: 55130 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Adres: Khairkhana Section Number 3, Kabul, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: betrokken bij drugshandel. Behoort tot de etnische Tadzjieken. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 29 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5741515
89. Yar Mohammad Rahimi.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: minister van Communicatie onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: Talugan, district Panjwai, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Lid van de hoge raad van de Taliban in 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Nurzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427375
90. Mohammad Hasan Rahmani (alias Gud Mullah Mohammad Hassan).
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kandahar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) district Deh Rawud, provincie Uruzgan, Afghanistan, b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan, c) district Charchino, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: heeft een rechterbeenprothese. Lid van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013, fungeerde in maart 2010 als plaatsvervanger van Moellah Mohammed Omar. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Behoort tot de Achekzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Overleden op 9 februari 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427431
91. Habibullah Reshad.
Titel: Moellah. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling onderzoek van het ministerie van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: district Waghaz, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: plaatsvervangend hoofd (inlichtingen) van de militaire raad van de Taliban in Quetta sinds mei 2009. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678333
92. Abdulhai Salek.
Titel: Maulavi Redenen voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Uruzgan onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: Awlyatak, gebied Gardan Masjid, district Chaki Wardak, provincie Maidan Wardak, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: naar verluidt in 1999 overleden in Noord-Afghanistan. Behoorde tot de Wardak-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 27 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678489
93. Hamdullah Sunani (alias Sanani).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) van het Opperste gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1923. Geboorteplaats: district Dai Chopan, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt in 2001 overleden. Behoorde tot de Kakar-stam. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Hamdullah Sunani viel als hoofd van Dar-ul-Efta (fatwa-afdeling) onder het Opperste gerechtshof van het Taliban-regime.
94. Noor Mohammad Saqib.
Redenen voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Opperste Gerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: a) district Bagrami, provincie Kabul, Afghanistan, b) gebied Tarakhel, district Deh Sabz, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban en hoofd van het comité Godsdienst van de Taliban. Behoort tot de Ahmadzai-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427560
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Noor Mohammad Saqib maakt deel uit van de leiding van de Taliban en staat daarbinnen aan het hoofd van het Comité Godsdienst, dat rechtspreekt namens de Taliban.
95. Ehsanullah Sarfida Hesamuddin Akhundzada (alias a) Ehsanullah Sarfadi, b) Ehsanullah Sarfida).
Titel: Maulavi. Redenen voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962-1963. Geboorteplaats: Khatak, district Gelan, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: sinds medio 2007 steunde hij de Taliban met wapens en geld. Houdt zich vermoedelijk op in de Golfregio. Behoort tot de Taraki-stam. Het onderzoek conform Resolutie 1822 (2008) van de Veiligheidsraad werd op 23 juli 2010 afgesloten.Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427441
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ehsanullah Sarfida was tevens president van de centrale bank van de Taliban. Later werd hij benoemd tot bestuurder voor de Taliban van veroverde provincies. Ehsanullah Sarfida was lid van de kerngroep van de shura van de Taliban.
Ehsanullah Sarfida was aangesloten bij Al Qaida en steunde de Taliban met wapens en geld. Hij was medio 2007 districtshoofd van Marja, in de provincie Helmand, Afghanistan.
96. Saduddin Sayyed (alias a) Sadudin Sayed, b) Sadruddin).
Titel: a) Maulavi, b) Alhadj, c)Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Arbeid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime; b) burgemeester van de stad Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) district Chaman, Pakistan; b) district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: Adviseur van de hoge raad van de Taliban sinds medio 2013. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Barakzay-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427433
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Saduddin Sayyed was tevens viceminister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken onder het Taliban-regime. De VN-lijst is op 8 maart 2001 geactualiseerd op grond van deze informatie.
97. Abdul Wali Seddiqi.
Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: Zilzilay, district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000769 (Afghaans paspoort afgegeven op 2.2.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446036
98. Abdul Wahed Shafiq.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-gouverneur van de provincie Kabul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427520
99. Said Ahmed Shahidkhel.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Onderwijs onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: Spandeh (Espandi 'Olya), district Andar, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: in juli 2003 in hechtenis in Kabul, Afghanistan. Vrijgelaten in 2007. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Was medio 2013 lid van de leidinggevende raad van de Taliban. Behoort tot de Andar-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427378
100. Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed (alias a) Akhtar Mohammad Mansour Khan Muhammad, b) Akhtar Muhammad Mansoor, c)Akhtar Mohammad Mansoor, (d) Naib Imam).
Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Burgerluchtvaart en Vervoer onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1960, b) 1966. Geboorteplaats: Band-e-Timur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: SE-011697 (Afghaans paspoort afgegeven op 25 januari 1988 in Kabul, verlopen op 23 februari 2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: betrokken bij drugshandel sinds 2011, voornamelijk via Gerd-e-Jangal, Afghanistan. Was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika, Afghanistan. Taliban-gouverneur van Kandahar in mei 2007. Was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar in de hoge raad van de Taliban. Taliban-ambtenaar die verantwoordelijk is voor vier zuidelijke provincies van Afghanistan. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Ishaqzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Zou zijn gedood in mei 2016. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1494260
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed is een vooraanstaand lid van de leiding van de Taliban. Na detentie in Pakistan keerde hij in september 2006 terug naar Afghanistan. Hij is betrokken bij drugshandel en was in mei 2007 actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika. In mei 2007 was hij tevens namens de Taliban „gouverneur” van Kandahar.
Hij was actief betrokken bij tegen de regering gerichte activiteiten, met name het werven van manschappen voor de strijd tegen de Afghaanse regering en tegen de International Security Assistance Force.
Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in medio 2009 plaatsvervangend hoofd van de hoogste Taliban-shura. Hij is lid van de raad van Talibanleiders en werd aangewezen tot hoofd militaire zaken van de Taliban-raad van Gerd-e-Jangal, voordat hij in maart 2010 werd benoemd tot plaatsvervanger van Mohammed Omar. In 2010 was Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed rechtstreeks verantwoordelijk voor de activiteiten van de Taliban in vier provincies in zuidelijk Afghanistan en begin 2010 werd hij benoemd tot hoofd van de civiele shura van de Taliban. Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed was in 2009 plaatsvervanger van Moellah Abdul Ghani Baradar Abdul Ahmad Turk in de hoge raad van de Taliban. Na de arrestatie van Moellah Baradar in februari 2010 was hij waarnemend hoofd van de hoge raad van de Taliban.
101. Shamsuddin (alias Pahlawan Shamsuddin).
Titel: a) Maulavi; b) Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Wardak (Maidan) (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Keshim, provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan, Pakistan en Iran. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427518
102. Shams Ur-Rahman Abdul Zahir (alias a) Shamsurrahman b) Shams-u-Rahman c) Shamsurrahman Abdurahman, d) Shams ur-Rahman Sher Alam).
Titel: a) Moellah b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Landbouw onder het Talibanregime. Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Waka Uzbin, district Sarobi, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) 2132370 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). b) 812673 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Betrokken bij drugshandel. Behoort tot de Ghilzai-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4707215
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
In juni 2007 was Shams ur-Rahman Sher Alam het Talibanlid dat verantwoordelijk was voor de provincie Kabul. Hij was belast met militaire operaties in en rond Kabul en was betrokken bij een groot aantal aanvallen. Hij was betrokken bij drugshandel.
103. Abdul Ghafar Shinwari.
Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 29.3.1965. Geboorteplaats: provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000763 (afgegeven op 9.1.1997). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Safi-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446032
104. Mohammad Sarwar Siddiqmal Mohammad Masood (alias Mohammad Sarwar Siddiqmal).
Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: district Jani Khel, provincie Paktia, Afghanistan Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: 19657 (Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira)). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: behoort tot de Mangal-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665692
105. Sher Mohammad Abbas Stanekzai Padshah Khan.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) viceminister van Volksgezondheid onder het Taliban-regime; b) viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Qala-e-Abbas, gebied Shah Mazar, district Baraki Barak, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427421
106. Ahmad Taha Khalid Abdul Qadir.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Paktia (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) provincie Nangarhar, Afghanistan; b) provincie Khost, Afghanistan; c) Siddiq Khel, district Naka, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: in 2011 lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Nangarhar. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 1 juni 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427521
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Taha was eind 2001 onder het Taliban-regime tevens gouverneur van de provincie Kunar. Hij was in september 2009 voor de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Wardak. Hij was in 2011 het lid van de Taliban dat verantwoordelijk was voor de provincie Nangarhar. Hij heeft nauwe banden met Sirajudin Jallaloudine Haqqani.
107. Abdul Raqib Takhari.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Repatriëring onder het Talibanregime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: Zardalu Darra, district Kalafgan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: lid van de hoge raad van de Taliban dat in december 2009 verantwoordelijk was voor de provincies Takhar en Badakshan. Gedood (bevestigd) op 17 februari in Peshawar, Pakistan, en begraven in de provincie Takhar, Afghanistan. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678374
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Raqib Takhari was lid van de hoge raad van de Taliban sinds december 2009, verantwoordelijk voor de provincies Takhar en Badakshan.
108. Walijan.
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Jawzjan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: a) Quetta, Pakistan; b) Provincie Nimroz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001.
Overige informatie: lid van de Gerd-e-Jangal-shura van de Taliban en hoofd van de Commissie gevangenen en vluchtelingen van de Taliban. Behoort tot de Ishaqzai -stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427434
109. Nazirullah Hanafi Waliullah (alias Nazirullah Aanafi Waliullah).
Titel: a) Maulavi; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1962. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000912 (Afghaans paspoort afgegeven op 30.6.1998). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied.
Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446026
110. Abdul-Haq Wassiq (alias: a) Abdul-Haq Wasseq, b) Abdul Haq Wasiq).
Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) ongeveer 1975, b) 1971. Geboorteplaats: Gharib, district Khogyani, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Qatar. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.1.2001.
Overige informatie: Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 27 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1427442
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul-Haq Wasiq is een bondgenoot van Gulbuddin Hekmatyar. Tijdens het Taliban-regime was hij op verschillende momenten lokaal commandant in de provincies Nimroz en Kandahar. Later rapporteerde hij als adjunct-directeur-generaal inlichtingen aan Qari Ahmadullah. In die functie was hij verantwoordelijk voor de relatie met de buitenlandse strijders die gelieerd waren aan Al Qaida en hun trainingskampen in Afghanistan. Hij stond ook bekend om zijn repressieve aanpak van tegenstanders van de Taliban in het zuiden van Afghanistan.
111. Mohammad Jawad Waziri.
Motivering voor plaatsing op de lijst: ministerie van Buitenlandse Zaken, departement Verenigde Naties onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Jaghatu, provincie Maidan Wardak, Afghanistan, b) district Sharana, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 23.2.2001
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Wazir-stam. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 23 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678350
112. Abdul Rahman Zahed (alias Abdul Rehman Zahid).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: viceminister van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Kharwar, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 21 juli 2010. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678501
113. Mohammad Zahid (alias a) Jan Agha Ahmadzai b) Zahid Ahmadzai).
Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 001206 (afgegeven op 17.7.2000). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 25.1.2001.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Onderzoek conform Resolutie Veiligheidsraad 1822 (2008) is afgesloten op 29 juli 2010. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/1446039
114. Faizullah Khan Noorzai (alias: a) Haji Faizullah Noor, b) Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan, c) Hajji Faizullah Khan Noorzai; Haji Faizuulah Khan Norezai; Haji Faizullah Khan; Haji Fiazullah, d) Haji Faizullah Noori, e) Haji Pazullah Noorzai b) Haji Moellah Faizullah).
Titel: Hadji. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1966, b) 1961, c) tussen 1968 en 1970, d) 1962. Geboorteplaats: a) Lowy Kariz, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, b) Kadanay, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 04.10.2011.
Overige informatie: prominente financier van de Taliban. Leverde medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders, deed aan fondsenwerving voor de Taliban en verstrekte opleiding aan Talibanstrijders in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Organiseerde en financierde voorheen Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Reisde in 2010 naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan en was eigenaar van ondernemingen aldaar. Behoort tot de Noorzai-stam (substam Miralzai). Broer van Malik Noorzai. Naam van vader is Akhtar Mohammed (alias: Haji Mira Khan). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678606
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan is een prominent Talibanfinancier die hooggeplaatste Talibanleiders heeft geholpen om gelden te investeren. Hij heeft meer dan 100 000 USD voor de Taliban ingezameld bij donoren in de Golfregio en droeg in 2009 een gedeelte van zijn eigen geld bij. Hij heeft tevens financiële steun verleend aan een Talibancommandant in de provincie Kandahar en heeft voor financiering gezorgd ter ondersteuning van de opleiding van strijders van de Taliban en van Al Qaida die aanvallen tegen de Coalitie en de Afghaanse strijdkrachten zouden uitvoeren. Medio 2005 organiseerde en financierde Faizullah Talibanoperaties in de provincie Kandahar, Afghanistan. Naast de financiële steun heeft Faizullah op andere manieren geholpen bij de opleiding en de operaties van de Taliban. Faizullah leverde in medio 2009 wapens, munitie, explosieven en medische uitrusting aan Talibanstrijders van zuidelijk Afghanistan. Medio 2008 was Faizullah verantwoordelijk voor het verschaffen van onderdak aan Talibanstrijders die zelfmoordbomaanslagen wilden plegen, en bracht hij hen van Pakistan naar Afghanistan. Faizullah leverde de Taliban tevens luchtdoelraketten, hielp Talibanstrijders bij verplaatsingen in de provincie Helmand, Afghanistan, faciliteerde zelfmoordbomaanslagen van de Taliban en verstrekte radio's en voertuigen aan Talibanleden in Pakistan.
Medio 2009 leidde Faizullah een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied, waar tienduizenden dollars werden ingezameld voor de Taliban. De terreinen van de madrassa van Faizullah werden gebruikt om Talibanstrijders op te leiden in het maken en gebruiken van geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices (IED's)). Eind 2007 werd de madrassa van Faizullah gebruikt voor de opleiding van Al Qaidastrijders die later naar de provincie Kandahar, Afghanistan, werden gezonden.
In 2010 had Faizullah kantoren en mogelijkerwijs eigendommen, waaronder hotels, in Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten. Faizullah reisde regelmatig naar Dubai en Japan met zijn broer, Malik Noorzai, met het oog op de invoer van auto's, auto-onderdelen en kleding. Begin 2006 was Faizullah eigenaar van ondernemingen in Dubai en Japan.
115. Malik Noorzai (alias: a) Hadji Malik Noorzai, b) Hadji Malak Noorzai, c) Hadji Malek Noorzai, d) Hadji Maluk, e) Hadji Aminullah), f) Allah Muhammad.
Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: financier van de Taliban. Adres: a) Boghra Road, Miralzei, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; b) Kalay Rangin, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1957, b) 1960, c) 1 januari 1963. Geboorteplaats: a) grensstad Chaman, Pakistan; b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer FA0157612, afgegeven op 23 juli 2009, verstrijkt op 22 juli 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013, afgegeven op naam van Allah Muhammad. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 54201-247561-5, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 4.10.2011.
Overige informatie: financier van de Taliban. Is eigenaar van ondernemingen in Japan en reist regelmatig naar Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan. Faciliteerde in 2009 Taliban-activiteiten, onder meer door rekrutering en het verstrekken van logistieke steun. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Noorzai-stam. Broer van Faizullah Khan Noorzai. Naam van zijn vader is Hadji Akhtar Muhammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4670985
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Malik Noorzai is een in Pakistan gevestigde zakenman die financiële steun aan de Taliban heeft verstrekt. Malik en zijn broer Faizullah Noorzai Akhtar Mohammed Mira Khan hebben voor de Taliban miljoenen dollars geïnvesteerd in verscheidene ondernemingen. Eind 2008 hebben vertegenwoordigers van de Taliban contact gezocht met Malik met de bedoeling dat hij als zakenman investeringen met gelden van de Taliban zou verrichten. Malik heeft zeker sedert 2005 persoonlijk tienduizenden dollars bijgedragen en honderdduizenden dollars uitgedeeld aan de Taliban; dat geld was gedeeltelijk ingezameld bij donoren in de Golfregio en Pakistan en gedeeltelijk Maliks eigen geld. Malik beheerde tevens een hawala-rekening in Pakistan waarop tienduizenden dollars werden gestort die om de paar maanden vanuit de Golfregio werden overgeschreven om de Taliban-activiteiten te steunen. Malik heeft tevens Taliban-activiteiten gefaciliteerd. In 2009 was Malik reeds 16 jaar hoofdverantwoordelijke van een madrassa (religieuze school) in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied die door de Taliban werd gebruikt om rekruten te indoctrineren en op te leiden. Malik zorgde onder andere voor de middelen voor het functioneren van de madrassa. Malik heeft samen met zijn broer ook een rol gespeeld bij de opslag van voertuigen die zouden worden gebruikt bij zelfmoordbomaanslagen van de Taliban, en heeft geholpen bij de verplaatsingen van Taliban-strijders in de provincie Helmand, Afghanistan. Malik is eigenaar van ondernemingen in Japan, en bezoekt regelmatig Dubai en Japan voor zakelijke aangelegenheden. Reeds in 2005 was Malik in Afghanistan eigenaar van een bedrijf voor de import van voertuigen vanuit Dubai en Japan. Hij importeert auto's, auto-onderdelen en kleding uit Dubai en Japan voor zijn bedrijven, waarin twee Talibancommandanten hebben geïnvesteerd. Medio 2010 zorgden Malik en zijn broer voor het vrijgeven van honderden goederencontainers, die naar verluidt miljoenen dollars waard waren en die door de Pakistaanse autoriteiten eerder dat jaar in beslag waren genomen omdat zij vermoedden dat de ontvangers banden hadden met het terrorisme.
116. Abdul Aziz Abbasin (alias: Abdul Aziz Mahsud).
Geboortedatum: 1969. Geboorteplaats: Sheykhan, sector Pirkowti, district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 04.10.2011
Overige informatie: Een van de belangrijkste commandanten in het Haqqani-netwerk onder het gezag van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Sinds begin 2010 schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Leidde een opleidingskamp voor niet-Afghaanse strijders in de provincie Paktika. Was betrokken bij het vervoer van wapens naar Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4639645
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Aziz Abbasin is een van de belangrijkste commandanten binnen het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Oost-Afghanistan en Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. In 2010 kreeg Abbasin zijn bevelen van Sirajuddin Haqqani, door wie hij werd aangesteld als schaduwgouverneur voor de Taliban in het district Orgun, provincie Paktika, Afghanistan. Abbasin leidt een groep Talibanstrijders en heeft mee de leiding gehad van een opleidingskamp voor buitenlandse strijders in de provincie Paktika. Abbasin was tevens betrokken bij het leggen van hinderlagen voor voertuigen die de Afghaanse regeringsstrijdkrachten bevoorraden, en bij het vervoer van wapens naar Afghanistan.
117. Ahmad Zia Agha (alias a) Zia Agha, b) Noor Ahmad, c) Noor Ahmed, d) Sia Agha Sayeed).
Titel: Hadji. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.
Overige informatie: Hooggeplaatste Taliban-ambtenaar met militaire en financiële verantwoordelijkheden in 2011. Lid van de militaire raad van de Taliban sinds mei 2010. In 2008 en 2009 hoge financiële ambtenaar van de Taliban die geld overbracht naar Taliban-commandanten in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4653034
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmad Zia Agha is een hooggeplaatste Taliban-leider met militaire en financiële verantwoordelijkheden. Ahmad Zia Agha was in 2010 de leider van de militaire shura (raad) van de Taliban, die de leiding had over militaire operaties van de Taliban in het westen van Afghanistan. Ahmad Zia Agha was in 2009 financiële ambtenaar van de Taliban en bracht geld over naar Taliban-commandanten. Een van de financiële verantwoordelijkheden van Ahmad Zia Agha was het overbrengen van tienduizenden dollars naar de schaduw-provinciegouverneurs van de Taliban; de thesaurier van de Taliban-shura penningmeester heeft Ahmad Zia Agha honderdduizenden dollars gegeven voor de financiering van operaties met geïmproviseerde explosieven (IED). Ahmad Zia Agha was in 2008 betrokken bij het bezorgen van middelen aan de commandanten van de Taliban in Afghanistan en heeft geld overgemaakt naar personen die banden hebben met de Taliban in het buitenland. Hij heeft ook de communicaties gefaciliteerd.
118. Fazl Rabi (alias a) Fazl Rabbi, b) Fazal Rabi, c) Faisal Rabbi).
Motivering voor plaatsing op de lijst: hooggeplaatste functionaris in de provincie Konar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: a) 1972; b) 1975. Geboorteplaats: a) district Kohe Safi, provincie Parwan, Afghanistan, b) provincie Kapisa, Afghanistan, c) provincie Nangarhar, Afghanistan, d) provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.
Overige informatie: vertegenwoordigt en verleent financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Lid van de financiële raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd om fondsen te werven namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, Jalaluddin Haqqani, het Haqqani-netwerk en de Taliban. Houdt zich vermoedelijk op in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678547
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Fazl Rabi biedt financiële en logistieke steun aan het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Rabi reisde in het buitenland om gelden bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk en heeft ook geholpen geld in te zamelen voor de militaire activiteiten van de Taliban. In februari 2009 reisde Rabi naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, om geld in te zamelen en bijeenkomsten te leiden namens Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook naar de Golf gereisd om fondsen te werven voor Jalaluddin Haqqani, de patriarch van het Haqqani-netwerk. Rabi is ook lid van de financiële shura van de Taliban en heeft middelen gegeven aan Taliban-commandanten en -ambtenaren.
Rabi was betrokken bij het sturen van zelfmoordterroristen naar Afghanistan en voor de coördinatie van de betrekkingen van het Haqqani-netwerk met andere militante groepen. Als topfunctionaris van de Taliban in de provincie Konar onder het Taliban-regime, was Rabi betrokken bij de export van illegale drugs uit Afghanistan. Na de val van de Taliban, vluchtte Rabi eind 2001 naar het Afghaans-Pakistaanse grensgebied.
119. Mohammad Aman Akhund (alias a) Mohammed Aman; b) Moellah Mohammed Oman; c) Mullah Mohammad Aman Ustad Noorzai; d) Moellah Mad Aman Ustad Noorzai; e) Sanaullah).
Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Bande Tumur, district Maiwand, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012.
Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban in 2011 voor financiële taken, waaronder fondsenwerving namens de leiding. Heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en de opbrengsten van drugshandel voor wapenaankoop aangewend. Was secretaris van Talibanleider Moellah Mohammed Omar en zijn gezant bij Taliban-vergaderingen op hoog niveau. Heeft ook banden met Gul Agha Ishakzai. Behoorde tot de kring van vertrouwelingen rond Moellah Mohammed Omar tijdens het Taliban-regime. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4665005
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammad Aman Akhund is een hooggeplaatst lid van de Taliban met financiële taken die als secretaris van Taliban-leider Moellah Mohammed Omar heeft opgetreden. Begin 2010 hebben Aman Akhund en Gul Agha Ishakzai, hoofd van de financiële commissie van de Taliban, namens de militaire leiding van de Taliban meer dan 300 000 dollar ingezameld in de Golf. Aman Akhund heeft deelgenomen aan Taliban-bijeenkomsten op hoog niveau, waar hij de mondelinge en schriftelijke boodschappen van Moellah Omar heeft overgebracht.
Aman Akhund heeft logistieke steun verleend voor Talibanoperaties en hield zich bezig met het innen van drugsgeld, met als doel wapens te kopen voor de Taliban. Tijdens het Taliban-regime, was Aman Akhund lid van de shura van Moellah Omar.
120. Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad (alias: a) Ahmed Jan Kuchi, b) Ahmed Jan Zadran).
Motivering voor plaatsing op de lijst: ambtenaar op het ministerie van Financiën tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: 1963. Geboorteplaats: Barlach, district Qareh Bagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 6.1.2012
Overige informatie: een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, dat zijn basis heeft in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. fungeert als plaatsvervanger, woordvoerder en adviseur voor Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk. Onderhoudt de verbindingen met de hoge raad van de Taliban. Heeft in het buitenland gereisd. Zorgt voor de verbindingen met de Taliban-commandanten in de provincie Ghazni, Afghanistan, en voorziet hen van geld, wapens, communicatieapparatuur en voorraden. Zou zijn overleden in 2013. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4678368
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmed Jan Wazir is een van de belangrijkste commandanten van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die actief is in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Ahmed Jan Wazir fungeert als plaatsvervanger, adviseur en woordvoerder van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en organiseert bijeenkomsten namens het Haqqani-netwerk. Eind 2010 is Ahmed Jan Wazir met hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk naar de Golfstaten gereisd.
Ahmed Jan Wazir heeft als vertegenwoordiger van het Haqqani-netwerk deelgenomen aan de Taliban-shura en heeft gewerkt als facilitator tussen het Haqqani-netwerk en de Taliban in de provincie Ghazni, Afghanistan. In 2008 werd Ahmed Jan Wazir door militanten van de Taliban en van Al Qaida aangesteld als Taliban-commandant in de provincie Ghazni. Hij heeft andere Taliban-commandanten in de provincie Ghazni voorzien van geld en voorraden, waaronder wapens en communicatieapparatuur. Hij was tijdens het Taliban-regime werkzaam op het ministerie van Financiën.
121. Abdul Samad Achekzai (alias Abdul Samad).
Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.3.2012.
Overige informatie: hooggeplaatst lid van de Taliban, verantwoordelijk voor de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's). Betrokken bij het werven en inzetten van zelfmoordterroristen om aanslagen te plegen in Afghanistan. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4652670
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Samad Achekzai is een hooggeplaatst lid van de Taliban, betrokken bij de vervaardiging van geïmproviseerde explosieven (IED's) en bij het leiden van het ondersteunend netwerk voor IED van de groep. Samad was medio 2010 verantwoordelijk voor de aankoop van IED-onderdelen en de opslag ervan, het maken van ontstekingsmechanismen, en IED-opleiding ter ondersteuning van Taliban-strijders in het westen en zuiden van Afghanistan.
Samad is ook betrokken geweest bij aanslagen in Afghanistan in opdracht van de Taliban. Begin 2011 werkte Samad samen met een Talibanlid om een Afghaanse commandant van de grenspolitie te vermoorden en had hij daarvoor een zelfmoordterrorist geworven. Op dat moment had Samad vijf zelfmoordterroristen naar Afghanistan gestuurd om aanslagen te plegen op de International Security Assistance Force en de Afghaanse autoriteiten. Begin 2010 zond Samad vijf Taliban-zelfmoordterroristen naar Kandahar om een aanslag te plegen op de Afghaanse autoriteiten aldaar.
122. Bakht Gul (alias: a) Bakhta Gul, b) Bakht Gul Bahar, c) Shuqib).
Geboortedatum: 1980. Geboorteplaats: Aki, district Zadran, provincie Paktiya, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Adres: Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.6.2012.
Overige informatie: communicatie-assistent van Badruddin Haqqani (overleden). Coördineert tevens de bewegingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Behoort tot de Zadran-stam. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4721045
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Bakht Gul is ten minste sinds 2009, toen zijn voorganger in Afghanistan werd gearresteerd, een sleutelfiguur op communicatiegebied van het Haqqani-netwerk. In 2011 bleef Gul rechtstreeks rapporteren aan Badruddin Haqqani (overleden), een hooggeplaatste leider van het Haqqani-netwerk, en trad hij op als tussenpersoon voor wie in contact wilde treden met deze leider. Gul is onder andere verantwoordelijk voor het doorgeven van rapporten van commandanten in Afghanistan aan hooggeplaatste leden van het Haqqani-netwerk, mediafunctionarissen van de Taliban, en reguliere mediakanalen in Afghanistan. Gul werkt ook samen met functionarissen van het Haqqani-netwerk, waaronder Badruddin Haqqani, voor de coördinatie van de verplaatsingen van Haqqani-opstandelingen, buitenlandse strijders en wapens in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied en in het oosten van Afghanistan. In 2010 bracht Gul operationele bevelen van Badruddin Haqqani over aan strijders in Afghanistan. Eind 2009 verstrekte hij geld aan ondercommandanten van het Haqqani-netwerk die reizen tussen Miram Shah en Afghanistan.
123. Abdul Satar Abdul Manan (alias a) Haji Abdul Sattar Barakzai b) Haji Abdul Satar c) Haji Satar Barakzai d) Abdulasattar).
Titel: Hadji. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: a) Mirmandaw, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: AM5421691 (Pakistaans paspoort dat verloopt op 11 augustus 2013). Nationaal identiteitsnr.:a) nationaal identiteitsnummer Pakistan 5420250161699 b) nationaal identiteitsnummer Afghanistan 585629. Adres: a) Kachray Road, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan b) Nasrullah Khan Chowk, Pashtunabad Area, provincie Baluchistan, Pakistan c) Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan d) Abdul Satar Food Shop, Ayno Mina 0093, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.
Overige informatie: Mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange, heeft ook banden met Khairullah Barakzai. e) behoort tot de Barakzay-stam. naam van vader is Hajji 'Abdal-Manaf. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4998005
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Satar Abdul Manan is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Satar en Khairullah Barakzai Khudai Nazar zijn gezamenlijk eigenaar en exploitant van „hawalas” (informele diensten voor geldovermaking) alias HKHS, in Afghanistan, Pakistan, en Dubai; zij beheren een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Eind 2009 hadden zij elk een even groot aandeel in HKHS. Satar heeft HKHS opgericht en de klanten kozen voor HKHS deels vanwege de naamsbekendheid van Satar en Khairullah. Satar heeft duizenden dollars gedoneerd aan de Taliban, om activiteiten van de Taliban in Afghanistan te steunen, en heeft door middel van zijn hawala geld verstrekt aan de Taliban. In verleende 2010 Satar de Taliban financiële steun, en steunden mogelijk een commandant van de Taliban en zijn medewerkers via Satar de opstand met duizenden dollars. Eind 2009 huisvestte Satar hooggeplaatste Taliban-leden, steunde hij met tienduizenden dollars de strijd van de Taliban tegen de coalitietroepen in Marjah, district Nad'Ali, provincie Helmand, in Afghanistan en hielp hij mee aan het vervoer van een Taliban-lid naar Marjah. In 2008 zamelden Satar en Khairullah geld in van donoren en verdeelden zij dat via hun hawala onder de Taliban.
124. Khairullah Barakzai Khudai Nazar (alias a) Haji Khairullah, b) Haji Khair Ullah, c) Haji Kheirullah, d) Haji Karimullah, e) Haji Khair Mohammad).
Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange. Geboortedatum: 1965. Geboorteplaats: a) Zumbaleh, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan; b) Mirmadaw, district Gereshk, provincie Helmand, Afghanistan. c) Qilla Abdullah, provincie Baluchistan, Pakistan. Paspoortnr.: BP4199631 (Pakistaans paspoort, verstrijkt op 25 juni 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013). Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5440005229635, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Abdul Manan Chowk, Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012
Overige informatie: mede-eigenaar van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (TAe.010), heeft ook banden met Abdul Satar Abdul Manan. Behoort tot de Barakzay-stam. Naam van zijn vader is Hadji Khudai Nazar. Andere naam van zijn vader is Nazar Mohammad. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/4722167
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Khairullah Barakzai Khudai is mede-eigenaar en exploitant van Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS). Eind 2009 hadden Khairullah en Abdul Satar Abdul Manan elk een even groot aandeel in HKHS. Zij werkten samen in hawalas onder de naam HKHS in Afghanistan, Pakistan, en Dubai en beheerden een afdeling van HKHS in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied. Begin 2010 stond Khairullah aan het hoofd van de HKHS-afdeling in Kaboel. In 2010 was Khairullah een hawala-makelaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders en verleende hij financiële hulp aan de Taliban. Khairullah heeft samen met zijn zakenpartner Satar de Taliban duizenden dollars vertrekt voor Taliban-activiteiten in Afghanistan. In 2008 zamelden Khairullah and Satar geld van donoren in en verdeelden dat via hun hawala onder de Taliban.
125. Abdul Rauf Zakir (alias Qari Zakir).
Titel: Qari. Geboortedatum: tussen 1969 en 1971. Geboorteplaats: provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.
Overige informatie: leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk onder leiding van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en is belast met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Ziet toe op de opleiding van plegers van zelfmoordaanslagen en geeft instructies over de manier waarop geïmproviseerde explosiemiddelen (IED's) moeten worden gemaakt. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5039797
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Abdul Rauf Zakir leidt zelfmoordaanslagen voor het Haqqani-netwerk en is de commandant die belast is met alle operaties in de provincies Kabul, Takhar, Kunduz en Baghlan. Zakir benaderde de leider van het Haqqani-netwerk Sirajuddin Haqqani rond 2008, om financiële bijstand te vragen en in ruil daarvoor de invloed en de operaties van het Haqqani-netwerk uit te breiden tot Noord-Afghanistan, en is uitgegroeid tot een vertrouwde medewerker en vertrouweling van Sirajuddin.
Als hoofd zelfmoordoperaties, is Zakir belast met het opleiden van recruten. Recruten krijgen volgens een door hem ontwikkeld programma training in het gebruik van handvuurwapens en zware wapens en het maken van eenvoudige geïmproviseerde explosieven (IED).
Zakir is betrokken geweest bij vele van de geruchtmakende zelfmoordaanslagen van het Haqqani-netwerk en is gedeeltelijk verantwoordelijk voor enkele definitieve beslissingen over het al of niet plegen van grootschalige aanslagen door lokale (districts-)commandanten. Tot de aanslagen met deelnemers uit het opleidingsprogramma van Zakir behoren de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, waarbij 11 burgers en twee Afghaanse politiemannen omkwamen, en de aanslag van september 2011 op de ambassade van de Verenigde Staten in Kabul, waarbij 16 Afghanen werden gedood, waarvan ten minste zes kinderen.
126. Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim (alias a) Muhammad Qasim, b) Abdul Salam).
Titel: Hadji. Geboortedatum: tussen 1975 en 1976. Geboorteplaats: a) Minar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; b) Darweshan, district Garmser District, provincie Helmand. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identiteitsnr.: a) Afghaanse nationale identiteitskaart (tazkira) nr. 57388 afgegeven in district Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan; b) verblijfskaart nr. 665, Ayno Maina, provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: a) Wesh, district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan; b) Safaar Bazaar, district Garmser, provincie Helmand, Afghanistan; c) Room number 33, 5e Floor Sarafi Market, Kandahar City, provincie Kandahar, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.
Overige informatie: eigenaar van Rahat Ltd. Betrokken bij de levering van wapens voor de Taliban, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED). Werd in 2012 aangehouden en zit sinds januari 2013 in detentie. Is gelieerd aan Rahat Ltd. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5041285
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim is eigenaar van Rahat Ltd., dat bijkantoren heeft in Afghanistan, Pakistan en Iran en werkt mee aan de financiering en facilitering van de Taliban-opstand.
Hooggeplaatste Talibanleiders hebben branchemanagers van Qasim en Rahat Ltd. persoonlijk ontmoet. Zij hebben ook bijkantoren van Rahat Ltd. bezocht en de diensten van Qasim gebruikt voor het ontvangen, bewaren en verzenden van middelen ter ondersteuning van zowel de opstandige activiteiten van de Taliban in Afghanistan als hun streven geld te verdienen met drugshandel. Tijdens een bijeenkomst met hooggeplaatste Talibanleiders in 2011, liet Qasim blijken zich bewust met de financiën van de Taliban bezig te houden via bijkantoren van Rahat Ltd. in Afghanistan en Pakistan. Qasim zelf is in verband gebracht met rebellencommandanten van de Taliban in Afghanistan en met netwerken die betrokken zijn bij de levering van wapens, waaronder geïmproviseerde explosieven (IED).
Qasim heeft Rahat Ltd. gebruikt om financiële diensten te verlenen aan zijn eigen en aan andere drugsnetwerken die zich in het Afghaans/Pakistaanse grensgebied bevinden en verbonden zijn met de Taliban.
127. Ahmed Shah Noorzai Obaidullah (alias: a) Moellah Ahmed Shah Noorzai, b) Hadji Ahmad Shah, c) Hadji Moellah Ahmad Shah, d) Maulawi Ahmed Shah, e) Moellah Mohammed Shah).
Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Geboortedatum: a) 1 januari 1985; b) 1981.Geboorteplaats: Quetta, Pakistan. Paspoortnr.: Pakistaans paspoortnummer NC5140251, afgegeven op 23 oktober 2009, verstrijkt op 22 oktober 2014, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Nationaal identiteitnr.: Pakistaans nationaal identiteitskaartnummer 54401-2288025-9, officieel geannuleerd met ingang van 2013. Adres: Quetta, Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 26.2.2013.
Overige informatie: is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange. Heeft financiële diensten verleend aan Ghul Agha Ishakzai en andere leden van de Taliban in de provincie Helmand. Andere titel is Malawi. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5278407
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Ahmed Shah Noorzai Obaidullah is eigenaar en exploitant van Rotshaan Money Exchange, dat financiële, materiële, of technologische steun dan wel financiële of andere diensten verleent aan of ter ondersteuning van de Taliban. Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. In 2011 vormde Rotshaan Money Exchange een van de eerste financiëledienstverleners (of hawalas) waarvan Taliban-functionarissen in de provincie Helmand (Afghanistan) gebruikmaakten.
Ahmed Shah heeft Taliban-leiders in de provincie Helmand gedurende verscheidene jaren hawala-diensten verleend, en was in 2011 een vertrouwde financiëledienstverlener van de Taliban. Begin 2012 gaf de Taliban Ahmed Shah de opdracht geld over te maken naar een aantal hawalas in Lashkar Gah, in de provincie Helmand, waarna een hoger geplaatste Taliban-commandant van daaruit de fondsen verder verdeelde.
Eind 2011 bracht Ahmed Shah honderdduizenden Amerikaanse dollars bijeen voor de financiële commissie van de Taliban en maakte hij honderdduizenden Amerikaanse dollars over naar de Taliban, waaronder hoger geplaatste Taliban-commandanten. Eveneens eind 2011 werd aan Ahmed Shah via zijn hawalas in Quetta, Pakistan, namens de Taliban een bedrag overgemaakt waarvan een gedeelte is gebruikt voor de aankoop van kunstmest en onderdelen voor geïmproviseerde explosieven (IED), onder meer batterijen en lont. Medio 2011 gaf het hoofd van de financiële commissie van de Taliban, Gul Agha Ishakzai, Ahmed Shah de opdracht verscheidene miljoenen Amerikaanse dollars bij Rotshaan Money Exchange te deponeren ten behoeve van de Taliban. Gul Agha legde uit dat wanneer er een geldtransfer nodig was, hij Ahmed Shah meedeelde wie de ontvanger bij de Taliban was.
Ahmed Shah maakte vervolgens het vereiste bedrag over via zijn systeem van hawalas. Medio 2010 transfereerde Ahmed Shah geld tussen Pakistan en Afghanistan ten behoeve van Taliban-commandanten en drugshandelaars. Naast het verlenen van faciliteiten, doneerde Ahmed Shah in 2011 ook grote, niet nader gespecificeerde bedragen aan de Taliban.
128. Adam Khan Achekzai (alias: a) Malawi Adam Khan, b) Malawi Adam).
Titel: Malawi. Geboortedatum: (a) 1970, (b) 1972, (c) 1971, (d) 1973, (e) 1974, (f) 1975. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Pakistaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 16.4.2013.
Overige informatie: maakt geïmproviseerde explosieven en tussenpersoon voor de Taliban. Lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Badghis, Afghanistan (medio 2010). Voormalig lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincies Sar-e Pul en Samangan, Afghanistan. Als militair Taliban-commandant in de provincie in Kandahar, Afghanistan, was hij betrokken bij het voorbereiden van zelfmoordaanslagen in aangrenzende provincies. Geassocieerd aan Abdul Samad Achekzai. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5304878
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Adam Khan Achekzai vervaardigt geïmproviseerde explosieven (IED's) en is tussenpersoon voor de Taliban. In 2012 vervaardigde Adam IED's en heeft hij ongeveer 150 personen opgeleid in het vervaardigen van die explosieven voor de Taliban. Eind 2010 werd Adam militair bevelhebber van de Taliban en als zodanig verantwoordelijk voor de productie van IED's en zelfmoordvesten. Adam zorgde als afgevaardigde van Abdul Samad Achekzai, tussenpersoon van de Taliban en verantwoordelijk voor IED's, voor de coördinatie van de bevoorrading van het netwerk.
Naast zijn taken als IED-leverancier had Adam bij de Taliban ook andere leidende functies. Medio 2010 werd Adam aangesteld als hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincie Badghis. Adam is ook het voormalige hoofd van de Taliban voor de Afghaanse provincies Sar-e Pul en Samangan. Adam was als militair bevelhebber van de Taliban in de Afghaanse provincie Kandahar betrokken bij de organisatie van zelfmoordaanslagen in naburige provincies.
129. Rahmatullah Shah Nawaz.
Titel: Alhaj Plaatsing: nvt Geboortedatum: (a) 1981 (b) 1982 Geboorteplaats: Shadal (variant Shadaal) Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Zekere alias: a) Qari Rahmat (voordien op de lijst geplaatst als) b) Kari Rahmat Onzekere alias: nvt Nationaliteit: Afghaans Paspoort nr.: nvt Nationaal identiteitsnr.: nvt Adres: a) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan b) Kamkai, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan c) Surkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan d) Batan, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.8.2014.
Overige informatie: Fysieke beschrijving: bruine ogen, zwart haar, gewicht: 77-81 kg, lengte: 178 cm korte tot middellange zwarte baard, kort zwart haar. Behoort tot de Shinwari-stam (substam Sepahi); Talibancommandant sinds ten minste februari 2010. Int belasting- en omkoopgelden namens de Taliban sinds april 2015. onderhoudt contact met Taliban-krachten in de provincie Nangarhar, Afghanistan, voorziet hen van informatie, begeleiding, huisvesting en wapens en heeft geïmproviseerde explosieven (improvised explosive devices — IED's) geplaatst en aanvallen uitgevoerd tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en de Afghaanse strijdkrachten. Is betrokken bij drugshandel en exploiteert een heroïnelaboratorium in Abdulkhel, district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5810480
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Qari Rahmat is sinds ten minste februari 2010 Taliban-commandant. Begin 2013 diende Rahmat in het gebied Shadaal Bazaar van het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan, als Taliban-commandant. Rahmat leidde de activiteiten van circa 300 Taliban-manschappen in het district Achin en voorzag hen van operationele begeleiding en wapens. Eind 2012 leidde Rahmat een aanval op Afghaanse strijdkrachten in het district Kot, provincie Nangarhar, Afghanistan. Medio 2012 diende Rahmat onder het Taliban-schaduwdistrictshoofd voor het district Achin, provincie Nangarhar, Afghanistan. In die periode plaatste Rahmat als Taliban-facilitator geïmproviseerde explosieven en voerde hij aanvallen uit tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF) en tegen Afghaanse strijdkrachten.
Rahmat int tevens belasting- en omkoopgelden namens de Taliban. Begin 2013 inde Rahmat namens de Taliban belastinggelden bij drugssmokkelaars in Shadaal Bazaar, district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 was Rahmat belast met het innen van belastinggelden bij drugshandelaren voor de Taliban.
Rahmat verricht inlichtingenwerk voor de Taliban. Begin 2013 verschafte Rahmat zijn Taliban-superieuren informatie betreffende de activiteiten van Afghaanse overheidsfunctionarissen en Afghaanse strijdkrachten in het district Achin, provincie Nangarhar. Medio 2012 verzamelde Rahmat voor de Taliban inlichtingen bij medewerkers van de Afghaanse overheid en verrichtte hij onderzoeken om ten behoeve van de Taliban informanten van de ISAF en de Afghaanse overheid te ontmaskeren.
Rahmat verstrekt ook dodelijke hulpgoederen, huisvesting en begeleiding aan Taliban-strijders. Sinds eind 2012 verstrekt Rahmat raketgestuwde granaten, lichte PKM-machinegeweren en semi-automatische AK-47-oorlogsgeweren aan de Taliban. Rahmat verschafte in diezelfde periode tevens in zijn pension onderdak aan Taliban-strijders en verstrekte Taliban-strijders tactische begeleiding. Eind 2011 had Rahmat in het district Achin een pension waar vaak Taliban-leden verbleven.
130. Qari Saifullah Tokhi (alias: (a) Qari Saifullah, (b) Qari Saifullah Al Tokhi, (c) Saifullah Tokhi, (d) Qari Sahab).
Titel: Qari. Adres: Chalo Bawari, Quetta, provincie Beloetsjistan, Pakistan. Geboortedatum: rond 1964. Geboorteplaats: Daraz, district Jaldak wa Tarnak, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 19.3.2014.
Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in de provincie Zabul, Afghanistan, verantwoordelijk voor het plaatsen van geïmproviseerde explosieven en het organiseren van zelfmoordaanslagen. Fysieke beschrijving: lengte: 180 cm; Gewicht: ongeveer 90kg; Bouw: athletisch gebouwd; Ogen: bruin; Haarkleur: rood; Huidskleur; lichtbruin. bijzondere fysieke kenmerken: groot rond gezicht, volle baard, hinkt vanwege een kunststof prothese op de plaats van zijn linkeronderbeen. Ethnische achtergrond: Pasjtoen; behoort tot de Tokhi-stam, subgroep Barkozai (alternatieve spelling: Torchi). Barkozai (alternatieve spelling: Bakorzai,
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Qari Saifullah Tokhi is de adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur en operationeel commandant in het oostelijk deel van de provincie Zabul, Afghanistan. Hij heeft rechtstreeks het commando gevoerd over twee groepen van circa 50 Taliban-strijders en was bevelvoerder van de Taliban-commandanten in de provincie Zabul. Qari Saifullah Tokhi heeft die groepen ingezet voor terroristische activiteiten tegen de regering van de Islamitische Republiek Afghanistan en de coalitietroepen in het oostelijk deel van de provincie Zabul. De ondergeschikten van Qari Saifullah Tokhi hebben op zijn bevel in de provincie Zabul aanslagen met geïmproviseerde explosieven gepleegd en aanvallen met kleine vuurwapens en met raketten uitgevoerd.
In de nacht van 2 december 2012 kwamen in het district Qalat, provincie Zabul, Afghanistan, drie Taliban-strijders om. Zij werden betrapt toen zij IED's aan het plaatsen waren en werden vervolgens omgebracht. De mannen stonden alle drie bekend als mannen van Qari Saifullah Tokhi.
Op 14 januari 2012 pleegden zes Taliban-opstandelingen die onder Qari Saifullah Tokhi ressorteerden, een aanslag op een konvooi van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). De Taliban-opstandelingen vielen het konvooi met raketaangedreven granaten aan in de buurt van het dorp Abdul Haq Kalay, district Tarnak Wa Jaldak.
Op 28 september 2011 werden aanslagen beraamd door twee ondergeschikten van Taliban-commandant Qari Saifullah Tokhi die voornemens waren zelfmoordbomaanslagen te plegen. Een van hen was voornemens een zelfmoordbomaanslag te plegen op het provinciale wederopbouwteam in het district Qalat, provincie Zabul. De andere had een zelfmoordbomaanslag op een ISAF-basis in het district Shajoy beraamd. De zelfmoordterroristen waren van plan hun aanslagen op de bases van de coalitietroepen tussen 29 september en 1 oktober 2011 te plegen.
Onder aanvoering van Qari Saifullah Tokhi zetten de Taliban de exploitanten van mobieletelefoonnetten er op 20 april 2011 toe aan hun dienstverlening in de provincie Zabul te staken. Als de exploitanten niet in gingen op het bevel van de Taliban om hun dienstverlening te staken, dan zouden de Taliban hun antennes langs de wegen in de provincie Zabul vernietigen, zo luidde het dreigement. Op 25 november 2010 gelastte Qari Saifullah Tokhi een Taliban-commandant en adjunct van de Taliban-schaduwgouverneur van het district Athgar, provincie Zabul een partij lichte wapens over te brengen naar de hoofdstad van de provincie Zabul, Qalat. De partij bestond uit circa 25 Kalashnikov-vuurwapens, 10 machinegeweren, 5 raketaangedreven granaten en 20 granaten. De zelfmoordterroristen waren voornemens die wapens te gebruiken tegen de ISAF-troepen en de Afghaanse nationale veiligheidstroepen, met de tweede brigade van het nationale Afghaanse leger en het hoofdkwartier van de politie als specifiek doelwit.
131. Yahya Haqqani (alias: (a) Yaya (b) Qari Sahab).
Adres: Een Haqqani-madrassa in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.Geboortedatum: a) 1982 b) 1978. Nationaliteit: Afghaan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.
Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN). Nauw betrokken bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep; Gewond aan een been. De naam van vader is Hajji Meyawar Khan (overleden). Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807173
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Yahya Haqqani is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) die nauw betrokken is geweest bij de militaire, financiële en propaganda-activiteiten van de groep. Yahya is als de facto hoofd van de groep opgetreden wanneer de hoogste leiders Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (Yahya's zwager), Badruddin Haqqani (overleden, voorheen op de lijst geplaatst), en Khalil Haqqani afwezig waren. Yahya heeft tevens taken op zich genomen als logistiek verantwoordelijke van het HQN en heeft financiering gefaciliteerd voor Haqqani-commandanten, waaronder een ondergeschikte van de inmiddels overleden HQN-commandant Sangin Zadran Sher Mohammad en het HQN-hoofd zelfmoordoperaties, Abdul Rauf Zakir. Yahya heeft ook als tolk Arabisch en boodschapper van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani gefungeerd.
Yahya heeft belangrijke faciliteringsactiviteiten ter ondersteuning van HQN-aanvallen en andere activiteiten uitgevoerd. Begin 2013 faciliteerde hij financiering voor HQN-strijders. Begin 2013 coördineerde hij de overdracht van voorraden van de Verenigde Arabische Emiraten aan de hooggeplaatste HQN-leider Khalil Haqqani. In 2012 coördineerde Yahya de distributie van geïmproviseerde explosieven (IED's) en communicatieapparatuur, en hij controleerde hij ook de voorbereidingen voor de HQN-aanslag van 7 augustus 2012 op een operationele voorpost van de coalitie in de provincie Logar, Afghanistan, waarbij dertien personen, waaronder elf Afghaanse burgers, gewond raakten. Yahya had waarschijnlijk voorkennis van de aanslag van juni 2011 op het Intercontinental Hotel in Kabul, Afghanistan, die geleid werd door Sirajuddin Haqqani en Badruddin Haqqani. Achttien personen werden bij die aanslag gedood en twaalf gewond. In 2011 droeg Yahya geld van Sirajuddin Haqqani voor operaties over aan HQN-commandanten.
Yahya fungeert soms als verbindingspersoon tussen het HQN en Al Qaida (AQ) en onderhoudt sinds ten minste medio 2009 banden met AQ. In deze hoedanigheid verstrekte Yahya aan AQ-leden in de regio geld voor hun persoonlijke uitgaven. Medio 2009 trad hij op als voornaamste verbindingspersoon van het HQN met buitenlandse strijders, waaronder Arabieren, Oezbeken en Tsjetsjenen.
Yahya heeft tevens media- en propaganda-activiteiten voor het HQN en de Taliban uitgevoerd en beheerd. Begin 2012 kwam Yahya gewoonlijk bijeen met Sirajuddin Haqqani om definitieve goedkeuring van de door hemzelf gemaakte Taliban-propagandavideo's te verkrijgen. Yahya is sinds ten minste 2009 bezig met HQN-media-activiteiten, toen hij werkte vanuit een mediastudio in een HQN-madrassa en aldaar video's van strijders in Afghanistan monteerde. Eind 2011 ontving Yahya van Sirajuddin Haqqani of één van diens plaatsvervangers middelen voor media-uitgaven van het HQN.
Begin 2012 reisde Yahya circa tweemaal per maand, soms met Saidullah Jan, naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.
132. Saidullah Jan (alias: Abid Khan).
Geboortedatum: 1982. Geboorteplaats: district Giyan, provincie Paktika, Afghanistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.
Overige informatie: Hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sedert 2013. Heeft kritieke faciliteringssteun verstrekt aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep sinds 2011. De naam van de vader is Bakhta Jan. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807179
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Saidullah Jan is een hooggeplaatst lid van het Haqqani-netwerk (HQN) sinds 2013, die soms tevens is opgetreden als HQN-plaatsvervangend hoofd, als de HQN-commandant voor het noordelijk gebied van Afghanistan en als belangrijke logistiek coördinator van het HQN.
Eind 2013 verstrekte Saidullah kritieke faciliteringssteun aan chauffeurs en voertuigen die HQN-munitie vervoerden. Eind 2011 was Saidullah tevens betrokken bij de wervingsactiviteiten van de groep en voerde hij de beoordeling van ten minste één HQN-rekruut uit.
Eind 2013 reisde Saidullah naar de Golf, samen met de HQN-fondsenwervers Khalil Ahmed Haqqani, Fazl Rabi en andere HQN-leden, waaronder een faciliteerder van aanvallen. In 2010 reisde Saidullah met een groep HQN-leiders, waaronder de inmiddels overleden HQN-functionaris Ahmed Jan Wazir Akhtar Mohammad, naar de Golf.
Eind 2013 kreeg Saidullah naar verluidt van Al Qaida-leden het vertrouwen als een met het HQN geassocieerde die bij allerlei problemen, waaronder arrestatie, zou kunnen helpen. Begin 2012 reisde Saidullah Jan soms met Yahya Haqqani naar de inmiddels overleden financieel gezant van het HQN, Nasiruddin Haqqani.
133. Muhammad Omar Zadran (alias: Mohammad-Omar Jadran).
Titel: a) Maulavi b) Mullah. Geboortedatum: 1958. Geboorteplaats: Sultan Kheyl, district Spera, provincie Khost, Afghanistan. Adres: het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31.7.2014.
Overige informatie: leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die het bevel voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan, sinds 2013. betrokken bij de voorbereiding van aanvallen op Afghaanse en internationale troepen in Afghanistan. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5807181
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Muhammad Omar Zadran (Omar) is een leider van het Haqqani-netwerk (HQN) die sinds 2013 het commando voert over meer dan 100 militanten in de provincie Khost, Afghanistan. Omar heeft gediend als HQN-schaduwdistrictsgouverneur, en sinds 2005 als commandant onder HQN-leider Sirajuddin Jallaloudine Haqqani, en beraamt sinds ten minste 2006 plannen voor aanslagen namens het HQN of geeft daartoe opdracht. Omar heeft met de Taliban samengewerkt en in 2010 gediend als lid van de Taliban-shura, die door de Taliban is opgericht om de logistiek voor opstandelingen, behoeften, opleiding, opdrachten voor commandanten, en de inzet van terroristische cellen in zuidoostelijk Afghanistan te bespreken. Ook ontving Omar in 2010 orders van Sirajuddin Haqqani.
Omar heeft deelgenomen aan de voorbereiding en de planning van aanslagen op Afghaanse burgers, de Afghaanse regering en personeel van de coalitie in Afghanistan, namens zowel het HQN als de Taliban. Begin 2013 was Omar belast met het binnensmokkelen van explosieven in Afghanistan. In 2012 werkten Omar en tientallen andere HQN-leden aan een aanslag met een op een voertuig geplaatst verbeterd explosief op een kamp van de coalitietroepen en was hij betrokken bij het plannen van aanslagen op troepen in de provincie Paktiya, Afghanistan. In 2011 was Omar betrokken bij het plannen van zelfmoordaanslagen. In 2010 kreeg Omar van een HQN-commandant de opdracht om lokale Afghaanse burgers die voor de coalitietroepen werkten in de provincies Khost, Paktiya en Baghlan, Afghanistan, te ontvoeren en te vermoorden.
In 2010 kwamen Omar en andere militantenleiders in de regio overeen de aanvallen tegen de Afghaanse regering en de coalitietroepen te intensiveren, verscheidene districten te veroveren en onder controle te houden, de verkiezingen voor de nationale assemblee en wegwerkzaamheden te verstoren en plaatselijke jongeren te rekruteren.
134. Abdul Basir Noorzai (alias: (a) Haji Abdul Basir, (b) Haji 'Abd Al- Basir (c) Haji Basir Noorzai, (d) Abdul Baseer (e) Abdul Basir).
Titel: Hadji. Adres: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: a) 1965, b) 1960, c) 1963. Geboorteplaats: Provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans Paspoortnr.: Pakistaans paspoort nummer AA3829182. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans nationaal identiteitsnummer 5420124679187. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 27.3.2015.
Overige informatie: Eigenaar van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala, die financiële diensten verleent aan de Taliban in de regio. Interpol-UN Security Council Special Notice weblink: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5858164
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Hadji Abdul Basir (Basir) is eigenaar en exploitant van de Haji Basir and Zarjmil Company Hawala. Basir was bevoegd om geld te verstrekken aan de Taliban, en heeft in de voorbije jaren via zijn Hawala duizenden dollars verstrekt aan Taliban-leden in de regio. Basir heeft via zijn Hawala activiteiten van de Taliban gefinancierd, geld overgemaakt aan de Taliban-ouderen en het reizen van Taliban-informanten vergemakkelijkt.
Sinds 2012 werd Basir beschouwd als de voornaamste geldwisselaar voor hooggeplaatste Taliban-leiders. In 2010 vroeg Basir ook in Japan, de Verenigde Arabische Emiraten en Singapore wonende Pakistaanse en Afghaanse expats om donaties voor de Taliban.
135. Torek Agha (alias: (a) Sayed Mohammed Hashan, (b) Torak Agha, (c) Toriq Agha, (d) Toriq Agha Sayed).
Titel: Hadji. Adres: Pashtunabad, Quetta, provincie Baluchistan, Pakistan. Geboortedatum: (a) 1960 (b) 1962 (c) rond 1965. Geboorteplaats: a) provincie Kandahar, Afghanistan b) Pishin, provincie Baluchistan, Pakistan. Nationaal identiteitsnr.: Pakistaans, 5430312277059 (frauduleus verkregen en ingetrokken door de regering van Pakistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 2.11.2015.
Overige informatie: Belangrijke commandant van de Militaire Raad van de Taliban, betrokken bij fondsenwerving van donoren in de Golfregio. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5905294
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Als hooggeplaatste Talibanleider diende Torek Agha (Torek) eind 2014iend in de Talibans' „Quetta shura”, een regionaal orgaan dat leiding geeft aan de activiteiten van de Taliban in het zuiden en het westen van Afghanistan, en speelde hij een rol gespeeld bij de fondsenwerving van donoren in de Golfregio.
Eind 2014 was Torek lid van een groep die verantwoordelijk is voor de leiding van de strategische plannings- en logistieke operaties van de Taliban, was hij een belangrijke commandant en belangrijk lid van de militaire raad van de Taliban en machtigde en faciliteerde hij militaire operaties van de Taliban. De militaire raad van de Taliban is een van de drie bevelsniveaus van de Taliban en is verantwoordelijk voor het toezicht op de Taliban-activiteiten de goedkeuring van de benoemingen van militair Taliban-leiderschap.
In de loop der jaren was Torek betrokken bij de goedkeuring van de moord op talrijke Afghaanse overheidsfunctionarissen en stamoudsten. Bovendien was hij reeds in 2012 een van de vier hoge Taliban-commandanten die toestemming gaven voor het gebruik van een niet-geïdentificeerd chemisch poeder voor de moord op hoge Afghaanse regeringsfunctionarissen.
Na medio 2011 door een hooggeplaatste leider van de Taliban de opdracht te hebben gekregen tijdens de ramadan naar Saudi-Arabië te gaan om externe financiering te regelen, hebben Torek en verscheidene andere leden van de „Quetta shura” van de Taliban mullahs geselecteerd die naar Saudi-Arabië en andere Arabische landen moesten gaan om financiële giften namens de Taliban te innen van Afghaanse zakenlieden en smokkelaars. Begin 2012 ontving Torek een donatie van een niet-geïdentificeerde Arabische donor met instructies om het geld door te geven aan de provinciale Taliban-schaduwgouverneur van de provincie Uruzgan, Afghanistan, voor moordoperaties.
Torek inde in 2010 circa 4 miljoen dollar van donoren in de Golfregio voor de Taliban, en gaf het grootste deel ervan aan een andere hooggeplaatste leider en inner van financiën voor de Taliban, Gul Agha Ishakzai (Gul Agha). De bedragen en de bronnen van de talrijke overdrachten van Taliban-fondsenwervingen door Torek aan Gul Agha waren als volgt: $1 miljoen van geassocieerde personen in Saoedi-Arabië; $2 miljoen van donoren in Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Saudi-Arabië; en 600 000 dollar van diverse Arabische donoren, verkregen tijdens een fondsenwerving in Qatar.
Eind 2009 had Torek 2 miljoen dollar van niet-geïdentificeerde donoren in Qatar en Saudi-Arabië in zijn bezit die bestemd waren voor de „Quetta shura-”penningmeester van de Taliban. De aanzienlijke donaties die Torek voor de Quetta shura van de Taliban had ingezameld tijdens de ramadan bevonden zich in niet-geïdentificeerde Pakistaanse banken en werden beheerd door de hoofdpenningmeester van de Taliban.
Medio 2006 wees Torek Taliban-strijders toe aan verschillende operationele commandanten van de Taliban. Hij was een van de belangrijkste contacten tussen de Taliban-leiders en groepen Arabische strijders die aankomen in Pakistan en Afghanistan om te vechten tegen de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF).
B. Entiteiten en andere groepen en ondernemingen die banden hebben met de Taliban
1. Haji Khairullah Haji Sattar money exchange (alias a) Haji Khairullah-Haji Sattar Sarafi b) Haji Khairullah and Abdul Sattar and Company c) Haji Khairullah Money Exchange d) Haji Khair Ullah Money Service e) Haji Salam Hawala f) Haji Hakim Hawala g) Haji Alim Hawala h) Sarafi-yi Haji Khairullah Haji Satar Haji Esmatullah).
Adres: a) (kantoor 1: i) Chohar Mir Road, Kandahari Bazaar, Quetta City, provincie Baluchistan, Pakistan; ii) Room number 1, Abdul Sattar Plaza, Hafiz Saleem Street, Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Shop number 3, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Office number 3, Near Fatima Jinnah Road, Dr. Bano Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Kachara Road, Nasrullah Khan Chowk, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Wazir Mohammad Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan;) b) (Branch Office 2: Peshawar, provincie Khyber Paktunkhwa, Pakistan c) (Branch Office 3: Moishah Chowk Road, Lahore, provincie Punjab, Pakistan) d) (kantoor 4: Karachi, provincie Sindh, Pakistan;) e) (Branch Office 5: i) Larran Road number 2, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan ii) Chaman Central Bazaar, Chaman, Baluchistan Province, Pakistan) f) (Branch Office 6: Shop number 237, Shah Zada Market (alias Sarai Shahzada), gebied Puli Khisti, Politiedistrict 1, Kabul, Afghanistan, telefoon: +93 202103386, +93 202101714, 0202-104748; mobiele telefoon: +93 797059059, +93 702222222, e-mail: helmand_exchange_msp@yahoo.com) g) (Branch Office 7: i) Shops number 21 and 22, 2nd Floor, Kandahar City Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) New Sarafi Market, 2nd Floor, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan iii) Safi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan), h) (Branch Office 8: Gereshk City, district Nahr-e Saraj, provincie Helmand, Afghanistan i) (BranchOffice 9: i) Lashkar Gah Bazaar, Lashkar Gah, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan ii) Haji Ghulam Nabi Market, 2nd Floor, Lashkar Gah District, Helmand Province, Afghanistan) j) (Branch Office 10: i) Suite numbers 196-197, 3rd Floor, Khorasan Market, Herat City, Herat Province, Afghanistan ii) Khorasan Market, Shahre Naw, District 5, Herat City, Herat Province, Afghanistan) k) (Branch Office 11: i) Sarafi Market, Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan ii) Ansari Market, 2nd Floor, Nimroz Province, Afghanistan) l) (Branch Office 12: Sarafi Market, Wesh, Spin district Boldak, Afghanistan) m) (Branch Office 13: Sarafi Market, Farah, Afghanistan) n) (Branch Office 14: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten o) (Branch Office 15: Zahedan, Iran) p) (Branch Office 16: Zabul, Iran). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.
Overige informatie: belastingnummer Pakistan: 1774308; belastingnummer Pakistan: 0980338; belastingnummer Pakistan: 3187777; vergunningnummer voor Afghan Money Service Provider: 044. Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange werd in 2011 door de leiding van de Taliban gebruikt om geld aan Taliban-commandanten over te maken voor de financiering van strijders en operaties in Afghanistan.
Heeft banden met Abdul Sattar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. INTERPOL- UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5235593
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange (HKHS) is het gezamenlijk eigendom van Abdul Satar Abdul Manan en Khairullah Barakzai Khudai Nazar. Satar en Khairullah hebben samen wisselkantoren beheerd in Afghanistan, Pakistan, Dubai en de Verenigde Arabische Emiraten. De Taliban-leiders hebben HKHS gebruikt om geld door te sluizen naar schaduwgouverneurs en commandanten van de Taliban, en om hawala-transfers voor de Taliban te ontvangen. Vanaf 2011 sluisde de Taliban-top via HKHS geld door naar de commandanten van de Taliban in Afghanistan. Eind 2011 werd de HKHS-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, Afghanistan, gebruikt om geld door te sluizen naar de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. Medio 2011 gebruikte een commandant van de Taliban een HKHS-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan om strijders en operaties in Afghanistan te financieren. Nadat de Taliban maandelijks grote sommen contant geld bij deze HKHS-afdeling had ondergebracht, konden commandanten van de Taliban via elke HKHS-afdeling toegang krijgen tot het geld. Personeelsleden van de Taliban gebruikten HKHS in 2010 om geld door te sluizen naar hawala's in Afghanistan, waar de operationele commandanten toegang konden krijgen tot het geld. Eind 2009 zag de directeur van de HKHS-afdeling in Lashkar Gah toe op het verkeer van geld van de Taliban via HKHS.
2. Rotshaan money exchange (alias (a) Rotshaan Sarafi (b) Rotshaan Trading Company (c) Rushaan Trading Company (d) Rotshaan Shirkat (e) Maulawi Ahmed Shah Hawala (f) Mullah Ahmed Shah Hawala (g) Haji Ahmad Shah Hawala (h) Ahmad Shah Hawala).
Adres: a) (Branch Office 1: i) Shop number 1584, Furqan (variant Fahr Khan) Center, Chalhor Mal Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan ii) Flat number 4, Furqan Center, Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iii) Office number 4, 2nd Floor, Muslim Plaza Building, Doctor Banu Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan iv) Cholmon Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan v) Munsafi Road, Quetta, Baluchistan Province, Pakistan vi) Shop number 1, 1st Floor, Kadari Place, Abdul Samad Khan Street (next to Fatima Jena Road), Quetta, Baluchistan Province, Pakistan) b) (Branch Office 2: i) Safar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan ii) Main Bazaar, Safar, Helmand Province, Afghanistan) c) (Branch Office 3: i) Haji Ghulam Nabi Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan ii) Money Exchange Market, Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan iii) Lashkar Gah Bazaar, Helmand Province, Afghanistan) d) (Branch Office 4: Hazar Joft, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan) e) (Branch Office 5: Ismat Bazaar, Marjah District, Helmand Province, Afghanistan) f) (Branch Office 6: Zaranj, Nimruz Province, Afghanistan) g) (Branch Office 7: i) Suite number 8, 4th Floor, Sarafi Market, District number 1, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan ii) Shop number 25, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar District, Kandahar Province, Afghanistan) h) (Branch Office 8: Lakri City, Helmand Province, Afghanistan) i) (Branch Office 9: Gerd-e-Jangal, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) j) (Branch Office 10: Chaghi, Chaghi District, Baluchistan Province, Pakistan) k) (Branch Office 11: Aziz Market, in front of Azizi Bank, Waish Border, Spin Boldak District, Kandahar Province, Afghanistan). Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29.6.2012.
Overige informatie: Rotshaan Money Exchange bewaart geld en draagt geld over om de militaire operaties van de Taliban en de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. Eigendom van Ahmed Shah Noorzai Obaidullah. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282182
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Rotshaan Money Exchange (RMX) bewaart geld en draagt geld over om militaire operaties van de Taliban en de rol van de Taliban in de drugshandel in Afghanistan te ondersteunen. RMX was een van de eerste „hawalas” (informele diensten voor overmaking van geld) die in 2011 door Taliban-ambtenaren werden gebruikt in de provincie Helmand. In 2011 nam een hooggeplaatst Taliban-lid in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op ten behoeve van schaduwgouverneurs van de Taliban in de provincie. Ter financiering van het lenteoffensief van de Taliban in 2011 bracht de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand duizenden dollars onder bij RMX. Tevens heeft een Taliban-lid in 2011 tienduizenden dollars van RMX ontvangen als steun voor militaire operaties. Een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan had tevens tienduizenden dollars in bewaring die zouden worden opgenomen door een commandant van de Taliban. In 2010 gebruikte een Taliban-lid, namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand, RMX om duizenden dollars naar de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan te sturen. De RMX-afdeling in Lashkar Gah, provincie Helmand, is door de Taliban gebruikt om geld voor plaatselijke operaties door te sluizen. In 2011 droeg een ondercommandant van de Taliban via de RMX-afdeling in Lashkar Gah tienduizenden dollars over aan een commandant van de Taliban. De Taliban sluisden in 2010 ook geld via de RMX-afdeling in Lashkar Gah door aan commandanten van de Taliban. Evenzo gebruikte een Taliban-lid in 2010 RMXom tienduizenden dollars naar de provincie Helmand en de provincie Herat, Afghanistan, te sturen namens de schaduwgouverneur van de Taliban in de provincie Helmand. In 2009 nam een hooggeplaatste Taliban-vertegenwoordiger in een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan honderdduizenden dollars op om militaire operaties van de Taliban in Afghanistan te financieren.
Het naar de RMX gestuurde geld was afkomstig uit Iran. In 2008 gebruikte een Taliban-leider RMX om tienduizenden dollars van Pakistan naar Afghanistan door te sluizen. De Taliban maken ook gebruik van RMX om hun rol in de drugshandel in Afghanistan te faciliteren. In 2011 sluisden Taliban-functionarissen, waaronder de schaduwgouverneur in de provincie Helmand, honderdduizenden dollars vanuit een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan door naar „hawalas” in Afghanistan voor de aankoop van drugs namens Taliban-functionarissen. Tevens gaf een Taliban-functionaris in 2011 Taliban-commandanten in de provincie Helmand opdracht de opbrengsten van opium via RMX over te dragen. Een Taliban-districtshoofd maakte duizenden dollars vanuit Marjah, provincie Helmand, Afghanistan, over naar een RMX-afdeling in de grenszone tussen Afghanistan en Pakistan.
3. Haqqani-netwerk (alias HQN).
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 5.11.2012.
Overige informatie: netwerk van Taliban-strijders in de grensstreek tussen de provincie Khost, Afghanistan en Noord-Waziristan, Pakistan. Opgericht door Jalaluddin Haqqani en thans geleid door zijn zoon Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Andere personen die tot het netwerk behoren: Nasiruddin Haqqani, Sangeen Zadran Sher Mohammad, Abdul Aziz Abbasin, Fazl Rabi, Ahmed Jan Wazir, Bakht Gul, Abdul Rauf Zakir. Verantwoordelijk voor zelfmoordaanslagen, gerichte moorden en ontvoeringen in Kabul en andere Afghaanse provincies. Verbonden met Al Qaida, de Islamitische Beweging van Oezbekistan, Tehrik-e Taliban Pakistan, Lashkar I Jhangvi en Jaish-I-Mohammed. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282012
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Het Haqqani-netwerk heeft zijn wortels in het Afghaanse conflict van het einde van de jaren '70. In het midden van de jaren 80 knoopte Jalaluddin Haqqani, de oprichter van het Haqqani-netwerk, betrekkingen aan met de leider van Al-Qa'ida, wijlen Osama bin Laden. Jalaluddin trad in 1995 toe tot de Taliban-beweging, maar behield zijn eigen machtsbasis langs de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Na de val van het Taliban-regime in 2001 nam Jalaluddins zoon, Sirajuddin Haqqani, de controle over het netwerk over en sindsdien heeft hij van de groep een van de toonaangevende rebellenbewegingen in Afghanistan gemaakt.
Het Haqqani-netwerk is verantwoordelijk voor een groot aantal van de meest geruchtmakende aanslagen in Afghanistan. In januari 2008 bestormden leden van het Haqqani-netwerk Hotel Serena in Kabul, wat resulteerde in acht doden. In januari 2010 zat het Haqqani-netwerk achter een gecoördineerde aanval op de belangrijkste regeringsgebouwen in Kabul, waarbij vijf mensen werden gedood en 70 gewond. In juni 2011 was het netwerk verantwoordelijk voor de aanslag op Hotel Intercontinental in Kabul, waarbij 11 Afghaanse burgers en twee Afghaanse politiemannen werden gedood. Het Haqqani-netwerk was verantwoordelijk voor de aanslag van september 2011 tegen de ambassade van de Verenigde Staten en het hoofdkwartier in Kabul van de Internationale strijdmacht voor bijstand aan de veiligheid (ISAF). Zestien Afghanen werden gedood zijn tijdens de aanval die 19 uur duurde, onder wie ten minste zes kinderen. De groep zat ook achter de gecoördineerde aanvallen op 15 april 2012 in Kabul en drie andere Afghaanse steden, die 18 uur heeft geduurd en ten minste 11 Afghaanse veiligheidsfunctionarissen en vier burgers het leven hebben gekost.
Het Haqqani Netwerk was ook betrokken bij een aantal ontvoeringen en heeft samengewerkt met de Taliban en andere militante organisaties in Afghanistan.
4. Rahat Ltd. (alias a) Rahat Trading Company; b) Haji Muhammad Qasim Sarafi; c) New Chagai Trading; d) Musa Kalim Hawala).
Adres: (a) Branch Office 1: Room number 33, 5th Floor, Sarafi Market, Kandahar City, Kandahar Province, Afghanistan, (b) Branch Office 2: Shop number 4, Azizi Bank, Haji Muhammad Isa Market, Wesh, Spin Boldak, Kandahar Province, Afghanistan, (c) Branch Office 3: Safaar Bazaar, Garmser District, Helmand Province, Afghanistan, (d) Branch Office 4: Lashkar Gah, Helmand Province, Afghanistan, (e) Branch Office 5: Gereshk District, Helmand Province, Afghanistan, (f) Branch Office 6: Zaranj District, Nimroz Province, Afghanistan, (g) Branch Office 7: i) Dr. Barno Road, Quetta, Pakistan, ii) Haji Mohammed Plaza, Tol Aram Road, bij Jamaluddin Afghani Road, Quetta, Pakistan, iii) Kandahari Bazaar, Quetta, Pakistan, (h) Branch Office 8: Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan; i) Branch Office 9: Chaghi Bazaar, Chaghi, provincie Baluchistan, Pakistan; j) Branch Office 10: Zahedan, provincie Zabol, Iran Datum van plaatsing op de VN-lijst: 21.11.2012.
Overige informatie: Rahat Ltd. werd door de leiding van de Taliban gebruikt om geld van externe donoren en drugshandel over te maken voor de financiering van activiteiten van de Taliban in 2011 en 2012. Eigendom van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim. Heeft ook banden met Mohammad Naim Barich Khudaidad. Interpol-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5282195
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
Rahat Ltd. is een hawala-netwerk dat eigendom is van Mohammed Qasim Mir Wali Khudai Rahim, met inbegrip van filialen in geheel Afghanistan, Pakistan en Iran, dat deelneemt in de financiering en facilitering van de opstand van de Taliban.
In 2011 en 2012 maakten hooggeplaatste Taliban-leden regelmatig gebruik van de verschillende filialen van Rahat Ltd. voor opslag en overdracht van middelen afkomstig van externe donoren en uit drugshandel.
Een en ander omvat specifiek de verstrekking van aanzienlijke middelen namens een schaduw-provinciegouverneur van de Taliban, witgewassen via Rahat Ltd. In 2011 en 2012 waren hooggeplaatste Taliban-leden bij verscheidene gelegenheden verantwoordelijk voor overdrachten en transacties, via Rahat Ltd., van honderdduizenden Amerikaanse dollars aan financiering uit de Golfregio en Iran, bedoeld voor de financiering van opstanden van de Taliban.
Hooggeplaatste Taliban-leden hadden persoonlijk contact met filiaalmanagers van Rahat Ltd., bezochten vestigingen van Rahat Ltd. en gebruikten Rahat Ltd. voor het ontvangen, opslaan en verzenden van middelen ter ondersteuning van opstandige operaties in Afghanistan. Onlangs vertsrekte de schaduw-provinciegouverneur van de Taliban van de provincie Helmand, Afghanistan, Mohammad Naim Barich (alias Moellah Naim Barich), via Rahat Ltd. middelen aan ondergeschikte bevelhebbers voor het plannen en uitvoeren van opstandige operaties in het zuiden van Afghanistan. Deze operaties zijn een rechtstreekse bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid van Afghanistan.
Rahat Ltd. verleent financiële diensten aan de Taliban gelieerde narcotica-netwerken in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan via zijn filiaalmanagers die rechtstreeks betrokken zijn bij drugshandel en nauwe banden hebben met hooggeplaatste personen binnen deze drugsnetwerken.
5. Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (alias: a) Haji Bashir and Zarjmil Hawala Company b) Haji Abdul Basir and Zar Jameel Hawala c) Haji Basir Hawala d) Haji Baseer Hawala e) Haji Abdul Basir Exchange Shop f) Haji Basir and Zarjamil Currency Exchange g) Haji Zar Jamil, Haji Abdul Baseer Money Changer. Datum van plaatsing op de VN-lijst:27.3.2015.
Adres: (a) Branch Office 1: Sanatan (variant Sanatin) Bazaar, Sanatan Bazaar Street, nabij Trench (variant Tranch) Road, Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan b) Kantoor 2: Quetta, Pakistan. c) Kantoor 3: Lahore, Pakistan d) Kantoor 4: Peshawar, Pakistan e) Kantoor 5: Karachi, Pakistan f) Kantoor 6: Islamabad, Pakistan g) Kantoor 7: provincie Kandahar Afghanistan h) Kantoor 8: provincie Herat, Afghanistan i) Kantoor 9: provincie Helmand, Afghanistan j) Kantoor 10: Dubai, Verenigde Arabische Emiraten (k) Kantoor 11: Iran.
Overige informatie: Financiëledienstverlener waarop hooggeplaatste Taliban-leiders een beroep doen om fondsen over te maken aan Taliban-commandanten in de regio. Eigendom van Abdul Basir Noorzai. InterpoL-UN Security Council Special Notice web link: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5858170
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:
De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala is op 27 maart 2015 overeenkomstig punt 2 van Resolutie 2160 (2014) op de VN-lijst geplaatst wegens deelneming aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of plegen van daden of uitvoeren van activiteiten door of in samenwerking met op de VN-lijst geplaatsten en andere met de Taliban verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, die een bedreiging voor de vrede, stabiliteit en veiligheid in Afghanistan vormen, dan wel onder hun naam, te hunnen behoeve of te hunner ondersteuning, of wegens het anderszins steun verlenen aan de bedoelde daden en activiteiten.
Aanvullende informatie:
De Haji Basir and Zarjmil Company Hawala (Basir Zarjmil Hawala) in Chaman, provincie Baluchistan, Pakistan, is eigendom van Abdul Basir Noorzai. Deze onderneming verstrekt geld aan de Taliban-leden in de regio. Hooggeplaatste Taliban-leiders in de regio geven er de voorkeur aan geld aan Taliban-commandanten over te maken via de Basir Zarjmil Hawala en de Haji Khairullah Haji Sattar Money Exchange.
In 2013 verstrekte de Basir Zarjmil Hawala duizenden dollars aan Taliban-commandanten in de regio, en hielp aldus Taliban-operaties financieren. In 2012 verrichtte de Basir Zarjmil Hawala voor duizenden dollars aan transacties voor wapens en andere operationele uitgaven voor de Taliban.
|
9.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/177 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/417 VAN DE COMMISSIE
van 7 maart 2017
tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 1614)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,
Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie (3) is vastgesteld naar aanleiding van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in bedrijven waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden in Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk („de betrokken lidstaten”) en de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG van de Raad (4). |
|
(2) |
In Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 is bepaald dat de door de betrokken lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden ten minste de gebieden omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit als beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgenomen. |
|
(3) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 is aangenomen, hebben Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis gesteld van nieuwe uitbraken van aviaire influenza van het subtype H5 in bedrijven waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden buiten de gebieden die in de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn opgenomen, en hebben zij de overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG vereiste noodzakelijke maatregelen genomen, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden rond die nieuwe uitbraken. |
|
(4) |
Daarnaast heeft Spanje de Commissie nu in kennis gesteld van uitbraken van aviaire influenza van het subtype H5 in bedrijven op zijn grondgebied waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden, en heeft deze lidstaat de overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG vereiste noodzakelijke maatregelen genomen, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden rond die uitbraken. Deze lidstaat is momenteel niet opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247. |
|
(5) |
Daarnaast heeft Oostenrijk overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG toezichtsgebieden ingesteld naar aanleiding van de bevestigde uitbraken in Tsjechië en Slowakije en heeft Bulgarije een toezichtsgebied ingesteld naar aanleiding van de uitbraak in Roemenië. Polen heeft ook een toezichtsgebied ingesteld naar aanleiding van de uitbraken in Tsjechië. |
|
(6) |
De Commissie heeft in alle gevallen de door Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG genomen maatregelen bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteiten van die lidstaten ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden op voldoende afstand liggen van de bedrijven waar een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 is bevestigd. |
|
(7) |
Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de wijzigingen van de in Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden in samenwerking met die lidstaten snel worden vastgesteld op het niveau van de Unie. De gebieden die voor die lidstaten in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 zijn opgenomen, moeten daarom worden gewijzigd. |
|
(8) |
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 moet derhalve worden gewijzigd om de regionalisering op het niveau van de Unie bij te werken, de nieuwe, overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden op te nemen en de duur van de daarin geldende beperkingen aan te geven. |
|
(9) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2017.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie van 9 februari 2017 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 36 van 11.2.2017, blz. 62).
(4) Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).
BIJLAGE
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Deel A wordt als volgt gewijzigd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
2) |
Deel B wordt als volgt gewijzigd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||