ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 59

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
7 maart 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/383 van de Commissie van 1 maart 2017 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Prosciutto Veneto Berico-Euganeo (BOB))

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/384 van de Commissie van 2 maart 2017 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wat betreft de modellen van de veterinaire certificaten BOV-X, OVI-X, OVI-Y en RUM en de lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde hoefdieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht ( 1 )

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/385 van de Commissie van 2 maart 2017 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Jamón de Huelva (BOB))

33

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/386 van de Commissie van 6 maart 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 tot vaststelling van de eisen voor de prestaties en interoperabiliteit van surveillance voor het gemeenschappelijke Europese luchtruim ( 1 )

34

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/387 van de Commissie van 6 maart 2017 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

37

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/388 van de Commissie van 6 maart 2017 houdende bevestiging van de deelneming van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

39

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 665/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van stofzuigers ( PB L 192 van 13.7.2013 )

40

 

*

Rectificatie van Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor ( PB L 138 van 26.5.2016 )

41

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1505 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van de technische specificaties en formaten van vertrouwenslijsten overeenkomstig artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt ( PB L 235 van 9.9.2015 )

41

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad ( PB L 197 van 24.7.2012 )

42

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/383 VAN DE COMMISSIE

van 1 maart 2017

tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Prosciutto Veneto Berico-Euganeo (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Italië tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Prosciutto Veneto Berico-Euganeo”, die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2) is geregistreerd.

(2)

Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3).

(3)

Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam „Prosciutto Veneto Berico-Euganeo” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 maart 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1).

(3)  PB C 418 van 12.11.2016, blz. 5.


7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/384 VAN DE COMMISSIE

van 2 maart 2017

tot wijziging van de bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wat betreft de modellen van de veterinaire certificaten BOV-X, OVI-X, OVI-Y en RUM en de lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde hoefdieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 8, leden 1 en 4, en artikel 9, lid 4, onder c),

Gezien Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (2), en met name artikel 6, lid 1, artikel 7, onder e), en artikel 13, lid 1, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (3) bevat onder meer de voorschriften inzake veterinaire certificering voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde zendingen levende dieren, met inbegrip van zendingen hoefdieren. Bijlage I, deel 1, bij die verordening bevat een lijst van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit dergelijke zendingen in de Unie mogen worden binnengebracht, alsmede de specifieke voorwaarden voor het binnenbrengen van die zendingen uit bepaalde derde landen.

(2)

Bijlage I, deel 2, bij Verordening (EU) nr. 2016/2010 bevat de modellen van de veterinaire certificaten voor als landbouwhuisdier gehouden fok- en/of gebruiksrunderen (inclusief Bubalus, Bison en kruisingen daarvan) (BOV-X), voor als landbouwhuisdieren gehouden fok- en/of gebruiksschapen en fok- en/of gebruiksgeiten (Ovis aries en Capra hircus) (OVI-X), voor als landbouwhuisdieren gehouden schapen en geiten (Ovis aries en Capra hircus), bestemd om na invoer onmiddellijk te worden geslacht (OVI-Y) en voor dieren van de orde Artiodactyla (met uitzondering van runderen (inclusief Bubalus, Bison en kruisingen daarvan), Ovis aries, Capra hircus, Suidae en Tayassuidae) en van de families Rhinocerotidae en Elephantidae (RUM). Die certificaten bevatten garanties voor bluetongue, een niet-besmettelijke virusziekte bij herkauwers die wordt overgedragen door bepaalde soorten knutten die tot de culicoïden behoren.

(3)

Een deel van het grondgebied van Canada (CA-1) is opgenomen in de lijst in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 als gebied waaruit het binnenbrengen in de Unie van zendingen van bepaalde hoefdieren volgens de modellen van de veterinaire certificaten BOV-X, OVI-X, OVI-Y en RUM is toegestaan.

(4)

Canada heeft verzocht om erkenning als gebied dat seizoensgebonden vrij is van bluetongue. Daartoe heeft Canada informatie verstrekt waaruit blijkt dat de weersomstandigheden in Canada tussen 1 november en 15 mei de circulatie van de culicoïdensoorten die het bluetonguevirus overdragen, onmogelijk maken.

(5)

De door Canada verstrekte informatie voldoet aan de normen van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) voor het aantonen seizoensgebonden vrij te zijn van bluetongue, en eveneens aan de voorschriften van de Unie (4) die van toepassing zijn op de verplaatsing binnen de Unie van dieren die vatbaar zijn voor die ziekte. Canada moet derhalve worden erkend als gebied dat seizoensgebonden vrij is van bluetongue in de periode van 1 november tot en met 15 mei.

(6)

De huidige regionalisering van Canada in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 weerspiegelt dat bluetongue zich slechts in een deel van Canada voordeed. Aangezien de seizoensgebonden vrije status echter van toepassing is op het gehele grondgebied van Canada, moet het onderscheid tussen de gebieden worden geschrapt.

(7)

De lijst in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 moet derhalve worden gewijzigd teneinde de specifieke voorwaarde erin op te nemen voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde hoefdieren die vatbaar zijn voor bluetongue uit een land of gebied dat seizoensgebonden vrij is van bluetongue, en daarnaast de erkenning van Canada als bluetonguevrij in de periode van 1 november tot en met 15 mei. De modellen van de veterinaire certificaten BOV-X, OVI-X, OVI-Y en RUM in deel 2 van die bijlage moeten worden gewijzigd teneinde de desbetreffende verklaringen inzake de diergezondheid op te nemen voor dieren van oorsprong uit een land of gebied dat seizoensgebonden vrij is van bluetongue.

(8)

Ter wille van de duidelijkheid moeten de gegevens voor Bangladesh in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 worden geschrapt, aangezien de geldigheid daarvan op 17 augustus 2015 is verstreken.

(9)

In bijlage I, deel 2, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 verwijst aanvullende garantie A naar bepaalde punten in de modellen van de veterinaire certificaten BOV-X, OVI-X en RUM. Aangezien die verwijzingen niet naar de correcte punten in de certificaten verwijzen, moeten zij ter wille van de duidelijkheid worden gewijzigd.

(10)

Daarnaast is de verklaring inzake de diergezondheid met betrekking tot scrapie in punt II.6 van het model van veterinair certificaat OVI-Y verouderd en moet deze worden gewijzigd teneinde te voldoen aan de voorschriften voor de invoer van schapen en geiten van bijlage IX, hoofdstuk E, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5).

(11)

Verordening (EU) nr. 206/2010 bevat onder meer de veterinairrechtelijke voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen vers vlees van bepaalde hoefdieren. Bijlage II, deel 1, bij die verordening bevat een lijst van derde landen en gebieden of delen daarvan, waaruit dergelijke zendingen in de Unie mogen worden binnengebracht, alsmede het model van de veterinaire certificaten die overeenkomen met de desbetreffende zendingen en de specifieke voorwaarden voor het binnenbrengen uit bepaalde derde landen.

(12)

Bosnië en Herzegovina heeft om toestemming verzocht voor de doorvoer door Bulgarije van vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden runderen, teneinde dat verse rundvlees naar Turkije uit te voeren. Bosnië en Herzegovina is reeds vermeld in de lijst in bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen vers vlees. Voor de gegevens van Bosnië en Herzegovina is het specifieke model van het veterinaire certificaat voor het binnenbrengen van zendingen vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden runderen (BOV) niet in die lijst opgenomen, en de doorvoer door de Unie of de invoer in de Unie is derhalve momenteel niet toegestaan.

(13)

Bosnië en Herzegovina is door de OIE erkend als land dat vrij is van mond-en-klauwzeer zonder vaccinatie (6) en voldoet zodoende aan de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor het model van veterinair certificaat BOV. Het binnenbrengen in de Unie van vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden runderen uit Bosnië en Herzegovina moet derhalve worden toegestaan, maar met de beperking dat de toestemming uitsluitend geldt voor de doorvoer van dergelijk vers vlees door Bulgarije naar Turkije.

(14)

De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is vermeld in bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 als land waaruit het binnenbrengen in de Unie van zendingen vers vlees van als landbouwhuisdieren gehouden schapen en geiten en als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen is toegestaan. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië heeft verzocht om toestemming voor het binnenbrengen in de Unie van vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden runderen. Aangezien dat land reeds voldoende diergezondheidsgaranties verstrekt, moet het binnenbrengen van dergelijk vlees worden toegestaan.

(15)

De bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 321.

(3)  Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 37).

(5)  Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).

(6)  http://www.oie.int/en/animal-health-in-the-world/official-disease-status/fmd/list-of-fmd-free-members/


BIJLAGE

Bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de gegevens voor Bangladesh worden geschrapt;

ii)

de voetnoot (*******) wordt geschrapt;

iii)

de gegevens voor Canada worden vervangen door:

„CA — Canada

CA-0

Het hele land

POR-X, BOV-X, OVI-X, OVI-Y, RUM (**)

 

IVb

IX

V

XIII (******)”

iv)

de voetnoot (******) wordt vervangen door:

„(******)

Canada: de seizoensgebonden vrije periode voor bluetongue is van 1 november tot 15 mei, overeenkomstig de Gezondheidscode voor landdieren van de OIE.”;

v)

onder Specifieke voorwaarden wordt de volgende specifieke voorwaarde „XIII” toegevoegd:

„„XIII

:

gebied dat officieel seizoensgebonden vrij is van bluetongue in het kader van de uitvoer naar de Unie van levende dieren waarvoor een certificaat is afgegeven volgens het model BOV-X, OVI-X, OVI-Y of RUM.”;

b)

deel 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

onder AG (Aanvullende garanties) wordt aanvullende garantie „A” vervangen door:

„„A

:

garanties inzake tests op bluetongue en epizoötische hemorragische ziekte bij dieren waarvoor een veterinair certificaat is afgegeven volgens model BOV-X (punt II.2.1, onder d)), OVI-X (punt II.2.1, onder d)) en RUM (punt II.2.1, onder c)).”;

ii)

het model van veterinair certificaat BOV-X wordt vervangen door:

Model BOV-X

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

iii)

het model van veterinair certificaat OVI-X wordt vervangen door:

Model OVI-X

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

iv)

het model van veterinair certificaat OVI-Y wordt vervangen door:

Model OVI-Y

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

v)

het model van veterinair certificaat RUM wordt vervangen door:

Model RUM

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

2)

Bijlage II, deel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding voor Bosnië en Herzegovina wordt vervangen door:

„BA — Bosnië en Herzegovina (8)

BA-0

Het hele land

BOV”

 

 

 

 

b)

de volgende voetnoot wordt toegevoegd:

„(8)

Alleen voor de doorvoer via Bulgarije naar Turkije van zendingen vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden runderen.”;

c)

de vermelding voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt vervangen door:

„MK — voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (4)

MK-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU”

 

 

 

 


7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/33


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/385 VAN DE COMMISSIE

van 2 maart 2017

tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Jamón de Huelva (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Spanje tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Jamón de Huelva”, die bij Verordening (EG) nr. 195/98 van de Commissie (2) is geregistreerd.

(2)

Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3).

(3)

Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam „Jamón de Huelva” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 195/98 van de Commissie van 26 januari 1998 tot aanvulling van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 betreffende de inschrijving van bepaalde benamingen in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen”, bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 20 van 27.1.1998, blz. 20).

(3)  PB C 415 van 11.11.2016, blz. 8.


7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/34


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/386 VAN DE COMMISSIE

van 6 maart 2017

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 tot vaststelling van de eisen voor de prestaties en interoperabiliteit van surveillance voor het gemeenschappelijke Europese luchtruim

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeheer („de interoperabiliteitsverordening”) (1), en met name artikel 3, lid 5,

Na raadpleging van het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 van de Commissie (2) stelt de eisen vast voor de systemen die bijdragen tot het verstrekken van surveillancegegevens, de onderdelen daarvan en de bijbehorende procedures, teneinde de harmonisering van de prestaties en de interoperabiliteit en de efficiëntie van deze systemen binnen het Europese netwerk voor luchtverkeersbeheer te garanderen, en met het oog op civiel-militaire coördinatie.

(2)

Om luchtvaartuigen te kunnen uitrusten met nieuwe of verbeterde functies, moeten exploitanten uiterlijk op de in artikel 5, leden 4 en 5, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 vermelde data over de nodige specificaties van de apparatuur beschikken. De relevante certificeringsspecificaties die door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (het Agentschap) zijn opgesteld, zijn in zekere mate onsamenhangend met de eisen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 en moeten in overeenstemming worden gebracht met die eisen. Bijgevolg hebben niet alle exploitanten hun nieuwe luchtvaartuigen tegen 8 juni 2016 kunnen uitrusten met de nieuwe functies ADS-B „Out” en Mode S Enhanced.

(3)

Bovendien hebben belanghebbenden gemeld dat de aan boord van luchtvaartuigen aanwezige onderdelen van de surveillancesystemen op dit ogenblik niet altijd in overeenstemming zijn met Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011. Dit geldt met name voor eerder gebruikte Mode S Elementary-transponders, die blijkbaar niet voldoen aan de meest recente norm (ED-73E) die wordt voorgeschreven in de relevante certificeringsspecificaties van het Agentschap. Deze Mode S Elementary-transponders moeten worden verbeterd om ze in overeenstemming te brengen met de norm. Aangezien de luchtvaartuigen ook moeten worden uitgerust met de ADS-B- en Mode S Enhanced-functies, moeten de aan boord van luchtvaartuigen aanwezige onderdelen om redenen van kostenefficiëntie in één keer worden aangepast aan de drie functies.

(4)

Daarom moeten de data tegen dewelke de exploitanten moeten voldoen aan de relevante interoperabiliteitsvereisten van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 moeten worden gewijzigd, zodat de exploitanten over voldoende tijd beschikken. Omdat de aanvullende vertraging bij de certificering en de beschikbaarheid van de vereiste apparatuur een vloot de aanpassing van de bestaande vloot bemoeilijken, is het in dit opzicht niet langer gerechtvaardigd om een onderscheid te maken tussen luchtvaartuigen op basis van hun individuele bewijs van luchtwaardigheid.

(5)

Om te voldoen aan de in artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 uiteengezette eisen inzake bescherming van het spectrum, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de verleners van luchtvaartnavigatiediensten over de nodige meetinstrumenten en wijzen van naleving beschikken om schadelijke interferentie door surveillancesystemen op de grond te voorkomen. Aangezien die instrumenten en wijzen van naleving niet direct beschikbaar zijn en de uiterste termijnen voor de naleving van de relevante interoperabiliteitsvereisten door de exploitanten nu zijn gewijzigd, moeten de termijnen voor de naleving van de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 vastgestelde relevante eisen inzake bescherming van het spectrum door de lidstaten eveneens worden gewijzigd, teneinde de lidstaten voldoende extra tijd te geven om hun verplichtingen na te komen.

(6)

Om de samenhang te garanderen, moeten deze termijnen op soortgelijke wijze worden uitgesteld voor exploitanten van staatsluchtvaartuigen. De data waarop de lidstaten ervoor moeten zorgen dat staatsluchtvaartuigen voldoen aan de relevante eisen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 moeten derhalve ook worden gewijzigd. De in die uitvoeringsverordening vastgestelde data betreffende de vrijstellingen voor bepaalde categorieën luchtvaartuigen moeten eveneens worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat die regels hun praktisch effect behouden, en de verwijzingen naar die regels in bijlage II moeten eveneens worden gewijzigd.

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 4 wordt geschrapt;

b)

leden 5, 6 en 7 worden vervangen door:

„5.   De exploitanten zorgen ervoor dat uiterlijk op 7 juni 2020:

a)

luchtvaartuigen die de in artikel 2, lid 2, bedoelde vluchten uitvoeren, zijn uitgerust met transponders voor secundaire surveillanceradar die over de in bijlage II, deel A, vastgestelde functies beschikken;

b)

luchtvaartuigen met een gecertificeerde maximumstartmassa van meer dan 5 700 kg of een werkelijke maximale kruissnelheid van meer dan 250 knopen, die de in artikel 2, lid 2, bedoelde vluchten uitvoeren, zijn uitgerust met transponders voor secundaire surveillanceradar die behalve over de in bijlage II, deel A, vastgestelde functies, ook over de in bijlage II, deel B, vastgestelde functies beschikken;

c)

vleugelvliegtuigen met een gecertificeerde maximumstartmassa van meer dan 5 700 kg of een werkelijke maximale kruissnelheid van meer dan 250 knopen, die de in artikel 2, lid 2, bedoelde vluchten uitvoeren, zijn uitgerust met transponders voor secundaire surveillanceradar die behalve over de in bijlage II, deel A, vastgestelde functies, ook over de in bijlage II, deel C, vastgestelde functies beschikken.

6.   De vluchtuitvoerders zorgen ervoor, dat luchtvaartuigen die overeenkomstig lid 5 zijn uitgerust en een gecertificeerde maximumstartmassa van meer dan 5 700 kg of een werkelijke maximale kruissnelheid van meer dan 250 knopen hebben, worden geëxploiteerd met antennediversiteit, zoals voorgeschreven in punt 3.1.2.10.4 van bijlage 10 bij het Verdrag van Chicago, volume IV, vierde uitgave, inclusief alle wijzigingen tot en met nr. 85.

7.   De lidstaten mogen overeenkomstig lid 5, onder b), vervoerseisen opleggen aan alle luchtvaartuigen waarmee de in artikel 2, lid 2, bedoelde vluchten worden uitgevoerd, in gebieden waar verleners van luchtvaartnavigatiediensten surveillancediensten verlenen met gebruikmaking van de in bijlage II, deel B, vastgestelde surveillancegegevens.”;

2)

In artikel 6, leden 1 en 3, wordt „5 februari 2015” vervangen door „2 januari 2020”;

3)

De leden 1, 2 en 3 van artikel 8 worden vervangen door:

„1.   De lidstaten zorgen ervoor, dat uiterlijk op zondag 7 juni 2020 staatsluchtvaartuigen die overeenkomstig artikel 2, lid 2, worden geëxploiteerd, zijn uitgerust met transponders voor secundaire surveillanceradar die over de in bijlage II, deel A, vastgestelde functies beschikken.

2.   De lidstaten zorgen ervoor, dat uiterlijk op zondag 7 juni 2020 staatsluchtvaartuigen van het transport-type met een gecertificeerde maximumstartmassa van meer dan 5 700 kg of een werkelijke maximale kruissnelheid van meer dan 250 knopen, die overeenkomstig artikel 2, lid 2, worden geëxploiteerd, zijn uitgerust met transponders voor secundaire surveillanceradar die behalve over de in bijlage II, deel A, ook over de in bijlage II, delen B en C, vastgestelde functies beschikken.

3.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op dinsdag 1 januari 2019 de lijst van staatsluchtvaartuigen mee, die niet kunnen worden uitgerust met transponders voor secundaire surveillanceradar die voldoen aan de in bijlage II, deel A, vastgestelde eisen alsook de reden voor het niet uitrusten.

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op dinsdag 1 januari 2019 een lijst mee van staatsluchtvaartuigen van het transport-type met een gecertificeerde maximumstartmassa van meer dan 5 700 kg of een werkelijke maximale kruissnelheid van meer dan 250 knopen die niet kunnen worden uitgerust met transponders voor secundaire surveillanceradar die voldoen aan de in bijlage II, delen B en C, vastgestelde eisen alsook de reden voor het niet uitrusten.

De reden voor het niet uitrusten is een van de volgende,

a)

dwingende technische redenen;

b)

een overeenkomstig artikel 2, lid 2, geëxploiteerd staatsluchtvaartuig dat uiterlijk op maandag 1 januari 2024 buiten operationele dienst wordt gesteld;

c)

aankoopbeperkingen.”;

4)

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a)

In lid 1 wordt „8 juni 2016” vervangen door „7 juni 2020”;

b)

In lid 3 wordt „zaterdag 1 juli 2017” vervangen door „dinsdag 1 januari 2019”;

5)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel van deel A wordt vervangen door:

„Deel A: In artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 5, onder a), artikel 7, lid 2, en artikel 8, leden 1 en 3, bedoelde functies van de transponders voor de secundaire surveillanceradar”;

b)

de titel van deel B wordt vervangen door:

„Deel B: In artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 5, onder b), artikel 5, lid 7, artikel 7, lid 2, en artikel 8, leden 2 en 3, bedoelde functies van de transponders voor de secundaire surveillanceradar”;

c)

de titel van deel C wordt vervangen door:

„Deel C: In artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 5, onder c), artikel 7, lid 2, artikel 8, leden 2 en 3, en artikel 14, lid 1, bedoelde functies van de transponders voor de secundaire surveillanceradar”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1207/2011 van de Commissie van 22 november 2011 tot vaststelling van de eisen voor de prestaties en interoperabiliteit van surveillance voor het gemeenschappelijke Europese luchtruim (PB L 305 van 23.11.2011, blz. 35).


7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/37


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/387 VAN DE COMMISSIE

van 6 maart 2017

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

EG

235,2

IL

243,7

MA

84,2

TR

102,0

ZZ

166,3

0707 00 05

MA

79,2

TR

182,3

ZZ

130,8

0709 91 00

EG

97,7

ZZ

97,7

0709 93 10

MA

49,4

TR

146,7

ZZ

98,1

0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28

EG

48,4

IL

98,1

MA

42,1

TN

49,9

TR

73,0

ZZ

62,3

0805 50 10

EG

74,7

TR

71,3

ZZ

73,0

0808 10 80

CN

135,3

US

128,5

ZZ

131,9

0808 30 90

CL

135,2

CN

89,8

ZA

105,7

ZZ

110,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/39


BESLUIT (EU) 2017/388 VAN DE COMMISSIE

van 6 maart 2017

houdende bevestiging van de deelneming van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Protocol Nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en met name artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief van 16 december 2016 aan de voorzitter van de Raad heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn wens Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad (1) te aanvaarden.

(2)

Het Verenigd Koninkrijk neemt al deel aan Europol als opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ van de Raad (2). Er zijn geen specifieke voorwaarden verbonden aan de deelneming van het Verenigd Koninkrijk aan Verordening (EU) 2016/794 en er zijn geen overgangsmaatregelen nodig.

(3)

De deelneming van het Verenigd Koninkrijk aan Verordening (EU) 2016/794 moet daarom worden bevestigd.

(4)

Om ervoor te zorgen dat het Verenigd Koninkrijk aan Europol kan blijven deelnemen vanaf 1 mei 2017, wanneer Verordening (EU) 2016/794 van toepassing wordt, moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De deelneming van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan Verordening (EU) 2016/794 wordt bevestigd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

(2)  Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).


Rectificaties

7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/40


Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 665/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van stofzuigers

( Publicatieblad van de Europese Unie L 192 van 13 juli 2013 )

Bladzijde 7, in bijlage II, punt 1.1:

in plaats van:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 4.1 van deze bijlage.”,

lezen:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 3.1 van deze bijlage.”.

Bladzijde 8, in bijlage II, punt 1.2:

in plaats van:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 4.2 van deze bijlage.”,

lezen:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 3.2 van deze bijlage.”.

Bladzijde 9, in bijlage II, punt 1.3:

in plaats van:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 4.3 van deze bijlage.”,

lezen:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 3.3 van deze bijlage.”.

Bladzijde 10, in bijlage II, punt 2.1:

in plaats van:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 4.1 van deze bijlage.”,

lezen:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 3.1 van deze bijlage.”.

Bladzijde 10, in bijlage II, punt 2.2:

in plaats van:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 4.2 van deze bijlage.”,

lezen:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 3.2 van deze bijlage.”.

Bladzijde 11, in bijlage II, punt 2.3:

in plaats van:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 4.3 van deze bijlage.”,

lezen:

„Het ontwerp van de etiketten moet in overeenstemming zijn met het model in punt 3.3 van deze bijlage.”.

Bladzijde 14, in bijlage II, punt 3.2:

in plaats van:

„De beschrijving van het ontwerp van het etiket is overeenkomstig punt 4.1 van deze bijlage, behalve voor nummer 9, waarvoor het volgende geldt:”,

lezen:

„De beschrijving van het ontwerp van het etiket is overeenkomstig punt 3.1 van deze bijlage, behalve voor nummer 9, waarvoor het volgende geldt:”.

Bladzijde 15, in bijlage II, punt 3.3:

in plaats van:

„De beschrijving van het ontwerp van het etiket is overeenkomstig punt 4.1 van deze bijlage, behalve voor nummer 10, waarvoor het volgende geldt:”,

lezen:

„De beschrijving van het ontwerp van het etiket is overeenkomstig punt 3.1 van deze bijlage, behalve voor nummer 10, waarvoor het volgende geldt:”.


7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/41


Rectificatie van Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor

( Publicatieblad van de Europese Unie L 138 van 26 mei 2016 )

Bladzijde 134, artikel 33, lid 1:

in plaats van:

„1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke, en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 16 juni 2019 aan de artikelen 2, 3 en 4, de artikelen 8 tot en met 11, artikel 12, lid 5, artikel 15, lid 3, de artikelen 16 tot en met 19, artikel 21, lid 2, artikel 23, leden 3 en 7, artikel 24, lid 2, artikel 26, lid 3, en bijlagen II en III, te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.”,

lezen:

„1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke, en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 16 juni 2019 aan de artikelen 2, 3 en 4, de artikelen 8 tot en met 11, artikel 12, lid 5, artikel 15, lid 3, de artikelen 16 tot en met 19, artikel 21, lid 2, artikel 22, leden 3 en 7, artikel 23, lid 3, artikel 24, lid 2, artikel 26, lid 3, en bijlagen II en III, te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.”.


7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/41


Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1505 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van de technische specificaties en formaten van vertrouwenslijsten overeenkomstig artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt

( Publicatieblad van de Europese Unie L 235 van 9 september 2015 )

Bladzijde 28, bijlage I, hoofdstuk II, onder „Benaming van de regeling (clausule 5.3.6)”:

in plaats van:

„„EN_name_value”= „vertrouwenslijst met onder meer informatie over de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die onder toezicht staan van de lidstaat van afgifte, alsmede informatie over de gekwalificeerde vertrouwensdiensten die door hen worden verleend, in overeenstemming met de relevante bepalingen van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG.”.”,

lezen:

„„EN_name_value”= „Trusted list including information related to the qualified trust service providers which are supervised by the issuing Member State, together with information related to the qualified trust services provided by them, in accordance with the relevant provisions laid down in Regulation (EU) No 910/2014 of the European Parliament and of the Council of 23 July 2014 on electronic identification and trust services for electronic transactions in the internal market and repealing Directive 1999/93/EC.”.”.

Bladzijde 28, bijlage I, hoofdstuk II, onder „URI met informatie over de regeling (clausule 5.3.7)”, punt a):

in plaats van:

„a)

inleidende informatie die voor alle lidstaten gemeenschappelijk is, over het toepassingsgebied en de context van de vertrouwenslijst, de onderliggende toezichtregeling en, indien van toepassing, de nationale goedkeuringsregeling(en) (bv. accreditatie). De gemeenschappelijke tekst die moet worden gebruikt, is de onderstaande, waarin de tekenreeks „[naam van de lidstaat]” moet worden vervangen door de naam van de betrokken lidstaat:

„De onderhavige lijst is de vertrouwenslijst met onder meer informatie over de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die onder toezicht staan van [naam van de lidstaat], alsmede informatie over de gekwalificeerde vertrouwensdiensten die door hen worden verleend, in overeenstemming met de relevante bepalingen van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG.

Elektronische handtekeningen kunnen gemakkelijker grensoverschrijdend worden gebruikt dankzij Beschikking 2009/767/EG van de Commissie van 16 oktober 2009, volgens welke de lidstaten vertrouwenslijsten moeten opstellen, bijhouden en publiceren met informatie over certificatiedienstverleners die gekwalificeerde certificaten aan het publiek afgeven overeenkomstig Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen, en die onder toezicht staan/geaccrediteerd zijn in de lidstaten. De onderhavige vertrouwenslijst is de voortzetting van de vertrouwenslijst die is opgezet bij Beschikking 2009/767/EG.”.”,

lezen:

„a)

inleidende informatie die voor alle lidstaten gemeenschappelijk is, over het toepassingsgebied en de context van de vertrouwenslijst, de onderliggende toezichtregeling en, indien van toepassing, de nationale goedkeuringsregeling(en) (bv. accreditatie). De gemeenschappelijke tekst die moet worden gebruikt, is de onderstaande, waarin de tekenreeks „(name of the relevant member state)” moet worden vervangen door de naam van de betrokken lidstaat:

„The present list is the trusted list including information related to the qualified trust service providers which are supervised by (name of the relevant Member State), together with information related to the qualified trust services provided by them, in accordance with the relevant provisions laid down in Regulation (EU) No 910/2014 of the European Parliament and of the Council of 23 July 2014 on electronic identification and trust services for electronic transactions in the internal market and repealing Directive 1999/93/EC.

The cross-border use of electronic signatures has been facilitated through Commission Decision 2009/767/EC of 16 October 2009 which has set the obligation for Member States to establish, maintain and publish trusted lists with information related to certification service providers issuing qualified certificates to the public in accordance with Directive 1999/93/EC of the European Parliament and of the Council of 13 December 1999 on a Community framework for electronic signatures and which are supervised/accredited by the Member States. The present trusted list is the continuation of the trusted list established with Decision 2009/767/EC.”.”.


7.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 59/42


Rectificatie van Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad

( Publicatieblad van de Europese Unie L 197 van 24 juli 2012 )

Bladzijde 32, bijlage VI, deel I, inleidende zin:

in plaats van:

„Elk zwaar ongeval dat onder punt 1 valt en ten minste een van de in onderstaande punten 2, 3, 4 en 5 omschreven gevolgen heeft, moet ter kennis van de Commissie worden gebracht.”,

lezen:

„Elk zwaar ongeval dat onder punt 1 valt of ten minste een van de in onderstaande punten 2, 3, 4 en 5 omschreven gevolgen heeft, moet ter kennis van de Commissie worden gebracht.”.