ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 330

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

59e jaargang
3 december 2016


Inhoud

 

I   Wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2016/2094 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2016 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden

1

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1302/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1082/2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), wat de verduidelijking, vereenvoudiging en verbetering van de oprichting en werking van dergelijke groeperingen betreft ( PB L 347 van 20.12.2013 )

5

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 ( PB L 347 van 20.12.2013 )

6

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad ( PB L 347 van 20.12.2013 )

7

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking( PB L 347 van 20.12.2013 )

8

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad ( PB L 347 van 20.12.2013 )

9

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling Investeren in groei en werkgelegenheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 ( PB L 347 van 20.12.2013 )

10

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/1


VERORDENING (EU) 2016/2094 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 november 2016

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad (3) is een langetermijnplan vastgesteld voor de kabeljauwbestanden in het Kattegat, de Noordzee, het Skagerrak en het oostelijke deel van het Kanaal, het gebied ten westen van Schotland en de Ierse Zee en voor de bevissing van deze bestanden. Verordening (EG) nr. 1342/2008 heeft ten doel een duurzame exploitatie van deze kabeljauwbestanden die hen terug boven een niveau brengt dat de maximale duurzame opbrengst (MDO) kan opleveren en dat niveau behoudt.

(2)

De wetenschappelijke evaluatie van de werking van Verordening (EG) nr. 1342/2008 door het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) heeft een aantal problemen met de toepassing van die verordening aan het licht gebracht. De Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (International Council for the Exploration of the Sea — ICES) heeft voorgesteld de beheerstrategie opnieuw te evalueren, met name op basis van een veranderde kijk op het Noordzeebestand.

(3)

Met de toepassing sinds 1 januari 2014 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) is het beheerskader voor kabeljauw fundamenteel gewijzigd, in het bijzonder door middel van de invoering van een aanlandingsverplichting.

(4)

Op dit moment zijn er meerjarenplannen in voorbereiding voor de meersoortenvisserij in verschillende gebieden van de Atlantische Oceaan, gebaseerd op Verordening (EU) nr. 1380/2013. Verordening (EG) nr. 1342/2008 zal voor elk betrokken gebied worden vervangen door deze nieuwe meerjarenplannen voor de meersoortenvisserij. Verordening (EG) nr. 1342/2008 zal derhalve slechts korte tijd van toepassing blijven. Niettemin dienen er een aantal dringende wijzigingen te worden aangebracht in Verordening (EG) nr. 1342/2008 die gelden tot de nieuwe meerjarenplannen voor de meersoortenvisserij van toepassing worden.

(5)

De visserijinspanningsregeling die in Verordening (EG) nr. 1342/2008 is vastgesteld, heeft een aantal resultaten op het gebied van selectiviteit en andere maatregelen ter vermijding van kabeljauwvangst opgeleverd, maar is ook een obstakel geworden voor de implementatie van de aanlandingsverplichting, omdat zij een verdere aanpassing van de visserijpatronen, zoals de gebieds- en visserijtuigkeuze, belemmert. De visserijinspanningsregeling moet dan ook worden stopgezet. Aangezien Verordening (EG) nr. 1342/2008 heeft geleid tot aanzienlijke verbeteringen in selectiviteit en de vermijding van kabeljauwvangst, dankzij stimuli die samenhingen met de visserijinspanningsregeling en dankzij nationale maatregelen (plannen ter vermijding van kabeljauwvangsten of ter vermindering van de teruggooi van kabeljauw) is het van het allergrootste belang dat, in de periode waarin de aanlandingsverplichting wordt ingevoerd voor alle kabeljauwvangsten in overeenstemming met het tijdschema voor de invoering ervan dat in Verordening (EU) nr. 1380/2013 is vastgesteld, lidstaten die een rechtstreeks belang hebben bij de visserij die nationale maatregelen voortzetten of verder ontwikkelen.

(6)

In de overgangsfase waarin, in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1380/2013 meerjarenplannen voor de meersoortenvisserij worden voorbereid voor gebieden die nu onder Verordening (EG) nr. 1342/2008 vallen, moet in de beheersmaatregelen rekening worden gehouden met passende minimum- en voorzorgsbiomassaniveaus. Indien de bestanden onder de vrijwaringsniveaus voor de biomassa (MSY B-trigger) vallen die in wetenschappelijk advies overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1380/2013 beschikbaar zijn, moeten alle nodige maatregelen worden genomen om die situatie te verhelpen.

(7)

Voor sommige gebieden van Verordening (EG) nr. 1342/2008 is er mogelijk te weinig informatie over de bestanden en de visserijactiviteiten om de vangstmogelijkheden volgens het MDO-beginsel vast te stellen. In die gevallen moet de voorzorgsbenadering worden gevolgd.

(8)

In aanvulling op de visserijinspanningsregeling is bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 een systeem van speciale visdocumenten ingevoerd dat is gekoppeld aan een beperking van de totale capaciteit aan motorvermogen van de visservaartuigen in een bepaald gebied. Om een disruptieve dislocatie van visserijactiviteiten, die het herstel van de bestanden negatief zou kunnen beïnvloeden, te voorkomen, is het passend dat systeem in de periode waarin de visserijinspanningsregeling zelf volledig wordt stopgezet, te handhaven.

(9)

Bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 (5) is een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 1342/2008 die naar de bijlagen II en III ervan verwezen, ingetrokken. Aangezien Verordening (EG) nr. 1342/2008 geen andere verwijzingen naar die bijlagen bevat, zijn zij achterhaald en moeten zij worden geschrapt.

(10)

Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1342/2008 dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1342/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

(*1)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).”."

2)

Artikel 4 wordt geschrapt.

3)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

Doelstelling van het plan

1.   Het in artikel 1 bedoelde plan heeft ten doel een exploitatie van de kabeljauwbestanden te garanderen die de bestanden boven een niveau brengt en behoudt dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren.

2.   Beheersmaatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, zijn in overeenstemming met de voorschriften van artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en de beginselen en doelstellingen van die verordening.”.

4)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

Minimum- en voorzorgsbiomassaniveaus

Bij het treffen van beheersmaatregelen zijn het minimum- en het voorzorgsbiomassaniveau voor elk van de kabeljauwbestanden in overeenstemming met de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013.”.

5)

De artikelen 7 en 8 worden geschrapt.

6)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Vaststelling van TAC's in geval van ontoereikende gegevens

Wanneer het, door een gebrek aan onvoldoende accurate en representatieve gegevens niet mogelijk is de vangstmogelijkheden in overeenstemming met artikel 5, lid 1, vast te stellen, worden de vangstmogelijkheden in overeenstemming met artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 volgens de voorzorgsbenadering vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met tendensen in de kabeljauwbestanden en de visserijactiviteiten, en voor de betrokken bestanden ten minste een gelijkwaardig instandhoudingsniveau wordt gegarandeerd.”.

7)

Na artikel 9 wordt een nieuw hoofd ingevoegd:

„HOOFDSTUK II bis

VERPLICHTINGEN VAN DE LIDSTATEN”.

8)

Artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

Vismachtigingen en capaciteitsmaxima

1.   Voor elk van de in artikel 1 van deze verordening vermelde geografische gebieden geeft elke lidstaat vismachtigingen af overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (*2) voor vaartuigen die zijn vlag voeren, en die in dat gebied vissen, en een van de volgende vistuigen gebruiken:

a)

bodemtrawls en zegens (OTB, OTT, PTB, SDN, SSC, SPR) met een maaswijdte:

i)

TR1 gelijk aan of groter dan 100 mm;

ii)

TR2 gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm;

iii)

TR3 gelijk aan of groter dan 16 mm en kleiner dan 32 mm;

b)

boomkorren (TBB) met een maaswijdte:

i)

BT1 gelijk aan of groter dan 120 mm;

ii)

BT2 gelijk aan of groter dan 80 mm en kleiner dan 120 mm;

c)

kieuwnetten, warrelnetten (GN);

d)

schakelnetten (GT);

e)

beuglijnen (LL).

2.   Onverminderd de in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde capaciteitsmaxima is voor elk van de in artikel 1 van deze verordening vermelde geografische gebieden de in kW uitgedrukte totale capaciteit van de vaartuigen die overeenkomstig lid 1 van dit artikel afgegeven vismachtigingen hebben, niet groter dan de maximumcapaciteit van de vaartuigen die in 2006 of 2007 met een van de in lid 1 vermelde vistuigen in het betrokken geografische gebied visten.

3.   Iedere lidstaat stelt een lijst op van de vaartuigen die een in lid 1 bedoelde vismachtiging hebben, houdt deze lijst bij en stelt deze via zijn officiële website beschikbaar voor de Commissie en de overige lidstaten.

(*2)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).”."

9)

Hoofdstuk III wordt geschrapt.

10)

De artikelen 30 en 31 worden geschrapt.

11)

De bijlagen I, II, III en IV worden geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de vierde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 23 november 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

I. KORČOK


(1)  PB C 44 van 15.2.2013, blz. 125.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 11 juni 2013 (PB C 65 van 19.2.2016, blz. 193) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 29 september 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van … november 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20).

(4)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

(5)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).


Rectificaties

3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/5


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1302/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1082/2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), wat de verduidelijking, vereenvoudiging en verbetering van de oprichting en werking van dergelijke groeperingen betreft

( Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013 )

1.

Bladzijde 308, artikel 1, punt 3), houdende wijziging van artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1082/2006:

in plaats van:

„f)

nationale, regionale of lokale overheden, of organen of overheidsbedrijven, die vergelijkbaar zijn met die bedoeld onder d), uit derde landen, onder de in artikel 3 bis aangegeven voorwaarden.”,

lezen:

„f)

nationale, regionale of lokale overheden, of organen of bedrijven, die vergelijkbaar zijn met die bedoeld onder d) en e), uit derde landen, onder de in artikel 3 bis aangegeven voorwaarden.”.

2.

Op bladzijde 313 wordt in artikel 1 het volgende punt toegevoegd:

„18)

De tekst in de bijlage bij deze verordening wordt toegevoegd als een bijlage.”.


3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/6


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006

( Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013 )

In de inhoudsopgave en op bladzijde 855, de titel:

in plaats van:

„Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006”,

lezen:

„Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006”.

Bladzijde 855, overweging 1, tweede zin:

in plaats van:

„… om mensen te helpen zich voor te bereiden op en om te gaan met verandering, en de opbouw van een inclusieve, hechtere samenleving.”,

lezen:

„… om mensen te helpen zich voor te bereiden op en om te gaan met verandering, en de opbouw van een inclusieve, hechte samenleving.”.

Bladzijde 856, overweging 13, tweede zin:

in plaats van:

„Het verstrekken van aanvullende informatie dient tijdelijk van aard te zijn.”,

lezen:

„De mogelijkheid tot het verstrekken van aanvullende informatie dient in de tijd beperkt te worden.”.

Bladzijde 861, artikel 14, lid 1:

in plaats van:

„1.   Uitgaven komen in aanmerking voor een financiële bijdrage uit het EFG vanaf de in de aanvraag op grond van artikel 8, lid 5, onder f), genoemde data waarop …”,

lezen:

„1.   Uitgaven komen in aanmerking voor een financiële bijdrage uit het EFG vanaf de in de aanvraag op grond van artikel 8, lid 5, onder i), genoemde data waarop …”.


3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/7


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad

( Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013 )

1.

In de gehele tekst:

in plaats van:

„prioritaire as(sen)”,

lezen:

„prioriteitsas(sen)”.

2.

Bladzijde 476, artikel 5, lid 1, tweede en derde alinea, en lid 2:

in plaats van:

„Voor gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren wordt de uitgangssituatie op nul vastgelegd. Wanneer dit relevant is voor de aard van de ondersteunde concrete acties, worden voor deze indicatoren voor 2023 cumulatief gekwantificeerde streefcijfers vastgesteld. De outputindicatoren worden in absolute getallen uitgedrukt.

Voor die gemeenschappelijke en programmaspecifieke resultaatindicatoren waarvoor voor 2023 cumulatief gekwantificeerde streefcijfers zijn vastgesteld, worden de uitgangssituaties aan de hand van de laatste beschikbare gegevens of andere relevante informatiebronnen bepaald. Programmaspecifieke resultaatindicatoren en daarmee verband houdende streefcijfers kunnen in kwantitatieve of kwalitatieve termen worden uitgedrukt.

2.   In aanvulling op lid 1 worden indicatoren zoals aangegeven in bijlage II bij deze verordening gebruikt voor alle concrete acties die worden ondersteund in het kader van de in artikel 3, lid 1, onder a) ii), bedoelde investeringsprioriteit voor de tenuitvoerlegging van het YEI. Alle in bijlage II bij deze verordening aangegeven indicatoren worden gekoppeld aan een cumulatief gekwantificeerd streefcijfer voor 2023 en een uitgangssituatie.”,

lezen:

„Voor gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren wordt de basiswaarde op nul vastgelegd. Wanneer dit relevant is voor de aard van de ondersteunde concrete acties, worden voor deze indicatoren voor 2023 cumulatief gekwantificeerde streefcijfers vastgesteld. De outputindicatoren worden in absolute getallen uitgedrukt.

Voor die gemeenschappelijke en programmaspecifieke resultaatindicatoren waarvoor voor 2023 cumulatief gekwantificeerde streefcijfers zijn vastgesteld, worden de basiswaarden aan de hand van de laatste beschikbare gegevens of andere relevante informatiebronnen bepaald. Programmaspecifieke resultaatindicatoren en daarmee verband houdende streefcijfers kunnen in kwantitatieve of kwalitatieve termen worden uitgedrukt.

2.   In aanvulling op lid 1 worden indicatoren zoals aangegeven in bijlage II bij deze verordening, gebruikt voor alle concrete acties die worden ondersteund in het kader van de in artikel 3, lid 1, onder a), ii), bedoelde investeringsprioriteit voor de tenuitvoerlegging van het YEI. Alle in bijlage II bij deze verordening aangegeven indicatoren worden gekoppeld aan een cumulatief gekwantificeerd streefcijfer voor 2023 en een basiswaarde.”.


3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/8


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”

( Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013 )

In de gehele tekst:

in plaats van:

„prioritaire as(sen)”,

lezen:

„prioriteitsas(sen)”.

In de gehele tekst:

in plaats van:

„uitgangswaarde(n)”,

lezen:

„basiswaarde(n)”.


3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/9


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad

( Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013 )

Bladzijde 284, artikel 5, leden 2 en 3:

in plaats van:

„2.   Voor de gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren bedragen de uitgangswaarden nul. Cumulatieve gekwantificeerde streefwaarden voor deze indicatoren worden voor 2023 vastgelegd.

3.   Voor de programmaspecifieke resultaatindicatoren, die betrekking hebben op investeringsprioriteiten, wordt voor de uitgangswaarden van de meest recente beschikbare gegevens gebruikgemaakt en worden streefdoelen voor 2023 vastgelegd. Streefdoelen kunnen in kwantitatieve of kwalitatieve termen worden uitgedrukt.”,

lezen:

„2.   Voor de gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren bedragen de basiswaarden nul. Cumulatieve gekwantificeerde streefwaarden voor deze indicatoren worden voor 2023 vastgelegd.

3.   Voor de programmaspecifieke resultaatindicatoren, die betrekking hebben op investeringsprioriteiten, wordt voor de basiswaarden van de meest recente beschikbare gegevens gebruikgemaakt en worden streefdoelen voor 2023 vastgelegd. Streefdoelen kunnen in kwantitatieve of kwalitatieve termen worden uitgedrukt.”.


3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/10


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006

( Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013 )

1.

Bladzijde 290, overweging 13:

in plaats van:

„Teneinde het behalen van de energie- en klimaatdoelstellingen die door de Unie als onderdeel van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei zijn vastgesteld te bevorderen, moet het EFRO investeringen ondersteunen om energie-efficiëntie en voorzieningszekerheid in de lidstaten te stimuleren via onder andere de ontwikkeling van slimme energiedistributie-, opslag- en transmissiesystemen, en ook door de integratie van gedistribueerde winning uit hernieuwbare bronnen. Lidstaten moeten in energie-infrastructuur kunnen investeren die afgestemd is op hun gekozen energiemix, om te voldoen aan hun eisen op het gebied van voorzieningszekerheid op een wijze die overeenstemt met hun doelstellingen in het kader van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.”,

lezen:

„Teneinde het behalen van de energie- en klimaatstreefdoelen die door de Unie als onderdeel van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei zijn vastgesteld te bevorderen, moet het EFRO investeringen ondersteunen om energie-efficiëntie en voorzieningszekerheid in de lidstaten te stimuleren via onder andere de ontwikkeling van slimme energiedistributie-, opslag- en transmissiesystemen, en ook door de integratie van gedistribueerde winning uit hernieuwbare bronnen. Lidstaten moeten in energie-infrastructuur kunnen investeren die afgestemd is op hun gekozen energiemix, om te voldoen aan hun eisen op het gebied van voorzieningszekerheid op een wijze die overeenstemt met hun streefdoelen in het kader van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.”.

2.

Bladzijde 296, artikel 6, leden 2 en 3:

in plaats van:

„2.   Voor de gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren bedragen de uitgangswaarden nul. Er worden cumulatieve gekwantificeerde streefwaarden voor deze indicatoren vastgelegd voor 2023.

3.   Voor de programmaspecifieke resultaatindicatoren, die betrekking hebben op investeringsprioriteiten, wordt voor de uitgangswaarden van de meest recente beschikbare gegevens gebruikgemaakt en worden streefdoelen voor 2023 bepaald. Streefdoelen kunnen in kwantitatieve of kwalitatieve termen worden uitgedrukt.”,

lezen:

„2.   Voor de gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren bedragen de basiswaarden nul. Er worden cumulatieve gekwantificeerde streefwaarden voor deze indicatoren vastgelegd voor 2023.

3.   Voor de programmaspecifieke resultaatindicatoren, die betrekking hebben op investeringsprioriteiten, wordt voor de basiswaarden van de meest recente beschikbare gegevens gebruikgemaakt en worden streefdoelen voor 2023 bepaald. Streefdoelen kunnen in kwantitatieve of kwalitatieve termen worden uitgedrukt.”.

3.

Bladzijde 296, artikel 7, lid 2:

in plaats van:

„2.   Er wordt gezorgd voor een duurzame stedelijke ontwikkeling via de in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 genoemde geïntegreerde territoriale investeringen, of via een specifiek operationeel programma of een specifiek prioritair zwaartepunt overeenkomstig de eerste alinea, onder c), van artikel 96, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.”,

lezen:

„2.   Er wordt gezorgd voor een duurzame stedelijke ontwikkeling via de in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 genoemde geïntegreerde territoriale investeringen, of via een specifiek operationeel programma of een specifieke prioriteitsas overeenkomstig de eerste alinea, onder c), van artikel 96, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.”.