ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 289

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

59e jaargang
25 oktober 2016


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Informatie over de ondertekening en voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de regering van de Cookeilanden en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

1

 

*

Besluit (EU) 2016/1879 van de Raad van 24 juni 2016 betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Staten van Micronesia inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

2

 

 

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Staten van Micronesia inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

4

 

*

Besluit (EU) 2016/1880 van de Raad van 29 september 2016 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten tussen de Europese Unie en de regering van de Speciale Administratieve Regio Macau van de Volksrepubliek China

13

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1881 van de Commissie van 24 oktober 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 837/2012 wat betreft de minimale activiteit van 6-fytase, geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 22594), als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor zeugen (vergunninghouder DSM Nutritional Products Ltd) ( 1 )

15

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1882 van de Commissie van 24 oktober 2016 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

18

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2016/1883 van de Raad van 18 oktober 2016 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zodat de Verenigde Staten kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal

20

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen ( PB L 124 van 27.4.2004 )

21

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/1


Informatie over de ondertekening en voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de regering van de Cookeilanden en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

De Europese Unie en de Cookeilanden hebben, respectievelijk op 3 mei 2016 in Brussel en op 14 oktober 2016 in Avarua, een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan ondertekend.

Derhalve is de overeenkomst, conform artikel 16 ervan, voorlopig van toepassing met ingang van 14 oktober 2016.


25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/2


BESLUIT (EU) 2016/1879 VAN DE RAAD

van 24 juni 2016

betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Staten van Micronesia inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a), in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 509/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1) is de verwijzing naar de Federale Staten van Micronesia verplaatst van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad (2) naar bijlage II daarbij.

(2)

Bij die verwijzing naar de Federale Staten van Micronesia staat een voetnoot die luidt dat de visumvrijstelling geldt vanaf de datum van inwerkingtreding van een met de Europese Unie te sluiten visumvrijstellingsovereenkomst.

(3)

De Raad heeft op 9 oktober 2014 een besluit vastgesteld waarbij de Commissie is gemachtigd onderhandelingen te openen met de Federale Staten van Micronesia met het oog op de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Staten van Micronesia inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf (de „overeenkomst”).

(4)

De onderhandelingen over de overeenkomst zijn op 17 december 2014 geopend en zijn succesvol afgerond door het paraferen van de overeenkomst, per briefwisseling, op 16 december 2015 door de Federale Staten van Micronesia en op 13 januari 2016 door de Unie.

(5)

De overeenkomst moet worden ondertekend en de aan de overeenkomst gehechte verklaringen moeten worden goedgekeurd, namens de Unie. In afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures moet de overeenkomst met ingang van de dag volgende op de datum van de ondertekening ervan voorlopig worden toegepast.

(6)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (3); het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(7)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt namens de Unie machtiging verleend voor de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Staten van Micronesia inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De aan dit besluit gehechte verklaringen worden namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 4

In afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures wordt de overeenkomst voorlopig toegepast met ingang van de dag volgende op de datum van ondertekening (5).

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 24 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

A.G. KOENDERS


(1)  Verordening (EU) nr. 509/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 67).

(2)  Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).

(3)  Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).

(4)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(5)  De datum van ondertekening van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/4


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Federale Staten van Micronesia inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” of „de EU” genoemd, en

DE FEDERALE STATEN VAN MICRONESIA, hierna „Micronesia” genoemd,

hierna samen „de partijen” genoemd,

MET HET OOG OP de verdere ontwikkeling van de vriendschappelijke betrekkingen tussen de partijen en vanuit de wens om het reizen gemakkelijker te maken door voor hun burgers te zorgen voor vrijstelling van de visumplicht voor toegang en kort verblijf,

GEZIEN Verordening (EU) nr. 509/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (1), waarbij onder meer negentien derde landen, waaronder Micronesia, worden verplaatst naar de lijst van derde landen waarvan de onderdanen voor korte verblijven in de lidstaten zijn vrijgesteld van de visumplicht,

INDACHTIG artikel 1 van Verordening (EU) nr. 509/2014, waarin wordt bepaald dat voor deze negentien landen de vrijstelling van de visumplicht pas van toepassing wordt vanaf de datum van inwerkingtreding van een met de Unie te sluiten visumvrijstellingsovereenkomst,

GELEID DOOR DE WENS het beginsel van gelijke behandeling van alle EU-burgers te waarborgen,

REKENING HOUDEND met het feit dat personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten tijdens hun korte verblijf, niet onder deze overeenkomst vallen, en dat derhalve voor deze categorie personen de desbetreffende regels van het Unierecht en het nationale recht van de lidstaten en het nationale recht van Micronesia inzake de visumplicht of de visumvrijstelling en inzake de toegang tot werk van toepassing blijven,

REKENING HOUDEND met het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en het Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Doel

Deze overeenkomst voorziet in visumvrij reizen voor de burgers van de Unie en voor de burgers van Micronesia die naar het grondgebied van de andere partij reizen gedurende ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   „lidstaat”: alle lidstaten van de Unie met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Ierland;

b)   „burger van de Unie”: een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);

c)   „burger van Micronesia”: eenieder die het staatsburgerschap van Micronesia bezit;

d)   „Schengengebied”: het gebied zonder binnengrenzen bestaande uit het grondgebied van de lidstaten, als bedoeld onder a), die het Schengenacquis volledig toepassen.

Artikel 3

Toepassingsgebied

1.   Burgers van de Unie die in het bezit zijn van een door een lidstaat afgegeven gewoon paspoort, diplomatiek paspoort, dienstpaspoort, officieel paspoort of speciaal paspoort kunnen zonder visum het grondgebied van Micronesia inreizen en er verblijven gedurende de in artikel 4, lid 1, bedoelde periode.

Burgers van Micronesia die in het bezit zijn van een door Micronesia afgegeven gewoon paspoort, diplomatiek paspoort, dienstpaspoort, officieel paspoort of speciaal paspoort kunnen zonder visum het grondgebied van de lidstaten inreizen en er verblijven gedurende de in artikel 4, lid 2, bedoelde periode.

2.   Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten.

Voor deze categorie personen kan elke lidstaat afzonderlijk beslissen de visumplicht aan de burgers van Micronesia op te leggen of de visumplicht op te heffen, overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad (2).

Voor deze categorie personen kan Micronesia over de visumplicht of de visumvrijstelling voor de burgers van elke lidstaat afzonderlijk beslissen overeenkomstig zijn nationale wetgeving.

3.   De bij deze overeenkomst geregelde visumvrijstelling laat de wetgeving van de partijen inzake de voorwaarden voor toegang en kort verblijf onverlet. De lidstaten en Micronesia behouden zich het recht voor de toegang tot en het kort verblijf op hun grondgebied te weigeren indien aan een of meer van deze voorwaarden niet wordt voldaan.

4.   De visumvrijstelling geldt ongeacht de wijze van vervoer die wordt gebruikt om de grenzen van de partijen te overschrijden.

5.   Vraagstukken die niet onder deze overeenkomst vallen, worden geregeld door het Unierecht, het nationale recht van de lidstaten en door het nationale recht van Micronesia.

Artikel 4

Duur van het verblijf

1.   Burgers van de Unie mogen gedurende ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen op het grondgebied van Micronesia verblijven.

2.   Burgers van Micronesia mogen gedurende ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen op het grondgebied verblijven van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen. Bij de berekening van deze termijn wordt geen rekening gehouden met het verblijf in lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen.

Burgers van Micronesia mogen gedurende ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen op het grondgebied verblijven van elk van de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen, onafhankelijk van de verblijfsperiode die is berekend voor het grondgebied van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen.

3.   Deze overeenkomst laat onverlet dat zowel Micronesia als de lidstaten de verblijfsduur van 90 dagen kunnen verlengen overeenkomstig hun respectieve nationale recht en het Unierecht.

Artikel 5

Territoriale toepassing

1.   Deze overeenkomst is, wat de Franse Republiek betreft, uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek.

2.   Deze overeenkomst is, wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 6

Gemengd comité voor het beheer van de overeenkomst

1.   De partijen stellen een gemengd comité van deskundigen in (hierna het „comité” genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en vertegenwoordigers van Micronesia. De Unie wordt vertegenwoordigd door de Europese Commissie.

2.   Het comité heeft onder meer de volgende taken:

a)

het houdt toezicht op de uitvoering van de overeenkomst;

b)

het doet voorstellen voor wijzigingen van of toevoegingen aan de overeenkomst;

c)

het beslecht geschillen die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de overeenkomst.

3.   Het comité wordt op verzoek van één van de partijen bijeengeroepen wanneer dat nodig is.

4.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7

Verhouding tussen deze overeenkomst en bestaande bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten tussen de lidstaten en Micronesia

Deze overeenkomst heeft voorrang op bilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Micronesia, voor zover zij betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.

Artikel 8

Slotbepalingen

1.   Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun interne procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van de laatste van de twee kennisgevingen waarmee de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat deze procedures zijn voltooid.

Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van de dag volgende op de datum van ondertekening.

2.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, maar kan worden opgezegd overeenkomstig lid 5.

3.   Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd. Wijzigingen worden van kracht nadat de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat hun daartoe benodigde interne procedures zijn voltooid.

4.   Elk van de partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk schorsen, met name in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid, illegale immigratie of bij herinvoering van de visumplicht door een partij. Het besluit tot schorsing wordt uiterlijk twee maanden vóór de voorgenomen inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere partij. Een partij die de toepassing van de overeenkomst heeft geschorst, stelt de andere partij ervan in kennis dat de redenen voor de schorsing niet langer bestaan, zodra dit het geval is, en maakt een einde aan de schorsing.

5.   Elke partij kan de overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. De overeenkomst wordt 90 dagen daarna beëindigd.

6.   Micronesia kan deze overeenkomst alleen ten aanzien van alle lidstaten schorsen of beëindigen.

7.   De Unie kan deze overeenkomst alleen ten aanzien van al haar lidstaten schorsen of beëindigen.

Gedaan in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Съставено в Ню Йорк, 19 септември 2016 г.

Hecho en Nueva York, el 19 de septiembre de 2016.

V New Yorku dne 19. září 2016.

Udfærdiget i New York, den 19. september 2016.

Geschehen zu New York am 19. September 2016.

New Yorgis, 19. september 2016.

Έγινε στη Νέα Υόρκη, 19 Σεπτεμβρίου 2016.

Done at New York, 19 September 2016.

Fait à New York, le 19 septembre 2016.

Sastavljeno u New Yorku 19. rujna 2016.

Fatto a New York, addì 19 settembre 2016.

Ņujorkā, 2016. gada 19. septembrī.

Priimta Niujorke 2016 m. rugsėjo 19 d.

Kelt New York-ban, 2016. szeptember 19-én.

Magħmul fi New York, 19 ta' Settembru 2016.

Gedaan te New York, 19 september 2016.

Sporządzono w Nowym Jorku dnia 19 września 2016 r.

Feito em Nova Iorque, 19 de setembro de 2016.

Întocmit la New York, la 19 septembrie 2016.

V New Yorku 19. septembra 2016.

V New Yorku, 19. septembra 2016.

Tehty New Yorkissa, 19. syyskuuta 2016.

Som skedde i New York den 19 september 2016.

За Европейския съюз

Рог la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Za Europsku uniju

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

За Федеративните щати Микронезия

Por los Estados Federados de Micronesia

Za Federativní státy Mikronésie

For Mikronesiens Forenede Stater

Für die Föderierten Staaten von Mikronesien

Mikroneesia Liiduriikide nimel

Για τις Ομόσπονδες Πολιτείες της Μικρονησίας

For the Federated States of Micronesia

Pour les États fédérés de Micronésie

Za Savezne Države Mikronezije

Per gli Stati federati di Micronesia

Mikronēzijas Federatīvo Valstu vārdā –

Mikronezijos Federacinių Valstijų vardu

A Mikronéziai Szövetségi Államok részéről

Għall-Istati Federali tal-Mikroneżja

Voor de Federale Staten van Micronesië

W imieniu Sfederowanych Stanów Mikronezji

Pelos Estados Federados da Micronésia

Pentru Statele Federate ale Microneziei

Za Mikronézske federatívne štáty

Za Federativne države Mikronezije

Mikronesian liittovaltion puolesta

För Mikronesiska federationen

Image


(1)  PB L 149 van 20.5.2014, blz. 67.

(2)  Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN

De partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Het is daarom wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein enerzijds, en Micronesia anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met de onderhavige overeenkomst.


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE IN ARTIKEL 3, LID 2, VAN DEZE OVEREENKOMST BEDOELDE CATEGORIE VAN PERSONEN DIE REIZEN OM EEN BEZOLDIGDE BEZIGHEID TE VERRICHTEN

Met het oog op een gemeenschappelijke interpretatie komen de partijen overeen dat in de zin van deze overeenkomst de categorie van personen die een bezoldigde bezigheid verrichten, personen omvat die naar het grondgebied van de andere partij reizen om daar als werknemer of als dienstverlener winstgevende beroepswerkzaamheden of een betaalde activiteit uit te oefenen.

Onder deze categorie vallen niet:

zakenlieden, dat wil zeggen personen die reizen in verband met zakelijke besprekingen (zonder in loondienst te zijn in het land van de andere partij),

sporters of artiesten die op ad-hocbasis een activiteit verrichten,

journalisten die worden uitgezonden door de media van hun land van verblijf, en

stagiairs binnen een en dezelfde onderneming.

In het kader van zijn taken op grond van artikel 6 van deze overeenkomst houdt het gemengd comité toezicht op de uitvoering van deze verklaring en kan het wijzigingen voorstellen indien het dat, op basis van de ervaringen van de partijen, nodig acht.


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE TERMIJN VAN 90 DAGEN BINNEN EEN PERIODE VAN 180 DAGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 VAN DEZE OVEREENKOMST

De partijen komen overeen dat de termijn van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen, zoals bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, kan bestaan uit één aaneengesloten bezoek of uit meerdere opeenvolgende bezoeken die in totaal niet meer dan 90 dagen binnen een periode van 180 dagen beslaan.

Hierbij wordt uitgegaan van een referentieperiode van 180 dagen die zodanig wordt berekend dat op elke dag van het verblijf wordt gekeken naar de aan die dag voorafgaande periode van 180 dagen om na te gaan of nog steeds aan de voorwaarde van 90 dagen binnen een periode van 180 dagen wordt voldaan. Dit betekent onder meer dat een ononderbroken afwezigheid van 90 dagen recht geeft op een nieuw verblijf van ten hoogste 90 dagen.


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE INFORMATIEVERSTREKKING AAN DE BURGERS OVER DE VISUMVRIJSTELLINGSOVEREENKOMST

Gezien het belang van transparantie voor de burgers van de Europese Unie en de burgers van Micronesia komen de partijen overeen dat zij zullen zorgen voor verspreiding van alle informatie over de inhoud en de gevolgen van de visumvrijstellingsovereenkomst en aanverwante kwesties, zoals de toegangsvoorwaarden.


25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/13


BESLUIT (EU) 2016/1880 VAN DE RAAD

van 29 september 2016

betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten tussen de Europese Unie en de regering van de Speciale Administratieve Regio Macau van de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), en artikel 218, lid 8, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een overeenkomst op het niveau van de Unie.

(2)

De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Speciale Administratieve Regio Macau van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (de „overeenkomst”), overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003.

(3)

De overeenkomst is op 23 november 2013 namens de Unie ondertekend, onder voorbehoud van de mogelijke sluiting ervan op een latere datum, overeenkomstig Besluit 2014/35/EU van de Raad (2).

(4)

De overeenkomst moet namens de Europese Unie worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Speciale Administratieve Regio Macau van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (3) wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die gemachtigd is (zijn) om namens de Europese Unie de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst vermelde kennisgeving te doen waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting wordt gebracht.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 29 september 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

P. ŽIGA


(1)  Goedkeuring van 12 april 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit 2014/35/EU van de Raad van 10 mei 2012 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Speciale Administratieve Regio Macau van de Volksrepubliek China inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (PB L 21 van 24.1.2014, blz. 1).

(3)  De overeenkomst is bekendgemaakt in PB L 21 van 24.1.2014, blz. 2, samen met het besluit ter ondertekening.


VERORDENINGEN

25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/15


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1881 VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2016

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 837/2012 wat betreft de minimale activiteit van 6-fytase, geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 22594), als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor zeugen (vergunninghouder DSM Nutritional Products Ltd)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor het gebruik van 6-fytase (EC 3.1.3.26), geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 22594), dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen”, is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 837/2012 van de Commissie (2) een vergunning voor tien jaar verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor gebruik bij pluimvee, gespeende biggen, mestvarkens en zeugen.

(2)

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 heeft de houder van de vergunning voorgesteld om de voorwaarden voor de verlening van een vergunning voor het desbetreffende toevoegingsmiddel te wijzigen door de minimale activiteit voor zeugen te verminderen van 1 000 FYT/kg volledig diervoeder tot 500 FYT. Bij de aanvraag waren de relevante ondersteunende gegevens gevoegd. De Commissie heeft de aanvraag doorgestuurd naar de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA).

(3)

De EFSA heeft in haar advies van 26 januari 2016 (3) geconcludeerd dat de voorgestelde dosis doeltreffend is voor het verhogen van de schijnbaar fecale verteerbaarheid van fosfor bij de minimale activiteit van 500 FYT/kg volledig diervoeder. De voorgestelde verlaging van de dosis voor zeugen zou de voorgaande conclusies betreffende de veiligheid voor zeugen, de consument, de gebruiker en het milieu niet veranderen. De EFSA heeft geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel veilig is voor zeugen, de consument en het milieu; het is niet irriterend voor de huid of de ogen maar moet als een huidallergeen worden behandeld. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig.

(4)

Aan de voorwaarden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is voldaan.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 837/2012 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 837/2012 wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  PB L 252 van 19.9.2012, blz. 7.

(3)  EFSA Journal (2016);14(2):4393.


BIJLAGE

„BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Activiteitseenheden/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verteringsbevorderaars.

4a18

DSM Nutritional Products

6-fytase

(EC 3.1.3.26)

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Bereiding van 6-fytase (EC 3.1.3.26), geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 22594), met een minimale activiteit van:

 

10 000  FYT (1)/g in vaste vorm

 

20 000 FYT/g in vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

6-fytase (EC 3.1.3.26), geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 22594)

Analysemethode  (2)

Voor de kwantificering van 6-fytase in diervoeder:

Colorimetrische methode voor het meten van het anorganisch fosfaat dat door 6-fytase uit fytaat wordt vrijgemaakt (ISO 30024:2009)

Pluimvee

Mestvarkens

Biggen (gespeend)

500 FYT

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

2.

Aanbevolen dosis per kg volledig diervoeder:

pluimvee, biggen (gespeend) en mestvarkens: 500-4 000  FYT;

zeugen: 500-4 000  FYT.

3.

Voor gebruik in diervoeder dat meer dan 0,23 % aan fytine gebonden fosfor bevat.

4.

Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren ingevolge het gebruik ervan. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden gepaste beschermingsmiddelen gebruikt.

5.

Voor gebruik bij gespeende biggen tot 35 kg.

9 oktober 2022

Zeugen

500 FYT


(1)  1 FYT is de hoeveelheid enzym die 1 μmol anorganisch fosfaat per minuut uit fytaat vrijmaakt onder reactieomstandigheden met een fytaatconcentratie van 5,0 mM bij een pH van 5,5 en een temperatuur van 37 °C.

(2)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het referentielaboratorium: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/EURLs/EURL_feed_additives/Pages/index.aspx”.


25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/18


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1882 VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2016

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

125,7

ZZ

125,7

0707 00 05

TR

147,7

ZZ

147,7

0709 93 10

TR

150,0

ZZ

150,0

0805 50 10

AR

76,0

CL

95,1

IL

72,6

TR

101,1

UY

34,4

ZA

39,3

ZZ

69,8

0806 10 10

BR

282,2

PE

444,8

TR

139,4

US

261,8

ZA

228,5

ZZ

271,3

0808 10 80

AR

240,2

AU

237,5

BR

124,9

CL

188,1

NZ

137,1

ZA

158,6

ZZ

181,1

0808 30 90

CN

97,1

TR

146,4

ZZ

121,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/20


BESLUIT (EU) 2016/1883 VAN DE RAAD

van 18 oktober 2016

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zodat de Verenigde Staten kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel IX, leden 3 en 4, van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie („WTO-overeenkomst”) worden de procedures vastgesteld voor de verlening van ontheffingen van aan een lid door de WTO-overeenkomst of andere multilaterale handelsovereenkomsten opgelegde verplichtingen.

(2)

Overeenkomstig artikel IX, lid 3, van de WTO-overeenkomst heeft de Verenigde Staten een verzoek ingediend om een ontheffing tot en met 31 december 2025 van de verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994, zodat de VS kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal die worden ingevoerd in het douanegebied van de Verenigde Staten.

(3)

Het inwilligen van het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zal geen negatieve invloed hebben op de economie van de Unie, noch op de handelsbetrekkingen met de begunstigden van de ontheffing.

(4)

Daarom moet worden vastgesteld dat namens de Unie in de Algemene Raad van de WTO ten aanzien van het ontheffingsverzoek van de Verenigde Staten een positief standpunt moet worden ingenomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen, is dat zij het door de Verenigde Staten ingediende verzoek om een ontheffing van hun verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 tot en met 31 december 2025, in overeenstemming met de voorwaarden in dat verzoek, steunt.

Dit standpunt zal door de Commissie tot uitdrukking worden gebracht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 18 oktober 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

M. LAJČÁK


Rectificaties

25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/21


Rectificatie van Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 124 van 27 april 2004 )

Bladzijde 22, bijlage I, punt 58 (met betrekking tot artikel 59, lid 2):

in plaats van:

„Wanneer de afwezigheid wegens ziekte van telkens ten hoogste drie dagen over een tijdvak van twaalf maanden een totaal van 12 dagen overschrijdt, dient de ambtenaar …”,

lezen:

„Wanneer de afwezigheid wegens ziekte, zonder medisch attest, van telkens ten hoogste drie dagen over een tijdvak van twaalf maanden een totaal van twaalf dagen overschrijdt, dient de ambtenaar …”.