ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 235

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

59e jaargang
1 september 2016


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1442 van de Raad van 31 augustus 2016 tot uitvoering van artikel 17, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

1

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1443 van de Commissie van 29 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad teneinde bepaalde drugsprecursoren op te nemen in de lijst van geregistreerde stoffen ( 1 )

6

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1444 van de Commissie van 31 augustus 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 37/2010 wat de stof hydrocortisonaceponaat betreft ( 1 )

8

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1445 van de Commissie van 31 augustus 2016 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

11

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2016/1446 van de Raad van 31 augustus 2016 tot uitvoering van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

13

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

1.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 235/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1442 VAN DE RAAD

van 31 augustus 2016

tot uitvoering van artikel 17, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 224/2014 van de Raad van 10 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (1), en met name artikel 17, leden 1 en 3,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 10 maart 2014 Verordening (EU) nr. 224/2014 vastgesteld.

(2)

Het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 23 augustus 2016 twee personen toegevoegd aan de lijst van personen en entiteiten die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, en heeft de gegevens met betrekking tot één persoon die aan beperkende maatregelen onderworpen is, geactualiseerd.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 224/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 224/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 augustus 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

M. LAJČÁK


(1)  PB L 70 van 11.3.2014, blz. 1.


BIJLAGE

I.

Aan de lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 224/2014 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

A.   Personen

„10.

Ali KONY (alias: a) Ali Lalobo b) Ali Mohammad Labolo c) Ali Mohammed d) Ali Mohammed Lalobo e) Ali Mohammed Kony f) Ali Mohammed Labola g) Ali Mohammed Salongo h) Ali Bashir Lalobo i) Ali Lalobo Bashir j) Otim Kapere k) „Bashir” l) „Caesar” m) „One-P” n) „1-P”

Functie: Adjunct, Lord's Resistance Army

Geboortedatum: a) 1994 b) 1993 c) 1995 d) 1992

Adres: Kafia Kingi (gebied aan de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald).

Datum plaatsing op de lijst:23 augustus 2016.

Overige informatie:

Ali Kony is een adjunct in het Lord's Resistance Army (LRA) (CFe.002), een op de lijst geplaatste entiteit, en de zoon van LRA-leider Joseph Kony (CFi.009), een op de lijst geplaatste persoon. Ali werd opgenomen in de leiding van het LRA in 2010. Hij maakt deel uit van een groep hooggeplaatste LRA-officieren uit de entourage van Joseph Kony.

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ali Kony werd op 23 augustus 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13, onder d) en g), van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en planten en producten daarvan in of vanuit de CAR”; „de leider zijn van een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of op aanwijzing van een persoon of een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een op de lijst geplaatste persoon of entiteit”.

Ali Kony wordt beschouwd als mogelijke opvolger van Joseph Kony als leider van het LRA. Ali is in toenemende mate betrokken bij de operationele planning van het LRA, en geldt als rechterhand van Joseph Kony. Ali is tevens inlichtingenofficier bij het LRA, en heeft in die hoedanigheid tot 10 ondergeschikten.

Ali en zijn broer Salim Kony zijn allebei verantwoordelijk geweest voor het handhaven van de discipline in het LRA. Aangenomen wordt dat beide broers deel uitmaken van de kring van vertrouwelingen van Joseph Kony en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Kony's bevelen. De twee hebben disciplinaire beslissingen genomen om LRA-leden die de LRA-regels niet hebben gevolgd, te straffen of te doden. Op bevel van Joseph Kony zijn Salim en Ali betrokken bij de smokkel van ivoor van het nationaal park Garamba, in het noorden van de Democratische Republiek Congo (DRC), via de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), naar de conflictregio van Kafia Kingi, met het oog op de verkoop of de handel met plaatselijke kooplui.

Ali Kony is verantwoordelijk voor het onderhandelen over ivoorprijzen en het marchanderen met kooplui. Ali heeft één à twee keer per maand een ontmoeting met kooplui om de prijs van het ivoor van het LRA te bespreken, in Amerikaanse dollar of Sudanese pond, of het ivoor te verhandelen voor wapens, munitie of voedsel. Joseph Kony heeft Ali opgedragen met de opbrengst van de grootste slagtanden antipersoonsmijnen te kopen om rond het kamp van Kony te leggen. In juli 2014 had Ali Kony de leiding over de operatie om 52 stukken ivoor te verplaatsen met het oog op de levering aan Joseph Kony en vervolgens de verkoop.

In april 2015 verliet Salim Kafia Kingi om een lading slagtanden in ontvangst te nemen. In mei nam Salim deel aan het vervoer van twintig stukken ivoor van de DRC naar Kafia Kingi. Rond dezelfde tijd had Ali een ontmoeting met de kooplui om voorraden aan te kopen en een bijeenkomst te plannen voor nog meer transacties, en om namens het LRA de voorwaarden overeen te komen voor de aankoop van het ivoor dat Salim zou hebben vervoerd.

Verwante personen en entiteiten op de lijst:

 

Joseph Kony, op de lijst geplaatst op 7 maart 2016

 

Salim Kony, op de lijst geplaatst op 23 augustus 2016

 

Lord's Resistance Army (LRA), op de lijst geplaatst op 7 maart 2016

11.

Salim KONY (alias: a) Salim Saleh Kony b) Salim Saleh c) Salim Ogaro d) Okolu Salim e) Salim Saleh Obol Ogaro f) Simon Salim Obol)

Functie: Adjunct, Lord's Resistance Army

Geboortedatum: a) 1992 b) 1991 c) 1993

Adres: a) Kafia Kingi (gebied aan de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald), b) Centraal-Afrikaanse Republiek

Datum plaatsing op de lijst:23 augustus 2016

Overige informatie:

Salim Kony is een adjunct in het Lord's Resistance Army (LRA) (CFe.002), een op de lijst geplaatste entiteit, en de zoon van LRA-leider Joseph Kony (CFi.009), een op de lijst geplaatste persoon. Salim werd opgenomen in de leiding van het LRA in 2010. Hij maakt deel uit van een groep hooggeplaatste LRA-officieren uit de entourage van Joseph Kony.

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Salim Kony werd op 23 augustus 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13, onder d) en g), van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en planten en producten daarvan in of vanuit de CAR”; „de leider zijn van een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of op aanwijzing van een persoon of een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een op de lijst geplaatste persoon of entiteit”.

Salim Kony is de hoofdcommandant van het hoofdkwartier „op het terrein” van het LRA en heeft van jongs af aan samen met Joseph Kony aanvallen en defensieve acties van het LRA gepland. Eerder heeft Salim de groep aangevoerd die de beveiliging van Joseph Kony verzorgt. Meer recent heeft Joseph Kony aan Salim het beheer van de financiële en logistieke netwerken van het LRA toevertrouwd.

Salim en zijn broer Ali Kony zijn allebei verantwoordelijk geweest voor het handhaven van de discipline in het LRA. Aangenomen wordt dat beide broers deel uitmaken van de kring van vertrouwelingen van Joseph Kony en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Kony's bevelen. De twee hebben disciplinaire beslissingen genomen om LRA-leden die de LRA-regels niet hebben gevolgd, te straffen of te doden. Salim zou LRA-leden hebben gedood die van plan waren over te lopen, en heeft bij Joseph Kony verslag uitgebracht over activiteiten van groepen en leden van het LRA.

Op bevel van Joseph Kony zijn Salim en Ali betrokken bij de smokkel van ivoor van het nationaal park Garamba, in het noorden van de Democratische Republiek Congo (DRC), via de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) naar de conflictregio van Kafia Kingi, met het oog op de verkoop of de handel met plaatselijke kooplui.

Salim trekt geregeld met een tiental strijders naar de grens van de CAR, waar hij andere LRA-groepen ontmoet en begeleidt die ivoor vervoeren via een route ten noorden van Garamba. In april 2015 verliet Salim Kafia Kingi om een lading slagtanden in ontvangst te nemen. In mei nam Salim deel aan het vervoer van twintig stukken ivoor van de DRC naar Kafia Kingi.

Eerder, in juni 2014, was Salim met een groep LRA-strijders de DRC binnengetrokken om olifanten te stropen in Garamba. Joseph Kony had Salim ook de opdracht gegeven om twee LRA-commandanten naar Garamba te brengen om bergplaatsen van ivoor bloot te leggen die daar jaren eerder ingericht waren. In juli 2014 had Salim een ontmoeting met een tweede LRA-groep om het ivoor, 52 stukken in totaal, te vervoeren naar Kafia Kingi. Salim was verantwoordelijk voor het bijhouden van de ivoorboekhouding voor Joseph Kony en voor het doorgeven van informatie over ivoortransacties aan LRA-groepen.

Verwante personen en entiteiten op de lijst:

 

Joseph Kony, op de lijst geplaatst op 7 maart 2016

 

Ali Kony, op de lijst geplaatst op 23 augustus 2016

 

Lord's Resistance Army (LRA), op de lijst geplaatst op 7 maart 2016”

II.

De volgende informatie betreffende Oumar Younous Abdoulay (vermelding nummer 6 in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 224/2014) wordt toegevoegd onder „Overige informatie”:

„Zou overleden zijn op 11 oktober 2015.”


1.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 235/6


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1443 VAN DE COMMISSIE

van 29 juni 2016

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad teneinde bepaalde drugsprecursoren op te nemen in de lijst van geregistreerde stoffen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (1), en met name artikel 15,

Gezien Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (2), en met name artikel 30 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 bevatten elk een lijst van geregistreerde stoffen waarvoor een aantal in die verordeningen vastgestelde geharmoniseerde controle- en toezichtmaatregelen gelden.

(2)

De in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 vermelde geregistreerde stoffen zijn onderverdeeld in categorieën waarvoor verschillende maatregelen gelden, om het juiste evenwicht te vinden tussen het dreigingsniveau van elke specifieke stof en de belemmeringen voor de legale handel.

(3)

Voor de in categorie 1 ingedeelde stoffen gelden de strengste controle- en toezichtmaatregelen. Marktdeelnemers en gebruikers moeten houder zijn van een vergunning om die stoffen in hun bezit te mogen houden en om er transacties mee te mogen uitvoeren.

(4)

Chloorefedrine en chloorpseudo-efedrine kunnen rechtstreeks en met een hoog rendement in methamfetamine worden omgezet. De lidstaten hebben aangetoond dat chloorefedrine en chloorpseudo-efedrine sinds 2013 herhaaldelijk als precursoren zijn gebruikt voor de illegale vervaardiging van methamfetamine (ook bekend als crystal meth) in de Unie. Daarnaast is in verschillende gevallen meldingen gemaakt van het gebruik van die twee stoffen voor de vervaardiging van methamfetamine buiten de Unie.

(5)

Voor de handel in en het bezit van chloorefedrine en chloorpseudo-efedrine gelden momenteel geen wettelijke beperkingen en de controle ervan is beperkt tot een vrijwillige verbintenis van de marktdeelnemers in de Unie om toezicht te houden op de handel en melding te maken van verdachte transacties met dergelijke stoffen.

(6)

Tijdens de raadpleging van de lidstaten en vertegenwoordigers van de chemische sector zijn geen aanmerkelijke legale toepassingen van chloorefedrine en chloorpseudo-efedrine vastgesteld. In 2013 en 2014 hebben de bevoegde autoriteiten van de lidstaten meer dan drie ton van die stoffen in beslag genomen om te voorkomen dat zij zouden worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van methamfetamine.

(7)

Gezien het grote gevaar van misbruik van chloorefedrine en chloorpseudo-efedrine en aangezien de registratie van die stoffen geen aanmerkelijke gevolgen zal hebben voor de legale handel, moeten die stoffen worden opgenomen in categorie 1 van de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en in de lijst in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005.

(8)

Verordening (EG) nr. 273/2004 en Verordening (EG) nr. 111/2005 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Enkele bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 19 december 1988 (3) worden bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en Verordening (EG) nr. 111/2005 gezamenlijk uitgevoerd. Gezien het nauwe materiële verband tussen die verordeningen is het gerechtvaardigd dat de wijzigingen door middel van één gedelegeerde handeling worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 worden aan de tabel met geregistreerde stoffen van categorie 1 de volgende rijen toegevoegd:

„(1R,2S)-(-)-chloorefedrine

 

2939 99 00

110925-64-9

(1S,2R)-(+)-chloorefedrine

 

2939 99 00

1384199-95-4

(1S,2S)-(+)-chloorpseudo-efedrine

 

2939 99 00

73393-61-0

(1R,2R)-(-)-chloorpseudo-efedrine

 

2939 99 00

771434-80-1”

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EG) nr. 111/2005

In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 worden aan de tabel met geregistreerde stoffen van categorie 1 de volgende rijen toegevoegd:

„(1R,2S)-(-)-chloorefedrine

 

2939 99 00

110925-64-9

(1S,2R)-(+)-chloorefedrine

 

2939 99 00

1384199-95-4

(1S,2S)-(+)-chloorpseudo-efedrine

 

2939 99 00

73393-61-0

(1R,2R)-(-)-chloorpseudo-efedrine

 

2939 99 00

771434-80-1”

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 juni 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1.

(2)  PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1.

(3)  PB L 326 van 24.11.1990, blz. 56.


1.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 235/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1444 VAN DE COMMISSIE

van 31 augustus 2016

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 37/2010 wat de stof hydrocortisonaceponaat betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 14 juncto artikel 17,

Gezien het advies van het Europees Geneesmiddelenbureau dat is opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 470/2009 moet de maximumwaarde voor residuen (MRL) van farmacologisch werkzame stoffen die bestemd zijn om in de Unie te worden gebruikt in diergeneesmiddelen voor voedselproducerende dieren of in biociden die in de veehouderij worden gebruikt, in een verordening worden vastgesteld.

(2)

In tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie (2) zijn de farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van MRL's in levensmiddelen van dierlijke oorsprong opgenomen.

(3)

Hydrocortisonaceponaat is nog niet opgenomen in die tabel.

(4)

Er is bij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) een aanvraag ingediend voor het vaststellen van MRL's van hydrocortisonaceponaat in runderen.

(5)

Het EMA heeft op basis van het advies van het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik de vaststelling aanbevolen van een MRL van hydrocortisonaceponaat in runderweefsels en melk en heeft het gebruik ervan beperkt tot uitsluitend intramammair gebruik.

(6)

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 470/2009 moet het EMA overwegen MRL's van een farmacologisch werkzame stof die voor een bepaald levensmiddel zijn vastgesteld, toe te passen op een ander levensmiddel dat afkomstig is van dezelfde diersoort, of MRL's van een farmacologisch werkzame stof die voor een of meer diersoorten zijn vastgesteld, toe te passen op andere diersoorten.

(7)

Het EMA heeft geoordeeld dat de MRL van hydrocortisonaceponaat in rundermelk moet worden geëxtrapoleerd naar de melk van alle herkauwers en paardachtigen, terwijl de vaststelling van een MRL van hydrocortisonaceponaat in alle andere weefsels van alle herkauwers en paardachtigen onnodig is voor de bescherming van de menselijke gezondheid.

(8)

Verordening (EU) nr. 37/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De belanghebbenden moet een redelijke termijn worden geboden om eventuele maatregelen te nemen om aan de nieuwe MRL te voldoen.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 31 oktober 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 augustus 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11.

(2)  Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).


BIJLAGE

In tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 wordt de volgende stof in alfabetische volgorde ingevoegd:

Farmacologisch werkzame stof

Indicatorresidu

Diersoorten

MRL's

Te onderzoeken weefsels

Overige bepalingen (overeenkomstig artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 470/2009)

Therapeutische klassen

„Hydrocortisonaceponaat

Som van hydrocortison en esters daarvan na alkalische hydrolyse, uitgedrukt als hydrocortison

Alle herkauwers, paardachtigen

10 μg/kg

Melk

Alleen voor intramammair gebruik

Corticosteroïden”

NIET VAN TOEPASSING

Alle herkauwers, paardachtigen

Geen MRL nodig voor andere weefsels dan melk

NIET VAN TOEPASSING


1.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 235/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1445 VAN DE COMMISSIE

van 31 augustus 2016

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 augustus 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

139,2

ZZ

139,2

0707 00 05

TR

141,4

ZZ

141,4

0709 93 10

TR

135,1

ZZ

135,1

0805 50 10

AR

182,6

CL

111,7

MA

157,0

TR

156,0

UY

186,2

ZA

160,5

ZZ

159,0

0806 10 10

EG

168,7

TR

127,6

ZZ

148,2

0808 10 80

AR

120,9

BR

106,9

CL

143,7

CN

98,0

NZ

136,5

ZA

93,6

ZZ

116,6

0808 30 90

AR

93,2

CL

105,3

TR

136,7

ZA

110,0

ZZ

111,3

0809 30 10 , 0809 30 90

TR

131,0

ZZ

131,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

1.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 235/13


UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2016/1446 VAN DE RAAD

van 31 augustus 2016

tot uitvoering van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (1), en met name artikel 2 quater,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 23 december 2013 Besluit 2013/798/GBVB vastgesteld.

(2)

Het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 23 augustus 2016 twee personen toegevoegd aan de lijst van personen en entiteiten die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, en heeft de gegevens met betrekking tot één persoon die aan beperkende maatregelen onderworpen is, geactualiseerd.

(3)

De bijlage bij Besluit 2013/798/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2013/798/GBVB wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij het onderhavige besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 augustus 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

M. LAJČÁK


(1)  PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51.


BIJLAGE

I.

Aan de lijst in de bijlage bij Besluit 2013/798/GBVB worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

A.   Personen

„10.

Ali KONY (alias: a) Ali Lalobo b) Ali Mohammad Labolo c) Ali Mohammed d) Ali Mohammed Lalobo e) Ali Mohammed Kony f) Ali Mohammed Labola g) Ali Mohammed Salongo h) Ali Bashir Lalobo i) Ali Lalobo Bashir j) Otim Kapere k) „Bashir” l) „Caesar” m) „One-P” n) „1-P”

Functie: Adjunct, Lord's Resistance Army

Geboortedatum: a) 1994 b) 1993 c) 1995 d) 1992

Adres: Kafia Kingi (gebied aan de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald).

Datum plaatsing op de lijst:23 augustus 2016.

Overige informatie:

Ali Kony is een adjunct in het Lord's Resistance Army (LRA) (CFe.002), een op de lijst geplaatste entiteit, en de zoon van LRA-leider Joseph Kony (CFi.009), een op de lijst geplaatste persoon. Ali werd opgenomen in de leiding van het LRA in 2010. Hij maakt deel uit van een groep hooggeplaatste LRA-officieren uit de entourage van Joseph Kony.

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ali Kony werd op 23 augustus 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13, onder d) en g), van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en planten en producten daarvan in of vanuit de CAR”; „de leider zijn van een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of op aanwijzing van een persoon of een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een op de lijst geplaatste persoon of entiteit”.

Ali Kony wordt beschouwd als mogelijke opvolger van Joseph Kony als leider van het LRA. Ali is in toenemende mate betrokken bij de operationele planning van het LRA, en geldt als rechterhand van Joseph Kony. Ali is tevens inlichtingenofficier bij het LRA, en heeft in die hoedanigheid tot 10 ondergeschikten.

Ali en zijn broer Salim Kony zijn allebei verantwoordelijk geweest voor het handhaven van de discipline in het LRA. Aangenomen wordt dat beide broers deel uitmaken van de kring van vertrouwelingen van Joseph Kony en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Kony's bevelen. De twee hebben disciplinaire beslissingen genomen om LRA-leden die de LRA-regels niet hebben gevolgd, te straffen of te doden. Op bevel van Joseph Kony zijn Salim en Ali betrokken bij de smokkel van ivoor van het nationaal park Garamba, in het noorden van de Democratische Republiek Congo (DRC), via de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), naar de conflictregio van Kafia Kingi, met het oog op de verkoop of de handel met plaatselijke kooplui.

Ali Kony is verantwoordelijk voor het onderhandelen over ivoorprijzen en het marchanderen met kooplui. Ali heeft één à twee keer per maand een ontmoeting met kooplui om de prijs van het ivoor van het LRA te bespreken, in Amerikaanse dollar of Sudanese pond, of het ivoor te verhandelen voor wapens, munitie of voedsel. Joseph Kony heeft Ali opgedragen met de opbrengst van de grootste slagtanden antipersoonsmijnen te kopen om rond het kamp van Kony te leggen. In juli 2014 had Ali Kony de leiding over de operatie om 52 stukken ivoor te verplaatsen met het oog op de levering aan Joseph Kony en vervolgens de verkoop.

In april 2015 verliet Salim Kafia Kingi om een lading slagtanden in ontvangst te nemen. In mei nam Salim deel aan het vervoer van twintig stukken ivoor van de DRC naar Kafia Kingi. Rond dezelfde tijd had Ali een ontmoeting met de kooplui om voorraden aan te kopen en een bijeenkomst te plannen voor nog meer transacties, en om namens het LRA de voorwaarden overeen te komen voor de aankoop van het ivoor dat Salim zou hebben vervoerd.

Verwante personen en entiteiten op de lijst:

 

Joseph Kony, op de lijst geplaatst op 7 maart 2016

 

Salim Kony, op de lijst geplaatst op 23 augustus 2016

 

Lord's Resistance Army (LRA), op de lijst geplaatst op 7 maart 2016

11.

Salim KONY (alias: a) Salim Saleh Kony b) Salim Saleh c) Salim Ogaro d) Okolu Salim e) Salim Saleh Obol Ogaro f) Simon Salim Obol)

Functie: Adjunct, Lord's Resistance Army

Geboortedatum: a) 1992 b) 1991 c) 1993

Adres: a) Kafia Kingi (gebied aan de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald), b) Centraal-Afrikaanse Republiek

Datum plaatsing op de lijst:23 augustus 2016

Overige informatie:

Salim Kony is een adjunct in het Lord's Resistance Army (LRA) (CFe.002), een op de lijst geplaatste entiteit, en de zoon van LRA-leider Joseph Kony (CFi.009), een op de lijst geplaatste persoon. Salim werd opgenomen in de leiding van het LRA in 2010. Hij maakt deel uit van een groep hooggeplaatste LRA-officieren uit de entourage van Joseph Kony.

Informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Salim Kony werd op 23 augustus 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13, onder d) en g), van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en planten en producten daarvan in of vanuit de CAR”; „de leider zijn van een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of op aanwijzing van een persoon of een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of deze resolutie heeft aangewezen, of van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een op de lijst geplaatste persoon of entiteit”.

Salim Kony is de hoofdcommandant van het hoofdkwartier „op het terrein” van het LRA en heeft van jongs af aan samen met Joseph Kony aanvallen en defensieve acties van het LRA gepland. Eerder heeft Salim de groep aangevoerd die de beveiliging van Joseph Kony verzorgt. Meer recent heeft Joseph Kony aan Salim het beheer van de financiële en logistieke netwerken van het LRA toevertrouwd.

Salim en zijn broer Ali Kony zijn allebei verantwoordelijk geweest voor het handhaven van de discipline in het LRA. Aangenomen wordt dat beide broers deel uitmaken van de kring van vertrouwelingen van Joseph Kony en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Kony's bevelen. De twee hebben disciplinaire beslissingen genomen om LRA-leden die de LRA-regels niet hebben gevolgd, te straffen of te doden. Salim zou LRA-leden hebben gedood die van plan waren over te lopen, en heeft bij Joseph Kony verslag uitgebracht over activiteiten van groepen en leden van het LRA.

Op bevel van Joseph Kony zijn Salim en Ali betrokken bij de smokkel van ivoor van het nationaal park Garamba, in het noorden van de Democratische Republiek Congo (DRC), via de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) naar de conflictregio van Kafia Kingi, met het oog op de verkoop of de handel met plaatselijke kooplui.

Salim trekt geregeld met een tiental strijders naar de grens van de CAR, waar hij andere LRA-groepen ontmoet en begeleidt die ivoor vervoeren via een route ten noorden van Garamba. In april 2015 verliet Salim Kafia Kingi om een lading slagtanden in ontvangst te nemen. In mei nam Salim deel aan het vervoer van twintig stukken ivoor van de DRC naar Kafia Kingi.

Eerder, in juni 2014, was Salim met een groep LRA-strijders de DRC binnengetrokken om olifanten te stropen in Garamba. Joseph Kony had Salim ook de opdracht gegeven om twee LRA-commandanten naar Garamba te brengen om bergplaatsen van ivoor bloot te leggen die daar jaren eerder ingericht waren. In juli 2014 had Salim een ontmoeting met een tweede LRA-groep om het ivoor, 52 stukken in totaal, te vervoeren naar Kafia Kingi. Salim was verantwoordelijk voor het bijhouden van de ivoorboekhouding voor Joseph Kony en voor het doorgeven van informatie over ivoortransacties aan LRA-groepen.

Verwante personen en entiteiten op de lijst:

 

Joseph Kony, op de lijst geplaatst op 7 maart 2016

 

Ali Kony, op de lijst geplaatst op 23 augustus 2016

 

Lord's Resistance Army (LRA), op de lijst geplaatst op 7 maart 2016”

II.

De volgende informatie betreffende Oumar Younous Abdoulay (vermelding nummer 6 in de bijlage bij Besluit 2013/798/GBVB) wordt toegevoegd onder „Overige informatie”:

„Zou overleden zijn op 11 oktober 2015.”