ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 221 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
59e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
16.8.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 221/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1375 VAN DE COMMISSIE
van 29 juli 2016
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad (1), en met name artikel 45,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad geeft uitvoering aan de maatregelen van Besluit 2010/413/GBVB van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB (2). |
(2) |
De Raad heeft op 18 oktober 2015 Verordening (EU) 2015/1861 van de Raad (3) tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 vastgesteld. |
(3) |
Bij Verordening (EU) 2015/1861 werden onder meer de bijlage I en III ingevoerd en werd bijlage VIIB gewijzigd. Bijlage I bevat de lijst met items, met inbegrip van goederen, technologie en programmatuur, opgenomen in de lijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden. Bijlage III omvat de lijst met items, met inbegrip van goederen en technologie, opgenomen in de lijst van het Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie. Bijlage VII ter omvat de lijst met grafiet en metalen (ruw of halffabricaat). |
(4) |
Bij artikel 45 van Verordening (EU) nr. 267/2012 wordt de Commissie gemachtigd de bijlagen I, III, en VII ter te wijzigen. Uit hoofde van dit artikel en teneinde de tenuitvoerlegging te vergemakkelijken, moeten de bijlagen I en III worden aangevuld met informatie, waardoor een betere identificatie van de items in deze bijlagen mogelijk wordt onder verwijzing naar bestaande identificatiecodes, zoals toegepast overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad (4). Aan bijlage VII ter dienen tevens een aantal technische wijzigingen te worden aangebracht. |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 267/2012 wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
Bijlage I wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening. |
(2) |
Bijlage III wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening. |
(3) |
Bijlage VII ter wordt vervangen door bijlage III bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 juli 2016.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid
(1) Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88 van 24.3.2012, blz. 1).
(2) PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.
(3) Verordening (EU) 2015/1861 van de Raad van 18 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 274 van 18.10.2015, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).
BIJLAGE I
„BIJLAGE I
CATEGORIE 0 — NUCLEAIRE GOEDEREN, INSTALLATIES EN UITRUSTING
0A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.12/deel 1 (1) |
|||||||||||||||||||||
0A001 |
“Kernreactoren” en speciaal ontworpen of gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder: |
TLB1.1 |
Volledige kernreactoren |
|||||||||||||||||||
0A001.a |
“Kernreactoren”; |
TLB1.1 |
Kernreactoren die in staat zijn om een beheerste zichzelf onderhoudende kettingreactie van kernsplijting te handhaven. VERKLARENDE NOOT: Een “kernreactor” omvat de delen in of rechtstreeks bevestigd aan het reactorvat, de uitrusting die het vermogensniveau in de kern regelt, alsmede de onderdelen die gewoonlijk het primaire koelmiddel van de reactorkern bevatten, daarmee in rechtstreeks contact komen of dit reguleren. UITVOER: De uitvoer van alle belangrijke producten binnen dit bereik mag uitsluitend conform de procedures van de richtsnoeren plaatsvinden. De individuele producten binnen dit functioneel gedefinieerde bereik die uitsluitend conform de procedures van de richtsnoeren mogen worden uitgevoerd, staan vermeld in de punten 1.2 tot en met 1.11. De regering behoudt zich het recht voor de procedures van de richtsnoeren toe te passen op andere producten binnen dit functioneel gedefinieerde bereik. |
|||||||||||||||||||
0A001.b |
Metalen vaten, of belangrijke speciaal vervaardigde onderdelen ervan, met inbegrip van het deksel van een reactordrukvat, die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd als omhulsel van de kern van een “kernreactor”; |
TLB1.2 |
Nucleaire reactorvaten Metalen vaten, of belangrijke in een werkplaats gefabriceerde onderdelen ervan, die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd als omhulsel van de kern van een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1, alsmede relevante inwendige delen van kernreactoren als gedefinieerd in punt 1.8. VERKLARENDE NOOT: Punt 1.2 heeft betrekking op reactorvaten, ongeacht de druk, en omvat reactordrukvaten en calandria's. Het deksel van een reactorvat valt onder punt 1.2 als belangrijk in een werkplaats gefabriceerd onderdeel van een drukvat. |
|||||||||||||||||||
0A001.c |
Bedieningsapparatuur, speciaal ontworpen of vervaardigd om splijtstof in een “kernreactor” aan- of af te voeren; |
TLB1.3 |
Machines om nucleaire splijtstof in een kernreactor aan of af te voeren Bedieningsapparatuur, speciaal ontworpen of vervaardigd om splijtstof in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. aan- of af te voeren. VERKLARENDE NOOT: Bovenvermelde producten zijn geschikt voor operaties in bedrijf of uitgerust met technisch geavanceerde voorzieningen voor het positioneren of aligneren om complexe brandstofmanipulaties in uitgeschakelde toestand mogelijk te maken, bijvoorbeeld operaties waarbij direct zicht op of toegang tot de splijtstof normalerwijze niet mogelijk is. |
|||||||||||||||||||
0A001.d |
Regelstaven, d.w.z. staven die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor de beheersing van het splijtingsproces in een “kernreactor”, de draag- of ophangconstructies daarvoor, mechanismen voor het besturen van de regelstaven en buizen voor het geleiden van de regelstaven; |
TLB1.4 |
Regelstaven en -apparatuur voor kernreactoren Speciaal ontworpen of vervaardigde staven en draag- of ophangconstructies daarvoor, mechanismen voor het besturen van de regelstaven of buizen voor het geleiden van de regelstaven voor de beheersing van het splijtingsproces in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. |
|||||||||||||||||||
0A001.e |
Drukpijpen, d.w.z. buizen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om dienst te doen als houder van zowel de splijtstofelementen en het primaire koelmiddel in een “kernreactor”; |
TLB1.5 |
Nucleaire reactordrukbuizen Buizen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om dienst te doen als houder van zowel de splijtstofelementen en het primaire koelmiddel in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. VERKLARENDE NOOT: Drukbuizen zijn een onderdeel van splijtstofkanalen die zijn ontworpen om bij hoge druk (soms meer dan 5 MPa) te werken. |
|||||||||||||||||||
0A001.f |
Buizen (of samenstellen van buizen) van zirkoniummetaal of zirkoniumlegeringen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor gebruik als splijtstofstaven in een “kernreactor”, in hoeveelheden van meer dan 10 kg;
|
TLB1.6 |
Splijtstofbekleding Buizen (of samenstellen van buizen) van zirkoniummetaal of zirkoniumlegeringen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor gebruik als splijtstofstaven in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1., in hoeveelheden van meer dan 10 kg.
VERKLARENDE NOOT: Buizen van zirkoniummetaal of zirkoniumlegeringen voor gebruik in een kernreactor bestaan uit zirkonium waarin de gewichtsverhouding tussen hafnium en zirkonium minder is dan 1:500. |
|||||||||||||||||||
0A001.g |
Koel- of circulatiepompen, d.w.z. pompen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor het doen circuleren van het primaire koelmiddel van “kernreactoren”; |
TLB1.7 |
Koel- of circulatiepompen voor het primaire koelmiddel Pompen of circulatiepompen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor het doen circuleren van het primaire koelmiddel van kernreactoren als gedefinieerd in punt 1.1. VERKLARENDE NOOT: Speciaal ontworpen of vervaardigde koel- of circulatiepompen omvatten pompen voor watergekoelde reactoren, circulatiepompen voor gasgekoelde reactoren, en elektromagnetische en mechanische pompen voor vloeibaar-metaalgekoelde reactoren. Deze uitrusting kan pompen omvatten met uitgebreide afdichtingssystemen of meervoudige afdichtingssystemen om lekkage van het primaire koelmiddel te voorkomen, pompen met ingekapselde rotor en pompen met traagheidssystemen. Deze definitie omvat pompen die zijn gecertificeerd volgens Section III, Division I, Subsection NB (Class 1 components) van de American Society of Mechanical Engineers (ASME) Code, of gelijkwaardige normen. |
|||||||||||||||||||
0A001.h |
“Inwendige delen van kernreactoren” die speciaal ontworpen of vervaardigd zijn voor gebruik in een “kernreactor”, met inbegrip van draagconstructies voor de reactorkern, brandstofkanalen, calandriabuizen, hitteschilden, keerschotten, roosterplaten van de reactorkern en diffusorplaten; Technische noot: In 0A001.h. wordt onder “inwendige delen van kernreactoren” verstaan iedere grote structuur binnen een reactorvat die één of meer functies heeft, zoals ondersteuning van de kern, handhaving van de splijtstofafstelling, sturing van het primaire koelmiddel, het verschaffen van stralingsschermen voor het reactorvat, en de besturing van instrumentatie in de kern. |
TLB1.8 |
Inwendige delen van kernreactoren “Inwendige delen van kernreactoren”, speciaal ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. Hiertoe behoren bijvoorbeeld draagconstructies voor de reactorkern, brandstofkanalen, calandriabuizen, hitteschilden, keerschotten, roosterplaten van de reactorkern en diffusorplaten. VERKLARENDE NOOT: “inwendige delen van kernreactoren” zijn iedere grote structuur binnen een reactorvat die één of meer functies heeft, zoals ondersteuning van de kern, handhaving van de splijtstofafstelling, sturing van het primaire koelmiddel, het verschaffen van stralingsschermen voor het reactorvat, en de besturing van instrumentatie in de kern. |
|||||||||||||||||||
0A001.i |
Warmtewisselaars als hieronder:
|
TLB1.9 |
Warmtewisselaars (a) Stoomgeneratoren, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het primaire, of intermediaire, koelmiddelcircuit van een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. (b) andere warmtewisselaars, speciaal ontworpen of vervaardigd voor gebruik in het primaire koelmiddelcircuit van een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. VERKLARENDE NOOT: Stoomgeneratoren zijn speciaal ontworpen of vervaardigd om de in de reactor gegenereerde warmte af te geven aan het voedingwater voor de opwekking van stoom. In het geval van een snelle reactor met een secundaire koelmiddelkring bevindt de stoomgenerator zich in het secundaire circuit. In een gasgekoelde reactor kan een warmtewisselaar worden gebruikt om warmte af te geven aan een secundaire gaskringloop die een gasturbine aandrijft. De reikwijdte van de controle voor deze rubriek heeft geen betrekking op warmtewisselaars voor de ondersteuningssystemen van de reactor, bijvoorbeeld het noodkoelsysteem of het koelsysteem voor de afvoer van vervalwarmte. |
|||||||||||||||||||
0A001.j |
Neutrondetectoren, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het bepalen van de niveaus van de neutronenflux in de kern van een “kernreactor”; |
TLB1.10 |
Neutrondetectoren Speciaal ontworpen of vervaardigde neutronendetectoren voor het bepalen van de niveaus van de neutronenflux in de kern van een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. VERKLARENDE NOOT: De reikwijdte van deze rubriek omvat detectoren binnen en buiten de kern die fluxniveaus meten in een breed bereik, doorgaans van 104 neutronen per cm2 per seconde tot 1010 neutronen per cm2 per seconde of meer. Buiten de kern heeft betrekking op instrumenten buiten de kern van een reactor als gedefinieerd in punt 1.1, maar binnen het biologische scherm. |
|||||||||||||||||||
0A001.k |
“Externe hitteschilden” die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een “kernreactor” ter vermindering van warmteverlies en ter bescherming van het insluitingsvat. Technische noot: In 0A001.k. betekent “externe hitteschilden” grote structuren die over het reactorvat zijn geplaatst en die warmteverlies van de reactor verminderen en de temperatuur binnen het insluitingsvat verlagen. |
TLB1.11 |
Externe hitteschilden “Externe hitteschilden” die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1. ter vermindering van warmteverlies en ter bescherming van het insluitingsvat. VERKLARENDE NOOT: “externe hitteschilden” zijn grote structuren die over het reactorvat zijn geplaatst en die warmteverlies van de reactor verminderen en de temperatuur binnen het insluitingsvat verlagen. |
|||||||||||||||||||
0B001 |
Fabrieken voor de scheiding van isotopen van “natuurlijk uraan”, “verarmd uraan”, of “speciale splijtstoffen” en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder: |
TLB5 |
Fabrieken voor de scheiding van isotopen van natuurlijk uraan, verarmd uraan of speciaal splijtbaar materiaal en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting, andere dan analyse-instrumenten |
|||||||||||||||||||
0B001.a |
Fabriek, speciaal ontworpen voor de scheiding van isotopen van “natuurlijk uraan”, “verarmd uraan” of “speciale splijtstoffen” als hieronder:
|
TLB5 |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b |
Gascentrifuges en samenstellingen en onderdelen, speciaal ontworpen of aangepast voor gebruik in gascentrifuges, als hieronder: Technische noot: In 0B001.b. betekent “materiaal met een hoge sterkte/dichtheidsverhouding”:
|
TLB5.1 |
5.1. Gascentrifuges en samenstellingen en onderdelen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor gebruik in gascentrifuges INLEIDENDE NOOT Een gascentrifuge bestaat in de regel uit één of meer dunwandige cylinders met een diameter tussen 75 mm en 650 mm die in een vacuüm worden geplaatst en ronddraaien met een hoge omtreksnelheid van circa 300 m/s of meer, waarbij de centrale as verticaal geplaatst is. Om de hoge snelheid te bereiken moeten de constructiematerialen van de roterende onderdelen een hoge sterkte/dichtheidsverhouding hebben en moet de rotoropstelling, en dus ook de afzonderlijke onderdelen daarvan, volgens zeer nauwe toleranties worden vervaardigd om de onbalans te minimaliseren. In tegenstelling tot andere centrifuges wordt de gascentrifuge voor uraanverrijking gekenmerkt door de aanwezigheid van één of meer roterende schijfvormige keerschotten in de rotorkamer en een stationaire buisconfiguratie voor het aan- en afvoeren van UF6-gas met ten minste drie afzonderlijke kanalen waarvan er twee zijn verbonden met inlaatstukken die vanaf de rotoras naar de buitenzijde van de rotorkamer lopen. In het vacuüm bevinden zich eveneens een aantal kritische onderdelen die niet roteren en die, hoewel zij speciaal ontworpen zijn, niet moeilijk te vervaardigen zijn en evenmin worden vervaardigd van unieke materialen. Voor een centrifuge-installatie is evenwel een groot aantal van deze onderdelen vereist, zodat de hoeveelheden een belangrijke indicatie voor het eindgebruik kunnen opleveren. |
|||||||||||||||||||
0B001.b |
|
TLB5.1.1 |
Roterende onderdelen |
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.1a |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.1b |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.1c |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.1d |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.1e |
|
|||||||||||||||||||
|
|
TLB5.1.1 |
VERKLARENDE NOOT De voor roterende onderdelen van centrifuges gebruikte materialen zijn onder meer:
|
|||||||||||||||||||
0B001.b |
|
TLB5.1.2 |
Statische onderdelen |
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.2A.1 |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.2a2 |
VERKLARENDE NOOT Deze lagers hebben doorgaans de volgende kenmerken:
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.2b |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.2c |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.2d |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.2e |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.1.2f |
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.2.5 |
5.2.5. Frequentieomzetters Frequentieomzetters (ook bekend als convertors of invertors), speciaal ontworpen of vervaardigd voor de voeding van motorstators als gedefinieerd in punt 5.1.2, onder d), of onderdelen en subassemblages hiervoor, die alle onderstaande kenmerken hebben:
|
|||||||||||||||||||
0B001.b. |
|
TLB5.2.3 |
5.2.3 Speciale afsluit- en regelkleppen
VERKLARENDE NOOT Speciaal ontworpen of vervaardigde kleppen zijn onder meer kleppen met balgafdichtingen, snel reagerende afsluitkleppen, snel reagerende kleppen en andere. |
|||||||||||||||||||
0B001.c |
Speciaal voor gasdiffusiescheidingsinstallaties ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
TLB5.3.1a |
Membranen voor gasdiffusie en materialen daarvoor
|
|||||||||||||||||||
0B001.c |
|
TLB5.3.2 |
Diffusorvaten Speciaal ontworpen of vervaardigde hermetisch afgesloten vaten die bestemd zijn om het gasdiffusiemembraan te bevatten, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen UF6 (zie de VERKLARENDE NOOT bij punt 5.4). |
|||||||||||||||||||
0B001.c |
|
TLB5.3.3 |
Compressoren en aanjagers Speciaal ontworpen of vervaardigde compressoren of aanjagers met een aanzuigcapaciteit van 1 m3 per minuut of meer UF6 en een werkdruk van maximaal 500 kPa, ontworpen om langdurig in een UF6-atmosfeer te werken, alsmede afzonderlijke assemblages van dergelijke compressoren en aanjagers. Deze compressoren en aanjagers hebben een werkdrukverhouding van 10:1 of minder en zijn vervaardigd van, of beschermd met, materiaal dat bestand is tegen UF6 (zie de VERKLARENDE NOOT bij punt 5.4). |
|||||||||||||||||||
0B001.c |
|
TLB5.3.4 |
Asafdichtingen Speciaal ontworpen of vervaardigde vacuümafdichtingen met aan- en afvoerkoppelingen, om de as die de rotor van de compressor of aanjager verbindt met de aandrijfmotor af te dichten, zodat een betrouwbare afdichting wordt verkregen tegen het inlekken van lucht in de binnenkamer van de compressor of aanjager die met UF6 is gevuld. Dergelijke afdichtingen zijn in de regel ontworpen op een inleksnelheid van het buffergas van minder dan 1 000 cm3 per minuut. |
|||||||||||||||||||
0B001.c |
|
TLB5.3.5 |
Warmtewisselaars voor de koeling van UF6 Speciaal ontworpen of vervaardigde warmtewisselaars, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen UF6 (zie de VERKLARENDE NOOT bij punt 5.4), en ontworpen op een leksnelheid die een drukverandering van minder dan 10 Pa per uur veroorzaakt bij een drukverschil van 100 kPa. |
|||||||||||||||||||
0B001.c |
|
TLB5.4.4 |
Speciale afsluit- en regelkleppen Speciaal ontworpen of vervaardigde afsluit- of regelkleppen met balgafdichting, handmatig of automatisch, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, bestemd voor installatie in de hoofd- en de hulpsystemen van gasdiffusieverrijkingsinrichtingen. |
|||||||||||||||||||
0B001.d |
Speciaal voor aërodynamische scheidingsprocessen ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
TLB5.5.1 |
Scheidingsstraalpijpen Speciaal ontworpen of vervaardigde scheidingsstraalpijpen en assemblages daarvan. Scheidingsstraalpijpen, bestaande uit spleetvormige, gebogen kanalen met een kromtestraal van minder dan 1 mm, bestand tegen corrosie door UF6, met in de straalpijp een scherpe scheidingsrand die de gasstroom in tweeën deelt. |
|||||||||||||||||||
0B001.d |
|
TLB5.5.2 |
Vortexbuizen Speciaal ontworpen of vervaardigde vortexbuizen en assemblages daarvan. Cyilindrische of conische buizen (vortexbuizen) vervaardigd van of beschermd met “materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6” en met een of meer tangentiële inlaten. Zij kunnen aan een of aan beide uiteinden zijn uitgerust met aanhangsels van het straalpijptype. VERKLARENDE NOOT: Het gas komt de vortexbuis tangentieel aan één uiteinde binnen, of via wervelschoepen of op verschillende tangentiële plaatsen langs de buis. |
|||||||||||||||||||
0B001.d |
|
TLB5.5.3 TLB5.5.4 |
Compressoren en aanjagers Speciaal ontworpen of vervaardigde compressoren of aanjagers vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door het UF6/dragergasmengsel (dragergas: waterstof of helium). Asafdichtingen Speciaal ontworpen of vervaardigde asafdichtingen, inclusief aan- en afvoerkoppelingen, voor de afdichting van de as die de compressor- of aanjagerrotor verbindt met de aandrijfmotor, teneinde een betrouwbare afdichting te waarborgen tegen het uitlekken van procesgassen of het inlekken van lucht of afdichtingsgassen in de binnenste kamer van de compressor of aanjager die met het UF6/dragergasmengsel is gevuld. |
|||||||||||||||||||
0B001.d |
|
TLB5.5.5 |
Warmtewisselaars voor de gaskoeling Warmtewisselaars, vervaardigd van of beschermd met “materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6”. |
|||||||||||||||||||
0B001.d |
|
TLB5.5.6 |
Behuizingen van scheidingselementen Speciaal ontworpen of vervaardigde behuizingen van scheidingselementen, vervaardigd van of beschermd met “materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6”, om vortexbuizen of scheidingsstraalpijpen te bevatten. |
|||||||||||||||||||
0B001.d |
|
TLB5.5.10 |
UF6-massaspectrometers/ionenbronnen UF6-massaspectrometers/ionenbronnen speciaal ontworpen of vervaardigd om on-linemonsters te kunnen nemen van UF6-gasstromen, met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||
0B001.d |
|
TLB5.5.12 |
Systemen om UF6 van het dragergas te scheiden Systemen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om UF6 van het dragergas (waterstof of helium) te scheiden. VERKLARENDE NOOT: Deze systemen zijn ontworpen om het UF6-gehalte van het dragergas te verminderen tot 1 ppm of minder, en kunnen uitrusting omvatten als:
|
|||||||||||||||||||
0B001.e |
Speciaal voor scheidingsprocessen met behulp van chemische uitwisselaars ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
TLB5.6.1 |
Vloeistof-vloeistofwisselkolommen (chemische uitwisseling) Tegenstroomkolommen voor vloeistof-vloeistofwissel met mechanische voeding, speciaal ontworpen of vervaardigd voor uraanverrijking via chemische uitwisseling. Om bestand te zijn tegen corrosie door geconcentreerde zoutzuuroplossingen, zijn deze kolommen en hun inwendige onderdelen in de regel vervaardigd van of bekleed met geschikte kunststoffen (zoals gefluoreerde koolwaterstofpolymeren) of glas. De verblijftijd per trap in deze kolommen is normaliter vastgesteld op 30 seconden of minder. |
|||||||||||||||||||
0B001.e |
|
TLB5.6.2 |
Centrifugale contactors voor vloeistof-vloeistofwissel (chemische uitwisseling) Centrifugale contactors voor vloeistof-vloeistofwissel, speciaal ontworpen of vervaardigd voor uraanverrijking via chemische uitwisseling. Dergelijke contactors maken gebruik van rotatie om dispersie van de organische en waterige stromen te verkrijgen en vervolgens centrifugale kracht om de verschillende fasen te scheiden. Om bestand te zijn tegen corrosie door geconcentreerde zoutzuuroplossingen, zijn de contactors in de regel vervaardigd van of bekleed met geschikte kunststoffen (zoals gefluoreerde koolwaterstofpolymeren) of glas. De verblijftijd per trap in deze centrifugale contactors is normaliter vastgesteld op 30 seconden of minder. |
|||||||||||||||||||
0B001.e |
|
TLB5.6.3a |
Uraanreductiesystemen en uitrusting (chemische uitwisseling)
VERKLARENDE NOOT: Het kathodegedeelte moet zo ontworpen zijn dat re-oxidatie van het uraan naar zijn hogere valentietoestand wordt voorkomen. Om het uraan in het kathodegedeelte te houden, kan de cel een ondoorlatend membraan bevatten dat vervaardigd is van een speciaal kationenwisselingsmateriaal. De kathode bestaat uit een geschikte vaste geleider zoals grafiet. |
|||||||||||||||||||
0B001.e |
|
TLB5.6.3b |
VERKLARENDE NOOT: Deze systemen bestaan uit vloeistofextractie-apparatuur om U+4 uit de organische stroom in een waterige oplossing te brengen, verdampings- en/of andere apparatuur voor de pH-aanpassing van de oplossing en pompen en andere transferapparatuur voor het voeden van de elektrochemische reductiecellen. Bij het ontwerp wordt zeer veel aandacht geschonken aan het voorkomen van verontreiniging van de waterige stroom met bepaalde metaalionen. Daarom zijn de onderdelen van het systeem die met de processtroom in contact komen, vervaardigd van of bekleed met geschikte materialen (zoals glas, fluorkoolwaterstofpolymeren, polyfenylsulfaat, polyethersulfon en met hars geïmpregneerd grafiet). |
|||||||||||||||||||
0B001.e |
|
TLB5.6.4 |
Systemen voor de behandeling van het voedingsmateriaal (chemische uitwisseling) Systemen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om zeer zuivere uraanchloridevoedingsoplossingen te produceren voor inrichtingen voor uraanisotopenscheiding op basis van chemische uitwisseling. VERKLARENDE NOOT: Deze systemen bestaan uit voorzieningen voor het in oplossing brengen, voor vloeistofextractie en/of voor ionenwisseling voor de zuivering en elektrolytische cellen voor de reductie van U+6 of U+4 tot U+3. Deze systemen produceren uraanchlorideoplossingen die slechts enkele ppm metaalonzuiverheden zoals chroom, ijzer, vanadium, molybdeen en andere bivalente of hogere multivalente kationen bevatten. Materialen voor de bouw van onderdelen van het systeem voor de behandeling van zeer zuiver U+3 zijn onder meer glas, gefluoreerde koolwaterstofpolymeren, polyfenylsulfaat en polyethersulfon, alsmede met kunststof bekleed en met hars geïmpregneerd grafiet. NSG deel 1 juni 2013 — 39 — 5.6.5. Uraan |
|||||||||||||||||||
0B001.e |
|
TLB5.6.5 |
Oxidatiesystemen voor uraan (chemische uitwisseling) Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de oxidatie van U+3 tot U+4 voor het terugvoeren naar de uraanisotopenscheidingscascade bij verrijking op basis van chemische uitwisseling. VERKLARENDE NOOT: Deze systemen kunnen apparatuur omvatten zoals: a) apparatuur voor het in contact brengen van chloor en zuurstof met de waterige effluent afkomstig van de isotopenscheidingsapparatuur en voor het extraheren van de resulterende U+4 in de gestripte organische stroom die terugkomt van het productuiteinde van de cascade; b) apparatuur om water af te scheiden van zoutzuur zodat het water en het geconcentreerd zoutzuur op de geschikte plaatsen terug in het proces kunnen worden gebracht. |
|||||||||||||||||||
0B001.f |
Speciaal voor aërodynamische scheidingsprocessen ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
TLB5.6.6 |
Ionenwisselharsen/adsorbentia met snelle reactietijd (ionenwisseling) Speciaal voor uraanverrijking met behulp van ionenwisselaars ontworpen of vervaardigde ionenwisselharsen of -adsorbentia met snelle reactietijd, met inbegrip van poreuze harsen met een macroscopische vernetting en/of vliezige structuren waarin de actieve chemische uitwisselgroepen voorkomen in een oppervlaktelaag op een inactieve poreuze ondersteunende structuur, en andere composiete structuren met een geschikte vorm, waaronder deeltjes of vezels. Deze ionenwisselharsen/adsorbentia hebben diameters van 0,2 mm of minder, moeten bestand zijn tegen geconcentreerd zoutzuur en moeten sterk genoeg zijn om niet te worden afgebroken in de uitwisselingskolommen. De harsen/adsorbentia zijn speciaal ontworpen voor zeer snelle uraanisotopenuitwisselingssnelheden (uitwisselingshalveringstijd van minder dan 10 seconden) en zijn geschikt voor werktemperaturen in het gebied van 373 K (100 °C) tot 473 K (200 °C). |
|||||||||||||||||||
0B001.f |
|
TLB5.6.7 |
Ionenwisselkolommen (ionenwisseling) Speciaal voor uraanverrijking met behulp van ionenwisselaars ontworpen of vervaardigde cylindrische kolommen met een diameter van meer dan 1 000 mm waarin gestapelde lagen ionenwisselharsen/adsorbentia kunnen worden gebracht en ondersteund. Deze kolommen zijn vervaardigd van of beschermd met materiaal zoals titaan of fluorkoolwaterkunststoffen) dat bestand is tegen corrosie door geconcentreerd zoutzuur en dat geschikt is voor werktemperaturen in het gebied van 373 K (100 °C) tot 473 K (200 °C) en werkdrukken boven 0,7 MPa. |
|||||||||||||||||||
0B001.f |
|
TLB5.6.8 |
Ionenwisselrefluxsystemen (ionenwisseling) a) Speciaal ontworpen of vervaardigde chemische of elektrochemische reductiesystemen voor het regenereren van de chemische reductiemiddelen die in ionenwissel-uraanverrijkingscascades worden gebruikt. b) Speciaal ontworpen of vervaardigde chemische of elektrochemische oxidatiesystemen voor het regenereren van de chemische oxidatiemiddelen die in ionenwissel-uraanverrijkingscascades worden gebruikt. |
|||||||||||||||||||
0B001.g |
Uitrusting en onderdelen, speciaal ontworpen of vervaardigd voor scheidingsprocessen op basis van lasers door middel van isotopenscheiding met atomaire-damplasers, als hieronder:
|
TLB5.7.1 |
Uraanverdampingssystemen (op atomaire damp gebaseerde methoden) Speciaal voor gebruik bij laserverrijking ontworpen of vervaardigde systemen voor het verdampen van uraanmetaal. VERKLARENDE NOOT: Deze systemen kunnen elektronenkanonnen bevatten en zijn ontworpen om een afgegeven vermogen (1 kW of meer) op het trefmateriaal te bereiken dat voldoende is om uraanmetaaldamp te genereren tegen de snelheid die voor de laserverrijking vereist is. |
|||||||||||||||||||
0B001.g |
|
TLB5.7.2 |
Systemen en onderdelen voor het hanteren van vloeibaar of verdampt uraanmetaal (op atomaire damp gebaseerde methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor het hanteren van gesmolten uraan, gesmolten uraanlegeringen of uraanmetaaldamp voor gebruik bij laserverrijking, of speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde onderdelen. VERKLARENDE NOOT: De systemen voor het hanteren van vloeibaar uraanmetaal kunnen bestaan uit smeltkroezen en koelapparatuur daarvoor. De kroezen en andere onderdelen van dergelijke systemen die in contact komen met gesmolten uraan, gesmolten uraanlegeringen of uraanmetaaldamp worden vervaardigd van of beschermd met materialen die op afdoende wijze corrosie- en hittebestendig zijn. Geschikte materialen zijn onder meer tantaal, met yttriumoxide bedekt grafiet, grafiet bedekt met andere zeldzame aardoxiden (zie INFCIRC/254/Deel 2 — (als gewijzigd)) of mengsels daarvan. |
|||||||||||||||||||
0B001.g |
|
TLB5.7.3 |
Opvangsystemen voor “verrijkt” en “verarmd” uraanmetaal (op atomaire damp gebaseerde methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde opvangsystemen voor “verrijkt” en “verarmd” uraanmetaal in gesmolten of vaste vorm. VERKLARENDE NOOT: De onderdelen van dergelijke opvangsystemen worden vervaardigd van of beschermd met materialen die bestand zijn tegen de hitte van en corrosie door uraanmetaaldampen of vloeibaar uraan (zoals met yttriumoxide bedekt grafiet of tantaal) en kunnen onder meer zijn: pijpen, kleppen, fittingen, “goten”, doorvoeren, warmtewisselaars en collectorplaten voor magnetische, elektrostatische of andere scheidingsmethoden. |
|||||||||||||||||||
0B001.g |
|
TLB5.7.4 |
Behuizingen voor scheidingsmodules (op atomaire damp gebaseerde methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde cylindrische of rechthoekige vaten die zijn ontworpen om de uraanmetaaldampbron, het elektronenkanon en de opvangsystemen voor “verrijkt” en “verarmd” uraan te bevatten. VERKLARENDE NOOT: Deze behuizingen hebben een groot aantal poorten voor het doorvoeren van elektriciteit en water, laserbundelvensters, vacuümpompverbindingen en poorten voor instrumentatie en monitoring. Er is voorzien in openings- en afsluitingsinrichtingen om opknappen van de interne onderdelen mogelijk te maken. |
|||||||||||||||||||
0B001.g |
|
TLB5.7.13 |
Lasersystemen Speciaal voor de scheiding van uraanisotopen ontworpen of vervaardigde lasers of lasersystemen. VERKLARENDE NOOT: De lasers en laseronderdelen die voor laserverrijkingsprocessen belangrijk zijn, zijn onder meer die welke zijn vermeld in INFCIRC/254/deel 2 — (zoals gewijzigd). Het lasersysteem bevat in de regel zowel optische als elektronische onderdelen voor de regeling van de laserstraal (of -stralen) en de overbrenging naar de isotopenscheidingskamer. Het lasersysteem voor op atomaire damp gebaseerde methoden bestaat doorgaans uit afstembare kleurstoflasers die door een ander soort laser (bv. koperdamplasers of bepaalde halfgeleiderlasers) worden gepompt. Lasersystemen voor moleculaire methoden kunnen bestaan uit CO2- of excimeerlasers en een multi-pass optische cel. Lasers of lasersystemen voor beide methoden vereisen een stabilisatie van het frequentiespectrum die gedurende lange perioden in bedrijf kan zijn. |
|||||||||||||||||||
0B001.h |
Uitrusting en onderdelen, speciaal ontworpen of vervaardigd voor scheidingsprocessen op basis van lasers door middel van isotopenscheiding met atomaire-damplasers, als hieronder:
|
TLB5.7.5 |
Supersone uitstroomstraalpijpen (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde supersone uitstroomstraalpijpen voor het koelen van mengsels van UF6 en dragergas tot 150 K (– 123 °C) of minder die bestand zijn tegen corrosie door UF6. |
|||||||||||||||||||
0B001.h |
|
TLB5.7.6 |
Opvangsystemen voor “verrijkt” en “verarmd” uraan (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde onderdelen of apparaten voor het opvangen van verrijkt of verarmd uraan na bestraling met laserlicht. VERKLARENDE NOOT: In één voorbeeld van isotopenscheiding met moleculaire lasers dienen de opvangsystemen voor verrijkt materiaal voor de opvang van verrijkt uraanpentalfluoride (UF5) in vaste vorm. De opvangsystemen voor verrijkt uraan kunnen bestaan uit collectoren van het filter-, impact- of cycloontype of combinaties daarvan en moeten bestand zijn tegen corrosie door UF5/UF6. |
|||||||||||||||||||
0B001.h |
|
TLB5.7.7 |
UF6/dragergascompressoren (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde compressoren voor UF6/dragergasmengsels, ontworpen voor langdurige werking in een UF6-omgeving. De onderdelen van deze compressoren die in contact komen met procesgassen, worden vervaardigd van of beschermd met materialen die bestand zijn tegen corrosie door UF6. |
|||||||||||||||||||
TLB5.7.8 |
Asafdichtingen (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde asafdichtingen, inclusief aan- en afvoerkoppelingen, voor de afdichting van de as die de compressorrotor verbindt met de aandrijfmotor, teneinde een betrouwbare afdichting te waarborgen tegen het uitlekken van procesgassen of het inlekken van lucht of afdichtingsgassen in de binnenste kamer van de compressor die met het UF6/dragergasmengsel is gevuld. |
|||||||||||||||||||||
0B001.h |
|
TLB5.7.9 |
Fluoreringssystemen (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen om UF5 (vast) te fluoreren tot UF6 (gas). Deze systemen zijn bedoeld om het opgevangen UF5-poeder te fluoreren tot UF6, dat vervolgens wordt opgevangen in producthouders of wordt gebruikt als voedingsgas ten behoeve van een nieuwe verrijkingstrap. Een methode is om de fluoreringsreactie te doen plaatsvinden binnen het isotopenscheidingssysteem teneinde direct aan de “product”-collectoren te reageren en op te vangen. Een andere methode is om het UF5-poeder van de “product”-opvangsystemen naar een geschikt reactievat (bv. wervelbedreactor, schroefreactor of vlamtoren) te brengen met het oog op fluorering. In beide gevallen wordt uitrusting voor de opslag en overbrenging van fluor (of een ander geschikt fluoreringsmiddel) en voor het opvangen en overbrengen van UF6 gebruikt. |
|||||||||||||||||||
0B001.h |
|
TLB5.7.12 |
Systemen om UF6 van het dragergas te scheiden (moleculaire methoden) Systemen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om UF6 van het dragergas te scheiden. VERKLARENDE NOOT: Deze systemen kunnen apparatuur omvatten zoals: a) cryogene warmtewisselaars of cryogene scheiders die geschikt zijn voor temperaturen van 153 K (– 120 °C) of lager, of b) cryogene koeleenheden die geschikt zijn voor temperaturen van 153 K (– 120 °C) of lager, of c) koudevallen voor UF6 die geschikt zijn voor het uitvriezen van UF6. Dit dragergas kan stikstof, argon of een ander gas zijn. |
|||||||||||||||||||
0B001.h |
|
TLB5.7.13 |
Lasersystemen Speciaal voor de scheiding van uraanisotopen ontworpen of vervaardigde lasers of lasersystemen. VERKLARENDE NOOT: De lasers en laseronderdelen die voor laserverrijkingsprocessen belangrijk zijn, zijn onder meer die welke zijn vermeld in INFCIRC/254/deel 2 — (zoals gewijzigd). Het lasersysteem bevat in de regel zowel optische als elektronische onderdelen voor de regeling van de laserstraal (of -stralen) en de overbrenging naar de isotopenscheidingskamer. Het lasersysteem voor op atomaire damp gebaseerde methoden bestaat doorgaans uit afstembare kleurstoflasers die door een ander soort laser (bv. koperdamplasers of bepaalde halfgeleiderlasers) worden gepompt. Lasersystemen voor moleculaire methoden kunnen bestaan uit CO2- of excimeerlasers en een multi-pass optische cel. Lasers of lasersystemen voor beide methoden vereisen een stabilisatie van het frequentiespectrum die gedurende lange perioden in bedrijf kan zijn. |
|||||||||||||||||||
0B001.i |
Speciaal voor aërodynamische scheidingsprocessen ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
TLB5.8.1 |
Microgolfbronnen en antennes Speciaal ontworpen of vervaardigde microgolfbronnen en antennes voor het produceren of versnellen van ionen, met de volgende kenmerken: een frequentie groter dan 30 GHz en een gemiddeld uitgangsvermogen van meer dan 50 kW voor ionproductie. |
|||||||||||||||||||
0B001.i |
|
TLB5.8.2 |
Ionisatieaanslagspoelen Speciaal ontworpen of vervaardigde radiofrequentie-ionisatieaanslagspoelen voor frequenties van meer dan 100 kHz en een gemiddeld vermogen van meer dan 40 kW. |
|||||||||||||||||||
0B001.i |
|
TLB5.8.3 |
Systemen voor het genereren van uraanplasma Speciaal voor het genereren van uraanplasma voor gebruik in plasmascheidingsinrichtingen ontworpen of vervaardigde systemen. |
|||||||||||||||||||
0B001.i |
|
TLB5.8.4 |
[wordt niet meer gebruikt — sedert 14 juni 2013] |
|||||||||||||||||||
0B001.i |
|
TLB5.8.5 |
Opvangsystemen voor “verrijkt” en “verarmd” uraanmetaal Speciaal ontworpen of vervaardigde opvangsystemen voor “verrijkt” en “verarmd” uraanmetaal in vaste vorm. De onderdelen van dergelijke opvangsystemen worden vervaardigd van of beschermd met materialen die bestand zijn tegen de hitte van en corrosie door uraanmetaaldampen, zoals tantaal en met yttriumoxide bedekt grafiet. |
|||||||||||||||||||
0B001.i |
|
TLB.5.8.6 |
Behuizingen voor scheidingsmodules Speciaal voor gebruik in verrijkingsinrichtingen op basis van plasmascheiding ontworpen of vervaardigde cylindrische vaten, bestemd om de uraanplasmabron, de radiofrequentiespoel en de opvangsystemen voor “verrijkt” en “verarmd” uraan te bevatten. VERKLARENDE NOOT: Deze behuizingen hebben een groot aantal poorten voor het doorvoeren van elektriciteit, diffusiepompverbindingen en poorten voor de instrumentatie en monitoring. Er is voorzien in openings- en afsluitingsinrichtingen om opknappen van de interne onderdelen mogelijk te maken, en zij zijn vervaardigd van een geschikt niet-magnetisch materiaal zoals roestvrij staal. |
|||||||||||||||||||
0B001.j |
Speciaal voor elektromagnetische scheidingsprocessen ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
TLB5.9.1a |
Elektromagnetische isotopenscheiders Elektromagnetische isotopenscheiders, speciaal ontworpen of vervaardigd voor de scheiding van uraanisotopen, en uitrusting en onderdelen daarvoor, zoals:
|
|||||||||||||||||||
0B001.j |
|
TLB5.9.1b |
Ionencollectoren Speciaal voor het opvangen van ionenbundels met verrijkt of verarmd uraan ontworpen of vervaardigde ionencollectorplaten, bestaande uit twee of meer spleten en opvangkamers en vervaardigd van geschikte materialen zoals grafiet of roestvrij staal. |
|||||||||||||||||||
0B001.j |
|
TLB5.9.1c |
Vacuümbehuizingen Speciaal voor elektromagnetische uraanscheiders ontworpen of vervaardigde vacuümbehuizingen, vervaardigd van geschikte niet-magnetische materialen zoals roestvrij staal en ontworpen voor een werkdruk van 0,1 Pa of lager. VERKLARENDE NOOT: De behuizingen zijn speciaal ontworpen om de ionenbronnen, de collectorplaten en de watergekoelde “liners” te bevatten en zijn voorzien van verbindingen voor de diffusiepomp en van openings- en afsluitingsinrichtingen om verwijdering en herinstallatie van deze onderdelen mogelijk te maken. |
|||||||||||||||||||
0B001.j |
|
TLB5.9.1d |
Magnetische poolschoenen Speciaal ontworpen of vervaardigde magnetische poolschoenen met een diameter van meer dan 2 m, gebruikt om een constant magnetisch veld te handhaven binnen een elektromagnetische isotopenscheider en het magnetisch veld tussen naburige scheiders over te brengen. |
|||||||||||||||||||
0B001.j |
|
TLB5.9.2 |
Hoogspanningsvoedingen Speciaal ontworpen of vervaardigde hoogspanningsvoedingen voor ionenbronnen die alle onderstaande kenmerken hebben: geschikt voor continubedrijf, uitgangsspanning van 20 000 V of meer, uitgangsstroom van 1 A of meer, en spanningsregeling beter dan 0,01 % over een periode van acht uur. |
|||||||||||||||||||
0B001.j |
|
TLB5.9.3 |
Voedingen voor magneten Speciaal ontworpen of vervaardigde voedingen voor magneten (hoog vermogen, gelijkstroom) die alle onderstaande kenmerken hebben: geschikt voor continubedrijf met een uitgangsstroom van 500 A of meer en een spanning van 100 V of meer en met een stroom- of spanningsregeling beter dan 0,01 % over een periode van acht uur. |
|||||||||||||||||||
0B002 |
Speciaal voor isotoopscheidingsinstallaties als bedoeld in 0B001 ontworpen of vervaardigde hulpsystemen voor uitrusting en onderdelen vervaardigd van of beschermd door “materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6”, als hieronder: |
|
|
|||||||||||||||||||
0B002.a |
Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; |
TLB5.2.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||
TLB5.4.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.7 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.7.11 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
0B002.b |
Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; |
TLB5.2.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||
TLB5.4.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.7 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.7.11 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
0B002.c |
Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan; |
TLB5.2.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||
TLB5.4.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.7 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.7.11 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
0B002.d |
Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; |
TLB5.2.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||
TLB5.4.1 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren, koudevallen of pompen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.7 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.7.11 |
Voedingssystemen/systemen voor het afvoeren van verrijkt en verarmd uraan (moleculaire methoden) Speciaal ontworpen of vervaardigde processystemen of uitrusting voor verrijkingsinrichtingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met inbegrip van: a) Voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; b) Desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; c) Liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; d) Opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uraan om UF6 in containers op te slaan. |
|||||||||||||||||||||
0B002.e |
Speciaal ontworpen stelsels van pijpen en headers om UF6 te hanteren binnen de gasdiffusie-, centrifuge- of aërodynamische cascades; |
TLB5.2.2 |
Stelsels van machineverdeelleidingen Speciaal ontworpen of vervaardigde stelsels van buizen en verdeelleidingen om UF6 in de centrifugecascades te hanteren. Het leidingennet is in de regel van het type met “drievoudige” verdeelleidingen waarbij elke centrifuge is aangesloten op elk van de drie verdeelleidingen. Het is dan ook sterk repetitief van vorm. Het is volledig vervaardigd van of beschermd met materiaal dat tegen UF6 bestand is (zie de VERKLARENDE NOOT bij dit punt) en is vervaardigd volgens zeer hoge vacuüm- en zuiverheidsnormen. |
|||||||||||||||||||
TLB5.4.2 |
Stelsels van verdeelleidingen Speciaal ontworpen of vervaardigde stelsels van buizen en verdeelleidingen om UF6 in de gasdiffusiecascades te hanteren. VERKLARENDE NOOT: Dit leidingnet is in de regel van het type met “dubbele” verdeelleidingen waarbij elke cel is aangesloten op elk van de verdeelleidingen. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.8 |
Stelsels van verdeelleidingen Speciaal ontworpen of vervaardigde stelsels van verdeelleidingen, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, om UF6 binnen de aërodynamische cascades te hanteren. Dit leidingnet is doorgaans van het type met “dubbele” verdeelleidingen, waarbij elke trap of groep van trappen is verbonden met elk van de verdeelleidingen. |
|||||||||||||||||||||
0B002.f |
Vacuümsystemen en -pompen als hieronder:
|
TLB5.4.3a |
Vacuüm-systemen
|
|||||||||||||||||||
TLB5.4.3b |
|
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.9b |
Vacuümsystemen en -pompen Vacuümpompen, speciaal ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een atmosfeer die UF6 bevat, vervaardigd van of beschermd met materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6. Deze pompen kunnen fluorkoolstofafdichtingen bevatten en speciale werkvloeistoffen gebruiken. |
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.9a |
Speciaal ontworpen of vervaardigde vacuümsystemen, bestaande uit vacuümspruitstukken, vacuümverdeelleidingen en vacuümpompen, en ontworpen voor gebruik in een atmosfeer die UF6 bevat |
|||||||||||||||||||||
0B002.g |
UF6-massaspectrometers/ionenbronnen speciaal ontworpen of vervaardigd om on-linemonsters te kunnen nemen van UF6-gasstromen, met alle volgende eigenschappen:
|
TLB5.2.4 |
UF6-massaspectrometers/ionenbronnen Massaspectrometers speciaal ontworpen of vervaardigd om on-linemonsters te kunnen nemen van UF6-gasstromen, met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||
TLB5.4.5 |
UF6-massaspectrometers/ionenbronnen Massaspectrometers speciaal ontworpen of vervaardigd om on-linemonsters te kunnen nemen van UF6-gasstromen, met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||
TLB5.5.11 |
UF6-massaspectrometers/ionenbronnen Massaspectrometers speciaal ontworpen of vervaardigd om on-linemonsters te kunnen nemen van UF6-gasstromen, met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||
TLB5.7.10 |
Speciale afsluit- en regelkleppen Speciaal ontworpen of vervaardigde afsluit- of regelkleppen met balgafdichting, handmatig of automatisch, vervaardigd van of beschermd door materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6, met een binnendiameter van 40 mm of meer, bestemd voor installatie in de hoofd- en de hulpsystemen van aerodynamische verrijkingsinrichtingen. |
|||||||||||||||||||||
0B003 |
Fabrieken voor de omzetting van uraan en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting, als hieronder: |
TLB7.1 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van uraanertsconcentraten in UO3 |
|||||||||||||||||||
0B003.a |
Systemen voor de omzetting van uraanertsconcentraten in UO3; |
TLB7.1.1 |
VERKLARENDE NOOT: Uraanertsconcentraten kunnen worden omgezet in UO3 door het erts eerst op te lossen in salpeterzuur en gezuiverd uranylnitraat te extraheren met gebruikmaking van een oplosmiddel zoals tributylfosfaat. Vervolgens wordt het uranylnitraat omgezet in UO3, hetzij door concentratie en denitrificatie, hetzij door neutralisatie met ammoniakgas en de vorming van ammoniumdiuranaat gevolgd door filtering, droging en calcinering. |
|||||||||||||||||||
0B003.b |
Systemen voor de omzetting van UO3 in UF6; |
TLB7.1.2 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UO3 in UF6 VERKLARENDE NOOT: UO3 kan worden omgezet in UO2 door reductie van UO3 met gekraakt ammoniakgas of waterstof. |
|||||||||||||||||||
0B003.c |
Systemen voor de omzetting van UO3 in UO2; |
TLB7.1.3 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UO3 in UO2 VERKLARENDE NOOT: UO3 kan worden omgezet in UO2 door reductie van UO3 met gekraakt ammoniakgas of waterstof. |
|||||||||||||||||||
0B003.d |
Systemen voor de omzetting van UO2 in UF4; |
TLB7.1.4 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UO2 in UF4; VERKLARENDE NOOT: UO2 kan worden omgezet in UF4 door UO2 te laten reageren met waterstoffluoridegas (HF) op 300-500 °C. |
|||||||||||||||||||
0B003.e |
Systemen voor de omzetting van UF4 in UF6; |
TLB7.1.5 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UF4 in UF6 VERKLARENDE NOOT: UF4 kan worden omgezet in UF6 door een exotherme reactie met fluor in een torenreactor. UF6 wordt uit de hete effluentgassen geconcentreerd door de effluentenstroom door een tot — 10 °C gekoelde koudeval te voeren. Het proces vereist een bron van fluorgas. |
|||||||||||||||||||
0B003.f |
Systemen voor de omzetting van UF4 in uraanmetaal; |
TLB7.1.6 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UF4 in uraanmetaal VERKLARENDE NOOT: UF4 kan worden omgezet in uraanmetaal door reductie met magnesium (grote batchprocessen) of calcium (kleine batchprocessen). De reactie verloopt bij een temperatuur boven het smeltpunt van uraan (1 130 °C). |
|||||||||||||||||||
0B003.g |
Systemen voor de omzetting van UF6 in UO2; |
TLB7.1.7 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UF6 in UO2 VERKLARENDE NOOT: UF6 kan worden omgezet in UO2 via een van de volgende drie processen. In het eerste wordt UF6 gereduceerd en gehydroliseerd tot UO2 met behulp van waterstof en stoom. In het tweede wordt UF6 gehydroliseerd door oplossing in water, ammoniak wordt toegevoegd om het ammoniumdiuranaat te doen neerslaan en het diuranaat wordt gereduceerd tot UO2 met stikstof bij 820 °C. In het derde proces worden gasvormig UF6, CO2 en NH3 gecombineerd in water, waarbij ammoniumuranylcarbonaat neerslaat. Dit ammoniumuranylcarbonaat wordt gecombineerd met stoom en waterstof bij 500-600 °C om zo UO2 te verkrijgen. In een splijtstoffabricage-installatie is de eerste stap vaak de omzetting van UF6 in UO2. |
|||||||||||||||||||
0B003.h |
Systemen voor de omzetting van UF6 in UF4; |
TLB7.1.8 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UF6 in UF4 VERKLARENDE NOOT: UF6 wordt omgezet in UF4 door reductie met waterstof. |
|||||||||||||||||||
0B003.i |
Systemen voor de omzetting van UO2 in UCl4; |
TLB7.1.9 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van UO2 in UCl4 UO2 kan worden omgezet in UCl4 via een van de volgende twee processen. In het eerste wordt UO2 in reactie gebracht met koolstoftetrachloride (CCl4) bij ongeveer 400 °C. In het tweede wordt UO2 bij ongeveer 700 °C in reactie gebracht in aanwezigheid van zwarte koolstof (CAS 1333-86-4), koolmonoxide en chloride om zo UCl4 te verkrijgen. |
|||||||||||||||||||
0B004 |
Fabriek voor de productie of concentratie van zwaar water, deuterium en deuteriumverbindingen en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder: |
TLB6 |
Fabriek voor de productie of concentratie van zwaar water, deuterium en deuteriumverbindingen en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder: |
|||||||||||||||||||
0B004.a |
Fabriek voor de productie van zwaar water, deuterium of deuteriumverbindingen, als hieronder:
|
|
|
|||||||||||||||||||
0B004.b |
Uitrusting en onderdelen, als hieronder: |
|
|
|||||||||||||||||||
|
TLB6.1 |
Water-waterstofsulfidewisseltorens Wisseltorens met een diameter van 1,5 m of meer die kunnen werken bij een druk van 2 MPa (300 psi) of meer, speciaal ontworpen of vervaardigd voor de productie van zwaar water via het water-waterstofsulfidewisselproces. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.2 |
Aanjagers en compressoren Eentraps, centrifugale aanjagers of compressoren met lage opvoerdruk (d.w.z. 0,2 MPa of 30 psi) voor de circulatie van waterstofsulfidegas (d.w.z. gas dat meer dan 70 % H2S bevat), speciaal ontworpen of vervaardigd voor de productie van zwaar water via het water-waterstofsulfidewisselproces. Deze aanjagers of compressoren hebben een verwerkingscapaciteit van ten minste 56 m3/sec. (120 000 SCFM) wanneer er wordt gewerkt bij drukniveaus van ten minste 1,8 MPa (260 psi) aan de zuigzijde, en hebben afdichtingen die zijn ontworpen voor natte H2S-gassen. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.3 |
Ammoniak-waterstofuitwisseltorens Ammoniak-waterstof-wisseltorens van 35 m of hoger (114.3 voet) met een diameter tussen 1,5 m (4,9 voet) en 2,5 m (8,2 voet) die kunnen werken bij een druk van meer dan 15 MPa (2 225 psi), speciaal ontworpen of vervaardigd voor de productie van zwaar water via het ammoniak-waterstofwisselproces. Deze torens zijn voorzien van ten minste één kraaggat van dezelfde diameter als het cylindrische gedeelte waardoor de inwendige onderdelen van de toren kunnen worden ingebracht of weggenomen. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.4 |
Inwendige onderdelen van de toren en getrapte pompen Inwendige onderdelen van de toren en getrapte pompen, speciaal ontworpen of vervaardigd voor torens voor de productie van zwaar water via het ammoniak-waterstofwisselproces. Inwendige onderdelen van de toren zijn onder meer speciaal ontworpen getrapte contactgroepen die een nauw contact tussen gas en vloeistof moeten waarborgen. Getrapte pompen zijn onder meer speciaal ontworpen dompelpompen voor de circulatie van vloeibaar ammoniak in de afzonderlijke contacttrappen in de toren. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.5 |
Ammoniak-kraakinstallaties Ammoniak-kraakinstallaties, ontworpen voor een bedrijfsdruk van 3 Mpa (450 psi) of meer, speciaal ontworpen of vervaardigd voor de productie van zwaar water via het ammoniak-waterstofwisselproces. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.6 |
Infraroodabsorptie-analysatoren Infraroodabsorptieanalyseapparatuur die “on-line” waterstof-deuterium-verhoudingen kan meten bij deuteriumconcentraties van 90 % of meer. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.7 |
Katalytische branders Katalytische branders voor de omzetting van verrijkt deuteriumgas in zwaar water, speciaal ontworpen of vervaardigd voor de productie van zwaar water via het ammoniak-waterstofwisselproces. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.8 |
Complete systemen voor het veredelen van zwaar water of kolommen daarvoor Complete systemen voor het veredelen van zwaar water, of kolommen daarvoor, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het veredelen van zwaar water tot een deuteriumconcentratie die geschikt is voor een kernreactor. VERKLARENDE NOOT: Deze systemen, die gewoonlijk van waterdestillatie gebruik maken om zwaar water van licht water te scheiden, zijn speciaal ontworpen of vervaardigd voor de productie van voor kernreactoren geschikt zwaar water (d.w.z. typisch deuteriumoxide 99,75 %) uit voorraden zwaar water van een lagere concentratie. |
||||||||||||||||||||
|
TLB6.9 |
Convertors voor ammoniaksynthese of ammoniaksynthese-eenheden Converters voor ammoniaksynthese of ammoniaksynthese-eenheden speciaal ontworpen of vervaardigd voor het veredelen van zwaar water met het ammoniak-waterstof-wisselprocedé. VERKLARENDE NOOT: Deze convertors of eenheden onttrekken synthesegas (stikstof en waterstof) uit een hoge-drukkolom (of kolommen) voor de uitwisseling van ammoniak en waterstof, en voeren de gevormde ammoniak naar deze kolom (of kolommen) terug. |
||||||||||||||||||||
0B005 |
Fabrieken, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van splijtstofelementen voor “kernreactoren” en speciaal ontworpen of vervaardigde uitrusting daarvoor; Technische noot: Speciaal ontworpen of vervaardigde uitrusting voor de vervaardiging van splijtstofelementen voor “kernreactoren” omvat uitrusting die:
|
|
Fabrieken voor de vervaardiging van splijtstofelementen voor kernreactoren en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting INLEIDENDE NOOT: Splijtstofelementen worden vervaardigd uit een of meer van de basismaterialen of speciale splijtbare materialen die worden vermeld in MATERIAAL EN UITRUSTING van deze bijlage. Voor oxidische splijtstoffen, het meest voorkomende type splijtstof, wordt uitrusting voor het persen van tabletten, sinteren, malen en granulometrische kwaliteitscontrole gebruikt. Gemengde oxidische splijtstoffen worden behandeld in handschoenkasten (of een gelijkwaardige insluiting) totdat zij in de bekleding zijn ingesloten. In alle gevallen wordt de splijtstof hermetisch ingesloten in een gepaste bekleding die is ontworpen als het eerste omhulsel waarin de splijtstof is vervat, opdat de reactor naar behoren kan werken en veilig is. Tevens moet er in alle gevallen voor worden gezorgd dat de processen, procedures en uitrusting nauwkeurig volgens extreem hoge normen worden gecontroleerd met het oog op voorspelbare en veilige splijtstofprestaties. VERKLARENDE NOOT: In de zinsnede “en speciaal ontworpen of vervaardigde uitrusting” voor de vervaardiging van splijtstofelementen is uitrusting begrepen die: a) in de regel in rechtstreeks contact komt met de productiestroom van nucleair materiaal of deze rechtstreeks verwerkt of reguleert; b) zorgt voor de afdichting van het nucleaire materiaal in de splijtstofstaaf; c) de goede staat van de bekleding of van de afdichting van de splijtstofstaaf controleert; d) de eindbehandeling van de afgesloten splijtstof controleert; of e) wordt gebruikt voor het verzamelen van splijtstofelementen voor reactoren. Die uitrusting of uitrustingssystemen kunnen bijvoorbeeld het volgende omvatten: 1) volautomatische inspectiestations voor splijtstoftabletten die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om de uiteindelijke afmetingen en de oppervlakteonvolkomenheden van de splijtstoftabletten te controleren; 2) automatische lasmachines die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om deksels op de splijtstofpennen (of -staven) te lassen; 3) automatische test- en inspectiestations die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om de goede staat van gesloten splijtstofpennen (of -staven) te controleren; 4) systemen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om bekleding voor splijtstofstaven te fabriceren. Product 3 omvat in de regel uitrusting voor: a) onderzoek van de lasverbindingen van de deksels van de pennen (of staven) met röntgenstralen, b) opsporing van heliumlekken bij pennen (of staven) die onder druk staan, en c) het scannen van de pennen (of staven) met gammastralen om te controleren of de splijtstoftabletten binnenin correct geladen zijn. |
|||||||||||||||||||
0B006 |
Fabrieken voor het opwerken van bestraalde splijtstofelementen van “kernreactoren” en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen.
|
TLB3 |
Fabrieken voor de opwerking van bestraalde splijtstofelementen en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting INLEIDENDE NOOT Bij de opwerking van bestraalde splijtstof worden plutonium en uraan gescheiden van sterk radioactieve splijtingsproducten en andere transurane elementen. Deze scheiding kan met verschillende technische procedés worden bereikt. In de loop van de jaren is het purexproces echter het meest gebruikte en aanvaarde procedé geworden. Het purexproces bestaat uit het oplossen van bestraalde splijtstof in salpeterzuur, gevolgd door de scheiding van het uraan, het plutonium en de splijtingsproducten door vloeistofextractie waarbij een mengsel van tributylfosfaat in een organisch oplosmiddel wordt gebruikt. Purexinstallaties hebben procesfuncties die vergelijkbaar zijn, bijvoorbeeld: fijnhakken van bestraalde splijtstofelementen, oplossen van de splijtstof, vloeistofextractie en opslag van procesvloeistoffen. Er kan uitrusting zijn om uraannitraat langs thermische weg te denitrificeren, plutoniumnitraat om te zetten in oxide of metaal en het effluent dat splijtingsproducten bevat om te zetten in een vorm die geschikt is voor langdurige opslag of opberging. Het specifieke type en de configuratie van de uitrusting voor deze functies kunnen echter verschillen voor verschillende purexinstallaties om diverse redenen, zoals het type en de hoeveelheid op te werken bestraalde splijtstof en de beoogde bestemming van de teruggewonnen materialen en de veiligheids- en onderhoudsfilosofie waar bij het ontwerp van de installatie van is uitgegaan. Een “inrichting voor het opwerken van bestraalde splijtstofelementen” omvat de uitrusting en onderdelen die in de regel rechtstreeks in aanraking komen met de bestraalde splijtstof en de voornaamste processtromen van nucleair materiaal en splijtingsproducten en deze rechtstreeks regelen. Deze processen, met inbegrip van volledige systemen voor de conversie van plutonium en de productie van plutoniummetaal, kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van de maatregelen die zijn genomen om kriticiteit (bijvoorbeeld door middel van de geometrie), blootstelling aan straling (bijvoorbeeld door middel van afscherming) en toxiciteitsgevaren (bijvoorbeeld door middel van insluiting) te voorkomen. |
|||||||||||||||||||
|
TLB3.1 |
Op afstand bediende uitrusting, speciaal ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een opwerkingsinrichting als hierboven beschreven en bestemd voor het snijden, hakken of knippen van bestraalde splijtstofpakketten, -bundels of -staven. VERKLARENDE NOOT: Deze uitrusting doorbreekt de bekleding van de splijtstof om het bestraalde nucleaire materiaal in oplossing te brengen. Speciaal ontworpen metaalscharen worden het meest algemeen gebruikt, hoewel ook geavanceerde uitrusting, bijvoorbeeld lasers, kan worden gebruikt. |
||||||||||||||||||||
|
TLB3.2 |
Oplostanks Kritisch veilige tanks (bijvoorbeeld ring- of plaattanks met een kleine diameter), speciaal ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een opwerkingsinrichting als hierboven omschreven, bestemd voor het oplossen van bestraalde splijtstof, die bestand zijn tegen hete, sterk corrosieve vloeistoffen en die op afstand gevuld en onderhouden kunnen worden. VERKLARENDE NOOT: Oplostanks zijn normaliter bestemd voor de fijngehakte verbruikte splijtstof. In deze kritisch veilige tanks wordt het bestraalde nucleaire materiaal opgelost in salpeterzuur en worden de resterende omhullingen uit de processtroom verwijderd. |
||||||||||||||||||||
|
TLB3.3 |
Vloeistofextractors en uitrusting voor vloeistofextractie Speciaal ontworpen of vervaardigde vloeistofextractors, zoals gestapelde kolommen of pulskolommen, mengers-ontmengers of centrifugale contactors voor gebruik in een inrichting voor de opwerking van bestraalde splijtstof. Vloeistofextractors moeten bestand zijn tegen de corrosieve werking van salpeterzuur. Vloeistofextractors worden normaliter volgens extreem hoge normen (waaronder speciale las-, keurings-, kwaliteitsborgings- en kwaliteitscontroletechnieken) vervaardigd van roestvrij staal met een laag koolstofgehalte, titaan, zirkonium of andere hoogwaardige materialen. VERKLARENDE NOOT: Vloeistofextractors ontvangen de oplossing van bestraalde splijtstof van de oplostanks en de organische oplossing die uraan, plutonium en splijtingsproducten scheidt. Uitrusting voor vloeistofextractie wordt normaliter ontworpen om aan strikte bedrijfsparameters te voldoen, bijvoorbeeld lange levensduur zonder onderhoudseisen of gemakkelijk te vervangen, eenvoudige bediening en regeling en aanpasbaarheid aan variaties in de procesomstandigheden. |
||||||||||||||||||||
|
TLB3.4 |
Chemische voorraad- of opslagvaten Speciaal ontworpen of vervaardigde voorraad- of opslagvaten voor het gebruik in een inrichting voor de opwerking van bestraalde splijtstof. De voorraad- of opslagvaten moeten bestand zijn tegen de corrosieve werking van salpeterzuur. De voorraad- of opslagvaten worden normaliter gefabriceerd van materialen als roestvrij staal met een laag koolstofgehalte, titaan of zirkonium of andere hoogwaardige materialen. Voorraad- of opslagvaten kunnen worden ontworpen om op afstand te worden bediend en onderhouden en kunnen de volgende kenmerken bezitten om de nucleaire kriticiteit te beheersen:
VERKLARENDE NOOT: De vloeistofextractiestap resulteert in drie grote vloeistofstromen. Voorraad- of opslagvaten worden gebruikt voor de verdere verwerking van deze drie processtromen, en wel als volgt:
|
||||||||||||||||||||
|
TLB3.5 |
Neutronenmeetsystemen voor procesbeheersing Neutronenmeetsystemen, speciaal ontworpen of vervaardigd voor integratie en gebruik met systemen voor geautomatiseerde procesbeheersing in een inrichting voor het opwerken van bestraalde splijtstofelementen. VERKLARENDE NOOT: Deze systemen laten toe actieve en passieve neutronenmeting en discriminatie uit te voeren om de hoeveelheid en de samenstelling van splijtstoffen te bepalen. Het volledige systeem bestaat uit een neutronengenerator, een neutronendetector, versterkers en elektronica voor signaalverwerking. Tot deze rubriek behoren geen instrumenten voor neutronendetectie en -meting die zijn ontworpen voor de verantwoording en de controle van nucleair materiaal, noch voor enige andere toepassing die geen verband houdt met de integratie en het gebruik van systemen voor geautomatiseerde procesbeheersing in een inrichting voor de opwerking van bestraalde splijtstofelementen. |
||||||||||||||||||||
0B007 |
Fabrieken voor de omzetting van plutonium en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting: als hieronder: |
TLB7.2.1 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de omzetting van plutoniumnitraat in oxide |
|||||||||||||||||||
0B007.a |
|
|
VERKLARENDE NOOT: De belangrijkste onderdelen van dit proces zijn: opslag en aanpassing van het ingangsmateriaal, bezinken en scheiden van vaste stof en vloeistof, calcineren, hanteren van het product, ventileren, afvalbeheer en procesregeling. De processystemen zijn met name zo aangepast dat kriticiteit en stralingseffecten worden vermeden en de toxiciteitsrisico's tot een minimum worden beperkt. In de meeste opwerkingsinstallaties betreft het laatste proces de omzetting van plutoniumnitraat in plutoniumdioxide. Andere processen kunnen het neerslaan van plutoniumoxalaat of plutoniumperoxide omvatten. |
|||||||||||||||||||
0B007.b |
|
TLB7.2.2 |
Speciaal ontworpen of vervaardigde systemen voor de productie van plutoniummetaal VERKLARENDE NOOT: In dit proces wordt gewoonlijk plutoniumdioxide gefluorideerd, doorgaans met het sterk corrosieve waterstoffluoride, tot plutoniumfluoride dat vervolgens wordt gereduceerd met behulp van zeer zuiver calciummetaal tot metallisch plutonium en een calciumfluorideslak. De belangrijkste onderdelen van dit proces zijn: fluorideren (bijvoorbeeld met uitrusting die is vervaardigd van of bekleed met een edel metaal), metaalreductie (bijvoorbeeld in keramische vaten), terugwinning van slak, hantering van de producten, ventilatie, afvalbeheer en procesregeling. De processystemen zijn met name zo aangepast dat kriticiteit en stralingseffecten worden vermeden en de toxiciteitsrisico's tot een minimum worden beperkt. Andere processen omvatten het fluorideren van plutoniumoxalaat of plutoniumperoxide, gevolgd door een metaalreductie. |
|||||||||||||||||||
0C001 |
“Natuurlijk uraan” of “verarmd uraan” of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat een of meer van de bovengenoemde stoffen bevat;
|
TLA.1.1 |
1.1. “Basismateriaal” Onder “basismateriaal” wordt verstaan, uraan dat het mengsel van de in de natuur voorkomende isotopen bevat; uraan waaraan het isotoop 235 is onttrokken; thorium; elk van de bovengenoemde stoffen in de vorm van metaal, legering, scheikundige samenstelling of scheikundig concentraat; elk ander materiaal dat een of meer der bovengenoemde stoffen bevat in die concentratie als de Raad van Beheer van tijd tot tijd vaststelt; alsmede zulk ander materiaal als de Raad van Beheer van tijd tot tijd bepaalt. |
|||||||||||||||||||
0C002 |
“Speciale splijtstoffen”
|
TLA.1.2 |
1.2. “Speciaal splijtbaar materiaal”
Voor de toepassing van deze richtsnoeren vallen hieronder evenwel niet producten als vermeld in punt a) hieronder, en de uitvoer van basismateriaal of speciaal splijtbaar materiaal naar een bepaald land van ontvangst, over een periode van 12 maanden, in hoeveelheden lager dan de grenzen genoemd in punt b) hieronder:
|
|||||||||||||||||||
0C003 |
Deuterium, zwaar water (deuteriumoxide) en andere deuteriumverbindingen, en mengsels en oplossingen die deuterium bevatten, waarin de isotoopverhouding van deuterium tot waterstof groter is dan 1:5 000 ; |
TLB2.1 |
2.1. Deuterium en zwaar water Deuterium, zwaar water (deuteriumoxide) en elke andere deuteriumverbinding waarin de verhouding tussen deuterium- en waterstofatomen groter is dan 1:5 000 voor gebruik in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1, in hoeveelheden van meer dan 200 kg deuteriumatomen voor elk ontvangend land over elke willekeurige periode van twaalf maanden. |
|||||||||||||||||||
0C004 |
Grafiet met een zuiverheid beter dan 5 delen ppm ‘boorequivalent’ en met een dichtheid groter dan 1,50 g/cm3 voor gebruik in een “kernreactor”, in hoeveelheden groter dan 1 kg;
|
TLB2.2 |
2.2. Grafiet voor nucleaire toepassingen Grafiet met een zuiverheid beter dan 5 delen ppm ‘boorequivalent’ en met een dichtheid groter dan 1,50 g/cm3 voor gebruik in een kernreactor als gedefinieerd in punt 1.1, in hoeveelheden groter dan 1 kg. VERKLARENDE NOOT Wat de controle op de uitvoer betreft, bepaalt de regering of de uitvoer van grafiet dat aan bovenstaande specificaties voldoet, al dan niet bestemd is voor gebruik in kernreactoren. Boorequivalent (BE) kan experimenteel worden bepaald of berekend als de som van BEz voor onzuiverheden (met uitzondering van BEkoolstof aangezien koolstof niet wordt beschouwd als een onzuiverheid) met inbegrip van boor, waarbij geldt:
|
|||||||||||||||||||
0C005 |
Speciaal vervaardigde verbindingen of poeders voor de fabricage van membranen voor gasdiffusie die bestand zijn tegen corrosie door UF6 (bv. nikkel of een legering met 60 gewichtspercent of meer aan nikkel, aluminiumoxide en volledig gefluoreerde koolwaterstofpolymeren), met een zuiverheidsgraad van 99,9 gewichtspercent of meer, met een gemiddelde korrelgrootte van minder dan 10 μm, gemeten volgens Standard B330 van de ASTM (American Society for Testing and Materials) en met een zeer uniforme deeltjesgrootte. |
TLB5.3.1b |
Membranen voor gasdiffusie en materialen daarvoor
Dergelijke verbindingen en poeders omvatten nikkel of legeringen die 60 % of meer nikkel bevatten, aluminiumoxide, of volledig gefluoreerde koolwaterstofpolymeren die tegen UF6 bestand zijn, met een zuiverheidsgraad van 99,9 gewichtsprocent of meer, een korrelgrootte van minder dan 10 μm, en een zeer uniforme deeltjesgrootte, die speciaal voor de fabricage van membranen voor gasdiffusie zijn vervaardigd. |
|||||||||||||||||||
OD001 |
T* “Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen, bedoeld in deze categorie. II* IV* |
TLB* |
“Programmatuur” betekent een verzameling van één of meer “programma's” of “microprogramma”, vastgelegd op enig tastbaar medium. “Technische bijstand” kan worden verleend in de vorm van instructie, vaardigheden, opleiding, praktijkkennis en advies. |
|||||||||||||||||||
0E001 |
T* “Technologie” overeenkomstig de nucleaire technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen, bedoeld in deze categorie. II* IV |
TLB* |
Onder “technologie” wordt verstaan, specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een in de lijst vermeld product. De informatie is in de vorm van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
CATEGORIE 1 — SPECIALE MATERIALEN EN AANVERWANTE APPARATUUR
1A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||||||||||||||||||||||||||
1A007 |
|
6.A.1. |
Detonatoren en meervoudige ontstekingssystemen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||
1A007 |
Apparatuur en toestellen als hieronder, die speciaal zijn ontworpen om explosieve ladingen en middelen die “energetische materialen” bevatten, op elektrische wijze tot ontploffing te brengen:
|
6.A.2. |
Ontstekingstoestellen en gelijkwaardige pulsgeneratoren met hoge stroomsterkte, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||
1A202 |
Composiete structuren, met uitzondering van de in 1A002 bedoelde composieten, in buisvorm, met beide volgende kenmerken:
|
2.A.3. |
Composieten, in buisvorm, met beide volgende kenmerken:
|
||||||||||||||||||||||||||
1A225 |
Geplatineerde katalysatoren, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het bevorderen van de waterstofisotoop- uitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water. |
2.A.2. |
Geplatineerde katalysatoren, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het bevorderen van de waterstofisotoop- uitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water. |
||||||||||||||||||||||||||
1A226 |
Specifieke pakkingen die kunnen worden gebruikt voor de scheiding van zwaar water van gewoon water, met beide volgende eigenschappen:
|
4.A.1. |
Specifieke pakkingen die kunnen worden gebruikt voor de scheiding van zwaar water van gewoon water, met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||
1A227 |
Hoge densiteit stralingafschermende ramen (van loodglas of ander materiaal) met alle hiernavolgende eigenschappen en speciaal ontworpen kozijnen daarvoor:
Technische noot: In 1A227 wordt onder “koude zone” verstaan de kijkzone van het raam die is blootgesteld aan het laagste stralingsniveau in de constructietoepassing. |
1.A.1. |
Hoge densiteit stralingafschermende ramen (van loodglas of ander materiaal) met alle hiernavolgende eigenschappen en speciaal ontworpen kozijnen daarvoor:
Technische noot: In 1.A.1.a. wordt onder “koude zone” verstaan de kijkzone van het raam die is blootgesteld aan het laagste stralingsniveau in de constructietoepassing. |
1B Test-, inspectie- en productieapparatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B201 |
Continuvezelwindmachines, uitgezonderd machines als bedoeld in 1B001 of 1B101, en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
|
3.B.4. |
Draadwindmachines en aanverwante apparatuur, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B225 |
Elektrolytische cellen voor de productie van fluor met een capaciteit van meer dan 250 g fluor per uur. |
3.B.1. |
Elektrolytische cellen voor de productie van fluor met een capaciteit van meer dan 250 g fluor per uur. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B226 |
Elektromagnetische isotopenscheiders, ontworpen voor of uitgerust met enkelvoudige of meervoudige ionenbronnen geschikt om een totale ionenbundelstroom te leveren van 50 mA of meer.
|
3.B.5. |
Elektromagnetische isotopenscheiders, ontworpen voor of uitgerust met enkelvoudige of meervoudige ionenbronnen die een totale ionenbundelstroom van 50 mA of meer kunnen leveren.
Technische noot: Een enkele ionenbron van 50 mA kan ten hoogste 3 g gescheiden hoogverrijkt uraan (HEU) per jaar produceren uit natuurlijke abundantie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B228 |
Kolommen voor de cryogene distillatie van waterstof met alle volgende eigenschappen:
Technische noot: In 1B228 betekent “nuttige lengte” de actieve hoogte van het verpakkingsmateriaal in een kolom van het gestapelde type of de actieve hoogte van de platen van het interne contactorgaan in een kolom van het plaattype. |
4.B.2. |
Kolommen voor de cryogene distillatie van waterstof met alle volgende eigenschappen:
Technische noot: In 1B228 betekent “nuttige lengte” de actieve hoogte van het verpakkingsmateriaal in een kolom van het gestapelde type of de actieve hoogte van de platen van het interne contactorgaan in een kolom van het plaattype. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B229 |
Schotelkolommen voor de water-waterstofsulfide-uitwisseling en de “interne contactorganen” daarvoor, als hieronder:
Technische noot: De “interne contactgroepen” van de kolommen bestaan uit gesegmenteerde schotels met een effectieve gezamenlijke diameter van 1,8 m of meer, zijn ontworpen voor het in tegenstroom met elkaar in contact brengen, en vervaardigd van roestvast staal met een koolstofgehalte van 0,03 % of minder. Zij kunnen de vorm hebben van zeefschotels, klepschotels, borrelklokjesschotels en turboroosterschotels. |
4.B.1. |
Schotelkolommen voor de water-waterstofsulfide-uitwisseling en de “interne contactorganen” daarvoor, als hieronder:
Technische noot: De interne contactgroepen van de kolommen bestaan uit gesegmenteerde schotels met een effectieve gezamenlijke diameter van 1,8 m of meer, zijn ontworpen voor het in tegenstroom met elkaar in contact brengen, en vervaardigd van roestvast staal met een koolstofgehalte van 0,03 % of minder. Zij kunnen de vorm hebben van zeefschotels, klepschotels, borrelklokjesschotels en turboroosterschotels. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B230 |
Pompen, geschikt voor de circulatie van geconcentreerde of verdunde oplossingen van de katalysator kaliumamide in vloeibare ammoniak (KNH2/NH3), met alle volgende eigenschappen:
|
4.A.2. |
Pompen, geschikt voor de circulatie van geconcentreerde of verdunde oplossingen van de katalysator kaliumamide in vloeibare ammoniak (KNH2/NH3), met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B231 |
Tritiuminstallaties of -fabrieken, en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
2.B.1. |
Tritiuminstallaties of -fabrieken, en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B232 |
“Turbo expanders” of turbo-expansie/compressiesets met beide volgende eigenschappen:
|
4.A.3. |
“Turbo expanders” of turbo-expansie/compressiesets met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B233 |
Installaties of fabrieken voor het scheiden van lithiumisotopen en systemen en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
2.B.2. |
Installaties of fabrieken voor het scheiden van lithiumisotopen en systemen en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1B234 |
Brisante insluitingsvaten, -kamers of -containers en andere soortgelijke insluitingsinrichtingen die zijn ontworpen voor het testen van brisante springstoffen of explosiemiddelen, met beide volgende eigenschappen:
|
5.B.7. |
Brisante insluitingsvaten, -kamers of -containers en andere soortgelijke insluitingsinrichtingen die zijn ontworpen voor het testen van brisante springstoffen of explosiemiddelen, met beide volgende eigenschappen:
|
1C Materialen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C202 |
Legeringen, anders dan bedoeld in 1C002.b.3. of 1C002.b.4., als hieronder:
|
2.C.1. |
Aluminiumlegeringen met beide volgende eigenschappen:
Technische noot: In 2.C.1. omvat de zinsnede legeringen “geschikt voor” legeringen zowel voor als na warmtebehandeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C202 |
Technische noot: De zinsnede legeringen “geschikt voor” omvat legeringen zowel voor als na warmtebehandeling. |
2.C.13. |
Titaanlegeringen met beide volgende eigenschappen:
Buisvormig of massief cylindervormig (met inbegrip van smeedstukken) met een buitendiameter van meer dan 75 mm. Technische noot: In 2.C.13. omvat de zinsnede “geschikt voor” titaanlegeringen zowel voor als na warmtebehandeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C210 |
“Stapel- en continuvezelmateriaal” of “prepregs”, anders dan bedoeld in 1C010.a., 1C010.b. of 1C010.e., als hieronder:
|
2.C.7.a |
“Stapel- en continuvezelmateriaal”, en “prepregs”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
2.C.7.b |
“Stapel- of continuvezelmateriaal” van glas met beide volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische noot: Het hars vormt de matrix van de composiet.
|
2.C.7.c |
Technische noot: Het hars vormt de matrix van de composiet.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C216 |
Maragingstaal, anders dan bedoeld in 1C116, “geschikt voor” een treksterkte van 1 950 MPa of meer bij 293 K (20 °C).
Technische noot: De zinsnede maragingstaal “geschikt voor” omvat maragingstaal zowel voor als na warmtebehandeling. |
2.C.11. |
Maragingstaal “geschikt voor” een treksterkte van 1 950 MPa of meer bij 293 K (20 °C).
Technische noot: In 2.C.11. bestrijkt de zinsnede “geschikt voor” maragingstaal zowel voor als na warmtebehandeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C225 |
Boor, verrijkt in de boor-10-isotoop (10B) tot meer dan de natuurlijke abundantie, in de hiernavolgende vormen: als hieronder: elementair boor, boorverbindingen, boorhoudende mengsels, fabricaten daarvan, afval en schroot van deze stoffen.
Technische noot: De natuurlijke abundantie van boor-10 is ongeveer 18,5 gewichtspercenten (20 % op atomaire basis). |
2.C.4. |
Boor, verrijkt in de boor-10-isotoop (10B) tot meer dan de natuurlijke abundantie, in de hiernavolgende vormen: elementair boor, boorverbindingen, boorhoudende mengsels, fabricaten daarvan, afval en schroot van deze stoffen.
Technische noot: De natuurlijke abundantie van boor-10 is ongeveer 18,5 gewichtspercenten (20 % op atomaire basis). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C226 |
Wolfraam, wolfraamcarbide en legeringen die meer dan 90 gewichtsprocenten wolfraam bevatten, andere dan bedoeld in 1C117, met beide volgende kenmerken:
|
2.C.14. |
Wolfraam, wolfraamcarbide en legeringen die meer dan 90 gewichtspercenten wolfraam bevatten, met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C227 |
Calcium met beide volgende eigenschappen:
|
2.C.5. |
Calcium met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C228 |
Magnesium met beide volgende eigenschappen:
|
2.C.10. |
Magnesium met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C229 |
Bismut met beide volgende eigenschappen:
|
2.C.3. |
Bismut met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C230 |
Metaal, legeringen die meer dan 50 gewichtspercenten beryllium bevatten, berylliumverbindingen, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen, anders dan vermeld in de lijst militaire goederen.
|
2.C.2. |
Metaal, legeringen die meer dan 50 gewichtspercenten beryllium bevatten, berylliumverbindingen, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C231 |
Metaal, legeringen die meer dan 60 gewichtspercenten hafnium bevatten, verbindingen van hafnium die meer dan 60 gewichtspercenten hafnium bevat, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen. |
2.C.8. |
Metaal, legeringen die meer dan 60 gewichtspercenten hafnium bevatten, verbindingen van hafnium die meer dan 60 gewichtspercenten hafnium bevat, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C232 |
Helium-3 (3He), mengsels die helium-3 bevatten, en producten of toestellen die een van deze stoffen bevatten.
|
2.C.18. |
Helium-3 (3He), mengsels die helium-3 bevatten, en producten of toestellen die een van deze stoffen bevatten.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C233 |
Lithium, verrijkt in de lithium-6-isotoop (6Li) tot meer dan de natuurlijke abundantie, en producten of toestellen die verrijkt lithium bevatten, als hierna: elementair lithium, legeringen, lithiumverbindingen, mengsels die lithium bevatten, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen.
Technische noot: De natuurlijk abundantie van de lithium-6-isotoop is ongeveer 6,5 gewichtspercenten (7,5 % op atomaire basis). |
2.C.9. |
Lithium, verrijkt in de lithium-6-isotoop (6Li) tot meer dan de natuurlijke abundantie, of producten of toestellen die verrijkt lithium bevatten, als hierna: elementair lithium, legeringen, lithiumverbindingen, mengsels die lithium bevatten, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen.
Technische noot: De natuurlijke abundantie van de lithium-6-isotoop is ongeveer 6,5 gewichtspercenten (7,5 % op atomaire basis). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C234 |
Zirkonium met een hafniumgehalte van minder dan 1 gewichtsdeel hafnium op 500 gewichtsdelen zirkonium, als hierna: metaal, legeringen die meer dan 50 gewichtspercenten zirkonium bevatten, verbindingen, fabricaten daarvan, afval of schroot van deze stoffen, anders dan die vermeld zijn in 0A001.f.
|
2.C.15. |
Zirkonium met een hafniumgehalte van minder dan 1 gewichtsdeel hafnium op 500 gewichtsdelen zirkonium, als hierna: metaal, legeringen die meer dan 50 gewichtspercenten zirkonium bevatten, verbindingen, fabricaten daarvan, afval of schroot van deze stoffen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C235 |
Tritium, tritiumverbindingen en mengsels welke tritium bevatten, waarin de verhouding van het aantal tritiumatomen tot het aantal waterstofatomen groter is dan 1:1 000 , en producten of toestellen die een van voorgaande stoffen bevatten.
|
2.C.17. |
Tritium, tritiumverbindingen en mengsels welke tritium bevatten, waarin de verhouding van het aantal tritiumatomen tot het aantal waterstofatomen groter is dan 1:1 000 , en producten of toestellen die een van voorgaande stoffen bevatten.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C236 |
“Radionucliden” geschikt voor het maken van neutronenbronnen op basis van alfa-n-reactie, anders dan die bedoeld in 0C001 en 1C012.a., in de volgende vormen:
Technische noot: In 1C236 wordt onder “radionucliden” verstaan:
|
2.C.19. |
Radionucliden die geschikt zijn voor het maken van neutronenbronnen op basis van alfa-n-reactie:
In de volgende vormen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C237 |
Radium-226 (226Ra), radium-226-legeringen, radium-226-verbindingen, mengsels die radium-226 bevatten, fabricaten daarvan, en producten of toestellen die een van deze stoffen bevatten.
|
2.C.12. |
Radium-226 (226Ra), radium-226-legeringen, radium-226-verbindingen, mengsels die radium-226 bevatten, fabricaten daarvan, en producten of toestellen die een van deze stoffen bevatten.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C238 |
Chloortrifluoride (ClF3). |
2.C.6. |
Chloortrifluoride (ClF3). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C239 |
Brisante springstoffen, anders dan bedoeld in de Lijst militaire goederen, of stoffen of mengsels met een gehalte van meer dan 2 gewichtspercenten aan deze springstoffen, met een kristaldichtheid groter dan 1,8 g/cm3 en een detonatiesnelheid groter dan 8 000 m/s. |
6.C.1.o |
Iedere springstof met een kristaldichtheid dichtheid groter dan 1,8 g/cm3 en een detonatiesnelheid groter dan 8 000 m/s. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C240 |
Nikkelpoeder en poreus nikkelmetaal, anders dan bedoeld in 0C005, als hieronder:
Technische noot: 1C240.b. heeft betrekking op poreus metaal dat gevormd is door samenpersing en sintering van de materialen in 1C240.a., om een materiaal van metaal te vormen met fijne poriën die door de gehele structuur heen onderling verbonden zijn. |
2.C.16. |
Nikkelpoeder en poreus nikkelmetaal, als volgt:
Technische noot: In 2.C.16.b. wordt poreus metaal bedoeld dat wordt gevormd door het samenpersen en het sinteren van het materiaal van 2.C.16.a. om een materiaal van metaal te vormen met fijne poriën die door de gehele structuur heen onderling verbonden zijn. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C241 |
Renium en legeringen die 90 gewichtsprocenten of meer renium bevatten; en legeringen van renium en wolfraam die voor 90 gewichtsprocenten of meer bestaan uit een combinatie van renium en wolfraam, anders dan bedoeld in 1C226, met beide onderstaande eigenschappen:
|
2.C.20. |
Renium en legeringen die 90 gewichtsprocenten of meer renium bevatten; en legeringen van renium en wolfraam die voor 90 gewichtsprocenten of meer bestaan uit een combinatie van renium en wolfraam, anders dan bedoeld in 1C226, met beide onderstaande eigenschappen:
|
1D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||
1D001 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 1B001, 1B002 en 1B003. |
1.D.2. |
“Programmatuur” betekent een verzameling van één of meer “programma's” of “microprogramma”, vastgelegd op enig tastbaar medium |
1D201 |
“Programmatuur”, speciaal ontwikkeld voor het “gebruik” van de in 1B201 bedoelde goederen. |
1.D.3. |
“Programmatuur” betekent een verzameling van één of meer “programma's” of “microprogramma”, vastgelegd op enig tastbaar medium |
1E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||
1E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1A002, 1A007, 1A202, 1A225 tot en met 1A227, 1B201, 1B225 tot en met 1B234, 1C002.b.3 of .b.4., 1C010.b., 1C202, 1C210, 1C216, 1C225 tot en met 1C241 of 1D201. |
1.E.1. |
Onder “technologie” wordt verstaan, specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een in de lijst vermeld product. De informatie is in de vorm van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
1E202 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” of de “productie” van goederen, bedoeld in 1A007, 1A202, 1A225 tot en met 1A227. |
1.E.1. |
Onder “technologie” wordt verstaan, specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een in de lijst vermeld product. De informatie is in de vorm van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
1E203 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” of de “productie” van goederen, bedoeld in 1A007, 1A202, 1A225 tot en met 1A227. |
1.E.1. |
Onder “technologie” wordt verstaan, specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een in de lijst vermeld product. De informatie is in de vorm van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
CATEGORIE 2 MATERIAALVERWERKING
2A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2A225 |
Kroezen vervaardigd van metalen die bestand zijn tegen vloeibare actinidemetalen, als hieronder:
|
2.A.1. |
Kroezen vervaardigd van metalen die bestand zijn tegen vloeibare actinidemetalen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2A226 |
Afsluiters met alle volgende eigenschappen:
Technische noot: Voor afsluiters met verschillende inlaat- en uitlaatopeningen heeft de in 2A226 bedoelde “nominale afmeting” betrekking op de kleinste diameter. |
3.A.3. |
Afsluiters met alle volgende eigenschappen:
Technische noot: Voor afsluiters met verschillende inlaat- en uitlaatopeningen heeft de in 3.A.3.a. bedoelde nominale afmeting betrekking op de kleinste diameter. |
2B Test-, inspectie- en productieapparatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B001 |
Werktuigmachines en combinaties daarvan, voor het verspanen (of snijden) van metalen, keramische materialen of “composieten”, die volgens de technische specificaties van de fabrikant kunnen worden uitgerust met elektronische toestellen voor “numerieke besturing”, als hieronder:
|
1.B.2. |
Werktuigmachines, als hieronder, en combinaties daarvan, voor het verspanen of snijden van metalen, keramische materialen of composieten, die volgens de technische specificaties van de fabrikant kunnen worden uitgerust met elektronische toestellen voor gelijktijdig “contourbesturen” in twee of meer assen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B006 |
Systemen, apparatuur en “samenstellingen” voor dimensionale inspectie en meting, als hieronder: |
1.B.3. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B006.b. |
Meetinstrumenten voor lineaire en hoekverplaatsingen, als hieronder: |
1.B.3. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B006.b. |
|
1.B.3.b. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B006.b. |
|
1.B.3.c |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B116 |
Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen en componenten daarvoor, als hieronder:
Technische noot: In 2B116 betekent “onbelaste tafel” een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken. |
1.B.6. |
Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen en onderdelen daarvoor, als hieronder:
Technische noot: In 1.B.6. betekent “onbelaste tafel” een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B201 |
Werktuigmachines en iedere andere combinatie daarvan, anders dan bedoeld in 2B001, voor het verspanen of snijden van metalen, keramische materialen of “composieten”, die volgens de technische specificaties van de fabrikant kunnen worden uitgerust met elektronische toestellen voor gelijktijdig “contourbesturen” in twee of meer assen: Technische noten: De niveaus voor de “aangegeven instelnauwkeurigheid” die zijn bepaald aan de hand van de volgende procedures op grond van metingen overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988) (2) of nationale equivalenten mogen voor elk model werktuigmachine worden gebruikt in plaats van individuele machinetests, indien deze zijn verstrekt aan de nationale autoriteiten en door hen zijn geaccepteerd. De aangegeven “instelnauwkeurigheids”-niveaus dienen als volgt te worden bepaald:
|
1.B.2. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B201. |
|
1.B.2.b |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B201 |
|
1.B.2.c |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B204 |
“Isostatische persen”, anders dan die bedoeld in 2B004 of 2B104 en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
Technische noot: In 2B204 betreft de binnenmaat de kamer waarin zowel de werktemperatuur als de werkdruk tot stand komen en zij omvat geen spanstukken. Deze maat is gelijk aan de kleinste van ofwel de binnendiameter van de drukkamer ofwel de binnendiameter van de geïsoleerde ovenkamer, afhankelijk van het feit welke van de twee kamers zich in de andere bevindt. |
1.B.5. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B206 |
Niet onder 2B006 opgenomen meetmachines, -instrumenten of -systemen, als hieronder: |
1.B.3. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B206. |
|
1.B.3.a |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B206. |
Technische noten: Alle parameters van meetwaarden in 2B206 vertegenwoordigen plus/minus-waarden, niet het totale meetbereik. |
1.B.3.d |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B207 |
“Robots”, “eindeffectoren” en besturingseenheden, anders dan bedoeld in 2B007, als hieronder:
|
1.A.3.a1 |
“Robots”, “eindeffectoren” en besturingseenheden als hieronder: a. “Robots” en “eindeffectoren” met een van de twee volgende kenmerken: 1. Speciaal ontworpen volgens nationale veiligheidsnormen die gelden voor het hanteren van brisante springstoffen (bijvoorbeeld volgens elektrische normen voor brisante springstoffen); |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
1.A.3.b |
Besturingseenheden, speciaal ontworpen voor de in 1.A.3.a.vermelde “robots” of “eindeffectoren”.
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B209 |
Vloei- (“flow-forming”)draaibanken, forceer-(“spin-forming”)draaibanken die vloei-draaifuncties kunnen verrichten, anders dan bedoeld in 2B009 of 2B109, en spillen, als hieronder:
|
1.B.1. |
Vloeidraaibanken, machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, en spillen, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B219 |
Centrifugale balanceermachines voor het uitbalanceren in verscheidene vlakken, vast of draagbaar, horizontaal of verticaal, als hieronder:
|
3.B.3. |
Centrifugale balanceermachines voor het uitbalanceren in verscheidene vlakken, vast of draagbaar, horizontaal of verticaal, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B225 |
Op afstand bediende manipulatoren die kunnen worden aangewend voor het doen verrichten van handelingen op afstand bij radiochemische scheidingswerkingen of in hete cellen, met een van de volgende eigenschappen:
Technische noot: Op afstand bediende manipulatoren zorgen voor het mechanisch overbrengen van handelingen van een bediener naar een bedieningsarm en eindklem. Deze kunnen van het “meester/slaaf”-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord. |
1.A.4. |
Op afstand bediende manipulatoren die kunnen worden aangewend voor het doen verrichten van handelingen op afstand bij radiochemische scheidingswerkingen of in hete cellen, met een van de volgende eigenschappen:
Technische noot: Op afstand bediende manipulatoren zorgen voor het mechanisch overbrengen van handelingen van een bediener naar een bedieningsarm en eindklem. Deze kunnen van het “meester/slaaf”-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B226 |
Inductieovens, werkend met beheerste atmosfeer (vacuüm of inert gas) en stroombronnen daarvoor, als hieronder:
|
1.B.4. |
Inductieovens, werkend met beheerste atmosfeer (vacuüm of inert gas) en stroombronnen daarvoor, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B227 |
Metallurgische smelt- en gietovens met vacuüm of op een andere wijze beheerste atmosfeer en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
|
1.B.7. |
Metallurgische smelt- en gietovens met vacuüm of op een andere wijze beheerste atmosfeer en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B228 |
Apparatuur voor de vervaardiging of assemblage van rotoren, rotorrichtapparatuur, en matrijzen voor het vormen van balgen, als hieronder:
|
3.B.2. |
Apparatuur voor de vervaardiging of assemblage van rotoren, rotorrichtapparatuur, en matrijzen voor het vormen van balgen, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B230 |
Alle soorten “drukomzetters” geschikt voor het meten van de absolute druk en met alle volgende eigenschappen:
|
3.A.7. |
Alle soorten drukomzetters die geschikt zijn voor het meten van de absolute druk en met alle volgende kenmerken:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B231 |
Vacuümpompen met alle volgende eigenschappen:
|
3.A.8. |
Vacuümpompen met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B232 |
Kanonsystemen voor hoge snelheden (spoel-, elektromagnetische en thermoelektrische types en andere geavanceerde systemen) die projectielen kunnen versnellen tot een snelheid van 1,5 km/s of meer.
|
5.B.2. |
Kanonsystemen voor hoge snelheden (spoel-, elektromagnetische en thermoelektrische types en andere geavanceerde systemen) die projectielen kunnen versnellen tot een snelheid van 1,5 km/s of meer.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B233 |
Compressoren met balgafdichting van het scroll-type en vacuümpompen met balgafdichting van het scroll-type met alle volgende eigenschappen:
|
3.A.9. |
Compressoren met balgafdichting van het scroll-type en vacuümpompen met balgafdichting van het scroll-type met alle volgende eigenschappen:
|
2D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||||||||||
2D001 |
“Programmatuur” anders dan bedoeld in 2D002, als hieronder:
|
1.D.2. |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 1.A.3, 1.B.1., 1.B.3., 1.B.5., 1.B.6.a., 1.B.6.b., 1.B.6.d. of 1.B.7.
|
||||||||||
2D002 |
“Programmatuur” voor elektronische toestellen, ook wanneer geïntegreerd in een elektronisch toestel of systeem, waardoor dergelijke toestellen of systemen kunnen functioneren als “numerieke besturings”-eenheid, en geschikt om meer dan vier assen gelijktijdig te laten samenwerken voor “contourbesturen”.
|
1.D.3. |
“Programmatuur” voor elke combinatie van elektronische toestellen of systemen waarmee dergelijke toestellen kunnen functioneren als eenheid van “numerieke besturing” voor werktuigmachines die in staat is vijf of meer interpolerende assen te besturen die gelijktijdig kunnen samenwerken voor “contourbesturen”.
|
||||||||||
2D101 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 2B104, 2B105, 2B109, 2B116, 2B117 of 2B119 tot en met 2B122.
|
1.D.1. |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 1.A.3, 1.B.1., 1.B.3., 1.B.5., 1.B.6.a., 1.B.6.b., 1.B.6.d. of 1.B.7.
|
||||||||||
2D201 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 2B204, 2B206, 2B207, 2B209, 2B219 of 2B227. |
1.D.1. |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 1.A.3, 1.B.1., 1.B.3., 1.B.5., 1.B.6.a., 1.B.6.b., 1.B.6.d. of 1.B.7.
|
||||||||||
2D202 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur vermeld in 2B201.
|
1.D.2. |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur bedoeld in 1.B.2.
|
2E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||
2E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 2A, 2B of 2D.
|
1.E.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 1.A. tot en met 1.D. |
||
2E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 2A of 2B. |
1.E.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 1.A. tot en met 1.D. |
||
2E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 2B004, 2B009, 2B104, 2B109, 2B116, 2B119 tot en met 2B122 of 2D101. |
1.E.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 1.A. tot en met 1.D. |
||
2E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 2A225, 2A226, 2B001, 2B006, 2B007.b., 2B007.c., 2B008, 2B009, 2B201, 2B204, 2B206, 2B207, 2B209, 2B225 tot en met2B233, 2D201 of 2D202. |
1.E.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 1.A. tot en met 1.D. |
CATEGORIE 3 — ELEKTRONICA
3A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A201 |
Elektronische onderdelen, anders dan vermeld in 3A001, als hieronder:
|
6.A.4. |
Condensatoren voor pulsontlading met een van de volgende groepen kenmerken:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A201 |
|
3.A.4. |
Supergeleidende solenoïde elektromagneten met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A201 |
|
5.B.1. |
Röntgen-generatoren met flitsontlading of gepulseerde elektronenversnellers met een van de volgende groepen eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A225 |
Frequentieomzetters of frequentiegeneratoren anders dan die, welke zijn vermeld in 0B001.b.13., te gebruiken als:
|
3.A.1. |
Frequentieomzetters of frequentiegeneratoren, te gebruiken aandrijfeenheden met variabele of vaste frequentie, met alle volgende kenmerken:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A226 |
Gelijkstroombronnen met hoog vermogen, anders dan bedoeld in 0B001.j.6., met beide volgende eigenschappen:
|
3.A.5. |
Gelijkstroombronnen met hoog vermogen, anders dan bedoeld in 0B001.j.6., met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A227 |
Hoogspanningsgelijkstroombronnen, anders dan vermeld in 0B001.j.5., met beide volgende eigenschappen:
|
3.A.6. |
Hoogspanningsgelijkstroombronnen, anders dan vermeld in 0B001.j.5., met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A228 |
Schakelelementen, als hieronder:
|
6.A.3. |
Schakelelementen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A229 |
Pulsgeneratoren met hoge stroomsterkte, als hieronder:
|
6.A.2. |
Ontstekingstoestellen en gelijkwaardige pulsgeneratoren met hoge stroomsterkte, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A230 |
Snelle pulsgeneratoren en “pulskoppen” daarvoor, met beide van de volgende eigenschappen:
|
5.B.6. |
Snelle pulsgeneratoren en “pulskoppen” daarvoor, met beide van de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A231 |
Neutronengeneratorsystemen, met inbegrip van buizen, met beide volgende eigenschappen:
|
6.A.5. |
Neutronengeneratorsystemen, met inbegrip van buizen, met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A232 |
Andere dan de in 1A007 bedoelde meervoudige ontstekingssystemen, als hieronder:
|
6.A.1. |
Detonatoren en meervoudige ontstekingssystemen, als hieronder:
Technische noot: In 6.A.1. maken alle bedoelde detonatoren gebruik van een kleine elektrische geleider (“bridge”, “bridge wire” of “foil”) die explosief verdampt wanneer er een snelle, elektrische hogestroomstoot doorheen wordt geleid. Bij het “non-slapper”-type brengt de exploderende geleider een chemische ontploffing op gang in een daarmee in aanraking zijnd brisant materiaal, bijvoorbeeld PETN (pentaerytritoltetranitraat). Bij “slapper”-detonatoren wordt een “flyer” of “slapper” door de explosieve verdamping van de elektrische geleider over een spleet gedreven en de schok van de “slapper” op een springstof brengt een chemische ontploffing op gang. Bij sommige constructies wordt de “slapper” door een magnetisch veld gestart. Met de uitdrukking “exploding foil”-detonator worden zowel EB-detonatoren als “slapper”-detonatoren bedoeld. De woorden “initiator” en “ontsteker” worden soms gebruikt in de plaats van het woord “detonator”. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A233 |
Massaspectrometers die geschikt zijn voor het meten van ionen met een massa van 230 atomaire massaeenheden (ame) of meer en die een oplossend vermogen hebben dat beter is dan 2 ame op 230 ame, en ionenbronnen hiervoor, als hieronder:
|
3.B.6. |
Massaspectrometers die geschikt zijn voor het meten van ionen met een massa van 230 atomaire massaeenheden (ame) of meer en die een oplossend vermogen hebben dat beter is dan 2 ame op 230 ame, en ionenbronnen hiervoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A234 |
Striplines om te voorzien in een lage-inductiviteitspad naar ontstekers met de volgende eigenschappen:
|
6.A.6. |
Striplines om te voorzien in een lage-inductiviteitspad naar ontstekers met de volgende eigenschappen:
|
3D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||
3D002 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor het “gebruik” van de apparatuur die is vermeld in 3B001.a. tot en met f., in 3B002 of 3A225. |
3.D.1. |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het “gebruik” van apparatuur als bedoeld in 3.A.1., 3.B.3. of 3.B.4. |
3D225 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het verbeteren of leveren van de prestaties van frequentieomzetters of frequentiegeneratoren om te voldoen aan de eigenschappen van 3A225. |
3.D.3. |
3.D.3 “Programmatuur” of encryptiesleutels/codes speciaal ontworpen om de prestatiekenmerken van apparatuur bedoeld in 3.A.1. te verbeteren of vrij te geven. |
3E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||||||||||
3E001 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of materialen, vermeld in 3A, 3B of 3C.
|
3.E.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 3.A. tot en met 3.D. |
||||||||
3E201 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, vermeld in 3A001.e.2., 3A001.e.3., 3A001.g., 3A201, 3A225 tot en met 3A234. |
3.E.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 3.A. tot en met 3.D. |
||||||||
3E225 |
“Technologie” in de vorm van codes of sleutels voor het verbeteren of leveren van de prestaties van frequentieomzetters of frequentiegeneratoren om te voldoen aan de eigenschappen van 3A225. |
3.E.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 3.A. tot en met 3.D. |
CATEGORIE 6 — SENSOREN EN LASERS
6A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A005 |
“Lasers”, anders dan bedoeld in 0b001.g.5. of 0b001.h.6., onderdelen en optische apparatuur, als hieronder:
Technische noot: In 6A005 wordt “wall-plug efficiency” gedefinieerd als de verhouding tussen het “laser”- uitgangsvermogen (of “gemiddeld uitgangsvermogen”) en het elektrische ingangsvermogen dat nodig is om met de “laser” te werken, inclusief conditionering van de stroombron en thermische conditionering warmtewisselaar.
|
3.A.2. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3.A.2. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3.A.2. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A202 |
Fotomultiplicatorbuizen met de volgende twee eigenschappen:
|
5.A.1. |
Fotomultiplicatorbuizen met de volgende twee eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A203 |
Camera's en onderdelen, anders dan bedoeld in 6A003, als hieronder:
Noot: 6A203.a. tot en met 6A203.c. heeft geen betrekking op camera's of beeldvormingsapparaten met “programmatuur-” of “technologie” beperkingen die de prestaties beperken tot minder dan het bovengenoemde, op voorwaarde dat zij:
|
5.B.3. |
Hogesnelheidscamera's en beeldvormingsapparaten en onderdelen ervan, als volgt:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A203 |
|
5.B.3.a |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A203 |
|
5.B.3.b |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A203 |
|
5.B.3.c |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A203 |
|
1.A.2. |
Stralingbestendige televisiecamera's of lenzen daarvoor, speciaal ontworpen of gekwalificeerd als bestand zijnde tegen een totale stralingsdosis van een stralingsniveau hoger dan 5 × 104 Gy (silicium) zonder verslechtering van de werking. Technische noot: De term Gy(silicium) verwijst naar de energie in Joule per kilogram die wordt geabsorbeerd door een onbeschermde hoeveelheid silicium bij blootstelling aan ioniserende straling. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
“Lasers”, “laser”-versterkers en -oscillatoren, anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. en 6A005; als hieronder:
|
3.A.2. |
Lasers, laserversterkers en oscillatoren, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
|
3.A.2.b |
Argon-ionen-“lasers” met de volgende twee eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
|
3.A.2.d |
Afstembare gepulseerde monomodale kleurstoflaseroscillatoren met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
|
3.A.2.e |
Afstembare gepulseerde kleurstoflaserversterkers en oscillatoren met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
|
3.A.2.g |
Gepulseerde koolstofdioxide “lasers” met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
|
3.A.2.i. |
Para-waterstof-Ramanfrequentieverschuivers, ontworpen om te werken bij een golflengte aan de uitgang van 16 mm en een herhalingssnelheid groter dan 250 Hz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
|
3.A.2.c. |
Neodymium-gedoopte (anders dan glas) “lasers”, als hieronder, met een golflengte aan de uitgang langer dan 1 000 nm doch niet langer dan 1 100 nm met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
|
3.A.2.j |
Gepulseerde koolstofdioxide “lasers” met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A225 |
Snelheidsinterferometers voor het meten van snelheden van meer dan 1 km per seconde over een tijdsinterval van minder dan 10 μs.
|
5.B.5.a |
Gespecialiseerde instrumentatie voor hydrodynamische experimenten als volgt:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A226 |
Druksensoren, als hieronder:
|
5.B.5.b. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5.B.5.c. |
|
6D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||
6D203 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen om de prestatiekenmerken van apparatuur te verbeteren of te leveren van camera's of beeldvormingsapparaten teneinde de eigenschappen van 6A203a. tot en met 6A203.c te vervullen. |
5.D.2. |
“Programmatuur” of encryptiesleutels/codes speciaal ontworpen om de prestatiekenmerken van apparatuur in 5.B.3. te verbeteren of te leveren. |
6E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controlelijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG) als in INFCIRC/254/Rev.9/deel 2 |
||
6E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 6A003, 6A005.a.2., 6A005.b.2., 6A005.b.3., 6A005.b.4., 6A005.b.6., 6A005.c.2., 6A005.d.3.c., 6A005.d.4.c., 6A202, 6A203, 6A205, 6A225 of 6A226. |
5.D.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 5.A. tot en met 5.D. |
6E203 |
“Technologie”, in de vorm van codes of sleutels om de prestaties van camera's of beeldvormingsapparaten te verbeteren of te leveren, teneinde de eigenschappen van 6A203a. tot en met 6A203.c te vervullen. |
5.D.1. |
“Technologie” overeenkomstig de technologiecontroles voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 5.A. tot en met 5.D.” |
(1) Itemcodes gemarkeerd met “TLB” verwijzen naar items in bijlage B bij de NSG-triggerlijst deel 1. Itemcodes gemarkeerd met “TLA” verwijzen naar items in bijlage A bij de NSG-triggerlijst deel 1. Itemcodes gemarkeerd noch met “TLB”, noch met “TLA” verwijzen naar items in de NSG-lijst van goederen voor tweeërlei gebruik, gedefinieerd in de categorieën 1, 2, en 6.
(2) Fabrikanten die instelnauwkeurigheden berekenen overeenkomstig ISO 230/2 (1997) of (2006) dienen overleg te plegen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin zij gevestigd zijn.
BIJLAGE II
„BIJLAGE III
CATEGORIE 1 — SPECIALE MATERIALEN EN AANVERWANTE APPARATUUR
1A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A002 |
“Composieten” of laminaten, met een of meer van de volgende eigenschappen:
|
M6A1 |
Composieten, laminaten en producten daarvan, speciaal ontworpen voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. en in de subsystemen vermeld onder 2.A. of 20.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A102 |
Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen koolstof-koolstofcomponenten bestemd voor ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. |
M6A2 |
Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen (d.w.z. koolstof-koolstof) onderdelen met alle volgende eigenschappen: a. ontworpen voor raketsystemen; en b. geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.1. |
1B Test-, inspectie- en productieapparatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||
1B001 |
Apparatuur voor de vervaardiging of de inspectie van “composieten” of laminaten als bedoeld in 1A002 of “stapel- of continuvezelmateriaal” als bedoeld in 1C010, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1a |
Draadwindmachines of vezelpositionerings-/lintlegmachines, waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen, wikkelen en winden van vezelmateriaal in drie of meer richtingen kunnen worden gecoördineerd en geprogrammeerd, ontworpen voor de vervaardiging van “composieten” of laminaten uit “stapel of continuvezelmateriaal”, alsmede besturingseenheden voor het coördineren en het programmeren daarvan |
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1b |
“Bandlegmachines”, waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen en leggen van banden in twee of meer richtingen kunnen worden gecoördineerd en geprogrammeerd, ontworpen voor de vervaardiging van composieten voor casco's en andere delen van vliegtuigen en raketten;
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1c |
Weef- en vlechtmachines die in verscheidene richtingen en dimensies kunnen werken, met inbegrip van aanpassings- of wijzigingsuitrustingen, voor het weven, dooreenvlechten of omvlechten van vezelmateriaal ter vervaardiging van composieten;
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
|
Apparatuur, als hieronder, ontworpen of aangepast voor de productie van stapel- of continuvezelmateriaal: |
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1d1 |
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1d2 |
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1d3 |
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1e |
Apparatuur, ontworpen of aangepast voor speciale oppervlaktebehandeling of voor het produceren van “prepregs” en “preforms”, met inbegrip van rollen, strektoestellen, apparatuur voor het aanbrengen van deklagen, snijapparatuur en stansvormen.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1B002 |
Apparatuur voor het vervaardigen van metaallegeringen, metaallegeringspoeder of gelegeerde materialen, speciaal ontworpen om contaminatie te voorkomen en speciaal ontworpen voor gebruik in één van de in 1C002.c.2. bedoelde procedés.
|
M4B3d |
Metaalpoeder-“productieapparatuur”, geschikt voor gebruik bij de “productie” in een gecontroleerde omgeving van sferische, sferoïdale of vernevelde materialen zoals vermeld onder 4.C.2.c., 4.C.2.d. of 4.C.2.e. Noot: 4.B.3.d. omvat: a. plasmageneratoren (hogefrequentieboogstraal), geschikt voor het verkrijgen van gesputterde of sferische metaalpoeders in een argon-waterig milieu; b. electroburst-apparatuur, geschikt voor het verkrijgen van gesputterde of sferische metaalpoeders in een argon-waterig milieu; c. apparatuur, bruikbaar voor de “productie” van sferisch aluminiumpoeder door verpulvering van een smelt in een inert medium (bv. stikstof).
|
||||||||||||||||||||||||||
1B101 |
Apparatuur, met uitzondering van de onder 1B001 bedoelde apparatuur voor de vervaardiging van composieten, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1a |
Draadwindmachines of vezelpositionerings-/lintlegmachines, waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen, wikkelen en winden van vezelmateriaal in drie of meer richtingen kunnen worden gecoördineerd en geprogrammeerd, ontworpen voor de vervaardiging van “composieten” of laminaten uit “stapel of continuvezelmateriaal”, alsmede besturingseenheden voor het coördineren en het programmeren daarvan; |
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1b |
“Bandlegmachines”, waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen en leggen van banden in twee of meer richtingen kunnen worden gecoördineerd en geprogrammeerd, ontworpen voor de vervaardiging van composieten voor casco's en andere delen van vliegtuigen en raketten; Noot: Voor de toepassing van 6.B.1.a. en 6.B.1.b. wordt verstaan onder:
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1d |
Apparatuur, als hieronder, ontworpen of aangepast voor de productie van stapel- of continuvezelmateriaal:
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
M6B1e |
apparatuur, ontworpen of aangepast voor speciale oppervlaktebehandeling of voor het produceren van “prepregs” en “preforms”, met inbegrip van rollen, strektoestellen, apparatuur voor het aanbrengen van deklagen, snijapparatuur en stansvormen.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1B102 |
Andere metaalpoeder-“productieapparatuur” dan die bedoeld in 1B002 en onderdelen, als hieronder:
|
M4B3d |
Metaalpoeder-“productieapparatuur”, geschikt voor gebruik bij de “productie” in een gecontroleerde omgeving van sferische, sferoïdale of vernevelde materialen zoals vermeld onder 4.C.2.c., 4.C.2.d. of 4.C.2.e.
|
||||||||||||||||||||||||||
1B115 |
Andere apparatuur dan die bedoeld in 1B002 en 1B102, voor de productie van stuwstoffen en bestanddelen daarvan, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||
|
M4B1 |
“Productieapparatuur” en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor, voor de “productie”, het hanteren of het keuren van vloeibare stuwstoffen of bestanddelen daarvan zoals vermeld in 4.C. |
|||||||||||||||||||||||||||
|
M4B2 |
“Productieapparatuur”, anders dan die vermeld in 4.B.3., alsmede speciaal ontworpen onderdelen daarvoor, voor de productie, het hanteren, mengen, harden, gieten, persen, machinaal bewerken, spuitgieten of keuren van vaste stuwstoffen of bestanddelen daarvan zoals vermeld in 4.C. |
|||||||||||||||||||||||||||
1B116 |
Speciaal ontworpen spuitmonden voor de productie van pyrolytisch gevormde materialen op een as, mal of ander substraat van voorlopergassen die ontleden bij temperaturen van 1 573 K (1 300 °C) tot 3 173 K (2 900 °C) en een druk van 130 Pa tot 20 kPa. |
M6B2 |
Spuitdoppen, speciaal ontworpen voor de in 6.E.3 vermelde processen. |
||||||||||||||||||||||||||
1B117 |
Niet-continumengers welke geschikt zijn voor het mengen onder vacuüm bij een druk van nul tot 13,326 kPa, met de mogelijkheid om de temperatuur van de mengkamer te regelen en met alle navolgende eigenschappen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:
|
M4B3a |
Niet-continumengers, geschikt voor het mengen onder vacuüm bij een druk van nul tot 13,326 kPa, met de mogelijkheid om de temperatuur van de mengkamer te regelen en met alle navolgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||
1B118 |
Continumengers welke geschikt zijn voor het mengen onder vacuüm bij een druk van nul tot 13,326 kPa, met de mogelijkheid om de temperatuur van de mengkamer te regelen en met een van de volgende kenmerken, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:
|
M4B3b |
Continumengers, geschikt voor het mengen onder vacuüm bij een druk van nul tot 13,326 kPa, met de mogelijkheid om de temperatuur van de mengkamer te regelen en met een of meerdere navolgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||
1B119 |
Luchtstraalmolens die gebruikt kunnen worden om de stoffen, genoemd in 1C011.a., 1C011.b., 1.C.111 of in de lijst van militaire goederen, te malen of te stampen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. |
M4B3c |
Luchtstraalmolens die gebruikt kunnen worden voor het malen of stampen van de in 4.C. vermelde stoffen; |
1C Materialen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C001 |
Materialen, speciaal ontworpen om te worden gebruikt voor het absorberen van elektromagnetische golven, of intrinsiek geleidende polymeren, als hieronder:
|
M17C1 |
Materialen voor de analyse van de beperking van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestisch beeld (d.w.z. stealth-technologie) voor toepassingen geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A. of 19.A. of de subsystemen genoemd in 2.A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C007 |
Keramische poeders, keramische materialen die geen “composieten” zijn, “composieten” met een keramische “matrix”, en voorlopermaterialen, als hieronder:
|
M6C5 |
Keramische composieten (diëlektrische constante kleiner dan 6 bij een frequentie van 100 MHz tot 100 GHz) voor gebruik in raketradarkoepels die geschikt zijn voor gebruik in systemen zoals vermeld onder 1.A. of 19.A.1. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6C6 |
Siliciumcarbidematerialen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C010 |
“Stapel- of continuvezelmateriaal”, als hieronder:
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6C1 |
Met hars geïmpregneerde vezels (“prepregs”) en met metaal beklede vezels (“preforms”), voor de onder 6.A.1. vermelde goederen, vervaardigd met een organische of metaalmatrix versterkt met stapel- of continuvezels met een specifieke treksterkte van meer dan 7,62 × 104 m en een specifieke modulus van meer dan 3,18 × 106 m.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C011 |
Metalen en verbindingen, als hieronder:
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2d |
Metaalpoeders van één of meer van onderstaande stoffen: zirkonium (CAS 7440-67-7), beryllium (CAS 7440-41-7), magnesium (CAS 7439-95-4), of legeringen daarvan, indien minstens 90 % van het totale aantal deeltjes aan deeltjesvolume of -gewicht bestaat uit deeltjes van minder dan 60 μm (vastgesteld middels metingstechnieken zoals het gebruik van een zeef, laserdiffractie of optische aftasting), hetzij bolvormig, verstoven, sferoïdisch, in vlokkenvorm of gemalen, voor 97 gewichtsprocent of meer bestaand uit een van voornoemde metalen;
Technische noot: Het natuurlijke hafniumgehalte (CAS 7440-58-6) van het zirkonium (normaal 2 % tot 7 %) wordt bij het zirkonium gerekend. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2e |
Metaalpoeders van boor (CAS 7440-42-8) of boorlegeringen, met een boorinhoud groter dan of gelijk aan 85 gewichtsprocent, indien minstens 90 % van het totale aantal deeltjes aan deeltjesvolume of -gewicht bestaat uit deeltjes van minder dan 60 μm (vastgesteld middels metingstechnieken zoals het gebruik van een zeef, laserdiffractie of optische aftasting), hetzij bolvormig, verstoven, sferoïdisch, in vlokkenvorm of gemalen;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C101 |
Materialen voor het beperken van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestische beeld, anders dan de materialen bedoeld in 1C001, geschikt voor gebruik in “raketten”, subsystemen van “raketten” of onbemande luchtvaartuigen, bedoeld in 9A012 of 9A112.a.
Technische noot: In 1C101 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een last kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km. |
M17A1 |
Toestellen voor de analyse van de beperking van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestisch beeld (d.w.z. stealth-technologie) voor toepassingen geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A. of 19.A. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M17C1 |
Materialen voor de analyse van de beperking van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestisch beeld (d.w.z. stealth-technologie) voor toepassingen geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A. of 19.A. of de subsystemen genoemd in 2.A.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C102 |
Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen koolstof-koolstof-materialen bestemd voor ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. |
M6C2 |
Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen (d.w.z. koolstof-koolstof) materialen met alle volgende eigenschappen: a. ontworpen voor raketsystemen; en b. geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.1. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C107 |
Niet in 1C007 beschreven grafiet en keramische materialen, als hieronder: |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6C3 |
Grafiet met een kleine korrelgrootte, met een volumedichtheid van ten minste 1,72 g/cc gemeten bij 15 °C en met een korrelgrootte lager dan of gelijk aan 100 × 10– 6 m (100 μm), geschikt voor gebruik in raketstraalpijpen of neuskegels van terugkeervoertuigen, welke gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van alle volgende producten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6C4 |
pyrolytisch of vezelversterkt grafiet, geschikt voor gebruik in raketstraalpijpen en neuskegels van terugkeervoertuigen, welke geschikt zijn voor gebruik in systemen zoals vermeld onder 1.A. of 19.A.1. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6C5 |
keramische composieten (diëlektrische constante kleiner dan 6 bij een frequentie van 100 MHz tot 100 GHz) voor gebruik in raketradarkoepels die geschikt zijn voor gebruik in systemen zoals vermeld onder 1.A. of 19.A.1. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6C6a |
losse bewerkbare, met siliciumcarbide versterkte niet-gebakken keramiek, geschikt voor gebruik in neuskegels die geschikt zijn voor gebruik in systemen zoals vermeld onder 1.A. of 19.A.1.; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6C6b |
composieten van met siliciumcarbide versterkte keramiek, geschikt voor gebruik in neuskegels, terugkeervoertuigen en straalpijpen, die bruikbaar zijn voor gebruik in systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.1. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C111 |
Niet in 1C011 beschreven stuwstoffen en chemicaliën voor de vervaardiging van stuwstoffen, als hieronder:
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2c |
Bolvormig of sferoïdisch aluminiumpoeder (CAS 7429-90-5) met een deeltjesgrootte kleiner dan 200 × 10– 6 m (200 μm) en een aluminiumgehalte groter dan of gelijk aan 97 %, indien ten minste 10 % van het totaalgewicht bestaat uit deeltjes van minder dan 63 μm, overeenkomstig ISO 2591-1:1988 of nationale equivalenten; Technische noot: Een deeltjesgrootte van 63 micrometer (ISO R-565) stemt overeen met maasgetal 250 (Tyler) of 230 (ASTM Standard E-11). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2d |
Metaalpoeders van één of meer van onderstaande stoffen: zirkonium (CAS 7440-67-7), beryllium (CAS 7440-41-7), magnesium (CAS 7439-95-4), of legeringen daarvan, indien minstens 90 % van het totale aantal deeltjes aan deeltjesvolume of -gewicht bestaat uit deeltjes van minder dan 60 μm (vastgesteld middels metingstechnieken zoals het gebruik van een zeef, laserdiffractie of optische aftasting), hetzij bolvormig, verstoven, sferoïdisch, in vlokkenvorm of gemalen, voor 97 gewichtsprocent of meer bestaand uit een van voornoemde metalen;
Technische noot: Het natuurlijke hafniumgehalte (CAS 7440-58-6) van het zirkonium (normaal 2 % tot 7 %) wordt bij het zirkonium gerekend. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2e |
Metaalpoeders van boor (CAS 7440-42-8) of boorlegeringen, met een boorinhoud groter dan of gelijk aan 85 gewichtsprocent, indien minstens 90 % van het totale aantal deeltjes aan deeltjesvolume of -gewicht bestaat uit deeltjes van minder dan 60 μm (vastgesteld middels metingstechnieken zoals het gebruik van een zeef, laserdiffractie of optische aftasting), hetzij bolvormig, verstoven, sferoïdisch, in vlokkenvorm of gemalen;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C4a |
oxidatoren geschikt voor raketmotoren voor vloeibare stuwstof, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2b |
hydrazinederivaten, als hieronder:
Technische noot: 3,6-dihydrazinetetrazinenitraat wordt ook wel 1,4-dihydrazinenitraat genoemd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2f |
Materialen met hoge energiedichtheid, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A., als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C2g |
hydrazinevervangingsbrandstoffen, als hieronder: 1. 2-dimethylaminoethylazide (DMAZ) (CAS 86147-04-8); |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C5 |
polymeren als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C6c1 |
Carboranen, decaboranen, pentaboranen en derivaten; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C6d1 |
Triethyleenglycoldinitraat (TEGDN) (CAS 111-22-8); |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C6e1 |
2-nitrodifenylamine (CAS 119-75-5); |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C6d2 |
Trimethylethaantrinitraat (TMETN) (CAS 3032-55-1); |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C6d4 |
Diethyleenglycoldinitraat (DEGDN) (CAS 693-21-0) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C6c2 |
Ferroceenderivaten, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M4C6d5 |
4,5 diazidomethyl-2-methyl-1,2,3-triazool (iso-DAMTR); |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C116 |
Maragingstaal, bruikbaar in “raketten”, met alle volgende eigenschappen:
|
M6C8 |
Maragingstaal, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A. of 19.A.1., met elk van de volgende eigenschappen:
Technische noot: Maragingstaal is een ijzerlegering die:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C117 |
Materiaal voor de productie van onderdelen van “raketten”, als hieronder:
Technische noot: In 1C117 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van méér dan 300 km kunnen overbruggen. |
M6C7 |
Materialen voor de vervaardiging van raketonderdelen in de systemen vermeld onder 1.A., 19.A.1. of 19.A.2, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C118 |
Duplex roestvast staal met titaanstabilisatie (Ti-DSS), met de volgende eigenschappen:
|
M6C9 |
Duplex roestvast staal met titaanstabilisatie (Ti-DSS), geschikt voor de systemen vermeld in 1.A. of 19.A.1., met elk van de volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C238 |
Chloortrifluoride (ClF3). |
M4C4a6 |
Verbindingen bestaande uit fluor en een of meer andere halogenen, zuurstof of stikstof;
|
1D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||
1D001 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1B001, 1B002 en 1B003. |
M6D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het gebruik of onderhoud van de apparatuur vermeld in 6.B.1. |
||
1D101 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de werking of het onderhoud van in 1B101, 1B102, 1B115, 1B117, 1B118 of 1B119 bedoelde goederen. |
M4D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het gebruik of onderhoud van apparatuur zoals vermeld onder 4.B. voor de “productie” en hantering van materialen zoals vermeld onder 4.C. |
||
M6D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het gebruik of onderhoud van de apparatuur vermeld in 6.B.1. |
||||
1D103 |
“Programmatuur”, speciaal ontwikkeld voor de analyse van de beperking van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestisch beeld. |
M17D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontwikkeld voor de analyse van de beperking van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestisch beeld (d.w.z. stealth-technologie) voor toepassingen geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A. of 19.A. of de subsystemen genoemd in 2.A.
|
1E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||
1E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of materialen, bedoeld in 1A001.b, 1A001.c, 1A002 tot en met 1A005, 1A006.b., 1A007, 1B of 1C. |
M |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur” als vermeld onder 1.A., 1.B. of 1.D. |
||
1E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1A102, 1B001, 1B101, 1B102, 1B115 tot en met 1B119, 1C001, 1C101, 1C107, 1C 111 tot en met 1C118, 1D101 of 1D103. |
M |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur” als vermeld onder 1.A., 1.B. of 1.D. |
||
1E102 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” van “programmatuur” bedoeld in 1D001, 1D101 of 1D103. |
M6E1 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van de apparatuur, materialen of “programmatuur” vermeld in 6.A., 6.B., 6.C. of 6.D. |
||
M17E1 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van de apparatuur, materialen of “programmatuur” vermeld in 17.A., 17.B., 17.C. of 17.D.
|
||||
1E103 |
[M6E2]“Technologie” voor het regelen van de temperatuur, druk of atmosfeer in autoclaven of hydroclaven indien gebruikt voor de “productie” van composieten of halffabrikaten van composieten. |
M6E2 |
“Technische gegevens” (waaronder verwerkingsvoorwaarden) en procedures voor het regelen van de temperatuur, druk of atmosfeer in autoclaven of hydroclaven indien gebruikt voor de productie van composieten of halffabrikaten, geschikt voor de apparatuur of materialen vermeld in 6.A. of 6.C. |
||
1E104 |
“Technologie” voor de “productie” van pyrolytisch gevormde materialen op een mal, doorn of ander substraat van gassen die ontleden bij temperaturen van 1 573 K (1 300 °C) tot 3 173 K (2 900 °C) en drukken van 130 Pa tot 20 kPa.
|
M6E1 |
|
CATEGORIE 2 — MATERIAALBEWERKING
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2A001 |
Wrijvingsloze rollagers of rollagersystemen, als hieronder, en onderdelen daarvan:
|
M3A7 |
Radiale kogellagers, met alle toleranties volgens ISO 492 tolerantieklasse 2 (of ANSI/ABMA Std 20 tolerantieklasse ABEC-9, of andere nationale equivalenten) of beter, en met alle hierna volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2A101 |
Andere dan onder 2A001 vermelde radiale kogellagers, met alle toleranties volgens ISO 492 tolerantieklasse 2 (of ANSI/ABMA Std 20 tolerantieklasse ABEC-9 of RBEC 9, of andere nationale equivalenten), of beter en met alle hierna volgende eigenschappen:
|
M3A7 |
Radiale kogellagers, met alle toleranties volgens ISO 492 tolerantieklasse 2 (of ANSI/ABMA Std 20 tolerantieklasse ABEC-9, of andere nationale equivalenten) of beter, en met alle hierna volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B004 |
Hete “isostatische persen”, met alle hieronder vermelde eigenschappen, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:
Technische noot: De binnenmaat betreft de kamer waarin zowel de werktemperatuur als de werkdruk tot stand komt en omvat geen spanstukken. Deze maat is gelijk aan de kleinste van ofwel de binnendiameter van de drukkamer ofwel de binnendiameter van de geïsoleerde ovenkamer, afhankelijk van het feit welke van de twee kamers zich in de andere bevindt.
|
M6B3 |
Isostatische persen met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B009 |
Forceer-(spin-forming) of vloei-(flow-forming) draaibanken, die, volgens de technische specificatie van fabrikant, kunnen worden uitgerust met “numerieke besturings”-eenheden of computerbesturing, en die beide volgende eigenschappen bezitten:
Technische noot: Voor de toepassing van 2B009 worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken. |
M3B3 |
Vloeidraaibanken (“flow forming machines”) en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor, die:
Technische noot: Voor de toepassing van dit punt worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, als vloeidraaibanken aangemerkt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B104 |
“Isostatische persen”, anders dan bedoeld in 2B004, met alle volgende eigenschappen:
|
M6B3 |
Isostatische persen met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B105 |
Ovens voor chemische afzetting uit de dampfase (CVD), anders dan bedoeld in 2B005.a, ontworpen of aangepast voor het verdichten van koolstof-koolstofcomposieten. |
M6B4 |
Ovens voor chemische afzetting uit de dampfase, ontworpen of aangepast voor het verdichten van koolstof koolstofcomposieten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B109 |
Vloeidraaibanken (“flow-forming machines”) die niet onder 2B009 vallen, en speciaal ontworpen onderdelen, als hieronder:
Technische noot: Voor de toepassing van 2B109 worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken. |
M3B3 |
Vloeidraaibanken (“flow forming machines”) en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor, die:
Technische noot: Voor de toepassing van dit punt worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, als vloeidraaibanken aangemerkt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B116 |
Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen en componenten daarvoor, als hieronder:
Technische noot: In 2B116 betekent “onbelaste tafel” een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken. |
M15B1 |
Apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen, geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A., en onderdelen daarvoor, als volgt:
Technische noot: Systemen voor het beproeven door middel van trillingen met een digitale besturingseenheid zijn systemen waarvan de functies geheel of ten dele automatisch geregeld worden door opgeslagen, digitaal gecodeerde elektrische signalen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B117 |
Apparatuur en procesregeleenheden, met uitzondering van die bedoeld in 2B004, 2B005.a, 2B104 of 2B105, ontworpen of aangepast voor de verdichting en pyrolyse van composiet raketstraalpijpen en neuskegels voor terugkeervoertuigen (“re-entry”). |
M6B5 |
Apparatuur en procesregeleenheden, met uitzondering van die vermeld onder 6.B.3. of 6.B.4., ontworpen of aangepast voor de verdichting en pyrolyse van composiet raketstraalpijpen en neuskegels voor terugkeervoertuigen (“re-entry”). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B119 |
Balanceermachines en aanverwante uitrusting, als hieronder:
|
M9B2a |
Apparatuur als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M9B2b |
indicatorkoppen (ook soms “balanceerinstrumenten” genoemd), ontworpen of aangepast voor gebruik met de machines vermeld in 9.2.B.a.; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B120 |
Bewegingssimulatoren of kwalificatietafels die alle navolgende eigenschappen hebben:
|
M9B2c |
Bewegingssimulatoren/kwalificatietafels (apparatuur om bewegingen te simuleren), met elk van de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B121 |
Insteltafels (apparatuur geschikt voor precieze roterende instelling in elke as), andere dan: bedoeld in 2B120, met alle volgende eigenschappen:
|
M9B2d |
Insteltafels (apparatuur geschikt voor precieze roterende instelling in elke as), met elk van de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B122 |
Centrifuges die versnellingen van meer dan 100 g kunnen overbrengen en die ontworpen of aangepast zijn om sleepringen of geïntegreerde onderbrekingsvoorzieningen te bevatten die geschikt zijn om elektrisch vermogen, signaalinformatie dan wel beiden, over te brengen.
|
M9B2e |
Centrifuges, geschikt voor het overbrengen van versnellingen groter dan 100 g, ontworpen of aangepast om sleepringen of geïntegreerde onderbrekingsvoorzieningen te bevatten die geschikt zijn om elektrisch vermogen en/of signaalinformatie over te brengen. |
2D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||
2D001 |
“Programmatuur” anders dan bedoeld in 2D002, als hieronder:
|
M3D |
PROGRAMMATUUR |
||||||
2D101 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 2B104, 2B105, 2B109, 2B116, 2B117 of 2B119 tot en met 2B122.
|
M3D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van “productiefaciliteiten” en vloeidraaibanken zoals vermeld onder 3.B.1. of 3.B.3. |
||||||
M6D2 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of gewijzigd voor de apparatuur vermeld in 6.B.3., 6.B.4 of 6.B.5. |
||||||||
M15D1 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur genoemd in 15.B. die kan worden gebruikt voor het testen van de systemen genoemd in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A. |
2E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||
2E001 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur” bedoeld in 2E, 2B of 2D.
|
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||
2E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 2 A of 2 B. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||
2E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 2B004, 2B009, 2B104, 2B109, 2B116, 2B119 tot en met 2B122 of 2D101. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
CATEGORIE 3 — ELECTRONICA
3A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||
3A001 |
Elektronische onderdelen en de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:
|
|
|
||||||||||||||||||
|
M18A1 |
“Stralingbestendige”“microcircuits”, geschikt ter bescherming van raketsystemen en onbemande luchtvaartuigen tegen nucleaire gevolgen (bijvoorbeeld elektromagnetische puls (EMP), röntgenstraling, combinatie van drukgolf en hitte) en geschikt voor gebruik in de in 1.A. genoemde systemen. |
|||||||||||||||||||
M18A2 |
“Detectoren”, speciaal ontworpen of aangepast ter bescherming van raketsystemen en onbemande luchtvaartuigen tegen nucleaire gevolgen (bijvoorbeeld elektromagnetische puls (EMP), röntgenstraling, combinatie van drukgolf en hitte) en geschikt voor gebruik in de in 1.A. genoemde systemen. Technische noot: Een “detector” is gedefinieerd als een mechanisch, elektrisch, optisch of chemisch element dat een prikkel, bij voorbeeld een verandering van de omgevingsdruk of -temperatuur, een elektrisch of elektromagnetisch signaal of straling van radioactief materiaal automatisch herkent en vastlegt of registreert. Dit omvat elementen die een werking of storing per keer waarnemen. |
||||||||||||||||||||
3A101 |
Elektronische uitrusting, elementen en onderdelen, anders dan vermeld in 3A001, als hieronder:
|
M14A1 |
Analoog/digitaalomzetters, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||
M14A1b1 |
|
||||||||||||||||||||
M14A1b2 |
|
||||||||||||||||||||
|
M15B5 |
Versnellers waarmee elektromagnetische straling kan worden geproduceerd in de vorm van remstraling afkomstig van versnelde elektronen met een energie van 2 MeV of meer en apparatuur die deze versnellers bevat, geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.
Technische noot: In 15.B. staat “onbelaste tafel” voor een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken. |
|||||||||||||||||||
3A102 |
“Thermische batterijen” ontworpen of aangepast voor “raketten”.
|
M12A6 |
Thermische batterijen, ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2.
Technische noot: Thermische batterijen zijn batterijen voor eenmalig gebruik die een vast, niet-geleidend anorganisch zout als elektrolyt bevatten. Deze batterijen bevatten een pyrolytisch materiaal dat bij ontbranding het elektrolyt doet smelten en de batterij activeert. |
3D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||
3D101 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur als vermeld in 3A101.b. |
M15D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur als vermeld in 3A101.b. |
3E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||
3E001 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of materialen, vermeld in 3A, 3B of 3C.
|
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||||||||
3E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, vermeld in 3A001.a.1. of 2., 3A101, 3A102 of 3D101. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||||||||
3E102 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van “programmatuur”, vermeld in 3D101. |
M15E1 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur” vermeld in 15.B. of 15.D. |
CATEGORIE 4 — COMPUTERS
4A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||
4A001 |
Elektronische computers en aanverwante apparatuur, met een of meer van de volgende en “samenstellingen” en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
M13A1 |
Analoge computers, digitale computers of digitale differentiaalanalysators, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A., met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||
4A003 |
“Digitale computers”, “samenstellingen” en aanverwante apparatuur daarvoor, zoals hieronder vermeld, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
M14A1b2 |
Printplaten of printmodules voor analoog-digitaal-omzetters met elektrische invoer, met alle volgende eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||
4A101 |
Analoge computers, “digitale computers” of digitale differentiaalanalysators, anders dan bedoeld in 4A001.a.1., geschikt voor ruw gebruik en ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, vermeld in 9A004, of sonderingsraketten, vermeld in 9A104. |
M13A1b |
Ontworpen voor ruw gebruik of “stralingbestendig”. |
||||||||||||||||||||||||||||
4A102 |
“Hybride computers”, speciaal ontworpen voor het modelleren, simuleren of integreren het ontwerp van ruimtelanceervoertuigen, vermeld in 9A004, of sonderingsraketten, vermeld in 9A104.
|
M16A1 |
Speciaal ontworpen hybride (analoog/digitale) computers voor het modelleren, de simulatie of de ontwerpintegratie van systemen genoemd in 1.A. of de subsystemen genoemd in 2.A.
|
4E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||
4E001 |
|
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
CATEGORIE 5 — TELECOMMUNICATIE EN “INFORMATIEBEVEILIGING”
Deel 1 — Telecommunicatie
5A1 Systemen, Apparatuur en Onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||
5A101 |
Apparatuur voor telemetrie en afstandsbesturing, inclusief grondapparatuur die is ontworpen of aangepast voor “raketten”. Technische noot: In 5A101 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km.
|
M12A4 |
Apparatuur voor telemetrie en afstandsbesturing, waaronder grondapparatuur, ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2.
|
5D1 Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||
5D101 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 5A101. |
M12D3 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 12.A.4. of 12.A.5., geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. |
5E1 Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||
5E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 5A101. |
M12E1 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur” vermeld in 12.A. of 12.D. |
CATEGORIE 6 — SENSOREN EN LASERS
6A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A002 |
Optische sensoren en apparatuur, en onderdelen daarvoor, als hieronder:
|
M18A2 |
“Detectoren”, speciaal ontworpen of aangepast ter bescherming van raketsystemen en onbemande luchtvaartuigen tegen nucleaire gevolgen (bijvoorbeeld elektromagnetische puls (EMP), röntgenstraling, combinatie van drukgolf en hitte) en geschikt voor gebruik in de in 1.A. genoemde systemen. Technische noot: Een “detector” is gedefinieerd als een mechanisch, elektrisch, optisch of chemisch element dat een prikkel, bij voorbeeld een verandering van de omgevingsdruk of -temperatuur, een elektrisch of elektromagnetisch signaal of straling van radioactief materiaal automatisch herkent en vastlegt of registreert. Dit omvat elementen die een werking of storing per keer waarnemen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M11A2 |
Passieve sensoren voor het bepalen van de positie ten opzichte van bepaalde elektromagnetische bronnen (richtingsbepalingsapparatuur) of van kenmerken van het terrein, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A006 |
“Magnetometers”, “magnetische gradiëntmeters”, “intrinsieke magnetische gradiëntmeters”, sensoren voor het meten van elektrische velden onder water en “compensatiesystemen”, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:
|
M9A8 |
Drieassige magnetische richtingssensoren, met elk van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A007 |
Zwaartekrachtmeters (gravimeters) en zwaartekrachtgradiëntmeters, als hieronder:
|
M12A3 |
Zwaartekrachtmeters (gravimeters) en zwaartekrachtgradiëntmeters, ontworpen of aangepast voor gebruik in luchtvaartuigen of op zee, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., als volgt, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A008 |
Radarsystemen, -apparatuur en -samenstellingen met één of meer van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
M11A1 |
Radar- en laserradarsystemen, waaronder hoogtemeters, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A. Technische noot: Laserradarsystemen omvatten gespecialiseerde technieken inzake transmissie, scanning, ontvangst en signaalverwerking voor het gebruik van lasers voor echopeiling, richtingsbepaling en het onderscheiden van doelwitten op basis van locatie, radiële snelheid en lichaamsreflectie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M12B5b |
Radar voor afstandsmeting, met inbegrip van de bijbehorende optische/infrarood volgsystemen met alle onderstaande eigenschappen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A102 |
Stralingbestendige “detectoren”, anders dan vermeld in 6A002, speciaal ontworpen of aangepast ter bescherming tegen nucleaire effecten (bijvoorbeeld elektromagnetische puls (EMP), röntgenstraling, combinatie van drukgolf en hitte) en geschikt voor gebruik in “raketten”, ontworpen of gespecificeerd als zijnde bestand tegen stralingsniveaus die overeenkomen met een totale stralingsdosis van 5 × 105 rad silicium of meer. Technische noot: In 6A102 is een “detector” gedefinieerd als een mechanisch, elektrisch, optisch of chemisch element dat een prikkel, bijvoorbeeld een verandering van de omgevingsdruk of -temperatuur, een elektrisch of elektromagnetisch signaal of straling van radioactief materiaal automatisch herkent en vastlegt of registreert. Dit omvat elementen die een werking of storing per keer waarnemen. |
M18A2 |
“Detectoren”, speciaal ontworpen of aangepast ter bescherming van raketsystemen en onbemande luchtvaartuigen tegen nucleaire gevolgen (bijvoorbeeld elektromagnetische puls (EMP), röntgenstraling, combinatie van drukgolf en hitte) en geschikt voor gebruik in de in 1.A. genoemde systemen. Technische noot: Een “detector” is gedefinieerd als een mechanisch, elektrisch, optisch of chemisch element dat een prikkel, bij voorbeeld een verandering van de omgevingsdruk of -temperatuur, een elektrisch of elektromagnetisch signaal of straling van radioactief materiaal automatisch herkent en vastlegt of registreert. Dit omvat elementen die een werking of storing per keer waarnemen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A107 |
Zwaartekrachtmeters (gravimeters) en onderdelen voor zwaartekrachtmeters, en zwaartekracht-gradiëntmeters, als hieronder:
|
M12A3 |
Zwaartekrachtmeters (gravimeters) en zwaartekrachtgradiëntmeters, ontworpen of aangepast voor gebruik in luchtvaartuigen of op zee, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., als volgt, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A108 |
Radarsystemen en volgsystemen, anders dan bedoeld in 6A008, als hieronder:
|
M11A1 |
Radar- en laserradarsystemen, waaronder hoogtemeters, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A. Technische noot: Laserradarsystemen omvatten gespecialiseerde technieken inzake transmissie, scanning, ontvangst en signaalverwerking voor het gebruik van lasers voor echopeiling, richtingsbepaling en het onderscheiden van doelwitten op basis van locatie, radiële snelheid en lichaamsreflectie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M12A5 |
Precisievolgsystemen, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2., als hieronder:
|
6B Test-, inspectie- en productieapparatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||
6B008 |
Gepulseerde radarsystemen voor het meten van de dwarsdoorsnede met een zendpuls-duur van 100 ns of minder en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
M17B1 |
Systemen die speciaal zijn ontworpen voor het meten van radardoorsnedes, geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. of de subsystemen genoemd in 2.A. |
||
6B108 |
Systemen, anders dan vermeld in 6B008, speciaal ontworpen voor het meten van radardwarsdoorsnedes geschikt voor gebruik in “raketten”, alsook subsystemen daarvan. Technische noot: In 6B108 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km. |
M17B1 |
Systemen die speciaal zijn ontworpen voor het meten van radardoorsnedes, geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. of de subsystemen genoemd in 2.A. |
6D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||
6D002 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor het “gebruik” van apparatuur, vermeld in 6A002.b., 6A008 of 6B008. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
6D102 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van in 6A108 bedoelde goederen. |
M11D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of gewijzigd voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 11.A.1., 11.A.2 of 11.A.4. |
M12D3 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 12.A.4. of 12.A.5., geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. |
||
6D103 |
“Programmatuur” voor het na de vlucht verwerken van geregistreerde gegevens, waarmee de positie tijdens het gehele vluchttraject kan worden bepaald, speciaal ontworpen of aangepast voor “raketten”. Technische noot: In 6D103 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km. |
M12D2 |
“Programmatuur” voor het na de vlucht verwerken van geregistreerde gegevens, waarmee de positie tijdens het gehele vluchttraject kan worden bepaald, speciaal ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. |
6E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||
6E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 6A, 6B, 6C of 6D. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||
6E002 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur of materialen, vermeld in 6A, 6B of 6C. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||
6E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 6A002, 6A007.b. en c., 6A008, 6A102, 6A107, 6A108, 6B108, 6D102 of 6D103.
|
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
CATEGORIE 7 — NAVIGATIE EN VLIEGTUIGELEKTRONICA
7A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A001 |
Versnellingsmeters en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:
|
M9A3 |
Lineaire versnellingsmeters, ontworpen voor gebruik in traagheidsnavigatiesystemen of geleidingssystemen van alle types, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2., met elk van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M9A5 |
Versnellingsmeters of gyroscopen van alle types, ontworpen voor gebruik in traagheidsnavigatiesystemen of in geleidingssystemen van alle types, bestemd voor gebruik op versnellingsniveaus groter dan 100 g, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A002 |
Gyroscopen of hoekbewegingsensoren, met één of meer van de volgende eigenschappen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
M9A4 |
Alle types gyroscopen, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2., met een “stabiliteit” van de “verloopsnelheid” kleiner dan 0,5 ° (1 sigma of RMS) per uur bij een versnellingsniveau van 1 g, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M9A5 |
Versnellingsmeters of gyroscopen van alle types, ontworpen voor gebruik in traagheidsnavigatiesystemen of in geleidingssystemen van alle types, bestemd voor gebruik op versnellingsniveaus groter dan 100 g, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A003 |
“Traagheidsmetingsapparatuur of -systemen” met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
M2A1d |
“Geleidingssystemen” geschikt voor gebruik in de onder 1.A vermelde systemen met een systeemnauwkeurigheid van 3,33 % of minder van het “bereik” (bijv. een “CEP” (“circle of equal probability”) van 10 km of minder bij een “bereik” van 300 km), met de in de noot onder 2.A.1. omschreven uitzondering voor systemen die zijn ontworpen voor raketten met een “bereik” van minder dan 300 km of voor bemande luchtvaartuigen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M9A6 |
Traagheids- of andere apparatuur die gebruikmaakt van de versnellingsmeters vermeld in 9.A.3. of 9.A.5. of de gyroscopen vermeld in 9.A.4. of 9.A.5., en systemen die dergelijke apparatuur bevatten, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M9A8 |
Drieassige magnetische richtingssensoren, met elk van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A004 |
“Sterrenvolgers” en onderdelen daarvoor, als hieronder:
Technische noot: “Sterrenvolgers” worden ook sterrenstandsensors (“stellar attitude sensors”) of astrogyrokompassen genoemd. |
M9A2 |
Astrogyrokompassen en andere apparaten, voor het bepalen van plaats en richting door het automatisch volgen van hemellichamen of satellieten, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A005 |
Ontvangstapparatuur voor wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS) met één van beide volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
M11A3 |
Ontvangstapparatuur voor wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS; bv. GPS, GLONASS of Galileo) met één of meer van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A006 |
Hoogtemeters voor gebruik in luchtvaartuigen met werkfrequenties buiten het gebied van 4,2 tot en met 4,4 GHz, met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
M11A1 |
Radar- en laserradarsystemen, waaronder hoogtemeters, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A. Technische noot: Laserradarsystemen omvatten gespecialiseerde technieken inzake transmissie, scanning, ontvangst en signaalverwerking voor het gebruik van lasers voor echopeiling, richtingsbepaling en het onderscheiden van doelwitten op basis van locatie, radiële snelheid en lichaamsreflectie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A101 |
Lineaire versnellingsmeters, anders dan bedoeld in 7A001, die ontworpen zijn voor gebruik in traagheidsnavigatiesystemen of in geleidingssystemen van alle soorten, geschikt voor gebruik in “raketten”, met de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
M9A3 |
Lineaire versnellingsmeters, ontworpen voor gebruik in traagheidsnavigatiesystemen of geleidingssystemen van alle types, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2., met elk van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A102 |
Alle types gyroscopen, anders dan bedoeld in 7A002, geschikt voor gebruik in “raketten”, met een gespecificeerde “stabiliteit” van de “verloopsnelheid” (een gespecificeerde vrije precessie) van minder dan 0,5 (1 sigma of effectief (rms)) per uur bij een versnellingsniveau van 1 g, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
M9A4 |
Alle types gyroscopen, geschikt voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2., met een “stabiliteit” van de “verloopsnelheid” kleiner dan 0,5 ° (1 sigma of RMS) per uur bij een versnellingsniveau van 1 g, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A103 |
Instrumentatie, navigatieapparatuur en systemen, anders dan bedoeld in 7A003, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
M9A6 |
Traagheids- of andere apparatuur die gebruikmaakt van de versnellingsmeters vermeld in 9.A.3. of 9.A.5. of de gyroscopen vermeld in 9.A.4. of 9.A.5., en systemen die dergelijke apparatuur bevatten, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M9A1 |
Geïntegreerde besturingssystemen voor vliegtuigen, bevattende gyrostabilisatoren of automatische piloten, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2., en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M9A7 |
“Geïntegreerde navigatiesystemen”, ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2., met een navigatienauwkeurigheid gelijk aan of kleiner dan 200 m van de CEP. Technische noot: Een “geïntegreerd navigatiesysteem” bestaat doorgaans uit elk van volgende onderdelen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische noot: In 7A103 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
M9A8 |
Drieassige magnetische richtingssensoren, met elk van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A104 |
Astro-gyrokompassen en andere apparaten, anders dan bedoeld in 7A004, voor het bepalen van plaats en richting door het automatisch volgen van hemellichamen of satellieten, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
M9A2 |
Astrogyrokompassen en andere apparaten, voor het bepalen van plaats en richting door het automatisch volgen van hemellichamen of satellieten, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A105 |
Ontvangstapparatuur voor wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS; bv. GPS, GLONASS of Galileo), anders dan bedoeld in 7A005, met één of meer van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
M11A3 |
Ontvangstapparatuur voor wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS; bv. GPS, GLONASS of Galileo) met één of meer van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A106 |
Hoogtemeters, anders dan bedoeld in 7A006, van het radar- of laserradartype, ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderings-raketten, bedoeld in 9A104. |
M11A1 |
Radar- en laserradarsystemen, waaronder hoogtemeters, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A. Technische noot: Laserradarsystemen omvatten gespecialiseerde technieken inzake transmissie, scanning, ontvangst en signaalverwerking voor het gebruik van lasers voor echopeiling, richtingsbepaling en het onderscheiden van doelwitten op basis van locatie, radiële snelheid en lichaamsreflectie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A115 |
Passieve sensoren voor het bepalen van de positie ten opzichte van bepaalde elektromagnetische bronnen (richtingsbepalingsapparatuur) of van karakteristieken van het terrein, ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104.
|
M11A2 |
Passieve sensoren voor het bepalen van de positie ten opzichte van bepaalde elektromagnetische bronnen (richtingsbepalingsapparatuur) of van kenmerken van het terrein, ontworpen of aangepast voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A116 |
Vluchtregelsystemen en servokleppen, als hieronder, ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104.
|
M10A1 |
Pneumatische, hydraulische, mechanische, elektro-optische of elektromechanische vluchtregelsystemen (met inbegrip van “fly-by-wire” en “fly-by-light”-systemen), ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M10A2 |
Standregelapparatuur, ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M10A3 |
Vluchtregelservokleppen, ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 10.A.1. of 10.A.2., en ontworpen of aangepast om te kunnen werken in trillingsomstandigheden groter dan 10 g (RMS) tussen 20 Hz en 2 000 Hz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A117 |
“Geleidingssystemen” geschikt voor gebruik in “raketten” met een systeemnauwkeurigheid van 3,33 % of minder van het bereik (een “CEP” van 10 km of minder bij een bereik van 300 km). |
M2A1d |
“Geleidingssystemen” geschikt voor gebruik in de onder 1.A vermelde systemen met een systeemnauwkeurigheid van 3,33 % of minder van het “bereik” (bijv. een “CEP” (“circle of equal probability”) van 10 km of minder bij een “bereik” van 300 km), met de in de noot onder 2.A.1. omschreven uitzondering voor systemen die zijn ontworpen voor raketten met een “bereik” van minder dan 300 km of voor bemande luchtvaartuigen. |
7B Test-, inspectie- en productieapparatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7B001 |
Test-, ijk- of uitrichtapparatuur, speciaal ontworpen voor apparatuur, als bedoeld in 7A.
|
M2B2 |
“Productieapparatuur” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 2.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M9B1 |
“Productieapparatuur” en andere test-, ijk- of uitrichtapparatuur, anders dan die vermeld in 9.B.2., ontworpen of aangepast om te worden gebruikt met de apparatuur vermeld in 9.A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M10B1 |
test-, ijk- en uitrichtapparatuur speciaal ontworpen voor de apparatuur vermeld in 10.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7B002 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor het bepalen van de karakteristieken van spiegels voor ring-“laser”-gyroscopen, als hieronder:
|
M9B1 |
“Productieapparatuur” en andere test-, ijk- of uitrichtapparatuur, anders dan die vermeld in 9.B.2., ontworpen of aangepast om te worden gebruikt met de apparatuur vermeld in 9.A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7B003 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 7A.
|
M2B2 |
“Productieapparatuur” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 2.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M9B1 |
“Productieapparatuur” en andere test-, ijk- of uitrichtapparatuur, anders dan die vermeld in 9.B.2., ontworpen of aangepast om te worden gebruikt met de apparatuur vermeld in 9.A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7B102 |
Reflectometers, speciaal ontworpen voor het karakteriseren van spiegels voor “laser”-gyroscopen met een meetnauwkeurigheid van minder (of beter) dan 50 ppm. |
M9B1 |
“Productieapparatuur” en andere test-, ijk- of uitrichtapparatuur, anders dan die vermeld in 9.B.2., ontworpen of aangepast om te worden gebruikt met de apparatuur vermeld in 9.A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7B103 |
“Productiefaciliteiten” en “productieapparatuur”, als hieronder: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M2B1 |
“Productiefaciliteiten” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 2.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M2B2* |
“Productieapparatuur” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 2.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M9B1 |
“Productieapparatuur” en andere test-, ijk- of uitrichtapparatuur, anders dan die vermeld in 9.B.2., ontworpen of aangepast om te worden gebruikt met de apparatuur vermeld in 9.A.
|
7D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
|||||||
7D002 |
“Broncode” voor het gebruik of onderhoud van iedere traagheidsnavigatieapparatuur met inbegrip van traagheidsapparatuur die niet is bedoeld in 7A003 of 7A004, of stand- en koersreferentiesystemen (“Attitude and Heading Reference Systems” (AHRS)).
Technische noot: Het verschil tussen AHRS en traagheidsnavigatiesystemen (INS) is dat in het algemeen AHRS stand- en koersgegevens verschaft en gewoonlijk niet de gegevens omtrent versnelling, snelheid en positie verschaft die een INS wel levert. |
M2D3 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van “geleidingssystemen” als vermeld onder 2.A.1.d.
|
|||||
M9D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 9.A. of 9.B. |
|||||||
7D101 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 7A001 tot en met 7A006, 7A101 tot en met 7A106, 7A115, 7A116.a., 7A116.b., 7B001, 7B002, 7B003, 7B102 of 7B103. |
M2D |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van “productiefaciliteiten” als vermeld onder 2.B.1. |
|||||
M9D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 9.A. of 9.B. |
|||||||
M10D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 10.A. of 10.B.
|
|||||||
M11D1&2 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of gewijzigd voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 11.A.1., 11.A.2 of 11.A.4. “Programmatuur”, speciaal ontworpen voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 11.A.3. |
|||||||
7D102 |
Integratie-“programmatuur”, als hieronder:
|
M9D2 |
Integratie-“programmatuur” voor de apparatuur vermeld in 9.A.1. |
|||||
|
M9D3* |
Integratie-“programmatuur”, speciaal ontworpen voor de apparatuur vermeld in 9.A.6. |
||||||
|
M9D4 |
Integratie-“programmatuur”, ontworpen of aangepast voor de “geïntegreerde navigatiesystemen” vermeld in 9.A.7.
|
||||||
7D103 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het modelleren of simuleren van de “geleidingssystemen”, bedoeld in 7A117, of voor de ontwerpintegratie met de ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104.
|
M16D1 |
Speciaal ontworpen “programmatuur” voor het modelleren, de simulatie of de ontwerpintegratie van systemen genoemd in 1.A. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A.
|
7E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 7A, 7B, 7D001, 7D002, 7D003, 7D005 en 7D101 tot en met 7D103.
|
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 7 A of 7 B. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E003 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor reparatie, opknappen of revisie van apparatuur, bedoeld in 7A001 tot en met 7A004.
|
M2E1 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur” vermeld in 2.A., 2.B. of 2.D. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M9E1 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur” vermeld in 9.A., 9.B. of 9.D.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E004 |
Andere “technologie”, als hieronder:
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M10E1 |
Ontwerp-“technologie” voor de integratie van romp, voortstuwingssysteem, liftoppervlakken en roeren van luchtvaartuigen, ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A. of 19.A.2., om de aerodynamische prestaties tijdens de vlucht van een onbemand luchtvaartuig te optimaliseren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 7A001 tot en met 7A006, 7A101 tot en met 7A106, 7A115 tot en met 7A117, 7B001, 7B002, 7B003, 7B102, 7B103, 7D101 tot en met 7D103. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E102 |
“Technologie” voor de bescherming van elektronische vliegtuigsystemen en elektrische subsystemen tegen elektromagnetische pulsen (EMP) en elektromagnetische storingen (EMI) door buiten het systeem gelegen bronnen, als hieronder:
|
M11E1 |
Ontwerp-“technologie” voor de bescherming van elektronische vliegtuigsystemen en elektrische subsystemen tegen elektromagnetische pulsen (EMP) en elektromagnetische storingen (EMI) door buiten het systeem gelegen bronnen, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E104 |
“Technologie” voor het integreren van vluchtregel-, navigatie- en voortstuwingsregelgegevens in een vluchtbeheerssysteem om de baan van raketten te optimaliseren. |
M10E2 |
Ontwerp-“technologie” voor het integreren van vluchtregel-, navigatie- en voortstuwingsregelgegevens in een vluchtbeheerssysteem, ontworpen of aangepast voor de systemen vermeld in 1.A. of 19.A.1., om de baan van raketten te optimaliseren. |
CATEGORIE 9 — RUIMTEVAART EN VOORTSTUWING
9A Systemen, apparatuur en onderdelen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A001 |
Gasturbinemotoren voor luchtvaartuigen met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
M3A1 |
Turbinestraal- en turbofanmotoren, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A004 |
Ruimtelanceervoertuigen, “ruimtevaartuigen”, “platforms van ruimtevaartuigen”, “nuttige ladingen van ruimtevaartuigen”, boordsystemen of -apparatuur voor “ruimtevaartuigen” en grondapparatuur als hieronder:
|
M1A1 |
Complete raketsystemen (onder meer ballistische raketsystemen, ruimtelanceervoertuigen en sonderingsraketten) met een “bereik” van ten minste 300 km die een “nuttige lading” van ten minste 500 kg kunnen vervoeren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M19A1 |
Complete raketsystemen (onder meer ballistische raketsystemen, lanceervoertuigen voor ruimtetuigen, en sonderingsraketten), niet genoemd in 1.A.1., met een bereik van ten minste 300 km. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A005 |
Raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof die systemen of onderdelen bevatten die zijn bedoeld in 9A006.
|
M2A1a |
Afzonderlijke rakettrappen geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A.; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M2A1c |
raketvoortstuwingssubsystemen, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A., als volgt:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M20A1 |
Complete subsystemen, als volgt:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A006 |
Systemen of onderdelen, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof, als hieronder:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A8 |
Tanks voor vloeibare stuwstof, speciaal ontworpen voor de onder 4.C. vallende stuwstoffen of voor andere, in 1.A.1. vermelde vloeibare stuwstoffen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A5 |
Regelsystemen voor stuwstof in vloeibare, “slurry”- en gelvorm (met inbegrip van oxidatiemiddelen), en speciaal daarvoor ontwikkelde onderdelen, die geschikt zijn voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., welke ontworpen of aangepast zijn om te kunnen werken in trillingsomstandigheden van meer dan 10 g rms tussen 20 Hz en 2 kHz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A10 |
Verbrandingskamers en straalpijpen voor raketmotoren voor vloeibare stuwstof, geschikt voor gebruik in de subsystemen vermeld onder 2.A.1.c.2. of 20.A.1.b.2. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A8 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A5 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A10 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A007 |
Raketvoortstuwingssystemen met vaste stuwstof met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
M2A1 |
Complete subsystemen geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., als hieronder:
Raketmotoren voor vaste stuwstof of hybride raketmotoren met een totaal impulsvermogen gelijk aan of groter dan 1,1 × 106 Ns; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M2A1c1 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A008 |
Onderdelen, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vaste stuwstof, als hieronder:
|
M3A3 |
Raketmotorbehuizingen, “isolatie”-onderdelen en straalpijpen daarvoor, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.1. Technische noot: In 3.A.3. staat “isolatie” voor toepassing op de onderdelen van een raketmotor — d.w.z. behuizing, straalpijp, inlaten en afdichtingen van de behuizing — tevens voor gevulkaniseerde of half-gevulkaniseerde samengestelde rubber onderdelen die plaatmateriaal omvatten dat een isolerend of hittebestendig materiaal bevat. Isolatie kan ook zijn aangebracht in de vorm van moffen of flappen om spanningen te ontlasten.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M3C1 |
“Binnenbekleding”, geschikt voor gebruik in raketmotorbehuizingen in de systemen vermeld onder 2.A. of speciaal ontworpen voor de systemen vermeld onder 19.A.1. of 20.A.2. Technische noot: In 3.C.1. staat “binnenbekleding” voor de hechtlaag tussen de vaste stuwstof en de behuizing of isolerende bekleding doorgaans een op vloeibare polymeren gebaseerde dispersie van hittebestendige of isolerende materialen, bijvoorbeeld polybutadieen met hydroxy-eindgroep (HTPB) met koolstof als vulmateriaal of een andere polymeer waaraan uithardingsmiddelen zijn toegevoegd, waarmee het inwendige van een behuizing wordt gespoten of bestreken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3C2 |
Los “isolatie”-materiaal, geschikt voor gebruik in raketmotorbehuizingen in subsystemen zoals vermeld onder 2.A.1.c.1. of speciaal ontworpen voor de in 20.A.1.b.1. vermelde subsystemen. Technische noot: In 3.C.2. staat “isolatie” voor toepassing op de onderdelen van een raketmotor — d.w.z. behuizing, straalpijp, inlaten en afdichtingen van de behuizing — tevens voor gevulkaniseerde of half-gevulkaniseerde samengesteld rubber plaatmateriaal dat een isolerend of hittebestendig materiaal bevat. Het kan ook zijn aangebracht in de vorm van moffen of flappen ter ontlasting van spanningen, zoals vermeld onder 3.A.3. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M2A1e |
Subsystemen voor het regelen van de stuwstraalrichting, geschikt voor het gebruik in de onder 1.A. vermelde systemen, met de in de noot onder 2.A.1. omschreven uitzondering voor subsystemen die zijn ontworpen voor raketsystemen met een “bereik” en “laadvermogen” die niet groter zijn dan die van de onder 1.A vermelde systemen; Technische noot: 2.A.1.e. omvat de volgende methoden voor het regelen van de stuwstraalrichting:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A009 |
Hybride raketvoortstuwingssystemen met:
|
M2A1c1 |
Raketmotoren voor vaste stuwstof of hybride raketmotoren met een totaal impulsvermogen gelijk aan of groter dan 1,1 × 106 Ns; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M20A1b |
raketvoortstuwingssubsystemen, niet genoemd in 2.A.1., die geschikt zijn voor gebruik in systemen genoemd in 19.A.1., als volgt:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A010 |
Speciaal ontworpen onderdelen, systemen en structuren voor lanceervoertuigen, voortstuwingssystemen voor lanceervoertuigen of “ruimtevaartuigen”, als hieronder:
|
M6A1 |
Composieten, laminaten en producten daarvan, speciaal ontworpen voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. en in de subsystemen vermeld onder 2.A. of 20.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6A1 |
Composieten, laminaten en producten daarvan, speciaal ontworpen voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. en in de subsystemen vermeld onder 2.A. of 20.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M6A1 |
Composieten, laminaten en producten daarvan, speciaal ontworpen voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. en in de subsystemen vermeld onder 2.A. of 20.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A2 |
Stuwstraalmotoren (“ramjet” en “scramjet”)/pulserende straalmotoren/“motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus”, waaronder apparaten voor het regelen van de verbranding, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen die geschikt zijn voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.2. Technische noot: In 3.A.2. wordt verstaan onder “motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus” voor motoren die gebruikmaken van twee of meer cycli van de volgende soorten: combi-elektriciteitscentrale (turbinestraal-, tunnelschroefturbine-, gasturbine- en schroefturbinemotoren), Stuwstraalmotoren (ramjet en scramjet), pulserende straalmotoren, motoren, pulse detonation raketmotor (vloeistof/solid-propellant en hybride). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A011 |
Stuwstraalmotoren (‹ramjet› en ‹scramjet›) of motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
M3A2 |
Stuwstraalmotoren (“ramjet” en “scramjet”)/pulserende straalmotoren/“motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus”, waaronder apparaten voor het regelen van de verbranding, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen die geschikt zijn voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.2. Technische noot: In 3.A.2. wordt verstaan onder “motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus” voor motoren die gebruikmaken van twee of meer cycli van de volgende soorten: combi-elektriciteitscentrale (turbinestraal-, tunnelschroefturbine-, gasturbine- en schroefturbinemotoren), Stuwstraalmotoren (ramjet en scramjet), pulserende straalmotoren, motoren, pulse detonation raketmotor (vloeistof/solid-propellant en hybride). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A012 |
“Onbemande luchtvaartuigen” (“UAV's”), onbemande “luchtschepen”, verwante systemen, apparatuur en onderdelen, als hieronder:
|
M1A2 |
Complete systemen voor onbemande luchtvaartuigen (onder meer kruisraketsystemen, onbemande doelvliegtuigen en onbemande verkenningsvliegtuigen) en met een “bereik” van ten minste 300 km die een “nuttige lading” van ten minste 500 kg kunnen vervoeren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M19A |
PUNT 19 ANDERE COMPLETE OVERBRENGINGSMIDDELEN apparatuur, samenstellingen en onderdelen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M9A6 |
Traagheids- of andere apparatuur die gebruikmaakt van de versnellingsmeters vermeld in 9.A.3. of 9.A.5. of de gyroscopen vermeld in 9.A.4. of 9.A.5., en systemen die dergelijke apparatuur bevatten, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A101 |
Turbinestraal- en turbofanmotoren, anders dan bedoeld in 9A001, als hieronder:
|
M3A1 |
Turbinestraal- en turbofanmotoren, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A102 |
“Motorsystemen met turbopropeller”, speciaal ontworpen voor onbemande luchtvaartuigen als bedoeld in 9A012 of 9A112.a., en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met een “maximaal vermogen” van meer dan 10 kW.
|
M3A9 |
“Motorsystemen met turbopropeller”, speciaal ontworpen voor de in 1.A.2. of 19.A.2. vermelde systemen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, beschikkend over een maximaal vermogen boven de 10 kW (bereikt in niet-geïnstalleerde, statische toestand op zeeniveau met gebruik van de ICAO-standaardatmosfeer), met uitzondering van motoren met certificatie voor civiele toepassingen. Technische noot: Voor doeleinden van 3.A.9. heeft een “motorsysteem met turbopropeller” alle onderstaande onderdelen: a. een turboshaftmotor; en b. een krachtoverbrengingssysteem voor het overbrengen van het vermogen op een propeller. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A104 |
Sonderingsraketten met een bereik van minstens 300 km.
|
M1A1 |
Complete raketsystemen (onder meer ballistische raketsystemen, ruimtelanceervoertuigen en sonderingsraketten) met een “bereik” van ten minste 300 km die een “nuttige lading” van ten minste 500 kg kunnen vervoeren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M19A1 |
Complete raketsystemen (onder meer ballistische raketsystemen, lanceervoertuigen voor ruimtetuigen, en sonderingsraketten), niet genoemd in 1.A.1., met een bereik van ten minste 300 km. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A105 |
Raketmotoren voor vloeibare stuwstof, als hieronder:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M2A1c2 |
raketmotoren voor vloeibare stuwstof of stuwstof in gelvorm die geïntegreerd zijn, of ontworpen of aangepast zijn om te worden geïntegreerd, in een propulsiesysteem voor vloeibare stuwstof met een totaal impulsvermogen gelijk aan of groter dan 1,1 × 106 Ns; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M20A1b2 |
Raketmotoren voor vloeibare stuwstof of stuwstof in gelvorm die geïntegreerd zijn, of ontworpen of aangepast zijn om te worden geïntegreerd, in een propulsiesysteem voor vloeibare stuwstof met een totaal impulsvermogen gelijk aan of groter dan 8,41 × 105 Ns, maar lager dan 1,1 × 106 Ns; |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A106 |
Systemen of onderdelen, andere dan bedoeld in 9A006, als hieronder, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof:
|
M3A3 |
Raketmotorbehuizingen, “isolatie”-onderdelen en straalpijpen daarvoor, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.1. Technische noot: In 3.A.3. staat “isolatie” voor toepassing op de onderdelen van een raketmotor — d.w.z. behuizing, straalpijp, inlaten en afdichtingen van de behuizing — tevens voor gevulkaniseerde of half-gevulkaniseerde samengestelde rubber onderdelen die plaatmateriaal omvatten dat een isolerend of hittebestendig materiaal bevat. Isolatie kan ook zijn aangebracht in de vorm van moffen of flappen om spanningen te ontlasten.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M2A1e |
Subsystemen voor het regelen van de stuwstraalrichting, geschikt voor het gebruik in de onder 1.A. vermelde systemen, met de in de noot onder 2.A.1. omschreven uitzondering voor subsystemen die zijn ontworpen voor raketsystemen met een “bereik” en “laadvermogen” die niet groter zijn dan die van de onder 1.A vermelde systemen; Technisch Technische noot: 2.A.1.e. omvat de volgende methoden voor het regelen van de stuwstraalrichting:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A5 |
Regelsystemen voor stuwstof in vloeibare, “slurry”- en gelvorm (met inbegrip van oxidatiemiddelen), en speciaal daarvoor ontwikkelde onderdelen, die geschikt zijn voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., welke ontworpen of aangepast zijn om te kunnen werken in trillingsomstandigheden van meer dan 10 g rms tussen 20 Hz en 2 kHz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M3A10 |
Verbrandingskamers en straalpijpen voor raketmotoren voor vloeibare stuwstof, geschikt voor gebruik in de subsystemen vermeld onder 2.A.1.c.2. of 20.A.1.b.2. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A107 |
Raketmotoren voor vaste stuwstof, geschikt voor gebruik in complete raketsystemen of onbemande luchtvaartuigen met een bereik van 300 km, anders dan bedoeld in 9A007, met een totaal impulsvermogen gelijk aan of groter dan 0,841 MNs.
|
M20A1b1 |
Raketmotoren voor vaste stuwstof of hybride raketmotoren met een totaal impulsvermogen gelijk aan of groter dan 8,41 × 105 Ns, maar lager dan 1,1 × 106 Ns; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A108 |
Onderdelen, andere dan bedoeld in 9A008, als hieronder, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vaste brandstof:
|
M3A3 |
Raketmotorbehuizingen, “isolatie”-onderdelen en straalpijpen daarvoor, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.1. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M3A3 |
Technische noot: In 3.A.3. staat “isolatie” voor toepassing op de onderdelen van een raketmotor — d.w.z. behuizing, straalpijp, inlaten en afdichtingen van de behuizing — tevens voor gevulkaniseerde of half-gevulkaniseerde samengestelde rubber onderdelen die plaatmateriaal omvatten dat een isolerend of hittebestendig materiaal bevat. Isolatie kan ook zijn aangebracht in de vorm van moffen of flappen om spanningen te ontlasten.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M2A1e |
Subsystemen voor het regelen van de stuwstraalrichting, geschikt voor het gebruik in de onder 1.A. vermelde systemen, met de in de noot onder 2.A.1. omschreven uitzondering voor subsystemen die zijn ontworpen voor raketsystemen met een “bereik” en “laadvermogen” die niet groter zijn dan die van de onder 1.A vermelde systemen; Technische noot: 2.A.1.e. omvat de volgende methoden voor het regelen van de stuwstraalrichting:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A109 |
Hybride raketmotoren en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:
|
M3A6 |
Speciaal ontworpen onderdelen voor hybride raketmotoren zoals vermeld onder 2.A.1.c.1. en 20.A.1.b.1. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M20A1b |
Raketvoortstuwingssubsystemen, niet genoemd in 2.A.1., die geschikt zijn voor gebruik in systemen genoemd in 19.A.1., als volgt:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M2A1c |
Raketvoortstuwingssubsystemen, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld in 1.A., als volgt:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A110 |
Composietmateriaal structuren, laminaten en daarvan vervaardigde producten, anders dan bedoeld in 9A010, speciaal ontworpen voor gebruik in “raketten” of in de subsystemen, bedoeld in 9A005, 9A007, 9A105, 9A106.c., 9A107, 9A108.c., 9A116 of 9A119.
Technische noot: In 9A110 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km. |
M6A1 |
Composieten, laminaten en producten daarvan, speciaal ontworpen voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. en in de subsystemen vermeld onder 2.A. of 20.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A111 |
Pulserende straalmotoren, geschikt voor gebruik in “raketten” of onbemande luchtvaartuigen, genoemd in 9A012 of 9A112.a., en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.
|
M3A2 |
Stuwstraalmotoren (“ramjet” en “scramjet”)/pulserende straalmotoren/“motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus”, waaronder apparaten voor het regelen van de verbranding, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen die geschikt zijn voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.2. Technische noot: In 3.A.2. wordt verstaan onder “motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus” voor motoren die gebruikmaken van twee of meer cycli van de volgende soorten: combi-elektriciteitscentrale (turbinestraal-, tunnelschroefturbine-, asturbine- en schroefturbinemotoren), Stuwstraalmotoren (ramjet en scramjet), pulserende straalmotoren, motoren, pulse detonation raketmotor (vloeistof/solid-propellant en hybride) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A112 |
“Onbemande luchtvaartuigen” (“UAV's”), anders dan bedoeld in 9A012, als hieronder:
|
M19A2 |
Complete systemen voor onbemande luchtvaartuigen (onder meer kruisraketten, bewapende drones en verkenningsdrones), niet genoemd in 1.A.2., met een “bereik” van ten minste 300 km. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M19A3 |
Complete systemen voor onbemande luchtvaartuigen, niet genoemd in 1.A.2. of 19.A.2., met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A115 |
Lanceerinrichtingen, als hieronder:
|
M12A1 |
Apparatuur en toestellen, ontworpen of aangepast voor het bedienen, besturen, ontsteken of lanceren van de systemen vermeld in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
M12A2 |
Voertuigen, ontworpen of aangepast voor het vervoeren, bedienen, besturen, ontsteken of lanceren van de systemen vermeld in 1.A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A116 |
Terugkeervoertuigen, geschikt voor gebruik in “raketten”, en apparatuur, speciaal ontworpen of aangepast daarvoor, als hieronder:
|
M2A1b |
Terugkeervoertuigen en daarvoor ontworpen en aangepaste apparatuur, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A, met de in de noot onder 2.A.1. omschreven uitzondering voor terugkeervoertuigen die zijn ontworpen voor het vervoeren van nuttige lading anders dan bewapening:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A117 |
Systemen voor het scheiden of afwerpen van rakettrappen en verbindingsstukken tussen rakettrappen, geschikt voor gebruik in “raketten”.
|
M3A4 |
Systemen voor het scheiden of afwerpen van rakettrappen en verbindingsstukken tussen rakettrappen daarvoor, geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A.
Technische noot: Fasering en scheiding van mechanismen zoals vermeld onder 3.A.4., mag een aantal van de volgende onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A118 |
Apparaten voor het regelen van de verbranding van stuwstof voor motoren, geschikt voor gebruik in “raketten” of onbemande luchtvaartuigen, genoemd in 9A012 of 9A112.a., als bedoeld in 9A011 of 9A111. |
M3A2 |
Stuwstraalmotoren (“ramjet” en “scramjet”)/pulserende straalmotoren/“motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus”, waaronder apparaten voor het regelen van de verbranding, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen die geschikt zijn voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A. of 19.A.2. Technische noot: In 3.A.2. wordt verstaan onder “motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus” voor motoren die gebruikmaken van twee of meer cycli van de volgende soorten: combi-elektriciteitscentrale (turbinestraal-, tunnelschroefturbine-, gasturbine- en schroefturbinemotoren), Stuwstraalmotoren (ramjet en scramjet), pulserende straalmotoren, motoren, pulse detonation raketmotor (vloeistof/solid-propellant en hybride). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A119 |
Afzonderlijke rakettrappen, geschikt voor gebruik in volledige raketsystemen of onbemande luchtvaartuigen, met een bereik van 300 km, anders dan bedoeld in 9A005, 9A007, 9A009, 9A105, 9A107 en 9A109. |
M2A1a |
Afzonderlijke rakettrappen geschikt voor gebruik in de systemen vermeld onder 1.A.; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M20A1a |
Complete subsystemen, als volgt: a. afzonderlijke rakettrappen, niet genoemd in 2.A.1., die geschikt zijn voor gebruik in systemen genoemd in 19.A.; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A120 |
Tanks voor vloeibare stuwstof, anders dan vermeld onder 9A006, speciaal ontworpen voor de onder 1C111 vermelde stuwstoffen of “andere vloeibare stuwstoffen” die worden gebruikt in raketsystemen die een nuttige last van ten minste 500 kg kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km. |
M3A8 |
Tanks voor vloeibare stuwstof, speciaal ontworpen voor de onder 4.C. vallende stuwstoffen of voor andere, in 1.A.1. vermelde vloeibare stuwstoffen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A121 |
Afwerpbare aansluitingen en verbindingsstukken voor elektrische connectoren, speciaal ontworpen voor “raketten”, ruimtelanceervoertuigen bedoeld in 9A004 of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. Technische noot: Verbindingsstukken voor connectoren bedoeld in 9A121 omvatten tevens elektrische connectoren tussen de “raketten”, ruimtelanceervoertuigen of sonderingsraketten en hun nuttige lading. |
M11A5 |
Afwerpbare aansluitingen en verbindingsstukken voor elektrische connectoren, speciaal ontworpen voor de systemen vermeld in 1.A.1. of 19.A.1. Technische noot: De verbindingsstukken voor connectoren vermeld in 11.A.5. omvatten tevens elektrische connectoren tussen de systemen vermeld in 1.A.1. of 19.A.1. en hun “nuttige lading”. |
9B Test-, inspectie- en productieapparatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9B005 |
Gekoppelde (onvertraagde (“real time”)) regelsystemen, instrumentatie (met inbegrip van sensoren) en geautomatiseerde apparatuur voor het verzamelen en verwerken van gegevens, speciaal ontworpen voor gebruik met:
|
M15B2 |
“Aerodynamische testfaciliteiten” voor snelheden van ten minste Mach 0.9, geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A. of 19.A. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9B006 |
Apparatuur voor het testen door middel van akoestische trillingen, geschikt voor het voortbrengen van een geluidsdrukniveau van 160 dB of meer (referentiestandaard: 20 μΡa) met een gespecificeerd uitgangsvermogen van 4 kW of meer bij een temperatuur van de testruimte hoger dan 1 273 K (1 000 °C), en speciaal daarvoor ontworpen kwarts-verwarmingselementen.
|
M15B4b |
Klimaatkamers, geschikt om alle volgende vliegomstandigheden te simuleren:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9B105 |
“Aerodynamische testfaciliteiten” voor snelheden van Mach 0,9 of meer, geschikt voor “raketten” en subsystemen daarvan.
|
M15B2 |
“Aerodynamische testfaciliteiten” voor snelheden van ten minste Mach 0.9, geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A. of 19.A. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9B106 |
Klimaatkamers en echovrije kamers, als hieronder:
|
M15B4 |
Klimaatkamers geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A. of 19.A. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A, als volgt:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9B115 |
Speciaal ontworpen “productieapparatuur” voor de systemen, subsystemen en onderdelen bedoeld in 9A005 tot en met 9A009, 9A011, 9A101, 9A102, 9A105 tot en met 9A109, 9A111, 9A116 tot en met 9A120. |
M2B2 |
“Productieapparatuur” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 2.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M3B2 |
“Productieapparatuur”, speciaal ontwikkeld voor de in 3.A.1., 3.A.2., 3.A.3., 3.A.4., 3.A.5., 3.A.6., 3.A.8., 3.A.9., en 3.A.10. vermelde apparatuur of materialen. of 3.C. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M20B2 |
“Productieapparatuur” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 20.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9B116 |
Speciaal ontworpen “productiefaciliteiten” voor de ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of systemen, subsystemen en onderdelen bedoeld in 9A005 tot en met 9A009, 9A011, 9A101, 9A102, 9A104 tot en met 9A109, 9A111, 9A116 tot en met 9A120 of “raketten”. Technische noot: In 9B116 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
M1B1 |
“Productiefaciliteiten” speciaal ontworpen voor de systemen vermeld in 1.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M2B1 |
“Productiefaciliteiten” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 2.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M3B1 |
“Productiefaciliteiten”, speciaal ontworpen voor de in 3.A.1., 3.A.2., 3.A.3., 3.A.4., 3.A.5., 3.A.6., 3.A.8., 3.A.9., en 3.A.10. vermelde apparatuur of materialen. of 3.C. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M19B1 |
“Productiefaciliteiten”, speciaal ontworpen voor de systemen bedoeld in 19.A.1 of 19.A.2. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M20B1 |
“Productiefaciliteiten” speciaal ontworpen voor de subsystemen vermeld onder 20.A. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9B117 |
Testbanken en testopstellingen voor het testen van raketten of raketmotoren met vaste of vloeibare stuwstof, met een van de twee hiernavolgende eigenschappen:
|
M15B3 |
Testbanken/testopstellingen geschikt voor gebruik in de systemen genoemd in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A. die geschikt zijn voor het testen van raketten of motoren met vaste of vloeibare stuwstof met een stuwkracht van meer dan 68 kN, of die gelijktijdig de drie axiale stuwstraalvectoren kunnen meten. |
9C Materialen
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||
9C108 |
Los “isolatie”-materiaal en “binnenbekleding”, anders dan bedoeld in 9A008, voor raketmotoromhullingen die geschikt zijn voor gebruik in “raketten” of speciaal zijn ontworpen voor “raketten”. Technische noot: In 9A108 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
M3C1 |
“Binnenbekleding”, geschikt voor gebruik in raketmotorbehuizingen in de systemen vermeld onder 2.A. of speciaal ontworpen voor de systemen vermeld onder 19.A.1. of 20.A.2. Technische noot: In 3.C.1. staat “binnenbekleding” voor de hechtlaag tussen de vaste stuwstof en de behuizing of isolerende bekleding doorgaans een op vloeibare polymeren gebaseerde dispersie van hittebestendige of isolerende materialen, bijvoorbeeld polybutadieen met hydroxy-eindgroep (HTPB) met koolstof als vulmateriaal of een andere polymeer waaraan uithardingsmiddelen zijn toegevoegd, waarmee het inwendige van een behuizing wordt gespoten of bestreken. |
||||||||||
M3C2 |
Los “isolatie”-materiaal, geschikt voor gebruik in raketmotorbehuizingen in subsystemen zoals vermeld onder 2.A.1.c.1. of speciaal ontworpen voor de in 20.A.1.b.1. vermelde subsystemen. Technische noot: In 3.C.2. staat “isolatie” voor toepassing op de onderdelen van een raketmotor — d.w.z. behuizing, straalpijp, inlaten en afdichtingen van de behuizing — tevens voor gevulkaniseerde of half-gevulkaniseerde samengesteld rubber plaatmateriaal dat een isolerend of hittebestendig materiaal bevat. Het kan ook zijn aangebracht in de vorm van moffen of flappen ter ontlasting van spanningen, zoals vermeld onder 3.A.3. |
||||||||||||
9C110 |
Met hars geïmpregneerde vezels (“prepregs”) en met metaal beklede vezels (“preforms”) daarvoor, voor composiete structuren, laminaten en daarvan vervaardigde producten als bedoeld in 9A110, met een organische of metaalmatrix versterkt met stapel- of continuvezels met een “specifieke treksterkte” van meer dan 7,62 × 104 m en een “specifieke modulus” van meer dan 3,18 × 106 m.
|
M6C1 |
Met hars geïmpregneerde vezels (“prepregs”) en met metaal beklede vezels (“preforms”), voor de onder 6.A.1. vermelde goederen, vervaardigd met een organische of metaalmatrix versterkt met stapel- of continuvezels met een specifieke treksterkte van meer dan 7,62 × 104 m en een specifieke modulus van meer dan 3,18 × 106 m.
|
9D Programmatuur
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||||||||||||||||
9D001 |
“Programmatuur” die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “technologie”, bedoeld in 9A001 tot en met 9A119, 9B of 9E003. |
M3D3 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of gewijzigd voor de “ontwikkeling” van apparatuur zoals vermeld onder 3.A.2., 3.A.3. of 3.A.4. |
||||||||||||||||||
9D002 |
“Programmatuur” die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in in 9A001 tot en met 9A119 of 9B. |
M2D2 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van raketmotoren als vermeld onder 2.A.1.c. |
||||||||||||||||||
9D004 |
Overige “programmatuur”, als hieronder:
|
M19D1 |
“Programmatuur” die de functie van meer dan een subsysteem coördineert, speciaal ontworpen of aangepast voor “gebruik” in de systemen genoemd in 19.A.1. of 19.A.2. |
||||||||||||||||||
9D101 |
Speciaal ontworpen of aangepaste “programmatuur” voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 9B105, 9B106, 9B116 of 9B117. |
M1D1 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van “productiefaciliteiten” als vermeld in 1.B. |
||||||||||||||||||
M2D1 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van “productiefaciliteiten” als vermeld onder 2.B.1. |
||||||||||||||||||||
M3D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van “productiefaciliteiten” en vloeidraaibanken zoals vermeld onder 3.B.1. of 3.B.3. |
||||||||||||||||||||
M12D1 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld in 12.A.1. |
||||||||||||||||||||
M15D1 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur genoemd in 15.B. die kan worden gebruikt voor het testen van de systemen genoemd in 1.A., 19.A.1. of 19.A.2. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A. |
||||||||||||||||||||
M20D1 |
“Programmatuur” die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 20.B.1. |
||||||||||||||||||||
9D103 |
Speciaal ontworpen “programmatuur” voor het modelleren, het simuleren of de ontwerpintegratie van de ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104, of “raketten” of de subsystemen, bedoeld in 9A005, 9A007, 9A105, 9A106.c., 9A107, 9A108.c., 9A116 of 9A119.
|
M16D1 |
Speciaal ontworpen “programmatuur” voor het modelleren, de simulatie of de ontwerpintegratie van systemen genoemd in 1.A. of de subsystemen genoemd in 2.A. of 20.A. Technische noot: Het modelleren behelst met name de aerodynamische en thermodynamische analyse van de systemen. |
||||||||||||||||||
9D104 |
Speciaal ontworpen of aangepaste “programmatuur” voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 9A001, 9A005, 9A006.d, 9A006.g., 9A007.a, 9A008.d., 9A009.a., 9A010.d., 9A011, 9A101, 9A102, 9A105, 9A106.c., 9A106.d., 9A107, 9A108.c., 9A109, 9A111, 9A115.a., 9A116.d., 9A117 of 9A118. |
M2D2 M2D4 M3D2 M2D5 M20D2 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van raketmotoren als vermeld onder 2.A.1.c. “Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het gebruik of onderhoud van de apparatuur vermeld in 2.B.1. “Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van de apparatuur vermeld onder 3.A.1., 3.A.2., 3.A.4., 3.A.5., 3.A.6. of 3.A.9.
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het gebruik of onderhoud van subsystemen in 2.A.1.e. “Programmatuur”, niet genoemd in 2.D.2., die speciaal is ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van raketmotoren genoemd in 20.A.1.b. |
||||||||||||||||||
9D105 |
“Programmatuur” die de functies van meer dan één subsysteem coördineert, anders dan bedoeld in 9D003.e., en die speciaal is ontworpen of aangepast voor het “gebruik” in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104., of “raketten”. Technische noot: In 9D105 worden onder “raketten” complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
M1D2 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het coördineren van de functies van meer dan één subsysteem in systemen zoals vermeld in 1.A. |
||||||||||||||||||
M19D1 |
“Programmatuur” die de functie van meer dan een subsysteem coördineert, speciaal ontworpen of aangepast voor “gebruik” in de systemen genoemd in 19.A.1. of 19.A.2. |
9E Technologie
De overeenkomstige systemen, apparatuur en onderdelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik |
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (M.TCR): bijlage met apparatuur, programmatuur en technologie |
||||||
9E001 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van apparatuur. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||||
9E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur materialen, zie 1E002.f. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||||
9E101 |
|
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”. |
||||
9E102 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van ruimtelanceervoertuigen bedoeld in 9A004, goederen bedoeld in 9A005 tot en met 9A011, “onbemande luchtvaartuigen” bedoeld in 9A012 of goederen, bedoeld in 9A101, 9A102, 9A104 tot en met 9A111, 9A115 tot en met 9A121, 9B105, 9B106, 9B115, 9B116, 9B117, 9D101 of 9D103. Technische noot: In 9E102 wordt onder “onbemande luchtvaartuigen” verstaan onbemande luchtvaartuigen met een actieradius van meer dan 300 km. |
M |
Specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie kan de vorm aannemen van “technische gegevens” of “technische bijstand”.” |
BIJLAGE III
„BIJLAGE VII B
Grafiet en metalen (ruw of halffabricaat), bedoeld in artikel 15 bis
GS-codes en omschrijvingen
1. |
Ruw of halffabricaat grafiet
|
2. |
Corrosiebestendig edelstaal (chroomgehalte > 12 %) in de vorm van vellen, platen, buizen of staven
|
3. |
Aluminium en legeringen in de vorm van vellen, platen, buizen of staven
|
4. |
Titanium en legeringen in de vorm van vellen, platen, buizen of staven
|
5. |
Nikkel en legeringen in de vorm van vellen, platen, buizen of staven
|
Toelichting: de in de punten 2, 3, 4 en 5 bedoelde metaallegeringen zijn legeringen waarin het genoemde metaal een hoger gewichtspercentage heeft dan enig ander element.