ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 204

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

59e jaargang
29 juli 2016


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1241 van de Commissie van 13 juli 2016 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Huile d'olive de Haute-Provence (BOB))

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1242 van de Commissie van 13 juli 2016 tot inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Flönz (BGA))

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1243 van de Commissie van 27 juli 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

4

 

*

Verordening (EU) 2016/1244 van de Commissie van 28 juli 2016 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde aromastoffen uit een groep gekenmerkt door een alfa,bèta-onverzadigde structuur ( 1 )

7

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1245 van de Commissie van 28 juli 2016 tot vaststelling van een voorlopige concordantietabel voor de codes van de gecombineerde nomenclatuur, neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad, en de vermeldingen van afvalstoffen die zijn opgenomen in de bijlagen III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overbrenging van afvalstoffen ( 1 )

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1246 van de Commissie van 28 juli 2016 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand, van oorsprong uit de Volksrepubliek China

70

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1247 van de Commissie van 28 juli 2016 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op aspartaam van oorsprong uit de Volksrepubliek China

92

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1248 van de Commissie van 28 juli 2016 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wat betreft de vermelding van Botswana in de lijst van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit vers vlees in de Unie mag worden binnengebracht ( 1 )

112

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1249 van de Commissie van 28 juli 2016 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

115

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG ( PB L 126 van 14.5.2016 )

118

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1241 VAN DE COMMISSIE

van 13 juli 2016

tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Huile d'olive de Haute-Provence (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Frankrijk tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Huile d'olive de Haute-Provence”, die bij Verordening (EG) nr. 2036/2001 van de Commissie (2) is geregistreerd.

(2)

Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3).

(3)

Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de benaming „Huile d'olive de Haute-Provence” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 2036/2001 van de Commissie van 17 oktober 2001 tot aanvulling van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 betreffende de inschrijving van bepaalde benamingen in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen” bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 275 van 18.10.2001, blz. 9).

(3)  PB C 108 van 23.3.2016, blz. 22.


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1242 VAN DE COMMISSIE

van 13 juli 2016

tot inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Flönz (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Duitsland tot registratie van de benaming „Flönz” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming „Flönz” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De benaming „Flönz” (BGA) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Met de in de eerste alinea vermelde benaming wordt een product aangeduid van categorie 1.2. (Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB C 107 van 22.3.2016, blz. 12.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1243 VAN DE COMMISSIE

van 27 juli 2016

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 183, onder b),

Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (2), en met name artikel 5, lid 6, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, en voor ovalbumine, bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten, alsmede de representatieve prijzen vastgesteld.

(2)

Uit de regelmatige controle van de gegevens die als basis worden gebruikt voor het bepalen van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van de naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1484/95 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juli 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, en houdende vaststelling van representatieve prijzen en intrekking van Verordening nr. 163/67/EEG (PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47).


BIJLAGE

„BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

Representatieve prijs

(EUR/100 kg)

In artikel 3 bedoelde zekerheid

(EUR/100 kg)

Oorsprong (1)

0207 12 10

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren

124,9

0

AR

0207 12 90

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren

140,0

0

AR

151,7

0

BR

0207 14 10

Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren

289,7

3

AR

176,7

42

BR

284,7

5

CL

240,8

18

TH

0207 27 10

Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren

362,7

0

BR

362,4

0

CL

0408 91 80

Eieren uit de schaal, gedroogd

390,3

0

AR

1602 32 11

Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken

187,3

31

BR


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.”


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/7


VERORDENING (EU) 2016/1244 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 2016

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde aromastoffen uit een groep gekenmerkt door een alfa,bèta-onverzadigde structuur

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (1), en met name artikel 11, lid 3,

Gezien Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (2), en met name artikel 7, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 bevat een EU-lijst van voor gebruik in en op levensmiddelen goedgekeurde aroma's en uitgangsmaterialen, en de gebruiksvoorwaarden ervan.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012 van de Commissie (3) is een lijst van aromastoffen vastgesteld en in deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 opgenomen.

(3)

Die lijst kan hetzij op initiatief van de Commissie hetzij ingevolge een aanvraag door een lidstaat of belanghebbende partij worden bijgewerkt volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008.

(4)

De EU-lijst van aroma's en uitgangsmaterialen bevat een aantal stoffen waarvoor de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om aanvullende wetenschappelijke gegevens heeft gevraagd om de beoordeling te kunnen voltooien; de termijnen voor het indienen van die gegevens zijn vastgesteld in bijlage I, deel A, bij Verordening (EG) nr. 1334/2008.

(5)

Overeenkomstig de EU-lijst moesten voor vijf van de tot de aromagroepevaluatie FGE 208rev.1 behorende stoffen, te weten p-mentha-1,8-dieen-7-ol (FL-nr. 02.060), myrtenol (FL-nr. 02.091), myrtenal (FL-nr. 05.106), p-mentha-1,8-dieen-7-ylacetaat (FL-nr. 09.278) en myrtenylacetaat (FL-nr. 09.302), uiterlijk op 31 december 2012 aanvullende wetenschappelijke gegevens worden ingediend. De aanvrager heeft deze gegevens ingediend.

(6)

Die chemische groep omvat ook de stof p-mentha-1,8-dieen-7-al (FL-nr. 05.117), die als representatieve stof voor de groep werd gebruikt en waarvan de toxiciteitsgegevens werden ingediend.

(7)

De EFSA heeft de ingediende gegevens beoordeeld en in haar wetenschappelijk advies van 24 juni 2015 (4) geconcludeerd dat de stof p-mentha-1,8-dieen-7-al (FL-nr. 05.117) in vivo genotoxisch is en dat het gebruik ervan als aromastof derhalve een veiligheidsrisico inhoudt. Deze stof is bij Verordening (EU) 2015/1760 van de Commissie (5) reeds uit de EU-lijst geschrapt.

(8)

In dat advies heeft de EFSA ook geconcludeerd dat, aangezien p-mentha-1,8-dieen-7-al (FL-nr. 05.117) representatief is voor de groep, de andere stoffen in die groep een veiligheidsrisico kunnen inhouden.

(9)

Om de veiligheid van die vijf stoffen in meer detail te kunnen beoordelen, werd de betrokken ondersteunende partijen formeel verzocht uiterlijk op 30 april 2016 aanvullende toxiciteitsstudies in te dienen om de EFSA in staat te stellen haar beoordeling te voltooien.

(10)

De betrokken ondersteunende partijen hebben de gevraagde nieuwe studies voor 30 april 2016 ingediend.

(11)

In afwachting van de beoordeling door de EFSA van de nieuwe wetenschappelijke gegevens, indien van toepassing de uiteindelijke volledige beoordeling van de stoffen overeenkomstig de procedure van het CEF-panel van de EFSA, en de voltooiing van het daaropvolgende regelgevingsproces, is het bovendien gepast om de gebruiksvoorwaarden voor die vijf stoffen te wijzigen om het huidige daadwerkelijke gebruik van die stoffen beter weer te geven.

(12)

Om technische redenen moeten overgangsperioden worden vastgesteld voor levensmiddelen waaraan een van de vijf aromastoffen is toegevoegd en die vóór de inwerkingtreding van deze verordening in de handel zijn gebracht of uit derde landen naar de Unie zijn verzonden.

(13)

Bijlage I, deel A, bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I, deel A, bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

1.   Levensmiddelen waaraan de aromastof p-mentha-1,8-dieen-7-ol (FL-nr. 02.060), de aromastof myrtenol (FL-nr. 02.091), de aromastof myrtenal (FL-nr. 05.106), de aromastof p-mentha-1,8-dieen-7-ylacetaat (FL-nr. 09.278) of de aromastof myrtenylacetaat (FL-nr. 09.302) is toegevoegd, die niet voldoen aan de voorwaarden van de bijlage bij deze verordening en die vóór de inwerkingtreding van deze verordening legaal in de handel zijn gebracht, mogen tot hun datum van minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum worden verkocht.

2.   Levensmiddelen die in de Unie werden ingevoerd en waaraan een van de in lid 1 genoemde aromastoffen is toegevoegd en die niet voldoen aan de voorwaarden van de bijlage bij deze verordening, mogen tot hun datum van minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum worden verkocht, indien de importeur van die levensmiddelen kan aantonen dat zij vóór de inwerkingtreding van deze verordening uit het derde land verzonden en naar de Unie onderweg waren.

3.   De overgangsperioden van de leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op mengsels van aroma's.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34.

(2)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012 van de Commissie van 1 oktober 2012 tot vaststelling van de lijst van aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad, tot opname van die lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1565/2000 van de Commissie en Beschikking 1999/217/EG van de Commissie (PB L 267 van 2.10.2012, blz. 1).

(4)  Scientific Opinion on Flavouring Group Evaluation 208 Revision 1 (FGE.208Rev1): Consideration of genotoxicity data on representatives for 10 alicyclic aldehydes with the α,β-unsaturation in ring/side-chain and precursors from chemical subgroup 2.2 of FGE.19. EFSA Journal 2015;13(7):4173, 28 blz., doi:10.2903/j.efsa.2015.4173. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal

(5)  Verordening (EU) 2015/1760 van de Commissie van 1 oktober 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het schrappen van de aromastof p-mentha-1,8-dieen-7-al uit de EU-lijst (PB L 257 van 2.10.2015, blz. 27).


BIJLAGE

Tabel 1 van bijlage I, deel A, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 1334/2008 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende FL-nr. 02.060 worden vervangen door:

„02.060

p-mentha-1,8-dieen-7-ol

536-59-4

974

2024

 

in de categorieën 1, 3, 4.2, 5 (behalve categorie 5.3), 6, 7, 14.1, 14.2 en 16

1

EFSA”

b)

de gegevens betreffende FL-nr. 02.091 worden vervangen door:

„02.091

myrtenol

515-00-4

981

10285

 

in de categorieën 1, 3, 5, 6, 14.1, 14.2, 15 en 16

1

EFSA”

c)

de gegevens betreffende FL-nr. 05.106 worden vervangen door:

„05.106

myrtenal

564-94-3

980

10379

 

in de categorieën 1, 2, 3, 4.2, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14.1, 14.2, 15 en 16

1

EFSA”

d)

de gegevens betreffende FL-nr. 09.278 worden vervangen door:

„09.278

p-mentha-1,8-dieen-7-ylacetaat

15111-96-3

975

10742

 

in de categorieën 1, 3, 5, 6, 7, 8, 14.1, 14.2 en 16

1

EFSA”

e)

de gegevens betreffende FL-nr. 09.302 worden vervangen door:

„09.302

myrtenylacetaat

1079-01-2

982

10887

 

in de categorieën 1, 3, 4.2, 5, 6, 7, 14.1 en 14.2

1

EFSA”


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1245 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 2016

tot vaststelling van een voorlopige concordantietabel voor de codes van de gecombineerde nomenclatuur, neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad, en de vermeldingen van afvalstoffen die zijn opgenomen in de bijlagen III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overbrenging van afvalstoffen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (1), en met name artikel 50, lid 4 sexies,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De voorlopige concordantietabel moet betrekking hebben op de afvalcodes die zijn vastgesteld in het kader van het Verdrag van Bazel van 22 maart 1989 inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, en Besluit C(2001)107/Final van de OESO-Raad inzake de herziening van Besluit C(92)39/Final betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor handelingen ter nuttige toepassing. Deze codes zijn opgenomen in de bijlagen III en IV en de delen 1 en 3 van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006. De afvalcodes die zijn opgenomen in bijlage III B en in deel 2 van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 mogen niet onder de voorlopige concordantietabel vallen, omdat zij in de eerste plaats van toepassing zijn op de overbrenging binnen de Europese Unie, waarbij de douaneautoriteiten normaal gesproken niet betrokken zijn. Mogelijke concordanties voor elk van de vermeldingen van afvalstoffen die zijn opgenomen in bijlage III A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006, kunnen worden afgeleid aan de hand van de concordanties van de afvalcodes die zijn opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006. Er worden geen concordanties van de vermeldingen van afvalstoffen van bijlage IV A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 weergegeven aangezien die bijlage leeg is.

(2)

Als gevolg van verschillen in de producten die vallen onder de codes van de gecombineerde nomenclatuur die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (2) (hierna: „GN-codes”), en de vermeldingen van afvalstoffen die zijn opgenomen in de bijlagen III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 (hierna: „afvalcodes”), is een duidelijke en volledige overeenstemming tussen die codes niet altijd mogelijk. Als er zulke verschillen zijn, is het noodzakelijk om de concordantie tussen de codes bij benadering vast te stellen teneinde de best mogelijke overeenstemming te bereiken.

(3)

De belanghebbenden zijn geraadpleegd op basis van een in opdracht van de Europese Commissie verrichte studie ter beoordeling van de aard van de goederen die respectievelijk onder de GN-code en de afvalcodes vallen; de ontwerpconcordantietabel die resulteerde uit de studie en de raadpleging van de belanghebbenden is in januari 2015 goedgekeurd door de afdeling Tarief- en statistieknomenclatuur van het Comité douanewetboek. De voorlopige concordantietabel moet worden vastgesteld op basis van dat ontwerp.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Een voorlopige tabel die de concordantie weergeeft tussen de codes van de gecombineerde nomenclatuur („GN-codes”), neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2658/87, en de vermeldingen van afvalstoffen die zijn opgenomen in de bijlagen III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006, wordt vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).


BIJLAGE

Concordantietabel voor de codes van de gecombineerde nomenclatuur, neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2658/87, en de vermeldingen van afvalstoffen die zijn opgenomen in de bijlagen III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006

Inleidende aantekeningen

1.

De concordantietabel voor de codes van de gecombineerde nomenclatuur („GN-codes”) en de vermeldingen van afvalstoffen die zijn opgenomen in de bijlagen III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 („afvalcodes”) wordt in de tabellen A en B op twee verschillende manieren weergegeven.

In tabel A worden in kolom 1 de afvalcodes gesorteerd in stijgende alfanumerieke volgorde en worden zij gekoppeld aan de GN-codes in kolom 2.

In tabel B worden in kolom 3 de GN-codes gesorteerd in stijgende numerieke volgorde en worden zij gekoppeld aan de afvalcodes in kolom 4.

De afvalcodes van kolom 1 en de GN-codes van kolom 3 verschijnen slechts eenmaal in de respectieve kolommen.

2.

De afvalcodes die zijn geselecteerd voor concordantie uit de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1013/2006, zijn de codes die zijn vastgesteld door middel van internationale overeenkomsten, met name in het kader van het Verdrag van Bazel of door de OESO. Omwille van de eenvoud wordt er in deze concordantietabel geen rekening mee gehouden dat bepaalde afvalstoffen op grond van internationale overeenkomsten onderverdelingen en subonderverdelingen hebben (bv. B3010).

3.

In tabel A worden sommige afvalcodes gekoppeld aan meer dan één GN-code en in tabel B worden bepaalde GN-codes gekoppeld aan meer dan één afvalcode. Om te bepalen welke van de verschillende codes van toepassing is, moeten de omschrijvingen van de codes in de respectieve verordeningen in aanmerking worden genomen.

Tabel A

 

Tabel B

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Kolom 4

Afvalcode (1)

GN code (2)  (3)

GN-code (2)  (3)

Afvalcode (1)

A1010

ex 2620 60 00

 

ex 0501 00 00

B3070

ex 2843 90 10

 

ex 0502 10 00

A3110

ex 2853 00 90

 

B3110

ex 3825 69 00

 

GN010

ex 3825 90 90

 

ex 0502 90 00

A3110

ex 7112 91 00

 

B3110

ex 7112 92 00

 

GN010

ex 7112 99 00

 

ex 0505 10 10

GN030

ex 7802 00 00

 

ex 0505 10 90

GN030

ex 8107 30 00

 

ex 0505 90 00

GN030

ex 8110 20 00

 

ex 0506 10 00

B3060

ex 8112 13 00

 

ex 0506 90 00

B3060

ex 8112 52 00

 

ex 0511 91 10

B3060

A1020

ex 2620 29 00

 

ex 0511 99 10

A3110

ex 2620 91 00

 

B3110

ex 2620 99 95

 

ex 0511 99 85

A3110

ex 2621 90 00

 

B3110

ex 3825 20 00

 

GN020

ex 3825 69 00

 

ex 1213 00 00

B3060

ex 3825 90 90

 

B3070

ex 7112 91 00

 

ex 1404 90 00

B3060

ex 7112 92 00

 

ex 15

B3065

ex 7112 99 00

 

ex 1515 11 00

A4040

ex 7802 00 00

 

ex 1515 19 10

A4040

ex 8107 30 00

 

ex 1518 00

A4040

ex 8110 20 00

 

ex 1522 00 10

B3060

ex 8112 13 00

 

ex 1522 00 31

B3060

A1030

ex 2620 60 00

 

ex 1522 00 39

B3060

ex 2621 90 00

 

ex 1522 00 91

B3060

ex 2843 90 10

 

ex 1522 00 99

B3060

ex 2853 00 90

 

ex 1802 00 00

B3060

ex 3825 20 00

 

ex 2301 10 00

B3060

ex 3825 69 00

 

ex 2301 20 00

B3060

ex 3825 90 90

 

ex 2302

B3060

ex 8112 52 00

 

ex 2303

B3060

A1040

ex 3825 20 00

 

ex 2304 00 00

B3060

ex 3825 50 00

 

ex 2305 00 00

B3060

ex 3825 61 00

 

ex 2306

B3060

ex 3825 69 00

 

ex 2307 00 11

B3060

ex 3825 90 90

 

ex 2307 00 19

B3060

A1050

ex 2620 19 00

 

ex 2308 00 11

B3060

ex 2620 29 00

 

ex 2308 00 19

B3060

ex 2620 30 00

 

ex 2308 00 40

B3060

ex 2620 40 00

 

ex 2308 00 90

B3060

ex 2620 60 00

 

ex 2309 90 31

B3070

ex 2620 91 00

 

ex 2309 90 33

B3070

ex 2620 99 10

 

ex 2309 90 35

B3070

ex 2620 99 20

 

ex 2309 90 39

B3070

ex 2620 99 40

 

ex 2309 90 41

B3070

ex 2620 99 60

 

ex 2309 90 43

B3070

ex 2620 99 95

 

ex 2309 90 49

B3070

ex 3825 69 00

 

ex 2309 90 51

B3070

ex 3825 90 90

 

ex 2309 90 53

B3070

A1060

ex 3825 50 00

 

ex 2309 90 59

B3070

A1070

ex 2601

 

ex 2309 90 70

B3070

ex 2602 00 00

 

ex 2309 90 96

B3070

ex 2603 00 00

 

ex 2401 30 00

B3060

ex 2604 00 00

 

ex 2501 00 31

B2010

ex 2605 00 00

 

B2040

ex 2606 00 00

 

ex 2501 00 51

B2010

ex 2607 00 00

 

B2040

ex 2608 00 00

 

ex 2501 00 99

B2010

ex 2609 00 00

 

B2040

ex 2610 00 00

 

ex 2502 00 00

B2010

ex 2611 00 00

 

ex 2503 00 10

B2040

ex 2612

 

ex 2503 00 90

B2040

ex 2613

 

ex 2504 10 00

B2010

ex 2614 00 00

 

ex 2504 90 00

B2010

ex 2615

 

ex 2505 10 00

AB070

ex 2616

 

ex 2505 90 00

AB070

ex 2617

 

ex 2506 10 00

B2010

ex 2620 19 00

 

ex 2506 20 00

B2010

ex 3825 69 00

 

ex 2507 00 20

B2010

ex 3825 90 90

 

ex 2507 00 80

B2010

A1080

ex 2601

 

ex 2508 10 00

B2010

ex 2602 00 00

 

ex 2508 30 00

B2010

ex 2603 00 00

 

ex 2508 40 00

B2010

ex 2604 00 00

 

ex 2508 50 00

B2010

ex 2605 00 00

 

ex 2508 60 00

B2010

ex 2606 00 00

 

ex 2508 70 00

B2010

ex 2607 00 00

 

ex 2509 00 00

B2010

ex 2608 00 00

 

ex 2510 10 00

B2010

ex 2609 00 00

 

ex 2510 20 00

B2010

ex 2610 00 00

 

ex 2511 10 00

B2010

ex 2611 00 00

 

ex 2511 20 00

B2010

ex 2612

 

ex 2512 00 00

B2010

ex 2613

 

ex 2513 10 00

B2010

ex 2614 00 00

 

ex 2513 20 00

B2010

ex 2615

 

ex 2514 00 00

B2010

ex 2616

 

ex 2515 11 00

B2010

ex 2617

 

ex 2515 12 00

B2010

ex 2620 19 00

 

ex 2515 20 00

B2010

ex 2620 29 00

 

ex 2516 11 00

B2010

ex 2620 91 00

 

ex 2516 12 00

B2010

ex 2621 10 00

 

ex 2516 20 00

B2010

ex 2621 90 00

 

ex 2516 90 00

B2010

ex 3825 69 00

 

ex 2517 10 10

AB070

ex 3825 90 90

 

B2010

A1090

ex 2620 30 00

 

ex 2517 10 20

AB070

ex 2621 10 00

 

B2010

ex 2621 90 00

 

ex 2517 10 80

AB070

ex 3825 69 00

 

B2010

ex 3825 90 90

 

ex 2517 20 00

AB070

A1100

ex 2620 30 00

 

B2010

ex 2621 90 00

 

B2130

ex 3825 69 00

 

ex 2517 30 00

AB070

ex 3825 90 90

 

B2010

A1110

ex 2620 30 00

 

ex 2517 41 00

AB070

ex 3825 69 00

 

B2010

ex 3825 90 90

 

ex 2517 49 00

AB070

A1120

ex 2620 30 00

 

B2010

ex 3825 69 00

 

ex 2518 10 00

B2010

ex 3825 90 90

 

ex 2518 20 00

B2010

A1130

ex 2620 19 00

 

ex 2518 30 00

B2010

ex 2620 29 00

 

ex 2519 10 00

B2010

ex 2620 30 00

 

ex 2519 90 10

B2010

ex 2620 40 00

 

ex 2519 90 30

B2010

ex 2620 60 00

 

ex 2519 90 90

B2010

ex 2620 91 00

 

ex 2520 10 00

B2010

ex 2620 99 10

 

ex 2521 00 00

B2010

ex 2620 99 20

 

B2040

ex 2620 99 40

 

ex 2524 10 00

A2050

ex 2620 99 60

 

ex 2524 90 00

A2050

ex 2620 99 95

 

ex 2525 10 00

B2010

ex 3825 69 00

 

ex 2525 20 00

B2010

ex 3825 90 90

 

ex 2525 30 00

B2010

A1140

ex 2620 30 00

 

ex 2526 10 00

B2010

ex 3825 69 00

 

ex 2526 20 00

B2010

ex 3825 90 90

 

ex 2528 10 00

B2010

A1150

ex 7112 30 00

 

ex 2528 90 00

B2010

A1160

ex 8548 10 10

 

ex 2529 10 00

B2010

ex 8548 10 21

 

ex 2529 21 00

B2010

ex 8548 10 91

 

ex 2529 22 00

B2010

A1170

ex 8548 10 10

 

ex 2529 30 00

B2010

ex 8548 10 21

 

ex 2530 10 00

B2010

ex 8548 10 29

 

ex 2530 20 00

B2010

ex 8548 10 91

 

ex 2530 90 00

A2050

ex 8548 10 99

 

B2010

A1190

ex 7204 10 00

 

B2030

ex 7204 21 10

 

B2040

ex 7204 21 90

 

GF010

ex 7204 29 00

 

ex 2601

A1070

ex 7204 30 00

 

A1080

ex 7204 41 91

 

ex 2602 00 00

A1070

ex 7204 41 99

 

A1080

ex 7204 49 10

 

ex 2603 00 00

A1070

ex 7204 49 30

 

A1080

ex 7204 49 90

 

ex 2604 00 00

A1070

ex 7204 50 00

 

A1080

ex 7217 90 20

 

ex 2605 00 00

A1070

ex 7217 90 50

 

A1080

ex 7217 90 90

 

ex 2606 00 00

A1070

ex 7223 00 11

 

A1080

ex 7223 00 19

 

ex 2607 00 00

A1070

ex 7223 00 91

 

A1080

ex 7223 00 99

 

ex 2608 00 00

A1070

ex 7229 20 00

 

A1080

ex 7229 90 20

 

ex 2609 00 00

A1070

ex 7229 90 50

 

A1080

ex 7229 90 90

 

ex 2610 00 00

A1070

ex 7312 10 20

 

A1080

ex 7312 10 49

 

ex 2611 00 00

A1070

ex 7312 10 69

 

A1080

ex 7312 10 98

 

ex 2612

A1070

ex 7312 90 00

 

A1080

ex 7323 91 00

 

ex 2613

A1070

ex 7323 92 00

 

A1080

ex 7323 93 00

 

ex 2614 00 00

A1070

ex 7323 94 00

 

A1080

ex 7323 99 00

 

ex 2615

A1070

ex 7404 00 10

 

A1080

ex 7404 00 91

 

ex 2616

A1070

ex 7404 00 99

 

A1080

ex 7408 11 00

 

ex 2617

A1070

ex 7408 19 10

 

A1080

ex 7408 19 90

 

ex 2618 00 00

AB070

ex 7408 21 00

 

B1200

ex 7408 22 00

 

ex 2619 00 20

AA010

ex 7408 29 00

 

B1210

ex 7413 00 20

 

B1230

ex 7413 00 80

 

ex 2619 00 90

AA010

ex 7503 00 10

 

B1210

ex 7505 21 00

 

B1230

ex 7505 22 00

 

ex 2620

A4100

ex 7508 90 00

 

ex 2620 11 00

B1100

ex 7602 00 19

 

B1220

ex 7602 00 90

 

B2010

ex 7614 10 00

 

B2100

ex 7614 90 00

 

B2110

ex 7802 00 00

 

ex 2620 19 00

A1050

ex 7806 00 30

 

A1070

ex 7806 00 90

 

A1080

ex 7902 00 00

 

ex 2620 19 00

A1130

ex 7904 00 00

 

A2020

ex 7907 00 90

 

A2030

ex 8002 00 00

 

B1080

ex 8003 00 00

 

B1100

ex 8007 00 80

 

B1120

ex 8101 96 00

 

B1220

ex 8101 97 00

 

B2010

ex 8101 99 90

 

B2100

ex 8102 96 00

 

B2110

ex 8102 97 00

 

ex 2620 21 00

A3030

ex 8102 99 00

 

B1220

ex 8103 30 00

 

B2010

ex 8103 90 10

 

B2110

ex 8103 90 90

 

ex 2620 29 00

A1020

ex 8107 30 00

 

A1050

ex 8107 90 00

 

A1080

ex 8108 30 00

 

A1130

ex 8108 90 30

 

A2020

ex 8108 90 90

 

A2030

A2010

ex 7001 00 10

 

B1120

A2020

ex 2620 19 00

 

B1220

ex 2620 29 00

 

B2010

ex 2620 30 00

 

B2110

ex 2620 40 00

 

ex 2620 30 00

A1050

ex 2620 60 00

 

A1090

ex 2620 91 00

 

A1100

ex 2620 99 10

 

A1110

ex 2620 99 20

 

A1120

ex 2620 99 40

 

A1130

ex 2620 99 60

 

A1140

ex 2620 99 95

 

A2020

ex 3824 90 96

 

A2030

ex 3825 69 00

 

B1070

ex 3825 90 90

 

B1100

A2030

ex 2620 19 00

 

B1120

ex 2620 29 00

 

B1220

ex 2620 30 00

 

B1240

ex 2620 40 00

 

B2010

ex 2620 60 00

 

B2040

ex 2620 91 00

 

B2100

ex 2620 99 10

 

B2110

ex 2620 99 20

 

GB040

ex 2620 99 40

 

ex 2620 40 00

A1050

ex 2620 99 60

 

A1130

ex 2620 99 95

 

A2020

ex 3825 69 00

 

A2030

ex 3825 90 90

 

AB030

A2040

ex 3825 69 00

 

B1100

A2050

ex 2524 10 00

 

B1120

ex 2524 90 00

 

B1220

ex 2530 90 00

 

B2010

ex 3825 69 00

 

B2100

ex 3825 90 90

 

B2110

A3010

ex 2710 99 00

 

ex 2620 60 00

A1010

ex 2713 90 90

 

A1030

A3020

ex 2710 99 00

 

A1050

A3030

ex 2620 21 00

 

A1130

ex 2710 99 00

 

A2020

ex 3825 61 00

 

A2030

ex 3825 90 90

 

AB030

A3040

ex 2710 99 00

 

B1031

ex 3820 00 00

 

B1070

ex 3825 50 00

 

B1120

ex 3825 61 00

 

B1220

ex 3825 90 90

 

B2010

ex 3902 10 00

 

B2110

ex 3902 30 00

 

ex 2620 91 00

A1020

ex 3902 90 90

 

A1050

ex 3915 90 11

 

A1080

A3050

ex 3501 10 10

 

A1130

ex 3501 10 50

 

A2020

ex 3501 10 90

 

A2030

ex 3501 90 10

 

A3090

ex 3501 90 90

 

B1030

ex 3503 00 10

 

B1031

ex 3503 00 80

 

B1070

ex 3505 10 10

 

B1120

ex 3505 10 50

 

B1220

ex 3505 10 90

 

B2010

ex 3505 20 10

 

B2110

ex 3505 20 30

 

ex 2620 99 10

A1050

ex 3505 20 50

 

A1130

ex 3505 20 90

 

A2020

ex 3506 10 00

 

A2030

ex 3506 91 00

 

B1120

ex 3506 99 00

 

B1220

ex 3825 61 00

 

B2010

ex 3825 90 90

 

B2100

ex 3915 10 00

 

B2110

ex 3915 20 00

 

ex 2620 99 20

A1050

ex 3915 30 00

 

A1130

ex 3915 90 11

 

ex 2620 99 20

A2020

ex 3915 90 80

 

A2030

ex 4004 00 00

 

B1030

ex 4017 00 00

 

B1031

A3060

ex 3912 20 11

 

B1100

ex 3912 20 19

 

B1120

ex 3912 20 90

 

B1220

ex 3915 90 80

 

B2010

A3070

ex 2707 99 80

 

B2100

ex 2710 99 00

 

B2110

ex 3824 90 92

 

ex 2620 99 40

A1050

ex 3824 90 93

 

A1130

ex 3825 61 00

 

A2020

ex 3825 90 90

 

A2030

A3080

ex 3825 41 00

 

B1120

ex 3825 49 00

 

B1220

ex 3825 61 00

 

B2010

ex 3825 90 90

 

B2100

A3090

ex 2620 91 00

 

B2110

ex 2620 99 95

 

ex 2620 99 60

A1050

ex 2621 90 00

 

A1130

ex 3825 20 00

 

A2020

ex 3825 30 00

 

A2030

ex 3825 69 00

 

B1030

ex 3825 90 90

 

B1031

ex 4115 20 00

 

B1120

A3100

ex 4115 20 00

 

B1220

A3110

ex 0502 10 00

 

B2010

ex 0502 90 00

 

B2100

ex 0511 99 10

 

B2110

ex 0511 99 85

 

ex 2620 99 95

A1020

ex 4302 20 00

 

A1050

A3120

ex 3825 61 00

 

A1130

ex 3825 69 00

 

A2020

ex 3825 90 90

 

A2030

ex 3915 10 00

 

A3090

ex 3915 20 00

 

AA060

ex 3915 30 00

 

B1030

ex 3915 90 11

 

B1031

ex 3915 90 80

 

B1100

ex 4004 00 00

 

B1120

ex 4017 00 00

 

B1220

ex 5202 10 00

 

B2010

ex 5202 91 00

 

B2100

ex 5202 99 00

 

B2110

ex 5505 10 10

 

ex 2621 10 00

A1080

ex 5505 10 30

 

A1090

ex 5505 10 50

 

A4100

ex 5505 10 70

 

Y47

ex 5505 10 90

 

ex 2621 90 00

A1020

ex 5505 20 00

 

A1030

ex 6310 90 00

 

A1080

ex 7001 00 10

 

A1090

A3130

ex 3808 50 00

 

A1100

ex 3808 91 40

 

A3090

ex 3808 92 90

 

A4100

ex 3808 93 27

 

B1031

ex 3808 93 30

 

B1070

ex 3808 93 90

 

B1100

ex 3808 94 90

 

B1220

ex 3808 99 10

 

B1240

ex 3808 99 90

 

B2040

ex 3824 90 92

 

B3100

ex 3824 90 93

 

GG030

ex 3825 61 00

 

GG040

ex 3825 90 90

 

ex 2706 00 00

A3190

A3140

ex 3814 00 10

 

A4040

ex 3814 00 90

 

ex 2707 91 00

A4040

ex 3824 90 92

 

ex 2707 99 80

A3070

ex 3825 49 00

 

ex 2710 19 83

AC070

A3150

ex 3814 00 10

 

ex 2710 91 00

A3180

ex 3814 00 90

 

ex 2710 99 00

A3010

ex 3824 90 92

 

A3020

ex 3825 41 00

 

ex 2710 99 00

A3030

A3160

ex 3824 90 92

 

A3040

ex 3824 90 93

 

A3070

ex 3825 61 00

 

A3180

ex 3825 90 90

 

A4040

A3170

ex 3824 90 92

 

A4060

ex 3824 90 93

 

AC060

ex 3825 41 00

 

AC150

ex 3825 49 00

 

ex 2713 11 00

A3190

ex 3825 61 00

 

ex 2713 12 00

A3190

A3180

ex 2710 91 00

 

ex 2713 20 00

A3190

ex 2710 99 00

 

A3200

ex 3824 82 00

 

ex 2713 90 10

A3190

ex 3824 90 92

 

A3200

ex 3824 90 93

 

ex 2713 90 90

A3010

ex 3824 90 96

 

A3190

ex 3825 10 00

 

A3200

ex 3825 20 00

 

ex 2714 10 00

A3200

ex 3825 41 00

 

B2130

ex 3825 50 00

 

ex 2714 90 00

A3200

ex 3825 61 00

 

B2130

ex 3825 69 00

 

ex 2715 00 00

A3200

ex 3825 90 90

 

B2130

A3190

ex 2706 00 00

 

ex 28

A4140

ex 2713 11 00

 

ex 2843 90 10

A1010

ex 2713 12 00

 

A1030

ex 2713 20 00

 

A4020

ex 2713 90 10

 

ex 2853 00 90

A1010

ex 2713 90 90

 

A1030

ex 3807 00 10

 

A4020

ex 3807 00 90

 

ex 29

A4140

ex 3825 61 00

 

ex 2903 71 00

AC150

ex 3825 90 90

 

ex 2903 72 00

AC150

A3200

ex 2713 20 00

 

ex 2903 73 00

AC150

ex 2713 90 10

 

ex 2903 74 00

AC150

ex 2713 90 90

 

ex 2903 75 00

AC150

ex 2714 10 00

 

ex 2903 76 10

AC160

ex 2714 90 00

 

ex 2903 76 20

AC160

ex 2715 00 00

 

ex 2903 76 90

AC160

ex 3825 10 00

 

ex 2903 77

AC150

ex 3825 61 00

 

ex 2903 78 00

AC160

ex 3825 90 90

 

ex 2903 79 30

AC150

A4010

ex 3006 92 00

 

AC160

ex 3825 10 00

 

ex 2903 79 80

AC150

ex 3825 30 00

 

AC160

ex 3825 41 00

 

ex 3006 92 00

A4010

ex 3825 49 00

 

A4020

ex 3825 61 00

 

ex 3101 00 00

AC260

ex 3825 69 00

 

AC270

ex 3825 90 90

 

ex 3104 20 10

B2040

A4020

ex 2843 90 10

 

ex 3104 20 50

B2040

ex 2853 00 90

 

ex 3104 20 90

B2040

ex 3006 92 00

 

ex 3203 00 10

A4070

ex 3825 30 00

 

B3120

A4030

ex 3808 50 00

 

ex 3203 00 90

A4070

ex 3808 91 10

 

B3120

ex 3808 91 20

 

ex 3204

A4070

ex 3808 91 30

 

B3120

ex 3808 91 40

 

ex 3205 00 00

B3120

ex 3808 91 90

 

ex 3206

A4070

ex 3808 92 30

 

ex 3206 11 00

B3120

ex 3808 92 40

 

ex 3206 19 00

B3120

ex 3808 92 50

 

ex 3206 49 10

B3120

ex 3808 92 60

 

ex 3206 49 70

B3120

ex 3808 92 90

 

ex 3207 10 00

A4070

ex 3808 93 11

 

B3120

ex 3808 93 13

 

ex 3207 20 10

A4070

ex 3808 93 15

 

ex 3207 20 90

A4070

ex 3808 93 17

 

ex 3207 30 00

A4070

ex 3808 93 21

 

ex 3207 40 40

AB030

ex 3808 93 23

 

ex 3207 40 85

AB030

ex 3808 93 27

 

ex 3208

A4070

ex 3808 93 30

 

ex 3208 10

A4040

ex 3808 93 90

 

ex 3208 20

A4040

ex 3808 99 10

 

ex 3208 90 19

A4040

ex 3808 99 90

 

ex 3208 90 91

A4040

ex 3825 61 00

 

ex 3208 90 99

A4040

ex 3825 69 00

 

ex 3209

A4070

ex 3825 90 90

 

ex 3209 10 00

B4010

A4040

ex 1515 11 00

 

ex 3209 90 00

B4010

ex 1515 19 10

 

ex 3210

A4070

ex 1518 00

 

ex 3210 00 10

AB030

ex 2706 00 00

 

B4010

ex 2707 91 00

 

ex 3210 00 90

AB030

ex 2710 99 00

 

B4010

ex 3208 10

 

ex 3212 10 00

A4070

ex 3208 20

 

ex 3212 90 00

A4070

ex 3208 90 19

 

AB030

ex 3208 90 91

 

ex 3213

A4070

ex 3208 90 99

 

ex 3213 10 00

B4010

ex 3808 50 00

 

ex 3213 90 00

B4010

ex 3808 91 10

 

ex 3215

A4070

ex 3808 91 20

 

ex 3215 11 00

B4010

ex 3808 91 30

 

ex 3215 19 00

B4010

ex 3808 91 40

 

ex 3215 90 00

B4010

ex 3808 91 90

 

ex 3401

AC250

ex 3808 92 10

 

ex 3402 11 10

AC250

ex 3808 92 20

 

ex 3402 11 90

AC250

ex 3808 92 30

 

ex 3402 12 00

AC250

ex 3808 92 40

 

ex 3402 13 00

AC250

ex 3808 92 50

 

ex 3402 19 00

AC250

ex 3808 92 60

 

ex 3403 19 20

AC060

ex 3808 92 90

 

AC070

ex 3808 99 90

 

ex 3403 19 80

AC060

ex 3825 61 00

 

AC070

ex 3825 69 00

 

ex 3403 99 00

AC060

ex 3825 90 90

 

AC070

A4050

ex 3808 91 90

 

ex 3501

B4020

ex 3808 92 10

 

ex 3501 10 10

A3050

ex 3808 92 20

 

ex 3501 10 50

A3050

ex 3808 92 90

 

ex 3501 10 90

A3050

ex 3808 99 10

 

ex 3501 90 10

A3050

ex 3808 99 90

 

ex 3501 90 90

A3050

ex 3825 50 00

 

ex 3503

B4020

ex 3825 61 00

 

ex 3503 00 10

A3050

ex 3825 69 00

 

ex 3503 00 80

A3050

ex 3825 90 90

 

ex 3505

B4020

A4060

ex 2710 99 00

 

ex 3505 10 10

A3050

ex 3825 61 00

 

ex 3505 10 50

A3050

ex 3825 69 00

 

ex 3505 10 90

A3050

ex 3825 90 90

 

ex 3505 20 10

A3050

A4070

ex 3203 00 10

 

ex 3505 20 30

A3050

ex 3203 00 90

 

ex 3505 20 50

A3050

ex 3204

 

ex 3505 20 90

A3050

ex 3206

 

ex 3506

B4020

ex 3207 10 00

 

ex 3506 10 00

A3050

ex 3207 20 10

 

ex 3506 91 00

A3050

ex 3207 20 90

 

ex 3506 99 00

A3050

ex 3207 30 00

 

ex 3601

A4080

ex 3208

 

ex 3602

A4080

ex 3209

 

ex 3603

A4080

ex 3210

 

ex 3604

A4080

ex 3212 10 00

 

ex 3606

A4080

ex 3212 90 00

 

ex 3802 10 00

A4160

ex 3213

 

ex 3802 90 00

A4160

ex 3215

 

B2060

ex 3825 61 00

 

ex 3807 00 10

A3190

ex 3825 69 00

 

ex 3807 00 90

A3190

ex 3825 90 90

 

ex 3808 50 00

A3130

A4080

ex 3601

 

A4030

ex 3602

 

A4040

ex 3603

 

ex 3808 91 10

A4030

ex 3604

 

A4040

ex 3606

 

ex 3808 91 20

A4030

ex 3825 61 00

 

A4040

ex 3825 69 00

 

A4110

ex 3825 90 90

 

ex 3808 91 30

A4030

A4090

ex 3824

 

A4040

ex 3825 61 00

 

ex 3808 91 40

A3130

ex 3825 69 00

 

A4030

ex 3825 90 90

 

A4040

A4100

ex 2620

 

ex 3808 91 90

A4030

ex 2621 10 00

 

A4040

ex 2621 90 00

 

A4050

ex 3825 61 00

 

ex 3808 92 10

A4040

ex 3825 69 00

 

A4050

ex 3825 90 90

 

ex 3808 92 20

A4040

ex 6310 10 00

 

A4050

ex 6310 90 00

 

ex 3808 92 30

A4030

A4110

ex 3808 91 20

 

A4040

ex 3825 61 00

 

ex 3808 92 40

A4030

ex 3825 90 90

 

A4040

A4120

ex 3824 90 92

 

ex 3808 92 50

A4030

ex 3824 90 93

 

A4040

ex 3824 90 96

 

ex 3808 92 60

A4030

ex 3825 30 00

 

A4040

ex 3825 61 00

 

ex 3808 92 90

A3130

ex 3825 90 90

 

A4030

A4130

ex 3825 10 00

 

A4040

ex 3825 61 00

 

A4050

ex 3825 90 90

 

ex 3808 93 11

A4030

ex 3901

 

ex 3808 93 13

A4030

ex 3902

 

ex 3808 93 15

A4030

ex 3903

 

ex 3808 93 17

A4030

ex 3904

 

ex 3808 93 21

A4030

ex 3905

 

ex 3808 93 23

A4030

ex 3907

 

ex 3808 93 27

A3130

ex 3908

 

A4030

ex 3909

 

ex 3808 93 30

A3130

ex 3910

 

A4030

ex 3911

 

ex 3808 93 90

A3130

ex 3912

 

A4030

ex 3913

 

ex 3808 94 90

A3130

ex 3915

 

ex 3808 99 10

A3130

ex 3915 10 00

 

A4030

ex 3915 20 00

 

A4050

ex 3915 30 00

 

ex 3808 99 90

A3130

ex 3915 90 11

 

A4030

ex 3915 90 80

 

A4040

ex 4401 39 80

 

A4050

ex 4707 90 10

 

ex 3813 00 00

AC160

ex 4707 90 90

 

ex 3814 00 10

A3140

ex 6310 10 00

 

A3150

ex 6310 90 00

 

ex 3814 00 90

A3140

ex 7001 00 10

 

A3150

ex 7204 21 10

 

ex 3815 11 00

GC050

ex 7204 21 90

 

ex 3815 12 00

GC050

ex 7204 29 00

 

ex 3815 19 90

GC050

ex 7204 30 00

 

ex 3815 90 90

GC050

ex 7204 49 30

 

ex 3819 00 00

AC060

ex 7204 49 90

 

AC070

ex 7602 00 11

 

ex 3820 00 00

A3040

ex 7602 00 19

 

AC080

ex 7602 00 90

 

ex 3824

A4090

ex 8002 00 00

 

ex 3824 71 00

AC160

A4140

ex 28

 

ex 3824 71 00

AC150

ex 29

 

ex 3824 72 00

AC150

ex 3824 90 92

 

AC160

ex 3824 90 93

 

ex 3824 73 00

AC150

ex 3824 90 96

 

AC160

ex 3825 61 00

 

ex 3824 74 00

AC160

ex 3825 90 90

 

ex 3824 75 00

AC150

A4150

ex 3824 90 92

 

AC160

ex 3824 90 93

 

ex 3824 76 00

AC150

ex 3824 90 96

 

AC160

ex 3825 61 00

 

ex 3824 77 00

AC150

ex 3825 90 90

 

AC160

A4160

ex 3802 10 00

 

ex 3824 79 00

AC150

ex 3802 90 00

 

AC160

ex 3825 61 00

 

ex 3824 82 00

A3180

ex 3825 90 90

 

ex 3824 90 15

AD120

AA010

ex 2619 00 20

 

ex 3824 90 92

A3070

ex 2619 00 90

 

A3130

AA060

ex 2620 99 95

 

A3140

AA190

ex 8104 20 00

 

A3150

AB030

ex 2620 40 00

 

A3160

ex 2620 60 00

 

A3170

ex 3207 40 40

 

A3180

ex 3207 40 85

 

A4120

ex 3210 00 10

 

A4140

ex 3210 00 90

 

A4150

ex 3212 90 00

 

AC060

ex 3824 90 93

 

AC070

ex 3824 90 96

 

AC080

ex 3825 50 00

 

AC150

ex 3825 69 00

 

AC160

ex 3825 90 90

 

ex 3824 90 93

A3070

ex 6804 10 00

 

A3130

ex 6804 21 00

 

A3160

ex 6804 22 12

 

A3170

ex 6804 22 18

 

A3180

ex 6804 22 30

 

A4120

ex 6804 22 50

 

A4140

ex 6804 22 90

 

A4150

ex 6804 23 00

 

AB030

ex 6804 30 00

 

AC150

ex 6805 10 00

 

AC160

ex 6805 20 00

 

ex 3824 90 96

A2020

ex 6805 30 00

 

A3180

AB070

ex 2505 10 00

 

A4120

ex 2505 90 00

 

A4140

ex 2517 10 10

 

A4150

ex 2517 10 20

 

AB030

ex 2517 10 80

 

AB070

ex 2517 20 00

 

AB150

ex 2517 30 00

 

B2040

ex 2517 41 00

 

ex 3825 10 00

A3180

ex 2517 49 00

 

A3200

ex 2618 00 00

 

ex 3825 10 00

A4010

ex 3824 90 96

 

A4130

ex 3825 69 00

 

B2040

ex 3825 90 90

 

B2130

AB120

ex 3825 69 00

 

B3010

ex 3825 90 90

 

Y46

AB130

ex 3825 69 00

 

ex 3825 20 00

A1020

ex 3825 90 90

 

A1030

AB150

ex 3824 90 96

 

ex 3825 20 00

A1040

ex 3825 69 00

 

A3090

ex 3825 90 90

 

A3180

AC060

ex 2710 99 00

 

AC270

ex 3403 19 20

 

B3100

ex 3403 19 80

 

ex 3825 30 00

A3090

ex 3403 99 00

 

A4010

ex 3819 00 00

 

A4020

ex 3824 90 92

 

A4120

ex 3825 50 00

 

B3100

AC070

ex 2710 19 83

 

ex 3825 41 00

A3080

ex 3403 19 20

 

A3150

ex 3403 19 80

 

A3170

ex 3403 99 00

 

A3180

ex 3819 00 00

 

A4010

ex 3824 90 92

 

AC150

ex 3825 50 00

 

B3130

AC080

ex 3820 00 00

 

ex 3825 49 00

A3080

ex 3824 90 92

 

A3140

ex 3825 50 00

 

A3170

AC150

ex 2710 99 00

 

A4010

ex 2903 71 00

 

B3130

ex 2903 72 00

 

ex 3825 50 00

A1040

ex 2903 73 00

 

A1060

ex 2903 74 00

 

A3040

ex 2903 75 00

 

A3180

ex 2903 77

 

A4050

ex 2903 79 30

 

AB030

ex 2903 79 80

 

AC060

ex 3824 71 00

 

AC070

ex 3824 72 00

 

AC080

ex 3824 73 00

 

AD100

ex 3824 75 00

 

ex 3825 61 00

A1040

ex 3824 76 00

 

A3030

ex 3824 77 00

 

A3040

ex 3824 79 00

 

A3050

ex 3824 90 92

 

A3070

ex 3824 90 93

 

A3080

ex 3825 41 00

 

A3120

ex 3825 61 00

 

A3130

ex 3825 90 90

 

A3160

AC160

ex 2903 76 10

 

A3170

ex 2903 76 20

 

A3180

ex 2903 76 90

 

A3190

ex 2903 78 00

 

A3200

ex 2903 79 30

 

A4010

ex 2903 79 80

 

A4030

ex 3813 00 00

 

A4040

ex 3824 71 00

 

A4050

ex 3824 72 00

 

A4060

ex 3824 73 00

 

A4070

ex 3824 74 00

 

A4080

ex 3824 75 00

 

A4090

ex 3824 76 00

 

A4100

ex 3824 77 00

 

A4110

ex 3824 79 00

 

A4120

ex 3824 90 92

 

A4130

ex 3824 90 93

 

A4140

ex 3825 61 00

 

A4150

ex 3825 90 90

 

A4160

AC170

ex 3825 61 00

 

AC150

ex 3825 90 90

 

AC160

ex 4401 21 00

 

AC170

ex 4401 22 00

 

AC250

ex 4401 39 20

 

AD090

ex 4401 39 30

 

AD100

ex 4401 39 80

 

AD150

ex 4501 90 00

 

B3010

AC250

ex 3401

 

B3060

ex 3402 11 10

 

B3100

ex 3402 11 90

 

B3120

ex 3402 12 00

 

B4010

ex 3402 13 00

 

B4020

ex 3402 19 00

 

ex 3825 69 00

A1010

ex 3825 61 00

 

A1020

ex 3825 90 90

 

A1030

AC260

ex 3101 00 00

 

A1040

AC270

ex 3101 00 00

 

A1050

ex 3825 20 00

 

A1070

AD090

ex 3825 61 00

 

A1080

ex 3825 69 00

 

A1090

ex 3825 90 90

 

A1100

ex 3915 90 80

 

A1110

ex 3920 73 10

 

A1120

ex 3920 73 80

 

A1130

ex 3923 40 10

 

A1140

AD100

ex 3825 50 00

 

A2020

ex 3825 61 00

 

A2030

ex 3825 69 00

 

A2040

ex 3825 90 90

 

A2050

AD120

ex 3824 90 15

 

A3090

ex 3914 00 00

 

A3120

ex 3915 10 00

 

A3180

ex 3915 20 00

 

A4010

ex 3915 30 00

 

A4030

ex 3915 90 11

 

A4040

ex 3915 90 80

 

A4050

AD150

ex 3825 61 00

 

A4060

ex 3825 90 90

 

A4070

B1010

ex 3825 69 00

 

A4080

ex 3825 90 90

 

A4090

ex 7112 91 00

 

A4100

ex 7112 92 00

 

AB030

ex 7112 99 00

 

AB070

ex 7204 10 00

 

AB120

ex 7204 21 10

 

AB130

ex 7204 21 90

 

AB150

ex 7204 29 00

 

AD090

ex 7204 30 00

 

AD100

ex 7204 41 10

 

B1010

ex 7204 41 91

 

B1020

ex 7204 41 99

 

B1050

ex 7204 49 10

 

B1060

ex 7204 49 30

 

B1070

ex 7204 49 90

 

B1100

ex 7204 50 00

 

B1120

ex 7404 00 10

 

B1130

ex 7404 00 91

 

B2010

ex 7404 00 99

 

B2040

ex 7503 00 10

 

B2060

ex 7503 00 90

 

B2070

ex 7602 00 11

 

B2080

ex 7602 00 19

 

B2090

ex 7602 00 90

 

B2100

ex 7902 00 00

 

B2110

ex 8002 00 00

 

B2120

ex 8101 97 00

 

B3100

ex 8102 97 00

 

B3130

ex 8103 30 00

 

B4010

ex 8104 20 00

 

B4020

ex 8105 30 00

 

GC050

ex 8106 00 10

 

ex 3825 90 90

A1010

ex 8108 30 00

 

A1020

ex 8109 30 00

 

A1030

ex 8111 00 19

 

A1040

ex 8112 22 00

 

A1050

ex 8112 92 10

 

A1070

ex 8112 92 21

 

A1080

B1020

ex 3825 69 00

 

A1090

ex 3825 90 90

 

A1100

ex 78

 

A1110

ex 8107 20 00

 

A1120

ex 8107 30 00

 

A1130

ex 8107 90 00

 

A1140

ex 8110 10 00

 

A2020

ex 8110 20 00

 

A2030

ex 8110 90 00

 

A2050

ex 8112 12 00

 

A3030

ex 8112 13 00

 

A3040

ex 8112 19 00

 

A3050

B1030

ex 2620 91 00

 

A3070

ex 2620 99 20

 

A3080

ex 2620 99 60

 

A3090

ex 2620 99 95

 

A3120

ex 7112 91 00

 

A3130

ex 7112 92 00

 

A3160

ex 7112 99 00

 

A3180

ex 7204 49 90

 

A3190

ex 8101 97 00

 

A3200

ex 8102 97 00

 

A4010

ex 8103 30 00

 

A4030

ex 8108 30 00

 

A4040

ex 8109 30 00

 

A4050

ex 8112 22 00

 

A4060

ex 8112 92 10

 

A4070

ex 8112 92 21

 

A4080

B1031

ex 2620 60 00

 

A4090

ex 2620 91 00

 

A4100

ex 2620 99 20

 

A4110

ex 2620 99 60

 

A4120

ex 2620 99 95

 

A4130

ex 2621 90 00

 

A4140

ex 7106 10 00

 

A4150

ex 7107 00 00

 

A4160

ex 7108 11 00

 

AB030

ex 7109 00 00

 

AB070

ex 7110 11 00

 

AB120

ex 7110 21 00

 

AB130

ex 7110 31 00

 

AB150

ex 7110 41 00

 

AC150

ex 7111 00 00

 

AC160

ex 7112 30 00

 

AC170

ex 7112 91 00

 

AC250

ex 7112 92 00

 

AD090

ex 7112 99 00

 

AD100

ex 8101 10 00

 

AD150

ex 8101 97 00

 

B1010

ex 8101 99 90

 

B1020

ex 8102 10 00

 

B1050

ex 8102 97 00

 

B1060

ex 8102 99 00

 

B1070

ex 8103 20 00

 

B1100

ex 8103 30 00

 

B1120

ex 8103 90 90

 

B1130

ex 8108 20 00

 

B2010

ex 8108 30 00

 

B2040

ex 8108 90 90

 

B2060

ex 8112 92 21

 

B2070

ex 8112 92 31

 

B2110

B1040

ex 7204 10 00

 

B2120

ex 7204 21 10

 

B2130

ex 7204 21 90

 

B3010

ex 7204 29 00

 

B3060

ex 7204 49 90

 

B3100

B1050

ex 3825 69 00

 

B3120

ex 3825 90 90

 

B3130

ex 7112 91 00

 

B4010

ex 7112 92 00

 

B4020

ex 7112 99 00

 

GC050

ex 7404 00 10

 

RB020

ex 7404 00 91

 

ex 3901

A4130

ex 7404 00 99

 

B3040

ex 7503 00 10

 

ex 3901 10 10

B3010

ex 7503 00 90

 

ex 3901 10 90

B3010

ex 7602 00 11

 

ex 3901 20 10

B3010

ex 7602 00 19

 

ex 3901 20 90

B3010

ex 7602 00 90

 

ex 3901 30 00

B3010

ex 7802 00 00

 

ex 3901 90 30

B3010

ex 7902 00 00

 

ex 3901 90 90

B3010

ex 8002 00 00

 

ex 3902

A4130

ex 8101 97 00

 

ex 3902 10 00

A3040

ex 8102 97 00

 

B3010

ex 8103 30 00

 

ex 3902 20 00

B3010

ex 8104 20 00

 

ex 3902 30 00

A3040

ex 8105 30 00

 

B3010

ex 8106 00 10

 

B3040

ex 8107 30 00

 

ex 3902 90 10

B3010

ex 8108 30 00

 

ex 3902 90 20

B3010

ex 8109 30 00

 

ex 3902 90 90

A3040

ex 8110 20 00

 

B3010

ex 8111 00 19

 

B3040

ex 8112 13 00

 

ex 3903

A4130

ex 8112 22 00

 

ex 3903 11 00

B3010

ex 8112 52 00

 

ex 3903 19 00

B3010

ex 8112 92 10

 

ex 3903 20 00

B3010

ex 8112 92 21

 

ex 3903 30 00

B3010

ex 8113 00 40

 

B3040

B1060

ex 3825 69 00

 

ex 3903 90 10

B3010

ex 3825 90 90

 

ex 3903 90 20

B3010

B1070

ex 2620 30 00

 

ex 3903 90 90

B3010

ex 2620 60 00

 

B3040

ex 2620 91 00

 

ex 3904

A4130

ex 2621 90 00

 

ex 3904 10 00

B3010

ex 3825 69 00

 

GH013

ex 3825 90 90

 

ex 3904 21 00

B3010

ex 7112 30 00

 

GH013

ex 7112 91 00

 

ex 3904 22 00

B3010

ex 7112 92 00

 

GH013

ex 7112 99 00

 

ex 3904 30 00

B3010

ex 7404 00 10

 

GH013

ex 7404 00 91

 

ex 3904 40 00

B3010

ex 7404 00 99

 

GH013

ex 7405 00 00

 

ex 3904 50 10

B3010

ex 7406 10 00

 

ex 3904 50 90

B3010

ex 7406 20 00

 

ex 3904 61 00

B3010

B1080

ex 2620 19 00

 

ex 3904 69 10

B3010

ex 7902 00 00

 

ex 3904 69 20

B3010

ex 7903 10 00

 

B3040

ex 7903 90 00

 

ex 3904 69 80

B3010

B1090

ex 8548 10 10

 

ex 3904 90 00

B3010

ex 8548 10 29

 

ex 3905

A4130

ex 8548 10 99

 

ex 3905 12 00

B3010

B1100

ex 2620 11 00

 

ex 3906 90 90

B3040

ex 2620 19 00

 

ex 3907

A4130

ex 2620 30 00

 

ex 3907 10 00

B3130

ex 2620 40 00

 

ex 3907 20 11

B3130

ex 2620 99 20

 

ex 3907 20 20

B3130

ex 2620 99 95

 

ex 3907 20 91

B3130

ex 2621 90 00

 

ex 3907 20 99

B3010

ex 3825 69 00

 

B3130

ex 3825 90 90

 

ex 3907 30 00

B3010

ex 7112 91 00

 

B3130

ex 7112 92 00

 

ex 3907 40 00

B3010

ex 7112 99 00

 

ex 3907 50 00

B3010

B1115

ex 7204 21 10

 

ex 3907 60 20

B3010

ex 7204 21 90

 

ex 3907 60 80

B3010

ex 7204 29 00

 

ex 3907 70 00

B3010

ex 7204 49 10

 

ex 3907 91 10

B3010

ex 7204 49 30

 

ex 3907 91 90

B3010

ex 7204 49 90

 

ex 3907 99 10

B3010

ex 7217 90 20

 

ex 3907 99 90

B3010

ex 7217 90 50

 

ex 3908

A4130

ex 7217 90 90

 

ex 3908 10 00

B3010

ex 7223 00 11

 

ex 3908 90 00

B3010

ex 7223 00 19

 

ex 3909

A4130

ex 7223 00 91

 

ex 3909 10 00

B3010

ex 7223 00 99

 

ex 3909 20 00

B3010

ex 7229 20 00

 

ex 3909 30 00

B3010

ex 7229 90 20

 

ex 3909 40 00

B3010

ex 7229 90 50

 

ex 3909 50 10

B3010

ex 7229 90 90

 

ex 3909 50 90

B3010

ex 7312 10 20

 

ex 3910

A4130

ex 7312 10 49

 

ex 3910 00 00

B3010

ex 7312 10 69

 

B3040

ex 7312 10 98

 

ex 3911

A4130

ex 7312 90 00

 

ex 3911 10 00

B3010

ex 7404 00 10

 

ex 3911 90 11

B3010

ex 7404 00 91

 

ex 3911 90 13

B3010

ex 7404 00 99

 

B3040

ex 7408 11 00

 

ex 3911 90 19

B3010

ex 7408 19 10

 

ex 3911 90 92

B3010

ex 7408 19 90

 

ex 3911 90 99

B3010

ex 7408 21 00

 

ex 3912

A4130

ex 7408 22 00

 

ex 3912 11 00

B3010

ex 7408 29 00

 

ex 3912 12 00

B3010

ex 7413 00 00

 

ex 3912 20 11

A3060

ex 7503 00 10

 

B3010

ex 7503 00 90

 

ex 3912 20 19

A3060

ex 7505 21 00

 

B3010

ex 7505 22 00

 

ex 3912 20 90

A3060

ex 7508 90 00

 

B3010

ex 7602 00 19

 

ex 3912 31 00

B3010

ex 7602 00 90

 

ex 3912 39 20

B3010

ex 7614 10 00

 

ex 3912 39 85

B3010

ex 7614 90 00

 

ex 3912 90 10

B3010

ex 7802 00 00

 

ex 3912 90 90

B3010

ex 7802 00 00

 

ex 3913

A4130

ex 7902 00 00

 

ex 3913 10 00

B3010

ex 7904 00 00

 

ex 3913 90 00

B3010

ex 8002 00 00

 

ex 3914 00 00

AD120

ex 8003 00 00

 

B3010

ex 8007 00 80

 

ex 3915

A4130

ex 8101 96 00

 

ex 3915 10 00

A3050

ex 8101 97 00

 

A3120

ex 8101 99 90

 

A4130

ex 8102 96 00

 

AD120

ex 8102 97 00

 

B3010

ex 8102 99 00

 

B3040

ex 8103 90 10

 

B4020

ex 8103 90 90

 

B4030

ex 8108 30 00

 

ex 3915 20 00

A3050

ex 8108 90 30

 

A3120

ex 8108 90 90

 

A4130

B1120

ex 2620 19 00

 

AD120

ex 2620 29 00

 

B3010

ex 2620 30 00

 

B3040

ex 2620 40 00

 

B4020

ex 2620 60 00

 

B4030

ex 2620 91 00

 

ex 3915 30 00

A3050

ex 2620 99 10

 

A3120

ex 2620 99 20

 

ex 3915 30 00

A4130

ex 2620 99 40

 

AD120

ex 2620 99 60

 

B3010

ex 2620 99 95

 

B4020

ex 3825 69 00

 

B4030

ex 3825 90 90

 

GH013

ex 7112 91 00

 

ex 3915 90 11

A3040

ex 7112 92 00

 

A3050

ex 7112 99 00

 

A3120

ex 7404 00 10

 

A4130

ex 7404 00 91

 

AD120

ex 7404 00 99

 

B3010

ex 7503 00 10

 

B4020

ex 7503 00 90

 

B4030

ex 7602 00 11

 

ex 3915 90 80

A3050

ex 7602 00 19

 

A3060

ex 7602 00 90

 

A3120

ex 7902 00 00

 

A4130

ex 8002 00 00

 

AD090

ex 8101 97 00

 

AD120

ex 8102 97 00

 

B3010

ex 8103 30 00

 

B3040

ex 8104 20 00

 

B3130

ex 8105 30 00

 

B4020

ex 8106 00 10

 

B4030

ex 8108 30 00

 

ex 3920 73 10

AD090

ex 8109 30 00

 

ex 3920 73 80

AD090

ex 8111 00 19

 

ex 3923 40 10

AD090

ex 8112 13 00

 

ex 4001 10 00

B3040

ex 8112 22 00

 

ex 4001 22 00

B3040

ex 8112 52 00

 

ex 4001 29 00

B3040

ex 8112 92 10

 

ex 4001 30 00

B3040

ex 8112 92 21

 

ex 4002

B3040

ex 8113 00 40

 

ex 4003

B3040

B1130

ex 3825 69 00

 

ex 4004 00 00

A3050

ex 3825 90 90

 

A3120

ex 7112 91 00

 

B3040

ex 7112 92 00

 

B3080

ex 7112 99 00

 

B3140

B1140

ex 7112 91 00

 

B4020

ex 7112 92 00

 

ex 4005 10 00

B3040

ex 7112 99 00

 

ex 4005 99 00

B3040

B1150

ex 7106 10 00

 

ex 4011

B3140

ex 7108 11 00

 

ex 4012 11 00

B3140

ex 7110 11 00

 

ex 4012 12 00

B3140

ex 7110 21 00

 

ex 4012 13 00

B3140

ex 7110 31 00

 

ex 4012 19 00

B3140

ex 7110 41 00

 

ex 4012 20 00

B3140

ex 7112 30 00

 

ex 4017 00 00

A3050

ex 7112 91 00

 

A3120

ex 7112 92 00

 

B3040

ex 7112 99 00

 

B3080

B1160

ex 7112 30 00

 

B3140

B1170

ex 7112 30 00

 

B4020

B1180

ex 7112 99 00

 

ex 4115 20 00

A3090

B1190

ex 7112 99 00

 

A3100

B1200

ex 2618 00 00

 

ex 4115 20 00

B3090

B1210

ex 2619 00 20

 

B3100

ex 2619 00 90

 

ex 4302 20 00

A3110

B1220

ex 2620 11 00

 

B3110

ex 2620 19 00

 

ex 4401 10 00

B3050

ex 2620 21 00

 

ex 4401 21 00

AC170

ex 2620 29 00

 

B3050

ex 2620 30 00

 

ex 4401 22 00

AC170

ex 2620 40 00

 

B3050

ex 2620 60 00

 

ex 4401 31 00

B3050

ex 2620 91 00

 

ex 4401 39 20

AC170

ex 2620 99 10

 

B3050

ex 2620 99 20

 

ex 4401 39 30

AC170

ex 2620 99 40

 

B3050

ex 2620 99 60

 

ex 4401 39 80

A4130

ex 2620 99 95

 

AC170

ex 2621 90 00

 

B3050

B1230

ex 2619 00 20

 

ex 4501 90 00

AC170

ex 2619 00 90

 

B3050

B1240

ex 2620 30 00

 

ex 4707 10 00

B3020

ex 2621 90 00

 

ex 4707 20 00

B3020

B1250

ex 7204 21 10

 

ex 4707 30 10

B3020

ex 7204 21 90

 

ex 4707 30 90

B3020

ex 7204 29 00

 

ex 4707 90 10

A4130

ex 7204 30 00

 

B3020

ex 7204 49 90

 

ex 4707 90 90

A4130

ex 7602 00 19

 

B3020

ex 7602 00 90

 

ex 4823 90 85

B3020

ex 8427 10 10

 

ex 5003 00 00

B3030

ex 8427 10 90

 

ex 5103 10 10

B3030

ex 8427 20 11

 

ex 5103 10 90

B3030

ex 8427 20 19

 

ex 5103 20 00

B3030

ex 8427 20 90

 

ex 5103 30 00

B3030

ex 8427 90 00

 

ex 5202 10 00

A3120

ex 8433 11 10

 

B3030

ex 8433 11 51

 

ex 5202 91 00

A3120

ex 8433 19 10

 

B3030

ex 8433 19 51

 

ex 5202 99 00

A3120

ex 8433 20 10

 

B3030

ex 8433 30 00

 

ex 5301 30 00

B3030

ex 8433 51 00

 

ex 5302 90 00

B3030

ex 8433 53 10

 

ex 5303 90 00

B3030

ex 8433 53 30

 

ex 5305 00 00

B3030

ex 8433 53 90

 

ex 5505 10 10

A3120

ex 8433 59 11

 

B3030

ex 8433 59 19

 

ex 5505 10 30

A3120

ex 8433 59 85

 

B3030

ex 8436 80 10

 

ex 5505 10 50

A3120

ex 8473 10 00

 

B3030

ex 8479 10 00

 

ex 5505 10 70

A3120

ex 8479 89 97

 

B3030

ex 8497 89 97

 

ex 5505 10 90

A3120

ex 8701 10 00

 

B3030

ex 8701 20 90

 

ex 5505 20 00

A3120

ex 8701 30 00

 

B3030

ex 8701 90 50

 

ex 5701 10 10

B3035

ex 8701 90 90

 

ex 5701 10 90

B3035

ex 8702 10 19

 

ex 5701 90 10

B3035

ex 8702 10 99

 

ex 5701 90 90

B3035

ex 8702 90 19

 

ex 5904 90 00

B3035

ex 8702 90 39

 

ex 6309 00 00

B3030

ex 8702 90 90

 

B3035

ex 8703 10 11

 

B3040

ex 8703 10 18

 

ex 6310 10 00

A4100

ex 8703 21 90

 

A4130

ex 8703 22 90

 

B3030

ex 8703 23 90

 

ex 6310 90 00

A3120

ex 8703 24 90

 

A4100

ex 8703 31 90

 

A4130

ex 8703 32 90

 

B3030

ex 8703 33 90

 

ex 6804 10 00

AB030

ex 8703 90 10

 

ex 6804 21 00

AB030

ex 8703 90 90

 

ex 6804 22 12

AB030

ex 8704 10 10

 

ex 6804 22 18

AB030

ex 8704 10 90

 

ex 6804 22 30

AB030

ex 8704 21 39

 

GF010

ex 8704 21 99

 

ex 6804 22 50

AB030

ex 8704 22 99

 

ex 6804 22 90

AB030

ex 8704 23 99

 

ex 6804 23 00

AB030

ex 8704 31 39

 

ex 6804 30 00

AB030

ex 8704 31 99

 

ex 6805 10 00

AB030

ex 8704 32 99

 

ex 6805 20 00

AB030

ex 8704 90 00

 

ex 6805 30 00

AB030

ex 8705

 

ex 6806 10 00

B2030

ex 8709 11 10

 

RB020

ex 8709 11 90

 

ex 6806 90 00

B2030

ex 8709 19 10

 

RB020

ex 8709 19 90

 

ex 6809 11 00

B2040

ex 8710 00 00

 

ex 6809 19 00

B2040

ex 8711

 

ex 69

GF010

ex 8713 90 00

 

ex 7001 00 10

A2010

ex 9705 00 00

 

A3120

B2010

ex 2501 00 31

 

A4130

ex 2501 00 51

 

B2020

ex 2501 00 99

 

B2040

ex 2502 00 00

 

GE020

ex 2504 10 00

 

ex 7019 11 00

GE020

ex 2504 90 00

 

ex 7019 19 10

GE020

ex 2506 10 00

 

ex 7019 19 90

GE020

ex 2506 20 00

 

ex 7019 90 00

GE020

ex 2507 00 20

 

ex 7106 10 00

B1031

ex 2507 00 80

 

B1150

ex 2508 10 00

 

ex 7107 00 00

B1031

ex 2508 30 00

 

ex 7108 11 00

B1031

ex 2508 40 00

 

B1150

ex 2508 50 00

 

ex 7109 00 00

B1031

ex 2508 60 00

 

ex 7110 11 00

B1031

ex 2508 70 00

 

B1150

ex 2509 00 00

 

GC050

ex 2510 10 00

 

ex 7110 19 10

GC050

ex 2510 20 00

 

ex 7110 19 80

GC050

ex 2511 10 00

 

ex 7110 21 00

B1031

ex 2511 20 00

 

B1150

ex 2512 00 00

 

ex 7110 31 00

B1031

ex 2513 10 00

 

B1150

ex 2513 20 00

 

ex 7110 41 00

B1031

ex 2514 00 00

 

B1150

ex 2515 11 00

 

ex 7111 00 00

B1031

ex 2515 12 00

 

ex 7112 30 00

A1150

ex 2515 20 00

 

B1031

ex 2516 11 00

 

B1070

ex 2516 12 00

 

B1150

ex 2516 20 00

 

B1160

ex 2516 90 00

 

B1170

ex 2517 10 10

 

ex 7112 91 00

A1010

ex 2517 10 20

 

A1020

ex 2517 10 80

 

B1010

ex 2517 20 00

 

B1030

ex 2517 30 00

 

B1031

ex 2517 41 00

 

B1050

ex 2517 49 00

 

B1070

ex 2518 10 00

 

B1100

ex 2518 20 00

 

B1120

ex 2518 30 00

 

B1130

ex 2519 10 00

 

B1140

ex 2519 90 10

 

B1150

ex 2519 90 30

 

B3020

ex 2519 90 90

 

GB040

ex 2520 10 00

 

GC010

ex 2521 00 00

 

GC020

ex 2525 10 00

 

ex 7112 92 00

A1010

ex 2525 20 00

 

A1020

ex 2525 30 00

 

ex 7112 92 00

B1010

ex 2526 10 00

 

B1030

ex 2526 20 00

 

B1031

ex 2528 10 00

 

B1050

ex 2528 90 00

 

B1070

ex 2529 10 00

 

B1100

ex 2529 21 00

 

B1120

ex 2529 22 00

 

B1130

ex 2529 30 00

 

B1140

ex 2530 10 00

 

B1150

ex 2530 20 00

 

B3020

ex 2530 90 00

 

GB040

ex 2620 11 00

 

GC010

ex 2620 19 00

 

GC020

ex 2620 21 00

 

GC050

ex 2620 29 00

 

ex 7112 99 00

A1010

ex 2620 30 00

 

A1020

ex 2620 40 00

 

ex 7112 99 00

B1010

ex 2620 60 00

 

B1030

ex 2620 91 00

 

B1031

ex 2620 99 10

 

B1050

ex 2620 99 20

 

B1070

ex 2620 99 40

 

B1100

ex 2620 99 60

 

B1120

ex 2620 99 95

 

B1130

ex 3825 69 00

 

B1140

ex 3825 90 90

 

B1150

B2020

ex 7001 00 10

 

B1180

B2030

ex 2530 90 00

 

B1190

ex 6806 10 00

 

B3020

ex 6806 90 00

 

GB040

ex 8113 00 20

 

GC010

ex 8113 00 40

 

GC020

B2040

ex 2501 00 31

 

GC050

ex 2501 00 51

 

ex 7115 10 00

GC050

ex 2501 00 99

 

ex 7115 90 00

GC050

ex 2503 00 10

 

ex 7204 10 00

A1190

ex 2503 00 90

 

B1010

ex 2521 00 00

 

B1040

ex 2530 90 00

 

ex 7204 21 10

A1190

ex 2620 30 00

 

A4130

ex 2621 90 00

 

B1010

ex 3104 20 10

 

B1040

ex 3104 20 50

 

B1115

ex 3104 20 90

 

B1250

ex 3824 90 96

 

GC010

ex 3825 10 00

 

GC020

ex 3825 69 00

 

ex 7204 21 90

A1190

ex 3825 90 90

 

A4130

ex 6809 11 00

 

B1010

ex 6809 19 00

 

B1040

ex 7001 00 10

 

B1115

B2060

ex 3802 90 00

 

B1250

ex 3825 69 00

 

GC010

ex 3825 90 90

 

GC020

B2070

ex 3825 69 00

 

ex 7204 29 00

A1190

ex 3825 90 90

 

A4130

B2080

ex 3825 69 00

 

B1010

B2090

ex 3825 69 00

 

B1040

B2100

ex 2620 11 00

 

B1115

ex 2620 19 00

 

B1250

ex 2620 30 00

 

GC010

ex 2620 40 00

 

GC020

ex 2620 99 10

 

ex 7204 30 00

A1190

ex 2620 99 20

 

A4130

ex 2620 99 40

 

B1010

ex 2620 99 60

 

B1250

ex 2620 99 95

 

GC010

ex 3825 69 00

 

GC020

B2110

ex 2620 11 00

 

ex 7204 41 10

B1010

ex 2620 19 00

 

ex 7204 41 91

A1190

ex 2620 21 00

 

B1010

ex 2620 29 00

 

ex 7204 41 99

A1190

ex 2620 30 00

 

B1010

ex 2620 40 00

 

ex 7204 49 10

A1190

ex 2620 60 00

 

B1010

ex 2620 91 00

 

B1115

ex 2620 99 10

 

ex 7204 49 30

A1190

ex 2620 99 20

 

A4130

ex 2620 99 40

 

B1010

ex 2620 99 60

 

B1115

ex 2620 99 95

 

GC010

ex 3825 69 00

 

GC020

ex 3825 90 90

 

ex 7204 49 90

A1190

B2120

ex 3825 69 00

 

A4130

ex 3825 90 90

 

B1010

B2130

ex 2517 20 00

 

B1030

ex 2714 10 00

 

B1040

ex 2714 90 00

 

B1115

ex 2715 00 00

 

B1250

ex 3825 10 00

 

GC010

ex 3825 90 90

 

GC020

B3010

ex 3825 10 00

 

ex 7204 50 00

A1190

ex 3825 61 00

 

B1010

ex 3825 90 90

 

ex 7217 90 20

A1190

ex 3901 10 10

 

B1115

ex 3901 10 90

 

ex 7217 90 50

A1190

ex 3901 20 10

 

B1115

ex 3901 20 90

 

ex 7217 90 90

A1190

ex 3901 30 00

 

B1115

ex 3901 90 30

 

ex 7223 00 11

A1190

ex 3901 90 90

 

B1115

ex 3902 10 00

 

ex 7223 00 19

A1190

ex 3902 20 00

 

B1115

ex 3902 30 00

 

ex 7223 00 91

A1190

ex 3902 90 10

 

B1115

ex 3902 90 20

 

ex 7223 00 99

A1190

ex 3902 90 90

 

B1115

ex 3903 11 00

 

ex 7229 20 00

A1190

ex 3903 19 00

 

B1115

ex 3903 20 00

 

ex 7229 90 20

A1190

ex 3903 30 00

 

B1115

ex 3903 90 10

 

ex 7229 90 50

A1190

ex 3903 90 20

 

B1115

ex 3903 90 90

 

ex 7229 90 90

A1190

ex 3904 10 00

 

B1115

ex 3904 21 00

 

ex 7312 10 20

A1190

ex 3904 22 00

 

B1115

ex 3904 30 00

 

ex 7312 10 49

A1190

ex 3904 40 00

 

B1115

ex 3904 50 10

 

ex 7312 10 69

A1190

ex 3904 50 90

 

B1115

ex 3904 61 00

 

ex 7312 10 98

A1190

ex 3904 69 10

 

B1115

ex 3904 69 20

 

ex 7312 90 00

A1190

ex 3904 69 80

 

B1115

ex 3904 90 00

 

ex 7323 91 00

A1190

ex 3905 12 00

 

ex 7323 92 00

A1190

ex 3907 20 99

 

ex 7323 93 00

A1190

ex 3907 30 00

 

ex 7323 94 00

A1190

ex 3907 40 00

 

ex 7323 99 00

A1190

ex 3907 50 00

 

ex 7404 00 10

A1190

ex 3907 60 20

 

B1010

ex 3907 60 80

 

B1050

ex 3907 70 00

 

B1070

ex 3907 91 10

 

B1115

ex 3907 91 90

 

B1120

ex 3907 99 10

 

GC010

ex 3907 99 90

 

GC020

ex 3908 10 00

 

ex 7404 00 91

A1190

ex 3908 90 00

 

B1010

ex 3909 10 00

 

B1050

ex 3909 20 00

 

B1070

ex 3909 30 00

 

B1115

ex 3909 40 00

 

B1120

ex 3909 50 10

 

GC010

ex 3909 50 90

 

GC020

ex 3910 00 00

 

ex 7404 00 99

A1190

ex 3911 10 00

 

B1010

ex 3911 90 11

 

B1050

ex 3911 90 13

 

B1070

ex 3911 90 19

 

B1115

ex 3911 90 92

 

B1120

ex 3911 90 99

 

GC010

ex 3912 11 00

 

GC020

ex 3912 12 00

 

ex 7405 00 00

B1070

ex 3912 20 11

 

ex 7406 10 00

B1070

ex 3912 20 19

 

ex 7406 20 00

B1070

ex 3912 20 90

 

ex 7408 11 00

A1190

ex 3912 31 00

 

B1115

ex 3912 39 20

 

ex 7408 19 10

A1190

ex 3912 39 85

 

B1115

ex 3912 90 10

 

ex 7408 19 90

A1190

ex 3912 90 90

 

B1115

ex 3913 10 00

 

ex 7408 21 00

A1190

ex 3913 90 00

 

B1115

ex 3914 00 00

 

ex 7408 22 00

A1190

ex 3915 10 00

 

B1115

ex 3915 20 00

 

ex 7408 29 00

A1190

ex 3915 30 00

 

B1115

ex 3915 90 11

 

ex 7413 00 00

B1115

ex 3915 90 80

 

ex 7413 00 20

A1190

B3020

ex 4707 10 00

 

ex 7413 00 80

A1190

ex 4707 20 00

 

ex 7503 00 10

A1190

ex 4707 30 10

 

B1010

ex 4707 30 90

 

B1050

ex 4707 90 10

 

B1115

ex 4707 90 90

 

B1120

ex 4823 90 85

 

GC010

ex 7112 91 00

 

GC020

ex 7112 92 00

 

ex 7503 00 90

B1010

ex 7112 99 00

 

B1050

B3030

ex 5003 00 00

 

B1115

ex 5103 10 10

 

B1120

ex 5103 10 90

 

GC010

ex 5103 20 00

 

GC020

ex 5103 30 00

 

ex 7505 21 00

A1190

ex 5202 10 00

 

B1115

ex 5202 91 00

 

ex 7505 22 00

A1190

ex 5202 99 00

 

B1115

ex 5301 30 00

 

ex 7508 90 00

A1190

ex 5302 90 00

 

B1115

ex 5303 90 00

 

ex 7602 00 11

A4130

ex 5305 00 00

 

B1010

ex 5505 10 10

 

B1050

ex 5505 10 30

 

B1120

ex 5505 10 50

 

GC010

ex 5505 10 70

 

GC020

ex 5505 10 90

 

ex 7602 00 19

A1190

ex 5505 20 00

 

A4130

ex 6309 00 00

 

B1010

ex 6310 10 00

 

B1050

ex 6310 90 00

 

B1115

B3035

ex 5701 10 10

 

B1120

ex 5701 10 90

 

B1250

ex 5701 90 10

 

GC010

ex 5701 90 90

 

GC020

ex 5904 90 00

 

ex 7602 00 90

A1190

ex 6309 00 00

 

A4130

B3040

ex 3901

 

B1010

ex 3902 30 00

 

B1050

ex 3902 90 90

 

B1115

ex 3903 30 00

 

B1120

ex 3903 90 90

 

B1250

ex 3904 69 20

 

GC010

ex 3906 90 90

 

GC020

ex 3910 00 00

 

ex 7614 10 00

A1190

ex 3911 90 13

 

B1115

ex 3915 10 00

 

ex 7614 90 00

A1190

ex 3915 20 00

 

B1115

ex 3915 90 80

 

ex 78

B1020

ex 4001 10 00

 

ex 7802 00 00

B1115

ex 4001 22 00

 

ex 7802 00 00

A1010

ex 4001 29 00

 

ex 7802 00 00

A1020

ex 4001 30 00

 

B1050

ex 4002

 

B1115

ex 4003

 

GC010

ex 4004 00 00

 

GC020

ex 4005 10 00

 

A1190

ex 4005 99 00

 

ex 7806 00 30

A1190

ex 4017 00 00

 

ex 7806 00 90

A1190

ex 6309 00 00

 

ex 7902 00 00

A1190

B3050

ex 4401 10 00

 

B1010

ex 4401 21 00

 

B1050

ex 4401 22 00

 

B1080

ex 4401 31 00

 

B1115

ex 4401 39 20

 

B1120

ex 4401 39 30

 

GC010

ex 4401 39 80

 

GC020

ex 4501 90 00

 

ex 7903 10 00

B1080

B3060

ex 0506 10 00

 

ex 7903 90 00

B1080

ex 0506 90 00

 

ex 7904 00 00

A1190

ex 0511 91 10

 

B1115

ex 1213 00 00

 

ex 7907 00 90

A1190

ex 1404 90 00

 

ex 8002 00 00

A1190

ex 1522 00 10

 

A4130

ex 1522 00 31

 

B1010

ex 1522 00 39

 

B1050

ex 1522 00 91

 

B1115

ex 1522 00 99

 

B1120

ex 1802 00 00

 

GC010

ex 2301 10 00

 

GC020

ex 2301 20 00

 

ex 8003 00 00

A1190

ex 2302

 

B1115

ex 2303

 

ex 8007 00 80

A1190

ex 2304 00 00

 

B1115

ex 2305 00 00

 

ex 8101 10 00

B1031

ex 2306

 

ex 8101 96 00

A1190

ex 2307 00 11

 

B1115

ex 2307 00 19

 

ex 8101 97 00

A1190

ex 2308 00 11

 

B1010

ex 2308 00 19

 

ex 8101 97 00

B1030

ex 2308 00 40

 

B1031

ex 2308 00 90

 

B1050

ex 2401 30 00

 

B1115

ex 3825 61 00

 

B1120

ex 3825 90 90

 

GC010

B3065

ex 15

 

GC020

B3070

ex 0501 00 00

 

ex 8101 99 90

A1190

ex 1213 00 00

 

B1031

ex 2309 90 31

 

B1115

ex 2309 90 33

 

ex 8102 10 00

B1031

ex 2309 90 35

 

ex 8102 96 00

A1190

ex 2309 90 39

 

B1115

ex 2309 90 41

 

ex 8102 97 00

A1190

ex 2309 90 43

 

B1010

ex 2309 90 49

 

ex 8102 97 00

B1030

ex 2309 90 51

 

B1031

ex 2309 90 53

 

B1050

ex 2309 90 59

 

B1115

ex 2309 90 70

 

B1120

ex 2309 90 96

 

GC010

B3080

ex 4004 00 00

 

GC020

ex 4017 00 00

 

ex 8102 99 00

A1190

B3090

ex 4115 20 00

 

B1031

B3100

ex 2621 90 00

 

B1115

ex 3825 20 00

 

ex 8103 20 00

B1031

ex 3825 30 00

 

ex 8103 30 00

A1190

ex 3825 61 00

 

B1010

ex 3825 69 00

 

B1030

ex 3825 90 90

 

B1031

ex 4115 20 00

 

B1050

B3110

ex 0502 10 00

 

B1120

ex 0502 90 00

 

GC010

ex 0511 99 10

 

GC020

ex 0511 99 85

 

ex 8103 90 10

A1190

ex 4302 20 00

 

B1115

B3120

ex 3203 00 10

 

ex 8103 90 90

A1190

ex 3203 00 90

 

B1031

ex 3204

 

B1115

ex 3205 00 00

 

ex 8104 20 00

AA190

ex 3206 11 00

 

B1010

ex 3206 19 00

 

B1050

ex 3206 49 10

 

B1120

ex 3206 49 70

 

GC010

ex 3207 10 00

 

GC020

ex 3825 61 00

 

ex 8105 30 00

B1010

ex 3825 90 90

 

B1050

B3130

ex 3825 41 00

 

B1120

ex 3825 49 00

 

GC010

ex 3825 69 00

 

GC020

ex 3825 90 90

 

ex 8106 00 10

B1010

ex 3907 10 00

 

B1050

ex 3907 20 11

 

B1120

ex 3907 20 20

 

GC010

ex 3907 20 91

 

GC020

ex 3907 20 99

 

ex 8107 20 00

B1020

ex 3907 30 00

 

ex 8107 30 00

A1010

ex 3915 90 80

 

A1020

B3140

ex 4004 00 00

 

ex 8107 30 00

A1190

ex 4011

 

B1020

ex 4012 11 00

 

B1050

ex 4012 12 00

 

ex 8107 90 00

A1190

ex 4012 13 00

 

B1020

ex 4012 19 00

 

ex 8108 20 00

B1031

ex 4012 20 00

 

ex 8108 30 00

A1190

ex 4017 00 00

 

B1010

B4010

ex 3209 10 00

 

ex 8108 30 00

B1030

ex 3209 90 00

 

B1031

ex 3210 00 10

 

B1050

ex 3210 00 90

 

B1115

ex 3213 10 00

 

B1120

ex 3213 90 00

 

GC010

ex 3215 11 00

 

GC020

ex 3215 19 00

 

ex 8108 90 30

A1190

ex 3215 90 00

 

B1115

ex 3825 61 00

 

ex 8108 90 90

A1190

ex 3825 69 00

 

B1031

ex 3825 90 90

 

B1115

B4020

ex 3501

 

ex 8109 00 30

GC010

ex 3503

 

GC020

ex 3505

 

ex 8109 30 00

B1010

ex 3506

 

B1030

ex 3825 61 00

 

B1050

ex 3825 69 00

 

B1120

ex 3825 90 90

 

ex 8110 10 00

B1020

ex 3915 10 00

 

ex 8110 20 00

A1010

ex 3915 20 00

 

A1020

ex 3915 30 00

 

ex 8110 20 00

B1020

ex 3915 90 11

 

B1050

ex 3915 90 80

 

GC010

ex 4004 00 00

 

GC020

ex 4017 00 00

 

ex 8110 90 00

B1020

B4030

ex 3915 10 00

 

ex 8111 00 19

B1010

ex 3915 20 00

 

B1050

ex 3915 30 00

 

B1120

ex 3915 90 11

 

GC010

ex 3915 90 80

 

GC020

ex 8548 10 10

 

ex 8112 12 00

B1020

ex 8548 10 29

 

ex 8112 13 00

A1010

ex 8548 10 99

 

A1020

GB040

ex 2620 30 00

 

ex 8112 13 00

B1020

ex 7112 91 00

 

B1050

ex 7112 92 00

 

B1120

ex 7112 99 00

 

GC010

GC010

ex 7112 91 00

 

GC020

ex 7112 92 00

 

ex 8112 19 00

B1020

ex 7112 99 00

 

ex 8112 22 00

B1010

ex 7204 21 10

 

B1030

ex 7204 21 90

 

B1050

ex 7204 29 00

 

B1120

ex 7204 30 00

 

GC010

ex 7204 49 30

 

GC020

ex 7204 49 90

 

ex 8112 52 00

A1010

ex 7404 00 10

 

A1030

ex 7404 00 91

 

B1050

ex 7404 00 99

 

B1120

ex 7503 00 10

 

GC010

ex 7503 00 90

 

GC020

ex 7602 00 11

 

ex 8112 92 10

B1010

ex 7602 00 19

 

B1030

ex 7602 00 90

 

B1050

ex 7802 00 00

 

B1120

ex 7902 00 00

 

GC010

ex 8002 00 00

 

GC020

ex 8101 97 00

 

ex 8112 92 21

B1010

ex 8102 97 00

 

B1030

ex 8103 30 00

 

ex 8112 92 21

B1031

ex 8104 20 00

 

B1050

ex 8105 30 00

 

B1120

ex 8106 00 10

 

GC010

ex 8108 30 00

 

GC020

ex 8109 00 30

 

ex 8112 92 31

B1031

ex 8110 20 00

 

ex 8113 00 20

B2030

ex 8111 00 19

 

ex 8113 00 40

B1050

ex 8112 13 00

 

B1120

ex 8112 22 00

 

B2030

ex 8112 52 00

 

ex 8427 10 10

B1250

ex 8112 92 10

 

ex 8427 10 90

B1250

ex 8112 92 21

 

ex 8427 20 11

B1250

GC020

ex 7112 91 00

 

ex 8427 20 19

B1250

ex 7112 92 00

 

ex 8427 20 90

B1250

ex 7112 99 00

 

ex 8427 90 00

B1250

ex 7204 21 10

 

ex 8433 11 10

B1250

ex 7204 21 90

 

ex 8433 11 51

B1250

ex 7204 29 00

 

ex 8433 19 10

B1250

ex 7204 30 00

 

ex 8433 19 51

B1250

ex 7204 49 30

 

ex 8433 20 10

B1250

ex 7204 49 90

 

ex 8433 30 00

B1250

ex 7404 00 10

 

ex 8433 51 00

B1250

ex 7404 00 91

 

ex 8433 53 10

B1250

ex 7404 00 99

 

ex 8433 53 30

B1250

ex 7503 00 10

 

ex 8433 53 90

B1250

ex 7503 00 90

 

ex 8433 59 11

B1250

ex 7602 00 11

 

ex 8433 59 19

B1250

ex 7602 00 19

 

ex 8433 59 85

B1250

ex 7602 00 90

 

ex 8436 80 10

B1250

ex 7802 00 00

 

ex 8473 10 00

B1250

ex 7902 00 00

 

ex 8479 10 00

B1250

ex 8002 00 00

 

ex 8479 89 97

B1250

ex 8101 97 00

 

ex 8497 89 97

B1250

ex 8102 97 00

 

ex 8548 10 10

A1160

ex 8103 30 00

 

A1170

ex 8104 20 00

 

B1090

ex 8105 30 00

 

B4030

ex 8106 00 10

 

ex 8548 10 21

A1160

ex 8108 30 00

 

A1170

ex 8109 00 30

 

ex 8548 10 29

A1170

ex 8110 20 00

 

B1090

ex 8111 00 19

 

B4030

ex 8112 13 00

 

ex 8548 10 91

A1160

ex 8112 22 00

 

A1170

ex 8112 52 00

 

ex 8548 10 99

A1170

ex 8112 92 10

 

B1090

ex 8112 92 21

 

B4030

ex 8548 90 90

 

ex 8548 90 90

GC020

GC030

ex 8908 00 00

 

ex 8701 10 00

B1250

GC050

ex 3815 11 00

 

ex 8701 20 90

B1250

ex 3815 12 00

 

ex 8701 30 00

B1250

ex 3815 19 90

 

ex 8701 90 50

B1250

ex 3815 90 90

 

ex 8701 90 90

B1250

ex 3825 69 00

 

ex 8702 10 19

B1250

ex 3825 90 90

 

ex 8702 10 99

B1250

ex 7110 11 00

 

ex 8702 90 19

B1250

ex 7110 19 10

 

ex 8702 90 39

B1250

ex 7110 19 80

 

ex 8702 90 90

B1250

ex 7112 92 00

 

ex 8703 10 11

B1250

ex 7112 99 00

 

ex 8703 10 18

B1250

ex 7115 10 00

 

ex 8703 21 90

B1250

ex 7115 90 00

 

ex 8703 22 90

B1250

GE020

ex 7001 00 10

 

ex 8703 23 90

B1250

ex 7019 11 00

 

ex 8703 24 90

B1250

ex 7019 19 10

 

ex 8703 31 90

B1250

ex 7019 19 90

 

ex 8703 32 90

B1250

ex 7019 90 00

 

ex 8703 33 90

B1250

GF010

ex 2530 90 00

 

ex 8703 90 10

B1250

ex 6804 22 30

 

ex 8703 90 90

B1250

ex 69

 

ex 8704 10 10

B1250

GG030

ex 2621 90 00

 

ex 8704 10 90

B1250

GG040

ex 2621 90 00

 

ex 8704 21 39

B1250

GH013

ex 3904 10 00

 

ex 8704 21 99

B1250

ex 3904 21 00

 

ex 8704 22 99

B1250

ex 3904 22 00

 

ex 8704 23 99

B1250

ex 3904 30 00

 

ex 8704 31 39

B1250

ex 3904 40 00

 

ex 8704 31 99

B1250

ex 3915 30 00

 

ex 8704 32 99

B1250

GN010

ex 0502 10 00

 

ex 8704 90 00

B1250

ex 0502 90 00

 

ex 8705

B1250

GN020

ex 0511 99 85

 

ex 8709 11 10

B1250

GN030

ex 0505 10 10

 

ex 8709 11 90

B1250

ex 0505 10 90

 

ex 8709 19 10

B1250

ex 0505 90 00

 

ex 8709 19 90

B1250

RB020

ex 3825 90 90

 

ex 8710 00 00

B1250

ex 6806 10 00

 

ex 8711

B1250

ex 6806 90 00

 

ex 8713 90 00

B1250

Y46

ex 3825 10 00

 

ex 8908 00 00

GC030

Y47

ex 2621 10 00

 

ex 9705 00 00

B1250


(1)  De beschrijving van afvalcodes wordt gegeven in de bijlagen III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 1013/2006.

(2)  De beschrijving van GN-codes wordt gegeven in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1754 van de Commissie van 6 oktober 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 285 van 30.10.2015, blz. 1).

(3)  De afkorting „ex” voor een GN-code betekent dat het slechts een deel van de GN-code betreft. Deze GN-codes kunnen ook betrekking hebben op andere goederen dan de afvalstoffen die onder de respectieve afvalcode(s) vallen.


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/70


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1246 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 2016

tot instelling van een definitief antidumpingrecht op staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand, van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (de „basisverordening”), en met name artikel 9, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

1.   Voorlopige maatregelen

(1)

Op 29 januari 2016 heeft de Europese Commissie (de „Commissie”) bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/113 (2) (de „voorlopige verordening”) een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand („HFP rebars”), van oorsprong uit de Volksrepubliek China („VRC” of het „betrokken land”).

(2)

Het onderzoek is op 30 april 2015 (3) geopend naar aanleiding van een klacht die op 17 maart 2015 was ingediend door de European Steel Association („Eurofer” of de „klager”) namens producenten die samen meer dan 25 % van de totale productie van HFP rebars in de Unie vertegenwoordigen. Het bij de klacht gevoegde bewijsmateriaal over dumping van het betrokken product en de aanmerkelijke schade als gevolg daarvan werd voldoende geacht om een onderzoek te openen.

2.   Registratie van invoer

(3)

Naar aanleiding van een door de klager ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat dat aan de relevante voorwaarden van artikel 10 van de basisverordening was voldaan, heeft de Commissie bij Verordening (EU) 2015/2386 (4) de invoer van HFP rebars van oorsprong uit de VRC per 19 december 2015 aan registratie onderworpen.

3.   Vervolg van de procedure

(4)

Na de mededeling van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan werd besloten een voorlopig antidumpingrecht in te stellen („mededeling van de voorlopige bevindingen”), hebben producenten in de Unie, Chinese producenten-exporteurs, importeurs, gebruikers en een vereniging van importeurs schriftelijke opmerkingen over de voorlopige bevindingen ingediend. De belanghebbenden die daartoe een verzoek hadden ingediend, zijn gehoord.

(5)

Er hebben hoorzittingen plaatsgevonden met producenten-exporteurs uit de VRC en met niet-verbonden importeurs en gebruikers in de Unie.

(6)

De Commissie heeft de mondelinge en schriftelijke opmerkingen van de belanghebbenden in overweging genomen en heeft in voorkomend geval de voorlopige bevindingen dienovereenkomstig gewijzigd.

(7)

Eén belanghebbende heeft verzocht dat de raadadviseur-auditeur de juistheid van de gegevens van het referentieland zou controleren, aangezien de gegevens wegens hun vertrouwelijke aard niet in de mededeling van de voorlopige bevindingen zijn bekendgemaakt. De raadadviseur-auditeur heeft de gegevens gecontroleerd en heeft geen fouten gevonden. Diezelfde belanghebbende heeft ook om een hoorzitting met de raadadviseur-auditeur verzocht om zijn twijfels te uiten over de berekeningswijze van de rechten. Na afloop van de hoorzitting was de raadadviseur-auditeur van mening dat de diensten van de Commissie het onderzoek in overeenstemming met de aanvaarde en gebruikelijke praktijk hebben gevoerd.

(8)

De klager was van mening dat de streefwinst in de voorlopige verordening niet correct is vastgesteld en niet adequaat is voor de bedrijfstak van HFP rebars. Hij plaatste vraagtekens bij de methode die is gebruikt om die winst te berekenen en heeft de Commissie gevraagd om de kwestie grondiger te onderzoeken. Bijgevolg zijn specifieke vragenlijsten verstuurd naar de producenten in de Unie met betrekking tot het historische niveau van hun winstgevendheid vóór de beoordelingsperiode, namelijk van 2005 tot en met 2010. Er zijn antwoorden ontvangen van alle vier in de steekproef opgenomen producenten in de Unie, die tegelijkertijd herziene kosten- en winstgevendheidsberekeningen voor de beoordelingsperiode hebben ingediend.

(9)

Vanaf de registratie van de invoer hadden de belanghebbenden een termijn van twintig dagen om hun opmerkingen in te dienen. Er zijn opmerkingen ontvangen van producenten in de Unie, Chinese producenten-exporteurs, importeurs, gebruikers en een vereniging van importeurs.

(10)

Om na te gaan of de toepassing met terugwerkende kracht van de definitieve rechten gerechtvaardigd was, zijn vragenlijsten verstuurd naar niet-verbonden importeurs met betrekking tot hun invoervolumes, invoerprijzen en voorraden in de periode na het onderzoektijdvak, namelijk van 1 april 2015 tot en met 31 januari 2016. Van drie niet-verbonden importeurs zijn antwoorden ontvangen. Er zijn ook vragenlijsten verstuurd naar producenten in de Unie met betrekking tot hun verkoopprijzen in de periode na het onderzoektijdvak, namelijk van 1 april 2015 tot en met 31 januari 2016. Van alle vier in de steekproef opgenomen producenten in de Unie zijn antwoorden ontvangen.

(11)

Om de in de overwegingen 8 en 10 vermelde antwoorden op de vragenlijst te controleren, zijn bij de volgende partijen controlebezoeken ter plaatse verricht:

a)

producenten in de Unie

Megasa Siderur, Spanje

Riva Acier, Frankrijk

SN Maia, Portugal

b)

niet-verbonden importeurs in de Unie

CMC Ltd, Verenigd Koninkrijk

Eurosteel Ltd, Verenigd Koninkrijk

Ronly Ltd, Verenigd Koninkrijk.

(12)

De Commissie heeft alle partijen ingelicht over de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan zij voornemens is een definitief antidumpingrecht in te stellen op HFP rebars (de „mededeling van de definitieve bevindingen”). Alle partijen konden hierover binnen een bepaalde termijn na de mededeling van de definitieve bevindingen opmerkingen maken. Met de opmerkingen van de belanghebbenden werd waar nodig rekening gehouden.

4.   Steekproefneming

(13)

Aangezien geen opmerkingen zijn ontvangen over de methode voor het nemen van de steekproeven, worden de in de overwegingen 6 tot en met 11 van de voorlopige verordening vastgestelde voorlopige bevindingen bevestigd.

5.   Onderzoektijdvak en beoordelingsperiode

(14)

Zoals vermeld in overweging 16 van de voorlopige verordening, had het onderzoek naar de dumping en de schade betrekking op de periode van 1 april 2014 tot en met 31 maart 2015 (het „onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar ontwikkelingen die relevant zijn voor de schadebeoordeling had betrekking op de periode van 1 januari 2011 tot het eind van het onderzoektijdvak (de „beoordelingsperiode”). Wegens de specifieke omstandigheden op de markt in het jaar 2011, die in overweging 148 van de voorlopige verordening zijn uiteengezet, werd het gewicht voor het jaar 2011 in de schadeanalyse verlaagd en werd dienovereenkomstig meer nadruk gelegd op de ontwikkelingen vanaf 1 januari 2012. Bijgevolg zijn de indexcijfers, indien van toepassing, gebaseerd op het jaar 2012.

B.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

(15)

Zoals uiteengezet in de overwegingen 17 tot en met 19 van de voorlopige verordening heeft dit onderzoek betrekking op staven betonijzer of -staal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand, gemaakt van ijzer, niet-gelegeerd staal of gelegeerd staal (maar niet van roestvrij staal, sneldraaistaal en siliciummangaanstaal), enkel warm gewalst, ook indien na het walsen getordeerd, voorzien van inkepingen, verdikkingen, ribbels of andere bij het walsen verkregen vervormingen, of na het walsen getordeerd, in zeer goed tegen metaalmoeheid bestand metaal met als belangrijkste eigenschap het vermogen om herhaalde belasting te weerstaan zonder te breken en meer specifiek het vermogen om meer dan 4,5 miljoen vermoeiingscycli te weerstaan bij een spanningsverhouding (min/max) van 0,2 en een spanningsbereik van meer dan 150 MPa.

(16)

Het betrokken product is het in overweging 15 omschreven product, van oorsprong uit de VRC en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7214 20 00, ex 7228 30 20, ex 7228 30 41, ex 7228 30 49, ex 7228 30 61, ex 7228 30 69, ex 7228 30 70 en ex 7228 30 89.

(17)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen voerde een importeur aan dat het moeilijk zou zijn om het betrokken product in de praktijk van andere, onder dezelfde GN-codes ingedeelde soorten staven te onderscheiden. Volgens de importeur is het bijgevolg mogelijk dat de douaneautoriteiten van de Unie verkeerdelijk enerzijds antidumpingrechten instellen op andere producten die niet bij het onderzoek zijn betrokken en anderzijds geen rechten instellen op het betrokken product.

(18)

Zoals uiteengezet in overweging 18 van de voorlopige verordening komt de productomschrijving uitsluitend overeen met de eisen van de British Standard 4449 en kan het betrokken product worden onderscheiden op basis van de Cares-certificering en -markeringen die in reliëf op de staven zelf zijn aangebracht.

(19)

De importeur kon niet aangeven op welke manier de productomschrijving met de omschrijving van andere soorten staven zou kunnen overlappen of worden verward. De Commissie was derhalve van mening dat er zich geen probleem stelt wat de praktische uitvoering van de maatregelen betreft, en heeft het argument afgewezen. De Commissie merkt op dat zij de certificering niet in de productomschrijving heeft opgenomen teneinde te voorkomen dat de antidumpingmaatregelen kunnen worden ontweken doordat niet-gecertificeerde goederen in de Unie worden ingevoerd en pas daarna gecertificeerd.

(20)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerden twee belanghebbenden aan dat het betrokken product ook in Spanje en Portugal wordt verkocht, en dat de verbruiksgegevens van de Commissie bijgevolg niet alle verbruik in de Unie omvatten. De belanghebbenden hebben hun argument gebaseerd op een verklaring op de website van een producent in de Unie, waarop Spanje en Portugal zijn opgenomen als landen die staven met hoge ductiliteit gebruiken.

(21)

De Commissie benadrukt nogmaals dat staven volgens Spaanse en Portugese normen niet onder de omschrijving van het betrokken product vallen omdat de technische eisen van de staven in Spanje en Portugal niet overeenkomen met de productomschrijving van dit onderzoek zoals vastgesteld in overweging 15. Dit argument moet dan ook worden afgewezen.

(22)

Aangezien geen andere opmerkingen over het betrokken product en het soortgelijke product zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 17 tot en met 19 van de voorlopige verordening bevestigd.

C.   DUMPING

(23)

De details van de berekening van de dumping zijn vastgesteld in de overwegingen 21 tot en met 45 van de voorlopige verordening.

(24)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen hebben twee belanghebbenden, zoals beschreven in overweging 22 van de voorlopige verordening, opnieuw hun bezorgdheid geuit over het feit dat beide groepen ondernemingen voor de berekening van de dumping- en schademarges als verbonden werden beschouwd. De partijen herhaalden hun vorige argumenten dat er geen operationele banden bestaan tussen de twee groepen en zij niet betrokken zijn bij elkaars besluitvorming. Daarnaast wezen de belanghebbenden erop dat zij in antidumpingprocedures van derde landen (te weten Maleisië, Thailand en de Verenigde Staten) als afzonderlijke entiteiten worden behandeld. De belanghebbenden in kwestie hebben in dit verband dezelfde argumenten herhaald na de mededeling van de definitieve bevindingen.

(25)

Niettemin is de Commissie nog steeds van mening dat de belanghebbenden, wegens de aard en sterkte van de banden tussen de groepen, namelijk hun kapitaalbanden en het recht, zoals duidelijk is vastgesteld in de statuten, om functionarissen van de ene groep te benoemen tot lid van de statutaire organen van de andere, niet als afzonderlijke entiteiten kunnen worden behandeld, te meer aangezien zij als gevolg van die onderlinge band probleemloos hechtere structurele en commerciële betrekkingen kunnen aangaan. Alleen al het feit dat beide belanghebbenden vragen om een afzonderlijke behandeling, terwijl een dergelijke beslissing voor één van hen hogere antidumpingmaatregelen met zich mee zou brengen, zou tot dezelfde conclusie als hierboven kunnen leiden. Daarnaast moet worden onderstreept dat de Commissie niet verplicht is de beslissingen te volgen die autoriteiten van derde landen in hun antidumpingprocedures op basis van hun binnenlandse toepasselijke wetgeving nemen. De voorlopige bevinding in overweging 23 van de voorlopige verordening over de behandeling van de twee groepen exporteurs als verbonden groepen wordt hierbij bevestigd.

(26)

Naar aanleiding van de mededeling van de voorlopige bevindingen uitte één belanghebbende opnieuw zijn bezorgdheid over de keuze van Zuid-Afrika als referentieland en de daaruit volgende berekening van de normale waarde op basis van dit land. De belanghebbende benadrukte dat geen van de acht productsoorten die door Chinese exporteurs worden vervaardigd en verkocht, voldeed aan de representativiteitstest van 5 % op basis van de binnenlandse verkoop in Zuid-Afrika en dat drie van deze productsoorten niet eens door de Zuid-Afrikaanse producent worden vervaardigd. Bijgevolg waren voor deze drie soorten geen productiekosten beschikbaar. De belanghebbende betwistte ook het hoge winstniveau (tussen 10 en 20 % (5)) dat voor de berekening van de normale waarde werd gehanteerd. Tot slot gaf de belanghebbende aan dat de productiekosten in Zuid-Afrika hoog lagen en zelfs wezenlijk hoger dan de verkoopprijzen in de Unie, en voerde hij aan dat dit in tegenspraak was met de voorlopige conclusie van de Commissie dat Zuid-Afrika een open markt is met binnenlandse en buitenlandse concurrentie.

(27)

Ten aanzien van de bovenstaande argumenten moet eerst worden verduidelijkt dat het feit dat de binnenlandse verkoop van bepaalde productsoorten door een producent in het referentieland niet voldoet aan de representativiteitstest van 5 % geen beletsel vormt om voor deze productsoorten de normale waarde te berekenen. Aangezien deze soorten werden vervaardigd en verkocht door de Zuid-Afrikaanse producent, werd de normale waarde berekend op basis van de werkelijke productiekosten. De berekening van de normale waarde voor de drie productsoorten die niet in Zuid-Afrika werden vervaardigd, was gebaseerd op de productiekosten van de meest vergelijkbare productsoorten die in Zuid-Afrika worden geproduceerd. In dit geval werden de meest vergelijkbare productsoorten bepaald door één enkele parameter van het product, meer bepaald de lengte, te wijzigen. De productiekosten (per kg) van de middellange staven werden gebruikt in plaats van die van korte of lange staven. Voor de bepaling van de winst die voor de berekening van de normale waarden werd gebruikt, werd de standaardmethode toegepast. Voor de productsoorten waarvan geen binnenlandse verkoop of winstgevende binnenlandse transacties plaatsvonden, werd de gemiddelde winst van de onderneming op de totale binnenlandse verkoop van het betrokken product gebruikt. Uit het onderzoek bleek dat deze binnenlandse winst tussen 10 en 20 % lag. Daarnaast heeft de Commissie bij de berekening van de normale waarden voor de productsoorten waarvan er onvoldoende winstgevende binnenlandse transacties waren ook de uitspraak van het WTO-panel in de zaak betreffende de Noorse zalm (6) toegepast. In die zaak werd de werkelijke winst van de winstgevende binnenlandse transacties per productsoort toegepast. In die zaak lag het winstniveau doorgaans lager dan 10 à 20 %.

(28)

Tot slot bleek inderdaad uit het onderzoek dat de productiekosten in Zuid-Afrika hoger zijn dan de kosten en prijzen van de bedrijfstak van de Unie. Dit zijn werkelijke kosten, die ter plaatse bij de producent zijn gecontroleerd en die door de Zuid-Afrikaanse producent correct zijn meegedeeld. De Commissie ziet niet in hoe dit in strijd kan zijn met haar voorlopige bevinding over de openheid van en de concurrerentie in de Zuid-Afrikaanse markt. Er moet worden onderstreept dat, in tegenstelling tot de bedrijfstak van de Unie, waarvan de prijzen worden gedrukt als gevolg van de aanwezigheid van laaggeprijsde invoer met dumping uit China, de Zuid-Afrikaanse producent bij normale concurrentie kan werken. De situatie in de bedrijfstak van de Unie is geen maatstaf voor de keuze van een referentieland, dat per slot van rekening fungeert als vervangland voor China.

(29)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft de belanghebbende in kwestie zijn argumenten met betrekking tot de volgens hem zeer hoge binnenlandse prijzen en productiekosten in het referentieland verder uitgewerkt en erop gewezen dat de op die cijfers gebaseerde normale waarde nagenoeg 40 % hoger ligt dan de bij de bepaling van de prijsbederfmarge gebruikte streefprijs in de Unie. De belanghebbende voerde aan dat deze volgens hem hoge binnenlandse prijzen en productiekosten in het referentieland te wijten zijn aan verschillende handelsbeschermingsmaatregelen ter bescherming van die markt, hetgeen ook een andere bevinding van de Commissie met betrekking tot de openheid van de Zuid-Afrikaanse markt ten aanzien van concurrentie zou ondergraven.

(30)

Naar aanleiding van het bovenstaande argument zijn de gegevens betreffende de prijzen en kosten in het referentieland herbeoordeeld. Ten eerste is het argument overdreven, aangezien de prijzen af fabriek van de Zuid-Afrikaanse producent die ter plaatse door de Commissie zijn gecontroleerd en die zijn gebruikt om de normale waarde voor de Chinese producenten-exporteurs te berekenen, aanzienlijk lager liggen dan de door de belanghebbende in kwestie aangevoerde prijzen. Ten tweede leidde de herbeoordeling tot de identificatie van bepaalde productsoorten die enkel volgens Zuid-Afrikaanse normen werden gemaakt en bijgevolg niet concurreerden met de Chinese uitgevoerde productsoorten. Aangezien de Commissie heeft gezorgd voor een volledige afstemming van alle Chinese uitvoertransacties door deze te vergelijken met productsoorten uit Zuid-Afrika die rechtstreeks met de uitgevoerde productsoorten concurreerden en dus minder correcties vereisten, waardoor een nauwkeuriger vergelijking kon worden gemaakt, heeft de Commissie beslist geen rekening te houden met deze niet-concurrerende producten. Bijgevolg zijn de normale waarden en dumpingmarges neerwaarts bijgesteld voor alle in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs. Er moet echter worden onderstreept dat het argument op zich, namelijk dat de markt in het referentieland wegens het bestaan van handelsbeschermingsmaatregelen een beperkte openheid heeft, wordt afgewezen. De in de opmerkingen bedoelde beschermingsmaatregelen zijn ofwel niet van toepassing op het betrokken product (antidumpingmaatregelen) of zijn ingesteld na het onderzoektijdvak (vrijwaringsmaatregelen). In elk geval nemen eventuele handelsbeschermingsmaatregelen die een land heeft toegepast tot herstel van eerlijke handelsvoorwaarden niet weg dat dit land een markteconomie heeft en geschikt is voor de keuze als derde land met een markteconomie ter berekening van de normale waarde voor China (7).

(31)

Gelet op het voorgaande bevestigt de Commissie haar voorlopige bevinding in overweging 30 van de voorlopige verordening dat Zuid-Afrika een geschikt referentieland is in de zin van artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening. In dit verband merkt de Commissie tevens op dat er geen medewerking kon worden verkregen van een ander land met een markteconomie en dat zij overeenkomstig de rechtspraak van de rechterlijke instanties van de Unie verplicht is in dergelijke situaties de gegevens te gebruiken van het land waarvan dergelijke samenwerking werd verkregen.

(32)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen hebben twee belanghebbenden aangevoerd dat — omdat de staalprijzen, en gelijklopend daarmee de productiekosten, gedurende het hele OT zijn gedaald — de Commissie de dumping- en schademarges op maandbasis of ten minste op kwartaalbasis had moet berekenen. Meer bepaald wijzen zij erop dat indien dit niet gebeurt, de producenten die in de eerste maanden veel hebben verkocht, benadeeld zouden worden. Dit argument werd ook herhaald na de mededeling van de definitieve bevindingen.

(33)

Uit het onderzoek is echter gebleken dat de prijzen van HFP rebars gedurende het hele OT zijn gedaald en in het bijzonder toen de vraag steeg als gevolg van de invoer met dumping. Het lijkt niet nodig noch gerechtvaardigd om wegens deze situatie een speciale methodologie te gebruiken. De belanghebbenden zelf geven toe dat de kostendaling een wereldwijd fenomeen en niet specifiek voor de Unie was. Daaruit valt af te leiden dat de kostendaling alle partijen in dezelfde mate heeft beïnvloed. Daarnaast waren de variaties in de loop van het OT, hoewel er zich schommelingen in het prijsniveau van grondstoffen en het eindproduct voordeden, niet groot genoeg om de toepassing van een speciale methodologie te rechtvaardigen. Uit de door de belanghebbenden ingediende gegevens met betrekking tot de wereldwijde staalmarkt blijkt een prijsdaling met ongeveer 12 %. Met betrekking tot de snelle daling van ijzerertsprijzen op de Chinese markt (meer dan 50 %) merkt de Commissie op dat het effect van de daling op de prijzen van HFP rebars in het OT beperkt was tot 20 %. Daarbij komt dat de prijsstijging slechts tijdelijk was, in die zin dat de wereldmarktprijzen fluctueren, wat voor dit soort grondstof een normaal verschijnsel is. Dergelijke veranderingen in de grondstoffenprijzen moeten als een normaal aspect van het zakendoen worden beschouwd. De geconstateerde evolutie van de grondstofprijs gedurende het onderzoektijdvak wijst bijgevolg niet op de noodzaak om een maandelijkse analyse uit te voeren, noch lijkt zij van een niveau dat de berekeningen van de dumping- en schademarges aanzienlijk zou hebben beïnvloed. In ieder geval is het niet haalbaar om de normale waarde op maandbasis te berekenen, aangezien de winstgevendheidstesten van de binnenlandse verkoop in het referentieland en de productiekosten van de producent in het referentieland overeenkomstig de basisverordening op jaarbasis zijn berekend voor alle productsoorten die door de Chinese producenten-exporteurs naar de Unie worden uitgevoerd. Wegens dergelijk gebrek aan gegevens is het onmogelijk om voor zulke korte perioden nauwkeurig te berekenen wat de normale waarde is.

(34)

Aangezien geen verdere opmerkingen zijn ontvangen, worden de voorlopige bevindingen in de overwegingen 21 tot en met 45 van de voorlopige verordening bevestigd, met toepassing van de in overweging 30 beschreven correctie. De definitieve dumpingmarges, uitgedrukt als percentage van de cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring, zijn na correctie als volgt:

Onderneming

Definitieve dumpingmarge (%)

Jiangyin Xicheng Steel Co., Ltd

62,1

Jiangyin Ruihe Metal Products Co., Ltd

62,1

Jiangsu Yonggang Group Co., Ltd

48,1

Jiangsu Lianfeng Industrial Co., Ltd

48,1

Zhangjiagang Hongchang High Wires Co., Ltd

48,1

Zhangjiagang Shatai Steel Co., Ltd

48,1

Alle andere ondernemingen

62,1

D.   SCHADE

1.   Definitie van de bedrijfstak van de Unie en de productie in de Unie

(35)

Aangezien geen opmerkingen over de definitie van de bedrijfstak van de Unie en de productie in de Unie zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 46 tot en met 50 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.   Steekproef van producenten in de Unie

(36)

Aangezien geen opmerkingen over de steekproef van producenten in de Unie zijn ontvangen, worden de bevindingen in overweging 51 van de voorlopige verordening bevestigd.

3.   Vrije markt en markt voor intern gebruik

(37)

Aangezien geen opmerkingen over de vrije markt en de markt voor intern gebruik zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 52 tot en met 56 van de voorlopige verordening bevestigd.

4.   Verbruik in de Unie

(38)

Zoals uiteengezet in de overwegingen 20 tot en met 21 heeft één belanghebbende na de mededeling van de definitieve bevindingen aangevoerd dat het verbruik in Spanje en Portugal verkeerdelijk niet is opgenomen in de gegevens over het verbruik in de Unie. Dit argument werd afgewezen omdat de rebars die in Spanje en Portugal worden gebruikt geen deel uitmaken van het onderzochte product.

(39)

Aangezien geen opmerkingen over het verbruik in de Unie zijn ontvangen, worden de bevindingen in overweging 57 van de voorlopige verordening bevestigd.

5.   Invoer in de Unie uit het betrokken land

(40)

Aangezien geen opmerkingen over het volume, het marktaandeel en de prijzen van de betrokken invoer zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 58 tot en met 61 van de voorlopige verordening bevestigd.

(41)

Zoals uiteengezet in overweging 62 van de voorlopige verordening is de prijsonderbieding vastgesteld door de prijzen van de invoer uit China op cif-niveau te vergelijken met de overeenkomstige productsoorten van de bedrijfstak van de Unie, gecorrigeerd tot het niveau af fabriek.

(42)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen voerde de bedrijfstak van de Unie aan dat een vergelijking van prijzen onder verschillende verkoopvoorwaarden, namelijk de cif-prijs met de prijs af fabriek, in deze zaak leidt tot een onderschatting van de werkelijke door de Chinese exporteurs toegepaste prijsonderbieding. Dit geldt vooral bij vergelijking van de prijzen van de invoer uit China met de prijzen van producten uit continentaal Europa die worden verkocht aan het VK en Ierland, de enige twee markten waar uitsluitend HFP rebars worden gebruikt. Volgens de bedrijfstak van de Unie geeft de correctie tot het niveau af fabriek van de prijzen in de Unie van producenten die vanuit continentaal Europa verkopen geen juist beeld van de werkelijke concurrentie met de invoer uit China, die wordt geleverd in de havens van het VK en Ierland, dicht bij de vestigingen van hun afnemers. De bedrijfstak van de Unie voerde aan dat de onderbiedings- en ook de schademarge (prijsbederf) moeten worden vastgesteld op het meest passende vergelijkingspunt, namelijk door de prijzen van de invoer uit China te vergelijken met de prijzen in de Unie bij aankomst in de invoerhaven in het VK en Ierland, teneinde de Chinese prijzen op cif-niveau te kunnen vergelijken met de prijzen van de bedrijfstak van de Unie op dezelfde bestemming. De bedrijfstak van de Unie onderstreepte dat de Commissie een ruime beoordelingsmarge heeft bij het vaststellen van de meest nauwkeurige methode voor het bepalen van de prijsonderbieding en het prijsbederf.

(43)

In antwoord hierop merkt de Commissie op dat uit het onderzoek is gebleken dat er in de bouwsectoren van verschillende lidstaten verschillende normen en soorten worden gebruikt. Hoewel de norm voor HFP rebars overeenkomt met de norm voor gebruik in het VK en Ierland alleen, vindt de productie ervan plaats in zowel het VK als verschillende andere lidstaten, met name in Frankrijk, Spanje en Portugal. De Commissie bevestigt dat de berekening van de prijsonderbieding gebaseerd moet zijn op een eerlijke prijsvergelijking tussen overeenkomstige productsoorten. Uit het onderzoek is gebleken dat de overeenkomstige productsoorten uitsluitend worden geproduceerd door de in continentaal Europa gevestigde producenten in de Unie, die hun producten over zee leveren in havens in het VK en Ierland. Daartegenover staat dat uit het onderzoek tevens is gebleken dat de in het VK geproduceerde HFP rebars van een andere soort zijn dan de invoer uit China en bijgevolg niet met de invoer uit China kunnen worden vergeleken.

(44)

Het is duidelijk dat in dit geval de invoer uit China alleen concurreert met producten van de bedrijfstak van de Unie bij levering in het VK of Ierland. Afnemers baseren hun aankoopbeslissingen doorgaans op prijsoffertes op dezelfde plaats van bestemming. De Commissie is bijgevolg van mening dat, met het oog op een eerlijke vaststelling van de prijsonderbieding en het prijsbederf, de berekeningen gebaseerd moeten zijn op een vergelijking ter hoogte van de invoer in het VK of Ierland. Het argument van de bedrijfstak van de Unie wordt bijgevolg aanvaard.

(45)

Anders dan de bedrijfstak van de Unie, is de Commissie echter van mening dat het meest nauwkeurige vergelijkingspunt niet ligt op cif-niveau, maar ter hoogte van het stadium waarin de goederen van de schepen zijn gelost en aan land zijn gekomen in de haven. Dit houdt in dat voor de vergelijking wordt gebruikgemaakt van de Chinese prijzen inclusief de kosten na invoer, die gewoonlijk door de importeur worden gedragen boven op de cif-kosten. Uit het onderzoek zijn geen verschillen gebleken tussen de verladingskosten in havens voor zendingen uit China en uit de Unie. Anderzijds moet in een eerlijke vergelijking ook rekening worden gehouden met het feit dat zendingen uit China moeten worden ingeklaard in de haven van invoer, wat niet het geval is voor zendingen uit de Unie.

(46)

Gelet op het voorgaande heeft de Commissie de berekening van de prijsonderbieding gecorrigeerd op basis van een prijsvergelijking op het punt waar de goederen uit zowel China als de Unie in het VK of in Ierland zijn aangeland. Hierbij zijn in de vergelijkbare prijs van de bedrijfstak van de Unie de transportkosten (tussen 25 en 35 EUR/ton) en verladingskosten (tussen 5 en 10 EUR/ton) opgenomen, wat overeenkomt met ongeveer 8 % van de cif-prijs. Dezelfde correctie is toegepast voor de berekening van het prijsbederf, zoals toegelicht in overweging 127.

(47)

De overwegingen 62 tot en met 63 van de voorlopige verordening worden bijgevolg vervangen door de onderstaande overwegingen:

(48)

Om te bepalen of en in welke mate sprake was van prijsonderbieding in het OT, zijn de gewogen gemiddelde verkoopprijzen per productsoort van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie voor niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie (gecorrigeerd tot het prijsniveau bij de lossing, door rekening te houden met de werkelijke leveringskosten tot in de haven van aankomst en de verladingskosten in de haven, en door aftrek van provisies en creditnota's) vergeleken met de overeenkomstige gewogen gemiddelde prijzen per productsoort die de in de steekproef opgenomen Chinese producenten voor hun met dumping ingevoerde producten in rekening brachten aan de eerste onafhankelijke afnemer op de markt van de Unie, op cif-niveau, en gecorrigeerd voor de kosten na invoer in de vorm van verladingskosten en inklaringskosten, en door aftrek van provisies en creditnota's. Zoals in overweging 103 van de voorlopige verordening is uiteengezet, werd prijsonderbieding enkel vastgesteld in vergelijking met de verkoop aan niet-verbonden afnemers en enkel voor overeenkomstige productsoorten. De verkoop door de bedrijfstak van de Unie aan verbonden partijen bestond uitsluitend uit productsoorten die niet uit China worden ingevoerd.

(49)

Uit het resultaat van de vergelijking, uitgedrukt als percentage van de omzet van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie in het OT, bleek een prijsonderbiedingsmarge die varieerde van 8,3 % tot 11,8 %. De lagere prijzen van de invoer met dumping in vergelijking met de prijzen van de bedrijfstak van de Unie tijdens de beoordelingsperiode verklaren de aanzienlijke stijging van de Chinese invoerhoeveelheden en van het marktaandeel van de invoer uit China vanaf 2013.

(50)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen waren verschillende belanghebbenden het oneens met de prijsvergelijking op basis van de prijzen bij de lossing. Twee belanghebbenden gaven te kennen dat zij zich hiertegen verzetten, zonder toe te lichten waarom in dit geval de vergelijking niet passend zou zijn. Met het argument kon derhalve geen rekening worden gehouden.

(51)

Een andere belanghebbende voerde aan dat de vergelijking betrekking zou moeten hebben op de volledige bedrijfstak van de Unie en dat het bijgevolg onjuist was om enkel met de prijzen in één lidstaat of bepaalde lidstaten rekening te houden. Hij gaf te kennen dat hij bezorgd was dat het basisbeginsel prijzen van de Unie vast te stellen als gevolg hiervan zou wijzigen.

(52)

De Commissie bevestigt opnieuw dat de prijsvergelijking op basis van de prijzen bij de lossing een uitzondering blijft. In gevallen waarin het verbruik in de Unie in verschillende lidstaten kan plaatsvinden, zoals doorgaans het geval is, is de vergelijking tussen prijzen af fabriek van de Unie en cif-invoerprijzen gerechtvaardigd. In dit geval mag evenwel, gezien de specifieke omstandigheden van de markt, zoals hierboven uiteengezet, uitzonderlijk een verschillende vergelijking worden toegepast.

(53)

Dezelfde belanghebbende verzocht ook om mededeling van de informatie over vervoerskosten, verladingskosten en winstgevendheid, die invloed had op de berekening in vergelijking met de voorlopige maatregelen.

(54)

De Commissie merkt op dat de mededeling van de definitieve bevindingen gedetailleerde informatie bevatte over de feiten en overwegingen waarop de berekening was gebaseerd. In overweging 41 van het algemene informatiedocument heeft de Commissie de grootteorden van de vervoerskosten en verladingskosten meegedeeld. Deze kosten zijn uitgedrukt in grootteorden om de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgegevens van de medewerkende producenten in de Unie te beschermen. Op basis van de grootteorden konden de belanghebbenden de bij de berekening gebruikte feiten controleren. De Commissie merkt op dat geen enkele belanghebbende het niveau van deze kosten in twijfel heeft getrokken. De overwegingen 46 tot en met 49 van het algemene informatiedocument bevatten gedetailleerde informatie over de winstgevendheidsberekeningen, op basis waarvan een vergelijking kon worden gemaakt met de gegevens die in het voorlopige stadium zijn meegedeeld in de overwegingen 81 tot en met 83 van de voorlopige verordening. De Commissie is bijgevolg van mening dat de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan zij voornemens is definitieve maatregelen in te stellen, aan de belanghebbenden zijn meegedeeld.

(55)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerden verschillende belanghebbenden aan dat de producent in de Unie die enkel de niet-overeenkomstige productsoorten („kwaliteit C”) produceert, geen schade kan hebben ondervonden door de invoer uit China („kwaliteit B”), omdat de beide productsoorten niet met elkaar concurreren. De belanghebbenden voerden aan dat de Commissie, om consequent te zijn, de productomschrijving en de definitie van de bedrijfstak van de Unie had moeten beperken tot kwaliteit B. Daarnaast voerden de belanghebbenden aan dat indien de productomschrijving zowel kwaliteit B als C omvat, het onjuist is om de prijsonderbieding en het prijsbederf enkel op basis van overeenkomstige productsoorten te berekenen. Zij voerden aan dat er weinig verschil bestaat tussen de productiekosten van kwaliteit B en kwaliteit C. De belanghebbenden voerden aan dat de Commissie in dit geval geen rekening had mogen houden met het verschil tussen de productsoorten en alle productsoorten had moeten opnemen in de berekening van de prijsonderbieding en het prijsbederf.

(56)

De Commissie verduidelijkt dat zij voor de productomschrijving en de productsoorten de standaardmethodologie heeft toegepast. Het onderzochte product omvat verschillende productsoorten, waarvan sommige uit China worden ingevoerd en andere niet. De Commissie heeft geconcludeerd dat de verschillende productsoorten met elkaar concurreren, omdat kwaliteit C kan worden gebruikt voor alle toepassingen waar kwaliteit B vereist is. Dit feit wordt tevens onderstreept door de opmerkingen van de belanghebbenden. De Commissie bevestigt dat de productomschrijving en de definitie van de bedrijfstak van de Unie zowel kwaliteit B als C omvatten. De schade-indicatoren zijn in overeenstemming met de standaardpraktijk vastgesteld op basis van de hele bedrijfstak van de Unie. Zoals uiteengezet in overweging 69 van de voorlopige verordening zouden de vastgestelde ontwikkelingen, zelfs indien de schade-indicatoren enkel zouden zijn vastgesteld op basis van de overeenkomstige productsoorten, niet anders zijn.

(57)

Wat de berekening van de prijsonderbiedings- en prijsbederfmarges betreft, heeft de Commissie de prijzen vergeleken op basis van het productcontrolenummer, en dus overeenkomstig de standaardpraktijk een vergelijking gemaakt tussen soortgelijke producten. De Commissie onderstreept ook dat er een hoge representativiteit was van overeenkomstige productsoorten tussen de uit China uitgevoerde productsoorten en de door de bedrijfstak van de Unie op de vrije markt verkochte productsoorten. De productcontrolenummers omvatten onder andere ook informatie over de kwaliteit B of C. De opneming van de kwaliteit als een van de eigenschappen in het productcontrolenummer is gerechtvaardigd, aangezien de twee kwaliteiten verschillende fysieke kenmerken hebben: kwaliteit C heeft een hogere ductiliteit dan kwaliteit B, waardoor het noodzakelijk is voor bepaalde toepassingen waarvoor kwaliteit B niet kan worden gebruikt. Uit het onderzoek is ook gebleken dat kwaliteit C tegen een hogere prijs dan kwaliteit B wordt verkocht, en dat de productiekosten ervan gemiddeld hoger liggen. Om deze redenen heeft de Commissie bij de berekening van de prijsonderbieding en het prijsbederf rekening gehouden met deze producteigenschap. Als gevolg hiervan kon geen vergelijking worden gemaakt tussen kwaliteit B en kwaliteit C, aangezien er geen overeenkomst was tussen de door de Chinese producenten-exporteurs verkochte productsoorten en de door de bedrijfstak van de Unie verkochte kwaliteit C. Evenmin was een wijziging van het productcontrolenummer gerechtvaardigd, aangezien de representativiteit van de ingevoerde productsoorten hoog was. Tegelijkertijd sluit het feit dat een door de bedrijfstak van de Unie verkochte productsoort niet volledig met de uit het betrokken land in de Unie ingevoerde productsoorten overeenkomt, niet uit dat dergelijke productsoorten met elkaar concurreren en binnen de productomschrijving vallen. Het argument van de belanghebbenden moet dan ook worden afgewezen.

(58)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerden twee belanghebbenden aan dat de prijzen van de niet-overeenkomstige productsoorten niet door de invoer uit China werden onderboden, en dat bijgevolg een aanzienlijk aandeel van de markt van de Unie niet door de invoer uit China is beïnvloed.

(59)

De Commissie merkt op dat de prijzen van de niet-overeenkomstige productsoorten (kwaliteit C) hoger lagen dan die van de overeenkomstige productsoorten (kwaliteit B) en dat de invoer uit China de prijzen van kwaliteit C bijgevolg meer onderbood dan die van kwaliteit B. De invoer uit China bleek ook met de verkoop van kwaliteit C te concurreren, zoals toegelicht in overweging 56. Bijgevolg werden, in tegenstelling tot wat de belanghebbende aanvoert, de prijzen in de Unie van alle productsoorten door de invoer uit China onderboden. Zoals uiteengezet in overweging 57 werd de berekening van de onderbiedings- en prijsbederfmarges echter op basis van overeenkomstige productcontrolenummers gemaakt teneinde tot een objectieve en eerlijke berekening te komen. Dit is in het voordeel van de Chinese producenten, omdat de Chinese invoer niet is vergeleken met de duurdere productsoorten in de Unie. In elk geval vertegenwoordigden de niet-overeenkomstige productsoorten slechts een klein deel van de vrije markt, aangezien verreweg het grootste deel van de verkoop van kwaliteit C plaatsvond op de markt voor intern gebruik. Dit argument moet dan ook worden afgewezen.

6.   Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie

(60)

Aangezien geen opmerkingen over de inleidende opmerkingen en de macro-economische indicatoren zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 64 tot en met 80 van de voorlopige verordening bevestigd.

(61)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen heeft de bedrijfstak van de Unie zoals toegelicht in overweging 8 herziene kostengegevens ingediend met name voor de beoordelingsperiode. De herziene gegevens, die bij hen ter plaatse waren gecontroleerd, omvatten ook kasstroom en investeringen. Als gevolg hiervan zijn de indicatoren met betrekking tot kosten, winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen aangepast aan de gecontroleerde gegevens. Hoewel de veranderingen het exacte niveau van bepaalde indicatoren licht beïnvloeden, leiden zij niet tot een wijziging van de algemene conclusies inzake schade van de voorlopige verordening. De overwegingen 66 tot en met 68 hieronder vervangen de overwegingen 81 tot en met 83 van de voorlopige verordening.

(62)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen plaatsten verschillende belanghebbenden vraagtekens bij de procedurele grond voor de indiening van de herziene gegevens en de controle ervan door de Commissie. De belanghebbenden verzochten om meer aanvullende informatie over de herziene gegevens en voerden aan dat als gevolg van de herzieningen de algemene conclusie over het bestaan van schade in twijfel wordt getrokken.

(63)

Wat de procedure betreft, merkt de Commissie op dat de nieuwe ingediende gegevens betrekking hadden op vragen of weglatingen die in het voorlopige stadium zijn vastgesteld, en dus bedoeld waren om de nauwkeurigheid van de bevindingen te verbeteren. De Commissie heeft enkel de controleerbare herzieningen aanvaard, waardoor de gevolgen van de nieuwe ingediende gegevens beperkt waren ten aanzien van de initiële argumenten van de bedrijfstak van de Unie.

(64)

Wat de gevolgen van de wijzigingen voor de bevindingen inzake schade betreft, merkt de Commissie op dat deze gevolgen, in tegenstelling tot wat de belanghebbenden aanvoerden, gering waren. De Commissie merkt op dat de schrootprijzen en de kosten van de verkochte goederen slechts met 1 à 2 % zijn gecorrigeerd. De wijzigingen hebben bijgevolg geen invloed op de algemene bevindingen inzake het bestaan van schade.

(65)

Wat de kasstroom van de niet-verbonden verkoop betreft, heeft de Commissie rekening gehouden met herziene gegevens die niet voorhanden waren in het voorlopige stadium. De correctie had geen invloed op de kasstroom van de verbonden verkoop, noch op de bevinding dat de kasstroomsituatie was verslechterd na het begin van de invoer uit China. Wat het rendement van investeringen en de loonkosten betreft, heeft de Commissie administratieve fouten in de formules in de tabellen in de overwegingen 83 en 91 van de voorlopige verordening gecorrigeerd. Deze correcties bevestigden de bevindingen over het verslechterende rendement van investeringen en over het effect van de loonkosten.

a)   Gemiddelde verkoopprijzen per eenheid op de markt van de Unie en productiekosten per eenheid

(66)

De gemiddelde verkoopprijzen van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie aan niet-verbonden afnemers in de Unie daalden met 16 % tussen 2012 en het OT. Deze prijsdaling weerspiegelt een algemene, wereldwijd dalende trend van de kosten voor grondstoffen, zowel van het in de Unie gebruikte gefragmenteerd schroot als van het in China en het referentieland gebruikte ijzererts, zoals uit onderstaande tabel blijkt.

 

2011

2012

2013

2014

OT

Schrootprijs in EUR/ton (in de steekproef opgenomen producenten in de Unie)

319

307

279

269

260

Index (2012 = 100)

104

100

91

88

85

Prijs voor gefragmenteerd schroot in EUR/ton (markt van de Unie)

318

285

254

261

251

Index (2012 = 100)

112

100

89

92

88

IJzerertsprijs in EUR/ton (invoer in China)

124

100

96

72

60

Index (2012 = 100)

125

100

96

73

61

IJzerertsprijs in EUR/ton (invoer in China), zoals ingediend door de Chinese producenten-exporteurs

Niet verstrekt

Niet verstrekt

[90-110]

[60-80]

[50-70]

Bron: Klager, antwoorden op de vragenlijst, www.indexmundi.com, CISA.

(67)

De verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie daalden tussen 2012 en het OT echter sneller dan de grondstofprijzen voor gefragmenteerd schroot, zowel in absolute als in relatieve termen. Zoals uit de tabel hieronder blijkt, leidde dit vanaf 2013 tot verliezen.

 

2011

2012

2013

2014

OT

Gemiddelde verkoopprijs per eenheid in de Unie voor verbonden afnemers

529

540

483

464

458

Index (2012 = 100)

98

100

89

86

85

Gemiddelde verkoopprijs per eenheid in de Unie voor niet-verbonden afnemers

505

507

456

434

427

Index (2012 = 100)

100

100

90

86

84

Kosten per eenheid voor goederen voor verbonden verkoop (EUR/ton)

544

527

490

479

470

Index (2012 = 100)

103

100

93

91

89

Kosten per eenheid voor goederen voor niet-verbonden verkoop (EUR/ton)

504

491

458

444

433

Index (2012 = 100)

103

100

93

90

88

Bron: Antwoorden op de vragenlijst.

b)   Winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

(68)

Tijdens de beoordelingsperiode ontwikkelden de kasstroom, de investeringen, het rendement van investeringen en het vermogen om kapitaal aan te trekken van de producenten in de Unie zich als volgt:

 

2011

2012

2013

2014

OT

Winstgevendheid van de verkoop in de Unie aan verbonden afnemers (% van de omzet)

– 2,8

+ 2,5

– 1,5

– 3,2

– 2,7

Winstgevendheid van de verkoop in de Unie aan niet-verbonden afnemers, gecorrigeerd voor vergelijkbare productsoorten (% van de omzet)

+ 0,2

+ 4,8

+ 0,9

– 1,9

– 0,5

Kasstroom verbonden verkoop (EUR)

– 208 055

6 928 639

1 692 126

609 421

1 441 890

Kasstroom niet-verbonden verkoop (EUR)

3 311 842

11 567 283

1 947 404

2 258 271

1 060 330

Investeringen (EUR)

7 176 323

6 546 524

5 880 627

4 504 181

5 030 792

Index (2012 = 100)

110

100

90

69

77

Rendement van investeringen (%)

– 3

8

– 2

– 7

– 5

Bron: Antwoorden op de vragenlijst.

(69)

Aangezien de winstgevendheid van de verbonden verkoop niet is gewijzigd, worden de bevindingen in de overwegingen 84 tot en met 85 van de voorlopige verordening bevestigd.

(70)

Als gevolg van de herziene gegevens worden de overwegingen 86 tot en met 87 van de voorlopige verordening vervangen door de overwegingen 71 tot en met 72 hieronder.

(71)

De niet-verbonden verkoop volgde een vergelijkbare trend als de verbonden verkoop. De niet-verbonden verkoop was winstgevend in 2012, lag dicht bij het break-evenpoint in 2013 en werd dan opnieuw verliesgevend vanaf 2014.

(72)

De kasstroom, d.w.z. het vermogen van de bedrijfstak om zijn activiteiten zelf te financieren, was aanvankelijk ruimschoots positief voor de niet-verbonden verkoop, maar verminderde vanaf 2013, in overeenstemming met de verzwakkende winst. De kasstroom van de verbonden verkoop was negatief in 2011, maar positief tijdens de rest van de beoordelingsperiode. Aangezien de prijzen van de verbonden verkoop niet noodzakelijkerwijs de marktprijzen weerspiegelen, kan de kasstroom van de verbonden verkoop echter niet worden beschouwd als een weerspiegeling van de kasstroomsituatie van de bedrijfstak van de Unie.

(73)

Aangezien geen andere opmerkingen over de in overweging 68 opgesomde indicatoren zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 88 tot en met 89 van de voorlopige verordening bevestigd.

c)   Voorraden

(74)

Aangezien geen opmerkingen over de voorraden zijn ontvangen, worden de bevindingen in overweging 90 van de voorlopige verordening bevestigd.

d)   Loonkosten

(75)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen heeft de Commissie een fout opgemerkt in de tabel in overweging 91 van de voorlopige verordening. De administratieve fout had betrekking op de formule van de gemiddelde kosten per werknemer in de tabel in overweging 91 van de voorlopige verordening. De woorden „13 % van de totale productiekosten” worden vervangen door „4 % van de totale productiekosten”. De tabel in overweging 91 van de voorlopige verordening wordt vervangen door de onderstaande tabel:

 

2011

2012

2013

2014

OT

Gemiddelde loonkosten per werknemer (EUR)

41 407

47 208

41 650

45 539

49 449

Index (2012 = 100)

88

100

88

96

105

Bron: Antwoorden op de vragenlijst.

(76)

Met betrekking tot overweging 91 van de voorlopige verordening merkte één belanghebbende op dat de loonkosten van de bedrijfstak van de Unie van 2012 tot het OT aanzienlijk zijn gestegen.

(77)

De Commissie wijst erop dat uit de gecorrigeerde tabel blijkt dat de gemiddelde loonkosten van 2012 tot het OT matig zijn gestegen met 5 %. De opmerking van de belanghebbende wordt gerechtvaardigd bevonden en er is rekening mee gehouden in de gecorrigeerde tabel. De correctie leidt niet tot een wijziging van de algemene conclusie over schade.

7.   Conclusie over schade

(78)

In overweging 93 van de voorlopige verordening worden de woorden „4 procentpunten” vervangen door „meer dan 5 procentpunten”.

(79)

Aangezien geen andere opmerkingen over de conclusie over schade zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 92 tot en met 94 van de voorlopige verordening dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden in de zin van artikel 3, lid 5, van de basisverordening, bevestigd.

E.   OORZAKELIJK VERBAND

1.   Inleiding en gevolgen van de invoer met dumping

(80)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen voerde één belanghebbende aan dat de bedrijfstak van de Unie zelf zijn aandacht van het betrokken product naar andere producten had verlegd. De vastgestelde daling van de verkoop van het betrokken product zou daarom een gevolg zijn van de keuzes door de bedrijfstak van de Unie en niet toe te schrijven zijn aan de Chinese invoer. De belanghebbende voerde aan dat de bedrijfstak van de Unie bijgevolg geen schade heeft geleden, aangezien andere producten de daling van de productie van het betrokken product hebben gecompenseerd, waardoor er geen negatief netto-effect was op de situatie van de bedrijfstak van de Unie. Dit argument is na de mededeling van de definitieve bevindingen herhaald door twee belanghebbenden.

(81)

De Commissie merkt op dat, zoals uiteengezet in overweging 72 van de voorlopige verordening, dezelfde machines gebruikt kunnen worden om zowel HFP rebars als andere producten te vervaardigen. Hieruit kan echter niet worden afgeleid dat de stijging van de productie van andere producten heeft geleid tot de daling van de productie van HFP rebars. Een dergelijk causaal verband zou enkel bestaan indien de machines op nagenoeg volle capaciteit werken. Op minder dan volle capaciteit, zoals hier het geval is, kan de productie van andere producten stijgen zonder dat dit leidt tot een daling van de productie van HFP rebars. De stijging van de output van andere producten heeft geen invloed op de schadebeoordeling voor HFP rebars zoals vastgesteld in deel D. De Commissie heeft geen bewijs gevonden waaruit kan worden afgeleid dat de producenten in de Unie actief beslist hebben de productie van HFP rebars te verminderen teneinde de focus naar andere producten te verleggen. Dit argument moet dan ook worden afgewezen.

(82)

Aangezien geen andere opmerkingen over de inleiding en de gevolgen van de invoer met dumping zijn ontvangen, worden de conclusies in de overwegingen 95 tot en met 99 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.   Gevolgen van andere factoren

2.1.   Uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie

(83)

Eén belanghebbende voerde aan dat niet de invoer uit China, maar de inefficiëntie van de bedrijfstak van de Unie de oorzaak is van de aanmerkelijke schade. De belanghebbende voerde aan dat het gebrek aan uitvoer naar derde markten en het bestaan van invoer uit Turkije in de Unie, ondanks de hoge prijzen ervan, wijzen op de inefficiëntie van de bedrijfstak van de Unie. De belanghebbende voerde aan dat als gevolg hiervan, de instelling van maatregelen tegen de invoer uit China de bedrijfstak van de Unie niet zou helpen, aangezien de invoer uit China vervangen zou worden door invoer uit andere landen. Dit argument is na de mededeling van de definitieve bevindingen herhaald door twee belanghebbenden.

(84)

De Commissie merkt op dat de bedrijfstak van de Unie winstgevend was in 2012, vóór het begin van de invoer uit China. De uitvoervolumes waren reeds klein, maar dit belette de bedrijfstak niet om winst te maken. De verslechtering van de situatie van de bedrijfstak van de Unie kan dus niet zijn veroorzaakt door de afwezigheid van uitvoer naar derde landen. De Commissie merkt op dat de verslechtering van de situatie van de bedrijfstak van de Unie is begonnen zodra de invoer met dumping uit China zich voordeed.

(85)

Daarnaast wijst de Commissie erop dat, zoals uiteengezet in overweging 105 van de voorlopige verordening, de invoer uit Turkije gedurende het OT slechts 2 % marktaandeel vertegenwoordigde en dat de gevolgen van de invoer uit Turkije daarom niet zodanig waren dat het oorzakelijke verband tussen de Chinese invoer en de door de bedrijfstak van de Unie geleden aanmerkelijke schade erdoor werd verbroken.

(86)

De Commissie heeft geen bewijsmateriaal gevonden waarmee de aangevoerde inefficiëntie van de bedrijfstak van de Unie kan worden aangetoond. Integendeel, de productiekosten van de bedrijfstak van de Unie bleken lager te liggen dan de productiekosten in het referentieland. Dit argument moet dan ook worden afgewezen.

(87)

Aangezien geen andere opmerkingen over de uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie zijn ontvangen, worden de bevindingen in overweging 100 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.2.   Verkoop aan verbonden partijen

(88)

Eén belanghebbende merkte op dat de algemene daling van de verkoop aan niet-verbonden partijen wordt verklaard door de gestegen verkoop van één producent in de Unie aan zijn verbonden partijen ten koste van niet-verbonden partijen. De belanghebbende voerde aan dat de daling van de niet-verbonden verkoop bijgevolg niet wordt veroorzaakt door de invoer uit China maar door het feit dat één producent in de Unie zijn verkoop heeft verlegd naar verbonden afnemers.

(89)

Ten eerste merkt de Commissie op dat de daling van de verkoop van de bedrijfstak van de Unie aan niet-verbonden partijen plaatsvond toen het verbruik in de Unie aan het stijgen was, zoals uiteengezet in de overwegingen 74 tot en met 76 van de voorlopige verordening. Dat de producenten in de Unie hun verkoop niet evenredig met het stijgende verbruik konden verhogen, kan niet worden toegeschreven aan verbonden verkoop. Ten tweede wordt het argument betreffende de verkoop van de bedrijfstak van de Unie aan verbonden partijen tegengesproken door de tabel in overweging 74 van de voorlopige verordening, waaruit blijkt dat de verbonden verkoop tijdens de beoordelingsperiode niet steeg, maar grotendeels stabiel bleef. Het argument dat de daling van de niet-verbonden verkoop te wijten zou zijn aan een stijging van de verbonden verkoop is ongegrond en kan het oorzakelijke verband tussen de Chinese invoer en de door de bedrijfstak van de Unie geleden aanmerkelijke schade dus niet verbreken.

(90)

Aangezien geen andere opmerkingen over de verkoop aan verbonden partijen zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 101 tot en met 103 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.3.   Invoer uit derde landen

(91)

Aangezien geen opmerkingen over de invoer uit derde landen zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 104 tot en met 106 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.4.   De economische crisis

(92)

Aangezien geen opmerkingen over de economische crisis zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 107 tot en met 108 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.5.   Kosten van de belangrijkste grondstoffen

(93)

Eén belanghebbende herhaalde het in de overwegingen 109 tot en met 110 van de voorlopige verordening besproken argument dat duurdere productiemethoden en grondstoffen van de bedrijfstak van de Unie (schroot en elektrische ovens) in vergelijking met China (ijzererts en steenkool) de belangrijkste oorzaak vormen voor de schade. Hij voert aan dat in de redenering van de overwegingen 109 tot en met 110 van de voorlopige verordening geen rekening is gehouden met het verschil in verbruik tussen ijzererts en schroot.

(94)

De Commissie herhaalt, zoals vermeld in overweging 110 van de voorlopige verordening, dat de twee productiemethoden verschillend zijn en gebruikmaken van verschillende combinaties van grondstoffen en energie. De belanghebbende heeft geen onderbouwde gegevens ingediend over de aangevoerde invloed die de productiemethoden zouden hebben. Op basis van de beschikbare informatie merkt de Commissie op dat grondstoffen ongeveer 60 % van de productiekosten van de bedrijfstak van de Unie vertegenwoordigen, terwijl de energiekosten tussen 8 en 10 % vertegenwoordigen. Besparingen op de grondstofprijs als gevolg van een alternatieve productiemethode zouden op zijn minst gedeeltelijk worden tenietgedaan door het hogere energieverbruik. Daarom is de Commissie van mening dat de prijzen van de twee verschillende grondstoffen niet rechtstreeks vergelijkbaar zijn. In ieder geval merkt de Commissie op dat de dumpingmarge is vastgesteld op basis van de normale waarde in Zuid-Afrika, en niet op basis van de grondstof- en energieprijzen in China. Uit de door de belanghebbende aangevoerde argumenten blijkt niet dat de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade te wijten is aan de productiemethode. De Commissie is bijgevolg van mening dat, hoewel de dalende ijzerertsprijzen in China mogelijk positieve gevolgen hadden voor de Chinese producenten-exporteurs, de productiemethode op zich niet de oorzaak kan zijn van de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade, noch het oorzakelijke verband tussen de schade en de invoer met dumping uit China kan verbreken. Dit argument moet dan ook worden afgewezen.

(95)

Aangezien geen andere opmerkingen zijn ontvangen met betrekking tot de kostprijs van de belangrijkste grondstof, worden de bevindingen in de overwegingen 109 tot en met 110 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.6.   Concurrentie tussen producenten in de Unie

(96)

Eén belanghebbende voerde aan dat de daling van de prijzen en de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade niet werd veroorzaakt door de invoer uit China maar door de hevige concurrentie tussen producenten in de Unie. Volgens hem blijkt dit uit het feit dat de prijzen in de periode na het OT zijn blijven dalen, zelfs zonder de invoer uit China.

(97)

De Commissie merkt op dat de invoer met dumping uit China de EU-prijzen gedurende het OT onderbood, waardoor een oorzakelijk verband is aangetoond tussen de schade en de invoer met dumping uit China. Wat de ontwikkelingen na het OT betreft, merkt de Commissie op dat de voorraden van oorsprong uit China aanzienlijk zijn toegenomen, hetgeen de prijzen waarschijnlijk zal blijven drukken, zelfs wanneer er in de loop van de tijd geen onmiddellijke invoer plaatsvindt. Dit argument moet dan ook worden afgewezen.

2.7.   Wisselkoers USD/GBP

(98)

Eén belanghebbende voerde aan dat wisselkoersschommelingen tussen het pond sterling en de Amerikaanse dollar de reden zijn van de invoer uit China. Als gevolg van de waardestijging van pond sterling ten opzichte van de Amerikaanse dollar zou de producent in het VK niet meer concurrerend zijn geworden en zou vraag zijn ontstaan naar invoer uit China, die in Amerikaanse dollar is genoteerd.

(99)

De Commissie merkt op dat de berekening van de prijsonderbieding en het prijsbederf gebaseerd is op de verkoop van de in Frankrijk, Portugal en Spanje gevestigde producenten in de Unie, terwijl de berekening van de dumping gebaseerd is op de normale waarde in Zuid-Afrika. Deze bevindingen worden niet beïnvloed door schommelingen in de USD-GBP-wisselkoers. Bovendien is de USD vanaf 2012 tot het OT gestegen ten opzichte van het Britse pond. Dit argument moet dan ook worden afgewezen.

2.8.   Andere aangevoerde factoren

(100)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerden verschillende belanghebbenden aan dat de invoer uit China de producent in de Unie wiens productsoorten niet overeenkwamen met de uit China ingevoerde productsoorten geen schade kan hebben toegebracht. Dit zou blijken uit de lagere winstmarge van deze producent in vergelijking met de gemiddelde winst van de andere producenten in de Unie. De belanghebbenden voerden aan dat de door deze producent geleden schade te wijten is aan een andere factor waarmee de Commissie geen rekening had gehouden, maar zij gaven hiervoor geen mogelijke alternatieve oorzaak aan. De belanghebbenden voerden aan dat de producent in de Unie niet in de schadeanalyse had mogen worden opgenomen.

(101)

Ten eerste verwijst de Commissie naar overweging 69 van de voorlopige verordening, waarin wordt verduidelijkt dat, zelfs indien de schade-indicatoren enkel waren vastgesteld op basis van overeenkomstige productsoorten, de vastgestelde ontwikkelingen niet anders zouden zijn. Ten tweede zijn, zoals uiteengezet in de overwegingen 55 tot en met 57, de uit China ingevoerde productsoorten verwisselbaar met het niet-overeenkomstige product en kunnen zij bijgevolg ook schade toebrengen aan de producent in de Unie wiens productsoorten niet overeenkomen met de uit China ingevoerde productsoorten. Ten derde kunnen de winsten van de verschillende producenten verschillen als gevolg van de specifieke kosten- en prijsstructuur van elke producent. Tot slot heeft de belanghebbende geen andere oorzaak van de schade opgegeven die het oorzakelijke verband zou kunnen verbreken. Om bovenstaande redenen moet het argument worden afgewezen.

2.9.   Conclusie inzake het oorzakelijke verband

(102)

Samengevat is de Commissie van mening dat geen van de argumenten die na de mededeling van de voorlopige bevindingen door de belanghebbenden zijn aangevoerd, een wijziging met zich mee kunnen brengen van de voorlopige bevindingen waarin een oorzakelijk verband werd vastgesteld tussen de invoer met dumping en de gedurende het OT door de bedrijfstak van de Unie geleden aanmerkelijke schade. De bevindingen in de overwegingen 111 tot en met 114 van de voorlopige verordening worden bevestigd.

(103)

Op basis van bovenstaande analyse, waarbij de effecten van alle bekende factoren op de situatie van de bedrijfstak van de Unie zijn onderscheiden en gescheiden van de schade veroorzakende gevolgen van de invoer met dumping, wordt geconcludeerd dat de invoer met dumping uit China de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade in de zin van artikel 3, lid 6, van de basisverordening heeft toegebracht.

F.   BELANG VAN DE UNIE

(104)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen voerden verschillende belanghebbenden aan dat de instelling van maatregelen zou ingaan tegen het belang van de Unie.

1.   Algemene overwegingen

(105)

Aangezien geen opmerkingen over de algemene overwegingen zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 115 tot en met 117 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.   Belang van de bedrijfstak van de Unie

(106)

Aangezien geen opmerkingen over het belang van de bedrijfstak van de Unie zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 118 tot en met 124 van de voorlopige verordening bevestigd.

3.   Belang van de gebruikers

(107)

Verschillende belanghebbenden hebben hun bezorgdheid geuit over de beschikbaarheid van voorzieningsbronnen voor onafhankelijke gebruikers. Zij wezen erop dat invoer nodig is om te voorzien in de vraag, aangezien de interne capaciteit veel lager ligt dan het verbruik. Volgens deze belanghebbenden zullen de onafhankelijke gebruikers het moeilijk krijgen om het betrokken product aan te kopen indien de invoer uit China niet-concurrerend wordt als gevolg van de maatregelen. Zij voerden aan dat er geen alternatieve bronnen beschikbaar zijn, omdat de in het VK gevestigde producent in de Unie de voorkeur geeft aan zijn verbonden gebruikers, hetgeen de beschikbaarheid van voorzieningsbronnen voor onafhankelijke gebruikers beperkt en hen mogelijk dwingt de markt te verlaten. Dit zal op zijn beurt leiden tot concurrentieverstoringen in de verwerkende sector, waardoor een groot deel van de huidige banen bij onafhankelijke gebruikers in gevaar wordt gebracht. Zij wezen erop dat er meer banen op het spel staan in de verwerkende sector dan in de bedrijfstak van de Unie die bij het desbetreffende product betrokken is.

(108)

De Commissie merkt op dat antidumpingmaatregelen er niet op gericht zijn om exporteurs die aan dumping doen van de markt uit te sluiten, maar om het handelsverstorende effect van schade veroorzakende dumping op te heffen en weer tot een effectieve concurrentie op de markt te komen. Gebruikers kunnen HFP rebars uit China blijven kopen zodra de prijsdiscriminatie is opgeheven. Daarnaast bestaat er in de Unie een aanzienlijke reservecapaciteit, zoals uiteengezet in overweging 132 van de voorlopige verordening, meer bepaald bij producenten buiten het VK die geen verbonden gebruikers hebben. De Commissie is van mening dat er geen argumenten zijn aangevoerd waaruit blijkt dat de onafhankelijke gebruikers het moeilijk zullen krijgen om bij deze producenten in de Unie aan te kopen. Bijgevolg kunnen de onafhankelijke gebruikers blijven concurreren op de markt. Daarom moet dit argument worden afgewezen.

(109)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerden twee belanghebbenden aan dat de maatregelen niet in het belang van de Unie zijn omdat de gebruikers verliesgevend zouden worden indien de maatregelen tegen invoer uit China worden ingesteld. De belanghebbenden verstrekten echter geen argumenten waarom de gebruikers zich niet zouden kunnen wenden tot de hierboven aangehaalde alternatieve voorzieningsbronnen. Het argument werd daarom afgewezen.

(110)

Aangezien geen andere opmerkingen zijn ontvangen met betrekking tot het belang van de gebruikers, worden de bevindingen in de overwegingen 125 tot en met 136 van de voorlopige verordening bevestigd.

4.   Belang van de importeurs

(111)

Een aantal belanghebbenden voerden aan dat de instelling van maatregelen negatieve gevolgen zou hebben voor de importeurs. De importeurs zouden de prijsstijgingen niet kunnen doorrekenen aan afnemers, waardoor zij verlies zouden lijden. Gelet op hun krappe winstmarges dreigen zij failliet te gaan.

(112)

De Commissie merkt echter op dat de binnenlandse productie in het VK niet volstaat om in het volledige verbruik te voorzien, wat leidt tot een aanhoudende behoefte aan invoer. Importeurs zullen hun werkzaamheden kunnen voortzetten door na de instelling van de rechten vanuit andere voorzieningsbronnen, alsook uit China, tegen geen schade veroorzakende prijzen in te voeren. Bijgevolg is het onwaarschijnlijk dat de importeurs aanzienlijke negatieve effecten zullen ondervinden als gevolg van de maatregelen.

(113)

Aangezien geen andere opmerkingen over het belang van de importeurs zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overwegingen 137 tot en met 139 van de voorlopige verordening bevestigd.

5.   Conclusie inzake het belang van de Unie

(114)

Samengevat blijkt uit geen van de door de belanghebbenden aangevoerde argumenten dat er dwingende redenen zijn die tegen de instelling van maatregelen ten aanzien van de invoer van het betrokken product uit China pleiten. Negatieve effecten, zo die er zijn, voor de niet-verbonden gebruikers worden afgezwakt door de beschikbaarheid van alternatieve voorzieningsbronnen. Daarnaast lijken, alle gevolgen van de antidumpingmaatregelen voor de markt van de Unie in overweging nemende, de positieve effecten, in het bijzonder voor de bedrijfstak van de Unie, op te wegen tegen de mogelijke negatieve gevolgen voor de andere belangengroepen. De bevindingen in de overwegingen 140 tot en met 142 van de voorlopige verordening worden bevestigd.

G.   INSTELLING VAN ANTIDUMPINGRECHTEN MET TERUGWERKENDE KRACHT

(115)

Zoals vermeld in overweging 3 heeft de Commissie, naar aanleiding van een door de klager ingediend verzoek, HFP rebars van oorsprong uit de VRC per 19 december 2015 aan registratie onderworpen.

(116)

De registratieplicht is van toepassing op de invoer die plaatsvond tussen 19 december 2015 en de instelling van de voorlopige antidumpingmaatregelen, namelijk op 29 januari 2016.

(117)

Zoals vermeld in overweging 10 hebben alle in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en drie niet-verbonden importeurs hun medewerking verleend. Hun invoer vertegenwoordigde 70 % van alle invoer uit China gedurende het OT en 79 % van alle invoer uit China in de periode na het OT, namelijk van april 2015 tot en met januari 2016.

(118)

Verschillende belanghebbenden hebben opmerkingen ingediend waarin zij zich tegen een inning van de rechten met terugwerkende kracht verzetten. De bedrijfstak van de Unie van zijn kant verzocht echter om de toepassing met terugwerkende kracht.

(119)

Overeenkomstig artikel 10, lid 4, onder b), van de basisverordening mogen rechten met terugwerkende kracht worden geïnd indien „naast de invoer die in het onderzoektijdvak schade heeft veroorzaakt, er een aanzienlijke toename is vastgesteld van invoer die, gezien het tijdstip waarop en de omvang waarin hij plaatsvindt en andere omstandigheden, het corrigerende effect van het toe te passen definitieve antidumpingrecht ernstig dreigt te ondermijnen”.

(120)

De Commissie merkt op dat de invoer uit China na de registratie is opgehouden, met uitzondering van één zending van ongeveer 10 000 ton die na de registratie de Unie is binnengekomen. Bij de op basis van een verzoek krachtens artikel 6, lid 4, van de basisverordening verrichte controle door de nationale douaneautoriteiten zijn geen andere aangiften onder de relevante Taric-code vastgesteld; de invoerstatistieken waarover de Commissie beschikt, blijken dus betrouwbaar. De Commissie merkt bijgevolg op dat de registratie volstond om de invoer nagenoeg volledig te doen ophouden en zo verdere schade aan de bedrijfstak van de Unie te vermijden. De Commissie is van mening dat de zending het corrigerende effect van de rechten bijgevolg niet ernstig dreigt te ondermijnen.

1.   Conclusie inzake terugwerkende kracht

(121)

Op basis hiervan is de Commissie van mening dat niet is voldaan aan een van de wettelijke voorwaarden van artikel 10, lid 4, van de basisverordening en dat de rechten bijgevolg niet met terugwerkende kracht op de geregistreerde invoer moeten worden geïnd.

H.   DEFINITIEVE ANTIDUMPINGMAATREGELEN

1.   Schade opheffend prijsniveau (schademarge)

(122)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen betwistte de bedrijfstak van de Unie de streefwinst die, zoals uiteengezet in overweging 147 van de voorlopige verordening, werd gebruikt om het schade opheffend prijsniveau te bepalen, en voerde aan dat het niveau (+ 1,65 %) onvoldoende was en niet representatief was voor een dergelijke bedrijfstak zonder invoer met dumping. De bedrijfstak van de Unie voerde aan dat de Commissie een hogere winstmarge zou moeten selecteren en stelde een aantal alternatieve methoden voor om de relevante winstmarge te berekenen. Zoals vermeld in overweging 8 heeft de bedrijfstak van de Unie ook gegevens verstrekt over vroegere winsten van voor de beoordelingsperiode en stelde hij als een van de mogelijke alternatieven voor om 2008 te hanteren als het meest geschikte referentiejaar. Tot slot leidde, zoals ook uiteengezet in overweging 61, de controle van de herziene kostengegevens van de bedrijfstak van de Unie voor de beoordelingsperiode tevens tot wijzigingen met betrekking tot zijn winstgevendheid.

(123)

De Commissie merkt op dat specifieke winstgevendheidscijfers voor het betrokken product een nauwkeuriger maatstaf vormen dan de winstgevendheidscijfers voor andere staalproducten of van de staalsector in het algemeen, die de basis vormden van een aantal door de bedrijfstak van de Unie voorgestelde methoden. Die methoden werden dan ook afgewezen.

(124)

Daarnaast merkt de Commissie op dat winstgevendheidscijfers uit de beoordelingsperiode, mits een jaar met normale concurrentie beschikbaar is, een nauwkeuriger maatstaf vormen dan de winstgevendheidscijfers van vóór de beoordelingsperiode, die als basis dienden voor een aantal andere door de bedrijfstak van de Unie voorgestelde methoden. Om de redenen zoals uiteengezet in de overwegingen 147 tot en met 148 van de voorlopige verordening is de Commissie van mening dat het jaar 2012 een weerspiegeling was van de winst die door de bedrijfstak van de Unie bij normale concurrentie, zonder dat er sprake is van invoer met dumping, kan worden gerealiseerd. De methoden op basis van de gegevens van de jaren vóór de beoordelingsperiode worden daarom afgewezen.

(125)

De Commissie merkt op dat de winstmarge dat in overweging 147 van de voorlopige verordening voorlopig werd bepaald, in overeenstemming was met de door de bedrijfstak van de Unie ingediende en door de Commissie in het voorlopige stadium gecontroleerde inkomsten en kosten voor het jaar 2012.

(126)

Zoals uiteengezet in overweging 61 zijn naar aanleiding van de herziene gegevens die na de mededeling van de voorlopige bevindingen zijn ingediend en gecontroleerd bepaalde indicatoren met betrekking tot winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen gewijzigd. De herziene gegevens werden consistent toegepast op de volledige beoordelingsperiode. Zoals te zien is in de tabellen van de overwegingen 66 tot en met 68 zijn als gevolg hiervan de kosten en winst voor alle jaren licht gewijzigd. Meer bepaald is de winstgevendheid van de verkoop aan niet-verbonden afnemers in het jaar 2012 gewijzigd in + 4,8 %, terwijl de winstgevendheid in het voorlopige stadium 1,65 % bedroeg. De winstgevendheid is gewijzigd omdat de herziene kosten lager lagen, wat leidde tot een hogere winst.

(127)

De Commissie heeft vastgesteld dat de winst in het jaar 2012 een weerspiegeling was van de winst die de bedrijfstak van de Unie had kunnen realiseren bij normale concurrentie, zonder dat er sprake is van dumping. Daarom is het herziene winstniveau in 2012 bij de vaststelling van de schademarges in het definitieve stadium gebruikt als streefwinst. Als gevolg hiervan moet in overweging 147 van de voorlopige verordening „1,65 %” worden vervangen door „4,8 %”.

(128)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen merkte de bedrijfstak van de Unie op dat de winstmarges voor andere producten en andere perioden niet mogen worden uitgesloten als mogelijke manieren om de normale winst vast te stellen. De bedrijfstak van de Unie onderstreepte dat de rol van de Commissie bestaat uit het opstellen van een feitelijke beoordeling teneinde de meest nauwkeurige winstmarge in elke situatie te bepalen. Met betrekking tot deze zaak voerde de bedrijfstak van de Unie aan dat 2012 geen jaar met normale concurrentie was, wegens de hoge schrootprijzen, de zwakke vraag en de opheffing van de activiteiten van een producent in het VK, waardoor er extra voorraad op de markt kwam. Daarom hadden in plaats daarvan winstmarges voor andere producten en/of perioden gebruikt moeten worden.

(129)

De Commissie merkt op dat zij een specifieke analyse van de marktsituatie tijdens de beoordelingsperiode heeft uitgevoerd op basis van de door de bedrijfstak van de Unie in het voorlopige stadium aangehaalde argumenten betreffende de schrootprijzen, de vraag en de opheffing van de activiteiten van een producent. Zoals uiteengezet in overweging 148 van de voorlopige verordening is de Commissie op basis van deze omstandigheden van mening dat het jaar 2011 niet als een periode met normale marktomstandigheden kan worden beschouwd. Anderzijds is de Commissie niet van mening dat deze factoren de uitsluiting van het jaar 2012 rechtvaardigen. Wat de schrootprijzen betreft, deed zich een piek voor in het begin van 2011 en bleven zij dalen in 2012, zoals bleek uit overweging 81 van de voorlopige verordening. Wat de aangevoerde zwakke vraag betreft, is het verbruik van 2011 tot en met 2012 met 9 % gestegen, zoals bleek uit overweging 57 van de voorlopige verordening. Wat de opheffing van de activiteiten van een producent betreft, werd de markt vooral in het jaar 2011 door verstoringen beïnvloed, terwijl de opheffing van de activiteiten in het begin van 2012 was afgerond.

(130)

Om deze redenen verwerpt de Commissie de argumenten van de klager en bevestigt zij opnieuw de bevinding dat het jaar 2012 een jaar met normale marktomstandigheden was. Aangezien er een jaar met normale concurrentie binnen het onderzoektijdvak ligt, is het niet nodig om de berekening van de normale winst op andere perioden of andere producten te baseren.

(131)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen trok één belanghebbende in twijfel of de streefprijzen van de bedrijfstak van de Unie correct waren berekend en in het bijzonder of de Commissie de werkelijke winst en de streefwinst voor elk productcontrolenummer afzonderlijk had berekend of dat zij voor alle productcontrolenummers dezelfde winstmarges had gebruikt.

(132)

In antwoord op deze vraag bevestigt de Commissie dat zij de standaardmethodologie heeft gebruikt: de streefprijs per eenheid werd berekend door de hierboven vastgestelde streefwinst op te tellen bij de afzonderlijke productiekosten voor elk productcontrolenummer apart. De werkelijk gerealiseerde winst was daarentegen verschillend voor elk productcontrolenummer en gelijk aan het verschil tussen de gemiddelde verkoopprijs en de gemiddelde kosten voor elk afzonderlijk productcontrolenummer. De vraag van de belanghebbende wordt daarom als beantwoord beschouwd.

(133)

Tot slot werd, zoals uiteengezet in de overwegingen 40 tot en met 49, de prijsvergelijking tussen de invoer uit China en de producenten in de Unie gecorrigeerd tot het niveau van de in het VK of Ierland aangelande goederen. Als gevolg hiervan werd ook de berekening van het schade opheffend prijsniveau gebaseerd op de prijzen op het niveau van de in de haven in het VK of Ierland aangelande producten. Dit leidde tot een verhoging van de schademarge.

(134)

Eén belanghebbende benadrukte dat de niveaus van de schademarges en de dumpingmarges van de Chinese producenten-exporteurs tegenstrijdig lijken, aangezien producenten met hogere dumpingmarges lagere schademarges hebben.

(135)

De Commissie merkt op dat de normale waarde gebaseerd is op het referentieland en dat deze bijgevolg dezelfde is voor alle Chinese producenten-exporteurs. Bijgevolg kan inderdaad worden verwacht dat lagere cif-uitvoerprijzen een hogere dumpingmarge met zich brengen, wat ook tot een hogere prijsbederfmarge zou leiden. De uitvoer naar de Unie van één Chinese producent-exporteur (Xicheng Group) verliep echter via in China gevestigde onafhankelijke handelsondernemingen. De voor de berekening van de dumpingmarge gebruikte uitvoerprijzen zijn vastgesteld op basis van de aan de onafhankelijke handelsondernemingen aangerekende prijzen, terwijl de voor de berekening van de schademarge gebruikte cif-prijzen zijn vastgesteld op basis van de door de eerste onafhankelijke kopers in de Unie betaalde prijzen. De cif-prijzen lagen minstens 20 % hoger dan de uitvoerprijzen. Dit verschil in verkoopkanalen leidde tot een groter verschil tussen de dumpingmarge en de schademarge van deze producent-exporteur.

(136)

Gelet op de in overweging 121 aangehaalde wijziging van de streefwinst en op het uitblijven van andere opmerkingen betreffende het schade opheffend prijsniveau worden de andere bevindingen in de overwegingen 144 tot en met 151 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.   Definitieve maatregelen

(137)

Gelet op de conclusies inzake dumping, schade, het oorzakelijk verband en het belang van de Unie, en overeenkomstig artikel 9, lid 4, van de basisverordening, moeten definitieve antidumpingmaatregelen worden ingesteld op de invoer van het betrokken product. Deze maatregelen moeten, in overeenstemming met de regel van het laagste recht, overeenkomen met de schademarge. De Commissie merkt op dat de argumenten van de belanghebbenden betreffende de dumpingmarge, zelfs indien aanvaard, bijgevolg geen invloed gehad zouden hebben op het niveau van de maatregelen.

(138)

Op basis van het bovenstaande worden deze rechten als volgt vastgesteld:

Onderneming

Schademarge (%)

Dumpingmarge (%)

Definitief antidumpingrecht (%)

Jiangyin Xicheng Steel Co., Ltd

Jiangyin

18,4

62,1

18,4

Jiangyin Ruihe Metal Products Co., Ltd

Jiangyin

18,4

62,1

18,4

Jiangsu Yonggang Group Co., Ltd

Zhangjiagang

22,5

48,1

22,5

Jiangsu Lianfeng Industrial Co., Ltd

Zhangjiagang

22,5

48,1

22,5

Zhangjiagang Hongchang High Wires Co., Ltd

Zhangjiagang

22,5

48,1

22,5

Zhangjiagang Shatai Steel Co., Ltd

Zhangjiagang

22,5

48,1

22,5

Alle andere ondernemingen

22,5

62,1

22,5

(139)

De bij deze verordening voor bepaalde ondernemingen vastgestelde individuele antidumpingrechten zijn gebaseerd op de bevindingen van dit onderzoek. Zij weerspiegelen daarom de situatie die bij dat onderzoek voor die ondernemingen werd vastgesteld. Deze rechten gelden (in tegenstelling tot het voor het hele land geldende recht dat van toepassing is op „alle andere ondernemingen”) dus uitsluitend voor de invoer van het betrokken product van oorsprong uit de VRC dat is vervaardigd door de specifiek genoemde ondernemingen/juridische entiteiten. Deze rechten zijn niet van toepassing op de invoer van het betrokken product dat is vervaardigd door andere ondernemingen die niet specifiek met naam en adres in het dispositief van deze verordening worden genoemd, met inbegrip van entiteiten die met de specifiek genoemde ondernemingen zijn verbonden; op die producten is het recht van toepassing dat voor „alle andere ondernemingen” geldt.

(140)

Verzoeken in verband met de toepassing van een individueel antidumpingrecht (bijvoorbeeld na een naamswijziging van de onderneming of na de oprichting van een nieuwe productie- of handelsmaatschappij) moeten onverwijld aan de Commissie (8) worden gericht en vergezeld gaan van alle relevante gegevens, met name over wijzigingen in de activiteiten van de onderneming die verband houden met de productie, de binnenlandse verkoop en de uitvoer die bijvoorbeeld tot die naamswijziging of de oprichting van een productie- of handelsmaatschappij hebben geleid. Indien het verzoek gerechtvaardigd is, zal de verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd door bijwerking van de lijst van ondernemingen die voor een individueel recht in aanmerking komen.

(141)

Om het gevaar van ontwijking als gevolg van een verschil in rechten zoveel mogelijk te beperken, zijn speciale maatregelen nodig om de toepassing van de individuele antidumpingrechten te garanderen. De ondernemingen met individuele antidumpingrechten moeten een geldige handelsfactuur overleggen aan de douaneautoriteiten van de lidstaten. De factuur moet voldoen aan de voorschriften van artikel 1, lid 3, van deze verordening. Invoer die niet van een dergelijke factuur vergezeld gaat, wordt onderworpen aan het antidumpingrecht dat van toepassing is op „alle andere ondernemingen”.

(142)

Om een goede toepassing van het antidumpingrecht te garanderen, moet het residuele recht niet alleen gelden voor de niet-medewerkende producenten-exporteurs, maar ook voor de producenten die het betrokken product tijdens het OT niet naar de Unie hebben uitgevoerd.

3.   Definitieve inning van de voorlopige rechten

(143)

Gezien de hoogte van de vastgestelde dumpingmarges en van de schade die de bedrijfstak van de Unie werd berokkend, moeten de bedragen die uit hoofde van het bij de voorlopige verordening ingestelde voorlopige antidumpingrecht als zekerheid zijn gesteld, definitief worden geïnd.

(144)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op staven betonijzer of -staal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand, gemaakt van ijzer, niet-gelegeerd staal of gelegeerd staal (maar niet van roestvrij staal, sneldraaistaal en siliciummangaanstaal), enkel warm gewalst, ook indien na het walsen getordeerd, voorzien van inkepingen, verdikkingen, ribbels of andere bij het walsen verkregen vervormingen, of na het walsen getordeerd, in zeer goed tegen metaalmoeheid bestand metaal met als belangrijkste eigenschap het vermogen om herhaalde belasting te weerstaan zonder te breken en meer specifiek het vermogen meer dan 4,5 miljoen vermoeiingscycli te weerstaan bij een spanningsverhouding (min/max) van 0,2 en een spanningsbereik van meer dan 150 MPa, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7214 20 00, ex 7228 30 20, ex 7228 30 41, ex 7228 30 49, ex 7228 30 61, ex 7228 30 69, ex 7228 30 70 en ex 7228 30 89 (Taric-codes 7214200010, 7228302010, 7228304110, 7228304910, 7228306110, 7228306910, 7228307010 en 7228308910) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

2.   De definitieve antidumpingrechten die van toepassing zijn op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van het in lid 1 omschreven en door onderstaande ondernemingen vervaardigde product, zijn:

Onderneming

Recht (%)

Aanvullende Taric-code

Jiangyin Xicheng Steel Co., Ltd, Jiangyin

18,4

C060

Jiangyin Ruihe Metal Products Co., Ltd, Jiangyin

18,4

C061

Jiangsu Yonggang Group Co., Ltd, Zhangjiagang

22,5

C062

Jiangsu Lianfeng Industrial Co., Ltd, Zhangjiagang

22,5

C063

Zhangjiagang Hongchang High Wires Co., Ltd, Zhangjiagang

22,5

C064

Zhangjiagang Shatai Steel Co., Ltd, Zhangjiagang

22,5

C065

Alle andere ondernemingen

22,5

C999

3.   De individuele rechten voor de in lid 2 vermelde ondernemingen worden uitsluitend toegepast indien aan de douaneautoriteiten van de lidstaten een geldige handelsfactuur wordt overgelegd die een verklaring bevat die is gedateerd en ondertekend door een met naam en functie geïdentificeerde medewerker van de entiteit die deze factuur heeft opgesteld, en die luidt als volgt: „Ondergetekende verklaart dat de (hoeveelheid) (betrokken product) die naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop deze factuur betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in de Volksrepubliek China. Ondergetekende verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is.”. Als een dergelijke factuur niet wordt overgelegd, wordt het antidumpingrecht voor alle andere ondernemingen toegepast.

4.   Tenzij anders vermeld zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

De krachtens Uitvoeringsverordening (EU) 2016/113 als zekerheid voor de voorlopige antidumpingrechten gestelde bedragen worden definitief geïnd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/113 van de Commissie van 28 januari 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 23 van 29.1.2016, blz. 16).

(3)  PB C 143 van 30.4.2015, blz. 12.

(4)  Verordening (EU) 2015/2386 van de Commissie van 17 december 2015 tot onderwerping van de invoer van staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie (PB L 332 van 18.12.2015, blz. 111).

(5)  Aangezien de berekening van de normale waarde is gebaseerd op gegevens van een enkele onderneming in Zuid-Afrika, kunnen de exacte cijfers niet worden vrijgegeven.

(6)  Panelverslag van 16 november 2007, DS337 Europese Gemeenschappen — Antidumpingmaatregel voor gekweekte zalm uit Noorwegen (European Communities — Anti-dumping Measure on Farmed Salmon from Norway (WT/DS337/R)).

(7)  Zaak C-26/96, Rotexchemie, arrest van 29 mei 1997, EU:C:1997:261, punt 16.

(8)  Europese Commissie, directoraat-generaal Handel, directoraat H, CHAR 04/039, 1049 Brussel, België.


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/92


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1247 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 2016

tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op aspartaam van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (de „basisverordening”), en met name artikel 9, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Voorlopige maatregelen

(1)

Op 26 februari 2016 heeft de Europese Commissie (de „Commissie”) op grond van artikel 7, lid 4, van de basisverordening bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/262 („de voorlopige verordening”) (2) een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op aspartaam van oorsprong uit de Volksrepubliek China (het „betrokken land” of de „VRC”).

(2)

Het onderzoek is op 30 mei 2015 geopend naar aanleiding van een klacht die op 16 april 2015 was ingediend door Ajinomoto Sweeteners Europe SAS („ASE”), de enige producent van aspartaam in de Unie. Op 15 oktober 2015 is ASE overgenomen door Hyet Holding BV en als gevolg daarvan is de naam veranderd in Hyet Sweet SAS („Hyet”). Hyet is goed voor de totale productie van aspartaam in de Unie en vormt de bedrijfstak van de Unie in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

(3)

Zoals vermeld in overweging 18 van de voorlopige verordening, had het onderzoek naar de dumping en de schade betrekking op de periode van 1 april 2014 tot en met 31 maart 2015 (het „onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar de ontwikkelingen die van belang zijn voor de schadebeoordeling, had betrekking op de periode van 1 januari 2011 tot het einde van het onderzoektijdvak (de „beoordelingsperiode”).

1.2.   Vervolg van de procedure

(4)

Na de mededeling van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan werd besloten een voorlopig antidumpingrecht in te stellen („mededeling van de voorlopige bevindingen”), hebben meerdere belanghebbenden schriftelijke opmerkingen over de voorlopige bevindingen gemaakt. De belanghebbenden die daartoe een verzoek hadden ingediend, zijn gehoord.

(5)

Er is een hoorzitting gehouden op verzoek van de Chinese Kamer van Internationale Koophandel (Chinese Chamber of International Commerce — CCOIC), in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van één producent-exporteur, Sinosweet Co., Ltd De belangrijkste punten die werden besproken, waren de mogelijkheid om een prijsverbintenis te krijgen, alsook andere verzoeken en opmerkingen over de berekening van de dumpingmarge. De opmerkingen werden later geformaliseerd in een schriftelijk stuk, en zij komen in de onderhavige verordening aan de orde.

(6)

Eén van de producenten-exporteurs, Changmao Biochemical Engineering Co., Ltd, had gevraagd om de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures in te schakelen. De belangrijkste punten die werden besproken, waren de redenen voor de weigering van de behandeling als marktgerichte onderneming („BMO”), de keuze van het referentieland, de noodzaak van correcties bij de vaststelling van de prijsonderbieding en het gestelde ontbreken van een oorzakelijk verband tussen de aanmerkelijke schade en de invoer met dumping.

(7)

De Commissie heeft de mondelinge en schriftelijke opmerkingen van de belanghebbenden onderzocht en indien passend de voorlopige bevindingen dienovereenkomstig gewijzigd.

(8)

De Commissie heeft alle betrokken partijen in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan zij voornemens was een definitief antidumpingrecht op aspartaam van oorsprong uit de VRC in te stellen en de bedragen die uit hoofde van het voorlopige recht als zekerheid waren gesteld, definitief te innen (de „mededeling van de definitieve bevindingen”). Alle belanghebbenden hebben binnen een bepaalde termijn opmerkingen kunnen maken ten aanzien van deze mededeling van de definitieve bevindingen.

(9)

De opmerkingen van de belanghebbenden zijn onderzocht en indien passend in aanmerking genomen.

1.3.   Steekproeven

(10)

Aangezien geen opmerkingen over de samenstelling van een steekproef van importeurs zijn ontvangen, worden de overwegingen 8 tot en met 10 van de voorlopige verordening bevestigd.

(11)

Aangezien geen opmerkingen over de samenstelling van een steekproef van producenten-exporteurs in de VRC zijn ontvangen, worden de overwegingen 11 en 12 van de voorlopige verordening bevestigd.

(12)

Aangezien geen opmerkingen over individueel onderzoek zijn ontvangen, wordt overweging 13 van de voorlopige verordening bevestigd.

1.4.   Formulieren voor de aanvraag om behandeling als marktgerichte onderneming

(13)

Aangezien geen opmerkingen over de aanvragen om behandeling als marktgerichte onderneming zijn ontvangen, wordt overweging 14 van de voorlopige verordening bevestigd.

2.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

2.1.   Betrokken product

(14)

Bij het betrokken product, zoals omschreven en nader gespecificeerd in de overwegingen 19 tot en met 22 van de voorlopige verordening, gaat het om aspartaam (N-L-α-aspartyl-L-fenylalanine-1-methylester, 3-amino-N-(α-carbomethoxyfenethyl)-succinamidezuur-N-methylester), CAS-nummer 22839-47-0, van oorsprong uit de VRC, momenteel ingedeeld onder GN-code ex 2924 29 98 (het „betrokken product” of het „soortgelijke product”).

(15)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen heeft de bedrijfstak van de Unie opnieuw zijn bezorgdheid geuit over de mogelijke ontwijking van de maatregelen via mengsels en bereidingen die aspartaam bevatten. Voorts stelde die bedrijfstak dat er bij de uitvoering geen problemen zouden zijn wanneer er rechten op deze mengsels en bereidingen zouden worden ingesteld. Bij wijze van voorbeeld heeft hij verwezen naar een ander onderzoek naar mononatriumglutamaat in de Verenigde Staten.

(16)

In antwoord hierop wordt opgemerkt dat in het definitieve stadium van een recent onderzoek naar een soortgelijk product is geconcludeerd dat een aantal lidstaten en Zwitserland aanzienlijke moeilijkheden bij de uitvoering hebben ondervonden doordat dergelijke mengsels en bereidingen in de productomschrijving van het betrokken product waren opgenomen. Daarom werd in het definitieve stadium besloten die mengsels en bereidingen uit de productomschrijving te schrappen. Gezien de overeenkomsten tussen de producten (zoetstoffen met dezelfde toepassingen in de levensmiddelen-, de dranken- en de farmaceutische industrie) is het zeer waarschijnlijk dat zich in de onderhavige zaak soortgelijke problemen zouden voordoen.

(17)

Nog belangrijker is dat de bevindingen van het onderzoek geen steun hebben geboden aan het argument dat er sprake was van een groot risico van ontwijking via mengsels en bereidingen. De medewerkende gebruikers hebben bevestigd dat voor elk downstreamproduct en binnen elk downstreamproduct voor elke soort/elk merk verschillende zoetstoffen in verschillende verhoudingen nodig zijn, zodat het praktisch gezien onmogelijk zou zijn elk mengsel afzonderlijk in te voeren. Ook voor de invoer van aspartaam in vloeibare vorm (vermengd met water) zouden volstrekt andere en aanzienlijk duurdere verpakkings- en vervoerswijzen nodig zijn.

(18)

Op grond van het bovenstaande wordt de productomschrijving in overweging 22 van de voorlopige verordening gehandhaafd.

2.2.   Soortgelijk product

(19)

Aangezien geen opmerkingen over het soortgelijke product zijn ontvangen, wordt overweging 23 van de voorlopige verordening bevestigd.

3.   DUMPING

3.1.   Normale waarde

3.1.1.   Behandeling als marktgerichte onderneming (BMO)

(20)

Zoals vermeld in overweging 26 van de voorlopige verordening, werd de BMO-aanvraag van één in de steekproef opgenomen producent-exporteur afgewezen, omdat uit het onderzoek was gebleken dat die producent-exporteur niet voldeed aan het tweede en het derde criterium van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening. Hij heeft nogmaals aangevoerd dat dit wel het geval is. Wat het tweede criterium betreft, heeft hij echter geen nieuwe bewijzen verstrekt en evenmin nieuwe argumenten aangevoerd op grond waarvan de voorlopige beoordeling opnieuw moet worden onderzocht.

(21)

Wat het derde criterium betreft, heeft hij verwezen naar een recent arrest van het Gerecht (3), waarin dit de Commissie niet heeft gevolgd in haar analyse van de belastingvoordelen die zij in verband met dat criterium had verricht. Er wordt opgemerkt dat het arrest nog niet in kracht van gewijsde is gegaan. Zoals gememoreerd in overweging 31 van de voorlopige verordening, wordt elk geval op zichzelf beoordeeld, namelijk op basis van alle feitelijke gegevens waarover de Commissie beschikt. Aangezien in casu geen verdere argumenten of nieuwe feiten in verband met de inhoud van de concrete analyse van de belastingvoordelen zijn aangevoerd, konden de conclusies niet worden herzien.

(22)

Op de hoorzitting met de raadadviseur-auditeur heeft die producent-exporteur het in overweging 29 van de voorlopige verordening behandelde argument herhaald dat de genoten belastingvoordelen als subsidies moeten worden beschouwd en het bestaan van subsidie derhalve niet mag worden aangemerkt als een verstoring die nog voortvloeit uit het vroegere systeem zonder markteconomie.

(23)

Zoals gememoreerd in overweging 32 van de voorlopige verordening, verschillen de BMO-beoordeling en een antisubsidieonderzoek qua doel. Terwijl de BMO-beoordeling erop is gericht vast te stellen of een onderneming al dan niet op marktvoorwaarden opereert in de zin van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening, beoogt het antisubsidieonderzoek vast te stellen of aan een onderneming al dan niet tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies zijn verleend in de zin van de verordening betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen buiten de EU (4). Aan deze twee kwesties liggen dus andere wettelijke bepalingen ten grondslag, zodat zij afzonderlijk moeten worden behandeld. In het kader van de BMO-beoordeling moet voor het derde criterium onder meer worden nagegaan of de productiekosten en de financiële situatie van de onderzochte bedrijven al dan niet onderhevig zijn aan verstoringen van betekenis die nog voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie, en niet of een onderneming tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies heeft ontvangen.

(24)

Hoe dan ook wordt in overweging 29 van de voorlopige verordening aangegeven dat de bedoelde producent-exporteur niet aan het derde criterium voldeed, niet alleen wegens het belastingvoordeel dat hij heeft ontvangen, maar ook wegens het voordeel dat hij heeft genoten in verband met de verwerving van grondgebruiksrechten. Wat de grondgebruiksrechten betreft, heeft de betrokken producent-exporteur aangevoerd dat hij in het onderhavige geval dezelfde reeks documenten heeft overgelegd als bij twee eerdere onderzoeken in het kader waarvan hij uiteindelijk als een marktgerichte onderneming is behandeld. De conclusie dat het derde criterium niet was vervuld, was echter niet alleen gebaseerd op in het kader van eerdere onderzoeken ingediende documenten, maar ook op nieuwe gegevens die tijdens het lopende onderzoek zijn verkregen, te weten een door een onafhankelijke accountant opgesteld taxatierapport voor onroerend goed. Dit document is gehecht aan een aan de beurs in Hongkong gepubliceerde prospectus voor potentiële investeerders. Uit het rapport blijkt dat de door de producent-exporteur voor de grondgebruiksrechten betaalde prijs en de marktwaarde sterk uiteenlopen. Op grond daarvan werd geconcludeerd dat hij de grondgebruiksrechten niet tegen de marktwaarde had verworven en het derde criterium niet was vervuld.

(25)

Op basis hiervan is de aanvraag van de producent-exporteur afgewezen en worden de overwegingen 24 tot en met 37 van de voorlopige verordening bevestigd.

3.1.2.   Keuze van het referentieland

(26)

Na de mededeling van de voorlopige bevindingen hebben drie belanghebbenden hun bezorgdheid geuit over de keuze van Japan als referentieland, in het bijzonder de producent Ajinomoto Co., Japan („Ajinomoto Japan”), de moedermaatschappij van de klager, en over de vaststelling van de normale waarde voor de VRC op basis van dit land.

(27)

Zij hebben met name betoogd dat Ajinomoto Japan een monopoliepositie inneemt op de binnenlandse markt, waar het een aanzienlijk hogere prijs kan vragen vergeleken met andere markten, zoals Korea of de VRC, waar sprake is van mededinging. Tijdens de hoorzitting met de raadadviseur-auditeur heeft één belanghebbende aangevoerd dat Ajinomoto Japan een dominante positie op de binnenlandse markt bekleedt, met een marktaandeel van praktisch 100 %, en er in Japan dus geen sprake van import en concurrentie is. Bovendien zijn de betrokken belanghebbenden van mening dat Japan duidelijk geen geschikt referentieland is, aangezien de verschillen tussen de Japanse en Chinese markt in het oog springen en blijken uit de in de voorlopige verordening vastgestelde hoge dumpingmarges. Voorts maakt de aanwezigheid van meerdere binnenlandse producenten de Chinese binnenlandse markt concurrerender en is de winst die de Chinese producenten op hun binnenlandse markt behalen, aanzienlijk lager dan de winst die de producent in het referentieland optekent.

(28)

Volgens een andere belanghebbende is de keuze van Japan als referentieland een worstcasescenario en laat het resultaat van de vergelijking tussen de Japanse en de Chinese prijzen zien dat het geen realistische of redelijke keuze betreft.

(29)

In het beginstadium van het onderzoek heeft de Commissie andere derde landen om medewerking verzocht bij de keuze van een geschikt referentieland. Uit het onderzoek is gebleken dat de wereldproductie van aspartaam in een paar landen is geconcentreerd: de VRC, Frankrijk, Japan en Korea. Er is contact opgenomen met de bekende producenten in Korea en Japan. De enige bekende producent in Korea heeft geweigerd mee te werken. Zoals in het voorlopige stadium is gebleken, was alleen de producent in Japan bereid mee te werken en was Japan dus het enige derde land met een markteconomie dat als referentieland beschikbaar was. De gegevens van die producent zijn gebruikt voor de vaststelling van de normale waarde in de voorlopige verordening.

(30)

De Commissie wijst erop dat de keuze van Japan door verscheidene belanghebbenden wordt betwist, met name wegens het grote binnenlandse marktaandeel van Ajinomoto Japan en de vermeende beperkte concurrentie op die markt. Zij hebben hun desbetreffende argumenten echter niet met bewijsmateriaal onderbouwd. Uit het onderzoek is niet gebleken dat Japan wegens de invoerbeperkingen, zoals hoge douanerechten of andere tarieven en kwantitatieve beperkingen, geen open markt was; het onderzoek heeft in feite meldingen van de invoer van aspartaam op de Japanse markt, waaronder uit de VRC en Korea, aan het licht gebracht.

(31)

Om te beoordelen of Japan een geschikt referentieland voor de VRC is, heeft de Commissie niettemin nader onderzoek ingesteld naar de concurrentievoorwaarden waaronder de prijzen voor het soortgelijke product in Japan tot stand komen. Zoals reeds opgemerkt, is er op de Japanse markt slechts één producent actief die concurreert met de invoer uit de VRC en Korea. Nog belangrijker is dat de winstmarges die de Japanse producent bij de afnemers behaalde, sterk uiteen bleken te lopen naargelang de soort en de grootte van de afnemers. Uit het onderzoek is niet gebleken van enige rationele grond voor het grote verschil tussen de winstmarges. In het bijzonder is niet vastgesteld dat de verschillen tussen de winstmarges bijvoorbeeld door de verkochte hoeveelheid zouden kunnen worden verklaard. Daarom werd, gelet op deze onopgeloste kwestie, geconcludeerd dat het inderdaad ongepast en onredelijk zou zijn de normale waarde vast te stellen aan de hand van prijzen die dergelijke irrationele winstverschillen te zien geven.

(32)

Op grond hiervan moest de Commissie in het definitieve stadium van het onderzoek overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening haar toevlucht nemen tot elke andere redelijke grondslag voor de vaststelling van de normale waarde. Daartoe werd de normale waarde voor de VRC gebaseerd op de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, verhoogd met een redelijke winstmarge.

3.1.3.   Normale waarde

(33)

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening zijn de prijzen van de enige producent in de Unie voor het soortgelijke product op de markt van de Unie gebruikt als redelijke grondslag om de normale waarde te bepalen voor de producenten-exporteurs in de VRC waaraan geen BMO was toegekend.

(34)

Eerst heeft de Commissie onderzocht of het totale volume van de verkoop van het soortgelijke product aan onafhankelijke afnemers in de Unie in het algemeen representatief was in de zin van artikel 2, lid 2, van de basisverordening. Hiertoe is dit totale verkoopvolume vergeleken met het totale volume van het betrokken product dat door elk van de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs in de VRC naar de Unie werd uitgevoerd. Op basis daarvan is vastgesteld dat de producent in de Unie het soortgelijke product in representatieve hoeveelheden op de markt van de Unie verkocht.

(35)

Vervolgens heeft de Commissie vastgesteld welke door de producent in de Unie op de markt van de Unie verkochte productsoorten identiek waren aan de door de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs in de VRC naar de Unie uitgevoerde productsoorten. Het verkoopvolume in de Unie werd per productsoort vergeleken met het door elke in de steekproef opgenomen producent-exporteur naar de Unie uitgevoerde volume. Uit deze vergelijking bleek dat slechts één in de Unie geproduceerde productsoort volledig overeenkwam met de door de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs in de VRC uitgevoerde productsoort.

(36)

Daarna heeft de Commissie met betrekking tot de producent in de Unie onderzocht of de verkoop van deze productsoort op de markt van de Unie kon worden beschouwd als verkoop in het kader van normale handelstransacties in de zin van artikel 2, lid 4, van de basisverordening. De normale waarde wordt gebaseerd op de werkelijke binnenlandse prijs per productsoort, ongeacht of die verkoop winstgevend is, indien meer dan 80 % van de totale verkoop van die productsoort is verkocht tegen een nettoprijs gelijk aan of hoger dan de berekende productiekosten, en de gewogen gemiddelde verkoopprijs van die productsoort ten minste gelijk is aan de productiekosten per eenheid. Aangezien deze productsoort niet winstgevend was, kon de normale waarde niet worden gebaseerd op de gewogen gemiddelde prijs van de binnenlandse verkoop gedurende het onderzoektijdvak, maar moest die worden berekend zoals uitgelegd in overweging 37.

(37)

Ten slotte heeft de Commissie vastgesteld welke door de VRC naar de Unie uitgevoerde productsoorten niet door de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie werden verkocht, en de normale waarde berekend overeenkomstig artikel 2, leden 3 en 6, van de basisverordening. Om de normale waarde voor deze soorten en de niet winstgevende productsoort die in de vorige overweging is besproken, te berekenen, heeft de Commissie de gemiddelde productiekosten genomen van de meest vergelijkbare productsoorten die door de producent in de Unie worden geproduceerd en een bedrag toegevoegd voor verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten („VAA-kosten”) en de gewogen gemiddelde winst die gedurende het onderzoektijdvak door de producent in de Unie op de verkoop van het soortgelijke product op de markt van de Unie in het kader van normale handelstransacties werd gemaakt.

(38)

In antwoord op een argument van een belanghebbende over het vermeende gebrek aan informatie over gedetailleerde productkenmerken, wordt voorts verduidelijkt dat, in tegenstelling tot andere producten die het voorwerp zijn van antidumpingonderzoeken, zoals bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit de VRC, het betrokken product en het soortgelijke product waarom het in het onderhavige onderzoek gaat, relatief homogeen zijn voor sommige soorten en varianten. Zo had het merendeel van de door de Chinese producenten-exporteurs verkochte productsoorten precies dezelfde basiskenmerken wat betreft het gebruik, de concentratie, de verpakking en de samenstelling.

(39)

Als nadere toelichting op de voor de vaststelling van de normale waarde gehanteerde methode moet evenwel worden opgemerkt dat de Commissie zes specifieke kenmerken heeft vastgesteld die van belang waren voor de nadere definiëring van de verschillende soorten van het betrokken product: de fysieke vorm, de concentratie, het verpakkingstype, het verpakkingsformaat, het gebruik en de samenstelling. Er werden vijf productsoorten uit de VRC naar de Unie uitgevoerd, en deze soorten bleken slechts qua één kenmerk te verschillen van de soorten die door de bedrijfstak van de Unie in de Unie worden verkocht.

(40)

In het kader van de mededeling van de definitieve bevindingen heeft de Commissie aan elke Chinese producent-exporteur meegedeeld van welke kenmerken en welke productsoort zij is uitgegaan bij de berekening van de normale waarde met betrekking tot alle productsoorten, inclusief de uit de VRC naar de Unie uitgevoerde soorten die niet volledig overeenkwamen met de door de bedrijfstak van de Unie in de Unie verkochte soorten, zoals is uiteengezet in de overwegingen 35 en 39.

3.2.   Uitvoerprijs

(41)

Aangezien geen opmerkingen over de uitvoerprijzen zijn ontvangen, worden de overwegingen 51 tot en met 53 van de voorlopige verordening bevestigd.

3.3.   Vergelijking

(42)

Eén belanghebbende was het niet eens met de afwijzing van zijn verzoek om een correctie voor de valutaomrekening in zijn afwikkelingscontracten overeenkomstig artikel 2, lid 10, onder j), van de basisverordening. Zoals uiteengezet in overweging 57 van de voorlopige verordening, is uit het onderzoek gebleken dat er geen rechtstreeks verband was tussen de valutacontracten en de commerciële uitvoercontracten. De belanghebbende heeft geen nieuwe bewijzen verstrekt en evenmin nieuwe argumenten aangevoerd op grond waarvan de voorlopige beoordeling opnieuw moet worden onderzocht.

(43)

Het verzoek van de producent-exporteur werd derhalve afgewezen. Aangezien voor de vaststelling van de normale waarde gebruik is gemaakt van de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, behoeft bovendien niet te worden ingegaan op de opmerkingen over de vergelijking van het soortgelijke Japanse product met het betrokken product.

3.4.   Opmerkingen na de mededeling van de definitieve bevindingen

(44)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft de Commissie opmerkingen ontvangen van drie belanghebbenden.

(45)

De eerste belanghebbende heeft betoogd dat de gegevens van de klager niet mogen worden gebruikt om de normale waarde vast te stellen, omdat deze vertekend en niet neutraal zijn. Hij is van mening dat de enige optie het gebruik van Chinese gegevens is.

(46)

De gegevens van de producent in de Unie op basis waarvan de normale waarde werd bepaald, zijn ter plaatse geverifieerd en betrouwbaar en accuraat bevonden. In die omstandigheden staan de betrekkingen tussen de Japanse producent en de producent in de Unie er niet aan in de weg om de gegevens van de producent in de Unie te gebruiken. Het gebruik van de gegevens van de Unie voor de vaststelling van de normale waarde is voorzien in artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening. Het argument wordt bijgevolg afgewezen.

(47)

Deze belanghebbende heeft tevens aangevoerd dat het besluit om gebruik te maken van de gegevens van de bedrijfstak van de Unie zijn recht om tijdig te worden geïnformeerd heeft geschonden. In dit verband acht de Commissie de mededeling van feiten en overwegingen toereikend, aangezien deze de gegevens met betrekking tot de producent in de Unie bevatte. Bovendien is de belanghebbende in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken.

(48)

Ten slotte heeft deze belanghebbende nog aangevoerd dat er tussen de producent in de Unie en de Chinese producent verschillen in de productiekosten voor aspartaam waren, met name wegens het productieprocedé, de aanvullende diensten en het type energie dat wordt gebruikt, wat te wijten is aan de tenuitvoerlegging van aanvullende vereisten voor regelgevingsspecificaties, zoals vereisten inzake zware metalen, arseen, coliformen, E.coli, toegang tot grondstoffen, octrooikosten, de dertiende maand en verpakkingskosten. Volgens hem zijn die verschillen van invloed op de prijsvergelijkbaarheid van de normale waarde en de uitvoerprijs. Een tweede belanghebbende heeft betoogd dat de bedrijfstak van de Unie licentievergoedingen betaalde met betrekking tot oplosbare aspartaam, een product dat niet wordt geproduceerd in de VRC, en verzoekt daarom dat de berekening van de dumpingmarge dienovereenkomstig wordt herzien.

(49)

De belanghebbenden hebben hun argumenten betreffende de beweerde verschillen in de productiekosten die van invloed zijn op de prijsvergelijkbaarheid in de zin van artikel 2, lid 10, van de basisverordening, niet onderbouwd. Met name is er geen bewijs geleverd dat klanten bij voortduring verschillende prijzen op de binnenlandse markt betalen ten gevolge van deze factoren. Zowel binnenlandse als uitgevoerde producten worden als soortgelijk beschouwd vanuit het oogpunt van de consument, die niet bereid is verschillende prijzen te betalen. Op grond hiervan worden de argumenten afgewezen.

(50)

Een derde belanghebbende heeft aangevoerd dat de Commissie niet heeft verduidelijkt of bij de berekening van de normale waarde voor alle in de Unie verkochte producten gebruik is gemaakt van de gemiddelde VAA-kosten en de gemiddelde winst dan wel uitsluitend van de VAA-kosten voor de meest vergelijkbare productsoort. Volgens de eerste belanghebbende bedraagt de winstgevendheid op grond van de situatie van de aspartaamactiviteiten maximaal 3 %. De Commissie herinnert eraan dat zij, zoals uiteengezet in overweging 50 van de voorlopige verordening, voor de berekening van de normale waarde een redelijk bedrag heeft toegevoegd voor VAA-kosten en de gewogen gemiddelde winst die door de producent in de Unie daadwerkelijk is behaald op de binnenlandse verkoop van het soortgelijke product gedurende het onderzoektijdvak in het kader van normale handelstransacties, zoals vereist op grond van artikel 2, lid 6, van de basisverordening.

(51)

De derde belanghebbende herhaalt zijn verzoek om een correctie voor de valutaomrekening in zijn afwikkelingscontracten. Bij gebrek aan nieuwe bewijzen of nieuwe argumenten op grond waarvan de voorlopige beoordeling opnieuw moet worden onderzocht, wordt het verzoek echter afgewezen.

(52)

De eerste belanghebbende heeft opnieuw aangevoerd dat de weigering van een BMO niet gerechtvaardigd en in tegenspraak met de eerdere besluiten van de Commissie ter zake was, en dat belastingvoordelen en subsidies niet mogen worden beschouwd als een verstoring die nog voortvloeit uit een systeem zonder markteconomie. Op deze argumenten wordt ingegaan in de overwegingen 21 tot en met 23.

(53)

Hij heeft voorts betoogd dat de in overweging 24 genoemde prospectus bij de eerdere besluiten over BMO-aanvragen in aanmerking is genomen.

(54)

Hij heeft niet heeft aangetoond dat dit document de waardering van de grondgebruiksrechten in de eerdere besluiten over BMO-aanvragen heeft beïnvloed. Het BMO-besluit wordt hoe dan ook voor elk onderzoek afzonderlijk genomen, op basis van de voor het onderzoek relevante specifieke omstandigheden.

(55)

De derde belanghebbende heeft tevens aangevoerd dat de waardering uit de prospectus niet kan worden vergeleken met de prijs in de koopovereenkomst, aangezien de verkochte grond niet was behandeld en niet bouwrijp was gemaakt.

(56)

Met betrekking tot de waardering van de grondgebruiksrechten heeft de Commissie de belanghebbende in kennis gesteld van de gedetailleerde methode die was gebruikt voor de raming van het verschil tussen de billijke marktwaarde en de werkelijke kosten. In dat verband zijn de totale bouwkosten in mindering gebracht op de totale raming voor het perceel zonder gebouwen en structuren. Het verschil van + 35 % werd aanzienlijk geacht en kan alleen worden verklaard door een verrekenprijs die ruim onder een billijke marktwaarde op het tijdstip van de transactie tussen de onderneming en de lokale overheden ligt. Het feit dat, zoals de belanghebbende aanvoert, dat verschil tussen de billijke marktwaarde en de werkelijke kosten in eerdere onderzoeken anders werd beoordeeld, geeft geen aanleiding tot wijziging van de bevindingen van dit onderzoek.

3.5.   Dumpingmarges

(57)

Aangezien geen verdere opmerkingen zijn ontvangen, worden de voorlopige dumpingmarges in de overwegingen 61 tot en met 67 van de voorlopige verordening bevestigd, en bedragen de definitieve dumpingmarges, in procenten van de cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring:

Onderneming

Definitieve dumpingmarge in %

Changmao Biochemical Engineering Co., Ltd

124,0

Sinosweet-groep

126,0

Niutang-groep

121,4

Alle andere medewerkende ondernemingen

124,6

Alle andere ondernemingen

126,0

4.   SCHADE

4.1.   Definitie van de bedrijfstak van de Unie en de productie in de Unie

(58)

Aangezien geen opmerkingen over de definitie van de bedrijfstak van de Unie en de productie in de Unie zijn ontvangen, worden de overwegingen 68 en 69 van de voorlopige verordening bevestigd.

4.2.   Verbruik in de Unie

(59)

Aangezien geen opmerkingen over het verbruik in de Unie zijn ontvangen, worden de overwegingen 70 tot en met 73 van de voorlopige verordening bevestigd.

4.3.   Invoer uit de VRC

4.3.1.   Omvang en prijzen van de invoer uit de VRC

(60)

Eén belanghebbende heeft schending van zijn rechten van verdediging aangevoerd, omdat de invoerstatistieken niet openbaar zijn gemaakt. Hij heeft ook verzocht om uitleg over de wijze waarop de hoeveelheden en de waarde van het betrokken product op basis van de beschikbare statistieken zijn verlaagd, en om toelichting met betrekking tot de vraag aan de hand van welke databank en hoe deze hoeveelheden/waarde werden gecontroleerd zoals vermeld in overweging 71 van de voorlopige verordening. Hij heeft verzocht om toegang tot de invoerstatistieken.

(61)

De Commissie bevestigt dat de uit de VRC ingevoerde hoeveelheden en de prijzen daarvan werden vastgesteld op basis van gegevens van het in China gevestigde onderzoeksbedrijf CCM (5). Deze gegevens werden gecontroleerd aan de hand van de informatie uit de officiële Chinese exportdatabank die wordt bijgewerkt door de Chinese douaneautoriteiten. De gegevens uit de Chinese exportdatabank zijn beschikbaar in het niet-vertrouwelijke dossier voor raadpleging door de belanghebbenden. Bovendien zijn die gegevens tegen betaling tevens openbaar toegankelijk. Zowel CCM als de Chinese exportdatabank hanteert een specifieke code (29242930) uitsluitend voor aspartaam, en was derhalve voldoende specifiek, zodat een verlaging niet noodzakelijk was.

(62)

De meeteenheid in overweging 76 en tabel 3 van de voorlopige verordening is niet correct. Bij de in overweging 76 en in tabel 3 van de voorlopige verordening vermelde prijzen gaat het om prijzen in EUR/kg en niet in EUR/ton.

(63)

Aangezien geen andere opmerkingen zijn ontvangen, worden de bevindingen in de voorlopige verordening met betrekking tot de omvang, het marktaandeel en de gemiddelde prijzen van de invoer uit de VRC, zoals beschreven in de overwegingen 74 tot en met 77, bevestigd, en wordt de meeteenheid in overweging 76 en tabel 3 van de voorlopige verordening gecorrigeerd in EUR/kg.

4.3.2.   Prijsonderbieding

(64)

Eén belanghebbende heeft de Commissie verzocht de analyse van de prijsonderbieding te herzien door rekening te houden met de verschillen in verpakkingstype. Hij heeft ter onderbouwing van zijn verzoek prijsnoteringen voor de verschillende verpakkingsmaterialen verstrekt. Volgens een andere belanghebbende moet bij de berekening van de prijsonderbieding rekening worden gehouden met de verschillen in productieprocedé en in aankoopprijs van de grondstof als gevolg van de kosten van vervoer over zee en internationale verzekering, aangezien deze parameters volgens hem van wezenlijke invloed waren op de prijs per eenheid van het eindproduct.

(65)

Eén belanghebbende heeft tevens betoogd dat de bedrijfstak van de Unie geen marktaandeel heeft verloren, zodat de prijsonderbieding niet van belang is aangezien die enkel ter zake zou doen wanneer de invoer uit de VRC marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie zou veroveren.

(66)

Ten eerste heeft het onderzoek, zoals vermeld in overweging 79 van de voorlopige verordening, aan het licht gebracht dat de verpakking bij de prijsvorming geen rol speelt. Daarnaast heeft de Commissie na analyse van de door de belanghebbende verstrekte noteringen geconcludeerd dat deze maximaal een verschil in verpakkingskosten van 0,33 RMB/kg (0,046 EUR/kg) te zien geven, wat verwaarloosbaar is voor een product met een gemiddelde prijs van circa 10 EUR/kg of meer.

(67)

Ten tweede zijn de schadeberekeningen gebaseerd op vergelijkbare prijzen van de Unie en de prijzen van de invoer tijdens het onderzoektijdvak, zoals uiteengezet in overweging 78 van de voorlopige verordening. Met betrekking tot eventuele verschillen tussen de VRC en de Unie wat de grondstofprijs betreft, moet worden aangetoond dat zij de prijsvergelijkbaarheid beïnvloeden. Het is niet ongebruikelijk dat producenten in het ene land grondstoffen tegen andere prijzen dan producenten in het andere land kopen. Een dergelijk verschil in kosten vertaalt zich echter niet noodzakelijkerwijs in een verschil in prijzen of is niet noodzakelijkerwijs van invloed op de billijke vergelijking van de prijzen, aangezien het hier slechts één van de prijsbestanddelen en niet alle prijsbestanddelen betreft. Hoe dan ook heeft de belanghebbende niet onderbouwd hoe het gestelde verschil in grondstofprijzen de prijsvergelijkbaarheid zou beïnvloeden. Dit argument wordt bijgevolg afgewezen.

(68)

Ten derde is uit het onderzoek gebleken dat de producent in de Unie en de Chinese producenten-exporteurs soortgelijke productieprocedés toepassen. Verder heeft de belanghebbende niet onderbouwd welk soort correctie in voorkomend geval nodig zou zijn voor het verschil in productieprocedé. Derhalve wordt dit argument afgewezen.

(69)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft de belanghebbende opnieuw aangevoerd dat de in overweging 48 genoemde verschillen die van invloed zijn op de prijsvergelijkbaarheid, ook bij de prijsonderbiedingsberekeningen in aanmerking moeten worden genomen. Bovendien moet volgens die belanghebbende voor één van zijn afnemers, een handelaar, een bepaalde winstmarge in de berekening van de prijsonderbieding worden meegenomen.

(70)

Uit het onderzoek is niet gebleken van een hogere prijs voor het soortgelijke product dat een basisproduct is. Evenmin is daaruit gebleken van een kwaliteits- of enig ander verschil tussen het betrokken product en het soortgelijke product dat systematisch in de prijzen tot uitdrukking zou komen. Wat het argument inzake het toevoegen van een winstmarge aan de kosten na invoer van een handelaar betreft, herinnert de Commissie eraan dat de berekeningen zijn gebaseerd op de door de eerste onafhankelijke afnemers betaalde prijzen, ongeacht of zij handelaren zijn of niet. Die argumenten worden daarom afgewezen.

(71)

De bewering dat de prijsonderbieding slechts relevant is wanneer de invoer met dumping marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie verovert, treft geen doel en spoort niet met de formulering van artikel 3, lid 3, van de basisverordening. Dit argument wordt afgewezen.

(72)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft een belanghebbende de conclusie van de Commissie betwist en aangevoerd dat de prijsonderbieding niet van wezenlijke invloed is geweest op de economische parameters van de bedrijfstak van de Unie.

(73)

De Commissie is van oordeel dat artikel 3, leden 3 en 6, van de basisverordening de mogelijkheid biedt de schadevaststelling op volume- en/of prijsindicatoren te baseren. Het argument betreffende het belang van de prijsonderbieding komt aan de orde in punt 4.5.

(74)

Aangezien geen andere opmerkingen over de prijsonderbieding zijn ontvangen, worden de overwegingen 78 tot en met 80 van de voorlopige verordening bevestigd.

4.4.   Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie

Aangezien geen opmerkingen zijn ontvangen waarin de cijfers en trends van de ontwikkeling van de schade-indicatoren worden aangevochten, worden de bevindingen in de overwegingen 81 tot en met 100 van de voorlopige verordening gehandhaafd.

4.5.   Conclusie inzake schade

(75)

De economische prestaties van de bedrijfstak van de Unie zijn beoordeeld door alle in artikel 3, lid 5, van de basisverordening beschreven economische factoren te onderzoeken. Alle economische indicatoren (met uitzondering van het marktaandeel en de productiecapaciteit) zijn tijdens de beoordelingsperiode verslechterd. Het is belangrijk erop te wijzen dat met het oog op de vaststelling van schade niet alle schade-indicatoren een schadetrend te zien moeten geven, aangezien overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de basisverordening geen daarvan doorslaggevend is.

(76)

In het onderzoek werd met name vastgesteld dat gezien de grote omvang van de invoer met dumping uit de VRC die de prijzen van de Unie aanzienlijk onderbood (met 21,1 % tijdens het onderzoektijdvak), de bedrijfstak van de Unie ondanks zijn verslechterende kostensituatie niets anders overbleef dan zijn verkoopprijzen te verlagen. Deze daling van de verkoopprijzen had rechtstreekse nadelige gevolgen voor zijn winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen. De aanzienlijke verslechtering van die schade-indicatoren is dus een duidelijke aanwijzing dat de invoer met dumping uit de VRC aanmerkelijke schade veroorzaakt. De belanghebbende heeft geen nieuwe bewijzen verstrekt en evenmin nieuwe argumenten aangevoerd ter betwisting van deze conclusie.

(77)

De belanghebbende heeft betwijfeld of de bedrijfstak van de Unie inderdaad genoodzaakt was zijn prijzen te verlagen om zijn marktaandeel te behouden, omdat hij ondanks de prijsonderbieding van 21,1 % zijn prijzen slechts met 7 % heeft verlaagd.

(78)

In antwoord hierop moet erop worden gewezen dat het bij de vaststelling van prijsonderbieding niet om een zuivere prijsvergelijking gaat, maar dat die wordt vastgesteld aan de hand van de in de overwegingen 78 tot en met 80 van de voorlopige verordening beschreven methode, zodat de omvang daarvan niet noodzakelijkerwijs tot uitdrukking komt in de prijsontwikkeling van de bedrijfstak van de Unie. Hoe dan ook wordt eraan herinnerd dat de bedrijfstak van de Unie zich tijdens de gehele beoordelingsperiode genoodzaakt zag zijn prijzen voortdurend te verlagen, ondanks de verslechterende economische situatie waarin hij verkeerde en de reeds in 2013 ingezette verliezen. Tegen deze achtergrond kan een prijsdaling van 7 % niet als niet-significant worden aangemerkt.

(79)

Gelet op het voorgaande wordt de conclusie in overweging 106 van de voorlopige verordening dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden in de zin van artikel 3, lid 5, van de basisverordening, bevestigd.

5.   OORZAKELIJK VERBAND

5.1.   Gevolgen van de invoer met dumping

(80)

Een aantal belanghebbenden heeft aangevoerd dat bepaalde indicatoren zoals productiecapaciteit geen schadetrend volgen en dat andere indicatoren zoals verkoopvolume, marktaandeel en verkoopprijzen moesten worden onderzocht in de context van een dalend verbruik in de beoordelingsperiode.

(81)

De productiecapaciteit is in de beoordelingsperiode inderdaad stabiel gebleven. Dit komt doordat de bedrijfstak van de Unie uit één enkele producent bestaat die beschikt over een geïntegreerde productiefaciliteit met zorgvuldig op elkaar afgestemde productiefasen, waardoor de kans op plotselinge capaciteitsverminderingen zonder ingrijpende en dure herstructureringen klein is. De bedrijfstak van de Unie heeft de gevolgen van de daling van de vraag echter opgevangen door de productie voor langere tijd stop te zetten, zoals uiteengezet in overweging 84 van de voorlopige verordening. Bovendien heeft de bedrijfstak van de Unie zijn vaste kosten omlaag gebracht om de gevolgen van de achteruitgang in de vraag voor de productiekosten te temperen.

(82)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft één belanghebbende aangevoerd dat geen bijzonderheden waren verstrekt over hoe de bedrijfstak van de Unie zijn vaste kosten omlaag heeft gebracht. Daarnaast was volgens hem elke verlaging van de vaste kosten in het beste geval marginaal. Hij heeft betoogd dat de bedrijfstak van de Unie zich niet heeft aangepast aan een veranderende markt van de Unie en dat alle schade daarom door eigen toedoen was veroorzaakt.

(83)

In antwoord hierop herinnert de Commissie eraan dat in overweging 84 van de voorlopige verordening bijzonderheden zijn verstrekt over de verlaging van de vaste kosten door de bedrijfstak van de Unie. Bovendien heeft de bedrijfstak van de Unie zich aan de daling van de vraag aangepast door zijn productieprocedé af te stellen op een lagere output. De Commissie heeft zorgvuldig onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de vaste kosten in de beoordelingsperiode. Uit het onderzoek is gebleken dat de bedrijfstak van de Unie erin is geslaagd zijn totale vaste kosten aanzienlijk omlaag te brengen, waardoor de vaste kosten per ton in die periode slechts met 24 % zijn gestegen. Zonder bovenbedoelde én de in overweging 84 van de voorlopige verordening beschreven maatregelen van de bedrijfstak van de Unie zouden de vaste kosten met 66 % zijn gestegen. Daarom handhaaft de Commissie haar conclusie dat de bedrijfstak van de Unie de passende maatregelen heeft genomen om zich aan de daling van de verkoop aan te passen en erin is geslaagd zijn vaste kosten aanzienlijk te verminderen. Op basis van het bovenstaande wordt het argument dat de schade door eigen toedoen is veroorzaakt, niet bevestigd door de bevindingen van het onderzoek, zodat het argument wordt afgewezen.

(84)

Uit het onderzoek is gebleken dat de prijzen van de invoer met dumping uit de VRC in de beoordelingsperiode met 12 % zijn gedaald. Deze prijsstelling kan niet worden verklaard door de ontwikkeling van de grondstofprijzen. Voorts is het belangrijk te benadrukken dat de invoer met dumping uit de VRC een groot deel van de verkoop op de markt van de Unie vertegenwoordigt en dus een belangrijk effect heeft op die markt, die de kernmarkt van de bedrijfstak van de Unie is. Zoals vermeld in overweging 76, onderbood bovendien gedurende het onderzoektijdvak de invoer uit de VRC de prijzen van de bedrijfstak van de Unie met maar liefst 21,1 %. Bijgevolg restte de bedrijfstak van de Unie niets anders dan zijn verkoopprijzen te verlagen teneinde aantrekkelijk genoeg te blijven en zijn verlies aan verkoopvolume en marktaandeel binnen de perken te houden. De Commissie heeft bewijs verzameld over contractonderhandelingen waar gebruikers en distributeurs van aspartaam bij betrokken waren en waaruit blijkt dat de prijzen van de Chinese invoer worden gebruikt om de bedrijfstak van de Unie onder druk te zetten. Dit had met name rechtstreekse nadelige gevolgen voor de winstgevendheid, de kasstroom, de investeringen en het rendement van investeringen van de bedrijfstak van de Unie. De verslechtering van deze schade-indicatoren houdt derhalve rechtstreeks verband met de invoer met dumping uit de VRC en staat los van de daling van het verbruik in de Unie.

(85)

Met betrekking tot overweging 110 van de voorlopige verordening heeft één belanghebbende aangevoerd dat de statistische bron over de ontwikkeling van de grondstofprijzen openbaar moet worden gemaakt en vraagtekens geplaatst bij de bevinding dat de twee belangrijkste grondstoffen slechts 25 % van de totale productiekosten van het betrokken product/het soortgelijke product uitmaken. Op basis van de kostengegevens waarover zij beschikt, zouden deze twee grondstoffen bijna 50 % van de totale productiekosten van de producenten-exporteurs bestrijken, zodat de Commissie de conclusie in overweging 110 van de voorlopige verordening zou moeten herzien.

(86)

De informatie betreffende de grondstofprijzen was afkomstig van CCM en naar aanleiding van de na de bekendmaking van de voorlopige verordening ontvangen opmerkingen was een openbare samenvatting daarvan beschikbaar gemaakt in het niet-vertrouwelijke dossier voor raadpleging door de belanghebbenden.

(87)

Zoals uiteengezet in overweging 110 van de voorlopige verordening, wordt het betrokken product/het soortgelijke product vervaardigd door twee aminozuren (L-asparaginezuur en L-fenylalanine) in min of meer gelijke hoeveelheden met elkaar te vermengen. Na de ontvangst van aanvullende statistieken voor het onderzoektijdvak, vergeleken met het kalenderjaar 2014, werd de prijsontwikkeling van de grondstoffen herzien. Tijdens de beoordelingsperiode steeg de prijs van L-asparaginezuur met 1 % en daalde die van L-fenylalanine met 23,6 %. Deze herziening van de grondstofprijzen veranderde echter niets aan de conclusie in het voorlopige stadium dat deze twee aminozuren samen goed zijn voor ongeveer 25 % van de totale productiekosten van de bedrijfstak van de Unie. Dit strookt tevens met de gegevens van de producent in het referentieland. Anders dan de belanghebbende betoogt, zijn zijn kostengegevens niet door de Commissie geverifieerd, aangezien hem geen behandeling als marktgerichte onderneming was toegekend. Hierdoor kunnen zijn kostengegevens niet in aanmerking worden genomen. Daarom wordt de bevinding in overweging 110 van de voorlopige verordening dat de twee belangrijkste grondstoffen ongeveer 25 % van de totale productiekosten van het betrokken product/het soortgelijke product uitmaken, gehandhaafd.

(88)

Op basis van de bijgewerkte statistische gegevens bestaat het effect van de kosten voor grondstoffen op de kosten-/prijsontwikkeling van het betrokken product en het soortgelijke product maximaal in een daling van 4,6 %. Uit het onderzoek is echter gebleken dat, zoals vermeld in overweging 77 van de voorlopige verordening, de prijs van het betrokken product tijdens het onderzoektijdvak met 12 % is gedaald. Derhalve kan, anders dan de belanghebbende betoogt, de daling van de grondstofprijs geen zinvolle verklaring vormen voor de prijsdaling van het betrokken product, en derhalve niet afdoen aan de conclusie in overweging 110 van de voorlopige verordening, namelijk dat de Chinese producenten-exporteurs op de markt van de Unie een tamelijk agressief prijsbeleid hanteerden en de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade hebben berokkend.

(89)

Een andere belanghebbende heeft betoogd dat het feit dat de bedrijfstak van de Unie zijn marktaandeel kon behouden, een duidelijke aanwijzing is dat de invoer uit de VRC voor de bedrijfstak van de Unie geen enkele schade veroorzaakt.

(90)

Met betrekking tot dit argument moet worden opgemerkt dat de ontwikkeling van de marktaandelen slechts één van de factoren is die bij de beoordeling van het oorzakelijk verband in aanmerking worden genomen. Voorts lijkt het feit dat de aanzienlijke prijsdruk door de invoer uit de VRC tijdens de beoordelingsperiode nog niet heeft geleid tot een verlies van marktaandeel voor de bedrijfstak van de Unie, en dat dus zowel de Chinese producenten-exporteurs als de bedrijfstak van de Unie hun marktaandeel hebben behouden, erop te wijzen dat de markt van de Unie meer rigide is dan men voor een basisproduct zou verwachten. Het betrokken product/het soortgelijke product speelt een tamelijk marginale rol in de productiekosten van de verwerkende bedrijven (minder dan 3 %), terwijl tegelijkertijd de leveranciers in de voedsel- en de farmaceutische industrie zeer langdurige en kostbare certificeringsprocedures moeten doorlopen. Dit betekent dat — althans tot aan het eind van het onderzoektijdvak — de meeste verwerkende bedrijven er de voorkeur aan gaven vast te houden aan reeds gecertificeerde en betrouwbare leveranciers in plaats van te beginnen aan een op prijsnoteringen gebaseerde certificeringsprocedure.

(91)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft één belanghebbende aangevoerd dat de bedrijfstak van de Unie zijn prijzen tijdens die periode „slechts” met 7 % heeft verlaagd, waarvan 4,6 % is toe te schrijven aan de daling van de grondstofprijzen. Volgens hem is de werkelijke oorzaak van de daling van de verkoopprijs dus de ontwikkeling van de grondstofprijzen. Bovendien heeft hij de aan andere factoren toe te schrijven prijsdaling tijdens de beoordelingsperiode, te weten 2,4 %, op jaarbasis berekend en is hij uitgekomen op 0,056 EUR per kg/jaar. Hieruit heeft hij geconcludeerd dat de prijsdaling van dezelfde orde van grootte is als het bij de verpakkingsmaterialen geconstateerde prijsverschil dat de Commissie in overweging 66 verwaarloosbaar heeft geacht. Op grond hiervan kan volgens hem het prijseffect van andere factoren niet als significant worden beschouwd.

(92)

In antwoord hierop moet worden verduidelijkt dat de Commissie in overweging 88 heeft vastgesteld dat de daling van de prijs van het betrokken product voor maximaal 4,6 % kon worden verklaard door de ontwikkeling van de grondstofprijzen. Dit is een theoretisch maximum en betekent niet dat de prijzen in dezelfde periode noodzakelijkerwijs met dezelfde cijfers moeten dalen. Dit geldt met name voor een product als aspartaam waarvoor geen ad-hocprijzen gelden, maar dat veeleer wordt verkocht op basis van jaarlijkse of meerjarige verkoopcontracten met vaste prijzen. In het onderzoek is vastgesteld dat de bedrijfstak van de Unie blootstond aan voortdurende en sterke prijsdruk als gevolg van de invoer met dumping uit de VRC en dat hij genoodzaakt was zijn verkoopprijzen te verlagen ondanks een over het geheel genomen verslechterende kostenstructuur. Bovendien kan de door de belanghebbende voorgestelde berekening op jaarbasis niet worden aanvaard. Wegens de jaarlijkse schommelingen bij zowel de verkoopprijzen als de grondstofprijzen is deze berekening op jaarbasis geen afspiegeling van de economische realiteit en methodologisch niet correct. Tegelijkertijd betreft het prijsverschil voor verpakkingsmaterialen een reëel verschil voor een bepaald jaar en is het als zodanig inderdaad verwaarloosbaar gezien de prijs van het betrokken product.

(93)

Op basis van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat er in het dossier voldoende bewijsmateriaal voorhanden is betreffende de prijsdruk en de aanmerkelijk negatieve gevolgen daarvan voor de bedrijfstak van de Unie.

(94)

Aangezien geen andere opmerkingen over de gevolgen van de invoer met dumping voor de situatie van de bedrijfstak van de Unie als bedoeld in de overwegingen 108 tot en met 113 van de voorlopige verordening zijn ontvangen, worden deze bevindingen bevestigd.

5.2.   Gevolgen van andere factoren

(95)

Verscheidene belanghebbenden hebben aangevoerd of staande gehouden dat de mogelijk door de bedrijfstak van de Unie geleden aanmerkelijke schade werd veroorzaakt door de daling van het verbruik in de Unie. In dit verband heeft één belanghebbende betoogd dat de oorzaak van de daling van het verbruik ligt in de toegenomen concurrentie van andere zoetstoffen, met name acesulfaamkalium („ace-K”), en de toegenomen bezorgdheid over de gezondheid in verband met het betrokken product en het soortgelijke product. Voorts hebben enkele belanghebbenden tevens aangevoerd dat de aanmerkelijke schade voor de bedrijfstak van de Unie werd veroorzaakt door de verslechterende uitvoerprestaties ervan en/of dat de bedrijfstak van de Unie die schade aan zichzelf te wijten had omdat hij niet had ingespeeld op de afnemende vraag.

(96)

Eén belanghebbende heeft ook betoogd dat de verliezen van de bedrijfstak van de Unie zijn toe te schrijven aan de boeking van aanzienlijke waardevermindering, die negatieve gevolgen had voor de kosten van de bedrijfstak van de Unie en die de verliezen van de bedrijfstak van de Unie verklaart. Volgens weer een andere belanghebbende was bij de beoordeling van de schadeoorzaak geen rekening gehouden met de verkopen van de producent in de Unie kort na de opening van dit onderzoek.

5.2.1.   Verbruik

(97)

Zoals reeds erkend in de overwegingen 121 en 122 van de voorlopige verordening, kan de daling van het verbruik in de Unie hebben bijgedragen tot de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade. Het onderzoek heeft echter niet aan het licht gebracht dat deze daling een toereikende verklaring was voor de volledige omvang van de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade, en derhalve kon deze daling het oorzakelijk verband tussen de invoer met dumping uit de VRC en de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade niet verbreken.

(98)

Met betrekking tot het argument dat de Commissie heeft nagelaten het effect van andere zoetstoffen en met name dat van ace-K op de aspartaammarkt te beoordelen, werd niet aangetoond waarom en hoe de beweerdelijk slechtere schadecijfers in het geval van ace-K (6) relevant voor dit onderzoek zijn.

(99)

Nog belangrijker is dat uit het onderzoek is gebleken dat sommige zoetstoffen weliswaar worden vervangen, maar dat dit op tamelijk beperkte schaal gebeurt, aangezien de ontwikkeling en goedkeuring van nieuwe formules een risicovol, tijdrovend en kostbaar proces is. Hoe dan ook kunnen de op ace-K van oorsprong uit de VRC ingestelde rechten de huidige positie van het betrokken product en het soortgelijke product op de markt van de Unie alleen maar versterken, en hebben zij niet, zoals wordt gesteld, uitsluitend een nadelige uitwerking op de bedrijfstak van de Unie.

(100)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft de belanghebbende zijn argument herhaald dat de belangrijkste oorzaak van de schade is gelegen in de daling van het verbruik als gevolg van bezorgdheid over het effect op de gezondheid en de daaruit voortvloeiende vervanging door andere zoetstoffen, waaronder ace-K. Volgens hem is de conclusie van de Commissie dat de vervanging van zoetstoffen op beperkte schaal plaatsvindt, in tegenspraak met de voorlopige verordening, en hij heeft opnieuw aangevoerd dat de Commissie is voorbijgegaan aan de conclusies van het antidumpingonderzoek naar ace-K en het effect daarvan op het lopende onderzoek.

(101)

In overweging 97 is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de daling van het verbruik en de beperkte gevolgen daarvan geen verklaring kunnen vormen voor de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade. De belanghebbende heeft in dit verband geen nieuwe informatie verstrekt en daarom wordt het argument dat de daling van het verbruik het oorzakelijk verband verbreekt, afgewezen.

(102)

Aangezien geen andere opmerkingen over het dalende verbruik zijn ontvangen, worden de conclusies in overweging 122 van de voorlopige verordening bevestigd.

5.2.2.   Uitvoerprestaties

(103)

In tabel 10 van de voorlopige verordening is een fout geslopen (in plaats van de indexcijfers van de gemiddelde uitvoerprijzen zijn daarin de indexcijfers van de op de markt van de Unie vastgestelde prijsniveaus opgenomen). Ondanks deze fout zijn de analyse en de conclusies op de correcte cijfers gebaseerd. De gecorrigeerde prijsindexen luiden als volgt:

Tabel 10

Uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie

 

2011

2012

2013

2014

OT

Gemiddelde prijsindex

100

89

101

97

94

Bron: Gegevens verstrekt door bedrijfstak van de Unie.

(104)

Met betrekking tot het argument dat de schade is veroorzaakt door de uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie, wordt eraan herinnerd dat, zoals uiteengezet in overweging 115 van de voorlopige verordening, deze factor inderdaad bleek te hebben bijgedragen tot de geleden schade. Maar, zoals uiteengezet in de overwegingen 116 en 118 van de voorlopige verordening, is het oorzakelijk verband hierdoor niet verbroken. Er wordt aan herinnerd dat in het onderzoek is vastgesteld dat het aandeel van de uitgevoerde productie tijdens het onderzoektijdvak aanzienlijk kleiner was dan het aandeel van de op de markt van de Unie verkochte productie.

(105)

Bovendien moet er ook op worden gewezen dat uit het onderzoek naar voren is gekomen dat juist de VRC de bedrijfstak van de Unie uit andere derde markten heeft gedrukt. Uit de beschikbare statistieken (7) blijkt dat de VRC op de belangrijkste exportmarkten van de bedrijfstak van de Unie, zoals Brazilië, Argentinië, Mexico en Turkije, aanzienlijke en steeds grotere hoeveelheden heeft verkocht tegen prijzen die vergelijkbaar waren met of zelfs lager waren dan die op de markt van de Unie. Er mag niet worden voorbijgegaan aan de algemene situatie wereldwijd, waarin de VRC nagenoeg de hele bevoorrading van de wereldmarkt met dit product voor zijn rekening neemt (8). De Chinese exporteurs onderboden de prijzen van de bedrijfstak van de Unie ook op de markten van derde landen aanzienlijk. Doordat er vrijwel geen andere spelers op de wereldmarkt zijn, behalve Japan, dat op de belangrijkste exportmarkten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk geringere hoeveelheden tegen aanzienlijk hogere prijzen dan de VRC verkoopt, kan op goede gronden worden geconcludeerd dat ook de daling van de uitvoervolumes en -prijzen vooral het gevolg was van het prijsbeleid van de Chinese producenten-exporteurs.

(106)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen hebben de belanghebbenden de Commissie verzocht in kwantificeerbare termen aan te tonen hoe de gevolgen van de daling van het verbruik in de Unie en de uitvoerprestaties aan banden zijn gelegd en hoe die gevolgen het oorzakelijk verband niet hebben verbroken.

(107)

De Commissie herinnert eraan dat overeenkomstig artikel 3, lid 7, van de basisverordening andere factoren dan de invoer met dumping worden beoordeeld en dat de schadelijke gevolgen van die factoren niet aan de invoer met dumping mogen worden toegeschreven. Het is derhalve niet uitgesloten dat andere factoren tot de schade voor de bedrijfstak van de Unie bijdragen. Op grond van artikel 3, lid 7, van deze basisverordening behoeft de bijdrage van de andere factoren evenwel niet te worden gekwantificeerd. Door de gevolgen van andere factoren te onderscheiden en daar afzonderlijk naar te kijken, heeft de Commissie voldaan aan haar verplichting uit hoofde van artikel 3, lid 7, van de basisverordening.

(108)

Aangezien geen andere opmerkingen over de uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie zijn ontvangen, worden de bevindingen in de overweging 114 tot en met 118 van de voorlopige verordening bevestigd.

5.2.3.   Schade door eigen toedoen

(109)

In antwoord op het argument dat de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade door eigen toedoen is veroorzaakt, moet worden opgemerkt dat dit argument is behandeld in overweging 81. Aangezien de totale productiecapaciteit van de bedrijfstak van de Unie nog steeds flink lager ligt dan het verbruik in de Unie, kan er hoe dan ook geen sprake zijn van schade door eigen toedoen als gevolg van een algemene overcapaciteit.

5.2.4.   Verschillende andere door de belanghebbenden aangevoerde factoren

(110)

Wat het argument van de belanghebbende inzake de boeking van waardevermindering betreft, wordt eraan herinnerd dat voor de kosten- en winstgevendheidsanalyse geen rekening is gehouden met de boeking van de waardevermindering in de boekhouding van de bedrijfstak van de Unie, zoals vermeld in overweging 98 van de voorlopige verordening.

(111)

Wat het argument betreft dat de verkoop van de producent in de Unie bij de analyse van het oorzakelijk verband had moeten worden beoordeeld, moet het volgende worden opgemerkt. De belanghebbende toont niet aan in welke zin de eigendomsovergang van de bedrijfstak van de Unie bij de analyse van het oorzakelijk verband in aanmerking had moeten worden genomen. De belangrijkste productiefaciliteit van de vorige eigenaar, Ajinomoto Co., heeft zich steeds in Japan bevonden, waar zij onlangs een nieuwe productiemethode heeft ontwikkeld. Ajinomoto Co. had om zakelijke redenen besloten zijn productiebases voor aspartaam in Japan te verstevigen. Het onderzoek heeft bevestigd dat de nieuwe eigenaar de klacht volledig ondersteunt en vastbesloten is aspartaam te blijven produceren, zoals vermeld in overweging 68 van de voorlopige verordening.

(112)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft de belanghebbende aangevoerd dat, aangezien al in 2014 bekend was dat er plannen bestonden om de productiefaciliteit in de Unie te verkopen, de eigenaar van die productiefaciliteit de nodige aanpassingen en investeringen/verbeteringen om zich aan de moeilijke marktomstandigheden aan te passen, achterwege heeft gelaten. Volgens hem heeft de Commissie deze kwestie bij de analyse van het oorzakelijk verband niet naar behoren beoordeeld.

(113)

In antwoord hierop wijst de Commissie er nogmaals op dat het onderzoek zich heeft uitgestrekt tot de door de producent in de Unie getroffen maatregelen en heeft geconcludeerd dat er een aantal maatregelen zijn genomen om de negatieve effecten van de krimpende markt en de Chinese dumping te ondervangen. De desbetreffende conclusies zijn te vinden in overweging 83. Tabel 8 van de voorlopige verordening laat zien dat de investeringen weliswaar zijn afgenomen, maar nog steeds werden verricht en in bepaalde jaren tijdens de beoordelingsperiode zelfs werden opgevoerd. Bovendien behoeft het geen betoog dat Ajinomoto er veel belang bij had de activiteiten van de producent in de Unie niet negatief te beïnvloeden, aangezien het van plan was de onderneming als een „going concern” te verkopen. In het licht van het bovenstaande wordt geoordeeld dat de verkoop van de producent in de Unie voldoende is geanalyseerd en dat er in het dossier geen bewijs voorhanden is ter ondersteuning van de argumenten van de belanghebbende.

(114)

Aangezien geen andere opmerkingen over de overwegingen 119 en 120, 123 en 124 alsmede 126 en 127 van de voorlopige verordening zijn ontvangen, worden de daarin getrokken conclusies bevestigd.

5.3.   Conclusie inzake oorzakelijk verband

(115)

Het onderzoek heeft aangetoond dat de aanhoudende prijsdruk van de Chinese invoer in combinatie met de sterke aanwezigheid op de markt van de Unie aanmerkelijke schade heeft berokkend aan de bedrijfstak van de Unie. De reeds lage prijzen van de Chinese invoer zijn tijdens de beoordelingsperiode sterk gedaald en deze prijsdaling kan niet volledig worden verklaard door de ontwikkelingen van de grondstofprijzen. De neerwaartse prijsdruk had een rechtstreeks negatief effect op de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie en heeft ertoe bijgedragen dat hij verliesgevend is geworden op de markt van de Unie.

(116)

Op basis hiervan blijft de Commissie bij haar conclusie dat de bedrijfstak van de Unie als gevolg van de invoer met dumping aanmerkelijke schade in de zin van artikel 3, lid 6, van de basisverordening heeft geleden.

(117)

De Commissie heeft de effecten van alle andere bekende factoren die een negatieve uitwerking op de situatie van de bedrijfstak van de Unie zouden kunnen hebben, zorgvuldig overwogen. Er wordt onderkend dat bepaalde factoren (achteruitgang van het verbruik in de Unie en de uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie) kunnen hebben bijgedragen tot de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade. Het effect van die factoren was qua reikwijdte en/of diepgang beperkt en daarom hebben zij het oorzakelijk verband tussen de invoer met dumping uit de VRC en de geleden schade niet verbroken.

(118)

De conclusie in de overwegingen 128 tot en met 131 van de voorlopige verordening wordt derhalve bevestigd.

6.   BELANG VAN DE UNIE

(119)

Eén belanghebbende heeft aangevoerd dat de instelling van maatregelen tegen het belang van de Unie zou zijn omdat door de voorgestelde maatregelen de markt van de Unie in de praktijk zou worden afgesloten voor de Chinese producenten-exporteurs, zodat de gebruikers zouden zijn aangewezen op één enkele bevoorradingsbron (namelijk de bedrijfstak van de Unie). Volgens hem betekent dit ook dat de maatregelen de bedrijfstak van de Unie in een dominante marktpositie zouden plaatsen waarvan hij volledig kan profiteren. De belanghebbenden hadden ook hun twijfels over de gelijktijdigheid van de verkoop van de klager en de indiening van de klacht.

(120)

De Commissie is het niet eens met deze argumenten. Behalve in de VRC is er ook in Japan sprake van een aanzienlijke productie. Dit betekent dat de gebruikers op alternatieve bronnen kunnen terugvallen. Nog belangrijker is dat het argument dat de voorgestelde maatregelen de markt zouden afsluiten voor de Chinese producenten, door de bevindingen van het onderzoek noch wordt onderbouwd noch wordt ondersteund. De voorgestelde rechten werden berekend op basis van de gecontroleerde cijfers van alle bij deze zaak betrokken partijen. Op basis van de tijdens het onderzoektijdvak geconstateerde prijsniveaus zullen de rechten uitsluitend de gevolgen van oneerlijke en niet-duurzame handelspraktijken voor het prijspeil in de Unie wegnemen. Het feit dat er één producent in de Unie is, betekent niet dat hij een dominante positie inneemt en er zijn geen aanwijzingen dat hij die dominante positie zou misbruiken, ook al zou hij in de toekomst een dergelijke positie verwerven, omdat er sprake is van alternatieve bevoorradingsbronnen, zoals de VRC en Japan. Na het instellen van de maatregelen zal de bedrijfstak van de Unie naar verwachting zijn productie en verkoopvolume op een markt met doeltreffende concurrentie kunnen opvoeren. De prijzen van de exporteurs uit de VRC zouden moeten stijgen, waardoor de bedrijfstak van de Unie zal worden bevrijd van de zware prijsdruk die deze exporteurs momenteel op de markt van de Unie uitoefenen. Ten slotte is niet aangetoond in welke zin de gelijktijdigheid van de verkoop van de productiefaciliteiten in de Unie en de indiening van de klacht een effect zou hebben op het belang van de Unie. Volgens de Commissie is deze kwestie hoe dan ook niet van invloed op de beoordeling van het belang van de Unie. Deze argumenten snijden derhalve geen hout.

(121)

Anderzijds is het nuttig te benadrukken dat uit het onderzoek is gebleken dat als voortzetting van de huidige handelspraktijken wordt toegestaan, de bedrijfstak van de Unie naar alle waarschijnlijkheid gedwongen zal worden de markt volledig te verlaten, zodat de gebruikers niets anders dan de invoer overblijft, wat zeker niet in het belang van de bedrijfstak van de Unie is. Volgens de Commissie is het behoud van de productie in de Unie vanuit concurrentieoogpunt van essentieel belang.

(122)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft één belanghebbende aangevoerd dat, gelet op de lage transactiewaarde van de verkoop van de bedrijfstak van de Unie, de eigenaar niet met zekerheid kon garanderen dat in de toekomst aspartaam zou worden geproduceerd.

(123)

Dit is een zuiver speculatief argument. De Commissie merkt hoe dan ook op dat de productie van aspartaam na de verandering van eigenaar is voortgezet. Zij heeft de belangen van alle belanghebbenden zorgvuldig geanalyseerd en is, zoals uiteengezet in overweging 144 van de voorlopige verordening, tot de conclusie gekomen dat de instelling van maatregelen gerechtvaardigd is en niet in strijd is met het belang van de Unie in haar geheel.

(124)

Aangezien geen andere opmerkingen over het belang van de Unie zijn ontvangen, worden de bevindingen en conclusies in de overwegingen 133 tot en met 145 van de voorlopige verordening gehandhaafd.

7.   DEFINITIEVE ANTIDUMPINGMAATREGELEN

7.1.   Schade opheffend prijsniveau (schademarge)

(125)

Eén belanghebbende heeft de Commissie verzocht onderscheid te maken tussen de door de invoer met dumping veroorzaakte schade en de schade als gevolg van de uitvoerprestaties, en voor deze twee factoren een afzonderlijke schademarge te berekenen. Hij heeft tevens verzocht om een correctie van de geen schade veroorzakende prijs in reactie op de stijging van de vaste kosten als gevolg van de achteruitgang van het productievolume. Hij heeft voorgesteld gebruik te maken van de kosten die werden opgetekend in het kader van de optimale benutting van de productiecapaciteit van de bedrijfstak van de Unie in de drie jaar voorafgaand aan het onderzoektijdvak. Ten slotte heeft hij ook verzocht om een correctie van de geen schade veroorzakende prijs die volgens hem kunstmatig hoog is omdat de grondstoffen tegen verrekenprijzen werden gekocht.

(126)

Zoals in de punten 4 en 5 met betrekking tot de schade en het oorzakelijk verband uiteengezet, heeft de Commissie vastgesteld dat is voldaan aan de in artikel 3, leden 1 tot en met 7, gestelde voorwaarden voor de vaststelling van de schade en het oorzakelijk verband. Er bestaat geen wettelijke verplichting en het is niet haar vaste praktijk om afzonderlijke schademarges te berekenen voor de verschillende factoren die tot de schade hebben bijgedragen. Zij heeft naar behoren onderscheid gemaakt tussen en afzonderlijk gekeken naar de gevolgen van andere factoren die tot de schade hebben bijgedragen en de gevolgen van de invoer met dumping. Zij heeft vastgesteld dat de andere factoren het oorzakelijk verband tussen de invoer met dumping en de schade voor de bedrijfstak van de Unie niet hebben verbroken.

(127)

Voorts is de geen schade veroorzakende prijs voor het onderzoektijdvak vastgesteld op basis van gegevens met betrekking tot dat tijdvak, wat geldt voor alle parameters, met inbegrip van de bezettingsgraad. Tot slot is de bewering dat de bedrijfstak van de Unie de grondstoffen tegen verrekenprijzen van verbonden partijen heeft gekocht, niet door het onderzoek bevestigd. Integendeel, uit het onderzoek is duidelijk naar voren gekomen (zoals ook is vermeld in overweging 125 van de voorlopige verordening) dat de bedrijfstak van de Unie tijdens de hele beoordelingsperiode de grondstoffen tegen marktprijzen heeft gekocht.

(128)

Eén belanghebbende heeft aangevoerd dat de Commissie zou moeten onderzoeken of de wereldwijde daling van de grondstofprijzen zich heeft vertaald in een daling van de grondstofprijzen voor de bedrijfstak van de Unie. Liggen de grondstofprijzen boven die op de internationale markt, dan zou volgens hem de berekening van de schade dienovereenkomstig moeten worden gecorrigeerd. In dit verband wijst de Commissie erop dat zij in overweging 125 van de voorlopige verordening heeft geconcludeerd dat de bedrijfstak van de Unie de grondstoffen tegen marktconforme prijzen en voorwaarden heeft gekocht, en dat geen nieuwe gegevens zijn overgelegd die haar conclusie in twijfel zouden trekken.

(129)

Gelet op het bovenstaande worden de verzoeken met betrekking tot correctie van de geen schade veroorzakende prijs afgewezen. Aangezien geen andere opmerkingen over het schade opheffend prijsniveau zijn ontvangen, wordt de methode die in het voorlopige stadium is toegepast en die in de overwegingen 147 tot en met 152 van de voorlopige verordening is beschreven, gehandhaafd.

7.2.   Definitieve maatregelen

(130)

Gelet op de conclusies inzake dumping, schade, oorzakelijk verband en belang van de Unie moeten overeenkomstig artikel 9, lid 4, van de basisverordening definitieve antidumpingmaatregelen worden ingesteld op de invoer van aspartaam van oorsprong uit de VRC. In overeenstemming met de regel van het laagste recht moeten de maatregelen in dit geval worden ingesteld op het niveau van de laagste van deze marges.

(131)

Gelet op het voorgaande moeten de definitieve antidumpingrechten, uitgedrukt in cif-prijs grens Unie, vóór inklaring, worden vastgesteld als volgt:

Onderneming

Dumpingmarge in %

Schademarge in %

Definitief antidumpingrecht in %

Changmao Biochemical Engineering Co., Ltd

124,0

55,4

55,4

Sinosweet-groep

126,0

59,4

59,4

Niutang-groep

121,4

59,1

59,1

Alle andere medewerkende ondernemingen

124,6

58,8

58,8

Alle andere ondernemingen

126,0

59,4

59,4

(132)

De bij deze verordening voor de afzonderlijke ondernemingen vastgestelde individuele antidumpingrechten zijn gebaseerd op de bevindingen van dit onderzoek. Zij weerspiegelen dan ook de situatie die bij het onderzoek voor die ondernemingen werd geconstateerd. Deze rechten gelden (in tegenstelling tot het voor het hele land geldende recht dat van toepassing is op „alle andere ondernemingen”) uitsluitend voor de invoer van het betrokken product van oorsprong uit het betrokken land dat vervaardigd is door de genoemde juridische entiteiten. Op de invoer van het betrokken product dat is vervaardigd door andere ondernemingen die in het dispositief van deze verordening niet specifiek worden genoemd, met inbegrip van entiteiten die met de specifiek genoemde ondernemingen zijn verbonden, is het recht van toepassing dat voor „alle andere ondernemingen” geldt. Die invoer mag niet worden onderworpen aan de individuele antidumpingrechten.

(133)

Een onderneming die haar naam wijzigt, kan verzoeken om toepassing van deze individuele antidumpingrechten. Dit verzoek moet worden ingediend bij de Commissie (9). Het verzoek moet alle relevante informatie bevatten waaruit blijkt dat de wijziging niet van invloed is op het recht van de onderneming om in aanmerking te komen voor het recht dat op haar van toepassing is. Als de naamswijziging van de onderneming niet van invloed is op haar recht om in aanmerking te komen voor het recht dat op haar van toepassing is, zal een bericht over de naamswijziging worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(134)

Om een goede toepassing van het antidumpingrecht te garanderen, moet het voor alle andere ondernemingen vastgestelde antidumpingrecht niet alleen gelden voor de niet-medewerkende producenten-exporteurs in dit onderzoek, maar ook voor de producenten die in het onderzoektijdvak geen producten naar de Unie hebben uitgevoerd.

7.3.   Verbintenissen

(135)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen hebben diverse producenten-exporteurs en de Chinese Kamer van Internationale Koophandel blijk gegeven van belangstelling voor het aanbieden van prijsverbintenissen of een gezamenlijke verbintenis. Maar slechts één onderneming heeft binnen de in artikel 8 van de basisverordening gestelde termijn een voldoende onderbouwde verbintenis aangeboden. De voorgestelde minimuminvoerprijs was opgebouwd uit een variabel element dat de prijsontwikkeling van de voornaamste grondstof (zijnde L-fenylalanine) weergeeft en een vast element als afspiegeling van de overige kosten.

(136)

De Commissie heeft het aanbod onderzocht en een aantal met het product verband houdende specifieke risico's in kaart gebracht.

(137)

Aspartaam wordt verkocht aan grote afnemers die door middel van algemene contracten aanzienlijke hoeveelheden daarvan binnen en buiten de EU inkopen. De exporteurs zouden de stijging van de prijzen in de Unie kunnen compenseren door hun prijzen voor uitvoer naar derde landen te verlagen. Dergelijke compensatie zou elke corrigerende werking derhalve tenietdoen. Dit probleem is in de onderhavige zaak bijzonder acuut, aangezien compensatie niet (of nauwelijks) zou kunnen worden opgespoord.

(138)

Bovendien zijn de prijzen van de grondstoffen voor aspartaam aan schommelingen onderhevig, zoals uiteengezet in overweging 110 van de voorlopige verordening. Prijsverbintenissen hebben geen doeltreffende corrigerende werking waar het producten met schommelende productiekosten betreft. Als de kosten dalen, vormen zij voor de exporteurs een beletsel om op de marktvraag te reageren. Deze schommelingen worden bevestigd door de meest recente uitvoerstatistieken, waaruit blijkt dat de Chinese prijzen voor aspartaam gestaag dalen.

(139)

Ten slotte kon de Commissie, aangezien aan geen van de ondernemingen een BMO was toegekend, de betrouwbaarheid van de rekeningen, onder meer cruciaal voor het tot stand brengen van een relatie van vertrouwen waarop prijsverbintenissen zijn gebaseerd, niet beoordelen.

(140)

Op basis van bovenstaande overwegingen heeft de Commissie geconcludeerd dat de aangeboden verbintenissen niet konden worden aanvaard.

7.4.   Definitieve inning van de voorlopige rechten

(141)

Gezien de hoogte van de vastgestelde dumpingmarges en van de schade die de bedrijfstak van de Unie werd berokkend, dienen de bedragen die uit hoofde van het bij de voorlopige verordening ingestelde voorlopige antidumpingrecht als zekerheid zijn gesteld, definitief te worden geïnd.

(142)

Het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité heeft geen advies uitgebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op aspartaam (N-L-α-aspartyl-L-fenylalanine-1-methylester, 3-amino-N-(α-carbomethoxyfenethyl)-succinamidezuur-N-methylester), CAS-nummer 22839-47-0, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, momenteel ingedeeld onder GN-code ex 2924 29 98 (Taric-code 2924299805).

2.   De definitieve antidumpingrechten die van toepassing zijn op het in lid 1 omschreven en door onderstaande ondernemingen vervaardigde product zijn als volgt:

Onderneming

Definitief antidumpingrecht

Aanvullende Taric-code

Changmao Biochemical Engineering Co., Ltd

55,4 %

C067

Sinosweet-groep:

 

Sinosweet Co., Ltd, Yixing, provincie Jiangsu, VRC,

 

en Hansweet Co., Ltd, Yixing, provincie Jiangsu, VRC

59,4 %

C068

Niutang-groep:

 

Nantong Changhai Food Additive Co., Ltd, Nantong, VRC,

 

en Changzhou Niutang Chemical Plant Co., Ltd, Niutang, Changzhou, provincie Jiangsu, VRC

59,1 %

C069

Alle andere medewerkende ondernemingen:

Shaoxing Marina Biotechnology Co., Ltd, Shaoxing, provincie Zhejiang, VRC

58,8 %

C070

Changzhou Guanghui Biotechnology Co., Ltd, Chunjiang, Changzhou, provincie Jiangsu, VRC

58,8 %

C071

Vitasweet Jiangsu Co., Ltd, Liyang, Changzhou, provincie Jiangsu, VRC

58,8 %

C072

Alle andere ondernemingen

59,4 %

C999

3.   Wanneer een producent-exporteur in de Volksrepubliek China de Commissie voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat:

a)

hij het in artikel 1, lid 1, omschreven product in het onderzoektijdvak (1 april 2014 tot en met 31 maart 2015) niet naar de Unie heeft uitgevoerd,

b)

hij niet verbonden is met een exporteur of producent in de Volksrepubliek China voor wie de bij deze verordening ingestelde maatregelen gelden, en

c)

hij het betrokken product na het verstrijken van het onderzoektijdvak daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren,

kan de tabel in artikel 1, lid 2, worden gewijzigd door toevoeging van de nieuwe producent-exporteur aan de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen en waarvoor bijgevolg het gewogen gemiddelde recht voor de ondernemingen in de steekproef geldt.

4.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

De bedragen die als zekerheid zijn gesteld voor de voorlopige antidumpingrechten die op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/262 zijn ingesteld, worden definitief geïnd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/262 van de Commissie van 25 februari 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op aspartaam van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 50 van 26.2.2016, blz. 4).

(3)  Arrest van het Gerecht van 16 maart 2016 in zaak T-586/14, Xinyi PV Products (Anhui) Holdings/Commissie (PB C 156 van 2.5.2016, blz. 36). Tegen het arrest is hogere voorziening ingesteld (zaak C-301/16 P).

(4)  Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55).

(5)  CCM Information Sciences and Technology Co., Ltd is een onderzoeksbedrijf dat diensten verleent op het gebied van marktinformatie, gegevensverkenning, gegevensonderzoek en consulting (www.cnchemicals.com).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1963 van de Commissie van 30 oktober 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op acesulfaamkalium van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 287 van 31.10.2015, blz. 52).

(7)  De statistieken zijn verkregen uit de Chinese exportdatabank en zijn beschikbaar in het niet-vertrouwelijke dossier voor raadpleging door de belanghebbenden.

(8)  De enige producent in de Verenigde Staten heeft de markt in 2014 verlaten onder verwijzing naar de laaggeprijsde invoer als voornaamste reden: Nutrasweet to exit artificial sweetener aspartame business of 24 september 2014, www.cnbc.com/2014/09/24/. Volgens marktinformatie heeft Zuid-Korea zijn productievolumes afgebouwd en staat het op het punt de productie in de nabije toekomst volledig stop te zetten.

(9)  Europese Commissie, directoraat-generaal Handel, directoraat H, Wetstraat 170, 1040 Brussel, België.


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/112


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1248 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 2016

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wat betreft de vermelding van Botswana in de lijst van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit vers vlees in de Unie mag worden binnengebracht

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 8, inleidende zin, artikel 8, punt 1, eerste alinea, en artikel 8, punt 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2002/99/EG bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor onder andere het binnenbrengen in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong. In overeenstemming met die voorschriften wordt het binnenbrengen van dergelijke producten in de Unie enkel toegestaan uit derde landen die voorkomen op een door de Commissie opgestelde lijst.

(2)

Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (2) bevat onder meer de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen vers vlees van bepaalde hoefdieren. Bijlage II, deel 1, van die verordening bevat een lijst van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit dergelijke zendingen in de Unie mogen worden binnengebracht, en de modellen van veterinaire certificaten die de zendingen moeten vergezellen, rekening houdend met de vereiste specifieke voorwaarden of aanvullende garanties.

(3)

Botswana is voor opname in die lijst geregionaliseerd. Die geregionaliseerde gebieden zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, van Verordening (EU) nr. 206/2010 als delen van dat land waaruit zendingen vers vlees van bepaalde gedomesticeerde en wilde hoefdieren in de Unie mogen worden binnengebracht. Dergelijke delen bestaan uit een aantal zogenoemde veterinary disease control zones (VDZ's), of een deel daarvan.

(4)

In maart 2013 heeft de Commissie in Botswana een audit uitgevoerd ter beoordeling van het controlesysteem voor diergezondheid, met name wat betreft de controlemaatregelen voor mond-en-klauwzeer (MKZ) (3). De Commissie heeft vastgesteld dat het risico op insleep van het MKZ-virus in het deel van VDZ 6 waaruit vers vlees van bepaalde gedomesticeerde en wilde hoefdieren in de Unie mag worden binnengebracht, niet kan worden beschouwd als te verwaarlozen. Gezien het risico op insleep van het MKZ-virus via de invoer van vers vlees van voor die ziekte vatbare soorten hoefdieren is de toestemming voor de uitvoer van dergelijk vers vlees uit VDZ 6 naar de Unie bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 482/2013 van de Commissie (4) opgeschort.

(5)

In oktober 2015 heeft de Commissie een audit uitgevoerd ter evaluatie van de doeltreffendheid van het toezicht en de regionalisatiemaatregelen die met betrekking tot MKZ waren ingesteld (5). De Commissie heeft geconstateerd dat VDZ 6 was hervormd en onderverdeeld in VDZ 6a en VDZ 6b, waarbij de voormalige speciale toezichtszone langs de grens met Zimbabwe in VDZ 6b was opgenomen. Die VDZ's worden allebei door de Werelddiergezondheidsorganisatie erkend als MKZ-vrij gebied waar niet wordt gevaccineerd (6).

(6)

De Commissie heeft geconcludeerd dat de bevoegde autoriteit in Botswana de tekortkomingen die hebben geleid tot de opschorting van de invoer uit VDZ 6 volledig heeft weggewerkt en dat Botswana nu voldoende garanties biedt met betrekking tot MKZ voor VDZ 6a en VDZ 6b, in overeenstemming met of gelijkwaardig aan de voorschriften van de Unie voor het binnenbrengen van vers vlees van voor MKZ vatbare soorten gedomesticeerde en wilde hoefdieren.

(7)

Botswana heeft verzocht om toestemming voor het binnenbrengen in de Unie van aan aanvullende garanties onderworpen ontbeend en gerijpt vers vlees van bepaalde gedomesticeerde en wilde hoefdieren uit VDZ 6a en VDZ 6b.

(8)

In het licht van de bovenstaande overwegingen is het daarom passend om toestemming te verlenen voor het binnenbrengen in de Unie van vers vlees van bepaalde gedomesticeerde en wilde hoefdieren uit de gebieden VDZ 6a en VDZ 6b van Botswana.

(9)

Bijlage II, deel 1, van Verordening (EU) nr. 206/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(2)  Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).

(3)  http://ec.europa.eu/food/fvo/audit_reports/details.cfm?rep_id=3103

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 482/2013 van de Commissie van 24 mei 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 206/2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 139 van 25.5.2013, blz. 6).

(5)  http://ec.europa.eu/food/fvo/audit_reports/details.cfm?rep_id=3559

(6)  http://www.oie.int/animal-health-in-the-world/official-disease-status/fmd/list-of-fmd-free-members/


BIJLAGE

In deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 worden de gegevens voor Botswana vervangen door:

„BW — Botswana

BW-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

 

 

BW-1

Veterinary disease control zones 3c, 4b, 5, 8, 9 en 18

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1

11 mei 2011

26 juni 2012

BW-2

Veterinary disease control zones 10, 11, 13 en 14

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1

 

7 maart 2002

BW-3

Veterinary disease control zone 12

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1

20 oktober 2008

20 januari 2009

BW-4

De veterinary disease control zone 4a, behalve de bufferzone van 10 km met intensieve bewaking langs de grens met het gebied waar tegen mond-en-klauwzeer wordt ingeënt en natuurbeheergebieden

BOV

F

1

28 mei 2013

18 februari 2011

BW-5

Veterinary disease control zones 6a en 6b

BOV, OVI RUF, RUW

F

1

28 mei 2013

18 augustus 2016”


29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/115


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1249 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 2016

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

156,1

ZZ

156,1

0707 00 05

TR

116,3

ZZ

116,3

0709 93 10

TR

141,4

ZZ

141,4

0805 50 10

AR

186,3

AU

158,0

CL

121,2

MA

157,0

TR

153,3

UY

166,3

ZA

160,3

ZZ

157,5

0806 10 10

BR

269,1

EG

216,1

MA

191,5

MX

378,3

US

233,8

ZZ

257,8

0808 10 80

AR

178,3

BR

111,3

CL

129,3

CN

74,5

NZ

138,4

US

166,4

UY

99,9

ZA

107,1

ZZ

125,7

0808 30 90

AR

196,9

CL

126,7

NZ

171,3

TR

167,7

ZA

121,1

ZZ

156,7

0809 10 00

TR

195,5

ZZ

195,5

0809 29 00

TR

239,4

US

485,5

ZA

271,2

ZZ

332,0

0809 30 10 , 0809 30 90

TR

166,5

ZZ

166,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


Rectificaties

29.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/118


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG

( Publicatieblad van de Europese Unie L 126 van 14 mei 2016 )

Bladzijde 36, bijlage II, deel IV (Modelcertificaat voor de invoer van collageen bestemd voor menselijke consumptie), deel II (Informatie over de gezondheid), moet als volgt worden gelezen:

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld