ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 105

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

59e jaargang
21 april 2016


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (GBVB) 2016/612 van de Raad van 23 maart 2016 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Deelnameovereenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali)

1

 

 

Deelnameovereenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali)

3

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/613 van de Commissie van 19 april 2016 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

8

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/614 van de Commissie van 19 april 2016 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/615 van de Commissie van 19 april 2016 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

14

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/616 van de Commissie van 20 april 2016 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

16

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/617 van de Commissie van 20 april 2016 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 april 2016 zijn ingediend in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 341/2007 geopende tariefcontingenten voor knoflook

18

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2016/618 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2016 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van Zweden — EGF/2015/009 SE/Volvo Trucks)

20

 

*

Besluit (EU) 2016/619 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2016 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF/2016/000 TA 2016 — Technische bijstand op initiatief van de Commissie)

22

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/1


BESLUIT (GBVB) 2016/612 VAN DE RAAD

van 23 maart 2016

betreffende de ondertekening en de sluiting van de Deelnameovereenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37, in samenhang met artikel 218, leden 5 en 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 10, lid 4, van Besluit 2014/219/GBVB van de Raad (1) moeten de nadere regelingen wat betreft de deelname van derde staten worden vastgesteld in overeenkomsten gesloten op grond van artikel 37 van het Verdrag van de Europese Unie.

(2)

Op 7 december 2015 heeft de Raad een besluit vastgesteld houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een Deelnameovereenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali), („de overeenkomst”).

(3)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Deelnameovereenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst te ondertekenen teneinde de Unie daardoor te binden.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

A.G. KOENDERS


(1)  Besluit 2014/219/GBVB van de Raad van 15 april 2014 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (PB L 113 van 16.4.2014, blz. 21).


21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/3


VERTALING

DEELNAMEOVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali)

DE EUROPESE UNIE („EU” of „Unie”),

enerzijds, en

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

anderzijds,

hierna „de partijen” genoemd,

REKENING HOUDEND MET

Besluit 2014/219/GBVB van de Raad van 15 april 2014 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (1),

Besluit (GBVB) 2015/76 van de Raad van 19 januari 2015 betreffende de aanvang van de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) en tot wijziging van Besluit 2014/219/GBVB (2),

Besluit (GBVB) 2015/1916 van het Politiek en Veiligheidscomité van 20 oktober 2015 tot instelling van het Comité van contribuanten aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (EUCAP Sahel Mali/3/2015 (3),

Besluit (GBVB) 2015/1917 van het Politiek en Veiligheidscomité van 20 oktober 2015 betreffende de aanvaarding van de bijdrage van Zwitserland aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (EUCAP Sahel Mali/4/2015) (4),

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Republiek Mali inzake de status van de GVDB-missie van de Europese Unie in de Republiek Mali (EUCAP Sahel Mali) (5) („overeenkomst inzake de status van de missie”),

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Deelname aan de missie

1.   De Zwitserse Bondsstaat neemt deel aan de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali („EUCAP Sahel Mali”) overeenkomstig Besluit (GBVB) 2015/76 van de Raad en ieder ander besluit waarbij de Raad van de Europese Unie besluit EUCAP Sahel Mali te verlengen overeenkomstig deze overeenkomst en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen overeenkomstig artikel 6 van deze overeenkomst.

2.   De bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat aan EUCAP Sahel Mali doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Unie. De Unie stelt de Zwitserse Bondsstaat te zijner tijd in kennis van eventuele wijzigingen of aanpassingen van de missie in Mali, en in het bijzonder van de documenten bedoeld in lid 3.

3.   De Zwitserse Bondsstaat draagt er zorg voor dat zijn personeel dat aan EUCAP Sahel Mali deelneemt, zijn taak uitoefent overeenkomstig:

Besluit 2014/219/GBVB en alle latere wijzigingen daarvan;

het missieplan;

de uitvoeringsmaatregelen.

4.   Personeel dat door de Zwitserse Bondsstaat bij de missie gedetacheerd wordt, laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van EUCAP Sahel Mali.

5.   De Zwitserse Bondsstaat brengt het hoofd van de missie tijdig op de hoogte van elke wijziging in zijn deelname en bijdrage aan de missie.

Artikel 2

Status van het personeel

1.   De status van het personeel dat door de Zwitserse Bondsstaat wordt geleverd aan EUCAP Sahel Mali wordt geregeld in de overeenkomst inzake de status van de missie.

2.   Onverminderd de overeenkomst over de status van de missie oefent de Zwitserse Bondsstaat rechtsmacht uit ten aanzien van zijn personeel dat aan EUCAP Sahel Mali deelneemt.

3.   De Zwitserse Bondsstaat is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen aangaande de deelname aan EUCAP Sahel Mali, afkomstig van of met betrekking tot leden van zijn personeel. De Zwitserse Bondsstaat is verantwoordelijk voor het overeenkomstig zijn wet- en regelgeving instellen van vorderingen, in rechte of tuchtrechtelijk, tegen leden van zijn personeel.

4.   De partijen komen overeen af te zien van al hun wederzijdse vorderingen, behoudens vorderingen uit overeenkomst, voor het geval dat middelen die eigendom zijn van of ingezet worden door een van de partijen schade oplopen, verloren gaan of vernield worden als gevolg van de uitoefening van hun taken in verband met activiteiten uit hoofde van deze overeenkomst, uitgezonderd in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag.

5.   De Zwitserse Bondsstaat legt bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring af inzake het afzien van schadevorderingen tegen een aan EUCAP Sahel Mali deelnemende staat.

6.   De Unie draagt er zorg voor dat haar lidstaten bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring afleggen inzake het afzien van schadevorderingen, wat betreft de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan EUCAP Sahel Mali.

Artikel 3

Gerubriceerde informatie

De Overeenkomst tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Europese Unie inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens (6) is van toepassing in het kader van EUCAP Sahel Mali.

Artikel 4

Commandostructuur

1.   Aan EUCAP Sahel Mali deelnemend Zwitsers personeel blijft volledig onder bevel van de autoriteiten van zijn land.

2.   De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over hun personeel over aan de civiele operationele commandant van de Unie.

3   De civiele operationele commandant van de EU neemt de verantwoordelijkheid voor EUCAP Sahel Mali op zich en oefent het commando en de controle erover uit op strategisch niveau.

4.   Het hoofd van de missie neemt de verantwoordelijkheid voor EUCAP Sahel Mali op zich en oefent het commando en de controle erover uit.

5.   Het hoofd van de missie leidt EUCAP Sahel Mali en is belast met het dagelijks beheer ervan.

6.   De Zwitserse Bondsstaat heeft bij het dagelijks beheer van de missie dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten van de EU, overeenkomstig de in artikel 1 bedoelde rechtsinstrumenten.

7.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van EUCAP Sahel Mali. De bevoegde Zwitserse nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

8.   Door de Zwitserse Bondsstaat wordt een contactpersoon voor het nationaal contingent (NCP) aangesteld om zijn nationaal contingent in EUCAP Sahel Mali te vertegenwoordigen. De NCP rapporteert aan het hoofd van de missie over nationale aangelegenheden en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

9.   Het besluit om EUCAP Sahel Mali te beëindigen wordt door de Unie genomen na overleg met de Zwitserse Bondsstaat, mits de Zwitserse Bondsstaat nog steeds deelneemt aan EUCAP Sahel Mali op de datum waarop EUCAP Sahel Mali wordt beëindigd.

10.   De missiecommandant van de EU kan na overleg met de Zwitserse Bondsstaat te allen tijde om de terugtrekking van de bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat verzoeken.

Artikel 5

Financiële aspecten

1.   De Zwitserse Bondsstaat draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan EUCAP Sahel Mali, onverminderd lid 3.

2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/de staten waar de missie plaatsvindt, betaalt de Zwitserse Bondsstaat, wanneer zijn aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in de overeenkomst inzake de status van de missie.

3.   De Unie stelt de Zwitserse Bondsstaat vrij van elke financiële bijdrage aan de operationele begroting van EUCAP Sahel Mali.

Artikel 6

Regelingen voor de uitvoering van de overeenkomst

De voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen worden getroffen door de bevoegde autoriteiten van de partijen.

Artikel 7

Niet-naleving

Indien een van de partijen de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst niet naleeft, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

Artikel 8

Beslechting van geschillen

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg tussen de partijen beslecht.

Artikel 9

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor dat doel noodzakelijke interne procedures zijn voltooid.

2.   Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

3.   Deze overeenkomst blijft van kracht zolang de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de missie duurt.

4.   Elke partij kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. De beëindiging is drie maanden na de datum van de kennisgeving een feit.

Gedaan te Brussel, 13 april 2016, in twee exemplaren in de Engelse taal.

Voor de Europese Unie

Voor de Zwitserse Bondsstaat


(1)  PB L 113 van 16.4.2014, blz. 21.

(2)  PB L 13 van 20.1.2015, blz. 5.

(3)  PB L 280 van 24.10.2015, blz. 28.

(4)  PB L 280 van 24.10.2015, blz. 30.

(5)  PB L 344 van 29.11.2014, blz. 3.

(6)  PB L 181 van 10.7.2008, blz. 58.


TEKST VOOR DE VERKLARINGEN

Tekst voor de lidstaten van de EU

Bij de uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/76 van de Raad van 19 januari 2015 betreffende de aanvang van de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) en tot wijziging van Besluit 2014/219/GBVB, zullen de lidstaten van de EU, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk afzien van schadevorderingen tegen de Zwitserse Bondsstaat wegens lichamelijk letsel of dood van een lid van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die hun eigendom zijn en die door EUCAP Sahel Mali zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel van de Zwitserse Bondsstaat werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van EUCAP Sahel Mali, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

is voortgevloeid uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van de Zwitserse Bondsstaat en die middelen gebruikt werden in het kader van de missie, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het uit de Zwitserse Bondsstaat afkomstige personeel van de EU-missie dat die middelen gebruikte.

Tekst voor de Zwitserse Bondsstaat

Bij de uitvoering van Besluit (GBVB) 2015/76 van de Raad van 19 januari 2015 betreffende de aanvang van de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) en tot wijziging van Besluit 2014/219/GBVB, zal de Zwitserse Bondsstaat, voor zover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk afzien van schadevorderingen tegen enige andere aan EUCAP Sahel Mali deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van een lid van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door EUCAP Sahel Mali zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van EUCAP Sahel Mali, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de EU-missie deelnemende staten, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de missie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de EU-missie dat deze middelen gebruikte.


VERORDENINGEN

21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/613 VAN DE COMMISSIE

van 19 april 2016

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2). Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 april 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Stephen QUEST

Directeur-generaal Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een van aluminium vervaardigd artikel (een zogenoemde „monitorarm”), bestaande uit twee armen, gewrichten en een bevestigingsgedeelte aan elk uiteinde van het artikel.

Het artikel is ontworpen om aan de ene zijde aan een muur, een bureau of een rail, en aan de andere zijde aan een monitor te worden bevestigd.

Met het artikel kan de positie van de eraan bevestigde monitor in de hoogte, breedte en diepte worden aangepast. De monitor kan door de gebruiker in elke gewenste richting worden bewogen. Bovendien kunnen de kabels passend in het artikel worden weggewerkt.

Het artikel kan zodanig worden aangepast dat het ook voor tablets, telefoontoestellen enz. kan worden gebruikt.

Zie afbeelding (*).

7616 99 90

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 7616 , 7616 99 en 7616 99 90 .

Indeling onder post 8428 als hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede andere machines en toestellen voor het hanteren van goederen is uitgesloten, omdat het voornaamste doel van het artikel is te waarborgen dat de aan de arm bevestigde apparatuur in ergonomisch opzicht optimaal wordt gebruikt. Het aan de arm bevestigde toestel wordt niet gehanteerd in de zin van post 8428 (zie ook de GS-toelichtingen op post 8428 ).

Aangezien verschillende soorten toestellen aan het artikel kunnen worden bevestigd, is indeling onder post 8473 als delen en toebehoren waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor machines en toestellen bedoeld bij de posten 8469 tot en met 8472 , eveneens uitgesloten.

Omdat het artikel afzonderlijk en onafhankelijk van enige andere eraan bevestigde machine of toestel geen enkele functie uitvoert, is indeling onder post 8479 als andere mechanische toestellen met een eigen functie eveneens uitgesloten (zie ook de GS-toelichtingen op post 8479 , derde alinea, punt A).

Het artikel moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 7616 99 90 als andere werken van aluminium.

Image

(*)  De afbeelding is louter ter informatie.


21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/614 VAN DE COMMISSIE

van 19 april 2016

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2). Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 april 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Stephen QUEST

Directeur-generaal Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een artikel (zogenoemde „hobbykas”) met afmetingen van ongeveer 140 × 140 × 200 cm en een geraamte van staal. Het geraamte bevat tevens rekken, bestaande uit acht schappen (vier aan elke zijde) van metaaldraad met afmetingen van ongeveer 58 × 28 cm. Het geraamte is aan alle zijden bedekt met flexibele kunststof vellen, met een oprolbare opening aan de voorzijde van ongeveer 86 × 145 cm. De opening kan door een klittenbandsluiting worden gesloten. De structuur kan worden betreden door een persoon. Het doel ervan is het op lange of korte termijn (bijvoorbeeld op markten) bewaren van planten.

Zie afbeelding (*).

7326 90 98

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 b) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 7326 , 7326 90 en 7326 90 98 .

Indeling onder post 9403 als „andere meubelen” is uitgesloten, omdat het artikel niet bestemd is voor het meubileren van particuliere woningen, hotels, kantoren, scholen, kerken, winkels, laboratoria en dergelijke, maar voor het bewaren van planten (zie ook de GS-toelichtingen op hoofdstuk 94, algemeen, tweede alinea, punt A, en op post 9403 , tweede alinea).

Indeling onder post 9406 als een „geprefabriceerd bouwwerk” is eveneens uitgesloten, omdat de constructie relatief instabiel is en flexibele wanden heeft. Het artikel is bijgevolg ongeschikt voor langdurig gebruik in de buitenlucht, omdat het niet als weerbestendig wordt beschouwd.

Het artikel moet daarom worden ingedeeld naar het materiaal waarvan het is vervaardigd. Het artikel ontleent zijn wezenlijke karakter aan de constructie (het geraamte en de schappen van metaal).

Het moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 7326 90 98 als andere werken van ijzer of staal.

Image

(*)  De afbeelding is louter ter informatie.


21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/615 VAN DE COMMISSIE

van 19 april 2016

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2). Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 april 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Stephen QUEST

Directeur-generaal voor Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een toestel (een zogenoemde „smartphone docking station”) bestaande uit de volgende componenten:

een lcd-kleurenscherm met een beelddiagonaal van 29,5 cm;

een openklapbare behuizing met twee usb-poorten;

een toetsenbord met een touchpad;

een poort voor het aansluiten van een smartphone;

een voedingscontactdoos voor een spanning van niet meer dan 1 000 V;

ingebouwde luidsprekers.

Wanneer de smartphone aangesloten is, wordt de batterij opgeladen en doet het toestel tegelijkertijd dienst als invoer- en uitvoereenheid voor alle functies van de aangesloten smartphone.

Aangezien het toestel niet met een signaalomvormer is uitgerust, ontvangt het alle signalen van de aangesloten smartphone in ongewijzigde vorm.

Het toestel kan niet worden aangesloten op een automatische gegevensverwerkende machine.

8537 10 99

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 c) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8537 , 8537 10 en 8537 10 99 .

Het toestel is een samengestelde machine die geschikt is om de functies van posten 8504 , 8518 , 8528 en 8537 uit te voeren. Alle eigen, door de verschillende componenten verrichte functies zijn opgenomen in de bovengenoemde posten van hoofdstuk 85. Indeling onder post 8543 als elektrische machines, apparaten en toestellen, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85, is bijgevolg uitgesloten.

Gezien zijn kenmerken wordt geen van de functies beschouwd als de kenmerkende hoofdfunctie van het apparaat in de zin van aantekening 3 op afdeling XVI.

Bijgevolg moet het worden ingedeeld onder de post die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

Het toestel moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8537 10 99 als andere borden, panelen, kasten en dergelijke voor elektrische bediening voor een spanning van niet meer dan 1 000 V.


21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/16


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/616 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2016

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 april 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

110,9

MA

92,8

SN

175,5

TR

108,9

ZZ

122,0

0707 00 05

MA

80,7

TR

108,5

ZZ

94,6

0709 93 10

MA

91,2

TR

126,2

ZZ

108,7

0805 10 20

CR

66,6

EG

48,9

IL

79,4

MA

57,5

TR

38,0

ZZ

58,1

0805 50 10

MA

132,7

ZZ

132,7

0808 10 80

AR

107,0

BR

104,1

CL

114,8

CN

131,9

NZ

153,8

US

153,3

ZA

87,3

ZZ

121,7

0808 30 90

AR

96,1

CL

117,4

CN

86,4

ZA

112,4

ZZ

103,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/18


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/617 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2016

tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 april 2016 zijn ingediend in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 341/2007 geopende tariefcontingenten voor knoflook

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 1 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van knoflook.

(2)

De hoeveelheden waarop de A-invoercertificaataanvragen betrekking hebben die tijdens de eerste zeven kalenderdagen van april 2016 voor de deelperiode van 1 juni 2016 tot en met 31 augustus 2016 zijn ingediend, zijn, voor bepaalde contingenten, groter dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dient te worden bepaald in hoeverre A-invoercertificaten kunnen worden afgegeven, door de overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3) berekende toewijzingscoëfficiënt vast te stellen, die moet worden toegepast op de gevraagde hoeveelheden.

(3)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt wordt toegepast op de hoeveelheden waarop de A-invoercertificaataanvragen betrekking hebben die op grond van Verordening (EG) nr. 341/2007 voor de deelperiode van 1 juni 2016 tot en met 31 augustus 2016 zijn ingediend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 april 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie van 29 maart 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 12).

(3)  Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).


BIJLAGE

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt — voor de deelperiode van 1 juni 2016 tot en met 31 augustus 2016 ingediende aanvragen

(%)

China

Traditionele importeurs

09.4105

71,983729

Nieuwe importeurs

09.4100

0,483082

Andere derde landen

Traditionele importeurs

09.4106

Nieuwe importeurs

09.4102


BESLUITEN

21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/20


BESLUIT (EU) 2016/618 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 april 2016

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van Zweden — EGF/2015/009 SE/Volvo Trucks)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing van de globalisering (EFG) heeft tot doel steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (3) mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

(3)

Op 16 september 2015 heeft Zweden aanvraag EGF/2015/009 SE/Volvo Trucks ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Volvo Trucks (Volvo Group Truck Operation, EMEA) en vier leveranciers en downstreamproducenten in Zweden. Zweden heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens ingediend. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 793 710 EUR te leveren aan de door Zweden ingediende aanvraag.

(5)

Teneinde zo snel mogelijk middelen uit het EFG ter beschikking te stellen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 wordt een bedrag van 1 793 710 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf 13 april 2016.

Gedaan te Straatsburg, 13 april 2016

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

J.A. HENNIS-PLASSCHAERT


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).


21.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/22


BESLUIT (EU) 2016/619 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 april 2016

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF/2016/000 TA 2016 — Technische bijstand op initiatief van de Commissie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 11, lid 2,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beoogt steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (3), mag het EFG het jaarlijkse maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

(3)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1309/2013 kan elk jaar op initiatief van de Commissie maximaal 0,5 % van het jaarlijkse maximumbedrag voor het EFG voor technische bijstand worden gebruikt.

(4)

Er moeten daarom middelen uit het EFG ten belope van 380 000 EUR beschikbaar worden gesteld voor technische bijstand op initiatief van de Commissie,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 wordt een bedrag van 380 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 13 april 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

J.A. HENNIS-PLASSCHAERT


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).