ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
59e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
25.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/257 VAN DE COMMISSIE
van 24 februari 2016
houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2014 tot vaststelling van het nettosaldo dat voor de uitgaven uit het ELGF beschikbaar is
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 16, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2014 van de Commissie (2) is het nettosaldo vastgesteld dat voor de uitgaven uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) beschikbaar is, alsook de bedragen die voor de begrotingsjaren 2014 tot en met 2020 voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) beschikbaar zijn op grond van artikel 10 quater, lid 2, artikel 136, artikel 136 bis en artikel 136 ter van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (3) en op grond van artikel 14 en artikel 66, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4). |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 moet de geraamde opbrengst uit de verlaging van betalingen die de lidstaten overeenkomstig artikel 11, lid 6, van die verordening op of vóór 1 augustus 2014 hebben meegedeeld, beschikbaar worden gesteld als Uniesteun voor maatregelen in het kader van plattelandsontwikkelingsprogramma's die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) met middelen uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd. De desbetreffende nationale maxima zijn aangepast door middel van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1378/2014 van de Commissie (6). |
(3) |
In het Verenigd Koninkrijk is de wetgeving tot uitvoering van de voorschriften van de Unie inzake rechtstreekse betalingen in Wales door de nationale rechterlijke instanties nietig verklaard. Dientengevolge heeft het Verenigd Koninkrijk nieuwe besluiten genomen voor de invoering van rechtstreekse betalingen in Wales en heeft het de Commissie daarvan in kennis gesteld. Omdat die nieuwe besluiten van invloed zijn op de in artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde geraamde opbrengst uit de verlaging van betalingen voor het Verenigd Koninkrijk, zijn bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 en bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/142 van de Commissie (7). |
(4) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (8) moet het submaximum voor marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen in het kader van het meerjarig financieel kader zoals opgenomen in bijlage I bij die verordening, ingevolge de overdrachten tussen het Elfpo en de rechtstreekse betalingen worden aangepast in het kader van de technische aanpassingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, van die verordening. |
(5) |
Als gevolg van die wijzigingen is een aanpassing nodig van het voor het ELGF beschikbare nettosaldo zoals vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2014. Duidelijkheidshalve moeten de voor het Elfpo beschikbaar te stellen bedragen ook worden bekendgemaakt. |
(6) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2014 wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 februari 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2014 van de Commissie van 10 april 2014 tot vaststelling van het nettosaldo dat voor de uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (PB L 108 van 11.4.2014, blz. 13).
(3) Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
(4) Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
(5) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1378/2014 van de Commissie van 17 oktober 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlagen II en III bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 367 van 23.12.2014, blz. 16).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/142 van de Commissie van 2 december 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 28 van 4.2.2016, blz. 8).
(8) Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
BIJLAGE
„BIJLAGE
(in miljoen EUR — lopende prijzen) |
||||||||
Begrotingsjaar |
Voor het Elfpo ter beschikking gestelde bedragen |
Uit het Elfpo overgedragen bedragen |
Nettosaldo dat voor de uitgaven uit het ELGF ter beschikking is |
|||||
Artikel 10 ter van Verordening (EG) nr. 73/2009 |
Artikel 136 van Verordening (EG) nr. 73/2009 |
Artikel 136 ter van Verordening (EG) nr. 73/2009 |
Artikel 66 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 |
Artikel 136 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 |
Artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 |
Artikel 136 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 |
||
2014 |
296,3 |
51,6 |
|
4,0 |
|
|
|
43 778,1 |
2015 |
|
|
51,600 |
4,000 |
621,999 |
|
499,384 |
44 189,785 |
2016 |
|
|
|
4,000 |
1 138,146 |
108,659 |
573,047 |
43 950,242 |
2017 |
|
|
|
4,000 |
1 174,732 |
111,026 |
572,440 |
44 145,682 |
2018 |
|
|
|
4,000 |
1 184,257 |
110,213 |
571,820 |
44 162,350 |
2019 |
|
|
|
4,000 |
1 131,292 |
111,358 |
571,158 |
44 240,508 |
2020 |
|
|
|
4,000 |
1 132,133 |
112,041 |
570,356 |
44 263,182” |
25.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/4 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/258 VAN DE COMMISSIE
van 24 februari 2016
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 februari 2016.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
IL |
236,2 |
MA |
87,9 |
|
SN |
174,1 |
|
TN |
107,9 |
|
TR |
105,6 |
|
ZZ |
142,3 |
|
0707 00 05 |
MA |
83,5 |
TR |
172,8 |
|
ZZ |
128,2 |
|
0709 91 00 |
TN |
173,6 |
ZZ |
173,6 |
|
0709 93 10 |
MA |
41,0 |
TR |
157,5 |
|
ZZ |
99,3 |
|
0805 10 20 |
EG |
47,9 |
IL |
77,7 |
|
MA |
55,9 |
|
TN |
49,0 |
|
TR |
63,3 |
|
ZZ |
58,8 |
|
0805 20 10 |
IL |
112,1 |
MA |
88,0 |
|
TR |
84,6 |
|
ZZ |
94,9 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
IL |
152,9 |
JM |
161,2 |
|
MA |
116,0 |
|
TR |
48,2 |
|
US |
130,0 |
|
ZZ |
121,7 |
|
0805 50 10 |
EG |
90,7 |
IL |
96,1 |
|
MA |
85,9 |
|
TR |
93,4 |
|
ZZ |
91,5 |
|
0808 10 80 |
CL |
93,3 |
US |
106,7 |
|
ZZ |
100,0 |
|
0808 30 90 |
CL |
121,4 |
CN |
89,7 |
|
TR |
156,1 |
|
ZA |
96,0 |
|
ZZ |
115,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
25.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/259 VAN DE COMMISSIE
van 24 februari 2016
tot vaststelling van een aanvaardingspercentage voor de afgifte van uitvoercertificaten, tot afwijzing van uitvoercertificaataanvragen en tot schorsing van de mogelijkheid tot het indienen van uitvoercertificaataanvragen voor buiten het quotum geproduceerde suiker
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 7 sexies, juncto artikel 9, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 139, lid 1, eerste alinea, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag suiker die gedurende een verkoopseizoen boven het in artikel 136 van die verordening bedoelde quotum wordt geproduceerd, slechts worden uitgevoerd binnen de door de Commissie vastgestelde kwantitatieve grens. |
(2) |
Dergelijke kwantitatieve grenzen zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1164 van de Commissie (3). |
(3) |
De hoeveelheden suiker waarvoor uitvoercertificaten zijn aangevraagd, hebben de in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1164 vastgestelde kwantitatieve grens overschreden. Derhalve moet een aanvaardingspercentage worden vastgesteld voor de van 15 tot en met 19 februari 2016 aangevraagde hoeveelheden. Bovendien moeten alle na 19 februari 2016 ingediende uitvoercertificaataanvragen voor suiker worden afgewezen en moet de indiening van uitvoercertificaataanvragen worden geschorst, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Uitvoercertificaten voor buiten het quotum geproduceerde suiker waarvoor aanvragen zijn ingediend van 15 tot en met 19 februari 2016, worden afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheden waarop een aanvaardingspercentage van 84,388187 % is toegepast.
2. Uitvoercertificaataanvragen voor buiten het quotum geproduceerde suiker die zijn ingediend op 22, 23, 24, 25 en 26 februari 2016 worden afgewezen.
3. Het indienen van uitvoercertificaataanvragen voor buiten het quotum geproduceerde suiker wordt geschorst voor de periode van 29 februari 2016 tot en met 30 september 2016.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 februari 2016.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1164 van de Commissie van 15 juli 2015 tot vaststelling van de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde suiker en isoglucose tot het einde van het verkoopseizoen 2015/2016 (PB L 188 van 16.7.2015, blz. 28).
BESLUITEN
25.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/9 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/260 VAN DE COMMISSIE
van 23 februari 2016
tot wijziging van Beschikking 2006/80/EG wat betreft Polen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 965)
(Slechts de tekst in de Poolse taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2008/71/EG van de Raad van 15 juli 2008 met betrekking tot de identificatie en de registratie van varkens (1), en met name artikel 3, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Richtlijn 2008/71/EG worden de minimumvoorschriften voor de identificatie en registratie van dieren vastgesteld, onverminderd nadere voorschriften van de Unie die kunnen worden vastgesteld met het oog op de uitroeiing van en de controle op ziekten. |
(2) |
Krachtens artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2008/71/EG moeten de lidstaten erop toezien dat de bevoegde autoriteit beschikt over een bijgewerkte lijst van alle bedrijven op hun grondgebied waar in die richtlijn bedoelde dieren worden gehouden. |
(3) |
Artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2008/71/EG voorziet in de mogelijkheid om de lidstaten te machtigen natuurlijke personen die slechts één varken houden, dat voor eigen gebruik of verbruik bestemd is, niet op de in artikel 3, lid 1, van die richtlijn bedoelde lijst te plaatsen, mits dit dier vóór een eventuele verplaatsing aan de in die richtlijn voorgeschreven controles wordt onderworpen. |
(4) |
Bij Beschikking 2006/80/EG van de Commissie (2) worden bepaalde lidstaten gemachtigd om de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2008/71/EG bedoelde afwijking toe te passen wat bedrijven met één varken betreft. |
(5) |
Polen is gemachtigd om de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2008/71/EG bedoelde afwijking toe te passen wat bedrijven met één varken betreft. |
(6) |
Polen heeft verzocht om intrekking van de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2008/71/EG bedoelde machtiging van deze lidstaat wat bedrijven met één varken betreft en heeft de in die richtlijn vastgestelde identificatie- en registratievereisten ten uitvoer gelegd. |
(7) |
Op basis van deze informatie is het met betrekking tot de toepassing van de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2008/71/EG bedoelde machtiging wat bedrijven met één varken betreft, passend de vermelding voor Polen in de lijst van de bijlage bij Beschikking 2006/80/EG te schrappen. |
(8) |
De bijlage bij Beschikking 2006/80/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2006/80/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.
Gedaan te Brussel, 23 februari 2016.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 213 van 8.8.2008, blz. 31.
(2) Beschikking 2006/80/EG van de Commissie van 1 februari 2006 waarbij bepaalde lidstaten de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 92/102/EEG van de Raad met betrekking tot de identificatie en de registratie van dieren bedoelde afwijking wordt toegestaan (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 50).
BIJLAGE
„BIJLAGE
Lidstaten die worden gemachtigd om de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2008/71/EG bedoelde afwijking toe te passen wat bedrijven met één varken betreft:
|
Tsjechië |
|
Frankrijk |
|
Italië |
|
Portugal |
|
Slovenië |
|
Slowakije” |