ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
58e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN |
|
|
* |
||
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
|
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
||
|
* |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2225 van de Commissie van 30 november 2015 tot wijziging van de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU wat betreft de geldigheidsduur (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 8335) ( 1 ) |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
2.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/1 |
Kennisgeving betreffende de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de bescherming van in het belang van de Europese Unie uitgewisselde gerubriceerde informatie
De Overeenkomst tussen de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de bescherming van in het belang van de Europese Unie uitgewisselde gerubriceerde informatie zal op 1 december 2015 in werking treden, aangezien de procedure van artikel 13, lid 1, van de overeenkomst op 6 oktober 2015 is voltooid.
VERORDENINGEN
2.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/2 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2222 VAN DE COMMISSIE
van 1 december 2015
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 wat betreft de uitgavendeclaraties, de conformiteitsgoedkeuring en de inhoud van de jaarrekeningen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 36, lid 6, artikel 53, lid 1, onder b), en artikel 57, lid 2, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 23, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie (2) is vastgelegd hoe de door de Unie te betalen bijdrage in de gedeclareerde uitgaven moet worden berekend. Er moet worden verduidelijkt dat die bepaling geldt voor de betalingen in verband met de programma's voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) en in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (4). |
(2) |
Daarom moet bovendien worden verduidelijkt dat, wat de in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling betreft, de bijdrage van de Unie moet worden berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage (Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling) voor alle in het financieringsplan vermelde maatregelen, soorten concrete acties waarvoor een specifiek Elfpo-bijdragepercentage geldt, en vormen van technische bijstand, en dat, wat de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling betreft, de bijdrage van de Unie moet worden berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage voor alle in het financieringsplan vermelde prioriteiten. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 70, lid 4 quater, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 kunnen de lidstaten die financiële bijstand ontvangen, afwijken van de in de leden 3, 4 en 5 van dat artikel vastgestelde maximale percentages voor de medefinanciering door het Elfpo. Daarom moet in artikel 23, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 worden opgenomen hoe de bijdrage van de Unie moet worden berekend met betrekking tot programma's voor plattelandsontwikkeling die overeenkomstig artikel 70, lid 4 quater, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 zijn gewijzigd. |
(4) |
Voorts moet in artikel 23, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 worden verduidelijkt dat de tussentijdse betalingen in verband met de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling beperkt zijn tot de totale bijdrage uit het Elfpo voor elke prioriteit. |
(5) |
In artikel 34, lid 9, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 is bepaald dat de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen de in de leden 3 en 4 van dat artikel bedoelde termijnen kan verlengen. Ondanks het feit dat artikel 34, lid 5, een verwijzing bevat naar de leden 3 en 4 van dat artikel, moet in artikel 34, lid 9, ook een kruisverwijzing naar lid 5 worden opgenomen, om duidelijk te maken dat lid 9 van toepassing is op alle in artikel 34, leden 3, 4 en 5, bedoelde termijnen. |
(6) |
In de artikelen 34 en 40 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 zijn de termijnen vastgesteld die gelden tijdens respectievelijk de conformiteitsgoedkeuring en de bemiddelingsprocedures. Uit de ervaring die is opgedaan met de toepassing van die termijnen, is gebleken dat het aangewezen is bij de berekening van die termijnen geen rekening te houden met de maand augustus, aangezien in die maand gewoonlijk de zomervakantie valt. |
(7) |
Het model voor een tabel in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 moet worden gewijzigd om bepaalde onnauwkeurigheden weg te werken. Met name wordt de verplichting om te vermelden of de zaak is opgenomen in het debiteurenboek, voor nieuwe gevallen van onregelmatigheden niet langer nodig geacht, aangezien alle zaken die in de tabel van bijlage II worden vermeld al overeenkomstig artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten zijn opgenomen in het debiteurenboek. |
(8) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de landbouwfondsen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 23 worden de leden 1 en 2 vervangen door: „1. De door de Unie te betalen bijdrage in de subsidiabele overheidsuitgaven, wordt berekend als volgt:
In de berekening wordt rekening gehouden met de correcties van de Uniebijdrage die in de uitgavendeclaratie voor die periode zijn gedeclareerd. In afwijking van de eerste alinea wordt de Uniebijdrage voor plattelandsontwikkelingsprogramma's die overeenkomstig artikel 70, lid 4 quater, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 zijn gewijzigd, berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage voor elke prioriteit die is vermeld in het financieringsplan dat van kracht was op de laatste dag van de referentieperiode. 2. Wanneer het gecumuleerde totaal van de in het kader van het plattelandsontwikkelingsprogramma te betalen Uniebijdrage groter is dan het totaalbedrag dat is geprogrammeerd voor een maatregel, voor wat betreft de in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde plattelandsontwikkelingsprogramma's, of voor een prioriteit, voor wat betreft de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde plattelandsontwikkelingsprogramma's, dan wordt het te betalen bedrag, onverminderd het in artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde maximum, begrensd tot het voor die maatregel of die prioriteit geprogrammeerde bedrag. De hierdoor uitgesloten Uniebijdrage kan later worden betaald, mits ondertussen een aangepast financieringsplan door de lidstaat is ingediend en door de Commissie is aanvaard.”. |
2) |
Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Aan artikel 40 wordt het volgende lid toegevoegd: „5. Indien de in de leden 1, 3 en 4 bedoelde termijnen de maand augustus volledig of gedeeltelijk omvatten, worden die termijnen tijdens die maand opgeschort.”. |
4) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 december 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).
(3) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).
(4) Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1). Verordening ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 met ingang van 1 januari 2014.
BIJLAGE
„BIJLAGE II
Model voor de in artikel 29, onder f), bedoelde tabel
De in artikel 29, onder f), bedoelde gegevens worden voor elk betaalorgaan verstrekt aan de hand van de volgende tabel:
Nieuwe gevallen (1) |
Oude gevallen (2) |
|
|
x |
x |
Betaalorgaan |
A |
x |
x |
Fonds |
B |
x |
x |
Geval (oud/nieuw) |
AA |
x |
|
Begrotingsjaar van de ten grondslag liggende uitgaven |
V1 (3) |
x |
|
Begrotingscodes van de ten grondslag liggende uitgaven |
V2 (4) |
x |
x |
Begrotingsjaar n |
C |
x |
x |
Munteenheid |
D |
x |
x |
Identificatienummer van het geval |
E |
x |
x |
OLAF-identificatie indien van toepassing (5) |
F |
|
x |
Geval in het debiteurenboek |
G |
x |
x |
Identificatie begunstigde |
H |
x |
x |
Programma afgesloten (alleen voor het Elfpo) |
I |
x |
|
Datum van goedkeuring van het controleverslag of een soortgelijk document als bedoeld in artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 |
W |
|
x |
Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal over de onregelmatigheid |
J |
x |
|
Datum van het verzoek tot terugbetaling |
X |
x |
x |
Gerechtelijke procedures aangespannen |
K |
|
x |
Oorspronkelijk terug te vorderen bedrag |
L |
x |
|
Oorspronkelijk terug te vorderen bedrag (hoofdsom) |
L1 |
x |
|
Oorspronkelijk terug te vorderen bedrag (rente) |
L2 |
x |
|
Hoofdsom waarvoor terugvordering nog liep aan het einde van begrotingsjaar n-1 |
Y1 |
x |
|
Rente waarvoor terugvordering nog liep aan het einde van begrotingsjaar n-1 |
Y2 |
|
x |
Totaal met correcties gemoeid bedrag (vanaf begin terugvordering) |
M |
|
x |
Totaal geïnd bedrag (vanaf begin terugvordering) |
N |
|
x |
Oninbaar verklaard bedrag |
O |
x |
|
Oninbaar verklaard bedrag (hoofdsom) |
O1 |
x |
|
Oninbaar verklaard bedrag (rente) |
O2 |
x |
x |
Begrotingsjaar waarin oninbaarheid is vastgesteld |
P |
x |
x |
Reden voor oninbaarheid |
Q |
|
x |
Met correcties gemoeid bedrag (in begrotingsjaar n) |
R |
x |
|
Met correcties gemoeid bedrag (hoofdsom) (in begrotingsjaar n) |
R1 |
x |
|
Met correcties gemoeid bedrag (rente) (in begrotingsjaar n) |
R2 |
x |
|
Rente (in begrotingsjaar n) |
Z |
|
x |
Geïnde bedragen (in begrotingsjaar n) |
S |
x |
|
Geïnd bedrag (hoofdsom) (in begrotingsjaar n) |
S1 |
x |
|
Geïnd bedrag (rente) (in begrotingsjaar n) |
S2 |
x |
x |
Bedrag waarvoor een terugvorderingsprocedure loopt |
T |
x |
|
Bedrag (hoofdsom) waarvoor een terugvorderingsprocedure loopt |
T1 |
x |
|
Rente waarvoor een terugvorderingsprocedure loopt |
T2 |
x |
|
Bedrag waarop aan het einde van begrotingsjaar n de in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde 50/50-regel van toepassing is |
BB |
x |
x |
Aan de EU-begroting te crediteren bedrag |
U |
(1) Referentienummer(s) van OLAF (IMS-meldingsnummers).
(2) De gevallen die aan de hand van dit model in deze bijlage zijn gemeld tot en met begrotingsjaar 2014.
(3) De gevallen die aan de hand van dit model in deze bijlage zijn gemeld met ingang van begrotingsjaar 2015.
(4) Met ingang van begrotingsjaar 2016 te verstrekken informatie.
(5) Met ingang van begrotingsjaar 2016 te verstrekken informatie.
„x” betekent dat de kolom van toepassing is.”
2.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2223 VAN DE COMMISSIE
van 1 december 2015
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 december 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
AL |
51,8 |
MA |
71,4 |
|
ZZ |
61,6 |
|
0707 00 05 |
AL |
49,2 |
MA |
93,5 |
|
TR |
145,0 |
|
ZZ |
95,9 |
|
0709 93 10 |
AL |
80,9 |
MA |
73,7 |
|
TR |
151,5 |
|
ZZ |
102,0 |
|
0805 20 10 |
CL |
96,2 |
MA |
81,7 |
|
PE |
78,3 |
|
ZZ |
85,4 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
TR |
80,2 |
ZZ |
80,2 |
|
0805 50 10 |
TR |
103,5 |
ZZ |
103,5 |
|
0808 10 80 |
CA |
159,0 |
CL |
85,9 |
|
MK |
31,8 |
|
US |
118,2 |
|
ZA |
152,4 |
|
ZZ |
109,5 |
|
0808 30 90 |
BA |
86,5 |
CN |
63,9 |
|
TR |
144,5 |
|
ZZ |
98,3 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
2.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/9 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2224 VAN DE COMMISSIE
van 27 november 2015
tot benoeming van de voorzitter, de leden en hun plaatsvervangers van de netwerkbeheerraad van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer in de tweede referentieperiode (2015-2019)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) (1), en met name artikel 6, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie (2) heeft de netwerkbeheerder een netwerkbeheerraad opgericht om maatregelen vast te stellen die verband houden met het bestuur van de netwerkfuncties en om toezicht te houden op de prestaties ervan. Volgens die verordening zijn de vertegenwoordigers van bepaalde organisaties stemgerechtigde leden van de netwerkbeheerraad, hebben die stemgerechtigde leden plaatsvervangers en moeten die leden en hun plaatsvervangers worden benoemd op voorstel van de betrokken organisaties. Een van de leden van de netwerkbeheerraad treedt op als voorzitter. |
(2) |
Volgens het reglement van orde van de netwerkbeheerraad worden de voorzitter, de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden en hun respectieve plaatsvervangers benoemd voor de duur van één referentieperiode van de prestatieregeling als bedoeld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3). Volgens artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie (4) loopt de tweede referentieperiode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019. |
(3) |
In februari en maart 2015 hebben de betrokken organisaties hun kandidaat-vertegenwoordigers voor de netwerkbeheerraad voorgesteld. |
(4) |
Overeenkomstig die voorstellen moeten de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden en hun respectieve plaatsvervangers en de voorzitter van de netwerkbeheerraad nu worden benoemd voor de duur van de tweede referentieperiode. |
(5) |
Om redenen van duidelijkheid en transparantie moet Besluit C(2012) 9613 van de Commissie, dat betrekking heeft op de benoeming van de voorzitter, de stemgerechtigde leden en de plaatsvervangers van de netwerkbeheerraad voor de duur van de eerste referentieperiode, worden ingetrokken. |
(6) |
Overwegende dat de tweede referentieperiode is begonnen op 1 januari 2015 en de benoemingen als bedoeld in dit besluit moeten samenvallen met die periode, moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan en moet het met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf 1 januari 2015. |
(7) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 549/2004 ingestelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De voorzitter van de netwerkbeheerraad is de heer Simon HOCQUARD, operationeel directeur strategie, NATS.
Artikel 2
De stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden van de netwerkbeheerraad en hun plaatsvervangers zijn de personen in de bijlage.
Artikel 3
De benoemingen als bedoeld in de artikelen 1 en 2 zijn geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.
Artikel 4
Besluit C(2012) 9613 van de Commissie wordt ingetrokken.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2015.
Gedaan te Brussel, 27 november 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20.
(2) Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie van 7 juli 2011 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer (PB L 185 van 15.7.2011, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim („de kaderverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie van 29 juli 2010 tot vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 1).
BIJLAGE
STEMGERECHTIGDE EN NIET-STEMGERECHTIGDE LEDEN EN HUN PLAATSVERVANGERS VAN DE NETWERKBEHEERRAAD
|
||||
LUCHTRUIMGEBRUIKERS |
||||
|
STEMGERECHTIGDE LEDEN |
PLAATSVERVANGERS |
||
IACA/ERA |
Sylviane LUST (vicevoorzitter) Directeur-generaal International Air Carrier Association (IACA) |
Simon MCNAMARA Directeur infrastructuur en milieu European Regions Airline Association (ERA) |
||
ELFAA |
John HANLON Secretaris-generaal European Low Fares Airline Association (ELFAA) |
Francis RICHARDS Directeur luchtruim European Low Fares Airline Association (ELFAA) |
||
AEA/IATA |
Peter CURRAN Adjunct-directeur ATM-heffingen International Air Transport Association (IATA) |
Jan ERIKSSON Technical & Operations Expert Association of European Airlines (AEA) |
||
EBAA/IOPA/EAS |
Vanessa RULLIER-FRANCAUD Senior manager, Europese zaken European Business Aviation Association (EBAA) |
Martin ROBINSON Senior vicevoorzitter, Europese regio International Aircraft Owners and Pilots Association (IAOPA) |
||
|
Marcel FELTEN Vicevoorzitter Europe Air Sports |
|||
VERLENERS VAN LUCHTVAARTNAVIGATIEDIENSTEN PER FUNCTIONEEL LUCHTRUIMBLOK |
||||
|
STEMGERECHTIGDE LEDEN |
PLAATSVERVANGERS |
||
BALTIC |
Maciej RODAK Vertegenwoordiger van de raad van bestuur Polish Air Navigation Services Agency (PANSA) |
Sergej SMIRNOV Directeur ATM Lithuanian Air Navigation Services — Oro Navigacija |
||
BLUEMED |
Maurizio PAGGETTI Directeur Italian Air Navigation Services (ENAV) |
Konstantinos LINTZERAKOS Directeur Hellenic Civil Aviation Authority (HCAA) |
||
DANUBE |
Fănică CÂRNU Adjunct-directeur-generaal ROMATSA — Romanian Air Traffic Services Administration |
Georgi PEEV Directeur-generaal BULATSA — Bulgarian Air Traffic Services Authority |
||
DK-SE |
Claus SKJAERBAEK Chief Operating Officer NAVIAIR Denemark |
Anders JERNBERG Manager En-routeproductie LFV Zweden |
||
FABCE |
Jan KLAS Directeur-generaal Air Navigation Services of the Czech Republic |
Heinz SOMMERBAUER Chief Executive Officer AUSTRO CONTROL.at |
||
FABEC |
Robert SCHICKLING COO Deutsche Flugsicherung GmbH (DFS) |
Maurice GEORGES Directeur Direction des Services de la Navigation aérienne (DSNA) |
||
NEFAB |
Heikki JAAKKOLA Vicevoorzitter, Internationale zaken ANS, FINAVIA |
Üllar SALUMÄE Hoofd van de ATS-afdeling Estonian ANS |
||
SOUTH-WEST |
Mario NETO Directeur Veiligheid, kwaliteit en strategie NAV Portugal EPE |
Ignacio GONZÁLEZ SANCHEZ Directeur ENAIRE, Spanje |
||
UK-IRELAND |
Peter KEARNEY Directeur ATM-operaties en strategie Irish Aviation Authority (IAA) |
Jonathan ASTILL Directeur Internationale zaken NATS UK |
||
LUCHTHAVENEXPLOITANTEN |
||||
|
STEMGERECHTIGDE LEDEN |
PLAATSVERVANGERS |
||
|
Luc LAVEYNE (vicevoorzitter) Senior adviseur Airports Council International ACI Europe |
Robert HILLIARD Directeur Bijzondere projecten Edinburgh Airport |
||
|
Giovanni RUSSO Hoofd Planning en engineering Flughafen Zürich AG |
Mark C. BURGESS Manager luchtverkeersdiensten London Heathrow Airport |
||
LEGER |
||||
|
STEMGERECHTIGDE LEDEN |
PLAATSVERVANGERS |
||
|
Eric LABOURDETTE Directeur Circulation aérienne militaire française |
Ulrich GRIEWEL Bundeswehr, Duitsland |
||
|
Ian LOGAN Hoofd Military Aviation Regulation Landsverdediging, Zwitserse luchtmacht |
Bas PELLEMANS Directeur Nederlandse militaire luchtvaartautoriteit Ministerie van landsverdediging |
||
EUROCONTROL |
||||
|
NIET-STEMGERECHTIGD LID |
PLAATSVERVANGER |
||
|
Frank BRENNER Directeur-generaal |
Philippe MERLO Directeur ATM |
||
EUROPESE COMMISSIE |
||||
|
NIET-STEMGERECHTIGD LID |
PLAATSVERVANGER |
||
|
Margus RAHUOJA Directeur Luchtvaart DG MOVE |
Maurizio CASTELLETTI Hoofd van de eenheid Gemeenschappelijk Europees luchtruim DG MOVE |
||
NETWERKBEHEERDER |
||||
|
NIET-STEMGERECHTIGD LID |
PLAATSVERVANGER |
||
|
Joe SULTANA Directeur Netwerkbeheerder Directoraat Netwerkbeheerder Eurocontrol |
Răzvan BUCUROIU Hoofd Netwerk- en strategieontwikkeling Directoraat Netwerkbeheerder Eurocontrol |
2.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/14 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2225 VAN DE COMMISSIE
van 30 november 2015
tot wijziging van de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU wat betreft de geldigheidsduur
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 8335)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,
Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,
Gezien Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (3), en met name artikel 18, leden 1 en 7,
Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (4), en met name artikel 22, leden 1 en 6,
Gezien Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (5), en met name artikel 63, lid 3,
Gezien Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 (6), met name artikel 36, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Beschikkingen 2005/734/EG (7), 2006/415/EG (8), 2007/25/EG (9) en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU (10) van de Commissie zijn goedgekeurd naar aanleiding van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1, met het oog op de bescherming van de gezondheid van mens en dier in de Unie. |
(2) |
Bij Beschikking 2005/734/EG zijn bioveiligheidsmaatregelen vastgesteld ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, en is een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden ingesteld. |
(3) |
Bij Beschikking 2006/415/EG zijn bepaalde beschermende maatregelen vastgesteld die moeten worden toegepast in geval van een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in een lidstaat, met inbegrip van de instelling van gebieden A en B na een vermoedelijke of bevestigde uitbraak van de ziekte. |
(4) |
Beschikking 2007/25/EG heeft betrekking op bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza en het verkeer van gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen. |
(5) |
Bij Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU is vastgesteld dat de beschermende maatregelen die in de Unie moeten worden genomen bij een positief geval van aviaire influenza van het subtype H5N1 bij een wilde vogel of een uitbraak van die ziekte bij pluimvee op het grondgebied van Zwitserland enkel gelden voor de delen van dat derde land waarin de bevoegde autoriteit van dat land beschermende maatregelen toepast die gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2006/415/EG en Beschikking 2006/563/EG van d Commissie (11). |
(6) |
De Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU zijn geldig tot en met 31 december 2015. |
(7) |
Sinds eind 2014 hebben in acht lidstaten besmettingen met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5, waaronder H5N1, plaatsgevonden bij pluimvee en in het wild levende vogels. Terwijl hoogpathogene aviaire influenza permanent of geregeld is voorgekomen in grote delen van Azië en Afrika, heeft Noord-Amerika een epidemie van ongeziene omvang doorgemaakt. Epidemiologische onderzoeken duiden er sterk op dat het virus wordt binnengebracht in pluimveekoppels door direct of indirect contact met in het wild levende vogels en door laterale verspreiding van de ziekte tussen pluimveekoppels. Daarnaast is West-Afrika momenteel verwikkeld in de bestrijding van een grootschalige opflakkering van hoogpathogene aviaire influenza, na verschillende jaren van de ziekte verlost te zijn geweest. |
(8) |
De huidige epidemiologische situatie, met een gestegen aantal uitbraken en een ruimere geografische verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5, en met name H5N1, bij pluimveekoppels en in het wild levende vogels, blijft een risico voor de gezondheid van mens en dier in de Unie. |
(9) |
Daarom is het zinvol de risico's van hoogpathogene aviaire influenza te blijven beperken door bioveiligheidsmaatregelen, systemen voor vroege opsporing en bepaalde beschermende maatregelen in verband met toekomstige uitbraken van die ziekte bij pluimveekoppels in de Unie in stand te houden. |
(10) |
Gezien de huidige epidemiologische situatie in derde landen is het van even groot belang de maatregelen ter voorkoming van een mogelijke introductie van hoogpathogene aviaire influenza via de invoer van pluimveeproducten en via het binnenbrengen van gezelschapsvogels in de Unie in stand te houden. |
(11) |
De geldigheidsduur van de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en van Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU moet daarom tot en met 31 december 2017 worden verlengd. |
(12) |
Bijgevolg moeten de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(13) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 4 van Beschikking 2005/734/EG wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.
Artikel 2
In artikel 12 van Beschikking 2006/415/EG wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.
Artikel 3
In artikel 6 van Beschikking 2007/25/EG wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.
Artikel 4
In artikel 4 van Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 30 november 2015.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.
(3) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56.
(4) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.
(5) PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.
(6) PB L 178 van 28.6.2013, blz. 1.
(7) Beschikking 2005/734/EG van de Commissie van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PB L 274 van 20.10.2005, blz. 105).
(8) Beschikking 2006/415/EG van de Commissie van 14 juni 2006 betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2006/135/EG (PB L 164 van 16.6.2006, blz. 51).
(9) Beschikking 2007/25/EG van de Commissie van 22 december 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza en het verkeer van gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen (PB L 8 van 13.1.2007, blz. 29).
(10) Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU van de Commissie van 12 november 2013 betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 die moeten worden genomen in het geval van een uitbraak van die ziekte in Zwitserland, en tot intrekking van Beschikking 2009/494/EG (PB L 305 van 15.11.2013, blz. 19).
(11) Beschikking 2006/563/EG van de Commissie van 11 augustus 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels in de Gemeenschap (PB L 222 van 15.8.2006, blz. 11).
Rectificaties
2.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/17 |
Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1953 van de Commissie van 29 oktober 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, de Russische Federatie en de Verenigde Staten van Amerika
( Publicatieblad van de Europese Unie L 284 van 30 oktober 2015 )
Bladzijde 136, overweging 213:
in plaats van:
„De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening opgerichte comité,”,
lezen:
„Het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité heeft geen advies uitgebracht,”.
Bladzijde 138, artikel 1, lid 8:
in plaats van:
„Voor alle andere ondernemingen geldt dat wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en de werkelijk betaalde of te betalen prijs dientengevolge overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voor het bepalen van de douanewaarde verhoudingsgewijs wordt verlaagd, het op basis van lid 2 berekende antidumpingrecht wordt verlaagd met hetzelfde percentage als de verlaagde werkelijk betaalde of te betalen prijs.”,
lezen:
„Voor alle andere ondernemingen geldt dat wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en de werkelijk betaalde of te betalen prijs dientengevolge overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voor het bepalen van de douanewaarde verhoudingsgewijs wordt verlaagd, het op basis van lid 5 berekende antidumpingrecht wordt verlaagd met hetzelfde percentage als de verlaagde werkelijk betaalde of te betalen prijs.”.
Bladzijde 139, bijlage II:
in plaats van:
„Het in artikel 1, lid 6, bedoelde geldige fabriekscertificaat moet een verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegde medewerker van de entiteit die het certificaat uitschrijft, bevatten met de volgende gegevens:
— |
de naam en de functie van de bevoegde medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft; |
— |
de volgende verklaring: „Ondergetekende verklaart dat het siliciumstaal met georiënteerde korrel dat naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop dit certificaat, waarin het gemeten maximale kernverlies in watt per kilogram bij een frequentie van 50 Hz en een magnetische inductie van 1,7 tesla alsmede de dikte in mm is vermeld, betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in dit fabriekscertificaat verstrekte informatie juist en volledig is.” |
Datum en handtekening”,
lezen:
„Het in artikel 1, lid 6, bedoelde geldige fabriekscertificaat moet een verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegde medewerker van de entiteit die het certificaat uitschrijft, bevatten met de volgende gegevens:
— |
de naam en de functie van de bevoegde medewerker van de entiteit die het fabriekscertificaat uitschrijft; |
— |
de volgende verklaring: „Ondergetekende verklaart dat het siliciumstaal met georiënteerde korrel dat naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop dit certificaat, waarin het gemeten maximale kernverlies in watt per kilogram bij een frequentie van 50 Hz en een magnetische inductie van 1,7 tesla alsmede de dikte in mm is vermeld, betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in dit fabriekscertificaat verstrekte informatie juist en volledig is.” |
Datum en handtekening”.