ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 316

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
2 december 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Kennisgeving betreffende de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de bescherming van in het belang van de Europese Unie uitgewisselde gerubriceerde informatie

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2222 van de Commissie van 1 december 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 wat betreft de uitgavendeclaraties, de conformiteitsgoedkeuring en de inhoud van de jaarrekeningen

2

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2223 van de Commissie van 1 december 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

7

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2224 van de Commissie van 27 november 2015 tot benoeming van de voorzitter, de leden en hun plaatsvervangers van de netwerkbeheerraad van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer in de tweede referentieperiode (2015-2019)

9

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2225 van de Commissie van 30 november 2015 tot wijziging van de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU wat betreft de geldigheidsduur (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 8335)  ( 1 )

14

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1953 van de Commissie van 29 oktober 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, de Russische Federatie en de Verenigde Staten van Amerika ( PB L 284 van 30.10.2015 )

17

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

2.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/1


Kennisgeving betreffende de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de bescherming van in het belang van de Europese Unie uitgewisselde gerubriceerde informatie

De Overeenkomst tussen de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de bescherming van in het belang van de Europese Unie uitgewisselde gerubriceerde informatie zal op 1 december 2015 in werking treden, aangezien de procedure van artikel 13, lid 1, van de overeenkomst op 6 oktober 2015 is voltooid.


VERORDENINGEN

2.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2222 VAN DE COMMISSIE

van 1 december 2015

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 wat betreft de uitgavendeclaraties, de conformiteitsgoedkeuring en de inhoud van de jaarrekeningen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 36, lid 6, artikel 53, lid 1, onder b), en artikel 57, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 23, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie (2) is vastgelegd hoe de door de Unie te betalen bijdrage in de gedeclareerde uitgaven moet worden berekend. Er moet worden verduidelijkt dat die bepaling geldt voor de betalingen in verband met de programma's voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) en in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (4).

(2)

Daarom moet bovendien worden verduidelijkt dat, wat de in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling betreft, de bijdrage van de Unie moet worden berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage (Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling) voor alle in het financieringsplan vermelde maatregelen, soorten concrete acties waarvoor een specifiek Elfpo-bijdragepercentage geldt, en vormen van technische bijstand, en dat, wat de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling betreft, de bijdrage van de Unie moet worden berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage voor alle in het financieringsplan vermelde prioriteiten.

(3)

Overeenkomstig artikel 70, lid 4 quater, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 kunnen de lidstaten die financiële bijstand ontvangen, afwijken van de in de leden 3, 4 en 5 van dat artikel vastgestelde maximale percentages voor de medefinanciering door het Elfpo. Daarom moet in artikel 23, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 worden opgenomen hoe de bijdrage van de Unie moet worden berekend met betrekking tot programma's voor plattelandsontwikkeling die overeenkomstig artikel 70, lid 4 quater, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 zijn gewijzigd.

(4)

Voorts moet in artikel 23, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 worden verduidelijkt dat de tussentijdse betalingen in verband met de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling beperkt zijn tot de totale bijdrage uit het Elfpo voor elke prioriteit.

(5)

In artikel 34, lid 9, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 is bepaald dat de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen de in de leden 3 en 4 van dat artikel bedoelde termijnen kan verlengen. Ondanks het feit dat artikel 34, lid 5, een verwijzing bevat naar de leden 3 en 4 van dat artikel, moet in artikel 34, lid 9, ook een kruisverwijzing naar lid 5 worden opgenomen, om duidelijk te maken dat lid 9 van toepassing is op alle in artikel 34, leden 3, 4 en 5, bedoelde termijnen.

(6)

In de artikelen 34 en 40 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 zijn de termijnen vastgesteld die gelden tijdens respectievelijk de conformiteitsgoedkeuring en de bemiddelingsprocedures. Uit de ervaring die is opgedaan met de toepassing van die termijnen, is gebleken dat het aangewezen is bij de berekening van die termijnen geen rekening te houden met de maand augustus, aangezien in die maand gewoonlijk de zomervakantie valt.

(7)

Het model voor een tabel in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 moet worden gewijzigd om bepaalde onnauwkeurigheden weg te werken. Met name wordt de verplichting om te vermelden of de zaak is opgenomen in het debiteurenboek, voor nieuwe gevallen van onregelmatigheden niet langer nodig geacht, aangezien alle zaken die in de tabel van bijlage II worden vermeld al overeenkomstig artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten zijn opgenomen in het debiteurenboek.

(8)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de landbouwfondsen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 23 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

„1.   De door de Unie te betalen bijdrage in de subsidiabele overheidsuitgaven, wordt berekend als volgt:

a)

wat de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling betreft: voor elke in artikel 22, lid 2, van deze verordening bedoelde referentieperiode wordt de bijdrage berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage voor elke prioriteit die is vermeld in het financieringsplan dat van kracht was op de eerste dag van die periode;

b)

wat de in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde programma's voor plattelandsontwikkeling betreft: voor elke in artikel 22, lid 2, van deze verordening bedoelde referentieperiode wordt de bijdrage berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage voor elke maatregel, elke soort concrete actie waarvoor een specifiek Elfpo-bijdragepercentage geldt, en elke vorm van technische bijstand die zijn vermeld in het financieringsplan dat van kracht was op de eerste dag van die periode.

In de berekening wordt rekening gehouden met de correcties van de Uniebijdrage die in de uitgavendeclaratie voor die periode zijn gedeclareerd.

In afwijking van de eerste alinea wordt de Uniebijdrage voor plattelandsontwikkelingsprogramma's die overeenkomstig artikel 70, lid 4 quater, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 zijn gewijzigd, berekend op basis van het Elfpo-bijdragepercentage voor elke prioriteit die is vermeld in het financieringsplan dat van kracht was op de laatste dag van de referentieperiode.

2.   Wanneer het gecumuleerde totaal van de in het kader van het plattelandsontwikkelingsprogramma te betalen Uniebijdrage groter is dan het totaalbedrag dat is geprogrammeerd voor een maatregel, voor wat betreft de in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde plattelandsontwikkelingsprogramma's, of voor een prioriteit, voor wat betreft de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde plattelandsontwikkelingsprogramma's, dan wordt het te betalen bedrag, onverminderd het in artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde maximum, begrensd tot het voor die maatregel of die prioriteit geprogrammeerde bedrag. De hierdoor uitgesloten Uniebijdrage kan later worden betaald, mits ondertussen een aangepast financieringsplan door de lidstaat is ingediend en door de Commissie is aanvaard.”.

2)

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 9 wordt vervangen door:

„9.   In naar behoren gemotiveerde gevallen, die aan de lidstaten moeten worden gemeld, kan de Commissie de in de leden 3, 4 en 5 bedoelde termijnen verlengen.”;

b)

het volgende lid 11 wordt toegevoegd:

„11.   Indien de in de leden 2 tot en met 5 bedoelde termijnen de maand augustus volledig of gedeeltelijk omvatten, worden die termijnen tijdens die maand opgeschort.”.

3)

Aan artikel 40 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   Indien de in de leden 1, 3 en 4 bedoelde termijnen de maand augustus volledig of gedeeltelijk omvatten, worden die termijnen tijdens die maand opgeschort.”.

4)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 december 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).

(3)  Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

(4)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1). Verordening ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 met ingang van 1 januari 2014.


BIJLAGE

„BIJLAGE II

Model voor de in artikel 29, onder f), bedoelde tabel

De in artikel 29, onder f), bedoelde gegevens worden voor elk betaalorgaan verstrekt aan de hand van de volgende tabel:

Nieuwe gevallen (1)

Oude gevallen (2)

 

 

x

x

Betaalorgaan

A

x

x

Fonds

B

x

x

Geval (oud/nieuw)

AA

x

 

Begrotingsjaar van de ten grondslag liggende uitgaven

V1 (3)

x

 

Begrotingscodes van de ten grondslag liggende uitgaven

V2 (4)

x

x

Begrotingsjaar n

C

x

x

Munteenheid

D

x

x

Identificatienummer van het geval

E

x

x

OLAF-identificatie indien van toepassing (5)

F

 

x

Geval in het debiteurenboek

G

x

x

Identificatie begunstigde

H

x

x

Programma afgesloten (alleen voor het Elfpo)

I

x

 

Datum van goedkeuring van het controleverslag of een soortgelijk document als bedoeld in artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013

W

 

x

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal over de onregelmatigheid

J

x

 

Datum van het verzoek tot terugbetaling

X

x

x

Gerechtelijke procedures aangespannen

K

 

x

Oorspronkelijk terug te vorderen bedrag

L

x

 

Oorspronkelijk terug te vorderen bedrag (hoofdsom)

L1

x

 

Oorspronkelijk terug te vorderen bedrag (rente)

L2

x

 

Hoofdsom waarvoor terugvordering nog liep aan het einde van begrotingsjaar n-1

Y1

x

 

Rente waarvoor terugvordering nog liep aan het einde van begrotingsjaar n-1

Y2

 

x

Totaal met correcties gemoeid bedrag (vanaf begin terugvordering)

M

 

x

Totaal geïnd bedrag (vanaf begin terugvordering)

N

 

x

Oninbaar verklaard bedrag

O

x

 

Oninbaar verklaard bedrag (hoofdsom)

O1

x

 

Oninbaar verklaard bedrag (rente)

O2

x

x

Begrotingsjaar waarin oninbaarheid is vastgesteld

P

x

x

Reden voor oninbaarheid

Q

 

x

Met correcties gemoeid bedrag (in begrotingsjaar n)

R

x

 

Met correcties gemoeid bedrag (hoofdsom) (in begrotingsjaar n)

R1

x

 

Met correcties gemoeid bedrag (rente) (in begrotingsjaar n)

R2

x

 

Rente (in begrotingsjaar n)

Z

 

x

Geïnde bedragen (in begrotingsjaar n)

S

x

 

Geïnd bedrag (hoofdsom) (in begrotingsjaar n)

S1

x

 

Geïnd bedrag (rente) (in begrotingsjaar n)

S2

x

x

Bedrag waarvoor een terugvorderingsprocedure loopt

T

x

 

Bedrag (hoofdsom) waarvoor een terugvorderingsprocedure loopt

T1

x

 

Rente waarvoor een terugvorderingsprocedure loopt

T2

x

 

Bedrag waarop aan het einde van begrotingsjaar n de in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde 50/50-regel van toepassing is

BB

x

x

Aan de EU-begroting te crediteren bedrag

U


(1)  Referentienummer(s) van OLAF (IMS-meldingsnummers).

(2)  De gevallen die aan de hand van dit model in deze bijlage zijn gemeld tot en met begrotingsjaar 2014.

(3)  De gevallen die aan de hand van dit model in deze bijlage zijn gemeld met ingang van begrotingsjaar 2015.

(4)  Met ingang van begrotingsjaar 2016 te verstrekken informatie.

(5)  Met ingang van begrotingsjaar 2016 te verstrekken informatie.

„x” betekent dat de kolom van toepassing is.”


2.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2223 VAN DE COMMISSIE

van 1 december 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 december 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

51,8

MA

71,4

ZZ

61,6

0707 00 05

AL

49,2

MA

93,5

TR

145,0

ZZ

95,9

0709 93 10

AL

80,9

MA

73,7

TR

151,5

ZZ

102,0

0805 20 10

CL

96,2

MA

81,7

PE

78,3

ZZ

85,4

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

TR

80,2

ZZ

80,2

0805 50 10

TR

103,5

ZZ

103,5

0808 10 80

CA

159,0

CL

85,9

MK

31,8

US

118,2

ZA

152,4

ZZ

109,5

0808 30 90

BA

86,5

CN

63,9

TR

144,5

ZZ

98,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

2.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/9


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2224 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2015

tot benoeming van de voorzitter, de leden en hun plaatsvervangers van de netwerkbeheerraad van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer in de tweede referentieperiode (2015-2019)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) (1), en met name artikel 6, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie (2) heeft de netwerkbeheerder een netwerkbeheerraad opgericht om maatregelen vast te stellen die verband houden met het bestuur van de netwerkfuncties en om toezicht te houden op de prestaties ervan. Volgens die verordening zijn de vertegenwoordigers van bepaalde organisaties stemgerechtigde leden van de netwerkbeheerraad, hebben die stemgerechtigde leden plaatsvervangers en moeten die leden en hun plaatsvervangers worden benoemd op voorstel van de betrokken organisaties. Een van de leden van de netwerkbeheerraad treedt op als voorzitter.

(2)

Volgens het reglement van orde van de netwerkbeheerraad worden de voorzitter, de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden en hun respectieve plaatsvervangers benoemd voor de duur van één referentieperiode van de prestatieregeling als bedoeld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3). Volgens artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie (4) loopt de tweede referentieperiode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

(3)

In februari en maart 2015 hebben de betrokken organisaties hun kandidaat-vertegenwoordigers voor de netwerkbeheerraad voorgesteld.

(4)

Overeenkomstig die voorstellen moeten de stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden en hun respectieve plaatsvervangers en de voorzitter van de netwerkbeheerraad nu worden benoemd voor de duur van de tweede referentieperiode.

(5)

Om redenen van duidelijkheid en transparantie moet Besluit C(2012) 9613 van de Commissie, dat betrekking heeft op de benoeming van de voorzitter, de stemgerechtigde leden en de plaatsvervangers van de netwerkbeheerraad voor de duur van de eerste referentieperiode, worden ingetrokken.

(6)

Overwegende dat de tweede referentieperiode is begonnen op 1 januari 2015 en de benoemingen als bedoeld in dit besluit moeten samenvallen met die periode, moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan en moet het met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf 1 januari 2015.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 549/2004 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De voorzitter van de netwerkbeheerraad is de heer Simon HOCQUARD, operationeel directeur strategie, NATS.

Artikel 2

De stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden van de netwerkbeheerraad en hun plaatsvervangers zijn de personen in de bijlage.

Artikel 3

De benoemingen als bedoeld in de artikelen 1 en 2 zijn geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

Artikel 4

Besluit C(2012) 9613 van de Commissie wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2015.

Gedaan te Brussel, 27 november 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20.

(2)  Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie van 7 juli 2011 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van de netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer (PB L 185 van 15.7.2011, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim („de kaderverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie van 29 juli 2010 tot vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 1).


BIJLAGE

STEMGERECHTIGDE EN NIET-STEMGERECHTIGDE LEDEN EN HUN PLAATSVERVANGERS VAN DE NETWERKBEHEERRAAD

VOORZITTER

Simon HOCQUARD

Operationeel directeur strategie

NATS

LUCHTRUIMGEBRUIKERS

 

STEMGERECHTIGDE LEDEN

PLAATSVERVANGERS

IACA/ERA

Sylviane LUST (vicevoorzitter)

Directeur-generaal

International Air Carrier Association (IACA)

Simon MCNAMARA

Directeur infrastructuur en milieu

European Regions Airline Association (ERA)

ELFAA

John HANLON

Secretaris-generaal

European Low Fares Airline Association (ELFAA)

Francis RICHARDS

Directeur luchtruim

European Low Fares Airline Association (ELFAA)

AEA/IATA

Peter CURRAN

Adjunct-directeur ATM-heffingen

International Air Transport Association (IATA)

Jan ERIKSSON

Technical & Operations Expert

Association of European Airlines (AEA)

EBAA/IOPA/EAS

Vanessa RULLIER-FRANCAUD

Senior manager, Europese zaken

European Business Aviation Association (EBAA)

Martin ROBINSON

Senior vicevoorzitter, Europese regio

International Aircraft Owners and Pilots Association (IAOPA)

 

Marcel FELTEN

Vicevoorzitter

Europe Air Sports

VERLENERS VAN LUCHTVAARTNAVIGATIEDIENSTEN PER FUNCTIONEEL LUCHTRUIMBLOK

 

STEMGERECHTIGDE LEDEN

PLAATSVERVANGERS

BALTIC

Maciej RODAK

Vertegenwoordiger van de raad van bestuur

Polish Air Navigation Services Agency (PANSA)

Sergej SMIRNOV

Directeur ATM

Lithuanian Air Navigation Services — Oro Navigacija

BLUEMED

Maurizio PAGGETTI

Directeur

Italian Air Navigation Services (ENAV)

Konstantinos LINTZERAKOS

Directeur

Hellenic Civil Aviation Authority (HCAA)

DANUBE

Fănică CÂRNU

Adjunct-directeur-generaal

ROMATSA — Romanian Air Traffic Services Administration

Georgi PEEV

Directeur-generaal

BULATSA — Bulgarian Air Traffic Services Authority

DK-SE

Claus SKJAERBAEK

Chief Operating Officer

NAVIAIR Denemark

Anders JERNBERG

Manager En-routeproductie

LFV Zweden

FABCE

Jan KLAS

Directeur-generaal

Air Navigation Services of the Czech Republic

Heinz SOMMERBAUER

Chief Executive Officer

AUSTRO CONTROL.at

FABEC

Robert SCHICKLING

COO

Deutsche Flugsicherung GmbH (DFS)

Maurice GEORGES

Directeur

Direction des Services de la Navigation aérienne (DSNA)

NEFAB

Heikki JAAKKOLA

Vicevoorzitter, Internationale zaken ANS, FINAVIA

Üllar SALUMÄE

Hoofd van de ATS-afdeling

Estonian ANS

SOUTH-WEST

Mario NETO

Directeur Veiligheid, kwaliteit en strategie

NAV Portugal EPE

Ignacio GONZÁLEZ SANCHEZ

Directeur

ENAIRE, Spanje

UK-IRELAND

Peter KEARNEY

Directeur ATM-operaties en strategie

Irish Aviation Authority (IAA)

Jonathan ASTILL

Directeur Internationale zaken

NATS UK

LUCHTHAVENEXPLOITANTEN

 

STEMGERECHTIGDE LEDEN

PLAATSVERVANGERS

 

Luc LAVEYNE (vicevoorzitter)

Senior adviseur

Airports Council International

ACI Europe

Robert HILLIARD

Directeur Bijzondere projecten

Edinburgh Airport

 

Giovanni RUSSO

Hoofd Planning en engineering

Flughafen Zürich AG

Mark C. BURGESS

Manager luchtverkeersdiensten

London Heathrow Airport

LEGER

 

STEMGERECHTIGDE LEDEN

PLAATSVERVANGERS

 

Eric LABOURDETTE

Directeur Circulation aérienne militaire française

Ulrich GRIEWEL

Bundeswehr, Duitsland

 

Ian LOGAN

Hoofd Military Aviation Regulation

Landsverdediging, Zwitserse luchtmacht

Bas PELLEMANS

Directeur Nederlandse militaire luchtvaartautoriteit

Ministerie van landsverdediging

EUROCONTROL

 

NIET-STEMGERECHTIGD LID

PLAATSVERVANGER

 

Frank BRENNER

Directeur-generaal

Philippe MERLO

Directeur ATM

EUROPESE COMMISSIE

 

NIET-STEMGERECHTIGD LID

PLAATSVERVANGER

 

Margus RAHUOJA

Directeur Luchtvaart

DG MOVE

Maurizio CASTELLETTI

Hoofd van de eenheid Gemeenschappelijk Europees luchtruim

DG MOVE

NETWERKBEHEERDER

 

NIET-STEMGERECHTIGD LID

PLAATSVERVANGER

 

Joe SULTANA

Directeur Netwerkbeheerder

Directoraat Netwerkbeheerder

Eurocontrol

Răzvan BUCUROIU

Hoofd Netwerk- en strategieontwikkeling

Directoraat Netwerkbeheerder

Eurocontrol


2.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/14


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2225 VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2015

tot wijziging van de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU wat betreft de geldigheidsduur

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 8335)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Gezien Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (3), en met name artikel 18, leden 1 en 7,

Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (4), en met name artikel 22, leden 1 en 6,

Gezien Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (5), en met name artikel 63, lid 3,

Gezien Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 (6), met name artikel 36, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Beschikkingen 2005/734/EG (7), 2006/415/EG (8), 2007/25/EG (9) en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU (10) van de Commissie zijn goedgekeurd naar aanleiding van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1, met het oog op de bescherming van de gezondheid van mens en dier in de Unie.

(2)

Bij Beschikking 2005/734/EG zijn bioveiligheidsmaatregelen vastgesteld ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, en is een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden ingesteld.

(3)

Bij Beschikking 2006/415/EG zijn bepaalde beschermende maatregelen vastgesteld die moeten worden toegepast in geval van een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in een lidstaat, met inbegrip van de instelling van gebieden A en B na een vermoedelijke of bevestigde uitbraak van de ziekte.

(4)

Beschikking 2007/25/EG heeft betrekking op bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza en het verkeer van gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen.

(5)

Bij Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU is vastgesteld dat de beschermende maatregelen die in de Unie moeten worden genomen bij een positief geval van aviaire influenza van het subtype H5N1 bij een wilde vogel of een uitbraak van die ziekte bij pluimvee op het grondgebied van Zwitserland enkel gelden voor de delen van dat derde land waarin de bevoegde autoriteit van dat land beschermende maatregelen toepast die gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2006/415/EG en Beschikking 2006/563/EG van d Commissie (11).

(6)

De Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU zijn geldig tot en met 31 december 2015.

(7)

Sinds eind 2014 hebben in acht lidstaten besmettingen met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5, waaronder H5N1, plaatsgevonden bij pluimvee en in het wild levende vogels. Terwijl hoogpathogene aviaire influenza permanent of geregeld is voorgekomen in grote delen van Azië en Afrika, heeft Noord-Amerika een epidemie van ongeziene omvang doorgemaakt. Epidemiologische onderzoeken duiden er sterk op dat het virus wordt binnengebracht in pluimveekoppels door direct of indirect contact met in het wild levende vogels en door laterale verspreiding van de ziekte tussen pluimveekoppels. Daarnaast is West-Afrika momenteel verwikkeld in de bestrijding van een grootschalige opflakkering van hoogpathogene aviaire influenza, na verschillende jaren van de ziekte verlost te zijn geweest.

(8)

De huidige epidemiologische situatie, met een gestegen aantal uitbraken en een ruimere geografische verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5, en met name H5N1, bij pluimveekoppels en in het wild levende vogels, blijft een risico voor de gezondheid van mens en dier in de Unie.

(9)

Daarom is het zinvol de risico's van hoogpathogene aviaire influenza te blijven beperken door bioveiligheidsmaatregelen, systemen voor vroege opsporing en bepaalde beschermende maatregelen in verband met toekomstige uitbraken van die ziekte bij pluimveekoppels in de Unie in stand te houden.

(10)

Gezien de huidige epidemiologische situatie in derde landen is het van even groot belang de maatregelen ter voorkoming van een mogelijke introductie van hoogpathogene aviaire influenza via de invoer van pluimveeproducten en via het binnenbrengen van gezelschapsvogels in de Unie in stand te houden.

(11)

De geldigheidsduur van de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en van Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU moet daarom tot en met 31 december 2017 worden verlengd.

(12)

Bijgevolg moeten de Beschikkingen 2005/734/EG, 2006/415/EG en 2007/25/EG en Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 4 van Beschikking 2005/734/EG wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.

Artikel 2

In artikel 12 van Beschikking 2006/415/EG wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.

Artikel 3

In artikel 6 van Beschikking 2007/25/EG wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.

Artikel 4

In artikel 4 van Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU wordt de datum „31 december 2015” vervangen door „31 december 2017”.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 november 2015.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56.

(4)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.

(5)  PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

(6)  PB L 178 van 28.6.2013, blz. 1.

(7)  Beschikking 2005/734/EG van de Commissie van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PB L 274 van 20.10.2005, blz. 105).

(8)  Beschikking 2006/415/EG van de Commissie van 14 juni 2006 betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2006/135/EG (PB L 164 van 16.6.2006, blz. 51).

(9)  Beschikking 2007/25/EG van de Commissie van 22 december 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza en het verkeer van gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen (PB L 8 van 13.1.2007, blz. 29).

(10)  Uitvoeringsbesluit 2013/657/EU van de Commissie van 12 november 2013 betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 die moeten worden genomen in het geval van een uitbraak van die ziekte in Zwitserland, en tot intrekking van Beschikking 2009/494/EG (PB L 305 van 15.11.2013, blz. 19).

(11)  Beschikking 2006/563/EG van de Commissie van 11 augustus 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels in de Gemeenschap (PB L 222 van 15.8.2006, blz. 11).


Rectificaties

2.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/17


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1953 van de Commissie van 29 oktober 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, de Russische Federatie en de Verenigde Staten van Amerika

( Publicatieblad van de Europese Unie L 284 van 30 oktober 2015 )

Bladzijde 136, overweging 213:

in plaats van:

„De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening opgerichte comité,”,

lezen:

„Het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité heeft geen advies uitgebracht,”.

Bladzijde 138, artikel 1, lid 8:

in plaats van:

„Voor alle andere ondernemingen geldt dat wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en de werkelijk betaalde of te betalen prijs dientengevolge overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voor het bepalen van de douanewaarde verhoudingsgewijs wordt verlaagd, het op basis van lid 2 berekende antidumpingrecht wordt verlaagd met hetzelfde percentage als de verlaagde werkelijk betaalde of te betalen prijs.”,

lezen:

„Voor alle andere ondernemingen geldt dat wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en de werkelijk betaalde of te betalen prijs dientengevolge overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voor het bepalen van de douanewaarde verhoudingsgewijs wordt verlaagd, het op basis van lid 5 berekende antidumpingrecht wordt verlaagd met hetzelfde percentage als de verlaagde werkelijk betaalde of te betalen prijs.”.

Bladzijde 139, bijlage II:

in plaats van:

„Het in artikel 1, lid 6, bedoelde geldige fabriekscertificaat moet een verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegde medewerker van de entiteit die het certificaat uitschrijft, bevatten met de volgende gegevens:

de naam en de functie van de bevoegde medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft;

de volgende verklaring: „Ondergetekende verklaart dat het siliciumstaal met georiënteerde korrel dat naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop dit certificaat, waarin het gemeten maximale kernverlies in watt per kilogram bij een frequentie van 50 Hz en een magnetische inductie van 1,7 tesla alsmede de dikte in mm is vermeld, betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in dit fabriekscertificaat verstrekte informatie juist en volledig is.”

Datum en handtekening”,

lezen:

„Het in artikel 1, lid 6, bedoelde geldige fabriekscertificaat moet een verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegde medewerker van de entiteit die het certificaat uitschrijft, bevatten met de volgende gegevens:

de naam en de functie van de bevoegde medewerker van de entiteit die het fabriekscertificaat uitschrijft;

de volgende verklaring: „Ondergetekende verklaart dat het siliciumstaal met georiënteerde korrel dat naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop dit certificaat, waarin het gemeten maximale kernverlies in watt per kilogram bij een frequentie van 50 Hz en een magnetische inductie van 1,7 tesla alsmede de dikte in mm is vermeld, betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in dit fabriekscertificaat verstrekte informatie juist en volledig is.”

Datum en handtekening”.