ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 311

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
26 november 2015


Inhoud

 

III   Andere handelingen

Bladzijde

 

 

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 254/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2015/2121]

1

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 255/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2015/2122]

3

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 256/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2123]

4

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 257/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2124]

5

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 258/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2125]

7

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 259/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2126]

8

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 260/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2127]

9

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 261/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2128]

11

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 262/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2129]

12

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 263/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2130]

13

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 264/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2131]

14

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 265/2014 van12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2132]

15

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 266/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2133]

16

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 267/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2134]

17

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 268/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2135]

19

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 269/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2136]

20

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 270/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2137]

21

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 271/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2138]

22

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 272/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2139]

25

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 273/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2140]

26

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 274/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2141]

27

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 275/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2142]

28

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 276/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2143]

29

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 277/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2144]

30

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 278/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2145]

31

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 279/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2146]

32

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 280/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage X (Diensten in het algemeen) bij de EER-overeenkomst [2015/2147]

33

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 281/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage X (Diensten in het algemeen) bij de EER-overeenkomst [2015/2148]

34

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 282/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-overeenkomst [2015/2149]

35

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 283/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XII (Vrij verkeer van kapitaal) bij de EER-overeenkomst [2015/2150]

36

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 284/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2151]

37

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 285/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2152]

38

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 286/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2153]

39

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 287/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2154]

40

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 288/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2155]

41

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 289/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2156]

42

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 290/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2157]

43

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 291/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2158]

44

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 292/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2159]

46

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 293/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XIV (Mededinging) bij de EER-overeenkomst [2015/2160]

47

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 294/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2015/2161]

49

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 295/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2015/2162]

50

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 296/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2015/2163]

51

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 297/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst [2015/2164]

52

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 298/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst [2015/2165]

53

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 299/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage XXII (Vennootschapsrecht) bij de EER-overeenkomst [2015/2166]

54

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 300/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2015/2167]

55

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 301/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2015/2168]

56

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


III Andere handelingen

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/1


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 254/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2015/2121]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 669/2014 van de Commissie van 18 juni 2014 tot verlening van een vergunning voor calcium-D-pantothenaat en D-panthenol als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 754/2014 van de Commissie van 11 juli 2014 betreffende de weigering van de toelating van Pediococcuspentosaceus (NCIMB 30068) en pediococcuspentosaceus(NCIMB 30044) als toevoegingsmiddelen voor diervoeding (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake voedingsmiddelen. Wetgeving inzake diervoeding is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(4)

Bijlage I bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst worden na punt 106 (Uitvoeringsverordening(EU) nr. 305/2014 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:

„107.

32014 R 0669: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 669/2014 van de Commissie van 18 juni 2014 tot verlening van een vergunning voor calcium-D-pantothenaat en D-panthenol als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 62).

108.

32014 R 0754: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 754/2014 van de Commissie van 11 juli 2014 betreffende de weigering van de toelating van Pediococcuspentosaceus(NCIMB 30068) en Pediococcuspentosaceus (NCIMB 30044) als toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 205 van 12.7.2014, blz. 10).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 669/2014 en (EU) nr. 754/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 179 van 19.6.2014, blz. 62.

(2)  PB L 205 van 12.7.2014, blz. 10.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/3


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 255/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2015/2122]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU van de Commissie van 18 maart 2014 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van populaties van de plantensoorten tarwe, gerst, haver en mais op grond van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake fytosanitaire aangelegenheden. Wetgeving inzake fytosanitaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(3)

Bijlage I bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk III van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt na punt 58 (Richtlijn 2010/60/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„59.

32014 D 0150: Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU van de Commissie van 18 maart 2014 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van populaties van de plantensoorten tarwe, gerst, haver en mais op grond van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad (PB L 82 van 20.3.2014, blz. 29).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 82 van 20.3.2014, blz. 29.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/4


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 256/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2123]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 86/609/EEG van de Raad (2) wordt bij Richtlijn 2010/63/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

De bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst dienenderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk I van deel 7.1 van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt in punt 9b (Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32010 L 0063: Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).”.

Artikel 2

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt punt 7 (Richtlijn 86/609/EEG van de Raad) vervangen door:

32010 L 0063: Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).”.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2010/63/EU zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 197/2015 van het Gemengd Comité van de EER van 25 september 2015 (4), indien dat later is.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33.

(2)  PB L 358 van 18.12.1986, blz. 1.

(3)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.

(4)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/5


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 257/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2124]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 491/2014 van de Commissie van 5 mei 2014 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor ametoctradin, azoxystrobin, cycloxydim, cyfluthrin, dinotefuran, fenbuconazool, fenvaleraat, fludioxonil, fluopyram, flutriafol, fluxapyroxad, glufosinaat-ammonium, imidacloprid, indoxacarb, MCPA, methoxyfenozide, penthiopyrad, spinetoram en trifloxystrobin in of op bepaalde producten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Verordening (EU) nr. 588/2014 van de Commissie van 2 juni 2014 tot wijziging van de bijlagen III en IV bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor sinaasappelolie, Phlebiopsisgigantea, gibberellinezuur, Paecilomycesfumosoroseus stam FE 9 901, Spodopteralittoraliskernpolyedervirus, Spodopteraexigua kernpolyedervirus, Bacillus firmus I-1582, S-abscisinezuur, L-ascorbinezuur en Helicoverpaarmigera kernpolyedervirus in of op bepaalde producten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EU) nr. 617/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor ethoxysulfuron, metsulfuron-methyl, nicosulfuron, prosulfuron, rimsulfuron, sulfosulfuron en thifensulfuron-methyl in of op bepaalde producten (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EU) nr. 703/2014 van de Commissie van 19 juni 2014 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor acibenzolar-S-methyl, ethoxyquine, flusilazool, isoxaflutool, molinaat, propoxycarbazon, pyraflufen-ethyl, quinoclamine en warfarine in of op bepaalde producten (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Verordening (EU) nr. 737/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wat betreft de maximumresidugehalten voor 2-fenylfenol, chloormequat, cyflufenamid,cyfluthrin, dicamba, fluopicolide, flutriafol, fosetyl, indoxacarb, isoprothiolane, mandipropamid, metaldehyde, metconazool, fosmet, picloram, propyzamide, pyriproxyfen, saflufenacil, spinosad en trifloxystrobin in of op bepaalde producten (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(7)

De bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst dienenderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst worden in punt 40 (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32014 R 0491: Verordening (EU) nr. 491/2014 van de Commissie van 5 mei 2014 (PB L 146 van 16.5.2014, blz. 1),

32014 R 0588: Verordening (EU) nr. 588/2014 van de Commissie van 2 juni 2014 (PB L 164 van 3.6.2014, blz. 16),

32014 R 0617: Verordening (EU) nr. 617/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 (PB L 171 van 11.6.2014, blz. 1),

32014 R 0703: Verordening (EU) nr. 703/2014 van de Commissie van 19 juni 2014 (PB L 186 van 26.6.2014, blz. 1),

32014 R 0737: Verordening (EU) nr. 737/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 (PB L 202 van 10.7.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 54zzy (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32014 R 0491: Verordening (EU) nr. 491/2014 van de Commissie van 5 mei 2014 (PB L 146 van 16.5.2014, blz. 1),

32014 R 0588: Verordening (EU) nr. 588/2014 van de Commissie van 2 juni 2014 (PB L 164 van 3.6.2014, blz. 16),

32014 R 0617: Verordening (EU) nr. 617/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 (PB L 171 van 11.6.2014, blz. 1),

32014 R 0703: Verordening (EU) nr. 703/2014 van de Commissie van 19 juni 2014 (PB L 186 van 26.6.2014, blz. 1),

32014 R 0737: Verordening (EU) nr. 737/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 (PB L 202 van 10.7.2014, blz. 1).”.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 491/2014, (EU) nr. 588/2014, (EU) nr. 617/2014, (EU) nr. 703/2014 en (EU) nr. 737/2014 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (6).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 146 van 16.5.2014, blz. 1.

(2)  PB L 164 van 3.6.2014, blz. 16.

(3)  PB L 171 van 11.6.2014, blz. 1.

(4)  PB L 186 van 26.6.2014, blz. 1.

(5)  PB L 202 van 10.7.2014, blz. 1.

(6)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/7


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 258/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2125]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 579/2014 van de Commissie van 28 mei 2014 inzake een afwijking van enkele bepalingen van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vervoer van vloeibare oliën en vetten over zee (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 96/3/EG van de Commissie (2) wordt bij Verordening (EU) nr. 579/2014 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzakelevensmiddelen. Wetgeving inzakelevensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(4)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 54j (Richtlijn 96/3/EG van de Commissie) vervangen door:

32014 R 0579: Verordening (EU) nr. 579/2014 van de Commissie van 28 mei 2014 inzake een afwijking van enkele bepalingen van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vervoer van vloeibare oliën en vetten over zee (PB L 160 van 29.5.2014, blz. 14).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 579/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 160 van 29.5.2014, blz. 14.

(2)  PB L 21 van 27.1.1996, blz. 42.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/8


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 259/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2126]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 519/2014 van de Commissie van 16 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2006 wat betreft de bemonsteringswijzen voor grote partijen, specerijen en voedingssupplementen, prestatiecriteria voor T-2- en HT-2-toxine en citrinine, en screeningsmethoden (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzakelevensmiddelen. Wetgeving inzakelevensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 54zzzl (Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0519: Verordening (EU) nr. 519/2014 van de Commissie van 16 mei 2014 (PB L 147 van 17.5.2014, blz. 29).”.

Artikel 2

De in het EER-supplementbij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 519/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 147 van 17.5.2014, blz. 29.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/9


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 260/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2127]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), enmet name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 264/2014 van de Commissie van 14 maart 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van polyvinylpyrrolidon-vinylacetaatcopolymeer in vaste voedingssupplementen, en tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat de specificaties ervan betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Verordening (EU) nr. 497/2014 van de Commissie van 14 mei 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat het gebruik van advantaam als zoetstof betreft (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EU) nr. 505/2014 van de Commissie van 15 mei 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van karamelkleurstoffen (E 150a-d) in bier en moutdranken (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EU) nr. 506/2014 van de Commissie van 15 mei 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat betreft ethyllauroylarginaat als conserveermiddel in bepaalde warmtebehandelde vleesproducten (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzakelevensmiddelen. Wetgeving inzakelevensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(6)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 54zzzzr (Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32014 R 0264: Verordening (EU) nr. 264/2014 van de Commissie van 14 maart 2014 (PB L 76 van 15.3.2014, blz. 22).

32014 R 0497: Verordening (EU) nr. 497/2014 van de Commissie van 14 mei 2014 (PB L 143 van 15.5.2014, blz. 6).

32014 R 0505: Verordening (EU) nr. 505/2014 van de Commissie van 15 mei 2014 (PB L 145 van 16.5.2014, blz. 32).

32014 R 0506: Verordening (EU) nr. 506/2014 van de Commissie van 15 mei 2014 (PB L 145 van 16.5.2014, blz. 35).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 264/2014, (EU) nr. 497/2014, (EU) nr. 505/2014 en (EU) nr. 506/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (5).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 76 van 15.3.2014, blz. 22.

(2)  PB L 143 van 15.5.2014, blz. 6.

(3)  PB L 145 van 16.5.2014, blz. 32.

(4)  PB L 145 van 16.5.2014, blz. 35.

(5)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/11


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 261/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2128]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 200/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat de stof triptorelineacetaat betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 201/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat de stof tildipirosine betreft (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 13 (Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32014 R 0200: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 200/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 (PB L 62 van 4.3.2014, blz. 8).

32014 R 0201: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 201/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 (PB L 62 van 4.3.2014, blz. 10).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 200/2014 en(EU) nr. 201/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 62 van 4.3.2014, blz. 8.

(2)  PB L 62 van 4.3.2014, blz. 10.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/12


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 262/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2129]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 418/2014 van de Commissie van 24 april 2014 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat de stof ivermectine betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 13 (Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0418: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 418/2014 van de Commissie van 24 april 2014 (PB L 124 van 25.4.2014, blz. 19).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 418/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden ( (2)).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 124 van 25.4.2014, blz. 19.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/13


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 263/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2130]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 357/2014 van de Commissie van 3 februari 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende situaties waarin werkzaamheidsstudies na toelating kunnen worden vereist (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt na punt 15qb (Uitvoeringsbesluit 2012/715/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„15qc.

32014 R 0357: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 357/2014 van de Commissie van 3 februari 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende situaties waarin werkzaamheidsstudies na toelating kunnen worden vereist (PB L 107 van 10.4.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 357/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 107 van 10.4.2014, blz. 1.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/14


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 264/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2131]

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2012/707/EU van de Commissie van 14 november 2012 tot vaststelling van een gemeenschappelijk format voor de indiening van de informatie overeenkomstig Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleindenworden gebruikt (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt na punt 15zo (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 198/2013 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„15zp.

32012 D 0707: Uitvoeringsbesluit 2012/707/EU van de Commissie van 14 november 2012 tot vaststelling van een gemeenschappelijk format voor de indiening van de informatie overeenkomstig Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 320 van 17.11.2012, blz. 33).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2012/707/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 256/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 12 december 2014 (3), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 320 van 17.11.2012, blz. 33.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(3)  Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/15


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 265/2014

van12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2132]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 658/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de aan het Europees Geneesmiddelenbureau te betalen vergoedingen voor het uitvoeren van geneesmiddelenbewakingsactiviteiten inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt na punt 15zp (Uitvoeringsbesluit 2012/707/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„16.

32014 R 0658: Verordening (EU) nr. 658/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de aan het Europees Geneesmiddelenbureau te betalen vergoedingen voor het uitvoeren van geneesmiddelenbewakingsactiviteiten inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 112).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 658/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 189 van 27.6.2014, blz. 112.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/16


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 266/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2133]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 492/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorschriften voor de verlenging van aan wederzijdse erkenning onderworpen toelatingen voor biociden (1) moet in de overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt na punt 12nz (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 438/2014 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„12nna.

32014 R 0492: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 492/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorschriften voor de verlenging van aan wederzijdse erkenning onderworpen toelatingen voor biociden (PB L 139 van 14.5.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 492/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 139 van 14.5.2014, blz. 1.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/17


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 267/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2134]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2014/397/EU van de Commissie van 25 juni 2014 tot verlenging van de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van difethialon en difenacum voor gebruik in biociden voor productsoort 14 (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsbesluit 2014/402/EU van de Commissie van 25 juni 2014 betreffende door Duitsland overeenkomstig Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad gemelde beperkingen van de toelatingen IPBC bevattende biociden te gebruiken (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden na punt 12nna (Uitvoeringsverordening(EU) nr. 492/2014 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:

„12nnb.

32014 D 0397: Uitvoeringsbesluit 2014/397/EU van de Commissie van 25 juni 2014 tot verlenging van de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van difethialon en difenacum voor gebruik in biociden voor productsoort 14 (PB L 186 van 26.6.2014, blz. 111).

12nnc.

32014 D 0402: Uitvoeringsbesluit 2014/402/EU van de Commissie van 25 juni 2014 betreffende door Duitsland overeenkomstig Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad gemelde beperkingen van de toelatingen IPBC bevattende biociden te gebruiken (PB L 188 van 27.6.2014, blz. 85).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsbesluiten 2014/397/EU en 2014/402/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).

Voor Liechtenstein treedt dit besluit in werking op dezelfde dag of op de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen Liechtenstein en Zwitserland inzake de samenwerking op het gebied van toelatingsprocedures voor biociden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4), als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 186 van 26.6.2014, blz. 111.

(2)  PB L 188 van 27.6.2014, blz. 85.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(4)  Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/19


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 268/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2135]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 895/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 tot wijziging van bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0895: Verordening (EU) nr. 895/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 (PB L 244 van 19.8.2014, blz. 6).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 895/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 244 van 19.8.2014, blz. 6.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/20


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 269/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2136]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In hoofdstuk XV wordt na punt 12zzp (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 414/2013 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„12zzq.

32013 R 0098: Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1).”.

2)

In hoofdstuk XXIX wordt na punt 5 (Richtlijn 2008/43/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„6.

32013 R 0098: Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 98/2013 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1.

(2)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/21


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 270/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2137]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 878/2014 van de Commissie van 12 augustus 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen dichloorprop-P, metconazool en triclopyr (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 880/2014 van de Commissie van 12 augustus 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof CydiapomonellaGranulovirus (CpGV) (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 13a (Uitvoeringsverordening(EU) nr. 540/2011 van de Commissie) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32014 R 0878: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 878/2014 van de Commissie van 12 augustus 2014 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 18),

32014 R 0880: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 880/2014 van de Commissie van 12 augustus 2014 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 22).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 878/2014 en (EU) nr. 880/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 203/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 30 september 2014 (4), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 240 van 13.8.2014, blz. 18.

(2)  PB L 240 van 13.8.2014, blz. 22.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(4)  PB L 202 van 30.7.2015, blz. 57.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/22


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 271/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2138]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 890/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof metobromuronovereenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 891/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof aminopyralideovereenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 916/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 tot goedkeuring van de basisstof sacharose overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof Streptomyceslydicus stam WYEC 108 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 918/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof onvertakte vlinderferomonen (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 921/2014 van de Commissie van 25 augustus 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof tebuconazool (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 922/2014 van de Commissie van 25 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof metaflumizonovereenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(8)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 13a (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie) worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32014 R 0890: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 890/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 (PB L 243 van 15.8.2014, blz. 42),

32014 R 0891: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 891/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 (PB L 243 van 15.8.2014, blz. 47),

32014 R 0916: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 916/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 (PB L 251 van 23.8.2014, blz. 16),

32014 R 0917: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 (PB L 251 van 23.8.2014, blz. 19),

32014 R 0918: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 918/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 (PB L 251 van 23.8.2014, blz. 24),

32014 R 0921: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 921/2014 van de Commissie van 25 augustus 2014 (PB L 252 van 26.8.2014, blz. 3).

32014 R 0922: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 922/2014 van de Commissie van 25 augustus 2014 (PB L 252 van 26.8.2014, blz. 6).”.

2)

Na punt 13zzzzf (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 632/2014 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:

„13zzzzg.

32014 R 0890: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 890/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof metobromuronovereenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 243 van 15.8.2014, blz. 42).

13zzzzh.

32014 R 0891: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 891/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof aminopyralideovereenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 243 van 15.8.2014, blz. 47).

13zzzzi.

32014 R 0916: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 916/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 tot goedkeuring van de basisstof sacharose overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 251 van 23.8.2014, blz. 16).

13zzzzj.

32014 R 0917: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2014 van de Commissie van 22 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof Streptomyceslydicus stam WYEC 108 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (PB L 251 van 23.8.2014, blz. 19).

13zzzzk.

32014 R 0922: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 922/2014 van de Commissie van 25 augustus 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof metaflumizonovereenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 (PB L 252 van 26.8.2014, blz. 6).”.

ArtikeL 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 890/2014, (EU) nr. 891/2014, (EU) nr. 916/2014,(EU) nr. 917/2014, (EU) nr. 918/2014, (EU) nr. 921/2014 en (EU) nr. 922/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (8), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 203/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 30 september 2014 (9), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 243 van 15.8.2014, blz. 42.

(2)  PB L 243 van 15.8.2014, blz. 47.

(3)  PB L 251 van 23.8.2014, blz. 16.

(4)  PB L 251 van 23.8.2014, blz. 19.

(5)  PB L 251 van 23.8.2014, blz. 24.

(6)  PB L 252 van 26.8.2014, blz. 3.

(7)  PB L 252 van 26.8.2014, blz. 6.

(8)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(9)  PB L 202 van 30.7.2015, blz. 57.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/25


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 272/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2139]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 186/2014 van de Commissie van 26 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 823/2012 wat betreft de geldigheidsduur van de goedkeuring voor de werkzame stoffen ethoxysulfuron, oxadiargyl en warfarine (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 13aa (Verordening (EU) nr. 823/2012 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0186: Verordening (EU) nr. 186/2014 van de Commissie van 26 februari 2014 (PB L 57 van 27.2.2014, blz. 22).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 186/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 204/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 30 september 2014 (3), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 57 van 27.2.2014, blz. 22.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(3)  PB L 202 van 30.7.2015, blz. 64.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/26


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 273/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2140]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 700/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 686/2012 wat betreft de lidstaat-rapporteur voor de werkzame stof dimethomorf (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 13zzze (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 686/2012 van de Commissie) het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32014 R 0700: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 700/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 (PB L 184 van 25.6.2014, blz. 8).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 700/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 206/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 30 september 2014 (3), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 184 van 25.6.2014, blz. 8.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(3)  PB L 202 van 30.7.2015, blz. 87.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/27


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 274/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2141]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2014/289/EU van de Commissie van 15 mei 2014 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de werkzame stoffen pinoxaden en meptyldinocap te verlengen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt na punt 13zzzzk (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 922/2014 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„13zzzzl.

32014 D 0289: Uitvoeringsbesluit 2014/289/EU van de Commissie van 15 mei 2014 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de werkzame stoffen pinoxaden en meptyldinocap te verlengen(PB L 147 van 17.5.2014, blz. 114).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2014/289/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 203/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 30 september 2014 (3), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 147 van 17.5.2014, blz. 114.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(3)  PB L 202 van 30.7.2015, blz. 57.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/28


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 275/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2142]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit2014/61/EU van de Commissie van 5 februari 2014 tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2006/502/EG waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van noveltylighters wordt verboden (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XIX van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 3k (Beschikking 2006/502/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 D 0061: Uitvoeringsbesluit 2014/61/EU van de Commissie van 5 februari 2014 (PB L 38 van 7.2.2014, blz. 43).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2014/61/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 38 van 7.2.2014, blz. 43.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/29


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 276/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2143]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2014/79/EU van de Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van aanhangsel C van bijlage II bij Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed, wat TCEP, TCPP en TDCP betreft (1),moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XXIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 1a (Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 L 0079: Richtlijn 2014/79/EU van de Commissie van 20 juni 2014 (PB L 182 van 21.6.2014, blz. 49).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2014/79/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 182 van 21.6.2014, blz. 49.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/30


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 277/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2144]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2014/81/EU van de Commissie van 23 juni 2014 tot wijziging van aanhangsel C van bijlage II bij Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed, watbisfenol A betreft (1),moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XXIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 1a (Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 L 0081: Richtlijn 2014/81/EU van de Commissie van 23 juni 2014 (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 49).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2014/81/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 183 van 24.6.2014, blz. 49.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/31


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 278/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2145]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2014/84/EU van de Commissie van 30 juni 2014 tot wijziging van aanhangsel A van bijlage II bij Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed, voor wat nikkel betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XXIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 1a (Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 L 0084: Richtlijn 2014/84/EU van de Commissie van 30 juni 2014 (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 49).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2014/84/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 192 van 1.7.2014, blz. 49.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/32


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 279/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2015/2146]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2009/127/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/42/EG met betrekking tot machines voor de toepassing van pesticiden (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk XXIV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 1c (Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32009 L 0127: Richtlijn 2009/127/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober2009 (PB L 310 van 25.11.2009, blz. 29).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2009/127/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 203/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 30 september 2014 (3), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 208/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 30 september 2014 (4), als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 310 van 25.11.2009, blz. 29.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(3)  PB L 202 van 30.7.2015, blz. 57.

(4)  PB L 202 van 30.7.2015, blz. 96.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/33


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 280/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage X (Diensten in het algemeen) bij de EER-overeenkomst [2015/2147]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2014/148/EU van de Commissie van 17 maart 2014 tot wijziging van Besluit 2011/130/EU tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (1), gerectificeerd in PB L 95 van 29.3.2014, blz. 69, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage X bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage X bij de EER-overeenkomst wordt in punt 1c (Besluit 2011/130/EU van de Commissie) het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32014 D 0148: Uitvoeringsbesluit 2014/148/EU van de Commissie van 17 maart 2014 (PB L 80 van 19.3.2014, blz. 7), gerectificeerd in PB L 95 van 29.3.2014, blz. 69.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2014/148/EU, zoals gerectificeerd in PB L 95 van 29.3.2014, blz. 69, zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 80 van 19.3.2014, blz. 7.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/34


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 281/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage X (Diensten in het algemeen) bij de EER-overeenkomst [2015/2148]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerd Besluit 2014/286/EU van de Commissie van 10 maart 2014 tot vaststelling van de criteria en voorwaarden waaraan Europese referentienetwerken en zorgaanbieders die zich bij een Europees referentienetwerk willen aansluiten, moeten voldoen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsbesluit 2014/287/EU van de Commissie van 10 maart 2014 tot vaststelling van de criteria voor de oprichting en evaluatie van Europese referentienetwerken en de leden daarvan en voor de bevordering van de uitwisseling van informatie en expertise in verband met de oprichting en evaluatie van dergelijke netwerken (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage X bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage X bij de EER-overeenkomst worden na punt 2b (Uitvoeringsbesluit 2013/329/EU van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:

„2c.

32014 D 0286: Gedelegeerd Besluit 2014/286/EU van de Commissie van 10 maart2014 tot vaststelling van de criteria en voorwaarden waaraan Europese referentienetwerken en zorgaanbieders die zich bij een Europees referentienetwerk willen aansluiten, moeten voldoen (PB L 147 van 17.5.2014, blz. 71).

2d.

32014 D 0287: Uitvoeringsbesluit 2014/287/EU van de Commissie van 10 maart2014 tot vaststelling van de criteria voor de oprichting en evaluatie van Europese referentienetwerken en de leden daarvan en voor de bevordering van de uitwisseling van informatie en expertise in verband met de oprichting en evaluatie van dergelijke netwerken (PB L 147 van 17.5.2014, blz. 79).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Gedelegeerd Besluit 2014/286/EU en Uitvoeringsbesluit 2014/287/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 153/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli2014 (4), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 147 van 17.5.2014, blz. 71.

(2)  PB L 147 van 17.5.2014, blz. 79.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(4)  PB L 15 van 22.1.2015, blz. 78.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/35


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 282/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-overeenkomst [2015/2149]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2014/207/EU van de Commissie van 11 april 2014 tot aanwijzing van het register voor het .eu-topniveaudomein (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikking 2003/375/EG van de Commissie (2) wordt bij Uitvoeringsbesluit 2014/207/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Bijlage XI bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XI bij de EER-overeenkomst (Beschikking 2003/375/EG van de Commissie) wordt de tekst van punt 5oaa vervangen door:

32014 D 0207: Uitvoeringsbesluit 2014/207/EU van de Commissie van 11 april 2014 tot aanwijzing van het register voor het .eu-topniveaudomein (PB L 109 van 12.4.2014, blz. 41).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2014/207/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 109 van 12.4.2014, blz. 41.

(2)  PB L 128 van 24.5.2003, blz. 29.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/36


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 283/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XII (Vrij verkeer van kapitaal) bij de EER-overeenkomst [2015/2150]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 248/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 betreffende de migratie naar Uniebrede overmakingen en automatische afschrijvingen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XII bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 3a (Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32014 R 0248: Verordening (EU) nr. 248/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 248/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 84 van 20.3.2014, blz. 1.

(2)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/37


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 284/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2151]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2014/85/EU van de Commissie van 1 juli 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 24f (Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 L 0085: Richtlijn 2014/85/EU van de Commissie van 1 juli 2014 (PB L 194 van 2.7.2014, blz. 10).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2014/85/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 194 van 2.7.2014, blz. 10.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/38


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 285/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2152]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 869/2014 van de Commissie van 11 augustus 2014 inzake nieuwe spoorvervoersdiensten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt na punt 42a (Richtlijn 95/18/EG van de Raad) het volgende punt toegevoegd:

„42aa.

32014 R 0869: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 869/2014 van de Commissie van 11 augustus 2014 inzake nieuwe spoorvervoersdiensten voor passagiers (PB L 239 van 12.8.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 869/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER waarbij Richtlijn 2012/34/EUvan het Europees Parlement en de Raad in de EER-overeenkomst werd opgenomen, indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 239 van 12.8.2014, blz. 1.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/39


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 286/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2153]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 546/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 45a (Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad) het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32014 R 0546: Verordening (EU) nr. 546/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 (PB L 163 van 29.5.2014, blz. 15).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 546/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 163 van 29.5.2014, blz. 15.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/40


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 287/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2154]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 598/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de vaststelling van regels en procedures voor de invoering van geluidsgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Unie binnen het kader van een evenwichtige aanpak, en tot intrekking van Richtlijn 2002/30/EG (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt bij Verordening (EU) nr. 598/2014 met ingang van 13 juni 2016 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt met ingang van 13 juni 2016.

(3)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 66f (Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad) met ingang van 13 juni 2016 vervangen door:

32014 R 0598: Verordening (EU) nr. 598/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de vaststelling van regels en procedures voor de invoering van geluidsgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Unie binnen het kader van een evenwichtige aanpak, en tot intrekking van Richtlijn 2002/30/EG (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 65).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 598/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 135/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 27 juni 2014 (4), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 65.

(2)  PB L 85 van 28.3.2002, blz. 40.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(4)  PB L 342 van 27.11.2014, blz. 42.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/41


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 288/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2155]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 687/2014 van de Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat betreft de verduidelijking, harmonisering en vereenvoudiging van maatregelen voor de beveiliging van de luchtvaart, gelijkwaardigheid van beveiligingsnormen en beveiligingsmaatregelen voor vracht en post (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsbesluit C(2014) 4054 van de Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van Besluit C(2010) 774 van de Commissie voor wat de verduidelijking, harmonisering en vereenvoudiging van luchtvaartbeveiligingsmaatregelen en naar de Unie vervoerde luchtvracht en -post betreft, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 66he (Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0687: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 687/2014 van de Commissie van 20 juni 2014 (PB L 182 van 21.6.2014, blz. 31).”.

2)

In punt 66hf (Besluit C(2010) 774 definitief van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 D 4054: Uitvoeringsbesluit C(2014) 4054 van de Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van Besluit C(2010) 774 van de Commissie voor wat de verduidelijking, harmonisering en vereenvoudiging van luchtvaartbeveiligingsmaatregelen en naar de Unie vervoerde luchtvracht en -post betreft.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 687/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 182 van 21.6.2014, blz. 31.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/42


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 289/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2156]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 379/2014 van de Commissie van 7 april 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 66nf (Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0379: Verordening (EU) nr. 379/2014 van de Commissie van 7 april 2014 (PB L 123 van 24.4.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 379/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 123 van 24.4.2014, blz. 1.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/43


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 290/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2157]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 319/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 inzake de vergoedingen en rechten die worden geheven door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 593/2007 (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie (2) wordt bij Verordening (EU) nr. 319/2014 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 66s (Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie) vervangen door:

32014 R 0319: Verordening (EU) nr. 319/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 inzake de vergoedingen en rechten die worden geheven door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 593/2007 (PB L 93 van 28.3.2014, blz. 58).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

In artikel 3, lid 5, worden de woorden „of een EVA-staat” na de woorden „de Unie” ingevoegd.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 319/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).

Article 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 93 van 28.3.2014, blz. 58.

(2)  PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3.

(3)  ( Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/44


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 291/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2158]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie (2) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1216/2011 van de Commissie (3) worden bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 met ingang van 1 januari 2015 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt met ingang van 1 januari 2015.

(3)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 66wn (Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32013 R 0390: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 (PB L 128 van 9.5.2013, blz. 1).”.

2)

Na punt 66xe (Uitvoeringsbesluit 2014/132/EU van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:

„66xf.

32013 R 0390: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (PB L 128 van 9.5.2013, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gelezen:

a)

Wat de EVA-staten betreft, wordt artikel 3, lid 1, vervangen door:

„Wanneer het Permanent Comité van de EVA-staten beslist om een prestatiebeoordelingsorgaan aan te wijzen om de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA te ondersteunen, is een dergelijke toewijzing voor een vaste termijn in overeenstemming met de referentieperioden. Wanneer de Commissie een prestatiebeoordelingsorgaan heeft aangewezen, streeft het Permanent Comité van de EVA-staten ernaar dezelfde entiteit onder soortgelijke omstandigheden aan te wijzen om dezelfde taken ten aanzien van de EVA-staten uit te voeren.”.

b)

In artikel 14, lid 1, en artikel 18, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de beoordeling prestatieplannen en -doelen betreft die betrekking hebben op één of meer EU-lidstaten en één of meer EVA-staten, wordt de beoordeling door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uitgevoerd wat betreft de EVA-staten en door de Commissie wat betreft de EU-lidstaten. De Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA werken in dit verband samen, zodat zij dezelfde standpunten innemen voor de hele procedure als vastgesteld in dit artikel.”.

c)

In artikel 15, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de beoordeling prestatieplannen en -doelen betreft die betrekking hebben op één of meer EU-lidstaten en één of meer EVA-staten, wordt de beoordeling door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uitgevoerd wat betreft de EVA-staten en door de Commissie wat betreft de EU-lidstaten. De Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA werken in dit verband samen, zodat zij dezelfde standpunten innemen voor de hele procedure als vastgesteld in dit artikel.”.

d)

In artikel 18, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Indien een functioneel luchtruimblok het luchtruim van één of meer EU-lidstaten en één of meer EVA-staten bestrijkt, worden de in dit punt genoemde taken en bevoegdheden door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uitgevoerd wat betreft de EVA-staten en door de Commissie wat betreft de EU-lidstaten. De Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA werken in dit verband samen, zodat zij dezelfde standpunten innemen.”.

e)

In artikel 18, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer het netwerkprestatieplan betrekking heeft op zowel de netwerkbeheerder aangewezen door de Commissie als de netwerkbeheerder aangewezen door het Permanent Comité van de EVA-staten, werken de Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in dit verband samen, zodat zij dezelfde standpunten innemen.”.

f)

In artikel 18, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer prestatieplannen en -doelen betrekking hebben op één of meer EU-lidstaten en één of meer EVA-staten, werken de Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen om de resultaten van de prestatiedoelen gezamenlijk aan het Single Sky-comité over te maken.”.

g)

Wat betreft de EVA-staten, wordt in artikel 18, leden 3 en 4, het woord „Commissie” gelezen als „Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.”.

3)

De tekst van punt 66xa (Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie) wordt met ingang van 1 januari 2015 geschrapt.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 390/2013 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (4), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 135/2014 van het Gemengd Comité van de EER van 27 juni 2014 (5), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 128 van 9.5.2013, blz. 1.

(2)  PB L 201 van 3.8.2010, blz. 1.

(3)  PB L 310 van 25.11.2011, blz. 3.

(4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(5)  PB L 342 van 27.11.2014, blz. 42.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/46


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 292/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2015/2159]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2014 van de Commissie van 2 mei 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011, door aanpassing van de verwijzingen naar de bijlagen bij het Verdrag van Chicago (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 66xc (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0448: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2014 van de Commissie van 2 mei 2014 (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 53).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 231/2013 van het Gemengd Comité van de EER van 13 december 2013 (3), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 232/2013 van het Gemengd Comité van de EER van 13 december 2013 (4), als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 132 van 3.5.2014, blz. 53.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(3)  PB L 154 van 22.5.2014, blz. 32.

(4)  PB L 154 van 22.5.2014, blz. 34.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/47


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 293/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XIV (Mededinging) bij de EER-overeenkomst [2015/2160]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 316/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIV bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIV bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 5 (Verordening (EG) nr. 772/2004 van de Commissie) vervangen door:

32014 R 0316: Verordening (EU) nr. 316/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (PB L 93 van 28.3.2014, blz. 17).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt gelezen:

a)

In artikel 6, lid 1, worden de volgende woorden „of de overeenkomstige bepaling in artikel 29, lid 1, van hoofdstuk II van deel I van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie” ingevoegd na de woorden „overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003”.

b)

In artikel 6, lid 2, worden de volgende woorden „of de overeenkomstige bepaling in artikel 29, lid 2, van hoofdstuk II van deel I van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie” ingevoegd na de woorden „overeenkomstig artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003”.

c)

Aan het slot van artikel 7 wordt het volgende toegevoegd:

„Overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bij aanbeveling verklaren dat, wanneer parallelle netwerken van gelijksoortige overeenkomsten inzake technologieoverdracht meer dan 50 % van een relevante markt bestrijken, deze verordening niet van toepassing is op overeenkomsten inzake technologieoverdracht die specifieke beperkingen met betrekking tot die markt omvatten.

De hierboven bedoelde aanbeveling wordt gericht aan de EVA-staat of -staten die de desbetreffende markt omvat(ten). De Commissie wordt in kennis gesteld wanneer een dergelijke aanbeveling wordt gedaan.

Nadat de hierboven bedoelde aanbeveling is gedaan, laten alle geadresseerde EVA-staten de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA binnen drie maanden weten of zij de aanbeveling aanvaarden. Is na drie maanden geen antwoord ontvangen, staat dit gelijk met aanvaarding door de EVA-staat die niet binnen de termijn heeft geantwoord.

Als een EVA-staat de aanbeveling aanvaardt of niet op tijd reageert, is het land wettelijk verplicht de aanbeveling binnen drie maanden na de datum van bekendmaking ten uitvoer te leggen.

Als een EVA-staat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA binnen de termijn van drie maanden laat weten dat hij de aanbeveling niet aanvaardt, stelt de autoriteit de Commissie daarvan in kennis. Als de Commissie het standpunt van de betrokken EVA-staat niet deelt, is artikel 92, lid 2, van de overeenkomst van toepassing.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de Commissie wisselen informatie uit en houden elkaar op de hoogte over de toepassing van deze bepaling.

Indien parallelle netwerken van gelijksoortige overeenkomsten voor technologieoverdracht meer dan 50 % van een relevante markt binnen het grondgebied van de EER-overeenkomst bestrijken, kunnen de twee Toezichthoudende Autoriteiten samenwerken om tot afzonderlijke maatregelen te komen. Als de twee toezichthoudende autoriteiten het eens zijn over een relevante markt en de passendheid van maatregelen op grond van deze bepaling, stelt de Commissie een verordening vast die is gericht aan de lidstaten en stelt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een gelijkluidende aanbeveling vast die is gericht aan de EVA-staat of -staten die de desbetreffende markt omvat(ten).” ”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 316/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 93 van 28.3.2014, blz. 17.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/49


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 294/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2015/2161]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2014/389/EU van de Commissie van 23 juni 2014 over aanvullende historische luchtvaartemissies en aanvullende luchtvaartemissierechten teneinde rekening te houden met de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte (2) (de „EER-uitbreidingsovereenkomst 2014”), die op 11 april 2014 in Brussel is ondertekend, is sinds 12 april 2014 voorlopig van toepassing op de ondertekenaars. Dit besluit moet daarom voorlopig van toepassing zijn in afwachting van de inwerkingtreding van de EER-uitbreidingsovereenkomst 2014.

(3)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 21aph (Besluit 377/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:

„21api.

32014 D 0389: Uitvoeringsbesluit 2014/389/EU van de Commissie van 23 juni 2014 over aanvullende historische luchtvaartemissies en aanvullende luchtvaartemissierechten teneinde rekening te houden met de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 135).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2014/389/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3), of op de dag van inwerkingtreding van de EER-uitbreidingsovereenkomst 2014, indien dat later is.

In afwachting van de inwerkingtreding van de EER-uitbreidingsovereenkomst 2014 is dit besluit vanaf 13 december 2014 voorlopig van toepassing, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 183 van 24.6.2014, blz. 135.

(2)  PB L 170 van 11.6.2014, blz. 5.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/50


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 295/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2015/2162]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 743/2014 van de Commissie van 9 juli 2014 tot vervanging van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 601/2012 wat betreft de minimale analysefrequenties (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 21apg (Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0743: Verordening (EU) nr. 743/2014 van de Commissie van 9 juli 2014 (PB L 201 van 10.7.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 743/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 201 van 10.7.2014, blz. 1.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/51


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 296/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst [2015/2163]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 733/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1418/2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde afvalstoffen naar bepaalde niet-OESO-landen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 32cb (Verordening (EG) nr. 1418/2007 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0733: Verordening (EU) nr. 733/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 (PB L 197 van 4.7.2014, blz. 10).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 733/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 197 van 4.7.2014, blz. 10.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/52


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 297/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst [2015/2164]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 68/2014 van de Commissie van 27 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 141/2013 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk, met betrekking tot statistieken op basis van de Europese gezondheidsenquête (EHIS) in verband met de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XXI bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XXI bij de EER-overeenkomst wordt in punt 18z4 (Verordening (EU) nr. 141/2013 van de Commissie) het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32014 R 0068: Verordening (EU) nr. 68/2014 van de Commissie van 27 januari 2014 (PB L 23 van 28.1.2014, blz. 9).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 68/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoel.de kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 23 van 28.1.2014, blz. 9.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/53


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 298/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst [2015/2165]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 724/2014 van de Commissie van 26 juni 2014 betreffende de uitwisselingsstandaard en andere praktische regelingen voor de toezending van gegevens die zijn vereist uit hoofde van Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XXI bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XXI bij de EER-overeenkomst wordt na punt 19z (Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:

„19za.

32014 R 0724: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 724/2014 van de Commissie van 26 juni 2014 betreffende de uitwisselingsstandaard en andere praktische regelingen voor de toezending van gegevens die zijn vereist uit hoofde van Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 38).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 724/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 192 van 1.7.2014, blz. 38.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/54


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 299/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage XXII (Vennootschapsrecht) bij de EER-overeenkomst [2015/2166]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 634/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de invoeging van Interpretatie 21 van het International Financial Reporting Interpretations Committee (1) poet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XXII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XXII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 10ba (Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0634: Verordening (EU) nr. 634/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 (PB L 175 van 14.6.2014, blz. 9).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 634/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 175 van 14.6.2014, blz. 9.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/55


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 300/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2015/2167]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) wat betreft de uitbreiding van de gemeenschappelijkeonderneming tot 2024 (1).

(2)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Protocol 31 bij de EER-overeenkomst wordt in voetnoot 1 van artikel 1, lid 8b, het volgende streepje toegevoegd:

„—

32014 R 0721: Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (2).

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/56


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 301/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2015/2168]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden met Aanbeveling 2012/73/EU van de Commissie van 6 februari 2012 inzake richtsnoeren betreffende gegevensbescherming voor het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS) (1).

(2)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient dan ook te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Protocol 31 bij de EER-overeenkomst wordt in het tweede streepje van lid 1 van artikel 16 (Beschikking 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:

„de EVA-staten nemen kennis van het volgende besluit in het kader van de samenwerking waarin is voorzien onder dit streepje:

32012 H 0073: Aanbeveling 2012/73/EU van de Commissie van 6 februari2012 inzake richtsnoeren betreffende gegevensbescherming voor het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS) (PB L 36 van 9.2.2012, blz. 31).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Aanbeveling 2012/73/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 36 van 9.2.2012, blz. 31.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.